4 minute read
De infodemie te lijf met Moral Labs Bart Wernaart en Daniëlle Arets
Fake news en desinformatie kun je niet primair te lijf gaan door content te verwijderen of mensen te waarschuwen: we zullen naar een dieperliggende oplossing moeten zoeken. Alleen wanneer we samen tot een nieuwe architectuur komen van het sociale-medialandschap kunnen we een zinnig antwoord geven op de wereldwijde infodemie waar we mee te kampen hebben.
Zelfs de Oude Grieken konden er wat van: de grote redenaars uit die tijd maakten in hun speeches vaak gebruik van ‘alternatieve feiten’ om hun pleidooi kracht te zetten, aldus Joseph Roisman die een prachtig boek schreef over retorische trucs in het oude Athene. Roisman concludeert echter dat het verdraaien van de werkelijkheid in Athene een belangrijke psychologische rol speelde; het hielp burgers om te kunnen omgaan met de discrepantie tussen verwachtingen en realiteit.
Advertisement
In onze deze tijd baart juist die discrepantie grote zorgen. De ontembare golf van complottheorieën en snelle verspreiding van desinformatie heeft volgens de World Health Organisation geresulteerd in een infodemie: een ziek informatielandschap, waarin steeds meer mensen immuun lijken voor de realiteit. Uit recent onderzoek van marktonderzoeksbureau IPSOS in samenwerking met Nieuwsuur blijkt dat zo’n vijftien procent van de Nederlanders gelooft dat het coronavirus een in een laboratorium gefabriceerd biologisch wapen is. Een groeiende groep mensen denkt bovendien dat het ontwikkelde vaccin een chip bevat waarmee softwaremagnaat Bill Gates ze kan volgen.
Dergelijke theorieën verspreiden zich nu razendsnel via sociale-mediaplatforms, waarbij een groep influencers een versterkende rol heeft. De steeds slimmere algoritmes van deze platforms zijn bovendien zo geprogrammeerd dat mensen vooral in aanraking komen met gelijkgestemden; ze zitten daarmee in een zogeheten filterbubbel of in de woorden van Arjan Lubach een fabeltjesfuik.
Er wordt regelmatig gesproken over een nieuwe vorm van verzuiling, waarbij mensen met verschillende denkbeelden nauwelijks nog met elkaar van gedachten wisselen. Een vergelijking die niet helemaal terecht is. We kunnen zuilen niet zomaar met bubbels vergelijken. Want waar de verzuiling een resultaat was van traditie en opvoeding, worden de bubbels aangedreven door het verdienmodel van sociale-mediaplatforms. Zij hebben er baat bij dat gebruikers zo lang mogelijk de aandacht vestigen op zaken die binnen hun bubbel passen. De architectuur en het ontwerp van de platforms zijn daarin sterk richtinggevend. Ze bepalen de manieren waarop we met elkaar in contact kunnen komen en dicteren hoe uitwisselingen kunnen plaatsvinden. De platformmechanismen duwen ons in de richting van likes, dislikes en korte soundbites; voor nuance is geen ruimte, evenals voor een opgeschort oordeel.
Technische platforms als Twitter en Facebook probeerden afgelopen jaar actief desinformatie te weren. Twitter verwijderde sinds het begin van de pandemie al zo’n 3,4 miljoen verdachte accounts. Toch lijkt die grote schoonmaak maar een beperkte impact te hebben. Degene die gelooft dat Gates het vaccin gebruikt voor eigen gewin zal alleen een bevestiging van diens eigen gelijk zien in de pop-upberichten van Twitter waarin gewaarschuwd wordt voor nepnieuws.
Een beter debat
In potentie is iedereen vatbaar voor complottheorieën en degenen die in alternatieve feiten geloven zullen niet snel overtuigd worden van andere werkelijkheden, ook niet als zij daar vaker mee in aanraking komen. De werkelijke oplossing is dan ook om beter om te gaan met de discrepantie tussen verwachtingen en realiteit, zoals de Grieken dat deden. Daartoe was het Griekse debat een cruciaal middel. Juist middels het debat werd geoefend met retorische regels, waaronder dus ook het aandikken of soms verdraaien van die werkelijkheid.
Het debat is een praktijk die we in samenspraak moeten vormgeven waarbij we zowel de ruimte als de spelregels van het debat met elkaar af stemmen. Dat moeten we niet alleen overlaten aan de grote technische platforms van deze wereld. Daarom moeten we juist zelf mee ontwerpen.
De knop omdraaien
Technologie hielp ons enkele decennia geleden te ontzuilen. Zo maakte de brede omarming van de televisie in de jaren zestig en zeventig het mogelijk om met een druk op een knop eenvoudig in aanraking te komen met andere denkbeelden. En ook nu heeft nieuwe technologie de potentie om ons te ‘ontbubbelen’. Proefopstellingen waarin games en virtual reality in labs worden gebruikt kunnen een belangrijke rol spelen om het individu weer echt aan het woord te laten. Hoe zou een platform eruitzien wanneer we zelf letterlijk aan de knoppen kunnen draaien? Welke kernwaarden vinden we belangrijk? Waar zijn we bang voor? Hiertoe bouwen we bij Fontys Hogescholen samen met onze studenten aan Moral Labs waarmee we door Nederland gaan touren om precies deze zaken in kaart te brengen. Middels deze labs kunnen mensen daadwerkelijk zelf aan de knoppen van de spelregels draaien, en belangrijke waarden als privacy, autonomie, vrijheid en empathie omzetten in een programmeerbare debatruimte. We vermoeden dat er dan weinig van de bubbels overblijft, en we kunnen bijdragen aan een nieuwe architectuur van een gezonde informatiesamenleving.
Bart Wernaart is docent recht en ethiek en senior onderzoeker bij Fontys Hogescholen in Eindhoven. Bart is de initiator van het Moral Lab, een design-gedreven onderzoekslab rondom technologie en ethiek. Het Lectoraat Journalistiek & Verantwoorde Innovatie en het Moral Lab werken samen aan onderzoek naar desinformatie.