QPQ2-2010 - het grote geluksnummer

Page 1

nummer 2 - juni 2010 - jaargang 1

Het nieuwe ondernemen

Het grote

geluksnummer : Een kans op de kermis met onder meer:

De wereld rond in 1460 dagen

9x lekker lang lezen social design: Wat een sneaker!

Mini-dossier: Sander Tideman:

duurzame communicatie van bankier tot boeddhist Quid Pro Quo


Fiat. De laagste gemiddelde CO2-uitstoot Ook Fiat gelooft in maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het is namelijk de gedachte achter onze Less is Genius-filosofie. Door het produceren van kleine, efficiÍnte auto’s geven we de bestuurder maximaal rijplezier met minimaal gebruik van middelen en ruimte. En daarom heeft Fiat de laagste gemiddelde uitstoot van Europa*. Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor uw portemonnee. Want door deze slimme technieken betaalt u bijvoorbeeld geen BPM, geen wegen-

L E S S

I S

M O R E ,

L E S S

I S


van Europa.* belasting en maar 14% bijtelling voor de Fiat Panda en de Fiat 500. Ga dus snel naar de Fiat-dealer bij u in de buurt of kijk op fiat.nl. Gem. brandstofverbruik: 4,4 - 6,6 l/100 km (1 op 15,2 - 22,7). CO2: 110 - 155 gr/km. Fiat. De laagste gemiddelde CO2 -uitstoot van Europa. *Bron: JATO Dynamics. Gebaseerd op de volumegerelateerde gemiddelde CO2-uitstoot (g/km) van de 25 best verkochte Europese automerken in 2009.

www.fiat.nl

B E T T E R ,

L E S S

I S

G E N I U S .


inhoud

10 Wat een sneaker!

Een kans op de kermis | Thema Geluk

Stel je voor: creatieve talenten uit Burkina Faso een kans geven door duurzame schoenen te fabriceren. !SYOU, een mix van design, durf en duurzaamheid, flikt het. Dat is sociaal ondernemen op internationaal niveau.

Kermisbaas Frans Stuy had last van hangjongeren op zijn kermis. In plaats van ruzie te maken, zette hij ze aan het werk op zijn kermis. Het werd een groot succes. Nu vraagt iedereen of hij niet nog meer jongens een baantje kan geven.

83  Kleine dingen leiden naar groot geluk | Thema Geluk Geluk zit in een klein hoekje.Vier sociaal ondernemers vertellen over wat zij doen om dat geluk de wereld in te brengen. “Of ik er zelf gelukkig van word? Natuurlijk, daarom doe ik het.”

134

4

48

130  De wereld rond in 1460 dagen In je zelfgemaakte zonnemobiel de wereld rond op weg naar spontante ontmoetingen. Ingrid van den Boogaard droomde erover. Inmiddels staat het voertuig klaar en kan ze ieder moment vertrekken. “Wat er ook gebeurt, het hoort bij de reis.”

144

Door de bomen het bos zien

Van bankier tot boeddhist

Een veelgeprezen product leidt niet per definitie naar een makkelijke financiering. Treemagotchi schakelde na de succesvolle pilot in korte tijd om van subsidies naar social investors om haar voortbestaan te garanderen. En met succes.

De succesvolle bankier Sander Tideman gooide compleet het roer om. “In China zag ik dat ons economische model andere waarden vernietigd.” Nu is hij op zoek naar een duurzaam economisch model dat wel werkt.

QPQ | 2 • 2010


Neem nu een jaarabonnement of geef QPQ, het nieuwe ondernemen, cadeau! ...en ontvang het boek ‘Hoe verander je de wereld’ van David Bornstein, als welkomsgeschenk.

Ondernemen is altijd sociaal Wat heeft een investeerder aan SROI?

10

Ondernemend zorgen of verzorgend ondernemen? Evelien Tonkes en Loek Winter over marktwerking in de zorg

22

Samen voor ons eigen... | Thema Geluk Wat maakt een persoon gelukkig? Wat maakt een samenleving gelukkig? En welke invloed heb je op elkaars geluk?

62

Enkel de euro maakt niet gelukkig | Thema Geluk Een verkenningstocht langs ruilsystemen, nieuwe munteenheden en rentevrije handelsnetwerken.

68

Geluk uit een potje? | Thema Geluk 5 sociaal ondernemers over wat hen gelukkig maakt

75

Lekker leesvoer voor de zomer 9 keer lekker lang lezen

91

Mini-dossier: Duurzame Communicatie Onderzoek naar eerlijke en verantwoorde communicatie

95

Gezocht: Het kabinet van de toekomst De politiek heeft nog heel wat stappen te maken.

110

Door de bomen het bos zien Treemagotchi: innovatief van subsidies naar social investors

134

Van bankier tot boeddhist Voormalig bankdirecteur Sander Tideman over kapitalisme

144

In ieder nummer Hoofdredactioneel commentaar QPQ Team Drijfveren en Estafette Win some, lose some Nobody is perfect Column Paul Iske Column Annemarie de Jong 180° Column Tatiana Glad Leven, liefde & lol – Good & Green Guide Geleijnse en Van Benthem eten uit Volgende maand

6 7 8, 166 29 45 46 88 109 130 157 162 167

5


Domweg gelukkig? Overdonderd zijn we door alle positieve reacties die we hebben ontvangen op de eerste QPQ. Superlatieven te over. Een paar reacties:

En dat geld niet gelukkig maakt, dat wisten we al. Maar welke ruil­ systemen kun je dan wel gebruiken?

“Wat krijgen we nou, dacht ik ... zo’n gelikte glossy voor het toch bij uitstek niet-glossy terrein van sociaal ondernemen. Met enige reserve

Maar natuurlijk is er meer, veel meer. Een kleine greep.

ben ik aan mijn bureau gaan zitten met een kop koffie en QPQ. Binnen

Tegen de tijd dat je dit nummer leest, is het luidruchtige verkiezings-

een minuut was ik verkocht.”

spektakel achter de rug en het grote formeren begonnen. Ik heb geen

“Wat heb je een geweldig blad gemaakt!” “Ontzettend veel nieuws:

glazen bol, dus een voorspelling durf ik niet te doen. QPQ’s Willemijn

inspirerend!!” “Vind het een verademing onder de bladen. Het ziet er

van Benthem is op onderzoek gegaan naar de vraag wie sociaal onder-

goed uit en het is hier niet van al die snelle mannen en vrouwen.”

nemers graag in het kabinet zien. Opvallende namen? Wat dacht je van

Onze mailbox stroomde over. Uiteraard hebben we alles gelezen – altijd fijn om complimenten te krijgen nietwaar. En tips. Via deze weg bedank

dance-festival ondernemer Duncan Stutterheim van ID&T? Om de politiek een nieuw imago te geven. Laten we in ieder geval hopen dat het

ik daarom iedereen. Want we hebben geen tijd gehad om alle mail te

nieuwe kabinet het voorbeeld van Barack Obama volgt en een Office of

antwoorden. Zou een dagtaak geweest zijn, en er moest natuurlijk hard

Social Innovation opzet.

gewerkt worden aan het komende nummer, deze editie dus.

Een paar nieuwe rubrieken hebben we ook. In ‘180˚’ vertellen mensen het moment dat hun leven omdraaide, en in ‘Nobody is perfect’ ver-

Het Grote Geluksnumer. Met de voortdurende recessie lees je steeds

klappen sociaal ondernemers hun zonde.

vaker dat mensen ongelukkig worden als ze geen werk hebben, depres-

Mocht je na het lezen van deze QPQ nog tijd overhebben, kijk dan

siever. Werkloosheid leidt ook, met name bij jongeren, tot ‘hanggedrag’

eens bij onze vakantieboekentop: de favoriete boeken van de QPQ-

en daar wordt de rest van de samenleving weer minder gelukkig van.

redacteuren. Zit vast een inspirerend boek bij.

Rasechte Amsterdammer Frans Stuy heeft daar een simpele en heel effectieve oplossing voor gevonden: op zijn kermis biedt hij die groep

Petra Kroon, Hoofdredacteur QPQ

werk. Heel veel vliegen in een klap: Stuy gelukkig, de jongeren gelukkig

Reageren? Mail naar: petra@qpq-magazine.nl

en wij gelukkig. Uit een onderzoek van verzekeraar Reaal, dat deze maand gepubli-

PS. Of QPQ ook op duurzame manier gemaakt is, kreeg ik vaak als vraag. Want

ceerd wordt, blijkt dat de helft van de ondernemers hun werk leuk

zo’n mooi papier en zulke heldere kleuren dat kan toch onmogelijk op een verant-

vindt. Gecombineerd met onderzoek dat mensen gelukkig worden van

woorde manier, was de ondertoon. Om iedereen die met die brandende vraag leeft

altruïstisch gedrag, kan het niet anders dan dat sociaal ondernemers de

gerust te stellen: Tuurlijk, QPQ is superverantwoord. ‘Goed’ papier, bio-inkt, zo mijn

gelukkigste mensen zijn. In een fotoreportage vertellen er vijf wat hen

mogelijk chemisch middelen, CO2-neutraal en met groen stroom.

gelukkig maakt.

Colofon QPQ, het nieuwe ondernemen QPQ is een initiatief van Uitgeverij Flexx in samenwerking met de Stichting Sociaal Ondernemen (SSO).

Adviesraad: Emmy Jansen, Edgar Neo, Nathalie Verdonschot, Jasper van Impelen Coverfoto: Jacqueline Dersjant

Uitgeverij Flexx BV Postbus 1366 5200 BK ’s Hertogenbosch t 073-613 20 34 e info@vormstrateeg.nl Hoofdredactie: Petra Kroon e petra@qpq-magazine.nl Eindredactie: Esther Bernart Advertentieacquisitie: Frank Mader e sales@vormstrateeg.nl

6

QPQ | 2 • 2010

Oplage: 3.000 exemplaren Drukkerij: Antilope NV www.antilope.be Vormgeving en opmaak De Vormstrateeg Postbus 1366 5200 BK ’s Hertogenbosch t 073-613 20 34 e info@vormstrateeg.nl

Info disclaimer Alle auteurs- en/of databankrechten worden uitdrukkelijk voorbehouden. Behoudens de in de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave van QPQ zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd, opgeslagen in enig geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enigerlei vorm of op enige wijze. Aan de verstrekte informatie in deze uitgave van QPQ kunnen geen rechten worden ontleend. Hoewel aan het samenstellen en het totstandkomen van deze uitgave van QPQ de uiterste zorg is besteed, kan de afwezigheid van (druk)fouten, onjuistheden, onvolkomenheden en/of onvolledigheden niet worden gegarandeerd en aanvaarden de auteur(s), de redacteur(en) en de uitgever geen enkele aansprakelijkheid voor eventueel voorkomende (druk)fouten, onjuistheden, onvolkomenheden en/of onvolledigheden, noch ook voor de gevolgen hiervan. De uitgever legt de gegevens van de ontvangers van QPQ vast voor toezending van de uitgaven QPQ, welke zodanige gegevens ook door de uitgever kunnen worden gebruikt om hen informatie te verstrekken over relevante producten en diensten. Bij bezwaar daartegen kan contact worden opgenomen met de uitgever.


Fotografie: Bouwe van den Ende

QPQ team

Noor Backers | redacteur “Mensen spreken graag over wat geluk persoonlijk voor hen betekent.Vaak is dat toch het volgen van hun hart, werken aan dat wat hen werkelijk boeit en beweegt. Daar komen geweldige initiatieven uit voort.”

Jolanda Breur | redacteur “Duurzame communicatie is een ongrijpbaar begrip. Maar tijdens de interviews met professionals kwam toch een definitie bovendrijven: duurzaam communiceren doe je door duurzaam te deugen.”

Redacteuren Noor Backers Willemijn van Benthem Jolanda Breur Annemarie Geleijnse Roos Menkhorst Eva Prins Catrien Spijkerman Marieke van der Velden

Columnisten Annemarie de Jong Paul Iske Tatjana Glad

Annemarie Geleijnse | redacteur “Hoewel de krakende skype-verbinding een echt interview vrijwel onmogelijk maken; bracht het aanstekelijke enthousiasme van François Ouédraogo me in een klap in Burkina Faso.”

Redactiecoördinatie Moniek Jakobs

Sales Frank Mader

René Ebbeng | ontwerper “De ontwerpfase van QPQ 2 was een periode vol inspiratie en energie. De aansprekende artikelen en rijke beelden vertellen een schitterend verhaal!”

Marketing Koos de Bie

Vormgeving René Ebbeng

Moniek Jakobs | redactiecoördinator

“Kleine dingen leiden naar groot geluk. Dat geldt zonder meer voor de vier projecten die in deze gelukseditie uitgelicht worden, deze goede ideeën moeten zeker gepromoot en gestimuleerd worden!”

Fotografie Jacqueline Dersjant Anja Dierix Frank Groeliken Vivian Keulards Isabel Nabuurs

Vivian Keulards | fotograaf “Wat een gaaf bedrijf, GreenGraffiti! Zo eenvoudig, slim, duurzaam, creatief en hip! Vraag om hun briljante bedrijfs­brochure en je vergeet ze nooit meer!”

Isabel Nabuurs | fotograaf “De studenten van de Willem de Kooning Academie in Rotterdam zijn geweldig op weg met hun bruisende breinen. Mooi om de verschillende benaderingen te zien!”

7


Duurzaamheid is leuk Niet André van Duin-leuk maar gewoon mooi, positief, genieten

Tekst: Petra Kroon | Fotografie: Jacqueline Dersjant

8

QPQ | 2 • 2010


drijfveren

Ynzo van Zanten is oprichter van Green Inc. dat bedrijven adviseert over duurzaamheid. “Dat het anders moest, drong jaren ge­le­den tot me door toen ik tijdens mijn wereldreis ging duiken op de Galapagos­ eilanden. Zo mooi. Zoveel vissen. Zoveel leven. Ik vroeg me af waarom dat in andere wateren zoveel minder was. Daar ben ik over gaan lezen en zo is bij mij het inzicht ontstaan over duurzaamheid. Dat we niet meer verder kunnen op die oude, verspillende manier. Tot voor een paar jaar terug belandde je dan direct in de geitenwollen sokken- en consuminderensfeer. Dat is tegenwoordig - gelukkig niet meer het geval.

Duurzaamheid is leuk. Niet André van Duin-leuk maar gewoon mooi, positief, genieten. Met Green Inc. probeer ik dat ook duidelijk te maken. Ik sla een brug tussen groen weten en groen doen. Tussen bedrijven die groene innovaties ontwikkelen maar dat niet goed kunnen overbrengen en bedrijven die wel groen willen maar niet weten hoe. Wat bij die laatste groep opvalt, is dat duurzaamheid vaak niet in hun prioriteitenlijst staat. Kom je bij zo’n echte ondernemer binnen, zegt ‘ie dat het bij hem enkel draait

om omzet. Zeg ik: “Concentreren we ons eerst daarop. Beginnen we bijvoorbeeld bij verlichting.” Dan reken ik voor dat het gebruik van ledlampen zich in 1,5 jaar terugverdient, is ‘ie gauw om hoor. Duurzaam kapitalisme, noem ik dat. Waarom ik me op duurzaamheid richt? Het is een cliché, maar daarom niet minder waar: aan het eind van mijn leven wil ik mijn kinderen recht kunnen aankijken en zeggen dat ik de wereld beter heb geprobeerd te maken.”  ◆

9


De mix van sociaal ondernemerschap en design van !SYOU Tekst: Annemarie Geleijnse

n e e t a W

a e sn 10

QPQ | 2 • 2010


! r e ak Tekst: Annemarie Geleijnse |Foto:xxxxxxxxxxxxxx

11


Samen met jong creatief talent uit ontwikkelingslanden een sneaker op de markt zetten, die niet alleen spectaculair mooi en goed is, maar ook nog eens de lokale creatieve industrie stimuleert en een internationale kruisbestuiving bewerkstelligt. !SYOU mixt sociaal ondernemerschap met design en flikte het! Wat een sneaker!

Stel je voor. Je bent een kunstenaar die waanzinnig mooie dingen maakt. Kunst die gezien mag worden. De metershoge muurschilderingen die je in Burkina Faso maakt ten spijt lukt dat op grote schaal niet. Totdat een Nederlandse dame ergens een piepklein tekeningetje van je ziet, je opspoort en vraagt mee te doen aan !SYOU. En dan gaat het balletje rollen. Je ontwerpen prijken op een nieuwe revolutionaire sneaker en op de verpakkingen. In coproductie met Nederlandse creatieven kom je tot nieuwe initiatieven. Het verhaal achter de schoen wordt rondverteld, in Nederland, maar ook daarbuiten. Jouw profiel komt op de !SYOU-site en je kunt een langgekoesterde wens om kunstlessen te geven aan kinderen gaan waarmaken. Je krijgt een deel van de opbrengst van iedere verkochte sneaker. In de toekomst kom je ook nog eens in contact met kunstenaars in andere landen die ook in !SYOU gaan participeren. I see you Stel je voor! Voor Wilfried de Paul werd dit werkelijkheid. Dankzij !SYOU is één ding zeker: hij wordt gezien. Dat is dan ook de filosofie achter deze sneaker met de goedgetroffen naam; het klinkt als ‘shoe’ maar staat voor ‘I See You’. De naam komt uit de koker van initiatiefnemer Merijn ten Thije zelf. Gezeten op een leeg biervat in het tijdelijke kantoor aan de Amsterdamse Vijzelgracht vertelt hij enthousiast over de betekenis van !SYOU. “Wij zien overal talenten”, stelt hij. Juist de DAC-landen, landen die door de OESO erkend zijn als ontwikkelingsland, vormen zijn inspiratiebron. Het idee om dat creatieve talent in ontwikkelingslanden te koppelen aan sneakers werd geboren tijdens zijn studie Bedrijfskunde. Tijdens een stage in Afrika zag hij hoeveel mogelijkheden dat continent bood. Tegelijkertijd constateerde hij dat de sneakermarkt behoorlijk gesloten was en hunkerde naar iets nieuws.

12

QPQ | 2 • 2010

Ten Thije bedacht een sneakerrevolutie waarbij niet alleen in cocreatie met talent uit DAC-landen aan verrassende ontwerpen wordt gewerkt, maar waarbij een teruggeefmodel ervoor zorgt dat de creatieve industrie in het DAC-land wordt gestimuleerd en creatieve talenten als Wilfried de Paul ook persoonlijk delen in de opbrengst. “Ik wil een sneakermerk neerzetten dat vanuit bepaalde idealen zo goed mogelijk gemaakt wordt.” Design voor ontwikkeling Na diverse grote NGO’s te hebben benaderd met zijn idee, vond hij gehoor bij Hester Ezra van het kleinere, maatwerk leverende Butterfly Works. “Sindsdien hebben we heel wat uurtjes samen doorgebracht”, lacht Hester Ezra aan de andere kant van de tafel. Ze vertelt hoe Ten Thije bij Butterfly Works kwam, geïnspireerd door het verhaal van Katja Schuurman met haar Return to Sender. “In het idee van Merijn zagen we meteen wat. Het sluit heel erg aan bij de filosofie van Butterfly Works om design te gebruiken om ontwikkeling tot stand te brengen. Merijn ging zelf ook direct uit van het idee van cocreëren, het gelijkwaardig samenwerken met talenten.” Het zoeken van talenten is voor Ezra gesneden koek. Zelf ontwerper, reist ze voor Butterfly Works al tien jaar de wereld over om talent te vinden voor diverse projecten. Voor !SYOU rende ze in Burkina Faso “als een dolle tien dagen heen en weer”. Doel was het vinden van drie talenten: een ontwerper, een fotograaf en een copywriter. Ze lichtte haar netwerk in, sprak en bezocht zoveel mogelijk mensen en struikelde uiteindelijk bij toeval over een tekeningetje van tien bij vijftien centimeter. “Ik wist het meteen, hem moeten we hebben!” Na een zoektocht van twee dagen, overal vragend wie de man van dat kleine tekeningetje was, vond ze hem: Wilfried de Paul. Aan de muur van het Amsterdamse kantoor hangen voorbeelden van zijn grafisch aandoende tekeningen.


Wij kiezen juist voor de landen die niet erg standaard zijn. Landen waarin creatief talent wel degelijk aanwezig is, maar weinig kansen krijgt.

13



Petrovsky & Ramone Stel je voor. Je bent een talentvol fotograaf in Burkina Faso. Wat zou het mooi zijn als je foto’s ook internationaal gezien worden. Stel je voor. Ook voor François Ouédraogo betekende !SYOU een enorme stap in zijn carrière. Hij deed mee aan een pitch, presenteerde een rake proefopdracht en werd gevraagd als fotograaf voor de eerste sneakereditie. De opkomende Nederlandse modefotografen Petrovsky & Ramone kwamen een week over naar Ouagadougou om samen met hem ter plekke de fotoshoot te doen. De krakerige, galmende telefoonverbinding maakt het lastig om het verhaal van Ouédraogo zelf goed op te tekenen. Maar dat hij enthousiast is, is overduidelijk. “Magnifique”, was het. En nee, al kende hij de Nederlandse dames vooraf niet, hij was direct onder de indruk van hun werk. Vooraf had hij met Hester Ezra doorgenomen wat hij graag zou leren, zodat de komst van het Nederlandse duo ook direct voor enige bijscholing kon zorgen. “Hun stijl van fotograferen is heel anders dan die van mij”, vertelt Ouédraogo. “Dat was voor mij inspirerend: het kan allemaal wat losser. Verder heb ik heel veel geleerd over de belichting.” Op de vraag wat de Nederlandse dames van hem hebben geleerd, volgt een bulderende lach. “Daar waag ik me niet aan. Dat durf ik echt niet te zeggen.”

Het teruggeefmodel van !SYOU Een sneaker van !SYOU kost 150 euro. Van dat geld gaat tien procent terug naar het jonge talent. Tien euro krijgen de talenten rechtstreeks, vijf euro wordt besteed aan het begeleiden van het talent. De deelnemende ontwerpers, fotografen, tekstschrijvers en eventueel ook ander creatief talent schrijven een businessplan om hun eigen creatieve business een impuls te geven. Voorwaarde is dat zij daarmee ook minstens

Op sleeptouw Ten Thije wijst erop dat los van die ene week ware cocreatie er ook een verdere uitwisseling op gang is gebracht. Hij vindt het geweldig om te zien dat Petrovsky & Ramone op Facebook

150 anderen in hun omgeving moeten beïnvloeden. De kunstenaar Wilfried de Paul wil dit bijvoorbeeld gaan doen door zich op het kunstonderwijs te richten.

15


!SYOU sluit heel erg aan bij de filosofie van Butterfly Works om design te gebruiken om ontwikkeling tot stand te brengen.

16

QPQ | 2 • 2010


TEDx Ceci n’est pas un sac! Niet zomaar een tas, maar een tas gemaakt in Burkina Faso van biokatoen, bedrukt met het artwork van de lokale kunstenaar Wilfried de Paul in een plaatselijke zeefdrukkerij. Daarmee trok !SYOU in november 2009 de aandacht van een bijzonder publiek. Alle 550 binnen- en buitenlandse bezoekers van TEDx, de eerste Nederlandse editie van het in Amerika befaamde congres over Technologie, Entertainment en Design (TED), kregen bij binnenkomst de tas cadeau. “This is not a bag, this is cocreation”, zegt Merijn Ten Thije. “Waanzinnig dat al die mensen nu het resultaat daarvan in handen hadden.”

aan François laten weten dat hij in Amsterdam kan deelnemen aan een fotowedstrijd. “Hij heeft die dames daar een week mee op sleeptouw genomen. Talent meets talent. Je ziet dat er dan echte uitwisseling ontstaat.” Hij vertelt hoe ook de copywriter daar constant teksten “heen en weer pingpongt” met iemand hier in Nederland. “Supermooi dat dat kan.” Ezra en Ten Thije tonen het resultaat van de fotoshoot en de beelden die zijn gemaakt van de shoot zelf. Want het verhaal van de wording, dat komt ook weer op de site. Ten Thije: “We willen het verhaal vertellen van het product, het talent voorstellen. Dat is ook de reden dat de sneaker alleen online verkrijgbaar is. Op de site kun je, ondersteund door filmpjes en foto’s, heel goed laten zien wat de filosofie achter deze sneaker is.” Hoe mooi die filosofie in elkaar steekt, wordt in dit Amsterdamse tijdelijke kantoor prachtig duidelijk. Met filmpjes en foto’s ondersteunen Ten Thije en Ezra hun verhaal waarbij keer op keer gewezen wordt op de mooie coproductie. We zien hoe in Burkina Faso in een zeefdrukkerij tassen van biokatoen bedrukt worden die de TEDx-bezoekers kregen. Het design is van Wilfried de Paul, het etiket is ontworpen door het Nederlandse bureau DAY. Ten Thije wijst op een tekening aan de muur van kartonnen kokers met daarop het grafische werk van De Paul. “Dat worden onze schoenendozen. De kokers gaan vervolgens in een gezeefdrukte tas van biokatoen.” Zeefdrukkerij Ezra benadrukt dat !SYOU op kleine schaal de zeefdrukindustrie - in Afrika zwaar onder druk door goedkope Chinese producten – probeert te stimuleren. Datzelfde geldt voor het biokatoen: Er is nog te weinig vraag naar waardoor fabrieken niet het hele productiesysteem willen aanpassen. Ezra vond een samenwerkingspartner die het wel met hart en ziel doet. “Je kunt zeggen dat !SYOU een druppel op de gloeiende plaat is, maar we doen het wel. Vanuit Nederland komt er een hele subtiele boodschap. Je laat zien dat kwaliteit in biokatoen mogelijk is. We zagen ook bij Return to Sender hoe ongelooflijk veel dat kan doen met de public awareness in Nederland.” In Burkina Faso zelf is zo’n boodschap ook niet overbodig. Het gevoel dat de creatieve sector een belangrijk onderdeel kan zijn van de economie leeft daar nauwelijks. De kanga’s met afdrukken van de president erop die veel vrouwen daar bij officiële bij-

17



eenkomsten dragen, laat de president in China drukken. Ezra: “Dat geeft geen impuls aan de lokale creatieve industrie. Het is geen teken van waardering van het ontwerptalent en de vak­ kennis die in het land wel degelijk aanwezig is. Die boodschap willen we met !SYOU, hoe subtiel ook, wel afgeven.” Colombia Stel je voor. Je bent jong, woont in Colombia en barst van het talent. Je zoekt naar wegen om gezien te worden; binnen maar ook buiten Colombia. Ook in Colombia krijgen jonge creatieven de kans om te laten zien wat ze kunnen. Na de aftrap in Burkina Faso is Colombia het volgende land dat !SYOU aandoet. Op een eerste oproep in lokale kranten en universiteitsbladen zijn heel veel aanmeldingen binnengekomen. De verwachting is dat in Colombia niet wordt ingezet op biokatoen maar op leer. Het is de bedoeling om straks het jonge talent in Burkina Faso in contact te brengen met de !SYOU-talenten uit Colombia. Ezra: “We gaan Zuid-Zuid met elkaar verbinden. Die olievlek zal steeds verder groeien naarmate er meer landen mee gaan doen.” Ten Thije kan niet wachten tot de volgende edities uit nieuwe landen uit de gespecialiseerde fabriek in Portugal rollen. Hij toont de sneakers – erg mooi trouwens – en wijst op een detail

in de schoen. Het is gemaakt van gevlochten hergebruikt plastic uit Burkina Faso. De veters komen uit de zeefdrukkerij. Voor de koperen oogjes lukte dit niet. In de gieterij die Ezra bezocht, werd op badslippertjes zonder enige bescherming gewerkt met het kokende materiaal. Ten Thije: “We willen een kwaliteitsproduct waarbij we zeker weten dat het onder eerlijke omstandigheden wordt gemaakt. We willen dat de consument het verhaal achter de schoen kent en een warm hart toedraagt, maar vooral ook de schoenen koopt omdat ze gewoon waanzinnig mooi zijn en lekker zitten.” Hij vertelt hoe hij na zijn studie aanbiedingen voor mooie banen afsloeg omdat dit is wat hij wilde doen: het bewerkstelligen van een sneakerrevolutie en daarmee ook nog eens iets betekenen voor ontwikkelingslanden. Bloed, zweet en tranen, heeft hij erin zitten. Nachten doorwerken. Hij straalt als hij vertelt over wat het oplevert. Bijvoorbeeld de enorme boost die het geeft aan een kunstenaar als Wilfried de Paul om zijn ontwerpen op sneakers gedrukt te zien, op affiches, schoenenkokers, tasjes. Beeldvorming Ten Thije wil de beeldvorming over ontwikkelingslanden te veranderen. Noem de schoen dan ook vooral geen ‘sneaker tegen armoede’ wat dat slaat de plank totaal mis. “We doen niet

19


We doen niet aan klassieke armoedebestrijding. We willen de wereld niet redden. Wat wij doen is samenwerken met het enorme talent uit die landen. 20

QPQ | 2 • 2010


Butterfly Works Butterfly Works is een social design agency waarin design leidend is voor het beantwoorden van internationale sociale vraagstukken. Een team van creatieve geesten koppelt design aan inhoud. Het bureau kreeg - onder meer - bekendheid als een van de founding fathers van Katja’s Schuurmans ‘Return To Sender’. Dit project koopt tegen een eerlijke prijs bijzondere producten in de armste gebieden van de wereld om die in de Hema te verkopen. De winst gaat terug naar lokale producenten en educatieve projecten. Het bureau bestaat sinds 1999 en is opgericht door Hester Ezra samen met Emer Beamer en Ineke Aquarius. Naast een social design afdeling is er ook een learning afdeling waar social media wordt ingezet voor duurzame verbetering. Het bureau ontving in de afgelopen jaren diverse nationale en internationale prijzen als erkenning voor hun innovatieve visie. Voor meer informatie: www.butterflyworks.org

aan klassieke armoedebestrijding. We willen de wereld niet redden. Wat wij doen is samenwerken met het enorme talent uit die landen.” Hij toont prachtige foto’s van François Ouédraogo waarop een groep modern geklede jonge Afrikanen opgewekt rondhangt. “Het laat zien dat het groepsgevoel, de passie voor muziek en mode, hetzelfde is als wij dat hier kennen. Een totaal ander beeld dan dat van een kind met een vlieg in het oog.” Zo hoopt hij ook voor Colombia, het land dat toch vooral wordt geassocieerd met drugs en geweld, iets te kunnen kantelen in de beeldvorming. “Wij kiezen juist voor de landen die niet erg standaard zijn. Landen waarin creatief talent wel degelijk aanwezig is, maar weinig kansen krijgt.” Als het !SYOU aanslaat bij de consument kan het groot worden, denkt Ten Thije. Hoe meer landen betrokken worden, hoe groter het internationale netwerk dat ontstaat. “We zijn nu nog een echte Calimero. Super klein maar met grote ambities. Ik doe alles wat binnen mijn macht ligt om het tot een succes te maken.” De eerste sneakers zijn in een oplage van 600 sinds medio mei online verkrijgbaar. Op de site www.isyou.com kun je zien waar je de schoen kunt gaan passen. Ten Thije: “Het doel is natuurlijk om na de kleine eerste oplage steeds verder uit te groeien. Als de sneaker goed gaat lopen, kunnen we steeds meer talent gaan ondersteunen. Uiteindelijk is het aan de consument hoeveel we voor anderen kunnen betekenen.”  ◆

21


Wat is de impact van de barbecue op de straat? Er zijn vast ook straten die dringender geld nodig hebben om nader tot elkaar te komen en daardoor meer rendement leveren.

22

QPQ | 2 • 2010


“ SROI toont aan wat de financiële

Ondernemen is altijd sociaal en de sociale opbrengsten zijn van

initiatieven. Je wilt dat het bedrijf

efficiënt en serieus met de investering

omgaat.”

Tekst: Willemijn van Benthem

23


Sociaal ondernemers roepen investeerders op in hen te investeren. Hun motivatie? Dat het investeerders behalve ROI, ofwel geld, ook SROI oplevert, het zogeheten Social Return On Investment. Impact dus. Maar wat heeft een investeerder daar aan?

Voor wat, hoort wat. Helemaal in de huidige kredietcrisis is het belangrijk om investeerders te laten weten wat ze kunnen verwachten van hun investering. Je steekt toch geld in een organisatie. En hard gezegd, wat levert dat de investeerder uiteindelijk op? Peter Scholten van bureau Scholten & Franssen is een van de ontwerpers van de SROI-methode. Zoals hij de methode zelf omschrijft: een gestructureerde manier om voor investeerders te tonen wat de impact is van sociaal ondernemen. Normaliter staat in het financiële plan van een onderneming de post ROI genoemd, ofwel, het return on investment. Wat verdien je op de investering die je doet? Wat is het rendement daarvan. Een belangrijke post, want het is de graadmeter die berekent of een bedrijf goed onderneemt met het geld. Bij een sociaal ondernemer is dat volgens Scholten lastiger om uit te rekenen. Hij noemt het voorbeeld van Valid Express, het koeriersbedrijf waar mensen werken met een lichamelijke handicap of chronische ziekte, opgezet door sociaal ondernemer Nicolette Mak. “Dat bedrijf kan niet dezelfde omzet draaien als een ‘gewoon’ koeriersbedrijf. Alleen al door hun werknemers krijgen ze te maken met hogere kosten om de auto’s zodanig aan te passen dat de gehandicapte koeriers ze kunnen besturen. En ze kiezen bewust voor gehandicapte mensen en niet voor winstmaximalisatie.” Dat hoeft voor investeerders geen probleem te zijn, want die kunnen ervoor kiezen in een dergelijk bedrijf geld te steken om sociale doelen na te streven. Volgens Scholten is het echter gezond voor investeerders om te weten wat het hen oplevert. Alleen, hoe bereken je dat? Scholten: “Mensen willen vaak zaken in geld proberen uit te drukken, want geld is ons meetinstrument.” SROI toont aan wat de financiële en de sociale opbrengsten zijn van initiatieven. Wat de impact is van de investering, heeft het nut gehad? Zijn prestaties verbeterd? “Je wilt toch dat het bedrijf efficiënt en serieus met de investering omgaat.”

24

QPQ | 2 • 2010

Projectenkerkhof Scholten legt het begrip SROI uit aan de hand van een simpel voorbeeld: de zomerse barbecue die jaarlijks door de bewoners van zijn straat wordt georganiseerd. Sinds kort wordt dit evenement ondersteund door een gemeentelijke subsidie. Scholten: “Best raar natuurlijk, want wij hebben die subsidie eigenlijk niet nodig.” Maar nog vreemder vindt hij het dat je niet hoeft aan te tonen wat met die feestelijke avond wordt bereikt. Wat is de impact van de barbecue op de straat? Scholten vertelt dat hij en zijn straatgenoten al jaren goed met elkaar omgaan. “Maar er zijn vast ook straten die dringender geld nodig hebben om nader tot elkaar te komen en daardoor meer rendement leveren.” Een andere belangrijke vraag is of het bedrijf überhaupt levensvatbaar is. Volgens Scholten nemen mensen vaak toch al genoegen met het goede gevoel dat ze krijgen door te investeren in een ‘goede’ onderneming. “Nederland is inmiddels een projectenkerkhof. Voor iedere doelgroep zijn tien projecten opgezet, maar wat doen ze, hoe dragen ze daadwerkelijk bij?” Scholten vindt dat goed moet worden onderzocht waar behoefte aan is. Hij noemt het voorbeeld van waterputten in Afrika. Scholten: “Willen de bewoners die waterputten wel? Want het is vaak genoeg gebleken dat vrouwen liever naar de rivier lopen om daar te kunnen bijpraten. Met de waterputten midden in het dorp, hebben ze een sociale ontmoetingsplaats verloren.” Het is niet dat Scholten motieven wantrouwt van sociaal ondernemers, maar hij wil juist de kosten en baten op een rijtje zetten omdat hij de maatschappelijke waarde op de kaart wil zetten. “Een balans is een weergave van het bedrijf. Een restaurant zet ook de goodwill op zijn balans. Met SROI kun je het rendement berekenen van de maatschappelijke investeringen.”


Je kijkt als investeerder naar meer zaken dan alleen ROI. Je wilt ook meewerken aan vooruitgang, in de breedste zin van het woord. Sociale risico’s Als investeerder heeft Mark Hillen direct met rendement te maken. Hij werkte meer dan twee decennia als consultant bij Accenture toen hij besloot voor zichzelf te beginnen. Hij kent het begrip SROI natuurlijk. En nee, hij vindt het geen onzin, maar is wél van mening dat sociaal ondernemers net zo goed rendement – ROI – moeten leveren als ‘gewone’ ondernemers. “Alle ondernemers moeten efficiënt werken. En daarbij ken ik weinig ‘gewone’ ondernemers die winstmaximalisatie als eerste doel hebben. De meeste mensen gaan in eerste instantie voor het product dat er uiteindelijk moet komen, dat heeft meer te maken met passie.” Hij spreekt liever niet over sociaal ondernemers als speciale groep, omdat het dan net lijkt of een sociaal ondernemer niet op het geld hoeft te letten. “Dat is onzin. Geld is de zuurstof van een ondernemer. Als je structureel minder geld binnen krijgt dan eruit gaat, loopt het bedrijf niet goed en maak je minder winst. Dan ben je eerder een goed doel.” Hij noemt de naam Ruud Koornstra van Tendris. “Hét voorbeeld van een goéd en van een sociáál ondernemer.” Hillen maakt liever een ander onderscheid, namelijk tussen sociale ondernemers en asociale ondernemers. De laatste groep bestaat naar zijn idee uit ondernemers die bijvoorbeeld willens en wetens in negatieve zin met kinderarbeid en milieuvervuiling te maken hebben. “Je hebt daar duidelijke voorbeelden van. Neem een Shell, dat bedrijf heeft jarenlang zwavel gestopt in benzine omdat het voor hun goedkoper was. Maar daardoor werd de lucht enorm vervuild met directe gevolgen voor de volksgezondheid. Dus zo goedkoop is dat uiteindelijk niet voor de maatschappij.” In dat soort bedrijven investeert Hillen niet. “Je kijkt als investeerder naar meer zaken dan alleen ROI. Je wilt ook meewerken aan vooruitgang, in de breedste zin van het woord.”

Daarom zal hij bij bepaalde investeringen niet per se een hoog rendement verwachten. Zoals bij beginnende bedrijven. “De maatstaf is niet zozeer de hoogte van het rendement, maar het risico dat je neemt en de uiteindelijke eindopbrengst.” Hij noemt het voorbeeld van een uitvindersbedrijf waarin hij investeert. Dat bedrijf heeft een centrifuge ontwikkeld die een belangrijke bijdrage kan leveren aan het oplossen van het mestprobleem en bij het kweken en oogsten van algen. Hillen: “Ik investeer in een uitvinding. Dat kán veel geld opleveren, net als elke andere investering.” Informatieve balanspost Bijzonder hoogleraar duurzaamheid en financiële instellingen Bert Scholtens van de Universiteit in Groningen is het met de redenering van Hillen eens. Scholtens: “Als bedrijven geen winst maken, houdt het gauw op. Anderzijds ken ik geen voorbeeld van een bedrijf dat louter winst wil maken. Een bedrijf moet proberen duidelijk te maken hoe het belangen als continuïteit, winst en klant tegen elkaar afweegt. Daarnaast hoort bij ondernemen een sociaal gedrag, dat geldt voor alle ondernemers.” Wel vindt hij het verstandig om de niet-financiële prestaties in kaart te brengen, maar ook dat geldt weer voor alle ondernemers. De post SROI kan daarom wat hem betreft als aparte post op de balans komen te staan. “SROI biedt in principe meer informatie en de investeerder kan daarmee betere beslissingen nemen.” Maar of SROI belangrijk is, hangt van de investeerder af, vindt Scholtens. “Maatschappelijke impact is natuurlijk relevant omdat niet alles in de prijs van producten en de bedrijfsresultaten verwerkt zit. Maar het is dan wel belangrijk om goede – lees ‘valide’ - maatstaven te ontwikkelen. Met SROI is men op de goede weg, maar de validiteit is nog niet overtuigend

25



SROI moet als aparte post op de balans komen te staan. Het biedt meer informatie en de investeerder kan daarmee betere beslissingen nemen.

bewezen. SROI staat nog niet officieel op de financiële balans. Maar je kunt daardoor wel inzicht geven dat er meer telt dan alleen geld.” Volgens de hoogleraar moet er eerst meer aandacht worden besteed aan de externe effecten van de productie, zorgen dat die effecten (zoals luchtvervuiling) worden meegenomen bij het maken van beslissingen. Zowel op het niveau van individuele huishoudens als op het niveau van de overheid. Meer inzicht, betere wereld Peter Scholten heeft geduld. “Over de term ROI hebben we ook 200 jaar gedaan, dus het duurt natuurlijk nog eventjes voor SROI een vaste plek heeft gevonden in het financieel jaarverslag. Maar het is groeiende.” Hij ziet een trend in de samenleving, dat steeds meer aannemelijk moet worden gemaakt dat je waarde creëert op welke wijze dan ook. En ja, een sociale onderneming moet praktisch uitvoerbaar zijn en haalbaar. Scholten: “Daarnaast zijn mensen geneigd meer te investeren als ze zien wat het oplevert. Nu worden vaak alleen de kosten nog in beeld gebracht.” Zijn doel is duidelijk, en overigens is dat doel ook vanuit een sociale overweging als uitgangspunt genomen: “Als organisaties beter in staat zijn om hun toegevoegde waarde zichtbaar te maken, en dus efficiënter en effectiever hun geld besteden, heb ik bijgedragen aan een betere wereld.” ◆

27


PROEF ZE ALLEMAAL IN HET PROEFLOKAAL

WWW.DEPRAEL.NL


Win some, lose some Maria van der Heijden Women on Wings

Internationaal ondernemen is meer in het moment zijn, minder plannen Wat heb je moeten opgegeven om sociaal ondernemer te zijn? Maar, belangrijker: Wat heb je ervoor teruggekregen? In iedere QPQ vertelt een sociaal ondernemer over winst en verlies.

Win some? “Ik houd me vast aan een uitspraak van Loesje: ‘Stel je doelen groot, dan mis je ze niet’. In 2017 - tien jaar na onze oprichting - willen wij, mijn zakenpartner Ellen Tacoma en ik, en onze vele vrijwilligers, één miljoen vrouwen op het platteland van India aan werk helpen. Dat doen we in samenwerking met verschillende Indiase NGO’s en bedrijven. Nu zijn er al 1500 vrouwen aan het werk, maar we zijn ervan overtuigd dat het er veel meer kunnen worden.” “Ik was 46 toen ik begon met Women on Wings. Ik heb twintig jaar in het bedrijfsleven gewerkt en alle mogelijkheden gehad. Zelfstandig zijn geeft je een hoop vrijheid, maar in India zijn de keuzes - zeker voor veel vrouwen - beperkt. Met onze organisatie willen we de vrouwen op het platteland een stuk vrijheid geven. Het geeft mij inspiratie een bijdrage te leveren aan zoiets goeds.” Lose some? “Geld. Maar dat was een bewuste keuze. Ik doe daarom ook nog commerciële opdrachten – MVO – gerelateerd – in Nederland, om een basissalaris te kunnen verdienen. Daarnaast vraagt het internationaal ondernemerschap veel meer creativiteit: je moet meer in het moment zijn, en minder plannen. Dat is af en toe lastig. Afspraken zijn flexibel, en alles kan opeens anders zijn. Daar staat tegenover dat je, doordat er weinig vaststaat, heel veel kunt doen in een korte tijd, er is ruimte voor spontaniteit.” ◆ Kijk voor meer informatie op www.womenonwings.nl

Tekst: Roos Menkhorst | Fotografie: Anja Dierix

29


Ondernemend zorgen of‌ verzorgend ondernemen?

30

QPQ | 2 • 2010


het debat

Evelien Tonkens | Loek Winter

“Marktwerking genereert “Kwaliteit gaat hand in meer bureaucratie, is duur, hand met het gevecht om demotiverend en miskent de gunst van de klant. dat zorg een proces is en Waarom mag je daar niet geen product.” meer geld voor vragen?” Tekst: Willemijn van Benthem | Fotografie: Jacqueline Dersjant

31


Hoogleraar Evelien Tonkens en ondernemer en ziekenhuisdirecteur Loek Winter praten over de marktwerking van de zorg. Waar ligt de verantwoordelijkheid van de overheid en waar van de patiënt zelf? En hoe kunnen sociaal ondernemers daar een rol in spelen?

Vroeger stond een professional in dienst van een hoger doel: het bevorderen van de gezondheid, het voorkomen van ziektes.

32

QPQ | 2 • 2010

Je zou denken dat het er niet toe doet hoe de kantoren van hoogleraar Evelien Tonkens aan de Universiteit van Amsterdam en van directeur en mede-eigenaar Loek Winter van de IJsselmeerziekenhuizen erbij liggen. En toch laat dat juist de verschillen zien tussen de twee personen. Tonkens, die tegen marktwerking is van de gezondheidszorg, huist overdag veelal in een klein kantoor van een rommelig pand van de Universiteit van Amsterdam. Kasten en tafels zijn bezaaid met boeken en overal staan planten. De loten daarvan worden tegen de muur omhoog geleid met prikkertjes. Tonkens geneert zich niet op haar overvolle bureau te stappen om een stengel nog hoger te duwen. Ze vindt planten gezellig, wil niet het gevoel hebben dat ze in een kantoor zit. Tonkens heeft haast, ze moet zo door naar een vergadering van de raad van toezicht van Meander Medisch Centrum in Amersfoort. Ze schuift haar boek over de tafel, Mondige burgers, getemde professionals. Ze bladert naar het hoofdstuk dat gelezen moet worden in verband met dit interview. De eerste zin luidt: ‘Onze overheden zijn als dikke mensen, die moeten leren om af te slanken. Ze moeten minder eten en meer bewegen. In plaats daarvan hakken ze, als ze krap bij kas zijn, een paar vingers en tenen af.’ Het is een citaat van de Amerikaanse adviseurs David Osborne en Ted Gaebler. Zij wilden ‘de bureaucratische instituties omvormen tot ondernemende instituties’. Volgens Tonkens sloeg het boek enorm aan in de jaren negentig, het markeerde de opkomst van het geloof in de marktwerking in de publieke sector. En dat is precies waarin de tweede gesprekspartner Loek Winter gelooft. Loek Winter, de ambitieuze zorgondernemer, zoals hij eerder door de pers werd betiteld. Zijn kantoor huist in een statig herenhuis aan de rand van Bussum. Een Jaguar staat voor de deur. De hal is zwart-wit betegeld, in de hoek staat een stoeltje. Net als Tonkens, heeft Winter weinig tijd. En net als bij Tonkens, loopt de afspraak voorafgaand aan het interview uit, bijna een kwartier. Winter is van oorsprong radioloog, maar liep in de ziekenhuizen waar hij werkte van frustratie tegen de muren op. Hij vond het tempo te traag waarmee veranderingen werden doorgevoerd. Met een collega zette hij het Diagnostisch Centrum Amsterdam op en daarnaast is hij medisch directeur van het Medisch Centrum Jan van Goyen en inmiddels mede-eigenaar van de IJsselmeerziekenhuizen.


Patiënten kunnen alleen over de bejegening oordelen, niet over overige professionele kwaliteiten. Hoe kun je als patiënt nou beoordelen of de behandeling zinvol is?

Waar Tonkens woorden te kort komt om haar ongenoegen uit te drukken over de marktwerking in de zorg, kan Winter heel kort zijn over de voordelen van het fenomeen. “Je kúnt niet tegen marktwerking zijn!” Ondernemen in de zorg Loek Winter loopt de vergaderkamer binnen terwijl hij op zijn horloge kijkt. “Tijd is de grootste vijand”, zegt hij zonder nadenken. Hij lijkt met die opmerking het probleem in de zorg raak te schetsen. Een mooi moment om de eerste vraag te stellen, het ijs te breken: tijd is toch sowieso een probleem in de zorg? Zijn antwoord is wederom kort: “Dat weet ik niet, maar wel bij mij.” Winter gaat zitten, pakt zijn notitieblok erbij, legt zijn pen klaar. Hij praat vanzelf, heeft eigenlijk geen vragen nodig. De vraag – wat het grootste voordeel van marktwerking is – wuift hij weg. “Laten we zo snel mogelijk tot de kern komen. Ik word misselijk als ik mezelf steeds hetzelfde hoor zeggen.” Volgende vraag dan: kunnen sociaal ondernemers in deze vorm van ondernemen duiken? “Laat het woord sociaal maar weg. Sociaal, duurzaam, al die voorzetsels zijn niet relevant, omdat je daarmee een slap aftreksel maakt van de eigenschap die nodig is. Die kerneigenschap is ondernemen. Een onderne-

mer zal een resultaat willen bewerkstelligen dat door zijn klanten geapprecieerd wordt. Als je succesvol onderneemt, krijg je een goed rapportcijfer van je klanten. En wat laat dat rapportcijfer zien? Dat je iets gecreëerd hebt voor een doelgroep, voor je consument.” Hij vindt dat je de consument ter wille moet zijn. “Dat is cruciaal”, zegt hij. Nogmaals: “Daarmee geef je aan dat je niet tegen marktwerking kán zijn.” Hij heeft zijn eigen logica. Door meerdere aanbieders, door ondernemers in competitie te laten gaan voor de gunsten van de klanten, wordt een instituut volgens hem beter. Altijd. “Daar kún je niet tegen zijn, tenzij je perverse motieven hebt.” Maar de banken dan, die streden toch ook om producten te verkopen aan klanten, zoals leningen tegen torenhoge rentes, veel te hoge hypotheken? We hebben toch gezien hoe dat is afgelopen? Juist het afgelopen jaar komen mensen terug van de voordelen van het kapitalisme. Winter is daar niet van onder de indruk: “Dan heb je nog niet het scenario geschetst wat er gebeurd zou zijn zónder competitie. Wellicht waren we toen nog veel duurder uit. Het is niet voor niets dat het oude communisme wereldwijd in verval is geraakt. Kennelijk werkt dat systeem niet meer.”

33


Artsen worden aan­gespoord zoveel mogelijk te produceren omdat ze medeverantwoordelijk zijn voor de omzet. Dat is slecht voor de kwaliteit en het stuwt de kosten op. Gezondheidszorg moet niet gaan over een hogere omzet, maar over optimale zorg. 34

QPQ | 2 • 2010


35


welcome to the desert we are looking for

change makers or f ly 2 p ap am te

www.knowmads.nl a business school for the world


Ik heb altijd gewerkt zonder dat geld me een fluit kon schelen. Mensen die geld belangrijk vinden, worden plastisch chirurg.

Goed is geld Evelien Tonkens is het niet met Winter eens op dit punt. Althans, ze zegt niets over het communisme, maar ze ziet marktwerking absoluut niet als oplossing. “Het grootste nadeel van marktwerking is dat het demotiverend werkt. Studenten van mij doen onderzoek naar de effecten van marktwerking in de zorg. Het meest zorgelijke is dat professionals in die instellingen hun idee over wat een goede professional is, langzaam aanpassen. Vroeger stond een professional in dienst van een hoger doel: het bevorderen van de gezondheid, het voorkomen van ziektes.” Dat is nu anders, blijkt uit het onderzoek, aldus Tonkens. Artsen zouden worden aangespoord zoveel mogelijk te produceren omdat ze medeverantwoordelijk worden gemaakt voor de omzet in een ziekenhuis. “Dat is slecht voor de kwaliteit en het stuwt de kosten op. Gezondheidszorg moet niet gaan over een hogere omzet, maar over optimale zorg.” Kwaliteit naar keuze Volgens Winter zal de kwaliteit van de zorg vanzelf toenemen als er ondernemender met de zorg wordt omgegaan. “Kwaliteit gaat hand in hand met het gevecht om de gunst van de klant.

Waarom mag je daar niet meer geld voor vragen? Gij zult en gij moet. Laat de mensen lekker.” Hij haalt een voorbeeld aan over auto’s, gedurende de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog. “In het Oostblok hadden we de Trabant met ellenlange wachtlijsten en een lage kwaliteit, zeker als je die vergeleek met de BMW uit West-Duitsland.” Natuurlijk kent hij het recente voorbeeld uit Japan, waar Toyota steeds weer hybride auto’s moet terughalen omdat ze niet goed zijn gefabriceerd. Zijn reactie daarop: “Ja, er gaat van alles mis in een markteconomie, maar in een planeconomie zou er nog veel meer misgaan. Het gaat er om dat autokopers zelf kunnen bepalen welke auto ze aanschaffen: de Trabant of de BMW.”

De debatanten Evelien Tonkens (1961) is socioloog en voormalig politicus. Zij zat van 2002 tot 2005 voor GroenLinks in de Tweede Kamer. Ze is columnist voor de Volkskrant en auteur van diverse boeken, zoals ‘Mondige burgers, getemde professionals’ en ‘Marktwerking en professionaliteit in de publieke sector’. Tonkens is Hoogleraar Actief Burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam. Loek Winter (1959) is medicus en ondernemer. Na zijn medicijnenstudie werkte hij jarenlang als radioloog bij het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. In 1995 zette hij met een collega het Diagnostisch Centrum Amsterdam op. Daarnaast is Winter medisch directeur van het Medisch Centrum Jan van

Tonkens vindt vrije artsenkeuze heel belangrijk, maar volgens haar moet de kwaliteit van zorg eerst worden opgesplitst in bejegening en medisch inhoudelijke kwaliteit. Tonkens: “Want patiënten kunnen alleen over de bejegening oordelen, niet over overige professionele kwaliteiten. Ik sprak gisteren iemand die naar een specialist moest. Het ging volgens de huisarts om één specifiek onderzoek. Eenmaal bij de specialist, werden ácht onderzoeken gedaan. Hoe kun je als patiënt nou beoordelen of dat zinvol is?”

Goyen in Amsterdam en mede-eigenaar van de IJsselmeerziekenhuizen.

37



Ze vindt het een fundamentele vergissing dat door marktwerking de zorg verbetert. “Je vergeet dat in de markt partijen bezig zijn om zoveel mogelijk mensen te behandelen. Ze moeten produceren. Dat staat haaks op wat het beste is voor de patiënt, voor hem zou het beter zijn om zo min mogelijk behandeld te worden.” Volgens Tonkens is juist marktwerking duur, vanwege de stimulans om zoveel mogelijk te produceren. Daarnaast zullen doktoren zich volgens Tonkens meer toeleggen op de gemakkelijke behandelingen, waar snel geld mee kan worden verdiend. “Ik sprak laatst een groep artsen en vroeg of ze total body scans zouden doen als de patiënt dat wil. Dat onderzoek is medisch gezien onzinnig, daarover waren ze het eens. Toch zouden ze dat wél uitvoeren, vanwege de noodzaak van omzetvergroting door de marktwerking.” Paternalistisch Winter vindt dat patiënten zelf een beoordeling kunnen maken. “Waarom die paternalistische attitude, die slaat toch nergens op? Er hoeft toch geen arts tussen te zitten die zegt naar welke dermatoloog je bijvoorbeeld moet. Mensen willen zelf kiezen welke persoon bij hen past en ze kunnen juist prima kiezen als de aanbiedende partij goed communiceert en goede kwaliteit biedt.” Daarom, zegt hij weer, kun je niet tegen markteconomie zijn. Hij haalt een voorbeeld aan van een ondernemend ziekenhuis. “In het Prinsengracht Ziekenhuis in Amsterdam had je diagnostiekfuncties met 1.3 miljoen euro omzet, een jarenlang verlies van vier ton per jaar en zestien man personeel. Wij hebben daar 250 meter vandaan een privaat centrum opgezet met identieke functies, 1.3 miljoen euro omzet, drie ton winst, jaar in, jaar uit. En in plaats van drie weken wachttijd, kunnen mensen daar nog dezelfde dag naar toe. Dat is planeconomie versus markteconomie.” Het ligt niet aan salarissen dat het beter gaat, zegt Winter. “Ik heb altijd gewerkt zonder dat geld me een fluit kon schelen. Mensen die geld belangrijk vinden, worden plastisch chirurg.” Hij gelooft niet in de enorme bonuscultuur zoals de bankenwereld, al lijkt enige prikkel hem niet verkeerd. Een goed lopend ziekenhuis bereik je vooral door efficiënt te werken, door niet teveel mensen aan te nemen bijvoorbeeld. “Hoe leveren we zo veel mogelijk diensten tegen zo min mogelijk geld? Daar gaat het om. Planeconomie is alleen mogelijk als je unlimited resources hebt, maar die hebben we niet.” Winter wil een nuancering toevoegen aan zijn verhaal, want het is niet zo dat hij alles wil vercommercialiseren. “Inderdaad, het heeft pas zin om mensen in competitie te laten strijden om de gunsten van een klant, als je een doelgroep hebt van een zekere omvang.” Hij noemt het voorbeeld van een eerste hulp in Zeeland. Die moet er komen, al maken weinig mensen gebruik van die afdeling. Een eerste hulp heeft namelijk een collectieve functie, net als bijvoorbeeld een goed beveiligde gevangenis. Winter: “Daar moet de discussie over gaan: hoeveel procent van de zorg komt in aanmerking voor marktwerking? Niet over óf we marktwerking moeten doen. Ons aanbod is nu eenmaal schaars en daar tegenover staat veel vraag. Dan moet je rationeel zijn, hoeveel kun je betalen voor de patiënt en hoeveel laat je betalen?” Volgens hem moet de discussie niet gaan over zaken als research, onderwijs, opleiding, zeldzame aandoeningen, een brandwondencentrum of kinderoncologie. “Daar kun je geen competitie in voeren omdat die aandoeningen niet vaak genoeg

39


40

QPQ | 2 • 2010


Door meerdere aanbieders, door ondernemers in competitie te laten gaan voor de gunsten van de klanten, wordt een instituut beter. Daar kĂşn je niet tegen zijn, tenzij je perverse motieven hebt.

41



voorkomen. Dus dat kost altijd geld en daar moet de overheid in investeren. Maar zaken als diabetes, huisartsen, fertiliteit: het grote pakket. Daarin kan de markt zijn werk doen. Luister naar de klant, de klant bepaalt de markt, de markt bepaalt de waarde, de klant heeft gelijk.” Gezondheid centraal Tonkens tekent aan dat marktwerking pas interessant wordt bij een koopkrachtige vraag. Volgens haar werkt marktwerking daarom niet in de gezondheidszorg. “De patiënt betaalt niet voor de zorg, dat doen de verzekeraars. Maar die verhalen de kosten weer op de overheid en de premiebetaler. Patiënt en verzekeraar winkelen dus eigenlijk met een ongelimiteerde creditcard, met als gevolg dat de kosten alleen maar stijgen.” Daarnaast vindt Tonkens ‘de klant centraal laten staan’ geen verhelderende slogan. “De kwaliteit van de gezondheidszorg en de gezondheid moeten centraal staan. Ik vraag me af over welke klant of patiënt dit gaat. Patiënten die echt ziek zijn, in een ziekenhuis liggen, zijn bang en wanhopig. Hen moet verteld worden wat er moet gebeuren.” Tonkens is het wél met Winter eens dat er meer naar patiënten moet worden geluisterd. “Laatst had ik een voordeel bedacht van marktwerking. Er was al een ontwikkeling gaande dat de klassieke, autoritaire, in zichzelf gekeerde ik-weet-het-beter-arts van zijn voetstuk was gevallen, ook omdat er meer vrouwen werkzaam zijn in deze sector. Artsen worden steeds meer gedwongen om zich klantvriendelijker op te stellen. Daar zijn ziekenhuizen nu al mee bezig. Maar dan heb je nog alle andere zaken die ik nadelig vindt, zoals de enorme reclamebudgetten waar ik niet vrolijk van word. Marktwerking genereert meer bureaucratie, is duur, demotiverend en miskent dat zorg een proces is en geen

product.” En, zegt ze, wie meet dan de kwaliteit van de zorg? Winter veert op om zijn theorie uit te leggen. “Je hebt een raamwerk nodig om te zien of het financieel haalbaar is, of er genoeg beschikbaarheid is, of het ethisch, wettelijk en moreel klopt. Iedere markteconomie heeft behoefte aan checks en balances.” Maar wie gaat het raamwerk bedenken? “Dat is interessant. Daar moeten we over nadenken.” Consensus Je zou kunnen zeggen dat Tonkens en Winter het in grote lijnen eens zijn over de problemen in de zorg. Ze willen betere zorg. Ze willen dat er goed naar de patiënt wordt geluisterd. Want ook Tonkens meent dat je niet eindeloos ziekenhuizen kunt subsidiëren. Ze noemt een voorbeeld waar ze zich jaren aan geërgerd heeft. “De IJsselmeerziekenhuizen liepen al jaren niet meer. De politiek durfde maar geen keuze te maken, want ja, een ziekenhuis is toch een emotionele zaak. Er is altijd wel iemand geboren, overleden of beter gemaakt. Dan is het toch harteloos om zo’n instantie sluiten? Er is eindeloos geld in gestopt, de laatste keer nog achttien miljoen euro door de provincie. En voor wat? Om onder andere de afdeling gynaecologie 24 uur per dag bereikbaar te houden, terwijl er mensen duimen zitten te draaien.” Kunnen sociaal ondernemers volgens Tonkens een rol spelen in het ondernemen in de zorg? “In zekere zin passen ondernemers die niet per se winst willen maken bij mijn idee van hoe het wél moet. Want ook de overheid is geen ideale partij.” Het belangrijkste vindt ze, dat het een partij is die uitgaat van het publieke en niet het individueel economische belang. “Je kunt in ziekenhuizen geen winst toelaten. Daar kan niets goeds van komen.” ◆

43



NOBODY is perfect

Een auto als gerijpte rode wijn Zelfs de meest duurzame mensen hebben een zwakte: een niet-duurzame liefhebberij die ze niet willen missen. Wat is jouw zonde? Paul Tienkamp runt een duurzame, klimaatneutrale camping annex galerie, maar rijdt in wat hij zelf noemt ‘een dikke volvo’. “Soms knaagt het wel.” “Sinds ruim drie jaar heb ik een Volvo 945 stationcar. Dat is de grootste Volvo die ooit is gemaakt. Deze auto is een bewuste keus. Voor de camping en de galerie moet ik vaak grote dingen vervoeren of gasten met bagage van het station halen. Daarvoor heb ik een ruime auto nodig. Deze is heel praktisch: ruim, degelijk, veilig, betrouwbaar. Maar ik geef toe: ik heb hem ook omdat ik ‘m heel mooi vind. Hij is twaalf jaar oud, maar heeft nog een beetje dat ouderwetse koekblikachtige model. Het is nostalgie: deze auto is gerijpt als een rode wijn.

Maar toch: een flitsende sportauto vind ik ook heel mooi, maar zou ik nooit kopen. Ik zou me echt schamen als ik een auto alleen voor de fun zou hebben. Deze volvo kan ik wel voor mezelf verantwoorden. De auto rijdt op gas, de gereden kilometers compenseer ik en ik heb een cursus ‘Het Nieuwe Rijden’ gevolgd waardoor ik nog zuiniger rijd. Bovendien is er optimaal gebruik van gemaakt hij heeft 400.000 kilowmeter op de teller. Dat vind ik ook een vorm van duurzaamheid. Op dit moment weet ik dan ook geen beter alternatief, maar soms knaagt het wel. Zeker als er fietsers naar de camping komen die hun hele leven al zonder auto doen. Dan voel ik wel enige gêne.”  ◆ Wil jij ook je verhaal vertellen? Mail naar: petra@qpq-magazine.nl

Tekst: Eva Prins | Foto: Frank Groeliken

45


Diversiteit in actie

Wereldwijd werken financiële en economische experts aan het bezweren van de kredietcrisis en de daaruit voortvloeiende economische recessie. Iedereen is het er over eens dat er unieke aspecten aan deze situatie kleven, zoals de snelheid waarmee deze zich uitbreidt en het feit dat geen enkele regio

Tekst: Paul Iske

op aarde zich eraan kan onttrekken – onder meer als gevolg van globalisering. Hierdoor kan het toepassen van lessen uit het verleden geen garantie bieden voor succes. Het wordt dus tijd voor een paradigmashift in de manier waarop naar oplossingen wordt gezocht en waarin vorm kan worden gegeven aan een nieuwe financiële orde. Zei Einstein niet: “Je hebt nieuwe manieren van denken nodig om de problemen op te lossen die veroorzaakt zijn door de oude manieren van denken.” Als dat zo is, dan lijkt het naïef te geloven dat de antwoorden voor de huidige vraagstukken gevonden kunnen worden binnen uitsluitend de traditionele disciplines die zich bezig houden met de financiële economie. De economen hebben de huidige situatie niet goed voorspeld en in ieder geval niet kunnen voorkomen. Het wordt dus tijd voor ‘Neue Kombinationen’, ofwel het aanhaken van andere disciplines. Op het gebied van innovatie zien we dat dit tot vruchtbare situaties leidt: vrijwel geen enkele recente relevante innovatie is volledig door een enkele partij gerealiseerd. Open innovatie, waarin partijen met verschillende achtergronden met elkaar samenwerken, wordt steeds beter begrepen en vaker toegepast. Drijvende kracht achter deze ontwikkelingen is de zogenaamde ‘Wisdom of Crowds’, waarbij de combinatie van kennis van velen uiteindelijk tot significant nieuwe inzichten en resultaten kan leiden. En nieuwe inzichten en resultaten hebben we nu juist nodig! Dus het lijkt hoog tijd dezelfde aanpak te proberen om de huidige uitdagingen aan te pakken. Het idee is dus om partijen bij elkaar te zetten die elkaar normaal gesproken niet treffen om over dit soort onderwerpen te ‘samendenken’. Ik heb een

Paul Iske is Chief Dialogues Officer bij ABN AMRO en oprichter van het Instituut voor Briljante Mislukkingen. Voor QPQ schrijft hij columns over de veranderende maatschappij.

46

QPQ | 2 • 2010

paar suggesties: Topontwikkelaars van besturingssystemen, zoals Microsoft Windows. Ook deze systemen, die zeer complex van aard zijn en daardoor een zekere mate van onvoorspelbaar gedrag vertonen, crashen wel eens, zoals de meeste gebruikers uit ervaring weten. Echter, de ellende is niet altijd onomkeerbaar, onder meer door een systeemhulpprogramma, ‘Systeemherstel’ genoemd,


column

Een unieke crisis vraagt om een unieke aanpak waardoor het systeem weer teruggebracht

en waarden? Tenslotte kunnen we ook denken

kan worden in een eerdere staat, toen het

aan het inschakelen van een oosterse filosoof,

probleem zich nog niet voordeed. Wellicht

onder het motto: ‘Less is More’. Als laatste

dat het financiële ‘systeem’ deels ontworpen

suggesties doe ik de beroemde immunoloog

kan worden op een manier dat gedeeltelijk

Professor Jon van Rood, met zijn kennis van

systeemherstel mogelijk is. Lehman Brothers

systemen die al dan niet zelf herstellen van

failliet? Oeps! Even een ‘system restore’. Of

verstoringen van buitenaf, een rechtsfilosoof

misschien wel juist ontwikkelaars uit de Open

die kan bepalen of het systeem ‘eerlijk’ en

Source gemeenschap. Zij zijn niet belast met

consistent is, een estheticus die de ‘schoon-

de erfenis van jarenlang systemen uitbreiden

heid’ bepaalt en een fysicus die verstand

en oplappen. Overigens is dit enigszins te ver-

heeft van behoudswetten (die in de huidige

gelijken met alternatieve economische model-

economie nog wel eens geschonden lijken te

len, zoals die nu op grass-root-achtige wijze

worden) en/of de chaostheorie. En – last but

ontstaan in bijvoorbeeld Afrika en Azië. Daar

not least – een psycholoog en socioloog die

hebben mensen goedkope en simpele, maar

kunnen aangeven of het systeem ook nog

soms verbluffend effectieve concepten ont-

eens door mensen in de praktijk kan worden

wikkeld, zoals bijvoorbeeld onderlinge betalin-

gebracht, iets wat voor bijvoorbeeld het com-

gen door uitwisseling van telefoontegoeden.

munisme onmogelijk is gebleken.

Maar ook andere experts op het gebied

De lijst is uiteraard veel verder uit te breiden.

van het gedrag van complexe systemen zijn

Ik stel dus voor zo’n multidisciplinair team

in te zetten. Zoals professor De Roos van de

samen te stellen en deze constellatie te laten

Universiteit van Amsterdam, die zich bezig

komen tot een unieke aanpak van deze unieke

houdt met de dynamiek van systemen van

situatie. Het spreekt voor zich dat van zo’n

diersoorten in relatie tot hun omgeving, zoals

pluriforme groep alleen succes mag wor-

roofvissen en hun prooi. Hij weet veel van de

den verwacht als daar de beste aanpakken en

visstand en hoe dit systeem binnen zekere

technieken qua faciliteren en samenwerking

grenzen te laten functioneren. Of misschien

worden toegepast. Naast persoonlijke ont-

experts uit de game-industrie? Iedere fout

moetingen denk ik hierbij aan online tools als

kost je een leven en bij verlies van drie levens

‘jamming’ (een online brainstorming en deci-

doe je niet meer mee. Dan moet je een nieu-

sion-support methodologie, toegepast door

we identiteit aanschaffen. Of een componist

IBM), maar ook Wikipedia-achtige systemen en

die het financieel-economisch systeem ver-

sociale-netwerkomgevingen als Twitter, waar-

taalt in een stuk muziek. Klinkt het wel mooi

bij heel snel ideeën kunnen worden verspreid

of zit het vol met valse noten en overdreven

en aangevuld.

fortissimo’s, gericht op goedkoop succes? Is het stuk wel in balans en bevat het welluiden-

Als experiment is deze aanpak sowieso

de contrapunten als metafoor voor de belan-

interessant, en met de huidige inzichten is

gen van diverse stakeholders die tegelijkertijd

het zeker niet kansloos om via echte diversi-

bediend moeten worden? Of jonge mensen

teit te komen tot een radicale innovatie van

die moeten bepalen of zij de inrichting van

het financiële stelsel. Daar kan geen World

het systeem vinden voldoen aan hun normen

Economic Forum of G7- of G20-top tegenop! ◆

47


Tekst: Catrien Spijkerman | Fotografie: Jaqueline Dersjant

48

QPQ | 2 • 2010


GELUK

Een kans op de kermis De Amsterdamse kermisbaas Frans Stuy biedt kansarme jongeren een baantje op de kermis. Zo veroorzaken ze geen overlast meer, én ze hebben wat te doen. “Moeten ze dan voor altijd op straat hangen? Als je ze geen kans geeft, worden het beesten.” 49


50

QPQ | 2 • 2010


De lichten, de muziek, de chickies. De hele sfeer is goed.

In groepjes hingen ze rond. Ze blowden wat, ze dronken wat, ze vochten, ze jatten hier en daar, en af en toe vernielden ze een attractie. Zo is het begonnen: kermisbaas Frans Stuy (49) uit Osdorp had last van de jongeren die op zijn kermis hingen. “Ik heb met de politie gepraat, met imams, met Marokkaanse buurtvaders, en met de jongeren zelf”, vertelt Stuy. De oplossing was even simpel als logisch, vond hij. Voortaan gingen diezelfde jongeren die hem overlast brachten, voor hem werken. Ruim twintig jongens heeft hij in dienst, ze reizen met de kermis mee van het ene Amsterdamse stadsdeel naar het volgende. Nog eens veertig jongens werken voor hem wanneer de kermis in hun eigen buurt staat. Zo hebben de jongens wat om handen, en ze verdienen er zo’n acht euro per uur mee. Stuy doet het nu al bijna tien jaar zo. “De politie hoeft hier zelden te komen”, verzekert hij, terwijl hij statig over het terrein stapt. Netjes in pak, zijn lange haren in een paardestaart, onafscheidelijk van zijn sigaar.”Wij lossen alles zelf op.” “Juist de allergrootste etterbak van een groepje rondhangende jongens biedt Stuy een baantje aan”, vertelt Sliman Frindi (39), een brede spierbundel met lieve ogen. Frindi werkt al acht jaar voor Stuy. Hij is hoofd toezichthouder en begeleidt de jongens in hun werk. “Die etterbak weet ik er meteen uit te pikken. Tegen die oproerkraaier zeg ik: ‘Heb je niks beters te doen ofzo? In plaats van hier te staan niksen en geld kwijt te raken, kan je bij ons geld verdienen.’ De rest van de groep denkt: hé, hij heeft een leuk baantje, en geld. Die andere jongens gaan dus hun best doen om hier in een goed blaadje te komen, zodat ze misschien ook mogen werken.”

51


SLEEP CON CORAZON. HOTEL CON CORAZóN IS A SMALL HOTEL IN THE CENTER OF GRANADA IN NICARAGUA. AN IDEAL SPOT TO CALL YOUR HOME AWAY FROM HOME. IT OFFERS A RELAXING NIGHT’S SLEEP AND MUCH MORE... HOTEL CON CORAZóN ISN’T jUST SOME HOTEL; IT HAS A HEART. IT CONTRIbUTES TO THE SUSTAINAbLE DEvELOPMENT OF NICARAGUA, bY INvESTING ITS PROFITS IN EDUCATION AND WORk. WITH THE HOTEL AS THE INSPIRING HEART. HOTELCONCORAZON.COM

ENJOY TODAY, cARE FOR TOMORROW.


Voldoening door werk Bij de botsautootjes loopt Mohammed Beija (18) kalm de baan op. Het gekrijs van de jonge meisjes en het agressieve rijgedrag van de vaders deert hem niet: hij is hier de baas. Nonchalant springt hij achterop de rubberen bumper van een autootje van een klein jongetje dat zich heeft klemgereden. Behendigd stuurt hij de auto weer de baan op. Met grote ogen kijkt het jongetje naar hem op. Mohammed houdt van de kermis. “De lichten, de muziek, de chickies. De hele sfeer is goed.” Hij werkt al twee jaar voor Stuy. Twee jaar geleden vulde hij zijn dagen met niksen. “Je weet toch, een beetje hangen enzo.” Hij heeft geen diploma, want tijdens een stage in de horeca ging het mis. “Toen ben ik maar niet meer naar school gegaan, het was toch niks voor mij.” De aanpak van Stuy werpt niet alleen voor de kermis zijn vruchten af. Een baantje op de kermis heeft ook op de jongeren een goede invloed. Stuy: “Ik zie ze groeien. Ze leren wat werken is, ik zorg ervoor dat ze aan het einde van de dag niets meer kunnen, alleen nog op de bank ploffen. Dat geeft je voldoening hoor, als je iets nuttigs hebt gedaan. Regelmatig kom ik ouders tegen, ze zeggen dat ik hun zoon gered heb.”

Werken maakt gelukkig, blijkt ook uit wetenschappelijk onderzoek. Professor arbeidspsychologie aan de Rotterdamse Erasmusuniversiteit Arnold Bakker roept het al jaren: van niets doen ga je je miserabel voelen, de dagen worden leeg. Werk geeft daarentegen structuur en doel aan het leven, blijkt uit zijn onderzoek. Het betekent ontplooing, sociale contacten, en zingeving. Ook ‘geluksprofessor’ Ruut Veenhoven van de Erasmusuniversiteit deed dergelijke conclusies: er is een sterk verband tussen levensgeluk en ‘actief zijn’. Drie keer sterker overigens dan levensgeluk en geld. Vrijheid en verantwoordelijkheid Frindi weet er alles van. “Ik kan wel zeggen dat ik gelukkiger ben sinds ik hier werk, ja. Ik heb in ieder geval een doel.” Frindi was zelf “ook zo iemand die ze nergens kwijt konden”, zegt hij. “Geen diploma en een slecht verleden. Geen verklaring van goed gedrag, laten we het daar op houden. Via de sociale dienst probeerden ze me wel in allerlei baantjes te stoppen, maar ik verzon altijd weer een excuus.” Toen hij bij Stuy terecht kwam, dacht hij dat hij ook daar wel weer onderuit zou komen. “Ik had van tevoren mijn smoezen al bedacht: dat mijn rug het niet aan kon ofzo.” Maar Frindi bleef.

53


Er is een sterk verband tussen levensgeluk en werken. Drie keer sterker overigens dan levensgeluk en geld.

54

QPQ | 2 • 2010


55


Maatschappelijke impact Door de jongens voor hem te laten werken, heeft Frans Stuy op zijn kermis nauwelijks nog last van hangjongeren die rotzooi trappen en bezoekers afschrikken. Goed voor zijn bedrijf, en goed voor de jongens die nu wat om handen hebben en geld verdienen. Wat levert deze aanpak nog meer op? Bedrijfseconoom Peter Scholten introduceerde in Nederland de Social Return on Investment (SROI) methodiek, die de maatschappelijke impact van een onderneming meet. De kermis van Stuy zou zich volgens Scholten goed lenen voor een SROI-analyse. Daar is uitgebreid onderzoek voor nodig, maar Scholten kan wel wat voorzetten geven. “De maatschappelijke opbrengst bestaat uit twee delen”, zegt hij. “Ten eerste levert het kostenbesparing voor de maatschappij op. Minder overlast betekent minder politiekosten, en jongeren die een baan hebben, hoeven geen uitkering te krijgen. Als ze door hun werk uit de criminaliteit worden gehouden, scheelt dat ook veel maatschappelijke kosten.” “Het is hierbij wel belangrijk te bepalen over welke termijn we het hebben”, zegt Scholten. “Een tijdelijk baantje voor een paar uur in de week heeft natuurlijk andere impact dan een vaste baan met toekomstperspectief.” Bovendien bepaalt ook het doel van de onderneming de analyse. “Wil Stuy puur uit eigenbelang alleen zijn eigen overlast bestrijden, of is er überhaupt minder overlast in de wijken doordat de jongens voor hem werken?” Het tweede deel van de maatschappelijke opbrengst bestaat volgens Scholten uit persoonlijke winst voor de jongeren. “Doordat ze een baan hebben, krijgen ze wellicht meer zelfvertrouwen en een beter zelfbeeld. Ze raken meer betrokken bij de maatschappij en krijgen verantwoordelijkheid. Misschien leidt hun werkervaring ertoe dat ze meer perspectief hebben op een volgende baan. Het is hiervoor ook belangrijk te bepalen hoeveel ze leren tijdens hun werk.” Botsautootjes aan de kant zetten is immers wat anders dan praktijkervaring opdoen als toezichthouder.

56

QPQ | 2 • 2010


Bij de botsautootjes loopt Mohammed kalm de baan op. Het gekrijs van de jonge meisjes en het agressieve rijgedrag van de vaders deert hem niet: hij is hier de baas. “Het was zwaar werk, maar hier lieten ze me tenminste met rust”, zegt hij. “Frans zeurt niet. Ik mocht zelf mijn tijd indelen, als het werk maar gedaan was. Er zat een soort vrijheid in die me aanstond. Als ik een keer niet kon komen, ruilde ik mijn dienst met een ander. Frans wilde het niet eens horen. ‘Zoek het zelf maar uit’, zei hij dan. Ik kreeg verantwoordelijkheid. En vertrouwen. Dat was me nog nooit overkomen. Bovendien is het werk gevarieerd. Van negen tot vijf, dat is niets voor mij. Met de kermis kom je steeds in een andere buurt, met een ander publiek. Het is niet saai, er gebeurt altijd wat.” Duidelijkheid en respect zijn de belangrijkste ingrediënten van Stuys aanpak. “Je weet wat er van je verwacht wordt, en afspraak is afspraak”, zegt Stuy. “Als je je daar niet aan houdt: ook goed, maar dan weet je dat je wordt aangepakt.” Toch houdt Stuy de touwtjes niet strak, zegt Frindi. “Hij stimuleert op een vrije manier. Als iemand niet komt opdagen gaat ie niet opbellen ‘godverdomme je bent te laat, je hoeft niet meer terug te komen.’ Nee, hij zegt: ‘waar ben je, je zou toch werken?’ Je krijgt er een schuldgevoel van. Maar hij laat het je wel voelen hoor, de volgende keer mag je dan het zware werk doen. Dan denk je: shit, nu betaal ik ervoor terug. Hij laat je gaan en trekt je terug.” “Je moet die jongens ook leren nadenken”, zegt Stuy. “Als we vroeg beginnen met opbouwen, bel ik om acht uur ’s ochtends alle jongens waarvan ik weet dat ze niet goed op tijd kunnen komen. ‘Ben je al wakker?’ Je moet ze een beetje opvoeden.” Zelf groeide hij ook op de kermis op. “Maar ik had een vader die me constant in de gaten hield. Ik kreeg echt niet de kans om

57


58

QPQ | 2 • 2010


Momoney geeft een duwtje in de rug

Er is altijd één échte etterbak in zo’n groepje jongens. Ik weet hem er meteen uit te pikken.

Momoney is een ‘uitzendbureau plus’. Het bedrijf geeft jongeren van 18 tot 27 jaar – met of zonder diploma – een duwtje in de rug om de arbeidsmarkt op te komen. “Als je al een paar keer hebt geprobeerd aan werk te komen, maar het liep steeds op niets uit, wordt je na een tijdje sceptisch en onzeker”, zegt manager Ludwig Caupain. “Bij een ‘normaal’ uitzendbureau voelen ze dat meteen aan: weinig motivatie. Ze zullen daardoor minder moeite voor die jongeren doen.” Momoney bespreekt uitvoerig met de jongeren wat ze graag zouden willen, en waar hun kwaliteiten liggen. Ook krijgen de jongeren cursussen waar ze bijvoorbeeld leren solliciteren, en zijn er coaches die hen begeleiden wanneer ze eenmaal aan het werk zijn. Caupain benadrukt dat de jongeren het wel zelf moeten doen. “Wij helpen ze aan een baan, en brengen ze basale vaardigheden bij, maar ze moeten zich tegenover hun werkgever zelf bewijzen. We zijn geen zorginstelling.” Toch is het belangrijk dat de opdrachtgever weet waar Momoney voor staat, zegt Caupain. “Werkgevers moeten begrijpen dat sommige jongeren een tweede, derde of zelfs vierde kans nodig hebben.” Het is dan ook niet gemakkelijk om opdrachten binnen te halen. “Werkgevers zien het maatschappelijke belang er wel van in, maar zeker in tijden van crisis is men huiverig.” Momoney is een samenwerking van uitzendbureau TempoTeam en Gemeente Amsterdam. Het bedrijf krijgt geen subsidie, maar werkt wel met de gemeente samen en maakt gebruik van gemeentelijke bedrijfsruimte. Momoney bestaat sinds oktober 2009. “Momenteel zijn 29 jongeren via ons aan het werk”, zegt Caupain. Hij weet niet hoeveel jongeren Momoney tot nu toe aan het werk heeft geholpen, omdat sommige jongeren ook direct bij de werkgever een baan hebben gekregen. “Daar verdienen we welliswaar niets aan, maar dat is ook niet ons primaire doel.”

iets te jatten. Dan had hij m’n oren eraf getrokken. Als ik hem niet had gehad, had ik waarschijnlijk ook veel stomme dingen gedaan.” Jongens met een ‘vlekje’ Critici van Stuys aanpak zeggen dat hij crimineel gedrag beloont met een baan. Een derde van zijn werknemers zou een strafblad hebben. Stuy zelf bevestigt dat hij jongens in dienst heeft met een ‘vlekje’, zoals hij de criminele smet op hun verleden noemt. “Maar als ik merk dat ze fout bezig zijn, trap ik ze eruit. Zo had ik een jongen met een wietplantage. Toen ik daarachter kwam, heb ik hem zelf aangegeven. Ik ga mijn reputatie niet voor dat soort figuren op het spel zetten. Negen maanden heeft hij gezeten. Toen hij vrijkwam heeft hij hier staan huilen. Ik heb hem nog een kans gegeven. Wat moet ik doen? Als ze hun straf hebben uitgezeten, moeten ze dan voor altijd op straat hangen? Als je ze geen kans geeft, gaat het van kwaad tot erger. Dan worden het beesten. Dat moet je tegenhouden.”

Yamel El Mabrouk (21) kreeg zo’n kans. “Wel vijftig sollicitaties had ik gedaan. Supermarkten, schoenenwinkels, café’s, niemand wilde me. Soms was mijn strafblad de reden, soms kwam het denk ik doordat ik Marokkaan ben”, zegt hij. Die achtergrond komt in zijn huidige baan juist goed van pas. Op de kermis werkt hij als ‘beveiliger’. “Rondlopen en jongens aanspreken, soms bij een vechtpartijtje ertussen springen”, omschrijft hij zijn werkzaamheden. “Als je echte beveiligers neerzet, van die ingehuurde mannen in het zwart met een V’tje op hun borst, dan krijg je pas echt problemen. Die lopen met opgeheven hoofd belangrijk te doen, dat leidt tot weerstand. Zij spreken die jongens niet aan zoals ik. Ik kan dat beter, want ik ben één van hen. Ik ben zelf ook een straatjongen, voor mij hebben die jongens respect.” Steeds weer bewijzen Yamel is een goede werknemer, vindt Stuy. “Je moet natuurlijk niet alleen kansarm zijn om voor mij te werken, je moet wel wat

59



kunnen”, zegt hij. Het stoort hem dat zijn werkwijze in eerste instantie zo argwanend bekeken wordt. “Ik moet constant vechten voor mijn zaak, steeds weer bewijzen dat het werkt. Mensen zijn bang voor dit concept.” In Amsterdam heeft hij zich na jaren wel bewezen: drie keer werd hij Amsterdammer van het jaar, politici als Achmed Marcouch en Job Cohen lopen met hem weg. Maar toen hij vorige zomer met het idee naar Rotterdam kwam, stond die hele stad op zijn kop. “Ik werd daar echt behandeld alsof ik van een andere planeet kwam. Hoe haalde ik het in mijn hoofd om met die jongens te gaan werken!” Langzaam maar zeker won hij het vertrouwen van Dominic Schrijer, destijds als wethouder onder meer verantwoordelijk voor werkgelegenheid, sociale zaken en het grote steden beleid. En de kermis werd ook in Rotterdam een succes. “Tien dagen lang werkten 110 van die jongens voor mij. Voor het begon kwam een Rotterdamse politieagent naar me toe. Hij zei: ‘Als het goed gaat, mag je volgend jaar terugkomen. Zo niet, dan trap ik je persoonlijk terug dat 020 in.’ Na tien dagen kwam hij terug: ‘Tot volgend jaar’.” In Rotterdam wordt de werkwijze in de toekomst ook bij andere grote evenementen ingezet. Pretpark Jammer dat het allemaal maar tijdelijk is, vindt Stuy. “De kermis is er alleen in de zomer, en dan nog is het aantal plaatsen beperkt.” Hij loopt al jaren rond met plannen om een pretpark op te zetten in Amsterdam. Net als zijn kermis, wordt ook het pretpark een commercieel bedrijf. Voor de werkplekken die hij de kansarme jongeren biedt, krijgt hij namelijk geen subsidie. Het pretpark zou 1500 tot 2000 permanente werkplekken creëren. Stuy is hard op zoek naar een locatie. Zijn oog is gevallen op stadsdeel Noord. “Er zit schot in de zaak. Ik heb inmiddels goede contacten met de stadsdeelvoorzitter daar.” De stadsdeelvoorzitter zelf wil nog niet op de plannen ingaan: “De gesprekken moeten nog beginnen.” Tot dat pretpark er is, zal Stuy de gemeente en buurtregisseurs nog vaak moeten teleurstellen. De Dienst Werk en Inkomen van Amsterdam weet hem inmiddels goed te vinden. “Ze bellen dagelijks of ze niet wat jongens bij me kwijt kunnen, maar ik zit vol.” Zonde vindt hij, want het is inmiddels een persoonlijke missie geworden juist die jongens onder zijn hoede te nemen die nergens anders willen ‘lukken’. “Ik kom nooit meer van ze af”, zegt hij met een scheef lachje, terwijl hij knikt naar de horde jongetjes die altijd om hem heen zwerf. Ze hebben petjes en sigaretjes, en allemaal willen ze voor hem werken. “Ze kosten me heel wat aspirines hoor”, zegt hij cynisch. Maar zijn ogen twinkelen.  ◆

Regelmatig kom ik ouders tegen, ze zeggen dat ik hun zoon gered heb.

Vluchtelingen aan het werk GoedWerk is een uitzendbureau speciaal voor vluchtelingen in Amsterdam. Het bedrijf begeleidt vluchtelingen naar een baan. Wanneer GoedWerk heeft bemiddeld tussen werkgever en vluchteling, gaat de vluchteling eerst zes maanden in proeftijd. Hierdoor kunnen werkgever en werknemer aan elkaar wennen. Als dit goed verloopt, krijgt de vluchteling een vaste baan aangeboden. De begeleiding van GoedWerk houdt niet op na de bemiddeling. GoedWerk voelt zich er ook verantwoordelijk voor te zorgen dat de proefperiode goed verloopt. Zo coacht het uitzendbureau de vluchtelingen, en biedt hen cursussen en trainingen aan. Oprichter Elias Brhane vluchtte zelf op 19-jarige leeftijd uit Ethiopië naar Nederland. Toen hij eenmaal een verblijfsvergunning had, begon hij al snel een eigen kledingzaak. Hij maakte goede carrière met verschillende ondernemingen, maar na twintig jaar besloot hij zijn zakelijke ervaring te gebruiken om andere vluchtelingen te helpen. In augustus 2007 richtte Brhane daarom GoedWerk op, met een startkapitaal van Vluchtelingenwerk Nederland, en een partnerschap met TempoTeam, die zorgt voor de werkplek. GoedWerk is een sociale onderneming, die als doel heeft iedere jaar minstens 120 vluchtelingen aan werk te helpen.

61


Hoezo gelukkig?

Samen voor ons eigen... Tekst: Roos Menkhorst

62

QPQ | 2 • 2010


Geluk

Google ‘gelukkig worden’ en je stuit op bijna 5 miljoen hits.

Ondanks het hoge gelukscijfer van de gemiddelde Nederlander lijken we steeds meer te zijn gaan klagen. Gelukkig zijn en tegelijkertijd alles wantrouwen dat met de overheid te maken heeft, gaan meer dan ooit hand in hand. De geluksindustrie draait op volle toeren. Gelukkig zijn is de norm. Ieder jaar verschijnt er weer een rapport waaruit blijkt dat wij Nederlanders over het algemeen heel gelukkig zijn; gemiddeld beoordelen Nederlanders hun leven zelfs met een 7,9 op de schaal van tien. Mooi, zou je zeggen. Maar dat ‘grote geluk’ wordt vergezeld door een flink stuk chagrijn. Heel veel Nederlanders lijken wat dat betreft compleet de weg kwijt. Ons vertrouwen in de overheid daalt ieder jaar weer een stukje: zo had het eerste kwartaal van dit jaar nog maar 52 procent van de bevolking vertrouwen in de regering. En je kunt de tv niet aanzetten of je krijgt weer een ontevreden, mopperende, zeurende marktkoopman, kaasboer, café-eigenaar of ‘hardwerkende Nederlander’ te zien.

Gelukkig zijn kun je leren Je zou bijna gaan denken dat ‘gelukkig zijn’ aan deze schreeuwende burgers niet besteed is. Maar daar zijn volgens de ‘geluksmakers’ oplossingen voor. Gelukkig zijn kun je leren, is het idee. Je moet er alleen wel wat voor doen. Google ‘gelukkig worden’ en je stuit op bijna 5 miljoen hits. Noem het maar op en het is er: van zelf hulpsites en –boeken tot workshops over bijvoorbeeld ‘Onbeperkt jezelf zijn’, van heuse gelukstherapieën tot een je eigen personal coach die je tot grote gelukshoogte zal brengen. Steevast gaat het om het vinden van een balans, om bewustwording, relaties en geluk. En waar vind je al dat geluk? Dat vind je uiteindelijk gewoon in jezelf.

63


Noem het maar op en het is er: van zelfhulpsites en –boeken tot workshops over bijvoorbeeld ‘Onbeperkt jezelf zijn’, van heuse gelukstherapieën tot een je eigen personal coach die je tot grote gelukshoogte zal brengen.

Wat is geluk? Maar wat is geluk eigenlijk? Geluksprofessor Ruut Veenhoven, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, wordt sinds jaar en dag in kranten en bladen geciteerd als het om die vraag gaat. Volgens hem is geluk simpelweg levensvoldoening, je lekker voelen dus. “Geluk is een bijverschijnsel van het gebruik van onze vermogens. We voelen ons daarom prettig als we lekker bezig zijn”, aldus Veenhoven. Al jaren houdt de professor de World Database of Happiness bij. In deze database meet Veenhoven geluk door mensen te vragen naar hoe gelukkig ze zijn op een schaal van 1 tot 10. Inmiddels weten we dat van 150 landen. Uit de database blijkt dat mensen in rijke landen gemiddeld gelukkiger zijn. In Nederland is de welvaart sinds 1970 flink gestegen, maar het geluksniveau blijft vrij constant. Volgens Veenhoven kun je geluk dus niet puur uitdrukken in materiële welvaart, ook zaken die daarmee samen gaan als vrijheid, gelijkheid, geen corruptie en rechtszekerheid, zijn volgens hem van invloed.

64

QPQ | 2 • 2010

Het Nederlands onbehagen Dit alles lijkt echter bestemd voor dovemansoren als je de ontevreden massa moet geloven. Zij is begonnen met schreeuwen en houdt niet meer op. Uit alle hoeken en gaten van Nederland klinkt een gezamenlijke kreet: Dit kan zo niet langer! Wij eisen geluk. PVV-voorman Geert Wilders maakt gretig gebruik van die gevoelens van onvrede, en hij geeft een duidelijke boodschap: ‘Jullie worden onderdrukt door een kleine elite. Daarnaast staan de moslims op de loer, als je even niet oppast nemen zij het over: jullie huizen, banen en de toekomst van jullie kinderen.’ Wilders’ Henk en Ingrid zitten daarom iedere avond bibberend voor de televisie in hun Vinex-huis. Ze durven de deur niet uit, want dan worden ze direct belaagd door een groep losgeslagen straatterroristen. Gelukkig weet de PVV-er ook wat er moet gebeuren. Daar was hij in zijn verkiezingsprogramma heel kort over: ‘Wij verklaren ons weer onafhankelijk van de elites en hun ‘idealen’. Laat ons volk zich maar uitspreken; samen weten burgers het beter dan de linkse kliek.’


Geluk

Als een ware gelukscoach presenteert hij zich aan de burger. De ontevreden, wantrouwende Nederlander loodst hij met zijn woorden rechtstreeks naar de overkant. Naar het Holland van vroeger, toen we nog heersten over de zeeën, en de gastarbeiders veilig in hun eigen land zaten. Wat is er gebeurd? Dat vragen de ‘weldenkende’ politici, columnisten en schouwburgdirecteuren zich na al die jaren opeens af. Een tijd lang hebben ze gedacht: dit waait wel over. En stilletjes trokken ze zich terug in hun eigen restaurants en wijken. Maar nee, het nieuwe Nederlandse onbehagen is helaas een blijvertje. Dat besef groeit steeds meer. Iedere week wordt er daarom wel weer een debat of een discussieavond georganiseerd, meestal op plekken als de Balie of Felix Meritis in Amsterdam. Op die avonden gaat het om de vraag: waar komt dat onbehagen van die burgers toch opeens vandaan? En vooral: Gaat het ooit nog weg? Orerend en jaknikkend kabbelt de intellectuele elite van de hoofdstad zo’n debat door: ze zijn het immers volslagen met elkaar eens.

Collectief egoïsme Dat er een grote groep mensen is die hun geluk zoeken in een partij als de PVV, vindt volgens verschillende sociologen en filosofen zijn oorsprong in de jaren zestig en zeventig. Het moment waarop vader, kerk en staat hun greep begonnen te verliezen op het individu. De samenleving brak open, maar tegelijkertijd brachten de verworvenheden een groot aantal onzekerheden met zich mee. Door de groeiende welvaart en emancipatie ontstonden er talloze mogelijkheden om het eigen leven vorm te geven. De verantwoordelijkheid voor het eigen leven werd groter, en daarmee ook de druk om je leven te laten slagen. De wekelijkse gang naar de kerk werd ingeruild voor een persoonlijke zoektocht naar zingeving en geluk. De toegenomen individualisering heeft volgens socioloog Dick Pels het ‘collectief egoïsme’ als grote schaduwzijde. Tijdens een lezing in Utrecht over de opkomst van het populisme, schetst hij het Nederland van de klagende en verwende burger: “de grijpgrage consument, die – opgevoed door de Telegraaf – zijn gelijk komt halen.” Onder deze burgers bestaat volgens hem een

65


MoMoney is een uitzendbureau plus, gericht op jongeren die extra begeleiding op weg naar de arbeidsmarkt kunnen gebruiken. MoMoney is een initiatief van Tempo-Team en de gemeente Amsterdam en heeft geen winstoogmerk. Onze intercedenten zijn in dienst van Tempo-Team en hebben ruime ervaring in de uitzendbranche en/of met het coachen van jongeren. Terugdringen jeugdwerkloosheid De belangrijkste doelstelling van MoMoney is het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Wij doen dit door actief te investeren in jongeren, nog voordat ze bij opdrachtgevers aan de slag gaan. We vergroten hun kansen op een succesvolle loopbaan onder andere door het geven van sollicitatietrainingen en begeleiding in de vorm van job- en carrière coaching. Daarnaast bieden we jongeren vanuit het uitgebreide netwerk van Tempo-Team interessante werkervaringsplaatsen, passend bij hun competenties en opleiding. Kwalitatief goede en betrouwbare dienstverlening MoMoney ontvangt geen subsidies, maar onderneemt vanuit eigen kracht. Voor ons staat de kwaliteit en betrouwbaarheid van onze dienstverlening voorop. Opdrachtgevers kunnen rekenen op medewerkers die goed uitgerust zijn voor de taken

Derkinderenstraat 94 1061 VX Amsterdam Powered by

T 020 613 60 25 F 020 613 65 85

die aan hen worden toevertrouwd. Wij maken daarvoor onder meer gebruik van de kennis en expertise die aanwezig is binnen Tempo-Team. Social Return Dankzij onze samenwerking met de gemeente Amsterdam bieden wij als eerste publiek- private onderneming opdrachtgevers extra diensten en garanties. Leveranciers van de gemeente Amsterdam voldoen bijvoorbeeld aan hun Social Return verplichting wanneer ze medewerkers inhuren via MoMoney. Helpt u mee? MoMoney is op zoek naar opdrachtgevers die samen met ons jongeren een kans willen geven. Wij werken met jongeren met verschillende competenties, opleidingniveaus en achtergronden. U kunt daarom bij ons terecht voor de invulling van allerlei vacatures. Of u nu op zoek bent naar tijdelijk of vast personeel, MoMoney gaat met veel plezier voor u aan de slag. Meer informatie Heeft u openstaande vacatures, vragen over onze dienstverlening of bent u geĂŻnteresseerd in een kennismakingsgesprek, neem dan contact op met MoMoney.

Ludwig.caupain@momoney.nu www.momoney.nu

i.s.m. Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Nieuw West


Geluk grote angst voor het verlies van onze culturele en materiële zekerheden. Deze groep wil daarom alles wat ‘vreemd’ is buiten de deur houden. De wantrouwende burger eist van de overheid, en van iedereen die iets te vertellen heeft, dat hij gelukkig gemaakt wordt. Hiermee doen de klagers afstand van hun eigen verantwoordelijkheid om gelukkig te worden. Deze opvatting lijkt overigens in tegenspraak met wat Veenhoven stelt. Volgens hem gaan geluk en tevredenheid over de samenleving niet per se hand in hand: “Mensen weten uit ervaring hoe het met henzelf gaat, maar hun mening over de maatschappij wordt vooral bepaald door wat ze in de krant lezen. Goed nieuws is geen nieuws, dus ze lezen vooral veel negatieve dingen. Mensen krijgen dan de indruk dat er veel mis is.” Ook al is er blijkbaar geen verband tussen je persoonlijk welbevinden en de staat van de maatschappij, de opkomst van een wantrouwende, chagrijnige en schreeuwende massa stemt niet optimistisch. Dat Jan uit Volendam op zondag gezellig en met een gelukzalige glimlach de barbecue aanmaakt, zal best zo zijn. Maar als hij de rest van de week zich op internetfora en in het openbare leven te pas en te onpas uitlaat over 'die vervelende buitenlanders', werkt hij niet mee aan het levensgeluk van de ander. Wie goed doet… En dat die ander heel belangrijk is bewijst psychiater Martin Seligman, auteur van het boek Authentic Happiness, met een experiment ‘goed bezig zijn’. Het laat zien dat goed bezig zijn een grotere kick geeft dan bijvoorbeeld een middagje barbecuen met vrienden. Ook al kost het extra moeite omdat je extra aandacht moet geven aan de positieve dingen in het leven. Je wordt er wel gelukkiger van. Je zou kunnen zeggen dat sociaal ondernemers in dat opzicht een streepje voor hebben op de meeste anderen. Voor hen is goed doen veel meer een vanzelfsprekendheid, en kost het waarschijnlijk ook minder moeite. Een cynicus zou hiertegen in kunnen brengen dat de sociaal ondernemer in ruil hiervoor wel op een houtje moet bijten. Maar ook daar zit het geluk niet in. Geld maakt – oh zo cliché – namelijk niet per definitie gelukkig, stelt Veenhoven. Een financiële meevaller is volgens hem maar even van invloed op je geluksgevoel. Uiteindelijk draait het gewoon om thema’s als liefde, gezondheid, werk en zingeving. ◆

World Database of Happiness: http://worlddatabaseofhappiness.eur.nl/ Eerste citaat Ruut Veenhoven: de Volkskrant, 09.01.2010, ‘Welzijn Geluk: Gammacanon (2)’, Ruut Veenhoven. Tweede citaat Ruut Veenhoven: Trouw, 26.10.2004, ‘Minder vrije tijd en toch gelukkig’, Marlise Hamaker. Lezing Dick Pels over de opkomst van het populisme, 22.04. 2010, Utrecht.

67


Het draait niet meer om geld alleen

Enkel de euro maakt niet gelukkig Tekst: Jolanda Breur

68

QPQ | 2 • 2010


geluk

De economische crisis doet mensen twijfelen aan het Westerse geldsysteem. Moeten we het niet over een andere boeg gooien? De experts zien onze euro niet zomaar verdwijnen. Toch denken ze dat andere, al bestaande systemen een grotere rol gaan spelen.

Filosoof Karl Marx zei het al: ons geldsysteem is de bron van het kwaad. Het vervreemdt mensen van hun werk, hun voortbrengselen én andere mensen. Daarnaast kent geld kwaliteit toe aan zijn bezitters. Heb je er veel van, dan deed je vast iets goed en ben je succesvol. Zo komt kwaliteit gelijk te staan aan kwantiteit. Door de laatste economische crisis zijn meer mensen gaan twijfelen aan het Westerse muntstelsel. Het stof wordt van Marx en zijn levenswerk Het Kapitaal afgeblazen. Onlangs verscheen een herziene vertaling en een biografie. Moeten we op zoek naar een alternatief voor ons systeem? “Nee”, zegt Bernard Lietaer, hoogleraar economie, ex-topmanager van de Belgische Nationale Bank en auteur van het boek Het Geld van de Toekomst. “Dat lost het probleem niet op. Een systeem zonder diversiteit is instabiel.” En dat is volgens hem nu juist de zwakte van ons huidige muntstelsel. “Het is als een monocultuur in de landbouw, slechts gespecialiseerd in één product. Wanneer je alleen aardappelen verbouwt en de oogst wordt verwoest door een aardappelziekte, dan heb je crisis. Zoals de recente economische teruggang. Zonder het huidige systeem hadden we geen industriële revolutie gehad, maar de crisis van 2008 was volgens de Wereldbank de 98e in 25 jaar.”

Aanvullende systemen voor verschillende doelen bieden uitkomst, denkt Lietaer. “Geld zorgt bijvoorbeeld niet voor gemeenschapszin. Integendeel. Leg bij een willekeurige familie één miljoen euro op tafel en kom na een week terug. Dan zijn er geheid problemen. Geld veroorzaakt 90 procent van moeilijkheden binnen families. Daarnaast ontstaat er ook geen relatie als je een pak melk koopt in de supermarkt. En wat krijg je liever van je partner, 100 euro of een mooi, persoonlijk cadeau?”

Betrokken en milieuvriendelijk Ruilkringen dateren al uit de prehistorie en nog zijn ze wereldwijd populair. Deelnemers aan een LETS (Local Exchange Trading System) ruilen diensten of goederen en besparen zo geld. Ze zijn zich bewuster van de ander en de economische handeling die ze verrichten dan wanneer ze een product in de winkel kopen. En het systeem draait om wederkerigheid: ik doe iets voor jou en jij voor mij. Dat zorgt voor betrokkenheid en is bovendien nog milieuvriendelijk ook.

69


Economie zonder ‘echt’ geld C3 ofwel een Commercial Credit Circuit is een netwerk op lokaal of regionaal niveau waarin bedrijven en consumenten onderling met elkaar afrekenen in eigen eenheden. Daar komt geen traditionele munt aan te pas. Deelnemers die van hun eenheden af willen, kunnen ze tegen een commissie omwisselen voor gangbaar geld. Banken en verzekeringsmaatschappijen staan daar garant voor. C3 zorgt onder meer voor lagere prijzen en meer werkgelegenheid. Meer informatie over dit systeem kun je vinden op de website van STRO: www.strohalm.nl

Geld zorgt niet voor gemeenschaps-zin. Leg bij een familie één miljoen euro op tafel en kom na een week terug. Dan zijn er geheid problemen. 70

QPQ | 2 • 2010

Eco-economie Voor gemeenschapszin of bijvoorbeeld een beter milieu zijn andere stelsels geschikter, stelt Lietaer. “Overheden pakken de milieuproblematiek nu op twee manieren aan: met maatregelen en subsidies. Het nadeel van regulering is dat de lobby’s altijd klaar staan om hier een stokje voor te steken. En voor subsidies is steeds minder geld. Deze hindernissen zijn te omzeilen door een nieuwe munteenheid. Laten we die de Eco noemen. Stel dat de stad Amsterdam deze munt uitgeeft en haar inwoners jaarlijks een bijdrage van 100 eco vraagt, per huishouden. De inwoners kunnen eco’s verdienen door milieuvriendelijke activiteiten te verrichten.” De econoom noemt energie besparen, de bus nemen en de auto laten staan of een ecologisch groentetuintje op het dak van je woning. De stad stelt aan de hand van het aantal huishoudens en het soort activiteit een lijst op met eco-waarden. “Bijvoorbeeld 1 eco voor 1 kWh aan energiebesparing of een eco voor 1 m² ecologische tuin.” Medewerkers van een lokale organisatie lichten de inwoners voor en controleren of die vierkante meters tuin er daadwerkelijk zijn. Zij verdienen op die manier eco’s. Daarnaast kan de gemeente weekenden organiseren waarin Amsterdammers de stad schoonmaken. En ook daarmee vallen eco’s te verwerven. Maar er zou handel kunnen ontstaan in deze aanvullende munteenheid. Een inwoner heeft geen zin in de activiteiten en wil zijn benzineslurpende auto best even aan de buurman met een verantwoord groentetuintje uitlenen. Tegen eco’s. “Geen probleem”, zegt Lietaer. “Dit is de economie van de eco. Je kunt ze kopen en verkopen, daar bemoeit de stad zich verder


geluk niet mee. De buurman kan wel 200 m² tuin hebben en daarmee 200 eco verdiend. De jaarlijkse bijdrage aan de stad is 100 eco, dus hij kan de helft van zijn eco’s missen.” Voor de stad, legt de econoom uit, is het belangrijk dat die 200 m² tuin er zijn. Wie daar voor zorgt, doet er niet toe. Hij benadrukt wel dat de stad geen eco’s kan innen bij mensen die niet ecologisch actief kunnen zijn, zoals fysiek beperkten. Dit eco-stelsel kan, naast de traditionele munteenheid, ook landelijk en zelfs internationaal worden ingevoerd. Dat geldt volgens Lietaer niet voor LET-systemen ofwel ruilkringen waarin mensen goederen of diensten uitwisselen. “Ruilkringen bestonden al in de prehistorie en zijn er nog steeds. Toch zullen ze nooit uit veel meer dan 500 mensen bestaan. Dat komt omdat er geen eenheid van waarde is, geen standaard. Want hoeveel appels zijn een auto waard? En wat als iemand mijn appels wil maar ik zijn auto niet kan gebruiken? Deze uitwisselingen zijn te ingewikkeld voor op grote schaal.” Ruilkringen horen er wel bij, meent hij. “Vergelijk ze met haarvaten. Ook die zijn nodig in het lichaam, hoewel ze niet de capaciteit hebben van slagaders. Gezamenlijk zorgen ze wel voor een goede bloedsomloop.” Eigen munt Rob van Hilten is minder enthousiast over ruilkringen. Hij was in 1993 initiatiefnemer van de nog altijd bestaande ruilkring Noppes en zette een aantal andere LET-systemen op. “Ruilkringen draaien op goedbedoeld enthousiasme. De organisatoren steken er veel tijd en geld in, maar verdienen er geen boterham aan. Zo blijft het vrijwilligerswerk en verdwijnt na

een paar jaar de geestdrift. Dat gebeurt wereldwijd met ruilkringen. De basis is te zwak en ze lossen geen maatschappelijke problemen op.” Van Hilten werkt voor STRO (Social TRade Organization), een organisatie die in Latijns-Amerika op regionaal niveau de economie probeert aan te jagen. STRO ontwikkelt daarvoor rentevrije handelsnetwerken met een eigen munt. Zo worden lokaal vraag en aanbod tussen consument, kleine en middelgrote bedrijven en de publieke sector samengebracht. En met succes. Inmiddels bestaan er netwerken in Honduras en Brazilië. In Uruguay is eind 2009 zelfs een landelijk STRO-systeem ingevoerd. Bedrijven die meedoen aan dit zogeheten C3-netwerk (Commercial Credit Circuit) verrekenen hun transacties onderling in een eigen munt. Van Hilten: “C3 werkt wél op grote schaal, daar is Uruguay een voorbeeld van. Het is een modern land dat de financiën goed op orde heeft, maar weinig te exporteren. Daardoor hebben banken weinig geld om te investeren en zijn bedrijven op zichzelf teruggeworpen.” STRO pompt geld in een C3-netwerk dat binnen dat netwerk blijft circuleren waardoor de omloopsnelheid verhoogt. Dat zorgt voor lagere prijzen en meer werkgelegenheid. En daarmee heeft het netwerk een sterkere concurrentiepositie naar de buitenwereld. De eigen munt of verrekeneenheid van het netwerk is terug te wisselen naar de conventionele munteenheid. Daarvoor staan banken garant. “Dat is het grote voordeel. C3 sluit aan op de gangbare economie.” STRO denkt dat C3 ook internationaal kan werken, door transacties tussen netwerken in verschillende landen. Zo worden

71



geluk

Geld veroorzaakt 90 procent van de moeilijkheden binnen families.

Waardebepaling achteraf: een oplossing. Waardebepaling achteraf (WBA) is geen vervanging van ons geldsysteem, maar zou uitwassen ervan kunnen voorkomen. Door je klant zelf na levering van dienst of product te laten bepalen wat het hem waard is, ontstaat een hechtere relatie met de opdrachtgever. Een prima systeem, volgens hoogleraar economie Bernard Lietaer. “Maar enkel op kleine schaal.” Nils Roemen brengt het in de praktijk. Hij adviseerde zijn klanten twaalf jaar tegen een tarief en ontdekte dat hij in tien minuten soms meer waard was dan in een heel dagdeel. Hij ging het anders aanpakken. Roemen denkt mee met mensen die iets voor elkaar proberen te krijgen. Zoals een blindeninstituut dat blinden wil mobiliseren, tot een groep zzp’ers met het plan samen te werken aan een project. Ze betalen hem wat ze willen. “Er is geen peil op te trekken”, aldus Roemen. “Soms denk ik: ‘dit ging fantastisch’, maar ga ik met een fles wijn naar huis. Een andere keer vraag ik me af wat ik kon betekenen en mag ik een flinke factuur sturen.” Roemen verdient zo een modaal inkomen. Op zijn website staat een verlanglijstje voor potentiële klanten. “Mensen kunnen op meer manieren iets voor me betekenen.” Een klant onderhoudt de website en hij kreeg ook treinkaartjes en een beamer. “Ik wil laagdrempelig zijn voor mensen met een laag inkomen. Iemand met een uitkering kan een topprogrammeur zijn met een gigantisch netwerk. Het kan toch niet zo zijn dat de inhoud van je portemonnee je waarde bepaalt?”

schuldenlanden onafhankelijker van het IMF en de Wereldbank. STRO probeert ook in Europa voet aan de grond te krijgen met dit systeem. “C3 is zeker een goede oplossing”, stemt hoogleraar Bernard Lietaer in. “De werkloosheid loopt de aankomende vijf jaar verder op. Met alle sociale problemen van dien. Het C3-systeem zorgt voor werkgelegenheid en lage prijzen, oftewel welvaart voor gemeenschappen die anders in armoede zouden leven. Enig nadeel van C3 is dat je er geen belasting mee kunt betalen. Of regeringen zouden C3-eenheden moeten accepteren.” Het gaat om aandacht Ook trendanalist Justien Marseille denkt dat het huidige geldsysteem niet zomaar verdwijnt, maar wel zijn langste tijd gehad heeft. Het C3-systeem en het Eco-stelsel van Lietaer gaan uit van aanwezige capaciteit als arbeidskracht en grondstoffen waarmee een economie aangejaagd kan worden. De schaarste van het reguliere geld speelt daarbij nauwelijks een rol. En dat is volgens Marseille de truc. “We moeten stoppen met denken in schaarste. Er is overschot. Maar monopolies als die van het geld dicteren al eeuwen waar we waarde aan moeten hechten.” Dat gaat veranderen, meent Marseille, het individu bepaalt steeds meer zelf wat hij belangrijk vindt. En daarmee verliest het oude systeem uiteindelijk zijn betekenis. “Van LET-systemen tot Kudos die mensen op internet uitdelen als blijk van waardering, het zijn vormen van belonen. Het gaat om aandacht krijgen, zoals het aantal bezoekers op je website.” En vele individuen samen krijgen de kracht van één grote. Marseille noemt de zoekactie naar de Amerikaanse avonturier Steve Fossett in 2007. “Hij verdween met zijn vliegtuig boven de Nevada woestijn en 50.000 mensen met een internetverbinding zochten via de satellietbeelden van Google Earth mee”, vertelt ze. En daar viel geen cent mee te verdienen. “Mensen willen elkaar helpen.” Dit soort grote netwerken die gebruik maken van de nieuwste technologie hebben volgens Marseille de toekomst. Het wachten is op de massa voor wie de laatste technische snufjes eerst binnen handbereik moeten komen. Met die nieuwe techniek wordt nu vooral veel gecontroleerd en weinig gefaciliteerd, zegt de trendanalist. “Jammer, er gaat veel energie naar het opslaan van bijvoorbeeld persoonsgegevens en het checken daarvan. Men gaat uit van fouten. Dat voedt wantrouwen en angst voor straf. Maar deze energie zal meer gebruikt gaan worden om mensen met elkaar te verbinden, om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Want de Nevada woestijn uitkammen met Google Earth in plaats van tanks, helikopers en mensen; dát scheelt pas tijd, geld en vervuiling.”  ◆

73



fotoreportage

Geluk uit een potje? Zo verschillend als mensen zijn, zo veel gelukservaringen zijn er. Maar, je moet zelf op zoek naar wat jou gelukkig maakt. We kopen tenslotte geluk niet in de winkel. Om je op weg te helpen vroeg QPQ vijf sociaal ondernemers waar zij gelukkig van worden. “We kunnen allemaal een flow ervaren.”

Tekst: Noor Backers | Fotografie: Vivian Keulards

“ Kleuren, vormen, structuren en spannende details geven mij een goed gevoel.” Petra de Boer is als bestuurslid en communicatieadviseur betrokken bij Hotel con Corazón in Granada. Door te investeren in educatie en werkgelegenheid draagt het hotel bij aan een betere toekomst voor de Nicaraguanen.

“Samen met anderen iets neerzetten, waarbij je elkaar over en weer inspireert. Zonder onderlinge concurrentie een mooi resultaat neerzetten. Iets tastbaars creëren wat nog beter is doordat je het met een team hebt gedaan; daar word ik heel erg gelukkig van. Vooral als het om duurzaamheid gaat, dat is mijn drijfveer en ultieme doel. Communicatie, mijn werkterrein, is slechts een middel om dat doel te bereiken. Toch word ik ook blij van een mooi vers geurend blad dat net van de drukker komt. Beroepsmatig ben ik veel bezig met beeldtaal en privé geniet ik van beeldende kunst. Bij beide geven kleuren, vormen, structuren en spannende details mij een goed gevoel. Een groot geluksgevoel ervaarde ik ook, toen ik begin 2010 voor ’t eerst Hotel con Corazón binnenliep. De tranen sprongen in mijn ogen toen ik het resultaat zag van twee jaar werk van initiatiefnemers Onno Oostveen en Marcel Zuidhof en de rest van het Corazón-team. Het hotel is prachtig geworden en draagt op allerlei manieren bij aan duurzame lokale ontwikkeling. Er wordt gebruik gemaakt van lokale producten en leveranciers; de winst gaat naar educatieprojecten voor jongeren en medewerkers worden gestimuleerd weer naar school te gaan. Bovendien zorgt het hotel voor lokale werkgelegenheid.”  ◆

75


“ Le petit bonheur, daar geniet ik van” Marja Baas is initiatiefneemster van Goodforall, een webwinkel waar consumenten leuke duurzame spullen kunnen kopen. Daarnaast voert Goodforall haar eigen merk, produceert zij producten voor andere merken en zet zij webwinkels op voor bijvoorbeeld tijdschriften.

“Van de onverwachte genoegens en de kleine dingen in het leven, daar word ik heel erg blij van. De Fransen omschrijven het prachtig: ‘le petit bonheur’. Een gelukkig gevoel krijg ik als ik opsta en mijn twaalfjarige zoon Floyd al uitgebreid de ontbijttafel heeft gedekt. Maar ook van het lekkere kopje koffie dat ik van een collega krijg, en de zon die schijnt en zorgt voor een mooi lichtspel. Er zijn plekken op de wereld die zo bruisend en tegelijkertijd zo zuiver zijn, waar ik me helemaal één en verbonden voel met alles om mij heen. Zo’n plek ken ik in Italië, daar ervaar ik het grote geluk extra sterk. De verbinding met mensen, privé en beroepsmatig, levert voor mij vaak mooie cirkels op, positieve opwaartse spiralen. Bijvoorbeeld talentvolle Nederlandse ontwerpers en fair trade producenten die samenwerken en tot prachtige resultaten komen. Die mogen wij dan weer bij Goodforall met veel passie verkopen. Dat versterkt elkaar. Zo’n producentengemeenschap in bijvoorbeeld Calcutta bloeit op en wordt steeds sterker. Op mijn reizen waar ik producenten bezoek, valt alles op zijn plek. Ik smelt dan simpelweg van de glimlach van een blij jongetje, omdat zijn familie het beter heeft door het verkregen werk van zijn vader of moeder. Hun verhaal en hun beweegredenen inspireren mij enorm.”  ◆

76

QPQ | 2 • 2010


fotoreportage

“ Daar kom ik elke ochtend mijn bed voor uit.” Jim Bowes, oprichter van GreenGraffiti®, biedt een milieuvriendelijke vorm van buitenreclame aan. Met behulp van sjabloon, water en hogedrukspuit wordt het straatvuil verwijderd en wordt de reclameboodschap zichtbaar op de grond.

“Elke dag ben ik weer ontzettend gelukkig met mijn gezin. Ik heb een fantastische vrouw en een geweldige dochter. Ik doe graag iets voor anderen, iets wat voor hen van betekenis is én voor mij. En nog mooier, als dat wat ik doe, zorgt voor verbeteringen op sociaal vlak en milieugebied. Dat kunnen zijn voor mijn gezin en GreenGraffiti®, die maken mij blij. Daar kom ik elke ochtend mijn bed voor uit. Vijfentwintig jaar heb ik in de reclame- en communicatiewereld gewerkt, maar ik ben nog nooit zo gelukkig geweest als nu. Ik ben veel rijker dan voorheen. Niet in financiële zin, maar dat weegt volledig op tegen het extreem goede gevoel dat ik nu heb. Dat wordt nog eens versterkt door de positieve reacties op GreenGraffiti® van het publiek en van grote bedrijven die, inmiddels internationaal, gebruik maken van onze diensten. En dat terwijl bij de start nog veel mensen dachten dat dit soort activiteiten niet groots zouden aanslaan en ook niet voor winst kunnen zorgen. Ik geloof er dan ook heilig in dat hoe meer je ergens instopt, hoe meer het je oplevert en dat geldt ook voor sociaal ondernemers. Je snapt waarschijnlijk wel dat ik een gelukkig mens ben.”  ◆

77


Bureau voor design en communicatie Design- en communicatieadvies • Product branding • Jaarverslagen Brochures • Huisstijl- en logo-ontwikkeling • Powerpointpresentaties Websites • Magazines • Journalistiek werkzaamheden

De Vormstrateeg | Hinthamerstraat 162 | 5211 MV | ’s-Hertogenbosch Postbus 1366 | 5200 BK | ’s-Hertogenbosch | T 073 613 20 34 | info@vormstrateeg.nl Kijk voor onze portfolio: www.vormstrateeg.nl


fotoreportage

“ Het zit ‘m in de kleine dingen.” Caroline Ligtenberg is oprichtster en directeur van Duurzame Vacaturebank, Duurzame Stagebank, MVO Recruitment en Spirituele Vacaturebank. “Het bijeenbrengen van mensen, hen aan elkaar koppelen en iedereen tot zijn recht laten komen. Daar word ik nou heel gelukkig van. Ook buiten mijn werk onderneem en organiseer ik dat met veel plezier en ben ik graag in gezelschap van familie en vrienden. Spontaan doe ik dan wat ik leuk vind: een koppeling tot stand brengen en zorgen dat iedereen zich op zijn of haar plek voelt en sprankelt. Ik zie snel of mensen doen wat ze gelukkig maakt. En dat ligt vaak besloten in de kleine dingen, ook bij mij. Een mooi voorbeeld dat zich dit voorjaar bij mij voor de deur afspeelde: Een klein meisje viel, ik zette haar weer op haar benen en kwam in gesprek met een ander meisje. Alleen maar door haar een complimentje te geven dat zij de buurt met haar krijttekeningen opknapte, voelde het kleine hummeltje zich erkent. Ook bij volwassenen heb je niet veel woorden nodig om hen dat gevoel te geven. Ik ben heel mensgericht en vind het fijn als mensen elkaar vinden en vooral dat ik daar een bijdrage aan kan leveren op terreinen waar ik belang aan hecht. En gelukkig velen met mij. Het lijkt wel een uitbreidende olievlek te zijn van mensen die werk willen doen dat hen vervult.”  ◆

79


HELP NU! Het milieu te sparen De resultaten van de service Band op Spanning Meer dan de helft van alle auto’s rijdt met te lage bandenspanning. Daardoor wordt extra brandstof verbruikt, slijten de banden versneld en wordt het milieu vervuild. Medewerkers van de service Band op Spanning controleren op locatie de bandenspanning en indien nodig verhogen zij die naar de voorgeschreven spanning. Door de bandenspanning te verbeteren: • Stoot je minder CO2 uit en verbeter je de luchtkwaliteit. • Verbeter je de verkeersveiligheid • Bespaar je direct kosten, al snel tot 100 euro per jaar

Concreet, succesvol en tegen kostprijs De service Band op Spanning wordt zonder winstoogmerk en tegen kostprijs uitgevoerd door Stichting De Groene Garage. Wij werken voor grote bedrijven, wagenparkbeheerders en organisaties waar veel autobezoekers komen. Hun medewerkers en bezoekers waarderen onze service sterk. Onze opdrachtgevers levert het naast dit enthousiasme, een concrete kostenbesparing op die vaak drie tot vier keer zo groot is als de kosten van de inzet van onze service. Tot slot draagt u met de inzet van onze service een concreet steentje bij aan een schoner milieu, een betere verkeersveiligheid en pakt u het klimaatprobleem aan.

Bel nu voor meer informatie Band op Spanning heeft inmiddels ruim 100.000 auto’s van een juiste bandenspanning voorzien. Wij werken met veel succes bij ruim 35 grote en kleine gemeenten en provincies, bij meer dan 100 bedrijven en vele evenementen in heel Nederland. Graag komen wij met nog meer organisaties in contact om ook met veel enthousiasme voor hun medewerkers en bezoekers of wellicht uw eigen collega’s aan de slag te gaan. Wij zijn u graag van dienst en vinden altijd een werkwijze en actie die goed past bij uw wensen of situatie. Heeft u een goed idee, een tip voor een actie of zoekt u meer informatie, neem dan nu contact op dan helpen wij u direct. Telefoon: E-mail: www:

80

QPQ | 2 • 2010

030-2306910 info@bandopspanning.nl bandopspanning.nl


fotoreportage

“ Tijdens het ontplooien van talenten kom ik in een flow terecht.” Aart van Veller is oprichter van Wij Zijn Koel, een bureau dat organisaties helpt om klimaatneutraal,  duurzaam en kostenbesparend te werken.

“Er is veel mogelijk in het leven, het is mooi, niet altijd makkelijk, maar wel heel leuk. Kortom, ik word gelukkig van het leven. Helemaal als ik zie dat mensen hun dromen durven najagen. Dat zij ergens in geloven en het ook creëren en daarbij uitgaan van kansen en niet van doemscenario’s. Dat probeer ik zo goed en zo kwaad als dat gaat op mijn eigen leven toe te passen. Ik voel me ondernemer en wil dingen creëren die de wereld een stukje mooier maken. Op het moment dat ik bij mijzelf, en bij anderen, merk dat ik mijn talenten kan ontplooien, kom ik in een soort flow terecht. Ik geloof dat iedereen op aarde bepaalde talenten en passies heeft die passen bij ‘waarvoor zij gemaakt zijn’ en dat wij allemaal zo’n flow kunnen ervaren. Op zo’n moment zie je de authenticiteit van personen goed. Met Wij Zijn Koel proberen we onze klanten ook dichter bij henzelf te brengen en een duurzame identiteit te geven. Dat klinkt spiritueler dan het is. Om als bedrijf duurzaamheid te kunnen inzetten, moet je heel open, eerlijk en transparant communiceren over wat je al onderneemt, wat je ambities zijn en welke strategie je daarvoor volgt. Dat is in het begin best eng, maar wel de enige manier om echt toegevoegde waarde te creëren voor de samenleving en dus bestaansrecht te hebben. Groen leven en ondernemen is niet alleen noodzakelijk, het is ook ontzettend leuk en kan bovendien winstgevend zijn.”  ◆

81


Kleine dingen leiden naar groot geluk Geluk zit in kleine dingen. Een universele wijsheid

die iedereen kent. Maar wat doe je er eigenlijk

mee? Hoe draag je bij aan een gelukkige wereld?

QPQ presenteert vier projecten die helpen geluk te

verspreiden. Want eigenlijk is gelukkig worden heel

leuk en makkelijk.

82

QPQ | 2 • 2010


geluk

Iedereen heeft zijn eigen wereldreddend verlangen. Via dewereldredden.nl kunnen we van elkaar leren hoe die uit te voeren. Tekst: Annemarie Geleijnse, Eva Prins

Handleidingen voor wereldreddende acties Een biologische kroegentocht. Een pinapparaat met blijbiljetten. Koken met restjes. Op www.dewereldredden.nl staan tientallen videohandleidingen met sympathieke acties. Iedereen die een goed idee heeft en dat uitvoert, kan een verslag daarvan op de website plaatsen. Liefst in de vorm van een zelfgemaakt filmpje met een stappenplan zodat andere wereldredders er ook mee aan de gang kunnen. De site telt meer dan 700 redders en 35 uitdagingen die al ruim zesduizend keer werden uitgevoerd. Initiatiefnemer is directeur Tjerk Feitsma.

“Doe je iets om de wereld te redden, of doe je niets? Met die keus wil ik mensen confronteren. Iedereen heeft zijn eigen wereldreddend verlangen. Wij zijn een actieplatform met een website. We claimen niet het alleenrecht te hebben op het redden van de wereld. Iedereen heeft daarvoor zijn eigen truc, list of idee. Goede ideeën zijn goede ideeën en die moet je promoten. Via deWereldRedden.nl kunnen we van elkaar leren hoe die uit te voeren. Uiteindelijk willen we groeien tot een groot sociaal platform van wereldredders. De planeet in zijn geheel is te groot om in je eentje te redden. Maar binnen je eigen leefwereld kun je wel degelijk iets doen.” Alledaags geluk “Armoede, milieu, vrede, duurzaamheid. De ‘uitdagingen’ op de site begeven zich op allerlei terrein. Bijdragen aan alledaags geluk zijn er volop te vinden. Een mooi voorbeeld vind ik zelf ‘Aardig tegen buitenlanders’: de handleiding van de 16-jarige Maya. Zij maakte tijdens een maatschappelijke stage bij ons een filmpje waarin ze in verschillende talen een begroeting laat horen. Zo kun je als je een broodje koopt bij je Turkse bakker in het Turks gedag zeggen. Een sympathieke manier om barrières te slechten.”

Levensvisie “Het is voor mij niet alleen maar werk, maar een levensvisie waarbij je, zoals Maya het beter zegt, alleen jezelf nodig hebt en de moed om anderen aan te spreken. We zijn ontstaan vanuit het creatieve bureau Wonder, maar sinds Valentijnsdag hebben we een eigen stichting genaamd Terra Futura. Met de verkoop van een Wereldredspel en t-shirts proberen we geld te genereren. Maar we verkopen ook Niets. Niks dus. Voor 20 euro kun je Niets kopen, krijg je Niets thuisgestuurd. We willen daarmee een signaal afgeven tegen consumentengedrag.” Iets doen “Of ik er zelf gelukkig van word? Natuurlijk, daarom doe ik het. Ik ben sociaal wetenschapper en dit is wat mij drijft. Ik heb ooit de keuze gemaakt iets te doen en ben daar nooit meer mee gestopt. Ik ben gelukkig en trots dat ik mensen kan faciliteren in het redden van de wereld op een manier die zij zelf kiezen. Dat is de mooiste baan die je kunt hebben.”  ◆

83


84

QPQ | 2 • 2010


geluk

Als ik op een festival als Mysteryland van die gasten zie die aan onze bar de Millenniumdoelen aan het schilderen zijn – daar word ik heel blij van. Liefdesbrieven voor een betere wereld Zware onderwerpen hoef je niet zwaar te brengen. Globalicious vraagt op een creatieve, vrolijke én duurzame manier aandacht voor de Millenniumdoelen om zo realisatie een stukje dichterbij te brengen. Oprichtster en directeur Cindy Pielstroom: “We willen enthousiasmeren en dingen in gang zetten.” Het motto: iedereen kan een bijdrage leveren aan een mooiere wereld.

“Met Globalicious willen we mensen op een andere, positievere, manier naar de wereld laten kijken en naar het aandeel dat ze er zelf in kunnen hebben om die een beetje mooier te maken. Dat kan zijn door een kindertehuis op te zetten in een ontwikkelingsland, maar ook door een taart voor je buurvrouw te bakken. Wij willen laten zien dat het leuk is om lief te zijn, om goed te doen.”

Verliefd “Een betere wereld begint bij jezelf. Dat nemen wij heel letterlijk. Ik geloof er echt in dat je eerst van jezelf moet houden, voor je ruimte hebt om te geven. Daarom bieden wij bijna standaard op onze evenementen ‘liefdestherapie’ en de mogelijkheid om aan iemand een liefdesbrief te schrijven. Dat werkt fantastisch – je ziet mensen echt weer verliefd worden.”

Millenniumdoelen “Onze ‘kapstok’ zijn de Millenniumdoelen omdat dat hele concrete doelen zijn die de wereld beter maken. Helaas zijn er maar weinig mensen die ze kennen. Dat willen wij veranderen door daar op een vrolijke, originele manier informatie over te geven. Dat doen we vooral op festivals en in (Millennium) gemeenten.” “Er moet wel iets veranderd zijn als wij zijn geweest. Ik geloof niet zo in een losstaand evenement. Daarom werken we altijd samen met lokale bedrijven en organisaties die we ook aan elkaar koppelen, zodat het beklijft.”

Blij “Mijn belangrijkste drive is misschien wel dat ik er zelf heel gelukkig van word. Als ik op een festival als Mysteryland van die gasten zie die aan onze bar de Millenniumdoelen aan het schilderen zijn – daar word ik heel blij van. Dat is ook wat ik predik: je moet het vooral doen omdat je er zelf blij van wordt. Dat is volgens mij namelijk de enige manier waarop het werkt.”

85


Bloemen met gedichten voor vrede Valentine Peace Proces stimuleert scholen, buurthuizen en andere organisaties over de hele wereld om rondom Valentijnsdag en Internationale Vredesdag (1 september) een creatieve dialoog over vrede en liefde op gang te brengen. Persoonlijke gedichten uit` de hele wereld worden aan bloemen gehangen en uitgedeeld aan voorbijgangers. Daar blijft het niet bij, als het aan oprichter Federico Hewson ligt. De kunstenaar werkt uiteindelijk toe naar een wereld-vredesmerk.

“Rozen, chocolade en juwelen zijn producten die vaak worden geassocieerd met de liefde, maar ook heel omstreden zijn in de manier waarop ze worden geproduceerd. Ik wil juist rondom deze producten een vredesmerk opbouwen. Ik wil dat consumenten kunnen kiezen voor duurzame bloemen, chocolade of juwelen waaraan een dichtregel hangt die over vrede gaat. Zo kun je allemaal deelnemen aan de vredesgedachte.” Supermarkt “In de toekomst hoop ik via de webshop eerlijke producten met gedichten te kunnen verkopen. Maar vooral hoop ik dat het label in iedere supermarkt komt te liggen. Het is een volgende stap in Valentine Peace Proces, waarin ik sinds vijf jaar gedichten met bloemen laat uitdelen in Amsterdam maar ook in andere wereldsteden.” Sexy “De tijd is er rijp voor. Ik zie het als een vorm van sociaal ondernemerschap waarbij je business combineert met een levensvisie. Mijn doel is om vrede onder de aandacht te brengen van mensen, om ze gevoelig te maken voor de vredesge-

86

QPQ | 2 • 2010

dachte. Ik wil het idee van vrede populair maken; het een facelift geven, meer modern en sexy maken. Peace is fun. Wat we eerder hebben zien gebeuren met begrippen als ‘duurzaam’ wil ik voor ‘vrede’ bereiken. Het is toch prachtig dat je door bloemen te kopen een bijdrage kunt leveren aan de vrede.” “Critici vinden dat ik het begrip vrede daarmee uithol, dat ik het alleen maar sentimenteel maak. Maar ik zie het als manier om mensen die nooit bewust over vrede nadenken erbij te trekken. Dat zal tijd nodig hebben, maar kan heel groot worden.” Geluk “Ik word erg gelukkig van iets wat zo persoonlijk is als een gedicht te verbinden aan de wereldmarkt. Dat vind ik een opwindend idee. Ik zie dat ook als rol van sociaal ondernemers: wij moeten het zakelijke verbinden aan het persoonlijke. Als dat op grote schaal gebeurt zijn we weer een stap verder richting vrede.”


geluk

Als je haar maar goed zit Een gratis knipbeurt voor Amsterdammers in een (financiële) achterstandspositie. Dat is het idee achter de stichting Barbers on te Run, een initiatief van de kapsters Sonya Langedijk en Marrit Ottens. Met een tot kapsalon omgebouwde bus gaan ze eens per maand op pad langs opvang- en zorgcentra. Sonya Langedijk aan het woord over geluk.

“Als je er verzorgd uitziet, word je in deze maatschappij sneller geaccepteerd. Een goed kapsel is daar een onderdeel van. Het maakt bijvoorbeeld solliciteren makkelijker. Het idee voor Barbers on the Run is ontstaan toen ik een straatkrantenverkoper zag met een heel goed kapsel. Dat viel op: het gaf gelijk een andere indruk. Marrit en ik wilden al langer vrijwilligerswerk doen en toen dachten we: waarom gaan we niet gewoon doen wat we goed kunnen om anderen te helpen.” Bij elkaar gesprokkeld “Onze bus, een mooie oude camper, hebben we van een klant gekregen. Twee vrienden hebben hem helemaal omgebouwd tot kapsalon. Tot nu toe hebben we alles via via bij elkaar gesprokkeld: gekregen of zelf verdiend door te knippen op feestjes en festivals.”

Kleine glimlach “Iedereen is altijd enthousiast als we komen, maar één ervaring is me echt bij gebleven. Dat was in een opvangtehuis voor mensen die verslaafd zijn én psychiatrische problemen hebben. Daar was een man die al in geen anderhalf jaar in de recreatieruimte was geweest: hij was bang dat er dan iets ergs zou gebeuren. Maar voor ons kwam hij. Dat was een heel bijzonder moment. We hebben hem een totale metamorfose gegeven: zijn lange baard ging eraf en zijn haar werd kort. Het enige dat hij ons na afloop gaf, was een kleine glimlach, maar die zei heel veel.” Gelukkig “Het is heel leuk om iets wat je goed kan te delen en anderen daar blij mee te maken. Na zo’n dag knippen, heb ik een heel voldaan gevoel. Je ziet dat de mensen er gelukkig van worden en daar word je zelf ook gelukkig van. Heel simpel.”

87


Geluk gezocht

Een week nadat ‘Sex and the City, the movie part 1’ in 2008 in première ging, heb ik hem samen met m’n zusje in New York gezien. We keken onze ogen uit, temidden van de gillende meiden die zich kluivend aan de chicken wings vereenzelfigden met een van de hoofdpersonen.

Tekst: Annemarie de Jong

Vier vrouwen in New York City, eind dertig, succesvol in hun werkende en sociale leven, zijn op zoek naar het ultieme geluk. Voor het gemak is geluk teruggebracht tot Mr. Big: die ene grote liefde. De boodschap is helder: het is even worstelen, vallen en weer opstaan, maar aan het einde van de horizon gloort geluk. Een stralende hoofdpersoon aan de telefoon met Mr Big, temidden van stromen mensen in Manhattan, vormt het eindshot van de film. Ze leefden nog lang en gelukkig, dat zien we graag. Al zal het er in ‘SatC deel 2’ vast nog even om spannen, we kunnen ongetwijfeld opgelucht ademhalen bij de aftiteling. In Schiedam zag ik onlangs op een overzichtstentoonstelling van Alex van Warmerdam allerlei fragmenten van zijn films terug zoals Abel, Ober en De Noorderlingen. De film ‘De Noordelingen’ laat een nieuwbouwwijk in de jaren ’50 zien, waarin het leven van de bewoners laveert tussen de hoop van jong geluk en de troosteloosheid van die zoektocht, omdat geluk zich in die omgeving maar moeilijk laat vinden. In al zijn films gaat het over die zoektocht. En dat ziet er vaak heel ongelukkig uit. Moffelt Sex and the City het ongeluk van die zoektocht glamoureus weg onder designer kleding en cocktails, Alex van Warmerdam laat er geen enkel misverstand over bestaan: het leven is wel erg veel gedoe voor een paar kruimels geluk.

Annemarie de Jong is directeur van De Baak Change en columniste bij het Financieele Dagblad. Voor QPQ schrijft ze over de nieuwe tijd.

88

QPQ | 2 • 2010


column

Er is er geen ontkomen aan. We zoeken nu

ik ben. Zoals verliefdheid je overvalt als je het

eenmaal naar geluk. De explosie aan zelfhulp-

totaal niet verwacht en je al helemaal niet

boeken, cursussen en ‘reizen naar binnen’, laat

begrijpt waarom juist op die persoon.

zien dat we onderweg naar geluk eindeloos

Ik fiets door mijn stad met Thievery

op zoek gaan naar onszelf. Een route met

Corporation op mijn iPod. Ik kijk om me heen

verhelderende en niet altijd even blijmoedige

en los op in het décor waar ik me doorheen

ontdekkingen.

beweeg. Gewichts- en tijdloos voelt het bijna. Heel even.

Geluk laat zich niet vinden. Geluk overvalt. Gedachteloos. Op die momenten ben ik totaal

En Mr. Big? Die belt wel weer. ◆

niet bezig met mezelf en waarom ik ben wie

Alex van Warmerdam laat er geen enkel misverstand over bestaan: het leven is wel erg veel gedoe voor een paar kruimels geluk.

89


Wilt u ook een groene oase in de stad?

De Dakdokters | Wibautstraat 150 II | 1091 GR | Amsterdam 020-8208251 | info@dakdokters.nl | www.dakdokters.nl

de dakdokters wij maken uw dak gezond!


Boeken

Lekker leesvoer voor de zomer De vakantie breekt aan, dat betekent vaak extra tijd om te lezen. Daarom vroegen we de QPQ-redactie: ‘Wat is jouw favoriete boek?’. Het antwoord is een verrassende reeks inspiratievolle, spannende, humoristische en avontuurlijke boeken. Stuk voor stuk titels die niet mogen ontbreken in je reiskoffer dit jaar – en als het niet meer past, zijn ze komende winter ook nog heel lekker te lezen!

henk van der kolk, voorzitter fnv bondgenoten

SOMO en Evert-jan Quak slagen er met dit boek in te laten zien dat de burger wel degelijk macht heeft om de wereld te veranderen, als we maar willen. En het boek is een aansporing voor maatschappelijke organisaties om nu eens hun leden aan te spreken op hun gedrag. marleen janssen groesbeek, het financieele dagblad en auteur van o.a. duurzamer ondernemen

harry hummels, directeur sns asset management en hoogleraar ethiek, organisaties en samenleving, universiteit maastricht

SOMO laat met dit boek prachtig zien hoe mensen zoals jij en ik een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van schijnbaar onoplosbare problemen als armoede en mensenrechtenschendingen. Het boek maakt een wereld van armoede zichtbaar achter de producten die wij dagelijks consumeren. Door het geven van betrouwbare informatie over de productie van o.a. kleding, elektronica, grondstoffen en financiële diensten vervult SOMO een belangrijke rol in de strijd tegen onrecht en kunnen burgers in het dagelijks leven daadwerkelijk duurzame keuzes maken. farah karimi, algemeen directeur oxfam novib

Verantwoord ondernemen moet naar een hoger niveau getild worden. Dit boek brengt heel leesbaar een aantal van de dilemma’s in beeld waar de maatschappelijk betrokken consument en producent vandaag de dag voor staat. Het is een kritisch en van tijd tot tijd provocerend exposé geworden, waaruit heel duidelijk naar voren komt dat de verantwoordelijkheid voor duurzaamheid bij iedereen ligt: bij ondernemingen, overheden en de burgers/consumenten. Het boek vormt tevens een welverdiend eerbetoon aan het werk van SOMO.

Veel mensen zijn zich bewust van de grote structurele problemen die er bestaan in de internationale productie en handel. Maar willen we een bijdrage leveren aan een betere wereld dan lopen we al gauw tegen grote dilemma’s aan. Want door onze eigen consumptiepatronen houden we misstanden ook weer in stand. De benodigde informatie blijkt onbetrouwbaar en voor veel producten is er gewoon geen duurzaam alternatief. De schade aan mens en aarde blijft zodoende onzichtbaar op de labels van bijvoorbeeld onze mobiele telefoons, spijkerbroeken en medicijnen. De mens is naast consument ook werknemer, spaarder en misschien zelfs belegger – in ieder geval een burger. Hij of zij kan daarom op verschillende manieren invloed uitoefenen op keuzes van bedrijven en overheden die de wereld schoner en eerlijker kunnen maken. Dit boek neemt je mee in het doolhof van conflicterende belangen en versnipperde verantwoordelijkheden. Het laat zien dat de huidige regels, wetten en gedragscodes niet afdoende zijn om te komen tot werkelijk eerlijke, duurzame en ethische productievormen. Het boek biedt instrumenten en daagt bewuste burgers, managers en beleidsmakers uit om duurzaam te handelen, zodat ook Zhang Hui een betere toekomst tegemoet gaat.

Het

Het onzichtbare label

In het kritisch volgen en analyseren van overheden, bedrijven en internationale organisaties verrast SOMO door oog te houden voor de dilemma’s die zich in de praktijk voordoen. Daarmee wordt zij een interessante gesprekspartner voor allen die zij tegelijkertijd het vuur aan de schenen legt. Dat is slechts weinigen gegeven.

Zhang Hui is een van de 5 500 arbeiders van de Giant Wireless fabriek in het Chinese Shenzhen die onderdelen maakt voor onder andere mobiele telefoons. ‘Ik voel me een machine, een werktuig,’ zegt Hui. ‘Mijn werk is het oranje draadje en de gele in minder dan drie seconden aan elkaar vast solderen. Het weigeren van overwerk of afwezigheid wordt gestraft met een boete van drie onbetaalde werkdagen.’

Evert-jan Quak

Een lekker leesbaar en goed met vele voorbeelden onderbouwd pleidooi voor strengere regelgeving op het gebied van MVO (iets wat ik van harte onderschrijf) en een sympathieke leidraad voor de kritische burger/consument/werknemer die zelf ook de handen uit de mouwen wil steken.

onzichtbare label Perspectief op duurzaam handelen Evert-jan Quak

rob van tulder, hoogleraar rotterdam school of management/ erasmus universiteit

Omslag Ontmaskering14.indd 1

21-07-2009 18:53:09

De keuze van: Roos Menkhorst

De keuze van: Noor Backers

De keuze van: Willemijn van Benthem

Mama Tandoori: gratis is goed

Het onzichtbare label zet aan tot duurzaam handelen

Verloren illusies

Titel: Mama Tandoori Auteur: Ernest van der Kwast Uitgeverij: Nijgh & Van Ditmar

Herman Koch noemt het boek van Ernest van der Kwast: “Nu al het geestigste en ontroerendste boek dat ik dit jaar heb gelezen.” Het is een groot compliment, zeker voor een jonge schrijver als Van der Kwast. Maar dat het boek geestig is, dat staat vast. In Mama Tandoori beschrijft Van der Kwast zijn jeugd, maar vooral zijn Indiase moeder. Deze vrouw leeft bij het motto ‘gratis is goed’. Ze dingt af op huizen, kattenvoer en reisjes naar het buitenland. Als de vader van Ernest - onderzoeker aan de universiteit - zich terugtrekt op de wc om artikelen door te nemen, weet ze het nog klaar te spelen hem daarvan te weerhouden. Alles gaat zoals zij dat wil, dat is een ding dat zeker is. Dat het autobiografisch is, maakt de verbazing na iedere pagina alleen maar groter.

Titel: Het Onzichtbare Label Auteur: Evert-Jan Quak Uitgeverij: KIT Publishers

Misschien ben ik een beetje bevooroordeeld omdat ik zelf aan het boek heb meegewerkt, maar deze titel mag niet ontbreken in je boekenkast. Hoewel Het Onzichtbare Label complexe onderwerpen als duurzaamheid en globalisering behandelt, lezen de hoofdstukken makkelijk weg en laat het je niet los. De auteur geeft inzicht in en pakkende voorbeelden van de sociale, economische en ecologische problemen achter de producten die wij allemaal gebruiken: zoals elektronica, kleding en medicijnen. Maar ook bij supermarkten en banken kan je verstrikt raken in het doolhof van tegenstrijdige belangen. Er valt geen klip-en-klare oplossing te presenteren, maar dit boek zorgt wel voor bewustwording van je eigen mogelijke invloed. Of je nu handelt in de rol van consument, beleidsmaker, manager of investeerder, de besproken dilemma’s zetten je aan het denken en dat resulteert hopelijk in een eigen strategie om duurzaam te handelen.

Titel: Verloren Illusies Auteur: Honoré de Balzac Uitgeverij: Oorschot BV Titel: Niemand ontbijt meer met een glas wijn Auteur: Louis Sébastien Mercier Uitgeverij: De Arbeiderspers Misschien is het omdat ik in Parijs heb gewoond, maar mijn favoriete boeken zijn van Parijse auteurs. Verloren Illusies van Honoré de Balzac is een prachtige weergave van de uitgeverswereld in de 19e eeuw. De hoofdpersoon, dichter Lucien Chardon, verovert met zijn jeugdige schoonheid in ijltempo het hart van Parijs. Het verhaal gaat over roem en vergankelijkheid, inhalige uitgevers, ambitieuze schrijvers, cynische recensenten en arme drukkers. Net zo tijdloos is Niemand ontbijt meer met een glas wijn van Louis Sébastien Mercier, een bundel messcherpe observaties over het Parijs van net voor de Revolutie. Relativerend en inspirerend tegelijk, want de mens lijkt nauwelijks veranderd.

91


92

De keuze van: Catrien Spijkerman

De keuze van: Tatiana Glad

De keuze van: Annemarie Geleijnse

Bizar pact met de duivel

Time is on my side

Titel: De Meester en Margarita Auteur: Michail Boelgakov Uitgeverij: o.a. Oorschot BV

Titel: In Search of Time Auteur: Dan Falk Uitgeverij: McClelland & Stewart Ltd.

Ebbenhout: 29 Afrikaanse ontmoetingen

De duivel himself bezoekt het Moskou in de jaren onder Stalin. De Meester en Margarita van Michail Boelgakov staat vol merkwaardige schepsels en bizarre gebeurtenissen, maar beschrijft de realiteit van de Sovjetrepubliek. Hebzucht, censuur, corruptie, vreemdelingenhaat, verbod op religie – het komt allemaal aan bod. En de liefde, want Margarita sluit een pact met de duivel om haar verdwenen geliefde, de Meester, terug te vinden. De Meester schreef een boek over de veroordeling van Jezus door Pontius Pilatus, maar zijn werk werd verboden, en hij werd bedreigd. Verschillende verhaallijnen doorkruisen elkaar, en iedere gebeurtenis is zwanger van symboliek. Ingewikkeld? Ja. En ik weet zeker dat een hoop me is ontgaan, maar zelden las ik een boek dat zo explosief is. Absurd en humoristisch, en toch zo echt.

Ever since ancient times, the human race has been obsessed with time – and how to keep time. Falk explores the ageold question ‘What is time?’ and delves into the diversity of time systems that have existed on our planet to discover that it is not only the way clocks and calendars have differed, but that difference also exists in the very nature of how time is experienced by different cultures and civilizations. Addressing how we have separated time from nature, he moves into the science of time to help us understand our modern day quest for being in flow. In this book, we are taken through the journey of how our ‘culture of time’ has evolved - and shifted - as the scientific age, industrial age, and more recent cosmological perspectives have emerged. This is a thought-provoking book that calls us to live more deeply in the present, “for us believing physicists, the distinction between past, present and future is only a stubbornly persistent illusion.”

QPQ | 2 • 2010

Titel: Ebbenhout Auteur: Ryszard Kapuscincski Uitgeverij: De Arbeiderspers Korte verhalen. Meestal niet mijn genre. Maar de Poolse journalist Ryszard Kapuscincski toont zich in Ebbenhout een ware meester in de korte bocht. In 29 duizelingwekkende verhalen beschrijft hij zijn ‘Afrikaanse ontmoetingen’. Hij struikelt door heel Afrika over honger, conflicten, staatsgrepen en burgeroorlogen. Maar het zijn vooral ook zijn scherpe en adembenemend mooi opgeschreven observaties van het dagelijkse leven die indruk maken. Zo zal ik de modderkuil in het Nigeriaanse Onitsha nooit vergeten: Een diepe kuil in de weg verandert een doods straatje in een dynamische buurt. Reddingsploegen trekken auto’s uit het modderbad. Er komen straathandelaren, kappers, garages en zelfs hotels. Wat een vloek is voor de chauffeurs, blijkt een zegen voor de initiatiefrijke bewoners van deze buurt.


Boeken

De keuze van: Petra Kroon

De keuze van: Jolanda Breur

De keuze van: Eva Prins

Zwarte satire over greenwashing

Koning Arthur en het oergevoel

Op een tractor naar de Zuidpool

Titel: Koning Arthur Auteur: Jaap ter Haar Uitgeverij: Callenbach

Titel: Op de tractor naar de Zuidpool Auteur: Manon Ossevoort Uitgeverij: De Geus

Als kind van twaalf was ik zwaar onder de indruk van Koning Arthur van Jaap ter Haar. Ik las het boek nadat ik de film over deze Britse held uit de zesde eeuw had gezien. Beide keren moest ik menig traantje wegpinken. Het draait in de eeuwenoude legende om tijdloze zaken als avontuur, liefde en magie. En daarin wilde ik graag geloven. Helaas bleken de gebeurtenissen op weinig historische feiten gebaseerd; een teleurstelling. Maar ik bleef verhalen verslinden over tovenaar Merlijn, ridder Lancelot en de zoektocht naar de Heilige Graal. En velen gingen mij voor in de afgelopen eeuwen. Koning Arthur raakt aan een oergevoel.

Ontwapenend en moedig. Dat is theatermaakster Manon Ossevoort. Onder het motto: ‘dromen moet je doen!’ reisde ze alleen, op haar tractor, dwars door Europa en dwars door Afrika. Inmiddels is ze alweer een tijdje in Nederland om geld te verzamelen voor de laatste etappe: de oversteek van Zuid-Afrika naar de Zuidpool. Over het eerste deel van haar reis schreef ze Op de tractor naar de Zuidpool. Het is geen literair meesterwerk, maar wel een eerlijk en openhartig verslag van een bijzondere en indrukwekkende reis. En bovenal: inspirerend. Immers: als je op een tractor naar de Zuidpool kan, dan kan alles!

Titel: This Other Eden Auteur: Ben Elton Uitgeverij: Transworld Publishers Ltd. Ben Eltons This Other Eden is een gitzwarte satire over milieuclubs, bedrijven die aan MVO doen en klimaatmarketing. De ingrediënten: onze aarde die op het punt staat ten onder te gaan aan menselijke uitbuiting, burgers die niet schoner leven maar ‘Claustrospheres’ - een soort grote tent die de aarde nabootst - kopen, de nietsontziende producent daarvan, een reclamemaker en eco-terroristen die tegen de Claustrophere’s strijden. Burgers moeten milieuvriendelijke maatregelen nemen in plaats van mini-aardes kopen. Er ontspint zich een complot dat de meesten zelfs in hun meest donkere fantasie niet zouden bedenken. This Other Eden is een superspannend boek, dat leest als een trein en je kijk op milieuclubs, MVO-bedrijven en greenwashing voor langere tijd geheel overhoop gooit.

93



Mini Dossier: Duurzame Communicatie

Mini Dossier Duurzame Communicatie Wat is duurzame communicatie, wie brengt dit in de praktijk en hoe? Om daar achter te komen, gaven wij van QPQ aanstormend reclametalent de opdracht een campagne te maken voor een sociaal ondernemer. We staken ook ons licht op bij gevestigde creatieven en marketeers. In dit mini-dossier lees je over de zoektocht van de jonge teams en de opvattingen van het establishment. “Duurzaam duurt, is niet vluchtig en als er iets snel verandert, is het wel communicatie.�

Tekst: Jolanda Breur | Fotografie: Isabel Nabuurs

95


De consument regeert Hoe kijken toekomstige reclamemakers naar duurzame communicatie? QPQ bracht sociaal ondernemers in contact met reclamestudenten aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Eigenlijk hadden ze er nog nooit zo over nagedacht, maar aan duurzame creativiteit geen gebrek bij de studenten.

“Deze clip is strak. Qua sfeer en nog goeie muziek ook.” De student deint mee op klanken uit zijn laptop. Hij en zeven andere mannen van begin twintig volgen het vak ‘adcom’ aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Iedere maandag brengen studenten advertising en grafische vormgeving hier het geleerde in praktijk. Voor echte opdrachtgevers. “Hallo, ik ben Juliette.” Een vrouw betreedt het lokaal en laat weten dat er werk aan de winkel is. Vandaag wenst Stichting Kunstenaars & Co een advertorial om een deeltijdopleiding te promoten. “Ik heb beeldmateriaal en tekst.” Docent Bastiaan Strunk (36): “Jullie weten wat een advertorial is?” Na het juiste antwoord gaan de studenten achter aaneen geschoven zwarte tafels aan de slag. In teams van twee verwerken ze het materiaal op hun Apple laptops. “Dit is voor hen een technische klus”, aldus Strunk. “Normaal zijn ze bezig met het bedenken van een concept.” En dat is wat de teams deden voor de sociaal ondernemer die QPQ selecteerde. De opdracht was duurzaam te communiceren. Strunk brainstormde met QPQ en de teams voor de aftrap van het project over deze insteek. Hij ziet vooral een praktische kant. “Media kunnen hiervoor op duurzame dragers publiceren. Mond-tot-mondreclame is pas echt duur-

96

QPQ | 2 • 2010

zaam.” Als voorbeeld daarvan noemt hij de viral. Een marketingtechniek waarbij de boodschap via sociale netwerken op internet verspreid wordt, als een virale epidemie. Goedkoop en relatief ‘schoon’. “Een inhoudelijk duurzame boodschap moet waar zijn”, zegt hij. “Anders gaat je kop eraf.” Naarmate de brainstorm vordert, wordt Strunk steeds filosofischer over duurzaam communiceren. Maar de oplossing ligt volgens hem niet in de creatieve hoek. “Uiteindelijk bepaalt de gemeenschap wat aanslaat. En wanneer de klant zijn wensen kenbaar heeft gemaakt, gaan wij aan de slag. Dan verdwijnen deze filosofische bespiegelingen naar de achtergrond. Het gaat klanten tenslotte toch om de verkoop en wij kijken wat haalbaar is met hun budget.” De docent, die tien jaar voor reclamebureaus werkte en de Rietveld Academie deed, laat zijn studenten kennismaken met ‘de techniek en politiek’ van het vak. “Ze krijgen te maken met aanlevereisen waaraan een echt product moet voldoen. Daarnaast kan een klant altijd nog nee zeggen tegen een concept. “Denkt een student dan: laat maar of probeert hij het aan te passen aan de wensen van de klant? En wat als klanten druk zijn en geen interesse tonen in hun eigen vraag, ga je dan door?”


97


Lucky Bracelet met Je eigen

20% korting bestellen?

Ga snel naar abeautifulstory.nl, plaats je bestelling o.v.v. QPQ10 en ontvang je eigen dosis geluk van â‚Ź 199,95 voor â‚Ź 159,95

Lucky Bracelets brengen letterlijk geluk. Voor jou omdat je een prachtige armband draagt. En voor de makers in Nepal, want er is weer werk aan de winkel. Elk sieraad wordt met veel zorg, aandacht en passie handgemaakt. A Beautiful Story smeedt vakmanschap van over de hele wereld samen tot de hipste producten en brengt die op de markt. Alles uiteraard sociaal en/of milieu verantwoord geproduceerd.

www.abeautifulstory.nl

for you


Mini Dossier: Duurzame Communicatie

Een inhoudelijk duurzame boodschap moet waar zijn. Anders gaat je kop eraf.

Print was geen optie Studenten Nick Philipse (23) en Pieter Schouten (23) hoefden deze overwegingen niet te maken voor hun QPQ-klant. Zij bedachten een billboardcampagne voor i-did, een duurzaam modelabel. Schouten: “De klant kwam met een gericht verzoek waarbij de nadruk op duurzaamheid moest liggen. Dan ga je anders denken. Een advertentie in print was geen optie meer, want niet duurzaam en dus niet geloofwaardig. We namen het unieke aan i-did als uitgangspunt.” De mode die i-did via internet aanbiedt, is ambachtelijk gemaakt door allochtone en door bejaarde vrouwen. “Vrouwen aan de rand van de samenleving met een verhaal”, vertelt Schouten. “Dat willen we vast leggen als ze een groot billboard met i-did-logo aan het breien zijn.” Van deze documentaire voor de website zetten de studenten een verkorte versie op YouTube. De korte variant mag volgens Schouten niet langer worden dan zes minuten. Anders haken kijkers af. “Nou”, zegt Philipse, “ik bekijk op YouTube wel eens filmpjes van tien minuten.” Het gebreide billboard willen ze door het land laten reizen. Philipse: “Eén exemplaar op verschillende plaatsen gebruiken is ook duurzaam. Ik zie het helemaal voor me, met die vrouwen bij de lancering. Maar misschien willen ze dat wel niet.” De twee hebben met veel plezier aan hun opdracht gewerkt. “Het kan zo onze portefeuille in”, meent Schouten, “hoewel, het kan altijd nog beter.” Gewapend met een stappenplan bezoeken ze binnenkort i-did. Het team vond het ‘goed’ om eens na te denken over duurzaam communiceren. “Een antwoord hebben we niet gevonden”, zegt Philipse. Schouten: “Print kan bij hergebruik toch duurzaam zijn.” “Een viral is duurzaam.” “Nee, dat is een kortstondige hype. Het gaat om het product en de afzender, om imago. Dat moet je verduurzamen.” 24% Fatima Het tweede team ontwierp i-did second live, een besloten website waar i-did-dragers hun kleding te koop kunnen aanbieden wanneer ze er op uitgekeken zijn. “De deelnemers bepalen zelf de waarde van de kleding”, vertelt Wesley Visseren (23). “En de koper krijgt direct het verhaal bij die jurk of trui,

want zo’n product heeft voor iedereen een andere betekenis.” Teamgenoot Kees van Ardenne (24) vult aan: “Dit hergebruik van die i-did kleding onderstreept duurzaamheid en laat zien dat het niet enkel om winst gaat.” Een advertentiecampagne haalde het niet bij de opdrachtgever. “Omdat we konden adverteren in QPQ dachten we direct aan print. Maar i-did zag het liever meer duurzaam.” Wel in de smaak viel hun kledinglabel. Daarop is niet af te lezen hoeveel procent wol of katoen het product bevat, maar het aandeel dat de vrouwen leverden; ‘24 % Fatima, made in Holland’. Visseren: “Sommige dingen kunnen we niet zelf, zoals een webshop bouwen. Daar moet een externe partij voor aangetrokken worden. Maar eerst stemmen we ons concept af met het andere team en maken we een stappenplan.” In de roos “Ze begrepen direct dat dit label niet in de binnenstad naast het Kruidvat thuishoort.” Mireille Geijsen, oprichtster van i-did, is dik tevreden over de resultaten van de studenten. i-did wilde met deze campagne naamsbekendheid vergroten en kleding verkopen. “Omdat ons label duurzaam is, keken zij of je de campagne daardoor anders moest aanpakken dan gebruikelijk. Wij kennen onze doelgroep goed en daar sloten ze direct bij aan. Het was meer dat we elkaar vonden in een gedachte dan dat i-did een wens aan hen moest overbrengen.” De doelgroep van i-did wil niets voorgeschoteld krijgen en ontdekt graag zelf, licht Geijsen toe. “Het zijn vrouwen tussen de 30 en 45 jaar met goede banen, die bewust kiezen.” i-did laat de kleding bewust niet in lagelonenlanden produceren. “Nederland heeft genoeg potentie, mensen die niet zo snel aan een baan komen. Denk aan allochtone vrouwen met een taalachterstand of oudere vrouwen die achter de geraniums wegkwijnen.” Daarnaast gebruikt i-did zo veel mogelijk duurzame materialen. De teams en hun opdrachtgever hebben elkaar drie keer ontmoet. “De eerste keer hebben wij ons gepresenteerd en daarna volgden zij met hun plannen.” Geijsen deed zelf ooit de kunstacademie en weet dat dit soort projecten ‘mooie dingen’ kan opleveren. “We willen plannen van beide teams uivoeren. Ze begrepen dat de campagne voor een eigenwijs label creatief en gek moest zijn. Hun ideeën zijn een schot midden in de roos.”

99



Het jonge team wil het gebreide billboard door het land laten reizen. EÊn exem­ plaar op verschillende plaatsen gebruiken, is duurzaam. 101


Als je maatschappelijk verantwoord bezig bent, mag dat best breed uitgemeten. Zolang het de kern van het bedrijf raakt. 102

QPQ | 2 • 2010


Mini Dossier: Duurzame Communicatie

Duurzaam communiceren is duurzaam deugen Waar de toekomstige vakmensen, de studenten van de Willem de Kooning Academie, vooral zochten naar duurzame communicatiekanalen en -producten, wijzen de huidige deskundigen uit het werkveld vooral op de duurzaamheid van de boodschap die van belang is om communicatie duurzaam te maken. Vijf visies op duurzaam communiceren van ‘ouwe rotten in het vak’.

Begrijpelijk en eerlijk “Zet een bos bloemen voor het raam en je bent duurzaam. Windowdressing.” Jan Driessen, directeur communicatie bij Aegon en voorzitter van de Bond van Adverteerders (BVA), heeft het niet op ‘duurzaam’. “Het is een modewoord.” Hij gebruikt voor het begrip duurzame communicatie liever verantwoorde communicatie. Daar maakt de BVA zich volgens hem hard voor. “Op een begrijpelijke en eerlijke manier je boodschap uitdragen. En als je maatschappelijk verantwoord bezig

bent, mag dat best breed uitgemeten. Zolang het de kern van het bedrijf raakt. Dus niet een paar goede doelen die je steunt, maar wel zoals Heineken het deed met paginagrote advertenties.” Daarin waarschuwde de bierbrouwer voor de gevaren van alcohol voor jongeren onder de zestien jaar. Hiermee maak je wel goede sier bij de consument en dat is goed voor de verkoop. “Daar is toch niets mis mee?”, vindt Driessen. “De beste verantwoorde communicatie is een winwin-winsituatie voor het bedrijf, de klant en de maatschap

103



Mini Dossier: Duurzame Communicatie

Er zijn nog vele klanten te winnen voor ondernemingen die duurzaamheid links laten liggen. Zeker als ze het nu oppakken en daarmee in hun branche voorop lopen.

pij. Maar ten eerste hoort het hart van je bedrijf doortrokken te zijn van die zogenoemde duurzaamheid. Een verzekeraar zal goed moeten beleggen en Nike moet kinderarbeid buiten de deur houden. Zo niet, dan straffen consumenten je daar ongenadig voor af, want die hebben tegenwoordig veel macht. Ze zijn goed geïnformeerd, breed georiënteerd en organiseren zich snel op internet. Zorg dat je deugt anders overleef je niet.” Aegon wil Nederland financieel bewuster en wijzer maken, volgens Driessen. “Deze verantwoordelijkheid willen we in elk haarvat van het bedrijf doorvoeren. We verkopen niet meer enkel financiële producten.” Vroeger, zegt hij, dacht men dat deze mentaliteitsverandering van de politiek moest komen of van organisaties als Greenpeace. “Zij hebben druk op de ketel gezet, maar het moet van de – internationale – bedrijven zelf komen. En dat gebeurt nu.” Maar geloven consumenten deze goede bedoelingen? Ook bij Aegon ging wel eens wat mis. “Je zit altijd in een spagaat tussen verleden en toekomst. Wanneer er iets fout gaat met een van onze zeven miljoen polissen, dan gaat het vaak om de uiteindelijke consequenties van die polis. Neem een auto van twintig jaar oud. Die voldoet milieu- en veiligheidstechnisch ook niet aan de huidige wetgeving. Een bedrijf moet wel zijn verantwoordelijkheid nemen voor de problemen die uit het verleden voortkomen. Maar voor sommigen is dat nooit genoeg.” Met openheid komt alles goed? “Na een misser herstel je het vertrouwen alleen door ruiterlijk toe te geven dát er iets fout ging. Wat dat betreft ziet mijn wereld er overzichtelijk uit.” Bedrijven zijn net kinderen Ook film- en reclameregisseur Johan Kramer zet vraagtekens bij het begrip ‘duurzame communicatie’. “Duurzaam duurt, is niet vluchtig en als er iets snel verandert, is het wel communicatie.” Het merk van gisteren ‘praat’ volgens hem anders dan het

merk van morgen. Eerlijke of open communicatie vindt hij een betere term. Net als Driessen vindt Kramer dat de basis van een bedrijf duurzaam moet zijn. En daarvoor hoeft het zich niet ‘op de borst te slaan’. “Bedrijven zijn net kinderen. Als ze iets goed doen, schreeuwen ze dat direct van de daken: kijk ons eens groen zijn.” Kramer wantrouwt deze boodschap en heeft de indruk dat bedrijven die al duurzaam opereren dit niet overdreven communiceren. “Zoals duurzaam kledingmerk Kuyichi of Green Mountain Coffee. Een bedrijf als Aegon, dat pretendeert eerlijk te zijn, komt op mij ongeloofwaardiger over. In het verleden is daar gerommeld met onduidelijke producten. Wel interessant. Via communicatie probeert het zich een beter imago aan te meten, de omgekeerde wereld. Als ze het nu ook nog waarmaken...” Kramer denkt eveneens dat ondernemingen niet anders meer kunnen dan eerlijk zijn. “Consumenten schurken dicht tegen hen aan via sociale netwerken op internet. Met greenwashing je als bedrijf ‘groener’ voordoen dan je bent - blaas je jezelf op, daar prikken ze zo doorheen.” Menselijke merken “Duurzame communicatie? Lastig.” Matthijs Jaspers, een van de drie mannen achter reclamebureau Nobla, denkt niet dat je een boodschap duurzaam kunt overbrengen. “Het blijft communicatie. Wel moet het verhaal goed zijn en de belofte waar.” Een bedrijf dat winst niet als doel heeft, is ten dode opgeschreven, volgens Jaspers. “Maar stel je als merk menselijk op. Merken mogen wel eens wat terug doen voor de maatschappij. En net zoals bij mensen, is iets voor een ander doen ook goed voor jezelf. Al voel je jezelf er enkel beter door. Daarnaast, aardige mensen worden ook aardig gevonden.” In het DNA van een onderneming zit altijd een haakje waaraan

105


Met greenwashing - je als bedrijf ‘groener’ voordoen dan je bent - blaas je jezelf op.

je activiteiten kunt ophangen om de wereld een beetje beter te maken, vertelt hij. Het levert toch ook wat op? “Zeker, het is een win-winsituatie en daarmee krijgen we bedrijven over de streep.” Jaspers vraagt zich af hoe kwalijk greenwashing is. “Microsoft maakte voor elke download van Internet Explorer een bedrag over voor daklozen in de VS. Je kunt vinden dat het show is, maar zo is toch een half miljoen dollar bij de daklozen terecht gekomen.” Nobla heeft besloten geen producten meer aan de man te brengen waarvan niet zeker is of ze gezond of goed zijn. “Voor een fabrikant van mobieltjes zoeken we bijvoorbeeld naar een manier om oude telefoons te hergebruiken. Dus niet weer een nieuw model de markt op slingeren.” Zo heeft Nobla’s klant Summum.nl, een online reisbureau, zijn dure brochure overboord gezet. Reizen worden alleen nog via internet aangeboden. Daardoor werden de reizen goedkoper. “Dat hebben we de klanten in een mailing laten weten.” Daarbij werd terloops gemeld dat stoppen met de brochure ook een heel bos uitspaarde. Summum.nl wil bovendien samen gaan werken met Unesco. Iedere reis zal werelderfgoed aandoen en Summum doneert daarvoor per reis een bedrag. Jaspers: “Het helpt dit erfgoed te behouden voor onze kleinkinderen. Toch een vorm van duurzaam reizen.” Extra groen Net als Nobla probeert Ellen Vereijken van OAK geen onverantwoorde producten aan de man te brengen. De art-director en vormgever werkt voor onder meer Hema, Intratuin en KPN en bedenkt nu duurzame concepten. Voor een pensioenfonds ontwierp ze een tijdloze huisstijl die ieder jaar opgefrist kan worden met een andere kleur. “Als je een hele nieuwe huistijl ontwikkelt, moet de klant het oude materiaal weggooien. Een enkele wijziging kan langzaam doorgevoerd worden.” Niet iede-

106

QPQ | 2 • 2010

re klant wil duurzaamheid communiceren volgens Vereijken. “Hema heeft een duurzame lijn, Naturally Hema, maar was drie jaar geleden nog bang voor kannibalisme. Wanneer deze lijn zo ‘groen’ is, zullen klanten denken dat de andere producten dat helemaal niet zijn en die niet meer kopen. Op het laatste moment werd het woordje ‘extra’ toegevoegd aan uitdrukkingen als ‘goed voor het milieu’. Tegenwoordig gaat Hema daar veel vrijer mee om, dat is leuk om te zien.” Een groot telecombedrijf, zo hoorde ze van een medewerker, is helemaal niét bezig met duurzaamheid. “Er zijn nog vele klanten te winnen voor ondernemingen die duurzaamheid links laten liggen. Zeker als ze het nu oppakken en daarmee in hun branche voorop lopen.” Oprechte communicatie Twee jaar geleden werd er nog gegniffeld als grafisch ontwerper Fridy Visser Knof met duurzame papiersoorten aankwam bij een klant. Tegenwoordig is het normaal dat ze samen met die klant bij iedere stap in het ontwerpproces nadenkt over de meest duurzame mogelijkheden. Ze presenteert haar werk op een laptop en print het niet uit. Logo’s ontwerpt ze zo dat deze niet na vijf jaar vernieuwd hoeven te worden. Klanten bezoeken doet ze met het openbaar vervoer. “Om duurzaamheid te communiceren gebruik ik geen specifieke vormgeving zoals de kleur groen. Het logo van olieconcern BP is groen met geel en krijgt daardoor een zweem van duurzaamheid. De cijfers spreken helaas anders. Wanneer een bedrijf een warm logo heeft en vervolgens word je afgeblaft door iemand van hun callcenter, krijg het geen goed imago. Sociale media zorgen dat nieuws zich snel verspreid.” Inhoudelijk duurzame communicatie geeft volgens Visser Knof weer wat een onderneming aan duurzame kernactiviteiten verricht. “Het is oprechte communicatie, die laat zien wat er werkelijk gebeurt.”  ◆


Mini Dossier: Duurzame Communicatie

107


Nieuwe Kansen voor Nieuwe Nederlanders! Goed Werk is een sociale onderneming met als doel: vluchtelingen en migranten bemiddelen naar werk. Hiermee streeft Goed Werk zowel naar een financieel als een maatschappelijk rendement. Goed Werk is het eerste uitzendbureau speciaal voor vluchtelingen en migranten in Amsterdam, opgericht in augustus 2007. Wij begeleiden onze cliĂŤnten niet alleen op het gebied van arbeidsbemiddeling, maar combineren onze kennis en kunde ook met de maatschappelijke begeleiding van onze cliĂŤnten. De winst van Goed werk gaat naar nieuwe sociale initiatieven voor en door vluchtelingen en migranten. Goed Werk heeft in Tempo-Team een strategische samenwerkingspartner gevonden. Uitgangspunt van Goed Werk is een duurzame arbeidsrelatie tussen werknemer en werkgever. Om dit resultaat te bereiken werkt Goed Werk samen met bedrijven waar de werknemers na een half jaar in dienst kunnen treden. In deze periode kunnen werkgever en werknemer elkaar leren kennen en vertrouwen. Goed Werk biedt de nodige ondersteuning en bijsturing. Naast de rol als intermediair initieert Goed Werk ook projecten om de arbeidsmarktpositie van vluchtelingen en migranten te verbeteren. Projecten die recentelijk zijn afgesloten zijn een traject voor hoogopgeleide inburgeraars en een traject richting etnisch ondernemerschap. Goed Werk, werkt goed! Werkt u mee? Wij gaan graag met u in gesprek om te kijken hoe uw organisatie (nog) kleurrijker kan worden! Kijk voor meer informatie op www.goed-werk.nl of bel 020-6964086.

Powered by


De Druppel 180º

Schoonmakers helpen hogerop te komen Het was al latent aanwezig in je onderbewuste, schurend, knagend wellicht, maar je deed er nooit iets mee. En dan, die ene gebeurtenis, persoon, gedachte of aanblik is de druppel. Ineens besef je dat het anders moet en ga je aan de slag… Laamia Elyounoussi (30) is oprichtster en directeur van Schone Zaak!, een ecologisch schoonmaakbedrijf waar de ontwikkeling van de werknemers voorop staat. Haar bedrijf bestaat sinds september 2009 en heeft twaalf mensen in dienst. “De liefde voor de schoonmaak heb ik van huis uit meegekregen. Mijn vader had een schoonmaakbedrijf en mijn tante ook. Ik heb altijd veel meegeholpen – op alle afdelingen. Zo heb ik de kneepjes van het vak geleerd. Bij mijn tante werken veel schoonmakers via reïntegratie­ bedrijven, vaak langdurig werklozen. Zo ontdekte ik hoe slecht deze mensen vanuit het reïntegratiebedrijf worden begeleid. Ik herinner me een gesprek met een coach waarin ik probeerde meer informatie over een van de schoonmakers te krijgen. Hij zei

letterlijk: ‘Het zijn niet mijn vrienden, maar mensen die ik wegzet bij een bedrijf.’ Hij wist niets van ze en wilde dat ook niet weten. Dat was de ommekeer. Ik dacht: dit kan ik honderd keer beter. Niet als individu, maar wel als bedrijf, als ondernemer. Op dat moment besloot ik: in mijn schoonmaakbedrijf zet ik de ontwikkeling van deze mensen voorop. Voor bijna niemand is de schoonmaak een keus. Mensen komen er in terecht omdat ze vanwege een lage opleiding of taalbarrière nergens anders aan de bak komen. Ik stimuleer en faciliteer mijn mensen, met begeleiding en opleidingen, om, als ze dat willen, op een hoger niveau te komen. Opdat ze meer kansen hebben, in of buiten de schoonmaak.”  ◆ Wil jij ook je verhaal vertellen? Mail naar: petra@qpq-magazine.nl

Tekst: Eva Prins | Foto: Frank Groeliken

109


Gezocht: Het kabinet van de toekomst Tekst: Willemijn van Benthem

110

QPQ | 2 • 2010


De vraag rijst of het kapitalisme wel het ideale economische systeem is in de 21e eeuw. Volgens sommigen geeft de kredietcrisis daar het antwoord al op. Maar wat willen sociaal ondernemers? Hoe moet het politieke landschap er volgens hen uitzien de komende vier jaar? Wie zouden er in het nieuwe kabinet moeten zitten om het land vooruit te helpen op het gebied van sociaal ondernemerschap? Sterker nog: volgen we het voorbeeld van Barack Obama?

111


De Groene Kieswijzer was een stap in de goede richting, maar er is nog steeds ruimte voor social entrepreneurs die social change nastreven. De verkiezingen zijn geweest, een stemadvies gaat dit dus niet worden, en toch besteedt QPQ aandacht aan de verkiezingsprogramma’s. Het is natuurlijk wel zo interessant om te weten hoe hoog sociaal ondernemen op de agenda van de verschillende partijen staat. Vooral nu president Obama van de Verenigde Staten voor het eerst in de Amerikaanse geschiedenis een speciaal Office of Social Innovation heeft opgezet. De prominente Sonal Shah is zojuist aangewezen om dit nieuwe departement in goede banen te leiden. Deze econome zou extreem getalenteerd zijn en was eerder directeur van de filantropische poot van internetbedrijf Google. Het doel van deze post is om de regering te helpen het werk van sociaal innovatieve ondernemers beter te coördineren, om ze te ondersteunen en hun invloed te vergroten. Sociaal ondernemers zijn inspirerend, maar soms is een overheid nodig om grotere stappen te kunnen nemen. Amerika loopt hierin voor op Nederland, dat is al jaren duidelijk. Maar wat gaat Nederland doen? Pakt zij haar kans om innoverend vooruit te kijken? Om andere Eurolanden een stap voor te zijn? De gloednieuwe Groene Kieswijzer voor deze verkiezingen was een stap in de goede richting, maar die wijzer liet alleen zien welke partijen duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan. Er is daarom nog steeds ruimte voor social entrepreneurs die social change nastreven, om in de woorden van Obama te spreken, zodat er in samenwerking met andere partijen écht wat kan en gaat veranderen.

112

QPQ | 2 • 2010

Sociaal of duurzaam? Wat samenwerking betreft is het moeilijkste nog maar net begonnen: het grote formeren waarbij de partijprogramma’s voor de toekomst centraal staan. Ook al zullen er, zeker in ons polderlandje, compromissen gesloten worden. Wat kunnen sociaal ondernemers en sociaal investeerders de komende vier jaar verwachten van de politiek? Het bleek niet gemakkelijk uit te zoeken. Als je politieke partijen belt met de vraag wat ze voor sociaal ondernemers op het verkiezingsprogramma hebben staan, antwoorden ze steevast – ongeacht politieke kleur of ideologie – iets in de trant van duurzame energie, gezondheidszorg, MVO, participatie van minderheden of de onderkant van de arbeidsmarkt. Tenminste, daar had het vaag wat van weg toen een paar partijen gewillig waren te antwoorden. Het woord sociaal ondernemer valt nog niet onder het vocabulaire van politici. Opmerkelijk, want sociaal ondernemers hebben zelf het idee dat ze al volledig bestaansrecht hebben. Dat valt dus best tegen. Althans, dat valt tegen bij politieke partijen. GroenLinks is erg voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, en de VVD wil zich – geheel in stijl van het liberalisme - niet met ondernemen bemoeien. Ondernemers zijn belangrijk, de zuurstof voor deze economie, maar de partij laat de manier waarop ondernemers het willen doen los. Wij hebben de vrijheid genomen om uit de verkiezingsprogramma’s te kiezen wat een sociaal ondernemer zou aantrekken. En waar we deze vier jaar wat de politiek betreft op kunnen hopen. Soms zijn de teksten iets ingekort, wegens ruimtegebrek.


GroenLinks GroenLinks kijkt naar de toekomst en schetst een ideale wereld. De termijn is 20 jaar, hoe ziet Nederland eruit in 2030? Een slimme zet, want daarmee geeft de partij een heel positieve insteek aan de komende 4 jaar. Hoewel ook deze partij niet rept over sociaal ondernemers, benoemen ze wel winst en ondernemen. Niet alles draait om winst. Wel om ondernemen. De punten:

PvdA De PvdA stelt dat ondernemerschap cruciaal is voor een sterke economie en werkgelegenheid. Daarom zegt de partij de komende 4 jaar ondernemerschap te willen stimuleren. Maar hoe staat het ervoor ten aanzien van sociaal ondernemerschap? We zoeken naar punten die enigszins aansluiten bij onze vraag:

– Er is geen Europese verzorgingsstaat. De landen van de EU bepa-

– De PvdA vindt dat bedrijven minimaal horen te voldoen aan de OESO-

len hun eigen werk- en inkomensbeleid, onder de voorwaarde dat zij

richtlijnen voor multinationale ondernemingen (OESO: Organisatie

uitsluiting bestrijden en de sociale grondrechten respecteren. Toch

voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). Hierin staan

onderscheidt Europa zich van de rest van de wereld met goede soci-

de basisnormen voor arbeidsomstandigheden, mensenrechten en

ale voorzieningen. Wie werkloos raakt, heeft recht op een opleiding,

milieu verwoord. Ook openheid en transparantie over productiewij-

een stage of een baan, zo nodig gesubsidieerd.

zen zijn nodig. Openbaarheid van naleving is belangrijk.

– De EU is een strenge marktmeester. Zij treedt hard op tegen bedrijven die hun marktmacht misbruiken.

– Deelname aan handel in ‘conflictdiamanten’ die burgeroorlogen in Afrika in stand houden, het misbruik maken van kinderarbeid, het gebruik van wrakkige olietankers voor goedkoop vervoer zijn niet

– Europa gooit niet alles op de markt. De lidstaten bepalen zelf welke

toelaatbaar.

voorzieningen in overheidshanden blijven, van onderwijs tot drinkwater. Ook Brussel investeert in publieke dienstverlening. Zij beheert

– Bij Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) gaat het niet

de grensoverschrijdende infrastructuur die per se niet mag falen,

om de reputatie van bedrijven, maar om het complete beleid van een

zoals hogesnelheidsspoor, navigatiesatellieten en het supernet voor

bedrijf en hoe het product tot stand komt.

groene stroom. – De PvdA vindt dat bedrijven maatschappelijke verantwoordelijkheid – Winst maken is niet meer de enige drijfveer van ondernemers. In

hebben. Ondernemen is gericht op winst maken, maar dit gebeurt

de nieuwe economie slaan mensen steeds vaker de handen ineen

altijd binnen een samenleving. Immers, zonder die nationale en inter-

om diensten en producten op de markt te brengen die het publiek

nationale samenleving ook geen onderneming.

belang dienen. Crèches voor en door ouders. Natuurgebieden die particulieren gezamenlijk verwerven, beheren en ontsluiten voor wandelaars. – Europese banken doen waarvoor zij zijn opgericht: geld van mensen die sparen uitlenen aan mensen die willen ondernemen. Hoe duurzamer het investeringsplan, hoe meer kans op financiering. De banken staan onder streng toezicht. Daardoor stroomt veel kapitaal naar de EU en is de euro een gewilde munt.

113


WW&W biedt jongeren van alle etnische geledingen en seksen die het risico lopen onder de groep “kansarm” te vallen betaalde arbeid en op maat gesneden opleiding en begeleiding aan. Hierdoor krijgen deze jongeren structureel betere kansen op een goede toekomst in onze maatschappij. WW&W levert hiermee een duurzame maatschappelijke bijdrage en zij voert dit uit zonder subsidie op commerciële basis. Zo kunnen sociale doelstellingen op maatschappelijk verantwoorde wijze gecombineerd worden met commerciële belangen. WW&W gelooft dat de publiekprivate combinatie van overheid, woningbouw corporaties, onderwijs en het bedrijfsleven het ideale platform is om het maatschappelijke probleem van jeugdwerkloosheid aan te pakken. Een dergelijke combinatie garandeert een bundeling van kennis en mogelijkheden die noodzakelijk zijn om jeugdwerkeloosheid duurzaam op te lossen.

Voor alle deelnemende partijen worden sociale en commerciële voordelen behaald.

Voor meer informatie kijk op www.wonenenwerkenindewijk.nl of bel 088-4636999


CDA In het programma van het CDA valt niets specifieks te vinden over sociaal ondernemen. Wel hebben ze een paragraaf geschreven over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO):

VVD Op de website van Ton Elias van de VVD, staat een zogeheten 40 puntenlijst voor ondernemers. Hierin is één keer het woord sociaal te vinden, maar dat gaat over ontslagrecht. Niet over ondernemers. Wel staan punten opgenomen over MVO:

– Bij MVO hebben ondernemingen behalve

– de VVD is er principieel op tegen om onder-

aandacht voor het rendement ook aan-

nemers in een MVO-keurslijf te dwingen,

dacht voor mensen, milieu en maatschap-

zoals de linkse partijen en het CDA wil-

pij. Binnen het bedrijfsleven speelt MVO een

len. Bedrijven en instellingen moeten zich

steeds grotere rol. Het CDA juicht deze ont-

volgens de VVD in de markt onderschei-

wikkeling toe, en wil dat MVO in de toekomst

den door maatschappelijk verantwoord te

tot de kern van ieder bedrijfsproces gaat

ondernemen – en alleen als ze dat zelf wil-

behoren. Door hele concrete afspraken op

len.

het gebied van MVO op te nemen in CAO’s kunnen bijvoorbeeld Wajongers aan stageplaatsen of werk geholpen worden.

– Wat heeft het voor zin om bedrijven te dwingen te rapporteren over de resultaten van hun MVO-beleid? De VVD vindt dat wan-

– Voor de overheid ligt op dit gebied een

neer direct betrokkenen (aandeelhouders,

belangrijke taak. Zij moet het belang van

consumenten en investeerders) behoefte

MVO steeds weer onder de aandacht bren-

hebben aan inzicht in de maatschappe-

gen. Daarvoor moet de dialoog worden

lijke aspecten van een onderneming en de

gezocht met alle belanghebbende partijen.

inspanningen die deze op dit terrein ver-

Dit zijn dus niet alleen ondernemingen,

richt, zij hun wensen kunnen afdwingen.

maar ook milieuorganisaties, consumenten

Consumenten stemmen immers met hun

en de vakbeweging. De overheid heeft hier-

voeten – een effectiever instrument dan

bij een controlerende en stimulerende rol,

alle overheidsbeleidsprogramma’s bij elkaar.

maar zij dient zich terughoudend op te stellen bij het maken van wetten op dit gebied.

– De overheid moet zelf klant worden van

Vrijwilligheid staat voorop, maar dit mag niet

duurzame innovatieve producten, vaak ook

leiden tot vrijblijvendheid.

de eerste nieuwe klant van een product (launching customer). De VVD heeft er in

– Ondernemingen moeten duidelijk zichtbaar

2006 al een politieke meerderheid voor

maken op welke manier zij MVO invullen. De

gevonden dat in 2010 alle aankopen en

consument moet bijvoorbeeld direct kun-

investeringen van het Rijk ‘duurzaam’ moe-

nen zien of gekochte producten op een ver-

ten zijn. Hiermee kan een nieuw idee net dat

antwoorde manier tot stand zijn gekomen.

duwtje in de rug krijgen dat het nodig heeft

Consumenten dienen hier zelf ook kritisch

om op de markt te kunnen slagen.

op te zijn bij elk product dat ze aanschaffen. – De overheid moet haar subsidiereflex bedwingen, door niet altijd een zak met geld klaar te zetten, maar soms zelf garant te staan of als partij te investeren bij innovatieve toepassingen

115


Een vernieu­wend voorstel van de sociaal ondernemers is het opzetten van een mini­sterie voor talent­­­ontwik­keling.

Wat wordt het nieuwe kabinet volgens sociaal ondernemers? Sociaal ondernemers kiezen hun eigen kabinet. We vroegen sociaal ondernemers wie ze graag in het kabinet hadden willen zien. Wie zien Nicolette Mak (Valid Group), Caroli Buitenhuis (Tassenbol), Ronald Ligtenberg (Skyway), Erlijn Sie (Microkrediet voor Moeders) graag als ‘s lands leiders? Ze kiezen niet alleen uit de politieke kringen, maar ook uit het bedrijfsleven, onafhankelijk van politieke kleur.

Ministerie van Talent Een ander vernieuwend voorstel is het opzetten van een ministerie voor talentontwikkeling. Hiervoor zouden topsportcoaches in aanmerking komen: Joop Alberda, Mark Lammers en bijvoorbeeld Guus Hiddink. Deze mannen worden geroemd vanwege hun no-nonsense gedrag en hun kracht om anderen te inspireren, talenten te herkennen en vooral ook die talenten te érkennen. Dit ministerie zou ervoor moeten zorgen dat burgers weer op zoek gaan naar hun talenten en daardoor weer plezier krijgen in wat ze doen, zowel wat hun werk betreft als in hun privé-leven. Dit voorstel is overigens niet geheel filantropisch. Doordat mensen weer doen wat ze willen doen, zou de productiviteit hoger worden en de kosten van de zorg vanzelf omlaag gaan. Ook vernieuwend is de adviesraad waar alleen gehandicapten een zetel in hebben. “Omdat zij met een eerlijke en heldere blik op eigen wijze simpele oplossingen bedenken voor complexe problemen. Dan zijn we eindelijk in staat om bijvoorbeeld autisten werk te laten doen dat wij zelf niet kunnen.” Charisma is leidend Voor de leidende figuur komen meerdere sociaal ondernemers uit op Job Cohen. Hij voelt als een vaderfiguur en beschikt over veel charisma. En natuurlijk is hij ook sociaal, gezien zijn partij: PvdA. Charisma blijkt erg belangrijk te zijn, maar een politiek leider zou ook goed moeten weten wat sociaal ondernemen inhoudt en internationaal moeten kunnen denken. Daarom wordt ook de naam Muhammad Yunus genoemd, de Nobelprijswinnaar voor de Vrede die een bank voor de armen oprichtte. “Hij heeft bewezen dat er een goede balans kan zijn tussen goed, sociaal én gezond kapitalistisch ondernemen. Vraag en aanbod moeten

116

QPQ | 2 • 2010

namelijk wél op elkaar worden afgestemd.” En hij is een persoon die kijkt naar mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Zie daar, de positieve invalshoeken van de sociaal ondernemers die van Nederland een ondernemersland willen maken. Een land van mogelijkheden en kansen, om zoveel mogelijk talenten positief te benutten. En het land weer te kunnen laten groeien. Nieuw imago, veilige staatskas Door de sociaal ondernemers wordt een nieuw ministerie voorgesteld: een ministerie van duurzaamheid. Hiervoor wordt de naam Herman Wijffels genoemd, dankzij zijn post van hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering. Andere namen die voor dit ministerie in aanmerking zouden komen, zijn Ingeborg Niestroy vanwege haar huidige inzet als secretaris-generaal van de vereniging van Europese Duurzaamheidsraden en Rinske van Noortwijk (directeur GreenWish), “omdat ze een originele denker is en ervoor vecht om het sociale rendement van ondernemen serieus te nemen”. Ook Femke Halsema wordt door meerdere sociaal ondernemers als wenselijk kabinetslid genoemd. Woorden die haar omschrijven: innovatief, duurzaam, groen en sociaal. Voor het bewaken van de staatskas komen de namen Wouter Bos en Gerrit Zalm naar boven, vanwege hun roemruchte kennis van financiën. Sociaal ondernemers weten als geen ander hoe belangrijk een goede balans is voor een gezond bedrijf. Wie het financieel niet overleeft, doet dat sociaal ook niet. Eén sociaal ondernemer oppert om de politiek een nieuw imago te geven en stelt daarom dance festival ondernemer Duncan Stutterheim voor van ID&T. “Hij is iemand die in de gaten heeft dat er nog een publiek te bedienen is, maar is tegelijkertijd ook weer geen slappe populist.”


SP De Socialistische Partij houdt verkiezingen voor de sociaalste ondernemer van het jaar. Dus dat is een stap in de goede richting. Toch sprak ook deze partij in haar verkiezingsprogramma voor 2010 niet over sociaal ondernemen, maar over MVO, over duurzaam en eerlijk ondernemen zonder schade te berokkenen aan derden. Opvallend voor deze arbeiderspartij is wel dat de SP achter ondernemers zegt te staan, vooral achter de kleine ondernemers. Zie hier de punten:

– Nederland telt bijna 700.000 – vooral kleine – bedrijven. Het middenen kleinbedrijf heeft met recht de naam de motor van de economie te zijn en de plek waar de meeste banen worden gemaakt. Kleine ondernemers zijn van grote waarde voor de economie, maar het starten van een onderneming is onnodig moeilijk. Er is te veel bureaucratie en nauwelijks sociale zekerheid. De SP wil dat er structurele maat-

D66 Het verkiezingsprogramma van D66 werd door televisieprogramma EenVandaag als beste beoordeeld op durf, duidelijkheid en haalbaarheid. Wat de partij tot 2014 voor sociaal ondernemers wil doen, is nauwelijks vindbaar. D66 zet vooral in op innovatie en verandering:

regelen worden genomen om kleine ondernemers te ondersteunen. – Allereerst moet er een Nationale Investeringsbank komen, die ondernemers kan ondersteunen met kredieten. Daarnaast moet de kleinschaligheidaftrek fors worden verhoogd en het belastingtarief over de eerste 41.000 euro winst moet worden verlaagd. – Veel Nederlandse bedrijven doen goede zaken met het buitenland.

– De overheid draagt zorg voor een excellent onderwijssysteem en sti-

Maar helaas komt er in veel landen ver weg ook schending van men-

muleert innovatief ondernemerschap. Echte innovatie komt uiteinde-

sen-, arbeids- of milieurechten voor. De SP wil dat er regels worden

lijk tot stand door MKB-ondernemers en ZZP’ers die met hun flexibili-

gemaakt voor bedrijven die overzee zaken doen.

teit bijdragen aan een dynamische ontwikkeling van de economie. – Alle middelgrote en grote Nederlandse ondernemingen rapporteren – Innovatie en ondernemerschap zijn de motor van onze economie. De

ieder jaar over wat ze doen om hun productie en import menswaar-

aanvoerleiding van kennis, kenniswerkers en ondernemers is echter

dig en milieuvriendelijk te krijgen of te houden. Daarnaast moeten ze

dichtgeslibd. Er zijn veel goede maar weinig excellente studenten,

jaarlijks de transparantie in hun keten van toeleveranciers verbeteren.

vele maar kleine onderzoekfondsen, talrijke maar weinig effectieve

Zo wordt voor consumenten ook duidelijk wat ze kopen.

subsidieregelingen voor innovatief ondernemerschap en veel aanbodgerichte maar weinig vraaggedreven bestuurs- en beleidsorga-

– Bedrijven die in aanmerking willen komen voor financiële steun van

nen en instellingen. Versnippering en nivellering belemmeren het

de overheid, bijvoorbeeld een subsidie, moeten aantonen dat zij

kennispotentieel.

belangrijke arbeidsrechten in den vreemde, zoals het niet gebruik maken van dwangarbeid en het toestaan van vrijheid van vereniging

– D66 wil dat de mogelijkheid van microfinanciering zo breed mogelijk

van werknemers (vrijheid van vakbond) respecteren en waar moge-

beschikbaar wordt. Door deze financiering komen kleine onderne-

lijk actief bevorderen. Ze moeten ook werk maken van verantwoord

mers, waaronder ZZP’ers, makkelijker aan een startkapitaal.

ondernemen.

117



Het woord sociaal ondernemer valt nog niet onder het vocabulaire van politici.

PVV In het programma van de PVV is het woord MVO of duurzaam in ieder geval niet (of moeilijk?) te vinden. Daardoor is er ook geen sprake van begripverwarring, dat is wel weer een voordeel.

– Het woord sociaal komt drie keer voor: een keer in de inhoud, een keer in de intro en een keer in de titel van het hoofdstuk over de verzorgingsstaat, die de PVV wil verdedigen. Maar dat is dan wel vanuit de motivatie van de partij om te pleiten voor het stopzetten van de immigratie uit islamitische landen om zo de verzorgingsstaat te beschermen. – Omdat de PVV zegt dat het milieutechnisch zeer goed gaat in Nederland, hebben ze ook geen punten opgenomen die gaan over duurzaamheid of bijdragen aan milieu. – Wel willen ze de tweede belastingschijf voor burgers en ondernemers verlagen met twee procent. Dat is gunstig voor alle ondernemers.

ChristenUnie Het woord sociaal ondernemen is niet te vinden in het politieke programma van de ChristenUnie, wel wordt ruimte geboden aan MVO en duurzaamheid. Vanuit een sociaal oogpunt: “Bedrijven ondernemen menswaardig en milieubewust en zijn het vertrouwen van hun klanten waard. Dat is christelijk-sociale politiek en biedt perspectief op een dienstbare overheid en een bloeiende samenleving.” De punten in het programma:

– Nederland is de zestiende economie ter wereld en groot in internationale handel. Ondernemingen zijn van groot belang. Ten eerste

PvdD De Partij voor de Dieren richt zich nog steeds op een samenleving waarin dieren meer rechten krijgen. Maar daarnaast is een sociale leefomgeving een speerpunt. Wat betreft ondernemen heeft de partij luttele punten opgenomen:

omdat zij werkgelegenheid genereren. Werk is goed voor mensen. Het geeft eigenwaarde en biedt inkomen. Ondernemingen zijn ook de aanjager van product- en procesinnovatie. Iedereen profiteert dus van een sterk bedrijfsleven. – MVO is het ondernemen van de toekomst. Veel Nederlandse ondernemingen besteden daar gericht aandacht aan. Van de honderd

– De partij kiest ervoor aandacht te verleggen door niet een menscen-

grootste Nederlandse ondernemingen rapporteert al meer dan de

traal programma maar een planeetbreed programma te presenteren.

helft over ketenbeheer. De verschillen tussen bedrijven zijn nog wel

Een programma waarin dieren, natuur en milieu, persoonlijke vrijheid

groot. Daarom blijft aandacht voor MVO belangrijk.

en persoonlijke verantwoordelijkheid centraal staan. – De WTO-akkoorden leggen onacceptabele beperkingen op aan het – Het oprichten van een eigen bedrijf dient gestimuleerd te worden door een vrijstelling van de winstbelasting in de startfase van

stellen van maatschappelijk verantwoorde eisen aan producten en diensten.

de onderneming indien voldaan wordt aan de door de overheid op te stellen criteria op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

– Sociale rechtvaardigheid en zorg voor de Schepping zijn kernwaarden voor de ChristenUnie. De normen van ethisch verantwoord leven beperken zich niet tot ons privé-leven, maar strekken zich uit over

– Het zou kleine ondernemers makkelijker gemaakt moeten worden

ons leven als burger, consument, werknemer, ondernemer. Bedrijven

om uitvallers uit het arbeidsproces te reïntegreren. Kleine onderne-

van de toekomst ondernemen menswaardig en milieubewust en zijn

mers mogen niet langer de dupe worden van situaties van heruitval.

het vertrouwen van hun klanten waard. ◆

De verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen op of via hun website

119


Tekst: Catrien Spijkerman | Fotografie: Frank Groeliken

120

QPQ | 2 • 2010


De wereld rond in 1460 dagen reportage

Op zonne-energie, in een zelfgemaakt

voertuig de hele wereld over. Het doel: vier

jaar reizen, ontmoetingen, en alles wat

daaruit voortkomt. Kunstenares Ingrid van

den Boogaard leeft haar droom. 121


Ik rijd in een raar, langzaam karretje met een caravan erachter. Dat trekt bekijks, mensen willen er alles over weten. Zo kom je makkelijk in contact.

Het begon met een droom. Ingrid van den Boogaard (43) zag in haar slaap hoe zij in een auto op zonne-energie de wereld over reed. Ze ontmoette veel mensen, ze maakte filmpjes, foto’s en muziek – net als in haar dagelijks leven, maar dan onderweg. De droom was echter dan de dag die erop volgde. Sterker nog, de realiteit van de dag verbleekte bij haar droom. Vier jaar later is het al lang niet meer alleen een droom. Ingrid van den Boogaard vertrekt. In haar zonnemobiel, de eerste en enige ter wereld, een rondje om de aarde. Vijfentwintig kilometer per uur, vier jaar lang, louter op zonne-energie. ‘I am one world’, heeft ze haar onderneming gedoopt. De precieze vertrekdatum is nog onbekend: ze gaat wanneer er zon is, in mei of in juni. Wanneer ze zin heeft. “Ik zou een evenement kunnen organiseren, met media-aandacht en mensen die me uitzwaaien, maar dat past niet bij de aard van het project. Het is groot, maar het is kleinschalig. Het is persoonlijk. Ik doe dit niet om in het Guinness Book of Records te komen, het gaat om het proces. Ik wil mensen ontmoeten, en kijken wat daaruit voortkomt. Je kan wel alles gaan plannen en voorbereiden, maar er zijn altijd factoren waar je geen invloed op hebt. Zoals het weer, en het politieke klimaat in het land.”

122

QPQ | 2 • 2010

Van den Boogaard heeft een route uitgestippeld, maar niets staat echt vast. De reis is namelijk zelf het doel. Eén gedachte is daarbij haar ‘leitmotiv’: alles is met elkaar verbonden. “Je kunt het zien als een geloof. Het is het idee van het ‘butterfly effect’: als een vlinder aan de ene kant van de wereld met zijn vleugels klapwiekt, veroorzaakt dat een tornado aan de andere kant van de wereld. In een soort kettingreactie leidt de ene gebeurtenis tot een andere. Dat besef wil ik in mijn reis uitdragen. Als mensen zich meer zouden realiseren dat alles één is, zouden ze anders in het leven staan. Duurzaamheid is daar een goed voorbeeld van. Als we beseffen dat alles wat we doen van invloed is op mensen, dieren en omgeving, gaan we anders met de zaken om.” De kracht van mensen Hoe indrukwekkend haar droom ook was, Van den Boogaard liet hem in eerste instantie liggen. “Een half jaar heb ik er niets mee gedaan. Een soort incubatietijd. Om te testen of het later nog steeds zo voelde.” Na een half jaar ‘rijpen’ kwam ze in actie. Ze vond een zonnepanelenbedrijf in de buurt, en ze praatte met iedereen die het maar horen wilde over haar plan. “Als mensen eenmaal enthousiast worden van een idee, is de vervolgstap simpel”, zegt ze. “Er is dan altijd een manier waar-


123


Doneer op:

www.heifer.nl/boerzoektkoe

Helpt u een boerengezin aan een onafhankelijke toekomst? Giro 4663 HEN Stoppertjes 2009 266x398 FC.indd 1

09-11-2009 12:25:23


op ze je kunnen en willen helpen. Ik ga uit van de kracht van mensen. Je kan de helft van je geld besteden om mensen in te huren, maar je kunt ook kijken of je mensen bereid vindt je te helpen.” De lange lijst van meer dan zestig namen van ‘co-creaters’ op haar website, getuigt hiervan. Bregje Paulussen (37) staat ook in die lijst. Ze hoorde Van den Boogaard op een borrel vertellen over haar project. “Ik bood meteen aan te helpen”, zegt Paulussen. “Ik ben dol op dit soort wilde plannen. ‘Welke gek gaat nou zoiets uitvoeren?’, dacht ik. Ik vond het meteen fantastisch.” Wekenlang hielp Paulussen met schuren in de werkplaats, vijf kilo viel ze ervan af. “Ik help met alles wat langskomt. Ingrid bespreekt veel met mij. Het is een groot project, dan is het goed dat ze af en toe haar verhaal kan doen.” Timing is heel belangrijk, verzekert Van den Boogaard. De juiste personen op het juiste moment tegenkomen, het gevoel dat alles op zijn plaats valt – dan zit je goed. “Ik hield een presentatie in Den Bosch over mijn project. Het was in de fase dat het mobiel nog bijna helemaal gebouwd moest worden. Na afloop stapte iemand uit het publiek naar me toe en zei: ik ken iemand die jou heel goed zou kunnen helpen. Als hij wil, zal ik de reiskosten betalen.” Die ‘iemand’ was Hein Hendriks (69), en hij wilde. Toen hij kwam, stond er alleen een buizenframe in de werkplaats. Toen hij ging, was het hele mechanische gedeelte van de wagen geassembleerd. “Er zitten zeventien accu’s in die wagen, die moesten allemaal een plaats krijgen”, legt Hendriks uit. “Ik heb rekjes gemaakt waar ze in zitten en ook de twaalf zonnepanelen heb ik een plaats gegeven. Ik heb altijd in de metaalsector gewerkt, dus ik heb een technische achtergrond.” Met nadruk: “Dit zonnemobiel is geen productiemodel, hè. Het is een prototype, we moesten veel zelf uitvinden. Een prachtig project.” Loslaten en vertrouwen Hendriks was precies wie Van den Boogaard nodig had, en hij kwam zomaar op het juiste moment uit de lucht vallen. Een goed voorbeeld van hoe alles met elkaar verbonden is, meent Van den Boogaard. “Dat kun je niet

125


Ik ben trouw gebleven aan de essentie van mijn droom, maar al het andere heb ik laten varen. Het verloopt altijd anders.

voorzien, je moet erop leren vertrouwen.” Maar dat is soms makkelijker gezegd dan gedaan. “Er zijn heus tegenslagen geweest. Door de economische crisis in 2008 werden er ineens lange tijd geen onderdelen meer geleverd. Aangezien dit voertuig het eerste en enige ter wereld is, konden we niet zomaar overal onderdelen vandaan halen. We importeerden ze uit een fabriek in Italië. Daar was de helft van de werknemers door de economische malaise ontslagen. We hebben veel vertraging opgelopen. Eigenlijk wilde ik een jaar eerder vertrekken.” Van den Boogaard heeft goed leren ‘loslaten’. “Ik ben trouw gebleven aan de essentie van mijn droom, maar al het andere heb ik laten varen. Ik had ideeën over hoe het proces zich zou voltrekken, wie zouden helpen, en wanneer het ongeveer klaar zou zijn. Het verloopt altijd anders. Er waren momenten dat ik het helemaal niet meer zag zitten – die zullen er nog wel meer komen. Maar dat is nodig om doorzettingsvermogen te kweken.” “Ik zoek regelmatig de grenzen van mijn comfortzone op. Daarmee daag ik mijn vertrouwen uit.” Wil ze met haar reis het lot tarten? Wat nu als haar voertuig er bijvoorbeeld midden in de woestijn mee ophoudt? “Dan zou ik onderzoeken of je dat kan oplossen met de verbondenheid tussen mensen”, zegt ze triomfantelijk. “Ik zou bijvoorbeeld een twitterbericht kunnen sturen, wie weet is er wel een technisch persoon die meteen weet waar het probleem zit.” Van den Boogaard is niet bang.

126

QPQ | 2 • 2010

Ze vertrouwt op haar intuïtie en de goedheid van de mens. Dat deed ze ook tijdens eerdere reizen, toen ze waarschuwingen in de wind sloeg, en van de ene naar de andere plek liftte. Het ging altijd goed. “Wat er ook gebeurt, het hoort bij de reis.” Virtueel verbonden “Verbondenheid via internet is een heel belangrijk onderdeel van mijn project. Aan de ene kant ben ik heel erg aan plaats en tijd gebonden: ik rijd alleen als er zon is, en ga ook nog eens heel langzaam. Aan de andere kant ben ik virtueel verbonden met de rest van de wereld. Ik kan raad vragen en mijn ervaringen delen. Via twitter, mijn blog en een e-zine hou ik iedereen op de hoogte.” Wietse Veenstra (27) helpt haar daarbij. Hij is één van haar zogenaamde ‘nerds of the north’, studenten van de hogeschool in Leeuwarden die Van den Boogaard vroeg haar te helpen bij het opzetten van een website. Inmiddels is Veenstra afgestudeerd, en heeft hij een eigen bedrijf als webdeveloper, maar nog steeds steekt hij ‘af en toe en paar uurtjes’ in Van den Boogaards project. “Ik heb een webapplicatie ontworpen, waarmee Ingrid op een landkaart kan laten zien welke route ze al heeft afgelegd. De plaatsen waar ze iets heeft gemaakt, een filmpje of muziek, kan ze linken aan dat punt op de kaart. Die applicatie wil ik als mijn eigen product gaan lanceren, ik test hem uit op Ingrid.”


Net als Hendriks, stuurt Veenstra Van den Boogaard geen facturen. “Ik vind het een nobel idee, mensen over de hele wereld met elkaar in verbinding brengen”, zegt hij. “Bovendien hou ik er zelf ook wat aan over: ik draai mijn pilot, en ik ontmoet interessante nieuwe mensen. Dat leidt soms tot nieuwe opdrachten voor mijn bedrijf.” In het begin vond Veenstra Van den Boogaard wel ‘een beetje zweverig’. “Ik ben zelf een nuchtere Fries, ik kijk anders tegen dingen aan. Maar ik heb altijd vertrouwen gehad in het project. Ingrid weet heel goed waar ze mee bezig is.” Wapenfeit Er zullen vast mensen in haar omgeving zijn geweest die dachten dat het een bevlieging was, die dachten dat het voer-

tuig noch de reis er ooit zouden komen. Van den Boogaard is het wel gewend. “Ik ben kunstenares, het gebeurt vaker dat ik een beeld voor ogen heb dat voor anderen nog heel abstract is. Pas wanneer het is omgezet naar iets tastbaars, wordt het voor hen concreet. Het voertuig is een wapenfeit, daar kan niemand omheen.” Dat blijkt al tijdens de proefritten door Brabant. “Ik rijd in een raar, langzaam karretje rond met een caravan erachter. Dat trekt bekijks, mensen willen er alles over weten. Zo kom je makkelijk in contact.” Met die ontmoetingen zit het dus wel goed. “Desnoods stuur ik een twitterbericht: ‘Ik zit nu daar en daar, heeft er iemand zin om koffie te komen drinken? En neem je instrument mee.’ Wie weet wat er dan op mijn pad komt.” ◆

127



Financiering Oké, je besluit je droom na te jagen. Je volgt je intuïtie, je vertrouwt op de goedheid van mensen. Maar je hebt óók geld nodig. Van den Boogaard zocht het in eerste instantie bij de welbekende partijen: ze struinde banken en grote bedrijven af, op zoek naar sponsors en investeerders. “Dat voelde niet goed. Het past niet bij het persoonlijke en kleinschalige karakter van het project. Ik wilde niet in een auto gaan rijden met grote logo’s erop.” Dat kon anders, meende Van den Boogaard. Het moest toch ook mogelijk zijn zonder enorme subsidies en sponsorcontracten een droom te realiseren? Ze vond haar heil bij ‘crowdfunding’: niet één grote partij met een zak geld, maar heel veel mensen die allemaal kleine beetjes bijdragen. Van den Boogaard verzon een aandelensysteem: geïnteresseerden kunnen letterlijk een aandeel hebben in het project, door een ‘share’ te kopen. Geen marktaandeel, maar een belevingsaandeel. Waarom zouden mensen dat doen? “Omdat ze zich kunnen vinden in het project, en het belangrijk vinden dat een goed idee werkelijkheid wordt.” Shareholders mogen een kunstwerk uitkiezen, dat kunstenaars ter beschikking van het project hebben gesteld. Bovendien kunnen ze hun naam op het voertuig schrijven. “Ik ga rondrijden in een mobiel zonder logo’s, maar met namen van echte mensen.” “Alle hulp en bijdragen komen voort uit ontmoetingen en menselijk contact”, zegt Van den Boogaard. “Zelfs subsidie heb ik op die manier gekregen. Ik heb daar nooit aanvragen voor gedaan. Ik sprak een keer met een vrouw die in de subsidiewereld werkt. Zij vond mijn project zó bijzonder, dat ze zelf is gaan regelen dat er subsidie kwam.” Van den Boogaard heeft meerdere manieren om aan geld te komen. “Ik noem het een hybride model. Een deel komt uit crowdfunding, een deel uit sponsoring, subsidie en donaties, en een groot deel uit de verkoop van mijn werk.” Van den Boogaard bedruipt zichzelf al jaren als muzikant en filmmaakster, en gaat dat ook de komende vier jaren onderweg doen. Een paar grote projecten staan al op de planning. Zo gaat ze voor de provincie Brabant films en foto’s maken over duurzaamheid om te helpen de Babantse stedenregio te profileren en in 2018 Culturele Hoofdstad te worden. Ook is ze bezig met een project om bibliotheken wereldwijd te verbinden, ‘iamonelibrary’. “Tijdens mijn reis maak ik portretten van bibliotheken. Van Groenland, tot Santiago, tot Japan. Hoe zien de bibliotheken er uit, welke mensen komen er, hoe is de sfeer? Die foto’s en filmpjes zullen worden tentoongesteld in andere bibliotheken over de wereld, onder meer in de bibliotheek van Den Bosch.” Op dezelfde manier wil Van den Boogaard ook andere projecten opzetten, zoals ‘iamoneschool’. “En ik kan natuurlijk ook onderweg opdrachten verzamelen en werk verkopen.” Een financieel overzicht heeft ze niet. “Geen idee hoeveel het tot nu toe gekost heeft, welk deel wordt betaald door crowdfunding, en hoeveel geld nog nodig is. Ik ga het nog wel op een rijtje zetten, maar dat vind ik nu niet het belangrijkste.” Het is tekenend voor de manier waarop ze te werk gaat. “Ik begin niet door te zeggen: ik wil dit, dan heb ik een miljoen nodig. Ik draai het om. Dit zijn de middelen op dit moment, dat betekent dat ik dat en dat kan realiseren. Het is een organisch proces, dingen hebben hun eigen ritme. Wanneer er energie vrijkomt in de vorm van mensen, materialen of geld, dan kun je weer verder.”

Op www.iamoneworld.com kun je de reis van Ingrid van den Boogaard volgen, shareholder worden of je opgeven voor het e-zine. Bij aanmelding ontvang je het gratis e-book ‘De bouw van de zonnemobiel’. Vanaf nr 3 kun je in iedere QPQ over Ingrids bijzondere ontmoetingen lezen.

129


Inside time

A friend recently shared with me the Dutch expression zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens which comes just in time for me to enjoy some at-home-time planting my little herb garden to welcome the freshness of summer in the city. I have been thinking about time a lot recently – about what is time? What

Tekst: Tatiana Glad

is our experience of time? About why is my experience of time in this city so different from my experience of time in other places I have lived? And, how we can step outside of time? It has been my experience in this busy little city of Amsterdam over the past years that time is always an issue, and one that has profound implications for how we experience happiness in the city – and in the many aspects of our busy lives that we try to manage by agenda. But it seems the more we have time systems to more efficiently organize ourselves, the less time we find! Time is embedded in our language here: de toekomst is een boek met zeven sloten; langs de straat van straks komt men aan het huis van nooit; de zon gaat zinloos onder, morgen moet zij toch weer op; de molen gaat niet om met wind die voorbij is. And in these times of uncertainty in the world, we talk about things speeding up – and things slowing down. Slow food. Slow money. Slow travel. The Slow Movement aims to address the issue of ‘time poverty’ through making connections. Connecting to the places we are in. Connecting to each other. Connecting to ourselves. Have you ever thought about what your relationship to time systems is? Or how much our shared concept of how we behave with time may be the great unspoken social collusion? It is in this subtle transition into sum-

Tatiana Glad is a social entrepreneur and sustainability practitioner. She is a partner in two social enterprises, Engage! InterAct in The Netherlands and Waterlution in Canada, and is co-initiator of The Hubs Amsterdam and Rotterdam. Passionate about how meaningful conversations can turn into meaningful action, Tatiana is committed to big change, small differences, and making the most of slow time in the city. www.the-hub.net tatiana.glad@the-hub.net

130

QPQ | 2 • 2010

mer weather, when we turn our heads to warm our faces in the sun – on café terraces, along the canals and even from our office windows – that we find the perfect moment of being “outside of time”. Momentary lapses of presence in the city, of happiness with just what is right now. And those feel absolutely fabulous. Last year on the Rietveld Academie Designblog, Bregje Sliepenbeek shares that the “Slow Movement is also a strategy artists


column

use to explore a new world, parallel to the real

canal taken by the stunning stillness of the

one. By examining and exploring the decelera-

water. Or simple moments of breath between

ted movement, you experience a completely

agenda commitments when someone is con-

new place that tells a totally different story

veniently late for a next appointment.

than the movement would in a regular pace.” And as I speak to people about how they are

And perhaps as legends live on in end-

experiencing time in the city, and inquire into

less time, Johan Cruijff has the simplest and

what are those times that they find themsel-

most helpful observation about how time

ves ‘lost’ in happiness, they describe fleet-

works in our day-to-day lives: Soms moet

ing moments that sometimes occur in the

er iets gebeuren voordat er iets gebeurt

midst of chaos – like catching a timeless

(Sometimes something’s got to happen befo-

feather caught in the wind in the midst of

re something is going to happen).

International Pillowfight Day on the Damrak, or catching oneself stopped by the side of a

What are you taking time for today? ◆

As I speak to people about how they are experiencing time in the city, they describe fleeting moments that sometimes occur in the midst of chaos.

131


Gadget to get Piet Hein Eek collectie Met de verkoop van fairtrade producten investeert de Wereldwinkel in een leefbare wereld voor iedereen. Elk product uit het assortiment is met zorg en volgens fairtrade criteria geproduceerd en ingekocht. Zoo ok deze opvallende manden en schalen van palmhout uit de collectie van Piet Hein Eek. Deze werden ontworpen samen met houtbewerkers in Vietnam. Palmhout is voor de Vietnamese houtbewerkers een mooie en snelgroeiende grondstof. Nadeel is dat het snel krom trekt. Met een speciaal ontwerp loste Piet Hein Eek dit probleem op. De manden zijn opgebouwd uit dunne aan elkaar geregen lat-

Wine No House ‘for every a sip you take donation is made’

jes. Deze kunnen krimpen en uitzetten wat ze willen, het product blijft intact! Piet Hein Eek schaal M

€ 65,-

Piet Hein Eek schaal L

€ 69,-

Piet Hein Eek schaal op voet

€125,-

Piet Hein Eek dienblad

€ 69,-

Piet Hein Eek mand laag

€135,-

Piet Hein Eek mand hoog

€ 89,-

Piet Hein Eek onderzetter

€ 25,-

No House Wine

Kijk voor meer informatie op www.wereldwinkels.nl

‘for every sip you take a donation is made’ GeschenkmetVerhaal laat zich al 12 jaar wereldwijd inspireren tot het samenstellen van een zeer gevarieerde col-

k in Ee e H t e Pi vanaf

€25,-

lectie maatschappelijk verantwoorde relatiegeschenken. Verrassende, fairtrade en duurzame geschenken met een goed verhaal. Het verhaal gaat over de makers, de afkomst van het geschenk en hoe het gemaakt wordt. Bovendien wordt het project of goede doel nog eens extra ondersteund doordat een deel van de opbrengst teruggestort wordt. Zo smaakt deze fairtrade rosé, witte en rode wijn niet alleen heerlijk, ook gaat voor elke druppel die je drinkt een bijdrage naar dakloze kinderen van HIV-besmette families in Zuid-Afrika. De huizen die met de opbrengst gebouwd worden, zijn bestemd voor de zogenaamde ‘kindouders’ die zorgen voor hun jongere broertjes en zusjes. NHW in fraaie kartonnen geschenkverpakking € 5,90 excl. btw. Ook verkrijgbaar in 2/3-vaks houten kisten of kartonnen giftsets. www.geschenkmetverhaal.nl

132

QPQ | 2 • 2010


Uit de markt

Duurzaam sfeerlicht Het Nederlandse bedrijf Lemnis Lighting heeft de Pharox Flame ledlamp op de Nederlandse markt gebracht. Deze lamp vervangt de 40 W flame gloeilamp. De nieuwe 5 W flame ledlamp speelt in op de behoefte van veel consumenten die écht warm licht in hun huiskamer willen. Uit eerder onderzoek dat werd uitgevoerd door Intomart GfK, in opdracht van Lemnis Lighting, bleek dat 53% van de mensen die een ledlamp aanschaffen hem gebruiken in de woonkamer. Deze nieuwe flame ledlamp leent zich uitstekend om gezellig een boek bij te lezen. Hij geeft warm en zacht licht. De 5 W flame ledlamp bespaart tot 85% aan energie. Uitgaande van vier branduren per dag bespaart hij zo’n twaalf euro op de totale energierekening. De lamp gaat minimaal 15 jaar mee. In de winkel is de nieuwe Pharox Flame ledlamp te koop voor 18,99 euro. Voor meer informatie www.mijnpharox.nl

nse Filipij p wra

€69,–

Wrap it e x Flam o r a h P ledlamp

9 €18,9

De Filipijnse wrap is een heel bijzonder product. De wraps worden gemaakt van vezels van de bananenplant en zijn op zeer veel verschillende manieren te dragen, bijvoorbeeld als feestelijk topje, jurk of rok. De gebruikte stof heet Abaca en wordt volgens een eeuwen oude traditie gewoven. Door industrialisatie is deze traditie bijna verdwenen. Tot de locale ontwerpster Dita Sandico Ong speciaal voor gebruik van deze stof de wraps is gaan ontwikkelen. De traditie blijft hierdoor behouden en er is meer werkgelegenheid en scholing op het platteland voor de wevers. Bovendien zijn de werkplekken sterk verbeterd. Wraps zijn verkrijgbaar vanaf €69,- en zijn te koop bij the Hubshop (thehubshop.blogspot.com) en via www.tag-accessories.com

133


Tekst: Noor Backers | Fotografie: Vivian Keulards

134

QPQ | 2 • 2010


Treemagotchi groeit

Door de bomen het bos zien Een eerste zeer succesvolle pilot met goede resultaten, veel aandacht, lof en prijzen geeft geen garantie op financiers voor de lancering van versie 2.0. Dat heeft Treemagotchi, een online initiatief om een duurzame levensstijl te ondersteunen, wel gemerkt. En dan? Hoe brei je de financiĂŤn dan toch recht? 135


Hoe werkt Treemagotchi? Treemagotchi helpt mensen om samen met anderen de duurzame dingen te doen die ze stiekem al van plan waren maar waar ze nooit aan toekwamen. Daarmee dragen ze op een leuke, snelle en makkelijke manier hun steentje bij aan een betere wereld. Op de vrolijk vormgegeven site van Treemagotchi krijg je bij aanmelding een beukennootje. Als je die digitaal plant, groeit er een heuse boom. Doe je mee aan de online acties dan groeit je boom. Elke twee weken krijg je via e-mail een oproep om deel te nemen. Acties bijvoorbeeld om je af te melden voor de papieren versie van de telefoongids, restjes uit de koelkast op te eten, een petitie te ondertekenen voor verbetering van de arbeidsomstandigheden van de makers van je mobiele telefoon of om over te stappen op groene

Eerder dit jaar stond al een interview gepland met Egon de Bruin, medeoprichter van Treemagotchi, voor nummer 1 van QPQ. Vlak voor de afspraak belde De Bruin op. Er was paniek omdat Treemagotchi niet de verwachtte subsidie kreeg. ‘Te weinig innovatief’ was het commentaar. Op z’n zachtst gezegd opmerkelijk. De online tool is gericht op gedragsverandering. Het verbindt kennis over duurzaam leven aan leuke laagdrempelige acties. En het combineert ook nog eens elementen uit de gedragspsychologie met een bedrijfsmatige en ondernemende aanpak. Dus hoezo niet innovatief? Hoe dan ook moest De Bruin als de wiedeweerga op zoek naar aanvullende financiering. Als we nu met hem spreken blijkt dat het goed is gekomen. “Sneller dan gepland is de focus van onze bron van inkomsten verschoven: van subsidies naar social investors. En met succes. Ook de deelname van bedrijven willen wij snel uitbreiden. Zaken ontwikkelen zich soms anders dan je in het begin verwachtte.”

stroom. Met een paar muisclicks voltooi je de actie(s). Maar je kunt meer doen door ook deel te nemen aan de bikkelacties, waarbij je bijvoorbeeld naar een winkel gaat om een duurzaam product te kopen en een bepaalde vraag moet stellen aan de winkelier. Zo kun je je boom nog mooier maken met bijvoorbeeld een appel, eekhoorn of regenboog. Doe je helemaal niets, dan staat je boom er kaal en met hangende takken bij. Ook de mogelijkheid om je eigen boom te plaatsen op Hyves en Facebook maakt het aantrekkelijk en draagt bij aan de virale groei van Treemagotchi. Heel eenvoudig nodig je al je vrienden uit ook een boompje te planten. Dit resultaat staat dan in je eigen ‘stamboom’. Resultaten Aan de eerste editie namen ruim 16.000 mensen in alle leeftijdscategorieën deel, die samen meer dan 80.000 acties uitvoerden. En met resultaat; een ruime meerderheid van de actieve Treemagotchi-deelnemers heeft

Het begint echt bij jezelf In Rwanda plantte De Bruin, samen met medeoprichter Moniek Zegers, figuurlijk het eerste zaadje voor een duurzamere wereld. Zij woonden en werkten daar bijna twee jaar als vrijwilligers. De Bruin: “Die ervaring heeft onze kijk op de wereld compleet veranderd. De meest structurele manier om armoede op te lossen ligt namelijk bij ons. Een betere wereld begint écht bij jezelf. Omdat je als Nederlander elke dag thee koopt die op duurzame wijze geproduceerd wordt in bijvoorbeeld Rwanda, lever je een kleine bijdrage aan een duurzame wereld. Of door te stemmen op een partij die de handelsbarrières voor ontwikkelingslanden wil opheffen.” Beetje bij beetje veranderden De Bruin en Zegers hun eigen dagelijkse gewoontes. Met het bekijken en aanpassen van hun eigen consumptiegedrag, maar ook door het stellen van vragen aan winkeliers over de productie. Ze zijn niet in groene heilige boontjes veranderd, maar maken op een aantal terreinen bewustere keuzes.

door de acties haar gedrag aangepast. Uit onderzoek blijkt dat zij onder andere meer energie besparen, minder vlees eten en het Nieuwe Rijden toepassen. 55% van de ondervraagden zegt enkele dingen nu echt anders te doen en 4% doet veel dingen echt anders. Begin april is Treemagotchi 2.0 gelanceerd.

136

QPQ | 2 • 2010

Psychologie en bedrijfskunde Zegers en De Bruin zijn een stel, beroepsmatig en in de liefde. Hij is psycholoog, docent en gespecialiseerd in gedragsveranderingmodellen. Zij is gespecialiseerd in beleid en management en jarenlang projectleider geweest. De Bruin: “In onze zoektocht naar een duurzamer leven von-


137


gratis advertentie

Ik ben CF-patiënt

Geef kinderen met een levensbedreiGende ziekte de kracht om kind te zijn. steun doe een wens. Niek (7) wil graag met het vliegtuig naar Legoland. Dat heeft een magisch effect op ieder kind, maar op Niek in het bijzonder. Het geeft Niek, die vanwege zijn longaandoening te vaak vooral patiënt is, de kracht om kind te zijn. Het verwezenlijken van zijn droom kan voor Niek’s toekomst een wereld van verschil betekenen. Om wensen te vervullen steunt Doe Een Wens op donateurs. Meer donaties betekent dat meer wensen in vervulling gaan. Niek rekent op u. Doe Een Wens Stichting Nederland, bankrekening 36.60.21.222.


Doelgroepen Een punt van kritiek op Treemagotchi is dat het alleen die mensen bereikt die toch al duurzaam willen zijn. Medeoprichter Egon de Bruin: “We pretenderen ook niet dat wij de groep ‘die niet wil’ benaderen en bereiken. Wij benaderen de markt juist vanuit de vraagkant, daar valt nog ontzettend veel te winnen.” Dat blijkt, want ook bedrijven tonen nu interesse in Treemagotchi. Bijvoorbeeld als MVO- of HR-tool voor intern gebruik onder medewerkers of voor externe communicatie. “Het is nu al een geweldig marketingkanaal waar bedrijven bij een voor hen interessante doelgroep hun producten en diensten onder de aandacht kunnen brengen. Wij willen graag het Treemagotchi-bos uitbreiden.” Treemagotchi levert bovendien interessante informatie op over een relevante doelgroep voor marketeers: de cultural creatives. Vanzelfsprekend verhandelt Treemagotchi geen persoonlijke gegevens. “Wij bieden slechts geaggregeerde informatie aan en bedrijven en organisaties mogen het Treemagotchi-testpanel inzetten voor het testen van producten of diensten. Belangrijk bij deze ontwikkelingen blijft onze onafhankelijkheid. Bedrijven waar wij mee werken, moeten aantoonbaar beter scoren op het gebied van duurzaamheid dan hun concurrenten.”

den we op internet vooral lijstjes met duurzaamheidtips. Noodzakelijk, maar er is meer nodig voor gedragsverandering, dachten wij. Steeds meer mensen zien weliswaar in dat als je deel van het probleem bent, je ook deel van de oplossing kunt zijn. Maar weten betekent nog niet doen. Mensen ervaren namelijk allerlei drempels. ‘Te druk’, ‘te veel aanbod’, ‘niet weten hoe’, ‘wat maakt mijn individuele actie nou uit?’. Voor die groep wilden wij het makkelijker én leuker maken om dingen anders te doen. Uitgegaan van onze eigen kennis, ervaring en kracht zijn we bij vrienden en ons netwerk te rade gegaan.” En zo werd Treemagotchi geboren. Al onderzoekend pasten ze sociaalpsychologische gedragsmodellen uit de gezondheidszorg toe, maar wel vanuit een ondernemende, bedrijfsmatige aanpak. De Bruin: “Wij geloven dat mensen door te doen juist hun gedrag veranderen en niet andersom. Het gaat ons om actief leren en het leren van voorbeelden van anderen, zoals je dat in Treemagotchi en in ons businessmodel terugziet.”

139


140

QPQ | 2 • 2010


Ondanks de innovatieve en bedrijfsmatige aanpak én een succesvolle pilot, wilde een ethische bank geen financiering geven. Zeer verrassend. Startkapitaal Hoewel De Bruin en Zegers er naar streven financieel onafhankelijk te zijn, is dat volgens De Bruin in de beginfase niet mogelijk. Iedere onderneming heeft startkapitaal nodig. “Subsidies kunnen in de opstartfase een cruciale steun zijn voor sociaal ondernemers. Ons verdienmodel is al doende en lerende ontwikkeld. Het bestond de eerste periode uit subsidies en onze eigen persoonlijke inbreng door een jaar onbetaald te werken. Dit werd later aangevuld met bijdragen van onze contentpartners. Deze partners hebben wij gevraagd bij te dragen naar draagkracht. Ook nu bij versie 2.0 hanteren we de draagkrachtregeling. We passen daarvoor een driedeling in de tarievenkaart toe die afhankelijk is van het type organisatie – of die commercieel is of niet-commercieel -, het aantal fte’s en draagkracht. Voor alle partners geldt dat zij veel voordeel hebben van deelname aan Treemagotchi. Dat heeft de eerste editie al wel bewezen.”

Cruciale momenten Prijzengeld blijkt voor startende sociaal ondernemingen, en dus ook voor Treemagotchi, een belangrijke financieringsbron. Na een uitgebreide pitch begin 2009, won Treemagotchi de wedstrijd van de Digitale Pioniers Academie. Als beste van twaalf deelnemende projecten ontving zij 25.000 euro. Later dat jaar won het initiatief 20.000 euro met de ASN Bank Wereldprijs, gekozen als winnaar uit bijna vijfhonderd ideeën. Als winnaar van de Terres des Femmes prijs (van Yves Rocher) ontving medeoprichter Moniek Zegers 2.500 euro. Volgens Egon de Bruin, de andere oprichter, zit de waarde van de prijzen niet alleen in het geld. “Hoewel

Risicomijdend gedrag Ondanks het vernieuwende concept, het grote succes, alle positieve media-aandacht en het winnen van prijzen heeft Treemagotchi een lange aanlooptijd nodig gehad voordat financiers haar daadwerkelijk vonden. Deels verklaart De Bruin het uitblijven daarvan doordat Treemagotchi gebaseerd is op concepten uit diverse sectoren. “We gebruiken een groeimodel gebaseerd op andere internetinitiatieven, sociaal-psychologische modellen en bedrijfskunde. Het is een nieuw en vernieuwend concept, gebaseerd op modellen die in deze internetcontext slechts deels wetenschappelijk getoetst zijn.” En wat nog niet bekend en bewezen is, zorgt volgens De Bruin voor risicomijdend gedrag bij financiers. Zo wilde ondanks de innovatieve en bedrijfsmatige aanpak en de succesvolle pilot een van Nederlands ethische banken geen financiering verstrekken. Zeer verrassend. “Veel startende sociale ondernemingen krijgen hier mee te maken. Een duidelijke andere verklaring dan het risicomijdende gedrag heb ik daarvoor nog niet gevonden. Gelukkig is de financiële kant nu goed op orde en kijk ik terug op een boeiende en leerzame periode.”

de prijzen een aanzienlijk bedrag vormen, zijn zij niet het grootste deel van onze begroting. Uiteraard kunnen we niet zonder. Maar ze zijn ook heel belangrijk omdat ze met goede adviezen voor ons businessmodel gepaard gingen. De prijzen kwamen op cruciale momenten. Momenten waarop het voor ons erop of eronder was.” Dankzij de prijzen konden zij de continuïteit waarborgen en liep het project geen vertragingen op. De Bruin: “De prijzengelden kennen slechts enkele verplichtingen, zoals het zoeken van extra investeerders, het ontwikkelen en verbeteren van de tweede editie en om internationaal te gaan. Maar die dingen voelen natuurlijk niet als een verplichting, het brengt ons ideaal van een duurzamere wereld juist dichterbij.”

141


*

*

laat

Groen

jouw aandacht trekken

Ze is mooi. Ze verrast je op de meest onverwachte momenten met bijzondere gebeurtenissen. Ze maakt wat in je los. Kijk, luister, proef en ontdek. Geniet van de geuren, de warmte, de wind en de kleuren. Natuur in Nederland vraagt om je aandacht! En wij helpen haar daar graag bij. Stichting Bomen Over Leven laat mensen van de natuur genieten en de natuur van de mensen.

*

Ben je nieuwsgierig geworden? Kijk dan op www.bomenoverleven.nl of neem contact met ons op: Postbus 7124 2701 AC Zoetermeer Telefoon: 079 - 3 515 423 E-mail: info@bomenoverleven.nl s t i c h t i n g

Bomen Over Leven


Steeds meer mensen zien dat als je deel van het probleem bent, je ook deel van de oplossing kunt zijn. Careholders zijn onmisbaar Dat de financiële kant nu goed op orde is, is ook te danken aan het ontwikkelen van creatieve verdienmodellen. De Bruin: “Om niet te lang afhankelijk te blijven van subsidies, giften en prijzen zijn we sneller dan gepland op zoek gegaan naar social investors. Voor hen organiseerden wij een speciale avond die direct een kring van careholders opleverde.” In The Hub Amsterdam – waar Treemagotchi kantoor houdt wordt de term careholder veel gebruikt. Het is een afgeleide van shareholder. “Careholders zijn verstrekkers van zogenaamde Tante Agaath leningen, waarvoor wij 0 tot maximaal 3% rente betalen. Deze meerdere, relatief kleine leningen maken ons als onderneming minder kwetsbaar. Zonder aandeelhouder te zijn, waardoor wij onze onafhankelijkheid behouden, voorzien de careholders ons van adviezen over bijvoorbeeld bedrijfsvoering en maken zij onze financiële continuïteit mogelijk. Zeker nu we gegroeid zijn tot een achtkoppig team is dit nog belangrijker. Het gewaagde en korte-termijn-begroten van het eerste uur ligt achter ons.” Internationale uitrol Vanuit het buitenland bestaat grote interesse in de digitale, interactieve boom met bijbehorende kabouter en grappige visuals. Noorwegen, België en Zweden hebben voor drie jaar een licentie gekocht om aldaar Treemagotchi-pilots op te zetten. Daarvoor is Kairos Tools (de Stichting achter Treemagotchi) de samenwerking met het internationale Global Action Plan (GAP) aangegaan. De Bruin: “Met onze internet gedragstool en hun kennis en ervaring op het terrein van gedragsverandering en duurzaamheid, sluiten we mooi op elkaar aan. Zodra de organisaties in andere landen omzet maken, ontvangen wij daar een percentage van. Zaak is je partnerlanden en -organisaties goed uit te zoeken. In elk land zijn wij nauw betrokken bij de uitrol, zowel organisatorisch als inhoudelijk. Per land wordt het design, de inhoud en het verdienmodel waar nodig aangepast. Bovendien wordt een landenplatform opgericht om van elkaar te leren.” Eind dit jaar gaat Treemagotchi in Zweden van start, gevolgd door België en Noorwegen. Daarna volgen Engelstalige landen. ◆

BV of stichting? Kairos Tools wil laagdrempelige, slimme tools ontwikkelen om mensen structureel hun gedrag te laten veranderen voor een duurzamere levensstijl. Treemagotchi is hun eerste grote project. “Kairos Tools is een stichting. Een bewuste keuze die moest zorgen voor een goede uitstraling, laagdrempeligheid en vertrouwen. We wilden dat ook NGO’s bij ons zouden aankloppen. Het streven naar winstmaximalisatie bij een BV-vorm zou in het begin wel eens teveel kunnen afschrikken en bovendien is winstmaximalisatie niet ons primaire doel. Toch kan ik me voorstellen dat we in de toekomst overstappen naar een Stichting-BV-constructie, waarbij de BV ten dienste komt te staan van Kairos Tools. Het nadeel van een stichting? Je valt buiten de borgstelling van de gemeente en die heb je nodig om financiering bij banken te krijgen. Zonder borgstelling wordt dat heel lastig, zeker als organisatie zonder voorraad en onderpand. Veel internetprojecten zoeken daarom andere manieren van financiering, zoals crowdfunding. Daarbij brengt het publiek via internet haar geld en krachten samen om andermans initiatieven of organisaties financieel te ondersteunen.

Tante Agaath lening De ‘Tante Agaath lening’ is de meest bekende vorm van startkapitaal. Hoewel er in de volksmond nog steeds gesproken wordt over Tante Agaath, is die naam officieel komen te vervallen; in de belastingboeken heet deze lening gewoon durf- of startkapitaal. Er zijn nog wel steeds dezelfde voorwaarden en voordelen aan verbonden. De Tante Agaath lening is een lening van een extern persoon, die niet per se een tante of ander familielid hoeft te zijn, aan een startende ondernemer. Samen maken zij een voorstel waarbij wordt omschreven hoeveel geld (minimaal 2269 euro) er geleend wordt en met wat voor doel. Het voorstel moet goedgekeurd worden door de belastingdienst. Want alleen dan is er sprake van een echte Tante Agaath lening. Uiteraard betaalt de startende ondernemer rente, dat is de wettelijk geldende rente. Voor de geldverstrekker heeft deze lening fiscale voordelen, tot een maximum van ruim 55.000 euro. Meer info: www.belastingdienst.nl/zakelijk

143


144

QPQ | 2 • 2010


visionair

Leven in het teken van een andere economie

Van bankier tot Boeddhist

Tekst: Roos Menkhorst | Fotografie: Isabel Nabuurs

145


Ruim tien jaar was hij vooraanstaand bankier toen Sander Tideman aan het begin van deze eeuw het roer compleet omgooide. Sindsdien pleit hij voor een andere economie, een die is gebaseerd op duurzaamheid en sociale waarden. Door de ineenstorting van de financiële wereld is zijn visie actueler dan ooit. “Het kan anders, we kunnen dit fiksen, we kunnen het zelfs veel beter maken.”

”We moeten af van het korte termijn denken, het denken in cijfertjes en omzetten.” Het zijn wijze woorden, die een extra lading krijgen als je ze uit de mond hoort van een voormalig bankdirecteur. Sander Tideman (1959) werkte bijna tien jaar bij de ABN AMRO toen het begon te ‘knellen’. In zijn baan vond hij niet meer wat hij zocht. Hij had in China bij de bank gewerkt en daar gezien dat het een keer mis móest gaan. Bij terugkomst in Nederland kreeg hij steeds meer het gevoel dat er iets niet klopte. De stap naar ‘buiten’ was voor Tideman daarom onvermijdelijk, vertelt hij in zijn huiskamer in Bussum. Dat hij is gestopt bij de bank heeft zeker ook te maken met zijn boeddhistische idealen. Die vielen uiteindelijk niet meer te rijmen met die van de bank. “Door mijn boeddhistische studie vertrouwde ik op een ander soort wetmatigheid: als je maar je hart volgt, en doet wat je het liefste wil dan komt het altijd wel goed.” En dat is ook gebeurd. Want sinds het begin van deze eeuw staat zijn leven in het teken van een ‘andere economie’. Een die is gebaseerd op duurzaamheid en sociale waarden. Als consulent en oprichter van de Global Leaders Academy (GLA) is hij bezig een mondiaal netwerk op te richten van mensen die - net als hij - streven naar verandering. Zo organiseerde hij voor de GLA verschillende conferenties waar onder anderen de Dalai Lama in hoogsteigen persoon, Ruud Lubbers en Herman Wijffels kwamen spreken. Ziet u reden voor optimisme nu het ‘zeepbelkapitalisme’ is geknapt? “Toen ik bij de bank werkte sprak ik mijn baas een keer over mijn ideeën omtrent duurzaamheid. Zijn antwoord was: ‘Joh, vergeet dat. Als je hogerop wilt komen, moet je aan de kant zitten waar geld wordt verdiend en niet daar waar geld wordt

146

QPQ | 2 • 2010

uitgegeven’. Zo schetste hij toen het dilemma. En eerlijk gezegd denk ik dat er nog steeds heel veel mensen zijn die daar - misschien stiekem - hetzelfde over denken. Ze hebben alleen geleerd er anders over te praten. En binnen de huidige spelregels van het kapitalisme geef ik ze niet echt ongelijk.” “Als jij het goed wilt doen bij een groot bedrijf, dan is geld verdienen nog steeds je eerste prioriteit, want daar word je op afgerekend. We sluiten collectief onze ogen voor deze werkelijkheid, en daarmee ook voor al die mensen die aan de verkeerde kant van de streep staan.” Is er volgens u dan zo weinig veranderd? “Door de ineenstorting van de financiële markten is het veel mensen duidelijk geworden dat er iets niet klopt. Maar ik merk dat er wezenlijk maar heel weinig verandert. Dat heeft vooral te maken met onze leiders en overheden, die vinden het vervelend dat ze het systeem moeten gaan omgooien. Ze hopen dat ze het ‘spelletje’ snel weer op dezelfde manier kunnen spelen. Die manier van denken zie ik steeds meer als mijn tegenstander.” Maar als bankier heeft u dat spel zelf ook lang gespeeld. Wat is er gebeurd? “In de jaren negentig werkte ik bij ABN AMRO in Azië, dagelijks ging het over groei en omzet. Zelf deed ik daar natuurlijk hard aan mee. Maar in China zag ik voor het eerst dat het economische model waar wij hier in het westen voor staan, andere waarden vernietigt.” “Het werd mij duidelijk dat de olietanker van het kapitalisme een keer tegen een ijsberg aan moest komen. Ik zag in China, en in andere Aziatische landen waar ik werkte, hoe dat systeem van korOok publiceerde hij verschillende boeken, waaronder ‘Mind over matter. Van zeepbelkapitalisme naar economie met een hart’. Hierin analyseert Tideman de fouten van ons kapitalistisch systeem, en komt hij met oplossingen.


De olietanker van het kapitalisme moest een keer tegen een ijsberg aankomen. 147


Ik neem je mee op pad

Ik wil meer zijn dan alleen patiënt

Gezocht: Maatjes m/v Diana: “Hans raakte door zijn ziekte in een isolement. Nu gaan we er samen op uit. En als hij zich wat minder voelt, dan doen we thuis iets leuk.” Diana is Maatje. Ook u kunt Maatje zijn, bijvoorbeeld voor een tienermoeder, een vluchteling

of iemand met een beperking. Gewoon om diegene tijdelijk een steuntje in de rug te geven. Als mentor, als coach, als Maatje! Ontdek, net als Diana, dat dit voor allebei hele leuke momenten oplevert.

Zoek waar u nodig bent: www.ikwordmaatje.nl


Wij subsidiëren het onverantwoorde gedrag van de speculanten. Ziet u reden voor optimisme nu het ‘zeepbelkapitalisme’ is geknapt? “Toen ik bij de bank werkte sprak ik mijn baas een keer over mijn ideeën omtrent duurzaamheid. Zijn antwoord was: ‘Joh, vergeet dat. Als je hogerop wilt komen, moet je aan de kant zitten waar geld wordt verdiend en niet daar waar geld wordt uitgegeven’. Zo schetste hij toen het dilemma. En eerlijk gezegd denk ik dat er nog steeds heel veel mensen zijn die daar - misschien stiekem - hetzelfde over denken. Ze hebben alleen geleerd er anders over te praten. En binnen de huidige spelregels van het kapitalisme geef ik ze niet echt ongelijk.” “Als jij het goed wilt doen bij een groot bedrijf, dan is geld verdienen nog steeds je eerste prioriteit, want daar word je op afgerekend. We sluiten collectief onze ogen voor deze werkelijkheid, en daarmee ook voor al die mensen die aan de verkeerde kant van de streep staan.” Is er volgens u dan zo weinig veranderd? “Door de ineenstorting van de financiële markten is het veel mensen duidelijk geworden dat er iets niet klopt. Maar ik merk dat er wezenlijk maar heel weinig verandert. Dat heeft vooral te maken met onze leiders en overheden, die vinden het vervelend dat ze het systeem moeten gaan omgooien. Ze hopen dat ze het ‘ spelletje’ snel weer op dezelfde manier kunnen spelen. Die manier van denken zie ik steeds meer als mijn tegenstander.” Maar als bankier heeft u dat spel zelf ook lang gespeeld. Wat is er gebeurd? “In de jaren negentig werkte ik bij ABN AMRO in Azië, dagelijks ging het over groei en omzet. Zelf deed ik daar natuurlijk hard aan mee. Maar in China zag ik voor het eerst dat het

Sander Tideman Sander Tideman studeerde internationaal economisch recht in Utrecht en Londen. Nadien werkte hij in de advocatuur en de bankwereld. Hij was onder meer landenmanager van ABN AMRO Bank in China.

economische model waar wij hier in het westen voor staan, andere waarden vernietigt.” “Het werd mij duidelijk dat de olietanker van het kapitalisme een keer tegen een ijsberg aan moest komen. Ik zag in China, en in andere Aziatische landen waar ik werkte, hoe dat systeem van korte termijn denken de natuur opslokte en ook letterlijk vernietigde. Samenlevingen werden ontwricht. Mensen werden in eerste instantie wel uit een bepaald niveau van armoede gehaald, maar het verschil tussen arm en rijk werd gelijk veel groter.” Is er een bepaald punt geweest dat u zich dit realiseerde? “Ik herinner me het moment dat de schellen echt van mijn ogen gevallen zijn: Als vertegenwoordiger van de bank was ik in gesprek met de burgermeester van Shanghai. Die zei: ‘Ziet u dat gebied daar achter ons?’ De gemeenteambtenaren wezen op een stuk grond dat ongeveer zo groot was als de provincie Utrecht. ‘Daar gaan we een speciale economische zone bouwen’, vervolgden ze. Maar er was nog niks: er woonden boeren die met ossenkarren het land bewerkten, hier en daar stond een taoïstisch tempeltje. Ik dacht nog: dat zal zo’n vaart niet lopen, maar zes maanden later was dat hele stuk grond platgewalst, geasfalteerd, en stonden er fabrieken van Philips en Akzo Nobel.” Waarom raakte u dit zo? “Banken en bedrijven die op dat terrein werkzaam waren, rapporteerden alleen maar winsten, iedereen was waanzinnig enthousiast. Maar als je daar rondliep en je bezocht die gebieden, dan zag je ook veel schade: binnen een jaar was er gigantische lucht- en watervervuiling. En de boeren die eerst op de rijstvelden werkten, zaten nu in fabrieken waar ze het daglicht niet meer zagen. Die schaduwzijde zag je nergens in al die statistieken terugkomen. Die wilden we als bank ook niet zien: een groot commercieel bedrijf bestaat immers dankzij dat principe. Maar ik besefte me dat dit systeem eindig moest zijn, vanaf dat moment ben ik me steeds meer gaan verdiepen in duurzame ontwikkeling.”

Hij werkte ook als internationaal fondsmanager bij Triodos Bank. Sinds 2001 is hij adviseur bij grote ondernemingen op het vlak van duurzaamheid en leiderschap. Ook richtte hij de Stichting Bridge Fund op, die duurzame ontwikkeling ondersteunt in Tibet en China. Sinds 2007 leidt hij de Global Leaders Academy, een wereldwijd netwerk voor leidinggevenden rondom duurzaam ondernemen.

Helemaal onverwacht kwam deze ommezwaai in denken voor Tideman niet. Zijn eerste ‘ommekeermoment’ had hij toen hij tijdens zijn studietijd met een vriend een reis maakte naar India en Tibet. Daar zag hij Tibetaanse vluchtelingen, die ondanks alle ellende, toch hoopvol waren. Ook ontmoette hij tijdens die reis de Dalai Lama, dat maakte grote indruk.

149


In China zag ik voor het eerst dat het economische model waar wij hier in het Westen voor staan, andere waarden vernietigt.

Na zijn reis verdiepte Tideman zich steeds meer in het boeddhisme. In de zelfde tijd begon hij als bankier en maakte snel carrière in de bankenwereld. Tideman was voorbestemd voor de top. ‘De enige weg is omhoog’, hoorde hij voortdurend. Na vijf jaar werken als Chief Representative voor de ABN AMRO in China keerde hij terug naar in Amsterdam. Daar merkte hij dat zijn idealen hem flink in de weg gingen zitten. Hoe valt het beroep van bankier te rijmen met uw boeddhistische idealen? “Boeddhisme is een innerlijk pad. Wat voor werk je doet, dat doet er eigenlijk niet toe. Maar ik kan me voorstellen dat het lastiger wordt als je werkt als slachter of in een casino.” Verklaarden ze u bij de bank niet voor gek als u zich even terugtrok om te mediteren? “In het begin ben je gewoon jong en veelbelovend, dan dachten ze: die doet wat rare dingen erbij, maar die krijgen we wel in het gareel, of zoiets. Maar toen ik terugkwam in Nederland, en ik opeens honderd procent ‘bankwerk’ moest doen, begon het echt te knellen.” “Met een klein groepje was ik op weg naar een hogere functie. We moesten duidelijk maken wat we binnen de groep konden bijdragen, anders word je niet meer geaccepteerd. Ik dacht: er zijn zoveel jongens die op mijn stoel willen zitten, en ik wil het niet eens echt. Dit is niet eerlijk.” U doet in uw laatste boek een oproep voor een nieuwe, andere economie. Heeft het kapitalisme voor u afgedaan? “Ik geloof dat een aantal principes van het kapitalisme heel goed werkt, maar er zitten ook grote ontwerpfouten in. Hoe meet je bijvoorbeeld groei? We zijn puur en alleen omzet aan het meten, maar daarmee meet je niet de gezondheid van een systeem. Als je alleen maar meet hoeveel je eet, en niet wát je eet. Tja, dat is een beetje dom. De huidige economie werkt zo heel kortzichtig. Het meetsysteem moet anders. We moeten ook gaan kijken naar andere dingen. Hoe zitten mensen in hun vel? Wat is de sfeer op de werkvloer? Dat kun je allemaal al meten, het gebeurt alleen nog niet op grote schaal.” “Ook het geldsysteem moet anders. Door de financiële crisis is een bedrag met twaalf nullen verdampt en het systeem wordt nu weer gewoon opgestart. Hoe gaan ze dat oplossen? Door mensen zoals jij en ik meer te belasten. Naar mijn idee is dit een grote onethische ontwerpfout.” Hoe zou het dan anders kunnen? “Je zou een kapitalistisch systeem kunnen bedenken waarbij er een aansprakelijkheidsrelatie bestaat tussen banken en de overheid. Consumenten en overheden houden dan zeggenschap over het systeem. Nu is het algemeen heersende beeld: we moeten de vrije markt weer zijn werk laten doen. Maar die markt is helemaal niet vrij! Zonder onze toestemming subsidiëren wij het onverantwoorde gedrag van de speculanten.” (in de vorm van belasting, red.) Waarom zegt u niet gewoon dat het kapitalisme niet deugt? “Ik vind het best dat banken kredieten uitzetten en dat er methodes zijn waardoor ze snel geld heen en weer kunnen sluizen, dat is allemaal prima. Ik ben niet tegen banken of de vrijheid van kapitaal. Maar dat geld is niet exclusief van banken. Het is ook van de samenleving. Dus je moet tegelijkertijd regels creëren zodat de samenleving er niet onder kan leiden,

150

QPQ | 2 • 2010


Bruto Nationaal Geluk De regering van Bhutan vroeg Sander Tideman hen te adviseren bij hun economische motto ‘Bruto Nationaal Geluk’, dat leidde in 2004 tot de eerste BNG Conferentie in Bhutan. Op de ranglijst van rijkste landen ter wereld staat Bhutan op de 192e

conferentie te organiseren over het BNG, inmiddels zijn er al meerdere conferenties geweest. “Het interessante is tegelijkertijd ook het tragische: er is heel veel kennis over hoe je geluk kunt meten, maar waarom houdt alleen Bhutan en

plaats, het BNP per hoofd van de bevolking is meer dan twintig keer

een provincie van Canada zich daarmee bezig? Sarkozy heeft gepro-

zo laag als in Nederland. Tideman: ”Het land is heel lang een geïso-

beerd het in te voeren, maar stuitte op allerlei weerstand. Een nieuw

leerd landje geweest, pas een jaar of vijftien geleden werden de eer-

systeem invoeren werd te duur bevonden. Maar wie doet het dan wel?”

ste westerse economen toegelaten. Die zeiden: jullie zijn een vreselijk

Je kunt de vraag stellen of de mensen in het arme Bhutan wel geluk-

arm land, vergelijkbaar met een derde wereld land. Maar de koning

kig zijn. Is daar niet meer voor nodig dan boeddhistische leefregels?

van Bhutan zei toen: wij vinden dat BNP van jou helemaal niet zo inte-

Tideman erkent dat er in Bhutan zeker nog veel moet gebeuren. Zo

ressant, het meet niet de dingen die wij belangrijk vinden. Wij meten

wisten de leiders bij de conferentie in 2004 nog niet precies hoe ze dat

geluk. Zo kwam de term BNG in de wereld, als een tegenhanger van

gingen doen: geluk meten.

het BNP.” Bhutan kreeg vanuit het westen veel kritiek te verduren, vertelt

Maar voor Tideman gaat het om de boodschap die erachter schuilt: “Een goede werksfeer op kantoor en werk doen dat je leuk vindt. Het

Tideman. Maar hij moedigde ze juist aan om hun BNG te promoten:

wordt steeds belangrijker gevonden. Maar als je daar als leider niet op

“Ik zei: jullie BNG is van een hogere orde. In het westen zitten we

stuurt dan verandert er niks, en daar heb je die indicatoren voor nodig.

nog op het niveau van het meten van materiële omzet, bij jullie gaat

Dat is niet iets oosters, wat ver weg in Bhutan gebeurt, maar het is iets

het om duurzaamheid en welzijn. Vervolgens vroegen ze Tideman een

dat in ons zit. Je hoeft het alleen te ontwaken.”

151


giro 300 www.hartstichting.nl


Ons systeem van korte termijn denken vernietigt de natuur. Letterlijk. Samenlevingen worden ontwricht, het verschil tussen arm en rijk wordt vergroot.

dat is eigenlijk alles. Je hoeft niet het hele systeem op z’n kop zetten, al zullen banken natuurlijk gelijk zeggen dat je toornt aan de basisbeginselen.” “Ik denk dat het mogelijk is met onze intelligentie als mens om een systeem te vinden dat het beste van het kapitalisme en het beste van het socialisme kan verenigen. Het kan anders, we kunnen het fiksen, we kunnen het zelfs veel beter maken. We moeten niet terug naar het verleden.” Wie gaat dat voor ons doen? U? “Dit vraagstuk is mijn levenswerk geworden, maar ik geloof dat het niet zo snel zal gaan. Generaties na mij zullen zich er ook nog mee bezig moeten houden.” Hij lacht verlegen en vervolgt dan: “Ik geloof dat iedereen een bijdrage kan leveren, maar we wachten nu allemaal een beetje op elkaar. Het is in zekere zin daarom echt een leiderschapsvraagstuk.” Wachten we op iemand die ons de weg wijst? “Ja! Ik geloof dat er veel behoefte is aan een bepaald soort leiderschap. Maar de leiders staan niet op, of durven niet op te staan. Dat is ook heel eng: Mijn generatie - de babyboomers - heeft alleen maar groei gezien. Zij zijn nu aan de macht, en denken: Ga ik nu, tegen de bierkaai in, vernietigen waar ik al die jaren in heb geloofd?”

Hoe ziet de nieuwe leider er volgens u uit? “Het gaat erom dat we talenten anders gaan benutten. We moeten het innerlijk proces meer gaan stimuleren, daar worden we zeker creatiever door. En vanuit creativiteit vinden we de oplossingen voor de problemen die er nu zijn. Met de Global Leaders Academy houd ik mij hiermee bezig, en ik hoop dat deze beweging ook maatschappelijk gaat plaatsvinden.” “In het westen hebben we nog steeds niet de connectie tussen leiderschap en persoonlijke ontwikkeling gemaakt. Met de GLA willen we mensen trainen dat wel te doen: wat is je verantwoordelijkheid als leider precies? Het gaat daarbij om veel meer dan targets halen en winsten maximaliseren. Het gaat om ethiek en bewustzijnsprocessen.” Begint dat besef niet steeds meer door te dringen in de samenleving? “Ja, het gebeurt al. Bijvoorbeeld door opkomst van zoiets als Twitter. Als je ziet hoeveel creatieve ideeën daar rondvliegen. Dat was tien jaar geleden ondenkbaar geweest. Mensen worden wakker. Ze gaan niet meer wachten tot hun bazen het allemaal hebben uitgevogeld, ze willen het zelf doen.” “Maar dat proces moet de overheid naar mijn idee veel radicaler ondersteunen. Ze moeten het creatieve oplossingspotentieel dat er onder de Nederlandse bevolking leeft aanzwengelen. Ik zou zelfs zeggen: Overheid, dat is je taak numero een.” ◆

153


154

QPQ | 2 • 2010


155



Leven, Liefde & Lol

Good & Green Guide Amsterdam

Tekst: Marieke van der Velden

157


7 km 8

5

Waar kun je terecht om goed te doen voor jezelf en een ander? Op een groene manier natuurlijk en in de breedste zin van het woord? Waar koop je biologisch eten, waar verhuren ze elektrische vervoersmiddelen, waar vind je gelijkgestemden en waar koop je schoenen die het milieu niet belasten? In Leven, Liefde & Lol vind je in iedere QPQ adressen uit één bepaalde stad. Deze keer: Amsterdam. In samenwerking met de Good & Green Guide Amsterdam, de gids die het je makkelijk maakt te genieten, goed te doen en groen bezig te zijn. Dat het steeds makkelijker wordt om goed en groen te zijn, blijkt uit het enorme aanbod in deze gids: fair trade winkels, biologisch eten, ecokleding, natuurlijke cosmetica, vegetarische restaurants en groene hotels. Rotterdam, Utrecht en Den Haag zijn de volgend steden waarvoor een Good&Green Guide in de maak is.

7 3

17

9

4 13

1

14

18

15

12

6 10

21

11

20

19

22

158

QPQ | 2 • 2010

2


Leven, Liefde & Lol 01 Amsterdam Elektrische Taxistandplaats Prins Hendrikplantsoen (het busplatform t.o. Centraal Station) 1012 LG Amsterdam (nabij CS) 02 Zero Bikes Amsterdam H.J.E. Wenckebachweg 665 1096 AK Amsterdam T 020 4624957 www.zerobikesamsterdam.nl 03 Boot Huren Amsterdam Korte Prinsengracht 48 1013 GT Amsterdam T 020 6247635 www.boothurenamsterdam.com 04 Lovers Fuel Cell Boat Prins Hendrikkade 25 1012 TM Amsterdam T 020 5305412 www.lovers.nl

16

Fitness Snackbar Jacky Simons www.fitnesssnackbar.blogspot.com

05 Bioscoop Het Ketelhuis Cultuurpark Westergasfabriek Pazzanistraat 4 1014 DB Amsterdam T 020 6840090 www.ketelhuis.nl 06 Utrechtsestraat, Klimaatstraat www.amsterdamsmartcity.nl

De groene fietsroute: Ontdek Amsterdam, de stad van de fietsers Te downloaden op: www.fietsen.123.nl/entry/8044/ontdekamsterdam-de-stad-van-de-fietsers

Boek een daklozentour met Ed www.daklozentour.nl T 06 43643047

07 Eco-logisch Van Slingelandtplein 9 1051 DD Amsterdam T 020 6823707 www.eco-logisch.nl 08 Decorum Herwijk 12 1046 BC Amsterdam T 020 6117905 www.decorum.nl 09 Lien en Giel Prinsenstraat 11 1015 DA Amsterdam T 020 4234544 www.lienengiel.nl 10 Lien en Giel Utrechtsestraat 50 1017 VP Amsterdam T 020 6205524 www.lienengiel.nl

11 De Loenatix Shop Jan Pieter Heijestraat 129 1054 ME Amsterdam T 020 3302320 www.loenatix.nl 12 Loenatique Jan Pieter Heijestraat 79-81 1053 GM Amsterdam T 020 3301833 www.loenatique.nl 13 Fates Herenstraat 19 1015 BZ Amsterdam T 020 6240500 www.fates.nl 14 Vega-Life Blauwburgwal 13 1015 AS Amsterdam T 020 6204097 www.vega-life.nl 15 Estafette, de biologische eetwinkel 2e Hugo de Grootstraat 9-11 1052 LA Amsterdam T 020 6842940 www.estafettewinkel.nl 16 Estafette, de biologische eetwinkel Oostelijke Handelskade 1043 1019 BW Amsterdam T 020 4199800 www.estafettewinkel.nl 17 The Hub Westerstraat 187 1015 MA Amsterdam T 020 4274283 http://amsterdam.the-hub.net/public/ 18 Openbare Bibliotheek Amsterdam Oosterdokskade 143 1011 DL Amsterdam T 020 5230709 www.oba.nl 19 Coffee Company Ceintuurbaan hoek Ceintuurbaan / van Woustraat 92 1073 LP Amsterdam T 020 4706736 www.coffeecompany.nl 20 Coffee Company Ferdinand Bolstraat Ferdinand Bolstraat 38 1072 LK Amsterdam T 020 5730000 www.coffeecompany.nl 21 Grand CafĂŠ De Balie (niet in Good & Green Guide) Kleine-Gartmanplantsoen 10 1017 RR Amsterdam T 020 5535151 www.debalie.nl 22 Cafe -Restaurant Dauphine (niet in Good & Green Guide) Prins Bernhardplein 175 1097 BL Amsterdam T 020 4621646 www.caferestaurantdauphine.nl

159


Vervoer 01 Amsterdam Elektrische Taxistandplaats Twee elektrische Tuk-Tuks, twee elektrische Clean Cabs en een elektrische Motor Cab vormen samen de uitrusting van de elektrische taxistandplaats tussen het Centraal Station en het Victoria Hotel. Een prima oplossing voor korte en schone ritjes in het centrum van Amsterdam. Elektriciteit wordt geleverd via MisterGreen (www.mistergreen.nl) en Elektrobay, een slim elektrisch oplaadpunt op openbare locaties. 02 Zero Bikes Amsterdam Ontdek Amsterdam op een elektrische scooter. Charmant, praktisch en zonder uitstoot. Wat wil je nog meer? Neem rijbewijs en creditcard mee. 03 Boot Huren Amsterdam Een boot huren, zelf door de grachten varen, 100% CO2-neutraal? Dat kan via dit bedrijf. Alle CO2 wordt gecompenseerd middels gecertificeerde CO2-reductie programma’s. 04 Lovers Fuel Cell Boat Een wereldprimeur in de Amsterdamse grachten: Rederij Lovers introduceert een emissievrije rondvaartboot. De Nemo H2 is speciaal ontworpen en gebouwd voor het varen op waterstof en produceert geen stank, lawaai of CO2. Voor meer informatie kijk op de website of vraag naar Freek Vermeulen.

06 Utrechtsestraat, Klimaatstraat Een typisch Amsterdamse winkelstraat - smal, druk, bomvol winkels, horeca, mensen en verkeer - omvormen tot een klimaatstraat? Een aantal plaatselijke instellingen buigt zich sinds juni 2009 over de vraag welke technologieën en samenwerkingsverbanden het beste werken om op grote schaal stedelijke straten te verduurzamen. Zowel zichtbaar als achter de schermen wordt de straat, beetje bij beetje, getransformeerd. Let eens op afvalcontainers, straat- en gevelverlichting en tramhaltes. De groene fietsroute: Ontdek Amsterdam, de stad van de fietsers Te downloaden op: www.fietsen.123.nl/entry/8044/ontdek-amsterdam-de-stad-van-de-fietsers De groene fietsroute gaat door de historische binnenstad en een aantal stadswijken en laat zien dat Amsterdam een groene stad is. Fietsen en Amsterdam horen bij elkaar. De tekst geeft informatie over Amsterdam en over de maatregelen die zijn genomen om fietsen in de stad zo prettig en veilig mogelijk te maken. De route is 37 km en begint en eindigt in het Vondelpark.

Boek een daklozentour met Ed Ed vertelt: “Ik ben dakloos maar blijf lachen en knokken voor een beter bestaan en daarom ben ik daklozentour.nl begonnen.” Zijn rondleidingen bieden je een kijkje in het leven van een dakloze en laten je tegelijkertijd de verschillende gezichten van Amsterdam zien.

Een bijzondere ervaring

Fitness Snackbar Jacky Simons Energie opwekken terwijl je sport? Een sinaasappel uitpersen terwijl je fietst, een smoothie produceren terwijl je roeit. Probeer het in de FitnessSnackbar, een mobiele fitness studio die beweging omzet in energie en vervolgens in gezonde snacks. Oprichtster Jacky Simons: “Ik raakte gefascineerd door de verspilling van energie in een sportschool. De energie die wordt opgewekt moet toch ergens nuttig voor zijn?” Inmiddels is er ook een waterfietsbioscoop en een heetwatertandem. De mobiele fitnesssnackbar is te huur. 05 Bioscoop Het Ketelhuis Vooral Nederlandse films en Europese arthouse. Met medewerking van het creatieve platform Strawberry Earth in 2009 omgevormd tot ecovriendelijke bioscoop. Hard op weg nog ecovriendelijker te worden: de energiekosten die de komende tien jaar bespaard worden door de ecomake-over gaan rechtstreeks naar milieuvriendelijke doelen. Buiten al dit groens is het ook vooral een stijlvol ingerichte en gezellige plek om af te spreken.

Tekst: Marieke van der Velden

160

QPQ | 2 • 2010

Voor kantoor en thuis 07 Eco-logisch Winkel, webwinkel en groothandel met milieuvriendelijke producten voor in en rond je huis en bedrijf. Inclusief een bouwmarkt met online ecokennisbank, discussieforum en bedrijfsoplossingen. 08 Decorum Huren in plaats van kopen is een duurzame oplossing voor de inrichting van werkplekken. Decorum verhuurt tijdelijke kantoorinrichting voor kantoor, beurzen en evenementen, en verkoopt gebruikt kantoormeubilair. Een deel van de collectie is al gebaseerd op het cradle to cradle principe: design op basis van volledig afbreekbare materialen die steeds weer teruggegeven kunnen worden aan technische of biologische kringlopen. Zo wordt afval weer voedsel en blijven materialen eindeloos herbruikbaar.


Leven, Liefde & Lol

Winkelen

Ontmoetingsplekken voor sociaal ondernemers

09-10 Lien en Giel Kleurrijke mode voor een goede prijs, gemaakt in ontwikkelingslanden. Fair trade maar niet gecertificeerd. In hun collectie ook speciale bloemenlaarzen, die op kuitmaat gemaakt kunnen worden.

Wat is de top 5 van ontmoetingsplekken voor sociaal ondernemers in Amsterdam? Waar heb je grote kans andere sociaal ondernemers te treffen? En welke locaties zijn goed bereikbaar, werkbaar èn gezellig, met goede koffie en als het even meezit ook Wi-Fi?

11-12 De Loenatix Shop / Loenatique Crazy shirts for Crazy people: Loenatix verkoopt producten die door de eigen medewerkers - langdurig werklozen en mensen met een psychische beperking - bedacht, ontworpen en vervaardigd zijn. Alles gebeurt in eigen beheer: van vormgeving en webdesign tot ontwerpen en bedrukken van producten en inrichting. Een paar deuren verderop zit hun tweede creatieve winkel: Loenatique. Hier worden zelfgemaakte of gepimpte dames- en kinderkleding, jassen, tassen, sieraden en keramiek verkocht. Wil je kennis maken met het creatieve atelier en de projecten, bel dan Brigitte Rood voor een afspraak. 13 Fates Fair trade- en ecotassen, sjaals en sieraden. Het doel van Fates is eenvoudig: verkopen van mooie en exclusieve mode­ accessoires, gemaakt met oog en zorg voor mens, dier en milieu. De eerste winkel van Fates werd in oktober 2005 geopend in Leiden, in 2006 en 2007 volgden Amsterdam en Zwitserland. 14 Vega-Life (Web)winkel met gevarieerd, vegetarisch verantwoord assortiment, van schoenen tot boeken, van persoonlijke verzorging tot dierenvoer. De meeste producten zijn ook veganistisch, zoveel mogelijk biologisch en fair trade. Je kunt je er over verbazen - want wat precies is een vegetarische schoen? - maar hier ligt die dus in de schappen. Het materiaal van zo’n schoen is veel minder milieubelastend dan leer, want om leer te looien worden veel zware metalen gebruikt. De schoen heeft een katoenen basis waardoor die voor 75 procent af breekbaar is. Misschien niet superhip maar zeker wel modern en helemaal van deze tijd. Hoog tijd dus, nu er voor veel ongezonde materialen een groen alternatief bestaat, dat er meer van dit soort winkels komen. En dan voor elke smaak wat wils.

17 The Hub Ontmoetings- en werkplek voor sociaal ondernemers. Hier komen ruimte, middelen, connecties, kennis en ervaring samen om goede ideeën te verwezenlijken. Ben je lid van The Hub dan kun je wereldwijd terecht: online contact met andere leden en offline in andere steden. Ook als niet-lid kun je hier werken, je betaalt per dagdeel. 18 Openbare Bibliotheek Amsterdam De OBA heeft in 2008 de prijs gewonnen voor het meest duurzame publiek toegankelijke gebouw van Amsterdam. Het is groot en modern ingericht; overal zitten mensen te lezen en te werken. Het restaurant op de bovenste verdieping biedt eersteklas uitzicht over de stad. Ook vergaderzalen te huur. Coffee Company Zeventien filialen in Amsterdam waaronder: 19-20 Coffee Company De koffie die hier wordt geserveerd is gemaakt met respect voor mens en natuur. De Coffee Companies scoren goed bij zzp’ers omdat je hier (meestal) rustig kunt praten en dus prima kunt afspreken voor zakelijk overleg, en vanwege de lekkere koffie in de juiste afmeting - een flinke bak, geen gedoe - en de strakke en stoere inrichting. 21 Grand Café De Balie (niet in Good & Green Guide) Op de begane grond van De Balie zit het Grand Café waar behalve diverse koffie, biologische sappen en speciaal bier van Brouwerij ’t IJ ook lunch en diner geserveerd worden. Creatieve en eigenzinnige sfeer, goede setting voor afspraken. 22 Café-Restaurant Dauphine (niet in Good & Green Guide) Dauphine - de naam refereert aan de jaren ’50 Renault auto - is gevestigd in de voormalige Renault-garage tegenover het Amstel Station. Een populaire ontmoetingsplek met kosmopolitische uitstraling. In hetzelfde gebouw zijn onder meer ook Het Financieele Dagblad en BNR Nieuwsradio gevestigd.

15-16 Estafette, de biologische eetwinkel Eetwinkels met uitgebreid assortiment dagelijkse boodschappen; alle producten zijn afkomstig uit de biologische en biologisch-dynamische landbouw. Uitgestald op een manier die je het water in de mond doet lopen.

161


Restaurant As, Amsterdam

Alle groenten worden geleverd door boeren en kassen uit de regio, de vis komt vers uit het Franse Bretagne, de kazen en worsten uit ItaliĂŤ.

162

QPQ | 2 • 2010


Geleijnse en Van Benthem eten uit

Goed eten vult niet alleen de maag, maar ook de geest “Ham en salami! Met olijfjes en radijsjes.” Enigszins nonchalant zet het bedienende meisje een bord tussen ons in. Het onop­ gesmukte past goed bij de ongedwongen sfeer van het biologische en duurzame restaurant As in de voormalige kerk van een oud klooster. Drie jaar geleden werd As opgezet door chef-kok Sander Overeinder. Eerder werkte hij bij restaurant Vermeer en was hij medeoprichter van restaurant Club 11 in Amsterdam. Hij was toe aan een eigen zaak met een eigen invalshoek. Eigen is het zeker. Mooi ook.

Tekst: Annemarie Geleijnse en Willemijn van Benthem

163


Top-10 restaurants Geselecteerd uit 67 restautants. Mei, 2010

01  Aangenaam

05  Freud

Kleine Houtstraat 105 2011 DK Haarlem +31 (0)23 531 7403 www.aangenaametenendrinken.nl

Spaarndammerstraat 424 1013 SZ Amsterdam +31 (0)20 688 5548 info@restaurantfreud.nl www.restaurantfreud.nl

02  The

06  Betty's

info@aangenaametenendrinken.nl

Colour Kitchen

Jan Evertsenstraat 747 1061 XZ AMSTERDAM Joske Paumen +31 (0)20 448 6611 info@thecolourkitchen.com www.thecolourkitchen.com

03  Fifteen Jollemanhof 9 1019 GW Amsterdam 0900-343 8336 info@fifteen.nl www.fifteen.nl

04  De Witte

Uyl

Frans Halsstraat 26 1072 BR Amsterdam Annemieke den Uijl en Chefkok Han Schuiten +31 (0)20 670 0458 witteuyl@wanadoo.nl www.witteuyl.com

164

QPQ | 2 • 2010

Rijnstraat 75 1079 GX Amsterdam Gido Schweitzer +31 (0)20 644 5896 vegetarisch@bettys.nl www.bettys.nl

09  Le

Pain Quotidien

Cornelis Troostplein 4hs 1072 JK Amsterdam +31 (0)20 675 0506 depijp@pqnl.nl www.lepainquotidien.nl

10  Toscanini Lindengracht 75 1015 KD Amsterdam +31 (0)20 623 2813 toscanini@diningcity.com www.toscanini.nu

07  Beddington's Utrechtsedwarsstraat 141 1017 WE Amsterdam +31 (0)20 620 7393 www.beddington.nl

08  De

Kas

Kamerlingh Onneslaan 3 1097 DE Amsterdam Gert Jan Hageman, owner +31 (0)20 462 4562 info@restaurantdekas.nl www.restaurantdekas.nl

Waar is Restaurant As?

Restaurant As Prinses Irenestraat 19 1077 WT Amsterdam Reserveren: 020-6440100 info@restaurantas.nl www.restaurantas.nl


Wie hier komt eten, krijgt standaard koud vlees en olijven voorgeschoteld. De Culatello-ham op het bord is fluwelig rood en laat een intens geroosterde smaak na. De ham is overigens niet van eigen maak, al had dat zo gekund. Want achter het restaurant lopen twee nog jonge en slanke varkens rond te wroeten. Het zijn de afvalverwerkers van As. Eerder op de avond bracht souschef Nick Groenewoud de varkens een grote bak met groente- en broodafval. Groenewoud: “Geen vlees, want dat kannibalisme vinden we toch raar.” Restaurant As gaat efficiënt (duurzaam) om met dood na leven, leven na dood, zoals ze zelf mooi verwoorden op hun website. Want na een jaar wordt het jaarlijkse, grote Varkensfeest gehouden. Van kop tot staart worden de varkens verwerkt in worsten, patés en stoofpotten. Parijse sferen In dit restaurant wordt geen menukaart gebruikt, de keuken bekijkt per dag wat er op tafel komt. Alle groenten worden geleverd door boeren en kassen uit de regio, de vis komt vers uit het Franse Bretagne, de kazen en worsten uit Italië. Gasten kunnen allergieën of onsmakelijkheden van tevoren doorgeven, maar eten daarna wat de pot schaft. Als we het knapperige brood in de vergine olijfolie dopen (zo scherp dat die in de keel prikt), wanen we ons in het Parijse Parc Luxembourg: De felle zon, het gele zand en de ijzeren stoelen aan de tafels van hardhout. Gasten zitten bij elkaar aan tafel en vormen een exotisch internationaal gezelschap van Engelsen, Nederlanders en Spanjaarden. De meesten zijn omhult met het parfum van de hoofdkantoren aan de Zuid-As. Voorgerecht Vandaag krijgen we twee voorgerechten. Het is een Spaanse Escabeche: in citroen gegaarde makreel, besprenkeld met venkel, krentjes en pijnboompitten. Een mediterraan hapje dat het met afstand verliest van het andere voorgerecht, de gefrituurde courgettebloemen. Het deeg en de courgette hebben precies genoeg bite. De inhoud van ricotta, munt en courgettebloem is een streling voor de tong. Dat je de munt niet meer proeft, is de kok vergeven. Vooral omdat we weten dat Groenewoud de courgettes eigenhandig – “met mijn knieën in de blubber” – heeft bestuift in de kas, omdat ze anders krom groeien in plaats van mooi recht. De courgettecombinatie ligt op een bed van gemarineerde sla. De structuur van de slablaadjes is opvallend knapperig. “Het doet me denken aan de salades die we vroeger bij mijn oma kregen!”, roept Van Benthem verrukt uit terwijl Geleijnse herinneringen ophaalt aan die perfecte courgettebloemen die zij ooit

in Italië geserveerd kreeg. Goed eten vult niet alleen de maag, maar ook de geest. Tussengerecht De huisgemaakte varkensworstjes die volgen, zijn bijna patéachtig van structuur, zo grof is het vlees van de knapperig gebakken worstjes. En daardoor vol smaak, zoals freelance kok Pieter Damen (Le Garage, Spring) later die avond uitlegt. De worstjes liggen op botermalse asperges met daar omheen gebrande hazelnootjes en wilde spinazie. De laatste vinden wij een wat ver gezochte speler in het palet, want de smaak van de spinazie kan niet tegen de asperges op. Wel steken de bladeren mooi af bij het geel en bruin van de andere ingrediënten. Hoofdgerecht Als een recensie alleen maar juichend is, lijkt die verkocht. Gelukkig maar dat de tarbot niet helemaal gaar is. Misschien ligt het aan de steenoven in de keuken, waarin alles langzaam wordt gegaard (70 graden). Het voordeel van het langzaam garen – slowcooking - is dat de structuur van het vissenvlees mooi mals blijft en dat is bij dit flinke stuk tarbot zeker het geval. De bovenkant is perfect zacht, dus we laten het ongare deel aan het bot zonder morren zitten. De steenoven is overigens gigantisch, warm genoeg om de buitenkeuken te verwarmen in de winter. Naast de enorme steenoven staat een origineel Krefft-fornuis waarin het brood dagelijks wordt gebakken. Het fornuis komt nog uit de tijd dat het complex nog een klooster was. Over duurzaam gesproken... Onder onze vis ligt nog wat Hollandse boerenkool, zoals de serveerster uitlegt. Hollands is boerenkool volgens ons altijd. Wat deze bijzonder maakt is de jeugdige leeftijd. Daardoor kan de boerenkool bijna rauw gegeten worden. De gebakken aardappeltjes zwemmen in de goed vette Hollandaise saus waardoor we nog lang in de pan blijven prikken. We weten alleen niet of het handig is om hier met je baas van een Zuid-As-bedrijf te gaan eten. Wie schept dan op? Hij of jij? Dessert Als dessert nemen we de Franse taarten (harde en dunne bodem): één met chocolade, de ander met zuidvruchten. De koffie is perfect, test Geleijnse met een grijns, vlak voor ze uit de doeken doet hoe zij zelf koffiebonen zou kunnen branden. De ober mengt zich in het gesprek. Hij is de perfecte ober, geeft plaagstootjes als we twijfelen over het dessert, lacht keurig zijn tanden bloot en stuurt ons zwaaiend op de fiets de Prinses Irenestraat uit, terug naar het drukke Amsterdam. Au revoir!

Recept courgettebloem Ingrediënten:

Beslag:

Meng de ricotta met de blokjes cour-

4 courgettebloemen (vrouwelijke)

100 gram bloem

gette, fijn gesneden blaadjes munt en

100 gram ricotta

1 ½ dl pilsner bier

salie en citroenzest in een mengkom.

50 gram jonge courgette

1 ei

Doe dit mengsel vervolgens in een

½ citroen

1 snuf zout

spuitzak. Verwarm de frituur tot 180

1 takje munt

graden. Vul de courgettebloem met

2 salie bladeren

Mix de bloem, het bier, het ei en beetje

het mengsel, haal het door het beslag

1 citroen

zout tot een beslag.

(niet de steel) en frituur het in een paar minuten tot het resultaat goudbruin is!

Voorbereidingen: snij de courgette in blokjes snij de blaadjes munt en de salie fijn rasp de schil van de halve citroen (Zest)

165


estafette

Duurzaamheid & levensvreugde: prima combinatie Ynzo van Zanten geeft het stokje door aan... Ritsaart van Montfrans

Ritsaart van Montfrans is de oprichter van The New Motion, dat elektrische mobiliteit mogelijk maakt. “Wat Ritsaart met The New Motion doet, vind ik een mooi voorbeeld van hoe duurzaamheid niet ten koste hoeft te gaan van levensvreugde: met zijn bedrijf The New Motion zet hij elektrische mobiliteit in de markt. Dat gaat verder dan simpelweg een elektrische auto verkopen. We rijden al 100 jaar op motoren die olie verbruiken en daar is tot voor kort nooit iets aan veranderd. Ritsaart ziet dat het nu anders kan. Dat het ook verder gaat dan alleen die ‘oliemotor’. Hij biedt, samen met zijn collega’s, een totaalpakket: de auto uiteraard! -, financiering daarvoor, onderhoud, dienstverlening en de laadpunten. Wat ik zo goed vind is dat The New Motion alledaagsheid combineert met iets heel innovatiefs. Mensen vinden innovaties vaak eng, omdat het nieuw en onbekend is, maar ze stappen wel iedere dag in een auto. The New Motion verlaagt, door die combinatie van oud en nieuw, de drempel om aan duurzaamheid te doen.”◆

Tekst: Petra Kroon | Fotografie: Jaqueline Dersjant

166

QPQ | 2 • 2010


volgende keer in qpq

Thema: Dominee of koopman? Social venturing in IndonesiÍ: ondernemende samenwerking voor duurzame ontwikkeling Het ministerie van ontwikkelingssamenwerking eist meer bedrijfsmatigheid van NGO’s maar verstrekt alleen subsidie aan stichtingen. Oftewel: de creatie van een paradox

The new radicals:

over mensen die het roer omgooien Hoe Geschenk met Verhaal de traditionele markt van relatiegeschenken heeft veranderd

Je goed verdiende geld goed laten werken. Hoe doe je dat?

Leven, Liefde, Lol in Rotterdam

QPQ nr.3 verschijnt in september 2010



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.