Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
1
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
Dit is een Torahrol (vijf boeken van Mozes) die aan herstel toe is, maar heeft voor een christen geen waarde dan dat het door God aan Israël is gegeven om na te volgen. Een tot Jezus bekeerde Jood en heiden is onder geen enkele verplichting dit nog na te volgen. De Jood die Jezus niet kent, heeft ernstige problemen met de opvolging van deze wetten. Er is geen tempel meer en geen priesterschap meer. Guido Biebaut, 1 mei 2018 Alle rechten voorbehouden Leest u ook regelmatig literatuur van en over de leer van de bedelingen, beter gekend als de leer van het “dispensationalisme”? Dit zijn meestal 7 fasen (of zelfs negen volgens enkelen) waarin God op verschillende manieren met Zijn schepselen omgaat. Verschillende manieren om Zijn plannen en doel ten uitvoer te brengen. Dit is één van mijn kritische aantekeningen erbij. Het zullen er rond de zes of zeven worden, naargelang hoe het verder verloopt. Bedenk wel, we hebben geen enkel probleem met de scheiding Oud en Nieuw Verbond (Testament). Of dat er nog een verbond was met Adam en Eva of met Noah. Daar gaat het dus niet om, u zal wel merken waarover wel!
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
2
In de leer van de bedelingen wil men zondermeer dat in de nieuwe tempel, in het duizendjarig rijk, offers gebracht worden. Jezus heeft echter aan het kruis alle toekomstige offers van de wet van Mozes ongeldig verklaard. U krijgt van ons de ganse reeks teksten uit Ezechiël die over het offeren spreken, wie dat in één keer kan overzien, gecatalogeerd merkt wellicht zaken op die men anders niet heeft opgemerkt. In Ezechiël is er geen sprake van de Messias maar van een koning en als hij sterft opgevolgd zal worden door een zoon. Contradictie met de leer van de bedelingen zelf in de hoogste graad.
Aan deze muur staan dagelijks duizenden Joden en in de vakantiedagen niet Joden, die de stad bezoeken om iets te smaken van de Joodse cultuur. Neen, dit is en was NOOIT een deel van de tempel, maar een muur van versteviging van het bovenste deel van de berg waarop het tempelcomplex gestaan heeft. Alle papiertjes tussen de scheuren van deze muur zijn de gebeden en verzoeken van de gelovigen die ze er tussenin steken. Waar dit gebruik ontstaan is lijkt meer op volksgeloof dan wat anders. Er is geen Bijbelse achtergrond bij deze zaak. Christenen die hetzelfde doen negeren hiermee de ware toedracht van het offer van Jezus. We hebben geen tempel meer nodig en ook geen brievenbus ergens te velde. We hebben Jezus onze enige voorspraak bij de Vader.
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
3
Herziene Statenvertaling zoekfunctie “offer.” Ezechiël 40:38Er was een kamer met een ingang bij de muurposten van de poorten. Daar zou men het brandoffer afspoelen. Ezechiël 40:39In de voorhal van de poort waren twee tafels aan de ene kant en twee tafels aan de andere kant, om het brandoffer, het zondoffer en het schuldoffer daarop te slachten. Ezechiël 40:42Er waren vier tafels voor het brandoffer, van gehouwen stenen, anderhalve el lang, anderhalve el breed en één el hoog. Daarop zou men dan het gerei leggen waarmee men het brandoffer en het slachtoffer slachten zou. Ezechiël 40:43Geheel rondom in het huis waren haken van één handbreedte bevestigd, en op de tafels zou het vlees van de offergave komen. Ezechiël 42:13Toen zei Hij tegen mij: De kamers van het noorden en de kamers van het zuiden, die vóór het afgezette gedeelte liggen, dat zijn heilige kamers, waar de priesters die tot de HEERE naderen, de allerheiligste offergaven zullen eten. Daar moeten zij de allerheiligste offergaven neerleggen, het graanoffer, het zondoffer en het schuldoffer, want die plaats is heilig. Ezechiël 43:7en Hij zei tegen mij: Mensenkind, dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten. Zij die van het huis van Israël zijn, zullen Mijn heilige Naam niet meer verontreinigen, zij en hun koningen, met hun hoererij en met de dode lichamen van hun koningen op hun offerhoogten. Ezechiël 43:18Toen zei Hij tegen mij: Mensenkind, zo zegt de Heere HEERE: Dit zijn de verordeningen voor het altaar. Op de dag dat het vervaardigd is om er brandoffers op te brengen en om er bloed op te sprenkelen, Ezechiël 43:19moet u de Levitische priesters die van het nageslacht van Zadok zijn en die tot Mij naderen – spreekt de Heere HEERE – om Mij te dienen, een jonge stier – het jong van een rund – als zondoffer geven. Ezechiël 43:21Vervolgens moet u de jonge stier, het zondoffer, nemen. Dan moet men hem verbranden op de daartoe bestemde plaats van het huis, buiten het heiligdom. Ezechiël 43:22Op de tweede dag moet u een geitenbok zonder enig gebrek als zondoffer brengen. Zo moet men het altaar ontzondigen, zoals zij het ontzondigd hebben met de jonge stier. Ezechiël 43:24U moet ze voor het aangezicht van de HEERE aanbieden. De priesters moeten er zout op strooien en ze offeren als brandoffer voor de HEERE.
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
4
Ezechiël 43:25Zeven dagen lang moet u elke dag een bok als zondoffer bereiden. Verder moet men een jonge stier – het jong van een rund – en een ram uit het kleinvee bereiden, zonder enig gebrek. Ezechiël 43:27Wanneer zij dan deze dagen voltooid hebben, zal het op de achtste dag en daarna gebeuren, dat de priesters op het altaar uw brandoffers en uw dankoffers zullen bereiden. Dan zal Ik een welgevallen aan u hebben, spreekt de Heere HEERE. Ezechiël 44:11toch moeten zij in Mijn heiligdom dienstdoen en de ambten bij de poorten van het huis vervullen, en ook dienstdoen in het huis. Zij moeten zelf het brandoffer en het slachtoffer voor het volk slachten en zij moeten zelf voor hen ter beschikking staan om hen te dienen. Ezechiël 44:27en op de dag dat hij het heilige binnengaat in de binnenste voorhof om in het heilige te dienen, moet hij zijn zondoffer aanbieden, spreekt de Heere HEERE. Ezechiël 44:29Het graanoffer, het zondoffer en het schuldoffer, dat mogen zíj eten. Alles waarop de ban rust in Israël, is voor hen bestemd. Ezechiël 44:30Ook het beste van alle eerstelingen van alles, en elk hefoffer van alles, van al uw hefoffers, zullen voor de priesters bestemd zijn. Ook het beste van uw deeg moet u aan de priester geven om een zegen op uw huis te doen rusten. Ezechiël 45:1Wanneer u het land als erfelijk bezit toewijst, moet u de HEERE een heilig deel van het land als hefoffer brengen: de lengte moet vijfentwintigduizend el zijn en de breedte tienduizend. Dat zal, heel het gebied rond, heilig zijn. Ezechiël 45:6U moet als bezit van de stad een deel van vijfduizend breed en van vijfentwintigduizend lang geven, dicht bij het heilige hefoffer. Het zal bestemd zijn voor heel het huis van Israël. Ezechiël 45:7En voor de vorst zal het gebied bestemd zijn aan de ene kant en aan de andere kant van het heilige hefoffer en van het bezit van de stad, vóór aan het heilige hefoffer en vóór aan het bezit van de stad, aan de westzijde naar het westen, en aan de oostzijde naar het oosten. De lengte komt overeen met een van de delen, van de westgrens tot de oostgrens. Ezechiël 45:8Verordeningen voor offers Ezechiël 45:13Dit is het hefoffer dat u de vorst moet brengen: een zesde van een efa van een homer tarwe, en u moet een zesde van een efa van een homer gerst geven.
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
5
Ezechiël 45:15 Verder één lam van elke tweehonderd uit het kleinvee, uit het waterrijke land van Israël, als graanoffer, als brandoffer, en als dankoffers, om verzoening voor hen te doen, spreekt de Heere HEERE. Ezechiël 45:16Dit hefoffer voor de vorst in Israël zal gelden voor heel de bevolking van het land. Ezechiël 45:17Op de vorst rust de taak te zorgen voor de brandoffers, het graanoffer en het plengoffer op de feesten, op nieuwemaans dagen en op de sabbatten: op alle feestdagen van het huis van Israël. Hij moet zorgen voor het zondoffer, het graanoffer, het brandoffer en de dankoffers om verzoening te doen voor het huis van Israël. Ezechiël 45:19Dan moet de priester een deel van het bloed van het zondoffer nemen en het op de deurposten van het huis strijken, op de vier hoeken van de omgang van het altaar en op de deurposten van de poorten van de binnenste voorhof. Ezechiël 45:22Dan moet de vorst op die dag voor zichzelf en voor de hele bevolking van het land voor een jonge stier als zondoffer zorgen. Ezechiël 45:23En op de zeven dagen van het feest moet hij elke dag gedurende de zeven dagen voor een brandoffer voor de HEERE zorgen, van zeven jonge stieren en zeven rammen, zonder enig gebrek, en elke dag een zondoffer van een geitenbok. Ezechiël 45:24Verder moet hij voor een graanoffer zorgen, een efa per jonge stier, een efa per ram en een hin olie per efa. Ezechiël 45:25In de zevende maand, op de vijftiende dag van de maand, moet hij op het feest gedurende zeven dagen hetzelfde doen, zoals het zondoffer, zoals het brandoffer, zoals het graanoffer en zoals de olie. Ezechiël 46:2Dan zal de vorst van buiten binnenkomen via de voorhal van de poort, en bij de deurpost van de poort blijven staan. De priesters moeten zijn brandoffers en zijn dankoffers bereiden en hij zal zich neerbuigen op de drempel van de poort en dan naar buiten gaan. Maar de poort mag tot de avond niet gesloten worden. Ezechiël 46:4Het brandoffer dat de vorst de HEERE aanbiedt, zal op de sabbatdag bestaan uit zes lammeren zonder enig gebrek en een ram zonder enig gebrek, Ezechiël 46:5en het graanoffer, een efa per ram – maar bij de lammeren zal als graanoffer een gave naar zijn vermogen dienen – en als olie een hin per efa. Ezechiël 46:6Op nieuwemaansdag moet als offer een jonge stier – het jong van een rund – zonder enig gebrek dienen, en zes lammeren en een ram; alle moeten zonder enig gebrek zijn.
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
6
Ezechiël 46:7 Als graanoffer moet hij voor een efa per jonge stier en een efa per ram zorgen – maar bij de lammeren, al naargelang zijn vermogen reikt – en als olie een hin per efa. Ezechiël 46:11Op de feesten en op de feestdagen moet het graanoffer bestaan uit een efa per jonge stier en een efa per ram – maar bij de lammeren, een gave al naargelang zijn vermogen reikt – en als olie een hin per efa. Ezechiël 46:12En wanneer dan de vorst een vrijwillige gave doet, een brandoffer of dankoffers als vrijwillige gave voor de HEERE, moet men voor hem de poort openen die naar het oosten gekeerd is, en mag hij voor zijn brandoffer en zijn dankoffers zorgen, zoals hij op de sabbatdag pleegt te doen. En wanneer hij naar buiten gaat, moet men de poort sluiten nadat hij naar buiten gegaan is. Ezechiël 46:13Verder moet u elke dag een lam van een jaar oud zonder enig gebrek als brandoffer bereiden voor de HEERE. Elke morgen moet u dat bereiden. Ezechiël 46:14Dan moet u daarop een graanoffer doen, elke morgen een zesde efa en een derde hin olie om de meelbloem vochtig te maken. Het is een graanoffer voor de HEERE, het zijn eeuwige verordeningen, voortdurend. Ezechiël 46:15Zij moeten het lam, het graanoffer en de olie elke morgen als voortdurend brandofferbereiden. Ezechiël 46:20Hij zei tegen mij: Dit is de plaats waar de priesters het schuldoffer en het zondoffer moeten koken, waar zij het graanoffer moeten bakken, zodat zij het niet naar buiten hoeven te brengen naar de buitenste voorhof, waardoor zij het volk zouden heiligen. Ezechiël 46:24Hij zei tegen mij: Dit zijn de kookgelegenheden waar de dienaren van het huis het slachtoffer van het volk moeten koken. Ezechiël 48:8En grenzend aan het gebied van Juda, van de oostzijde tot de westzijde, moet het hefoffer liggen dat u moet brengen: vijfentwintigduizend el breed en even lang als een van de andere delen, van de oostzijde tot de westzijde. Het heiligdom moet in het midden ervan liggen. Ezechiël 48:9Het hefoffer dat u de HEERE moet brengen, moet vijfentwintigduizend el lang en tienduizend breed zijn. Ezechiël 48:10Voor de volgende personen is het heilige hefoffer bestemd: Voor de priesters: naar het noorden een lengte van vijfentwintigduizend el, naar het westen een breedte van tienduizend el, naar het oosten een breedte van tienduizend el en naar het zuiden een lengte van vijfentwintigduizend el. En het heiligdom van de HEERE moet in het midden ervan liggen.
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
7
Ezechiël 48:12De heffing van het hefoffer van het land zal voor hen allerheiligst zijn, tegen het gebied van de Levieten aan. Ezechiël 48:18Wat overblijft in de lengte, evenwijdig aan het heilige hefoffer, zal tienduizend el naar het oosten en tienduizend naar het westen zijn. Het zal evenwijdig aan het heilige hefoffer zijn. De opbrengst ervan zal bestemd zijn als voedsel voor hen die de stad dienen. Ezechiël 48:20Heel het hefoffer zal vijfentwintigduizend bij vijfentwintigduizend el zijn, een vierkant. U moet het heilige hefoffer brengen met inbegrip van het bezit van de stad. Ezechiël 48:21Wat dan overblijft, zal voor de vorst zijn: het gebied aan deze kant en aan de andere kant van het heilige hefoffer en van het bezit van de stad, langs de vijfentwintig duizend el van het hefoffer tot de oostgrens, en naar het westen langs de vijfentwintigduizend naar de westgrens, evenwijdig aan de andere delen, zal voor de vorst zijn. Het heilig hefoffer en het tempelheiligdom zullen in het midden ervan zijn. ^^^^^^^^
Herziene Statenvertaling zoekfunctie “zondoffer.”
Ezechiël 40:39 In de voorhal van de poort waren twee tafels aan de ene kant en twee tafels aan de andere kant, om het brandoffer, het zondoffer en het schuldoffer daarop te slachten. Ezechiël 42:13 Toen zei Hij tegen mij: De kamers van het noorden en de kamers van het zuiden, die vóór het afgezette gedeelte liggen, dat zijn heilige kamers, waar de priesters die tot de HEERE naderen, de allerheiligste offergaven zullen eten. Daar moeten zij de allerheiligste offergaven neerleggen, het graanoffer, het zondoffer en het schuldoffer, want die plaats is heilig. Ezechiël 43:19 moet u de Levitische priesters die van het nageslacht van Zadok zijn en die tot Mij naderen – spreekt de Heere HEERE – om Mij te dienen, een jonge stier – het jong van een rund – als zondoffer geven. Ezechiël 43:21 Vervolgens moet u de jonge stier, het zondoffer r, nemen. Dan moet men hem verbranden op de daartoe bestemde plaats van het huis, buiten het heiligdom. Ezechiël 43:22 Op de tweede dag moet u een geitenbok zonder enig gebrek als zondoffer brengen. Zo moet men het altaar ontzondigen, zoals zij het ontzondigd hebben met de jonge stier. Ezechiël 43:25 Zeven dagen lang moet u elke dag een bok als zondoffer bereiden. Verder moet men een jonge stier – het jong van een rund – en een ram uit het kleinvee bereiden, zonder enig gebrek.
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
8
Ezechiël 44:27 en op de dag dat hij het heilige binnengaat in de binnenste voorhof om in het heilige te dienen, moet hij zijn zondoffer aanbieden, spreekt de Heere HEERE. Ezechiël 44:29 Het graanoffer, het zondoffer en het schuldoffer, dat mogen zíj eten. Alles waarop de ban rust in Israël, is voor hen bestemd. Ezechiël 45:17 Op de vorst rust de taak te zorgen voor de brandoffers, het graanoffer en het plengoffer op de feesten, op nieuwemaans dagen en op de sabbatten: op alle feestdagen van het huis van Israël. Hij moet zorgen voor het zondoffer, het graanoffer, het brandoffer en de dankoffers om verzoening te doen voor het huis van Israël. Ezechiël 45:19 Dan moet de priester een deel van het bloed van het zondoffer nemen en het op de deurposten van het huis strijken, op de vier hoeken van de omgang van het altaar en op de deurposten van de poorten van de binnenste voorhof. Ezechiël 45:22 Dan moet de vorst op die dag voor zichzelf en voor de hele bevolking van het land voor een jonge stier als zondoffer zorgen. Ezechiël 45:23 En op de zeven dagen van het feest moet hij elke dag gedurende de zeven dagen voor een brandoffer voor de HEERE zorgen, van zeven jonge stieren en zeven rammen, zonder enig gebrek, en elke dag een zondoffer van een geitenbok. Ezechiël 45:25 In de zevende maand, op de vijftiende dag van de maand, moet hij op het feest gedurende zeven dagen hetzelfde doen, zoals het zondoffer, zoals het brandoffer, zoals het graanoffer en zoals de olie. Ezechiël 46:20 Hij zei tegen mij: Dit is de plaats waar de priesters het schuldoffer en het zondoffer moeten koken, waar zij het graanoffer moeten bakken, zodat zij het niet naar buiten hoeven te brengen naar de buitenste voorhof, waardoor zij het volk zouden heiligen. Herziene Statenvertaling zoekfunctie “schuldoffer.” Ezechiël 40:39In de voorhal van de poort waren twee tafels aan de ene kant en twee tafels
aan de andere kant, om het brandoffer, het zondoffer en het schuldoffer daarop te slachten. Ezechiël 42:13Toen zei Hij tegen mij: De kamers van het noorden en de kamers van het
zuiden, die vóór het afgezette gedeelte liggen, dat zijn heilige kamers, waar de priesters die tot de HEERE naderen, de allerheiligste offergaven zullen eten. Daar moeten zij de allerheiligste offergaven neerleggen, het graanoffer, het zondoffer en het schuldoffer, want die plaats is heilig.
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
9
Ezechiël 44:29Het graanoffer, het zondoffer en het schuldoffer, dat mogen zíj eten. Alles
waarop de ban rust in Israël, is voor hen bestemd. Ezechiël 46:20Hij zei tegen mij: Dit is de plaats waar de priesters het schuldoffer en het
zondoffer moeten koken, waar zij het graanoffer moeten bakken, zodat zij het niet naar buiten hoeven te brengen naar de buitenste voorhof, waardoor zij het volk zouden heiligen. ^^^^^^^^
Herziene Statenvertaling zoekfunctie “rein, onrein.”
Ezechiël 43:7en Hij zei tegen mij: Mensenkind, dit is de plaats van Mijn troon en de plaats
van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten. Zij die van het huis van Israël zijn, zullen Mijn heilige Naam niet meer verontreinigen, zij en hun koningen, met hun hoererij en met de dode lichamen van hun koningen op hun offerhoogten. Ezechiël 43:8Terwijl zij hun drempel bij Mijn drempel plaatsten en hun deurpost naast Mijn
deurpost, zodat er alleen een muur tussen Mij en hen was, verontreinigden zij Mijn heilige Naam met hun gruweldaden, die zij deden, zodat Ik hen ombracht in Mijn toorn. Ezechiël 43:26Zeven dagen moet men voor het altaar verzoening doen, het reinigen en
inwijden. Ezechiël 44:23Zij moeten Mijn volk het onderscheid leren tussen heilig en onheilig, en
hun het onderscheid laten weten tussen onrein en rein. Ezechiël 44:25Geen van hen mag bij een dood mens komen, waardoor hij onrein zou
worden. Maar alleen in geval van een vader, in geval van een moeder, in geval van een zoon, in geval van een dochter, in geval van een broer of in geval van een zuster die niet aan een man heeft toebehoord, mogen zij zich verontreinigen. Ezechiël 44:26Na zijn reiniging moeten zij voor hem zeven dagen aftellen, Ezechiël 45:18Zo zegt de Heere HEERE: In de eerste maand, op de eerste van de maand,
moet u een jonge stier zonder enig gebrek – het jong van een rund – nemen. Zo moet u het heiligdom van zonde reinigen. ^^^^^^^^
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
10
Herziene Statenvertaling zoekfunctie “water.” Ezechiël 43:2En zie, de heerlijkheid van de God van Israël kwam uit de richting van het
oosten, en Zijn geluid was als het bruisen van machtige wateren, en de aarde werd verlicht vanwege Zijn heerlijkheid. Ezechiël 45:15 Verder één lam van elke tweehonderd uit het kleinvee, uit het waterrijke
land van Israël, als graanoffer, als brandoffer, en als dankoffers, om verzoening voor hen te doen, spreekt de Heere HEERE. Ezechiël 47:1Daarna bracht Hij mij terug naar de ingang van het huis. En zie, er stroomde water uit, van onder de drempel van het huis naar het oosten, want de voorkant van het huis lag naar het oosten. Het water stroomde naar beneden van onder de rechterzijde van het huis, ten zuiden van het altaar. Ezechiël 47:2Vervolgens bracht Hij mij naar buiten via de noorderpoort en leidde mij
buitenom rond naar de buitenpoort, in de richting die naar het oosten gekeerd is. En zie, uit de rechterzijde borrelde water. Ezechiël 47:3Toen de Man naar het oosten naar buiten ging, was er een meetlint in Zijn
hand. Hij mat duizend el en liet mij door het water gaan: het water kwam tot de enkels. Ezechiël 47:4Hij mat weer duizend el en liet mij door het water gaan: het water kwam tot
de knieën. Toen mat Hij er weer duizend en liet mij erdoor gaan: het water kwam tot de heupen. Ezechiël 47:5 Nog eens mat Hij duizend el: het was een beek waar ik niet door kon gaan,
want het water was heel hoog – water waar men alleen zwemmend door kon, een beek waar men anders niet door kon gaan. Ezechiël 47:8Hij zei tegen mij: Dit water stroomt weg naar het oostelijke gebied en stroomt
in de Vlakte naar beneden en komt in de zee. In de zee uitgestort, wordt het water gezond. Ezechiël 47:9Het zal gebeuren dat alle levende wezens die er wemelen, overal waar een
van beide beken naartoe komt, zullen leven. Daar zal zeer veel vis zijn, omdat dit water daarheen komt, en alles waarheen deze beek komt, zal gezond worden en leven. Ezechiël 47:12En langs de beek, langs de oever ervan, zullen aan deze kant en aan de
andere kant allerlei vruchtbomen opkomen, waarvan het blad niet zal verwelken en
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
11
waarvan de vrucht niet zal opraken. Elke maand zullen ze nieuwe vruchten voortbrengen, want het water ervoor stroomt uit het heiligdom. De vrucht ervan zal tot voedsel dienen en het blad ervan tot genezing. Ezechiël 47:19En de zuidzijde naar het zuiden: vanaf Tamar tot het water van Meribath
Kades, langs het beekdal naar de Grote Zee. Dat is dan de zuidzijde naar het zuiden. Ezechiël 48:28En grenzend aan het gebied van Gad, aan de zuidzijde naar het zuiden, ligt
dan het gebied van Tamar, naar het water van MeribathKades, langs het beekdal tot aan de Grote Zee.
Herziene Statenvertaling zoekfunctie “priester(s).” Ezechiël 40:45Hij sprak tot mij: Deze kamer, waarvan de voorkant op het zuiden uitziet, is bestemd voor de priesters die hun taak ten behoeve van het huis vervullen. Ezechiël 40:46De kamer waarvan de voorkant op het noorden uitziet, is voor de priesters bestemd die hun taak ten behoeve van het altaar vervullen. Dat zijn de zonen van Zadok, die uit de Levieten tot de HEERE mogen naderen om Hem te dienen. Ezechiël 42:13Toen zei Hij tegen mij: De kamers van het noorden en de kamers van het zuiden, die vóór het afgezette gedeelte liggen, dat zijn heilige kamers, waar de priesters die tot de HEERE naderen, de allerheiligste offergaven zullen eten. Daar moeten zij de allerheiligste offergaven neerleggen, het graanoffer, het zondoffer en het schuldoffer, want die plaats is heilig. Ezechiël 42:14Als de priesters binnengekomen zijn, mogen zij niet meer vanuit het heiligdom naar de buitenste voorhof gaan, maar zij moeten daar hun kleding, waarin zij dienst hebben gedaan, neerleggen, want die is heilig. Dan moeten zij andere kleding aantrekken en mogen zij in de nabijheid komen van de plaats die voor het volk is. Ezechiël 43:19moet u de Levitische priesters die van het nageslacht van Zadok zijn en die tot Mij naderen – spreekt de Heere HEERE – om Mij te dienen, een jonge stier – het jong van een rund – als zondoffer geven. Ezechiël 43:24U moet ze voor het aangezicht van de HEERE aanbieden. De priesters moeten er zout op strooien en ze offeren als brandoffer voor de HEERE. Ezechiël 43:27Wanneer zij dan deze dagen voltooid hebben, zal het op de achtste dag en daarna gebeuren, dat de priesters op het altaar uw brandoffers en uw dankoffers zullen bereiden. Dan zal Ik een welgevallen aan u hebben, spreekt de Heere HEERE.
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
12
Ezechiël 44:13En zij mogen niet tot Mij naderen om Mij als priester te dienen, en dicht bij al Mijn geheiligde dingen komen, bij de allerheiligste dingen. Zij moeten hun smaad dragen en hun gruweldaden, die zij gedaan hebben. Ezechiël 44:15Maar de Levitische priesters, de zonen van Zadok, die hun taak ten behoeve van Mijn heiligdom vervuld hebben toen de Israëlieten van Mij afdwaalden, díe mogen in Mijn nabijheid komen om Mij te dienen. Zij mogen voor Mijn aangezicht staan om aan Mij vet en bloed aan te bieden, spreekt de Heere HEERE. Ezechiël 44:21Geen enkele priester mag wijn drinken wanneer hij de binnenste voorhof binnenkomt. Ezechiël 44:22Zij mogen zich geen weduwe of een verstoten vrouw tot vrouw nemen. Zij mogen alleen jonge vrouwen uit het nageslacht van het huis van Israël tot vrouw nemen, of een weduwe die weduwe van een priester is geworden. Ezechiël 44:30Ook het beste van alle eerstelingen van alles, en elk hefoffer van alles, van al uw hefoffers, zullen voor de priesters bestemd zijn. Ook het beste van uw deeg moet u aan de priester geven om een zegen op uw huis te doen rusten. Ezechiël 44:31Geen enkel kadaver of wat verscheurd is van de vogels en van het vee, mogen de priesters eten. Ezechiël 45:4Dat zal een heilig deel van het land zijn. Het zal bestemd zijn voor de priesters, die in het heiligdom dienstdoen, die naderen om de HEERE te dienen. Het zal voor hen dan een plaats zijn voor woonhuizen en een heilige plaats voor het heiligdom. Ezechiël 45:19Dan moet de priester een deel van het bloed van het zondoffer nemen en het op de deurposten van het huis strijken, op de vier hoeken van de omgang van het altaar en op de deurposten van de poorten van de binnenste voorhof. Ezechiël 46:2Dan zal de vorst van buiten binnenkomen via de voorhal van de poort, en bij de deurpost van de poort blijven staan. De priesters moeten zijn brandoffers en zijn dankoffers bereiden en hij zal zich neerbuigen op de drempel van de poort en dan naar buiten gaan. Maar de poort mag tot de avond niet gesloten worden. Ezechiël 46:19Toen bracht Hij mij door de ingang die terzijde van de poort was, naar de heilige kamers die de priesters toe behoorden, die naar het noorden gekeerd waren. En zie, daar was een ruimte aan beide zijden, aan de westzijde. Ezechiël 46:20Hij zei tegen mij: Dit is de plaats waar de priesters het schuldoffer en het zondoffer moeten koken, waar zij het graanoffer moeten bakken, zodat zij het niet naar buiten hoeven te brengen naar de buitenste voorhof, waardoor zij het volk zouden heiligen.
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
13
Ezechiël 48:10Voor de volgende personen is het heilige hefoffer bestemd: Voor de priesters: naar het noorden een lengte van vijfentwintigduizend el, naar het westen een breedte van tienduizend el, naar het oosten een breedte van tienduizend el en naar het zuiden een lengte van vijfentwintigduizend el. En het heiligdom van de HEERE moet in het midden ervan liggen. Ezechiël 48:11Het zal bestemd zijn voor de priesters die geheiligd zijn uit de zonen van Zadok, die hun taak ten behoeve van Mij vervuld hebben, die niet afgedwaald zijn toen de Israëlieten afdwaalden, zoals de andere Levieten afgedwaald zijn. Ezechiël 48:13De Levieten zullen, evenwijdig aan het gebied van de priesters, een lengte van vijfentwintigduizend el en een breedte van tienduizend el krijgen. De totale lengte zal vijfentwintigduizend el zijn en de breedte tienduizend el. ^^^^^^^^
Herziene Statenvertaling zoekfunctie “bloed.” Ezechiël 43:18Toen zei Hij tegen mij: Mensenkind, zo zegt de Heere HEERE: Dit zijn de verordeningen voor het altaar. Op de dag dat het vervaardigd is om er brandoffers op te brengen en om er bloed op te sprenkelen, Ezechiël 43:20U moet dan een deel van het bloed ervan nemen en dat op de vier hoorns ervan strijken, op de vier hoeken van de omgang en op de opstaande rand eromheen. Zo moet u het ontzondigen en er verzoening voor doen. Ezechiël 44:7want u hebt vreemdelingen binnengebracht, onbesnedenen van hart en onbesnedenen van vlees, om in Mijn heiligdom te laten zijn, zodat zij Mijn huis ontheiligden; want u bood Mijn brood – het vet en het bloed – aan, en zij verbraken Mijn verbond door al uw gruweldaden. Ezechiël 44:15Maar de Levitische priesters, de zonen van Zadok, die hun taak ten behoeve van Mijn heiligdom vervuld hebben toen de Israëlieten van Mij afdwaalden, díe mogen in Mijn nabijheid komen om Mij te dienen. Zij mogen voor Mijn aangezicht staan om aan Mij vet en bloed aan te bieden, spreekt de Heere HEERE. Ezechiël 45:19Dan moet de priester een deel van het bloed van het zondoffer nemen en het op de deurposten van het huis strijken, op de vier hoeken van de omgang van het altaar en op de deurposten van de poorten van de binnenste voorhof. ^^^^^^^^
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
14
Herziene Statenvertaling zoekfunctie “vet .” Ezechiël 44:7want u hebt vreemdelingen binnengebracht, onbesnedenen van hart en onbesnedenen van vlees, om in Mijn heiligdom te laten zijn, zodat zij Mijn huis ontheiligden; want u bood Mijn brood – het vet en het bloed – aan, en zij verbraken Mijn verbond door al uw gruweldaden. Ezechiël 44:15Maar de Levitische priesters, de zonen van Zadok, die hun taak ten behoeve van Mijn heiligdom vervuld hebben toen de Israëlieten van Mij afdwaalden, díe mogen in Mijn nabijheid komen om Mij te dienen. Zij mogen voor Mijn aangezicht staan om aan Mij vet en bloed aan te bieden, spreekt de Heere HEERE. ^^^^^^^^
Herziene Statenvertaling zoekfunctie “koning.”
Ezechiël 43:7en Hij zei tegen mij: Mensenkind, dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten. Zij die van het huis van Israël zijn, zullen Mijn heilige Naam niet meer verontreinigen, zij en hun koningen, met hun hoererij en met de dode lichamen van hun koningen op hun offerhoogten. Ezechiël 43:9Nu zullen zij hun hoererij en de dode lichamen van hun koningen ver van Mij houden, zodat Ik voor eeuwig onder hen wonen zal. ********* Een sleutel kan wat openen op theologische gebied en ziet men fouten. Hier zo een sleutel!
Ezechiël 40-48 teksten over offeren - 2018
15
Waarom geloven we niet dat wat in het huidige Israël aan het gebeuren is, niet zien als een daad van God. Wel, als men Deuteronomium 28 leest weet men wat een verschrikkingen er aan Israël zullen gebeuren als ze hun God verlaten. Lezen we wat er in de verzen 15 en 16 staat! Dat maar de inleiding is op alle soorten rampen die hen te wachten staan als ze hun Heer achter zich laten en opstandig zijn. “15 Daarentegen zal het gebeuren, als u de stem van de HEERE, uw God, niet gehoorzaam bent door al Zijn geboden en Zijn verordeningen, die ik u heden gebied, nauwlettend te houden, dat al deze vervloekingen over u zullen komen en u zullen treffen: 16 Vervloekt zult u zijn in de stad en vervloekt zult u zijn op het veld. (HSV)” Deuteronomium 30:1,2 Wil 75: “1 Wanneer alles wat ik u nu heb voorgehouden over u is gekomen, de zegen en de vloek, en wanneer gij het in uw hart overdenkt, onder welke volken Jahwe uw God u ook heeft verspreid, 2 zodat gijzelf met uw kinderen terugkeert tot Jahwe uw God en Hem met heel uw hart en heel uw ziel weer gehoorzaamt, zoals ik u dat heden voorhoud.” Deuteronomium 30:7,8 Wil 75: “7 Dan zal Jahwe uw God al deze vervloekingen doen neerkomen op de vijanden en tegenstanders die u achtervolgd hebben. 8 Maar gij zult weer gehoor geven aan Jahwe en alle geboden volbrengen die ik u heden geef.” Deuteronomium 30:10 Wil 75: “10 Maar dan moet gij aan Jahwe gehoorzamen en alle geboden en voorschriften onderhouden, die in dit wetboek staan opgetekend; dan moet gij met heel uw hart en heel uw ziel terugkeren tot Jahwe uw God.” *********