Vakblad van en voor de (toe)leveranciers in foodretail
E-commerce
'Een miljardenbusiness, die allang
alleen maar gaat om het bestellen. Sites van groothandels zijn er ook ter inspiratie'
Derk Remmelink en Nico Meyer schreven het 'Handboek Formule Management' (en já, dat is zeker ook voor fabrikanten relevant)
Invoering Nutri-Score stelt ook fabrikanten voor de keuze
niet
Beste collega’s
E-commerce is inmiddels, zonder overdrijven, een miljardenbusiness. Hoewel er nog altijd groothandels zijn die hun bestellingen telefonisch opnemen, en zelfs nog faxen ontvangen, heeft e-commerce zo langzamerhand iedereen in de foodservice wel bereikt. ‘Maar er valt nog genoeg te optimaliseren, niet iedereen heeft zijn zaakjes al helemaal op orde’, vertelt Martin van Dam, oprichter van GROUP7.
Begin dit jaar kwam er namens Category & Trade Company, een adviesbureau voor de retail en voor fabrikanten en leveranciers, een herziene versie van het ‘Handboek Category Management’ op de markt. Maar er is nu ook een ‘Handboek Formule Management’. Auteurs Derk Remmelink en Nico Meyer vertellen waarom dat relevant is voor fabrikanten.
Verder een reportage van de FoodAwards 2023. Twaalf supermarktintroducties uit 2022 ontvingen dit jaar een FoodAward. Bij veel winnende producten speelt vega en plantaardig in meer of mindere mate een rol. Opvallend was dit jaar ook dat het zeker niet alleen de grote A-merken waren die in de prijzen vielen, maar ook veel relatief kleine(re) spelers. Verder was 2022 een uiterst mager introductiejaar, terwijl de behoefte aan nieuwe succesvolle producten in tijden van downtrading, zoals nu, juist groot is.
En de aanmelding voor de Gezonde Innovatie Awards is geopend. Om een gezonder eetpatroon te stimuleren, organiseren Foodlog, FoodPersonality en Supermarkt.team voor de vierde keer de Gezonde Innovatie Award. Met deze complimentenprijs willen zij de ontwikkeling van gezonde(re) producten en initiatieven bevorderen en versterken. Aanmelden kan tot 24 augustus op gezondeinnovatie.com!
Dit en veel meer in deze nieuwe editie van FPWork. Veel leesplezier!
Redactie FPWork
FPWork is een uitgave van:
Shelflife Publishing B.V.
Molenveldlaan 104
6523 RN Nijmegen
www.foodpersonality.work
#foodpersonality
www.shelflife.nl
Abonnementen:
FPWork is een uitgave voor leden en relaties van Shelflife Publishing B.V. Voor abonnementsopgave, aanpassing en/of (verhuis)mededelingen, stuur een mail naar mark@shelflife.nl
Redactie:
Gé Lommen, Dave van Loon, Marieke Venbrux, Ivo Roodbergen
Met redactionele medewerking van: Gertjan Slob, Edward Swiers, Ivonne de Thouars, Janneke Vermeulen
Verkoop en marketing:
Mark Peeters
Met medewerking van:
Argibald, The Category & Trade Company, Circana, COOKS CrossOver, Foodbanen, FoodPersonality, Free From Food Expo, GROUP7, Tony Haars (freelance supermarktprofessional), High Touch Executive Search, Joanneke Gamarino (Paulig), Interket, De Kameleons, Motivaction, Retailmade, Christiaan Rikkers, Roamler, TSVC, de Vlasschuur Partner in Commercieel Potentieel, Bureau van der Weerd
INHOUD
Adverteren: vakblad@foodpersonality.nl
Vormgeving:
Djamilla Vierklau Multimedia Design
Foto's:
Bolletje, Guido Benschop, Arno Hoogwerf, Jumbo, Rob Keeris, De Nozem Fotografie, Judith van der Meulen, Remia, Shutterstock, Peter Putters e.a.
Druk: Senefelder Misset
Distributie: PostNL
Auteursrecht: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen, in een geautomatiseerd bestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever
Aansprakelijkheid: Hoewel FoodPersonalityWork met de grootste zorg is samengesteld, kunnen uitgever, redactie en auteurs niet aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke onjuiste berichtgeving en/of zetfouten
FPWork is onderdeel van Shelflife Media Group.
© Shelflife Publishing B.V.
07
C-LEVEL INTERVIEW | Michiel Meijering (Landjuweel): ‘Ik kan nu gerust uren over aardappelen praten’
14
GASTARTIKEL VAN GERTJAN-SLOB (LOCATUS)
Wordt de ‘fysieke’ supermarkt het (volgende) slachtoffer van online?
18
KENNISPARTNER
Gen Z, een generatie op zoek naar een eigen levensstijl
26
IN BEELD
Opmerkelijke foto’s uit de foodretail. Deze keer: de hypermarkt van winkelontwerper Jos de Vries.
32
FoodAwards 2023
‘Meer innovatie en samenwerking graag!’
11
SHELFIE
Hoe bekijken trade marketeers en category managers de schappen in de supermarkt?
Deze keer: Joanneke Gamarino van Paulig. ‘Er is een wereld te winnen voor meer hulp bij snelle, gezonde maaltijden’
20
FORMULE MANAGEMENT
Boekbespreking met auteurs Derk
Remmelink en Nico Meyer: ‘We willen vooral laten zien hoe veelomvattend formulemanagement is’
28
SALES/MANAGEMENT
Welke organisatie gaat de verbogen kosten in sales aanpakken?
38
SHOPPER MARKETING
Kruip onder de huid van de shopper
44
INNOVATIE
Invoering NutriScore stelt ook fabrikanten voor de keuze
48
SUPERMARKTMANAGER
12
DATA
Supermarkten en ‘online’: een stand van zaken
17
OPINIE
Column Gé Lommen: ‘Bang voor verduurzamen? Of voor het tegendeel?
23
INTERIM INTERVIEW | Bas Lippens: ‘Voor mijn functie zouden eigenlijk drie mensen moeten staan te popelen’
30
RETAIL EXECUTIE
INTERVIEW | Thomas van Zoggel
(Roamler): ‘Technologie moet je gebruiken om processen makkelijker te maken, niet moeilijker’
40
E-COMMERCE
INTERVIEW | Martin van Dam
(GROUP7): ‘Het is een kunst om vindbaar te zijn op de website van de groothandel’
46
ANALYTICS
51
AGENDA
Column Tony Haars (freelance supermarktprofessional): ‘Goede werksfeer wordt vaak onderschat’
Vincent Massemyn (Lindt) ging met hulp van Circana van onderbuikgevoel naar factbased data: ‘Dat geeft grond gesprek bij retailer’
AANMELDING GEZONDE INNOVATIE AWARDS GEOPEND
Om een gezonder eetpatroon te stimuleren, organiseren Foodlog, FoodPersonality en Supermarkt. team voor de vierde keer de Gezonde Innovatie Award. Met deze complimentenprijs willen zij de ontwikkeling van gezonde(re) producten en initiatieven bevorderen en versterken.
Draagt jouw product of initiatief bij aan een gezonder eetpatroon en wil je dat het bij een breder publiek bekend wordt? Aanmelden voor de Gezonde Innovatie Awards kan tot 24 augustus op www.gezondeinnovatie.com
'Ik kan nu gerust uren over aardappelen praten'
De aardappel is in de supermarkt vaak een ondergeschoven kindje, Michiel Meijering wist niet beter. En toch maakte de adjunct-directeur van Landjuweel 3,5 jaar terug de overstap van Albert Heijn naar het Groningse familiebedrijf waar de aardappel al sinds 1922 op één staat. Een keuze, ondersteund door High Touch Executive Search, waar hij nog geen tel spijt van heeft gehad. ‘Ook deze wereld is enorm dynamisch.’
Door: High Touch Executive Search
Foto’s: Judith van der Meulen
Landjuweel is sinds jaar en dag in Noord-Groningen gevestigd. De regio waar niet alleen de smakelijkste aardappels vandaan komen, maar waar ook de meeste aardappels worden gegeten. Anno 2023 zet het bedrijf als grootste verpakking 10 kilogram af, waar vroeger juten zakken van 70 of 35 kilogram over de toonbank gingen. In de Randstad, waar het gemak de mens dient, heeft het bedrijf klanten die zelfs zakjes van een kilo al te groot vinden. Dus levert Landjuweel nu ook, in handige pondsverpakking, Le Bistro Gekruide Stoomkriel, zo voor in de magnetron. Michiel Meijering: ‘In Amsterdam worden nieuwe woningen al zonder keuken opgeleverd, het moet dan allemaal van de magnetron komen. Daar moet je op inspelen. Het zit in ons DNA om nieuwe dingen te ontdekken, om te innoveren. Collega’s uit de markt verklaarden ons decennia terug al voor gek toen wij besloten om als eerste de 2,5-kilozak te introduceren.’
immense complex weer. Landjuweel levert onder meer aan Plus, Poiesz, Picnic, het Duitse Edeka én agf-leverancier Smeding, in zo’n 10 miljoen verpakkingen. Het zijn geen recordaantallen, begin deze eeuw werd zelfs de 80.000 ton aangetikt. Niet dat die tijd overigens winstgevender was. Meijering: ‘Onze positie in de markt is nu veel gezonder. Met minder volume doen we het nu juist beter.’
Zo nu en dan komt er eens iemand op bezoek bij Landjuweel die durft te beweren dat Oosternieland toch wel zo’n beetje het einde van de wereld moet zijn. Maar Meijering en zijn collega’s weten maar al te goed dat je juist vanuit de Eemshaven alle wereldzeeën kunt bevaren. En dat als je rechtsomkeert maakt, de stad Groningen lonkt.
Ondergeschoven kindje
Meijering (35) zelf komt ook uit de stad Groningen. Daar werkte hij bij Albert Heijn, waar hij eindverantwoordelijk was voor agf. ‘Werken in de supermarktbranche is superdynamisch. Elke vijf minuten gebeurt er wel wat. Er wordt links en rechts aan je getrokken, het moet allemaal snel, er zit veel druk op. Dat beviel me altijd wel.’
Jaarlijks verwerkt het familiebedrijf, dat in 2022 het honderdjarig jubileum vierde, 30.000 ton aardappels. Die komen van zorgvuldig geselecteerde telers en verlaten – gewassen én verpakt – het
Tot Michael Boeren, senior partner van High Touch Executive Search, hem benaderde voor een functie bij Landjuweel, had Meijering er ‘nog geen seconde’ aan gedacht om ooit ‘iets met aardappels te gaan doen’. ‘Al is dat natuurlijk ook wat overdreven, want ik ben een enthousiast tuinier, met een sterke passie voor de agf. Van aardappels wist ik allicht meer dan de meeste klanten van de supermarkt.’
‘In de supermarkt is de aardappel wel vaak een ondergeschoven kindje’, vertelt Meijering. ‘Het ligt in een
‘Liever een overschot aan productiepersoneel en een tekort aan personeel op kantoor dan andersom’
- Michiel Meijering, adjunct-directeur Landjuweel
hoek en je hebt er geen omkijken naar. Makkelijke omzet. Er is minder aandacht voor dan bijvoorbeeld voor zo’n mooi glimmende paprika. Maar je hebt meestal wel een meter of meer in de winkel.’ Hoewel hij de Landjuweelhistorie van de familie Werkman mist, weet hij inmiddels heel veel meer over de aardappel. ‘Ik kan er nu gerust uren over praten. Deze wereld is óók heel dynamisch. Voor veel mensen is er maar één aardappel, terwijl er duizenden rassen met allemaal verschillende eigenschappen zijn. En al die rassen smaken anders!’
Geen standaardonderneming
Als Boeren en Meijering aanschuiven voor een lichte lunch in de open lucht, gaat het over de bliksemcarrière die laatstgenoemde maakte bij Landjuweel en over het vak van recruiter. Was zijn eerste opdracht het vinden van een commercieel manager, sindsdien zoekt Boeren kandidaten voor vele functies bij Landjuweel. High Touch weet precies wat voor krachten de Groningse onderneming zoekt. Boeren: ‘Landjuweel is geen standaardonderneming. Dat directeur Bram Werkman dingen op zijn eigen wijze doet – en soms ook wel tegendraads – spreekt me erg aan. Zelf heb ik dat ook een beetje. Zo verloopt mijn zoektocht ook vaak, al houd ik er natuurlijk wel van om uiteindelijk een competentiematrix én profielschets op te stellen waar zowel de vacaturehouder als andere belanghebbenden zich in kunnen herkennen.’
Meijering kreeg het eerder al voor elkaar om bij Albert Heijn met de agf-afdeling zowel een substantiële marge- als omzetverhoging te bereiken, ook bij Landjuweel pakken zijn strategische keuzes – in een lastige business, die erg
afhankelijk is van het weer en vandaag de dag ook nadrukkelijk een duurzaam karakter heeft gekregen – goed uit. ‘Dat ik niet altijd alleen maar de gebaande paden volg, wordt hier erg gewaardeerd. Natuurlijk hebben we hier ook een vijfjarenplan, maar we houden ons niet strikt vast aan de details. Die kunnen iedere dag veranderen. Een supermarktconcern en een familiebedrijf zijn compleet verschillende werelden. Maar toen ik, bij het eerste gesprek al, de dynamiek van dit familiebedrijf leerde kennen, wist ik meteen dat ik hier wilde werken.’
kaart te kunnen spelen. Wat voor een westerling logisch is, is voor ons soms wat verder van ons bed. Wij hebben de kracht om een heel sterke basis neer te zetten en een project ook perfect uit te voeren. Maar het is dan nog de kunst om ervoor te zorgen dat je zo’n sterke basis ook vertaalt naar resultaat en hogere verkopen.”
Aan de andere kant, roept Boeren in herinnering, was Landjuweel wel bijna verkozen tot ondernemer van het jaar bij de Groningse ondernemersprijs. ‘Nou ja, ik ben een erg enthousiaste en bevlogen prater als het over de aardappel gaat en weet onze speerpunten natuurlijk ook goed te verkopen’, zegt Meijering.
Werven: fikse, maar leuke klus Het vinden van de juiste man of vrouw voor een vacature in een dunbevolkt gebied als Noord-Groningen is – daar zijn Meijering en Boeren het over eens – bepaald geen sinecure. Boeren: ‘Dat is een fikse, maar zeker ook een leuke uitdaging. Als het je dan tot tevredenheid van de opdrachtgever én de nieuwe werknemer weer lukt, is dat altijd een heerlijk gevoel.’
‘Een kruimige aardappel?
Dat zegt een twintiger niets’
Boeren is aangenaam verrast over de razendsnelle ontwikkeling van Meijering. Die heeft zich binnen Landjuweel, een bedrijf dat zich erop voorstaat dat personeel veel eigen verantwoordelijkheid krijgt, in amper 3,5 jaar opgewerkt tot adjunctdirecteur. ‘De klik was er meteen’, zegt Meijering er zelf nuchter over. Om meteen daarna te erkennen dat het ‘best bijzonder is als je erbij stilstaat hoe razendsnel het is gegaan’.
Mensen in het noordoosten hebben de naam nuchter en wat stug te zijn. Meijering raakt niet uit zijn doen van zo’n typering. ‘Dat nuchtere klopt, en dat zorgt ervoor dat we stug líjken. Maar ik vind Groningers absoluut niet stug. We zeggen hier wel “niet klagen, maar dragen”. Dat omschrijft de Groninger op een juiste manier.’
Meijering ervaart zichzelf ook weleens als té nuchter. ‘Op commercieel vlak is het belangrijk om ook de sentimentele
Meijering: ‘Mensen uit de Randstad met bijvoorbeeld een hbo-opleiding zullen niet zo snel deze kant op verhuizen, dat is waar. Maar aan de andere kant kunnen we wel goed aan productiepersoneel komen. Dat is voor ons van wezenlijk belang. We leveren een belangrijk aandeel in de werkgelegenheid in deze regio. Juist omdat we een familiebedrijf zijn, is er veel animo om hier te komen werken. Ik heb liever een overschot aan productiepersoneel en een tekort aan personeel op kantoor dan andersom. Zonder handjes kunnen we immers niet draaien. Het belangrijkste is dat we die aardappel er weer uit krijgen. En dat we, zoals in de coronatijd, kunnen opschalen. Wij hebben toen altijd aan de vraag kunnen voldoen en kwaliteit kunnen leveren, waar anderen daar moeite mee hadden. Misschien zitten we op kantoor iets krapper en kunnen we maar één in plaats van twee innovaties per jaar introduceren – dat is dan maar zo.’
Landjuweel selecteert, met vaste telers en diverse handelshuizen, zorgvuldig een aantal aardappelrassen. Deze worden gekozen op onder meer teelteigenschappen, smaak, kooktype en bewaarbaarheid. De consument wordt daar niet mee lastig gevallen, net zo min als met de namen van de rassen. De klant in de supermarkt en horecagroothandel hoort vandaag de dag gewoon waar hij de aardappel het beste voor kan gebruiken. ‘Het is steeds lastiger de klant goed te bedienen’, zegt Michiel Meijering. ‘Vroeger verkochten we vooral Bildtstar, Eigenheimer, Borger, Opperdoezer en het Bintje. Mensen waren fan van een bepaald ras. Dat leeft in het Noorden nog wel, maar in de Randstad is die kennis weg. Jongeren hebben echt geen idee van het kooktype. Een kruimige aardappel? Dat zegt een twintiger niets. Het wordt dan dus belangrijker om je product anders aan te bieden. Je communiceert niet meer over het ras, maar zet op de zak of de aardappels geschikt zijn voor stamppot, voor friet of voor snelkook. Je krijgt meer en meer de rol van een A-merk. Mensen die een pot pindakaas van Calvé kopen willen dat-ie overal ter wereld hetzelfde smaakt. Het is een uitdaging om dat ook met aardappels voor elkaar te krijgen.’
‘Dat directeur Bram Werkman eigenwijs en soms zelfs tegendraads is, spreekt mij erg aan’
- Michael Boeren, senior partner van High Touch Executive Search
‘Er is een wereld te winnen voor meer hulp bij snelle, gezonde maaltijden
Hoe bekijken trade marketeers en category managers de schappen in de supermarkt? We maakten een ‘shelfie’ met Joanneke Gamarino (43 jaar), category en trade marketingmanager Benelux bij Paulig Group.
Door: Ivo Roodbergen
Kun jij boodschappen doen zonder vanuit je professie naar het schap te kijken?
‘Nee, zeker niet. Maar ik vind het ook leuk, hè, ik doe het niet dwangmatig. En wat dat betreft valt me op dat er qua inspiratie op de winkelvloer voor makkelijke, lekkere maaltijden nog een wereld te winnen is in de Nederlandse supermarkten. Je hebt al een tijdje de
verschillende pakketten, maar volgens mij is er een markt voor meer hulp bij snelle, gezonde maaltijden.’
Kun jij aan het schap zien welke categorievisie erachter schuilt en of deze goed of minder goed uitpakt?
‘Meestal wel. Ik let op de plaats in de winkel, presentatie en de verschillende concepten in het schap. Evaluatie is mogelijk op basis van de veranderingen die in het schap doorgevoerd worden. Op basis daarvan zie ik of iets effectief is of juist niet.’
Wat is je favoriete schap in de supermarkt en waarom? En welk schap loop je het liefst heel snel voorbij?
‘De schappen met internationale keukens, en dan in het bijzonder de TexMex-producten. Maar de versafdelingen vind ik ook altijd heel interessant om te kijken hoe wij daar op in kunnen spelen. Mij valt bijvoorbeeld ook het drogisterijschap op, aangezien daar heel interessante ontwikkelingen zijn om producten in de spotlight te zetten. Maar over het algemeen loop ik wat sneller langs de non-foodschappen.’
Wat vind je het minst leuke aan je functie?
(Gamarino denkt heel lang na.) ‘Als ik dan toch iets moet noemen: wij koken vaak en dat is één van de dingen die ik zo
leuk vind aan mijn werk. Iets minder leuk is de afwas, haha.’
Welk schap bij welke formule in Nederland of in het buitenland maakte een bijzondere indruk?
‘Bij supermarktketen ICA Maxi in Zweden hebben ze bij het groente- en fruitschap aan de muur en het plafond spiegels geplaatst, waardoor je oneindig groente en fruit ziet. Dat inspireert en zet aan tot aankopen.’
Wat doe jij over vijf jaar?
‘Ik weet het niet, ik heb geen megalangetermijnplanning. Ik vind het heel erg leuk wat ik nu doe en bouw dit graag verder uit.’
In de vorige aflevering van ‘Shelfie’ vroeg Matt Hoogcarspel van GranFood zich af waar jullie het meest trots op zijn en hoe jullie de internationale keuken verder willen laten groeien?
‘Wij mogen bij Paulig ontzettend trots zijn dat we een team hebben dat elke dag met passie werkt om de categorie te laten groeien. Dat is echt geen vanzelfsprekendheid en komt omdat we allemaal enorm veel liefde voor eten en in het bijzonder de internationale keuken hebben, maar ook oog hebben voor elkaar. We doen het echt met z’n allen.’
Wie zou je graag de volgende keer in de rubriek zien? En welke vraag zou je hem/haar willen stellen?
‘Marjan Torringa, trade marketing manager Benelux bij Deoleo. Hoe blijf je de consument inspireren om ook in deze tijd met kwalitatief hoogwaardige producten te koken?’
Supermarkten en ‘online’: een stand van zaken
Online boodschappen groeide tot en met 2022 flink. Maar inmiddels daalt het marktaandeel van online. Een trend of een tijdelijke dip? Hoe zit het met de penetratie en de klanttevredenheid als het gaat over online? En hoe staat het nu met de onlineversaankopen? Supermarkt & Ruimte heeft de laatste cijfers en biedt enkele inzichten.
Door: Jeroen van der Weerd, Supermarkt & Ruimte | Foto: Jumbo
Voor het achtste achtereenvolgende jaar heeft kennisplatform Supermarkt & Ruimte het onderzoek ‘Online supermarktomzet op waarde geschat’ verricht. Hieronder vermelden we de belangrijkste resultaten van de meest recente meting onder 4.500 Nederlandse huishoudens in april 2023. Dit onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt dankzij de steun van SuperVastgoed, Altera Vastgoed, Annexum en Locatus.
Roerig jaar voor ‘online-formules’
Het afgelopen jaar bleek roerig voor formules die online actief zijn. De klantenkring bleek toch beperkter dan op voorhand gedacht en een consolidatieslag volgde al snel. Jumbo heeft de samenwerking met flitsbezorger Gorillas (dat enkele maanden geleden werd overgenomen door concurrent Getir) inmiddels beëindigd. Het stagnerende omzetaandeel van online
heeft er verder mede toe geleid dat Dekamarkt heeft besloten om te stoppen met het thuisbezorgen van online bestelde boodschappen. Over dynamiek dus niet te klagen. Welke impact gaat ‘online’ hebben op het Nederlandse supermarktlandschap? We zetten eens wat cijfers uit ons onderzoek op een rijtje.
Penetratiegraad: 21 procent
Dit is een belangrijk cijfer en geeft aan welke aandeel van de Nederlandse huishoudens wel eens online boodschappen doet. Op dit moment is dat 21 procent. De hoogst gemeten penetratiegraad was 29 procent, in het najaar van 2020. Dat jaar vormde een enorme aanjager van het aantal ‘online boodschappers’; Nederland was in de greep van alle coronamaatregelen en veel consumenten ontdekten in deze periode de ‘veilige’ manier van online boodschappen. Nadat de
maatregelen opgeheven waren, keerde de Nederlandse consument echter weer terug naar de ‘fysieke’ supermarkt.
Marktaandeel daalt
Vanaf 2015 volgen we de ontwikkeling van de online-supermarktbestedingen van consumenten nauwlettend. In de periode 2015 – 2021 groeide dit marktaandeel van nog geen 1 procent in 2015 naar ruim 5,6 procent in 2022. Daarna stagneerde dit aandeel en in het najaar van 2022 bleek zelfs sprake van een lichte krimp. Is online-boodschappen doen op z’n retour of is sprake van een tijdelijke dip? Op dit moment is deze vraag nog lastig te beantwoorden. Feit is wel dat het marktaandeel het afgelopen half jaar verder is gedaald naar 4,6 procent.
Online supermarktomzet in euro’s De totale landelijke supermarktomzet was in 2022 46,4 miljard euro (IRi/
Nielsen, 2023). Een relatief beperkt online-marktaandeel van 4,6 procent komt dan nog altijd neer op circa 2,1 miljard euro. De concurrentie in het supermarktkanaal om elk procentpunt marktaandeel is enorm. Dit is de belangrijkste reden dat met name fullservice-supermarkten toch (blijven) inzetten op dit afzetkanaal. Met name formules als Albert Heijn en Jumbo hebben de aflopen jaren fors geïnvesteerd in nieuwe e-fulfilment centers en in het efficiënt inrichten van de ‘last mile’ met nieuwe hubs.
Online-oriëntatie per formule
Tot medio 2018 was het merendeel van de huishoudens die online boodschappen deed, georiënteerd op Albert Heijn. In diezelfde periode timmerde Picnic enorm aan de weg –en met resultaat. Sinds 2019 slonk de oriëntatie op Albert Heijn van 53 procent naar 37 procent in 2023. De oriëntatie op Picnic nam in diezelfde periode toe van 18 procent naar 39 procent. Jumbo behield temidden van het geweld tussen Albert Heijn en Picnic een vrij stabiele oriëntatie van circa 22 procent. Picnic opereert in belangrijke marktgebieden van Albert Heijn, zoals de Randstad. Jumbo is hier minder sterk aanwezig en ondervindt dus landelijk gezien minder impact van de sterke opmars van Picnic. Let op: we spreken hier over oriëntatie! Dit zegt niets over omzet en dus ook niets over het marktaandeel.
Vers vs. ‘bulk’
Het aandeel ‘vers’ binnen de totale online-supermarktbestedingen van consumenten is sinds 2015 gegroeid –met een piek in 2022: het versaandeel bedroeg toen 50 procent. Inmiddels is dit aandeel weer wat teruggezakt, momenteel bedraagt dit 45 procent. Nog altijd ligt het accent in de onlinewinkelmand op houdbare (bulk) producten die onhandig zijn om in de fysiek supermarkt te kopen (toiletpapier, flessen met frisdrank, wasmiddel, etc.).
De penetratiegraad geeft aan welk aandeel van de Nederlandse huishoudens wel eens online boodschappen doen. Op dit moment is dat 21 procent. Wel zijn er verschillen per regio.
Margerijke (verse) producten wordt nog altijd hoofdzakelijk via de fysieke supermarkt verkocht. Dit is een van de redenen waarom ‘online’ op zichzelf voor supermarkten een verlieslatende activiteit blijft.
Klanttevredenheid gegroeid
Met een penetratiegraad van 21 procent is de doelgroep die wel eens online boodschappen doet relatief beperkt. Daar komt bij dat een groot deel van deze groep een lage bestelfrequentie heeft (minder dan één keer per week). Het aandeel ‘heavy users’ is klein, maar deze doelgroep is wel enorm tevreden. In 2020 hadden veel online-aanbieders moeite om de sterk groeiende vraag bij te benen en sindsdien is hier volop in geïnvesteerd. Vanaf 2020 neemt de klanttevredenheid in brede zin toe. Van de top 3 (Albert Heijn, Picnic en Jumbo) scoort Picnic nog altijd de hoogste klanttevredenheid, met name waar het gaat om de aspecten ‘op tijd geleverd’ en ‘bestelgemak’.
De fysieke supermarkt leeft Ruim 95 procent van de supermarktomzet loopt momenteel via de fysieke supermarkt. Actuele macro-economische ontwikkelingen
‘remmen’ de groei van de onlinesupermarktomzet. Veel consumenten zijn nu enorm prijsbewust en willen niet betalen voor thuisbezorging. Bovendien kenmerkt Nederland zich door een fijnmazig netwerk van supermarkten. De noodzaak van online boodschappen doen ontbreekt en de doelgroep is vooralsnog beperkt. Gevolg: de fysieke supermarkt leeft volop.
Blijft dat zo? We hebben geen glazen bol. Maar onze verwachting is dat de actuele krimp van het marktaandeel onlinesupermarktomzet wel tijdelijk zal zijn. Richting 2030 zullen doelgroepen met van jongs af een hoge online-oriëntatie (Millennials, GenZ) zich ‘settelen’ en gezinnen stichten. Hun koopgedrag, ook als het gaat om foodbestedingen, verschilt wezenlijk met dat van eerdere generaties en is veel meer gericht op ‘online’. Wanneer deze doelgroepen een groter aandeel binnen de totale supermarktomzet gaan genereren, zal het marktaandeel van online binnen de supermarktomzet weer groeien. Maar de voorziene groei van de bevolking zorgt tegelijkertijd voor verdere groei van de totale supermarktomzet. De behoefte aan goede, nieuwe supermarkten blijft daardoor aanwezig – zeker ook fysiek.
De online-supermarktomzet bedroeg in het eerste halfjaar van 2022 nog 5,6 procent. Inmiddels is dit aandeel – mede als gevolg van de macro-economische omstandigheden – gedaald naar 4,6 procent in het afgelopen halfjaar.
Wordt de ‘fysieke’ supermarkt het (volgende) slachtoffer van online?
Gaat het online-aandeel van de supermarktbestedingen de komende jaren dusdanig stijgen dat er behoorlijk wat supermarkten zullen sluiten? Of hebben we de ‘online-piek’ voorlopig zo goed als bereikt en loopt het zo’n vaart niet?
Door: Gertjan Slob, Locatus
Het is bekend: de online-bestedingen zijn de afgelopen jaren in ons land enorm toegenomen. In bijvoorbeeld de speelgoedbranche gaat inmiddels meer dan de helft van de omzet via het onlinekanaal. Het aantal speelgoedwinkels is daardoor de afgelopen vijftien jaar bijna gehalveerd. Deze tendens van een toename van het aantal online-aankopen en een afname van het aantal ‘fysieke’ winkels zien we in veel sectoren. In totaal is het aantal non-food winkels in Nederland daardoor de afgelopen vijftien jaar met 24 procent afgenomen. Als het gaat om de dagelijkse boodschappen, dan leken supermarkten, maar bijvoorbeeld ook speciaalzaken, tot een aantal jaar geleden redelijk ongevoelig voor de concurrentie van het online-kanaal. Natuurlijk was er jaren geleden al de bestelapp van Albert Heijn (deze app heette toen nog ‘Appie’), ook kochten consumenten destijds al wijn bij online-slijters. Maar het deel van de omzet dat naar deze online-kanalen afvloeide, bleef lange tijd vrij marginaal. Sinds 2018 is deze online-omzet aan het groeien en tijdens de coronapandemie stegen de online-supermarktbestedingen sterk, tot ongeveer 6 procent van de totale supermarktomzet. Met het einde van de coronapandemie daalden de onlinesupermarktbestedingen echter ook weer.
Is dit laatste een incidentele daling of een trendbreuk? Dat blijft koffiedik kijken, maar de mening die ik zelf het meeste hoor, is dat het een trendbreuk is en dat de online-supermarktbestedingen de komende jaren weer zullen gaan stijgen. Dat zal ook gevolgen hebben voor het aandeel van online binnen de totale
supermarktbestedingen.
Er spelen een aantal zaken die het waarschijnlijk maken dat dit online aandeel flink gaat groeien, maar ook een aantal zaken waardoor ik denk dat het niet zo’n vaart zal lopen. Laten we met die laatste eens beginnen.
Online = niet winstgevend
Bestaande supermarktformules geven allemaal aan dat hun online-kanaal verlieslatend is en dat ze er vooral mee doorgaan uit concurrentieoverwegingen. Alleen Picnic – een zogeheten ‘pure player’ – geeft aan dat de zaken voorspoedig gaan en dat het verlies van 115 miljoen euro vooral wordt veroorzaakt door de investeringen die het doet. Dat roepen ze echter al sinds de start in 2015 en dat vraagt toch om wat nader onderzoek. De jaarrekening van Picnic Nederland is gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en dus gewoon in te zien. Die van 2022 is nog niet beschikbaar, dus baseer ik mij op die van 2021. Bestudering van deze cijfers doet bij mij ernstig de vraag rijzen hoe Picnic die winstgevendheid ooit denkt te bereiken.
Picnic Nederland haalde vorig jaar een omzet van 550 miljoen euro. Aan de inkoop van goederen gaf het vorig jaar 369 miljoen euro uit. Een brutoresultaat dus van 181 miljoen – en dat komt neer op 33 procent. In dat opzicht – dus qua resultaat als percentage van de omzet – doet Picnic het beter dan een gemiddelde stenen supermarkt. Deze laatste boekten volgens Retail Insiders (dat gemiddelde exploitatiecijfers publiceert van alle Nederlandse supermarkten) gemiddeld een brutowinst van 29 procent.
Waar naar mijn idee echter het probleem zit, is dat Picnic met een bedrag van 151 miljoen euro enorme personeelskosten heeft. Dat is 27 procent van de omzet, twee keer meer dan bij de reguliere supermarkten. Die vergelijking is overigens niet helemaal zuiver, omdat supermarkten de overheadkosten van het hoofdkantoor grotendeels via hun inkoop betalen, terwijl dit bij Picnic rechtstreeks in de personeelskosten zit –maar dan nog: de personeelskosten zijn bij Picnic fors.
Op deze manier blijft er dan nog 30 miljoen euro over bij Picnic voor alle andere kosten: de bezorgauto’s, huur van de dc’s en hubs, marketing etc. Uiteindelijk resulteert dit in een negatief operationeel resultaat van 82 miljoen euro. Picnic claimt dat dit allemaal wordt veroorzaakt door groei en dat door te groeien de kosten als deel van de omzet vanzelf procentueel lager gaan worden. Maar ook dat blijkt niet uit het jaarverslag. Zo stegen de personeelskosten van 26,3 procent van de omzet in 2020 naar 27,5 procent van de omzet in 2021.
Tot slot claimt Picnic “Bij Picnic hebben we geen dure winkels op dure locaties. Daar hoef jij dus ook niet voor de betalen.” Dit is zeker waar, alleen als we opnieuw naar Retail Insiders kijken, zien we dat de huisvestingkosten bij de reguliere supermarktformules gemiddeld slechts 3,5 procent van de kosten bedragen. Personeelskosten wegen met 13,5 procent van de kosten veel zwaarder. Daarmee rijst opnieuw de vraag: hoe houdbaar is het onlinesupermarktmodel?
Boodschappen - kleding/schoenen
Er zijn een aantal belangrijke redenen waarom mensen online kopen. Dat zijn echter allemaal redenen die bij supermarkten een minder grote rol spelen dan bij andere typen winkels:
• Online is 24/7 beschikbaar
Supermarkten zijn weliswaar niet
Het aantal non-food winkels, zoals kledingwinkels, is in Nederland de afgelopen vijftien jaar met 24 procent afgenomen.
24/7 open, maar een gemiddelde supermarkt is zeven dagen per week van 8.00 tot 22.00 uur open. Dat zit een stuk dichterbij 24/7 dan de gemiddelde kledingwinkel.
• Tijdsbesparing omdat je niet naar de winkel hoeft
Opnieuw: ja, dit geldt ook voor online boodschappen doen. Maar: het overgrote deel van de Nederlanders heeft wél een supermarkt op vijf minuten fietsafstand, maar geen kledingwinkel. De tijdsbesparing is bij online boodschappen doen dus veel kleiner dan bij het online kopen van bijvoorbeeld kleding.
• Het online-assortiment is veel groter dan in de winkel Hier zit het belangrijkste verschil. Binnen non-food is het onlineaanbod ongeëvenaard breed en diep. Fysieke non-food-winkels kunnen zo’n assortiment onmogelijk bieden. Bij supermarkten is dit anders. Een gemiddelde Albert Heijn biedt 21.000 artikelen aan en grotere AHsupermarkten, maar ook sommige Jumbo-winkels hebben nog veel meer artikelen in het schap. Online bieden deze formules weliswaar nóg meer artikelen, maar het verschil tussen de omvang van het onlinesupermarktassortiment en het ‘winkelassortiment’ is bij supermarkten veel kleiner dan bij andere winkels.
Kortom, de belangrijkste redenen waarom mensen online kopen, spelen bij het boodschappen doen een minder grote rol dan bij het kopen van andersoortige artikelen. Ik kan mij om die reden niet voorstellen dat het online-aandeel van supermarkten eenzelfde richting op gaat als dat van (bijvoorbeeld) kleding en schoenen.
Koopjesjagers kopen niet online Ongeveer 7 procent van de Nederlandse bevolking leeft op dit moment onder de armoedegrens en een nog groter deel van de Nederlanders moet zeer goed
op de kleintjes letten. Deze groep houdt aanbiedingen van supermarktformules in de gaten en bezoekt per week verschillende supermarkten om producten in de aanbieding te kopen. Op deze manier komen ze niet snel boven het minimum orderbedrag (Picnic 35 euro en Albert Heijn 50 euro). om boodschappen gratis te laten thuisbezorgen. Dat maakt online boodschappen doen extra duur; het is mede om die reden voor heel veel Nederlanders financieel geen optie – en dat is meteen een derde reden waardoor het wellicht niet zo’n vaart loopt met een sterke toename van het aandeel onlinesupermarktbestedingen.
Nederlanders: steeds digitaler Natuurlijk zijn er omgekeerd ook argumenten aan te voeren waarom er wél een sterke toename van de onlinebestedingen is te verwachten. De eerste en de belangrijkste: we worden in rap tempo steeds digitaler. De huidige jongvolwassenen behoren tot de eerste generatie die is geboren in het internettijdperk; deze jongvolwassenen zijn opgegroeid met online en zien in online kopen geen enkele belemmering. Bovendien ziet deze groep niet geld, maar tijd als belangrijkste bezit. Als online boodschappen doen tijd kan besparen, kiezen zij daar sneller en vaker voor dan de generaties voor hen.
Deze groep gaat de komende jaren een steeds groter deel van de Nederlandse huishoudens vormen. Daarmee is te verwachten dat de online-bestedingen in alle sectoren zullen groeien – en dus ook in de levensmiddelensector.
Technologische vernieuwingen
Slimme apparaten in combinatie met AI zullen steeds beter kunnen bepalen wat een consument waar en wanneer nodig
heeft. De koelkast kan dan al nieuwe melk bestellen voordat deze op is. Apps kunnen het merendeel van de benodigde boodschappen al van tevoren invullen – dat kunnen zij nu al gedeeltelijk. Het gemak en de tijdswinst die dat alles oplevert, zal een steeds groter deel van de Nederlanders naar het online-kanaal toe gaan trekken.
Waarheid in het midden
Welke van alle bovengenoemde signalen krijgen uiteindelijk gelijk: de signalen die wijzen in de richting van ‘hooguit een stabilisatie van de onlinesupermarktbestedingen’ of de signalen die wijzen op een sterke toename?
Ik denk dat de waarheid, zoals vaker, ergens in het midden ligt. Mensen die een extreme groei voorspellen, denken en redeneren misschien iets te veel vanuit hun eigen bubbel. Zij moeten zich goed bedenken dat veel Nederlanders moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Deze mensen kunnen niet even makkelijk voor de hele week hun boodschappen bij één aanbieder bestellen.
Tegelijkertijd: diegenen die denken dat het huidige aandeel van online voorlopig wel zo’n beetje het max is, moeten goed bedenken dat jongeren heel anders in de wedstrijd zitten dan een 50-plusser zoals ik. Met het volwassen worden van steeds meer post-internetters, zal het belang van online dus ongetwijfeld nog wat gaan groeien. Dat er daardoor echter op termijn een kwart van de supermarkten zal verdwijnen, zoals in de afgelopen vijftien jaar bij non-food winkels is gebeurd, dat geloof ik niet. Maar dat de groei zal zorgen voor het sluiten van een aantal winkels: ja – en dan vooral in gebieden die nu al sterk zijn ‘overbewinkeld’.
Bang voor verduurzamen?
In een recent interview met Jeroen Smit in Het Financieele Dagblad zegt deze voormalig hoogleraar journalistiek en schrijver van boeken over het boekhoudschandaal van Ahold, over ABN Amro ten tijde van toenmalig topman Rijkman Groenink en over het reilen en zeilen van Paul Polman als topman van Unilever, dat hij ‘angst ruikt in de bestuurskamers’.
‘Ceo’s worden nu beoordeeld op overzichtelijke financiële doelstellingen zoals omzet en winst. Maar hoe bereken je de kosten die moeten worden gemaakt voor het klimaat en de samenleving? En als jij die kosten als eerste doorberekent, schrikken je aandeelhouders, daalt je beurskoers en wordt je bedrijf overgenomen. En dan ben jij je baan kwijt, als je al niet eerder bent ontslagen.’
investeerders aantrekkelijk leek. Het ging niet door, maar was niettemin een dolksteek uit de financiële hoek. Angst van ceo’s, aldus Smit…
Ceo’s zullen nooit erkennen ‘bang’ te zijn. En dat kan ook best waar zijn, want doorgaans is hun loopbaan zo succesvol dat in hun persoonlijke leven angst ver van hen afstaat.
Maar: het kan natuurlijk best zo zijn dat zij ’s avonds niet gemakkelijk in slaap vallen, omdat ze liggen te piekeren over hun reputatie in tijden van tegenwind.
Maar dan nog: angst voor de ‘corporate’ gevolgen van de verduurzamingsdwang?
Je zou ook het tegenovergestelde kunnen beweren. Bedrijven die geen voedings- maar genotmiddelen produceren, staan onder druk. Alcoholische drank, snoep… Vleesproducenten staan onder druk: de CO2-uitstoot en dierenwelzijn. Om maar helemaal niet te spreken over tabaksproducenten.
Wat Smit hier weergeeft, lijkt voor een deel op wat destijds Unilevertopman Polman overkwam – en over hem schreef Smit zijn derde boek. ‘Voor een deel’, want: Polman werd niet ontslagen en op angst heeft niemand hem ooit kunnen betrappen. Maar hij kreeg uit onverwachte hoek tegenwind. Hij was aanjager van en de verduurzaming van Unilever en ‘financewereld’ prees zowel het bedrijf als hem. Totdat het toen nog lang niet zo duurzame Kraft Heinz – met destijds vooral de nadruk op aandeelhouderswaarde en investeerdersrendement –Unilever wilde overnemen. Een bod dat aandeelhouders en andere
Juist de laatste jaren is er aandacht voor ‘esg’ ontstaan, de aspecten ‘environmental’, ‘social’ en ‘governance’. Juist uit de hoek van beleggers en met name pensioenfondsen.
En die willen juist dat bedrijven zoveel mogelijk verduurzamingsstappen zetten, op het gebied van milieu, klimaat, biodiversiteit, inkomensongelijkheid, werknemersdiversiteit en lagelonenlanden.
Een ceo zou eerder bang moeten zijn voor te weinig verduurzaming. Omdat hij/zij juist dáárop in de komende tijd wordt afgerekend.
Smit redeneert alsof het nog 2017 is. Maar in 2023 is eerder het tegendeel het geval.
Als ik baas was van Tata Steel, dán zou ik pas echt bang zijn.
Reageren? Mail: ge.lommen@foodpersonality.nl
Column Door: Gé Lommen, hoofdredacteur FoodPersonalityzullen nooit erkennen ‘bang’ te zijn
GEN Z, EEN GENERATIE OP ZOEK NAAR EEN EIGEN LEVENSSTIJL
Late tieners en vroege twintigers zijn ‘getrouwd’ met hun mobiel en volgen de laatste trends in digitale technologie zoals ChatGPT en sociale media. Ze eten buiten de deur of laten hun maaltijden thuis bezorgen, maar hebben vooralsnog een smalle beurs. Bij een jonge, nieuwsgierige generatie horen ook moderne eetgewoontes en een eigen levensstijl. Dat zou je verwachten, maar is dat ook zo?
Door: Ruurd Hielkema, Motivaction
Sinds 2017 brengt Motivaction jaarlijks voedingsgewoontes in Nederland in kaart. De peiling van mei 2023 toont aan dat het streven naar een meer gezonde levensstijl weer stevig toeneemt, dit na de relatieve onbekommerdheid hierover in 'coronabevrijdingsjaar' 2022. Of dit streven echt resultaat oplevert, is de vraag. Meer dan de helft van de volwassen Nederlanders heeft inmiddels overgewicht, een groep die vanaf het begin van de jaren negentig in omvang alleen maar toeneemt.
Een andere opvallende uitkomst is dat er op het vlak van vegetarisch en vooral flexitarisch eten sprake is van stagnerende groei. Meldde in 2022 nog 40 procent van de Nederlanders
dat ze op één of enkele dagen van de week bewust geen vlees of vis aten, dit jaar zakt dit terug naar 32 procent. In lijn hiermee is ook de acceptatie van vleesvervangers het afgelopen jaar afgenomen en krimpt de groep die zichzelf als vegetariër beschouwt. Maar de belangrijkste trend, waar ook veel gedrag op terug te voeren is, is de sterke neiging om te besparen op voeding vanwege de daling van de koopkracht en de gestegen voedselprijzen. In 2023 bezuinigen ruim drie op de tien huishoudens op deze uitgaven, terwijl in ruim zes op de tien huishoudens meer wordt gelet op de prijs bij de keuze van levensmiddelen. Onderzoekers van McKinsey voorspellen dat deze ‘foodinflatie’ al in de tweede helft van dit jaar fors zal afnemen, maar eerst zien en dan geloven – ook in de supermarkt stijgen de personeelskosten immers stevig.
vertegenwoordigen. Al aan het begin van het volgende decennium is bijna de helft van de bevolking Gen Y of Z, vandaar de grote interesse in deze doelgroepen. Gen Z, mentaal gebutst door de coronapandemie, is verliefd, verloofd zo niet getrouwd met hun mobiel en wordt sterk beïnvloed door de ontwikkelingen op het gebied van digitale technologie zoals ChatGPT en sociale media. Het is een zeer out-going generatie met een vooralsnog wat smalle beurs; een generatie die nog volop in ontwikkeling is, zeker als het gaat om voedingspatronen en levensstijl.
Gezonder leefpatroon
Gemeten over 2021-2023 veranderden vier op de tien Nederlanders tenminste iets aan hun levensstijl om gezonder te gaan leven. Bij Gen Z is dat ruim de helft. De neiging tot experimenteren, de drang om nieuwe dingen te proberen en te ontdekken spat ervan af, of het nu om voeding gaat of om bewegen/ sporten.
Heb je de afgelopen 6 maanden iets aan je dagelijkse levensstijl veranderd om gezonder te gaan leven? - in %
Groeiende doelgroep
We hebben de hiervoor beschreven ontwikkelingen afgezet tegen Gen Z. Formeel is dit de generatie die geboren is tussen 1996 en 2010, maar in onze analyse is de definitie nog wat strakker, omdat de leeftijdsondergrens in de steekproef op 18 jaar ligt. We hebben het dus over late tieners en jonge twintigers die, samen met Gen Y (de Millennials), de toekomst
Maar dit betekent niet dat Gen Z een supergezonde generatie is. De helft van hen, veel meer dan gemiddeld, eet wat ze lekker vinden, of het nu gezond is of niet. Wél zoeken ze vaker (37%) naar informatie over gezonde voeding dan de oudere leeftijdsgroepen (24%), maar daar blijft het vaak bij: een gezonde maaltijd verschijnt bij hen juist minder geregeld op tafel.
Geen ander eetgedrag
Bij een jonge, nieuwsgierige generatie horen ook moderne eetgewoontes – dat is in elk geval een plausibele hypothese. Toch telt Gen Z nauwelijks méér flexitariërs dan gemiddeld. Wél zijn er onder hen meer vegetariërs en vooral relatief veel gebruikers van veganistische voeding. Dit zou de opmaat kunnen zijn naar een daadwerkelijk ander eetgedrag bij hen dan dat van hun ouders, maar het kan net zo goed vooral de behoefte om te experimenteren zijn die deze generatie eigen is.
Open-minded is Gen Z zeker als het gaat om de acceptatie van alternatieven voor vlees of vis. Zoals eerder gesteld, neemt deze over de hele linie af, maar deze jongeren laten zich daar niet door leiden – integendeel. Smaak en prijs zullen uiteindelijk gaan bepalen wat er overblijft van deze in de kern positieve attitude, maar de basis ligt er.
Zuinig aan
De belangrijkste ontwikkeling in het kader van voedingsgedrag is momenteel toch de neiging respectievelijk noodzaak om zuinig aan te doen. Gen Z onderscheidt zich in dat opzicht niet van de totale Nederlandse bevolking: ze doet er even hard aan mee. De recepten zijn beproefd: minder kopen (’Eerst opmaken wat ik nog heb staan'), vaker aanbiedingen kopen (‘Ik koop altijd alles in de aanbieding in vijf verschillende supermarkten'), vaker huismerken kopen (‘Ik ga kruipend door de supermarkt en pak van de onderste plank') en slim inkopen (‘Alleen producten uit de verspil-me-niet koeling').
Ook doet Gen Z maar weinig onder voor
gemiddeld Nederland bij het tegengaan van voedselverspilling, en koopt ze even vaak zowel seizoensgebonden als lokaal geproduceerde producten – goed voor de portemonnee en het milieu. Voor deze jonge generatie, waarvoor buiten de deur eten of maaltijden laten bezorgen even normaal is als koken dat is voor hun ouders, is dit al behoorlijk volwassen gedrag.
Bron: Motivaction's Voedingsgewoontes 2021-2023 (n=3.069)
Derk Remmelink en Nico Meyer
‘We willen vooral laten zien hoe veelomvattend formulemanagement is’
Door: Gé Lommen
Foto’s: The Category & Trade Company/Peter Putters, De Nozem Fotografie
Dit artikel is een ingekorte versie van het artikel/interview dat eerder in FoodPersonality verscheen. In dit artikel gaan we meer in op de vraag wat het handboek formulemanagement voor fmcg-producenten kan betekenen.
Derk Remmelink en Nico Meyer hebben in juni het 'Handboek Formule Management' gepubliceerd. Zij zijn beiden werkzaam voor The Category & Trade Company (CTC), een adviesbureau voor de retail en voor leveranciers en fabrikanten.
CTC begon ruim vijftien jaar geleden voornamelijk als adviesbedrijf en detacheerder voor de foodretail en voor levensmiddelenfabrikanten. Inmiddels is CTC werkzaam in meer branches, zoals doe-het-zelfsector, foodservice, tuincentra en drogisterijen, en: in binnenen buitenland.
Oprichter en partner Evelyn van Leur van CTC publiceerde jaren geleden al samen met Jan Willem Grievink (toen nog directeur van het Foodservice Instituut Nederland) het 'Handboek Category Management'. Begin dit jaar kwam een herziene versie daarvan op de markt. En nu is er dus ook een ‘Handboek Formule Management’. In dat handboek schetsen de auteurs wat formulemanagement allemaal omvat.
Ze presenteren daarvoor een model, een ‘werkmodel’. Zo behandelen ze de positionering van een winkelformule, de formule-uitgangspunten en de ‘bouwstenen’ van formules (denk aan de locatie, de geboden service, de lay-out en de ervaring die je wilt meegeven). Vervolgens gaan ze in op de bepaling en de functie van het assortiment, het prijspeil, en in het verlengde daarvan
de categorieënrollen, de presentatie en de promotie.
Dan volgt het traject van het opnieuw bedenken van, of het veranderen van, een formule en het ontwerp en de testfase die daaruit voortvloeien, en als laatste het beheer, dus de wijze waarop een winkelbedrijf zorgt dat de formule overal er zo uit komt te zien zoals dat de bedoeling is.
Het is een ‘handboek’, dus een ‘werkboek’. De boodschap: dit zou je allemaal moeten, willen of kunnen doen als je aan een formule sleutelt. En dat is veelomvattend, het boek zit boordevol modellen, grafieken en figuren; er is flink rondgekeken in allerlei retailmanagementliteratuur. Het raakt ook de kern van het bedrijf, in de zin van missie, visie en strategie, en zeker ook vragen als ‘waarom zijn wij er?’, en ‘en wat kan de consument van ons verwachten?’.
Het voordeel voor managers uit de supermarkt- en de levensmiddelensector is dat Remmelink en Meyer vaak uitgaan van formulemanagement van supermarktketens.
Daarom staat dit handboek dicht bij de dagelijkse praktijk van managers die verantwoordelijk zijn voor Albert Heijn, Jumbo, Plus, Dirk, Lidl, Aldi etc. Van missie, visie, strategie, formuleuitgangspunten, klantprofielen, van ‘destination’- tot routinecategorieën, een formule actualiseren met nieuwe initiatieven (‘past dat bij onze formule?’), tot aan de vloermetermatrix en de ‘key performance indicators’ van een filiaal/ ondernemersvestiging als weekomzet, voorraad, out-of-stock, kassabonbedrag per transactie, omzet per gewerkt uur en lekkages.
De auteurs
Derk Remmelink (Hogere Hotelschool, bedrijfskunde, ‘Master of Food Management’) was vooral werkzaam op het terrein van category en formulemanagement, ‘in food, in nonfood en in foodservice’; hij werkte o.m. bij C1000, Pearle en Boots. En hij heeft zelf een tijd lang als ondernemer van winkels gefungeerd.
Nico Meyer (bedrijfskunde/ Nyenrode) heeft jarenlang bij Ahold (rechtsvoorganger Ahold Delhaize) gewerkt. Hij werkte er o.a. aan de formule-ontwikkeling van ‘compacthypers’ van het bedrijf Tsjechië, was projectleider van de eerste Albert Heijn XL en formulemanager bij Etos. Beiden sinds 2018 werkzaam bij CTC: op het gebied van formulemanagement.
Remmelink en Meyer verklaren: het uitgangspunt was: wat komt er allemaal
In het boek wordt formulemanagement zo gedefinieerd: ‘Formulemanagement is op een systematische (werkwijze), synergetische (samenwerken) en repeteerbare manier de strategische uitgangspunten van een retailer vertalen in haar outlets. Doel is daarbij een concurrentieel voordeel te behalen door relevant imaginair en instrumenteel onderscheid te creëren.’ En in het hele boek worden de onderdelen van dit model behandeld.
bij kijken? Dat is ook een van de aanleidingen. Formulemanagement vervult een essentiële rol bij de vorming, het onderhoud en het succes van formules.
Meyer: “Voorafgaand aan het moment waarop we aan dit boek begonnen, wisten we: formulemanagement is veelomvattender en complexer dan menigeen beseft. Het bleek uit onze jarenlange werkervaring, vóórdat we bij CTC werkten, maar ook bij onze huidige werkzaamheden. Dat prikkelde ons juist om dit handboek te schrijven: die complexiteit en veelomvattendheid van en rondom formulemanagement en de raakvlakken met andere disciplines.”
Je zou meteen kunnen denken: een handboek formulemanagement is vooral bedoeld voor formulemanagers. Maar: veel managers en andere ‘professionals’ in de supermarktsector hebben met formulekwesties te maken. Maar ook de leveranciers van het assortiment. Remmelink en Meyer wijzen er ook op dat fabrikanten baat kunnen hebben bij hun boek.
Ik heb vaak genoeg fabrikanten horen zeggen dat ze een goed idee hadden voor hun assortiment bij een bepaalde formule. Maar, zeker zo vaak zeiden fabrikanten dan: ‘We hadden een goed idee, de category manager zag het zitten, maar ‘bij formule’ kregen we nul op ons rekest.’
Remmelink: ‘Dat zou wel jammer zijn. Ik snap best dat de afdeling formulemanagement zoveel verzoeken, initiatieven en ‘pilot-ideeën’ binnenkrijgt dat je het gevoel krijgt dat je overvoerd wordt. Maar je weet ook niet altijd van tevoren of een idee van een fabrikant zo slecht onderbouwd is dat je het meteen af kunt schieten. Als ik zelf formulemanager zou zijn, zou ik veel toelaten. Je kunt best wat uitproberen, je kunt nog altijd snel zo’n test stoppen. Ik zou het vervelend vinden als de category managers van de formule waar ik voor werk, met te weinig ideeën aan zouden komen. Ik zou het eerder willen stimuleren dan frustreren, want in die laatste situatie droogt je innovatie op omdat je zo’n waakhondfunctie bent gaan vervullen.’
Bij de boekpresentatie op 1 juni in The Green House in Utrecht. Achteraan v.l.n.r.: Christiaan Rikkers (JDV), Joris Malipaard (Case Bakker Bart), Derk Remmelink (C&TC), Nico Meijer (C&TC), Ernest van der Voort (Case Albron). Vooraan v.l.n.r.: Neele Kistemaker (Muzus), Manon van Til (Dille & Kamille).
' Ik vind dat formulemanagers juist het gesprek met leveranciers aan moeten gaan, samen met category managers'
Nico Meyer
Meyer: ‘Ik zou het zelfs om willen draaien: ik vind dat formulemanagers juist het gesprek met leveranciers aan moeten gaan, samen met category managers. Dat is waar wij als CTC voor staan: samenwerking tussen retailers en leveranciers om de shopper steeds beter te bedienen vanuit het onderscheid dat de formule biedt. Dat betekent niet dat alles kan en alles mag. Formulemanagers
kijken niet naar een enkele categorie, maar naar de formule als geheel. Én het is goed om ook in de eerste fase te toetsen: wat kan het opbrengen, welke investering is nodig bij een uitrol en wat zijn de additionele operationele kosten? En ja, veel ideeën sneuvelen in de eerste of tweede fase van conceptontwikkeling. Als formulemanager gaat het mij om die paar ideeën die de eindstreep wél halen en succesvol worden uitgerold en gaan bijdragen aan het onderscheid van de formule.’
Maar zijn fabrikanten er goed van doordrongen wat formulemanagers wel en niet willen? Of: moeten ze dan eerst jullie handboek doornemen?
Remmelink: ‘Nou, dat kan ik uiteraard iedereen aanbevelen. En als mede-auteur zeg ik dat natuurlijk graag… Maar buiten
dat: als fabrikanten ideeën ontwikkelen die uiteindelijk in de supermarkten van een formule zullen belanden, dan moeten dat concepten zijn die op een relevante manier bijdragen aan het onderscheidend vermogen van die formule. Dus moet je ook als fabrikant begrijpen waar die formule voor staat waar jij dat voor bedenkt. En je moet beseffen dat een formule niet alleen een geheel is dat de consument zo moet aanspreken dat hij of zij klant wordt en klant blijft, want er is ook een operationele kant: het moet op de winkelvloer uitvoerbaar zijn en het moet voor de formule zelf financieel een haalbare kaart zijn. Zo bouw je als fabrikant mee aan sterke formules, aan klantvoorkeur en uiteindelijk – als het goed is – aan de groei van die formule, en daarmee ook aan de groei van jezelf, in de rol van leverancier.’
‘Voor mijn functie zouden eigenlijk drie mensen moeten staan te popelen’
Sinds Bas Lippens zes jaar geleden als freelancer begon met key accountmanagement in de FMCG-branche, heeft hij nog geen dag zonder werk gezeten. Mooi voor hem, maar eigenlijk zouden bedrijven deze rollen zonder moeite moeten kunnen invullen met mensen uit eigen stal. ‘Sales is nog maar zelden een carrièrepad.’
Door: Janneke Vermeulen
Nee, het was echt niet allemaal rozengeur en maneschijn op het carrièrepad van Bas Lippens: ‘Ik ben in mijn beginjaren echt weleens met lood in mijn schoenen bij klanten of prospects binnengestapt. En nog steeds vind ik een jaargesprek bij retailers weleens spannend. Maar er is zoveel wat het vak sales vooral ontzettend leuk maakt.’
Vanuit zijn kantoor in Breda vertelt Lippens (49) hoe zijn loopbaan zich tot nu toe heeft ontwikkeld en hoe hij aankijkt tegen de veranderingen binnen het vakgebied van sales. Na zijn meao-opleiding Commerciële Economie (later nog gevolgd door een hbo-studie Bedrijfskunde en een NIMA-opleiding) werkte hij de eerste twintig jaar in loondienst bij meerdere FMCG-bedrijven: ‘Ik startte bij Nutricia – nu FrieslandCampina – als vertegenwoordiger in het out-ofhomekanaal. Een ontzettend leuke tijd, maar ook een periode waarin ik door vallen en opstaan het vak verkopen heb geleerd. Nutricia was in die dagen een waar opleidingsinstituut voor jonge mensen die net uit de schoolbanken kwamen rollen en geen verkoopervaring hadden. Onder begeleiding werd je bij het bedrijf klaargestoomd voor het vak van vertegenwoordiger, maar al snel kreeg je ook een grote mate van verantwoordelijkheid. Er werd een duidelijk ontwikkeltraject voor je uitgestippeld, met voldoende perspectief op een mooie carrière binnen sales. Commercie zat echt in het DNA van deze organisatie. Veel van mijn collega’s uit die tijd hebben dan ook flinke stappen gezet in commerciële rollen.’
in trek is bij jongeren: ‘Sales wordt steeds vaker gezien als een tussenstap. Echt een groot gemis, want er zitten ontzettend veel mooie kanten aan het werk als accountmanager.’
Onzekere toekomst
Zelf koos Lippens zes jaar geleden bewust voor het freelance bestaan als key accountmanager. Sinds enkele jaren maakt hij ook deel uit van het interimnetwerk van De Kameleons. Hij vertelt: ‘Mensen verklaarden me voor gek –waarom zou ik een goedbetaalde baan en vastigheid opgeven voor een onzekere toekomst? Maar ik had een brede bagage en voldoende kennis en kunde opgebouwd om de stoute schoenen aan te durven trekken. Bovendien had ik een geslaagd voorbeeld in mijn omgeving; een vriend van me had een paar jaar eerder dezelfde stap gewaagd en was succesvol. Dus toen ben ik ervoor gegaan.’ Lippens deed tot dusver interim-klussen voor onder andere CocaCola, Vrumona, McCain, Paulig Foods en Remia. Ook maakte hij twee keer een uitstapje naar de hygiënebranche (Essity). Wat hem zo aantrekt aan het bestaan als zelfstandige? ‘Vooral de diversiteit in bedrijven, categorieën en bedrijfsculturen vind ik heel erg tof.’
Pijnlijk punt
De bedenkingen van anderen bleken onterecht. Want: ‘Ik heb nog geen dag zonder werk gezeten.’ Goed nieuws voor Lippens, maar dat legt volgens hem tegelijkertijd een pijnlijk punt bloot voor het vakgebied sales: ‘Ik vul altijd een vacante rol in bij de bedrijven waar ik terecht kom – doorgaans niet de minste namen in de FMCG-sector. Voor die functie zouden eigenlijk drie mensen moeten staan te popelen. Maar dat valt tegen; er is te weinig aanwas van jonge mensen.’
Accountmanagement lijkt onder de jonge doelgroep haast een vieze term te worden, ziet Lippens: ‘Sales is nog maar zelden een carrièrepad. Uitzonderingen daargelaten – ik kom gelukkig echt nog wel jonge salestijgers tegen.’
Een carrièrepad dat volgens Lippens helaas de laatste jaren steeds minder
Volgens Lippens heeft het gebrek aan jonge salesmensen onder andere te maken met de grote nadruk die ligt op
Het gebrek aan jonge commercianten is ook pijnlijk omdat het retailers wél lukt om jonge mensen aan te trekken voor category management
de jaargesprekken. Hij geeft toe: niet altijd het leukste onderdeel van het vak. ‘Natuurlijk; die gesprekken waren de afgelopen periode ook pittig vanwege de prijsstijgingen en beschikbaarheid van grondstoffen. Ook ik heb echt stevige onderhandelingen gevoerd die af en toe gepaard gingen met flinke en harde discussies. Maar uiteindelijk gaat het slechts om een heel klein onderdeel van accountmanagement.’
Over het antwoord op de vraag wat Lippens zo aanspreekt aan het vak, hoeft hij niet lang na te denken: ‘Je schakelt met meerdere stakeholders. Zo bouw je al snel een mooi netwerk op. Sales is ook met klanten meedenken over strategische vraagstukken en kansen in de markt. Dat proces begint niet pas in november met de jaargesprekken; klanten hebben nog steeds behoefte aan een betrouwbare partner die meer is dan alleen die leverancier van een specifiek merk. De persoon achter het merk maakt het verschil in die relatie. Dat mogen we niet uit het oog verliezen. En als je het treft, dan zit je bij een bedrijf dat in jouw commerciële vaardigheden wil investeren. Zo kreeg ik zelf op mijn
vijfentwintigste bij Nutricia de sleutel van een salesteam van negen mensen in handen. Dat vertrouwen is heel bepalend geweest voor mijn besluit om in de sales te blijven.’
Sales als tussenstap
Volgens Lippens is dat perspectief precies waar het nu bij veel FMCGbedrijven aan ontbreekt: ‘Investeren in jonge mensen is ontzettend belangrijk voor het verloop van hun carrière. Bedrijven lijken een te mager plan te hebben om hen te enthousiasmeren voor een loopbaan in de sales en ze ‘from scratch’ op te leiden tot goede commerçanten. Wat mij betreft stellen ze soms te hoge eisen aan de instroom. Maar ik merk dat veel jonge hoopopgeleiden sales vaak beschouwen als een tussenstap. Na één jaargesprek denken ze ‘seen it, done it, next please’.’
Lippens zou graag zien dat jonge schoolverlaters de kans krijgen om te groeien in een salescarrière – zelf is hij daarvan het levende bewijs: ‘Er zitten echt pareltjes tussen, maar die mensen missen we nu. Ik zou het zo aandurven
met enthousiastelingen die bijvoorbeeld de middelbare hotelschool hebben afgerond. Zij voldoen misschien nog niet aan het gewenste theoretisch niveau, maar met een goede begeleiding en een uitgestippeld traject worden dat heel goede accountmanagers. Ze moeten de kans krijgen om te groeien in zo’n rol, zoiets kost tijd.’
Van winkelvloer naar hoofdkantoor Het gebrek aan jonge commerçanten bij foodfabrikanten is volgens Lippens ook pijnlijk omdat het retailers wél lukt om jonge mensen aan te trekken voor category management: ‘Veel van hen hebben zelf één of meerdere filialen onder hun hoede gehad voordat ze op het hoofdkantoor terecht komen. Ze spreken de taal van de winkel –essentieel in het contact met fabrikanten. Dat vind ik heel krachtig.’
Lippens hoopt dat meer FMCG-bedrijven de handschoen zullen oppakken. ‘Er is te lang beknibbeld op het onderhouden van salesteams. Hopelijk groeit het besef dat het loont om er meer tijd, aandacht en budget voor vrij te maken.’
Namens De Kameleons, de beroepsvereniging voor commerciële interim professionals
In FPWork staat elk nummer een lid van De Kameleons centraal. Het managen van commerciële verbeteringsprocessen is een van onze specialiteiten. Daarnaast zijn onze leden professionals in category management, trade marketing, sales, communicatie, shopper marketing en sourcing. Onze leden hebben meer dan tien jaar commerciële ervaring en minimaal drie jaar interim ervaring.
Onze Leden: Andre Adolfs, Jaap Bloot, Lucien Dechesne, Natascha Cordia, Dennis van Delden, Frank Dikhoff, Nick van Gool, Marcel Jonkers, Bart Heek, Dana van Hoof, Bas Lippens, Robbert Nijssen, Arjan Oosterlee, Hajo Ouweneel, Harold Overweg, Monique Peeters, Pieter Jaap Plaisier, Mariska van der Poel, Linda Platvoet, Manon Steenbergen, Auke Teunissen, Carin van Thiel, Isabelle Val, Aart Veenstra, Joost Verhagen, Pieter Verhoeff, Jan te Voert, Dick ten Voorde, Peter van der Woude en Mariek Wilms.
Daar waar leveranciers van supermarktassortiment vaak maar één of enkele categorieën (schappen) te managen hebben, moet een retailer de juiste mix zien te vinden tussen talloze productgroepen. Dat zien we hier in extreme vorm. In deze schets, voor wat wij een hypermarkt
zouden noemen, gaat winkelontwerper Jos de Vries (JDV) volledig los qua mogelijkheden en nieuwe retailinzichten. De schets is afkomstig uit 'Time Money Touch', het nieuwe inspiratieboek van JDV en is zeker ook voor leveranciers interessant. (Met dank aan Christiaan Rikkers.)
Welke organisatie gaat de verborgen kosten in sales aanpakken?
Ik hoop vanuit de grond van mijn hart dat er een onderneming zal opstaan die beleid gaat maken van de ideale samenstelling van de functies Category management en Inkoop, waarbij gekeken wordt naar een consistente mix van leeftijd, kennis en ervaring. Want het afgelopen decennium zijn deze functies steeds verder uitgehold tot opleidingshuizen, met alle gevolgen van dien voor de handel.
Door: Dick ten Voorde, Retailmade
Het is inmiddels bijna tien jaar geleden dat ik voor Retailtrends onderstaande blog schreef. De strekking was destijds dat door de vele functiewisselingen aan retail- en industriezijde er een hoge mate van verborgen kosten in de handel zitten die niet aan de oppervlakte komen, maar er wel degelijk zijn.
'In mijn gesprekken met vakgenoten gaat het vaak over de relatie tussen retailer en leverancier. Al eerder heb ik aandacht besteed aan de gap tussen retailer en leverancier. Eén van de oorzaken die daar ook aan ten grondslag ligt is het fenomeen ‘fast moving contact persons’ (FMCP). De frequentie van wisselingen van contactpersonen aan retailzijde, maar ook bij leveranciers, is enorm hoog. De redenen hiervoor kunnen
uiteenlopend zijn. Ik noem twee voorbeelden die ik regelmatig hoor. Afhankelijk van de categorie en het belang daarvan, kan de rol van inkoper en/of categoriemanager ten eerste een opleidingsfunctie zijn. Steeds vaker is de junior of de aspirant de eerste gesprekspartner. De kans dat deze persoon doorstroomt of vertrekt is dus zeer groot. De tweede reden kan zijn dat men vreest voor een te hechte band tussen leverancier en klant. Een in mijn ogen ongegronde angst omdat iedereen zich zeer bewust is van de rol in de keten.
Hoe het ook zij, in beide gevallen wordt door twee partijen veel tijd en geld geïnvesteerd om te komen tot een maximaal rendement voor beide stakeholders. Op het moment dat
iedereen op hetzelfde kennislevel zit vindt er regelmatig een personele mutatie plaats. De periode van intensief kennismaken, elkaar leren kennen, de kennisoverdracht en daardoor bouwen aan een continuïteit met structureel rendement wordt abrupt afgebroken. Het hele spel kan dan opnieuw beginnen, met alle gevolgen van dien. Allereerst komt er een paar maanden van radiostilte, want de nieuwe persoon moet zich eerst inwerken en het tempo is afhankelijk van ervaring en kennisniveau van de category. Daarbij is het ook nog maar afwachten of het klikt tussen de beide partijen en dezelfde visie als die van de voorganger gedeeld wordt.
Vaak resulteert een wisseling van contactpersonen in een vertraging van
category-ontwikkeling en verlies van relevante kennis. En dan hebben we het nog niet over alle frustratie. Wanneer deze aspecten gekwantificeerd zouden worden in kosten of gemiste omzet, dan verwacht ik een bedrag dat significant hoog is. In de huidige structuren worden deze kosten niet gemeten en zijn ze derhalve niet relevant voor het management of de directie. Zodra we deze kosten wel inzichtelijk hebben, dan verwacht ik een betere, soepelere en dynamische relatie tussen retailers en leveranciers die veel meer waarde creëert voor iedereen.
Ik pleit niet voor lange bezetting van posities, maar wel voor minder snelle wisselingen. Enfin, samenwerking vertaalt zich in een resultante. En voor samenwerken heb je twee volwaardige gesprekspartners nodig die zorgen voor structureel en houdbaar rendement. Daarom zou ik willen pleiten om ‘fast moving consumer goods’ (FMCG) niet te laten vervallen in FMCP, maar het personeelsbeleid hier goed in te betrekken. Het wisselen van contactpersonen geldt voor zowel leveranciers als retailers.
Neem deze gedachte mee om FMCG een prachtig en renderend vakgebied te houden. Daarom is het belangrijk om de trend van FMCP te doorbreken. Een kansrijke missie!'
‘Spreadsheetcaptains’
De trend waar ik in 2015 voor waarschuwde, zette zich de afgelopen jaren verder door, en om heel eerlijk te zijn, werd deze alleen maar sterker. Het ontberen van vakinhoudelijke kennis wordt vaak opgelost door de kandidaten die de managementfuncties bij Inkoop en Category management moeten
vervullen dan maar ‘spreadsheetcaptains’ te noemen. Daarmee verliest de handel niet alleen aan charme, maar retail en industrie doen zichzelf hiermee ook tekort. Want er wordt geen maximale omzet en rendement gehaald uit de onderlinge samenwerkingen. Het verschralen van de inhoud van de functies van Category management en Inkoop zorgt ervoor dat de baan steeds minder aantrekkelijker wordt voor nieuwe aanwas. Er zijn nog nooit zoveel vacatures in deze vakgebieden geweest als de afgelopen jaren. Dat interimmers steeds vaker worden ingevlogen om deze functies al dan niet tijdelijk te vervullen, is wat dat betreft een duidelijk signaal. Vanwege de modelmatige aanpak wordt het vakgebied meer en meer een automatisme. Rationalisatie ligt op te loer en daarmee ook het verworden van de handel tot eenheidsworst, en daar zit de crux waarom het persoonlijke contact tussen category management en sales nou juist zo belangrijk is – dat is namelijk geen automatisme.
Opleidingshuizen
Voor de mainstream business kan er doorgaans prima een repeterend karakter gevolgd worden. Maar wanneer de strategie van de retailer in het teken staat van het verrassen van consumenten en het vergroten van impulsaankopen, dan is een nauwere samenwerking met de industrie van groot belang. Dus wanneer rotatieverhogende, rendementsverhogende activiteiten of introducties gewenst zijn, is onderling contact erg waardevol. Het is belangrijk om op deze aspecten veel kennis te hebben om daarin de juiste keuzes te kunnen maken. Daarmee zijn we weer terug bij af: want vanuit mijn eigen ervaring en die van vele relaties blijkt dat de functiewisselingen zich dus in een snel tempo opvolgen. Daarmee zijn we overgeleverd aan de kwaliteit van de
overdracht van de oude aan de nieuwe medewerkers. Als je kijkt naar de leeftijden en ervaringen van de mensen die de functies Category management en Inkoop vervullen, dan kun je – acht jaar na mijn blog – wel concluderen dat deze functies definitief zijn ingericht als opleidingshuizen.
Kunstmatige intelligentie
Bij de top 40 A-merkfabrikanten zal dat ‘opleiden’ voorlopig goed blijven gaan vanwege het belang van merk en omzetaandeel, maar bij de ruim vijfduizend producerende foodbedrijven die ook aan retail leveren, is deze kans een stuk kleiner, met alle gevolgen van dien. Zonder te overdrijven kan onwetendheid – door welke onschuldige reden dan ook –een producent enorm in de financiële problemen brengen. Natuurlijk moeten de producten relevant zijn en moeten fabrikanten blijven knokken voor hun positie, die verantwoordelijkheid ligt er zeker. Toch hoop ik vanuit de grond van mijn hart dat er een onderneming zal opstaan die beleid gaat maken van de ideale samenstelling van de functies Category management en Inkoop, waarbij gekeken wordt naar een consistente mix van leeftijd, kennis en ervaring.
Als dat niet gebeurt, zou het mij niet verbazen als kunstmatige intelligentie deze rollen op ten duur overneemt. Wanneer de digitale rekenmodellen een aantal kritieke prestatie-indicatoren meekrijgen en van daaruit vertrekken, dan rolt daar vanzelf een format voor Category managent en Inkoop uit. Een schrikbeeld? De toekomst zal het uitwijzen. Kunstmatige intelligentie heeft in elk geval één voordeel: in dat geval zal de digitale contactpersoon heel lang dezelfde rol blijven vervullen.
Reageren of doorpraten naar aanleiding van dit artikel?
Dat kan via dick@retailmade of 06-34532829.
Details in retail executie zijn zeer belangrijk voor Consumer Packaged Goods (CPG)-merken in Nederland doordat de executie over het algemeen vrij statisch is. Een ‘Perfect Store’programma waarbij fabrikanten en retailers samenwerken kan uitkomst bieden, maar complexiteit en kosten kunnen de voortgang belemmeren. Thomas van Zoggel (foto), Team Lead Customer Success bij Roamler, geeft tips hoe data en technologie de Perfect Store kunnen optimaliseren.
Door: Jade Kraan, Roamler
Welke uitdagingen kom jij tegen bij bedrijven die sterk inzetten op field sales en retail executie?
‘Retail executie wordt gedreven door vertegenwoordigers die de presentatie van hun merken op de winkelvloer willen optimaliseren. De kennis en ervaring van de vertegenwoordiger zijn leidend in het identificeren van kansen. Zodoende wordt een deel van de markt uitstekend bewerkt, maar blijven er ook veel kansen of zelfs problemen liggen; een vertegenwoordiger kan immers niet overal zijn of kijken. Gelukkig beschikken leveranciers tegenwoordig over zeer actuele EPOS-data (‘Electronic Point Of Sale’, red.). Deze weten weinigen echter optimaal in te zetten om field sales aan te sturen. De grootste uitdaging die ik zie, is dan ook het koppelen van inzichten uit de data aan de routing en aan het doel van het bezoek van vertegenwoordigers.’
Welke belangrijke transformaties zie je op het gebied van data en technologie in retail executie?
‘In het afgelopen decennium is de markt overspoeld met een breed scala aan technologische oplossingen om retail executie in kaart te brengen en te optimaliseren. Een goed voorbeeld hiervan is DIR (‘Digital Image Recognition’, red.). Met slimme software worden schapfoto's omgezet in datapunten die in sommige gevallen op het niveau van SKU’s (‘Stock Keeping
Unit’, red.) of centimeters betrouwbaar zijn. Naast DIR wordt er veel geïnvesteerd in betere automatisering van de field sales, planningssoftware en andere instrumenten die kunnen helpen bij het inrichten van de ‘route-to-market’.’
Hoe ervaar je dat field teams en leveranciers momenteel omgaan met de store data die beschikbaar is?
‘Ten eerste wordt de store data al veel gebruikt door category managers en field teams om winkelsegmenten te creëren. Retailers ondersteunen dit ook op categorieniveau. Vanwege beperkte middelen bij leveranciers vindt een dergelijke segmentatie echter soms maar één keer per jaar plaats. Wij zien dat de beschikbaarheid van frequent geüpdatete data leidt tot een verschuiving van vaste routing naar modellen die de ‘next best store visit’ berekenen. Op die manier kan retail executie een onderdeel worden van trade- en shopper marketing, maar ook van key account-deals. Hierdoor wordt field sales als het ware een geïntegreerd onderdeel van de organisatie.’
Hoe en wanneer zet je de stap naar een datagedreven executiemodel?
‘Als je aan tien bedrijven vraagt wat ze willen meten, zullen de meesten waarschijnlijk antwoorden met ‘alles’. Maar het is belangrijk om je te realiseren welke informatie waardevol en bruikbaar
‘Technologie moet je gebruiken om processen makkelijker te maken, niet moeilijker’
is, wat kun je ermee? Begin bij de basis: het doel en de bruikbaarheid. Wat is het doel? Hoe ga je om met de resultaten? Wat kan je ermee op het hoofdkantoor en in de winkel? En wie gaat ermee aan de slag? Eenvoudig beginnen kan bijvoorbeeld met KPI’s (Kritieke prestatie-indicatoren, red.) voor distributie en beschikbaarheid. Als de basis op orde is, de organisatie er klaar voor is en er voldoende resources beschikbaar zijn, kan er gekeken worden naar meer geavanceerde oplossingen en technologieën. Technologie moet gebruikt worden om processen gemakkelijker te maken, niet moeilijker. Start dus bij de basis en bouw daarop verder.’
Hoe kun je omgaan met een dataoverload en hoe kun je dit voorkomen?
‘Anno 2023 zijn er ontzettend veel datastromen en bronnen beschikbaar en is het een grote (tijds)investering en uitdaging om overzicht te bewaren en de juiste inzichten te vinden. Data verzamelen omtrent retail executie wordt door organisaties soms dan ook gezien als ‘de zoveelste’ bron van data en als complex om zelf te vergaren. Ondanks de overload aan data, zien we daar juist nog veel ruimte voor verbetering in het gebruik daarvan. Want dat werken op gedetailleerd niveau belangrijk kan zijn, blijkt uit meerdere onderzoeken die aantonen dat een verlaging van 3 procent in out-of-stocks leidt tot een
omzetstijging van maar liefst 1 procent. Bij een beperkte capaciteit is het dan ook goed om een aantal vragen te stellen en te kijken waar de strategie om vraagt en wat werkt voor jouw organisatie. Op welke vragen zoeken we antwoorden? Welke data koppelen we al met onze systemen? Welke data kunnen we zelf al goed verwerken? Voor nieuwe datastromen kan het ook verstandig zijn om naar externe oplossingen en tools te kijken, die dataverzameling en analyses uit handen kunnen nemen.’
Hoe zou je omgaan met uitdagingen rondom change management?
‘Bij change management zien we vaak uitdagingen, bijvoorbeeld bij het hogere management. Het is moeilijk om beslissers te overtuigen als ze niet volledig op de hoogte zijn van wat zich precies op de winkelvloer afspeelt. Het is belangrijk om alle betrokkenen op één lijn te krijgen. Om grootschalige risico’s, waar stakeholders bang voor kunnen zijn, te minimaliseren, kun je ervoor kiezen om ideeën eerst op kleine schaal te testen en evalueren om te beslissen welke data en technologie goed werken in jouw organisatie en welke verder moeten worden onderzocht. Zo kunnen ideeën worden verfijnd of juist worden stopgezet voordat ze op grotere schaal worden uitgerold. Bij zeer complexe en kostbare implementaties kunnen trainingen
effectief zijn, waarbij de technische voordelen aan de stakeholders worden uitgelegd en de weerstand tegen de uitrol kan worden verminderd.’
Benieuwd hoe data en tech jouw retail executie kunnen optimaliseren?
Scan de QR-code en vraag een demo aan.
'Behoefte aan nieuwe succesvolle producten is juist nu groot'
Het jaar 2022 was een erg mager introductiejaar. Toch ontvingen twaalf supermarktintroducties uit 2022 een FoodAward. Opvallend: het waren zeker niet alleen de grote A-merken die in de prijzen vielen, maar ook veel relatief kleine(re) spelers. Daarnaast speelt bij veel winnende producten vega en plantaardig in meer of mindere mate een rol. De behoefte aan nieuwe succesvolle producten blijft tegelijkertijd groot – zeker nu.
Door: Dave van Loon, Foodpersonality | Foto’s: Rob Keeris
De winnaars
FoodTopAward
Knorr Veggie Wraps
FoodAwards
• Almhof Plantaardig Chocolade Mousse (Müller)
• Charlie’s Organics Sparkling Water (Charlie’s Organics)
• Chocomel Plant-Based (FrieslandCampina)
• Food2Smile Very Berry & Gimme Gummy Mix (Food2Smile)
• Hands Off My Chocolate Smooth No
Milk (Hands Off My Chocolate)
• Holie Crunchy Muesli (Holie Foods)
• Knorr Veggie Wraps - tomaat (Unilever)
• Kwekkeboom Oven & Airfryer Nacho Cheese Flavour Bloemkool Nuggets (NewForrest)
• Stegeman Omelet Plakjes (Stegeman)
• Verstegen Tafelgoud (Verstegen)
• Viennetta Dessert IJs Verjaardagstaart (Unilever)
• What the Fanta Pink (Coca-Cola)
Na twee coronajaren, met lege schappen, lockdowns en een enorme opmars van online boodschappen doen, beloofde 2022 het jaar van de normalisatie te worden. Dat werd het allerminst. Corona kreeg een vervelend staartje in de vorm van verstoorde supply chains en daarbovenop kwam de Russische inval in Oekraïne die de internationale aanvoerketens nog verder onder druk zette en de energieprijzen omhoog joeg. Circana, de nieuwe naam van marktonderzoeker IRI en sinds jaar en dag berokken bij de FoodAwards, becijferde dat 2022 een van de zwakste introductiejaren is sinds 2002. De focus in de coronaperiode op de beschikbaarheid van producten en het doorvertalen van kostenstijgingen in hogere prijzen hebben veel levensmiddelenfabrikanten doen besluiten de introductie van nieuwe producten op een laag pitje te zetten. Het resultaat: de twintig grootste introducties uit 2022 behaalden een weekomzet van 1,2 miljoen euro (per actieve week
gemeten). In coronajaar 2020 lag die omzet nog op 1,6 miljoen euro. Weinig reden voor een feestje, zou je zeggen. Van de andere kant, met de FoodAwards – die dit jaar hun 35ste editie beleefden – worden merkfabrikanten niet alleen beloond voor hun introducties, maar ook aangespoord. Het Retailcollege, de jury van de FoodAwards, zag met name in laatstgenoemd aspect voldoende aanleiding om twaalf introducties uit 2022 een FoodAward toe te kennen.
Oei, ik groei
De uitreiking van de FoodAwards vond dit jaar opnieuw plaats op kasteel Amerongen. De presentatie was in handen van Esther Rozeboom, social impact adviseur en eigenaar van een pr- en communicatiebureau dat al jaren actief is in de levensmiddelensector.
‘Het beste managementboek dat ik ken is ‘Oei, ik groei’. Veel ouders zullen dat boek kennen. De achtereenvolgende sprongetjes in de ontwikkeling van een
kind laten zich eigenlijk goed vergelijken met het ontwikkelen, introduceren en tot bloei brengen van een nieuw product.’ Immers, fases als ‘de muur’ (tegenslag), ‘bewustwording’ (bijstelling) maar ook ‘euforie’ (wanneer een belangrijke horde genomen is) doorlopen levensmiddelenproducenten, wanneer ze een nieuw product op de markt brengen, aldus Rozeboom.
In een inleidend interview met Sjanny van Beekveld, business insights director bij Circana, kwam het ‘Oei, ik groei’thema terug. ‘Daarbij moeten we ons realiseren dat de introducties uit 2022 in 2020/2021 zijn ontwikkeld’, aldus Van Beekveld. ‘Dat is innoveren in tijden van crisis en heeft geleid tot de laagste innovatieomzet sinds de start van onze metingen in 2002.’
Let wel, innovatie moet hier opgevat worden als ‘het ontwikkelen van nieuwe producten’ – het zegt dus niet direct iets over het innovatieve gehalte van deze producten.
Zo bezien levert de categorie ijs volgens cijfers van Circana de hoogste innovatiebijdrage, gevolgd door bier en chips. Het zal dan ook niet verbazen dat volgens Circana ‘indulgence’ op basis van de omzet uit introducties in 2022 de belangrijkste trend was. Van Beekveld: ‘En spitsen we het toe op individuele levensmiddelenfabrikanten, dan heeft Unilever met een omzet van 22 miljoen euro (o.b.v. de totale omzet uit alle introducties, red.) veruit de hoogste innovatiebijdrage.’
Groot en klein
Ook de leden van de FoodAward-jury
– Thomas Douqué (inkoopmanager A-merken bij Superunie), Michel
Een discussie. Eerst met de jury (v.l.n.r. Thomas Douqué/Superunie, Jort Scholten/ Albert Heijn, Michel Engelbertink/Jumbo) en daarna met ‘de zaal’. Over het belang van innovatie, de soms moeizame route naar een plek op het schap (iets waar met name de kleine(re) bedrijven zoals Charlie's Organics op reageerden) en de oproep om meer samen te werken als het gaat om het ontwikkelen van nieuwe producten. Op de foto: Sander de Jonge en Kelvin Boerma (ook bekend als YouTuber Kalvijn) van Charlie's Organics.
Engelbertink (unit manager Bakkerij & Proteïne bij Jumbo) en Jort Scholten (vice president Commerce Support bij Albert Heijn) hadden zo hun gedachten bij introductiejaar 2022. Hoe ze dit keer tot hun nominaties en winnaars waren gekomen, wilde Rozeboom weten, alvorens tot de uitreikingen over te gaan. Scholten: ‘Dat doen we altijd in goed onderling overleg en we toetsen onze bevindingen ieder jaar ook weer bij onze eigen commerciële teams. Maar doorgaans komen we er wel voor het donker uit.’
Later, in een wat langer gesprek met de jury, gingen de leden dieper in op de verschillende beoordelingsaspecten en de gewenste vernieuwing in het supermarktassortiment. Voor
Engelbertink is ‘smaak’ als het gaat om voedingsproducten heel belangrijk. ‘Smaak is de allesbepalende randvoorwaarde. Daar staat of valt het succes van elk product mee. Wat we het afgelopen jaar hebben gezien, is dat nu ook plantaardige producten qua smaak volwassen beginnen te worden en zich inmiddels kunnen meten met hun traditionele tegenhangers.’
De mate van innovatie verschilt volgens de juryleden enorm per merk en product. Grote bedrijven zijn vanwege hun ruimere ontwikkelbudgetten daarbij in het voordeel, maar volgens Scholten heeft de jury zeker niet alleen de introducties van de grote A-merken in het vizier, maar probeert het ook oog te houden voor kleinere partijen die iets
weten toe te voegen aan het bestaande aanbod. ‘Juist in tijden van downtrading, zoals nu, hebben we behoefte aan relevante nieuwe producten – groot en klein – die de consument aanspreken.’
Drie r’en
Douqué, die als vertegenwoordiger van een inkooporganisatie een wat andere pet op heeft dan Engelbertink en Scholten, ziet dat fabrikanten worstelen met enerzijds de noodzaak van rendement en anderzijds de wil om te innoveren. ‘Dat is best een balanceer-act. Maar evenals mijn collega’s, zien onze leden en Superunie graag dat fabrikanten innoveren, met op dit moment natuurlijk wat meer nadruk op ‘value for money’.’ Wat volgens Scholten fabrikanten kan helpen bij het ontwikkelen van nieuwe producten, is om wat meer samen met retailers te ondernemen. ‘En doe iets met onze feedback. Dat helpt’, aldus Scholten.
Engelbertink: ‘Een werkwijze zoals we die met private labelpartners hebben, zou voor sommige A-merken ook heel goed kunnen werken.’ Het zijn volgens Douqué vooral de verschillen in waardebeoordeling van het product die tot meningsverschillen tussen handel en industrie leiden. Scholten: ‘Waar we vooral van af moeten, is de spiraal om via promoties de rotatie aan te jagen.’
9 mm
Samengevat spelen drie r’en volgens de jury dus een hoofdrol als het gaat om introducties: relevantie, rotatie en rendement en het zijn ook deze r’en die als belangrijkste beoordelingscriteria bij de FoodAwards worden gehanteerd. Wat de aanwezigen verder overhielden aan dit gesprek met de jury tijdens de uitreiking van de FoodAwards? De uitgestoken hand van de retail om tot meer samenwerking te komen. Na alle meningsverschillen over prijzen van het afgelopen jaar, mogen we dat als pure winst aanmerken.
Dan naar de uitreiking zelf. Zoals gezegd waren er twaalf reguliere FoodAwards om uit te reiken. De eerste tranche van vier FoodAwards werd verzorgd door jurylid Thomas Douqué.
• Viennetta Dessert IJs
Verjaardagstaart (Unilever):
‘Viennetta is nou niet het meest vooruitstrevende ijsmerk, maar met deze verjaardagstaart heeft Unilever toch een leuke nieuwe twist aan het merk gegeven. En ja, je kunt eigenlijk niet om dit product heen’, aldus Douqué. Namens Unilever namen brand manager Viennetta Kirsten Vermeer, sales director Albert Heijn Jeroen Turner en sales director Superunie
Daan Huijnen de award in ontvangst. Vermeer: ‘Viennetta bestaat al veertig jaar en is nog altijd een geliefd en nostalgisch merk dat vooral tijdens verjaardagen wordt gegeten. Zo kwamen we op het idee.’
• What the Fanta Pink (Coca-Cola): ‘We kennen Coca-Cola van oudsher als een voorzichtig bedrijf. Wanneer ze met een nieuw product op de markt komen, gaat dat gepaard met telefoonboeken aan onderzoek’, aldus Douqué. Maar, ziet hij: die voorzichtigheid heeft het bedrijf toch wat van zich afgeschud en daar is What the Fanta een mooi voorbeeld van. What the Fanta Pink droeg het afgelopen jaar ruim 22 procent bij aan de groei van het merk. De doelstelling om meer reuring rond het merk te creëren, is daarmee meer dan geslaagd.
Erik Rietveld en Thijs de Vos, beide associate director Customer Activation (maar voor verschillende verkoopkanalen) mochten de FoodAward in ontvangst nemen.
• Holie Crunchy Muesli (Holie Foods): Als relatieve nieuwkomer timmert Holie Foods behoorlijk aan de weg, vooral met de muesli van Holie die, in tegenstelling tot andere muesli’s, geen toegevoegde suiker bevat. Douqué was dan ook nieuwsgierig naar hoe het product nou gemaakt wordt. ‘Het is levensgevaarlijk om ten overstaan van bedrijven als Coca-Cola en Unilever je recept prijs te geven. Laat ik er dit van zeggen: een vezel afkomstig uit de chicoreiplant speelt een belangrijke rol in dit product’, aldus co-founder Merick Schoute.
• Knorr Veggie Wraps - tomaat (Unilever): ‘Unilever heeft groenten als innovatiethema voluit omarmd, zo ook weer bij deze variant. Wat in vers niet is gelukt, proberen ze nu in houdbaar’, aldus Douqué, met een knipoog verwijzend naar eerdere pogingen van Unilever om een positie in vers op te bouwen.
Nicole van der Burgh, marketing manager Knorr: ‘We weten dat er te weinig groente gegeven wordt. Hiermee helpen we de consument op een heel toegankelijke manier weer een stapje vooruit.’
De volgende vier FoodAwards werden uitgereikt door jurylid Jort Scholten.
• Charlie’s Organics Sparkling Water (Charlie’s Organics): ‘Als kleine speler heeft Charlie’s knap penetratie weten op te bouwen. Dat is in deze markt echt een prestatie’, vond Scholten. ‘We hebben geen enorme budgetten, maar maken gebruik van het bereik van
Kalvijn’, reageerde Charlie’s-founder Sander de Jonge. Want inderdaad, eveneens op het podium stond Kelvin Boerma, beter bekend als Kalvijn, die als influencer op sociale media meer dan een miljoen volgers heeft. Die beperkte zijn reactie tot ‘bedankt dat ik hier mocht komen.’ (Naderhand, tijdens een discussie tussen de jury en de zaal vertelde Kalvijn wat meer over zijn betrokkenheid bij Charlie’s. Onder meer dat hij Charlie’s benaderde en niet andersom en dat het bedrijf best een risico neemt met zijn betrokkenheid. Maar ook dat hij, Kalvijn, volledig achter het product staat: ‘Dit is gewoon het beste drankje.’
• Kwekkeboom Oven & Airfryer Nacho Cheese Flavour Bloemkool Nuggets (NewForrest): Als bedrijf heeft NewForrest het segment Airfryer- en ovensnacks gebouwd en het weet er steeds weer een nieuwe draai aan te geven, aldus de jury. Zo ook met dit product, waarmee het laat zien dat een lekkere warme snack ook geen vlees hoeft te bevatten. Scholten: ‘Slim om de neutrale smaak van bloemkool te combineren met een populaire smaak als nacho cheese.’ Volgens marketing manager Arina Abbring is het succes voor een belangrijk deel ook te danken
aan een aantal grote retailers die het product hebben omarmd.
• Food2Smile Very Berry & Gimme Gummy Mix (Food2Smile): Lekker suikervrij snoep maken is een echte uitdaging, weet ook Scholten. ‘Ik heb het ooit zelf geprobeerd, maar het is mij niet gelukt.’ Maar het is Food2Smile ook met deze nieuwe snoepjes weer gelukt. Oprichter Miriam Bouwens: ‘We zijn een kleine speler, maar groeien hard. We willen een innovatief en sociaal bedrijf zijn en daarmee de retail blijven verassen met lekkere, verantwoorde snoepjes.’
• Hands Off My Chocolate Smooth No Milk (Hands Off My Chocolate): ‘Jullie hebben een positie geclaimd in een categorie waar het al erg druk is. Maar dat is op een heel gedegen manier gebeurd. Het klopt ook met dit product weer als een bus’, aldus Scholten. De reden om met ‘Hands Off ’ volledig over te schakelen op ‘vegan’ was het inzicht dat voor melkchocolade net zoveel CO2 wordt uitgestoten als voor varkensvlees. Naderhand, tijdens een discussie tussen de jury en aanwezigen, vertelde Kitty Smeeten, grondlegger van Hands Off, dat die omschakeling best lastig was: ‘Niet iedereen begrijpt het meteen en dat heeft best impact op een bedrijf als het onze.’
De uitreiking van de laatste vier reguliere FoodAwards was in handen van jurylid
Michel Engelbertink.
• Stegeman Omelet Plakjes (Stegeman): ‘Een omelet als innovatie? Nee, dit product biedt de consument vooral convenience.’ Maar, zo moest Engelbertink toegeven, het is goed bedacht en hij was dan ook nieuwsgierig naar hoe het product tot stand is gekomen. Dat kon marketing manager Annemieke Boering wel uitleggen: ‘Uit onderzoek blijkt dat consumenten vlees het vaakst vervangen door ei. Dat zette ons op het spoor van ‘vleeswaren’ op basis van ei.’
• Verstegen Tafelgoud (Verstegen): Volgens Engelbertink vond de jury dit een moeilijke keuze. Tafelgoud is
immers een zoutvervanger die toch 18 procent zout bevat. ‘Maar wil je een gerecht toch wat hartiger maken, dan is Tafelgoud natuurlijk aanzienlijk beter dan 100 procent zout.’ Namens Verstegen namen product manager Maericke van der Burg en manager category development Ronald Laureijsen de FoodAward in ontvangst.
• Almhof Plantaardig Chocolade Mousse (Müller): ‘Dit is een categorie die extreem in beweging is en het is mooi om te zien dat Almhof daar producten aan toevoegt die zich op smaak weten te onderscheiden’, aldus Engelbertink. Daar was managing director André Wekema het natuurlijk graag mee eens. ‘We staan als Almhof voor lekker spul, ook als het plantaardig
FoodTopAward: Knorr Veggie Wraps
Volgens de jury is Unilever er met Knorr Veggie Wraps namelijk in geslaagd consumenten op een toegankelijke manier te helpen meer groente (en dus plantaardig) te eten. Nu zijn groentewraps op zichzelf niet nieuw, maar de waardering van de jury geldt vooral voor de beweging die Unilever heeft ingezet om steeds meer groenten aan producten toe te voegen. Unilever heeft Knorr, als merk en afzender van maaltijdoplossingen, uitgebouwd tot een begrip in vrijwel ieder Nederlands huishouden en weet met Knorr Veggie Wraps daardoor een grote groep consumenten aan te zetten tot het eten van meer groente. Het product heeft zich ontwikkeld tot een van de plantaardige kartrekkers in de categorie, heeft een uitstekende rotatie en is marktverruimend, zo vonden de leden van de jury.
De delegatie van Unilever – Jeroen Turner (sales director Albert Heijn), Nicole van den Burgh (marketing manager Knorr), Daan Huijnen (sales director Superunie) en Thomas van Duijn (brand manager Knorr) – kreeg de award overhandigd van jurylid Jort Scholten. Volgens Scholten was de lijst met genomineerde producten bij de FoodAwards dit jaar korter dan andere jaren, maar wel consequenter, met duurzaamheid en gezondheid als leidende thema’s, als het gaat om de winnende producten. ‘En dat laatste is goed, want juist dit soort introducties helpt ons als retailers ook om onszelf geloofwaardiger te maken in de strategie die we willen uitdragen. Zeker als een ‘grote reus’ als Unilever dit doet, Unilever heeft met Knorr Veggie Wraps de categorie echt verruimd.’ Jeroen Turner, sales director Albert Heijn bij Unilever: ‘Duurzaamheid komt in alles wat we doen terug, er wordt continu gekeken waar en hoe we impact kunnen maken.’
Dat is misschien niet altijd even zichtbaar en Unilever krijgt daarvoor als grote speler wellicht ook niet altijd de erkenning – ‘je ligt als groot bedrijf nu eenmaal wat sneller onder vuur’ – maar des te mooier is het om in de vorm van zo’n award een bevestiging te krijgen, aldus Turner. ‘Het is fijn als je inspanningen gezien en beloond worden.’ Naar aanleiding van het belonen van Knorr Veggie Wraps met de FoodTopAward ontstond naderhand een felle discussie op LinkedIn. Want waarom krijgt Unilever ‘een innovatieprijs voor een product – wraps op basis van groenten – dat door No Fairytales als eerste in Nederland op de markt is gebracht?’ Daarop liet marketing manager Knorr Nicole van der Burgh weten: ‘No Fairytales heeft groentewraps als eerste geïntroduceerd. Daarmee waren zij enorm innovatief en hiervoor verdienen zij uiteraard alle waardering. In de uitleg van de jury kwam duidelijk en terecht naar
is. Met deze chocolademousse hebben we de consument ervan kunnen overtuigen dat plantaardig net zo lekker is.’
• Chocomel Plant-Based (FrieslandCampina): Volgens
Engelbertink lijkt deze plantaardige chocomel sterk op het origineel. ‘Dat is niet alleen knap, het zorgt ook voor heel veel herhalingsaankopen.’ Brand leader Chocomel Robbert Kleiren vertelde dat de introductie van plantaardige producten nogal een ding is voor een zuivelcoöperatie. ‘Hier is drie jaar aan gewerkt. Er mocht pas een plantaardige Chocomel de markt op toen we vonden dat de smaak goed genoeg was. Dat was een goede beslissing, want juist over de smaak krijgen we nu veel complimenten.’
voren dat wij deze prijs niet krijgen voor de mate van innovatie, maar vooral als aanmoediging om onze missie – Nederland helpen meer groente te eten – ook buiten onze traditionele categorieën voort te zetten. Die uitdaging nemen we graag aan.’ Daar komt bij dat de aanname werd gedaan dat een FoodAward, en in het verlengde daarvan de FoodTopAward, een innovatieprijs is. Dat is niet zo. Met de FoodAwards worden jaarlijks de beste supermarktintroducties beloond. Daar speelt innovatie weliswaar een belangrijke rol in, maar er zijn meer beoordelingscriteria waar de jury naar kijkt (zoals de drie r’en relevantie, rotatie en rendement) maar ook de mening van de consument wordt meegewogen. Echte productinnovaties zijn schaars, zo bleek ook dit jaar weer, en de supermarktsector is er een waar navolging eerder regel dan uitzondering is.
Knorr Veggie Wraps won niet alleen een FoodAward voor de variant tomaat. De jury wees het bredere concept Knorr Veggie Wraps tevens aan als winnaar van de FoodTopAward 2023.DE VLASSCHUUR: VAN SALES NAAR PARTNER IN COMMERCIEEL POTENTIEEL
Een partner ben je wat ons betreft op alle vlakken. Dat gaat dus verder dan alleen sales in deeltijd, waar onze oprichter Cees Moree in 2001 ooit mee begonnen is. Om op het schap te komen én te blijven zetten we daarom vanaf nu onze gebundelde krachten in: sales, marketing en salestraining en talentontwikkeling. Omdat we zien dat de combinatie van deze expertises zorgen voor lange termijn resultaat, waar we echt het verschil mee kunnen maken. Op de winkelvloer én daarbuiten. Commercieel potentieel benutten in mens, product en onderneming. Daar gaan wij voor.
Wat betekent dat:
We geloven in succes als iedereen doet waar hij goed in is. De producent die met liefde en passie een kwalitatief product maakt, een medewerker die zijn kwaliteiten inzet, een retailer die focust op de winkelomzet en een consument die producten koopt waar hij blij van wordt. Ziet ons team potentie? Dan verbinden we deze partijen om commercieel potentieel optimaal te benutten. Met beide benen op de grond voor opdrachtgevers in Nederland, België en Duitsland, in het aantal uren of dagen dat passend is.
Voor de ondernemer (producent/leverancier)
Om jou commercieel echt verder te helpen zijn we realistisch en eerlijk. Zodat we samen bouwen aan jouw product en onderneming. We zetten onze
actuele (praktijk)kennis van de markt, formules en concurrenten in om jouw product op het schap te krijgen en te houden. In ons netwerk van grossiers, supermarktondernemers, retailers en foodservice partijen.
Voor de retailer
Wij zitten naast je aan tafel uit naam van onze opdrachtgevers met het doel om maximaal verantwoorde groei in jouw categorie of supermarkt te creëren. Elk gesprek gaan we aan met kennis van de categorie, de positie van het product van onze opdrachtgever en de meerwaarde voor jou om dit product te voeren. Dat ondersteunen we natuurlijk met actuele (markt) data, activatie en de blik vooruit. Om
commercieel potentieel aan beide kanten optimaal te benutten!
Persoonlijk contact is ons uitgangspunt, dus wij hebben altijd tijd voor een kop koffie!
De Vlasschuur Sales; krijgt jouw product op het schap
De Vlasschuur Marketing; zorgt voor (herhaal)aankopen
De Vlasschuur Academy; houdt jouw (sales)toppers scherp
Ontdek de vernieuwde Vlasschuur of solliciteer op onze Marketing vacature!
Dave Niestadt Commercieel directeur dave.niestadt@devlasschuur.nl06 8397 1209
Kim Reuter Marketing directeurkim.reuter@devlasschuur.nl
06 4187 1421
Naftali Vlaanderen Commercieel directeurnaftali.vlaanderen@devlasschuur.nl
06 1395 7522
Kruip onder de huid van de shopper
Met een goede promotie of shopperactivatie beïnvloed je het gedrag van de shopper, liefst binnen een paar seconden en zowel online als in de winkel. Welke stappen kun je volgen voor succesvolle shopper marketing en hoe vermijd je veel voorkomende valkuilen? Martin Kok van Cooks CrossOver geeft enkele praktijkvoorbeelden.
Door: Ivonne de Thouars
Cooks CrossOver helpt FMCGleveranciers in verkoopondersteuning en shopper marketing. ‘Het begint altijd met de formulering van een sterke commerciële strategie richting retailers en shoppers waaraan ook de divisies marketing en sales zich verbinden. Zo’n aanpak klinkt logisch, maar in de praktijk blijkt het vaak een uitdaging om tot zo’n sterke visie te komen die door alle afdelingen van het bedrijf als ijkpunt wordt gezien, als fundament voor het commercieel handelen. Om die commerciële strategie grondig binnen het bedrijf te implementeren, gaan we een langdurig traject aan met onze klanten’, vertelt Martin Kok.
Shopperactivatie vraagt om fikse investeringen, dus het is zaak dat je het baseert op goede inzichten, een grondige analyse en een sterke visie. Kok: ‘Een belangrijke valkuil is het ontbreken van een sterke visie en voldoende shopper insights. In de praktijk zie je nog weleens dat sales een aantal klantafspraken maakt en
supermarkt te plaatsen. Met een sterke categorievisie en onderbouwde, tailormade shopperactivaties heb je een grotere kans dat de retailer meegaat in de plannen.’
Onder de huid
Om inzichtelijk te maken met welke potentiële shoppers je bij voorkeur wil kunnen communiceren, haalt Kok de doelgroep door een zeef. ‘Hoe ziet jouw consument eruit, wie is de shopper en wat zijn de wensen? Door deze vragen te beantwoorden kom je tot een aantal inzichten. Op basis van die insights ontwikkelen we een ‘persona’ van de shopper. Hoe kun je de shopper activeren en wat zijn de barrières die je weg wil nemen?’ Als klassiek voorbeeld haalt hij de smaakwedstrijd van Lay’s aan: door de juiste shopper aan te spreken en een smaak te laten ontwerpen, groeide de betrokkenheid met het merk enorm. Kok haalt twee recente cases van Bolletje aan waaruit blijkt dat een campagne meer succes heeft als je echt
campagne zorgde voor een hogere brand awareness (naamsbekendheid, red.) en ook de merkwaarde van Bolletje werd hierdoor versterkt. Toch viel de conversie op de winkelvloer wat tegen. Bij een kritische evaluatie van de campagne kwam naar voren dat we dichterbij de shopper moeten blijven. En dat we die shopper moeten raken door hem goed te doorgronden.’
Tijd box. Met de inzet van influencers en de campagne “Wat voor ontbijter ben jij”, hebben we de ontbijtboxen online gepromoot. De online promotieactie werd doorgetrokken naar de winkelvloer. We zagen dat deze actie wél goed aansloot op de beweegredenen van de shoppers, ze herkennen zich erin. De uplift was hoog; de consument raakte door de campagne bekend met het Bolletjeassortiment met een hogere waarde en bleef deze ontbijtproducten kopen.’ De spectaculaire eerste activatiecampagne – waarbij consumenten konden ontbijten op de middenstip van het Ajaxstadion – versterkte wel de merkwaarde van Bolletje, maar op de winkelvloer vielen de resultaten tegen. De tweede campagne zorgde echt voor een stabiele, hogere conversie.
Houd het simpel
weten hoe ze dat moeten doen. Voor de periode rond nieuwjaar, op het moment dat mensen goede voornemens maken,
Uitgebreid Anders en de Ontbijt Geen
Tot slot is het juist bij shopper marketing belangrijk dat je de boodschap simpel houdt, zegt Kok. ‘Shoppers hebben weinig tijd en zeker bij producten in routine- of impulscategorieën moet je zorgen dat je binnen twee seconden opvalt, online en in de winkel. Als je ook het gedrag en de keuze van de shopper wilt beïnvloeden, dan moet je dat binnen zes seconden realiseren. De boodschap moet dus kort, duidelijk en activerend zijn.’ Voor Perfetti van Melle, die met haar snoepgoed beter op het cadeaumoment wilde inhaken, ontwikkelde Cooks CrossOver een flexibele display in de vorm van een cadeau. ‘De display kan worden ingezet voor diverse feestmomenten zoals Moederdag of de Avondvierdaagse. Buiten die cadeaumomenten trokken we de aandacht van de shopper met de vraag “Voor wie neem jij vandaag een cadeautje mee?” Een korte en duidelijke boodschap, die niet alleen de shopper activeert maar ook het gedrag verandert en de shopper inspireert om een impulsartikel als snoep mee te nemen als cadeau’, aldus Kok.
Pas bij het ontwikkelen van de ontbijtboxen sloot Bolletje met hulp van COOKS CrossOver aan bij de beweegredenen van de shoppers.
‘Voor een succesvolle shopperactivatie moet de boodschap kort, duidelijk én activerend zijn’
‘Het is een kunst om vindbaar te zijn op de website van de groothandel’
Het is inmiddels, zonder overdrijven, een miljardenbusiness. Hoewel er nog altijd groothandels zijn die hun bestellingen telefonisch opnemen, en zelfs nog faxen ontvangen, heeft e-commerce zo langzamerhand iedereen in de foodservice wel bereikt.
‘Maar er valt nog genoeg te optimaliseren, niet iedereen heeft zijn zaakjes al helemaal op orde’, weet Martin van Dam, oprichter van GROUP7. Hij maakt merkfabrikanten en groothandels wegwijs in de wereld van het online verkopen.
Zowel particulieren als bedrijven begonnen, nog wel met behoorlijk wat koudwatervrees, rond de eeuwwisseling de voordelen van het online bestellen van artikelen te zien. ‘In 1999 zijn bedrijven als Bol.com en Coolblue begonnen. Deli XL, de voorloper van het huidige Bidfood, was een jaar later de eerste grote partij in foodservice. Restaurantchefs en inkopers van horeca- en cateringbedrijven deden in die dagen natuurlijk allang gestructureerd hun bestellingen. Zij belden bestellijsten door, of stuurden een fax. Waar de consument moest wennen aan e-commerce, lag het dan ook wel voor de hand dat de adoptie in de foodservice snel zou gaan. Cruciaal was vooral dat de groothandel er open voor moest staan’, aldus Martin van Dam, oprichter van GROUP7.
Inmiddels halen de Nederlandse groothandels in foodservice gezamenlijk een geschatte omzet van ruim 7 miljard euro. Partijen als Bidfood en Sligro draaien online jaarlijks een miljard euro. Ze zouden daarmee – als ze als webwinkel zouden worden aangemerktin de top 100 van webwinkels hoge ogen gooien. Bol.com, Coolblue en Albert Heijn vormen de top 3, maar daarna volgen dan als nummer 4 en 5 direct Sligro en Bidfood. ‘Om maar aan te geven over wat voor grootheden we het hebben.’
Van Dam volgde de ontwikkelingen van dichtbij, hij begon aan het begin van deze eeuw bij Deli XL/Bidfood als manager verkoopbinnendienst. Daar werden destijds de eerste, voorzichtige stappen met e-commerce gezet. Eerder dan bij veel van de concurrenten overigens, een voorsprong die feitelijk tot op de dag van vandaag bestaat. Hij vertrok er als directeur e-commerce in 2011.
Belteams
Van Dam omschrijft de eerste digitale bestellingen als geautomatiseerde invullijsten. ‘Het was in die dagen van belang om de klant ervan te overtuigen dat je er als restaurant of horecazaak veel gemak van had als je online ging bestellen. Het begon met lijsten waarop dingen stonden die men al eerder had aangeschaft. Ook was het mogelijk zelf
favorieten toe te voegen. Het doen van herhaalbestellingen – want dat is in feite wat de meeste horeca en catering doet –kon nog zoveel makkelijker.’ Voor die tijd waren er wel een paar van die bestelprogramma’s, waarmee via
‘Het gaat online allang niet alleen maar om het bestellen. De websites van de groothandels zijn er ook ter inspiratie’
Martin van Dam, Group7
een piepende modem, contact werd gelegd met de groothandel. De meeste groothandels werkten echter met een belteam. Van Dam: ‘Ik kan me de zalen vol bellende vrouwen en mannen nog wel herinneren. Die zaten de hele dag bestellingen op te nemen, of faxen over te tikken; enorm tijdrovend werk. Voor groothandel én horecaondernemer.’ Vandaag de dag dient gemak de mens, tijd is geld. ‘Waar Deli XL in die dagen al een sterke focus op had, was gemak. Gemak voor de klant. Dat is natuurlijk nu niet anders. Je moet als groothandel al het mogelijke doen om het hem of haar gemakkelijk te maken. Sommige grossiers hebben dat helemaal in de vingers. Maar, ik zie ook nog genoeg voorbeelden waarbij ik denk: dat kan beter.’
Inspiratie
Het webshopkanaal is tegenwoordig ook dé plek voor chefs en inkopers om zich te oriënteren. Zij lopen niet per se meer tal van beurzen af, op zoek naar nieuwe producten. Hooguit pakken ze een bezoekje aan fysieke winkels of groothandels aan om nieuwe producten
door de hand te laten gaan en eventueel te proeven. Inspiratie vinden ze echter net zo makkelijk op het web. ‘Het gaat online allang niet alleen maar om het bestellen. De websites van de groothandels zijn er ook ter inspiratie. Dat maakt dat ze ook veel meer content moeten hebben. Je komt er niet meer met alleen een naam en een foto van het product, een goede toelichting is ook nodig. Je zult mensen moeten inspireren, bijvoorbeeld met tips waar ze het voor kunnen gebruiken. Je zult het in combinatie met andere producten willen tonen, of aan een bepaald thema willen koppelen. Content ter inspiratie, dat is de trend.’ Sterker nog, onderzoek leerde dat digitale kanalen van groothandels inmiddels de nummer 1 bron zijn waar oriëntatie en overweging plaatsvinden.
De platforms worden steeds groter. Inmiddels bestelt 85 procent van de markt online. De meeste klanten bellen gemiddeld nog maar minder dan één keer per maand met hun groothandel, bleek uit onderzoek van GROUP7. Als gespecialiseerd bureau in digitale marketing en e-commerce adviseert GROUP7 zowel groothandels als producenten in foodservice. Het team van acht adviseurs managet Van Dam samen met Carolien Plevier. ‘Ik help de groothandel.
Die inmiddels echt allang niet meer zonder webshop kan. Tegenwoordig werken we ook steeds meer met producenten, helpen ze zichtbaar te worden. Het is een kunst om vindbaar te zijn op de website van de groothandel. En om dan ook nog degene die je product ziet te verleiden om daarvoor te kiezen. Dat vraagt vanzelf om goede content.’ Natuurlijk zijn er zat groothandels die nog veel kunnen leren. Zo zijn er bedrijven waar je eerst een username en password moet invullen om überhaupt op de webshop te komen. ‘Dan ben je nog een eind weg van het inspireren van klanten, of nieuwe klanten’, weet Van
Praktijkvoorbeeld
Gevraagd naar een voorbeeld van hoe leveranciers hun producten goed vindbaar op de site van groothandels kunnen presenteren, noemt Martin van Dam de Like!Mayo van Remia.
Productomschrijving
"Like!Mayo is de eerste volledig plantaardige en ei-vrije mayonaise. Deze vegan mayo is daarnaast lactosevrij en allergenenvrij. Heerlijk zacht en romig met de smaak die u van mayonaise gewend bent. De volle smaak van Like!Mayo past heerlijk bij frites of gebakken aardappelen en op een rijk belegde sandwich. Bovendien is Like!Mayo een ideale basis voor uw eigen huisgemaakte sauzen en dressings. Kortom; een nieuwe standaard voor mayonaise. De 10 liter emmer in combinatie met de Remia dekseldispenser biedt u hygiëne en gebruiksgemak."
Dam. Ook zijn er nog webshops waar de basis nog altijd niet staat. Namen van producten zijn vanwege afgekorte bestelnamen moeilijk te interpreteren. Zonder plaatje erbij, of begeleidend tekstje, is een product zo goed als onvindbaar. Dat komt de verkoop vanzelfsprekend niet ten goede. ‘Bijna iedereen is langzaam maar zeker op de goede weg. Maar langzaam kan eigenlijk niet meer natuurlijk.’
Toekomst
Met de tijd werd e-commerce ook voor de groothandel een vehikel waarmee de klant te sturen bleek. Het is belangrijk om als producent én groothandel activaties te doen. Tegenwoordig kan met datagedreven modellen het perfecte aanbod voor diverse doelgroepen – klanten die het product niet gebruiken, het zo nu en dan kopen, of vaste klanten – worden bepaald. ‘Als aanbieder wil je klanten over halen iets te kopen in categorieën waar ze eerder niet kochten. Of je probeert als groothandel ze iets meer te laten kopen, of ze richting merken te sturen waar voor jou net wat meer voorkeur
bij ligt, omdat je er bijvoorbeeld betere afspraken mee hebt.’
In de toekomst gaat er, zo is de stellige overtuiging van Van Dam, nog wel wat veranderen. ‘Het is mijn verwachting dat een van de grote spelers zijn webshop gaat openen voor andere partijen, zoals Bol.com en Amazon nu. Er is al mee geëxperimenteerd, maar het is nog niet echt van de grond gekomen. Ik geloof echter wel dat er ruimte voor is. Ondernemers zitten nu toch al in de regel minimaal een keer en soms zelfs wel drie tot vijf keer per week op zo’n platform als van Bidfood of Sligro, dus het is voor heel veel partijen zinvol om je daar als partij aan te verbinden.’
Van Dam: ‘Als producent, als merkfabrikant zul je ervoor moeten zorgen dat je, ook voor de bedrijven uit de foodservice, je aanbod online op een onderscheidende manier aanbiedt. Nu nog kun je afspraken maken met de groothandel, maar als die groothandel straks concurrentie toestaat op het platform zul je echt moeten handelen, en met nog meer inspiratie, informatie én advies moeten komen.’
Like!mayo, emmer 10 ltr
Merk Remia
Inhoud 10 Liter
Netto gewicht 9,60 kg
Artikelnummer 079506
'Je product goed zichtbaar en vindbaar maken kan een uitdaging zijn. Een plantaardige mayo mag niet eens mayonaise genoemd worden. Zo’n product zit vol uitdagingen om het te presenteren en te activeren.'
Martin van Dam, Group7Invoering Nutri Score stelt ook fabrikanten voor de keuze
De overheid voert per 1 januari 2024 het voedselkeuzelogo Nutri-Score in. Hiermee zien consumenten in één oogopslag hoe de voedingswaarde van een product scoort. De invoering van het voedselkeuzelogo stelt ook fabrikanten voor de keuze. Naar verwachting treedt een verschuiving op naar producten met een hoge Nutri-Score (A of B). Welk effect heeft de Nutri-Score op je volumes en portfolio? En hoe kan je als fabrikant deze ontwikkeling naar je hand zetten?
Door: Gijsbert den Hertog, TSVC
Snel en gemakkelijk kunnen kiezen voor gezonde voeding is belangrijk. Een voedselkeuzelogo is één van de manieren om mensen hierbij te helpen. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen het logo van Nutri-Score – dat bestaat uit vijf
verkeerslichtkleuren van groen tot rood en de letters A tot en met E – goed begrijpen. Het geeft de consument meer informatie over het product en is een hulpmiddel om binnen een productcategorie te kiezen voor het product met de beste samenstelling.
Het volume voor drinkyoghurts met een Nutri-Score A, B of C groeit of daalt niet significant
Eerstvolgende aankoop uit het schap
Volume groei/daling % per Nutri-Score groep
Volume-invloed van Nutri-Scorelabel op diepvriesmaaltijden
Nutri-Score A: +21% volume = significant
Eerstvolgende aankoop uit het schap
Volume groei/daling % per Nutri-Score groep
Bedrijven zijn (nog) niet verplicht de Nutri-Score op hun producten te zetten. Maar als een bedrijf ervoor kiest de Nutri-Score op de verpakking van een merk te zetten, dan moet het wel op alle producten binnen dat merk komen te staan.
Tsja, daar sta je dan als (A-merk) fabrikant. Wat moet je doen? Welk effect gaat de Nutri-Score hebben op je volumes en portfolio? Moet je wel of niet aan de Nutri-Score beginnen? Het is tenslotte niet verplicht.
Normaal houden wij bij TSVC ons vooral bezig met het valideren van toekomstige volumes van nieuwe innovaties. Je kunt dan per item zien wat de toekomstige marktpositie wordt van de nieuwe producten in de markt. Met of zonder marketinginvesteringen. Wordt een item een Top Performer, Attractive, een Question Mark of Unattractive? Gaan we het wel of niet introduceren? Het is altijd prettig om voor de introductie al te kunnen weten of je innovatie een succes gaat worden.
In principe zou je een product met een toegevoegde Nutri-Score ook kunnen zien als een nieuwe innovatie. Wat worden de nieuwe volumes wanneer jouw (A-merk) producten een NutriScore krijgen? Wordt het volumeaandeel hoger, omdat je nu sterker kunt concurreren of wordt het juist lager, omdat er een andere merk-/productbeleving komt? En wat gebeurt er met de assortimentsverdeling? Aandacht voor deze vragen levert inzichten op waarmee je de toekomstige ontwikkelingen naar je hand kunt zetten.
Diepvriesmaaltijden, drinkyoghurt Omdat wij als onderzoekers ook nieuwsgierig zijn, hebben we in eigen beheer onderzoek gedaan naar het effect van de Nutri-Score op twee productgroepen: diepvriesmaaltijden en drinkyoghurt.
Voor iedere productgroep hebben we twee cellen getest. Cel 1 is het huidige schap en Cel 2 is een schap waar alle producten een Nutri-Score hebben. Wat is er veranderd in Cel 2? Het is natuurlijk niet chique om hier in te gaan op de merk- en itemontwikkelingen. Maar wat zeer interessant is, is wat er gebeurt met de Nutri-Score-groepen A, B, C, D en E. Het volume in onze test voor diepvriesmaaltijden met een Nutri-Score A groeit significant met 21 procent (zie
afbeelding). De toename gaat vooral ten koste van diepvriesmaaltijden met een Nutri-Score B. Er is dus een significante verschuiving te zien door het NutriScore-label. Er is dus werk aan de winkel in dit segment.
Het volume in onze test voor drinkyoghurts met een Nutri-Score A, B of C groeit of daalt niet significant (zie afbeelding). Hier geldt dat de NutriScore geen effect heeft op de volumes van drinkyoghurts.
Nieuwe claim
Hoe komt het dat de Nutri-Score bij diepvriesmaaltijden wel een significante verandering teweegbrengt en bij drinkyoghurts niet? Je zou de Nutri-Score kunnen beschouwen als een nieuwe claim die op de verpakking wordt geplaatst en die zeer goed in beeld is. Bij drinkyoghurts hebben veel producten al een '0 procent vet' claim. Deze zou je kunnen vergelijken met een hoge Nutri-Score (A of B). Het proces van 'kiezen voor producten met de betere samenstelling' heeft hier al plaatsgevonden.
zout en toegevoegde suikers, en de hoge hoeveelheid voedingsvezels en vitamines. Consumenten moeten begrijpen waarom jullie producten een verstandige keuze zijn voor hun gezondheid.
• Help consumenten bij het maken van bewuste voedingskeuzes. Dit kan variëren van recepten en maaltijdideeën tot artikelen en blogs over gezonde voeding. Focus op de voordelen van een gebalanceerd dieet en hoe jullie producten daarin passen. Door consumenten te informeren en te inspireren, vergroot je de kans dat ze voor de Nutri-Score A-maaltijden blijven kiezen.
• Werk samen met professionals om geloofwaardigheid en expertise aan Nutri-Score A producten toe te voegen. Voedingsdeskundigen, diëtisten of gezondheidscoaches kunnen aanbevelingen doen voor deze producten en ze aanbevelen als gezonde keuze. Dit kan gebeuren via gastblogs, video's, sociale media of andere kanalen waarop zij actief zijn.
van deze producten, zoals een uitgebalanceerde samenstelling van voedingsstoffen, een mogelijk beperkt gebruik van toegevoegde suikers of verzadigde vetten, en eventuele andere gezondheidsvoordelen. Dit kan het keuzeproces beïnvloeden.
• Verbeter de verpakking. Een aantrekkelijke en informatieve verpakking kan een groot verschil maken bij het aantrekken van consumenten. Zorg ervoor dat naast de Nutri-Score B andere relevante informatie, zoals het aantal calorieën, gezonde ingrediënten en de hoeveelheid suiker en vet, in combinatie met de smakelijkheid van de maaltijd duidelijk zichtbaar is op de voorkant van de verpakking. Dit kan de perceptie van consumenten over diepvriesmaaltijden met NutriScore B verbeteren.
Bij diepvriesmaaltijden heeft dit proces nog niet plaatsgevonden. Hier gaat de Nutri-Score een verandering in de marktverhoudingen teweegbrengen. Is dit voordelig of nadelig voor je merk en waarvoor moet je kiezen? Is het verstandig om de Nutri-Score te introduceren op je verpakking en moet je wel of niet ingrijpen in je portfolio? Een volume-validatie kan je het antwoord geven.
Groter marktaandeel
Stel je hebt een nieuw merk in diepvriesmaaltijden en deze hebben alle een Nutri-Score A. Wat zou je als fabrikant kunnen doen om je marktaandeel te laten groeien?
• Benadruk de gezonde eigenschappen van producten met een Nutri-Score A. Laat zien hoe jullie maaltijden bijdragen aan een evenwichtige voeding en een gezonde levens stijl. Benoem vooral ook specifieke kenmerken, zoals de lage hoeveelheid verzadigde vetten,
• Een aantrekkelijke en informatieve verpakking is essentieel om consumenten aan te trekken. Zorg ervoor dat de Nutri-Score A prominent zichtbaar is op de voorkant van de verpakking, samen met andere relevante informatie, zoals de voedingswaarde per portie, ingrediënten en allergeneninformatie. Gebruik ook aantrekkelijke afbeeldingen en kleuren om de kwaliteit en versheid van deze producten te benadrukken.
• Laat consumenten kennis maken met jullie Nutri-Score A-maaltijden. Het organiseren van samplingactiviteiten en proeverijen kan hen helpen de kwaliteit en smaak van jullie maaltijden te ervaren en hun perceptie te beïnvloeden.
Niet per definitie ongezond
Hoewel er naar verwachting een verschuiving plaatsvindt naar NutriScore A, betekent dit niet dat producten met een Nutri-Score B per definitie ongezond zijn. Wat te doen als je diepvriesmaaltijden veelal een NutriScore B hebben?
• Laat zien dat deze maaltijden veelal ook een goede voedingswaarde hebben. Wijs consumenten op de positieve eigenschappen
• Richt je op de juiste doelgroep. Dit kunnen bijvoorbeeld consumenten zijn die bewust met hun voeding bezig zijn, maar niet per se de strengste criteria van Nutri-Score A naleven. Benadruk de voordelen die deze producten hen bieden, zoals een zeer smaakvolle maaltijd met goede voedingswaarden.
• Organiseer proeverijen. Evenementen waarbij consumenten de kans krijgen om jullie producten met een Nutri-Score B te proeven kunnen hen helpen de kwaliteit en smaak van jullie maaltijden te ervaren en hun perceptie te beïnvloeden. In het uiterste geval zou je de NutriScore B ook weg kunnen laten, als blijkt dat dit een positief effect heeft op de aankoopvolumes. Een onderzoek naar volume-validatie kan zorgen voor het verlossende antwoord.
Je zou de Nutri Score kunnen beschouwen als een nieuwe claim die op de verpakking wordt geplaatst
VAN ONDERBUIKGEVOEL NAAR FACTBASED DATA:
‘Dat geeft grond voor gesprek bij retailer’
Natuurlijk hadden ze bij chocolademerk Lindt wel ongeveer een beeld van wat een schapombouw en schappushers zouden doen met de verkoopcijfers. Maar een feitelijke bevestiging, gebaseerd op een 'profileronderzoek' van Circana, besluit wel wat prettiger dan een onderbuikgevoel.
Bovendien bleken de wijzigingen in het schap effect te hebben op de hele categorie. En zo heeft de fabrikant ook een goed argument richting retailers.
Door: Circana
Foto: Guido Benschop
Een zeurend kind, schreeuwende displays, een binnenkomend appje en een vakkenvuller met een lekker luchtje; consumenten hebben voor het schap te maken met talloze prikkels die hun keuze voor een product beïnvloeden. Dat was dan ook de reden dat chocoladefabrikant Lindt bij het sluitstuk van een shopperonderzoek naar het effect van schapombouw, de feitelijke verkoopgegevens uit de fysieke winkels wilde meenemen. ‘Geen nabootsing van het schap op de computer, zoals bij shopperonderzoeken ook weleens gebeurt. We wilden een reëel beeld hebben’, zegt Vincent Massemyn. Hij is bij Lindt, een premium chocolademerk dat sinds 2019 op de Nederlandse markt te vinden is, verantwoordelijk voor trade marketing, category management en field sales.
Ooghoogte en schappushers
Het veldonderzoek dat Massemyn voor ogen had, was het laatste stadium van een groot shopperonderzoek waarbij de resultaten uit eerdere fases werden getoetst. Hiervoor werden twee wijzigingen in het schap doorgevoerd. Massemyn: ‘We wilden weten wat de sales uplift zou zijn als onze Excellence repen van de bovenste plank naar ooghoogte werden gebracht, én schappushers werden ingezet, die de repen vooraan het schap plaatsen en zorgen dat ze in een staande positie blijven. Uiteraard wilden we de impact van deze schapombouw meten voor onszelf, maar ook voor de totale chocoladecategorie – dus welke omzetgroei de retailer hiermee zou bereiken.’
Vanwege de wens naar een ‘factbased’ onderzoek, kwam Massemyn uit bij
Circana (voorheen IRI), een fullservice marktonderzoeksbureau met de focus op de FMCG en retail. Massemyn werkte ooit zelf bij het bedrijf en ook bij zijn vorige werkgever Hero maakte hij geregeld gebruik van de diensten van Circana. Het type onderzoek waarvoor hij nu het bureau benaderde – ook wel profiler onderzoek genoemd – is één van de tactische oplossingen die het bedrijf biedt. Matthijs van der Pas, head of commercial solutions bij Circana, vertelt: ‘Analytics ondersteunen fabrikanten en retailers ook bij meer strategische vraagstukken, zoals het optimaliseren van het assortiment of de prijs/promotie strategie. Voor de meer tactische vraagstukken kun je gebruikmaken van een aantal oplossingen, waaronder het profiler onderzoek. Alle onderzoeken zijn gebaseerd op wekelijkse scanningsdata van bijna alle Nederlandse supermarkten. Die worden verwerkt naar hapklare brokken en vervolgens geleverd aan afnemers – veelal fabrikanten. Daarbij worden ook de gegevens uit de data geanalyseerd die klanten ondersteunen bij businessvragen die zij niet zelf uit hun databases kunnen analyseren. Zo zijn we ook aan de slag gegaan voor Lindt.’
Appels met appels vergelijken
Voor het zover was, werden eind vorig jaar, net voor de start van het grote chocoladeseizoen, in vijftig winkels verdeeld over meerdere formules de chocoladeschappen (deels) omgebouwd. De effecten van zowel de verplaatsing naar ooghoogte, als schappushers, als de combinatie van beide wijzigingen, werden vervolgens in het onderzoek meegenomen. Circana heeft de sales performance van het cluster testwinkels
geanalyseerd over acht weken en dit afgezet tegen een cluster van vergelijkbare winkels (controlewinkels) waar het schap niet werd omgebouwd.
te rollen over alle winkels – het loont echt.’ Van der Pas vult aan: ‘Een beter bewijs om retailers te overtuigen is er niet; de analyse is immers gebaseerd op werkelijke verkoopdata. Zo haal je al veel tegenargumenten weg. Retailers kunnen op basis van de uitkomsten ook makkelijk de return on investment berekenen.’
Deze controlewinkels matchen met de testwinkels, zo hebben ze vergelijkbare omzetten op categorie en merk en hebben ze ongeveer hetzelfde vloeroppervlak. Ook waren in deze winkels dezelfde omstandigheden aanwezig met betrekking tot de categorie, dus bijvoorbeeld dezelfde – of geen –promoties. Van der Pas: ‘Zo vergelijk je appels met appels en wordt het effect van de nieuwe schapindeling geïsoleerd.’
Geen beter bewijs
De precieze uitkomsten van het onderzoek kan Massemyn niet delen. ‘Maar we hebben absoluut kunnen concluderen dat de veranderingen het beoogde effect hebben gehad; ze hebben duidelijk tot een sales uplift geleid. Dit hadden we wel verwacht, maar het profiler-onderzoek heeft dit bevestigd en dat maakt besluitvorming makkelijker. De grote verrassing was dat ook de totale categorie een omzetgroei liet zien. Een heel mooi argument voor ons om category managers aan te moedigen te investeren in de schappushers en de schapombouw uit
Van der Pas ziet dat veel fabrikanten een profiler-onderzoek inzetten om retailers te kunnen adviseren. ‘Het is bovendien heel breed inzetbaar; van allerlei marketingactiviteiten op of rondom de winkelvloer – bijvoorbeeld second placement of sampling/product demonstraties – kun je het effect op salesuplift meten en analyseren. Maar je kan bijvoorbeeld ook onderzoek doen naar de vraag wat een bepaalde plek op de winkelvloer doet. Vaak is er wel een onderbuikgevoel van wat werkt en wat niet. Maar als je de data in handen hebt, is er geen twijfel meer.’
Relatie met retailer
Eén van de formules waar het profileronderzoek voor Lindt is uitgevoerd, heeft inmiddels de aanbevelingen van de chocoladefabrikant overgenomen; de andere deels. Massemyn: ‘Maar we gaan de uitkomsten natuurlijk meenemen in de jaargesprekken bij alle formules. Zo’n onderzoek is een mooie toevoeging aan de samenwerking met retailers. Het is een praktische tool die grond geeft voor een gesprek en je een meer gelijkwaardige positie geeft in bijvoorbeeld een jaargesprek. De vraag hoe je samen de hele categorie laat groeien, is natuurlijk heel relevant voor retailers. Daar gaat uiteindelijk de handel over.’
‘Een beter bewijs om retailers te overtuigen is er niet’
-Matthijs van der Pas, head of commercial solutions
bij Circana
Goede werksfeer wordt vaak onderschat
Als je als supermarktmanager kampt met arbeidskrapte, dan heb je vermoedelijk in het verleden te weinig aandacht besteed aan de sfeer binnen en aan aandacht voor jouw team. Dat is zonde, omdat het sinds de coronapandemie alleen nog maar lastiger is geworden om geschikt personeel te vinden. Want er staan geen tien werknemers in de rij voor een vacature om in jouw winkel te komen werken, zoals voor de pandemie het geval was, maar de werknemer heeft wel tien banen om uit te kiezen. Een goede werksfeer, waar warmte en duidelijkheid de boventoon voert, kan voor werknemers een belangrijk argument zijn om loyaal te blijven aan jou en zijn of haar collega’s. Daarnaast kan het voor sollicitanten momenteel echt het verschil maken tussen willen werken in jouw supermarkt of toch kiezen voor een baan in de horeca, bijvoorbeeld.
Ik loop al ruim twintig jaar mee in de supermarktbranche en ik merk dat een goede werksfeer onder supermarktpersoneel vaak onderschat
wordt door de leiding. Ongeveer de helft van de supermarkten in Nederland worstelt hiermee. Dat zijn een hoop ongelukkige werknemers, en dat sijpelt door naar de winkelvloer en uiteindelijk komt het ook bij de klanten terecht. Ik zeg altijd: je hebt managers en leiders, en leiders inspireren hun werknemers van nature meer dan managers, die zich eerder blindstaren op regels zonder aandacht voor de context. Als jij als supermarktmanager de benodigde cultuuromslag qua werksfeer zelf niet kan bewerkstelligen, dan is het in elk geval belangrijk dat je dat zelf inziet. Dan kan het ook volstaan door de juiste mensen daarvoor aan te stellen die je daarbij gaan helpen.
Ik ben op mijn dertiende begonnen in de supermarkt en op mijn 21ste werd ik supermarktmanager en had ik de leiding over honderd man personeel. Als jochie kwamen de inzichten met de jaren, en sinds een jaar of zes – ik ben nu 35 –houd ik mij vooral bezig met het trainen/ coachen van supermarktpersoneel. Voor werknemers is het ontzettend belangrijk
dat ze precies weten wat hun verantwoordelijkheden zijn.
Weten wat er van je verwacht wordt, zorgt dat er op de werkvloer geen ruimte ontstaat voor discussie en taken en regels niet verschillend geïnterpreteerd worden. Zeker in de huidige tijd, waarin 16-18-jarig personeel amper te vinden is en dus 14-15-jarigen worden aangenomen, is die structuur nog belangrijker. Als je die duidelijkheid als supermarktmanager koppelt aan warmte naar je personeel zorgt dat samen voor een bedrijfs-DNA waarin een veilige en prettige werksfeer vanzelfsprekend is.
Ben jij een supermarktondernemer met een inspirerend verhaal of kritische noot en wil je dat delen met vakgenoten?
Meld je aan voor de wisselcolumn via vakblad@foodpersonality.nl.
Alle facetten die van belang zijn om een te zijn voor de foodretail! goede handelspartner
KENNISPARTNER | MOTIVACTION
Met ruim 100 onderzoekers is Motivaction is het grootste onafhankelijk (markt-)onderzoeks- en adviesbureau van Nederland. Wij zijn constant op zoek naar de ‘why’ achter het gedrag van mensen en organisaties en onderzoeken daarvoor niet alleen het gedrag maar vooral ook de waarden, motieven, aspiraties en leefstijl van mensen. Naast beproefde onderzoekstechnieken zijn wij ook actief bij neuro-onderzoek en maken we het gedrag op de winkelvloer met eye-tracking inzichtelijk.
CONTACT
Marnixkade 109F, 1015 ZL Amsterdam
T: +31 (0)20 589 83 83
E: info@motivaction.nl
E-COMMERCE | GROUP7
Slimmer werken werkt beter! Daarom werken wij voor onze klanten aan datagedreven marketing en e-commerce. We werken vanuit Nederland en België, voor klanten in de Europese foodservicemarkt. Voor fabrikanten die met hun producten beter zichtbaar en vindbaar willen worden in de belangrijkste webshops. Met A-merken die willen groeien door sterke activaties. En voor groothandels die meer resultaat willen halen uit hun e-commerce.
CONTACT
T: Martin van Dam, 06-20608662
E: martin.vandam@group7.eu
DATA | BUREAU VAN WEERD
Bureau van der Weerd is een landelijk opererend onderzoeksen adviesbureau gespecialiseerd in supermarkten en boodschappencentra, waarbij de supermarkten de bepalende consumententrekkers zijn. Bureau van der Weerd verricht vestigingsplaatsonderzoek, diverse marktanalyses en distributieplanologisch onderzoek (dpo) voor supermarktformules (inclusief franchisenemers) vastgoedpartijen en gemeenten.
CONTACT
H.M. Van Randwijklaan 18, 1462 XS Middenbeemster
E: info@bureauvanderweerd.nl
T: 0642348512 www.bureauvanderweerd.nl
INNOVATIE | TSVCTHE SMART VALIDATORS COMPANY
Weet al vóór de introductie dat uw innovatie succesvol zal zijn! 80 procent van de FMCG-innovaties slaagt niet. Bij TSVC houden wij ons vooral bezig met het valideren van toekomstige volumes van nieuwe innovaties. Je kunt dan per item zien wat de toekomstige marktpositie wordt van de nieuwe producten in de markt. Wordt een item een Top Performer, Attractive, een Question Mark of Unattractive? Komt uw innovatie door al deze intensieve CSI checks heen? Dan wordt het een succes!
CONTACT
T: +31 6 206 186 11
E: gdenhertog@tsvc.nl www.tsvc.nl
CATEGORY MANAGEMENT & TRADE MARKETING | CATEGORY & TRADE COMPANY
De Category & Trade Company is dé partner in groei voor food, retail, industry, wholesale en e-commerce in formule-, category- en space management. Wij geloven dat echte groei voortkomt uit denken vanuit de shopper en de winkelformule én samenwerking tussen retailer en leverancier met als doel een betere winkelbeleving voor die klant. Daarom helpen we met: kennis vergroten door onze trainingen, data vertalen naar informatie en insights, opstellen van categorievisies en categorieplannen, en versterken van de retailformule en implementeren door space management. En door de inzet van onze specialisten bij onze
klanten op het vakgebied van Category Management, Trade Marketing, Space Management en Formule.
CONTACT
Hamseweg 119
3813 CZ, Amersfoort
T: +31 33 43 285 47
E: info@ct-company.nl www.ct-company.nl
Is jouw bedrijf onmisbaar om een goede handelspartner voor de foodretail te zijn?
Neem dan contact op met Mark Peeters via mark.peeters@foodpersonality.nl.
DATA | CIRCANA
Circana is een van de grootste leveranciers van Big Data, voorspellende analyses en toekomstgerichte inzichten die FMCGfabrikanten, leveranciers van zelfzorgproducten, retailers, financiële dienstverleners en mediabedrijven helpen hun bedrijf te laten groeien. Circana begeleidt meer dan 5.000 klanten wereldwijd bij hun streven om relevant te blijven, marktaandelen te winnen, consumenten te bereiken, samen te werken met sleutelpartijen en de hoogste groeit te
RETAIL EXECUTIE | ROAMLER
Roamler maakt gebruik van een community van duizenden consumenten die klaarstaan om audits of merchandising- en salesactiviteiten namens FMCG-bedrijven of retailers uit te voeren waar en wanneer dat nodig is. Met behulp van onze geavanceerde Roamler app wordt de informatie vanaf de winkelvloer gevalideerd en beschikbaar gemaakt via real-time dashboards en rapportages, waardoor opdrachtgevers datagedreven, actie-georiënteerde beslissingen kunnen maken om efficiëntie, flexibiliteit en ROI te verbeteren.
CONTACT
NDSM Plein 20-26, 1033 WB Amsterdam
T: +31 20 8202580
E: salesNL@roamler.com www.roamler.com
INTERIM | DE KAMELEONS
Steeds meer bedrijven huren interim professionals in om tijdelijke taken en projecten te coördineren en uit te voeren. Al onze leden hebben minimaal vijftien jaar ervaring in FMCG-organisaties en zijn daarnaast al vele jaren actief als interim professional. Daardoor weten steeds meer organisaties ons te vinden met concrete opdrachten en dit geldt ook voor bemiddelingsbureaus. Als uw organisatie commerciële uitdagingen heeft neemt u dan gerust contact met ons op.
CONTACT
- Joost Verhagen: 06-21132867
Arjan Oosterlee: 06-53161268
Dick ten Voorde: 06-34532829
E: info@dekameleons.com
SHOPPERMARKETING | COOKS CROSSOVER
COOKS is dé specialist in Shopper Marketing en E-commerce). We helpen verkoop (key account management en field sales) jaarrond met inhoudelijk sterke en impactvolle tradecommunicatie. We maken van shoppers kopers met doordachte Shopper Marketing inclusief impactvolle creaties voor offline en online. En we bieden een integrale totaalaanpak voor E-commerce.
CONTACT
E: info@cookscrossover.com
T: +31 (0)78 6133000 www.cookscrossover.com
realiseren. Ook benieuwd wat Circana voor uw organisatie kan betekenen?
CONTACT
Joost Slagt, CPG Country Leader
T: +31 6 22 77 28 99
E: joost.slagt@circana.com
SALES/MANAGEMENT | RETAILMADE
Retailmade ondersteunt ondernemingen op het gebied van sales(strategie) in foodretail en foodservice, vanuit een totaalaanpakvisie. Zoals met het leggen van de eerste contacten, met het versterken van de relatie met de counterpart, met het realiseren van succesvolle productopnames, met uitbreiding van distributie, met vergroten van rendabele omzet, met het behalen van de beste resultaten uit een onderhandeling tijdens jaargesprekken en met het vergroten van professionele salesvaardigheden. Resultaat: een volwaardige gesprekspartner die in zijn kracht staat en de gestelde doelen realiseert. Ruim 30 jaar ervaring aan industrie- en retailzijde.
CONTACT
T: 06-34532829
E: dick@retailmade.com www.retailmade.com
SALES/BUITENDIENST | DE VLASSCHUUR
Wij zien én benutten commercieel potentieel in mens, product en onderneming. Op de winkelvloer en daarbuiten. Altijd samen en voor het succes van onze opdrachtgever. Door inzet van onze gebundelde krachten: Sales, Marketing, Salestraining en talentontwikkeling. Zorgen we ervoor dat jouw product op het schap komt, gespot en gekocht wordt en jouw salesteam lekker in zijn vel zit en resultaat oplevert.
CONTACT
Marktveld 10, 3264 AL Nieuw-Beijerland
T: +31(0)186-694964
E: info@devlasschuur.nl
C-LEVEL | HIGH TOUCH EXECUTIVE SEARCH B.V.
HighTouch levert mensenwerk op het hoogste niveau. Wij verdiepen ons via persoonlijke gesprekken in de drijfveren, ambities en idealen van elke kandidaat en opdrachtgever. We vertellen hierbij ook ons eigen verhaal. Zodat u weet hoe we denken en handelen. En vooral waar we met u naartoe willen en langs welke weg we dat gaan bereiken. U bent hierbij vanzelfsprekend verzekerd van uw vaste aanspreekpunt. Want een persoonlijke benadering betekent bij
HighTouch: hoogstpersoonlijk.
CONTACT
Sniedersweide 28, 7123 AK Aalten
Phone number: +31 (0)6 55 36 22 53
Chamber of Commerce number: 09134359 www.hightouchglobal.com info@hightouchglobal.com
Agenda 2023
GASTVRIJ ROTTERDAM
18-20 SEPTEMBER | AHOY, ROTTERDAM
Gastvrij Rotterdam is dé horecavakbeurs voor ambitieuze horecaprofessionals. Als hoogstaand gastronomisch platform brengen we de laatste trends, ontwikkelingen en inspiratie naar jou.
www.gastvrij-rotterdam.nl
DUTCH FOOD WEEK
7-14 OKTOBER | NEDERLAND
Het is de nationale week waarin we in heel Nederland met elkaar extra stilstaan bij ons voedsel. Want het gaat bij voedsel om onze gezondheid, om onze toekomst en om een goed leven.
www.dutchfoodweek.nl/home/nl-nl/market
ANUGA 7-10 OKTOBER | KÖLN, DUITSLAND
De ‘Allgemeine Nahrungs- und Genussmittel-Ausstellung’ geldt als 's werelds grootste handelsbeurs op het gebied van levensmiddelen en hygiëne en processing. De Anuga omvat tien beurzen in verschillende categorieën levensmiddelen.
www.anuga.com
NATIONAAL FOOD CONGRES
9 & 10 OKTOBER | KURHAUS SCHEVENINGEN
Het jaarlijks Nationaal Food Congres – dit jaar de dertigste editie – is uitgegroeid tot een van de belangrijkste evenementen van de Nederlandse levensmiddelenbranche. In tegenstelling tot de meeste andere congressen biedt het Nationaal Food Congres een hoog intellectueel niveau.
www.nationaalfoodcongres.nl
FREE FROM FOOD
SUPERMARKT VASTGOEDCONGRES
9 NOVEMBER | NNB
Na de succesvolle edities van afgelopen jaren organiseren we voor de twaalfde keer op rij het Supermarktvastgoedcongres met natuurlijk ook de uitverkiezing ‘Mooiste nieuwe supermarkt van Nederland’.
www.supermarktenruimte.nl/events
21 & 22 NOVEMBER | RAI, AMSTERDAM
De elfde editie van de jaarlijkse ‘most wanted Europa Free From Food Retail Exhibition’, geïnitieerd door de industrie en ondersteund door de toonaangevende certificerende verenigingen, alles onder één dak. De toekomst van veganistisch, plantaardig, ‘free from’, biologisch, functioneel en gezond eten, drinken en kant-en-klare oplossingen.
www.amsterdam.freefromfoodexpo.com/home
Trade communicatie tool | Supermarktvakbladen 2023
Bron: Retriever Mediadatabase '22, NielsenIQ & corporate websites
SUPERMARKTEN
ANUGA
ANUGA
ANUGA
ANUGA
ANUGA
ANUGA
ANUGA
ANUGA