1
UPDATE juni 2020: Deze vertaling is vertaald d.m.v. Google-translate.
De Volledige
‘Infidel’ Gids voor de
Koran GESCHREVEN DOOR
ROBERT SPENCER Originele Titel: The Complete Infidel’s Guide to the Koran
Copyright © 2009 door Robert Spencer Copyright Vertaling © 2020 Ghaisai Vertaalbureau
2
Alle rechten gereserveerd. Geen deel van deze publicatie mag worden gereproduceerd, gedistribueerd of verzonden, op welke manier dan ook, elektronisch, mechanisch, inclusief fotokopie, opnemen of welke andere informatieopslag en leessysteem, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever, met uitzondering van een reviewer die wenst korte passages te citeren in relatie tot kritische artikels en geschreven commentaren en review voor het opnemen in magazines, kranten, en uitzendingen.
De Volledige ‘Infidel’ Gids voor de Koran Robert Spencer is de directeur van Jihad Watch, een programma van de David Horowitz Freedom Center, en auteur van de New York Times bestseller “De Politiek Incorrecte Gids ® van Islam (en de Kruistochten),” en auteur van andere boeken over Islam en terrorisme, inclusief de (Engelse) titels: “Islam Ontsluierd: Schokkende vragen over ’s Werelds Snelst Groeiende Religie” en “Voorwaarts Moslim Soldaten: Hoe Jihad nog steeds Amerika en het Westen bedreigt.” Tevens is hij auteur van acht monografen en honderden artikelen. Hij woont in een niet bekend en veilig onderduikadres. Boeken zijn beschikbaar in grotere hoeveelheden voor premium gebruik. Voor informatie over voorwaarden en kortingen, bezoek onze website: www.regnery.com.
3
Lof voor de VOLLEDIGE INFIDEL GIDS voor de KORAN
"Robert Spencer incarneert intellectuele moed wanneer, over de hele wereld, regeringen, intellectuelen, kerken, universiteiten en media kruipen onder een hegemoniale Universele Orde van het Kalifaat. Zijn prestatie in de strijd voor het voortbestaan van de vrije meningsuiting en de waardigheid van de mens zal een fundamenteel monument blijven voor de liefde voor en de zelfopoffering voor vrijheid. In ons tijdperk van intellectueel jihadisme is dit eerlijke boek essentieel om de uitdagingen van de 21e eeuw te begrijpen.” —Bat Ye’or, auteur van Eurabia; Het verval van het oosterse christendom onder de islam; en Islam en Dhimmitude
'Tony Blair noemt de Koran' progressief [en] humanitair ', maar Robert Spencer heeft de tekst gelezen en smeekt om te verschillen. In een geïnformeerd, sardonisch tegengif tegen de gebruikelijke zachte leugens van de Koran, concludeert hij dat de feitelijke inhoud ervan ongelovigen zou moeten alarmeren en hen ertoe zou moeten aanzetten hun 'vrijheid van meningsuiting, gewetensvrijheid en de juridische gelijkheid van alle mensen' te verdedigen.” —Daniel Pipes, directeur van het Middle East Forum
“Al 1400 jaar verspreidde het islamitische leiderschap verkeerde informatie en verdoezelde het wat in de koran stond, en strafte het zelfs degenen die de waarheid durfden bloot te leggen of vragen te stellen. De waarheid is voor velen te eng, zowel moslims als niet-moslims. Ik dank Robert Spencer voor het brengen van de waarheid over wat in de Koran staat over niet-moslims.” —Nonie Darwish, ex-moslim en auteur van Now They Call Me Infidel
4
'Dit boek is een scherpe analyse van hoe islamitische jihadisten de Koran lezen en begrijpen dat het hun opdraagt oorlog te voeren tegen niet-moslims. Militaire en inlichtingenanalisten, evenals alle Amerikanen die geïnteresseerd zijn in het beschermen van onze vrijheden, zullen The Complete Infidel’s Guide to the Koran vinden als een waardevolle gids voor de denkprocessen en kernovertuigingen van moslimterroristen." —Steven Emerson, auteur van de Amerikaanse Jihad
“Nauwkeurig, allesomvattend, onmisbaar. ‘Ik heb de Koran gelezen, zodat jij dat niet hoeft te doen’, schrijft Spencer, maar zelfs voor degenen onder ons die de Koran hebben gelezen, is dit een zeer verhelderend werk." —Bruce Bawer, auteur van Surrender: Appeasing Islam, Sacrificing Freedom and While Europa was Sleeping.
"Regeringsfunctionarissen en woordvoerders van de media negeren de waarschuwingen van Spencer misschien, maar ze doen dit op eigen risico, omdat islamitische jihadisten niet negeren wat er in de koran staat, en werken aan het vernietigen van onze vrijheden in gehoorzaamheid aan de dictaten van de koran. Door voor westerlingen precies in te lichten wat de Koran leert, heeft Spencer een waardevolle dienst bewezen ter verdediging van de westerse beschaving tegen de islamitische jihad.” —Geert Wilders, Kamerlid en voorzitter van de Partij voor de Vrijheid (PVV), Nederland
"In tegenstelling tot de meeste van de zelfbenoemde experts van vandaag, zal Robert Spencer je niet vertellen dat 'de afgodendienaars doden waar je ze ook aantreft' in feite betekent 'hou van je vijanden en bid voor degenen die je vervolgen.' In De Volledige ‘Infidel’ Gids voor de Koran, laat Spencer nogmaals zien dat hij Amerika's meest geïnformeerde, onverschrokken en meeslepende stem is over modern jihadisme, en dringt erop aan dat we de woorden achter de ideologie die de internationale terreur voedt, onder de knie krijgen.” 5
—Andrew C. McCarthy, senior fellow bij het National Review Institute en auteur van Willful Blindness: A Memoir of the Jihad.
Aanbevolen boeken:
Zie achterkant boek voor meer info.
6
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1 “WAAROM ELKE EUROPEAAN MOET WETEN WAT ER IN DE KORAN STAAT”............................... 11 Het presidentiële witwassen van de Koran ............................................................... 21 Waarom een ‘infidel’ gids? ........................................................................................ 24 Waarom is er eigenlijk een gids voor de Koran nodig? ............................................. 25 Welke koran? ............................................................................................................. 29 Maar wacht eens: is dit boek niet anti-islam?........................................................... 30 Hoofdstuk 2 “WAT IS HET EIGENLIJK VOOR BOEK, EN WAT STAAT ER IN?” ..................................................... 32 Wat is de koran precies? ........................................................................................... 32 Dus waar gaat dit perfecte, eeuwige boek nu over?................................................. 36 De koran - altijd onveranderd?.................................................................................. 36 De Koran samenstellen .............................................................................................. 37 Verloren passages uit de Koran ................................................................................. 40 De Koran in een omhulling ........................................................................................ 42 Andere korans ........................................................................................................... 43 Hoofdstuk 3 “DAT KLINKT BEKEND IN DE OREN” ........................................................................................... 47 De Koran – Allah’s exacte woorden (met een beetje hulp van de Joden) ................ 47 De val van Adam ........................................................................................................ 49 Kaïn en Abel ............................................................................................................... 53 Koning Salomo, de koningin van Sheba, pratende mieren en harige benen ............ 54 Slaperige christenen worden slaperige moslims ....................................................... 56 Het geweldige verhaal van Jezus en zijn vliegende kleivogels .................................. 58 Wacht even. . . . Dat komt niet uit de Bijbel.............................................................. 59 Alexander de Grote - nog een moslim zonder het te beseffen? ............................... 63
7
Hoofdstuk 4 DE KORAN BEGRIJPEN ............................................................................................................... 67 Verloren gegaan bij de vertaling ............................................................................... 67 Het hangt allemaal af van wat de betekenis van "is" is ............................................ 70 III. "Degenen die uw rechterhanden bezitten" ......................................................... 73 Referentiekaders ....................................................................................................... 78 En soms is het gewoon niet te zeggen wat het betekent ......................................... 79 Hoofdstuk 5 MOHAMMED: HET DRAAIT ALLEMAAL OM HEM ....................................................................... 82 Gewoon weer een andere profeet – en veel, veel meer .......................................... 82 Abraham. . . en Mohammed ..................................................................................... 84 Joseph. . . en Mohammed ......................................................................................... 86 Mozes, farao. . . en Mohammed ............................................................................... 89 Mohammed is niet gek of bezeten. . . . Echt, dat is hij niet. ..................................... 94 Allah's bezorgdheid voor zijn profeet........................................................................ 95 Mohammed het "uitstekende voorbeeld" .............................................................. 100 Hoofdstuk 6 WAAROM ALLAH ONGELOVIGEN HAAT EN WAT HIJ VOOR HEN IN PETTO HEEFT ...................... 102 Wie zijn de Infidels?................................................................................................. 102 De ergste zonde van allemaal.................................................................................. 105 Openen met haat..................................................................................................... 109 De ongelovigen: ze kunnen er zelf gewoon niets aan doen .................................... 112 Ze zullen het hellevuur ontmoeten. . . En dan een beetje ...................................... 114 Ook ongelijk in deze wereld .................................................................................... 116 Hoofdstuk 7 DE ERGSTE VIJANDEN VAN MOSLIMS: DE KORAN OVER DE JODEN ........................................... 118 Mohammed afwijzen............................................................................................... 118 De "Mensen van het boek": Is dat echt een compliment? ..................................... 120 Hoe de Joden probeerden Allah te beheersen........................................................ 123 Beloofde Allah Israël aan de Joden? ........................................................................ 124 Ze kregen het niet van het christendom: anti-Semitisme in de Koran.................... 128 Joodse apen en varkens .......................................................................................... 132 Wat de joden moeten doen .................................................................................... 133 Hoe zit het met Jeruzalem? ..................................................................................... 135 8
Abraham offert. . . Ismaël ........................................................................................ 138 Hoofdstuk 8 DE KORAN OVER CHRISTENEN: ZIJ ZIJN OOK NIET ZO POPULAIR .............................................. 140 “Moslims respecteren en vereren Jezus?” .............................................................. 140 De christenen rechtzetten ....................................................................................... 142 Jezus 'moeder, Aarons zus? ..................................................................................... 143 Johannes de Doper: die de weg bereidde voor. . . eigenlijk niemand .................... 145 Christus, die niet de Heiland is, wordt geboren ...................................................... 146 De niet-kruisigde Christus........................................................................................ 149 Jezus niet goddelijk.................................................................................................. 150 Een teken dat onverklaard blijft .............................................................................. 152 Weg onder de palmboom........................................................................................ 153 Voorspelde Jezus de komst van Mohammed? ........................................................ 155 De ware christenen en die valse aanbidders van Christus ...................................... 156 Alsjeblieft geen christelijke vrienden, we zijn moslims ........................................... 157 Hoofdstuk 9 DE KORAN OVER VROUWEN: ONEERLIJK EN INFERIEUR ........................................................... 159 De Koran waardeert vrouwen? ............................................................................... 159 Verdraaide oneerlijke vrouwen ............................................................................... 161 De tekortkoming van het verstand van een vrouw ................................................. 164 Gemakkelijke scheiding en tijdelijke echtgenoten .................................................. 164 Tijdelijke vrouwen ook (althans voor Sjiieten) ........................................................ 168 Jonge meisjes trouwen - heel erg jong .................................................................... 168 Net als Brigham Young, alleen maar meer .............................................................. 172 Goddelijk gesanctioneerd slaan van een vrouw ...................................................... 175 Stenigende overspelers - niet in de koran! ............................................................. 178 Stop het in de doofpot – want anders..................................................................... 180
9
Hoofdstuk 10 DE KORAN LEERT ONS GEWELDLOOSHEID… EN OOK GEWELD ................................................. 183 Ontspan, de Koran leert ons geweldloosheid! ........................................................ 183 De Djizja verzamelen ............................................................................................... 191 Het pact van Umar................................................................................................... 196 De beloningen van vechten ..................................................................................... 200 Tolerantie of oorlog. . . of allebei? .......................................................................... 202 Geen medelijden, geen genade ............................................................................... 203 Maar . . . maar . . . mijn moslimvrienden vertellen me dat de islam vreedzaam is! 205 Maar hoe zit het met "er is geen dwang in religie"? ............................................... 206 Hoofdstuk 11 “HEN JE VIJANDEN LIEF” EN ANDERE ZAKEN DIE DE KORAN NIET ZEGT ..................................... 210 Valse veronderstellingen ......................................................................................... 210 Een morele code uit de Koran ................................................................................. 210 Je hebt een christen vermoord? Goed. Maar als het slachtoffer een moslim was geweest. . ................................................................................................................ 212 Behandel anderen zoals je wilt dat ze jou behandelen – als het moslims zijn ....... 213 Draai de andere wang toe, en laat je daar ook slaan .............................................. 216 Hoofdstuk 12 “VERBAN DIT FASCISTISCHE BOEK?” ........................................................................................ 218 De Calcutta Koran Petitie ........................................................................................ 218 De oproep van Geert Wilders om de koran te verbieden ....................................... 221 Wat je niet moet doen ............................................................................................ 227 Enkele eerste stappen ............................................................................................. 229 Op zoek naar coherentie van het buitenlands beleid ............................................. 232 Ideeën hebben gevolgen ......................................................................................... 235
DANKWOORD......................................................................................................................... 237 VERWIJZINGEN ....................................................................................................................... 238
10
Hoofdstuk 1
“WAAROM ELKE EUROPEAAN MOET WETEN WAT ER IN DE KORAN STAAT”
HET IS HET MEEST GESCHREVEN en beschimpt van boeken. Het is de belangrijkste religieuze tekst van een van 's werelds meest prominente en invloedrijke religies - een die tegenwoordig een gestage stroom bekeerlingen in niet-moslimlanden aantrekt. Voor meer dan een miljard moslims is de Koran het onvervalste, zuivere woord van Allah, eeuwig en perfect, via de engel Gabriël aan de profeet Mohammed gegeven.1 In veel moslimlanden onthouden jongens grote delen ervan voordat ze zelfs maar kunnen lezen. Het boek moet met de diepste eerbied worden behandeld. Moslims vinden het zo heilig dat ze een Koran niet mogen aanraken tenzij ze in een staat van rituele reinheid verkeren; volgens de islamitische wet mogen niet-moslims het helemaal niet aanraken, behalve onder strikt gedefinieerde omstandigheden.2 En het falen om overal ter wereld een juist respect voor een koran te tonen, kan dodelijk zijn - een vals bericht in het tijdschrift Newsweek in 2005 dat Amerikaanse militaire ondervragers in Guantanamo Bay een koran door een toilet hadden gespoeld, veroorzaakten rellen in moslimlanden, met als gevolg minstens vijftien doden.3 Deze eerbied voor de Koran wordt zelfs uitgedrukt door niet-moslims. Michael Potemra, adjunct-hoofdredacteur van het tijdschrift National Review, stelt: "De Koran is een van de mooiste boeken ooit geschreven, een distillatie van het monotheïsme vol spirituele wijsheid, en ik profiteer er altijd van als ik het lees."4 En in Guantanamo Bay, in tegenstelling tot de 11
valse verklaring van Newsweek, vereisen Amerikaanse militaire procedures dat bewakers handschoenen aantrekken voordat ze de koran van een gevangene aanraken, die moet worden behandeld 'alsof het een kwetsbaar stuk delicate kunst is.’5 Dus wat zegt de koran precies? De in de VS gevestigde Council on American-Islamic Relations (CAIR) beweert dat het boek de ware, vreedzame aard van de islam onthult en interreligieuze harmonie bevordert. Zoals CAIR's campagne 'Explore the Quran' aangeeft: 'In het huidige klimaat van verhoogde religieuze gevoeligheden en schijnbare culturele botsingen, is het nu het moment voor mensen van alle religies om zich beter vertrouwd te maken met de heilige tekst van de islam, de Heilige Koran.' CAIR geeft aan dat deze campagne een reactie is op degenen die durven te beweren dat de islam iets met terrorisme te maken heeft: Deze campagne, getiteld ‘Ontdek de Koran’ (Explore the Qur'an), dient als antwoord op degenen die het heilige boek van moslims zouden belasteren en ontheiligen zonder volledige kennis van de leer ervan. Er zijn al enige tijd valse en ongeïnformeerde beschuldigingen tegen de koran geuit. Maar nu plaatst dit initiatief de heilige tekst rechtstreeks in de handen van mensen van andere religies in het Amerikaanse publiek en moedigt het mensen met een geweten aan om de waarheid over de islam te ontdekken. Verken de koran laat het heilige boek voor zichzelf spreken en mensen van andere geloofstradities informeren over de universele leer van de islam.6 Moslims staan er vaak luidruchtig op dat de Koran vrede leert. Adil Salahi, de moslimauteur van een biografie van Mohammed, stelt: "Je hoeft alleen maar de Koran te openen en te lezen om te beseffen dat het vrede en geen oorlog vereist." 7 Evenzo Spc. David Burgos, een klerk van de moslimoperaties van het 492nd Harbormaster Detachment, Fort Eustis, Virginia, heeft gezegd: 'Ik heb de koran verschillende keren gelezen. . . . De islam leert zijn volgelingen vreedzaam te zijn. Bij de islam draait alles om leven geven, niet nemen. '8 12
Niet alleen is de boodschap van de Koran ogenschijnlijk vreedzaam, maar het boek lijkt ook tijdloze wijsheid te bevatten die door leiders over de hele wereld wordt geprezen. Voormalig Britse premier Tony Blair benadrukt dat 'de authentieke basis van de islam, zoals vastgelegd in de koran, progressief, humanitair is [en] kennis en wetenschappelijke vooruitgang als een plicht ziet, en daarom was de islam eeuwenlang de bron van zo veel uitvinding en innovatie. De fundamentele islam is eigenlijk het tegenovergestelde van wat de extremisten prediken.'9 Blair's kniebuiging werd misschien overtroffen door de tweede inaugurele rede van de voormalige Amerikaanse president George W. Bush, waarin de koran werd geclassificeerd met de formatieve teksten van de westerse beschaving: 'Zelfbestuur steunt uiteindelijk op het bestuur van het zelf. Dat karakteristieke gebouw is gebouwd in gezinnen, ondersteund door gemeenschappen met normen en in ons nationale leven ondersteund door de waarheden van de SinaĂŻ, de bergrede, de woorden van de koran en de gevarieerde geloven van ons volk.'10
Aan de andere kant. . . Toch beschouwen veel niet-moslims, die geloven dat de koran onverdraagzaamheid en oorlogsvoering predikt, het boek ongeveer net zo heilig als Mein Kampf. In feite is de directe vergelijking meer dan eens gemaakt. Over de koran gesproken, de Nederlandse parlementariĂŤr Geert Wilders riep Nederland op om "dit ellendige boek te verbieden zoals Mein Kampf verboden is!"11 Wilders 'mening werd gedeeld door de overleden, wereldberoemde Italiaanse journaliste Oriana Fallaci, die in 2005 zei dat " de Koran is de Mein Kampf van een religie die er altijd naar heeft gestreefd de anderen te elimineren.'12 Zelfs de grote Winston Churchill noemde het, bij de vernedering van Mein Kampf, 'de nieuwe Koran van geloof en oorlog: gezwollen, breedsprakig, vormloos, maar zwanger met zijn boodschap.'13 En het zijn niet alleen westerlingen die hatelijke boodschappen in de koran onderscheiden; Hindoes in Calcutta smeekten de regering het boek te verbieden als aanzetten tot haat.14 Wat vinden deze critici in de Koran precies dat zo verwerpelijk is? Wilders stelt dat het islamitische heilige boek "moslims oproept christenen, joden, dissidenten en niet-gelovigen te onderdrukken, te 13
vervolgen of te doden, vrouwen te slaan en te verkrachten en met geweld een islamitische staat te stichten."15 Fallaci vond eveneens de wortels van de islamitische geweld in het boek dat moslims vooral vereren: 'Lees het nog eens, dat Mein Kampf', verklaarde ze. "Wat de versie ook is, je zult ontdekken dat al het kwaad dat de zonen van Allah tegen ons en tegen zichzelf begaan, uit dat boek komt."16
WAT ZEI JE OOK AL WEER? ----------------------------------------------------------------------------------Allah's woorden veranderen niet: "Het woord van uw Heer vindt zijn vervulling in waarheid en gerechtigheid: Niemand kan Zijn woorden veranderen: want Hij is degene die alles hoort en weet" (6:115). Maar misschien doen ze dat wel: “Welke gecommuniceerde openbaringen wij ook afschaffen (via abrogatie) of vergeten, we brengen er een betere voor in de plaats of een die erop lijkt. Weet je niet dat Allah macht heeft over alle dingen?" (Koran 2:106)
Zet de koran mensen echt aan tot het plegen van geweld? De meeste westerse analisten ontkennen het dogmatisch en karakteriseren jihadisten als een oneindig kleine groep extremisten die de vreedzame boodschap van de Koran verkeerd begrijpen. Omdat Wilders deze veronderstellingen tegenspreekt, wordt hij door een groot deel van het Europese politieke establishment als haatzaaier bestempeld. Hoewel hij een van de meest populaire politieke leiders in Nederland is geworden, heeft Wilders de prijs betaald voor het overtreden van de conventionele wijsheid over de Koran: hem werd onlangs de toegang tot Groot-Brittannië ontzegd, hij wordt vervolgd voor 'opruiing' door Nederlandse rechtbanken en constante doodsbedreigingen hebben hem gedwongen een permanent beveiligingsdetail aan te nemen. Fallaci stond voor iets soortgelijks; kort voor haar dood werd ze in 2006 bij verstek in Italië berecht op beschuldiging van "belastering van de islam."17 Wat natuurlijk meer 14
consequenties heeft dan de mening van Wilders en Fallaci is dat veel moslims zelf oproepen tot oorlogvoering vinden de koran. En deze groep 'misverstanden' is niet zo onbelangrijk als westerse analisten beweren. Integendeel, ze omvatten een wereldwijde beweging, actief van Indonesië tot Nigeria en zich uitstrekkend in Europa en NoordAmerika, die zich inzet voor het voeren van oorlog tegen 'ongelovigen' dat wil zeggen niet-moslims - en hen ondergeschikt maakt aan minderwaardigheid onder de heerschappij van Islamitische wet. Deze beweging ziet in de Koran haar goddelijke mandaat om die oorlog te voeren. Zo schreven in maart 2009 vijf moslims die ervan werden beschuldigd de aanslagen van 11 september te hebben beraamd, waaronder de beruchte Khalid Sheikh Mohammed, een 'Islamitisch antwoord op de negen beschuldigingen van de regering'. Daarin citeren ze de Koran om hun jihadoorlog tegen de Amerikaanse ongelovigen te rechtvaardigen. "In Gods boek", zegt de brief, "beval hij ons om met je te vechten overal waar we je vinden, zelfs als je in de heiligste van alle heilige steden was, de moskee in Mekka, en de heilige stad Mekka, en zelfs tijdens heilige maanden. In Gods boek, vers 9 [eigenlijk vers 5], Al-Tawbah [het negende hoofdstuk van de Koran]: Vecht en dood de heidenen waar je ze ook vindt, grijp ze en beleger ze en beleg ze en wacht op ze in elk stuk hinderlaag."18 De communiqués van Osama bin Laden hebben de Koran ook uitgebreid geciteerd. In zijn 'Verklaring van oorlog tegen de Amerikanen die het land van de twee heilige plaatsen bezetten' in 1996, citeert hij zeven Koranverzen: 3:145; 47:4–6; 2:154; 9:14; 47:19; 8:72; en het beruchte 'Vers van het zwaard', 9:5.19 Bin Laden begon zijn brief van 6 oktober 2002 aan het Amerikaanse volk met twee citaten uit de Koran, beide met een krijgshaftige neiging: 'Toestemming om te vechten (tegen ongelovigen) wordt gegeven aan hen (gelovigen) die worden bestreden, omdat hen onrecht is aangedaan en zeker, Allah is in staat om hen (gelovigen) de overwinning te geven” (22:39); en “Zij die geloven, vechten voor de zaak van Allah, en degenen die niet geloven, vechten voor de zaak van Taghut (alles wat aanbeden wordt anders dan Allah, bijv. Satan). Vecht dus tegen de vrienden van Satan; altijd zwak is inderdaad het complot van Satan ”(4:76).20 15
In een preek uitgezonden in 2003 verheugde Bin Laden zich in een koranvermaning tot geweld als middel om de waarheid vast te stellen: “Geprezen zij Allah die het vers van het zwaard aan zijn dienaar en boodschapper [de islamitische profeet Mohammed] openbaarde, in om de waarheid vast te stellen en onwaarheid af te schaffen.”21 Het 'vers van het zwaard’ is Koran 9:5: “Dood dan, wanneer de heilige maanden zijn verstreken, de afgodendienaren waar je ze ook vindt, en neem ze (gevangen) en beleger ze. hen, en bereid ze voor op elke hinderlaag. Maar als ze zich bekeren en aanbidding beginnen en de armen betalen, laat dan hun weg vrij. Zie! Allah is vergevensgezind, barmhartig.” Het idee dat de Koran hen opdraagt ongelovigen geweld aan te doen, loopt van de top van de internationale jihadistische beweging - Osama bin Laden - tot in de haarvaten en in kleine aftakkingen. In januari 2004 blies Reem Raiyishi, een moeder uit Gaza met twee kinderen van één en drie jaar, zichzelf op bij een Israëlische controlepost en vermoordde vier Israëli's. Voordat ze dat deed, poseerde ze voor foto's met een geweer in de ene hand en de koran in de andere. In een op video opgenomen opname verklaarde ze: “Het was altijd mijn wens om mijn lichaam in dodelijke granaatscherven tegen de zionisten te veranderen en met de schedels van de zionisten op de deuren van de hemel te kloppen.”22 Blijkbaar weerhield niets van wat ze in de (heilige) Koran las haar ervan om die wens na te streven. Raiyishi was op geen enkele manier de enige jihad-terrorist, of zelfs de enige zelfmoordterrorist, die de Koran aanriep als rechtvaardiging voor geweld tegen niet-moslims. In januari 2006 ontvoerde een bende moslims in Parijs Ilan Halimi, een 23-jarige jood, die werd gemarteld, verminkt en uiteindelijk vermoord. Tijdens Halimi's wekenlange beproeving belden zijn ontvoerders zijn familie, eisten een half miljoen euro losgeld en reciteerden verzen uit de Koran.23 Op 3 maart 2006 reed de 22-jarige Iraanse student Mohammed Reza Taheri-azar met een SUV tegen een menigte studenten op de campus van de University of North Carolina in Chapel Hill, waarbij negen gewond raakten. In een kort daarna geschreven brief verklaarde Taheri-azar dat "in de Koran Allah zegt dat de gelovige mannen en vrouwen toestemming hebben om iedereen te vermoorden die verantwoordelijk is voor het 16
doden van andere gelovige mannen en vrouwen." In een andere brief beweerde hij: ik leef met de heilige Koran als mijn grondwet voor goed en kwaad en definitie van rechtvaardigheid. . . Allah geeft in de Koran toestemming aan de volgelingen van Allah om diegenen aan te vallen die oorlog tegen hen hebben gevoerd, met de verwachting van een eeuwig paradijs in het geval van martelaarschap en/of het leven van een leven in gehoorzaamheid aan alle geboden van Allah gevonden in de hele Koran 114 hoofdstukken. Ik heb alle 114 hoofdstukken ongeveer 15 keer gelezen sinds juni 2003 toen ik de Koran begon te lezen. . . . Ik leef alleen om Allah te dienen, door alle geboden van Allah die ik ken te gehoorzamen door de inhoud van de Koran te lezen en te leren.24 Later zond hij een gedetailleerde uiteenzetting van de leer van de Koran over oorlogsvoering naar de campuskrant van Carolina.25 Het campushoofdstuk van de Muslim Students Association keurde Taheriazars interpretatie van de Koran af, maar bood geen alternatief begrip van de verzen die hij citeerde. Over het algemeen is het uiterst zeldzaam - zo niet onmogelijk - om een jihadist te vinden die de Koran niet citeert om zijn daden te rechtvaardigen. De in Groot-Brittannië gevestigde jihadistische prediker Abu Yahya beweert eenvoudigweg: "Er staat in de Koran dat we zoveel mogelijk moeten proberen de vijand te terroriseren."26 En de Pakistaanse jihadleider Beitullah Mehsud beweert dat "Allah bij 480 gelegenheden in de Heilige De Koran prijst moslims om jihad te voeren. We vervullen alleen Gods bevelen. Alleen jihad kan vrede brengen in de wereld.” Hij specificeerde dat zijn jihad - strijd in het Arabisch - een offensieve militaire operatie is: 'We zullen onze strijd voortzetten totdat buitenlandse troepen worden weggedreven. Dan vallen we ze aan in de VS en Groot-Brittannië totdat ze de islam accepteren of ermee instemmen jazia te betalen.27 De ‘jazia' of Djizja is een belasting die volgens de koran (9:29) moet worden geheven op joden, christenen, en enkele andere niet-moslimgeloofsovertuigingen als teken 17
van hun onderwerping onder de islamitische sociale orde. Discriminatie dus. Een pro-Osama-website zei het zo: “De waarheid is dat een moslim die met toewijding de koran leest vastbesloten is het slagveld te bereiken om de realiteit van de jihad te bereiken. Alleen om deze reden spannen de Kufaar [ongelovigen] samen om de moslims ver weg te houden van het begrijpen van de Koran, wetende dat moslims die de koran begrijpen, zich niet van de jihad zullen distantiëren.”28 Het is opmerkelijk dat de leiders van de mondiale jihad erop staan dat ze de koran nauwgezet lezen en interpreteren, en dat ze consequent niet onder de indruk zijn van westerlingen die erop staan dat de koran een vredesboek is. De ayatollah Khomeini, die de islamitische wet naar Iran bracht, donderde eens: “Er zijn honderden andere [koran] psalmen en hadiths [uitspraken van Mohammed] die moslims aansporen oorlog te waarderen en te vechten. Betekent dit alles dat de islam een religie is die mannen belet oorlog te voeren? Ik spuug op die dwaze zielen die zo'n bewering doen.”29 En inderdaad, er zijn tientallen koranische psalmen en hadiths die moslims opdragen deel te nemen aan gewelddadige jihad. Maar zelfs na de aanslagen van 11 september, de bomaanslagen in Londen in 2005 en de terreuraanslagen in Mumbai in 2008, en talloze andere bloedige jihadistische operaties over de hele wereld, blijven de media, de academische wereld en zelfs onze regering erop staan dat de Koran niet zo’n dwingend gebod kent. Waarom de Koran lezen? Het is moeilijk voor te stellen dat Blair, Bush en Potemra hetzelfde boek lezen als dat van Wilders, Fallaci en Khomeini. Kan de Koran echt vrede en liefde prediken als het gelovigen aanmoedigt om met de schedels van de vijanden van Allah op de deur van de hemel te kloppen? Het is absoluut noodzakelijk dat Amerikanen de Koran lezen en het antwoord ontdekken. Een groot aantal beleidsbeslissingen is gebaseerd op de aanname dat de koran vrede onderwijst en dat degenen die met korans zwaaien en geweld plegen, hun eigen religie verkeerd begrijpen en de leer van hun eigen heilige boek verdraaien. Deze omvatten houdingen 18
van de Amerikaanse regering ten aanzien van Pakistan en Egypte; immigratiezaken; veiligheidsprocedures op luchthavens; militaire strategieën in Irak en Afghanistan; binnenlands antiterreurbeleid; en onze instemming met de islamitische bekeringscampagne van Saoedi-Arabië in Amerika en vele andere landen. Maar de meeste analisten van de regering en de media durven niet eens de veronderstelling in twijfel te trekken dat de Koran vreedzaam is, omdat ze geloven dat elke insinuatie die het tegengestelde zegt simpelweg racistisch of onverdraagzaam is en alle moslims in feite als terroristen bestempelt. Met andere woorden, ze denken dat de consequenties van de mogelijkheid dat de Koran oorlogsvoering leert tegen ongelovigen, zelfs te verschrikkelijk is om over na te denken. Veel beleidsmakers gaan er dus gewoon van uit dat de Koran vrede onderwijst, zonder de moeite te nemen om de tekst te bestuderen; een handeling die ongemakkelijke vragen kan oproepen. Anderen lezen de Koran niet omdat ze denken dat de inhoud er niet toe doet. Veertien eeuwen zijn verstreken sinds het werd geschreven, gaat het argument. De wereld is veranderd en zeker ook de islam. En bovendien kan iedereen alles wat hij wil zien in een heilige tekst zien, toch? In feite niet. De inhoud van de koran is van belang omdat, in tegenstelling tot wat velen ons willen doen geloven, heilige teksten niet helemaal worden bepaald door wat de gelovigen erin willen zien. De modieuze filosofie van het deconstructionisme leert dat geschreven woorden geen andere betekenis hebben dan die door de lezer wordt gegeven, maar in werkelijkheid zijn de woorden van heilige teksten niet oneindig kneedbaar; "Dood de afgodendienaars waar je ze ook vindt" kan niet gemakkelijk worden omgezet in "heb je vijanden lief en bid voor degenen die je vervolgen." Voor de gelovige zijn de eigenlijke woorden van de koran over het algemeen niet moeilijk te begrijpen, hoe moeilijk het ook is om ze in praktijk te brengen.
‘WONDEREN’ VAN DE KORAN ---------------------------------------------------------------------------------
19
DE GA DE KORANISCHE UITDAGING AAN! De Koran in het Arabisch staat bekend om de verhevenheid van zijn poëzie - en presenteert die verhevenheid als een wonderbaarlijk bewijs van zijn goddelijke oorsprong. Toen hem om een wonder werd gevraagd, wees Mohammed op de Koran zelf en beweerde dat deze eerdere goddelijke openbaringen bevestigde: “En ze zeggen: als hij ons maar een wonder van zijn Heer zou brengen! Is er niet het bewijs van wat in de vroegere geschriften staat tot hen gekomen?” (20:133) Allah richt zich zelfs tot ongelovigen en oppassers met een uitdaging: “En als u twijfelt over wat Wij van tijd tot tijd aan Onze dienaar hebben geopenbaard, produceer dan een Soera [hoofdstuk] zoals daarop; en roep naast Allah uw getuigen of helpers (als die er zijn), als uw (twijfels) waar zijn” (2:23). Dit is een uitdaging die velen in de loop van de eeuwen zijn aangegaan, maar het is natuurlijk gebaseerd op geheel subjectieve criteria en kan als zodanig nooit met succes worden beantwoord in de ogen van degenen die het uitgeven. Velen hebben de syntaxis en het ritme en de taal van de Koran nagebootst, maar geen vrome moslim zou ooit erkennen dat deze de Koran zelf benaderden, hoe dicht ze ook kwamen: kortom, de uitdaging kan nooit worden gewonnen. Allah zelf erkent dit, wanneer hij elders in de Koran verklaart dat degenen die de uitdaging aangaan nooit zullen slagen: "Ze konden niet hetzelfde produceren" (17:88).
Ten slotte zijn er mensen die beweren dat de gewelddadige geboden van de Koran grotendeels betekenisloos zijn, omdat soortgelijke in de bijbel voorkomen. Deze gemakkelijke en oppervlakkige morele gelijkwaardigheid, gaat voorbij aan het flagrante feit dat er tegenwoordig nauwelijks één organisatie is die gewelddadige handelingen verricht en deze rechtvaardigt door de Bijbel te citeren en het christendom aan te roepen. De media waarschuwen ons vaak voor het gevaar van 'christelijk 20
terrorisme', onder meer met voorbeelden als Timothy McVeigh (die in feite agnostisch was toen hij de bomaanslag in Oklahoma City in 1995 pleegde)30 en Scott Roeder, de moordenaar van de abortusarts George Helmstok. Zulke voorbeelden zijn natuurlijk uiterst zeldzaam, vooral in vergelijking met de dagelijkse aanvallen van islamitische radicale fundamentalisten over de hele wereld, die zo gewoon zijn dat de reguliere pers zich alleen maar druk maakt om de grootste woede-uitbarstingen meer te melden. Bovendien werd de moord op Tiller veroordeeld door de Katholieke Kerk en elke grote pro-life groep. Dit is niet verwonderlijk, aangezien er geen christelijke school is die de Bijbel als rechtvaardiging voor het plegen van terrorisme noemt. Daarentegen wijzen islamitische jihadisten over de hele wereld op de Koran om uit te leggen wat ze doen en waarom - en ze minachten de moslims die de krijgskunst van de Koran ontkennen. Het presidentiële witwassen van de Koran Laten we voor een les over de gevaren van het niet begrijpen van de Koran eens kijken naar de toespraak van 4 juni 2009 in Caïro door president Obama tot de moslimwereld. Gevuld met eerbiedige verwijzingen naar de zogenaamd medelevende leringen van de 'heilige Koran,' dient de toespraak als een abjecte les in het wensdenken, zelfmisleiding en politieke correctheid die westerse veronderstellingen over islamitische geschriften doordringen. Obama prees de ogenschijnlijk vreedzame leringen van de Koran en haalde vers 5:32 aan: 'De Heilige Koran', zei de president, 'leert dat wie een onschuldige doodt, het is alsof hij de hele mensheid heeft gedood; en wie een persoon redt, het is alsof hij de hele mensheid heeft gered.' 31 Dit klinkt vreedzaam genoeg, maar Obama negeerde zorgvuldig het volgende vers (5:33), dat straf oplegt aan degenen die moslims niet als 'onschuldig' beschouwen —Straffen inclusief kruisiging of amputatie van een hand en een voet voor degenen die vechten tegen Allah en Mohammed. Het axioma tegen het doden van onschuldigen, zoals we in hoofdstuk drie zullen zien, kwam uit de joodse traditie; in de koranpassage wordt het echter een waarschuwing voor een verschrikkelijke aardse straf voor die joden die zich verzetten tegen Mohammed en zijn religie. 21
Obama citeerde ook een koranvers (9:119) dat zogenaamd zijn roep om interreligieuze religieuze tolerantie ondersteunt: Zoals de Heilige Koran ons vertelt: 'Wees je bewust van God en spreek altijd de waarheid.' Dat is wat ik zal proberen te doen om de waarheid zo goed mogelijk te spreken, vernederd door de taak die voor ons ligt, en vastberaden in mijn overtuiging dat de belangen die we als mensen delen veel krachtiger zijn dan de krachten die ons uit elkaar drijven.32 Nogmaals, deze passage uit de Koran gaat eigenlijk over het bestrijden van ongelovigen en pleit niet op afstand voor vreedzaam samenleven. Een belangrijke Engelse vertaling, die van Mohammed Marmaduke Pickthall, geeft het vers als volgt weer: "O gij die gelooft! Wees voorzichtig met je plicht jegens Allah en wees eerlijk. � De tekstpassage gaat verder: Het is niet voor de stedelingen van Al-Madinah en voor degenen om hen heen van de zwervende Arabieren om achter de boodschapper van Allah te blijven en hun leven te verkiezen boven zijn leven. Dat komt omdat noch dorst, noch arbeid noch honger hen op de weg van Allah treft, noch enige stap zet die de ongelovigen boos maakt, noch ze van de vijand winst oplevert, maar er wordt een goede daad voor hen opgetekend. Zie! Allah verliest het loon van het goede niet. Ze geven geen geld uit, klein of groot, noch steken ze een vallei over, maar het is voor hen vastgelegd dat Allah hen het beste terugbetaalt van wat ze vroeger deden. En de gelovigen moeten niet allemaal gaan vechten. Van elke troep van hen mag er slechts een partij uitgaan, opdat zij (die achterblijven) gedegen kennis opdoen in religie, en dat zij hun volk kunnen waarschuwen wanneer ze naar hen terugkeren, zodat ze oppassen. O gij die gelooft! Vecht tegen de ongelovigen die dicht bij je zijn, en laat ze hardvochtigheid in je vinden, en weet dat Allah is met degenen die hun plicht (aan Hem) nakomen. (9:120–23)
22
In deze passage berispt de Koran moslims die weigerden Mohammed te vergezellen tijdens zijn expeditie naar Tabouk in Noord-Arabië, waar hij een Byzantijns garnizoen wilde bevechten. De Byzantijnen waren er niet toen hij aankwam, en dus was er geen strijd, maar hij was behoorlijk boos dat sommige moslims in Medina en onder de bedoeïenen hadden geweigerd de reis te maken - zij “gaven hun leven de voorkeur [rood] boven zijn leven." De Koran belooft dat als ze iets doen dat 'de ongelovigen boos maakt', hen een goede daad zal worden betoond, en Allah hen zal belonen voor zulke goede daden. De boodschap hier is eenvoudig en duidelijk: moslims moeten de ongelovigen bevechten en hard tegen hen zijn.
Bijbel versus Koran ----------------------------------------------------------------------------------"We werpen de waarheid tegen de leugen, en het slaat zijn hersens uit. En zie, de leugen vergaat!" —Koran 21:18 "Door de waarheid in liefde te spreken, zullen we in alle dingen opgroeien tot hem die het Hoofd is, dat wil zeggen Christus." – Efeziërs 4:15
Uit dit bevel om jihad-oorlog te voeren tegen ongelovigen, koos Obama één zin uit, waardoor het leek alsof de Koran iemand simpelweg adviseerde om de waarheid te spreken, rekening houdend met de goddelijke aanwezigheid. Hij nam een passage over oorlogvoering en verdeeldheid en gaf die door als een oproep aan ons allemaal om samen te komen en 'Kumbaya' te zingen. Dit roept een belangrijke vraag op: als men niet eens weet wat de Koran zegt, is het dan verstandig om beleid te maken op basis van wat men ervan uitgaat dat het zegt? Uitgaande van de verkeerde veronderstelling dat jihadgeweld een reactie is op Amerikaanse acties, heeft Obama tal van nieuwe hulpprogramma's voor de islamitische wereld aangekondigd. Hij lijkt niet te hebben overwogen dat als de Koran 23
het mandaat geeft voor jihad tegen niet-moslims, het niet waarschijnlijk is dat het tonen van goodwill in de VS veel effect zal hebben. Zoals de ZuidAfrikaanse Mufti Ebrahim Desai zei: “In eenvoudige omstandigheden kunnen de Kuffaar [ongelovigen] nooit worden vertrouwd voor enig mogelijk goed dat ze doen. Ze hebben hun eigen belangen ter harte.”33 De mening van één man? Zeker. Maar het is een mening die diep geworteld is in de islamitische traditie, en het zou daarom naïef zijn om het af te doen als gewoon Desai's eigen gemene geest. Waarom? Omdat de Koran een waarschuwing bevat tegen degenen die zich “in vriendschap tot de ongelovigen keren”. . . . Hadden ze maar in Allah, in de profeet en in wat hem is geopenbaard, geloofd, dan zouden ze hen nooit als vrienden en beschermers hebben beschouwd, maar de meesten van hen zijn opstandige onrechtvaardigen ”(5:80–81). Het zegt ook tegen moslims dat "de joden of de christenen nooit tevreden met u zullen zijn tenzij u hun vorm van religie volgt" (2:120). Dit zijn woorden die Obama zorgvuldig zou moeten overwegen. Waarom een ‘infidel’ gids? Moslims weten natuurlijk wat er in hun eigen heilige boek staat, en ze weten wel wanneer iemand als Obama het verkeerd heeft. Maar deze verkeerde interpretaties zullen de meeste niet-moslims totaal ontgaan. Daarom is er behoefte aan dit boek, De Volledige ‘Infidel’ Gids voor de Koran (Engels: The Complete Infidel’s Guide to the Koran). Wat is een ‘infidel’? Infidel is het woord dat in de Engelse taal wordt gebruikt voor een ongelovige, iemand die niet in Islam gelooft. En dus, als je dit boek leest, ben je waarschijnlijk aan het eind nog een ongelovige tenminste in de ogen van de Koran. Een infidel, of ongelovige, wat de koran betreft, is een ieder die zich weigert aan Allah te onderwerpen als de enige ware god en Mohammed als zijn profeet te erkennen. Hoewel islamitische apologeten gewoonlijk beweren dat de Koran niet naar joden of christenen verwijst als ongelovigen, beweert het in feite dat “zij inderdaad ongelovig zijn die zeggen: zie! Allah is de Messias, zoon van Maria” (5:17) - met andere woorden, als je gelooft in de traditionele christelijke leer van de goddelijkheid van Christus, ben je een ongelovige. En de Koran stelt 24
vreemd genoeg dat de joden beweren dat de profeet Ezra de Zoon van God is - een claim die hen de vloek van Allah oplevert (9:30). Dus dat zijn ook ongelovigen. Degenen die volgens de Koran ongelovigen zijn, moeten weten wat de Koran over hen zegt en wat eraan moet worden gedaan, omdat moslims over de hele wereld tegenwoordig naar deze leringen handelen. Dit kan moeilijk te geloven zijn, vooral wanneer men bekend is met moslims die allesbehalve oorlog voeren tegen ongelovigen in hun gedachten. Vriendschap met vriendelijke en liefdevolle moslims kan nietmoslims de indruk geven dat de Koran onmogelijk oorlogsvoering en haat kan onderwijzen, en dat iedereen die iets anders zegt een soort antimoslimanimus moet koesteren. Maar als de Koran inderdaad, zoals Khomeini volhield, er bij moslims op aandringt "oorlog te waarderen en te vechten", dan is het geen daad van haat jegens moslims om daarop te wijzen. Het is gewoon een feit. Verschillende mensen zullen op verschillende manieren op dit feit reageren: niet-moslims zullen het natuurlijk negatief bekijken, maar Osama bin Laden en anderen zoals hij genieten van dit feit en promoten het wijd en zijd. Daarom is het voor Infidels (ongelovigen) absoluut noodzakelijk om te weten wat er in de Koran staat. Het is een kwestie van weten wie degenen die hebben gezworen ons te vernietigen, denken dat ze zijn, wat ze denken dat ze doen en wat ze hopen te bereiken. Zelf vertellen ze ons dat de antwoorden op deze vragen te vinden zijn in de Koran. En daarom is een Infidel-gids voor dit vreemde en weinig begrepen boek zo dringend nodig. Het is een kwestie van zelfbescherming. Waarom is er eigenlijk een gids voor de Koran nodig? Waarom lees je niet alleen de Koran? Waarom heeft een zichzelf respecterende Infidel een gids nodig? Vooral omdat het lezen van het islamitische heilige boek niet gemakkelijk is voor niet-moslims. Het boek is moeilijk te volgen omdat het niet chronologisch of op onderwerp is gerangschikt, maar op de lengte van de hoofdstukken, soera's genoemd. Met uitzondering van het korte eerste 25
hoofdstuk, zijn de 114 soera's min of meer van de langste tot de kortste gerangschikt. Deze organisatie was lang na de dood van Mohammed voltooid. Chronologisch (volgens de islamitische traditie) is de eerste openbaring die Mohammed ontving niet in soera 1 te vinden, maar als soera 96. De laatste openbaring die Mohammed ontving, die tot hem kwam terwijl hij op zijn sterfbed lag, is soera 110, en niet soera 114 (het laatste hoofdstuk van het boek). De koran is minder een verzameling historische verhalen, zoals veel van de bijbel, omdat het een verzameling preken is waarin het historische materiaal niet wordt verteld omwille van zichzelf, maar wordt gebruikt om verschillende punten te illustreren. Het doet geen poging tot chronologische geschiedenis te vertellen, noch als geheel, noch in het algemeen binnen de afzonderlijke hoofdstukken. Hoewel de Bijbel historische boeken bevat die min of meer in chronologische volgorde staan, en in grote lijnen een coherent historisch traject volgt, verschuift de focus van de soera's van de Koran vaak van onderwerp naar onderwerp, waarbij verschillende historische incidenten alleen in fragmenten worden verteld. De hoofdstuktitels kunnen verdere verwarring veroorzaken bij de beginnende Koranlezer, omdat ze over het algemeen geen verband houden met het onderwerp van het hoofdstuk zelf. De meeste hoofdstukken - "De Koe" (soera 2), "The Spin" (soera 29), "Rook" (soera 44) - ontlenen hun naam aan een ogenschijnlijk willekeurig gekozen element van het hoofdstuk zelf, dat niet noodzakelijkerwijs hebben een bepaald belang. Slechts een paar hoofdstukken, zoals "De Oorlogsbuit� of "Buit" (soera 8), dragen titels die hun inhoud feitelijk samenvatten. In de langere soera's worden verhalen verteld, wetten gegeven en waarschuwingen gegeven aan ongelovigen zonder duidelijke aandacht voor logische volgorde. De kortere soera's zijn daarentegen poÍtische en arresterende waarschuwingen voor het naderende goddelijke oordeel, vooral degenen die slechts een paar regels aan het einde van het boek lopen. Hoewel de Koran korter is dan het Nieuwe Testament, wordt, in overeenstemming met zijn karakter als een verzameling preken die zijn ontworpen om verschillende ideeÍn en houdingen in te prenten, een verrassend groot deel van wat het zegt meer dan eens gezegd. 26
In het originele Arabisch gaan de herhalingen gepaard met rijmpjes en ritmes die een soort bezwerend effect creëren; echter, ontdaan van deze muzikale effecten, dreigt de gedrukte Koran, wanneer hij wordt vertaald, eentonig en vervelend saai te worden, en zelfs “zo saai alsof ik mijn polsen door zou snijden” in de woorden van John Derbyshire.34 En Derbyshire is niet de enige: de grote achttiende-eeuwse historicus Edward Gibbon noemde de Koran een “Eindeloze onsamenhangende rapsodie van fabel en voorschrift,” en de negentiende-eeuwse schrijver Thomas Carlyle klaagde dat het “even moeizaam lezen was als ik ooit heb gedaan; een vermoeiende, verwarde warboel, ruw, onbeheersbaar.”35 Maar wees nooit bang. Ik heb de Koran gelezen, dus dat hoeft niet. Deze gids elimineert de herhalingen en droge passages en geeft je de boodschap van het boek zonder de lange sjouw door nog een andere aanklacht tegen ongelovigen, nog een andere beschrijving van de martelingen van de verdoemden, en nog een hervertelling van Mozes 'confrontatie met Farao. Critici van jihadgeweld en islamitisch suprematisme worden er vaak van beschuldigd citaten uit de koran 'uit hun verband' te halen. Dit is een bitter ironische lading, aangezien veel van de koran in de eerste plaats geen context heeft. Voor lange stukken is er weinig of geen verhalende eenheid. De tekst gaat van onderwerp naar onderwerp met weinig aandacht voor elk conventioneel begrip van continuïteit. Veel verzen verschijnen als abstracte stelregels, gerelateerd zonder rekening te houden met een bepaalde situatie; eisen dat ze "in context" worden geciteerd, is iets eisen dat in de eerste plaats nooit mogelijk was. Zeker, veel van de koran is volkomen duidelijk, maar er zijn talloze passages die verwijzen naar incidenten in het leven van Mohammed of een gebeurtenis in de vroege islamitische geschiedenis zonder de belangrijkste elementen van het verhaal te geven - alsof het vanzelfsprekend is dat iedereen die de koran hoort account kent de weggelaten details. Dat maakt het lezen van sommige passages uit de Koran eerder alsof je luistert naar een gesprek tussen twee mensen die je niet kent, die gebeurtenissen bespreken waarbij je niet betrokken was en ze nemen niet de moeite om te stoppen en je de details uit te leggen van wat ze bespreken. Om de hiaten op te vullen, wenden moslims zich 27
tot commentaren op de koran en op de hadith (tradities van de woorden en daden van Mohammed), en we zullen hier hetzelfde materiaal gebruiken om te illustreren hoe moslims zelf hun heilige boek begrijpen.
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN -------------------------------------------------------------------------------De Koran is niet de enige gids van de reguliere moslim. Een moslimgeleerde, Abu Abdir Rahmaan, zegt dat Satan heeft gesuggereerd 'tot de harten van sommige moslims dat de Koran, hoe glorieus het ook is, alleen voldoende is als leidraad voor de mensheid. Dat betekent dat de Sunnah, of weg van de Boodschapper van Allah. . . is iets dat kan worden verlaten of verlaten. Dit is zonder twijfel een groeiende ziekte die niet thuishoort in deze prachtige manier van leven van ons.'36 De islamitische geleerde Mohammed Nasir-ul-Deen al-Albani verklaart:' Er is geen manier om de koran correct te begrijpen, behalve in verband met de interpretatie van de soennah. ' uit zijn gelederen.'38 En de Soennah, de woorden en daden van Mohammed, bestaat grotendeels uit de Hadith: omvangrijke verzamelingen van verslagen van de uitspraken en activiteiten van de islamitische profeet, zoals verteld door zijn volgelingen. Er waren echter veel opportunistische vervalsingen onder de hadith, wat leidde tot een ware wetenschap binnen de islam: de wetenschap van het bepalen van de authenticiteit van verschillende tradities. Al vroeg in de geschiedenis van de islam verzamelden verschillende moslims verzamelingen verslagen van Mohammeds woorden en daden die min of meer definitief werden geacht en vrij van verzonnen verhalen. Zes collecties werden al vroeg in het begin universeel erkend en worden vandaag de dag nog steeds als betrouwbaar beschouwd - over het algemeen vrij van vervalsingen en onnauwkeurigheden - en twee ervan 28
werden als sahih beschouwd: de meest 'solide' of 'betrouwbare.'39 Bijna alle hadiths die in dit boek in kaders zullen verschijnen, zijn afkomstig uit de sahih.40 Ze variëren van belachelijk tot alarmerend, en zijn opgenomen zodat ongelovigen volledig kunnen worden geïnformeerd over de aard van het geloofssysteem waaruit het hedendaagse uitgebreide is voortgekomen bedreiging voor het Westen - inclusief het bijgeloof en de oorlogszucht die er doorheen stroomt. Zijn dit slechts lang vergeten regels die zijn opgegraven om spot te halen uit stoffige boeken die geen enkele moslim meer leest? Nauwelijks. Dit zijn selecties uit de meest gezaghebbende hadieth-collecties. In feite verbieden moslimscholen in Groot-Brittannië muziek en schaken in overeenstemming met de hadiths die in dit boek worden geciteerd41 - wat aangeeft dat deze verklaringen zeer serieus worden genomen in moslimgemeenschappen, zelfs in het huidige Westen.
Welke koran? Er zijn talloze nuttige vertalingen van de koran. De vertaling van N. J. Dawood is de best leesbare Engelse vertaling. Het kan echter moeilijk zijn om als referentie te gebruiken, aangezien de meeste versies de versnummers niet precies markeren. Sommige mensen - zowel moslims als niet-moslims - houden er niet van omdat Dawood 'God' voor Allah gebruikt - hoewel aangezien Arabisch sprekende christenen 'Allah' gebruiken voor de God van de Bijbel, en dit al meer dan een millennium hebben, is dit niet echt een serieus bezwaar tegen iedereen die beide talen kent. Veel moslims houden niet van deze vertaling simpelweg omdat Dawood geen moslim was, maar ongelovigen vinden het misschien nuttiger dan vertalingen die door moslims zijn gemaakt, aangezien Dawood over het algemeen de meer schokkende passages van de Koran niet witwassen. 29
Twee vertalingen door moslims, die van Abdullah Yusuf Ali en Mohammed Marmaduke Pickthall, zijn over het algemeen betrouwbaar, hoewel beide in een hoogdravend, praktisch onleesbaar pseudo-King James Bible English schrijven. Van de twee bevat Ali's meer vrijheden met de tekst - zoals het toevoegen van ((lichtjes)) aan soera 4:34 na de richtlijn aan echtgenoten om hun ongehoorzame vrouwen te verslaan. Het Arabisch zegt niet om ze licht te verslaan, het zegt alleen om ze te verslaan. De versie van Pickthall, die het dichte archaïsme van Ali deelt, is over het algemeen juist. Ondanks hun onvolkomenheden, omdat het twee veel voorkomende vertalingen zijn, heb ik deze in het algemeen in dit boek gebruikt. Er zijn andere goede vertalingen en er worden er steeds meer geproduceerd. Het is het beste om er meerdere te hebben ter vergelijking.
Maar wacht eens: is dit boek niet anti-islam? Dit is geen algemene gids voor de Koran. U zult in dit boek niets vinden over islamitische rituele praktijken of gebeden. Dit is een gids voor ongelovigen, met de nadruk op waar de Koran vandaan kwam en de specifieke delen die Infidels zorgen baren of zouden moeten zijn. Veel moslims zouden echter liever hebben dat ongelovigen in het duister blijven over deze elementen van hun heilige boek. Hussam Ayloush, uitvoerend directeur van CAIR voor Los Angeles, protesteerde tegen het gebruik van informanten door de FBI om jihad-terroristische activiteiten in moskeeën in de Verenigde Staten op te sporen, en zei in april 2009 tegen een moslimpubliek in een moskee: 'We zijn hier vandaag om te zeggen dat onze moskeeën verboden terrein zijn. Onze koran is verboden terrein.'42 'Onze koran is verboden terrein.' Natuurlijk probeert Ayloush Infidels (ongelovigen) er niet van te weerhouden de Koran te lezen, wat CAIR tenslotte aanmoedigt. Het is gewoon dat Ayloush niet wil dat Infidel FBIagenten de 'verkeerde' conclusies trekken uit hun eigen metingen conclusies die mogelijk indruisen tegen CAIR's aandringen dat de Koran vrede onderwijst. Een dergelijk onderzoek is absoluut noodzakelijk voor de verdediging van Amerika tegen de mondiale jihad. Niettemin zal The Complete Infidel’s 30
Guide to the Koran onvermijdelijk worden bestempeld als 'antiislamitisch', evenals 'onverdraagzaam', 'hatelijk' en 'islamofoob'. Maar is dat echt zo? Is het de bedoeling van dit boek om haat tegen de Koran, de islam en moslims te verspreiden? Natuurlijk niet. Dit boek is zeker niet geschreven vanuit het standpunt van het islamitische geloof. Het is in feite een gids die is ontworpen voor degenen die niet in de islam geloven, om hen te helpen begrijpen waarom islamitisch terrorisme en supremacisme de Verenigde Staten en zoveel andere landen over de hele wereld blijven bedreigen. Maar hoewel het geen gids voor gelovigen is, is het wel een betrouwbare gids. Dit boek is ontworpen om een 100 procent nauwkeurige weergave van de koran te geven, zodat ongelovigen kunnen weten wat ze mogen verwachten van een vrome moslim die zijn koran leest en deze serieus neemt als het woord van de enige ware God. Of de Koran echt zegt wat deze gids beweert, kan gemakkelijk worden geverifieerd. En als deze gids de inhoud nauwkeurig weergeeft, kan dat onmogelijk een daad van 'haat' of 'onverdraagzaamheid' zijn. Als de Koran Joden en christenen echt vervloekt (9:30) en oproept tot oorlog tegen hen om hun onderwerping te bewerkstelligen (9:29), is het niet 'islamofoob' om ongelovigen vooraf te waarschuwen door erop te wijzen. Het is gewoon een feit. En het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat het geen feit is dat een lezer van dit boek ertoe zou aanzetten iemand te haten. Het feit dat de Koran oorlogvoering tegen ongelovigen adviseert, moet lezers ertoe aanzetten om te handelen ter verdediging van de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van geweten en de juridische gelijkheid van alle mensen, voordat het te laat is. Jihadistische activiteiten zullen doorgaan zolang er moslims zijn die geloven dat de Koran het gebiedt. En daarom hebben Ongelovigen de verantwoordelijkheid voor zichzelf en hun kinderen om precies te weten wat er in de Koran staat, en dienovereenkomstig te handelen. Het is geen kwestie van 'haat'. Het is een kwestie van overleven.
31
Hoofdstuk 2
“WAT IS HET EIGENLIJK VOOR BOEK, EN WAT STAAT ER IN?”
Wat is de koran precies? ZOALS G. K. CHESTERTON, die een boek schreef met een inleiding getiteld "In Praise of This Book", is de Koran niet verlegen om zijn eigen deugden te verkondigen. Laten we beginnen met de koran te laten vertellen wat de koran is. Het woord Koran betekent 'recitatie' in het Arabisch - een titel die verwijst naar Mohammeds recitatie van de eeuwige goddelijke woorden die hem door de engel Gabriël vanaf 610 na Chr. Werden gegeven. Het eerste goddelijke gebod dat Gabriël aan Mohammed gaf, was 'reciteren' (soera 96). Gedurende de volgende drieëntwintig jaar ontving Mohammed verdere openbaringen van Gabriël, die de directe woorden van Allah doorgaf. Deze openbaringen zijn samengesteld door de volgelingen van Mohammed en vormden uiteindelijk de Koran. Volgens orthodox islamitisch geloof is de aardse koran een perfecte kopie van de Umm al-Kitab, de 'moeder van het boek', die voor altijd bij Allah heeft gewoond (85:22). Zoals de Koran over zichzelf zegt: "En voorwaar, het is in de Moeder van het Boek, in onze tegenwoordigheid, hoog (in waardigheid), vol wijsheid" (43: 4). Het is 'het wijze boek, een gids en barmhartigheid voor de doeners van het goede' (31:2–3). De Koran noemt zichzelf een goddelijke productie: ze is "niet zoals dat kan worden geproduceerd door iemand anders dan Allah" (10:37). Het is onder meer 'het criterium' of 'standaard' om te beoordelen wat goed en wat fout is (3:3; 25:1). Het biedt "genezing en barmhartigheid aan degenen 32
die geloven", maar "aan de onrechtvaardigen veroorzaakt het alleen verlies na verlies" (17:82). De koran is simpelweg 'het boek'. Het geeft “ongetwijfeld begeleiding aan degenen die Allah vrezen” (2:1). Het is 'de onbetwistbare waarheid' (69:51), 'vol wijsheid' (36:2). Het is 'eervol en vroom en rechtvaardig' (80:16) – afgezwakt, het is een 'glorieuze Koran' (85:21), 'een machtig schrift', zo machtig dat 'onwaarheid het niet van voor of van achteren kan bereiken' (41:41–42). Het is 'vrij van fouten' (39:28). Allah, sprekend in een koninklijk meervoud dat, volgens moslimtheologen, zijn absolute eenheid niet in gevaar brengt, verkondigt dat "wij het waren die de koran openbaarden en onszelf zullen bewaren" (15: 9). Wees gerust, 'het woord van een boze geest is vervloekt' (81:25). Er is maar één spreker: Allah zelf (hoewel er een paar uitzonderingen zijn die tot op de dag van vandaag Koranische commentatoren bedriegen). Omdat het zonder twijfel is, en omdat het volledig Allah's woord is, zonder enig menselijk element, en omdat hij het behoud ervan garandeert, kan het niet in twijfel worden getrokken. Historisch gezien heeft dit de woorden van de Koran - over het slaan van vrouwen, de behandeling van niet-moslims en nog veel meer - tot een vrijwel onoverkomelijk obstakel gemaakt voor hervorming binnen de islam. Hervormers worden onmiddellijk bestempeld als ketters of afvalligen en worden vaak vervolgd door autoriteiten die de islamitische orthodoxie willen beschermen. Voor de vrome moslim is het woord van de Koran eeuwig fris en altijd toepasbaar, ongeacht de sociale omstandigheden in een bepaalde samenleving. Wat niet-koran is, is inferieur aan het woord van de koran en moet wijken. De koran staat absoluut centraal in het leven en de cultuur van moslims. Een islamitische inleiding tot de studie van de koran noemt het boek een 'beschermend toevluchtsoord en blijvende gave van gelukzaligheid, uitstekende argumenten en sluitend bewijs'. Bovendien 'geneest het de angst van het hart en maakt het alleen vaststellingen bij twijfel. Het is lucide spraak en het laatste woord, geen grapjes; een lamp waarvan het licht nooit uitgaat. . ., een oceaan waarvan de diepten nooit zullen worden doorgrond. De redenaar overweldigt de reden. . . het combineert beknopte beknoptheid en onnavolgbare expressie.'1 33
Islamitische geleerde Seyyed Hossein Nasr van George Washington University zegt dat de Koran 'de alfa en omega van de islamitische religie vormt in de zin dat alles wat islamitisch is, of het nu de wetten, het denken, de spirituele en ethische leringen en zelfs de artistieke zijn manifestaties hebben hun wortels in de expliciete of impliciete leer van de Heilige Tekst.3 Sommige moslims houden zelfs vol dat de koran een duidelijker beeld geeft van het islamitische leven dan de feitelijke ervaring in de islamitische wereld. Zo reisde de Nobelprijswinnende Britse schrijver V. S. Naipaul in 1979 in moslimlanden. Een Pakistaanse functionaris vertelde een collega dat Naipaul 'de islam in actie' wilde zien. Het antwoord van de collega was: 'Hij moet de Koran lezen.'4 De ongeschapen koran Moslims geloven dat de koran niet alleen perfect is, maar ook dat hij niet is gemaakt. Wat betekent dat? De Koran zegt dat Allah de "Moeder van het Boek" in zijn bezit heeft (13:39). En Allah maakte de Koran "in het Arabisch, opdat u het kunt begrijpen" (43:3) en vertelt Mohammed dat "het in de Moeder van het Boek is, in onze tegenwoordigheid" (43:4). De 'moeder van het boek' is, volgens de islamitische traditie, de bewaarde tablet, de kopie van de koran die voor eeuwig bij Allah heeft bestaan (85: 21–22). De koran die de engel Gabriël Mohammed tijdens zijn carrière als profeet heeft verstrekt, is een perfecte kopie van dit eeuwige boek. Moslims wijzen op het poëtische karakter van de Koran als bewijs van zijn goddelijke oorsprong, en als bewijs dat Mohammed niet verzonnen was, die volgens hen analfabeet was. Maar niet alle moslims hebben altijd geloofd dat de koran eeuwig en ongeschapen is - een feit dat belangrijke gevolgen heeft voor de hedendaagse hoop op de opkomst van een gematigd islamitisch merk. De reformistische Mu'tazilite-beweging trok in de negende eeuw door de islamitische wereld en werd de staatsgodsdienst van het Abbasidenkalifaat (islamitisch rijk). De Mu'tazilites ('gescheidenen' of 'degenen die zich hebben teruggetrokken') waren van mening dat deze reden, en niet alleen blindelings vertrouwen in de koran, een rol moet spelen in de ontmoeting van een moslim met Allah. Dienovereenkomstig waren Muazazietische theologen ongemakkelijk bij letterlijke
34
interpretaties van sommige passages uit de Koran, en verklaarden zelfs dat het boek zelf was gemaakt.
Bijbel versus Koran ---------------------------------------------------------------------------------"O jullie die geloven! Stel geen vragen over dingen die, als ze u duidelijk worden gemaakt, problemen kunnen veroorzaken. Maar als u naar dingen vraagt wanneer de koran wordt geopenbaard, zullen ze u duidelijk worden gemaakt, Allah zal die vergeven: want Allah is Vergevensgezind, Verdraagzaam. Sommige mensen voor u stelden zulke vragen en verloren daardoor hun geloof.” —Koran 5: 101–2 "Wees altijd bereid om iemand te verdedigen die je ter verantwoording roept voor de hoop die in je is, maar doe het met zachtheid en eerbied." —1 Petrus 3:15
Het debat over de vraag of het heilige boek eeuwig is gemaakt of heeft bestaan, had enorme praktische implicaties. De Mu'tazilieten ontwikkelden een methode voor koraninterpretatie die vrijer was van de letterlijke betekenis van de tekst dan de meeste moslimgeestelijken durfden te wagen. Ze herinterpreteerden bijvoorbeeld het gebod dat Allah "de kwaaddoeners op een dwaalspoor brengt" (14:27) om voorbestemming te verwerpen; ze ontkenden eenvoudig dat Allah de mensen op een dwaalspoor zou brengen en hen naar de hel zou veroordelen. De kalief (islamitische keizer) Ja'far al-Mutawakkil (847–861) verpletterde echter de Mu'tazilite-beweging en noemde het een ketterij. Beweren dat de Koran is gemaakt, werd een misdaad waarop de doodstraf stond. En tot op de dag van vandaag werpt de marginalisering en het in diskrediet brengen van de Mu'tazilites een lange schaduw over de 35
'gematigde islam'. Als de gematigden van vandaag te ver afdwalen van een letterlijke lezing van de Koran (inclusief de wreedheid jegens ongelovigen), lopen ze het risico beschuldigd te worden van het bepleiten van lang in diskrediet gebrachte ketterijen. De Mu'tazilite-ervaring biedt een ruim historisch precedent en een kant-en-klare methodologie die literalisten gebruiken om argwaan te wekken bij elke lezing van de Koran die niet al zijn woorden letterlijk neemt. Dus waar gaat dit perfecte, eeuwige boek nu over? De boodschap van dit boek dat moslims als het volmaakte en onveranderlijke goddelijke woord vereren, lijkt in veel opzichten op de boodschap van de bijbel en zal bekend zijn bij joodse en christelijke lezers. Tegelijkertijd zijn er echter, zoals we zullen zien, opvallende verschillen die van bijzonder belang zijn voor ongelovigen. De Koran gaat, net als de bijbel, over veel dingen, maar de belangrijkste boodschap is dat er één God is, in het Arabisch Allah - "de God". De ergste van alle zonden in de ogen van Allah is afgoderij. Een van de belangrijkste zorgen van de Koran is het uiten van woede en minachting voor de 'ongelovigen', dat wil zeggen niet-moslims, die weigeren de duidelijke tekenen van Allah's aanwezigheid en macht te erkennen, en die naar behoren zullen worden gestraft met de martelingen van de hel. De eenheid van Allah en de noodzaak om hem te gehoorzamen en te aanbidden zijn de centrale thema's van de Koran. Alle andere bezigheden van de Koran kunnen onder deze rubrieken worden ondergebracht. De tekst heeft in de islamitische geschiedenis niets mogelijk gemaakt zoals de theologische uitwerking die het vroege christendom kenmerkte. De islam begon als een simpele geloofsbelijdenis en is er één gebleven - en de meeste verhalen uit de Koran zijn bedoeld om dezelfde basispunten te versterken. De koran - altijd onveranderd? De Council on American-Islamic Relations zegt dat de Koran 'door Mohammed uit het hoofd is geleerd en vervolgens aan zijn metgezellen is 36
gedicteerd. De tekst van de koran werd tijdens het leven van de profeet gecontroleerd. De 114 hoofdstukken van de koran zijn door de eeuwen heen onveranderd gebleven.'5 Dit is een punt van grote trots onder veel moslims, die de afwezigheid van alternatieve versies van de koran beschouwen als een bewijs van het wonderbaarlijke karakter en het bewijs dat Allah inderdaad het boek bewaart, in tegenstelling tot de duizenden variaties die men in de bijbel vindt manuscripten. Osama bin Laden schepte in zijn brief aan het Amerikaanse volk van 2002 op dat de Koran 'bewaard en ongewijzigd blijft, nadat de andere goddelijke boeken en boodschappen zijn veranderd. De koran is het wonder tot de dag des oordeels.'6 Maar zoals zo vaak is de realiteit niet zo eenvoudig. Mohammed ontving Koran-openbaringen van Gabriël stukje bij beetje - of, zoals de Koran zelf zegt, "in langzame, goed georganiseerde stadia, geleidelijk" (25:32) gedurende drieëntwintig jaar. Maar Mohammed zelf was "ongeletterd" (7:157) en schreef zijn openbaringen niet op. Voordat hij in 632 vrij plotseling stierf, had hij een voorgevoel van zijn dood - een voorgevoel dat verband hield met de tekst van de Koran: 'Elk jaar', zei hij tegen zijn dochter Fatima, 'herzag Gabriël de Koran met mij één keer, maar dit jaar heeft hij dat twee keer gedaan. Ik denk dat dit mijn dood voorspelt.'7 Desalniettemin heeft Mohammed geen voorzieningen getroffen om de volledige korantekst aan zijn volgelingen door te geven. Een deel van de koran was opgeschreven; andere porties werden alleen bewaard in de herinneringen van verschillende moslims. Dienovereenkomstig werden sommige openbaringen vergeten, zoals de Koran zelf erkent: "Geen van onze openbaringen schrappen we of laten we vergeten, maar we vervangen iets beters of iets dergelijks: weet u niet dat Allah macht heeft over alle dingen?" (2:106) De Koran samenstellen De aanzet voor het verzamelen van Mohammeds openbaringen in één boek kwam nadat Mohammed en andere belangrijke vroege moslims begonnen af te sterven. Laat in het jaar stierf Mohammed, 632, kwam een groep Arabische stammen die Mohammed had veroverd en in de islamitische kudde had gebracht, in opstand. De eerste kalief, Abu Bakr, 37
leidde de moslims de strijd in om hen te onderwerpen. De twee partijen ontmoetten elkaar in de slag bij Yamama, waarbij enkele moslims die delen van de koran uit het hoofd hadden geleerd, werden gedood. Een van de slachtoffers was een vrijgelaten slaaf genaamd Salim, die Mohammed had genoemd als een van de vier mannen van wie moslims 'de recitatie van de Koran zouden moeten leren.’8 Salim zou ook de eerste moslim zijn die alle openbaringen van de Koran verzamelde in een enkel volume. Maar nu was Salim dood en blijkbaar was zijn verzameling van de koran verloren. En niet alleen de collectie van Salim, maar ook specifieke passages uit de Koran gingen verloren. Een islamitische traditie merkt op dat "veel (van de passages) van de Koran die werden uitgezonden, bekend waren bij degenen die stierven op de dag van Yamama. . . maar ze waren niet bekend (door degenen die) ze overleefden, noch waren ze opgeschreven, noch hadden [de eerste drie kaliefen] Abu Bakr, Umar of Uthman (tegen die tijd) de Koran verzameld, en werden ze ook niet gevonden met zelfs maar één (persoon) na hen.'9 De hele Koran, de bestaansreden van de islamitische gemeenschap, liep gevaar. Daarom stuurde Abu Bakr een moslim genaamd Zaid bin Thabit, van wie werd gezegd dat hij een hafiz was - iemand die de hele Koran uit zijn hoofd had geleerd. Zaid vond Abu Bakr met Umar, een andere krachtige en invloedrijke vroege moslim, en uiteindelijk de opvolger van Abu Bakr als kalief. Abu Bakr zei tegen Zaid: “Umar is naar mij toegekomen en zei: ‘Slachtoffers waren zwaar onder de koran 'van de koran (dat wil zeggen degenen die de koran uit hun hoofd kenden) op de dag van de slag bij Yamama, en ik ben bang dat er op andere slagvelden meer zware verliezen kunnen vallen onder de Qurra, waardoor een groot deel van de Qur'an verloren kan gaan. Daarom stel ik voor dat jij (Abu Bakr) opdracht geeft om de Koran te verzamelen.''' Abu Bakr vertelde Zaid dat hij aanvankelijk aarzelde, aangezien Mohammed zelf niet zo'n project had ondernomen: "Ik zei tegen 'Umar,' Hoe kun je iets doen wat de Boodschapper van Allah niet heeft gedaan? '" Maar Umar hield vast aan zijn wapens en stond erop, "Bij Allah, dat is een goede zaak."
38
Uiteindelijk gaf Abu Bakr toe: "Umar bleef er bij me op aandringen om zijn voorstel te accepteren totdat Allah mijn borst ervoor opende en ik het goede begon te beseffen in het idee dat 'Umar had gerealiseerd.'" Zich tot Zaid wendend, vertelde Abu Bakr hem, "je bent een wijze jongeman en we hebben geen enkele verdenking over jou, en je schreef de goddelijke openbaring voor Allah's Boodschapper. Dus je moet zoeken naar (de fragmentarische scripts van) de koran en deze verzamelen (in één boek)."
WAT ZEI JE OOK AL WEER? ---------------------------------------------------------------------------------Allah gaat het menselijke begrip te boven en hij kan niet worden gezien: "Geen enkel visioen kan Hem bevatten, maar Zijn begrip is boven alle visies: Hij is boven alle begrip, maar is bekend met alle dingen" (6:103). Want inderdaad, het zou niet juist zijn als mensen Allah rechtstreeks zouden aanschouwen: “Het is niet passend voor een man dat Allah tot hem zou spreken behalve door inspiratie, of van achter een sluier, of door het sturen van een boodschapper om te onthullen, met de toestemming van Allah, wat Allah wil: want Hij is de Allerhoogste, de Meest Wijze ”(42:51). Toch zag Mohammed Allah: want de islamitische profeet 'werd onderwezen door een machtige, begiftigd met wijsheid', die 'verscheen (in statige vorm) terwijl hij in het hoogste deel van de horizon was' (53:5–7) . Allah daagt de ongelovigen uit die twijfelen aan de waarheidsgetrouwheid van Mohammeds goddelijke visie: "Zult u dan met hem in discussie gaan over wat hij zag? Want hij zag hem inderdaad bij een tweede afdaling, bij de lote-boom waar niemand voorbij mag gaan' (53:12–13).
Als hij echt een hafiz was, had Zaid dit project moeten kunnen voltooien door simpelweg te gaan zitten en de koran uit zijn hoofd te schrijven. Maar in plaats daarvan ontving hij zijn nieuwe opdracht als een verpletterende 39
last: “Bij Allah! Als ze me hadden opgedragen om een van de bergen te verplaatsen, zou het voor mij niet zwaarder zijn geweest dan dit om me de koran te laten ophalen. " Hij stelde Abu Bakr dezelfde vraag die de kalief aanvankelijk aan Umar had gesteld: "Hoe ga je iets doen wat de Boodschapper van Allah niet heeft gedaan?" Maar Abu Bakr herhaalde eenvoudig het antwoord van Umar op hem: "Bij Allah, het is een goede zaak om gedaan te worden." Dus Zaid ging aan de slag om verschillende moslims te interviewen en verzen op te nemen waarvan zij beweerden dat ze van Mohammed afkomstig waren. Zoals Zaid vertelde: 'Ik begon koranmateriaal te lokaliseren en te verzamelen uit perkamenten, schouderblad, bladstengels van dadelpalmen en uit de herinneringen van mannen (die het uit hun hoofd kenden). Ik vond bij Khuzaima twee verzen van Surat-at-Tauba [soera 9] die ik bij niemand anders had gevonden.'10 Zaid's herinnering getuigt van het ad-hockarakter van zijn werk. Het was bijvoorbeeld Khuzaima zelf, de enige bron van Zaid voor de laatste twee verzen van soera 9, die Zaid benaderde en hem informeerde over het weglaten: 'Ik zie dat je (twee) verzen over het hoofd hebt gezien en niet hebt geschreven.' Toen hij ze had opgezegd, verklaarde een invloedrijke metgezel van Mohammed en de toekomstige derde kalief, Utman,: "Ik getuig dat deze verzen van Allah komen."11 En dus werden ze opgenomen in de Koran (9:128–29). Ondanks het schaarse aantal getuigen van de authenticiteit van verzen als deze, voltooide Zaid zijn taak en stelde hij samen wat de canonieke koran zou worden. Verloren passages uit de Koran Andere delen van de Koran, waarvan sommige strenge straffen oplegden voor ongelovigen en andere overtreders van de islamitische wet, slaagden er niet in Zaid's canon te halen. Een vroege moslim verklaarde: "Laat niemand van jullie zeggen:‘ Ik heb de hele Koran verworven. ’Hoe weet hij wat het allemaal is als een groot deel van de Koran is verdwenen? Laat hem liever zeggen: 'Ik heb verworven wat er is overgebleven.' wat Hij openbaart (in fasen) - ze zeggen: 'Gij zijt slechts een vervalser': maar de meesten van hen begrijpen het niet ”(16:101). Hij richt zich natuurlijk tot Mohammed, wiens tegenstanders hem beschuldigden van het smeden 40
van goddelijke openbaringen wanneer hij de ene door de andere zou vervangen. Andere koranverzen verdwenen zonder vervanging. Een van hen verklaarde: "De religie bij Allah is al-Hanifiyyah (de Rechte Weg) in plaats van die van de Joden of de Christenen, en degenen die goed doen, zullen niet onbeloond blijven." Al-Tirmidhi, de samensteller van een van de zes verzamelingen Hadith, of islamitische tradities, die moslims als de meest betrouwbare beschouwen, zei dat dit vers ooit deel uitmaakte van soera 98.13 Het wordt daar echter niet gevonden in Zaid's versie. Een andere islamitische traditie meldt dat een oudere moslim eens zei tegen driehonderd mannen die waren opgeleid in het reciteren van de Koran: "We reciteerden een soera die qua lengte en ernst leek op (Surah) Bara'at." 'Surah Bara'at' is de negende soera van de Koran, die de meest uitgebreide aansporing tot oorlog tegen ongelovigen bevat, en de enige expliciete aansporing van het boek om oorlog te voeren tegen Joden en christenen en hen te onderwerpen aan de heerschappij van de islamitische wet (9:29) . Toch was deze tweede martiale soera voor altijd verloren. De oude man vervolgde: 'Ik ben het echter vergeten, met uitzondering van wat ik me er uit herinner:' Als er twee valleien vol rijkdom waren, naar de zoon van Adam, zou hij verlangen naar een derde vallei, en niets zou de maag van de zoon van Adam vullen dan stof.'� De oude man voegde eraan toe: 'En we reciteerden een soera die leek op een van de soera's van Musabbihat, en ik ben het vergeten, maar onthoud er (zoveel) van:' Oh mensen die geloven, waarom zeg je dat wat u oefent niet '(lxi 2.) en' dat in uw nek is opgetekend als getuige (tegen u) en u zou ernaar worden gevraagd op de Dag der Opstanding' (xvii. 13).� Dit is een waarschuwing voor de huichelaars - zogenaamd onoprechte bekeerlingen die ervan worden verdacht Mohammed te ondermijnen - om te doen wat ze prediken en niet te doen alsof ze in de islam geloven.14 Het meest berucht was dat een passage waarin de dood door steniging werd voorgeschreven als straf voor overspel, oorspronkelijk deel uitmaakte van de Koran, maar later werd weggelaten. De tweede kalief, Umar, maakte zich zorgen over het weglaten:
41
Ik ben bang dat mensen na een lange tijd zullen zeggen: "We vinden de verzen van de Rajam (steniging ter dood) niet in het Heilige Boek", en als gevolg daarvan kunnen ze afdwalen door een verplichting achter te laten die Allah heeft geopenbaard . Zie! Ik bevestig dat de straf van Rajam wordt opgelegd aan hem die illegale geslachtsgemeenschap pleegt, als hij al getrouwd is en de misdaad wordt bewezen door getuigen of zwangerschap of bekentenis. . . . Voorwaar, Allah's Apostel heeft de straf van Rajam uitgevoerd, en wij ook na hem.15 Ubayy ibn Ka'b, die in de vroege islamitische traditie wordt opgemerkt als de samensteller van een van de alternatieve teksten van de koran die moslims nu ontkennen ooit te hebben bestaan, legde uit dat soera 33, die drieënzeventig verzen lang is, ooit 213 extra verzen had, waaronder deze: "De hoereerders onder de getrouwde mannen (ash-shaikh) en gehuwde vrouwen (ash-shaikhah), stenigen hen als een voorbeeldige straf van Allah, en Allah is Machtig en Wijs."16 Hoewel vrouwen, beschuldigde overspelers en ongelovigen in het algemeen enige troost kunnen putten uit het feit dat deze verzen de koran niet definitief hebben doorgesneden, vonden andere voorschriften in dezelfde geest als deze hun weg naar het heilige boek van de moslims, zoals we zullen zien. De Koran in een omhulling Vreemd genoeg, hoewel de kalief hem zelf de taak had gegeven om de Koran te verzamelen, was Zaid na voltooiing van zijn werk vele jaren lang niet wijd verspreid. Er werden geen kopieën gemaakt en de oorspronkelijke tekst van Zaid werd bewaard in het huis van Abu Bakr tot de dood van de kalief. Daarna ging het over naar de opvolger van Abu Bakr, Umar, en vervolgens naar Hafsa, de dochter van Umar en een van Mohammeds weduwen.17 Een aanwijzing dat Zaid's Koran jaren na Mohammeds dood relatief onbekend was, was het feit dat tijdens Uthmans regering als kalief (644– 656) moslims uit Syrië en Irak ruzie begonnen te maken over de juiste tekst van de Koran. Een vooraanstaande moslim kwam naar Uthman en vroeg 42
hem de situatie te redden: 'O opperhoofd van de gelovigen! Red deze natie voordat ze van mening verschillen over het boek (de koran) zoals joden en christenen vóór hen deden ”- een verklaring die het islamitische geloof weerspiegelt dat de joden en christenen de geschriften die ze van allah ontvingen, hebben verdorven en hun oorspronkelijke islamitische boodschap verdraaiden om het jodendom en het christendom te creëren. Uthman gaf gehoor aan het verzoek en vroeg Haifa hem de koran van Zaid te sturen, en beval Zaid en drie andere moslims om kopieën te gaan schrijven. Uthman verwachtte dat Zaid's collega's het misschien niet eens zouden zijn met zijn versie van de Koran en vertelde de drie: 'Als je het op enig punt in de Koran niet eens bent met Zaid bin Thabit, schrijf het dan in het dialect van de Qoeraisj [de stam van Mohammed] , de koran werd geopenbaard in hun tong.'18 Deze vreemde volgorde kan een aanwijzing zijn dat koranmateriaal afkomstig is buiten Mekka en Medina, en mogelijk zelfs buiten Arabië zelf, want als het allemaal naar en door Mohammed werd overgedragen, vermoedelijk zou het in de eerste plaats allemaal in het Quraish-dialect zijn geweest. Andere korans Zodra deze vier hun taak hadden volbracht, stuurde Uthman een kopie van Zaid's Koran naar elk moslimland en beval hen alle andere versies te verbranden. Dit veroorzaakte enige weerstand, met name van een van Mohammeds voormalige dienaren, Abdullah bin Masud. Mohammed zelf had Abdullah's inzicht in de Koran geprezen en hem aanbevolen als een van de vier moslims van wie de andere gelovigen zouden moeten leren hoe ze de Koran moesten reciteren.20 Mohammed nam Zaid bin Thabit niet op in deze lijst. Abdullah had zijn eigen koran samengesteld, die op een aantal belangrijke manieren verschilde van de versie van Zaid. Het meest opvallende was dat het slechts 111 hoofdstukken had, in plaats van de 114 van de standaardversie, waarbij de soera's 1, 113 en 114 werden weggelaten. Dit zijn allemaal korte gebeden die de theologische inhoud van de Koran niet veranderen, maar het weglaten van elk was niet in staat. Het eerste hoofdstuk, de Fatiha, is het meest voorkomende gebed in de islam, en volgens de islamitische traditie reciteerde Mohammed soera 113 43
en 114, charmes tegen boze geesten, op zijn sterfbed. Maar Abdullah was van mening dat deze gebeden geen deel uitmaakten van de Koran, en hij stond niet op het punt zijn werk ten gunste van Zaid's te verwerpen. Om te beginnen had hij veel van wat hij van de Koran wist rechtstreeks van de profeet van de islam zelf geleerd: "Ik heb rechtstreeks van de boodschapper van Allah zeventig soerahs verkregen toen Zaid nog een kinderlijke jeugd was", donderde Abdullah. "Moet ik nu verzaken wat ik rechtstreeks van de boodschapper van Allah heb verkregen?"21
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN ---------------------------------------------------------------------------------Probeer neuspleisters uit “De profeet zei: 'Als iemand van jullie uit zijn slaap wakker wordt en de wassing uitvoert, moet hij zijn neus wassen door er water in te doen en hem dan driemaal uit te blazen, omdat Satan de hele nacht in zijn bovenste gedeelte van zijn neus is gebleven.'”19
Ondertussen was er, zoals we hebben gezien, alweer een vroege compilatie van de openbaringen van de Koran - die van Ubayy bin Ka'b nog een andere moslim wiens bekwaamheid in de Koran lof kreeg van Mohammed, die hem 'de beste lezer (van de Koran') noemde een) onder mijn volk.'22 Ubayy's Koran had niet 111 hoofdstukken zoals die van Abdullah ibn Masud, of 114 zoals de canonieke versie, maar 116 – Ubayy voegde er nog twee korte gebeden aan toe.
44
DE WONDEREN VAN DE KORAN ---------------------------------------------------------------------------------DE MAAN IS DOOR MIDDEN GESPLETEN – IN 1969! De Islamitische apologeet Harum Yahya vind dat vindt een wonderbaarlijke profetie in Koran 54: 1, die hij vertaalt als: "Het uur is nabij gekomen en de maan is gespleten." Yahya legt uit: "Het woord‘ split ’dat in dit vers wordt gebruikt, is de Arabische shaqqa, die in het Arabisch [zoals het geschreven is] verschillende betekenissen heeft. In sommige commentaren op de koran heeft de betekenis ‘split’ de voorkeur. Maar shaqqa in het Arabisch kan ook ‘ploegen’ of ‘graven’ de aarde betekenen. " En dat is, zie je, wat de astronauten deden toen ze monsters namen van het maanoppervlak. Zegt Yahya, Als we teruggaan naar het jaar 1969, zouden we een van de grote wonderen van de koran zien. De experimenten die op 20 juli 1969 op het oppervlak van de maan zijn uitgevoerd, duiden mogelijk op de vervulling van nieuws dat 1400 jaar geleden in Surat al-Qamar [soera 54] werd gegeven. Op die datum zetten Amerikaanse astronauten voet op de maan. Bij het graven op de maanbodem voerden ze wetenschappelijke experimenten uit en verzamelden monsters van stenen en grond. Het is zeker heel interessant dat deze ontwikkelingen volledig in overeenstemming zijn met de verklaringen in het vers Heel interessant misschien, maar een beetje geforceerd. Hebben de astronauten de maan gespleten of zelfs geploegd? Nee, hoewel ze inderdaad een beetje "graven". Geen enkele moslimautoriteit vóór 1969 - of zelfs voor Yahya trouwens - las ooit Koran 54: 1 en zag daarin een profetie dat op een dag mannen op de maan zouden wandelen.
45
Zelfs nadat Uthman de Koran van Zaid had gestandaardiseerd, moesten er verdere correcties worden aangebracht. Op een gegeven moment vroeg Mohammeds favoriete vrouw, Aisha, nu een gerespecteerde weduwe die bekend staat als de 'Moeder van de gelovigen', haar bediende om een exemplaar van de Koran voor haar op te schrijven. Maar ze gaf hem de opdracht om af te wijken van de standaardversie van Koran 2:238 en vertelde hem: "Wanneer je dit ayat [vers] bereikt, laat me dan weten: 'Bewaak de gebeden zorgvuldig en het middelste gebed en sta gehoorzaam aan Allah.'" Ze zei hem in plaats daarvan te schrijven: "Bewaak de gebeden zorgvuldig en het middelste gebed en het asr [middag] gebed en sta gehoorzaam aan Allah." Haar autoriteit voor deze verandering? "Ik hoorde het van de Boodschapper van Allah, moge Allah hem zegenen en vrede schenken."24 Uthman is erin geslaagd om de meeste alternatieve koranvarianten te vernietigen, hoewel sommige ervan bewaard zijn gebleven in islamitische tradities, en andere de laatste tijd weer zijn teruggekomen. In 1972 kwamen bouwvakkers die de Grote Moskee van Sanaa in Jemen aan het restaureren waren, op een cache met oude manuscripten. Dit bleken pagina's van de koran te zijn die teruggaan tot de zevende en achtste eeuw, waarvan er vele passages bevatten die verschilden van de canonieke en universeel aanvaarde koran. Hoewel de meeste van deze verschillen klein waren, is hun bestaan enorm belangrijk om dezelfde reden als kennis van Aisha's wijziging van de koran: ze dagen de moslimaanname uit dat de koran het perfecte boek van Allah is, in perfecte vorm vanuit het paradijs gezonden en bewaard zonder eventuele varianten of wijzigingen.
46
Hoofdstuk 3
“DAT KLINKT BEKEND IN DE OREN”
De Koran – Allah’s exacte woorden (met een beetje hulp van de Joden) VOLGENS ISLAMITISCHE TRADITIE ontving Mohammed zijn eerste openbaring rond 610 AD en bleef ze ontvangen tot aan zijn dood in 632. Dat zou de islam ongeveer 1400 jaar oud maken, toch? Mis. Wat moslims betreft, is de islam de oudste religie op aarde en de oorspronkelijke religie van alle authentieke profeten - inclusief Abraham, Mozes en Jezus: 'Zie! Dit, uw religie, is één religie, en Ik ben uw Heer, dus aanbid Mij” (21:92). En deze drie zijn slechts enkele van de meest opmerkelijke onder de vele profeten die Allah naar de wereld heeft gezonden om dwalende mensen terug te leiden naar het rechte pad. De Koran leert dat Allah een boodschapper zond naar elk volk op aarde (10:47), mensen terugroepend tot de ware God en de ware aanbidding in hun eigen taal (14:4). Geen enkel volk is zonder profeet geweest, en die profeten waarschuwden de mensen op aarde voor het naderende oordeel van Allah (35:24). Mohammed is het zegel van de profeten (33:40) daarom is de reguliere islam altijd onherbergzaam geweest voor degenen die beweerden profeten te zijn na Mohammed. Op een paar opmerkelijke uitzonderingen na, zijn de enige profeten die in de Koran worden genoemd, de Joodse profeten van de Hebreeuwse Geschriften. De belangrijkste hiervan waren Noach, Abraham, Jacob en, zoals een Koranpassage ze opsomt: “David en Salomo, Job en Jozef en Mozes en Aaron. . . Zacharias en John, Jezus en Elias. . . en Ismaël, Elisa, Jona en Lot ”(6:84–87). (Zoals we later zullen bespreken, wordt Jezus hier
47
alleen genoemd als een menselijk lid van deze lijst van profeten, niet als de Zoon van God.) Joden en christenen staan volgens de Koran voor een zware tijd door toedoen van hun eigen profeten. Op de Dag des Oordeels zullen de profeten getuigen tegen degenen die de islam hebben verworpen, en 'dan zal geen excuus worden aanvaard van ongelovigen, noch zullen zij enige gunsten ontvangen' (16:84). Natuurlijk hebben ongelovigen al "geen excuus", omdat de Koran volhoudt dat ze duidelijke tekenen negeren dat Mohammed een profeet is. Maar na de Dag des Oordeels zullen ze oog in oog komen te staan met hun perversiteit, en eeuwige marteling verdienen voor hun afwijzing van Allah en Mohammed (33:64–68; 35:36–37; 40:47–50).
Bijbel versus Koran ----------------------------------------------------------------------------------“Dood de afgodendienaars waar je ze ook vindt. . . “ —Koran 9: 5 (vgl. 4:89 en 2: 191) "Gij zult niet doden." – Exodus 20:13
Hoewel de koran woedt met een niet aflatende vijandigheid jegens de joden, blijkt uit de vele Bijbelse verhalen uit de koran dat het jodendom de islamitische theologie sterk heeft beïnvloed. Het verhaal van de ark van Noach verschijnt in soera 10; Jona en zijn walvis in soera 37. De patriarch Abraham verschijnt in veel soera's. En zoals we zullen zien, speelt Mozes een prominente rol in de hele Koran, waarbij zijn confrontatie met de farao talloze keren werd herhaald.
48
De val van Adam De leningen van de Koran uit de Bijbel gaan helemaal terug tot het verhaal van Adam en Eva, hoewel het niet aan het begin van de Koran verschijnt zoals aan het begin van de Bijbel. Zoals veel verhalen in de Koran wordt deze geheel of gedeeltelijk meerdere keren verteld, het meest volledig in 2:30–39; 7:11–25; 15:28–42; 20:115–26; en 38:71–85. De basiscontouren van het verhaal van Adam en Eva uit de Koran zullen bijbellezers bekend zijn, maar in de Koran zijn er veel versieringen. Het verhaal, zoals zoveel andere Bijbelverhalen die in de Koran worden verteld, vertoont geen afhankelijkheid van de Bijbelse tekst, maar wordt opnieuw verteld alsof het iemand is die het heeft voorgedragen - en gaat ervan uit dat zijn eigen publiek al bekend is met de hoofdlijnen van het verhaal . Het verhaal begint in de Koran met enig materiaal - natuurlijk niet genoemd - uit Joodse tradities die lacunes in de Bijbelse tekst invullen. Allah schept Adam uit modder (15:26) of uit stof, zoals een andere passage uit de Koran zegt: "Hij schiep hem uit stof en zei toen tegen hem:" Wees. "En hij was" (3:59). Allah vertelt de engelen om zich voor Adam neer te werpen (2:34; 7:11; 15:29; 18:50; 20:116) - een bevel dat lijkt af te hangen van het Bijbelse idee dat de mensheid naar het beeld van God, want anders zou het voor grotere wezens geen zin hebben om voor kleinere te buigen. Het is echter opmerkelijk dat de Koran niet specificeert dat de mensheid naar het goddelijke beeld is geschapen (Genesis 1:26). Satan weigert zich neer te werpen en wordt daardoor een ongelovige (2:34). Als Allah hem vraagt waarom hij zijn gebod weigerde, antwoordt Satan uit trots: "Ik ben beter dan hij: Gij hebt mij geschapen uit vuur en hem uit leem" (7:12; 38:76; vgl. 15:33); 17:61). De eerbiedwaardige korancommentator Ibn Kathir legt uit dat Satan ongelijk had - hij was eigenlijk niet beter dan Adam. Satan "verloor de hoop in het verkrijgen van de genade van Allah", zegt hij en voegt daaraan toe: hij heeft deze fout begaan, moge Allah hem vervloeken vanwege zijn verkeerde vergelijking. Zijn bewering dat het vuur meer wordt geëerd dan modder was ook vals, omdat modder de 49
eigenschappen van wijsheid, verdraagzaamheid, geduld en zekerheid heeft, modder is waar planten groeien, bloeien, toenemen en goed doen. Vuur daarentegen heeft de eigenschappen brandend, roekeloosheid en haast. Daarom leidde de oorsprong van de schepping Shaytan [Satan] tot mislukking, terwijl de oorsprong van Adam hem ertoe bracht om met berouw, nederigheid, gehoorzaamheid en onderwerping aan Zijn bevel tot Allah terug te keren, zijn fout toe te geven en Allah's vergeving en vergeving daarvoor te zoeken.1 Voor Satans ongehoorzaamheid vervloekt Allah hem (38:77–78) en verbant hem uit het paradijs (7:13; 15:34) - maar dan vraagt en ontvangt Satan uitstel tot de Dag des Oordeels (15:37; 38:79-81). Zijn trots is gekwetst en hij roemt tegen Allah: "Ziet u? Dit [Adam] is degene die U boven mij hebt geëerd! Als U mij maar wilt verlossen op de Dag des Oordeels, zal ik zeker zijn nakomelingen onder mijn heerschappij brengen - op een paar na!” (17:62) Satan zegt dat hij dit uitstel zal gebruiken door zijn tijd te besteden aan het verleiden van de moslims weg van het rechte pad van de islam (7:16–17;15:39). Hij zweert de hele mensheid op een dwaalspoor te brengen, behalve Allah's "doelbewuste slaven" (38:83; 15:40), hoewel Allah hem waarschuwt dat "over Mijn dienstknechten geen gezag zult zijn, behalve dat ze zichzelf in de verkeerde en volg u” (15:42). Allah zweert de Hel te vullen met de volgelingen van Satan (38:85). 'Ga je gang', zegt hij tegen Satan. “Als een van hen u volgt, zal de hel zeker de beloning zijn voor u (allen) - een ruime beloning. Vernietig degenen die u onder hen kunt vernietigen met uw (verleidelijke) stem; maak aanvallen op uw cavalerie en uw infanterie; delen onderling rijkdom en kinderen met hen; en maak hun beloften” (17:63–64). Maar al deze gaven zijn een illusie; Satan, zegt de Koran, 'belooft hun niets dan bedrog' (17:64).
50
HOE GING DAT OOK AL WEER? --------------------------------------------------------------------------------IN DE BIJBEL is Satan natuurlijk een gevallen engel, uit de hemel geworpen vanwege zijn overweldigende trots. Maar in de Koran is het niet helemaal duidelijk wie Satan is. De meeste passages die hem beschrijven, groeperen hem onder de engelen (2:34; 7:11; 15:28–31; 20:116; 38:71–74). Een andere passage stelt echter dat "hij een van de djinns was" (een soort onzichtbare geest) (18:50). En het is moeilijk om het idee vierkant te maken dat Satan, die alleen bekend staat om zijn ongehoorzaamheid, een engel was met de bevestiging van de Koran dat de engelen "Allah niet weerstaan in hetgeen Hij hun gebiedt, maar doen wat hun geboden is" (66:6). Als hij een djinn was, zou zijn ongehoorzaamheid veel begrijpelijker zijn, aangezien veel van de djinns 'harten hebben waarmee ze het niet begrijpen, ogen waarmee ze het niet zien en oren waarmee ze het niet horen. Ze zijn als vee, en zelfs meer misleid: want ze zijn achteloos (van waarschuwing)” (7:179). Als Satan echter een djinn is, creëert dit nog een andere moeilijkheid dan het feit dat hij herhaaldelijk een engel wordt genoemd: waarom wordt hem in soera 7 en zijn verwante passages de schuld gegeven van het ongehoorzaam zijn aan een bevel dat Allah niet aan de djinns, maar aan de engelen gaf? Dit heeft in de islamitische geschiedenis tot enkele ingenieuze verklaringen geleid. Een eerbiedwaardig en nog steeds alom gerespecteerd commentaar op de Koran, de Tafsir Al-Jalalayn, viert de cirkel met een vage bewering dat Satan 'de vader van de djinn was, die onder de engelen was.’2 Evenzo identificeert een twintigste-eeuwse vertaler en tolk van de koran, de joodse bekeerling tot de islam Muhammad Asad, de djinns met de engelen, hoewel dit in tegenspraak is met de verklaring van de koran dat engelen niet ongehoorzaam zijn.3 51
De hedendaagse islamitische apoloog Dr. Zakir Naik stelt creatief dat Satan, hoewel hij bij de engelen is gegroepeerd, nooit echt een engel wordt genoemd, en dat er dus geen tegenstrijdigheid is. Hij zegt dat Satan, hoewel een djinn, niettemin verantwoordelijk wordt gehouden voor het ongehoorzaam zijn aan een bevel dat tot de engelen is gericht omdat Allah het collectief bedoelde - alle engelen evenals Satan zouden het moeten gehoorzamen.4 Dit zijn de intellectuele verdraaiingen waaraan ware gelovigen zich soms zullen onderwerpen om te ontcijferen wat beweerd wordt het directe woord van Allah te zijn.
Satans eerste slachtoffer is Adam, niet Eva, wiens rol in de Koran aanzienlijk wordt verminderd ten opzichte van de cruciale rol die ze in Genesis speelt. Satan verleidt Adam met de vrucht van wat in één Koranverslag een niet-geïdentificeerde boom is (7:19-20). Maar in een andere koranversie van hetzelfde verhaal verleidt Satan hem door hem uit te nodigen om te eten van wat in de Bijbel bekend staat als de Boom des Levens - niet, zoals het verslag in Genesis zegt, de Boom van de Kennis van Goed en Kwaad : “O Adam! Zal ik u naar de boom van eeuwigheid leiden en naar een koninkrijk dat nooit vergaat?” (20:120). De verleiding is dus niet tot moreel besef en tot morele scheidsrechter, "zoals God, goed en kwaad kennen" (Genesis 3:5), maar tot eeuwig leven. toch ontvangen ze dit niet, ook al eten ze van deze boom: Satans belofte blijkt een leugen te zijn geweest. Nadat zowel Adam als Eva zondigden door de vrucht te proeven, berispt Allah hen omdat ze acht hebben geslagen op de woorden van hun vijand, Satan, die het paar had verleid om de vrucht van de boom te eten door hen te vertellen dat Allah hen alleen had verboden het te eten, want als dat deden ze, ze zouden worden als de engelen en eeuwig leven (7:22). Vervolgens verbant hij ze uit de tuin (7:24–25). Maar Allah vertelt hen dat degenen die zijn leiding volgen, de weg niet zullen verliezen (20:123). Er is geen concept in de islam van erfzonde, of enig idee dat "in Adam allen sterven" (1 Korintiërs 15:22). In de Koran bezweek Adam voor de verleiding van Satan, en die verlokking is altijd 52
aanwezig, maar als de gelovigen gehoor geven aan de woorden van Allah via zijn profeten, zullen ze beloond worden met een plaats in het paradijs. Er is geen aanwijzing in de islam van de christelijke ideeën over de gebrokenheid van de wereld als gevolg van zonde, hoewel Mohammed Jezus en zijn moeder Maria identificeerde als de enige zondeloze mensen die ooit hadden geleefd - en de islamitische traditie voegt Mohammed zelf toe aan die lijst. Maar hoewel mensen hebben gezondigd, is er geen idee dat het koninkrijk van Allah niet van deze wereld is. En moslims hebben door de geschiedenis heen hard gewerkt om het in deze wereld te vestigen. Kaïn en Abel Kaïns moord op zijn broer Abel (5:30–35) is een ander koranverhaal uit de Bijbel. Het wijkt af van het bijbelse verhaal door te vertellen dat nadat Kaïn Abel had gedood, "Allah een raaf zond die de grond krabde, om hem te laten zien hoe hij het naakte lijk van zijn broer kon verbergen." Bij deze vreemde aanblik riep Kaïn uit: 'Wee mij! Kan ik niet als deze raaf zijn en dus het naakte lijk van mijn broer verbergen?" Op dit punt vertelt de Koran ons: 'hij werd berouwvol' (5:31). Dan volgt een van de beroemdste verzen van de Koran - een die presidenten George W. Bush en Barack Obama allebei hebben aangehaald in een poging te bewijzen dat de islam een religie van vrede is die het terrorisme verafschuwt: 'Daarom hebben wij voor de kinderen van Israël geordend dat als iemand doodde - tenzij voor moord of voor het verspreiden van onheil in het land - zou het zijn alsof hij het hele volk doodde: en als iemand een leven redde, zou het zijn alsof hij het leven van de hele mensen” (5:32). De Koran legt niet uit waarom Kaïns moord op Abel zou leiden tot deze vergelijking van het doden van één persoon met het doden van het hele volk. In feite komt dit bevel ook uit de Joodse traditie. De grote negentiende-eeuwse koranhistoricus William St. Clair Tisdall merkte op dat de essentie van dit vers uit de Misjna Sanhedrin is gehaald: „Wat Kaïn betreft die zijn broer heeft gedood, zegt de Heer die hem aanspreekt niet: 'De stem van het bloed van uw broer schreeuwt het uit, 'maar' de stem van zijn bloed ', wat niet alleen zijn bloed betekent, maar dat van zijn 53
nakomelingen; en dit om te laten zien dat er sinds Adam was alleen geschapen, dus hij dat een Israëliet doodt is, door het meervoud hier gebruikt, gerekend alsof hij de wereld als geheel had gedood; en hij die een enkele Israëliet redt, wordt geteld alsof hij de hele wereld had gered.'5 Deze uiteenzetting van Genesis maakt het verband duidelijk tussen het doden van Abel en het doden van het hele volk, erop wijzend dat de bijbelse tekst verwijst naar Abels 'bloed', dat wil zeggen zijn nakomelingen. Maar de Koran laat dit weg en springt zonder uitleg van de moord op Abel op de waarschuwing over het doden van de hele bevolking. Mohammed las deze rabbijnse teksten vrijwel zeker niet, maar hij heeft ze waarschijnlijk gehoord door rabbijnen van de drie machtige joodse stammen van Medina, de Banu Nadir, Banu Qaynuqa en Banu Qurayza. De Koran Het account leest als een hervertelling van het verhaal van een man die aandachtig heeft geluisterd naar het, maar heeft toch weggelaten een saillant detail. Koning Salomo, de koningin van Sheba, pratende mieren en harige benen Een ander bijbelverhaal uit de Koran is dat van Salomo en de koningin van Sheba (27:16–44), hoewel het vol staat met merkwaardige elementen die niet in het bijbelse verslag worden genoemd (1 Koningen 10:1–13). Allah geeft Salomo de gave om de spraak van vogels te begrijpen. De koning kan ook de mieren begrijpen, die afluisteren wanneer een mier de anderen waarschuwt om voor Salomo te vluchten en degenen met hem die hen vertrappen, zoals alle djinns, mannen en vogels voor hem komen. Salomo is geïrriteerd als hij ontdekt dat de hop niet onder de vogels is en belooft hem te straffen. De hop komt echter laat binnen met nieuws over de koningin van Sheba, die een prachtig koninkrijk heeft - maar zij en haar volk worden misleid door Satan en aanbidden de zon. De hop zelf is een vrome moslim; Salomo stuurt de vogel een brief voor de koningin, grotendeels om de waarachtigheid van de hop te testen. De brief begint met de standaard islamitische aanroep Bismillah ar-Rahman ar-Rahim (27:30) - in naam van Allah, de barmhartige, de barmhartige - en roept de koningin en haar volk op om de islam te accepteren. De koningin overlegt met haar adviseurs en besluit Solomon een geschenk te sturen. Ibn Kathir legt deze passage uit als betekenis: 'Ik zal hem een geschenk 54
sturen dat past bij een van zijn status, en ik zal afwachten wat zijn reactie zal zijn. Misschien zal hij dat accepteren en ons met rust laten, of hij zal een belasting heffen die we hem elk jaar kunnen betalen, zodat hij ons niet zal bevechten en oorlog tegen ons zal voeren.'6 Dit idee lijkt gemodelleerd naar de jizya, de belasting die is voorgeschreven voor de dhimmis, het onderwerp niet-moslims die zich onderwerpen aan de regel van de islamitische wet (9:29): de koningin lijkt bereid een belasting te betalen als een symbool van haar onderwerping aan Salomo's autoriteit. Qatadah, een van Mohammeds metgezellen, verwonderde zich: "Moge Allah haar genadig zijn en tevreden met haar zijn - hoe wijs was ze als moslim en (daarvoor) als afgodendienaar! Ze begreep dat het geven van geschenken een goed effect heeft op mensen.'7 Maar Salomo verwerpt de geschenken, met de intentie om de koningin tot de islam te bekeren. Ibn Kathir parafraseert zijn reactie op de gaven: 'Probeert u mij met rijkdom te vleien, zodat ik u met uw Shirk [die anderen naast Allah aanbidt] en uw koninkrijk met rust laat?' 8 Hij is niet geneigd om hen met rust te laten, zoals Moslims zijn nooit geneigd geweest om Infidel-koninkrijken met rust te laten, terwijl ze de middelen hadden om ze te confronteren. Salomo vraagt een van zijn mannen om hem haar troon te brengen. De troon ontving, beval Salomo hem lichtjes te veranderen, om de herkenningskracht van de koningin te testen. Haar herkenning ervan, volgens Ibn Kathir, toont "de ultieme intelligentie en sterke vastberadenheid".9 Ze verlaat haar andere objecten van aanbidding en aanbidt Allah alleen. Salomo bedacht een nieuwe test, waarbij de koningin haar benen moest blootleggen; hij deed dit, volgens een eerbiedig commentaar op de koran, de tafsir al-jalalayn, omdat hij 'met haar wilde trouwen maar een hekel had aan het haar op haar benen en daarom bereidden de shaytans [duivels] een ontharingsmiddel en verwijderde ze het haar ermee . Hij trouwde met haar en hield van haar en bevestigde haar als de heerser over haar koninkrijk.'10 Dit koranverhaal is gebaseerd op de Targum van Esther die, hoewel verschillend van de koran in enig detail, alle hoofdelementen van het verhaal bevat: de pratende dieren, waaronder ĂŠĂŠn terughoudend dier (een haan in de joodse traditie, in plaats van een hop) ), de brief aan de 55
koningin van Sheba, die een heiden is (de zee aanbiddend in het joodse verhaal, in plaats van de zon zoals in de islamitische versie) - zelfs de harige benen. St. Clair-Tisdall merkt op dat dit verhaal “doet denken aan verhalen zoals we die vinden in de ‘Arabische nachten.’ Maar vreemd dat de profeet het niet zo had kunnen zien. Nadat hij het van zijn joodse vrienden had gehoord, verbeeldde hij zich kennelijk dat het door hen in hun geïnspireerde Schrift was gelezen, en introduceerde het als zodanig in de Koran.”11 Er zijn tal van andere joodse invloeden in de koran, waaronder specifieke regels. Allah zegt: “Op de dag dat we tot de hel zeggen: ben je vervuld? En het zegt: kan er nog meer komen? " (50:30). St. Clair-Tisdall wijst erop dat een pre-islamitische joodse auteur schreef: "De Prins van de Hel zal mij van dag tot dag zeggen dat ik voedsel kan krijgen dat vol is." Bovendien mogen moslims tijdens de ramadan de hele nacht door eten en drinken 'totdat de witte draad van de dageraad je verschilt van de zwarte draad' (2:187). In de Mishnah Berakhoth "is het begin van de dag op het moment dat men slechts een blauwe draad kan onderscheiden van een witte draad."12 Slaperige christenen worden slaperige moslims De koran vertoont ook sporen van christelijke invloeden. In de vijfde, zesde en zevende eeuw verlieten christenen die tot ketterse sekten behoorden het Oost-Romeinse rijk, waar ze met discriminatie en ontbering werden geconfronteerd, en trokken naar het oosten. In de tijd van Mohammed waren velen van hen te vinden in Arabië - waar ze (en een klein aantal orthodoxe christenen) onbewust hielpen de islamitische kijk op het christendom vorm te geven terwijl ze religieuze verhalen vertelden, sommigen uit de Bijbel en sommigen geborduurd tijdens de hoorzitting van Mohammed, die ze naar behoren in de Koran heeft opgenomen. Neem bijvoorbeeld het verhaal van de 'metgezellen van de grot en van de inscriptie' (18:9–26). Een groep jonge mannen slaapt ongeveer driehonderd jaar, op wonderbaarlijke wijze beschermd door Allah. Dit zijn, volgens Ibn Kathir, 'jongens of jonge mannen' die 'de waarheid meer accepteren en meer leiden dan de ouderlingen die koppig in hun wegen 56
waren gezet en zich vastklampten aan de religie van onwaarheid'.13 De mannen aanbidden Allah alleen, die hen beschermt tegen toornige afgodendienaren door ze in de grot te beschermen. Hoewel de jonge mannen drie eeuwen in de grot blijven, wordt hen gevraagd hoe lang ze daar zijn, maar de Koran zegt dat ze antwoorden: 'We zijn (misschien) een dag of een deel van een dag gebleven.' Allah "draaide ze rechts en links" (18:19) - vermoedelijk om hun lichaam te behoeden voor bederf terwijl ze sliepen. Ibn Abbas, de neef van Mohammed en een erkende vroege autoriteit over de Koran, legt uit dat "als ze zich niet omdraaiden, de aarde ze zou hebben verteerd."15
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Onderdruk die geeuw, als je weet wat goed voor je is 'De profeet zei:' Geeuwen is van Satan en als iemand van jullie geeuwt, moet hij zijn geeuwen zoveel mogelijk controleren, want als iemand van jullie (tijdens het geeuwen) zou moeten zeggen: 'Ha', Satan zal hem uitlachen.�14
Dit is een bewerking van het christelijke verhaal van de zeven slapers van Efeze, hoewel de Koran minder zeker is van hun aantal - een vreemde erkenning voor een almachtige godheid om te zeggen: '(Sommigen) zeggen dat ze drie waren, de hond was de vierde onder de hen; (anderen) zeggen dat ze vijf waren, de hond de zesde, twijfelend naar het onbekende; (weer anderen) zeggen dat ze zeven waren, de hond de achtste� (18:22). In het Byzantijnse christendom worden de slapers vereerd als heiligen die hun toevlucht zochten in een grot van de heidenen in het voorchristelijke Romeinse rijk, op wonderbaarlijke wijze werden beschermd en die wakker werden nadat het rijk was gekerstend. (Ibn 57
Kathir denkt echter dat het verhaal voorchristelijk is omdat, zegt hij, de joodse rabbijnen ervan op de hoogte zijn en Mohammed ernaar vragen als een van hun beproevingen van zijn profeetschap.)16 Het geweldige verhaal van Jezus en zijn vliegende kleivogels Jezus, in de koran een moslimprofeet, legt uit dat hij wonderen zal verrichten, maar alleen met toestemming van Allah: “Ik ben tot u gekomen, met een teken van uw Heer, in die zin dat ik voor u uit klei maak, zoals het waren, de figuur van een vogel, en adem erin, en het wordt een vogel door Allah's verlof. En ik genees degenen die blind geboren zijn, en de melaatsen, en ik wek de doden op met Allah's verlof; en ik verklaar u wat u eet en wat u in uw huizen bewaart. Daarin is zeker een teken voor u, als u gelooft” (3:49). Maulana Bulandshahri legt uit dat de clausule "door Allah's verlof" wordt herhaald om te benadrukken dat Jezus alleen met toestemming van Allah wonderen verricht - aangezien "het mogelijk is dat iemand, na getuige te zijn geweest van deze wonderen, met name de opstanding van de doden, Sayyidina kan overwegen Isa [Meester Jezus] om Allah zelf te zijn.”17 De wonderen van het tot leven brengen van kleivogels komen niet voor in de canonieke evangeliën, maar wel in het tweede-eeuwse zuigelingenevangelie van Thomas: En een zekere Jood, toen hij zag wat Jezus deed, spelend op de sabbatdag, vertrok onmiddellijk en vertelde zijn vader Joseph: Zie, uw kind is aan de beek, en hij heeft klei genomen en twaalf kleine vogels gevormd en heeft de sabbat vervuild dag. En Jozef kwam naar de plaats en zag: en riep tot hem, zeggende: Waarom doet u deze dingen op de sabbat, die het niet geoorloofd is te doen? Maar Jezus klapte in zijn handen en schreeuwde het uit tegen de mussen en zei tegen hen: Ga! en de mussen namen hun vlucht en tjilpen weg. En toen de Joden het zagen, waren ze verbaasd en vertrokken en vertelden hun voornaamste mannen wat ze Jezus hadden zien doen.18 Andere koranverzen houden zich ook bezig met het vaststellen van Jezus 'ondergeschiktheid aan Allah. In de Koran begint baby Jezus vanuit 58
de wieg te spreken en beantwoordt hij de verwijten van Maria's familieleden (19:30–33). De baby Jezus spreekt niet in het Nieuwe Testament, maar een Arabisch kinderschapsevangelie dat dateert uit de zesde eeuw zegt dit: “Jezus sprak, en inderdaad, toen Hij in Zijn wieg lag, zei tegen Maria Zijn moeder: Ik ben Jezus , de Zoon van God, de Logos, die u hebt voortgebracht, zoals de engel Gabriël u heeft aangekondigd; en mijn Vader heeft mij gestuurd tot redding van de wereld. ' Natuurlijk zegt hij in de Koran niet dat hij de Zoon van God was, maar eerder de "slaaf van Allah" (19:30), want het krijgen van een zoon past niet bij Allah's majesteit (19:35). Op een bepaald moment in de Koran vraagt de profeet Jezus Allah om een tafel beladen met voedsel uit de hemel, wat "een plechtig feest en een teken van jou" zou zijn (5:114). Dit lijkt een overblijfsel te zijn van de christelijke eucharistie: het consumeren van het lichaam en bloed van Christus in de vorm van brood en wijn, dat in alle tijd van Mohammed centraal stond bij alle christelijke groepen en dat was afgeleid van de verslagen van het Laatste Avondmaal in de canonieke evangeliën, waarin de discipelen bij Jezus aan tafel zitten terwijl hij zegt dat het brood zijn lichaam is en de wijn zijn bloed. In de Koran lijkt dit incident merkwaardig - een 'plechtig feest' van onduidelijke aard, geschoren van de sacramentele en heilzame betekenis ervan. Maar het is helemaal alleen begrijpelijk als een overblijfsel van de christelijke praktijk. Wacht even. . . . Dat komt niet uit de Bijbel. Behalve dat ze sterk leunen op bijbelverhalen, lijken koranverhalen ook gebruik te maken van joodse en christelijke legendes, waarbij soms tradities worden vermengd zodat de oorsprong onduidelijk wordt. Neem bijvoorbeeld een van de meest bizarre passages van de Koran, en een die uiterst belangrijk is geworden in de islamitische mystiek, waarin de bijbelse profeet Mozes een prominente rol speelt. Maar deze specifieke passage komt nergens in de Bijbel voor en lijkt ook geen directe antecedenten te hebben in het jodendom, hoewel sommige Joodse tradities zichzelf als mogelijke bronnen suggereren. De koran vertelt over de vreemde reis van Mozes en Khidr (18: 60–82) een van de geweldige reisverhalen aller tijden. Mozes, die met zijn dienaar 59
op reis was, vergeet de vis die ze hadden meegenomen voor hun maaltijd. Terugkerend om het op te halen, ontmoeten ze "een van onze dienstknechten, aan wie we barmhartigheid van onszelf hebben geschonken en aan wie we kennis uit onze eigen tegenwoordigheid hebben geleerd" (18:65). In de islamitische traditie wordt deze man geïdentificeerd als Al-Khadir of Al-Khidr, of, vaker, Khidr, 'de Groene Man'. Sommigen identificeren hem als een van de profeten, anderen als een wali, een moslimheilige.
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Houd je mond! "De profeet zei: ‘Als je het kraaien van een haan hoort, vraag dan naar Allah's zegeningen want (het kraaien geeft dat aan) hij een engel heeft gezien. En als je het balken van een ezel hoort, zoek dan toevlucht bij Allah tegen Satan want (het balanceren geeft aan) dat hij een Satan heeft gezien.’''19
Mozes vraagt Khidr: 'Mag ik u volgen', zodat 'u mij iets leert van de (hogere) waarheid die u bent onderwezen?' (18:66) Leery, Khidr, stemt uiteindelijk in, op voorwaarde dat Mozes hem geen vragen stelt en dat Mozes geduld toont als Khidr iets doet dat Mozes niet begrijpt. Mozes is het daarmee eens. Khidr en Mozes stappen dan op een boot, die Khidr onmiddellijk tot zinken brengt, waarna Mozes zijn belofte verbreekt en Khidr verwijt; Khidr herinnert hem aan zijn belofte. Kort daarna vermoordt Khidr een jonge man in een schijnbaar willekeurige daad, en Moses bekritiseert hem opnieuw, en Khidr herinnert hem opnieuw aan zijn belofte. Ten slotte herbouwt Khidr een muur in een stad die de twee gastvrijheid had geweigerd, en Moses scheldt hem nogmaals uit en vertelt
60
Khidr dat hij geld had kunnen krijgen voor zijn werk, dat de twee hadden kunnen gebruiken om te betalen voor voedsel en onderdak. Khidr informeert Mozes dat hun reis voorbij is en legt uiteindelijk zijn vreemde acties uit. (Zelfs Mohammed wilde meer horen en merkte op: "We wensten dat Mozes geduldig had kunnen blijven waardoor Allah ons meer over hun verhaal had kunnen vertellen.")20 Khidr beschadigde het schip omdat een koning "elke boot met geweld in beslag neemt" ”(18:79), maar niet onbruikbaar - vermoedelijk zouden de arme eigenaren van de boot hem kunnen repareren zodra de koning langs kwam. Khidr doodde de jonge man omdat hij zijn vrome ouders zou bedroeven met zijn "rebellie en ondankbaarheid" (18:80), en Allah zal hen een betere zoon geven. En er lag een schat onder de muur begraven die toebehoorde aan jongens die nog te jong waren om hem nog te erven - dus door hem te repareren, kregen ze de tijd om volwassen te worden en de schat tegen diefstal te beschermen. De twintigste-eeuwse Korancommentator Maulana Maududi vindt hierin een piëtistisch punt: Je moet volledig vertrouwen hebben in de wijsheid van wat er gebeurt in de Goddelijke Fabriek in overeenstemming met de wil van Allah. Omdat de realiteit voor jou verborgen is, kun je de wijsheid van wat er gebeurt niet begrijpen, en soms als het lijkt dat de dingen tegen je in gaan, roep je uit: 'Hoe en waarom is dit gebeurd'. Het feit is dat als het gordijn wordt verwijderd van het 'ongeziene', je zelf zou gaan weten dat wat hier gebeurt, het beste is. Zelfs als het soms lijkt dat iets tegen je in gaat, zul je zien dat het uiteindelijk ook een aantal goede resultaten voor je oplevert.21 De koranvertaler Abdullah Yusuf Ali leidt de les af uit het verhaal dat "zelfs als de hele schat aan kennis van vandaag, de wetenschappen en de kunsten, en in de literatuur (als het zou kunnen worden verondersteld in één persoon te worden verzameld), omvat niet alle kennis. Goddelijke kennis is wat de mens betreft onbeperkt. ' Bovendien: “Er zijn paradoxen in het leven: schijnbaar verlies kan een echte winst zijn; schijnbare 61
wreedheid kan echte genade zijn; Goed voor kwaad vergelden is misschien wel gerechtigheid en geen vrijgevigheid (18:79–82). Allah's wijsheid overstijgt alle menselijke berekeningen."22 Misschien begrijpelijk in het licht van de vreemdheid van het verhaal en het mysterie dat erin is ingebed, doemt Khidr groot op in de islamitische mystieke traditie. De achtste-eeuwse soefi-mysticus Ibrahim Bin Adham (Abou Ben Adhem) beweerde ooit: 'In die wildernis heb ik vier jaar geleefd. God gaf me mijn eten zonder enige moeite van mij. Khidr de Groene Oudheid was in die tijd mijn metgezel - hij leerde me de Grote Naam van God.'23 Sommige korangeleerden, zoals de beroemde commentator uit de middeleeuwen, Ibn Taymiyya, beschouwen Khidr zelfs als onsterfelijk.24 En in de islamitische traditie benadrukt Mohammed het belang van dit verhaal met verwijzing naar een concept dat zelf rechtstreeks uit de Hebreeuwse Geschriften en de Joodse traditie komt. In één verhaal reciteerde een man dit deel van de Koran toen “er een wolk naar beneden kwam die zich over die man verspreidde en die steeds dichter bij hem kwam totdat zijn paard begon te springen (alsof hij ergens bang voor was). Toen het ochtend was, kwam de man naar de profeet en vertelde hem over die ervaring. De Profeet zei: 'Dat was As-Sakinah (rust of vrede en geruststelling samen met engelen) die neerdaalde vanwege (het reciteren van) de Koran.'”25 As-Sakinah is een aanpassing van de Hebreeuwse Shekinah, die verwijst naar in de Joodse traditie aan Gods aanwezigheid in de wereld, en de wolk herinnert duidelijk aan de wolk die Gods aanwezigheid vergezelt in bijbelse passages zoals Exodus 40:35. Het historische belang van het Khidr-verhaal is jammer, gezien een andere les die daaruit voortvloeit in de islamitische traditie: dood geen kinderen, tenzij je weet dat ze zullen opgroeien tot ongelovigen. Een vroege moslim, Najda, herinnerde zich: “De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) doodde de kinderen niet, dus je mag ze niet doden tenzij je kon weten wat Khadir wist over het kind dat hij doodde, of je kon onderscheid maken tussen een kind dat zou opgroeien tot een gelovige (en een kind dat zou opgroeien tot een niet-gelovige), zodat je de (potentiële) niet-gelovige doodde en de (potentiële) gelovige terzijde liet.'26
62
Deze interpretatie kan helpen het hardnekkige fenomeen eerwraak in islamitische landen en zelfs onder moslims in het Westen te verklaren, waarbij een moslim een dochter of ander familielid vermoordt die hem heeft 'beschaamd' door zich bezig te houden met vermeend nietislamitische activiteiten, zoals uitgaan met een niet-moslimjongen of westerse kleding adopteren. Moslims die de koran letterlijk nemen, kunnen in deze passage een rechtvaardiging vinden voor dergelijke daden door te beweren dat zijn slachtoffer in een ongelovige veranderde. Alexander de Grote - nog een moslim zonder het te beseffen? Naast joodse en christelijke tradities bevat de islam ook enkele sporen van heidense tradities. In feite was de Kaäba, het Mekkaanse heiligdom waarnaar elke moslim, indien mogelijk, verplicht is om ten minste één pelgrimstocht te maken, een heidens Arabisch heiligdom en een pelgrimsoord lang voordat Mohammed de islam begon te prediken. De Koran heeft zijn aandeel in van heidenen afgeleide verhalen en eigent zich zelfs enkele heidense helden toe als moslims, met name Alexander de Grote. Volgens de islamitische traditie bedacht een groep sceptische rabbijnen op een gegeven moment een test voor Mohammeds bewering een profeet te zijn: 'Vraag hem naar een man die veel gereisd heeft en het oosten en westen van de aarde heeft bereikt. Wat was zijn verhaal?'27 In antwoord op deze uitdaging vertelt de Koran het verhaal van die man, die hij DhulQarnayn (18:83) noemt -' degene met twee hoorns '. Ibn Kathir legt uit dat Dhul-Qarnayn 'heerschappij had over het oosten en het westen, alle landen en hun koningen onderwierpen zich aan hem, en alle naties, zowel Arabische als niet-Arabische, dienden hem.'28 Hij legt verder uit dat DhulQarnayn kreeg zijn korannaam 'omdat hij de twee' hoorns 'van de zon bereikte, oost en west, waar hij opkomt en ondergaat.'29 Maar wie was deze grote overwinnaar? De Tafsir al-Jalalayn zegt dat 'hij geen profeet was' en dat hij Alexander heette - beter bekend als Alexander de Grote, die afgebeeld stond op munten met twee ramshoorns op zijn hoofd.30 Maududi merkt op dat 'vroege commentatoren op de De koran was over het algemeen geneigd te geloven 'dat Dhul-Qarnayn Alexander
63
was.31 De twintigste-eeuwse Egyptische geleerde Muhammad Al-Ghazali zegt dat Alexander de Grote' hoog op de lijst met mogelijkheden staat’32
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Kon hij niet het gewoon niet in de bosjes doen? “Er werd voor de profeet gezegd dat er een man was die de nacht tot de ochtend (na zonsopgang) sliep. De profeet zei: 'Hij is een man in wiens oren (of oor) Satan had geplast.'''33
Dhul-Qarnayn schijnt echter een vrome moslim te zijn geweest, aangezien hij zei: "Wie er iets verkeerds doet, hem zullen we straffen; dan zal hij worden teruggezonden naar zijn Heer; en Hij zal hem straffen met een ongehoorde straf (voorheen). Maar wie gelooft en rechtvaardigheid doet, hij zal een goede beloning ontvangen, en gemakkelijk zal zijn taak zijn zoals wij die op bevel van ons bevelen” (18:87–88). Hedendaagse korancommentatoren tonen enige schaamte dat eerdere commentatoren erop stonden dat de duidelijk heidense Alexander de Grote in de koran als moslim werd geïdentificeerd. Maar als het boek Abraham, Mozes, alle andere bijbelse profeten en Jezus als moslims kan opeisen, waarom zou u dan niet Alexander de Grote opeisen?34 Er zijn echter alternatieve theorieën. Sommigen hebben in plaats daarvan gesuggereerd dat Dhul-Qarnayn Cyrus de Grote van Perzië was, of een andere grote oude koning. Maar zoals Mohammed Asad opmerkt, waren al deze pre-islamitische figuren heidenen, terwijl de koran DhulQarnayn als een strikte moslim afbeeldt. De consensus van vandaag is daarom dat zijn exacte identificatie onbekend is. Asad concludeert dat het koranverslag 'niets te maken heeft met geschiedenis of zelfs legende, en dat zijn enige bedoeling een parabolisch discours over geloof en ethiek is, met specifieke verwijzing naar het probleem van wereldlijke macht'.35 64
Zoals Asad echter opmerkt, omdat zoveel commentatoren Dhul Qarnayn met Alexander hebben geïdentificeerd, is het niet ongebruikelijk dat moslims dit beweren - en ook omdat het perfect aansluit bij het koranidee dat de islam de oorspronkelijke religie van de mensheid was, en alle andere religies zijn er gewoon latere corrupties van. Zo waren er in elk pre-islamitische tijdperk pure monotheïsten zoals Dhul Qarnayn die in wezen proto-moslims waren. Mohammed de plagiaat? De overduidelijke herhaling van reeds bestaande verhalen door de Koran veroorzaakte tijdens Mohammeds leven beschuldigingen dat hij opgewarmde bijbelverhalen doorgaf als nieuwe openbaringen van Allah. De koran zelf brengt de bezwaren van zulke sceptici in verband: 'We hebben dit (eerder) gehoord: als we dat wilden, zouden we (woorden) als deze kunnen zeggen: dit zijn niets anders dan verhalen van de ouden' (8:31). 'Zulke dingen zijn eerder aan ons en aan onze vaderen beloofd! Het zijn niets anders dan verhalen over de ouden!' (23:83) Allah verdedigt natuurlijk Mohammed tegen dergelijke beschuldigingen (25:4–6), en legt uit dat de tegenstanders van Mohammed deze beschuldiging uit de hardheid van hun hart maken (6:25). Allah reageerde zelfs woedend op een Mohammed-scepticus, erop wijzend in een openbaring dat de man onwettig was ('in de basis geboren') en beloofde hem op de neus te branden (68:10–16). Maar sommige andere passages uit de Koran suggereren dat Allah's woede mogelijk is voortgekomen uit de goedgelovigheid van de profeet van de islam toen hij probeerde zijn voorraad goddelijke openbaringen te vullen met verhalen die hij hoorde van joden en christenen in Arabië. Allah klaagt op een gegeven moment over degenen die zijn profeet zouden storen door te beweren dat "hij helemaal oor is" - dat wil zeggen, dat hij slechts als goddelijke openbaring herhaalt wat hij van anderen heeft gehoord: "Onder hen zijn mannen die de profeet lastigvallen en zeggen: 'Hij is (alles) oor.' Zeg: 'Hij luistert naar wat het beste voor je is: hij gelooft in Allah, heeft vertrouwen in de gelovigen en is een genade voor degenen onder jullie die geloven.' ”Allah waarschuwt verder dat degenen die Mohammed durven lastig te vallen, streng zullen worden gestraft: "Maar
65
degenen die de boodschapper lastig vallen, zullen een zware straf krijgen" (9:61). De Koran roept ook goddelijk wee op aan diegenen die misschien hebben geprobeerd Mohammed voor de gek te houden - "Mohammed -" degenen die het Boek met hun eigen handen schrijven en dan zeggen: 'Dit is van Allah', om het voor een ellendige prijs te verkopen! Wee hun voor wat hun handen schrijven, en voor de winst die ze daarmee behalen” (2:79). En wanneer hij spreekt over het Volk van het Boek (dat meestal verwijst naar joden en christenen), zegt Allah tegen Mohammed: “Wat betreft degenen die het geloof dat zij aan Allah verschuldigd zijn en hun eigen beledigde woord voor een kleine prijs, zij zullen geen portie hebben in het Hiernamaals” (3:77). Sommigen beweren uit de Schrift te lezen, terwijl ze in feite iets anders lezen: “Er is een sectie die het Boek met hun tongen vervormt: (terwijl ze lezen) zou je denken dat het een deel van het Boek is, maar het maakt geen deel uit van het boek; en ze zeggen: 'Dat is van Allah', maar het is niet van Allah: zij zijn het die een leugen tegen Allah vertellen, en (nou ja) zij weten het!” (3:78) Hebben sommige mensen - met name uit de 'Mensen van het Boek' Mohammeds profetische pretenties bespot door hun eigen geschriften, of folkloristisch of apocrief materiaal, als goddelijke openbaring voor te stellen en ze aan hem te verkopen? Dat vermoeden blijft bestaan. Wat de wortels van Mohammeds profetieën ook zijn, ze zijn gecodificeerd in de Koran en vormen nu de kern van het geloofssysteem van meer dan een miljard moslims over de hele wereld.
66
Hoofdstuk 4
DE KORAN BEGRIJPEN
Verloren gegaan bij de vertaling TOEN VIER MOSLIMS in mei 2009 werden gearresteerd omdat ze van plan waren twee synagogen in New York te bombarderen, verklaarde Fozia Khan van de American Muslim Women's Association: “We willen benadrukken dat de mensen die deze daden plegen, misleid en verward en onwetend zijn of niet op de hoogte zijn van Islam's ideologie van vrede en tolerantie.'1 Dit is conventionele wijsheid geworden - je zou het zelfs een onbetwistbaar dogma kunnen noemen - onder degenen die het verband tussen de islam en het terrorisme willen bagatelliseren: er wordt ons verteld dat gewelddadige moslimextremisten gewoon niet begrijpen wat de koran zegt. Dit axioma heeft een kern van waarheid: grote aantallen moslims hebben in feite geen goed idee van wat er werkelijk in de koran staat. Hoe centraal het ook staat in het islamitische geloof en de cultuur, de koran is een Arabisch boek: zijn Arabische karakter maakt deel uit van zijn essentie. Dit idee komt uit het boek zelf: "We hebben de Koran in de Arabische taal geopenbaard, zodat je in begrip kunt groeien" (12:1). De Koran omschrijft zichzelf herhaaldelijk als wezenlijk en inherent een 'Arabische Koran' (12:2; 20:113; 39:28; 41:3; 41:44; 42:7; en 43:3). Inderdaad, met het oog alleen op de lokale situatie in Mohammeds tijd en niet op het langetermijnbeeld, zegt Allah dat het niet logisch zou zijn geweest om de Koran in een andere taal dan het Arabisch naar Mohammed te sturen, en om als ze dat gedaan hadden, zou de spot van 67
ongelovigen aangewakkerd zijn: 'Hadden we dit als een andere koran (in de taal) dan het Arabisch gestuurd, dan zouden ze hebben gezegd:' Waarom worden de verzen niet in detail uitgelegd? Wat! (een boek) niet in het Arabisch en (een boodschapper) een Arabier?’” (41:44)
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------En foto's van honden zijn absoluut niet toegestaan! “De profeet zei: 'Engelen gaan geen huis binnen met een hond of een afbeelding erin.’''2
Alle moslims, of ze nu Arabisch spreken of niet, zijn verplicht de Koran in het Arabisch te reciteren. Dit betekent dat de meeste moslims over de hele wereld hun gebeden reciteren uit het hoofd, aangezien de meeste moslims tegenwoordig geen Arabieren zijn. Zo nemen vertalingen van de koran een merkwaardige positie in de islamitische wereld in. Moslims beschouwen elke vertaling van de koran helemaal niet als de koran; het is alleen Allah's woord wanneer het in het Arabisch wordt overgebracht. In het Arabisch, zegt de Engelse moslimbekeerling Mohammed Marmaduke Pickthall, is de koran een 'onnavolgbare symfonie, waarvan de klanken mannen tot tranen en extase bewegen.'3 Maar die kwaliteit zou niet naar andere talen worden overgedragen - iets wezenlijks gaat verloren in vertaling. Toch worden vertalingen van de koran getolereerd om de islam te verspreiden onder niet-Arabische sprekers. Moslimgroepen over de hele wereld werken energiek om niet-moslims te bekeren en bieden islamitisch materiaal aan, zoals vertaalde korans die door moslims zelf worden geproduceerd, ondanks de vermeende onmogelijkheid om de koran te begrijpen, behalve in het Arabisch. En toch ontwijken moslimgeleerden en apologeten vaak moeilijke vragen over de vermeend vreedzame aard van 68
de islam door alle vertalingen van de koran te verwerpen en te beweren dat het boek alleen echt in het Arabisch kan worden begrepen. Waarom ze de moeite nemen om het te vertalen en deze vertalingen onder nietmoslims te verspreiden, blijft onverklaard. Volgens Ibn Taymiyah, een van de meest invloedrijke denkers in de islamitische geschiedenis en een blijvend voorbeeld van de islamitische orthodoxie: 'De Arabische taal komt uit de religie en de kennis ervan is een verplichting. Want het begrijpen van de Koran en de Hadith is zeker een verplichting, en deze twee worden niet begrepen behalve met het begrijpen van de Arabische taal, en aan welke verplichting dan ook wordt niet voldaan behalve door bepaalde stappen, dan worden die stappen zelf verplicht.'4 Ibn Kathir, een mainstream en invloedrijk commentator op de Koran, legt verder uit: "De Arabische taal is de meest welsprekende, duidelijke, diepe en expressieve betekenis die in iemands geest zou kunnen opkomen. Daarom werd het meest eervolle boek in de meest eervolle taal geopenbaard aan de meest eervolle profeet en boodschapper, overhandigd door de meest eervolle engel, in het meest eervolle land op aarde, en de openbaring ervan begon tijdens de meest eervolle maand van het jaar , Ramadan. Daarom is de Koran in elk opzicht perfect."5 De religieuze superioriteit van het Arabisch in de islam heeft geleid tot een Arabische culturele hegemonie in de niet-Arabische moslimwereld. Grote niet-Arabische beschavingen in landen die nu moslim zijn - met name Iran - worden niet gewaardeerd als onderdeel van het moslimerfgoed, maar worden in het algemeen afgedaan als producten uit de waardeloze tijd van jahiliyya, de 'pre-islamitische periode van onwetendheid'. Deze opvatting heeft geleid tot een verrassend gebrek aan kennis bij zelfs trouwe en toegewijde moslims over de precieze inhoud van de Koran. Velen reciteren het syllabisch zonder enig diep begrip van de betekenis van de woorden die ze uitspreken. Een Pakistaanse moslim zei ooit in alle ernst tegen me: 'Ik ben erg trots op mijn religie en heb bijna de hele Koran uit mijn hoofd geleerd. En op een dag ben ik van plan een van die vertalingen te halen en erachter te komen wat het betekent.' De implicaties hiervan voor hedendaagse debatten over islamitisch terrorisme zijn diepgaand. 69
Het punt hier is niet dat vreedzame moslims hun eigen religie verkeerd begrijpen en geradicaliseerd zouden worden als ze het beter wisten. Maar wanneer de Koran niet onmiddellijk wordt begrepen, begrijpen degenen die erin geloven het door middel van hoe het wordt gepredikt en gepresenteerd in de plaatselijke moskee. Als de imams daar geen haat tegen ongelovigen prediken en de noodzaak om ze te bestrijden en te onderwerpen, dan zullen dit waarschijnlijk geen levende ideeĂŤn zijn in de geest van de vrome - en dat is al lang het geval in veel delen van de wereld. Tegelijkertijd zegt de koran echter wat hij zegt, en daarom wijzen jihadistische bewegingen wel op hoofdstukken en verzen om te proberen vreedzame moslims voor hun zaak te rekruteren en hun acties binnen de islamitische gemeenschap te rechtvaardigen. En wanneer ze dit doen, kunnen en wijzen ze naar verzen die goedaardig of onbelangrijk lijken voor niet-moslimlezers. Het hangt allemaal af van wat de betekenis van "is" is I. "Streef in de weg van Allah" In zekere zin moet je echt Arabisch begrijpen, of op zijn minst bekend zijn met sommige Arabische begrippen en termen, om de Koran volledig te begrijpen. Dat komt niet door de mystieke eigenschappen van de Arabische taal, zoals islamitische apologeten beweren, maar omdat veel uitdrukkingen die in het Engels niet van belang lijken te zijn voor ongelovigen er heel anders uitzien wanneer men hun volledige Arabische betekenis onderzoekt. Neem bijvoorbeeld de herhaalde vermaning van de Koran om 'de weg van Allah te streven' en zijn lof voor degenen die dat doen (2:218; 4:95; 9: 19-20; 9:41; 49:15; enz.) Voor de Engelssprekende lezer klinkt dit als een simpele oproep tot vroomheid, tot ascetische en spirituele inspanning. Men zou de strijd om zonde te vermijden kunnen aanduiden als "streven naar Allah", en een gelovige en deskundige moslim zou dat begrip volkomen juist vinden. In de islamitische traditie verwijst 'streven naar Allah' echter naar jihadoorlog - dat wil zeggen vechten om de grenzen van de islamitische wereld te verleggen, het Huis van de Islam (dar al-Islam) genoemd, ten koste van de niet-moslimwereld, genaamd het House of War (dar al-harb). 70
De verklaring van de Koran dat degenen die 'streven naar de weg van Allah. . . hoop op Allah's genade ”(2:218) is een oproep tot de jihad en een belofte van beloning voor degenen die de oproep beantwoorden. 'Streven' hier is jahadu, wat een verbale vorm is van het zelfstandig naamwoord jihad, en in de islamitische theologie verwijst 'jihad omwille van Allah' of 'jihad op de weg van Allah' altijd naar jihadoorlogvoering. Het is waar dat het woord jihad, dat 'strijd' betekent, veel connotaties heeft. In feite zijn er in het Arabisch evenveel "jihads" als in het Engels "strijd". De Islamitische Republiek Iran heeft een ministerie van Landbouwjihad en het heeft niets te maken met het afzetten van bommen op de boerderij. En zoals de verdedigers van de islam volhardend volhouden, kan 'jihad' een interne, spirituele strijd betekenen om een moreel leven te leiden. Dus als de Koran zegt dat degenen die op de weg van Allah jihad voeren, hoop hebben op Allah's genade, kan dat dan niet alleen betekenen dat moslims die zich bezighouden met de strijd om zonde te vermijden, beloond zullen worden met genade? Dat zou kunnen, behalve dat andere passages de martiale implicaties onmiskenbaar maken. Inderdaad, de Koran verklaart dat de enige echte moslims degenen zijn die in Allah en zijn profeet Mohammed hebben geloofd, “en sindsdien nooit meer hebben getwijfeld, maar met hun bezittingen en hun personen hebben gestreefd in de Zaak van Allah; dat zijn de oprechten” (49:15). Het is moeilijk te zien hoe iemand met zijn 'bezittingen' en 'persoon' in een spirituele strijd zou kunnen streven. Jihad - hier, 'vechten' - verwijst duidelijk naar oorlogvoering in de Koran: 'Degenen die in Allah en de Laatste Dag geloven, vragen u geen vrijstelling van vechten met hun goederen en personen. En Allah kent degenen die hun plicht doen, goed” (9:44). Maar wanneer in Engelse vertalingen de koran wordt afgebeeld als een aansporing voor moslims om "in de weg van Allah te streven", kan de implicatie om wapens op te nemen helemaal worden gemist. II. 'Vervolging is erger dan slachten' De Koran herhaalt tweemaal dat 'vervolging erger is dan slachten' (2:191; 2:217). Deze korte zin heeft buitengewoon belangrijke implicaties maar kan gemakkelijk over het hoofd worden gezien, omdat de Koran niet 71
uitlegt wat het betekent. De islamitische traditie vult de details in, die erop wijzen dat deze uiterst belangrijke maar ondoorzichtige stelregel aan Mohammed werd onthuld tijdens controverses over het al dan niet toestaan van vechten tijdens een heilige maand. De historische achtergrond is hier belangrijk: Mohammed werd geboren in de heidense Quraish-stam in Mekka. De Quraish verwierp zijn profetieĂŤn, en na jaren van spanning verhuisden Mohammed en een groep moslims in 622 naar Medina, waar ze de Quraish-karavanen overvielen. Op een gegeven moment zond Mohammed zijn vertrouwde luitenant, Abdullah bin Jahsh, en acht andere moslims uit met het bevel te letten op een Quraish-karavaan in Nakhla, een nederzetting bij Mekka, en 'ontdek voor ons wat ze doen'. Abdullah en zijn band beschouwden dit als een bevel om de karavaan te overvallen, die al snel kwam, met leer en rozijnen. Maar het was de laatste dag van de maand Rajab - een heilige maand waarin vechten verboden was. Dit stelde de moslims voor een dilemma: als ze wachtten tot de heilige maand voorbij was, zou de karavaan wegkomen, maar als ze zouden aanvallen, zouden ze zondigen door de heilige maand te ontheiligen. Uiteindelijk besloten ze, volgens Mohammeds eerste biograaf, Ibn Ishaq, 'zoveel mogelijk van hen te doden en te nemen wat ze hadden'. De overval maakte Mohammed echter boos, die zijn door de Koran opgelegde deel van de buit weigerde (een vijfde, volgens Koran 8:41) en de aanvallers vermaande dat "ik je niet had opgedragen om in de heilige maand te vechten."6 Maar toen onthulde Allah Koran 2:217 en legde uit dat de oppositie van de Quraish tegen Mohammed aanstootgevender was in zijn ogen dan de schending van de heilige maand door de moslims: de overval was daarom gerechtvaardigd, "want vervolging is erger dan slachten." Met andere woorden, welke zonde de Nakhla-overvallers ook hadden begaan bij het overtreden van de heilige maand was niets vergeleken met de zonden van de Quraish. Ibn Ishaq lichtte de grondgedachte toe, zoals door Allah aan Mohammed uitgelegd: “Ze hebben je van de weg van God afgehouden met hun ongeloof in Hem en van de heilige moskee, en hebben je ervan verdreven toen je bij de mensen was. Dit is een serieuzere 72
zaak bij God dan het doden van degenen die je hebt gedood. ' Zodra hij deze openbaring ontving, accepteerde Mohammed Abdullah's buit en gevangenen, tot grote opluchting van Abdullah.
Bijbel versus Koran ----------------------------------------------------------------------------------“Allah is slechts een Allah. Het is verre van Zijn Transcendente Majesteit verwijderd dat Hij een zoon zou krijgen.” —Koran 4: 171 "Ik ben de Zoon van God." – Johannes 10:36
Het was een keerpunt dat een utilitaristische moraal vestigde die door de islamitische theologie loopt: alles wat de moslims en de islam ten goede komt, is goed, en alles wat hen schaadt, is slecht. De twintigste-eeuwse jihad-theoreticus Sayyid Qutb legde dienovereenkomstig uit dat "de islam een praktische en realistische manier van leven is die niet gebaseerd is op een rigide idealistisch dogma." De islam 'handhaaft zijn eigen hoge morele principes', maar alleen als 'gerechtigheid is gevestigd en wangedrag is ingeperkt' - dat wil zeggen, alleen als de islamitische wet een samenleving regeert - 'kunnen heiligen worden beschermd en bewaard.’7 Met andere woorden, moslims hoeven zich niet gebonden te voelen aan die 'hoge morele principes' totdat de islamitische wet is vastgesteld in de samenleving waarin ze leven. III. "Degenen die uw rechterhanden bezitten" De Koran staat toe dat een man vier vrouwen heeft, maar zegt verder dat als een man niet rechtvaardig kan omgaan met meerdere vrouwen, hij er maar één mag trouwen of zijn toevlucht moet nemen tot "degenen die uw rechterhanden bezitten" (4: 3). 73
"Degenen die uw rechterhanden bezitten" is een andere uitdrukking die de onoplettende lezer kan passeren. Het is in feite de Koran-term voor slavinnen. Slavenmeisjes? In zijn commentaar op Koran 4:3 legt de twintigste-eeuwse Indiase islamitische geleerde Muhammad Aashiq Ilahi Bulandshahri de wijsheid van deze praktijk uit en verlangt hij naar de goede oude tijd: “Tijdens de Jihad (godsdienstoorlog) worden veel mannen en vrouwen krijgsgevangenen. De Amirul Mu'minin [leider van de gelovigen, een van de titels van de kalief, de leider van de soennitische moslims van de zevende eeuw tot 1924] heeft de keuze om ze onder de Mujahidin [jihad krijgers] te verdelen, in welk geval ze wordt het eigendom van deze Mujahidin. Deze slavernij is de straf voor ongeloof (kufr).'8 Vervolgens legt hij uit dat dit geen oude geschiedenis is - slavernij is in de islam niet afgeschaft: Geen van de geboden met betrekking tot slavernij is in de sharia ingetrokken. De reden dat de moslims van vandaag geen slaven hebben, is omdat ze niet deelnemen aan de jihad (godsdienstoorlog). Hun oorlogen worden uitgevochten op instructie van de ongelovigen (kuffar) en worden stopgezet door dezelfde misdadigers. De moslims zijn geketend door zulke verdragen van de ongelovigen (kuffar) waardoor ze niemand tot slaaf kunnen maken in het geval van een oorlog. Moslims is een grote gunst ontzegd waarbij elk huis een slaaf had kunnen hebben. Moge Allah de moslims de mogelijkheid geven om aan de tentakels van de vijand te ontsnappen, standvastig blijven op de Din (religie) en deelnemen aan de Jihad (religieoorlog) volgens de voorschriften van de Sharia. Amin!9 Mohammed bezat slaven, en net als de bijbel neemt de Koran het bestaan van slavernij als vanzelfsprekend aan, zelfs als het de vrijlating van slaven onder bepaalde omstandigheden, zoals het verbreken van een eed, voorschrijft: "Allah zal u niet ter verantwoording roepen voor wat is nutteloos in uw eden, maar Hij zal u ter verantwoording roepen voor uw opzettelijke eden: voed als boetedoening tien arme mensen, op een schaal
74
van het gemiddelde voor het voedsel van uw gezin; of kleed ze; of geef een slaaf zijn vrijheid” (5:89). Hoewel de bevrijding van een paar slaven hier en daar wordt aangemoedigd, wordt de instelling zelf nooit in twijfel getrokken. De Koran staat zelfs toe dat een man seksuele relaties heeft met zijn slavinnen en met zijn vrouwen: “De gelovigen moeten (uiteindelijk) overwinnen, degenen die zichzelf vernederen in hun gebeden; die ijdel gepraat vermijden; die actief zijn in liefdadigheidsdaden; die zich onthouden van seks, behalve met degenen die met hen verbonden zijn in de huwelijksband, of (de gevangenen) die hun rechterhand bezitten, want (in hun geval) zijn ze vrij van schuld. . . .” (23:1-6). Een moslim mag geen seksuele relaties hebben met een vrouw die met iemand anders is getrouwd - behalve met een slavin: “En alle getrouwde vrouwen (zijn u verboden) behalve degenen (gevangenen) die uw rechterhanden bezitten. Het is een besluit van Allah voor jou” (4:24). Slavernij werd als vanzelfsprekend beschouwd in de islamitische geschiedenis, zoals het natuurlijk in het Westen was tot relatief recent. Maar de aanzet om een einde te maken aan de slavernij verhuisde van de christenheid naar de islam, en niet andersom. Omdat het koranwoord niet in twijfel kan worden getrokken en het boek niet de Bijbelse principes bevat die hebben geleid tot de afschaffing van de slavernij in het Westen, is er nooit een islamitische abolitionistische beweging geweest. De slavernij eindigde onder druk van het Westen in islamitische landen. Toen de Britse regering in de negentiende eeuw druk begon uit te oefenen op andere regimes om de slavernij af te schaffen, was de sultan van Marokko zelfs ongelovig. 'Het verkeer in slaven', merkte hij op, 'is een kwestie waarover alle sekten en naties het vanaf de tijd van de zonen van Adam eens zijn geworden. . . tot op de dag van vandaag. ' Hij zei dat hij "zich er niet van bewust was dat het verboden is door de wetten van welke sekte dan ook" en dat het idee dat iemand de moraal ervan in twijfel zou trekken, absurd was: "Niemand hoeft deze vraag te stellen, hetzelfde geldt voor zowel hoog als laag en vereist niet meer demonstratie dan het daglicht.'10 Sadiq al-Mahdi, voormalig premier van Sudan, is het daarmee eens. Op 24 maart 1999 schreef hij aan de Hoge Commissaris voor de 75
Mensenrechten van de Verenigde Naties, Mary Robinson, dat "het traditionele concept van JIHAD slavernij als bijproduct toestaat."11 En dus blijft slavernij tot op de dag van vandaag bestaan in sommige gebieden van de islamitische wereld. De BBC meldde in december 2008 dat "er sterke aanwijzingen zijn dat kinderen en volwassenen als slaven worden gebruikt in de regio Darfur in Soedan" - waar tegenwoordig een jihad woedt.12 De Mauritaanse mensenrechtenactivist Boubakar Messaoud beweerde in 2004 dat in dat land mensen worden geboren en gefokt als slaven: 'Een Mauritaanse slaaf, wiens ouders en grootouders voor hem slaven waren, heeft geen kettingen nodig. Hij is opgevoed als gedomesticeerd dier.'13 Drie jaar later was er niets veranderd. Messaoud legde in maart 2007 uit: 'Het is alsof je schapen of geiten hebt. Als een vrouw een slaaf is, zijn haar nakomelingen slaven.'14 Evenzo is slavernij in Niger, dat pas in 2003 de slavernij formeel afschafte, een al lang bestaande praktijk. Journalist en anti-slavernij-activist Souleymane Cisse legde uit dat zelfs westerse koloniale regeringen niets deden om de praktijk een halt toe te roepen: 'De koloniale heersers negeerden het liever omdat ze wilden samenwerken met de aristocratie die deze slaven hield.'15 Islamitische slavernij is zelfs in de Verenigde Staten niet onbekend. Toen de Saoedische onderdaan Homaidan Al-Turki gevangen werd gezet omdat hij een vrouw als slavin in Colorado vasthield, klaagde hij dat "de staat dit fundamentele moslimgedrag strafbaar heeft gesteld. Het aanvallen van traditioneel moslimgedrag was het brandpunt van de vervolging.'16 Waar kreeg hij het idee dat slavernij een 'traditioneel moslimgedrag' was? Uit de Koran. Slavernij: het staat in de Koran. En als het in de Koran staat, heeft het ongetwijfeld gelijk.
76
WAT ZEI JE OOK AL WEER? --------------------------------------------------------------------------------Wie was ook al weer de eerste Moslim? De meeste mensen zouden waarschijnlijk antwoorden dat Mohammed zelf was. Hij was tenslotte de eerste die de openbaringen ontving en deze predikte - en inderdaad, Allah zegt tegen Mohammed dat hij moet verkondigen dat hij is: "Zeg: 'Nee! maar mij is geboden de eerste te zijn van degenen die buigen voor Allah (in de islam)” (6:14). "Geen enkele partner heeft Hij: dit ben ik geboden en ik ben de eerste van degenen die buigen voor Zijn wil" (6:163). Er ontstaat echter een reeks tegenstrijdigheden door het dogma van de Koran dat de oorspronkelijke religie van alle profeten de islam was, totdat hun boodschappen werden bedorven door hun zelfzuchtige, zondige volgelingen. Want Mozes, wanneer hij Allah op de berg ontmoet, roept uit: "Glorie zij u! Ik bekeer mij tot u en ik ben de eerste die gelooft” (7:143). Het is duidelijk dat sommigen van degenen die de boodschap van Mozes horen niet beseffen dat hij een gelovige is, want de tovenaars van de farao, overrompeld door de wonderen van Mozes, zeggen: "Zie! We hopen vurig dat onze Heer ons onze zonden zal vergeven, omdat we de eerste van de gelovigen zijn” (26:51). Maar noch de tovenaars noch Mozes kunnen de eer opeisen als de eerste moslim, want vóór Mozes was er Abraham die, toen hij en zijn zoon Ismaël de Ka'aba in Mekka bouwden, bad: "Onze Heer! Maak van ons moslims, buigend voor Uw wil (en), en van onze nakomelingen een moslimvolk, buigend voor Uw wil”(2:127-128). Maar zelfs vóór Abraham was er Adam, die de eerste en de eerste profeet was: “Toen leerde Adam van de woorden van zijn Heer inspiratie, en zijn Heer keerde zich tot hem; want Hij keert vaak terug, barmhartigst” (2:37).
77
Referentiekaders Bij het lezen van de koran is het van cruciaal belang om in gedachten te houden dat westerlingen, of ze nu religieus zijn of niet, en moslims vaak enorm verschillende referentiekaders hebben, zelfs als ze dezelfde individuen of concepten beschouwen. Enkele jaren geleden begroetten de voormalige president George W. Bush en Karen Hughes, zijn voormalige staatssecretaris van Openbare Diplomatie en Openbare Zaken, de moslims ter wereld ter gelegenheid van het Islamitische Feest van Eid al-Adha, dat het einde herdenkt van de pelgrimstocht naar Mekka, de hadj, en de bereidheid van Abraham om zijn zoon te offeren. In december 2006 bracht Bush een verklaring uit die gedeeltelijk luidde: 'Voor moslims in Amerika en over de hele wereld is Eid al-Adha een belangrijke gelegenheid om te danken voor hun zegeningen en om Abraham's vertrouwen in een liefhebbende God te gedenken. Tijdens de vier dagen van deze speciale viering eren moslims Abrahams voorbeeld van opoffering en toewijding aan God door te vieren met vrienden en familie, geschenken en groeten uit te wisselen en door aanbidding en naastenliefde te aanbidden.'17 En in januari had Hughes verklaard: Eid is een viering van toewijding en gehoorzaamheid aan God en ook van Gods genade en voorziening voor ons allemaal. Het is een tijd van familie en gemeenschap, een tijd van liefdadigheid. . . . Ik wil u een bericht van president Bush voorlezen: 'Ik stuur groeten aan moslims over de hele wereld terwijl u Eid al-Adha viert. Toen God Abraham vroeg om zijn zoon te offeren, plaatste Abraham zijn geloof in God boven alles. Tijdens Eid al-Adha vieren moslims de toewijding van Abraham en danken ze voor Gods genade en vele zegeningen.“18 Sprekend over Abraham, zelfs toen hij dit deed in de context van Eid alAdha, dachten Bush en Hughes waarschijnlijk aan Genesis 22:15–18, waarin Abraham wordt beloond voor zijn geloof en hem wordt verteld dat hij een zegen voor de naties zal worden : "Door uw nakomelingen zullen
78
alle natiën van de aarde zichzelf zegenen, omdat u mijn stem hebt gehoorzaamd." Maar het moslimpubliek waar Bush en Hughes het over hadden, las waarschijnlijk Genesis niet. Ze lazen de Koran, waarin Allah zegt dat Abraham een "uitstekend voorbeeld" is voor de gelovigen wanneer hij zijn familie en andere heidenen vertelt dat "er tussen ons en u vijandschap en haat voor altijd is ontstaan, tenzij u in Allah gelooft en Hem alleen ”(60: 4). In hetzelfde vers staat dat Abraham geen uitstekend voorbeeld is als hij tegen zijn vader zegt: 'Ik zal voor u om vergeving bidden.' Zo houdt de Koran in de door Bush en Hughes geciteerde passages haat als voorbeeldig voor, terwijl hij de deugd van vergeving kleineert. Bush en Hughes versterkten daarom onbedoeld een wereldbeeld dat de legitimiteit van eeuwige vijandschap tussen moslims en niet-moslims als vanzelfsprekend beschouwt - en deden dat naïef, terwijl ze probeerden bruggen te bouwen tussen moslims en niet-moslims. Dit toont eens te meer aan hoe cruciaal het is voor Amerikaanse beleidsmakers om een gedetailleerd begrip te hebben van het theologische en culturele referentiekader van de islam en van de feitelijke leer van de koran. Bij gebrek aan begrip blijven er onzorgvuldige uitspraken worden gedaan en blijven beleidsfouten toenemen. En soms is het gewoon niet te zeggen wat het betekent In het vierenzeventigste hoofdstuk van de Koran komt een cryptisch vers: "Daarboven zijn er negentien" (74:30). Dat is het. 'Daarboven zijn het negentien.' Boven wat? Negentien wat? De Koran zegt niet, en daar begint het plezier. Er zijn talloze theorieën over dit vers, waaronder die van de korangeleerde Günther Lüling, die een kleine wijziging van de tekst suggereert om er een eenvoudige verwijzing naar de poorten van de hel van te maken - die in context werkt. Islamitische geleerden nemen echter over het algemeen geen genoegen met suggesties dat de korantekst moet worden gewijzigd - het wordt verondersteld door de engel Gabriël in perfecte vorm aan Mohammed te zijn overhandigd en nog lang in perfectie te zijn bewaard. Dus gelovigen moeten het doen met het bestaande cryptische vers - en 79
dat hebben ze ook. Het is de basis geworden voor talloze uitgebreide vluchten van islamitische numerologie, in een poging te laten zien dat dit vers een verborgen, op cijfers gebaseerde sleutel bevat die het wonderbaarlijke karakter van de Koran aantoont. Het vers heeft ook geleid tot de ontwikkeling van mystiek rond het nummer negentien - zodanig dat sommigen ondanks de vele genomineerden voor de rol van 'twintigste kaper' hebben aangenomen dat er niet zo'n persoon is en dat er precies negentien kapers zijn gekozen voor de 11 september jihadmissies vanwege de mystieke betekenis van dat aantal. Het volgende vers biedt weinig hulp. Het lijkt alsof het ergens anders vandaan komt, omdat het lang en discursief is in het midden van wat anders een soera vol geknipte, poëtische verzen is. Het versterkt de mystiek rond het getal negentien en zegt over de engelen die optreden als "Bewakers van het Vuur" dat Allah "hun aantal alleen heeft vastgesteld als een beproeving voor ongelovigen, zodat het Volk van het Boek tot zekerheid kan komen, en de gelovigen kunnen in geloof toenemen” (74:31). Maar als dit betekent dat het aantal engelen dat de hel bewaakt negentien is, hoe zou dat dan de joden, christenen en andere mensen van het boek helpen er zeker van te zijn dat Mohammed een profeet was en het geloof van de moslims zou versterken? De koran laat die vraag onbeantwoord en in de islamitische geschiedenis begint op dat moment de numero-logische mystiek. Het doel van deze oefeningen is natuurlijk altijd om de waarheid van de Koran te demonstreren, om zo de mensen van het boek te laten zien dat, zoals Ibn Kathir het zegt, Mohammed 'spreekt volgens hetzelfde als wat ze bij zich hebben van hemelse geopenbaard Schriftgedeelten die tot de Profeten vóór hem kwamen. '21 Maar uiteindelijk is Allah absoluut soeverein over wie de boodschap van Mohammed zal accepteren en wie niet; het vers sluit af met het herhalen van een gemeenschappelijk gezegde in de koran: "Allah verlaat hen die Hij wil en dwaalt degenen die Hij wil."
80
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Baby lijkt sprekend op mama? Dit is waarom 'Toen ‘Abdullah bin Salam de komst van de profeet in AlMadina hoorde, kwam hij naar hem toe en zei:‘ Ik ga je vragen over drie dingen die niemand weet behalve een profeet: (1) Wat is het eerste teken van het uur? (2) Wat zal de eerste maaltijd zijn die door de mensen van het paradijs wordt gegeten? (3) Waarom lijkt een kind op zijn vader en waarom lijkt het op zijn oom van moederskant (moeders broer)?' "Allah's Boodschapper zei: 'Jibril (Gabriël) heeft me zojuist hun antwoorden verteld'." Abdullah zei: "Hij (dwz Gabriël) is van alle engelen de vijand van de Joden." Allah's Boodschapper zei, ' Wat het eerste teken van het Uur betreft, het zal een vuur zijn dat de mensen van het oosten naar het westen zal verzamelen (of verzamelen); de eerste maaltijd van de mensen van het Paradijs is extra lob (caudate lob) van vislever. Wat betreft de gelijkenis van het kind met zijn ouders: als een man geslachtsgemeenschap heeft met zijn vrouw en eerst ontslag krijgt, zal het kind op de vader lijken en als de vrouw eerst ontslag krijgt, zal het kind op haar lijken. Abdullah bin Salam zei: 'Ik getuig dat u de apostel van Allah bent.'”20
81
Hoofdstuk 5
MOHAMMED: HET DRAAIT ALLEMAAL OM HEM
Gewoon weer een andere profeet – en veel, veel meer DE KORAN STELT MUHAMMAD VOOR als de laatste in de lijn van de profeten, en de drager van dezelfde boodschap die zijn voorgangers aan de wereld hadden gebracht: "We hebben u inspiratie gestuurd", zegt Allah tegen Mohammed, "zoals we het naar Noach en de Boodschappers na hem: we stuurden inspiratie naar Abraham, Ismael, Isaak, Jacob en de stammen, naar Jezus, Job, Jona, Aaron en Salomo, en naar David gaven we de Psalmen” (4:163). Maar zijn identificatie met de Bijbelse profeten houdt daar niet op. De meeste verhalen uit de Koran van de profeten vóór Mohammed zijn bedoeld om aan te tonen dat Mohammed het soort oppositie ondervindt waarmee de andere profeten werden geconfronteerd, en om de ongelovigen en huichelaars te waarschuwen die Mohammed afwijzen of misleiden dat zij hetzelfde oordeel van Allah zullen ondergaan dat de vijanden van de eerdere profeten. Noach, bijvoorbeeld, vertelt degenen die sceptisch zijn over zijn overstromingswaarschuwing dat hij niets anders is dan een "gewone waarschuwer" (11:25; 26: 115) - precies zoals de Koran Mohammed vaak een "waarschuwer" noemt (5:19; 7:184; 7:188; 11:2; 11:12; 13:7; 15:89; 17: 105). Het Noah-verhaal van de Koran introduceert ook een significant verschil met het Bijbelse verslag - een verhaal dat Noach doet lijken op Mohammed. In Genesis 6–9 heeft Noach helemaal niets met de ongelovigen te maken. God zegt tegen hem: 'Ik heb besloten om een einde te maken aan alle vlees; want de aarde is door hen vervuld van geweld; 82
zie, ik zal ze vernietigen met de aarde' (Genesis 6:13), en zegt hem de ark te bouwen, maar hij zegt hem niet dat hij de mensen moet gaan waarschuwen voor de vloed. (II Petrus 2:5 noemt Noach echter wel een "prediker van rechtvaardigheid", wat suggereert dat Noach inderdaad zijn buren waarschuwde voor het op handen zijnde oordeel.) In de Koran komt Noach in ieder geval met een "duidelijke waarschuwing ”(11:25) dat ze“ niemand anders dan Allah dienen ”(11:26). Dus in de Bijbel worden de mensen gestraft voor hun corruptie en geweld, maar in de Koran maken ze zich gewoon schuldig aan afgoderij, of beter gezegd, onttrekken zich aan de hoofdzonde in de islam: de associatie van partners met Allah. Natuurlijk kwam Mohammed ook tot zijn volk met een duidelijke waarschuwing (14:52) dat zij niemand anders dan Allah zouden dienen (3:64), en daarom is Noah in de Koran een soort proto-Mohammed, die een boodschap predikt die identiek is aan zijn. Zelfs de receptie die Noach krijgt, lijkt op hoe de heidense Quraish Mohammed ontving. De ongelovigen vertellen Noach dat hij gewoon een man is en beschuldigen hem en zijn volgelingen van liegen (11:27), en beweren zelfs dat hij de berichten vervalst waarvan hij zegt dat ze van Allah komen (11:35). Noah antwoordt dat het niet uitmaakt wat hij tegen hen zegt als Allah heeft besloten hen op een dwaalspoor te brengen (11:34). Dit herhaalt bijna precies Mohammeds ervaring: Allah instrueert hem om de ongelovigen te vertellen dat hij gewoon een man is (18:110); zij beschuldigen hem van liegen (42:24) en van het smeden van de koran (11:13); en Mohammed leert ook dat als Allah het wil om iemand op een dwaalspoor te brengen, niemand hem kan leiden (7:186). Een van de ongelovigen die Noach tegenkwam, is zijn eigen zoon, die weigert de ark binnen te gaan en in plaats daarvan zegt: 'Ik zal mezelf naar een berg begeven: die zal me van het water redden' (11:43). Deze zoon sterft in de vloed en Noah herinnert Allah eraan dat hij beloofde om Noachs familie te redden: "O mijn Heer! Mijn zoon is toch van mijn familie!” (11:40, 11:45) Maar Allah zegt hem: "O Noach! Hij is niet van uw familie, want zijn gedrag is onrechtvaardig” (11:46). Ibn Kathir legt uit: 'Voor zijn zoon was al bepaald dat hij zou worden verdronken vanwege zijn ongeloof en zijn verzet tegen zijn vader.'1
83
Uiteindelijk biedt dit dezelfde boodschap als in het Abraham-verhaal van de Koran, wanneer de patriarch als voorbeeldig wordt verdedigd nadat hij zijn familieleden verloochent, tenzij ze Allah aanbidden (60:4): geloof en ongeloof in de islam vervangen zelfs familiebanden. Abraham. . . en Mohammed Abraham, de vader van wat in de mode bekend staat als de "drie Abrahamitische geloven", wordt in de Koran voorgesteld als een vrome moslim, een andere proto-Mohammed zoals Noach. Allah zegt tegen Mohammed dat hij Abraham moet aanroepen als reactie op de pogingen van de joden en christenen van Arabië om hem tot hun religie te bekeren: “En ze zeggen: wees joden of christenen, dan zult u terecht worden geleid. Zeg (tot hen, o Mohammed): Nee, maar (wij volgen) de religie van Abraham, de oprechte, en hij behoorde niet tot de afgodendienaren” (2:135). Allah geeft Mohammed de opdracht om de eenheid van de boodschappen van alle profeten te onderstrepen: "Zeg: ‘Wij geloven in Allah en de openbaring die ons is gegeven, en aan Abraham, Isma'il, Isaak, Jacob en de Stammen, en dat gegeven aan Mozes en Jezus, en dat gegeven aan (alle) profeten van hun Heer: We maken geen verschil tussen de een en de ander: En we buigen voor Allah (in de Islam)’'' (2: 136). Mohammed is erop gericht de mensen te waarschuwen dat degenen die zich afkeren van 'de religie van Abraham'. . . vernederen hun ziel met dwaasheid” (2:130). De koran benadrukt herhaaldelijk dat Abraham noch een jood noch een christen was. Allah berispt op een gegeven moment de joden en christenen omdat ze ruzie hebben gemaakt over de religie van de grote patriarch, waarover ze 'geen kennis hebben' (3:66). Bovendien kon Abraham geen jood of christen zijn geweest omdat "de Thora en het evangelie pas na hem werden geopenbaard" (3:65). In werkelijkheid was hij volgens de koran een moslim-hanif (3:67) - het korancommentaar Tafsir al-Jalalayn legt uit dat Abraham 'geen jood of christen was, maar een man van puur natuurlijk geloof, een hanif die geneigd is van alle andere religies tot de Straight Din [religie]: een moslim en voorstander van de Goddelijke Eenheid.'2 Het woord 'hanif' duidt iemand aan die de oorspronkelijke
84
monotheïstische religie bezat die later werd gecorrumpeerd om het jodendom en het christendom te creëren. Bovendien zijn Mohammed en de moslims "de naaste verwanten van Abraham", zoals Ibn Kathir zegt in zijn uitleg van Koran 3:67: "Dit Ayah [vers] betekent: 'De mensen die het meeste recht hebben om volgelingen te zijn van Ibrahim zijn degenen die zijn religie en deze profeet, Mohammed en zijn metgezellen volgden.''3 En de boodschap van Abraham is natuurlijk identiek aan die van Mohammed. De Koran laat herhaaldelijk zien dat Abraham weigert de afgoden van zijn vader te aanbidden. Hij confronteert de afgodendienaren onder zijn eigen volk en zegt: "Aanbidt u dan, naast Allah, dingen die u niet goed kunnen doen, noch u schade berokkenen?" (21:66) Zijn woorden lijken sterk op de woorden die Allah tegen Mohammed zegt om tot de ongelovigen te zeggen: “Zeg: 'Neemt u dan (voor aanbidding) beschermers anders dan Hij, die geen macht hebben ten goede of om zichzelf te schaden?'” (13:16) Dit was om te benadrukken dat alle profeten dezelfde boodschap hadden en dat Mohammed een van die profeten was. Het lijkt misschien vreemd dat Allah Mohammed vertelt om met de joden en christenen te overleggen als hij twijfelt aan de waarheid van wat hij heeft ontvangen: “En als u (Mohammed) twijfelt over wat wij u onthullen, vraag dan degenen die lezen de Schrift (die was) voor u. Voorwaar, de waarheid van uw Heer is tot u gekomen. Wees dus niet onder de weifelaars” (10:94). Maar Mohammed vragen om contact op te nemen met de joden en christenen om zijn twijfels weg te nemen, is volkomen redelijk gezien de veronderstelling van de koran dat zijn boodschap identiek was aan de boodschap die ze van hun eigen profeten hadden ontvangen. De Tafsir alJalalayn zegt dat dit betekent dat Mohammed "diegenen moet vragen die het Boek (de Torah) voor je reciteerden - en zij zullen je vertellen over de waarheid ervan."4 Dit veronderstelt natuurlijk dat niet-gecorrumpeerde versies van de Joodse (en Christelijk) Geschriften waren beschikbaar in de tijd van Mohammed - een bewering die enorme problemen schept voor de islamitische bewering dat ze überhaupt gecorrumpeerd waren, aangezien kopieën die uit die tijd bestaan niet verschillen van de joodse en christelijke geschriften die tegenwoordig bestaan.
85
Joseph. . . en Mohammed In lijn met het overkoepelende doel van het versterken van Mohammeds profetische bewering, gaat de Korans versie van het verhaal van Jozef in wezen helemaal over Mohammed. De focus van dit verhaal, dat het laatste deel van het boek Genesis beslaat, is subtiel veranderd in de Koran om het te transformeren in een commentaar op Mohammeds profetische boodschap en de koude ontvangst die het ontving van de heidense Arabieren van Mohammeds Qoeraisj-stam. Volgens de twintigste-eeuwse koranwetenschapper en vooraanstaande jihadtheoreticus Syed Abul Ala Maududi was een van de belangrijkste doelen van dit verslag het waarschuwen van [de Quraish] dat uiteindelijk het conflict tussen hen en de heilige profeet zou eindigen in zijn overwinning op hen. Terwijl ze toen hun broer, de Heilige Profeet, vervolgden op dezelfde manier als de broers van de Profeet Joseph hem hadden behandeld. . . . En net zoals de broers van de profeet Joseph zich voor hem moesten vernederen, zullen de Quraish op een dag vergeving moeten smeken bij hun broer, die ze toen probeerden te verpletteren.' Maududi wijst op 12:7, "Voorwaar in Jozef en zijn broeders zijn tekenen voor zoekers", zoals hij verwijst naar de Quraish, die acht moet slaan op de waarschuwing die hen in deze soera wordt gegeven.5 Het koranverhaal van Jozef in soera 12 is een verkorte versie van het verhaal in Genesis 37–50, met enkele opmerkelijke verschillen ten opzichte van het Bijbelse verslag. Joseph heeft een droom waarin elf sterren en de zon en de maan zich voor hem en zijn gezin neerwerpen. Dit gaf aan dat Joseph als profeet was gekozen; volgens Mohammeds neef Ibn Abbas, "zijn de dromen van profeten openbaringen van Allah."6 Mohammed zelf legde dit uit als niet alleen van toepassing op de profeten, maar als een algemeen principe: "Een goede droom is van Allah, en een slechte droom is van Satan.” De profeet beveelt zelfs een ritueel aan, waarbij lucht door de lippen wordt gepuft, om te verdedigen tegen nare dromen: 'Dus als iemand van jullie (in een droom) iets ziet dat hij niet mag, moet hij driemaal blazen wanneer hij opstaat (aan zijn linkerkant) en zoek toevlucht bij Allah tegen zijn kwaad, want dan zal het hem niet schaden.”7 De jaloerse broers van Joseph willen hem doden, maar besluiten hem uiteindelijk in een put te gooien en hun vader, Jacob, te vertellen dat hij 86
dood is. In afwijking van het bijbelse verslag gelooft Jacob ze niet. Ibn Abbas legt uit dat 'hij hen niet geloofde omdat ze bij een andere gelegenheid zeiden dat Jozef door dieven werd gedood.'8 Joseph, verkocht als slaaf in Egypte, wordt het doelwit van een poging tot verleiding door de vrouw van zijn meester. Een ander detail dat in het bijbelse verslag ontbreekt, is dat Jozef 'haar zou hebben gewenst', behalve dat Allah hem van 'kwaad en onzedelijkheid afweerde. Zie! Hij was een van onze uitverkoren slaven” (12:24). Het scherpe dualisme in de islam verschijnt als Maududi hierin een les ziet: “Vergelijk de voormalige karakters [Jacob en Joseph] gevormd door de islam op het fundament van de aanbidding van Allah en de verantwoording in het Hiernamaals met de laatste [de vrouw van de meester] gevormd door kufr [ongeloof] en 'onwetendheid' over de aanbidding van de wereld en het negeren van Allah en het Hiernamaals.”9 De vrouw van de meester beschuldigt Joseph van ongepastheid, maar Joseph blijkt onschuldig te zijn wanneer blijkt dat zijn mantel aan de achterkant is gescheurd, niet aan de voorkant - hij vluchtte met andere woorden voor haar. Haar man klaagt dat vrouwen dit soort dingen doen: “Zie! Dit is de bedrog van jullie vrouwen. Zie! De bedrog van u is erg groot” (12:28).
Bijbel versus Koran ----------------------------------------------------------------------------------““Maak tegen hen uw kracht tot het uiterste van uw macht, inclusief strijdlust, om terreur te zaaien in (de harten van) de vijanden van Allah en uw vijanden, en anderen daarbuiten, die u misschien niet kent, maar wie Allah weet weten. . . . ' —Koran 8:60 “Je hebt gehoord dat er werd gezegd: 'Je zult je naaste liefhebben en je vijand haten.' Maar ik zeg je, heb je vijanden lief en bid voor degenen die je vervolgen, opdat je mag zijn zonen van uw Vader die in de hemel is. . . . “ —Mattheüs 5:43,45
87
De vrouw houdt dan een banket voor de vrouwen van de stad, die zo onder de indruk zijn van Joseph's knappe uiterlijk dat ze hun handen beginnen te snijden. Ibn Kathir legt uit: 'Ze hadden veel waardering voor hem en waren verbaasd over wat ze zagen. Ze begonnen hun handen verwonderd over zijn schoonheid te snijden, terwijl ze dachten dat ze de citroen met hun messen sneden. ' De vrouw van de meester voelde zich vrijgesteld: "Toen ze de pijn voelden, begonnen ze te schreeuwen en ze zei tegen hen: 'Je hebt dit allemaal gedaan vanuit één blik op hem, dus hoe kan ik de schuld krijgen?'"10 Joseph wordt uiteindelijk gevangengezet. Als twee medegevangenen hem vragen hun dromen te interpreteren, vertelt hij hen eerst dat hij een goede moslim is: hij heeft 'de wegen van een volk dat niet in Allah gelooft' verlaten (12:37). Hij volgt de religie van Abraham, Isaak en Jacob, en "we zouden nooit een partner kunnen toeschrijven aan Allah" (12:38). Hij blijft een tijdje langer in de gevangenis, maar krijgt uiteindelijk de kans om de droom van de koning te interpreteren. De vrouw van zijn meester bekent haar wangedrag en dus wordt Joseph bevrijd en beloond. De broers van Joseph komen later bij hem om hulp tijdens een hongersnood, maar ze herkennen Joseph niet, die eist dat ze hun jongste broer, Benjamin, meenemen. Een op het Westen georiënteerde twintigste-eeuwse commentator op de Koran, Mohammed Asad, legt uit hoe het verhaal zich vervolgens ontvouwt: 'Joseph had Benjamin bij zich willen houden, maar onder de wet van Egypte kon hij dit niet doen zonder de toestemming van zijn halfbroers.' Maar toen er een beker werd ontdekt in de tas van zijn broer, "leek Benjamin schuldig te zijn aan diefstal, en volgens de wet van het land had Joseph het recht om hem als zijn slaaf op te eisen en hem dus in zijn huis te houden."11 Het punt van het koranverhaal is dat Allah alle gebeurtenissen opdraagt en niemand zijn wil kan dwarsbomen: “Zo hebben wij voor Joseph bedacht. Hij had zijn broer niet kunnen nemen volgens de wet van de koning tenzij Allah het wilde” (12:76). Uiteindelijk onthult Joseph zijn identiteit aan zijn broers, die Allah om vergeving smeken en deze ontvangen. Jacob en zijn broers gaan bij Joseph in Egypte wonen.
88
Het verhaal eindigt met de verklaring dat dit allemaal een waarschuwing is - blijkbaar een waarschuwing voor degenen die niet geloven dat Mohammed een profeet is. Allah vertelt Mohammed dat hij het verhaal van Jozef 'door inspiratie' aan hem heeft onthuld, want Mohammed was niet aanwezig toen de broers van Jozef tegen hem samenspanden, dus hoe kon hij weten hoe het gebeurde tenzij hij een echte profeet was? Het verhaal van de afwijzing van Jozef door zijn broers doet dus niet alleen denken aan Mohammeds afwijzing door zijn inheemse stam, maar ook Mohammeds kennis van het verhaal van Jozef, vermoedelijk toen hij deze soera voor de eerste keer reciteerde, wordt op zichzelf gehouden als bevestiging van zijn goddelijke inspiratie. Mozes, farao. . . en Mohammed De Koran houdt zich aanzienlijk bezig met het verhaal van Mozes en in het bijzonder met de confrontatie tussen Mozes en Farao, het geheel of gedeeltelijk hervertellen of er maar liefst twaalf keer op zinspelen. De twintigste-eeuwse korancommentator Muhammad Al-Ghazali beweert dat 'elke keer dat het verhaal verschijnt, er andere aspecten van naar voren komen. Elke versie heeft details die in geen enkele andere versie zijn opgenomen.'12 Het verhaal behandelt de algemene opzet van het Exodusverslag, maar ook hier met het oog op het ondersteunen van Mohammeds profetische aanspraken. Zoals met zoveel Bijbelse verhalen, vertelt de Koran deze op een manier die suggereert dat het publiek het eerder heeft gehoord: we zien bijvoorbeeld dat Mozes Farao vertelt om 'de kinderen van Israël met mij mee te sturen' (7:105), en het er wordt eenvoudig aangenomen dat de lezer zal weten dat de Israëlieten op dit moment slaven waren in Egypte. Mozes ontmoet Allah voor het eerst in de Brandende Struik, waar hij de stem van Allah hoort (20:10–17). Allah rust Mozes uit met de staf die verandert in een slang (20:20) en een hand die helder wit wordt "zonder ziekte" (20:22), en stuurt hem weg om de farao te confronteren. Allah willigt het verzoek van Mozes in om Aaron mee te nemen (20:36) en vertelt hem het verhaal van hoe hij als baby uit de rivier werd geplukt door
89
"iemand die een vijand voor mij is en een vijand voor hem" (20:39) en keerde terug naar zijn moeder (20:40). Er zijn veelvuldige, onmiskenbare vergelijkingen met Mohammeds eigen verhaal. Wanneer Allah tegen Mozes zegt dat hij moet gaan prediken tot "het volk van Farao" (26:11), antwoordt Mozes: "Ik vrees dat ze mij zullen beschuldigen van onwaarheid" (26:12) - precies zoals zij Mohammed hebben opgedragen (25:4). Mozes is bang dat de ongelovigen hem zullen doden (26:14), net zoals ze van plan waren om Mohammed te doden (8:30). Wanneer Allah Mozes en Aäron nogmaals vertelt om naar Farao te gaan (20:44), antwoorden ze dat ze bang zijn "opdat hij zich niet brutaal tegen ons haast, of dat hij alle grenzen overschrijdt" (20:46). Allah antwoordt dat ze niet bang moeten zijn, want hij is bij hen en ziet en hoort alles - herinnerend aan een troostende boodschap die hij aan Mohammed gaf (20:5–7).
WAT ZEI JE OOK AL WEER? --------------------------------------------------------------------------------Allah gebood Mohammed om te zeggen: "Als ik afdwaal, dwaal ik alleen af tot het verlies van mijn eigen ziel" (34:50). Dit blijkt echter helemaal niet het geval te zijn. Allah zegt ook tegen de moslims, dat "in de boodschapper van Allah gij een goed voorbeeld hebt voor hem die naar Allah en de laatste dag kijkt en Allah veel gedenkt" (33:21). Allah zegt ook dat "hij die de boodschapper [Mohammed] gehoorzaamt, Allah gehoorzaamt" (4:80). De Koran vertelt moslims talloze keren om Allah en Mohammed te gehoorzamen (3:32; 3:132; 4:13; 4:59; 4:69; 5:92; 8:1; 8:20; 8:46; 9:71; 24:47; 24:51; 24:52; 24:54; 24:56; 33:33; 47:33; 49:14; 58:13; 64:12). Dus als Mohammed afdwaalt, is zijn ziel zeker niet de enige die gevaar loopt. Met miljoenen moslims die naar hem kijken als het hoogste gedragspatroon en voorbeeld om na te volgen, als hij op een dwaalspoor is, zijn zij dat ook onvermijdelijk.
90
Nadat Mozes tot hem predikte, zegt Farao dat Mozes een "echte gek" is (26:27), net zoals de heidense Arabieren zeiden over Mohammed (15:6). De ongelovigen maken de tekenen van Mozes (43:47) belachelijk, zoals zij dat van Mohammed doen (21:36), en ze noemen Mozes een tovenaar (7:109; 43:49), een smaad herhaald tegen Mohammed (10:2). Mozes en Aäron doen hun plicht door tegen Farao te zeggen dat Allah de enige God is en "voor u de aarde heeft gemaakt als een tapijt dat is uitgespreid" (20:53), en die straf wacht de ongelovigen (20:48). Mozes verricht verschillende wonderen voor de farao, zoals in het bijbelse verslag. Maar Farao verwerpt hun boodschap (20:56) en zegt dat hij hun wonderen kan evenaren (20:58). Zijn magiërs zijn echter onder de indruk, en wanneer ze hun geloof in 'de Heer der Werelden, de Heer van Mozes en Aäron' belijden (7:121–22; 20:70; 26:47–48), dreigt de farao af te sluiten hun handen en voeten aan weerszijden en kruisig hen (7:124; 20:71; 26:49) - dezelfde straf die Allah gebiedt voor degenen die "oorlog voeren tegen Allah en zijn boodschapper, en met macht en hoofd streven naar onheil" door het land” (5:33). Wanneer Farao dreigt Mozes te doden (40:26), vraagt een Egyptische gelovige hem: “Zult u een man doden omdat hij zegt: 'Mijn Heer is Allah?'” (40:28) Volgens Maududi kwam deze soera tot Mohammed toen de ongelovigen van plan waren hem te doden omdat hij dezelfde vraag stelde.13 Evenzo waarschuwt deze naamloze gelovige en tijdgenoot van Mozes zijn volk dat ze het lot riskeren te lijden van degenen die de eerdere profeten verwierpen (40:31,34), zoals Mohammed doet vaak in de Koran (3:137; 6:11; 30:9; 43:25). De magiërs bidden dat Allah 'onze ziel als moslims naar je toe zal brengen' (7:126) - een onheilspellend vers, dat het koranische geloof weerspiegelt dat de islam de oorspronkelijke religie was van alle bijbelse profeten, wiens boodschappen later werden gecorrumpeerd om het jodendom te creëren en Christendom. Terwijl Farao Mozes en zijn volk bedreigt, zegt Mozes tegen de joden: 'Het kan zijn dat uw Heer uw tegenstander zal vernietigen en u onderkoningen op aarde zal maken, zodat Hij mag zien hoe u zich gedraagt' (7:129) – een test de joden falen later. Maar Allah vernietigt 91
inderdaad hun tegenstander: hij zendt plagen uit over de Egyptenaren, snel opgesomd alsof het publiek alweer bekend is met het verhaal: "grootschalige dood, sprinkhanen, luizen, kikkers en bloed" (7:133) . Allah redt de Israëlieten van Farao door de zee te scheiden zodat ze het droge land passeren (20:77–79) en de mannen van Farao verdrinken (7:136). Mozes bidt dat Allah geen genade toont jegens Farao: "Beschadig, onze Heer, de kenmerken van hun rijkdom, en stuur hardheid naar hun hart, zodat ze niet zullen geloven totdat ze de zware straf zien." Allah accepteert hun gebed, maar wanneer Farao berouw heeft, redt Allah hem (10:88–92). Allah maakt de Joden, "het volk dat werd veracht", de erfgenamen van "de oostelijke delen van het land en de westelijke delen daarvan die Wij hadden gezegend" (7:137). Hij 'vestigde de kinderen van Israël in een prachtige woonplaats', maar 'ze raakten in scheuringen' (10:93). De Joden, die afgodendienaren in hun nieuwe land tegenkomen, wenden zich onmiddellijk tot afgoderij zelf (7:138). Mozes gaat de berg Tur op (28:46) om met Allah te praten en stenen tafelen te ontvangen die wetten uitvaardigen die - in een zeer belangrijke omissie - de Koran niet opsomt (7:145). Allah vertelt hem dat hij Mozes 'volk op de proef stelt door toe te staan dat ze op een dwaalspoor worden gebracht door Samiri, een buitenbijbels karakter dat in de Koran is geïntroduceerd (20:85). Toen hij zag dat de Israëlieten het 'beeld van kalf' aanbaden (7:148), berispt Mozes Aäron omdat hij hen heeft laten afdwalen (20:92). Nadat Samiri uitlegde dat hij zelf het kalf had gevormd uit 'een handvol (van stof) uit de voetafdruk van de Boodschapper' (20:96) - algemeen aangenomen dat het verwijst naar een hoefafdruk die was achtergelaten door het engel Gabriëls paard terwijl Gabriël de Israëlieten leidde in de strijd —Moses straft Samiri (20:97) en bidt om Allah's vergeving (7:155). Allah belooft genade "voor degenen die het goede doen, en die regelmatig naastenliefde beoefenen, en voor degenen die in onze tekenen geloven" (7:156). De woorden die voor liefdadigheid worden gebruikt - zakat (aalmoezen) - en voor tekens – ayat (verzen) - geven aan dat iedereen die bij dit verhaal betrokken is een moslim is, want in de eigen context van de koran bevat alleen de koran ayat en betalen alleen moslims zakat.
92
Het punt van het verhaal is dat Allah barmhartigheid betoont aan "degenen die de boodschapper volgen, de Profeet die noch kan lezen noch schrijven, die zij zullen vinden beschreven in de Thora en het Evangelie (die) bij hen zijn" (7:157) . Dit is natuurlijk Mohammed, die volgens moslims werd geprofeteerd en beschreven in de joodse en christelijke geschriften voordat ze werden verdorven. Ibn Kathir zegt: 'Dit is de beschrijving van de profeet Mohammed in de boeken van de profeten. Ze brachten het goede nieuws van zijn komst aan hun naties en bevalen hen hem te volgen. Zijn beschrijvingen waren nog steeds duidelijk in hun boeken, zoals de rabbi's en de priesters goed weten.'15
DE WONDEREN VAN DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------NOACH’S STOOMBOOT! “(Zo was het) totdat, toen Ons gebod uitkwam en de oven water uitspuwde, We zeiden: Laad daarin twee van elke soort, een paar (het mannetje en het vrouwtje), en uw gezin, red hem tegen wie het woord is reeds uitgegaan, en degenen die geloven. En er waren er maar een paar die met hem geloofden. —Koran 11:40 Volgens Masud Masihiyyen, een schrijver voor de website Answering-Islam.org, hebben sommige islamitische apologeten beweerd dat de oven die water uitstroomt, verwijst naar de manier waarop de Ark van Noach werd aangedreven - waardoor het een echte pre-moderne stoomboot was. In de context van het verhaal verwijst het stromende water echter eigenlijk naar het begin van de overstroming, helemaal niet naar de ark.14
"De rabbi's en priesters weten het heel goed" - er wordt aangenomen dat de joden en christenen, of in ieder geval hun leiders, weten dat 93
Mohammed een ware profeet is, maar weigeren hem koppig te accepteren. Mohammed is niet gek of bezeten. . . . Echt, dat is hij niet. Hoewel de Koran zich tot het uiterste inspant om de legitimiteit van Mohammeds profetie vast te stellen, is hij ook verplicht Mohammed te verdedigen tegen beschuldigingen dat hij geestelijk onevenwichtig was. Allah vertelt Mohammed dat hij een "drager van blijde tijdingen" en een "waarschuwer" is - want "er was nooit een volk zonder een waarschuwer die onder hen had geleefd" (35:24; vgl. 7:188; 48:8). Maar hij is ook maar een mens: Allah vertelt hem dat de ongelovigen hem zouden hebben verleid van de goddelijke openbaringen die hij ontving als Allah hem niet had gesterkt (17:73–76) en hem opdraagt te bidden voor zijn eigen redding (17:80). Allah berispt zijn profeet wegens verschillende tekortkomingen, waaronder, berucht, omdat hij buigt voor de druk van twee van zijn vrouwen en ermee instemt een favoriete bijvrouw niet te bezoeken: "O profeet! Waarom is het u verboden te verbieden wat Allah u wettig heeft gemaakt? U probeert uw echtgenoten te behagen. Maar Allah is vaak vergevensgezind, barmhartig” (66:1). Als gewone sterveling weet Mohammed in het algemeen niet "wat verborgen is" - Allah zegt hem tegen de ongelovigen te zeggen: "Ik volg wat mij is geopenbaard" (6:50). Hij moet ook alle wonderbaarlijke krachten verwerpen door te zeggen: "Ik heb geen macht over iets goeds of kwaads voor mezelf, behalve zoals Allah het wil" (7: 188). Hij moet de ongelovigen zeggen: "Ik ben maar een man zoals u" - behalve het feit dat "de inspiratie tot mij is gekomen dat uw Allah één Allah is" (18:110). Desalniettemin is het duidelijk in de Koran dat Mohammed geen gewone man is, maar uiterst belangrijk is voor Allah zelf. "Allah en zijn engelen zegenen de profeet" en vermaan gelovigen om hem ook te groeten en te zegenen, "met alle respect" (33:56). Allah verzekert zijn profeet in tijden van moeilijkheden dat hij 'u niet heeft verlaten, noch is hij ontevreden' (93: 3) en herinnert hem aan zijn vele zegeningen: 'Hebben wij niet. . . verhoogde de achting (waarin) gij (wordt vastgehouden)? " (94:1,4). "Heeft Hij" - dat wil zeggen, Allah, blijkbaar sprekend over zichzelf in de derde persoon, "vindt u (Mohammed) geen wees en geeft u 94
beschutting" (93:6). Allah belooft Mohammed een “onfeilbare beloning” (68:3). Allah verzekert zijn profeet ook dat Mohammed niet "gek of bezeten" is (68:2) – in tegenstelling tot de beweringen van Mohammeds tegenstanders die, Allah waarschuwt, spoedig zullen zien wie echt gek is en wie gezond is (68:5–6) . Allah geeft zijn profeet opdracht dit te herhalen aan zijn volgelingen - dat Mohammed "niet afdwaalt noch misleid wordt" (53:2). Kennelijk werd herhaaldelijk de beschuldiging geuit dat Mohammed gek was, want de koran beantwoordt deze talloze keren. De ongelovigen zeggen dat Mohammed "medleys of dreams" (21: 5) leunt en beweren dat hij bezeten is door demonen (23:70; 37:36). Maar de Koran verzekert dat hij geen "waarzegger" is en niet bezeten is (52:29). Hij is 'niet, door de genade van uw Heer, gek of' - nogmaals - 'bezeten' (68:2). Hij wordt niet 'gegrepen door waanzin'. Hij is veeleer slechts een opvallende waarschuwer” (7:184) die“ werd onderwezen door een machtige in macht ”(53:5) - dat wil zeggen Gabriël. Mohammed is - alweer - niet 'bezeten', want 'zonder twijfel' zag hij de engel Gabriël 'aan de heldere horizon' (81:22–23). Allah's bezorgdheid voor zijn profeet Allah staat niet alleen in voor de geestelijke gezondheid van zijn profeet; hij stelt hem ook gerust. Hij weet dat de ongelovigen Mohammed lastig vallen: "We kennen inderdaad het verdriet dat hun woorden u berokkenen" (6:33). Voorwaar, Allah waarschuwt Mohammed dat hij zich te veel zorgen maakt over de ongelovigen: "Toch kan het zijn, als zij niet geloven in deze verklaring, dat gij (Mohammed) uw ziel zult kwellen met verdriet over hun voetstappen" (18:6). Maar Allah heeft troostende woorden voor hem: “Laat hun spraak u dan niet bedroeven. Voorwaar, Wij weten wat ze verbergen en wat ze onthullen” (36:76). Nogmaals, deze vertroostingen komen terug, met variaties: "O boodschapper! Laat degenen die u bedroeven, die elkaar tot ongeloof bespotten, niet bedroeven. ' Degenen die dit doen, zijn zowel de hypocrieten - een groep moslims in naam die alleen in het geheim tegen Mohammed was - of die verstokte vijanden van de moslims, de joden: “(of 95
het nu is) onder degenen die 'wij geloven' met hun lippen zeggen, maar wiens harten geen geloof hebben; of het is onder de Joden, mannen die naar elke leugen willen luisteren� (5:41). Allah heeft Mohammed de Koran niet gegeven, zodat hij bedroefd zal zijn door de afwijzing van de ongelovigen: "We hebben de Koran niet tot u gezonden om (een gelegenheid) te zijn voor uw leed" (20:2).
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Ja, maar welke vleugel is dat? 'De profeet zei:' Als een huisvlieg in de drank van iemand van jullie valt, moet hij hem dopen (in de drank), want een van zijn vleugels heeft een ziekte en de andere heeft de remedie voor de ziekte.''16
In dezelfde geest geeft Allah Mohammed speciale toestemming om een onbeperkt aantal partners te verzamelen: O profeet! Zie! Wij hebben u uw vrouwen, aan wie u hun bruidsschat hebt betaald, en degenen die uw rechterhand bezit van degenen die Allah u heeft gegeven als oorlogsbuit, en de dochters van uw oom aan vaderszijde en de dochters van u, wettig gemaakt. tantes aan vaders kant, en de dochters van uw oom aan moeders kant en de dochters van uw tantes aan moeders kant die met u zijn geĂŤmigreerd, en een gelovige vrouw als ze zichzelf aan de profeet en de profeet geeft om haar binnen te vragen huwelijk. Hier geeft Allah Mohammed een voorrecht waar andere moslims niet van genieten, en benadrukt dat Mohammed hier niet de schuld van krijgt, want het is "een voorrecht alleen voor jou, niet voor de (rest van) gelovigen - daar zijn we ons van bewust die Wij hun opdroegen met 96
betrekking tot hun vrouwen en degenen die hun rechterhanden bezitten opdat gij vrij van schuld wordt, want Allah is Vergevensgezind, Genadevol” (33:50).
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Water uit de vingertoppen en pratend voedsel "Narrated‘ Abdullah:. . . Eens waren we op reis met de Boodschapper van Allah en hadden we geen water meer. Hij zei: ‘Breng het water dat nog over is’. De mensen brachten een gebruiksvoorwerp met een beetje water. Hij legde zijn hand erin en zei: "Kom naar het gezegende water en de zegen komt van Allah." Ik zag het water stromen tussen de vingers van Allah's Boodschapper, en ongetwijfeld hoorden we de maaltijden (voedsel) Allah verheerlijken toen het werd gegeten (door hem).”17
Bij meerdere gelegenheden verwijt Allah Mohammed zelfs dat hij geschenken die hij hem wil geven weigert - zoals in Mohammeds beruchte huwelijk met Zaynab bint Jahsh, de mooie ex-vrouw van Mohammeds geadopteerde zoon, Zayd bin Harith. Volgens de Tafsir al-Jalalayn, nadat Zaynab met Zayd was getrouwd, 'keek Mohammed' naar haar en voelde liefde voor haar terwijl Zayd haar niet mocht.' Zaynab riep uit: 'Hij is hier niet, boodschapper van God. Kom binnen, jij die mij zo dierbaar is als mijn vader en moeder! 'Maar de profeet van de islam haastte zich in aanzienlijke opwinding, mompelde iets ongehoords en voegde er vervolgens hoorbaar aan toe: 'Glorie zij God de Almachtige! Glorie zij God, die de harten doet keren!'19 Zayd gaat later naar Mohammed en doet een opmerkelijk aanbod: "Boodschapper van God, misschien heeft Zaynab uw bewondering opgewekt, en daarom zal ik mij van haar scheiden." Mohammeds reactie staat opgetekend in de Koran: "Houd je vrouw voor jezelf en vrees Allah" 97
(33:37). Maar toen kwam Allah zelf tussenbeide. Volgens de negendeeeuwse moslimhistoricus Abu Ja’far Muhammad bin Jarir al-Tabari, sprak Mohammed op een dag met zijn jonge vrouw Aisha toen 'een flauwvallen hem overviel'. Vervolgens glimlachte hij en vroeg: 'Wie zal naar Zaynab gaan om haar het goede nieuws te vertellen, zeggende dat God haar met mij heeft getrouwd?' Vervolgens reciteerde hij de openbaring die Allah hem zojuist had gegeven: “En toen u tot hem zei aan wie Allah gunst heeft verleend en u gunst hebt verleend: bewaar uw vrouw voor uzelf en vrees Allah. En gij hebt in uw gedachten verborgen wat Allah aan het licht zou brengen, en u vreesde de mensheid, terwijl Allah een beter recht heeft dat gij Hem zou vrezen” (33:37). Blijkbaar had Allah de hele episode geregeld om te leren dat geadopteerde zonen niet als natuurlijke zonen waren, en dat het dus voor mannen was toegestaan om met de ex-vrouwen van hun geadopteerde zonen te trouwen, een daad die destijds als een vorm werd beschouwd van incest: “Dus toen [Zayd] die noodzakelijke formaliteit (van scheiding) van haar had vervuld, hebben we haar aan jou ten huwelijk gegeven, zodat (voortaan) er geen zonde meer zal zijn voor gelovigen met betrekking tot vrouwen van hun geadopteerde zonen, wanneer laatstgenoemde de vereiste formaliteit (van vrijlating) van hen hebben vervuld. Het gebod van Allah moet worden vervuld (33:37). ” Mohammed nam Zaynab dus als zijn vrouw, beschermd door een directe openbaring van Allah tegen het verschijnen van een schandaal. Allah demonstreert een speciale bezorgdheid voor Mohammed bij een andere opmerkelijke gelegenheid, gerelateerd aan slechts een paar cryptische vermaningen van Allah, die uitroept tot Mohammed: "O profeet! Waarom is het u verboden te verbieden wat Allah u wettig heeft gemaakt?' Allah scheldt zijn profeet verder uit omdat hij tracht 'zijn partners' te behagen', maar verzekert Mohammed dat hij 'vaak vergevingsgezind, barmhartig’ is. Waar gaat dit over? Het lijkt erop dat Mohammed vertrouwelijk iets vertelde aan een van zijn vrouwen, maar zij vertelde het aan een van zijn andere vrouwen, die hem vervolgens met het geheim confronteerde. Allah, altijd beschermend voor Mohammed, waarschuwt hen: “Het kan zijn dat, als hij van jou (allen) scheidt, Allah hem in ruil daarvoor betere 98
consorten zal geven dan jij, die (hun testamenten), die geloven, die vroom zijn, die bekeer u tot Allah in berouw, die aanbidden (in nederigheid), die reizen (voor geloof) en vasten - eerder getrouwd of maagden� (66:1–5). De islamitische traditie vult het verhaal in. De twee vrouwen, zo wordt ons verteld, waren Aisha en Hafsa. Mohammed bleef de nacht bij elk van zijn vrouwen volgens een roterend schema, maar op een dag betrapte Hafsa, op haar geplande nacht, Mohammed in bed met zijn bijvrouw, Maria de Kopten. Mohammed beloofde weg te blijven van Maria en vroeg Hafsa om de zaak geheim te houden, maar Hafsa vertelde het aan Aisha. Vervolgens kwam Allah tussenbeide met de openbaring van de echtscheidingsdreiging die we nu in soera 66 aantreffen, waardoor Mohammed gemakkelijk van zijn eed werd bevrijd om weg te blijven van Maria.20 Een andere traditie zuivert dit verhaal en maakt het over de slechte adem van Mohammed nadat hij wat honing had gedronken in het huis van een van zijn andere vrouwen. Nadat Hafsa en Aisha hem hadden geconfronteerd, stemde Mohammed ermee in geen honing meer te drinken, wat leidde tot de openbaring van Allah: "O profeet! Waarom verbiedt u (voor u) wat Allah voor u wettig heeft gemaakt?" (66:1)21 In dit scenario betreft de openbaring alleen de jaloezie van Mohammeds vrouw en zijn eed om te stoppen met het drinken van honing. In dit geval zou Mohammed, wat Allah verboden heeft verklaard, honing zijn: Mohammed probeerde zijn gemalen te behagen door te beloven het op te geven, en Allah staat hem toe deze eed te breken en de dwalende vrouwen met echtscheiding te bedreigen. Hoe dan ook, of de passages uit de Koran nu betrekking hebben op de honing van Mohammed of zijn honing, Allah doet er alles aan om ervoor te zorgen dat zijn profeet niet onnodig gehinderd wordt door veeleisende vrouwen. Lezers van de Koran hebben twee keuzes: ze kunnen passages als deze zien als bewijs dat Mohammed een valse profeet was die ontdekte dat het spelen van het profetische spel zijn aardse voordeel ten goede kwam, of ze kunnen zijn leven als cruciaal en voorbeeldig beschouwen: het medium door die Allah zijn geboden aan het menselijk ras openbaarde. In het laatste geval zou Mohammed veruit de
99
belangrijkste persoon zijn die ooit heeft geleefd - en voor moslims is hij dat.
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Treurwilg “De profeet bracht zijn Khutba (religieuze toespraak) terwijl hij naast een stam van een dadelpalm stond. Toen hij de preekstoel liet maken, gebruikte hij die in plaats daarvan. De stam begon te huilen en de profeet ging erheen, wreef met zijn hand erover (om te stoppen met huilen).'22
Mohammed het "uitstekende voorbeeld" In het licht van Allah's tedere bezorgdheid voor zijn profeet, is het geen wonder dat de koran en de islamitische traditie duidelijk zijn dat Mohammed het hoogste voorbeeld is van gedrag dat moslims moeten volgen. De Koran noemt hem 'een uitstekend gedragsmodel' (33:21) en instrueert moslims herhaaldelijk om hem te gehoorzamen (3:32; 3:132; 4:13; 4:59; 4:69; 5:92; 8:1; 8:20; 8:46; 9:71; 24:47; 24:51; 24:52; 24:54; 24:56; 33:33; 47:33; 49:14; 58:13; 64:12). Maar afgezien van het doorgeven van zijn openbaringen, geeft de Koran alleen de meest schetsmatige informatie over Mohammeds woorden en daden - om nog maar te zwijgen van zijn stiltes. Dus hoe moeten moslims erachter komen hoe ze hun profeet kunnen 'navolgen'? Als Mohammed degene is die hen gebiedt wat rechtvaardig is en hen verbiedt wat slecht is; hij laat hen toe als wettig wat goed (en zuiver) is en verbiedt hen wat slecht (en onzuiver) is �(7:157), hoe moeten moslims ontdekken wat hij zei? Dit is een van de grondslagen voor het gezag van de Hadith - een omvangrijke verzameling uitspraken van Mohammed, samen met beschrijvingen van zijn acties en aanverwante zaken. De Hadith is uitgebreid en gedetailleerd waar de Koran schuin en zinvol is, en samen 100
vormen ze de basis voor islamitisch juridisch redeneren. De Hadith verduidelijkt natuurlijk ook de Koran in veel bijzonderheden - en in beide staat Mohammed centraal, de maatstaf waarmee al het gedrag wordt gemeten.
101
Hoofdstuk 6
WAAROM ALLAH ONGELOVIGEN HAAT EN WAT HIJ VOOR HEN IN PETTO HEEFT
Wie zijn de Infidels? IN DE KORAN zijn de ongelovigen (kuffar of Infidels) eenvoudig degenen die de Islam verwerpen. Zij zijn degenen die niet geloven in de boodschap van Mohammed: ze 'behandelen het als een leugen dat ze Allah moeten ontmoeten' (6:31) en 'geloven niet in het Hiernamaals' (16:60). Ze 'hebben ruilhulp voor fouten geruild' (2:16). Ze durven zelfs Mohammed te bespotten in zijn verkondiging van de islam. Allah zegt tegen zijn profeet: “Wanneer u uw oproep tot gebed verkondigt, beschouwen ze het (maar) als spot en sport; dat komt omdat ze een volk zijn zonder begrip” (5:58). De ongelovigen zijn degenen die zichzelf tot vijanden hebben gemaakt 'voor Allah en Zijn engelen en Zijn boodschappers, en Gabriël en Michael'. Allah zelf is op zijn beurt "een vijand voor de ongelovigen" (2:98). En Satan en zijn volgelingen zijn hun vrienden: 'Zie! We hebben de duivels gemaakt om vrienden te beschermen voor degenen die niet geloven” (7:27). Ze zijn natuurlijk ook de vijanden van de moslims. Allah geeft de gelovigen toestemming om hun gebeden tijdens het reizen te verkorten "uit angst dat de ongelovigen je kunnen aanvallen: want de ongelovigen zijn voor jou open vijanden" (4:101). Wie zijn specifiek ongelovigen? Ten eerste zijn er polytheïsten (mushrikun), die Allah in het bijzonder minacht voor het begaan van de hoofdzonde van shirk - het associëren van partners met Allah. (Verzen 2:105, 3:95 en vele anderen identificeren de polytheïsten als los van en tegengesteld aan het centrale monotheïsme van de islam.) 102
Er zijn ook mensen van het boek - voornamelijk joden en christenen. Islamitische apologeten beweren dat de islam ze niet als ongelovigen beschouwt, omdat de koran ze nooit als zodanig identificeert. De Koran, zo merken ze verder op, spreekt van de "ongelovigen onder de mensen van het boek" (59: 2), wat impliceert dat tenminste sommige mensen van het boek gelovigen waren en daarom geen ongelovigen waren. Maar wie omvatte deze groep onder de mensen van het boek die de koran identificeert als gelovigen? Het waren joden en christenen die zich onderscheidden door in ĂŠĂŠn ding te 'geloven': dat de Bijbelse profeten, evenals Jezus, de islam predikten en anticipeerden op de komst van Mohammed - en dus werden ze moslims toen ze hoorden over de islam. Met andere woorden, het waren proto-moslims die erkenden dat de ware leer van Mozes en Jezus identiek was aan de leer van Mohammed. Alle joden en christenen die dit idee verwierpen en trouw bleven aan hun eigen religie, waren 'ongelovigen onder de mensen van het boek' - en dus ongelovigen. Bovendien portretteert de Koran degenen die de islam verwerpen als immens, onverbiddelijk corrupt. Ze durven 'de bewijzen en de leiding die we hebben geopenbaard te verbergen nadat we het de mensheid in de Schrift duidelijk hebben gemaakt'. Zulke mensen zijn "vervloekt door Allah en vervloekt door degenen die de macht hebben om te vloeken" (2:159). Ze verzinnen 'een leugen tegen Allah', en durven te beweren dat ze 'inspiratie hebben ontvangen', net als Mohammed. Ze gaan zelfs zo ver dat ze zeggen: "Ik kan hetzelfde onthullen als wat Allah heeft geopenbaard" (6:93) - dat wil zeggen, ze beweren de onnavolgbare Koran zelf te kunnen imiteren. Ze 'besteden zelfs hun rijkdom om (de mens) het pad van Allah te belemmeren, en dus zullen ze blijven besteden' (8:36). Hun 'doel is overal om kattenkwaad over de aarde te verspreiden en gewassen en vee te vernietigen' (2:205). Het is dan ook geen verrassing dat de koran er voortdurend van uitgaat dat de ongelovigen geen mensen zijn die te goeder trouw tot de conclusie zijn gekomen dat de islam vals is - noch de koran, noch de islamitische traditie staat het bestaan van zulke mensen toe. De Koran verklaart dat 'de religie voor Allah de islam is' en dat de mensen van het boek deze alleen verwerpen vanwege 'afgunst op elkaar' (3:19). De joden en 103
christenen, zegt Maulana Bulandshahri, een twintigste-eeuwse islamitische geleerde, erkenden Mohammed 'als de laatste profeet, maar hun koppige karakter weerhield hen ervan te accepteren.'1
Bijbel versus Koran ----------------------------------------------------------------------------------'Laat de ongelovigen niet denken dat ons uitstel voor hen goed is voor zichzelf. We geven ze uitstel zodat ze kunnen groeien in hun ongerechtigheid. Maar ze zullen een beschamende straf krijgen. ' —Koran 3:178 'Houd in gedachten dat het geduld van onze Heer redding betekent. . . . ' —2 Petrus 3:15
In de Koran handelen degenen die de islam afwijzen nooit uit oprechte overtuiging; het zijn eerder hypocrieten: "Als ze degenen ontmoeten die geloven, zeggen ze: 'Wij geloven;' maar als ze alleen zijn met hun boze mensen, zeggen ze: 'We zijn echt met je: we (maakten) alleen maar grapjes'" (2:14). De hypocrieten waren een partij van valse gelovigen in Mohammeds dagen, en er wordt in de koran vaak over gesproken - zo vaak zelfs dat hun kenmerken in het islamitische denken algemeen worden begrepen als een verwijzing naar alle ongelovigen door de eeuwen heen. De basisveronderstelling is dat de islam duidelijk en duidelijk waar is, en dus mag iedereen die het afwijst dit niet doen vanuit intellectuele of spirituele overtuiging, maar uit bekrompen eigenbelang of verlangen naar materieel gewin. Ze 'verkopen het geloof dat ze aan Allah verschuldigd zijn en hun eigen beledigde woord voor een kleine prijs' (3:77). Zo weten de ongelovigen in de Koran dat Mohammed een profeet is, en toch weigeren ze, puur uit kwade trouw, moslim te worden en hem te 104
volgen. De Koran benadrukt herhaaldelijk de eenheid van Allah en beweert dat "degenen aan wie we het boek hebben gegeven" - dat wil zeggen de joden en christenen - "dit weten" - dat wil zeggen, de waarheid van Mohammeds boodschap - "zoals zij hun kennen eigen zonen �(6:20). Dit komt omdat, zegt Ibn Kathir, 'ze goed nieuws ontvingen van de vorige Boodschappers en Profeten over de komst van Mohammed, zijn eigenschappen, vaderland, zijn migratie en de beschrijving van zijn Ummah.'2 Met andere woorden, hun ongeloof in de islam is geen oprechte afwijzing op basis van eerlijke overtuiging, maar pure verdraaiing: ze 'liegen tegen hun eigen ziel' (6:24). Want 'in hun hart is een ziekte; en Allah heeft hun ziekte vergroot. En zwaar is de straf die ze (oplopen), omdat ze vals zijn (voor zichzelf)� (2:10). De ergste zonde van allemaal En door de boodschap van Mohammed te verwerpen en te weigeren Allah alleen te aanbidden, begaan ongelovigen de ergste van alle zonden. "Wie is er meer verkeerd dan hij die een leugen tegen Allah verzint of Zijn tekenen verwerpt?" (6:21). 'Tekens' in het Arabisch is, zoals we hebben gezien, ayat, de naam die wordt gebruikt voor de verzen van de koran. Dit vers benadrukt dat er geen grotere zonde kan zijn dan shirk, de associatie van partners met Allah. De Tafsir al-Jalalayn vraagt: "Wie kan er meer verkeerd doen - niemand doet groter kwaad dan iemand die leugens tegen Allah verzint door een partner aan Hem toe te schrijven of Zijn tekenen (de Koran) te ontkennen?"3 Er is in de islam geen groter kwaad. Een moderne moslimschrijver schreef: Moord, verkrachting, kindermishandeling en genocide. Dit zijn allemaal enkele van de verschrikkelijke misdaden die tegenwoordig in onze wereld plaatsvinden. Velen zouden denken dat dit de ergst mogelijke delicten zijn die kunnen worden gepleegd. Maar er is iets dat zwaarder weegt dan al deze misdaden bij elkaar: het is de misdaad van shirk.
105
Sommige mensen trekken dit idee in twijfel. Maar in de juiste context bekeken, zal het feit dat er geen misdaad is die erger is dan shirk, voor elke oprechte persoon duidelijk worden. Het lijdt geen twijfel dat de bovengenoemde misdaden inderdaad verschrikkelijk zijn, maar hun vergelijking met shirk laat zien dat ze niet veel betekenis hebben met betrekking tot deze travestie. Wanneer een man moordt, verkracht of steelt, is het onrecht dat wordt gedaan in de eerste plaats gericht op andere mensen. Maar wanneer een mens shirk begaat, wordt het onrecht gericht op de Schepper van de hemel en de aarde; Allah. Als iemand wordt vermoord, worden er allerlei redenen en verklaringen gegeven. Maar een ding dat de moordenaar niet kan beweren, is dat de vermoorde iemand was die hem van voedsel, onderdak, kleding en alle andere dingen voorzag die de mens in dit leven in stand houden.4 Dientengevolge is "degenen die het geloof afwijzen en sterven die het afwijzen, op hen de vloek van Allah en de vloek van engelen en van de hele mensheid" (2:161). Ze zijn voorbestemd voor de hel: "Voorwaar, Allah heeft de ongelovigen vervloekt en voor hen een laaiend vuur bereid" (33:64). Het concept van shirk delegitimeert effectief alle religieuze tradities behalve de islam. Christenen associëren "partners" met Allah door Jezus te aanbidden als de Zoon van God, zoals de Koran hen herhaaldelijk aanspoort dit niet te doen. Zelfs het joodse monotheïsme is niet hetzelfde als het koranische monotheïsme - deels omdat de koran beweert dat joden Ezra de Zoon van God noemen (9:30), en ook omdat ze door Mohammed als profeet te verwerpen onderscheid hebben gemaakt tussen de profeten, een beoefenen dat de Koran schuwt (4:152). En hindoes en andere polytheïsten zijn natuurlijk onbetwistbaar schuldig aan shirk. Dus de enige groep die vrij is van shirk blijken de moslims te zijn. Worden joden en christenen gered? Zeker - als ze moslims worden
106
Door te beweren dat de koran joden en christenen niet als ongelovigen beschouwt, wijzen islamitische apologeten op passages als deze, met het argument dat de koran leert dat zelfs niet-moslims kunnen worden gered: "Zij die geloven (in de koran), en degenen die de joodse (geschriften) volgen, en de christenen en de sabianen, iedereen die in Allah en de laatste dag gelooft en gerechtigheid werkt, zullen hun beloning ontvangen bij hun Heer; op hen zal geen vrees zijn, noch zullen zij treuren” (2:62).
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------------Bekeer je tot de islam, verlies zes darmen "Ibn 'Umar meldde Allah's Boodschapper (vrede zij met hem) zei dat een niet-moslim in zeven darmen eet, terwijl een moslim in één darm eet.”5
Deze passage, een van de door de Koran gevierde 'tolerantieversies', schijnt een plaats in het paradijs te beloven aan 'degenen die de joden (geschriften) volgen, en de christenen en de Sabiërs' - of althans aan degenen die geen 'ongelovigen onder de mensen van het boek” (59:2). Muhammad Asad, wiens populaire twintigste-eeuwse commentaar op de Koran worstelt om schijnbaar onverteerbare leerstellingen en concepten acceptabel te maken in westerse ogen, jubelt in de spirituele vrijgevigheid die de Koran aan joden en christenen lijkt te tonen: 'Met een brede visie ongeëvenaard in elk ander religieus geloof, het idee van 'verlossing' wordt hier alleen afhankelijk gesteld van drie elementen: geloof in God, geloof in de Dag des Oordeels en rechtvaardige actie in het leven.'6 Blijkbaar geen acceptatie van de islam. Asad spreekt zichzelf echter tegen door het begin van dit vers te vertalen als: “Voorwaar, degenen die tot geloof zijn gekomen (in dit goddelijke geschrift). . . . ' Door deze tussen haakjes geplaatste opmerking toe te voegen, specificeert Asad dat men, om gered te worden, in de Koran ("dit goddelijke schrift") en in de eerdere openbaringen moet geloven. En 107
inderdaad, moslimcommentatoren zijn over het algemeen niet geneigd deze passage te zien als een indicatie van goddelijk pluralisme. De vertalers Abdullah Yusuf Ali en Mohammed Marmaduke Pickthall, evenals Asad, voegen allemaal haakjes toe waardoor de passage betekent dat Joden en christenen (evenals Sabiërs, wier identiteit wordt betwist) alleen zullen worden gered als ze moslims worden. En volgens Ibn Abbas werd dit vers door een ander vers opgeheven: “Als iemand een andere religie dan de islam (onderwerping aan Allah) wenst, zal die nooit van hem worden aanvaard; en in het Hiernamaals zal hij in de gelederen zijn van hen die (alle geestelijk goed) hebben verloren” (3:85).7 Afschaffing - (abrogatie) wanneer een koranvers wordt opgeheven door een laatste, tegenstrijdig vers - is een concept dat wordt erkend door de reguliere islamitische traditie. En het door Asad geprezen 'tolerante' vers wordt door sommigen gezien als afgeschaft, aangezien Mohammed onvermurwbaar was dat elke goedhartige lezer profetieën over zijn komst zou vinden in de Schrift van het Volk van het Boek: 'De ongelovigen zeggen:' U bent geen boodschapper. “Zeg: ‘Genoeg voor een getuigenis tussen mij en u is Allah, en die hebben kennis van het Boek'”(13:43). De oprechte joden en christenen zouden moslims worden: "Degenen tot wie we het boek hiervoor hebben gestuurd, zij geloven hierin (openbaring)" (28:52). Degenen die zich niet tot de islam hebben bekeerd, moeten eraan worden herinnerd dat moslims, joden en christenen allemaal dezelfde godheid aanbidden (29:46). Allah zegt echter dat de moslims superieur zijn: "Jullie zijn de beste mensen, geëvolueerd voor de mensheid, die het goede opleggen, het slechte verbieden en in Allah geloven." Alleen die joden en christenen die moslim worden, zijn op de goede weg: 'Als de mensen van het boek maar geloof hadden, was dat het beste voor hen: onder hen zijn sommigen die geloof hebben, maar de meesten van hen zijn perverse overtreders' (3:110). In lijn hiermee meende Sayyid Qutb dat het vers dat veelbelovende redding beloofde aan joden en christenen (2:62) alleen van toepassing was voordat Mohammed de islam ter wereld bracht, een visie die wordt ondersteund door een gezegde van Mohammed dat is opgetekend door Tabari, waarin de islamitische profeet zei dat christenen die voor zijn 108
komst zijn gestorven, zullen worden gered, maar degenen die van hem hebben gehoord en toch zijn profetische bewering hebben afgewezen, zullen dat niet zijn.8 Openen met haat Deze opvatting wordt versterkt door het traditionele begrip van het meest voorkomende gebed in de islam, dat de koran opent. De Fatiha (Opening) is het eerste hoofdstuk van het meest voorkomende gebed van de Koran en de islam - een vrome moslim die bidt dat de vijf vereiste dagelijkse gebeden bidden, zal de Fatiha zeventien keer reciteren in de loop van die gebeden. Volgens de islamitische traditie zei Mohammed dat de Fatiha alles overtrof dat door Allah was geopenbaard in de Thora, het Evangelie of de rest van de Koran.9 En inderdaad, het omvat efficiÍnt en welsprekend veel van de belangrijkste thema's van de Koran en van de Islam in algemeen: Allah als de "Heer der Werelden", die alleen moet worden aanbeden en om hulp moet worden gevraagd, de genadige rechter van elke ziel op de laatste dag. In de islamitische theologie, aangezien Allah de spreker is van elk woord van de Koran, vonden sommigen het vreemd dat Allah zoiets zou zeggen als "lof zij Allah, Heer der werelden", maar het traditionele islamitische begrip is dat Allah dit gebed openbaarde aan Mohammed vroeg in zijn carrière als profeet, zodat de moslims zouden weten hoe ze moesten bidden. Het is vanwege de laatste twee verzen dat de Fatiha de meeste zorgen baart Ongelovigen, en waarvoor hij de laatste tijd in het nieuws is geweest. Een sjiitische imam, Husham Al-Husainy, wakkerde de controverse aan door deze passage te parafraseren tijdens een gebed op een wintervergadering van het Democratisch Nationaal ComitÊ in 2007, waarbij hij de indruk wekte dat hij bad dat de verzamelde pols zich tot de islam bekeerden.10 Vervolgens imam Yusuf Kavakci van de Centrale Moskee van Dallas bad de Fatiha in de Senaat van Texas, wat aanleiding gaf tot dezelfde bezorgdheid.11 De laatste twee verzen van de Fatiha vragen Allah: 'Toon ons het rechte pad, het pad van degenen die U hebt begunstigd; niet het (pad) van degenen die Uw woede verdienen, noch van degenen die afdwalen. " Het 109
traditionele islamitische begrip hiervan is dat het "rechte pad" de islam is.12 Het pad van degenen die de woede van Allah hebben verdiend, zijn de joden, en degenen die zijn afgedwaald zijn de christenen. Ibn Kathir legt uit dat "de twee paden die Hij hier beschreef beide misplaatst zijn," en voegde eraan toe dat de twee paden: zijn de paden van de christenen en joden, een feit waar de gelovige op moet letten zodat hij ze vermijdt. Het pad van de gelovigen is kennis van de waarheid en zich eraan houden. Ter vergelijking: de joden stopten met het beoefenen van de religie, terwijl de christenen de ware kennis verloren. Dit is de reden waarom "woede" op de Joden neerkwam, terwijl het beschreven wordt als "op een dwaalspoor", meer passend is voor de christenen.13 Ibn Kathir's begrip van deze passage is geen eenzame 'extremistische' interpretatie. In feite zijn de meeste moslimcommentatoren van mening dat de joden degenen zijn die de toorn van Allah hebben verdiend en de christenen de dwaalsporen.14 Een tegenstelling, maar niet de mening van de meerderheid, is die van de islamitische geleerde Nisaburi, die zegt dat “degenen die Allah's toorn hebben opgelopen zijn de mensen van nalatigheid, en degenen die zijn afgedwaald, zijn de mensen van mateloosheid.'15 Wahhabi's trokken een paar jaar geleden kritiek omdat ze tussen haakjes de zinnen "zoals de joden" en "zoals de christenen" aan deze passage toevoegden in vertaalde korans die in Saoedi-ArabiĂŤ gedrukt waren. Sommige westerse commentatoren dachten dat de Saoedi's deze interpretatie verzonnen, en zelfs het hele idee van vijandigheid van de Koran tegen joden en christenen. Maar in feite leren moslims over de hele wereld wat de gangbare interpretatie is van het centrale gebed van hun geloof: dat het joden en christenen anathematiseert. De invoeging van deze interpretatie in een vertaalde Koran is sowieso een nogal triviale aangelegenheid, aangezien de Arabische tekst altijd en overal normatief is, en aangezien zoveel reguliere commentaren erop staan dat de Joden en christenen hier bekritiseerd worden - zeventien keer 110
per dag, door de vroom. Dit alles betekent niet noodzakelijkerwijs dat de anti-joodse en antichristelijke interpretatie van de fatiha de 'juiste' is. Hoewel religieuze teksten niet oneindig kneedbaar zijn, verdient de lezing van Nisaburi in dit geval evenveel lof als de andere: er staat niets in de tekst zelf dat absoluut dwingt te geloven dat het over joden en christenen gaat. En het is opmerkelijk dat Sayyid Qutb in zijn massieve en suggestief genoemde 30-delige commentaar op de Koran, Fi Zilal al-Qur'an (In de schaduw van de Koran), geen joden of christenen noemt in verband hiermee passage. Tegelijkertijd hangt het idee in de islam dat joden Allah's woede hebben verdiend en christenen zijn afgedwaald, echter niet alleen van deze passage af. De joden hebben de woede van Allah verdiend door Mohammed te verwerpen (2:90), en de christenen zijn afgedwaald door vast te houden aan de goddelijkheid van Christus (5:72).
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Geen dwang in religie, alleen aan de ketting “Het vers:' Jij [ware gelovigen in het islamitische monotheïsme en echte volgelingen van de profeet Mohammed en zijn soenna] zijn de beste mensen die ooit voor de mensheid zijn opgegroeid. . . 'Betekent, het beste voor de mensen, als je ze met kettingen om hun nek brengt totdat ze de islam omhelzen (en daardoor hen redden van de eeuwige straf in het hellevuur en ze het paradijs in het hiernamaals laten betreden).”16
Islamitische traditie bevat ook materiaal dat joden verbindt met Allah's woede en christenen met zijn vloek, die het gevolg zijn van hun dwaling van het ware pad. (De joden zijn ook vervloekt, volgens Koran 2:89, en beide zijn vervloekt volgens 9:30). Een hadith vertelt dat een vroege moslim, Zaid bin ‘Amr bin Nufail, tijdens zijn reizen Joodse en christelijke 111
geleerden ontmoette. De joodse geleerde vertelde hem: "Je zult onze religie niet omarmen tenzij je jouw deel van Allah's woede ontvangt", en de christen zei: "Je zult onze religie niet omarmen tenzij je een deel van Allah's vloek krijgt." Zaid werd vanzelfsprekend moslim.17 In het licht van deze en soortgelijke passages zou het niet verrassend moeten zijn dat veel moslimcommentatoren de Fatiha hebben begrepen om deze opvattingen samen te vatten. De ongelovigen: ze kunnen er zelf gewoon niets aan doen De Koran zegt dat Allah uiteindelijk het lot van de ongelovigen beheerst. Ze accepteren de islam niet omdat Allah “sluiers over hun hart heeft geworpen” zodat ze de boodschap van Mohammed niet begrijpen (6:25– 26, 30). Telkens wanneer Mohammed een nieuwe openbaring ontvangt, durven ze het bestaan en de alomtegenwoordigheid van Allah in twijfel te trekken: “Telkens wanneer er een Soera naar beneden komt, kijken ze naar elkaar, (zeggende), 'ziet iemand je?', Dan keren ze zich af: Allah heeft keerden hun harten (van het licht); want zij zijn een volk dat het niet begrijpt' (9:127). Veel djinns en mannen, zegt Allah, "We hebben de hel gemaakt: ze hebben harten waarmee ze niet begrijpen, ogen waarmee ze niet zien en oren waarmee ze niet horen." Inderdaad, ze zijn volledig beestachtig: "Deze zijn als het vee - nee, maar ze zijn erger!" (7:179) De gelovigen zullen de mensheid leiden met de waarheid van Allah en daarmee gerechtigheid vestigen (7:181). Daarentegen zegt Allah dat hij de ongelovigen heeft belemmerd zodat ze "niet kunnen zien" (36:9); de Tafsir al-Jalalayn zegt dat dit "een andere metafoor is voor hoe het pad van geloof voor hen gesloten is."18 Een ander opmerkelijk commentaar is het daarmee eens, omdat dit vers betoogt dat Allah "het inzicht van hun hart (zodat ze het niet zien) de Waarheid en leiding heeft bedekt.”19 Een vroege moslim is het er ook mee eens: “Allah plaatste deze barrière tussen hen en de islam en het iman [geloof], zodat ze het nooit zullen bereiken.”20 Ibn Kathir parafraseert deze passage als “wij [dwz Allah ] hebben hun ogen verblind voor de waarheid.”21 Dus of Mohammed hen nu waarschuwt of niet, ze zullen vol ongeloof blijven (36:10). Alleen gelovigen zullen dus profiteren van de waarschuwing van Mohammed (36:11). Zijn boodschap
112
zal profiteren "wie onder jullie wil recht gaan" (81:28), maar niemand kan dat doen "behalve zoals Allah wil" (81:29). Maar ondanks het feit dat Allah sommige mensen uitdrukkelijk voor de hel heeft geschapen, suggereert de Koran elders dat mensen echt een vrije wil hebben: "Allah verandert het lot van een volk niet tenzij ze veranderen wat in hun hart is" (13:11). De Tafsir al-Jalalayn legt uit dat Allah "zegeningen van hen" niet verwijdert totdat ze "hun goede staat inruilen voor ongehoorzaamheid."22 Maar het is moeilijk te zien hoe dit past in het idee dat de hele mensheid geleid” (13:31); "Degenen die Allah laat afdwalen, niemand kan leiden" (13:33); en andere passages waarin staat dat iemands geloof of ongeloof aan Allah is. Op een gegeven moment zegt Allah tegen zijn profeet, die gefrustreerd is door de verdorvenheid van de ongelovigen, dat het veranderen van hun gedachten de macht van Mohammed te boven gaat: "En we hebben een balk voor hen geplaatst en een balk achter hen, en verder hebben we bedekte ze; zodat ze niet kunnen zien. Hetzelfde geldt voor hen, of u hen vermaant of niet vermaant: zij zullen niet geloven” (36:9–10). Want zelfs de ongelovigen manifesteren de goddelijke wil: "Als het de wil van uw Heer was geweest, zouden ze allemaal hebben geloofd, allen die op aarde zijn! Zult u dan de mensheid tegen hun wil dwingen te geloven? Geen ziel kan geloven, behalve door de wil van Allah, en Hij zal twijfel (of onduidelijkheid) plaatsen bij degenen die het niet zullen begrijpen” (10: 99–100). Ibn Kathir legt uit: "Allah heeft besloten dat ze misleid zullen worden, dus het waarschuwen van hen zal hen niet helpen en zal geen enkel effect op hen hebben."23 Allah controleert zelfs de keuzes van individuele zielen om in hem te geloven of hem te verwerpen, maar zelfs hoewel de ongelovigen geen andere keus hebben dan Allah af te wijzen, zullen ze nog steeds de straf in de hel betalen voor deze afwijzing: “Wat betreft degenen die geloof afwijzen, het is voor hen hetzelfde of u hen waarschuwt of niet waarschuwt; ze zullen niet geloven. Allah heeft hun harten en hun gehoor verzegeld, en voor hun ogen is een sluier; groot is de straf die zij (oplopen)” (2:6–7). Dus degenen die geloof afwijzen, doen dit omdat Allah het wil, volgens deze verzen, niet omdat ze vrije keuze hebben. Ibn Kathir zegt: "Deze Ayat [verzen] geven aan dat, wie Allah heeft geschreven om ellendig te zijn, ze 113
nooit iemand zullen vinden die hen naar geluk leidt, en wie Allah tot misleiding leidt, hij zal nooit iemand vinden die hem leidt."24 Want "Hij voor wie Allah geen licht heeft aangewezen, voor hem is er geen licht" (24:40). In het licht van dergelijke koranverzen werd het idee van vrije wil al vroeg in de islamitische geschiedenis ketters verklaard. De twaalfdeeeuwse moslimjurist Ibn Abi Ya'la beschrijft de Qadari-sekte, die de vrije wil bevestigde: Zij zijn degenen die beweren dat ze volledig het vermogen bezitten om te handelen (al-istitâ’a), vrije wil (al-mashî'a) en effectieve kracht (al-qudra). Ze zijn van mening dat ze het vermogen in hun greep hebben om goed en kwaad te doen, schade te vermijden en voordeel te verkrijgen, te gehoorzamen en ongehoorzaam te zijn, en geleid of misleid worden. Ze beweren dat mensen het volledige initiatief behouden, zonder enige voorafgaande status binnen de wil van Allah voor hun daden, zelfs niet in Zijn kennis van hen. Hun leer is vergelijkbaar met die van Zoroastrianen en Christenen. Het is de kern van ketterij.25 Ze zullen het hellevuur ontmoeten. . . En dan een beetje Ook al "zouden ze allemaal hebben geloofd, allen die op aarde zijn" als Allah het had gewild, Allah houdt de mensen nog steeds verantwoordelijk voor hun daden, want "op geen ziel legt Allah een last die groter is dan hij kan dragen. Het krijgt al het goede dat het verdient, en het lijdt aan alle kwalen die het verdient” (2:286). Bekeringen op het sterfbed zijn onaanvaardbaar: 'Geen berouw heeft tot bekering van hen die kwaad blijven doen, totdat de dood voor een van hen staat, en hij zegt: “Nu heb ik mij inderdaad bekeerd', noch voor degenen die sterven, terwijl hij het geloof verwerpt: want zij hebben We hebben een zeer zware straf voorbereid” (4:18). Die zware straf zal “het vuur zijn, dat brandstof is voor mensen en stenen, dat is voorbereid voor degenen die geloof afwijzen” (2:24). Want spoedig zal Allah 'de harten van de ongelovigen in paniek brengen, want zij sloten zich aan bij metgezellen met Allah, waarvoor Hij geen autoriteit 114
had gezonden. Hun verblijfplaats zal het Vuur zijn, en het kwaad is de thuisbasis van de kwaaddoeners!' (3:151) Daar zullen ze "geen verdediger" hebben (10:27), maar alleen "vuurlagen erboven en lagen (vuur) eronder" (39:16). Op de Dag des Oordeels “zal tot hen worden gezegd: ‘Waar zijn de (goden) jullie aanbeden naast Allah? Kunnen ze je helpen of zichzelf helpen?' Dan worden de ongelovigen 'in menigten naar de hel geleid'. Daar aangekomen zullen de poortwachters hen vragen: ‘Zijn er geen boodschappers uit uw midden gekomen om u de tekenen van uw Heer te horen en u te waarschuwen voor de samenkomst van deze dag van u?’ En het antwoord zal komen: ‘Waar: maar het Decreet van Bestraffing is waar gebleken tegen de ongelovigen!’" (39:71) De ongelovigen zullen in de vlammen worden geworpen (26:92-94), te midden van 'kokend water en in de schaduwen van zwarte rook' (56:42-43).
WAT ZEI JE OOK AL WEER? --------------------------------------------------------------------------------De ongelovigen, eenmaal verdoemd tot de hel, zullen alleen voedsel eten dat hun martelingen vergroot: "Geen voedsel voor hen behalve bittere doornfruit" (88:6). Maar blijkbaar is het menu in de hel enigszins in beweging, want een andere passage zegt dat de verdoemden alleen etter zullen hebben: "Hij heeft ook geen voedsel behalve de bederf door het wassen van wonden" (69:36). En ondanks het feit dat beide verzen zeggen dat ze alleen het voedsel vermelden dat de verdoemden zullen eten, verklaart Allah elders dat hij de verdoemden ook zal martelen door hen te laten eten van "de boom van Zaqqum", die hij creëerde als "een kwelling" voor kwaaddoeners.” Deze boom ontspringt “in het hart van de hel” en draagt vruchten die lijken op “de koppen van de duivels.” Maar van deze walgelijke boom moet de verdoemde “eten. . .en (hun) buiken daarmee vullen” (37:62–66).
115
Eenmaal in de vlammen van de hel geworpen, zullen de verdoemden 'voedsel dat verslikt' (73:13) en 'kokend water' te drinken hebben (56:54) - en dat is nog maar het begin. Christendom en islam delen het concept van de hel, maar de Koran verschilt van de Bijbel in het wonen, met een zekere smaak, op de martelingen van de verdoemden. De straf van de hel zal 'vernederend' zijn (4:14): de ongelovigen zullen 'in boeien worden samengebonden' en zullen 'kledingstukken van vloeibaar pek' dragen (14:49–50). De rijkdom die de ongelovigen op aarde hebben verzameld, zal in de vuren van de hel worden verwarmd en tot een merk worden gemaakt voor de ruggen van de ongelovigen, en lezen: “Dit is de (schat) die je voor jezelf hebt begraven: proef dan de (schatten) gij begraven!' (9:35) De verdoemden - de 'metgezellen van het vuur' - zullen de gezegende de 'metgezellen van de tuin' - smeken om hulp: 'Giet ons water of iets anders dat Allah voor uw levensonderhoud verschaft.' Maar de gezegende zal hen vertellen dat "beide deze dingen Allah heeft verboden voor degenen die Hem hebben verworpen" (7:50). In feite zullen smeekbeden alleen maar tot nog hardere martelingen leiden: “als ze verlichting smeken, krijgen ze water als gesmolten koper, dat zal hun gezicht verbranden, hoe vreselijk de drank! Wat een ongemakkelijke bank om op te leunen!' (18:29) Proberen weg te komen zal nutteloos zijn, en de ongelovigen zullen terug in het vuur worden gedwongen: “elke keer dat ze daar weg willen gaan, zullen ze daarin worden gedwongen, en er zal tot hen worden gezegd: 'Smaak gij de straf van het vuur, die gij gewoonlijk niet als onwaar verwerpt '' (32:20). De martelingen van de hel zijn oneindig. Allah zegt over de bewoners van de hel, hun "met vuur bedekte gezichten" (14:50), dat "zo vaak als hun huid er doorheen wordt geroosterd, wij ze zullen vervangen voor nieuwe huiden, opdat zij de straf mogen proeven: want Allah is verheven in kracht, wijs” (4:56). Ook ongelijk in deze wereld De Koran zegt dat moslims "de beste gemeenschap zijn die voor de mensheid is opgegroeid", want zij "bevelen juist gedrag aan en verbieden 116
onfatsoenlijkheid" en "geloven in Allah" (3:110). Daarentegen zijn de ongelovigen 'onder de mensen van het boek en onder de polytheïsten' 'de ergste van geschapen wezens' (98:6). En dus is de vrome moslim niet om beide groepen op dezelfde manier te behandelen. De ongelovigen zijn op weg naar de hel, maar de straffen van de volgende wereld zijn niet het enige dat ze moeten ondergaan: hun ongeloof zal ook in deze wereld ellendige voordelen opleveren. Allah zal dit subtiel aanpakken: “Degenen die onze tekenen afwijzen, zullen we geleidelijk met straf bezoeken, op manieren die ze niet waarnemen; Ik zal hun uitstel verlenen, want Mijn plan is sterk (en onfeilbaar)” (7:182–83). Dat uitstel van Allah's toorn is niet bedoeld om hen tot berouw te laten komen, maar opdat "zij zullen groeien in hun ongerechtigheid" (3:178). De werken van de ongelovigen 'zullen in deze wereld geen vrucht dragen' en 'in het hiernamaals' (3:22). Allah belooft: "Wat betreft degenen die geloof afwijzen, ik zal hen met verschrikkelijke pijn in deze wereld en in het Hiernamaals straffen, noch zullen ze iemand hebben om te helpen" (3:56). Blijkbaar zijn moslims de agenten van de "verschrikkelijke lijdensweg" die ongelovigen in deze wereld moeten ervaren. De Koran zegt tegen moslims dat ze 'je kracht zo goed mogelijk moeten inzetten, inclusief krijgshaftige strijdkrachten, om (de harten van) de vijanden van Allah en je vijanden angst aan te jagen' (8:60). Want 'Mohammed is de boodschapper van Allah', herinnert de Koran moslims, 'en degenen die met hem zijn, zijn hard tegen de ongelovigen en barmhartig onder elkaar' (48:29). Zoals we zullen zien, loopt deze tweedeling door de hele islam.
117
Hoofdstuk 7
DE ERGSTE VIJANDEN VAN MOSLIMS: DE KORAN OVER DE JODEN
IEDEREEN DIE ZICH AFVRAAGT WAAROM het IsraĂŤlisch-Palestijnse conflict immuun lijkt voor welke oplossing dan ook, en waarom de Palestijnen elke overeenkomst bij hun ondertekening voortdurend negeren, moeten kijken naar wat het heilige boek van de islam over de joden zegt. Als je de Koran leest, zal een gelovige moslim leren dat de joden sluw zijn, bedrieglijke misleiders, verstokte rebellen tegen het gezag van Allah, en vooral de felste vijanden (samen met de heidenen) van de moslims (5:82). Het is moeilijk in te zien hoe een moslim, die de koran als goddelijke openbaring accepteert, mogelijk de joden kan zien als onderhandelingspartners die zelfs het meest fundamentele menselijke respect waardig zijn. Maar hoe is het zover gekomen? Mohammed afwijzen Zoals we hebben gezien, presenteert de Koran Mohammed als de laatste en grootste in de rij van bijbelse profeten en predikt hij een boodschap die identiek is aan die van hen. De authentieke Torah gebiedt zogenaamd Joden om Mohammed te volgen en zijn profetie te erkennen - degenen die weigeren Mohammed als profeet te accepteren, verwerpen in de moslimopvatting zowel Mozes als de echte profetieĂŤn van de Torah. Het is dan ook geen verrassing dat in de Koran zowel David als Jezus de ongelovige Joden vervloeken vanwege hun ongehoorzaamheid (5:78). 118
Maar natuurlijk hielden Torah-oplettende Joden Mohammed niet als een profeet, en dit maakte de profeet van de islam tijdens zijn leven woedend. Mohammed deed aanvankelijk een energiek beroep op de joden, in de hoop dat ze zijn profetische status zouden accepteren. Hij liet zelfs de moslims de joden imiteren door naar Jeruzalem te bidden voor gebeden, en hij adopteerde voor de moslims het verbod op varkensvlees door de joden. Maar hij was woedend toen de Joden hem afwezen, en Allah deelde zijn woede in de openbaring van de Koran: ze hadden de Thora en de Koran bevestigde het, en toch weigerden ze de Koran te accepteren! "En toen er een boodschapper van Allah tot hen kwam, die bevestigde wat er met hen was, gooide een groep mensen van het Boek het Boek van Allah achter hun rug weg, alsof (het was iets) dat ze niet wisten!" (2:101)
WAT ZEI JE OOK AL WEER? --------------------------------------------------------------------------------Shirk, de associatie van partners met Allah, is - zoals we hebben gezien - de grootste zonde in de islam. Het is inderdaad onvergeeflijk: “Allah vergeeft niet dat partners met Hem worden opgericht; maar Hij vergeeft al het andere aan wie Hij wil; het aangaan van partners met Allah is het bedenken van een zeer verschrikkelijke zonde” (4:48). En toch, in één opmerkelijk geval, vergaf Allah inderdaad degenen die partners met hem verbonden op een zeer flagrante manier: “De mensen van het Boek. . . aanbad het kalf zelfs nadat duidelijke tekenen tot hen waren gekomen; toch vergaven Wij hen” (4:153). Waarom Allah op de ene plaats zegt dat hij degenen die anderen aanbidden niet zal vergeven, en dat op een andere plaats doet, wordt onverklaard gelaten.
Een andere Joodse leider merkte op dat "er nooit een verbond met ons over Mohammed is gesloten". Allah reageerde opnieuw via zijn Profeet: 119
“Is het ooit zo dat wanneer ze een verbond sluiten een partij van hen het opzij zet? De waarheid is dat de meesten van hen niet geloven” (2:100). Toen zijn breuk met de joden eenmaal was verhard, ontving Mohammed een openbaring waarin hij de moslims opdroeg naar Mekka te gaan in plaats van Jeruzalem voor gebeden en verklaarde dat de gebeden in de richting van Jeruzalem slechts een test waren voor de gelovigen. De openbaring beweerde zelfs dat de joden en christenen wisten dat de nieuwe gebedsrichting van de moslims de juiste was: 'De mensen van het boek weten heel goed dat dat de waarheid is van hun Heer. Allah let ook niet op wat ze doen” (2:143–44). Tegenstanders werden gewaarschuwd: 'Dus waar u ook vandaan begint, draai uw gezicht in de richting van de heilige moskee' (2:150). Verschillende tradities melden dat sommige rabbijnen op dit moment Mohammed vertelden dat ze hem een profeet zouden verklaren en de islam zouden accepteren als hij de gebeden van zijn volk terug naar Jeruzalem keerde.1 Mohammed weigerde en ontving een andere openbaring: 'De dwazen onder de mensen zullen zeggen:' Wat heeft hen afgewend van de Qibla [richting van gebed] waaraan ze werden gebruikt? "Zeg: Aan Allah behoren zowel Oost als West: Hij leidt wie Hij wil naar een rechte weg" (2:142). De "Mensen van het boek": Is dat echt een compliment? Naast de vloeken die specifiek op hen vallen, delen de joden met christenen het tegendeel dat de koran op het 'volk van het boek' stort. Dit staat in schril contrast met de 'tolerante' houding die door veel islamofiele geleerden aan de koran wordt toegeschreven. 'Islam', schrijft de islamitische apologe Harun Yahya, “is een religie van vrede, liefde en tolerantie. Tegenwoordig hebben sommige kringen echter een vals beeld van de islam gepresenteerd, alsof er een conflict was tussen de islam en de aanhangers van de twee andere monotheïstische religies. Toch is de opvatting van de islam over joden en christenen, die in de koran 'het volk van het boek' worden genoemd, zeer vriendelijk en tolerant.”2 Evenzo schreef journalist Yvonne Ridley, een bekeerling tot de islam, dit in 2006: “We respecteren de mensen van het boek. De koran vertelt ons
120
dat het onze plicht is om joden en christenen te beschermen en hen toe te staan hun geloof in vrede te beoefenen."3 Ridley zei niets over de richtlijn van de Koran om de joden en christenen "zich ingetogen te laten voelen" (9:29), maar andere moslims merkten het op zonder haar hulp. Aanhangers van de beruchte eenogige, haakse, Britse imam- en jihadleider, Abu Hamza Al-Masri, onderhouden begin 2000 een website genaamd "Supporters of Shariah". In de Vraag & Antwoord-sessie werd ooit deze vraag gesteld: Ik heb sommige mensen horen zeggen dat de joden en christenen mensen van het boek zijn. En aangezien ze mensen van het boek zijn, mogen we ze geen kuffar, mushrikun (heidenen) of andere denigrerende termen noemen, omdat Allah hen de mensen van het boek noemde. Mogen we de joden en christenen kuffar of heidenen noemen? Het antwoord was niet bijzonder oecumenisch ingesteld: Alleen de meest onwetende en diergerichte individuen zouden erop staan dat profeetmoordenaars (joden) en Jezusaanbidders (christenen) hetzelfde recht verdienen als wij. Als je de rechten van joden en christenen wilt weten, lees dan Surat ut-Tawba, ayah 29 [Koran 9:29, die oorlogvoering tegen het volk van het boek verplicht].4 En in feite heeft de traditionele islamitische wet, gebaseerd op vers 9:29, de "mensen van het boek" nooit dezelfde rechten verleend als die welke moslims genieten. De aanduiding 'Mensen van het Boek' geeft alleen joden, christenen en enkele anderen het dubbelzinnige voorrecht om hun religies te mogen beoefenen onder de 'bescherming' van de islamitische wet, die strenge beperkingen oplegt om hen 'zich onderworpen te laten voelen' (9:29). Dit heeft enige waarde, want hoewel de 'beschermde volkeren' (dhimmis) niet dezelfde rechten hebben als moslims, mogen ze tenminste hun religieuze identiteit behouden. In een traditie droeg Mohammed zijn volgelingen op om niet-moslims te 121
"uitnodigen" om zich tot de islam te bekeren en, als ze weigeren, hen op te roepen de djizja te betalen, de niet-moslim polltaks zoals gespecificeerd in vers 9:29 - en als ze weiger beide om met hen ten oorlog te trekken.5 Daarentegen staan niet-moslims die niet in aanmerking komen als Volk van het Boek voor het grimmige ultimatum om zich te bekeren of te sterven. Zo mogen mensen van het boek een staat van onderwerping binnengaan ten opzichte van de moslims die niet aan anderen wordt toegekend. Zeker, een dubieuze eer en bedoeld om hen een constant gevoel van degradatie op te leggen vanwege hun afwijzing van Mohammed en de islam. De negende-eeuwse koranwetenschapper alTabari (838–923) benadrukt dat de belasting die de mensen van het boek moeten betalen, vernederend en vernederend was: 'Er werd hen vernedering en armoede opgelegd. . . De houding van de Dhimmi's tijdens het verzamelen van de Djizja - [zichzelf verlagen] door op hun handen te lopen. . . " Deze degradatie valt vooral op de Joden. Waarom? Omdat de joden 'de boodschappers van God doodden zonder Gods toestemming, hun boodschappen verloochend en hun profeetschap afwijzend.'6 Dit ideeënstelsel – de joden als profeet-moordenaars - is een van de dominante stromingen van het islamitische antisemitisme geworden. Voor alle herhaalde beschuldigingen van de Koran dat de Joden hun profeten hadden gedood (2:61; 2:87; 2:91; 3:21; 3: 112; 3:181; 3:183; 4:155; 5:70), er wordt echter maar één zo'n slachtoffer genoemd, wanneer de koran de joden beschrijft die opscheppen dat 'wij de Messias, Jezus, de zoon van Maria, hebben gedood' (4:157). Maar zoals we zullen zien, stelt hetzelfde vers later dat de Joden Jezus niet werkelijk hebben gedood, maar alleen dachten dat ze dat deden. Daarom weigert de Koran vreemd genoeg om een enkel voorbeeld te geven ter ondersteuning van een van de meest brandende beschuldigingen tegen de Joden. In ieder geval is het voor moslims nauwelijks gepast om vreedzaam jegens de joden te handelen wanneer de joden volgens de koran vatbaar zijn voor oorlog, vooral tegen moslims. Telkens wanneer de Joden 'het vuur van oorlog aansteken', zegt de Koran, 'dooft Allah het' (5:64). De Tafsir al-Jalalayn specificeerde dat dit vers verwijst naar "oorlog tegen de 122
profeet".7 En volgens Bulandshahri: "De joden doen er alles aan om oorlogen tegen de moslims aan te wakkeren, maar Allah verijdelt elke keer hun pogingen, hetzij door terreur aan te wakkeren hun hart of door hun nederlaag in deze veldslagen.'8 De Joden 'streven ook naar kwaad op aarde' - dat wil zeggen, fasaad, waarvoor de straf wordt gespecificeerd in 5:33: 'Ze zullen worden gedood of gekruisigd, of hun handen en voeten aan afwisselende zijden worden afgesneden, of zullen uit het land worden verdreven.' Hoe de Joden probeerden Allah te beheersen De rebellie tegen Allah die heeft geleid tot de degradatie van de Joden – de "verschrikkelijke lijdensweg" die degenen die de islam hebben verworpen, zowel "in deze wereld" als in de volgende (3:56) zullen voelen - is een veel voorkomende zorg van de Koran. Vertrekkend van zijn eerdere neiging om de Joden als autoriteiten aan te spreken op wat Allah had geopenbaard, begon Mohammed hen te bekritiseren omdat ze delen van die openbaring verborgen hielden. De koran bekritiseert verschillende keren joden omdat ze weigeren Mohammed te volgen en vroeg: "Waarom stoppen de rabbijnen van de joden hun kwaadaardige gedrag niet?" (5:63) In een bijzonder flagrante overtreding durven de Joden zelfs te zeggen dat "Allah's hand geboeid is" (5:64). Het is niet duidelijk naar welk joods concept de koran hier verwijst, maar de klassieke islamitische commentatoren over de koran tonen geen onzekerheid over waar het vers over gaat. Ibn Kathir merkt op: "Allah stelt dat de Joden, moge Allah's voortdurende vloeken op hen neerdalen tot de Dag der Opstanding, Hem beschrijven als een vrek. Allah is veel heiliger dan wat zij aan Hem toeschrijven.�9 Volgens de islam is Allah vrij, met een absoluut onbelemmerde hand en gebonden door geen wetten. Hij is niet verplicht het universum te besturen volgens consistente en waarneembare wetten. Zoals de Koran zegt: 'Er kan niet aan hem worden gevraagd wat Hij doet' (21:23). Deze theologische leerstelling hielp niet alleen bij het cultiveren van antisemitisme binnen de reguliere islam, maar belemmerde ook de verspreiding van wetenschap in moslimsamenlevingen. Het leek geen zin te hebben om de werking van de fysieke wereld te observeren; er was 123
geen reden om een consistent patroon te verwachten. Als er niet op Allah kon worden gerekend om consequent te zijn, waarom zou u dan tijd verspillen aan het in acht nemen van de orde van zaken? Morgen kan het veranderen. Het idee dat Allah het universum volgens waarneembare wetten had opgebouwd, zou voor vrome moslims neerkomen op het zeggen van: "Allah's hand is geboeid." Beloofde Allah Israël aan de Joden? Het Hamas-handvest stelt dat "de Islamitische Verzetsbeweging gelooft dat het land Palestina een Islamitische Waqf is die is toegewijd aan toekomstige moslimgeneraties tot de Dag des Oordeels". Een waqf is een religieuze schenking, een schenking van Allah. Bijgevolg: “het, of een deel ervan, mag niet worden verkwist: het, of een deel ervan, mag niet worden opgegeven. Noch één enkel Arabisch land, noch alle Arabische landen, noch enige koning of president, noch alle koningen en presidenten, noch enige organisatie, noch allemaal, Palestijns of Arabisch, hebben het recht om dat te doen.'10 Hierin is het Handvest niet uniek of excentriek; het vertegenwoordigt eerder een gangbare opvatting onder moslims vandaag. In de afgelopen jaren hebben verschillende islamitische woordvoerders echter beweerd dat de koran het land Israël aan de joden belooft en dat de moslimclaim op Israëlisch land daarom op islamitische gronden onwettig is. Dit is een geruststellende boodschap die sommige van deze woordvoerders voor een joods publiek hebben gebracht, waarbij ze het idee versterken dat de islamitische jihad-imperatief tegen Israël gewoon de provincie is van een kleine minderheid van extremisten onder moslims, en dat de stemmen van rede en gematigdheid – en koranische authenticiteit - zal uiteindelijk de overhand krijgen in de islamitische wereld. Helaas verspreiden deze woordvoerders een valse boodschap op basis van een gedeeltelijke en zeer misleidende lezing van de koran. Degenen die dit argument maken, baseren het meestal primair op Koran 5:21, waarin Mozes verklaart: "O mijn volk! Ga het heilige land binnen dat Allah u heeft toegewezen, en keer niet schandelijk terug, want dan zult u ten val worden gebracht, naar uw eigen ondergang. ' De in 124
Londen gevestigde imam Muhammad al-Husseini benadrukt de opvattingen van al-Tabari, die uitlegt dat deze verklaring 'een verhaal van God is. . . betreffende het gezegde van Mozes. . . aan zijn gemeenschap onder de kinderen van Israël en zijn bevel aan hen volgens de opdracht van God aan hem, en beveelt hen het heilige land binnen te gaan.'11
Bijbel versus Koran ----------------------------------------------------------------------------------"Wie is een vijand van Allah, en Zijn engelen en Zijn boodschappers, en Gabriël en Michael! Zie dan! Allah (Zelf) is een vijand voor de ongelovigen. ” —Koran 2:98 “Maar ik zeg u: heb uw vijanden lief en bid voor degenen die u vervolgen, zodat u zonen van uw Vader in de hemel kunt zijn; want hij doet zijn zon opkomen over de kwade en de goede, en laat regen vallen over de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen.” —Mattheüs 5:44–45
En inderdaad, al-Tabari is hierin niet uniek. Ibn Kathir zegt in zijn interpretatie van 5:21 dat de Joden 'de beste onder de mensen van hun tijd' waren - een aanduiding die doet denken aan de Koran die de moslims 'de beste van de mensen' noemt (3:110).12 En de parallellen Ibn Kathir stelt zich voor dat hij ziet dat de moslims en de joden daar niet eindigen - hij laat zelfs de joden jihad voeren: Allah verklaart vervolgens dat Musa [Mozes] de kinderen van Israël aanmoedigde om Jihad uit te voeren en Jeruzalem binnen te gaan, dat onder hun controle stond gedurende de tijd van hun vader Yaqub [Jacob]. Yaqub en zijn kinderen verhuisden later met zijn kinderen en huishouden naar Egypte in de tijd van de 125
profeet Yusuf [Joseph]. Zijn nakomelingen bleven in Egypte tot hun uittocht met Musa. Ze vonden een machtig, sterk volk in Jeruzalem dat het eerder had overgenomen. Musa, de Boodschapper van Allah, beval de kinderen van Israël om Jeruzalem binnen te gaan en hun vijand te bevechten, en hij beloofde hen overwinning en overwinning op het machtige volk als ze dat zouden doen. Dat is echter niet het einde van het verhaal. Zoals te verwachten was, waren de joden ongehoorzaam aan Allah. Dientengevolge, aldus Ibn Kathir, werden ze 'veertig jaar gestraft omdat ze verdwaald waren, terwijl ze in het land ronddwaalden en niet wisten waar ze heen moesten. Dit was hun straf voor het trotseren van Allah's bevel. " In tegenstelling hiermee staan de moslims: “De moslim Ummah [gemeenschap] wordt meer gerespecteerd en geëerd voor Allah, en heeft een meer volmaakte wetgevende wet en systeem van leven, het heeft de meest eervolle profeet, het grotere koninkrijk, meer voorzieningen, rijkdom en kinderen, een groter domein en meer blijvende glorie dan de kinderen van Israël.”13 En het idee dat de "glorie" van de Kinderen van Israël niet "duurzaam" was, ondermijnt het hele argument dat Allah het Land van Israël aan de Joden beloofde. Je zou je kunnen afvragen waarom, als Allah Israël aan de joden gaf, de islamitische wereld van Marokko tot Indonesië zo'n vijandigheid tegenover Israël vertoont. Waarom hebben zo weinig moslims ooit opgemerkt dat Allah eigenlijk wil dat de joden het land Israël bezitten? Een reden kan zijn dat ze Koranpassages als 2:61 lezen, waarin staat dat sommige joden die in opstand kwamen tegen Mozes 'bedekt waren met vernedering en ellende; zij trokken de toorn van Allah op zich. Dit omdat ze de tekenen van Allah bleven verwerpen en zijn boodschappers zonder geldige reden doodden. Dit omdat ze in opstand kwamen en overtreden.' Ondertussen bekeerden de joden die niet in opstand kwamen of zich niet overtraden tot de islam. Het idee dat 'goede joden' degenen zijn die zich tot de islam bekeren, is diep geworteld in de islamitische traditie. In de jaren zeventig schreef Muhammad Sayyid Tantawi, een islamitische geleerde die momenteel de grote sjeik is van de Al-Azhar Universiteit in 126
Caïro, de meest gerespecteerde instelling in de soennitische islam, een verhandeling van 700 pagina's, joden in de koran en de tradities, waarin hij concludeerde, [De] Koran beschrijft de Joden met hun eigen specifieke ontaarde eigenschappen, namelijk het doden van de profeten van Allah, het bederven van Zijn woorden door ze op de verkeerde plaatsen te plaatsen, de rijkdom van het volk lichtzinnig consumeren, weigeren afstand te nemen van het kwaad dat ze doen, en andere lelijke kenmerken veroorzaakt door hun diepgewortelde wellust. . . slechts een minderheid van de joden houdt zich aan hun woord. . . . [Alle] Joden zijn niet hetzelfde. De goede worden moslims, de slechte niet.14 Sommigen citeren ten slotte nog een reeks verzen uit de Koran als bewijs dat Allah IsraÍl aan de Joden beloofde - waaronder, vreemd genoeg, verzen waarin moslims ("de beste van de mensen") worden gecontrasteerd met de "perverse overtreders" onder de mensen van het boek: Jullie zijn de beste onder de mensen, ontwikkeld voor de mensheid, die het goede voorschrijft, het slechte verbiedt en in Allah gelooft. Als alleen de mensen van het boek geloof hadden, was dit het beste voor hen: onder hen zijn sommigen die geloof hebben, maar de meesten van hen zijn perverse overtreders. Ze zullen je geen kwaad doen, behoudens een kleine ergernis; als ze naar buiten komen om met je te vechten, zullen ze je hun rug laten zien, en ze zullen geen hulp krijgen. Er wordt schaamte over hen geworpen (als een tent) waar ze ook gevonden worden, behalve wanneer ze onder een verbond (van bescherming) van Allah en van mensen vallen; zij trekken de toorn van Allah op zich, en over hen heen is (de tent van) armoede. Dit omdat ze de tekenen van Allah verwierpen en de profeten doodden in strijd met het recht; dit omdat ze in opstand kwamen en over de grenzen heen gingen. (3:110–12) 127
Binnen deze donderende aanklacht tegen Joden en Christenen, benadrukken sommigen de korte verwijzing naar sommige mensen van het boek die "onder een verbond" van Allah vallen. Dit verwijst hoogstwaarschijnlijk naar het verbond van de dhimma, waaronder joden en christenen leven als onderworpen volkeren die worden geregeerd door de islamitische wet. Sommige uitleggers beweren echter dat dit verwijst naar een verbond dat Allah met de Joden heeft gesloten om hun het Land van IsraĂŤl te geven. Maar zelfs als dit het geval was, zegt de Koran ook dat de Joden het verbond met Allah dat ze hadden gesloten, hebben verbroken: En omdat zij hun verbond hebben verbroken, hebben Wij hen vervloekt en hun hart hard gemaakt. Ze veranderen woorden uit hun context en vergeten een deel daarvan waarvan ze werden vermaand. U zult niet ophouden verraad van allen te ontdekken, behalve enkelen van hen. Maar verdraag ze en vergeef ze. Zie! Allah heeft de goeden lief. (5:13) Zo vervloekt volgens de Koran, zijn de joden niet de legitieme erfgenamen van de belofte die in vers 5:21 is gedaan. Degenen die de erfgenaam van die belofte zijn, zijn degenen die trouw zijn gebleven aan Allah - de moslims - niet degenen die hij heeft vervloekt - de joden. Ze kregen het niet van het christendom: anti-Semitisme in de Koran De Koran schetst een helder, consistent beeld van de joden: ze zijn gek, verraderlijke leugenaars en de gevaarlijkste vijanden van de moslims. Ongeacht de acties van joodse individuen in deze tijd, en ongeacht welk beleid de staat IsraĂŤl volgt, rechtvaardigt de koran een niet-aflatende vorm van antisemitisme die uiterst moeilijk uit de moslimwereld kan worden uitgeroeid. Een Egyptische imam, Muhammad Hussein Ya'qoub, vatte het theologische argument voor islamitisch antisemitisme samen in een tvpreek van januari 2009:
128
Als de Joden Palestina aan ons hebben overgelaten, zouden we dan van hen gaan houden? Natuurlijk niet. We zullen nooit van ze houden. Absoluut niet. De joden zijn ongelovigen - niet omdat ik het zeg, en niet omdat ze moslims doden, maar omdat Allah zei: "De joden zeggen dat Uzair de zoon van Allah is, en de christenen zeggen dat Christus de zoon van Allah is." Dit zijn de woorden uit hun mond. Ze imiteren eerder de uitspraken van de ongelovigen. Moge Allah hen bevechten. Hoe misleid ze zijn. [9:30] Het is Allah die zei dat ze ongelovigen zijn. En dit is geenszins beperkt tot een "extremistische" rand. De Koranimpuls voor antisemitisme is duidelijk zichtbaar in de aanvallen op joden die afkomstig zijn van islamitische predikers en geleerden wereldwijd. Neem bijvoorbeeld 'Joden zoals afgebeeld in de koran', een artikel dat in 2004 op de website Islam Online is geplaatst. Oprichters van de website zijn onder meer de prominente islamitische theoloog Sheikh Yusuf alQaradawi, die door westerse islamitische apologeten als een gematigde reformist wordt geprezen.15 Het artikel, geschreven door Sheikh 'Atiyyah Saqr, voorheen van de Al-Azhar Universiteit, citeert de Koran rijkelijk in het weergeven van de Joden als een bende corrupte, bedrieglijke kelen. De joden, zegt hij, 'gebruikten om dingen te fabriceren en ze ten onrechte aan Allah toe te schrijven'. Om dit te ondersteunen, citeert hij het vers waarin Joden worden veroordeeld omdat ze beweren dat Allah's hand geketend was (5:64) en een andere die beweert dat sommige mensen van het boek zeggen "we hebben geen plicht jegens de heidenen" en spreken daarbij "een leugen over Allah" willens en wetens� (3:75). Hij voegt een derde couplet toe waarin sommige Joden om geld vroegen, spotten met: "Allah, voorstander, is arm en wij zijn rijk!" (3:181)16 De Joden, vervolgt Saqr, "luisteren graag naar leugens." Dit is in wezen een duidelijke weergave van de bewering van de Koran dat de joden "mannen zijn die naar elke leugen luisteren" (5:41). Ze hebben ze ook verspreid: 'Er is een groep van hen die de Schrift met hun tongen verdraait, opdat u mag denken dat wat ze zeggen uit de Schrift komt, terwijl het niet uit de Schrift komt. En ze zeggen: het is van Allah, terwijl het niet van Allah is; en zij liegen bewust over Allah� (3:78). Ze durven 'Goddelijke 129
openbaring en de heilige boeken van Allah te verdraaien. Allah zegt in dit verband: ‘Daarom wee degenen die de Schrift met hun handen schrijven en dan zeggen:‘ Dit is van Allah ’, zodat zij daarmee een kleine winst kunnen kopen. Wee hun, omdat hun handen geschreven hebben, en wee hun, dat zij daardoor verdienen'''(2:79).20
DE WONDEREN VAN DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------DE ZEVEN AARDES? "Allah is het die zeven hemelen heeft geschapen, en van de aarde desgelijks" – Koran 65:12. "Van de aarde desgelijks"? De Tafsir al-Jalalayn legt uit dat dit betekent dat er zeven aarde en zeven hemelen zijn.17 Natuurlijk kunnen er zeven aarden zijn, waarvan er zes nog niet zijn ontdekt. Het bewijs is gewoon nog niet alles. Elk elk geval legt Ibn Abbas uit dat er inderdaad “zeven aardes zijn, maar ze zijn plat.”18 Geloof in zeven aardes was een veelvoorkomend kenmerk van de oude kosmologie, en is dus in tegenspraak met de bewering dat de Koran de moderne wetenschap voorafschaduwde.19
Saqr merkt ook op dat Allah in de Koran zegt dat de Joden "hun verbond" hebben verbroken, en dat hij daarom "hen heeft vervloekt en hun hart hard heeft gemaakt" (5:13). Inderdaad, zegt Saqr, "zij houden nooit aan hun beloften of vervullen hun woorden" - om dit te demonstreren, citeert hij deze passage uit de Koran: "Is het ooit zo dat wanneer u een verbond sluit, een partij van u het opzij zet? De waarheid is dat de meesten van hen niet geloven” (2:100).21 De Joden weigeren ook te geloven in de profeten die Allah hen heeft gezonden, zelfs Mozes, en hem te zeggen: "O Mozes! We zullen pas in u geloven als we Allah duidelijk zien” (2:55). Het zijn huichelaars (2:14; 2:44) 130
die voor de boodschappers van Allah “arrogant worden”, weigeren in sommigen te geloven en anderen te doden (2:87). Ze zijn zo arrogant en hooghartig dat ze 'beweerden de zonen en van Allah en zijn geliefden te zijn' - een fout die ze delen met de christenen: 'De joden en christenen zeggen: we zijn zonen van Allah en zijn geliefden' (5:18).22 Alles wat de Joden schade toebrengt aan hun eigen ziel, maar Saqr – en de Koran zelf – houden daar niet op. De Joden wensen ook “het kwade voor mensen” en proberen hen te “misleiden.” "Dit is duidelijk", zegt Saqr, "in het vers dat luidt: 'Veel van de mensen van de Geschriften verlangen ernaar om u ongelovigen te maken naar uw geloof, door afgunst om hun eigen redenen, nadat de waarheid aan hen openbaar is geworden” (2:109). Ze “voelen pijn om anderen in geluk te zien en zijn blij als anderen met een ramp worden geconfronteerd,” zoals Saqr aantoont met dit vers: “Als je een gelukkige kans overkomt, is dat slecht voor hen en als er een ramp is sla je, ze verheugen zich daar” (3:120). De Koran, zegt Saqr, beschuldigt hen van “het nemen van woeker wanneer het hun is verboden, en van het verslinden van de rijkdom van het volk door valse voorwendselen.” (4:161)23 Erger nog, “het is gemakkelijk voor hen om mensen te doden en onschuldigen te doden,” want “niets ter wereld is hun hart dierbaar dan bloed vergieten en mensen vermoorden.” Saqr baseert dit op de bewering van de Koran dat de Joden “de profeten ten onrechte hebben gedood” (2:61). De joden kenmerken zich, zegt Saqr, door “lafheid. . . . Hiernaar verwijst de koran wanneer hij zegt: 'Je bent vreselijker als een angst in hun schoot dan Allah. Dat komt omdat ze een volk zijn dat het niet begrijpt. Ze zullen niet tegen je vechten in een lichaam behalve in versterkte dorpen of van achter muren’'' (59:14). Saqr veroordeelt ook de Joden voor hun "liefde voor dit wereldse leven" - net als de Koran: "En gij zult hen voor het leven de meest hebzuchtige mens (en hebzuchtiger) dan de afgodendienaren vinden" (2:96).24
131
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Rottend vlees? Geef de Joden de schuld "De profeet zei: 'Maar voor de Israëli's zou het vlees niet bederven, en maar voor Hawwa (Eva) zouden vrouwen hun man nooit verraden.'"25
Maar Saqr besluit op een optimistische toon en spreekt de hoop uit dat Allah de moslims op een dag zal helpen de goddelijke straf voor hun vijanden uit te voeren; "Almachtige Allah vertelde ons dat Hij mensen naar hen zou sturen die zware regen op hen zouden straffen die tot de Dag der Opstanding zou duren. Dit alles geeft ons blijde tijding van de komende overwinning van moslims op hen zodra moslims vasthouden aan sterk geloof en geloof in Allah en de moderne technologie gebruiken.”26 Men zou Saqr's interpretatie moeten beschouwen in het licht van de koortsachtige pogingen van Iran om een atoombom te verwerven, naast de herhaalde geloften van de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad om Israël van de kaart te vegen. Voor Ahmadinejad en zijn soortgenoten is het elimineren van de Joodse staat niet alleen een doel van buitenlands beleid; het is een religieuze noodzaak. Joodse apen en varkens Vreemd genoeg zwijgt Saqr over de beruchte passages uit de Koran waarin Allah ongehoorzame Joden verandert in apen en varkens (2:63–66; 5:59–60; 7:166). Hoewel sommige geleerden beweren dat deze vloek alleen van toepassing was op een specifieke groep joodse sabbatsbrekers, worden de joden van tegenwoordig gewoonlijk in een groot deel van de moslimwereld 'apen en varkens' genoemd. Hoewel de Saoedische autoriteiten na de aanslagen van 11 september beloofden schoolboeken te herzien waarin haat tegen joden en christenen werd onderwezen, 132
noemden Saoedische teksten pas in 2006 nog steeds joden als 'apen' en christenen als 'varkens'.27 En in april 2008 een Brits arbeidsrechtbank beloonde 70.000 pond ($ 115.000) aan een leraar die was ontslagen bij een door Saoedi gefinancierde islamitische school omdat hij had onthuld dat de schoolboeken spraken over 'de weerzinwekkende kenmerken van de joden' en beweerden: 'Zij die God heeft vervloekt en met wie hij is boos, hij is veranderd in apen en varkens. Ze aanbidden Satan.'28 Er is een eindeloze parade van vergelijkbare voorbeelden. In maart 2004 sprak Sheikh Ibrahim Mudayris, sprekend op de officiële televisie van de Palestijnse Autoriteit, tegen "de Joden die vandaag wraak nemen op hun grootvaders en voorouders, de zonen van apen en varkens."29 En tijdens de schrik van de Mexicaanse griep in mei 2009, sjeik Ahmad ' Ali 'Othman, de hoofdinspecteur van da'wa [islamitische bekerings] zaken bij het Egyptische Ministerie van Religieuze Schenkingen, verklaarde dat "alle varkens afstammen van de joden die Allah heeft veranderd in apen, varkens en aanbidders van Satan, en daarom moeten worden geslacht . ' Othman baseerde zijn betoog op Koran 5:60, een van de beruchte passages van 'apen en varkens' uit de Koran.30 In zijn tv-preek waarin hij de joden aan de kaak stelde, ongeacht hun daden in Israël of elders, riep Muhammad Hussein Ya'qoub ook dit thema aan: "Wat jullie Joden betreft - de vloek van Allah op jou. De vloek van Allah op jou, wiens voorouders apen en varkens waren. . . . Allah, we bidden dat je ze opnieuw transformeert en de moslims weer blij maakt om ze als apen en varkens te zien. Jij varkens van de aarde! Jij varkens van de aarde! Je doodt de moslims met dat koude varken [bloed] van je.”31 Joden als apen en varkens: het staat in de Koran, het heilige boek van de religie van vrede. Wat de joden moeten doen Toch hoeven de Joden niet passief hun lot te ondergaan, want de Koran biedt hen een uitweg. De tweede soera bevat een uitgebreide meditatie over alles wat Allah voor de Joden heeft gedaan, en de ondankbaarheid waarmee ze hem hebben terugbetaald. Allah waarschuwt hen om "niet te scheiden van Mijn openbaringen voor een kleine prijs" (2:41), wat islamitische commentatoren in het algemeen interpreteren als een 133
aansporing om de dienst van Allah voor de zorgen van deze wereld te stellen. Maududi zegt dat dit vers "verwijst naar de wereldse voordelen ter wille waarvan [de joden] Gods richtlijnen afwezen."32 Velen hebben echter gespeculeerd dat dit vers neerkomt op Mohammed's berisping van degenen die hem materiaal verkochten waarvan ze zeiden dat het hem was goddelijke openbaring, maar dat was het niet (2:79). In ieder geval is het enige dat de joden kunnen doen om weer in de gunst van Allah te komen, zich tot de islam te bekeren (2:43). Dit zou de Engelssprekende lezer misschien wel voorbij kunnen varen, aangezien de vertalingen hen aansporen 'standvastig in gebed' te zijn en 'gewone naastenliefde te beoefenen' (zoals Abdullah Yusuf Ali het zegt), maar in het Arabisch is het woord dat hier voor gebed wordt gebruikt salat, en voor liefdadigheid zakat; deze verwijzen specifiek naar islamitisch gebed en aalmoezen. Niet-moslims kunnen geen salat bidden of zakat betalen. Ibn Kathir is openhartig over de noodzaak van deze bekering: Allah "beveelt de mensen van het Boek om bij en onder de Ummah van Mohammed te zijn".33 Evenzo merkt Sayyid Qutb op dat Allah "hier de Israëlieten uitnodigt om zich bij de moslims te voegen in hun religieuze praktijken, en hun vooroordelen en etnocentrische neigingen op te geven.'34 De Koran gaat verder, legt Maududi uit, om te verwijzen naar 'de bekendste afleveringen van de joodse geschiedenis. Omdat deze afleveringen bij elk Joods kind bekend waren, worden ze kort en niet in detail verteld. De verwijzing is bedoeld om de Joden zowel te herinneren aan de gunsten waarmee de Israëlieten door God waren begiftigd, als aan de wandaden waarmee ze op die gunsten hadden gereageerd.'35 Tot de gunsten behoren ook de Israëlieten die van Farao worden gered (2:49– 50) en het voeden van het volk met manna en kwartels in de wildernis (2:57; 61), die werden geëvenaard door joodse wandaden zoals de gouden kalfsperiode (2:54-55), allemaal culminerend in de belofte dat, zoals we hebben gezien, waren de joden 'bedekt met vernedering en ellende; zij trokken de toorn van Allah op zich. Dit omdat ze de tekenen van Allah bleven verwerpen en zijn boodschappers zonder geldige reden doodden. Dit omdat ze in opstand kwamen en overtreden” (2:61).
134
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Joodse bomen? “Abu Huraira meldde Allah's Boodschapper (moge vrede zij met hem) als volgt te zeggen: 'Het laatste uur zou niet komen tenzij de moslims tegen de joden zullen vechten en de moslims hen zouden doden totdat de joden zich achter een steen of een boom zouden verschuilen en een steen of een boom zou zeggen: moslim, of de dienaar van Allah, er staat een Jood achter mij; kom en dood hem; maar de boom Gharqad wilde niet zeggen, want het is de boom van de joden.’''36
Ibn Kathir past deze woorden toe op alle joden: “Deze Ayah [vers] geeft aan dat de kinderen van Israël werden geplaagd door vernedering en dat dit zal doorgaan, wat betekent dat het nooit zal ophouden. Ze zullen vernederd blijven worden door de handen van iedereen die met hen omgaat, samen met de schande die ze innerlijk voelen.”37 Het koranbeeld van de joden kan dus vrij beknopt worden samengevat: ze zijn gedoemd tot schande, tenzij ze Moslim worden. Hoe zit het met Jeruzalem? Bij het bespreken van het Israëlisch-Palestijnse conflict vertellen experts en politici ons vaak dat Jeruzalem een van de heilige steden van de islam is - en inderdaad de derde heiligste stad, direct na Mekka en Medina.
135
Maar in werkelijkheid is de islamitische aanspraak op Jeruzalem buitengewoon zwak, alleen gebaseerd op een legendarische reis van Mohammed - een reis die op zijn best een droom is en in het slechtste geval een verzinsel. De Koran verwijst slechts schuin naar deze reis op slechts één plaats; De islamitische traditie vult de details in en verbindt Jeruzalem met de woorden van de koran. Maar de Koran noemt Jeruzalem nooit, zelfs niet één keer - een buitengewoon onhandig feit voor moslims die beweren dat de Palestijnen een deel van Jeruzalem moeten hebben omdat de stad heilig is voor de islam. Mohammeds beroemde Nachtreis is de basis van de islamitische claim op Jeruzalem. De enige verwijzing van de Koran naar deze reis staat in het eerste vers van soera 17, waarin staat dat Allah Mohammed van 'de Heilige Moskee' in Mekka 'naar de verste [al-aqsa] Moskee' bracht. Er was op dit moment geen moskee in Jeruzalem, dus de "verste" moskee was waarschijnlijk niet echt degene die nu die naam draagt in Jeruzalem, de AlAqsa-moskee op de Tempelberg. Desalniettemin is de islamitische traditie ervan overtuigd dat deze moskee in Jeruzalem was. Dat is alles wat de Koran zegt, maar volgens de islamitische traditie was Mohammeds visie op deze reis net zo dramatisch als alles wat er gebeurde tijdens zijn profetische carrière. Zijn eerste biograaf, Ibn Ishaq, vermeldt dat Mohammed de reis beschreef als begin 'terwijl ik in Al-Hatim of Al-Hijr lag', dat wil zeggen een gebied in Mekka tegenover de Ka'bah, geïdentificeerd door de islamitische traditie als de begrafenis plaats van Hagar en Ismaël, toen "Gabriël kwam en mij met zijn voet roerde."38 Kort daarna kwam "iemand naar mij toe en sneed mijn lichaam van hier tot hier open" - en hij gebaarde van zijn keel naar zijn schaamstreek. Degene die tot hem was gekomen, vervolgde Mohammed, 'nam toen mijn hart uit. Toen werd mij een gouden schaal vol Geloof gebracht en mijn hart werd gewassen en gevuld (met Geloof) en keerde toen terug naar zijn oorspronkelijke plaats.'39 Op dat moment kreeg Mohammed de Buraq te zien, een dier dat hij beschreef als 'half ezel, halve ezel, met vleugels aan de zijkanten waarmee hij zijn voeten voortstuwde.'40 "Toen ik hem kwam beklimmen," vertelde Mohammed volgens Ibn Ishaq, "schuwde hij. Gabriël legde zijn hand op de manen en zei: 'Schaam je je niet, een Buraq, om je zo te gedragen? Bij God, niemand zo eerbaar 136
voor God dan Mohammed heeft je ooit eerder gereden. ’Het dier schaamde zich zo dat hij in het zweet uitbarstte en stilstond zodat ik hem kon beklimmen."41 Ze gingen naar de Tempelberg en vandaar naar het Paradijs zelf. Volgens een hadith legde Mohammed uit: Ik werd erop gedragen en Gabriël vertrok met mij tot we de dichtstbijzijnde hemel bereikten. Toen hij vroeg om de poort te openen, werd hem gevraagd: "Wie is het?" Gabriël antwoordde: 'Gabriël.' Er werd gevraagd: 'Wie vergezelt u?' Gabriël antwoordde: 'Mohammed.' Er werd gevraagd: "Is Mohammed geroepen?" Gabriel antwoordde bevestigend. Vervolgens werd er gezegd: 'Hij wordt verwelkomd. Wat een geweldig bezoek is het!' Mohammed ging de eerste hemel binnen, waar hij Adam ontmoette. Gabriel prikt Mohammed aan: 'Dit is je vader, Adam; betaal hem uw groeten. ' De profeet van de islam begroet naar behoren de eerste man, die antwoordt: "Graag gedaan, o vrome zoon en vrome profeet." Gabriël draagt Mohammed vervolgens naar de tweede hemel, waar het toneel aan de poort wordt nagespeeld, en eenmaal binnen begroeten Johannes de Doper en Jezus hem: "Je bent welkom, o vrome broer en vrome profeet." In de derde hemel begroet Joseph hem met dezelfde woorden, en Mohammed en Gabriël gaan verder, begroet door andere profeten op andere niveaus van de hemel. In de zesde hemel is Mozes, die weer een opgraving bij de joden uitlokt. “Toen ik hem verliet,” zegt Mohammed, “huilde hij. Iemand vroeg hem: ‘Waarom huil je?’, Zei Mozes, ‘Ik huil omdat na mij een jonge man (Mohammed als profeet) is gezonden, wiens volgelingen het Paradijs in grotere aantallen zullen binnengaan dan mijn volgelingen.’"
137
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Hoe Joodse ratten te identificeren “De profeet zei: 'Een groep Israëlieten was verloren. Niemand weet wat ze hebben gedaan. Maar ik zie ze niet, behalve dat ze werden vervloekt en veranderd in muizen of ratten, want als je de melk van een kameel voor een muis of een rat legt, zal hij het niet drinken, maar als de melk van een schapen worden ervoor geplaatst, ze zullen het drinken.'”42
In de zevende hemel ontmoet Mohammed Abraham, heeft verder visioenen en ontvangt het gebod dat de moslims vijftig keer per dag bidden. Maar terugkerend, Mohammed passeert Mozes, die hem zegt terug te gaan en Allah te betogen tot een beter beheersbaar aantal. Mohammed voldoet, en stemde uiteindelijk met Allah in over vijf dagelijkse gebeden.43 Mohammeds verslag van zijn reis naar het paradijs kreeg veel scepsis misschien gesteund door de verklaring van zijn vrouw Aisha dat "het lichaam van de apostel bleef waar het was, maar God verwijderde zijn geest 's nachts."44 Niettemin vormt het de basis van de moslimaanspraak op Jeruzalem tot op de dag van vandaag. Abraham offert. . . Ismaël De aanspraak op Jeruzalem is zeker niet het enige voorbeeld van islamitische toe-eigening van de joodse dingen, ook al vervloekt het joodse volk zelf. Over het algemeen geloven moslims dat in de beroemde aflevering waarin de patriarch Abraham zijn geliefde zoon bijna offerde gepresenteerd in Genesis als een duidelijke les in gehoorzaamheid aan God en een verbod op mensenoffers - de zoon van Abraham, Ismaël, de vader van de Arabieren, niet Isaak, de vader van de joden. Islamitische geleerden beweren dat een teken dat de joden de geschriften die ze van 138
Allah ontvingen, heeft gecorrumpeerd, is dat ze het beroemde verhaal hebben aangepast aan hun eigen doeleinden door te beweren dat Isaak de zoon was die bijna werd geofferd. In het koranverslag (37:102–12) ziet Abraham in een droom dat hij zijn zoon moet opofferen, maar - vergelijkbaar met het Bijbelse verhaal - houdt Allah hem tegen vlak voordat hij het gaat doen; het was allemaal een test. Welke zoon offerde Abraham bijna? De zoon wordt niet echt genoemd in de Korantekst, maar de geboorte van Isaäk volgt het verhaal van het bijnaoffer, wat impliceert dat de bijna geofferde zoon Ismaël was. Ibn Kathir legt uit dat - verrassing, verrassing! - de joden het verhaal helemaal verkeerd, fout, fout hadden: Volgens hun boek gebood Allah Ibrahim [Abraham] om zijn enige zoon te offeren, en in een andere tekst staat zijn eerstgeboren zoon. Maar hier hebben ze valselijk de naam Ishaq [Isaac] ingevoegd. Dit is niet juist omdat het indruist tegen wat hun eigen Schrift zegt. Ze hebben de naam Ishaq ingevoegd omdat hij hun voorouder is, terwijl Isma'il [Ishmael] de voorouder is van de Arabieren. Ze waren jaloers op hen, dus voegden ze dit idee toe en veranderden de betekenis van de uitdrukking 'enige zoon' in 'de enige zoon die bij je is', omdat Isma'il met zijn moeder naar Mekka [Mekka] was gebracht. Maar dit is een geval van vervalsing en vervorming, omdat de woorden 'enige zoon' niet kunnen worden gezegd, behalve in het geval van iemand die geen andere zoon heeft. Bovendien heeft de eerstgeboren zoon een speciale status die niet wordt gedeeld door volgende kinderen, dus het bevel om hem te offeren is een exquise test.45 Dus nogmaals, de joden maken zich schuldig aan het vervalsen en verdraaien van wat ze van Allah hebben ontvangen. En zoals de Koran zegt, zullen ze de boete betalen voor hun ongehoorzaamheid, arrogantie en koppigheid in deze wereld en in de volgende (3:56).
139
Hoofdstuk 8
DE KORAN OVER CHRISTENEN: ZIJ ZIJN OOK NIET ZO POPULAIR
“Moslims respecteren en vereren Jezus?” Net als christenen respecteren en vereren moslims Jezus. De islam leert dat Jezus een van de grootste profeten en boodschappers van God voor de mensheid is. Net als christenen streven dagelijks meer dan 1,3 miljard moslims ernaar te leven volgens zijn leringen van liefde, vrede en vergeving. Deze leringen, die universele waarden zijn geworden, herinneren ons eraan dat wij allemaal, christenen, moslims, joden en alle anderen meer gemeen hebben dan we denken. LEES EEN ADVERTENTIE die de Raad voor Amerikaanse-Islamitische Relaties (CAIR of Council on American Islamic Relations) in maart 2004 in de kranten van Californië plaatste als onderdeel van een van de veelgeprezen inspanningen om bruggen te bouwen. En het klinkt allemaal geweldig. Moslims benaderen christenen vaak op deze manier en leggen hen uit dat er een heel hoofdstuk van de koran is genoemd naar Jezus 'moeder Maria (soera 19), en dat de koran de maagdelijke geboorte van Christus en andere christelijke leerstellingen onderwijst. Het is een geweldige manier om bruggen te bouwen - door te benadrukken wat christenen en moslims gemeen hebben, in plaats van wat hen verdeelt. Maar zal deze brug instorten als er gewicht op wordt gezet? 140
Misschien niet. CAIR heeft tenminste gedeeltelijk gelijk: Jezus heeft een prominente plaats in de Koran. Het islamitische heilige boek verwijst vaak naar Jezus, meestal hetzij als "Jezus Christus" of als "Jezus de Zoon van Maria" (hoewel het een vorm van de naam Jezus, Isa, gebruikt die niet wordt gebruikt door Arabisch sprekende christenen, en die in werkelijkheid is dichter bij "Esau" dan bij "Jezus"). De verwijzingen naar de 'Zoon van Maria' weerspiegelen de aanvaarding door de Koran van de maagdelijke geboorte - iedereen in de oudheid werd de zoon van zijn vader genoemd, niet van zijn moeder, tenzij zijn vader onbekend was. En de Koran bevestigt ook rechtstreeks de maagdelijke geboorte (3:47). Bovendien wordt Jezus, naast "Zoon van Maria", Christus genoemd (3:45; 4:157; 4:171–72; 5:17; 5:72; 5:75; 9:30–31) en het "Woord ”Van Allah (3:45; 4:171), herinnerend aan het Evangelie van Johannes, dat Jezus ook identificeert als Gods Woord in een opvallende passage die ook zegt dat“ het Woord God was ”(Johannes 1:1; 1:14). Maar de Koran en het Nieuwe Testament zijn het ook heel diep oneens over Jezus Christus. Ja, Jezus is het Woord van Allah in de Koran, maar het Woord is niet Allah. Allah legt uit: “De gelijkenis van Jezus voor Allah is als die van Adam; Hij schiep hem uit stof en zei toen tegen hem: 'Wees.' En hij was' (3:59). Hierin is een overblijfsel van de christelijke leer dat Christus de nieuwe Adam is die al degenen die in de oude Adam stierven tot leven brengt (zie bijvoorbeeld I Korintiërs 15:22). De Koran waagt zich echter nooit in dat gebied; het beperkt eerder de betekenis van het Goddelijke "Woord" om aan te geven dat Jezus is ontstaan door het uitdrukkelijke bevel van Allah - niet dat Jezus op enigerlei wijze deelt in de goddelijke natuur. Evenzo is in de Koran "Christus" (al-Masih) in wezen een eigennaam, geen titel; Jezus is niet de "gezalfde" die aan de joden of aan iemand anders is beloofd. Islamitische geleerden leggen uit dat de naam is afgeleid van het Arabische werkwoord Massaha, wat betekent dat iemand met olie moet worden gezalfd voor genezing. Dus is Jezus dan de Messias, de gezalfde? Niet in christelijke zin - ze zeggen dat hij deze naam alleen draagt omdat hij anderen genas. In plaats van de Messias en de Verlosser van de wereld, is Jezus in de Koran slechts een van de vele profeten - zelfs als hij de voorkeur geniet 141
boven zijn medeprofeten, want Allah heeft hem “duidelijk (tekenen) gegeven en hem gesterkt met de heilige geest ”(2:253). In feite staat er in een andere passage dat Jezus zelf een "geest is die uitgaat van" Allah (4:171). De geest van een wezen is natuurlijk zijn hele leven, maar moslimtheologen hebben de implicaties van deze titel nooit overwogen, net zo min als ze de implicaties hebben overwogen van het noemen van Jezus '' woord '. De Koran herhaalt twaalf keer dat Allah geen zoon heeft, en zegt dat als hij beweert dat hij dat wel doet, zijn transcendente majesteit in strijd zou zijn (2:116; 10:68; 17:111; 18:4; 19:35; 19:88; 19:91; 19:92; 21:26; 23:91; 39:04; 43:81). Het verwerpt ook specifiek het christelijke idee dat Jezus de Zoon van God is (4:171; 9:30), wat op een gegeven moment opmerkelijk genoeg impliceert dat Mohammed de vraag in puur fysieke termen dacht: "Hoe kan [Allah] een Zoon als hij geen partner heeft?' (6:101) Uiteindelijk concludeert de Koran dat christenen van de waarheid zijn afgeweken door de Drie-eenheid en de Goddelijkheid van Christus te onderwijzen: "Dus geloof in Allah en Zijn boodschappers en zeg niet" Drie ". Houd op! (Het is) beter voor jou! Allah is slechts één Allah. Het is verre van Zijn Transcendente Majesteit dat Hij een zoon zou krijgen” (4: 171). De christenen rechtzetten In feite presenteert de islamitische traditie zich als een correctie op de fouten van de door facties geteisterde christenen. Volgens Ibn Ishaq werden de eerste tachtig verzen van het derde hoofdstuk van de Koran onthuld nadat een delegatie van christenen uit de Jemenitische stad Najran kwam. Deze groep omvatte een bisschop, Abu Haritha ibn 'Alqama, die geld, bedienden en andere gunsten ontving van 'de christelijke koningen van Byzantium'. Abu Haritha, zegt Ibn Ishaq, wist dat Mohammed een profeet was, maar weigerde hem te accepteren uit angst de buit te verliezen die de Byzantijnen hem gaven. Ibn Ishaq schrijft dat de delegatie “op sommige punten onderling van elkaar verschilde en zei dat [Jezus] God is; en Hij is de zoon van God; en Hij is de derde persoon van de Drie-eenheid, wat de leer van het Christendom is.” Ze gaven Mohammed argumenten die deze stellingen verdedigden, 142
maar hij wilde er niets van weten. Toen ze hem vertelden dat ze zich aan God hadden onderworpen, antwoordde hij: “Je liegt. Je bewering dat God een zoon heeft, je aanbidding van het kruis en je eten van varkensvlees weerhouden je van onderwerping.� Allah openbaarde toen veel van soera 3, weerlegde hun beweringen en gaf - volgens de moslimvisie - de wereld de waarheid over Jezus en het christendom.1 Jezus 'moeder, Aarons zus? Dat hoofdstuk - soera 3 - vertelt het verhaal van de geboorte en het vroege leven van Maria en vertelt ons dat haar moeder de 'vrouw van Imran' was - dat wil zeggen, Amram, de vader van Mozes en Aaron (3:35). Dit vers, samen met 19:27, waarin Maria "zuster van Aaron" wordt genoemd, heeft aanleiding gegeven tot de beschuldiging dat Mohammed Mirjam, de zus van Mozes, verwarde met Maria de Moeder van Jezus, aangezien de namen in het Arabisch identiek zijn: Maryam. Toen Mohammed hiermee geconfronteerd werd, had hij een klaar antwoord: "De (mensen van de ouderdom) gaven namen (aan hun personen) naar de namen van apostelen en vrome personen die hen waren voorgegaan." 2 Hoewel dit kan verklaren waarom Mary wordt "Sister of Aaron" genoemd, het verklaart niet waarom ze duidelijk wordt afgebeeld als de dochter van Imran. In ieder geval draagt de vrouw van Imran het kind in haar baarmoeder op aan de dienst van Allah; als ze bevalt, zegt ze over Maria: 'Ik verlang naar Uw bescherming voor haar en voor haar nakomelingen van Satan, de verstotene' (3:36). Elk kind wordt, volgens Mohammed in een hadith, "geprikt door de Satan" nadat het geboren is - daarom huilen pasgeboren baby's. Maar Maria en Jezus werden behoed voor Satans aanraking. Hoewel het kind een vrouw is en "het vrouwtje is niet zoals het mannetje" (3:36), vervult de vrouw van Imran haar gelofte: Maria is toegewijd aan de dienst van Allah. Maulana Bulandshahri zegt dat ze in de tempel in Jeruzalem is gaan wonen, die hij de Baitul Muqaddas ('Heilig Huis') noemt en, in overeenstemming met het islamitische idee dat de oorspronkelijke boodschap van alle Joodse profeten de islam was, identificeert het zich als een moskee.3 Daar wordt Maria op wonderbaarlijke wijze gevoed (3:37).
143
Dit verhaal herinnert aan een verhaal in het Protoevangelium van James, een christelijk document uit de tweede eeuw: daarin baden de ouders van Maria, Joachim en Anne, tot God om een einde te maken aan hun kinderloosheid, en droeg het kind op dat ze later dankzegden aan de Heer.4 Later, toen Maria drie was, ging ze in de tempel wonen, waar ze werd gevoed door een engel. Dit is het soort ding dat Mohammed de beschuldiging opleverde dat hij gewoon "fabels van de oude mannen" navertelde (6:25; 8:31; 16:24; 23:83; 25: 5; 27:68; 46) : 17; 68:15; 83:13), geen goddelijke openbaring. Maar moslims antwoorden dat de koran het ware van het valse over het christendom scheidt onder de openbaringen die door de volgelingen van Jezus zijn gecorrumpeerd.
WAT ZEI JE OOK AL WEER? --------------------------------------------------------------------------------Allah heeft profeten - "waarschuwers" - naar elke natie op aarde gestuurd: "Er was nooit een volk zonder dat er een waarschuwer onder hen had geleefd (in het verleden)" (35:24). Maar vóór Mohammed was er nooit een waarschuwer naar de Arabieren gekomen. Mohammed brengt "de waarheid van uw Heer, opdat u een volk mag vermanen aan wie geen waarschuwer voor u is gekomen, opdat zij leiding mogen ontvangen" (32:3). De Koran spreekt echter ook van de profeet Hud, die naar het 'Ad-volk (7:65) van Zuid-Arabië was gezonden, en van de profeet Salih, die tot het Thamud-volk predikte, verwanten van de' Ad (26:142–43). Bovendien is Ismaël, die wordt geïdentificeerd met de Arabieren als een volk, opgenomen in de lijst van profeten in de Koran (19:54).
144
Johannes de Doper: die de weg bereidde voor. . . eigenlijk niemand Net als het evangelie van Lucas vertelt de Koran ook de geboorte van Johannes de Doper in de context van de geboorte van Jezus (19:2–40). Het Koranverslag raakt de hoogtepunten van Lucas 1:5–80, maar met tal van belangrijke verschillen. In beide boeken vertelt een engel aan de vader van Johannes, Zacharia, dat hij vader zal worden ondanks zijn hoge leeftijd en de onvruchtbaarheid van zijn vrouw. In de Koran, wanneer de grote gebeurtenis wordt aangekondigd, is er echter geen aanwijzing dat, zoals het evangelie van Lucas zegt, "velen zich zullen verheugen" bij de geboorte van Johannes de Doper. De Koran beeldt Johannes niet af als de boodschapper die is gezonden om de weg van de Heer te bereiden; hij is gewoon vroom ('wat betekent dat hij zuiver was en geen neiging had om zonden te doen', zegt Ibn Kathir, in een echo van sommige christelijke tradities dat Johannes geen zonden beging), vroom en vriendelijk voor zijn ouders (19:13– 14).5 De Koran zegt ook niet dat Johannes, zoals de engel Zacharia in Lucas zegt, "groot zal zijn voor de Heer" en "vervuld zal zijn met de Heilige Geest, zelfs vanaf de schoot van zijn moeder", en het islamitische heilige boek geeft geen hint wat dan ook dat Johannes 'een bereid volk voor de Heer gereed zal maken' (Lucas 1:14–15, 17). In plaats daarvan wordt Zacharia alleen verteld dat de naam van de jongen Johannes moet zijn, en dat "we vóór (hem) dezelfde naam aan niemand hebben gegeven" (19:7). Maar waarom John van deze unieke naam geniet, wordt onverklaard gelaten. Als Johannes eenmaal geboren is, geeft Allah hem "het boek" en "wijsheid", wat aangeeft dat hij een profeet is, maar er is geen aanwijzing dat hij de weg moet bereiden voor de komst van Jezus. Toch lijkt John opzij gezet te worden voor een bepaald doel op een manier die anderen niet waren. Allah geeft hem zelfs een uitbundige zegen: "Vrede op hem de dag dat hij geboren werd, en de dag dat hij sterft en de dag dat hij levend zal worden opgewekt!" (19:15). Vreemd genoeg spreekt Jezus later in hetzelfde Koranhoofdstuk dezelfde zegening over zichzelf uit: "Vrede op mij op de dag dat ik geboren ben, en op de dag dat ik sterf, en op de dag dat ik levend zal worden opgewekt!" (19:33) En in zowel het Evangelie (Lucas 1:20) als de Koran (19:10) kan Zacharia niet spreken na zijn visioen, hoewel de Koran dit alleen presenteert als een 145
teken van Allah's kracht, terwijl het Evangelie beeldt het af als straf voor Zacharia's ongeloof. Desalniettemin zegt de Koran zelfs na dit alles niets waarom John deze bijzondere behandeling heeft gekregen. Het koranverslag is dus op subtiele wijze in tegenspraak met de christelijke kijk op Christus en Johannes de Doper als zijn voorloper, zoals gepresenteerd in het evangelie van Lucas. Er staat niets in de Koran dat parallel loopt met de evangelieverbinding van Zacharia's zoon Johannes met Elia (Lucas 1:17), de profeet die zou terugkeren vóór de komst van de Heer (Maleachi 4:5– 6). En hetzelfde gebeurt in het verslag van de Koran over de geboorte van Christus. Christus, die niet de Heiland is, wordt geboren De Koran begint een van de verslagen van Jezus 'geboorte met een herbevestiging van Mohammeds profeetschap. Allah vertelt Mohammed dat hij op het punt staat hem "tijding van verborgen dingen" te geven, en herinnert hem eraan dat hij niet aanwezig was bij de te vertellen gebeurtenissen (3:44). Ibn Kathir legt het punt hiervan uit: hoewel Mohammed niet aanwezig was bij deze gebeurtenissen, "onthulde Allah deze feiten" aan hem alsof hij een ooggetuige was geweest.6 Dus het verslag op zich wordt gepresenteerd als bewijs van Mohammeds profeetschap. De gelijkenis met het vertrouwde christelijke verhaal wordt natuurlijk in stilte overgeslagen, maar dat verhaal was hoogstwaarschijnlijk bekend bij ten minste een deel van het publiek van Mohammed, dat het mogelijk de beschuldiging heeft veroorzaakt die zowel Mohammed als Allah zo woedend maakte: dat de profeet van de islam verkondigde slechts 'verhalen van de Ouden' (6:25; 8:31; 23:83). De aankondiging van de engelen van Jezus 'geboorte in de Koran verschilt op een aantal belangrijke punten van de aankondiging van Gabriël in Lucas 1:30–35: in het moslimboek wordt Jezus geïdentificeerd als een "woord" van Allah (3:45) en wordt het genoemd "Messias" of Christus, maar niet "Zoon van de Allerhoogste". Moslim-exegeten leggen uit dat Jezus niet het woord van God is in de zin dat hij goddelijk is, zoals
146
in Johannes 1: 1, maar omdat hij door Allah's woord zonder een menselijke vader werd geschapen, zoals Adam was (3:59).
Bijbel versus Koran ----------------------------------------------------------------------------------"O Zachariah! Zie! Wij brengen u het nieuws van een zoon wiens naam Johannes is; we hebben niemand eerder dezelfde naam gegeven (hem). ” —Koran 19: 7 “Wees niet bang, Zacharia, want je gebed wordt verhoord, en je vrouw Elizabeth zal je een zoon baren en je zult zijn naam Johannes noemen. En u zult vreugde en blijdschap hebben, en velen zullen zich verheugen over zijn geboorte; want hij zal groot zijn voor de Heer, en hij zal geen wijn of sterke drank drinken, en hij zal vervuld worden met de Heilige Geest, zelfs vanaf de moederschoot. En hij zal veel van de zonen van Israël tot de Heer, hun God, bekeren en hij zal voor hem gaan in de geest en macht van Elia, om de harten van de vaderen tot de kinderen te keren, en de ongehoorzamen tot de wijsheid van de rechtvaardige , om een voorbereid volk voor de Heer gereed te maken.” —Lukas 1: 13–17
De engel vertelt Maria alleen dat ze de moeder zal zijn van een 'heilige zoon' (19:19). Gezien de frequente, heftige ontkenningen van de Koran dat Allah een zoon heeft, is het niet verwonderlijk dat er geen enkele aanwijzing is dat Maria's zoon ook de "Zoon van de Allerhoogste" is (Lucas 1:32). Het concept van goddelijk zoonschap wordt inderdaad opnieuw verworpen in Koran 19:35. Hoewel Jezus niet als goddelijk wordt voorgesteld, zegt de Koran wel dat hij maagdelijk werd verwekt (19:20). Dit is op een ietwat 147
ongebruikelijke manier geïnterpreteerd. Zoals Ibn Kathir opmerkt: 'Veel geleerden van de voorgangers (Salaf) hebben gezegd dat de engel [Gabriel] op dit punt in de opening van het kledingstuk waaide dat ze droeg. Toen daalde de adem totdat het in haar vagina kwam en ze verwekte het kind door het verlof van Allah.”7 Maar net zoals de Koran een unieke plaats voor Johannes de Doper schetst, maar deze in wezen onverklaarbaar laat, doet hij dat op veel manieren voor Jezus, inclusief de maagdelijke geboorte. Er wordt geen verklaring gegeven waarom Jezus, maar geen enkele andere profeet (inclusief Mohammed), uit een maagd zou worden geboren. De maagdelijke geboorte geeft niet aan dat Jezus goddelijk was; in ieder geval is het gewoon een ander teken van Allah's kracht, gratis en zonder uitleg aan de ene profeet gegeven, maar niet aan de andere. Hoe dan ook, ondanks het wonderbaarlijke karakter van Jezus 'geboorte, lijdt Maria in de Koran nog steeds onder de pijn van de bevalling (19:23) - terwijl ze dat in sommige christelijke tradities niet heeft, omdat die het gevolg zijn van de zonde (Genesis 3:16) dat Jezus zichzelf op zich neemt en boete doet (1 Korintiërs 15:22). Hier baart Maria Jezus terwijl Allah haar in haar pijnen troost met dadels (19:24–26). Een stem roept onder haar uit: 'Treur niet! Want uw Heer heeft voorzien in een beekje onder u '(19:24); veel vroege en invloedrijke islamitische autoriteiten zeggen dat de spreker Gabriël was, terwijl anderen beweren dat het de baby Jezus zelf was - die toch snel genoeg spreekt (19:30–33). Volgens een traditie antwoordde Jezus in dit vers tegen Maria dat ze niet moest rouwen, en antwoordde ze: 'Hoe kan ik niet rouwen als je bij mij bent en ik heb geen man en ben ik ook geen eigen slavin?' 8 Om de schaamte van omdat hij moest uitleggen hoe ze een pasgeboren baby kreeg, instrueert hij haar om mensen te vertellen dat ze aan het vasten is en met niemand spreekt (19:26) Allah zegt dat hij Jezus "de Schrift en wijsheid, en de Thora en het evangelie" zal leren (3:48): in de koran is het evangelie niet het nieuws over Jezus, maar een boek dat hij van Allah krijgt. Jezus verricht later een reeks wonderen, elk "door Allah's verlof" (3:49). Zoals Bulandshahri uitlegt, wordt de clausule "door Allah's verlof" herhaald om te
148
benadrukken dat Jezus een mens is, niet goddelijk, en wonderen doet alleen met toestemming van Allah.9 De niet-kruisigde Christus We hebben gezien dat sommige koranverhalen van Jezus ontleend zijn aan gnostische evangeliën en ander ketters christelijk materiaal dat blijkbaar circuleerde in het zevende-eeuwse Arabië: de koran Jezus spreekt terwijl hij nog een baby is in zijn wieg (19:29–33) en blaast leven in kleivogels (5:110). De belangrijkste toeëigening van de Koran uit het christelijk gnosticisme is echter een ontkenning van de realiteit van de kruisiging van Christus: "Ze hebben hem niet gedood of gekruisigd, maar ze dachten dat ze het deden [of letterlijk, zo leek het] (4:157). Voor de gnostici was deze ontkenning geworteld in een afschuw van de materiële wereld en het vlees, wat ertoe leidde dat zij de realiteit van de incarnatie helemaal ontkenden; Moslims daarentegen ontkennen de kruisiging omdat volgens hen Gods profeet geen nederlaag kan lijden. In de Koran scheppen de joden op dat ze Jezus hebben gedood - maar ze denken alleen dat ze dat hebben gedaan (4:157). Jezus ontsnapte in feite aan de kruisiging, hoewel de manier waarop hij dat deed de bron van enige discussie was. Ibn Kathir stelt dat “toen Allah‘ Isa [Jezus] zond met bewijzen en leiding, de Joden, moge Allah's vloeken, woede, pijniging en straf op hen zijn, jaloers op hem vanwege zijn profeetschap en duidelijke wonderen. . . . ' Verteerd door deze afgunst, vervolgt Ibn Kathir, zetten de joden 'de koning van Damascus in die tijd, een Griekse polytheïst die de sterren aanbad', in beroering om zijn afgevaardigde in Jeruzalem te bevelen Jezus te arresteren. Jezus, die dit inzag, vroeg de mensen met hem: "Wie doet vrijwilligers om op mij te lijken, waarvoor hij mijn metgezel in het paradijs zal zijn?" Een jonge man bood zich aan, waarna "Allah de jongeman precies op‘ Isa liet lijken, terwijl er een gat in het dak van het huis opende, en ‘Isa werd gemaakt om te slapen en steeg op naar de hemel terwijl hij sliep.” Vervolgens 'zagen de mensen om het huis de man die op ‘Isa leek, ze dachten dat hij‘ Isa was. Dus namen ze hem 's nachts, kruisigden hem en plaatsten een doornenkroon op zijn hoofd. De joden schepten toen op dat ze ‘Isa doodden en sommige christenen
149
accepteerden hun valse bewering vanwege hun onwetendheid en gebrek aan reden."10 Andere bronnen bieden verschillende theorieën. Sommige islamitische autoriteiten beweren dat Jezus met zeventig van zijn discipelen was toen de bewakers kwamen om hem te arresteren, en dat alle zeventig op Jezus leken te lijken; een stapte naar voren en werd gekruisigd. De Ruhul Ma'ani identificeert echter degene die gemaakt is om op Jezus te lijken en gekruisigd te worden als degene die hem verraden heeft voor dertig dirhams - Judas. Een andere moslimbron zegt dat het een schildwacht was die Jezus bewaakte na zijn arrestatie.11 De Koran stelt in dit verband dat "er geen van de mensen van het boek is, maar in hem moet geloven vóór zijn dood" (4:159). Deze nogal vreemde verklaring is opgevat dat Jezus naar de aarde zal terugkeren - en als hij dat doet, volgens Mohammed in een islamitische traditie, zal hij "het kruis breken en het varken doden en de djizya afschaffen" - de belasting die van de niet-moslims onderworpen aan de islamitische heerschappij.12 Dat wil zeggen, hij zal de dienstbare dhimmi-status van de niet-moslims afschaffen en de wereld islamiseren: “Gedurende zijn tijd zal Allah alle religies vernietigen behalve de islam en Allah zal Al-Masih Ad vernietigen. Dajjal (de valse messias).'13 Jezus niet goddelijk De Koran benadrukt dat Jezus een profeet van Allah was, die al zijn machtige werken in opdracht van Allah deed - en dus niet zelf goddelijk is. Interessant is dat, in tegenstelling tot Mohammed, Jezus wordt afgebeeld die verschillende wonderen verricht. Maar na deze wonderverhalen benadrukt Allah nogmaals dat Jezus niet goddelijk is, en vraagt hem ronduit: "O Jezus, zoon van Maria! Heb je tot de mensheid gezegd: neem mij en mijn moeder voor twee goden naast Allah? ' (5:116) De Koran lijkt hier kritiek te hebben op de christelijke leer van de Drieëenheid, die hij kennelijk voorstelt als bestaande uit Allah, samen met een vergoddelijkte Jezus en Maria. Ibn Kathir zegt hetzelfde en beweert dat de christenen Jezus verheven "en zijn moeder als goden bij Allah." De eigenlijke christelijke drie-eenheid van God de Vader, Zoon en Heilige Geest wordt niet voorzien in de Koran. 150
In ieder geval ontkent Jezus dat hij zijn volgelingen heeft gezegd hem en zijn moeder te aanbidden, en de passage wordt afgesloten met de herhaling dat degenen die anders geloven, natuurlijk gestraft zullen worden (5:116). De Koran beweert zelfs dat degenen die geloven dat Jezus goddelijk is, zelf ongelovigen zijn - en vastbesloten zijn op te starten: “Ze geloven beslist niet wie zegt: zie! Allah is de Messias, zoon van Maria. De Messias (zelf) zei: O kinderen van Israël, aanbid Allah, mijn Heer en uw Heer. Lo! Al wie partners aan Allah toeschrijft, voor hem heeft Allah het paradijs verboden. Zijn verblijfplaats is het vuur. Voor boosdoeners zullen er geen helpers zijn ”(5:72). Jezus is verre van goddelijk, maar een "slaaf van Allah" (Abdullah: 4:172; 19:30; 43:59). Deze aanduiding plaatst Jezus natuurlijk op hetzelfde niveau als alle geschapen wezens - want de relatie tussen meester en slaaf is het belangrijkste paradigma in de islam voor menselijke relaties met het goddelijke. Ondanks zijn maagdelijke geboorte, ondanks zijn wonderen, ondanks dat hij de voorkeur geniet boven de andere profeten, is Jezus uiteindelijk gewoon een ander geschapen wezen, een slaaf van Allah.
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN -------------------------------------------------------------------------Jezus komt terug - om het kruis te breken “Allah's Boodschapper zei: 'Bij Hem (Allah) in Wiens Handen is mijn ziel, zeker [' Isa (Jezus)], de zoon van Maryam (Maria) zal binnenkort onder jullie neerdalen (moslims) en zal de mensheid rechtvaardig oordelen door de wet van de koran (als een rechtvaardige heerser); hij zal het kruis breken en de varkens doden en er zal geen Djizja zijn (dat wil zeggen belasting van niet-moslims). Geld zal in overvloed zijn zodat niemand het zal accepteren, en een enkele uitputting aan Allah (in gebed) zal beter zijn dan de hele wereld en wat er ook in zit. 'Abu Hurairah voegde eraan toe:' Als je wilt, kun je dit reciteren (dit Vers van de Koran): 'En er is geen van 151
de mensen van de Schrift (Joden en christenen), maar moet in hem geloven (dwz' Isa, zoon van Maryam, als alleen een Boodschapper van Allah en een mens ) voor zijn ['Isa, of de dood van een Jood of een Christen]; (ten tijde van de verschijning van de engel des doods) en op de Dag des Oordeels zal hij (‘Isa) een getuige tegen hen zijn.’ (V. 4:159)"14
In het geval dat het punt niet duidelijk is, geeft Allah Mohammed de opdracht om te zeggen dat Allah Jezus, zijn moeder en de hele aarde zou kunnen vernietigen als hij dat wilde (5:17) - waarbij hij de absolute soevereiniteit van Allah, die de Koran lijkt te beschouwen, levendig bevestigt. bedreigd door het idee van de goddelijkheid van Christus. Een teken dat onverklaard blijft Jezus is ook 'een teken voor de mensheid en een genade van ons' (19:21) - en zijn moeder Maria is ook een teken (21:90; 23:50). Nogmaals, het woord voor teken is aya, het woord wordt ook gebruikt voor de verzen van de Koran – want elk vers, zie je, is een teken van Allah's aanwezigheid en kracht. Maar waarom zijn Jezus en Maria tekenen van de actie van Allah in de wereld op een manier die andere profeten niet zijn? Ook hier kent de Koran Jezus een speciale status toe en laat deze vervolgens onverklaard achter. Jezus wordt, ondanks al zijn bijzondere gaven, voorrechten en bevoegdheden, gewoon voorgesteld als een moslimprofeet. Als de joden hem afwijzen, verzamelt hij discipelen die zeggen: 'Getuig dat we moslims zijn' (3:52). En terwijl Jezus 'vijanden tegen hem beraamden, beraamde Allah, "de beste van de samenzweerders" (3:54), ook, onthullend dat hij ervoor zou zorgen dat Jezus "naar Mij opsteeg". Dit, zegt Ibn Ishaq, weerlegde "wat zij beweren van de joden met betrekking tot zijn kruisiging" - dat wil zeggen, hun bewering dat Jezus überhaupt werd gekruisigd.15 Desalniettemin, zegt de Koran, "is het ware verslag: er is geen god dan Allah." (3:62) - met andere woorden, Jezus is niet goddelijk. Allah zegt tegen Mohammed dat hij diegenen die anders geloven moet uitdagen: aangezien "kennis tot u is gekomen", moet hij tegen andersdenkenden 152
zeggen: "Kom! Laten we samenkomen, onze zonen en uw zonen, onze vrouwen en uw vrouwen, onszelf en uzelf. Laten we dan oprecht bidden en de vloek van Allah aanroepen op degenen die liegen! ” (3:61) Volgens Ibn Ishaq, toen de christelijke delegatie uit Najran dit hoorde, vroegen ze Mohammed om tijd om onderling overleg te plegen. Toen vertelde een van hun leiders de rest: O christenen, u weet heel goed dat Mohammed een door God gezonden profeet is en hij heeft een beslissende verklaring afgelegd over de aard van uw meester. U weet ook dat een volk nooit een vloek op een profeet heeft aangeroepen en de oudsten heeft zien leven en zijn jeugd is opgegroeid. Als je dit doet, word je uitgeroeid. Maar als u besluit uw religie aan te hangen en uw leer over uw meester te handhaven, neem dan afscheid van de man en ga naar huis. Dus gingen ze naar Mohammed, weigerden zijn uitdaging en gingen naar huis, hardnekkige afvalligen bevestigd in hun rebellie tegen Allah. Weg onder de palmboom Houd de kerstliederen vast: volgens de Koran werd Jezus niet geboren in een kribbe, maar onder een palmboom: “En de pijn van de bevalling dreef haar naar de stam van een palmboom. Ze riep (in haar angst): ‘Ah! Zou ik eerder gestorven zijn! Zou ik iets vergeten en uit het oog verloren zijn!’'' (19:23) Jezus: niet de Zoon van God, niet de Heiland, niet gekruisigd en daarom niet herrezen, en niet geboren in een kribbe maar onder een palmboom. De koran presenteert dit alles als een correctie voor de overtuigingen van de christenen, omdat ze tenslotte 'een groot deel van de boodschap die hen was gestuurd' waren vergeten. Als straf verdeelde Allah hen in strijdende sekten: “We vervreemdden hen, met vijandschap en haat tussen de een en de ander, tot de dag van het oordeel. En spoedig zal Allah hun laten zien wat ze hebben gedaan” (5:14). Paradoxaal genoeg beweert de koran christelijke overtuigingen te corrigeren en de waarheid van het evangelie te bevestigen: 153
We stuurden Jezus de zoon van Maria en bevestigden de wet die hem was voorgegaan. We stuurden hem het evangelie; daarin was leiding en licht, en bevestiging van de wet die hem was voorgegaan, een leiding en een vermaning aan degenen die Allah vrezen. Laat de mensen van het evangelie oordelen naar wat Allah daarin heeft geopenbaard. Als iemand niet oordeelt naar (het licht van) wat Allah heeft geopenbaard, zijn zij (niet beter dan) degenen die in opstand komen. (5:46–47) Christenen moeten dus Mohammeds boodschap beoordelen naar hun eigen Schrift. Maar toen moslims uitgebreid contact begonnen te krijgen met christenen, plaatsten deze passage hen in een ongemakkelijke positie: ze waren er zeker van dat het evangelie "leiding en licht" bevatte en ook getuigde van Mohammeds profetische status - zodat dienovereenkomstig, als christenen er juist door geoordeeld werden , zouden ze moslims worden. Maar in plaats daarvan ontdekten moslims dat het Nieuwe Testament het christelijke begrip van Jezus bevestigde dat de Koran verwierp, en geen spoor bevatte van een idee dat een latere profeet met een laatste openbaring zou komen. Zo begonnen moslims te onderwijzen dat christenen het zuivere evangelie dat door Allah aan Jezus was gegeven, hadden verdorven. Dit idee is nog steeds gebruikelijk in de islamitische wereld van vandaag. Islamitische geleerden leggen uit dat het echte "evangelie", het boek dat Allah volgens de Koran aan Jezus gaf, nergens te vinden is. Abdullah Yusuf Ali neemt in zijn Koran een toelichting op over het evangelie: “Het Injil [evangelie] genoemd in de koran is zeker niet het nieuwe testament, en het zijn niet de vier evangeliën, zoals nu door de christelijke kerk ontvangen, maar een origineel evangelie dat door Jezus werd verkondigd als de Tawrah [Torah] werd afgekondigd door Mozes en de koran door Mohammed al Mustafa.”17 Toch is er geen aanwijzing dat zo'n boek überhaupt ooit heeft bestaan: er is geen enkel tekstueel bewijs voor een pre-islamitische christelijke tekst die de islamitische overtuigingen over Jezus of de Bijbelse profeten
154
weerspiegelde. Het christendom beschouwt 'het evangelie' natuurlijk als de boodschap van Christus, niet als een boek. In het islamitische scenario gaat het authentieke evangelie verloren, terwijl alleen de corrupte versie overblijft. Dit idee is in overeenstemming met passages uit de Koran die zeggen dat gevestigde christelijke leerstellingen - zoals het algemene christelijke idee dat Jezus de Zoon van God is - niets meer zijn dan 'een woord uit hun mond' waarmee de christenen 'imiteren wat de ongelovigen van weleer placht te zeggen” (9:30). Voorspelde Jezus de komst van Mohammed? De Koran verklaart dat Jezus, net zoals Mohammeds boodschap die van het Evangelie ervoor bevestigde, de Joden vertelde dat zijn boodschap die van de Torah bevestigde. Jezus zei volgens de Koran ook dat hij de voorloper was van een boodschapper die na hem zou komen, wiens naam Ahmad zou zijn. Maar het volk zou Jezus 'wonderen afdoen als "tovenarij" (61: 6) - herinnerend aan hun ontslag van Mozes (28:36) en Mohammed (28:48). 'Ahmad' betekent 'de meest geprezene' en het is etymologisch verwant aan Mohammed, wat 'geprezene' betekent. Mohammed Marmaduke Pickthall, een Britse islamitische geleerde en bekeerd tot de islam, bracht de connectie naar huis door "Ahmad" simpelweg te vertalen als "Geprezene". En moslims begrijpen het vers universeel als een afbeelding van Jezus die de komst van Mohammed voorspelt. Moslims beweren dat deze profetie de onvervalste versie is van de woorden van Jezus die in corrupte vorm overleven in Johannes 14: 16–17, waar Jezus zegt: “En ik zal de Vader bidden, en hij zal je een andere Raadsman geven om bij te zijn u voor altijd, zelfs de Geest van waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, omdat zij hem niet ziet en hem niet kent; u kent hem, want hij woont bij u en zal in u zijn. ' 'Raadgever' is hier parakletos of Paraclete. Sommige islamitische apologeten hebben beweerd dat dit een corruptie is van periklytos, wat 'beroemd' of 'beroemd' betekent, d.w.z. 'geprezen'. Hiervoor is echter helemaal geen tekstueel bewijs: er bestaan geen manuscripten van het
155
Nieuwe Testament die het woord periklytos op deze plaats gebruiken. Het is ook niet waarschijnlijk dat de twee woorden door elkaar zijn gehaald. Dat soort verwarring is theoretisch mogelijk in het Arabisch, dat geen klinkers schrijft en daarom twee woorden met identieke medeklinkerstructuren zou presenteren. Maar Grieks schrijft klinkers, dus de woorden zouden nooit in het Grieks zijn verschenen, zelfs niet als bijna identiek. De ware christenen en die valse aanbidders van Christus In het licht van dit alles is het duidelijk dat wanneer de Koran naar Jezus verwijst, hij een figuur in gedachten heeft die opvallend anders is dan die in het Nieuwe Testament - iemand die volledig kwalificeert als "een andere Jezus dan degene die we predikten". zoals de apostel Paulus het zegt (2 KorintiĂŤrs 11:4). Als moslims tegenwoordig zeggen dat ze Jezus vereren en zelfs dat ze het christendom als een legitiem geloof erkennen, zijn ze oneerlijk. Want het christendom dat de Koran erkent, is niet het christendom zoals miljoenen mensen het tegenwoordig overal ter wereld beoefenen. Dit is een belangrijke bron van veel van het aanhoudende wantrouwen en wantrouwen tussen moslims en christenen. De Saoedische sjeik Abd AlMuhsin Al-Qadhi sprak in een recente preek in op de Koran-visie op het reguliere christendom, waarin hij ook een minachtende visie op christelijke naastenliefde uitwerkte: Vandaag zullen we het hebben over een van de vervormde religies, over een geloof dat afwijkt van het pad van rechtvaardigheid. . . over het christendom, dit valse geloof, en over de mensen die Allah in zijn boek beschreef als afwijkend van het pad van rechtvaardigheid. We zullen hun geloof onderzoeken en we zullen hun geschiedenis herzien, vol haat, gruwel en oorlogen tegen de islam en de moslims. In deze vervormde en vervormde religie, waartoe veel van de bewoners van de aarde behoren, kunnen we zien hoe de christenen sterk afwijken van het pad van rechtvaardigheid door te praten over het concept van de Drie-eenheid. Wat hen betreft, God is de 156
Vader, de Zoon en de Heilige Geest: drie die één zijn. . . Ze zien Jezus, vrede zij met hem, als de zoon van Allah. . . Het zijn de christenen die geloven dat Jezus werd gekruisigd. Volgens hen werd hij aan het kruis opgehangen met spijkers door zijn handen geslagen en riep hij uit: "Mijn God, waarom hebt u mij verlaten?" Volgens hen was dit om de zonden van de mensheid te boeten. . . Ongeacht al deze afwijkingen van het pad van rechtvaardigheid, is het mogelijk om veel moslims te zien. . . die alleen over het christendom weten wat de christenen beweren over liefde, verdraagzaamheid, het leven wijden aan de behoeftigen en andere vervormde slogans. . . Na dit alles vinden we nog steeds mensen die het idee promoten om onze religie en die van hen dichter bij elkaar te brengen, alsof de verschillen minuscuul zijn en kunnen worden geëlimineerd door al die [interreligieuze] conferenties te organiseren, wiens doel politiek is.18 Het idee dat het christendom een 'vervormde, misvormde religie' is, gecreëerd door mensen die erop uit waren de profeet Mohammed af te wijzen, voedt tot op de dag van vandaag veel moslimhaat tegen het christendom, christenen en het Westen. Alsjeblieft geen christelijke vrienden, we zijn moslims De Koran waarschuwt moslims dat de joden en heidenen hun ergste vijanden zullen zijn, maar 'die het dichtst bij hen staan, verliefd op de gelovigen, zullen degenen vinden die zeggen:' Wij zijn christenen ', want onder hen zijn mannen die toegewijd zijn aan leren en mannen die afstand gedaan van de wereld, en ze zijn niet arrogant” (5:82). en mosliminterpretatie van deze passage houdt in dat het niet verwijst naar alle christenen, maar alleen naar degenen die de islam accepteren; dit wordt duidelijk gemaakt door de volgende twee verzen, waarin die christenen de boodschap van Mohammed aanvaarden. Maar zelfs als men de tekst op het eerste gezicht beschouwt, suggereert de totaliteit van het Koranverslag dat, hoewel christenen zelf "het meest verliefd" zijn op de moslims, moslims de gunst niet mogen teruggeven. Want Allah gebiedt 157
hen: “O jullie die geloven! Neem niet de joden en de christenen als vrienden en beschermers: ze zijn slechts vrienden en beschermers voor elkaar. En hij onder u die zich tot hen wendt (voor vriendschap) is van hen. Voorwaar, Allah leidt geen onrechtvaardig volk ”(5:51).
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Niet dat daar iets mis mee is: discriminatie? "De profeet zei tegen Abu-Dhar: ‘Luister en gehoorzaam (je chef), zelfs als hij een Ethiopiër is met een hoofd (zo donker) als een rozijn.’’19
De joden en christenen zullen nooit adequate vrienden en beschermers voor moslims maken, omdat ze nooit tevreden zullen zijn met moslims 'tenzij je hun vorm van religie volgt'. Allah zegt tegen Mohammed dat hij tegen hen moet zeggen: "De leiding van Allah, dat is de (enige) leiding", en hij waarschuwt zijn profeet: "Wilt u hun verlangens volgen naar de kennis die u heeft bereikt, dan zou u dan vinden noch beschermer noch helper tegen Allah” (2:120). Dus volgens de Koran zijn de enige legitieme vrienden voor moslims. . . andere moslims.
158
Hoofdstuk 9
DE KORAN OVER VROUWEN: ONEERLIJK EN INFERIEUR
De Koran waardeert vrouwen? TWEE KORANISCHE GELEERDEN, Amatul Rathman Omar en Abdul Mannan Omar, beweren in een artikel getiteld "Inleiding tot de studie van de Heilige Koran" dat "het concept van sommige christenen over de rechten van vrouwen in de islam is gebaseerd op kolossale onwetendheid over de leer van de koran en de islam.�1 Ik zou akkoord gaan. Sommige westerlingen, christenen en nietchristenen, hebben een volledig verwrongen en onnauwkeurige kijk op de rechten van vrouwen in de islam, en deze misvattingen zijn inderdaad gebaseerd op onwetendheid over de koran en de islam. Maar wie zijn onwetend: degenen die geloven dat de koran een prachtig, progressief kanaal is dat de rechten van vrouwen bevordert, of degenen die geloven dat de koran maar al te vaak wordt gebruikt om de onderdrukking van vrouwen te rechtvaardigen? Om erachter te komen, laten we eens kijken naar het eenentachtigste hoofdstuk van de Koran, dat begint met een grimmige litanie van de catastrofale gebeurtenissen van de Dag des Oordeels: Wanneer de zon wordt omvergeworpen, En wanneer de sterren vallen, En wanneer de heuvels worden bewogen, En wanneer de grote kamelen van jongelui worden verlaten, En wanneer de wilde dieren worden samengedreven, 159
En wanneer de zeeën opkomen, En wanneer zielen worden herenigd. . . (81:1-7) Het beeld dat onmiddellijk volgt, is zelfs nog indrukwekkender: 'En wanneer het levend begraven meisje-kind wordt gevraagd om welke zonde ze werd gedood' (81:8–9). Zowel islamitische als niet-islamitische apologeten voor de islam wijzen trots op deze passage om te laten zien dat de koran een einde maakte aan de heidense Arabische praktijk van vrouwelijke kindermoord. En inderdaad, dit is een kleine zorg van de koran. Op een andere plaats excorieert het boek degenen wiens gezichten 'verduisterd' worden wanneer ze nieuws ontvangen over de geboorte van een meisje, en die overwegen haar 'onder het stof te begraven'. Voorwaar, hun oordeel is slecht ”(16:58–59). Allah zegt tegen de moslims: "Dood uw kinderen niet vanwege de straf" (6:151). Dezelfde apologeten maken vaak ingrijpende beweringen over de zogenaamd welwillende leringen van de Koran over vrouwen. Eind 2005 sprak de Engelse rechter Marilyn Morington in Islamabad tijdens een seminar getiteld "Geweld tegen vrouwen en het strafrechtsysteem: uitdaging en reactie". Morington verklaarde daar dat "de islam een religie is die de nadruk legt op het geven van de rechten van de vrouw." 2 Evenzo stelt de in de VS gevestigde Muslim Women's League dat "spirituele gelijkheid, verantwoordelijkheid en verantwoording voor zowel mannen als vrouwen een goed ontwikkelde thema in de koran. Spirituele gelijkheid tussen mannen en vrouwen in de ogen van God is niet beperkt tot puur spirituele, religieuze kwesties, maar is de basis voor gelijkheid in alle tijdelijke aspecten van menselijke inspanningen.'3 De voormalige Britse premier Tony Blair was het er waarschijnlijk mee eens, zoals hij ooit opmerkte: 'Het meest opmerkelijke aan de Koran is voor mij hoe vooruitstrevend deze is… De Koran is inclusief. Het verheerlijkt wetenschap en kennis en verafschuwt bijgeloof. Het is praktisch en zijn tijd ver vooruit in attitudes ten aanzien van huwelijk, vrouwen en bestuur.'4 Zelfs Allah zelf wordt aangehaald als ondersteunend voor gelijkheid en verzekert de gelovigen in de Koran dat "ik nooit zal lijden dat ik het werk van iemand van jullie verloren, of hij nu man of vrouw is" (3:195). Allen 160
zullen worden beloond: "Wie gerechtigheid handelt, man of vrouw, en heeft waarlijk geloof, Wij zullen een nieuw leven geven, een leven dat goed en zuiver is, en Wij zullen hun beloning toekennen naar het beste van hun acties” (16:97). En het wordt schijnbaar nog beter. De Koran zegt dat Allah mannen en vrouwen heeft geschapen uit een "enkele ziel" (4:1). Veel moslims in het Westen hebben op dit vers gewezen als bewijs dat de islam de volledige menselijke waardigheid van vrouwen erkent. Een twintigste-eeuwse Iraanse sjiitische geleerde, Ayatollah Murtada Mutahhari, zegt dat “andere religies ook naar deze vraag hebben verwezen, maar het is alleen de koran die in een aantal verzen uitdrukkelijk zegt dat de vrouw is gemaakt van de soort van de man, en zowel man als vrouw hebben hetzelfde aangeboren karakter. ' Vervolgens citeert hij vers 4:1.5 Verdraaide oneerlijke vrouwen Maar nogmaals, andere verzen en tradities ondermijnen de ogenschijnlijk progressieve geboden van de Koran. In dit geval was de 'enkele ziel' waaruit de mensheid was geschapen die van Adam, en hoewel het bijbelse verhaal over de schepping van Eva vanuit de rib van Adam hier niet wordt herhaald, verwijst de profeet van de islam naar dat verhaal in een hadith, wat suggereert dat terwijl mensen en vrouwen kunnen hetzelfde 'aangeboren karakter' hebben, wat niet wil zeggen dat ze even waardig zijn, want vrouwen wel. . . krom: “De vrouw is gemaakt van een rib en zal op geen enkele manier voor je worden rechtgetrokken; dus als je van haar wilt profiteren, profiteer dan van haar terwijl oneerlijkheid in haar blijft. En als je probeert haar recht te trekken, breek je haar en als je haar breekt, scheid je van haar.'6 Vrouwen zijn van nature krom? Zeker, sommige islamitische geestelijken denken van wel - of ze geloven tenminste niet in juridische gelijkheid voor vrouwen. De Bengaalse islamitische geestelijke Mufti Fazlul Haq Amini las dezelfde Koran die Tony Blair zo vooruitstrevend vond en klaagde toch over pogingen in zijn geboorteland om gelijke eigendomsrechten voor vrouwen vast te stellen. Het probleem? Dat zou 'direct tegen de islam en de heilige koran' zijn.7
161
En waar halen moslims zulke ideeën vandaan? Ze komen voort uit de algehele inferieure status van in de Koran afgekondigde vrouwen, die specifiek het idee weerlegt dat vrouwen evenveel menselijke waardigheid hebben als mannen. Integendeel, Allah zegt dat mannen superieur zijn. Bij het geven van regels voor echtscheiding bepaalt Allah dat vrouwen 'in vriendelijkheid soortgelijke rechten hebben als mannen.' Vergelijkbaar, maar niet identiek, want 'mannen staan een graad boven hen' (2:228). In plaats van gelijkheid op te leggen, portretteert de Koran vrouwen als in wezen bezittingen van mannen. De Koran vergelijkt een vrouw met een veld (grond), om door een man te worden gebruikt zoals hij wil: "Uw vrouwen zijn een grond voor u (om te cultiveren), dus ga naar uw grond zoals u wilt" (2:223). En in een traditie beschrijft Mohammed de kwaliteiten van een goede vrouw, waaronder dat 'zij gehoorzaamt als haar dat wordt opgedragen' en 'de man graag naar haar kijkt.'8 De Koran stelt de ondergeschiktheid van vrouwen aan mannen in tal van andere verzen: ❖ Er wordt verklaard dat de wettelijke getuigenis van een vrouw de helft waard is dan die van een man: 'Haal twee getuigen uit uw eigen mannen, en als er niet twee mannen zijn, dan een man en twee vrouwen, zoals u kiest, voor getuigen, dus dat als een van hen een fout maakt, de andere haar eraan kan herinneren” (2:282). ❖ Het stelt mannen in staat om met maximaal vier vrouwen te trouwen en ook seks te hebben met slavinnen: “Als u vreest dat u niet in staat zult zijn om rechtvaardig met de wezen om te gaan, trouw dan met vrouwen van uw keuze, twee of drie of vier; maar als u vreest dat u niet in staat zult zijn om rechtvaardig (met hen) te handelen, dan is er slechts één of (een gevangene) die uw rechterhand bezit, dat zal geschikter zijn om te voorkomen dat u onrecht doet” (4:3). ❖ Er wordt bepaald dat de erfenis van een zoon tweemaal zo groot moet zijn als die van een dochter: "Allah leidt (dus) u met betrekking tot uw kinderen (erfenis): aan de man, een deel dat gelijk is aan dat van twee vrouwen" (4:11).
162
â?– Het maakt het mogelijk te trouwen met pre-puberende meisjes, waarbij wordt bepaald dat islamitische echtscheidingsprocedures "van toepassing zijn op degenen die nog niet menstrueren" (65:4). Zelfs sommige passages waar vrouwen baat bij hebben, slagen daar niet in. De Koran vereist dat een man zijn vrouw een bruidsschat geeft (4: 4). De vrouw kan er echter voor kiezen om de echtgenoot van deze verplichting te bevrijden: 'Als de vrouw hem een deel van of al die bruidsschat met een goed hart geeft, mag haar man die aannemen. . .'9 In werkelijkheid wordt deze veronderstelde keuze soms opgelegd aan vrouwen en gerechtvaardigd door dit koranvers. Deze passages zijn geen archaĂŻsmen of dode letters; ze worden opgelegd overal waar de islamitische wet wordt gehandhaafd - zoals in de Islamitische Republiek Iran, waar grote aantallen vrouwen opdoken tijdens de demonstraties na de verkiezingen van juni 2009. Het is duidelijk dat de grieven van deze vrouwen veel verder gingen dan een enkelvoudige verkiezing. Een van hen legde uit: 'Ik zie veel meisjes en vrouwen in deze demonstraties. Ze zijn allemaal boos, klaar om te exploderen, te schreeuwen en de wereld hun stem te laten horen. Ik wil dat de wereld weet dat ik als vrouw in dit land geen vrijheid heb.' Dit was niet verrassend, aangezien de Iraanse wet werd opgesteld in nauwgezette naleving van de koran en de islamitische traditie en wet. Zelfs de kleindochter van de ayatollah Khomeini, Zahra Eshraghi, verklaarde dat volgens de islamitische wet 'een vrouw er is om de maag van haar man te vullen en kinderen groot te brengen'. En slechts enkele weken nadat president Barack Obama het recht van vrouwen in nietmoslimlanden verdedigde om hun hoofd te bedekken, gooiden dappere Iraanse vrouwen hun hoofdbedekking van zich af als een teken van protest tegen het islamitische regime - zonder enige steun van Obama. Journalist Azadeh Moaveni, auteur van het feministische boek Lipstick Jihad, merkte op dat "hoewel hij niet aan de top staat van de grieven van vrouwen, de hijab symbolisch is. Het uittrekken is als het zwaaien met een rode vlag. Vrouwen zeggen dat ze een kracht zijn om rekening mee te houden.'10
163
De tekortkoming van het verstand van een vrouw Door de bewijsregels op te stellen, geeft de Koran degenen die proberen een rechtszaak aan te spannen, opdracht om 'twee getuigen uit uw eigen mannen te halen, en als er niet twee mannen zijn, dan een man en twee vrouwen, zoals u kiest, voor getuigen , zodat als een van hen een fout maakt, de ander haar eraan kan herinneren’ (2:282). Mohammed gebruikte dit vers om te beweren dat vrouwen een gebrek hadden aan intelligentie en ook aan religieus geloof. Volgens een islamitische traditie was Mohammed op weg om op een dag te bidden toen hij langs een groep vrouwen kwam. Hij stopte om hen tot liefdadigheid te vermanen en baseerde zijn vermaning op een waarschuwing: 'O vrouwen! Geef aalmoezen, zoals ik heb gezien dat de meerderheid van de bewoners van het hellevuur jij (vrouwen) was.’ Gevraagd om zijn opmerkingen uit te leggen, antwoordde hij: 'Je vloekt vaak en bent ondankbaar voor je echtgenoten.’ Ik heb niemand gezien die zo gebrekkig is in intelligentie en religie dan jij. Sommigen van u kunnen een voorzichtige, verstandige man op een dwaalspoor brengen. ' Toen hij verder werd ingedrukt, riep hij Koran 2:282 aan: 'Is het bewijs van twee vrouwen niet gelijk aan de getuigenis van één man?' Toen de vrouwen toegaven dat dit inderdaad het geval was, reed Mohammed zijn zaak naar huis: “Dit is het gebrek aan intelligentie. Is het niet zo dat een vrouw tijdens haar menstruatie niet kan bidden of vasten? " Toen ze dit ook toegaven, concludeerde hij: 'Dit is de tekortkoming in haar religie.'11 Dergelijke opvattingen, uitgesproken door de profeet van de islam zelf, zijn alomtegenwoordig - en corrosief - in de islamitische wereld. En voor vrouwen wordt het nog veel erger. Gemakkelijke scheiding en tijdelijke echtgenoten Een moslimman kan van zijn vrouw scheiden door simpelweg te zeggen: 'Talaq' - ik scheid van u - maar het mag geen verrassing zijn dat vrouwen niet op deze manier van hun man scheiden. Nadat een moslimman zijn vrouw heeft verteld dat hij van haar gaat scheiden, schrijft de Koran voor dat 'gescheiden vrouwen drie maanden lang op zichzelf zullen wachten' om te bepalen of ze al dan niet zwanger zijn. (Als het echtpaar kinderen 164
heeft, gaan ze gewoonlijk met de vader mee, en hij is zijn vrouw geen financiĂŤle of andere vorm van steun verschuldigd.) 12 Gedurende die tijdspanne 'hebben hun mannen het recht om ze terug te nemen. . . als ze verzoening wensen. ' Vrouwen "zullen rechten hebben die vergelijkbaar zijn met de rechten tegen hen, naar billijkheid", maar "mannen hebben een graad (van voordeel) boven hen" (2:228).
WAT ZEI JE OOK AL WEER? --------------------------------------------------------------------------------De Koran draagt kinderen op goed voor hun ouders te zijn. Dit gebod geldt zelfs als ze ongelovigen zijn: "Maar als ze ernaar streven om u met Mij te laten aanbidden met dingen waarvan u geen kennis hebt, gehoorzaam ze dan niet." Deze weigering om hen tot afgoderij te volgen, betekent echter niet dat men onvriendelijk tegen hen zou moeten zijn: "Maar draag hen in dit leven gezelschap met rechtvaardigheid (en overweging)" (31:14-15). En toch doet het misschien. De Koran gebiedt moslims elders om niet van ongelovigen te houden, ook al zijn ze een van de naaste familieleden: 'U zult geen mensen vinden die in Allah geloven en de laatste dag die degenen liefhebben die tegen Allah en zijn boodschapper zijn, ook al zijn zij hun vaders of hun zonen of hun broeders of hun clan� (58:22).
165
Bijbel versus Koran ----------------------------------------------------------------------------------"Voorwaar, voor de rechtvaardigen zal er een vervulling zijn van (de harten) verlangens; omsloten tuinen en wijnstokken; en wellustige vrouwen van gelijke leeftijd. ' —Koran 78: 31–33 'En ze zullen geëerd worden in de tuinen van verrukking, op banken tegenover elkaar. Een kopje uit een stromende bron wordt voor hen rondgebracht, wit, heerlijk voor de drinkers, waar geen hoofdpijn is en ze daardoor ook niet gek worden. En bij hen zijn die met bescheiden blik, met mooie ogen, (puur) als verborgen eieren (van de struisvogel). ” —Koran 37: 42–49 'We zullen ons bij hen aansluiten bij mooie vrouwen met mooie, grote en glanzende ogen.' —Koran 44:54 'Daarin zijn degenen met een bescheiden blik, die noch man noch djinni eerder zullen hebben aangeraakt.' —Koran 55:56 "We hebben (hun Metgezellen) met een speciale schepping gecreëerd en ze maagdelijk, puur (en onbesmet), geliefd (van nature), even oud, voor de Metgezellen van de Rechterhand gemaakt." —Koran 56: 35–38 'Wat geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord, noch het hart van de mens heeft bedacht, wat God heeft voorbereid voor degenen die van hem houden. . . . ' —I Corinthiërs 2: 9
166
Talaq. Het is zo makkelijk. En juist die eenvoud leidt tot misstanden waarvan sommige de Koran verwacht. Een man kan tenslotte talaq in een vlaag van woede op zijn vrouw uitspreken, maar dan heroverwegen. Dienovereenkomstig zegt de Koran dat "een echtscheiding slechts tweemaal is toegestaan: daarna moeten de partijen ofwel onder billijke voorwaarden bij elkaar blijven, ofwel met vriendelijkheid scheiden" (2:229). Deze passage lijkt het huwelijk, althans voor moslimvrouwen, voor te stellen als iets dat lijkt op een gijzeling, want de Koran gaat verder met te zeggen dat als het paar "de door Allah voorgeschreven grenzen niet zou kunnen houden", er dan geen Geef ze de schuld als ze iets geeft voor haar vrijheid ', of, in Pickthall's vertaling, ‘losgeld.' Maar na drie talaqs is de scheiding onherroepelijk - totdat aan een bepaalde voorwaarde is voldaan. Nadat een man driemaal van zijn vrouw is gescheiden, 'kan hij haar daarna niet hertrouwen totdat ze met een andere echtgenoot is getrouwd en hij is gescheiden' (2:230). Dit heeft geleid tot het fenomeen van "tijdelijke echtgenoten", die trouwen en scheiden van drievoudig gescheiden vrouwen in opdracht van islamitische geestelijken, zodat deze arme vrouwen vervolgens kunnen terugkeren naar hun oorspronkelijke echtgenoten. Deze praktijk wordt bekrachtigd door niet minder dan een autoriteit dan Mohammed zelf. Er kwam eens een vrouw bij hem met een ongewoon probleem: ze was gescheiden door haar man, was getrouwd met een andere man en wilde nu hertrouwen met haar eerste echtgenoot - maar haar tweede echtgenoot was impotent. Onfeilbaar vertelde Mohammed haar dat ze haar eerste echtgenoot niet kon hertrouwen 'tenzij je een volledige seksuele relatie met je huidige echtgenoot had en hij een volledige seksuele relatie met jou heeft.'13 Zoals te verwachten, heeft deze vreemde eis tot allerlei vreemde en beledigende situaties geleid. In 2006 scheidde een dronken man in India driemaal van zijn vrouw. Daarna probeerde hij zijn onbezonnen talaqs geheim te houden, maar er kwamen berichten in het dorp - waarop de lokale islamitische geestelijken de echtscheiding bindend verklaarden en 167
bepaalden dat hij en zijn vrouw pas wettig konden verzoenen totdat ze trouwde en van een andere man scheidde.14 Vijf jaar eerder bracht een tijdelijke echtgenoot de nacht door met zijn nieuwe vrouw op de Malediven, om vervolgens na een nacht te verzaken aan zijn overeenkomst om van haar te scheiden - tot grote woede en die van haar oorspronkelijke echtgenoot.15 Tijdelijke vrouwen ook (althans voor Sjiieten) Koran 4:24 zegt: “En van wie u inhoud zoekt (door met hen te trouwen), geef hun hun porties als een plicht. En er is geen zonde voor u in wat u doet in onderlinge overeenstemming na de plicht (is gedaan).” Uit de zinsnede 'wat je in onderling overleg doet' hebben sjiitische moslims toestemming gekregen om huwelijken aan te gaan met een tijdslimiet: het paar mag met elkaar trouwen voor een nacht, een weekend, een maand of een andere limiet zij kiezen. Een traditie stelt dat een tijdelijk huwelijk 'drie nachten moet duren, en als ze willen doorgaan, kunnen ze dat doen, en als ze willen scheiden, kunnen ze dat doen.'16 In een tijdelijk huwelijk, of nikah mut'a , de duur van het huwelijk wordt gespecificeerd aan het begin, en na het beëindigen van het paar delen zonder verder oponthoud. Het is niet verwonderlijk dat “tijdelijke vrouwen” vaak samenkomen in seminariesteden (zoals de heilige stad Qom), waar veel eenzame jonge mannen met een beetje geld te vinden zijn. Een jonge seminarist aan het begin van de twintigste eeuw vertelde over zijn ervaring met een vrouw met wie hij 'een tijdje' trouwde. Nadat hij haar had betaald en het huwelijk was verlopen, herinnerde hij zich de ervaring met voldoening en maakte een pakkende vergelijking: 'Er wordt gezegd dat de imams hebben gezegd dat degene die op legitieme wijze de liefde bedrijven, in feite een ongelovige heeft vermoord. Dat betekent het doden van de wulpse geest.'17 Hoe geruststellend voor ongelovigen! Jonge meisjes trouwen - heel erg jong De Koran beschouwt kind huwelijken als vanzelfsprekend in haar richtlijnen over echtscheiding. Als we de wachttijd bespreken die nodig is 168
om vast te stellen of een vrouw zwanger is, staat er: 'Als u twijfelt over de vrouwen die niet meer menstrueren, weet dan dat hun wachttijd drie maanden zal zijn. Hetzelfde geldt voor degenen die nog niet menstrueren� (65:4, cursivering toegevoegd). Allah geeft dus instructies voor een situatie waarin een pre-puberende vrouw niet alleen getrouwd is, maar gescheiden wordt door haar man. Zo'n vers zou misschien in de Koran zijn terechtgekomen vanwege het beruchte feit dat Mohammed zelf een kindbruid had. Volgens Sahih Bukhari, de hadieth-collectie die moslims het meest betrouwbaar vinden, 'trouwde de profeet met haar toen ze zes jaar oud was en voltrok hij zijn huwelijk toen ze negen jaar oud was, en daarna bleef ze negen jaar bij hem (dwz tot zijn dood)." Een andere traditie herinnert zich dat ze op negenjarige leeftijd met een paar van haar vrienden op een schommel speelde toen Mohammed haar kwam halen.20
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------SCHELE KINDEREN VERMIJDEN Ik moet hier om de gratie van de lezer vragen: de hadiths in dit hoofdstuk zijn, laten we zeggen, een beetje 18+ geclassificeerd. Discretie van de lezer wordt hier geadviseerd. Volgens de islamitische traditie werd het koranvers dat vrouwen een 'akker' noemt voor mannen geopenbaard vanwege de Joden, die 'altijd zeiden dat wanneer iemand de vagina van zijn vrouw nadert, terwijl zij op haar rug ligt, en zij zwanger wordt, het kind dan een scheelheid krijgt - of volgens andere bronnen, het kind scheel is.18 Om dit te weerleggen, openbaarde Allah dat het niet uitmaakte of ze op haar rug lag: ‘Je vrouwen zijn je akker; ga dan naar je akker, zoals je dat wenst' (2:223). Sayyid Qutb zegt dat het gebruik van het woord "akker", met zijn "connotaties van grondbewerking en productie, productie, het meest passend is, in een context van 169
vruchtbaarheid en voortplanting" - of, zoals Maududi het uitdrukt, Allah's "doel bij het creëren van vrouwen zijn niet alleen bedoeld om mannen ontspanning te bieden.”19 Niet alleen recreatie: vrouwen zijn ook gemaakt om mannen van kinderen te voorzien.
Dit gedrag van de man die honderden miljoenen moslims beschouwen als de voorbeeldige gedragsnorm, heeft tot veel lijden gebracht over talloze vrouwen en meisjes. Een islamitisch land waar kind huwelijken veel voorkomen - in feite vaker dan waar ook ter wereld - is het noorden van Nigeria, waar de sharia van kracht is. De Nigeriaanse regering heeft geprobeerd de praktijk uit te bannen en heeft in 2003 een wet aangenomen, de Kinderrechtenwet (Child Rights Act), die de minimumleeftijd voor het huwelijk vaststelt op 18 jaar. Islamitische geestelijken waren de felste tegenstanders van deze wet: Imam Sani, een Nigeriaanse geestelijke, legde uit: 'Kinderhuwelijken in de islam is toegestaan. In de koran is er geen specifieke huwelijksleeftijd.' Dientengevolge "hebben de islamitische geestelijken een probleem met deze kinderrechtenwet en ze hebben het veroordeeld, ze hekelen het, ze verwerpen het en ze willen niet dat het in Nigeria wordt ingevoerd." Als de regering de wet handhaafde, zei Sani: "Er zullen gewelddadige conflicten zijn onder de moslims, zeggende:" nee, we zullen dit niet accepteren, we sterven liever dan iets te accepteren dat geen wet van Allah is."21 Nigeria bestaat uit zesendertig staten, waarvan er achttien de Child Rights Act hebben aangenomen; Maar slechts één van de moslimlanden met een meerderheid van Nigeria heeft de wet aangenomen, en dat met een verandering die de puberteit in plaats van de leeftijd van achttien als de minimumvereiste voor wettig huwelijk heeft gesteld. Het resultaat? Maar liefst 800.000 Nigeriaanse vrouwen lijden aan fistels, een ziekte die het gevolg is van vroege geslachtsgemeenschap en zwangerschap.22 Nigeria is niet de enige, zowel in de prevalentie van kindhuwelijken als in pogingen om de praktijk te beëindigen. In september 2008 hebben Marokkaanse functionarissen zestig koranscholen gesloten die worden 170
beheerd door sjeik Mohamed Ben Abderrahman Al-Maghraoui, omdat hij een decreet uitvaardigde waarin het huwelijk met meisjes vanaf negen jaar werd gerechtvaardigd. 'De sjeik', zei Agence France-Presse, 'zei dat zijn decreet gebaseerd was op het feit dat de profeet Mohammed zijn huwelijk met zijn favoriete vrouw voltrok toen ze zo oud was.'23 Het zou dan ook geen verrassing moeten zijn, gezien de woorden van de Koran over het scheiden van prepuberale vrouwen en Mohammeds voorbeeld bij het trouwen met Aisha, dat in sommige delen van de islamitische wereld de praktijk van kindhuwelijken de zegen van de wet geniet. Time Magazine meldde in 2001 dat "in Iran de wettelijke leeftijd voor het huwelijk negen is voor meisjes, veertien voor jongens", en merkt op dat "de wet af en toe wordt uitgebuit door pedofielen, die trouwen met arme jonge meisjes uit de provincies, gebruiken en vervolgens verlaten hen. In 2000 stemde het Iraanse parlement om de minimumleeftijd voor meisjes te verhogen tot veertien, maar dit jaar sprak een wetgevende toezichthoudende instantie die wordt gedomineerd door traditionele geestelijken, een veto uit tegen deze stap.'24 Evenzo meldde de New York Times in 2008 dat in Jemen,' ondanks een de opkomende golf van verontwaardiging, de strijd tegen de praktijk is niet gemakkelijk. Hard-line islamitische conservatieven, wiens invloed de afgelopen twee decennia enorm is gegroeid, verdedigen het en wijzen op het huwelijk van de profeet Mohammed met een 9-jarige.'25 (De karakterisering van voorstanders van de islamitische wet als' conservatieven 'is opmerkelijk — The Times lijkt niet verbaasd over het feit dat "conservatieven" in de VS doorgaans geen voorstanders zijn van kindhuwelijken.) En dus blijft kinderhuwelijken in veel delen van de islamitische wereld overheersend. In 2007 won fotograaf Stephanie Sinclair de UNICEF Photo of the Year-wedstrijd voor een trouwfoto van een Afghaans stel: de bruidegom zou veertig jaar oud zijn, maar zag er ouder uit; de bruid was elf. UNICEF-patrones Eva Luise Köhler: “De UNICEF-foto van het jaar 2007 maakt mensen bewust van een wereldwijd probleem. Miljoenen meisjes zijn getrouwd terwijl ze nog minderjarig zijn. De meeste van deze kindbruiden wordt voor altijd een zelfbepaald leven ontzegd.'26 Volgens UNICEF is ongeveer de helft van de vrouwen in Afghanistan getrouwd voordat ze de leeftijd van achttien bereiken.27 171
Net als Brigham Young, alleen maar meer De Koran staat een man toe om maar liefst vier vrouwen te nemen, zolang hij gelooft dat hij ze allemaal 'rechtvaardig' kan behandelen (4:3). Want volgens een hadith zei Mohammed: "De persoon die twee vrouwen heeft, maar niet alleen tussen hen in staat, zal op de dag des oordeels verschijnen in een zodanige toestand dat de helft van zijn lichaam zal instorten."28 Niettemin, wat vormt "rechtvaardig" gedrag is in de ogen van de toeschouwer. En moslimtheologen hebben gemerkt dat de Koran zegt dat men al zijn vrouwen rechtvaardig moet behandelen, niet gelijk. Ibn Kathir vermoedt dus dat deze vereiste echt geen groot probleem is: “Het is niet verplicht om ze gelijk te behandelen, het wordt eerder aanbevolen. Dus als iemand dat doet, is dat goed, en zo niet, dan kan hij geen kwaad.”29 Mohammed Asad rechtvaardigde deze ongelijkheid door te wijzen op biologische realiteiten: Men zou zich kunnen afvragen waarom vrouwen niet dezelfde speelruimte hebben gekregen; maar het antwoord is simpel. Ondanks de spirituele factor van liefde die de relaties tussen man en vrouw beïnvloedt, is de bepalende biologische reden voor de seksuele drang, in beide geslachten, voortplanting: en terwijl een vrouw in één keer een kind van slechts één man kan verwekken en heeft om het negen maanden te dragen voordat ze een ander kan verwekken, kan een man elke keer dat hij samenwoont met een vrouw een kind verwekken. Dus hoewel de natuur alleen maar verkwistend zou zijn geweest als ze een polygaam instinct bij de vrouw had voortgebracht, is de polygame neiging van de man biologisch gerechtvaardigd.30 Polygamie geniet goddelijke sanctie en wordt legaal toegepast in de meeste islamitische landen wereldwijd.31 En met grootschalige islamitische immigratie naar het Westen neemt polygamie ook in heel Europa toe, met schattingen van polygame regelingen die alleen al in Italië oplopen tot 16.000.32 Groot-Brittannië lijkt wat achterop te lopen; de 172
Toronto Sun meldde in 2008 dat "de Britse regering onlangs heeft toegegeven dat bijna duizend mannen legaal bij meerdere vrouwen in Groot-Brittannië wonen."33 Het is misschien niet verrassend dat polygamie in het Westen luidruchtig wordt verdedigd door sommige moslimimmigranten; in 2004 verklaarde het Islamitisch Cultureel Centrum van Noorwegen (dat geld ontvangt van de Noorse regering) dat polygamie "voordelig is en zou moeten worden beoefend wanneer de omstandigheden zich daartoe lenen."34 Wat echter als een onbeleefde verrassing komt , is de bleke aanvaarding van de praktijk door achterliggende, politiek correcte westerse regeringen; in februari 2008 stond de Britse regering bijvoorbeeld mannen met meerdere vrouwen toe om extra bijstand te vragen.35 Noord-Amerika is niet vrijgesteld van deze trend. In Canada sprak Mumtaz Ali, president van de Canadian Society of Muslims, goedkeurend over de verspreiding van polygamie en verklaarde in 2008 dat "polygamie een vast onderdeel van het leven is voor veel moslims. Ontario erkent religieuze huwelijken voor moslims en anderen. ' Hij zei dat er "enkele honderden" moslimmannen polygamie beoefenden in de omgeving van Toronto
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Lang voor Monica's blauwe jurk “Ik 'vroeg ‘Aishah over de kleren die met sperma waren verontreinigd. Ze antwoordde: ‘Ik waste het altijd van de kleren van Allah's Boodschapper en hij ging voor de Salat (gebed) terwijl er nog watervlekken zichtbaar waren.’”36
173
De Koranische polygamie is ook naar de Verenigde Staten gekomen. In november 2007 stuurde een moslimvrouw een brief naar de Raad van Bestuur van het Islamitisch Centrum van New England, waarin ze klaagde dat haar man “illegaal en in het geheim en zonder mijn medeweten drie drie [A]merican [M]uslim vrouwen kon trouwen, en vanwege dit heb ik zelf en hebben mijn kinderen geleden en ze lijden nog steeds erg hierom.” Ze legde een deel van de verantwoordelijkheid bij de leiders van het Islamitisch Centrum: "Vanwege het falen van zowel het Islamitisch Centrum als de Imams om dergelijk wangedrag te voorkomen, had ik geen andere keus dan een scheiding aan te vragen." Ze dreigde "om dit wangedrag aan de rechtbank en de media bekend te maken als het moet, ik hoop ook door middel van deze brief dat je ervoor zorgt dat dit slachtoffer worden niet zal gebeuren met andere zusters."38 Dit was geen op zichzelf staand geval. Volgens onderzoeker David Rusin lopen "schattingen voor de Verenigde Staten doorgaans tegen de tienduizenden polygame vakbonden."39 In mei 2008 schatten onderzoekers dat tussen de 50.000 en 100.000 moslims in polygame regelingen leefden in de Verenigde Staten.40 En moslim imams lijken zich geen zorgen te maken over Amerikaanse wetten die de praktijk verbieden: Ibrahim Hooper van de Council on American-Islamic Relations beweerde dat een "minderheid" van moslims in Amerika polygaam was, en dat "islamitische geleerden zouden verschillen over de vraag of iemand zou kunnen doen dus terwijl hij in de Verenigde Staten woonde.”41 Hij zei niets over de noodzaak om in dit opzicht de Amerikaanse wetten te gehoorzamen. Toronto imam Aly Hindy legde uit dat dergelijke wetten geen kracht zouden hebben voor moslims: “Dit is in onze religie en niemand kan ons dwingen iets tegen onze religie te doen. Als de wetten van het land in strijd zijn met de islamitische wet, als de een tegen de ander ingaat, dan zal ik de islamitische wet volgen, zo simpel is het.”42 De Koran heeft ook nog meer geschenken voor mannen. Zoals we hebben gezien, bepaalt het dat als een man niet rechtvaardig kan omgaan met meerdere vrouwen, hij er maar één mag trouwen, of toevlucht moet 174
nemen tot 'de gevangenen die uw rechterhanden bezitten' - dat wil zeggen slavinnen (4:3). Goddelijk gesanctioneerd slaan van een vrouw "Er is geen basis in de islamitische theologie om huiselijk geweld van welke aard dan ook te ondersteunen", verklaarde Qanta A. Ahmed, auteur van In the Land of Invisible Women: A Female Doctor's Journey in the Saudi Kingdom, in mei 2009 (Vertaald: In het land van de onzichtbare vrouwen: de reis van een vrouwelijke dokter in het Saoedische Koninkrijk).43 Maar het hangt allemaal af van iemands definitie van "misbruik:" het slaan van een vrouw bestaat in alle culturen, maar alleen in de islam geniet het goddelijke goedkeuring. De Koran zegt dat mannen hun ongehoorzame vrouwen moeten slaan nadat ze hen eerst hebben gewaarschuwd en vervolgens in aparte bedden hebben laten slapen (4:34) - een straf die suggereert dat de Koran vrouwen als seksueel onverzadigbaar beschouwt en onder controle moet houden. Dit is natuurlijk een uiterst controversieel vers, dus het is vermeldenswaard hoe verschillende vertalers het sleutelwoord hier, waidriboohunna, weergeven: Pickthall: "en geselen" Yusuf Ali: "(en als laatste) versla ze (licht)" Al-Hilali / Khan: "(en als laatste) versla ze (licht, als het nuttig is)" Shakir: "en versla ze" Sher Ali: "en bestraf ze" Khalifa: "dan mag je ze (als laatste alternatief) verslaan" Arberry: "en versla ze" Rodwell: "en geselen" Sale: “en kastijd ze� Asad: "versla ze dan" Dawood: "en versla ze" In een nieuwe, veel gepubliceerde vertaling van de koran vertaalt de moslimfeministe Laleh Bakhtiar het als "ga weg van hen". In het licht van de eensgezindheid onder vertalers, zowel moslims als niet-moslims, lijkt dit moeilijk vol te houden - het is moeilijk te geloven dat al deze 175
autoriteiten op het gebied van Koranisch Arabisch, verspreid over meerdere eeuwen, de passage verkeerd hadden tot Bakhtiar. Maar haar impuls om de brute kracht van dit vers te verzachten is begrijpelijk, zoals veel moslims het tegenwoordig met schaamte beschouwen. Asad brengt tal van tradities aan de orde waarin Mohammed 'het slaan van vrouwen verbood', en concludeerde dat het slaan van vrouwen 'nauwelijks is toegestaan en bij voorkeur moet worden vermeden'.44 Helaas is dit niet unaniem. In zijn Korancommentaar Ruhul Ma'ani geeft Sheikh Syed Mahmud Allusi vier redenen aan waarom een man zijn vrouw mag slaan: 'als ze weigert zichzelf voor hem te verfraaien', als ze seks weigert als hij erom vraagt, als ze weigert te bidden of rituele wassingen uitvoeren, en "als ze het huis verlaat zonder een geldig excuus."45 Bovendien wordt de gepastheid van het slaan van vrouwen in de hadith versterkt. Westerse apologeten voor de islam wijzen graag op een hadith waarin Mohammed een tandenborstel omhoog hield in antwoord op een vraag van zijn volgelingen over het juiste instrument om iemands vrouw te slaan. (Hij poetste zijn tanden toen ze hem benaderden.) In de praktijk adviseerde Mohammed zelf echter niet altijd zo'n zachtaardigheid, en de vroege moslims beoefenden het zeker niet. Mohammeds favoriete vrouw, Aisha, zei het zelf: "Ik heb geen enkele vrouw zoveel zien lijden als de gelovige vrouwen." Mohammed kreeg eens te horen dat 'vrouwen aangemoedigd zijn geraakt tegenover hun echtgenoten', waarop hij 'toestemming gaf om ze te slaan'.46 Hij was ongelukkig met de vrouwen die klaagden, niet met hun echtgenoten die hen sloegen. Aisha meldt ook dat Mohammed haar sloeg - en vergeet niet dat Mohammeds voorbeeld normatief is voor moslims, aangezien hij een "uitstekend voorbeeld van gedrag" is (33:21). Een keer ging hij 's nachts uit nadat hij dacht dat ze sliep, en ze volgde hem heimelijk. Mohammed zag haar en, zoals Aisha vertelt, "Hij sloeg me op de borst waardoor ik pijn kreeg en zei toen:‘ Dacht je dat Allah en Zijn Apostel onrechtvaardig met je zouden omgaan? ’"47 Veel invloedrijke moslims nemen dit allemaal serieus. In het voorjaar van 2005, toen de Oost-Afrikaanse natie Tsjaad probeerde een nieuwe familiewet in te stellen die het slaan van vrouwen verbiedt, protesteerden islamitische geestelijken dat de maatregel niet-islamitisch was.48 Bij een 176
onderzoek onder ziekenhuismedewerkers in Turkije in 2007 werd 69 procent van de vrouwen gevonden en 85 procent van de mannen was het ermee eens dat een man onder bepaalde omstandigheden gerechtvaardigd was zijn vrouw te slaan. Tot de aanvaardbare omstandigheden behoorden 'kritiek op de man'.49 Maar liefst 20 procent van de vrouwen, zelfs in het 'gematigde' land van Tunesië, is slachtoffer van echtelijk geweld.50 In september 2007 legde de islamitische geestelijke Muhammad Al'Arifi op de Saoedische en Koeweitse televisie uit, in overeenstemming met de drieledige aanpak die in de Koran 4:34 wordt aanbevolen: 'Vermaan ze - één, twee, drie keer, vier keer, tien keer . Als dit niet helpt, weiger dan hun bedden te delen." En als dat niet werkt? Al-’Arifi vroeg het zijn publiek; een jongeman antwoordde: 'Sla ze.' "Dat klopt", antwoordde Al-’Arifi. Vervolgens legde hij de parameters uit: In het gezicht slaan is verboden, ook niet als het om dieren gaat. Zelfs als je wilt dat je kameel of ezel gaat lopen, mag je hem niet in het gezicht verslaan. Als dit voor dieren geldt, geldt dat des te meer voor mensen. Dus slagen moeten licht zijn en niet in het gezicht. . . . Als hij haar slaat, moeten de slagen licht zijn en mag ze haar gezicht niet lelijk maken. Hij moet haar slaan waar het geen sporen achterlaat. Hij mag haar niet op haar hand slaan. . . . Hij moet haar op sommige plaatsen slaan waar het geen schade zal aanrichten. Hij zou haar niet moeten slaan zoals hij een dier of een kind zou slaan - ze rechts en links slaan.51 In januari 2009 herhaalde de Australische islamitische geestelijke Samir Abu Hamza eveneens het bevel tot de koran: Adviseer hen allereerst. Je hebt ze verslagen. . . maar dit is het laatste redmiddel. Nadat je ze al heel lang hebt geadviseerd (niet ongehoorzaam te zijn), sla je ze, sla je ze en alsjeblieft, broeders, kalmeer, het slaan dat de Mohammed liet zien is als de
177
tandenborstel die je gebruikt om je tanden te poetsen . Je mag ze niet kneuzen, je mag ze niet laten bloeden.52 Helaas hebben mannen verschillende ideeën over wat een licht pak slaag is. Het in de eerste plaats bestraffen van het slaan van vrouwen zal onvermijdelijk tot ernstig geweld leiden. Een prominente Amerikaanse moslimleider, Dr. Muzammil H. Siddiqi, voormalig president van de Islamitische Vereniging van Noord-Amerika (ISNA), heeft gezegd dat “in sommige gevallen een echtgenoot enige lichte disciplinaire maatregelen kan nemen om de morele overtreding van zijn vrouw. . . . De Koran is heel duidelijk over dit onderwerp.”53 Inderdaad. Stenen gooiende overspelers - niet in de koran! Allah verplicht huisgevangenis tot de dood - tenzij "Allah voor hen een (andere) manier" - voor vrouwen die schuldig zijn bevonden aan "ontucht" op grond van het getuigenis van vier getuigen (4:15). Volgens de islamitische wet moeten deze vier getuigen mannelijke moslims zijn; het getuigenis van vrouwen is niet-ontvankelijk in gevallen van seksuele aard, zelfs in gevallen van verkrachting waarbij zij het slachtoffer is. Als een vrouw schuldig wordt bevonden aan overspel, wordt ze gestenigd. als ze schuldig wordt bevonden aan hoererij, krijgt ze honderd zweepslagen (vgl. 24:2). Maar waarom zou een vrouw worden gestenigd wegens overspel als de Koran deze straf niet oplegt? Want hoewel dit vers uit het perfecte en eeuwige boek is verdwenen, is het niet uit de herinneringen van islamitische juristen verdwenen. Zoals we hebben gezien, staat de straf op steniging niet in de Koran-tekst zoals die er nu uitziet, maar overspelers in islamitische landen riskeren nog steeds hun leven te riskeren: Umar, een van Mohammeds vroege metgezellen en de tweede kalief, stond erop dat het oorspronkelijk was in de Koran geweest, door Mohammed beoefend, en was de wil van Allah.55
178
DE “WONDEREN” VAN DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------DE KORAN VOORZAG EMBRYOLOGIE! “Vervolgens maakten we uit de zaadcel een stolsel van gestold bloed; toen van dat stolsel maakten we een (foetus) klomp; toen maakten we van die klomp botten en kleedden de botten met vlees; toen ontwikkelden we er een ander wezen uit. Zo gezegend is Allah, de beste om te creëren!” – Koran 23:14 Islamitische apologeten beweren dat de Koran in deze passage de ontwikkelingsstadia van de foetus voorspelde lang voor de komst van de moderne embryologie. Dr. Keith Moore, een anatomie-expert die les heeft gegeven aan de King Abdulaziz Universiteit in Jeddah, Saoedi-Arabië, heeft verklaard dat deze passage een exacte beschrijving is van de ontwikkeling van de menselijke foetus, en benadrukte dat het “een passende beschrijving van het menselijke embryo bevat” vanaf de dagen 7-24 wanneer het zich vastklampt aan het baarmoederslijmvlies van de baarmoeder.”54 Afgezien van zijn fantasievolle exegese, vermeldt Dr. Moore niet dat de Koran spreekt over Allah die dit nieuwe wezen vormt uit “zaadcel” of "zaad" - in overeenstemming met het begrip van de oude wereld dat de foetus zich volledig ontwikkelde uit het "zaad" van een mens, eens dat zaad was geplant in de baarmoeder van een vrouw. Baarmoedereieren werden later ontdekt en worden niet genoemd in de Koran.
179
Voor mannen is de sfeer echter heel anders. 'Als twee mannen onder u zich schuldig maken aan onzedelijkheid', zegt de Koran, 'straf hen dan allebei. Als ze zich bekeren en wijzigen, laat ze dan met rust; want Allah keert vaak terug, barmhartigst” (4:16). De Tafsir Al-Jalalayn zegt dat "ontucht" verwijst naar mannen die "hoererij of sodomie" plegen. Ze moeten gestraft worden “door ze te vervloeken en met sandalen te slaan; en als ze er berouw van hebben en hun gedrag hervormen, laat ze dan met rust en doe ze geen kwaad.” Mannen komen echter niet helemaal vrijuit: het commentaar voegt eraan toe dat dit vers "werd afgeschaft door de hadd [voorgeschreven] straf voor ontucht", dat wil zeggen: steniging. De islamitische jurist al-Shafi’i, zo gaat het verder, zegt dat iemand die zich schuldig maakt aan sodomie "volgens hem niet mag worden gestenigd, zelfs niet als hij getrouwd is." In plaats daarvan 'wordt hij gegeseld en verbannen.'56 Stop het in de doofpot – want anders In zijn veelgeprezen toespraak in Caïro die de islamitische wereld bereikte op 4 juni 2009, verklaarde president Barack Obama: "Ik verwerp de mening van sommigen in het Westen dat een vrouw die ervoor kiest haar haar te bedekken op de een of andere manier minder gelijk is." Hij merkte ook op dat "de Amerikaanse regering naar de rechtbank is gegaan om het recht van vrouwen en meisjes om de hijab [hoofddoek] te dragen, te beschermen en om degenen die het zouden ontkennen te straffen."57 Men kan zich echter terecht afvragen of moslimvrouwen die hun hoofd in de Verenigde Staten willen bedekken, werkelijk met dezelfde soort obstakels worden geconfronteerd waarmee zowel moslim- als nietmoslimvrouwen in de islamitische wereld vaak worden geconfronteerd wanneer ze weigeren hun hoofd te bedekken. Zoals vrouwenrechtenactiviste Phyllis Chesler opmerkt, worden in Algerije 'net als in Iran' 'onthulde', 'opgeleide, onafhankelijke Algerijnse vrouwen gezien als' militaire doelen 'en steeds vaker op zicht geschoten.”58 In februari 2007 schreef Zilla Huma Usman, de Pakistaanse minister van Sociale Zaken in de provincie Punjab werd door een moslim doodgeschoten omdat haar hoofd onbedekt was. De moordenaar, Mohammad Sarwar, verklaarde: 'Ik heb geen spijt. Ik gehoorzaamde 180
gewoon het gebod van Allah. Ik zal al die vrouwen doden die niet het juiste pad volgen, als ik weer vrij ben.'59 Het gebod van Allah komt in het koranverbod dat vrouwen “hun sluiers over hun boezem moeten trekken en hun schoonheid niet mogen tonen behalve aan hun echtgenoten, hun vaders, de vaders van hun echtgenoten, hun zonen, de zonen van hun echtgenoten, hun broers of de zonen van hun broers, of de zonen van hun zusters, of hun vrouwen, of de slaven die hun rechterhanden bezitten, of mannelijke dienaren zonder fysieke behoeften, of kleine kinderen die geen gevoel hebben voor de schaamte van seks” (24:31) - met andere woorden, ze moeten bedekt zijn wanneer ze zich in het openbaar wagen. Ibn Kathir legt uit dat dit geen kwestie van keuze is: “Dit is een bevel van Allah aan de gelovige vrouwen en jaloezie van Zijn kant over de vrouwen van Zijn gelovige dienaren. Het is ook om de gelovige vrouwen te onderscheiden van de vrouwen van de Jahiliyyah [de gemeenschap van ongelovigen] en de daden van de heidense vrouwen.”60 Maar wat moeten ze precies bedekken? De Tafsir al-Jalalayn legt uit dat dit vers vrouwen instrueert om alles te bedekken behalve "het gezicht en de handen" in het openbaar. 61 In een hadith vertelt Aisha dat Mohammed zei dat "wanneer een vrouw de menstruatie bereikt, het niet past bij haar dat ze haar lichaamsdelen laat zien, behalve dit en dit, en hij wees naar haar gezicht en handen. ' Zelfs vandaag de dag gebruiken sommige moslims deze hadith om het mandaat voor vrouwen te rechtvaardigen. In een andere hadith kwam een vrouw met een sluier over haar gezicht om Mohammed te zien; ze was op zoek naar haar zoon, die in de strijd was omgekomen. Mohammed vroeg haar: "Ben je hier gekomen om je zoon te vragen terwijl je je gezicht bedekt?" Ze antwoordde: 'Als ik het slachtoffer ben van het verlies van mijn zoon, zal ik niet het verlies van mijn bescheidenheid lijden.' Tevreden zei Mohammed tegen haar: 'Je krijgt de beloning van twee martelaren voor je zoon', omdat 'de mensen van het Boek hem hebben gedood.'62 Hetzelfde vers uit de Koran dat vrouwen zelf sluiert, zegt ook: "En laat ze niet met hun voeten stampen om te onthullen wat ze verbergen van hun versiering." Ibn Kathir vervolgt: 'Tijdens Jahiliyyah, toen vrouwen met enkelbanden over straat liepen en niemand ze kon horen, stampten ze 181
met hun voeten zodat mannen hun enkelbanden konden horen rinkelen. Allah verbood de gelovige vrouwen dit te doen.� Bovendien: "Het is vrouwen ook verboden geur en parfum te dragen wanneer ze buitenshuis gaan, anders zouden mannen hun parfum moeten ruiken."63 Dat mag zeker niet gebeuren.
182
Hoofdstuk 10
DE KORAN LEERT ONS GEWELDLOOSHEID… EN OOK GEWELD
Ontspan, de Koran leert ons geweldloosheid! Sinds de aanslagen van 11 september is het lot van miljoenen mensen afhankelijk geweest van het onbetwistbare dogma van onze beleidsmakers dat, zoals de Detroit Free Press het uitdrukte, "de koran geweldloosheid leert."1 Fedwa Wazwaz van de in Minnesota gevestigde Islamic Resource Group dringt erop aan dat "elke bewering dat de koran geweld en religieuze haat onderwijst, volkomen ongegrond is en in strijd is met de tekstuele, historische, taalkundige en bredere context van de leer van de koran en neerkomt op ernstige verstoringen van de leer ervan."2 De ware islam, zo wordt ons verteld, heeft niets te maken met het terrorisme dat wereldwijd wordt beoefend in naam van de islam, en dus hoeft u zich geen zorgen te maken over wat er gaande is in Amerikaanse moskeeën en islamitische scholen, geen probleem met grootschalige Immigratie van moslims naar de Verenigde Staten, en niets om je zorgen over te maken door miljarden te storten op 'gematigde' regimes in Pakistan en elders. De koran leert geweldloosheid. Wat kan er fout gaan? En het is waar - of bijna waar. Binnen de koran zijn inderdaad verzen te vinden die leren, zo niet ronduit geweldloosheid, dan toch tolerantie. De belangrijkste hiervan is het korte hoofdstuk 109, getiteld "De ongelovigen". "Zeg: ‘O ongelovigen! Ik aanbid niet wat u aanbidt; Aanbidt 183
ook niet wat ik aanbid. En ik zal niet aanbidden wat u aanbidt. Ook zult gij niet aanbidden wat ik aanbid. Aan u uw religie en aan mij mijn religie.'” Volgens de meeste geleerden is dit een Mekkaanse soera, onthuld tijdens het eerste deel van Mohammeds carrière als profeet, toen hij nog in zijn geboortestad Mekka woonde. Op dit moment waren de moslims een kleine, zwakke, omarmde groep, die zich bedreigd voelde door de heidense Quraish. Dit opent de mogelijkheid dat dit hoofdstuk een pleidooi is voor tolerantie voor de moslims, en geen grootmoedige tolerantie voor anderen. Zoals de islamitische geleerde Al-Wahidi uitlegt, was deze soera een afwijzing van een uitnodiging van de Qoeraisj. De Quraish benaderde Mohammed en deed hem dit aanbod: 'Kom, volg onze religie en wij zullen de jouwe volgen. Je aanbidt onze afgoden een jaar lang en wij aanbidden je Allah het volgende jaar. Op deze manier, als wat je ons hebt gebracht beter is dan wat we hebben, zouden we eraan deelnemen en ons deel van goedheid ervan afnemen; en als wat we hebben beter is dan wat je hebt meegebracht, zou je eraan deelnemen en je deel van goedheid ervan afnemen.' Maar Mohammed verwierp het aanbod: "Allah verhoede dat ik iets met Hem associeer."3 En toen openbaarde Allah blijkbaar soera 109 - wat de kans zou versterken dat het een verzoek om tolerantie van de Qoeraisj is, en niet een tolerantie verlenen aan hen. In ieder geval zegt de Tafsir al-Jalalayn dat deze soera werd onthuld 'voordat het bevel om te vechten' tegen ongelovigen naar Mohammed kwam.4 En de twintigste-eeuwse Egyptische korangeleerde Muhammad al-Ghazali, die vaak wordt aangehaald als reformist, schrijft onheilspellend over de grenzen van tolerantie in zijn commentaar op deze soera in zijn reis door de koran: 'De islam onderdrukken en het recht op leven ontzeggen, kan niet worden getolereerd. Er moet expliciet worden vermeld dat bloed zal blijven stromen totdat dit kwaadaardige verlangen is verwijderd en de macht van de islam is hersteld en de sharia is beschermd en de volledige implementatie ervan is gegarandeerd. Begrijpen de onderdrukkers?”5 Dus, volgens hem mag men een nietmoslims religie alleen tolereren voor zover er geen obstakels zijn die een volledige implementatie van de sharia in de weg staan. 184
WAT ZEI JE OOK AL WEER? --------------------------------------------------------------------------------“En we hebben Salomo geprobeerd. We plaatsten op zijn troon een lichaam (zonder leven); maar hij wendde zich (tot Ons in ware toewijding). Hij zei: 'O mijn Heer! Vergeef me, en schenk me een koninkrijk dat (misschien) niet past bij een ander na mij: want Gij zijt de Schenker van Bounties (zonder mate).’” (38:34–35) Blijkbaar test Allah Salomo door een lichaam op zijn troon, waarop Salomo zich bekeert en om vergeving van Allah vraagt. Maar wat was er met dit lichaam waardoor Salomo zich bekeerde? Wiens lichaam was het? Waarom zou het plaatsen op de troon van Salomo Salomo ertoe brengen Allah te vragen hem te vergeven? Deze passage heeft zelfs moslimcommentatoren over de Koran in verwarring gebracht. Ibn Kathir krabt zijn hoofd en schrijft: 'Allah legt niet precies uit wat deze Jasad [het lichaam] was die Hij op zijn troon plaatste. We geloven dat Allah hem heeft getest door deze Jasad op zijn troon te plaatsen, ook al weten we niet wat het was. Alles wat erover is gezegd, is afkomstig van de Isra’iliyat [Joden] en we weten niet wat waar is. (Aangezien het woord ‘lichamelijk’ betekent, zijn interpretaties gericht op een of andere vorm van djinn.) Allah weet het beste.'6 De Tafsir al-Jalalayn legt, net zo goed, uit dat dit lichaam een 'djinn was, vermomd als Salomo', en dat het incident deel uitmaakte van de straf van Salomo door Allah 'omdat hij een vrouw [uitsluitend] uit zijn verlangen had getrouwd voor haar." Maar waarom het zien van een djinn, vermomd als zichzelf op zijn troon, Salomo tot bekering zou brengen, wordt onverklaard gelaten.
185
Maar in elk geval lijkt soera 109 in ieder geval de ongelovigen enige vrijheid te geven om hun religie te beoefenen - zelfs als andere koranpassages deze tolerantie verbinden met het feit dat Allah uiteindelijk de ongelovigen zal oordelen en hen in de hel zal werpen. Allah zegt tegen Mohammed dat hij zijn tijd niet moet verknoeien met degenen die zijn boodschap afwijzen, maar hen met rust moeten laten tot die vreselijke dag: “Dus laat hen met rust totdat ze die dag van hen tegenkomen, waarin ze (dwingend) zullen bezwijmen (met angst)” (52:45–47). Mohammed is geïnstrueerd om de scepticisme en beledigingen van de ongelovigen te dragen, want uiteindelijk zal Allah met hen omgaan op zijn eigen onnavolgbare manier: "En heb geduld met wat ze zeggen, en laat ze nobel (waardigheid) achter. En laat Mij (alleen om met hen om te gaan) degenen die de goede dingen van het leven bezitten, die (nog) de Waarheid ontkennen; en draag een poosje met hen” (73:10–11). En in een richtlijn die CAIR's door christenen geleide advertentiecampagnes met 1400 jaar vooruitliep, zegt Allah zelfs tegen Mohammed dat hij niet met de Mensen van het Boek moet redetwisten, maar eerder om hen te benadrukken dat ze allemaal dezelfde godheid aanbidden: "En betwist u niet met het Volk van het Boek, behalve met betere middelen (dan alleen maar discussie), tenzij het is onder degenen die onrecht (en schade) toebrengen: maar zeg: 'Wij geloven in de openbaring die tot ons is gekomen en in dat wat kwam naar je toe; Onze Allah en uw Allah is één; en het is voor Hem dat we buigen (in de islam) ’” (29:46). Allah zegt tegen Mohammed dat hij een goede ambassadeur voor de islam moet zijn: om zijn boodschap op een aantrekkelijke manier te presenteren en deze met geduld te prediken. Hij moet '(allen) uitnodigen tot de Weg van uw Heer met wijsheid en prachtige prediking; en ga met hen in discussie op manieren die het beste en meest genadig zijn: want uw Heer weet het beste, wie van zijn pad zijn afgedwaald en wie leiding ontvangen. En als u ze wel opmerkt, vang ze dan niet slechter op dan dat ze u vangen: Maar als u geduld toont, is dat inderdaad de beste cursus voor degenen die geduldig zijn' (16:125–26).
186
Wie kan dat tegenspreken? Predik, en als uw toehoorders weigeren te luisteren, wees dan geduldig met hen. Dat is helaas niet alles wat de Koran hierover zegt. De grens tussen defensieve en offensieve oorlogvoering vervaagt Andere passages houden niet in dat gelovigen de ongelovigen met rust moeten laten en Allah hen moeten laten oordelen, vooral als de ongelovigen niet bereid zijn de moslims met rust te laten. De brief van Osama bin Laden van 6 oktober 2002 aan het Amerikaanse volk begint met het citeren van de Koran die "toestemming om te vechten" verleent aan "degenen die worden bestreden omdat ze onrecht zijn aangedaan" (22:39). Bin Laden citeert niet het hele vers, dat degenen die 'onrecht hebben aangedaan' identificeert als 'degenen die ten onrechte uit hun huizen zijn verdreven, alleen omdat ze zeiden: Onze Heer is Allah' - met andere woorden, de moslims (22:39-40). Zo is defensieve oorlogsvoering verplicht, een bevel dat de Koran elders bekrachtigt. Allah zegt tegen de moslims dat ze moeten staan en tegen de ongelovigen moeten vechten, niet om te vluchten: “O jullie die geloven! Wanneer u de ongelovigen in vijandige opstelling ontmoet, keert u hen dan nooit de rug toe. Als iemand hen op zo'n dag de rug toekeert - tenzij het in een oorlogsstrategie is of zich terugtrekt tot een (eigen) troep - trekt hij de toorn van Allah op zich, en zijn verblijfplaats is de hel, een slechte toevlucht (inderdaad)! " (8:15-16) Dit volgt op een passage waarin Allah de engelen de opdracht geeft om de moslims te versterken en belooft "terreur te brengen" in het hart van de ongelovigen. Hij zegt tegen de moslims dat ze 'boven hun nek moeten slaan en al hun vingertoppen van hen af moeten slaan' (8:12). Ook hier wordt dit allemaal gekarakteriseerd als een verdedigende actie: “Dit komt omdat ze vochten tegen Allah en zijn boodschapper. Als iemand strijden tegen Allah en Zijn Boodschapper, is Allah streng in straf �(8:13). En de ongelovigen zullen in de hel belanden: "Zo (zal er gezegd worden): 'Proef dan van de (straf): voor degenen die Allah weerstaan, is de straf van het vuur'" (8:14). Andere passages versterken de stelling dat deze defensieve strijd niet beperkt mag blijven. Moslims moeten reageren op provocaties in natura: "En wie u aanvalt, val hem aan op dezelfde manier als hij u 187
aanviel" (2:194). Allah instrueert Mohammed zelfs om geen gevangenen te nemen: "Het past een profeet niet dat hij krijgsgevangenen zou moeten hebben totdat hij het land grondig heeft onderworpen." Dit vers komt in de context van het waarschuwen van de moslims om niet alleen voor buit te vechten: 'U zoekt naar de tijdelijke goederen van deze wereld; maar Allah ziet naar het Hiernamaals: En Allah is Verheven in Wijze” (8:67). In de strijd van Uhud tegen de heidense Quraish-stam van Mekka, slaagden de moslims er volkomen niet in hun vijanden te vernietigen vanwege hun lust voor oorlogsbuit: "Allah vervulde inderdaad Zijn belofte aan u toen u met Zijn toestemming op het punt stond uw vijand, totdat u deinsde en terugdeinsde om over de orde te twisten, en ongehoorzaam was nadat Hij u in zicht (van de buit) bracht die u begeert." De Koran legt verder uit dat vechten voor de islam niet optioneel is: 'Vechten is voor je voorgeschreven en je vindt het niet leuk. Maar het is mogelijk dat u een hekel heeft aan iets dat goed voor u is, en dat u iets liefhebt dat slecht voor u is. Maar Allah weet het, en gij weet het niet” (2:216). En niet alleen is deze oorlogvoering verplicht, maar hij moet ook zonder clementie worden gevoerd: En dood ze waar u ze vangt, en wend ze af van waar ze u hebben verdreven; want tumult en onderdrukking zijn erger dan slachten; maar bevecht ze niet bij de Heilige Moskee, tenzij ze je daar (eerst) bevechten; maar als ze je bevechten, dood ze dan. Dat is de beloning van degenen die het geloof onderdrukken. Maar als ze ophouden, is Allah Vergevensgezind, Meest Barmhartig. En vecht ermee door totdat er geen tumult of onderdrukking meer is, en er gerechtigheid en geloof in Allah heerst; maar als ze ophouden, laat er dan geen vijandigheid zijn behalve voor degenen die onderdrukking beoefenen. (2:191– 93) Ondanks het geweld van dergelijke bevelen, lijkt deze oorlogvoering nog steeds defensief. Een belangrijke passage spoort moslims aan om “te vechten voor de zaak van Allah degenen die jou bestrijden, maar overschrijd geen grenzen; want Allah heeft de overtreders niet lief” 188
(2:190). Een prominente vertaling door Pickthall geeft dit weer als 'begin niet vijandelijkheden. Lo! Allah heeft de agressors niet lief.'7 Westerse islamitische apologeten gebruiken tegenwoordig vaak de woorden 'begin niet met vijandelijkheden' om te laten zien dat de jihad strikt defensief is. Muhammad Asad stelt bijvoorbeeld dat "deze en de volgende verzen ondubbelzinnig bepalen dat alleen zelfverdediging (in de ruimste zin van het woord) oorlog toelaat voor moslims."8 Al deze mandaten dat oorlogsvoering defensief is, worden echter ondermijnd door andere passages uit de Koran. Een al lang bestaande interpretatie houdt in dat het vers dat de raad geeft van “begin niet met vijandelijkheden”, later werd afgeschaft door vers 9:1, dat elk verdrag tussen de moslims en ongelovigen ongeldig maakt. De Tafsir al-Jalalayn verklaart dat "Allah en Zijn boodschapper" "vrij van verplichtingen" zijn jegens de afgodendienaars "met wie u een verdrag hebt gesloten" - en dat zij zich dus niet gebonden hoeven te voelen aan enige beperking van offensieve oorlogsvoering. De Tafsir al-Jalalayn suggereert ook dat de woorden "ze doden waar je ze vangt" in het volgende vers (2: 191) het defensieve karakter van het conflict opheft.9
Bijbel versus Koran ----------------------------------------------------------------------------------"En iemand die je aanvalt, val hem aan op dezelfde manier als hij jou aanviel." —Koran 2: 194 “Maar als iemand je op de rechterwang slaat, wend je dan ook tot de ander; en als iemand u zou aanklagen en uw jas zou aannemen, laat hem dan ook uw mantel hebben; en als iemand je dwingt een mijl te gaan, ga dan met hem twee mijl. Geef aan hem die bij je smeekt, en weiger hem niet die van je wil lenen.” —Mattheüs 5: 39–42
189
Ibn Kathir ontkent echter dat het vers is afgeschaft.10 Maar zelfs als dat waar zou zijn, betekent de sleutelzin "begin niet vijandelijkheden" niet noodzakelijkerwijs wat veel westerlingen aannemen of hopen dat het betekent. Het bevel om te vechten totdat "er gerechtigheid en geloof in Allah heerst" suggereert dat er een aspect aan de oorlogvoering is dat niet puur defensief is: moslims moeten de oorlog voortzetten totdat de wet van Allah de wereld overheerst, wat een eindeloos conflict impliceert. De passage concludeert: "En vecht met hen totdat er geen vervolging meer is, en religie is voor Allah" (2:193). Ibn Ishaq legt uit dat dit betekent dat moslims moeten vechten tegen ongelovigen 'totdat God alleen wordt aanbeden'.11 Ibn Kathir beweert ook dat het vers moslims opdraagt te vechten 'zodat de religie van Allah de overhand krijgt boven alle andere religies.'12 Bulandshahri stelt het in grimmiger bewoordingen: “De ergste zonden zijn Ontrouw (Kufr) en Polytheïsme (shirk) die rebellie vormen tegen Allah, de Schepper. Om deze uit te roeien, moeten moslims oorlog voeren totdat er niets meer in de wereld bestaat, en de enige religie is die van Allah.'13 Het herhaalt zich. “De ergste zonden zijn Ontrouw (Kufr) en Polytheïsme (shirk) die rebellie vormen tegen Allah, de Schepper. Om deze uit te roeien, moeten moslims oorlog voeren totdat er niets meer in de wereld bestaat, en de enige religie is die van Allah.” Dat is een open oorlogsverklaring aan elke niet-moslim, altijd en overal. Een soortgelijke vermaning wordt gevonden in soera 8, wanneer Allah de verdorvenheid van de heidense Quraish bespreekt, die de moslims zojuist hebben verslagen in de slag bij Badr (8: 31–40). Ze verwerpen de prediking van Mohammed als "verhalen over de ouden" (8:31) en houden de moslims buiten de heilige moskee in Mekka (8:34). Allah zegt tegen Mohammed dat hij ze moet oproepen om de islam te accepteren, 'en ze te bevechten totdat er geen tumult of onderdrukking meer is [fitnah], en er heerst overal rechtvaardigheid en geloof in Allah; maar als ze ophouden, voorwaar, Allah ziet alles wat ze doen” (8:39). Volgens tal van islamitische autoriteiten betekent de verklaring dat moslims moeten vechten totdat er geen fitnah meer is, dat ze moeten vechten "zodat er geen shirk meer is."14 Shirk is, zoals we hebben gezien, 190
de hoofdzonde in de islam, de associatie van werkt samen met Allah - dwz Jezus de Zoon van God noemen. Dit vers heeft dus een universele toepassing, ook al werd het onthuld in de nasleep van een zevendeeeuwse strijd tussen moslims en heidenen. De Tafsir al-Jalalayn verdoezelt het op deze manier: "Vecht tegen ze totdat er geen fitna (shirk) meer is en de din [religie] is Allah's alleen - wat betekent dat alleen Hij aanbeden wordt."15 En let wel, moslims beschouwen deze aanval nog steeds als in wezen defensief - een defensieve actie tegen de agressies van ongeloof. Als moslims moeten vechten totdat ongeloof niet bestaat, vormt de aanwezigheid van ongeloof voldoende agressie om vijandelijkheden te beginnen. Dit is een van de grondslagen van het suprematisme idee dat moslims oorlog moeten voeren tegen ongelovigen totdat die ongelovigen ofwel tot de islam bekeerd zijn of onderworpen zijn aan de regel van de islamitische wet, zoals vers 9:29 expliciet vermeldt. Zoals Mohammed het stelt in een islamitische traditie: “Ik heb het bevel gekregen om tegen mensen te vechten, totdat ze getuigen van het feit dat er geen god is dan Allah, en in mij geloof (dat) ik de boodschapper (van de Heer) ben en in alles wat ik heb meegebracht. En als ze het doen, worden hun bloed en rijkdom gegarandeerd namens mij beschermd, behalve als dat wettelijk gerechtvaardigd is, en hun zaken berusten bij Allah.'16 Dus als men Mohammed niet als profeet accepteert, is de heiligheid van zijn leven en bezittingen ('bloed en rijkdom') zijn niet gegarandeerd. De Djizja verzamelen En inderdaad, verschillende Koranverzen schrijven moslims voor om tegen ongelovigen te vechten, zonder de hint dat ze alleen op provocaties moeten reageren. Allah geeft Mohammed de opdracht “hard te streven [jahidi, een verbale vorm van het zelfstandig naamwoord jihad] tegen de ongelovigen en de huichelaars, en standvastig tegen hen te zijn. Hun verblijfplaats is de hel, inderdaad een slechte toevlucht� (9:73). En de gelovigen in het algemeen moeten "vechten tegen de ongelovigen die u omgorden, en hen stevigheid in u laten vinden: en weten dat Allah is met degenen die Hem vrezen" (9:123).
191
Het gebod is in de eerste plaats van toepassing op het bestrijden van polytheïsten: 'Dan, wanneer de heilige maanden zijn verstreken, dood dan de afgodendienaars waar je ze ook vindt, en neem ze (gevangen), en beleger ze en bereid ze voor op elke hinderlaag. Maar als ze zich bekeren en aanbidding beginnen en de armen betalen, laat dan hun weg vrij. Lo! Allah is vergevensgezind, barmhartig” (9:5). Maar moslims moeten ook vechten tegen de mensen van het boek, zoals duidelijk wordt gemaakt in het beroemde vers 9:29: "Vecht tegen degenen die niet in Allah noch in de laatste dag geloven, noch die verboden houden die door Allah en zijn boodschapper is verboden, noch de religie van Waarheid erkennen, (zelfs als ze dat zijn) van het Volk van het Boek, totdat ze de Djizja betalen met gewillige onderwerping, en voelen dat ze onderworpen zijn." Dit is de enige plaats in de Koran waar moslims expliciet worden opgedragen oorlog te voeren en Joden en christenen te onderwerpen. Als ze eenmaal onderworpen zijn, gaan ze de dhimma binnen, de bescherming van de moslims, en worden ze dhimmis, beschermde (of schuldige) mensen. Volgens verschillende vroege islamitische autoriteiten werd dit vers 'geopenbaard toen de Boodschapper van Allah het bevel kreeg de Byzantijnen te bevechten. Toen het werd neergezonden, bereidde de Boodschapper van Allah zich voor op de expeditie naar Tabuk.”17 De strijd was religieus van aard. Ibn Kathir legt uit: "Allah gebood Zijn boodschapper om tegen het volk van de Schrift, joden en christenen te vechten, op het negende jaar van Hijrah, en hij bereidde zijn leger voor om tegen de Romeinen te vechten en riep het volk naar Jihad en kondigde zijn bedoeling en bestemming aan."18 Dit was Mohammeds laatste militaire expeditie - een niet doorslaggevend uitstapje in 631 tegen de Byzantijnen, die het gebied hadden verlaten tegen de tijd dat hij daar aankwam. Toch was het zijn eerste poging om het grote christelijke rijk over te nemen dat de moslims eeuwenlang zouden vernietigen en uiteindelijk zouden vernietigen. En het vers - 9:29 - is veel belangrijker dan de strijd. Wat van het grootste belang is, is dat moslims de djizja - een speciale (discriminerende) hoofdelijke belasting – innen bij hun joodse en christelijke onderdanen. Zoals Ibn Juzayy opmerkt: 'geleerden zijn het 192
erover eens djizja [een op religie gebaseerde belastingheffing] van de joden en christenen te accepteren', wat hun 'onderwerping en gehoorzaamheid' betekent.19 Hoewel de islamitische wet bepaalt dat de djizja niet van vrouwen mag worden geïnd en kinderen, dergelijke beperkingen worden in de praktijk vaak genegeerd, aangezien de djizja een zwaar instrument werd voor de onderdrukking van niet-moslims door islamitische heersers. In het Ottomaanse rijk, volgens de baanbrekende historicus van dhimmitude, Bat Ye'or, de hoofdelijke belasting werd afgeperst door foltering. De belastinginspecteurs eisten geschenken voor zichzelf; weduwen en wezen werden geplunderd en geplunderd. In theorie waren vrouwen, armen, zieken en zieken zwak van de poll-belasting; desalniettemin leveren Armeense, Syrische en Joodse bronnen overvloedig bewijs dat de djizja werd geëist van kinderen, weduwen, wezen en zelfs de doden. Een aanzienlijk aantal bestaande documenten, bewaard gebleven door de eeuwen heen, getuigen van de persistentie en het uithoudingsvermogen van deze maatregelen. In Aleppo in 1683 merkte de Franse consul Chevalier Laurent d’Arvieux op dat tienjarige christelijke kinderen de djizja betaalden. Ook hier vindt men de ongelijkheid en tegenstrijdigheid tussen het ideaal in de theorie en de realiteit van de feiten.20 Evenzo zegt een hedendaags verslag van de verovering van Egypte door de moslims in de jaren 640 van een veroverd gebied dat de djizjabetalingen veel verder gingen dan de middelen van de lokale dhimmis: “Het is onmogelijk om de betreurenswaardige positie van de inwoners van deze stad te beschrijven , die op het punt kwamen hun kinderen aan te bieden in ruil voor de enorme bedragen die ze elke maand moesten betalen.'21 De negentiende-eeuwse korangeleerde Sheikh Ahmed as-Sawi specificeert dat het doel van de djizja is dat niet-moslims laten zien dat ze 'nederig en gehoorzaam zijn aan de oordelen van de islam'. Dit was een manifestatie van de "staat van vernedering" die in dit vers wordt gespecificeerd en die door de bedoeïenencommandant al-Mughira bin 193
Sa'd werd beschreven toen hij de Perzische Rustam ontmoette. AlMughira zei: "Ik roep je tot de islam, anders moet je de djizya betalen terwijl je in een staat van vernedering verkeert." Rustam antwoordde: 'Ik weet wat jizya betekent, maar wat betekent' een toestand van vernedering '?' Al-Mughira legde uit: 'Je betaalt het terwijl je staat en ik zit en de zweep hangt boven je hoofd.'22
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Barmhartig en medelevend “Allah's Boodschapper kwam (Mekka) binnen in het jaar van de verovering (van Mekka) met een helm over zijn hoofd. Nadat hij het had uitgetrokken, kwam er een man die zei: 'Ibn Khatal klampt zich vast aan de gordijnen van de Kaäba.' De profeet zei: 'Dood hem.'”23
Evenzo zegt Ibn Kathir dat de Dhimmi's 'te schande, vernederd en gekleineerd moeten worden. Daarom mogen moslims het volk van Dhimmah niet eren of hen boven moslims verheffen, want ze zijn ellendig, vernederd en vernederd.'24 De zevende-eeuwse jurist Sa'id ibn alMusayyab zei: 'Ik heb liever dat de mensen van de dhimma moe worden van de djizja te betalen, omdat Hij zegt, 'totdat ze de djizja betalen met hun eigen handen in een toestand van volledige vernedering.’” De vijftiende-eeuwse korangeleerde Jalaluddin as-Suyuti legt uit dat dit vers 'als bewijs wordt gebruikt door degenen die zeggen dat het op een vernederende manier wordt genomen, en dus neemt de nemer en de dhimmi staat met gebogen hoofd en gebogen rug. De djizja wordt in de balans geplaatst en de nemer grijpt zijn baard en raakt zijn kin. ” Hij voegt er echter aan toe dat "dit wordt afgewezen volgens an-Nawawi die zei: 'Deze manier is ongeldig.'" Niettemin was Zamakhshari het er eigenlijk 194
over eens dat de djizja moet worden verzameld "met kleinering en vernedering."25 Wat hebben joden en christenen gedaan om zo'n vernedering te verdienen? Ibn Kathir vertelt dat de mensen van het boek te kwader trouw waren toen ze Mohammed verwierpen, en dat ze zelfs in hun eigen religies geen echte gelovigen zijn: Daarom, toen Mensen van de Schrift niet geloofden in Mohammed, hadden ze geen heilzaam geloof in welke Boodschapper dan ook of wat de Boodschappers brachten. In plaats daarvan volgden ze hun religies omdat dit overeenstemde met hun ideeĂŤn, lusten en de wegen van hun voorouders, niet omdat ze de wet en religie van Allah zijn. Als ze ware gelovigen in hun religies waren geweest, zou dat geloof hen ertoe hebben gebracht in Mohammed te geloven, omdat alle profeten het goede nieuws van de komst van Mohammed hadden gegeven en hen hadden opgedragen hem te gehoorzamen en te volgen. Maar toen hij werd gestuurd, geloofden ze niet in hem, ook al is hij de machtigste van alle boodschappers. Daarom volgen ze de religie van eerdere profeten niet omdat deze religies van Allah kwamen, maar omdat deze passen bij hun verlangens en lusten. Daarom zal hun beweerde geloof in een eerdere profeet hen niet ten goede komen omdat ze niet geloofden in de meester, de machtigste, de laatste en meest volmaakte van alle profeten.26 Zoals te verwachten, bagatelliseren Asad, Daryabadi en andere westerse georiĂŤnteerde commentatoren de religieuze betekenis van de djizja, met het argument dat het slechts een belasting was voor vrijstelling van militaire dienst. Asad legt uit: "Elke gezonde moslim is verplicht om de wapens op te nemen in de jihad (d.w.z. in een rechtvaardige oorlog om Gods zaak) wanneer de vrijheid van zijn geloof of de politieke veiligheid van zijn gemeenschap in gevaar wordt gebracht. . . . Aangezien dit in de eerste plaats een religieuze verplichting is, kan niet redelijkerwijs worden verwacht dat niet-moslimburgers, die de ideologie van de islam niet 195
onderschrijven, een soortgelijke last op zich nemen. '27 Natuurlijk is deze goedaardige interpretatie moeilijk te rijmen met de mandaat in vers 9:29 dat niet-moslims de djizja betalen "met bereidwillige onderwerping, en voelen zich onderworpen" - islamitische apologeten hebben de neiging om dat bevel in stilte over te dragen. Het pact van Umar Bij het uitleggen hoe de joden en christenen zich 'ingetogen moeten voelen', citeert Ibn Kathir een gezegde van Mohammed: 'Initieer niet de salam [groet van vrede] voor de joden en christenen, en als je een van hen op een weg tegenkomt, dwing hen naar de smalste steeg. '28 Vervolgens schetst hij het beruchte pact van Umar, een overeenkomst die volgens de islamitische traditie is gesloten tussen de kalief Umar, die de moslims regeerde van 634 tot 644, en een christelijke gemeenschap. Dit pact is nauwkeurig onderzoek waard, omdat het de basis werd voor de islamitische wet met betrekking tot de behandeling van de Dhimmi's, hoewel de historische authenticiteit ervan zeer twijfelachtig is. Door de geschiedenis heen werden, wanneer islamitische wetten strikt werden gehandhaafd, niet-moslims in het algemeen behandeld volgens de leerstellingen die werden toegeschreven aan het pact van Umar - een pact dat, volgens Ibn Kathir, "ervoor zorgde dat [de christenen] doorgaan met vernedering, vernedering en schande." In ruil voor "veiligheid voor onszelf, kinderen, eigendommen en volgers van onze religie", kwamen de Christenen in dit ‘pact’ overeen om niet: 1. “Een klooster, kerk of heiligdom voor een monnik' te bouwen.” 2. "Elke plaats van aanbidding herstellen, die hersteld moet worden." 3. “Dergelijke plaatsen gebruiken 'met het oog op vijandschap tegen moslims.” 4. "Een spion tegen moslims in onze kerken en huizen toestaan of bedrog [of verraad] tegen moslims verbergen." 5. Kleding, imiteren van Moslims, of petten, tulbanden, sandalen, kapsels, of zelfs manier van spreken, bijnamen en titels van de moslims.
196
6. "Op zadels rijden, zwaarden op de schouders laten hangen, wapens van welke soort dan ook verzamelen of deze dragen." 7. "Onze postzegels versleutelen in het Arabisch." 8. “Sterke drank verkopen” —Christenen in Irak hebben de afgelopen jaren te maken gehad met moslims die deze regel bevestigden. 9. "Onze kinderen de Koran te onderwijzen." 10. "Praktijken van Shirk in openbaar verkondigen" - dat wil zeggen, het associëren van partners met Allah, zoals het beschouwen van Jezus als de Zoon van God. Met andere woorden, christelijke en andere niet-islamitische religieuze praktijken zullen privé zijn, zo niet ronduit heimelijk. 11. “Kruisen bouwen aan de buitenkant van onze kerken en deze demonstreren en onze boeken in het openbaar op marktstraten en markten van Moslims laten zien” - opnieuw mag de christelijke eredienst niet openbaar zijn, waar moslims het kunnen zien en zo geïrriteerd kunnen raken. 12. "De klokken laten luiden in onze kerken, behalve discreet, of onze stem verheffen terwijl we onze heilige boeken reciteren in onze kerken in aanwezigheid van moslims, noch onze stemmen verheffen [met gebed] bij onze begrafenissen, of fakkels aansteken in begrafenisstoeten in de marktstraten van moslims, of hun markten.” 13. "Onze doden begraven naast moslimdoden." 14. "Dienaren kopen die door moslims gevangen zijn genomen." 15. "Iedereen uitnodigen om zich te onttrekken" - dat wil zeggen, zich te bekeren. 16. "Voorkomen dat een van onze medemensen de islam omarmt, als ze daarvoor kiezen" - dus kunnen de christenen het voorwerp zijn van bekering, maar mogen ze er niet zelf mee bezig zijn. 17. "Een willekeurige moslim slaan." Ondertussen zullen de christenen: 1. Moslims toestaan om "in onze kerken te rusten, of ze nu overdag of 's nachts komen."
197
2. "De deuren openen [van onze huizen van aanbidding] voor de reiziger en voorbijganger." 3. Zorgen voor kost en inwoning voor "die moslims die als gast komen" gedurende drie dagen (3 dagen te eten en drinken geven, zonder vergoeding). 4. "Moslims respecteren, weggaan van de plaatsen waar we zitten als ze ervoor kiezen om erin te zitten" - tinten van Jim Crow. 5. "De voorkant van ons haar afknippen, onze gebruikelijke kleding dragen waar we ook zijn, riemen om ons middel dragen" - dit is zodat een moslim een niet-moslim als zodanig kan herkennen en niet de fout maakt hem te groeten met 'As-salaamu aleikum' of 'Vrede zij met u', wat de moslimgroet is voor een mede-moslim. 6. "Gidsen voor moslims zijn en zichzelf te onthouden van het schenden van hun privacy in hun huizen." De christenen zwoeren: “Als we een van deze beloften breken die we ten gunste van onszelf hebben gesteld, dan wordt onze Dhimmah (belofte van bescherming) verbroken en mag je met ons doen wat je mag van mensen met verzet en rebellie.�29 Natuurlijk is het Pact van Umar een twijfelachtig document uit de zevende eeuw. Maar het lijdt geen twijfel dat de noodzaak om nietmoslims te onderwerpen zoals voorgeschreven door vers 9:29 en uitgewerkt door dit pact een onderdeel van de islamitische wet werd en bleef. In Bagdad in het begin van de negentiende eeuw klaagde Sheikh Syed Mahmud Allusi, auteur van het bekende commentaar op de Koran Ruhul Ma'ani, dat de moslims zo zwak zijn geworden dat de Dhimmi's de djizja betalen via agenten, in plaats van ze zelf te voet af te leveren. In onze eigen tijd betreurt Bulandshahri de afschaffing van de dhimma en zegt hij dat in de huidige tijd het verzoeningssysteem (Jizya of djizja) helemaal niet wordt toegepast door de moslims. Het is inderdaad jammer dat de moslimstaten niet alleen bang zijn om verzoening (djizja) op te leggen aan de ongelovigen (kuffar) die in hun land wonen, maar ze verlenen hen meer rechten dan ze 198
de moslims verlenen en respecteren hen meer. Ze begrijpen niet dat Allah verlangt dat de moslims geen respect tonen aan enige ongelovige (kafir) en dat ze hun geen speciale rechten mogen toekennen. Qutb benadrukt dat deze regels nieuw leven moeten worden ingeblazen, want 'deze verzen worden gegeven als een algemene verklaring, en het bevel om de mensen van de eerdere openbaringen te bevechten totdat ze de onderworpenheidsbelasting met een gewillige hand betalen en onderworpen zijn, is ook van algemene betekenis.'30 Maududi van zijn kant stelt dat "het simpele feit is dat volgens de islam aan niet-moslims de vrijheid is verleend om buiten de islamitische kudde te blijven en zich vast te klampen aan hun valse, door mensen gemaakte manieren, als ze dat willen." Dat weerlegt elke mogelijke tegenstelling tussen zijn begrip van 9:29 en 2:256, een vers dat stelt dat "er geen dwang is in religie" Maududi verduidelijkt dan dat de ongelovigen hebben echter absoluut niet het recht om de teugels van de macht op enig deel van Gods aarde te grijpen, noch om de collectieve aangelegenheden van mensen te leiden volgens hun eigen verkeerd opgevatte leerstellingen. Want als ze zo'n kans krijgen, zal er corruptie en onheil ontstaan. In een dergelijke situatie zouden de gelovigen hun uiterste best moeten doen om hen van de politieke macht te verjagen en hen in dienst van de islamitische manier van leven te laten leven.31 Islamitische apologeten in het Westen beweren tegenwoordig algemeen dat vers 9:29 alleen oorlog voert tegen de joden en christenen die tegen Mohammed vochten. Het zou geruststellend zijn als elke moslim dat zou geloven, maar helaas is dat nooit het algemene islamitische begrip van dit vers geweest. Inderdaad, als dat zo was geweest, zouden de regels die in het Pact van Umar zijn uiteengezet, nooit zijn geformuleerd - en de islamitische traditie specificeert zelfs dat ze zijn geformuleerd na de dood van Mohammed met christenen tegen wie hij niet heeft gevochten. Dat
199
op zichzelf, evenals de leer van alle scholen van de islamitische wet, illustreert dat dit vers altijd werd begrepen als een universele toepassing. De beloningen van vechten Degenen die vechten, behagen Allah meer dan degenen die dat niet doen, volgens de Koran, en dit verwijst duidelijk naar oorlogsvoering, niet bezig met een innerlijke spirituele strijd: Niet gelijk zijn die gelovigen die (thuis) zitten en geen pijn ontvangen, en degenen die streven en vechten voor de zaak van Allah met hun goederen en hun personen. Allah heeft een hoger cijfer toegekend aan degenen die ernaar streven en vechten met hun goederen en personen dan aan degenen die (thuis) zitten. Aan allen (in geloof) beloofde Allah het goede: maar degenen die ernaar streven en vechten, onderscheidde Hij boven degenen die (thuis) zitten door een speciale beloning (4:95). Het is moeilijk in te zien hoe het voeren van spirituele veldslagen iemands 'goederen' en 'persoon' kan inhouden. De martiale aard van de gevechten waartoe moslims worden geroepen, wordt ook onderstreept door de oproep van Allah aan zijn volk om de dood onbevreesd onder ogen te zien met het oog op de beloningen die hij daarna biedt: "En als u wordt gedood of sterft op de weg van Allah, vergeving en barmhartigheid van Allah is veel beter dan alles wat ze konden vergaren. En als u sterft of wordt gedood, ziet u! Het is voor Allah dat jullie bij elkaar worden gebracht” (3:157–58). Allah garandeert het Paradijs aan degenen die hun leven voor hem opofferen: "Hij die zijn huis verlaat voor de zaak van Allah, vindt in de aarde menig toevluchtsoord, ruim en ruim: zou hij als vluchteling van huis sterven voor Allah en Zijn Boodschapper, Zijn beloning wordt zeker en zeker bij Allah: en Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig ”(4:100). Anderen kunnen echter het Paradijs binnengaan, zelfs als ze niet in staat zijn om te vechten: “Geen schuld is er bij de blinden, noch is er de schuld bij de lammen, noch bij de ene ziek (als hij zich niet aansluit bij de oorlog): maar hij die Allah gehoorzaamt en zijn Boodschapper (Allah) zal hem toelaten in de tuinen 200
waaronder rivieren stromen; en hij die terugkeert, (Allah) zal hem straffen met een zware straf ” (48:17). De gehoorzaamheid waar het hier om gaat is niet de algemene religieuze gehoorzaamheid, maar het gehoorzamen aan de specifieke oproep om oorlog te voeren omwille van Allah.
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Meer genade en medeleven Anas zei: ‘Sommige mensen van de ‘Ukl of ‘Uraina-stam kwamen naar Al-Madina en het klimaat paste niet bij hen. Dus beval de Profeet hen om naar de kudde (melk) kamelen te gaan en hun melk en urine te drinken (als medicijn). Dus gingen ze zoals aangegeven en nadat ze gezond waren, doodden ze de herder van de profeet en verdreven alle kamelen. Het nieuws bereikte de profeet vroeg in de ochtend en hij stuurde (mannen) in hun achtervolging en ze werden gevangen genomen en rond het middaguur gebracht. Vervolgens beval hij hun handen en voeten af te snijden (en het was klaar), en hun ogen waren gebrandmerkt met verwarmde stukjes ijzer. Ze werden in Al-Harra geplaatst en toen ze om water vroegen, kregen ze geen water. ’Abu Qilaba zei: ‘Die mensen hebben diefstal en moord gepleegd, werden ongelovigen nadat ze de islam hadden omarmd en vochten tegen Allah en zijn boodschapper.’”32
Degenen die jihad voeren, staan inderdaad het hoogst onder de gelovigen: Maak jij het geven van drank aan pelgrims, of het onderhoud van de Heilige Moskee, gelijk aan (de vrome dienst van) degenen die geloven in Allah en de Laatste Dag, en streef met macht en 201
kracht naar de zaak van Allah [jihad fi sabil Allah]? Ze zijn niet vergelijkbaar in de ogen van Allah: en Allah leidt niet degenen die kwaad doen. Degenen die geloven en lijden in ballingschap en streven met macht en macht, in Allah's zaak [jihad fi sabil Allah], met hun goederen en hun personen, hebben de hoogste rang in de ogen van Allah: zij zijn de mensen die zullen bereiken (redding). (9:19-20) Jihad fi sabil Allah verwijst in de islamitische theologie naar het opnemen van wapens voor de islamitische zaak. Tolerantie of oorlog. . . of allebei? Zo te zien lijkt het erop dat de Detroit Free Press gelijk had: de Koran leert op bepaalde plaatsen geweldloosheid. Maar dat is niet het hele verhaal. De Koran leert ook geweld. En vrede. En oorlog. En tolerantie. En de onderwerping van ongelovigen. Hoe kunnen ongelovigen begrijpen hoe al deze uiteenlopende leringen bij elkaar passen? Hoe begrijpen moslims het zelf? Over het algemeen waren islamitische theologen van mening dat de leer van de Koran over oorlogvoering tegen ongelovigen zich in fasen heeft ontwikkeld. Oorspronkelijk, legde Ibn Ishaq uit, “had de apostel geen toestemming gekregen om te vechten of bloed te vergieten. . . . Hij had eenvoudig de opdracht gekregen om mensen tot God te roepen en beledigingen te verduren en de onwetende te vergeven.” En dit bleef zelfs zo bij vervolging: “De Qoeraisj (Quraish) had zijn volgelingen vervolgd, sommigen van hun religie verleid en anderen uit hun land verbannen. Ze moesten kiezen of ze hun religie wilden opgeven, thuis mishandeld zouden worden of het land moesten ontvluchten, sommigen naar Abessinië, anderen naar Medina.” Heeft Mohammed deze mishandeling in principe doorstaan, of simpelweg omdat hij niet over de middelen beschikte om wraak te nemen? In ieder geval begonnen op een bepaald moment de goddelijke geboden te veranderen. De ongelovigen "werden onbeschaamd tegenover" Allah - hoewel Ibn Ishaq niet uitlegt hoe dit anders was dan hun eerdere vervolging van de moslims. “Toen de Quraish onbeschoft 202
tegenover God werden,” legde Ibn Ishaq uit, “en verwierp hij zijn genadige voornemen, beschuldigde hij zijn profeet van liegen, en behandelde en mishandelde degenen die hem dienden en verkondigden zijn eenheid, geloofden in zijn profeet en hielden vast aan zijn profeet religie, gaf Hij Zijn apostel toestemming om te vechten en zichzelf te beschermen tegen degenen die hen onrecht hebben aangedaan en hen slecht hebben behandeld.”33 Vervolgens legt Ibn Ishaq de voortgang van het koranonderwijs over oorlogvoering uit. Na de periode van tolerantie stond Allah moslims toe om defensieve oorlog te voeren. Ibn Ishaq legt vers 22:39 uit, dat "toestemming geeft om te vechten" aan moslims die ongelovigen onrechtvaardig hebben behandeld, en zegt dat Allah de moslims toestaat te vechten "alleen omdat ze onrechtvaardig zijn behandeld terwijl hun enige overtreding tegen mensen is dat ze God aanbidden. Als ze in opkomst zijn, zullen ze bidden, de armen belasting betalen, vriendelijkheid opleggen en ongerechtigheid verbieden, d.w.z. de profeet en zijn metgezellen allemaal.”34 'Als ze in opkomst zijn' - met andere woorden, ze zullen een islamitische staat vestigen, waarin moslims regelmatig zullen bidden, de armenbelasting (zakaat) moeten betalen en islamitische wetten zullen instellen ('verbied ongerechtigheid'). Maar er was meer. “Toen zond God naar hem toe: 'Vecht tegen ze zodat er geen verleiding meer is', d.w.z. totdat geen gelovige wordt verleid van zijn religie. 'En de religie is van God', dat wil zeggen totdat God alleen wordt aanbeden.'35 Dit is Koran 2: 193, die, zoals we hebben gezien, veel meer gebiedt dan defensieve oorlogvoering: moslims moeten vechten totdat 'de religie van God is' - dat is , totdat Allah alleen wordt aanbeden en de ongelovigen worden bekeerd tot de islam of onderworpen worden aan de regel van de islamitische wet. Geen medelijden, geen genade Een van de belangrijkste bronnen van aansporingen aan moslims om jihad te voeren tegen ongelovigen is het negende hoofdstuk van de Koran, 'Bekering'. Het is veelbetekenend dat dit de enige van de 114 hoofdstukken van de Koran is die niet begint met Bismillah ar-Rahman ar203
Rahim – "In de naam van Allah, de barmhartige, de barmhartige." Verklaringen hiervoor variëren. Sommigen zeggen dat het simpelweg komt omdat soera acht en negen oorspronkelijk één hoofdstuk waren, terwijl Ibn Kathir zegt dat de weglating eenvoudigweg is "omdat de metgezellen het niet in de volledige kopie van de koran (Mushaf) die ze hebben verzameld, hebben geschreven."36 Maududi beweert dat de Bismillah was gestopt omdat Mohammed het zelf niet aan het begin van deze soera had opgezegd.37 Een andere commentator zegt dat Mohammed niet alleen de Bismillah niet reciteerde, maar gebood dat het niet aan het begin van deze soera zou worden gereciteerd.38 Waarom niet? De Tafsir al-Jalalayn merkt op dat, hoewel deze soera gewoonlijk 'bekering' wordt genoemd, het 'in feite de Soera van Straf' is. Het verklaart het bevel van Mohammed door te zeggen dat de Bismillah "veiligheid is, en deze soera werd geopenbaard om de veiligheid met het zwaard weg te nemen."39 Ali, een van Mohammeds eerste volgelingen en grootste krijgers, stemde ermee in door te zeggen dat Bismillah “veiligheid schenkt, terwijl deze soera met het zwaard werd neergezonden. Daarom begint het niet met veiligheid.”40 Dat kan zijn omdat dit hoofdstuk het veelbesproken vers van het zwaard bevat, dat het beruchte gebod bevat om 'de afgodendienaars te doden waar je ze ook vindt' (9:5). Het is niet verwonderlijk dat hedendaagse jihadisten dit vers graag aanhalen. In een preek van 2003 verheugde Osama bin Laden zich: "Geprezen zij Allah die het vers van het zwaard aan zijn dienaar en boodschapper [de profeet Mohammed] heeft geopenbaard, om de waarheid vast te stellen en onwaarheid af te schaffen."41 Een korangeleerde, Ibn Juzayy, merkt op dat 9: 5 "elk vredesverdrag in de koran" intrekt, en in 47:4 specifiek de richtlijn intrekt om ongelovigen in gevangenschap "vrij te maken of los te kopen". Volgens as-Suyuti, schrapt [annuleert] dit vers "vergeving, wapenstilstand en uitzicht" – dat wil zeggen het over het hoofd zien van de overtredingen van de heidenen.42 De Tafsir al-Jalalayn is bijzonder strijdlustig en zegt dat de moslims "de afgodendienaars moeten doden waar u hen ook vindt" – of ze zich nu in de Haram [de heilige wijken van Mekka] of daarbuiten bevinden – en grijp ze door ze in citadellen en forten te vangen en te 204
belegeren, totdat ze ofwel vechten of moslim worden en wacht op hen in een hinderlaag, op elke weg waarop ze reizen. Als ze berouw hebben van hun ongeloof en het gebed bevestigen en zakat betalen, laten ze dan op pad gaan en zich niet met hen bemoeien.“43 Ibn Kathir herhaalt dit en zegt dat moslims 'niet moeten wachten tot je ze vindt. Zoek ze liever en beleger ze in hun gebieden en forten, verzamel informatie over hen op de verschillende wegen en fairways, zodat wat breed wordt gemaakt er voor hen steeds kleiner uitziet. Op deze manier hebben ze geen andere keus dan te sterven of de islam te omarmen. ” Hij lijkt ook niet de mening te onderschrijven die tegenwoordig door moslimwoordvoerders in het Westen naar voren wordt gebracht dat dit vers alleen van toepassing is op de heidenen van Arabië in de tijd van Mohammed en geen verdere toepassing heeft. Hij beweert integendeel dat "de afgodendienaars doden waar je ze ook vindt" betekent dat ongelovigen moeten worden gedood "op de aarde in het algemeen, behalve in het Heilige Gebied" - dat wil zeggen, de heilige moskee in Mekka.44 Maar . . . maar . . . mijn moslimvrienden vertellen me dat de islam vreedzaam is! Je moslimvrienden kunnen inderdaad vreedzaam zijn en deze leer verwerpen. Of misschien kennen ze ze niet, omdat hun leraren ze niet benadrukten. Of misschien liegen ze. Het is jammer, maar waar: de islam is de enige grote religie met een ontwikkelde misleidende leer. Velen geloven dat deze doctrine, taqiyya genoemd, uitsluitend Sjiitisch is, maar eigenlijk gebaseerd op passages uit de Koran. De belangrijkste hiervan is deze: “Laat de gelovigen niet voor vrienden of helpers voor ongelovigen gaan in plaats van voor gelovigen. Als iemand dat doet, zal er in niets hulp van Allah zijn; tenzij uit voorzorg, opdat gij u voor hen behoedt” (3:28). Ibn Kathir legt uit dat in dit vers "Allah zijn gelovige dienstknechten verbood supporters van de ongelovigen te worden, of hen als kameraden te nemen met wie ze vriendschappen ontwikkelen, in plaats van de gelovigen." Vrijgesteld van deze regel waren echter: 205
die gelovigen die in sommige gebieden of tijden voor hun veiligheid vrezen voor de ongelovigen. In dit geval mogen zulke gelovigen uiterlijk, maar nooit innerlijk vriendschap tonen aan de ongelovigen. Al-Bukhari schreef bijvoorbeeld dat Abu AdDarda’ zei: "We glimlachen in het gezicht van sommige mensen, hoewel ons hart hen vervloekt." Al-Bukhari zei dat Al-Hasan zei: "De Tuqyah [taqiyyah] is toegestaan tot de Dag der Opstanding."45 Een andere invloedrijke en gezaghebbende vroege korangeleerde, AlTabari, legde dit vers uit: “Als u [moslims] onder hun [ongelovigen] gezag staat, uit angst voor uzelf, gedraag u dan loyaal jegens hen, met uw tong, terwijl u innerlijke vijandigheid voor hen koestert . . . Allah heeft gelovigen verboden vriendelijk te zijn of onder intieme voorwaarden met de ongelovigen in plaats van gelovigen - behalve wanneer ongelovigen boven hen staan [in gezag]. Laat ze in een dergelijk scenario vriendelijk tegen hen zijn.”46 Deze praktijk wordt ook bekrachtigd door de waarschuwing van de Koran aan moslims dat degenen die de islam verlaten, naar de hel zullen worden verzonden - behalve degenen die daartoe gedwongen worden, maar die ware moslims innerlijk blijven: "Iedereen die, na het aanvaarden van geloof in Allah, ongeloof uitspreekt - Behalve onder dwang, blijft zijn hart vast in geloof - maar zoals hun borst openstellen voor ongeloof, op hen is de toorn van Allah, en hun zal een vreselijke straf zijn” (16:106). Ibn Kathir legt uit dat “de geleerden het erover eens waren dat als iemand tot ongeloof wordt gedwongen, het hem is toegestaan om met hen mee te gaan in het belang van zelfbehoud, of om te weigeren.”47 Maar hoe zit het met "er is geen dwang in religie"? Het is een van de beroemdste en meest gevierde verzen in de Koran degene die boven alle andere bewijst dat, wat Bin Laden of Zawahiri of Ahmadinejad of Hamas of Hezbollah ook doet, de islam tolerant en vredig is: “Laat er geen dwang zijn in religie: Waarheid onderscheidt zich van dwaling: wie het kwaad afwijst en in Allah gelooft, heeft de meest 206
betrouwbare hand vastgehouden, die nooit breekt. En Allah hoort en weet alle dingen” (2:256). Interessant genoeg volgt dit bekende en genereuze vers nog een dreigement van verdoemenis: “Allah is de Beschermer van degenen die geloven: vanuit de diepten van de duisternis zal Hij hen naar het licht leiden. Van degenen die geloof afwijzen, zijn de beschermheren de slechten: van licht zullen ze hen naar de diepten van duisternis leiden. Zij zullen metgezellen van het vuur zijn om daarin (voor altijd) te wonen” (2:257). Islamitische woordvoerders in het Westen halen dit vers vaak aan om te beweren dat de islam een religie van vrede is. En terwijl een vroege moslim, Mujahid ibn Jabr, betoogde dat dit vers door 9:29 werd afgeschaft, waarin de moslims het bevel krijgen om tegen de mensen van het boek te vechten, zeggen anderen dat dit vers nooit werd ingetrokken, maar juist ter referentie werd onthuld aan de mensen van het boek: ze mogen niet worden gedwongen of gedwongen de islam te accepteren, maar mogen hun religies vrij beoefenen zolang ze de djizja (hoofdelijke belasting) betalen en 'zich onderworpen voelen' - volgens 9:29.48 Velen zien de bewering dat 'er is geen dwang in religie' in tegenspraak met de islamitische noodzaak om jihad te voeren tegen ongelovigen. Maar er is helemaal geen tegenstrijdigheid. Dit komt omdat het doel van de jihad niet de gedwongen bekering van niet-moslims is, maar hun onderwerping binnen de islamitische sociale orde. Asad zegt: “Alle islamitische juristen (fuqahd') zijn zonder enige uitzondering van mening dat gedwongen bekering onder alle omstandigheden nietig is en dat elke poging om een niet-gelovige te dwingen het geloof van de islam te accepteren een ernstige zonde is: een oordeel dat de wijdverbreide misvatting die de islam de ongelovigen voorlegt het alternatief van 'bekering of het zwaard' afwijst.” Sterker nog: de keuze, zoals door Mohammed zelf uiteengezet, is bekering, onderwerping als dhimmis of het zwaard.49 Qutb ontkent daarom elke tegenstrijdigheid tussen het bevel dat "er geen dwang is in religie" en de noodzaak om te vechten tot "religie" is voor Allah” (2:193). Hij zegt dat "de islam geen geweld heeft gebruikt om haar overtuigingen op te leggen." Jihad's “hoofddoel was eerder het tot stand brengen van een stabiele samenleving waarin alle burgers, inclusief aanhangers van 207
andere religieuze geloofsovertuigingen, in vrede en veiligheid kunnen leven� - hoewel niet met wettige billijkheid, zoals 9:29 benadrukt. Voor Qutb is die 'stabiele samenleving' de 'islamitische sociale orde', waarvan de oprichting een hoofddoelstelling is van de jihad.50 n dit licht is het vers dat zegt dat er geen dwang is in religie en degene die moslims beveelt om te vechten totdat religie voor Allah is om zonder problemen samen te gaan. Moslims moeten vechten totdat 'religie voor Allah is', maar mogen niemand dwingen om de religie van Allah te accepteren. Ze dwingen onderdanigheid af aan degenen die weigeren zich te bekeren, zodat velen van hen zich vervolgens tot de islam bekeren om te ontsnappen aan de vernederende en discriminerende voorschriften van de dhimmitude - maar wanneer ze zich bekeren, doen ze dat vrijelijk. Pas aan het einde van de wereld, informeert de islamitische traditie ons, zal Jezus, de profeet van de islam, de wereld terugkeren en islamiseren, het christendom afschaffen en daarmee de jizya afschaffen die door de dhimmis wordt betaald: 'Hij zal de mensen bestrijden voor de oorzaak van de islam. Hij zal het kruis breken, varkens doden en jizyah afschaffen. Allah zal alle religies ten onder gaan behalve de islam. Hij zal de Antichrist vernietigen en veertig jaar op aarde leven en dan zal hij sterven. De moslims zullen over hem bidden. '53
DE WONDEREN VAN DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------DE AARDE ZEGGEN IS ROND - 900 JAAR VOOR MAGELLAN! 'En daarna spreidde Hij de aarde uit', zegt Koran 79:30. De buitenbeentje, de islamitische theoloog Rashad Khalifa, die in 1990 in Arizona werd vermoord door jihadisten die boos waren op zijn heterodoxie, vertaalde dit vers als: "Hij heeft de aarde eivormig gemaakt."51 De koran moet dus beweren dat de aarde rond was bijna negenhonderd jaar voordat het werd bewezen met de omvaart van de wereld door de expeditie van 208
de Portugese ontdekkingsreiziger Ferdinand Magellan in de 15de eeuw. Zelfs als de vertaling van Khalifa correct is, komt het niet helemaal overeen met de Koran die Magellan versloeg. In soera 18 lezen we tenslotte dat de mysterieuze Dhul-Qarnayn 'de plaats van de zon bereikte', waar 'hij die in een modderige bron vond' (18:16). Niet echt een voorafschaduwing van de moderne kosmologie!52
Dan zal religie "voor Allah" zijn, zoals de Koran aangeeft dat het zou moeten zijn (2:193), en er zal geen verdere jihad meer nodig zijn.
209
Hoofdstuk 11
“HEB JE VIJANDEN LIEF” EN ANDERE ZAKEN DIE DE KORAN NIET ZEGT
Valse veronderstellingen Nu we hebben gezien wat er in de Koran staat, gaan we eens kijken wat er niet in het heilige boek van de moslims staat. De islam, die een van de 'grote religies van de wereld' is, evenals een van de 'drie grote Abrahamitische religies', geniet het voordeel van bepaalde veronderstellingen van niet-geïnformeerde Amerikanen en Europeanen. Veel mensen geloven dat de islam, omdat het een religie is, universele liefde en broederschap moet onderwijzen - want dat is wat religies doen, nietwaar? Het moet leren dat men vriendelijk moet zijn voor de armen en onderdrukten, vrijgevig, liefdadig en vredig. Het moet leren dat we allemaal kinderen zijn van een liefhebbende God wiens liefde voor alle mensen moet worden nagebootst door degenen die hij heeft geschapen. Zeker, het jodendom en het christendom leren deze dingen, en ze worden in bijna gelijkwaardige vormen gevonden in oosterse religies. Maar als het op de islam aankomt, zijn de aannames onjuist. De islam maakt onderscheid tussen gelovigen en ongelovigen die elke verplichting tot algemene welwillendheid terzijde schuiven. Een morele code uit de Koran Zoals we hebben gezien, vertelt de Koran hoe Mozes de berg opging en Allah ontmoette, die hem tabletten gaf - maar zegt niets over wat erop geschreven stond (7: 145). Hoewel de tien geboden niet in de koran 210
voorkomen, heeft het boek geen specifieke morele richtlijnen: het zeventiende hoofdstuk beschrijft een morele code (17: 22–39). Daarom moeten moslims: 1. Aanbid Allah alleen. 2. Wees aardig voor hun ouders. 3. Zorg voor hun familieleden, behoeftigen en reizigers, en wees niet verkwistend. 4. Vermoord hun kinderen niet uit angst voor armoede. 5. Pleeg geen overspel. 6. Niet 'neem het leven - dat Allah heilig heeft gemaakt - behalve voor een goede reden'. Ook: "Wie onrechtmatig is gedood, Wij hebben zijn erfgenaam macht gegeven, maar laat hem geen buitensporige doodslag plegen" - dat wil zeggen, men moet de onrechtmatige dood vergoeden. 7. Grijp niet de rijkdom van wezen. 8. "Geef volledige maat wanneer u meet, en weeg met een evenwicht dat recht is" - dat wil zeggen, eerlijk zaken doen. 9. "Streef niet naar datgene waarvan u geen kennis heeft." 10. Niet 'onbeschaamd op aarde wandelen'. Nobele idealen, zeker, maar als het op bijzonderheden aankomt, zijn deze niet helemaal gelijk aan de tien geboden. De bepaling over het niet nemen van het leven 'behalve om een gerechtvaardigde reden' staat natuurlijk in hetzelfde boek als het driemaal herhaalde gebod om 'de afgodendienaars te doden waar je ze ook vindt' (9:5; 4:89; 2:191) — Daarom moeten ongelovigen begrijpen dat hun ontrouw, hun nietaanvaarding van de islam, “een rechtvaardige reden” is voor moslims om oorlog tegen hen te voeren. In dezelfde geest moet men vriendelijk zijn voor zijn ouders - tenzij het ongelovigen zijn: "O gij die gelooft! Kies uw vaders en uw broeders niet als vrienden als zij liever in ongeloof dan in geloof genieten. Wie van jullie ze als vrienden aanneemt, dat zijn onrechtvaardigen” (9:23).
211
Je hebt een christen vermoord? Goed. Maar als het slachtoffer een moslim was geweest. . . De regels voor restitutie wegens onrechtmatig overlijden zijn ook verhelderend voor ongelovigen. De Koran (2:178) stelt een wet van vergelding (qisas) vast voor moord: er moet gelijke vergoeding worden gegeven voor het leven van het slachtoffer, dat de vorm kan aannemen van bloedgeld (diyah): een betaling om de geleden schade te compenseren . In de islamitische wet (sharia) varieert het bedrag van de vergoeding afhankelijk van de identiteit van het slachtoffer. 'Umdat alSalik (Reliance of the Traveler), een sharia-handleiding die volgens de prestigieuze Al-Azhar Universiteit in Caïro voldoet aan de' praktijk en het geloof van de orthodoxe soennitische gemeenschap ', zegt dat de betaling voor het doden van een vrouw de helft is van betaald worden voor het doden van een man. Evenzo is de straf voor het doden van een jood of christen een derde van die voor het doden van een mannelijke moslim.1 De Iraanse soefi-sjeik Sultanhussein Tabandeh, een van de architecten van de juridische codes van de Islamitische Republiek Iran, legt uit dat de straffen in Iran voor andere misdaden ook verschillen, afhankelijk van of de dader een moslim is. Als een moslim "overspel pleegt", legt Tabandeh uit, "zijn straf is 100 zweepslagen, het scheren van zijn hoofd en een jaar verbanning." (Hij verwijst natuurlijk naar een moslimman; een moslimvrouw zou naar alle waarschijnlijkheid worden veroordeeld tot steniging.) "Maar als de man geen moslim is," vervolgt Tabandeh, "en pleegt hij overspel met een moslim vrouw zijn straf is executie."
Bijbel versus Koran “Mohammed is de boodschapper van Allah. En degenen die met hem zijn, zijn hard tegen de ongelovigen en barmhartig onder elkaar.” —Koran 48:29 “Dus wat je ook zou willen dat mannen je zouden aandoen, doe dat ook voor hen.” —Mattheüs 7:12 212
Bovendien, als een moslim een moslim vermoordt, wordt hij geëxecuteerd, maar als hij een niet-moslim vermoordt, krijgt hij een lagere straf: “Als een moslim opzettelijk een andere moslim vermoordt, valt hij onder de wet van vergelding en moet hij bij wet worden ter dood gebracht door de nabestaanden. Maar als een niet-moslim die sterft door toedoen van een moslim volgens zijn levenslange gewoonte een niet-moslim is geweest, is de doodstraf niet geldig. In plaats daarvan moet de moslimmoordenaar een boete betalen en met de zweep worden gestraft.” Tabandeh legt uit dat deze ongelijkheid voortvloeit uit islamitische basisprincipes: Aangezien de islam niet-moslims beschouwt als op een lager niveau van geloof en overtuiging, als een moslim een nietmoslim doodt. . . dan mag zijn straf niet de vergeldingsdood zijn, want het geloof en de overtuiging die hij bezit is verhevener dan die van de gedode man. . . . Nogmaals, de straffen van een nietmoslim die zich schuldig maakt aan hoererij met een moslimvrouw worden verhoogd omdat hij, naast de misdaad tegen de moraal, sociale plicht en religie, heiligschennis heeft gepleegd, in die zin dat hij een moslim te schande heeft gemaakt en daardoor geminacht heeft de moslims in het algemeen, en dus moet worden geëxecuteerd. De conclusie van Tabandeh volgt natuurlijk uit dit alles: "De islam en zijn volkeren moeten boven de ongelovigen staan en mogen niet-moslims nooit de heerschappij over hen laten verwerven."2 Behandel anderen zoals je wilt dat ze jou behandelen – als het moslims zijn De ongelijkheid in de behandeling van moslims en niet-moslims - en in de waarde die aan het leven van elk wordt gehecht - loopt door de gehele koran heen en de hele islamitische traditie en wet. Het heeft ook zijn stempel gedrukt op islamitische samenlevingen. Zelfs nu, hoewel de islamitische wet niet volledig wordt gehandhaafd in de meeste moslimlanden, genieten niet-moslims niet de volledige juridische 213
gelijkheid met moslims in een van die landen - zelfs niet in het seculiere Turkije. Dit is logisch, aangezien de koran niets bevat dat vergelijkbaar is met de gulden regel. Jezus spreekt een universele ethiek uit wanneer hij in het Nieuwe Testament zegt: "Dus wat u ook wenst dat mensen u zouden aandoen, doe dat ook voor hen" (Matteüs 7:12). En de twintigste-eeuwse christelijke apoloog C. S. Lewis liet in zijn boek The Abolition of Man zien dat hetzelfde principe, dat hij de wet van algemeen nut noemt, heerste onder mensen in een grote verscheidenheid aan culturen en beschavingen. Om deze overeenkomst te illustreren, citeert hij materiaal uit de oude Babyloniërs, Confucius ’Analects, Romeinse schrijvers, de Hebreeuwse Geschriften en andere bronnen - maar niets uit de Koran, Hadith of enige andere islamitische tekst.3
WAT ZEI JE OOK AL WEER? --------------------------------------------------------------------------------De Koran zegt tegen moslimmannen: 'Trouw niet met ongelovige vrouwen (afgodendienaars), totdat ze geloven. Een slavin die gelooft is beter dan een ongelovige vrouw, ook al verleidt ze je” (2:221). En christenen zijn ongelovigen, omdat ze in de goddelijkheid van Christus geloven: “Ze hebben inderdaad ongelovigen die zeggen: Zie! Allah is de Messias, zoon van Maria” (5:17), die Christus de Zoon van God noemt, door te zeggen dat ze “navolgen wat de ongelovigen van weleer altijd zeiden” (9:30). Dan zou het logisch zijn dat het moslimmannen verboden is met christelijke vrouwen te trouwen, toch? Mis. De Koran zegt: '(Wettelijk in het huwelijk) zijn (niet alleen) kuise vrouwen die gelovigen zijn, maar kuise vrouwen onder de mensen van het boek, geopenbaard vóór uw tijd. . . ' (5:5). Dus moslimmannen mogen niet trouwen met ongelovige vrouwen en christenen zijn ongelovigen, maar op de een of andere 214
manier mogen moslimmannen trouwen met christelijke vrouwen.
Je zou kunnen aannemen dat dit een onopzettelijke omissie was, of een onwetendheid. Lewis had tenslotte de passages uit de Koran kunnen citeren die moslims ertoe aanzetten “het kwade met het goede te overwinnen” of “het kwade af te weren met dat wat beter is” (13:22; 23:96; 28:54; 41:34). Hij had de passage kunnen opmerken die vergevende vergrijpen adviseerde: “De vergoeding voor een verwonding is een verwonding die daarmee gelijk is (in mate): maar als een persoon vergeeft en verzoening doet, is zijn beloning verschuldigd aan Allah: want (Allah) houdt niet van degenen die die verkeerd doen” (42:40). Hij had zelfs de passage kunnen citeren die moslims adviseert om "goed te doen" aan "buren die dichtbij zijn, buren die vreemden zijn, de metgezel aan uw zijde, de reiziger (die u ontmoet) en wat uw rechterhanden bezitten" (4:36). Dit is in wezen hetzelfde als de joods-christelijke "heb uw naaste lief als uzelf" - nietwaar? Dat hangt ervan af hoe een moslim de vraag zou beantwoorden die de advocaat aan Jezus stelt, waarbij hij de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan uit Christus oproept: "Wie is mijn naaste?" (Lucas 11:29). De Koran zegt dat "Mohammed de boodschapper van Allah is", en dat "degenen die met hem zijn hard tegen de ongelovigen zijn en barmhartig onder elkaar" (48:29). Dit zou suggereren dat niet-moslims niet worden beschouwd als liefdadigheid en vriendelijkheid. En inderdaad, de lezer van de Koran zal tevergeefs zoeken naar zelfs maar een enkel vers dat moslims specifiek zegt vriendelijk te zijn voor ongelovigen of om vriendschap met hen te sluiten, tenzij het "uit voorzorg is dat u uzelf voor hen beschermt" (3:28) —Een vers dat, zoals we hebben gezien, islamitische theologen uitleggen als het opleggen van een valse bezorgdheid jegens ongelovigen voor zelfbescherming en/of bescherming van de islam. De Koran mist ook elke vermaning dat alle mensen voor God gelijk zijn in waardigheid, of de overeenkomstige overtuiging dat alle mensen juridische gelijkheid moeten hebben. En het ontbreken van deze principes is voelbaar in alle islamitische culturen en samenlevingen. 215
Draai de andere wang toe, en laat je daar ook slaan Jezus zegt: 'Weersta iemand die slecht is niet. Maar als iemand je op de rechterwang slaat, wend je dan ook tot de ander” (Matteüs 5:39). Dit wordt in de christelijke traditie zelden geïnterpreteerd als volslagen passiviteit tegenover het kwaad; het wordt eerder gezien als een aansporing tot genade en vriendelijkheid jegens iemands vijanden, zonder zelfverdediging indien nodig niet uit te sluiten. Je kunt je afvragen of zoiets als de wederopbouw van Japan en Duitsland na de Tweede Wereldoorlog ooit in iets anders dan een joods-christelijke beschaving had kunnen worden opgevat; het fenomeen van de overwinnaar die de overwonnenen een helpende hand reikt, is zeker niet rijk aan precedenten in andere culturen. Een moslim-tegenhanger van dit principe kan, vreemd genoeg, in het door de Koran gevierde 'Vers van het zwaard' (9: 5) zijn, direct nadat Allah de moslims heeft gezegd 'de afgodendienaars te doden waar je ze ook vindt, en ze (gevangen) te nemen' en beleger ze en bereid ze voor op elke hinderlaag. ' De passage die onmiddellijk daarop volgt, schrijft genade voor: 'Maar als ze zich bekeren en aanbidding bevestigen en de armen betalen, laat dan hun weg vrij. Lo! Allah is vergevensgezind, barmhartig. '
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Het is hekserij! Boze hekserij! "Overgeleverd Aisha: Magie werd aan Allah's Boodschapper gewerkt, zodat hij dacht dat hij seksuele relaties met zijn vrouwen had terwijl hij dat eigenlijk niet had. (Sufyan zei: ‘Dat is de moeilijkste vorm van magie omdat het zo'n effect heeft).’”4
216
Dit vereist echter alleen genade voor die ongelovigen die zich tot de islam bekeren: het Arabische woord dat wordt gebruikt voor "aanbidding vestigen" is een vorm van salat en voor "de armen betalen" een vorm van zakat - de islamitische "pilaren" van gebed en aalmoezen. Dus de Koran zegt dat zodra deze niet-moslims zich tot de islam bekeren en de islamitische wetten voor gebed en liefdadigheidsuitoefening beginnen te respecteren, moslims ze niet moeten bestrijden. En dit vergroot de reikwijdte van gerechtvaardigde islamitische oorlogvoering nog verder: de beroemde islamitische jurist Al-Shafi'i, volgens de invloedrijke islamitische geleerde as-Suyuti, 'nam dit als bewijs voor het doden van iedereen die het gebed verlaat en vecht tegen iedereen die weigert zakat [aalmoes] te betalen. Sommigen gebruiken het als een bewijs dat ze kafirun [ongelovigen] zijn.'6 Ibn Kathir merkt op: 'Abu Bakr As-Siddiq [de eerste kalief] gebruikte deze en andere eervolle Ayat [verzen] als bewijs voor het bestrijden van degenen die niet betaalden Zakah.'7
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Schaken: Zwarte pion slaat loper “Buraida berichtte op gezag van zijn vader dat Allah's Apostel (vrede zij met hem) zei: Hij die schaakt, is als iemand die zijn hand heeft geverfd met vlees en bloed van varkens.�5
Zo zijn moslims verplicht zelfs andere moslims te bestrijden die de islamitische verplichtingen niet naar behoren nakomen. Dit is een principe dat de salafistische bewegingen van tegenwoordig in brede kring van toepassing zijn in het brandmerken van regeringen die niet volgens de strikte islamitische wet regeren als ongelovigen die moeten worden bestreden door echte moslims. Dit speelt zich vandaag af in het Talibanconflict tegen de regering van Pakistan, en in mindere mate in Egypte en elders. Tot zover de andere wang toekeren. 217
Hoofdstuk 12
“VERBAN DIT FASCISTISCHE BOEK?”
De Calcutta Koran Petitie TWEE Ze probeerden het in India te verbieden. In maart 1985 dienden twee hindoes, Chandmal Chopra en Sital Singh, een petitie in bij het Calcutta High Court, waarin werd beweerd dat de koran de Indiase wet schond omdat deze “aanzet tot geweld, de openbare rust verstoort, en op grond van religie gevoelens van vijandschap bevordert, haat en slechte wil tussen verschillende religieuze gemeenschappen en beledigingen van andere religies of religieuze overtuigingen van andere gemeenschappen in India.”1 Chopra citeerde talloze oorlogvoerende koranverzen en legde uit waarom dit nauwelijks irrelevante uitspraken waren uit een stoffig, ongelezen boek: Hoewel de Koran vol zit met uitspraken die geweld oproepen, de religieuze overtuigingen van andere gemeenschappen beledigen en zelfs de moslims aansporen om niet-moslims te doden en te vermoorden, wordt het probleem verergerd door nog een ander feit dat in het verleden waar was en universeel waar is in onze eigen tijd, dat moslims, in tegenstelling tot andere gemeenschappen, en zelfs nieuwe bekeerlingen de neiging hebben om zeer orthodoxe mensen te worden en de uitspraken van het boek volgen met een fanatieke ijver, met als gevolg dat welk land ook een aanzienlijk aantal onder zijn bevolking heeft, nooit vrede kan hebben op zijn bodem.2
218
De schrijver bespotte de bekering van moslims Mohammed Marmaduke Pickthall dat de Arabische koran een "onnavolgbare symfonie is, waarvan de klanken mannen tot tranen en extase bewegen:"3 De aanstootgevende uitdrukkingen in de Koran. . . zijn niet zo aanstootgevend in hun vertaling waarin ze zo geciteerd worden als in de originele verzen in het Arabisch of in Urdu, de klank van wiens onnavolgbare symfonie niet alleen de moslims tot tranen en extase stuurt, maar in hen de ergste gemeenschappelijke passies opwekt en religieus fanatisme dat zich manifesteerde in moord, slachting, buit, brandstichting, verkrachting en vernietiging of ontheiliging van heilige plaatsen in historische tijden en ook in hedendaagse tijd, niet alleen in India maar bijna overal ter wereld.4 Rechter Bimal Chandra Basak wees de petitie snel af en speelde de immer populaire kaart 'uit de context', waarin hij uitlegde dat 'sommige passages met interpretatie van sommige uit de context geciteerde hoofdstukken van de Koran het hoofddoel en object niet mogen domineren of beïnvloeden. van dit boek. Het is voor elke rechtbank gevaarlijk om een oordeel te vellen over een dergelijk boek door alleen maar naar bepaalde passages uit hun verband te kijken.”5 Basak beweerde vervolgens de echte context van de in het verzoekschrift aangehaalde verzen uit te leggen: “Naar mijn mening kan niet worden gezegd dat [de] koran enige belediging aan enige andere religie biedt. Het weerspiegelt geen opzettelijke of kwaadaardige intentie om de religieuze gevoelens van niet-moslims te schelden. Geïsoleerde passages die hier en daar worden uitgekozen en uit de context worden gelezen, kunnen de positie niet veranderen.”6 En dat was dat. Helaas blijven moslims in India, die blijkbaar de ware context van de aanklachten van ongelovigen in de Koran niet kennen, tot op de dag van vandaag het slachtoffer van hindoes en andere niet-moslims en wijzen ze op deze verzen als inspiratie. Alleen al in de stad Mumbai vermoordden islamitische jihadisten meer dan 250 mensen bij bombardementen op 12 maart 1993, meer dan tweehonderd bij 219
bombardementen op de forensentreinen van de stad in 2006 en 164 bij een reeks aanvallen in november 2008.7 Wat de wijsheid van de Calcutta-petitie ook was, het was een oprechte poging om een probleem aan te pakken dat bestaat sinds de eerste dagen van Mohammeds profetie, en dat ongetwijfeld zal blijven bestaan zolang er mensen zijn die geloven dat de Koran de onvervalste woorden bevat van de enige echte God: moslims zullen geweld plegen tegen nietmoslims, in de overtuiging dat Allah hen daartoe heeft opgedragen in de Koran.
WAT ZEI JE OOK AL WEER? --------------------------------------------------------------------------------Moslims zouden geen vrede moeten zoeken als ze de overhand hebben tegen de ongelovigen: “Wees niet vermoeid en angstig, roep om vrede, terwijl u het allerhoogste zou moeten zijn: want Allah is met u, en zal u nooit verlies toebrengen voor uw (goede) daden” (47:35). Maar als de ongelovigen om vrede vragen, wat ze uiteraard vaker zouden doen als de moslims de overhand hebben, zouden de moslims die moeten toestaan: 'Maar als de vijand neigt naar vrede, neig je dan (ook) naar vrede, en vertrouw op Allah: want Hij is degene die hoort en weet (alle dingen)” (8:61). Geconfronteerd met de tegenstrijdigheid in het octrooi, verklaarde de grote vroege autoriteit over de Koran, Mohammeds neef Ibn Abbas, - niet verrassend - dat het vers over geneigdheid tot vrede door het vers van het zwaard was afgeschaft (9:5).8
Weinigen willen dit toegeven, of erkennen dat het probleem enorm veel groter is dan dat van joden of christenen die door de bijbel tot geweld zijn aangezet. Nog minder mensen hebben moeite met wat er precies aan kan
220
worden gedaan. Naast Chandmal Chopra en Sital Singh is Geert Wilders een van de weinige mensen die dat heeft gedaan. De oproep van Geert Wilders om de koran te verbieden Het Nederlandse parlementariër Geert Wilders is de producent van de film Fitna, die de wereldwijde islamitische woede veroorzaakte, evenals de voortdurende pogingen van de moslimwereld om westerse landen te dwingen de vrije meningsuiting over de islam te beperken. Hij veroorzaakte ook controverse over het oproepen van Nederland om de Koran te verbieden, en legde uit: "Het boek zet aan tot haat en moord en heeft daarom geen plaats in onze rechtsorde." 9 Sinds Wilders heeft opgeroepen tot een "International First Amendment" en de intrekking ervan van wetten inzake "aanzetten tot haat", die hij aan de kaak stelt als instrumenten die door de politiek machtigen worden gebruikt om afwijkende meningen de mond te snoeren, hebben velen hem beschuldigd van inconsistentie bij het aandringen op een verbod op de koran. Ian Buruma zei in de New York Times: “Of de heer Wilders opzettelijk moslims heeft beledigd, is aan de rechters om te beslissen. Maar voor een man die oproept tot een verbod op de Koran om op te treden als kampioen van de vrije meningsuiting, is hij een beetje rijk.”10 Is het echt een beetje rijk om Wilders als voorvechter van vrije meningsuiting te steunen? Is hij in wezen slechts een totalitaire boekenbanner? In feite niet. Wilders hield in september 2007 een toespraak in het Nederlandse parlement over het verbod op de koran. 'Het kernthema van de koran', zei hij, 'gaat over de plicht van alle moslims om niet-moslims te bestrijden; een islamitische Mein Kampf, waarin vechten oorlog betekent, jihad. De koran is vooral een oorlogsboek - een oproep aan niet-moslims om te slachten (2:191; 3:141; 4:91; 5:3), om ze te roosteren (4:56; 69:30– 32), en onder hen bloedbaden te veroorzaken (47:4). Joden worden vergeleken met apen en varkens (2:65; 5:60; 7:166), terwijl mensen die in Jezus Christus als de Zoon van God geloven, volgens de Koran moeten worden bestreden (9:30).'11 Wilders merkte vervolgens op dat de Nederlandse wetten die gewelddadige opruiing beperken, inconsistent worden toegepast 221
namelijk boeken als Mein Kampf zijn verboden, maar haatdragende imams die Koran-geĂŻnspireerde jihad prediken en islamitisch supremacisme worden met rust gelaten: Mevrouw de Spreker, de Koran is een boek dat aanzet tot geweld. Ik herinner het Parlement eraan dat de verspreiding van dergelijke teksten onwettig is volgens artikel 132 van ons wetboek van strafrecht. Daarnaast zet de koran aan tot haat en roept op tot moord en chaos. De verspreiding van dergelijke teksten wordt strafbaar gesteld door artikel 137, onder e). De koran is daarom een zeer gevaarlijk boek; een boek dat volledig tegen onze rechtsorde en onze democratische instellingen is. In dit licht is het absoluut noodzakelijk dat de koran wordt verboden voor de verdediging en versterking van onze beschaving en onze rechtsstaat.12 Volgens de Nederlandse wet zijn de uitspraken van Wilders absoluut correct en zouden eigenlijk zelfs niet controversieel moeten zijn - het is inconsequent om haatzaaiende wetten toe te passen op fascistische opruiing, maar niet op islamitische opruiing. In de Verenigde Staten is het beeld natuurlijk anders. Ik ben zelf van mening dat wetten inzake aanzetten tot haat en het verbieden van elk boek beide ongrondwettelijk zijn. Hoewel oprechte haatdragende taal, zoals racistische opmerkingen, niet gerechtvaardigd is, zijn wetten tegen haatzaaien inderdaad wapens in handen van degenen die bevoegd zijn om te beslissen wat "haatzaaiende taal" is: deze wetten kunnen maar al te gemakkelijk worden gebruikt om politiek incorrecte uitspraken tot zwijgen te brengen door het simpelweg 'hatelijk' te noemen. Maar Nederland heeft geen recht op eerste meningsuiting op vrije meningsuiting, en als Nederlanders wetten inzake aanzetten tot haat zullen aannemen, is het redelijk om te verwachten dat ze consequent worden gehandhaafd, zonder politiek correcte uitzonderingen uit te sluiten. In werkelijkheid, hoewel talloze jihadisten elke dag op de koran wijzen als inspiratie voor hun gewelddadige handelingen, is de kans dat de Koran in Nederland of enig ander westers land wordt verboden, net zo 222
groot als de kans dat de Saoediërs de Zwarte Steen in de Kaäba vervangen door een Bijbel. Dus wat kan er gedaan worden? Kan de koran opnieuw worden geïnterpreteerd? De meeste westerse analisten gaan ervan uit - meestal zonder ooit een koran te hebben geopend - dat de eerste interpretatie van de martiale en hatelijke verzen goedaardig is. Dus, verzen die oorlogvoering tegen ongelovigen opleggen, worden beschreven als zijnde alleen van toepassing op oude historische situaties die nooit zullen terugkeren, of op precieze voorwaarden voor oorlogsvoering die vandaag onwaarschijnlijk zullen worden vervuld. Veel van deze goedaardige interpretaties zijn bedrieglijk en onhoudbaar. Islamitische theologen en geleerden in het Westen beweren bijvoorbeeld vaak dat de Koran alleen defensieve oorlogsvoering sancties oplegt, en om dit gelijk te stellen aan de katholieke rechtvaardige oorlogstheorie. Zoals we echter hebben gezien, is wat een "defensief" conflict vormt in een islamitische context heel anders dan wat in het Westen algemeen wordt begrepen. Een paar jaar geleden kreeg de ZuidAfrikaanse moefti Ebrahim Desai op de populaire website 'Islam vraagt en beantwoordt online' een vraag van zeer groot belang aan ongelovigen: 'Ik heb een vraag over de offensieve jihad. Betekent dit dat we moeten aanvallen? zelfs die niet-moslims die [sic] niets doen tegen de islam alleen omdat we de islam moeten propageren?" Desai's antwoord luidde: "Je moet begrijpen dat wij als moslims er vast van overtuigd zijn dat de persoon die niet in Allah gelooft zoals vereist, een ongelovige is die voor eeuwig tot de hel gedoemd zal zijn. Dus een van de belangrijkste verantwoordelijkheden van de moslimheerser is het verspreiden van de islam over de hele wereld, waardoor mensen worden gered van eeuwige verdoemenis. Verwijzend naar een commentaar op de koran, legde hij uit dat "als een land de verspreiding van de islam op een geschikte manier aan zijn inwoners niet toestaat of belemmeringen daartoe creëert, de moslimheerser zou rechtvaardigen in het voeren van jihad tegen dit land, zodat de boodschap van de islam zijn inwoners kan bereiken en hen zo kan redden van het vuur van Jahannum [hel]. Als de
223
Kuffaar [ongelovigen] ons toestaan de islam vreedzaam te verspreiden, dan zouden we geen jihad tegen hen voeren.”13 Met andere woorden, een land wordt met rust gelaten zolang het passief toegeeft aan zijn islamisering. Maar als wordt aangenomen dat het de verspreiding van de islam belemmert, dan zijn moslims verplicht jihad ertegen te voeren. En zo'n jihad zou als defensief worden beschouwd tegen de agressie van ongeloof. Dit betekent natuurlijk niet dat elke goedaardige interpretatie van de Koran misleidend is. Sommige islamitische hervormers beschouwen "defensieve" oorlogvoering ongetwijfeld als "defensief" in de westerse zin van reageren op een militaire aanval.
Bijbel versus Koran ----------------------------------------------------------------------------------“Daarom, wanneer gij de ongelovigen in strijd ontmoet, sla dan om hun nek; tenslotte, wanneer u ze grondig hebt onderworpen, bindt u ze stevig vast: daarna is het tijd voor vrijgevigheid of losgeld, totdat de oorlog haar lasten neerlegt. . . . Maar degenen die zijn gedood op de Weg van Allah, Hij zal nooit toestaan dat hun daden verloren gaan.” —Koran 47: 4 “En hij zond boodschappers voor hem uit, die gingen en een dorp van de Samaritanen binnengingen, om hem gereed te maken; maar het volk wilde hem niet ontvangen, omdat zijn gezicht naar Jeruzalem was gericht. En toen zijn discipelen James en John het zagen, zeiden ze: ‘Heer, wilt u dat wij een vuur uit de hemel neerdalen om ze te verteren?’ Maar hij keerde zich om en bestrafte hen. En ze gingen naar een ander dorp.” —Lukas 9: 52–56
Maar er is een fundamenteel obstakel waarmee alle pogingen om de Koran te herinterpreteren worden geconfronteerd, hetzij door de 224
oorlogszuchtige passages te vergeestelijken of door de toepassing ervan te beperken: dergelijke herinterpretaties zouden veel tijd vergen om algemeen aanvaard te worden - en de islamitische cultuur is nooit een gastvrije omgeving geweest voor nieuwe benaderingen en inzichten. De Koran zelf ontmoedigt innovatie die niet-letterlijke interpretaties mogelijk zou maken, zoals Wilders in zijn toespraak voor het Nederlandse parlement opmerkte: Mevrouw de spreker, ik erken dat er mensen zijn die zichzelf moslim noemen en die onze wetten respecteren. Mijn partij, de Vrijheidspartij, heeft natuurlijk niets tegen zulke mensen. De Koran heeft echter iets tegen hen. Want er staat in de Koran in soera 2, vers 85, dat gelovigen die niet in alles geloven wat de Koran zegt, vernederd zullen worden en de zwaarste straf zullen ontvangen; wat betekent dat ze in de hel zullen roosteren. Met andere woorden, mensen die zichzelf moslim noemen, maar die bijvoorbeeld niet geloven in soera 9, vers 30, waarin staat dat joden en christenen moeten worden bestreden, of bijvoorbeeld in soera 5, vers 38, waarin staat dat de hand van een dief moet worden afgesneden, zulke mensen zullen worden vernederd en gebraden in de hel. Merk op dat ik het niet ben die dit verzint. Dit alles staat in de Koran. De koran stelt ook dat moslims die slechts in een deel van de koran geloven in feite afvalligen zijn, en we weten wat er met afvalligen moet gebeuren. Ze moeten worden gedood.14 Dit wil niet zeggen dat herinterpretatie of hervorming van de koran en de islam niet kan plaatsvinden. Maar ze zullen onvermijdelijk met buitengewone obstakels worden geconfronteerd. Een voorbeeld hiervan is de twintigste-eeuwse Soedanese moslimtheoloog Mahmud Muhammad Taha. Volgens de islamitische geleerde Daniel Pipes, 'bouwde Taha zijn interpretatie op de conventionele indeling van de koran in tweeĂŤn. De eerste verzen kwamen neer toen Mohammed een machteloze profeet was die in Mekka woonde en de neiging had kosmologisch te zijn. Latere 225
verzen kwamen naar voren toen Mohammed de heerser van Medina was, en bevatten veel specifieke uitspraken. Deze bevelen dienden uiteindelijk als basis voor de shari'a of de islamitische wet." Over het algemeen volgen moslimtheologen de praktijk van Ibn Ishaq: zij beschouwen Medinan soera's - die het leeuwendeel vormen van het koranonderwijs over oorlogvoering tegen ongelovigen - als voorrang op de eerdere Mekkaanse. Dit bevestigt effectief de geldigheid van de meest oorlogszuchtige en supremacistische voorschriften van de Koran. Aan de andere kant, merkt Pipes op, was Taha anders. Hij “betoogde dat specifieke koranregels alleen van toepassing waren op Medina, niet op andere tijden en plaatsen. Hij hoopte dat moderne moslims deze opzij zouden zetten en zouden leven volgens de algemene principes die in Mekka werden gegeven.” Pipes schetst de verrassende implicaties van een dergelijke herinterpretatie: "Als Taha's ideeën werden aanvaard, zouden de meeste Sharia verdwijnen, inclusief verouderde bepalingen met betrekking tot oorlogsvoering, diefstal en vrouwen. Moslims zouden dan gemakkelijker kunnen moderniseren.”15 Taha zelf werd echter berecht voor afvalligheid en in januari 1985 geëxecuteerd door de Soedanese regering. En elke nieuwe Taha die gevestigde inzichten in de islamitische wereld uitdaagt, zal waarschijnlijk met dezelfde virulente verontwaardiging en weerstand worden geconfronteerd. Betekent dit dat een grootschalige her-evaluatie van de koran onmogelijk is? Dat kan niet gezegd worden, omdat de omstandigheden in de toekomst kunnen veranderen, wat de deur opent voor een wijdverbreide afwijzing van het literaire koranisme. Voorlopig zal een dergelijke hervorming echter als ketterij worden bestempeld en moeite hebben om een significante acceptatie onder moslims te krijgen. In de tussentijd zullen ongelovigen zichzelf moeten beschermen en hun vrije samenlevingen moeten verdedigen. Maar hoe?
226
Wat je niet moet doen Het is zinloos om te doen alsof het probleem niet bestaat en te hopen dat het zal verdwijnen. Toch is dit absurd genoeg het Amerikaanse beleid sinds de aanslagen van 11 september. Amerikaanse functionarissen lijken te geloven dat als ze doen alsof de islam een religie van vrede is en de koran een vredesboek, moslims zich gedwongen zullen voelen zich dienovereenkomstig te gedragen. Een extreem voorbeeld van deze bizarre veronderstelling kwam in de door president Obama aangekondigde toespraak tot de islamitische wereld in CaĂŻro op 4 juni 2009.16 Obama was buitengewoon erop gebrand sympathiek en meegaand te zijn voor moslimgrieven - zo erg zelfs dat hij niet alleen de koran citeerde (en ook deed) zo onhandig en uit zijn verband, zoals we hebben gezien), maar ook op verschillende manieren gesignaleerd, hetzij door onwetendheid of door opzet, dat hij zelf moslim was. Obama heeft bijvoorbeeld 'een groet van vrede van moslimgemeenschappen in mijn land: assalaamu alaykum' gegeven - dat wil zeggen, vrede zij met u. Volgens de islamitische wet is dit echter de begroeting die een moslim uitstraalt tot een mede-moslim. Tegen een niet-moslim moet hij zeggen: "Vrede zij met degenen die correct worden geleid" - met andere woorden: "Vrede zij met de moslims." De islamitische wet zwijgt over wat moslims moeten doen als naĂŻeve, niet-islamitische, islamofiele presidenten de moslims de groeten doen. Obama zei ook de woorden die moslims traditioneel zeggen na het noemen van de namen van profeten - "vrede op hen" - na het noemen van Mozes, Jezus en Mohammed. Accepteert hij Mohammed dan als een profeet? Geen enkele verslaggever heeft het hem gevraagd, maar dat was beslist de indruk die hij, al dan niet opzettelijk, aan de islamitische wereld gaf. Obama sprak over een 'relatie tussen de islam en het Westen' die wordt gekenmerkt door 'eeuwen van samenleven en samenwerken, maar ook door conflicten en religieuze oorlogen'. Vervolgens noemde hij drie bronnen van hedendaagse spanningen tussen moslimlanden en de Verenigde Staten: de erfenis van het westerse kolonialisme; "Een Koude Oorlog waarin landen met een moslimmeerderheid te vaak als volmachten werden behandeld zonder rekening te houden met hun eigen ambities;" 227
en “de ingrijpende verandering als gevolg van moderniteit en globalisering', die 'veel moslims ertoe bracht het Westen te zien als vijandig tegenover de tradities van de islam.� Het is veelbetekenend dat Obama alleen de manieren vermeldde waarop het Westen naar verluidt de islamitische wereld heeft mishandeld. Hij zei geen woord over de leerstellingen van de Koran over jihad en religieus supremacisme. Niets over de noodzaak van de Koran om oorlog te voeren tegen en niet-moslims te onderwerpen als dhimmis. Geen woord over de cultuur van haat en minachting voor niet-moslims die voortkomt uit leerstellingen uit de koran en die bestond lang voor de ogenschijnlijk schadelijke verspreiding van de Amerikaanse cultuur ('moderniteit en globalisering') over de hele wereld. Obama verwees naar 'gewelddadige extremisten' die 'deze spanningen hebben uitgebuit bij een kleine maar machtige minderheid van moslims'. Het idee dat islamitische jihadisten een "kleine maar krachtige minderheid van moslims" zijn, is een universeel geaccepteerd dogma, geboren uit onwetendheid over de inhoud van de koran. De jihadisten mogen dan inderdaad een minderheid van de moslims zijn, maar er is geen solide bewijs dat de overgrote meerderheid van de moslims in principe afwijst wat de jihadisten doen - en inderdaad, hoe zouden ze dat kunnen, gezien de expliciete mandaten van de Koran voor oorlogvoering tegen ongelovigen?
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN ---------------------------------------------------------------------------------Een slang in de zitkamer? Leer ermee leven. "[Nadat] Abu Lubaba hem (Ibn 'Umar) had meegedeeld dat de profeet het doden van slangen die in huizen woonden had verboden, gaf hij het doden ervan op."17
Met een vergelijkbare blindheid voor islamitische religieuze eisen om ongelovigen te bestrijden, verklaarde Obama dat "de aanvallen van 11 228
september 2001 en de voortdurende inspanningen van deze extremisten om deel te nemen aan geweld tegen burgers" ertoe hebben geleid dat sommigen in mijn land de islam als onvermijdelijk vijandig beschouwen niet alleen voor Amerika en westerse landen, maar ook voor mensenrechten.” Deze perceptie werd natuurlijk ook aangewakkerd door de Koranleer die deze aanvallen inspireerde. Maar in zijn weigering om dergelijke leringen te erkennen, volgde Obama eenvoudigweg het beleid van de voormalige president George W. Bush en herhaalde hij de opvattingen van de meest invloedrijke Amerikaanse politici, diplomaten en analisten. Amerika heeft duidelijk een ingrijpende beleidswijziging nodig. Maar welke maatregelen zouden ons het meest effectief beschermen tegen de jihadistische dreiging? Enkele eerste stappen De naïviteit en verzoening van Obama afwijzend, zouden geïnformeerde ongelovigen (Infidels) een paar specifieke stappen moeten nemen. Ten eerste moeten we erkennen dat de inhoud van de koran gevolgen heeft voor de openbare orde. Het feit dat wereldwijd een groot aantal moslims het boek als een mandaat voor geweld beschouwt, moet betrekking hebben op de regering en de wetshandhavingsinstanties, die moeten optreden om door de Koran geïnspireerd geweld te voorkomen. Ambtenaren moeten weigeren de misleidingen en halve waarheden te accepteren die in de VS gevestigde islamitische groepen routinematig aanbieden met betrekking tot de gewelddadige leer van de Koran. Ze moeten ook de valse beweringen van morele gelijkwaardigheid tussen de koran en de bijbel afwijzen; als de Koran uiteindelijk wordt gebruikt om terroristen te rekruteren en om terrorisme en islamitisch suprematisme te rechtvaardigen, maakt het niet uit of christenen in het verleden geweld hebben gepleegd, of dat de bijbel ook gewelddadige passages heeft, of zelfs als de terroristen de Koran verkeerd begrijpen passages die hen inspireren. Amerikaanse functionarissen moeten ook moskeeën en islamitische scholen in Amerika in de gaten houden en eisen dat ze grootschalige, 229
transparante programma's opzetten, die openstaan voor volledige en uitgebreide inspectie, die onderwijzen tegen de leerstellingen van geweld, onderwerping en haat die we in dit boek hebben onderzocht. Dergelijke programma's zouden moslims ondubbelzinnig moeten vertellen dat alle passages in de Koran die minachting voor, geweld tegen en de onderwerping van ongelovigen verplicht stellen, niet mogen worden beschouwd als een letterlijke toepassing - niet nu en nooit in de toekomst. Ze zouden moeten leren dat moslims voor onbepaalde tijd als gelijken met niet-moslims moeten leven, zonder ooit te handelen om niet-moslims "zich onderworpen te laten voelen" (9:29). Deze programma's moeten worden uitgevoerd in een sfeer van volledige samenwerking met wetshandhaving en met de bereidheid om relevante autoriteiten te waarschuwen voor de activiteiten van moslims die geneigd lijken het traditionele, reguliere begrip van jihad toe te passen. Iets minder dan dit zou ontoereikend zijn, en zelfs deze programma's zouden natuurlijk niet garanderen dat geen enkele moslim ooit zou handelen naar de gewelddadige en supremacistische imperatieven van de Koran. In ieder geval moeten de autoriteiten grondig onderzoeken waarom een mosliminstelling dergelijke programma's zou weigeren. Zou een dergelijke eis inbreuk maken op de religieuze vrijheid van moslims? Niet meer dan het verbod op polygamie in strijd was met de vrije uitoefening van hun religie door de Mormonen aan het eind van de negentiende eeuw. De islam is altijd niet alleen een religie in westerse zin geweest, maar een politiek en sociaal systeem dat geen legitiem onderscheid tussen de heilige en seculiere gebieden erkent en de religieuze wet als het enige legitieme rechtssysteem en bestuur verplicht stelt. Amerikaanse juristen kunnen en moeten onderscheid maken tussen de politieke en de religieuze aspecten van de islam, de eerste beperken als onverenigbaar met de grondwet en de vrije uitoefening van de laatste toestaan. Een historisch precedent hiervoor komt uit het Japan van na de Tweede Wereldoorlog. Historicus John Lewis legt uit dat "de basisprincipes van een rationeel beleid ten aanzien van islamitisch totalitarisme - met duidelijke strategische implicaties - werden onthuld in een opvallend telegram dat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken James Byrnes in oktober naar generaal Douglas MacArthur, de 230
Amerikaanse commandant in Japan, stuurde. , 1945. ' In het telegram werd een duidelijk onderscheid gemaakt tussen shintoïsme als individueel religieus geloof en shintoïsme als motor van het Japanse militarisme: het shintoïsme, voor zover het een religie van individuele Japanners betreft, mag niet worden verstoord. Het shintoïsme moet echter worden afgeschaft voor zover het door de Japanse regering wordt geleid en als van bovenaf door de regering afgedwongen maatregel. Mensen zouden niet worden belast om National Shinto te steunen en er zal geen plaats zijn voor Shintoism in de scholen. Het shintoïsme als staatsgodsdienst - dat wil zeggen nationaal shinto - zal verdwijnen. . . . Ons beleid hierover gaat verder dan Shinto. . . . De verspreiding van de Japanse militaristische en ultra-nationalistische ideologie in welke vorm dan ook zal volledig worden onderdrukt. En de Japanse regering zal haar financiële en andere steun aan Shinto-vestigingen moeten staken.
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Zet die radio uit! 1. "De Profeet (Allah zegene hem en geef hem vrede) zei: 1 ‘Allah Machtig en Majestueus stuurde mij als een leiding en genade voor gelovigen en beval mij muziekinstrumenten, fluiten, strijkers, kruisbeelden en de affaire van de pre-islamitische periode van onwetendheid af te schaffen.’ 2. ‘Op de Dag der Opstanding zal Allah gesmolten lood in de oren gieten van iedereen die zit te luisteren naar een zangeres.’ 3. ‘Lied doet hypocrisie in het hart groeien zoals water kruiden doet.’ 4. 'Deze gemeenschap zal ervaren dat sommige mensen door de aarde worden opgeslokt, dat sommigen in dieren veranderen en dat ze met stenen worden overstroomd.' Iemand vroeg: 'Wanneer zal dit zijn, o boodschapper van Allah?' En hij zei: 'Wanneer zangeressen en 231
muziekinstrumenten verschijnen en wijn als wettig wordt beschouwd.' 5. ‘Er zullen volkeren van mijn gemeenschap zijn die hoererij, zijde, wijn en muziekinstrumenten zullen houden om wettig te zijn. . .''18
"Het telegram is duidelijk", merkt Lewis op, over de noodzaak van scheiding tussen religie en staat - tussen het recht van een individu om Shinto te volgen en de macht van de overheid om het te handhaven. Deze vereiste is evenzeer van toepassing op de islam (en op het christendom en het jodendom) als op het shinto. Wat Japan betreft, bestond de taak uit het verbreken van de band tussen Shinto en de staat; wat betreft het islamitisch totalitarisme bestaat de taak erin de link tussen de islam en de staat te verbreken. Dit is het centrale politieke probleem waarmee we worden geconfronteerd: het volledige gebrek aan een conceptuele of institutionele scheiding tussen kerk en staat in de islam, zowel historisch als in de totalitaire beweging van vandaag.19 Inderdaad. En de kern hiervan is een fundamentele conceptuele mislukking: het niet erkennen dat de inhoud van de Koran in de eerste plaats een probleem of uitdaging vormt voor vrije samenlevingen. Op zoek naar coherentie van het buitenlands beleid Ondertussen moeten Amerikaanse beleidsmakers erkennen dat miljoenen mensen over de hele wereld de Koran lezen, in de overtuiging dat het het perfecte woord van Allah is dat een actieplan voor onze eigen tijd onthult - een plan dat meedogenloos vijandig staat tegenover ongelovigen. En deze vijandigheid is niet ontstaan omdat de ongelovigen een impopulair buitenlands beleid hebben gevoerd, of omdat we een moreel verrotte volkscultuur hebben verspreid, of omdat we IsraĂŤl steunen - de frontlinie tegen de mondiale jihad in onze tijd - maar 232
simpelweg omdat we ongelovigen zijn , die de Koran over het algemeen afschildert als objecten van minachting, haat en aanzetten tot geweld. Ongelovige beleidsmakers, let op. Een buitenlands beleid dat is gebaseerd op een realistische beoordeling van de inhoud van de Koran en hoe deze altijd in de mainstream zijn begrepen, zal de gezaghebbende islam het bestaande Amerikaanse beleid op tal van gebieden opnieuw evalueren, met name deze twee: • Immigratie. Aangezien er geen volledig betrouwbare manier is om te zeggen of een moslimgelovige de dictaten van de Koran over oorlog tegen ongelovigen letterlijk opvat, moet de immigratie van moslims naar de Verenigde Staten worden stopgezet. Dit is geen raciale of zelfs maar een religieuze kwestie, in tegenstelling tot de beweringen van islamitische belangenbehartigers. In werkelijkheid is deze maatregel een eenvoudige kwestie van nationale veiligheid, gericht op het terugdringen van de dreiging die uitgaat van een gewelddadige politieke ideologie. Maar aangezien Amerika zo gemakkelijk op de achterste benen staat bij elk onderwerp waar het begrip ‘ras’ wordt betrokken, hoe onrechtmatig ook, heeft de immigratie van moslims naar de Verenigde Staten ongeveer evenveel kans om te worden beperkt - laat staan te stoppen - als het verbod om te worden hersteld. (Natuurlijk, als er eenmaal genoeg gelovige moslims hier zijn, zien we misschien een terugkeer naar het verbod samen met de goedkeuring van andere bepalingen van de islamitische wet, maar dat is een ander verhaal.) Daarom moeten immigratieambtenaren op zijn minst procedures volgen om potentiële immigranten te screenen voor jihadistische gevoelens. Zoals hierboven vermeld, is er geen volledig betrouwbare manier om dit te doen, vooral vanwege de islamitische doctrines. Maar als wetshandhavers werden opgeleid in deze doctrines, en als het geven van misleidende antwoorden redenen waren voor deportatie, kunnen we
233
mogelijk een groot deel van de jihadistische en islamitische supremacistische activiteiten belemmeren voordat het begint. • Buitenlandse hulp. 'Jarenlang', zo meldde de New York Times in september 2008, 'is het voortbestaan van de Pakistaanse militaire en civiele leiders afhankelijk van een dubbelspel: de Verenigde Staten verzekeren dat ze de islamitische militanten krachtig onderdrukten - en in sommige gevallen ook daadwerkelijk - terwijl ze tegelijkertijd dezelfde militanten tolereren en bijstaan. Van de anti-Sovjet-strijders van de jaren tachtig en de Taliban van de jaren negentig tot de inlandse militanten van vandaag, de Pakistaanse leiders zijn zowel openbare vijanden als privÊvrienden.'20 Over het algemeen verbijsterd waarom de Pakistaanse leiders zich zo zouden gedragen, blijven analisten van het buitenlands beleid de Verenigde Staten aanbevelen nog meer miljarden steun te verlenen aan Pakistan. Maar voor degenen die de leer van de Koran over ongelovigen kennen, vooral de toelaatbaarheid om ze te bedriegen wanneer dat nodig is (3:28), is het gedrag van Pakistan geen verrassing. Wat in plaats daarvan verrassend is, is de bereidheid, zelfs de gretigheid van Amerika, om door te gaan met het financieren van dit dubbele spel, zonder de Pakistanen op hun bedrog te roepen en hen uit te dagen hun authenticiteit als bondgenoten te tonen voordat ze meer Amerikaanse grootsheid ontvangen. Analisten waarschuwen natuurlijk dat dergelijke acties "onze bondgenoten in de armen van onze vijanden zullen drijven". Maar wat is het verschil? Als Pakistan de islamitische jihadisten helpt die het belooft te bestrijden, hoe helpen zijn beloften om ze te bestrijden de Verenigde Staten? Waarom moeten de Verenigde Staten het doorsnijden van onze eigen keel blijven financieren?
234
Ideeën hebben gevolgen Veel commentatoren zijn van mening dat de islam, zoals alle religies, niets meer of minder is dan wat de aanhangers ervan maken. Niets is minder waar. Ideeën doen ertoe; ze zijn niet altijd uitwisselbaar en leiden tot menselijk handelen. Het is geen toeval dat monastiek, representatieve kunst en filosofie gedijen in een Christelijke context, maar niet in een Moslimcontext: de islam verbiedt monastiek, representatieve kunst en ijverig onderzoek naar goddelijke waarheden, terwijl het christendom alle drie aanmoedigt. Het is daarom geen wonder, dat serieuze en vrome gelovigen in beide religies zich uiteindelijk heel anders gedragen, en er veel verschillen zijn.
DE HADITH SCHIJNT LICHT OP DE KORAN --------------------------------------------------------------------------------Houd je hoofd gebogen - want anders… "Abu Huraira berichtte: Mensen moeten hun ogen niet op de hemel richten terwijl ze in gebed smeken, anders zouden hun ogen worden weggerukt."21
Ondanks het feit dat er enkele verzen zijn opgenomen die ogenschijnlijk tolerantie adviseren, is de algemene boodschap van de Koran dat ongelovigen tot de islam moeten worden bekeerd, onderworpen moeten worden aan legale minderwaardigen voor moslims of gedood moeten worden. Daarom is de Koran voor ongelovigen een gevaarlijk boek. Welke beleidsregels ongelovige wetgevers ook kiezen om in het licht van dat feit vast te stellen, zal bepalen of hun ongelovige staat als zodanig overleeft of een islamitische sharia wordt. We mogen onze principes van juridische gelijkheid en vrijheid van meningsuiting niet loslaten en ook niet om ons te verdedigen tegen de jihadistische dreiging. We mogen ons ook niet laten zwijgen door de 235
manipulatieve en misleidende intimidatietactieken die worden toegepast door in de VS gevestigde islamitische groepen en hun bondgenoten. De situatie van vandaag is ernstig voor ongelovigen. De opzettelijke blindheid van westerse leiders bedreigt ons allemaal en het voortbestaan van vrije samenlevingen. We kunnen alleen maar hopen dat ze, voordat het helemaal te laat is en de principes van onze samenlevingen onherstelbaar zijn aangetast, de Koran zullen openen en gaan lezen.
236
DANKWOORD
Ik moet nogmaals mijn dank betuigen aan Jack Langer, een redacteur met een enorme tact en vaardigheid, wiens geduldige en veeleisende hand dit boek heeft gegeven wat voor verdienste het ook heeft. Harry Crocker en het hele Regnery-team zijn, zoals altijd, een genot om mee samen te werken, en het Jihad Watch-team van Hugh Fitzgerald, Marisol Seibold en Raymond Ibrahim hebben buitengewoon veel werk verricht door dagelijks nieuws en commentaar te geven op www.jihadwatch.org terwijl veel van mijn aandacht werd ingenomen door dit boek. Speciale dank gaat ook uit naar de geweldige website Answering Islam (www.answering-islam.org), een enorme opslagplaats van betrouwbare informatie over de koran en aanverwante kwesties. Dank ook aan de velen die ik ben, zoals altijd, niet vrij om in het openbaar te noemen, maar ze weten wie ze zijn. En geen erkenningspagina in een van mijn boeken zou compleet zijn zonder een tip van de hoed aan Jeff Rubin, zonder wie dit allemaal niet mogelijk zou zijn geweest.
237
VERWIJZINGEN
Chapter One 1.The name of the Islamic holy book has various spellings in English. The most common are “Koran,” which is used throughout this book except in quotations, and “Qur’an.” 2.Ahmed ibn Naqib al-Misri, Reliance of the Traveller (‘Umdat al-Salik): A Classic Manual of Islamic Sacred Law, trans. Nuh Ha Mim Keller (Beltsville, MD: Amana Publications, 1999), e8.1, e8.3. 3.Howard Kurtz, “Newsweek apologizes,” Washington Post, May 16, 2005; available online at: http://www.washingtonpost.com/wpdyn/content/article/2005/05/15/AR2005051500605.html. 4.Michael Potemra, “The Flames of Religious Hatred: The pope, the Koran & Andrew Sullivan,” National Review, September 18, 2006; available online at: http://article.nationalreview.com/?q=NTAzMTFjYzVmNTMzNjJmMzcwY mJkZWQ3ZmFhNWY1N2Q=. 5.Department of Defense memorandum, http://www.defenselink.mil/news/Jun2005/d20050601KoranSOP.pdf. 6. “Explore the Quran,” http://www.cair.com/explorethequran/. 7. Adil Salahi, “Baseless Campaign Against Islam,” Arab News, June 19, 2006; available online at: http://www.arabnews.com/?page=5&section=0&article=84036&d=21& m=6&y=2006. 8. Staff Sgt. Russell Bassett, “Respect the faith, not the fanatics,” fanatics,” Army News Service, May 14, 2004. 9. Ruth Gledhill, “Tony Blair calls on world to wage war on militant Islam,” Times Online, April 23, 2009; available online at: http://www.timesonline.co.uk/tol/comment/faith/article6153607.ece. 10. George W. Bush, Second Inaugural Address, January 20, 2005. 11. Bruno Waterfield, “Ban Koran like Mein Kampf, says Dutch MP,” Telegraph, August 9, 2007; available online at: 238
http://www.telegraph.co.uk/news/worldnews/1559877/Ban-Koran-likeMein-Kampf-says-Dutch-MP.html. 12. Oriana Fallaci, The Force of Reason (New York: Rizzoli International, 2004), 305. 13. Winston Churchill, The Gathering Storm (Boston: Houghton Mifflin Harcourt, 1986), 50. 14. Sita Ram Goel, The Calcutta Quran Petition (New Dehli, India: Voice of India, 1999), 276–77. 15. Bruno Waterfield, “Ban Koran like Mein Kampf.” 16. Oriana Fallaci, The Force of Reason, 305. 17.“Italian author to be tried for defaming Islam,” Associated Press, June 12, 2006. 18.Khalid Sheikh Mohammed, Walid bin ‘Attash, Ramzi bin As-Shibh, ‘Ali ‘Abd al-’Aziz ‘Ali, and Mustafa Ahmed al-Hawsawi, “The Islamic Response to the Government’s Nine Accusations,” March 9, 2009. 19.Osama Bin Laden, “Declaration of War against the Americans Occupying the Land of the Two Holy Places,” 1996; available online at: http://www.mideastweb.org/osamabinladen1.htm. 20.The parenthetical glosses here appear to be Osama’s own. See “Full text: bin Laden’s ‘letter to America,’” Observer, November 24, 2002. 21.“Bin Laden’s Sermon for the Feast of the Sacrifice,” Middle East Media Research Institute (MEMRI), Special Dispatch No. 476, March 6, 2003. 22.“Arab Mother Cried For Mercy, They Responded - And She Murdered Them,” Israel National News, January 15, 2004; available online at: http://www.israelnationalnews.com/News/News.aspx/56237. 23.“Paris: Gang suspected of killing Jew nabbed,” Ynet News, February 19, 2006; available online at: http://www.ynetnews.com/articles/0,7340,L3218190,00.html. 24.“Mohammed Taheri-Azar’s letter to police,” The Herald-Sun, March 29, 2006; available online at: http://www.investigativeproject.org/documents/case_docs/248.pdf. 25. Robert Spencer, “Letters from a mujahid,” Jihad Watch, May 12, 2006; available online at: http://www.jihadwatch.org/archives/011397.php. 26.“Focus: Undercover in the academy of hatred,” The Sunday Times, August 7, 2005; available online at: http://www.timesonline.co.uk/tol/news/uk/article552649.ece. 27. “Pakistan Taleban vow more violence,” BBC News, January 29, 2007; available online at: http://news.bbc.co.uk/2/hi/south_asia/6292061.stm. 28.“Jihad in the Koran and Ahadeeth,” www.waaqiah.com, 2002. (Website no longer operative.) 29.Amir Taheri, Holy Terror: Inside the World of 239
Islamic Terrorism (Chevy Chase, MD: Adler& Adler, 1987), 241–43. 30.John Lofton, “Timothy McVeigh was not a ‘Christian’ terrorist,” Human Events, May 6, 2002. 31.Barack Obama, Remarks By The President On A New Beginning, June 4, 2009. 32.Ibid. 33.“From the Fatwa Department: ‘the Kuffaar can never be trusted,’” Jihad Watch, January 8, 2005; available online at: http://www.jihadwatch.org/archives/004582.php. 34.John Derbyshire, “June Diary,” National Review Online, July 2, 2007; available online at: http://article.nationalreview.com/?q=YTMxZmVkYjhkNzgzMzY2NzAyYzI3 NTUxMjY3ZWQ3OWQ=. 35.“The Bible v the Koran,” The Economist, December 19, 2007. 36.Abu Abdir Rahmaan, “The Sunnah: The Second Form of Revelation,” Al-Hara-main Online Newsletter, July 2000; available online at: http://alharamain.org/english/newsletter/issue38/sunnah.htm. 37. Mohammed Nasir-ul-Deen Al-Albani, “The Status of Sunnah in Islam,” translated by A. R. M. Zerruque; available online at: http://www.orst.edu/groups/msa/books/sunnah1.html. 38.Waed B. Hallaq, A History of Islamic Legal Theories (New York: Cambridge University Press, 1997), 60. Hallaq refers to Muhammad ibn Idris al-Shafi’i (767–819), founder of the school of Islamic jurisprudence that bears his name and an enormously important figure in Islamic jurisprudence as a whole. 39.These are Sahih Bukhari, that is, the collection of hadiths made by the imam Muhammad Ibn Ismail al-Bukhari (810–870); and Sahih Muslim, a similar collection compiled by Muslim ibn al-Hajjaj al-Qushayri (821–875). The other four of the six trustworthy collections are the Sunan of Abu Dawud as-Sijistani (d. 888); Sunan Ibn Majah by Muhammad ibn Majah (d. 896); Sunan At-Tirmidhi by Abi ‘Eesaa Muhammad At-Tirmidhi (824–893); and Sunan An-Nasai by Ahmad ibn Shu’ayb an-Nasai (d. 915). 40.The word hadith’s Arabic plural is ahadith, and this is found in much English-language material on Islam. However, to avoid confusion I have used the English plural form. 41.Denis MacEoin with Dominic Whiteman, Music, Chess, and Other Sins: Segregation, Integration, and Muslim Schools in Britain (Civitas, 2009). 42.Paloma Esquivel, “Some influential Muslim groups question FBI’s actions,” Los Angeles Times, April 20, 2009;
240
available online at: http://articles.latimes.com/2009/apr/20/local/memuslims-fbi20. Chapter Two 1.Tilman Nagel, The History of Islamic Theology from Muhammad to the Present, trans. Thomas Thornton (Princeton, NJ: Markus Wiener Publishers, 2000), 1. 2.Seyyed Hossein Nasr, A Young Muslim’s Guide to the Modern World (Chicago: Kazi Publications, 1994), 15. 3.Caesar E. Farah, Islam, 6th ed. (Hauppauge, NY: Barrons, 2000), 77. 4.V. S. Naipaul, Among the Believers: An Islamic Journey (London: Vintage Books, 1982), 103. 5.Council on American-Islamic Relations, “About Islam and American Muslims,” Cair.com; full text available online at: http://www.cair.com/AboutIslam/IslamBasics.aspx. 6.“Full text: bin Laden’s ‘letter to America,’” Observer, November 24, 2002. 7. Muhammad Ibn Ismail al-Bukhari, Sahih Bukhari, vol. 4, book 61, no. 3624. 8.Ibid., vol. 5, book 63, no. 3806. 9.Ibn Abi Dawud, Kitab alMasahif, p. 23, in John Gilchrist, Jam’ Al-Qur’an, The Codification of the Qur’an Text: A Comprehensive Study of the Original Collection of the Qur’an Text and the Early Surviving Qur’an Manuscripts, MERCSA, 1989; available online at: http://www.answeringislam.org/Gilchrist/Jam/index.html. 10.Bukhari, Sahih Bukhari, vol. 6, book 65, no. 4679. 11.Ibn Abi Dawud, Kitab al-Masahif, in John Gilchrist, Jam’ Al-Qu’ran, 11. 12.As-Suyuti, Al-Itqan fii Ulum al-Qur’an, in John Gilchrist, Jam’ Al-Qu’ran, 524. 13.Ibid., 525. 14.ibn al-Hajjaj al-Qushayri, Sahih Muslim, book 5, no. 2296. The surahs of Mus-abbihat are chapters 57, 59, 61, 62, and 64 of the Koran, each of which begin with “All that is in the heavens and the earth glorifieth [sabbaha] Allah; and He is the Mighty, the Wise.” That this man would remember as passages of a lost chapter verses that are actually in the Koran does not necessarily mean that his memory was faulty; since the Koran is highly repetitive, it is by no means impossible that there once existed, but is now lost, a Koranic chapter containing these two verses. 15.Bukhari, Sahih Bukhari, vol. 8, book 82, no. 816. Online version available at: http://www.usc.edu/schools/college/crcc/engagement/resources/texts/ mus-lim/hadith/bukhari/082.sbt.html#008.082.816 16.As-Suyuti, Al241
Itqan fii Ulum al-Qur’an, in John Gilchrist, Jam’ Al-Qu’ran, 524. 17. Bukhari, Sahih Bukhari, vol. 6, book 66, no. 4987. 18.Ibid. 19.Ibid., no. 3295. 20.Ibn Abi Dawud, Kitab al-Masahif, in John Gilchrist, Jam’ AlQu’ran, 15. 21.Ibid. 22.S. Moinul Haq and H. K. Ghazanfar, Introduction to Ibn Sa’d, Kitab Al-Tabaqat Al-Kabir, vol. I, S. Moinul Haq and H. K. Ghazanfar, trans. Kitab Bhavan, n.d., vol. 2, p.441. 23.Harun Yahya, “Signs of the Last Day”; available online: http://www.harunyahya.com/signs03.php;http://www.answeringislam.org/Emails/moon_prophecy.htm. 24.‘A’isha ‘Abdarahman atTarjumana and Ya’qub Johnson, trans., Malik’s Muwatta, vol. 8, book 8, no. 26. http://www.usc.edu/schools/college/crcc/engagement/ resources/texts/muslim/hadith/muwatta/008.mmt.html#008.8.8.26 Chapter Three 1.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir (Abridged), vol. 4 (Houston, TX: Darussalam, 2000), 29. 2.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din AsSuyuti, Tafsir Al-Jalalayn, trans. Aisha Bewley (London: Dar Al Taqwa, Ltd., 2007), 328. 3.Muhammad Asad, The Message of the Qur’an (Watsonville, CA: The Book Foundation, 2003), 1135. 4.Zakir Naik, Most Common Questions asked by Non-Muslims who have some knowledge of Islam, quoted in Sam Shamoun, “Is Satan an Angel or a Jinn? Analyzing the Quran’s Confusing Statements,” Answering Islam; available online at: http://www.answering-islam.org/Quran/Contra/iblis.html. 5.William St. Clair-Tisdall, Sources of the Quran, chapter three; available online at: http://www.truthnet.org/islam/src-chp3.htm. 6.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 7, p. 320. 7.Ibid. 8.Ibid., 321. 9.Ibid., 327. 10.Jalalu’d-Din AlMahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir Al-Jalalayn, trans. Aisha Bewley (London: Dar Al Taqwa Ltd., 2007), 818. 11.William St. Clair-Tisdall, Sources of the Quran, chapter three. 12.Ibid. 13.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 6, p. 120. 14.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 4, book 59, no. 3289. 15.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 6, 129. 16.Ibid., p. 121. 17. Muhammad Aashiq Ilahi Bulandshahri, Illuminating Discourses on the Noble Qur’an (Tafsir Anwarul Bayan), trans. Afzal Hussain Elias and Muhammad Arshad Fakhri (Darul Ishaat, 2005), vol. I, p. 386. 18.“Gospel of Thomas Greek Text A,” from The Apocryphal New Testament, trans. M. 242
R. James (Gloucestershire: Clarendon Press, 1924); available online at: http://wesley.nnu.edu/biblical_studies/noncanon/gospels/inftoma.htm. 19.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 4, book 59, no. 3303. 20.Ibid., book 60, no. 3402. 21.Sayyid Abul Ala Maududi, The Meaning of the Qur’an (Tafhim al-Qur’an), “Al-Kahf”; available online at: http://www.usc.edu/schools/college/crcc/engagement/resources/texts/ muslim/maududi/mau18.html#S18. 22.Abdullah Yusuf Ali, The Meaning of the Holy Qur’an (Beltsville, MD: Amana Publications, 1999), 725. 23. Irfan Omar, “Khidr in the Islamic Tradition,” The Muslim World, vol. LXXXIII, no. 3-4, July-October, 1993. 24.Ibn Saad, “Ibn Taymiyya says Khidr is Alive,” Seeking Ilm, September 20, 2007. 25.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 6, book 66, no. 5011. 26.Abdul Hamid Siddiqi, trans. Sahih Muslim (New Dehli, India: Kitab Bhavan, revised edition 2000), Book 19, no. 4457. 27.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 6, p. 113. 28.Ibid., 203. 29.Ibid., 203–4. 30.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir Al-Jalalayn, 639. 31.Sayyid Abul Ala Mawdudi, Towards Understanding the Qur’an (Tafhim al-Qur’an), trans. Zafar Ishaq Ansari (Markfield, Leicestershire: The Islamic Foundation, 1995), 127. 32.Muhammad al-Ghazali, Journey Through the Qur’an: The Content and Context of the Suras (London: Dar Al-Taqwa, Ltd., 1998), 207. 33.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 4, book 59, no. 3270. 34.Khalid Jan, “Why Zul-Qarnain of the Qur’an is not Alexander the Great,” IslamAwareness.net; http://www.islamawareness.net/FAQ/zulqarnain.html. 35.Muhammad Asad, The Message of the Qur’an (Watsonville, CA: The Book Foundation, 2003), 503. Chapter Four 1.Gary Stern, “N.Y. Muslims denounce terror in response,” LoHud.com, May 22, 2009. 2.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 4, book 59, no. 3322. 3. Mohammed Marmaduke Pickthall, The Meaning of the Glorious Koran (New York: New American Library, 1991).
243
4.Ahmed ibn ‘Abdullah al-Baatilee, “Arabic: The Language of the Qur’an,” Al Haramain, www.alharamain.org; http://63.104.232.198/issue35/quraan.htm 5.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 5, 134–35. 6.Ibn Ishaq, The Life of Muhammad: A Translation of Ibn Ishaq’s Sirat Rasul Allah, trans. A. Guillaume (New York: Oxford University Press, 1955), 287–88. 7.Sayyid Qutb, In the Shade of the Qur’an (Fi Zilal al-Qur’an), vol. 1, trans. M. A. Salahi and A. A. Shamis (Markfield, Leicestershire: The Islamic Foundation, 1999), 259–60. 8. Muhammad Aashiq Ilahi Bulandshahri, Illuminating Discourses on the Noble Qur’an (Tafsir Anwarul Bayan), vol. 1, trans. Afzal Hussain Elias and Muhammad Arshad Fakhri (Darul Ishaat, 2005), 501. 9.Aashiq Ilahi Bulandshahri, Illuminating Discourses on the Noble Qur’an, vol. I, p. 502. 10. Bernard Lewis, Race and Slavery in the Middle East (New York: Oxford University Press, 1994); reprinted at: http://www.fordham.edu/halsall/med/lewis1.html. 11.David G. Littman, “‘Traditional concept of Jihad does allow Slavery as a byproduct.’ Sudan: UN affirmation by former prime minister Sadiq al-Mahdi,” Jihad Watch, June 12, 2009; available online at: http://www.jihadwatch.org/archives/026553.php. 12.“‘Thousands made slaves’ in Darfur,” BBC News, December 17, 2008; available online at: http://news.bbc.co.uk/2/hi/africa/7786612.stm. 13. Pascale Harter, “Slavery: Mauritania’s best kept secret,” BBC News, December 13, 2004; available online at: http://news.bbc.co.uk/2/hi/africa/4091579.stm. 14.Pascal Fletcher, “Slavery still exists in Mauritania,” Reuters, March 21, 2007; available online at: http://www.reuters.com/article/latestCrisis/idUSL18334379. 15.Liesl Louw, “Slavery lives on,” Media24 Africa, September 2, 2004; available online at: http://www.news24.com/News24/Africa/Features/0,,2-1137_1582738,00.html. 16.Barbara Ferguson, “Saudi Gets 27 Years to Life for Enslaving Maid,” Arab News, September 1, 2006; available online at: http://www.arabnews.com/?page=4&section=0&article=80144&d=1&m=9&y =2006. 17.George W. Bush, Message on the observance of Eid al-Adha, January 8, 2007. 18.Karen Hughes, Celebration of Eid al-Adha at the Islamic Society of Frederick, Maryland, January 10, 2006. 19.Günter Lüling, A Challenge to Islam for Reformation. The Rediscovery and Reliable Reconstruction of a Comprehensive Pre-Islamic Christian Hymnal Hidden in the Koran under the Earliest Islamic Reinterpretation (New Dehli, India: 244
Motilal Banarsidass Publishers, 2003). 20.Bukhari, Sahih al-Bukhari vol. 4, book 60, no. 3329. 21.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 10, p. 253. Chapter Five 1.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 5, p. 68. 2.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir Al-Jalalayn, 134. 3.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 2, p. 185. 4.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir AlJalalayn, 461. 5.Sayyid Abul Ala Maududi, “Yusuf,” The Meaning of the Qur’an (Tafhim al Qur’an), http://www.usc.edu/schools/college/crcc/engagement/resources/texts/musli m/maududi/mau12. html#S12. 6.Ibn Kathir, Rafsir Ibn Kathir, vol. 5, p. 136. 7. Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 7, book 76, no. 5747. 8.Tanwîr al-Miqbâs min Tafsîr Ibn ‘Abbâs for Koran 12:18, trans. Mokrane Guezzou; available online at: http://www.altafsir.com/tafasir.asp?tmadhno=0&ttafsirno=73&tsorano= 12&tayahno=18&tdisplay=yes&userprofile=0&languageid=2. 9.Sayyid Abul Ala Maududi, “Yusuf,” The Meaning of the Qur’an. 10.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 5, pp. 161–62. 11.Muhammad Asad, The Message of the Qur’an, 391. 12.Muhammad al-Ghazali, Journey Through the Qur’an, 217. 13.Sayyid Abul Ala Maududi, “Al-Mu’min,” The Meaning of the Koran, http://www.usc.edu/schools/college/crcc/engagement/resources/texts/muslim/maududi/mau40.html#S40. 14.Masud Masihiyyen, “Noah’s Ark or Noah’s Steamboat?” Answering Islam; available online at: http://www.answeringislam.org/authors/masihiyyen/noahs_ark.html. 15.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 4, p. 178. 16.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 4, book 59, no. 3320. 17.Ibid., vol. 6, book 61, no. 3579. 18.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir al-Jalalayn, p. 904. 19.Abu Ja’far Muhammad bin Jarir al-Tabari, The History of al-Tabari, Volume VIII, The Victory of Islam, trans. Michael Fishbein (Albany, NY: State University of New York Press, 1997), 2. 20.Maxime Rodinson, Muhammad, trans. Anne Carter (New York: Pantheon Books, 1980), 279–83. 21.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 7, book 68, no. 5267. 22.Ibid., vol. 4, book 61, no. 3583.
245
Chapter Six 1.Muhammad Aashiq Ilahi Bulandshahri, Illuminating Discourses on the Noble Qur’an, vol. 1, p. 363. 2.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 3, p. 326. 3.Jalalu’dDin Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir Al-Jalalayn, 285. 4.“Shirk: the ultimate crime,” Invitation to Islam Newsletter, Issue 2, July 1997; available online at: http://www.geocities.com/askress2009/articles/shirk_the_ultimate_crime.ht ml. 5.Abdul Hamid Siddiqi, trans. Sahih Muslim, book 23, no. 5113. 6. Muhammad Asad, The Message of the Qur’an, 21. 7.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 1, pp. 248–49. 8.Sayyid Qutb, In the Shade of the Qur’an (Fi Zilal alQur’an), trans. M. A. Salahi and A. A. Shamis, vol. I (Markfield, Leicestershire: The Islamic Foundation, 1999), 73. 9.‘A’isha ‘Abdarahman at-Tarjumana and Ya’qub Johnson, trans. Malik’s Muwatta, book 3, no. 3.9.39. 10.Robert Spencer, “Islamic Supremacy at the DNC,” FrontPageMagazine.com, February 6, 2007; available online at: http://frontpagemagazine.com/readArticle.aspx?ARTID=278. 11.Robert Spencer, “Prayers for the Enemy,” FrontPageMagazine.com, April 9, 2007; available online at: http://www.frontpagemag.com/readArticle.aspx?ARTID=25990. 12.See, for example, the book by Islamic apologist John Esposito, Islam: The Straight Path (New York: Oxford University Press, 2005). 13.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 1, p. 87. 14.This is the view of Tabari, Zamakhshari, the Tafsir al-Jalalayn, the Tanwir al-Miqbas min Tafsir Ibn Abbas, and Ibn Arabi, as well as Ibn Kathir. 15. Mahmoud M. Ayoub, The Qur’an and its Interpreters, vol. 1 (Albany, New York: State University of New York Press, 1984), 49. 16.The quoted verse is Koran 3:110; bracketed and parenthetical material added by the translator. See Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 6, book 65, no. 4557. 17.Bukhari, Sahih alBukhari, vol. 5, book 63, no. 3827. 18.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir al-Jalalayn, 941. 19.Tanwir al-Miqbas min Tafsir ibn Abbas, trans., 36:9, http://www.altafsir.com/Ibn-Abbas.asp; available online at: http://www.altafsir.com/Tafasir.asp?tMadhNo=2&tTafsirNo=73&tSoraNo=36 &tAyahNo=9&tDisplay=yes&UserProfile=0&LanguageId=2. 20.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 8, p. 171. 21.Ibid. 22.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’dDin As-Suyuti, Tafsir al-Jalalayn, 524. 23.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 8, p. 172. 24.Ibid., vol. 1, p. 120. 25.G. F. Haddad, “The Qadariyya, Mu’tazila, and 246
Shî‘a,” Living Islam; available online at: http://www.livingislam.org/n/ qms_e.html. Chapter Seven 1.Ibn Ishaq, The Life of Muhammad, 259. 2.Harun Yahya, “‘People Of The Book’ & The Muslims: The Natural Alliance Between Christianity, Judaism and Islam,” IslamDenouncesTerrorism.com. 3.Yvonne Ridley, “Beware The Happy Clappies,” Bismika Allahuma, December 1, 2006. 4.“Are today’s Christians and Jews considered from the people of the book?” Jihad Watch, July 5, 2004. 5. Abdul Hamid Siddiqi, trans. Sahih Muslim, book 19, no. 4294. 6.Andrew Bostom, The Legacy of Islamic Antisemitism (Amherst, NY: Prometheus, 2008), 35. 7.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir Al-Jalalayn, 259. 8.Muhammad Aashiq Ilahi Bulandshahri, Illuminating Discourses on the Noble Qur’an, vol. 2, pp. 98–99. 9.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 3, p. 221. 10.“The Covenant of the Islamic Resistance Movement (Hamas),” August 18, 1988; available online at: http://www.mideastweb.org/hamas.htm. 11.Simon Rocker, “What the Koran says about the land of Israel,” The Jewish Chronicle, March 19, 2009. 12.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 3, p. 142. 13.Ibid., 142– 43. 14.Andrew Bostom, The Legacy of Islamic Antisemitism (Amherst, NY: Prometheus, 2008), 33. 15.John Esposito, “Practice and Theory: A response to ‘Islam and the Challenge of Democracy,’” Boston Review, April/May 2003; “AlQaradawi full transcript,” BBC News, July 8, 2004. 16.‘Atiyyah Saqr, “Jews as Depicted in the Qur’an,” Islam Online, March 23, 2004; available at Jihad Watch, http://www.jihadwatch.org/dhimmiwatch/archives/006908.php. 17. Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir Al-Jalalayn, 1218. 18. Tanwir al-Miqbas min Tafsir ibn Abbas, 65:12. 19.Jochen Katz, “The Seven Earths: Their Existence and their Location,” Answering Islam, n.d.; available online at: http://www.answeringislam.org/Quran/Science/seven_earths.html. 20.‘Atiyyah Saqr, “Jews as Depicted in the Qur’an.” 21.Ibid. 22.Ibid. 23.Ibid. 24.Ibid. 25.Bukhari, Sahih alBukhari, vol. 4, book 60, no. 3330. 26.‘Atiyyah Saqr, “Jews as Depicted in the Qur’an.” 27.Harry de Quetteville, “Christians still ‘swine’ and Jews ‘apes’ in Saudi schools,” Telegraph, June 25, 2006. 28.Alexandra Frean, “Teacher accuses Islamic school of racism,” The Times, April 15, 2008. 29.“PA Supervised Sermon: Jews the sons of apes and pigs,” IMRA, March 15, 2004. 247
30.“Egyptian Religious Endowments Ministry Official: The Pigs Living Today Are Descended from Jews—And Must Be Slaughtered,” Middle East Media Research Institute, Special Dispatch No. 2359, May 15, 2009. 31.“Egyptian Cleric Muhammad Hussein Ya’qoub: The Jews Are the Enemies of Muslims Regardless of the Occupation of Palestine,” MEMRITV Clip No. 2042, January 17, 2009. 32.Sayyid Abul Ala Mawdudi, Towards Understanding the Qur’an, vol. 1, p. 70. 33.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 1, p. 211. 34.Sayyid Qutb, In the Shade of the Qur’an, vol. 1, p. 62. 35.Sayyid Abul Ala Mawdudi, Towards Understanding the Qur’an, vol. 1, p. 73. 36.Abdul Hamid Siddiqi, trans. Sahih Muslim, book 41, no. 6985. 37.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 1, p. 245. 38. Ibn Ishaq, The Life of Muhammad, 182. 39.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 5, book 63, no. 3887. 40.Abdul Hamid Siddiqi, trans. Sahih Muslim, book 1, no. 309. 41.Ibn Ishaq, The Life of Muhammad, 182. 42.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 4, book 59, no. 3305. 43.Ibid., vol. 5, book 63, no. 3887. 44.Ibn Ishaq, The Life of Muhammad, 183. 45.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 8, pp. 271–72. Chapter Eight 1.Ibn Ishaq, The Life of Muhammad, 402–3. 2.Abdul Hamid Siddiqi, trans. Sahih Muslim, book 25, no. 5326. 3.Muhammad Aashiq Ilahi Bulandshahri, Illuminating Discourses on the Noble Qur’an, vol. 1, p. 375. 4.The Protoevangelium of James, NewAdvent.org; available online at: http://www.newadvent.org/fathers/0847.htm. 5.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 6, p. 237. 6.Ibid., vol. 2, p. 158. 7.Ibid., vol. 6, p. 244. 8.Ibid., 249. 9. Muhammad Aashiq Ilahi Bulandshahri, Illuminating Discourses on the Noble Qur’an, vol. 1, p. 386. 10.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 3, pp. 26–27. 11. Muhammad Aashiq Ilahi Bulandshahri, Illuminating Discourses on the Noble Qur’an, vol. 2, p. 8. 12.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 3, book 34, no. 2222. 13. Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 3, p. 32. 14.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 4, book 60, no. 3448. 15.Ibn Ishaq, The Life of Muhammad, 409. 16.Ibid., 410. 17.Abdullah Yusuf Ali, “On the Injil,” The Meaning of the Holy Qur’an (Beltsville, MD: Amana Publications, 1999), 291. 18.“Friday Sermons in Saudi Mosques: Review and Analysis,” Middle East Media Research Institute, Special Report No. 10, September 26, 2002. 19.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 1, book 10, no. 696.
248
Chapter Nine 1.Amatul Rathman Omar and Abdul Mannan Omar, “Introduction to the Study of the Holy Qur’an,” in The Holy Qur’an: Arabic Text-English Translation (New York: Noor Foundation International, 1990), 43-A. 2.“Islam protects rights of women: UK judge,” Dawn, December 2, 2005. 3.Muslim Women’s League, “Gender Equality in Islam,” September 1995; available online at: http://www.mwlusa.org/topics/equality/gender.html. 4.Tony Blair, “A Battle for Global Values,” Foreign Affairs, January/February 2007. 5.Murtaza Mutahheri, Woman and Her Rights, trans. M. A. Ansari, Al-Islam.org; available online at: http://www.al-islam.org/Womanrights/. 6.Abdul Hamid Siddiqi, trans. Sahih Muslim, book 8, no. 3467. 7.“Bangladesh retreats on women’s rights after clerics protest,” Agence France Presse, March 12, 2008. 8.Ashiq Ilahi Bulandshahri, Illuminating Discourses on the Noble Quran (Tafsir Anwarul Bayan), translation edited by Afzal Hussain Elias (Darul Ishaat, 2005), Vol. I, p. 503. 9.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 2, pp. 376–77. 10.Moni Basu, “Women in Iran march against discrimination,” CNN, June 19, 2009. 11.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 1, book 6, no. 304. 12.Ahmed ibn Naqib al-Misri, Reliance of the Traveller [‘Umdat al-Salik]: A Classic Manual of Islamic Sacred Law, trans. Nuh Ha Mim Keller (Beltsville, MD: Amana Publications, 1999), m11.10 (1). 13. Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 3, book 52, no. 2639. 14.“Wife Must Take Temporary Husband If She Wants To Keep Her Old One,” AHN Media Corp., August 21, 2006. 15.Ahmed Abdullah and Ismail Naseer, “Temporary marriage breaks a troubled knot, and brings a woman new happiness,” Huvaas, July 10, 2001. 16.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 7, book 67, no. 5119. 17.Baqer Moin, Khomeini: Life of the Ayatollah (New York: St. Martin’s Press, 1999), 30. 18. Abdul Hamid Siddiqi, trans. Sahih Muslim, book 8, no. 3363. 19.Sayyid Qutb, In the Shade of the Qur’an, vol. 1, p. 273; Sayyid Abul Ala Mawdudi, Towards Understanding the Qur’an, vol. 1, p. 173. 20.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 5, book 63, no. 3896; vol. 7, book 67, no. 5158. 21.Ramita Navai, “Broken lives: Nigeria’s child brides who end up on the streets,” Times Online, November 28, 2008; available online at: http://www.timesonline.co.uk/tol/news/world/africa/article5248224.ece. 22. Ibid. 23.“Morocco shuts schools advocating child marriage,” Agence France Presse, September 26, 2008. 24.Lisa Beyer, “The Women of Islam,” Time, November 25, 2001. 25.Robert F. Worth, “Tiny Voices Defy Child Marriage in 249
Yemen,” New York Times, June 29, 2008. 26.“Images of Extremes - German First Lady Eva Luise Köhler honors winning photographer in UNICEF Photo of the Year 2007 competition,” UNICEF; available online at: http://www.unicef.org/ceecis/media_8117.html. 27.Ibid. 28.Muhammad Aashiq Ilahi Bulandshahri, Illuminating Discourses on the Noble Qur’an, vol. 1, p. 500. 29.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 2, p. 375. 30.Muhammad Asad, The Message of the Qur’an, 118. 31.“Two wives,” Jerusalem Post, July 12, 2005. 32.“Islam: Moderate Muslims To Report Polygamy In Italy, Sbai,” ANSAmed, February 4, 2008. 33.Tom Godfrey, “Harems pay off for Muslims,” Toronto Sun, February 8, 2008. 34.“Oslo Muslims recommend polygamy,” Norway Post, January 12, 2004. 35.Jonathan Wynne-Jones, “Multiple wives will mean multiple benefits,” Telegraph, February 3, 2008. 36.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 1, book 4, no. 230. 37.Tom Godfrey, “Harems pay off for Muslims,” Toronto Sun, February 8, 2008. 38.“Polygamy in Sharon, MA!” Miss Kelly, November 9, 2007; available online at: http://misskelly.typepad.com/miss_kelly_/2007/11/polygamy-in-sha.html. 39. David J. Rusin, “Take My Wives, Please: Polygamy Heads West,” Pajamas Media, March 1, 2008. 40.Barbara Bradley Hagerty, “Some Muslims in U.S. Quietly Engage in Polygamy,” National Public Radio, May 27, 2008. 41. Maryclaire Dale, “Pa. bigamist slain hours before trip,” Associated Press, August 8, 2007. 42.Noor Javed, “GTA’s secret world of polygamy,” Toronto Star, May 24, 2008. 43.Qanta A. Ahmed, “Commentary: Wife-slapping not OK in Islam,” CNN, May 12, 2009. 44.Muhammad Asad, The Message of the Qur’an, 127. 45.Muhammad Aashiq Ilahi Bulandshahri, Illuminating Discourses on the Noble Qur’an, vol. 1, pp. 550–51. 46.Abu Dawud, Sunan Abu Dawud, English Translation with Explanatory Notes, trans. Ahmad Hasan (New Dehli, India: Kitab Bhavan, 1990), Book 11, no. 2141. 47.Abdul Hamid Siddiqi, trans. Sahih Muslim, book 4, no. 2127. 48.“Chad Struggles to Pass New Family Law,” VOA News, April 15, 2005. 49.“Turkish health workers condone wife beating,” Physorg.com, December 13, 2007. 50.“Tunisia: Home Violence, 1 of 5 Married Women Abused,” ANSAmed, August 12, 2008. 51.“Saudi Marriage ‘Expert’ Advises Men in ‘Right Way’ to Beat Their Wives,” FoxNews, November 2, 2007. 52.Mark Dunn, “It’s OK to hit your wife, says Melbourne Islamic cleric Samir Abu Hamza,” Herald Sun, January 22, 2009. 53.Steven Stalinsky and Y. Yehoshua, “Muslim Clerics on the Religious Rulings Regarding Wife-Beating,” 250
Middle East Media Research Institute, Special Report No. 27, March 22, 2004. 54.Keith Moore, “A scientist’s interpretation of references to embryology in the Qur’an,” reprinted in “Dr Keith Moore confirms embryology in Quran,” Quran & Science, nd; available online at: http://www.quranandscience.com/index.php?option=com_content&view=art icle&id=135:dr-keith-moore-confirmsembryology-inquran&catid=51:human&Itemid=63. 55.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 8, book 82, no. 816. Online version available at: http://www.usc.edu/schools/college/crcc/engagement/resources/texts/musli m/hadith/bukhari/082.sbt.html#008.082.816. 56.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir Al-Jalalayn, 180. 57.Barack Obama, Remarks By The President On A New Beginning, June 4, 2009. 58.Phyllis Chesler, “What is Justice for a Rape Victim?” On The Issues, Winter 1995. 59.Devika Bhat and Zahid Hussain, “Female Pakistani minister shot dead for ‘breaking Islamic dress code,’” Times Online, February 20, 2007; available online at: http://www.timesonline.co.uk/tol/news/world/asia/article1414137.ece. 60. Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 7, p. 67. 61.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir Al-Jalalayn, 756. 62.Sunan Abu Dawud, English Translation with Explanatory Notes, trans. Ahmad Hasan (New Dehli, India: Kitab Bhavan, 1990), Book 14, no. 2482. 63.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 7, p. 73. Chapter Ten 1.Detroit Free Press, 100 Questions and Answers About Arab Americans; available online at: http://www.freep.com/legacy/jobspage/arabs/. 2.Fedwa Wazwaz, “Does the Qur’an promote Violence?” Islamic Resource Group; available online at: http://www.islamicresourceonline.org/files/qv.html. 3.Ali ibn Ahmad al-Wahidi, Asbab al-Nuzul, trans. Mokrane Guezzou, Sura 109, altafsir.com. 4.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir AlJalalayn, 1359. 5.Muhammad al-Ghazali, Journey Through the Qur’an, 547. 6. Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 8, p. 331. 7.“Al Baqara (The Cow),” University of California, Center for Muslim–Jewish Engagement; available online at: http://www.usc.edu/schools/college/crcc/engagement/resources/texts/musli m/quran/002.qmt.html. 8.Muhammad Asad, The Message of the Qur’an, 51. 251
9.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir Al-Jalalayn, 69. 10. Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 1, p. 527. 11.Ibn Ishaq, Ibn Ishaq, The Life of Muhammad, 314. 12.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 1, p. 531. 13. Muhammad Aashiq Ilahi Bulandshahri, Illuminating Discourses on the Noble Qur’an, vol. 1, p. 235. 14.These include Ibn Abbas, Abu Al-Aliyah, Mujahid, AlHasan, Qatadah, Ar-Rabi bin Anas, As-Suddi, Muqatil bin Hayyan, and Zayd bin Aslam. 15.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir Al-Jalalayn, 385. 16.Abdul Hamid Siddiqi, trans. Sahih Muslim, book 10, no. 31. 17.“Surat at-Tawba: Repentance, Tafsir”; available online at: http://www.islamicity.com/forum/forum_posts.asp?TID=4106. 18.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 4, p. 405. 19.“Surat at-Tawba: Repentance, Tafsir.” 20. Bat Ye’or, The Decline of Eastern Christianity Under Islam: From Jihad to Dhimmitude (Madison, NJ: Fairleigh Dickinson University Press, 1996), 78–79. 21.Ibid., 271–72. 22.“Surat at-Tawba: Repentance, Tafsir.” 23.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 4, book 56, no. 3044. 24.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 4, p. 406. 25.“Surat at-Tawba: Repentance, Tafsir.” 26.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 4, p. 405. 27.Muhammad Asad, The Message of the Qur’an, 295. 28.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 4, p. 406. 29.Ibid., 406–7. 30.Sayyid Qutb, In the Shade of the Qur’an, vol. 8, p. 126. 31.Sayyid Abul Ala Mawdudi, Towards Understanding the Qur’an, vol. 3, p. 202. 32.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 1, book 4, no. 233. 33.Ibn Ishaq, The Life of Muhammad, 212–13. 34.Ibid. 35. Ibid. 36.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 4, p. 370. 37.Sayyid Abul Ala Maududi, ‘At-Taubah,” The Meaning of the Qur’an. 38.“Surat at-Tawba: Repentance, Tafsir.” 39.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir al-Jalalayn, 397. 40.“Surat at-Tawba: Repentance, Tafsir,” http://www.islamicity.com/forum/forum_posts.asp?TID=4106. 41.“Bin Laden’s Sermon for the Feast of the Sacrifice,” Middle East Media Research Institute, Special Dispatch No. 476, March 6, 2003. 42.“Surat at-Tawba: Repentance, Tafsir,” http://www.islamicity.com/forum/forum_posts.asp?TID=4106. 43.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir Al-Jalalayn, 398. 44.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 4, p. 376. 45.Ibid., vol. 2, p. 142. 46.Raymond Ibrahim, “Islam, War, and Deceit: A Synthesis (Part I),” Jihad Watch, February 14, 2009. 47.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 5, p. 530. 48.Mahmoud M. Ayoub, The Qur’an and its Interpreters, 253. 49.Abdul Hamid Siddiqi, trans. Sahih Muslim, 252
book 19, no. 4294. 50.Sayyid Qutb, In the Shade of the Qur’an, vol. 1, pp. 327– 30. 51.Eric Anderson, “Slain Islamic leader was outspoken,” Denver Post, October 21, 1993. 52.Sayyid Qutb, In the Shade of the Qur’an, vol. 1, pp. 327– 30. 53.Ibn Abu Dawud, Kitab al-Masahif, book 37, no. 4310. Chapter Eleven 1.Ahmed ibn Naqib al-Misri, Reliance of the Traveller (‘Umdat al-Salik): A Classic Manual of Islamic Sacred Law, p. xx, section o4.9. 2.Sultanhussein Tabandeh, A Muslim Commentary on the Universal Declaration of Human Rights, trans. F. J. Goulding (Guilford, England: F. J. Goulding, 1970). 3.C. S. Lewis, The Abolition Of Man (San Francisco: Harper, 2001), 84–87. 4.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 7, book 76, no. 5765. 5.ibn al-Hajjaj al-Qushayri, Sahih Muslim, book 28, no. 5612. 6.“Surat at-Tawba: Repentance, Tafsir”; article formerly available online at: http://ourworld.compuserve.com/homepages/ABewley/tawba1.html. 7.Ibn Kathir, Tafsir Ibn Kathir, vol. 4, p. 377. Chapter Twelve 1.Sita Ram Goel, The Calcutta Quran Petition (New Dehli, India: Voice of India, 1999), 276–77. 2.Ibid., 285. 3.Mohammed Marmaduke Pickthall, The Meaning of the Glorious Glorious Koran (New York: New American Library, 1991). 4.Sita Ram Goel, The Calcutta Quran Petition, 286. 5.Ibid., 302. 6.Ibid., 303. 7.“1993: Bombay hit by devastating bombs,” BBC News, March 12, 1993; “Special Report: Mumbai Train Attacks,” BBC News, September 30, 2006; “Pakistan admits Mumbai terror attack partly planned on its soil,” Associated Press, February 12, 2009. 8.Jalalu’d-Din Al-Mahalli and Jalalu’d-Din As-Suyuti, Tafsir Al-Jalalayn, 392. 9.Nicoline den Boer, “Dutch MP Wilders strikes again: calls for ban on Quran,” Radio Netherlands, August 8, 2007. 10.Ian Buruma, “Totally Tolerant, Up to a Point,” New York Times, January 29, 2009; available online at: http://www.nytimes.com/2009/01/30/opinion/30buruma.html. 11. “Mr Wilderss [sic] contribution to the parliamentary debate on Islamic activism,” Party for Freedom, http://www.groepwilders.com/website/details.aspx?ID=44. 12.Ibid. 13.“I have a question about offensive Jihad,” Islam Q & A Online with Mufti Ebrahim Desai, Question 12128 from Canada; previously available online at: 253
http://www.islam.tc/ask-imam/view.php?q=12128; article available online at Stealth Jihad: http://www.jihadwatch.org/archives/002530.php. 14.“Mr Wilderss [sic] contribution to the parliamentary debate on Islamic activism.” 15.Daniel Pipes, “The Pope and the Koran,” New York Sun, January 17, 2006. 16.Barack Obama, Remarks By The President On A New Beginning, June 4, 2009. 17.Bukhari, Sahih al-Bukhari, vol. 4, book 59, no. 3313. 18.Ahmed ibn Naqib al-Misri, Reliance of the Traveller (‘Umdat al-Salik): A Classic Manual of Islamic Sacred Law, Section r40.1. 19.John David Lewis, “‘No Substitute for Victory’: The Defeat of Islamic Totalitarianism,” The Objective Standard, vol. 1, no. 4, Winter 2006–2007. 20.Dexter Filkins, “Right at the Edge,” New York Times Magazine, September 7, 2008. 21.Abdul Hamid Siddiqi, trans. Sahih Muslim, book 4, no. 863.
254
Aanbevolen boeken:
De Politiek Incorrecte Gids van Islam (en de Kruistochten), R. Spencer, 173 p. Te Lezen op OnlineTouch (link juni 2020): https://onlinetouch.nl/zzpvertalers/politiek-incorrecte-gids-van-islam-en-kruistochten Te lezen op ISSUU (juni 2020): https://issuu.com/ghaisai1400/docs/politiek_incorrecte_gids_van_islam__d7034973eb4306
Vragen die Islam niet kan beantwoorden, J.K. Sheindlin, 130 p. Online gratis te lezen op ISSUU (link 2017): https://issuu.com/bickyghai/docs/vragen_die_islam_niet_kan_beantwoor
255
De Waarheid over Mohammed: Stichter van ’s werelds meest intolerante religie Te lezen op ISSUU (link 2020) https://issuu.com/ghaisai1400/docs/de_waarheid_over_mohammed_pdf
De Mensen versus Mohammed: Psychologische analyse Te lezen op ISSUU (per 2017) https://issuu.com/ghaisai1400/docs/sheindlin_jk_dutch_translation_v3.1_word20
256