QPQ 3-2010 ontwikkelingshulp dominee of koopman

Page 1

nummer 3 - september 2010 - jaargang 1

Het nieuwe ondernemen

Ontwikkelingshulp: Dominee of koopman? met onder meer:

Hoe heilzaam is subsidie?

Idealisten uit de favela’s helpen Nederland

The Bridge:

Peter Zevenhuizen: W ereldverbeteraar

in een decadente wereld Op zoek naar het geld – en de ondernemers

New Radicals:

Positief, constructief en hoopvol

Hoe word je een zakelijk filantroop? Quid Pro Quo




Neem nu een jaarabonnement op QPQ, het nieuwe ondernemen, ...en kies een van de volgende boeken als welkomsgeschenk.

Pagina 10

4

Pagina 24

Pagina 34

Idealisten uit de favela’s helpen Amsterdam-Noord

Positief, constructief en hoopvol

Wereldverbeteraar in decadente wereld

Braziliaanse architecten ontwikkelden een succesvolle methode om sloppenwijken leefbaarder te maken. Nu helpen ze ook onze Nederlandse krachtwijken er bovenop met alleen de spullen en kunde die al in de wijk aanwezig zijn.

Massaal reageerden lezers op de rubriek 180 graden met hun eigen omslagpunt waarop ze besloten de wereld te verbeteren. Er lijkt sprake van een trend. Schrijfster Julia Moulden onderzocht dit fenomeen en noemde deze groep New Radicals.

Tien jaar geleden was Peter Zevenhuizen nog een vreemde eend in de bijt met zijn ‘verantwoorde’ relatiegeschenken uit Afrika. Inmiddels kiezen steeds meer bedrijven voor duurzame cadeautjes, liefst een geschenk met een verhaal.

QPQ | 3 • 2010


INHOUD Lessen in goed geven

48

Tips voor filantroop die zakelijk wil geven.

Kiezen voor het kleinste kwaad

56 In ieder nummer

Hoe kun je duurzaamheid promoten zonder het risico op ‘greenwashing’?

Sympathiek ondernemen om sociaal te bewegen

64

Henk Kievit en Jeroo Billimoria over de insteek van sociaal ondernemen.

Mogen commerciële hulporganisaties subsidie krijgen?

92

| Thema Over de mismatch tussen beleidsintenties en –regels. .

Liever geen subsidie. Of is het stiekem toch wel handig?

100

| Thema Hoe heilzaam is subsidie?

Studenten en ondernemer gaan voor eigen kracht en kansen

118

Vervolg van het onderzoek naar duurzame communicatie.

Het verhaal van de 21e eeuw

Colofon

6

Drijfveren

8

Beeldcolumn Ingrid van den Boogaard

32

Win some, lose some

47

Nobody is perfect

79

Column Annemarie de Jong

81

Column Tatiana Glad

117

180 graden

133

Koop Niets! Nu nog voordeliger

134

Column Paul Iske

150

Leven, liefde & lol – Good&Green Guide - Rotterdam

163

Geleijnse en Van Benthem eten uit

171

Estafette

174

124

Trendanalist Green: “Een grote verandering in ons denken is onafwendbaar.”

Van ik naar jij

142

Acht manieren om de impact van sociaal ondernemerschap te meten.

Pagina 82

Pagina 108

Pagina 154

Thema Een vers kopje thee

Ontwikkelingshulp uit Afrika

And (n)ever the twain shall meet

We zijn toe aan een nieuwe vorm van ontwikkelingshulp. Bio Tea Indonesia werd opgezet op basis van sociaal ondernemen, door alle lokale partijen te betrekken en duurzaam te werken. Een potentieel schoolvoorbeeld.

Niet alleen ontwikkelingslanden hebben last van leegloop op het platteland. In Nederland speelt dit net zo goed. Kunnen we succesvolle ontwikkelingsprojecten uit Afrika ook in Nederland uitvoeren?

De vinger op de zere plek: waarom weten sociaal ondernemers en financiers elkaar zo moeilijk te vinden? Ervaringen en tips van ‘informal investor’ Martijn Blom en sociaal ondernemer Marja Baas.

5


De heilzaamheid van subsidie? Laatst hoorde ik ex-minister Koenders zeggen dat hij een lezing

ontwikkelingssamenwerking gedaan kan worden. En dat het leidt

moest geven over de ‘nieuwe ontwikkelingssamenwerking’. Wat zou hij

tot creatief sociaal ondernemerschap. Ontwikkelingshulp hoeft ook

daarmee bedoelen? vroeg ik me af. Ik moest lang nadenken, diep pein-

niet altijd van West naar Zuid te gaan. Omgekeerd komt ook voor. Zo

zen, maar ik kwam er niet achter. Dat ik geen antwoord vond op mijn

zijn er begin deze zomer idealisten uit de Braziliaanse favela’s naar

vraag, is ook logisch. Kijk maar eens naar de verdeling van subsidiegel-

Amsterdam-Noord gekomen om daar de buurt op te knappen. Of dat

den voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2011-2015, MFS

gelukt is, lees je in dit nummer. We kijken ook naar projecten in Afrika

II. In november wordt duidelijk hoeveel financiering de verschillende

en onderzoeken of die ook de leegloop van ons platteland en de vor-

clubs ontvangen uit de subsidiepot van ruim 2 miljard euro. Maar nu al

ming van slechte wijken in de stad kunnen tegengaan. Dat je als sociaal

zijn 2 dingen duidelijk: de organisaties die subsidie krijgen, zijn lang niet

ondernemer over veel doorzettingsvermogen moet beschikken, ver-

altijd de meest vooruitstrevende. Sla het verhaal van Maarten van der

telt Peter Zevenhuizen, oprichter van GeschenkmetVerhaal. Ruim 10

Schaaf op bladzijde 92 er maar eens op na. Een tweede conclusie: er

jaar geleden ging hij de plastic fantastic markt van relatiegeschenken

mogen wel heel veel organisaties uit die subsidieruif eten. Onlangs nog

op met duurzame kadoos. Hij was een buitenbeentje, maar inmiddels

zijn bezwaren erkend van organisaties die in eerste instantie afgewe-

heeft hij z’n plek in die branche veroverd. Daar kunnen New Radicals

zen waren voor die MFS II. De spoeling wordt dus nog dunner. Volgens

hoop uit putten. In een interview vertelt Julia Moulden, bedenker van

deskundigen leidt dat niet tot een creatieve zoektocht naar alternatie-

deze term en schrijver van het gelijknamige boek, alles over deze nieu-

ve geldstromen maar tot meer druk op de charimarkt. Hoezo: nieuwe

we groep. Mensen die met hun eigen capaciteiten de wereld iets willen

ontwikkelingssamenwerking? Dat het ook anders kan, bewijst het pro-

nalaten. Iets structureels willen verbeteren aan de wereld. En nee, dat

ject Bio Tea Indonesia, dat biologische groene thee produceert in een

gaat niet altijd van een leien dakje. Maar als je doorzet, geeft het wel

verarmd plattelandsgebied op West-Sumatra. Het project van Stichting

een hoop voldoening. Veel leesplezier en inspiratie.

Het Groene Woudt wil via het opzetten van theeplantages duurzame ontwikkeling bereiken, zowel financieel als op het gebied van milieu.

Petra Kroon

Dichter bij huis laat Be More zien dat zonder subsidie ook heel goed aan

Ps Heb je op- of aanmerkingen? Mail naar petra@qpq-magazine.nl

Colofon QPQ, het nieuwe ondernemen

Advertentieacquisitie

Vormgeving en opmaak

QPQ is een uitgave van Uitgeverij Flexx.

Marije Hamers

De Vormstrateeg

Mede mogelijk gemaakt door Stichting Het

E marije@qpq-magazine.nl

Postbus 1366

Groene Woudt (SHGW)

5200 BK ’s Hertogenbosch Adviesraad

T 073-613 20 34

Uitgeverij Flexx BV

Emmy Jansen, Edgar Neo, Nathalie

E info@vormstrateeg.nl

Postbus 1366

Verdonschot, Jasper van Impelen

5200 BK ’s Hertogenbosch T 073-613 20 34

Coverfoto

E info@vormstrateeg.nl

Jacqueline Dersjant

Hoofdredactie

Oplage

Petra Kroon

3.000 exemplaren

E petra@qpq-magazine.nl Drukkerij:

6

Eindredactie

Ecodrukkers

Esther Bernhart

www.ecodrukkers.nl

QPQ | 3 • 2010

Info disclaimer

Alle auteurs- en/of databankrechten worden uitdrukkelijk voorbehouden. Behoudens de in de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave van QPQ zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden verveelvoudigd, opgeslagen in enig geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enigerlei vorm of op enige wijze. Aan de verstrekte informatie in deze uitgave van QPQ kunnen geen rechten worden ontleend. Hoewel aan het samenstellen en het totstandkomen van deze uitgave van QPQ de uiterstezorg is besteed, kan de afwezigheid van (druk) fouten, onjuistheden, onvolkomenheden en/of onvolledigheden niet worden gegarandeerd en aanvaarden de auteur(s), de redacteur(en) en de uitgever geen enkele aansprakelijkheid voor eventueel voorkomende (druk)fouten, onjuistheden, onvolkomenheden en/of onvolledigheden, noch ook voor de gevolgen hiervan. De uitgever legt de gegevens van de ontvangers van QPQ vast voor toezending van de uitgaven QPQ,welke zodanige gegevens ook door de uitgever kunnen worden gebruikt om hen informatie te verstrekken over relevante producten en diensten. Bij bezwaar daartegen kan contact worden opgenomen met de uitgever.


QPQ TEAM Paul Iske | Columnist “Veranderingen gaan tegenwoordig zo snel dat een verkiezingsuitslag (en daarmee ook de nieuw te vormen regering) al na een week achterhaald is.”

Redacteuren Yvonne van der Heijden

Tatiana Glad | Columnist

Annemarie Geleijnse

“Shift happens! Perhaps it is by grounding big ideas

Noor Backers

into every day practice that big change becomes living

Roos Menkhorst

change.”

Jolanda Breur Catrien Spijkerman Willemijn van Benthem

Marije Hamers | Sales

Maartje Smeets

“Het is goed om te horen dat adverteerders graag met

Gaston Dorren

QPQ gezien willen worden. Ze vertellen dat medewerkers en relaties QPQ inspirerend vinden, het steeds

Columnisten

opnieuw oppakken en dat het veel doorgegeven wordt.”

Annemarie de Jong Paul Iske

Willemijn van Benthem |

Journalist

Tatjana Glad

“Na de interviews met Martijn Blom en Marja Baas, bleek hoe ondernemend ze zijn. Ze bruisen van nieuwe

Redactiecoördinatie

ideeën, staan open voor invalshoeken en zijn optimis-

Moniek Jakobs

tisch. Voor een journalist fijne gesprekspartners.”

Marketing

Roos Menkhorst |

Koos de Bie

Journalist

“Brazilianen die Nederlanders helpen met het herstructureren van onze achterstandswijken. De wereld op z’n

Vormgeving

kop, dacht ik. Maar dat het zeker kan werken werd

René Ebbeng

duidelijk op een zonnige zondagmiddag in Amsterdam

Fotografie

Noord.”

Frank Groeliken

Lilian Roos | Journalist

Jacqueline Dersjant

“Een spraakwaterval vol aanstekelijk enthousiasme

Vivian Keulards

kwam door vanuit Engeland. Na een langdurig gesprek

Isabel Nabuurs

met trendanalist Josephine Green had ik een stralende

Anja Dierx

lach. Geen doemscenario’s. Ik kon me weer verheugen Een verstandige aanpak ten aanzien van papierverbruik,

op de toekomst.”

inkoop en recycling is een essentieel onderdeel van de zorg van

Marieke Verhoeven | Journalist

QPQ voor het milieu. Daarom is deze uitgave gedrukt op

“Rotterdam en ‘groen’ was voor mij niet echt een

Forest Stewardship Council (FSC) gecertificeerd papier met

logische combinatie. Toch blijkt het in de Maasstad te

plantaardige inkten en zonder schadelijke oplosmiddelen.

barsten van de adressen voor biologische producten, duurzame kleding en zelfs groene gebouwen!”

Ecodrukkers heeft een duidelijke filosofie bij het maken van Ecodrukwerk ©; hoogwaardig kwaliteitsdrukwerk gekoppeld aan een duurzaam productieproces. Deze uitgave is gedrukt op een Ecocolor drukpers met inkten op plantaardige basis. De productie en gebruikte grondstoffen zijn klimaatneutraal. Het complete productieproces is Grafimedia Milieuzorg gecertificeerd en gevoed door 100% groene stroom.

ecodrukwerk is klimaatneutraal

7


Duurzaamheid is niet de reden waarom mensen een product kopen Tekst: Roos Menkhorst | Fotografie: Jacqueline Dersjant

8

QPQ | 3 • 2010


Drijfveren

Ritsaart van Montfrans, oprichter van The New Motion, dat elektrische mobiliteit mogelijk maakt. “Twaalf jaar lang werkte ik bij verschei-

Anderhalf jaar geleden ben ik gestart

dene commerciële bedrijven. Ik hield me

met The New Motion. Ik heb Tendris

Kijk, het heeft nog geen zin om op de

vooral bezig met de financieel gedreven

(een bedrijf dat duurzame bedrijven

Huishoudbeurs te gaan staan, die groep

markten. Maar op een gegeven moment

start, red.) benaderd met mijn plannen

is te breed. De mensen die wij nu wil-

merkte ik dat het me tegen begon te

voor onder meer elektrisch rijden. Zij

len bereiken zijn al geïnteresseerd in

staan. Binnen dat soort bedrijven bestaat

zagen het meteen zitten en samen met

duurzaamheid, of ze houden erg van

toch een bepaald soort armoede in den-

hen heb ik de plannen uitgewerkt.

nieuwe gadgets. Zij zien dat het moment

ken. Ik ben me in mijn vrije tijd gaan inlezen

Wij zorgen dat alle elementen om elek-

Natuurlijk gaat het ons lukken.

ge­komen is dat het echt kan. Het gaat

trisch te kunnen rijden aanwezig zijn:

ons er om dat we die koplopers blijven

in onderwerpen als klimaatverandering

een laadpunt, een parkeerplek, zonnepa-

aanspreken, dat zij een goede ervaring

en duurzaamheid. Alleen al het trans-

nelen en ga zo maar door. Duurzaamheid

hebben en dat ze het woord verspreiden.”

port kost ons een kwart van onze CO2

is leuk, maar het is niet de reden waarom

uitstoot, daar schrok ik echt van. Het

mensen een product kopen. Het moet

moment dat ik het anders wilde gaan

over extra’s beschikken, cool zijn of een

In Estafette (pag. 174) kun je lezen

doen was echt een ‘oud en nieuw’-mo-

goede prijs hebben. Pas daarna komt het

wie Ritsaart van Montfrans uitnodigt

ment.

duurzame aspect om de hoek kijken.

voor de volgende ‘Drijfveren’. ◆

9


Idealisten uit de favela’s helpen Amsterdam-Noord 10

QPQ | 3 • 2010


Reportage

Wat hebben de favela’s van BraziliÍ en een krachtwijk in Amsterdam-Noord met elkaar gemeen? Op het eerste gezicht heel weinig. Toch menen Braziliaanse ontwikkelingswerkers de Amsterdamse wijk leefbaarder te kunnen maken door dezelfde methode te gebruiken die zij in de Zuid-Amerikaanse krottenwijken toepasten. Tekst: Roos Menkhorst en Catrien Spijkerman | Fotografie: Jacqueline Dersjant

11


12

QPQ | 3 • 2010


Kijk, hier komt een kas met tomatenplanten”, vertelt Nop van Warmerdam. Hij is wijkadviseur in Purmerend, maar vandaag slaat hij in zijn vrije tijd met een bijl in de achtertuin van een moskee in de wijk Kleine Wereld in Amsterdam-Noord. Uit gettoblasters schalt muziek van zangeres Beyoncé. Op straat wemelt het van de kinderen, enkele volwassenen zijn fanatiek in de weer met kruiwagens en stenen. Overal wordt geklust: aan de overkant van de moskee verven mensen een muurtje, even verderop zetten kinderen met planken een voetbalgoal in elkaar. In deze krachtwijk wordt de droom van politiek Den Haag verwezenlijkt: buren, kinderen, vrijwilligers en ondernemers werken samen aan een betere buurt. Toch zitten hier geen beleidsmakers of maatschappelijk werkers achter – het is een groepje Braziliaanse ontwikkelingswerkers dat de kar trekt. Braziliaanse idealisten De jonge architect Rodrigo Alonso (35) is het brein achter de opknapactie. Tien jaar geleden zette hij met vier andere architecten de NGO Elos op. Het kleine groepje idealisten vond dat ze als architecten een sociale verantwoordelijkheid hadden. Waarom zouden ze zich moeten neerleggen bij de slechte omstandigheden waarin mensen leefden? De jongens van Elos ontwikkelden een methode waarmee ze in zes stappen de beruchte Braziliaanse favela’s konden veranderen in een leefbaardere omgeving. Zonder geld en zonder overheidssteun, enkel door contact te maken met de bewoners, hen te vragen naar hun wensen en dromen, en vervolgens samen met de bewoners de handen uit de mouwen te steken om hun dromen te verwezenlijken. “Want praten is mooi, maar er moet wel op korte termijn zichtbaar resultaat zijn”, zegt Alonso. “We zijn niet voor niets architecten.” “Doordat de bewoners het heft in eigen handen nemen, krij-

Niet wachten tot ‘ze’ iets doen, maar zélf werken aan je dromen. Het is die ‘hands on’-mentaliteit waardoor het project verschilt van andere sociale projecten.

gen ze meer vertrouwen in hun eigen kracht”, zegt Alonso. “Hierdoor kan een kort project blijvende impact hebben.” De

Ze werkt bij Fairground, een organisatie die maatschappe-

aanpak geldt daarom niet alleen voor Brazilianen in krotten-

lijke projecten in ontwikkelingslanden opzet en ondersteunt.

wijken, maar voor álle mensen, meent Elos. De organisatie

Fairground haalde de ‘sloppenwijkformule’ van Elos naar

ontwikkelde daarom trainingen zodat ook andere mensen zich

Nederland.

de methode eigen kunnen maken, en kunnen verspreiden in hun eigen land. Inmiddels zijn ze met hun zogenaamde Oasisspel ook al neergestreken in India, Chili en Paraguay. Nu is Amsterdam aan de beurt.

Uit de portiekflats “De eerste twee weken spraken we mensen aan op straat in de wijk”, vertelt Van Wijk. “De favela’s in Brazilië zijn natuurlijk heel anders dan de wijk hier. In Brazilië speelt het dage-

Geheel volgens het stappenplan van Elos begon een groep

lijks leven zich buiten af, je maakt gemakkelijk contact. In

vrijwilligers daarom twee weken geleden met het voorwerk in

Amsterdam-Noord waren we een beetje bang dat we de men-

Amsterdam-Noord. De groep bestaat uit Brazilianen en tien

sen niet uit de portiekflats zouden krijgen. Daarom belden we

Nederlanders die eerder dit jaar de Oasis-training van Elos hebben gevolgd in Brazilië. Eén van hen is Yolande van Wijk

gewoon bij ze aan, we hingen flyers op, en we gingen naar plekken waar veel bewoners samenkomen. We vroegen de wijkbe-

13


Jouw onderneming kan een wereld van verschil maken Kansen in opkomende markten Heb jij plannen om in Afrika, Azië of Latijns-Amerika een bedrijf te beginnen? Dan ben je op de goede weg. In deze regio’s zijn namelijk volop marktkansen. Start een winstgevend bedrijf en heb tegelijk grote sociale impact. Om te ondernemen in een ontwikkelingsland is een drietal ingrediënten noodzakelijk: een goed idee, een internationaal netwerk en financieringsmogelijkheden. Ondernemen Zonder Grenzen wijst je hierbij de weg met best practices, een businessplan competitie en een wegwijzer over internationaal ondernemen.

Op 11 november is de finale van de businessplan competitie Ondernemen Zonder Grenzen 2010. Schrijf je nu in voor het eindevenement op www.ondernemenzondergrenzen.nl Ondernemen Zonder Grenzen is een initiatief van:


woners wat zij in hun buurt zouden willen veranderen.” “Het duurde wel even voor de bewoners zich geroepen voelden om mee te doen”, vertelt Van Wijk. “In eerste instantie

Elos in Latijns-Amerika Elos werd opgericht om de favela’s in Brazilië leefbaarder te maken.

vonden veel mensen het maar raar, zeker omdat een deel van

Zo bouwden bewoners van de krottenwijken onder leiding van Elos

onze vrijwilligers geen Nederlands spreekt. ‘Wat komen die

ruïnes om tot een kinderspeeltuin en werd een vies leeg gebouw waar

gekke Brazilianen hier doen?’, vroegen ze zich af. Eerst dachten

doorgaans drugsgebruikers zaten omgebouwd tot buurttheater. In

ze dat we van de gemeente waren en vervolgens geloofden ze

vissersdorpjes werden buurtcentra gebouwd, overkapte pleintjes waar

niet dat er iets zou gaan gebeuren, en dat we daadwerkelijk din-

mensen kunnen samenkomen. Geheel volgens de Oasis-filosofie werd

gen zouden gaan bouwen.”

daarbij enkel gebruik gemaakt van de materialen en ambachten die het gebied rijk was. Zo werden de overkappingen gemaakt door op traditio-

De vrijwilligers gingen op zoek naar ‘sleutelfiguren’ in de buurt. Wie kent veel mensen? Wie heeft veel invloed in de

nele wijze planten te vlechten. In Santos, de plek waar de oprichters van Elos vandaan komen, leidde

buurt? Zo kwamen ze onder meer uit bij Mustafa van de mos-

het Oasis-spel er zelfs toe dat buurtbewoners zich organiseerden in een

kee, Hakan van de snackbar, en bij enkele moeders die via de

actiegroep en een bestemmingsplan indienden bij de overheid voor een

basisschool veel andere moeders en kinderen kennen.

stuk braakliggende grond in hun wijk. In Brazilië mag de gemeenschap

“Op die manier zet je een netwerk op waardoor steeds meer

namelijk ideeën aandragen over het gebruik van gemeenschappelijke

mensen betrokken raken”, zegt Van Wijk. “Uiteindelijk heb-

grond – maar dan moeten de bewoners zich wél weten te organise-

ben we vorige week iedereen uitgenodigd om een avond naar de

ren. Het plan werd goedgekeurd, en op die grond komen nu 130 sociale

plaatselijke basisschool te komen. We vroegen de bewoners hun

woningen, waaraan de bewoners zelf meebouwen.

droom vorm te geven door middel van maquettes. De kinderen maakten een soort apenkooi, met klimrekken en andere toestellen om in te spelen. De volwassenen wilden graag een plek om te barbecuen. Het gaat er om dat de initiatieven uit de mensen zelf komen.”

15


Bij favela’s denk je aan criminaliteit, drugs en armoede. Maar daar zie je juist dat mensen elkaar goed kennen en er sterke sociale relaties zijn. Dat willen we laten zien. Ook hier.

16

QPQ | 3 • 2010


Snackbar schilderen Dit weekend worden de plannen uitgevoerd. Om de leefbaarheid en veiligheid in de wijk te vergroten, krijgen de muren van snackbar ‘Istanbul’ bijvoorbeeld een flinke opknapbeurt. Volgens snackbareigenaar Hakan was dit hard nodig: “De wijk is de laatste jaren steeds smeriger geworden. De gemeente maakt veel te weinig schoon.” Hij loopt naar buiten en wijst op een muur met graffiti: “Kijk, dit laten ze gewoon zitten. Het heeft geen zin om het zelf te doen, voor je het weet zit het toch weer onder de graffiti.” “Nu gebeurt er eindelijk iets”, zegt hij triomfantelijk. “Vorige week kwamen een paar mensen vragen of ze de muren van mijn snackbar mogen verven. Ik zei meteen ‘ja’. Waarom ook niet? Er komen vlaggetjes op van alle verschillende nationaliteiten uit de buurt. Dat ziet er in ieder geval beter uit dan graffiti.” Voor de snackbar bekijken Ali Toka (24) en Riza Ayko (25) de schilderende kinderen van een afstandje. Beide jongens wonen al achttien jaar in Amsterdam-Noord. Riza Ayko: “Er zijn hier nooit activiteiten voor kinderen. Dit is toch leuk?” Zelf doen ze niet mee aan het klus- en schilderwerk om hen heen. Ayko: “Ik heb m’n nette kleren aan, ik moet nog naar een feestje vanavond.” Ali Toka vindt het ‘wel relaxt’ dat er wordt gewerkt aan de leefbaarheid. “Ze hebben ook aan mij gevraagd wat ik anders zou willen in de buurt. Ik heb gezegd dat het goed zou zijn als ze wat bankjes zouden neerzetten. Misschien gebeurt dat nog ook”, zegt hij terwijl hij naar de werkende vrijwilligers aan de overkant gebaart. Riza Ayko voegt toe: “Wel apart dat daarvoor mensen uit Brazilië moeten komen. Dat had de gemeente toch ook kunnen doen?” Eerst de kinderen, dan de ouders Maar dat is nu precies wat de Brazilianen en de getrainde vrijwilligers proberen over te brengen: niet wachten tot ‘ze’ - de gemeente, ontwikkelingsorganisaties of ‘anderen’ - iets doen, maar zélf werken aan je dromen. Het is juist die ‘hands on’-mentaliteit die maakt dat het project verschilt van andere sociale projecten, zeggen ze. Elos-oprichter Alonso: “Wij leren mensen te kijken naar wat ze hebben, in plaats van naar wat ze niet hebben. Bij een favela denk je aan criminaliteit, drugs en armoede. Maar als je in die wijken gaat rondlopen zie je juist dat mensen elkaar goed kennen en dat de sociale relaties vaak veel sterker zijn dan in andere wijken. Dat willen we ze laten zien. Ook hier.” Nurten Turan en Seyhan Canlar zitten op een afgelegen pleintje op een bankje. Tussen hen in staat een thermoskan met thee. Ze eten zoetigheden die ze in aluminium hebben verpakt. “Mijn zoontje doet mee”, vertelt Turan.

17


18

QPQ | 3 • 2010


“Om negen uur ’s ochtends heb ik hem gebracht. Hij moest hout verzamelen voor het voetbalveld. Ik weet niet waarom.”

De zes stappen van het Oasis-spel

Beide vrouwen vinden het project een goede zaak. “Het moet

De Braziliaanse architecten ontwikkelden

hier schoner worden, dat is beter”, zegt Turan. Ze doet zelf niet

een methode om in korte tijd, doorgaans

mee, maar heeft wel tegen veel moeders op school verteld dat

een maand, samen met de wijkbewoners

het project bestaat. Ook Canlar doet niet mee: “Mijn kinderen

de buurt zichtbaar leefbaarder te maken. In

zijn al groot.”

Amsterdam-Noord voerden ze dit in versnelde versie in een week uit. De methode bestaat

Dat het vooral kinderen zijn die de handen uit de mouwen

uit zes stappen.

steken is niet erg, volgens Niels Koldewijn van Fairground. Ook hij is opgeleid door Elos. “Dat gaat in Brazilië ook zo.

Stap 1: De goedkeurende blik

Eerst de kinderen, dan volgen de ouders vanzelf.” Om te zor-

Ontwikkelingswerkers verkennen de wijk en

gen dat de gemeenschap ook in de toekomst actie onderneemt,

letten hierbij niet op de armoede en slechte

is het namelijk wel nodig dat ook volwassenen en jonge mensen

omstandigheden, maar richten zich op de

betrokken raken. “Het beste zou zijn als we hen ook zouden

schoonheid, mogelijkheden en bronnen die

kunnen betrekken”, zegt hij terwijl hij naar het groepje hang-

er wél zijn.

jongeren bij de snackbar knikt. “Hoe je dat doet? Door zelf het goede voorbeeld te geven. Als je zelf begint, doen zij vanzelf

Stap 2: De affectie

mee.” Op de achtergrond staan zeven Brazilianen in de mos-

De ontwikkelingswerkers luisteren naar de

keetuin te hakken. Twee Marokkaanse buurtbewoners doen

verhalen van de bewoners. Ze zoeken ze thuis

mee, de rest kijkt van een afstandje.

op een bouwen een band met ze op.

Geen geld Ook het feit dat er nauwelijks een budget is, zou de bewoners moeten stimuleren mee te doen. Het is een onderdeel van het

Stap 3: De droom Wijkbewoners vertellen hun wensen en dromen.

spel, zegt Joao Scarpelini, een Braziliaan die in Londen woont. “Er is geen geld, dus moet je improviseren met dat wat de

Stap 4: Het plan

gemeenschap heeft en geeft. Zo realiseert de gemeenschap zich

De dromen worden bij elkaar gebracht en

hoeveel waardevolle bronnen ze eigenlijk bezit.” Scarpelini kent

er wordt bekeken wat ze gemeen hebben.

de jongens van Elos en is uit Londen overgevlogen om als vrij-

Buurtbewoners maken samen met de ontwik-

williger te helpen. Het ticket heeft hij zelf betaald. “Er is altijd

kelingswerkers een plan om aan de dromen te

wel iemand bij wie ik kan slapen.”

werken.

Als de gemeente geld investeert, betekent dit dat er van bovenaf zaken worden opgelegd, zegt Koldewijn van

Stap 5: Het wonder De gemeenschap gaat aan de slag met de

Fairground. “De gemeente bepaalt zodoende wat een gemeen-

middelen die ze tot haar beschikking heeft.

schap nodig heeft. Terwijl het er bij dit project juist om draait

Iedereen draagt zijn eigen steentje bij om

dat de bewoners dat zélf beslissen.” De materialen die gebruikt

samen de droom te verwezenlijken.

worden, zijn volgens Koldewijn dan ook bijna allemaal afkomstig van de buurtbewoners zelf. “Iedereen draagt op zijn eigen

Stap 6: De viering

manier iets bij. De één komt met een stapel stenen aanzetten,

Na dagen van handen uit de mouwen steken

de ander met een kruiwagentje dat we even mogen gebruiken.

is een concreet resultaat bereikt. De gemeen-

In de weken dat we langs de deuren gingen, vroegen we ook of

schap viert feest omdat ze dit samen bereikt

mensen wat over hadden dat we zouden kunnen gebruiken.”

hebben.

Natuurlijk was er wel geld nodig om Amsterdam-Noord het Oasis-spel te laten spelen. “Een deel wordt betaald door Oxfam Novib”, zegt Koldewijn. “Die bijdrage heeft het mogelijk gemaakt het project hier uit te voeren. Een ander deel is

19


Het is niet erg dat het vooral kinderen zijn, die de handen uit de mouwen steken. Eerst de kinderen, dan volgen de ouders vanzelf.

20

QPQ | 3 • 2010


21


Twee maanden later De gedroomde kas staat stevig in de achtertuin van de

veer dertig kinderen en tien volwassenen uit de wijk. Sommige vrijwilligers hebben ooit de Elos-training in Brazilië gevolgd,

moskee. Er zit alleen geen dak op. En als je binnen een

anderen raakten gewoon enthousiast toen ze hoorden over het

kijkje neemt staat er een aantal verdroogde plantjes. Geen

project. Linda Priem, student criminologie las erover op inter-

paprika’s of radijsjes. ‘Het was een leuk idee, maar de uit-

net en besloot spontaan mee te komen helpen. Samen met een

voering is niet zo goed geweest,’ zegt Mustafa Topal van

groep kinderen schildert zij de houten goals die op het voet-

de moskee.

balveldje komen te staan. “Door mijn studie criminologie weet

Een ambtenaar van de gemeente heeft hem pas opge-

ik dat veiligheid samenhangt met hoe mensen zich in hun wijk

zocht en gezegd dat de kas uit de achtertuin moet ver-

voelen. Ik ben daarom heel erg geïnteresseerd in buurtpartici-

dwijnen. Topal: ‘Ze vonden de kas te rommelig, het past

patie-projecten als deze.”

niet in de buurt. Eerlijk gezegd vind ik dat ze gelijk hebben,

Priem denkt dat het Oasis-spel effect heeft. “Ik kom zelf uit

maar het wordt nog een hele klus om de betonnen blok-

een kleine stad. Sinds ik in Amsterdam woon, valt het me op

ken- waarmee de kas in de grond zit- eruit te halen.’

dat mensen hun buren vaak niet kennen. Om contact te maken

Hij is wel blij met de felgekleurde bloemen en de kruiden-

is niet veel nodig, maar je moet wel even een drempel over. Dat

tuin. Die doen het goed, een man van de moskee verzorgt

gebeurt tijdens dit project. Door samen ergens aan te wer-

ze iedere dag, vertelt hij. Maar of het project nou een blij-

ken, leer je elkaar kennen. Misschien komt er weinig meer van

vende impact heeft? Topal: ‘Mensen zijn in deze buurt met

terecht als de Brazilianen weg zijn, maar dan hebben onbekende

hun eigen leven bezig, zo gaat dat.’

buurtbewoners in ieder geval eens met elkaar gesproken. Een

Aan de overkant steken de vlaggen op de muur van de

volgende keer zullen ze elkaar daardoor makkelijker benaderen.”

snackbar vrolijk af tegen de witte achtergrond. Toch is het niet zo dat er minder hangjongeren zijn, zegt eigenaar

Ook Mustafa Topal moet het de Brazilianen nageven: “Ik

Hakan. ‘Het ziet er leuk uit, maar de jongeren staan er nog

woon hier nu al twintig jaar, en ik heb nog nooit zoiets gezien.

steeds. Ze laten flesjes en blikjes achter.’

Er zijn in deze buurt veel mensen die alleen maar bezig zijn

Hakan vertelt dat de gemeente had gezegd dat er een

met hun eigen leven: ze kennen weinig mensen en komen nooit

grote prullenbak zou komen om de overlast van straatvuil

op activiteiten.” Als bestuurder van de moskee weet Topal hoe

tegen te gaan. ‘Het is nu bijna twee maanden later en er is

moeilijk het is om mensen in zijn buurt te mobiliseren. “We

geen prullenbak.’ Heeft Hakan de afgelopen weken eraan

organiseren wel eens iftarmaaltijden tijdens de ramadan, maar

gedacht zelf een actie te organiseren tegen straatvuil? Hij

daar komen maar heel weinig mensen op af.” Hij is verbaasd

kijkt verbaast, en lacht dan: ‘Nee, zeg. Daar heb ik helemaal

over de opkomst van vandaag. “Ik denk dat er onderling con-

geen tijd voor.

tacten worden gelegd.” Toch denkt Topal niet dat er iets zal zijn veranderd als de Brazilianen na het weekend weer weg zijn uit de wijk. “Dan is alles weer zoals vroeger. Als je goed oplet, zie je dat vooral de

afkomstig van de tien Nederlanders die de Elos-training in

mensen van buiten de wijk hard werken hier.” Hij kijkt even

Brazilië volgden, zoals Yolande en ik. Voor die opleiding in

om zich heen. “Eerlijk gezegd hou ik niet zo van deze buurt.

Brazilië moest iedere cursist een bedrag betalen, waarvan een

Niemand doet hier iets. Ik zit bijvoorbeeld in de ouderraad van

deel in dit project werd geïnvesteerd.”

de school. We hebben wel eens gevraagd of de ouders willen meehelpen om de omgeving van de school te onderhouden. We

Contact maken

konden geen enkele vrijwilliger vinden!”, zegt hij opgewonden.

De belangrijkste bijdrage aan het project wordt geleverd door vrijwilligers, mensen die zelf niet in de wijk wonen, maar

22

“Ze hebben geen tijd, of vinden het niet nodig, omdat ze al

graag bijdragen aan het project. Jonge idealisten uit Brazilië,

een ouderbijdrage betalen. In Nederland is heel veel geregeld,

Duitsland, Engeland, Nederland, Zweden en Nieuw-Zeeland

daardoor denken sommige mensen dat ze niets meer zelf hoe-

vormen de harde kern: twintig vrijwilligers begeleiden onge-

ven te doen. Ze denken dat alles voor ze wordt gedaan.” ◆

QPQ | 3 • 2010


23


New Radicals: wereldverbeteraars in een nieuw jasje

Positief, constructief en hoopvol Tekst: Eva Prins

24

QPQ | 3 • 2010


De inbox van QPQ werd overspoeld met reacties op de oproep bij onze nieuwe rubriek 180 graden. Massaal deelden lezers hun eigen omslagpunt waarop zij besloten zich in te gaan zetten voor een betere wereld. Het onderwerp leeft en, hoewel harde cijfers ontbreken, lijkt er toch zeker sprake van een trend. Schrijfster Julia Moulden noemt deze groeiende groep New Radicals. Ze ervaarde zelf ook een ommekeer, onderzocht het fenomeen en schreef er een boek over. Haar conclusie: steeds meer mensen veranderen radicaal hun leven.

Ingezonden 180°-ervaringen

Van:

Noor van Gulik (47)

ster en ‘midlifecoach’ Julia Moulden (54) bij de groeiende

Onderwerp:

New Radicals

groep New Radicals: mensen die met hun werk niet alleen geld

Datum:

12 augustus 2010

willen verdienen, maar vooral ook de wereld willen verbeteren.

Aan:

Petra Kroon

Als sociaal ondernemer behoor je volgens de Canadese schrijf-

Moulden schreef een (zelfhulp)boek over het transformatieproces dat soms lang en moeilijk is.

Voor Noor van Gulik, toen nog medewerker planning en sales bij een landelijk opleidingsinstituut, was borstkanker de wake-

Het begon bij haarzelf zoals het bij veel New Radicals begint:

up-call. “Nu wilde ik gaan doen wat ik werkelijk van binnen,

met een knagend gevoel van ontevredenheid. Moulden: “Ik was

vanuit mijn hart, wilde.” Nog tijdens haar behandelingen ging

48 en ruim twintig jaar speechwriter, werk waar ik van hield en

ze de post-Hbo-opleiding Integratieve Psychotherapie volgen

goed voor werd betaald. Maar ik voelde ook: dit wil ik niet de

en in juli 2008, precies twee jaar na de eerste operatie, begon

komende twintig jaar blijven doen.” Ze omschrijft dit knagende

ze haar bedrijf: www.fonkel.nu. Van hieruit begeleidt ze

gevoel als “interessant, maar ook enigszins alarmerend.”

mensen die met kanker te maken hebben (gehad). “De beste

De alarmbellen gingen echter pas goed rinkelen toen, onver-

beslissing van mijn leven”, zegt ze. “Ik doe mijn droom.”

wacht, haar man van haar wilde scheiden. “Dat was absoluut een ‘major triggerpoint’ voor mij”, zegt ze. “Ineens stond ik er alleen voor. Ik had stiefkinderen opgevoed, maar geen eigen kinderen.” Moulden zag zichzelf voor de vraag gesteld: Wat nu? Wat wil ik met de rest van mijn leven? Toen ze eens goed om zich heen keek, ontdekte ze dat ze niet de enige was die zichzelf deze vraag stelde.

25


Bij een ingrijpende gebeurtenis word je ruw uit je dagelijkse routine geschud. Als het stof dan wat is neergedaald, komen de twijfels en de vragen: wie ben ik? Wat wil ik?

26

QPQ | 3 • 2010


Integendeel; tientallen of misschien wel honderden, duizenden generatiegenoten bleken hiermee te worstelen - net als Moulden vaak getriggerd door een ingrijpende gebeurtenis: ziekte, overlijden, scheiding, ontslag. “Een wake-up-call”, noemt Moulden dit. “Bij zoiets ingrijpends word je ruw uit je

Van:

Joke Bom (39)

dagelijkse routine geschud. Als het stof dan wat is neergedaald,

Onderwerp:

New Radicals

komen de twijfels en de vragen: wie ben ik? Wat wil ik? Vragen

Datum:

12 augustus 2010

die we ons in het drukke leven van alledag niet stellen – vaak

Aan:

Petra Kroon

ook niet willen stellen omdat ze te confronterend zijn.” “Ik heb de drive om mensen te helpen”, zegt Joke Bom.

Idealisme waarmaken Om zich heen kijkend, ontdekte Moulden niet alleen veel

Dat deed ze ook als jeugdhulpverlener. In haar laatste baan werkte ze bij het Ministerie van Justitie waar ze de rechter

mensen bij wie deze vragen speelden, maar ook veel gelijkenis-

adviseerde over ‘kinderen in de knel’. Mooi en zinvol werk,

sen in hun antwoorden. Meer betekenis - dat is voor velen de

maar toch knaagde het. “Ik wilde het groter aanpakken, niet

kern. “Ze willen zinvol werk, verschil maken. De wake-up-call

beperkt tot Nederland, en iets voor mezelf beginnen.” Tijdens

heeft hen de relativiteit van nog meer geld en nog meer status

haar vele reizen kwam langzaam het besef over de slechte

doen inzien. Na een - vaak succesvolle - carrière willen ze iets

omstandigheden waaronder onze kleding wordt gemaakt.

terug doen: de wereld een beetje mooier maken.”

Dat was voor Bom de trigger. Mode moest het worden én

Herkenbaar? De trend die Moulden signaleert, geldt zeker

internet, want dat was de toekomst. Ze nam een coach in de

niet alleen voor de Verenigde Staten of Canada. Ook in

arm en binnen een half jaar had ze haar baan opgezegd en

Nederland breken steeds meer hoogopgeleiden een carrière af,

www.watMooi.nl opgezet. Dat was in 2006. In de modewereld

veranderen ze hun werk of beginnen ze voor zichzelf om bij te

en ook in haar omgeving werd ze voor gek verklaard, maar

kunnen dragen aan een betere wereld. Zo kreeg QPQ op een

Joke Bom geloofde erin en zette door. Inmiddels is watMooi.

oproep voor de rubriek ‘180 graden’ over die ommekeer over-

nl de grootste duurzame kledingwebshop van Nederland en

stelpend veel reacties.

België.

Moulden noemt deze mensen New Radicals – een geuzennaam waarmee ze refereert aan de Radicalen uit de invloedrijke, idealistische jaren ’60, de tijd waarin veel New Radicals opgroeiden. Besmet met het idealisme uit hun jeugd, wilden veel van deze babyboomers volgens haar altijd al iets belangrijks met hun leven doen. Deze ambitie sneeuwde bij velen echter onder in de tredmolen van trouwen, kinderen, carrière en een hypotheek die moet worden betaald. Opgeschud door de wake-up-call, komt die wens weer boven en maken ze - eindelijk - ook werk van de uitvoering. Met de ‘ontdekking’ van de New Radicals, ontdekte Moulden ook haar eigen roeping: ze ontwikkelde zich tot een ‘midlifecoach’ die mensen begeleidt in dit transformatieproces naar een meer betekenisvolle carrière. Haar kennis en ervaringen verwerkte ze vervolgens in het boek ‘We are the New Radicals’. Onder alle generaties In het boek focust ze vooral op de babyboomers, in haar woorden “de grootste en meest succesvolle generatie die de wereld ooit heeft gekend.” Zelf een babyboomer had Moulden de

27


indruk dat de knagende ontevredenheid en de wens voor zinvol werk vooral voor haar eigen generatie gold, als uiting van een midlifecrisis, al vindt ze dat een “veel te negatief woord voor een natuurlijk en noodzakelijk proces.”

onduidelijk. Zij kunnen worden overspoeld - en ontmoedigd door al die mogelijkheden. Waar te beginnen? Volgens Moulden begint het antwoord op die vragen bij jezelf. Wat zijn jouw waarden? Wat vind jij belangrijk? Waar wil jij je

“Als je tegen de vijftig loopt, realiseer je je dat je niet oud

tijd, energie en talenten voor inzetten? Dat de ‘switch’ daarmee

bent, maar ook niet meer jong. Je hebt hopelijk nog een flink

ook eigenbelang in zich draagt, vindt ze niet meer dan mense-

aantal actieve jaren voor de boeg. Dat is vaak het moment

lijk en ook gewenst. Immers: wat je ten diepste raakt, motiveert

waarop mensen zich gaan afvragen: hoe wil ik die doorbren-

je het meest.

gen?” Dat het antwoord op die vraag steeds vaker ‘by doing good’ is, heeft volgens Moulden onder meer te maken met de

Ze adviseert deze ‘zoekers’ dan ook om te investeren in een

financiële crisis en de klimaatcrisis. “Ellende is er natuurlijk

periode van zelfreflectie. “Ik stel ze de vraag: wat wilde je wor-

altijd geweest, maar nu is het niet langer ver van ons bed. Het

den als kind? In onze drukke levens hebben we vaak het zicht

is in onze achtertuin en heeft direct effect op ons leven.”

op onze diepste dromen verloren.” Aan wie het zich kan per-

Dat aspect heeft volgens haar een groeiend bewustzijn ver-

mitteren adviseert ze soms om letterlijk even een pauze in te

oorzaakt dat op dezelfde voet doorgaan niet langer kan. Onder

lassen: een sabbatical te nemen, op reis te gaan. Voor wie dat

alle generaties. Want inmiddels, het boek is nu drie jaar uit, is

niet is weg gelegd, zijn er andere methoden voor introspectie

Moulden ervan overtuigd geraakt dat ‘het goed-willen-doen-vi-

zoals het bijhouden van een dagboek of meditatie.

rus’ zich niet beperkt tot babyboomers. “New Radicals vind je onder alle leeftijdsgroepen, het is heel wijdverbreid.” Wat New Radicals volgens haar vooral onderscheidt is hun positieve instelling: ze willen en kunnen tegenslag ombuigen tot iets positiefs. Ze zien de wake-up-call als een kans. Positief, constructief en hoopvol – dat is volgens Moulden het credo van de New Radical. Neem Steve en Liz die hun zoon verloren bij de aanslagen op de Twin Towers. Al snel voelden ze dat ze iets wilden doen om hun zoon te eren. Een documentaire over slachtoffers van (oorlogs)geweld bracht hen op het idee. Nu runnen ze een organisatie voor steun aan (oorlogs)slachtoffers in post-conflictlanden door middel van fondsenwerving en train-de-trainersprogramma’s. Tientallen van zulke voorbeelden beschrijft Moulden in haar boek. Mensen die niet zelden een - succesvolle - carrière

Moulden onderscheidt in haar boek drie mogelijke uitkomsten

beëindigden om zich volledig te wijden aan de goede zaak - als

van het transformatieproces. Ten eerste: iemand blijft bij zijn

ondernemer, binnen bedrijven of met NGO’s.

oude werkgever, maar probeert van binnenuit dingen te veranderen. Deze New Radicals noemt ze ‘Innovators.’ De tweede

Zelfreflectie Volgens Moulden zijn de mogelijkheden voor (potentiële) New

niet soortgelijke - baan in de non-profit-sector of begint zelf

Radicals oneindig. Er zijn immers zoveel grote (wereld)proble-

een ideële organisatie. Dit zijn in de woorden van Moulden de

men, dus zoveel manieren om de wereld een beetje mooier te

‘Activisten’.

maken. Vaak is dat echter ook gelijk een probleem, erkent ze.

Tot slot zijn er de sociaal ondernemers; de mensen die een

Sommige mensen worden een New Radical juist omdat ze

nieuw ‘goed’ bedrijf oprichten. Met name in deze groep ver-

zich voor die ene zaak of dat ene goede doel in willen zetten. Zij

wacht Moulden de komende jaren een grote groei. “Mensen

hebben ‘het licht’ gezien. Bij veel anderen is er wel een stem-

zullen meer en meer hun eigen werk gaan creëren.”

metje dat zegt: ik wil/moet iets anders. Maar wat, dat is nog

28

groep verruilt een baan in het bedrijfsleven voor een - al dan

QPQ | 3 • 2010


De wake-upcall doet de relativiteit van nog meer geld en nog meer status inzien. Na een - vaak succescolle carrière is het tijd om iets terug te doen.

Van:

Petra Hubbelling (49)

Onderwerp:

New Radicals

Datum:

12 augustus 2010

Aan:

Petra Kroon

Negen jaar werkte Petra Hubbeling als directeur van een beursgenoteerde onderneming, maar ze kwam steeds meer ‘in spagaat’ te staan met haar levenswijze: het boeddhisme. “Alles was altijd maar gericht op geld verdienen, waarbij de mensen nogal eens uit het oog werden verloren. Daar kreeg ik steeds meer last van.” Hubbeling besloot voor zichzelf te beginnen en startte een bemiddelingsbureau voor interim managers. Dat gaf inhoudelijk echter te weinig voldoening. Vorig jaar hakte ze de knoop door om echt haar passie te volgen. “Nu breng ik boeddhisme en business samen met mijn bedrijf Boeddhisness: www.boeddhisness.nl. Tussen het gevoel ‘Ik moet wat anders’ en de start van Boeddhisness, zat 3,5 jaar. “Veiligheid, zekerheid, een lekker inkomen, status, dat moet je allemaal loslaten”, schetst Hubbeling dat proces. “Dat was soms best een worsteling.” Van Boedhisness kan ze nog niet leven – ze leeft van haar spaargeld. “Maar ik sta nu wel elke dag op met het gevoel dat ik doe wat ik moet doen.”

29


Opwindend avontuur Afhankelijk van de beginsituatie en de uitkomst, plaatst Moulden de omslag op een schaal van ‘mild’- naar ‘wild’-radicaal. Het wildste voorbeeld in haar boek is ongetwijfeld zestiger Nicole Pageau die in een jaar tijd haar baan opzegde, haar huis

Het eigenbelang overstijgen Ook het Financieele Dagblad signaleert in een artikel van

verkocht en naar Rwanda vertrok om oorlogsweduwen te gaan helpen.

afgelopen juni dat “hoogopgeleide carrièremakers na jaren van

Maar mild of wild, onderschat het niet, zegt Moulden. Het

studie, hard werken en veel geld verdienen steeds vaker tot de

transformatieproces, door haar omschreven als een reis, kan

conclusie komen dat ‘mensen helpen’ bevredigender is dan

hoe dan ook lang en moeilijk zijn. Bij sommigen is de nieuwe

weer een bonus op de rekening.”

bestemming in een paar maanden bereikt en vrijwel meteen

Hoogleraar management Jan van Zwieten verklaart dat in het

succesvol. Bij de meesten kost het echter jaren om uit te vinden:

artikel aan de hand van de behoeftepiramide van Maslow. Deze

wat nu en hoe daar te komen? En in dat proces sneuvelen rela-

groep heeft volgens hem alles bereikt: zekerheid, veiligheid,

ties, worden huizen verkocht en spaartegoeden aangesproken.

sociale relaties, waardering en persoonlijke ontwikkeling. “Ze

“Voor mijzelf is het een ongelofelijk moeilijke reis geweest”,

raken niet meer gemotiveerd door hun eigen persoonlijke ont-

zegt Moulden. “Ik stond er alleen voor en moest zoveel nieuwe

wikkeling en richten zich nu op de omgeving en op anderen”,

dingen leren. Een boek schrijven is bovendien niet iets waar je

aldus de hoogleraar.

rijk mee wordt – dus mijn inkomen was vele jaren heel laag.”

Hilde Backus van het Coach Bureau noemt het in de krant

“Dat moet je je realiseren voor je eraan begint”, zegt ze. Maar

‘een reactie op de materialistische jaren ’90’. “Ze zijn moe van

ze weet ook: voor de meeste New Radicals is het geen kwes-

de rijkdom en het materialisme en raken geïnteresseerd in wat

tie van keus. Ze voelen een noodzaak en een drive die ster-

hen daadwerkelijk gelukkig maakt”, stelt ze.

ker is dan welk bezwaar ook. Vandaar misschien ook dat geen

En dat is steeds vaker werk met zin, zo blijkt uit - nog lopend

van alle New Radicals die Moulden sprak, spijt heeft gehad.

- onderzoek van het Financieele Dagblad en de Academia

Integendeel, allemaal vonden ze het de tijd en moeite meer dan

Aemstel. De stelling: ‘Ik wil werken voor een organisatie die

waard - ook degenen voor wie de uitkomst nog ongewis of

mijn waarden deelt’, wordt volgens de eerste resultaten (500

(nog) niet succesvol was, want het proces is ook uitdagend en

ingevulde enquêtes) gedeeld door 77 procent van de respon-

inspirerend.

denten: voornamelijk mensen uit de zakenwereld. De stelling

Dat geldt ook voor Moulden zelf. Ze omschrijft het als een

‘Ik wil in mijn werk bijdragen aan een betere wereld’, wordt

opwindend avontuur. “In het begin was het beangstigend: de

door 69% van de respondenten onderschreven.

onzekerheid, de scheiding. Maar uiteindelijk ben ik heel blij dat

Ook onderzoeker Peter ten Hoopen, consultant organisatiecultuur, concludeert op basis van dit ‘Werk met zin’-onderzoek

het me is overkomen, anders had ik al die nieuwe dingen niet geleerd en al die fantastische mensen niet ontmoet.”

dat de zakelijke gemeenschap in Nederland de piramide van Maslow begint te overstijgen. En de vraag is volgens hem dan: wat is er voorbij zelfverwerkelijking? Zijn antwoord: “Je inzet-

Koudwatervrees Ja, ze kent ook mensen die onderweg zijn gestopt, die koud-

ten voor de ander, of ‘het grote idee’, iets wat het eigenbelang

watervrees kregen, bij wie de tijd ontbrak of geld. Moulden

overstijgt.” En dat is precies wat sociaal ondernemers doen.

spreekt echter liever niet van stoppen. Zij ziet het als een pauze. “Ik verwacht dat de meeste van hen de ingeslagen weg later wel

Kijk voor meer informatie over het onderzoek op: www.werkmetzinonderzoek.com.

weer zullen hervatten.” In haar boek staan deze mensen niet. Dat staat, op z’n Amerikaans, vooral vol met ‘success stories’. De ene New Radical heeft nog een succesvollere carrière achter de rug dan de andere en ook in hun transformatie lijken de meesten goed geslaagd.

30

QPQ | 3 • 2010


Geconfronteerd met die constatering, heeft Moulden bijna de neiging zich te verontschuldigen en de volgende dag mailt ze gelijk aanvullend nog enkele voorbeelden van meer ‘ordinary people’. Als Moulden namelijk één boodschap uit wil dragen, is het deze: iedereen kan een New Radical worden - daar hoef je

Van:

Ton Vermeulen (59)

niet rijk, beroemd, machtig of succesvol voor te zijn en dus ook

Onderwerp:

New Radicals

niet per se je leven compleet voor op de kop te zetten. “Ik wil

Datum:

12 augustus 2010

mensen aanmoedigen als ze het op een of andere manier voelen

Aan:

Petra Kroon

kriebelen: ga het uitzoeken, neem het risico – het is de moeite van het proberen waard.” ◆

Voor Ton Vermeulen kwam ‘de ommekeer’ in 2007 toen hij mantelzorger werd van zijn moeder. Tot zijn verbazing zag hij hoe mensen in deze levensfase nog gedwongen worden meerdere keren te verhuizen terwijl vrijwel alle ouderen het liefst in hun eigen huis willen blijven wonen tot ze overlijden. Vermeulen, toen werkzaam als zelfstandig financieel adviseur, dacht: “dit kán en moet veel beter” en besloot die handschoen zelf op te pakken. Hij ontwikkelde een ‘éénloket-concept’. “Ik wil alles regelen wat nodig is om te zorgen

Wat New Radicals vooral onderscheidt is hun positieve instelling: ze willen en kunnen tegenslag ombuigen tot iets positiefs.

dat ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen: van boodschappen aan huis tot intensieve verpleging.” Inmiddels heeft hij zeventien bedrijven gevonden die meedoen, is hij gestopt als financieel adviseur en fulltime bezig met ‘de nationale WoonduurVerlenger’ (WDV Advies & Ontwikkeling). Als adviseur werkt Vermeulen nu eerst aan het geschikt maken van woningen, nieuwbouw en bestaande. Zijn die eenmaal klaar, dan kunnen de bewoners gebruik maken van de diensten van WDV. Ondanks dat hij er nog niks mee verdient, was de stap om er helemaal voor te gaan niet zo groot. “De eerste jaren zie ik als investeren – dat hoort bij ondernemen. Ik geloof hierin: het is innovatief en maatschappelijk belangrijk.”

31


Duizend Dingen Tasje Leemstucer Ger van Haarlem (59) houdt van basic. In zijn Duizend Dingen tasje zit zo’n beetje alles wat hij nodig heeft. Voor zichzelf, maar vooral ook om anderen te helpen. Zijn motto: KISS! (Keep It Simple, Stupid!).

Ingrid van den Boogaard is kunstenaar, ondernemer en ontdekkingsreiziger. Zij is initiator van iamoneworld (I am one world): een creatieve reis door de wereld in een voertuig op zonne-energie vanuit de gedachte dat alles een is. Via deze beeldcolumn in QPQ deelt ze inspirerende ontmoetingen, inzichten en avonturen die ze onderweg, met een snelheid van 25 km p/u, beleeft. www.iamoneworld.com / ingrid@iamoneworld.com

32

QPQ | 3 • 2010


BEELDColumn

KISS Keep it Simple, Stupid!

Telefoon Model: koelkast. In zelfgeniet leren hoesje met karabijn (handig

Hoofdlamp Voor werk en op de fiets. Van een vriend gekregen.

tijdens het zeilen en werken). Trilt alleen nog, maar dat is voldoende.

Sleutels Van vrienden, kennissen en klanten. Als ze er niet zijn, kan er

Diamantslijper Om gereedschap te slijpen. Duurzaam en kostbaar. Het

toch gewerkt worden.

meest gebruikte item.

Elastiekjes Altijd goed, altijd handig.

EHBO kit In linnen zelfgemaakt tasje. Met o.a. Teatree, leem, paracetamol en oor足lepeltje.

33


Wereldverbeteraar in een decadente wereld Ze waren een opvallende verschijning, tien jaar geleden. Tussen het decadente ‘plastic fantastic’ probeerde Peter Zevenhuizen zijn relatiegeschenken aan de man te brengen: stenen beeldjes gemaakt door Afrikaanse kunstenaars. Bedrijven zouden met zo’n relatiegeschenk niet alleen iets moois geven, maar ook bijdragen aan een betere wereld. Destijds liepen de bedrijven hem snel voorbij, tegenwoordig is GeschenkmetVerhaal een bloeiend bedrijf met ‘verantwoorde’ geschenken van over de hele wereld.

Tekst: Catrien Spijkerman | Fotografie: Frank Groeliken

34

QPQ | 3 • 2010


35 35


Wij waren de enige stand met natuurmaterialen. Naast de plastic pennen en flesopeners die ‘Olé’ roepen, stonden wij stenen beeldjes uit Zimbabwe te verkopen. ‘Wij willen ook wel zo’n MVO-product’, krijgt Peter

relatiegeschenkenbedrijf, toen nog Zambezi Art genaamd. Het

Zevenhuizen soms te horen. Hij grinnikt. “Ik vraag dan pla-

doel: Afrikaanse kunst bij Nederlandse bedrijven aan de man

gend: Wát voor product? Die mensen weten bij wijze van

brengen om zo de Afrikaanse kunstenaars en vaklieden aan een

spreken niet eens wat MVO, Maatschappelijk Verantwoord

boterham te helpen.

Ondernemen, is.” Prachtig vindt Zevenhuizen dat. “Dan vertel

Tussen het glimmende ‘plastic fantastic’ vormde Zambezi

ik ze uitgebreid onze verhalen. Daar word ik helemaal enthou-

Art destijds een opvallende verschijning op de beurzen waar de

siast van.”

relatiegeschenkenbranche haar waar tentoonstelt. “Wij waren

Zevenhuizen is directeur van GeschenkmetVerhaal. Hij

de enige stand met natuurmaterialen. Naast de plastic pennen

importeert producten uit landen over de hele wereld, en ver-

en flesopeners die ‘Olé’ roepen, stonden wij stenen beeldjes uit

koopt ze aan Nederlandse bedrijven die de producten als rela-

Zimbabwe te verkopen. Achter ons hingen grote foto’s in hou-

tiegeschenk aanbieden. De verhalen bij Zevenhuizens geschen-

ten lijsten van de Afrikaanse kunstenaars die de beeldjes had-

ken gaan over de makers van het product, en de goede doelen

den gemaakt. Die lijsten hadden we getimmerd van de houten

die je steunt door het product te kopen. In sommige gevallen

kisten waarin de beeldjes waren vervoerd. Daarmee zeiden we:

zijn de makers zélf het goede doel. Door bijvoorbeeld tassen

hergebruik je afval, en toon de gezichten van de mensen achter

van gerecycled plastic te kopen van RagBag steun je de ‘rag-

de producten.”

pickers’, voddenmannen die in de sloppenwijken van Delhi plastic verzamelen, sorteren en wassen. In andere gevallen is

Zevenhuizen viel weliswaar op met zijn natuurmateria-

een product gekoppeld aan een goed doel. Van iedere verkoch-

len en wereldverbeteraarsmentaliteit tussen het plastic en

te fles Zuid-Afrikaanse wijn gaat vijftig cent naar Homeplan,

de decadentie, maar dat werkte niet per se in zijn voordeel.

een stichting die huisvestingsprojecten in ontwikkelingslanden

Maatschappelijk verantwoord ondernemen moest nog ongeveer

opzet.

worden uitgevonden, en Al Gore was ook nog ver weg met zijn ongemakkelijke boodschap. “We werden met de wereldwinkel

Geitenwollensokkenclub GeschenkmetVerhaal heeft haar tijd mee. “Bedrijven

36

geassocieerd. Een geitenwollensokkenclub, ja. Zelf had ik geen moeite met die associatie, want ik weet dat ik helemaal geen

beseffen steeds meer dat ze iets ‘goeds’ moeten doen”, zegt

geitenwollensokkentype ben, bovendien vind ik de wereldwin-

Zevenhuizen. Dat was meer dan tien jaar geleden wel anders.

kel een goede zaak. Maar veel bedrijven dachten: ‘Daar heb ik

In 1998 begon Zevenhuizen samen met zijn zakenpartner zijn

niets mee.’ Ze liepen meteen weer door.”

QPQ | 3 • 2010


37



Onze strategie was: geen overhaaste stappen maken, langzaam groeien. Het is een rare handel, die relatiegeschenkenbusiness, heel traditioneel en gesloten. Dat moet je behoedzaam aanpakken.

Bevriende Afrikanen De belangrijkste reden voor het succes van zijn handel luidt dat Zevenhuizen het zélf zo leuk vindt. “Dit soort dingen lukt alleen als je er helemaal achter staat.” Betrokkenheid is hierbij het sleutelwoord. De verhalen die hij tien jaar geleden bij zijn stand stond te vertellen, heeft hij namelijk van dichtbij meegemaakt. En die Afrikanen in de fotolijsten achter hem, waren niet alleen de makers van zijn producten – het waren zijn vrienden. “Vanaf mijn 24e heb ik jarenlang bij een reisorganisatie in Afrika gewerkt. Ik raakte er bevriend met jongens van mijn leeftijd. Ze waren kunstenaars en maakten hele mooie beeldjes, die ze op straat probeerden te verkopen. Ze raakten ze aan de straatstenen niet kwijt. Ja, af en toe verkochten ze wat aan een toerist, voor relatief veel geld. Maar vervolgens wisten ze niet wat ze met dat geld aanmoesten. Ze gaven het uit aan flauwekul, er zat geen strategie achter.” Zevenhuizen besloot hen te helpen. Hij had al vaak genoeg gezien hoe het niet moest. “Er zijn in Afrika zó veel projecten waarbij Westerse organisaties wel even komen regelen hoe het in het arme land beter kan, zonder zich ook maar een moment te verdiepen in de cultuur en gewoonten

Geen overhaaste stappen “Het heeft tijd nodig. Mensen moeten het verhaal ook wíl-

van dat land. Zo kwam in Noord-Kenia een groep Noren een visfabriek opbouwen. Ze dachten: jullie hebben honger, en er is

len horen”, zegt Zevenhuizen. “Maar als ze eenmaal luister-

hier een enorm meer, dus we maken een visfabriek. Dan heb-

den, werden ze bijna altijd enthousiast. ‘Nooit geweten dat dit

ben jullie werk én eten. Binnen een jaar was de fabriek opge-

óók kon’, zeiden ze dan.” Geleidelijk aan toonden steeds meer

bouwd, en even zo snel lag hij weer op zijn gat. Voor de lokale

bedrijven interesse. “Onze strategie was vooral geen overhaaste

bevolking is vissen namelijk het allerlaagste wat je kunt doen.

stappen te maken, we zijn langzaam gegroeid. Het is een rare

Noord-Kenianen zijn van oorspong herders, ze ontlenen hun

handel, die relatiegeschenkenbusiness, heel traditioneel en gesloten. Dat moet je behoedzaam aanpakken.” Zevenhuizen veroverde zijn plek naar eigen zeggen door

status aan hun kudde. Ze lijden bij wijze van spreken nog liever honger dan dat ze gaan vissen. Dat werkte dus totaal niet.” Door contact te maken met de lokale bevolking en vriend-

duurzame relaties met klanten aan te gaan. “Dat vind ik heel

schappen te sluiten, gaat samenwerken eigenlijk vanzelf, merkte

belangrijk. Met veel bedrijven werken we heel intensief samen.

Zevenhuizen. Inmiddels heeft hij meer dan 100.000 producten

We bekijken samen wat hun wensen zijn, en proberen ons daar-

van de Zimbabwaanse kunstenaars verkocht.

aan aan te passen. Zo wilde een goede klant van ons iets doen

Na een paar jaar wilden de Nederlandse bedrijven echter

met het WK. Wij hebben hen kleine voetballetjes geleverd in

wel weer eens wat anders. Bovendien werd het steeds moei-

samenwerking met Right to Play. Een deel van het bedrag dat

lijker om alleen maar zaken te doen met Afrika. “De infla-

de klant per voetbal betaalt, gaat naar deze humanitaire organi-

tie was bijna niet bij te houden. Als we nog steeds alleen

satie die ernaar streeft alle kinderen ter wereld te laten sporten

Afrikaanse producten gehad zouden hebben, zouden we nu

en spelen. Right to Play heeft programma’s in verschillende

failliet zijn.” In 2004 werd Zambezi Art daarom omgedoopt

ontwikkelingslanden, onder meer in vluchtelingenkampen en

tot GeschenkmetVerhaal, dat geschenken verkoopt uit de hele

weeshuizen.”

wereld.

39


40

QPQ | 3 • 2010


Toen ik in Afrika bevriend raakte met kunstenaars, kon ik twee dingen doen. Of na een tijdje zeggen: “ik ga weer”. Of: “Waarom zetten we niet samen iets op?” Ik koos voor dat laatste.

41 41


9.000 verschillende mensen ☛ 9.000 verschillende mogelijkheden

sociaal en slim ondernemen U investeert in begeleiding en krijgt er extra arbeidskracht voor terug tegen weinig of geen kosten. En als het bevalt heeft u een ingewerkte en opgeleide nieuwe medewerk(st)er. Slim? Van onze werkgevers horen we dat het motiverend is om iemand te zien groeien, zich te zien ontwikkelen terwijl ze een concrete bijdrage leveren aan uw organisatie. Sociaal? Mensen worden weer zelfredzaam en zijn niet langer afhankelijk van uitkeringen en instanties, dat heeft op de hele maatschappij een kostenbesparend effect. Slim en sociaal?

Pantar Amsterdam staat voor het ontwikkelen en laten doorstromen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Onze mensen werken en leren bij honderden bedrijven en organisaties in Amsterdam en omgeving. En op onze eigen locaties waar we werk voor organisaties uit heel Nederland kunnen uitvoeren. Slim en sociaal ondernemen gaan goed samen! De mogelijkheden van onze 9.000 mensen voor uw onderneming ziet u op www.pantaramsterdam.nl Pantar Amsterdam re-integratie/detachering/arbeidsparticipatie

Kriekenoord 3 1111 pt Diemen t (020) 461 68 00 e info@pantaramsterdam.nl w www.pantaramsterdam.nl


Snel leven Stiekem vindt Zevenhuizen het wel een beetje jammer. “Ik had het leuk gevonden als we meer met Afrika hadden kunnen doen. Daar ligt mijn hart. De vrolijkheid van de mensen daar, en de kracht om op te veren, dat vind ik mooi”, zegt hij terwijl hij enigszins dromerig naar een foto van lachende Afrikaanse kindjes op zijn prikbord kijkt. Het kleine kantoortje boven het magazijn van GeschenkmetVerhaal vormt een vreemde mengeling van kantoorartikelen en souvenirs en herinneringen uit Afrikaanse landen. De zakelijkheid van de multomappen en computerschermen staat in scherp contrast met de vrolijkheid en serene rust die de beeldjes en foto’s uitstralen. Ze dienen niet slechts om de ruimte op te vrolijken, ze moeten Zevenhuizen herinneren aan wat hij in Afrika geleerd heeft. “Als ik weer terug kom uit Afrika besef ik steeds weer: wij leven zo snel hier. Het klinkt cliché, ik weet het, maar dáár leven ze met de dag. De zon komt op, de zon gaat onder. Zo simpel is het. In de woestijn kwamen eens twee jonge vrouwen met kruiken op hun hoofd voorbij. Ze waren op weg naar de bron, kilometers ver. De hele weg kwebbelden ze aan één stuk. Dat vind ik nou mooi. Ze hebben geen radio, geen tv, geen krant, en toch hebben ze elkaar zo veel te vertelen. Zij kennen elkaar écht. Wij zouden praten over de politiek, en dan komt er een twitterbericht voorbij, jij moet nog naar dat feestje, en morgenochtend moeten de kinderen naar voetbal. Wij moeten zo veel, we denderen maar door.” Na zijn lyrische betoog valt hij stil. Zevenhuizen denkt even na. “Misschien moet dit maar niet in het artikel. Als ik eenmaal over Afrika begin, ben ik niet te stoppen”, zegt hij verontschuldigend - alsof het een schande is zo over je passie te praten. “Ondertussen moet ik natuurlijk gewoon een bedrijf runnen, we moeten verkopen. Als een levering er volgende week moet staan, dan moet het er staan. En dat vind ik óók mooi hoor. Dat doe ik graag.” Ook iPhone-opladers De webshops met ‘groene’ en ‘goede’ producten schieten inmiddels als paddenstoelen uit de grond. Moest Zevenhuizen bedrijven in het verleden nog uitleggen wat het nut was van eerlijke relatiegeschenken, tegenwoordig zien ook concurrenten er brood in. “Een goed teken”, vindt Zevenhuizen. “Het wil zeggen dat meer mensen bewust consumeren.” Maar het is ook lastig, geeft hij toe. “Als een bedrijf 10.000 euro te besteden heeft, kan hij dat maar één keer doen. Het liefst aan ons, natuurlijk.

43


44

QPQ | 3 • 2010


De belangrijkste reden voor het succes van zijn handel luidt dat Zevenhuizen het zélf zo leuk vindt. Betrokkenheid is het sleutelwoord Daarom blijven we ons constant ontwikkelen. We zoeken voortdurend naar nieuwe producten voor onze klanten.”

Goed op weg Honderd procent verantwoord kun je nooit zijn, zegt Zevenhuizen. “Toen we begonnen claimden we dat wel, maar

Tussen de biologische wijnen, schaaltjes van duurzaam aca-

die Afrikaanse beeldjes werden via stoomschepen hierheen

ciahout en tassen van gerecyclede plastic zakjes verkoopt

gebracht. Dat is heel vervuilend. Je doet het nooit helemaal

GeschenkmetVerhaal daarom ook iPhone-opladers die op

goed - ik heb zelf ook gewoon een auto, hoor. Maar je kan er

zonne-energie werken. “Met zo’n apparaat willen we bewust-

wel naar streven, of een signaal afgeven. Ik wil mijn klanten een

wording creëren. We bieden dit soort producten aan vanuit

aanbod geven waarmee ik zeg: als je dit koopt, ben je goed op

het ‘carrot mob’-idee, dat wil zeggen: kopen is kiezen. Door

weg in je streven.”

bepaalde producten te consumeren geef je een signaal af. Als maar genoeg mensen dat doen, kun je na een tijd zelfs dingen

“Ik vind namelijk dat we naar elkaar moeten omzien. Toen

afdwingen bij de producent. Dat is bijvoorbeeld gebeurt door

ik in Afrika was, heb ik gezien in wat voor rare wereld we leven.

Tony Chocolonely. Dat bedrijf was het eerste dat fair trade cho-

Ik besefte dat ik gewoon mazzel heb dat ik in Nederland ben

coladeletters aanbood. Drie jaar later kwam Verkade ook met

geboren.” Geërgerd: “Hè, dat klinkt ook weer zo cliché.” Hij

verantwoorde letters. Dat heb je min of meer als consument

denkt even na, en gaat dan toch weer verder: “Het kan toch

afgedwongen.”

niet zo zijn dat wij hier alle olie in ons eentje mogen opmaken? En waarom zouden wij ons mogen verrijken ten koste van

Het verhaal bij de plastic iPhone-opladers is echter veel ‘dunner’ dan het verhaal bij de Afrikaanse beeldjes, geeft Zevenhuizen toe. “Ik moet je eerlijk zeggen, die lader is

arbeiders in India of boeren in Afrika? Waarom zouden we niet wat meer delen?” Hij fronst zijn wenkbrauwen. “Dit klinkt me te zoetsappig.

gemaakt in een Chinese fabriek. Natuurlijk controleren we zo

Het komt gewoon hier op neer: toen ik in Afrika bevriend raakte

goed mogelijk of de producten onder goede arbeidsomstan-

met die kunstenaars, had ik twee dingen kunnen doen. Ik had

digheden worden gemaakt. Heus niet alle fabrieken in China

na een tijdje kunnen zeggen: ‘Nou jongens, ik ga weer. Goed

zijn per definitie donkere holen waar kinderen van elf tachtig

leven verder, ik ga een baan zoeken in Amsterdam. De groeten.’

uur per week zitten te werken voor een hongerloon. Als deze

Of ik kon zeggen: ‘Waarom zetten we niet samen iets op? Daar

opladers elders op een meer duurzame wijze zouden worden

worden we beiden beter van.’ Ik koos voor dat laatste.” ◆

gemaakt, zouden we ze daarvandaan halen. Maar tot nu toe worden ze alleen in Chinese fabrieken geproduceerd.”

45


Durf te DOEN.

Stichting DOEN werkt aan een leefbare wereld waaraan iedereen kan meedoen. DOEN is aanjager van duurzame, culturele en sociale voorlopers. Uit de bijdrage van de Sponsor Bingo Loterij steunt DOEN sociale firma’s omdat zij kansen bieden aan mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Zo ondersteunt DOEN Restaurant Prins Heerlijk, de eerste sociale onderneming

in Tilburg. Hier krijgen jongeren met een verstandelijke beperking de mogelijkheid om werkervaring op te doen. Heb jij ook een bijzonder idee? DOEN brengt duurzaam en sociaal ondernemerschap graag samen met jou tot ontplooiing. Ga voor meer informatie naar www.doen.nl en bekijk of DOEN kan helpen jouw plan waar te maken.

Stichting DOEN durft. Kijk ook op www.doen.nl


win some, lose some

Ik heb er niets voor hoeven opgeven Derk van Mameren - Make&Co en Wattnou Wat heb je moeten opgegeven om sociaal ondernemer te zijn? Maar, belangrijker: Wat heb je ervoor teruggekregen? In iedere QPQ vertelt een sociaal ondernemer over winst en verlies.

Win some? “Het is de beste keuze die ik had kunnen maken. Met Make&Co en Wattnou willen we zoveel mogelijk bedrijven en consumenten aan een lagere energierekening helpen. Tegelijkertijd zorgen we er met onze producten voor dat steeds meer mensen aan energiebesparing doen. Als zelfstandig ondernemer bepaal ik mijn eigen koers, dat geeft me heel veel voldoening in mijn werk. We zijn net een tweede winkel begonnen, een guerrillastore, die om de zoveel tijd naar een andere stad verhuist. Ik had het idee, en een week later was het geregeld. Dat was nooit mogelijk geweest als ik voor een baas had gewerkt.” Lose some? “Ik heb er eigenlijk niks voor moeten opgeven. Maar in het begin lever je wel veel in, voor je iets merkt van een inkomen: je hebt geen vast salaris, geen zekerheid. Toch heb ik dat nooit erg gevonden. Natuurlijk was ik wel eens zenuwachtig, dan dacht ik: ‘God, ga ik dit wel redden? De ene dag verdien je nog niet eens een euro, de andere dag duizend. En je moet oppassen dat je sociale leven er niet onder gaat leiden. In zo’n opstartfase ben je toch snel zes dagen per week aan het werk.” ◆ Kijk op www.wattnou.nl voor meer informatie.

Tekst: Roos Menkhorst | Fotografie: Anja Dierx

47


Denk niet dat je de hele wereld gaat verbeteren. Daar heb je niet genoeg geld voor, zelfs al ben je nog zo rijk. 48

QPQ | 3 • 2010


Je moet ervoor waken onbeholpen

Lessen in goed geven met een grote zak geld een land in te

trekken. Je moet gebruik maken van de

plaatselijke expertise.

Tekst: Catrien Spijkerman

49


Je hebt veel geld verdiend, en nu wil je wel eens ‘iets goeds’ doen met al dat geld. Geven is leuk, maar je houdt de touwtjes graag in handen: je wilt weten waar je geld heen gaat en resultaten zien. Bovendien heb je wel wat meer te bieden dan geld alleen. Hoe word je een ‘zakelijk’ filantroop?

Stel: je hebt veel geld verdiend. Na een leven lang van noeste arbeid kun je een riant pensioen tegemoet zien, of wellicht kwam de klapper al eerder en wist je jouw bedrijf precies op

een fonds dat projecten sponsort voor achtergestelde kinderen, natuurbehoud, kunst en leprabestrijding. Daar zie je wel wat in. Want je wilt best geld in een goed doel

het goede moment voor miljoenen te verkopen. Je besluit dat

steken, maar je wilt ook greep houden op de besteding ervan

het tijd wordt om wat ‘goeds’ te doen met al dat geld. Dan kun

én je wilt resultaten zien. Hoe pak je dat aan? Hoe word je een

je natuurlijk een miljoentje aan Unicef geven, een paar ton aan

‘zakelijk’ filantroop?

het Wereld Natuur Fonds doneren, en een paar duizend euro naar KWF Kankerbestrijding sluizen. Klaar is Kees, jouw taak zit erop. Hartstikke goed, maar saai is het wel. Steeds vaker pakken nieuwe filantropen het anders aan: crea-

“Het begint met kiezen”, zegt Marjan Sax. Zij adviseert en begeleidt mensen die iets goeds met hun kapitaal willen doen.

tiever en zakelijker. Ze richten zelf een stichting op, investeren

Samen met een collega richtte ze hiervoor zelfs een ‘school’ op,

in maatschappelijke projecten, beleggen in duurzame bedrijven.

de Donor Academy. “Juridisch, fiscaal en financieel weten de

Dat gaat veel verder dan met geld smijten: de nieuwe filantro-

toekomstige filantropen meestal wel de weg. Inhoudelijk is het

pen stellen rendementseisen en bemoeien zich behoorlijk met

ze daarentegen een stuk minder duidelijk”, weet Sax. Zelf kreeg

de manier waarop die eisen behaald worden. Het bekendste

Sax op haar vijfentwintigste een erfenis waarmee zij Mama

voorbeeld is Bill Gates. De miljarden die hij met Microsoft ver-

Cash opzette, een internationaal vrouwenfonds dat investeert

diende, stopt hij in zijn eigen stichting om de ongelijkheid in de

in vrouwenrechten.

wereld aan te pakken – zonder commerciële belangen, maar op

50

Niet de hele wereld redden

Een belangrijk deel van Sax’ lessen gaat over focussen. “Denk

zakelijke wijze. Pieter Geelen is de Nederlandse Bill Gates. De

niet dat je de hele wereld gaat verbeteren. Daar heb je niet

medeoprichter van TomTom stak het geld dat hij verdiende met

genoeg geld voor – zelfs al ben je nog zo rijk. Ga bij jezelf na:

de verkoop van zijn bedrijf in zijn eigen Turing Foundation,

waar wind ik me over op? Wat gaat me naar het hart? Een hoop

QPQ | 3 • 2010


Het leek me niet verstandig zomaar zelf iets te starten. Ik wist er nog veel te weinig van. Daarom sloot ik me aan bij een organisatie die het klappen van de zweep al kende. mensen zeggen dan: ‘iets met Afrika’ of ‘iets met kinderen’,

de Hooge Raedt Groep, een holding met belangen in vastgoed,

want Afrika is arm en kinderen hebben de toekomst. Daar moet

en wilde wat goeds doen. Hij klopte aan bij Unicef.

je nog véél specifieker in zijn. Welke kinderen? In Nederland, in

Bakhuizen stelde voor één van Unicefs projecten jaarlijks met

Bangladesh? En wat wil je met die kinderen bereiken? Moeten

een ton te sponsoren. Maar wél op voorwaarde dat hij inspraak

ze gezond worden, naar school, muziekles krijgen?”

in het project kreeg en goed op de hoogte werd gehouden over

Sax raadt aan een periode uit te trekken voor onderzoek.

de resultaten. Pas een aantal jaar later stichtte hij zijn eigen

“Een soort marktanalyse. Je bekijkt waar behoefte aan is,

stichting FEMI, Foundation to Earth, Mankind through

welke aanpak zou kunnen werken, en hoe het vooral niet moet.

Inspiration and Initiative. De stichting wil onderwijs voor kin-

Daar moet je heel flexibel in zijn. Laat ook de informatie tot je

deren realiseren. “Het leek me niet verstandig zomaar zelf iets

doordringen die niet in je plan of denkkader past. Je moet in

te starten. Ik wist er nog veel te weinig van. Daarom sloot ik me

staat zijn om op iets heel anders uit te komen dan waar je mee

aan bij een organisatie die het klappen van de zweep al kende.

begonnen was. Je begint aan een experiment en je geeft jezelf

Je moet niet snel willen groeien. Het gaat stapje voor stapje.”

een flinke tijd om uit te kristalliseren of je er mee doorgaat.” Eigen expertise Klappen van de zweep Kijk daarbij ook goed of er al bestaande initiatieven zijn waar-

“Je hebt een voorsprong als je dicht bij jezelf blijft”, zegt Jos Verhoeven. Hij is directeur van Start Foundation, een maat-

bij je zou kunnen aansluiten, adviseert Sax. “Het is zonde als je

schappelijke investeerder die geld steekt in projecten die men-

zelf het wiel gaat uitvinden terwijl het al lang bestaat. Zelfs als

sen met minder kansen op de arbeidsmarkt aan werk helpen.

je bij een bestaande organisatie aansluit is er heus nog genoeg

De stichting beheert het geld dat werd verdiend met de verkoop

nieuws om te ontdekken.” Ruud Bakhuizen koos voor deze aan-

van Start Uitzendbureau. “Bedenk goed wat je kernkwaliteit­

pak. Bakhuizen verdiende veel geld als directeur-eigenaar van

en zijn. Het is de cruciale sleutel naar succes”, zegt Verhoeven.

51


+RH JHOXNNLJ EHQ MLM" .XQ MH JHOXNNLJHU ZRUGHQ GDQ MH QX EHQW" (Q KRH GRH MH GDW

GDQ" :HHW MH ]HOI HLJHQOLMN ZDDU MH HFKW JHOXNNLJ YDQ ZRUGW"

.ULMJ LQ]LFKW LQ MRXZ HLJHQ JHOXN ZDQW YDQ MH JHOXN KHE MH ]HOI LQ GH KDQG *HOXNVZLM]HU JURRW ODQGHOLMN RQGHU]RHN $O UXLP PHQVHQ GRHQ PHH DDQ GH *HOXNVZLM]HU KHW JURWH ZHWHQVFKDSSHOLMNH RQGHU]RHN QDDU JHOXN 9HUJHOLMN MRXZ JHOXN PHW GDW YDQ GH JHPLGGHOGH 1HGHUODQGHU RI PHW KHW JHOXN YDQ PHQVHQ LQ GH]HOIGH OHYHQVVLWXDWLH DOV MLM 'RH PHH *D QDDU ZZZ JHOXNVZLM]HU QO EHRRUGHHO MH HLJHQ JHOXNVJHYRHO HQ YLQG GH OHYHQVZLM]H GLH ELM MRX SDVW

'H *HOXNVZLM]HU LV HHQ LQLWLDWLHI YDQ

52

QPQ | 3 • 2010


Het zijn de lessen getrokken uit de traditionele ontwik­ kelingshulp: als je over de hoofden van de lokale bevolking beslist wat goed voor hen is, dan werkt het niet.

“Wij komen uit de uitzendbranche en hebben dus al veel verstand van de arbeidsmarkt, en een uitgebreid netwerk. Die

Meer dan vrijblijvende adviezen Bedenk dus goed hoeveel invloed je wilt hebben en hoe

achtergrond komt goed van pas bij Start Foundation. Hierdoor

betrokken je wilt zijn. Er zijn namelijk verschillende construc-

kunnen we doelen formuleren en aansturen op resultaat en ren-

ties mogelijk. Zo is er bijvoorbeeld ook het aandelenfonds.

dement. Als je geld steekt in projecten waar je helemaal geen

Sovec (Social Venture Capital) investeert in middelgrote

verstand van hebt, weet je ook niet wat je kunt verwachten.”

en kleine ondernemingen in Ghana. Het investeringsgeld is

Dat is het grote verschil tussen de oude gever en de nieuwe

afkomstig van particulieren die in het Sovec Fonds zijn gestapt.

filantroop. Verhoeven: “Wij geven niet alleen geld. We stellen

Door in de bedrijven te investeren verwacht Sovec bij te dragen

ons netwerk ter beschikking, geven marketingadvies en helpen

aan duurzame economische groei in Ghana. Sovec let bij de

met strategische plannen. Wij zijn betrokken en denken mee.

selectie van investeringsbedrijven goed op of ze milieuvriende-

Een project waar wij in investeren wordt een stukje van ons-

lijk te werk gaan en goede arbeidsomstandigheden garanderen.

zelf - zo voelt het althans.” Daar zit ook de valkuil, waarschuwt

“Dat kunnen we in bepaalde mate afdwingen”, zegt Wietse van

Verhoeven: “Investeren betekent vertrouwen. Je moet je goed

Scheltinga, beleggingsdeskundige bij Sovec. “We kunnen in de

realiseren dat je afstand moet nemen. Het heeft geen zin om als

onderhandelingen bijvoorbeeld zeggen: we steken alleen geld in

investeerder de hele tijd in de nek van de ondernemer te zitten

uw bedrijf als u garandeert dat u ten minste het minimumloon

hijgen. Wij kunnen wel adviseren, maar uiteindelijk hebben we

betaalt.”

weinig te vertellen. Dit is voor veel nieuwe filantropen heel erg

Zo strekt de invloed van Sovec verder dan vrijblijvende advie-

lastig. Het zijn immers ondernemers, ze willen het zakelijk aan-

zen. “We kopen aandelen, dus we bedingen een plek in de Raad

pakken. Ze zijn geneigd hun eigen plan te trekken.”

van Commissarissen van een bedrijf. Hierdoor hebben we stemrecht bij belangrijke beslissingen.” Net als de andere ‘zake-

53


Tussenvorm: fonds op naam Voor wie wél aan een eigen doel wil geven, maar ook weer niet te veel wil worden opgeslorpt door het project, is het fonds op naam een goede oplossing. Dit is een eigen goed doel binnen een bestaande goede doelenorganisatie. Vrijwel alle grote goede doelenorganisaties bieden deze mogelijkheid aan. De bekendste is het Prins Bernhard Cultuurfonds. Onder de Prins Bernhard-paraplu zijn inmiddels ruim 250 kleine fondsjes opgezet door particulieren, bedrijven en stichtingen, die allemaal een specifiek onderdeel voor hun rekening nemen van het bredere doel om cultuur- en natuurbehoud in Nederland te ondersteunen. Zo biedt het ‘Bertus en Anne Luyten Block Fonds’ financiële ondersteuning aan projecten die orgels in Nederland in stand moeten houden, en geeft het Chagall Fonds geld aan talentvolle jonge beeldend kunstenaars voor vervolgopleidingen in het buitenland.

Voordeel van een fonds op naam is dat je een hoop rompslomp bespaard blijft. Je hoeft bijvoorbeeld geen bestuurders te zoeken, zoals bij een eigen stichting. Het fonds op naam valt onder de rechtspersoon van de moederorganisatie. De toekenning van het geld, de administratieve afhandeling, en meestal ook het beheer van het geld worden allemaal uitbesteed. Een groot deel van de ‘zorgen’ kun je dus uit handen geven aan de moederorganisatie, zonder dat dit je iets kost.

lijke’ filantropen stelt Sovec niet alleen geld, maar ook kennis en contacten beschikbaar. “Als we investeren in een Ghanees

Niet over de hoofden van locals En die kennis over het land en bedrijf is cruciaal. Het belang-

bouwbedrijf, kijken we in ons netwerk of we soortgelijke

rijkste advies dat ervaren filantropen kunnen geven, luidt dan

Nederlandse projectontwikkelaars kennen. Die Nederlanders

ook: verdiep je in de cultuur, de gebruiken en de behoeften

vragen we of ze als vrijwilliger met hun expertise willen bij-

van een land. “Het zijn de alom bekende maar o zo belang-

dragen aan het Ghanese bedrijf. We bieden de Nederlandse

rijke lessen die we uit traditionele ontwikkelingshulp hebben

ondernemers bovendien de kans om ook direct in dat Ghanese

kunnen trekken: als je over de hoofden van de lokale bevolking

bedrijf te investeren. Een aantrekkelijk aanbod, omdat ze

gaat beslissen wat goed voor hen is, dan werkt het niet”, zegt

zodoende de mogelijkheid krijgen iets goeds te doen met hun

Marjan Sax.

geld en tegelijkertijd invloed kunnen uitoefenen op het suc-

Van Scheltinga van Sovec: “We benaderen Ghana als een

ces van de investering. In je eentje zou je dat als ondernemer

land van mogelijkheden, niet als een slachtoffer dat hulp nodig

natuurlijk niet zo snel doen. Je kent het land immers niet, en je

heeft. We beleggen in bedrijven omdat we die bedrijven en

weet niet of het bedrijf te vertrouwen is.”

mensen serieus nemen.” Voor Sovec is het dan ook een principiële keuze om een commerciële benadering te kiezen. “We willen in eerste instantie sociaal rendement behalen, maar we hebben ook financieel rendement tot doel. Wij denken dat het de enige manier is om iets duurzaams op te bouwen. Als het

54

QPQ | 3 • 2010


Het heeft geen zin om als investeerder de hele tijd in de nek van de ondernemer te hijgen. Voor veel nieuwe filantropen is dat heel erg lastig. Ze zijn geneigd hun eigen plan te trekken.

project slaagt, hebben de Ghanezen een goedlopend bedrijf

Dat geldt net zo goed voor de projecten in Nederland. Sax:

dat de lokale economie stimuleert. Als ze falen, falen wij ook,

“Wil je hier iets doen voor mensen in de psychiatrie? Ook die

omdat onze aandeelhouders hun geld kwijt raken. In veel

sector kent zijn eigen cultuur en behoeften. Goed luisteren naar

opzichten hebben we dus dezelfde belangen als de Ghanezen.”

de mensen in het veld – of dat nu Afrikaanse boeren zijn of psy-

Sovec investeert dan ook nooit in haar eentje. Van Scheltinga:

chiatrisch verpleegkundigen en patiënten. Je hebt immers uit-

“We doen het alleen als Ghanese investeringsmaatschappijen

voerders nodig die weten wat er speelt, die zich willen inzetten

ook meedoen. Het is heel belangrijk dat je goede lokale samen-

en die geloven in je project. Als je daar geen medestanders in

werkingspartners hebt.”

vindt, is het tot mislukken gedoemd.” ◆

Ook Bakhuizen werkt met zijn stichting nauw samen met de locals. “Er is in ontwikkelingslanden vaak veel corruptie. Je moet ervoor waken onbeholpen met een grote zak geld een land in te trekken. Daarom moet je een netwerk opbouwen met mensen die je daar vertrouwt. Temeer omdat zij het uiteindelijk moeten doen, het doel van je project is per slot van rekening dat je iets opzet wat stand houdt, ook als je weg bent. Je moet dus gebruik maken van de plaatselijke expertise.”

55


Met duurzaamheid zijn consumenten ineens wél op hun hoede. “Wie gelooft het als een autofabrikant roept dat zijn auto’s milieuvriendelijk zijn?

56

QPQ | 3 • 2010


greenwashing

Kritische consument vraagt meer informatie

Tekst: Jolanda Breur

57


Greenwashing kan apathie oproepen bij consumenten. Maar velen willen weten hoe het precies zit met de producten of diensten van hun keus. En dat is lastig als ze door de bomen het bos niet zien. Deskundigen raden ondernemers aan open kaart te spelen. Ook als het nog niet zo lekker loopt met de duurzame productie of dienstverlening.

Is het een slager die zijn eigen vlees keurt? Consumenten bellen Milieu Centraal met de vraag of de duurzaamheidsclaim op een product wel terecht is. De onafhankelijke organisatie informeert burgers en organisaties op wetenschappelijke basis over milieu en energie. Het aantal vragen is de laatste jaren fors toegenomen volgens woordvoerder Hans van Dijk. “Duurzaamheid is een breed begrip, waarvoor nog geen sluitende definitie is. De consument heeft veel uit te zoeken en wil echt weten hoe het zit. Er bestaan zo’n vijftig keurmerken die meestal iets zeggen over de eigenschappen van een product, maar niets over de kwaliteit.” Consumenten weten volgens Van Dijk vaak niet dat synthetische stof beter voor het milieu is dan katoen. “Het kan langer meegaan, terwijl voor katoen bij de productie veel water en grondstoffen nodig zijn. Ondernemingen moeten hier duidelijk over zijn. Hoe transparanter, hoe beter.” Consumenten vragen meer door, merkt Van Dijk. Of dat wantrouwen is, weet hij niet. “Ze hebben behoefte aan informatie.” Maar ze kunnen zelf vaak meer doen dan fabrikanten kunnen, denkt hij. “Als iemand meer wil weten over de Ecowasbal, zeggen we dat wassen op lagere temperatuur al een stuk milieuvriendelijker is.”

58

QPQ | 3 • 2010

Mensen horen liever een verhaal dat klopt, ook al is de boodschap minder roos­ kleurig. Zeg gewoon dat het nog niet perfect is.


Kritischer? Het oerwoud van duurzaamheidsclaims, jargon en keurmer-

samenwerking. Bedrijven bellen Van Erne wel eens met de vraag: hoe snel is ons bedrijf duurzaam als we u inhuren? Dan

ken vraagt om overheidstoezicht en educatie van de burger,

lacht hij en zegt dat ze eerst moeten begrijpen wat duurzaam-

volgens Arjen Wals, bijzonder hoogleraar (UNESCO Chair)

heid inhoudt. “Het is een proces dat nooit stopt.”

sociaal leren en duurzame ontwikkeling aan de Universiteit

Hij kent grote bedrijven die het goed doen, maar daar niet

van Wageningen. “Gebruikers van producten en diensten

pontificaal voor uitkomen. “Ze onderbouwen hun duurzame

moeten kritischer worden. Het werkt als bij reclamebood-

acties goed met feiten en cijfers, maar waren tot voor kort nog

schappen, er is sprake van manipulatie. Daardoor kan de

bang in de geitenwollensokkenhoek te belanden. Dat veran-

gebruiker moeilijk onderscheid maken tussen gespeelde en

dert nu.”

gemeende duurzaamheid. En dat is vervelend voor ondernemers die hier serieus mee bezig zijn.” In de reclame- en marketingwereld wordt van oudsher over-

Van de daken Ondernemingen die over de volle breedte volgens duurzame

dreven, zegt Erik van Erne, directeur van stichting Milieunet.

principes werken, mogen dat best van de daken schreeuwen,

“De consument accepteert dat. Kijk maar eens naar de ingre-

vindt hoogleraar Wals. “Hoe serieuzer de samenleving duur-

diënten van een potje gezichtscrème. Namen waar je nog nooit

zaamheid neemt, hoe meer imagoschade je oploopt wanneer

van hebt gehoord. Maar we denken al snel: het zal wel gezond

het slechts ‘green gloss’ is, oppervlakkige duurzaamheid.”

zijn.” Met duurzaamheid is er volgens hem iets geks aan de

Ook hij denkt dat consumenten uiteindelijk door greenwa-

hand. Dan zijn consumenten ineens wél op hun hoede. Dat

shing heen prikken, zeker als ze al enig wantrouwen hebben.

komt door de “belachelijke claims die een kind kan doorzien.

“Enkel stakeholders zoals aandeelhouders zullen menen dat

Wie gelooft het als een autofabrikant roept dat zijn auto’s

het bedrijf hiermee goed bezig is.”

milieuvriendelijk zijn?” Non-profit organisatie Milieunet probeert bewustwording

Stefan Romijn raadt sociaal ondernemers voor wie duurzaamheid business is, eveneens aan daar vooral mee naar

en gedragsverandering in de samenleving te stimuleren als het

buiten te komen. “Mits helder en transparant. Dit kun je de

gaat om onder meer duurzaamheid, milieu en ontwikkelings-

klant laten weten op je website, in een brochure, standaard in

59


BEAT HIV

Spread the positive virus Join Doutzen Kroes on facebook.dance4life.com

60

QPQ | 3 • 2010

Vodafone Netherlands Foundation


Hoe serieuzer de samenleving duurzaamheid neemt, hoe meer imagoschade je oploopt wanneer het slechts ‘green gloss’ is, oppervlakkige duurzaamheid. een paragraaf op offertes of door een duurzaamheidsverslag.”

Ze vergaten erbij te vertellen dat de auto in het gebruik niet kli-

Romijn is consultant bij stichting Stimular, een organisatie die

maatneutraal was.” Ook CO2 -uitstoot afkopen door bos te laten

het midden- en kleinbedrijf adviseert bij onder meer duur-

aanplanten, zien consumenten vaak als ‘groenwassen’, weet

zaam ondernemen. Hij merkt dat sommige ondernemingen te

Romijn. “Het is de makkelijke weg, als je verder niets doet aan

terughoudend zijn om met hun duurzame activiteiten te koop te

je uitstoot.” Stimular, onderzoeksbureau CE Delft en Stichting

lopen. Ze zijn bang van greenwashing beschuldigd te worden.

Natuur en Milieu schreven een richtlijn voor bedrijven en

“Als je een paar spaarlampen indraait op kantoor, maar daar-

gemeenten die klimaatneutraal willen werken en niet beschul-

naast bij je productie energie verslindt, raden we natuurlijk af

digd wensen te worden van greenwashing. “Wanneer je CO2

om te communiceren dat je duurzaam bezig bent. Dit doorzien

pt-uitstoot wilt compenseren, koop dan goede certificaten. De

consumenten” Volgens Romijn is duurzaam werken een visie

schade die je aanricht moet binnen vijf jaar hersteld zijn. Het

en moet je erover nadenken bij alles wat je doet. “Waar wil je

heeft geen zin als het voor jou aangeplante bos binnen een

naartoe? Het houdt niet op met enkele maatregelen. Sommige

jaar weer gekapt wordt. En neem minimaal energiebesparende

bedrijven doen hier één lullig dingetje en dumpen gifstoffen

maatregelen, ook in je vervoer.” Net als Erik van Erne denkt

in het buitenland. Dat is greenwashing. Of de klimaatneutrale

Romijn dat ondernemers nooit klaar zijn met hun duurzaam-

auto van Daihatsu, die alleen klimaatneutraal werd gebouwd.

heidsslag. “Maar je kunt stap voor stap beginnen.”

61


Vaak krijgen mensen valse behoeften aangepraat. Dat is een vorm van hersenspoeling die veel schadelijker is voor milieu en duurzaamheid dan greenwashing.

62

QPQ | 3 • 2010


Niet perfect Meestal komt ondernemen neer op de schade zo veel mogelijk beperken, meent Hans van Dijk van Milieu Centraal. “Soms heb je weinig keus. Wij raden aan voor de minst kwalijke werkwijze te kiezen. Bij kleding is het lastig, dus doe er zo lang mogelijk mee.” Daarmee komt de verantwoordelijkheid deels weer bij de klant te liggen. “Zorg wel voor een onderbouwing die mensen kunnen controleren en wees open over wat nog niet goed gaat. Dan sta je sterk.” Ook Milieunet directeur Van Erne pleit voor openheid. “Mensen horen liever een verhaal dat klopt, ook al is de boodschap minder rooskleurig. Zeg gewoon dat het nog niet perfect is.” Hij ziet ondernemers zoeken naar wat er niet is: een handboek duurzaamheid. “Ik vraag dan wel eens ‘Doe jij precies wat jouw concurrent doet? Je bent toch onderscheidend? Dat geldt ook voor duurzaam werken. Een blauwdruk bestaat niet.” Hoogleraar Arjen Wals vindt het triest dat we steeds meer ‘geframed’ worden als consumenten. Jaarlijks wordt wereldwijd ruim 600 miljard euro uitgegeven aan reclame om mensen tot kopen aan te zetten. Vaak krijgen ze valse behoeften aangepraat, meent hij. “Dat is een vorm van hersenspoeling die veel schadelijker is voor milieu en duurzaamheid dan greenwashing. Helaas gaan er jaarlijks maar enkele tientallen miljoenen naar educatie die consumenten kritisch leert kijken en bewust maakt van het belang van duurzaamheid. Alsof een paar mensen zachtjes tegen een orkaan in blazen.” Daarnaast, zegt hij, is veel informatie over duurzaamheid niet eenduidig en dat leidt tot verwarring. “Tel dat op bij de overdaad aan prikkels en de consument staat open voor apathie en machteloosheid. Greenwashing versterkt dat. Het is een dekmantel om bestaande routines en systemen onaangeroerd te laten. Burgers hebben concrete en duurzame handelingspers­ pectieven nodig en moeten leren kritisch te kijken naar wat ze steeds wordt voorgeschoteld. Het zuchtje tegenwind dient sterk aan kracht te winnen. Met onze planeet komt het wel goed. Die draait door, met of zonder ons.” ◆

63


Sympathiek ondernemen om sociaal te bewegen Tekst: Willemijn van Benthem | Fotografie: Daphne van Groeningen

64

QPQ | 3 • 2010


Het DEBAT

Henk Kievit | Jeroo Billimoria

Het zou fantastisch Sociaal ondernemerschap zijn als bedrijven die zorgt voor verandering winstmaximalisatie van het systeem en gaat nastreven, dat doel voor een sociaal doel. verschuiven naar een social Alle winst gaat naar de return with profit. organisatie. 65


Nyenrode-onderzoeker Henk Kievit en sociaal ondernemer Jeroo Billimoria gaan in debat over sociaal ondernemen en de insteek van de sociaal ondernemer. Moet de nadruk meer liggen op het ondernemen of juist op de sociale missie van een bedrijf? En is die insteek belangrijk?

Het QPQ-debat vindt dit keer plaats in een brasserie in het centrum van Amersfoort. Senior onderzoeker Henk Kievit (39)

Groningen of zelfs vlak over de grens in Duitsland.” “Ja”, lacht Billimoria, “dat doen ze voor de belastingen!”

van Nyenrode en auteur van onder meer ‘De Stille Revolutie

En van belastingen en forensen komen ze op het onderwerp

van Social Venturing Entrepreneurs’ (2008) komt uit het oos-

van parttimers en het werken in Nederland. Het gesprek wordt

ten van het land, directeur Jeroo Billimoria (45) van Stichting

direct serieuzer. Billimoria voorziet dat ons land in de proble-

Aflatoun neemt de trein vanuit Amsterdam. Het is de dag dat

men komt als kinderen niet beter gestimuleerd worden om naar

het Nederlands voetbalelftal in Nederland wordt onthaald.

de universiteit te gaan. Het lijkt haar onmogelijk om als lager

‘Onze jongens’ zijn tweede geworden en krijgen een grachten-

geschoolde hier de concurrentie aan te gaan met lager geschool-

tocht in de hoofdstad. De stemming in het land is algeheel vro-

den in India of China. Kievit is het daar mee eens, maar zegt

lijk. Zo ook de stemming aan tafel in Amersfoort. Het gaat er

wel: “Ook het werk voor hoger opgeleiden wordt steeds vaker in

vriendelijk en respectvol aan toe.

India gedaan.”

Billimoria’s moedertaal is Engels en daar schakelt Kievit moeiteloos op over. Bijna symbiotisch komen de twee uit-

Nederland moet een andere slag maken. Misschien die van

eindelijk via hun eigen meningen op de gemeenschappelijke

duurzaamheid en sociaal ondernemerschap? Kievit noemt het

conclusie uit. Ze koesteren beiden dezelfde wens: dat het er in

bedrijf Tendris van Ruud Koornstra. Hij legt Billimoria uit

Nederland, en liefst wereldwijd, socialer en ondernemender aan

- ze kent Tendris niet - dat Koornstra een voorbeeld van een

toe gaat.

sociaal ondernemer is. Eerst verdiende de ondernemer geld in de media, nu leidt hij een innovatief bedrijf waarmee hij met

Jeroo Billimoria en Henk Kievit kennen elkaar al van een eerdere zakelijke ontmoeting. Het gesprek begint daarom over het

ontketenen.

wonen in Amsterdam. Billimoria: “Het is een unieke plek, de

Billimoria gaat daar direct op in. “Maar dan heb je het over

enige stad in Nederland waar ik wil wonen.” Vooral het multi-

een ondernemer, geen sociáál ondernemer.” Kievit gaat er voor

culturele karakter vindt ze bijzonder, zo legt ze Kievit uit. Ze

zitten. Nu wordt het interessant. Het debat is van start gegaan.

moet lachen. “Al woon ik in een saai, blank gedeelte van de

“Dat is natuurlijk de vraag, is Tendris een sociale onderne-

stad.”

ming?” Billimoria is beslist in haar mening. Ze stelt Kievit de

Kievit is een goed luisteraar, hij gaat in op wat ze zegt, vraagt

66

LED-lampen en elektrische auto’s een duurzame revolutie wil

vraag: “Gaat zijn totale winst naar een goed doel?” Want vol-

omdat hij meer wil weten. Kievit: “Amsterdam wordt een

gens haar is dat de enige definitie van een sociaal ondernemer.

werkstad. Mensen wonen liever in een rustige provincie als

Punt uit. “Er is een wereldwijde definitie die uitlegt dat je als

QPQ | 3 • 2010


De grootste hervormingen komen voort uit oorlog en depressie. De huidige crisis kan een flinke stap richting sociaal ondernemerschap opleveren. sociaal ondernemer een sociale impact moet hebben en dat alle winst terug moet gaan naar de doelgroep of het bedrijf. Je kunt geen sociaal ondernemer zijn als je dividend uitkeert aan aan-

De debatanten

deelhouders.” Kievit is het daar niet mee eens. Hij noemt dat ‘de

Henk Kievit (1971) geeft les in duurzaam ondernemen op de Chris-

Angelsaksische definitie’ en ziet dat in Nederland anders.

telijke Hogeschool Ede en is als docent en onderzoeker op Nyenrode

Billimoria is fanatiek, gaat er direct tegenin. Billimoria:

gespecialiseerd in onder andere sociaal ondernemerschap, maatschap-

“De term sociaal ondernemer bestond nog niet eens toen

pelijk investeren, goede doelen en familiebedrijven. Kievit studeerde

ik in Nederland kwam.” Ze kwam daar pas op toen mensen

economie in Wageningen en is auteur van onder andere ‘De Stille Revo-

haar steeds vroegen wat ze nou precies was als directeur van

lutie van Social Venturing Entrepreneurs’.

Stichting Aflatoun. Was ze vertegenwoordiger van een goed doel? Een weldoener? Een ondernemer? Billimoria vroeg haar

Jeroo Billimoria (1965) is geboren in Mumbai, India en de oprichter van

Nederlandse man of er al zoiets bestond als een sociaal onder-

onder andere Childline India Foundation, Stichting Aflatoun en Child-

nemer. “Ik heb toen met behulp van het woordenboek de defi-

helpline International. Stichting Aflatoun is een koepelorganisatie van

nitie vertaald vanuit het Engels.”

organisaties die sociaal en financieel onderwijs aanbieden aan kinderen

Ze vindt de betekenis van sociaal ondernemer voor zich spre-

in meer dan veertig landen. Billimoria studeerde Commercie en Sociale

ken. En dus ook waar de nadruk op moet liggen: op het sociale

wetenschappen in India en Non-Profit Management in de Verenigde

en niet het ondernemende. Sociaal ondernemerschap zorgt

Staten. Ze is daarnaast ‘fellow’ bij Ashoka en ontving de Social Entrepre-

voor verandering van het systeem en gaat voor een sociaal doel.

neurship Award van de Skoll Foundation.

Ze kijkt standvastig uit haar ogen. “Dus alle winst, uit wat voor bron dan ook, gaat naar de organisatie.” Maar wat vindt Billimoria dan van koeriersdienst Valid Express van ondernemer Nicolette Mak? Mak maakt winst en volgens Kievit gaat een deel van die winst naar het bedrijf, maar ook een deel naar de aandeelhouders. Billimoria schudt haar hoofd. “Dat noem ik een sociaal georiënteerd bedrijf.” Ze zijn het er in ieder geval over eens, dat de term sociaal ondernemen voor verwarring zorgt.

67


We moeten naar een meer sociale economie gaan. Dat vinden ook mijn studenten. Vijf jaar geleden wilden ze vooral geld verdienen. Nu hoor je ze dromen over een goede baan bij een NGO.

68

QPQ | 3 • 2010


69


092 1HGHUODQG SUHVHQWHHUW

:M`U[ZMXQ 9M^W`\XMM`_

b[[^ .Q`^[WWQZ ;ZPQ^ZQYQ^_ $ Z[bQYNQ^

BMZ :QXXQ ;Z`cQ^\RMN^UQW

>[``Q^PMY Voor bedrijven die willen investeren in de samenleving èn in hun eigen mensen. Voor gemeenten die bedrijven willen betrekken bij armoedebestrijding, onderwijs, wijkverbetering, vitaliteit, arbeidsparticipatie, zorg en welzijn. Met o.a.: ĂŁ 1 DWLRQDOH 0%2 0RQLWRU HHUVWH RQGHU]RHN QDDU RPYDQJ HQ LPSDFW YDQ 0%2 LQ 1HGHUODQG GRRU 092 1HGHUODQG HQ 029,6,( ĂŁ 0DVWHUFODVVHV HQ SUDNWLMNFDVHV YDQ RD Rabobank, Delta Lloyd, UnivĂŠ, Albert Heijn, ,%0 .31 6DQDGRPH 6SD 5HVRUW HQ 6KHOO Wat levert MBO uw ĂŁ 0%2 0DUNWSOHLQ URQG WKHPDĂœV /HYHQ /HUHQ bedrijf op? En welke t :RQHQ :HUNHQ =RUJHQ HQ %HZHJHQ PHW investeringen moe WRSSURMHFWHQ HQ H[SHUWV u daarvoor doen? ĂŁ 3ULMV YRRU %HVWH 0%2 FRDOLWLH Breng ze in kaart met de Nationale Entree â‚Ź 75 (ex BTW) MBO Monitor op bomonitor.nl. w w w.nationalem Schrijf u nu in op www.wereldz.nl

70

QPQ | 3 • 2010

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en sport


Kievit zegt toch dat de term sociaal ondernemerschap al langer bestaat dan vandaag. Hij vertelt hoe slecht de arbeidsomstandigheden waren in het Nederland van de negentiende en de twintigste eeuw. “Uit deze tijd komt de term dat je je moet gedragen als ondernemer. Het is je plicht om voor je mensen te zorgen, ze op tijd uit te betalen en ze vrij te geven om uit te rusten.” Kievit ziet bedrijven zoals brouwerij De Prael en koeriersdienst Valid Express wel degelijk als sociale ondernemingen. En hij vindt dat sociale ondernemingen zoals Billimoria dat definieert, meer onder de noemer van stichtingen vallen, opgezet voor een speciaal goed doel. Billimoria is het daar niet mee eens. Dat wordt volgens haar ‘social venturing’ genoemd en niet ‘social entrepreneurship’. “Jij hebt het over de Triodos Banken van deze wereld, bedrijven die sociaal georiënteerd zijn en winst maken, soms zelfs bonussen uitkeren.” Kievit reageert alert: “Er worden geen bonussen uitgekeerd door Triodos!” Hoe dan ook, volgens Billimoria is een Triodos bank geen sociale onderneming. Ze voegt daaraan toe: “Volgens de wereldwijde definitie. Tenzij jullie het anders willen doen in Nederland.” Maar, zegt ze, je hebt het type bedrijven zoals Kievit beschrijft wel nodig in Nederland. “Het is mijn droom dat de ABN AMRO banken Triodos banken worden.” Is dat ook de droom van Kievit? Inderdaad vindt de onderzoeker dat we nu tegen de grenzen aanlopen van het kapitalistische systeem. “Mensen kennen geen morele waarden meer.” Billimoria knikt hartgrondig ‘ja’ met haar hoofd. Ze raakt enthousiast als Kievit Billimoria’s Stichting Aflatoun aanhaalt als voorbeeld van een initiatief dat mensen in beweging zet, ze meer bewust maakt van een probleem. “Hoe kun je op een rijk eiland leven als dat in een zee van armoede ligt?” Hij beschrijft hoe het leven van mensen uit verschillende fases bestaat. “Eerst doorlopen mensen een succesvolle fase waarin ze veel geld verdienen, grote huizen kopen en dure auto’s. Of die doelen in ieder geval najagen. Na deze levenservaring zoeken mensen naar meer betekenis van hun bestaan.” Kievit merkt hoe mensen door een persoonlijke crisis als ontslag of echtscheiding aan het denken worden gezet. ‘Is dit alles?’, denken ze dan ineens. Billimoria herkent zijn verhaal. Billimoria: “De meeste mensen zien in zo’n periode dat ze wel geld hebben, maar bijvoorbeeld geen familie.”

71


72

QPQ | 3 • 2010


Als sociaal ondernemer moet je een sociale impact hebben, alle winst moet teruggaan naar de doelgroep of het bedrijf. Je kunt geen sociaal ondernemer zijn als je dividend uitkeert aan aandeelhouders. 73


74

QPQ | 3 • 2010


Kievit ziet zijn kans schoon. De leraar in hem komt naar boven.

Wereldoorlog. Nu zie je wederom de opkomst van de politie-

“Dan kom ik bij een oude economische theorie. Want eigenlijk

ke rechter vleugel.” Ze kijkt triest. “Ik hoop alleen dat we van

hebben we het over niets nieuws.” Hij haalt de Schotse econoom

onze fouten hebben geleerd.” Energieker gaat ze weer verder:

Adam Smith aan, die wordt gezien als de grondlegger van het

“De grootste hervormingen komen voort uit oorlog en depres-

klassieke liberalisme in de achttiende eeuw. “Zijn meest beken-

sie, zoals het ontstaan van vakbonden en de ontdekking van

de boek is ‘Wealth of Nations’. Maar al eerder schreef hij ‘The

internet.” De huidige crisis zou dus een flinke stap richting

Theory of Moral Sentiments’. Dat boek begint met het woord

sociaal ondernemerschap kunnen opleveren. Volgens Billimoria

sympathie. Kijk naar wat je gemeen hebt met elkaar. Sympathie

heeft John Elkington het voorspeld met zijn visie van de ‘Triple

is een belangrijk woord voor de economie.” Billimoria kan zich

Bottom Line’. Billimoria: “De drie belangrijkste componen-

hier goed in vinden en vult hem aan. “Het zou fantastisch zijn

ten daarvan zijn People, Planet en Profit.” Maar, zegt ze, het

als de bedrijven die winstmaximalisatie nastreven, dat doel ver-

gaat niet zo zeer over de juridische structuur van een bedrijf,

schuiven naar een social return with profit.”

maar over het te bereiken doel. “Ik heb een stichting, maar ben ondernemend. Ondernemen is een daad, het zegt hoe je een

Op de vraag of echt alle bedrijven dat zouden moeten doen, zegt ze hartgrondig ‘ja’. Voor haar zijn de ABN AMRO’s niet

verandering in wilt zetten.” Volgens Billimoria kunnen meerdere marktmodellen en meer-

nodig in een ideale maatschappij om een economisch systeem

dere oplossingen een antwoord zijn op de verschillende proble-

in leven te houden. Ze denkt even na. “Ja, het kan natuurlijk

men. “Ik zie het als een schoenenwinkewl. Iedereen heeft een

wel, maar alleen als het een sociaal georiënteerd bedrijf is.”

andere schoenmaat en daarom andere schoenen nodig. Dat

Kievit is niet voor niets researcher en academicus en haalt nog

maakt niemand beter of slechter. Juist als we diversiteit respec-

een boek aan. “In ‘Good to Great’ onderzoekt Jim Collins wel-

teren, zullen we verschillende modellen moeten respecteren.”

ke bedrijven goede beursresultaten behalen. Dat zijn de bedrij-

Ze noemt het pure kapitalisme als model, het model van over-

ven die goed zijn voor hun mensen.”

heidsbedrijven, sociale bedrijfsstructuren, coöperaties en soci-

Billimoria vraagt zich af waarom dan niet alle banken zoals

ale ondernemingen.

Triodos kunnen opereren. Of als Rabobank desnoods. Kievit:

Dus het is mogelijk om tegelijkertijd ondernemer te zijn

“Dat is een goed voorbeeld, want Rabobank is een boerenleen-

en sociaal? Billimoria herhaalt haar kernachtige antwoord:

bank en in feite de eerste bank die aan microkrediet deed.” Het

“Zolang je social impact en social change nastreeft.” Kievit:

is voor hem duidelijk dat we naar een meer sociale economie

“Dat mensen zich nu tegen het kapitalisme keren, komt door-

moeten gaan. En niet alleen hij vindt dat, hij merkt het ook

dat ze tegen de grenzen van dat systeem zijn opgelopen. Maar

aan zijn studenten. “Vijf jaar geleden wilden studenten voor-

ligt dat aan het kapitalisme? Of aan de mensen die het kapi-

al geld verdienen. Nu hoor je ze dromen over een goede baan

talisme hebben misbruikt? Ik denk het laatste.” Billimoria is

bij een NGO. Je merkt verandering bij die generatie.” Volgens

het volmondig met hem eens. Kievit gaat door: “We zitten nu

Billimoria maken jongeren een omslag door de verschillende

in een overgangsfase. Onder andere econoom Schumpeter

crises in de afgelopen jaren. Eerst de internetcrisis en daarna

schreef ooit dat een socialistischer systeem op een kapitalistisch

de kredietcrisis. “En films zoals An Inconvenient Truth van Al

systeem zou volgen.” Billimoria vult hem weer aan: “Het social

Gore doen veel”, vult Kievit haar aan.

capitalism!”

Billimoria zegt dat die veranderende mentaliteit ook con-

Volgens Kievit is voor de toekomst vooral innovatie belang-

junctuurgevoelig is: “We hebben natuurlijk al eerder in deze

rijk, maar Billimoria blijft hameren op sociaal ondernemers

situatie gezeten, kijk maar naar de jaren dertig. De depressie

die aan de grond veranderingen moeten doorvoeren om het

volgde toentertijd op een tijd van enorme voorspoed. Die crisis

systeem te kunnen veranderen.

heeft uiteindelijke geleid tot conflicten en zelfs tot de Tweede

75



Kievit en Billimoria koesteren dezelfde wens: dat het er in Nederland, en liefst wereldwijd, socialer en ondernemender aan toe gaat.

de basis aan en combineert sociaal en financieel onderwijs voor kinderen met spaarrekeningen voor kinderen. Nu werken we aan een wereldwijde beweging, Childfinance, die ook toegang geeft tot verzekeringen en hopelijk gezondheidszorg. Het wordt steeds groter. Dat bedoel ik met systems change. En het gaat er niet om of dat wordt gedaan vanuit een hulporganisatie, een stichting, een bedrijf of een sociale onderneming.” Kievit: “Nou, dat is niet helemaal waar. Dat was een onderwerp bij Brouwerij de Prael. In Nederland moet je voor je start weten wat de juridische vorm gaat zijn van je bedrijf. Is het een BV of een stichting? Dat juridische vraagstuk vergt veel tijd, terwijl we eerst naar het probleem moeten kijken.” Billimoria: “Helemaal mee eens, alleen moeten we ons daar meer bewust van worden. Want ik heb het zelf gemerkt dat bij een stichting mensen meer vakantiedagen willen omdat ze minder salaris krijgen. Dat is maar een voorbeeld van de houding van je medewerkers. Als je een bonus krijgt uitgekeerd, ga je anders werken. Maar wat de legale structuur is, zou niet moeten uitmaken. Wel hoe je je naar buiten toe presenteert.” Kievit: “In Nederland zien we de non profit-wereld, de sociale ondernemers en de traditionele ondernemers. Dus noem het for-profit, not-for-profit en non-profit.” Billimoria begint een schema te tekenen op een notitieblok. “Hopelijk komen de sociale en de kapitalistische bedrijven ooit samen en hopelijk komen de sociale ondernemingen en sticht­ ingen ooit samen. Dan hebben we een economie gebaseerd op twee pijlers.” Ze tekent enthousiast kringen en pijlen. Kieviet kijkt mee: “Maar eerst zullen we mensen zover moeten krijgen dat ze die waarden en normen weer onderkennen. Wat is belangrijk in de wereld, wat is voor jou belangrijk. Dat iedereen te eten heeft. Dat het niet alleen maar om geld draait. En waar kunnen ze dat leren? Op school.” Billimoria begint te lachen. “Ha! En daar komt Aflatoun om de hoek kijken! Het begint namelijk bij kinderen. Bij het zor-

“Dat gaat verder dan innovatie.” Ze noemt Warchild als een

gen dat ze zich zo goed mogelijk ontwikkelen en zich zo goed

goed model. “Maar dat is geen sociale onderneming. Oxfam

mogelijk opleiden.” De discussie eindigt weer in een perfecte

ook niet, ze doen ontwikkelingswerk. Ze zorgen niet voor een

cirkel. Kievit moet lachen maar is daarna meteen weer serieus:

systeemverandering vanaf de bodem. Ze bieden geen structu-

“Daarom is opleiding zo belangrijk. Al moeten we ook beseffen

rele oplossingen voor problemen.” Kievit: “Hoe kijk je naar de

dat niet alles in modellen is samen te vatten. Hoe meten we de

problemen? Als je een probleem wilt oplossen, duiken daardoor

liefde van een kind? Probeer dat ook niet te meten, maar zie het

vaak weer nieuwe problemen op.” Billimoria: “Precies en daar

als onderdeel van je welvaart. Kinderen zijn onze toekomst.”

is onze Stichting Aflatoun een goed voorbeeld van, ze pakt de

Hij kijkt naar Billimoria. “Je mag trots zijn op jezelf, Jeroo, je

problemen waarvoor kinderen naar de kindertelefoons bellen in

hebt veel in gang gezet om een betere wereld te creëren.” ◆

77


WAT GEEF JIJ MET KERST? LAAT JE INSPIREREN DOOR WAAR!

www.ditiswaar.nl

WAAR is de meest duurzame cadeauwinkel van Nederland. Het assortiment bestaat uit bijzondere fairtrade, biologische en gerecyclede producten. Volgens WAAR verdient iedereen met Kerst iets moois en echts. En dat is waar WAAR het voor doet. Met een mooie collectie pure producten op het gebied van eten, mode, koken, verzorging en wonen‌ Ben jij opzoek naar een eigenzinnig en puur cadeau met een bijzonder verhaal? Kom dan naar WAAR en laat je inspireren! Kijk voor onze verkoopadressen en meer informatie op www.ditiswaar.nl


nobody is perfect

Leer looien is zo schadelijk… toch koop ik die schoenen Sinds de geboorte van haar dochter Lana (5), runt fusie- en overname­adviseur Manon GagicRoos (34) samen met haar man webwinkel www.greenjump.nl met eco-, bio- en fair trade babyspullen. Voor zichzelf koopt ze echter nog steeds wel eens ‘foute’ kleding en schoenen.

Tekst: Eva Prins | Fotografie: Frank Groeliken

“Voor onze webwinkel ben ik heel erg bezig met duurzaam, fair

dan koop ik ze. Dan laat ik ‘mooi’ boven ‘verantwoord’ gaan. Ik zoek

trade, gifvrij en gezond. Ik weet dan ook heel goed hoe slecht bijvoor-

wel altijd eerst naar ‘goede’ alternatieven. Voor kinderen is het niet

beeld katoenproductie is. De katoenteelt beslaat 2,5 procent van de

zo moeilijk om leuke biologische kleding te kopen, maar voor mezelf

landbouwgrond en daarop wordt vijfentwintig procent van alle pesti-

vind ik het lastiger. Zeker als ik echt iets specifieks wil - een bepaalde

ciden gebruikt! Schoenen zijn zo mogelijk nog schadelijker voor mens

jurk of mooi pak. Voor schoenen is de keus helemaal beperkt; ik ken

en milieu. Hoe mannen in Bangladesh met hun blote lijven in bakken

eigenlijk maar één verantwoord merk met mooie damesschoenen.

chemicaliën staan om leer te looien en hoe dat afval zo de rivier in

Maar toch... het ergert me wel dat ik uiterlijk blijkbaar zo belangrijk

gaat, shockerend! Als je dat één keer hebt gezien, wil je eigenlijk nooit

vind dat ik er soms mijn principes voor opzij zet.” ◆

meer leren schoenen kopen. En toch doe ik het. Soms wil ik voor mijn werk of voor een gelegenheid echt díe laarzen of schoenen - en

Wil jij ook je verhaal vertellen? Mail naar: petra@qpq-magazine.nl

79


Op de drempel

Net als ik me op een zaterdagochtend met ontbijt en krant op mijn dakterras wil neervlijen, gaat de bel. Een mooie donkere man staat voor de deur. Ik ken hem niet. Zijn overhemd met korte mouwen en stropdas verraden hem meteen. Net als de kleuter aan zijn zijde. Deze man wil mij bekeren. Ik heb de keus. Meteen

Tekst: Annemarie de Jong

zeggen dat ik niet geïnteresseerd ben of gewoon eens luisteren naar wat hij te vertellen heeft.

“Vraagt u zich wel eens af of oorlogen en geweld in de wereld ophouden? Hoe het verder moet met deze wereld? En hoe u voor altijd gelukkig kunt zijn?” Het lijkt me onmogelijk om te leven zonder jezelf die vragen te stellen. Hij glimlacht, zichtbaar opgelucht. De antwoorden op die vragen staan namelijk in het beduimelde boek dat hij bij zich heeft: de Bijbel. Even ben ik jaloers. Op zijn vertrouwen dat de antwoorden op veel te grote levensvragen gewoon ergens in een boek zijn op te zoeken. Het lijkt me heerlijk om dat geloof te hebben. Hij is mijn verweer voor, door te zeggen dat niet iedereen op deze wereld zich gedraagt naar de antwoorden die de Bijbel geeft. Dat er daarom helaas nog steeds veel ellende is.

Annemarie de Jong is directeur van De Baak Change en columniste bij het Financieele Dagblad. Voor QPQ schrijft ze over de nieuwe tijd.

80

QPQ | 3 • 2010


Column

Vertwijfeld kijkt hij me aan als ik zeg dat ik

de doe als deze man. Vanuit mijn overtuiging

niet geloof in eeuwig geluk en ook niet in

ga ik ook de deuren langs. Ik noem het facili-

een boek dat alle antwoorden bevat. En dat ik

teren van organisaties bij veranderen en lei-

eigenlijk geen antwoord hoef te vinden op de

derschapsontwikkeling. Of columns schrijven.

vragen die ik me stel. Dat wat ik in mijn zoek-

Dat doe ik net zo goed vanuit een missie: de

tocht naar die antwoorden tegenkom, dát

wereld een beetje mooier maken.

beleven, soms alleen en vaak met anderen,

De drijfveer om de wereld mooier te maken

dáár gaat het voor mij over. Eeuwig geluk lijkt

en een diep geloof dat dat mogelijk is. Daarin

me heel erg saai.

vinden we elkaar, op mijn drempel. Al ziet het

Zijn zoontje begint zich te vervelen. Hij aar-

er bij beiden net iets anders uit. Ik geloof in de

zelt even op de drempel en loopt vervolgens

kracht van zoeken en nieuwe vragen, hij in het

doelgericht naar de fatboy in mijn studeerka-

vinden van de antwoorden.

mer. Net zoals mijn neefje dat graag doet, laat hij zich er vol overgave op vallen. Ineens realiseer ik me dat ik precies hetzelf-

Hij wenst me veel succes met zoeken en ik bedank hem voor een mooi gesprek. ◆

Ik geloof niet in eeuwig geluk of in een boek dat alle antwoorden bevat. Ik hoef geen antwoorden te vinden. De zoektocht beleven, dáár gaat het voor mij over. 81


Een eigen huis, een plek onder de zon

Een vers kopje thee Tekst: Nils Elzenga | Fotografie Isabel Nabuurs

82

QPQ | 3 • 2010

Voor Stichting Het Groene Woudt was direct duidelijk dat ze op een andere manier ontwikkelingshulp wilden bieden: ondernemend. Neem nou de armoede onder de theeboeren op West-Sumatra: Inmiddels produceren zij daar biologische groene thee onder de naam Bio Tea Indonesia, geheel zelfstandig en met een wereldwijde afzetmarkt. Volgens directeur Meindert Witvliet heeft zulk sociaal ondernemerschap de toekomst. Hij legt onder het genot van een kop ‘groene’ thee uit waarom.


thema dominee of koopman

83


Wij hebben ons kapitaal opgebouwd met hard werken en bedrijven opzetten, dus onze stichting moet zijn projecten bedrijfsmatig benaderen.

In de veertig jaar die Meindert Witvliet (66) werkt in de ont-

heid vandaag nog stoppen met het subsidiëren van zulke clubs.

wikkelingssamenwerking is hem één ding steeds duidelijker

Ik geloof absoluut niet meer in traditionele ontwikkelingssa-

geworden: alleen ontwikkelingsprojecten met een bedrijfs-

menwerking.”

matige aanpak hebben op de lange termijn kans van slagen. “Dat licht ben ik eigenlijk pas echt gaan zien toen een grote Nederlandse ontwikkelingsorganisatie me eind jaren ’90

De kans om zijn theorieën een praktisch gezicht te geven

wegens financiële problemen vroeg als crisismanager te komen

kreeg Witvliet nadat hij begin 2006 werd gevraagd als direc-

werken”, vertelt Witvliet. Hij is een voorname man wiens jeug-

teur van Stichting Het Groene Woudt (SHGW), een private

dige oogopslag en levendige gebaren mooi contrasteren met zijn

ontwikkelingsorganisatie die enkele maanden eerder was opge-

grijze scheiding en keurige poloshirt.

richt door een ondernemersfamilie die anoniem wil blijven en

Witvliets logische eerste vraag aan zijn nieuwe, door de over-

zijn financiën buiten de openbaarheid houdt. “In mei 2006

heid gesubsidieerde werkgever luidde: wat gebeurt er nou zoal

zijn er enkele sessies georganiseerd met de familie, wat externe

met jullie budgetten? “Niemand bleek me dat te kunnen ver-

partijen en mijn net aangenomen collega Emmy Janssen, die ik

tellen. Ik heb een lang en moeizaam gevecht moeten leveren

nog kende van een eerdere baan. Doel was het vaststellen van

voordat ik überhaupt inzicht kreeg in de programma’s. Terwijl

SHGW’s precieze koers.”

ik die bestudeerde begon ik steeds helderder in te zien dat je

Die gesprekken leverden een aantal richtlijnen op. Witvliet:

zoveel schooltjes kunt schenken als je wilt, maar dat ze altijd

“De familie zei allereerst: wij hebben ons kapitaal opgebouwd

afhankelijk zullen blijven van externe steun.”

met hard werken en bedrijven opzetten, dus onze stichting

En toch, zegt Witvliet, is die donatiementaliteit nog altijd lei-

84

Sociaal ondernemerschap

moet zijn projecten bedrijfsmatig benaderen. Daarnaast bleek

dend in de ontwikkelingssamenwerking. “De Novibs, Plans en

de familie iets te willen doen tegen de trek in ontwikkelingslan-

ICCO’s van deze wereld roepen wel dat ze economische ont-

den van platteland naar stad, waar mensen vaak slechts slop-

wikkelingen stimuleren, maar in de praktijk komen hun projec-

penwijken en ontheemding wacht. Dus moest SHGW zich gaan

ten nog steeds vooral neer op weggeven. Van mij mag de over-

richten op projecten in de landbouw, immers de belangrijkste

QPQ | 3 • 2010


economische activiteit op het platteland.” Deze ingrediënten

Bijvoorbeeld door het gebruik van biobrandstof, bij voorkeur

verwerkten Witvliet en Janssen (42) tot een mission state-

uit de taaie Jatropha-plant, die op arme grond gedijt en daar-

ment. Witvliet: “In één zin is onze filosofie: het stimuleren van

door niet concurreert met voedselproductie. “Let wel”, haast

economische ontwikkelingen op het platteland in het globale

Witvliet zich te zeggen, “we zien biobrandstof niet als oplossing

zuiden door het bedrijfsmatig opzetten van sociale onderne-

voor het wereldwijde energievraagstuk dat excessen heeft opge-

mingen. Wat dat dan precies zijn, sociale ondernemingen, is

leverd als het platbranden van regenwoud voor plantages, maar

de vraag.” Janssen, die ook is aangeschoven bij het gesprek in

puur als middel om onze projecten en de bevolking daarom-

SHGW’s hoofdkwartier, een statige villa aan de Hoofdstraat in

heen van energie te voorzien.”

Driebergen, beantwoordt de vraag. “Allereerst betekent het dat

SHGW’s holistische aanpak betekent overigens niet dat de

we alle relevante lokale partijen vanaf dag één betrekken bij een

stichting zich voor eeuwig bindt aan zijn projecten. “Sterker

project. Niet alleen bevolking, maar ook overheid, bedrijfsleven

nog”, zegt Janssen, “voor we beginnen hebben we al nage-

en religieuze instellingen. Deze ketenbenadering zie je bij ons

dacht over onze exitstrategie. Nee, daarvoor gelden geen vaste

overal terug. Zo houden we ons nooit alleen bezig met de pro-

tijdspannes. Het enige criterium is of het project zelfstandig

ductie van gewassen, maar ook met de verwerking en marke-

winstgevend kan functioneren.” Om dat zo snel en goed moge-

ting daarvan.”

lijk voor elkaar te krijgen, houdt SHGW het aantal projecten

Het hoofddoel daarbij is nooit het verdienen van zoveel moge-

beperkt. Witvliet: “Momenteel zijn we alleen actief in Kenia,

lijk geld voor aandeelhouders, vult Witvliet zijn collega aan,

Tanzania, India en Indonesië. Veel ontwikkelingsorganisaties

maar het verbeteren van het inkomen en de leefomstandighe-

willen overal tegelijk zijn en raken daardoor versnipperd.”

den van de lokale bevolking. “Wij geloven in het ‘social return on investment’-principe, dat behalve naar economische winst vooral ook kijkt naar de sociale baten van een onderneming.” Omdat die sociale baten ook het behoud van natuur en milieu behelzen, opereert SHGW zoveel mogelijk CO2 -neutraal.

Indonesische thee Een mooi voorbeeld van SHGW’s werkwijze is het project Bio Tea Indonesia, ofwel de productie van biologische groene thee in een verarmd ruraal gebied op West-Sumatra. Witvliet:

85



Ons hoofddoel is nooit het verdienen van zoveel mogelijk geld. Wij geloven in het SROIprincipe. Zo gebruiken we de Jatrophaplant om ons onze projecten en de bevolking van energie te voorzien.

“In 2007 belde een medewerker van Plan Indonesië, Tri Kuntarto, een bekende uit mijn netwerk. Veel theeboeren in zijn land, vertelde hij, leefden onder de armoedegrens. Wilden wij niet proberen daar iets aan te veranderen?” Voordat Witvliet daarover kon besluiten moest hij uitzoeken waarom Indonesische theeboeren het zo zwaar hadden. Witvliet: “Allereerst bleken ze hun thee veelal alleen onregelmatig kwijt te kunnen aan slecht functionerende staatsbedrijven. Bovendien teelden ze praktisch alleen zwarte thee, terwijl de wereldmarkt daarvoor krimpt. Voor groene thee daarentegen, en dan vooral de biologische variant, is de markt juist groeiende, vooral door toenemende vraag vanuit de gezondheidsindustrie. Groene thee bevat namelijk gezond geachte antioxidanten en wordt ook veel gebruikt in cosmetica.” Hier lagen dus duidelijke kansen voor een succesvol project. Volgende vraag: waar te beginnen? Tri Kuntarto suggereerde een gebied op Java, niet ver van hoofdstad Jakarta. Witvliet: “Wij vreesden echter dat het gebied op termijn door de uitdijende metropool zou worden opgeslokt. Toen kwam Tri met het gebied Solok, nabij de kuststad Padang op West-Sumatra. Daar had hij een coöperatie gevonden van zo’n vijfhonderd noodlijdende keuterboertjes. Hij had zelfs honderd boerenfamilies geïdentificeerd die helemaal geen land meer bezaten.” Voor die landloze families ontfutselden Kuntarto, Witvliet en Janssen – een driemanschap dat tot op heden de ruggengraat vormt van Bio Tea Indonesia – aan de districtsautoriteiten honderdvijftig hectare braakliggend land, genoeg om elke familie een boerenbedrijf te laten beginnen. Witvliet: “De eerste vraag die we kregen van de gezaghebbers was: wat zit erin voor ons? Pas toen ze zeker wisten dat er bij ons niets te halen viel, en ze er bovendien van overtuigd waren dat wij niet uit winstbejag handelden, zijn ze akkoord gegaan met het gratis beschikbaar stellen van het land. Daarbij hielp overigens ook dat Kuntarto het politieke spel slim speelde. Bijvoorbeeld door het prestige te benadrukken dat gemoeid is met een armoedebestrijdingproject. De bestuurders die sindsdien komen kijken, pretenderen dan ook vaak dat ze het allemaal zelf voor elkaar hebben gekregen.” Droogmachines, persapparaten en biogasinstallaties In werkelijkheid is Kuntarto de centrale figuur van het project. Nadat hij de landloze families had gehuisvest, was het zaak om een kwekerij voor biologische groene thee op te zetten. Janssen: “Het kweken van een theestekje alleen al duurt namelijk vier maanden, en pas drie jaar daarna levert de plant daadwerkelijk thee.” Voor de verwerking van die thee was uiteraard een fabriek nodig. Janssen: “Daarvoor hebben we aange-

87


klopt bij een nabijgelegen staatsbedrijf, maar dat kon zijn productieproces niet aanpassen. Dus hebben we een eigen fabriek gebouwd. De verwerking van groene thee is namelijk een behoorlijk proces. Binnen drie uur na plukken moeten de theeblaadjes de eerste droogmachine in, die een derde tot de helft van het vocht eruit haalt en zo fermentatie voorkomt. Gebeurt dat niet dan zijn de blaadjes alleen nog geschikt voor zwarte thee. Na een tweede droging, die nagenoeg al het vocht verwijdert, heb je groene thee.” Toen de hardware eenmaal overeind stond, rees de uitdaging om alles milieuvriendelijk van energie te voorzien. Witvliet: “We hebben vanaf het begin gezegd: dit project wordt honderd procent klimaatneutraal. Gelukkig vonden we in de omgeving boeren die in het verleden door de overheid gedwongen waren Jatropha te gaan telen - zonder dat die overheid het product daarna overigens afnam. Die boeren leveren nu aan ons.” Een eigen persinstallatie op het fabrieksterrein verwerkt de Jatropha-noten tot twee producten. “Olie waarmee we onze generatoren aandrijven en residu dat we gebruiken voor biologische compost.” Voor diezelfde compost schafte SHGW zelfs een heuse veestapel aan. “Elk kwartaal kopen we vijftig stieren. Hun mest en urine gaan de compost in, maar we mesten ze ook vet voor de verkoop.” Dat de weg naar optimaal gebruik van de beschikbare middelen nog niet ten einde was, bleek toen werd ontdekt dat zowel het Jatropha-residu als de stierenmest nog energie bevatte die verloren ging bij het composteren. Witvliet: “Dus hebben we een biogasinstallatie gebouwd als tussenstap. Daarin verdwijnen residu en mest, om er pas drie weken later weer uit te komen en dan alsnog de compost in te gaan. Per dag levert dat 3000 kubieke meter biogas op.” Dat is zoveel dat op een fractie ervan nu alle droogmachines en een deel van de generatoren draaien. Witvliet: “Daarom willen we het ook gaan gebruiken in de huizen die we momenteel bouwen voor werknemers, en experimenteren we met het persen van het gas voor de verkoop in flessen.” Janssen knikt instemmend. “Weet je wat het is? Wij zijn niet afhankelijk van extern geld en kunnen daardoor meer risico’s nemen en innoveren. Juist daarin willen we ook onderscheidend zijn.” In Indonesië is dat in elk geval gelukt, want op West-Sumatra is twee maanden geleden SHGW’s klimaatneutrale sociale theeonderneming Bio Tea Indonesia volledig in bedrijf gegaan. Vanaf volgend jaar moet dat jaarlijks zo’n driehonderd ton biologische groene thee opleveren.

88

QPQ | 3 • 2010


In de praktijk komen de projecten van de Novibs, Plans en ICCO’s van deze wereld vooral neer op weggeven. Ik geloof absoluut niet meer in traditionele ontwikkelingssamenwerking.

89


giro 300 www.hartstichting.nl


Als iemand betrouwbaar is, verstrekt de coöperatie hem tegen redelijke voorwaarden een lening: ons project is geen liefdadigheid, maar functioneert als een bedrijf. Associaties en coöperatieven Maar waar moet al die thee dan worden afgezet? “Daarvoor

Om het feit te ondervangen dat de SCC bepaalde functies van een bank niet kan vervangen, kreeg SHGW een Indonesische

werken we samen met internationale partners”, zegt Emmy

bank zover om een speciale vestiging te openen in Solok.

Janssen. “Neem TransFair USA, die momenteel voor ons

Witvliet: “Die verzorgt nu bijvoorbeeld het spaargedeelte voor

de Amerikaanse markt verkent en goede contacten heeft

de boeren.”

met megabedrijven als Walmart en Wholefoods. Op dezelf-

Zo heeft SHGW in Solok alle structuren overeind geholpen

de manier hebben we voor de Europese markt Amigos

om zelf, conform de richtlijnen van de stichting, op termijn uit

International ingeschakeld, een onderneming uit Wageningen.”

het project te stappen. Witvliet: “De tachtig procent aandelen

Ook lokale partners in Solok zijn cruciaal voor het theepro-

die wij vanaf het begin in handen hebben - Tri Kuntarto bezit

ject. En dan vooral de NGO CERDAS waarvan, hoe kan het

de overige twintig procent – gaan we daartoe langzaam maar

ook anders, Tri Kuntarto directeur is. CERDAS verschaft

zeker overdragen aan de MPA, zodat de boeren het bedrijf uit-

voorlichting en technische assistentie, en heeft twee coöpera-

eindelijk zelf in handen krijgen.” Voor de mensen van SHGW,

ties opgezet waarvan bij het project betrokken boeren – of ze nu

Meindert Witvliet en Emmy Janssen in het bijzonder, zal dat in

thee, Jatropha of stieren leveren – lid moeten worden. De eerste

elk geval een glorieus moment zijn. Witvliet: “Dit soort projec-

is de Multi Purpose Association (MPA), die praktische zaken

ten, zo heb mijn gehele carrière steeds weer ervaren, kan een

regelt als transport, collectiepunten en correcte weging.

wezenlijke bijdrage leveren aan de bestrijding van armoede. En

Minstens zo belangrijk als de MPA is de Saving and Credit Cooperative (SCC), die microkrediet verstrekt. Witvliet:

ja, daarvoor voel ik een enorme passie. Dit is het mooiste werk dat een mens kan doen.” ◆

“Voorheen kregen boeren nauwelijks tot geen leningen. Ze konden geen onderpand bieden, de rentes liggen in Indonesië astronomisch hoog en een lening moet binnen een jaar worden terugbetaald. Als bij ons daarentegen de MPA verklaart dat iemand betrouwbaar is, verstrekt de SCC hem tegen redelijke voorwaarden een lening. Daarmee kan hij dan bij ons stekjes, compost en andere zaken kopen. Want nogmaals: ons project is geen liefdadigheid, maar functioneert als een bedrijf.”

91


Tekst: Maarten van der Schaaf

92

QPQ | 3 • 2010


thema dominee of koopman

Ontwikkelingshulporganisaties moeten resultaatgerichter opereren en het bedrijfsleven moet meer worden betrokken bij armoedebestrijding. Zegt het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Toch krijgen de meeste ontwikkelingsclubs die opereren als sociale ondernemingen naar alle waarschijnlijkheid geen subsidie meer.

93


Het subsidiebeleid is een bureaucratisch gedrocht. Het zorgt voor een mismatch tussen beleidsintenties en toetsingscriteria.

De Wereldwinkel, sociaal ondernemen avant la lettre.

gedrocht. Gevolg: een mismatch tussen enerzijds de beleidsin-

Minister Maxime Verhagen stak begin juni nog de lofzang af

tenties van de Minister en anderzijds de criteria waarop wordt

over het concept dat veertig jaar geleden begon met de verkoop

getoetst of organisaties in aanmerking komen voor subsidie.

van een handvol producten uit Oeganda vanuit een huiskamer

Neem bijvoorbeeld het meten van resultaten - altijd lastig voor

in Breukelen en inmiddels is uitgegroeid tot een organisatie met

ontwikkelingssamenwerkingclubs, maar wel een prioriteit van

vierhonderd winkels en 12.500 vrijwilligers. Verhagen noemde

de minister. Wij steunen bedrijven in arme landen die markt-

de Wereldwinkels “de motor achter de groei van eerlijke handel

gericht produceren. Groeien die partners? Stijgt hun omzet en

in Nederland” en het bewijs dat “je prima koopman en domi-

het aantal werknemers? Dat kan je eenvoudig meten. Waarom

nee tegelijkertijd kan zijn”.

is die meetbaarheid dan geen criterium?”

Toch krijgt de Fair Trade Alliantie - waarvan de Landelijke

De subsidieaanvraag van ontwikkelingsorganisatie Solidaridad

Vereniging van Wereldwinkels onderdeel uitmaakt - geen sub-

werd in eerste instantie ook afgewezen - Solidaridad diende een

sidie meer van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking

bezwaarschrift in, maar die procedure loopt nog. Volgens Nico

waar Verhagen als demissionair minister verantwoordelijk voor

Roozen, directeur van Solidaridad dat onder meer samenwerkt

is. De alliantie voldoet niet aan de criteria van het zogenaam-

met multinationals om hun productieketens te verduurzamen

de medefinancieringsstelsel (MFS-2), het subsidieregime voor

in arme landen, vallen initiatieven met een focus op de private

ontwikkelingssamenwerkingorganisaties.

sector moeizaam in het format van het medefinancieringsstelsel. “Neem de keuze voor de landen waarin je werkt. Het ministe-

Mismatch “De bureaucratie heeft het gewonnen van de inhoud”,

94

rie wil graag dat je projecten uitvoert in fragiele staten. Maar wij laten de productketens bepalen in welke landen we actief

reageert Huub Jansen van de Landelijke Vereniging van

zijn. Zo hebben we een convenant gesloten met Douwe Egberts

Wereldwinkels en voorzitter van de Fair Trade Alliantie op de

over het verduurzamen van hun koffieketen. Hun koffie komt uit

afwijzing van het ministerie. “MFS-2 is een bureaucratisch

Kenia en Vietnam, dus gaan we daar aan de slag. Met ’s werelds

QPQ | 3 • 2010


grote cacaoproducenten doen we hetzelfde. Voor cacao moet je naar Ivoorkust. De keten is leidend, maar dat staat haaks op de logica van het ministerie.”

Trends in ontwikkelingssamenwerking Op 18 januari 2010 werd het langverwachte rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’ van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR)

Gewoon cool Butterfly Works is een van de weinige sociale ondernemin-

door Peter van Lieshout aangeboden aan minister Koenders. In het rapport wordt het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingbeleid kritisch onder

gen die er wel in is geslaagd om onderdeel te worden van een

de loep genomen. Door de val van de regering is het nog wachten op een

alliantie die mogelijk subsidie zal krijgen. In de IMPACT-

officiële reactie van het kabinet. “Het is eigenlijk niks nieuws wat er in het

alliantie werkt de Amsterdamse social design studio samen

WRR-rapport staat”, zegt onderzoeker Lau Schulpen van het CIDIN. “Vooral

met ontwikkelingsorganisaties Oxfam Novib, SOMO, de 1%

omdat het WRR nu ook zegt dat economische ontwikkeling meer aandacht

Club en Hirda. “Wij zijn geen traditionele hulporganisatie”,

moet krijgen in het ontwikkelingssamenwerkingbeleid, zorgt het rapport

zegt Butterfly Works medeoprichter Ineke Aquarius. “We func-

voor zoveel commotie.” De discussie over enerzijds meer focus op economi-

tioneren als een designstudio, maar onze missie is gericht op

sche groei of anderzijds meer aandacht voor sociale thema’s als onderwijs

armoedebestrijding. Vijftig procent van onze inkomsten komt

en gezondheidszorg is volgens Schulpen al zeker vijftig jaar oud. “De ideeën

van de overheid, de rest wordt betaald door onze klanten. Dat

hierover golven op en neer.” Schulpen ziet wel een andere, nieuwe verschui-

zijn bedrijven en gemeenten, maar ook stichtingen of andere

ving in het landschap van ontwikkelingssamenwerking. “Maatschappelijke

maatschappelijke organisaties. We voelen ons sociaal onderne-

organisaties in het Zuiden worden steeds sterker. Zij kunnen in toenemende

mers.”

mate direct invloed uitoefenen op het beleid van hun overheden. Daardoor

Aquarius constateert dat traditionele ontwikkelingsclubs een

nemen staten in het zuiden steeds meer zelf de verantwoordelijkheid om

vernieuwende sociale onderneming als Butterfly Works als een

sociale voorzieningen neer te zetten – een taak die in het verleden vaak door

toegevoegde waarde beschouwen voor hun alliantie. “We heb-

Westerse NGO’s werd verricht. Die NGO’s zullen zich daarom steeds meer

ben gesprekken gevoerd met ongeveer veertig organisaties en

richten op indirecte armoedebestrijding door middel van lobbyen bij regeringen en internationale organisaties.”



Het ministerie wil dat je projecten uitvoert in fragiele staten. Wij laten de productketens bepalen in welke landen we actief zijn. Dat staat haaks op de logica van het ministerie.

vrijwel iedereen wilde graag met ons samenwerken. Dat voelt als een groot compliment. Grappig genoeg wisten de meeste organisaties niet eens precies wat we deden: ze vonden ons gewoon ‘cool’.” De Amsterdamse design studio tegen armoede moest wel zijn bedrijfsstructuur aanpassen om in aanmerking te kunnen komen voor MFS-2. De BV en de stichting werden losgekoppeld van elkaar. “Voorheen vielen commerciële opdrachten onder de BV en de rest onder de stichting. Dat kan nu niet meer.” Dat die juridische stap nodig was, vindt Aquarius heel raar. “Ik heb me er over verbaasd dat de aanmoediging om bedrijven te betrekken in de alliantievorming uiteindelijk helemaal niet in het medefinancieringsstelsel is opgenomen. Bij het 60-jarige bestaan van ontwikkelingssamenwerking prees oud-minister Bert Koenders nota bene ‘Return to Sender’ als hét voorbeeld van ontwikkelingssamenwerking nieuwe stijl. Die organisatie verkoopt producten uit arme landen via de HEMA. De winst vloeit terug naar ontwikkelingsprojecten in deze landen. Return to Sender is supercommercieel, het is volledig ingebed in de marketingstrategie van de HEMA.” Multistakeholder-initiatief “Natuurlijk kunnen bedrijven voor veel toegevoegde waarde zorgen in de hulpsector”, beaamt Lau Schulpen, onderzoeker bij het Nijmeegse Centre for International Development Issues (CIDIN). “Ondernemingen pakken zaken anders aan. Ze hebben een andere stijl, kijken door een andere bril en zijn meer geneigd risico te nemen. Dat zou geen kwaad kunnen in de ontwikkelingssamenwerkingsector. Andersom geldt hetzelfde: bedrijven kunnen een grotere sociale bijdrage leveren door samen te werken met NGO’s.” Dat wil volgens Schulpen niet zeggen dat de overheid die samenwerking moet stimuleren door bedrijven ook in aanmerking te laten komen voor subsidies die specifiek zijn bedoeld voor maatschappelijke organisaties. “Om ondernemen in ontwikkelingslanden te promoten kunnen bedrijven tal van andere subsidies krijgen.” Een van die overheidsloketten is het Initiatief Duurzame Handel (IDH), dat drie jaar geleden werd opgericht op initiatief van oud-minister Koenders. In het IDH werken NGO’s en bedrijven samen, ondersteund door de overheid. Bedrijven met de ambitie om hun keten te verduurzamen stellen hiervoor zelf een strategie op en brengen de benodigde financiële

97


Wie gaat met mij buurten?

Giro969

Word collectant en help mensen met een spierziekte.

Kijk op www.prinsesbeatrixfonds.nl/busje of bel 070-3607607.


Oud-minister Bert Koenders prees nota bene Return to Sender als hét voorbeeld van ontwikkelingssamenwerking nieuwe stijl. Dat project is juist supercommercieel. Belangrijkste criteria MFS-2 MFS-2 is bedoeld voor Nederlandse maatschappelijke organisaties die zich structureel inzetten voor versterking van het maatschappelijk middenveld als bouwsteen voor duurzame armoedevermindering in ontwikkelingslanden. Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten maatschappelijke organisaties voldoen aan een hele reeks voorwaarden:

middelen in. Onder het IDH worden de inspanningen van bedrijven gekoppeld aan de expertise en inzet van NGO’s. Het ministerie heeft hiervoor twintig miljoen euro beschikbaar

1) De drempelcriteria (D-toets); waaronder de voorwaarde dat orga-

gesteld.

nisaties in Nederland zijn gevestigd en zich inzetten voor structurele armoedevermindering in bepaalde landen in de vorm van samenwer-

“Een multistakeholder aanpak,” noemt Nico Roozen van

king met, beschikbaarstelling van expertise aan, of financiële spon-

Solidaridad het Initiatief Duurzame Handel. Roozen is voor-

soring van particuliere organisaties, dat wil zeggen maatschappelijke

stander van een grotere rol voor het IDH. “Ik kan me voorstel-

organisaties zonder winstoogmerk. Daarnaast moet ten minste vijfen-

len dat het budget voor het IDH in de toekomst wordt uitge-

twintig procent van de jaarlijkse inkomsten afkomstig zijn uit bronnen

breid ten koste van het medefinancieringsstelsel. De structuur

anders dan subsidies van Buitenlandse Zaken.

van MFS-2 - een subsidiepot van circa 425 miljoen euro - staat voor ouderwets ontwikkelingsdenken, het stimuleert in onvol-

2) De organisatietoets (O-toets); toets van onder meer de kwaliteit

doende mate de samenwerking met marktpartijen. Het IDH zet

van de administratieve organisatie, de doelmatigheid van de organi-

daarentegen de financiële middelen en expertise van maatschap-

satie, de toepassing van de Code Wijffels, het beleid ten aanzien van

pelijke organisaties en bedrijven gezamenlijk in als katalysator

de zuidelijke partners, een track record van de afgelopen vijf jaar, een

voor ontwikkeling. Dat is een goede manier van werken.” ◆

contextanalyse, planning, monitoring en evaluatie (PM&E).

3) De alliantietoets; de capaciteit en de meerwaarde van de alliantie moet worden aangetoond.

99


Als geld echt noodzakelijk is om een project van de grond te krijgen, zijn er voldoende alternatieven voor subsidies.

100

QPQ | 3 • 2010


thema dominee of koopman

Liever geen subsidie. Of is het stiekem toch wel handig? Ontwikkelingssamenwerking drijft op subsidies. Maar veel sociale ondernemingen die zich op dit terrein begeven, willen liever geen overheidssteun. Ze profileren zich als vernieuwende organisaties die hun inkomsten uit de markt halen. Daarvoor zijn voldoende mogelijkheden, maar de subsidiestroom is nooit ver weg. Tekst: Maarten van der Schaaf | Fotografie: Frank Groeliken

101


EsteamWork – Machiel van Dooren 102

QPQ | 3 • 2010

Share People – Cosmas Blaauw


EsteamWork EsteamWork adviseert goed doelen en organiseert ‘learning journeys’ voor senior management naar ontwikkelingslanden. Op reis stellen ze deze managers voor een strategische uitdaging van een lokaal bedrijf, veelal een partnerorganisatie van een internationale NGO. EsteamWork werkt voornamelijk met het Internationale Rode kruis, organisaties verbonden aan de fair trade-beweging en voor UN Volunteers. Hun opdrachtgevers zijn vaak grote Nederlandse bedrijven die een kwalitatief hoogwaardige uitdaging zoeken voor hun topmensen. De reis valt vaak binnen het kader van een MBA-traject dat managers volgen. Meer informatie: www.esteamwork.com

Share People SharePeople brengt ondernemers in ontwikkelingslanden in contact met ambitieuze professionals uit heel Europa. Door lokaal kennis en ervaring uit te wisselen versterken beide partijen hun professionele vaardigheden. Tijdens een werkreis pakken Europese managers samen met lokale ondernemers concrete business cases aan. Veel bedrijven zetten SharePeople in binnen leiderschapstrajecten (MD) of in het kader van MVO. SharePeople gelooft dat het delen van kennis en het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid beter werkt in de strijd tegen armoede, dan het doneren van geld. Meer informatie: www.sharepeople.nl

Be More Be More zendt elke maand ruim vijftig vrijwilligers uit om minimaal een maand te werken bij ontwikkelingsprojecten in Zuid-Afrika (13 projecten), Uganda (7) en Malawi (3). Volgens Yvette Haas hebben alle projecten – voornamelijk met straatkinderen, kansarme jongeren en kwetsbare ouderen – hun effectiviteit bewezen. Be More bepaalt niet wat er ter plekke gebeurt, maar de regiocoördinatoren houden dat wel in de gaten.

Be More – Yvette Haas

Meer informatie: www.bemore.nl

103


Wij zijn niet verbonden aan één goed doel. Daardoor kunnen we kritisch blijven ten opzichte van onze opdrachtgevers, de overheid en NGO’s. Deze vrije rol moeten we koesteren.

Subsidies passen niet bij ons De deelnemers zijn bereid te betalen voor zo’n werkervaring in een ontwikkelingsland. De goedkoopste vrijwilligersreizen kosten vijfhonderd euro voor vier weken, de duurste duizend euro. Elke reis levert Be More 325 euro op. Daaruit dekt de organisatie de kosten. Daarnaast ontvangt de stichting donaties die de projecten in het zuiden ondersteunen. Van die donaties roomt de stichting een deel af om de kosten van de eigen organisatie te dekken. Subsidies krijgt Be More nauwelijks. Haas: “We hebben wel een paar keer indirect subsidie gekregen voor onze projecten. Dan werden de donaties voor een bepaald project verdubbeld door een NGO. Maar voor onze eigen organisatie werken we liever niet met subsidies. Dat is een bewuste keuze. Als je subsidie krijgt beperkt dat de flexibiliteit van je organisatie: op subsidieformulieren moet je opschrijven wat je precies met dat geld gaat doen, wie je doelgroep is en wat de risico’s zijn. Daar kan je niet meer van afwijken.” Problematisch vindt Haas. “Stel dat je er achter komt dat je niet de goede keuzes hebt gemaakt en het project mislukt. Dan heb je een groot probleem, want je moet wel verantwoording afleggen aan de subsidieverstrekker - en met een beetje pech moet je het geld zelfs terugbetalen.” Er zitten meer nadelen aan het werken met subsidies, vindt Haas. “Stel je voor dat we een rechts kabinet krijgen en de subsidies worden drastisch aangepakt. Als je dan grotendeels van overheidssteun afhankelijk bent heb je echt een probleem.” Daarnaast remmen subsidies de creativiteit van de organisatie denkt Haas. Vorig jaar ketste een subsidieaanvraag voor een evenement van Be More af. Toch wist de organisatie de bijeenkomst te realiseren – zonder budget, maar door samen te werken met partners. “Dat geeft meer voldoening dan wanneer je je hand hebt opgehouden.” Als geld echt noodzakelijk is om een project van de grond te krijgen zijn er volgens Haas voldoende alternatieven voor subsidies. “Dit jaar starten we met nieuwe projecten in Malawi. Investeringskosten: 20.000 euro. Eerst wilden we twee grote bedrijven proberen te strikken om allebei 10.000 euro in te leggen, maar uiteindelijk hebben

Vanuit een studentenkamer en met een paar duizend euro

104

we voor crowdfunding gekozen. Tweehonderd mensen doneren

– geleend om een berg promotiemateriaal te laten drukken –

honderd euro. Als alles goed verloopt krijgen ze dat geld eind

begon Yvette Haas (27) samen met Michel Groenenstijn (30)

2011 terug. In no time hebben we op deze manier 92 donateurs

in 2006 de stichting Be More. Haas: “We bieden Nederlanders

gevonden, voornamelijk vrijwilligers, hun familie en vrienden.

de mogelijkheid om een paar weken mee te helpen bij ont-

Een bijkomend voordeel van deze financieringsconstructie is

wikkelingsprojecten in Zuid-Afrika, Uganda en sinds dit jaar

dat deze tweehonderd mensen zich straks betrokken voelen bij

Malawi.” Daar bleek veel vraag naar: in het eerste jaar kregen

het project. Dat past perfect bij onze organisatie: we streven

Haas en Groenenstijn 86 aanmeldingen, het jaar daarop stond

immers naar meer betrokkenheid bij mensen in ontwikkelings-

de teller al op vijfhonderd.

landen.”

QPQ | 3 • 2010


Wel of geen subsidie

Behalve het aanboren van externe financiële bronnen probeert Be More ook nieuwe activiteiten te verzinnen waarmee de stichting geld kan verdienen. Haas: “2009 was een lastig

De genoemde voor- en nadelen op een rij:

jaar. Mensen gaven minder donaties en we stuurden minder vrijwilligers op reis dan verwacht. Natuurlijk is het dan pret-

- Subsidies beperken de flexibiliteit van je organisatie.

tig om subsidie binnen te krijgen, maar wij zijn gaan zoeken

- Subsidies kunnen de creativiteit van een organisatie remmen.

naar andere oplossingen. We hebben onze kosten verlaagd, zijn

- Subsidies aanvragen kost veel tijd.

deelnemers beter gaan faciliteren om voor vertrek donaties te

- Als je de doelstelling niet voldoende haalt, moet je het subsidiegeld

werven voor het project waar ze gingen werken en - de belang-

terugbetalen.

rijkste maatregel - we hebben Be More Travel opgezet. De

- Door wisselend overheidsbeleid kan het voortbestaan van een orga-

stichting bood vrijwilligers al allerlei leuke weekendtrips aan

nisatie in gevaar komen.

tijdens hun verblijf, maar sinds vorig jaar organiseren we dat in eigen beheer met eigen lokale toergidsen. Daardoor verdienen

+ Subsidies kunnen een snelle start en groei mogelijk maken.

we nu zelf geld aan die uitjes.” De vernieuwingen leverden Be

+ Met subsidies kun je sneller professionaliseren.

More succes op: de stichting zag het aantal deelnemers in 2009

+ Subsidies dwingen je te focussen.

toenemen en de organisatie bleef uit de rode cijfers. “Het feit dat we in moeilijke tijden onze eigen broek ophouden geeft ons bestaansrecht.” Door de creatieve manier van financieren vormt geldgebrek

Blaauw stapte niet naar de bank, maar ging in 2006 een

voor Be More geen belemmering. Anderzijds doet Haas ook

samenwerking aan met ICCO en De Baak. In een alliantie met

geen overhaaste investeringen. “Als we nu honderdduizend

een aantal andere partijen werd subsidie aangevraagd, waar-

euro vrij te besteden zouden hebben, zouden we echt niet zo

van SharePeople een graantje meepikte. “Sindsdien is het aan-

maar allerlei projecten gaan ondersteunen in een nieuw land.

tal opdrachten elk jaar verdubbeld. We zitten nu in vijf landen

Daar zouden we heel zorgvuldig naar kijken. Bij andere organi-

in Afrika en Azië. Zonder subsidiegeld hadden we nooit zo snel

saties hoor je wel eens dat de ontvangen subsidie nog op moet.

kunnen groeien.” Het werken met subsidie leverde niet alleen

Dan is het subsidiesysteem echt doorgeslagen. Vind je het gek

rappe groei op, Blaauw kon zijn organisatie hierdoor ook sneller

dat donateurs dan gaan twijfelen over het nut van hun giften?”

professionaliseren. “Omdat je al die formulieren moet invullen word je gedwongen te focussen. Dat ontbreekt nog wel eens

Subsidies helpen je groeien en focussen Cosmas Blaauw, directeur van Share People, ziet wel het nut

bij creatievellingen. Onze focus ligt op armoedebestrijding door middel van het versterken van het MKB in ontwikke-

in van subsidies. SharePeople koppelt managers uit heel Europa

lingslanden. Die impact staat centraal. Door samen te werken

aan ondernemers in ontwikkelingslanden om concrete business

met ICCO zijn we onze resultaten professioneler gaan meten –

cases aan te pakken. Blaauw – die jarenlang werkte voor match-

ICCO heeft daar immers jarenlange ervaring mee. Gevolg: we

makingkantoor YER – dekte de opstartkosten van Share People

werken nu veel meer vraaggestuurd waardoor onze impact is

in 2004 met zijn eigen spaargeld en met het geld dat bedrijven

toegenomen.”

betaalden om hun managers uit te zenden. Blaauw: “Om deze

Blaauw, die aanvankelijk nogal kritisch was over het werk

onderneming tot een succes te maken heb je volume nodig: als

van traditionele ontwikkelingssamenwerkingclubs, kreeg door

je veel bedrijven en managers in Europa wilt bedienen is een

zijn samenwerking met ICCO een genuanceerder beeld over

uitgebreid netwerk van bedrijven in ontwikkelingslanden ver-

het werk van grote NGO’s. “ICCO beschikt over veel kennis,

eist. Om dat netwerk op te bouwen moet je flink investeren. Als

ervaring en een uitgebreid netwerk waarmee ze doorlopend

we dat met een banklening hadden gedaan was het in crisisjaar

relaties onderhouden. Ze zijn veel minder opportunistisch dan

2009 waarschijnlijk erg moeilijk geworden. Bedrijven waren

het bedrijfsleven dat vaak snel weer vertrekt als ergens rotzooi

toen lastig te bewegen om projecten met ons te doen.”

uitbreekt.”

105



Onafhankelijkheid koesteren “Natuurlijk dwingen subsidies je tot focus, maar ik kan je verzekeren: niets maakt je zo gefocust als een lege bankrekening”, reageert Machiel van Dooren van EsteamWork op de opmerkingen van Cosmas Blaauw. Hij moet er een beetje bij grinniken. De twee mannen kennen elkaar goed. Blaauw’s SharePeople opereert op dezelfde markt als Van Dooren’s EsteamWork, maar echte concurrenten zijn het niet, denkt Van Dooren. “Wij richten ons specifiek op ‘learning journeys’ voor senior managers van een bepaald bedrijf naar een ontwikkelingsland. Ook adviseren we goede doelen over het verzakelijken van hun organisatie. We worden volledig betaald door onze opdrachtgevers.” Van Dooren is meerdere malen in de verleiding gekomen om subsidie aan te vragen voor EsteamWork. “In onze opstartjaren zaten we een paar keer heel krap bij kas. Dan konden we de salarissen niet betalen omdat een opdrachtgever geen haast maakte met betalen. Daar heb ik nachten van wakker gelegen.” Toch vroeg Van Dooren nooit subsidie aan. “We wilden graag onafhankelijk opereren zoals een BV dat betaamt.” Dus ging Van Dooren naar de bank – die hem maar beperkt tegemoet kwam. “Daardoor groeide het besef dat we strategische veranderingen moesten doorvoeren. Achteraf ben ik blij dat Triodos, onze huisbankier, ons maar gedeeltelijk aan krediet hielp. Anders hadden we de bedrijfsstructuur misschien niet aangepast en hadden we nu nog steeds een lening moeten afbetalen.” Behalve het streven om onafhankelijk en zelfvoorzienend te opereren, stelt Van Dooren dat het voor een kleine organisatie nauwelijks haalbaar is om subsidie te krijgen. “De aanvraag kost zo veel tijd. Bovendien loop je ook flinke risico’s. Als je de doelstelling van de subsidie niet haalt, moet je het geld terugbetalen. Dan heb je echt een probleem, want het geld is dan natuurlijk al lang uitgegeven.” Voorstellen tot het aangaan van een hechte samenwerking met grotere NGO’s

Het werken met subsidie leverde niet alleen rappe groei op. We konden ook sneller professionaliseren. Omdat je al die formulieren moet invullen word je gedwongen te focussen.

sloeg EsteamWork ook af. “Wij zijn niet verbonden aan één goed doel. Daardoor kunnen we kritisch blijven ten opzichte van onze opdrachtgevers, de overheid en NGO’s. Gaandeweg is het besef gegroeid dat we onze vrije rol moeten koesteren.” Inmiddels is EsteamWork volgens Van Dooren financieel gezond. “We zitten in een stabiele markt. Bedrijven willen hun topmanagers blijven trainen en in het zuiden liggen er genoeg uitdagingen op hun te wachten. Elke dag zijn we vrij om onze eigen keuzes te maken. Dat geeft enorm veel rust.” ◆

107


Inspiratie voor krachtwijken en topdorpen

Ontwikkelingshulp uit Afrika Inspiratie voor krachtwijken en topdorpen

Ontwikkelingshulp uit Afrika

108

QPQ | 3 • 2010


Ontwikkelingslanden en Nederland – een verschil van dag en nacht, zou je denken. Toch tonen sommige problemen in ontwikkelingslanden opvallende gelijkenissen met de problemen waar Nederland mee kampt. Wat te denken van de leegloop van plattelandsgebieden als Limburg, delen van Brabant en Groningen? In die gebieden heerst meer werkeloosheid en bedrijven gaan er vaker failliet dan in de stedelijke gebieden. Het gevolg: vooral jonge mensen trekken massaal naar de Randstad, waardoor het toekomstbeeld van de dorpen die ze achterlaten alleen maar slechter wordt. In ontwikkelingslanden zijn deze processen niet anders: jonge mensen verlaten de arme rurale gebieden, op

zoek naar werk en een betere levensstandaard in de grote stad. Intussen raken de steden steeds voller. Hoewel de toestand in de sloppenwijken in ontwikkelingslanden natuurlijk vele malen erger is, kent ook Nederland slechte wijken waar de generaties elkaar in steeds dezelfde uitzichtloze situaties opvolgen. QPQ legt drie succesvolle projecten uit Afrika voor aan Carin Boersma, programmaleider bij E-motive, een onderdeel van Oxfam Novib dat sociale projecten in ontwikkelingslanden en Nederland kennis en ervaring laat uitwisselen. Met de prangende vraag: Kan dit ook in Nederland werken? Tekst: Emile Schmitz

109


Een creatieve doorbraak van de slum cycle Het gat tussen arm en rijk is groot in Nairobi, de hoofdstad van Kenia. Zeventig procent van de drie miljoen inwoners woont in een sloppenwijk. Wanneer je de pech hebt te worden geboren in deze omgeving is de kans groot dat je niet ontsnapt uit een wereld van criminaliteit, verslaving en armoede. Mark Kamau, voormalig leerling en tegenwoordig docent bij NairoBits, is geboren in een sloppenwijk in Nairobi. “Ik noem het de slum cycle. Er zijn nauwelijks kansen om iets van je leven

dat deze opleidingsplekken populair zijn. NGO’s en ontwerpbureaus prefereren volgens Kamau stu-

te maken. Je ziet de rijkdom in de stad, de laptops, de mooie

denten van NairoBits boven studenten van de universiteiten in

auto’s maar je weet dat het nooit jouw wereld zal worden omdat

Kenia, omdat de studenten van NairoBits al tijdens hun oplei-

er geen geld is voor een opleiding om hogerop te komen.”

ding ervaren hoe het bedrijfsleven in elkaar zit. Bovendien is op

NairoBits gaf Kamau de kans om zijn slum cycle te doorbre-

andere scholen in Kenia de docent heilig en wordt tegenspraak

ken, door hem te selecteren voor een opleiding op hun Digital

niet geduld. In discussie gaan met de leraar is uit den boze; de

Design School. NairoBits gebruikt ICT en multimedia op een

docent vertelt en de leerling dient slechts te luisteren.

creatieve manier om de levens van minder kansrijke kinderen

“Het unieke aan NairoBits is dat er wel interactie bestaat tus-

en jongeren te verbeteren. De school is opgericht in 1999 door

sen de docent en de leerling, waarbij de student zichzelf mag

de Nederlandse organisatie Butterfly Works, die tegenwoordig

uitdrukken. Bovendien zijn alle docenten voormalige leerlingen

slechts fungeert als partnerorganisatie, wat NairoBits een volle-

van NairoBits, wat de band tussen docent en student versterkt.”

dig Keniaanse school maakt. Sinds 1999 hebben 2500 studen-

Deze werkwijze stimuleert de leerlingen een eigen mening te

ten van NairoBits hun diploma ontvangen.

vormen en voor zichzelf op te komen; eigenschappen die ook in

Via community based organisations, organisaties die (vaak) op vrijwillige basis opereren binnen een lokale gemeenschap,

110

van de tien keer in een baan. Het is dan ook niet verwonderlijk

het bedrijfsleven van belang zijn. Mark Kamau geeft aan dat hij veel meer geholpen is door deze

komt NairoBits in contact met ambitieuze jongeren die de kans

opleiding dan wanneer hij een zak geld had gekregen, waarbij

willen aangrijpen om hun slum cycle radicaal te doorbreken.

hij verwijst naar de ontwikkelingshulp. “Ontwikkelingshulp

Na de selectie leren de studenten eerst de basis - het omgaan

zoals het op dit moment gebeurt moet stoppen. Geef geen geld,

met een computer en internet - en eindigen ze met een stage bij

maar laat hulp komen in de vorm van intelligent engagement:

een van de aangesloten bedrijven. Deze stages resulteren negen

hulp geven door kennis en mogelijkheden te bieden.”

QPQ | 3 • 2010


ICT-centra die op zonne-energie draaien Internet is een belangrijke factor voor economische groei, maar de toegang tot internet in ontwikkelingslanden is vaak beperkt. De hoge kosten voor de apparatuur en de internetverbinding kunnen veel mensen zich namelijk niet permitteren. Bovendien is er een gebrek aan elektriciteit. De Nederlandse sociale onderneming NICE International

hadden we maar liefst 1500 leerlingen die trainingen volgden

(Nextdoor Internet Communication and Education) bedacht

bij de NICE-centra. Een stevige ambitie is belangrijk en daar-

een manier om deze barrières te overbruggen. Het bedrijf ont-

om willen we het concept nog verder uitbreiden naar 250 centra

wikkelde een concept waarbij ICT-centra in ontwikkelingslan-

in tien landen in 2020.”

den draaien op zonne-energie. Hierdoor is elektriciteit geen

“Niet iedereen is in staat om naar de NICE-centra toe te

probleem meer en hoeven de burgers geen dure computers en

komen. Om zo veel mogelijk mensen een kans te geven op een

internetaansluiting aan te schaffen, maar kunnen ze terecht in

betere toekomst, geven we intensieve tweedaagse trainingen

de NICE-centra.

in de dorpen, waarmee een certificaat kan worden behaald.”

Deze zijn gevestigd in dorpen en randsteden en worden

NICE werkt hiervoor samen met scholen in die rurale gebieden

gerund door lokale ondernemers op een franchise basis. Het

waar NICE workshops en presentaties geeft. Elke school heeft

doel van NICE is om het leven te verbeteren van mensen met

een ‘naigreb’, een tussenpersoon die bemiddeld tussen de scho-

lage inkomens (‘Base-of-the-Pyramid’) die op het platteland

len en de centra.

en in de dorpen leven. Deze levensverbetering is volgens Omar

Scholieren die graag willen leren werken met internet of

Njie, managing director van NICE Gambia, mogelijk door de

andere applicaties kunnen lessen volgen bij de NICE-centra.

mensen toegang te geven tot internet en andere computerappli-

Daarnaast hebben de centra een bioscoop om audiovisu-

caties. NICE verschaft internettoegang en biedt trainingen aan

ele lessen te geven en voor entertainment te zorgen. Recent

waarmee certificaten zijn te behalen. Daarmee kunnen mensen

onderzoek onder de bezoekers van NICE toont aan dat zij erg

bij bedrijven aantonen dat ze met bepaalde applicaties op de

enthousiast zijn over de digitale mogelijkheden die de ICT-

computer om weten te gaan en zo maken ze meer kans op een

centra van NICE hen bieden.

baan. Omar Njie vertelt dat NICE International het project begon

Zodra de ambitieuze leerlingen kunnen werken met internet geeft NICE ze, in samenwerking met verschillende partneror-

met twee pilot NICE-centra in het West-Afrikaanse Gambia.

ganisaties, ook de mogelijkheid om een eigen bedrijf op te rich-

“Toen we merkten dat deze twee pilots erg gewaardeerd wer-

ten door ze daarin te begeleiden. Door bedrijven op te richten

den door de bewoners, hebben we in 2009 een derde centrum

in de rurale gebieden zullen de levensomstandigheden verder

geopend in Gambia. Verspreid over het studiejaar 2009-2010

verbeteren.

111


Eindelijk echt leren

luisteren

Buddy Netwerk zet zich in voor mensen met een ernstige, chronische en/of levensbedreigende ziekte, zoals kanker, MS of Hart-en Vaatziekten. De impact van de ziekte op iemands sociale en emotionele leven is groot, soms te groot. Word nu buddy en vergroot de wereld van een ander en ook die van jezelf. Simpelweg door er eens per week een paar uur voor de ander te zijn.

Word ook buddy ! www.buddynetwerk.nl of bel 070-3649500


Ter plekke stimuleren voorkomt migratie Swartland is een regio in Zuid-Afrika, die uit elf kleine steden bestaat met een inwonersaantal van circa 7,5 miljoen mensen. Swartland is een arme regio waar de overheid moeilijk grip krijgt op de talloze problemen, waaronder werkloosheid. Door het gebrek aan werkgelegenheid kampt Swartland met een migratieprobleem naar de steden. Door deze leegloop blijft ontwikkeling op het platteland uit waardoor nog meer mensen wegtrekken naar de steden. “Migratie naar de steden bestaat over het algemeen uit men-

Zo is er het Skills Development-project, bedoeld voor werklo-

sen die zoeken naar de zekerheid van een goede baan en verbe-

zen die hiermee vaardigheden opdoen om bijvoorbeeld hui-

tering van hun levensstandaard, zoals betere scholen en betere

zen te kunnen bouwen in de regio. In 2009 hebben elf van de

infrastructuur. Wanneer deze mensen, voornamelijk jongeren,

twaalf mensen die aan het Skillsproject hebben meegedaan

hier niet in slagen komen ze vaak terecht in het criminele cir-

werk gevonden en een van hen heeft haar eigen bedrijf opgezet.

cuit. Daarnaast lopen de rurale gebieden hierdoor verder leeg

Daarnaast is er een project Youth/Family Development: jon-

en worden ze steeds minder aantrekkelijk. Daarom proberen

geren kunnen via dit project vaardigheden opdoen en inzicht

we de migratie naar de steden tegen te gaan”, aldus Cormac

krijgen in hun familieomstandigheden, die een grote invloed

Fortuin van The Swartland Development Foundation (TSDF).

hebben op de ontwikkeling en het zelfbewustzijn van de jon-

TSDF is een initiatief dat is opgericht in 2007 in Malmesbury, de grootste stad in Swartland. De stichting

geren. Ze leren omgaan met hun huidige situatie waardoor ze minder de behoefte krijgen te vluchten naar de steden.

combineert de twee best erkende rurale ontwikkelingsstra-

Naast deze twee projecten ontwikkelde TSDF met partner-

tegieën met elkaar, namelijk Local Economic Development

organisatie RED Door, een lokaal adviesorgaan van de over-

en Community Foundations. TSDF richt zich dus op zowel

heid, zogenaamde ‘capacity building programs’ voor kleine en

economische ontwikkeling als op het creëren van sterke lokale

middelgrote bedrijven om nieuwe en bestaande bedrijven in

communities in de plattelandsgebieden van de regio.

de regio te ondersteunen. Goed lopende bedrijven zijn immers

Om een stop te zetten op de migratie van jongeren naar de

goed voor de werkgelegenheid en de status van de regio.

steden heeft TSDF projecten ontwikkeld waardoor het voor

Hudson McComb, projectmanager van TSDF meent dat “een

jongeren aantrekkelijker is om in de dorpen te blijven. TSDF

regionale ontwikkelingsorganisatie als TSDF in staat is om de

gelooft erin dat ontwikkeling van vaardigheden een sterke en

regio positiever neer te zetten en daardoor bij te dragen aan de

langdurige impact heeft op jongeren en op de samenleving; je

versterking van werkgelegenheid, toerisme en business deve-

geeft ze een hengel en geen vis.

lopment. Dat maakt de regio aantrekkelijker om te werken en te wonen.”

Deze artikelen zijn geschreven in samenwerking met lokale reporters van Africa Interactive. Wil je meer weten? www.africa-interactive.com en www.africanews.com

113


Het antwoord

Leren van ontwikkelingslanden Sociale problemen worden in ontwikkelingslanden soms op heel inventieve wijze aangepakt. Wat vindt Carin Boersma van het idee om deze projecten ook in Nederland uit te voeren? “Wij denken bij ontwikkelingslanden vaak alleen maar aan oorlog en honger, maar we vergeten dat daar ook heel creatieve en goed geschoolde mensen wonen”, zegt Boersma. Ze is programmaleider van E-motive, een afdeling van Oxfam Novib die organisaties in ontwikkelingslanden aan sociale projecten in Nederland koppelt. “Waarom zou Nederland alleen kennis en geld naar ontwikkelingslanden sturen? Omgekeerd kunnen wij ook heel wat van hen leren.”

E-motive stuurt volgens dit idee van omgekeerde ontwikkelingssamenwerking Nederlanders op stage in de ontwikkelingslanden en laat trainers uit ontwikkelingslanden hierheen komen om hun methode aan de Nederlandse organisaties te leren en het project in Nederland op te zetten. Ook het Oasisproject werd op deze manier ‘geïmporteerd’. Niet ieder project uit ontwikkelingslanden is echter geschikt voor Nederlandse bodem. “Een project kan in een ontwikkelingsland nog zo succesvol zijn, als er geen behoefte aan is in Nederland, is de uitwisseling gedoemd te mislukken”, zegt Boersma. “Dan kun je wel Nederlanders daarheen sturen, of een Afrikaan hierheen halen om over zijn project te vertellen, maar dat vinden we dan niet erg respectvol.” Boersma denkt om die reden dat NairoBits en NICE zich niet goed zouden lenen voor omgekeerde ontwikkelingssamenwerking. “Deze projecten passen niet goed in de context van Nederland. In Nederland is er al heel veel aanbod op het gebied van ICT en ICT-educatie. Kinderen groeien op met de computer. Als ze er zelf geen hebben, dan gebruiken ze hem wel in de klas. Er zijn veel cursussen en er is een groot aanbod van opleidingen op vmbo-, mbo- en hbo-scholen.” Toch ziet Boersma ook overeenkomsten in aanpak. “Bij het project NairoBits zie je dat een stage jongeren soms veel verder helpt dan een universitaire opleiding. Die aanpak zie je ook steeds meer bij mbo-opleidingen, waar studenten op een leerwerkplekken ervaring op kunnen doen, zodat ze een soepelere overgang hebben naar werk.” Bij het NICE-project is Boersma gecharmeerd van het idee om de bedrijfjes te laten bestierendoor lokale ondernemers. “Ook voor plattelandsgebieden in

114

QPQ | 3 • 2010


Nederland kunnen kleine bedrijfjes de lokale economie een impuls geven. In Nederland zou je dit echter niet moeten zoeken in de ICT-centra op zonne-energie.” Het derde project, TSDF, is het meest geschikt voor omgekeerde ontwikkelingssamenwerking, denkt Boersma. “Hier zie ik meer overeenkomsten tussen Nederland en het ontwikkelingsland dan bij de andere projecten. Wellicht zou dit project bijvoorbeeld kunnen worden toegepast in Limburg. We zouden dan eerst op zoek gaan naar een Limburgse organisatie die zich bezighoudt met werkloosheid onder jongeren, zoals een gemeentelijk arbeidsbureau. Als dit soort organisaties willen meewerken en meebetalen, gaat een kerngroepje werknemers op stage naar het project. Eenmaal terug in Nederland moeten zij bedenken hoe het project kan worden toegepast in Limburg. Een ‘skills development’-programma is hier bijvoorbeeld heel nuttig, maar niet als het bouwen van huizen betreft.” Toch zet Boersma ook bij het derde project vraagtekens bij het effect van de uitwisseling. “In Afrika is de situatie in die dorpen heel ernstig, in Nederland valt het nog reuze mee. Bovendien heeft een uitwisseling vooral kans van slagen wanneer een gelijkwaardige relatie ontstaat: de organisatie uit het ontwikkelingsland moet de Nederlandse organisatie iets kunnen leren. In Nederland weten we bijvoorbeeld niet goed hoe we moeten omgaan met voorlichting over SOA’s en AIDS in de moslimgemeenschap. We weten niet goed hoe we dat vanuit de Koran moeten benaderen. In Afrika hebben ze daarentegen veel ervaring met AIDS en moslims. De Zuid-Afrikaanse organisatie Positive Muslims heeft in een handleiding en training uitgewerkt hoe je dit probleem onder moslims bespreekbaar kan maken. Een uitwisseling met Positieve Muslims was heel succesvol: die handleiding is nu vertaald naar de Nederlandse context.” ◆

Tekst: Catrien Spijkerman

115


Enterprising city

“Thanks for the coffee – it’s good”, I said. My friend replied with a smile: “It’s organic, fair trade and my dad got it at the Wereldwinkel.” We laughed at our mutual discovery of how such a socially responsible

Tekst: Tatiana Glad

response is becoming more expectedly mainstream these days.

I could easily paint a day-in-the-life scenario chockfull with living examples of the choices we have to ‘do good’: from sipping the organic fair trade coffee in the morning while I let my just Eko-certified shampooed hair dry, to a closet of Rimixed clothes to choose from or maybe the RMBLR t-shirt designed by the local streetkids (yes, there are streetkids in Amsterdam) -, to making a note on the back of a saved teabag wrapper to pick up a new LED light bulb because it will save me ninety percent energy (even if I am already offsetting my energy use through my local green energy provider). On my way to the Hub and a meeting with someone with money to invest in local development initiatives, I drop off plastic waste in the new collection container outside the Albert Heijn. Welcome to the life of the determined socially conscious consumer: the missionary and the merchant merrily co-habitating my conscience.

Over the past five years, the options available to make a difference locally and internationally through our own consumption habits have grown tremendously. Commerce and community no longer need to be at odds. In fact, all around me I am witnessing an emer-

Tatiana Glad is a social entrepreneur and sustainability

ging new economic practice – a generosity

practitioner. She is a partner in two social enterprises,

economy – that is less about bartering and

Engage! InterAct in The Netherlands and Waterlution

more about bettering. Much of this is due

in Canada, and is co-initiator of The Hubs Amsterdam

to a rapidly growing social enterprise field in

and Rotterdam. Passionate about how meaningful con-

the Netherlands, where people are choosing

versations can turn into meaningful action, Tatiana is

an entrepreneurial approach - and often also

committed to offering what she can – and a little bit more

a collaborative one - in response to pressing

– towards a healthy and enterprising city.

social and environmental problems.

www.the-hub.net | tatiana.glad@the-hub.net

116

QPQ | 3 • 2010


column

This morning I had a serendipitous meeting

the landscapes are wilder and the beer is che-

with a woman who has been a city archivist for

aper (often to the so-called same developing

many years – in the Netherlands and abroad. It

countries that are the recipient of Dutch deve-

was fascinating to see the city – and the very

lopment aid).

building we were sitting in – through her eyes. She had the eyes of history continually in the

Our exchange reminded me of Geert Mak’s

making. She spoke of Amsterdam as a port

description of a new Amsterdam emerging in

city, a hub of traders from diverse parts of the

the late 1500s that was discovering “the pur-

world – exchanging goods, information and

suit of wealth in combination with a new con-

ideas. We talked of a city that developed itself

ception of liberty”. And I wondered, might we

through enterprise. Of a city that now boasts

with this growing movement of social enter-

a high level of health, wealth and clean water,

prising today be in pursuit of liberty in combi-

yet has a density of people per square meter

nation with a new conception of wealth? ◆

that leaves people craving for escape where

The options available to make a difference have grown tremendously. Commerce and community no longer need to be at odds.

117


Duurzaamheid zit bij studenten ingebakken

Studenten en ondernemer gaan voor eigen kracht en kansen QPQ koppelde sociaal ondernemers aan reclamestudenten van de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Samen zochten ze naar vormen van duurzaam communiceren. In de vorige editie van QPQ kon je lezen hoe de eerste teams aan de slag gingen voor i-did, een modelabel dat kleding ambachtelijk laat maken door allochtone en bejaarde vrouwen. Het tweede project leverde een ludieke campagne op om getalenteerde studenten aan mooie afstudeeropdrachten te helpen. Tekst: Jolanda Breur | Fotografie: Isabel Nabuurs

118

QPQ | 3 • 2010


duurzame communicatie

Duurzaamheid is al ingebakken bij veel stagiairs. Wanneer het betekenis heeft voor de jongeren, zijn ze niet bang om door te zetten. 119


De campagne heeft als thema ‘Stel je voor’. Dat doe je bij je opdrachtgever, maar kun je ook vertalen naar de ambitie en dromen van de student. “Je wilt niet voor gek staan bij de klant, ook als student heb je verantwoordelijkheid.” Mark Hoekman (24) studeert reclame aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam en bedacht met medestudent Max van den Berg (25) een concept voor Feature Foundation. Dit bedrijf matcht non-profitorganisaties en bedrijven met Hbo-studenten die klaar zijn voor een afstudeeropdracht. Opdrachtgevers, studenten en docenten reageerden positief op een eerste proefperiode van dit project, Feature Talent. Het bedrijf wilde dat enthousiasme laten zien in een campagne gericht op hun doelgroepen, met de student als middelpunt. De opdracht was om een print voor een magazine te maken en een aanpassing van de website. “Rickert Pos, de directeur, dacht als een echte klant”, zegt Hoekman. “Hij moest rekening houden met zijn budget en wij probeerden ons concept te verkopen, het echte werk!” Hoekman en zijn partner bedachten een tool waarmee studenten hun stageverslagen kunnen uploaden op de website van Feature. Daarnaast ontwierpen ze een poster met de tekst ‘Talent laat je zien’. “Duurzaam? Door hun studenten continue bij te staan zorgt Feature aan vier kanten voor een winsituatie”, zegt Hoekman. “De student wordt er beter van, en ook de opdrachtgever, de school en Feature zelf. Bedrijven groeien uit tot betere stageplekken, dat is ook duurzaamheid.” Van den Berg: “Het duurzame kledingmerk i-did, waar de andere teams concepten voor bedachten, werkt met een tastbaar product. Bij Feature gaat het om dienstverlening. Dan ligt het zwaartepunt bij groepscommunicatie. We hebben er iedere vrijdag bij La Place over gebrainstormd. Dat gaf een extra drive om hard te werken.”

120

QPQ | 3 • 2010


Betaalbare ingreep Ook het tweede team dat voor Feature aan de slag ging, had een kleine restyling van de website voor ogen. “We keken goed naar wat Feature wilde communiceren en wat het bedrijf zowel de student als de stageplek te bieden heeft, met de student centraal”, vertelt Quintus Galenkamp (24). “We bedachten hoe we de visie van Feature - ambitie, kansen en dromen van studenten - creatief vorm konden geven.” Hij en Nawid Serayesh (27) creëerden studentprofielen binnen de structuur van de bestaande website. “Als je werkt met een klein budget is deze ingreep betaalbaar”, zegt Serayesh. “Dan moet je bijvoorbeeld niet met het idee aankomen om dure luchtopnamen te laten maken voor de website of het printmateriaal.” Van Galenkamp vult aan: “In die zin is ons concept duurzaam.” Daarnaast wil het tweetal een camerateam een dagje mee te laten lopen met de afstuderende studenten. “Na het uploaden van de filmpjes op de site kunnen Feature, opdrachtgevers en bezoekers zien waar de stagiairs mee bezig zijn”, vertelt Serayesh. “Een digitaal visitekaartje.” De printcampagne heeft als thema ‘Stel je voor’. Je stelt je voor bij de opdrachtgever, volgens het team, maar je kunt het ook vertalen naar de ambitie en dromen van de student. De twee ontwierpen een beeld van een student die zichzelf met uitgestoken hand voorstelt aan zichzelf in de toekomst. Serayesh: “Het is spannend als dit niet bij een idee blijft. Ik ben benieuwd of het echt werkt.” Duurzaamheid ingebakken En het blijft niet bij een idee, want Feature-directeur Rickert Pos was ervan onder de indruk. “Erg leuk, een jongen en een meisje stellen zich in studentenkloffie voor aan een versie van zichzelf over vijf jaar als young professional. Daaronder staat: stel je voor. Het gaat erom dat je er op uit moet om jezelf voor te stellen, maar ook dat je je kunt voorstellen wat er gebeurt als je weet wat je wilt en kansen pakt.” Pos vond reclamefotograaf Oscar Seykens bereid in zijn studio de fotoshoot te doen. “Ze hadden een duidelijk beeld voor ogen en Quintus gedroeg zich tijdens de shoot als een heuse art-director. Hij overlegde met ons en de fotograaf en gaf aan wat hij nodig had aan

121



De directeur van Feature dacht als een echte klant. “Hij moest rekening houden met zijn budget en wij probeerden ons concept te verkopen, het echte werk!”

kleding en visagie, hartstikke leuk. Het zijn serieuze studenten, verantwoordelijk en goed bij de tijd.” Pos bestudeerde de concepten van beide teams en voelde minder voor het printidee van Hoekman en Van den Berg. “Zij hadden als uitgangspunt dat studenten bang zijn voor een slechte stage en wilden daar tegenwicht aan bieden: Je kunt de pech van een slechte stage riskeren of naar Feature Talent gaan. Wij zochten juist een positieve benadering en denken dat ambitieuze studenten gewoon uitgaan van hun eigen kracht en zelf kansen zoeken. Ze willen afstudeeropdrachten die bij hun studie passen.” Beide teams hielden de aanpassingen aan de website simpel en koppelden de inhoud aan de studenten. “Het is informatie van de student over zijn opdracht en niet een bijdrage van hem aan ons project”, vertelt Pos. Wanneer Feature Talent studenten heeft ondergebracht bij een opdrachtgever blijft de bemiddelaar een klankbord voor de studenten. “Als ze vragen hebben of vastlopen, zijn we er, en ons netwerk staat voor ze open. We kunnen hen in contact brengen met bedrijven als ze bijvoorbeeld interviews moeten afnemen. Van school uit krijgen ze die ingangen meestal niet. Stagebegeleiders komen één of twee keer kijken met het verslag van de student onder de arm en hebben vaak geen tijd om op de inhoud in te gaan.” Feature, dat zelf ook studenten aan het werk heeft, ziet aan de bedrijfsadviesrapporten dat duurzaamheid al ingebakken zit bij veel stagiairs. Pos: “Ook als de opdrachtgever er niet aan denkt. Wanneer het betekenis heeft voor de jongeren, zijn ze niet bang om door te zetten. Op ons kantoor merken we het soms aan kleine dingen, zoals de suggestie van een student om een lettertype op de computer te installeren dat minder inkt gebruikt. Je ziet het ook op banenbeurzen. Ze laten zich niet meer verleiden door spelletjes en stressballetjes van potentiële werkgevers. Het gaat ze om de ervaring.” ◆

123


Het verhaal van de 21e eeuw We staan op de grens van een nieuw tijdperk. Een tijdperk waarin niet de rede en logica de boventoon voeren, maar gevoel en intuïtie. Dit stelt trendanalist Josephine Green. “Een grote verandering in ons denken is onafwendbaar.”

Tekst: Lilian Roos

124

QPQ | 3 • 2010


Wereldwijde sociale ongelijkheid, klimaatproblemen, de financiële crisis: het zijn signalen dat grote veranderingen noodzake-

Josephine Green

lijk zijn. “De wereld zoals die in de 20e eeuw functioneerde zal veranderen”, stelt trendanalist Josephine Green. “We kunnen

Josephine Green werd in 1947 geboren in Birmingham en

niet vasthouden aan massaproductie en massaconsumptie, en

studeerde politiek en geschiedenis aan de Warwick University.

aan het idee dat aandeelhouderswaarde leidend is. Als we dat

Vanaf 1970 werkte ze als geschiedenisleraar en deed ze jonge-

doen, betekent dat het einde.”

renwerk in de Londense wijk Covent Garden. In 1977 vertrok ze

Alleen groen ondernemen en groene technologie zal ons niet

naar Italië, waar ze twintig jaar woonde en voor diverse bedrij-

redden, meent Green. Een grote omwenteling is noodzakelijk.

ven werkte. De overstap naar trendresearch maakte ze in 1995.

De denkbeelden van de afgelopen decennia passen niet meer.

In 1997 verhuisde ze naar Nederland en trad ze in dienst bij

De 21e eeuw is in haar ogen een sociale eeuw. Het gaat nu om

Philips Design als Senior director of trends and strategy, waar ze

het gezamenlijk aanpakken van sociale problemen, zoals de

tot eind vorig jaar werkte. Inmiddels woont ze weer in Engeland.

vergrijzing, de kwaliteit van het onderwijs, de gezondheidszorg en het tekort aan voedsel en water. Het is tijd voor een nieuwe manier van denken en handelen. Wat verandert er in ons denken? “Door het vrijemarktkapitalisme zijn onze schulden zo hoog, dat we moeten snijden in allerlei sociale voorzieningen. Hierdoor groeit het besef dat er iets goed mis is. Het gemiddelde netto inkomen in de westerse wereld is nog nooit zo hoog

geweest. Toch is er een toename van stressgerelateerde psychische problemen. ‘Meer is beter’ geldt dus niet meer. Zingeving wordt steeds belangrijker voor mensen. Bovendien gaan we naar een toekomst met meer chaos en complexiteit. Bij de 20e eeuw hoorde een lineaire manier van

125


denken, waarin we alles wilden verklaren, via logische rederin-

We zullen steeds meer uitgaan van samenwerking en het slui-

gen op basis van oorzaak en gevolg. Vanuit dit lineaire systeem

ten van compromissen. Andere gereedschappen, zoals onze

gaan we nu naar een systeem waarin alles met elkaar verbonden

intuïtie en creativiteit, worden ingezet om de wereld te begrij-

is. In de 20e eeuw wilden we de controle houden via een strak-

pen. Duurzaamheid en sociale innovatie worden belangrijker.

ke hiërarchie, georganiseerd als een piramide. Deze piramide

Er wordt meer gekeken naar het persoonlijke, collectieve en

wordt langzaamaan platter. We gaan naar een wereld met een

spirituele.”

pannenkoekstructuur.” Bijna een jaar geleden nam Green afscheid bij Philips Design, Hoe ziet deze ‘pannenkoek’ er uit? “Van een ‘top-down structuur’, met leiders aan de top, gaan

waar ze sinds 1997 werkte als Senior director of trends and strategy. Het ging slecht met de gezondheid van haar ouders.

we nu naar een ronde, platte structuur. In het nieuwe tijdperk

Vanuit Nederland reisde ze steeds op en neer naar Engeland, en

wordt strategie en beleid niet enkel geformuleerd in de top,

dat viel haar zwaar. Bovendien zou ze toch bijna met pensioen

maar ook door gewone mensen. Niet alleen bedrijven, maar de

gaan. Na 33 jaar in Italië en Nederland te hebben gewoond,

maatschappij in zijn geheel wordt op die manier platter georga-

keerde ze daarom terug naar haar geboorteland.

niseerd.

Sinds haar terugkeer naar Engeland is haar werk niet gestopt.

De huidige westerse cultuur is gericht op competitie, op win-

Ze is een veelgevraagde spreker op congressen, ze adviseert en

naars en verliezers, en op individualisme. Deze waarden passen

ze zit in diverse besturen. Ook wil ze de tijd en ruimte nemen

niet meer binnen het nieuwe tijdperk. Nieuwe technologieën

voor haar persoonlijke zoektocht. Green: “Ik heb een sterk

bieden mogelijkheden voor verbinding tussen mensen. Door de

gevoel dat er om ons heen een mysterie is. Er is zo veel in de

globalisering is het niet meer mogelijk om je enkel te richten op

wereld dat we niet weten. Ik hoef niet alle antwoorden te vin-

je eigen land. De verouderde waarden vormen nu een bedrei-

den, maar er is iets met persoonlijke en kosmische energie. Ik

ging, want ze leiden tot conflicten. Daarom zijn nieuwe waar-

wil mezelf de tijd geven dat uit zoeken.”

den nodig, waarbij deze complexiteit wordt omarmd.

Duurzaamheid en sociale innovatie zijn niet comfortabel. Het gaat om radicale veranderingen. Mensen willen dat de dingen zo blijven als ze zijn, want dat is wat we kennen. Het onbekende is eng. 126

QPQ | 3 • 2010


Wanneer ontstond deze spirituele zoektocht? “Sinds de afgelopen twintig jaar ben ik daarmee bezig - soms wat meer en soms wat minder. Binnen de bedrijven waarvoor

god, de wetenschap of door iemand aan de top van de piramide. Maar het is slechts een zeepbel, een verklaring voor dat moment over wie we zijn. Alles verandert, ook wereldbeelden. Bovendien speelt angst een rol. Duurzaamheid en sociale

ik werkte zag ik een ontwikkeling naar meer verbintenis. Ik besloot dat ik niet alleen trends wilde bekijken, maar dat ik ook

innovatie zijn niet comfortabel. Het gaat om radicale verande-

een standpunt wilde innemen. Collega trendanalisten proberen

ringen. Mensen willen dat de dingen zo blijven als ze zijn, want

juist objectief te zijn, terwijl ik openlijk een standpunt inneem.

dat is wat we kennen. Het onbekende is eng. Daarnaast is er een

We moeten van kritisch denken over naar kritische acties.

aantal krachten, die er belang bij hebben om het oude wereld-

Misschien is mijn werk sowieso dus wel spiritueel en zit er een

beeld in stand te houden. De winnaars in de piramidewereld

spiritueel doel achter de boodschap die ik breng.”

zijn niet per definitie de winnaars in de pannenkoekwereld. Maar of mensen het nu willen of niet, de situatie verandert.”

Zijn er niet veel mensen die cynisch reageren op uw verhaal? “Een omslag in denken is lastig, daar ben ik me van bewust.

Een van de grote problemen van deze tijd is, volgens Green, onze manier van produceren. Die is te massaal geworden.

We groeien op met een wereldbeeld en geloven dat dit het

Green: “Producten worden verscheept over de hele wereld.

wereldbeeld voor altijd is - of het nou is ingegeven door een

Productieprocessen hebben geen menselijk formaat meer, zodat

Dochter van ABN AMRO experimenteert met ‘pannenkoekstructuur’ Volgens Josephine Green is een bedrijf dat meegaat met de tijd niet hiërarchisch georganiseerd als een piramide, maar zo plat als een pannenkoek.

Ruimte voor deeltijd “Veel medewerkers van Dialogues werken in deeltijd, omdat ze er andere

Wat betekent dit in de praktijk? Dialogues, een dochteronderneming van ABN

werkzaamheden naast hebben. Zelf heb ik twee bedrijfjes en mijn manager

AMRO, experimenteert met deze ‘pannenkoekstructuur’. Innovatie, onder-

is deeltijd hoogleraar. Pasgeleden is een van onze medewerkers als voetbal-

nemerschap en duurzaamheid zijn de uitgangspunten van dit platform.

makelaar aan de slag gegaan. Ik heb hem in de zomer twee weken extra vrij

Verschillende projecten en organisaties zijn er gehuisvest, zoals Associates,

gegeven. Zou ik hem die ruimte niet geven, dan zou ik een goede medewerker

een bemiddelingsbureau voor hoogopgeleide zzp’ers en Familiekompas,

kwijt zijn. Een eigen bedrijf opzetten leert mensen meer dan een opleiding of

om gezinnen te ontstressen. Dit soort initiatieven komen uit de Dialogues

cursus. Ze blijven hierdoor scherp en geïnspireerd.”

Incubator, de denktank van Dialogues.

Samenwerkingen “Het is bijzonder dat wij binnen een grote bank een platte organisatiestruc-

“Er is veel ruimte voor humor en we zijn ons bewust van onze beperkingen.

tuur hebben”, stelt Chief inspiration officer Jaspar Roos. “Bij ons op de werk-

Samenwerken is belangrijk, omdat we niet alles zelf kunnen. We werken veel

vloer is het verschil tussen een manager, freelancer of stagiaire niet te zien.

met freelancers, besteden vaak zaken uit en zetten projecten op met partners

Het gaat bij ons niet om status, maar om samenwerking.” Hij beschrijft vier

waarmee we de winst delen. Dit komt het uiteindelijke resultaat ten goede.”

voorbeelden van hoe de platte structuur zich binnen Dialogues uit:

Geen winnaars Leiderschap “We geven medewerkers alle vrijheid. Er zijn geen strakke werktijden. De

“Het gaat er bij ons niet om dat de een beter is dan de ander. Het willen winnen ten koste van een collega straffen we af, want het gaat om het gezamen-

resultaten toetsen wij, maar inhoudelijk weten zij meer over een project. Als

lijke resultaat. Ook is er ruimte om fouten te maken. Soms blijkt een venture

zij een andere kant op willen, hebben ze ons vertrouwen. Een statusgerichte

niet levensvatbaar. Dat hoort bij ondernemen. Als je op je bek mag gaan, is er

leidinggevende zal het gevoel hebben de controle te verliezen en vervolgens

meer durf en creativiteit.”

op de rem trappen. Dat demotiveert medewerkers en de creativiteit slaat daarmee dood. Juist door los te laten heb je uiteindelijk meer controle. Niet iedereen kan daarmee omgaan, maar dit filtert zich vaak vanzelf uit. Wie niet binnen onze organisatie past, voelt zich er ook niet thuis.”

127


Wie gaat met mij buurten?

Giro969

Word collectant en help mensen met een spierziekte.

Kijk op www.prinsesbeatrixfonds.nl/busje of bel 070-3607607.


Er is een andere energie nodig. Steeds meer onderzoek bewijst dat mensen gelukkig worden van een goed leven, waarin ze iets bijdragen, iets betekenen voor anderen.

Tips voor een ‘pannenkoekbedrijf’ Hoe kunnen organisaties de voorwaarden scheppen voor de overgang van een piramidestructuur naar een pannenkoek? Josephine Green geeft drie tips:

1) “Er is moed voor nodig om niet winst maar innovatie voorop te stellen. Bedrijven moeten zwaar investeren in visie en missie. Medewerkers willen een doelgerichte visie, iets dat zin geeft, waarvoor ze ’s ochtends hun bed uit komen.”

2) “Binnen bedrijven moet ruimte zijn voor investeringen voor de lange termijn, zodat het mogelijk is om te experimenteren, te creëren en te innoveren.”

3) “Het is belangrijk om stappen te zetten om de organisatie te decentraliseren. Verdeel de macht en verantwoordelijkheid door het hele systeem. Herken en mobiliseer mensen die willen veranderen binnen de organisatie.”

we ze als consument niet kunnen bevatten. Wie beseft hoeveel

rendementen niet meer zo hoog zullen zijn als vroeger. Ze halen

energie ons eten heeft gekost? Achter de producten op onze

ook voldoening uit andere soorten resultaten.”

eettafel en in onze kledingkast zit een lang verhaal, en een deel van dat verhaal is niet zuiver. Daar staan steeds meer mensen

Al op jonge leeftijd werd Green geconfronteerd met botsende

bij stil. We moeten ons afvragen of het zinvol is om een T-shirt

denkbeelden. Haar vader was een echte Engelsman, met een

van twee euro te produceren.”

grote liefde voor zijn land, terwijl haar Italiaanse moeder erg idealistisch was, met een sterk gevoel voor sociale rechtvaar-

Maar wil de consument niet gewoon weinig voor een T-

digheid. Green: “Ik heb nooit geaccepteerd dat er maar één

shirt betalen?

manier is om de wereld te interpreteren. Doordat ik met mijn

“De consumentenmaatschappij heeft ons het idee gegeven dat we alles kunnen krijgen wat we willen: de klant is koning. Maar

achtergrond geworteld ben in twee culturen, kan ik de dingen door verschillende ogen zien.”

het bewustzijn groeit dat dit ten koste gaat van andere mensen en van de planeet. Het woord ‘consument’ hoort bij het vorige

Haar creatieve en emotionele kanten kwamen vooral in Italië

tijdperk, omdat een consument passief is. In het nieuwe tijd-

naar boven, waar ze vanaf 1977 woonde. “Het land heeft meer

perk doet en denkt iedereen mee. Iedereen is prins, er is geen

passie en levendigheid in zich dan Engeland.” Ze werkte er voor

koning meer.”

diverse bedrijven, totdat ze werd aangereden door een vrachtwagen. Haar herstel duurde een jaar. “Ik voelde me bevoor-

Wat is de rol van sociaal ondernemers?

recht dat ik het ongeluk had overleefd, dat ik een tweede kans

“Sociaal ondernemers zijn belangrijke aandrijvers van sociale

kreeg. Die ervaring zette me aan het denken. Ik besefte dat ik

innovatie. Ook sluiten zij aan bij de nieuwe manier van denken:

somber werd van de gedachte dat ik alleen geloofde in wat ik

samen je toekomst maken, niet vóór mensen, maar samen mét

zag en kon aanraken.”

gewone mensen. Daarbij accepteren sociaal ondernemers dat

Na haar herstel ging ze aan de slag als trendanalist en via een

129


Een omslag in denken is lastig. We groeien op met een wereldbeeld en geloven dat dit het voor altijd is. Maar het is slechts een zeepbel, een verklaring voor dat moment over wie we zijn. Alles verandert, ook wereldbeelden.

opdracht kwam ze in aanraking met Philips Design, waar ze in 1997 in dienst trad. Green: “Het was op een moment dat ze

Wat staat er nu te gebeuren? “Leiders van grote bedrijven moeten samenkomen en hun

zochten naar een meer menselijk perspectief, niet meer alleen

krachten bundelen om de regels van het spel te herschrijven. Ze

gericht op technologie. Ze wilden mij hebben vanwege mijn pas-

moeten het belang van hoog rendement voor aandeelhouders

sie en emotie.”

verminderen. Op laag niveau kunnen medewerkers netwerken

“Ik ben van nature optimistisch. Ik geloof dat het onze morele plicht is om optimistisch te zijn. Er is veel scepsis en cynisme in de wereld. Dat betekent stilstand, het brengt ons

smeden die de pannenkoekstructuur van onderop bewerkstelligen We hebben nieuwe manieren van produceren nodig en nieuwe

nergens. Een negatieve houding gaat vooruitgang tegen. Er is

economische modellen. Om te bepalen wat vooruitgang en

een andere energie nodig. Met de juiste energie gaan we voor-

welzijn is, moeten we verder kijken dan het bruto binnenlands

uit. Steeds meer onderzoek bewijst dat mensen gelukkig wor-

product. Momenteel wordt er onderzoek gedaan (onder andere

den van een goed leven, waarin ze iets bijdragen, iets beteke-

door de OECD) naar een holistischer model om vooruitgang en

nen voor anderen.”

welzijn te meten. We gaan richting nieuwe manieren van leven en produceren.

130

QPQ | 3 • 2010


Infosamenleving vraagt om nieuw evenwicht Het is niet voor het eerst in de geschiedenis dat ons wereldbeeld drastisch verandert. Neem de industriële revolutie begin van de 19e eeuw. Door technische uitvindingen, waaronder de stoommachine, ontstonden nieuwe productiemethoden. Ambachtelijke bedrijven maakten langzaamaan plaats voor grootschalige industrieën met massaproductie. Hierdoor veranderde de samenleving zodanig, dat er nieuwe behoeftes ontstonden. Als antwoord kwamen scholen om arbeiders op te leiden, bibliotheken om de vraag naar meer informatie aan te kunnen, banken om te sparen en arbeiderswijken om de werknemers te huisvesten. Bij deze geïndustrialiseerde samenleving paste een hiërarchische ‘top-down structuur’, met strakke leiders aan de top. Ook nu, aan het begin van de 21ste eeuw, zijn we volgens trendanalist Josephine Green op zoek naar een nieuw evenwicht tussen mens, techniek en samenleving. Door onder meer nieuwe technologie en de globalisering is de wereld complexer. Opnieuw zijn er andere behoeftes ontstaan. Sociale problemen vragen nu om sociale oplossingen. De oude oplossingen, de strakke hiërarchie en controle, werken niet meer. Sociale innovatie is nu belangrijk, volgens Green. Moderne bedrijven richten zich niet op de consument, maar op sociale oplossingen. Sociale media maken tegenwoordig van iedereen producent. Iedereen kan meeschrijven op Wikipedia, filmpjes plaatsen op YouTube of een weblog bijhouden. En de grote meerderheid is actief op sociale netwerken als Twitter, Facebook of LinkedIn. Deze ontwikkelingen geven mensen meer invloed om mee te denken op alle niveaus. Mede hierdoor kan de wereld platter, minder hiërarchisch, worden georganiseerd.

Nieuwe technologieën bieden nieuwe mogelijkheden. Via

den niet meer werken. Het alternatief is ondenkbaar. Als we

digitale netwerken kunnen kleine bedrijven op grote schaal

doorgaan op deze weg, zullen in de toekomst een paar men-

samenwerken. Deze kleine bedrijven zijn geworteld in de lokale

sen heel veel hebben en heel veel mensen niks. Ook voor onze

realiteit, waardoor lokale economieën en samenlevingen ster-

planeet zou het rampzalig zijn. Dat besef groeit. Er zijn steeds

ker worden. Het gaat uiteindelijk om een diepere kwaliteit van

meer mensen die willen veranderen. Neem bijvoorbeeld de

leven. Hoe richten we onze samenleving zo in dat er weer rele-

generatie Y, de twintigers: zij willen niet opgesloten worden in

vantie ontstaat, zonder dat we onze planeet verwoesten? De

een piramidesysteem. Als mensen van onderaf initiatief nemen,

mens is niet het middelpunt van de wereld, maar we maken

meer vrijheid voor creativiteit opeisen, en er komen aan de top

deel uit van deze wereld.”

moedige leiders met een visie, dan ontstaat het nieuwe tijdperk.” ◆

Hoe lang duurt het voordat we in de ‘nieuwe wereld’ leven? “Ik heb geen idee, maar ik weet dat het komt. Het komt op het moment dat steeds meer mensen beseffen dat oude denkbeel-

131


Wie zorgt er straks voor Pietje?

Nadenken over straks, als u er niet meer bent, is moeilijk. Emotioneel. Mede omdat er zoveel geregeld moet worden. De ervaren medewerkers van het Leger des Heils staan u hierbij graag terzijde. Met praktische tips over uw nalatenschap en hulp bij het vastleggen van uw wensen. Maar ook met een goed gesprek over uw zorgen, uw twijfels, eventueel uw geloofsvragen. Dat is vaak een hele opluchting. Wilt u hier meer over weten? Bel dan naar 036 - 539 81 62 of ga naar de website www.wiezorgterstraksvoorpietje.nl


180º

“Ik hoef er niet rijk van te worden. Mijn idealen vind ik belangrijker” Carolien Kernkamp (49) is oprichter/directeur van netwerkorganisatie Just Strategies. Ze initieert en/of begeleidt in opdracht MVO-projecten bij bedrijven en maatschappelijke organisaties. Soms als coach, soms als adviseur, regisseur of ondernemer.

Tekst: Eva Prins | Fotografie: Frank Groeliken

“Een eerlijkere en duurzamere wereld, dat is mijn doel. Ik werk alleen aan opdrachten die daaraan bijdragen. De rest vind ik tijdverspilling.

ook onderdeel van de oplossing kan zijn. Daar knapte ik steeds meer op af. De geëngageerde burger die ik in mijn vrije tijd was, kon ik niet meer

Eerder werkte ik onder meer als advocaat, reorganisatie manager en

verenigen met mijn professionele bestaan. Toen ik me dat realiseerde,

human resource directeur. In mijn laatste baan was ik strategieadviseur

besloot ik voor mezelf te beginnen. Dat was in 2001.In eerste instantie

en interim manager. Een succesvolle carrière, maar ik vond mezelf in het

werkte ik alleen in opdracht en met marktconforme tarieven. Maar daar-

licht van de grote wereldproblemen niet zo nuttig. Gaandeweg groeide

mee maakte ik mezelf onbereikbaar voor (maatschappelijke) organisaties

het gevoel dat ik me meer met zaken bezig wilde houden waar ik me ook

waar ik wel graag voor en mee wilde werken. Daarom initieer ik nu meer

privé druk over maakte: milieuvervuiling, mensenrechten en armoede.

projecten en werk ik vaker pro deo of tegen gereduceerd tarief. Ik hoef er

Business as usual interesseerde me steeds minder: het vaak eenzijdige

niet rijk van te worden. Mijn idealen vind ik belangrijker.” ◆

streven naar grotere omzet en hogere winst - zonder oog voor de impact op mens, maatschappij of milieu, laat staan het besef dat je als bedrijf

Wil jij ook je verhaal vertellen? Mail naar: petra@qpq-magazine.nl

133 133


Nu nog voordeliger

Koop niets! Vroeger, toen duurzaam nog niet bestond, moest alles meer. Meer geld, meer spullen en vooral nieuw kopen. Nu gaan we voor ‘groen’, dus voor minder. Wie ‘groen’ wil doen, koopt, vliegt, rijdt, en baddert minder. Moeilijk? Nee! Geen uren meer op pad om het perfecte jurkje te vinden, geen ellenlange vergelijkingen tussen LCD en plasma televisies, en nooit meer sjouwen met propvolle koffers op hectische luchthavens. Pimp je oude kleren tot ‘vintage’, lees de boeken die je kocht maar nooit aan toe kwam en zet de tent op in de tuin. Wie eenmaal begint met consuminderen, wil niet anders meer. “Het verrijkt je leven.” Tekst: Eva Prins | Fotografie: Frank Groeliken De verwarming hoog? Je kan ook een extra trui aan doen. Nieuwe jurk? Tweedehands kan net zo mooi zijn. Met het vlieg-

in meer rust, ruimte en tijd. Hun motto: ‘Meer met minder’. Het heeft volgens Van der Sanden dan ook al lang niet

tuig op vakantie? Op de fiets is nog gezond ook. Voor Pauline

meer dat ‘geitenwollensokkenimago’ dat er lang aan kleefde.

Brantjes (60) is deze ‘eenvoudige’ levensstijl al jarenlang van-

Integendeel: het wordt weer hip. Zo zijn het de laatste jaren

zelfsprekend. “Ik ga in principe zo weinig mogelijk naar de

vooral jonge vrouwen die aan de wieg staan van ‘ludieke’ duur-

winkel”, zegt ze. “Groenten haal ik voor een groot deel uit

zame initiatieven als Little Green Dress, dat kledingruilfeest-

mijn eigen moestuin en ik ben creatief in hergebruik.” Door

jes organiseert en het Repair Café in Amsterdam, waar je, met

af te zien van (overbodige) luxe goederen en gewoonten, wil

hulp, je kapotte huisraad en kleding kan repareren. Van der

Brantjes de al zo overbelaste aarde sparen. “Overconsumptie

Sanden: “We gaan weer repareren, breien, naaien, kippen hou-

is een belangrijke factor bij de vernietiging van de aarde.

den, tuinieren en zelf - vegetarisch en biologisch - koken.”

Consuminderen is voor mij dan ook de ultieme manier om goed met het milieu om te gaan.”

Low Impact Man Half serieus, half ludiek was ook de actie van de Vlaamse

Hip Pauline is een pionier van een groeiende groep consuminder-

134

Steven Vromman (50). Hij wilde bewijzen dat je ook goed kan leven met een ecologische voetafdruk (zie kader) van 1,6 en

aars. Dikwijls is geld besparen - al dan niet noodgedwongen -

doopte zichzelf voor de duur van een jaar tot Low Impact Man.

de eerste drijfveer, maar steeds vaker wordt consuminderen ook

Hij pakte het drastisch aan: Een groot deel van de elektrische

ingegeven door idealisme: het is beter voor mens en milieu.

apparaten als waterkoker, stofzuiger, magnetron en strijkbout

“Consuminderen is vaak een onderdeel van een bredere

deed hij de deur uit, afwassen, douchen en kleren wassen deed

‘bewuste leefstijl’ waarin duurzaamheid, biologisch en fair

hij met – verwarmd – regenwater en koken (zonder vlees en vis

trade belangrijke onderdelen zijn”, zegt Heleen van der Sanden.

en met enkel producten van de lokale boerenmarkt) in een zelf-

Zij is uitgever van Genoeg, het tijdschrift voor en over con-

gemaakte hooikist (een met hooi geïsoleerde kist waar een ver-

suminderaars. Consuminderen staat dan ook niet alleen voor

hitte pan heet in blijft en zo het eten gaart). De krant las hij in

‘minder’, maar ook voor anders: beter, eerlijker, duurzamer.

de bieb en hij verplaatste zich alleen nog lopend, fietsend of met

Kwaliteit in plaats van kwantiteit. In Europa zouden er al meer

het openbaar vervoer.

dan twaalf miljoen vrijwillige ‘downshifters’ zijn: mensen die

Vromman slaagde in zijn missie en hield deze leefwijze ook

hun geluk niet zoeken in meer geld of meer spullen, maar juist

na het experiment grotendeels vol (zijn voetafdruk schommelt

QPQ | 3 • 2010


Uit onderzoek blijkt dat consuminderen het leven verrijkt, relaties verdiept, mensen brengt bij wat ze echt belangrijk vinden. Ze ervaren hun ‘nieuwe leven’ als rustiger en zinvoller. nu rond de 2). Maar ondanks dat hij het makkelijker vond dan

deed zij onderzoek onder ruim duizend vrijwillige en ‘gedwon-

gedacht, realiseert hij zich dat zo ‘extreem’ voor de meeste

gen’ consuminderaars. En wat bleek? De blijvende sobere

mensen niet is weggelegd. Toch kan iedereen volgens hem zijn

levensstijl geldt niet alleen voor de consuminderaars die er

of haar voetafdruk ‘makkelijk’ met tien tot twintig procent ver-

bewust voor kozen, maar ook voor mensen die om financiële

kleinen. De belangrijkste maatregelen daarvoor: minder vliegen

redenen móesten matigen. Hoe dat kan? Schreurs: “Het heeft

en auto rijden, minder vlees eten en je huis isoleren. Tientallen

hun leven verrijkt, relaties verdiept, hen gebracht bij wat ze echt

andere tips beschrijft hij in zijn boek: ‘Low Impact Man.

belangrijk vinden. Ze ervaren hun ‘nieuwe leven’ als rustiger

Praktische tips voor een ecologisch leven van wieg tot graf’.

en zinvoller.” Steven Vromman beaamt dit. “Een Low Impactleven is een gezonder, goedkoper en minder stressvol leven.”

Rustiger Handig, want ‘leven met minder’ klinkt misschien wel goed voor je geweten en portemonnee, maar is ook moeilijk. ”Offers?”, Pauline Brantjes valt even stil. “In het begin voelde het misschien wel zo. Ik hou namelijk ook van mooie kleren en spullen. Maar op een gegeven moment gaat het vanzelf.” Wat

De ecologische voetafdruk De ‘ecologische voetafdruk’ is een manier om te bere-

overigens niet wil zeggen, dat ze nooit meer voor verleiding

kenen hoeveel vruchtbare aarde gebruikt wordt om in de

zwicht. “Zo heel strikt ben ik niet hoor”, zegt ze. “Ik draag bij-

behoefte te voorzien van een persoon, stad of land. Als

voorbeeld wel katoen, terwijl ik weet dat de katoenteelt een hele

we de aarde eerlijk zouden verdelen, zou iedereen ‘recht

grote vervuiler is. Maar ik koop het dan wel zo veel mogelijk

hebben’ op een voetafdruk van 1,6. De gemiddelde voet-

tweedehands.”

afdruk is echter 2,2. We gebruiken dus meer dan de aarde

“Om te kunnen matigen, moet je sterk in je schoenen staan”,

aankan. En ‘we’ is vooral het rijke Westen. In Nederland is

zegt consuminderexpert Jeanine Schreurs. Dat geldt volgens

de gemiddelde voetafdruk 4,4, in de Verenigde Staten 9,6

haar vooral voor mensen die er vrijwillig voor kiezen. Zij stellen

en in België 5,6.

immers de norm van ‘meer, meer, meer’ ter discussie en krijgen daarom vaak kritische reacties uit hun omgeving. Maar wie doorzet, wil daarna vaak niet meer anders, constateert Schreurs in haar proefschrift Living with Less. Hiervoor

135


We hebben uw hulp nodig. Collecteert u mee?

De collecteweek staat weer voor de deur. Met een paar uur per jaar, maakt u het verschil. Word collectant: www.kwfkankerbestrijding.nl/collecte


De douche

Voor hardcore consuminderaars is douchen dĂŠ verspilling van water en warmte. Stinkend door het leven is geen optie. Wat te doen? Een zelfmaakdouche. Oude emmer, hamer en spijker voor de gaten, touw en schroefoog; klaar! Moet je wel een ton buiten zetten om regenwater op te vangen. Iets minder Spartaans? Wat te denken van de voetbalkleedkamermethode: teiltje warm water, stukje zeep en washand en schrobben maar. Voor de luxe-consuminderaars onder ons is er de kookwekker. Zet ‘m op 4 minuten, 4,5 minuut korter dan de gemiddelde douchebeurt, en je bespaart ruim 50 liter water.

137


Het fornuis

Wie wel ‘ns kampeert, kent het principe van koken op één gaspitje: als de pan met pasta kookt, haal je ‘m van het vuur, wikkelt ‘m in een slaapzak en laat ‘m enige tijd staan zodat de pasta gaar wordt. Kun je ondertussen op dat ene pitje saus maken. De hooikist werkt ook zo: zet je pan aardappelen zodra die kookt in die kist. Na een paar uur zijn de piepers gaar. Je kunt er een kopen, maar er één maken is supereenvoudig. Neem een oude houten doos, bekleed de binnenkant met hooi – of ander warmte-isolerend materiaal- en stof, en klaar is Kees.

138

QPQ | 3 • 2010


De apotheek

Consuminderen betekent ook: een meer DIY-lifestyle. Wat te denken van medicinale drankjes als hoest- en kruidendrankjes. Zoals deze homemade hoestdrank, ook goed tegen de griep: 30 groene dennenappels, 30 klontjes suiker, 1 liter graanjenever. Doe alles bij elkaar in een fles en zet het 30 dagen in de zon in het raam. Elke dag even schudden. Last van bloedarmoede en eczeem? Maak een ijzerhoudende drank van 1 liter rode wijn, 50 gram gedroogde brandnetel en 50 gram gehakte abrikoos. Heerlijk!

139


De stofzuiger

Hedendaagse reclames kunnen beweren wat ze willen over de huidige stofzuigers: dat ze zuiniger zijn, minder CO2-uitstoot hebben, veel minder lawaai maken. Maar de ĂŠchte stofzuiger die dat allemaal waarmaakt, is natuurlijk de rolzuiger. Een doosje op wieltjes dat vuil naar binnen stoffert. Tegenwoordig vind je ze enkel nog op Marktplaats of in kringloopwinkels. En dan moet je er snel bij zijn, want hij is populair. En dat hoogpolige tapijt waarvan de polen in de rolzuiger verdwijnen als je dat wil reinigen? Heel simpel: de mattenklopper!

140

QPQ | 3 • 2010


De groenteboer

De groenteboer voor consuminderaars is de eigen moestuin. Niet zomaar een groentetuin, maar een PermaTuin: een moestuin volgens de principes van permaculture. Via natuurlijke ecosystemen verbouw en gebruik je de grond zo dat er natuurlijke gewassengroei ontstaat. Je bouwt dus je eigen ecosysteem. Dat gaat niet zomaar, permacultuur kent een aantal basisprincipes: het belang van zon, water en wind in je ontwerp, de 7 (!) verschillende plantlagen voor optimaal gebruik van zon en bodem, en het belang van diversiteit van de gewassen. Geen tuin, wel een balkon? Verticaal tuinieren biedt uitkomst. Geen PermaTuin, toch je eigen tomaten en paprika’s.

141


Impact kun je alleen traceren als je bij je doelgroep te rade gaat

Van ik naar jij Sociaal ondernemers willen met hun activiteiten maatschappelijke problemen oplossen, in het groot of in het klein. Lukt dat ook? Daarnaar wordt volgens Karen Maas van de Erasmus Universiteit nog te weinig gekeken. Ze onderzocht verschillende methoden om die impact op de samenleving te meten.

Tekst: Jolanda Breur | Fotografie: Isabel Nabuurs

142

QPQ | 3 • 2010


Impactmeting

143


Als het gaat om maatschappelijke activiteiten weten ondernemingen wel wat ze doen en hoeveel geld daar mee gemoeid is, maar wat het oplevert, blijft vaak een raadsel.

Alles draait om geld. Dat was de indruk die Karen Maas (40) kreeg tijdens haar studie economie. “Ik was er niet van overtuigd. Toen ik in de milieueconomie dook, zag ik bedrijven worstelen met afwegingen. Hoe bijvoorbeeld schoon te produceren, maar toch kosten besparen? Ik vond het interessant te zien wat ze meenamen in die weging.” Maas besloot op het onderwerp af te studeren. Ze wist al snel dat voor de juiste keus een meting nodig was. “Je moet weten wat je doelen zijn en hoe je die kunt bereiken. Wanneer je de resultaten hiervan naast elkaar legt, is de afweging eenvoudiger.” Ze maakte haar vak van deze ondernemingsbeslissingen en ging werken voor het Instituut voor Toegepaste Milieueconomie (TME). In 2003 stapte ze over naar BECO, een adviesbureau voor duurzame ontwikkeling, waarvoor ze veel bedrijven en overheden adviseerde. “Het wordt niet makkelijker voor ze nu duurzaamheid zo’n hoge vlucht neemt. Zeker niet met die toenemende aandacht voor de sociale kant.” Impactraadsel Hoe afwegingen gemaakt worden, verschilt van bedrijf tot bedrijf. “Het hangt af van de mate waarin maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is ingebed. Sommigen vegen MVO zo van tafel bij financiële problemen. Daarnaast hoopt

Wat en waarom meten sociaal ondernemers? wilt weten hoeveel sneller die mensen een

thuis zijn? Met Nederlandse werknemers is dit

nemers zouden de impact van hun maat-

reguliere baan vinden nadat ze bij jou in dienst

natuurlijk eenvoudiger.”

schappelijke activiteiten moeten meten, vindt

zijn geweest en wat dat uitspaart. Stel dat

Karen Maas. De docent en onderzoeker aan

tachtig procent binnen drie maanden regulier

informeren. Die worden volgens Maas steeds

de Erasmus Universiteit nam dertig meet-

werk vindt, terwijl dat normaal pas na drie jaar

kritischer. “Ze geloven best dat je goed bezig

methoden onder de loep en bestempelde er

is of misschien wel nooit. In het eerste geval

bent, maar ook dat je er iets van terug ziet. Zo

acht bruikbaar. Voor sociaal ondernemers die

bereken je bijvoorbeeld hoeveel uitkering je

onderbouw je je verhaal met feiten en cijfers.”

impact in geld willen uitdrukken, acht ze voor-

bespaart op twee jaar en negen maanden, de

Daarnaast helpen de uitkomsten onderne-

al Social Return on Investment (SROI) geschikt.

tijd waarin ze eerder aan een baan komen.”

mers betere afwegingen te maken. “Je kan

Reguliere bedrijven maar ook sociaal onder-

Een makkelijk toepasbare methodiek, waar-

Ook Participatory Impact Assessment is voor

Met de resultaten kun je klanten beter

besluiten te stoppen met de activiteit omdat

voor op internet een e-tool te vinden is, de

sociaal ondernemers een praktische meet-

de doelgroep er niet blijer van wordt of dat

social e-valuator. Een nadeel van de methode

methode. Deze richt zich meer op doelgroe-

hun toekomstperspectief niet verbetert.

vindt Maas dat alles vertaald wordt naar geld.

pen. “Wanneer je duurzame mode verkoopt

Daarnaast kun je van koers veranderen in je

Je kunt meten zonder je doelgroep te vragen

waarvoor je stoffen uit het buitenland impor-

aanpak.”

wat het hen heeft gebracht. SROI berekent

teert, kun je meten hoe de arbeidsomstan-

wat activiteiten de maatschappij financieel

digheden van de werknemers daar zijn, mocht

keholder. “Weet waar ze op aanslaan. Kopen ze

opleveren. “Als je mensen met een lichamelij-

een verbetering daarvan een van je doelen

jouw product wel omdat je een sociale doel-

ke of geestelijke beperking in dienst hebt, kun

zijn”, aldus Maas. Je vraagt ze bijvoorbeeld of

stelling hebt? Als ze hierdoor niet geprikkeld

je uitrekenen hoeveel dit de overheid scheelt

ze het beter hebben en zo ja, waar dat in zit.

worden, besluit je misschien te stoppen hier-

aan uitkeringen en belastingen. Dat zet je af

Zijn ze minder ziek of kunnen ze beter voor

over te communiceren.”

tegen de extra kosten die je zelf maakt. Of je

hun kinderen zorgen omdat ze nu ’s avonds

144

QPQ | 3 • 2010

Maar ook klanten zijn soms doelgroep of sta-


De motivatie om het milieu niet te willen verpesten, hangt vaak samen met het idee dat er geen grondstoffen meer zullen zijn om mee te produceren. Maar er is geen keuze te maken tussen milieu en geld. Ze zijn ĂŠĂŠn geheel.

145


Wat zie jij?

Doe ook mee! 29 november t/m 4 december 2010 Meld je aan op www.oogcollecte.nl (030) 261 71 19 / (0343) 52 65 57

De Oogcollecte maakt belangrijk wetenschappelijk onderzoek mogelijk


iedere ondernemer er iets voor terug te zien, op korte of lange

van de dertig methodieken kwamen door de keuring. De ande-

termijn. De motivatie om het milieu niet te willen verpesten,

ren voldeden niet aan het zwaarste criterium: de benadering.

hangt vaak samen met het idee dat er dan ook geen grondstof-

“Je kunt alleen iets over de impact zeggen als je het perspec-

fen meer zullen zijn om mee te produceren.” Volgens Maas

tief verlegd van ik naar jij”, meent Maas. “Dus van ‘ik heb voor

moeten bedrijven milieu of geld niet meer als een keus uit twee

jou’ naar ‘wat heeft het voor jou betekend’. Om daar achter te

zien. “Het is één geheel, onderdeel van je beleid. Daarom is

komen, zal ik je dat moeten vragen.”

het zo belangrijk te weten wat je wilt bereiken en te meten of je Hoe meten?

daarin slaagt.” En dat gebeurt nog nauwelijks volgens Maas. Tegenwoordig

Bedrijven willen wel meten, merkt Maas, maar weten vaak

werkt ze als docent en onderzoeker aan de Erasmus School of

niet waar te beginnen en te eindigen. “Het houdt ook nogal

Economics. “We pionieren bij bedrijven met nieuwe meetme-

wat in. Als je het goed wilt doen, heb je een voor- en nastudie

thoden en helpen ze te zoeken naar oplossingen. Als dat ei is

nodig. Met een controlegroep. Wanneer je de prestaties van

gelegd, dragen wij het over aan adviesbureaus die daarmee aan

scholieren wilt opvijzelen door een buddy- of mentorproject,

de slag gaan.”

dan moet je voor aanvang meten hoe de situatie van die jonge-

Als het gaat om maatschappelijke activiteiten weten onder-

ren is. Hoe belangrijk vinden ze school voor hun toekomst, wat

nemingen wel wat ze doen en hoeveel geld daar mee gemoeid

is het spijbel- en uitvalpercentage. Na afloop meet je opnieuw,

is, maar wat het oplevert, blijft vaak een raadsel. Maas promo-

maar weet je niet of eventuele veranderingen door jouw project

veerde op een onderzoek naar dertig methoden die bedrijven

zijn veroorzaakt. Daarvoor heb je een controlegroep nodig van

wereldwijd gebruiken om maatschappelijke impact te meten.

jongeren die niet meededen. Die moet je dan voor- en achteraf

Ze stelde criteria vast waaraan de methoden moeten voldoen

dezelfde vragen stellen als de deelnemers. Als bij de controle-

voordat ze kunnen pretenderen die impact vast te stellen. Acht

groep niets is veranderd en bij de deelnemers wel, mag je ervan

Het wordt niet makkelijker voor bedrijven en overheden nu duurzaamheid zo’n hoge vlucht neemt. Zeker niet met die toenemende aandacht voor de sociale kant. 147


148

QPQ | 3 • 2010


Acht bruikbare methoden om maatschappelijke impact te meten: - Measuring Impact Framework - Ongoing Assessment of Social Impacts - Participatory Impact Assessment - (Poverty) Social Impact Assessment - Social Return on Investment - Social Cost-Benefit Analysis - BoP Impact Assessment Framework - Robin Hood Foundation Benefit-cost ratio

uitgaan dat je activiteiten effect hebben gehad.” Het probleem

Of misschien is dit al geprobeerd. Kunnen die kinderen über-

is dat ondernemingen vaak meer en verschillende maatschap-

haupt naar school of zijn ze thuis nodig? Is hun lichamelijke

pelijke activiteiten ontplooien, aldus Maas. “En zeker wanneer

conditie niet te zwak door vitaminegebrek? Zijn er leraren, is er

het een eenmalig project is, gaan tijd en geld meespelen.” Toch

lesmateriaal? Deze initiatieven worden regelmatig met de beste

ziet ze in bedrijfsrapportages de nadruk langzaam van output

bedoelingen vanuit de onderbuik gestart.”

naar impact verschuiven. “Ze begrijpen dat het niet op kan houden bij mooie verhalen over wat ze maatschappelijk allemaal aan goeds doen. Iedereen vertelt dat, daarmee onderscheid je

Wat meten? Bij goede doelenorganisaties is het niet anders volgens Maas.

je tegenwoordig niet meer. Met meet­resultaten wel. Zo kun je

“Die zullen dat toch wel goed aanpakken om strategische

jouw verhaal onderbouwen met feiten en cijfers over wat het de

beslissingen te kunnen nemen, dacht ik voorheen. Maar dat viel

maatschappij oplevert.”

tegen. Ze zoeken ook nog altijd naar manieren waarop ze hun doelgroepen het best bedienen.”

Afrikaans schooltje Maas gelooft niet dat er één methodiek is of zal komen die

De acht methodieken die Maas geschikt acht om maatschappelijk impact te meten, lijken op elkaar. De uitdaging voor

voor ieder bedrijf bruikbaar is. Er zijn een aantal generieke

iedere onderneming is om de juiste indicatoren te vinden. “Wil

stappen om impact te meten, maar het gaat uiteindelijk om

je weten wat je invloed op het milieu is, op een sociaal aspect

de indicatoren, dat wat je precies wilt nagaan. En die kunnen

of op individuen? En hoe ga je dat berekenen? Stel dat je een-

per organisatie verschillen. Vaststellen wat je doelen zijn is een

zaamheid onder ouderen wilt tegengaan. Dan kun je theekrans-

voorbeeld van een generieke stap. “Waarom doe je iets, welke

jes organiseren, waarbij ouderen kunnen klaverjassen of brid-

partijen beïnvloed je daarmee en hoe? Dit moet je eerst weten

gen. Je doel is om maandelijks twintig ouderen samen te

en kun je niet bepalen zonder bij je doelgroep of stakeholders

brengen. Door te turven weet je hoeveel mensen je hebt

te rade te gaan. Volgens veel meetmethoden stel je eerst een

bereikt. Maar als je echt wilt weten of je eenzaamheid onder

doel vast en kijk je vervolgens of je dat hebt bereikt. Dat zegt

ouderen bestrijdt, zul je het ze moeten vragen. De indicator is

nog niets over de doelgroep. Zoals een manager die op reis in

dan ‘ik voel me minder eenzaam’ of ‘ik heb regelmatig contact

Afrika onder de indruk is van schrijnende situaties daar. Hij

met andere mensen’. Wat en de manier waarop je meet is bepa-

wil via zijn bedrijf hier iets aan doen. Een schooltje bouwen,

lend voor je resultaten. Daar zullen ondernemingen over na

dit gebeurt vaak. Ze zetten dat schooltje neer, maar vergeten te

moeten gaan denken.” ◆

onderzoeken of andere partijen al met dit plan rondliepen.

149


Omgevingen Mensen leven, wonen, werken en ontspan-

Tekst: Paul Iske

Langzamerhand wordt steeds duidelijker dat

nen in omgevingen. Bij alles wat we doen

plezier en productiviteit van het werk sterk

en ondernemen worden we beïnvloed door

afhangen van de omgeving waarin werkzaam-

zaken en mensen die ons omringen. Wij zijn

heden worden uitgevoerd, met name wan-

als het ware in wisselwerking met onze omge-

neer het gaat om kennisintensief werk.

ving, die dan omschreven kan worden als een

Maar het is duidelijk dat niet alleen de fysieke

samenspel van vier componenten: fysiek, vir-

aspecten hierbij relevant zijn, maar dat in toe-

tueel, sociaal en organisatorisch.

nemende mate ook de virtuele infrastructuur

Fysiek is het deel van de omgeving dat we

een rol speelt. ICT-ontwikkelingen hebben

kunnen waarnemen met onze zintuigen: vor-

ervoor gezorgd dat veel kennisintensief werk

men, kleuren, geuren, geluid, temperatuur.

is veranderd en dat er op nieuwe manier kan

We hebben allemaal de ervaring dat sommige

worden gewerkt. Er wordt op andere manie-

activiteiten beter, plezieriger en/of makkelij-

ren gecommuniceerd, informatie uitgewisseld

ker verlopen wanneer de uiterlijke omstandig-

en men kan op elk moment van de dag op

heden daarvoor geschikt zijn.

steeds meer plekken actief zijn. Dit legt ook een link tussen de virtuele en fysieke wereld: door toenemende bewegingsvrijheid kan men ook makkelijker actief zijn op plekken die comfortabeler, inspirerender en productiever zijn. Uiteraard worden wij in ons doen en laten ook beïnvloed door de sociale interactie die we hebben. De manier waarop de mensen in onze omgeving met elkaar omgaan heeft ook grote invloed op ons voelen, denken en handelen. Zo is de organisatiecultuur in belangrijke mate bepalend voor de wijze waarop wij ons werk beleven, de inzet die we kunnen opbrengen en zaken als kennisdeling, communicatie, etc. Tenslotte hebben we nog te maken met de wijze waarop we onze activiteiten, ons leven of onze organisatie hebben georganiseerd. Processen en systemen beïnvloeden ons handelen en denken. Soms vind je zelfs elementen van de fysieke omgeving terug in de wijze waarop de maatschappij is georganiseerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan gebieden met lage bevolkingsdichtheid (bijvoorbeeld Noord-

Paul Iske is Chief Dialogues Officer

Noorwegen), eilanden, bergen, warme stre-

bij ABN AMRO en oprichter

ken, polaire gebieden, etc.

van het Instituut voor Briljante

150

Mislukkingen. Voor QPQ schrijft

Ik geloof dat het enorm belangrijk is om de

hij columns over de veranderende

omgeving in zijn complete hoedanigheid, dus

maatschappij.

alle vier de componenten, een prominente

QPQ | 3 • 2010


column

Wanneer we werkelijk flexibel gaan werken, zowel qua plaats als tijd, vereist dit ook een andere relatie tussen werkgever en werknemer. rol te geven in het optimaliseren van werk

worden meer beoordeeld op resultaten dan

en privé-leven. Het vernieuwen van werkom-

op ‘face value’. Wanneer mensen bij elkaar

standigheden wordt ook wel aangeduid met

zijn, is dat met name voor sociale processen:

Sociale Innovatie. Er is aangetoond dat inves-

samenwerken, kennis uitwisselen, privé-con-

teringen in puur technische innovatie pas ren-

versaties en dergelijke.

deren wanneer ook, en vaak nog meer, wordt

Ondernemers en managers zullen het

geïnvesteerd in sociale innovatie. Ook wordt

belang van alle stakeholders (met name

momenteel veel gesproken over het zoge-

medewerkers en klanten) mee laten wegen

naamde ‘Nieuwe Werken’. Vaak wordt deze

en concluderen dat hun welzijn bijdraagt aan

term gebezigd wanneer het gaat om zaken als

een duurzaam succes van de onderneming.

flexibele werktijden, op afstand werken, flex-

Mijn advies aan iedereen is dan ook om bij

plekken op kantoor, etc. Nieuwe technologie

het plannen en uitvoeren van activiteiten niet

is daarbij de trigger geweest.

alleen te kijken naar de activiteiten zelf, maar

Echter, het Nieuwe Werken is een veel completer begrip of zou dat moeten zijn. Het

ook naar de omgeving waarin die worden uitgevoerd.

heeft betrekking op alle aspecten van een omgeving. Welke fysieke omgeving past bij

Ter info: deze column heb ik tijdens mijn

welke activiteiten? Hoe gaan we met elkaar

vakantie geproduceerd op mijn iPad, in een

om? Welke processen en systemen onder-

heuvel- en bosrijk gebied, terwijl mijn kinde-

steunen of frustreren ons? Wanneer we wer-

ren na een zwempartijtje heerlijk liggen te sla-

kelijk flexibel gaan werken, zowel qua plaats als

pen. Het 2e vioolconcert van Allan Pettersson

tijd, vereist dit ook een andere relatie tussen

op de achtergrond. Wat is jouw favoriete

werkgever en werknemer. Hier speelt vertrou-

omgeving? ◆

wen een grotere rol dan controle. Mensen

151


e g d Ga Gadget Hampi

Oude binnenbanden krijgen nieuw leven

vanaf

€4,50

Schoudertas Tyre is gemaakt van oude binnenbanden van auto’s, gedecoreerd met een turkoois stiksel en de schouderband is gemaakt van veiligheidsgordels. In Delhi komt er iedere dag 6.000 ton afval op straat terecht. Ongeveer 2 miljoen mensen verdienen geld met het verzamelen van dit afval. Het bedrijf Conserve gebruikt binnenbanden van auto’s, plastic zakken en oude spijkerbroeken als grondstof voor het maken van mode accessoires. In de wijk Delhi waar het afval wordt verzameld, startte Conserve zelfs een schooltje zodat de kin-

Hampi uit India

deren kunnen leren voor een betere toekomst. Deze wegwerp-borden worden gemaakt van het blad van de

De schoudertas heeft een formaat van 28x36 cm en is

Areca Boom. Deze boom wordt op grote schaal verbouwd voor

verkrijgbaar bij de wereldwinkel voor €34,40.

zijn ‘betelnoten’. Deze noten hebben een licht stimulerende

Kijk voor meer informatie op www.wereldwinkel.nl

eigenschap net als bijv. coca bladeren en qat. De bladeren vallen ongeveer zes keer per jaar vanzelf van de boom. Wanneer ze niet verzameld worden voor de productie van borden wor-

Tyre

€34,40

den ze verbrand of blijven ze liggen en vergaan ze. De bladeren vallen alleen tussen begin februari en eind september en moeten dus worden opgeslagen om het hele jaar door te kunnen produceren. De bladeren worden eerst schoongemaakt en geweekt en dan in hun vorm geperst met hitte en druk. Hierdoor krijgen ze hun stevigheid. In plaats van plastic wegwerp servies is Hampi een zeer goed alternatief

De Hampi wegwerp-borden zijn verkrijgbaar vanaf 
€4,50 bij de wereldwinkel. Kijk voor meer informatie op www.wereldwinkel.nl

152

QPQ | 3 • 2010


et

t e g o t to get uit de markt

Feliz vanaf

Wrap

€1250

€39,95

One colourful world

Feliz! Manon Juliettes prijswinnende kleed Feliz! kent alleen maar winnaars. De kleden worden gemaakt van uit restleer gestanste schakels en vervaardigd door mensen in Brazilië die door het werken in haar bedrijf weer uitzicht hebben op een kansrijke

De Colour wraps van het fairtrade merk FATES worden met de hand geweven in West-Bengalen in India. Generaties lang

toekomst. De schakels worden met de hand in elkaar gezet,

weven verschillende families op het platteland de kleurrij-

dus zonder schadelijke lijm of plastic. Deze techniek maakt het

ke sjaals van zuivere zijde. Door met deze families samen te

kleed modulair waardoor er altijd de mogelijkheid is het kleed

werken helpt FATES dit ambacht in stand te houden en heb-

uit te breiden of te wijzigen van vorm. Het oog mag ook niet

ben deze mensen meer kans op een volwaardig bestaan. Het

klagen, de kleden blinken uit door originaliteit en komen in een

ontwerpteam van FATES heeft samen met de lokale wevers

oneindige variatie aan kleuren en vormen.

kleurencombinaties ontworpen voor verschillende kleurtypes.

Prijzen vierkant/rechthoek €595,- per vierkante meter

De Colour wraps kunnen zowel binnen als buiten gedragen worden. Er is keuze uit vijf kleuren: winter, zomer, herfst, lente en multicolour. (Speciaal voor de feestdagen verpakt FATES de

Of een mooie badmat naar eigen ontwerp? Op de

sjaal gratis als feestelijk cadeau).

website www.manonjuliette.nl/dude kan dit heel eenvoudig samengesteld worden.

De afmeting van de Colour wraps is 62 x 192 cm en wordt verkocht voor € 39,95 in de winkels van FATES en op de webshop. Zie voor meer informatie www.fates.nl

Guide € 23,99

Good & Green Guide Rotterdam

In juni 2010 krijgt Rotterdam in navolging van Amsterdam zijn eigen duurzame reisgids. De

Cadeau

bij een abbonement op QPQ

Good & Green Guides zijn uniek in hun soort in Europa. De Rotterdamse gids komt tot stand in nauwe samenwerking met het Programmabureau Klimaat van de gemeente Rotterdam, partner in het Rotterdam Climate Initiative.De Good & Green Guide Rotterdam zal meer dan 600 duurzame organisaties bevatten, verdeeld over 23 categorieën. Daarnaast biedt de gids alle praktische informatie (kaarten, OV-informatie, etc) die een bezoeker van de stad Rotterdam nodig heeft.

Kijk voor meer informatie op info@goodandgreenguides.com / Guides Harold Verhagen is initiatiefnemer en auteur.

153


And (n)ever the twain shall meet ‘Oh, East is East, and West is West, and never the twain shall meet’ is een prachtige zin uit de mond van de Britse dichter en schrijver Rudyard Kipling. Hij legde daarmee de vinger op de zere plek: sommige zaken kunnen nou eenmaal nooit tot elkaar komen. Dat vermoeden bestaat ook over sociaal ondernemers en sociaal financiers. Soms lijkt het of de brug tussen de twee spelers niet ver genoeg reikt. Een ondernemer en een financier aan het woord over hun ervaringen. En tips van ervaringsdeskundigen. Tekst: Willemijn van Benthem | Fotografie: Hetty Hairwassers

154

QPQ | 3 • 2010


THe bridge

TĂŠ veel ondernemers leggen de nadruk op hun eigen capaciteiten, de uitvoering van hun idee. Maar wie zijn je klanten? Waar vind je die? Hoe krijg je het product aan de man? Daar wordt te weinig over wordt nagedacht. 155


Je hebt sociaal ondernemers. En je hebt sociaal financiers.

Marja Baas stelde een adviesraad van investeerders samen. “Door de gesprekken met hen zet je alles op een rijtje, worden de kengetallen duidelijk die nodig zijn om te overleven. Dat is heel verhelderend.

Maar die partijen blijken niet altijd tot elkaar te komen. Zo klagen sociaal ondernemers dat ze projecten hebben maar geen financiering rond kunnen krijgen, en financiers klagen dat ze geld hebben maar geen goede projecten. Over dit onderwerp werd een symposium georganiseerd door Stichting Sociaal Ondernemerschap (SSO), onder de noemer ‘Never the twain shall meet’. Aan tweehonderd genodigden vertelden ondernemers en financiers over hun ervaringen, maar werden ze ook tot creatief denken aangezet en aangespoord om op een positieve manier te zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Want het blijkt: te vaak denken ondernemers met een goed idee in onmogelijkheden en te vaak laten investeerders zich niet zien. Terwijl ‘informal investor’ Martijn Blom het delen van informatie juist noodzakelijk acht om verder te komen. Zijn stelling is: ‘Wie niet kan delen, kan zeker niet vermenigvuldigen.’ De financier

Martijn Blom van Droomzaken:

‘Praat over je idee, laat het lezen, neem de stap, neem het risico.’ De jonge directeur van Droomzaken zit ontspannen aan de tuintafel voor zijn bedrijfspand in het oude centrum van Utrecht. Binnen is het veel te warm en waarom niet genieten van het mooie weer? Het is een typerende houding voor Martijn Blom, losjes en pragmatisch, maar wel doelgericht. Hij is een hardwerkende ondernemer, die precies doet waar hij zin in heeft. Zijn belangrijkste drijfveer is om uit niets iets te maken, om eigen verantwoordelijkheid te hebben - en te houden - over eigen dromen en niets te hoeven laten afhangen van anderen. En een sociaal ondernemer is volgens Martijn Blom helemaal een winnende combinatie: “En winst maken én een bijdrage leveren aan een betere wereld! Dat is toch het summum van ondernemen? En dat kun je alleen maar zelf doen!” Blom deed het zelf en richtte in 2007 Droomzaken op met partner Gert van Veldhuisen. Het is een informal investor die investeert in kansrijke startups, zoals de website laat lezen. Beide heren kwamen op het idee toen ze op verjaardagsfeestjes steeds maar weer hoorden hoe stoer anderen het vonden dat ze hun eerdere bedrijf hadden opgezet, het adviesbureau Jonge Honden, een broedplaats voor jonge ondernemers. Als Blom vertelde wat hij deed, hoorde hij altijd dat zijn toehoorder dat ook wel wilde. Kwestie van doen, dacht Blom die zich verbaasde dat niet iedereen zijn eigen passie volgde. Hij besloot daarom met Van Veldhuisen aankomende ondernemers te helpenom hun dromen te verwezenlijken. “Je leeft maar een keer!” Hoe ziet hij de paradox dat de sociaal ondernemer en financier elkaar zo vaak mislopen? Blom is met zijn Droomzaken

156

QPQ | 3 • 2010


lid van De Investeerders Club. Eens in de zoveel tijd komen de leden bij elkaar om plannen en ideeën uit te wisselen. Blom

TIPS & TRICKS

wil graag dat investeerders beter bereikbaar worden en vindt het daarom belangrijk om in die club informatie te delen. Hij

Programma manager Reineke Schermer

concludeert wijselijk: “Je moet kunnen delen om te kunnen ver-

van Stichting DOEN:

menigvuldigen.” Hij bedoelt daar niet mee dat alles gratis moet zijn, maar wel vindt hij dat je moet kunnen geven om te kunnen

‘Denk goed vooruit’

nemen. “Het is net als in een gewone relatie.”

“Wij krijgen genoeg aanvragen en ideeën en ja, er is

En net als in een gewone relatie neemt Blom de beslissing of

genoeg geld. Alleen... niet alle ideeën zijn goed genoeg

hij ergens in zal investeren op gevoel. Hij onderstreept zijn mot-

uitgewerkt, niet genoeg om daar financiering aan te ge-

to ‘eerst de vent, dan de tent’ of ‘eerst het wijf, dan het bedrijf’

ven. Plannen zijn slecht onderbouwd, ondernemers heb-

als het vrouwen aangaat. Blom heeft inmiddels namelijk aardig

ben het niet altijd goed doordacht. Het zijn nogal eens

wat mensenkennis en ervaring opgedaan. Hij begint met het

de idealisten die niet inzien dat er andere kanten zitten

noemen van voorbeelden die wat minder liepen. Zoals de stu-

aan een idee of oplossingen hebben voor wat ze moeten

denten die langskomen met een ‘briljant’ idee ‘dat zichzelf ver-

doen als prognoses tegenvallen.”

koopt’. Maar volgens Blom gaat het juist om de kunst van het verkopen. Goede ideeën zijn er genoeg. “Té veel ondernemers hun idee. Maar wie zijn je klanten? Waar vind je die? Hoe krijg

‘wees voorzichtig met familiegeld.’

je het product aan de man? Dat zijn vaak de vraagstukken waar

“Soms heb je familiegeld nodig, vooral om de eerste

te weinig over wordt nagedacht.” Hij vindt dat ook wel logisch.

maanden door te kunnen komen. Het duurt namelijk

Volgens hem ligt de passie van een creatief denker zelden bij het

vaak eventjes voor je geld vindt bij financiers. Juist die

verkopen.

eerste maanden zijn zo moeilijk voor een startend be-

leggen de nadruk op hun eigen capaciteiten, de uitvoering van

Het kan ook zijn dat het ondernemersbloed niet door de aderen stroomt. Hij heeft zo’n voorbeeld net aan de hand gehad.

drijf. Maar wees voorzichtig met geld van bekenden, het kan een hoop stuk maken.”

Hij zag hoe een directeur na een jaar al wilde vertrekken bij één van de bedrijven waarin Droomzaken investeert. “Hij bleek ten die hij nam als ondernemer.” Blom vond het alleen lastig

‘Maak je motivatie duidelijk.’

dat hij daardoor weer veel tijd en energie moest stoppen in het

“Ik heb gemerkt dat een persoonlijke klik belangrijk is. Je

zoeken van een nieuwe kandidaat.

kunt pas iemand vertrouwen, als je iemand in de ogen

toch liever in loondienst te werken, zag de risico’s niet meer zit-

Maar hij weet: dit is een uitzondering. Blom is namelijk zeer

kan kijken, als je weet wat zijn motivatie is. Waarom wil

positief van aard en denkt dat juist méér mensen ondernemer

die ondernemer doen wat hij wil doen? Maak je motivatie

zijn dan ze zelf denken, dat méér mensen de kwaliteiten bezit-

duidelijk, daar staat of valt een plan bij.”

ten om ondernemer te zijn. Kwaliteiten als: enthousiasme, organiserend vermogen, lef, doorzettingsvermogen, maar ook een zekere x-factor, zoals hij dat noemt. Die laatste kan hij niet

‘Denk aan continuïteit.’

vertalen, die uitspraak is weer gebaseerd op gevoel. Maar

“Continuïteit moet vooraan staan bij een bedrijf. Hoe

ondernemen doe je ook op gevoel. En het gewoon doen is

gebruik je de winst? Ga je die herinvesteren? Het klas-

belangrijk. “Als je op de bank blijft zitten, gebeurt er niets.

sieke bedrijf gaat uit van winst, maar familiebedrijven

Ondernemen is topsport. Je moet de drang hebben om iets

bijvoorbeeld, bestaan niet voor niets zo lang en draaien

neer te zetten en niet bang zijn om daarbij fouten te maken.”

nog steeds heel goed. Zij denken aan de lange termijn.”

Hij zoekt daarom naar ondernemers met een proactieve houding, die het heft in eigen hand willen nemen. “Mensen die er bovenop zitten. En geld mag nooit het einddoel zijn”, zegt Blom. “Het is een betaalmiddel en ja, je meet het succes van je bedrijf af aan hoeveel je onderaan de streep overhoudt.” Wat volgens hem zwaarder telt, is de groeistrategie van het

157


bedrijf, het nadenken over de aanpak waarmee een bedrijf

ergens goed in is, is het in creatief denken. Op een wiebelige

zelfstandig kan blijven opereren. Al verwacht hij tegelijkertijd

stoel zit ze buiten, op de stoep voor haar bedrijf in het sfeervolle

enige flexibiliteit. “Een plan is slechts een middel. Je moet niet

Naarden-Vesting. Iedereen die langskomt krijgt een vriendelij-

bang zijn om zaken uiteindelijk anders te beslissen.”

ke knik, terwijl ze in gedachten in haar cappuccino roert, gezet

Als Blom nadenkt over de ondernemers waar hij als inves-

met een opvallend nieuw espressoapparaat. Opvallend, want

teerder mee te maken heeft, vertelt hij dat slechts één op de

de rest van het kantoor is ingericht met meubels uit kringloop-

honderd plannen tot een uiteindelijke deal leidt. Hij weet niet

winkels. Er is een duurzame sfeer gecreëerd om het duurzame

of dat verbeterd kan worden, hij denkt even na. Er moet toch

karakter van het bedrijf uit te stralen, ook al is haar bedrijf een

een antwoord op zijn? Hij kan zich - als een echte ondernemer

webwinkel en komen weinig klanten lijfelijk over de vloer.

- niet zomaar bij die lage cijfers neerleggen. Blom: “Misschien

Baas startte al een keer eerder een eigen bedrijf op met een

dat er betere voorlichting moet komen voor ondernemers,

compagnon. Het was de Amsterdamse uitgeverij ScriptaMedia

zodat ze begrijpen wat informal investors doen?” Hij noemt het

die beide dames na acht jaar verkochten aan een grotere broer.

voorbeeld van een industrieel ontwerper die zelf geen kaas had

Baas was geenszins van plan om te stoppen met werken, maar

gegeten van verkopen, maar daarom een goede verkoper mee-

wilde niet meer alleen voor de koele winst gaan. Zoals ze zelf

neemt met wie hij wil werken. “Die ontwerper snapt wat een

netjes zegt, zocht ze “naar een meer betekenisvolle invulling

investeerder zoekt.”

van mijn dagelijkse werkzaamheden.” Ze besloot tijdelijk en op

Blom weet dat er geld genoeg is. Er zijn nog steeds informal

vrijwillige basis buurthuizen te reorganiseren en kwam toen

investors die projecten zoeken. Zijn tip is vooral: let op de klik,

op het idee om Goodforall op te zetten. Ze zag het direct voor

neem de tijd om kritisch te kijken naar wat je zelf wilt. Wat is

zich: een webwinkel waar alleen fair trade producten worden

de aanvullende waarde van een investeerder? Want Blom wil

verkocht. Ze fungeerde zelf als eerste investeerder, dankzij de

vooral benadrukken dat er overal kansen liggen, zoals nu, tij-

lucratieve verkoop van haar uitgeverij.

dens deze financiële crisis. “Geniet er van”, zegt hij glunde-

Maar de branche van de ‘fast moving fair trade consu-

rend. “Een crisis is fantastisch! En zo’n vergrijzing die voor ons

mer goods’ is een branche van ‘trial and error’, zoals ze zelf

ligt, die biedt toch enorme kansen?”

concludeert met een duidelijke terugblik. “Het onderzoek

Hij mist dit gevoel nog wel eens bij zijn landgenoten, vindt

naar de productieprocessen van de artikelen kost veel tijd.”

Nederland maar weinig ondernemend. “We zijn te verwend”,

Bijvoorbeeld het maken van Goodforall’s meest succesvol-

zegt hij. Tijdens de studie worden jongeren al helemaal niet op

le product MyPaperBag. Deze moest met de hand worden

het ondernemersspoor gezet. “Een Nederlander studeert, zoekt

gemaakt door een werkgelegenheidsproject in India, van goed

een baan en neemt een hypotheek. Alles is ingericht op zeker-

en duurzaam leer en uiteindelijk van zeer goede kwaliteit zijn.

heid. Het is een manier van denken.” En vooral dat denken

“We hebben van alles onderzocht en zijn nu zo ver dat we een

moet dus opener volgens Blom. Niet alleen tussen investeer-

heldere richting hebben. Het merk is het belangrijkste, voor

ders, maar ook tussen ondernemers en investeerders. “Praat

zowel de business-to-business als voor de consument.”

over je idee, laat het lezen, neem de stap, neem het risico. Een

Behalve dat de productresearch tijd kostte, had Baas zelf ook

investeerder is nooit een ondernemer en zal zelden het initiatief

even nodig om te wennen aan de branche. Ze kan het nu heel

nemen om een idee zelf uit te werken.” Dat kost de investeerder

simpel vertellen. “In de uitgeverijwereld verkoop je diensten,

volgens Blom veel te veel tijd. Hij zweert bij een eigen wijsheid:

maak je enkel uren die in facturen worden omgezet. Nu heb ik

“Als je je idee niet durft te delen, durf je het dan wel uit te voe-

te maken met producenten, producten, voorraadbeheer en pro-

ren?”

ductontwikkeling. Dat is een andere cashflow, natuurlijk.” Een cashflow waar ze investeerders bij besloot te zoeken.

Portret van een ondernemer

Geen probleem, zo leek het aanvankelijk. Ze merkte juist dat

Marja Baas van Goodforall.eu:

veel mensen wilden meedoen. De vraag was alleen, op welke

‘Aan wie wil je je weggeven als eigenaar?’ Je hebt mensen die goed gedijen onder een baas en je hebt

158

basis? Baas: “Want aan wie wil je je weggeven als eigenaar?” Baas vertelt uit ervaring over de zogeheten babyboomers die

mensen die ondernemerschap als vanzelfsprekend in hun vin-

veel geld hebben en op zoek zijn naar een investering met ren-

gers hebben. Marja Baas behoort tot de laatste groep. Haar

dement. “Zij hebben een zekere, tja, hoe zal ik het zeggen, een

ondernemende vader zei altijd al: ‘ondernemers zijn mensen

wat ouderwetse manier van denken. Ze stoppen ergens geld in

die goede listen kunnen verzinnen om uit een probleemsituatie

en dat komt er ook weer uit.” Op zich een prima uitgangspunt,

te komen’. Ze heeft het niet van een vreemde, want als Baas

vindt ze schouderophalend, mits ondernemer en investeerder

QPQ | 3 • 2010


TIPS & TRICKS Daphne van Run van Treemagotchi:

‘Geld is niet vies.’ “Hoewel sociaal ondernemers een hoge aaibaarheidsfactor hebben, hebben juist die mensen vaak een lastige relatie met geld. Ze hebben nog al eens weinig gevoel voor ondernemerschap of vinden geld een vies ding. Er wordt dan niet goed genoeg vanuit de aanbodkant gedacht of ze hebben moeite om de vertaalslag te maken naar de investeerders.”

‘Benader de juiste mensen.’ “Ondernemers zouden goed moeten kijken naar wie ze benaderen. Zoek de juiste groep mensen, gelijkgestemden of careholders, daar haal je kracht uit.”

‘Vergrijzing is een kans’ “Er zijn veel kapitaalkrachtige zestigers die nog een tijdje willen meedraaien in de samenleving. Mensen worden immers steeds ouder en willen wat doen met de wijsheid die zij door de jaren heen hebben opgedaan. In die groep vind je mensen die een nul procent lening willen geven, zolang ze maar zeker zijn dat ze het geld terug krijgen.”

‘Dream meets reality.’ “Mensen zouden meer hun hart moeten volgen, moeten doen waar ze van dromen. ‘Dream meets reality.’ Begin met datgene waar je goed in bent. Dat geld komt wel, dat is slechts een kwestie van tijd en doorzettingsvermogen.”

‘Ondernemersles op school.’ “Ondernemen zou meer moeten worden opgenomen in het huidige schoolsysteem. Op school kunnen mensen worden gestimuleerd om creatief te denken, om zelfstandig ondernemer te zijn. Aan het creëren van ondernemersvaardigheden valt nog veel te winnen.”

159


CINDY PIELSTROOM

Daphne van run

Eveline Raijmans

Globalicious

Treemagotchi

Chocolonely

Lisa Portengen

Marja baas

Martijn Blom

Durftevragen

Goodforall

Droomzaken

Petra KROON

Reineke Schermer

Willemijn vAN Benthem

Hoofdredacteur QPQ

Stichting Doen

Discussieleider


dezelfde waardes hebben. Een goede vriend van haar besloot een adviesraad voor haar samen te stellen, een raad van inves-

TIPS & TRICKS

teerders die adviseurs worden genoemd. Zij investeren, maar denken ook mee. In die raad zitten mensen van divers allooi: iemand met expertise in de retail, een productontwikkelaar, een uitgever, een ex-minister. Een leerzame raad vol kennis en

Eveline Raijmans van Chocolonely:

ervaring. En nee, niet met iedereen was er direct een klik. Ook

‘Laat je plannen inzien.’

kwam ze potentiële adviseurs tegen met wie ze niet direct wist

“Het is belangrijk om te weten wat je wilt bereiken. Waar

of daar een samenwerking mee in het verschiet lag.

heb je het geld voor nodig? Dát moet je vertellen aan

Het samenstellen van zo’n adviesraad van investeerders kost

investeerders. Laat bijvoorbeeld je communicatieplan

tijd, heeft ze gemerkt. Maar het is nuttig geweest. “Door te

zien. Bij Chocolonely blijkt het voorraadbeheer veel geld

praten groeiden de mensen van Goodforall naar elkaar toe en

te kosten. We hebben dan ook geld nodig voor een wat

keerden wij als bedrijf steeds meer terug op aarde, werden onze

langere termijn, om bijvoorbeeld de chocoladeletters te

dromen realiteit. Voor en tijdens de gesprekken met de advies-

kunnen produceren voor Sinterklaas. Je moet dan een

raadleden en investeerders zet je alles op een rijtje, worden de

jaar vooruit investeren, dus het duurt even voor inves-

kengetallen duidelijk die nodig zijn om te overleven. Dat is heel

teerders het geld terugverdienen. Dat moet je kunnen

verhelderend. Het belangrijkste is dat je weet wat je zelf wilt,

onderbouwen.”

dat je je mission statement en financiën op orde hebt.” Haar doel tijdens de gesprekken met de investeerders was te blijven vermelden dat Goodforall een sociale onderneming

‘Wie is je doelgroep?.’

is, die meer nastreeft dan winst alleen. Veel meer. En met dat

“Wij zijn geen NGO, wij zijn een onderneming. We begon-

bedrijf wil Baas zo snel mogelijk op eigen benen staan.

nen met vijfduizend repen chocolade en verkopen nu an-

Behalve investeerders in de vorm van een adviesraad, heeft

derhalf miljoen stuks per jaar. Maar we verkeren wél in de

Baas gekozen voor nog een andere investeerderconstructie. Ze

wereld van de ‘Fast Moving Consumer Goods’, de wereld

heeft een nieuwe partner aangetrokken die gedurende een jaar

waarin consumenten denken dat ze alles voor een appel

zonder salaris naast haar komt te staan. Baas had behoefte aan

en een ei kunnen kopen. En dat is lastig. Verantwoorde

iemand van gelijk niveau die de dagelijkse leiding kan overne-

producten zijn altijd een stukje prijziger dan ‘gewone’

men. Ze kwam deze persoon toevallig tegen, het klikte direct.

producten. Dus denk als sociaal ondernemer goed na

Deze partner bleek graag tijd te willen investeren om er achter

over wie je doelgroep is.”

te komen of Goodforall wel bij haar past. En tijd is uiteindelijk geld. Ook hier. Als de twee directieleden na een jaar besluiten om onverhoopt niet samen verder te gaan, krijgt de ‘investeerder’ een jaar salaris uitgekeerd. Als ze wél enthousiast is en wil blijven, krijgt ze een deel van de aandelen waarvan de waarde aan het begin van de termijn bepaald is. Baas: “Doordat zij nog een buffer had, kon ze deze stap maken en dat zien als een investering.” Baas denkt dat deze manier van denken exemplarisch gaat worden voor de ‘nieuwe economie’, zoals ze dat noemt. Een economie waarin geen plaats is voor bedrijven en landen met enorme verschillen tussen arm en rijk, tussen producent en verkoper. Een economie waarin op creatieve wijze wordt gehandeld. Maar vooral is het de grootste wens van Baas: “Uitbuiting van mens en milieu is niet meer van deze tijd. Dat moet anders.” Baas is positief. “Gelukkig maken steeds meer bedrijven nu ook deze omslag.” ◆

Een sociaal ondernemer is een winnende combinatie: “En winst maken én een bijdrage leveren aan een betere wereld! Dat is toch het summum van ondernemen? 161


“Het geeft enorm veel voldoening als een ondernemer in Afrika aangeeft dat hij door de inzet van mijn kennis, succesvoller marketing kan bedrijven.” Katja Westgeest, Marketing Manager Sdu Uitgevers

Share your knowledge! Een inspirerende en grensoverschrijdende leerervaring voor managers, professionals en zelfstandig ondernemers.

Get involved in SharePeople! Sociaal ondernemers in ontwikkelingslanden kunnen met hulp van jouw kennis hun onderneming uitbouwen, waarbij zij werk en inkomen creëren voor de gemeenschap.

www.sharepeople.nl poverty reduction • personal development • inspiration


leven, liefde & lol

Good & Green Guide Rotterdam

163


Waar kun je terecht om goed te doen voor jezelf en een ander? Op een groene manier natuurlijk en in de breedste zin van het woord? Waar koop je biologisch eten, waar verhuren ze elektrische vervoersmiddelen, waar vind je gelijkgestemden en waar koop je schoenen die het milieu niet belasten? In Leven, Liefde & Lol vind je in iedere QPQ adressen uit één bepaalde stad. Deze keer: Rotterdam. In samenwerking met de Good & Green Guide Rotterdam, de gids die het je makkelijk maakt te genieten, goed te doen en groen bezig te zijn. Dat het steeds makkelijker wordt om goed en groen te zijn, blijkt uit het enorme aanbod in deze gids: fair trade winkels, biologisch eten, ecokleding, natuurlijke cosmetica, vegetarische restaurants en groene hotels. En er is inmiddels zo veel goed en groen, dat na Amsterdam en Rotterdam ook van de steden Den Haag en Utrecht een Good & Green Guide verschijnt.

18

5

7 23

14 6

20

4

8 9 1

19 15

11

164

QPQ | 3 • 2010

2


01 IMO Carwash Capelseweg 353 3068 AX Rotterdam T 010 4212558 www.imo-carwash.nl

02 Melachtonweg 153 3045 PN Rotterdam 3

03 Prinsenlaan 989 3062 CT Rotterdam

04 Parkeergarage Westblaak Hartmansstraat 35 3012 VA Rotterdam 05 Doe-het-zelf werkplaats Vlietlaan 46c 3061 DZ Rotterdam 06 An-dijvie Jan Kruijffstraat 47b 3026 VN Rotterdam T 010 4777479

10 Hubshop Nieuwe Binnenweg 195b 3021 GA Rotterdam http://shop.rotterdam.the-hub.net/public/ 11 Met Zonder Jas Gouwstraat 56c 3082 NC Rotterdam www.metzonderjas.nl 12 Lets Ruilwinkels Provenierssingel 66 3033 EN Rotterdam T 010 4774178 www.lets-rotterdam.nl 13 Formula Zero Heijplaatstraat 21-unit 34 3089 JB Rotterdam T 010 4768000 www.formulazero.eu 14 De groene Marathon Binnenwegplein, Coolsingel 195-197 3012 AG Rotterdam T 010 2710120 www.rotterdam.info

07 De Groene Passage Mariniersweg 1-33 3011 NB Rotterdam www.degroenepassage.nl 08 Jas Nieuwe Binnenweg 133c 3014 GJ Rotterdam T 010 4364759 www.organicjas.com 09 Watt Nou Nieuwe Binnenweg 206a 3021 GL Rotterdam

16 Duurzame Dinner-hunt Kicker-events Van Vollenhovenstraat 15 3016 BE Rotterdam T 010 2810309 17 www.kicker-events.nl

17 Bijenpark Zolaweg 3076 TR Rotterdam T 010 5217099 www.ambrosiusgilde.nl

18 Binderij Geschikt Bergselaan 287a 3038 CE Rotterdam T 010 4665814

19 Ahrend Vasteland 22 3011 BL Rotterdam T 010 2811200 www.ahrend.nl 20 The Hub Heemraadssingel 219 3023 CD Rotterdam T 010 7078513 http://rotterdam.the-hub.net/public/ 21 Studio Hergebruik Coolsingel 53 3012 AB Rotterdam T 010 4133660 www.studiohergebruik.nl 22 Singeldingen Heemraadspark 3023 CD Rotterdam www.singeldingen.nl 23 Rotterdam Collectief Stadhuisplein 15 3012 AR Rotterdam T 010 7370215 www.expect.nl 24 SingerSweatShop Hoogstraat 170 3011 PV Rotterdam www.singersweatshop.nl

T 010 4045774 www.wattnou.nl

165


Vervoer/Mobiliteit

De Rotterdamse soulzangeres Sabrina Stark draagt regelmatig shirts van Jas.

01 IMO Carwash Jaarlijks wordt voor het wassen van auto’s ongeveer vier pro-

09 Watt Nou

cent van al het drinkwater in Nederland gebruikt. Dit staat

Van plan je huis milieuvriendelijker te maken? Dan ben je

gelijk aan 10,5 miljard liter water. Een normale wasstraat

bij Watt Nou aan het goede adres. Niet alleen kun je hier

verbruikt zo’n 200 tot 500 liter per wasbeurt, maar bij IMO

terecht voor spaarlampen, ook andere producten die goed

Carwash doen ze het anders. Hier is het gemiddeld 50 liter

zijn voor het milieu (en de portemonnee) zijn bij Watt Nou

per wasbeurt en gebruiken ze gerecycled water. Ook zijn

te koop. Bovendien geven ze gratis tips en trucs voor een

de werknemers van IMO getraind door Stichting Milieu

duurzaam huishouden.

Educatie en gebruiken ze ecologische wasmiddelen. Zo kun je verantwoord je auto laten wassen! IMO zit behalve op de Capelseweg nog aan de Melachtonweg en de Prinsenlaan.

10 Hubshop The Hubshop biedt duurzame ondernemers wereldwijd de kans om op een laagdrempelige manier producten op de

04 Parkeergarage Westblaak

Nederlandse markt te brengen. De ondernemer huurt box-

Hartje Rotterdam heeft sinds augustus 2010 een groe-

ruimte en de gehele omzet gaat terug naar de ondernemer.

ne primeur. De in de jaren ’70 gebouwde parkeergarage

The Hubshop is onderdeel van het wereldwijde netwerk

Westblaak met plek voor 780 auto’s is bekleed met een

voor duurzame ondernemers The Hub.

wand van Hedera, een winterharde klimop. Met 5000 vierkante meter is het nu de grootste groene gevel van Europa.

11 Met Zonder Jas

Behalve mooi is de groene garage ook goed voor de lucht-

Onder het motto ‘Geef pannenlappen een tweede kans!’

kwaliteit en het reduceren van geluidsoverlast.

maken de dames van Met Zonder Jas kinderkleding van retro-stoffen. Of het nu oude gordijnen zijn of ovenwan-

05 Doe-het-zelf werkplaats

ten: bij Met Zonder Jas weten ze er wel wat van te maken!

Lekke band? De doe-het-zelf werkplaats biedt je de ruim-

Inspiratiebronnen zijn zeventiger jaren iconen als Paulus de

te en gratis materialen om je fiets zelf te maken. Ook voor

Boskabouter, Calimero en Tita Tovenaar. De winkel levert

andere reparaties waar je thuis niet het gereedschap voor

via een webshop of op afspraak.

hebt. 12 Lets Ruilwinkels

Winkelen

Bij de Lets Ruilwinkels worden spullen en diensten via een puntensysteem van vraag en aanbod uitgewisseld. Kleine en

06 An-dijvie

tweedehands goederen worden in de winkels geruild, gro-

Sfeervol winkeltje met goede biologische producten.

tere goederen en diensten gaan via de webshop. Ook hebben

An-dijvie bezorgt ook biologische fruit- en groentepakket-

de Lets Ruilwinkels een DUS (Duurzame Uitleen Service)

ten via een abonnement op de boerderij Landzicht. Ook

punt voor de laagste inkomens. Wil je liever van je spullen

kun je bij An-dijvie terecht voor een kopje koffie of uitge-

af dan ruilen? Dan kun je ook goederen en kleding inbren-

breid ontbijt.

gen.

07 De Groene Passage Eén van de grootste en beste biologische markten van

Bijzondere ervaring

Nederland. Mooie anekdote: de Groene Weg (de biologische slager van de passage) heeft ooit de Rolling Stones van

13 Formula Zero

vlees voorzien tijdens hun Europese tournee. Ook Pavarotti

Elektrische auto’s zijn al een tijdje in omloop, maar echt

scheen gek te zijn op de gegrilde kippetjes van de Groene

populair is het nieuwe rijden nog niet. Bij Formula Zero

Weg.

willen ze automobilisten hier warm voor laten lopen door races met elektrische auto’s te organiseren. De eerste race

08 Jas Bij Jas kun je terecht voor fair trade kleding en accessoires. Alle producten zijn gemaakt van hemp, bamboe of katoen.

166

QPQ | 3 • 2010

in Rotterdam is in augustus 2008 georganiseerd, boekingen zijn via de website te maken.


14 De groene Marathon

Ontmoetingsplekken voor sociaal ondernemers

Hoewel Rotterdam misschien niet bekend staat als groenste stad van Nederland, zijn ook in de Maasstad behoorlijk wat

Wat is de top 5 van ontmoetingsplekken voor sociaal ondernemers in

parken, tuinen en bossen te vinden. De groene marathon is

Rotterdam? Waar heb je grote kans andere sociaal ondernemers te

een fietsroute van 42 kilometer langs de groenste plekken in

treffen? En welke locaties zijn goed bereikbaar, werkbaar èn gezellig,

en rond de stad.

met goede koffie en als het even meezit ook Wi-Fi?

15 Reisburo op Zuid

20 The Hub

Rotterdam-Zuid barst van de inspirerende sociale en

Ontmoetings- en werkplek voor sociaal ondernemers. Hier

creatieve projecten. Maar je moet het wel net weten. Bij

komen ruimte, middelen, connecties, kennis en ervaring

Reisburo op Zuid organiseren ze (op maat gemaakte) tours

samen om goede ideeën te verwezenlijken. Ben je lid van

langs de meest interessante, creatieve of vernieuwende pro-

The Hub dan kun je wereldwijd terecht: online contact met

jecten in de verschillende wijken van Zuid. Ook zijn wandel-

andere leden en offline in andere steden. Ook als niet-lid

tochten door Katendrecht via de website te downloaden.

kun je hier werken, je betaalt per dagdeel.

15 Duurzame Dinner-hunt

21 Studio Hergebruik

Op zoek naar een origineel bedrijfsuitje? Bij de Duurzame

Studio Hergebruik is een winkel, expositieruimte, studio en

Dinner-hunt ga je als groep in twee teams Rotterdam in,

ontmoetingsplek in één. Kunstenaars en ontwerpers uit alle

om opdrachten uit te voeren en geld voor het goede doel op

disciplines krijgen bij Studio Hergebruik de kans te expose-

te halen. Het winnende team krijgt champagne, voor ieder-

ren, zolang ze zich toeleggen op het recyclen of hergebrui-

een eindigt de dag met een biologisch diner.

ken van materialen, beelden of concepten. Dankzij de mix van activiteiten is Studio Hergebruik een perfecte ontmoe-

16 Bijenpark Waarschijnlijk een van de minst bekende parken van

tingsplek voor sociale ondernemers om inspiratie op te doen en van gedachten te wisselen.

Rotterdam. Toch is het Bijenpark in IJsselmonde met de kleine dierentuin voor kinderen, een eigen kaasmakerij en imker de moeite van een bezoek waard.

22 Singeldingen Sinds de eerste editie in 2009 is Singeldingen in de zomermaanden 9 weken lang een sprankelende ontmoetings- en

Voor kantoor en thuis

doeplek in het Heemraadspark in Rotterdam. Vanuit een (mobiele) kiosk worden allerlei activiteiten voor jong en oud

17 Eco4You

georganiseerd.

De wens het huis energieneutraal te maken, maar zelf niet de kennis of handigheid? Dan regelt Eco4You het. Na het

23 Rotterdam Collectief

bepalen van het energielabel van je huis, komt Eco4You de

In een voormalig leegstaand pand aan het Stadhuisplein is

juiste systemen installeren om het verbruik van warmte en

sinds kort het Rotterdam Collectief gevestigd. Zelfstandige

elektriciteit te verminderen.

professionals met verschillende disciplines worden hier verenigd onder een centraal aanspreekpunt en management.

18 Binderij Geschikt

Het collectief zoekt actief naar opdrachten om intern uit te

Bij Binderij Geschikt verkopen ze bloemen en planten van

zetten. Alle deelnemers blijven zelfstandig, maar kunnen

Ekobloem (Kwintsheul), die zonder het gebruik van chemi-

ook in teamverband uiteenlopende projecten aanpakken.

sche meststoffen of pesticiden zijn gekweekt. 24 SingerSweatShop 19 Ahrend

Een nieuwe culturele hotspot waar jonge artiesten van-

In het enorme pand aan Vasteland ontwikkelt, ontwerpt en

uit verschillende disciplines exposities, feesten, high

produceert Ahrend kantoormeubilair met een streven naar

teas, filmavonden en vele andere events organiseren. De

100% ecodesign. Behalve een focus op recycling van mate-

SingerSweatShop is gevestigd in het oude pand van de

rialen, let Ahrend ook op de duurzaamheid van personeel.

Singer naaimachines, het eerste gebouw dat na het bombar-

Ahrend steunt de Universele Rechten van de Mens en zet

dement van de Duitsers in 1940 in ere werd hersteld.

zich in tegen kinderarbeid en moderne slavernij.

167


Bureau voor design en communicatie Design- en communicatieadvies • Product branding • Jaarverslagen Brochures • Huisstijl- en logo-ontwikkeling • Powerpointpresentaties Websites • Magazines • Journalistiek werkzaamheden

De Vormstrateeg | Hinthamerstraat 162 | 5211 MV | ’s-Hertogenbosch Postbus 1366 | 5200 BK | ’s-Hertogenbosch | T 073 613 20 34 | info@vormstrateeg.nl Kijk voor onze portfolio: www.vormstrateeg.nl


Partners Gezocht! Waarom is niet iedereen sociaal ondernemer? Vraagt u zich dat ook af? Kom met ons praten! QPQ heeft een missie. QPQ wil met inspirerende verhalen andere ondernemers stimuleren óók te starten met sociaal ondernemerschap. Daarom hebben we onszelf ten doel gesteld QPQ zo groot en invloedrijk mogelijk te maken. Daarom zijn we op zoek naar partners. Organisaties die deze missie onderschrijven, die zelf sociaal ondernemen, voorop lopen en dit wereldkundig willen maken. Zodat ze een voorbeeld en inspiratiebron kunnen zijn voor anderen. Partners dus die ons gedachtegoed helpen verspreiden. Wat verwacht QPQ van u als partner? – Als partner adopteert u tegen kostprijs een deel van de oplage van QPQ, dat kan al vanaf 250 exemplaren, voor minimaal 1 jaar. – U doet QPQ cadeau aan precies diegenen die u wilt inspireren, uw doelgroep, relaties of medewerkers bijvoorbeeld. – In overleg kunt u of een van uw relaties onderwerpen of ideeën aandragen, waarmee de redactie van QPQ in een volgend nummer haar (en uw) lezers weer kan inspireren. Wat kan een partner van QPQ verwachten? – QPQ zorgt voor verspreiding van het magazine. – Bij de verspreiding horen desgewenst een begeleidende aanbiedingsbrief, een banderol of zelfs een aangepaste cover met uw organisatie als duidelijke afzender tot de mogelijkheden. Ook tegen kostprijs natuurlijk. We lichten met veel plezier de verschillende mogelijkheden toe. – Als partner kunt u bovendien kiezen voor publiciteit in de positieve, geëngageerde context van QPQ. Hierbij kunt u denken aan een advertentie, een advertorial of redactioneel artikel, over een van uw projecten of ideeën, een specifiek product of een van uw partners, of over uw eigen organisatie uiteraard. Overleg gerust met ons over de mogelijkheden, alles is bespreekbaar.

Tenslotte: in het productieproces van QPQ wordt natuurlijk uitsluitend gedrukt met biologische inkten, IPA-vrij op de Ecolor-pers, 100% gevoed door groene stroom, CO2-neutraalvrij en met CO2-neutrale grondstoffen. De pre-press is geheel chemievrij. En ja, dat kan dus zulk mooi papier en zulke heldere kleuren tot gevolg hebben. Meer weten? Neem contact op met QPQ, Marije Hamers, e-mail marije@qpq-magazine.nl, telefoon: 073 610 00 88.


170

QPQ | 3 • 2010


Geleijnse en Van Benthem eten uit

Restaurant Z&M, Rotterdam

Geen kletskop onder de Erasmusbrug Het Rotterdamse Scheepvaartkwartier oogt weldadig op deze zonovergoten dinsdag. Een koel briesje, masttouwen die ritmisch klikken op de wind, met op de achtergrond nog net een punt Erasmusbrug. Dit is het fraaie decor van het terras waarop Geleijnse en Van Benthem neerstrijken. Hongerig naar eerlijk, biologisch voedsel en een keuken met een goed verhaal.

Tekst: Willemijn van Benthem en Annemarie Geleijnse

171


Op het laatste moment ontdekt Geleijnse in het bed van krokante sla nog een perfecte plak geitenkaas en knapperig stuk brood.

Z&M Delicatessen Veerhaven 13 3016 CJ Rotterdam Reserveren: 010-2800980 info@zenmdelicatessen.nl www.zenmdelicatessen.nl

172

QPQ | 3 • 2010


Rob Baris en Emmy Walburg zijn de eigenaren van Z&M, een

hangop met meringue en kletskoppen. Emmy Walburg zal bij

restaurant, delicatessenwinkel en kookstudio. De zaak is stijlvol

de kok navragen of de koekjes tarwe bevatten en serveert even

aangekleed, als een decor in een hip interieurblad. ‘Eigenwijs

later de hangop zónder kletskoppen - en zonder toelichting.

eerlijk eten’ is de slogan van dit eetpaleis. Uitbaatster Emmy

Een gemakkelijke oplossing, maar de hangop is romig en fris

Walburg maakt er niet veel woorden aan vuil. “Wij kunnen het

tegelijk door de verse frambozen en aardbeien. Het krokante

ons gewoon niet voorstellen dat je het anders doet.” Ze vindt

eiwitbeslag dat er doorheen is geroerd, maakt het gerecht luch-

het vanzelfsprekend dat je voor goede producten kiest en dat

tiger dan het in werkelijkheid is. Toch gaat alles op.

zijn nou eenmaal vaak biologische. “Maar”, voegt ze toe, “ik

Misschien dat we in de avonduren nog eens moeten terugko-

ben mijn broeders hoeder niet. Iedereen moet het zelf weten.

men, als Rob Baris er ook is? De kaart nodigt er in ieder geval

Wíj doen dit al dertig jaar zo.”

toe uit. En we zijn eigenlijk wel benieuwd naar die parfait van lavendel met rozenbottelsaus.

Voorgerecht Bij aankomst zijn slechts drie tafeltjes bezet. Aan het eten kan het niet liggen. “Wat gezond!”, roept Van Benthem uit

NB: Met de kassabon krijg je vijf procent korting in de wijnwinkel. Wijn halen ze zelf uit Frankrijk.

als zij een schaal vol geroosterde pastinaak, artisjok en bieten krijgt aangereikt. “We máken ook heel gezond eten”, pareert Walburg. Uitnodigend is ze niet. Op de opmerking van Van

Het recept

Benthem dat zij geen tarwe mag, zegt ze: “Dan moet je geen brood eten”, terwijl ze brood op tafel zet. Desalniettemin smaken de voorgerechten heerlijk. Met de groenten om in de dipsauzen te dopen, mis je het brood niet eens. En ook de verse artisjok van Geleijnse maakt veel goed. De dressing van honing

Recept Hangop Z&M Delicatessen

en mosterd is ouderwets lekker om de mooi gedrapeerde blaadjes door heen te halen. Het is alleen een flink voorgerecht. Op het laatste moment ontdekt Geleijnse in het bed van krokante

Ingrediënten (vier personen):

sla nog een perfecte plak geitenkaas en knapperig stuk brood.

– 250 ml yoghurt – 200 ml slagroom – 300 gr rood fruit: aardbeien, bramen, bessen Merengue (harde) grof verkruimeld, ongeveer een kleine hand (hiervoor kunnen ook zogeheten ‘schuimpjes’ worden gebruikt) – 1 vanille stokje – Rasp van ½ citroen, ½ limoen en ½ sinaasappel – 3 eetlepels honing

Hoofdgerecht Als hoofdgerecht koos Geleijnse voor de kleine portie pasta met walnotenpesto, citroen en geroosterde paprika. Hoewel de pasta wat zoutloos is, likt ze liefst haar bord af. De pesto geeft een nasmaak die de rest van de dag op je gehemelte blijft hangen als een gelukzalige herinnering. Van Benthem geniet intussen stilletjes van de risotto met twee soorten garnalen en selderij. Heerlijk romig door de parmezaan, veel garnalen en de rijst perfect beetgaar. Op het menu stond ‘twee soorten garna-

Giet de yoghurt in een schone doek en leg deze in de zeef.

len’, maar welke dat mogen zijn, wordt niet onthuld. “Gewoon,

De yoghurt een nacht lang laten uitlekken. De slagroom

grote en kleine”, is het zuinige antwoord van de uitbaatster.

kloppen en door de uitgelekte yoghurt scheppen. Weer een aantal uur laten uitlekken. Ongeveer 100 gram van het

Dessert Het gezicht van Geleijnse gaat alweer glimmen als de citroen-

rode fruit opkoken met een schepje honing en zeven, voor de saus. Het vanillestokje uitschrapen en samen met de

taart met frambozen en rabarberijs wordt neergezet. Het deeg

citrus-rasp en honing door de yoghurt roeren. Voeg pas op

is zo klef dat het aan de binnenkant van je wangen blijft plak-

het laatste moment de stukjes merengue en het rode fruit

ken. Geleijnse probeert uit alle macht alles op te eten, maar hoe

toe. Leg een flinke schep hangop op het bord en schenk

lekker ook, het beslag is machtig. Van Benthem kiest voor de

wat saus over en om de yoghurt heen.

173


Estafette Ritsaart van Montfrans geeft het ‘stokje’ door aan… Igor Kluin van Qurrent.

Energiedirecteur maakt slim gebruik van zijn netwerk Igor Kluin is oprichter van Qurrent, een energie­maatschappij die zich richt op lokale energieopwekking.

“Igor Kluin is heel gedreven in het vinden van een nieuw, duurzaam marktmodel voor de energiesector. Hij doet dat op

alternatieven. De hoeveelheid energie die te veel is wordt naar de buren ‘gestuurd’, of naar het netwerk.

een slimme manier, en komt daardoor heel ver. Met zijn bedrijf

En dat is een groot verschil met hoe het nu nog gaat met

laat hij zien dat verandering in ons ‘starre’ energiesysteem wel

centrale opwekking. Het is veel beter - en ook logischer - om

degelijk mogelijk is.

gebruik te maken van meerdere, kleine energiebronnen door

Qurrent is een energiemaatschappij die helpt bij de decentrale

het hele land. Igor Kluin bewijst met zijn bedrijf dat er wel

opwekking van energie, en ook het meten van die energie. In de

degelijk alternatieven zijn en dat het ook haalbaar is. Hij maakt

meterkast wordt een Q-box geplaatst die bijhoudt hoeveel ener-

daarbij slim gebruik van zijn netwerk. Door zijn contacten met

gie er wordt verbruikt. Het bedrijf maakt voor de opwekking

Den Haag en met woningbouwverenigingen komt hij heel ver.”

gebruik van zonnepanelen, windturbines en andere mogelijke

Tekst: Roos Menkhorst | Fotografie: Jaqueline Dersjant

174

QPQ | 3 • 2010


VOLGENDE KEER IN QPQ

Thema: innovatie Wat zijn de vijf belangrijkste innovatietrends? Hoe springen sociaal ondernemers daarop in?

En de koplopers van het reguliere bedrijfsleven?

Social intrapreneurs: social changemakers in gewone ondernemingen Duurzaam kerstdiner. Onder het genot van een verantwoord diner voert QPQ een debat met de eters over: Wat is beter: fair, biologisch, regionaal? En natuurlijk de recepten. Verantwoord op reis. Steeds meer reisorganisaties claimen dat ze aan ecotoerisme doen. Maar hoe ‘eco’ zijn die reizen eigenlijk? Wat levert het de lokale bevolking op? Hoeveel van iedere euro gaat er daadwerkelijk naar haar toe?

Nieuwe rubriek: Social Dragons Den Verantwoord oud en nieuw vieren: duurzame bubbels, verantwoorde cosmetica en groene feestkleding QPQ nr.4 verschijnt in december 2010 3


Stel je voor. Zij maakt zich op voor uw bedrijf.

Stagiaires en afstudeerders die er voor gaan! Feature Talent helpt u om die zelfstandige, communicatieve en gemotiveerde HBO student(e) te vinden waar u echt wat aan hebt. Wanneer u een opdracht voor een stagiaire of afstudeerder hebt, dan wilt u niet afwachten of de juiste kandidaat zich zal aandienen. Wij gaan op basis van persoonlijke contacten op zoek naar de student die zich graag wil ontwikkelen in uw organisatie.Voor u is het no cure no pay, dus bel ons als u gaat voor resultaat. Kijk voor meer informatie op www.featuretalent.nl of bel naar 0180 41 00 43.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.