Herkauwer februari 2020

Page 1

Samen werken aan diergezondheid

GD-magazine - februari 2020 - nummer 99

herkauwer

AANVOER KOEIEN

Waar moet u aan denken?

KRACHTEN BUNDELEN

Familie werkt samen aan toekomst

DE PATHOLOOG AAN HET WERK

Dode dieren ‘vertellen’ hun verhaal


HIPRABOVIS SOMNI/Lkt

Geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia ® Geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni enemulsie Mannheimia haemolytica leukotoxoïd (Lkt) in injecteerbare voor runderen. haemolytica leukotoxoïd (Lkt) in injecteerbare emulsie voor runderen. Geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia ® / voor runderen. haemolytica leukotoxoïd (Lkt) in injecteerbare emulsie

HIPRABOVIS SOMNI Lkt Geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia haemolytica leukotoxoïd (Lkt) in injecteerbare emulsie voor runderen. PREVENTIE LONGONTSTEKING PREVENTIE LONGONTSTEKING VANDAAG VANDAAG MELKPRODUCTIE VAN PREVENTIE LONGONTSTEKING VANDAAG MELKPRODUCTIE VAN DE DE TOEKOMST TOEKOMST PREVENTIE LONGONTSTEKING VANDAAG MELKPRODUCTIE VAN DE TOEKOMST MELKPRODUCTIE VAN DE TOEKOMST dairyvet43 dairyvet43 dairyvet43 dairyvet43

ca

HIPRA BENELUX M Nieuwewandelinga n62 nhe 9000 Gent i m ia België

ol

yti

HIPRABOVIS SOMNI Lkt HIPRABOVIS SOMNI Lkt

LEUKOTOXINE van

: geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia haemolytica leukotoxoïd in injecteerbare emulsie voorrunderen.SAMENSTELLINGPERDOSIS(2ml):MannheimiahaemolyticabiotypeAserotypeA1,geïnactiveerdecelvrijesuspensiemetleukotoxoïdELISA > 2,8 (*) en geïnactiveerde Histophilus somni Bailie-stam MAT > 3,3 (**). (*) Ten minste 80% van de gevaccineerde konijnen heeft een ELISA-waarde van > 2,0; de gemiddelde ELISA is > 2,8. (**) Ten minste 80% van de gevaccineerde konijnen heeft een log2 MAT-waarde van ≥ 3,0; de gemiddelde log2 MAT > 3,3. INDICATIES: Voor de vermindering van klinische verschijnselen en longlaesies veroorzaakt door Mannheimia haemolytica serotype A1 en Histophilus somni bij kalveren vanaf 2 maanden oud. TOEDIENINGSWEG: Voor subcutaan gebruik. DOSERING: 2 ml/kalf van 2 maanden ® oud. Deze dosis van/2 ml moet na 21 dagen worden herhaald. Vaccineer kalveren via een subcutane injectie in het prescapulaire Toediening emulsie : geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia haemolytica leukotoxoïdgebied. in injecteerbare van®de dosis aan afwisselende zijden heeft de voorkeur. BIJWERKINGEN: Na elke vaccinatie kan er een tijdelijke temperatuurverhoging (tot 2ºC) voorrunderen.SAMENSTELLING PER DOSIS(2ml):MannheimiahaemolyticabiotypeAserotypeA1,geïnactiveerdecelvrijesuspensiemetleukotoxoïdELISA / optreden, maar deze verdwijnt na 4 dagen. Gevaccineerde dieren kunnen na toediening van het vaccin op de injectieplaats een zwelling emulsie : geïnactiveerd vaccin met Histophilus somni en Mannheimia haemolytica leukotoxoïd in lokale injecteerbare > 2,8 (*) en geïnactiveerde somni Bailie-stam > 3,3 (**). (*) Tenverdwenen minste 80% van deingevaccineerde konijnen heeftin een ELISA-waarde hebben van Histophilus 1 totPER 7 cm. Deze(2ml): zwelling kan 14MAT dagen na de vaccinatie of A1, duidelijk omvang afgenomen zijn, maar sommige voorrunderen.SAMENSTELLING DOSIS Mannheimia haemolytica biotypeAserotype geïnactiveerde celvrijesuspensie metleukotoxoïd ELISA van > 2,0; de gemiddelde is > 2,8. (**) Ten minste 80%aanhouden. van de gevaccineerde konijnen heeft een van ≥ 3,0; deeen gemiddelde gevallen naELISA de tweede toediening tot wel 4 weken CONTRA-INDICATIES: Vaccineer geenlog2 ziekeMAT-waarde dieren en vaccineer niet bij > 2,8 (*) en geïnactiveerde Histophilus somni Bailie-stam MAT > 3,3 (**). (*) Ten minste 80% van de gevaccineerde konijnen heeft een ELISA-waarde overgevoeligheidVoor voorde devermindering actieve bestanddelen, het adjuvans of hulpstoffen. WACHTTIJD: 0veroorzaakt dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: log2 MAT > 3,3. INDICATIES: van klinische verschijnselen en longlaesies door Mannheimia haemolytica serotype ® van > 2,0; de gemiddelde ELISA is 2,8.: (**) Ten minste 80%met van de gevaccineerde konijnen heeftophaemolytica een MAT-waarde van ≥ 3,0;komen. de gemiddelde / >mogen gezonde dieren gevaccineerd worden. hetHistophilus vaccin voordat hetVoor wordt toegediend een log2 temperatuur van +15 geïnactiveerd vaccin somni en Mannheimia leukotoxoïd in +25°C injecteerbare emulsie A1 en HistophilusAlleen somni bij kalveren vanaf 2 maanden oud.Laat TOEDIENINGSWEG: subcutaan gebruik. DOSERING: 2 tot ml/kalf van 2 maanden log2 MAT > 3,3. INDICATIES: deDOSIS vermindering van klinische verschijnselen longlaesies door Mannheimia Schudden voor Voor gebruik. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN, te nemenen door degene dieveroorzaakt het diergeneesmiddel toedient: Dit haemolytica product bevat serotype voor SAMENSTELLING PER (2ml): Mannheimia haemolytica biotype A serotype A1, geïnactiveerde celvrije suspensie met leukotoxoïd ELISA oud.runderen. Deze dosis van 2 ml moet na 21 dagen worden herhaald. Vaccineer kalveren via een subcutane injectie in het prescapulaire gebied. Toediening minerale olie. Onbedoelde injectie/zelfi njectie kan pijn en zwelling veroorzaken, vooral als de injectie in eenDOSERING: gewricht of vinger plaatsvindt. In A1 en Histophilus somni bij kalveren vanaf 2 maanden oud. TOEDIENINGSWEG: Voor subcutaan gebruik. 2 ml/kalf van 2 maanden > 2,8de(*)dosis en geïnactiveerde Histophilus somni Bailie-stam > 3,3 (**). (*)als Ten minste 80% van de er gevaccineerde konijnen heeftbewaren een ELISA-waarde van aanzeldzame afwisselende zijden heeft de voorkeur. BIJWERKINGEN: Na vaccinatie kan een temperatuurverhoging (tot 2ºC) gevallen kan ditdagen leiden worden tot verlies van MAT de aangetaste vinger erelke niet onmiddellijk medische hulp tijdelijke wordt verleend. Gekoeld en oud. Deze dosis van 2 ml moet na 21 herhaald. Vaccineer kalveren via een subcutane injectie in het prescapulaire gebied. Toediening van > 2,0; maar de gemiddelde ELISA is tot >4 2,8. (**) Ten minste 80% van konijnen een log2 3,0; gemiddelde transporteren bij (+2 +8°C) en beschermd tegen licht. Nietde in gevaccineerde de vriezer VERPAKKINGSGROOTTEN: 10 per flvan acon≥(20 ml)de en 50 optreden, deze verdwijnt na dagen. Gevaccineerde dieren kunnen nabewaren. toediening vanheeft het vaccin opMAT-waarde dedoses injectieplaats een lokale zwelling van de dosis aanINDICATIES: afwisselende zijden heeft deINFORMATIE: voorkeur. BIJWERKINGEN: Naof elke vaccinatie kan er een tijdelijke temperatuurverhoging (tot 2ºC) doses per flDeze es (100 ml). raadpleeg de bijsluiter kijk www.hipra.com. REGISTRATIENUMMER: REG zijn, NLhaemolytica 10460 log2 MAT > 3,3. Voor de OVERIGE vermindering van klinische verschijnselen en op longlaesies veroorzaakt doorafgenomen Mannheimia serotype hebben van 1 tot 7 cm. zwelling kan 14 dagen na de vaccinatie verdwenen of duidelijk in omvang maarUDD. in sommige optreden, maar deze verdwijnt na 4 dagen. Gevaccineerde dieren kunnen na toediening van het vaccin op de injectieplaats een lokale zwelling VERGUNNINGHOUDER: LABORATORIOS HIPRA, S.A. Avda. la Selva, 135. 17170 Amer (Girona) Spanje. Tel. +34(972) 430660 – fax +34(972) A1 en Histophilus somnitoediening bij kalverentotvanaf oud. TOEDIENINGSWEG: Voor subcutaan DOSERING: van niet 2 maanden gevallen na de tweede wel 2 4 maanden weken aanhouden. CONTRA-INDICATIES: Vaccineergebruik. geen zieke dieren 2 enml/kalf vaccineer bij een op verantwoorde wijze. hebben van 1 tot430661. 7 cm.Gebruik Deze geneesmiddelen zwelling kan 14 dagen na de vaccinatie verdwenen of duidelijk in omvang afgenomen zijn, maar in sommige

HERMING T ESC EG TB

EN

HIPRABOVIS® SOMNI/Lkt

ME

860 likes 860 likes 860 likes dairyvet43 gevaccineerd dairyvet43 NetNet gevaccineerd tegen longontsteking met dairyvet43 Net gevaccineerd tegen longontsteking met 860 likes Hiprabovis SOMNI/Lkt! tegen longontsteking Hiprabovis SOMNI/Lkt!met #gezondgroeien dairyvet43 Net gevaccineerd Hiprabovis SOMNI/Lkt! #toekomstigemelk #gezondgroeien tegen longontsteking #BRDpreventie met #leukotoxinenstrijd #gezondgroeien #toekomstigemelk Hiprabovis SOMNI/Lkt! #toekomstigemelk #leukotoxinenstrijd #BRDpreventie #gezondgroeien #leukotoxinenstrijd #BRDpreventie #toekomstigemelk #leukotoxinenstrijd #BRDpreventie

hae m

HIPRABOVIS SOMNI Lkt

oud. Deze dosis van 2 ml na 21 dagen worden kalverenWACHTTIJD: via een subcutane injectie in het prescapulaire gebied. Toediening overgevoeligheid voor demoet actieve bestanddelen, hetherhaald. adjuvansVaccineer of hulpstoffen. 0 dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: gevallen na de tweede toediening totheeft wel 4deweken aanhouden. CONTRA-INDICATIES: Vaccineer zieke dieren en vaccineer niet bij 2ºC) een van degezonde dosis aan afwisselende zijden voorkeur. vaccinatie kan op ergeen een tijdelijke temperatuurverhoging Alleen dieren mogen gevaccineerd worden. Laat BIJWERKINGEN: het vaccin voordatNa hetelke wordt toegediend temperatuur van +15 tot +25°C(tot komen. overgevoeligheid voor de actieve bestanddelen, het adjuvans of hulpstoffen. WACHTTIJD: 0 dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: optreden, deze verdwijnt na 4VOORZORGSMAATREGELEN, dagen. Gevaccineerde dieren te kunnen nadoor toediening op de injectieplaats zwelling Schudden maar voor gebruik. SPECIALE nemen degenevan diehet hetvaccin diergeneesmiddel toedient:een Dit lokale product bevat Alleen gezonde dieren mogen gevaccineerd Laatna hetde vaccin voordatverdwenen het wordt toegediend op temperatuur van zijn, +15 maar tot +25°C komen. hebben tot 7 cm. Deze zwellingnjectie kanworden. 14kan dagen vaccinatie of als duidelijk in een omvang in sommige mineralevan olie.1 Onbedoelde injectie/zelfi pijn en zwelling veroorzaken, vooral de injectie in eenafgenomen gewricht of vinger plaatsvindt. In Schudden voor SPECIALE tot VOORZORGSMAATREGELEN, te nemen door degeneVaccineer die het diergeneesmiddel toedient: Dit productbijbevat gevallen de gebruik. tweede toediening wel van 4 weken aanhouden. CONTRA-INDICATIES: geen zieke dieren en vaccineer zeldzamena gevallen kan dit leiden tot verlies de aangetaste vinger als er niet onmiddellijk medische hulp wordt verleend. Gekoeld niet bewareneen en minerale olie. Onbedoelde injectie/zelfi njectie kan pijn en zwelling veroorzaken, vooral als de injectie in een gewricht of vinger plaatsvindt. In overgevoeligheid voortotde+8°C) actieve bestanddelen, het adjuvans WACHTTIJD: 0 dagen. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN: transporteren bij (+2 en beschermd tegen licht. Niet in of de hulpstoffen. vriezer bewaren. VERPAKKINGSGROOTTEN: 10 doses per flacon (20 ml) en 50 zeldzame gevallen kanmogen dit leiden tot verlies worden. van de aangetaste vingervoordat als er het nietwordt onmiddellijk medische wordt verleend. Gekoeld bewaren en Alleen dieren gevaccineerd Laat hetde vaccin toegediend op eenhulp temperatuur van +15 komen. doses gezonde per fles (100 ml). OVERIGE INFORMATIE: raadpleeg bijsluiter of kijk op www.hipra.com. REGISTRATIENUMMER: REGtotNL+25°C 10460 UDD. transporteren (+2 tot +8°C) en beschermd tegen licht. Niet in de te vriezer bewaren. VERPAKKINGSGROOTTEN: 10 doses per flacon (20 ml) en 50 Schudden voorbijgebruik. SPECIALE VOORZORGSMAATREGELEN, nemen door Amer degene die hetSpanje. diergeneesmiddel toedient: Dit– product bevat VERGUNNINGHOUDER: LABORATORIOS HIPRA, S.A. Avda. la Selva, 135. 17170 (Girona) Tel. +34(972) 430660 fax +34(972) doses per fles Onbedoelde (100 ml). OVERIGE INFORMATIE: raadpleeg de bijsluiter of kijk op vooral www.hipra.com. REGISTRATIENUMMER: REG NLplaatsvindt. 10460 UDD. minerale injectie/zelfi njectie kan pijn en zwelling veroorzaken, als de injectie in een gewricht of vinger In 430661. olie. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. VERGUNNINGHOUDER: HIPRA, S.A. Avda. la Selva, Amer (Girona) Spanje. Tel.wordt +34(972) 430660 – faxbewaren +34(972) zeldzame gevallen kan ditLABORATORIOS leiden tot verlies van de aangetaste vinger 135. als er17170 niet onmiddellijk medische hulp verleend. Gekoeld en 430661. Gebruik geneesmiddelen op verantwoorde wijze. transporteren bij (+2 tot +8°C) en beschermd tegen licht. Niet in de vriezer bewaren. VERPAKKINGSGROOTTEN: 10 doses per flacon (20 ml) en 50 doses per fles (100 ml). OVERIGE INFORMATIE: raadpleeg de bijsluiter of kijk op www.hipra.com. REGISTRATIENUMMER: REG NL 10460 UDD.

Hiprabovis Ad 220x280.indd 1

Tel. (+31) 235 - 332526 HIPRA BENELUX Fax. (+31) 235 - 401125 Nieuwewandeling benelux@hipra.com HIPRA BENELUX 9000 Gent www.hipra.com Nieuwewandeling

62 62

België 9000 Gent België HIPRA BENELUX Nieuwewandeling 62 Tel. (+31) 9000 Gent235 - 332526 België Fax. (+31) 235 235 -- 332526 401125 Tel. (+31) benelux@hipra.com Fax. (+31) 235 - 401125 www.hipra.com benelux@hipra.com Tel. (+31) 235 - 332526 www.hipra.com Fax. (+31) 235 - 401125 benelux@hipra.com www.hipra.com

5/02/19 09:14


voorwoord

ZOMERKLAAR Hoewel de zomer nog ver weg lijkt, staat deze Herkauwer deels in het teken van je als veehouder gereed maken voor de zomer. Je ‘zomerklaar’ maken is nog niet zo’n ingeburgerde term. Dat ligt voor ‘winterklaar’ heel anders. Of het nu om de tuin, machines, drinkwatervoorziening of de auto gaat: het is gebruikelijk je voor te bereiden op de koude periode. Al is het maar de vraag of – we schrijven begin februari – het deze zeer zachte winter nog tot een koude periode komt. Toch is het niet zo’n gekke gedachte om na te denken over het effect dat de overgang van de winter naar het voorjaar en de zomer heeft op de stal, de weide en de dieren. Het uitrijden van mest is één van de eerste acties. Het blijkt zinvol om de herkomst van de mest en het bemestingsplan te beoordelen in verband met de insleep en verspreiding van ziektekiemen. Ook de overgang van een winterrantsoen naar een menu met vers gras vergt aandacht. Daardoor verandert de samenstelling

van het rantsoen en dat heeft effect op zaken als verteringssnelheid en beschikbaarheid van mineralen. Daarmee heeft de rantsoenwissel indirect effect op bijvoorbeeld de immuniteit en klauwgezondheid. Ten aanzien van dit laatste heeft GD een zevenpuntenplan ontwikkeld, dat inmiddels in de praktijk een dankbare kapstok blijkt om de vele factoren (waaronder voeding) die van invloed zijn op klauwgezondheid systematisch ‘langs te lopen’. Een ander fenomeen betreft het risico op worminfecties. Veel veehouders hebben afgelopen najaar onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van wormen op hun bedrijf. Dit voorjaar is hét moment om met die resultaten in de hand keuzes te maken in preventief handelen zoals weidemanagement. In de afgelopen jaren zijn we met regelmaat verrast door extremen in de seizoenen. We hoeven alleen maar de recordhoge zomertemperatuur en droogte van 2019 in herinnering te roepen. Voorkomen kunnen we dat niet, ons erop voorbereiden wel door de stal en weide ‘zomerklaar’ te maken. Bert de Lange, sectormanager rund

inhoud 04 Actueel 07 Voorbereiden op het voorjaar 08 Bedrijfsantibiogram Mastitis

Bereikbaarheid U kunt Royal GD telefonisch bereiken via 0900-1770. Van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. Tarieven Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en 9,95 euro basiskosten.

11 Vee aankopen 13

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal Aanmelden: via het aanmeldformulier op www.gddiergezondheid.nl of telefonisch 0900-202 00 12 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur. colofon Herkauwer is een uitgave van de Gezondheidsdienst voor Dieren Redactie Sietske Haarman, Bert de Lange, Jet Mars, Marjolijn Waanders, Linda van Wuijckhuise | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Jessica Fiks | Redactieadres Royal GD, Marketingsupport & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Abonnementen Herkauwer wordt gratis toegezonden aan relaties van Royal GD. Een jaarabonnement (vier nummers) voor personen buiten de doelgroep kost 19,20 euro (exclusief btw) | Advertenties Dock35 Media B.V., T. 0314 - 35 58 52 | Verschijningsfrequentie vier keer per jaar | Suggesties Heeft u suggesties voor dit blad, dan kunt u deze via redactie@gddiergezondheid.nl doorgeven aan de redactie. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever.

13 Reportage: op bezoek bij familiebedrijf 17 Uitslagen Worminfecties Tankmelk 18 Uit de sectiezaal: dode dieren ‘vertellen’ hun verhaal

21 VeeOnline: grip op vaccinaties 22 Het belang van Seleen bij Mastitis 17

24 Monitoring: scherp-in 27 Rantsoen belangrijk voor klauwgezondheid

28 Voorkom hittestress 29 Kennismaken met de relatiebeheerders

ISSN: 1875a-2594 Wilt u dit blad niet meer ontvangen of wilt u een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 0900-1770 (lokaal tarief) en vraag naar klantdatabeheer, of stuur een e-mail naar brbs@gddiergezondheid.nl.

12 Speendesinfectiemiddel kiezen

31 De boer op 24

32 Diergezondheid volgens Karel van der Wielen

Herkauwer, februari 2020 - 3


Waarom mastitis direct aanpakken? Als een koe met mastitis moet worden behandeld is het succes van de behandeling afhankelijk van de kiem die de mastitis veroorzaakt, de gezondheid van de koe (afweer), maar ook van de duur van de infectie. Een kiem die langer tijd krijgt om zich in het kwartier te nestelen, kan meer schade veroorzaken en is lastiger te bestrijden. Daarnaast is de koe in deze tijd ook een besmettingsbron voor andere koeien. Snelle detectie en weten welke kiem een rol speelt geeft de mogelijkheid om vlot en gericht te handelen voor het beste resultaat.

Is de verspreiding van salmonella via oppervlaktewater een risico voor uw bedrijf? Veedrinkwater is een belangrijke route van verspreiding van salmonella bij runderen. Niet alleen binnen een besmet rundveebedrijf, ook tussen rundveebedrijven. Hierbij speelt oppervlaktewater soms een rol, maar salmonella kan zich ook via drinkwatersystemen in de stal verspreiden. Oppervlaktewater kan besmet raken met salmonella door afspoeling van mest van het land na uitrijden van mest of na weidegang. De salmonellabacteriën kunnen gedurende een aantal maanden in oppervlaktewater overleven. Het gebruik van dergelijk water als veedrinkwater kan leiden tot salmonella-infecties. U kunt bij GD uw veedrinkwater laten onderzoeken op salmonella. MEER INFORMATIE VINDT U OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/RUNDVEEDRINKWATER

Ontvangt u onze nieuwsbrieven al?

Hoe houdt u rekening met preventie van ziekteoverdracht in het mestseizoen?

Naast de bladen versturen we ook (e-mail)nieuwsbrieven aan verschillende doelgroepen. Zo bent u altijd op de hoogte van het laatste nieuws rond diergezondheid van rundvee. Speciaal voor veehouders versturen we de Actueel Rund en de Actueel Vleesvee. Met bijvoorbeeld informatie over voeding, klauwen, water en uiergezondheid.

Het mestseizoen gaat (bijna) van start. Dan gaat de loonwerker weer van bedrijf naar bedrijf om te bemesten. De giertank wordt tussen bedrijven zelden gereinigd, maar er blijft vaak wel een restje mest achter in de tank. Voorkom dat u mest van andere veehouders op uw te beweiden percelen krijgt, want weet u zeker dat die salmonella- en paratbc-onverdacht is? Laat daarom de eerste vracht mest die de loonwerker bij u brengt altijd uitrijden op percelen die u niet gebruikt voor beweiding. Of op percelen die u niet binnen zes weken na uitrijden gaat maaien voor zomerstalvoedering en waar voor beweiding minimaal één hooi- of kuilsnede van geoogst wordt. Zo verkleint u het risico op insleep van ziekten. Voert u mest aan op te beweiden percelen of percelen voor zomerstalvoedering? Vraag dan altijd naar de gezondheidsstatussen van het herkomstbedrijf.

AANMELDEN VOOR DE NIEUWSBRIEVEN WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/EMAIL

4 - Herkauwer, februari 2020


actueel

Mastitis door Streptococcus agalactiae (SAG) terug van weggeweest? Het uiergezondheidsteam van GD (UGA) ontving aan het eind van 2019 een aantal telefonische vragen van bedrijven die last hadden van een oplopend tankcelgetal (>400 x 1.000 cellen/ml). De betreffende bedrijven hadden door een tekort aan eigen jongvee enkele maanden daarvoor melkkoeien aangekocht uit het buitenland. Uit bacteriologisch onderzoek van tankmelk en individuele melkmonsters bleek de mastitisverwekker Streptococcus agalactiae (SAG) de tankcelgetalstijging te veroorzaken. De insleep van SAG door aankoop van besmette dieren zorgde op de bedrijven voor een sterke toename van het antibioticagebruik en grote economische schade door extra werk en melkderving. Wij adviseren om bij aankoop van vee goed te letten op de gezondheidsstatus van het aangekochte vee en hierbij de uiergezondheid niet te vergeten. Analyse van de celgetalhistorie vóór aankoop, eventueel aangevuld met bacteriologisch onderzoek, geeft veel waardevolle informatie over de uiergezondheid van een koe.

Water, blijvende problemen in de stal? Indien u na het reinigen en/of desinfecteren van uw watersysteem blijvende problemen houdt met de kwaliteit van het drinkwater in de stal, dan is het de moeite waard om te overwegen om de leidingen in de stal te vervangen. De kwaliteit van de leidingen en de methode van plaatsen zijn namelijk van grote invloed op de kwaliteit van het water. Door niet-gasdichte materialen of verkeerd geplaatste leidingen kan bijvoorbeeld ammoniak uit de stal door de leidingen heen in het drinkwater terechtkomen. Dit verhoogt de kans op bacteriele groei in het water en omzettingen naar het schadelijke nitriet, bij zowel leidingwater als bij eigen bronwater. Ook ophoping in dode leidingen of leidingen met veel bochten leiden vaak tot bacteriële groei in het water. Zorg ervoor, ook als u gaat verbouwen of bij nieuwbouw, dat de leidingen strak worden opgehangen en niet door de mestput lopen. Kies ook het juiste en KIWA-gekeurd materiaal. Zo kunt u problemen met waterkwaliteit al voor een groot deel voorkomen. MEER INFORMATIE VINDT U OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/ RUNDVEEDRINKWATER

Aanmelden voor Veekijkernieuws

Slecht opstartende koeien begin lactatie? Rondom het afkalven wordt er veel van het lichaam van een koe gevraagd. In zeer korte tijd kalft ze af, komt de melkproductie op gang en wisselt het dier meestal van huisvestingsgroep en rantsoen. De meeste gezondheidsproblemen, zoals melkziekte, mastitis, slepende melkziekte, baarmoederontsteking, aan de nageboorte staan en lebmaagverplaatsing treden dan ook op in deze periode. U kunt veel van deze problemen voorkomen door het rantsoen in de droogstand te optimaliseren.

Wilt u op de hoogte blijven van de actualiteiten vanuit de diergezondheidsmonitoring? Met het Veekijkernieuws informeren wij u elk kwartaal over actualiteiten, trends en ontwikkelingen, casuïstiek, de verschillende monitoringsinstrumenten en de mensen achter de monitoring. Mocht er tussendoor iets belangrijks spelen dan sturen wij u daarover een e-mail. AANMELDEN VOOR VEEKIJKERNIEUWS

CONTROLEER MET DE DROOGSTANDSCHECK OF DE DROOGSTAND OP UW BEDRIJF OPTIMAAL VERLOOPT

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/EMAIL

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/DROOGSTANDSCHECK

Herkauwer, februari 2020 - 5


Preventie van longproblemen bij uw jongvee betaalt zich uit!

Nieuw vaccin:

Bovilis® INtranasaal RSP Live Voor de vroegste en snelste bescherming van elk kalf. Meer informatie?

www.longgezondheidkalf.nl Bovilis® Intranasaal RSP Live, bevat per dosis (2 ml) levend: - bovine respiratoir syncytiumvormend virus (BRSV), stam Jencine 2013: 5,0 – 7,0 log10 TCID50; - bovine paraïnfluenza-3 (PI3) virus, stam INT2-2013: 4,8 – 6,5 log10 TCID50. Doeldier: Rund. Indicaties: Actieve immunisatie vanaf de leeftijd van 1 week oud ter vermindering van de klinische respiratoire verschijnselen en virusuitscheiding van BRSV en PI-3 infectie. Aanvang van de immuniteit: BRSV: 5 dagen, PI-3: 7 dagen. Bijwerkingen: Een voorbijgaande, milde neusuitvloeiing, milde ooguitvloeiing, milde spontane hoest, verhoging van de ademhalingsfrequentie of lichte verhoging van de lichaamstemperatuur (zeer zelden tot 41,1 °C) kan (zeer) vaak voorkomen en verdwijnt gewoonlijk binnen 2-4 dagen. Toediening en dosering: Eén dosis van 2 ml, 1ml in elk neusgat. Wachttijd: 0 dagen. Waarschuwing: De werkzaamheid tegen BRSV kan verminderd zijn in aanwezigheid van maternale antilichamen. Gevaccineerde kalveren kunnen de vaccinstam tot 12 dagen na vaccinatie uitscheiden. Het wordt aanbevolen alle dieren van de kudde te vaccineren. REG NL 123278, UDD. Voor overige informatie, zie bijsluiter. 2019-05

MSD Animal Health Postbus 50, 5830 AB Boxmeer www.my-msd-animal-health.nl/rundvee

©2019 MSD Animal Health B.V. Alle rechten voorbehouden.


kalender

VOORBEREIDEN OP HET VOORJAAR Klauwgezondheid bij start weideseizoen De overgang van een winterrantsoen naar een rantsoen met vers gras (eiwitrijk en structuurarm) heeft invloed op de verteringssnelheid in de pens. De vitamineaanmaak in de pens en de -opname vanuit het maagdarmkanaal kunnen hierdoor veranderen. Dit heeft een negatieve invloed op de klauwgezondheid. Probeer daarom de overgang naar meer vers gras zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen. Dit kan door de dieren de eerste weken ’s morgens vóór ze de weide ingaan nog een redelijke portie van het winterrantsoen aan te bieden.

Mineralenvoorziening bij jongvee in de weideperiode Een belangrijk aandachtspunt bij de start van het weideseizoen is het bepalen van de juiste mineralenvoorziening voor het jongvee, om de groei en gezondheid ook tijdens de weidegang op peil te houden. Onder gemiddelde Nederlandse omstandigheden bevat vers gras een tekort aan selenium, koper, kobalt en vaak ook jodium. Zonder aanvulling in het rantsoen zal de voorziening van deze mineralen gedurende de weideperiode afnemen en kunnen uiteindelijk tekorten ontstaan. MEER OVER DE MINERALENVOORZIENING STAAT OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/PAKKETSPOORELEMENTEN

Schoonmaken weidebakken Hoe smakelijk is het water in de drinkbakken buiten, dat tijdens de stalperiode heeft stil gestaan? Controleer vóórdat koeien naar buiten gaan of de drinkbakken schoon zijn. Zijn de bakken vies? Laat de drinkbak leeglopen, borstel de wanden schoon en spoel af met schoon water. Vul dan weer met vers drinkwater. Via de Drinkbakcheck kunt u onderzoeken en bepalen of aanvullende maatregelen nodig zijn: www.gddiergezondheid.nl/ drinkbakcheck

3 tips over wormen 1.

2.

Inspecteer het weiland op giftige planten Als u het weiland inspecteert op giftige planten, dan bent u er op tijd bij als er een bestrijding moet plaatsvinden. Een voorbeeld van een giftige plant is jacobskruiskruid. Deze is aan het begin van het seizoen (april) vooral aan de rozetvormige groei te herkennen en later aan de gele bloemetjes.

3.

Bent u van plan uw jongvee dit jaar te vaccineren tegen longworm? Plan dit dan goed. Minimaal zes weken vóór de dieren naar buiten gaan moet de eerste vaccinatie al plaatsvinden. Kalveren hebben baat bij een korter weideseizoen. Voor weerstandsopbouw is het goed om het jongvee achter de volwassen koeien aan te weiden. Zo geeft u ze wel de kans immuniteit op te doen, maar doen ze geen zware infectie op. Doe dit uiteraard alleen als de gezondheidsstatus van het bedrijf dit toelaat. Op onze website staat de wormsleutel. Deze kan u, als u uw beweidingsplan rond heeft, helpen om te bepalen wanneer diagnostiek en behandeling van worminfecties op uw bedrijf zinvol zijn.

KIJK VOOR EEN OVERZICHT VAN GIFTIGE PLANTEN OP

MEER TIPS EN DE WORMSLEUTEL

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/GIFTIGEPLANTEN

WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/WORMINFECTIES

Herkauwer, februari 2020 - 7


HOE WERKT HET EN WAT KUNT U ERMEE?

Bedrijfsantibiogram Mastitis: want resistentie ligt gevoelig Het Bedrijfsantibiogram Mastitis is een antibioticagevoeligheidsbepaling voor mastitiskiemen op bedrijfsniveau. Het geeft u als veehouder, op dit moment en voor de komende zes maanden, eenvoudig inzicht in de antibioticagevoeligheid van de bacteriën die op uw bedrijf uierontsteking veroorzaken. Zo kunt u eerder het juiste middel kiezen bij uiergezondheidsproblemen. Daarnaast kan uw dierenarts, als voorschrijver van antibiotica, deze waardevolle input meenemen in uw bedrijfsbehandelplan (BBP).

Bedrijfsantibiogram in de praktijk Uit de droogstandsevaluatie van de mpr van een melkveebedrijf met 110 melkkkoeien met een 2x8 visgraatmelkstal en een tankcelgetal van 265.000 cellen per ml bleek in januari 2019 dat het percentage genezing van hoogcelgetal koeien in de droogstand ‘slechts’ 70 procent was, waar meer dan 85 procent de norm is. Het aantal nieuwe infecties in de droogstand was beneden de norm van 10 procent. Uit Mastitis Tankmelk, aangevuld met individueel bacteriologisch onderzoek op de dierenartsenpraktijk van enkele klinische mastitisgevallen, bleek dat op dit bedrijf Staphylococcus aureus en omgevingsstreptokokken de boosdoeners waren. Tevens liet het Bedrijfsantibiogram Mastitis zien dat deze twee mastitisverwekkers op dit bedrijf goed gevoelig zijn voor het eerste keuze droogzetpreparaat (cloxacilline). Er kwam op dit bedrijf gelukkig geen resistentie voor. Uit een nadere analyse van de mpr door de dierenarts bleek dat 10 procent van de koeien (elf individuen, met name oudere kalfs- en oud-

8 -8Herkauwer, februari 2020 - Herkauwer, februari 2020

De antibioticagevoeligheidstest wordt automatisch op twee vaste momenten in het jaar uitgevoerd, in januari en in juli van elk kalenderjaar. Dit om een actueel beeld te houden van de antibioticagevoeligheid op uw bedrijf. Uitslag bij stabiel koppel Welke kiemen er aanwezig zijn en hoeveel van elk, verschilt van bedrijf tot bedrijf. En ook de antibioticagevoeligheid is op elk bedrijf anders. De gevonden resistentiepa-

melkse koeien) een chronisch hoog celgetal (meer dan drie attenties boven de 500.000 cellen per ml) hadden op de mpr, met name voorafgaand aan droogzetten. Zelfs de (dosering in de) antibiotische droogzetter heeft niet tot genezing geleid. De kans op genezing van dit soort chronische uierontstekingen is erg klein. Echter deze veehouder vermoedde dat het eerste keuze droogzetpreparaat niet goed werkte vanwege resistentie. Op dit bedrijf heeft het Bedrijfsantibiogram Mastitis inzicht gegeven dat uierontstekingen door Stafylokokken en Streptokokken een zeer grote kans hebben om te genezen na behandeling met het eerstekeuze antibioticum, mits er maximaal twee keer een verhoogd celgetal op de mpr aan voorafgegaan is. Op dit bedrijf werd het afgelopen jaar tevens de melktechniek aangepast en werden de tepelbekers tussen de melkbeurten door met heet water gespoeld. Het tankcelgetal is in een jaar gedaald naar 184.000 cellen per ml en de genezing in de droogstand is gestegen naar 92 procent.


uiergezondheid

Christian Scherpenzeel, rundveedierenarts

tronen zijn op het moment van de uitslag aanwezig in uw koppel. Aankoop of nieuwe dieren in lactatie kunnen tot andere resistentiepatronen leiden dan bij de laatste uitslag zijn gevonden. Daarom is de uitslag van het bedrijfsantibiogram het best te interpreteren bij een stabiel koppel. Ook het gebruik van antibiotica in de koppel kan zorgen voor andere gevoeligheidspatronen. De antibioticagevoeligheid op tankmelkniveau is dan ook dynamisch, echter de uitslag van het bedrijfsantibiogram geeft voldoende houvast om mastitis gericht en verantwoord te kunnen behandelen. Voorspelling komende zes maanden Onderzoek wijst uit dat de antibioticagevoeligheid in de meeste gevallen gelijk blijft voor de komende zes maanden. Het is dus waarschijnlijk dat u deze patronen ook de komende maanden in de koppel kunt verwachten. U weet dus vooraf al of de gevoeligheid op uw bedrijf voor een bepaald antibioticum goed, matig of slecht is en hoe de gevoeligheid zich ontwikkelt in de tijd. Aanpassen uiergezondheidsstrategie Uw dierenarts ontvangt de uitslagen van het bedrijfsantibiogram ook, wat, samen met uw bedrijfsspecifieke situatie, een waardevolle aanvulling is in het formuleren van het advies over de uiergezondheidsstrategie; welke antibiotica zijn werkzaam bij bestaande uierinfectie en hoe kunnen we toekomstige uierinfecties voorkomen? Voor wie? Het Bedrijfsantibiogram Mastitis is gekoppeld aan het abonnement Mastitis Tankmelk, deelnemers hieraan kunnen zich aanmelden voor het bedrijfsantibiogram. Er wordt alleen een Bedrijfsantibiogram Mastitis uitgevoerd van de kiemgroepen die in uw tankmelk worden gevonden. Dit kunnen ĂŠĂŠn tot vier kiemgroepen zijn. Het komt zelden voor dat er geen kiemen worden gevonden. Is dit wel het geval? Dan wordt het bedrijfsantibiogram automatisch uitgevoerd op het eerstvolgende tankmelkmonster waar wel kiemen worden gevonden. Met Mastitis Tankmelk wordt uw tankmelk zes of tien keer per jaar onderzocht op de zeven belangrijkste (groepen) mastitisverwekkers. De uitslag vertelt u precies welke mastitisverwekkers op uw bedrijf een rol spelen. Op VeeOnline vindt u alle actuele informatie van GD over de gezondheid van uw dieren. U kunt hier, naast labuitslagen en tankmelkuitslagen, ook uw rapportage Bedrijfsantibiogram Mastitis inzien. MEER INFORMATIE OVER HET BEDRIJFSANTIBIOGRAM MASTITIS WWW.BEDRIJFSANTIBIOGRAM.NL

Herkauwer, Herkauwer, februari februari 2020 2020 - 9- 9


DIRECT WEER IN DE BENEN!

DE BESTE FOSFOR BRONNEN DIRECT BESCHIKBAAR Door de gelatine capsule is er een snelle werking en direct resultaat.

P

HOOGSTE WAARDE Met het hoogste aandeel fosfor. 50% mononatriumfosfaat en 50% monokaliumfosfaat.

SNEL IN DE BENEN Met deze bolus zal de koe snel weer staan en overgaan tot productie.

Fosfor +

Rumi

DE BEST BESCHIKBARE FOSFORBRON OP BASIS VAN NATRIUM- EN KALIUMFOSFAAT. HIERMEE IS RUMIVET FOSFOR+ DE MEEST EFFICIËNTE FOSFOR AANVULLING VOOR UW MELKKOE.

ONZE VERPAKKING IS:

HANDZAAM FORMAAT

MILIEUVRIENDELIJK

VERKRIJGBAAR BIJ UW DIERENARTS OF BESTEL OP WWW.VETANIMALCARE.NL OF BEL 0548 - 545 345


import

Linda van Wuijckhuise, rundveedierenarts

AANVOER RUND IS RISICO OP INSLEEP VAN ZIEKTEN

Vee aankopen, waar moet u aan denken? Veel bedrijven hebben momenteel een tekort aan jongvee en er worden ter vervanging melkkoeien gekocht. Elke aanvoer van een rund brengt het risico op insleep van ziekten met zich mee. Is aankoop echt nodig? En zo ja, hoe doet u dit dan met de minste risico’s? Er wordt op dit moment veel geïmporteerd. Een te groot aantal veehouders heeft ervaren dat er bij aanvoeronderzoek besmette dieren zijn, die dan weer moeten worden afgevoerd. Helaas zijn er ook al bedrijven die daardoor spreiding van een ziekte in de koppel hebben, met veel schade tot gevolg. Dierziekten kosten handenvol geld, leiden tot een hoger antibioticagebruik en zijn negatief voor het imago van de sector en soms een risico voor de volksgezondheid en voedselveiligheid.

naar doet (paratbc, salmonella, leptospirose). Geef daarom duidelijk aan de handelaar aan dat u dieren wilt die vrij zijn van de betreffende ziekten. Overige ziekten Voor veel ziekten bestaan geen diergezondheidsstatussen. Daar bieden apart zetten, observeren en onderzoek u de mogelijkheid om de kans te verkleinen dat het dier bijvoorbeeld Mortellaro, mastitis of ringschurft meebrengt naar uw bedrijf.

Aankopen De meeste bedrijven in Nederland hebben voor een aantal dierziekten een vrij- of onverdachtstatus. Voor die ziekten kunt u besluiten om alleen dieren aan te voeren van een bedrijf met minimaal dezelfde of een hogere status dan die van uw bedrijf. De verkoper kan zijn actuele bedrijfscertificaat voor u downloaden en e-mailen of uitprinten. U kunt de statussen ook bekijken via het register op VeeOnline (via het tabblad ‘Registratie’ en dan ‘Gezondheids-statussen’). De meeste melkveehouders en een deel van de vleesveehouders hebben zich hiervoor inmiddels aangemeld. Voorkom vervelende verrassingen en controleer de statussen vóór u het dier van de wagen en tussen uw koppel laat komen, of beter nog: vóór het opladen. Import Een aparte ‘rubriek’ vormen geïmporteerde dieren. Van deze bedrijven zijn geen gezondheidsstatussen bekend en dus zult u altijd worden aangestuurd om voor bepaalde ziekten onderzoek te doen. Voor IBR en BVD hebben sommige buurlanden hogere statussen dan Nederland. In die gevallen kan een ontheffing van bloedonderzoek worden aangevraagd, na aanlevering van kopie-importdocumenten. Er zijn ook ziekten waar men in het buitenland geen bedrijfsstatus voor kent of weinig onderzoek

Herkauwer, februari 2020 - 11


uiergezondheid

Sabine Tijs, specialist uiergezondheid

WAAR KUNT U OP LETTEN

Het kiezen van het juiste speendesinfectiemiddel Het uiergezondheidsteam van GD (UGA) krijgt vaak vragen over speendesinfectiemiddelen. De vraag welk middel ‘het beste’ is, valt moeilijk te beantwoorden. Wel zijn er een aantal zaken waar u op kunt letten voor u een keuze maakt. Zorg dat er speendesinfectie wordt toegepast na iedere melking, op iedere speen De beschermende werking van speendesinfectie tegen uierinfecties veroorzaakt door koe-gebonden bacteriën is wetenschappelijk bewezen. Zorg dat de spenen goed worden geraakt Wanneer het middel met de dipbeker wordt aangebracht, is er meer zekerheid dat de hele speen geraakt wordt in vergelijking met sprayen, maar als er aandachtig wordt gesprayd kan het-

zelfde resultaat worden bereikt. De kans dat infecties via de dipbeker worden overgedragen is verwaarloosbaar. Automatische spraystemen worden steeds beter, maar toch lukt het niet altijd om hiermee het middel op de juiste plek te krijgen. Dit komt bijvoorbeeld door verstopping van de spraynippels, suboptimale verneveling of een verkeerde afstelling. Controleer daarom ook bij automatische spraystemen regelmatig (dagelijks) de bedekking van de speenhuid. Zo blijft u verzekerd van een goede speendesinfectie en worden problemen voorkomen. Kies een middel met huidverzorgende bestanddelen Naast het desinfecterende effect, is ook het huidverzorgende effect van de gebruikte middelen van belang. Speenwondjes, vaak gekoloniseerd met mastitisverwekkers, lijken sneller te genezen bij gebruik van speendesinfectiemiddelen met toevoeging van bijvoorbeeld lanoline of glycerine. Ook kan het (kalkbevattende toevoegmiddel aan het) ligboxstrooisel een verschralend effect hebben op de speenhuid, welke met een speenverzorgende component verholpen kan worden. Contact- en barrière-middelen Een contactmiddel doodt de - eventueel tijdens het melken overgedragen - mastitiskiemen snel. Er zijn ook verschillende barrièremiddelen op de markt. Naast desinfectie van de spenen beschermen deze ook tussen de melkbeurten door tegen infecties vanuit de omgeving, door de vorming van een beschermende film over de speentop. Registratie van speendesinfectiemiddelen De speendesinfectiemiddelen die in Nederland worden verkocht kunnen op twee manieren geregistreerd zijn. 1. Diergeneesmiddel geregistreerde middelen Te herkennen aan het RegNL-nummer op de verpakking. Diergeneesmiddelen voor speendesinfectie hebben in klinische testen bewezen een preventieve werking tegen uierontsteking te hebben: www.diergeneesmiddeleninformatiebank.nl. 2. Biocide geregistreerde middelen Hiervan is door microbiologische testen bewezen dat ze afdoding geven van verschillende micro-organismen: toelatingen.ctgb.nl.

12 - Herkauwer, februari 2020


reportage

Jessica Fiks, redacteur

‘Boeren’ zit in het bloed

Het was een druk jaar voor de familie Veenstra uit Wijnjewoude. Popke en Nienke verhuisden naar een woning achter de boerderij. Zoon Holbe en zijn vrouw namen juist intrek in de boerderij en verwelkomden eind november hun derde zoon. Daarnaast ging het runnen van het bedrijf ook gewoon door. “De vrijheid van dit beroep, dat is wat zo aanspreekt”, beamen vader en zoon.

Tussen hun 120 melkkoeien en 75 stuks jongvee zijn ze in hun element. Popke liep al van kinds af aan door de stal en wist al jong dat hij boer wilde worden. De geschiedenis herhaalde zich bij Holbe. Daar waar zijn twee zussen hielpen als het nodig was, vond je Holbe altijd in de stal. Na zijn stage werkte hij nog tien jaar bij een andere boerderij. Daar melkte hij dagelijks bijna driehonderd koeien. “Dat zijn er wel erg veel, ik vind een aantal van 140 genoeg”, lacht hij.

Herkauwer, februari 2020 - 13


Goede verdeling is belangrijk Nienke is de drijvende kracht achter de boekhouding, Holbe neemt het jongvee voor zijn rekening en Popke de overige koeien. Ze hebben Holsteiners, die ze nu kruisen met de Fleckvieh. Alles doen ze zelf: de landbewerking, kuilen, de dierverzorging en het melken, met een melkstel, want een melkrobot zien ze nog niet zitten. “Het duurt langer voor een boer aan een melkrobot is gewend dan een koe”, grapt Popke. “En de onderhoudskosten van zo’n robot zijn voor ons te hoog. Daarnaast mogen we het melken graag doen.” Ze maken lange dagen, maar zouden geen ander beroep willen uitvoeren. “Je bepaalt zelf wat je wanneer doet, bent vaak buiten en met de beesten bezig. Wil je een keer langer koffie drinken? Dan doe je dat gewoon. Verder ben je er iedere dag van de week mee bezig. Het moet wel echt in je bloed zitten en je moet het echt willen, want zestig uur werken per week, daar ben je zo aan.” Diergezondheid Ze doen mee aan diverse (vrijwillige) programma’s om in de gaten te houden hoe het er op het bedrijf voorstaat met de diergezondheid. Holbe en Popke zijn blij met de manier waarop het nu gaat op het melkveebedrijf. Met een gemiddelde melkproductie van 8.000 liter per koe en een kiemgetal van 3 à 4. Ook hebben ze status A in het Paratuberculose Programma, zijn ze IBR- en leptovrij en bezig BVD-vrij te worden. In de zomermaanden weiden ze de koeien, mits de temperatuur het toelaat. “Tijdens de warme zomers van de afgelopen twee jaar stonden de koeien ook middenin de zomer enkele weken in de stal, om de gevolgen van hittestress te voorkomen.”

Problemen met neospora Veel problemen hebben ze op het bedrijf gelukkig niet gekend. Wel hadden ze een aantal jaar geleden last van neospora. Popke: “In één week hadden we drie verwerpers, dan weet je dat er iets mis is. We hebben ze laten testen en het bleek neospora te zijn. We hadden toen net een puppy, die glipte steeds te stal in. Als hij daar nageboorte eet en vervolgens in de kuil poept, komt het in het voer terecht. Ook honden van voetgangers poepen soms in de wei, de koeien eten dat gras; met alle gevolgen van dien. Je kunt niet alles voorkomen, maar we zijn er sindsdien nog strikter op dat er geen honden in de stal komen. We zagen vorig jaar de jubileumactie van het abonnement Neospora Tankmelk en besloten mee te gaan doen. Altijd goed om weer een vinger aan de pols te houden rond neospora.” Ontwikkeling maatschap In 1973 is de boerderij in Wijnjewoude aangekocht. “In 1978 zijn mijn broer en ik een maatschap aangegaan met onze vader. In 1997 is mijn broer verhuisd naar een boerderij in Ureterp. Tot 2008 heeft hij daar geboerd en is toen verhuisd naar een boerderij in Hoornsterzwaag, omdat hij in Ureterp was uitgekocht. Inmiddels bestond de maatschap uit mijn broer en ik. In 2014 is deze maatschap gesplitst en bestaat nu uit mij, Nienke en Holbe. Mooi dat de opvolging is geregeld. Hoe vaak hoor je niet dat een bedrijf moet stoppen omdat er geen opvolger is?”

“Het is altijd goed om een vinger aan de pols te houden rond neospora” 14 - Herkauwer, februari 2020


Jessica Fiks, redacteur

reportage

“Er zijn veel regels in dit beroep, maar ik laat me er niet door stoppen”

De familie bundelt nog steeds hun krachten. “We doen het kuilen bijvoorbeeld nog steeds samen met mijn broer. Dan komt hij hier en vervolgens gaan wij naar hem om hem weer te helpen.” Verhuizing Achter het erf staat een woning, die vorig jaar te koop kwam. Popke: “We hebben altijd al gezegd, als dat huis te koop komt, dan hebben we interesse. Het was iets eerder dan we in gedachten hadden, maar zo’n kans komt maar één keer voorbij. Dus zijn wij verhuisd en kwam Holbe vanuit het dorp naar de boerderij.” Nu iedereen is gesetteld op zijn nieuwe plek werken ze verder aan de toekomst van het bedrijf. “Wij bouwen af, maar

zijn wel dichtbij. Voorlopig stop ik nog niet hoor. En waarschijnlijk zal ik altijd een handje blijven helpen”, zegt Popke. Wat de toekomst brengt? Dat weet natuurlijk niemand. Holbe is vastbesloten het beroep te blijven uitoefenen en het bedrijf nog te laten groeien. “Deze tweede stal is in 2016 gebouwd en staat nog voor een deel leeg. Hoe mooi als daar straks nog koeien staan. Er zijn wel veel regels in dit beroep, maar regels heb je overal. Ik laat me er niet door stoppen.” Is de opvolging voor na Holbe ook al geregeld, als vader van drie jonge zonen? “Wie weet. De oudste is nu vier en gaat graag mee in de stal. We zullen zien hoe het verder ontwikkelt”, lacht Holbe.

Herkauwer, februari 2020 - 15


VOOROP IN DIERGEZONDHEID

Wilt u sterke en gezonde klauwen? Check hoe het zit! Met Klauwgezondheid Tankmelk wordt uw tankmelk vier keer per jaar automatisch onderzocht op biotine, zink en mangaan, die een essentiĂŤle rol spelen bij het vormen van sterke klauwen. Daarnaast krijgt u inzicht in infectiedruk van Mortellaro en advies om Mortellaro op uw bedrijf gericht aan te pakken. Zo werkt u aan gezonde en sterke klauwen op uw bedrijf. Want het loopt lekkerder met sterke klauwen.

Meer weten? www.gddiergezondheid.nl/kga

GD LOOPT VOOROP IN KLAUWGEZONDHEID VOOR STERKE KLAUWEN EN ACTIEVE KOEIEN


onderzoek

Debora Smits, rundveedierenarts

HOE DE RESULTATEN TE GEBRUIKEN?

Uitslagen Worminfecties Tankmelk De uitslagen van het abonnement Worminfecties Tankmelk kunt u gebruiken om met uw dierenarts het weidemanagement te evalueren. Handig, nu een nieuw weideseizoen weer voor de deur staat. We onderzoeken jaarlijks de tankmelk van deelnemers aan Worminfecties Tankmelk op antistoffen tegen longwormen, maagdarmwormen en leverbot.

waarbij antistoffen tegen leverbot zijn aangetoond, ligt aanzienlijk lager dan vorig jaar. Dit past bij het feit dat de afgelopen twee zomers heel droog waren. Regionale verschillen Voor de verschillende wormsoorten hebben we per regio inzichtelijk gemaakt wat in 2019 de percentages bedrijven waren met (zeer) veel antistoffen. Hieruit blijkt dat bedrijven in bepaalde gebieden in Nederland een groter risico liepen op een besmetting dan bedrijven buiten deze gebieden. Wat opvalt is dat het gebied waar dit jaar in tankmelk geen leverbotantistoffen zijn aangetoond een stuk groter is dan vorig jaar.

In de tankmelk vinden we soms afweerstoffen tegen longworm, zonder dat er ziekteverschijnselen zijn. Dit betekent niet per se dat er behandeld moet worden, maar wel dat de weerstandsopbouw bij het jongvee niet optimaal verlopen is. De uitslag voor maagdarmworm-antistoffen geeft informatie over de opbouw van immuniteit bij het jongvee, in relatie tot de besmettingsdruk bij melkkoeien tijdens het afgelopen weideseizoen. Deze uitslag is te gebruiken om het weide- en wormmanagement waar nodig bij te stellen. De uitslagen voor leverbotafweerstoffen hebben vooral waarde op die bedrijven waar antistoffen in de tankmelk zijn aangetroffen, terwijl dat vorig jaar niet het geval was. Door middel van selectief mestonderzoek van bepaalde groepen dieren (bijvoorbeeld vaarzen) is het mogelijk om na te gaan wanneer de dieren zijn geĂŻnfecteerd.

Weidemanagement evalueren Vooral voor veehouders in de gebieden waarin (veel) antistoffen tegen maagdarm- en longwormen zijn aangetoond, is het goed om voorafgaand aan het volgende weideseizoen het weidemanagement van het jongvee met de dierenarts te bespreken. De wormsleutel kan helpen om, afhankelijk van het beweidingssysteem, de juiste momenten te kiezen voor diagnostiek en op basis hiervan de keuze te maken voor een eventuele behandeling. Als u deelnemer bent aan het abonnement Worminfecties Tankmelk kunt u de rapportage raadplegen op VeeOnline.

Uitslagen 2019 De resultaten tonen dat het percentage tankmelkuitslagen waarbij antistoffen tegen maagdarmwormen of longworm zijn aangetoond op vergelijkbaar niveau ligt als in 2018. Het percentage uitslagen

Longworm

KIJK VOOR MEER INFORMATIE OVER DE AANPAK VAN WORMINFECTIES OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/WORMINFECTIES

Maagdarmworm

Leverbot

% bedrijven met longwormantistoffen aangetoond

% bedrijven met maagdarmworm-antistoffen aangetoond

geen of < 3 inzendingen

geen of < 3 inzendingen

0%

< 10%

10 - 50%

0%

< 10%

% bedrijven met leverbotantistoffen aangetoond geen of < 3 inzendingen

10 - 50%

> 50%

0%

< 10%

10 - 50%

> 50%

Herkauwer, februari 2020 - 17


De sectiezaal: dode dieren ‘vertellen’ hun verhaal GD ontvangt jaarlijks ongeveer 7.000 runderen, varkens, kippen, schapen en geiten voor pathologisch onderzoek. Bij pathologisch onderzoek denkt u misschien alleen aan het opensnijden van een dier (sectie), maar meestal houdt het onderzoek daar niet op. Naast de voedingstoestand wordt de ligging van de organen beoordeeld. Daarna worden van buiten naar binnen en van kop tot staart de organen en weefsels bekeken en eventueel na uitname uit het kadaver nader geĂŻnspecteerd op sneevlakte. De patholoog aan het werk Aan de hand van de bevindingen van de patholoog en de klinische klachten, die op het inzendformulier staan, wordt orgaanmateriaal verzameld voor vervolgonderzoek. De vervolgonderzoeken kunnen bestaan uit microscopisch, parasitologisch, bacteriologisch of virologisch laboratoriumonderzoek. Voor microscopisch onderzoek wordt het weefsel in een pot met formaline gedaan en verder verwerkt tot coupes (ultradunne plakjes weefsel om onder de microscoop te bekijken). Voor deze stap is het belangrijk dat de organen in goede staat zijn. Het is daarom altijd goed de in te zenden dieren koel te houden en zo snel mogelijk in te sturen. De coupes worden later onder de microscoop bekeken door de patholoog. Vaak wordt er, om een infectieuze oorzaak uit te sluiten of juist te bevestigen, ook nog bacteriologisch onderzoek ingezet. Daarnaast kan met behulp van PCR-testen gekeken worden naar de aanwezigheid van virussen. De uitslag Op de dag dat het onderzoek is gedaan stuurt GD een eerste voorlopige uitslag. De einduitslag volgt als de resultaten van alle vervolgonderzoeken bekend zijn. Met de uitslag van het pathologisch onderzoek kunnen de dierenarts en veehouder beoordelen welke maatregelen kunnen worden getroffen op het bedrijf of in het koppel.

18 - Herkauwer, februari 2020


Klaar Peperkamp, patholoog

uit de sectiezaal

Casus: uiersmet, soms méér dan een huidontsteking Uit pathologisch onderzoek blijkt dat in 2019 een aantal melkkoeien is gestorven aan complicaties ten gevolge van udder cleft dermatitis (UCD). Vroege signalering van beginnende plekjes van uiersmet is belangrijk. Patholoog Klaas Peperkamp: “In 2019 zagen we in de sectiezaal tien koeien met een ernstige vorm van UCD. Aan de voorzijde van de uier of tussen beide voorkwartieren zijn er dan zweren te zien in de uierhuid. In deze ernstige gevallen is de ontsteking in de uierhuid via de vertakkingen van de melkader uitgezaaid naar de longen, met fatale gevolgen. Deze vertakkingen worden in geval van UCD-complicaties betrokken bij het ontstekingsproces, waardoor een vaatontsteking (thrombophlebitis) ontstaat.” Symptomen “Vervolgens komen bloedstolsels met bacteriën (emboliën) via de melkader en het hart terecht in de longvaten, waar deze een uit-

Kosten pathologie Een veehouder betaalt 57,50 euro voor het ophalen van het kadaver vanaf de erfgrens en 98,50 euro voor de sectie, inclusief afvoeren van het kadaver. Daar zit subsidie van de sector op. Voor dat bedrag krijgt de veehouder een protocollair uitgevoerde macroscopische sectie, en op basis van de sectiebevindingen en de aangeleverde ziektegeschiedenis worden vervolgonderzoeken ingezet om de doodsoorzaak vast te stellen. Het is dus belangrijk dat er een goede ziektegeschiedenis wordt aangeleverd. Indien de oorzaak bacteriologisch blijkt, hoort daar een antibioticumgevoeligheidstest bij. Dieren voor pathologisch onderzoek kunt u 24 uur per dag, dus ook ‘s avonds en in de weekenden aanmelden. Als u ‘s avonds voor 22.00 uur uw opdracht aanmeldt, worden de dieren gegarandeerd de eerstvolgende werkdag opgehaald. Als u ‘s ochtends belt probeert de planner uw opdracht nog in te passen in de route van die dag.

gezaaide longontsteking veroorzaken. Deze longontsteking is een complicatie van de uierhuidontsteking. De koeien vertoonden koorts, hadden ademhalingsproblemen, een melkproductiedaling en gingen, ondanks behandeling met antibiotica, dood. In negen van de tien gevallen was de uiersmet klinisch niet opgevallen. Daarnaast hadden we ook tien melkkoeien in de sectiezaal met een ongecompliceerde UCD. In deze gevallen is wel een zwerende uierhuidontsteking waargenomen, maar was de doodsoorzaak niet hieraan gerelateerd. De complicaties laten echter zien dat wat als klein plekje op de uierhuid begint, verraderlijk kan zijn en kan uitmonden in een ernstige uitgezaaide longontsteking.” Alert zijn op veranderingen De pathologen en het uiergezondheidsteam van GD raden aan om alert te zijn op beginnende plekjes van uiersmet. Op tijd ingrijpen vergroot de kans op een snelle genezing en verlaagt het risico van deze ernstige complicatie van uiersmet.

Uierhuid met aangetaste vertakking van de melkader.

Herkauwer, februari 2020 - 19


o ig em z D we n aa

De hoogste kwaliteit medische scanapparatuur

12 inch screen Touch screen

60 GB geheugen Probe 1-14 MHz Doppler: Colour, Power, Pulse Wave

Nu ook lease!

Vraag een vrijblijvende demo aan!

info@draminski-retail.eu • T 0646 038 514

WWW.DRAMINSKI-RETAIL.EU BOX PELLETS

De volgende stroproducten zijn zeer aantrekkelijk in prijskwaliteitverhouding ten opzichte van andere strooisels. De producten nemen ook veel meer vocht op en hebben een zeer positieve uitwerking op de mest. Boxpellets vanaf € 165 per ton • Diepstrooiselboxen • Paardenboxen • Vrijloopstallen • Potstallen

AGRI SERVICE JEUKEN B.V. A

+ B

C

M

Y

CM

vanaf € 188 per ton • Pluimvee • Rubbermatbedden • Diepstrooiselboxen • Paardenboxen

Nieuwee! formul

gebruiken bij melkrobotsystemen Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1

A

C

M

Y

CM

MY

CY CMY

K

C

M

Y

CM

MY

CY CMY

K

+ B

K

+ B

A

De oplossing

voor celgetal

Anzeige Agri Risorsa A5-ha-4c 24.09.2008 10:07 Uhr Seite 1

+ B

problemen

Schubert straat 33, 6566 DL Millingen a/d Rijn (nl) RISORSA STRONG Tel: +31 481 433661 Vormt een + B bescherming A lichte Nieuwe e! formul Fax: +31 481 432075 ® ® Mob: +31 (0)6 53195804 RISORSA BARRIER RISORSA BARRIER Vormt een extreme bescherming www.agriservicejeuken.nl Nieuwe ule! ®

Guido Sinnige • tel. 06 - 215 84 212 • www.boxpellets.nl

CY CMY

RISORSA®AGRI EASY SERVICE JEUKEN B.V. Dip spray producten en te

Boxcrush

MY

form


VeeOnline

VEEONLINE: GRIP OP VACCINATIES Op het startscherm van VeeOnline staat een overzicht van uw vaccinaties, welke dieren u heeft gevaccineerd en waarvoor. Zo heeft u altijd een actueel overzicht. Met de vaccinatiemodule op VeeOnline kan uw dierenarts voor BVD, IBR, pinkengriep en blauwtong eenvoudig vaccinaties registeren. Uw dierenarts kan in de stallijst in een paar stappen de vaccinaties aan de juiste dieren koppelen en een datum opgeven voor de volgende vaccinatie. U ziet die datum in de overzichtstabel op uw startscherm. Vaccinatiemodule in combinatie met programma ‘IBR-vrij (route vaccinatie)’ De vaccinatiemodule kost 15 cent per geregistreerd dier, per vaccinatie. Met het programma ‘IBR-vrij (route vaccinatie)’ kunnen bedrijven die IBR-vaccinatie toepassen de status ‘vaccinerend’ krijgen. Zij ontvangen dan elk halfjaar automatisch een vaccinatiebericht van GD. De kosten van de vaccinatiemodule zijn bij het abonnement ‘IBR-vrij (route vaccinatie)’ inbegrepen.

Tip van Dennis “De vraag: ‘Waarom is mijn IBR-status onbekend, ik heb toch binnen de termijn gevaccineerd?’ kan diverse antwoorden hebben. Vraag allereerst na of uw dierenarts een vaccinatieverklaring heeft afgegeven op VeeOnline. En heeft u een veterinaire eenheid? Denk er dan aan dat u op alle bedrijven binnen deze eenheid alle dieren ouder dan drie maanden laat vaccineren en registreren.” Dennis Voortman werkt bij de klantcontactadministratie (KCA) van GD. Heeft u vragen of klachten? U kunt ons elke werkdag tussen 08.00 uur en 17.00 uur bereiken op telefoonnummer 09001770 (optie 1).

Wist u dat… • Deelnemers aan het programma IBR-vrij (route vaccinatie) de status ‘vaccinerend’ ontvangen nadat hun dierenarts een IBR-vaccinatieverklaring heeft afgegeven op VeeOnline? • Uw dierenarts bij de vaccinatie direct de volgende vaccinatiedatum kan inplannen, zodat u samen tijdig het volgende bezoek in kunt plannen? MEER OVER VEEONLINE VINDT U OP WWW.VEEONLINE.NL

Een actueel overzicht van de vaccinaties vindt u op het startscherm van VeeOnline.

Herkauwer, februari 2020 - 21


UIERONTSTEKING VOORKOMEN

Het belang van seleen bij mastitis Waarom is het van belang om de juiste hoeveelheid seleen aan je koeien te voeren zodat ze hiervan de optimale hoeveelheid van het enzym glutathion-peroxidase (GSH-Px) kunnen maken? Dit is van belang om de afweerreactie van de koe op bacteriën die de uier binnendringen optimaal te laten verlopen. Op deze manier kunnen we uierontsteking voorkomen en ontstaat er geen onnodige schade aan de gezonde uierepitheelcellen. Seleen ingebouwd in het enzym GSH-Px is hierbij niet de enige factor die een rol speelt bij het wegvangen en onschadelijk maken van vrije radicalen. Ook andere antioxidanten, zoals vitaminen en spoorelementen, zijn hierbij van belang. Als mastitisbacteriën de uier binnendringen maakt het immuunsysteem van de koe vrije radicalen aan om de mastitisverwekker te doden. U ziet dit terug in een verhoogd celgetal. Deze zogenaamde vrije radicalen zorgen ervoor dat de binnengedrongen mastitisbacteriën worden gedood en zo wordt een uierontsteking voorkomen. Dit is de positieve werking van vrije radicalen in de koe. Wanneer er echter te veel vrije radicalen ontstaan dan heeft de koe een nieuw probleem. Vrije radicalen kunnen niet alleen binnendringende bacteriën en virussen opruimen,

Se

Se

22 - Herkauwer, februari 2020

Se

Se

maar vrije radicalen in overmaat kunnen ook eigen gezonde lichaamscellen beschadigen. Seleen ingebouwd in het enzym GSH-Px speelt een belangrijke rol bij het wegvangen en onschadelijk maken van vrije radicalen nadat deze hun werk gedaan hebben. Op deze manier wordt beschadiging van de eigen gezonde lichaamscellen voorkomen! Als het seleenniveau in de koe goed is, functioneert het wegvangen van de ontstane vrije radicalen optimaal en heeft de koe een betere weerbaarheid tegen infecties en treed er geen schade van de eigen lichaamscellen op. De optimale hoeveelheid seleen voeren is daarom belangrijk. Hoe te veel of te weinig seleen in het rantsoen precies werkt hebben we in de figuren in dit artikel uitgebeeld. Voert u de juiste hoeveelheid seleen in het rantsoen voor een optimale uiergezondheid van uw koppel? De mineralencheck kan u helpen hier meer inzicht in te geven. Meten is weten! MEER INFORMATIE OVER DIT ONDERWERP STAAT OP WWW.MINERALENCHECK.NL

6-8 weken

De rol van seleen voor een goede afweer Het duurt zes tot acht weken voordat seleen is ingebouwd in het enzym GSH-Px. Dit betekent dat aanpassingen van de hoeveelheid seleen in het rantsoen, om de afweer te verbeteren, pas zichtbaar zijn vanaf zes tot acht weken na de aanpassingen. GSH-Px speelt een belangrijke rol bij het onschadelijk maken van vrije radicalen.


Ryan van Egmond, rundveedierenarts, Hans Miltenburg, zoötechnisch specialist rund, Sietske Haarman relatiebeheerder en Wendy van de Streek, beeldredacteur

uiergezondheid

Hoe werkt de optimale afweer van binnendringende mastitisbacteriën in de uier? Mastitisbacterie dringt uier binnen

Mastitisverwekkers treden de epitheelcellen van de uier binnen.

Mastitisbacterie

Afweerreactie bij voldoende GSH-Px

Werking van GSH-Px

Vrije radicalen komen in actie om de mastitisbacteriën te doden.

Nadat de vrije radicalen hun werk gedaan hebben, worden ze onschadelijk gemaakt door GSH-PX zodat de vrije radicalen de eigen lichaamscel niet beschadigen.

Vrije radicaal

Epitheelcel

Enzym GSH-Px met seleen

Effect van suboptimale seleenvoorziening op uierontsteking bij de koe Afweerreactie bij te weinig GSH-Px

Er is onvoldoende GSH-Px in de cel door een te lage seleenvoorziening in het rantsoen. Hierdoor worden vrije radicalen onvoldoende onschadelijk gemaakt, waardoor ze de eigen epitheelcel beschadigen. De cel is hierdoor kwetsbaarder voor infecties.

Afweerreactie bij teveel GSH-Px

Er is te veel GSH-Px in de cel door een te ruime seleenvoorziening in het rantsoen. Hierdoor worden de vrije radicalen te snel weggevangen, voordat ze de binnendringende mastitisbacteriën onschadelijke kunnen maken. De koe krijgt uierontsteking.

Herkauwer, februari 2020 - 23


SCHERP-IN BIJ 69 PROCENT VAN AANDOENINGEN IN DE VOORMAGEN

Scherp-in: vóórkomen en voorkómen Door de haast waarmee koeien vreten, slikken ze ook vreemde dingen door die toevallig in het voer zitten. Zoals steentjes, spijkers of plastic. Deze voorwerpen worden niet met de mest uitgescheiden, maar zakken in de voormagen naar beneden. Zijn ze scherp? Dan kunnen ze de wand van de netmaag beschadigen of zelfs doorboren en wordt de koe ziek omdat ze scherp-in heeft.

Pathologen van GD voerden tussen 1 januari 2014 en 1 juli 2019 secties uit op in totaal 4.149 runderen ouder dan zes maanden. In 96 procent van de gevallen konden ze een diagnose stellen. Van de overige 4 procent was door ernstige rotting in ongeveer de helft van de gevallen geen onderzoek meer mogelijk.

Figuur 1: Diagnoses maagdarmkanaal en lever bij runderen ouder dan zes maanden

Aandoeningen darm (perforatie, ruptuur, draaiing, ineenschuiving) 26%

Aandoeningen lebmaag 21%

Aandoeningen lever 26%

Leververvetting 74%

Aandoeningen voormagen 26%

Scherp-in 69%

Ontsteking mondholte 1%

Procentuele verdeling van de locatie van doodsoorzaken in het maagdarmkanaal bij runderen ouder dan zes maanden ingestuurd naar GD voor pathologisch onderzoek tussen 1-1-2014 tot 1-7-2019.

24 - Herkauwer, februari 2020


Linda van Wuijckhuise, rundveedierenarts en Evert van Garderen, patholoog

Vastgestelde doodsoorzaken In 58 procent van de doodsoorzaken waren er problemen in drie orgaansystemen: luchtwegen (18 procent), maagdarmkanaal (27 procent) en hart- en bloedvaten (13 procent). Als we verder inzoomen op de maagdarmaandoeningen, blijkt 1 procent gelegen in mond of slokdarm, 26 procent in de voormagen, 21 procent in de lebmaag, 26 procent in de darmen en 26 procent in de lever. Opvallend is dat scherp-in ten grondslag ligt aan 69 procent van de aandoeningen in de voormagen. Het beruchte in de schillen achtergebleven aardappelmesje zien we niet meer, maar het is opvallend hoe vaak draadstukken of spijkers worden aangetroffen. Leververvetting door problemen met de rantsoenopname vormt 74 procent van de leveraandoeningen (zie figuur 1). Deze bevindingen zijn geen afspiegeling van de diagnoses bij aandoeningen van het maagdarmkanaal op de boerderij, omdat het enkel gaat om ter sectie ingestuurde dieren.

monitoring

• Opruimen stallen en erf Vindt er verbouwing plaats? Dan kunnen gevallen spijkers, schroeven en draden het beste meteen worden opgeruimd. Ook het regelmatig schoonmaken van de voergang verkleint de kans dat ‘troep’ wordt opgevreten door de koeien. • Zwerfafval Natuurlijk bent u ook afhankelijk van wat andere mensen weggooien. Zwerfafval, zoals blikjes en glazen flessen, meteen opruimen voorkomt dat deze worden ingekuild en in het voer belanden. • Magneten gebruiken Door magneten op de maaier, hakselaar, opraap- of voerwagen te plaatsen, worden brokken metaal uit het voer ‘geplukt’. Door het preventief ingeven van genummerde magneten, kunt u opgegeten ijzer wegvangen en is te zien welke koe het heeft uitgespuugd zodat hij opnieuw kan worden ingegeven.

Maatregelen om scherp-in tegen te gaan Er zijn diverse maatregelen die u zelf kunt nemen om het risico op scherp-in te verminderen: • Werk aan afrasteringen Nu het weideseizoen voor de deur staat wordt er vaak ook aan de afrasteringen gewerkt. Zorgvuldig werken kan voorkomen dat er draad (stukken) in het land komen te liggen die kunnen worden ingekuild. • Gebruik van autobanden Voorkom dat autobanden die op kuilen worden gebruikt, in de voermengwagen vallen. Gehakseld en vermengd met het voer kunnen ze scherp-in veroorzaken. Als autobanden worden gebruikt waar draden van het loopvlak uitsteken, is het beste deze banden af te voeren.

Al sinds 2002 houdt Royal GD zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

Herkauwer, februari 2020 - 25


GRIP KRIJGEN OP KLAUWGEZONDHEID

Rantsoen belangrijk Goede benen en sterke klauwen zijn de basis voor het goed functioneren van koeien. Met het 7-puntenplan Klauwgezondheid krijgt u grip op de klauwgezondheid op het melkveebedrijf. EĂŠn van de stappen uit dit plan gaat over het uitgebalanceerde rantsoen, belangrijk voor een optimale klauw- en huidweerstand. Een tekort aan spoorelementen, zoals zink (Zn), mangaan (Mn) en vitaminen (biotine) hebben een duidelijke negatieve invloed op

26 - Herkauwer, februari 2020

de huid- en hoornkwaliteit. Bij een goede voorziening van deze elementen zijn de huid- en hoorncellen beter bestand tegen infectie en beschadigingen, waardoor de kans op klauwaandoeningen afneemt. Helaas garanderen goed berekende gehaltes van mineralen, spoorelementen en vitaminen in het rantsoen niet altijd een goede voorziening voor de huid- en hoornvormende cellen. Dit kan veroorzaakt worden door rantsoeninteracties, zoals de totale droge stof opname en de interactie tussen macro- en spoorelementen, die de uiteindelijke absorptie nadelig kunnen beĂŻnvloeden.


diergezondheid

Menno Holzhauer en Ryan van Egmond, rundveedierenartsen

7

Besteed aandacht aan klauwgezondheid bij de stierkeuze en voer koeien met steeds terugkerende (>drie keer) klauwaandoeningen af.

1

Zorg voor een schone, droge stalvloer en comfortabele ligboxen.

3 6

2

Controleer de klauwen van alle koeien voor het droogzetten, herhaal dit 2-3 maanden na afkalven (registreer dit).

Behandel kreupele koeien direct (registreer dit).

Manage de lichaamsconditie (schaal van 1-5) van de koeien en zorg voor een maximale afname van 0,5-1 punt na het afkalven.

4 5

Voer een uitgebalanceerd rantsoen voor een optimale klauw- en huidweerstand (vitaminen, spoorelementen en mineralen).

Biotine Biotine wordt door micro-organismen in de pens geproduceerd en afhankelijk van de samenstelling van de micro-organismen ook verbruikt. Door de stijgende melkproductie en de daarmee gepaard gaande veranderde rantsoensamenstelling wordt de voorziening van biotine niet altijd meer gegarandeerd door een hogere aanmaak in de pens. De uiteindelijke biotine-beschikbaarheid van rundvee hangt af van verschillende factoren: • de totale droge stof opname; • de samenstelling en kwaliteit van het rantsoen; • het biotinegehalte in de gebruikte ruwvoercomponenten en de aanvullende krachtvoeders; • de balans tussen aanmaak en verbruik ban biotine in de pens door micro-organismen.

Maak selectief gebruik van desinfectie afhankelijk van de ernst van de infectieuze klauwgezondheidsstatus.

Inzicht in spoorelementen Om een indruk te krijgen of de voorziening van spoorelementen via het rantsoen binnen het koppel voldoende is voor de vorming van sterke gezonde klauwen, is het meten van zink, mangaan en biotine in tankmelk meer dan een goed hulpmiddel. Alleen op basis van systematische monitoring (via tankmelk) kunt u samen met uw adviseur een inschatting maken of aanvulling of toevoeging wenselijk is of dat de verbetering ergens anders gezocht moet worden. GD meet deze componenten binnen het programma Klauwgezondheid Tankmelk. Naast voeding spelen nog andere factoren, zoals huisvesting en infectiedruk, een rol bij klauwgezondheid. MEER OVER HET 7-PUNTENPLAN KLAUWGEZONHEID: WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/KLAUW

Herkauwer, februari 2020 - 27


hittestress

Toine van Erp en Hans Miltenburg, zoรถtechnisch specialist rund

MAATREGELEN KUNNEN NU AL WORDEN GENOMEN

Stal zomerklaar maken

De optimale omgevingstemperatuur voor melkvee ligt tussen de -5 en +18 graden Celsius. Een koe kan vanaf 21 graden Celsius al last hebben van de warmte. Het is nog winter, maar voordat het warm wordt kunnen al maatregelen worden genomen. Naast de temperatuur spelen de luchtvochtigheid en windsnelheid ook een rol: hoe hoger de luchtvochtigheid en hoe lager de windsnelheid, hoe eerder een koe last heeft van hittestress. Hittestress kan zorgen voor verminderde voeropname en pensverzuring, met een grotere kans op melkproductiedaling, uierontsteking en klauwproblemen. Door vooraf maatregelen te nemen kunnen veel problemen worden voorkomen. Isolatie, ventilatie en schaduw Bij hoge temperaturen is het belangrijk dat de koeien binnen kunnen worden gehuisvest. De koeien hebben dan schaduw, liggen op schone ligplaatsen, kunnen voldoende drinken en eventueel nog worden bijgevoerd. Een frisse stal is erg belangrijk. Het isoleren van het dak van de stal en het plaatsen van ventilatoren zorgen ervoor dat u tijdens warme perioden een aangenaam binnenklimaat kunt realiseren. Water Koeien moeten bij extreem warm weer veel en schoon water kunnen drinken. De drinkbakken moeten groot, open en makke-

28 - Herkauwer, februari 2020

lijk te bereiken zijn. Houd zeven centimeter drinkbaklengte per koe aan, dus zeven meter drinkbaklengte per honderd koeien. De optimale drinkwatertemperatuur is 17 graden Celsius. Rantsoen aanpassen Komt er een warme periode aan? Door het rantsoen in overleg met uw voeradviseur aan te passen kunt u hierop inspelen. Zoals minder krachtvoer per kilogram droge stof en meer makkelijke verteerbare ruwe celstof. Ook kunt u bepaalde vitamines, mineralen en natriumbicarbonaat aanvullen. Zorg dat de kationanion balans in evenwicht is. Is het warmer dan 21 graden Celsius? Tijdens de warme periode is het belangrijk de stal zo koel mogelijk te houden, door bijvoorbeeld extra ventilatie en het blinderen van de lichtplaten. Drijf de koeien niet te veel opeen. Houd de ligplaatsen schoon en droog en intensiveer de vliegenbestrijding. Controleer dagelijks de watervoorziening. Voorkom broei in het voer door vaker kleinere porties te voeren. Vergeet bij deze maatregelen ook de droogstaande koeien en drachtige pinken niet. KIJK VOOR ALLE TIPS OP: WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/HITTESTRESS-RUNDVEE


relatiebeheer

Jessica Fiks, redacteur

PERSOONLIJK CONTACT

Kennismaken met de relatiebeheerders De GD-relatiebeheerders geven advies over uw bedrijfssituatie en de ondersteuning die wij kunnen bieden. Bijvoorbeeld als u een vraag heeft over een onverwachte verandering van de gezondheidsstatus van uw koeien. Of als u meer informatie wilt over diergezondheid (zoals BVD, klauw- en uiergezondheid of drinkwater) en wilt weten welke GD-programma’s op uw bedrijf van meerwaarde kunnen zijn. Elke regio heeft een eigen relatiebeheerder, zo heeft u een vertrouwd gezicht. Hij of zij gaat graag vrijblijvend met u in gesprek. Zoals Sietske Haarman: “Als relatiebeheerder kom ik bij veel bedrijven. Het geeft me energie als ik oplossingen kan bieden en kan helpen om problemen op een bedrijf aan te pakken. We doen het samen en zitten samen met de veehouder aan tafel om een vraag of probleem te bespreken. Of ik leg uit welke producten en diensten GD heeft, die het probleem kunnen verhelpen.”

Sietske: “Een mooi voorbeeld dat ik me herinner is die keer dat ik hielp bij een vraagstuk over kalversterfte. Op een bedrijf waren te veel doodgeboortes en de kalversterfte was te hoog. In samenwerking met de dierenarts hebben we gekeken waar het probleem kon zitten. We hebben onderzoek gedaan op infectieziekten, een droogstandscheck gedaan en naar de ziekteverwekkers bij de kalveren gekeken. Naar aanleiding van de uitslagen is het droogstandsrantsoen aangepast. Dit had al snel een positief effect op het aantal doodgeboorten. Er is een plan van aanpak gemaakt om de infectieziekte aan te pakken en de weerstand van de veestapel te verhogen. Na een half jaar was de kalversterfte onder controle en had de veehouder weer meer werkplezier.” Op www.gddiergezondheid.nl/relatiebeheer kunt u vinden wie de relatiebeheerder van uw regio is. U kunt deze rechtstreeks bellen voor telefonisch advies, of een vrijblijvende afspraak maken bij u op het bedrijf.

Jan Marion

Staand:

Andreas

Walter

Midden:

Sietske

Joyce

Vooraan: Lammert

Laura

Mike

Sabine

Hans

Anton

Theo

Toine

Chantal

Renske

Herkauwer, Titel,februari maand 2020 - 29


ADVERTORIAL

Rust bij de dieren door full spectrum zonlicht verlichting met ionisatie... ... dat merken veehouders op met de producten van Freshlight!

LUCHTZUIVERENDE LED-VERLICHTING Schone lucht

Door de jaren heen heeft Freshlight al vele diverse stallen mogen inrichten met LED verlichting. Door navraag te doen bij een aantal melkvee- en kalverhouders leert men dat de ervaringen positief zijn. Een daarvan is Gebr. Hinloopen uit Amsterdam. Zij zijn al ruim 5 jaar een tevreden klant. Hun bevindingen zijn dat er betere controle is op de dieren, er is meer rust in de stal en door de ionisatie minder veeartskosten en minder medicijngebruik. Daarnaast besparen zij extreem veel op energiekosten. Het fullspectrum zonlicht van Freshlight benadert het lichtspectrum dat van de zon afkomt. Dit spectrum zorgt voor vorming van vitamine D. Op zijn beurt stimuleert vitamine D voor een betere opname van fosfor en calcium. De dieren groeien sneller, hebben sterkere botten en zijn minder vatbaar voor ziekten.

Minder antibioticum Vermindering van pathogenen Minder uitval

Door ionisatie toe te passen wordt de stal 24 uur per dag gezuiverd van ammoniak, (fijn)stof, stank en pathogenen. In het besluit van Emissiearme Huisvesting bepaalt dat dierenverblijven zoveel mogelijk emissiearm moeten zijn. De opname van maximale emissiewaarden voor fijnstof is opgenomen in bovengenoemd besluit. In het kader daarvan zijn wij verheugd u te melden dat Freshlight in februari haar definitieve RAV nummer zal ontvangen.

Gezonde dieren

De ionisatie en het licht kan apart van elkaar aan- en uitgeschakeld worden. Wanneer in de avond de verlichting uitgaat, blijft de ionisatie haar werk doen.

+31(0)55 - 302 00 21

www.freshlightgroup.com

Onze led verplichting gaat lang mee. Freshlight heeft een tube met uitwisselbare driver ontwikkeld; door deze modulaire opbouw geeft u het kostbaarste gedeelte van de tube (de LED’s) een tweede leven.


de boer op

0 mm

ZO DIK IS DE CELWAND VAN MYCOPLASMA­ BACTERIËN Mycoplasmabacteriën zijn ongevoelig voor de meeste antibiotica. Dat komt doordat ze geen celwand hebben en veel typen antibiotica juist op de celwand werken. Klinisch zieke dieren met mycoplasma zijn dan ook moeilijk te behandelen. Er is helaas nog geen vaccin tegen mycoplasma. Het aantal dieren dat ziek wordt bij

een uitbraak hangt sterk af van de bioveiligheid op een bedrijf, de weerstand van de dieren, de snelheid van diagnose en de inzet van een plan van aanpak. Deze zaken zijn dan ook van belang ter preventie van de ziekte, of een heropleving ervan. Hoe sneller u de signalen herkent en ingrijpt, hoe beter. Wat weet u van mycoplasma? MEER OVER MYCOPLASMA STAAT OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/MYCOPLASMA

vraag & antwoord

HOE VERSPREIDT NEOSPORA ZICH, EN HOE GROOT IS DE ROL VAN DE HOND? ANTWOORD: THOMAS DIJKSTRA, RUNDVEE­ DIERENARTS

De besmettingsroute van neospora verloopt in veruit de meeste gevallen van moederkoe op kalf. Via de aankoop van besmet vee kan neospora op een melkveebedrijf binnenkomen. Als een besmette koe een kalf krijgt, is dit kalf in 80 procent van de gevallen ook besmet. Neospora is dus typisch een ‘familieprobleem’. Als honden een rol spelen bij de verspreiding van neospora, gaat het meestal om de eigen boerderijhond. Honden kunnen besmet worden met neospora doordat ze nageboortes van besmette koeien opeten of vruchtwater oplikken, maar

ook door het eten van rauw vlees van de slager. Een besmette teef kan tijdens de dracht de besmetting doorgeven aan haar nakomelingen. Eenmaal besmet kan de hond besmette eitjes uitscheiden via de ontlasting. Als een koe deze besmette hondenpoep via het voer of het drinkwater binnenkrijgt, raakt ook zij besmet. De hond blijft een risico, doordat een deel van de honden die de besmettelijke eitjes hebben uitgescheiden dit blijven doen of dit later opnieuw doen.

MEER OVER NEOSPORA STAAT OP WWW.GDDIERGEZONDHEID.NL/NEOSPORA

Herkauwer, februari 2020 - 31


diergezondheid volgens Karel van der Wielen Karel van der Wielen runt samen met zijn vrouw een melkveebedrijf in Nistelrode. Met 110 koeien en 45 stuks jongvee. Dankzij aanpassingen aan de stal voor het jongvee, gaat het goed met diergezondheid op het bedrijf. “Secuur werken staat voorop. Niemand komt de stal in zonder bedrijfskleding. We werken van jong naar oud en tussendoor spuiten we altijd de laarzen schoon. We werken met protocollen; iedereen weet precies wat hij moet doen. Voor iedere stal staat beschreven wat er gevoerd moet worden en welke handelingen gedaan moeten worden”, begint Karel. “Dit is gemakkelijk omdat we regelmatig een stagiair mogen ontvangen.” Dankzij dit precieze werken heeft het bedrijf de hoogste gezondheidsstatus en hoge groeicijfers bij de kalveren. Vervanging stal Er waren bij het jongvee wat problemen met longinfecties en diarree. In 2014 is de stal aangepast. Samen met de eigen dierenarts, de specialist jongvee opfok van Nutrifeed en een relatiebeheerder van GD werd hierover nagedacht. “Toine van Erp van GD had een goed idee over de inrichting en ventilatie. We hebben de stal opnieuw ingericht, geïsoleerd en mechanische ventilatie met meetventilator aangebracht. Er is een goede inlaat gemaakt, met weinig windinvloed van buiten. Alles is nu winddicht. Verder hebben we dichte hokafscheidingen gemaakt. De ventilatie kan goed zijn werk doen. De kalfjes staan niet in de trek, ze komen hoogstens met hun neus in de wind.” Meten is weten Naast de aanpassingen aan de stal is ook de voerkeuken verplaatst. Karel: “Eerst werd het melkpoeder aangemaakt in een andere stal. Dan is de melk soms al afgekoeld als je bij de kalveren bent. Nu hebben we alles op dezelfde plek. Eens per zes maanden meten we al het jongvee. Zitten ze op de groeicurve, erboven of eronder? Het spenen doen we ook individueel. De behoefte van een kalf van 45 kilogram is heel anders dan bij een kalfje van 29 kilogram. We geven binnen twee tot drie uur na de geboorte gelijk drie tot vier liter biest. Voordat ze vijftien uur oud zijn, zit de tweede ronde biest erin. Daarna geven we nog drie dagen biest van de eigen moeder.”

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.