GRENZENLOOS MAGAZINE
Grenzenloos.nl
Voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters
NR
19
David Scherpenhuizen Cultuurschok
Aug 2015
OP ZOEK NAAR OCCITANIĂ‹ Rondreis door cultureel Frankrijk
SNEEUWSCOOTERS IN DE ZOMER Waarom Zweden dol zijn op alles met een motor
DE MAAND JULI IN SPANJE Marielle Saegaert doet verslag
Uitgeverij
1
Grenzenloos
Welkom
Colofon GRENZENLOOS MAGAZINE Gratis online magazine voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters. Verschijnt 12 x per jaar, rond de laatste vrijdag van de maand. Een uitgave van Uitgeverij Grenzenloos, een imprint van VanDorp Uitgevers Voor meer informatie of adverteren, kijk op www.grenzenloos.nl of mail naar info@grenzenloos.nl In dit nummer staan bijdragen van: Sanne de Bock Marielle Saegaert Liesbeth Arts David Scherpenhuizen Nelleke Koot Marjan van den Dorpe
OP BEZOEK IN FRANKRIJK
D
e tijd vliegt. Dit is Grenzenloos Magazine nummer 19. Al meer dan anderhalf jaar brengen we elke maand leuke artikelen op het gebied van wonen, werken en reizen over de grens. Vanaf het eerste begin vetellen Ludique le Vert en Liesbeth Arts om en om hun belevenissen als bewoners van het Franse platteland. Met veel humor, zelfspot en oog voor details die het leven zo leuk kunnen maken. Afgelopen maand bracht ik beide rasvertellers een bezoek en begonnen de hilarische columns nog meer te leven dan ze sowieso al doen door de enthousiaste verteltrant die beiden altijd hanteren. Geweldig!
Ook deze maand weer veel afwisselende en lezenswaardige artikelen. Veel leesplezier! Uw reacties en tips worden altijd gewaardeerd: info@grenzenloos.nl Grenzenloos Magazine verschijnt 12 x per jaar, rond de laatste vrijdag van de maand.
Eric Jan van Dorp - Uitgever/hoofdredacteur Twitter: @ericjanvandorp
Stef Smulders Eric Jan van Dorp Coverfoto: Gabriel Garcia Marengo CopyrightŠ2015 VanDorp Uitgevers Op de teksten en foto’s in deze uitgave rust auteursrecht. Niets uit deze uitgave mag worden opgeslagen, gekopieerd of op andere wijze dan ook worden verveelvoudigd en/of verspreid, zonder uitdrukkelijke en schriftelijke
2
Inhoudsopgave
Nieuws van over de grens
7
De vis van Maui
Marielle Saegaert: Julio
20
28
Je kan er niet omheen (2)
Sneeuwscooter rijden in de zomer
42
14
Op zoek naar OccitaniĂŤ
Liesbeth: het diner
34
6
38
Afstanden: een reis door de tijd
Stef Smulders: hittegolf
46
Nieuws TOERISME SPANJE BREEKT RECORD IN EERSTE HELFT 2015 RUIM 29 MILJOEN BUITENLANDSE TOERISTEN
S
panje trok in de eerste helft van dit jaar door 29,2 miljoen buitenlandse toeristen, een nieuw record. Spanje lijkt vooral te profiteren van de onrust in Noord-Afrikaanse vakantielanden als Egypte en Tunesie. Met 6,7 miljoen toeristen blijven de Britten verreweg de grootste groep, gevolgd door Duitsers (4,7 miljoen) en Fransen (4,6 miljoen). Het aantal Russische toeristen nam een forse duik (ruim een derde minder dan dezelfde periode vorig jaar). Door de neergang van de roebel bezochten slechts 361.000 Russische toeristen Spanje. Bron: ANP
MARIELLE SAEGAERT TE GAST BIJ RADIO 1 IN VPRO SPECIAL OVER SPANJE
O
p woensdag 12 augustus is auteur en Spanje emigrant Marielle Saegaert te gast in de VPRO special over Spanje. Saegaert, woonachtig in Santigo de Compostela, doet in Grenzenloos Magazine maandelijks verslag van het dagelijks leven in Spanje. Hierover schreef zij ook het opmerkelijke boek Waar de regen kunst is. In de uitzending van 12 augustus zal Saegaert verslag doen van de meest belangrijke zaken die op dit moment in Spanje spelen, zoals de recente politieke aardverschuivingen en de nog steeds hoge jeugdwerkloosheid.
4
Nieuws RELATIEF WEINIG NEDERLANDERS WERKEN OVER DE GRENS GRENSPENDELAARS KOMEN VEEL VAKER UIT DUITSLAND
W
einig Nederlanders kiezen voor een baan in een van de buurlanden. Per dag pendelen een kleine 100.000 werknemers tussen Nederland en Duitsland of België. Gezien het aantal banen en inwoners in de grensregio’s is dat weinig. Deze conclusie trekken het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in een onlangs verschenen rapport. Bovendien gaat het bij ruim de helft van deze pendelaars om Nederlanders, Belgen of Duitsers die aan de andere kant van de grens zijn gaan wonen, maar hun baan in het land van oorsprong hebben. De grensbarrière is niet voor iedereen even groot. Duitsers blijken 2,5 keer vaker in de grensstreek van Nederland te werken, dan omgekeerd. ‘‘Dat is opmerkelijk want de mogelijkheden voor grenspendel zijn zelfs iets groter voor Nederlanders in Duitsland dan andersom. Het verschil in taal en cultuur kan dit niet verklaren: die kloof is even groot voor de Duitsers als de Nederlanders,’’ aldus de onderzoekers. Belgen werken overigens ongeveer even vaak in de Nederlandse grensstreek als Nederlanders in België.
werkgevers en werknemers aan weerszijden van de grens elkaar sneller vinden.’’ Toch zullen volgens het onderzoek niet alle regionale arbeidsmarkten langs de grens evenveel profiteren van het wegnemen van belemmeringen. Meer open grenzen zijn vooral gunstig voor regio’s waar de banen over de grens goed aansluiten bij de kennis en vaardigheden van de werknemers, aldus het rapport. Stimuleren van werken over de grens kan ook als onbedoeld neveneffect hebben dat de krimp van de beroepsbevolking in de Nederlandse grensregio’s wordt versterkt, waarschuwen de onderzoekers.
“Regionaal en nationaal beleid kan belemmeringen om over de grens te gaan werken verminderen, maar dit vraagt maatwerk. Als er veel geschikte banen over de grens bereikbaar zijn, dan zijn regio’s gebaat bij een betere informatievoorziening zodat
Bron: ANP
5
e D
i u a M n a v s i V 6
Buitenlandstage
S
anne de Bock is voor haar stage enkele maanden in Nieuw-Zeeland. Zij houdt de lezers van Grenzenloos Magazine op de hoogte van haar ervaringen. Een rijk land is het, bedenk ik me als ik op de achterbank van een auto met het stuur aan de verkeerde kant over de uitgestrekte wegen van Nieuw-Zeeland zoef. Zo’n beetje alles wat je zoekt in een land, heeft het te bieden: bergen, zee, meren, vulkanen, rivieren... Het enige waar je niet voor naar de andere kant van de wereld hoeft te komen, is stedelijke geschiedenis; aangezien Nieuw-Zeeland pas in de zeventiende eeuw is ontdekt door de Europeanen, zijn er weinig echt oude gebouwen te vinden. De eilanden bevatten echter zoveel andere dingen om je over te verwonderen, dat de afwezigheid van kastelen of middeleeuwse huisjes nauwelijks een gebrek zijn te noemen. Daar komt nog bij dat het land, wat het ontbreekt aan Europese historie, rijk is aan verhalen van de Maori’s. De Maori naam voor het Noordereiland, Te Ika a Maui, betekent letterlijk “De Vis van Maui” en vindt zijn oorsprong in één van de verhalen over de beroemde halfgod Maui. Toen de jonge avonturier op een dag niet mee mocht vissen op het bootje van zijn broers, verstopte hij zich op het vaartuigje, kwam midden op zee tevoorschijn en wierp daar zijn magische vishaak, gemaakt van het kaakbot van één van zijn voorouders, uit in het water. Het duurde niet lang voordat Maui beet had en met een beetje moeite een enorme vis naar boven haalde: het noordelijke eiland van Nieuw-Zeeland. In de anderhalve week dat ik met de auto de Vis van Maui heb doorkruist, hebben we al zoveel mooie dingen gezien dat het moeilijk is om ze
allemaal op te noemen. Nog veel meer mooie dingen zijn onze nieuwsgierige blikken bespaard gebleven, want anderhalve week is nooit voldoende om het gehele eiland te bezichtigen, maar ik denk dat ik een goede indruk heb gekregen.
Een levendig land Ondanks de inventiviteit van de verhalen die de Maori’s gebruiken om het ontstaan van het Noordereiland te verklaren, hebben de wetenschappers toch een andere mening over zijn afkomst. Volgens hen is NieuwZeeland ooit afgesplitst van het supercontinent Gondwana, waarna de zee het aan een transformatie onderwierp en het beetje bij beetje vormde tot het land dat we nu kennen. Vanwege zijn positie midden op een breuklijn, zijn de twee eilanden geen onbekende met aardbevingen en ook vulkaanuitbarstingen zijn er genoeg te vinden als je hun geschiedenis uitpluist. Tijdens mijn verblijf in Wellington ben ik getuige geweest van drie kleine aardbevinkjes, iets wat voor mij als Nederlander natuurlijk erg indrukwekkend was, maar waar de NieuwZeelanders amper nog van opkeken. Eén van de drie hadden de meesten zelfs niet eens gevoeld...
7
Nieuw-Zeeland Dat aardbevingen geen zeldzaamheid zijn in het land valt ook op te maken uit de bordjes onder de bekende hoe-te-handelen-bij-brand-plaatjes die door de universiteit verspreid zijn. Hierop wordt de lezer namelijk minutieus uitgelegd welke acties hij of zij moet ondernemen in het geval dat de aarde begint te schudden. Als extra voorzorgsmaatregel zijn belangrijke spullen aan de muur bevestigd om te voorkomen dat ze zouden omvallen, en de nooduitgangen bieden je een snelle weg naar buiten, mocht het trillen van de aarde dat nodig maken (al wordt iedereen aangeraden binnen te blijven wanneer zich een aardbeving aandient, omdat de kans op verwondingen door puin of omvallende voorwerpen daar een stuk kleiner is). Wie een blik werpt op ĂŠĂŠn van de vele sites die
8
recentelijke aardbevingen in het land weergeven, zal tot de ontdekking komen dat er iedere dag wel ergens eentje plaatsvindt. Gelukkig zijn de meesten zo licht dat ze niet zijn te voelen, en wanneer dat wel het geval is, te licht om daadwerkelijke schade te veroorzaken. Veel om je druk over te maken is er dus niet, al hebben de bevingen zeker genoeg kracht om onervaren toeristen een goed verhaal voor een berichtje naar het thuisfront te geven.
Rotorua Buiten de aardbevingen om is de activiteit van de planeet ook goed te bemerken in het stadje Rotorua, een plaatsje waar de lucht altijd in meer of mindere mate naar zwavel ruikt. Erg bijzonder is vooral ook het nabij gelegen park Wai-O-Tapu
Buitenlandstage Thermal Wonderland, waar de aarde zo actief is dat de bezoekers worden verzocht zich alleen op de aangegeven paden te begeven, willen ze niet hun voeten branden aan de gloeiend hete omgeving. Overal waar je loopt hoor je kokend water bubbelen, word je omgeven door rookwolken of ruik je de sterke zwavellucht. De chemicaliën die worden opgehoest uit het binnenste van de wereldbol verven de grond in bijzondere groene, gele en oranje kleuren, die fel afsteken tegen het witte silicium waaraan de bodem rijk is. Het is erg indrukwekkend om door het gebied te lopen en de effecten van de aardwarmte in je op te nemen, maar wees wel bedacht op de vreemde geuren die moeder aarde de atmosfeer in zendt – na een tijd door het park te hebben gelopen was het haast onmogelijk er niet een beetje last van te krijgen...
Dineren bij de Maori’s Behalve de vele vulkanische bijzonderheden waarover Rotorua en zijn omgeving beschikken, zijn er rondom het stadje ook veel Maoridorpen gevestigd. Een aantal hiervan houden zichzelf in stand door toeristen rond te leiden door hun dorp of park, waarbij ze interessante verhalen vertellen over de Maori geschiedenis, maar ook over de bijzondere natuur die hun woonplaats zijn karakteristieke uitstraling geeft. Natuurlijk laten ze je echte Maori zang en dans beleven – indrukwekkende geluiden en bewegingen die moeilijker zijn na te bootsen dan op het eerste gezicht lijkt. Dat laatste heb ik aan den lijve ondervonden toen alle vrouwen het podium op werden gehaald om te dansen met een poi; een touw met aan het uiteinde een zachte bal en veren, die wordt gebruikt voor een speciale dans. Luttele momenten ervoor hadden we nog gebiologeerd toegekeken hoe de glimlachende
Maorivrouwen met het balletje zwaaiden, draaiden en het opvingen alsof het niets was, maar toen we zelf aan het werk werden gezet bleek dit toch wel even een tandje moeilijker dan verwacht. De mannen hadden het echter nog “slechter” getroffen. Aan het einde van de haka, die ik na al die maanden in NieuwZeeland eindelijk heb mogen beleven, werden de mannelijke toeschouwers namelijk uitgenodigd op het podium om, onder toeziend oog van hun vrouwelijke reisgenoten, de Maori oorlogsdans te leren. Dat zorgde natuurlijk voor veel vermaak onder de vrouwen... Na het entertainment werden we getrakteerd op hangi, een typisch Maori gerecht dat bestaat uit vlees, aardappelen en groenten, urenlang onder de grond gekookt. De zogenaamde hangi pit die de mensen hiervoor gebruiken wordt op temperatuur gebracht met behulp van opgewarmde vulkanische stenen, iets waarvoor je in Rotorua natuurlijk op de perfecte plaats bent. Hoewel het geen goedkoop avondje uit genoemd kan worden, is een bezoekje aan één van de Maoridorpen van Rotorua echt een aanrader voor iedereen die bij het stadje in de buurt is. Weinig belevenissen zijn zo typisch Nieuw-Zeelands, en daarbij blijft elke dollar die wordt besteed in de dorpen binnen de grenzen van dat gebied. Zo heb je een heel interessante, leuke avond én draag je bij aan het instandhouden van de Maoricultuur.
Waitomo Een tweede bijzondere belevenis is een tocht door de grotten van Waitomo, een dorpje met maar 42 inwoners in het westen van het eiland. De naam van het plaatsje is een samenstelling van het Maori “wai”, dat water betekent, en “tomo”, gat, en dat “watergat” geen onlogische benaming
9
Nieuw-Zeeland is merk je wel als je door het heuvellandschap rijdt; jaren en jaren van zuur regenwater hebben het zwakke kalksteen waaruit de bodem is opgebouwd op veel plaatsen weggesleten, waarbij er grotten zijn ontstaan die hun ingang vinden in de uitgestrekte groene weides. De grotten van Waitomo vormen een natuurlijke habitat van indrukwekkende hoeveelheden gloeiwormen, die zich in het donker uitstrekken als een melkweg van piepkleine sterretjes en zelfs zoveel licht verspreiden dat het mogelijk is om zonder extra lamp de persoon naast je te kunnen onderscheiden. Een
prachtig gezicht was het, bijna magisch, om op een rubberbootje door de ruisende grotrivier te glijden met als enige lichtbron de staartjes van de gloeiwormen, die oplichten in een poging insecten in hun draadvormige webjes te lokken.
Cathedral Cove Behalve mooie, inlandse landschappen bevinden zich in Nieuw-Zeeland ook een aantal hele leuke kustplaatsjes, zoals Hahei en Mount Maunganui. Wie een bezoekje brengt aan Hahei moet zeker niet vergeten langs te gaan bij Cathedral Cove, de kathedraalvormige tunnel die door het zeewater is uitgesleten in een klif aan de kust. Hier zijn een aantal scènes uit The Chronicles of Narnia: Prince Caspian opgenomen, en zodra je één voet op het strand zet, snap je waarom. De omgeving is sprookjesachtig mooi en maakt het niet moeilijk te geloven dat je een andere wereld bent ingelopen. Een Eiland voor Vogels Niet alleen de natuur van Aoteaoroa, de Maori naam voor Nieuw-Zeeland, biedt stof voor interessante verhalen: ook over de fauna van het land valt genoeg te zeggen. Behalve natuurlijk de exotische kiwi’s wonen in Nieuw-Zeeland vreemd genoeg namelijk ook een hoop vogels van Europese afkomst. De oorzaak hiervan ligt bij de Britten, die hun nieuwe woonplaats bij aankomst trachtten op te leuken
10
Buitenlandstage met dieren uit hun thuisland. Hun uit Engeland meegebrachte vogeltjes bleken goed te gedijen in hun nieuwe omgeving en vermenigvuldigden zich snel, waardoor je er tegenwoordig niet van op hoeft te kijken als er plotseling een zwerm mussen voor je neerstrijkt. De Europeanen importeerden echter niet alleen vogels naar het onbekende land, ook zoogdieren zoals ratten en katten werden (al dan niet per ongeluk) door hen verscheept naar de andere kant van de wereld. Voor de oorspronkelijke inwoners van Nieuw-Zeeland, de vogels, betekende dat een fatale vijand die veel van hen het leven heeft gekost. Tegenwoordig wordt getracht veel van de uitstervende vogelsoorten weer op peil te brengen door het aanleggen van roofdiervrije natuurparken en het ophangen bordjes die de locals gebieden hun katten binnen te houden. Oorspronkelijke flora wordt weer in ere hersteld in de vorm van natuurreservaten waar men hun best doet buitenstaanders zoals Australische en Europese bomen te bannen, en ook dit is voordelig voor de tui’s, de kaka’s en natuurlijk de kiwi’s.
de toeristen uitgebreid de mascotte van hun vakantieland kunnen bekijken. Voor wie deze manier van kiwi’s kijken niet “echt” genoeg is, bestaat er ook nog de mogelijkheid mee te gaan met een nachttour door één van de natuurparken, waar het de gidsen hopelijk lukt een van de populaire loopvogels aan te wijzen in hun natuurlijke omgeving.
Kiwi’s zonder veren Hoewel Nieuw-Zeeland, ondanks zijn grootte, minder inwoners heeft dan Nederland, zul je er toch niet alleen vogels en planten aantreffen – en dit is geen probleem, want waar je ook komt en hoe je je reis ook uitstippelt, de NieuwZeelanders zijn aardig en behulpzaam en zullen altijd de tijd nemen je te woord te staan en je vragen te beantwoorden. Een chagrijnige NieuwZeelander vinden is bijna even lastig als het spotten van een kiwi vogel, en dat wil wat zeggen. De menselijke Kiwi’s zullen je van harte welkom
Vanzelfsprekend kun je NieuwZeeland niet hebben bezocht zonder die laatstgenoemde vogel te hebben gespot, al is het vanwege hun omgedraaide slaap-waakritme lastig er één te ontdekken in het wild. Gelukkig zijn er genoeg “kiwi farms” waar de dieren in een veilige omgeving kunnen opgroeien zodat hun soort naar zijn oude getallen kan worden teruggebracht – en waar
11
Nieuw-Zeeland heten in hun land en je reis van net dat beetje extra warmte voorzien, of je nou in de zomer of de winter komt.
De tijd tikt Na alle avonturen die ik in Nieuw-Zeeland heb beleefd, is het moeilijk te geloven dat mijn reis door de andere kant van de wereld er bijna op zit. Mijn vliegtuig terug naar huis vertrekt aan het begin van augustus, en dat moment begint steeds dichterbij te komen. Voordat het zover is, heb ik echter nog wat activiteiten op het Zuidereiland op de planning staan. Door veel locals wordt dit eiland, Maui’s bootje, het hart van Nieuw-
12
Zeeland genoemd, en ook de reizigers die ik tegen ben gekomen hebben me op het hart gedrukt dit deel zeker niet over te slaan. Een busreis waarin ik in drie weken de mooiste steden en plaatsen van het Zuidereiland zal aandoen, zal me hopelijk genoeg ervaringen opleveren om mijn eigen mening te vormen over het zo geprezen zuiden. We zullen zien of het vaartuigje van Maui net zo indrukwekkend is als zijn vis! - Wordt vervolgd Tekst & foto’s : Sanne de Bock
Meer spannende Nieuw-Zeeland perikelen lezen? In Een Enkeltje Auckland Please beschrijft Marisa Garau, voormalig copywriter en ex-stressverslaafde, op openhartige wijze hoe zij besluit om haar snelle Amsterdamse leventje in te ruilen voor een nieuw bestaan in NieuwZeeland. Bij gebrek aan informatie over de hopes and fears waarmee elke aspirantemigrant te maken krijgt, besluit zij een boek te schrijven: van de eerste prille emigratiekriebels tot het daadwerkelijke enkeltje Auckland.
Een enkeltje Auckland, please... Op weg naar het Nieuw-Zeeland visum Marisa Garau ISBN 9789461850591 O.a. te koop via Bol.com en Emigratieboek.nl
13
Naast praktische informatie over het nut van een goede planning, de schimmige rol van emigratiebureaus, het belang van blind doorzettingsvermogen en de heilzame werking van geduld, is Een Enkeltje Auckland Please een persoonlijk verslag over de emotionele kant van emigreren. Bovendien geeft het een openhartig inzicht in de reacties van familieleden en vrienden, die heen en weer schieten tussen welgemeend enthousiasme, zure afgunst en hardnekkig onbegrip. Dit onderhoudende, informatieve en humoristische boek is bedoeld om iedereen die naar een ander land verlangt, een hart onder de riem te steken en te bewijzen dat al het gedoe zeker de moeite waard is!
Een Spaanse maand
JULIO
MARIELLE SAEGAERT
M
arielle Saegaert verhuisde jaren geleden naar Spanje en woont sindsdien in Santiago de Compostela. Maandelijks houdt zij ons op de hoogte wat er speelt in haar stad en de Spaanse samenleving. Gelukkig lijkt de zomer nu echt begonnen. Mensen op straat lijken net dat ene beetje meer te glimlachen en net dat ene beetje meer ontspannen langs de winkeltjes te lopen. Of vergis ik me en zijn dit toeristen en niet
14
de Spanjaarden zelf? Het zijn immers de buitenlandse toeristen die dit jaar hier in Spanje een record hebben gebroken: er is meer dan 28 miljard euro meer uitgegeven dan in dezelfde periode vorig jaar. Spanjaarden zelf lijken voorlopig nog niet in de (financiĂŤle) stemming te verkeren ditzelfde record te verbreken in het buitenland. Over het algemeen en zeker in de huidige economische omstandigheden lijkt de Spanjaard nog altijd meer in eigen land op vakantie te gaan.
Marielle Saegaert Maar ja… als je zon, zee, strand, prachtig binnenland en historische steden allemaal binnen de eigen grenzen kan vinden, waarom zou je dan veel geld uitgeven om naar een ander land te rijden of te vliegen? De zomervakantie in ieder geval lijkt hier het meest in eigen land doorgebracht te worden. Begrijpelijk!
Openingstijden Maar ook Spanjaarden lijken in dit zonnige en blije jaargetijde het leven toch iets meer relaxed te aanschouwen en ook meer te glimlachen, zelfs zij die geen vakantie hebben en gewoon door moeten werken. Het is namelijk de gewoonte voor bedrijven om tijdens de zomermaanden een ‘intensieve werkdag’ in te voeren voor de werknemers: van ’s ochtends 8 uur tot ’s middags 3 uur. Dit in plaats van de in Spanje nog altijd overheersende lange werkdag die voor de lunch zo’n twee uur(!) lang onderbroken wordt, namelijk van plusminus twee tot vier uur ’s middags. Maar in de zomer, van ongeveer mid juni tot mid september krijgen veel werkende Spanjaarden de kans om via dit intensieve werkrooster ineens meer tijd te kunnen genieten van hun gezin, lijkt hun productiviteit te stijgen en hun verzuim op het werk drastisch af te nemen. Vandaar die glimlach.
‘typically Spanish’… Sommige winkels sluiten nog altijd om twee uur om pas tegen half vijf pas weer te openen! De lunch wordt namelijk pas om twee uur ’s middags geserveerd: geen sneetje brood met een cup-a-soup maar een uitgebreide warme maaltijd. Vroeger was het zo dat iedereen hiervoor thuis aanschoof. Het liefst met het hele gezin compleet: opa’s en oma’s erbij, lange tafel netjes gedekt zodat iedereen eraan paste… Gezamenlijk eten… een zeer geliefde Spaanse traditie die door de toenemende incompatibiliteit van het moderne professionele leven met het privéleven in gevaar is gekomen.
‘Winkels sluiten om twee uur om pas tegen half vijf pas weer te openen...’ Een van de gewoontes waar buitenlanders het meeste moeite mee hebben als zij Spanje bezoeken, is de enorm verschillende dagindeling. Alhoewel de commercie het ook hier steeds vaker wint van ouderwetse tradities, is het qua dagindeling hier nog altijd
15
Een Spaanse maand Voor het avondeten is het pas tegen ’s avonds negen, vaak tien uur de tijd. In het weekend een hapje buiten de deur eten is voor buitenlanders dan ook vaak een onverdraaglijke en in ieder geval een zeer inspannende oefening: soms krijg je pas tegen elf uur (‘s avonds) een tafeltje… Dus moet je tegen middernacht bedenken of je nog plaats hebt voor die overheerlijke tiramisu die je de ober voorbij hebt zien dragen…
Verandering? Nu lijkt het Spaanse Lagerhuis hier korte metten mee te willen maken: de studie door de hier enkele jaren geleden voor aangestelde commissie lijkt weer uit de lade tevoorschijn te zijn gehaald en vooral El País lijkt een ferme voorstander. De cijfers liegen er dan ook niet om: werkverzuim gaat omlaag, productiviteit omhoog, energiekosten zakken en de werknemer is veel tevredener. En voor welke baas is dit nou níet zijn eerste prioriteit?? De lange, zware werkdagen geven de gemiddelde Spanjaard veel problemen bij het zoeken van een evenwicht tussen zijn privéleven en zijn werk. Met de huidige technologische mogelijkheden lijkt het alleen maar tegenstrijdig en contraproductief vast te houden aan de ouderwetse dagindeling die het meest in stand lijkt te worden gehouden door de vastgeroeste mentaliteit van een oude generatie leidinggevenden dan doorslaggevend bewijs van zijn voordelen.
Tijdzone Dit debat gaat hand in hand met het dilemma waar we het hier al jaren over hebben: Spanje zou in een andere tijdszone moeten worden ingedeeld, namelijk die van Greenwich. Dus -1 uur, net als Groot-Britannië en Portugal. Als je de wereldbol bekijkt, wordt er inderdaad een hele
16
gekke sprong gemaakt bij de noordwestkust van Spanje om de tijdszone van centraal Europa aan te houden. Zou Greenwich aangehouden worden hier, dan ben je gelijk af van die idiote etenstijden omdat de hoogste zonnestand immers een uurtje vroeger zal vallen. Aan de andere kant… we zijn er natuurlijk wel heel erg aan gewend en vooral de sociale gewoontes lijken in Spanje meer dan waar ook moeilijk te veranderen. Het leven is speelt zich in Compostela, net als in de rest van het land, toch immers buiten de deur af, met hier honderd terrasjes (verdeeld over twee straten!) en het biertje voor minder dan twee euro en de gratis tapaatjes?
Jullie in Europa De autonome regio waar de ‘Europeïsering’ van de werktijden het hoogst op de politieke agenda lijkt te staan, is Cataluña. Dit is niet verwonderlijk daar hier veel buitenlandse bedrijven zijn gevestigd en misschien niet geheel ontoevallig Barcelona hier in Spanje vaak wordt omschreven als een “Europese” stad. Madrid zou volgens de volksmond heel “Spaans” zijn. Er wordt hier, tot mijn aanvankelijk grote verbazing, soms een onderscheid gemaakt tussen “jullie in Europa” en “wij in Noord-Afrika”… Een mix van een minderwaardigheidscomplex en een grote dosis bewondering (en een tikkie nijd) voor het efficiënte Noord-Europa, overigens vaak rap gevolgd door een trotse opsomming van dingen waar de ‘Europeanen’ nog wat van zouden kunnen leren! (voetbal, feestje bouwen, wijn maken, etc.)
Onafhankelijkeheid Deze identiteitskwestie sluit mooi aan op een ander onderwerp dat in deze warme maand de voorpagina’s heeft gedomineerd: het Catalaanse
Marielle Saegaert streven naar onafhankelijkheid. De Catalaan voelt zich immers geen Spanjaard… Eind september zijn er verkiezingen in Cataluña en de Catalaanse nationalisten gaan voor niets minder dan de winst, en dat is in hun geval de totale onafhankelijkheid van de Spaanse staat. Het referendum van november vorig jaar heeft immers bevestigd dat de overgrote meerderheid van de Catalanen hun vooralsnog Spaanse streek als een van Spanje onafhankelijke staat willen zien. Is in het jaar sinds het referendum de overtuiging van de Catalaanse kiezer verminderd of wordt het inderdaad een klinkklare overwinning voor de nationalisten? Het belooft een hete zomer te worden en eind september zullen de Catalaanse kiezers zelf uitsluitsel geven.
Bosbranden Hitte is er helaas ook in een ander opzicht: de jaarlijks terugkerende bosbranden. Een triest fenomeen dat elk jaar weer miljoenen hectares grond verwoest, veel dieren en soms ook menselijke slachtoffers eist. Je vraagt je af dus af waarom er zoveel bezuinigd is op de ‘bosbrandweer’… De afgelopen dagen was het de streek rond het dorp Odena, in Cataluña, dat in brand stond, 1300 hectare bosrijk gebied verbrand. Zo nu en dan word je triest wanneer je hoort wat soms de oorzaak is. De afgelopen jaren is na verschillende bosbranden gebleken dat ze aangestoken zijn door juist diegenen wiens contract niet meer vernieuwd werd. In hun zieke
17
Een Spaanse maand gedachtegang leken zij tot de conclusie gekomen te zijn dat hoe meer bosbranden, hoe groter hun kans was opnieuw aangenomen te worden. De waardige leden van deze ‘bosbrigades’ zijn de afgelopen dagen in staking gegaan uit protest tegen de schamele €900 die zij verdienen terwijl zij met ontoereikende middelen het vuur bestrijden. Ik heb uit eerste hand gehoord hoe het plaatselijke team van ‘bosbrigadisten’ met blote armen en een oude spade het vuur te lijf gingen, omdat toereikend materiaal niet voor handen was. Dit terwijl zij onafgebroken baden dat het enige blusvliegtuig dat nog niet wegbezuinigd was, snel over hun hoofden heen zou vliegen…
Fuet Nee, dan droomt de Spanjaard liever weg bij de reclame van een nationaal merk fuet die de afgelopen weken zoveel op televisie is. Fuet,
18
letterlijk ‘zweep’, is een Catalaanse(!) lange, dunne, gefermenteerde en gedroogde worst. Deze heeft een licht zoete, licht gepeperde smaak. De worst valt op door zijn dunne vorm en het schimmellaagje dat tijdens het drogen ontstaat. Deze schimmel is de Penicillium candida die ook op brie en camembert te vinden is. Het woord idyllisch komt bij het zien van deze reclame snel in mij op. Stel je voor: een landelijk maar modern boerenhuis, zo een van natuursteen met een overdekt terras en zwembad en omringd door bosrijk gebied…(hier zonder bosbrand). Elk detail van deze reclame wordt door iedere Spanjaard uitgebreid geanalyseerd en besproken. Kennelijk zo dat het nationale gezinsideaal hier in Spanje het volgende: een harmonieus gezin dat samen kookt en samen de tafel dekt om vervolgens uiteraard uiterst vreedzaam te eten, vrij universeel ideaal, als je het mij vraag.
Marielle Saegaert Iedereen is gezond, hoogstens hebben opa en oma een pondje teveel maar dat mag want ze zijn al wat ouder. Ze hebben dat ene pondje teveel verdiend! Papa en mama zijn aantrekkelijk maar op een terloopse manier en de kinderen zijn dan wel tieners maar toch beleefd en sociaal. Zoals gezegd: idyllisch. Op mysterieuze wijze echter begint de door mama pas aangeschafte fuet te verdwijnen. Deze is namelijk zo lekker dat iedereen er stiekem van snoep. Iedere kijker weet dat dit volstrekt perfecte beeld slechts haalbaar is in een reclame. Want om echt van ‘quality time’ met je gezin in het werkelijke leven te kunnen blijven genieten is wellicht een andere werkdagindeling nodig. Moet de lange gedateerde Spaanse werkdag afgeschaft worden, moet een dergelijk huis middenin de natuur tegen vernietigende bosbranden beschermd worden door meer professionele mensen en betere middelen…
We moeten de verkiezingen eind september afwachten om te weten of de Catalaanse fuet het haalt in de volgende reclame of ingewisseld wordt voor de olijf. Die ligt politiek namelijk minder gevoelig de laatste tijd. Tekst:Marielle Saegaert Foto: Shutterstock, GettyImages
Grenzenloos auteur Marielle Saegaert zal op 12 augustus als ervaringsdeskundige aanwezig zijn in een VPRO programma over Spanje op Radio 1. Aanvang: 21:00.
Waar de regen kunst is Leven in Santiago de Compostela
In het hart van dit wondermooie landschap vol heuvels, kloosters en minuscule dorpjes ligt Santiago de Compostela, een moderne stad waar vroeger zich niet zo gemakkelijk gewonnen geeft... Hier geniet Marielle Saegaert volop van de betoverende straatjes en de eeuwenoude pleinen van het historische deel van de stad waar ze net als de Compostelanen haar dagelijkse leven agendaloos doorbrengt. O.a. te koop via Bol.com en Emigratieboek.nl als paperback en eBook
OP ZOEK NAAR
OCCITANIĂ‹ David Scherpenhuizen & Nathalie van Koot 20
Rondreis
D
avid Scherpenhuizen en Nathalie van Koot zijn al ruim tien jaar bezeten van het oude Occitanië in het zuiden van Frankrijk. Dat heeft intussen geresulteerd in twee historisch-culturele reisgidsen over het gebied. Ze doen niets liever dan hun liefde voor de regio delen met anderen. Daarom begeleiden ze ook tours op basis van hun boeken. Reis mee met hun laatste tour van juni jl.
Occitanië is de historische benaming van het enorme gebied dat zich grofweg uitstrekt langs de lijn Bordeaux - Clermont-Ferrand - Nice tot aan de Spaanse grens. Met zijn ruige landschappen, liefelijke dorpjes en prachtige middeleeuwse steden, is het een regio met een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Daarnaast heeft het een rijke spirituele traditie en folklore vol spannende legendes en mysteries. De plaatselijke geschiedenis is even kleurrijk als bloedig.
Dag 2: Arles Ons reisgezelschap vloog op Montpellier, waar we een Cityhopper verruilden voor een comfortabele touringcar, waarmee we in een uurtje de 100 kilometer aflegden naar onze eerste bestemming: een prachtig landelijk gelegen domaine vlak buiten Arles. ’s Avonds hebben we een wandeling gemaakt door het stadje waar Vincent Van Gogh in ruim een jaar tijd zo’n 300 doeken heeft geschilderd. Een fotostop bij het beroemde Gele Huis kon niet ontbreken. Maar Arles heeft meer te bieden dan Van Gogh. Zijn sierlijke Romeinse arena mag ook gezien worden en het oude centrum is knus en gezellig. Op een levendig terras aten weheerlijke côte de boeuf onder het genot van de volle plaatselijke rode wijn. Saintes Maries de la Mer De eerste dag stond in het teken van Maria Magdalena en de Tempeliers. Eerst reden we door de moerasachtige vlakten van de Camargue,
Een florerende cultuur De hoogtijdagen van Occitanië waren in de 12de en 13de eeuw. Het was een Europees centrum van kennis en kunst, dat pas met de Italiaanse Renaissance zijn gelijke zou kennen. Het gebied was beroemd om zijn spirituele tolerantie en rijke troubadours traditie. De taal die werd gesproken was de langue d’oc (lenga d’oc in het Occitaans). De florerende cultuur werd bijna volledig weggevaagd toen de plaatselijke variant van het christendom, het zogenaamde ‘katharisme’, door de Kerk in Rome als ketterij bestempelde. Er werd een kruistocht uitgeroepen die zo’n 40 jaar duurde van 1209 tot 1255. Aan het einde van de Albigenzen kruistocht was het culturele en spirituele erfgoed van Occitanië bijna volledig weggevaagd. De laatste jaren is er weer een enorme opleving. Neem alleen al de straatnamen die nu in veel steden in zowel Occitaans als Frans zijn aangegeven. 21
Occitanië met zijn flamingo’s en wilde paarden, naar het meest zuidelijke puntje; het kustplaatsje Saintes Maries de la Mer. Hier zou Maria Magdalena na de kruisiging zijn aangespoeld in een lek zeilbootje met twee andere Maria’s en de donkergekleurde Sara. Het plaatselijke kerkje is gewijd aan de drie Maria’s en Sara, die de schutspatrones is van de zigeuners. Het pittoreske stadje is nog altijd een bedevaartsoord voor Sinti en Roma, die niets liever doen dan toeristen de toekomst voorspellen.
muurd vestingstadje. De Tempeliers bouwden in opdracht van koning Lodewijk IX een haven in het goddeloze, onherbergzame oord, zodat hij op kruistocht kon gaan naar het Midden-Oosten. Het was een ongelofelijke onderneming, maar uiteindelijk verrees er een haven uit het moeras. Middenin Aigues-Mortes wordt het gezellige stadsplein met terrassen gedomineerd door een prachtig standbeeld van koning Lodewijk IX, Saint Louis, als eerbetoon aan zijn krankzinnige godsdrift. Dag 1 sloten we af met een smakelijke maaltijd in de oude Romeinse stad Nîmes, met zijn prachtige tempel, arena en grachten. Je waant je bijna in het oude Rome. Een heerlijke afsluiting van een enerverende dag. Een geestelijke traditie ’s Ochtends ging het groepje op pad om de ruige omgeving te verkennen. Het gebied kent naast woeste landschappen, een rijke geestelijke traditie en dat is goed te merken aan de weelde aan abdijen en kerken. Het afgelegen gebied leende zich natuurlijk prima voor geestelijken om zich te onttrekken aan alle aardse verleidingen. Zo konden de vrome (en minder vrome) broeders en priesters zich wijden aan een leven vol contemplatie en devotie. De abdij van Montmajour, met zijn sobere vertrekken, simpele doch elegante kapel en sierlijke kloostergang is een mooi voorbeeld van zo’n spiritueel rustoord. De Heilige en het Monster Na de geesten te hebben verkwikt, vertrok het gezelschap naar Tarascon aan de groene oevers van de machtige Rhône. Daar langs het water ligt het liefelijke kerkje van de Heilige Martha, zuster van Maria Magalena, die samen met haar zou zijn aangespoeld bij Saintes Maries de la Mer. Martha kwam na vele omzwervingen terecht in Tarascon.
Aigues-Mortes & Nîmes De volgende bestemming die we bereikten langs prachtige lavendelvelden, was Aigues Mortes. Dit betekent dood water omdat het in een moeras ligt dat ooit berucht was om ziekten en insecten. Tegenwoordig is het een imposant, volledig om-
22
Rondreis Daar werd de plaatselijke bevolking geterroriseerd door een verschrikkelijk monster, de Tarasque, deels leeuw, deels draak en deels schildpad. Martha versloeg het beest en later verrees een kerk ter nagedachtenis van de heilige. Haar overblijfselen worden in de kerk bewaard, en een standbeeld van het monster staat buiten.
De sfeer van Weleer De kerk van Martha staat in de schaduw van het imposante kasteel van Tarascon, met zijn drie stevige slottorens met kantelen en een stenen toegangsbrug met sierlijke bogen. In het kasteel komen de middeleeuwen helemaal tot leven, met een weelderige kruidentuin met fontein, en prachtige zalen en vertrekken die de sfeer van weleer oproepen. Vanaf het dak van de hoogste toren, krijg je tussen de kantelen en waterspuwers een schitterend uitzicht op de omgeving, met het even imposante kasteel van Beaucaire aan de andere oever van de Rhône. Na een smakelijke lunch in Beaucaire, trokken we verder, richting Avignon.
Een brug naar niets Voordat we in Avignon aankwamen, stopten we eerst bij de prachtige Romeinse aquaduct, Pont du Gard. Het adembenemende bouwwerk moet je gezien hebben. Helaas begonnen donkere regenwolken zich samen te pakken boven de brug en dus namen we de benen naar Avignon. Avignon is een elegante, sfeervolle stad die zijn bekendheid voornamelijk dankt aan het feit dat een aantal pausen er hebben gewoond. Dat zie je terug in de pracht en praal in het centrum. En natuurlijk, de onvolprezen Pont D’Avignon die de smaragd groene wateren van de Rhône met vier brede bogen overspant en dan in het niets lijkt op te lossen. Niet een brug te ver, maar een ‘brug naar niets’. Dat kan alleen in Occitanië. Zondvloed in Avignon Bij aankomst in Avignon werden we helaas getrakteerd op een vreselijk onweer. Maar hoe toepasselijk; een mini zondvloed in de voormalige zetel van de Kerk. Het centrale plein met het imposante Pauselijk Paleis stond blank en de omliggende terrassen werden bijna weggespoeld, maar uiteindelijk waaide het over en konden we alsnog genieten van alles wat de stad te bieden heeft. En dat is heel veel, o.a. het Pauselijke onderkomen, alsook le Petit Palais, de bisschoppelijke tuinen met uitzicht op de betoverende brug en de mysterieuze Notre Dame des Doms, die helaas dicht was wegens restauratiewerkzaamheden. ’s Avonds aten we met zijn allen op het overladen en gezellige Place d’Horloge. Het was inmiddels helemaal droog en we genoten van de zwoele avond.
23
Occitanië Dag 2: Béziers ’s Ochtends namen we afscheid van de Camargue en reden in westelijke richting naar Béziers, de toegangspoort tot de Languedoc. Béziers is een belangrijke bestemming omdat hier de Kruistocht tegen de katharen is begonnen in 1209, toen de kruisvaarders een vreselijke slachting onder de katharen aanrichtten. Ondanks zijn bloedige geschiedenis is Béziers een bruisende stad met een lange, brede boulevard met rijzige platanen, geflankeerd door grote gebouwen in de neoclassicistische Hausmann-stijl. Bloedige geschiedenis We maakten een rondwandeling door de stad langs de belangrijkste bezienswaardigheden. Eerst bezochten we het kleine en ogenschijnlijke onschuldige Madeleine kerkje, waar honderden katharen levend verbrand werden op 22 juli 1209, toevallig de feestdag van Maria Magdalena. Daarna liepen we door de smalle steegjes van Béziers naar de fortachtige kathedraal van St. Nazaire, die uitkijkt op de prachtige Orb rivier, waar de kruisvaarders zich verzamelden voor de noodlottige aanval. We lunchten op een knus, schaduwrijk plein naast de kerk, toen het weer tijd werd te vertrekken.
24
Fontfroide, een paradijsje Onderweg naar onze eindbestemming bezochten we nog even de schilderachtige abdij van Fontfroide. De abdij, gelegen in een idyllisch dal, is een juweeltje, met prachtige gotische uit zandsteen opgetrokken gebouwen, mooie binnenplaatsjes en bloeiende tuinen. Vooral de kloostergang is bijzonder en behoort tot de mooiste van Frankrijk. Ook de rozentuin is een lust voor het oog. Na ons bezoekje aan Fontfroide, reden we door naar ons tweede logeeradres, een leuke authentieke domaine in Montréal, zo’n 20 kilometer ten zuiden van Carcassonne. Met het spektakel van de ondergaande zon achter de Pyreneeën in de verte, sloten we het eerste deel af van onze zoektocht naar Occitanië.
Rondreis Nathalie van Koot en David Scherpenhuizen zijn de auteurs van Verborgen Frankrijk en Geheimen van de Languedoc. De culturele reisorganisatie Voyage & Culture organiseert op basis van de thema’s uit hun boeken in september 2015 de reis: Sporen van de tempeliers in de Champagne. Deel 2 van deze reis kun je lezen in de volgende editie van Grenzenloos.
25
Grenzenloos uitzicht
Foto: D. Cuevas
Wonen in Frankrijk
LIESBETH HET DINER
L
iesbeth Arts woont samen met haar man Henk sinds een paar jaar in de Auvergne. Ze schreef reeds twee succesvolle boeken waarin ze op enthousiaste wijze vertelt over haar emigratie. Daarnaast schrijft ze met regelmaat blogs over haar allerdaagse belevenissen in Frankrijk.
“Hee, Odile,” roep ik vrolijk terwijl ik de straat oversteek om haar te begroeten. Ik ben nog steeds lid van het koor, alleen zien ze me niet zo vaak. Eigenlijk is mijn leven te onregelmatig om elke week te komen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik ook niet echt een volwaardig lid wil zijn. Dat geeft mij iets teveel verplichtingen. Als ik een ‘vaste stem’ zou hebben zou ik ook mee moeten gaan naar optredens in kerkjes en bejaardentehuizen.
Terwijl ik de deur uitstap en naar de zijkant van ons huis loop, komt er een auto vanuit Augerolles aanrijden. Deze toetert en stopt aan de andere kant van de weg, een raampje wordt opengedraaid. “Bonjour Liesbeth, ça va?” Ah, nu zie ik het, de dirigente van het koor.
Dat gaat me toch echt iets te ver. Ik wil best integreren maar het moet wel een beetje rock’n roll blijven. Gelukkig hoef ik dit niet echt uit te leggen, ze begrijpen het wel en het wordt me ook niet verweten. Dat is wel leuk aan deze
28
Liesbeth groep, ze nemen me zoals ik ben. Na het gebruikelijke handen schudden, de kussen en de: ça va? ça va!, tovert Odile een papiertje tevoorschijn. Het een uitnodiging voor een etentje met heel het koor, komende dinsdag in een dorp hier zo’n twintig kilometer vandaan. “Ga je ook mee?” vraagt ze hoopvol. “Om zeven uur verzamelen we bij de kerk, zodat we met elkaar mee kunnen rijden en als één groep aankomen bij het restaurant.” Ze vraagt het zo hartelijk dat ik direct toestem, ach waarom ook niet, best wel leuk eigenlijk.
door de bergen. Als een coureur vliegt Jean de bochten door. Echt op m’n gemak voel ik me niet. Ik kijk eens naar de andere twee dames maar die geven geen blijk van angst en ik besluit m’n verstand maar op nul te zetten. Tja, zij zijn die bochten natuurlijk gewend en hij zal wel veel rij-ervaring hebben op zijn leeftijd. Na een kleine twintig minuten stoppen we op een parkeerplaats van een groot en redelijk chique driesterren hotel-restaurant. We zijn met zesentwintig personen en we worden doorverwezen naar een niet al te groot zijzaaltje. Hier staan twee lange rijen aan elkaar geschoven tafels. De langste is voor ons. Ik zit helemaal achter in de hoek aan de kopse kant van de tafel, leuk want dan kan ik de groep maar ook het hele zaaltje overzien. Ik heb sowieso geluk
Wanneer ik die dinsdag bij de kerk aankom, is het al een drukte van belang. Ik word direct bij de arm genomen door één van de jongere vrouwen. “Kom, wij rijden met Jean mee,” zegt ze lachend. Jean is het oudste koorlid. Hij zal zo eind zeventig zijn, een klein oud baasje maar nog bijzonder levenslustig, altijd het hoogste woord, vol grappen en grollen. In zijn werkzaam leven is hij kok geweest, dat is het enige dat ik van hem weet en dat hij heel fanatiek is met zingen, hij schalt overal bovenuit. Wanneer we bij zijn auto aankomen proest ik het uit, dit was wel het laatste wat ik zou verwachten. Over het algemeen rijden oude baasjes als hij hier in kleine Peugeotjes of van die witte bestelwagentjes. Nou Jean niet dus. Als een waarlijke Casanova opent hij voor ons het portier van een glimmend splinternieuw rode Toyota sportmodel. Wat een giller, hij komt niet eens boven het dak uit, maar de drie leukste dames van het koor heeft ie weten te strikken voor het ritje, de ouwe snoeperd. De route naar het andere dorp gaat
29
Wonen in Frankrijk want ik zit nog steeds bij de twee leukste dames. De sfeer is nog een beetje onwennig maar er wordt al wel bescheiden gekletst. Het is wel leuk om iedereen nu eens in een andere ambiance te ontmoeten. Anders zijn we alleen maar aan het zingen en nu krijg ik ook eens de kans om iets meer van hun privéleven te weten te komen. Wat verder weg aan de rechterzijde van de tafels zit een wat ouder dametje dat zich wel heel bijzonder heeft opgedoft voor dit dinertje, m’n blik wordt steeds naar haar toegetrokken. Ik stoot m’n buurvrouw aan en vraag bij wijze van grapje: “Zal ze van roze houden?” Het is werkelijk ongelooflijk, het dametje is in het roze gekleed maar dan ook echt volledig! Ook niet een beetje bescheiden zacht- of lichtroze, nee echt ‘My little pony’ roze. Het mantelpakje, het bloesje eronder, het kettinkje met bijbehorende armband, oorbellen en haarspelt, tot aan haar schoentjes, handtasje, nagellak en lippenstift toe. “Zoiets heb ik nog nooit gezien,” zeg ik verbaasd. Mijn buurvrouw lacht bevestigend en buigt zich samenzweerderig naar me toe. “Ken je dat roze huis in het dorp?” vraagt ze vrolijk. “Je bedoelt daar waar je het dorp uitrijdt rechts naar boven?” Ze knikt lachend met haar hoofd richting het dametje. “Dat is z’n moeder!” We proesten het uit. Ja, nu ze het zegt, dat huis heeft dezelfde kleur als deze dame en ook dezelfde overdaad; de gevel, deuren, ramen en luiken tot en met het stenen muurtje dat de tuin omsluit en het tuinhek zijn één kleur. “Oh, dat is erg!” zeg ik tegen m’n buurvrouw. “Henk en ik hebben er met ongeloof naar staan kijken, hoe kan iemand dat bedenken?” “Nou je ziet het,” zegt mijn buurvrouw nog na
giechelend, “zo moeder, zo zoon!” “Je zou die buren maar zijn!” zeg ik medelijdend. Het is ook nog zo bizar omdat het een chique twee onder één kap woning is van natuursteen. De linker woning is stijlvol gerenoveerd in oorspronkelijke staat en daar hangt dus in spiegelbeeld dat roze monster tegenaan. De serveerster komt eraan met het voorgerecht en ondertussen komt ook de tweede groep het zaaltje binnen. Vanuit mijn plaats kan ik alles goed zien en ik constateer dat dit vast geen Auvergnats zijn. Het zijn in ieder geval stadse mensen, ze ogen chique en artistiek. Het is een gemixt gezelschap van ouderen en jongeren. Hoe komen die hier nu verzeild, denk ik nieuwsgierig. Het is vast een familie die in dit hotel logeert voor een familiereünie, verbeeld ik me het antwoord. Ons voorgerecht zit erin, dus is het even wachten op het hoofdgerecht. Jean zit ergens in het midden van de rij en heeft het hoogste woord. “Laten we zingen,” stelt hij vrolijk voor. De koorleden reageren instemmend door in hun tassen te graaien. Verbaasd zie ik het aan, er komen mappen met het zangrepertoire op tafel. Gaan ze nu echt zingen? Ja hoor, er wordt een lied gekozen en daar gaan ze. M’n buurvrouw rechts schuift haar boek mijn richting op zodat ik mee kan lezen. Aan de tafel naast ons kijken ze verbaasd maar ook verstoord op. Zesentwintig Auvergnats, die vrolijk en uit volle borst chauvinistisch zingen hoe fijn het is om een Auvergnat te zijn. Hoe kun je het treffen? Onze groep is zich totaal niet bewust van dit naar mijn mening redelijk lompe gedrag en
30
Liesbeth zet een tweede lied in. Ik geneer me nogal, zeker omdat ik op zo’n manier zit, dat ik de blikken van onze buren niet kan vermijden. Nou ja, ik kan er niets aan doen, denk ik m’n ongemak sussend, ik ben gewoon onderdeel van deze groep, mijn verantwoordelijkheid is het niet. Ik ben nu gewoon Auvergnate. Toch heb ik het gevoel dat ik door onze buren redelijk onderzoekend aan wordt gekeken. Gelukkig komt het hoofdgerecht eraan dus gaan de mappen de tassen weer in, maar het zingen heeft de stemming behoorlijk opgevoerd zodat het ook tijdens het eten een enorme herrie is van kletsende en lachende koorleden is, het wijntje dat bij de maaltijd genuttigd wordt zal daar waarschijnlijk ook wel een aandeel in hebben. Bij de buren zijn er ondertussen mensen van tafel weggelopen.
Aangemoedigd door het succes van de eerste zangronde, staat Jean alweer naast z’n stoel op het moment dat het hoofdgerecht erin zit. Spontaan begint hij in z’n eentje te zingen en noemt vervolgens een naam van één onze koorleden die direct opstaat van haar stoel en het glas heft. Ik begrijp er niet veel van, het lijkt een soort ‘dranklied’. Al zingend wordt het glas proostend geheven richting een bezongen lichaamsdeel. Zoiets als proost ‘op je frontibus’, hup glas naar het hoofd, ‘op je nasibus’, hup glas richting neus, en zo steeds meer naar beneden eindigend ‘op je sexibus’, hup glas richting het kruis. Vervolgens hoor ik: et glou et glou et glou, en zie dat de dame haar glas in een teug leegdrinkt terwijl de rest van de groep al proostend doorzingt. Als het lied afgelopen is begint Jean gewoon weer opnieuw. De volgende vrouw staat op, hup weer
31
Wonen in Frankrijk heel het liedje en dan weer één en wéér één en elke keer start de groep weer enthousiast opnieuw. Er lijkt geen eind aan te komen. In eerste instantie moest ik nog wel om lachen maar nu duurt het me eigenlijk toch te lang en ik voorzie dat ik straks ook nog aan de beurt kom. Oh nee hè, daar houd ik helemaal niet van, als Jean mij maar met rust laat... Elke keer als het liedje eindigt zit ik heel geïnteresseerd naar m’n bordje te kijken of rommel wat in m’n tasje. Ik probeer in ieder geval niet op te vallen en vooral niet in zijn blikveld te komen. Dit wil ik dus echt niet!
stuiten. Dit Auvergnaanse etentje gaat de familiegeschiedenis in, dat weet ik zeker! Het kaasplankje redt ons uiteindelijk uit het ‘dranklied’. Er kan weer gewoon gepraat worden. Rond elf uur besluit de groep dat het welletjes is geweest en wordt er aanstalten gemaakt om te vertrekken. De andere twee dames en ik duiken weer bij Jean de auto in en al zingend zet hij ons weer voor de kerk af. We nemen hartelijk afscheid en ik loop naar m’n eigen auto. Wat een volkje en wat een avond!
De tafel van de buren is nu volledig leeg. Ik vrees dat hun etentje behoorlijk in het water gevallen is. Oh, denk ik beschaamd, maar toch met enig leedvermaak, je zou maar iets belangrijks te vieren hebben, een rustig enigszins chique hotel à la campagne bespreken en dan op dit gezelschap
Tekst: Liesbeth Arts Foto’s: Eric Jan van Dorp
Lees de bundels van Liesbeth:
Toekomstmuziek in Frankrijk ISBN 9789461850638
La Guinguette Hollandaise ISBN 9789461851093
O.a. te koop via Bol.com en Emigratieboek.nl
32
Alles over emigreren naar Frankrijk voor maar
â‚Ź 6,95
Nu verkrijgbaar in de boekwinkel of via www.vertreknl.nl/magazine
oom
VERZEKERINGEN RINGEN
Hollandse zekerheid tijdens uw buitenlands avontuur! Kijk op www.oomverzekeringen.nl of bel +31(0)70 353 21 00.
OOM Verzekeringen
ziektekosten | SOS | reis | ongevallen | inboedel Grenzenloos uitzicht aansprakelijkheid | rechtsbijstand | annulering
33
Foto:M Mikael Kristenson
Spanje
Je komt er niet omheen... (deel 2)
V
orige maand vertelde ik over de jonge herders die we tijdens een wandeling tegenkwamen in een verlaten waterbak. Simpelweg achtergelaten door hun ‘baasje’. En over het goede werk van de protectora’s, die doen wat ze kunnen tegen het veelvoorkomend dierenleed in Spanje.
Onbedoeld is de vereniging uitgegroeid tot een leider op het gebied van behandeling en herplaatsing van potentieel ‘gevaarlijke’ honden. Ook vechten ze tegen het onrecht dat deze zogenaamde gevaarlijke dieren wordt aangedaan. Meestal ligt het gedrag en karakter van een dergelijk dier aan de baas die het dier gehad heeft. Wordt er een vechthond van gemaakt of niet. De medewerkers van de protectora voeren actief campagne tegen verwaarlozing en het bewustmaken van de mensen hoe om te gaan met dieren en een dier niet als een ding te zien dat je weggooit als het niet meer aan jou verwachtingen voldoet.
Enkele van deze protectora’s zijn gevestigd bij ons in de buurt. Die in Villena is opgericht in 1982 en heeft vanaf dat jaar met een nimmer aflatende toewijding de kwaliteit van het leven van de honden proberen te verbeteren. Maar ondanks alles kan ze niet voorkomen dat er rond de 300 honden zitten te wachten op een nieuw, lief, baasje. Door internationale contacten worden er gelukkig regelmatig honden in het buitenland geplaatst. Ook werken de protectoras onderling steeds meer samen. Zo heeft Villena regelmatig contact met de protectora in Ibi.
Procedure Wat gebeurt er met gevonden dieren na binnenkomst in een protectora? Heeft de betreffende protectora een quarantainegebied dan wordt een nieuwe hond daarin geplaatst om te kijken of het eventueel besmettelijke ziektes heeft. Is dat niet het geval dan wordt
34
Marjan van den Dorpe gekeken in welke groep honden de nieuwkomer het beste past. Is het een puppy dan gaat het naar de puppygroep en is het een oudje dan wordt hij bij leeftijdsgenoten geplaatst. Verder wordt er gekeken of het dier al gesteriliseerd is en of het misschien een chip heeft. Meestal is dat laatste niet het geval en er komen zelfs gevallen voor dat de vorige eigenaar, om herkenning te voorkomen, de chip met grof geweld uit de nek van het dier gesneden heeft. Mocht de nieuwkomer nog niet gesteriliseerd zijn dan wordt dat zo snel mogelijk gedaan. Ook brengt het een bezoek aan de dierenarts om een goed beeld te krijgen van zij of haar gezondheidstoestand. Is de quarantainetijd voorbij en de hond is gezond dan wordt er een foto van hem genomen
en komt deze, met een kort verhaaltje, op de website van de protectora te staan. Ook de lokale kranten hebben daar een speciale rubriek voor. Dit alles om het dier zo snel mogelijk aan een gouden mandje te helpen. Vele vrijwilligers helpen mee aan het verzorgen van de dieren. Ook zijn er bij die erg getraumatiseerde of jonge honden mee naar huis nemen.
Herders De herders die wij vonden zijn, zoals ik al schreef, eerst naar een opvang in Caudete gebracht. Daarna zijn twee van de drie door het asiel in Ibi geadopteerd. De derde, een reu, ging naar een Spanjaard die al honden op een terrein had
35
Spanje lopen. Hij vond de hond mooi en wilde hem wel hebben. Fantastisch! Hij haalde de hond op en nam hem mee. Helaas blinken veel Spanjaarden niet uit in het begrijpen van de psyche van een hond. Daar verdiepen ze zich niet in. Deze man helaas dus ook niet. Hij stopte deze, toch al getraumatiseerde hond, gewoon bij die van hem. Dat ging nog goed totdat hij met voer aan kwam. De rangorde was nog helemaal niet bepaald en hij zette de bakken met voer gewoon neer en vertrok! Gevolg.. een grandioos gevecht waar de leider, hij dus, niet bij was. Niemand greep in en er viel één dode. Een hond van hem. De nieuwkomer werd ook gewond en toen de man dit alles ontdekte besloot hij de herder maar
in te laten slapen wegens agressief gedrag. .. De andere twee, moeder en zoon, waren beter af. Zijn opgevangen in de protectora in Ibi en voor één, de moeder, is een adoptiehuis gevonden in Duitsland. - Wordt vervolgd -
Tekst: Marjan van den Dorpe Foto’s: Marjan van den Dorpe, spanishdogsrescue.eu
Toekomst & Tapas EEN EIGEN RESTAURANT AAN DE ZONNIGE COSTA
Robert en Ariane zijn net dertig als zij hun internetbedrijf in Nederland verkopen. Tegen alle verwachtingen in investeren ze hun geld in een Bagles & Salads restaurant in Nerja, Andalusia. In het boek Toekomst & Tapas beschrijft Ariane op meeslepende wijze het avontuur dat volgt. Een absolute must-read voor iedereen met interesse in wonen en/of ondernemen in Spanje. Toekomst & Tapas Ariane van Wijk isbn 978 94 61851 000 Uitgeverij Grenzenloos Te bestellen o.a. via Bol.com Amazon.es Emigratieboek.nl w w w. e m i g r at i e b o e k . n l36
w w w. g re n z e n l o o s . n l
37
Zweden
Sneeuwscooter
rijden in de zomer! M
idden in de zomer sneeuwscooteren? Op het water? De blik van ongeloof in onze ogen is zo duidelijk dat onze dorpsgenoot zich haast om wat hij zojuist heeft gezegd nog eens te herhalen: “Inderdaad, ik ga met mijn sneeuwscooter op het water rijden.�
ondergeschikt belang. Later voerde hij zijn frustratie over de kwakkelende winter als excuus voor dat gebrek aan inzicht aan, maar wij zijn er nog steeds van overtuigd dat ook zijn liefde voor sterke drank daar een rol van betekenis in heeft gespeeld. Het zal niemand verbazen dat onze dorpsgenoot zijn kersttoertocht al snel moest staken. Nog voordat hij goed en wel begonnen was, gaf zijn sneeuwscooter na enkele opwarmrondjes door zijn tuin wegens een technisch mankement de geest. Vervolgens had het apparaat daar temidden van een enorme ravage van uit de grond gescheurde grasplaggen ruim een half jaar onaangeroerd gestaan en nu
We hebben hem dus toch goed verstaan, maar kunnen we hem ook geloven? De man in kwestie is namelijk wel degene die afgelopen kerst ondanks het totaal ontbreken van sneeuw met zijn sneeuwscooter voor een toertocht was vertrokken. Dat er geen sneeuw lag, was op dat moment volgens hem een detail van
38
Noorderzon was onze dorpsgenoot halverwege de maand juli in de brandende zon aan het ding aan het sleutelen. Enigszins tot onze verbazing uiteraard en daarom hadden we hem zojuist – een klein beetje plagend – gevraagd of hij misschien op korte termijn sneeuw verwachtte. “Nee, dat doe ik niet”, had hij met twinkelende ogen geantwoord. Om daar vervolgens met een brede grijns aan toe te voegen: “Maar ik ga wel binnenkort met mijn sneeuwscooter op het water rijden!” Daar staan we dan. Er is geen twijfel over mogelijk dat we onze dorpsgenoot goed hebben begrepen. Maar waar we wel aan twijfelen is of we niet in de maling worden genomen. Of is er wederom alcohol in het spel? Maar nee, de man die honderd procent nuchter en serieus blijkt, legt het ons tijdens het vervolg van het gesprek haarfijn uit. Ondanks het feit dat een sneeuwscooter geen enkel drijfvermogen heeft en normaal gesproken als de spreekwoordelijke baksteen zinkt, is het schijnbaar onmogelijke volgens hem wel degelijk mogelijk. “Het is alleen maar een kwestie van een hoge snelheid, een ervaren berijder en veel, héél veel duct tape”, zegt hij en last vervolgens een pauze in om onze reactie te peilen.
drijfvermogen ontwikkelen om het voertuig op het wateroppervlak te houden. Vervolgens dient de bestuurder wel de nodige ervaring met dit soort scooterrijden te hebben, want één verkeerde beweging is al genoeg om toch te zinken. Het kwetsbare punt is de aandrijfriem van de scooter waarmee het vermogen van de motor op de aandrijfmat wordt overgebracht. Die aandrijfriem is van rubber, een materiaal dat zijn grip verliest en doorslipt als het nat wordt met als gevolg het verlies van snelheid en dientengevolge een enkeltje richting de bodem van het meer. Daar komt de duct tape om de hoek kijken. Om het motorcompartiment zoveel mogelijk waterdicht te maken, worden er tientallen meters van deze multifunctionele tape over kieren en gaten geplakt. Probleem is echter dat niet alle openingen kunnen
Het ongeloof is uiteraard nog niet uit onze gezichtsuitdrukking verdwenen, dus zet de man zijn uitleg voort. Hij vertelt dat als de snelheid van de sneeuwscooter maar hoog genoeg is, de aandrijfmat en stuurski’s daarvan voldoende
39
Zweden bij het waterfestival komen kijken, dringt onze dorpsgenoot bij ons aan. Daar hadden we al wat aanplakbiljetten van zien hangen, ons vervolgens afvragend wat nu in hemelsnaam een waterfestival is. Maar goed, het lijkt erop dat we daar binnenkort achter gaan komen.
worden afgedicht. De luchtinlaat van de motor zit namelijk ook onder de motorkap en bovendien is de motor luchtgekoeld. Het afplakken is dus een kwestie van ervaring – lees: door schade en schande wijzer worden – en de hoop op een flinke dosis geluk. Daarmee eindigt de uitleg van onze dorpsgenoot en hij kijkt ons verwachtingsvol aan. We laten het even bezinken en komen dan tot de conclusie dat de uiteenzetting van de man eigenlijk best wel aannemelijk klinkt. In theorie althans. Maar dat geven we niet direct toe. “Eerst zien, dan geloven”, spartelen we nog wat tegen. Nou, dat kan geregeld worden. We moeten gewoon over twee weken
40
Zo staan we dan begin augustus bij de badplaats aan het meer. We zijn bepaald niet alleen. Het aantal toeschouwers loopt in de honderden en samen met hen genieten we van de ene spectaculaire sneeuwscooterrit na de andere, op het water welteverstaan. Uiteindelijk blijkt onze dorpsgenoot ons dus niet in de maling te hebben genomen: het is absoluut mogelijk om met een sneeuwscooter op het water te rijden! Dat een
Noorderzon verkeerde stuurbeweging het einde van de rit kan betekenen, blijkt ook. Meerdere keren verdwijnt er een sneeuwscooter naar de bodem van het meer om vervolgens met een hoop gedoe weer te worden opgevist, ook dat tot groot vermaak van het publiek. Er is slechts één punt waarover onze dorpsgenoot ons verkeerd heeft voorgelicht: hijzelf bevindt zich namelijk niet onder de deelnemers. Wanneer we hem tussen de toeschouwers tegenkomen, besluiten we echter hem daarover geen pijnlijke vragen te stellen en het voor de lieve dorpsvrede gewoon te wijten aan een tekort aan duct tape...
Tekst & foto’s: Ben en Nicôle Heerland
Sinds hun emigratie naar Zweden in 2005 bloggen Ben en Nicôle Heerland over hun nieuwe leven (naardenoorderzon.com). Ook schreven ze diverse boeken, waaronder de bestseller Naar de Noorderzon. Naast het verrichten van schrijf- en
vertaalwerkzaamheden, verlenen Ben en Nicôle adviesdiensten op het gebied van emigreren naar en ondernemen in Zweden (noorderzonadvies.com) en begeleiden ze natuurwandelingen en diverse andere buitenactiviteiten (noorderzonactief.com).
Naar de Noorderzon Emigreren naar Zweden
O.a. te koop bij Bol.com en Emigratieboek.nl
In het hoge noorden Leven in Zweden
O.a. te koop bij Bol.com en Emigratieboek.nl De jaren 2007 en 2008 zijn beschreven in twee boeken die uitsluitend via Amazon.de en de website van Ben & Nicôle beschikbaar zijn.
41
Afstanden
AFSTANDEN Een reis door de tijd
D
avid Scherpenhuizen werd in 1962 in Australië geboren. Zijn Nederlandse vader en Engelse moeder emigreerden in 1958 naar Australië. Dit jaar veertig jaar geleden keerde de familie terug naar Nederland. Na een paar weken bij zijn grootouders in Friesland te hebben gelogeerd, vertrekt David met zijn ouders en zusje Terri naar Engeland om kennis te maken met de familie van moeder. Ze logeren bij haar zus; Auntie Alice.
trein te gaan, maar daar moest mijn eigenwijze vader niets van weten. Zijn auto was zijn kasteel en hij liet zich niet door een ‘beetje’ verkeer tegenhouden. En daarom trokken we de drukke metropool in met onze Nederlandse auto met het stuur aan de ‘verkeerde’ kant. Om te zeggen dat het druk was is hetzelfde als zeggen dat Nederlanders een beetje van voetbal houden; een enorm understatement. Ik had nog nooit zoveel verkeer gezien. Overal krioelde het van de auto’s, grote zwarte taxi’s, rode dubbeldekkers en bestelbusjes die zich met een slakkengang voortbewogen. Ik was in Australië op het platteland opgegroeid en was weinig gewend. Als twee voertuigen, een tractor en een paard bij een stoplicht stonden, was dat al een file. Ik was weleens in het drukke Melbourne geweest,
De eerste paar dagen bij Auntie Alice in Dunstable waren een warm bad. Het was heerlijk om gewoon Engels te spreken en omringd te zijn door nieuwe, liefdevolle familieleden die dezelfde gebruiken hadden als ik na het vreemde Nederland met zijn gekke taal en gewoontes. Maar daarnaast werd ik blij verrast met dingen die ik slechts van boeken en films kende. Zo gingen we een dagje naar Londen. Auntie Alice raadde ons aan om met de
maar zelfs dat stelde verkeerstechnisch weinig voor. Ik had nog nooit in een file gestaan, laat staan een verkeersinfarct meegemaakt zoals in Londen.
42
David Scherpenhuizen Mijn moeder zat aan de bestuurderskant voor de Engelsen en moest schouderophalend reageren op alle weggebruikers die haar wild gesticulerend probeerden te dirigeren. ‘Misschien hadden we toch met de trein moeten gaan,’ zei ze bedrukt. ‘Ben je mal,’ antwoordde mijn vader, terwijl hij aan zijn sigaar zoog. ‘Het gaat prima toch.’ Ik zat op de achterbank mijn ogen uit te kijken terwijl we de rotonde namen voor Buckingham Palace. Daar had ik mijn hele leven over gehoord en zelfs liedjes gezongen over ‘the changing of the guard’. Het was als een soort droom die in vervulling ging om bij ‘Her Majesty’ op de thee te gaan, of in elk geval langs te rijden. We sloegen af richting Trafalgar Square, waar het verkeer zo mogelijk nog chaotischer was. Alle voertuigen van Londen leken bij elkaar te komen. Ondanks de waanzinnige drukte werd ik meteen verliefd op het plein met zijn sprankelende fonteinen, het statige National Museum en Lord Nelson hoog boven op zijn befaamde ‘column’. Net zoals alle Nederlandse schoolkinderen vroeger wisten wie de zeehelden Piet Hein en Michiel de Ruyter waren, zo wist ik wie Nelson was, de held van de slag bij Trafalgar tegen de marine van Napoleon. Toen ik nog op de lagere school zat in Australië in de jaren 60 had het land zelf weinig geschiedenis. Captain Cook had het continent pas in 1770 ‘ontdekt’. Daarna gebeurde er de eerste 50 jaar weinig, dus er viel historisch gezien niet veel te melden. De duizenden jaren geschiedenis van de oorspronkelijke bevolking telden natuurlijk niet mee. Om toch iets te vertellen te hebben tijdens de geschiedenisles werd gemakshalve de Engelse historie toegeëigend. Tijdens mijn jeugd had Australië nog een haat-liefde relatie met het Verenigd Koninkrijk, net zoals veel
nieuwe landen met hun voormalige kolonisator. Engelsen werden door echte Australiërs steevast als ‘kakkers’ weggezet die het stuk voor stuk hoog in de bol hadden. Ze werden ‘Pommies’ genoemd, afgeleid van de afkorting POM (prisoner of his majesty) omdat de eerste Engelse bewoners voornamelijk verbannen gevangenen waren. Desondanks beschouwden veel Australiërs Engeland nog steeds als het moederland en werd het altijd als ‘home’ beschreven, al waren de meesten er nooit geweest. Mijn moeder echter was in werkelijkheid een Engelse en ik was voor de helft dus ook Brits. Derhalve had ik een warme belangstelling voor ‘onze’ geschiedenis. Lord Nelson was iemand die enorm tot mijn verbeelding sprak met zijn ooglap en een arm (of was het nou een been?). Het was Nelson die toen hij door de Fransen werd opgedragen om zich over te geven, zijn verrekijker tegen zijn ooglap drukte en zei dat hij geen vijand kon zien en dat ze verder moesten vechten. Dat waren nog eens helden! Ik had er ooit een film over gezien met Errol Flynn of zo. Errol Flynn was ook een held van mij omdat hij een van de weinige beroemde Australiërs was in die dagen. Hij en Skippy. Dat was het zo’n beetje. Hij was niet alleen bekend als actieheld avant-la-lettre, maar ook om een andere soort actie. Laat ik het zo zeggen, hij was zeer geliefd bij de dames en zelf lustte hij er pap van en de uitdrukking ‘in like Flynn’ was spreekwoordelijk. Lord Nelson was bijna even cool als Errol Flynn en dat maakte Trafalgar Square een topper voor mij. Toen we langzaam langs het grote plein reden vertelde mijn vader dat mijn Nederlandse Opa in de jaren 50 Trafalgar Square was rondgereden tegen het verkeer in. Dat kon ik gezien de drukte
43
Afstanden
nauwelijks geloven, maar ik wist wel dat als iemand zo’n huzarenstuk kon verrichten dan was het Opa wel. Niets was hem te dol, zelfs niet Trafalgar Square in de tegengestelde richting rondrijden. Als Mozes de Rode Zee kon splijten, dan draaide mijn opa zijn hand niet om voor zo’n klein wonder. Bij toeval vonden we een vrije parkeerplek in de wirwar van straten tussen Charing Cross en Piccadilly Circus. Mijn vader manoeuvreerde de auto behendig in de parkeerplaats en zei toen voldaan: ‘Zie je nou, appeltje, eitje!’ Mijn moeder, die de laatste 15 minuten haar ogen angstvallig dicht had gehouden, deed haar ogen open en lachte opgelucht. Toen gingen we te voet verder; Piccadilly Circus met zijn befaamde standbeeld van Eros en vervolgens weer naar Trafalgar Square waar we de opdringerige duiven voerden. Tegenwoordig staat bijna de doodstraf op het voeren van de
44
duiven op Trafalgar Square en is bijna geen vogelpoep meer te bekennen. Destijds echter hoorde het tot een van de hoogtepunten van een bezoek aan de Britse hoofdstad en werd alles ondergekakt. Wat de Luftwaffe niet lukte; het centrum van Londn te vernietigen, werd sluipend langzaam wel bereikt door de zuurhoudende duivenpoep en daarom zijn ze uit de binnenstad verbannen. Maar in de zomer van 1975 kon je gewoon nog een zakje vogelvoer kopen voor 10 pence. Eén zakje vond mijn zuinige vader wel genoeg. Het moest niet te gek worden allemaal. Daarna liepen we langs Whitehall naar de Houses of Parliament en Big Ben die ik altijd had willen zien. Big Ben was een icoon voor mij en de grote klok aan den lijve te mogen aanschouwen was enorm opwindend. Behalve de afwezigheid van duivenstront, heeft Londen inmiddels een andere belangrijke gedaanteverwisseling ondergaan. Toen waren alle oude gebouwen nog pikzwart van de roet, terwijl ze tegenwoordig blinkend schoon
David Scherpenhuizen zijn. Ik weet eerlijk gezegd niet wat ik prefereer, dat zwart had wel iets heel ouds en authentieks. Nadat we Big Ben hadden horen luiden, maakten we een boottochtje op de Thames naar de Tower of London en Tower Bridge. Het was heerlijk allemaal, alsof we een reis door de tijd maakten. Ik kende alle onheilspellende verhalen over de Tower en Traitors Gate waar landverraders en menige Engelse koningin vanaf de rivier het slot werden binnengeloodst om vervolgens een kopje kleiner gemaakt te worden. Het spektakel veroorzaakte rillingen bij me, maar mijn zusje Terri was inmiddels in slaap gevallen en ‘zag’ Londen op de arm van mijn sterke vader, haar mollige linkerwang rustend op zijn schouder. Gek kind, wie kon slapen bij zoveel spannends? Ik had gehoopt om een paar vers afgehakte hoofden op spiesen te zien, maar helaas. Ik heb wel een aantal ‘Beefeaters’ gezien, de maf-uitgedoste koninklijke wacht met hun gemeen-uitziende
wapen; een lange spies met een bijlhoofd. Ik wilde er ook zo eentje, maar dat mocht niet van mijn moeder. Spelbreker! Londen was overweldigend en opwindend. Moe maar voldaan keerden we ’s avonds terug bij Auntie Alice. Ik kwam woorden tekort om alles te vertellen wat we gezien hadden. Opgewonden vertelde ik haar over Buckingham Palace, Nelson, Big Ben en de Tower. Ze lachte lief naar me, maar het was allemaal gesneden koek voor haar. ‘Hoe vond jij het John?’ vroeg ze aan mijn vader. ‘Een beetje druk,’ antwoordde hij droogjes. ‘Was maar met de trein gegaan.’ Tekst: David Scherpenhuizen Dit is het zevende deel van in de reeks van David Scherpenhuizen onder de naam Afstanden. Alle overige delen zijn terug te lezen in eerdere uitgaven van Grenzenloos Magazine.
David Scherpenhuizen is na de remigratie van zijn ouders in Nederland blijven wonen en heeft tegenwoordig zijn eigen copywriting en communicatiebedrijfje Easy Writers. Daarnaast is David Scherpenhuizen auteur van enkele boeken, waaronder de titel Geheimen van de Languedoc, uit de Dominicus reeks en de thriller Het Mysterie van Bugarach.
45
ItaliĂŤ
HITTEGOLF
STEF SMULDERS
D
e zomer van 2014 kwam maar niet op gang en was nat en koel. De gemiddelde temperatuur kwam in juli niet boven de 21 graden uit (normaal 24). Het was bijna Nederland! In september wisten de wijnboeren dan ook niet meer wat ze met de druiven aanmoesten: oogsten terwijl het suikergehalte nog te laag was (en de wijn dus een lager alcoholpercentage zou krijgen, later suiker toevoegen is bij wet verboden) of nog laten hangen waarbij een deel dan intussen door schimmels wordt aangetast? Een keuze uit twee kwaden. Nee, 2014 was voor de wijn geen topjaar.
46
De zomer van 2014 kwam maar niet op gang en
was nat en koel. De gemiddelde temperatuur kwam in juli niet boven de 21 graden uit (normaal 24). Het was Bijna Nederland! In september wisten de wijnboeren dan ook niet meer wat ze met de druiven aanmoesten: oogsten terwijl het suikergehalte nog te laag was (en de wijn dus een lager alcoholpercentage zou krijgen, later suiker toevoegen is bij wet verboden) of nog laten hangen waarbij een deel dan intussen door schimmels wordt aangetast? Een keuze uit twee kwaden. Nee, 2014 was voor de wijn geen topjaar.
Stef Smulders Maar dan 2015! De weergoden nemen revanche!
Na een heel zachte winter met maar een klein laagje natte sneeuw sloegen we de lente haast over. Het was al vroeg in het jaar warm en sinds half juni wijst de thermometer alleen nog maar maximale waarden van boven de 30 aan. Volgens het weerstation van de Centro Meteorologico Lombarda dat in onze tuin staat (waarden af te lezen op de site www.centrometeolombardo. com ), is de hoogste waarde die de afgelopen jaren (sinds 2011) bereikt is 36,2 graden (op xx juli 2012). Als de voorspellingen uitkomen dan gaan we daar dit jaar overheen. Het gemiddelde van juli komt dit jaar sowieso veel hoger uit, misschien wel tegen de 28.
dan, gewend aan het eeuwige gemopper van de Italiaan over het weer: te koud, te veel sneeuw, te nat, te warm, te droog. Het lijken wel N..........
We kijken vanaf ons terras belangstellend toe hoe
de druiven zwellen en zijn benieuwd of we nu zelf zullen meemaken wat er in 2007 gebeurde. Toen waren we begin september even in de Oltrepò en viel het ons op dat er al geen trosje meer aan de stuiken hing. Na een heel erg hete zomer was alles in augustus al geoogst! Vanaf onze
Voor de druiven
betekent dit dat de groei voorspoedig verloopt. De wortels van deze plant gaan zo diep dat er nooit water gegeven hoeft te worden. Een enkele onweersbui brengt genoeg water om de ontwikkeling van de zoete vruchten niet te doen stagneren. En daar begint het nu wel een beetje te knellen: de laatste regen dateert van ruim een maand geleden. Dus beginnen de boeren te klagen want er moet altijd wat te klagen blijven. Het zal wel los lopen, denken wij
observatiepost met vrij uitzicht over de hellingen zien we nu dat de planten er vol en vetgroen uitzien: een prachtig gezicht. Bovendien is het heel rustig want de activiteiten in de wijngaarden zijn nagenoeg stilgevallen. Als het warm en
47
Italië droog is, groeit het onkruid niet en ontstaan er geen schimmels dus wordt er niet gewied en niet gespoten. En in dit jaargetij stopt de plant alle zonne-energie in de groei van de druiven en niet in nieuw blad zodat verdere snoei ook niet nodig is. De meeste seizoensarbeiders zijn even met verlof gestuurd om als de oogst aanstaande is hun intrek in hun tijdelijke woonvertrekken weer in te nemen. Zelf vallen we ook stil en gaan in de
hitteoverlevingsstand. Nu begrijp je opeens
48
waarom de siësta uitgevonden is. Als je nog werk wil verzetten, moet je er vroeg op de dag bij zijn of moet je wachten tot de avond valt. En er is voor ons wel werk te verzetten want in tegenstelling tot de wijngaarden heeft onze tuin wel behoefte aan water. Sproeien dus, iedere dag weer, als je wilt dat je met veel moeite gecreëerde bloemenparadijs de zomer overleeft. Gelukkig nemen enkele slimme irrigatiesysteempjes wat werk uit handen en kunnen de meeste inheemse planten wel tegen een (klein) stootje. Mediterrane kruiden zijn wel wat ontberingen
Column gewend en ook rozen houden het hier lang vol, net als siergrassen. Na de nodige studie-uurtjes ontdekte ik dat vooral prairieplanten ons klimaat goed aankunnen. Oleanders natuurlijk, niet alleen in potten maar ook in de volle grond. Irissen in alle kleuren van de regenboog, zelfs blauw. En verschillende vruchtdragende planten zoals vijgen en granaatappels en vooral pruimen. De jam voor de B&B gasten is gereed! De moestuin heeft helaas het onderspit moeten
delven, na een overvloedige oogst aan tuinbonen en een paar courgettes. De tomaten zijn weer eens aangetast: de beruchte zwarte vlek is aan de onderkant verschenen. Gelukkig hebben we nog steeds passata uit roemrijker jaren.
Het is bijna vijf uur ofwel de klok ligt in de vijver
zoals we hier ter stede zeggen. Tijd voor de aperitivo. We openen maar eens een heerlijke spumante van het wijnhuis Monteguzzo (uit te spreken als Monte Goedzo) hier uit de buurt, zie www.monteguzzowines.it . Een Camillion bijvoorbeeld, gemaakt van de pinot nero druif waarmee de meeste hellingen hier bekleed liggen en gegist op de fles. Champagne dus eigenlijk al mag het niet zo heten. Wat maakt het uit hoe het heet, het is topkwaliteit voor een spotprijs. Salute en cin cin. Op een goed wijnjaar! Tekst en foto’s: Stef Smulders
Italiaanse toestanden Leven en overleven in Italië
Humoristische korte verhalen over het emigreren naar Italië en de kennismaking met tal van karakteristieke Italianen. Vijf jaar na de emigratie, doet de Stef Smulders verslag van zijn belevenissen in tientallen verhalen waarin evenzovele problemen op geheel Italiaanse wijze worden opgelost, wat vaak tot humoristische taferelen leidt. Te koop via Emigratieboek.nl
49
Het volgende nummer van Grenzenloos Magazine verschijnt rond 30 augustus. Schrijf u in op Grenzenloos.nl om op de dag van uitkomen een e-mail als herinnering te krijgen.
Emigratieboek.nl BOEKHANDEL VOOR LANDVERHUIZERS
GIDSEN TAALCURSUSSEN ERVARINGSVERHALEN
Kijk regelmatig op Emigratieboek.nl en ontvang ook onze wekelijkse nieuwsbrief Volg ons op Twitter (@emigratieboek) en Facebook (fb.com/emigratieboek)
50