NB10feb

Page 1

NIEUWSBRIEF N°9

FEBRUARI 2004

F O N D S PA S C A L D E C R O O S VO O R B I J Z O N D E R E J O U R N A L I S T I E K

Kolonel Bourgstraat 90, B-1030 Brussel

TEL:

+32 2 705 59 19

info@fondspascaldecroos.org

VZW

fondspascaldecroos.org

Inhoud

2 juryleden stappen uit de anonimiteit

1 · Bekendmaking twee

Het reglement bepaalt dat twee van de vier juryleden van het Fonds Pascal Decroos om de twee jaar moeten worden vervangen. Dit is nu het geval met Paul Muys en Prof. dr. Dirk Voorhoof. Hier leest u hun bilan van werkzaamheden sinds de lancering van het Fonds Pascal Decroos in oktober 1999. Twee nieuwe anonieme juryleden hebben inmiddels hun plaats ingenomen.

aftredende jury-leden · Werkbeurzen - Jury - Paul Muys

2 · Werkbeurzen - Jury - Prof. dr. Dirk Voorhoof

4 · Werkbeurs - Martin Coenen

WERKBEURZEN - JURY

- Paul Muys

Kan het Fonds de onderzoeksjournalistiek redden?

- Irene van der Linde

5 · Werkbeurs - Rudi Rotthier - Joost Loncin - Han Soete

6 · Werkbeurs - Michaël De Cock - Patryk Wezowski · VVOJ-conferentie

7 · Vlaamse Scriptieprijs - Winnaar Vlaamse Scriptieprijs 2003 - Winnaar Klasseprijs 2003

8 · Vlaamse Scriptieprijs 2003 - ‘Adellijke Levensstijl’ door Koen De Vlieger-De Wilde · Colofon

De deadline voor de volgende aanvragen is 23 april 2004 Alle vormen van bijzondere journalistieke projecten voor de audiovisuele of geschreven pers komen in aanmerking: reportages, documentaires, reeksen, boeken, ...

© Dick Verbesselt

· Word lid van het Fonds

Het Fonds Pascal Decroos heeft in de enkele jaren van zijn bestaan zijn plaats veroverd. Dat het aan een behoefte tegemoetkomt, valt af te leiden uit het toenemend aantal aanvragen tot steun. Vlaamse (ook wel Nederlandse) journalisten weten van het bestaan van het Fonds af en weten dat het er voor hén is. De context waarin het Fonds opereert is jammer genoeg niet echt gunstig te noemen. Maar dat maakt de behoefte aan zo’n fonds alleen maar groter. Ik verklaar mij nader. Het valt niet te ontkennen dat met name de schrijvende media moeilijke tijden doormaken en dat de oplagecijfers in het beste geval stagneren. Symptomatisch is dat diverse kranten en weekbladen in de afgelopen jaren hun oudere, dus meer ervaren journalisten al dan niet met een gouden handdruk aan de deur hebben gezet. Als ze al werden vervangen, was het door jonge, kneedbare, goedkopere collega’s. Ik heb de stellige indruk dat er over het algemeen, en in vergelij-

king met pakweg 10 of 20 jaar geleden, minder ruimte voor specialisatie is in onze media; en laat specialisatie nu uitgerekend het voorportaal zijn tot de onderzoeksjournalistiek. De meer gespecialiseerde vakman (of -vrouw) heeft een neus voor ‘nieuws’, kan vergelijken, feiten interpreteren, heeft zin voor synthese. In dat opzicht verschilt hij niet van zijn collega’s die dagelijks kopij toeleveren. Maar hij stelt daarbovenop ook de minder voor de hand liggende vragen, analyseert teksten tot op het bot, speurt naar diepere achtergronden, kent de netwerken en middelen die hij moet gebruiken om mogelijk méér aan de weet te komen. Hij neemt geen genoegen met het perscommuniqué, of met het standaard-interview met de bewindsman. De onderzoeksjournalist die zich in zijn onderwerp vastbijt, is een oncollegiale lastpost. Hij is duur en zijn harde werk biedt niet per se uitzicht op hogere oplagecijfers, zijn verhaal is bovendien zelden ‘leuk’ te noemen. In het ideale geval heeft hij zich op zijn redactie een aparte positie veroverd en hoeft hij zijn vakbekwaamheid niet meer te bewijzen. Hij is jammer genoeg een bedreigde soort geworden en mét zijn verdwijning gaat ook veel knowhow verloren. De omstandigheden zijn er niet naar om daar snel verandering in te brengen. Neem bijvoorbeeld de Wetstraatverslaggeving: journalisten van alle media staan zowat in de rij om op uitnodiging deze of gene minister te vergezellen op zijn

dienstreizen. Waar is de tijd dat zo’n invitatie met enig dédain werd afgewezen? Wie zich vandaag niet naar de agenda van de excellentie schikt en het spelletje niet meespeelt, kan het wel schudden. Kandidaten om bij een volgende gelegenheid in de plaats van deze Prinzipienreiter op kabinetskosten mee op stap te gaan zijn er genoeg. Allicht levert dergelijke ‘buitenkans’ een lekker weglezend artikel op, nuttig voor het imago van de gastvrije politicus. Voor de televisie zitten er wel wat interviewtjes uit-de-lossepols in en wat sfeerbeeld, met routineus off screen-commentaar toe. En eigenlijk vinden de meeste hoofdredacteuren dat allang goed, of ze hebben zich bij die gang van zaken neergelegd. Het is niet langer evident dat een redactie omwille van haar onafhankelijkheid zélf de reis van haar journalist betaalt. In zo’n omstandigheden kan onderzoeksjournalistiek niet of nauwelijks gedijen, en geeft de krant haar functie van waakhond van de democratie gewoon op. Kranten kunnen of willen zich geen journalisten veroorloven die zich weken of maanden ingraven in één of ander onderwerp en daarbij nog het risico lopen dat zo’n onderzoek niets oplevert. Elke dag moet er immers een krant zijn. Voor de elektronische media geldt eigenlijk hetzelfde. De informatie heeft ook daar, als gevolg van de strijd om de kijkersgunst, een steeds hoger infotainment-gehalte gekregen. Een nieuwe Maurice Dewilde is er in Vlaanderen alsnog niet opgestaan. k


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
NB10feb by Pascal Decroos - Issuu