Editie Land- en tuinbouw - De Standaard 2018

Page 1

DEZE THEMABIJ LAGE WORDT GEPUBLICEERD DOOR MEDIAPLANET EN VALT NIET ONDER DE VERANTWOORDELIJ KHEID VAN DE REDACTIE VAN DE STANDAARD

SEPTEMBER 2018 WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

Land- en tuinbouw Europees parlementslid

Tom Vandenkendelaere: "We moeten dringend meer aandacht besteden aan jonge boeren, zij zijn de toekomst van onze sector."

INNOVATIE P04 Afvalwater hergebruiken op het veld.

KORTE KETEN P13 De troeven van lokale producten.

DAG VAN DE

LANDBOUW

ZONDAG 16 SEPTEMBER

45 land- en tuinbouwbedrijven zetten hun deuren open voor het publiek www.dagvandelandbouw.be - Vind ons leuk op facebook.com/dagvandelandbouw

© FOTO: KRIS VAN EXEL

SMART DIGITAL FARMING P06-07 De uitdagingen volgens onze experten.


2

WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

MEDIAPLANET

VOORWOORD

Duurzaamheid Ontdek hoe de CO2-uitstoot van de melkveesector de afgelopen jaren met een kwart gedaald is. P05

Klimaatinspanningen onder de loep De klimaatverandering wordt steeds meer voelbaar - ook voor onze land- en tuinbouwers. Zelf doen zij alvast heel wat inspanningen om hun klimaatimpact te verminderen, mét resultaat. Meer uitleg door Sonja De Becker, voorzitter van Boerenbond.

Vleesindustrie De consument is bewuster en veeleisender geworden. P15

www.duurzametoekomst.be

tor produceert zo hernieuwbare elektriciteit voor minstens 7.500 families. Sonja De Becker Voorzitter Boerenbond

D

e klimaatopwarming betekent voor landbouwers dat ze moeten leren omgaan met steeds meer extreme weersomstandigheden, zoals bijvoorbeeld de huidige periode van droogte. De sector heeft er dan ook alle belang bij dat de klimaatafspraken uit Parijs worden nagekomen. Zelf legt de Vlaamse land- en tuinbouwsector alvast een positief rapport voor als het gaat over zijn klimaatinspanningen. Enkele voorbeelden:

❚ ❚ Broeikasemissies Zo is de Vlaamse landbouw beduidend properder dan landbouw elders in de wereld. Onze sector is verantwoordelijk voor 8% van de Vlaamse broeikasgasemissies, terwijl landbouw wereldwijd verantwoordelijk is voor 24% van die uitstoot. Tussen 1990 en 2015 verminderde de uitstoot van broeikasgassen door de Vlaamse land- en tuinbouw met 24%. De totale uitstoot in Vlaanderen daalde tussen dezelfde periode met slechts 12%. Landbouw scoort dus beter dan de andere sectoren. ❚ ❚ Hernieuwbare energie Een groot aandeel van onze bedrijven produceert ook hernieuwbare groene energie. Op veel stallen en loodsen liggen zonnepanelen en op heel wat veebedrijven staat een vergister die van mest groene energie maakt. De Vlaamse land- en tuinbouwsec-

❚ ❚ Warmtekrachtkoppeling Daarnaast maakt de glastuinbouw zeer efficiënt gebruik van brandstoffen door warmtekrachtkoppeling. Met het verwarmen van serres worden niet alleen lekkere groenten gekweekt, maar wordt er tegelijk ook elektriciteit geproduceerd die door gezinnen wordt gebruikt. Hierdoor blijft het elektriciteitsnet in evenwicht en kunnen stroompannes voorkomen worden. ❚ ❚ Dierlijke eiwitten Varkens, kippen en koeien zetten restproducten die niet geschikt zijn als voedsel voor de mens om in hoogwaardige eiwitten die wel geschikt zijn voor consumptie. Bij een volledig plantaardig dieet blijven deze reststromen onbenut voor menselijke consumptie en stijgt de nodige landbouwoppervlakte. ❚ ❚ Biomassa Tot slot dragen landbouwers bij tot de productie van biomassa nodig om onze volledige economie duurzamer te maken, denk bijvoorbeeld aan groene chemie. Weilanden leggen koolstof uit de lucht vast en slaan die op. Onder grasland wordt bijvoorbeeld evenveel koolstof opgeslagen als onder bos. Dubbele opdracht

Wij verminderen dus stelselmatig onze klimaatimpact. Desondanks is de impact van de klimaatverandering op onze sector onmiskenbaar en moeten we ons dus wapenen tegen onder meer die extreme weersomstandigheden. We staan dus voor een dubbele opdracht: onze klimaatimpact verder verminderen én tegelijk onze productie meer klimaatbestendig maken. Wij nemen de handschoen op. Hierbij dan ook de oproep naar andere sectoren om ook hun engagement naar het reduceren van broeikasgassen na te komen. ■

Ecologisch moestuinieren: lees op onze website de tips van Bartel Van Riet.

LAND- EN TUINBOUW ❘ SEPTEMBER 2018 Managing Director: Leoni Smedts Head of Production: Daan De Becker Production Manager: Nicolas Mascia Digital Manager: Stijn Rosiers Business Developer: Matthias Liekens Project Manager: Marijke Smets ❙ Tel: +32 2 325 66 52 E-mail: marijke.smets@mediaplanet.com Redactie: Joris Hendrickx ❙ Diederik Vandendriessche Sijmen Goossens ❙ Sandra Gasten ❙ Eline Maeyens Roosje Lowette ❙ Lieve Jorens ❙ Matthias Vanheerentals Silke Vandenbroeck Lay-out: i Graphic ❙ E-mail: info@i-graphic.be Print: Mediahuis ❙ Distributie: De Standaard Mediaplanet contactinformatie: Tel: +32 2 421 18 20 E-mail: redactie.be@mediaplanet.com ❙ D/2018/12.996/30

VOLG ONS /Mediaplanet Mediaplanet Belgium

Meer info op: www.boerenbond.be/zwerfvuil

@MediaplanetBE Mediaplanetbe

Mediaplanet Belgium


WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

MEDIAPLANET

3

Groenten en fruit: op welke labels moet je letten? Verantwoordelijke kwaliteit LAVA

© FOTO: PRIVÉ

Raf De Blaiser

verwachten: milieubewust geproduceerde groenten met een hoge kwaliteit die altijd vers verkocht worden. Ook de producent wist heel goed wat van hem verwacht werd als het ging over teelttechnieken, gewasbeschermingsmiddelen of hygiëne tijdens het hele productieproces.” Welke meerwaarde biedt een extra keurmerk dan nog?

Groenten en fruit van de LAVAveilingen dragen het Flandrialabel. Dat bestaat al sinds 1995 en garandeert tot op vandaag producten van topkwaliteit met een heerlijke smaak. Het Verbond van Belgische Tuinbouwveilingen pakt sinds een aantal jaar uit met een extra keurmerk: Responsibly Fresh. Tekst: Roosje Lowette

LAVA groepeert de belangrijkste veilingen in ons land en werkt met een combinatie van beide keurmerken. Raf De Blaiser, verantwoordelijke kwaliteit bij LAVA, licht toe: “Met het Flandria-logo weet de consument al meer dan 20 jaar waaraan hij zich kan

“Vandaag klinkt de vraag naar duurzaamheid steeds luider. Dit begrip werd in de productie van groenten en fruit vaak verengd tot de alom gehoorde CO2-uitstoot of rationeel energie- of waterverbruik. Maar het gaat uiteraard om veel meer dan dat. In 2012 richtte het Verbond van Belgische Tuinbouwveilingen het duurzaamheidsproject met de naam ‘Responsably Fresh’ op. Dat geeft een breder antwoord op de noden die we hebben op het vlak van duurzaamheid. Want kwaliteit is één ding, maar bijdragen aan de algemene welvaart, het welzijn en het milieu vraagt extra inspanningen.” Welke inspanningen schuilen precies achter het logo?

“Vier thema’s vormen de pijlers, en de Flandria-producenten verbinden zich om op elk van deze vier pijlers in te zetten”:

1.

Een lage impact op het milieu, de omgeving en de mens door in het productieproces minimaal in te grijpen in natuur en omgeving.

2.

Meewerken aan de biodiversiteit door teeltwissels en inzet van natuurlijke vijanden in de teelt.

3.

“Daarnaast engageren de houders van het Responsibly Fresh-keurmerk zich voor maatschappelijk verantwoord ondernemen in het algemeen. Het label garandeert onder andere goede werkomstandigheden. Maar er worden ook heel wat inspanningen geleverd met betrekking tot het informeren van scholen of verenigingen. Ook wij als primaire sector nemen ons sociaal engagement ter harte.” ■

De klant weet graag waar zijn eten vandaan komt en welke weg het afgelegd heeft. De nabijheid van de producenten kort bij de consument is een troef.

IN SAMENWERKING MET

4.

Tot slot ligt er een grote focus op voedingsspaarzaamheid. Zo worden bepaalde producties ingeschat volgens de behoefte van de consument. Sporadische overschotten worden gegeven aan voedselbanken.

flandria.be

Geen honger meer dankzij agro-ecologische landbouw De voedselproductie wereldwijd zou alle monden twee keer kunnen voeden. Toch lijden liefst 821 miljoen mensen honger. Broederlijk Delen schuift agro-ecologische landbouw naar voor als oplossing voor deze paradoxale voedselsituatie. Tekst: Roosje Lowette

Katelijne Suetens Beleidsmedewerker Recht op Voedsel bij Broederlijk Delen

K

atelijne Suetens, beleidsmedewerker Recht op Voedsel bij Broederlijk Delen: “Op wereldschaal wordt voldoende voedsel geproduceerd, maar niet iedereen krijgt er toegang toe. Vaak zijn het boeren uit ontwikkelingslanden die niet genoeg te eten hebben - nochtans zijn zij zélf voedselproducenten. De VN stellen in een recent rapport dat voor het tweede jaar op rij niet alleen de honger in de wereld stijgt, maar

paradoxaal genoeg ook het aantal mensen dat obesitas heeft. Er klopt dus iets niet met onze huidige voedselsystemen.”

" De voedselproductie

wereldwijd zou alle monden twee keer kunnen voeden. Toch lijden liefst 821 miljoen mensen honger. Alternatief

“Een andere aanpak binnen de landbouw kan een antwoord bieden op deze scheefgetrokken situatie. Agro-ecologische landbouw krijgt meer en meer internationale aandacht en erkenning. Deze methode wil, in tegenstelling tot de reguliere landbouw, de natuur niet

beteugelen en onder controle krijgen. Het wil net de kringlopen en de natuurlijke processen om de plantengroei te stimuleren, nabootsen. Er wordt ingezet op bodemvruchtbaarheid, de biodiversiteit wordt verhoogd en water en energie worden zuinig aangewend. Door verschillende gewassen samen te laten groeien, krijg je lokaal, gezond en gevarieerd voedsel. De boeren hebben dan in de eerste plaats genoeg eten voor hun eigen gezin en houden daarnaast nog over voor de lokale markt. Zo vermijd je lange voedselketens en creëer je lokale welvaart.” Hoop op visie

“Een overgang vraagt tijd natuurlijk: boeren hebben ondersteuning nodig, overheden moeten overtuigd worden en onderzoek vraagt om de nodige middelen. Ook Europa moet een tandje bijsteken. Het vorige Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) waarin, met de oorlog vers in het achterhoofd, zo veel mogelijk voedsel zo goedkoop mogelijk aangeboden moest kunnen wor-

den, werkt niet meer. De excessen op het vlak van gezondheid, welzijn en milieu geven aan dat het tijd is om het over een andere boeg te gooien. Voor voedsel zouden alle landen het recht moeten hebben om hun eigen markt te beschermen en de eigen voedselzekerheid prioriteit te geven. Als de EU zich werkelijk bekommert om het welzijn van haar burgers en dat van ontwikkelingslanden, zou agro-ecologie een belangrijk deel van het antwoord moeten zijn. We hopen dat het nieuwe GLB van 2020 dat weerspiegelt.” ■ IN SAMENWERKING MET

broederlijkdelen.be


4

WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

MEDIAPLANET

Gezuiverd afvalwater belandt op West-Vlaamse landbouwvelden Deze maand worden de eerste West-Vlaamse landbouwgronden besproeid met gerecupereerd afvalwater van het groenteverwerkende bedrijf Ardo. Via een ondergronds leidingnetwerk komt het water rechtstreeks op de velden terecht. Tekst: Sandra Gasten

COO Ardo

Het gezuiverde afvalwater belandt in een bufferbekken van 150.000 m3 achter onze gebouwen”, vertelt Bernard Haspeslagh, COO van Ardo. “Via een pomphuis komt het water in een netwerk van 32 km ondergrondse leidingen terecht. Die komen uit op een 150-tal afnamepunten op gronden. Dit jaar wordt de helft van de leidingen aangelegd, volgend jaar volgt de andere helft. Er gaat zo niets van het proceswater verloren.”

Hoe is het idee voor dit project tot stand gekomen?

“Ardo heeft al zo’n 25 jaar gelijksoortige projecten: twee in Frankrijk en een in Wallonië. Door de extreme droogte, de verdamping

ren. De landbouwers hebben zich voor twintig jaar lid gemaakt en financieren zo een deel van de kosten. Een ander deel wordt betaald door Ardo en het project ontvangt Europese, Vlaamse en West-Vlaamse steun.”

Waren er moeilijkheden bij de realisatie van dit project?

“In Wallonië waren we gestart met 400 hectare, intussen is dat uitgebreid naar 1.000 hectare. In West-Vlaanderen gaat het nu om 500 hectare, maar dat gebied kan nog groter worden. Het ondergrondse netwerk kan uitgebreid worden of het netwerk kan aangesloten worden aan bufferbekkens bij andere private of publieke bedrijven. Het project kan natuurlijk ook gekopieerd worden naar andere sectoren.” ■

Wordt het project in de toekomst nog uitgebreid?

“In Frankrijk is het iets makkelijker om zo’n project uit de grond te stampen. Hier in Vlaanderen zijn de open ruimtes kleiner en korter bij elkaar gelegen, waardoor je boven- en ondergronds meer obstakels moet overwinnen. Dat heeft te maken met het groter aantal wegen, rioleringen en huizen. Bovendien is de ruimte voor een spaarbekken hier veel beperkter.”

© FOTO: PRIVÉ

Bernard Haspeslagh

en het oppompverbod in de landbouw is er meer dan ooit behoefte aan irrigatiewater. Veel groenten hebben op korte tijd heel wat water nodig. Een project als dit wordt door de klimaatopwarming daarom alsmaar belangrijker om de landbouwers te wapenen tegen lange periodes van droogte.”

Welke landbouwers kunnen er deelnemen?

“De landbouwers moeten lid worden van Inero, een coöperatie. We tellen nu 47 leden. Ieder lid betaalt een bijdrage naargelang zijn waterafname. Grote bedrijven zullen iets meer betalen dan kleine boeren. Het enige dat ze moeten doen, is hun beregeningsinstallatie aansluiten om te kunnen starten met irrige-

IN SAMENWERKING MET

▲ ▲ ▲ Via een ondergronds leidingnetwerk komt het water rechtstreeks op de velden terecht.

ardo.com

“Duurzaamheid zit in onze missie: For the Future of Farming” Lammert Veenhuizen, Algemeen Directeur van veevoederbedrijf ForFarmers Belgium, vindt het niet meer dan normaal dat innovatie en duurzaamheid vooropstaan in de productie van veevoer. Tekst: Diederik Vandendriessche

“De kwaliteit van het veevoeder bepaalt immers in grote mate ook de kwaliteit van de maaltijd op je bord”, klinkt het. “Duurzaamheid is voor ons dan ook een evidentie. De bevolking op deze planeet neemt alsmaar toe en al die monden moeten gevoed worden. Een efficiënte productie is een noodzaak.” Hoe gaan jullie te werk om veevoeder duurzaam te produceren?

“In de eerste plaats streven we voerefficiëntie na: de dieren zo optimaal mogelijk laten produceren door de behoefte van het dier zo goed mogelijk in te vullen met de gepaste hoeveelheid voer. Op die manier heb je dus minder voer nodig en maakt het dier ook minder mest. In ons innovatiecentrum doen we continu onderzoek naar voerefficiëntie, grondstofwaardering en de behoefte van het dier.

Lammert Veenhuizen Algemeen Directeur ForFarmers Belgium

" De kwaliteit van het

veevoeder bepaalt in grote mate de kwaliteit van de maaltijd op je bord.

De veevoedersector speelt ook een belangrijke rol in het hergebruiken van bijproducten uit de humane industrie. Zo kunnen we bijvoorbeeld tarwegries of sojaschroot die niet geschikt zijn voor humane consumptie uitstekend gebruiken in mengvoer. Daarnaast gaan ook bijproducten rechtstreeks naar de boerderij, denk aan bierborstel uit de bierindustrie of kaaswei uit de kaasproductie.” “We gebruiken bij ForFarmers ook enkel maatschappelijk verantwoorde soja, waarvoor er geen Amazonewoud moet worden gekapt. We leveren duurzaam voer en advies, wat resulteert in een gezonde veestapel, een grotere efficiëntie en een beter rendement op het landbouwbedrijf.” Hebben dergelijke maatregelen een rechtstreekse impact op het vlees dat de consument op zijn bord krijgt?

“Absoluut. Eerst en vooral is er de voedselveiligheid. Ons voer moet geproduceerd worden met grondstoffen die te allen tijde voldoen aan de kwaliteitsnormen. Daarnaast bepaalt veevoeder ook mee de smaak en de kleur van het eindproduct. De onderscheidende kwaliteit van het rundvleeslabel Bocquillon of het varkenslabel Duroc d’Olives kan bijvoorbeeld enkel verkre-

gen worden door de specifieke grondstoffen die wij in ons mengvoer gebruiken.” Welke belangrijke innovaties kunnen we in de nabije toekomst nog verwachten?

“We doen onder andere onderzoek naar de optimale inzet van verschillende eiwitbronnen. Van oudsher wordt soja gebruikt, maar er zijn interessantere alternatieven zoals zonnebloem- en raapzaadschroot of zelfs insecten. Duurzaamheid dragen we hoog in het vaandel. Onze missie richt zich op ‘the future of farming’: waarborgen dat we ook op lange termijn op duurzame wijze voedsel kunnen produceren. Dat is in het belang van onze klanten, maar ook van de consument.” ■ IN SAMENWERKING MET

forfarmers.be


“CO2-uitstoot melkveesector is de afgelopen jaren met 25% gedaald”

5

© FOTO: PRIVÉ

WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

MEDIAPLANET

Door zich te verzamelen in een melkveehouderscoöperatie streven 2.700 Belgische melkboeren samen naar een verduurzaming van de sector door de hele keten heen. Meer uitleg door Eddy Leloup (Directeur Coöperatiezaken), Didier Creyelman (Group Engineering Manager) en Staf Campforts (Corporate Milieucoördinator) van Milcobel. Tekst: Joris Hendrickx Op welke manier werken jullie rond duurzaamheid?

Leloup: “Wij zetten in op een ketenbenadering. We focussen dus niet op slechts één aspect van duurzaamheid, maar geven gelijktijdig aandacht aan alle schakels. Daarnaast werken we evenwichtig rond de drie P’s van duurzame ontwikkeling (People, Planet, Profit). We beseffen echter wel dat Profit een absolute voorwaarde is om ook te kunnen inzetten op People en Planet. In lijn met onze missie gaan we het engagement aan om een langetermijnperspectief te bieden voor onze aangesloten melkveehouders, en bij uitbreiding de Belgische melkveesector. We zijn er door en voor de boeren. Dat doen we in de eerste plaats door afzetzekerheid in combinatie met een duurzame melkprijs te garanderen.” “Op het vlak van People kunnen we pas tot duurzaamheid komen wanneer de gezinnen achter de melkveebedrijven financiële zekerheid hebben. Op basis daarvan kunnen zij ten volle inzetten op de andere duurzaamheidsinitiatieven in en om hun bedrijf. Ook tegenover onze eigen werknemers hebben wij een verantwoordelijkheid om hen duurzame tewerkstelling te bieden.” Hoe trachten jullie de aangesloten melkveebedrijven duurzamer te maken?

Leloup: “Iedere melkveehouder is verplicht om deel te nemen aan onze ‘duurzaamheidsmonitor’. Sinds kort koppelen we daaraan ook een score. Zo hebben we een incentive die hen op een gezonde manier motiveert en toont waar ze staan ten opzichte van hun collega’s. Het is geenszins de bedoeling

om hierin afdwingend op te treden of om bepaalde zaken op te leggen. Iedere melkveehouder is en blijft hier vrij in. Dankzij deze aanpak zien we onder andere dat de CO2-uitstoot van de melkveesector de afgelopen jaren met een kwart is gedaald.”

" Wij zetten in op

een ketenbenadering. We focussen dus niet op één aspect van duurzaamheid, maar geven gelijktijdig aandacht aan alle schakels. Eddy Leloup Directeur Coöperatiezaken Milcobel

En wat met de melkophaling?

Creyelman: “De melkophaling gebeurt met speciale tankwagens. Een belangrijk duurzaamheidscriterium op dat vlak is het aantal gereden kilometers of het aantal liter brandstofverbruik per 1.000 liter opgehaalde melk. De voorbije 8 jaar is dat brandstofverbruik met 16% gedaald, hoewel we nu meer melk ophalen dan daarvoor. Eén van de elementen voor deze efficiëntieverbetering is bijvoorbeeld de uitwisseling van melk met andere melkerijen, waarbij de opgehaalde melk van de ene kan gelost worden bij de andere in dezelfde regio. Op die manier

vermijden we overlappingen en onnodige kilometers. Zo werken we samen aan een collectieve verduurzaming van de melkophaling én besparen we ons heel wat kosten.” Leloup: “De duurzaamheidsevoluties worden opgevolgd via diverse KPI’s (Key Performance Indicators), die ook systematisch gerapporteerd worden tot op het niveau van onze raad van bestuur. Op die manier maken ze integraal deel uit van ons beleid en onze bedrijfscultuur.” Welke inspanningen gebeuren er bij de verwerking van melk?

Creyelman: “Melk bestaat voor bijna 90% uit water. Via indamping van melk tijdens de productie van melkpoeder en daarnaast filtratie van de melkwei die vrijkomt bij de kaasproductie, wordt condenswater afgescheiden. Dat condenswater wordt door omgekeerde osmose opgewaardeerd tot drinkwaterkwaliteit om vervolgens terug in onze processen te gebruiken. Bovendien gaan we op alle mogelijke manieren efficiënt en spaarzaam om met water. Zo volgen we bijvoorbeeld lekken minutieus op en weren we sluimerverbruik.” “In onze sector wordt veel warmte gebruikt en komt er ook heel wat warmte vrij uit de installaties. Een deel daarvan is recupereerbaar via warmtewisselaars en wordt ingezet voor de opwarming van andere stromen, ofwel rechtstreeks ofwel via een tussenstap door de opwarming van water. Dat warm water kan indien nodig worden gebufferd en later zijn warmte weer afgeven aan het productieproces. Zo sluiten we voor een stuk de kringloop. Daarnaast trachten we steeds om de isolatie van onder andere ketels en leidingen te verbeteren en verminderen we het sluimerverbruik via afschakelplan-

nen. Ook hoeft er niet overal en altijd evenveel te worden verwarmd. Bij het vervangen van lampen schakelen we dan weer systematisch over naar LED-verlichting. Slimme verpakkingen drukken niet alleen de logistieke kosten, maar leveren ook een lagere CO2-uitstoot op. Bedrijfsafvalstromen worden verregaand gesorteerd op basis van aard en samenstelling. Minstens even belangrijk is het meten van het effect van onze inspanningen en de terugkoppeling hiervan op een visuele en éénduidige manier, zodat we weten waar we staan en waar er nog dient te worden bijgestuurd.” Welke resultaten leverde dat op?

Campforts: “Over de laatste 3 jaar hebben we 15% minder water verbruikt. Daarnaast streven we de komende 5 jaar naar een besparing die gelijk staat aan het jaarlijkse waterverbruik van 1.700 gezinnen, of zeg maar 100 olympische zwembaden. Onze CO2-emissies zijn de afgelopen 3 jaar met 5% gedaald, wat overeenkomt met het gemiddeld energieverbruik van 1.000 gezinnen. Kortom, het werken aan duurzaamheid vertaalt zich in cijfers en in concrete resultaten. Minder water, minder energie, minder kosten, enz. En ook dat is positief voor onze boeren.” ■ IN SAMENWERKING MET

milcobel.com


6

WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

MEDIAPLANET

Smart digital farming: de uitdagingen volgens onze experten

A

ls Vlaams minister van Landbouw heb ik 2018 uitgeroepen tot ‘Jaar van de data in de Vlaamse land- en tuinbouw’. Onze land- en tuinbouwers gebruiken vandaag steeds meer hoogtechnologische data-based toepassingen op hun bedrijf: sensoren die elk dier in de kudde individueel opvolgen, satellieten die automatisch herkennen in welk groeistadium een veld zich bevindt, drones die precisiebemesting toelaten, melk- en voederrobotten, GPS-gestuurde tractoren, noem maar op. Duurzaamheid

Smart digital farming of het intelligent gebruiken van data leidt tot een verdere verduurzaming van de Vlaamse land- en tuinbouw. Als de landbouwer een perceel beter kan opvolgen, kan hij gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen gerichter gebruiken via precisielandbouw en dat draagt positief bij aan zowel het milieu, de

natuur als de economische bedrijfsprestaties. Als een veehouder door sensoren sneller ziektes bij zijn dieren kan opsporen, verhoogt hij het welzijn van zijn dieren. Het zijn maar twee voorbeelden van de vele voordelen die data in de landbouw en smart digital farming kunnen opleveren. Draagvlak

Bestaat er interesse binnen de Vlaamse landen tuinbouw voor deze nieuwe technologieën? Zeker, zo bewijst een recent uitgevoerde studie van het Departement Landbouw en Visserij. Meer dan de helft van de Vlaamse land- en tuinbouwers past precisielandbouw toe op zijn bedrijf of wil dat binnen de 5 jaar doen. Ook vanuit het beleid en het onderzoek volgen we deze ontwikkelingen nauwgezet op. Want er blijft nood aan meer data en overkoepelende datamanagementsystemen die verschillende datastromen met elkaar kunnen combineren. Er is dus nog werk aan de winkel, maar ik ben alvast overtuigd van de meerwaarde. ■

“Efficiënt produceren met minimale impact op onze omgeving” Marc Sneyders Crop Sustainable Operations Manager Bayer

Hoe vertaalt digital farming zich in uw sector?

“De digitalisering helpt landbouwers om meer en betere gegevens te verzamelen over hun gewassen en hun omgeving. En dat gaat veel verder dan wat visueel waarneembaar is. Dankzij het gebruik van onder meer sensoren kunnen landbouwers alle mogelijke aspecten meten, zoals de temperatuur van de planten, de biomassa, de verdamping, de toestand van de bodem, de aanwezigheid van beginnende ziekten alvorens ze zichtbaar zijn, enz. Zo krijgen ze een schat aan informatie die kan worden meegenomen in het plantenbeheer. Een groot voordeel is dat landbouwers veel specifieker en volgens de noden kunnen ingrijpen. Digital farming draagt bij tot maximalisatie van de output (oogst) en optimalisering van de input (brandstof, gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen,…).” Welke uitdagingen brengt digital farming met zich mee? En hoe probeert u deze te beantwoorden?

“Een van de grootste uitdagingen op dit moment is de analyse van alle verzamelde data en het geven van het juiste advies op basis van die data. Er is dus nog heel wat onderzoek

en ontwikkeling nodig om tot de juiste algoritmes en artificiële intelligentie te komen die ook bij complexe situaties tot de juiste acties leiden. Bayer heeft onderzoekers die hieraan werken, maar we werken ook heel nauw samen met onderzoeksinstellingen en innovatieve start-ups. Een andere uitdaging is de relatief hoge investering die een aantal van deze technieken vragen. Een mogelijke oplossing hiervoor is het ontstaan van servicebedrijven die hun investering over verschillende landbouwbedrijven kunnen afschrijven. Tot slot is er de kennisuitdaging. Wij werken hieraan mee via ons demonstratiebedrijf Bayer ForwardFarming, waar we de praktische toepasbaarheid van de nieuwste technieken uittesten en waar we deze kennis delen met landbouwers en voorlichters.” Hoe ziet u de toekomst van digital farming evolueren?

“Landbouwbedrijven zetten meer en meer in op digital farming. Ook in het duurzaamheidsdebat kan digital farming een belangrijke bijdrage leveren. Nieuwe technieken zullen het immers mogelijk maken om met steeds minder input en impact op het milieu meer, maar vooral duurzamer te gaan produceren. Het staat vast dat digital farming bepalend zal zijn voor de toekomst voor de landbouw. Het is immers cruciaal dat we efficiënt kunnen produceren met een minimale impact op onze omgeving. Digital farming past dan ook prima in het plaatje van IPM (Integrated Pest Management): voorkomen, monitoren en pas wanneer het nodig is, ingrijpen.” ■

www.bayer.be

“Enorme hoeveelheid gegevens op een goede manier beheren” Prof. Abdul Mouazen Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Universiteit Gent

Hoe vertaalt digital farming zich in uw sector?

“We zetten alle beschikbare gegevens in om tot een efficiëntere en duurzamere vorm van landbouw te komen. Dat is een volgende stap in de toekomst van de landbouw, waarbij precisiewerk steeds belangrijker wordt. Ook de markt is er klaar voor: materiaal als sensoren, microprocessors, draadloze communicatiemiddelen en dergelijke worden steeds betaalbaarder. Cloudinfrastructuur en software voor data-analyse worden steeds uitgebreider. Dankzij digital farming kunnen boeren

heel precies en geautomatiseerd inspelen op verschillen op het veld. Zo kunnen ze bijvoorbeeld de bemesting, bewatering en bestrijdingsmiddelen op het juiste moment en op de juiste plek toedienen. Dat is duurzamer, efficiënter én het brengt meer op. Daarvoor moeten landbouwers wel toegang hebben tot een combinatie van gegevens over zowel de bodem, de teelt als het weer.” Welke uitdagingen brengt digital farming met zich mee? En hoe probeert u deze te beantwoorden?

“Een eerste uitdaging is om de enorme hoeveelheid gegevens die gegenereerd worden, op een goede manier te beheren. De beste oplossing daarvoor is om het volume aan data controleerbaar te houden. Daarnaast is er de uitdaging rond de eigendom van de gegevens: momenteel is men er nog niet uit hoe alle data openlijk kunnen worden gedeeld. Ook zijn we nog steeds niet in staat om sommige kerndata met sensoren te meten, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van minerale stikstof in de bodem. Bovendien willen nog niet veel Belgi-


WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

MEDIAPLANET

"

Het intelligent gebruiken van data leidt tot een verdere verduurzaming van de Vlaamse land- en tuinbouw.

Joachim Crombez

Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw

Country Manager Benelux & France Proagrica

Hoe vertaalt digital farming zich in uw sector?

“De data van boerderijen kunnen een enorme meerwaarde hebben door de keten heen. Ze kunnen toeleveranciers en distributeurs inzicht geven in de performantie van hun producten. Daarnaast helpen ze verwerkers en retailers bij het monitoren van de kwaliteit en herkomst van de landbouwproducten. Dat soort data zal het in de toekomst ook mogelijk maken om de opbrengst en de kwaliteit van landbouwproducten te voorspellen. Op basis hiervan kan je al tijdens de groei van de gewassen of de levenscyclus van het dier bijsturingen doen. Ze zullen op steeds grotere schaal worden toegepast.”

© FOTO: PRIVÉ

Welke uitdagingen brengt digital farming met zich mee? En hoe probeert u deze te beantwoorden?

Hoe ziet u de toekomst van digital farming evolueren?

“De evolutie naar digital farming is onomkeerbaar en zet zich steeds sterker door. We zullen akkers zeer precies kunnen beheren en zelfs individuele planten een behandeling op maat kunnen geven. Robots zullen aan de hand van sensoren gegevens verzamelen in het veld, de data analyseren in de cloud, en meteen de juiste behandeling op maat toedienen. In de toekomst zullen er ook complexere sensoren aan te pas komen, zodat gegevens steeds nauwer met elkaar in verbinding zullen staan. Om die enorme hoeveelheid data te verwerken, zullen geïntegreerde algoritmes nodig zijn.” ■

ugent.be/bw/nl/onderzoek

7

“Boer moet toestemming geven wie data mag verwerken en gebruiken”

Joke Schauvliege

sche boeren meesurfen op de digitale golf. We moeten hen daarom bewust maken van de vele economische en ecologische voordelen die digital farming met zich meebrengt. Een mogelijke piste hiervoor is overheidssteun voor onderzoeksprojecten die nagaan welke voordelen digital farming de Belgische landbouwsector kan bieden. Subsidies voor landbouwers die nieuwe technologie aankopen, zijn ook een stevig duwtje in de rug.”

“Om boerderijdata te kunnen valoriseren, moeten we er uiteraard toegang tot krijgen. In de eerste plaats moet de boer zelf toestemming geven wie zijn data zal verwerken en deze vervolgens zal gebruiken. Op dat vlak is er een mentaliteitswijziging nodig. Veel boeren stellen zich nog gereserveerd op, zeker

“Combineren van data uit verschillende bronnen” Pieter Galle Product Manager AVR

Hoe vertaalt digital farming zich in uw sector?

“We beschikken alvast over heel wat mogelijkheden om machines slimmer te maken. Een volgende stap zijn slimme systemen die we door de hele keten heen kunnen uitwerken en waardoor we verschillende machines met elkaar laten communiceren. Het doorsturen van het verbruik en de gegevens van de hectareteller, maar ook machineparameters bieden opportuniteiten.We zien zeker mogelijkheden om in te spelen op de capaciteitsuitdagingen waar de aardappelsector mee geconfronteerd

wordt. Gezien de ruime teeltrotatie die moet aangehouden worden, is het totale potentieel beperkt. Op dat vlak kunnen perceelsrapporten nuttig zijn en zijn ook duurzame productiviteitsstijgingen gewenst.” Welke uitdagingen brengt digital farming met zich mee? En hoe probeert u deze te beantwoorden?

“We moeten een stap verder gaan, en dan wordt het combineren van data uit verschillende bronnen de uitdaging. De data die door met sensoren uitgeruste machines, weerstations en bodemscans ter beschikking is, moet binnen farmmanagementsystemen verzameld worden. Een nog grotere uitdaging is om daar dan ook iets mee te doen. Daarom werken we momenteel volop aan het connecteren van onze machines, zodat gegevens automatisch kunnen worden doorgestuurd en opgevolgd - ook naar andere schakels in de keten. Via bodemscans kan het potentieel van de velden in kaart worden gebracht. Vervolgens kunnen we daar met onze machines via variabele technieken op inspelen. Gewassensing via drones

tegenover de grote industrie. Daarnaast vormen ook de kwaliteit en kwantiteit van data een uitdaging. Veel boeren verzamelen op dit moment geen data of slechts heel beperkt. Als ze het al doen, gebeurt dat doorgaans niet op een efficiënte manier. Boeren zullen daarom meer gebruik moeten maken van softwaretools die liefst automatisch worden aangevuld door verbindingen met sensoren en machines. Op die manier zullen de boeren er zelf minder tijd in moeten investeren. Eenmaal er een kritische massa is, zullen we door de keten heen onze oplossingen uitrollen om toegevoegde waarde te creëren. Voor de boer zal deze bestaan uit beter advies, betere prijzen, een grotere afname, enz. Veel van onze klanten onderzoeken op dit moment hoe ze de voordelen voor de boeren zelf kunnen maximaliseren als deze hun data delen.” Hoe ziet u de toekomst van digital farming evolueren?

“Na de VS komt nu ook in Europa een consolidatiebeweging op gang. De boerderijen worden groter en gaan zich toeleggen op welbepaalde activiteiten. Data worden voor deze grote boerderijen steeds belangrijker om hun bedrijfsvoering te optimaliseren. Ook zullen data een sleutelrol spelen bij de opkomst van de precisielandbouw. In de groeilanden zijn precisietechnologieën echter te duur. Daarom focussen we daar op toegankelijke oplossingen, zoals een simpele mobiele applicatie of een SMS-systeem. Ook op die manier kunnen data bijdragen tot een verbetering van de opbrengsten en kwaliteit.” ■

www.proagrica.com

of spuitmachines, satellietbeelden, vochtsensoren en weerstations kunnen bovendien helpen om zeer precies te bepalen wanneer welke behandeling nodig is tijdens het groeiseizoen. Bij het rooien kunnen we via onze machines meten wat de uiteindelijke opbrengst is van het veld, en op basis daarvan verdere optimalisaties aanbrengen voor het volgende seizoen. Door al het bovenstaande te combineren, kan dat tot een soort ‘partijpaspoort’ leiden.” Hoe ziet u de toekomst van digital farming evolueren?

“Achter de schermen wordt volop gewerkt aan standaarden om data te kunnen uitwisselen tussen machines en werktuigen van verschillende merken, en vervolgens ook met verschillende bestaande farmmanagementsystemen. Die standaardisatie is echt nodig om de volgende stap te kunnen zetten. Daarnaast schept het afstemmen van alle spelers binnen de keten nieuwe mogelijkheden, maar dan wel binnen de juiste dataownershipwetgeving en met wederzijds respect en vertrouwen tussen alle spelers. Ook zal het belangrijk zijn om verder in te zetten op traceability.” ■

www.avr.be


8

WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

MEDIAPLANET

Tom Vandenkendelaere:

“De verjonging binnen de landbouwsector is ronduit dramatisch” Sinds 2014 is Tom Vandenkendelaere lid van de landbouwcommissie van het Europees Parlement. Hij ijvert voor een duurzame landbouw, op zowel ecologisch, economisch als sociaal vlak, en voor kringlooplandbouw, die optimaal gebruikmaakt van alle beschikbare grondstoffen én reststromen. Tekst: Eline Maeyens

De landbouwcommissie is een van de belangrijkste commissies binnen het Europees Parlement, omdat het over bijna 40% van het volledige Europese budget beslist. Het komende halfjaar werken we in de commissie aan regelgeving die herdefinieert wat we met dat geld gaan doen. Ik heb een groot hart voor jonge boeren, omdat zij de toekomst zijn van onze landbouw. Tegelijk moeten we de keuze maken of we ons voedsel in Europa willen produceren, dan wel invoeren uit het buitenland. Voedselzekerheid is óók geopolitiek. En daarnaast zijn thema’s als mestverwerking, voedselverspilling, enz. belangrijk.” Wat zijn de belangrijkste uitdagingen in de sector vandaag?

“De uitdagingen zijn drieledig. Allereerst is er de economische leefbaarheid van de sector. Als de boer zijn rekening niet meer kan maken, zal er vroeg of laat geen landbouw meer zijn. De vernieuwing of verjonging binnen de landbouwsector is ronduit dramatisch: slechts 6%van de bedrijfsleiders is jonger dan 35 jaar en maar liefst 31% ouder dan 65 jaar. Die 6% is lang niet genoeg om verder te kunnen. Hoe het komt dat er zo

Tom Vandenkendelaere Lid Landbouwcommissie Europees Parlement

" Slechts 6% van

de bedrijfsleiders is jonger dan 35 jaar. Dat komt vooral omdat het een economisch erg onzekere sector is.

weinig mensen in het vak stappen? Omdat het een economisch erg onzekere sector is. De marktpositie van de boer is zwak, want hij is de dupe van de prijzenslag onder retailers. Een boer maakt bovendien een bederfelijk product, dat voor de vuilnisbak is als het niet verkocht geraakt. De prijsschommelingen in de markt zijn ook toegenomen - voeding is een wereldproduct geworden, waarmee volop wordt gespeculeerd. En een boer is natuurlijk afhankelijk van externe factoren als weersomstandigheden.” Dat is slechts een eerste luik. Waar liggen dan de overige uitdagingen?

“Naast economisch zijn de uitdagingen ook ecologisch van aard. De wereld vraagt meer duurzaamheid. Lineaire processen zullen kringloopprocessen moeten worden om rond te komen met de beschikbare grondstoffen. De stijging van het bevolkingsaantal betekent ook dat we meer moeten produceren, terwijl we wel minder moeten vervuilen. We kunnen niet meer blijven produceren zoals we dat 60 jaar geleden deden.” “En dan is er nog het sociale aspect. De zelfmoordcijfers onder boeren zijn opmerkelijk hoger dan gemiddeld in de bevolking. De druk op hun schouders, gekoppeld aan

een cultuur van trotsheid en zwijgzaamheid, zorgt ervoor dat problemen niet uitgesproken worden en dat het lijkt alsof er geen uitweg is. Het uitzicht van de sector en het welbevinden zijn niet goed.” Is meer lokaal produceren een oplossing?

“Het is zeker een deel van het verhaal, want het zou op alle uitdagingen die ik formuleerde een antwoord kunnen bieden. Hetzelfde geldt trouwens voor biolandbouw: de prijzen zijn beter omdat mensen er meer voor willen betalen, de keten is korter wat voor minder uitstoot zorgt, enz. Maar we moeten niet zo naïef zijn om te denken dat we er alles mee kunnen oplossen. Van lokale productie kunnen we niet met z’n allen leven en het is ook niet voor elke boer een optie. Een boer die afgelegen gesitueerd is, ergens diep in de Westhoek bijvoorbeeld, kan niet


WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

9

© FOTO’S: KRIS VAN EXEL

MEDIAPLANET

zomaar rechtstreeks klantencontact - bijvoorbeeld via een hoevewinkel - opstarten.” Waar liggen dan wel de echte oplossingen?

“Op bedrijfsniveau moeten we de kleine boeren meer waar geven voor hun geld. Boeren krijgen een subsidie per hectare land dat ze bezitten: 80% van de subsidies gaat op dit moment naar de 20% grootste boeren. In het nieuwe landbouwbeleid willen we kleine, actieve boeren extra steun geven. Kleine boeren moeten ook toegang krijgen tot betaalbare landbouwgrond: die grond is vandaag gigantisch duur, omdat oudere boeren ze net door die subsidieregeling niet willen verkopen. Op mesoniveau moeten we ervoor zorgen dat de boer een eerlijke prijs krijgt voor zijn product, door eerlijkere handelspraktijken in te voeren - bij supermarkten bijvoorbeeld. Ook moeten crisissen beter

" We willen allemaal

dat de boer het goed heeft, tot we in de supermarkt staan. We gaan overstag voor aardbeien aan 50 cent of voor acties als '2 kipfilets kopen, 1 gratis'.

worden bedwongen. Als er bijvoorbeeld een zuiveloverschot is, zou de wetgeving vrijwillige reductie kunnen aanmoedigen door een boer te betalen als hij minder produceert. En op macroniveau moet de risicobeheersing beter: boeren verzekeren zich nog te weinig tegen ongevallen en tegenslag.” “Op ecologisch vlak moeten we naar een circulair systeem. We willen een halvering van de voedselverspilling tegen 2030. Zo zouden we reststromen in Europa nog veel meer kunnen inzetten voor energiewinning of eenvoudigweg om dieren op te kweken. Sociaal gezien moeten we jonge boeren zo gericht mogelijk extra steun bieden: een duw in de rug bij de opstart van hun bedrijf, stimuleren van opleiding en ondernemerschap, enz.” Zijn boeren zelf mee met het duurzaamheidsverhaal?

“We moeten een brug slaan tussen land-

bouw en groenbeheer, traditioneel gezien nogal tegengestelde sectoren. De groene agenda en de agenda van de boer moeten complementair zijn. Een gps-gestuurde tractor die heel precies met mest en water omspringt, is volgens mij even groen als het beheer van een stukje bos vlak naast het landbouwareaal. Het is aan de nieuwe generatie om de oogkleppen uit te doen en de twee in elkaar te laten overvloeien. Maar vergis je niet: boeren willen echt mee in dat duurzame verhaal.” “Het zal zaak zijn om ook de consument en vooral de retailers mee te krijgen. We willen allemaal dat de boer het goed heeft, tot we in de supermarkt staan. We gaan overstag voor aardbeien aan 50 cent of voor acties als '2 kipfilets kopen, 1 gratis'. Dat is begrijpelijk, maar we moeten wel weten dat de boer daar de dupe van is. Realistische winkelprijzen zijn dus echt wel een must.” ■


10

WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

MEDIAPLANET

De omgevingsvergunning gewikt en gewogen Sinds 1 januari 2018 is de omgevingsvergunning van kracht. Die bundelt de vroegere stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning. Bert Engelen, adviseur bij BE & Partners, evalueert de pro’s en contra’s. Tekst: Diederik Vandendriessche

Met de omgevingsvergunning wilde de wetgever in eerste instantie een grotere rechtszekerheid creëren en daar is hij in geslaagd. Vroeger kon het wel eens gebeuren dat je een stedenbouwkundige vergunning verkreeg, maar later dan toch geen milieuvergunning. Die dubbelzinnigheid is er nu niet meer.”

Bert Engelen Adviseur BE & Partners

 Met de omgevingsvergunning wilde de wetgever in eerste instantie een grotere rechtszekerheid creëren.

Zijn er ook nieuwe knelpunten opgedoken?

“De omgevingsvergunning zou een procedure moeten zijn met minder administratie en minder kosten, maar daar knelt het schoentje nog. Je hebt namelijk de adviezen van heel wat instanties nodig: de gemeente, Agentschap Natuur en Bos, de brandweer, enz. Al die regels moet je kunnen verzoenen in 1 dossier. Vaak gaat

het om complexe dossiers met bijhorende milieueffectenrapportering. Daarvoor heb je externe deskundigen nodig, die ook betaald moeten worden.” “Ons adviesbureau ontwerpt stallen, en dat vereist grondige voorstudies. Ligt het landbouwbedrijf in de buurt van een natuurgebied of in de buurt van woningen? Als bepaalde normen overschreden worden, moeten we bovendien oplossingen kunnen bedenken die betaalbaar zijn, want in de landbouwsector zijn de marges klein.”

den uitbreidingsmogelijkheden hebben, maar worden dan beperkt omdat ze in de buurt van natuurgebieden liggen. In de kippen- en varkenssector heeft men systemen ontwikkeld om de emissies - bijvoorbeeld geur, fijn stof en ammoniak - te beperken. Maar dat vereist extra investeringen en zoals ik al zei - de marges zijn klein.” ■ IN SAMENWERKING MET

Vlaanderen is sterk verstedelijkt. Op welke manier wordt u geconfronteerd met onze complexe ruimtelijke ordening?

“Sommige landbouwbedrijven liggen ver genoeg van particuliere woningen en zou-

be-partners.be

Preventie op het vlak van arbeidsveiligheid Het risico op arbeidsongevallen in de land- en tuinbouw is groot. Bovendien kunnen ze zware gevolgen hebben. “Daarom is preventie een noodzaak”, zeggen Robin De Sutter en Mieke Sevenans, experten bij Prevent Agri. Tekst: Sandra Gasten

“ Robin De Sutter en Mieke Sevenans

De land- en tuinbouwsector staat op de derde plaats in het lijstje van de ongevallenstatistieken, na de bouw- en transportsector”, zegt De Sutter. “Dat heeft onder meer te maken met de diversiteit aan machines, de aanwezigheid van dieren of vergiftiging door mestgassen. Bovendien zijn de werken vaak seizoens-, weers-, en oogstgebonden.”

Experten Prevent Agri

 Een arbeidsongeval heeft voor het slachtoffer, de werkgever en zijn familie zware gevolgen.

Waar moet een werkgever op het vlak van veiligheid rekening mee houden?

De Sutter: “Elke sector is verschillend, maar een aantal voorzorgsmaatregelen zijn in elk bedrijf nuttig. Zo dient men als werkgever onder meer te zorgen voor een goed onthaal van werknemers, info te verstrekken over risico’s en noodprocedures en opleidingen te voor-

zien. Dit uiteraard steeds in verstaanbare taal. Om bedrijven te ondersteunen, zorgen wij voor een gratis audit op maat van het bedrijf, hiermee kan de bedrijfsleider dan zelf aan de slag.” Sevenans: “En die preventie is belangrijk. Een arbeidsongeval heeft voor het slachtoffer, de werkgever en zijn familie zware gevolgen. Ook de financiële impact voor het bedrijf valt niet te onderschatten. Bovendien kunnen slechte arbeidsomstandigheden leiden tot gezondheidsproblemen.”

niet van toepassing is. Wanneer er dan extra werkkrachten bijkomen, dient er voldaan te worden aan heel wat regelgeving. Dat vraagt een bijkomende inspanning om zich in orde te stellen. Op het terrein merken wij dat extra ondersteuning niet overbodig is.” ■ IN SAMENWERKING MET

Is er nog veel werk in deze sector?

Sevenans: “Nog heel wat bedrijven zijn niet in orde met de welzijnswet, ook al bestaat die al 20 jaar. Vaak werken land- en tuinbouwbedrijven met familieleden, waarop deze wet

preventagri.vlaanderen

Ondersteuning voor jonge landbouwers Groene Kring, de grootste jongerenorganisatie in de Vlaamse land- en tuinbouwsector, vraagt aandacht voor de jonge, actieve boer. “Jonge starters krijgen financieel en mentaal met heel wat obstakels te maken”, zegt ondervoorzitter Sam Magnus. Tekst: Sandra Gasten

“ Sam Magnus en Céline Van Kerschaver Ondervoorzitter en internationaal vertegenwoordigster Groene Kring

 Een hoge investeringskost, sterk volatiele prijzen en de grillen van de natuur maken het risico in de eerste jaren groot.

Met actieve jonge boeren bedoelen we landbouwers die niet ouder zijn dan veertig, hun inkomen uit het boeren halen en het ondernemersrisico dragen om een bedrijf op te starten”, aldus internationaal vertegenwoordigster Céline Van Kerschaver. “Het aantal jonge landbouwers daalt elk jaar. Er komen zo’n 120-tal starters bij per jaar.” Waarom is steun voor jonge boeren belangrijk?

Van Kerschaver: “Een jonge landbouwer bouwt een financiële buffer pas na enkele jaren op. Een hoge investeringskost, sterk volatiele prijzen en de grillen van de natuur maken het risico in de eerste jaren groot. Jonge boeren kunnen via het Gemeen-

schappelijk Landbouwbeleid van de Europese Unie gedurende 5 jaar bijkomende financiële steun ontvangen. Steun voor duurzame investeringen zoals specifieke machines of energiezuinige maatregelen kan de landbouwer via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds aanvragen.” Welke vormen van steun zijn belangrijk voor de starter?

Magnus: “Een jonge starter moet zowel financieel als op persoonlijk vlak nog groeien. Beide aspecten verdienen ondersteuning. Bij de start heeft hij nog te weinig kapitaal beschikbaar. Bovendien zijn boeren afhankelijk van factoren, zoals het klimaat en de marktprijs. Daarom zijn de juiste economische tools nodig.

Daarnaast werkt hij vaak op een familiebedrijf, waar kennisoverdracht en samenwerking niet altijd eenvoudig zijn. Met Groene Kring proberen we boeren te ondersteunen met opleidingen en sectorspecifieke cursussen, want ook die begeleiding en tools blijven belangrijk.” ■ IN SAMENWERKING MET

groenekring.be


WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

MEDIAPLANET

11

“Streven naar een gezonde, kwalitatieve en duurzame productie” controle ‘niet-conformiteiten’ vastgesteld worden, dan dient de landbouwer maatregelen te nemen vooraleer het certificaat wordt afgeleverd. Om de integriteit van het certificaat te waarborgen, worden de controles uitgevoerd door onafhankelijke derden met de nodige kwalificaties.”

Mathieu Vrancken

© FOTO: BOERENBOND

Voorzitter vzw Vegaplan

15 jaar geleden is het Vegaplancertificaat ontstaan. Hiermee nemen land- en tuinbouwers concrete maatregelen qua voedselveiligheid, duurzaamheid en geïntegreerde teelttechniek. Tekst: Matthias Vanheerentals

Vandaag beschikken al 16.800 land- en tuinbouwers - waarvan 15.400 in België - over het certificaat. Mathieu Vrancken, voorzitter van vzw Vegaplan en tevens landbouwer in Riemst, legt de inhoud en de voordelen van het certificaat uit. Wat houdt het certificaat voor land- en tuinbouwers in?

“Vegaplan richt zich op de primaire plantaardige productie en dekt de akkerbouwmatige en tuinbouwteelten af. Zowel wettelijke vereisten (bevoegdheid van het

voedselagentschap) als de geïntegreerde teelttechniek (bevoegdheid van de gewesten) worden gecontroleerd. Er komen nog extralegale vereisten bij qua duurzaamheid en kwaliteit die in overleg met de afnemende handel en industrie bepaald worden. Al deze vereisten zijn in één controle gebundeld. Uit een onderzoek van 18.000 controles in de laatste 3 jaar blijkt dat de resultaten grotendeels boven de 90% conformiteit liggen. Dat bewijst dat de conventionele landbouwers grote inspanningen leveren om een gezonde en kwalitatieve productie te garanderen, met een minimale milieu-impact.”

Wat wordt er van de gecertificeerde land- en tuinbouwers verwacht?

“De uitgebreide checklist is opgesteld op basis van een risicoanalyse voor elk teelt. Tijdens een controle wordt onder andere nauwkeurig gekeken naar het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen: preventie en monitoring van het gewas is verplicht. Is een behandeling van het gewas nodig, dan moet worden aangetoond dat het middel beredeneerd gebruikt wordt. Vegaplan verplicht de landbouwer ook om een aantal zaken te registreren, zodat de traceerbaarheid gegarandeerd wordt. Als er tijdens een

Wat zijn de voordelen voor de landbouwer?

“Als gevolg van deze inspanningen betalen gecertificeerde land- en tuinbouwers een lagere jaarlijkse heffing aan het FAVV. Die kan zo meer bedrijven inspecteren die niet gecertificeerd zijn. Om te vermijden dat de buitenlandse afnemers de boeren nog eens controleren of extra eisen opleggen, streeft Vegaplan naar meer internationale erkenning. Dat is vorig jaar gelukt door de score ‘goud’ te behalen bij de Sustainable Agriculture Initiative (SAI), een initiatief van multinationals dat duurzaamheidstandaarden bepaalt.” ■ IN SAMENWERKING MET

vegaplan.be

Lokale voedingsproducten verzameld onder één kwaliteitslabel Lokale voeding kopen is de toekomst. Daarom werd het Belgische kwaliteitslabel ‘Fresh from the Farm’ opgericht, zodat versheid, kwaliteit en een eerlijke prijs kunnen worden gegarandeerd. Meer uitleg door Niels Stilman, leidinggevende bij Fresh from the Farm. Tekst: Joris Hendrickx Wat houdt het label precies in?

Niels Stilman Leidinggevende Fresh from the Farm

" Klanten zijn er zich

steeds meer van bewust dat het voor alle partijen goed is om lokale producten te kopen.

“Met het kwaliteitslabel ‘Fresh from the Farm’ kunnen we aan zowel particuliere als professionele klanten (traiteurs, groothandels, horeca, enz.) laten zien dat bepaalde producten rechtstreeks van bij de boer komen, waardoor iedereen er beter van wordt. Klanten zoeken immers steeds specifiekere producten en zijn er zich steeds meer van bewust dat het goed is om lokale voedingsproducten te kopen. Het label steunt op vier pijlers: lokaal, kwalitatief, innovatief en duurzaam. Intussen zijn al 800 unieke producten onder dit label opgenomen.”

een eigen cliënteel dat openstond voor lokale voedingsproducten en een hoevewinkel voor particuliere klanten.” “Vervolgens zijn we voor ieder segment van de markt op zoek gegaan naar een geschikte partner die kan meedenken in onze filosofie. Zo staan we momenteel op de voorpagina van de folder van een van de grootste horecagroothandels in de regio. De boeren die aan ons leveren, zijn daar uiteraard enorm tevreden over. Zij hadden nooit gedacht dat hun producten in zo’n wijdverspreide folder zouden staan.”

Vanwaar het succes?

Wat zijn de voordelen voor de boeren?

“Het grote succes van dit systeem is dat het voor en door de boeren is opgezet. Wijzelf zijn een akkerbouwbedrijf met eigen groentenen frietverwerking en bijhorende distributie. Een kwaliteitslabel voor lokale producten is daar dus een perfecte aanvulling op, omdat we kunnen putten uit onze eigen ervaring. We hadden bij Franken Agro immers ook al

“Boeren leveren niet enkel producten aan ons, ze krijgen er ook een eerlijke prijs voor. Zij stellen ons hun producten voor en bepalen zelf de aankoopprijs. Over die prijs wordt niet onderhandeld. We kijken wel of hij marktconform is en geven daar dan onze eerlijke mening over. Met onze marge betalen wij onder meer het transport, kunnen

wij zelf overleven en investeren we in de marketing van lokale producten.” “Via een ‘pick, drive & deliver’-systeem worden vers gemaakte producten opgehaald bij de boer en meteen geleverd bij de klant. Zo kunnen we de versheid garanderen. Bovendien geven we boeren volledige transparantie over waar hun producten vervolgens naartoe gaan. Op die manier weten ze precies in welke regio’s en segmenten hun producten goed of minder goed verkopen. Dat geeft de mogelijkheid om samen te kijken hoe we verder kunnen groeien.” ■ IN SAMENWERKING MET

freshfromthefarm.be


12

WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

MEDIAPLANET

© FOTO'S: BART KIGGEN / PRIVÉ

“Afzetmarkt biomelk vergroten” Steeds meer Belgische boeren produceren melk op biologische wijze. Om een overaanbod te vermijden, zoeken de boeren naar andere manieren om hun melk aan de man te brengen. Meer uitleg door Wim De Middeleer, Commercieel Verantwoordelijke Biomilk.be. Tekst: Silke Vandenbroeck

▲ ▲ ▲ Seppe Nobels: “Wanneer ik in de keuken sta en een gerecht creëer, kies ik op het dak kruiden uit om in het gerecht te verwerken.”

Seppe Nobels:

“Zelf groenten en kruiden kweken, werkt inspirerend” Een eigen moestuin: het vraagt wat werk. Maar wie volhoudt, smult van lekkere groenten van topkwaliteit. Seppe Nobels, chef-kok van Graanmarkt 13, weet er alles over. Hij kweekt zijn groenten op een veld net buiten de stad en zijn kruiden komen van de daktuin op zijn restaurant. Tekst: Sandra Gasten

Seppe Nobels Chef-kok Graanmarkt 13

Waar is die passie voor eigen kweek vandaan gekomen?

“Als kind wilde ik chef-kok of boer worden. Uiteindelijk heb ik voor het eerste gekozen en ben ik hotelschool gaan doen. Ik ben niet op het platteland opgegroeid, maar had altijd een passie voor groen. Zo had ik een moestuintje in onze stadstuin in het centrum van Mechelen. Tijdens de pauzes op school kwam ik naar huis om daarin te werken. Die passie voor de natuur is, nu ik chef-kok ben, weer aan de oppervlakte gekomen.” Waarom ben jij zo’n voorstander van eigen kweek?

“Wanneer ik in de keuken sta en een gerecht creëer, kies ik op het dak kruiden uit om in het gerecht te verwerken. Zo kom ik tot nieuwe smaakcombinaties. Zelf groenten kweken werkt dus inspire-

rend. Bovendien krijg je meer respect voor het product wanneer je het in de tuin van zaadje tot volwaardige plant ziet uitgroeien. En groenten uit de volle grond smaken beter, zijn voedzamer en voordeliger van prijs. Een win-winsituatie dus! Kinderen zullen bijvoorbeeld ook makkelijker de groenten eten die ze in de tuin hebben zien groeien. En niet onbelangrijk: door eigen kweek verlaag je je ecologische voetafdruk.” Je staat bekend als voorstander van ‘urban farming’, tuinieren in de stad. Waarom?

“Vaak hoor je dat kweken in de stad ongezond zou zijn, maar dat klopt niet. Groenten op het platteland worden vaak bespoten, wat even slecht of slechter kan zijn. Bovendien zijn de bloesems van planten in de stad vaak beter dan die van het platteland. De bloesems in de stad zijn pesticidevrij en er is een grote diversiteit. Uit onderzoek blijkt dat bijen in de stad wel 70 soorten nectar aan hun pootjes hebben, terwijl dat op het platteland slechts 20 soorten zijn. In de stad heb je daarbij vaak een microklimaat. Er is niet veel wind en de warmte blijft mooi binnen een ruimte. Vooral houterige kruiden, zoals rozemarijn, mirte of tijm gedijen heel goed in zo’n klimaat. En al heb je slechts een klein balkon of dak, je kan altijd groenten kweken.”

Hoe belangrijk is de keuze voor seizoensgroenten?

“Elk seizoen heeft prachtige groenten en fruit. Bovendien staan groenten het meest op punt in het seizoen waarin ze voorkomen. Wees ook niet bang van de zogenaamde ‘vergeten’ groenten. Daarvan gaat de kweek even makkelijk als die van de ‘bekendere’ soorten. Bovendien vergroten ze het smaakpallet. En durf te experimenteren met de zaken die je weggooit: de wortels, het loof of de bloesems. Dat zorgt vaak voor verrassende smaken. Maak het spannend en gezond.” Welke tips kan je aan toekomstige tuinierders geven?

“Laat je tuin spontaan groeien. Uiteraard moet je het onkruid wieden, maar probeer je tuin niet te veel te organiseren. Vaak zoeken planten hun eigen weg om bijvoorbeeld bladluizen uit de buurt van een bepaalde plant te houden. Zelfs sommige soorten onkruid zijn heerlijk. Denk dus goed na over wat je wiedt. Een andere leidraad is: ‘snoeien is groeien’. Snoei het topje van de plant, zodat die niet in de hoogte maar in de breedte groeit. Als je duurzame kruiden wil kweken, kies dan voor zaadjes of planten uit een speciaalzaak of vanop een plantenmarkt. En gebruik lieveheersbeestjes om bladluizen tegen te gaan. Je kan die als larf in een doosje online kopen. Makkelijk én natuurlijk.” ■

Hoe gaan de bioboeren momenteel te werk? “Het doel is om zo milieuvriendelijk mogelijk om te gaan met het productieproces. De dieren en landerijen worden verzorgd volgens de methode(n) van de biologische landbouw. Dat houdt bijvoorbeeld in dat de boeren een mengsel van vlinderbloemigen gebruiken om samen met hun gewassen in te zaaien. Hierdoor moeten ze geen extra stikstof aankopen om de gewassen te laten groeien. Zo bekomen ze ook een evenwichtig rantsoen voor de koeien dat niet aangevuld hoeft te worden met vitamines of minderalen. De koeien zijn dus veel gezonder en produceren betere melk. De rauwe melk wordt daarna opgehaald en aangeboden aan verschillende verwerkers. Zij maken er onder andere kaas of yoghurt van en verkopen het eindproduct door aan de winkels.”

Steeds meer boeren produceren op die manier melk. Zijn er ook nadelen aan verbonden? “We kunnen alleen maar toejuichen dat steeds meer boeren biologische melk produceren, maar daardoor is de markt een beetje ontwricht. Er is namelijk een overaanbod ontstaan.” “Om een grotere afzetmarkt te creeren, zijn we een samenwerking aangegaan met Delhaize. De groothandel maakt met onze melk verschillende producten die vervolgens verkocht worden met het biolabel van Delhaize en een link naar onze boerencoöperatie. De samenwerking levert verschillende voordelen op. Ten eerste spraken we een vaste en eerlijke prijs af met Delhaize voor onze melk. Zo zijn we niet langer afhankelijk van het principe van vraag en aanbod en kunnen wij de lokale economie op faire wijze ondersteunen. Ten tweede kan Delhaize haar biomerk hiermee profileren. Tot slot zullen de boeren dichter bij de consument staan. De grote start van het project is voorzien voor september.” ■

IN SAMENWERKING MET

biomilk.be


WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

MEDIAPLANET

13

brede achterban stuwt ons in de juiste richting. Dankzij de inzet van het Steunpunt en partners zoals VLAM en Innovatiesteunpunt krijgt de korte keten op dit niveau steeds meer aandacht en gaan er verschillende projecten van start.”

" De belangrijkste

© FOTO: PRIVÉ

verkoopsargumenten zijn de verfijnde, unieke smaak en de versheid van de lokale producten.

▲ ▲ ▲ De laatste jaren vallen veel alternatieve verkoopsystemen in de smaak, denk maar aan boerenmarkten, zelfpluk- en CSA-boerderijen, voedselteams en buurderijen, coöperatieve distributiesystemen, enz.

“Korte keten verhoogt het respect voor wat er op ons bord komt” De korte keten zit in de lift. “Steeds meer mensen vallen voor de smaak en versheid van lokale landbouwproducten”, zegt Nik Van Gool, nationaal voorzitter van KVLV, Vrouwen met vaart. Tekst: Sandra Gasten

Nik Van Gool Nationaal voorzitter KVLV, Vrouwen met vaart

korte keten kan de band met de boer en boerin vergroten en de kloof met de voedselproductie verkleinen. Het verhoogt bovendien het respect voor wat er op ons bord komt. Zo krijgt voedsel opnieuw een verhaal, iets waar steeds meer consumenten bewust voor kiezen. Ze zoeken producten uit die passen bij hun overtuiging en hechten veel waarde aan hoe hun eten wordt geproduceerd. Maar de belangrijkste verkoopsargumenten zijn de verfijnde, unieke smaak en de versheid van onze lokale producten. Die zijn niet te kloppen.”

Welk voordeel halen producenten uit de rechtstreekse verkoop via de korte keten?

“Dankzij de korte keten krijgen land- en tuinbouwers een eerlijke vergoeding voor hun werk. In een rechtstreekse relatie met de consument kunnen ze zelf hun prijs bepalen. Ook de waardering van de klant is een belangrijke troef. Erkend worden voor wat je doet, werkt motiverend. De korte keten is geen mirakeloplossing voor een landbouwbedrijf. Het is een manier van bedrijfsvoeren die je als ondernemer echt moet liggen. Toch is het een mooie kans om op eigen kracht verder te groeien.” Wat heeft de consument aan dit systeem?

“Veel mensen hebben steeds minder voeling met de hedendaagse land- en tuinbouw. De

" Vandaag zijn er

ongeveer 3.000 land- en tuinbouwers met de korte keten aan de slag. Dat is 15% van alle actieve landen tuinbouwers. Is het aantal ondernemers via de korte keten de laatste jaren gestegen?

“Absoluut. Intussen zijn er ongeveer 3.000 land- en tuinbouwers met de korte keten aan de slag. Dat is 15% van alle actieve land-

en tuinbouwers. Het gaat ruimer dan hoevewinkels: de laatste jaren zien we veel alternatieve verkoopsystemen opkomen, zoals boerenmarkten, zelfpluk- en CSA-boerderijen, voedselteams en buurderijen, coöperatieve distributiesystemen, noem maar op. Steeds meer retailers en restaurants zetten erop in. Ook lokale besturen stellen ons de laatste tijd meer vragen over hoe zij een voedselstrategie kunnen ontwikkelen. Een positieve evolutie. De korte keten wordt steeds diverser en daardoor ook steeds beter afgestemd op de vraag van de klant.” Op welke manier hebben jullie met het Steunpunt Korte Keten op wetgevend vlak invloed gehad?

“We gaan regelmatig in dialoog met wetgevers en agentschappen. Dat is geen overbodige luxe, want regels op het vlak van voedselveiligheid zijn onder meer geschreven op maat van de grotere voedingsbedrijven. Het Steunpunt informeert intussen ook al 15 jaar ondernemers over nieuwe regels en wetten in verband met voeding. En er is een laagdrempelig systeem voor samenaankopen opgestart. Daarnaast geeft het advies op bedrijfsniveau, steeds in dialoog en op maat van het bedrijf. Via werkgroepen en vormingen brengen we relevante thema’s aan en smeden we banden. Onze

Zoals?

“Recent werd het project Brussel LUST opgestart. Het project stimuleert land- en tuinbouwers om hun producten via de korte keten in de hoofdstad te krijgen, dit in samenwerking met de provincie. Binnenkort zullen er ook speeddatesessies tussen landbouwers en hun potentiële afnemers volgen, organiseren we een Korte Keten-festival op 21 en 22 september en plannen we een Smaakbeurs om een brug te slaan tussen voedselproducenten en de consument. Ook in de dagdagelijkse werking van de KVLV besteden we op diverse wijze aandacht aan lokale producten. Meer dan 850 groepen kiezen jaarlijks uit een breed assortiment van kookworkshops seizoensgebonden koken met lokale producten is binnen de KVLV een evidentie. Onze uitgaven zoals ‘No Waste Cooking’ sensibiliseren dan weer rond voedselverspilling en met proefprojecten zoals ‘aFAIR•Lokal’ creëren we nieuwe ontmoetingsplekken rond samen eten in Vlaanderen. Want voeding verbindt.” Hoe ziet de toekomst van de korteketenverkoop eruit?

“20 jaar geleden dachten velen dat hoeveverkoop een hype was. Ondertussen hebben we het tegendeel kunnen bewijzen. Consumenten willen in vertrouwen kunnen kopen bij de boer en boerin. De korte keten heeft zich de laatste jaren verder geprofessionaliseerd. In de sector wordt het steeds meer als volwaardige bedrijfsactiviteit gezien. Inspelen op beleving rond eten en creatief zijn met nieuwe verdienmodellen, ook dat is kiezen voor de toekomst. Een efficiënt logistiek systeem voor de korte keten is de uitdaging. Vanuit het Steunpunt zoeken we mee naar haalbare oplossingen. We vinden het immers belangrijk dat landbouwers zelf keuzes kunnen blijven maken. Voor de ene persoon zal dat een specialisatie zijn, voor iemand anders de korte keten. Het belangrijkste is dat het boeren rendabel kan blijven. Een landbouwer blijft een ondernemer en moet in de eerste plaats zijn kost kunnen verdienen.” ■

IN SAMENWERKING MET

steunpuntkorteketen.be


RUIMTE voor zorgeloos tuinieren O n td ek het Dua l P ow er bat t er i j platform: twee accu’s – 20V en 40V – die je naar hartenlust combineert met een heleboel tuintoestellen. Je tuiniert op een ontspannen manier en hebt totale bewegingsvrijheid. Aangezien batterij en oplader apart verkocht worden, hoef je geen nieuwe batterij voor elk apparaat te kopen.

Dual P ow er heef t ook een uitg ebreid a ss ortiment p owertool s voor de doe-het-zelver en is bes c h ik ba a r in 20 V-to estellen .

www.dual-power.com

Jo uw toegan g t o t e xc lus i e v e ac t i e s e n g e sc h e n k e n


WWW.DUURZAMETOEKOMST.BE

MEDIAPLANET

15

Agro-automaat garandeert correcte prijs voor lokale producten

Tekst: Lieve Jorens

De landbouwsector is voortdurend op zoek naar manieren om zijn producten tegen een eerlijke prijs en met een beperkte inspanning aan de man te brengen. De snijdende prijsconcurrentie tussen supermarkten, het hoge aantal tussenpersonen bij de verkoop via veilingen en de tijdsinvestering bij de verkoop op markten maken een rendabele afzet nagenoeg onmogelijk. Tegelijkertijd gaan consumenten alsmaar meer op zoek naar lokale producten die ze het liefst rechtsreeks bij de producent kopen. Dat is waar de agro-automaat in het plaatje past. Deze automaat zorgt voor de perfecte match tussen de landbouwer die zijn producten tegen een eerlijke prijs wil verkopen en de consument die op zoek is naar lokale producten.

Efficiënt en gebruiksvriendelijk

Het principe van de agro-automaat is zeer eenvoudig. De landbouwer vult de automaat met de producten die hij wenst aan te bieden. Talrijke producten komen in aanmerking, zoals appelen en peren, aardappelen, tomaten en eieren. De indeling van de agro-automaat is moduleerbaar en kan perfect op maat gemaakt worden van de producten in het aanbod. De landbouwer plaatst de automaat op zijn eigen domein of op een strategische plaats, zoals een dorpsplein of bij de bakker. Vervolgens kan de consument de klok rond verse producten rechtstreeks van bij de boer uit de automaat halen. Een agro-automaat is een robuuste machine met een lange levensduur, zodat de landbouwer zijn investering ongetwijfeld terugverdient. Altijd vers, altijd eerlijk

De agro-automaat wordt aangestuurd door slimme software die de voorraad en de versheid van de producten bewaakt. Bovendien werkt dergelijke automaat via het FIFO-principe (first in, first out), zodat de producten nooit te lang in de automaat

© FOTO: PRIVÉ

Veel landbouwers zoeken vandaag de dag naar een manier om hun producten tegen een correcte prijs op de markt te brengen. Een agroautomaat kan hen helpen om een efficiënte en duurzame verkoop te realiseren.

▲ ❚ ❚ De agro-automaat wordt aangestuurd door slimme software die de voorraad en de versheid van de producten bewaakt.

blijven. Wanneer de voorraad zakt of wanneer een product zijn vervaldatum nadert, krijgt de landbouwer een melding. Via een eenvoudig betalingssysteem met cash geld of bancontact, kan de klant de producten op een veilige manier uit de automaat halen. Wat de klant betaalt, komt rechtstreeks aan de boer toe, zonder tussenpersonen. Troeven van de agro-automaat ❚ ❚ Flexibel: de landbouwer kiest zelf welke producten hij aanbiedt en waar hij de automaat plaatst.

❚ ❚ Veilig: via een automatisch betalingssysteem krijgt de landbouwer de garantie dat zijn producten correct betaald worden. ❚ ❚ Eerlijk: omdat er geen tussenpersonen zijn, gaat wat de klant betaalt rechtstreeks naar de landbouwer. De landbouwer kan zelf zijn prijzen bepalen. ❚ ❚ Duurzaam: de agro-automaat maakt de verkoop van lokale producten mogelijk, en dat op een eenvoudige en eerlijke manier, tegen een correcte prijs. ■ 〉 DIT ARTIKEL KWAM TOT STAND IN SAMENWERKING MET VENDAVID.

Ambachtelijke varkenshouders zetten in op ethisch verantwoord vlees De vleesindustrie heeft vandaag de dag een eerder dubieuze reputatie. Toch vallen er ook in deze sector zeer positieve verhalen te rapen. Wanneer ambachtelijke varkenshouders zich verenigen rond een ethische visie die kwaliteit, duurzaamheid en dierenwelzijn centraal stelt, bijvoorbeeld. Tekst: Sijmen Goossens

D

Ethisch verantwoorde cyclus

e consument gaat bewuster om met zijn voeding. Ook wie graag vlees eet, laat zijn geweten niet langer sussen met vage informatie en kwaliteitslabels. Bij een zware ecologische voetafdruk, dierenleed of een onethisch economisch model, laten ook vleeseters hun steak of sparerib steeds vaker aan zich voorbijgaan. Er zijn namelijk genoeg duurzame alternatieven die zich positief laten opmerken op diverse vlakken. Een mooie illustratie vinden we in coöperatieve varkensveehouderijen voor duurzaam en ethisch verantwoord vlees.

Deze vennootschappen hanteren strikte regels rond dierenwelzijn: speciaal ontworpen vrachtwagens voor comfortabel transport, vervoer in kleine groepjes, diervriendelijke anesthesie voor pijnloze en stressvrije slachting, enz.

" Op familiale

Wanneer de ambachtelijke varkenshouder rechtstreeks levert aan lokale slagers, wordt alle inmenging van tussenpersonen vermeden. Dat is uiteraard gunstig: de prijszetting is voordelig en makkelijk af te spreken en daarnaast wordt de kwaliteit efficiënt gecontroleerd, zowel intern als extern door een onafhankelijke certificeringsinstantie. Er is ook een groot sociaaleconomisch voordeel: In deze coöperatieve vennootschappen kunnen de lonen van de varkenshouders worden vastgelegd, zodat hun gezinnen niet gebukt gaan onder de vernietigende concurrentiestrijd met de grote vleesindustrie.

© FOTO: PRIVÉ

Rechtstreekse verbinding

Gezonde dieren, gezond vlees

De levenskwaliteit van dieren beïnvloedt de kwaliteit van het vlees. Het ambachtelijke karakter van zulke samenwerkingsverbanden straalt af op het eindproduct. De verschillen met de industriële kwekerijen zijn daardoor talrijk en betekenisvol. Op familiale boerde-

rijen krijgen de dieren tijd om te groeien in de buitenlucht en onder natuurlijk licht. Ook de stalruimte is aanzienlijk groter. Er zijn zelfs bedrijven waar varkens permanent buiten in de weide verblijven. In ambachtelijke varkenshouderijen krijgen de varkens bovendien 100% plantaardig voedsel.

boerderijen krijgen de dieren tijd om te groeien in de buitenlucht en onder natuurlijk licht. Ook de stalruimte is groter. Dit alles resulteert in gezond vlees, zonder GGO’s of antibiotica, dat bovendien ook superieur is qua smaak. Dieren, producenten en consumenten varen wel bij deze ethisch verantwoorde cyclus voor gezond en lekker varkensvlees. ■ 〉 DIT ARTIKEL KWAM TOT STAND IN SAMENWERKING MET PORC QUALITÉ ARDENNE.


Bayer

Science for a better Life Bayer is actief in de life sciences: bij ons draait alles om wetenschap en innovatie. Zo bedenken we oplossingen en producten om wereldwijd het leven van mens, dier en plant te verbeteren.

Onder de noemer ‘Bayer: Science For A Better Life’ gaan we de uitdagingen van de toekomst aan. Met een groeiende wereldbevolking neemt de vraag naar voldoende, veilig en gezond voedsel toe. Terwijl door de vergrijzende populatie de behoefte aan innovatieve geneesmiddelen groeit. Als wereldspeler op het gebied van gezondheid en landbouw met een geschiedenis van meer dan 150 jaar wil Bayer het talent van zijn medewerkers inzetten om het verschil te maken voor een betere wereld.

We connect the dots. You power your business. We kennen en koppelen de landbouw zoals niemand anders dat kan, wat Proagrica tot de agro groeimotor voor de toekomst maakt. We zijn uniek en passen mondiale en onafhankelijke expertise toe op de volledige agrarische keten. We passen onze sectorkennis toe op lokaal en internationaal niveau, verspreid over zes continenten. Onze belangen liggen bij u; we worden gedreven door een focus op de noden van onze klanten. We maken gebruik van onze ongeëvenaarde mogelijkheden in data, analytics en workflow-tools om innovatieve oplossingen te creëren en uw bedrijf te helpen groeien.

Laten we samen groeien. Ga naar proagrica.com Bayer SA-NV - J.E. Mommaertslaan 14 - 1831 Diegem (Machelen) www.bayer.be - www.career.bayer.be

03/07/2018 09:26

DUURZAME, FLEXIBELE EN GEBRUIKSVRIENDELIJKE AGRO-AUTOMATEN

De fijne smaak van het goede leven Een bijzondere coöperatie, uniek in België, die garant staat voor optimaal dierenwelzijn en een rechtmatige verloning van de familiale landbouwer. Een gezond mals smaakvol stukje varkensvlees !

100%

(h)eerlijk t streekproduc VOED ING

VRIJ V

ANTIB

WWW.VENDAVID.BE

IOTIC

info@vendavid.be

••••

Le

UE IQ

O

OP

l Malmedy l www.pqa.be l

N

•• •

o•

UNE C O

••••

UE

IQ N

r

i enne B

C

rd

rc P l e i n

UNE

A

Po

••• •

U

QUE

C

AT I V E

•• ••

UNE

PÉR

É R AT I V E

NI

r

••• •

OO

OP

Ai

r c Fe r m

U

Po

ie

Le

Proagrica De Standaard 125x190 QP (BEL) – Engine.indd 1

É R AT I V E

U

AN

A&G

GO’S


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.