Nieuwjaarsboodschap van en voor Ondernemend Oostende, verwoord door de heer Johan Verborgh, regiovoorzitter Voka ‐ Kamer van Koophandel West‐ Vlaanderen maandag 26 januari 2015 ‐ Kursaal Oostende
Dames en heren, Beste ondernemers en beleidsverantwoordelijken, In mijn persoonlijke naam en in naam van Ondernemend Oostende, wens ik jullie voor 2015 gezondheid, geluk, werk en vrede. We leven in een buitengewone tijd. Niet alleen op geopolitiek vlak, met de hoge instabiliteit en de diverse crisissen, maar ook en vooral op technologisch vlak staan we voor ongelooflijke veranderingen. Het is tegelijk beangstigend én uitdagend. Maar ik ben ondernemer, ik ben niet bang.
Uitdagingen zijn opportuniteiten en samen kunnen we veel bereiken, ten minste als de overheid het vrij initiatief waardeert en niet ontmoedigt. Ik hoop dan ook dat de nieuwe regeringen de maatregelen waarvoor we met onze economische organisaties zo lang hebben geijverd, binnenkort daadwerkelijk zullen omzetten in concrete resultaten: een slankere en efficiëntere overheid, loonkostmatiging en competitieve energieprijzen. De vraag die vandaag boven naar borrelt is: is onze regio klaar voor de 4e industriële revolutie ? Wellicht moeten ook wij nog een tandje bijsteken en extra investeren in technologische vernieuwing, maar we beschikken toch over heel wat goede basistroeven. Onze regio kan prat gaan op een uniek weefsel van bedrijven die willen groeien, die Pagina 1 van 5
excelleren in een bepaalde niche of activiteit. Bedrijven met klinkende namen, maar ook vele jonge beloftevolle bedrijfjes. Straks presenteren wij u een aantal voorbeelden van lokale ondernemingen die een “revolutionair” businessconcept of product ontwikkelden. Het zijn “voorlopers”, bedrijven die nu al ideeën of technologieën toepassen, die straks gemeen goed zullen worden. Als regio beschikken we ook over “streekeigen” troeven ‐ troeven die andere regio’s niet bezitten ‐ en die onze stad en streek in de eerder geschetste context van technologische vernieuwing een vooraanstaande positie kunnen geven. Ik som ‐ naast de toeristische sector die daarnet al ruim aan bod kwam in het Masterplan van Toerisme Oostende ‐ 3 economische pijlers op waar we in de komende jaren het verschil kunnen maken: 1.
de haven en de offshore‐industrie
Sinds de haven van Oostende zich als Energy Port en hub voor het ondersteunen van allerlei vormen van duurzame energie profileert, ontwikkelt zich in en om de haven, een toekomstgerichte, uitdagende en innovatieve industrie, die daarenboven heel wat toegevoegde waarde en tewerkstelling creëert, niet alleen voor Oostende, maar ook voor West‐Vlaanderen én Vlaanderen. Dankzij de inspanning van velen werden de bezwaren bij de Raad van State tegen het Stevin‐project gelukkig opgeheven. Ik ben dan ook bijzonder verheugd dat onze oproep van vorig jaar tijdens de receptie niet in dovemansoren is gevallen en dat de noodzakelijke hoogspanningsverbinding op land nu weldra kan worden gebouwd. De procedures hebben spijtig genoeg een vertraging van meer dan twee jaar veroorzaakt. De bouw van nieuwe windmolenprojecten op zee kunnen daar door pas starten in 2016‐2017, maar ondertussen zijn de verschillende voorbereidingsfases wel al volop aan de gang. Er zijn niet alleen de windmolens. Onze regio neemt ook de leiding in allerlei andere vormen van “blue‐energy”, zoals golf‐ en getijdenenergie en de bouw van energie‐atols. Onze toekomst ligt in zee en onze kersverse staatssecretaris, Bart Tommelein, blaakt van goesting én ambitie, om als “minister van de Noordzee, alle “blue‐energy”‐initiatieven, zo snel mogelijk, mee tot uitvoering te brengen. We zijn dan ook blij dat deze belangrijke bevoegdheid wederom werd toevertrouwd aan iemand van de kust. De offshore industrie is Pagina 2 van 5
de ideale concretisering van het “Nieuw Industrieel Beleid” dat Vlaanderen en onze provincie voorstaan. Een betere transformatie naar een kennisgedreven economie kan ik mij niet indenken, zeker als ik rekening hou met de vele verweven initiatieven op vlak van onderzoek, kennis‐ en informatieverspreiding via universiteiten en hogescholen, via Greenbridge, Power‐Link, Syntra West, het VLIZ en zo vele andere betrokken partners. 2.
Luchthaven Oostende
Ik denk dat wij niet alleen op het water, maar ook in de “lucht” nog een flinke sprong voorwaarts kunnen maken. Sinds oktober heeft het Franse Egis het roer in handen genomen van de luchthaven en is de lang voorbereide LOM‐LEM‐structuur eindelijk operationeel. Na 7 magere en donkere jaren heerst er terug optimisme op de luchthaven en dat vertaalde zich reeds in nieuwe initiatieven. Vanaf april vliegt Jetairfly 3x per week van en naar Barcelona. Bovendien breidt de Belgische luchtvaartmaatschappij haar capaciteit naar de huidige vakantiebestemmingen uit met 30%. Deze capaciteitsvermeerdering zal het passagiersverkeer op de luchthaven op jaarbasis doen klimmen naar meer dan 300.000 reizigers. Dit zal niet alleen de tewerkstelling een boost geven, het opent tevens perspectieven voor allerlei bijkomende afgeleide activiteiten (zoals shops, catering, horeca, parking, … ) ; activiteiten die zonder een bepaalde kritische massa niet mogelijk zijn. We hopen dat de Barcelona‐route tevens de voorbode mag zijn voor meerdere inkomende toerismebestemmingen in de toekomst. De luchthaven mikt ook op niet‐aeronautische activiteiten, zoals de ontmanteling van oude vliegtuigen. De luchthavendirectie voert hierover gesprekken met industriële kandidaat‐ investeerders. Deze activiteit past volledig in het verhaal van de kringloopeconomie ‐ het hergebruik van oude materialen ‐ dat meer en meer ons economisch denken en handelen zal beïnvloeden. Bovendien is het een project dat heel wat nieuwe jobs kan opleveren en (wederom) interessante samenwerkingsmogelijkheden biedt met (lokale) kennis en ‐ onderwijsinstellingen. Pagina 3 van 5
3.
De vismijn
Een 3e economische pijler die ‐ mijns inziens ‐ voor een nieuwe lokale schwung kan zorgen is de vismijn. De plannen voor een nieuwe “state of the art”‐vismijn en bijhorende infrastructuur liggen op tafel. De vismijn moet de spil worden voor de uitbouw van een sea‐ en foodcluster in Oostende, waar naast vis, nog andere voedingsproducten worden verhandeld, verwerkt, opgeslagen en gekoeld, in relatie tot de activiteiten van de haven en de luchthaven. De nieuwe mijn zal ongetwijfeld ook bijdragen tot de revitalisering van de Oosteroever‐site.
Beste vrienden, ik zei het al uitdagingen zijn opportuniteiten. Er komt heel wat op ons af. Maar, wij zijn ondernemer. Wij kiezen “vrij en vrank” voor het initiatief, voor groei. Decennia lang hebben we het verschil gemaakt door hard te werken, nu zullen we vooral slimmer moeten denken. Daarom, sta open voor vernieuwing! Investeer in technologische vooruitgang! Ondernemen is voor durvers, doeners, pioniers, trendzetters, zeg maar "early movers". Bedrijven met een gezonde portie lef, eigenzinnigheid, originaliteit en onafhankelijke visie, gekneed en geboetseerd door marktinzicht. ZIJ ZULLEN HET VERSCHIL MAKEN. Ik wens u dan ook heel veel inspiratie, moed en volharding toe in 2015. Johan Verborgh, Regiovoorzitter Voka ‐ Kamer van Koophandel West‐Vlaanderen
Pagina 4 van 5
Pagina 5 van 5