Magazine ggztotaal

Page 1

Onbekend maakt onbemind.


INHOUDSOPGAVE 3. Onbekend maakt onbemind Voorwoord Willem Gotink 4. Column Goud Geschreven door Kirsten 5. ‘Een stemmetje dat zegt dat het wel goed komt’ De ADF Stichting Willem Gotink 8. Politie en GGZ Koosje de Beer 10. “Een brug tussen psychiatrie en maatschappij” Een kijkje bij uitgeverij Tobi Vroegh Johan Atsma 12. Vaste Klant Column van Niki Stoker 13. Van Bouyeri en Breivik tot Jihadganger: overtuiging of psychopathologie? Allard R. Feddes (PhD) 16. Problemen door seksueel misbruik zijn hardnekkig als bamboe Ivonne Meeuwsen 20. Boekrecensie: Wervelkind Johan Atsma 22. Meer geluk dankzij de ggz Koosje de Beer

25. De GGZ zestig jaar geleden in de pers, april 1955 Familiedrama’s, lone wolves en verwarden die de politie handenvol werk bezorgen 26. De veranderingen in de GGZ door de ogen van aanbieders Willem Gotink 31. De veranderingen in de GGZ door de ogen van cliënten Sigrid Starremans 35. De veranderingen in de GGZ: door de ogen van gemeenten Jeannet Appelo 40. Tekenen van een nieuwe tijd De GGZ veertig jaar geleden in de pers: juni 1975 41. De kracht van kwetsbaarheid: de campagne ‘Het is nooit te laat.’ Willem Gotink 46. Familielid, een ongemakkelijke positie Willem Gotink 49. De Nachtrustverstoorder Carice de Wildt 48. We ontkennen het bestaan van Djinns niet, we wijzen op de mogelijkheid van een medisch probleem


Eind jaren tachtig, een middelbare school naast een Psychiatrisch Ziekenhuis. Elke dinsdag komt een man van de andere kant van het hek, klimt er overheen en loopt de school binnen. Hij weet dat hij in slechts één lokaal welkom is en daar gaat hij naar binnen. ”Jongens en meisjes”, zegt hij, “ik kom jullie allemaal bekeren”. Hij houdt zijn verhaal en na vijf minuten vertrekt hij weer. 
 In de pauzes bespreken de leerlingen geregeld hoe gevaarlijk de man is. Ze zijn het er over eens dat je met hem moet oppassen. Behalve de leerlingen van die ene klas. Die vinden hem hooguit een beetje vreemd, sommigen vinden hem zelfs wel aardig.

Onbekend maakt onbemind.

De Geestelijke Gezondheidszorg is de laatste halve eeuw uitgegroeid tot een werkveld met eindeloos veel disciplines. De privatisering én de vermaatschappelijking hebben als gevolg dat het aantal instellingen dat zich met GGZ-problematiek bezig houdt exponentieel is toegenomen. Het resultaat is een onoverzichtelijk veld waarvan weinigen het overzicht hebben. Dat geldt niet alleen voor cliënten, maar ook voor veel hulpverleners. Zo zal menig psychotherapeut niet beseffen wat er allemaal gebeurt als zijn cliënt ’s nachts in een crisis raakt en opgevangen wordt door de politie. Even zo goed komt menig cliënt er niet goed achter wat er nog meer voor mogelijkheden zijn dan wat de eigen behandelaar biedt. En veel behoeften van cliënten komen niet in beeld bij de reguliere GGZ. Dat is jammer, want veel onbekende instellingen doen goed werk, veel cliënten zijn zeer geïnteresseerd in wat er nog meer speelt in de GGZ dan wat de eigen hulpverlener biedt. 
 
 Natuurlijk zijn er vakbladen en cliëntenorganisaties die de eigen achterban informeren. Belangrijk, maar wij misten een magazine dat al die doelgroepen over en weer informeert. Een magazine dat de docent vertelt over de GGZ, maar ook de docent laat vertellen over de leerlingen met psychiatrische problemen in zijn klas. Een magazine dat de gespecialiseerde therapeut iets vertelt over andere specialisaties. Een magazine dat cliënten aan therapeuten laten weten wat hen bezighoudt. Ons doel is elkaar over en weer beter te leren kennen: onbekend maakt immers onbemind. Dit speciaal voor de Psyche MediaPrijs samengestelde eMagazine is een compilatie van de meest kenmerkende artikelen sinds onze start anderhalf jaar geleden. Deze en alle andere artikelen zijn ook in te zien via de inhoudsopgave op de site: www.ggzotaal.nl . Naast het eMagazine is er de site www.ggztotaal.nl, waarop wij dagelijks de actualiteiten uit de GGZ plaatsen. Ook is op de site een gedeelte ingeruimd voor achtergrondinformatie over o.a financiering, DSM, etc.

Een therapeute beëindigd het contact met haar cliënt. Ze kan hem niet de behandeling leveren die hij nodig heeft. Via de huisarts verwijst ze hem, in goed overleg, door naar een behandelaar die meer in zijn problemen is gespecialiseerd. Tot haar verbazing komt ze de man enkele weken later weer tegen in het gebouw. Hoe zit dat? 
 De man vertelt dat het hem ook had verbaasd dat hij van de huisarts weer hierheen moest, maar de verklaring is simpel. De betreffende therapeut werkt weliswaar bij een andere instelling, maar die instelling is één verdieping lager gehuisvest in hetzelfde gebouw. Dat wist de therapeute niet.


COLUMN

GOUD De winnende column van onze lezersverhalen in september 2014

Geschreven door Kirsten

En daar gaat ze... Praten met de psychologe. Het gemak waarmee ze met de mevrouw meeloopt irriteert me. Waarom gaat dat nu ineens zo moeiteloos? Zelfverzekerd loopt ze de wachtruimte uit, de lange gang door met links en rechts deuren. Donkerblauwe deuren met zwarte kozijnen en van die kleine verschuifbare bordjes er naast. Ik weet achter welke deur ze zo zal verdwijnen, we zijn er samen al eens binnen geweest. Stiekem hoop ik dat ze zich omdraait en zal eisen dat haar mama ook mee gaat. Maar dat doet ze niet. Een mengeling van trots, hoop en verdriet overvalt me. Drieënhalf was ze toen we, na lang aanmodderen en zoeken, terecht kwamen bij de jeugd-GGZ. Een gespecialiseerde afdeling voor kinderen met een psychotrauma. We kregen de hulp die we zo broodnodig hadden. Ouderbegeleiding en EMDR op de schoot van mama. En nu, vijf jaar later en heel veel positieve ervaringen rijker, kan ze, helemaal in haar eentje, een nieuwe stap gaan zetten. Mij achterlatend in een wachtkamer met afgedankte planten, tijdschriften en een ratjetoe van afgeschreven kantoor meubilair. Deze wachtkamer ziet er uit zoals de meeste wachtkamers in ziekenhuizen en instellingen. Een gedateerd rood bankje met houten leuningen. Verschillende stoelen met stalen poten, bekleed met kunstleer en met een bijzonder uitgesproken jaren tachtig vormgeving. Er staat zelfs een (hoogstwaarschijnlijk door de Arbo afgekeurde) bureaustoel tussen, waar mijn dochter een paar minuten geleden nog zeer fanatiek rondjes op zat te draaien. Het kunststof kozijn dat nog enig hoop zou kunnen bieden op een beter uitzicht, is stoffig en het uitzicht wordt verhinderd door witte lamellen die minimaal tien centimeter te kort zijn, waardoor je er precies onder door kunt kijken. Om dit treurige aanzicht een beetje op te vrolijken zijn de muren fris aqua geverfd en is er één groen Ikea plankje opgehangen, waar tijdschriften en stripboeken in de vorm van een banaan tegen elkaar aangezakt op leunen. Twee kamers verderop praat mijn dierbaarste met een mevrouw. Of ze tekent. Wat voor beeld zal ze schetsen en wat zal ze zeggen? Zal ze vertellen over de bange gedachten die, zoals ze zelf zegt, soms niet allemaal in haar hoofd passen? Over de pijn in haar buik die geen buikpijn is? Dat ze altijd angstig is om te gaan slapen, maar niet weet waarom? Over de conflicten die we regelmatig thuis hebben, de ondefinieerbare boosheid en machteloosheid… Zal ze, met hulp van deze therapie, haar emoties kunnen gaan verwoorden, begrijpen en overwinnen? Ik neem nog een slok uit mijn plastic bekertje met veel te donkere, koud geworden thee. Als ik knipper met mijn ogen om een opkomende traan te bedwingen, staat ze alweer voor me. In een flits van een paar seconden doet ze iets wat ze zo zelden doet. Ze zoekt nabijheid en laat haar hoofdje rusten op mijn schouder. Nog voordat ik mijn arm om haar heen kan slaan, staat ze alweer een meter van me vandaan en zegt: 'Kom mam, we gaan. Ik wil snel naar school want Dylan gaat vandaag trakteren.’ 4-GGZTotaal


INTERVIEW

‘Een stemmetje dat zegt dat het wel goed komt’ Door Willem

Gotink Angststoornissen zijn in de psychiatrie de

De Angst- dwang- en fobiestichting is met

meest voorkomende aandoeningen. Sommige

3000 tot 3200 leden één van de grotere

van deze aandoeningen worden fobie

cliëntenorganisaties. Hoewel lang niet

genoemd. Het gemeenschappelijke kenmerk

iedereen met angst- of dwangklachten lid is:

van angststoornissen is dat er sprake is van

dat is een veelvoud van dit aantal. Maar de

angst. Mensen kunnen zo angstig zijn dat het

stichting voorziet duidelijk in een behoefte.

hun leven ontregelt. Van alle mensen, mannen

en vrouwen, heeft 19,6% ooit in het leven één

Josine van Hamersveld, sinds 1997 directeur

of meer angststoornissen gehad. Sociale fobie

van de stichting: “Wij zijn veel

(9,3%) en specifieke fobie (7,9%) komen het meeste voor, gevolgd door de

laagdrempeliger dan de reguliere GGZ. Daar

gegeneraliseerde angststoornis (4,5%)

kunnen mensen hun vragen vaak niet kwijt.

en paniekstoornis (3,8%). Agorafobie (0,9%)

Vragen over medicatie, bijwerkingen,

komt het minst voor.

mogelijke behandelingen of behandelaars,

Mensen met dwang (obsessief-compulsieve

hoe om te gaan met een familielid met

stoornis) hebben last van steeds terugkerende

klachten, heel veel mensen bellen ons

dwanggedachten en/of dwanghandelingen.

daarvoor. In de reguliere GGZ zit vaak iemand

Dwanggedachten (obsessies) zijn gedachten

aan de telefoon die niet inhoudelijk

die mensen weliswaar zelf hebben, maar die

deskundig is. Het is vaak de secretaresse die

ze vreemd en overdreven vinden. Het

aanneemt en een afspraak maakt. Bij ons zijn

overkomt hun en ze kunnen die gedachten

dat twee getrainde ervaringsdeskundigen. We

niet voorkomen of loslaten. De gedachten zijn

merken dat mensen het prettig vinden dat

hardnekkig en veroorzaken angst of lijden.

iemand de tijd heeft, weet waar het over gaat.

Dwanghandelingen (compulsies) zijn zich

steeds herhalende handelingen die iemand

Overigens zetten we ons zeker niet af tegen

van zichzelf op dezelfde speciale manier moet

de GGZ: we werken op veel fronten samen, we

doen. Bijvoorbeeld alles steeds controleren of

participeren in kenniscentra en onderzoeken,

schoonmaken. Van alle volwassen Nederlanders heeft bijna 1% ooit in het leven

doen mee aan werkbezoeken. We verwijzen

een obsessief-compulsieve stoornis gehad.

uitsluitend door naar erkende therapeuten,

Jaarlijks krijgt 0,5% voor het eerst een

die evidence based werken. In die zin volgen

obsessief-compulsieve stoornis. De obsessief-

we volledig het protocol van de reguliere

compulsieve stoornis met dwanggedachten

GGZ.

komt het meeste voor. Van de obsessies

De samenwerking met de eerste lijn kan nog

(dwanggedachten) is smetvrees de meest

worden verbeterd. We worden dan ook vaak

voorkomende. Het controleren is de meest

door een POH-GGZ gebeld voor informatie en

voorkomende compulsie (dwanghandeling).

mogelijkheden van doorverwijzingen.

Bron: Trimbos

5-GGZTotaal


‘Wij zijn veel laagdrempeliger dan de reguliere GGZ’ Josine van Hamersveld

Huisartsen verwijzen natuurlijk veel door naar die POH-GGZ, maar Project kansen op werk 
 In januari 2013 is de ADF stichting van start gegaan met het project ‘Kansen op werk’. 
 De stichting ondersteunt hierbij jongeren en volwassen met psychische klachten die graag weer aan het werk willen. Er zijn werkervaringsplaatsen bij ggz-cliëntenorganisaties met training, werkbegeleiding en een collega-maatje. De bedoeling is dat zij doorstromen naar een betaalde baan. Het project ‘Kansen op werk’ maakt onderdeel uit van het programma ‘Werken aan vraagsturing’ een samenwerking van Vereniging Ypsilon, Depressie Vereniging, ADF stichting en 14 GGZ cliënten- en familieorganisaties. Momenteel nemen 20 á 30 mensen deel aan het project.

beiden zijn niet altijd voldoende op te hoogte om te weten dat bijvoorbeeld dwangklachten echt in de tweede lijn thuishoren. Dat is ook gewoon de multidisciplinaire richtlijn, maar dat is niet bij iedereen bekend. Door gebrek aan kennis, blijven mensen met dwangklachten nu soms in die eerste lijn hangen en gaan ze pas na een aantal gesprekken dóór naar de tweede lijn. Of haken af. Hetzelfde geld voor ernstige angststoornissen. Het is tijdverlies als men niet snel de juiste hulp krijgt, je loopt het risico dat de patiënt afhaakt en ook stopt met de medicatie. Ook in het organiseren van lotgenotengroepen zou de huisarts een belangrijke tussenpersoon kunnen zijn. Maar veel folders en belangrijke informatie die niet van de huisartsenvereniging komen, verdwijnen nu in de prullenbak van de assistente.” Naast de informatievoorziening in de vorm van de hulptelefoon, het inloopspreekuur, folders, lijsten met erkende behandelaars, lotgenotengroepen en thema-avonden heeft de stichting nog een aantal projecten lopen. Onder andere het project ‘kansen op werk’, bedoeld om mensen weer aan het werk te helpen (zie kader). 
 Lisa (niet haar echte naam) werkt via dit project sinds een jaar als vrijwilligster bij de stichting. Een kennis die hier vrijwilligerswerk deed tipte haar. Die kennis heeft ondertussen een betaalde baan. Lisa worstelde als kind al met sociale angst. Later veranderde dat in een doorlopend ‘ik kan niks’. Nadat ze haar studie vertaalkunde afrondde, raakte ze als gevolg van de angst depressief en werd voor tien maanden opgenomen. 
 Na de opname deed ze wel vrijwilligerswerk. “Maar er was te weinig structuur, daar had ik behoefte aan. Dit project kwam voor mij op het goede moment. Tegenwoordig kan ik het wel trekken als er minder structuur is, maar ik vind het nog steeds niet prettig”.
 Ze is ondertussen gestopt met therapie. Het werk maakt dat ze kan groeien, al is ze niet helemaal klachtenvrij. “Ik raak nog steeds wel eens in paniek”, zegt ze, “maar nu is er een stemmetje dat zegt dat het wel goed komt. Bovendien duurt het minder lang en komt het 6-GGZTotaal


minder vaak voor. En de mensen hier begrijpen dat het een paniekmomentje is, dat het wel weer goed komt. Op een normaal kantoor zal ik dat ‘het komt wel goed’ toch even moeten uitleggen, anders verzinnen ze er van alles bij. Ik geloof er hoe dan ook niet in dat het verstandig is het achter te houden.”
 Als onderdeel van haar werk – ze coördineert de lotgenotengroepen in het land – moet ze regelmatig presentaties geven. Een paar jaar geleden maakte de angst dat nog onmogelijk. Ze werd misselijk, duizelig en viel zelfs flauw. Nu vindt ze het nog steeds spannend, maar ze weet die spanning in de hand te houden. “Langzamerhand krijg ik ook plezier in die dingen. En dat geeft weer ontzettend veel energie”. Een probleem voor de stichting is de teruglopende subsidie. In drie jaar tijd is dat met 75% afgenomen. De komende jaren zal dat niet in positieve zin veranderen. Het wordt deels opgevangen door meer samen te werken. Veel zorgkantoren en andere subsidieverstrekkers willen dat de cliëntenorganisaties betrokken worden bij onderzoeken en andere projecten. “We zitten in een strategische positie”. Als de stichting gevraagd wordt ergens aan mee te werken, kan een tegenprestatie gevraagd worden. Dat hoeft niet perse geld te zijn. Het kan ook een wederdienst zijn in

PodiumT speelt ANGST ANGST is een vertelling over een hardnekkig taboe: angst- en dwanggedachten. In een mix van documentaire en theater worden de verhalen van patiënten en hulpverleners belicht. ANGST gaat over onwetendheid en verwarring tussen arts en patiënt met als grootste risico een verkeerde diagnose en het verergeren van de klachten met grote gevolgen voor de patiënt, zorgverlening en maatschappij. Na de vertelling is er een gesprek met het publiek, patiënten, hun naasten, familie en zorgprofessionals om preventie, zelfredzaamheid en betere zorg te bevorderen.

de vorm van publiciteit of medewerking aan een project van de stichting. Als directrice lijkt Josien van Hamersveld een meester te zijn in het creëren van win-winsituaties. Dat geldt voor projecten met GGZ-instellingen, maar ook voor de samenwerking met de hyperventilatiestichting, die binnenkort als aparte stichting onder het bestuur gaat vallen. Samen sta je sterker, lijkt de gedachte. 
 
 De uiteindelijke winst is natuurlijk voor diegenen die om informatie vragen of aan een project meedoen. Lisa voelt zich ondertussen sterk genoeg om haar eigen vertaalbureau te starten. De eerste grote opdracht is intussen binnen. “Het was ook een ingewikkelde opdracht, dus er was wel even een paniekmomentje, ja”. Blijft zij vrijwilliger als het bureau goed gaat lopen? “Zolang het gaat blijf ik hier wel werken, maar het moet niet teveel worden”. Josine: “We zullen ook niet ons best doen om haar hier te houden. Het zou natuurlijk fantastisch zijn als zij kan doorstromen naar betaald werk. Daarin kunnen we haar alleen maar ondersteunen”.
 Lisa heeft een assistente, het zou zomaar haar opvolgster kunnen worden.

7-GGZTotaal

Doelgroep
 Iedereen die op één of andere manier met angstklachten te maken heeft: patiënten en hun familie; huisartsen en POH; hulpverleners (ook in de somatiek!); verzekerings-, Arbo- en re-integratieartsen; Wmo-consulenten, etc. Door haar vele raakvlakken en brede doelgroep is de vertelling goed in te zetten op diverse zorgsymposia met verschillende onderwerpen (zoals Shared Decision Making, psycho educatie, inhoudelijke verdieping, Multinational Interviewing, Stepped Care diagnose, etc.). Meer informatie: podiumt.nu/angst.


BEROEPEN

Politie en de GGZ - Koosje de Beer Utrecht is een cluster van zorgcentra en dat

Hulpverlener in nood

“De politie heeft de rol van de hulpverlener in noodsituaties. Wij moeten signaleren wat er op straat en achter de voordeur gebeurt”, zegt Henk van Dijk, portefeuillehouder GGZ bij de politie Rijnmond. “De politie kan en moet niet de andere taken van de zorgverlening overnemen.” Daarom is Van Dijk blij met het nationaal convenant dat in 2012 is afgesloten. In het convenant zijn heldere kaders geschept voor de samenwerking tussen de politie en de GGZ. “De regionale contacten tussen de politie en de zorginstellingen worden steeds beter en intensiever. Zo worden er regionaal afspraken gemaakt over het uitwisselen van patiëntgegevens voor zover dit mogelijk is. Ook wordt besproken wat de handelswijze is van beide partijen bij agressieve patiënten. Een grote vooruitgang, maar we zijn er nog niet. Ik verwacht verdere verbeteringen als de BOPZ wordt vervangen door de Wet Zorg en Dwang. Nu zijn zorginstellingen bijvoorbeeld nog verplicht om vermissingen te melden, terwijl negentig procent van de mensen binnen een dag weer binnen is. Het gaat om negentienduizend vermissingen per jaar en zo’n verplichte melding kost de politie twee uur. Tijd die we beter kunnen besteden en waar de nieuwe wet hopelijk een oplossing voor biedt.”

geeft wrijving. Er is een groep verwarde mensen waar anderen last van hebben. Zo is het niet prettig als iemand de hele nacht boven je hoofd loopt te ijsberen of als er voortdurend drugsverslaafden bij het portiek hangen omdat er binnen wordt gedeald.” In dit soort gevallen gaat De Klein altijd eerst in gesprek met de overlastgever. Vaak blijkt dan dat er meer aan de hand is en dat de persoon bekend is in het brede netwerk dat de politie en GGZ hebben opgebouwd in Utrecht. “Als ik vermoed dat iemand psychisch niet in orde is, neem ik direct contact op met het meldpunt OGGZ. Vroeger kon het lang duren voordat de hulpverlening er was, nu is de afspraak dat er binnen het uur iemand komt. Dat geldt ook visa versa: als een hulpverlener politieassistentie nodig heeft, zijn wij er ook meteen.” Verwaarlozing Een andere categorie sociaal kwetsbare mensen die De Klein in zijn werk tegenkomt zijn de mensen waar niemand last van heeft, maar die wel zorg nodig hebben. Hij herinnert zich een adres waar hij door contacten in de

Politieagenten besteden veel tijd aan verwarde mensen. Peter de Klein - al ruim tien jaar wijkagent in de Utrechtse binnenstad - is bijna de helft van zijn werktijd kwijt met zorg aan deze groep. Gelukkig heeft hij de samenwerking met de GGZ wel zien verbeteren. “Vroeger schoven we ‘moeilijke’ gevallen naar elkaar door, nu voelen we ons samen

buurt bij toeval op gewezen werd. “Ik kwam binnen en struikelde over de bergen lege pakken sinaasappelsap met een vieze vreemde geur. Uiteindelijk bleek dat mevrouw het huis had geërfd en het wilde opknappen. Dertig jaar geleden was ze begonnen met het sanitair eruit te slopen en sindsdien gebruikte ze de pakken sap als toilet. Wat was ik blij dat ik haar vond en goede hulp voor haar heb kunnen

verantwoordelijk.” Signalen uit de buurt zijn vaak een eerste aanleiding voor Peter de Klein om actie te ondernemen. “In de zuidelijke binnenstad van

inschakelen. Inmiddels is ze overleden. Samen met iemand van de GGZ was ik als enige aanwezig op haar begrafenis. Dat is droevig.”

8-GGZTotaal


“Als wijkagent kan ik de eerste pleister plakken, voor structurele zorg komt de GGZ in beeld.” Peter de Klein

Ook schrijnend vindt De Klein het geval van de

Op haar beurt probeert de politie er ook voor de

doofstomme vrouw waar de landelijke pers twee jaar

hulpverleners binnen de zorginstellingen te zijn,

geleden uitgebreid over heeft bericht. De vrouw

bijvoorbeeld bij geweld. In het oude stadshart van

werd in 2012 ontvoerd en is vier maanden

Utrecht ligt het Willem Arntsz Huis dat naast

opgesloten in een huis in Hoevelaken. Twee mannen

vervolgbehandelingen ook plek heeft voor acute

hebben haar verkracht en op andere manieren

opname en crisisopvang. Peter de Klein gaat er een

misbruikt. Onlangs zag hij haar weer door de

paar keer per week langs. “Ik maak dan altijd even

binnenstad van Utrecht zwerven. “Haar situatie raakt

een praatje met de cliënten en de hulpverleners. Als

mij diep. Goed, de daders zijn veroordeeld, maar hoe

het nodig is, kunnen medewerkers dan ook direct

heeft dit kunnen gebeuren? Waarom konden wij

aangifte bij mij doen.” Uit ervaring weet De Klein dat

niets doen? Nu zoekt ze dus toch weer de straat op.

de drempel voor hulpverleners om naar het

Het enige wat ik kan doen, is haar terugbrengen naar

politiebureau te komen hoog is. Hij wil het echter

de instelling. Ik heb niet de illusie dat ik haar

wel weten als een medewerker door een cliënt is

binnenkort niet weer tegenkom. Ook zij heeft de

mishandeld of aangevallen. “Jongere collega’s

vrijheid haar eigen keuzes te maken. Wij moeten

denken nog wel eens dat een mailtje volstaat. Geloof

ervoor zorgen dat dit veilig kan.”

me, dat werkt niet. Laat de mensen zelf vertellen wat er is gebeurd. Bij een persoonlijke benadering zie je

ACT-teams

ook dat het medewerkers enorm oplucht als ze hun

Niettemin zijn er volgens Peter de Klein

verhaal kunnen doen. Incidenten hoeven niet altijd

tegenwoordig minder mensen dan vroeger in Utrecht

te resulteren in een proces verbaal: een melding in

die zichzelf ongezien kunnen verwaarlozen. In het

het systeem is voor het politiewerk evengoed

verleden had hij een lange lijst met adressen waar

waardevol.”

hij geregeld langsging. Dit werk is grotendeels

Bij elkaar zegt Peter de Klein dat alles wat met zorg

overgenomen door de goedwerkende ACT-teams van

in de binnenstad te maken heeft hem zeker de helft

zorgverlener Altrecht. “Zij zoeken nu contact met

van zijn werktijd kost. Hij zou zijn werk echter niet

deze mensen en kunnen hen echt helpen. Als

willen ruilen voor welke andere baan dan ook. “Deze

wijkagent kan ik, als het gaat om hulpverlening,

buurt is veel te leuk: er wonen hier miljonairs en

eigenlijk niet veel meer dan de spreekwoordelijke

daklozen. Dit contrast maakt het werk spannend met

eerste pleister plakken zoals het zorgen voor

als grote uitdaging er elke dag weer voor iedereen te

veiligheid.”

zijn.”

9-GGZTotaal


INTERVIEW

“Een brug tussen psychiatrie en maatschappij” - Johan Atsma Een kijkje bij uitgeverij Tobi Vroegh Rond lunchtijd zit een geanimeerd gezelschap rond een grote tafel aan de boterham. Lea van Geesink, uitgeefster bij uitgeverij Tobi Vroegh komt er zo aan, zo wordt mij verteld. En of ik ook een boterham wil.

Kortgeleden schreef ik voor GGZTotaal een recensie van ‘Wervelkind’. Een indringende roman, geschreven door Hanna Bofaert, een ervaringsdeskundige uit de psychiatrie, over haar langdurige weg naar herstel. De uitgeverij kende ik niet en een bezoekje aan hun website maakte duidelijk dat Tobi Vroegh een directe link heeft met de GGZ. Een goede aanleiding om een afspraak te maken. Uitgeverij Tobi Vroegh is gevestigd in Amsterdam West, midden in de wijk de Baarsjes, in een bedrijfsverzamelgebouw. Op de derde verdieping tref ik aan de lunchtafel een waaier van mensen die allen actief zijn in een van de initiatieven die vallen onder de Stichting Cliëntgestuurde

Initiatieven en Projecten (SCIP). De uitgeverij, in 2005 ontstaan als cliënteninitiatief van mensen met een psychiatrische achtergrond, ging al snel op in de SCIP. Er heerst hier op de Cornelis Dirkzstraat een actieve sfeer vol van bezigheden. Lea komt vanaf de grote vide naar beneden, geeft me een hand en eet eerst nog een boterhammetje met smeerworst. Samen met Erik Orendi, een van de vrijwilligers bij Tobi Vroegh, praten we even later ten burele van de uitgeverij vrijuit over Tobi Vroegh. De uitgeverij biedt een podium aan auteurs die ofwel als ervaringsdeskundige ofwel op een andere wijze betrokken zijn bij de psychiatrie. Dat is doelstelling nummer één. Dat podium wordt inmiddels gevuld met egodocumenten, romans, poëzie, kinderboeken, onderzoek en al jaren een scheurkalender: ‘Scheur je gek’. “Die voor het komende jaar is al klaar en te bestellen voor het kerstpakket”, kan Lea niet nalaten te melden. Tobi Vroegh wil goeie boeken uitgeven en daarmee tegelijkertijd psychiatrische problematiek toegankelijk maken voor een breed publiek. Op de website staat: “Wij willen met onze uitgaven een brug slaan tussen de psychiatrie en de maatschappij als geheel”. Dat is natuurlijk een prachtige doelstelling maar lukt dat ook? “Jazeker”, en om een duidelijk voorbeeld te noemen, het boek ‘Toen ik bang was’, geschreven door een medewerkster van de Nederlandse Spoorwegen over angststoornissen, heeft aantoonbaar barrières geslecht bij NS collega’s”. Elke week bereiken er wel enkele manuscripten de burelen van Tobi Vroegh. Die worden allemaal met aandacht gelezen: hoe is het geschreven, past het binnen het fonds en levert het nieuwe perspectieven op binnen de doelstelling van de uitgeverij.

10-GGZTotaal


Saskia van der Heijden signeert haar boek „Toen ik bang was”.

Op mijn vraag hoe je omgaat met teksten die je doen twijfelen aan de echtheid ervan, antwoord Lea dat het maar de vraag is of het realiteitsgehalte zo interessant is; de beleving van degeen die het meemaakt is relevant en daarmee uitgangspunt. Het is wel belangrijk of het waargebeurd zou kúnnen zijn. Overigens kun je ook nog onderscheid maken tussen de romanvorm die meer vrijheid toelaat en zogenaamde egodocumenten. Die laatste boeken gaan erom hoe iemand zijn aandoening ervaart en er mee omgaat. Relevant als lotgenotenhulp en effectief in het schetsen van een beeld voor buitenstaanders. De tweede doelstelling van Tobi Vroegh is het bieden van een veilige werkplek voor mensen met een psychiatrische achtergrond. Ooit begon het als clienteninitiatief met een vijftal mensen die vanuit thuis aan het werk waren, inmiddels zijn er in totaal ongeveer 40 vrijwilligers meer of minder actief binnen de uitgeverij, Lea is de enige betaalde kracht, zij stuurt aan en coördineert. De vrijwilligers verzorgen al het werk voorhanden: dat varieert van redactiewerk, het lezen van manuscripten, vormgeven van nieuwe uitgaven, administratie en PR tot het regelen van de lunch en het inrichten van het pand. Van de vrijwilligers wordt inzet verwacht, initiatief en zelfredzaamheid. Zoals een schrijver schrijft, zo werken hier de vrijwilligers: iedereen “...met zijn eigen doel en eigen motivatie”, aldus Lea. Dat laatste komt onder druk te staan nu de subsidiegever eisen wil gaan stellen aan de begeleiding zodat ook cliënten met specifieke begeleidingsbehoeften binnen Tobi Vroegh aan de

„we zijn hier “een dynamisch bedrijf”.

slag kunnen. In GGZ-termen: ‘mensen met een traject’. Dat strookt eigenlijk niet met ‘eigen doel en eigen motivatie', dat zo eigen is aan een cliënteninitiatief. Binnen SCIP wordt daar dan ook stevig discussie aan gewijd. De huidige ontwikkelingen rondom de WMO bedreigen inmiddels dus ook cliëntgestuurde initiatieven die op zichzelf de WMO-tijd altijd ver vooruit zijn geweest. Er wordt nog een derde doelstelling van uitgeverij Tobi Vroegh genoemd in het gesprek, wat minder praktisch van aard, maar daarmee niet minder belangrijk. Erik formuleert op een andere manier de brug die Tobi Vroegh wil slaan tussen psychiatrie en maatschappij, “We willen de psychiatrie sexy en salonfähig maken”, zegt hij. Is dus de toekomst van Tobi Vroegh als werkplek voor vrijwilligers wellicht in de nabije toekomst aan verandering onderhevig, toekomstplannen voor de uitgeverij zelf zijn er genoeg: redactie en vormgeving in combinatie met Printing on Demand voor de schrijver die zijn eigen uitgave wil maken, is een steeds belangrijker onderdeel van de uitgeverij. Daarnaast staat er binnen het eigen fonds van alles op stapel: verzameld dichtwerk en verzamelde verhalen gaan eraan komen, er komt een strip-dagboek over schizofrenie, de scheurkalender 2015 wordt heel erg mooi en is vanaf oktober verkrijgbaar, er staan nog een aantal autobiografische romans op stapel en -last but not least- waarschijnlijk gaat er een science-fiction boek komen met psychiatrie als invalshoek. Daarnaast timmert Tobi Vroegh aan de weg met hun eigen jaarlijkse BoekenFeest, komt er nog een dichtersavond en staat ze regelmatig met een stand op relevante congressen, symposia en boekenmarkten. Kortom, zoals Lea zegt: “we zijn hier een dynamisch bedrijf”. Die boterham kom ik nog wel eens halen...

Relevante links: http://www.tobivroegh.nl http://scipweb.nl/ http://www.patientervaringsverhalen.nl/

11-GGZTotaal


COLUMN

Column - Niki Stoker

Vaste klant Een aantal weken geleden won ik de prijs ‘Queen of the GGZ 2013’. Een strenge jury heeft onderzocht wie in dat jaar het meest gebruik heeft gemaakt van hun voorzieningen. Met trots kan ik zeggen dat ik er met kop en schouders bovenuit stak. Ik kreeg een grote bos bloemen en een waardecheck voor een therapie naar keuze.

was. Drie dagen daarna overleed hij. Ik heb knalmanisch naast zijn bed gezeten tot hij dood ging. In mijn eentje heb ik een afscheidsfeest in een kroeg georganiseerd. In mijn speech heb ik verteld over mijn missie in Afrika en dat ik vier dagen later zou vertrekken. Dat riep veel verzet

Mijn sociale leven viel in kwade stukjes uiteen. Hoe is dat zo gekomen? Ik heb al jaren standaard gesprekken en medicijnadvies van een psychiater. Enkele jaren geleden kreeg ik daarbij een schat van een SPV’ster cadeau, voor frequentere gesprekken en begeleiding. Vorig jaar februari begon mijn heftigste manie ooit toen ik met mijn man in Afrika was. We waren er voor de zesde keer. Toen we een oude vriend bezochten, die een grote, mooie en sterke man was geworden, schoot ik van het ene op het andere moment naar grote hoogte.

op, waardoor mijn sociale leven in kwade stukjes uiteen viel. Na afloop heb ik mijn rots in de branding in een oude Rolls Royce naar het crematorium begeleid.

Opeens viel alles op z’n plek. Dit land was mijn eindbestemming en deze zwarte meneer mijn toekomstige man. Met hem zou ik oud worden en vanuit zijn compound de hele wereld verbeteren. Ik wist dat ik daarvoor alles zou doen wat in mijn vermogen lag. Het was een vreemde vakantie. Een week later vertrok ik met mijn man terug naar Nederland. Deze liefste man van de wereld had het al een tijdje benauwd. Een paar dagen na aankomst bleek in het ziekenhuis dat hij heel ziek

Na zeven maanden deep down rondgescharreld te hebben ben ik inmiddels een jaar verder en heb ik een aantal cruciale zaken beter op een rijtje gekregen. Ik heb weer wat bodem onder mijn voeten en een aantal contacten is toch nog hersteld. En dan nu deze prijs. Wat heb ik goed voor mezelf gezorgd en bovenal: wat geweldig dat dat kon. Dank je wel, GGZ. Ik ga een fijne therapie uitzoeken.

Na drieënhalve maand high in the sky begon mijn stemming te veranderen. Na vier maanden Afrika moest ik zwaar depressief naar huis. Vooral om een opname te voorkomen begon ik de deur plat te lopen bij Altrecht. Zo kreeg ik zes weken lang elke dag intensieve thuistherapie van verschillende SPITS-medewerkers. Ik heb zo’n drie maanden rouwverwerkingstherapie bij een psychologe gevolgd. In de tussentijd bezocht ik zeer regelmatig mijn SPV’ster en ook mijn psychiater zag ik vaker dan normaal. Twee keer heb ik een spoed-crisisoverleg gehad omdat ik wel heel erg graag dood wilde. Tot slot was ik ook nog welkom bij de dagbehandeling. Heel lief, maar dat heb ik weten te voorkomen.

12-GGZTotaal


ARTIKEL

Van Bouyeri en Breivik tot Jihadganger: overtuiging of psychopathologie?- Allard R. Feddes (PhD)

“Als ik medelijden met jou heb dan is het omdat ik denk dat er toch in jou nog wat menselijks is”(Jens Breivik 2014. Bron: VARA, 23 september 2014). In zijn boek wendt de heer Breivik zich tot zijn

van de Hofstadgroep en Breivik van de

zoon, Anders Behring Breivik. Op 22 juli 2011

(waarschijnlijk fictieve) groep van Tempeliers. Qua

vermoordde de 32-jarige Noor acht personen in

overtuiging zagen beiden zich als voetsoldaat in de

Oslo en 69 personen op het eiland Utøya. Enkele

strijd voor de goede zaak. Breivik in de strijd tegen

jaren daarvoor, op 2 november 2004, vermoordde

multiculturalisme, immigratie, en de dreiging van

de 26-jarige Mohammed Bouyeri de cineast en

de Islam (de “anti-Jihadist”), Bouyeri zag zichzelf als

columnist Theo van Gogh in Amsterdam. Beide

handelend in naam van zijn geloof.

mannen zitten momenteel in de gevangenis een

De vraag die onderzoekers al enkele jaren

levenslange straf uit. Er zijn meer parallellen te

bezighoudt (zie bijvoorbeeld Silke, 1998) is of

trekken: beiden waren, afgaande op hun

‘terroristen’ nu aan een psychopathologische

onderwijsniveau, intelligent. Bouyeri had de HAVO

aandoening lijden of dat ze deze daden uit een

afgemaakt en vijf jaar het HBO bezocht (echter niet

extreme overtuiging plegen. Daarbij kan men zich

afgemaakt). Breivik volgde een opleiding die

afvragen wat dan het verschil is tussen deze

toelating zou geven aan de universiteit (eveneens

begrippen: wanneer spreken we van

niet afgerond). Beiden hebben ook in de

psychopathologie en wanneer van een (extreme)

familiekring het een en ander meegemaakt:

overtuiging? In zowel de rechtszaak van Bouyeri als

Breivik’s ouders gingen scheiden toen hij 1 jaar oud

van Breivik stond deze vraag centraal. Juridisch is

was en in zijn jeugd kwamen er jeugdwerkers aan

dit van belang, want in het eerste geval is de dader

te pas (Melle, 2013). Bouyeri verloor in 2001 zijn

aansprakelijk voor zijn daden. In het tweede geval

moeder. In de jaren voor de aanslag trokken beiden

kan de dader als ontoerekeningsvatbaar worden

zich in toenemende mate terug uit de maatschappij

gezien en is dus juridisch gezien niet, of in mindere

en isoleerden zich van hun directe sociale

mate, aansprakelijk voor zijn daden.

omgeving. Beiden waren lid van een groep, Bouyeri

13-GGZTotaal


Anders Breivik is onderworpen aan een breed

Breivik psychotisch was (schizofrenie, paranoïde type)

arsenaal psychologische tests en is uiteindelijk

gedurende de planning en implementatie van zijn

gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis

daden en gedurende de loop van het onderzoek.

maar wel toerekeningsvatbaar verklaard (zie ook

Deze diagnose was met name gebaseerd op zijn

Melle, 2013). Mohammed Bouyeri is eveneens

bizarre en grandioze waanbeelden (zoals beschreven

toerekeningsvatbaar verklaard. Zoals de volgende

door Melle had Breivik zo zijn ideeën om de genen-

passage illustreert waren de rechter en Bouyeri het

poel van de Noren te verbeteren; zoals het opzetten

roerend met elkaar eens: hij heeft gehandeld uit

van reservaten voor autochtone, dus niet allochtone,

geloofsovertuiging. Zo verklaart Bouyeri in zijn

Noren). Volgens Melle was hierbij doorslaggevend dat

eindpleidooi het volgende: “Wat betreft de aanklacht

de psychiaters zich niet vergisten in zijn racistische

van u, meneer de Officier van Justitie, daar kan ik mij

denkbeelden, maar zich baseerden op de rol die

helemaal in vinden, in grote lijnen tenminste. Ik

Breivik voor zichzelf zag in het doorvoeren van deze

neem de volle verantwoordelijkheid op mij en u heeft

plannen.

gekenschetst dat wat mij eventueel zou hebben

Desalniettemin leidde deze diagnose tot een

gedreven om te doen wat ik deed, dat dat puur uit

publieke oproer in het normaliter rustige Noorwegen

mijn geloof is.” (Bron: Glas, 2006, p. 34)

(het rapport lekte voortijdig uit). Ondanks dat de publieke mening over het algemeen neigt naar de

Bij Breivik had het oordeel wat meer voeten in de

geruststellende observatie dat een terrorist ‘gek’ is

aarde. Zoals Melle (2013) het uitgebreid beschrijft

(zie ook Glas, 2006), het idee dat Breivik “er van af zou

waren er maar liefst twee opeenvolgende forensische

komen” met een behandeling in een ziekenhuis in

evaluaties en vier psychiaters voor nodig. De eerste

plaats van een gevangenis kon men in Noorwegen

twee psychiaters maakten gebruik van een

maar moeilijk verkroppen. Dit illustreert dat de

combinatie van ongestructureerde gesprekken en

vooroordelen en misconcepties over geestesziekten

gestructureerde diagnostische interviews waaronder

nog steeds heersen (zie ook Wessely, 2012) maar dat

de SCID-I. Deze laatste interviews hebben betrekking

terzijde. Hierbij moet overigens gewezen worden op

op de DSM-IV as-1 (waaronder onder meer

het feit dat zowel Breivik alsmede Bouyeri niet

stemmingsstoornissen en schizofrenie vallen). Op 29

wilden dat ze als psychopaten werden neergezet.

november 2011 oordeelden deze psychiaters dat

Aanvullende literatuur Kruglanski, A. W., Bélanger, J. J., Gelfand, M., Gunaratna, R., Hettiarachchi, M., Reinares, F., Orehek, E., Sasota, J., & Sharvit, K. (2013). Terrorism – A (Self) Love Story: Redirecting the significance quest can end violence. American Psychologist, 68, 559-575. DOI: 10.1037/a0032615 Moghaddam, F. M. (2005). The staircase to terrorism: A psychological exploration. American Psychologist, 60, 161-169. DOI: http:// dx.doi.org/ 10.1037/0003-066X.60.9.1039. Van San, M., Sieckelinck, S., & De Winter, M. (2010). Idealen op drift: Een pedagogische kijk op radicaliserende jongeren. Den Haag: Boom Lemma.

14-GGZTotaal


Onder grote publieke druk werd in januari 2013 een

komt, maar dat een moreel oordeel los moet staan van

tweede stel psychiaters aangewezen voor een her-

een klinische diagnose.

evaluatie van Breivik. In dit tweede proces merkten de psychiaters op dat Breivik behoorlijk georganiseerd

Het feit blijft dat zowel Breivik als Bouyeri’s

was en in de gesprekken en interviews benadrukte

overtuigingen over de (morele) superioriteit van de

Breivik in mindere mate zijn eigen rol in zijn

eigen groep en een waargenomen dreiging van deze

toekomstplannen voor Noorwegen. Dit tweede stel

superioriteit gedeeld wordt door andere mensen. In

kwam met het oordeel dat Breivik een ernstige

het geval van Bouyeri was er de Hofstadgroep en op

narcistische persoonlijkheidsstoornis had (een

het moment van schrijven zijn rond de 140

pathologisch leugenaar), maar niet psychopathisch en

Nederlandse ‘Jihadgangers’ afgereisd naar Syrië van

dus juridisch aansprakelijk was. De rechter

wie een zeker aandeel vecht (en gestorven is) voor

veroordeelde Breivik op deze basis en benadrukte dat

hun overtuiging. Zoals de Franse krant Le Monde

“Breivik’s grandioze noties niet bizar zijn en dat

(2014) onlangs schreef richten deze

experts op het gebied van rechtsextremisme

‘Jihadgangers’ (een geschat aantal van 3000 uit

geraadpleegd hadden moeten worden alvorens zijn

Westerse landen) zich tegen ‘de ongelovigen, de

percepties als cultureel onaannemelijk te

kruisvaarders en de joden’. Dit markeert volgens de

verklaren” (Melle, 2013, p. 19).

krant ‘de waanzinnige vorm van het soennitische extremisme’. De krant gaat verder en observeert het

Deze laatste opmerking is interessant met het

volgende: “Hallucinerend over een kalifaat in de regio

oogpunt op de vraag die we aan het begin stelden. Zo

wil IS de grenzen van staten in het Midden-Oosten

merkt Glas (2006, pp. 34-35) op dat vanuit dit

namelijk afbreken.”

gezichtspunt “het gedrag van de geesteszieke

Overtuiging of psychopathologie? U mag het zeggen.

medemens impliciet door een morele bril wordt bekeken en wordt gezien als onbeschaafd of primitief”.

Allard Rienk Feddes (PhD) is verbonden aan de

Met andere woorden, afgaande op de oordelen van de

afdeling psychologie van de Universiteit van Milaan-

rechtbank dienen Breivik’s, en dus ook Bouyeri’s

Bicocca waar hij onderzoek doet naar effectiviteit van

gedrag en overtuiging, serieus te worden genomen,

programma's die gewelddadige radicalisering

passende in onze beschaving. Glas gaat echter verder

tegengaan. Email: allard.feddes@unimib.it

met de observatie dat een geesteszieke naar zijn

mening niet hoofdzakelijk op morele basis tot stand Referenties Glas, G. (2006). De overtuigingsdader. Tussen overtuiging en psychopathologie. Ontmoetingen: Voordrachtenreeks van het Lutje Psychiatrisch-Juridisch Gezelschap, 12. Le Monde (2014). Une guerre qu'il faut appeler par son nom [Een oorlog moet bij zijn naam genoemd worden]. Gepubliceerd op 23 september. Melle, I. (2013). The Breivik case and what psychiatrists can learn from it. World Psychiatry, 12, 16-21. Silke, A. (1998). Cheshire-cat logic: The recurring theme of terrorist abnormality in psychological research. Psychology, Crime, and Law, 4, 51–69. DOI:10.1080/10683169808401747 Wessely, S. (2012). Anders Breivik, the public, and psychiatry. The Lancet, 379(9826), 1563-1564.

15-GGZTotaal


Problemen door seksueel misbruik z캐n hardnekkig als bamboe Problemen door seksueel misbruik z캐n hardnekkig als bamboe

Heb je ooit geprobeerd om een

Is de GGZ goed toegerust voor

bamboebosje te rooien? Je graaft en

seksueel misbruik?

hakt in op het zichtbare deel van de

In de hulpverleningsgeschiedenis

plant. En je hebt daadwerkelijk een

van overlevers van seksueel

stuk te pakken dat je met veel

misbruik valt op dat de meeste

moeite weghakt. Tevreden over de

mensen een hele serie

-Ivonne Meeuwsen

resultaten rust je uit. Een week of

hulpverleners en therapeuten

twee later kijk je in je tuin en staat

hebben gehad. Daarnaast is er vaak

de bamboe al weer een meter hoog.

sprake van diverse diagnoses.

Bovendien zie je een paar meter

Mensen hebben soms een half

verderop een nieuwe scheut de

leven lopen tobben, voordat ze er

grond uitschieten. Zo gaat het ook

over durven spreken en slechts

als je de lange termijn effecten van

weinigen zijn tevreden over de hen

seksueel misbruik geen aandacht

geboden hulpverlening binnen de

geeft binnen de hulpverlening. Het

traditionele GGZ. De meesten

meest in het oog lopende probleem

hebben hun therapeutische

eist in het begin veel aandacht op.

ervaringen negatief gelabeld. In het

Wanneer je geen aandacht besteedt

boek 'Het verschil maken' van

aan de wortels van het gedrag, het

Slachtofferhulp uit 2014 blijkt dat

seksueel misbruik, dan kun je net zo

de meerderheid van de mensen die

goed niet aan de slag gaan. Hooguit

met seksueel misbruik te maken

leer je mensen wat slimmere

hebben hun hulp juist buiten de

trucjes, wat betere

reguliere zorg halen.

overlevingsvaardigheden. Maar in de basis is er niets veranderd. 16-GGZTotaal


Wat de GGZ goed doet bij seksueel misbruik

Bij seksueel misbruik lijken vele diagnoses

Natuurlijk gaan er ook veel dingen goed. Met name

mogelijk

vaktherapieën en lichaamsgerichte benadering

De signatuur van seksueel misbruik staat vele

kunnen binnen en buiten de GGZ ingezet worden

diagnoses toe. De sterke stemmingswisselingen

voor klanten die seksueel misbruikt zijn. Deze

nodigen uit tot de diagnose ‘bipolaire stoornis’,

werkvormen zijn heel bruikbaar als spreken nog te

problemen met grenzen leiden vaak tot de

belastend is voor de klant. Traumatherapie, EMDR,

diagnose 'borderline', controledwang geeft OCD, als

psychotherapie: elke werkvorm heeft zo zijn eigen

iemand echt suïcidaal is dan is het etiket

kenmerken en waarde in het proces van de klant.

'depressie' snel geplakt als je dissocieert heb je

Wanneer de klant er aan toe is, kunnen deze

ineens DIS of een aan DIS verwante stoornis en zo

werkvormen zeker helpen.

verder. Onder het geweld van diagnoses raakt het

Het gaat echter mis wanneer het protocol

seksueel misbruik buiten beeld en de klant wordt

belangrijker wordt dan de wens van de klant. En

niet of hooguit deels geholpen. Maar het

het gaat mis als men denkt dat één bepaalde

onderdrukken van de symptomen levert doorgaans

therapie alle problemen, die het gevolg zijn van

alleen maar op dat zij ergens anders weer

seksueel misbruik, kan oplossen. Het gaat mis als

opduiken. In plaats van zichzelf te verwonden, gaat

we niet meer de klant zien in zijn context, maar

de klant zich overeten of vermijdt het leven zoveel

het probleem te nauw definiëren in termen van

mogelijk met een depressie tot gevolg. Hierdoor

diagnose-behandel-combinaties.

dreigt de hulpverlening te ontsporen en wordt de klant 'chronisch cliënt'.

Seksueel misbruik is niet één stoornis Mensen die seksueel misbruikt zijn, hebben last

De diagnose-behandel-combinatie (DBC) is het

van hun verleden. Toch zijn er grote verschillen in

probleem, niet de oplossing.

de manieren waarop de lange termijn effecten van

De DBC's binnen de GGZ staan goede

seksueel misbruik zich uiten. De problemen zitten

hulpverlening in de weg. Doordat er aan het begin

in elk levensdomein: lichamelijk, seksueel,

van een traject een diagnose gesteld moet worden,

relationeel, psychisch, spiritueel en systemisch. De

krijgt een slachtoffer van seksueel misbruik een

overlevingsvaardigheden die het slachtoffer ten

label uit de DSM. Daarmee is ook gelijk gekozen

toon spreidt zijn vaak onder meerdere 'stoornissen'

voor een bepaalde behandeling en is de klant de

te scharen. Maar in de beleving van de klant zijn

regie over zijn eigen proces kwijt. Het seksueel

deze vaardigheden cruciaal, levensreddend zelfs.

misbruik raakt op de achtergrond en er wordt

Door het een stoornis te noemen wordt de klant

vanaf dat moment vooral gewerkt aan de 'stoornis'.

nog eens extra gestigmatiseerd, terwijl schaamte

Zo krijgen mensen pillen voor hun depressie,

en schuldgevoel al levensgrote problemen zijn die

gedragstherapie voor hun OCD en schematherapie

bij seksueel misbruik nagenoeg altijd spelen.

voor hun borderline, maar intussen blijft het verleden onaangeroerd.

17-GGZTotaal


Vingerhoedskruid foto van Agnes van der Graaf www.fotografieagnes.nl

'De lange mars door de wachtkamers'

meegemaakt zwijgen hierover, zelfs naar hun

Wanneer het gedrag niet verstaan wordt in de

collega's toe, uit angst om hun professionele

context van het seksueel misbruik, dan lijkt het

reputatie te verliezen als ze open zijn over

alsof de klant van het ene probleem naar het

seksueel misbruik. Zo blijft het taboe bestaan en

andere hobbelt. Je hebt amper de angststoornis er

gaat waardevolle ervaringskennis verloren.

onder gekregen met medicijnen en wellicht wat cognitieve gedragstherapie en depressie dient zich

Eigen regie is essentieel voor de hulpverlening na

aan, schijnbaar uit het niets. De klant is nog niet

seksueel misbruik

'genezen' van zijn depressie of er komt er een fobie

Judith Hermans, auteur van de klassieker 'Trauma

te voorschijn of een aanpassingsstoornis. Als

en Herstel' geeft aan dat het essentieel is bij de

nieuwe scheuten aan de bamboe schieten de

hulpverlening na seksueel misbruik de regie over

problemen uit de grond. Als de klant zich, na een

de hulpverlening bij de klant komt te liggen.

rondje langs allerlei therapievormen, nog niet beter voelt is hij of zij 'therapie resistent' of

In een lezing bij het congres 'Het verschil maken'

'onbehandelbaar'.

van Slachtofferhulp, februari 2014 sprak zij: 'Wanneer de klant gaat voldoen aan de

Protocollen en taboe

verwachtingen van de therapeut houdt het

Binnen het protocol van de meeste therapieĂŤn is

therapeutisch proces op'.

weinig tijd voor het daadwerkelijk verwerken van de oorzaak van alle problemen, het seksueel

Eigen regie over de hulpverlening is niet slechts

misbruik. Hulpverleners stellen zelden vragen over

wenselijk, het is essentieel voor het welslagen van

het seksueel misbruik en je kunt de klanten niet

de therapie. Tegelijk is de vraag van de klant maar

verwijten dat zij er niet uit zichzelf over beginnen.

al te vaak 'red mij', want dat is onderdeel van de

Daar heeft de klant nou juist hulp bij nodig. De

signatuur van seksueel misbruik. Afhankelijk

hulpverlener laat bewust of onbewust het

gemaakt als kind, de keuzevrijheid ontnomen,

onderwerp rusten, door handelingsverlegenheid,

wordt een kind doorgaans volgzaam, gehoorzaam

gebrek aan kennis of door tijdgebrek. Praten over

en onderdanig. Dat gedrag zet zich vaak voort in

seksueel misbruik is voor veel hulpverleners taboe.

de relatie met de hulpverlening.

Hulpverleners die zelf seksueel misbruik hebben

18-GGZTotaal


Hulpverlening na seksueel misbruik Ivonne Meeuwsen is auteur van het boek 'Helen van seksueel misbruik. Het trauma voorbij' dat in 2013 uitgebracht is bij Droomvallei Uitgeverij. Dit boek wordt op diverse hogescholen als literatuur gebruikt bij de minoren 'Huiselijk en seksueel geweld'. Van haar hand verscheen onlangs een tweede boek: 'Hulpverlening na seksueel misbruik. Wegwijzer in Traumaland'. Tevens heeft zij een praktijk voor (online) coaching waar ze mensen als ervaringsdeskundig professional coaching en begeleiding aanbiedt rondom het thema seksueel misbruik. www.hulpverleningnaseksueelmisbruik.nl www.helenvanseksueelmisbruik.nl

De hulpverlener vanuit zijn kant heeft al snel de

trajecten uit op een teleurstelling. Successen die

neiging om de klant te gaan redden. Wanneer hij of

behaald zijn, worden als falen gelabeld, omdat het

zij ingaat op het appél om de klant te redden dan is

weliswaar een deel van het probleem oplost, maar

men in de reddersdriehoek belandt. Dat eindigt

de klant nog steeds met een berg andere

voorspelbaar: het is een kwestie van tijd voordat het

problemen zit.

geduld van de therapeut op raakt. De therapeut raakt geïrriteerd en geeft de klant impliciet (weer)

Realistisch kijken naar seksueel misbruik

de schuld.

De diversiteit van problemen die seksueel misbruik

Als hulpverlener zal je dus weerstand moeten

met zich meebrengt, kent niet één pasklaar

bieden aan het appél van de klant. Je eigen

antwoord. Het vraagt een breed scala aan

reddersfantasieën opzij zetten en de klant

antwoorden, mogelijkheden en opties. Het vraagt

uitnodigen om zelf de regie weer op te pakken. Ook,

ook nadrukkelijk om keuzevrijheid voor de klant.

juist, op het grote oefenterrein: de therapeutische

Hulpverlening die recht doet aan de persoonlijke

setting zelf.

voorkeuren van de klant zou standaard moeten zijn. De klant is eigenaar van het probleem én de

Falende hulpverlening of slecht

oplossing. De taak van de hulpverlening is om

verwachtingenmanagement?

daarbij aan te sluiten en het probleemoplossend

Helen van seksueel misbruik is een proces dat zich

vermogen van de klant op te zoeken, te versterken.

over meerdere jaren uitstrekt, dat met horten en

En daarnaast om het seksueel misbruik

stoten gaat, dat gelaagd en in het tempo van de

bespreekbaar te maken.

klant dient plaats te vinden. De verwachting wekken dat het anders is, maakt dat de klant het proces als mislukt ervaart, ook als er wel vorderingen zijn gemaakt. Het idee dat je een complex probleem als seksueel misbruik met één therapie, in één setting en in een afgebakende periode kunt oplossen, is slecht verwachtingenmanagement. Doordat klanten dit voorgespiegeld krijgen, lopen zelfs succesvolle

19-GGZTotaal


1 56 ,

.1 11

11 1/1

5 1 1A1 . 1

Johan Atsma

.1 1 5

11

1

1

1 1/1 51 5

A /

/1 /

A1

11

Hanna Bofaert: Wervelkind, over jeugdtrauma en herstel Ga er maar aanstaan. In Wervelkind beschrijft Hanna

Drugsgebruik als zelfmedicatie, slechte therapeuten,

Bofaert de lijdensweg die ze heeft moeten gaan om

depressie, automutilatie, opnieuw een opname, we

op haar vijftigste verjaardag te kunnen vieren dat ze

maken het allemaal mee.

eindelijk een normaal leven leidt.

!

!

Dankzij een invoelende verpleegkundige voelt ze

In een puntige, concrete stijl vertelt Bofaert hoe ze

zich voor het eerst begrepen. Maar de zo verlangde

haar leven ervaart en ze wisselt daarbij regelmatig

ontspanning komt niet: “op een dag wordt ook mijn

van perspectief. Verschillende perioden in haar

hoofd stil. Merkwaardig stil. Zelfs de gewone brain talk

leven weeft ze door elkaar. Dan weer maken we

is verdwenen. In mijn hoofd klinkt slechts een zinnetje:

haar mee als kind, als jongvolwassene, in de hel van

Het doet er niet meer toe.” Dat zinnetje wordt een

een psychiatrische inrichting, in het recente

mantra waarmee ze zich, weer bij haar ouders

verleden en in het heden. Gaandeweg krijgen we

wonend, totaal kan afsluiten. Ook die

steeds meer zicht op wat er in haar vroege jeugd

overlevingsstrategie keert zich tegen haar.

gebeurd is en hoe dat heeft geleid tot een

!

ongelukkig leven. Bofaert geeft de lezer daarbij het

Het boek start met het overlijden van Bofaert’s

gevoel dat we gelijk met haar op gaan, dat maakt

moeder. Het wordt een scharnierpunt in haar leven

het boek fascinerend. We maken het proces van

en een kans om nieuwe wegen in te slaan. Maar dat

trauma naar herstel van heel dichtbij mee. Het

blijkt niet zo eenvoudig. Na enig zoeken vindt ze

wordt een emotioneel boek met een einde dat haar

een goede therapeut die vooral met geduld en

en ons gelukkig maakt. Er is herstel mogelijk na een

liefdevolle volharding veel bereikt. Een heftige en

veelbewogen kindertijd. Die kindertijd is ongekend

traumatische gebeurtenis wordt gaandeweg het

heftig en ongelukkig. Het huwelijk van de ouders is

boek ontrafeld en we maken het van dichtbij mee.

slecht. Tussen moeder en dochter is er een spel van

De wonden die geslagen zijn, zijn zo diep en

aantrekken en afstoten. Hanna wordt gedwongen

verstopt dat Bofaert vele wegen moet bewandelen

tot het verrichten van seksuele handelingen bij haar

om uiteindelijk voor zichzelf helder te krijgen wat er

moeder. Ze ontwikkelt haar eigen manier om het

allemaal met haar gebeurd. Die weg naar herstel

haar opgedrongen leven te doorstaan. Dat keert zich

voert langs diepe dalen. Als de psychische nood

gaandeweg tegen haar. Opname in een

behapbaar lijkt te worden, dan blijkt het lichaam

psychiatrisch ziekenhuis is het gevolg. Dat helpt

zich alsnog tot het uiterste te verzetten.

niet, integendeel, ze komt er verslaafd weer uit.

- 20-GGZTotaal

,

1



ARTIKEL

Meer geluk dankzij de ggz- Koosje de Beer Geluk is geen toeval: een bevolking is gelukkiger in landen waar de overheid niet corrupt is en de rechtszekerheid op orde is. Ook zelf kunnen mensen veel doen om hun welbevinden te verhogen. Recent onderzoek van Ruut Veenhoven en Giorgio Touburg bewijst eens te meer dat geluk echt niet uit de lucht komt vallen, want daaruit blijkt onomstotelijk dat meer medewerkers in de GGZ bijdragen aan meer geluk. ’Geluk’ definieer ik als ‘levensvoldoening’ en is

dat de overheid een grote invloed heeft op het

goed te meten’’, zegt hoogleraar Ruut

welbevinden van een bevolking. Zo bleek er een

Veenhoven. Veenhoven richtte zich als eerste

sterk verband te zijn tussen het gemiddelde

wetenschapper in Nederland in de jaren

geluk in landen en de uitgaven voor de ggz per

zeventig van de vorige eeuw op de bestudering

hoofd van de bevolking.

van geluk. “In het buitenland werd al wat onderzoek naar geluk gedaan, maar in ons land

Geld alleen maakt niet gelukkig

nog niet. Als student heb ik het opgepakt en

Dit lijkt een boute conclusie, want hangt geluk niet

later met mij andere onderzoekers. De tijdsgeest

met een heleboel andere zaken samen dan alleen

was er rijp voor. ”

de GGZ? Denk aan de welvaart van een land of het

Het lijkt een wat wazig onderzoeksterrein, want als

verschil tussen arm en rijk? “Welvaart is

er iets ongrijpbaar is, is het toch wel geluk zou je

inderdaad van belang voor geluk, maar tegen

zeggen. Geluk overkomt je, wat valt daar nog aan

mijn verwachting in blijkt dat de mate van

te veranderen?

inkomensongelijkheid weinig uitmaakt voor het

Meer dan mensen denken, volgens Veenhoven.

gemiddelde geluksgevoel van een bevolking,”

Uit verschillende studies blijkt dat zowel de

reageert Veenhoven, ‘’het grootste verschil wordt

inrichting van de samenleving als de

veroorzaakt door de kwaliteit van de overheid.

persoonlijke keuzes die we maken wel degelijk

Een goed rechtssysteem en weinig corruptie

invloed hebben op ons geluksgevoel. Het

doen meer voor menselijk geluk dan geld. Ook

onderzoek dat Veenhoven dit najaar samen met

dat had ik niet verwacht”.

Giorgio Touburg heeft gepubliceerd, laat zien

“Tegen mijn verwachting in blijkt inkomensongelijkheid weinig uit te maken voor het gemiddelde geluksgevoel van een bevolking.” Ruut Veenhoven


Om de conclusie te kunnen trekken dat het

waarin de economische groei van ‘gelukkige’ en

aantal GGZ-medewerkers per hoofd van de

‘minder gelukkige’ landen wordt gemeten, maar

bevolking een positief effect heeft op het

zover zijn we nog niet.”

geluksniveau, hebben Touburg en Veenhoven factoren als welvaart moeten wegfilteren.

Databank van geluk

“Daarom hebben we ervoor gekozen om alleen

De resultaten die onderzoek naar geluk heeft

twintig rijke landen te betrekken in ons

opgeleverd, zijn te vinden op de website van de

onderzoek”, licht Veenhoven toe. “Niet alle, maar

World database of Happiness waar Ruut

wel veel verschillen vallen dan weg. In rijke

Veenhoven directeur van is. De database begon

landen is bijvoorbeeld de positie tussen

bijna 45 jaar geleden met een bak met kaartjes

mannen en vrouwen redelijk gelijk. Dit is - zo is

waarop onderzoeksuitkomsten genoteerd

al eerder gebleken - ook een belangrijke factor

waren. In de jaren 1980 werd het een

als het gaat om geluk. Verder hebben we niet

naslagwerk met de omvang van een

gekeken naar het totale bedrag dat beschikbaar

telefoonboek en later een vijfdelige boekserie.

is voor de ggz in een land, maar naar het

Eind vorige eeuw werd er een website van

percentage van het gezondheidszorgbudget dat

gemaakt. De databank bevat nu ruim 20.000

wordt uitgegeven aan de GGZ. Hiermee vlak je

wetenschappelijke vondsten.

de verschillen die er zijn tussen landen uit als

Costa Rica blijkt uit deze gegevens - verrassend

het gaat om het beschikbare budget voor

genoeg - het gelukkigste land ter wereld te zijn.

gezondheidszorg.”

“Een opvallende uitkomst”, vindt ook

De aanname dat de kosten van de GGZ zichzelf

Veenhoven, “maar Costa Rica is een bijzonder

terugverdienen doordat geluk wordt verhoogd,

land. Je zou het land het Zwitserland van

vindt Veenhoven aannemelijk, maar vooralsnog

Midden-Amerika kunnen noemen. De Costa

moeilijk te bewijzen omdat de economische

Ricanen hebben bijvoorbeeld geen leger en

waarde van geluk heel lastig te kwantificeren

geven van hun bescheiden gezondheidsbudget

is. “We weten dat gelukkige mensen langer

verhoudingsgewijs het meeste geld uit aan de

gezond blijven en langer leven. We weten ook

geestelijke gezondheidszorg. Dat is

dat ze actiever, creatiever en productiever zijn.

waarschijnlijk ook een van de redenen waarom

De vraag is in welke mate? Hoeveel harder

de mensen er zo gelukkig leven.” In Nederland

werken ze? Gelukkige mensen maken minder

ligt het percentage van het totale

ruzie, maar in hoeverre zijn er daardoor

gezondheidsbudget dat wordt uitgegeven aan

bijvoorbeeld minder stakingen, minder

GGZ-zorg met zeven procent lager dan in Costa

oorlogen? Dat zijn moeilijk te meten effecten.

Rica, maar ook lager dan in landen als Australië

Je zou het kunnen doen met tijdreeksanalyses

en Zweden. “In Australië en Zweden gaan respectievelijk tien en twaalf procent van het gezondheidsbudget naar de GGZ en daar zijn de mensen inderdaad gelukkiger.”

Giorgio Touburg

“Costa Rica lijkt het gelukkigste land te wereld te zijn.”


Geluk begint bij jezelf

mensen die de GeluksWijzer sinds de start in 2011

De reden waarom juist psychiaters en andere

meerdere malen hebben gebruikt, blijkt in ieder

medewerkers het gemiddelde geluk in een land

geval dat vooral mensen die aanvankelijk niet zo erg

verhogen is voor de hand liggend: psychisch leed is

gelukkig waren, er baat bij te hebben. ”

een van de belangrijkste oorzaken in de huidige samenleving van een laag geluksniveau.

Opsteker

Psychologen, psychotherapeuten of psychiaters doen

Geluk hangt deels af van keuzes die mensen maken,

hier iets aan door na te gaan welke levenswijze het

daar is Ruut Veenhoven naar jaren onderzoek doen

best bij hun cliënten past en deze eventueel te

van overtuigd. Dat geldt ook voor mensen met

veranderen. “Dit is overigens niet alleen

psychiatrische aandoeningen. “Een psychische

voorbehouden aan GGZ-medewerkers,” benadrukt

stoornis doet afbreuk aan het geluksniveau: dat komt

Veenhoven, “mensen kunnen heel veel zelf doen om

deels door de indirecte neveneffecten die de

hun persoonlijk geluk te verhogen, bijvoorbeeld door

aandoening veroorzaakt op het vermogen om te

kritisch te kijken naar hun werk en relatie. Ook het

werken en relaties te onderhouden. Voor een ander

bijhouden van een geluksdagboek verhoogt –

deel zijn er natuurlijk de directe effecten van de

wetenschappelijk bewezen! - de levensvoldoening.”

aandoening als zodanig. Toch blijkt het gemiddelde

Het bijhouden van een dagboek is ook een van de

geluk vaak hoger dan je zou denken, onder meer bij

tips die wordt gegeven aan de gebruikers van de

mensen met schizofrenie is dat uit onderzoek

GeluksWijzer, een internetinstrument dat mensen

gebleken. Dat komt waarschijnlijk door de goede

helpt om gelukkiger te worden en daarbij

hulpverlening in ons land. De kwaliteit van de

interessante anonieme data oplevert voor verder

gezondheidszorg kan dan ook worden afgemeten aan

onderzoek. De GeluksWijzer graaft niet in de psyche,

het gelukstekort van cliënten. Als die bijna even

maar helpt om het eigen geluk in beeld te krijgen en

gelukkig zijn als de gemiddelde burger heeft de

is inmiddels al door meer dan 70.000 mensen

hulpverlening het kennelijk goed gedaan.”

ingevuld. Volgens Veenhoven zouden ook

In deze donkere dagen voor kerst verdient de GGZ in

medewerkers in de ggz hier hun voordeel mee

Nederland daarvoor echt een opsteker volgens de

kunnen doen. Zij zelf, maar ook hun cliënten. “Het is

wetenschapper. “We leven nu in een betere

in ieder geval een interessant experiment om te

gezondheid dan ooit en ik schat dat de

kijken wat er gebeurt als een therapie wordt

psychiatrische hulpverlening er mede voor

gecombineerd met het bijhouden van een

verantwoordelijk is dat we nu niet alleen langer

geluksdagboek. Vanzelfsprekend moet de

leven, maar ook gelukkiger. Daar mogen zij die

problematiek zich hier wel voor lenen, maar

werkzaam zijn in deze specifieke zorg best trots op

therapeuten zijn deskundig genoeg om dat te

zijn!”

kunnen beoordelen. Uit een follow-up van 5000

Op zoek naar geluk? Hoe is het met het geluk in verschillende landen gesteld? Alle gegevens zijn te vinden op http:// worlddatabaseofhappiness.eur.nl. De geluksdatabank wordt behalve door wetenschappers ook gebruikt in het onderwijs, de journalistiek en door beleidsmakers. Praktische tips om het eigen geluk of dat van anderen te verbeteren zijn te vinden op www.gelukswijzer.nl. De gelukswijzer is opgezet in samenwerking met zorgverzekeraar VGZ.

Het bijhouden van een geluksdagboek verhoogt–wetenschappelijk bewezen! - de levensvoldoening.


GESCHIEDEINS

De GGZ zestig jaar geleden in de pers, april 1955

De GGZ in de krant van 60 jaar geleden

Familiedrama’s, lone wolves en verwarden die de politie handenvol werk bezorgen Elke maand zoekt de redactie tussen haar oude kranten naar artikelen over de GGZ. Is er vooruitgang? Achteruitgang? Of doen we eigenlijk nog steeds hetzelfde, maar noemen we het anders? 
 Toen we begonnen met deze rubriek, was dat nog een vraag. Het antwoord wordt steeds duidelijker, elke nieuwe stapel met oude kranten bevestigt onze groeiende overtuiging: er is niks nieuws onder de zon. Tijd voor radicale beslissingen: na de zomer is deze rubriek alleen nog terug te vinden tussen de stapels oude kranten. Misschien verwijst een ander tijdschrift er nog wel ’s naar terug. 
 Maar eerst: de kranten van zestig jaar geleden, april 1955. Zeg nou zelf, u slaat de krant open en leest eerst een bericht over een man, bekend met psychiatrische klachten, die zijn gezin ombrengt; dan leest u een bericht over een Italiaanse militair die ‘krankzinnig is geworden’ en wild om zich heen schietend vijf mensen vermoordt; tenslotte over een man waarvoor zes politie-agenten nodig zijn om hem in bedwang te houden. En oh ja, ook nog over een tekort aan kinderpsychiaters. Dat is toch allemaal ook in de Telegraaf van vandaag te lezen? 
 Toch ontdekte één van de redactieleden een verschil, zij het na enig zoeken. Wat in 1955 ontbreekt is de beschuldigende vinger naar instanties, de zoektocht van de pers om tot in de details alles erbij te halen dat er niets mee te maken heeft. De mening van de buurvrouw, van de kapper en de schooljuf.
 Neem het (overigens afschuwelijke) familiedrama op 11 april, waar bijna alle kranten over schrijven. Een man, hij en zijn vrouw zijn onder psychiatrische behandeling, slaat zijn vrouw en twee kinderen de schedel in en brengt zichzelf vervolgens aan de gaskraan om het leven. Het zou, anno 2015, dagenlang het nieuws in chocoladeletters beheersen. Niet in 1955. De Leeuwarder Courant heeft 14 regels nodig, de Tijd 18. In de Telegraaf kunnen we het bericht zelfs niet terugvinden, maar dat kan ook aan ons liggen. Géén beschuldigende vingers naar Bureau Jeugdzorg, géén psychiatrische achtergrondinformatie, géén analyses van de koude grond.

25-GGZTotaal

Hetzelfde geldt voor de Italiaans militair die, ogenschijnlijk plotseling, door het lint gaat en vijf mensen neerschiet en drie anderen verwondt. We vinden geen gespit in medische dossiers, geen verhalen over zijn middelbare schooltijd, geen commentaren van collega-militairen. Alleen feitelijke informatie. Je mag natuurlijk hopen dat dat onderzoek wel is gedaan, maar dat het de kranten niet beheerst, is best wel fijn.
 
 Natuurlijk is er een andere toonzetting, een ander woordgebruik. De man van het familiedrama leed aan ‘zwaarmoedigheid’, hij heeft zijn daad ‘in een vlaag van verstandsverbijstering’ begaan, de ‘krankzinnig’ geworden soldaat had een ‘verwilderde blik in de ogen’. Dat heet tegenwoordig allemaal anders.
 Maar taalgebruik is niet alleen in de psychiatrie veranderd. Er staan soms dingen die je even doen slikken. Zestig jaar terug, in de Java-bode kopt op 18 april: “Geesteszieke negers kwamen in gesticht tot opstand.“ De Telegraaf is een dag later het meest bondig in zijn berichtgeving: ‘Gewapend met allerlei primitieve slag- en steekinstrumenten zijn zaterdag in een staatsziekenhuis in Texas tachtig negers, allen geesteszieke misdadigers, in opstand gekomen omdat de blanke gevangenen meer recreatieruimte tot hun beschikking hadden dan de negers.” Einde bericht. 
 Kijk, dáár hadden we best iets meer achtergrondinfo bij willen hebben. Nog een heuglijk feit: op 23 april is het 60 jaar geleden dat minister Donker in Utrecht de Van Der Hoeven Kliniek opent, een psychiatrisch centrum voor ‘gestoorde delinquenten’, aldus het Algemeen Dagblad. Zou dat nog gevierd worden, daar? Of is het te laat om nog iets te organiseren, nu ze dat pas lezen in deze GGZTotaal? We stellen het erg op prijs als één van onze lezers dat nog even meldt aan info@ggztotaal.nl! Nog een andere vraag aan onze lezers: de Friese Koerier meldt op 21 april 1955 dat 10% van de studenten tijdens de studie bij een psychiater te rade gaat. Hoe hoog zou dat percentage tegenwoordig liggen?


Aanbieders


ARTIKEL

De veranderingen in de GGZ door de ogen van aanbieders - Willem Gotink “De transities passen wel bij mijn visie”
 
 Jacobine Geel, voorzitster van GGZ Nederland, ruim een jaar geleden: “Er staan 13.000 arbeidsplaatsen in de GGZ op de tocht, bijna 20% van de totale 70.000. Een banenverlies van deze omvang brengt de continuïteit van zorg in gevaar”. 
 Sinds deze uitspraak in december 2013 zijn we opgeschrikt door, of misschien wel gewend geraakt aan, ontslagen bij GGZ Drenthe (250); Arkin (300); GGZ Friesland (120); Rivierduinen (‘honderden’) en nog een aantal anderen. 
 De vraag is of ’13.000 banen op de tocht’ hetzelfde betekent als ‘het verlies van 13.000 banen’. Het getal mag sowieso wel wat genuanceerd. Veel ontslagen zullen vallen in de overhead, veel personeel vindt een andere baan op een andere plek in de GGZ. Maar dat er minder zorg geleverd gaat worden in de GGZ, zoveel is duidelijk. Al lijken de grotere instellingen meer klappen te krijgen dan de kleine. Yael Meijer, psychotherapeut met een eigen praktijk én werkzaam voor twee instellingen: “De beeldvorming was dat de gemeentes laag gingen inkopen. Daardoor schoot iedereen in een kramp. Mijn angst is dat de hulpverlening meer achteruitgaat door die kramp dan door de feitelijke bezuiniging. Iedereen is met zijn eigen toekomst bezig. 
 In mijn ervaring is de beeldvorming niet terecht gebleken. Bij de drie gemeenten waar ik bij betrokken was, is de houding me enorm meegevallen. Eén instelling is zelfs gegroeid. En hoewel er vooral

Aanbieders Gemeenten

aanbodgericht werd ingekocht, kwam één gemeente ook met de vraag om een aanbod te ontwikkelen voor een specifiek probleem in die gemeente. Zelf dorst ik het niet aan om een zelfstandige praktijk te voeren met maar één opdrachtgever, in mijn geval Amsterdam. Dat is voor een zelfstandige een te groot risico. Als ik nu zie hoe Amsterdam het heeft gedaan, had ik het misschien wel kunnen doen.
 Natuurlijk gaat de transitie gepaard met bezuinigingen, de opdracht is dat de specialistische GGZ moet krimpen. De gemeenten voeren dat uit en dat gaat vooral ten koste van de grote instellingen.”

27-GGZTotaal


Ook Ina Punt, zelfstandig GZ-psycholoog én

Bas Wijffels, beleidswerker bij het NIP, is kritischer.

kinder- en jeugdpsycholoog, is gematigd positief.

“Op papier is het allemaal goed geregeld, maar de

“Op dit moment is het hectisch, alle dossiers

gemeenten zijn niet goed voorbereid en stellen in

moeten worden afgerond voor de verzekering en

sommige gevallen rare eisen. Bijvoorbeeld de eis

aangemeld voor de gemeenten. Dat is behoorlijk

dat 5% van de werknemers onder de ‘social return’

wat werk. Maar ik ben nooit tegenstander geweest

moeten vallen. Bij een eenpitter is dat natuurlijk

van deze transities. Ik ben destijds weggegaan bij

onmogelijk. Of de eis dat het jaarverslag in

een grote instelling. Daar liep ik tegen veel

januari aangeleverd moet zijn. En uiteraard speelt

bureaucratie aan door de grootschaligheid van de

de kwestie van het aanleveren van

instelling en er viel moeilijk in te spelen op wat

privacygevoelige gegevens. Dat laatste is best een

er plaatselijk nodig was. Met de gemeentes als

heikel punt. Mensen die daar iets over zeiden

gesprekspartner kan dat makkelijker. In die zin

weten achteraf vaak niet of ze niet zijn ingekocht

past de jeugdtransitie wel bij mijn eigen visie op

omdat ze daar kritische vragen over stelden, of

de zorg.”

om een andere reden. Voor aanbieders die met meerdere gemeenten te maken, is de

Niet dat het allemaal probleemloos verloopt. De

administratieve rompslomp gigantisch. Elke

vergoedingen zijn behoorlijk verminderd.

gemeente heeft een andere werkwijze en andere

Ina Punt: “Voor mij, met nog een paar jaar te

voorwaarden. Sommige aanbieders zijn 20 uur per

werken en een praktijk aan huis, is daar wel

week kwijt met de aanbestedingen.

overheen te komen. Psychologen die net beginnen en een ruimte moeten huren, hebben het veel zwaarder.”
 Ook Ina Punt klaagt niet over de gemeentes waar zij mee te maken heeft. “Alle aanbieders uit 2014 hebben een contract voor 2015. Dat zal in de loop van de tijd waarschijnlijk wel veranderen. Maar we wisten in september al waar we aan toe waren. En de gemeentes hebben zich terdege in de problematiek verdiept, ik had niet met ambtenaren te maken die nergens van af wisten.”

“Ik maak me zorgen dat het nu allemaal te snel en te onzorgvuldig gaat.”

Cliënten

Joost Walraven, circuitmanager

28-GGZTotaal


Veel dingen zijn ook nog steeds onduidelijk.

Psychiatrische Aandoening.(EPA) bij Dimence:

Bijvoorbeeld weten veel aanbieders die niet

“Het aantal ontslagen bij Dimence valt mee, we

zijn ingekocht of ze de behandeling van

hebben een organisatie die financieel gezond is.

bestaande cliënten mogen afmaken. En zo ja,,

Dat is een kwestie van goed anticiperen, maar

door wie dat dan betaald wordt. Er zijn

het gaat hier wel vóórtdurend over geld.

vandaag, twee weken vóór het einde van het

Natuurlijk moest er beweging komen in de GGZ

jaar, mensen die niet weten of ze 1 januari met

en helaas moet de GGZ daar vaak ook toe

een cliënt verder kunnen of niet.

gedwongen worden, maar het gaat nu allemaal

Natuurlijk is het een grote overheveling en dan

te snel en te onzorgvuldig. Daar maak ik me wel

weet je dat er veel dingen onduidelijk zijn en

zorgen over. Neem de ROM (Routine Outcome

zelfs verkeerd gaan, maar toch.”

Monitoring). Het idee is goed, er mag best wat meer gekeken worden of een behandeling effect

De winkel blijft tijdens de verbouwing gewoon

heeft, maar ROM staat wetenschappelijk nog in

open. Wie minder te maken heeft met de

de kinderschoenen. Het is een slecht idee om er

transities moet de verbouwing van voorgaande

nu al grote conclusies uit te trekken.

jaren nog afmaken.

Ander voorbeeld. Een gevolg van de

Joost Walraven, circuitmanager langer durende

veranderingen van vorig jaar is bijvoorbeeld de

behandeling voor mensen met een Ernstig

veranderingen in de specialistische GGZ. Omdat die specialistische GGZ steeds kleiner wordt, komen alleen de hele ingewikkelde problemen daarvoor in aanmerking. Daar hebben we onze specialistische GGZ op aangepast. Zodra het complexe voorbij is, moet iemand weer terug naar de basis-GGZ. Het is dan wel erg omslachtig als we iemand eerst naar de huisarts moeten sturen om die weer door te laten verwijzen naar de basis-GGZ. Maar zo gáát het wel. Dat levert vaak boze huisartsen op en moet echt soepeler geregeld worden.

Aanbieders Gemeenten

Walraven vindt het lastig dat de zorgverzekeraars steeds meer de werkwijze in de behandelkamer bepalen. “Controle is goed, maar het aantal vinkjes dat ik op een dag moet zetten is eindeloos. Die zorgverzekeraars bepalen ook allemaal wat anders. Van de één mag een GZ-psycholoog binnen de Specialistische GGZ wél hoofdbehandelaar zijn, van de andere niet. Bij een grote organisatie als de onze valt dat wel te regelen of te onderhandelen, maar ik vraag me af hoe een kleine organisatie dat oplost.”

29-GGZTotaal


Over de houding van de gemeenten hoort hij van zijn collega’s geen slechte verhalen. “Nog niet alles is af of duidelijk, maar ze werken er samen met de zorgorganisaties hard aan. De meesten proberen in 2015 een overgangsjaar te maken waarbij de huidige afspraken door lopen. Maar alle voorzieningen die naar de gemeenten gaan hebben op de één of andere manier met een korting te maken”. De veranderingen zijn helemaal zo gek nog niet, lijkt de algehele tendens. Maar het is wel veel in korte tijd. In 2015 moet dan ook nog veel uitkristalliseren.

De veranderingen zijn helemaal zo gek nog niet, lijkt de algehele tendens. Maar het is wel veel in korte tijd. In 2015 moet dan ook nog veel uitkristalliseren. Voorbeelden genoeg, vooral, maar niet alleen,

Voorbeelden genoeg, vooral, maar niet alleen, als het

als het over de

over de onderlinge afspraken tussen gemeenten gaat.

onderlinge afspraken

Yael Meyer: “Als kinderen uit huis geplaatst worden via de William SchrikkerGroep, bijvoorbeeld. De

tussen gemeenten gaat.

gezagshouder zit dan in Amsterdam. Ik vraag me af of Amsterdam voor al die kinderen dan ook de zorg gaat betalen. Zoals het nu geregeld is zou dat wel moeten.’
 Joost Walraven: “Het is volstrekt onduidelijk wat er gebeurt als iemand verhuist van de ene naar de andere gemeente. Het kan zomaar zijn dat dan het recht op zorg vervalt.”
 Ina Punt: “De ICT is soms wel problematisch. Iedere gemeente heeft zijn eigen programmatuur. Bij mij zijn dat er gelukkig maar twee, maar anderen hebben te maken met wel vijftien gemeentes en dus vijftien verschillende programma’s. Het was handiger geweest als ze de programmatuur van de zorgverzekering hadden overgenomen.”
 Bas Wijffels, aanhakend aan de opmerking van Jacobine Geel over het verlies van arbeidsplaatsen: “Veel van onze leden zullen niet meer in de GGZ werkzaam blijven en samen met de krimp van de specialistische GGZ is er een behoorlijke kennisuitstroom. Ik ben benieuwd of de gemeentes dat kunnen oplossen”.

Noot van de redactie: voor dit artikel hebben we meerdere aanbieders benaderd. Een aantal van hen wilden niet meewerken, ook niet anoniem, uit angst dat het negatieve gevolgen zou hebben voor hun onderhandelingen met de gemeente. 30-GGZTotaal

Cliënten


CliĂŤnten


ARTIKEL

De veranderingen in de GGZ door de ogen van cliënten - Sigrid Starremans “De bestaande constructie die zo effectief is, dreigt als een kaartenhuis in elkaar te zakken”. Waar maken jullie je zorgen over als het gaat om de veranderingen in de ggz in 2015? Zijn er ook pluspunten, lichtpuntjes, in de nieuwe situatie te ontdekken? Dat waren, in hoofdlijnen, de vragen die we een aantal (vertegenwoordigers van) cliënten voorlegden. Op de tweede vraag kregen we nauwelijks antwoorden, op de eerste des te meer. Mirjam Drost, woordvoerder van het Landelijk Platform GGZ (een koepel van twintig cliënten- en familieorganisaties), benoemt begin december een aantal zorgelijke punten. Bijvoorbeeld als het gaat om de dagbesteding en de persoonlijke begeleiding. Beide voorzieningen komen onder de Wmo te vallen en worden dus overgeheveld naar de gemeenten. ‘Wat we merken is dat nog maar weinig gemeenten de informatievoorziening voor GGZ-cliënten op orde hebben. Dat betekent dat cliënten die dagbesteding en/of begeleiding hebben niet weten waar ze terecht kunnen. En ook niet weten niet op hoeveel uur zorg ze recht hebben.’ Dagbesteding breed georganiseerd De zorgen over de dagbesteding en de persoonlijke begeleiding reiken verder. Drost: ‘In sommige gemeenten wordt de persoonlijke begeleiding mogelijk wegbezuinigd. Er wordt vanuit gegaan dat dagbesteding voldoende is voor deze cliënten. Het gevolg is dat een aantal mensen zal vereenzamen en hun situatie mogelijk weer verergert, waardoor de kans op een opname groter wordt. Dan krijg je de zogeheten “draaideur GGZ-cliënt”.

32-GGZTotaal

Cliënten


Gaat het om de dagbestedingen, dan merkt het platform dat veel gemeentes bezuinigen op de kwaliteit. Dagbesteding zal veelal breed georganiseerd worden voor verschillende doelgroepen tegelijk, bijvoorbeeld voor (verstandelijk) gehandicapten en GGZ-cliënten. Ook wordt veelvuldig gewerkt met (alleen) vrijwilligers. Bij het Platform vindt men deze ontwikkelingen op zich nog niet zo problematisch. Wel maakt men zich zorgen over het ontbreken van mogelijke professionals en ervaringsdeskundigen. Drost: ‘Vrijwilligers moeten ondersteund worden door professionals. Het kan zijn dat cliënten op een gegeven moment dringend hulp nodig hebben. Dan moet er iemand zijn die professioneel en adequaat kan handelen. Gaat het om vrijwilligers, dan ziet het Platform het liefst ook een aantal ervaringsdeskundigen, dus mensen die te maken hebben (gehad) met GGZ-problematiek.’

Aanbieders Gemeenten

Terug naar de huisarts Saskia Storimans (56): ‘Ik heb een bipolaire stoornis met psychoses, manische fases en depressies. Vroeger ben ik vaker opgenomen geweest. Nu ben ik al jaren vrij stabiel. Ik sta onder behandeling van een psychiater, een sociaal verpleegkundige en een psycholoog. Maar omdat het al jaren goed gaat, sta ik op de lijst om overgeheveld te worden naar de huisarts. Die mogelijk verandering roept bij mij en mijn familie ontzettende angst op. De constructie die wij in al die jaren hebben opgebouwd en die zo effectief is, dreigt als een kaartenhuis in elkaar te zakken. Dat het nu zo goed gaat, komt voornamelijk door mijn psychiater bij wie ik nu al een jaar of tien in behandeling ben. Die man heeft mijn leven gered. Hij is gespecialiseerd in bipolaire stoornissen en toont echte interesse. Hij heeft het voor elkaar gekregen dat ik mijn medicatie slik, iets dat echt vreselijk moeilijk is. De bijwerkingen zijn enorm. Je wordt dik, je voelt je als een zombie… Zeker als het een tijdje goed gaat, denk je al snel: ik stop ermee. Het is een hele geruststelling voor mij dat ik altijd contact kan opnemen met mijn psychiater. Dat ik weet dat hij me meteen terugbelt. Soms passen we in overleg mijn medicatie aan. Dan neem ik tijdelijk bijvoorbeeld een wat lagere dosis. Ook met de SPV’er en de psycholoog kan ik altijd bellen of mailen als de spanning te hoog oploopt. Ik heb er al over gesproken met mijn huisarts. Hij heeft zelf ook al gezegd dat hij niet zou weten hoe hij mij moet behandelen. Een bipolaire stoornis is een ernstige aandoening, niet zomaar een depressie. Een huisarts heeft daar de capaciteiten niet voor. Hij heeft al gezegd dat hij me zal doorsturen naar de psychiater als dat nodig is. Maar dan weet ik niet of ik bij mijn oude psychiater terechtkan. Ik heb een vertrouwensband met die man. Dat is zo belangrijk voor mij. Ik begrijp niet dat er niet wordt gedacht: ze doet het goed met een aantal professionals om haar heen. Dus laten we dat vooral zo houden.’

33-GGZTotaal


‘De beslissing hangt af van één persoon’
 Anke-Elze Rietstap (48) heeft twee kinderen met autisme. Ze is initiator van een regionaal ouderplatform en belangenbehartiger voor ouders/kinderen die gebruik maken van Jeugdhulp. 
 ‘Sinds een paar weken staat de telefoon bij het ouderplatform roodgloeiend. Er is grote paniek uitgebroken. Veel moeders die ik aan de telefoon krijg, zijn in tranen. Vooral mensen die een PGB hebben, verkeren in grote onzekerheid. Wat zijn de nieuwe regels? Hoe groot is de kans dat we een PGB krijgen? Dat zijn veel gestelde vragen. Wij moeten echter het antwoord schuldig blijven. De nieuwe regels voor het aanvragen van een PGB zijn nog steeds niet bekend. Voorheen was er een wettelijk kader voor het aanvragen van een PGB. In de nieuwe situatie ontbreken deze regels. In de toekomst is het de gemeente die de hoogte van het budget bepaalt. En dat kan in iedere regio anders geregeld zijn. In mijn regio Zuid-Holland Zuid komt een jeugdprofessional van het jeugdteam bij de mensen thuis om te bespreken welke hulp nodig is. Ik vind dat een zeer zorgwekkende situatie. Die beslissing hangt dan af van één persoon. Bovendien heb ik mijn twijfels over de deskundigheid van deze medewerkers. In eerste instantie was ik enthousiast over de plannen voor een nieuw stelsel. Het zou fantastisch zijn als je als ouders en gezin zelf kunt aangeven waar de pijnpunten zitten en met zorgverleners kunt bespreken welke zorg nodig is. De eerste twee jaar heb ik samen met de gemeente en de instanties dan ook met plezier hard meegewerkt aan de vormgeving van het nieuwe stelsel. Maar uiteindelijk zijn wij belangenbehartigers niet betrokken geweest bij de besprekingen van de uitvoeringsregels. De cliëntenparticipatie is echt onvoldoende geweest. Waar wij als ouders van het platform onder andere tegen ageren, is dat de cliëntondersteuning niet onafhankelijk is. Deze professionals maken deel uit van het jeugdteam. Een ander pijnpunt is dat mensen bij wie het PGB voor 1 januari 2015 afliep vóór het einde van 2014 nog een nieuwe indicatie moesten aanvragen. Maar die brief is pas eind november verstuurd. En bij het CIZ en veel Bureaus Jeugdzorg werd in december de telefoon al niet meer opgenomen. En zo kan ik nog wel meer voorbeelden noemen. Het is een chaos. En er is nog steeds heel veel onduidelijkheid.’

Zelfregiecentra Ook op het gebied van de langdurige zorg zijn er veel zorgen. Gemeenten moeten Beschermd Wonen voorzieningen inkopen maar bij het Platform ziet men dat er bij veel gemeenten nog steeds veel onduidelijkheid is over de budgetten en het aantal te verwachten cliënten. Hetzelfde geldt voor de Jeugd-GGZ. Gemeenten hebben nog weinig zorg ingekocht. Ouders en kinderen verkeren in onzekerheid en weten niet of ze bij dezelfde instelling en hulpverlener kunnen blijven. Drost: ‘Wij vinden dat de staatsecretaris, daar waar het niet goed gaat, moet ingrijpen en zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Bijvoorbeeld door uitstel te verlenen en met overgangsjaren te gaan werken. Verder zijn wij bezig om samen met VWS, VNG en de gemeenten een regionale infrastructuur op te zetten van zelfregiecentra. Gemeenten kunnen hier terecht voor advies over het goed regelen van hun inkoop. En ook over hoe ze aan de vraag van GGZ-cliënten kunnen voldoen. Voor de cliënten is het een plek waar ze terecht kunnen met vragen.’

34-GGZTotaal

Cliënten


Gemeenten


ARTIKEL

De veranderingen in de GGZ: door de ogen van gemeenten Jeannet Appelo

Met stoom en kokend water, anders gebeurt het niet. Vele jaren waren het de regionale GGZ-instellingen, betaald uit de AWBZ, die de dienst uitmaakten in alles wat met de GGZ te maken had. Dat is binnenkort voorgoed verleden tijd. Eerst was het de ‘knip in de AWBZ’ die de macht van de grote instellingen aantastte, toen de privatisering. Per 1 januari krijgen de gemeenten de regie over jeugdzorg en met de Wet Langdurige Zorg gaan ook veel verantwoordelijkheden rond de chronische cliënt naar de gemeenten. En die gemeenten doen het, als je de kranten mag geloven, niet zo best. De gemeente heeft de expertise niet, mantelzorgers van de GGZ zijn nauwelijks in beeld, de deadline voor de inkoop van de jeugdzorg is tot driemaal toe niet gehaald. Om maar wat krantenberichten van het afgelopen jaar aan te halen. 
 En de gemeenten zelf? Die zien dat het niet makkelijk zal worden, maar bereiden zich daar terdege op voor.

“Het moet zich nog bewijzen, maar het uitgangspunt is goed” Sjaak Boon, mede-eigenaar bureau Onder Boven

“Het moet zich nog bewijzen. Ik ben ook wel bang dat er de eerste jaren, in de experimentele fase, forse problemen ontstaan, maar het uitgangspunt is goed”. Sjaak Boon, mede-eigenaar van bureau ‘Onder Boven’, adviseerde de afgelopen jaren een groot aantal gemeenten op GGZ-gebied, trainde Wmo-loket-medewerkers en voerde aan de transitie gerelateerde projecten uit. Hij kon zo in de keuken van veel gemeenten kijken. 
 “Op dit moment zeggen gemeenten zelf dat ze bijvoorbeeld nog moeten investeren in achterstandswijken, waar veel problemen zijn. Hóe ze dat moeten gaan, dat wordt nog onderzocht. Ze zijn er nog niet klaar voor. Het is ook best problematisch, er zijn heel veel verschillende doelgroepen.”
 Hij verwacht de komende jaren een toename van OGGZ-problematiek, daklozen en zorgmijders, want bij mensen met ernstige psychiatrische problematiek hoeft er niet zo heel veel fout te gaan om de grip volledig kwijt te raken. En ook in de jeugdzorg zal heus wel wat misgaan. “Maar de gemeenten die ik ken houden daar rekening mee en hebben een vangnet gecreëerd.” Behalve aanloopproblemen in de startfase ziet hij vooral voordelen. “In het sociale domein liggen volop kansen voor participatie, herstel en antistigma van deze doelgroep”, zegt hij.

36-GGZTotaal

Cliënten


“De GGZ en de gemeenten zaten allebei

In veel gemeenten zijn per 1 januari in één en

vastgeroest in vaste patronen, met de nieuwe

dezelfde wijk verschillende wijkteams actief: het

wetgeving ontstaat er nieuwe ruimte.

sociale wijkteam, het jeugdzorgteam,

De Wmo is bedoeld om ‘mee te doen’, de gedachte

buurtzorgteam, het FACT-team etc: hoe stemmen

van de maakbare samenleving komt er in terug.

die de zorg op elkaar af? De kanteling krijgt de

Misschien is dat wat al te idealistisch, maar laten

komende jaren pas echt vorm als de gemeente

we eerlijk zijn, de GGZ, uitzonderingen daargelaten,

regie neemt bij het ontwikkelen van

heeft het echt niet zo goed gedaan als het over

samenlevingsopbouw.

deze onderwerpen gaat. Participatie van mensen

Als we niet oppassen gaan alle nieuwe teams weer

met een ernstige psychiatrische aandoening is nog

hetzelfde doen als wat er altijd al gebeurde:

steeds minimaal. De herstelbeweging is nog steeds

oplossen van problemen, de burgers worden

hard nodig.

gezien als dragers van problemen. De kanteling

Een mooi voorbeeld is misschien wel dat sommige

beoogt nu juist burgers met hun problemen te

FACT-teams niet in de wijk zitten, waar ze eigenlijk

zien als dragers en eigenaren van hun eigen

horen, maar gepositioneerd zijn in een GGZ-

oplossingen! Juist in deze fase van verandering

instelling.

liggen er veel kansen om oude patronen te vervangen voor nieuwe praktijken.” Het beeld dat Marian Kramer, beleidsambtenaar in de gemeente Urk, over de jeugdzorg daar schetst, heeft ook een positieve insteek. “We zijn blij met die transitie, want gemeenten beschikken nu over het totale pakket. We kunnen kijken naar wat het kind nodig heeft. Of dat dan uit de Jeugd-GGZ moet komen of ergens anders vandaan, is niet zo belangrijk meer. Professionals hoeven niet meer met kinderen te gaan leuren langs allerlei instanties.

Aanbieders

Het vroeg inhoudelijk veel voorbereiding, de GGZ

Gemeenten

informatie is (en wordt) pas erg laat aangeleverd.

is natuurlijk nieuw terrein voor ons. Er is veel overleg geweest met de huisartsen, met aanbieders en met andere betrokkenen. Veel Dat maakte het allemaal niet eenvoudig. Bovendien moest de aanbesteding van de JeugdGGZ regionaal, je hebt het dan over 270 jeugdzorgaanbieders. Daarvan hebben er ongeveer 80 gereageerd. Die zorgaanbieders hebben een verschillend aanbod en verschillende tarieven, dat heb je niet snel uitgezocht.

37-GGZTotaal


Wat het iets makkelijker maakt is dat Urk een kleine gemeente is. De lijnen zijn kort en we hebben de meeste kinderen wel in beeld. 
 Bij alle gemeenten lag natuurlijk de druk om het 1 januari rond te hebben. Maar als het niet met stoom en kokend water moet, dan gebeurt het ook niet”.

“Het gaat om grote

Stoom en kokend water. Het heeft bij veel gemeenten zijn tol geëist. Niet eerder leverde een belrondje zo vaak antwoorden op als: “Daar heb ik nu echt geen tijd voor. Kan het over een maand?”,

veranderingen, die ook nog eens gepaard gaan met

“Mijn collega zit ziek thuis, zijn vervanger zal je niet

bezuinigingen. Dan kan je

veel kunnen vertellen” en “Degenen die dat zouden

verwachten dat dingen

kunnen vertellen zijn dermate overbelast dat ik geen contactpersoon kan aanleveren”.

anders lopen dan je had verwacht. De gemeenten

Een ambtenaar van een middelgrote gemeente beneden de rivieren “kan vijf minuten vrijmaken,

lijken zich daarvan bewust.”

niet langer”. Hij schetst: “De helft van mijn collega’s is overspannen. Ik weet best dat het zonder deadline niet gebeurt, maar we hebben het afgelopen halfjaar noodgedwongen veel slagen in de lucht gemaakt. Ik word dan niet vrolijk als dat onder het mom van kwaliteitsverhoging gebeurt.” Hij wil anoniem blijven, want: “Niet iedereen hier stelt mijn mening op prijs.”
 Ook in Amsterdam is geen tijd voor een interview. Maar de afdeling communicatie wil mijn vragen wel rondsturen. Anders dan Urk is Amsterdam niet bepaald een kleine gemeente. Maar de antwoorden bevestigen wat verschillende zorgaanbieders al suggereerden: Amsterdam heeft zich grondig voorbereid en heeft zijn zaakjes op orde. 
 Over de langdurige zorg: “We hebben al in een vroeg stadium in 2013 een uitvraag gedaan bij alle Beschermd Wonen instellingen. Zodoende wist Amsterdam welke instellingen in aanmerking kwamen voor de subsidiëring van Beschermd Wonen, waar het Beschermd Wonen uit bestaat en wat de opvattingen en gevoelens van partijen zijn. Er was in een vrij vroeg stadium een redelijk draagvlak onder instellingen voor deze transitie. 38-GGZTotaal

Cliënten


Toen we later de gegevens van het Rijk kregen,

Het gaat om grote veranderingen, die ook nog eens

hebben we die kunnen aanvullen of corrigeren met

gepaard gaan met bezuinigingen. Dan kan je

de gegevens die we al hadden.

verwachten dat dingen anders lopen dan je had

Voor de extramurale zorg zijn we na verschillende

verwacht. De gemeenten lijken zich daarvan bewust.

gespreksrondes met de instellingen tot inkoop

gekomen. We hebben het tekort van 25 miljoen

Marian Kramer: “De continuïteit van zorg gaan we

aan budget dat we van het Rijk ontvingen

waarborgen. Voor jeugdzorg geldt dat tot het

aangevuld met gemeentemiddelen.”

moment van herindicatie of tot uiterlijk 1 januari 2016, voor pleegzorg tot het 18-de jaar. Maar we

Ook in Urk zijn gemeentegelden aangewend voor

houden er in financieel opzicht rekening mee dat

uitbreiding van de zorg. Zo is geïnvesteerd in extra

we moeten inspringen als er mensen tussen wal en

uren voor de huisartsondersteuner, de POH-

schip vallen. Er is een noodfonds en we hebben

JeugdGGZ. En de middelgrote gemeente beneden

met omliggende gemeenten een

de rivieren “heeft een aantal oplossingen bedacht

solidariteitsprincipe: als iemand dure en minder

die goed bij onze gemeente passen. Omdat het

frequent-voorkomende, specialistische zorg nodig

budget van de overheid daar niet in voorzag, is ook

heeft, vangen we dat met elkaar op. We zullen goed

daar bijgesprongen uit de algemene middelen “.

moeten monitoren, maar we zien de toekomst met vertrouwen tegemoet.”
 Amsterdam stelt de PGB-houders gerust met de landelijke overgangsregeling van maximaal een jaar. Daarnaast is Amsterdam niet bang voor een uitbreiding van de OGGZ: “Sinds jaar en dag beschikken wij over een afdeling bij de GGD die SPV ’n in dienst heeft die deelnemen aan overleggen in stadsdelen, samen met stadsdeel en politie. Hier komen de signalen binnen over mensen met wie het niet goed gaat en kan men met elkaar afspreken wie wat doet.”

Aanbieders Gemeenten

Sjaak Boon: “Ik ken eigenlijk geen enkele gemeente waar het een rommeltje is, of waar je kan spreken van een onverantwoorde situatie”. 
 De anonieme ambtenaar: “Iedereen houdt zijn hart vast. Maar dat kan je ook positief uitleggen: we zullen er als de kippen bij zijn als er iets fout loopt. Daar vertrouw ik wel op. Niemand wil op zijn geweten hebben dat er mensen buiten de boot vallen.”

39-GGZTotaal


GESCHIEDEINS

Tekenen van een nieuwe tijd

De GGZ in de krant van 40 jaar geleden

De GGZ veertig jaar geleden in de pers: juni 1975 Een jaar lang hebben we het nu gedaan, oude kranten doorgebladerd op zoek naar nieuws dat typerend was voor een tijdperk en dat je tegenwoordig nooit meer in een krant zou zien staan. Het is ons niet gelukt. We vonden veel taalgebruik dat niet van deze tijd is (‘krankzinnig geworden’; ‘gesticht’), we proefden hier en daar een andere tijdgeest. Maar wezenlijk anders? Nou, nee. Steeds weer zagen we berichtjes die, zij het in iets andere bewoordingen, zo in de krant van vandaag hadden kunnen staan. Daarom is dit de laatste aflevering van ‘de GGZ in de pers’. We hebben gewoon geen nieuw oud nieuws meer te melden.
 Op het moment dat u dit leest, ontdoen wij de redactielokalen van de stapels oude kranten, vegen het stof dat zich daarachter heeft opgehoopt weg en maken ons op voor het komende magazine over e-health. Dáárover is in die oude kranten niets terug te vinden.
 Maar eerst: de GGZ in de pers, veertig jaar geleden. Juni 1975, de eerste tekenen van een nieuwe tijd. Elders in dit magazine staat een artikel over de samenwerking tussen GGzE en PSV. In het Vrije Volk van 19 juni 1975 komen we ook een artikel tegen over voetbal en de GGZ: ‘Niemand wil voetballen tegen Delta patiënten’. Roel Verkerk, werknemer bij het Delta Psychiatrisch Ziekenhuis is gestart met een patiënten-voetbalteam, ‘om de saaie avonden door te komen’. Tot zijn grote ergernis willen teams uit de omgeving niet tegen het Delta-patiëntenteam voetballen. ‘Tegen die gekken gaan we niet spelen’, krijgt hij te horen. Terwijl het zo belangrijk is om niet steeds tegen het verplegend personeel te spelen. 
 Gelukkig voor het team sorteert het krantenartikel effect: twee weken later meldt hetzelfde Vrije Volk dat liefst vier teams uit de omgeving zich hebben gemeld.
 40-GGZTotaal

Dat de ambulantisering in 1975 niet hetzelfde is als die in 2015 blijkt uit de woorden van dezelfde Roel Verkerk: “Ze moeten het niet zien als een oefenwedstrijd om een nieuwe spits uit te proberen, ze moeten hier komen om de patiënten uit de sleur te halen. Wij moeten bezig gehouden worden!” In hetzelfde Vrije Volk, nu van 23 juni, een betoog van psychiater Timmers uit Santpoort. “De psychiatrische inrichtingen hebben het volste recht om een bepaalde categorie patiënten, die ze niet meer aankunnen, te weigeren.”
 Het blijkt te gaan om een strijd tussen Justitie en de psychiatrie: de bedoelde categorie patiënten hoort volgens Justitie in de GGZ en volgens de GGZ in de gevangenis. De redactie moest zich even achter de oren krabben. Daar hebben we toch gespecialiseerde afdelingen voor? Waren die er in 1975 nog niet? Blijkbaar niet, dus. Nog een signaal van de beginnende ambulantisering. In de Telegraaf maakt hoofdverpleger in Rozenburg Pronk, zich sterk om de patiënten geleidelijk in de maatschappij terug te brengen. ‘Het is nu oppakken, opsluiten, wat medicijnen toedienen en zodra er sprake is van een zekere stabilisatie: zo snel mogelijk met ontslag.’ Wat hij mist is vormingswerk, resocialisatie. Optimistisch is hij niet: hij ziet dienstweigeraars die de krant zitten te lezen en geld voor begeleiding dat spoorloos verdwijnt. ‘Dat schiet natuurlijk niet op.’ Tot slot de Leeuwarder Courant van 4 juni: een actiegroep signaleert dat de rechten van de psychiatrische patiënt ‘zwak en duister’ zijn en vindt dat hij of zij ‘vanaf het begin af aan optimaal betrokken moet zijn bij de eigen behandeling.’
 Misschien is er toch wel iets veranderd, in al die jaren.


DE KRACHT VAN KWETSBAARHEID


Interview DOOR WILLEM GOTINK

WEET JIJ WAT EEN PSYCHOSE IS?

PAGINA 14

EEN FILM, EEN WERKBOEK EN EEN INTERACTIEVE BIJEENKOMST PAGINA 13

LANDELIJKE EN REGIONALE PARTNERS ZIJN WELKOM PAGINA 15

HET IS NOOIT TE LAAT De kracht van kwetsbaarheid: de campagne ‘Het is nooit te laat.’

Een schrijfster en theatermaakster; een event

Het ging om een ‘Temporary Defeat’ zoals Yve

producer; een filmmaker en ondernemer; de

Baya, één van de vier, het zegt. Ze waren

eigenaar van een audiovisueel productiebedrijf.

tijdelijk verslagen. Tijdelijk!

Vier mensen met veel overeenkomsten. Ze zijn

Hun ervaringen tijdens en na het herstel

alle vier tussen de 20 en de 30, HBO-niveau, formuleren doordacht en zorgvuldig, zijn

mondden uit in de campagne ‘het is nooit te laat’, een campagne die 28 januari in het

ondernemend en gedreven. 
 Er is nóg een overeenkomst: alle vier hebben één of meerdere psychoses meegemaakt. Een ervaring die voor menigeen het einde van talloze dromen zou betekenen. Voor hen niet.

Amsterdamse Eye van start ging en waar menige GGZ-instelling jaloers op zou zijn. Het doel: wegnemen van stigma’s; het stimuleren van herstel en het vroeg signaleren en normaliseren van psychoses.

42-GGZTotaal


EEN FILM, EEN WERKBOEK EN EEN INTERACTIEVE BIJEENKOMST

De campagne ‘Het is nooit te laat’, bestaat uit:
 * ‘Het is nooit te laat’, een film van 45 minuten, met het verhaal van een jongeman die langzamerhand in een psychose belandt. Ook vertellen drie ervaringsdeskundigen in de film wat ze hebben meegemaakt en hoe ze dat hebben ervaren. Een inlichtend maar ook vooral hoopvol verhaal.
 * Een werkboek van 60 pagina’s, aansluitend aan de film, met ervaringen, informatie en adviezen. *Een interactieve bijeenkomst met een ervaringsdeskundige, een inspirational speaking en een interactief dialoog met het publiek bedoeld voor scholen, instellingen en overheid. De drie items zijn afzonderlijk of gezamenlijk te bestellen via www.hetisnooittelaat.nl/bestellen/

Het wegnemen van stigma’s

daardoor ben ik alleen maar sterker geworden.

Daniël Krikke: “Toen ik tweeëneenhalf jaar na mijn

Elke keer als ik uit een psychose kwam, dacht ik:

psychose was hersteld, realiseerde ik me dat ik het

“Dat heb ik toch weer gedaan.” Als je het zo gaat

nog nooit aan iemand had verteld, zelfs niet aan

zien, wordt het gemakkelijker. Je weet steeds beter

mijn beste vrienden. Tijdens het maken van de

wat je wel en niet kunt. Als ik alleen maar denk dat

film interviewde ik mensen die psychotisch waren

het misschien wel terugkomt, blijft er weinig over.

geweest. Toen ik ze vroeg waarom ze meededen

Dat leer je door het te doen. Op een gegeven

gaf iedereen dezelfde twee antwoorden: dat ze

moment wil je er uit, en wil je verder. Dat is een

niet zichzelf konden zijn als ze het niet open en

proces, een omslagpunt. Bij de ene duurt dat

bloot konden vertellen én dat anderen kracht

langer dan bij de ander.”

konden putten uit hun verhaal.

Aram Balian: “Je moet het lot accepteren. Sommige

Toen pas realiseerde ik me waarom ik het nog

dingen kunnen niet meer, maar heel veel kan wel.

nooit aan iemand had verteld. Bang dat mensen

Het verleden wordt een non-vraag, het

me zouden veroordelen, labellen als ‘Daniël heeft

romantiseren daarvan is zinloos, want het bestaat

een psychose gehad’. Ik was bang dat als mensen

niet meer.

me zo zouden gaan zien, ik me ook zo zou gaan

Die stap, dat omslagpunt moet je zelf maken. Die

voelen.

kracht moet uit jezelf komen. Maar wel in dialoog.

Tegenwoordig vertel ik het heel open. Het enige

Daniël is een film gaan maken, ik ben de dialoog

wat ik krijg is waardering, bewondering en respect.

met anderen aangegaan. Niet persé met

Ik was bang geweest voor niets.”

behandelaars, maar met vrienden, familie.”

De angst voor veroordeling is misschien niet

Meike: “In eerste instantie zeiden ze altijd dat ik

terecht, er is wel heel veel onwetendheid rondom

nooit meer terug kon naar de theaterschool, omdat

psychoses. Meike Jansen: “Ik gaf laatst een training

het chronisch was wat ik heb. Pas na drie jaar zei

aan studenten SPH, 4-de jaars. Aan het eind zeiden

iemand: “Je kunt misschien niet meer naar de

ze: ‘wat ben jij eigenlijk normaal!’ Er is nog heel

theaterschool, maar je kunt wel in theater maken

veel misverstand.”

je eigen proces ontdekken.” Je moet kijken naar

wat je wél kan.” Stimuleren van herstel

Daniël: “Je moet je gedachten niet vullen met wat

Meike: “Naast mijn psychose heb ik ook een soort

er niet kan, dat stimuleert niet. Als je je openstelt

van bipolaire stoornis. Als mijn stemming te snel

voor wat er wél kan, raak je gemotiveerd. Eigenlijk

heen en weer gaat, krijg ik een psychose. Daar

is dat iets universeels, het is een manier van

moet ik wel rekening mee houden. Maar ik heb een

denken die iedereen kan leren.”

proces meegemaakt, de afgelopen vijf jaar, en 43-GGZTotaal


WEET JIJ WAT EEN PSYCHOSE IS?

‘Weet jij wat een psychose is?’
 Volgens het Fonds Psychische Gezondheid is een psychose ‘een toestand waarbij iemands contact met de werkelijkheid ernstig verstoord is. Tijdens een psychose maken mensen een vreemde indruk op hun omgeving. Ze zien beelden of horen stemmen die er voor anderen niet zijn. Of iemand is ervan overtuigd dat hij wordt achtervolgd. Mensen in een psychose leven in hun eigen werkelijkheid.’
 
 Over de ernst en de gevolgen van psychoses bestaan veel vooroordelen en misverstanden. Minder bekend is bijvoorbeeld dat 20% van de mensen wel eens hallucinaties heeft gehad, meestal in de vorm stemmen. Vanwege de misverstanden en het bijbehorende stigma praten de meesten daar liever niet over.

Vroeg signaleren en normaliseren van psychoses

je hebt meegemaakt. De belevenissen tijdens een

Aram: “In de loop van dit jaar willen we in elke regio

psychose bijvoorbeeld, zijn zeer traumatisch. Ze zijn

een cluster van partners opzetten. Daar moeten

weliswaar niet echt gebeurd, maar voor mijn gevoel

onderwijs- en zorginstellingen inzitten, media- en

wel. Daar is weinig tijd voor. Al begrijp ik best dat het

financiële partners, enzovoort. Een kick-off zoals wij

niet efficiënt is om daaraan te gaan werken.”

hier in Eye doen, moet dan in elke regio gebeuren.

Daniël: “De GGZ is een noodzakelijk instrument

Elk cluster wordt getrokken door een

geweest, een tool. Net zoals deze campagne. De film

ervaringsdeskundige, zoals wij. Via die netwerken

en het werkboek zijn geen tool voor de

moeten de interactieve bijeenkomsten geboekt

wereldverandering, het is een tool die je kan

worden.

gebruiken om jezelf te veranderen.”

Meike: “Doordat wij een psychose hebben

meegemaakt, hebben we kennis en ervaring die

Dat er behoefte is aan de kennis die in deze campagne

anderen niet hebben. Er is ontzettend veel behoefte

verspreid gaat worden blijkt na de vertoning van de

aan die kennis, dat merken we heel duidelijk.

film in Eye. Op het podium zitten vijf

Het is ook weer eens wat anders dan een hoogleraar.”

‘ervaringsdeskundige jongeren’, zoals de gespreksleider

Daniël: “We willen die kennis graag verspreiden.

het noemt, de 350 aanwezigen vuren de meest

Want als het jou overkomt en je weet in zo’n dal

uiteenlopende vragen op hen af.

waar je de kracht vandaan moet halen, zal de kans

“Hoe lang duurt het voor je hersteld bent?”

op succes groter zijn.”

“Hoe vond je de behandeling in de GGZ?”

“Wat is de aanlooptijd van zo’n psychose?” “Wat me opvalt is dat jullie je niet afzetten tegen de

“Wat moet je doen als iemand in je omgeving

gevestigde GGZ…”

psychotisch is en geen hulp wil?”

Er valt een verbaasde stilte.

De meeste vragen lijkt het forum gewend te zijn, de

Meike: “Nee, helemaal niet. Ik ben er goed geholpen.

vragen worden adequaat beantwoord, te lange

Ik vind het wel jammer dat het veel over

discussies zorgvuldig afgekapt.

milligrammen en medicijnen gaat en minder over de

De zelfverzekerdheid wordt slechts één keer doorbroken

persoon.”

als een meisje van een jaar of tien vraagt: “Zijn jullie er

Aram: “Ik ben de GGZ-instellingen eerder dankbaar

ook wel eens mee gepest?” De antwoorden verschillen

voor wat ze gedaan hebben, dan dat ik me er tegen

per persoon, maar de vraag raakt overduidelijk een

af zou zetten. Maar er is meer nodig.

gevoelige snaar. Maar wat óók overduidelijk is, is hoe

Het hele verhaal van mijn psychose is in drie

krachtig het overkomt als mensen zich kwetsbaar

kwartier verteld. Maar daarmee verwerk je niet wat

durven op te stellen.

44-GGZTotaal


HET IS NOOIT TE LAAT De kracht van kwetsbaarheid

Partners zijn welkom
 Om de campagne tot een succes te maken zijn landelijke en regionale partners meer dan welkom. Daarbij denken de organisatoren aan onderwijsinstellingen (middelbaaren voortgezet onderwijs, ROC’s, HBO, WO); zorginstellingen; financiële partners, overheid etcetera). 
 Belangstellenden kunnen contact opnemen via info@hetisnooittelaat.nl

45-GGZTotaal


ARTIKEL

Familielid, een ongemakkelijke positie

- Willem Gotink

Familieleden van mensen met een (ernstige) psychiatrische aandoening hebben een groot aantal petten op. Behalve familielid zijn ze codiagnosticus, zorgverlener, belangenbehartiger en crisismanager. Desondanks heeft het even geduurd voor GGZ-instellingen de noodzaak inzagen om die familieleden bij de behandeling te betrekken. Langzamerhand

“Hoeveel voorbeelden wil je hebben?” grinnikt Bert Stavenuiter,

lijkt daar een omslag in te

directeur van Ypsilon. De verenging heeft 6000 leden, die allemaal

komen, maar er is nog ruimte

een familielid hebben met een verhoogde kwetsbaarheid voor

voor verbetering. De omslag

psychose. “Het gaat vaak zo: moeder ziet dat haar zoon ernstig in de

van oorzaak naar bondgenoot

war is, ze trekt eindeloos aan de bel. Als er uiteindelijk wordt

is nog niet helemaal gemaakt.

geluisterd en de zoon wordt opgenomen, krijgt ze bij haar eerste vraag te horen: ‘Dat mogen we u niet vertellen, vanwege de privacy’. Dat soort verhalen hoor ik met grote regelmaat. Of de man die al

Familielid, een ongemakkelijke positie

jaren op een chronische afdeling woont. Het besluit valt op een gegeven moment dat hij naar een RIBW gaat, terwijl de familie daar helemaal niet in wordt betrokken. Dat is best raar, want die familie gaat waarschijnlijk wel een deel van de zorg krijgen.
 Het blijft te vaak hangen in het beleid. Die beleidsmakers snappen wel dat ze iets met familiebeleid moeten doen, al is het maar omdat het van de zorgverzekeraars moet. Maar onze achterban merkt het niet, omdat het niet gefaciliteerd wordt. De hulpverleners hebben het niet geleerd tijdens hun opleiding en ze krijgen in hun werk ook niet de tijd om zich nieuwe dingen eigen te maken. Ze kunnen de tijd die ze aan familie besteden meestal ook niet registreren, want het is geen tijd die aan de cliënt is besteed.”

46-GGZTotaal


Familiecoaching Een voorbeeld van een project waarbij de familie juist centraal staat, is ‘Familiecoaching’, een samenwerkingsproject van Ypsilon Utrecht, Indigo Utrecht en Altrecht. In het project coachen een Familie Ervarings Deskundige (FED) en een hulpverlener familieleden van mensen met psychiatrische klachten. De FED’s zijn daarbij vrijwilligers en hebben, zoals de naam al suggereert, zelf een familielid met psychiatrische klachten. De hulpverlener is onafhankelijk en dus niet de hulpverlener van de cliënt in kwestie.
 Tom Rusting, zelf vader van een zoon met schizofrenie, zette het project tien jaar geleden op, samen met SPV en preventiewerker Tiny van Hees. Het project groeide: in 2014 kregen 125 families één of meerdere gesprekken, 650 gesprekken in totaal. Rusting: “Bij nieuwe aanmeldingen vragen we aan de behandelaar of we de familie mogen benaderen. In de helft van de gevallen gaat de behandelaar daarmee akkoord. Soms wil een behandelaar het niet, omdat de familiecontacten slecht zijn, of omdat de cliënt het absoluut niet wil. Maar behandelaars gaan er steeds vaker mee akkoord dat we contact met de familie opnemen. Dat heeft er natuurlijk ook mee te maken dat ze steeds vaker positieve verhalen horen. We stellen ons ook niet op als luis in de pels. We zijn 100% ondersteunend en loyaal aan de behandeling.” Het project is nog niet evidence based. Uit een klein onderzoekje onder Marokkaanse families bleek wel een grote tevredenheid, maar dat is wetenschappelijk gezien onvoldoende. De HvU zal gevraagd worden een uitgebreider onderzoek over de effecten van het project uit te voeren.
 Tom Rusting verwacht de komende jaren een uitrol van het project bij andere instellingen. Lister implementeert het al en er lopen gesprekken met andere GGZ-instellingen. Een probleem is nog wel de financiering van de training en de begeleiding van de vrijwilligers. “Het zorgkantoor betaalt er niet aan mee, het is niet in de DBC’s opgenomen. Daar zou wel iets in mogen veranderen.” Voor het project is een kort promotiefilmpje gemaakt: Klik hier voor de film

Dat het beleidsmakers moeite kost om familiebeleid op de werkvloer vorm te geven, merkt ook Henk-Willem Klaasen, schrijver van ‘Bondgenoten’: “Ik gaf laatst nog een training aan hulpverleners in een grote GGZ-instelling en liet de folder zien die ze volgens de afspraken uit moesten delen aan de familieleden. Die folder kenden ze niet.”
 Tijdens de research voor ‘Bondgenoten’, stuitte hij op een boek van Els Borgesius: ‘Hulpverleners en familie: partners in de zorg’. De inhoud kwam in grote lijnen overeen met het boek dat hij zelf aan het schrijven was. Er was één groot verschil: het boek van Borgesius dateerde van 1994, twintig jaar terug. “In die tijd is er bijna niets veranderd”, concludeert hij. Ook met de richtlijn “Betrokken omgeving”, die tien jaar daarna is opgesteld, is weinig gebeurd. 
 Henk-Willem Klaassen: “Ik schat dat 80% van de signaleringsplannen in de langdurige zorg één op één wordt gemaakt met hulpverlener en patiënt, dus zonder overleg met de familie. Dat is vreemd, als je beseft dat die familie meestal als het eerste ziet dat het niet goed gaat.” 
 Hij is het met Bert Stavenuiter eens dat het familiebeleid onvoldoende gefaciliteerd wordt. Maar er is meer. Behandelaars hebben zich heel lang verscholen achter de privacy.
 “Maar dat is geen argument. Je kunt mensen die voor je cliënt zó belangrijk zijn, niet buiten de behandeling houden, een enkele uitzondering daargelaten. En je kunt de meeste cliënten heel goed uitleggen dat je hun moeder of broer ook wilt spreken. Maar dan nog: uitnodigen en spreken is niet voldoende. Familieleden kunnen of willen niet altijd alles zeggen in het bijzijn van hun broer of dochter. Het is soms gewoon niet verstandig om te zeggen dat iemand psychotisch is waar hij bij is. Als hulpverlener moet je daar alert op zijn.”

47-GGZTotaal


Peer2peer: professional en ook familielid (of andersom) Eén op de vier Nederlanders heeft een psychiatrisch probleem, volgens de cijfers van onder andere het Fonds Psychische Gezondheid. Als al die mensen twee betrokken familieleden hebben, heeft ongeveer de helft van de Nederlanders een familielid met een psychiatrisch probleem. Doorredenerend is het goed denkbaar dat de helft van de hulpverleners een familielid heeft met psychiatrische problemen.
 
 Uitgaande van deze gedachte begon Ypsilon het project Peer2peer, waarin professionals met familie-ervaringen zich inzetten om het familiebeleid in GGZ-instellingen breder vorm te geven, maar ook een klimaat

Meer informatie Teams die op zoek zijn naar trainingen over dit onderwerp, kunnen o.a. terecht bij familiebegeleiding in de psychiatrie en familie als bondgenoot.

creëren waarin makkelijker over psychiatrische problemen kan worden gesproken. Het mes snijdt

Toch zijn er ook positieve veranderingen. Henk-Willem

zo aan twee kanten: enerzijds

Klaassen: “Er zijn steeds meer teams die 100%

leren collega’s volgens het peer-

familiegetrouw werken. Voorbeelden zijn het ABC-huis in

to-peer-principe hoe ze hun werk

Altrecht en het FACT in Alkmaar Noord-Oost. Daar wordt

kunnen bekijken door de ogen

de familie van A tot Z bij de behandeling betrokken.”

van een familielid en daarmee meer compassie en begrip kunnen tonen. Anderzijds fungeren deze professionals als rolmodel door volgens hetzelfde peer-to-peer-principe de juiste attitude uit te stralen naar

Ook Bert Stavenuiter ziet gaandeweg verandering ontstaan: ”De generatie die nu in beleidsfuncties werkt, is opgeleid in een periode dat de ouders als oorzaak van een psychose werden gezien. Dat idee ligt gelukkig ver achter ons, maar in hun opleiding is het betrekken van de familie nooit ter sprake gekomen, integendeel. Dan is het lastig

familieleden.

om dat nu wel aan anderen door te geven.

Meer over peer2peer: kijk hier.

teams (Vroegtijdige Interventie Psychose), daar is de

Maar als je kijkt naar jongere teams, bijvoorbeeld de VIPfamilie in de hele werkwijze meegenomen. Ik hoor daar veel positieve verhalen over in onze achterban”.

48-GGZTotaal


COLUMN

DE NACHTRUSTVERSTOORDER

“Ik viel hem nog niet meteen lastig met het dagen nachtritme van de bipolair. Dat leert hij later zelf wel.”

Carice de Wildt

Als je bipolair bent, heb je een goede nachtrust nodig. Zeker als je de volgende ochtend weer vroeg op kantoor moet zijn. Op je werk. Daar waar een flinke reorganisatie je veiligheid overhoop schiet. De sfeer wordt slechter, de mensen grimmiger en het mes waarmee geslepen wordt steeds scherper. Dan zit je echt niet te wachten om een paar keer per nacht gewekt te worden door een klein, gouden keeltje van elf maanden. ‘Wat zou hij hebben?’, fluisterde mijn man. 
 ‘Ik ga wel even’, zei ik terwijl ik al naast ons bed stond. Ik was toch aan het piekeren over de reorganisatie, dus dat kwam mooi uit. 
 Toen ik de slaapkamer van ons kleine wonder betrad, trakteerde hij me op een grote glimlach. Tegen alle Nanny-regels in haalde ik hem uit zijn bedje en knuffelde hem. Hij wees met een klein vingertje naar de deur. Hij wilde eruit. Lekker spelen.

Maar mijn baby is niet bipolair. ’s Nachts moet hij slapen. Net zoals zijn oude moeder. Bovendien heeft zijn vader ook rust nodig. Het is niet niks allemaal. Een vrouwtje dat psychiatrische hulp nodig heeft. En dan moest er ook nog zo nodig een kind komen. Bovendien lukte dat niet meteen, waardoor er een heel ziekenhuiscircus aan te pas moest komen. Vervolgens worden we uit onze slaap gerukt. Niet dat dat vaak voorkomt hoor. Ik geloof dat dit de derde nacht in elf maanden was. Maar zo stond ik wel mooi, in het holst van de nacht, met mijn kleine wondertje op mijn arm. Hij kraaide en vertelde hele verhalen. Ik knuffelde hem en fluisterde dat de nacht is om te slapen. Overdag kunnen we spelen, keihard werken en heel hard lachen. Mensen hebben ook hun rust nodig. Ik viel hem nog niet meteen lastig met het dag- en nachtritme van de bipolair. Dat leert hij later zelf wel.

Drie kwartier later legde ik hem gelukkig in zijn bedje. Zelf ging ik naast mijn tevreden slapende man liggen. Ik bedacht hoe fijn mijn kind als medicijn werkt. Dat daar geen lithium tegenop kan. Hij biedt structuur, een zinvolle dagbesteding en liefde. Bergen liefde. Bergen was ook, hoor. Maar liefde is leuker.

Veel tijd om erover te zwijmelen had ik niet. Meneertje jengelde weer. Tegen alle opvoedregels in, legde ik hem gezellig tussen ons in. Twee minuten later sliep hij. Onfeilbaar voldaan. Knorrend vleide hij zich tegen me aan. Ik vond het heerlijk, maar sliep niet.

’s Ochtends was ons kleine wonder met geen stok wakker te krijgen. Zelf waren we te laat. Met flesje, ontbijt, douchen en aankleden. Brengen naar de kinderopvang. Naar het werk. Ik appte mijn collega’s dat ik een verschrikkelijke nacht had gehad. Dat geloofden ze vast.

Mijn kleine schatje schaterde aan het ontbijt. Hij smeerde kaas in zijn haren en veegde zijn beboterde handjes af aan zijn mooie, kreukloze shirtje. Hij spreidde zijn armpjes en gooide zijn lijfje tegen me aan. Likte aan mijn wang en trok aan mijn haar. Ik veegde een kledder kwijl van mijn kantoorbloesje en realiseerde me dat ik al uren niet meer over de reorganisatie had gepiekerd.

49- GGZTotaal


ARTIKEL

We ontkennen het bestaan van Djinns niet, we wijzen op de mogelijkheid van een medisch probleem “Tijdens het coachen van families van mensen met schizofrenie (zie ook het magazine van maart, red.) kregen we van Marokkaanse familieleden nogal eens te horen dat het te lang had geduurd voor er hulp werd ingeschakeld”, vertelt Tom Rusting, één van de initiatiefnemers van dit project. “Dat was voor ons reden om ons meer in te zetten om die familieleden te bereiken. Want als het over psychoses en schizofrenie gaat, moet je dus proberen de familieleden te bereiken. Uit zichzelf zullen mensen met een psychose niet vaak hulp in de GGZ zoeken. 
 “Het bereiken van die familieleden gaat niet zonder slag of Niet-westerse migranten en de GGZ: het

stoot. De mensen om wie het gaat zijn jong-volwassenen, hun

is niet altijd een makkelijke combinatie.

ouders zijn dan ook meestal de eerste generatie immigranten.

Veel migranten zoeken hulp elders,

Vaak laagopgeleid, analfabeet en een slechte beheersing van de

omdat ze nou eenmaal andere

Nederlandse taal. Wil je die bereiken dan moet je je heel precies

opvattingen hebben over de oorzaak van

op die groep richten”, vertelt Rusting.

de problemen. Voor wie wel hulp wil van

Dus zo kan het gebeuren dat bewoners in de wijken

reguliere westerse hulpverleners is de

Kanaleneiland en Overvecht een flyer in de bus vinden. De

weg in de Nederlandse gezondheidszorg

aanhef: “Belangrijke mededeling. Misschien kent u iemand die

niet altijd duidelijk. En tenslotte zijn er,

…. “, om te vervolgen met de symptomen van een psychose. In

zeker bij migranten van de eerste

korte zinnen en niet-medische terminologie legt de flyer uit wat

generatie, communicatieproblemen door

een psychose is en worden mensen die ermee te maken hebben

een taalbarrière, ongeletterdheid en

uitgenodigd contact op te nemen met de initiatiefnemers. Op de

blijken de verwachtingen over en weer

achterkant staat dezelfde tekst in het Berbers.

te verschillen. Niet heel vreemd dat veel

migranten met psychiatrische

Maar flyeren is onvoldoende. Een andere manier om mensen te

problemen hulp elders zoeken, áls ze al

bereiken is na afloop van het vrijdaggebed in de Moskee.

hulp zoeken. Mensen met de eerste

Rusting houdt dan een presentatie over zijn familie en vertelt

symptomen van schizofrenie verliezen

ook over zijn eigen zoon die schizofrenie heeft. Tolk Hayat Bassit

zo kostbare tijd. Immers: hoe eerder de

vertaalt de presentatie. In het belendende vrouwengedeelte

behandeling start, hoe beter.

doet SPV-er Tiny van Hees hetzelfde. De opkomst is behoorlijk:

Stichting Pharos startte daarom in

zo’n 100 mensen, 10% van alle aanwezigen bij het vrijdaggebed.

samenwerking met Indigo en Ypsilon het

Rusting relativeert: “Je weet natuurlijk nooit zeker of de mensen

project ‘Verwarde Marokkaanse

die je zoekt niet juist bij die 90% zitten”.

jongeren’, bedoeld om familieleden van

Een derde stroom aanmeldingen loopt via NOAGG en I-Psy. Daar

Marokkaanse jongeren met schizofrenie

blijkt soms tijdens de behandeling van Marokkaanse mensen

te bereiken en hen te bewegen contact

dat er thuis een zoon is, die problemen heeft die wijzen op een

met de GGZ te zoeken.

psychose. Ook zij worden verwezen naar het familieproject.

50- GGZTotaal


Ontstaat er niet veel weerstand tijdens zo’n bijeenkomst?
 Rusting: “Dat valt mee. Migranten zijn vaak praktische mensen. Ze hechten meer aan ervaringen dan aan theorie. Omdat ik zelf vader ben van een zoon met schizofrenie, kan ik ook met ervaringen komen. Daarbij ontkennen we niet dat er bezetenheid bestaat. We leggen er de nadruk op dat er veel overeenkomsten zijn tussen bezetenheid en een medisch probleem en dat het verschil niet makkelijk is te zien. 
 Marokkanen, en zeker de Imams, weten best dat dit gedrag ook een medisch probleem kan zijn. De Imams hebben daar ook een test voor. Tijdens zo’n test reciteert de Imam bepaalde verzen uit de Koran. Als iemand dan ‘wild’ reageert, zo is het idee, is hij bezeten. Het zijn de Djinns in hem, die zich verzetten tegen de verzen. Reageert iemand niet bijzonder heftig op de verzen, dan lijkt er eerder sprake van een medisch probleem. Meestal is dat laatste het geval en adviseert ook de Imam contact op te nemen met een arts.”

Onder Marokkanen zou het percentage

jongeren met schizofrenie hoger zijn dan

Moet de GGZ zich meer instellen op allochtonen?
 Aarzelend, en na lang nadenken: “Ik vraag me af of religie en cultuur de problemen zijn. Eerder de laaggeletterdheid en het gebrek aan scholing. Ik zie bij veel migranten in het contact met de GGZ dezelfde fenomenen optreden als autochtonen met weinig of geen opleiding. 
 Zo wordt psycho-educatie meestal in groepen gegeven, waar hoog- en laagopgeleid door elkaar zit. Laagopgeleiden kunnen dat niet altijd bijbenen en blijven weg. Daar zou de GGZ zich wel meer op kunnen aanpassen, maar dat zie je ook in toenemende mate gebeuren.
 Daarnaast is er natuurlijk het taalprobleem. Tolken worden niet meer vergoed, maar dat kan je de GGZ niet aanrekenen.

Voor meer informatie zie www.verwardejongeren.nl Een tweetal voorlichtingsfilmpjes in de Berberse en Marokkaans-Arabische taal: https://youtu.be/DRt7zh0dsm8 en https://youtu.be/ Db9CWIhJlSY Het project Verwarde Marokkaanse Jongeren is een eenmalig project, gefinancierd door het Fonds Psychische Gezondheid en NutsOhra. De projectleiding ligt in handen van Pharos. In de loop van dit jaar zal het budget opraken en dan wordt het project afgesloten.
 Rusting: “Dat is jammer, want we zijn er nog lang niet. De successen zijn vooralsnog niet spectaculair, het is een kwestie van er lang en consequent aan trekken”

51- GGZTotaal

onder hun autochtone leeftijdgenoten. De meningen daarover verschillen echter. Áls dat percentage groter is, is de vraag hoe dat komt.
 Selten concludeerde een aantal jaren geleden dat het aantal Marokkaanse jonge mannen driemaal zoveel risico loopt in behandeling te komen voor schizofrenie dan hun autochtone leeftijdgenoten. Voor vrouwen geldt dat niet: bij hen is het risico nauwelijks hoger. Drugsgebruik kon het verschil niet helemaal verklaren, evenmin als de doorgaans lagere sociale klasse. Wel bleek het wonen in een wijk met andere allochtonen beschermend te werken (Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3253.)
 Tekla Zandhi promoveerde begin dit jaar met een heel andere conclusie. Zij stelde dat, als vragenlijsten worden gebruikt die op de culturele verschillen zijn toegerust, Marokkaanse jongeren helemaal niet vaker schizofrenie hadden dan allochtonen (T. Zandi: The role of cultural background in diagnosing psychotic disorders: Misclassification of psychiatric symptoms in Moroccan immigrants in the Netherlands)


ontwerp e-magazine: Ingrid Huismans

Kijk voor meer informatie op onze website: www.ggztotaal.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.