Schaap en Geit 29 - maart 2023

Page 1

schaap en geit

INVENTARISATIE NA BESMETTING

Gunstige uitkomsten CL-onderzoek

REPORTAGE KOPERPROJECT

Melkgeitenhouder Beumer: “Bij problemen is niets doen geen optie.”

KENNISEVENT

Nieuwste inzichten met elkaar delen

VOOROP IN DIERGEZONDHEID
Maart 2023 - nummer 29

ONDERZOEK(EN) LOONT!

Het doen van onderzoek loont. Hiermee doel ik op diverse soorten van onderzoek. Of het nou gaat om het vergaren van nieuwe kennis, of om het inzichtelijk maken van het voorkomen van een aandoening bij een dier of in een koppel (wat je ook als het vergaren van nieuwe kennis zou kunnen beschouwen). Het doen van onderzoek levert altijd nieuwe inzichten op.

In deze Schaap en Geit worden verschillende soorten onderzoek belicht. Naar aanleiding van een bevinding in de melkgeitensector is GD een onderzoek gestart naar koper, als essentieel mineraal, op melkgeitenbedrijven. Ook zijn wij momenteel bezig met een project waarmee wordt beoogd om Terschelling zwoegerziektevrij te krijgen. Daarnaast blijkt uit recente bevindingen

van CL in de melkgeitensector en bij schapen wat het belang is van diagnostiek en dus onderzoek op dier- en koppelniveau.

Tot slot is het van belang om in geval van onderzoek gezamenlijk op te trekken. Voorbeelden zijn het jaarlijkse Kennisevent van GD en vakblad Het Schaap waarin kennis uit onderzoek wordt gedeeld, de aanpak van zwoegerziekte op Terschelling in samenwerking met de schapenhouders en de dierenartsenpraktijk op Terschelling en ook de samenwerking met de melkgeitensector en Wageningen University and Research (WUR), waar wordt gewerkt aan het versnellen van de verduurzaming van de melkgeitenhouderij. Op deze wijze werken wij samen aan onderzoek om de diergezondheid van jouw dieren te vergroten, door je van uitkomsten met daaraan gekoppeld mogelijke oplossingen of adviezen op de hoogte te stellen.

René van den Brom, manager afdeling Kleine Herkauwers

inhoud

Bereikbaarheid

Royal GD is op werkdagen telefonisch bereikbaar van 07.30 tot 19.00 uur via 088 20 25 500. Voor inhoudelijke vragen is de Veekijker Schaap en Geit op werkdagen tussen 15.00 en 17.00 uur bereikbaar via 088 20 25 555.

Tarieven

Alle genoemde GD-tarieven in deze uitgave zijn exclusief btw en basiskosten.

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaal

Aanmelden: digitaal via www.gddiergezondheid.nl/ophaaldienst of telefonisch via 088 20 25 500 (24 uur per dag). Wij halen het materiaal dan zo spoedig mogelijk bij u op. Sectie- en monstermateriaal kunt u brengen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

COLOFON

Schaap en Geit is een uitgave van Royal GD | Redactie René van den Brom, Eveline Dijkstra, Karianne Peterson, Carlijn ter Bogt, Tara de Haan, Nienke Snijders-van de Burgwal en Anita Werkman | Fotogra e Ingrid Sweers, Neeke Smit | Beeldredactie Wendy van de Streek | Eindredactie Jessica Fiks | Redactieadres GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 088 20 25 500, redactie@gddiergezondheid.nl, www.gddiergezondheid.nl | Productiecoördinatie Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Basisontwerp Studio Kaap | Vormgeving Dock35 Media B.V. | Druk Senefelder Misset Doetinchem B.V. | Abonnementen Schaap en Geit wordt gratis toegezonden aan relaties van GD. Een jaarabonnement (twee nummers) voor personen buiten de doelgroep kost € 17,75 | Advertenties Dock35 Media B.V., Jan van de Vis, T. 0314-35 58 60 | Verschijningsfrequentie twee keer per jaar | Suggesties Suggesties voor dit blad kunnen worden doorgegeven via redactie@ gddiergezondheid.nl. Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever | Disclaimer Royal GD en de redactie zijn niet verantwoordelijk en daardoor niet aansprakelijk voor de inhoud van de geplaatste advertenties en advertorials.

ISSN: 1875-2594

Dit blad niet meer ontvangen of een adreswijziging doorgeven? Dat kan via 088 20 25 500, of per e-mail. Voor een adreswijziging: klantdata@gddiergezondheid.nl, voor aan- en afmeldingen vakbladen: info@gddiergezondheid.nl.

04 Actueel

06 Kennisevent vakblad Het Schaap en GD

08 Alert op CL bij geiten

10 20

10 Reportage koperproject: “Bij problemen is niets doen geen optie”

15 Quiz: Wat weet je over de gezondheid van lammeren?

16 Aandacht voor salmonellose in de melkgeitenhouderij

16

19 SG Online volledig vernieuwd

20 Gunstige uitkomsten CL-onderzoek Drents Heideschaap en Schoonebeker

23 Het getal en Vraag & Antwoord

24 Diergezondheid volgens

Schaap en Geit, maart 2023 - 3
voorwoord

Steekproef Scrapie 2022: resultaten

Sinds 1 juli 1998 bestrijdt GD scrapie in de Nederlandse schapenhouderij met een programma gebaseerd op selectie van fokdieren op erfelijke ongevoeligheid voor deze ziekte. Net als in voorgaande jaren hebben we in 2022 een steekproef uitgevoerd in het kader van de borging van dit certificeringsprogramma voor scrapiegenotypering bij schapen. Alle voor de steekproef onderzochte dieren bleken het gewenste ARR/ARR-genotype te hebben. Er zijn dus geen onvolkomenheden vastgesteld. We bedanken de deelnemende schapenhouders voor hun medewerking aan de steekproef.

Leverbotvrij in de wei

Schade door leverbot is te voorkomen door goede controle op een leverbotbesmetting. Door te zorgen dat de dieren in het voorjaar leverbotvrij de wei ingaan, kan je in het najaar veel leverbotproblemen voorkomen. Schapen- en geitenhouders die willen weten hoe het zit met leverbot op hun bedrijf, kunnen leverbot eenvoudig monitoren via mestonderzoek.

Abortusdiagnostiek is belangrijk

Abortus, vroeg- en doodgeboorte van lammeren bij schapen en geiten is erg vervelend voor jou als schapen- of geitenhouder. De fokkerijverwachting komt niet uit en je krijgt te maken met verminderde inkomsten. De oorzaak van abortus bij schapen en geiten kan besmettelijk of niet-besmettelijk zijn. Wanneer je te maken krijgt met abortus is het daarom belangrijk om te achterhalen wat de oorzaak is. Wanneer zich meerdere abortussen in de kudde voordoen, is de oorzaak meestal besmettelijk. In die situatie lopen ook de andere dieren gevaar. Bovendien kan de ooi of geit in zulke gevallen een van dier-op-mens-overdraagbare aandoening bij zich dragen. Dat kan een risico vormen voor de mensen die met het dier in contact komen. Daarom is het bij abortus belangrijk om snel in te grijpen. Dit kan door middel van pathologisch onderzoek, of laagdrempelig door het abortuspakket, waarbij het lam wordt bemonsterd middels een swab en deze wordt ingestuurd naar ons laboratorium. In een beperkt aantal gevallen kan ook bloedonderzoek worden ingezet. Voor meer informatie, advies of uitleg over abortus en de mogelijkheden van onze diagnostiek, kan je vrijblijvend contact opnemen met Veekijker schaap geit: 088 20 25 555 (op werkdagen van 15-17 uur). Je krijgt dan direct een deskundige aan de telefoon.

Nederland behoudt vrij-status Brucella melitensis

Afgelopen jaar hebben ruim 1.475 bedrijven bloedmonsters ingestuurd van schapen en geiten voor onderzoek op Brucella melitensis. Alle monsters zijn negatief bevonden. Nederland voldoet daarom aan de Europese vordering en behoudt de vrij-status.

GD en de opdrachtgevers bedanken alle dierhouders en dierenartsen die zich hiervoor hebben ingezet. De aansturing voor de monitoring op B. melitensis 2023 is inmiddels verstuurd en hiervoor hopen wij wederom op jullie medewerking. Daarnaast krijgen geselecteerde houders ook dit jaar de mogelijkheid om eenmalig kosteloos gebruik te maken van het ‘abortuspakket schaap geit’. Zij hebben hiervoor een monsternamepakket ontvangen bij de aansturing.

4 - Schaap en Geit, maart 2023
SCAN DE QR-CODE VOOR MEER INFORMATIE OVER LEVERBOT
SCAN VOOR MEER INFORMATIE DE QR-CODE

Biestopnamecheck voor geitenlammeren

Biest is het toverwoord als het gaat om een goede start voor lammeren. Type en kwaliteit biest zijn van groot belang. Daarnaast zijn ook biestverzameling, -opslag, -behandeling, -gift en -opname belangrijk. Wij bieden de Biestopnamecheck en bloedonderzoek op beschermende afweerstoffen (IgG) bij lammeren aan. De optimale leeftijd om de lammeren te testen is op een leeftijd tussen de twee en vijf dagen oud. Om een goed beeld te krijgen van het biestmanagement, adviseren we een steekproef van minimaal vijf lammeren. De uitslag vertelt of de lammeren op tijd de juiste hoeveelheid en kwaliteit biest krijgen. Een goede biestvoorziening is essentieel voor een goede start van pasgeboren lammeren. Met de biest neemt het lam bescher-

mende antistoffen op die belangrijk zijn voor de afweer tegen ziekteverwekkers in de periode dat het eigen immuunsysteem van het jonge lam nog in ontwikkeling is. Omdat de darmen van pasgeboren lammeren slechts korte tijd (ongeveer 24 uur) IgG doorlaten, is het belangrijk dat de lammeren kort na de geboorte voldoende verse biest binnenkrijgen van goede kwaliteit. Lammeren die te weinig afweerstoffen binnenkrijgen hebben een aanzienlijk grotere kans op problemen zoals diarree, luchtwegproblemen, gewrichtsontsteking, zwakte en sterfte. Lammeren die op jonge leeftijd problemen hebben gehad, lopen bovendien een achterstand op.

Scan zwoegerziekte en CAE in melk

Is jouw bedrijf nog niet zwoegerziekte- of CAE gecertificeerd, maar ben je toch benieuwd hoe het er op jouw bedrijf voor staat? Dit kan eenvoudig door het insturen van een individueel melkmonster van de betreffende dieren. Ook bij verdenking van zwoegerziekte of CAE bij een ziek dier kan, indien het dier melkgevend is en langer dan twee weken aan de melk, een melkmonster gemakkelijk worden genomen en ingezonden. Een aantal belangrijke zaken om rekening mee te houden:

1. Bemonster minimaal twee weken na aflammeren.

2. Vul een melkbuis met conserveringsmiddel voor minimaal de helft, bij voorkeur met melk uit beide uierhelften en schudt de buis goed om het conserveringsmiddel zijn werk te laten doen. Voorzie de buis van identificatie met bij voorkeur het 5-cijferige werknummer van het dier.

3. We testen op afweerstoffen, daarom hoeft u het monster niet steriel te nemen, werk wel schoon.

Volg ons online

ALLES OVER DE BIESTOPNAMECHECK WETEN? SCAN DE QR-CODE:

4. De test is niet geschikt voor een enkel dier (zonder verdenking van ziekte) voor bijvoorbeeld verkoop of uitlenen voor het dekseizoen.

SCAN DE QR-CODE VOOR MEER INFORMATIE

Altijd op de hoogte zijn van ons laatste nieuws? Dan kun je je aanmelden voor onze nieuwsbrieven of ons volgen op social media. Zo versturen we de nieuwsbrieven Actueel Melkgeiten en de Actueel Schaap en Geit. Hierin staat alles over de laatste ontwikkelingen op het gebied van diergezondheid. Daarnaast zijn we te vinden op Facebook, Instagram en LinkedIn.

Luister onze podcast!

In de podcastserie ‘Trends uit de monitoring’ houden we dierenartsen op de hoogte van opvallende zaken uit de diergezondheidsmonitoring.

Schaap en Geit, maart 2023 - 5
BELUISTER DE PODCAST, SCAN DAARVOOR DE QR-CODE
AANMELDEN VOOR DE NIEUWSBRIEVEN KAN DOOR DE QR-CODE TE SCANNEN
actueel

Nieuwste bevindingen gedeeld

GD en vakblad Het Schaap organiseerden op 26 januari wederom een mooi, online kennisevent. Veel deelnemers woonden dit event digitaal bij.

Op deze avond passeerden meerdere belangrijke onderwerpen de revue. Er waren diverse sprekers, onder meer vanuit ULP in Harmelen. Ook was er ruimschoots gelegenheid voor vragen via de chat.

Koper: wel of niet?

Hebben schapen het element koper hard nodig, of juist niet?

Nienke Snijders – Van de Burgwal legde uit dat spoorelementen van belang zijn voor het functioneren van het lichaam van mens en dier. Koper is één van de spoorelementen die betrokken zijn bij essentiële lichaamsfuncties. De opname van koper is afhankelijk van meerdere factoren. Zo spelen er verschillen tussen

rassen, maar ook bijvoorbeeld koperremmende bestanddelen in het rantsoen hebben invloed. Zowel een tekort als een overmaat aan koper kunnen problemen geven. De verschijnselen die horen bij een afwijkende koperopname en de factoren die van invloed zijn op de opname, kwamen op het kennisevent aan bod.

Perfecte ooi-lam-binding

Kun je ervoor zorgen dat pasgeboren lammeren en hun moeders een perfecte moeder-lam-binding krijgen? Karianne Peterson vertelde welke factoren bepalen dat de ooi en het pasgeboren lam een optimale binding ontwikkelen. Hier schuilt een ingenieus neurobiologisch mechanisme achter. Met genetica, het zenuwstelsel, de zintuigen en hormonen in de hoofdrol. Als de natuur ongestoord haar gang kan gaan, dan gaat het meestal goed. Ooi-gebonden factoren, zoals ras, temperament en ervaring als moeder bepalen mede of de binding een succes is. Ook

6 - Schaap en Geit, maart 2023
KENNISEVENT GD EN HET SCHAAP

zijn bijvoorbeeld het verloop van de geboorte, het vruchtwater en de omgeving van belang. Lam-gebonden factoren, zoals vitaliteit, drinkgedrag en vocalisatie zijn ijzers die het lam in het vuur heeft. Als dierhouders hebben we ook een belangrijke rol. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de ooi in alle opzichten klaar is voor dit proces, maar ook door een omgeving te creëren die natuurlijk gedrag faciliteert. Een optimale ooi-lam-binding resulteert in een optimale overlevingskans voor het lam. Dat is niet alleen economisch prettig, maar levert ook meer gemak en werkplezier op voor de veehouder.

Aandacht voor Caseous lymfadenitis

René van den Brom nam de deelnemers van het kennisevent mee in een uitgebreid verhaal over de besmettelijke ziekte Caseous lymfadenitis (CL). CL, ook wel bultenziekte genoemd, zagen we tot enkele jaren geleden slechts af en toe in

Resultaten uit de monitoring

Iedere dag ontvangt GD uiteenlopende informatie over diergezondheid van veehouders en dierenartsen uit heel Nederland. Het team kleine herkauwers krijgt dagelijks telefoontjes via de Veekijker en uitslagen van secties en onderzoeken die betrekking hebben op relatief ‘alledaagse’ ziektebeelden. Maar zo nu en dan zijn er ook bijzondere bevindingen. Tijdens het kennisevent nam Eveline Dijkstra haar publiek mee in de laatste resultaten uit de monitoring van diergezondheid bij schapen. Deze bevindingen zijn ook te vinden via QR-code.

Nederland. Vaak ging het dan om schapen die waren geïmporteerd. CL is in het afgelopen jaar opnieuw een aantal maal aangetoond bij zowel schapen als geiten. Hoewel schapen meestal niet ziek worden van CL, wil je deze aandoening niet in je koppel hebben. Bovendien is CL een van dier-op-mens-overdraagbare aandoening. Lees ook de artikelen op pagina’s 8-9 en pagina’s 20-21 voor meer informatie over deze aandoening.

Monitoring en aandoeningen

Dagelijks ontvangt GD uiteenlopende informatie van veehouders en dierenartsen uit heel Nederland met betrekking tot diergezondheid in de veehouderij. Zo ontvangt het team kleine herkauwers telefoontjes via de Veekijker en uitslagen van secties met betrekking tot alledaagse casuïstieken en zo nu en dan ook bijzondere bevindingen. Tijdens het kennisevent nam Eveline Dijkstra de mensen mee in de laatste bevindingen uit de monitoring van diergezondheid bij schapen. Mark van der Heijden, dierenarts bij ULP in Harmelen, nam de deelnemers mee en vertelde over drie aandoeningen die op elk schapenbedrijf wel een keer voorkomen. Zo liet hij zien wat je kunt doen met klauwproblemen, een prolabs of ingekrulde oogleden bij lammeren.

Prijswinnaars

Tijdens het kennisevent zijn twee prijsvragen voorbij gekomen. De eerste was de vraag hoeveel schapen er op de foto stonden? Het antwoord was tussen de 131 en 160 schapen. Janny Kers uit Lopik heeft deze vraag goed beantwoord en wint een cursus parasitologie voor schapenhouders op 20 april bij GD in Deventer. Het antwoord op de tweede vraag ‘De een scheert schapen, de andere varkens’ was; het is ongelijk verdeeld in de wereld. Deze vraag is goed beantwoord door Hans Bodegraven uit Leimuiden. Hij wint de cursus verloskunde bij ULP in Harmelen.

Beide winnaars van harte gefeliciteerd met jullie prijs.

Schaap en Geit, maart 2023 - 7 terugblik
Mirjam Hommes, freelance redacteur

Alert op CL bij geiten

Caseous lymfadenitis (CL) wordt veroorzaakt door de bacterie Corynebacterium pseudotuberculosis. In 2022 werd op vier melkgeitenbedrijven, met daarvoor een CL-vrije status, een infectie met CL vastgesteld. Door de lange incubatietijd komt het ziektebeeld in een geïnfecteerd koppel meestal niet overeen met het werkelijk aantal geïnfecteerde dieren. In de praktijk blijken het er vaak veel meer te zijn.

Infecties met CL ontstaan vaak via wondjes in de huid of het mondslijmvlies. CL veroorzaakt lymfadenitis, met de daarvoor kenmerkende abcessen in lokaal drainerende lymfeknopen. In de meeste gevallen ziet de veehouder als eerste bulten bij de kop en

in het halsgebied. Maar ook ter hoogte van de boeg, de vang en de uier kunnen bulten ontstaan. De meeste geiten ontwikkelen klinische klachten binnen twee tot zes maanden na infectie. Wanneer je klinische klachten ziet, heeft het moment van infectie dus al maanden eerder plaatsgevonden. De relatief lange incubatietijd van CL maakt het meestal ingewikkeld om de bron te traceren. De belangrijkste risicofactor voor insleep van CL is aanvoer van geïnfecteerde dieren. Daarnaast is indirecte versleep van CL-bacteriën mogelijk via materialen en personen uit een geïnfecteerde omgeving. Wanneer de bacterie vrijkomt uit doorgebroken abcessen kan de kiem meerdere maanden in de omgeving overleven.

8 - Schaap en Geit, maart 2023
2022
VIER
IN
OP
BEDRIJVEN INFECTIES VASTGESTELD

Sneeuwbal

In een koppel ontstaat vaak een sneeuwbaleffect. Hoe de infectie zich ontwikkelt na introductie op een bedrijf, hangt af van drie factoren: hoe de infectie binnenkomt, het aantal dieren dat na insleep is of wordt geïnfecteerd en de intensiteit van contact tussen de dieren onderling. Dieren met klinische verschijnselen zijn vaak het topje van de ijsberg. Direct na het vaststellen van een infectie is de ernst van de infectie maar moeilijk in te schatten.

Bedrijfsvoering sluiten

Aanvoer van dieren geeft altijd een risico op insleep van dierziekten. Hoewel steeds meer mensen het belang van een gesloten bedrijfsvoering inzien, blijkt uit de dierziektemonitoring dat slechts 26 procent van de Nederlandse melkgeitenbedrijven in 2021 géén dieren had aangevoerd. Vrijwel de helft van alle bedrijven (47 procent) heeft binnen dit jaar dieren binnen gekregen van twee of meer andere bedrijven. Als een gesloten bedrijfsvoering niet mogelijk is, adviseren wij om aangevoerde dieren in quarantaine te plaatsen en nadere diagnostiek uit te voeren. Oók wanneer deze dieren afkomstig zijn van certi caatwaardige bedrijven. Bovendien adviseren wij kopers om de gezondheidsstatus op het bedrijf van aanvoer goed uit te vragen. Naast CL kunnen ook bijvoorbeeld CAE, salmonellose en chlamydiose via aankoop van dieren worden geïntroduceerd in een koppel. Wanneer deze aandoeningen eenmaal binnen zijn op een bedrijf, is het heel moeilijk om er weer vanaf te komen.

Aanpak CL

De aanpak van CL op besmette bedrijven is maatwerk. Allereerst moet een diagnose gesteld worden door de verwekker van CL aan te tonen. Op basis van ervaringen uit de jaren negentig van de vorige eeuw, toen CL veelvuldig voorkwam op melkgeitenbe-

Voor CL bestaat al zo’n drie decennia een certi ceringsprogramma. Daarvoor is het van belang dat de steekproef correct wordt uitgevoerd. Naast het jaarlijkse bloedonderzoek op melkgeitenbedrijven moet ook jaarlijks een dierenarts- en eigenaarsverklaring te worden ingestuurd. De dierenarts en melkgeitenhouder dienen hiervoor gezamenlijk een klinische inspectie van het koppel uit te voeren. Als er dieren verdacht worden van CL, dan is nadere diagnostiek nodig. Voor de betrouwbaarheid van het CL-programma is het van belang dat de klinische inspectie zorgvuldig wordt uitgevoerd en dat de steekproef zorgvuldig en conform instructies wordt uitgevoerd. Wij adviseren melkgeitenhouders en dierenartsen daarom te allen tijden alert te zijn op geiten met bulten. Doe altijd nader onderzoek als bulten niet direct te relateren zijn aan een behandeling of vaccinatie.

drijven, adviseren we om nauwgezet een klinische inspectie en klinisch onderzoek uit te voeren. Dieren met bulten kun je het beste isoleren en afvoeren. Wanneer gedurende een half jaar geen dieren met klinische klachten meer zijn gezien, is het advies om bloedonderzoek te laten doen. Hoewel zeer begrijpelijk dat houders in deze ongewenste situatie snel actie willen ondernemen, wijzen wij houders erop kritisch te zijn op de voor- en nadelen en ook op de kosten van een bepaalde strategie in relatie tot het doel waar je naartoe werkt, en wat je in de tussentijd kan verwachten.

Wij helpen hier graag bij. Neem voor veterinaire vragen op werkdagen tussen 15.00-17.00 uur contact op met de Veekijker via 088 20 25 555.

Al sinds 2002 houdt Royal GD zich intensief bezig met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland. Hiervoor werken wij nauw samen met onder andere de diersectoren, de zuivel, het ministerie van LNV, dierenartsen en veehouders. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opvallende resultaten die het werk van de monitoring oplevert. Samen werken we aan diergezondheid in het belang van dier, dierhouder en samenleving.

Schaap en Geit, maart 2023 - 9 monitoring
Eveline Dijkstra, dierenarts kleine herkauwers SCAN DE QR-CODE VOOR MEER INFORMATIE OVER CL
10 - Schaap en Geit, maart 2023
“Door de levers van de dieren te onderzoeken, kunnen ze zien hoeveel koper erin is opgeslagen.”

MELKGEITENHOUDER BEUMER DOET MEE

“Bij problemen is niets doen geen optie.”

Op het melkgeitenbedrijf van de familie Beumer was er vorig voorjaar behoorlijk wat lammeruitval. Uit sectie van ingestuurde dieren bleken de koperwaarden in de lever te hoog. Om de oorzaak hiervan te achterhalen, doen de melkgeitenhouders mee aan het koperstapelingsproject van GD. “Je wilt weten wat er aan de hand is, al was de uitval waarschijnlijk een combinatie van factoren”, stelt Eddie Beumer.

Het bedrijf van de familie Beumer in het Overijsselse Hellendoorn oogt modern en goed geoutilleerd. De 1.800 melkgeiten zijn gehuisvest in vier lange stropotten in een in 2009 gebouwde stal. In 2021 verrees aan de kopse kant van deze stal een aanbouw met daarin een 120-stands buitenmelker carrousel. In een ander, goed geïsoleerd en geventileerd gebouw op het erf is de lammeropfok gevestigd. Ze hebben de zaken goed voor elkaar, beaamt Eddie Beumer. Daar wordt dan ook hard voor gewerkt, stelt de melkgeitenhouder, die in 2003 de omschakeling maakte van een gemengd bedrijf met 20 koeien en 400 vleesvarkens naar toen nog 800 geiten. In 2009 werd vervolgens uitgebreid naar het huidige aantal dieren. Naast Eddie Beumer en zijn vrouw Irma zitten ook hun zoons Lars en Bram in het bedrijf.

Schaap en Geit, maart 2023 - 11 reportage
Marije Stomps, freelance redacteur

De pasgeboren lammeren worden in handige bakken op hoogte gehouden.

Niet goed verklaren

De installatie van de nieuwe draaimelkstal leverde een behoorlijk stukje arbeidsverlichting op. “Eerst molken we in een 2x32 melkstal, dat kostte ons zo’n 10 tot 12 uur per dag.” Natuurlijk was het inmelken ervan wel een heel drukke periode. Achteraf denkt Beumer dat ze daardoor destijds misschien iets minder focus op de lammeropfok hebben gehad. “We hadden meer lammeren met diarree en er bleven er meer liggen.” Omdat ze niet goed konden verklaren waarom de dieren ziek werden, stuurden ze enkele dode dieren in voor sectie bij GD.

Daar kwam uit dat de koperwaarden in de lever te hoog waren. Wel 1.200 ppm (mg/kg droge stof)”, vertelt Lars. Dat terwijl er boven de 500 ppm al leverschade kan ontstaan. De melkgeitenhouders wilden natuurlijk graag weten waardoor dit werd veroorzaakt. Daarom kwam het project van GD, om inzicht te krijgen in koperstapeling in levers van het ongeboren geitenlam, de absorptie van mineralen tijdens de melkfase en interactie tussen moederdier en ongeboren lam, als geroepen.

Dieren insturen

Afgelopen najaar stuurden de melkgeitenhouders daarom weer dieren in, nu in het kader van het koperproject. “We moesten

enkele gestorven hoogdrachtige geiten, doodgeboren lammeren en gestorven lammeren van vier tot zes weken oud insturen. Eigenlijk wilden ze ook nog wat oudere dode lammeren hebben, maar daarvoor zijn wij te laat aan het project begonnen”, vertelt Lars. “Door de levers van de dieren te onderzoeken, kunnen ze zien hoeveel koper erin is opgeslagen.”

In het koperproject is gekeken naar een mogelijk verband tussen de koperleverwaarden van moederdier en ongeboren lammeren, het verschil tussen leverkoperwaarden van ongeboren vruchten van eenzelfde moederdier en de relatie tussen koperopname en koperleverwaarden bij uitgevallen lammeren tot spenen. Eddie:

12 - Schaap en Geit, maart 2023
De melkgeitenstal met vier potten en twee voergangen.
“Ze wilden alles weten: wat we voeren, hoe ons water is, noem maar op.”

“Er is ook onderzoek gedaan op ons bedrijf naar zaken waaruit de dieren koper zouden kunnen opnemen. Ze wilden alles weten: wat we voeren, hoe ons water is, noem maar op.”

Koperleiding

Het water bleek mogelijk een boosdoener te zijn. “We hebben nog een stuk koperwaterleiding op het bedrijf, dat naar de wasbak in de lammerstal leidt. We hebben een tijdje geleden, eigenlijk uit gemak, een aantal keren melkpoeder voor de pasgeboren lammeren met dat water aangemaakt. Dat heeft mogelijk problemen veroorzaakt.” Uit monstername van water uit die kraan bleek inderdaad dat het kopergehalte te hoog was.

Nu letten vader en zoon er goed op dat dit water niet weer voor de lammeren wordt aangewend. Voor de zekerheid is, enige tijd later, nogmaals een monster genomen. Ook daarin was te veel koper aanwezig. “Ook al gebruiken we dat water alleen nog om onze handen te wassen, toch willen we die koperleiding gaan vervangen”, stelt Eddie, die meent dat het water waarmee het melkpoeder voor de oudere lammeren wordt aangemaakt geen probleem zou moeten opleveren. “In de opfokstal staan drinkautomaten. Het water daarvoor loopt door thyleenslangen, niet door de koperleiding.”

der te maken met meer uitval dan verwacht, maar dan onder de hoogdrachtige geiten. “Ja, wel 15 procent. Hoe dat precies kwam, was moeilijk te zeggen. We gebruiken geen antibiotica bij de melkgeiten. We werken met melkers en zijn bang dat er een geit tussendoor glipt en er antibiotica in de tank komt. We zijn toen homeopathische middelen in gaan zetten. Niet dat we verder zo zweverig zijn, maar als het werkt: waarom niet”, klinkt het nuchter. De melkgeiten krijgen een kruidenmengsel door de brokken en een bolus als ze een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken. “Het werkt. We zakten, met de bolussen, naar 10 procent uitval en met de kruiden erbij daalde het verder naar zo’n 5 à 6 procent. Ook zien we minder baarmoederontsteking bij de melkgeiten, komen ze beter door het aflammeren, zijn ze vlotter en blijven minder vaak aan de nageboorte staan.”

Schakelen

Dat probleem is dus naar behoren opgelost. De melkgeitenhouders hopen dat dit ook zal opgaan voor het eventuele koperprobleem. “Tja, als je denkt dat je alles optimaal voor elkaar hebt, gebeurt er wel weer wat waardoor het minder gaat”, zegt Eddie nuchter. Het hoort volgens hem bij het ondernemerschap. “We hopen dat er wat uit het onderzoek komt en zullen daarop gaan schakelen. Want niets doen is geen optie.”

Combinatie van factoren

Het blijft volgens de melkgeitenhouder heel lastig om te zeggen waar het probleem nu feitelijk ligt. “De lammeren krijgen via een aantal bronnen koper binnen. Via het moederdier, via het melkpoeder, het water en later door de brok. Voorheen was het kopergehalte in melkpoeder ongeveer 2 ppm, maar toen redelijk wat lammeren kopertekort bleken te hebben, is dat opgeschroefd naar 9 ppm. Toen kwamen er gevallen van kopervergiftiging en is het teruggebracht naar 4 ppm. Ook aan brok wordt koper toegevoegd, maar het is heel lastig te zeggen om te zeggen waar een teveel aan koper vandaan komt”, stelt Beumer, die dan ook zeker benieuwd is naar de resultaten van het koperstapelingsproject.

“Ja, daarom doe ik mee, omdat je hoopt dat er wat uitkomt”, stelt hij. “Ik kan me goed voorstellen dat de lammeruitval die we hebben gehad, te maken had met een koperoverschot. Tegelijkertijd denk ik niet dat dit de enige oorzaak is geweest. Het is altijd en-en: een combinatie van factoren.” Beumer spreekt uit ervaring. Op het bedrijf had hij al eens eer-

Het water dat naar de drinkautomaten gaat, loopt via thyleenslangen, niet via koperleiding.

Schaap en Geit, maart 2023 - 13
reportage
“Ik kan me goed voorstellen dat de lammeruitval die we hebben gehad, te maken had met een koperoverschot.”

Wat weet je over de gezondheid van lammeren?

Op het kennisevent kregen deelnemers waardevolle informatie over onder meer de monitoring van dierziekten en een optimale ooi-lam-binding. Hoe zit het met jouw kennis? Test het met deze korte quiz!

1 2 3 4 5

Om diergezondheid in Nederland goed te kunnen monitoren wordt hoofdzakelijk informatie gebruikt die wordt gedeeld door …?

A De overheid

B Veehouders en dierenartsen

C Slachthuizen

Welke factoren bepalen dat de ooi en het pasgeboren lam een optimale ooi-lam-binding krijgen?

A Ras, temperament en ervaring van de ooi

B Vitaliteit, drinkgedrag en vocalisatie lam

C Antwoord A en B zijn beide correct en bovendien is het goed wanneer de schapenhouder een omgeving creëert die natuurlijk gedrag faciliteert

Wat is de behandeling voor een ernstig naar binnen gekruld ooglid (entropion) bij een lammetje?

A Het plaatsen van een krammetje

B Het zalven van het oog gedurende 3 tot 5 dagen

C Niets doen, dit gaat vanzelf over als het dier ouder wordt

Welk ras is het meest gevoelig voor het krijgen van kopervergiftiging?

A Drents Heideschaap

B Flevolander

C Texelaar

Wat is de beste manier om onderzoek te doen in geval van abortus, vroeggeboorte, doodgeboorte of bij geboorte van slappe lammeren?

A Bloedonderzoek

B Nemen van een diepe keelswab

C Insturen van vrucht en nageboorte voor pathologisch onderzoek

Antwoorden: 1b, 2c, 3a, 4c, 5c

Schaap en Geit, maart 2023 - 15
quiz
TEST JE KENNIS

SECTORPLAN ‘VERSNELLEN VERDUURZAMING VAN DE MELKGEITENHOUDERIJ’

Aandacht voor salmonellose in de melkgeitenhouderij

Salmonellose werd in 2016 voor het eerst vastgesteld op enkele melkgeitenbedrijven, na zeer hoge en acute sterfte bij pasgeboren lammeren. Steeds bleek de bacterie Salmonella Typhimurium de veroorzaker. Deze bacteriën zijn resistent tegen meerdere groepen antibiotica waardoor voor vrijwel geen effect hadden. Op enkele bedrijven ontstonden bovendien humane infecties en er was zelfs een ziekenhuisopname. Er wordt nu onderzoek gedaan hoe wijdverspreid salmonellose in de sector voorkomt. Ook wordt onderzocht hoe de aandoening het best kan worden bestreden.

16 - Schaap en Geit, maart 2023

Beste collega melkgeitenhouders,

Het lopende onderzoek komt voort uit het sectorplan ‘Versnellen verduurzaming van de melkgeitenhouderij’. Daarin is ook aandacht voor zoönosen, ziekten die van dieren op mensen overgedragen kunnen worden. Het project over salmonellose in de melkgeitenhouderij is in 2021 gestart. Het heeft als doel om salmonellose in de sector inzichtelijk te maken en handvatten te bieden om het probleem aan te pakken. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk Nederlandse melkgeitenhouders mee doen.

Niet incidenteel

Vóór de uitbraken in 2016 werd aangenomen dat salmonellose in de geitensector slechts incidenteel voorkwam. Salmonella zijn gramnegatieve bacteriën die wereldwijd een grote variëteit kennen. De serotypen Salmonella Typhimurium en S. Dublin worden bij herkauwers het vaakst gevonden, ze kunnen darmontsteking of bloedvergiftiging veroorzaken. Veel typen salmonella kunnen ook mensen ziek maken. Het zijn hardnekkige bacteriën. De bedrijven die in 2016 getroffen werden, zijn tot vandaag alert op het voorkomen van salmonellose. Met strenge hygiënemaatregelen en vaccinatie proberen de veehouders om de infectiedruk onder controle te houden.

Preventie belangrijk

Hoewel we nog lang niet alles weten over salmonellose in de melkgeitenhouderij, zijn er aanwijzingen dat de belangrijkste route van introductie bestaat uit de aanvoer van besmette dieren. Goede bioveiligheid en een weloverwogen aankoop van dieren is daarom belangrijk. Vraag altijd naar de ziektegeschiedenis op het bedrijf van herkomst. Het is bovendien mogelijk dat ongedierte of vogels een rol spelen bij de introductie van salmonellose op geitenbedrijven, via de besmetting van voer.

Vaker dan gedacht

Om te onderzoeken hoeveel salmonellose er binnen de melkgeitensector rondwaart, is in het voorjaar van 2021 een prevalentieonderzoek gestart waaraan alle melkgeitenbedrijven in Nederland konden meedoen. Op ruim 3 procent van de deelnemende bedrijven werden Salmonella spp. gevonden. Opvallend

Publiek-private samenwerking

De publiek-private samenwerking (PPS) ‘Versnelling verduurzaming van de melkgeitenhouderij’ is in 2021 opgestart. Het is een samenwerking tussen overheid en private sectoren: Platform Melkgeitenhouderij (LTO en NGZO), Wageningen Research (WLR en WeCR), Royal GD en het ministerie van LNV. Er zijn zes deelonderwerpen, waaronder salmonellose in de melkgeitenhouderij. Alle lopende projecten staan beschreven op de website van het Platform Melkgeitenhouderij.

OPROEP

Beste collega melkgeitenhouders, Graag zou ik u willen vragen om mee te doen aan het onderzoek naar salmonellose in de melkgeitenhouderij. Dat is belangrijk voor onze hele sector.

Ik doe mee. U ook?

Jos Tolboom

Melkgeitenhouder en voorzitter van het Platform Melkgeitenhouderij

Aanmelden of meer informatie bij info@platformmelkgeitenhouderij.nl

was dat op de meeste bedrijven waar salmonella-bacteriën werden gevonden, geen heftige ziektebeelden speelden zoals op de bedrijven die in 2016 getroffen werden. Salmonellose leidt dus niet noodzakelijkerwijs tot klinische verschijnselen. Naast S. Typhimurium werden in het onderzoek ook andere serotypen van salmonella aangetroffen. S. Enteritidis, het meest voorkomende serotype bij de mens, werd drie keer vastgesteld. Het komt waarschijnlijk vaker voor op melkgeitenbedrijven dan eerder gedacht, waarbij bedrijven met zieke dieren het spreekwoordelijke ‘topje van de ijsberg’ zijn. Gunstig is dat op enkele bedrijven die sinds 2016 te maken hebben gehad met klinische salmonellose, de toegepaste maatregelen effect lijken te hebben. Door drachtige geiten te vaccineren, veel aandacht te besteden aan biestverstrekking en een goed gescheiden opfok, zijn de veehouders erin geslaagd de infectiedruk te verlagen.

Deelnemers gezocht

In 2023 richt het onderzoek zich op laagdrempelige onderzoeksmethoden om infecties vroegtijdig te signaleren. Denk bijvoorbeeld aan stofmonsters, tankmelk, onderzoek van het melkfilter of bloedonderzoek bij jongvee. Om te kunnen toetsen of deze methoden werken, moeten ze worden gevalideerd op minimaal dertig bedrijven mét en zonder salmonellose. Het Platform Melkgeitenhouderij is medefinancier en stelt een vergoeding en DGZK-punten beschikbaar voor deelnemers aan dit project.

Een uitgebreidere versie van dit artikel is eerder verschenen in vakblad Geitenhouderij.

Schaap en Geit, maart 2023 - 17 informatief
OPROEP

ADVERTEREN IN SCHAAP EN GEIT?

Neem contact op met Jan van de Vis

T +31 (0)314 - 355 860

E jan@dock35media.nl

I www.dock35media.nl

Belang van diagnose bij abortus

Het optreden van een abortus is vervelend. Niet alleen omdat het lammeren en geld kost, maar ook omdat het mogelijk besmettelijk is en overdraagbaar van dier naar mens (zoönose). Het belang van een diagnose is groot om tijdig in te kunnen grijpen. GD heeft hiervoor verschillende mogelijkheden, zoals pathologisch onderzoek (vrucht en nageboorte insturen) en het abortuspakket (diepe keelswab van het lam insturen).

Om inzicht te krijgen in de aanwezigheid van Chlamydia abortus bestaat daarnaast de Chlamydia Check.

Nader advies of meer informatie? Bel kosteloos met de Veekijker 0900-7100000 (werkdagen 15-17 uur).

VOOROP DIERGEZONDHEID schaap en geit Maart 2023 29 REPORTAGE KOPERPROJECT Melkgeitenhouder Beumer: “Bij problemen is niets doen geen optie.” KENNISEVENT Nieuwste inzichten met elkaar delen INVENTARISATIE NA BESMETTING Gunstige uitkomsten CL-onderzoek GDS01_A01_cover.indd
VOOROP IN DIERGEZONDHEID
meer informatie www.gddiergezondheid.nl/abortus

SG Online volledig vernieuwd

Voordelen van SG Online

Om lammeren te registreren bij RVO kroop je voorheen waarschijnlijk achter de laptop of vaste computer. Vanaf nu kun je ook de volledig vernieuwde SG Online-app gebruiken. Zo kun je dieren registreren vanaf de bank, maar ook direct vanuit de stal of de wei.

Zowel de webomgeving als de app van SG Online waren dringend toe aan een inke vernieuwing. Zowel om het gebruiksgemak te verhogen, als om technische redenen. Daarom is SG Online nu volledig vernieuwd. Ook de vernieuwde applicatie heeft een directe uitwisseling met de RVO-database. Daarnaast hebben gebruikers nu meer mogelijkheden om een goed overzicht te houden op de veestapel, onder andere via de groepenfunctie. Ook kan via het nieuwe SG Online de registratie van Q-koortsvaccinaties richting RVO worden verzorgd. Als je deelneemt aan ons scrapieprogramma, verzamelen we via de app de daarvoor benodigde extra gegevens.

• De mogelijkheid om uitgebreide gegevens van elk dier vast te leggen. Denk hierbij aan geslacht, moeder- en vaderdier en stamboeknummer. Wanneer je deelneemt aan ons scrapieprogramma, verzamel je in SG Online ook de benodigde plusgegevens.

• Alle gegevens staan overzichtelijk bij elkaar.

• Je voldoet op eenvoudige wijze aan de I&R-verplichting van het ministerie van LNV (RVO).

• Je kunt vanuit SG Online gezondheidsverklaringen afdrukken bij deelname aan onze gezondheidsprogramma’s.

• Het is eenvoudig om een VKI-formulier voor de handelaar en slachterij te downloaden.

• Je kunt vaccinatieverklaringen, bijvoorbeeld voor Q-koorts, afdrukken en laten ondertekenen door de dierenarts.

• Professionele en gratis ondersteuning door onze helpdesk (088 20 25 500), bereikbaar op werkdagen van 7:30 uur tot 19.00 uur.

Web, app en reader

Het vernieuwde SG Online is te gebruiken via de vaste computer of laptop (via de webversie, alleen nu raadplegen), via de app (downloaden via Playstore of Appstore) en ook in combinatie met een Reader die veel arbeidsgemak levert, zeker wanneer je een wat grotere veestapel hebt. Heb je nog geen abonnement op SG Online? Meld je dan eerst aan via www.gddiergezondheid. nl/sg-online. Na aanmelding kun je de app downloaden en gelijk aan de slag.

Schaap en Geit, maart 2023 - 19 product INSTALLEER DE APP VANUIT DE APP STORE
DOWNLOAD DE APP
INSTALLEER DE APP VANUIT GOOGLE PLAY
KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP SG-ONLINE.NL

INVENTARISATIE VAN CL OP BEDRIJVEN

Gunstige uitkomsten Drents Heideschaap

In het voorjaar van 2021 is dankzij pathologisch onderzoek de ziekte caseous lymfadenitis (CL) gevonden op een schapenbedrijf met Drents Heideschapen en Schoonebeekers. Vervolgens werden nog drie bedrijven met deze schapenrassen verdacht van CL op basis van bloedonderzoek. Dit was aanleiding voor een inventarisatie van CL op bedrijven met Drents Heideschapen en Schoonebeekers. De resultaten zijn gelukkig gunstig.

Na de vondst van CL bij de Drents Heideschapen en Schoonebeekers adviseerde de Nederlandse Fokkersvereniging het Drents Heideschaap (NFDH) haar leden in 2021 om geen dekrammen aan te voeren. De fokvereniging riep op om alleen de al op het bedrijf aanwezige rammen in te zetten bij de fokkerij in 2021. In afstemming tussen GD, NFDH en de Stichting

Wat is CL?

CL wordt veroorzaakt door de bacterie Corynebacterium pseudotuberculosis en komt met name voor bij kleine herkauwers. De bacterie dringt via kleine wondjes binnen en er ontstaan abcessen. Wanneer de CL-bacteriën in de bloedbaan terechtkomen, kunnen in elk inwendig orgaan ontstekingshaarden ontstaan. De incubatietijd is meestal twee tot zes maanden, maar het kan in de praktijk nog veel langer zijn. Met bloedonderzoek kan het vermoeden van CL voorlopig bevestigd worden, maar uitsluitsel volgt op basis van het aantonen van de verwekker door middel van bacteriologisch onderzoek. CL is in Nederland geen aangifte- of meldingsplichtige aandoening.

Zeldzame Huisdierrassen (SZH) is in het najaar van 2021 door GD een projectplan ingediend bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Doel was een inventarisatie van mogelijke CL op bedrijven met Drents Heideschapen en Schoonebeekers.

Inventarisatie CL

Het project richtte zich op de leden van de NFDH en hun eigen dierenarts. Aan de veehouders werd gevraagd om een enquête in te vullen. De vragen gingen onder meer over diercontacten, verschijnselen van CL en het dekken. Op basis van de verzamelde gegevens zijn de bedrijven ingedeeld in de categorie ‘laag-risico’ of ‘midden-hoog-risico’. Aan de ‘midden-hoogrisicobedrijven’ is gevraagd om (vóór scheren) een klinische inspectie uit te laten voeren door de eigen dierenarts. Op ‘laag-

20 - Schaap en Geit, maart 2023

CL-onderzoek en Schoonebeeker

risico-bedrijven’ hebben de veehouders zelf een inspectie uitgevoerd. Na het scheren is deelnemers gevraagd om nogmaals zelf een klinische inspectie uit te voeren en bij verdenking van CL contact op te nemen voor een tweede inspectie door de eigen dierenarts.

Geen CL bij deelnemers

Uit de klinische inspecties, het klinisch onderzoek en nadere diagnostiek is CL niet aangetoond onder de schapen van de deelnemers. Omdat niet alle leden van de NFDH deelnamen aan het project, is het niet uitgesloten dat CL speelt bij deze twee schapenrassen in Nederland. Een analyse laat zien dat er relatief veel dierbewegingen en contacten tussen koppels zijn, zowel met dieren binnen als buiten de vereniging. Dit vergroot het risico op in- en versleep van infectieziekten, waaronder CL.

Op basis van dit onderzoek zijn echter geen aanwijzingen gevonden dat CL ook daadwerkelijk breed voorkomt binnen de (rammen)populatie van de deelnemers aan dit project. Dit zijn gunstige uitkomsten, die perspectief bieden voor het fokken met Drents Heideschapen en Schoonebeekers.

Waakzaamheid geboden

Vanwege de vele dierbewegingen moeten schapenhouders wel oppassen voor mogelijke (her)introductie van CL binnen de populatie. Daarom is het belangrijk om aangevoerde dieren eerst in quarantaine te zetten voordat ze geïntroduceerd worden in een koppel. Daarnaast is het verstandig om klinische inspecties en aanvullende diagnostiek te blijven uitvoeren.

Zoönoserisico

CL is een zoönose; een ziekte die van dieren op mensen overgedragen kan worden. De aandoening is daarom vooral een risico voor bedrijven met een publieksfunctie. GD heeft samen met de GGD een adviesrapport opgesteld voor met CL-besmette bedrijven. Beroepsmatig betrokkenen blijken het grootste risico te lopen en daarnaast vormt indirect contact, hoewel beperkt, ook een risico voor de overdracht van CL naar de mens. Een publieksfunctie gaat daarom niet samen met een CL-besmet bedrijf. Ook rauwmelkse producten en onbehandelde wol zouden niet verhandeld moeten worden van besmette bedrijven. Hygiënemaatregelen en voorlichting aan erfbetreders beperken het risico op besmetting. Daarnaast raden we dringend aan om CL binnen besmette koppels te bestrijden.

Vragen over CL? Maatwerkadvies voor het bedrijf? Bel de Veekijker via 088 20 25 555 op werkdagen tussen 15:00 uur en 17:00 uur.

Schaap en Geit, maart 2023 - 21 informatief
Tara de Haan, projectleider kleine herkauwers SCAN DE QR-CODE VOOR MEER INFORMATIE OVER HET PROJECT

Keurmerk Zoönosen

Zoönosen zijn ziekten die van dier op mens overdraagbaar zijn. Steeds vaker worden dierhouders bij wie de dieren contact hebben met bezoekers geconfronteerd met de vraag welk risico de dieren vormen voor de bezoekers. Om aan te tonen dat u maatregelen neemt om zoönosen te voorkomen en de kans op besmetting te beperken bestaat het Keurmerk Zoönosen. Inmiddels bestaat het GD Keurmerk Zoönosen al ruim 10 jaar en zijn circa 1700 bedrijven deelnemer.

VOOROP IN DIERGEZONDHEID
weten? www.keurmerkzoonosen.nl GD LOOPT VOOROP IN DIERGEZONDHEID MET INNOVATIEVE PRODUCTEN EN DIENSTEN
Meer

… DAT IS HET AANTAL LEVERBOTEIEREN DAT AANWEZIG MAG ZIJN IN DE MEST VAN SCHAPEN NA AFLAMMEREN

LEVERBOTVRIJ

HOE KRIJG IK EEN SCRAPIE RESISTENTSTATUS VOOR MIJN SCHAPEN?

Nul. Dat is het exacte aantal leverboteieren dat maximaal aanwezig mag zijn in de mest van schapen na het aflammeren. Geen enkel eitje dus.

Wanneer er leverboteieren aanwezig zijn, betekent dat namelijk dat er ook volwassen leverbotten aanwezig zijn. Geïnfecteerde dieren ondervinden hier hinder van. Daarnaast bestaat het risico dat de leverboteieren op het land komen. Daar kunnen zij de tussengastheer (leverbotslak) besmetten,

die later weer een leverbotinfectie op het land afzet. Die infectie kan vervolgens weer worden opgenomen door verschillende diersoorten en tot problemen leiden. Het is dus om meerdere redenen van belang om schapen te controleren op de aanwezigheid van een leverbotinfectie.

Behandel schapen uitsluitend wanneer een infectie is aangetoond. Controleer drie weken na de behandeling de effectiviteit van de behandeling.

ANTWOORD: JUSTIN GANZEBOOM KLANTENSERVICE

Voor het behalen van een scrapie resistent-status is het nodig om je aan te melden voor ons scrapiegenotyperingsprogramma. Dat kan telefonisch of via onze website.

Daarna maak je bij jouw eigen dierenarts een afspraak om bloed af te nemen bij de schapen met een onbekend scrapiegenotype. De dierenarts stuurt het bloed naar ons laboratorium, waar het genotype van het schaap wordt bepaald. Als het schaap een ARR/ARR-genotype heeft, betekent dit dat het dier resistent is voor scrapie. Als bij alle dieren het ARR/ARR-genotype is vastgesteld, dan sturen we een vragenlijst toe. Op basis van de ingevulde vragenlijst en het bloedonderzoek kan de resistent-status

worden toegekend. Bij een resistentstatus, kunnen de lammeren die op het bedrijf worden geboren de ARR/ARRstatus erven via de afstammingsgegevens. Er hoeft dan bij de lammeren geen bloed meer te worden getapt. Het is hiervoor dan wel belangrijk dat er minimaal één maand voor de dekperiode geen rammen zonder ARR/ARR-status op het bedrijf staan. Ook mogen er minimaal één maand voor de aflammerperiode, geen ooien zonder ARR/ARR-status op het bedrijf aanwezig zijn.

Schaap en Geit, maart 2023 - 23
0
vraag & antwoord
SCAN
MEER INFORMATIE EN OM AAN TE MELDEN het getal
DE QR-CODE VOOR

diergezondheid volgens Jan Kees Smit

Schapen moeten gezond zijn, vindt Jan Kees Smit. De schapenhouder uit Lies op Terschelling probeert niet alleen zelf gezonde dieren te fokken, als voorzitter van Schapenhoudersvereniging Terschelling ijvert hij er ook voor om ziekten zoveel mogelijk van het Waddeneiland te weren.

Jan Kees Smit houdt hobbymatig Texelaars in Lies op Terschelling. “Ik heb 27 oudere ooien, 7 ooilammeren en 5 rammen, allemaal zuivere witte Texelaars. Mooie schapen zijn het, qua type en bespiering. De schapen geven me rust, zeker naast mijn gewone werk. En het is prachtig om in het voorjaar tussen de lammetjes te lopen.”

Vruchtbaarheid

Diergezondheid staat bij Smit hoog in het vaandel. “Ik wil een gezond dier fokken, dat makkelijk a ammert en zichzelf bij warm en koud weer goed kan redden”, stelt hij. Ziekten moeten zoveel mogelijk buiten de deur worden gehouden. “Mijn dieren zijn al heel lang scrapie- en zwoegerziektevrij. Verder let ik erg op vruchtbaarheid in mijn fokkerij. Het laatste jaar kreeg 40 procent van mijn schapen drie lammeren, de rest twee. Qua vruchtbaarheid behoor ik daarmee tot de tien beste kleine Texelaarfokkers van Nederland. Ik probeer schapen te fokken die daarnaast ook voldoende lengte en type laten zien.”

Schapenpopulatie gezond houden

Smit is al zeker 25 jaar voorzitter van de Schapenhoudersvereniging Terschelling en zet zich in om de hele schapenpopulatie op het eiland gezond te houden. “Ziekten houden we zoveel mogelijk buiten de deur. Binnen de vereniging hebben we een gezamenlijke aanpak en dat communiceren we ook naar onze houders. Zo zijn we erg alert op insleep van ziekten, zoals rotkreupel en rode lebmaagwormziekte. We adviseren om alle rammen die worden ingevoerd op het eiland, eerst door de veearts te laten onderzoeken en goed te laten ontwormen.”

Zwoegerziektevrij eiland

Alle Terschellingse schapenhouders werken mee aan een project van GD om het eiland zwoegerziektevrij te krijgen. “Dat loopt sinds 2021. Er zijn melkmonsters genomen en er is bloed getapt. Zwoegerziekte blijkt hier heel weinig voor te komen. Dat is natuurlijk mooi, nu gaan we kijken hoe we helemaal ziektevrij kunnen worden. Het is super dat we alle leden in dit project hebben meegekregen. Samen met de betrokken dierenartsen en GD, die knowhow levert en ons bijstaat, vormen we één front voor een betere diergezondheid.”

Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 088 20 25 500, www.gddiergezondheid.nl, info@gddiergezondheid.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.