Groninger Studentenkrant - editie maart 2018

Page 1

Stukafest p. 4 - 5

UNI onder vuur p. 10 - 11

Twarrels en rela’s p. 12

Studentenkrant Groninger


CARNAVAL: BOVEN DE RIVIEREN

C

PAULIEN PLAT

arnaval boven de rivieren Hossen, veel bier en verklede mensen: carnaval is mijn favoriete feestje van het jaar. Ik vier het al jaren, in mijn eigen stadje. En nee, die stad ligt niet in Brabant, maar in Overijssel: Zwolle. Sassendonk, oh Sassendonk, je stelt nooit teleur. Een ode aan carnaval boven de rivieren. Hoewel er soms een verdwaalde niet-carnavalist rondbanjert door de binnenstad en zich verbaast over de hoeveelheid verklede mensen die over de Grote Markt huppelen, kleurt de Zwolse binnenstad elk jaar weer

alle kleuren van de regenboog als carnaval er weer aankomt. Iedereen is blij, iedereen wil knuffelen, iedereen wil het bier rijkelijk zien vloeien. Nederlandstalige muziek schalt door de binnenstad en iedereen host. Mensen zijn verkleed: de ene wat uitgebreider dan de ander, de ene wat mooier dan de ander. Maar wat telt, is dat iedereen blij is. Iedereen is in zijn element. Een gemiddelde Groningse stapavond in het kwadraat. En dan met meer verklede mensen, en misschien zelfs wel meer bier.

Nu hoor ik mensen denken: dat is toch ook zo in Brabant? En misschien is het daar zelfs nog wel leuker? Maar ik wil even vooropstellen: het is gewoonweg heel leuk om carnaval in je eigen stadje te vieren. En veel bekenden tegen te komen. En dus veel te mogen knuffelen. Knuffelen is top. Nu wil ik eigenlijk iets nieuws introduceren. Waarschijnlijk zijn veel mensen ertegen, maar het lijkt me geweldig. Carnaval in Groningen. Ik bedoel, eigenlijk is het altijd carnaval in Groningen, want in de negende cirkel schalt er ook Nederlandstalige muziek uit te speakers en er lopen altijd genoeg

verklede mensen rond. Maar de sfeer is anders. En de sfeer, die telt. Dus lieve mensen, zullen we met zijn allen een keer verkleed, in een tent op de grote markt, André Hazes luisteren, keihard meeblèren en de stad omtoveren tot het carnavalsparadijs op aarde? Een naam hebben we al: suikerdonk. Mij lijkt het in ieder geval geweldig.

De Oosterpoort & de Stadsschouwburg Groningen presenteren: 8, 9, 10, 14, 15 en 16 maart Stadsschouwburg Groningen

Noord Nederlands Toneel / Club Guy & Roni / Asko/Schonberg – Salam

Vr 30 maart Stadsschouwburg Groningen

Achter een van de grote maatschappelijke conflicten van nu gaat een klein, menselijk verhaal schuil. Een verhaal over liefde, spijt en een vader die uit onvermogen zijn twee zonen uit elkaar dreef.

Een rijke schakering van dans door nieuw en gevestigd talent.

Nederlands Dans Theater 2 – Sum thought

Do 22 maart Stadsschouwburg Groningen

Junior Company / Het Nationale Ballet In The Future Danssterren van de toekomst in energiek jubileumprogramma.

Do 22 maart USVA

Rosemary & Garlic IJle, ongrijpbare, sprookjesachtige muziek, geworteld in de folk en singer-songwriter traditie.

2

Za 30 maart De Oosterpoort

James TW De 20-jarige singer-songwriter en ‘rising star’ James TW wordt ook wel gezien als de nieuwe Ed Sheeran.

de-oosterpoort.nl | ssbg.nl Groninger Studentenkrant Maart 2018

Za 31 maart Stadsschouwburg Groningen

Jakop Ahlbom & Alamo Race Track – Innenschau Een surrealistische theaterthriller over liefde en jaloezie.


1. Met een beetje geluk, zoals deze winter, kunnen we de schaatsen weer onderbinden! Alleen Koning Winter maakt de meest Hollandse en verbroederende sport van ons kikkerlandje mogelijk. 2. Wanneer het buiten koud is, waardeer je de warmte van binnen veel meer. Op de bank zitten met drie dekens en een flinke mok warme chocolademelk is een van de belangrijkste factoren die de winter het beste seizoen maakt. 3. In de winter word je in de ochtend niet badend in het zweet je bed uitgebrand. Het is minder lang licht waardoor je heerlijk rustig, als een rups in je dekencocon, wakker kunt worden wanneer jij dit nodig vindt. 4. Het maakt niets uit wat je draagt, want in de winter draagt iedereen toch wat lekker zit en warm is. Het truienseizoen haalt de grootste chillers in ons naar boven en laat iedereen ook gelijk wat minder onzeker over zijn/haar lichaam voelen, omdat deze toch verstopt zit onder vijf lagen dikke, verhullende kleding.

De tien geboden De 10 redenen waarom de winter beter/fijner/genoeglijker is dan de zomer: Het gebeurt niet al te vaak, maar dit jaar was het weer eens raak. Maart roerde zijn staart en liet ons schaatsen over zij bevroren vaart Er zijn talloze redenen waarom je de winter boven de zomer zou plaatsen Ik zal er tien opnoemen en de eerste is natuurlijk schaatsen THOM BOONSTRA

5. Het is wetenschappelijk bewezen dat mannen een hoger libido hebben bij koudere temperaturen en vrouwen zoeken ten tijde van winterkou natuurlijk de warmte op en kruipen tegen hun opgewonden man aan, wat resulteert in, wat je vooraf niet gelijk zou denken, meer seks in de winter! 6. De winter geeft ons een steengoed excuus om alcohol te drinken, namelijk om het warm te krijgen! Een slokje Berenburg na college (of in de pauze) is geen probleem meer. Dit prachtige seizoen geeft elke dag reden tot een WinterMiBo. 7. De winter kenmerkt zich door het samenkomen van familie en vrienden met bijvoorbeeld kerst, wat van de winter het meest gezellige, familiaire en verbroederende seizoen maakt. 8. Als de Siberische Beer die deze winter zou komen maar eigenlijk niet helemaal kwam, écht een keer flink huishoudt, ligt alles in Nederland gelijk plat, wat een dag chillen zonder colleges betekent! 9. In de winter ziet alles er sprookjesachtig uit, wat de meest prachtige landschappen, uitzichten, wandelingen, reizen, foto’s en nog duizend dingen die met sneeuw mooier zijn oplevert! 10. Tegen kou kun je je altijd blijven kleden om het weer aangenaam voor jezelf te maken, maar tegen extreme hitte kun je uiteindelijk niets meer doen als je het punt hebt bereikt waarop je niets meer uit kan trekken en als wanhopige nudist tegen de zon strijdt.

O

Hoofdredactioneel

PAULIEN PLAT & RICHARD NOBBE

SKolofon

ok deze maand weer een geweldige nieuwe krant voor jullie. Het treurige tafereel op de voorkant laat precies zien hoe we ons voelen over valentijnsdag: niet erg veel zin in. Hoewel Richard stiekem een beetje verliefd is (erg schattig allemaal), is een groot deel van de rest van de redactie, Paulien included, dat niet. En dus is het weer een soort van bevestiging van “hallo je bent single”. Niet leuk. Wel veel chocola. Dat is dan wel weer leuk. Ook daalt de temperatuur deze dagen weer ernstig. Vinden we

De Groninger Studentenkrant is een onafhankelijk blad gemaakt voor en door studenten van HBO en WO-instellingen in Groningen. Het verschijnt elf maal per jaar in een oplage van zesduizend exemplaren die gratis verspreid worden op de RuG, de Hanzehogeschool en andere plaatsen in Groningen.

Hoofdredactie: Richard Nobbe Paulien Plat hoofdredactie@studentenkrant.org

Eindredactie:

Paulien Plat Richard Nobbe

ook niet erg leuk, bevroren handjes. Maar het wintergevoel is er wel. Dat is dan wel weer leuk. Bij al het positiefs ook wat negatiefs. Oh, en dan nog iets: Richard, koop een nieuwe fiets! Je mag met alle liefde altijd mijn fiets gebruiken, no problemo, maar elke dag met de bus of benenwagen gaat je vast niet in de koude kleren zitten. Een echte student, en ja dat ben jij, heeft een fiets. Dan nog even wat random dingen: babyegeltjes zijn schattig, Richard is verlieeeeefd (had ik al gezegd maar wil ik toch nog even

Vormgeving:

Bestuur:

Thijs Krijnen

Marte de Vries Quintijn Odding Mees Dijkstra

Redactie:

Ben Hard Richard Nobbe Paulien Plat Thom Boonstra Jordy Nijland Bas Teunissen Karlijn Saris

Illustrator:

Nadine Sagel

Fotografe:

benadrukken), ik ben blij ondanks dat ik dit typ terwijl ik in college zit die van 9-17 duurt. Deze maand gaan we uiteraard weer aandacht besteden aan een heleboel leuke onderwerpen: Eurosonic Noorderslag, cryptocurrency, een nieuwe nuchter naar…, de Runia Gate…. Lees en huiver, want we hebben speciaal voor jullie weer ons best gedaan. Nou lieve mensen, hele dikke knuffel van jullie hoofdredacteuren, groetjes thuis en liefs!

Volg ons voor dagelijkse nieuwsupdates voor en door studenten op:

Nouschka van der Meij

Drukwerk: Rodi Media

/studentenkrant Groninger Studentenkrant Maart 2018

3


Stukafest PAULIEN PLAT FOTO’S: NOUSCHKA VAN DER MEIJ

Studenten hebben zo hun eigen huizencultuurtje. Bierkratjes in de GK, posters van festivals aan de muren en afwas in de gootsteen. Dit vormt een prima achtergrond voor een avondje kunst en cultuur, zo dachten ze bij stukafest - het studentenkamerfestival. Met een biertje in onze hand zat ik tussen de rommel te kijken naar artiesten. Lachen, luisteren en lekker meezingen: het was een feestje.

Samen met een huisgenootje ging ik op avontuur door Groningen, terwijl we geen idee hadden wat ons te wachten stond. We waren willekeurig ergens ingedeeld, dus alles zou een verrassing zijn: krijgen we een band, een caberatier, krijgen we toneel of niet iets anders?

4

Groninger Studentenkrant Maart 2018

Het eerste was ebbingestraat: in de oude ebbingestraat: prachtig Het eerste adres was inadres de oude prachtig uitzicht op de uitzicht op de martinitoren, bar in de woonkamer. Een martinitoren, bar in de woonkamer. Een typisch studentenhuis zoals typisch hoort studentenhuis zoals een studentenhuis te een studentenhuis te zijn. Verwachtingsvol namen wehoort plaats namen we plaats op deuit bank, om op de bank,zijn. om Verwachtingsvol uiteindelijk luid lachend de kamer weer te lopen. uiteindelijk lachend decaberatier kamer weer uitons te lopen. We kregen een heerlijkeluid studentikoze voor te zien, die We kregen een heerlijke studentikoze caberatier verhalen vertelde over seks, drugs en rock en roll. Jasper vanvoor der Veen ons te zien, die verhalen vertelde over seks, drugs en was zijn naam. rock en roll. Jasper van der Veen was zijn naam.


Hierna werden we richting de korrewegwijk gestuurd. We bestelden een wijntje en moesten plaatsnemen bij de trap, in de woonkamer. “De show begint op de trap,” werd ons medegedeeld. Voor ons stond een schaarsgeklede, goud geverfde vrouw. Lilly Bendl heette ze, kon ik op mijn papiertje lezen. Mijn huisgenoot en ik keken elkaar aan: huh? Met datzelfde gevoel liepen we uiteindelijk de kamer weer uit. Ongemak, dans en toneel in één ruimte: genoeg stof om over te praten.

Ten slotte werden we richting het noorderplantsoen gestuurd. Firma Vruchtvlees, een literaire peepshow, zouden we voorgeschoteld krijgen. De ramen waren rood verlicht en buiten staat een vrouw in badjas te roken. Verwachtingsvol treden we binnen. Aan de hand van toneelstukjes, verhaaltjes en discussies werd er gepraat over seks: wat is normaal, wat is niet normaal? Een leerzaam en leuk halfuur.

Enigszins aangeschoten van alle goedkope wijntjes en biertjes fietsen mijn huisgenootje en ik naar huis. We kunnen concluderen: het was een leuke avond.

Groninger Studentenkrant Maart 2018

5


Black Panther

I

RICHARD NOBBE

k ben een Marvel-liefhebber, sinds de allereerste Iron Man van tien jaar geleden heb ik geen enkele MCU-film overgeslagen en zat ik hondstrouw in de bios te wachten tot de aller-, allerlaatste watertande post-credits scene. Zo ook nu bij Black Panther, de meest recente film uit de superheldenstal van Marvel en de laatste film voordat in april het Avengers-geweld losbarst in Infinity War. Korte samenvatting: De hoofdpersoon, T’Challa heeft na de evenementen van Captain America: Civil War genoeg paniek aan zijn hoofd. Hij is de koning van het Afrikaanse, superisolasionistische, bijzonder techonoligisch vooruitstrevende en visueel spectaculaire Wakanda. Eveneens moet hij dealen met de compleet gestoorde terrorist Ulysses Klaue (Gespeeld door Andy Serkis, die we nog kennen uit Age of Ultron) en een nieuwe, persoonlijkere dreiging in de vorm van Killmonger, fenomenaal

neergezet door Michael B. Jordan. Deze film excelleert in het neerzetten van de antagonisten. Waar Marvel films namelijk vaak vermakelijk zijn, schort het ze vaak aan goede schurken. Natuurlijk we hebben de briljante Loki, maar daar tegenover staan compleet inwisselbare schurken zoals Malekith, Ronan the Accuser, Whiplash, Yellowjacket en de volledig verpeste Mandarin uit Iron Man 3. Jordans’ Killmongar daarentegen is een formidabele schurk. Ondanks dat hij wel voldoet aan het kloon-principe (superheld neemt het op tegen schurk met ongeveer precies dezelfde powerset) is het zijn uiterst oprechte en geloofwaardige motivatie en het geweldige acteerwerk dat hem het echte gevoel van een dreiging geven tegenover onze held. Met deze complimenten wil ik overigens de rest van de cast absoluut niet tekort doen. Chadwick Bosemans T’Challa – de titulaire Black Panther, in case you

didn’t pay attention, heeft de perfecte balans tussen een koninklijk charisma en de treffende onzekerheid van een man die eigenlijk nog geen idee heeft wat hij aan het doen is. Zijn onzekerheid maakt hem een personage waar je als kijker sympathie mee kan hebben, iets wat niet gemakkelijk is als je een koninklijk karakter speelt wiens land zich al jaren afsluit voor de wereldproblematiek. Eigenlijk schittert de hele cast, de compleet over de top Andy Serkis die zich op en top vermaakt als de Afrikaner superschurk Klaue, Danai Gurira die daadwerkelijke angst inboezemt als Okoye, het hoofd van de koninklijke lijfwacht en Lupita Nyong’o, die als T’challa’s zus Nakira de juiste balans tussen speels en briljant weet te bewaren. Tevens moet het briljante regisseerwerk van Ryan Coogler ook niet onbenoemd blijven. De beste man gooide al hoge ogen met Fruitvale Station (knap als je daarbij je ogen drooghoudt) en

met de Rocky-spin-off Creed, een film die veel beter was dan het hele oeuvre van Stallone bij elkaar opgeteld. Ondanks de compleet absurde materie waarmee Coogler werkt (superheld-koning van techonologisch superieure staat zit in de penarie), weet hij een menselijk en zelfs maatschappijkritisch verhaal ten tonele te brengen, wat zich vooral uit in – ik zeg dit te vaak- de fenomenale Killmonger, voor wiens motivatie ik bij tijd en wijle oprecht meer begrip had dan voor die van de Black Panther himself. Verder voldoet ook deze Marvel-film aan alle eisen. Visueel heerlijk, een killer-soundtrack, scherpe dialogen, puik acteerwerk en post-credits scénes die de vasthoudende kijker meer dan belonen. Ga deze film vooral zien, al heb je niks met superhelden of Marvel, dit is er eentje om niet over te slaan.

weinig weerstand terwijl de brunette mijn hand op het hoofd van de blondine overneemt en mijn hand op haar boezem legt. Zonder er bij na te denken trek ik haar overhemd los, knoopjes stuiteren alle kanten op terwijl ik mijn lust botvier op haar borsten, die naar wat handig vingerwerk van mijn kant prominent in het zicht zijn nadat ik haar ontdaan heb van haar bh. Ik ontlok een grommende kreun aan haar als ik mijn tanden in haar tepel zet terwijl de blondine gorgelend mijn paal keer op keer in haar mondje neemt. Ik besluit de rollen om te draaien en sta op terwijl mijn harde pik als een soort van vaggenmast heen en weer zwiept tussen twee gewillige vrouwen. Ik pak de brunette en duw haar met haar hoofd op het kutte, veel te krappe tafeltje terwijl haar collega de verschrikkelijk onflatteuze pantalon over haar heupen naar beneden duwt. Ze geeft een paar lieve kusjes op haar ferme billen voordat ze mijn pik bij de brunette naar binnen duwt. Ik begin te stoten, ze kreunt luid en iets te dierlijk terwlijl haar nagels zich in het glas vastzetten. De trein dendert langs station Meppel, een paar oude mensjes kijken verschikt toe als ze het perverse ritueel voor zich zien: een conductrice die omgeploegd wordt door een zwartrijder terwijl haar collega haar overal likt en kust waar het maar kan. De blondine wordt ongeduldig en duwt haar collega aan de kant, ze kleedt zich ongeloofwaardig snel uit en spreidt haar benen terwijl ik ook haar topje helemaal kapottrek. Ik duw mijn staaf in haar en ze kreunt. ‘’God-ver-domme Ben.’’ gromt ze terwijl haar nagels zich in mijn rug boren. Haar haar hangt wild voor haar gezicht en haar ogen kijken me smekend aan. ‘’Ik kom bijna.’’ grom ik. Beide dames schudden hevig met hun hoofden. ‘’Nog niet Ben.’’ zeggen ze voordat ze een

lange, veel te heftige zoen uitwisselen, alsof dat het makkelijker maakt. Ik voel enerzijds dat de trein afremt en anderzijds dat mijn ballen op het punt staan zo hevig te exploderen dat de Vesuvius in vergelijking een maquette van een driejarige met meerdere rugzakjes lijkt. Ik schiet mijn ballen compleet leeg in de hitsige blondine, die me meteen verschrikt aankijkt. ‘’Godverdomme ik was niet aan de pil!’’ haar collega, zich niet bewust van wat er gaande is, duikt tussen de lange benen van haar medespeelster en likt alle Baby-bens gulzig op terwijl ik met mijn broek op de enkels een sprintje trek naar de uitgang van de trein, waar ik een flinke smak op station Assen maak, mijn blote reet for all to see terwijl de blondine even naakt een sprintje trekt, alvorens de deuren vlak voor haar neus sluiten. Ik vloek terwijl ik langzaam voor de aanwezige Assenaren mijn broek ophijs. ‘’Godveromme, mijn ov-kaart ligt daar nog.’’ Ik steek een peuk op en ga zitten.

Zwart rijden Als je skeer bent moet je keuzes maken, je eet een week lang noedels in plaats van een voedzame maaltijd en voor korte treinritjes reis ik op goed geluk hartstikke zwart. Zolang ik maar op een poortloos station eindig, is het prima te doen. Zo zat ik nu ook in de trein, mijn kop nog kloppend van het feestje van vannacht en mijn hormoonspiegel die overuren draait omdat ik niemand heb kunnen scoren. Ja lezers, het zit zelfs soms Ben niet mee. Ik sluit mijn ogen terwijl de trein gestaag langs kutdorpjes dendert. ‘’Godverdomme’’ mompel ik nog. Ik dagdroom al vlot over rondborstige vrouwen die zich op mijn lid storten alsof ze maanden niet bevredigd zijn. Een prima droom terwijl de bobbel in mijn broek langzaam groeit totdat het gevaarte meer wegheeft van een podiumtent op Lowlands dan een ochtenderectie die zich verslapen heeft. ‘’Controle, kaartjes graag!’’ zingt plots door de wagon. Ik schrik op, mijn droombeeld van een blondine die zo hard aan m’n lul zuigt dat ze een stofzuiger ten schande zet versplintert als een goedkoop glas dat tegen de muur gegooid wordt. ‘’Fuck’’ grom ik en ik trap onwillekeurig veel te hard tegen de metalen prullenbak aan. Ik durf niet om te kijken naar wie mij komt controleren en grabbel voor de vorm mijn OV-kaart uit mijn jas. In mijn slaapdronken staat zie ik dat de wagon volkomen leeg is, afgezien van mij en de controleurs die op mij af komen. Ik probeer me nog enigszins lafhartig te verstoppen, om te verdwijnen in het lelijke stofpatroon van het NS-meubilair. ‘’Meneer, uw OV-kaart graag.’’ Ik kijk opzij en zie een stot van een conductrice staan, de knopen staan door haar borstomvang zo erg onder druk dat ik bang ben dat ik een oog verlies als ze losschieten. ‘’Ja, hier.’’ mompel

6

Groninger Studentenkrant Maart 2018

ik iets norser dan bedoeld. Met de blik van iemand die precies weet wat gaat gebeuren staar ik achtereenvolgens naar haar lijf en het OV-apparaat, dat afkeurend piept zodra ze mijn pas ervoor houdt. ‘’U heef niet ingecheckt, meneer Hard.’’ zegt ze, ze laat mijn achternaam over haar tong rollen terwijl haar ogen afdalen naar mijn broektipi. Ik merk waar ze naar kijkt terwijl ik kort kuch en haar aankijk in haar bosgroene ogen. ‘’Fuck, wat nu?’’ zeg ik, ik spreid mijn benen iets meer om mijn tentpaal wat meer in haar kijkers te spelen, ze bloost. ‘’Euh. Ehm, ik ben zo terug.’’ zegt ze vlug voordat ze de wagon verlaat. Ik kijk over mijn schouder en zie haar praten met een vrouwelijke collega. Ik duw de onwaarschijnlijke fantasieën uit mijn hoofd terwijl ik wat uit het raam staar. ‘’Meneer Hard?’’ hoor ik, dit keer een andere vrouwelijke stem. Ik draai mijn hoofd richting haar en zie een brunette staan, iets kleiner dan haar collega, maar even goed gevormd en bruine ogen waar je in wil kijken terwijl je haar hele mondje volspuit. Beide dames staan voor me, hun armen over elkaar. ‘’Eigenlijk mag je niet zonder vervoersbewijs reizen.’’ zegt de blondine terwijl ze me strak aankijkt, ik raak een beetje in paniek. ‘’Eigenlijk verdien je ook straf.’’ zegt de brunette terwijl ze naast me gaat zitten en haar hand op mijn binnenbeen legt. Ik weet al wat er gaat gebeuren en met een grijns trek ik de brunette aan haar haar naar mij toe, waarna ik haar vol zoen. De blondine begrijpt het signaal en weet zich op haar knieën tussen mijn benen en dat kuttafeltje van de NS te wurmen, waarna ze mijn pik uit mijn broek vist. ‘’Jezus, je doet je naam er wel eer aan.’’ weet ze nog uit te brengen terwijl ik met mijn vrije hand haar mond over mijn paal duw. Dat zal je leren mijn ochtend te verpesten. Haar keel biedt


Oscars ontmaskerd

Waarom de Academy Awards eigenlijk maar een treurige bedoening zijn RICHARD NOBBE

staan te schuren in De Negende: ze willen het te graag. Voorbeelden van films die dit jaar aan die checklist voldoen zijn bijvoorbeeld Phantom Thread en The Post.

H

et is weer prijzenseizoen. De filmwereld trekt weer de meest extravagante kleding uit de kast om te shinen op de rode loper terwijl films overladen worden met een keur aan prijzen die nog meer afkortingen hebben dan de gemiddelde ‘’Heb je deze SOA al?’’-lijst van de plaatselijke GGD-kliniek. Van al deze prijzen is er echter een gouden knakker die met kop en schouders boven iedereen uitsteekt, een beeldje dat de hele filmwereld een harde plasser bezorgt als ze er alleen al over dromen: de Academy Awards, beter bekend als de Oscars. Deze prijs is zelfs zo prominent dat er al mee gepronkt wordt als je ervoor genomineerd bent, al is het maar voor een relatieve ‘’meh’’-categorie zoals best make-up of best original screenplay. Toch zijn deze prominente gouden rakkers (nee we hebben het niet over pils, helaas) niet vrij van controverse, want aan het hele proces – van nominatie tot uitreiking - zitten zoveel haken en ogen dat een sportviszaak er niets bij is. Rekenwerk Laten we bij het begin beginnen. De Oscarnominaties worden gekozen door de leden van de Academy of Motion Picture Arts and Sciences, een groep van 7000(!) mensen uit het filmvak wie naast hun passie voor film ook een gigantische passie voor zelffelicitatie en cirkelrukken hebben. De films die genomineerd mogen worden vallen in een akelig specifieke categorie, de film moet namelijk minstens een week binnen de grenzen Los Angeles County in de bioscoop gedraaid hebben. Iedereen nomineert binnen zijn of haar eigen categorie: regisseurs kiezen de nominaties voor beste regisseur, acteurs de beste acteur, visagisten de beste visagie en zo verder. Daarnaast mag elk lid van The Academy (pakt teiltje) een aantal beste films van het jaar nomineren. Een soort van gemeenteraadsverkiezingen maar dan minder kut. Nadat al deze nominaties rond zijn, wordt de lijst met nominaties nogmaals rondgestuurd, maar nu naar alle zeven-fucking¬-duizend leden. Kort gezegd, de experts van het specifieke vakgebied kiezen de nominaties, maar hierna mag iedereen losgaan op deze nominaties en wordt uit deze ronde de winnaar bepaald. Acteurs bepalen dus mede wie best original song wint en documentairemakers bepalen mede wie best visual effects wint. Het is een beetje als Badr Hadi bij Matthijs van Nieuwkerk aan tafel zetten om te lullen over de Elfstedentocht, maar soit. Laten we echter nog even ingaan op het stemproces voor de Oscar voor beste film, de grootste showboner die Hollywood in haar arsenaal heeft, want dit stemcomplex is bizar, verwarrend en extreem gestoord, net zoals mijn ex. Gelukkig heb ik me ingelezen, dus ik zal het aan jullie uitleggen alsof jullie een stel uitzonderlijk mentaal achtergestelde vijfjarigen zijn. De leden (van de Academy, maar dat tik ik vanaf nu niet meer uit, want ik moet elke keer een beetje braken als ik dat doe) krijgen de schone taak om tussen de één en tien nominaties neer te pennen voor hun lievelingsfilms van dat jaar. Dit is een top tien, dus niet tien gelijkwaardige nominaties. Vervolgens gaan de accountants (ja, de Oscars worden gerund door accountants. Stuk minder glamorous ineens) als een stel bezetenen zitten tellen. De accountants verdelen dan de stemmen. Eerst worden de

eerste keuzes vanuit de top tien meegenomen. Als deze over een bepaalde drempel gaan, dan is deze genomineerd. Hoezee, hoera. Deze drempel wordt door een heerlijk wiskundige formule bepaald, namelijk het aantal stemmen gedeeld door het aantal potentiële nominaties plus 1. Stel dus dat er duizend mensen gestemd hebben en er honderd potentiële nominaties uitkomen, dan heeft een film 101 stemmen nodig om de nominatie daadwerkelijk in de wacht te slepen. Tot zover is het allemaal nog redelijk normaal en doet het denken aan je HAVO 4 maatschappijleerklas. Je hebt stemmen en een kiesdrempel, helemaal prima. Maar nu begint de accountant-hocus-pocus. Er bestaat namelijk een surplus-regel. Dit houdt in dat elke stemmer die een film heeft gesteund die meer dan tien procent boven de kiesdrempel zit, een tweede stem krijgt. Dit houdt in dat de tweede keuze van diegene ook meegenomen wordt in de nominatie-overweging. Dus stel dat jij op een film hebt gestemd. Deze film krijgt 111 stemmen. Dan wordt jouw tweede keus ook meegerekend. Ja, als je op de juiste films stemt, dan krijg je twee stemmen. Daarnaast krassen accountants ook elke eerste keus door die op minder dan een procent van de stemmen kan rekenen. Zou jouw nominatie voor Anal Backdoor MILF-sluts Part III: Holiday edition XXX-treme dus maar negen stemmen krijgen, dan is het jammer maar helaas, maar dan gaat die nominatie niet door en kijken ze alleen naar je nummer twee. Dan begint de tweede telronde, hier is de drempel gehalveerd, een film heeft dan in ons keurig afgeronde scenario nog maar 51 stemmen nodig om die felbegeerde nominatie in de wacht te slepen. In deze tweede ronde doen trouwens de weggekraste one-percenters weer mee in de race, dus hoera! Je dertien-in-een-dozijn-porno maakt weer kans op een beeldje! Mocht er na deze twee rondes nog steeds geen vijf nominaties binnen zijn, dan zou er nog een derde ronde kunnen komen waarin de drempel weer verlaagd wordt, maar dit komt in de praktijk vrijwel niet voor. Hierna worden overigens alle leden overladen met ‘cadeautjes’ van de studio’s, wat ten eerste niet mag volgens de regels, en wat ten tweede net zo subtiel is als een paardenkop in iemands’ bed leggen. Zo werden er in 2013 iPod-shuffles opgestuurd met daarop het gejengel van Les Miserábles en kregen sommige leden zelfs een Lincolnbraadpan (haha, wat?) en een brief van Steven Spielberg himself over hoe fijn hij de nominatie wel niet vindt, inclusief wat zaadvlekken op het papier van dat vele cirkelcrukken.

Het ontbreekt de Oscarnominaties daarnaast simpelweg aan diverstiteit. In de eerste plaats aan diversiteit van de mensen die aan de films meerwerkten. Zo won in 2010 pas de eerste vrouwelijke regisseuse, Katheryn Bigelow, het beeldje voor beste regie, voor The Hurt Locker. Het was overigens pas 2017 toen een moslim voor het eerst een Oscar mee naar huis nam, deze eer was voor Mahershala Ali voor zijn rol in Moonlight. Nu wil ik niet alle alterrechtse mafklappers tegen hun hoofd stoten met mijn gutmenschlicke diversiteitsbeleid – ik zie jullie namelijk al fanatiek ‘reeeeee’-en met die Mountain Dew en Dorito’s in je snufferd. Menselijke diversiteit is namelijk niet het enige diversteitsprobleem, er is ook sprake van een filmisch diversiteitsprobleem. Zo zijn er bijvoorbeeld nog maar zes Horrorfilms in de volledige geschiedenis van de Oscars genomineerd voor beste film, en daarbij reken ik Get Out, een kanshebber voor deze editie, mee. Ook science-fiction is vaak een slachtoffer van deze selectiviteit, zo zijn bijvoorbeeld 2001: A Space Oddysey, Blade Runner en Close Encounters of the Third Kind nooit genomineerd voor beste film, terwijl dit toch wel toonaangevende films binnen hun genre zijn. Zoals eerder gezegd blijven ze vaak hangen in drama’s, van die net niet overduidelijk grappige comedy’s of de verfoeide, ellenlange kostuumdrama’s waarvan ik nog harder in slaap val dan de uitgelekte pornofilm van je moeder. Sowieso is het bizar te noemen dat de ‘snubs’ (niet genomineerde films) soms prominenter zijn en groter worden dan de films die dat jaar de Oscars wonnen. Zo werd het niets minder dan iconische Citizen Kane in 1941 niet eens genomineerd voor beste film, terwijl de tegenwoordig vrijwel onbekende film How Green Was My Valley (klinkt als een goede titel voor een stoner-porno) dit beeldje in de wacht sleepte. Nu is dat al heel lang geleden, maar hetzelfde gebeurde bij het briljante The Dark Knight uit 2008, dat geen nominatie kreeg, terwijl eigenlijk maar vrij weinig mensen Slumdog Millionaire – de winnaar van dat jaar – nog noemen in hun lijstje met favoriete films. Het lijkt soms haast alsof ze geen idee hebben waar ze mee bezig zijn.

Het voelt altijd een beetje alsof je op een bruiloft bent beland van iemand die je niet kent, je kent de grapjes uit de vervelende speech van bruidsmeisje nummer drie niet en gniffelt dus maar een beetje stom mee terwijl je jezelf volgiet met drank. Dan de uitreiking zelf, waarbij de potsierlijke decadentie van Hollywood zichzelf al helemaal bizar tentoon stelt. Elke speech begint met een rijtje bedankjes die strekt van de lieve Heer tot het gehandicapte hondje van de overburen en minstens drie keer per uitreiking weidt er weer iemand veel te lang uit over een heel groot probleem in de wereld terwijl de tranen over hun wangen biggelen. Ja Meryl Streep, we weten dat de arbeiders in de wereld onderdrukt worden door de bourgeouis en dat kinderarbeid heel zielig is, maar waneer werp jij nou je ketenen af, of paradeer je liever in een Gucci-jurk terwijl je met je topsalaris Trump basht? Vervolgens wordt eerdergenoemd filmfiguur afgekapt door een orkest en gaan we verder naar een van de drieeëntachtig reclameblokken van tien minuten per stuk. Reclametijd waarin het aanwezige publiek denk ik druk bezig is met furieus masturberen terwijl ze hun zelffeliciterende, pseudopolitieke en pseudospontane speeches oefenen, want ik zou niet weten wat je anders met je tijd zou moeten doen. Aan het einde van het feestje gaan de winnaars dan blij naar huis en blijven de overgebleven genomineerden een beetje beteuterd zitten, of nou ja beteuterd, elk jaar krijgen alle genomineerden een ‘’niet officiële’’ goodiebag, genaamd de ‘’Everybody Wins’’-bag, een soort van participatietroffee op topniveau. In dit tasje – waarvan de inhoud ongeveer een ton waard is – zitten dit jaar onder andere diamanten, een leven lang gratis foundation, een huidcréme voor de oudere huid, een Deens kookboek, tienduizend euro voor een dierenasiel naar keuze en kennelijk wat ahornsiroop, zodat de o-zo zielige verliezers zich kunnen troosten met nog meer weelde, want hey, Hollywoodsterren hebben het ook niet zo breed in deze tijden van crisis. Ik weet niet wat jullie tijdens de uitreiking zondagnacht gaan doen, maar ik ga lekker een filmpje kijken en me opwinden over wie er dit jaar weer onterecht niet gewonnen heeft. Lijkt me een toppere show dan het drama dat de Oscars is. Want laten we eerlijk zijn, in Sesamstraat woont Oscar niet voor niets in een vuilnisbak.

Ceremonieel Dan is er nog de uitreiking zelf, de grootse zelffelicitatieparade sinds die ene keer dat Donald Trump verdwaalde in een spiegelpaleis. Ten eerste is er altijd de veel te lange rode loperparade, een gigantische optocht van mensen die aardigheid tegen elkaar lopen te veinzen en waarbij de vraag van het moment ‘’What are you wearing?’’ lijkt te zijn, wat al sowieso om te janken is. Dan wordt de ceremonie zelf vervolgens gepresenteerd door een vaak ‘’meh’’-presentator die heel hard zijn best doet om tijdens de openingsmonoloog niet te overduidelijk van de autocue te lezen.

Stemmingmakerij Dit volkomen bizarre systeem zorgt ervoor dat grote blockbusters die gewoon erg goed waren gedelegeerd worden naar een derde of vierde plek, waardoor de nominaties voor beste film eigenlijk niet meer zijn dan een opeenstapeling van nummertjes één en twee, en dat is jammer. Sowieso staan de Oscars bekend om hun nogal standaardnominaties, het zijn vaak biografieën, historische films, inspirerende films over mensen met een beperking, sociaal commentaar, stukken over Hollywood zelf (daar is die zelffelicitatie weer) en alle fims met Daniel Day Lewis die genomineerd worden. Niet voor niets wordt er vaak gesproken over Oscar-bait, films die zo getailleerd zijn op het winnen van de felbegeerde beeldjes dat er nog net niet in koeienletters ‘’Pick me! Pick me!’’ op de poster staat. Ze zijn een soort van die wanhopige chicks die om kwart over twaalf al zat tegen je aan

Groninger Studentenkrant Maart 2018

7


Gyas Hunze

PAULIEN PLAT

Ons Dorp RICHARD NOBBE

Weet je nog dat je mij altijd oversloeg voor mij pakte

Het is hier ijskoud maar gelukkig wel droog”: deze prachtige tekst van Guus Meeuwis was prima van toepassing bij de Gyas-Hunze van dit jaar. Onze adem veranderde acuut in wolkjes, en onze handschoenen, hoe dik ze ook waren, waren niet dik genoeg om onze handen op te warmen. Staand in de ijskoude kou keken wij naar de enorme bikkels die langs kwamen roeien, die zichzelf weer opwarmden door halen te maken met hun “palen”, peddels in roeijargon. Jemig, wat een kou. En wat een respect voor de mensen die roeiden – en allemaal de finishlijn behaalden. Om ons heen hoorden we aanmoedigen – allee Gyas, of welke roeivereniging dan ook. Keihard schreeuwen, keihard roeien. De stuurtjes konden we horen praten: bouwen, of 1, 2, 3, 4. De sfeer zat er goed in, ondanks de kou. Het zonnetje scheen, de lucht was blauw.

wat je pakken kon verder liep, zo het lichtblauw in het vereist lef om in te zetten op het kleine je moedwillig in een un-der-dog-po-si-tie drukken Aan het banksaldo - de flappen die je rigoureus als zonnewaaier gebruikt zal het niet liggen, aan je zin om dwars te zitten evenmin je hebt stapels kaarten met stapels straten niet om ze compleet te hebben

De lucht was geelrood en vormde een prachtige achtergrond voor al die roeiboten met mensen die zich helemaal kapot roeiden richting de finishlijn.

maar als leverage, omdat je een ander de steden misgunt Alsof je met een groot stopbord na hun straten blijft staan armen over elkaar een zwaailamp hier en daar: tot hier en niet verder. Je verkoopt onwil, wist je dat het laatste oranje vakje mathematisch gezien het meeste bezocht wordt. Zeg nou zelf, what the fuck is er mooi aan Vreeburg, Utrecht je koopt het om de cijfers en dat begrijpen we, wiskunde is ook wat waard. maar wij dan, wij laten ons ombouwen tot hotelstraat voor een fractie van de rest het appeltje voor de dorst staat in onze borst gekerfd met een plastic mes laat ons je veilige haven zijn tussen Amsterdam en belastingtarieven Het dorp omarmt je, als je je best doet, laten we je misschien nooit meer los.

Laat je niet naaien maar begin met pijpen B. ZAK

wacht downloadend Nederland een uitspraak van de Hoge Raad af die gaat bepalen of Ziggo, Tele2 en andere ISP ́s de plicht krijgen om sites als pirateproxy.com en ikwilthepiratebay.nl te blokkeren.

W

il jij met een gerust hart een filmpje downloaden of voorkomen dat je Internet Service Provider (hierna: ISP) al je internetverkeer kan inzien? Neem een internetpijp die je beschermt. Gelukkig kennen we in Nederland nu nog een gedoogbeleid betreft het downloaden van illegale content. Helaas wil de filmindustrie hier verandering in brengen. Momenteel

8

Groninger Studentenkrant Maart 2018

Waar we nu nog een land zijn waar je rustig een film kan downloaden gaan we als het aan Stichting Brein ligt meer richting een Duits model. In Duitsland krijg je bij het downloaden van een filmpje al snel een boete van enkele honderden tot duizenden euro ́s aan de broek. Dit is echter niet de enige reden waarom je na zou moeten denken om je internetverbinding te beveiligen. Op dit moment kan je ISP al je internetverkeer inzien. Vraag je je nu af waarom dit jou iets moet schelen? Kijk dan maar eens kritisch naar je internetgeschiedenis, naast je private heren- en damescollectie zijn er nog tig van sites die je in het dagelijks leven gebruikt en in eerste instantie niet echt reden geven tot onrust. Het samenbrengen van al deze sites kan echter toch heel veel vertellen over je politieke voorkeur, persoonlijkheid, sociale klasse, woonadres en nog veel meer. Maar wat moet je doen als je geen torenhoge boetes wilt en je privéleven enigszins voor jezelf wilt houden? Een van de vele

voorzorgsmaatregelen die eigenlijk iedere internetgebruiker zou moeten nemen is het nemen van een abonnement op een Virtual Private Network (hierna: VPN). Wat is een VPN? Een VPN kun je zien als een pijp die je legt vanaf je computer of smartphone naar de locatie die je selecteert, al het internetverkeer wat door de pijp heen gaat kan niet van buitenaf bekeken worden door je ISP of verschillende overheden. Het eindpunt dat door de leverancier van de dienst in gebruik wordt genomen kan zich overal ter wereld bevinden. Het eindpunt wordt verder ook nog eens door duizenden andere mensen gebruikt waardoor jij niet te individualiseren bent. Stichting Brein kan dus niet aan Ziggo of aan je ISP vragen om te kijken of iemand een film- of muziekbestand heeft gedownload of geüpload. Er zijn een stuk of 40 voorwaarden die bepalen of een VPN goed is. Zonder daar al te lang op in te gaan geeft ik hier drie voorbeelden van goede VPN ́s met enkele van hun kenmerken. BlackVPN is een bedrijf gevestigd in Hong Kong, wat een van de beste wet- en regelgeving kent omtrent privacy. Waar Nederland een doorgeefluik is voor de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk biedt Hong Kong de mogelijkheid om jezelf te beschermen tegen bespiedende ogen. Mullvad is een Zweeds bedrijf dat bij

de registratie niet eens om een e-mailaccount vraagt en wat net als de andere twee de mogelijkheid kent om via cryptocurrency te betalen. Hierdoor kan zelfs je bank niet weten dat je een dergelijke dienst afneemt. Zorg overigens altijd dat je een betaalde VPN neemt, anders ben je gegarandeerd gratis al je gegevens beschikbaar aan het stellen om gedatamined te worden. Zoals het gezegde gaat: als je niet voor een product betaald dan ben jij het product. AirVPN heeft het voordeel dat het een grote en makkelijk te gebruiken VPN is. Hoe meer mensen gebruik maken van dezelfde VPN hoe moeilijker jij te individualiseren bent. Het nadeel is echter dat de grotere VPN ́s vaak als eerste door diensten als Netflix en Google geblokkeerd worden. Tegenwoordig hoef je geen computerkundige te zijn wil je gebruik kunnen maken van een VPN. Op de sites van de hierbovenstaande VPN ́s kun je programma’s downloaden die alle technische dingen voor jou instellen. Je hoeft vaak alleen je gebruikersnaam en het wachtwoord wat je na betaling hebt ontvangen in te vullen. Vervolgens selecteer je een locatie en heb je weer een stuk van je privacy en van jezelf teruggenomen.


The god debate

I

KARLIJN SARIS

s er genoeg bewijs voor het bovennatuurlijke? Kunnen we aantonen dat God (niet) bestaat? En vooral: wordt dan nu eindelijk eens uitgelegd hoe Adam en Eva aan hun navels komen? The God Debate: al eeuwenlang een zwaarbeladen discussie die veel vragen oproept en daarmee rammelt aan het fundament van onze blik op het leven. Dat vinden wij niet fijn en daarom is het hoog tijd voor onbetwistbare duidelijkheid. Duimpje omhoog en een glittersticker dus voor Logos Inspire, die ons en een bomvolle zaal naar kennis en zekerheid hunkerende medestudenten de kans gaf live getuige te zijn van het debat der debatten, dit keer in Limited voor-en door studenteneditie.

Jonge Humanisten Groningen in de setting van een formeel debat. In het nuchtere Groningen stonden vooral de theïsten vanavond voor een zware taak, want zoals te verwachten was het overgrote deel van de zaal overtuigd atheïst. Dat was duidelijk te merken aan de overbodig geproduceerde bijgeluiden als reactie op de standpunten van de theïsten. Maar ondanks, of misschien juist dankzij, de donkere wolk aan ongelovigheid boven hun hoofd kwamen de theïsten verrassend beslagen ten ijs. In hun openingsspeech werd gelijk de toon gezet: het universum is verbazingwekkend, hoe kunnen we dit verklaren? Wat of wie heeft het ontstaan van de aarde een bedoeling gegeven? Dat moet iets zijn buiten ruimte, tijd en materie: het bovennatuurlijke.

Je zou denken dat als de crème de la crème der natuurwetenschappers en theologen anno 2018 nog geen consensus heeft bereikt over dit onderwerp, er wel een zeer zware taak rust op de schouders van een paar studenten. Toch deden ze het. Twee theïsten van HOST-ifes trokken ten strijde tegen twee naturalisten/atheïsten/agnosten/feministen (ze wisten het zelf ook niet precies) van de

De atheisten komen terug met een nuchtere weerlegging: net als in de rechtbank hanteren zij het “onschuldig totdat het tegendeel is bewezen” principe. Met andere woorden: we nemen niets aan dat niet bewezen is, bam! So far so good, let the real battle begin. Al snel blijkt dat er een hoop scherpte en diepgang mist in de discussie. De atheïstische debaters zijn onvoorbereid, overduidelijk vanuit de veronderstelling dat binnen een

intellectueel studentikoos gezelschap in de eenentwintigste eeuw geen uitleg of argumentatie meer nodig is. “God bestaat niet, duh! Heb jij ooit een man met een witte baard op een wolk straffend naar je zien wijzen toen je die literpul trok? Nee? Zie je, zei het toch: bestaat niet” is ongeveer wat ze uitstraalden. Zover waren de meesten helaas al. De debaters leken zich er niet van bewust dat de discussie wellicht meer onderbouwing vereiste dan dat. De stapels bewijzen liggen binnen de natuurwetenschappen voor het oprapen, maar de mannen, beide met alfa-achtergrond, maakten er geen gebruik van en kwamen niet veel verder dan gebrabbel dat weinig hout snijdt. Niet wetend of ze atheist, humanist of agnost waren, kwamen ze om de een of andere reden zelfs met de term feminisme op de proppen. De semantiek in het debat was daarnaast behoorlijk ver te zoeken, want waar hadden we het nu eigenlijk over? Het bovennatuurlijke, wat is dat? Nog steeds die dude met de baard of is het cryptischer dan dat? En heeft de bijbel hier iets mee te maken? Het resultaat was een vaag en weinig opwindende discussie. Helaas, wéér geen hoogtepunt vanavond.

Kortom, wellicht was het te hoog gegrepen zo’n fundamenteel debat door studenten te laten uitvechten. Richard Dawkins had ongetwijfeld een kritisch feedbackformuliertje ingevuld over de slappe aftreksels van zijn argumenten, opgelezen door een rechtenstudent. Maar hé, de dappere poging wordt door ons uiteraard gewaardeerd. Niets dan lof voor de theïsten die zich in deze zware strijd waagden. De onmogelijke taak waarmee zij leken te zijn opgezadeld bleek kinderspel tegenover de iets te nonchalante opponenten. Ondanks het feit dat we met meer vragen vertrokken dan gekomen waren, zijn de gelovigen overduidelijk de winnaars van dit debat. God trekt vanavond vanaf zijn roze wolk een dappere overwinningsadt, schraapt zijn keel en spreekt luidkeels tot het atheïstisch publiek: “Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouweloze zullen ervan uitgerukt worden”. Fijne avond verder.

Foto van de maand

Fotografe: Eva Costa

Soms weet iemand het perfecte Groningse plaatje te pakken. Eva heeft dit gedaan. Wat een topfoto: supermooi, helemaal Gronings en je voelt de kou bijna van het papier afspatten

22/03 29/03 30/03 06/04 25/04 03/05 24/05 31/05 07/06

BIG THIEF USA EEFJE DE VISSER NL ORGEL VRETEN SWE SLEAFORD MODS UK DIE NERVEN GER BIRTH OF JOY NL MATTIEL + SNAIL MAIL CHAD VANGAALEN USA MAGIC WANDS USA OOSTERSTRAAT 44 www.vera-groningen.nl Groninger Studentenkrant Maart 2018

9


UNI ONDER VUUR KARLIJN SARIS

Geschiedenisdocenten die via een eenregelige e-mail hun ontslag indienen, een doodverklaarde RUG-campus in China en een hoop boze studenten. Het moge duidelijk zijn: het universiteitsleven in het hoge noorden staat de afgelopen weken op z’n kop, studenten en docenten zijn het zat. Weg met de marktwerking, want het academisch onderwijs is in gevaar!

Nog even op een rijtje: wat is er nu allemaal precies aan de hand? Waarom gaat studerend Groningen ineens massaal de barricades op? Zijn de zorgen gegrond, of is het minder erg dan het lijkt? We nemen de huidige stand van zaken onder de loep, samen met bestuursleden van studentenpartijen Calimero en SOG en studentenbeweging DAG.

De brief van Runia

Tot zover de stand van zaken. Maar wat is het nou waar studenten zo #BOOS over zijn? Wat is de inhoudelijke kritiek van Runia in zijn brief en wat zijn de gevolgen voor ons?

E

elco Runia, geschiedenis-icoon aan de letterenfaculteit van de RUG, besloot enkele weken geleden onverwachts zijn ontslag in te dienen. In een open brief aan het NRC op 19 januari doet hij uit de doeken waarom hij zijn riante universiteitsbaan spuugzat is. Zonder er doekjes om te winden legt hij uit hoe het academisch onderwijs in rap tempo om zeep wordt geholpen door het huidige neo-liberale bestuursmodel en de marktwerking van de Nederlandse universiteiten. Runia’s onvoorziene actie heeft al snel grote gevolgen. “Niet met studenten praten!” Paniek in de RUG-tent! De letterenfaculteit is snel op de hoogte van Runia’s publieke klachtenwaterval en schiet volkomen in de kramp. Er wordt een mail rondgestuurd naar alle docenten van de faculteit met de instructie niet met de media of met studenten in gesprek te gaan over het vertrek van hun docent. Kritische studenten vangen dit al snel op en staan hierdoor flink op hun achterpoten. Hoezo niet over praten? We zijn toch een open universiteit? Runia’s kritiek gaat juist de studenten aan! Wat nou “plenair debat”? Het faculteitsbestuur is op z’n zachtst uitgedrukt niet blij met deze commotie, zeker wanneer studentenpartij DAG studenten begint op te roepen om in actie te komen. In de categorie “de-escalatie” besluit de letterenfaculteit daarom halsoverkop en middenin de tentamenweek een bijeenkomst te organiseren voor geïnteresseerde letterenstudenten-en docenten. Helaas flopt het gigantisch, dus de helft van de bomvolle zaal maakt binnen vijf minuten na aanvang alweer rechtsomkeert. Wat werd gepresenteerd als een “vrij en open gesprek om van gedachten te wisselen” bleek niets meer dan een sessie kleuren en tekenen op flip-overs. Gelukkig deed het handjevol volhardende studenten haar naam eer aan door de voorraad gratis broodjes en drankjes te plunderen en daarna het schoolbord eens goed vol te kalken met scherpe kritiek: “plenaire discussie is essentieel”, “weg met outputfinanciering”, “internationalisering mag geen melkkoe zijn”, “damage-control!”

10

Groninger Studentenkrant Maart 2018

De revolutionaire sit-in Maar hiermee is de “damage” overduidelijk niet “gecontrolled”. DAG is boos en noemt de manier waarop met de situatie wordt omgaat “ondemocratisch”. Volgens Femke (DAG) zouden studenten in dit soort fundamentele discussies ook gehoord moeten worden. Vanuit die overtuiging roept een aantal kritische studenten een paar dagen later op tot een sit-in, om dat publieke debat af te dwingen. Ze willen onderwerpen waar het faculteitsbestuur het niet over heeft bespreekbaar maken, zoals het financieringsmodel van de universiteit, een onderwerp dat ook centraal staat in de brief van Runia. Femke (DAG): “het aantal studenten is de afgelopen jaren enorm toegenomen en daardoor is er vanuit de overheid steeds minder geld beschikbaar per student. Universiteiten worden nu afhankelijk van geld uit het bedrijfsleven, waardoor ze tegenwoordig functioneren als een bedrijf”. Volgens Femke komt hierdoor de onderwijskwaliteit in gevaar en gaat het waardevolle concept van een universiteit als kennisinstituut verloren. “Ons doel? We willen dat de faculteit zich openlijk uitspreekt tegen dit beleid”. Tijdens de sit-in stellen de pakweg vijftig aanwezige studenten een brief met kritiek op. Deze wordt gepubliceerd in het Dagblad van het Noorden. Verder draait de middag uit op koekjes eten en thee drinken, geheel verzorgd door de faculteit. Scheelt toch weer een maaltijd en dus geld, zo aan het einde van de maand. Het faculteitsbestuur komt een tijdje later met een reactie op deze brief, waarin zij enkele problemen erkent, maar erg indrukwekkend en revolutionair is het niet.

Lees eerst maar even dit, anders snap je er straks weer niks van. De fundamentele vraag is: hoe komt de universiteit aan geld? Van de staat, zou je denken. Maar helaas ligt het iets gecompliceerder en dat brengt problemen met zich mee. Het huidige financieringsmodel van de Nederlandse universiteiten werkt namelijk als volgt: ome Rutte heeft een mager bakje met geld dat verdeeld moet worden over alle Nederlandse universiteiten. Om de competitie

er een beetje in te houden gaat dat als volgt: hoe groter de universiteit, hoe groter de bijdrage van Markje. Universiteiten krijgen hierdoor een financiële prikkel om te groeien en universiteiten zullen met elkaar moeten concurreren voor hun positie, net als in het bedrijfsleven. So far, so good. Groeien betekent in de praktijk natuurlijk meer studenten aantrekken, maar problematisch genoeg neemt de Nederlandse studentenpopulatie de laatste jaren af. Daarom wordt er flink ingezet op internationalisering en verengelsing van het onderwijs. Daarnaast krijgen universiteiten overheidssubsidies door zo snel mogelijk zo veel mogelijk studenten te laten afstuderen. Hoe meer bachelors en masters de poort verlaten, hoe meer geld de faculteiten krijgen. Dit wordt outputfinanciering genoemd.


Maar van alleen de magere overheidsportefeuille redden de universiteiten het bij lange na niet. Daarom worden zij voor hun bestaansrecht steeds meer afhankelijk van samenwerking met het bedrijfsleven en het publiceren van onderzoeken. De uni’s krijgen dus geld vanuit de overheid en, in steeds grotere mate, vanuit bedrijven. Dan rest hen nog de taak hun totale som met geld te verdelen over de eigen faculteiten. Dat gebeurt via het allocatiemodel, wat in de praktijk betekent: grote, groeiende, publicerende faculteiten met ambitieuze bètastudenten krijgen meer geld dan, zeg, een letterenfaculteit met alfastudenten, die veel te lui zijn om netjes binnen de gegeven tijd af te studeren. Met het IQ van een gemiddeld SK-redactielid zou je nu kunnen snappen waarom dat zo werkt. Misschien voel je de bui al hangen; Runia legt in zijn brief uit dat er grote nadelen kleven aan de hierboven beschreven marktwerking. We nemen een paar grote obstakels onder de loep: de internationalisering en de verengelsing van het onderwijs, de outputfinanciering en de branchcampus van de RUG in China. Verengelsing: internationalisering mag geen melkkoe zijn Het moge duidelijk zijn: de RUG is gebaat bij het binnenhengelen van internationale studenten. Niks mis mee, zou je zeggen. De meeste studenten vinden het een hartstikke goed streven om internationaal talent naar de Groningse universiteit te halen, alleen al omdat het leerzaam is omringd te zijn met verschillende culturen en etniciteiten. Maar de kwaliteit van het onderwijs moet er niet onder gebukt gaan. Toch is dat wel waar het nu naartoe lijkt te gaan. De verengelsing van het onderwijs is een grote bron van zorgen.

Vooral binnen de letterenfaculteit klagen docenten en studenten dat opleidingen onnodig en zonder de benodigde capaciteit ineens compleet naar het Engels overstappen. Wanneer dit punt door een aantal studenten wordt aangestipt op de bijeenkomst, beschuldigt een geschiedenisdocent hen ervan een stelletje bekrompen dwazen met een naar binnen gekeerde PVV-mentaliteit te zijn. Daar moeten we toch even voor onze studiegenoten opkomen: klinkt nogal ongenuanceerd en onwaar. Het punt waar veel studenten over vallen is niet het feit dat er Engels onderwijs wordt aangeboden, maar juist het gebrek aan een kritische blik op de vraag of verengelsing iets toevoegt. Femke (DAG): “bij sommige studies werkt het nu eenmaal niet. Zelf studeer ik bijvoorbeeld filosofie. Op onze faculteit is verengelsing een groot struikelblok. Er gaat veel kennis verloren, want het is moeilijker om je uit te drukken in een taal die niet je moedertaal is”. Henk-jan (Calimero) deelt de zorgen over de verengelsing: “internationalisering kan een goed middel zijn, maar het moet geen doel op zich worden. Het is totaal krankzinnig om een studie als Nederlands recht in het Engels te geven, dan schiet het zijn doel voorbij en is het internationaliseren om het internationaliseren”. Toch is dat wel waar we nu naar op weg zijn en dat is een serieus gevaar voor de kwaliteit van het onderwijs. Zeger (SOG) legt uit dat dit niet op alle faculteiten een even groot probleem is. Bètavakken worden bijvoorbeeld al langere tijd geheel in het Engels gegeven en dat levert weinig problemen op. “Toch moet de keuze en verantwoordelijkheid hiervoor bij de individuele faculteiten komen te liggen en niet bij de universiteit als geheel. Ook moet de stap niet te overhaast genomen worden, zoals dat nu bijvoorbeeld bij geschiedenis gebeurt. De faculteiten moeten er wel klaar voor zijn”, aldus Zeger. Paradoxaal genoeg zijn niet alleen de Nederlandse studenten de dupe van de internationalisering. Ook de internationals lopen tegen problemen aan. Henk-Jan (Calimero): “de woningnood voor internationale studenten in Groningen is een enorm probleem. De universiteit creëert dit zelf en zou hierin dus ook meer verantwoordelijkheid moeten nemen”. Het lijkt er dus op dat de universiteit qua internationalisering iets te hard van stapel loopt op dit moment. De verengelsing gaat tè snel, faculteiten zijn niet goed voorbereid op deze drastische verandering en een duidelijke visie op het doel van switchen naar Engelstalig onderwijs lijkt te ontbreken. “Weg met de outputfinanciering!” Hoe meer en hoe sneller studenten afstuderen, hoe meer doekoes voor de universiteit, remember? In zijn brief legt Runia uit dat ook dit systeem grote gevolgen heeft voor de

kwaliteit van het onderwijs. Allereerst klagen docenten over een torenhoge werkdruk. Het aantal studenten neemt toe, maar er is een structureel tekort aan docenten. Zeger (SOG) erkent dit probleem: ”dit speelt niet alleen bij letteren. Op de hele RUG is er een structureel tekort aan docenten. Op dit moment heeft de universiteit een docent-student ratio van gemiddeld 1/20, dat is te hoog en daar moet het College van Bestuur kritisch naar gaan kijken”. Misschien denk je vanaf nu eerst drie keer na voordat je jouw docent brulbrieven en dreigmails stuurt waar je tentamencijfer nu toch blijft. Daarnaast neemt voor docenten de druk om studenten te laten afstuderen toe. Geen studenten verliezen, dat is waar het nu allemaal om draait, want dat betekent verloren geld. Je vraagt je misschien af waar al die nutteloze wekelijkse toetsen, essays en huiswerkopdrachten goed voor zijn? Alles om maar te zorgen dat je gemotiveerd blijft en vervolgens je studiepunten aftapt. Femke (DAG) vindt dat het niveau van universitaire opleidingen daalt als gevolg van de outputfinanciering. “De RUG krijgt alleen subsidie voor studenten die binnen vier jaar afstuderen. Op dit moment ontstaat er de bizarre paradox dat de universiteit zoveel mogelijk studenten wil binnenhalen, ongeacht of ze daadwerkelijk geschikt zijn voor de academische wereld, maar ook wil dat ze allemaal afstuderen. Het gevolg is dat er een hoop ongeschikte studenten worden binnengehaald die ook hun diploma’s zullen moeten halen. De opleidingen worden daardoor steeds makkelijker. Dat is niet hoe het zou moeten werken op een universiteit!” “We hoeven niet naar China, China is al hier” En dan nog dat gedoe met die campus in Yantai. Waar the fuck kwam dat plan ineens vandaan en vooral: waarom nu ineens weer niet? Tot een paar weken geleden lagen er vergevorderde plannen om een branchcampus van de RUG te openen in het Chinese Yantai. Het idee is dat studenten aan de andere kant van de wereld een RUG-diploma kunnen behalen. Bovendien hebben Engeland en Amerika ook zulke branch-units, dus dat is cool en dat willen wij dan ook, want dan zijn wij net zo cool. Nu denk je wellicht: wat heeft een Chinese campus met het neo-liberale bestuursmodel en de marktwerking te maken? Surprise surprise, ook dit plan past uitstekend in het nieuwe model. De officiële website van de RUG legt het piekfijn voor ons uit : “(...) het is een kans om de status van global university uit te bouwen. Dat trekt topstudenten, topwetenschappers en onderzoeksopdrachten aan. En dat zorgt uiteindelijk ook voor financiering”. Het is dus vet cool, en meer studenten, en ekkies. Nu werkt de hardcore Nederlandse democratie zo dat zowel DAG als Calimero en SOG vertegenwoordigd zijn in de Uraad en hierdoor konden meebeslissen over Yantai. Hoewel het plan er al sinds 2015 ligt en veel moois belooft, zijn er in de loop van de tijd veel financiële, praktische en morele bezwaren geuit vanuit verschillende hoeken van de universiteit. Ook onder de studentenpartijen

waren de meningen verdeeld. SOG zag voornamelijk grote mogelijkheden. “Wij profiteren in Groningen enorm van zo’n branchcampus. We gaan omhoog op de internationale ranking, verbeteren onze internationale concurrentiepositie, waardoor we nog betere studenten en staff kunnen aantrekken en er is een enorm budget voor onderzoek, dus er zal veel meer gepubliceerd kunnen worden”, aldus Zeger (SOG). Maar Calimero en DAG stonden sceptisch tegenover het plan. Het belangrijkste argument voor Calimero was het gevaar van zo’n Chinese campus voor de Nederlandse studenten van de RUG. Henk-Jan (Calimero): “Het idee is dat we binnenkort RUG-diploma’s kunnen halen in China. Dat betekent dat we op twee plekken dezelfde diploma’s uitgeven. De kwaliteit van de opleidingen moet dan natuurlijk gelijk zijn. Er waren meerdere redenen om aan te nemen dat het onderwijs in China niet zou kunnen voldoen aan onze Groningse richtlijnen en dat baarde ons grote zorgen, want de waarde van onze diploma’s zou hierdoor in gevaar kunnen komen”. DAG heeft uit meer ideologisch oogpunt haar afkeur geuit. Femke (DAG): “dit project is het toppunt van een bedrijfsmatige beslissing en er kleven grote gevaren aan. Wij zijn absoluut voor academische samenwerking, maar in het communistische China is academische vrijheid een illusie en is zelf-censuur een grote bron van zorgen. Daarnaast worden er in China nog steeds elke dag mensenrechten geschonden. Door de samenwerking aan te gaan, erkent de RUG de omstreden Chinese regering”. Het communistische partijbestuur van Yantai zal wel een traantje weg hebben gepinkt toen bleek dat in het überdemocratische Nederland een stelletje studenten een doorslaggevende rol in deze beslissing heeft. SOG had vertrouwen in het project, maar Calimero en DAG waren overtuigd tegenstander en hebben enkele weken geleden hun afkeuring over het project uitgesproken. Daarmee was #Yantexit officieel. Een hoop info, moeilijke woorden en boosheid later en wat hebben we geleerd? Dat de situatie complex is, dat moge duidelijk zijn. Moeten we ons zorgen maken? Is het academisch verval in Groningen ingezet? Wat is waarheid en wat is sensationele herrieschopperij? Hebben studenten terechte kritiek of doen ze gewoon waar ze goed in zijn: chronisch klagen? Zeger (SOG) denkt dat het meevalt. Volgens hem schetst Runia een beeld van de academische wereld die voor de letterenfaculteit wellicht opgaat, maar zeker niet representatief is voor de hele universiteit. Maar DAG maakt zich zorgen. Femke (DAG): “het waardevolle concept van de academie staat onder druk. De universiteit moet democratischer worden, meer inspraak door studenten, want zij zijn nu de dupe”.

Groninger Studentenkrant Maart 2018

11


Twarrels en rela’s PAULIEN PLAT

Scharrel kwarrel twarrel: wat is het nou?

Vroeger,” zo stelt mijn vader, “had je maar twee dingen: een relatie of geen relatie.” Ik grijns. Ha, dat is nu wel anders. Veel ingewikkelder. “Waarom moet het nou allemaal zo ingewikkeld?’ Tsja, ik heb eigenlijk geen idee. Moeilijk is het wel. Scharrel, kwarrel, twarrel: wat is het nou? Als ik mijn ouders vertel dat ik aan het daten ben en dat we exclusief zijn, kijken mijn ouders me glazig aan. “Hebben jullie een relatie?,” vraagt mijn moeder. “Nee mam, we zijn alleen exclusief. Dat is iets anders.” Mijn ouders kijken elkaar aan. “Ik snap er helemaal niks van,” zegt mijn vader. Nee, ik eigenlijk ook niet.

12

Groninger Studentenkrant Maart 2018

Toen ik naar Groningen verhuisde, kende ik maar twee relatie-achtige woorden: een relatie of een scharrel. Al snel kwam de prela erbij. Als je vaker met iemand geregeld had, begon iedereen te roepen: “Jullie hebben nu een prela. Als je vaker dan drie keer met iemand hebt geregeld, dan heb je een prela, hoor.” Helaas hield het hierbij niet op. opeens kwamen er nog meer woorden bij. Kwarrel, twarrel. Opeens had je ongeveer een relatie-woordenboek nodig om duidelijk te krijgen wat het nou eigenlijk was. Ingewikkeld, maar ik doe net zo hard als iedereen mee aan dit ingewikkelde fenomeen.

“Vroeger,” zo gaat mijn vader verder, “dan vroeg je iemand gewoon verkering als je iets met iemand wilde, en dan maakte je het weer uit als het klaar was.” Geen exclusief of niet exclusief, maar rela of geen rela. Lekker recht door zee. Maar ook ingewikkeld. Want wat nou als je iemand wel een beetje leuk vindt, maar je je nog niet teveel wil binden? Wat nou als je wel met iemand wilt zijn, maar ondertussen in de stad ook nog ongegeneerd wilt regelen? Nou, dan noem je je date een scharrel of twarrel, en voilà het probleem is opgelost. Het enige wat we nodig hebben, is duidelijke definities van een scharrel, of een prela, of een kwarrel. Want nu gaat de helft van de tijd het gesprek als volgt: “Wat zijn jullie?” “Ja,

eh, volgens mij een twarrel. Of nee, misschien als wel een scharrel. Het is ingewikkeld.” Ja, inderdaad, ingewikkeld ja. Duidelijkheid, dat is wat we nodig hebben.


Lille THOM BOONSTRA

Mijn vrienden van NS International lieten mij eind februari weer eens voor een prikkie de trein nemen naar een stad waar ik nog nooit was neergestreken. Vroeg in de ijskoude ochtend die de laatste tijd door zo velen als de Siberische Beer is bestempeld, stond ik op Amsterdam Centraal op de Thalys richting Lille te wachten. Binnen 2,5 uur kwam ik via Rotterdam, Antwerpen en Brussel al aan in een van de meest noordelijke steden van Frankrijk, die ook wel Rijsel genoemd wordt. Ondanks dat het maar een tiental kilometers naar de grens met België is vanaf hier, oogt alles gelijk typisch Frans. Hoe goedkoop de reis was, zo goedkoop was ook het overnachten in Lille, in ieder geval via AirBNB. Een klein maar fijn appartementje midden in de oude stad, het Vieux-Lille, was

mijn uitvalsbasis voor dit weekend. De oude binnenstad wordt gekenmerkt door het grote plein in het centrum, omringd met de nodige prachtige en erg kleurrijke gebouwen, zoals de Stock Exchange en tal van kleine restaurantjes en kroegjes. Ook is de oude stad gevuld met de nodige kerken en kathedralen, zoals de adembenemende Notre Dame van Lille. Hoe verfrissend en kleurrijk de stad is, zo zijn de mensen dit ook. Onder de waterige winterzon zijn veel skaters, straatartiesten en andere creatievelingen te vinden, wat zich goed weerspiegelt in de excentrieke kledingstijl van veel mensen op straat. Lille oogt bruisend en is tevens een bekende universiteitsstad, waardoor het aantal jonge mensen op straat doet denken aan Groningse binnenstad taferelen.

Qua musea heeft de stad ook veel moois te bieden. Zelf heb ik onder andere gekozen voor het Palais des Beaux Arts, een van de grootste kunstmusea van Frankrijk, vol met kunst van de klassieke oudheid tot de moderne tijd, waar ik werken vond van gerenommeerde Nederlandse schilders tot Picasso en Monet. Ook bracht ik een bezoek aan het Musée d’Historie Naturelle, waar een enorme collectie aan fossielen, opgezette (enkele uitgestorvene) dieren en verschillende steensoorten te bezichtigen is. Een kleine sectie excentrieke levende dieren en insecten zoals de Axolotl en een beestje dat verdacht veel op een levend blad leek, verraste mij al helemaal blij. Na mij vergaapt te hebben aan de nodige dode dieren, ging mijn laatste uitstapje naar een verzameling dieren waarbij

de vlam des levens nog niet uitgedoofd was, namelijk in de dierentuin van Lille. Het is geen reusachtige dierentuin, maar huisvest wel een breed scala aan bijzondere dieren. Door de winterkou waren helaas niet alle dieren ‘thuis’, maar dat kon dit bezoek niet bederven. Lille heeft mij al met al blij verrast. De kleurrijke en historisch ogende architectuur, de indrukwekkende musea en de frisheid van de mensen op straat, geven de stad een bruisende allure, waardoor ik een bezoekje aan dit noordelijke stukje Frankrijk zeker zou aanraden.

De kleurijke grensstad van Noord-Frankrijk

Groninger Studentenkrant Maart 2018

13


Feminisme in Groningen PAULIEN PLAT

Begin 20e eeuw protesteerden vrouwen voor het vrouwenkiesrecht. In de jaren ’60 werd er door feministen vooral gestreden voor abortus en tegen seksueel geweld. Vandaag de dag – het jaar 2017 – staat feminisme vooral in het teken van zelfontplooiing en diversiteit. Feminisme leeft weer in Nederland. Want, zo stelt minister Bussemaker, verantwoordelijk voor de coördinatie van het Nederlandse emancipatiebeleid: “Emancipatie is nooit af.” Maar hoe staat het met feminisme in Groningen?

GRONINGSE BOEGBEELDEN Aletta Jacobs Aletta Jacobs is de eerste Nederlandse vrouw die een universitaire studie afrondde. In 1871 begon ze haar studie medicijnen aan de RUG. Ze was de vertegenwoordigster van de eerste feminstische golf. Jacobs, een jaar voor haar dood tegen haar vriendin Carrie Chapmann Cat: “Ik ben gelukkig dat de belangrijkste doelen in mijn leven in vervulling zijn gegaan… De mogelijkheid voor vrouwen om te studeren en te stemmen. Nu voel ik dat ik niet voor niks heb geleefd.”

Aletta Jacobs voor het Harmoniegebouw te Groningen. Foto: Anne Peetoom

Aletta Jacobs De Groningse Julia da Lima klom tijdens een conferentie over vrouwengeschiedenis op de winteruniveresiteit Nijmegen op de tafel om te laten zien dat je je als zwarte vrouw ook zichtbaar kan maken. Ze begon haar speech met de volgende uitspraak: “Het bestaan van zwarte vrouwen wordt ontkend, althans niet gezien en niet gehoord.” Julia da Lima. Foto: Otto Tatipikalawan

14

Groninger Studentenkrant Maart 2018


“VROUWEN MOETEN MEER VOOR ZICHZELF OPKOMEN” Samar Orwa (23) vindt dat vrouwen meer voor zichzelf op moeten komen. Ze is, net als Malva Freire Regueira één van de bestuursleden van Groningen Feminist Network. “Als je op straat

loopt en iemand je nafluit of -roept, hoef je dat niet te accepteren.” Ze voegt toe: “soms negeer ik dingen, maar soms is het goed om er wel wat van te zeggen.”

“Als je op straat loopt en iemand je nafluit of -roept, hoef je dat niet te accepteren.” Groningen Feminist Network werd twee jaar geleden opgericht door enkele geneeskundestudenten. In het eerste jaar leerde Orwa Kimberly Crossley kennen, die uit Engeland kwam. “Daar hebben ze op de universiteiten allemaal eenzelfde soort vereniging als GFN. Ze dacht: waarom hebben we dat hier niet? Zo is het begonnen.” Elke woensdagavond is er een meeting met alle leden van de vereniging. “Het onderwerp van gesprek die avond komt meestal van een van de leden. Sinds ik erbij zit, heb ik zoveel geleerd,” vertelt Orwa. De vereniging groeide van 4 naar 30 mensen in slechts twee jaar. “We hadden niet verwacht dat het zo groot zou worden.”

“We hadden niet verwacht dat het zo groot zou worden.” “Het is eigenlijk niet normaal dat vrouwen vaak nog niet in hun eentje ’s avonds laat over straat durven,” zegt Orwa. Ze vindt het bizar dat als iemand verkracht wordt, mensen vaak gelijk vragen: was ze dronken? “Daar draait het toch helemaal niet om. Ze heeft geen toestemming gegeven ondanks haar dronkenschap, het is gewoon niet goed.”

“Het is eigenlijk niet normaal dat vrouwen vaak nog niet in hun eentje ’s avonds laat over straat durven.” Mannen moeten gewoon met hun poten van vrouwen afblijven, tenzij zij toestemming heeft gegeven, is haar conclusie. Dus ook niet even “onschuldig” in een meisje haar kont knijpen in de kroeg. “Je moet niet dingen voor lief nemen, het afschrijven zo van: het zijn jongens, ze doen het gewoon. Dat soort dingen moet je gewoon niet accepteren.

“GEEN ACTIVISME MAAR ONDERZOEK” “We brengen onderzoekers bij elkaar die zich bezig houden met gender, vrouwengeschiedenis en diversiteit,” vertelt Iris van Olst (23), Het Centre for Gender Studies heeft, zo vertelt Van Olst, geen ideologie. “Ook zijn we geen beweging. Het gaat om kennisverschaffing over gender en diversiteit.” Mensen kunnen door het Centre gemakkelijk aan informatie over die onderwerpen komen. “De drempel is lager.” “Het is meer een interesse en fascinatie voor gender, voor feminisme, voor vrouwengeschiedenis, dan dat we activistisch zijn.” Het Centre brengt voral PhD studenten samen die zich bezighouden met

onderzoek rondom het onderwerp gender. “Je zou het academisch feminisme kunnen noemen.” “We proberen onderzoek naar gender zichtbaarder te maken,” vertelt van Olst. “We focussen ons niet per definitie op vrouwen, meer op groeperingen die geen witte mannen zijn. Ook kijken we naar machtsverhoudingen tussen bepaalde groeperingen.” Het Centre bestaat heeft een bestuur en een werkgroep. Het bestuur bezig is met het vraagstuk: “hoe krijgen we meer

masterstudent Geschiedenis en lid van het Centre for Gender Studies van de Rijksuniversiteit Groningen. “Ik kan hier echt mijn ei kwijt.” invloed in het onderwijs?”, terwijl de werkgroep evenementen organiseert rondom het thema gender. “We willen er niet alleen zijn voor academici, maar ook voor een breder publiek. Daarom organiseren we die evenementen.” Van Olst specliaseert zich voornamelijk op Zwarte Migranten Vrouwen (ZMV). “Nu is de zwarte vrouwenbeweging erg hip door vrouwen als Beyoncé, maar vroegen waren er ook al een witte en een zwarte vrouwenbeweging.”

Hoe is ze terechtgekomen bij het Centre for Gender Studies? “Ik koos voor mijn bachelor scriptie bepaalde onderwerpen die met gender geschiedenis samenvallen. Toen ben ik langs het Centre gegaan en ben niet meer weggegaan. Ik zit hier helemaal op mijn plek.”

Groninger Studentenkrant Maart 2018

15



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.