nummer 3 - september 2010 - jaargang 1
Het nieuwe ondernemen
Ontwikkelingshulp: Dominee of koopman? met onder meer:
Hoe heilzaam is subsidie?
Idealisten uit de favela’s helpen Nederland
The Bridge:
Peter Zevenhuizen: W ereldverbeteraar
in een decadente wereld Op zoek naar het geld – en de ondernemers
New Radicals:
Positief, constructief en hoopvol
Hoe word je een zakelijk filantroop? Quid Pro Quo
Neem nu een jaarabonnement op QPQ, het nieuwe ondernemen, ...en kies een van de volgende boeken als welkomsgeschenk.
Pagina 10
4
Pagina 24
Pagina 34
Idealisten uit de favela’s helpen Amsterdam-Noord
Positief, constructief en hoopvol
Wereldverbeteraar in decadente wereld
Braziliaanse architecten ontwikkelden een succesvolle methode om sloppenwijken leefbaarder te maken. Nu helpen ze ook onze Nederlandse krachtwijken er bovenop met alleen de spullen en kunde die al in de wijk aanwezig zijn.
Massaal reageerden lezers op de rubriek 180 graden met hun eigen omslagpunt waarop ze besloten de wereld te verbeteren. Er lijkt sprake van een trend. Schrijfster Julia Moulden onderzocht dit fenomeen en noemde deze groep New Radicals.
Tien jaar geleden was Peter Zevenhuizen nog een vreemde eend in de bijt met zijn ‘verantwoorde’ relatiegeschenken uit Afrika. Inmiddels kiezen steeds meer bedrijven voor duurzame cadeautjes, liefst een geschenk met een verhaal.
QPQ | 3 • 2010
INHOUD Lessen in goed geven
48
Tips voor filantroop die zakelijk wil geven.
Kiezen voor het kleinste kwaad
56 In ieder nummer
Hoe kun je duurzaamheid promoten zonder het risico op ‘greenwashing’?
Sympathiek ondernemen om sociaal te bewegen
64
Henk Kievit en Jeroo Billimoria over de insteek van sociaal ondernemen.
Mogen commerciële hulporganisaties subsidie krijgen?
92
| Thema Over de mismatch tussen beleidsintenties en –regels. .
Liever geen subsidie. Of is het stiekem toch wel handig?
100
| Thema Hoe heilzaam is subsidie?
Studenten en ondernemer gaan voor eigen kracht en kansen
118
Vervolg van het onderzoek naar duurzame communicatie.
Het verhaal van de 21e eeuw
Colofon
6
Drijfveren
8
Beeldcolumn Ingrid van den Boogaard
32
Win some, lose some
47
Nobody is perfect
79
Column Annemarie de Jong
81
Column Tatiana Glad
117
180 graden
133
Koop Niets! Nu nog voordeliger
134
Column Paul Iske
150
Leven, liefde & lol – Good&Green Guide - Rotterdam
163
Geleijnse en Van Benthem eten uit
171
Estafette
174
124
Trendanalist Green: “Een grote verandering in ons denken is onafwendbaar.”
Van ik naar jij
142
Acht manieren om de impact van sociaal ondernemerschap te meten.
Pagina 82
Pagina 108
Pagina 154
Thema Een vers kopje thee
Ontwikkelingshulp uit Afrika
And (n)ever the twain shall meet
We zijn toe aan een nieuwe vorm van ontwikkelingshulp. Bio Tea Indonesia werd opgezet op basis van sociaal ondernemen, door alle lokale partijen te betrekken en duurzaam te werken. Een potentieel schoolvoorbeeld.
Niet alleen ontwikkelingslanden hebben last van leegloop op het platteland. In Nederland speelt dit net zo goed. Kunnen we succesvolle ontwikkelingsprojecten uit Afrika ook in Nederland uitvoeren?
De vinger op de zere plek: waarom weten sociaal ondernemers en financiers elkaar zo moeilijk te vinden? Ervaringen en tips van ‘informal investor’ Martijn Blom en sociaal ondernemer Marja Baas.
5
De heilzaamheid van subsidie? Laatst hoorde ik ex-minister Koenders zeggen dat hij een lezing
ontwikkelingssamenwerking gedaan kan worden. En dat het leidt
moest geven over de ‘nieuwe ontwikkelingssamenwerking’. Wat zou hij
tot creatief sociaal ondernemerschap. Ontwikkelingshulp hoeft ook
daarmee bedoelen? vroeg ik me af. Ik moest lang nadenken, diep pein-
niet altijd van West naar Zuid te gaan. Omgekeerd komt ook voor. Zo
zen, maar ik kwam er niet achter. Dat ik geen antwoord vond op mijn
zijn er begin deze zomer idealisten uit de Braziliaanse favela’s naar
vraag, is ook logisch. Kijk maar eens naar de verdeling van subsidiegel-
Amsterdam-Noord gekomen om daar de buurt op te knappen. Of dat
den voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2011-2015, MFS
gelukt is, lees je in dit nummer. We kijken ook naar projecten in Afrika
II. In november wordt duidelijk hoeveel financiering de verschillende
en onderzoeken of die ook de leegloop van ons platteland en de vor-
clubs ontvangen uit de subsidiepot van ruim 2 miljard euro. Maar nu al
ming van slechte wijken in de stad kunnen tegengaan. Dat je als sociaal
zijn 2 dingen duidelijk: de organisaties die subsidie krijgen, zijn lang niet
ondernemer over veel doorzettingsvermogen moet beschikken, ver-
altijd de meest vooruitstrevende. Sla het verhaal van Maarten van der
telt Peter Zevenhuizen, oprichter van GeschenkmetVerhaal. Ruim 10
Schaaf op bladzijde 92 er maar eens op na. Een tweede conclusie: er
jaar geleden ging hij de plastic fantastic markt van relatiegeschenken
mogen wel heel veel organisaties uit die subsidieruif eten. Onlangs nog
op met duurzame kadoos. Hij was een buitenbeentje, maar inmiddels
zijn bezwaren erkend van organisaties die in eerste instantie afgewe-
heeft hij z’n plek in die branche veroverd. Daar kunnen New Radicals
zen waren voor die MFS II. De spoeling wordt dus nog dunner. Volgens
hoop uit putten. In een interview vertelt Julia Moulden, bedenker van
deskundigen leidt dat niet tot een creatieve zoektocht naar alternatie-
deze term en schrijver van het gelijknamige boek, alles over deze nieu-
ve geldstromen maar tot meer druk op de charimarkt. Hoezo: nieuwe
we groep. Mensen die met hun eigen capaciteiten de wereld iets willen
ontwikkelingssamenwerking? Dat het ook anders kan, bewijst het pro-
nalaten. Iets structureels willen verbeteren aan de wereld. En nee, dat
ject Bio Tea Indonesia, dat biologische groene thee produceert in een
gaat niet altijd van een leien dakje. Maar als je doorzet, geeft het wel
verarmd plattelandsgebied op West-Sumatra. Het project van Stichting
een hoop voldoening. Veel leesplezier en inspiratie.
Het Groene Woudt wil via het opzetten van theeplantages duurzame ontwikkeling bereiken, zowel financieel als op het gebied van milieu.
Petra Kroon
Dichter bij huis laat Be More zien dat zonder subsidie ook heel goed aan
Ps Heb je op- of aanmerkingen? Mail naar petra@qpq-magazine.nl
Colofon QPQ, het nieuwe ondernemen
Advertentieacquisitie
Vormgeving en opmaak
QPQ is een uitgave van Uitgeverij Flexx.
Marije Hamers
De Vormstrateeg
Mede mogelijk gemaakt door Stichting Het
E marije@qpq-magazine.nl
Postbus 1366
Groene Woudt (SHGW)
5200 BK ’s Hertogenbosch Adviesraad
T 073-613 20 34
Uitgeverij Flexx BV
Emmy Jansen, Edgar Neo, Nathalie
E info@vormstrateeg.nl
Postbus 1366
Verdonschot, Jasper van Impelen
5200 BK ’s Hertogenbosch T 073-613 20 34
Coverfoto
E info@vormstrateeg.nl
Jacqueline Dersjant
Hoofdredactie
Oplage
Petra Kroon
3.000 exemplaren
E petra@qpq-magazine.nl Drukkerij:
6
Eindredactie
Ecodrukkers
Esther Bernhart
www.ecodrukkers.nl
QPQ | 3 • 2010
Info disclaimer
Alle auteurs- en/of databankrechten worden uitdrukkelijk voorbehouden. Behoudens de in de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave van QPQ zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd, opgeslagen in enig geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enigerlei vorm of op enige wijze. Aan de verstrekte informatie in deze uitgave van QPQ kunnen geen rechten worden ontleend. Hoewel aan het samenstellen en het totstandkomen van deze uitgave van QPQ de uiterstezorg is besteed, kan de afwezigheid van (druk) fouten, onjuistheden, onvolkomenheden en/of onvolledigheden niet worden gegarandeerd en aanvaarden de auteur(s), de redacteur(en) en de uitgever geen enkele aansprakelijkheid voor eventueel voorkomende (druk)fouten, onjuistheden, onvolkomenheden en/of onvolledigheden, noch ook voor de gevolgen hiervan. De uitgever legt de gegevens van de ontvangers van QPQ vast voor toezending van de uitgaven QPQ,welke zodanige gegevens ook door de uitgever kunnen worden gebruikt om hen informatie te verstrekken over relevante producten en diensten. Bij bezwaar daartegen kan contact worden opgenomen met de uitgever.
QPQ TEAM Paul Iske | Columnist “Veranderingen gaan tegenwoordig zo snel dat een verkiezingsuitslag (en daarmee ook de nieuw te vormen regering) al na een week achterhaald is.”
Redacteuren Yvonne van der Heijden
Tatiana Glad | Columnist
Annemarie Geleijnse
“Shift happens! Perhaps it is by grounding big ideas
Noor Backers
into every day practice that big change becomes living
Roos Menkhorst
change.”
Jolanda Breur Catrien Spijkerman Willemijn van Benthem
Marije Hamers | Sales
Maartje Smeets
“Het is goed om te horen dat adverteerders graag met
Gaston Dorren
QPQ gezien willen worden. Ze vertellen dat medewerkers en relaties QPQ inspirerend vinden, het steeds
Columnisten
opnieuw oppakken en dat het veel doorgegeven wordt.”
Annemarie de Jong Paul Iske
Willemijn van Benthem |
Journalist
Tatjana Glad
“Na de interviews met Martijn Blom en Marja Baas, bleek hoe ondernemend ze zijn. Ze bruisen van nieuwe
Redactiecoördinatie
ideeën, staan open voor invalshoeken en zijn optimis-
Moniek Jakobs
tisch. Voor een journalist fijne gesprekspartners.”
Marketing
Roos Menkhorst |
Koos de Bie
Journalist
“Brazilianen die Nederlanders helpen met het herstructureren van onze achterstandswijken. De wereld op z’n
Vormgeving
kop, dacht ik. Maar dat het zeker kan werken werd
René Ebbeng
duidelijk op een zonnige zondagmiddag in Amsterdam
Fotografie
Noord.”
Frank Groeliken
Lilian Roos | Journalist
Jacqueline Dersjant
“Een spraakwaterval vol aanstekelijk enthousiasme
Vivian Keulards
kwam door vanuit Engeland. Na een langdurig gesprek
Isabel Nabuurs
met trendanalist Josephine Green had ik een stralende
Anja Dierx
lach. Geen doemscenario’s. Ik kon me weer verheugen Een verstandige aanpak ten aanzien van papierverbruik,
op de toekomst.”
inkoop en recycling is een essentieel onderdeel van de zorg van
Marieke Verhoeven | Journalist
QPQ voor het milieu. Daarom is deze uitgave gedrukt op
“Rotterdam en ‘groen’ was voor mij niet echt een
Forest Stewardship Council (FSC) gecertificeerd papier met
logische combinatie. Toch blijkt het in de Maasstad te
plantaardige inkten en zonder schadelijke oplosmiddelen.
barsten van de adressen voor biologische producten, duurzame kleding en zelfs groene gebouwen!”
Ecodrukkers heeft een duidelijke filosofie bij het maken van Ecodrukwerk ©; hoogwaardig kwaliteitsdrukwerk gekoppeld aan een duurzaam productieproces. Deze uitgave is gedrukt op een Ecocolor drukpers met inkten op plantaardige basis. De productie en gebruikte grondstoffen zijn klimaatneutraal. Het complete productieproces is Grafimedia Milieuzorg gecertificeerd en gevoed door 100% groene stroom.
ecodrukwerk is klimaatneutraal
7
Duurzaamheid is niet de reden waarom mensen een product kopen Tekst: Roos Menkhorst | Fotografie: Jacqueline Dersjant
8
QPQ | 3 • 2010
Drijfveren
Ritsaart van Montfrans, oprichter van The New Motion, dat elektrische mobiliteit mogelijk maakt. “Twaalf jaar lang werkte ik bij verschei-
Anderhalf jaar geleden ben ik gestart
dene commerciële bedrijven. Ik hield me
met The New Motion. Ik heb Tendris
Kijk, het heeft nog geen zin om op de
vooral bezig met de financieel gedreven
(een bedrijf dat duurzame bedrijven
Huishoudbeurs te gaan staan, die groep
markten. Maar op een gegeven moment
start, red.) benaderd met mijn plannen
is te breed. De mensen die wij nu wil-
merkte ik dat het me tegen begon te
voor onder meer elektrisch rijden. Zij
len bereiken zijn al geïnteresseerd in
staan. Binnen dat soort bedrijven bestaat
zagen het meteen zitten en samen met
duurzaamheid, of ze houden erg van
toch een bepaald soort armoede in den-
hen heb ik de plannen uitgewerkt.
nieuwe gadgets. Zij zien dat het moment
ken. Ik ben me in mijn vrije tijd gaan inlezen
Wij zorgen dat alle elementen om elek-
Natuurlijk gaat het ons lukken.
gekomen is dat het echt kan. Het gaat
trisch te kunnen rijden aanwezig zijn:
ons er om dat we die koplopers blijven
in onderwerpen als klimaatverandering
een laadpunt, een parkeerplek, zonnepa-
aanspreken, dat zij een goede ervaring
en duurzaamheid. Alleen al het trans-
nelen en ga zo maar door. Duurzaamheid
hebben en dat ze het woord verspreiden.”
port kost ons een kwart van onze CO2
is leuk, maar het is niet de reden waarom
uitstoot, daar schrok ik echt van. Het
mensen een product kopen. Het moet
moment dat ik het anders wilde gaan
over extra’s beschikken, cool zijn of een
In Estafette (pag. 174) kun je lezen
doen was echt een ‘oud en nieuw’-mo-
goede prijs hebben. Pas daarna komt het
wie Ritsaart van Montfrans uitnodigt
ment.
duurzame aspect om de hoek kijken.
voor de volgende ‘Drijfveren’. ◆
9
Idealisten uit de favela’s helpen Amsterdam-Noord 10
QPQ | 3 • 2010
Reportage
Wat hebben de favela’s van BraziliÍ en een krachtwijk in Amsterdam-Noord met elkaar gemeen? Op het eerste gezicht heel weinig. Toch menen Braziliaanse ontwikkelingswerkers de Amsterdamse wijk leefbaarder te kunnen maken door dezelfde methode te gebruiken die zij in de Zuid-Amerikaanse krottenwijken toepasten. Tekst: Roos Menkhorst en Catrien Spijkerman | Fotografie: Jacqueline Dersjant
11
12
QPQ | 3 • 2010
Kijk, hier komt een kas met tomatenplanten”, vertelt Nop van Warmerdam. Hij is wijkadviseur in Purmerend, maar vandaag slaat hij in zijn vrije tijd met een bijl in de achtertuin van een moskee in de wijk Kleine Wereld in Amsterdam-Noord. Uit gettoblasters schalt muziek van zangeres Beyoncé. Op straat wemelt het van de kinderen, enkele volwassenen zijn fanatiek in de weer met kruiwagens en stenen. Overal wordt geklust: aan de overkant van de moskee verven mensen een muurtje, even verderop zetten kinderen met planken een voetbalgoal in elkaar. In deze krachtwijk wordt de droom van politiek Den Haag verwezenlijkt: buren, kinderen, vrijwilligers en ondernemers werken samen aan een betere buurt. Toch zitten hier geen beleidsmakers of maatschappelijk werkers achter – het is een groepje Braziliaanse ontwikkelingswerkers dat de kar trekt. Braziliaanse idealisten De jonge architect Rodrigo Alonso (35) is het brein achter de opknapactie. Tien jaar geleden zette hij met vier andere architecten de NGO Elos op. Het kleine groepje idealisten vond dat ze als architecten een sociale verantwoordelijkheid hadden. Waarom zouden ze zich moeten neerleggen bij de slechte omstandigheden waarin mensen leefden? De jongens van Elos ontwikkelden een methode waarmee ze in zes stappen de beruchte Braziliaanse favela’s konden veranderen in een leefbaardere omgeving. Zonder geld en zonder overheidssteun, enkel door contact te maken met de bewoners, hen te vragen naar hun wensen en dromen, en vervolgens samen met de bewoners de handen uit de mouwen te steken om hun dromen te verwezenlijken. “Want praten is mooi, maar er moet wel op korte termijn zichtbaar resultaat zijn”, zegt Alonso. “We zijn niet voor niets architecten.” “Doordat de bewoners het heft in eigen handen nemen, krij-
Niet wachten tot ‘ze’ iets doen, maar zélf werken aan je dromen. Het is die ‘hands on’-mentaliteit waardoor het project verschilt van andere sociale projecten.
gen ze meer vertrouwen in hun eigen kracht”, zegt Alonso. “Hierdoor kan een kort project blijvende impact hebben.” De
Ze werkt bij Fairground, een organisatie die maatschappe-
aanpak geldt daarom niet alleen voor Brazilianen in krotten-
lijke projecten in ontwikkelingslanden opzet en ondersteunt.
wijken, maar voor álle mensen, meent Elos. De organisatie
Fairground haalde de ‘sloppenwijkformule’ van Elos naar
ontwikkelde daarom trainingen zodat ook andere mensen zich
Nederland.
de methode eigen kunnen maken, en kunnen verspreiden in hun eigen land. Inmiddels zijn ze met hun zogenaamde Oasisspel ook al neergestreken in India, Chili en Paraguay. Nu is Amsterdam aan de beurt.
Uit de portiekflats “De eerste twee weken spraken we mensen aan op straat in de wijk”, vertelt Van Wijk. “De favela’s in Brazilië zijn natuurlijk heel anders dan de wijk hier. In Brazilië speelt het dage-
Geheel volgens het stappenplan van Elos begon een groep
lijks leven zich buiten af, je maakt gemakkelijk contact. In
vrijwilligers daarom twee weken geleden met het voorwerk in
Amsterdam-Noord waren we een beetje bang dat we de men-
Amsterdam-Noord. De groep bestaat uit Brazilianen en tien
sen niet uit de portiekflats zouden krijgen. Daarom belden we
Nederlanders die eerder dit jaar de Oasis-training van Elos hebben gevolgd in Brazilië. Eén van hen is Yolande van Wijk
gewoon bij ze aan, we hingen flyers op, en we gingen naar plekken waar veel bewoners samenkomen. We vroegen de wijkbe-
13
Jouw onderneming kan een wereld van verschil maken Kansen in opkomende markten Heb jij plannen om in Afrika, Azië of Latijns-Amerika een bedrijf te beginnen? Dan ben je op de goede weg. In deze regio’s zijn namelijk volop marktkansen. Start een winstgevend bedrijf en heb tegelijk grote sociale impact. Om te ondernemen in een ontwikkelingsland is een drietal ingrediënten noodzakelijk: een goed idee, een internationaal netwerk en financieringsmogelijkheden. Ondernemen Zonder Grenzen wijst je hierbij de weg met best practices, een businessplan competitie en een wegwijzer over internationaal ondernemen.
Op 11 november is de finale van de businessplan competitie Ondernemen Zonder Grenzen 2010. Schrijf je nu in voor het eindevenement op www.ondernemenzondergrenzen.nl Ondernemen Zonder Grenzen is een initiatief van:
woners wat zij in hun buurt zouden willen veranderen.” “Het duurde wel even voor de bewoners zich geroepen voelden om mee te doen”, vertelt Van Wijk. “In eerste instantie
Elos in Latijns-Amerika Elos werd opgericht om de favela’s in Brazilië leefbaarder te maken.
vonden veel mensen het maar raar, zeker omdat een deel van
Zo bouwden bewoners van de krottenwijken onder leiding van Elos
onze vrijwilligers geen Nederlands spreekt. ‘Wat komen die
ruïnes om tot een kinderspeeltuin en werd een vies leeg gebouw waar
gekke Brazilianen hier doen?’, vroegen ze zich af. Eerst dachten
doorgaans drugsgebruikers zaten omgebouwd tot buurttheater. In
ze dat we van de gemeente waren en vervolgens geloofden ze
vissersdorpjes werden buurtcentra gebouwd, overkapte pleintjes waar
niet dat er iets zou gaan gebeuren, en dat we daadwerkelijk din-
mensen kunnen samenkomen. Geheel volgens de Oasis-filosofie werd
gen zouden gaan bouwen.”
daarbij enkel gebruik gemaakt van de materialen en ambachten die het gebied rijk was. Zo werden de overkappingen gemaakt door op traditio-
De vrijwilligers gingen op zoek naar ‘sleutelfiguren’ in de buurt. Wie kent veel mensen? Wie heeft veel invloed in de
nele wijze planten te vlechten. In Santos, de plek waar de oprichters van Elos vandaan komen, leidde
buurt? Zo kwamen ze onder meer uit bij Mustafa van de mos-
het Oasis-spel er zelfs toe dat buurtbewoners zich organiseerden in een
kee, Hakan van de snackbar, en bij enkele moeders die via de
actiegroep en een bestemmingsplan indienden bij de overheid voor een
basisschool veel andere moeders en kinderen kennen.
stuk braakliggende grond in hun wijk. In Brazilië mag de gemeenschap
“Op die manier zet je een netwerk op waardoor steeds meer
namelijk ideeën aandragen over het gebruik van gemeenschappelijke
mensen betrokken raken”, zegt Van Wijk. “Uiteindelijk heb-
grond – maar dan moeten de bewoners zich wél weten te organise-
ben we vorige week iedereen uitgenodigd om een avond naar de
ren. Het plan werd goedgekeurd, en op die grond komen nu 130 sociale
plaatselijke basisschool te komen. We vroegen de bewoners hun
woningen, waaraan de bewoners zelf meebouwen.
droom vorm te geven door middel van maquettes. De kinderen maakten een soort apenkooi, met klimrekken en andere toestellen om in te spelen. De volwassenen wilden graag een plek om te barbecuen. Het gaat er om dat de initiatieven uit de mensen zelf komen.”
15
Bij favela’s denk je aan criminaliteit, drugs en armoede. Maar daar zie je juist dat mensen elkaar goed kennen en er sterke sociale relaties zijn. Dat willen we laten zien. Ook hier.
16
QPQ | 3 • 2010
Snackbar schilderen Dit weekend worden de plannen uitgevoerd. Om de leefbaarheid en veiligheid in de wijk te vergroten, krijgen de muren van snackbar ‘Istanbul’ bijvoorbeeld een flinke opknapbeurt. Volgens snackbareigenaar Hakan was dit hard nodig: “De wijk is de laatste jaren steeds smeriger geworden. De gemeente maakt veel te weinig schoon.” Hij loopt naar buiten en wijst op een muur met graffiti: “Kijk, dit laten ze gewoon zitten. Het heeft geen zin om het zelf te doen, voor je het weet zit het toch weer onder de graffiti.” “Nu gebeurt er eindelijk iets”, zegt hij triomfantelijk. “Vorige week kwamen een paar mensen vragen of ze de muren van mijn snackbar mogen verven. Ik zei meteen ‘ja’. Waarom ook niet? Er komen vlaggetjes op van alle verschillende nationaliteiten uit de buurt. Dat ziet er in ieder geval beter uit dan graffiti.” Voor de snackbar bekijken Ali Toka (24) en Riza Ayko (25) de schilderende kinderen van een afstandje. Beide jongens wonen al achttien jaar in Amsterdam-Noord. Riza Ayko: “Er zijn hier nooit activiteiten voor kinderen. Dit is toch leuk?” Zelf doen ze niet mee aan het klus- en schilderwerk om hen heen. Ayko: “Ik heb m’n nette kleren aan, ik moet nog naar een feestje vanavond.” Ali Toka vindt het ‘wel relaxt’ dat er wordt gewerkt aan de leefbaarheid. “Ze hebben ook aan mij gevraagd wat ik anders zou willen in de buurt. Ik heb gezegd dat het goed zou zijn als ze wat bankjes zouden neerzetten. Misschien gebeurt dat nog ook”, zegt hij terwijl hij naar de werkende vrijwilligers aan de overkant gebaart. Riza Ayko voegt toe: “Wel apart dat daarvoor mensen uit Brazilië moeten komen. Dat had de gemeente toch ook kunnen doen?” Eerst de kinderen, dan de ouders Maar dat is nu precies wat de Brazilianen en de getrainde vrijwilligers proberen over te brengen: niet wachten tot ‘ze’ - de gemeente, ontwikkelingsorganisaties of ‘anderen’ - iets doen, maar zélf werken aan je dromen. Het is juist die ‘hands on’-mentaliteit die maakt dat het project verschilt van andere sociale projecten, zeggen ze. Elos-oprichter Alonso: “Wij leren mensen te kijken naar wat ze hebben, in plaats van naar wat ze niet hebben. Bij een favela denk je aan criminaliteit, drugs en armoede. Maar als je in die wijken gaat rondlopen zie je juist dat mensen elkaar goed kennen en dat de sociale relaties vaak veel sterker zijn dan in andere wijken. Dat willen we ze laten zien. Ook hier.” Nurten Turan en Seyhan Canlar zitten op een afgelegen pleintje op een bankje. Tussen hen in staat een thermoskan met thee. Ze eten zoetigheden die ze in aluminium hebben verpakt. “Mijn zoontje doet mee”, vertelt Turan.
17
18
QPQ | 3 • 2010
“Om negen uur ’s ochtends heb ik hem gebracht. Hij moest hout verzamelen voor het voetbalveld. Ik weet niet waarom.”
De zes stappen van het Oasis-spel
Beide vrouwen vinden het project een goede zaak. “Het moet
De Braziliaanse architecten ontwikkelden
hier schoner worden, dat is beter”, zegt Turan. Ze doet zelf niet
een methode om in korte tijd, doorgaans
mee, maar heeft wel tegen veel moeders op school verteld dat
een maand, samen met de wijkbewoners
het project bestaat. Ook Canlar doet niet mee: “Mijn kinderen
de buurt zichtbaar leefbaarder te maken. In
zijn al groot.”
Amsterdam-Noord voerden ze dit in versnelde versie in een week uit. De methode bestaat
Dat het vooral kinderen zijn die de handen uit de mouwen
uit zes stappen.
steken is niet erg, volgens Niels Koldewijn van Fairground. Ook hij is opgeleid door Elos. “Dat gaat in Brazilië ook zo.
Stap 1: De goedkeurende blik
Eerst de kinderen, dan volgen de ouders vanzelf.” Om te zor-
Ontwikkelingswerkers verkennen de wijk en
gen dat de gemeenschap ook in de toekomst actie onderneemt,
letten hierbij niet op de armoede en slechte
is het namelijk wel nodig dat ook volwassenen en jonge mensen
omstandigheden, maar richten zich op de
betrokken raken. “Het beste zou zijn als we hen ook zouden
schoonheid, mogelijkheden en bronnen die
kunnen betrekken”, zegt hij terwijl hij naar het groepje hang-
er wél zijn.
jongeren bij de snackbar knikt. “Hoe je dat doet? Door zelf het goede voorbeeld te geven. Als je zelf begint, doen zij vanzelf
Stap 2: De affectie
mee.” Op de achtergrond staan zeven Brazilianen in de mos-
De ontwikkelingswerkers luisteren naar de
keetuin te hakken. Twee Marokkaanse buurtbewoners doen
verhalen van de bewoners. Ze zoeken ze thuis
mee, de rest kijkt van een afstandje.
op een bouwen een band met ze op.
Geen geld Ook het feit dat er nauwelijks een budget is, zou de bewoners moeten stimuleren mee te doen. Het is een onderdeel van het
Stap 3: De droom Wijkbewoners vertellen hun wensen en dromen.
spel, zegt Joao Scarpelini, een Braziliaan die in Londen woont. “Er is geen geld, dus moet je improviseren met dat wat de
Stap 4: Het plan
gemeenschap heeft en geeft. Zo realiseert de gemeenschap zich
De dromen worden bij elkaar gebracht en
hoeveel waardevolle bronnen ze eigenlijk bezit.” Scarpelini kent
er wordt bekeken wat ze gemeen hebben.
de jongens van Elos en is uit Londen overgevlogen om als vrij-
Buurtbewoners maken samen met de ontwik-
williger te helpen. Het ticket heeft hij zelf betaald. “Er is altijd
kelingswerkers een plan om aan de dromen te
wel iemand bij wie ik kan slapen.”
werken.
Als de gemeente geld investeert, betekent dit dat er van bovenaf zaken worden opgelegd, zegt Koldewijn van
Stap 5: Het wonder De gemeenschap gaat aan de slag met de
Fairground. “De gemeente bepaalt zodoende wat een gemeen-
middelen die ze tot haar beschikking heeft.
schap nodig heeft. Terwijl het er bij dit project juist om draait
Iedereen draagt zijn eigen steentje bij om
dat de bewoners dat zélf beslissen.” De materialen die gebruikt
samen de droom te verwezenlijken.
worden, zijn volgens Koldewijn dan ook bijna allemaal afkomstig van de buurtbewoners zelf. “Iedereen draagt op zijn eigen
Stap 6: De viering
manier iets bij. De één komt met een stapel stenen aanzetten,
Na dagen van handen uit de mouwen steken
de ander met een kruiwagentje dat we even mogen gebruiken.
is een concreet resultaat bereikt. De gemeen-
In de weken dat we langs de deuren gingen, vroegen we ook of
schap viert feest omdat ze dit samen bereikt
mensen wat over hadden dat we zouden kunnen gebruiken.”
hebben.
Natuurlijk was er wel geld nodig om Amsterdam-Noord het Oasis-spel te laten spelen. “Een deel wordt betaald door Oxfam Novib”, zegt Koldewijn. “Die bijdrage heeft het mogelijk gemaakt het project hier uit te voeren. Een ander deel is
19
Het is niet erg dat het vooral kinderen zijn, die de handen uit de mouwen steken. Eerst de kinderen, dan volgen de ouders vanzelf.
20
QPQ | 3 • 2010
21
Twee maanden later De gedroomde kas staat stevig in de achtertuin van de
veer dertig kinderen en tien volwassenen uit de wijk. Sommige vrijwilligers hebben ooit de Elos-training in Brazilië gevolgd,
moskee. Er zit alleen geen dak op. En als je binnen een
anderen raakten gewoon enthousiast toen ze hoorden over het
kijkje neemt staat er een aantal verdroogde plantjes. Geen
project. Linda Priem, student criminologie las erover op inter-
paprika’s of radijsjes. ‘Het was een leuk idee, maar de uit-
net en besloot spontaan mee te komen helpen. Samen met een
voering is niet zo goed geweest,’ zegt Mustafa Topal van
groep kinderen schildert zij de houten goals die op het voet-
de moskee.
balveldje komen te staan. “Door mijn studie criminologie weet
Een ambtenaar van de gemeente heeft hem pas opge-
ik dat veiligheid samenhangt met hoe mensen zich in hun wijk
zocht en gezegd dat de kas uit de achtertuin moet ver-
voelen. Ik ben daarom heel erg geïnteresseerd in buurtpartici-
dwijnen. Topal: ‘Ze vonden de kas te rommelig, het past
patie-projecten als deze.”
niet in de buurt. Eerlijk gezegd vind ik dat ze gelijk hebben,
Priem denkt dat het Oasis-spel effect heeft. “Ik kom zelf uit
maar het wordt nog een hele klus om de betonnen blok-
een kleine stad. Sinds ik in Amsterdam woon, valt het me op
ken- waarmee de kas in de grond zit- eruit te halen.’
dat mensen hun buren vaak niet kennen. Om contact te maken
Hij is wel blij met de felgekleurde bloemen en de kruiden-
is niet veel nodig, maar je moet wel even een drempel over. Dat
tuin. Die doen het goed, een man van de moskee verzorgt
gebeurt tijdens dit project. Door samen ergens aan te wer-
ze iedere dag, vertelt hij. Maar of het project nou een blij-
ken, leer je elkaar kennen. Misschien komt er weinig meer van
vende impact heeft? Topal: ‘Mensen zijn in deze buurt met
terecht als de Brazilianen weg zijn, maar dan hebben onbekende
hun eigen leven bezig, zo gaat dat.’
buurtbewoners in ieder geval eens met elkaar gesproken. Een
Aan de overkant steken de vlaggen op de muur van de
volgende keer zullen ze elkaar daardoor makkelijker benaderen.”
snackbar vrolijk af tegen de witte achtergrond. Toch is het niet zo dat er minder hangjongeren zijn, zegt eigenaar
Ook Mustafa Topal moet het de Brazilianen nageven: “Ik
Hakan. ‘Het ziet er leuk uit, maar de jongeren staan er nog
woon hier nu al twintig jaar, en ik heb nog nooit zoiets gezien.
steeds. Ze laten flesjes en blikjes achter.’
Er zijn in deze buurt veel mensen die alleen maar bezig zijn
Hakan vertelt dat de gemeente had gezegd dat er een
met hun eigen leven: ze kennen weinig mensen en komen nooit
grote prullenbak zou komen om de overlast van straatvuil
op activiteiten.” Als bestuurder van de moskee weet Topal hoe
tegen te gaan. ‘Het is nu bijna twee maanden later en er is
moeilijk het is om mensen in zijn buurt te mobiliseren. “We
geen prullenbak.’ Heeft Hakan de afgelopen weken eraan
organiseren wel eens iftarmaaltijden tijdens de ramadan, maar
gedacht zelf een actie te organiseren tegen straatvuil? Hij
daar komen maar heel weinig mensen op af.” Hij is verbaasd
kijkt verbaast, en lacht dan: ‘Nee, zeg. Daar heb ik helemaal
over de opkomst van vandaag. “Ik denk dat er onderling con-
geen tijd voor.
tacten worden gelegd.” Toch denkt Topal niet dat er iets zal zijn veranderd als de Brazilianen na het weekend weer weg zijn uit de wijk. “Dan is alles weer zoals vroeger. Als je goed oplet, zie je dat vooral de
afkomstig van de tien Nederlanders die de Elos-training in
mensen van buiten de wijk hard werken hier.” Hij kijkt even
Brazilië volgden, zoals Yolande en ik. Voor die opleiding in
om zich heen. “Eerlijk gezegd hou ik niet zo van deze buurt.
Brazilië moest iedere cursist een bedrag betalen, waarvan een
Niemand doet hier iets. Ik zit bijvoorbeeld in de ouderraad van
deel in dit project werd geïnvesteerd.”
de school. We hebben wel eens gevraagd of de ouders willen meehelpen om de omgeving van de school te onderhouden. We
Contact maken
konden geen enkele vrijwilliger vinden!”, zegt hij opgewonden.
De belangrijkste bijdrage aan het project wordt geleverd door vrijwilligers, mensen die zelf niet in de wijk wonen, maar
22
“Ze hebben geen tijd, of vinden het niet nodig, omdat ze al
graag bijdragen aan het project. Jonge idealisten uit Brazilië,
een ouderbijdrage betalen. In Nederland is heel veel geregeld,
Duitsland, Engeland, Nederland, Zweden en Nieuw-Zeeland
daardoor denken sommige mensen dat ze niets meer zelf hoe-
vormen de harde kern: twintig vrijwilligers begeleiden onge-
ven te doen. Ze denken dat alles voor ze wordt gedaan.” ◆
QPQ | 3 • 2010
23
New Radicals: wereldverbeteraars in een nieuw jasje
Positief, constructief en hoopvol Tekst: Eva Prins
24
QPQ | 3 • 2010
De inbox van QPQ werd overspoeld met reacties op de oproep bij onze nieuwe rubriek 180 graden. Massaal deelden lezers hun eigen omslagpunt waarop zij besloten zich in te gaan zetten voor een betere wereld. Het onderwerp leeft en, hoewel harde cijfers ontbreken, lijkt er toch zeker sprake van een trend. Schrijfster Julia Moulden noemt deze groeiende groep New Radicals. Ze ervaarde zelf ook een ommekeer, onderzocht het fenomeen en schreef er een boek over. Haar conclusie: steeds meer mensen veranderen radicaal hun leven.
Ingezonden 180°-ervaringen
Van:
Noor van Gulik (47)
ster en ‘midlifecoach’ Julia Moulden (54) bij de groeiende
Onderwerp:
New Radicals
groep New Radicals: mensen die met hun werk niet alleen geld
Datum:
12 augustus 2010
willen verdienen, maar vooral ook de wereld willen verbeteren.
Aan:
Petra Kroon
Als sociaal ondernemer behoor je volgens de Canadese schrijf-
Moulden schreef een (zelfhulp)boek over het transformatieproces dat soms lang en moeilijk is.
Voor Noor van Gulik, toen nog medewerker planning en sales bij een landelijk opleidingsinstituut, was borstkanker de wake-
Het begon bij haarzelf zoals het bij veel New Radicals begint:
up-call. “Nu wilde ik gaan doen wat ik werkelijk van binnen,
met een knagend gevoel van ontevredenheid. Moulden: “Ik was
vanuit mijn hart, wilde.” Nog tijdens haar behandelingen ging
48 en ruim twintig jaar speechwriter, werk waar ik van hield en
ze de post-Hbo-opleiding Integratieve Psychotherapie volgen
goed voor werd betaald. Maar ik voelde ook: dit wil ik niet de
en in juli 2008, precies twee jaar na de eerste operatie, begon
komende twintig jaar blijven doen.” Ze omschrijft dit knagende
ze haar bedrijf: www.fonkel.nu. Van hieruit begeleidt ze
gevoel als “interessant, maar ook enigszins alarmerend.”
mensen die met kanker te maken hebben (gehad). “De beste
De alarmbellen gingen echter pas goed rinkelen toen, onver-
beslissing van mijn leven”, zegt ze. “Ik doe mijn droom.”
wacht, haar man van haar wilde scheiden. “Dat was absoluut een ‘major triggerpoint’ voor mij”, zegt ze. “Ineens stond ik er alleen voor. Ik had stiefkinderen opgevoed, maar geen eigen kinderen.” Moulden zag zichzelf voor de vraag gesteld: Wat nu? Wat wil ik met de rest van mijn leven? Toen ze eens goed om zich heen keek, ontdekte ze dat ze niet de enige was die zichzelf deze vraag stelde.
25
Bij een ingrijpende gebeurtenis word je ruw uit je dagelijkse routine geschud. Als het stof dan wat is neergedaald, komen de twijfels en de vragen: wie ben ik? Wat wil ik?
26
QPQ | 3 • 2010
Integendeel; tientallen of misschien wel honderden, duizenden generatiegenoten bleken hiermee te worstelen - net als Moulden vaak getriggerd door een ingrijpende gebeurtenis: ziekte, overlijden, scheiding, ontslag. “Een wake-up-call”, noemt Moulden dit. “Bij zoiets ingrijpends word je ruw uit je
Van:
Joke Bom (39)
dagelijkse routine geschud. Als het stof dan wat is neergedaald,
Onderwerp:
New Radicals
komen de twijfels en de vragen: wie ben ik? Wat wil ik? Vragen
Datum:
12 augustus 2010
die we ons in het drukke leven van alledag niet stellen – vaak
Aan:
Petra Kroon
ook niet willen stellen omdat ze te confronterend zijn.” “Ik heb de drive om mensen te helpen”, zegt Joke Bom.
Idealisme waarmaken Om zich heen kijkend, ontdekte Moulden niet alleen veel
Dat deed ze ook als jeugdhulpverlener. In haar laatste baan werkte ze bij het Ministerie van Justitie waar ze de rechter
mensen bij wie deze vragen speelden, maar ook veel gelijkenis-
adviseerde over ‘kinderen in de knel’. Mooi en zinvol werk,
sen in hun antwoorden. Meer betekenis - dat is voor velen de
maar toch knaagde het. “Ik wilde het groter aanpakken, niet
kern. “Ze willen zinvol werk, verschil maken. De wake-up-call
beperkt tot Nederland, en iets voor mezelf beginnen.” Tijdens
heeft hen de relativiteit van nog meer geld en nog meer status
haar vele reizen kwam langzaam het besef over de slechte
doen inzien. Na een - vaak succesvolle - carrière willen ze iets
omstandigheden waaronder onze kleding wordt gemaakt.
terug doen: de wereld een beetje mooier maken.”
Dat was voor Bom de trigger. Mode moest het worden én
Herkenbaar? De trend die Moulden signaleert, geldt zeker
internet, want dat was de toekomst. Ze nam een coach in de
niet alleen voor de Verenigde Staten of Canada. Ook in
arm en binnen een half jaar had ze haar baan opgezegd en
Nederland breken steeds meer hoogopgeleiden een carrière af,
www.watMooi.nl opgezet. Dat was in 2006. In de modewereld
veranderen ze hun werk of beginnen ze voor zichzelf om bij te
en ook in haar omgeving werd ze voor gek verklaard, maar
kunnen dragen aan een betere wereld. Zo kreeg QPQ op een
Joke Bom geloofde erin en zette door. Inmiddels is watMooi.
oproep voor de rubriek ‘180 graden’ over die ommekeer over-
nl de grootste duurzame kledingwebshop van Nederland en
stelpend veel reacties.
België.
Moulden noemt deze mensen New Radicals – een geuzennaam waarmee ze refereert aan de Radicalen uit de invloedrijke, idealistische jaren ’60, de tijd waarin veel New Radicals opgroeiden. Besmet met het idealisme uit hun jeugd, wilden veel van deze babyboomers volgens haar altijd al iets belangrijks met hun leven doen. Deze ambitie sneeuwde bij velen echter onder in de tredmolen van trouwen, kinderen, carrière en een hypotheek die moet worden betaald. Opgeschud door de wake-up-call, komt die wens weer boven en maken ze - eindelijk - ook werk van de uitvoering. Met de ‘ontdekking’ van de New Radicals, ontdekte Moulden ook haar eigen roeping: ze ontwikkelde zich tot een ‘midlifecoach’ die mensen begeleidt in dit transformatieproces naar een meer betekenisvolle carrière. Haar kennis en ervaringen verwerkte ze vervolgens in het boek ‘We are the New Radicals’. Onder alle generaties In het boek focust ze vooral op de babyboomers, in haar woorden “de grootste en meest succesvolle generatie die de wereld ooit heeft gekend.” Zelf een babyboomer had Moulden de
27
indruk dat de knagende ontevredenheid en de wens voor zinvol werk vooral voor haar eigen generatie gold, als uiting van een midlifecrisis, al vindt ze dat een “veel te negatief woord voor een natuurlijk en noodzakelijk proces.”
onduidelijk. Zij kunnen worden overspoeld - en ontmoedigd door al die mogelijkheden. Waar te beginnen? Volgens Moulden begint het antwoord op die vragen bij jezelf. Wat zijn jouw waarden? Wat vind jij belangrijk? Waar wil jij je
“Als je tegen de vijftig loopt, realiseer je je dat je niet oud
tijd, energie en talenten voor inzetten? Dat de ‘switch’ daarmee
bent, maar ook niet meer jong. Je hebt hopelijk nog een flink
ook eigenbelang in zich draagt, vindt ze niet meer dan mense-
aantal actieve jaren voor de boeg. Dat is vaak het moment
lijk en ook gewenst. Immers: wat je ten diepste raakt, motiveert
waarop mensen zich gaan afvragen: hoe wil ik die doorbren-
je het meest.
gen?” Dat het antwoord op die vraag steeds vaker ‘by doing good’ is, heeft volgens Moulden onder meer te maken met de
Ze adviseert deze ‘zoekers’ dan ook om te investeren in een
financiële crisis en de klimaatcrisis. “Ellende is er natuurlijk
periode van zelfreflectie. “Ik stel ze de vraag: wat wilde je wor-
altijd geweest, maar nu is het niet langer ver van ons bed. Het
den als kind? In onze drukke levens hebben we vaak het zicht
is in onze achtertuin en heeft direct effect op ons leven.”
op onze diepste dromen verloren.” Aan wie het zich kan per-
Dat aspect heeft volgens haar een groeiend bewustzijn ver-
mitteren adviseert ze soms om letterlijk even een pauze in te
oorzaakt dat op dezelfde voet doorgaan niet langer kan. Onder
lassen: een sabbatical te nemen, op reis te gaan. Voor wie dat
alle generaties. Want inmiddels, het boek is nu drie jaar uit, is
niet is weg gelegd, zijn er andere methoden voor introspectie
Moulden ervan overtuigd geraakt dat ‘het goed-willen-doen-vi-
zoals het bijhouden van een dagboek of meditatie.
rus’ zich niet beperkt tot babyboomers. “New Radicals vind je onder alle leeftijdsgroepen, het is heel wijdverbreid.” Wat New Radicals volgens haar vooral onderscheidt is hun positieve instelling: ze willen en kunnen tegenslag ombuigen tot iets positiefs. Ze zien de wake-up-call als een kans. Positief, constructief en hoopvol – dat is volgens Moulden het credo van de New Radical. Neem Steve en Liz die hun zoon verloren bij de aanslagen op de Twin Towers. Al snel voelden ze dat ze iets wilden doen om hun zoon te eren. Een documentaire over slachtoffers van (oorlogs)geweld bracht hen op het idee. Nu runnen ze een organisatie voor steun aan (oorlogs)slachtoffers in post-conflictlanden door middel van fondsenwerving en train-de-trainersprogramma’s. Tientallen van zulke voorbeelden beschrijft Moulden in haar boek. Mensen die niet zelden een - succesvolle - carrière
Moulden onderscheidt in haar boek drie mogelijke uitkomsten
beëindigden om zich volledig te wijden aan de goede zaak - als
van het transformatieproces. Ten eerste: iemand blijft bij zijn
ondernemer, binnen bedrijven of met NGO’s.
oude werkgever, maar probeert van binnenuit dingen te veranderen. Deze New Radicals noemt ze ‘Innovators.’ De tweede
Zelfreflectie Volgens Moulden zijn de mogelijkheden voor (potentiële) New
niet soortgelijke - baan in de non-profit-sector of begint zelf
Radicals oneindig. Er zijn immers zoveel grote (wereld)proble-
een ideële organisatie. Dit zijn in de woorden van Moulden de
men, dus zoveel manieren om de wereld een beetje mooier te
‘Activisten’.
maken. Vaak is dat echter ook gelijk een probleem, erkent ze.
Tot slot zijn er de sociaal ondernemers; de mensen die een
Sommige mensen worden een New Radical juist omdat ze
nieuw ‘goed’ bedrijf oprichten. Met name in deze groep ver-
zich voor die ene zaak of dat ene goede doel in willen zetten. Zij
wacht Moulden de komende jaren een grote groei. “Mensen
hebben ‘het licht’ gezien. Bij veel anderen is er wel een stem-
zullen meer en meer hun eigen werk gaan creëren.”
metje dat zegt: ik wil/moet iets anders. Maar wat, dat is nog
28
groep verruilt een baan in het bedrijfsleven voor een - al dan
QPQ | 3 • 2010
De wake-upcall doet de relativiteit van nog meer geld en nog meer status inzien. Na een - vaak succescolle carrière is het tijd om iets terug te doen.
Van:
Petra Hubbelling (49)
Onderwerp:
New Radicals
Datum:
12 augustus 2010
Aan:
Petra Kroon
Negen jaar werkte Petra Hubbeling als directeur van een beursgenoteerde onderneming, maar ze kwam steeds meer ‘in spagaat’ te staan met haar levenswijze: het boeddhisme. “Alles was altijd maar gericht op geld verdienen, waarbij de mensen nogal eens uit het oog werden verloren. Daar kreeg ik steeds meer last van.” Hubbeling besloot voor zichzelf te beginnen en startte een bemiddelingsbureau voor interim managers. Dat gaf inhoudelijk echter te weinig voldoening. Vorig jaar hakte ze de knoop door om echt haar passie te volgen. “Nu breng ik boeddhisme en business samen met mijn bedrijf Boeddhisness: www.boeddhisness.nl. Tussen het gevoel ‘Ik moet wat anders’ en de start van Boeddhisness, zat 3,5 jaar. “Veiligheid, zekerheid, een lekker inkomen, status, dat moet je allemaal loslaten”, schetst Hubbeling dat proces. “Dat was soms best een worsteling.” Van Boedhisness kan ze nog niet leven – ze leeft van haar spaargeld. “Maar ik sta nu wel elke dag op met het gevoel dat ik doe wat ik moet doen.”
29
Opwindend avontuur Afhankelijk van de beginsituatie en de uitkomst, plaatst Moulden de omslag op een schaal van ‘mild’- naar ‘wild’-radicaal. Het wildste voorbeeld in haar boek is ongetwijfeld zestiger Nicole Pageau die in een jaar tijd haar baan opzegde, haar huis
Het eigenbelang overstijgen Ook het Financieele Dagblad signaleert in een artikel van
verkocht en naar Rwanda vertrok om oorlogsweduwen te gaan helpen.
afgelopen juni dat “hoogopgeleide carrièremakers na jaren van
Maar mild of wild, onderschat het niet, zegt Moulden. Het
studie, hard werken en veel geld verdienen steeds vaker tot de
transformatieproces, door haar omschreven als een reis, kan
conclusie komen dat ‘mensen helpen’ bevredigender is dan
hoe dan ook lang en moeilijk zijn. Bij sommigen is de nieuwe
weer een bonus op de rekening.”
bestemming in een paar maanden bereikt en vrijwel meteen
Hoogleraar management Jan van Zwieten verklaart dat in het
succesvol. Bij de meesten kost het echter jaren om uit te vinden:
artikel aan de hand van de behoeftepiramide van Maslow. Deze
wat nu en hoe daar te komen? En in dat proces sneuvelen rela-
groep heeft volgens hem alles bereikt: zekerheid, veiligheid,
ties, worden huizen verkocht en spaartegoeden aangesproken.
sociale relaties, waardering en persoonlijke ontwikkeling. “Ze
“Voor mijzelf is het een ongelofelijk moeilijke reis geweest”,
raken niet meer gemotiveerd door hun eigen persoonlijke ont-
zegt Moulden. “Ik stond er alleen voor en moest zoveel nieuwe
wikkeling en richten zich nu op de omgeving en op anderen”,
dingen leren. Een boek schrijven is bovendien niet iets waar je
aldus de hoogleraar.
rijk mee wordt – dus mijn inkomen was vele jaren heel laag.”
Hilde Backus van het Coach Bureau noemt het in de krant
“Dat moet je je realiseren voor je eraan begint”, zegt ze. Maar
‘een reactie op de materialistische jaren ’90’. “Ze zijn moe van
ze weet ook: voor de meeste New Radicals is het geen kwes-
de rijkdom en het materialisme en raken geïnteresseerd in wat
tie van keus. Ze voelen een noodzaak en een drive die ster-
hen daadwerkelijk gelukkig maakt”, stelt ze.
ker is dan welk bezwaar ook. Vandaar misschien ook dat geen
En dat is steeds vaker werk met zin, zo blijkt uit - nog lopend
van alle New Radicals die Moulden sprak, spijt heeft gehad.
- onderzoek van het Financieele Dagblad en de Academia
Integendeel, allemaal vonden ze het de tijd en moeite meer dan
Aemstel. De stelling: ‘Ik wil werken voor een organisatie die
waard - ook degenen voor wie de uitkomst nog ongewis of
mijn waarden deelt’, wordt volgens de eerste resultaten (500
(nog) niet succesvol was, want het proces is ook uitdagend en
ingevulde enquêtes) gedeeld door 77 procent van de respon-
inspirerend.
denten: voornamelijk mensen uit de zakenwereld. De stelling
Dat geldt ook voor Moulden zelf. Ze omschrijft het als een
‘Ik wil in mijn werk bijdragen aan een betere wereld’, wordt
opwindend avontuur. “In het begin was het beangstigend: de
door 69% van de respondenten onderschreven.
onzekerheid, de scheiding. Maar uiteindelijk ben ik heel blij dat
Ook onderzoeker Peter ten Hoopen, consultant organisatiecultuur, concludeert op basis van dit ‘Werk met zin’-onderzoek
het me is overkomen, anders had ik al die nieuwe dingen niet geleerd en al die fantastische mensen niet ontmoet.”
dat de zakelijke gemeenschap in Nederland de piramide van Maslow begint te overstijgen. En de vraag is volgens hem dan: wat is er voorbij zelfverwerkelijking? Zijn antwoord: “Je inzet-
Koudwatervrees Ja, ze kent ook mensen die onderweg zijn gestopt, die koud-
ten voor de ander, of ‘het grote idee’, iets wat het eigenbelang
watervrees kregen, bij wie de tijd ontbrak of geld. Moulden
overstijgt.” En dat is precies wat sociaal ondernemers doen.
spreekt echter liever niet van stoppen. Zij ziet het als een pauze. “Ik verwacht dat de meeste van hen de ingeslagen weg later wel
Kijk voor meer informatie over het onderzoek op: www.werkmetzinonderzoek.com.
weer zullen hervatten.” In haar boek staan deze mensen niet. Dat staat, op z’n Amerikaans, vooral vol met ‘success stories’. De ene New Radical heeft nog een succesvollere carrière achter de rug dan de andere en ook in hun transformatie lijken de meesten goed geslaagd.
30
QPQ | 3 • 2010
Geconfronteerd met die constatering, heeft Moulden bijna de neiging zich te verontschuldigen en de volgende dag mailt ze gelijk aanvullend nog enkele voorbeelden van meer ‘ordinary people’. Als Moulden namelijk één boodschap uit wil dragen, is het deze: iedereen kan een New Radical worden - daar hoef je
Van:
Ton Vermeulen (59)
niet rijk, beroemd, machtig of succesvol voor te zijn en dus ook
Onderwerp:
New Radicals
niet per se je leven compleet voor op de kop te zetten. “Ik wil
Datum:
12 augustus 2010
mensen aanmoedigen als ze het op een of andere manier voelen
Aan:
Petra Kroon
kriebelen: ga het uitzoeken, neem het risico – het is de moeite van het proberen waard.” ◆
Voor Ton Vermeulen kwam ‘de ommekeer’ in 2007 toen hij mantelzorger werd van zijn moeder. Tot zijn verbazing zag hij hoe mensen in deze levensfase nog gedwongen worden meerdere keren te verhuizen terwijl vrijwel alle ouderen het liefst in hun eigen huis willen blijven wonen tot ze overlijden. Vermeulen, toen werkzaam als zelfstandig financieel adviseur, dacht: “dit kán en moet veel beter” en besloot die handschoen zelf op te pakken. Hij ontwikkelde een ‘éénloket-concept’. “Ik wil alles regelen wat nodig is om te zorgen
Wat New Radicals vooral onderscheidt is hun positieve instelling: ze willen en kunnen tegenslag ombuigen tot iets positiefs.
dat ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen: van boodschappen aan huis tot intensieve verpleging.” Inmiddels heeft hij zeventien bedrijven gevonden die meedoen, is hij gestopt als financieel adviseur en fulltime bezig met ‘de nationale WoonduurVerlenger’ (WDV Advies & Ontwikkeling). Als adviseur werkt Vermeulen nu eerst aan het geschikt maken van woningen, nieuwbouw en bestaande. Zijn die eenmaal klaar, dan kunnen de bewoners gebruik maken van de diensten van WDV. Ondanks dat hij er nog niks mee verdient, was de stap om er helemaal voor te gaan niet zo groot. “De eerste jaren zie ik als investeren – dat hoort bij ondernemen. Ik geloof hierin: het is innovatief en maatschappelijk belangrijk.”
31
Duizend Dingen Tasje Leemstucer Ger van Haarlem (59) houdt van basic. In zijn Duizend Dingen tasje zit zo’n beetje alles wat hij nodig heeft. Voor zichzelf, maar vooral ook om anderen te helpen. Zijn motto: KISS! (Keep It Simple, Stupid!).
Ingrid van den Boogaard is kunstenaar, ondernemer en ontdekkingsreiziger. Zij is initiator van iamoneworld (I am one world): een creatieve reis door de wereld in een voertuig op zonne-energie vanuit de gedachte dat alles een is. Via deze beeldcolumn in QPQ deelt ze inspirerende ontmoetingen, inzichten en avonturen die ze onderweg, met een snelheid van 25 km p/u, beleeft. www.iamoneworld.com / ingrid@iamoneworld.com
32
QPQ | 3 • 2010
BEELDColumn
KISS Keep it Simple, Stupid!
Telefoon Model: koelkast. In zelfgeniet leren hoesje met karabijn (handig
Hoofdlamp Voor werk en op de fiets. Van een vriend gekregen.
tijdens het zeilen en werken). Trilt alleen nog, maar dat is voldoende.
Sleutels Van vrienden, kennissen en klanten. Als ze er niet zijn, kan er
Diamantslijper Om gereedschap te slijpen. Duurzaam en kostbaar. Het
toch gewerkt worden.
meest gebruikte item.
Elastiekjes Altijd goed, altijd handig.
EHBO kit In linnen zelfgemaakt tasje. Met o.a. Teatree, leem, paracetamol en oor足lepeltje.
33
Wereldverbeteraar in een decadente wereld Ze waren een opvallende verschijning, tien jaar geleden. Tussen het decadente ‘plastic fantastic’ probeerde Peter Zevenhuizen zijn relatiegeschenken aan de man te brengen: stenen beeldjes gemaakt door Afrikaanse kunstenaars. Bedrijven zouden met zo’n relatiegeschenk niet alleen iets moois geven, maar ook bijdragen aan een betere wereld. Destijds liepen de bedrijven hem snel voorbij, tegenwoordig is GeschenkmetVerhaal een bloeiend bedrijf met ‘verantwoorde’ geschenken van over de hele wereld.
Tekst: Catrien Spijkerman | Fotografie: Frank Groeliken
34
QPQ | 3 • 2010
35 35
Wij waren de enige stand met natuurmaterialen. Naast de plastic pennen en flesopeners die ‘Olé’ roepen, stonden wij stenen beeldjes uit Zimbabwe te verkopen. ‘Wij willen ook wel zo’n MVO-product’, krijgt Peter
relatiegeschenkenbedrijf, toen nog Zambezi Art genaamd. Het
Zevenhuizen soms te horen. Hij grinnikt. “Ik vraag dan pla-
doel: Afrikaanse kunst bij Nederlandse bedrijven aan de man
gend: Wát voor product? Die mensen weten bij wijze van
brengen om zo de Afrikaanse kunstenaars en vaklieden aan een
spreken niet eens wat MVO, Maatschappelijk Verantwoord
boterham te helpen.
Ondernemen, is.” Prachtig vindt Zevenhuizen dat. “Dan vertel
Tussen het glimmende ‘plastic fantastic’ vormde Zambezi
ik ze uitgebreid onze verhalen. Daar word ik helemaal enthou-
Art destijds een opvallende verschijning op de beurzen waar de
siast van.”
relatiegeschenkenbranche haar waar tentoonstelt. “Wij waren
Zevenhuizen is directeur van GeschenkmetVerhaal. Hij
de enige stand met natuurmaterialen. Naast de plastic pennen
importeert producten uit landen over de hele wereld, en ver-
en flesopeners die ‘Olé’ roepen, stonden wij stenen beeldjes uit
koopt ze aan Nederlandse bedrijven die de producten als rela-
Zimbabwe te verkopen. Achter ons hingen grote foto’s in hou-
tiegeschenk aanbieden. De verhalen bij Zevenhuizens geschen-
ten lijsten van de Afrikaanse kunstenaars die de beeldjes had-
ken gaan over de makers van het product, en de goede doelen
den gemaakt. Die lijsten hadden we getimmerd van de houten
die je steunt door het product te kopen. In sommige gevallen
kisten waarin de beeldjes waren vervoerd. Daarmee zeiden we:
zijn de makers zélf het goede doel. Door bijvoorbeeld tassen
hergebruik je afval, en toon de gezichten van de mensen achter
van gerecycled plastic te kopen van RagBag steun je de ‘rag-
de producten.”
pickers’, voddenmannen die in de sloppenwijken van Delhi plastic verzamelen, sorteren en wassen. In andere gevallen is
Zevenhuizen viel weliswaar op met zijn natuurmateria-
een product gekoppeld aan een goed doel. Van iedere verkoch-
len en wereldverbeteraarsmentaliteit tussen het plastic en
te fles Zuid-Afrikaanse wijn gaat vijftig cent naar Homeplan,
de decadentie, maar dat werkte niet per se in zijn voordeel.
een stichting die huisvestingsprojecten in ontwikkelingslanden
Maatschappelijk verantwoord ondernemen moest nog ongeveer
opzet.
worden uitgevonden, en Al Gore was ook nog ver weg met zijn ongemakkelijke boodschap. “We werden met de wereldwinkel
Geitenwollensokkenclub GeschenkmetVerhaal heeft haar tijd mee. “Bedrijven
36
geassocieerd. Een geitenwollensokkenclub, ja. Zelf had ik geen moeite met die associatie, want ik weet dat ik helemaal geen
beseffen steeds meer dat ze iets ‘goeds’ moeten doen”, zegt
geitenwollensokkentype ben, bovendien vind ik de wereldwin-
Zevenhuizen. Dat was meer dan tien jaar geleden wel anders.
kel een goede zaak. Maar veel bedrijven dachten: ‘Daar heb ik
In 1998 begon Zevenhuizen samen met zijn zakenpartner zijn
niets mee.’ Ze liepen meteen weer door.”
QPQ | 3 • 2010
37
Onze strategie was: geen overhaaste stappen maken, langzaam groeien. Het is een rare handel, die relatiegeschenkenbusiness, heel traditioneel en gesloten. Dat moet je behoedzaam aanpakken.
Bevriende Afrikanen De belangrijkste reden voor het succes van zijn handel luidt dat Zevenhuizen het zélf zo leuk vindt. “Dit soort dingen lukt alleen als je er helemaal achter staat.” Betrokkenheid is hierbij het sleutelwoord. De verhalen die hij tien jaar geleden bij zijn stand stond te vertellen, heeft hij namelijk van dichtbij meegemaakt. En die Afrikanen in de fotolijsten achter hem, waren niet alleen de makers van zijn producten – het waren zijn vrienden. “Vanaf mijn 24e heb ik jarenlang bij een reisorganisatie in Afrika gewerkt. Ik raakte er bevriend met jongens van mijn leeftijd. Ze waren kunstenaars en maakten hele mooie beeldjes, die ze op straat probeerden te verkopen. Ze raakten ze aan de straatstenen niet kwijt. Ja, af en toe verkochten ze wat aan een toerist, voor relatief veel geld. Maar vervolgens wisten ze niet wat ze met dat geld aanmoesten. Ze gaven het uit aan flauwekul, er zat geen strategie achter.” Zevenhuizen besloot hen te helpen. Hij had al vaak genoeg gezien hoe het niet moest. “Er zijn in Afrika zó veel projecten waarbij Westerse organisaties wel even komen regelen hoe het in het arme land beter kan, zonder zich ook maar een moment te verdiepen in de cultuur en gewoonten
Geen overhaaste stappen “Het heeft tijd nodig. Mensen moeten het verhaal ook wíl-
van dat land. Zo kwam in Noord-Kenia een groep Noren een visfabriek opbouwen. Ze dachten: jullie hebben honger, en er is
len horen”, zegt Zevenhuizen. “Maar als ze eenmaal luister-
hier een enorm meer, dus we maken een visfabriek. Dan heb-
den, werden ze bijna altijd enthousiast. ‘Nooit geweten dat dit
ben jullie werk én eten. Binnen een jaar was de fabriek opge-
óók kon’, zeiden ze dan.” Geleidelijk aan toonden steeds meer
bouwd, en even zo snel lag hij weer op zijn gat. Voor de lokale
bedrijven interesse. “Onze strategie was vooral geen overhaaste
bevolking is vissen namelijk het allerlaagste wat je kunt doen.
stappen te maken, we zijn langzaam gegroeid. Het is een rare
Noord-Kenianen zijn van oorspong herders, ze ontlenen hun
handel, die relatiegeschenkenbusiness, heel traditioneel en gesloten. Dat moet je behoedzaam aanpakken.” Zevenhuizen veroverde zijn plek naar eigen zeggen door
status aan hun kudde. Ze lijden bij wijze van spreken nog liever honger dan dat ze gaan vissen. Dat werkte dus totaal niet.” Door contact te maken met de lokale bevolking en vriend-
duurzame relaties met klanten aan te gaan. “Dat vind ik heel
schappen te sluiten, gaat samenwerken eigenlijk vanzelf, merkte
belangrijk. Met veel bedrijven werken we heel intensief samen.
Zevenhuizen. Inmiddels heeft hij meer dan 100.000 producten
We bekijken samen wat hun wensen zijn, en proberen ons daar-
van de Zimbabwaanse kunstenaars verkocht.
aan aan te passen. Zo wilde een goede klant van ons iets doen
Na een paar jaar wilden de Nederlandse bedrijven echter
met het WK. Wij hebben hen kleine voetballetjes geleverd in
wel weer eens wat anders. Bovendien werd het steeds moei-
samenwerking met Right to Play. Een deel van het bedrag dat
lijker om alleen maar zaken te doen met Afrika. “De infla-
de klant per voetbal betaalt, gaat naar deze humanitaire organi-
tie was bijna niet bij te houden. Als we nog steeds alleen
satie die ernaar streeft alle kinderen ter wereld te laten sporten
Afrikaanse producten gehad zouden hebben, zouden we nu
en spelen. Right to Play heeft programma’s in verschillende
failliet zijn.” In 2004 werd Zambezi Art daarom omgedoopt
ontwikkelingslanden, onder meer in vluchtelingenkampen en
tot GeschenkmetVerhaal, dat geschenken verkoopt uit de hele
weeshuizen.”
wereld.
39
40
QPQ | 3 • 2010
Toen ik in Afrika bevriend raakte met kunstenaars, kon ik twee dingen doen. Of na een tijdje zeggen: “ik ga weer”. Of: “Waarom zetten we niet samen iets op?” Ik koos voor dat laatste.
41 41
9.000 verschillende mensen ☛ 9.000 verschillende mogelijkheden
sociaal en slim ondernemen U investeert in begeleiding en krijgt er extra arbeidskracht voor terug tegen weinig of geen kosten. En als het bevalt heeft u een ingewerkte en opgeleide nieuwe medewerk(st)er. Slim? Van onze werkgevers horen we dat het motiverend is om iemand te zien groeien, zich te zien ontwikkelen terwijl ze een concrete bijdrage leveren aan uw organisatie. Sociaal? Mensen worden weer zelfredzaam en zijn niet langer afhankelijk van uitkeringen en instanties, dat heeft op de hele maatschappij een kostenbesparend effect. Slim en sociaal?
Pantar Amsterdam staat voor het ontwikkelen en laten doorstromen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Onze mensen werken en leren bij honderden bedrijven en organisaties in Amsterdam en omgeving. En op onze eigen locaties waar we werk voor organisaties uit heel Nederland kunnen uitvoeren. Slim en sociaal ondernemen gaan goed samen! De mogelijkheden van onze 9.000 mensen voor uw onderneming ziet u op www.pantaramsterdam.nl Pantar Amsterdam re-integratie/detachering/arbeidsparticipatie
Kriekenoord 3 1111 pt Diemen t (020) 461 68 00 e info@pantaramsterdam.nl w www.pantaramsterdam.nl
Snel leven Stiekem vindt Zevenhuizen het wel een beetje jammer. “Ik had het leuk gevonden als we meer met Afrika hadden kunnen doen. Daar ligt mijn hart. De vrolijkheid van de mensen daar, en de kracht om op te veren, dat vind ik mooi”, zegt hij terwijl hij enigszins dromerig naar een foto van lachende Afrikaanse kindjes op zijn prikbord kijkt. Het kleine kantoortje boven het magazijn van GeschenkmetVerhaal vormt een vreemde mengeling van kantoorartikelen en souvenirs en herinneringen uit Afrikaanse landen. De zakelijkheid van de multomappen en computerschermen staat in scherp contrast met de vrolijkheid en serene rust die de beeldjes en foto’s uitstralen. Ze dienen niet slechts om de ruimte op te vrolijken, ze moeten Zevenhuizen herinneren aan wat hij in Afrika geleerd heeft. “Als ik weer terug kom uit Afrika besef ik steeds weer: wij leven zo snel hier. Het klinkt cliché, ik weet het, maar dáár leven ze met de dag. De zon komt op, de zon gaat onder. Zo simpel is het. In de woestijn kwamen eens twee jonge vrouwen met kruiken op hun hoofd voorbij. Ze waren op weg naar de bron, kilometers ver. De hele weg kwebbelden ze aan één stuk. Dat vind ik nou mooi. Ze hebben geen radio, geen tv, geen krant, en toch hebben ze elkaar zo veel te vertelen. Zij kennen elkaar écht. Wij zouden praten over de politiek, en dan komt er een twitterbericht voorbij, jij moet nog naar dat feestje, en morgenochtend moeten de kinderen naar voetbal. Wij moeten zo veel, we denderen maar door.” Na zijn lyrische betoog valt hij stil. Zevenhuizen denkt even na. “Misschien moet dit maar niet in het artikel. Als ik eenmaal over Afrika begin, ben ik niet te stoppen”, zegt hij verontschuldigend - alsof het een schande is zo over je passie te praten. “Ondertussen moet ik natuurlijk gewoon een bedrijf runnen, we moeten verkopen. Als een levering er volgende week moet staan, dan moet het er staan. En dat vind ik óók mooi hoor. Dat doe ik graag.” Ook iPhone-opladers De webshops met ‘groene’ en ‘goede’ producten schieten inmiddels als paddenstoelen uit de grond. Moest Zevenhuizen bedrijven in het verleden nog uitleggen wat het nut was van eerlijke relatiegeschenken, tegenwoordig zien ook concurrenten er brood in. “Een goed teken”, vindt Zevenhuizen. “Het wil zeggen dat meer mensen bewust consumeren.” Maar het is ook lastig, geeft hij toe. “Als een bedrijf 10.000 euro te besteden heeft, kan hij dat maar één keer doen. Het liefst aan ons, natuurlijk.
43
44
QPQ | 3 • 2010
De belangrijkste reden voor het succes van zijn handel luidt dat Zevenhuizen het zélf zo leuk vindt. Betrokkenheid is het sleutelwoord Daarom blijven we ons constant ontwikkelen. We zoeken voortdurend naar nieuwe producten voor onze klanten.”
Goed op weg Honderd procent verantwoord kun je nooit zijn, zegt Zevenhuizen. “Toen we begonnen claimden we dat wel, maar
Tussen de biologische wijnen, schaaltjes van duurzaam aca-
die Afrikaanse beeldjes werden via stoomschepen hierheen
ciahout en tassen van gerecyclede plastic zakjes verkoopt
gebracht. Dat is heel vervuilend. Je doet het nooit helemaal
GeschenkmetVerhaal daarom ook iPhone-opladers die op
goed - ik heb zelf ook gewoon een auto, hoor. Maar je kan er
zonne-energie werken. “Met zo’n apparaat willen we bewust-
wel naar streven, of een signaal afgeven. Ik wil mijn klanten een
wording creëren. We bieden dit soort producten aan vanuit
aanbod geven waarmee ik zeg: als je dit koopt, ben je goed op
het ‘carrot mob’-idee, dat wil zeggen: kopen is kiezen. Door
weg in je streven.”
bepaalde producten te consumeren geef je een signaal af. Als maar genoeg mensen dat doen, kun je na een tijd zelfs dingen
“Ik vind namelijk dat we naar elkaar moeten omzien. Toen
afdwingen bij de producent. Dat is bijvoorbeeld gebeurt door
ik in Afrika was, heb ik gezien in wat voor rare wereld we leven.
Tony Chocolonely. Dat bedrijf was het eerste dat fair trade cho-
Ik besefte dat ik gewoon mazzel heb dat ik in Nederland ben
coladeletters aanbood. Drie jaar later kwam Verkade ook met
geboren.” Geërgerd: “Hè, dat klinkt ook weer zo cliché.” Hij
verantwoorde letters. Dat heb je min of meer als consument
denkt even na, en gaat dan toch weer verder: “Het kan toch
afgedwongen.”
niet zo zijn dat wij hier alle olie in ons eentje mogen opmaken? En waarom zouden wij ons mogen verrijken ten koste van
Het verhaal bij de plastic iPhone-opladers is echter veel ‘dunner’ dan het verhaal bij de Afrikaanse beeldjes, geeft Zevenhuizen toe. “Ik moet je eerlijk zeggen, die lader is
arbeiders in India of boeren in Afrika? Waarom zouden we niet wat meer delen?” Hij fronst zijn wenkbrauwen. “Dit klinkt me te zoetsappig.
gemaakt in een Chinese fabriek. Natuurlijk controleren we zo
Het komt gewoon hier op neer: toen ik in Afrika bevriend raakte
goed mogelijk of de producten onder goede arbeidsomstan-
met die kunstenaars, had ik twee dingen kunnen doen. Ik had
digheden worden gemaakt. Heus niet alle fabrieken in China
na een tijdje kunnen zeggen: ‘Nou jongens, ik ga weer. Goed
zijn per definitie donkere holen waar kinderen van elf tachtig
leven verder, ik ga een baan zoeken in Amsterdam. De groeten.’
uur per week zitten te werken voor een hongerloon. Als deze
Of ik kon zeggen: ‘Waarom zetten we niet samen iets op? Daar
opladers elders op een meer duurzame wijze zouden worden
worden we beiden beter van.’ Ik koos voor dat laatste.” ◆
gemaakt, zouden we ze daarvandaan halen. Maar tot nu toe worden ze alleen in Chinese fabrieken geproduceerd.”
45
Durf te DOEN.
Stichting DOEN werkt aan een leefbare wereld waaraan iedereen kan meedoen. DOEN is aanjager van duurzame, culturele en sociale voorlopers. Uit de bijdrage van de Sponsor Bingo Loterij steunt DOEN sociale firma’s omdat zij kansen bieden aan mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Zo ondersteunt DOEN Restaurant Prins Heerlijk, de eerste sociale onderneming
in Tilburg. Hier krijgen jongeren met een verstandelijke beperking de mogelijkheid om werkervaring op te doen. Heb jij ook een bijzonder idee? DOEN brengt duurzaam en sociaal ondernemerschap graag samen met jou tot ontplooiing. Ga voor meer informatie naar www.doen.nl en bekijk of DOEN kan helpen jouw plan waar te maken.
Stichting DOEN durft. Kijk ook op www.doen.nl
win some, lose some
Ik heb er niets voor hoeven opgeven Derk van Mameren - Make&Co en Wattnou Wat heb je moeten opgegeven om sociaal ondernemer te zijn? Maar, belangrijker: Wat heb je ervoor teruggekregen? In iedere QPQ vertelt een sociaal ondernemer over winst en verlies.
Win some? “Het is de beste keuze die ik had kunnen maken. Met Make&Co en Wattnou willen we zoveel mogelijk bedrijven en consumenten aan een lagere energierekening helpen. Tegelijkertijd zorgen we er met onze producten voor dat steeds meer mensen aan energiebesparing doen. Als zelfstandig ondernemer bepaal ik mijn eigen koers, dat geeft me heel veel voldoening in mijn werk. We zijn net een tweede winkel begonnen, een guerrillastore, die om de zoveel tijd naar een andere stad verhuist. Ik had het idee, en een week later was het geregeld. Dat was nooit mogelijk geweest als ik voor een baas had gewerkt.” Lose some? “Ik heb er eigenlijk niks voor moeten opgeven. Maar in het begin lever je wel veel in, voor je iets merkt van een inkomen: je hebt geen vast salaris, geen zekerheid. Toch heb ik dat nooit erg gevonden. Natuurlijk was ik wel eens zenuwachtig, dan dacht ik: ‘God, ga ik dit wel redden? De ene dag verdien je nog niet eens een euro, de andere dag duizend. En je moet oppassen dat je sociale leven er niet onder gaat leiden. In zo’n opstartfase ben je toch snel zes dagen per week aan het werk.” ◆ Kijk op www.wattnou.nl voor meer informatie.
Tekst: Roos Menkhorst | Fotografie: Anja Dierx
47
Denk niet dat je de hele wereld gaat verbeteren. Daar heb je niet genoeg geld voor, zelfs al ben je nog zo rijk. 48
QPQ | 3 • 2010
Je moet ervoor waken onbeholpen
Lessen in goed geven met een grote zak geld een land in te
trekken. Je moet gebruik maken van de
plaatselijke expertise.
Tekst: Catrien Spijkerman
49
Je hebt veel geld verdiend, en nu wil je wel eens ‘iets goeds’ doen met al dat geld. Geven is leuk, maar je houdt de touwtjes graag in handen: je wilt weten waar je geld heen gaat en resultaten zien. Bovendien heb je wel wat meer te bieden dan geld alleen. Hoe word je een ‘zakelijk’ filantroop?
Stel: je hebt veel geld verdiend. Na een leven lang van noeste arbeid kun je een riant pensioen tegemoet zien, of wellicht kwam de klapper al eerder en wist je jouw bedrijf precies op
een fonds dat projecten sponsort voor achtergestelde kinderen, natuurbehoud, kunst en leprabestrijding. Daar zie je wel wat in. Want je wilt best geld in een goed doel
het goede moment voor miljoenen te verkopen. Je besluit dat
steken, maar je wilt ook greep houden op de besteding ervan
het tijd wordt om wat ‘goeds’ te doen met al dat geld. Dan kun
én je wilt resultaten zien. Hoe pak je dat aan? Hoe word je een
je natuurlijk een miljoentje aan Unicef geven, een paar ton aan
‘zakelijk’ filantroop?
het Wereld Natuur Fonds doneren, en een paar duizend euro naar KWF Kankerbestrijding sluizen. Klaar is Kees, jouw taak zit erop. Hartstikke goed, maar saai is het wel. Steeds vaker pakken nieuwe filantropen het anders aan: crea-
“Het begint met kiezen”, zegt Marjan Sax. Zij adviseert en begeleidt mensen die iets goeds met hun kapitaal willen doen.
tiever en zakelijker. Ze richten zelf een stichting op, investeren
Samen met een collega richtte ze hiervoor zelfs een ‘school’ op,
in maatschappelijke projecten, beleggen in duurzame bedrijven.
de Donor Academy. “Juridisch, fiscaal en financieel weten de
Dat gaat veel verder dan met geld smijten: de nieuwe filantro-
toekomstige filantropen meestal wel de weg. Inhoudelijk is het
pen stellen rendementseisen en bemoeien zich behoorlijk met
ze daarentegen een stuk minder duidelijk”, weet Sax. Zelf kreeg
de manier waarop die eisen behaald worden. Het bekendste
Sax op haar vijfentwintigste een erfenis waarmee zij Mama
voorbeeld is Bill Gates. De miljarden die hij met Microsoft ver-
Cash opzette, een internationaal vrouwenfonds dat investeert
diende, stopt hij in zijn eigen stichting om de ongelijkheid in de
in vrouwenrechten.
wereld aan te pakken – zonder commerciële belangen, maar op
50
Niet de hele wereld redden
Een belangrijk deel van Sax’ lessen gaat over focussen. “Denk
zakelijke wijze. Pieter Geelen is de Nederlandse Bill Gates. De
niet dat je de hele wereld gaat verbeteren. Daar heb je niet
medeoprichter van TomTom stak het geld dat hij verdiende met
genoeg geld voor – zelfs al ben je nog zo rijk. Ga bij jezelf na:
de verkoop van zijn bedrijf in zijn eigen Turing Foundation,
waar wind ik me over op? Wat gaat me naar het hart? Een hoop
QPQ | 3 • 2010
Het leek me niet verstandig zomaar zelf iets te starten. Ik wist er nog veel te weinig van. Daarom sloot ik me aan bij een organisatie die het klappen van de zweep al kende. mensen zeggen dan: ‘iets met Afrika’ of ‘iets met kinderen’,
de Hooge Raedt Groep, een holding met belangen in vastgoed,
want Afrika is arm en kinderen hebben de toekomst. Daar moet
en wilde wat goeds doen. Hij klopte aan bij Unicef.
je nog véél specifieker in zijn. Welke kinderen? In Nederland, in
Bakhuizen stelde voor één van Unicefs projecten jaarlijks met
Bangladesh? En wat wil je met die kinderen bereiken? Moeten
een ton te sponsoren. Maar wél op voorwaarde dat hij inspraak
ze gezond worden, naar school, muziekles krijgen?”
in het project kreeg en goed op de hoogte werd gehouden over
Sax raadt aan een periode uit te trekken voor onderzoek.
de resultaten. Pas een aantal jaar later stichtte hij zijn eigen
“Een soort marktanalyse. Je bekijkt waar behoefte aan is,
stichting FEMI, Foundation to Earth, Mankind through
welke aanpak zou kunnen werken, en hoe het vooral niet moet.
Inspiration and Initiative. De stichting wil onderwijs voor kin-
Daar moet je heel flexibel in zijn. Laat ook de informatie tot je
deren realiseren. “Het leek me niet verstandig zomaar zelf iets
doordringen die niet in je plan of denkkader past. Je moet in
te starten. Ik wist er nog veel te weinig van. Daarom sloot ik me
staat zijn om op iets heel anders uit te komen dan waar je mee
aan bij een organisatie die het klappen van de zweep al kende.
begonnen was. Je begint aan een experiment en je geeft jezelf
Je moet niet snel willen groeien. Het gaat stapje voor stapje.”
een flinke tijd om uit te kristalliseren of je er mee doorgaat.” Eigen expertise Klappen van de zweep Kijk daarbij ook goed of er al bestaande initiatieven zijn waar-
“Je hebt een voorsprong als je dicht bij jezelf blijft”, zegt Jos Verhoeven. Hij is directeur van Start Foundation, een maat-
bij je zou kunnen aansluiten, adviseert Sax. “Het is zonde als je
schappelijke investeerder die geld steekt in projecten die men-
zelf het wiel gaat uitvinden terwijl het al lang bestaat. Zelfs als
sen met minder kansen op de arbeidsmarkt aan werk helpen.
je bij een bestaande organisatie aansluit is er heus nog genoeg
De stichting beheert het geld dat werd verdiend met de verkoop
nieuws om te ontdekken.” Ruud Bakhuizen koos voor deze aan-
van Start Uitzendbureau. “Bedenk goed wat je kernkwaliteit
pak. Bakhuizen verdiende veel geld als directeur-eigenaar van
en zijn. Het is de cruciale sleutel naar succes”, zegt Verhoeven.
51
+RH JHOXNNLJ EHQ MLM" .XQ MH JHOXNNLJHU ZRUGHQ GDQ MH QX EHQW" (Q KRH GRH MH GDW
GDQ" :HHW MH ]HOI HLJHQOLMN ZDDU MH HFKW JHOXNNLJ YDQ ZRUGW"
.ULMJ LQ]LFKW LQ MRXZ HLJHQ JHOXN ZDQW YDQ MH JHOXN KHE MH ]HOI LQ GH KDQG *HOXNVZLM]HU JURRW ODQGHOLMN RQGHU]RHN $O UXLP PHQVHQ GRHQ PHH DDQ GH *HOXNVZLM]HU KHW JURWH ZHWHQVFKDSSHOLMNH RQGHU]RHN QDDU JHOXN 9HUJHOLMN MRXZ JHOXN PHW GDW YDQ GH JHPLGGHOGH 1HGHUODQGHU RI PHW KHW JHOXN YDQ PHQVHQ LQ GH]HOIGH OHYHQVVLWXDWLH DOV MLM 'RH PHH *D QDDU ZZZ JHOXNVZLM]HU QO EHRRUGHHO MH HLJHQ JHOXNVJHYRHO HQ YLQG GH OHYHQVZLM]H GLH ELM MRX SDVW
'H *HOXNVZLM]HU LV HHQ LQLWLDWLHI YDQ
52
QPQ | 3 • 2010
Het zijn de lessen getrokken uit de traditionele ontwik kelingshulp: als je over de hoofden van de lokale bevolking beslist wat goed voor hen is, dan werkt het niet.
“Wij komen uit de uitzendbranche en hebben dus al veel verstand van de arbeidsmarkt, en een uitgebreid netwerk. Die
Meer dan vrijblijvende adviezen Bedenk dus goed hoeveel invloed je wilt hebben en hoe
achtergrond komt goed van pas bij Start Foundation. Hierdoor
betrokken je wilt zijn. Er zijn namelijk verschillende construc-
kunnen we doelen formuleren en aansturen op resultaat en ren-
ties mogelijk. Zo is er bijvoorbeeld ook het aandelenfonds.
dement. Als je geld steekt in projecten waar je helemaal geen
Sovec (Social Venture Capital) investeert in middelgrote
verstand van hebt, weet je ook niet wat je kunt verwachten.”
en kleine ondernemingen in Ghana. Het investeringsgeld is
Dat is het grote verschil tussen de oude gever en de nieuwe
afkomstig van particulieren die in het Sovec Fonds zijn gestapt.
filantroop. Verhoeven: “Wij geven niet alleen geld. We stellen
Door in de bedrijven te investeren verwacht Sovec bij te dragen
ons netwerk ter beschikking, geven marketingadvies en helpen
aan duurzame economische groei in Ghana. Sovec let bij de
met strategische plannen. Wij zijn betrokken en denken mee.
selectie van investeringsbedrijven goed op of ze milieuvriende-
Een project waar wij in investeren wordt een stukje van ons-
lijk te werk gaan en goede arbeidsomstandigheden garanderen.
zelf - zo voelt het althans.” Daar zit ook de valkuil, waarschuwt
“Dat kunnen we in bepaalde mate afdwingen”, zegt Wietse van
Verhoeven: “Investeren betekent vertrouwen. Je moet je goed
Scheltinga, beleggingsdeskundige bij Sovec. “We kunnen in de
realiseren dat je afstand moet nemen. Het heeft geen zin om als
onderhandelingen bijvoorbeeld zeggen: we steken alleen geld in
investeerder de hele tijd in de nek van de ondernemer te zitten
uw bedrijf als u garandeert dat u ten minste het minimumloon
hijgen. Wij kunnen wel adviseren, maar uiteindelijk hebben we
betaalt.”
weinig te vertellen. Dit is voor veel nieuwe filantropen heel erg
Zo strekt de invloed van Sovec verder dan vrijblijvende advie-
lastig. Het zijn immers ondernemers, ze willen het zakelijk aan-
zen. “We kopen aandelen, dus we bedingen een plek in de Raad
pakken. Ze zijn geneigd hun eigen plan te trekken.”
van Commissarissen van een bedrijf. Hierdoor hebben we stemrecht bij belangrijke beslissingen.” Net als de andere ‘zake-
53
Tussenvorm: fonds op naam Voor wie wél aan een eigen doel wil geven, maar ook weer niet te veel wil worden opgeslorpt door het project, is het fonds op naam een goede oplossing. Dit is een eigen goed doel binnen een bestaande goede doelenorganisatie. Vrijwel alle grote goede doelenorganisaties bieden deze mogelijkheid aan. De bekendste is het Prins Bernhard Cultuurfonds. Onder de Prins Bernhard-paraplu zijn inmiddels ruim 250 kleine fondsjes opgezet door particulieren, bedrijven en stichtingen, die allemaal een specifiek onderdeel voor hun rekening nemen van het bredere doel om cultuur- en natuurbehoud in Nederland te ondersteunen. Zo biedt het ‘Bertus en Anne Luyten Block Fonds’ financiële ondersteuning aan projecten die orgels in Nederland in stand moeten houden, en geeft het Chagall Fonds geld aan talentvolle jonge beeldend kunstenaars voor vervolgopleidingen in het buitenland.
Voordeel van een fonds op naam is dat je een hoop rompslomp bespaard blijft. Je hoeft bijvoorbeeld geen bestuurders te zoeken, zoals bij een eigen stichting. Het fonds op naam valt onder de rechtspersoon van de moederorganisatie. De toekenning van het geld, de administratieve afhandeling, en meestal ook het beheer van het geld worden allemaal uitbesteed. Een groot deel van de ‘zorgen’ kun je dus uit handen geven aan de moederorganisatie, zonder dat dit je iets kost.
lijke’ filantropen stelt Sovec niet alleen geld, maar ook kennis en contacten beschikbaar. “Als we investeren in een Ghanees
Niet over de hoofden van locals En die kennis over het land en bedrijf is cruciaal. Het belang-
bouwbedrijf, kijken we in ons netwerk of we soortgelijke
rijkste advies dat ervaren filantropen kunnen geven, luidt dan
Nederlandse projectontwikkelaars kennen. Die Nederlanders
ook: verdiep je in de cultuur, de gebruiken en de behoeften
vragen we of ze als vrijwilliger met hun expertise willen bij-
van een land. “Het zijn de alom bekende maar o zo belang-
dragen aan het Ghanese bedrijf. We bieden de Nederlandse
rijke lessen die we uit traditionele ontwikkelingshulp hebben
ondernemers bovendien de kans om ook direct in dat Ghanese
kunnen trekken: als je over de hoofden van de lokale bevolking
bedrijf te investeren. Een aantrekkelijk aanbod, omdat ze
gaat beslissen wat goed voor hen is, dan werkt het niet”, zegt
zodoende de mogelijkheid krijgen iets goeds te doen met hun
Marjan Sax.
geld en tegelijkertijd invloed kunnen uitoefenen op het suc-
Van Scheltinga van Sovec: “We benaderen Ghana als een
ces van de investering. In je eentje zou je dat als ondernemer
land van mogelijkheden, niet als een slachtoffer dat hulp nodig
natuurlijk niet zo snel doen. Je kent het land immers niet, en je
heeft. We beleggen in bedrijven omdat we die bedrijven en
weet niet of het bedrijf te vertrouwen is.”
mensen serieus nemen.” Voor Sovec is het dan ook een principiële keuze om een commerciële benadering te kiezen. “We willen in eerste instantie sociaal rendement behalen, maar we hebben ook financieel rendement tot doel. Wij denken dat het de enige manier is om iets duurzaams op te bouwen. Als het
54
QPQ | 3 • 2010
Het heeft geen zin om als investeerder de hele tijd in de nek van de ondernemer te hijgen. Voor veel nieuwe filantropen is dat heel erg lastig. Ze zijn geneigd hun eigen plan te trekken.
project slaagt, hebben de Ghanezen een goedlopend bedrijf
Dat geldt net zo goed voor de projecten in Nederland. Sax:
dat de lokale economie stimuleert. Als ze falen, falen wij ook,
“Wil je hier iets doen voor mensen in de psychiatrie? Ook die
omdat onze aandeelhouders hun geld kwijt raken. In veel
sector kent zijn eigen cultuur en behoeften. Goed luisteren naar
opzichten hebben we dus dezelfde belangen als de Ghanezen.”
de mensen in het veld – of dat nu Afrikaanse boeren zijn of psy-
Sovec investeert dan ook nooit in haar eentje. Van Scheltinga:
chiatrisch verpleegkundigen en patiënten. Je hebt immers uit-
“We doen het alleen als Ghanese investeringsmaatschappijen
voerders nodig die weten wat er speelt, die zich willen inzetten
ook meedoen. Het is heel belangrijk dat je goede lokale samen-
en die geloven in je project. Als je daar geen medestanders in
werkingspartners hebt.”
vindt, is het tot mislukken gedoemd.” ◆
Ook Bakhuizen werkt met zijn stichting nauw samen met de locals. “Er is in ontwikkelingslanden vaak veel corruptie. Je moet ervoor waken onbeholpen met een grote zak geld een land in te trekken. Daarom moet je een netwerk opbouwen met mensen die je daar vertrouwt. Temeer omdat zij het uiteindelijk moeten doen, het doel van je project is per slot van rekening dat je iets opzet wat stand houdt, ook als je weg bent. Je moet dus gebruik maken van de plaatselijke expertise.”
55
Met duurzaamheid zijn consumenten ineens wél op hun hoede. “Wie gelooft het als een autofabrikant roept dat zijn auto’s milieuvriendelijk zijn?
56
QPQ | 3 • 2010
greenwashing
Kritische consument vraagt meer informatie
Tekst: Jolanda Breur
57
Greenwashing kan apathie oproepen bij consumenten. Maar velen willen weten hoe het precies zit met de producten of diensten van hun keus. En dat is lastig als ze door de bomen het bos niet zien. Deskundigen raden ondernemers aan open kaart te spelen. Ook als het nog niet zo lekker loopt met de duurzame productie of dienstverlening.
Is het een slager die zijn eigen vlees keurt? Consumenten bellen Milieu Centraal met de vraag of de duurzaamheidsclaim op een product wel terecht is. De onafhankelijke organisatie informeert burgers en organisaties op wetenschappelijke basis over milieu en energie. Het aantal vragen is de laatste jaren fors toegenomen volgens woordvoerder Hans van Dijk. “Duurzaamheid is een breed begrip, waarvoor nog geen sluitende definitie is. De consument heeft veel uit te zoeken en wil echt weten hoe het zit. Er bestaan zo’n vijftig keurmerken die meestal iets zeggen over de eigenschappen van een product, maar niets over de kwaliteit.” Consumenten weten volgens Van Dijk vaak niet dat synthetische stof beter voor het milieu is dan katoen. “Het kan langer meegaan, terwijl voor katoen bij de productie veel water en grondstoffen nodig zijn. Ondernemingen moeten hier duidelijk over zijn. Hoe transparanter, hoe beter.” Consumenten vragen meer door, merkt Van Dijk. Of dat wantrouwen is, weet hij niet. “Ze hebben behoefte aan informatie.” Maar ze kunnen zelf vaak meer doen dan fabrikanten kunnen, denkt hij. “Als iemand meer wil weten over de Ecowasbal, zeggen we dat wassen op lagere temperatuur al een stuk milieuvriendelijker is.”
58
QPQ | 3 • 2010
Mensen horen liever een verhaal dat klopt, ook al is de boodschap minder roos kleurig. Zeg gewoon dat het nog niet perfect is.
Kritischer? Het oerwoud van duurzaamheidsclaims, jargon en keurmer-
samenwerking. Bedrijven bellen Van Erne wel eens met de vraag: hoe snel is ons bedrijf duurzaam als we u inhuren? Dan
ken vraagt om overheidstoezicht en educatie van de burger,
lacht hij en zegt dat ze eerst moeten begrijpen wat duurzaam-
volgens Arjen Wals, bijzonder hoogleraar (UNESCO Chair)
heid inhoudt. “Het is een proces dat nooit stopt.”
sociaal leren en duurzame ontwikkeling aan de Universiteit
Hij kent grote bedrijven die het goed doen, maar daar niet
van Wageningen. “Gebruikers van producten en diensten
pontificaal voor uitkomen. “Ze onderbouwen hun duurzame
moeten kritischer worden. Het werkt als bij reclamebood-
acties goed met feiten en cijfers, maar waren tot voor kort nog
schappen, er is sprake van manipulatie. Daardoor kan de
bang in de geitenwollensokkenhoek te belanden. Dat veran-
gebruiker moeilijk onderscheid maken tussen gespeelde en
dert nu.”
gemeende duurzaamheid. En dat is vervelend voor ondernemers die hier serieus mee bezig zijn.” In de reclame- en marketingwereld wordt van oudsher over-
Van de daken Ondernemingen die over de volle breedte volgens duurzame
dreven, zegt Erik van Erne, directeur van stichting Milieunet.
principes werken, mogen dat best van de daken schreeuwen,
“De consument accepteert dat. Kijk maar eens naar de ingre-
vindt hoogleraar Wals. “Hoe serieuzer de samenleving duur-
diënten van een potje gezichtscrème. Namen waar je nog nooit
zaamheid neemt, hoe meer imagoschade je oploopt wanneer
van hebt gehoord. Maar we denken al snel: het zal wel gezond
het slechts ‘green gloss’ is, oppervlakkige duurzaamheid.”
zijn.” Met duurzaamheid is er volgens hem iets geks aan de
Ook hij denkt dat consumenten uiteindelijk door greenwa-
hand. Dan zijn consumenten ineens wél op hun hoede. Dat
shing heen prikken, zeker als ze al enig wantrouwen hebben.
komt door de “belachelijke claims die een kind kan doorzien.
“Enkel stakeholders zoals aandeelhouders zullen menen dat
Wie gelooft het als een autofabrikant roept dat zijn auto’s
het bedrijf hiermee goed bezig is.”
milieuvriendelijk zijn?” Non-profit organisatie Milieunet probeert bewustwording
Stefan Romijn raadt sociaal ondernemers voor wie duurzaamheid business is, eveneens aan daar vooral mee naar
en gedragsverandering in de samenleving te stimuleren als het
buiten te komen. “Mits helder en transparant. Dit kun je de
gaat om onder meer duurzaamheid, milieu en ontwikkelings-
klant laten weten op je website, in een brochure, standaard in
59
BEAT HIV
Spread the positive virus Join Doutzen Kroes on facebook.dance4life.com
60
QPQ | 3 • 2010
Vodafone Netherlands Foundation
Hoe serieuzer de samenleving duurzaamheid neemt, hoe meer imagoschade je oploopt wanneer het slechts ‘green gloss’ is, oppervlakkige duurzaamheid. een paragraaf op offertes of door een duurzaamheidsverslag.”
Ze vergaten erbij te vertellen dat de auto in het gebruik niet kli-
Romijn is consultant bij stichting Stimular, een organisatie die
maatneutraal was.” Ook CO2 -uitstoot afkopen door bos te laten
het midden- en kleinbedrijf adviseert bij onder meer duur-
aanplanten, zien consumenten vaak als ‘groenwassen’, weet
zaam ondernemen. Hij merkt dat sommige ondernemingen te
Romijn. “Het is de makkelijke weg, als je verder niets doet aan
terughoudend zijn om met hun duurzame activiteiten te koop te
je uitstoot.” Stimular, onderzoeksbureau CE Delft en Stichting
lopen. Ze zijn bang van greenwashing beschuldigd te worden.
Natuur en Milieu schreven een richtlijn voor bedrijven en
“Als je een paar spaarlampen indraait op kantoor, maar daar-
gemeenten die klimaatneutraal willen werken en niet beschul-
naast bij je productie energie verslindt, raden we natuurlijk af
digd wensen te worden van greenwashing. “Wanneer je CO2
om te communiceren dat je duurzaam bezig bent. Dit doorzien
pt-uitstoot wilt compenseren, koop dan goede certificaten. De
consumenten” Volgens Romijn is duurzaam werken een visie
schade die je aanricht moet binnen vijf jaar hersteld zijn. Het
en moet je erover nadenken bij alles wat je doet. “Waar wil je
heeft geen zin als het voor jou aangeplante bos binnen een
naartoe? Het houdt niet op met enkele maatregelen. Sommige
jaar weer gekapt wordt. En neem minimaal energiebesparende
bedrijven doen hier één lullig dingetje en dumpen gifstoffen
maatregelen, ook in je vervoer.” Net als Erik van Erne denkt
in het buitenland. Dat is greenwashing. Of de klimaatneutrale
Romijn dat ondernemers nooit klaar zijn met hun duurzaam-
auto van Daihatsu, die alleen klimaatneutraal werd gebouwd.
heidsslag. “Maar je kunt stap voor stap beginnen.”
61
Vaak krijgen mensen valse behoeften aangepraat. Dat is een vorm van hersenspoeling die veel schadelijker is voor milieu en duurzaamheid dan greenwashing.
62
QPQ | 3 • 2010
Niet perfect Meestal komt ondernemen neer op de schade zo veel mogelijk beperken, meent Hans van Dijk van Milieu Centraal. “Soms heb je weinig keus. Wij raden aan voor de minst kwalijke werkwijze te kiezen. Bij kleding is het lastig, dus doe er zo lang mogelijk mee.” Daarmee komt de verantwoordelijkheid deels weer bij de klant te liggen. “Zorg wel voor een onderbouwing die mensen kunnen controleren en wees open over wat nog niet goed gaat. Dan sta je sterk.” Ook Milieunet directeur Van Erne pleit voor openheid. “Mensen horen liever een verhaal dat klopt, ook al is de boodschap minder rooskleurig. Zeg gewoon dat het nog niet perfect is.” Hij ziet ondernemers zoeken naar wat er niet is: een handboek duurzaamheid. “Ik vraag dan wel eens ‘Doe jij precies wat jouw concurrent doet? Je bent toch onderscheidend? Dat geldt ook voor duurzaam werken. Een blauwdruk bestaat niet.” Hoogleraar Arjen Wals vindt het triest dat we steeds meer ‘geframed’ worden als consumenten. Jaarlijks wordt wereldwijd ruim 600 miljard euro uitgegeven aan reclame om mensen tot kopen aan te zetten. Vaak krijgen ze valse behoeften aangepraat, meent hij. “Dat is een vorm van hersenspoeling die veel schadelijker is voor milieu en duurzaamheid dan greenwashing. Helaas gaan er jaarlijks maar enkele tientallen miljoenen naar educatie die consumenten kritisch leert kijken en bewust maakt van het belang van duurzaamheid. Alsof een paar mensen zachtjes tegen een orkaan in blazen.” Daarnaast, zegt hij, is veel informatie over duurzaamheid niet eenduidig en dat leidt tot verwarring. “Tel dat op bij de overdaad aan prikkels en de consument staat open voor apathie en machteloosheid. Greenwashing versterkt dat. Het is een dekmantel om bestaande routines en systemen onaangeroerd te laten. Burgers hebben concrete en duurzame handelingspers pectieven nodig en moeten leren kritisch te kijken naar wat ze steeds wordt voorgeschoteld. Het zuchtje tegenwind dient sterk aan kracht te winnen. Met onze planeet komt het wel goed. Die draait door, met of zonder ons.” ◆
63
Sympathiek ondernemen om sociaal te bewegen Tekst: Willemijn van Benthem | Fotografie: Daphne van Groeningen
64
QPQ | 3 • 2010
Het DEBAT
Henk Kievit | Jeroo Billimoria
Het zou fantastisch Sociaal ondernemerschap zijn als bedrijven die zorgt voor verandering winstmaximalisatie van het systeem en gaat nastreven, dat doel voor een sociaal doel. verschuiven naar een social Alle winst gaat naar de return with profit. organisatie. 65
Nyenrode-onderzoeker Henk Kievit en sociaal ondernemer Jeroo Billimoria gaan in debat over sociaal ondernemen en de insteek van de sociaal ondernemer. Moet de nadruk meer liggen op het ondernemen of juist op de sociale missie van een bedrijf? En is die insteek belangrijk?
Het QPQ-debat vindt dit keer plaats in een brasserie in het centrum van Amersfoort. Senior onderzoeker Henk Kievit (39)
Groningen of zelfs vlak over de grens in Duitsland.” “Ja”, lacht Billimoria, “dat doen ze voor de belastingen!”
van Nyenrode en auteur van onder meer ‘De Stille Revolutie
En van belastingen en forensen komen ze op het onderwerp
van Social Venturing Entrepreneurs’ (2008) komt uit het oos-
van parttimers en het werken in Nederland. Het gesprek wordt
ten van het land, directeur Jeroo Billimoria (45) van Stichting
direct serieuzer. Billimoria voorziet dat ons land in de proble-
Aflatoun neemt de trein vanuit Amsterdam. Het is de dag dat
men komt als kinderen niet beter gestimuleerd worden om naar
het Nederlands voetbalelftal in Nederland wordt onthaald.
de universiteit te gaan. Het lijkt haar onmogelijk om als lager
‘Onze jongens’ zijn tweede geworden en krijgen een grachten-
geschoolde hier de concurrentie aan te gaan met lager geschool-
tocht in de hoofdstad. De stemming in het land is algeheel vro-
den in India of China. Kievit is het daar mee eens, maar zegt
lijk. Zo ook de stemming aan tafel in Amersfoort. Het gaat er
wel: “Ook het werk voor hoger opgeleiden wordt steeds vaker in
vriendelijk en respectvol aan toe.
India gedaan.”
Billimoria’s moedertaal is Engels en daar schakelt Kievit moeiteloos op over. Bijna symbiotisch komen de twee uit-
Nederland moet een andere slag maken. Misschien die van
eindelijk via hun eigen meningen op de gemeenschappelijke
duurzaamheid en sociaal ondernemerschap? Kievit noemt het
conclusie uit. Ze koesteren beiden dezelfde wens: dat het er in
bedrijf Tendris van Ruud Koornstra. Hij legt Billimoria uit
Nederland, en liefst wereldwijd, socialer en ondernemender aan
- ze kent Tendris niet - dat Koornstra een voorbeeld van een
toe gaat.
sociaal ondernemer is. Eerst verdiende de ondernemer geld in de media, nu leidt hij een innovatief bedrijf waarmee hij met
Jeroo Billimoria en Henk Kievit kennen elkaar al van een eerdere zakelijke ontmoeting. Het gesprek begint daarom over het
ontketenen.
wonen in Amsterdam. Billimoria: “Het is een unieke plek, de
Billimoria gaat daar direct op in. “Maar dan heb je het over
enige stad in Nederland waar ik wil wonen.” Vooral het multi-
een ondernemer, geen sociáál ondernemer.” Kievit gaat er voor
culturele karakter vindt ze bijzonder, zo legt ze Kievit uit. Ze
zitten. Nu wordt het interessant. Het debat is van start gegaan.
moet lachen. “Al woon ik in een saai, blank gedeelte van de
“Dat is natuurlijk de vraag, is Tendris een sociale onderne-
stad.”
ming?” Billimoria is beslist in haar mening. Ze stelt Kievit de
Kievit is een goed luisteraar, hij gaat in op wat ze zegt, vraagt
66
LED-lampen en elektrische auto’s een duurzame revolutie wil
vraag: “Gaat zijn totale winst naar een goed doel?” Want vol-
omdat hij meer wil weten. Kievit: “Amsterdam wordt een
gens haar is dat de enige definitie van een sociaal ondernemer.
werkstad. Mensen wonen liever in een rustige provincie als
Punt uit. “Er is een wereldwijde definitie die uitlegt dat je als
QPQ | 3 • 2010
De grootste hervormingen komen voort uit oorlog en depressie. De huidige crisis kan een flinke stap richting sociaal ondernemerschap opleveren. sociaal ondernemer een sociale impact moet hebben en dat alle winst terug moet gaan naar de doelgroep of het bedrijf. Je kunt geen sociaal ondernemer zijn als je dividend uitkeert aan aan-
De debatanten
deelhouders.” Kievit is het daar niet mee eens. Hij noemt dat ‘de
Henk Kievit (1971) geeft les in duurzaam ondernemen op de Chris-
Angelsaksische definitie’ en ziet dat in Nederland anders.
telijke Hogeschool Ede en is als docent en onderzoeker op Nyenrode
Billimoria is fanatiek, gaat er direct tegenin. Billimoria:
gespecialiseerd in onder andere sociaal ondernemerschap, maatschap-
“De term sociaal ondernemer bestond nog niet eens toen
pelijk investeren, goede doelen en familiebedrijven. Kievit studeerde
ik in Nederland kwam.” Ze kwam daar pas op toen mensen
economie in Wageningen en is auteur van onder andere ‘De Stille Revo-
haar steeds vroegen wat ze nou precies was als directeur van
lutie van Social Venturing Entrepreneurs’.
Stichting Aflatoun. Was ze vertegenwoordiger van een goed doel? Een weldoener? Een ondernemer? Billimoria vroeg haar
Jeroo Billimoria (1965) is geboren in Mumbai, India en de oprichter van
Nederlandse man of er al zoiets bestond als een sociaal onder-
onder andere Childline India Foundation, Stichting Aflatoun en Child-
nemer. “Ik heb toen met behulp van het woordenboek de defi-
helpline International. Stichting Aflatoun is een koepelorganisatie van
nitie vertaald vanuit het Engels.”
organisaties die sociaal en financieel onderwijs aanbieden aan kinderen
Ze vindt de betekenis van sociaal ondernemer voor zich spre-
in meer dan veertig landen. Billimoria studeerde Commercie en Sociale
ken. En dus ook waar de nadruk op moet liggen: op het sociale
wetenschappen in India en Non-Profit Management in de Verenigde
en niet het ondernemende. Sociaal ondernemerschap zorgt
Staten. Ze is daarnaast ‘fellow’ bij Ashoka en ontving de Social Entrepre-
voor verandering van het systeem en gaat voor een sociaal doel.
neurship Award van de Skoll Foundation.
Ze kijkt standvastig uit haar ogen. “Dus alle winst, uit wat voor bron dan ook, gaat naar de organisatie.” Maar wat vindt Billimoria dan van koeriersdienst Valid Express van ondernemer Nicolette Mak? Mak maakt winst en volgens Kievit gaat een deel van die winst naar het bedrijf, maar ook een deel naar de aandeelhouders. Billimoria schudt haar hoofd. “Dat noem ik een sociaal georiënteerd bedrijf.” Ze zijn het er in ieder geval over eens, dat de term sociaal ondernemen voor verwarring zorgt.
67
We moeten naar een meer sociale economie gaan. Dat vinden ook mijn studenten. Vijf jaar geleden wilden ze vooral geld verdienen. Nu hoor je ze dromen over een goede baan bij een NGO.
68
QPQ | 3 • 2010
69
092 1HGHUODQG SUHVHQWHHUW
:M`U[ZMXQ 9M^W`\XMM`_
b[[^ .Q`^[WWQZ ;ZPQ^ZQYQ^_ $ Z[bQYNQ^
BMZ :QXXQ ;Z`cQ^\RMN^UQW
>[``Q^PMY Voor bedrijven die willen investeren in de samenleving èn in hun eigen mensen. Voor gemeenten die bedrijven willen betrekken bij armoedebestrijding, onderwijs, wijkverbetering, vitaliteit, arbeidsparticipatie, zorg en welzijn. Met o.a.: ĂŁ 1 DWLRQDOH 0%2 0RQLWRU HHUVWH RQGHU]RHN QDDU RPYDQJ HQ LPSDFW YDQ 0%2 LQ 1HGHUODQG GRRU 092 1HGHUODQG HQ 029,6,( ĂŁ 0DVWHUFODVVHV HQ SUDNWLMNFDVHV YDQ RD Rabobank, Delta Lloyd, UnivĂŠ, Albert Heijn, ,%0 .31 6DQDGRPH 6SD 5HVRUW HQ 6KHOO Wat levert MBO uw ĂŁ 0%2 0DUNWSOHLQ URQG WKHPDĂœV /HYHQ /HUHQ bedrijf op? En welke t :RQHQ :HUNHQ =RUJHQ HQ %HZHJHQ PHW investeringen moe WRSSURMHFWHQ HQ H[SHUWV u daarvoor doen? ĂŁ 3ULMV YRRU %HVWH 0%2 FRDOLWLH Breng ze in kaart met de Nationale Entree â‚Ź 75 (ex BTW) MBO Monitor op bomonitor.nl. w w w.nationalem Schrijf u nu in op www.wereldz.nl
70
QPQ | 3 • 2010
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en sport
Kievit zegt toch dat de term sociaal ondernemerschap al langer bestaat dan vandaag. Hij vertelt hoe slecht de arbeidsomstandigheden waren in het Nederland van de negentiende en de twintigste eeuw. “Uit deze tijd komt de term dat je je moet gedragen als ondernemer. Het is je plicht om voor je mensen te zorgen, ze op tijd uit te betalen en ze vrij te geven om uit te rusten.” Kievit ziet bedrijven zoals brouwerij De Prael en koeriersdienst Valid Express wel degelijk als sociale ondernemingen. En hij vindt dat sociale ondernemingen zoals Billimoria dat definieert, meer onder de noemer van stichtingen vallen, opgezet voor een speciaal goed doel. Billimoria is het daar niet mee eens. Dat wordt volgens haar ‘social venturing’ genoemd en niet ‘social entrepreneurship’. “Jij hebt het over de Triodos Banken van deze wereld, bedrijven die sociaal georiënteerd zijn en winst maken, soms zelfs bonussen uitkeren.” Kievit reageert alert: “Er worden geen bonussen uitgekeerd door Triodos!” Hoe dan ook, volgens Billimoria is een Triodos bank geen sociale onderneming. Ze voegt daaraan toe: “Volgens de wereldwijde definitie. Tenzij jullie het anders willen doen in Nederland.” Maar, zegt ze, je hebt het type bedrijven zoals Kievit beschrijft wel nodig in Nederland. “Het is mijn droom dat de ABN AMRO banken Triodos banken worden.” Is dat ook de droom van Kievit? Inderdaad vindt de onderzoeker dat we nu tegen de grenzen aanlopen van het kapitalistische systeem. “Mensen kennen geen morele waarden meer.” Billimoria knikt hartgrondig ‘ja’ met haar hoofd. Ze raakt enthousiast als Kievit Billimoria’s Stichting Aflatoun aanhaalt als voorbeeld van een initiatief dat mensen in beweging zet, ze meer bewust maakt van een probleem. “Hoe kun je op een rijk eiland leven als dat in een zee van armoede ligt?” Hij beschrijft hoe het leven van mensen uit verschillende fases bestaat. “Eerst doorlopen mensen een succesvolle fase waarin ze veel geld verdienen, grote huizen kopen en dure auto’s. Of die doelen in ieder geval najagen. Na deze levenservaring zoeken mensen naar meer betekenis van hun bestaan.” Kievit merkt hoe mensen door een persoonlijke crisis als ontslag of echtscheiding aan het denken worden gezet. ‘Is dit alles?’, denken ze dan ineens. Billimoria herkent zijn verhaal. Billimoria: “De meeste mensen zien in zo’n periode dat ze wel geld hebben, maar bijvoorbeeld geen familie.”
71
72
QPQ | 3 • 2010
Als sociaal ondernemer moet je een sociale impact hebben, alle winst moet teruggaan naar de doelgroep of het bedrijf. Je kunt geen sociaal ondernemer zijn als je dividend uitkeert aan aandeelhouders. 73
74
QPQ | 3 • 2010
Kievit ziet zijn kans schoon. De leraar in hem komt naar boven.
Wereldoorlog. Nu zie je wederom de opkomst van de politie-
“Dan kom ik bij een oude economische theorie. Want eigenlijk
ke rechter vleugel.” Ze kijkt triest. “Ik hoop alleen dat we van
hebben we het over niets nieuws.” Hij haalt de Schotse econoom
onze fouten hebben geleerd.” Energieker gaat ze weer verder:
Adam Smith aan, die wordt gezien als de grondlegger van het
“De grootste hervormingen komen voort uit oorlog en depres-
klassieke liberalisme in de achttiende eeuw. “Zijn meest beken-
sie, zoals het ontstaan van vakbonden en de ontdekking van
de boek is ‘Wealth of Nations’. Maar al eerder schreef hij ‘The
internet.” De huidige crisis zou dus een flinke stap richting
Theory of Moral Sentiments’. Dat boek begint met het woord
sociaal ondernemerschap kunnen opleveren. Volgens Billimoria
sympathie. Kijk naar wat je gemeen hebt met elkaar. Sympathie
heeft John Elkington het voorspeld met zijn visie van de ‘Triple
is een belangrijk woord voor de economie.” Billimoria kan zich
Bottom Line’. Billimoria: “De drie belangrijkste componen-
hier goed in vinden en vult hem aan. “Het zou fantastisch zijn
ten daarvan zijn People, Planet en Profit.” Maar, zegt ze, het
als de bedrijven die winstmaximalisatie nastreven, dat doel ver-
gaat niet zo zeer over de juridische structuur van een bedrijf,
schuiven naar een social return with profit.”
maar over het te bereiken doel. “Ik heb een stichting, maar ben ondernemend. Ondernemen is een daad, het zegt hoe je een
Op de vraag of echt alle bedrijven dat zouden moeten doen, zegt ze hartgrondig ‘ja’. Voor haar zijn de ABN AMRO’s niet
verandering in wilt zetten.” Volgens Billimoria kunnen meerdere marktmodellen en meer-
nodig in een ideale maatschappij om een economisch systeem
dere oplossingen een antwoord zijn op de verschillende proble-
in leven te houden. Ze denkt even na. “Ja, het kan natuurlijk
men. “Ik zie het als een schoenenwinkewl. Iedereen heeft een
wel, maar alleen als het een sociaal georiënteerd bedrijf is.”
andere schoenmaat en daarom andere schoenen nodig. Dat
Kievit is niet voor niets researcher en academicus en haalt nog
maakt niemand beter of slechter. Juist als we diversiteit respec-
een boek aan. “In ‘Good to Great’ onderzoekt Jim Collins wel-
teren, zullen we verschillende modellen moeten respecteren.”
ke bedrijven goede beursresultaten behalen. Dat zijn de bedrij-
Ze noemt het pure kapitalisme als model, het model van over-
ven die goed zijn voor hun mensen.”
heidsbedrijven, sociale bedrijfsstructuren, coöperaties en soci-
Billimoria vraagt zich af waarom dan niet alle banken zoals
ale ondernemingen.
Triodos kunnen opereren. Of als Rabobank desnoods. Kievit:
Dus het is mogelijk om tegelijkertijd ondernemer te zijn
“Dat is een goed voorbeeld, want Rabobank is een boerenleen-
en sociaal? Billimoria herhaalt haar kernachtige antwoord:
bank en in feite de eerste bank die aan microkrediet deed.” Het
“Zolang je social impact en social change nastreeft.” Kievit:
is voor hem duidelijk dat we naar een meer sociale economie
“Dat mensen zich nu tegen het kapitalisme keren, komt door-
moeten gaan. En niet alleen hij vindt dat, hij merkt het ook
dat ze tegen de grenzen van dat systeem zijn opgelopen. Maar
aan zijn studenten. “Vijf jaar geleden wilden studenten voor-
ligt dat aan het kapitalisme? Of aan de mensen die het kapi-
al geld verdienen. Nu hoor je ze dromen over een goede baan
talisme hebben misbruikt? Ik denk het laatste.” Billimoria is
bij een NGO. Je merkt verandering bij die generatie.” Volgens
het volmondig met hem eens. Kievit gaat door: “We zitten nu
Billimoria maken jongeren een omslag door de verschillende
in een overgangsfase. Onder andere econoom Schumpeter
crises in de afgelopen jaren. Eerst de internetcrisis en daarna
schreef ooit dat een socialistischer systeem op een kapitalistisch
de kredietcrisis. “En films zoals An Inconvenient Truth van Al
systeem zou volgen.” Billimoria vult hem weer aan: “Het social
Gore doen veel”, vult Kievit haar aan.
capitalism!”
Billimoria zegt dat die veranderende mentaliteit ook con-
Volgens Kievit is voor de toekomst vooral innovatie belang-
junctuurgevoelig is: “We hebben natuurlijk al eerder in deze
rijk, maar Billimoria blijft hameren op sociaal ondernemers
situatie gezeten, kijk maar naar de jaren dertig. De depressie
die aan de grond veranderingen moeten doorvoeren om het
volgde toentertijd op een tijd van enorme voorspoed. Die crisis
systeem te kunnen veranderen.
heeft uiteindelijke geleid tot conflicten en zelfs tot de Tweede
75
Kievit en Billimoria koesteren dezelfde wens: dat het er in Nederland, en liefst wereldwijd, socialer en ondernemender aan toe gaat.
de basis aan en combineert sociaal en financieel onderwijs voor kinderen met spaarrekeningen voor kinderen. Nu werken we aan een wereldwijde beweging, Childfinance, die ook toegang geeft tot verzekeringen en hopelijk gezondheidszorg. Het wordt steeds groter. Dat bedoel ik met systems change. En het gaat er niet om of dat wordt gedaan vanuit een hulporganisatie, een stichting, een bedrijf of een sociale onderneming.” Kievit: “Nou, dat is niet helemaal waar. Dat was een onderwerp bij Brouwerij de Prael. In Nederland moet je voor je start weten wat de juridische vorm gaat zijn van je bedrijf. Is het een BV of een stichting? Dat juridische vraagstuk vergt veel tijd, terwijl we eerst naar het probleem moeten kijken.” Billimoria: “Helemaal mee eens, alleen moeten we ons daar meer bewust van worden. Want ik heb het zelf gemerkt dat bij een stichting mensen meer vakantiedagen willen omdat ze minder salaris krijgen. Dat is maar een voorbeeld van de houding van je medewerkers. Als je een bonus krijgt uitgekeerd, ga je anders werken. Maar wat de legale structuur is, zou niet moeten uitmaken. Wel hoe je je naar buiten toe presenteert.” Kievit: “In Nederland zien we de non profit-wereld, de sociale ondernemers en de traditionele ondernemers. Dus noem het for-profit, not-for-profit en non-profit.” Billimoria begint een schema te tekenen op een notitieblok. “Hopelijk komen de sociale en de kapitalistische bedrijven ooit samen en hopelijk komen de sociale ondernemingen en sticht ingen ooit samen. Dan hebben we een economie gebaseerd op twee pijlers.” Ze tekent enthousiast kringen en pijlen. Kieviet kijkt mee: “Maar eerst zullen we mensen zover moeten krijgen dat ze die waarden en normen weer onderkennen. Wat is belangrijk in de wereld, wat is voor jou belangrijk. Dat iedereen te eten heeft. Dat het niet alleen maar om geld draait. En waar kunnen ze dat leren? Op school.” Billimoria begint te lachen. “Ha! En daar komt Aflatoun om de hoek kijken! Het begint namelijk bij kinderen. Bij het zor-
“Dat gaat verder dan innovatie.” Ze noemt Warchild als een
gen dat ze zich zo goed mogelijk ontwikkelen en zich zo goed
goed model. “Maar dat is geen sociale onderneming. Oxfam
mogelijk opleiden.” De discussie eindigt weer in een perfecte
ook niet, ze doen ontwikkelingswerk. Ze zorgen niet voor een
cirkel. Kievit moet lachen maar is daarna meteen weer serieus:
systeemverandering vanaf de bodem. Ze bieden geen structu-
“Daarom is opleiding zo belangrijk. Al moeten we ook beseffen
rele oplossingen voor problemen.” Kievit: “Hoe kijk je naar de
dat niet alles in modellen is samen te vatten. Hoe meten we de
problemen? Als je een probleem wilt oplossen, duiken daardoor
liefde van een kind? Probeer dat ook niet te meten, maar zie het
vaak weer nieuwe problemen op.” Billimoria: “Precies en daar
als onderdeel van je welvaart. Kinderen zijn onze toekomst.”
is onze Stichting Aflatoun een goed voorbeeld van, ze pakt de
Hij kijkt naar Billimoria. “Je mag trots zijn op jezelf, Jeroo, je
problemen waarvoor kinderen naar de kindertelefoons bellen in
hebt veel in gang gezet om een betere wereld te creëren.” ◆
77
WAT GEEF JIJ MET KERST? LAAT JE INSPIREREN DOOR WAAR!
www.ditiswaar.nl
WAAR is de meest duurzame cadeauwinkel van Nederland. Het assortiment bestaat uit bijzondere fairtrade, biologische en gerecyclede producten. Volgens WAAR verdient iedereen met Kerst iets moois en echts. En dat is waar WAAR het voor doet. Met een mooie collectie pure producten op het gebied van eten, mode, koken, verzorging en wonen‌ Ben jij opzoek naar een eigenzinnig en puur cadeau met een bijzonder verhaal? Kom dan naar WAAR en laat je inspireren! Kijk voor onze verkoopadressen en meer informatie op www.ditiswaar.nl
nobody is perfect
Leer looien is zo schadelijk… toch koop ik die schoenen Sinds de geboorte van haar dochter Lana (5), runt fusie- en overnameadviseur Manon GagicRoos (34) samen met haar man webwinkel www.greenjump.nl met eco-, bio- en fair trade babyspullen. Voor zichzelf koopt ze echter nog steeds wel eens ‘foute’ kleding en schoenen.
Tekst: Eva Prins | Fotografie: Frank Groeliken
“Voor onze webwinkel ben ik heel erg bezig met duurzaam, fair
dan koop ik ze. Dan laat ik ‘mooi’ boven ‘verantwoord’ gaan. Ik zoek
trade, gifvrij en gezond. Ik weet dan ook heel goed hoe slecht bijvoor-
wel altijd eerst naar ‘goede’ alternatieven. Voor kinderen is het niet
beeld katoenproductie is. De katoenteelt beslaat 2,5 procent van de
zo moeilijk om leuke biologische kleding te kopen, maar voor mezelf
landbouwgrond en daarop wordt vijfentwintig procent van alle pesti-
vind ik het lastiger. Zeker als ik echt iets specifieks wil - een bepaalde
ciden gebruikt! Schoenen zijn zo mogelijk nog schadelijker voor mens
jurk of mooi pak. Voor schoenen is de keus helemaal beperkt; ik ken
en milieu. Hoe mannen in Bangladesh met hun blote lijven in bakken
eigenlijk maar één verantwoord merk met mooie damesschoenen.
chemicaliën staan om leer te looien en hoe dat afval zo de rivier in
Maar toch... het ergert me wel dat ik uiterlijk blijkbaar zo belangrijk
gaat, shockerend! Als je dat één keer hebt gezien, wil je eigenlijk nooit
vind dat ik er soms mijn principes voor opzij zet.” ◆
meer leren schoenen kopen. En toch doe ik het. Soms wil ik voor mijn werk of voor een gelegenheid echt díe laarzen of schoenen - en
Wil jij ook je verhaal vertellen? Mail naar: petra@qpq-magazine.nl
79
Op de drempel
Net als ik me op een zaterdagochtend met ontbijt en krant op mijn dakterras wil neervlijen, gaat de bel. Een mooie donkere man staat voor de deur. Ik ken hem niet. Zijn overhemd met korte mouwen en stropdas verraden hem meteen. Net als de kleuter aan zijn zijde. Deze man wil mij bekeren. Ik heb de keus. Meteen
Tekst: Annemarie de Jong
zeggen dat ik niet geïnteresseerd ben of gewoon eens luisteren naar wat hij te vertellen heeft.
“Vraagt u zich wel eens af of oorlogen en geweld in de wereld ophouden? Hoe het verder moet met deze wereld? En hoe u voor altijd gelukkig kunt zijn?” Het lijkt me onmogelijk om te leven zonder jezelf die vragen te stellen. Hij glimlacht, zichtbaar opgelucht. De antwoorden op die vragen staan namelijk in het beduimelde boek dat hij bij zich heeft: de Bijbel. Even ben ik jaloers. Op zijn vertrouwen dat de antwoorden op veel te grote levensvragen gewoon ergens in een boek zijn op te zoeken. Het lijkt me heerlijk om dat geloof te hebben. Hij is mijn verweer voor, door te zeggen dat niet iedereen op deze wereld zich gedraagt naar de antwoorden die de Bijbel geeft. Dat er daarom helaas nog steeds veel ellende is.
Annemarie de Jong is directeur van De Baak Change en columniste bij het Financieele Dagblad. Voor QPQ schrijft ze over de nieuwe tijd.
80
QPQ | 3 • 2010
Column
Vertwijfeld kijkt hij me aan als ik zeg dat ik
de doe als deze man. Vanuit mijn overtuiging
niet geloof in eeuwig geluk en ook niet in
ga ik ook de deuren langs. Ik noem het facili-
een boek dat alle antwoorden bevat. En dat ik
teren van organisaties bij veranderen en lei-
eigenlijk geen antwoord hoef te vinden op de
derschapsontwikkeling. Of columns schrijven.
vragen die ik me stel. Dat wat ik in mijn zoek-
Dat doe ik net zo goed vanuit een missie: de
tocht naar die antwoorden tegenkom, dát
wereld een beetje mooier maken.
beleven, soms alleen en vaak met anderen,
De drijfveer om de wereld mooier te maken
dáár gaat het voor mij over. Eeuwig geluk lijkt
en een diep geloof dat dat mogelijk is. Daarin
me heel erg saai.
vinden we elkaar, op mijn drempel. Al ziet het
Zijn zoontje begint zich te vervelen. Hij aar-
er bij beiden net iets anders uit. Ik geloof in de
zelt even op de drempel en loopt vervolgens
kracht van zoeken en nieuwe vragen, hij in het
doelgericht naar de fatboy in mijn studeerka-
vinden van de antwoorden.
mer. Net zoals mijn neefje dat graag doet, laat hij zich er vol overgave op vallen. Ineens realiseer ik me dat ik precies hetzelf-
Hij wenst me veel succes met zoeken en ik bedank hem voor een mooi gesprek. ◆
Ik geloof niet in eeuwig geluk of in een boek dat alle antwoorden bevat. Ik hoef geen antwoorden te vinden. De zoektocht beleven, dáár gaat het voor mij over. 81
Een eigen huis, een plek onder de zon
Een vers kopje thee Tekst: Nils Elzenga | Fotografie Isabel Nabuurs
82
QPQ | 3 • 2010
Voor Stichting Het Groene Woudt was direct duidelijk dat ze op een andere manier ontwikkelingshulp wilden bieden: ondernemend. Neem nou de armoede onder de theeboeren op West-Sumatra: Inmiddels produceren zij daar biologische groene thee onder de naam Bio Tea Indonesia, geheel zelfstandig en met een wereldwijde afzetmarkt. Volgens directeur Meindert Witvliet heeft zulk sociaal ondernemerschap de toekomst. Hij legt onder het genot van een kop ‘groene’ thee uit waarom.
thema dominee of koopman
83
Wij hebben ons kapitaal opgebouwd met hard werken en bedrijven opzetten, dus onze stichting moet zijn projecten bedrijfsmatig benaderen.
In de veertig jaar die Meindert Witvliet (66) werkt in de ont-
heid vandaag nog stoppen met het subsidiëren van zulke clubs.
wikkelingssamenwerking is hem één ding steeds duidelijker
Ik geloof absoluut niet meer in traditionele ontwikkelingssa-
geworden: alleen ontwikkelingsprojecten met een bedrijfs-
menwerking.”
matige aanpak hebben op de lange termijn kans van slagen. “Dat licht ben ik eigenlijk pas echt gaan zien toen een grote Nederlandse ontwikkelingsorganisatie me eind jaren ’90
De kans om zijn theorieën een praktisch gezicht te geven
wegens financiële problemen vroeg als crisismanager te komen
kreeg Witvliet nadat hij begin 2006 werd gevraagd als direc-
werken”, vertelt Witvliet. Hij is een voorname man wiens jeug-
teur van Stichting Het Groene Woudt (SHGW), een private
dige oogopslag en levendige gebaren mooi contrasteren met zijn
ontwikkelingsorganisatie die enkele maanden eerder was opge-
grijze scheiding en keurige poloshirt.
richt door een ondernemersfamilie die anoniem wil blijven en
Witvliets logische eerste vraag aan zijn nieuwe, door de over-
zijn financiën buiten de openbaarheid houdt. “In mei 2006
heid gesubsidieerde werkgever luidde: wat gebeurt er nou zoal
zijn er enkele sessies georganiseerd met de familie, wat externe
met jullie budgetten? “Niemand bleek me dat te kunnen ver-
partijen en mijn net aangenomen collega Emmy Janssen, die ik
tellen. Ik heb een lang en moeizaam gevecht moeten leveren
nog kende van een eerdere baan. Doel was het vaststellen van
voordat ik überhaupt inzicht kreeg in de programma’s. Terwijl
SHGW’s precieze koers.”
ik die bestudeerde begon ik steeds helderder in te zien dat je
Die gesprekken leverden een aantal richtlijnen op. Witvliet:
zoveel schooltjes kunt schenken als je wilt, maar dat ze altijd
“De familie zei allereerst: wij hebben ons kapitaal opgebouwd
afhankelijk zullen blijven van externe steun.”
met hard werken en bedrijven opzetten, dus onze stichting
En toch, zegt Witvliet, is die donatiementaliteit nog altijd lei-
84
Sociaal ondernemerschap
moet zijn projecten bedrijfsmatig benaderen. Daarnaast bleek
dend in de ontwikkelingssamenwerking. “De Novibs, Plans en
de familie iets te willen doen tegen de trek in ontwikkelingslan-
ICCO’s van deze wereld roepen wel dat ze economische ont-
den van platteland naar stad, waar mensen vaak slechts slop-
wikkelingen stimuleren, maar in de praktijk komen hun projec-
penwijken en ontheemding wacht. Dus moest SHGW zich gaan
ten nog steeds vooral neer op weggeven. Van mij mag de over-
richten op projecten in de landbouw, immers de belangrijkste
QPQ | 3 • 2010
economische activiteit op het platteland.” Deze ingrediënten
Bijvoorbeeld door het gebruik van biobrandstof, bij voorkeur
verwerkten Witvliet en Janssen (42) tot een mission state-
uit de taaie Jatropha-plant, die op arme grond gedijt en daar-
ment. Witvliet: “In één zin is onze filosofie: het stimuleren van
door niet concurreert met voedselproductie. “Let wel”, haast
economische ontwikkelingen op het platteland in het globale
Witvliet zich te zeggen, “we zien biobrandstof niet als oplossing
zuiden door het bedrijfsmatig opzetten van sociale onderne-
voor het wereldwijde energievraagstuk dat excessen heeft opge-
mingen. Wat dat dan precies zijn, sociale ondernemingen, is
leverd als het platbranden van regenwoud voor plantages, maar
de vraag.” Janssen, die ook is aangeschoven bij het gesprek in
puur als middel om onze projecten en de bevolking daarom-
SHGW’s hoofdkwartier, een statige villa aan de Hoofdstraat in
heen van energie te voorzien.”
Driebergen, beantwoordt de vraag. “Allereerst betekent het dat
SHGW’s holistische aanpak betekent overigens niet dat de
we alle relevante lokale partijen vanaf dag één betrekken bij een
stichting zich voor eeuwig bindt aan zijn projecten. “Sterker
project. Niet alleen bevolking, maar ook overheid, bedrijfsleven
nog”, zegt Janssen, “voor we beginnen hebben we al nage-
en religieuze instellingen. Deze ketenbenadering zie je bij ons
dacht over onze exitstrategie. Nee, daarvoor gelden geen vaste
overal terug. Zo houden we ons nooit alleen bezig met de pro-
tijdspannes. Het enige criterium is of het project zelfstandig
ductie van gewassen, maar ook met de verwerking en marke-
winstgevend kan functioneren.” Om dat zo snel en goed moge-
ting daarvan.”
lijk voor elkaar te krijgen, houdt SHGW het aantal projecten
Het hoofddoel daarbij is nooit het verdienen van zoveel moge-
beperkt. Witvliet: “Momenteel zijn we alleen actief in Kenia,
lijk geld voor aandeelhouders, vult Witvliet zijn collega aan,
Tanzania, India en Indonesië. Veel ontwikkelingsorganisaties
maar het verbeteren van het inkomen en de leefomstandighe-
willen overal tegelijk zijn en raken daardoor versnipperd.”
den van de lokale bevolking. “Wij geloven in het ‘social return on investment’-principe, dat behalve naar economische winst vooral ook kijkt naar de sociale baten van een onderneming.” Omdat die sociale baten ook het behoud van natuur en milieu behelzen, opereert SHGW zoveel mogelijk CO2 -neutraal.
Indonesische thee Een mooi voorbeeld van SHGW’s werkwijze is het project Bio Tea Indonesia, ofwel de productie van biologische groene thee in een verarmd ruraal gebied op West-Sumatra. Witvliet:
85
Ons hoofddoel is nooit het verdienen van zoveel mogelijk geld. Wij geloven in het SROIprincipe. Zo gebruiken we de Jatrophaplant om ons onze projecten en de bevolking van energie te voorzien.
“In 2007 belde een medewerker van Plan Indonesië, Tri Kuntarto, een bekende uit mijn netwerk. Veel theeboeren in zijn land, vertelde hij, leefden onder de armoedegrens. Wilden wij niet proberen daar iets aan te veranderen?” Voordat Witvliet daarover kon besluiten moest hij uitzoeken waarom Indonesische theeboeren het zo zwaar hadden. Witvliet: “Allereerst bleken ze hun thee veelal alleen onregelmatig kwijt te kunnen aan slecht functionerende staatsbedrijven. Bovendien teelden ze praktisch alleen zwarte thee, terwijl de wereldmarkt daarvoor krimpt. Voor groene thee daarentegen, en dan vooral de biologische variant, is de markt juist groeiende, vooral door toenemende vraag vanuit de gezondheidsindustrie. Groene thee bevat namelijk gezond geachte antioxidanten en wordt ook veel gebruikt in cosmetica.” Hier lagen dus duidelijke kansen voor een succesvol project. Volgende vraag: waar te beginnen? Tri Kuntarto suggereerde een gebied op Java, niet ver van hoofdstad Jakarta. Witvliet: “Wij vreesden echter dat het gebied op termijn door de uitdijende metropool zou worden opgeslokt. Toen kwam Tri met het gebied Solok, nabij de kuststad Padang op West-Sumatra. Daar had hij een coöperatie gevonden van zo’n vijfhonderd noodlijdende keuterboertjes. Hij had zelfs honderd boerenfamilies geïdentificeerd die helemaal geen land meer bezaten.” Voor die landloze families ontfutselden Kuntarto, Witvliet en Janssen – een driemanschap dat tot op heden de ruggengraat vormt van Bio Tea Indonesia – aan de districtsautoriteiten honderdvijftig hectare braakliggend land, genoeg om elke familie een boerenbedrijf te laten beginnen. Witvliet: “De eerste vraag die we kregen van de gezaghebbers was: wat zit erin voor ons? Pas toen ze zeker wisten dat er bij ons niets te halen viel, en ze er bovendien van overtuigd waren dat wij niet uit winstbejag handelden, zijn ze akkoord gegaan met het gratis beschikbaar stellen van het land. Daarbij hielp overigens ook dat Kuntarto het politieke spel slim speelde. Bijvoorbeeld door het prestige te benadrukken dat gemoeid is met een armoedebestrijdingproject. De bestuurders die sindsdien komen kijken, pretenderen dan ook vaak dat ze het allemaal zelf voor elkaar hebben gekregen.” Droogmachines, persapparaten en biogasinstallaties In werkelijkheid is Kuntarto de centrale figuur van het project. Nadat hij de landloze families had gehuisvest, was het zaak om een kwekerij voor biologische groene thee op te zetten. Janssen: “Het kweken van een theestekje alleen al duurt namelijk vier maanden, en pas drie jaar daarna levert de plant daadwerkelijk thee.” Voor de verwerking van die thee was uiteraard een fabriek nodig. Janssen: “Daarvoor hebben we aange-
87
klopt bij een nabijgelegen staatsbedrijf, maar dat kon zijn productieproces niet aanpassen. Dus hebben we een eigen fabriek gebouwd. De verwerking van groene thee is namelijk een behoorlijk proces. Binnen drie uur na plukken moeten de theeblaadjes de eerste droogmachine in, die een derde tot de helft van het vocht eruit haalt en zo fermentatie voorkomt. Gebeurt dat niet dan zijn de blaadjes alleen nog geschikt voor zwarte thee. Na een tweede droging, die nagenoeg al het vocht verwijdert, heb je groene thee.” Toen de hardware eenmaal overeind stond, rees de uitdaging om alles milieuvriendelijk van energie te voorzien. Witvliet: “We hebben vanaf het begin gezegd: dit project wordt honderd procent klimaatneutraal. Gelukkig vonden we in de omgeving boeren die in het verleden door de overheid gedwongen waren Jatropha te gaan telen - zonder dat die overheid het product daarna overigens afnam. Die boeren leveren nu aan ons.” Een eigen persinstallatie op het fabrieksterrein verwerkt de Jatropha-noten tot twee producten. “Olie waarmee we onze generatoren aandrijven en residu dat we gebruiken voor biologische compost.” Voor diezelfde compost schafte SHGW zelfs een heuse veestapel aan. “Elk kwartaal kopen we vijftig stieren. Hun mest en urine gaan de compost in, maar we mesten ze ook vet voor de verkoop.” Dat de weg naar optimaal gebruik van de beschikbare middelen nog niet ten einde was, bleek toen werd ontdekt dat zowel het Jatropha-residu als de stierenmest nog energie bevatte die verloren ging bij het composteren. Witvliet: “Dus hebben we een biogasinstallatie gebouwd als tussenstap. Daarin verdwijnen residu en mest, om er pas drie weken later weer uit te komen en dan alsnog de compost in te gaan. Per dag levert dat 3000 kubieke meter biogas op.” Dat is zoveel dat op een fractie ervan nu alle droogmachines en een deel van de generatoren draaien. Witvliet: “Daarom willen we het ook gaan gebruiken in de huizen die we momenteel bouwen voor werknemers, en experimenteren we met het persen van het gas voor de verkoop in flessen.” Janssen knikt instemmend. “Weet je wat het is? Wij zijn niet afhankelijk van extern geld en kunnen daardoor meer risico’s nemen en innoveren. Juist daarin willen we ook onderscheidend zijn.” In Indonesië is dat in elk geval gelukt, want op West-Sumatra is twee maanden geleden SHGW’s klimaatneutrale sociale theeonderneming Bio Tea Indonesia volledig in bedrijf gegaan. Vanaf volgend jaar moet dat jaarlijks zo’n driehonderd ton biologische groene thee opleveren.
88
QPQ | 3 • 2010
In de praktijk komen de projecten van de Novibs, Plans en ICCO’s van deze wereld vooral neer op weggeven. Ik geloof absoluut niet meer in traditionele ontwikkelingssamenwerking.
89
giro 300 www.hartstichting.nl
Als iemand betrouwbaar is, verstrekt de coöperatie hem tegen redelijke voorwaarden een lening: ons project is geen liefdadigheid, maar functioneert als een bedrijf. Associaties en coöperatieven Maar waar moet al die thee dan worden afgezet? “Daarvoor
Om het feit te ondervangen dat de SCC bepaalde functies van een bank niet kan vervangen, kreeg SHGW een Indonesische
werken we samen met internationale partners”, zegt Emmy
bank zover om een speciale vestiging te openen in Solok.
Janssen. “Neem TransFair USA, die momenteel voor ons
Witvliet: “Die verzorgt nu bijvoorbeeld het spaargedeelte voor
de Amerikaanse markt verkent en goede contacten heeft
de boeren.”
met megabedrijven als Walmart en Wholefoods. Op dezelf-
Zo heeft SHGW in Solok alle structuren overeind geholpen
de manier hebben we voor de Europese markt Amigos
om zelf, conform de richtlijnen van de stichting, op termijn uit
International ingeschakeld, een onderneming uit Wageningen.”
het project te stappen. Witvliet: “De tachtig procent aandelen
Ook lokale partners in Solok zijn cruciaal voor het theepro-
die wij vanaf het begin in handen hebben - Tri Kuntarto bezit
ject. En dan vooral de NGO CERDAS waarvan, hoe kan het
de overige twintig procent – gaan we daartoe langzaam maar
ook anders, Tri Kuntarto directeur is. CERDAS verschaft
zeker overdragen aan de MPA, zodat de boeren het bedrijf uit-
voorlichting en technische assistentie, en heeft twee coöpera-
eindelijk zelf in handen krijgen.” Voor de mensen van SHGW,
ties opgezet waarvan bij het project betrokken boeren – of ze nu
Meindert Witvliet en Emmy Janssen in het bijzonder, zal dat in
thee, Jatropha of stieren leveren – lid moeten worden. De eerste
elk geval een glorieus moment zijn. Witvliet: “Dit soort projec-
is de Multi Purpose Association (MPA), die praktische zaken
ten, zo heb mijn gehele carrière steeds weer ervaren, kan een
regelt als transport, collectiepunten en correcte weging.
wezenlijke bijdrage leveren aan de bestrijding van armoede. En
Minstens zo belangrijk als de MPA is de Saving and Credit Cooperative (SCC), die microkrediet verstrekt. Witvliet:
ja, daarvoor voel ik een enorme passie. Dit is het mooiste werk dat een mens kan doen.” ◆
“Voorheen kregen boeren nauwelijks tot geen leningen. Ze konden geen onderpand bieden, de rentes liggen in Indonesië astronomisch hoog en een lening moet binnen een jaar worden terugbetaald. Als bij ons daarentegen de MPA verklaart dat iemand betrouwbaar is, verstrekt de SCC hem tegen redelijke voorwaarden een lening. Daarmee kan hij dan bij ons stekjes, compost en andere zaken kopen. Want nogmaals: ons project is geen liefdadigheid, maar functioneert als een bedrijf.”
91
Tekst: Maarten van der Schaaf
92
QPQ | 3 • 2010
thema dominee of koopman
Ontwikkelingshulporganisaties moeten resultaatgerichter opereren en het bedrijfsleven moet meer worden betrokken bij armoedebestrijding. Zegt het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Toch krijgen de meeste ontwikkelingsclubs die opereren als sociale ondernemingen naar alle waarschijnlijkheid geen subsidie meer.
93
Het subsidiebeleid is een bureaucratisch gedrocht. Het zorgt voor een mismatch tussen beleidsintenties en toetsingscriteria.
De Wereldwinkel, sociaal ondernemen avant la lettre.
gedrocht. Gevolg: een mismatch tussen enerzijds de beleidsin-
Minister Maxime Verhagen stak begin juni nog de lofzang af
tenties van de Minister en anderzijds de criteria waarop wordt
over het concept dat veertig jaar geleden begon met de verkoop
getoetst of organisaties in aanmerking komen voor subsidie.
van een handvol producten uit Oeganda vanuit een huiskamer
Neem bijvoorbeeld het meten van resultaten - altijd lastig voor
in Breukelen en inmiddels is uitgegroeid tot een organisatie met
ontwikkelingssamenwerkingclubs, maar wel een prioriteit van
vierhonderd winkels en 12.500 vrijwilligers. Verhagen noemde
de minister. Wij steunen bedrijven in arme landen die markt-
de Wereldwinkels “de motor achter de groei van eerlijke handel
gericht produceren. Groeien die partners? Stijgt hun omzet en
in Nederland” en het bewijs dat “je prima koopman en domi-
het aantal werknemers? Dat kan je eenvoudig meten. Waarom
nee tegelijkertijd kan zijn”.
is die meetbaarheid dan geen criterium?”
Toch krijgt de Fair Trade Alliantie - waarvan de Landelijke
De subsidieaanvraag van ontwikkelingsorganisatie Solidaridad
Vereniging van Wereldwinkels onderdeel uitmaakt - geen sub-
werd in eerste instantie ook afgewezen - Solidaridad diende een
sidie meer van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking
bezwaarschrift in, maar die procedure loopt nog. Volgens Nico
waar Verhagen als demissionair minister verantwoordelijk voor
Roozen, directeur van Solidaridad dat onder meer samenwerkt
is. De alliantie voldoet niet aan de criteria van het zogenaam-
met multinationals om hun productieketens te verduurzamen
de medefinancieringsstelsel (MFS-2), het subsidieregime voor
in arme landen, vallen initiatieven met een focus op de private
ontwikkelingssamenwerkingorganisaties.
sector moeizaam in het format van het medefinancieringsstelsel. “Neem de keuze voor de landen waarin je werkt. Het ministe-
Mismatch “De bureaucratie heeft het gewonnen van de inhoud”,
94
rie wil graag dat je projecten uitvoert in fragiele staten. Maar wij laten de productketens bepalen in welke landen we actief
reageert Huub Jansen van de Landelijke Vereniging van
zijn. Zo hebben we een convenant gesloten met Douwe Egberts
Wereldwinkels en voorzitter van de Fair Trade Alliantie op de
over het verduurzamen van hun koffieketen. Hun koffie komt uit
afwijzing van het ministerie. “MFS-2 is een bureaucratisch
Kenia en Vietnam, dus gaan we daar aan de slag. Met ’s werelds
QPQ | 3 • 2010
grote cacaoproducenten doen we hetzelfde. Voor cacao moet je naar Ivoorkust. De keten is leidend, maar dat staat haaks op de logica van het ministerie.”
Trends in ontwikkelingssamenwerking Op 18 januari 2010 werd het langverwachte rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’ van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR)
Gewoon cool Butterfly Works is een van de weinige sociale ondernemin-
door Peter van Lieshout aangeboden aan minister Koenders. In het rapport wordt het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingbeleid kritisch onder
gen die er wel in is geslaagd om onderdeel te worden van een
de loep genomen. Door de val van de regering is het nog wachten op een
alliantie die mogelijk subsidie zal krijgen. In de IMPACT-
officiële reactie van het kabinet. “Het is eigenlijk niks nieuws wat er in het
alliantie werkt de Amsterdamse social design studio samen
WRR-rapport staat”, zegt onderzoeker Lau Schulpen van het CIDIN. “Vooral
met ontwikkelingsorganisaties Oxfam Novib, SOMO, de 1%
omdat het WRR nu ook zegt dat economische ontwikkeling meer aandacht
Club en Hirda. “Wij zijn geen traditionele hulporganisatie”,
moet krijgen in het ontwikkelingssamenwerkingbeleid, zorgt het rapport
zegt Butterfly Works medeoprichter Ineke Aquarius. “We func-
voor zoveel commotie.” De discussie over enerzijds meer focus op economi-
tioneren als een designstudio, maar onze missie is gericht op
sche groei of anderzijds meer aandacht voor sociale thema’s als onderwijs
armoedebestrijding. Vijftig procent van onze inkomsten komt
en gezondheidszorg is volgens Schulpen al zeker vijftig jaar oud. “De ideeën
van de overheid, de rest wordt betaald door onze klanten. Dat
hierover golven op en neer.” Schulpen ziet wel een andere, nieuwe verschui-
zijn bedrijven en gemeenten, maar ook stichtingen of andere
ving in het landschap van ontwikkelingssamenwerking. “Maatschappelijke
maatschappelijke organisaties. We voelen ons sociaal onderne-
organisaties in het Zuiden worden steeds sterker. Zij kunnen in toenemende
mers.”
mate direct invloed uitoefenen op het beleid van hun overheden. Daardoor
Aquarius constateert dat traditionele ontwikkelingsclubs een
nemen staten in het zuiden steeds meer zelf de verantwoordelijkheid om
vernieuwende sociale onderneming als Butterfly Works als een
sociale voorzieningen neer te zetten – een taak die in het verleden vaak door
toegevoegde waarde beschouwen voor hun alliantie. “We heb-
Westerse NGO’s werd verricht. Die NGO’s zullen zich daarom steeds meer
ben gesprekken gevoerd met ongeveer veertig organisaties en
richten op indirecte armoedebestrijding door middel van lobbyen bij regeringen en internationale organisaties.”
Het ministerie wil dat je projecten uitvoert in fragiele staten. Wij laten de productketens bepalen in welke landen we actief zijn. Dat staat haaks op de logica van het ministerie.
vrijwel iedereen wilde graag met ons samenwerken. Dat voelt als een groot compliment. Grappig genoeg wisten de meeste organisaties niet eens precies wat we deden: ze vonden ons gewoon ‘cool’.” De Amsterdamse design studio tegen armoede moest wel zijn bedrijfsstructuur aanpassen om in aanmerking te kunnen komen voor MFS-2. De BV en de stichting werden losgekoppeld van elkaar. “Voorheen vielen commerciële opdrachten onder de BV en de rest onder de stichting. Dat kan nu niet meer.” Dat die juridische stap nodig was, vindt Aquarius heel raar. “Ik heb me er over verbaasd dat de aanmoediging om bedrijven te betrekken in de alliantievorming uiteindelijk helemaal niet in het medefinancieringsstelsel is opgenomen. Bij het 60-jarige bestaan van ontwikkelingssamenwerking prees oud-minister Bert Koenders nota bene ‘Return to Sender’ als hét voorbeeld van ontwikkelingssamenwerking nieuwe stijl. Die organisatie verkoopt producten uit arme landen via de HEMA. De winst vloeit terug naar ontwikkelingsprojecten in deze landen. Return to Sender is supercommercieel, het is volledig ingebed in de marketingstrategie van de HEMA.” Multistakeholder-initiatief “Natuurlijk kunnen bedrijven voor veel toegevoegde waarde zorgen in de hulpsector”, beaamt Lau Schulpen, onderzoeker bij het Nijmeegse Centre for International Development Issues (CIDIN). “Ondernemingen pakken zaken anders aan. Ze hebben een andere stijl, kijken door een andere bril en zijn meer geneigd risico te nemen. Dat zou geen kwaad kunnen in de ontwikkelingssamenwerkingsector. Andersom geldt hetzelfde: bedrijven kunnen een grotere sociale bijdrage leveren door samen te werken met NGO’s.” Dat wil volgens Schulpen niet zeggen dat de overheid die samenwerking moet stimuleren door bedrijven ook in aanmerking te laten komen voor subsidies die specifiek zijn bedoeld voor maatschappelijke organisaties. “Om ondernemen in ontwikkelingslanden te promoten kunnen bedrijven tal van andere subsidies krijgen.” Een van die overheidsloketten is het Initiatief Duurzame Handel (IDH), dat drie jaar geleden werd opgericht op initiatief van oud-minister Koenders. In het IDH werken NGO’s en bedrijven samen, ondersteund door de overheid. Bedrijven met de ambitie om hun keten te verduurzamen stellen hiervoor zelf een strategie op en brengen de benodigde financiële
97
Wie gaat met mij buurten?
Giro969
Word collectant en help mensen met een spierziekte.
Kijk op www.prinsesbeatrixfonds.nl/busje of bel 070-3607607.
Oud-minister Bert Koenders prees nota bene Return to Sender als hét voorbeeld van ontwikkelingssamenwerking nieuwe stijl. Dat project is juist supercommercieel. Belangrijkste criteria MFS-2 MFS-2 is bedoeld voor Nederlandse maatschappelijke organisaties die zich structureel inzetten voor versterking van het maatschappelijk middenveld als bouwsteen voor duurzame armoedevermindering in ontwikkelingslanden. Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten maatschappelijke organisaties voldoen aan een hele reeks voorwaarden:
middelen in. Onder het IDH worden de inspanningen van bedrijven gekoppeld aan de expertise en inzet van NGO’s. Het ministerie heeft hiervoor twintig miljoen euro beschikbaar
1) De drempelcriteria (D-toets); waaronder de voorwaarde dat orga-
gesteld.
nisaties in Nederland zijn gevestigd en zich inzetten voor structurele armoedevermindering in bepaalde landen in de vorm van samenwer-
“Een multistakeholder aanpak,” noemt Nico Roozen van
king met, beschikbaarstelling van expertise aan, of financiële spon-
Solidaridad het Initiatief Duurzame Handel. Roozen is voor-
soring van particuliere organisaties, dat wil zeggen maatschappelijke
stander van een grotere rol voor het IDH. “Ik kan me voorstel-
organisaties zonder winstoogmerk. Daarnaast moet ten minste vijfen-
len dat het budget voor het IDH in de toekomst wordt uitge-
twintig procent van de jaarlijkse inkomsten afkomstig zijn uit bronnen
breid ten koste van het medefinancieringsstelsel. De structuur
anders dan subsidies van Buitenlandse Zaken.
van MFS-2 - een subsidiepot van circa 425 miljoen euro - staat voor ouderwets ontwikkelingsdenken, het stimuleert in onvol-
2) De organisatietoets (O-toets); toets van onder meer de kwaliteit
doende mate de samenwerking met marktpartijen. Het IDH zet
van de administratieve organisatie, de doelmatigheid van de organi-
daarentegen de financiële middelen en expertise van maatschap-
satie, de toepassing van de Code Wijffels, het beleid ten aanzien van
pelijke organisaties en bedrijven gezamenlijk in als katalysator
de zuidelijke partners, een track record van de afgelopen vijf jaar, een
voor ontwikkeling. Dat is een goede manier van werken.” ◆
contextanalyse, planning, monitoring en evaluatie (PM&E).
3) De alliantietoets; de capaciteit en de meerwaarde van de alliantie moet worden aangetoond.
99
Als geld echt noodzakelijk is om een project van de grond te krijgen, zijn er voldoende alternatieven voor subsidies.
100
QPQ | 3 • 2010
thema dominee of koopman
Liever geen subsidie. Of is het stiekem toch wel handig? Ontwikkelingssamenwerking drijft op subsidies. Maar veel sociale ondernemingen die zich op dit terrein begeven, willen liever geen overheidssteun. Ze profileren zich als vernieuwende organisaties die hun inkomsten uit de markt halen. Daarvoor zijn voldoende mogelijkheden, maar de subsidiestroom is nooit ver weg. Tekst: Maarten van der Schaaf | Fotografie: Frank Groeliken
101
EsteamWork – Machiel van Dooren 102
QPQ | 3 • 2010
Share People – Cosmas Blaauw
EsteamWork EsteamWork adviseert goed doelen en organiseert ‘learning journeys’ voor senior management naar ontwikkelingslanden. Op reis stellen ze deze managers voor een strategische uitdaging van een lokaal bedrijf, veelal een partnerorganisatie van een internationale NGO. EsteamWork werkt voornamelijk met het Internationale Rode kruis, organisaties verbonden aan de fair trade-beweging en voor UN Volunteers. Hun opdrachtgevers zijn vaak grote Nederlandse bedrijven die een kwalitatief hoogwaardige uitdaging zoeken voor hun topmensen. De reis valt vaak binnen het kader van een MBA-traject dat managers volgen. Meer informatie: www.esteamwork.com
Share People SharePeople brengt ondernemers in ontwikkelingslanden in contact met ambitieuze professionals uit heel Europa. Door lokaal kennis en ervaring uit te wisselen versterken beide partijen hun professionele vaardigheden. Tijdens een werkreis pakken Europese managers samen met lokale ondernemers concrete business cases aan. Veel bedrijven zetten SharePeople in binnen leiderschapstrajecten (MD) of in het kader van MVO. SharePeople gelooft dat het delen van kennis en het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid beter werkt in de strijd tegen armoede, dan het doneren van geld. Meer informatie: www.sharepeople.nl
Be More Be More zendt elke maand ruim vijftig vrijwilligers uit om minimaal een maand te werken bij ontwikkelingsprojecten in Zuid-Afrika (13 projecten), Uganda (7) en Malawi (3). Volgens Yvette Haas hebben alle projecten – voornamelijk met straatkinderen, kansarme jongeren en kwetsbare ouderen – hun effectiviteit bewezen. Be More bepaalt niet wat er ter plekke gebeurt, maar de regiocoördinatoren houden dat wel in de gaten.
Be More – Yvette Haas
Meer informatie: www.bemore.nl
103
Wij zijn niet verbonden aan één goed doel. Daardoor kunnen we kritisch blijven ten opzichte van onze opdrachtgevers, de overheid en NGO’s. Deze vrije rol moeten we koesteren.
Subsidies passen niet bij ons De deelnemers zijn bereid te betalen voor zo’n werkervaring in een ontwikkelingsland. De goedkoopste vrijwilligersreizen kosten vijfhonderd euro voor vier weken, de duurste duizend euro. Elke reis levert Be More 325 euro op. Daaruit dekt de organisatie de kosten. Daarnaast ontvangt de stichting donaties die de projecten in het zuiden ondersteunen. Van die donaties roomt de stichting een deel af om de kosten van de eigen organisatie te dekken. Subsidies krijgt Be More nauwelijks. Haas: “We hebben wel een paar keer indirect subsidie gekregen voor onze projecten. Dan werden de donaties voor een bepaald project verdubbeld door een NGO. Maar voor onze eigen organisatie werken we liever niet met subsidies. Dat is een bewuste keuze. Als je subsidie krijgt beperkt dat de flexibiliteit van je organisatie: op subsidieformulieren moet je opschrijven wat je precies met dat geld gaat doen, wie je doelgroep is en wat de risico’s zijn. Daar kan je niet meer van afwijken.” Problematisch vindt Haas. “Stel dat je er achter komt dat je niet de goede keuzes hebt gemaakt en het project mislukt. Dan heb je een groot probleem, want je moet wel verantwoording afleggen aan de subsidieverstrekker - en met een beetje pech moet je het geld zelfs terugbetalen.” Er zitten meer nadelen aan het werken met subsidies, vindt Haas. “Stel je voor dat we een rechts kabinet krijgen en de subsidies worden drastisch aangepakt. Als je dan grotendeels van overheidssteun afhankelijk bent heb je echt een probleem.” Daarnaast remmen subsidies de creativiteit van de organisatie denkt Haas. Vorig jaar ketste een subsidieaanvraag voor een evenement van Be More af. Toch wist de organisatie de bijeenkomst te realiseren – zonder budget, maar door samen te werken met partners. “Dat geeft meer voldoening dan wanneer je je hand hebt opgehouden.” Als geld echt noodzakelijk is om een project van de grond te krijgen zijn er volgens Haas voldoende alternatieven voor subsidies. “Dit jaar starten we met nieuwe projecten in Malawi. Investeringskosten: 20.000 euro. Eerst wilden we twee grote bedrijven proberen te strikken om allebei 10.000 euro in te leggen, maar uiteindelijk hebben
Vanuit een studentenkamer en met een paar duizend euro
104
we voor crowdfunding gekozen. Tweehonderd mensen doneren
– geleend om een berg promotiemateriaal te laten drukken –
honderd euro. Als alles goed verloopt krijgen ze dat geld eind
begon Yvette Haas (27) samen met Michel Groenenstijn (30)
2011 terug. In no time hebben we op deze manier 92 donateurs
in 2006 de stichting Be More. Haas: “We bieden Nederlanders
gevonden, voornamelijk vrijwilligers, hun familie en vrienden.
de mogelijkheid om een paar weken mee te helpen bij ont-
Een bijkomend voordeel van deze financieringsconstructie is
wikkelingsprojecten in Zuid-Afrika, Uganda en sinds dit jaar
dat deze tweehonderd mensen zich straks betrokken voelen bij
Malawi.” Daar bleek veel vraag naar: in het eerste jaar kregen
het project. Dat past perfect bij onze organisatie: we streven
Haas en Groenenstijn 86 aanmeldingen, het jaar daarop stond
immers naar meer betrokkenheid bij mensen in ontwikkelings-
de teller al op vijfhonderd.
landen.”
QPQ | 3 • 2010
Wel of geen subsidie
Behalve het aanboren van externe financiële bronnen probeert Be More ook nieuwe activiteiten te verzinnen waarmee de stichting geld kan verdienen. Haas: “2009 was een lastig
De genoemde voor- en nadelen op een rij:
jaar. Mensen gaven minder donaties en we stuurden minder vrijwilligers op reis dan verwacht. Natuurlijk is het dan pret-
- Subsidies beperken de flexibiliteit van je organisatie.
tig om subsidie binnen te krijgen, maar wij zijn gaan zoeken
- Subsidies kunnen de creativiteit van een organisatie remmen.
naar andere oplossingen. We hebben onze kosten verlaagd, zijn
- Subsidies aanvragen kost veel tijd.
deelnemers beter gaan faciliteren om voor vertrek donaties te
- Als je de doelstelling niet voldoende haalt, moet je het subsidiegeld
werven voor het project waar ze gingen werken en - de belang-
terugbetalen.
rijkste maatregel - we hebben Be More Travel opgezet. De
- Door wisselend overheidsbeleid kan het voortbestaan van een orga-
stichting bood vrijwilligers al allerlei leuke weekendtrips aan
nisatie in gevaar komen.
tijdens hun verblijf, maar sinds vorig jaar organiseren we dat in eigen beheer met eigen lokale toergidsen. Daardoor verdienen
+ Subsidies kunnen een snelle start en groei mogelijk maken.
we nu zelf geld aan die uitjes.” De vernieuwingen leverden Be
+ Met subsidies kun je sneller professionaliseren.
More succes op: de stichting zag het aantal deelnemers in 2009
+ Subsidies dwingen je te focussen.
toenemen en de organisatie bleef uit de rode cijfers. “Het feit dat we in moeilijke tijden onze eigen broek ophouden geeft ons bestaansrecht.” Door de creatieve manier van financieren vormt geldgebrek
Blaauw stapte niet naar de bank, maar ging in 2006 een
voor Be More geen belemmering. Anderzijds doet Haas ook
samenwerking aan met ICCO en De Baak. In een alliantie met
geen overhaaste investeringen. “Als we nu honderdduizend
een aantal andere partijen werd subsidie aangevraagd, waar-
euro vrij te besteden zouden hebben, zouden we echt niet zo
van SharePeople een graantje meepikte. “Sindsdien is het aan-
maar allerlei projecten gaan ondersteunen in een nieuw land.
tal opdrachten elk jaar verdubbeld. We zitten nu in vijf landen
Daar zouden we heel zorgvuldig naar kijken. Bij andere organi-
in Afrika en Azië. Zonder subsidiegeld hadden we nooit zo snel
saties hoor je wel eens dat de ontvangen subsidie nog op moet.
kunnen groeien.” Het werken met subsidie leverde niet alleen
Dan is het subsidiesysteem echt doorgeslagen. Vind je het gek
rappe groei op, Blaauw kon zijn organisatie hierdoor ook sneller
dat donateurs dan gaan twijfelen over het nut van hun giften?”
professionaliseren. “Omdat je al die formulieren moet invullen word je gedwongen te focussen. Dat ontbreekt nog wel eens
Subsidies helpen je groeien en focussen Cosmas Blaauw, directeur van Share People, ziet wel het nut
bij creatievellingen. Onze focus ligt op armoedebestrijding door middel van het versterken van het MKB in ontwikke-
in van subsidies. SharePeople koppelt managers uit heel Europa
lingslanden. Die impact staat centraal. Door samen te werken
aan ondernemers in ontwikkelingslanden om concrete business
met ICCO zijn we onze resultaten professioneler gaan meten –
cases aan te pakken. Blaauw – die jarenlang werkte voor match-
ICCO heeft daar immers jarenlange ervaring mee. Gevolg: we
makingkantoor YER – dekte de opstartkosten van Share People
werken nu veel meer vraaggestuurd waardoor onze impact is
in 2004 met zijn eigen spaargeld en met het geld dat bedrijven
toegenomen.”
betaalden om hun managers uit te zenden. Blaauw: “Om deze
Blaauw, die aanvankelijk nogal kritisch was over het werk
onderneming tot een succes te maken heb je volume nodig: als
van traditionele ontwikkelingssamenwerkingclubs, kreeg door
je veel bedrijven en managers in Europa wilt bedienen is een
zijn samenwerking met ICCO een genuanceerder beeld over
uitgebreid netwerk van bedrijven in ontwikkelingslanden ver-
het werk van grote NGO’s. “ICCO beschikt over veel kennis,
eist. Om dat netwerk op te bouwen moet je flink investeren. Als
ervaring en een uitgebreid netwerk waarmee ze doorlopend
we dat met een banklening hadden gedaan was het in crisisjaar
relaties onderhouden. Ze zijn veel minder opportunistisch dan
2009 waarschijnlijk erg moeilijk geworden. Bedrijven waren
het bedrijfsleven dat vaak snel weer vertrekt als ergens rotzooi
toen lastig te bewegen om projecten met ons te doen.”
uitbreekt.”
105
Onafhankelijkheid koesteren “Natuurlijk dwingen subsidies je tot focus, maar ik kan je verzekeren: niets maakt je zo gefocust als een lege bankrekening”, reageert Machiel van Dooren van EsteamWork op de opmerkingen van Cosmas Blaauw. Hij moet er een beetje bij grinniken. De twee mannen kennen elkaar goed. Blaauw’s SharePeople opereert op dezelfde markt als Van Dooren’s EsteamWork, maar echte concurrenten zijn het niet, denkt Van Dooren. “Wij richten ons specifiek op ‘learning journeys’ voor senior managers van een bepaald bedrijf naar een ontwikkelingsland. Ook adviseren we goede doelen over het verzakelijken van hun organisatie. We worden volledig betaald door onze opdrachtgevers.” Van Dooren is meerdere malen in de verleiding gekomen om subsidie aan te vragen voor EsteamWork. “In onze opstartjaren zaten we een paar keer heel krap bij kas. Dan konden we de salarissen niet betalen omdat een opdrachtgever geen haast maakte met betalen. Daar heb ik nachten van wakker gelegen.” Toch vroeg Van Dooren nooit subsidie aan. “We wilden graag onafhankelijk opereren zoals een BV dat betaamt.” Dus ging Van Dooren naar de bank – die hem maar beperkt tegemoet kwam. “Daardoor groeide het besef dat we strategische veranderingen moesten doorvoeren. Achteraf ben ik blij dat Triodos, onze huisbankier, ons maar gedeeltelijk aan krediet hielp. Anders hadden we de bedrijfsstructuur misschien niet aangepast en hadden we nu nog steeds een lening moeten afbetalen.” Behalve het streven om onafhankelijk en zelfvoorzienend te opereren, stelt Van Dooren dat het voor een kleine organisatie nauwelijks haalbaar is om subsidie te krijgen. “De aanvraag kost zo veel tijd. Bovendien loop je ook flinke risico’s. Als je de doelstelling van de subsidie niet haalt, moet je het geld terugbetalen. Dan heb je echt een probleem, want het geld is dan natuurlijk al lang uitgegeven.” Voorstellen tot het aangaan van een hechte samenwerking met grotere NGO’s
Het werken met subsidie leverde niet alleen rappe groei op. We konden ook sneller professionaliseren. Omdat je al die formulieren moet invullen word je gedwongen te focussen.
sloeg EsteamWork ook af. “Wij zijn niet verbonden aan één goed doel. Daardoor kunnen we kritisch blijven ten opzichte van onze opdrachtgevers, de overheid en NGO’s. Gaandeweg is het besef gegroeid dat we onze vrije rol moeten koesteren.” Inmiddels is EsteamWork volgens Van Dooren financieel gezond. “We zitten in een stabiele markt. Bedrijven willen hun topmanagers blijven trainen en in het zuiden liggen er genoeg uitdagingen op hun te wachten. Elke dag zijn we vrij om onze eigen keuzes te maken. Dat geeft enorm veel rust.” ◆
107
Inspiratie voor krachtwijken en topdorpen
Ontwikkelingshulp uit Afrika Inspiratie voor krachtwijken en topdorpen
Ontwikkelingshulp uit Afrika
108
QPQ | 3 • 2010
Ontwikkelingslanden en Nederland – een verschil van dag en nacht, zou je denken. Toch tonen sommige problemen in ontwikkelingslanden opvallende gelijkenissen met de problemen waar Nederland mee kampt. Wat te denken van de leegloop van plattelandsgebieden als Limburg, delen van Brabant en Groningen? In die gebieden heerst meer werkeloosheid en bedrijven gaan er vaker failliet dan in de stedelijke gebieden. Het gevolg: vooral jonge mensen trekken massaal naar de Randstad, waardoor het toekomstbeeld van de dorpen die ze achterlaten alleen maar slechter wordt. In ontwikkelingslanden zijn deze processen niet anders: jonge mensen verlaten de arme rurale gebieden, op
zoek naar werk en een betere levensstandaard in de grote stad. Intussen raken de steden steeds voller. Hoewel de toestand in de sloppenwijken in ontwikkelingslanden natuurlijk vele malen erger is, kent ook Nederland slechte wijken waar de generaties elkaar in steeds dezelfde uitzichtloze situaties opvolgen. QPQ legt drie succesvolle projecten uit Afrika voor aan Carin Boersma, programmaleider bij E-motive, een onderdeel van Oxfam Novib dat sociale projecten in ontwikkelingslanden en Nederland kennis en ervaring laat uitwisselen. Met de prangende vraag: Kan dit ook in Nederland werken? Tekst: Emile Schmitz
109
Een creatieve doorbraak van de slum cycle Het gat tussen arm en rijk is groot in Nairobi, de hoofdstad van Kenia. Zeventig procent van de drie miljoen inwoners woont in een sloppenwijk. Wanneer je de pech hebt te worden geboren in deze omgeving is de kans groot dat je niet ontsnapt uit een wereld van criminaliteit, verslaving en armoede. Mark Kamau, voormalig leerling en tegenwoordig docent bij NairoBits, is geboren in een sloppenwijk in Nairobi. “Ik noem het de slum cycle. Er zijn nauwelijks kansen om iets van je leven
dat deze opleidingsplekken populair zijn. NGO’s en ontwerpbureaus prefereren volgens Kamau stu-
te maken. Je ziet de rijkdom in de stad, de laptops, de mooie
denten van NairoBits boven studenten van de universiteiten in
auto’s maar je weet dat het nooit jouw wereld zal worden omdat
Kenia, omdat de studenten van NairoBits al tijdens hun oplei-
er geen geld is voor een opleiding om hogerop te komen.”
ding ervaren hoe het bedrijfsleven in elkaar zit. Bovendien is op
NairoBits gaf Kamau de kans om zijn slum cycle te doorbre-
andere scholen in Kenia de docent heilig en wordt tegenspraak
ken, door hem te selecteren voor een opleiding op hun Digital
niet geduld. In discussie gaan met de leraar is uit den boze; de
Design School. NairoBits gebruikt ICT en multimedia op een
docent vertelt en de leerling dient slechts te luisteren.
creatieve manier om de levens van minder kansrijke kinderen
“Het unieke aan NairoBits is dat er wel interactie bestaat tus-
en jongeren te verbeteren. De school is opgericht in 1999 door
sen de docent en de leerling, waarbij de student zichzelf mag
de Nederlandse organisatie Butterfly Works, die tegenwoordig
uitdrukken. Bovendien zijn alle docenten voormalige leerlingen
slechts fungeert als partnerorganisatie, wat NairoBits een volle-
van NairoBits, wat de band tussen docent en student versterkt.”
dig Keniaanse school maakt. Sinds 1999 hebben 2500 studen-
Deze werkwijze stimuleert de leerlingen een eigen mening te
ten van NairoBits hun diploma ontvangen.
vormen en voor zichzelf op te komen; eigenschappen die ook in
Via community based organisations, organisaties die (vaak) op vrijwillige basis opereren binnen een lokale gemeenschap,
110
van de tien keer in een baan. Het is dan ook niet verwonderlijk
het bedrijfsleven van belang zijn. Mark Kamau geeft aan dat hij veel meer geholpen is door deze
komt NairoBits in contact met ambitieuze jongeren die de kans
opleiding dan wanneer hij een zak geld had gekregen, waarbij
willen aangrijpen om hun slum cycle radicaal te doorbreken.
hij verwijst naar de ontwikkelingshulp. “Ontwikkelingshulp
Na de selectie leren de studenten eerst de basis - het omgaan
zoals het op dit moment gebeurt moet stoppen. Geef geen geld,
met een computer en internet - en eindigen ze met een stage bij
maar laat hulp komen in de vorm van intelligent engagement:
een van de aangesloten bedrijven. Deze stages resulteren negen
hulp geven door kennis en mogelijkheden te bieden.”
QPQ | 3 • 2010
ICT-centra die op zonne-energie draaien Internet is een belangrijke factor voor economische groei, maar de toegang tot internet in ontwikkelingslanden is vaak beperkt. De hoge kosten voor de apparatuur en de internetverbinding kunnen veel mensen zich namelijk niet permitteren. Bovendien is er een gebrek aan elektriciteit. De Nederlandse sociale onderneming NICE International
hadden we maar liefst 1500 leerlingen die trainingen volgden
(Nextdoor Internet Communication and Education) bedacht
bij de NICE-centra. Een stevige ambitie is belangrijk en daar-
een manier om deze barrières te overbruggen. Het bedrijf ont-
om willen we het concept nog verder uitbreiden naar 250 centra
wikkelde een concept waarbij ICT-centra in ontwikkelingslan-
in tien landen in 2020.”
den draaien op zonne-energie. Hierdoor is elektriciteit geen
“Niet iedereen is in staat om naar de NICE-centra toe te
probleem meer en hoeven de burgers geen dure computers en
komen. Om zo veel mogelijk mensen een kans te geven op een
internetaansluiting aan te schaffen, maar kunnen ze terecht in
betere toekomst, geven we intensieve tweedaagse trainingen
de NICE-centra.
in de dorpen, waarmee een certificaat kan worden behaald.”
Deze zijn gevestigd in dorpen en randsteden en worden
NICE werkt hiervoor samen met scholen in die rurale gebieden
gerund door lokale ondernemers op een franchise basis. Het
waar NICE workshops en presentaties geeft. Elke school heeft
doel van NICE is om het leven te verbeteren van mensen met
een ‘naigreb’, een tussenpersoon die bemiddeld tussen de scho-
lage inkomens (‘Base-of-the-Pyramid’) die op het platteland
len en de centra.
en in de dorpen leven. Deze levensverbetering is volgens Omar
Scholieren die graag willen leren werken met internet of
Njie, managing director van NICE Gambia, mogelijk door de
andere applicaties kunnen lessen volgen bij de NICE-centra.
mensen toegang te geven tot internet en andere computerappli-
Daarnaast hebben de centra een bioscoop om audiovisu-
caties. NICE verschaft internettoegang en biedt trainingen aan
ele lessen te geven en voor entertainment te zorgen. Recent
waarmee certificaten zijn te behalen. Daarmee kunnen mensen
onderzoek onder de bezoekers van NICE toont aan dat zij erg
bij bedrijven aantonen dat ze met bepaalde applicaties op de
enthousiast zijn over de digitale mogelijkheden die de ICT-
computer om weten te gaan en zo maken ze meer kans op een
centra van NICE hen bieden.
baan. Omar Njie vertelt dat NICE International het project begon
Zodra de ambitieuze leerlingen kunnen werken met internet geeft NICE ze, in samenwerking met verschillende partneror-
met twee pilot NICE-centra in het West-Afrikaanse Gambia.
ganisaties, ook de mogelijkheid om een eigen bedrijf op te rich-
“Toen we merkten dat deze twee pilots erg gewaardeerd wer-
ten door ze daarin te begeleiden. Door bedrijven op te richten
den door de bewoners, hebben we in 2009 een derde centrum
in de rurale gebieden zullen de levensomstandigheden verder
geopend in Gambia. Verspreid over het studiejaar 2009-2010
verbeteren.
111
Eindelijk echt leren
luisteren
Buddy Netwerk zet zich in voor mensen met een ernstige, chronische en/of levensbedreigende ziekte, zoals kanker, MS of Hart-en Vaatziekten. De impact van de ziekte op iemands sociale en emotionele leven is groot, soms te groot. Word nu buddy en vergroot de wereld van een ander en ook die van jezelf. Simpelweg door er eens per week een paar uur voor de ander te zijn.
Word ook buddy ! www.buddynetwerk.nl of bel 070-3649500
Ter plekke stimuleren voorkomt migratie Swartland is een regio in Zuid-Afrika, die uit elf kleine steden bestaat met een inwonersaantal van circa 7,5 miljoen mensen. Swartland is een arme regio waar de overheid moeilijk grip krijgt op de talloze problemen, waaronder werkloosheid. Door het gebrek aan werkgelegenheid kampt Swartland met een migratieprobleem naar de steden. Door deze leegloop blijft ontwikkeling op het platteland uit waardoor nog meer mensen wegtrekken naar de steden. “Migratie naar de steden bestaat over het algemeen uit men-
Zo is er het Skills Development-project, bedoeld voor werklo-
sen die zoeken naar de zekerheid van een goede baan en verbe-
zen die hiermee vaardigheden opdoen om bijvoorbeeld hui-
tering van hun levensstandaard, zoals betere scholen en betere
zen te kunnen bouwen in de regio. In 2009 hebben elf van de
infrastructuur. Wanneer deze mensen, voornamelijk jongeren,
twaalf mensen die aan het Skillsproject hebben meegedaan
hier niet in slagen komen ze vaak terecht in het criminele cir-
werk gevonden en een van hen heeft haar eigen bedrijf opgezet.
cuit. Daarnaast lopen de rurale gebieden hierdoor verder leeg
Daarnaast is er een project Youth/Family Development: jon-
en worden ze steeds minder aantrekkelijk. Daarom proberen
geren kunnen via dit project vaardigheden opdoen en inzicht
we de migratie naar de steden tegen te gaan”, aldus Cormac
krijgen in hun familieomstandigheden, die een grote invloed
Fortuin van The Swartland Development Foundation (TSDF).
hebben op de ontwikkeling en het zelfbewustzijn van de jon-
TSDF is een initiatief dat is opgericht in 2007 in Malmesbury, de grootste stad in Swartland. De stichting
geren. Ze leren omgaan met hun huidige situatie waardoor ze minder de behoefte krijgen te vluchten naar de steden.
combineert de twee best erkende rurale ontwikkelingsstra-
Naast deze twee projecten ontwikkelde TSDF met partner-
tegieën met elkaar, namelijk Local Economic Development
organisatie RED Door, een lokaal adviesorgaan van de over-
en Community Foundations. TSDF richt zich dus op zowel
heid, zogenaamde ‘capacity building programs’ voor kleine en
economische ontwikkeling als op het creëren van sterke lokale
middelgrote bedrijven om nieuwe en bestaande bedrijven in
communities in de plattelandsgebieden van de regio.
de regio te ondersteunen. Goed lopende bedrijven zijn immers
Om een stop te zetten op de migratie van jongeren naar de
goed voor de werkgelegenheid en de status van de regio.
steden heeft TSDF projecten ontwikkeld waardoor het voor
Hudson McComb, projectmanager van TSDF meent dat “een
jongeren aantrekkelijker is om in de dorpen te blijven. TSDF
regionale ontwikkelingsorganisatie als TSDF in staat is om de
gelooft erin dat ontwikkeling van vaardigheden een sterke en
regio positiever neer te zetten en daardoor bij te dragen aan de
langdurige impact heeft op jongeren en op de samenleving; je
versterking van werkgelegenheid, toerisme en business deve-
geeft ze een hengel en geen vis.
lopment. Dat maakt de regio aantrekkelijker om te werken en te wonen.”
Deze artikelen zijn geschreven in samenwerking met lokale reporters van Africa Interactive. Wil je meer weten? www.africa-interactive.com en www.africanews.com
113
Het antwoord
Leren van ontwikkelingslanden Sociale problemen worden in ontwikkelingslanden soms op heel inventieve wijze aangepakt. Wat vindt Carin Boersma van het idee om deze projecten ook in Nederland uit te voeren? “Wij denken bij ontwikkelingslanden vaak alleen maar aan oorlog en honger, maar we vergeten dat daar ook heel creatieve en goed geschoolde mensen wonen”, zegt Boersma. Ze is programmaleider van E-motive, een afdeling van Oxfam Novib die organisaties in ontwikkelingslanden aan sociale projecten in Nederland koppelt. “Waarom zou Nederland alleen kennis en geld naar ontwikkelingslanden sturen? Omgekeerd kunnen wij ook heel wat van hen leren.”
E-motive stuurt volgens dit idee van omgekeerde ontwikkelingssamenwerking Nederlanders op stage in de ontwikkelingslanden en laat trainers uit ontwikkelingslanden hierheen komen om hun methode aan de Nederlandse organisaties te leren en het project in Nederland op te zetten. Ook het Oasisproject werd op deze manier ‘geïmporteerd’. Niet ieder project uit ontwikkelingslanden is echter geschikt voor Nederlandse bodem. “Een project kan in een ontwikkelingsland nog zo succesvol zijn, als er geen behoefte aan is in Nederland, is de uitwisseling gedoemd te mislukken”, zegt Boersma. “Dan kun je wel Nederlanders daarheen sturen, of een Afrikaan hierheen halen om over zijn project te vertellen, maar dat vinden we dan niet erg respectvol.” Boersma denkt om die reden dat NairoBits en NICE zich niet goed zouden lenen voor omgekeerde ontwikkelingssamenwerking. “Deze projecten passen niet goed in de context van Nederland. In Nederland is er al heel veel aanbod op het gebied van ICT en ICT-educatie. Kinderen groeien op met de computer. Als ze er zelf geen hebben, dan gebruiken ze hem wel in de klas. Er zijn veel cursussen en er is een groot aanbod van opleidingen op vmbo-, mbo- en hbo-scholen.” Toch ziet Boersma ook overeenkomsten in aanpak. “Bij het project NairoBits zie je dat een stage jongeren soms veel verder helpt dan een universitaire opleiding. Die aanpak zie je ook steeds meer bij mbo-opleidingen, waar studenten op een leerwerkplekken ervaring op kunnen doen, zodat ze een soepelere overgang hebben naar werk.” Bij het NICE-project is Boersma gecharmeerd van het idee om de bedrijfjes te laten bestierendoor lokale ondernemers. “Ook voor plattelandsgebieden in
114
QPQ | 3 • 2010
Nederland kunnen kleine bedrijfjes de lokale economie een impuls geven. In Nederland zou je dit echter niet moeten zoeken in de ICT-centra op zonne-energie.” Het derde project, TSDF, is het meest geschikt voor omgekeerde ontwikkelingssamenwerking, denkt Boersma. “Hier zie ik meer overeenkomsten tussen Nederland en het ontwikkelingsland dan bij de andere projecten. Wellicht zou dit project bijvoorbeeld kunnen worden toegepast in Limburg. We zouden dan eerst op zoek gaan naar een Limburgse organisatie die zich bezighoudt met werkloosheid onder jongeren, zoals een gemeentelijk arbeidsbureau. Als dit soort organisaties willen meewerken en meebetalen, gaat een kerngroepje werknemers op stage naar het project. Eenmaal terug in Nederland moeten zij bedenken hoe het project kan worden toegepast in Limburg. Een ‘skills development’-programma is hier bijvoorbeeld heel nuttig, maar niet als het bouwen van huizen betreft.” Toch zet Boersma ook bij het derde project vraagtekens bij het effect van de uitwisseling. “In Afrika is de situatie in die dorpen heel ernstig, in Nederland valt het nog reuze mee. Bovendien heeft een uitwisseling vooral kans van slagen wanneer een gelijkwaardige relatie ontstaat: de organisatie uit het ontwikkelingsland moet de Nederlandse organisatie iets kunnen leren. In Nederland weten we bijvoorbeeld niet goed hoe we moeten omgaan met voorlichting over SOA’s en AIDS in de moslimgemeenschap. We weten niet goed hoe we dat vanuit de Koran moeten benaderen. In Afrika hebben ze daarentegen veel ervaring met AIDS en moslims. De Zuid-Afrikaanse organisatie Positive Muslims heeft in een handleiding en training uitgewerkt hoe je dit probleem onder moslims bespreekbaar kan maken. Een uitwisseling met Positieve Muslims was heel succesvol: die handleiding is nu vertaald naar de Nederlandse context.” ◆
Tekst: Catrien Spijkerman
115
Enterprising city
“Thanks for the coffee – it’s good”, I said. My friend replied with a smile: “It’s organic, fair trade and my dad got it at the Wereldwinkel.” We laughed at our mutual discovery of how such a socially responsible
Tekst: Tatiana Glad
response is becoming more expectedly mainstream these days.
I could easily paint a day-in-the-life scenario chockfull with living examples of the choices we have to ‘do good’: from sipping the organic fair trade coffee in the morning while I let my just Eko-certified shampooed hair dry, to a closet of Rimixed clothes to choose from or maybe the RMBLR t-shirt designed by the local streetkids (yes, there are streetkids in Amsterdam) -, to making a note on the back of a saved teabag wrapper to pick up a new LED light bulb because it will save me ninety percent energy (even if I am already offsetting my energy use through my local green energy provider). On my way to the Hub and a meeting with someone with money to invest in local development initiatives, I drop off plastic waste in the new collection container outside the Albert Heijn. Welcome to the life of the determined socially conscious consumer: the missionary and the merchant merrily co-habitating my conscience.
Over the past five years, the options available to make a difference locally and internationally through our own consumption habits have grown tremendously. Commerce and community no longer need to be at odds. In fact, all around me I am witnessing an emer-
Tatiana Glad is a social entrepreneur and sustainability
ging new economic practice – a generosity
practitioner. She is a partner in two social enterprises,
economy – that is less about bartering and
Engage! InterAct in The Netherlands and Waterlution
more about bettering. Much of this is due
in Canada, and is co-initiator of The Hubs Amsterdam
to a rapidly growing social enterprise field in
and Rotterdam. Passionate about how meaningful con-
the Netherlands, where people are choosing
versations can turn into meaningful action, Tatiana is
an entrepreneurial approach - and often also
committed to offering what she can – and a little bit more
a collaborative one - in response to pressing
– towards a healthy and enterprising city.
social and environmental problems.
www.the-hub.net | tatiana.glad@the-hub.net
116
QPQ | 3 • 2010
column
This morning I had a serendipitous meeting
the landscapes are wilder and the beer is che-
with a woman who has been a city archivist for
aper (often to the so-called same developing
many years – in the Netherlands and abroad. It
countries that are the recipient of Dutch deve-
was fascinating to see the city – and the very
lopment aid).
building we were sitting in – through her eyes. She had the eyes of history continually in the
Our exchange reminded me of Geert Mak’s
making. She spoke of Amsterdam as a port
description of a new Amsterdam emerging in
city, a hub of traders from diverse parts of the
the late 1500s that was discovering “the pur-
world – exchanging goods, information and
suit of wealth in combination with a new con-
ideas. We talked of a city that developed itself
ception of liberty”. And I wondered, might we
through enterprise. Of a city that now boasts
with this growing movement of social enter-
a high level of health, wealth and clean water,
prising today be in pursuit of liberty in combi-
yet has a density of people per square meter
nation with a new conception of wealth? ◆
that leaves people craving for escape where
The options available to make a difference have grown tremendously. Commerce and community no longer need to be at odds.
117
Duurzaamheid zit bij studenten ingebakken
Studenten en ondernemer gaan voor eigen kracht en kansen QPQ koppelde sociaal ondernemers aan reclamestudenten van de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Samen zochten ze naar vormen van duurzaam communiceren. In de vorige editie van QPQ kon je lezen hoe de eerste teams aan de slag gingen voor i-did, een modelabel dat kleding ambachtelijk laat maken door allochtone en bejaarde vrouwen. Het tweede project leverde een ludieke campagne op om getalenteerde studenten aan mooie afstudeeropdrachten te helpen. Tekst: Jolanda Breur | Fotografie: Isabel Nabuurs
118
QPQ | 3 • 2010
duurzame communicatie
Duurzaamheid is al ingebakken bij veel stagiairs. Wanneer het betekenis heeft voor de jongeren, zijn ze niet bang om door te zetten. 119
De campagne heeft als thema ‘Stel je voor’. Dat doe je bij je opdrachtgever, maar kun je ook vertalen naar de ambitie en dromen van de student. “Je wilt niet voor gek staan bij de klant, ook als student heb je verantwoordelijkheid.” Mark Hoekman (24) studeert reclame aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam en bedacht met medestudent Max van den Berg (25) een concept voor Feature Foundation. Dit bedrijf matcht non-profitorganisaties en bedrijven met Hbo-studenten die klaar zijn voor een afstudeeropdracht. Opdrachtgevers, studenten en docenten reageerden positief op een eerste proefperiode van dit project, Feature Talent. Het bedrijf wilde dat enthousiasme laten zien in een campagne gericht op hun doelgroepen, met de student als middelpunt. De opdracht was om een print voor een magazine te maken en een aanpassing van de website. “Rickert Pos, de directeur, dacht als een echte klant”, zegt Hoekman. “Hij moest rekening houden met zijn budget en wij probeerden ons concept te verkopen, het echte werk!” Hoekman en zijn partner bedachten een tool waarmee studenten hun stageverslagen kunnen uploaden op de website van Feature. Daarnaast ontwierpen ze een poster met de tekst ‘Talent laat je zien’. “Duurzaam? Door hun studenten continue bij te staan zorgt Feature aan vier kanten voor een winsituatie”, zegt Hoekman. “De student wordt er beter van, en ook de opdrachtgever, de school en Feature zelf. Bedrijven groeien uit tot betere stageplekken, dat is ook duurzaamheid.” Van den Berg: “Het duurzame kledingmerk i-did, waar de andere teams concepten voor bedachten, werkt met een tastbaar product. Bij Feature gaat het om dienstverlening. Dan ligt het zwaartepunt bij groepscommunicatie. We hebben er iedere vrijdag bij La Place over gebrainstormd. Dat gaf een extra drive om hard te werken.”
120
QPQ | 3 • 2010
Betaalbare ingreep Ook het tweede team dat voor Feature aan de slag ging, had een kleine restyling van de website voor ogen. “We keken goed naar wat Feature wilde communiceren en wat het bedrijf zowel de student als de stageplek te bieden heeft, met de student centraal”, vertelt Quintus Galenkamp (24). “We bedachten hoe we de visie van Feature - ambitie, kansen en dromen van studenten - creatief vorm konden geven.” Hij en Nawid Serayesh (27) creëerden studentprofielen binnen de structuur van de bestaande website. “Als je werkt met een klein budget is deze ingreep betaalbaar”, zegt Serayesh. “Dan moet je bijvoorbeeld niet met het idee aankomen om dure luchtopnamen te laten maken voor de website of het printmateriaal.” Van Galenkamp vult aan: “In die zin is ons concept duurzaam.” Daarnaast wil het tweetal een camerateam een dagje mee te laten lopen met de afstuderende studenten. “Na het uploaden van de filmpjes op de site kunnen Feature, opdrachtgevers en bezoekers zien waar de stagiairs mee bezig zijn”, vertelt Serayesh. “Een digitaal visitekaartje.” De printcampagne heeft als thema ‘Stel je voor’. Je stelt je voor bij de opdrachtgever, volgens het team, maar je kunt het ook vertalen naar de ambitie en dromen van de student. De twee ontwierpen een beeld van een student die zichzelf met uitgestoken hand voorstelt aan zichzelf in de toekomst. Serayesh: “Het is spannend als dit niet bij een idee blijft. Ik ben benieuwd of het echt werkt.” Duurzaamheid ingebakken En het blijft niet bij een idee, want Feature-directeur Rickert Pos was ervan onder de indruk. “Erg leuk, een jongen en een meisje stellen zich in studentenkloffie voor aan een versie van zichzelf over vijf jaar als young professional. Daaronder staat: stel je voor. Het gaat erom dat je er op uit moet om jezelf voor te stellen, maar ook dat je je kunt voorstellen wat er gebeurt als je weet wat je wilt en kansen pakt.” Pos vond reclamefotograaf Oscar Seykens bereid in zijn studio de fotoshoot te doen. “Ze hadden een duidelijk beeld voor ogen en Quintus gedroeg zich tijdens de shoot als een heuse art-director. Hij overlegde met ons en de fotograaf en gaf aan wat hij nodig had aan
121
De directeur van Feature dacht als een echte klant. “Hij moest rekening houden met zijn budget en wij probeerden ons concept te verkopen, het echte werk!”
kleding en visagie, hartstikke leuk. Het zijn serieuze studenten, verantwoordelijk en goed bij de tijd.” Pos bestudeerde de concepten van beide teams en voelde minder voor het printidee van Hoekman en Van den Berg. “Zij hadden als uitgangspunt dat studenten bang zijn voor een slechte stage en wilden daar tegenwicht aan bieden: Je kunt de pech van een slechte stage riskeren of naar Feature Talent gaan. Wij zochten juist een positieve benadering en denken dat ambitieuze studenten gewoon uitgaan van hun eigen kracht en zelf kansen zoeken. Ze willen afstudeeropdrachten die bij hun studie passen.” Beide teams hielden de aanpassingen aan de website simpel en koppelden de inhoud aan de studenten. “Het is informatie van de student over zijn opdracht en niet een bijdrage van hem aan ons project”, vertelt Pos. Wanneer Feature Talent studenten heeft ondergebracht bij een opdrachtgever blijft de bemiddelaar een klankbord voor de studenten. “Als ze vragen hebben of vastlopen, zijn we er, en ons netwerk staat voor ze open. We kunnen hen in contact brengen met bedrijven als ze bijvoorbeeld interviews moeten afnemen. Van school uit krijgen ze die ingangen meestal niet. Stagebegeleiders komen één of twee keer kijken met het verslag van de student onder de arm en hebben vaak geen tijd om op de inhoud in te gaan.” Feature, dat zelf ook studenten aan het werk heeft, ziet aan de bedrijfsadviesrapporten dat duurzaamheid al ingebakken zit bij veel stagiairs. Pos: “Ook als de opdrachtgever er niet aan denkt. Wanneer het betekenis heeft voor de jongeren, zijn ze niet bang om door te zetten. Op ons kantoor merken we het soms aan kleine dingen, zoals de suggestie van een student om een lettertype op de computer te installeren dat minder inkt gebruikt. Je ziet het ook op banenbeurzen. Ze laten zich niet meer verleiden door spelletjes en stressballetjes van potentiële werkgevers. Het gaat ze om de ervaring.” ◆
123
Het verhaal van de 21e eeuw We staan op de grens van een nieuw tijdperk. Een tijdperk waarin niet de rede en logica de boventoon voeren, maar gevoel en intuïtie. Dit stelt trendanalist Josephine Green. “Een grote verandering in ons denken is onafwendbaar.”
Tekst: Lilian Roos
124
QPQ | 3 • 2010
Wereldwijde sociale ongelijkheid, klimaatproblemen, de financiële crisis: het zijn signalen dat grote veranderingen noodzake-
Josephine Green
lijk zijn. “De wereld zoals die in de 20e eeuw functioneerde zal veranderen”, stelt trendanalist Josephine Green. “We kunnen
Josephine Green werd in 1947 geboren in Birmingham en
niet vasthouden aan massaproductie en massaconsumptie, en
studeerde politiek en geschiedenis aan de Warwick University.
aan het idee dat aandeelhouderswaarde leidend is. Als we dat
Vanaf 1970 werkte ze als geschiedenisleraar en deed ze jonge-
doen, betekent dat het einde.”
renwerk in de Londense wijk Covent Garden. In 1977 vertrok ze
Alleen groen ondernemen en groene technologie zal ons niet
naar Italië, waar ze twintig jaar woonde en voor diverse bedrij-
redden, meent Green. Een grote omwenteling is noodzakelijk.
ven werkte. De overstap naar trendresearch maakte ze in 1995.
De denkbeelden van de afgelopen decennia passen niet meer.
In 1997 verhuisde ze naar Nederland en trad ze in dienst bij
De 21e eeuw is in haar ogen een sociale eeuw. Het gaat nu om
Philips Design als Senior director of trends and strategy, waar ze
het gezamenlijk aanpakken van sociale problemen, zoals de
tot eind vorig jaar werkte. Inmiddels woont ze weer in Engeland.
vergrijzing, de kwaliteit van het onderwijs, de gezondheidszorg en het tekort aan voedsel en water. Het is tijd voor een nieuwe manier van denken en handelen. Wat verandert er in ons denken? “Door het vrijemarktkapitalisme zijn onze schulden zo hoog, dat we moeten snijden in allerlei sociale voorzieningen. Hierdoor groeit het besef dat er iets goed mis is. Het gemiddelde netto inkomen in de westerse wereld is nog nooit zo hoog
geweest. Toch is er een toename van stressgerelateerde psychische problemen. ‘Meer is beter’ geldt dus niet meer. Zingeving wordt steeds belangrijker voor mensen. Bovendien gaan we naar een toekomst met meer chaos en complexiteit. Bij de 20e eeuw hoorde een lineaire manier van
125
denken, waarin we alles wilden verklaren, via logische rederin-
We zullen steeds meer uitgaan van samenwerking en het slui-
gen op basis van oorzaak en gevolg. Vanuit dit lineaire systeem
ten van compromissen. Andere gereedschappen, zoals onze
gaan we nu naar een systeem waarin alles met elkaar verbonden
intuïtie en creativiteit, worden ingezet om de wereld te begrij-
is. In de 20e eeuw wilden we de controle houden via een strak-
pen. Duurzaamheid en sociale innovatie worden belangrijker.
ke hiërarchie, georganiseerd als een piramide. Deze piramide
Er wordt meer gekeken naar het persoonlijke, collectieve en
wordt langzaamaan platter. We gaan naar een wereld met een
spirituele.”
pannenkoekstructuur.” Bijna een jaar geleden nam Green afscheid bij Philips Design, Hoe ziet deze ‘pannenkoek’ er uit? “Van een ‘top-down structuur’, met leiders aan de top, gaan
waar ze sinds 1997 werkte als Senior director of trends and strategy. Het ging slecht met de gezondheid van haar ouders.
we nu naar een ronde, platte structuur. In het nieuwe tijdperk
Vanuit Nederland reisde ze steeds op en neer naar Engeland, en
wordt strategie en beleid niet enkel geformuleerd in de top,
dat viel haar zwaar. Bovendien zou ze toch bijna met pensioen
maar ook door gewone mensen. Niet alleen bedrijven, maar de
gaan. Na 33 jaar in Italië en Nederland te hebben gewoond,
maatschappij in zijn geheel wordt op die manier platter georga-
keerde ze daarom terug naar haar geboorteland.
niseerd.
Sinds haar terugkeer naar Engeland is haar werk niet gestopt.
De huidige westerse cultuur is gericht op competitie, op win-
Ze is een veelgevraagde spreker op congressen, ze adviseert en
naars en verliezers, en op individualisme. Deze waarden passen
ze zit in diverse besturen. Ook wil ze de tijd en ruimte nemen
niet meer binnen het nieuwe tijdperk. Nieuwe technologieën
voor haar persoonlijke zoektocht. Green: “Ik heb een sterk
bieden mogelijkheden voor verbinding tussen mensen. Door de
gevoel dat er om ons heen een mysterie is. Er is zo veel in de
globalisering is het niet meer mogelijk om je enkel te richten op
wereld dat we niet weten. Ik hoef niet alle antwoorden te vin-
je eigen land. De verouderde waarden vormen nu een bedrei-
den, maar er is iets met persoonlijke en kosmische energie. Ik
ging, want ze leiden tot conflicten. Daarom zijn nieuwe waar-
wil mezelf de tijd geven dat uit zoeken.”
den nodig, waarbij deze complexiteit wordt omarmd.
Duurzaamheid en sociale innovatie zijn niet comfortabel. Het gaat om radicale veranderingen. Mensen willen dat de dingen zo blijven als ze zijn, want dat is wat we kennen. Het onbekende is eng. 126
QPQ | 3 • 2010
Wanneer ontstond deze spirituele zoektocht? “Sinds de afgelopen twintig jaar ben ik daarmee bezig - soms wat meer en soms wat minder. Binnen de bedrijven waarvoor
god, de wetenschap of door iemand aan de top van de piramide. Maar het is slechts een zeepbel, een verklaring voor dat moment over wie we zijn. Alles verandert, ook wereldbeelden. Bovendien speelt angst een rol. Duurzaamheid en sociale
ik werkte zag ik een ontwikkeling naar meer verbintenis. Ik besloot dat ik niet alleen trends wilde bekijken, maar dat ik ook
innovatie zijn niet comfortabel. Het gaat om radicale verande-
een standpunt wilde innemen. Collega trendanalisten proberen
ringen. Mensen willen dat de dingen zo blijven als ze zijn, want
juist objectief te zijn, terwijl ik openlijk een standpunt inneem.
dat is wat we kennen. Het onbekende is eng. Daarnaast is er een
We moeten van kritisch denken over naar kritische acties.
aantal krachten, die er belang bij hebben om het oude wereld-
Misschien is mijn werk sowieso dus wel spiritueel en zit er een
beeld in stand te houden. De winnaars in de piramidewereld
spiritueel doel achter de boodschap die ik breng.”
zijn niet per definitie de winnaars in de pannenkoekwereld. Maar of mensen het nu willen of niet, de situatie verandert.”
Zijn er niet veel mensen die cynisch reageren op uw verhaal? “Een omslag in denken is lastig, daar ben ik me van bewust.
Een van de grote problemen van deze tijd is, volgens Green, onze manier van produceren. Die is te massaal geworden.
We groeien op met een wereldbeeld en geloven dat dit het
Green: “Producten worden verscheept over de hele wereld.
wereldbeeld voor altijd is - of het nou is ingegeven door een
Productieprocessen hebben geen menselijk formaat meer, zodat
Dochter van ABN AMRO experimenteert met ‘pannenkoekstructuur’ Volgens Josephine Green is een bedrijf dat meegaat met de tijd niet hiërarchisch georganiseerd als een piramide, maar zo plat als een pannenkoek.
Ruimte voor deeltijd “Veel medewerkers van Dialogues werken in deeltijd, omdat ze er andere
Wat betekent dit in de praktijk? Dialogues, een dochteronderneming van ABN
werkzaamheden naast hebben. Zelf heb ik twee bedrijfjes en mijn manager
AMRO, experimenteert met deze ‘pannenkoekstructuur’. Innovatie, onder-
is deeltijd hoogleraar. Pasgeleden is een van onze medewerkers als voetbal-
nemerschap en duurzaamheid zijn de uitgangspunten van dit platform.
makelaar aan de slag gegaan. Ik heb hem in de zomer twee weken extra vrij
Verschillende projecten en organisaties zijn er gehuisvest, zoals Associates,
gegeven. Zou ik hem die ruimte niet geven, dan zou ik een goede medewerker
een bemiddelingsbureau voor hoogopgeleide zzp’ers en Familiekompas,
kwijt zijn. Een eigen bedrijf opzetten leert mensen meer dan een opleiding of
om gezinnen te ontstressen. Dit soort initiatieven komen uit de Dialogues
cursus. Ze blijven hierdoor scherp en geïnspireerd.”
Incubator, de denktank van Dialogues.
Samenwerkingen “Het is bijzonder dat wij binnen een grote bank een platte organisatiestruc-
“Er is veel ruimte voor humor en we zijn ons bewust van onze beperkingen.
tuur hebben”, stelt Chief inspiration officer Jaspar Roos. “Bij ons op de werk-
Samenwerken is belangrijk, omdat we niet alles zelf kunnen. We werken veel
vloer is het verschil tussen een manager, freelancer of stagiaire niet te zien.
met freelancers, besteden vaak zaken uit en zetten projecten op met partners
Het gaat bij ons niet om status, maar om samenwerking.” Hij beschrijft vier
waarmee we de winst delen. Dit komt het uiteindelijke resultaat ten goede.”
voorbeelden van hoe de platte structuur zich binnen Dialogues uit:
Geen winnaars Leiderschap “We geven medewerkers alle vrijheid. Er zijn geen strakke werktijden. De
“Het gaat er bij ons niet om dat de een beter is dan de ander. Het willen winnen ten koste van een collega straffen we af, want het gaat om het gezamen-
resultaten toetsen wij, maar inhoudelijk weten zij meer over een project. Als
lijke resultaat. Ook is er ruimte om fouten te maken. Soms blijkt een venture
zij een andere kant op willen, hebben ze ons vertrouwen. Een statusgerichte
niet levensvatbaar. Dat hoort bij ondernemen. Als je op je bek mag gaan, is er
leidinggevende zal het gevoel hebben de controle te verliezen en vervolgens
meer durf en creativiteit.”
op de rem trappen. Dat demotiveert medewerkers en de creativiteit slaat daarmee dood. Juist door los te laten heb je uiteindelijk meer controle. Niet iedereen kan daarmee omgaan, maar dit filtert zich vaak vanzelf uit. Wie niet binnen onze organisatie past, voelt zich er ook niet thuis.”
127
Wie gaat met mij buurten?
Giro969
Word collectant en help mensen met een spierziekte.
Kijk op www.prinsesbeatrixfonds.nl/busje of bel 070-3607607.
Er is een andere energie nodig. Steeds meer onderzoek bewijst dat mensen gelukkig worden van een goed leven, waarin ze iets bijdragen, iets betekenen voor anderen.
Tips voor een ‘pannenkoekbedrijf’ Hoe kunnen organisaties de voorwaarden scheppen voor de overgang van een piramidestructuur naar een pannenkoek? Josephine Green geeft drie tips:
1) “Er is moed voor nodig om niet winst maar innovatie voorop te stellen. Bedrijven moeten zwaar investeren in visie en missie. Medewerkers willen een doelgerichte visie, iets dat zin geeft, waarvoor ze ’s ochtends hun bed uit komen.”
2) “Binnen bedrijven moet ruimte zijn voor investeringen voor de lange termijn, zodat het mogelijk is om te experimenteren, te creëren en te innoveren.”
3) “Het is belangrijk om stappen te zetten om de organisatie te decentraliseren. Verdeel de macht en verantwoordelijkheid door het hele systeem. Herken en mobiliseer mensen die willen veranderen binnen de organisatie.”
we ze als consument niet kunnen bevatten. Wie beseft hoeveel
rendementen niet meer zo hoog zullen zijn als vroeger. Ze halen
energie ons eten heeft gekost? Achter de producten op onze
ook voldoening uit andere soorten resultaten.”
eettafel en in onze kledingkast zit een lang verhaal, en een deel van dat verhaal is niet zuiver. Daar staan steeds meer mensen
Al op jonge leeftijd werd Green geconfronteerd met botsende
bij stil. We moeten ons afvragen of het zinvol is om een T-shirt
denkbeelden. Haar vader was een echte Engelsman, met een
van twee euro te produceren.”
grote liefde voor zijn land, terwijl haar Italiaanse moeder erg idealistisch was, met een sterk gevoel voor sociale rechtvaar-
Maar wil de consument niet gewoon weinig voor een T-
digheid. Green: “Ik heb nooit geaccepteerd dat er maar één
shirt betalen?
manier is om de wereld te interpreteren. Doordat ik met mijn
“De consumentenmaatschappij heeft ons het idee gegeven dat we alles kunnen krijgen wat we willen: de klant is koning. Maar
achtergrond geworteld ben in twee culturen, kan ik de dingen door verschillende ogen zien.”
het bewustzijn groeit dat dit ten koste gaat van andere mensen en van de planeet. Het woord ‘consument’ hoort bij het vorige
Haar creatieve en emotionele kanten kwamen vooral in Italië
tijdperk, omdat een consument passief is. In het nieuwe tijd-
naar boven, waar ze vanaf 1977 woonde. “Het land heeft meer
perk doet en denkt iedereen mee. Iedereen is prins, er is geen
passie en levendigheid in zich dan Engeland.” Ze werkte er voor
koning meer.”
diverse bedrijven, totdat ze werd aangereden door een vrachtwagen. Haar herstel duurde een jaar. “Ik voelde me bevoor-
Wat is de rol van sociaal ondernemers?
recht dat ik het ongeluk had overleefd, dat ik een tweede kans
“Sociaal ondernemers zijn belangrijke aandrijvers van sociale
kreeg. Die ervaring zette me aan het denken. Ik besefte dat ik
innovatie. Ook sluiten zij aan bij de nieuwe manier van denken:
somber werd van de gedachte dat ik alleen geloofde in wat ik
samen je toekomst maken, niet vóór mensen, maar samen mét
zag en kon aanraken.”
gewone mensen. Daarbij accepteren sociaal ondernemers dat
Na haar herstel ging ze aan de slag als trendanalist en via een
129
Een omslag in denken is lastig. We groeien op met een wereldbeeld en geloven dat dit het voor altijd is. Maar het is slechts een zeepbel, een verklaring voor dat moment over wie we zijn. Alles verandert, ook wereldbeelden.
opdracht kwam ze in aanraking met Philips Design, waar ze in 1997 in dienst trad. Green: “Het was op een moment dat ze
Wat staat er nu te gebeuren? “Leiders van grote bedrijven moeten samenkomen en hun
zochten naar een meer menselijk perspectief, niet meer alleen
krachten bundelen om de regels van het spel te herschrijven. Ze
gericht op technologie. Ze wilden mij hebben vanwege mijn pas-
moeten het belang van hoog rendement voor aandeelhouders
sie en emotie.”
verminderen. Op laag niveau kunnen medewerkers netwerken
“Ik ben van nature optimistisch. Ik geloof dat het onze morele plicht is om optimistisch te zijn. Er is veel scepsis en cynisme in de wereld. Dat betekent stilstand, het brengt ons
smeden die de pannenkoekstructuur van onderop bewerkstelligen We hebben nieuwe manieren van produceren nodig en nieuwe
nergens. Een negatieve houding gaat vooruitgang tegen. Er is
economische modellen. Om te bepalen wat vooruitgang en
een andere energie nodig. Met de juiste energie gaan we voor-
welzijn is, moeten we verder kijken dan het bruto binnenlands
uit. Steeds meer onderzoek bewijst dat mensen gelukkig wor-
product. Momenteel wordt er onderzoek gedaan (onder andere
den van een goed leven, waarin ze iets bijdragen, iets beteke-
door de OECD) naar een holistischer model om vooruitgang en
nen voor anderen.”
welzijn te meten. We gaan richting nieuwe manieren van leven en produceren.
130
QPQ | 3 • 2010
Infosamenleving vraagt om nieuw evenwicht Het is niet voor het eerst in de geschiedenis dat ons wereldbeeld drastisch verandert. Neem de industriële revolutie begin van de 19e eeuw. Door technische uitvindingen, waaronder de stoommachine, ontstonden nieuwe productiemethoden. Ambachtelijke bedrijven maakten langzaamaan plaats voor grootschalige industrieën met massaproductie. Hierdoor veranderde de samenleving zodanig, dat er nieuwe behoeftes ontstonden. Als antwoord kwamen scholen om arbeiders op te leiden, bibliotheken om de vraag naar meer informatie aan te kunnen, banken om te sparen en arbeiderswijken om de werknemers te huisvesten. Bij deze geïndustrialiseerde samenleving paste een hiërarchische ‘top-down structuur’, met strakke leiders aan de top. Ook nu, aan het begin van de 21ste eeuw, zijn we volgens trendanalist Josephine Green op zoek naar een nieuw evenwicht tussen mens, techniek en samenleving. Door onder meer nieuwe technologie en de globalisering is de wereld complexer. Opnieuw zijn er andere behoeftes ontstaan. Sociale problemen vragen nu om sociale oplossingen. De oude oplossingen, de strakke hiërarchie en controle, werken niet meer. Sociale innovatie is nu belangrijk, volgens Green. Moderne bedrijven richten zich niet op de consument, maar op sociale oplossingen. Sociale media maken tegenwoordig van iedereen producent. Iedereen kan meeschrijven op Wikipedia, filmpjes plaatsen op YouTube of een weblog bijhouden. En de grote meerderheid is actief op sociale netwerken als Twitter, Facebook of LinkedIn. Deze ontwikkelingen geven mensen meer invloed om mee te denken op alle niveaus. Mede hierdoor kan de wereld platter, minder hiërarchisch, worden georganiseerd.
Nieuwe technologieën bieden nieuwe mogelijkheden. Via
den niet meer werken. Het alternatief is ondenkbaar. Als we
digitale netwerken kunnen kleine bedrijven op grote schaal
doorgaan op deze weg, zullen in de toekomst een paar men-
samenwerken. Deze kleine bedrijven zijn geworteld in de lokale
sen heel veel hebben en heel veel mensen niks. Ook voor onze
realiteit, waardoor lokale economieën en samenlevingen ster-
planeet zou het rampzalig zijn. Dat besef groeit. Er zijn steeds
ker worden. Het gaat uiteindelijk om een diepere kwaliteit van
meer mensen die willen veranderen. Neem bijvoorbeeld de
leven. Hoe richten we onze samenleving zo in dat er weer rele-
generatie Y, de twintigers: zij willen niet opgesloten worden in
vantie ontstaat, zonder dat we onze planeet verwoesten? De
een piramidesysteem. Als mensen van onderaf initiatief nemen,
mens is niet het middelpunt van de wereld, maar we maken
meer vrijheid voor creativiteit opeisen, en er komen aan de top
deel uit van deze wereld.”
moedige leiders met een visie, dan ontstaat het nieuwe tijdperk.” ◆
Hoe lang duurt het voordat we in de ‘nieuwe wereld’ leven? “Ik heb geen idee, maar ik weet dat het komt. Het komt op het moment dat steeds meer mensen beseffen dat oude denkbeel-
131
Wie zorgt er straks voor Pietje?
Nadenken over straks, als u er niet meer bent, is moeilijk. Emotioneel. Mede omdat er zoveel geregeld moet worden. De ervaren medewerkers van het Leger des Heils staan u hierbij graag terzijde. Met praktische tips over uw nalatenschap en hulp bij het vastleggen van uw wensen. Maar ook met een goed gesprek over uw zorgen, uw twijfels, eventueel uw geloofsvragen. Dat is vaak een hele opluchting. Wilt u hier meer over weten? Bel dan naar 036 - 539 81 62 of ga naar de website www.wiezorgterstraksvoorpietje.nl
180º
“Ik hoef er niet rijk van te worden. Mijn idealen vind ik belangrijker” Carolien Kernkamp (49) is oprichter/directeur van netwerkorganisatie Just Strategies. Ze initieert en/of begeleidt in opdracht MVO-projecten bij bedrijven en maatschappelijke organisaties. Soms als coach, soms als adviseur, regisseur of ondernemer.
Tekst: Eva Prins | Fotografie: Frank Groeliken
“Een eerlijkere en duurzamere wereld, dat is mijn doel. Ik werk alleen aan opdrachten die daaraan bijdragen. De rest vind ik tijdverspilling.
ook onderdeel van de oplossing kan zijn. Daar knapte ik steeds meer op af. De geëngageerde burger die ik in mijn vrije tijd was, kon ik niet meer
Eerder werkte ik onder meer als advocaat, reorganisatie manager en
verenigen met mijn professionele bestaan. Toen ik me dat realiseerde,
human resource directeur. In mijn laatste baan was ik strategieadviseur
besloot ik voor mezelf te beginnen. Dat was in 2001.In eerste instantie
en interim manager. Een succesvolle carrière, maar ik vond mezelf in het
werkte ik alleen in opdracht en met marktconforme tarieven. Maar daar-
licht van de grote wereldproblemen niet zo nuttig. Gaandeweg groeide
mee maakte ik mezelf onbereikbaar voor (maatschappelijke) organisaties
het gevoel dat ik me meer met zaken bezig wilde houden waar ik me ook
waar ik wel graag voor en mee wilde werken. Daarom initieer ik nu meer
privé druk over maakte: milieuvervuiling, mensenrechten en armoede.
projecten en werk ik vaker pro deo of tegen gereduceerd tarief. Ik hoef er
Business as usual interesseerde me steeds minder: het vaak eenzijdige
niet rijk van te worden. Mijn idealen vind ik belangrijker.” ◆
streven naar grotere omzet en hogere winst - zonder oog voor de impact op mens, maatschappij of milieu, laat staan het besef dat je als bedrijf
Wil jij ook je verhaal vertellen? Mail naar: petra@qpq-magazine.nl
133 133
Nu nog voordeliger
Koop niets! Vroeger, toen duurzaam nog niet bestond, moest alles meer. Meer geld, meer spullen en vooral nieuw kopen. Nu gaan we voor ‘groen’, dus voor minder. Wie ‘groen’ wil doen, koopt, vliegt, rijdt, en baddert minder. Moeilijk? Nee! Geen uren meer op pad om het perfecte jurkje te vinden, geen ellenlange vergelijkingen tussen LCD en plasma televisies, en nooit meer sjouwen met propvolle koffers op hectische luchthavens. Pimp je oude kleren tot ‘vintage’, lees de boeken die je kocht maar nooit aan toe kwam en zet de tent op in de tuin. Wie eenmaal begint met consuminderen, wil niet anders meer. “Het verrijkt je leven.” Tekst: Eva Prins | Fotografie: Frank Groeliken De verwarming hoog? Je kan ook een extra trui aan doen. Nieuwe jurk? Tweedehands kan net zo mooi zijn. Met het vlieg-
in meer rust, ruimte en tijd. Hun motto: ‘Meer met minder’. Het heeft volgens Van der Sanden dan ook al lang niet
tuig op vakantie? Op de fiets is nog gezond ook. Voor Pauline
meer dat ‘geitenwollensokkenimago’ dat er lang aan kleefde.
Brantjes (60) is deze ‘eenvoudige’ levensstijl al jarenlang van-
Integendeel: het wordt weer hip. Zo zijn het de laatste jaren
zelfsprekend. “Ik ga in principe zo weinig mogelijk naar de
vooral jonge vrouwen die aan de wieg staan van ‘ludieke’ duur-
winkel”, zegt ze. “Groenten haal ik voor een groot deel uit
zame initiatieven als Little Green Dress, dat kledingruilfeest-
mijn eigen moestuin en ik ben creatief in hergebruik.” Door
jes organiseert en het Repair Café in Amsterdam, waar je, met
af te zien van (overbodige) luxe goederen en gewoonten, wil
hulp, je kapotte huisraad en kleding kan repareren. Van der
Brantjes de al zo overbelaste aarde sparen. “Overconsumptie
Sanden: “We gaan weer repareren, breien, naaien, kippen hou-
is een belangrijke factor bij de vernietiging van de aarde.
den, tuinieren en zelf - vegetarisch en biologisch - koken.”
Consuminderen is voor mij dan ook de ultieme manier om goed met het milieu om te gaan.”
Low Impact Man Half serieus, half ludiek was ook de actie van de Vlaamse
Hip Pauline is een pionier van een groeiende groep consuminder-
134
Steven Vromman (50). Hij wilde bewijzen dat je ook goed kan leven met een ecologische voetafdruk (zie kader) van 1,6 en
aars. Dikwijls is geld besparen - al dan niet noodgedwongen -
doopte zichzelf voor de duur van een jaar tot Low Impact Man.
de eerste drijfveer, maar steeds vaker wordt consuminderen ook
Hij pakte het drastisch aan: Een groot deel van de elektrische
ingegeven door idealisme: het is beter voor mens en milieu.
apparaten als waterkoker, stofzuiger, magnetron en strijkbout
“Consuminderen is vaak een onderdeel van een bredere
deed hij de deur uit, afwassen, douchen en kleren wassen deed
‘bewuste leefstijl’ waarin duurzaamheid, biologisch en fair
hij met – verwarmd – regenwater en koken (zonder vlees en vis
trade belangrijke onderdelen zijn”, zegt Heleen van der Sanden.
en met enkel producten van de lokale boerenmarkt) in een zelf-
Zij is uitgever van Genoeg, het tijdschrift voor en over con-
gemaakte hooikist (een met hooi geïsoleerde kist waar een ver-
suminderaars. Consuminderen staat dan ook niet alleen voor
hitte pan heet in blijft en zo het eten gaart). De krant las hij in
‘minder’, maar ook voor anders: beter, eerlijker, duurzamer.
de bieb en hij verplaatste zich alleen nog lopend, fietsend of met
Kwaliteit in plaats van kwantiteit. In Europa zouden er al meer
het openbaar vervoer.
dan twaalf miljoen vrijwillige ‘downshifters’ zijn: mensen die
Vromman slaagde in zijn missie en hield deze leefwijze ook
hun geluk niet zoeken in meer geld of meer spullen, maar juist
na het experiment grotendeels vol (zijn voetafdruk schommelt
QPQ | 3 • 2010
Uit onderzoek blijkt dat consuminderen het leven verrijkt, relaties verdiept, mensen brengt bij wat ze echt belangrijk vinden. Ze ervaren hun ‘nieuwe leven’ als rustiger en zinvoller. nu rond de 2). Maar ondanks dat hij het makkelijker vond dan
deed zij onderzoek onder ruim duizend vrijwillige en ‘gedwon-
gedacht, realiseert hij zich dat zo ‘extreem’ voor de meeste
gen’ consuminderaars. En wat bleek? De blijvende sobere
mensen niet is weggelegd. Toch kan iedereen volgens hem zijn
levensstijl geldt niet alleen voor de consuminderaars die er
of haar voetafdruk ‘makkelijk’ met tien tot twintig procent ver-
bewust voor kozen, maar ook voor mensen die om financiële
kleinen. De belangrijkste maatregelen daarvoor: minder vliegen
redenen móesten matigen. Hoe dat kan? Schreurs: “Het heeft
en auto rijden, minder vlees eten en je huis isoleren. Tientallen
hun leven verrijkt, relaties verdiept, hen gebracht bij wat ze echt
andere tips beschrijft hij in zijn boek: ‘Low Impact Man.
belangrijk vinden. Ze ervaren hun ‘nieuwe leven’ als rustiger
Praktische tips voor een ecologisch leven van wieg tot graf’.
en zinvoller.” Steven Vromman beaamt dit. “Een Low Impactleven is een gezonder, goedkoper en minder stressvol leven.”
Rustiger Handig, want ‘leven met minder’ klinkt misschien wel goed voor je geweten en portemonnee, maar is ook moeilijk. ”Offers?”, Pauline Brantjes valt even stil. “In het begin voelde het misschien wel zo. Ik hou namelijk ook van mooie kleren en spullen. Maar op een gegeven moment gaat het vanzelf.” Wat
De ecologische voetafdruk De ‘ecologische voetafdruk’ is een manier om te bere-
overigens niet wil zeggen, dat ze nooit meer voor verleiding
kenen hoeveel vruchtbare aarde gebruikt wordt om in de
zwicht. “Zo heel strikt ben ik niet hoor”, zegt ze. “Ik draag bij-
behoefte te voorzien van een persoon, stad of land. Als
voorbeeld wel katoen, terwijl ik weet dat de katoenteelt een hele
we de aarde eerlijk zouden verdelen, zou iedereen ‘recht
grote vervuiler is. Maar ik koop het dan wel zo veel mogelijk
hebben’ op een voetafdruk van 1,6. De gemiddelde voet-
tweedehands.”
afdruk is echter 2,2. We gebruiken dus meer dan de aarde
“Om te kunnen matigen, moet je sterk in je schoenen staan”,
aankan. En ‘we’ is vooral het rijke Westen. In Nederland is
zegt consuminderexpert Jeanine Schreurs. Dat geldt volgens
de gemiddelde voetafdruk 4,4, in de Verenigde Staten 9,6
haar vooral voor mensen die er vrijwillig voor kiezen. Zij stellen
en in België 5,6.
immers de norm van ‘meer, meer, meer’ ter discussie en krijgen daarom vaak kritische reacties uit hun omgeving. Maar wie doorzet, wil daarna vaak niet meer anders, constateert Schreurs in haar proefschrift Living with Less. Hiervoor
135
We hebben uw hulp nodig. Collecteert u mee?
De collecteweek staat weer voor de deur. Met een paar uur per jaar, maakt u het verschil. Word collectant: www.kwfkankerbestrijding.nl/collecte
De douche
Voor hardcore consuminderaars is douchen dĂŠ verspilling van water en warmte. Stinkend door het leven is geen optie. Wat te doen? Een zelfmaakdouche. Oude emmer, hamer en spijker voor de gaten, touw en schroefoog; klaar! Moet je wel een ton buiten zetten om regenwater op te vangen. Iets minder Spartaans? Wat te denken van de voetbalkleedkamermethode: teiltje warm water, stukje zeep en washand en schrobben maar. Voor de luxe-consuminderaars onder ons is er de kookwekker. Zet ‘m op 4 minuten, 4,5 minuut korter dan de gemiddelde douchebeurt, en je bespaart ruim 50 liter water.
137
Het fornuis
Wie wel ‘ns kampeert, kent het principe van koken op één gaspitje: als de pan met pasta kookt, haal je ‘m van het vuur, wikkelt ‘m in een slaapzak en laat ‘m enige tijd staan zodat de pasta gaar wordt. Kun je ondertussen op dat ene pitje saus maken. De hooikist werkt ook zo: zet je pan aardappelen zodra die kookt in die kist. Na een paar uur zijn de piepers gaar. Je kunt er een kopen, maar er één maken is supereenvoudig. Neem een oude houten doos, bekleed de binnenkant met hooi – of ander warmte-isolerend materiaal- en stof, en klaar is Kees.
138
QPQ | 3 • 2010
De apotheek
Consuminderen betekent ook: een meer DIY-lifestyle. Wat te denken van medicinale drankjes als hoest- en kruidendrankjes. Zoals deze homemade hoestdrank, ook goed tegen de griep: 30 groene dennenappels, 30 klontjes suiker, 1 liter graanjenever. Doe alles bij elkaar in een fles en zet het 30 dagen in de zon in het raam. Elke dag even schudden. Last van bloedarmoede en eczeem? Maak een ijzerhoudende drank van 1 liter rode wijn, 50 gram gedroogde brandnetel en 50 gram gehakte abrikoos. Heerlijk!
139
De stofzuiger
Hedendaagse reclames kunnen beweren wat ze willen over de huidige stofzuigers: dat ze zuiniger zijn, minder CO2-uitstoot hebben, veel minder lawaai maken. Maar de ĂŠchte stofzuiger die dat allemaal waarmaakt, is natuurlijk de rolzuiger. Een doosje op wieltjes dat vuil naar binnen stoffert. Tegenwoordig vind je ze enkel nog op Marktplaats of in kringloopwinkels. En dan moet je er snel bij zijn, want hij is populair. En dat hoogpolige tapijt waarvan de polen in de rolzuiger verdwijnen als je dat wil reinigen? Heel simpel: de mattenklopper!
140
QPQ | 3 • 2010
De groenteboer
De groenteboer voor consuminderaars is de eigen moestuin. Niet zomaar een groentetuin, maar een PermaTuin: een moestuin volgens de principes van permaculture. Via natuurlijke ecosystemen verbouw en gebruik je de grond zo dat er natuurlijke gewassengroei ontstaat. Je bouwt dus je eigen ecosysteem. Dat gaat niet zomaar, permacultuur kent een aantal basisprincipes: het belang van zon, water en wind in je ontwerp, de 7 (!) verschillende plantlagen voor optimaal gebruik van zon en bodem, en het belang van diversiteit van de gewassen. Geen tuin, wel een balkon? Verticaal tuinieren biedt uitkomst. Geen PermaTuin, toch je eigen tomaten en paprika’s.
141
Impact kun je alleen traceren als je bij je doelgroep te rade gaat
Van ik naar jij Sociaal ondernemers willen met hun activiteiten maatschappelijke problemen oplossen, in het groot of in het klein. Lukt dat ook? Daarnaar wordt volgens Karen Maas van de Erasmus Universiteit nog te weinig gekeken. Ze onderzocht verschillende methoden om die impact op de samenleving te meten.
Tekst: Jolanda Breur | Fotografie: Isabel Nabuurs
142
QPQ | 3 • 2010
Impactmeting
143
Als het gaat om maatschappelijke activiteiten weten ondernemingen wel wat ze doen en hoeveel geld daar mee gemoeid is, maar wat het oplevert, blijft vaak een raadsel.
Alles draait om geld. Dat was de indruk die Karen Maas (40) kreeg tijdens haar studie economie. “Ik was er niet van overtuigd. Toen ik in de milieueconomie dook, zag ik bedrijven worstelen met afwegingen. Hoe bijvoorbeeld schoon te produceren, maar toch kosten besparen? Ik vond het interessant te zien wat ze meenamen in die weging.” Maas besloot op het onderwerp af te studeren. Ze wist al snel dat voor de juiste keus een meting nodig was. “Je moet weten wat je doelen zijn en hoe je die kunt bereiken. Wanneer je de resultaten hiervan naast elkaar legt, is de afweging eenvoudiger.” Ze maakte haar vak van deze ondernemingsbeslissingen en ging werken voor het Instituut voor Toegepaste Milieueconomie (TME). In 2003 stapte ze over naar BECO, een adviesbureau voor duurzame ontwikkeling, waarvoor ze veel bedrijven en overheden adviseerde. “Het wordt niet makkelijker voor ze nu duurzaamheid zo’n hoge vlucht neemt. Zeker niet met die toenemende aandacht voor de sociale kant.” Impactraadsel Hoe afwegingen gemaakt worden, verschilt van bedrijf tot bedrijf. “Het hangt af van de mate waarin maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is ingebed. Sommigen vegen MVO zo van tafel bij financiële problemen. Daarnaast hoopt
Wat en waarom meten sociaal ondernemers? wilt weten hoeveel sneller die mensen een
thuis zijn? Met Nederlandse werknemers is dit
nemers zouden de impact van hun maat-
reguliere baan vinden nadat ze bij jou in dienst
natuurlijk eenvoudiger.”
schappelijke activiteiten moeten meten, vindt
zijn geweest en wat dat uitspaart. Stel dat
Karen Maas. De docent en onderzoeker aan
tachtig procent binnen drie maanden regulier
informeren. Die worden volgens Maas steeds
de Erasmus Universiteit nam dertig meet-
werk vindt, terwijl dat normaal pas na drie jaar
kritischer. “Ze geloven best dat je goed bezig
methoden onder de loep en bestempelde er
is of misschien wel nooit. In het eerste geval
bent, maar ook dat je er iets van terug ziet. Zo
acht bruikbaar. Voor sociaal ondernemers die
bereken je bijvoorbeeld hoeveel uitkering je
onderbouw je je verhaal met feiten en cijfers.”
impact in geld willen uitdrukken, acht ze voor-
bespaart op twee jaar en negen maanden, de
Daarnaast helpen de uitkomsten onderne-
al Social Return on Investment (SROI) geschikt.
tijd waarin ze eerder aan een baan komen.”
mers betere afwegingen te maken. “Je kan
Reguliere bedrijven maar ook sociaal onder-
Een makkelijk toepasbare methodiek, waar-
Ook Participatory Impact Assessment is voor
Met de resultaten kun je klanten beter
besluiten te stoppen met de activiteit omdat
voor op internet een e-tool te vinden is, de
sociaal ondernemers een praktische meet-
de doelgroep er niet blijer van wordt of dat
social e-valuator. Een nadeel van de methode
methode. Deze richt zich meer op doelgroe-
hun toekomstperspectief niet verbetert.
vindt Maas dat alles vertaald wordt naar geld.
pen. “Wanneer je duurzame mode verkoopt
Daarnaast kun je van koers veranderen in je
Je kunt meten zonder je doelgroep te vragen
waarvoor je stoffen uit het buitenland impor-
aanpak.”
wat het hen heeft gebracht. SROI berekent
teert, kun je meten hoe de arbeidsomstan-
wat activiteiten de maatschappij financieel
digheden van de werknemers daar zijn, mocht
keholder. “Weet waar ze op aanslaan. Kopen ze
opleveren. “Als je mensen met een lichamelij-
een verbetering daarvan een van je doelen
jouw product wel omdat je een sociale doel-
ke of geestelijke beperking in dienst hebt, kun
zijn”, aldus Maas. Je vraagt ze bijvoorbeeld of
stelling hebt? Als ze hierdoor niet geprikkeld
je uitrekenen hoeveel dit de overheid scheelt
ze het beter hebben en zo ja, waar dat in zit.
worden, besluit je misschien te stoppen hier-
aan uitkeringen en belastingen. Dat zet je af
Zijn ze minder ziek of kunnen ze beter voor
over te communiceren.”
tegen de extra kosten die je zelf maakt. Of je
hun kinderen zorgen omdat ze nu ’s avonds
144
QPQ | 3 • 2010
Maar ook klanten zijn soms doelgroep of sta-
De motivatie om het milieu niet te willen verpesten, hangt vaak samen met het idee dat er geen grondstoffen meer zullen zijn om mee te produceren. Maar er is geen keuze te maken tussen milieu en geld. Ze zijn ĂŠĂŠn geheel.
145
Wat zie jij?
Doe ook mee! 29 november t/m 4 december 2010 Meld je aan op www.oogcollecte.nl (030) 261 71 19 / (0343) 52 65 57
De Oogcollecte maakt belangrijk wetenschappelijk onderzoek mogelijk
iedere ondernemer er iets voor terug te zien, op korte of lange
van de dertig methodieken kwamen door de keuring. De ande-
termijn. De motivatie om het milieu niet te willen verpesten,
ren voldeden niet aan het zwaarste criterium: de benadering.
hangt vaak samen met het idee dat er dan ook geen grondstof-
“Je kunt alleen iets over de impact zeggen als je het perspec-
fen meer zullen zijn om mee te produceren.” Volgens Maas
tief verlegd van ik naar jij”, meent Maas. “Dus van ‘ik heb voor
moeten bedrijven milieu of geld niet meer als een keus uit twee
jou’ naar ‘wat heeft het voor jou betekend’. Om daar achter te
zien. “Het is één geheel, onderdeel van je beleid. Daarom is
komen, zal ik je dat moeten vragen.”
het zo belangrijk te weten wat je wilt bereiken en te meten of je Hoe meten?
daarin slaagt.” En dat gebeurt nog nauwelijks volgens Maas. Tegenwoordig
Bedrijven willen wel meten, merkt Maas, maar weten vaak
werkt ze als docent en onderzoeker aan de Erasmus School of
niet waar te beginnen en te eindigen. “Het houdt ook nogal
Economics. “We pionieren bij bedrijven met nieuwe meetme-
wat in. Als je het goed wilt doen, heb je een voor- en nastudie
thoden en helpen ze te zoeken naar oplossingen. Als dat ei is
nodig. Met een controlegroep. Wanneer je de prestaties van
gelegd, dragen wij het over aan adviesbureaus die daarmee aan
scholieren wilt opvijzelen door een buddy- of mentorproject,
de slag gaan.”
dan moet je voor aanvang meten hoe de situatie van die jonge-
Als het gaat om maatschappelijke activiteiten weten onder-
ren is. Hoe belangrijk vinden ze school voor hun toekomst, wat
nemingen wel wat ze doen en hoeveel geld daar mee gemoeid
is het spijbel- en uitvalpercentage. Na afloop meet je opnieuw,
is, maar wat het oplevert, blijft vaak een raadsel. Maas promo-
maar weet je niet of eventuele veranderingen door jouw project
veerde op een onderzoek naar dertig methoden die bedrijven
zijn veroorzaakt. Daarvoor heb je een controlegroep nodig van
wereldwijd gebruiken om maatschappelijke impact te meten.
jongeren die niet meededen. Die moet je dan voor- en achteraf
Ze stelde criteria vast waaraan de methoden moeten voldoen
dezelfde vragen stellen als de deelnemers. Als bij de controle-
voordat ze kunnen pretenderen die impact vast te stellen. Acht
groep niets is veranderd en bij de deelnemers wel, mag je ervan
Het wordt niet makkelijker voor bedrijven en overheden nu duurzaamheid zo’n hoge vlucht neemt. Zeker niet met die toenemende aandacht voor de sociale kant. 147
148
QPQ | 3 • 2010
Acht bruikbare methoden om maatschappelijke impact te meten: - Measuring Impact Framework - Ongoing Assessment of Social Impacts - Participatory Impact Assessment - (Poverty) Social Impact Assessment - Social Return on Investment - Social Cost-Benefit Analysis - BoP Impact Assessment Framework - Robin Hood Foundation Benefit-cost ratio
uitgaan dat je activiteiten effect hebben gehad.” Het probleem
Of misschien is dit al geprobeerd. Kunnen die kinderen über-
is dat ondernemingen vaak meer en verschillende maatschap-
haupt naar school of zijn ze thuis nodig? Is hun lichamelijke
pelijke activiteiten ontplooien, aldus Maas. “En zeker wanneer
conditie niet te zwak door vitaminegebrek? Zijn er leraren, is er
het een eenmalig project is, gaan tijd en geld meespelen.” Toch
lesmateriaal? Deze initiatieven worden regelmatig met de beste
ziet ze in bedrijfsrapportages de nadruk langzaam van output
bedoelingen vanuit de onderbuik gestart.”
naar impact verschuiven. “Ze begrijpen dat het niet op kan houden bij mooie verhalen over wat ze maatschappelijk allemaal aan goeds doen. Iedereen vertelt dat, daarmee onderscheid je
Wat meten? Bij goede doelenorganisaties is het niet anders volgens Maas.
je tegenwoordig niet meer. Met meetresultaten wel. Zo kun je
“Die zullen dat toch wel goed aanpakken om strategische
jouw verhaal onderbouwen met feiten en cijfers over wat het de
beslissingen te kunnen nemen, dacht ik voorheen. Maar dat viel
maatschappij oplevert.”
tegen. Ze zoeken ook nog altijd naar manieren waarop ze hun doelgroepen het best bedienen.”
Afrikaans schooltje Maas gelooft niet dat er één methodiek is of zal komen die
De acht methodieken die Maas geschikt acht om maatschappelijk impact te meten, lijken op elkaar. De uitdaging voor
voor ieder bedrijf bruikbaar is. Er zijn een aantal generieke
iedere onderneming is om de juiste indicatoren te vinden. “Wil
stappen om impact te meten, maar het gaat uiteindelijk om
je weten wat je invloed op het milieu is, op een sociaal aspect
de indicatoren, dat wat je precies wilt nagaan. En die kunnen
of op individuen? En hoe ga je dat berekenen? Stel dat je een-
per organisatie verschillen. Vaststellen wat je doelen zijn is een
zaamheid onder ouderen wilt tegengaan. Dan kun je theekrans-
voorbeeld van een generieke stap. “Waarom doe je iets, welke
jes organiseren, waarbij ouderen kunnen klaverjassen of brid-
partijen beïnvloed je daarmee en hoe? Dit moet je eerst weten
gen. Je doel is om maandelijks twintig ouderen samen te
en kun je niet bepalen zonder bij je doelgroep of stakeholders
brengen. Door te turven weet je hoeveel mensen je hebt
te rade te gaan. Volgens veel meetmethoden stel je eerst een
bereikt. Maar als je echt wilt weten of je eenzaamheid onder
doel vast en kijk je vervolgens of je dat hebt bereikt. Dat zegt
ouderen bestrijdt, zul je het ze moeten vragen. De indicator is
nog niets over de doelgroep. Zoals een manager die op reis in
dan ‘ik voel me minder eenzaam’ of ‘ik heb regelmatig contact
Afrika onder de indruk is van schrijnende situaties daar. Hij
met andere mensen’. Wat en de manier waarop je meet is bepa-
wil via zijn bedrijf hier iets aan doen. Een schooltje bouwen,
lend voor je resultaten. Daar zullen ondernemingen over na
dit gebeurt vaak. Ze zetten dat schooltje neer, maar vergeten te
moeten gaan denken.” ◆
onderzoeken of andere partijen al met dit plan rondliepen.
149
Omgevingen Mensen leven, wonen, werken en ontspan-
Tekst: Paul Iske
Langzamerhand wordt steeds duidelijker dat
nen in omgevingen. Bij alles wat we doen
plezier en productiviteit van het werk sterk
en ondernemen worden we beïnvloed door
afhangen van de omgeving waarin werkzaam-
zaken en mensen die ons omringen. Wij zijn
heden worden uitgevoerd, met name wan-
als het ware in wisselwerking met onze omge-
neer het gaat om kennisintensief werk.
ving, die dan omschreven kan worden als een
Maar het is duidelijk dat niet alleen de fysieke
samenspel van vier componenten: fysiek, vir-
aspecten hierbij relevant zijn, maar dat in toe-
tueel, sociaal en organisatorisch.
nemende mate ook de virtuele infrastructuur
Fysiek is het deel van de omgeving dat we
een rol speelt. ICT-ontwikkelingen hebben
kunnen waarnemen met onze zintuigen: vor-
ervoor gezorgd dat veel kennisintensief werk
men, kleuren, geuren, geluid, temperatuur.
is veranderd en dat er op nieuwe manier kan
We hebben allemaal de ervaring dat sommige
worden gewerkt. Er wordt op andere manie-
activiteiten beter, plezieriger en/of makkelij-
ren gecommuniceerd, informatie uitgewisseld
ker verlopen wanneer de uiterlijke omstandig-
en men kan op elk moment van de dag op
heden daarvoor geschikt zijn.
steeds meer plekken actief zijn. Dit legt ook een link tussen de virtuele en fysieke wereld: door toenemende bewegingsvrijheid kan men ook makkelijker actief zijn op plekken die comfortabeler, inspirerender en productiever zijn. Uiteraard worden wij in ons doen en laten ook beïnvloed door de sociale interactie die we hebben. De manier waarop de mensen in onze omgeving met elkaar omgaan heeft ook grote invloed op ons voelen, denken en handelen. Zo is de organisatiecultuur in belangrijke mate bepalend voor de wijze waarop wij ons werk beleven, de inzet die we kunnen opbrengen en zaken als kennisdeling, communicatie, etc. Tenslotte hebben we nog te maken met de wijze waarop we onze activiteiten, ons leven of onze organisatie hebben georganiseerd. Processen en systemen beïnvloeden ons handelen en denken. Soms vind je zelfs elementen van de fysieke omgeving terug in de wijze waarop de maatschappij is georganiseerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan gebieden met lage bevolkingsdichtheid (bijvoorbeeld Noord-
Paul Iske is Chief Dialogues Officer
Noorwegen), eilanden, bergen, warme stre-
bij ABN AMRO en oprichter
ken, polaire gebieden, etc.
van het Instituut voor Briljante
150
Mislukkingen. Voor QPQ schrijft
Ik geloof dat het enorm belangrijk is om de
hij columns over de veranderende
omgeving in zijn complete hoedanigheid, dus
maatschappij.
alle vier de componenten, een prominente
QPQ | 3 • 2010
column
Wanneer we werkelijk flexibel gaan werken, zowel qua plaats als tijd, vereist dit ook een andere relatie tussen werkgever en werknemer. rol te geven in het optimaliseren van werk
worden meer beoordeeld op resultaten dan
en privé-leven. Het vernieuwen van werkom-
op ‘face value’. Wanneer mensen bij elkaar
standigheden wordt ook wel aangeduid met
zijn, is dat met name voor sociale processen:
Sociale Innovatie. Er is aangetoond dat inves-
samenwerken, kennis uitwisselen, privé-con-
teringen in puur technische innovatie pas ren-
versaties en dergelijke.
deren wanneer ook, en vaak nog meer, wordt
Ondernemers en managers zullen het
geïnvesteerd in sociale innovatie. Ook wordt
belang van alle stakeholders (met name
momenteel veel gesproken over het zoge-
medewerkers en klanten) mee laten wegen
naamde ‘Nieuwe Werken’. Vaak wordt deze
en concluderen dat hun welzijn bijdraagt aan
term gebezigd wanneer het gaat om zaken als
een duurzaam succes van de onderneming.
flexibele werktijden, op afstand werken, flex-
Mijn advies aan iedereen is dan ook om bij
plekken op kantoor, etc. Nieuwe technologie
het plannen en uitvoeren van activiteiten niet
is daarbij de trigger geweest.
alleen te kijken naar de activiteiten zelf, maar
Echter, het Nieuwe Werken is een veel completer begrip of zou dat moeten zijn. Het
ook naar de omgeving waarin die worden uitgevoerd.
heeft betrekking op alle aspecten van een omgeving. Welke fysieke omgeving past bij
Ter info: deze column heb ik tijdens mijn
welke activiteiten? Hoe gaan we met elkaar
vakantie geproduceerd op mijn iPad, in een
om? Welke processen en systemen onder-
heuvel- en bosrijk gebied, terwijl mijn kinde-
steunen of frustreren ons? Wanneer we wer-
ren na een zwempartijtje heerlijk liggen te sla-
kelijk flexibel gaan werken, zowel qua plaats als
pen. Het 2e vioolconcert van Allan Pettersson
tijd, vereist dit ook een andere relatie tussen
op de achtergrond. Wat is jouw favoriete
werkgever en werknemer. Hier speelt vertrou-
omgeving? ◆
wen een grotere rol dan controle. Mensen
151
e g d Ga Gadget Hampi
Oude binnenbanden krijgen nieuw leven
vanaf
€4,50
Schoudertas Tyre is gemaakt van oude binnenbanden van auto’s, gedecoreerd met een turkoois stiksel en de schouderband is gemaakt van veiligheidsgordels. In Delhi komt er iedere dag 6.000 ton afval op straat terecht. Ongeveer 2 miljoen mensen verdienen geld met het verzamelen van dit afval. Het bedrijf Conserve gebruikt binnenbanden van auto’s, plastic zakken en oude spijkerbroeken als grondstof voor het maken van mode accessoires. In de wijk Delhi waar het afval wordt verzameld, startte Conserve zelfs een schooltje zodat de kin-
Hampi uit India
deren kunnen leren voor een betere toekomst. Deze wegwerp-borden worden gemaakt van het blad van de
De schoudertas heeft een formaat van 28x36 cm en is
Areca Boom. Deze boom wordt op grote schaal verbouwd voor
verkrijgbaar bij de wereldwinkel voor €34,40.
zijn ‘betelnoten’. Deze noten hebben een licht stimulerende
Kijk voor meer informatie op www.wereldwinkel.nl
eigenschap net als bijv. coca bladeren en qat. De bladeren vallen ongeveer zes keer per jaar vanzelf van de boom. Wanneer ze niet verzameld worden voor de productie van borden wor-
Tyre
€34,40
den ze verbrand of blijven ze liggen en vergaan ze. De bladeren vallen alleen tussen begin februari en eind september en moeten dus worden opgeslagen om het hele jaar door te kunnen produceren. De bladeren worden eerst schoongemaakt en geweekt en dan in hun vorm geperst met hitte en druk. Hierdoor krijgen ze hun stevigheid. In plaats van plastic wegwerp servies is Hampi een zeer goed alternatief
De Hampi wegwerp-borden zijn verkrijgbaar vanaf €4,50 bij de wereldwinkel. Kijk voor meer informatie op www.wereldwinkel.nl
152
QPQ | 3 • 2010
et
t e g o t to get uit de markt
Feliz vanaf
Wrap
€1250
€39,95
One colourful world
Feliz! Manon Juliettes prijswinnende kleed Feliz! kent alleen maar winnaars. De kleden worden gemaakt van uit restleer gestanste schakels en vervaardigd door mensen in Brazilië die door het werken in haar bedrijf weer uitzicht hebben op een kansrijke
De Colour wraps van het fairtrade merk FATES worden met de hand geweven in West-Bengalen in India. Generaties lang
toekomst. De schakels worden met de hand in elkaar gezet,
weven verschillende families op het platteland de kleurrij-
dus zonder schadelijke lijm of plastic. Deze techniek maakt het
ke sjaals van zuivere zijde. Door met deze families samen te
kleed modulair waardoor er altijd de mogelijkheid is het kleed
werken helpt FATES dit ambacht in stand te houden en heb-
uit te breiden of te wijzigen van vorm. Het oog mag ook niet
ben deze mensen meer kans op een volwaardig bestaan. Het
klagen, de kleden blinken uit door originaliteit en komen in een
ontwerpteam van FATES heeft samen met de lokale wevers
oneindige variatie aan kleuren en vormen.
kleurencombinaties ontworpen voor verschillende kleurtypes.
Prijzen vierkant/rechthoek €595,- per vierkante meter
De Colour wraps kunnen zowel binnen als buiten gedragen worden. Er is keuze uit vijf kleuren: winter, zomer, herfst, lente en multicolour. (Speciaal voor de feestdagen verpakt FATES de
Of een mooie badmat naar eigen ontwerp? Op de
sjaal gratis als feestelijk cadeau).
website www.manonjuliette.nl/dude kan dit heel eenvoudig samengesteld worden.
De afmeting van de Colour wraps is 62 x 192 cm en wordt verkocht voor € 39,95 in de winkels van FATES en op de webshop. Zie voor meer informatie www.fates.nl
Guide € 23,99
Good & Green Guide Rotterdam
In juni 2010 krijgt Rotterdam in navolging van Amsterdam zijn eigen duurzame reisgids. De
Cadeau
bij een abbonement op QPQ
Good & Green Guides zijn uniek in hun soort in Europa. De Rotterdamse gids komt tot stand in nauwe samenwerking met het Programmabureau Klimaat van de gemeente Rotterdam, partner in het Rotterdam Climate Initiative.De Good & Green Guide Rotterdam zal meer dan 600 duurzame organisaties bevatten, verdeeld over 23 categorieën. Daarnaast biedt de gids alle praktische informatie (kaarten, OV-informatie, etc) die een bezoeker van de stad Rotterdam nodig heeft.
Kijk voor meer informatie op info@goodandgreenguides.com / Guides Harold Verhagen is initiatiefnemer en auteur.
153
And (n)ever the twain shall meet ‘Oh, East is East, and West is West, and never the twain shall meet’ is een prachtige zin uit de mond van de Britse dichter en schrijver Rudyard Kipling. Hij legde daarmee de vinger op de zere plek: sommige zaken kunnen nou eenmaal nooit tot elkaar komen. Dat vermoeden bestaat ook over sociaal ondernemers en sociaal financiers. Soms lijkt het of de brug tussen de twee spelers niet ver genoeg reikt. Een ondernemer en een financier aan het woord over hun ervaringen. En tips van ervaringsdeskundigen. Tekst: Willemijn van Benthem | Fotografie: Hetty Hairwassers
154
QPQ | 3 • 2010
THe bridge
TĂŠ veel ondernemers leggen de nadruk op hun eigen capaciteiten, de uitvoering van hun idee. Maar wie zijn je klanten? Waar vind je die? Hoe krijg je het product aan de man? Daar wordt te weinig over wordt nagedacht. 155
Je hebt sociaal ondernemers. En je hebt sociaal financiers.
Marja Baas stelde een adviesraad van investeerders samen. “Door de gesprekken met hen zet je alles op een rijtje, worden de kengetallen duidelijk die nodig zijn om te overleven. Dat is heel verhelderend.
Maar die partijen blijken niet altijd tot elkaar te komen. Zo klagen sociaal ondernemers dat ze projecten hebben maar geen financiering rond kunnen krijgen, en financiers klagen dat ze geld hebben maar geen goede projecten. Over dit onderwerp werd een symposium georganiseerd door Stichting Sociaal Ondernemerschap (SSO), onder de noemer ‘Never the twain shall meet’. Aan tweehonderd genodigden vertelden ondernemers en financiers over hun ervaringen, maar werden ze ook tot creatief denken aangezet en aangespoord om op een positieve manier te zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Want het blijkt: te vaak denken ondernemers met een goed idee in onmogelijkheden en te vaak laten investeerders zich niet zien. Terwijl ‘informal investor’ Martijn Blom het delen van informatie juist noodzakelijk acht om verder te komen. Zijn stelling is: ‘Wie niet kan delen, kan zeker niet vermenigvuldigen.’ De financier
Martijn Blom van Droomzaken:
‘Praat over je idee, laat het lezen, neem de stap, neem het risico.’ De jonge directeur van Droomzaken zit ontspannen aan de tuintafel voor zijn bedrijfspand in het oude centrum van Utrecht. Binnen is het veel te warm en waarom niet genieten van het mooie weer? Het is een typerende houding voor Martijn Blom, losjes en pragmatisch, maar wel doelgericht. Hij is een hardwerkende ondernemer, die precies doet waar hij zin in heeft. Zijn belangrijkste drijfveer is om uit niets iets te maken, om eigen verantwoordelijkheid te hebben - en te houden - over eigen dromen en niets te hoeven laten afhangen van anderen. En een sociaal ondernemer is volgens Martijn Blom helemaal een winnende combinatie: “En winst maken én een bijdrage leveren aan een betere wereld! Dat is toch het summum van ondernemen? En dat kun je alleen maar zelf doen!” Blom deed het zelf en richtte in 2007 Droomzaken op met partner Gert van Veldhuisen. Het is een informal investor die investeert in kansrijke startups, zoals de website laat lezen. Beide heren kwamen op het idee toen ze op verjaardagsfeestjes steeds maar weer hoorden hoe stoer anderen het vonden dat ze hun eerdere bedrijf hadden opgezet, het adviesbureau Jonge Honden, een broedplaats voor jonge ondernemers. Als Blom vertelde wat hij deed, hoorde hij altijd dat zijn toehoorder dat ook wel wilde. Kwestie van doen, dacht Blom die zich verbaasde dat niet iedereen zijn eigen passie volgde. Hij besloot daarom met Van Veldhuisen aankomende ondernemers te helpenom hun dromen te verwezenlijken. “Je leeft maar een keer!” Hoe ziet hij de paradox dat de sociaal ondernemer en financier elkaar zo vaak mislopen? Blom is met zijn Droomzaken
156
QPQ | 3 • 2010
lid van De Investeerders Club. Eens in de zoveel tijd komen de leden bij elkaar om plannen en ideeën uit te wisselen. Blom
TIPS & TRICKS
wil graag dat investeerders beter bereikbaar worden en vindt het daarom belangrijk om in die club informatie te delen. Hij
Programma manager Reineke Schermer
concludeert wijselijk: “Je moet kunnen delen om te kunnen ver-
van Stichting DOEN:
menigvuldigen.” Hij bedoelt daar niet mee dat alles gratis moet zijn, maar wel vindt hij dat je moet kunnen geven om te kunnen
‘Denk goed vooruit’
nemen. “Het is net als in een gewone relatie.”
“Wij krijgen genoeg aanvragen en ideeën en ja, er is
En net als in een gewone relatie neemt Blom de beslissing of
genoeg geld. Alleen... niet alle ideeën zijn goed genoeg
hij ergens in zal investeren op gevoel. Hij onderstreept zijn mot-
uitgewerkt, niet genoeg om daar financiering aan te ge-
to ‘eerst de vent, dan de tent’ of ‘eerst het wijf, dan het bedrijf’
ven. Plannen zijn slecht onderbouwd, ondernemers heb-
als het vrouwen aangaat. Blom heeft inmiddels namelijk aardig
ben het niet altijd goed doordacht. Het zijn nogal eens
wat mensenkennis en ervaring opgedaan. Hij begint met het
de idealisten die niet inzien dat er andere kanten zitten
noemen van voorbeelden die wat minder liepen. Zoals de stu-
aan een idee of oplossingen hebben voor wat ze moeten
denten die langskomen met een ‘briljant’ idee ‘dat zichzelf ver-
doen als prognoses tegenvallen.”
koopt’. Maar volgens Blom gaat het juist om de kunst van het verkopen. Goede ideeën zijn er genoeg. “Té veel ondernemers hun idee. Maar wie zijn je klanten? Waar vind je die? Hoe krijg
‘wees voorzichtig met familiegeld.’
je het product aan de man? Dat zijn vaak de vraagstukken waar
“Soms heb je familiegeld nodig, vooral om de eerste
te weinig over wordt nagedacht.” Hij vindt dat ook wel logisch.
maanden door te kunnen komen. Het duurt namelijk
Volgens hem ligt de passie van een creatief denker zelden bij het
vaak eventjes voor je geld vindt bij financiers. Juist die
verkopen.
eerste maanden zijn zo moeilijk voor een startend be-
leggen de nadruk op hun eigen capaciteiten, de uitvoering van
Het kan ook zijn dat het ondernemersbloed niet door de aderen stroomt. Hij heeft zo’n voorbeeld net aan de hand gehad.
drijf. Maar wees voorzichtig met geld van bekenden, het kan een hoop stuk maken.”
Hij zag hoe een directeur na een jaar al wilde vertrekken bij één van de bedrijven waarin Droomzaken investeert. “Hij bleek ten die hij nam als ondernemer.” Blom vond het alleen lastig
‘Maak je motivatie duidelijk.’
dat hij daardoor weer veel tijd en energie moest stoppen in het
“Ik heb gemerkt dat een persoonlijke klik belangrijk is. Je
zoeken van een nieuwe kandidaat.
kunt pas iemand vertrouwen, als je iemand in de ogen
toch liever in loondienst te werken, zag de risico’s niet meer zit-
Maar hij weet: dit is een uitzondering. Blom is namelijk zeer
kan kijken, als je weet wat zijn motivatie is. Waarom wil
positief van aard en denkt dat juist méér mensen ondernemer
die ondernemer doen wat hij wil doen? Maak je motivatie
zijn dan ze zelf denken, dat méér mensen de kwaliteiten bezit-
duidelijk, daar staat of valt een plan bij.”
ten om ondernemer te zijn. Kwaliteiten als: enthousiasme, organiserend vermogen, lef, doorzettingsvermogen, maar ook een zekere x-factor, zoals hij dat noemt. Die laatste kan hij niet
‘Denk aan continuïteit.’
vertalen, die uitspraak is weer gebaseerd op gevoel. Maar
“Continuïteit moet vooraan staan bij een bedrijf. Hoe
ondernemen doe je ook op gevoel. En het gewoon doen is
gebruik je de winst? Ga je die herinvesteren? Het klas-
belangrijk. “Als je op de bank blijft zitten, gebeurt er niets.
sieke bedrijf gaat uit van winst, maar familiebedrijven
Ondernemen is topsport. Je moet de drang hebben om iets
bijvoorbeeld, bestaan niet voor niets zo lang en draaien
neer te zetten en niet bang zijn om daarbij fouten te maken.”
nog steeds heel goed. Zij denken aan de lange termijn.”
Hij zoekt daarom naar ondernemers met een proactieve houding, die het heft in eigen hand willen nemen. “Mensen die er bovenop zitten. En geld mag nooit het einddoel zijn”, zegt Blom. “Het is een betaalmiddel en ja, je meet het succes van je bedrijf af aan hoeveel je onderaan de streep overhoudt.” Wat volgens hem zwaarder telt, is de groeistrategie van het
157
bedrijf, het nadenken over de aanpak waarmee een bedrijf
ergens goed in is, is het in creatief denken. Op een wiebelige
zelfstandig kan blijven opereren. Al verwacht hij tegelijkertijd
stoel zit ze buiten, op de stoep voor haar bedrijf in het sfeervolle
enige flexibiliteit. “Een plan is slechts een middel. Je moet niet
Naarden-Vesting. Iedereen die langskomt krijgt een vriendelij-
bang zijn om zaken uiteindelijk anders te beslissen.”
ke knik, terwijl ze in gedachten in haar cappuccino roert, gezet
Als Blom nadenkt over de ondernemers waar hij als inves-
met een opvallend nieuw espressoapparaat. Opvallend, want
teerder mee te maken heeft, vertelt hij dat slechts één op de
de rest van het kantoor is ingericht met meubels uit kringloop-
honderd plannen tot een uiteindelijke deal leidt. Hij weet niet
winkels. Er is een duurzame sfeer gecreëerd om het duurzame
of dat verbeterd kan worden, hij denkt even na. Er moet toch
karakter van het bedrijf uit te stralen, ook al is haar bedrijf een
een antwoord op zijn? Hij kan zich - als een echte ondernemer
webwinkel en komen weinig klanten lijfelijk over de vloer.
- niet zomaar bij die lage cijfers neerleggen. Blom: “Misschien
Baas startte al een keer eerder een eigen bedrijf op met een
dat er betere voorlichting moet komen voor ondernemers,
compagnon. Het was de Amsterdamse uitgeverij ScriptaMedia
zodat ze begrijpen wat informal investors doen?” Hij noemt het
die beide dames na acht jaar verkochten aan een grotere broer.
voorbeeld van een industrieel ontwerper die zelf geen kaas had
Baas was geenszins van plan om te stoppen met werken, maar
gegeten van verkopen, maar daarom een goede verkoper mee-
wilde niet meer alleen voor de koele winst gaan. Zoals ze zelf
neemt met wie hij wil werken. “Die ontwerper snapt wat een
netjes zegt, zocht ze “naar een meer betekenisvolle invulling
investeerder zoekt.”
van mijn dagelijkse werkzaamheden.” Ze besloot tijdelijk en op
Blom weet dat er geld genoeg is. Er zijn nog steeds informal
vrijwillige basis buurthuizen te reorganiseren en kwam toen
investors die projecten zoeken. Zijn tip is vooral: let op de klik,
op het idee om Goodforall op te zetten. Ze zag het direct voor
neem de tijd om kritisch te kijken naar wat je zelf wilt. Wat is
zich: een webwinkel waar alleen fair trade producten worden
de aanvullende waarde van een investeerder? Want Blom wil
verkocht. Ze fungeerde zelf als eerste investeerder, dankzij de
vooral benadrukken dat er overal kansen liggen, zoals nu, tij-
lucratieve verkoop van haar uitgeverij.
dens deze financiële crisis. “Geniet er van”, zegt hij glunde-
Maar de branche van de ‘fast moving fair trade consu-
rend. “Een crisis is fantastisch! En zo’n vergrijzing die voor ons
mer goods’ is een branche van ‘trial and error’, zoals ze zelf
ligt, die biedt toch enorme kansen?”
concludeert met een duidelijke terugblik. “Het onderzoek
Hij mist dit gevoel nog wel eens bij zijn landgenoten, vindt
naar de productieprocessen van de artikelen kost veel tijd.”
Nederland maar weinig ondernemend. “We zijn te verwend”,
Bijvoorbeeld het maken van Goodforall’s meest succesvol-
zegt hij. Tijdens de studie worden jongeren al helemaal niet op
le product MyPaperBag. Deze moest met de hand worden
het ondernemersspoor gezet. “Een Nederlander studeert, zoekt
gemaakt door een werkgelegenheidsproject in India, van goed
een baan en neemt een hypotheek. Alles is ingericht op zeker-
en duurzaam leer en uiteindelijk van zeer goede kwaliteit zijn.
heid. Het is een manier van denken.” En vooral dat denken
“We hebben van alles onderzocht en zijn nu zo ver dat we een
moet dus opener volgens Blom. Niet alleen tussen investeer-
heldere richting hebben. Het merk is het belangrijkste, voor
ders, maar ook tussen ondernemers en investeerders. “Praat
zowel de business-to-business als voor de consument.”
over je idee, laat het lezen, neem de stap, neem het risico. Een
Behalve dat de productresearch tijd kostte, had Baas zelf ook
investeerder is nooit een ondernemer en zal zelden het initiatief
even nodig om te wennen aan de branche. Ze kan het nu heel
nemen om een idee zelf uit te werken.” Dat kost de investeerder
simpel vertellen. “In de uitgeverijwereld verkoop je diensten,
volgens Blom veel te veel tijd. Hij zweert bij een eigen wijsheid:
maak je enkel uren die in facturen worden omgezet. Nu heb ik
“Als je je idee niet durft te delen, durf je het dan wel uit te voe-
te maken met producenten, producten, voorraadbeheer en pro-
ren?”
ductontwikkeling. Dat is een andere cashflow, natuurlijk.” Een cashflow waar ze investeerders bij besloot te zoeken.
Portret van een ondernemer
Geen probleem, zo leek het aanvankelijk. Ze merkte juist dat
Marja Baas van Goodforall.eu:
veel mensen wilden meedoen. De vraag was alleen, op welke
‘Aan wie wil je je weggeven als eigenaar?’ Je hebt mensen die goed gedijen onder een baas en je hebt
158
basis? Baas: “Want aan wie wil je je weggeven als eigenaar?” Baas vertelt uit ervaring over de zogeheten babyboomers die
mensen die ondernemerschap als vanzelfsprekend in hun vin-
veel geld hebben en op zoek zijn naar een investering met ren-
gers hebben. Marja Baas behoort tot de laatste groep. Haar
dement. “Zij hebben een zekere, tja, hoe zal ik het zeggen, een
ondernemende vader zei altijd al: ‘ondernemers zijn mensen
wat ouderwetse manier van denken. Ze stoppen ergens geld in
die goede listen kunnen verzinnen om uit een probleemsituatie
en dat komt er ook weer uit.” Op zich een prima uitgangspunt,
te komen’. Ze heeft het niet van een vreemde, want als Baas
vindt ze schouderophalend, mits ondernemer en investeerder
QPQ | 3 • 2010
TIPS & TRICKS Daphne van Run van Treemagotchi:
‘Geld is niet vies.’ “Hoewel sociaal ondernemers een hoge aaibaarheidsfactor hebben, hebben juist die mensen vaak een lastige relatie met geld. Ze hebben nog al eens weinig gevoel voor ondernemerschap of vinden geld een vies ding. Er wordt dan niet goed genoeg vanuit de aanbodkant gedacht of ze hebben moeite om de vertaalslag te maken naar de investeerders.”
‘Benader de juiste mensen.’ “Ondernemers zouden goed moeten kijken naar wie ze benaderen. Zoek de juiste groep mensen, gelijkgestemden of careholders, daar haal je kracht uit.”
‘Vergrijzing is een kans’ “Er zijn veel kapitaalkrachtige zestigers die nog een tijdje willen meedraaien in de samenleving. Mensen worden immers steeds ouder en willen wat doen met de wijsheid die zij door de jaren heen hebben opgedaan. In die groep vind je mensen die een nul procent lening willen geven, zolang ze maar zeker zijn dat ze het geld terug krijgen.”
‘Dream meets reality.’ “Mensen zouden meer hun hart moeten volgen, moeten doen waar ze van dromen. ‘Dream meets reality.’ Begin met datgene waar je goed in bent. Dat geld komt wel, dat is slechts een kwestie van tijd en doorzettingsvermogen.”
‘Ondernemersles op school.’ “Ondernemen zou meer moeten worden opgenomen in het huidige schoolsysteem. Op school kunnen mensen worden gestimuleerd om creatief te denken, om zelfstandig ondernemer te zijn. Aan het creëren van ondernemersvaardigheden valt nog veel te winnen.”
159
CINDY PIELSTROOM
Daphne van run
Eveline Raijmans
Globalicious
Treemagotchi
Chocolonely
Lisa Portengen
Marja baas
Martijn Blom
Durftevragen
Goodforall
Droomzaken
Petra KROON
Reineke Schermer
Willemijn vAN Benthem
Hoofdredacteur QPQ
Stichting Doen
Discussieleider
dezelfde waardes hebben. Een goede vriend van haar besloot een adviesraad voor haar samen te stellen, een raad van inves-
TIPS & TRICKS
teerders die adviseurs worden genoemd. Zij investeren, maar denken ook mee. In die raad zitten mensen van divers allooi: iemand met expertise in de retail, een productontwikkelaar, een uitgever, een ex-minister. Een leerzame raad vol kennis en
Eveline Raijmans van Chocolonely:
ervaring. En nee, niet met iedereen was er direct een klik. Ook
‘Laat je plannen inzien.’
kwam ze potentiële adviseurs tegen met wie ze niet direct wist
“Het is belangrijk om te weten wat je wilt bereiken. Waar
of daar een samenwerking mee in het verschiet lag.
heb je het geld voor nodig? Dát moet je vertellen aan
Het samenstellen van zo’n adviesraad van investeerders kost
investeerders. Laat bijvoorbeeld je communicatieplan
tijd, heeft ze gemerkt. Maar het is nuttig geweest. “Door te
zien. Bij Chocolonely blijkt het voorraadbeheer veel geld
praten groeiden de mensen van Goodforall naar elkaar toe en
te kosten. We hebben dan ook geld nodig voor een wat
keerden wij als bedrijf steeds meer terug op aarde, werden onze
langere termijn, om bijvoorbeeld de chocoladeletters te
dromen realiteit. Voor en tijdens de gesprekken met de advies-
kunnen produceren voor Sinterklaas. Je moet dan een
raadleden en investeerders zet je alles op een rijtje, worden de
jaar vooruit investeren, dus het duurt even voor inves-
kengetallen duidelijk die nodig zijn om te overleven. Dat is heel
teerders het geld terugverdienen. Dat moet je kunnen
verhelderend. Het belangrijkste is dat je weet wat je zelf wilt,
onderbouwen.”
dat je je mission statement en financiën op orde hebt.” Haar doel tijdens de gesprekken met de investeerders was te blijven vermelden dat Goodforall een sociale onderneming
‘Wie is je doelgroep?.’
is, die meer nastreeft dan winst alleen. Veel meer. En met dat
“Wij zijn geen NGO, wij zijn een onderneming. We begon-
bedrijf wil Baas zo snel mogelijk op eigen benen staan.
nen met vijfduizend repen chocolade en verkopen nu an-
Behalve investeerders in de vorm van een adviesraad, heeft
derhalf miljoen stuks per jaar. Maar we verkeren wél in de
Baas gekozen voor nog een andere investeerderconstructie. Ze
wereld van de ‘Fast Moving Consumer Goods’, de wereld
heeft een nieuwe partner aangetrokken die gedurende een jaar
waarin consumenten denken dat ze alles voor een appel
zonder salaris naast haar komt te staan. Baas had behoefte aan
en een ei kunnen kopen. En dat is lastig. Verantwoorde
iemand van gelijk niveau die de dagelijkse leiding kan overne-
producten zijn altijd een stukje prijziger dan ‘gewone’
men. Ze kwam deze persoon toevallig tegen, het klikte direct.
producten. Dus denk als sociaal ondernemer goed na
Deze partner bleek graag tijd te willen investeren om er achter
over wie je doelgroep is.”
te komen of Goodforall wel bij haar past. En tijd is uiteindelijk geld. Ook hier. Als de twee directieleden na een jaar besluiten om onverhoopt niet samen verder te gaan, krijgt de ‘investeerder’ een jaar salaris uitgekeerd. Als ze wél enthousiast is en wil blijven, krijgt ze een deel van de aandelen waarvan de waarde aan het begin van de termijn bepaald is. Baas: “Doordat zij nog een buffer had, kon ze deze stap maken en dat zien als een investering.” Baas denkt dat deze manier van denken exemplarisch gaat worden voor de ‘nieuwe economie’, zoals ze dat noemt. Een economie waarin geen plaats is voor bedrijven en landen met enorme verschillen tussen arm en rijk, tussen producent en verkoper. Een economie waarin op creatieve wijze wordt gehandeld. Maar vooral is het de grootste wens van Baas: “Uitbuiting van mens en milieu is niet meer van deze tijd. Dat moet anders.” Baas is positief. “Gelukkig maken steeds meer bedrijven nu ook deze omslag.” ◆
Een sociaal ondernemer is een winnende combinatie: “En winst maken én een bijdrage leveren aan een betere wereld! Dat is toch het summum van ondernemen? 161
“Het geeft enorm veel voldoening als een ondernemer in Afrika aangeeft dat hij door de inzet van mijn kennis, succesvoller marketing kan bedrijven.” Katja Westgeest, Marketing Manager Sdu Uitgevers
Share your knowledge! Een inspirerende en grensoverschrijdende leerervaring voor managers, professionals en zelfstandig ondernemers.
Get involved in SharePeople! Sociaal ondernemers in ontwikkelingslanden kunnen met hulp van jouw kennis hun onderneming uitbouwen, waarbij zij werk en inkomen creëren voor de gemeenschap.
www.sharepeople.nl poverty reduction • personal development • inspiration
leven, liefde & lol
Good & Green Guide Rotterdam
163
Waar kun je terecht om goed te doen voor jezelf en een ander? Op een groene manier natuurlijk en in de breedste zin van het woord? Waar koop je biologisch eten, waar verhuren ze elektrische vervoersmiddelen, waar vind je gelijkgestemden en waar koop je schoenen die het milieu niet belasten? In Leven, Liefde & Lol vind je in iedere QPQ adressen uit één bepaalde stad. Deze keer: Rotterdam. In samenwerking met de Good & Green Guide Rotterdam, de gids die het je makkelijk maakt te genieten, goed te doen en groen bezig te zijn. Dat het steeds makkelijker wordt om goed en groen te zijn, blijkt uit het enorme aanbod in deze gids: fair trade winkels, biologisch eten, ecokleding, natuurlijke cosmetica, vegetarische restaurants en groene hotels. En er is inmiddels zo veel goed en groen, dat na Amsterdam en Rotterdam ook van de steden Den Haag en Utrecht een Good & Green Guide verschijnt.
18
5
7 23
14 6
20
4
8 9 1
19 15
11
164
QPQ | 3 • 2010
2
01 IMO Carwash Capelseweg 353 3068 AX Rotterdam T 010 4212558 www.imo-carwash.nl
02 Melachtonweg 153 3045 PN Rotterdam 3
03 Prinsenlaan 989 3062 CT Rotterdam
04 Parkeergarage Westblaak Hartmansstraat 35 3012 VA Rotterdam 05 Doe-het-zelf werkplaats Vlietlaan 46c 3061 DZ Rotterdam 06 An-dijvie Jan Kruijffstraat 47b 3026 VN Rotterdam T 010 4777479
10 Hubshop Nieuwe Binnenweg 195b 3021 GA Rotterdam http://shop.rotterdam.the-hub.net/public/ 11 Met Zonder Jas Gouwstraat 56c 3082 NC Rotterdam www.metzonderjas.nl 12 Lets Ruilwinkels Provenierssingel 66 3033 EN Rotterdam T 010 4774178 www.lets-rotterdam.nl 13 Formula Zero Heijplaatstraat 21-unit 34 3089 JB Rotterdam T 010 4768000 www.formulazero.eu 14 De groene Marathon Binnenwegplein, Coolsingel 195-197 3012 AG Rotterdam T 010 2710120 www.rotterdam.info
07 De Groene Passage Mariniersweg 1-33 3011 NB Rotterdam www.degroenepassage.nl 08 Jas Nieuwe Binnenweg 133c 3014 GJ Rotterdam T 010 4364759 www.organicjas.com 09 Watt Nou Nieuwe Binnenweg 206a 3021 GL Rotterdam
16 Duurzame Dinner-hunt Kicker-events Van Vollenhovenstraat 15 3016 BE Rotterdam T 010 2810309 17 www.kicker-events.nl
17 Bijenpark Zolaweg 3076 TR Rotterdam T 010 5217099 www.ambrosiusgilde.nl
18 Binderij Geschikt Bergselaan 287a 3038 CE Rotterdam T 010 4665814
19 Ahrend Vasteland 22 3011 BL Rotterdam T 010 2811200 www.ahrend.nl 20 The Hub Heemraadssingel 219 3023 CD Rotterdam T 010 7078513 http://rotterdam.the-hub.net/public/ 21 Studio Hergebruik Coolsingel 53 3012 AB Rotterdam T 010 4133660 www.studiohergebruik.nl 22 Singeldingen Heemraadspark 3023 CD Rotterdam www.singeldingen.nl 23 Rotterdam Collectief Stadhuisplein 15 3012 AR Rotterdam T 010 7370215 www.expect.nl 24 SingerSweatShop Hoogstraat 170 3011 PV Rotterdam www.singersweatshop.nl
T 010 4045774 www.wattnou.nl
165
Vervoer/Mobiliteit
De Rotterdamse soulzangeres Sabrina Stark draagt regelmatig shirts van Jas.
01 IMO Carwash Jaarlijks wordt voor het wassen van auto’s ongeveer vier pro-
09 Watt Nou
cent van al het drinkwater in Nederland gebruikt. Dit staat
Van plan je huis milieuvriendelijker te maken? Dan ben je
gelijk aan 10,5 miljard liter water. Een normale wasstraat
bij Watt Nou aan het goede adres. Niet alleen kun je hier
verbruikt zo’n 200 tot 500 liter per wasbeurt, maar bij IMO
terecht voor spaarlampen, ook andere producten die goed
Carwash doen ze het anders. Hier is het gemiddeld 50 liter
zijn voor het milieu (en de portemonnee) zijn bij Watt Nou
per wasbeurt en gebruiken ze gerecycled water. Ook zijn
te koop. Bovendien geven ze gratis tips en trucs voor een
de werknemers van IMO getraind door Stichting Milieu
duurzaam huishouden.
Educatie en gebruiken ze ecologische wasmiddelen. Zo kun je verantwoord je auto laten wassen! IMO zit behalve op de Capelseweg nog aan de Melachtonweg en de Prinsenlaan.
10 Hubshop The Hubshop biedt duurzame ondernemers wereldwijd de kans om op een laagdrempelige manier producten op de
04 Parkeergarage Westblaak
Nederlandse markt te brengen. De ondernemer huurt box-
Hartje Rotterdam heeft sinds augustus 2010 een groe-
ruimte en de gehele omzet gaat terug naar de ondernemer.
ne primeur. De in de jaren ’70 gebouwde parkeergarage
The Hubshop is onderdeel van het wereldwijde netwerk
Westblaak met plek voor 780 auto’s is bekleed met een
voor duurzame ondernemers The Hub.
wand van Hedera, een winterharde klimop. Met 5000 vierkante meter is het nu de grootste groene gevel van Europa.
11 Met Zonder Jas
Behalve mooi is de groene garage ook goed voor de lucht-
Onder het motto ‘Geef pannenlappen een tweede kans!’
kwaliteit en het reduceren van geluidsoverlast.
maken de dames van Met Zonder Jas kinderkleding van retro-stoffen. Of het nu oude gordijnen zijn of ovenwan-
05 Doe-het-zelf werkplaats
ten: bij Met Zonder Jas weten ze er wel wat van te maken!
Lekke band? De doe-het-zelf werkplaats biedt je de ruim-
Inspiratiebronnen zijn zeventiger jaren iconen als Paulus de
te en gratis materialen om je fiets zelf te maken. Ook voor
Boskabouter, Calimero en Tita Tovenaar. De winkel levert
andere reparaties waar je thuis niet het gereedschap voor
via een webshop of op afspraak.
hebt. 12 Lets Ruilwinkels
Winkelen
Bij de Lets Ruilwinkels worden spullen en diensten via een puntensysteem van vraag en aanbod uitgewisseld. Kleine en
06 An-dijvie
tweedehands goederen worden in de winkels geruild, gro-
Sfeervol winkeltje met goede biologische producten.
tere goederen en diensten gaan via de webshop. Ook hebben
An-dijvie bezorgt ook biologische fruit- en groentepakket-
de Lets Ruilwinkels een DUS (Duurzame Uitleen Service)
ten via een abonnement op de boerderij Landzicht. Ook
punt voor de laagste inkomens. Wil je liever van je spullen
kun je bij An-dijvie terecht voor een kopje koffie of uitge-
af dan ruilen? Dan kun je ook goederen en kleding inbren-
breid ontbijt.
gen.
07 De Groene Passage Eén van de grootste en beste biologische markten van
Bijzondere ervaring
Nederland. Mooie anekdote: de Groene Weg (de biologische slager van de passage) heeft ooit de Rolling Stones van
13 Formula Zero
vlees voorzien tijdens hun Europese tournee. Ook Pavarotti
Elektrische auto’s zijn al een tijdje in omloop, maar echt
scheen gek te zijn op de gegrilde kippetjes van de Groene
populair is het nieuwe rijden nog niet. Bij Formula Zero
Weg.
willen ze automobilisten hier warm voor laten lopen door races met elektrische auto’s te organiseren. De eerste race
08 Jas Bij Jas kun je terecht voor fair trade kleding en accessoires. Alle producten zijn gemaakt van hemp, bamboe of katoen.
166
QPQ | 3 • 2010
in Rotterdam is in augustus 2008 georganiseerd, boekingen zijn via de website te maken.
14 De groene Marathon
Ontmoetingsplekken voor sociaal ondernemers
Hoewel Rotterdam misschien niet bekend staat als groenste stad van Nederland, zijn ook in de Maasstad behoorlijk wat
Wat is de top 5 van ontmoetingsplekken voor sociaal ondernemers in
parken, tuinen en bossen te vinden. De groene marathon is
Rotterdam? Waar heb je grote kans andere sociaal ondernemers te
een fietsroute van 42 kilometer langs de groenste plekken in
treffen? En welke locaties zijn goed bereikbaar, werkbaar èn gezellig,
en rond de stad.
met goede koffie en als het even meezit ook Wi-Fi?
15 Reisburo op Zuid
20 The Hub
Rotterdam-Zuid barst van de inspirerende sociale en
Ontmoetings- en werkplek voor sociaal ondernemers. Hier
creatieve projecten. Maar je moet het wel net weten. Bij
komen ruimte, middelen, connecties, kennis en ervaring
Reisburo op Zuid organiseren ze (op maat gemaakte) tours
samen om goede ideeën te verwezenlijken. Ben je lid van
langs de meest interessante, creatieve of vernieuwende pro-
The Hub dan kun je wereldwijd terecht: online contact met
jecten in de verschillende wijken van Zuid. Ook zijn wandel-
andere leden en offline in andere steden. Ook als niet-lid
tochten door Katendrecht via de website te downloaden.
kun je hier werken, je betaalt per dagdeel.
15 Duurzame Dinner-hunt
21 Studio Hergebruik
Op zoek naar een origineel bedrijfsuitje? Bij de Duurzame
Studio Hergebruik is een winkel, expositieruimte, studio en
Dinner-hunt ga je als groep in twee teams Rotterdam in,
ontmoetingsplek in één. Kunstenaars en ontwerpers uit alle
om opdrachten uit te voeren en geld voor het goede doel op
disciplines krijgen bij Studio Hergebruik de kans te expose-
te halen. Het winnende team krijgt champagne, voor ieder-
ren, zolang ze zich toeleggen op het recyclen of hergebrui-
een eindigt de dag met een biologisch diner.
ken van materialen, beelden of concepten. Dankzij de mix van activiteiten is Studio Hergebruik een perfecte ontmoe-
16 Bijenpark Waarschijnlijk een van de minst bekende parken van
tingsplek voor sociale ondernemers om inspiratie op te doen en van gedachten te wisselen.
Rotterdam. Toch is het Bijenpark in IJsselmonde met de kleine dierentuin voor kinderen, een eigen kaasmakerij en imker de moeite van een bezoek waard.
22 Singeldingen Sinds de eerste editie in 2009 is Singeldingen in de zomermaanden 9 weken lang een sprankelende ontmoetings- en
Voor kantoor en thuis
doeplek in het Heemraadspark in Rotterdam. Vanuit een (mobiele) kiosk worden allerlei activiteiten voor jong en oud
17 Eco4You
georganiseerd.
De wens het huis energieneutraal te maken, maar zelf niet de kennis of handigheid? Dan regelt Eco4You het. Na het
23 Rotterdam Collectief
bepalen van het energielabel van je huis, komt Eco4You de
In een voormalig leegstaand pand aan het Stadhuisplein is
juiste systemen installeren om het verbruik van warmte en
sinds kort het Rotterdam Collectief gevestigd. Zelfstandige
elektriciteit te verminderen.
professionals met verschillende disciplines worden hier verenigd onder een centraal aanspreekpunt en management.
18 Binderij Geschikt
Het collectief zoekt actief naar opdrachten om intern uit te
Bij Binderij Geschikt verkopen ze bloemen en planten van
zetten. Alle deelnemers blijven zelfstandig, maar kunnen
Ekobloem (Kwintsheul), die zonder het gebruik van chemi-
ook in teamverband uiteenlopende projecten aanpakken.
sche meststoffen of pesticiden zijn gekweekt. 24 SingerSweatShop 19 Ahrend
Een nieuwe culturele hotspot waar jonge artiesten van-
In het enorme pand aan Vasteland ontwikkelt, ontwerpt en
uit verschillende disciplines exposities, feesten, high
produceert Ahrend kantoormeubilair met een streven naar
teas, filmavonden en vele andere events organiseren. De
100% ecodesign. Behalve een focus op recycling van mate-
SingerSweatShop is gevestigd in het oude pand van de
rialen, let Ahrend ook op de duurzaamheid van personeel.
Singer naaimachines, het eerste gebouw dat na het bombar-
Ahrend steunt de Universele Rechten van de Mens en zet
dement van de Duitsers in 1940 in ere werd hersteld.
zich in tegen kinderarbeid en moderne slavernij.
167
Bureau voor design en communicatie Design- en communicatieadvies • Product branding • Jaarverslagen Brochures • Huisstijl- en logo-ontwikkeling • Powerpointpresentaties Websites • Magazines • Journalistiek werkzaamheden
De Vormstrateeg | Hinthamerstraat 162 | 5211 MV | ’s-Hertogenbosch Postbus 1366 | 5200 BK | ’s-Hertogenbosch | T 073 613 20 34 | info@vormstrateeg.nl Kijk voor onze portfolio: www.vormstrateeg.nl
Partners Gezocht! Waarom is niet iedereen sociaal ondernemer? Vraagt u zich dat ook af? Kom met ons praten! QPQ heeft een missie. QPQ wil met inspirerende verhalen andere ondernemers stimuleren óók te starten met sociaal ondernemerschap. Daarom hebben we onszelf ten doel gesteld QPQ zo groot en invloedrijk mogelijk te maken. Daarom zijn we op zoek naar partners. Organisaties die deze missie onderschrijven, die zelf sociaal ondernemen, voorop lopen en dit wereldkundig willen maken. Zodat ze een voorbeeld en inspiratiebron kunnen zijn voor anderen. Partners dus die ons gedachtegoed helpen verspreiden. Wat verwacht QPQ van u als partner? – Als partner adopteert u tegen kostprijs een deel van de oplage van QPQ, dat kan al vanaf 250 exemplaren, voor minimaal 1 jaar. – U doet QPQ cadeau aan precies diegenen die u wilt inspireren, uw doelgroep, relaties of medewerkers bijvoorbeeld. – In overleg kunt u of een van uw relaties onderwerpen of ideeën aandragen, waarmee de redactie van QPQ in een volgend nummer haar (en uw) lezers weer kan inspireren. Wat kan een partner van QPQ verwachten? – QPQ zorgt voor verspreiding van het magazine. – Bij de verspreiding horen desgewenst een begeleidende aanbiedingsbrief, een banderol of zelfs een aangepaste cover met uw organisatie als duidelijke afzender tot de mogelijkheden. Ook tegen kostprijs natuurlijk. We lichten met veel plezier de verschillende mogelijkheden toe. – Als partner kunt u bovendien kiezen voor publiciteit in de positieve, geëngageerde context van QPQ. Hierbij kunt u denken aan een advertentie, een advertorial of redactioneel artikel, over een van uw projecten of ideeën, een specifiek product of een van uw partners, of over uw eigen organisatie uiteraard. Overleg gerust met ons over de mogelijkheden, alles is bespreekbaar.
Tenslotte: in het productieproces van QPQ wordt natuurlijk uitsluitend gedrukt met biologische inkten, IPA-vrij op de Ecolor-pers, 100% gevoed door groene stroom, CO2-neutraalvrij en met CO2-neutrale grondstoffen. De pre-press is geheel chemievrij. En ja, dat kan dus zulk mooi papier en zulke heldere kleuren tot gevolg hebben. Meer weten? Neem contact op met QPQ, Marije Hamers, e-mail marije@qpq-magazine.nl, telefoon: 073 610 00 88.
170
QPQ | 3 • 2010
Geleijnse en Van Benthem eten uit
Restaurant Z&M, Rotterdam
Geen kletskop onder de Erasmusbrug Het Rotterdamse Scheepvaartkwartier oogt weldadig op deze zonovergoten dinsdag. Een koel briesje, masttouwen die ritmisch klikken op de wind, met op de achtergrond nog net een punt Erasmusbrug. Dit is het fraaie decor van het terras waarop Geleijnse en Van Benthem neerstrijken. Hongerig naar eerlijk, biologisch voedsel en een keuken met een goed verhaal.
Tekst: Willemijn van Benthem en Annemarie Geleijnse
171
Op het laatste moment ontdekt Geleijnse in het bed van krokante sla nog een perfecte plak geitenkaas en knapperig stuk brood.
Z&M Delicatessen Veerhaven 13 3016 CJ Rotterdam Reserveren: 010-2800980 info@zenmdelicatessen.nl www.zenmdelicatessen.nl
172
QPQ | 3 • 2010
Rob Baris en Emmy Walburg zijn de eigenaren van Z&M, een
hangop met meringue en kletskoppen. Emmy Walburg zal bij
restaurant, delicatessenwinkel en kookstudio. De zaak is stijlvol
de kok navragen of de koekjes tarwe bevatten en serveert even
aangekleed, als een decor in een hip interieurblad. ‘Eigenwijs
later de hangop zónder kletskoppen - en zonder toelichting.
eerlijk eten’ is de slogan van dit eetpaleis. Uitbaatster Emmy
Een gemakkelijke oplossing, maar de hangop is romig en fris
Walburg maakt er niet veel woorden aan vuil. “Wij kunnen het
tegelijk door de verse frambozen en aardbeien. Het krokante
ons gewoon niet voorstellen dat je het anders doet.” Ze vindt
eiwitbeslag dat er doorheen is geroerd, maakt het gerecht luch-
het vanzelfsprekend dat je voor goede producten kiest en dat
tiger dan het in werkelijkheid is. Toch gaat alles op.
zijn nou eenmaal vaak biologische. “Maar”, voegt ze toe, “ik
Misschien dat we in de avonduren nog eens moeten terugko-
ben mijn broeders hoeder niet. Iedereen moet het zelf weten.
men, als Rob Baris er ook is? De kaart nodigt er in ieder geval
Wíj doen dit al dertig jaar zo.”
toe uit. En we zijn eigenlijk wel benieuwd naar die parfait van lavendel met rozenbottelsaus.
Voorgerecht Bij aankomst zijn slechts drie tafeltjes bezet. Aan het eten kan het niet liggen. “Wat gezond!”, roept Van Benthem uit
NB: Met de kassabon krijg je vijf procent korting in de wijnwinkel. Wijn halen ze zelf uit Frankrijk.
als zij een schaal vol geroosterde pastinaak, artisjok en bieten krijgt aangereikt. “We máken ook heel gezond eten”, pareert Walburg. Uitnodigend is ze niet. Op de opmerking van Van
Het recept
Benthem dat zij geen tarwe mag, zegt ze: “Dan moet je geen brood eten”, terwijl ze brood op tafel zet. Desalniettemin smaken de voorgerechten heerlijk. Met de groenten om in de dipsauzen te dopen, mis je het brood niet eens. En ook de verse artisjok van Geleijnse maakt veel goed. De dressing van honing
Recept Hangop Z&M Delicatessen
en mosterd is ouderwets lekker om de mooi gedrapeerde blaadjes door heen te halen. Het is alleen een flink voorgerecht. Op het laatste moment ontdekt Geleijnse in het bed van krokante
Ingrediënten (vier personen):
sla nog een perfecte plak geitenkaas en knapperig stuk brood.
– 250 ml yoghurt – 200 ml slagroom – 300 gr rood fruit: aardbeien, bramen, bessen Merengue (harde) grof verkruimeld, ongeveer een kleine hand (hiervoor kunnen ook zogeheten ‘schuimpjes’ worden gebruikt) – 1 vanille stokje – Rasp van ½ citroen, ½ limoen en ½ sinaasappel – 3 eetlepels honing
Hoofdgerecht Als hoofdgerecht koos Geleijnse voor de kleine portie pasta met walnotenpesto, citroen en geroosterde paprika. Hoewel de pasta wat zoutloos is, likt ze liefst haar bord af. De pesto geeft een nasmaak die de rest van de dag op je gehemelte blijft hangen als een gelukzalige herinnering. Van Benthem geniet intussen stilletjes van de risotto met twee soorten garnalen en selderij. Heerlijk romig door de parmezaan, veel garnalen en de rijst perfect beetgaar. Op het menu stond ‘twee soorten garna-
Giet de yoghurt in een schone doek en leg deze in de zeef.
len’, maar welke dat mogen zijn, wordt niet onthuld. “Gewoon,
De yoghurt een nacht lang laten uitlekken. De slagroom
grote en kleine”, is het zuinige antwoord van de uitbaatster.
kloppen en door de uitgelekte yoghurt scheppen. Weer een aantal uur laten uitlekken. Ongeveer 100 gram van het
Dessert Het gezicht van Geleijnse gaat alweer glimmen als de citroen-
rode fruit opkoken met een schepje honing en zeven, voor de saus. Het vanillestokje uitschrapen en samen met de
taart met frambozen en rabarberijs wordt neergezet. Het deeg
citrus-rasp en honing door de yoghurt roeren. Voeg pas op
is zo klef dat het aan de binnenkant van je wangen blijft plak-
het laatste moment de stukjes merengue en het rode fruit
ken. Geleijnse probeert uit alle macht alles op te eten, maar hoe
toe. Leg een flinke schep hangop op het bord en schenk
lekker ook, het beslag is machtig. Van Benthem kiest voor de
wat saus over en om de yoghurt heen.
173
Estafette Ritsaart van Montfrans geeft het ‘stokje’ door aan… Igor Kluin van Qurrent.
Energiedirecteur maakt slim gebruik van zijn netwerk Igor Kluin is oprichter van Qurrent, een energiemaatschappij die zich richt op lokale energieopwekking.
“Igor Kluin is heel gedreven in het vinden van een nieuw, duurzaam marktmodel voor de energiesector. Hij doet dat op
alternatieven. De hoeveelheid energie die te veel is wordt naar de buren ‘gestuurd’, of naar het netwerk.
een slimme manier, en komt daardoor heel ver. Met zijn bedrijf
En dat is een groot verschil met hoe het nu nog gaat met
laat hij zien dat verandering in ons ‘starre’ energiesysteem wel
centrale opwekking. Het is veel beter - en ook logischer - om
degelijk mogelijk is.
gebruik te maken van meerdere, kleine energiebronnen door
Qurrent is een energiemaatschappij die helpt bij de decentrale
het hele land. Igor Kluin bewijst met zijn bedrijf dat er wel
opwekking van energie, en ook het meten van die energie. In de
degelijk alternatieven zijn en dat het ook haalbaar is. Hij maakt
meterkast wordt een Q-box geplaatst die bijhoudt hoeveel ener-
daarbij slim gebruik van zijn netwerk. Door zijn contacten met
gie er wordt verbruikt. Het bedrijf maakt voor de opwekking
Den Haag en met woningbouwverenigingen komt hij heel ver.”
gebruik van zonnepanelen, windturbines en andere mogelijke
Tekst: Roos Menkhorst | Fotografie: Jaqueline Dersjant
174
QPQ | 3 • 2010
VOLGENDE KEER IN QPQ
Thema: innovatie Wat zijn de vijf belangrijkste innovatietrends? Hoe springen sociaal ondernemers daarop in?
En de koplopers van het reguliere bedrijfsleven?
Social intrapreneurs: social changemakers in gewone ondernemingen Duurzaam kerstdiner. Onder het genot van een verantwoord diner voert QPQ een debat met de eters over: Wat is beter: fair, biologisch, regionaal? En natuurlijk de recepten. Verantwoord op reis. Steeds meer reisorganisaties claimen dat ze aan ecotoerisme doen. Maar hoe ‘eco’ zijn die reizen eigenlijk? Wat levert het de lokale bevolking op? Hoeveel van iedere euro gaat er daadwerkelijk naar haar toe?
Nieuwe rubriek: Social Dragons Den Verantwoord oud en nieuw vieren: duurzame bubbels, verantwoorde cosmetica en groene feestkleding QPQ nr.4 verschijnt in december 2010 3
Stel je voor. Zij maakt zich op voor uw bedrijf.
Stagiaires en afstudeerders die er voor gaan! Feature Talent helpt u om die zelfstandige, communicatieve en gemotiveerde HBO student(e) te vinden waar u echt wat aan hebt. Wanneer u een opdracht voor een stagiaire of afstudeerder hebt, dan wilt u niet afwachten of de juiste kandidaat zich zal aandienen. Wij gaan op basis van persoonlijke contacten op zoek naar de student die zich graag wil ontwikkelen in uw organisatie.Voor u is het no cure no pay, dus bel ons als u gaat voor resultaat. Kijk voor meer informatie op www.featuretalent.nl of bel naar 0180 41 00 43.