Antwoord aan een lezer

Page 1

Antwoord aan een lezer

1

Antwoord aan een lezer: geloof en/of afkomst

Van https://nl.wikipedia.org/wiki/Olijf Foto van David Brühlmeier Olijfboom, dit exemplaar is de “Olea europaea” op Mallorca. Deze boom zou moeten beter gesnoeid worden. Er zijn een vijftigtal echte “olea” ondertussen al herkweekt tot een tachtigtal soorten. Ze kunnen probleemloos in elkaar geent worden mits de nodige zorg te gebruiken. De Olijfboom is een beeld van de gemeente van Christus. Guido Biebaut 30/05/2018 Alle rechten voorbehouden Leest u ook regelmatig literatuur van en over de leer van de bedelingen, beter gekend als de leer van het “dispensationalisme”? Dit zijn meestal 7 fasen (of zelfs negen volgens enkelen) waarin God op verschillende manieren met Zijn schepselen omgaat. Verschillende manieren om Zijn plannen en doel ten uitvoer te brengen. Dit is één van mijn kritische aantekeningen erbij. Het zullen er rond de zes of zeven worden, naargelang hoe het verder verloopt. Bedenk wel, we hebben geen enkel probleem met de scheiding Oud en Nieuw Verbond (Testament). Of dat er nog een verbond was met Adam en Eva of met Noah. Daar gaat het dus niet om, u zal wel merken waarover wel!


Antwoord aan een lezer

2

We schreven dit aan iemand die de leer van de bedelingen is toegedaan en ook de zaak van het huidige Israël verdedigd tot en met, zonder enige grens te leggen aan hun gedragingen. Voor onszelf is dat achter de verkeerde vlag aanlopen.

******** Je vertelde me dat je weinig zaken leest van de bedelingenleer maar wel het blad Israël en de Bijbel. Ik citeer er wat uit: en ga er onmiddellijk mee door en erop te antwoorden. http://www.israelendebijbel.nl/bijbelonderwijs/digitale-bijbelstudie/Isral-Gods-volk/91 “Verlossing In Jesaja 54:8 belooft de Heere: “In een kleine toorn heb Ik Mijn aangezicht van u een ogenblik verborgen; maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij uwer ontfermen, zegt de HEERE uw Verlosser”. Dit is nog toekomst, maar omdat de Heere het zegt zal het zeker gebeuren. En Wie die Verlosser is, wordt duidelijk uit Mattheüs 1:21, waar de engel tot Jozef zegt: “En zij (Maria) zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam noemen Jezus (de Heere is redding); want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden”. Waarschijnlijk voor jou alles goed en wel, maar niet voor mij en dit is de reden Galaten 6:15,16: “15 Want in Christus Jezus heeft niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar wel dat we een nieuwe schepping zijn. 16 En allen die overeenkomstig deze regel wandelen: vrede en barmhartigheid zij over hen en over het Israël van God.” De HSV geeft er deze tekst bij van Psalm 125-5: “5 Maar wie zich neigen tot kronkelwegen, zal de HEERE doen verdwijnen, met hen die onrecht bedrijven. Vrede over Israël!” Nu ga ik even jouw interpretatie volgen van Galaten 6:16 en er later op terugkomen om de reden die ik zal uiteenzetten. Jij zegt dat gaat over het vleselijke Israël. Ik ga met jou enkele eeuwen achteruit naar het Israël in de 8 ste tot 6de eeuw voor Christus. Dit is één van de zaken met wie de 10 en 2 stammen in die dagen vergeleken worden: met hoereerders! Ezechiël 16:36-37 hier is Samaria (Israël = de 10 stammen) vergeleken aan een hoer: “36 Zo zegt de Heere HEERE: Omdat u uw brandende begeerte

uitgestort hebt en uw

schaamte ontbloot werd in uw hoererijen met uw minnaars en met al uw gruwelijke stinkgoden, en om het bloed van uw kinderen dat u hun gegeven hebt, 37 daarom, zie, ga Ik al uw minnaars die u behaagd hebt, allen die u bemind hebt, met allen die u gehaat hebt, bijeenbrengen, ja, Ik zal hen van rondom bijeenbrengen tegen u en Ik zal uw schaamte voor hen ontbloten, zodat zij heel uw naaktheid zullen zien.” Ezechiël 23 enkele citaten uit een hoererijlijst van Jeruzalem (Juda) met haar minnaars, alle grote landen de een na de ander en wel enkele tegelijkertijd. Het wijst op de militaire,


Antwoord aan een lezer

3

financiële betrekkingen met die landen. “5 Ohola bedreef hoererij, hoewel zij Mij toebehoorde: zij werd verliefd op haar minnaars, op de Assyriërs, vertrouwelingen, 17 De Babyloniërs kwamen bij haar om het liefdesbed met haar te delen, en zij verontreinigden haar met hun hoererij. Nadat zij zich echter met hen verontreinigd had, rukte haar ziel zich van hen los. 22 Daarom, Oholiba, zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zet uw minnaars tegen u op, van wie uw ziel zich heeft losgerukt. Ik laat hen van rondom over u komen: 23 Babyloniërs en alle Chaldeeën, Pekod, Soa en Koa, met hen alle Assyriërs; begerenswaardige jongemannen, allen landvoogden en machthebbers, officieren en mannen van naam, die allen op paarden rijden.”

Het begrip “hoer” wordt regelmatig gebruikt in figuurlijke zin met betrekking tot een persoon of natie die enige band heeft met YaHWeH. Ze beweren God te aanbidden maar in werkelijkheid vereren ze andere goden in hun aanbidding. Jeruzalem word in het Oude Testament in deze zin als een “hoer” beschreven. De werkelijkheid was in zoverre omgekeerd het een ongewoon hoerenkopen was: in plaats dat Jeruzalem een betaling ervoor ontving, betaalde de hoofdstad van Juda zelf de heidense natiën met wie ze haar hoererij bedreef: schatplichtigheid. Ik ga nog verder aanhalingen doen op hetzelfde thema: Jeremia 25:6: “Ga niet achter andere goden aan om die te dienen en u voor hen neer te buigen. Verwek Mij niet tot toorn door het werk van uw handen, dan zal Ik u geen kwaad doen.” Jeremia 32:30: “Want de Israëlieten en de Judeeërs hebben vanaf hun jeugd alleen gedaan wat kwaad was in Mijn ogen. Ja, de Israëlieten hebben Mij alleen maar tot toorn verwekt door het werk van hun handen, spreekt de HEERE.” Jeremia 32:32: “vanwege al het kwaad van de Israëlieten en de Judeeërs, dat zij gedaan hebben om Mij tot toorn te verwekken, zij, hun koningen, hun vorsten, hun priesters en hun profeten, de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem.” Jeremia 33:5: “waar ze zijn gekomen om te strijden tegen de Chaldeeën: Het is om ze te vullen met de dode lichamen van mensen die Ik verslagen heb in Mijn toorn en in Mijn grimmigheid, en omdat Ik Mijn aangezicht voor deze stad verborgen heb om al hun kwaad.” Ezechiël 16:26: “U bedreef hoererij met de Egyptenaren, uw zwaargeschapen buren. U maakte uw hoererijen talrijk, zodat u Mij tot toorn verwekte.” Ezechiël 16:28: “Daarna bedreef u hoererij met de Assyriërs, omdat u onverzadigbaar was. U bleef hoererij met hen bedrijven, en nog raakte u niet verzadigd.”


Antwoord aan een lezer

4

Ezechiël 16:29: “Vervolgens maakte u uw hoererij talrijk tot in het land van de kooplieden, Chaldea. En ook daardoor raakte u niet verzadigd.” Dat is meer een greep uit wel vijftig teksten van dat kaliber. Ja, er is vergeving mogelijk bij God in dergelijke gevallen: en het is ook vervuld. Een groep van bijna 50.000 uit Assyrië en Babylon zijn met door God aangestelde profeten en leraars naar Jeruzalem gegaan om er de stad, de tempel en het land te herbouwen. Tot in details beschreven in Ezra en Nehemia en enkele teksten in Haggaï. Vergeet het niet dat honderden duizenden niet zijn teruggekeerd: niet wilden luisteren naar de oproep van God! Ze zijn er gebleven en gemengd met de rassen rondom hen. Nog iets als een vleselijke band van de aartsvaders, maar meer ook niet! Het ging relatief goed tot en met de tijd van de Makkabeeën dat is midden tweede eeuw voor Christus. Dan nog maar eens een grote afval vanwege Griekse invloeden. Ze waren toen al hun koningschap kwijt en nu ook nog het profeten schap. Het zou maar opnieuw door God ingevoerd worden met de komst van Jezus de Verlosser. God zou opnieuw spreken door engelen, vrouwen en mannen! Niet al te lang voor de terugkeer worden ze nog met Sodom vergeleken in bijvoorbeeld Jesaja 1:2-13 HSV enkele gedeelten eruit: “Ik heb kinderen grootgebracht en doen opgroeien, … maar Israël heeft geen kennis, … Wee het zondige volk, …. Zij hebben de HEERE verlaten, de Heilige van Israël verworpen … U gaat gewoon door met uw afvalligheid. … Heel het hoofd is ziek … 7 Uw land is een woestenij, uw steden zijn met vuur verbrand, … 8

De

dochter

van

Sion

is

overgebleven … 9 Als de HEERE van de legermachten ons niet een gering aantal ontkomenen had overgelaten, als Sodom zouden wij geworden zijn; wij zouden Gomorra gelijk geworden zijn. … 10 Hoor het woord van de HEERE, leiders van Sodom! Neem de wet van onze God ter ore, volk van Gomorra! Mijn volk heeft geen inzicht. Maar zíj zijn tegen Mij in opstand gekomen. Hoor het woord van de HEERE, leiders van Sodom! Neem de wet van onze God ter ore, volk van Gomorra! Waartoe dienen voor Mij uw vele offers? zegt de HEERE. Ik heb genoeg van de brandoffers van rammen en het vet van gemest vee; en in het bloed van jonge stieren, lammeren of bokken vind Ik geen vreugde. Wanneer u komt om voor Mijn aangezicht te verschijnen – wie heeft dit van u gevraagd, dit platlopen van Mijn voorhoven? Breng niet langer nutteloze offers. Het reukwerk is Mij een gruwel. Nieuwemaansdag en sabbat, het bijeenroepen van samenkomsten: Ik verdraag het niet; het is onrecht.” Lees over Sodom = Jeruzalem nog Jeremia 23:14 / Ezechiël 16. Ook met Egypte zijn er vergelijkingen gemaakt: waar mensen als goden rondlopen, een beeld dat enkele koningen van Israël wel over zichzelf hadden. Van de 18 waren er maar vier die niet aangeklaagd worden voor slechte koning te zijn = deden wat kwaad was in de ogen van de HEERE. Jeruzalem als hun buur Egypte zie: 1 Samuël 8:8 / Klaagliederen 5:6-7 / Ezechiël 20:7 / 23:3-6. Het is zeker niet voor niks dat in die tijd Jeruzalem geestelijk wordt genoemd: Sodom en Egypte. De beide benamingen verwijzen naar de geestelijke en morele staat van Jeruzalem, Israël en haar leider(s) zijn niet beter dan de heidenen rondom hen. Illustratief kijk eens naar:


Antwoord aan een lezer

5

https://www.hln.be/nieuws/klachten-over-roklengte-israelisch-parlement-sodom-engomorra~af48e380/ Mag ik het samenvatten zoals in een goede preek: het verhààl van vandaag is dat Israël nog niets geleerd heeft van wat er met hun voorouders gebeurde. Dezelfde vormen van toen zijn nu ook de schering en inslag van de huidige politieke situatie. Netanyahu ging Trump opvrijen een viertal weken geleden en 10 dagen later bij de nieuwe Russische tsaar. Kijk eens “wereld” wat we allemaal niet aankunnen, hoe goed we het niet doen met onze buren! Laten we er ook Jezus bij halen en wat hij dacht van hoererij in letterlijke en figuurlijke zin: Matthéüs 5:32: “Maar Ik zeg u wie zijn vrouw verstoot om een andere reden dan hoererij, maakt dat zij overspel pleegt; en wie met de verstotene trouwt, pleegt ook overspel.” Matthéüs 19:9: “Maar Ik zeg u: Wie zijn vrouw verstoot anders dan om hoererij en met een ander trouwt, die pleegt overspel, en wie met de verstotene trouwt, pleegt ook overspel.” Johannes 15:14: “14 U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied.”

Je zegt me dat de Bijbel duidelijk spreekt over “het heil is uit de joden.” Ik zou dat niet durven tegenspreken, maar ik weet er nog wat bij te zeggen als ik dat vers gebruik. Laten we toch wat duidelijker zijn het staat in een tekst wanneer Jezus met een vrouw uit Samaria aan een bron zit. En het gaat er ook over de kracht van het water. Jezus zegt tot haar in Johannes 4:22: ” 22 U aanbidt wat u niet weet; wij aanbidden wat wij weten, want de zaligheid is uit de Joden.” Jezus bedoelt niet te zeggen dat het heil uit om het even welk jood zou komen. Het heil van de wereld en de redding komt van één jood, Hijzelf, dat is duidelijk in de rest van de Bijbel met honderden verwijsteksten. Geen losse nietszeggende slogans gebruiken a.u.b. Jezus zegt ook tot de vrouw als een voorsmaakje van wat komt: “25 De vrouw zei tegen Hem: Ik weet dat de Messias komt (Die Christus genoemd wordt); wanneer Die gekomen zal zijn, zal Hij ons alles verkondigen. 26 Jezus zei tegen haar: Ik ben het, Die met u spreek.” Dat maakt ook duidelijk wat ik bedoel: die 12 apostelen allen joden die dat heil verkondigd hebben waren niet zelf de verlossers. Het is Jezus en géén ander. Of de dame van Samaria het ten volle begrepen heeft dat weten we niet zeker! Maar het woord van Jezus daar zijn we zeker van: “Ik ben het, Die met u spreek.”

Ik kom nu terug naar Galaten 6:16. Wie is voor jou hier het Israëls Gods? Ik veronderstel de gelovige Joden! Welke naam geef je dan aan deze joden die Jezus niet hebben aangenomen? Voor mij zijn het afvalligen, ongelovigen en geestelijke Sodomieten en hoereerders met Rome of de afvallige klerus. Ze liggen aan de olijfboom en kunnen als God het wil ingeënt worden. Wat is de situatie? Wat profeten hadden


Antwoord aan een lezer

6

voorspeld dat God sommigen in het volk de Heilige Geest zou geven en een NIEUW VERBOND aangaan met de gelovige joden. Het belang ervan staat hier aangegeven. Johannes 4:24: “24 God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.” Johannes 6:63: “63 De Geest is het Die levend maakt, het vlees heeft geen enkel nut. De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven.” Johannes 7:39: “39 En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; want de Heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.” Maar die Geest is wel alleen voor diegenen die konden geloven wat God bereikt had met de dood van Zijn zoon. Slechts deze die Jezus als Messias aanvaarden. Zij worden een “geestelijk Israël” en het is een Nieuwe Verbond dat God aangaat met gelovigen. De rest van de ongelovige joden werden niet opgenomen in dat Nieuwe Verbond. Met die Geest werd Israël een Nieuwe Israël tegenover de ongelovigen van het volk. Dat is onderstreept in deze tekst, Hebreeën 10:15,16: “En de Heilige Geest getuigt het ons ook. 16 Want na eerst gezegd te hebben: Dit is het verbond, dat Ik met hen na die dagen zal sluiten, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun hart geven en Ik zal die in hun verstand schrijven.” Heb.8:8: “8 Want hen berispend zegt Hij tegen hen: Zie, de dagen komen, spreekt de Heere, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten.” Het is de vervulling van wat een profeet ooit zei in de naam van YaHWeH. In Jer.31:31-34 staat: “31 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE. Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken.” Ook deze tekst speekt daarover, Rom.11:27: “27 En dit is het verbond van Mij met hen, wanneer Ik hun zonden zal wegnemen.” Maar hier is de kous nog niet af! Een drietal jaren nadat God zijn Heilige Geest geeft aan die gelukkig te prijzen joden die dan terecht “het Israël Gods” genoemd worden verkrijgen ook heidenen dezelfde Heilige Geest. Ook zij worden als kinderen van God verwekt: wedergeboren in Geest en waarheid. De situatie gaat nog maar eens drastisch wijzigen: Messias belijdende joden


Antwoord aan een lezer

7

en Messias belijdende heidenen worden één groep, geen twee sporen neven elkaar die in de toekomst één spoor vormen. Handelingen 14:27: “27 Toen zij daar aangekomen waren, riepen zij de gemeente bijeen en deden er verslag van wat voor grote dingen God met hen gedaan had, en dat Hij voor de heidenen de deur van het geloof geopend had.” Romeinen 16:4: “4 Zij hebben voor mijn leven hun hals gewaagd. Niet alleen ik ben hun dankbaar, maar ook alle gemeenten van de heidenen.”

Deze illustratie geeft ons het verhaal van Simeon in Lucas 2:25-31 joden en heidenen zullen in deze baby gezegend worden: “25 En zie, er was een man in Jeruzalem, van wie de naam Simeon was, en die man was rechtvaardig en godvrezend. Hij verwachtte de vertroosting van Israël en de Heilige Geest was op hem. 26 En hem was een Goddelijke openbaring gegeven door de Heilige Geest dat hij de dood niet zien zou voordat hij de Gezalfde van de Heere zou zien. 27 En hij kwam door de Geest in de tempel. En toen de ouders het Kind Jezus binnenbrachten om met Hem te doen volgens de gewoonte van de wet, 28 nam hij Het in zijn armen, loofde God en zei: 29 Nu laat U, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, volgens Uw woord, 30 want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, 31 die U bereid hebt voor de ogen van alle volken, 32 een licht om de heidenen te verlichten en om Uw volk Israël te verheerlijken.”


Antwoord aan een lezer

8

Vanaf het moment dat ook heidenen wedergeboren worden zijn beide groepen in één kudde tezamen, met dezelfde herder, één gebouw met stenen van hier en ginder, ze zijn als één menselijk lichaam bestaande uit delen van joodse en heidense komaf. Ze vormen samen één olijfboom. In het NIEUW VERBOND door God bij elkaar gebracht, dat ontstond met Pinksteren neemt uitbreiding. Heidenen worden erin opgenomen en krijgen dezelfde rechten en plichten: Maar hebben als groep ook dezelfde namen! HET NIEUW VERBOND van de Messias belijdende of “het Israël Gods.” Maar ook als groep van joden en heidenen het “NIEUWE ISRAËL” Van Galaten 6:16 is het dan duidelijk zoals ik steeds gezegd heb dat spreekt van die éne groep van joden en heidenen die Jezus belijden: “16 En allen die overeenkomstig deze regel wandelen: vrede en barmhartigheid zij over hen en over het Israël van God.” Galaten 6:16 lees je samen =met bers 15: en dan is het duidelijk dat vers 16 start met het voegwoord “kai” in het Grieks en dat wijst naar een nadarere beschrijving van 15. Zoals we spreken van God EN Vader als de verwijzing naar één persoon. Zo spreken we van besnedenen en onbesneden, ze zijn samen één

SCHEPPING” = zij zijn het “NIEUWE ISRAËL.”

“NIEUWE

Voor het Israël dat ongelovig is, die krijgen van mij dit als uitspraak en het is primordiaal, de woorden van Jezus in Johannes 9 gericht TOT JODEN: “31 Jezus dan zei tegen de Joden die in Hem geloofden: Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen, 32 en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken.” Ik heb er tientallen in die aard! De dispensationele uitleg is het resultaat van een letterlijke interpretatie van Gods Woord en staat bij jou in het vaandel! Ze zeggen van zichzelf dat ze de Bijbel laten zeggen wat Hij (= God) te zeggen heeft: rekening houdende met de taal, de grammatica en de context. Men leert er de mensen Gods Woord te nemen op een ongekunstelde manier, niet vanuit symbolen of andere schrijftaal. Een dispensationele uitleg luidt: “When the PLAIN SENSE makes GOOD SENSE seek NO OTHER SENSE lest it result in NONSENSE!” We geven een voorbeeld dat ze dit dogma zelf te pas en onpas gebruiken. Kijk eens zeggen ze, als je in de Bijbel het begrip Israël tegenkomt dan spreekt het steeds over een welomschreven biologisch volk. Dat is te simplistisch. Want neem er eens Romeinen 2 bij: “28 Want


Antwoord aan een lezer

9

die is niet een Jood, die het in het openbaar is; noch die is de besnijdenis, die het in het openbaar in het vlees is; 29 Maar die is een Jood, die het in het verborgen is, en de besnijdenis des harten, in den geest, niet in de letter, is de besnijdenis; wiens lof niet is uit de mensen, maar uit God.” De uitspraak van Jezus in Johannes 8:39 is nog scherper: “zij antwoordden en zeiden tot Hem: Abraham is onze vader. Jezus zeide tot hen: Indien gij Abrahams kinderen waart, zo zoudt gij de werken van Abraham doen.” Ook Jeremía 4:4 had dat al in gedachten: “Besnijdt u den HEERE en doet weg de voorhuiden uws harten, gij mannen van Juda en inwoners van Jeruzalem! opdat Mijn grimmigheid niet uitvare als een vuur, en brande, dat niemand blussen kunne, vanwege de boosheid uwer handelingen.” Zodat er twee conclusie bij die zaak zijn:  Lichamelijk uit Abraham zijn is onbelangrijk. Romeinen 9:7: “NOCH OMDAT zij Abrahams zaad zijn, zijn zij allen kinderen; MAAR:  In Izaäk zal u het zaad genoemd worden.” Galaten 4:23: “Maar  gene, die uit de dienstmaagd was, is naar het vlees geboren geweest; doch deze, die uit de vrije was, door de beloftenis.” Paulus en Jezus leggen niet zoveel nadruk op het in de genen afstammeling zijn van Abraham, Izaak of Jacob.

 Geestelijk uit Abraham zijn is het belangrijkste. Ook bekeerde heidenen zijn het. Galaten 4:26: “Maar Jeruzalem, dat boven is, dat is vrij, hetwelk is ons aller moeder. 27 Want er is geschreven: Wees vrolijk, gij onvruchtbare, die niet baart, breek uit en roep, gij, die geen barensnood hebt, want de kinderen der eenzame zijn veel meer, dan dergene, die den man heeft. 28 Maar wij, broeders, zijn kinderen der belofte, als Izaak was.” Romeinen 9:8: “Dat is, niet de kinderen des vleses, die zijn kinderen Gods; maar de kinderen der beloftenis worden voor het zaad gerekend.” Galaten 6:26 uitleggen met betrekking tot de gemeente van Christus ligt dus voor de hand. We hebben er een studie over die u kunt aanvragen.  (Deze citaten hier zijn uit de Statenvertaling, Jongbloed-editie)

Dit is de theologie die er achter zit! In Romeinen 11:12 lezen we: “Ik vraag dan: zij zijn toch niet zo gestruikeld, dat zij wel vallen moesten? Volstrekt niet! Door hun val is het heil tot de heidenen gekomen, om hen tot naijver op te wekken.” We moeten de zin van Paulus verduidelijken: het woord “gestruikeld” (= “gestoten” in Willibrord), spreekt van de fundamentele zonde van het Joodse volk. Hun mislukking bij uitstek is hun verwerping en kruisiging van Christus. Het “gestruikel” is een vast thema van het apostolische getuigenis: Handelingen 2:22-23 / 3:13-15a / 5:28,30 / 7:52 / 10:39 / 1 Thes.2:14,15. Zij hebben van de Romeinen geëist Hem te kruisigen en


Antwoord aan een lezer

10

dat was niet zo netjes: Mat.20:18,19 / 27:11-25 / Marcus 10:33 / 15:1 / Lucas 18:32 / 23:1,2 / Johannes 18:28-31 / 19:12,15 / Handelingen 3:13 / Handelingen 4:26,27 / Opb.17. Laten we er nog een andere aanpak bij nemen. De profeet Ezechiël, heeft uitgedrukt dat er een nieuw verbond des vredes zal komen: “Ja, ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.” - Ezechiël 37:26,27. Op twee plaatsen in Hebreeën (8:6-13 / 10:16,17), zijn deze profetieën genoemd als met betrekking op het nieuwe geestelijke Israël, het ware Israël van God. Deze verzen laten zien dat dit “beter” verbond al werd aangegaan in de eerste eeuw, en dat het ook toen was vervallen: en oud en klaar was om te verdwijnen. Niet lang na dit schrijven van Hebreeën, is de trots van het oude verbond, de tempel waarin de rituelen en offers moesten plaats maken om tot God te komen. Alle kenmerken van een vroegere band van God en Israël verdwenen volledig, als de stad Jeruzalem en de tempel worden verwoest door de Romeinen. Volgens 2 Corinthiërs, is het Oude Verbond gemaakt met de Joden, maar ze konden die niet houden, en daarom ook genaamd: een bediening van de dood, geschreven en gegraveerd in stenen, de bediening van de veroordeling (3:7,9). Daartegenover is het Nieuwe Verbond: “De bediening van de Geest” (3:6). De heerlijkheid van het Oude Verbond, eenmaal tot uiting gebracht in het aangezicht van Mozes was weg (3:7) en moest worden vervangen door het Nieuwe Verbond dat meer heerlijkheid brengt (3:9). We trekken deze conclusie: het Nieuwe Verbond had altijd de plaats boven het oude verbond met deze woorden: “Want als het verdwijnende met heerlijkheid gepaard ging, veel meer is dan het blijvende in heerlijkheid.” (3:11). Het punt dat we willen maken is dit: alle leerstellingen die een vernieuwd oud verbond prediken, in het begin van een zogenaamde 70 ste week of een millennium, onrecht doen aan de werkelijkheid dat het God was die dat oude verbond heeft laten vallen. Het nieuwe verbond was toen al begonnen en heeft een blijvende heerlijkheid. God komt niet meer terug op zo een besluit. Er is in het boek Openbaring dan ook geen plaats voor zo een herstel, je kunt het er slechts in vinden door geweld te plegen op de Bijbelteksten. Sinds Golgotha, en voor altijd in de toekomende eeuwen is het nieuwe verbond, Gods enige verbond met de mens, zowel voor Jood als heiden. Het is uniek en onvervangbaar, want het is gebaseerd op de “betere” beloften van de gekruisigde, opgestane en verheven Heer Jezus Christus. De inhuldiging werd al aangekondigd door Christus in de nacht waarin Hij werd verraden (Mat.26:27,28). Ezechiël 36:24-26, zo wordt gezegd in dispensatiekringen, voorspelde dat Israël zou worden hersteld naar het land “in ongeloof” en die toestand stemt overeen met de situatie in Israël vandaag. Maar dat gedeelte spreekt niet van een verder langzaamaan herstel “in ongeloof.” God beloont toch de huidige ongehoorzaamheid niet van Israël. Vers 33 luidt als volgt: “Zo spreekt de Here HERE: Wanneer Ik u reinig van al uw ongerechtigheden, zal Ik de steden weer bevolken en zullen de puinhopen herbouwd worden; het verwoeste land zal weer worden bewerkt, in plaats van een woestenij te zijn voor het oog van iedere voorbijganger.” Al wie zegt dat dit de huidige


Antwoord aan een lezer

11

toestand is van Israël, liegt er maar op los. Het is duidelijk dat deze tekst verwijst naar degenen DIE ZICH “HERSTELD” HEBBEN, NAMELIJK ZICH EERST GEESTELIJK GEREINIGD HEBBEN. Wanneer aan het vereiste van Leviticus 26:40-42 voldaan is – dat is maar één voorbeeld - dan zou dat werkelijkheid kunnen worden: “Maar belijden zij hun ongerechtigheid en die hunner vaderen, in de ontrouw waarmede zij tegen Mij ontrouw zijn geweest, en ook dat zij zich tegen Mij verzet hebben, – 41 ook Ik verzette Mij tegen hen en bracht hen in het land hunner vijanden – of vernedert zich dan hun onbesneden hart en boeten zij dan hun ongerechtigheid, 42 dan zal Ik mijn verbond met Jakob gedenken; ook mijn verbond met Isaak en ook mijn verbond met Abraham zal Ik gedenken, en Ik zal het land gedenken.” Jezus riep over Jeruzalem uit: “de stad die de profeten doodt” (Lucas 13:33,34.) Zie daar ook eens deze teksten bij: Mat.23:34,35 / Lucas 11:50,51 en Handelingen 7:52). Vele malen in het Oude Testament is van Israël gezegd dat ze “de hoer speelde” (Jesaja 1:21 / Jer.3 / Hosea). Zo doet het huidige Jeruzalem ongeveer hetzelfde met christenen die trachten te prediken in Israël, méér dat verboden is dan toegelaten. Hun wereldse belangen primeren. Lucas 18:8: “18 Ik zeg u dat Hij hun met spoed recht zal doen. Maar zal de Zoon des mensen, als Hij komt, wel het geloof op de aarde vinden?”

Een illustratie van de tempel van Salomon. Hier was God aanwezig in de vorm van een “licht.” God hield Zijn verblijf tussen de cherubs op het verzoendeksel in de tabernakel en in de tempel van Salomo. In de tweede tempel was dat niet meer in de vorm van dat “licht” of shekinah, omdat daar de ark met het verzoendeksel niet meer aanwezig was . Maar

….


Antwoord aan een lezer

12

Handelingen 7:48: “48 De Allerhoogste woont echter niet in tempels die met handen gemaakt zijn, zoals de profeet zegt.” 1 Kon.8:27: “27 Maar zou God werkelijk op de aarde wonen? Zie, de hemel, ja, de allerhoogste hemel, kan U niet bevatten, hoeveel te min dit huis dat ik gebouwd heb!” Hand.17:24: “24 De God Die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is, Deze, Die een Heere van de hemel en van de aarde is, woont niet in tempels die met handen gemaakt zijn.” In het Nieuwe Testament is er géén tempel meer nodig, God woont in elke gelovige.  1 Cor.3:16: “16 Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?”  1 Cor.6:19: “Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent?”  2 Cor.6:16: “Of welk verband is er tussen de tempel van God en de afgoden? Want u bent de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft: Ik zal in hun midden wonen en onder hen wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn.”  Heb.3:6: “Christus echter is getrouw over Zijn huis als Zoon. Zijn huis zijn wij, als wij tenminste de vrijmoedigheid en de roem van de hoop tot het einde toe onwrikbaar vasthouden.”  1 Pet.2:5: “dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus.” ********* Aan dezelfde lezer schreven we een tijd geleden deze opmerking en zetten het in een extra punt. Gisterennamiddag zitten lezen in Ezechiël omdat ik mijn hoofd wat spookte in verband met die 70 jaar Israël. Ik wist dat ergens in de hoofdstukken 30-36 iets stond over dat YaHWeH het volk ZELF zou terugbrengen. En heb ook de tekst gevonden. Deze morgen in de HSV eens het begrip “Ik zal” opgezocht. Nooit gedacht dat het er zoveel zouden zijn. Niet zo vriendelijk altijd. Ezechiël 7:3

Ik zal Mijn toorn op u afsturen,

Ezechiël 7:4

Ik zal u niet ontzien,

Ezechiël 7:4

Ik zal geen medelijden hebben,

Ezechiël 7:4

want Ik zal u uw wegen vergelden,

Ezechiël 7:8

Ik zal u oordelen overeenkomstig uw wegen,

Ezechiël 7:9

Ik zal niets ontzien,


Antwoord aan een lezer

13

Ezechiël 7:9

Ik zal u overeenkomstig uw wegen vergelden,

Ezechiël 7:21

Ik zal het als prooi in de hand van de vreemden geven,

Ezechiël 7:22

Ik zal Mijn aangezicht van hen afwenden,

Ezechiël 7:24

Ik zal de boosaardigste heidenvolken doen komen,

Ezechiël 7:24

Ik zal de trots van de machtigen doen ophouden,

Ezechiël 7:27

Ik zal met hen doen overeenkomstig hun eigen weg,

De tekst waarover het ging bij mij is deze Ezechiël 34: “13 Ik zal ze uitleiden uit de volken, ze bijeenbrengen uit de landen en ze brengen naar hun land. Ik zal ze weiden op de bergen van Israël, bij de waterstromen en in alle bewoonbare plaatsen van het land. 14 In goede weide zal Ik ze weiden en op de hoge bergen van Israël zal hun weideplaats zijn. Ze zullen daar neerliggen in een goede weideplaats en ze zullen grazen in de voortreffelijkste weide op de bergen van Israël. 15 Ik zal Zelf Mijn schapen weiden en Ik zal ze Zelf doen neerliggen, spreekt de Heere HEERE. 16 Het verlorene zal Ik zoeken, het afgedwaalde zal Ik terugbrengen, het gebrokene zal Ik verbinden, en het zieke zal Ik versterken, maar het welgedane en het sterke zal Ik wegvagen. Ik zal ze weiden zoals het hoort. 17 En u, Mijn schapen, zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik ga oordelen tussen schaap en schaap, tussen de rammen en de bokken. (…) 22 Ik zal Mijn schapen verlossen, zodat ze niet meer tot een prooi zullen zijn. Ik zal oordelen tussen schaap en schaap. 23 Ik zal over hen één Herder doen opstaan en Die zal ze weiden: Mijn Knecht David. Híj zal ze weiden en Híj zal een Herder voor ze zijn. 24 En Ik, de HEERE, zal een God voor ze zijn, en Mijn Knecht David zal Vorst zijn in hun midden. Ík, de HEERE, heb gesproken. 25 Ik zal een verbond van vrede met ze sluiten en de wilde dieren uit het land wegdoen. Ze zullen onbezorgd wonen in de woestijn en slapen in de wouden.” Waarover gaat het: herstel van de Babylonische en Assyrische gevangenschap, tot het weer naar beneden gaat met het geloof van het volk tegen de Makkabeeën tijd. En uiteindelijk komen we bij de Messias Jezus. Eerst de gedachte bij de Here Jezus: Matthéüs 9:36: “Toen Hij de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben.” Woorden gelijk het begin van Ezechiël 34:10a: “10 Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zál die herders! Ik eis Mijn schapen op uit hun hand, en doe hen ophouden met het weiden van de schapen.” Tweede punt: “22 Ik zal Mijn schapen verlossen” staat in Ezechiël en in Johannes 10:11: “Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen.”


Antwoord aan een lezer

14

Derde punt: “Ik zal oordelen tussen schaap en schaap” in Ezechiël 34:22 en in Johannes 10:16: “Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder.” Jezus neemt ook de Messias belijdende heidenen onder zijn herderlijke hoede: één kudde, géén twee. Vierde punt Ezechiël 34:23b “Híj zal ze weiden en Híj zal een Herder voor ze zijn” en in 1 Petrus 2:25: “Want u was als dwalende schapen; maar u bent nu bekeerd tot de Herder en Opziener van uw zielen.” Vijfde punt Ezechiël 34:24: “Mijn Knecht David zal Vorst zijn in hun midden” en in Hebreeën 13:20: “De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond.” Het gaat om de koninklijke titel: “onze Heere” en ik kan nog eens herhalen dat Petrus sterke uitspraken doet op Pinksteren daarover. Handelingen 2:23-26: “23 deze Jezus, Die overeenkomstig het vastgestelde raadsbesluit en de voorkennis van God overgegeven is, hebt u gevangengenomen en door de handen van onrechtvaardigen aan het kruis gespijkerd en gedood. 24 God heeft Hem echter doen opstaan door de weeën van de dood te ontbinden, omdat het niet mogelijk was dat Hij daardoor vastgehouden zou worden. 25 Want David zegt over Hem: Ik zag de Heere altijd voor mij, want Hij is aan mijn rechterhand, opdat ik niet zou wankelen. 26 Daarom is mijn hart verblijd en mijn tong verheugt zich; ja, ook zal mijn vlees rusten in hoop.” Mijn besluit: het Israël van nu is niet door Gods goedkeuring 70 jaar oud. ZE hebben géén leider, géén herder die door Hem in aangesteld. Politiek en menselijk begrijp ik dat volledig dat ze ernaar toegegaan zijn. Na zoveel eeuwen vervolging is dat zelfs empathisch te begrijpen. Voor mij hebben ze de straf op de moord van Jezus gekregen in 70 met de val van de stad en vernietiging van de tempel. Mij ontbreekt het aan het essentiële: waar is God in dat verhaal, die 1 procent Messias belijdende waarin sommigen nog die heidense idee hebben Jezus kan God niet zijn.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.