APRILIS
• JAC MAURER •
Renault
10 0 j a a r i n N e d e r l a n d
Renault
10 0 j a a r i n N e d e r l a n d
JAC MAURER
A
APRILIS
Boekverzorging: Foxy Design – Zaltbommel ISBN 978 905994 148 9 NUR 462 / 680 Derde druk: 2008 © 2006 Jac Maurer/Uitgeverij Aprilis – Zaltbommel Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 juncto het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351 zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 artikel 17 Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de uitgever. Voor het overnemen van gedeelte(n)
A Uitgeverij Aprilis Postbus 141
uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich
5300 AC Zaltbommel
tot de uitgever te wenden.
telefoon: 0418.512 088 fax: 0418.684 908
Zoveel mogelijk is getracht de eventuele rechthebbenden van de afbeeldingen te achterhalen. Zij die in dit verband
info@aprilis.nl
niet konden worden benaderd kunnen zich met de uitgever in verbinding stellen.
www.aprilis.nl
INHOUD 6 Voorwoord 9 Parijs 9 16 26
Louis Renault La Régie Nationale des usines Renault S.A. Renault
27 Maastricht 27 36
Thyssens frères et sœur Garage Central
41 De Renaults van 1898 tot 1914 53 Utrecht 53 53 59
L.R. Goettsch & Co F. Grund & Co Usines Renault, afdeeling Holland
61 Den Haag 61 67
Usines Renault, afdeeling Holland Auto Haag
71 De Renaults van 1918 tot 1940 71 88
De personenwagens De autobussen
93 Amsterdam 93 94 97
Bonarius Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij (de ARM) Renault Nederland N.V.
103 De Renaults van 1945 tot 2005 103 105 114 116 120 128 138 144
Juvaquatre, Dauphinoise 4CV, 4CV Décapotable Colorale Frégate, Domaine Dauphine, Floride R3, R4, R6, Rodéo, Combi R8, Caravelle, R10 R16
150 155 161 164 167 171 174 177 180 183 186 188 190 191 192 196 202 207
R12, R12 Break, R15, R17 R5, R5 Turbo, R7, Supercinq, Express R20, R30 R14 R18, R18 Break, Fuego R9, R11, Alliance R25 Espace, Avantime R21, Névada, Hatchback R19, Chamade, Cabriolet Clio, Kangoo, Modus Safrane, Vel Satis Twingo Laguna Mégane, Scénic Alpine, Sport Spider Renault Rambler Bestelwagens
218 Besluit 220 Bijlagen: - Bijlage 1: Interessante websites - Bijlage 2: Aantallen geïmporteerde Renaults in Nederland per jaar - Bijlage 3: Productiejaren wereldwijd van de naoorlogse Renault-modellen (1945-2005) - Bijlage 4: Aantal verkochte Renaults in Nederland per type vanaf 1966 - Bijlage 5: Renault-bussen in Nederland (1920-1955) - Bijlage 6: Formule 1 en Renault in Nederland
224 Geraadpleegde archieven 224 Geraadpleegde literatuur 226 Fotoverantwoording 227 Dankwoord
VOORWOORD In dit boek wordt voor het eerst het verhaal verteld van de firma’s die vanaf 1900 de Renault-automobielen in Nederland geïmporteerd hebben. Eerst waren dat particuliere bedrijven totdat in 1926 Renault haar eigen importfirma oprichtte. Achtereenvolgens komen in dit boek de vestigingen van de Nederlandse importbedrijven aan bod. Maar niet alleen worden de bedrijven beschreven, ook alle Renault personenwagens die ze verkochten, te beginnen bij de Renault A uit 1898 en eindigend bij de modellen die in 2005 nog dagelijks in het verkeer te zien zijn. Bij het schrijven van dit boek zijn meerdere bronnen geraadpleegd. Dan valt meteen op dat er in Nederland eigenlijk weinig is vastgelegd over de geschiedenis van de auto in het algemeen, en over Renault in het bijzonder. De gegevens in dit boek zijn hierdoor slechts fragmentarisch. Er is dankbaar gebruik gemaakt van tijdschriften (zoals De Auto van de KNAC), van boeken over Renault, van archieven (Rijks- en Gemeentearchieven, het Nederlands
Centrum voor Autohistorische Documentatie en het archief van Renault zelf uiteraard), van herinneringen en familie-albums van enkele betrokkenen (ze worden later genoemd), van de kennis van enkele auto-historici en van foldermateriaal. De meeste foto’s in dit boek (bijna allemaal van Nederlandse makelij) zijn nooit eerder gepubliceerd. Als het over Renaults in dit boek gaat, worden natuurlijk de auto’s bedoeld. In het eerste hoofdstuk kan dat verwarring veroorzaken: dan worden de gebroeders Renault bedoeld, want zoals zal blijken, startte Louis Renault zijn zaken samen met zijn broers Marcel en Fernand. Voordat de Nederlandse situatie geschilderd kan worden, zal kort de geschiedenis van de Renault-fabrieken in Frankrijk besproken worden. Aangezien ik een grote affiniteit heb met de Franse taal en de auto in het Frans vrouwelijk is (‘la voiture, une automobile’), geef ik er de voorkeur aan de auto ook in het Nederlands als vrouwelijk te zien. Veel lees- en vooral kijkplezier! Jac Maurer
1900
1906
1919
1923
• 6•
1925
1959
1972
11999922
Louis Renault in zijn jonge jaren: een handwerkman.
PARIJS • Louis Renault • De eerste Renaults die naar Nederland kwamen werden in Parijs gemaakt, om precies te zijn in de Parijse voorstad Boulogne-Billancourt. Deze deelgemeente is in het zuidwesten van Parijs te vinden, net buiten de nu bekende rondweg (de Périphérique). De ouders van Louis Renault hadden daar een buitenhuis met een schuur, en in die schuur zette Louis, 21 jaar jong, zijn eerste automobiel in elkaar. Dat was in 1898. Hij demonstreerde op kerstavond van dat jaar aan enkele vrienden in een van de steile straten van Montmartre, de Rue Lepic. Die reageerden meteen zo enthousiast, dat Renault een bestelling voor twaalf auto’s in zijn zak had. Na die eerste auto’s volgden er meer, zodat het landgoed beetje bij beetje veranderde in een industriegebied, dat zich als een olievlek uitbreidde. Al snel ontstond daar een van de grootste industriële ondernemingen van Frankrijk. En dat allemaal dankzij de inspanningen en ambities van één man: Louis Renault. Hij was in eerste instantie vooral een technicus die graag praktische vernieuwingen zocht en zijn auto’s zelf ontwierp en bouwde. In de eerste jaren van de onderneming hield hij zich niet zo bezig met bedrijfseconomische aspecten. Zijn oudere broers Marcel en Fernand steunden hem hierin. Zij hadden de nodige ervaring met het leiden van het familiebedrijf van de ouders, een knopenfabriek, en zorgden voor het startkapitaal. Op 25 februari 1899 richtten zij de firma ‘Renault Frères’ op, in eerste instantie dus zonder Louis, en daarmee is 1899 het officiële vestigingsjaar van de Renault-fabrieken. Dit verhinderde niet dat al in 1998 het 100-jarig bestaan van het merk Renault uitgebreid gevierd werd, onder meer met een geweldig feest op de oude fabrieksterreinen van Boulogne-Billancourt waar zo’n 800 klassiekers (van het merk Renault uiteraard) uit heel Europa aanwezig waren.
Geheel links een De Dion-Bouton uit 1897, bestuurd door Marcel Renault, in het midden Louis Renault met het prototype uit 1898, en rechts Paul Hugé met het eerste model 1 CV dat in 1899 op de markt kwam.
Al stond het bedrijf op naam van zijn broers, in feite was Louis vanaf het begin de centrale en bepalende persoon, en kun je zeggen dat zijn broers bij hem in dienst waren. Marcel werd snel enthousiast voor de producten van zijn broer, en nam samen met hem deel aan menige snelheidswedstrijd, waarin ze zeer succesvol waren. Totdat in de beruchte wegwedstrijd van Parijs naar Madrid Marcel in 1903 dodelijk verongelukte. Daarop is Louis gestopt met racen en wierp hij zich steeds meer op het ondernemerschap. De firma stond inmiddels mede op zijn naam en na het overlijden van Fernand (die al langer met zijn gezondheid sukkelde) in 1908 was Louis de alleenheerser over zijn eigen rijk. Toen al stond hij bekend als een zeer zakelijke, harde onderhandelaar, ook naar zijn familieleden toe. Achteraf is het altijd moeilijk (of juist gemakkelijk) om • 9•
Marcel Renault stond in voor de zakelijke belangen bij de fabricage van de automobielen. Daarnaast was hij al snel gewonnen voor de wedstrijdsport, waarin hij zeer succesvol was.
een persoon te doorgronden, maar mogelijk speelde bij de gepassioneerdheid van Louis voor zijn bedrijf en voor zijn eigen gezondheid (hij sportte fanatiek, rookte niet, dronk zeer beperkt alcohol) de lichamelijke kwetsbaarheid van zijn familie een rol.
In 1903 verongelukte Marcel Renault. Anno 2006 staat zijn borstbeeld voor het kleine Renault-museum in Boulogne-Billancourt.
Louis werd in 1877 geboren als vierde van zes kinderen, waarvan er drie als kind overleden. Zijn vader stierf in 1891, Louis was op dat moment nog een jonge tiener. En hij was net de dertig gepasseerd bij het overlijden van zijn enig overgebleven broer, Fernand. Alleen zijn moeder leefde toen nog. Zijn vader en al zijn broers en zussen waren dood. Zijn moeder zou drie jaar later sterven. Mogelijk dat deze ervaringen Louis tot een enorme geldings- en overlevingsdrang brachten. Hij gunde zich nauwelijks tijd voor rust en ontspanning, of voor sociale activiteiten. Hij bleef lange tijd vrijgezel, enkele amoureuze affaires uit• 10 •
gezonderd. Met zijn bedrijf streefde hij naar een zo groot mogelijke onafhankelijkheid, uitbreidingen werden zoveel mogelijk uit eigen bronnen gefinancierd. Hij wilde zo min mogelijk afhankelijk zijn van toeleveringsbedrijven. Louis Renault had zijn eigen staalgieterijen, en ook de grondstoffen, zoals rubber, werden via eigen bedrijven verhandeld.
Hij stichtte een eigen oliemerk: ‘Huiles Renault’, en begaf zich in de loop der jaren op een steeds bredere markt. De automotoren werden bijvoorbeeld verder ontwikkeld tot vliegtuigmotoren en dat leidde weer tot het bouwen van vliegtuigen. Op zeker moment reden er zelfs treinen de Renault-fabrieken uit! Naast personenwagens rolden al snel bestelwagens, vrachtwagens, bussen en tractoren uit de fabrieken. Beroemd zijn de taxi’s met de type-aanduiding AG die gebouwd werden van 1905 tot 1914. Bij aanvang van de oorlogsverschrikkingen in 1914 brachten honderden van deze Parijse Renault-taxi’s de soldaten naar het Marne-front. Deze massale en snelle verplaatsing van de manschappen hielp de opmars van het Duitse leger te stoppen. De Renaults van dit type gingen nadien door het leven als de Marne-taxi’s. En in de Eerste Wereldoorlog deed de Franse regering een groot beroep op Louis Renault om het leger te
In latere jaren richtte Louis Renault (in het midden) zich meer op de bedrijfsvoering. Links van hem zijn broer Marcel, en rechts een van de naaste medewerkers, Paul Hugé. De ingang tot het vroegere fabrieksterrein.
• 11 •
Renault
10 0 j a a r i n N e d e r l a n d
Al meer dan honderd jaar rijden er auto’s van het merk Renault over de Nederlandse wegen. De auteur beschrijft aan de hand van veel foto’s en afbeeldingen de geschiedenis van de Franse fabriek en van de importeurs in Nederland. In de loop van de afgelopen honderd jaar heeft Renault veel succesvolle modellen op de markt gebracht, waarvan er in ons land inmiddels meer dan één miljoen verkocht zijn. Al voor 1914 sprak het type AG (‘taxi de la Marne’) tot de verbeelding en daarna waren de KZ, de NN en de Primaquatre populair. Later hoorden onder meer de 4CV, de Dauphine, de R4 en de R5, de R16 en meer recent de R25 en de Espace tot de klassiekers. Bijna alle in Nederland verschenen types personenwagen worden besproken en geïllustreerd. Auteur Jac Maurer is lid van de Club d’Anciennes Renault des Pays Bas (de CAR) en van de CONAM (Contactgroep Automobiel- en Motorrijwielhistorie) en heeft meerdere autohistorische publicaties op zijn naam staan, onder meer als redacteur van de Renograaf, het clubmagazine van de CAR.
ISBN 90-5994-148-9
A
Uitgeverij Aprilis – Zaltbommel