5 minute read

gouds water en het veen (Ton van der Spiegel

in een van onze vorige Magazines hebben we al aangegeven dat gouda in 2022 haar 750-jarig (stadsrechten-)bestaan viert. gouda gelegen en omringd door water werd voor het eerst met de naam ‘golda’ aangeduid in een oorkonde van de bisschop van utrecht in 1143. gouda, liggend aan de gouwe, werd in de 20ste eeuw ook nog vaak aangeduid als Tergouw. de hele geschiedenis van gouda is doordrenkt met water. water dat de stad veel welvaart bracht, maar ook veel bedreigingen. Turf afkomstig uit nabijgelegen verveningen heeft hierbij een grote rol gespeeld en heeft gouda tevens veel van het nu nog steeds mooie viswater gebracht. we gaan in dit artikel eens bekijken hoe dat allemaal is gegaan.

gouwe

De Gouwe was oorspronkelijk een riviertje dat waarschijnlijk zijn oorsprong had in het veenmoeras van de tegenwoordige Voorofsche Polder bij Waddinxveen en de Polder Laag-Boskoop, aan de westzijde van de Gouwe. Door de eeuwen heen is de Gouwe een belangrijk vaarwater geweest en bovendien de boezem van vele polders in het midden van Zuid-Holland die veelal vrij afwaterden op het riviertje. In de loop van de 13de en 14de eeuw werden er echter sterke zomerdijken (kaden) langs de Gouwe aangelegd waardoor de sloten en vlieten die op de Gouwe uitkwamen, werden afgedamd. Hierdoor was een goede afwa-

van Moer naar Turf

De dorpen in het gebied daar hadden dan ook vaak namen die op de aanwezigheid van veen of moer duidden.

Moordrecht heette vroeger Moerdrecht. Ten noorden daarvan bevindt zich Moerkapelle. Dicht daarbij lagen de “Wilde Venen" en ten noorden daarvan Hoogeveen; beide grensden aan het toen zo geheten Waddingsveen. Slechts langs de Gouwe en bij Zevenhuizen was het veen ontgonnen tot bouwland; het overige land was onontgonnen moeras en broekbos. heet nog op een kaart van 1610 “'s Graven Wildert" . Het meeste veen lag toen relatief hoog en boven het grondwater. Het was in feite dus hoogveen. Na het verwijderen van plantengroei en een laag humus kon men de turven uitsteken. Na droging waren deze turven voor brandstof geschikt. Ze werden aangeduid met de naam "speteling" .

Dit is uitgespitte turf, die makkelijk brandde en een flink vuur gaf, juist wat de brouwers, pottenbakkers en steenbakkers en later ook de pijpenbakkers in Gouda nodig hadden.

de-gouwe-1600-J. -v.d. -Berge-1947

TurfTreKKer op een sChilderiJ van p.J.C. gaBriel CirCa 1880-1900 ColleCTie MuseuM BoiJMans van Beuningen

MoordreChTsChe verlaaT in 1939 gedeMpT groTe veenplassen onsTaan door vervening 1870

van spiTTurven naar slagTurven

Omdat de geschikte veengrond afneemt en het grondwaterpeil stijgt, neemt de Hollandse turfvoorraad rond 1500 af. Nieuwe technieken bieden uitkomst: vanaf 1530 gaat men over op natte turfwinning met de baggerbeugel: het zgn. slagturven. Hierbij baggeren veenmannen het veen uit tot wel vier meter onder water. Deze bagger wordt op legakkers gebracht om te drogen en om het vervolgens in baksteengrote turven te snijden. Na verdere droging varen de veenmannen de turven voor opslag naar de turfschuren. Door het baggeren voor slagturf ontstonden uiteindelijk veenplassen en meren van 2 à 3 meter diep. Door wind en golfslag breidden die plassen zich steeds verder uit. Gouda werd zodanig

reeuwiJKs verlaaT BreevaarT. 360 graden luChTopnaMe MalleMolen gouda.

bedreigd, dat het in 1635 werd verboden om binnen een straal van drie kilometer rond de stad te vervenen. Omstreeks het midden van de 17e eeuw begon de voorraad speteling, de licht brandbare turf voor de steenovens langs de IJsel en voor de pottenbakkerijen en pijpenmakers te Gouda, uitgeput te raken in het gebied ten oosten van de Gouwe. Baggerturf was er nog in overvloed, maar om speteling te krijgen, begon men net buiten de verboden drie kilometer rond Gouda aan het veengebied rond Sluipwijk en Reeuwijk. Dit veen was wel minder van kwaliteit, maar de behoefte aan deze turfsoort was nu eenmaal groot. In 1672 wordt voor de eerste maal over een vervening in Sluipwijk geschreven. Elfhoeve, 's-Gravenbroek en Ravensberg werden het eerst verveend. Tot in de eerste helft van de vorige eeuw werd nog steeds turf vanuit Sluipwijk en Reeuwijk (’s Gravenbroek) naar Gouda vervoerd.

vaarwegen voor de Turfhandel

De Gouwe en de parallel daaraan lopende Alpherwetering waren lange tijd de belangrijkste vaarwegen van de verveningen bij Waddinxveen. Ongelooflijk dat die Alpherwetering die ik nog als Tankval of Tankgracht ken uit mijn ‘jonge’ jaren vissend op karper in de Polder Kerk en Zanen bij Alphen a/d Rijn reeds in de Middeleeuwen als belangrijk afwateringskanaal is gegraven en over een lengte van 15 km helemaal onder Gouda in de Hollandse IJssel uitkwam.

Later is de loop van de wetering ter hoogte van ’t Weegje gewijzigd en aangesloten op de zogeheten Waddinxveensche Wetering. Van daaruit konden de turfschepen door de Moordrechtse Wije en Mallegatswije en via het Moordrechtsche Verlaat (in 1939 gedempt) afmeren aan de Turfsingel in Gouda waar hun kostbare lading kon worden gelost en verhandeld.

Een restant van de Mallegatswije is nog als viswater langs de Westerkade terug te vinden. Tegenwoordig loopt het meest zuidelijke deel van de Alpherwetering langs het Gouwekanaal tot aan de Tweede Moordrechtse Tiendweg, eveneens een mooi viswater van onze vereniging. Op een 360 graden luchtfoto is deze locatie met zicht op de Mallemolen mooi te overzien via vt-mallemolen.ghvgroenehart.nl. U kunt het ook bekijken door met een smartphone de QR-code bij de foto scannen. De turfroute vanuit Reeuwijk en Sluipwijk liep via het Reeuwijks Dubbel Verlaat naar het Goudse deel van de Breevaart en verder via de Karnemelksloot naar de Turfsingel.

Veel van de hierboven genoemde vaarwegen of restanten daarvan zijn nog steeds belangrijk viswater van onze vereniging. In een volgend Magazine zullen we daar meer over schrijven.

Ton van der spiegel

sCan de Qr-Code voor een 360 luChTpanoraMa van de MalleMolen gouda

Bronnen:

- De namen der Goudse straten, wijken, bruggen, sluizen, waterlopen en poorten. Dr. A. Scheygrond. Oudheidkundige Kring

“Die Goude” , Gouda, 1981. - De stad Gouda en de verveningen in haar omgeving. P. van Balen. Verzameling Bijdragen 5, Oudheidkundige Kring “Die

Goude” , Gouda, 1947. - Over turf, bakloon van pijpen, Goudsch aardewerk en nog wat. D.A. Goedewaagen. Verzameling Bijdragen 5. Oudheidkun dige Kring “Die Goude” , Gouda, 1947. - https://goudawaterstad.eu - https://geschiedenisvanzuidholland.nl/verhalen/de-zeventiende-eeuwse-turfwinning

This article is from: