Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
1
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
Hier boven: De Nieuwe Wereldvertaling een problematische Bijbel!
Guido Biebaut, 24 april 2014
Alle rechten voorbehouden
Inleiding De Wachttoren is een van die organisaties die in hun Nieuw Testament de naam “Jehovah” heeft ingevoerd. In de Verenigde Staten zijn er een tiental die dat gedaan hebben. De Wachttoren zal waarschijnlijk door deze groep Sacred Name Movement uit de jaren 30 van vorige eeuw geïnspireerd zijn om dat te doen: zie http://en.wikipedia.org/wiki/Sacred_Name_Movement
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
2
We schreven daar reeds enkele kritische aantekeningen bij onder de titel: De naam Jehovah hoort niet in het Nieuw Testament en gratis op deze twee sites staat. http://www.scribd.com/doc/46161545/De-Naam-Jehovah-hoort-niet-in-het-Nieuw-Testament http://issuu.com/guidofran/docs/de-naam-jehovah-hoort-niet-in-het-nieuw-testament We gaan bij deze een stap verder met een onderzoek naar de geloofwaardigheid van hun Jverwijzingen. Deze gebruiken ze om in het Nieuwe Testament de naam Jehovah in te voeren. We gaan het ook hebben over de manier waarop ze deze geschriften MISBRUIKEN. Ze staan opgesomd in Appendix 1, overgenomen uit de inleiding van de NWV. De Wachttoren spreekt: wat ze zeggen in dit verband De argumenten om in het NT de Godsnaam in te voeren zijn volgens de WT onder andere de volgende, weergegeven in een aanhangsel van hun Bijbel. “1D De goddelijke naam in de christelijke Griekse Geschriften „Jehovah”; Hebr.: ( יהוהJHWH of JHVH) Uit App. 1A en 1C blijkt dat het Tetragrammaton in Hebreeuwse lettertekens ( )יהוהzowel in de Hebreeuwse tekst als in de Griekse Septuaginta werd gebruikt. Daarom zullen Jezus en zijn discipelen, of zij de Geschriften nu in het Hebreeuws of in het Grieks lazen, altijd de goddelijke naam tegengekomen zijn. Toen Jezus in de synagoge van Nazareth opstond en het boek Jesaja in ontvangst nam en daaruit het gedeelte uit hoofdstuk 61 vers 1, 2 voorlas, waarin het Tetragrammaton wordt gebruikt, sprak hij de goddelijke naam uit. Dit strookte met zijn vaste voornemen om Jehovah’s naam bekend te maken, zoals blijkt uit zijn gebed tot zijn Vader: „Ik heb uw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij uit de wereld hebt gegeven. . . . ik heb hun uw naam bekendgemaakt en zal hem bekendmaken.” — Jo 17:6, 26. Er zijn bewijzen voor dat Jezus’ discipelen in hun geschriften het Tetragrammaton hebben gebruikt. Hiëronymus schreef in de 4de eeuw in zijn werk De viris inlustribus [Over beroemde mannen], hoofdstuk III, het volgende: „Mattheüs, die ook Levi is, en die van belastinginner apostel werd, stelde allereerst in Judea een Evangelie van Christus op in de Hebreeuwse taal en lettertekens ten behoeve van de besnedenen die gelovigen waren geworden. Wie het daarna in het Grieks heeft vertaald, staat niet voldoende vast. Bovendien is de Hebreeuwse [tekst] zelf tot op de huidige dag in de bibliotheek te Cesarea bewaard gebleven, die door de martelaar Pamphilus zo naarstig is bijeengebracht. Ook werd mij door de Nazarenen, die dit boekdeel in de Syrische stad Berea gebruiken, toestemming verleend om het over te schrijven.” (Vertaling uit de Latijnse tekst onder redactie van E. C. Richardson en uitgegeven in de serie „Texte und Untersuchungen zur Geschichte der altchristlichen Literatur”, Deel 14, Leipzig 1896, blz. 8, 9.).”
Enkele aantekeningen bij wat de Wachttoren zegt in dit citaat: zaken uit de lucht gegrepen Tegen de tijd van de prediking van Jezus was dit ongeveer de regel; niemand spreekt de naam uit van God dan de hogepriester één maal per jaar op de Grote Verzoendag. In de Mishnah, de voorloper van de Talmoed, kunnen we grotendeels achterhalen hoe het zover kwam. In de tempel
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
3
werd de naam tien maal uitgesproken op de jaarlijkse verzoendag door de hogepriester. Bovendien moesten de aanwezigen bij het horen van de naam zich neerwerpen op het gezicht en bij middel van een gebedsformule God groot maken (Yoma 6:2). In de gewone synagogen werd een vervangformule gebruikt (Sotah 7:6). Tegen het eind van de tweede eeuw na Christus zijn er nog kritischer geluiden te horen. Vanaf dan leren de rabbijnen dat wie de naam op de juiste wijze zal uitspreken géén deel kan hebben aan de toekomende eeuw (Sanhedrin 10:1). Wellicht zit hier ook nog achter dat, volgens een uitleg in de Talmoed, Jezus ooit de juiste uitspraak van de Godsnaam zou gestolen hebben in het Heilige der Heiligen en op die manier wonderen kon verrichten. Gebruikte Jezus echt de naam YaHWeH in zijn prediking zoals de Wachttoren beweerd? Eerlijk gezegd dat weet ik niet en trouwens niemand, hoewel sommigen op het Internet en de Jehovah’s Getuigen zeer overtuigend “ja” zeggen. Maar hun argumentatie is niet echt betrouwbaar of doorslaggevend. Heeft Jezus bij het voorlezen van de profetie van Jesaja 61:1,2 in zijn geboortedorp Nazareth, tweemaal die naam van God uitgesproken? Want oorspronkelijk staat die er tweemaal in het Hebreeuws. Of heeft Jezus, zoals toen al de gewoonte was, gewoon bij het voorlezen van die Hebreeuwse tekst de Godsnaam als “ha shem” uitgesproken? Ik kies zelf voor het laatste omdat de Heer zeer diplomatisch tewerk gaat in Zijn prediking. Hij is er niet op uit mensen te kwetsen, wel om van de waarheid te getuigen. En daar komt het hier ook op neer. Jezus getuigde op dat moment van zichzelf. Hij was de vervuller van datgene waarover Jesaja sprak. Juist dat maakt zijn dorpsgenoten woedend, niet het uitspreken van de Godsnaam. Trouwens naar alle waarschijnlijkheid die er is: Jezus zal niet de Hebreeuws tekst gelezen hebben, want men verstond die taal niet meer in die dagen. Dus zal het vermoedelijk een Aramese versie geweest zijn die Hij las! Zie Lucas 4:14-30. We citeren het laatste deel daarvan: “20 En toen Hij het boek dichtgedaan en aan de dienaar teruggegeven had, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gevestigd. 21 Hij begon tegen hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren in vervulling gegaan. 22 En zij betuigden Hem allen hun instemming en verwonderden zich over de woorden van genade die uit Zijn mond kwamen, en zij zeiden: Is Dit niet de Zoon van Jozef? 23 Maar Hij zei tegen hen: U zult Mij ongetwijfeld dit spreekwoord voorhouden: Dokter, genees uzelf; alles waarvan wij gehoord hebben dat het in Kapernaüm gebeurd is, doe dat ook hier in Uw vaderstad. 24 Hij zei: Voorwaar, Ik zeg u dat geen profeet welgevallig is in zijn vaderstad. 25 Maar Ik zeg u naar waarheid: Er waren veel weduwen in Israël in de dagen van Elia, toen de hemel drie jaar en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood kwam over heel het land, 26 en naar geen van hen werd Elia gezonden, maar wel naar Zarfath bij Sidon, naar een vrouw, een weduwe. 27 Ook waren er veel melaatsen in Israël in de tijd van de profeet Elisa, en geen van hen werd gereinigd, maar wel Naäman, de Syriër. 28 En allen in de synagoge werden met woede vervuld toen zij dit hoorden, 29 en zij stonden op, dreven Hem de stad uit en brachten Hem op de top van de berg waarop hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte af te werpen. 30 Maar Hij liep midden tussen hen door en ging weg.” [We citeren steeds de HSV behalve anders aangegeven.]
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
4
En de eenvoudigste manier om na te gaan dat dit de goede uitleg is blijkt uit wat er zich afspeelt in de synagoge op dat moment. MEN IS NIET VERBAASD OF KWAAD OF WAT DAN OOK: OMDAT Jezus de naam van God heeft uitgesproken. Neen, men is gewoon woest omdat Jezus die profetie op zichzelf toepast en er nog aan toevoegt dat profeten in eigen streek niet welkom zijn. Dus de tekst geeft zelf een geloofwaardige aanwijzing dat Jezus de naam YHWH niet uitsprak. De uitleg van de WT is verontrustend, want als het waar is, zijn dezen die de naam van God niet gebruiken in hun dagelijks leven, verkeerd bezig. De WT zegt: ze volgen in de christenheid dan namelijk de praktijk van de apostelen niet. We hebben al opgemerkt dat Jezus in zijn aanhaling van het profetische gedeelte van Jesaja 61 in Nazareth de naam niet zal gebruikt hebben. Wat we hebben opgemerkt in dat verband met Jezus is ook van toepassing op Zijn discipelen en apostelen. Ook wij moeten die naam niet gebruiken: dat is geen talisman om Gods goedkeuring te verkrijgen. De kerkvader Hiëronymus is door de WT ook op een verkeerde wijze geïnterpreteerd. Hij had een vertaling van de Bijbel gemaakt bekend als de Latijnse Vulgaat. De Godsnaam staat er niet als “Jehovah” of wat anders in een vreemde taal, maar is vertaald als DOMINUS = HEER. Dus is deze Latijnse kerkvader en schrijver niet van oordeel dat men een Hebreeuwse Goddelijke naam/titel in het NT moet overnemen. Het is dàt wat de Wachttoren laat doorschemeren. Hiëronymus geeft alleen te kennen dat een Joodse sekte, waarschijnlijk de Nazarenen, in hun Bijbel de Godsnaam soms in een Hebreeuws (of een Aramees) lettertype hadden. Maar zelf is hij er geen voorstander van, het in te voeren in het NT. Die Kerkvader Hiëronymus schreef in 384 na Chr. een brief waarin hij tien namen van God bespreekt. Over de negende naam, het Tetragrammaton zegt hij dat het “anekfoneton” is = “zonder klank.” En onwetenden spreken het origineel uit als “Pipi.” Zie F. Dunand, ‘Papyrus Grecs Bibliques’, Caïro, 1966, blz.47, voetnoot 4. Hiëronymus, achter of voor je kar spannen, om zondermeer in het NT de Godsnaam in te voeren is inlegkude van de Wachttoren. Waarom doen jullie dat, mensen verkeerd interpreteren? Bovendien is de manier waarop de Nieuwe Wereldvertaling de naam Jehovah invult in de Bijbel van de Wachttoren een zeer goed uitgekiend verhaal. Namelijk iedere keer dat de zogenaamde Jverwijzingen die ze citeren een tekst heeft waar “YHWH” staat en ze er niet mee akkoord gaan omwille van het feit dat die dan de Godheid van Jezus onderstreept, ze zo een tekst niet over nemen in hun Bijbel. Ze maken selectief gebruik en verkrachten dan ook de J-verwijzingen . Het Wachttoren-kader We citeren, The Kingdom Interlinear Translation of the Greek Scriptures, editie 1985. “Wij bieden geen parafrase van de Bijbel aan. Ons streven is overal geweest om een zo letterlijke vertaling als mogelijk te geven.” pagina 9. [onze vertaling]
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
5
“Elk uitgebreid Grieks-Engels woordenboek stelt dat deze twee Griekse woorden [Ky'ri,os en Theos'] als equivalenten van de goddelijke naam zijn gebruikt. Vandaar dat de moderne vertaler gerechtvaardigd is in het gebruik van de goddelijke naam als een equivalent van die twee Griekse woorden, dat is, op plaatsen waar de schrijvers van de christelijke Griekse Geschriften verzen citeren, passages en uitdrukkingen uit de Hebreeuwse Geschriften of van de LXX waar de goddelijke naam optreedt.” pagina” 11 [onze vertaling] “Om het overschrijden van de grenzen van een vertaler op het gebied van exegese te vermijden, hebben we met de meeste voorzichtigheid geprobeerd bij de weergave van de goddelijke naam, altijd een zorgvuldige bestudering van de Hebreeuwse Geschriften als achtergrond te hebben.” pagina 12. [onze vertaling] Dit is de scan van de The Kingdom Interlinear Translation met de voetnota bij bladzijde 11
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
6
We hebben ook een eigen versie van J. Parkhurst, A Greek and English Lexicon to the New Testament, déze van1817. Daar hebben we de voorgaande scan van gemaakt om aan te tonen dat de WT opnieuw misbruik maakt van een boek. Omdat de schrijver een andere betekenis geeft aan de naam “YHWH” zetten ze gewoon enkele … en gaan dan verder. Maar, en dat vergeten ze bewust of uit onkunde, dan de man te kennen geeft dat “Kurios = Heer” ook gebruikt is als een formule voor de drie-enige God. Dat staat in het slot van dat citaat. Dan krijg je de uiteg van de WT niet te zien of te horen. Kijk eens naar die citaten die Parkhurst geeft naar het OT toe. Als J-verwijzingen niet passen in het Wachttoren-kader Er zijn een tiental teksten die de Wachttoren onder de mat veegt omdat het gebruik van Jehovah hun niet ligt in die passages. Dat is dan het geval als Jezus de naam Jehovah zou dragen moeten. Een teken van onoprechtheid, verduisteren van feiten en verdedigen van theologische begrippen die niet stroken met hun vooropgestelde “gewoonte van vertalen.” Namelijk van pagina 12: “altijd een zorgvuldige bestudering van de Hebreeuwse Geschriften als achtergrond te hebben.” We citeren en vertalen iets van http://tetragrammaton.org/contributions.html#a8 [De rode ingekleurde tekst komt van onszelf en niet de schrijver Lynn Lundquist. Mogen we u aanraden al zijn werk af te printen en te lezen. Dit is dynamiet onder de uitleg van Jehovah’s Getuigen over het invoeren van de naam Jehovah in hun vertaling van de Griekse Geschriften.] “Dit zijn teksten waar de Godsnaam in J-verwijzingen staat maar door de NWV “vergeten.” OMDAT ZE OVER JEZUS GAAN DIE YHWH zou moeten genoemd worden. DE WT IS NIET OPRECHT. DE NWV IS LEUGENACHTIG. We gebruiken de HSV waar we de Godsnaam invoegen. • MEER “J”-verwijzingenwaarin (YHWH) VOORKOMT MET BETREKKING TOT JEZUS. 1 Corinthe. 12:3 in J14 “Daarom maak ik u bekend dat niemand die door de Geest van God spreekt, zegt: Jezus is een vervloekte. Ook kan niemand zeggen: Jezus is YHWH, dan door de Heilige Geest.” 1 Thes.4:16,17 in J7,8,13,14,24 “16 Want YHWH Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan 17
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
7
Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met YHWH in de lucht. En zo zullen wij altijd bij YHWH zijn.” 2 Timothéüs 1:18 in J7,8,13,14,16,17,18,22,23,24 “Moge YHWH hem geven dat hij barmhartigheid vindt bij YHWH op die dag” Hebreeën 1:10 in J8 waarin Jehovah richt zich op de Zoon met gebruik van de Goddelijke Naam. “En: In het begin hebt U, YHWH, de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn de werken van Uw handen.” 1 Petrus 2:3 in J13, J14 “indien u tenminste geproefd hebt dat YHWH goedertieren is” 1 Petrus 2:3 in J13, J14 1 Peter 3:15 in J7 “maar heilig God, YHWH, in uw hart.” J7 en J8 voegt er ook aan toe “ha Mashiach” (de Messias) of (de Christus) waardoor we dit lezen: “Jehovah God, die Christus is.” De 1985 KIT vermeldt de “J” versies in een voetnoot, maar geeft niet toe dat zowel J7 en J8 lezen als: “Heilig Jehovah God (die Christus is) in uw hart.” Dit is een citaat uit Jesaja 8:12,13. Zowel de LXX en KIT Grieks zijn bijna identiek. J20 (Concordance to the Greek Testament) citeren YHWH in beide 1 Petrus 2:3 en 1 Petrus 3:15. Openbaring 16:5 in J7,8,13,14,16 “U bent rechtvaardig, YHWH, Die is en Die was en Die zal zijn.” Romeinen 10:9 in J12-14, 16-18, 22 “Als u met uw mond de ha Adohn Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.” [verder uitgewerkt in Appendix 2] Deze “J”-verwijzingen bevatten de uitdrukking “Ha Adohn”, die de enige ware God betekent – JEHOVAH volgens de bijlage 1H - Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen luidt als volgt: “Wanneer de titel ‘ha Adohn′, „Heer; Meester”, wordt voorafgegaan door het bepalend lidwoord ha, „de”, ontstaat de uitdrukking ha Adohn ′, „de [ware] Heer”. In M wordt door het gebruik van het bepalend lidwoord ha vóór de titel ʼ ha Adohn′ de toepassing van deze titel exclusief tot Jehovah God beperkt.” Maar zonder enige
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
8
uitleg in een voetnoot bij Romeinen 10:9, heeft de Nieuwe Wereld Bijbelvertaling Comitée daar NIET “Jehovah” gezet. [Onze opmerking: dat zijn “Twee maten en twee gewichten.”]
Eerste gevolgtrekking: talrijke“J”-verwijzingen waarin de godsnaam staat bij een bepaalde tekst heeft de Wachttoren niet aangehouden in hun Bijbels, ze gebruiken ze selectief.
Als J-20 niet past: A Concordance to the Greek Testament, door Moulton en Geden Op http://www.freeminds.org/doctrine/thename.htm#_Toc472342608 vonden we een document met de titel ‘Witnessing The Name’ van Doug Mason, een Australiër. Wij citeren er vertaald en lichtjes aangepast het volgende uit. De stelling van de schrijver is duidelijk: de WT heeft de godsnaam: “Jehovah” in hun Nieuwe Testament toegevoegd vanuit allerhande soorten argumenten. Maar met 1 van deze boeken de “J20” hebben ze enorme verschillen. De 1897 editie van “J20” ligt in de State Library, Melbourne, ze werd gedrukt tot in 1926 en de 1950 editie van de NWT verwijst naar een 1897 editie en de 1984 editie van de NWT verwijst naar een editie van “J20” gedateerd 1963. BIJLAGE A: STATISTIEKEN - 1950 Uitgave 1 . Weergaven van “Jehovah “ ondersteund door de concordantie J20 Matthéüs - 3:3 ; 4:4,7,10 ; 21:9,42 ; 22:37,44. (8 keer tegenover 18 invoegingen in de NWV) Marcus - 1:3 ; 12:11,29 (tweemaal) 30,36. (6 tegenover 9) Johannes - 1:23 , 12:38. (2 vergeleken met 5) Handelingen - 2:20,21,25,34 ; 3:22; 4:26 ; 15:17 (7 tegenover 52) Romeinen - 4:3,8 ; 9:28,29 , 10:13 , 11:34 , 15:11 (7 vergeleken met 19) 1 Corinthiërs - 3:20 , 10:26 (2 tegenover 15) 2 Timothéüs - 2:19 (1 tegenover 4) Hebreeën - 2:13 , 7:21 ; 8:8,9,10,11 , 10:16,30 , 12:5,6 , 13:06 (11 tegen 12) Jacobus - 2:23 (1 tegenover 13) 1 Petrus - 1:25 , 3:12 ( tweemaal) (3 tegen 3) 2. Geen steun van “J20” in de rest:
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
9
Lucas (0 uit 36 invoegingen van Jehovah in de NWV), 2 Corinthiërs (0 uit 10) , Galaten (0 van 1), Epheziërs (0 op 6); Colosenzen (0 op 6), 1 Thessalonicenzen (0 van 4), 2 Thessalonicenzen (0 uit 3), 2 Peter (0 op 6), Judas (0 uit 3), Openbaring (0 van 12). Dat wil zeggen, er is een totale steun van maximaal 50 aanhalingen door “J20” is op een totaal van 237 toevoegingen van “Jehovah” in de Griekse Geschriften NWV. Deze lijst kan worden opgevat als een redelijke aaneenschakeling van toevoegingen van “Jehovah” in citaten uit het Hebr. OT. Ze verschijnen in de NWV zomaar, in ieder geval in strijd met “J20”. [Einde citaat] Dit is de foto van een J20
A Concordance to the Greek Testament, door W. F. Moulton en A. S. Geden.
Onze eigen versie waar we de scans bij gemaakt hebben is: A Concordance to the Greek Testament, editors W. F. Moulton and A. S. Geden, T. & T. Clark, Edinburgh, 1897. Hier gratis te vinden: https://archive.org/details/aconcordanceto00mouluoft Dit is de J 20 Jehovah referentie van de Wachttoren. J20 = A Concordance to the Greek Testament, door W. F. Moulton en A. S. Geden, 4de uitg., Edinburgh 1963. Hier onder een voorbeeld van blz.573 waar het begrip “kurios” aan bod komt = “heer.” Er staat een cirkel bij die
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
10
teksten die volgens de twee deskundigen een citaat zijn van het waar de Godsnaam staat. In totaal zijn er dat volgens hen: 42 of mogelijks nog 8 daarbij dus hoogstens 50 in totaal. [Voor de 8: daar gaat het om een uitdrukking als “het woord van God”, maar zonder een citaat van het OT er bij gevoegd.] Dit wil zeggen dat de resterende 191 (of 183) maal dat men Jehovah heeft ingevoegd er GEEN BEWIJS WAS VAN EEN CITAAT UIT HET OT MET DE NAAM VAN GOD [YHWH]. Aangezien de WT volgens hun eigen berekening 237 de Godsnaam in het NT gebruikt, zijn alle andere verwijzingen NIET GEBASEERD OP EEN CITAAT VAN HET OUDE TESTAMENT. De resterende 191 (of 183) maal zijn volgens andere normen er in gekomen en veel daarvan is natte vingerwerk. Vergeet ook niet dat “J-20” het ENIGE wetenschappelijke werk is dat in de J-verwijzingen is opgenomen.
Ik geef u een voorbeeld hoe men in de kringen ven de WT te werk gaat om de Godsnaam in te voeren in het NT. In Handelingen 1:24 lezen we: “En zij baden en zeiden: U Heere, “Kenner van het hart van allen, wijs van deze twee er een aan, die U uitgekozen hebt.” DE NWV zegt:
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
11
“En zij baden en zeiden: „Gij, o Jehovah, die het hart van allen kent.” Dat maakt nogal wat verschil. Dit vers is deel van het gebed van de apostelen toen zij zochten te bepalen door wie men Judas zou vervangen als de twaalfde. Dit gedeelte, is GEEN directe individuele verwijzing naar het OT. Dat zou mogelijk geweest zijn als dat er stond gezien deze teksten: 1Samuel 16:7: “maar de HEERE ziet het hart aan.” 1 Kronieken 28:9: “de HEERE doorzoekt alle harten.” Jeremia 11:20: “U Die de nieren en het hart beproeft.” Daarmee is het niet opgelost of we hier “Jehovah” mogen schrijven want hetzelfde is over Jezus gezegd. In een brief aan een Aziatische gemeente zegt Jezus volgens Openbaring 2:23 SV: “En haar kinderen zal Ik door den dood ombrengen; en al de Gemeenten zullen weten, DAT IK HET BEN, DIE NIEREN EN HARTEN ONDERZOEK. En Ik zal ulieden geven een iegelijk naar uw werken.” Mat.9:4 SV bij een aanvaring met de theologen van zijn tijd zegt de Heer: “En Jezus, ziende hun gedachten zeide: Waarom overdenkt gij kwaad in uw harten?” En ook nog deze Mat.12:25 / Luc.6:8 / Luc.9:47 / Joh.2:25. Die teksten geven aan dat Jezus zowel als mens, als na Zijn opstanding weet wat in de mens leeft/heerst: iets dat ook slechts aan God kan toegeschreven worden. Een teken dat Jezus ook YaHWeH is. En dus is er geen enkele reden om gezien er geen enkel manuscript voorhanden is van het Nieuw Testament waar de Godsnaam in staat dat men gewoon hier mag zeggen: het Gaat om de Heer = Jezus. Bovendien hebben we het feit dat Handelingen 1:2 spreekt van Jezus als diegene die de apostelen gekozen/uitverkoren heeft. (Zie ook Johannes 13:18.) Dat geeft in die zin een sterk vermoeden dat het weer Jezus is die de opvolger kiezen van Judas zal kiezen. Daarom bidden ze tot Hem en niet YaHWeH. [Van enig inzicht van hen in het goddelijk mysterie hoe Jezus, de vader en de Heilige Geest zich verhouden tot elkaar daar hadden ze geen enkele kennis van: Pinksteren was nog voor later. Later zou men dat beter verstaan, maar de Bijbel blijft een boek hoe we gered worden niet hoe God nu psychisch en fysiek in elkaar zit.]
Tweede gevolgtrekking: “J-20” het ENIGE wetenschappelijke werk dat de WT gebruikt voor citaten van het Oude Testament hebben ze misbruikt, in plaats van 50 zijn het er 237 plus 72 geworden.
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
12
J-verwijzingen waar de Wachttoren niet passend mee omgaat of links laat liggen, want die leren dat Jezus = YaHWeH. Als inleiding bij een reeks scans wijzen we u naar http://tetragrammaton.org/tetrapdxc.html waar alles in het lang en breed is uitgelegd en wat de problemen zijn van de WT-manier van invoegen ven de Godsnaam. Titel: The Tetragrammaton and the Christian Greek Scriptures
Appendix C: Kyrios in the Christian Greek Scriptures Hier enkele voorbeelden daar uit waar men gewoon vergeet de naam Jehovah in te voeren en dat is omdat het een verwijzing is naar Jezus. En u weet wel, dat kan of mag niet vanuit hun geloofsovertuiging. Liever nog een vervalsing invoeren dan dat toe te geven. Hier achtereenvolgens in de tabellen: de tekst, wat het Grieks zegt, hoe het vertaald is geworden in de gewone Bijbels, dan de verwijzing naar het OT en hoe de WT het vertaald. Ogen open en bemerk hoe het bedrog wordt ingevoegd, eigenlijk insluipt voor de niets vermoedende lezer.
^^^^^ Dit is een scan van 1 Petrus 1:25. Volgens Moulton and Gedden (J20) is dat een citaat van Jesaja 40:5 waar de WT vertaald met Jehovah. De Griekse tekst heeft natuurlijk “Kurios� dat als Heer moet weergegeven worden. J20 = A Concordance to the Greek Testament, door W. F. Moulton en A. S. Geden, 4de uitg., Edinburgh 1963.
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
13
Jesaja 40:5 zegt: “De heerlijkheid van de HEERE zal geopenbaard worden, en alle vlees tezamen zal het zien, want de mond van de HEERE heeft gesproken. ” 1 Petrus 1:25 zegt: “Maar het Woord van de Heere blijft tot in eeuwigheid. En dit is het Woord dat onder u verkondigd is. ^^^^^ Dit is een scan van 1 Petrus 2:3. Volgens Moulton and Gedden (J20) is dat een citaat van Psalm 34:9 maar de WT heeft dat niét willen aangegeven omdat ze dan een probleem hebben met hun theologie want dan is Jezus namelijk = YaHWeH. J20 = A Concordance to the Greek Testament, door W. F. Moulton en A. S. Geden, 4de uitg., Edinburgh 1963.
Psalm 34:9: “Proef en zie dat de HEERE goed is; teth welzalig de man die tot Hem de toevlucht neemt.” 1 Petrus 2:3: “indien u tenminste geproefd hebt dat de Heere goedertieren is,” ^^^^^ Dit is een scan van 1 Petrus 3:12. Volgens Moulton and Gedden (J20) is dat een citaat van Psalm 34:17 (16 in onze vertaling) maar de WT heeft dat niét willen aangegeven omdat ze dan een probleem hebben met hun theologie want dan is Jezus namelijk = YaHWeH. J20 = A Concordance to the Greek Testament, door W. F. Moulton en A. S. Geden, 4de uitg., Edinburgh 1963.
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
14
Psalm 34:16: “De ogen van de HEERE rusten op de rechtvaardigen, ain Zijn oren zijn gericht op hun hulpgeroep.” 1 Petrus 3:12: “Want de ogen van de Heere rusten op de rechtvaardigen, en Zijn oren zijn gericht op hun gebed; maar het aangezicht van de Heere is tegen hen die kwaad doen.” ^^^^^ Dit is een scan van 1 Petrus 2:3 uit document J 13 waar omcirkeld de godsnaam YHWH staat, maar de Wachttoren heeft dat niet overgenomen. J13 = Christelijke Griekse Geschriften, J. C. Reichardt en S. Hoga, Londen 1838.
Hebr.,
door
A. McCaul,
M. S. Alexander,
^^^^^ Dit is een scan van 1 Cor.12:3 uit document J 14 waar omcirkeld de godsnaam YHWH staat, maar de Wachttoren heeft dat niet overgenomen.
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
15
J14 = Christelijke Griekse Geschriften, Hebr., door J. C. Reichardt, Londen 1846.
The Watchtower, van May 15 1960, bladzijde 320 zegt niet de waarheid over de “J”verwijzingen. Er zouden teksten zijn met geen enkele verwijzing naar YHWH. Zoals u in het volgende merkt is dat een flagrante leugen. Hier de tekst en de vertaling. “The word ky′rios without the definite article is thus used also in 1 Corinthians 12:3. There in the Greek text the same expression occurs as in Philippians 2:11, namely, KYRIOS YESOUS. In both texts the Greek word ky′rios is a title by which a person of a certain name is to be addressed. Hence it would be wrong, in fact ridiculous, to render that expression KYRIOS YESOUS “Jehovah Jesus.” None of the Hebrew translations render it “Jehovah Jesus,” but recognize the Greek word ky′rios there as a title and hence use the Hebrew word Adón, meaning Lord, instead of the name Jehovah.” “Het woord ky'rios zonder het lidwoord wordt dus ook gebruikt in 1 Corinthhërs 12:3. Daar staat in de Griekse tekst dezelfde uitdrukking die voorkomt in Philippenzen 2:11, namelijk Kyrios Yesous. In beide teksten is het Griekse woord ky'rios een titel hoe een persoon met een bepaalde naam moet worden aangesproken. Daarom zou het verkeerd zijn, in feite belachelijk, om die uitdrukking Kyrios Yesous als “Jehovah Jezus” weer te geven. Geen van de Hebreeuwse vertalingen geven het “Jehovah Jezus,” maar erkennen het Griekse woord ky'rios er als een titel en dus gebruik maken van de Hebreeuwse woord Adón betekent Heer, in plaats van de naam van Jehovah.”
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
16
Maar dat blijkt een leugen te zijn. Dit is een scan van 1 Petrus 2:3 uit document J 14 waar omcirkeld de godsnaam YHWH staat, maar de Wachttoren heeft dat niet overgenomen. Oprecht zijn ze dus niet! En daar koppelt men nog een leugen bij! J14 = Christelijke Griekse Geschriften, Hebr., door J. C. Reichardt, Londen 1846.
^^^^^ Dit is een scan van 1 Petrus 3:15 uit document J 7 waar omcirkeld de godsnaam YHWH staat, maar de Wachttoren heeft dat niet overgenomen. In deze J 7 en ook de J 8 lezen we YHWH ELOHIM = dus had de WT dat moeten vertalen als Jehovah God. Dat is echter nog niet alles want beide J documenten voegen er nog aan toe “HA MASHIAH” = DE MESSIAS, en let op het lidwoord.
Had de Wachttoren oprecht vertaald, dan zou er gestaan hebben in hun Bijbel: “Jehovah God, de Messias.” Zie je hoe de Wachttoren deze zaken manipuleert naar hun vooropgestelde theologie. Want aan Jezus de goddelijke naam geven dat kunnen ze niet of willen ze niet: en daarom zijn ze inconsequent in het gebruik van de J documenten. Oprecht zijn ze dus niet! Dat doen ze zonder enige schaamte! J7 Christelijke Griekse Geschriften in 12 talen, waaronder Hebr., door Elias Hutter, Neurenberg 1599-1600. J8
Christelijke Griekse Geschriften, Hebr., door William Robertson, Londen 1661.
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
17
^^^^^
Derde gevolgtrekking: Had de Wachttoren oprecht vertaald, dan zou er eenmaal gestaan hebben in hun Bijbel: “Jehovah God, de Messias.” En ook enkele malen dat Jezus = Jehovah is.
Wat heeft Professor George Howard in werkelijkheid gezegd? Jehovah’s Getuigen citeren een zekere Professor George Howard, van de University of Georgia, U.S.A.,, met de regelmaat van een klok: “When the Septuagint which the New Testament church used and quoted contained the Hebrew form of the divine name, the New Testament writers no doubt included the Tetragrammaton in their quotations.” (Biblical Archaeology Review, March 1978, page 14) Hier enkele Nederlandstalige citaten waarin naar hem verwezen wordt. “De geleerde George Howard zegt: „Aangezien het Tetragram nog steeds geschreven stond in de exemplaren van de Griekse bijbel [de Septuaginta] die de Geschriften van de vroege kerk vormde, is het redelijk om aan te nemen dat de schrijvers van het N[ieuwe] T[estament], als ze de Geschriften citeerden, het Tetragram in de bijbelplaats handhaafden.” — De Wachttoren 2002, 1/6, blz.30.
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
18
“En de Bijbelgeleerde George Howard zegt: „Aangezien het Tetragram nog steeds geschreven stond in de exemplaren van de Griekse Bijbel [de Septuaginta] die de Schrift van de vroege kerk vormde, is het redelijk om aan te nemen dat de schrijvers van het N[ieuwe] T[estament], als ze de Schrift citeerden, het Tetragram in de Bijbelplaats handhaafden.” — De Wachttoren 2008, 1/8, blz.21. “George Howard, universitair hoofddocent, schreef: „We hebben drie afzonderlijke voorchristelijke afschriften van de Griekse Septuaginta, en geen enkele keer is het Tetragrammaton met kurios vertaald; het is trouwens helemaal niet vertaald. We kunnen er nu vrijwel zeker van zijn dat het voor, tijdens en na de nieuwtestamentische periode een Joods gebruik was om Gods naam (...) gewoon in de Griekse tekst van de Schriften te zetten” (Biblical Archaeology Review).” — De Wachttoren 2010, 1/7, blz.8. De studie van George Howard staat hier http://www.areopage.net/howard.pdf Het aantal Jehovah’s Getuigen dat het zal gelezen hebben zal zeer miniem zijn. Die volgelingen gaan gewoon zonder enige verdere onderzoeksdaden geloven wat men in de USA geschreven heeft en in meerdere talen heeft vertaald. Een mooie weerlegging staat hier http://tetragrammaton.org/tetrapdxd.html Titel: Appendix D: The George Howard Study [onze vertaling] 1) Er bestaat geen tekstueel bewijs van de oude Griekse manuscripten, dus de christelijke Griekse Geschriften die het Tetragrammaton gebruiken. 2) De passages die Howard bij zijn gissingen gebruik voor het Tetragrammaton in de christelijke Griekse Geschriften zijn verzen die verwijzen naar de Hebreeuws Bijbel. Hoewel dit gebruik van deze verzen verdiensten heeft bij het bestuderen, laat het toch volledig de geschiktheid van de keuze voor Jehovah in het merendeel van de 237 verwijzingen ervan, in de Nieuwe Wereld Vertaling, die geen bron uit de Hebreeuwse Schrift hebben volledig onbeantwoord. Zelfs als tekstueel bewijs voor het Tetragrammaton in verzen geciteerd uit de Hebreeuwse geschriften kon gewoon worden vastgesteld: er kan geen overdracht van die veronderstelling zijn op verzen zoals Openbaring 1:8 / 4:8 en 11 / 11:17 / 16:7 / 18:8 / 19:6 / 21:22 / 22:5 en 22:6, waarin geen toespelingen op de Hebreeuwse Schrift zijn. Deze verzen spreken allen over Κύριος [Heer] als God en in de meeste andere gevallen is Κύριος [Heer] verder te identificeren als de Almachtige. 3) Howard introduceert een onduidelijkheid over de Tetragrammaton in zijn studie die vaak wordt gedeeld door Wachttoren publicaties. Een discussie zal vaak beginnen met verwijzingen naar het Tetragrammaton in de Septuaginta en vervolgens worden uitgebreid alsof de christelijke Griekse Geschriften een en hetzelfde document waren. De Septuaginta en de christelijke Griekse Geschriften zijn gescheiden door ongeveer 300 jaar en vertegenwoordigen duidelijk gescheiden tradities in manuscripten. Wat correct kan worden
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
19
gezegd van de een is niet noodzakelijkerwijs waar van de andere, ondanks het gebruik van de Septuagint in de vroege christelijke gemeente periode. Op een gelijkaardige manier, is een bespreking van citaten uit de Hebreeuwse Geschriften vaak verward met andere Jverwijzingen in de Nieuwe Wereld Vertaling. Er mag gerust een verklaring worden gemaakt met betrekking tot een origineel van de schrijver in zijn gebruik van een Hebreeuwse Schrift dat de goddelijke naam gebruikt, maar het verleggen daarvan naar de overige 237 Jehovah referenties [uit de NWV] zou onjuist zijn. De lezer moet zorgvuldig het onderscheid maken tussen de Septuaginta en de christelijke Griekse Geschriften. Ook moet de lezer onderscheid maken tussen een passage die afkomstig is van en citaat van de Hebreeuwse Geschriften en een verklaring die wordt gemaakt door een christelijke Schriftschrijver waarin er geen verwijzing is naar de bron. 4) Howard sluit af met een aantal vragen , waarvan er twee van groot belang voor ons zijn: ”Als de Tetragram werd gebruikt in het NT hoe intensief werd het gebruikt?” Dit is een kwestie van het grootste belang voor iedereen die uit de christelijke Griekse Geschriften leest. Ons begrip over Jehovah en de Here Jezus zal sterk worden beïnvloed door het antwoord. Het antwoord is zo belangrijk dat we zouden verwachten dat de goddelijke Auteur ons voldoende bewijs zou leveren in de tekstuele integriteit van zijn Woord. Zeker, als het Tetragrammaton 237 keer werd gebruikt in de christelijke Griekse Geschriften, moeten er voldoende oude Griekse manuscripten waaruit dat voor ons blijkt. Maar er zijn er geen! “Wat zijn de gevolgen van het gebruik van de goddelijke naam in het NT voor de huidige christologische studie?” Deze vraag is goed gesteld, omdat de gevolgen immens zijn! Het onderwerp van talrijke verzen in Openbaring is duidelijk: “God... de Almachtige.” Als de Tetragrammaton niet werd gebruikt, dan schreef Johannes dat “Κύριος” [de Heer] “God... de Almachtige” is. Dit zijn de scans van de twee citaten. We gaan niet verder in op de rest van de opmerkingen van George Howard. Merk op dat er enkele malen een vraag gesteld is waar geen echt antwoord op is en dat andere malen er van een “if” = “indien” is uitgegaan. Over de Christologie van de Wachttoren zie ons boek daarover, ongeveer 500 bladzijden gratis op deze sites: http://www.scribd.com/doc/132235026/Jehovah%E2%80%99s-Getuigen-over-DE-DRIEEENHEID-2013 http://issuu.com/guidofran/docs/jehovah_s_getuigen-over-de-drie-eenheid-2013
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
20
Australiër Doug Mason, een ex Jehovah Getuige had een korte persoonlijke correspondentie met Prof. George Howard. We citeren uit Mason’s brochure Witnessing The Name gratis op het net. Letter to Mason, 28 June, 1978. “The issue is a very difficult one which has many unanswered questions. … One must use extreme caution in reintroducing the Tetragram into the NT text. The OT text was in flux in the first century and may not have corresponded in every way to our concept of it. For practical reasons it would be best to leave the text of the NT the way it appears in our present manuscripts. Until we find a manuscript of the NT with the Tetragram the conclusions of my article will remain simply a hypothesis.” Brief aan Mason, 28 juni 1978. “De kwestie is een zeer moeilijke, een van die aard dat vele onbeantwoorde vragen heeft. ... Men moet uiterst voorzichtig zijn in de herinvoering van de Tetragram in de NT-tekst. De tekst van het OT was in beweging in de eerste eeuw en komt niet altijd overeen op elk punt van ons concept van heden. Om praktische redenen zou de beste keuze zijn om de tekst van het NT op die manier aan te houden volgens onze huidige manuscripten. Tot we een manuscript van het NT vinden met de Tetragram zullen de conclusies van mijn artikel gewoon een hypothese blijven.” Laat ons niet vergeten dat George Howard in zijn artikel en in deze brief zijn uitleg gegeven heeft als een hypothese. Wat is een hypothese? Dat is een: aanname, assumptie, onderstelling, presumptie, presuppositie, suppositie, veronderstelling, vooronderstelling,postulaat, premisse,
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
21
stelling, theorie. De Wachttoren echter heeft van de hypothese uitgewerkt door George Howard een dogma gemaakt en verketterd ieder die zegt dat het invoeren van de Godsnaam niet toegelaten is, de naam van God niet eert! Integendeel, de Wachttoren heeft zonder 1 bewijs van een manuscript de veronderstelling gevolgd van een theoloog en dan de naam Jehovah 237 maal in hun Nieuw Testament gezet en nog eens 72 maal in voetnoten als een mogelijke verwijzing!. Maar de Wachttoren tracht ook vanuit een ander standpunt wat te maken om de naam van God in te voeten in het NT. Er zeggen: “Het is van belang op te merken dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de vroege christenen, wanneer zij uit de Septuaginta citeerden, de naam uit de aanhaling verwijderden. Vandaar dat de oorspronkelijke handschriften van de christelijke Griekse Geschriften (het „Nieuwe Testament”) hoogstwaarschijnlijk Gods naam bevatten. Professor George Howard voerde in een artikel dat in de Biblical Archaeology Review van maart 1978 verscheen, krachtige argumenten voor deze conclusie aan. Hij maakt bijvoorbeeld melding van „een welbekende rabbijnse passage (Talmoed Sjabbat 13.5)” waarin „het probleem van de vernietiging van ketterse teksten (zeer waarschijnlijk met inbegrip van boeken van joodse christenen) wordt besproken”. Wat was het probleem? „De ketterse teksten bevatten de goddelijke naam, en de algehele vernietiging ervan omvatte de vernietiging van de goddelijke naam.” (…) Professor Howard zei bovendien nog: „De verwijdering van het Tetragrammaton heeft waarschijnlijk een ander theologisch klimaat geschapen dan dat wat gedurende de nieuwtestamentische periode van de eerste eeuw bestond. De joodse God die door het gebruik van zijn Hebreeuwse naam altijd zorgvuldig onderscheiden was van alle anderen, verloor iets van zijn apartheid toen het Tetragrammaton verdween.” Jehovah’s Getuigen hebben Gods naam niet alleen in de volledige bijbel hersteld, maar ook in hun dagelijkse aanbidding. Daarom nemen zij een ’zorgvuldig onderscheid’ in acht tussen de ware God en de valse goden van deze wereld. Dit heeft hen in staat gesteld het „theologische klimaat” dat in de eerste-eeuwse christelijke kerk bestond, te herstellen.” De Wachttoren 1988, 1/8, blz.30. Dit is echter maar halve waarheden vertellen zodat men gewoon de lezer in een richting duwt dat ze de conclusies van de Wachttoren wel moeten aannemen. We gaan eerste naar een begrip dat hier onontbeerlijk is om te verstaan waar het allemaal om gaat: Genizah en geven enkele zaken weer het Nederlandse WIKI artikel daaromtrent. “Onder een genizah (of geniza; Hebreeuws voor: "opslag") wordt de opslagruimte in een Joodse synagoge verstaan, die bestemd is voor versleten Hebreeuwse boeken en papieren over religieuze onderwerpen. Die werden daar opgeslagen, tot ze een echte begrafenis konden krijgen. Het was namelijk verboden om iets weg te gooien waar de heilige Naam van God op stond, zelfs niet als dat een persoonlijke brief was, waarin Deze werd aangeroepen. In de praktijk werd een genizah ook gebruikt voor wereldse teksten en teksten in andere talen zoals het jiddish.”
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
22
De manuscripten nu die de Professoren Albert Pietersma en George Howard, dus ook de WT, komen bijna allen uit een Genizah, dus een bewaarplaats van documenten waarin de naam van God staat. Om later begraven te worden of vernietigd. We kijken hoe Joden dat bezien en vertalen uit: http://www.jewishvirtuallibrary.org/jsource/judaica/ejud_0002_0018_0_18487.html “Sifrei HA-MINIM (Hebr. ; ִסֵרְפ יֵר י ַהִּמִּנ יםverlichte “boeken van de sectairen.”). In Tosefta Shabbat 13:5, et al.., wordt gesteld dat gilyonim (lett. “vellen perkament”) en Sifrei ha-minim, niet kan worden gered van het vuur op de sabbat, maar moet worden overgelaten om te verbranden, zelfs als ze goddelijke namen bevatten. Op een doordeweekse dag, volgens Yose haGelili dan, moeten deze namen worden uitgeknipt en de rest verbrand. Want volgens R. Tarfon, in tegenstelling tot gewone afgodendienaars, die God niet kennen en daarom Hem niet verloochenen, zijn minim (“sectariërs”) zij die God erkennen, maar Hem toch verloochenen. R. Ishmael voegt eraan toe dat deze boeken vijandschap brengen tussen Israël en hun Vader in de hemel, vermoedelijk omdat ze ervoor zorgen dat ze afdwalen van het rechte pad; minim moeten daarom worden gemeden (verwijzend volgens Ps.139:21-22). Met gilyonim wordt bedoeld Evangelie teksten, zoals uitdrukkelijk in de ongecensureerde versie van Shabbat 116a door Meir (tweede eeuw) en Johanan (derde eeuw), die satirische woordspelingen maken op de term Evangelion, noem het aven gillayon (gilyon vermeld; “rol van valsheid”) en avon gillayon (gilyon, “rol van de zonde”) respectievelijk (zie Rabinovitz, Dik Sof, 260, n 60).... Om deze reden, ondanks de Bijbelse citaten en Namen van God in deze Evangelie teksten, zijn ze behouden om te worden verbrand.” Maar op http://en.wikipedia.org/wiki/Gilyonim staat een betere uitleg bij het begrip “Gilyonim”. “Moriz Friedländer heeft betoogd dat deze passage niet het Evangelie behandelen. De joodse christenen van Palestina hadden een Evangelie van hun eigen, het zogenaamde Hebreeuwse Evangelie, waaruit nog later kerkvaders citeren. Ook Matthéüs werd, eveneens, oorspronkelijk geschreven in het Hebreeuws (Aramees) en veel exemplaren moeten daarom in omloop geweest, zijn en twijfels zijn natuurlijk ontstaan over de wijze waarop ze moesten worden verwijderd, omdat ze de vermelding van de goddelijke naam bevatten. Bovendien zoals in de hele strekking van de passage is aangetoond dat degenen die de vraag en deze opmerkingen over de ”Gilyon” maakten waren uitgelokt door vrome Joden, en ze vroegen welke betrekking ze dien,den te volgen over dat Hebreeuwse Evangelie. Inderdaad, de juiste waarde in deze passage heeft”Gilyon”in het enkelvoud; de gnostische geschriften (die soms ook “Gilyonim” werden genoemd), echter, waren vele; en hadden een verwijzing deze die hier bedoeld zijn gebruikt in het meervoud.”
Vierde gevolgtrekking: Professor George Howard heeft een hypothese ontwikkeld die zegt dat de Septuaginta manuscripten origineel de Godsnaam YHWH droegen.
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
23
Welke kritiek heeft Professor Albert Pietersma op George Howard en dus ook de WT? De belangrijkste weerlegging contra George Howard (en de WT) is in dit boek opgenomen: DE SEPTUAGINTA, Studies in Honour of John William Wevers on his sixty-fifth birthday (ed. Albert Pietersma and Claude Cox.), 1984, blz.85-101. Titel van het artikel KYRIOS OR TETRAGRAM: A RENEWED QUEST FOR THE ORIGINAL LXX van Albert Pietersma Het staat hier op het Internet: http://homes.chass.utoronto.ca/~pietersm/KyriosorTetragram%281984%29.pdf Het belangrijkste citaat lijkt ons dit “Since the LXX had the tetragram, according to Howard, the New Testament authors when quoting the Greek Bible naturally incorporated the tetragram in their own writing, thus keeping distinct “the Lord God” and “the Lord Christ”; but this line of demarcation disappeared with the substitution of kyrios for the tetragram. If correct, Howard’s theory could produce interesting results for students of early Christianity, but as will be argued below, the foundation on which it has been built, namely, the ancient LXX, will not sustain it, though it might possibly still be debated whether perhaps the Palestinian copies with which the NT authors were familiar read some form of the tetragram.” blz.87. “Gezien de Septuaginta, volgens Howard, het tetragram had, zullen de Nieuwtestamentische auteurs bij het citeren in de Griekse Bijbel natuurlijk het tetragram opgenomen hebben in hun eigen schrijven, waardoor het verschil behouden bleef van “de Here God” en “de Heere Christus”; maar deze scheidslijnen verdwenen met de vervanging van “kyrios” voor het tetragram. Als het goed is, kon Howard' s theorie interessante resultaten voor studenten van het vroege christendom te produceren, maar zoals hieronder zal worden betoogd, is het fundament waarop het is gebouwd, namelijk de oude LXX, zal niet in stand gehouden blijven, hoewel er eventueel nog kan worden gedebatteerd of misschien wel de Palestijnse kopieën waarmee de NT schrijvers vertrouwd waren een of andere vorm van het tetragram lezen.” We hebben enkele zaken vertaald van het artikel van Albert Pietersma in de volgorde van zijn schrijven: “Niet alleen de nieuw ontdekte teksten, waar we al gezinspeeld hebben en die we momenteel gaan bespreken, worden aangehaald als bewijzen dat het Hebreeuwse tetragram door een aantal groepen in een aantal Griekse MSS in voorchristelijke tijden was aangehouden, maar dat de Alexandrijnse vertalers het hebben opgenomen in hun vertaling van de Hebreeuwse Schriften. Welke vorm het Tetragram vermoedelijk heeft gehad is natuurlijk afhankelijk van de vroege datum dat elk bewijs heeft en wat men kiest als oudste en / of meest betrouwbare.” (…)
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
24
“De Mercati palimpsest van Psalm 11 heeft het in al zijn kolommen, met inbegrip van de LXX een, en het Cairo Geniza fragment van Ps 22 van de Hexapla heeft “pipi.” Maar we kunnen ons ook afvragen welke verklaring Origenes gaf over de “nauwkeuriger exemplaren” of het mogelijke bewijs van zijn Hexapla als bewijs over de originaliteit van het tetragram. Naar ons oordeel, bewijst het noch het een noch het ander! Origenes uiteraard wist, wat we nu ook weten uit eerste hand, namelijk dat er onder de Joden, Griekse teksten waren die de tetragram in het Hebreeuws als tekens droegen - en hij begreep dat als de originele LXX. Maar in het licht van zijn alle overtreffend respect voor de “hebraica veritas” en zijn kolossale onderneming om het te bereiken, is dit niet precies wat men zou verwachten, en is het een wonder 1) dat Origenes liefdevol en wensvol het tetragram beoordeelde “nauwkeuriger te zijn” en dus vermoedelijk origineel, en 2) dat hij ze derhalve in zijn Hexapla opgenomen heeft? Men moet niet vertrouwen op Origenes voor een origineel tetragram ook niet vertrouwen op zijn vijfde kolom als de volle geheel originele LXX.”[We zetten zijn origineel hier, het is namelijk een moeilijk te vertalen stuk: One should rely on Origen for an original tetragram no more than one should rely on his fifth column as a whole for original LXX. Wat we dus niet moeten doen is Origenes als het enige mogelijk antwoord onthouden wat betreft de Godsnaam in de Septuaginta.] (…) “Wat we hebben betracht te doen tot nu toe in ons onderzoek, is om te benadrukken dat van de vier vroege teksten die zijn aangehaald ter ondersteuning van een origineel tetragram, dat men geen enkel bewijs heeft, een tweede niet-Septuaginta-tekst, en een derde bevat hebraïzerende herzieningen (waaronder ten minste een exemplaar van het tetragram). Slechts een tekst, 4QLXXLevb, lijkt goede geloofsbrieven als een typisch voorbeeld van de LXX te hebben.” (…) “Gezien dan, zoals we geprobeerd hebben aan te tonen, onze vroege teksten ons geen overtuigend bewijs geven van een origineel tetragram in de LXX, en aangezien, nog belangrijker, een aantal passages in de Griekse Pentateuch, in directe tegenspraak met deze vroege getuigen zijn, de schriftelijke originaliteit tonen van “kyrios” we ons misschien wel mogen afvragen wat voor soort historisch perspectief op de Hebreeuwse tetragram en haar Griekse surrogaat ontstaan gaf. Skehan's artikel, waarnaar is al verwees, geeft ons de sleutel.” (…) “Bij de afbakening van de ontwikkeling van de goddelijke namen (voornamelijk het tetragram) in de Hebreeuwse manuscripten van Qumran, onderscheidt Skehan drie fasen: 1) namen in de normale (dwz vierkante) letters, 2) vervanging van het oud Hebreeuws, 3) verspreiding van het vervangingsproces. En voor elke fase ervan geeft de auteur passend bewijs. Wat de rubrieken aangeven en wat Skehan duidelijk maakt als commentaar op het bewijs, is dat we in Qumran een verouderingsproces tegenkomen wat betreft het schrijven van de goddelijke naam, en niet, voor zover onze huidige kennis daarover, een geleidelijke vervanging van een oud Hebreeuws
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
25
tetragram door het jongere gewoon schrift. Zo ook in zijn overzicht van het Griekse bewijs onderscheidt Skehan verschillende fasen: 1) iao, 2) tetragram in vierkant schrift, 3) tetragram in oud Hebreeuwse letters, 4) kyrios. Natuurlijk zouden we het met “iao” niet eens zijn als het op de eerste plaats staat en kyrios als laatste, maar afgezien van dat is er bewijs is van een proces van veroudering vergelijkbaar met die in de Hebreeuwse manuscripten. Het oud Hebreeuwse tetragram in de Griekse getuigen is niet de oudste, maar blijkbaar de jongste. Zowel in de Hebreeuwse manuscripten uit Qumran en in onze vroegste Griekse MSS is er duidelijk bewijs dat de goddelijke naam het voorwerp was van een activiteit van herziening.” Studie waar A. Pietersma naar verwijst van Prof. Patrick Skehan staat hier [heeft wat zoekwerk gevraagd ] http://fdier02140.free.fr/Skehan.pdf
Vierde gevolgtrekking: Professor A. Pietersma heeft de hypothese die George Howard heeft ontwikkeld - die zegt dat de Septuaginta manuscripten origineel de Godsnaam YHWH droegen - onderuit gehaald. Die MSS zijn juist van een latere datum en de oorspronkelijke vertaalde Godsnaam in de Septuaginta was “KURIOS.”
^^^^^ Appendix 1 J1
Mattheüs, Hebr., uitgegeven door J. du Tillet, met een Lat. vertaling door J. Mercier, Parijs 1555.
J2
Mattheüs, Hebr., als afzonderlijk hoofdstuk opgenomen in ʼE′ven bo′chan [„Beproefde steen”], door Sem Tob ben Isaac ibn Sjaproet, 1385. (Uitgave: The Gospel of Matthew According to a Primitive Hebrew Text, door George Howard, Macon, Georgia, U.S.A., 1987).
J3
Mattheüs en Hebreeën, Hebr. en Lat., door Sebastian Münster, Basel 1537 en 1557.
4
J
Mattheüs, Hebr., door J. Quinquarboreus, Parijs 1551.
J5
Liturgische Evangeliën, Hebr., door F. Petri, Wittenberg 1573.
6
Liturgische Evangeliën, Duits, Lat., Gr. en Hebr., door Johann Clajus, Leipzig 1576.
J
7
Christelijke Griekse Geschriften in 12 talen, waaronder Hebr., door Elias Hutter, Neurenberg 15991600.
J8
Christelijke Griekse Geschriften, Hebr., door William Robertson, Londen 1661.
J
9
Evangeliën, Hebr. en Lat., door Giovanni Battista Jona, Rome 1668.
J
10
The New Testament . . . in Hebrew and English, door Richard Caddick, Deel I-III: Mattheüs–1 Korinthiërs, Londen 1798-1805.
J11
Christelijke Griekse Geschriften, Hebr., door Thomas Fry en anderen, Londen 1817.
J
J
12
Christelijke Griekse Geschriften, Hebr., door William Greenfield, Londen 1831.
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
26
J13
Christelijke Griekse Geschriften, Hebr., door A. McCaul, M. S. Alexander, J. C. Reichardt en S. Hoga, Londen 1838.
J14
Christelijke Griekse Geschriften, Hebr., door J. C. Reichardt, Londen 1846.
J15
Lukas, Handelingen, Romeinen en Hebreeën, Hebr., door J. H. R. Biesenthal, Berlijn 1855, 1867, 1853 en 1858.
J16
Christelijke Griekse Geschriften, Hebr., door J. C. Reichardt en J. H. R. Biesenthal, Londen 1866.
17
J
Christelijke Griekse Geschriften, Hebr., door Franz Delitzsch, Londen, uitg. 1981.
J18
Christelijke Griekse Geschriften, Hebr., door Isaac Salkinson en C. D. Ginsburg, Londen 1891.
J19
Johannes, Hebr., door Moshe I. Ben Maeir, Denver (VS) 1957.
20
J
A Concordance to the Greek Testament, door W. F. Moulton en A. S. Geden, 4de uitg., Edinburgh 1963.
J21
The Emphatic Diaglott (Grieks-Engels interlineair), door Benjamin Wilson, New York 1864, herdruk: Watch Tower Bible and Tract Society, Brooklyn 1942.
J22
Christelijke Griekse Geschriften, Hebr., door United Bible Societies, Jeruzalem 1979.
23
J
Christelijke Griekse Geschriften, Hebr., door J. Bauchet en D. Kinnereth (Arteaga), Rome 1975.
J24
A Literal Translation of the New Testament . . . From the Text of the Vatican Manuscript, door Herman Heinfetter, Londen 1863.
J25
St. Paul’s Epistle to the Romans, door W. G. Rutherford, Londen 1900.
26
J
Psalmen en Mattheüs 1:1–3:6, Hebr., door Anton Margaritha, Leipzig 1533.
J27
Die heilige Schrift des neuen Testaments, door Dominikus von Brentano, 3de uitg., Wenen en Praag 1796.
J28
The New Covenant Commonly Called The New Testament — Peshitta Aramaic Text With a Hebrew Translation, uitgegeven door The Bible Society, Jeruzalem 1986.
^^^^^ Appendix 2 We herhalen nog eens wat we op bladzijden 7 en 8 formuleerden. Romeinen 10:9 in J12-14, 16-18, 22 “Als u met uw mond de ha Adohn Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.” Deze “J”-verwijzingen bevatten de uitdrukking “Ha Adohn”, die de enige ware God betekent – JEHOVAH volgens de bijlage 1H - Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen luidt als volgt: “Wanneer de titel ‘ha Adohn′, „Heer; Meester”, wordt voorafgegaan door het bepalend lidwoord ha, „de”, ontstaat de uitdrukking ha Adohn ′, „de [ware] Heer”. In M wordt door het gebruik van het bepalend lidwoord ha vóór de titel ʼ ha Adohn′ de toepassing van deze titel exclusief tot Jehovah God beperkt.” Maar zonder enige
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
27
uitleg in een voetnoot bij Romeinen 10:9, heeft de Nieuwe Wereld Bijbelvertaling Comitée daar NIET “Jehovah” gezet. [Onze opmerking: dat zijn “Twee maten en twee gewichten.”] Jezus = ha Adohn = de enige God HSV VAN ROMEINEN 10:9-14 9 Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.
10 Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid.
HOE DE BIJBEL DAT INVULT Gal.2:20: “Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.” Luc.5:32: “Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.” Luc.19:10: “Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is.” De formulering van Paulus “voor mij” moeten we allen beamen, zonder dat is geen redding mogelijk. Rom. 3:24,25a: “en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. 25 Hem heeft God openlijk aangewezen als middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed.” Rom.4:5: “Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid.”
11 Want de Schrift zegt: Jes.28:16: “daarom, zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik leg in Sion Ieder die in Hem gelooft, een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare zal niet beschaamd hoeksteen, die vast gegrondvest is. Wie gelooft, zal zich niet worden. weghaasten.” Jesaja 8:14: “Hij zal tot een heiligdom voor u zijn, tot een steen des aanstoots, en tot een rots waarover men struikelt voor de beide huizen van Israël, tot een strik en een val voor de inwoners van Jeruzalem.” Deze teksten die over YaHWeH spreken zijn vervuld in Jezus Christus volgens de schrijvers van het NT. Rom.9:33: “zoals geschreven staat: Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een struikelblok. En: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.” 1 Pet.2:6-8: “6 Daarom staat er in de Schrift: Zie, Ik leg in Sion
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
28
een hoeksteen die uitverkoren en kostbaar is; en: Wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. 7 Voor u dan, die gelooft, is Hij kostbaar; maar voor de ongehoorzamen geldt: De steen die de bouwers verworpen hebben, die is de hoeksteen geworden, en een steen des aanstoots en een struikelblok; 8 voor hen namelijk die zich aan het Woord stoten, door ongehoorzaam te zijn, waartoe zij ook bestemd zijn.”
12 Er is immers geen enkel onderscheid tussen Jood en Griek. Want Een en dezelfde is Heere van allen en Hij is rijk voor allen die Hem aanroepen
13 Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden.
14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen in Wie zij niet geloven? En hoe zullen zij in Hem geloven van Wie zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder iemand die predikt?
Eph.2:13: “Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen.” Hand.15:9: “en Hij heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, en heeft hun hart door het geloof gereinigd.” Rom.3:22: “namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid.” Hand.4:11,12: “11 Deze Jezus is de steen die door u, de bouwers, veracht werd, maar Die de hoeksteen geworden is. 12 En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden.” Hand.10:43: “Van Hem getuigen al de profeten dat ieder die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangen zal door Zijn Naam.” Rom.10:13: “Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden.” 1 Cor.1:2: “aan de gemeente van God die in Korinthe is, aan de geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen die de naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen, in elke plaats, zowel hun als onze Heere” De NWV heeft hier: “geroepen om heiligen te zijn, samen met allen die overal de naam van onze Heer Jezus Christus, hun Heer en de onze, aanroepen.”
DEZE VERZEN SPREKEN VOLGENS DE BIJBEL OVER vers 9 = de Heere Jezus stierf en is opgewekt, voor ons. vers10 = wij belijden wat Jezus heeft gedaan.
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
29
vers11 = dus wie in Jezus geloofd “zal niet beschaamd worden.” vers12 = Jezus bracht verzoening en vrede onder alle volkeren. vers 13 = Jezus moeten we aanroepen om gered te worden. vers14 = we moeten Jezus prediken als enige verlosser.
Wil de Wachttoren ons leren dat we zowel Jezus als YHWH moeten “aanroepen”? Zijn er dan twee goden waarmee we rekening moeten houden? NWV VAN ROMEINEN COMMENTAREN VAN DE WACHTTORENPUBLICATIES 10:9-14 OVER DEZE TEKSTEN. 9 Want indien gij dat ’woord in uw eigen mond’, dat Jezus Heer is, in het openbaar bekendmaakt en in uw hart geloof oefent dat God hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij gered worden.
“Deze belijdenis ten overstaan van anderen wordt niet slechts ten tijde van de doop gedaan, maar het moet een voortdurende bekendmaking zijn, een ijverig openbaar getuigenis omtrent alle grootse facetten van de waarheid. Die waarheid vestigt de aandacht op de kostbare naam van de Soevereine Heer Jehovah, op onze Messiaanse Koning en Loskoper, de Heer Jezus Christus, en op de schitterende Koninkrijksbeloften.” — De Wachttoren, 1997, 15/12, blz.19.
10 Want met het hart oefent men geloof tot rechtvaardigheid, maar met de mond doet men een openbare bekendmaking tot redding.
“11
11 Want de Schrift zegt: „Niemand die zijn geloof op hem grondt, zal worden teleurgesteld.”
“24
Paulus legt de nadruk op de noodzaak van geloof, niet alleen in deze twee dingen, namelijk dat Jezus Heer is en dat de doden worden opgewekt, maar natuurlijk in alle dingen die Jezus onderwees. Dit geloof moet diepgeworteld zijn, niet iets dat alleen maar aan de oppervlakte ligt; „met het hart oefent men geloof tot rechtvaardigheid, maar met de mond doet men een openbare bekendmaking tot redding”. — Rom. 10:10. — De Wachttoren 1974, blz.176.
De tijd zou ons ontbreken om getuigenis af te leggen omtrent Jezus Christus en te vertellen wat hij allemaal voor ons als leden van de gevallen menselijke familie betekent. Wij zullen nooit in hem teleurgesteld worden. „Want de Schrift zegt: ’Niemand die zijn geloof op hem grondt, zal worden teleurgesteld’” (Rom. 10:11; Jes. 28:16). Wij hoeven ons er nooit voor te schamen om hetzij mondeling of via de gedrukte bladzijde getuigenis omtrent Jezus Christus af te leggen. Het groeiende besef hoezeer wij hem nodig hebben, beweegt ons ertoe te zamen met de engelen getuigenis omtrent hem af te leggen, tot
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
30
heerlijkheid van Jehovah God en ter wille van de mensheid in haar huidige wanhopige toestand.” — De Wachttoren 1976, blz.246.
12 Want er is geen onderscheid tussen jood en Griek, want over allen is een en dezelfde Heer, die rijk is jegens allen die hem aanroepen.
13 Want „een ieder die de naam van Jehovah aanroept, zal gered worden”.
Op een vraag van een lezer geeft de WT dit antwoord: “
Is de „Heer” over wie in Romeinen 10:12 wordt gesproken, de Heer Jezus Christus of de Heer Jehovah? (…) Door de eeuwen heen zijn bijbelgeleerden het niet met elkaar eens geweest of Paulus op de Heer Jezus Christus of op de Heer Jehovah doelde. In Romeinen 10:9 wordt zeker naar Jezus Christus verwezen als de Heer, en ook de aanhaling uit Jesaja 28:16 in Romeinen 10:11, „Niemand die zijn geloof op hem grondt, zal worden teleurgesteld”, is op Jezus van toepassing. Dus als Romeinen 10:11 en de Heer van Romeinen 10:12 direct met elkaar verband houden, is de Heer naar wie verwezen wordt Jezus Christus.” — De Wachttoren 1977, blz.352 “18 Joël benadrukte een belangrijke factor om Gods blijvende goedkeuring te krijgen: ’Een ieder die de naam van Jehovah aanroept, zal veilig ontkomen’ (Joël 2:32). Deze uiterst belangrijke vereiste werd door twee apostelen, Petrus en Paulus, aangehaald (Handelingen 2:21; Romeinen 10:13). Paulus voegde nog een facet aan die aansporing toe door te vragen: „Hoe zullen zij echter hem aanroepen in wie zij geen geloof hebben gesteld?” (Romeinen 10:14) Jij wilt ongetwijfeld de naam van Jehovah aanroepen en geloof in hem oefenen, nu en voor altijd!” — Leef met Jehovah’s dag in gedachten, blz.186 “Aangezien wij sinds het jaar 1914 G.T. in de „tijd van het einde” van dit wereldse samenstel van dingen leven, is de resterende tijd waarin Jehovah zich nog op een gunstige wijze laat vinden, nu zeer kort geworden. Nu is het derhalve de gunstige tijd om hem te zoeken. Wie hem zoekt, hoeft niet ver te gaan om hem te vinden. Hij is nog steeds nabij, binnen het bereik van oprechte mensen die hem zoeken. Nu is het derhalve ook de tijd om tot hem te roepen. Hij bevindt zich binnen gehoorbereik. Nu, vóór „de grote en vrees inboezemende dag van Jehovah”, gelden de verzekerende woorden: „Het moet geschieden dat een ieder die de naam van Jehovah aanroept, veilig zal ontkomen.” — Joël 2:31, 32; Romeinen 10:13.” — ’s Mensen redding uit wereldbenauwdheid nabij!, blz.111
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
14 Hoe zullen zij echter hem aanroepen in wie zij geen geloof hebben gesteld? Hoe zullen zij vervolgens geloof stellen in hem van wie zij niet hebben gehoord? Hoe zullen zij vervolgens horen zonder dat iemand predikt?
31
“Een dag van Jehovah met nog grotere gevolgen ligt nu vlak voor ons. De voltrekking van Jehovah’s oordeel zal zich tot elke uithoek van de aardbol uitstrekken. Er is echter redding mogelijk voor iedereen — ongeacht nationaliteit, ras of taal — die vol geloof de naam van Jehovah aanroept en geloof oefent in het zondenverzoenende slachtoffer van zijn Zoon, Jezus Christus (Openb. 7:9, 10). Maar Romeinen 10:14 vraagt: „Hoe zullen zij . . . hem aanroepen in wie zij geen geloof hebben gesteld? Hoe zullen zij vervolgens geloof stellen in hem van wie zij niet hebben gehoord?” Jehovah’s Getuigen beseffen hoe dringend het is iedereen die gelegenheid te geven.” — Jaarboek 1998, blz.5.
DEZE VERZEN SPREKEN VOLGENS DE WT OVER VERZEN 9-12 = SPREEKT OVER JEZUS. VERS 13 = JEHOVAH. VERS14 = PREDIKING VAN DE WACHTTOREN.
In verband van Rom.10:12-14 is het duidelijk dat de aanhaling: “Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden” betrekking heeft op Christus. Alweer echter verandert de NWV dit tot: “de naam van Jehovah.” Ook in de Septuaginta verwijst “epikalèo” naar aanbidding. Zie o.a. Gen.13:4 / 26:25 / Ps.78:6 / Jes.64:6,7. Eens dat we tot dit besef komen van goddelijke aanbidding van de persoon van Christus worden ook vele dingen duidelijk in de brieven van de apostelen. In 2 Tim.4:18 / Heb.13:21 / 2 Pet.3:18 en zo voort, wordt aan Christus een eeuwige heerlijkheid toegeschreven. Petrus maant ons aan de Heer in onze harten te heiligen en Paulus zegt ons dat we elkaar moeten dienen in de vrees van Christus (1 Pet.3:15 / Eph.5:21). Deze dingen kunnen van God gezegd worden, echter niet van een mens. En in deze aanbidding zijn we priesters van God en Christus (Opb.20:6). We begrijpen dat dit niet tot de traditie hoort van velen van onze lezers, bidden tot Christus. Meestal bidden we in de naam van Jezus tot de Vader. Dat is een andere visie waar andere Bijbelteksten bij passen. We zeggen alleen dit; dat bidden tot Jezus gezien vanuit Joh.14:14 niet verkeerd is. We moeten elkaar die vrijheid geven en beseffen dat beide manieren volledig Bijbels te ondersteunen zijn. We hebben in het Nieuw Testament twee mooie voorbeelden van gelovigen die tot Jezus Christus bidden; Stephanus in Hand.7:59 en Paulus in 2 Cor.12:8,9. Johannes 8:47: “Wie uit God is, hoort de woorden van God; daarom hoort u niet, omdat u niet uit God bent.”
Jehovah's Getuigen misbruiken de NAAM VAN GOD
32