4 minute read
Kijk Toen Dan
1914 OUDE JONGENSSCHOOL BLADEL
De architectenfamilie van Johannes Heijkants uit Erp krijgt in 1913 de opdracht voor het bouwen van een Rooms-Katholieke jongensschool met een onderwijzerswoning in het centrum van Bladel. Het schoolgebouw moet bestaan uit drie lokalen (voor zes klassen) en een algemene zaal die als verenigingslokaal dient; de voorloper van gemeenschapshuis Den Herd. Op aandrang van de pastoor wordt Bergeijkenaar Frans Geraerts hoofd van de school.
Advertisement
Creatie & Tekst: Norman Rechburg
Al zwaaiend met vlaggetjes trekken de jongens op 1 april 1914 in een optocht van de gemeenteschool naar de jongensschool; later bekend als de St. Franciscus Xaveriusschool.
Louis Verhoeven stapt als eerste leerling het nieuwe gebouw binnen, aan de hand van juffrouw Lauwers. Nadat de jongens hun klompjes netjes onder de kapstok hebben geplaatst, kan het vrome onderwijs van start gaan. Er wordt maar liefst vier keer per dag gebeden. Meester Geraerts laat er geen gras over groeien. Hij start in de winter van datzelfde jaar nog met herhalingsonderwijs, speciaal voor jongens die de lagere school al hebben verlaten en aangewezen zijn op werk in de sigarenfabrieken. Tientallen knapen maken gebruik van de extra vakken in taal, lezen, rekenen en ‘kennis der natuur’ om hun arbeidskansen te vergroten. Soms maakt Geraerts toch een uitzondering op het strikte lesprogramma.
Zo deelt hij de onderwijsinspecteur in 1917 mee, dat er in november een toneelvoorstelling staat gepland voor de jongens. En bij de huldiging van burgemeester Goossens op 15 februari 1924 helpen de leerlingen met de voorbereiding voor het burgemeestersfeest, als praktische les in ‘de maatschappelijke deugd van eerbied en gezag’.
De huidige Franciscusschool heeft anno 2020 twaalf gemengde klassen en bevindt zich aan de Bergmolen, vlak achter het oude gebouw. De onderwijzerswoning heeft plaats gemaakt voor de ingang van de Sniederspassage. De klaslokalen bieden tegenwoordig onderdak voor Brasserie ’t Spoorke en een Primera winkel. De educatieve functie van het gebouw is verdwenen. Schoolspullen kopen, dat kan er nog wel. ◆ Met dank aan: G.F.W. Holleman, Bladel Zoals Het Was, Heemkundekring Pladella Villa
1932 OPENING WIELERBAAN BERGEIJK
De kermisronde van Bergeijk is dit jaar helaas afgelast als gevolg van het coronavirus. Daarmee laat de 28ste editie op zich wachten. De eerste ronde dateert van 1982, maar de Bergeijkse wielertraditie gaat nog veel verder terug. Al vóór de oorlog heeft het dorp haar eigen wielerclub in café De Postduif en… een eigen wielerbaan.
De wielersport is in de crisisjaren ’30 ongekend populair en even geliefd als het voetbal. Vooral de zesdaagsen trekken massale belangstelling, zoals die in Parijs of Brussel. ’s Avonds zit het volk aan de radio gekluisterd om te luisteren naar de verslagen, terwijl de liefde voor de sport toeneemt. Al snel is ook de eerste avondzesdaagse in Bergeijk een feit. Burgemeester Jan Klardie (midden) opent in 1932 in het centrum van Bergeijk een 150 meter lange houten wielerbaan. Zijn vrouw Elisabeth (links) knipt het lint door: de baan is officieel geopend!
Vanuit alle windstreken komen renners opdagen om deel te nemen aan competities op ‘het Kuipke’. Zo ook de Belg Gerard Loncke, die kort daarvoor nog twee etappes in de Tour de France op zijn naam schreef. Aanstormend Nederlands talent Jan van Bree (foto rechtsonder) krijgt die kans helaas niet, wanneer hij op 8 augustus 1933 tragisch ten val komt en verongelukt. Ter ere van hem wordt er twee maanden later een wedstijd georganiseerd op de Bergeijkse baan. De opbrengst gaat naar de familie van de Helmonder. Renners verdienen soms een premie tot wel vijf gulden; vandaag de dag zo’n vijftig euro. De sportieve broers d’Hooghe uit Eindhoven gaan dan ook alle wielerbanen in Brabant af. Roel en Sjef d’Hooghe worden in Bergeijk bijgestaan door hun broer en verzorger Frans (foto midden). Samen weten ze een mooie boterham bij elkaar te fietsen. Het is een ontsnapping aan het zware fabriekswerk en het brengt bovendien nog meer op ook.
Vlak voor de Tweede Wereldoorlog wordt de houten baan afgebroken. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en in 1949 wordt iets verderop een 200 meter lange baan van beton geopend. Een paar jaar later wordt die echter al weer gesloten. Het rijden op de weg raakt steeds meer
in trek en het aantal bezoekers op de baan loopt terug. Voordat ook hier de sloopkogel doorheen gaat, maken de lokale meisjes er nog een tijdje gebruik van, voor hun rolschaatslessen. Op de plek van de houten baan staat tegenwoordig de Jumbo supermarkt met een appartementencomplex ernaast. Wie goed kijkt, ziet op het raam bij de ingang de naam ‘La Course’ pronken. ◆ Met dank aan: Heemkundekring Bergeijk, Piet Gijsbers, Gerard de Brouwer