3 minute read
Waarom we van Fake News houden Rens van der Vorst
Disclaimer: dit is een uitstekend artikel. Je kunt erom lachen. Je krijgt nieuwe inzichten. Er staan wijze woorden in. En mooie overwegingen. Er wordt een concrete oplossing geboden. En het artikel eindigt met een mooie afsluiter. Je kunt het slechter treffen.
757 WOORDEN VAN RENS VAN DER VORST
Advertisement
Laat ik beginnen met een bekentenis: ik ben geen journalist. Verre van. Ik ben niet eens een kritische nieuwsconsument. Ik ben eerder zo iemand die nieuws ziet als een verwaterde vorm van entertainment. Ik ben niet de enige. Heel veel mensen zien nieuws als entertainment. We zitten in saaie vergaderingen, we kijken wezenloos naar Zoomhoofden, we wachten op de bus of de trein, of tot het allemaal voorbij is, en intussen doden we de tijd met nieuws. We scrollen langs een nooit opdrogende stroom van coronaslachtoffers, verdrinkende vluchtelingen en bomaanslagen.
We doden de tijd met doden.
Daarom houden we diep vanbinnen van Fake News. Een bericht over een bloeddorstig pedofielennetwerk is een aangename afwisseling. De meesten van ons weten echt wel dat het allemaal niet waar is, maar dat maakt het niet minder lekker. Het succes van Fake News is dan ook niet dat het zo geloofwaardig is of dat wij niet voldoende moeite doen om achter de waarheid te komen. Welnee, in een wereld waarin nieuws entertainment is, is nepnieuws de meest fijne vorm van entertainment.
QAnon is gewoon een stuk lekkerder dan een diepgravende journalistieke beschouwing.
En toch, nu ik dit allemaal opgebiecht heb, wil ik een lans breken voor journalistiek die snapt wat de rol van technologie is in onze maatschappij. Kijk, ik werk als technofilosoof en ik zie het als mijn missie om mensen beter na te laten denken over hun relatie met technologie. Mensen zijn namelijk diep-technologische wezens en de technologie die ze scheppen verandert mensen en daarmee de maatschappij. Wil je mensen begrijpen? Wil je onze maatschappij begrijpen? Dan moet je onze relatie met technologie bestuderen.
En dat wordt alleen maar belangrijker. Immers, onze maatschappij wordt steeds digitaler en de mogelijkheden lijken soms onbegrensd. Waar we vroeger van alles wilden, maar het onmogelijk was, moeten we ons nu afvragen of we wel willen wat we kunnen. Van kunstmatige intelligentie, tot blockchain, tot biotechnologie, sensoren, apps, algoritmes en slimme apparaten. Wie onze relatie met technologie begrijpt, begrijpt ons beter en daarmee onze maatschappij.
Ik heb het even opgezocht op Wikipedia: journalisten verzamelen nieuwsfeiten, onderzoeken ze, analyseren ze en publiceren erover. Dat kan dus volgens mij alleen maar als je de rol van technologie in onze maatschappij begrijpt. Als je weet welke vragen je moet stellen en waar je moet kijken.
Bij Fontys hebben we daar een concreet hulpmiddel voor ontwikkeld. De Technology Impact Cycle Tool (www.tict.io). De TICT is helemaal gratis en doet twee dingen. Ten eerste worden er 10 supergave onlinecursussen aangeboden, die je in een uur helpen om technologie vanuit een bepaalde invalshoek te bekijken. De cursussen gaan bijvoorbeeld over data, kunstmatige intelligentie, inclusiviteit, privacy en platformen.
Je leert er over vooroordelen, Frenkie de Jong, kontgatherkenning, de relatie tussen piraten en klimaatverandering, en het resultaat is dat je net wat anders naar de wereld kijkt. Na 10 uur weet je veel beter welke rol technologie in de wereld speelt.
Daarnaast biedt de TICT je allerlei vragen die je helpen om een technologie te beoordelen. Stel, je zit bij een wethouder aan tafel die overweegt om overal sensoren aan te brengen. Welke vragen ga je stellen? Welke invalshoeken zijn er allemaal te onderzoeken? De TICT helpt je daarbij.
De TICT maakt van jou een betere journalist. Dat klinkt mooi, maar is niet altijd gunstig, want misschien wel het bekendste nepnieuws van de twintigste eeuw was het resultaat van uitstekende journalistiek.
In 1918 zwegen de kranten over een nieuwe dodelijke griep. Het was de Eerste Wereldoorlog en de griep zou het moreel van de bevolking kunnen aantasten. Het is immers heldhaftiger om dood te gaan aan oorlog dan aan griep. Spanje echter was neutraal en de kranten daar schreven wél over een griep die veel dodelijker was dan de oorlog. De beloning van dit journalistieke vakwerk was dat de dodelijke griep, die zeker niet uit Spanje kwam, voor altijd bekend zou staan als de Spaanse griep.
Nepnieuws. Lekker dan.
Rens van der Vorst werkt als technofilosoof bij Fontys Hogescholen. Hij is projectleider van de Technology Impact Cycle Tool, spreker en auteur van het in 2020 verschenen Waarom je Altijd Wilt Winnen van je Navigatiesysteem. Een boek met de 100 belangrijkste technologische vragen van deze tijd.