OPSTANDING ANTWOORD
1
OPSTANDING – EEN ANTWOORD
De val van de verdoemden, Rubens uit 1620, één van vier altaarstukken. Alte Pinakothek, Munich Leest u ook regelmatig literatuur van en over de leer van de bedelingen, beter gekend als de leer van het “dispensationalisme”? Dit zijn meestal 7 fasen (of zelfs negen volgens enkelen) waarin God op verschillende manieren met Zijn schepselen omgaat. Verschillende manieren om Zijn plannen en doel ten uitvoer te brengen. Dit is één van mijn kritische aantekeningen erbij. Het zullen er rond de zes of zeven worden, naargelang hoe het verder verloopt. Bedenk wel, we hebben geen enkel probleem met de scheiding Oud en Nieuw Verbond (Testament). Of dat er nog een verbond was met Adam en Eva of met Noah. Daar gaat het dus niet om, u zal wel merken waarover wel! Guido Biebaut 19/04/2018 Alle rechten voorbehouden
OPSTANDING ANTWOORD
2
Dag X, [Antwoorden aan een lezer die critische aantekingen maakte bij een artikel over de opstanding:] Je zegt: “Uiteindelijk lag er in onze aanvankelijke briefwisseling een accent op Israël, inmiddels zitten we alles met elkaar te overwegen.” Dat is ook zo maar alles is ook verweven in elkaar. Ik ken geen echte Israël-promotors die het zonder tempel doen en een 1.000 jarig rijk. Dat zou voor mij nieuw zijn. Maar om te starten moet je mensen hebben en volgens Openbaring 19 zijn er op het moment van die toekomende 1.000 jaar géén mensen meer op aarde. Ze moeten dus opstaan uit de doden, en Walvoord en zovele anderen nemen het op 5 of zes opstandingen. Lees mijn laatste tekst maar over de opstandingen. Je zegt: “Guido, jij weet heel goed dat de laatste dag een verwijzing is naar de laatste dingen, Jezus geeft hier geen specifieke details, het is zelfs de vraag, maar ik laat dat open, of de Zoon des mensen toen al wist in z’n totaliteit van de laatste dingen, want Johannes krijgt de Openbaring van Christus die GOD Hem gegeven heeft. Met andere woorden, Johannes krijgt de Openbaring van Christus die God eerst aan Christus heeft gegeven. Als Jezus al zegt dat alleen God weet van de komst van het koninkrijk. Daarom gaat Christus tijdens zijn aardse rondreis ook niet in op details, maar hij houdt het globaal en algemeen.” Neen: “de laatste dag is GEEN verwijzing naar de laatste dingen.” Je zal mijn tekst van de laatste dagen ofwel niet gelezen hebben of in sneltempo erdoor. De laatste dagen zijn begonnen met Pinksteren, dat zegt Petrus en ik geloof hem. De laatste dag staat in de Bijbel duidelijk uitgelegd als de dag van de opstanding. Er iets anders van maken is contraproductief, en ook er wat anders over leren is Onbijbels. Lees toch eens die teksten nauwkeurig: het zijn er maar zeven, en er wat anders aan plakken dan gaat men wellicht neven de kwestie gaan: het gaat over niets anders dan de opstanding op ééééén dag. Behalve de tekst die over de laatste dag van een feest spreekt. En ook daar kan je niets aan toevoegen: de laatste is de laatste. Ik krijg de indruk bij je andere opmerking dat je niet zo duidelijk Jezus als profeet ziet, de laatste en enige van Zijn soort. Je zegt: “hij houdt het globaal en algemeen.” Ik hoop dat je daarmee niet wil zeggen dat Openbaring beter zou zijn in de antwoorden dan wat Jezus zei! Hij kan op alle vragen van Zijn discipelen de oplossing geven: zelfs de finale oplossing. Zouden ze er gelukkiger mee worden, of geloviger? Heb je zelf niet de indruk dat Jezus bepaalde zaken niet wil beantwoorden! VOOR MIJ WIST JEZUS TOEN AL ALLES. Ik herhaal nog eens: als Jezus of een andere van de apostelen wat zegt en dat zou dan in tegenstrijd zijn met Openbaring dan kies ik niet voor Openbaring: daar staan veel zaken in die niet te letterlijk zijn. Het heeft geen zin om te zeggen dat één bepaald gedeelte letterlijk moet zijn, en de context symbolische poëzie. Zo doen de dispensationalisten het, maar ik ook: alleen doen we niet hetzelfde. Met betrekking tot de opstanding heb ik duidelijke teksten van andere gedeelten uit de Bijbel, dus is die eerste opstanding niet letterlijk. Het is dan wel degelijk één tekst verkiezen boven 10 andere. Ik geef je een klein aantal voorbeelden, wat interpretatie van die beelden kan betekenen. Als je denkt dat ik
OPSTANDING ANTWOORD
3
geen papieren heb om te zeggen dat de satan gebonden in sinds de prediking van Jezus dan moet je nog maar eens naar mijn tekst van Openbaring 20 kijken. Ik citeer in vertaling een dispensationalist: “Het klinkt alsof er één opstanding zal zijn aan het begin van de duizend jaar (van degenen die onthoofd en getrouw zijn gebleven) en dat alle anderen zullen worden opgewekt aan het einde van de duizend jaar.” Maar ga niet zomaar veel verder dan ook er eens over na te denken. Wat wil dat zeggen, zielen van de onthoofden enz... in vers 4. Ik haal er een gekende Nederlander bij die het volgende erover schreef: “We wezen reeds op Openb. 20 vs. 4 waar duidelijk wordt dat de daar genoemde opstanding alleen gelovigen betreft. Het is de gemeente van alle tijden, tot en met degenen die uit de grote verdrukking komen.” Van J. Schouten die dat zegt in ’Het Zoeklicht’, 5 september 1998, blz.10. Hallo goed gelezen: “Het is de gemeente van alle tijden.” Staat er niet: dat is een vooropgestelde theologische voorkeur daartussen in wringen! Dat is zelfs een slechte weergave van zijn eigen leer want de gemeente is al vroeger opgenomen volgens 1 Tess.4. Dus slechte verklaring. Maar kom mensen denken niet goed na! Ander onderwerp: satan gebonden waar J. de Heer dit zegt op blz.133. “Zoo gelooven wij, dat de keten waarmede Satan gebonden wordt, een letterlijke keten zal zijn, al denken we daarbij ook niet aan ijzeren of stalen schakels. Het zal letterlijk en daadwerkelijk een keten wezen, die juist past voor het doel, die hetzij stoffelijk of onstoffelijk, in ieder geval een keten zal zijn om een wezen als Satan te kunnen binden.” Hij zet het in de toekomst ik zet het nu in onze tijd. We weten uit het verhaal van Job dat God aan Satan bepaalde beperkingen oplegt wanneer hij Job zal beproeven (Job 1:9 / 2:6). Maar ook voor ons christenen is die regel geldig. God zal niet toelaten dat we boven ons vermogen onder verleiding staan (1 Cor.10:13). De Heer zal de gelovigen uit de verdrukking uitbrengen (2 Pet.2:9). Conclusie: Satan is met betrekking tot wat hij de gelovige kan aandoen steeds “gebonden.” Wanneer de Heer predikende en goeddoende rondloopt van Galilea naar Juda, en omgekeerd, zijn de ontmoetingen met de door demonen bezeten mensen (uitzonderlijk dieren) steeds deel van het verhaal. Door Zijn ontmoetingen met die mensen is het voor de Bijbellezer duidelijk dat Jezus macht heeft over deze demonen. Zij worden door Hem “gebonden.” Daarom moet de conclusie van Jezus ook de onze zijn: “27 En als Ik door Beëlzebul de demonen uitdrijf, door wie drijven uw zonen ze dan uit? Daarom zullen die uw rechters zijn. 28 Maar als Ik door de Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het Koninkrijk van God bij u gekomen.” (Mat.12:28,29). Nu de Satan gebonden is kan de Heer dit doen: “neemt hij hem zijn hele wapenrusting, waarop hij vertrouwde, af en verdeelt zijn buit.” (Luc.11:22) En “zijn huis plunderen” (Marc.3:27 NBG), en “en zijn huisraad roven” (Mat.12:29). Dat is in zeer sterke taal om te zeggen dat de Satan “overwonnen” is en “gebonden” is. De taal van de Openbaring en deze van de synoptische evangeliën spreekt over hetzelfde. Telkenmale iemand tot geloof komt in de Heer, wordt het huisraad van de Satan kleiner. En elke gelovige is de bevestiging dat de Wederstander van God geen echte macht heeft over de volkeren.
OPSTANDING ANTWOORD
4
En ook Zijn discipelen kunnen door de naam van Jezus Satan’s trawanten “binden.” “17 De zeventig zijn teruggekeerd met blijdschap en zeiden: Heere, zelfs de demonen zijn in Uw Naam aan ons onderworpen. 18 Hij zei tegen hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.” (Luc.10:17,18 HSV). Het is alsof Satan uit de hemel is geworpen. Openbaring 12:8,9 HSV zegt dan later: “8 Maar zij waren niet sterk genoeg, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. 9 En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen.” Een derde beperkende invloed op de macht van Satan is wat de Heer bewerkt heeft op het kruis. Hij is mens geworden om de werken van de duivel te “vernietigen” (1 Joh.3:8 Luther). We geven nog enkele andere vertalingen van deze tekst; “verbreken” (S.V. / N.B.G.), “te niet doen” (Brouwer). De Engelse Jerusalem Bible zegt “it was to undo all that the devil has done.” Als parafrase het beste dat we kennen. Door zijn invloed op de vooral goddeloze mensen heeft Satan een zekere macht over de dood. Ook dat wordt door het offer van de Heer aan banden gelegd (Heb.2:14,15). Satan is de prins van de wereld, een plaats die hij zich onrechtmatig heeft veroverd en zal daarom buiten geworpen worden (Joh.12:31). De mensenmoordenaar (Joh. 8:44) moet in de strijd met Christus het onderspit delven; bij de verzoeking in de woestijn, tijdens de prediking, aan het kruis en finaal bij de Wederkomst. Er zijn enkele teksten die wijzen op wat Christus bewerkte door Zijn dood in verband met Satan en de wereld. We geven er drie belangrijke. Hand.14:16 HSV zegt: “16 Hij heeft in de tijden die achter ons liggen al de heidenen hun eigen wegen laten gaan.” Sinds Jezus is dat niet meer zo, de volkeren moeten niet meer hun eigen wegen bewandelen. Ze worden opgeroepen zich te bekeren en God te zoeken. Daardoor wordt Satans rijk aan banden gelegd. Het evangelie knibbelt aan zijn rijk. De tweede tekst is Hand.17:30: “30 God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden van de onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren.” Hier staat ongeveer hetzelfde als in Hand.14:16. Met de prediking van het evangelie wordt het rijk van Satan aangetast. Hij ligt sinds Pinksteren méér aan banden dan ooit tevoren. En de derde tekst is Col.2:15: “5 Hij heeft de overheden en de machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd.” Christus is overwinnaar! Men mag de binding van Satan dan niet in te toekomst zetten maar in de tijd van het kruis, opstanding en Pinksteren. De macht van de “overste der lucht” is beperkt (Eph.2:2 / 6:12). Nog een korte opmerking over de “volkeren” in Openbaring 20 vers 3. Ze komen niet zoals de mensen van de bedelingen zeggen uit de grote verdrukking van het einde wanneer de Antichrist zal vernietigd worden. Dat is een totaal onmogelijke uitleg, want Opb.19:21 heeft duidelijk gemaakt dat allen die het stempel hebben van het beest en de valse profeet sterven door het zwaard. Alle ongelovigen ondergaan de wraak van God. Biederwolf moet dan opmerken (blz.693, 694) dat er toch volkeren zijn die het beest en de profeet niet zullen gevolgd hebben en dus niet gestraft worden. Biederwolf schrijf: “Het is duidelijk dat ná de vernietiging van de Antichrist in Opb.19:21 er nog natiën zijn die niet hebben deelgenomen aan het conflict.” (Biederwolf W., The
OPSTANDING ANTWOORD
5
Dat is echter onmogelijk. Er zijn op dat moment van de Armageddon geen drie soorten mensen. Slechts twee. Alle parabels maken dat duidelijk. Biederwolf moet natuurlijk zoiets beweren, second coming bible, Baker Book house, reprint 1972, blz.694.)
maar de tekst zegt dat niet. Gezien er over volkeren sprake is moeten ze uit de opstanding komen en dat is onmogelijk. Ofwel is de context symbolisch. Als uitleg moet men dan geen tegenstrijdige verklaringen uit de kast halen. Ook de uitleg van Augustinus moet hier verworpen worden. Want hij zegt dat de volkeren = de gelovigen. Volgens hem kan Satan de gelovigen niet verleiden. Wat natuurlijk waar is in een totaal andere betekenis en samenhang. Je ziet wel dat interpreteren vanuit de tekst zelf moet gaan, dispensationalisten sleuren er andere zaken bij en mixen maar: dat is verboden terrein in Gods ogen. Wat Hij zegt is al genoeg voor ons, we moeten dat niet inkleuren met een leerstelling! [Waarschijnlijk een maand of twee geleden (of langer, want TIJD dat volg ik niet zo op) begonnen een boek te lezen en dat is dit: Catherine Nixey, The Darkening Age: The Christian Destruction of the Classical World, Pan Macmillan, 2017. Dat dacht ik toen al: dat is een goed teken, wil aangeven dat de Satan niet alles kan rondstrooien in deze wereld. Gods macht is groter dan Rome en Griekenland, qua filosofie dan.] ^^^^^ Je zegt: “Guido, als wij er van uitgaan dat al in Openbaringen 19 sprake is van de de duivel en de koningen die beiden in de poel des vuurs geworpen worden, en hij de duivel dus alsnog losgelaten zal worden voor een korte tijd, dan is het oordeel over hen en hem in feite dus al voltrokken, en toch krijgt hij voor een korte tijd de kans om aan Gog en magog (Openb 20) leiding te geven bij de eindslag der volkeren. Je mag dus niet vergeten dat Johannes niet onder alle omstandigheden de gebeurtenissen chronologisch wil beschrijven, ookal doet hij dat soms wel zoals in Openb 20 (meen ik), maar men kan zichzelf de vraag stellen wat de zin er van is (dit is voor mij dus een serieuze vraag) waarom de duivel nog weer eens na de duizend jaar losgelaten moet worden, notabene als we de chronologische volgorde toch zouden vasthouden, terwijl hij al met de koningen der aarde in de poel des vuurs was (openb 19). Volgens jou zijn er geen mensen meer op aarde na de eerste Opstanding, dat snap ik totaal niet. Toch schreef je het in je vorige mail, waarom zouden dan Gog en magog nog weer ter sprake gebracht moeten worden als er geen mensen meer zijn en de heerlijkheid van God alles al overwonnen heeft? De dingen liggen allemaal niet zo simpel, je kunt niet alles symbolisch of vanuit geestelijke opstandingsbegrippen werken, daarvoor bezit God toch iets meer pijlen op Zijn boog.” De Nederlandse WIKI zegt wat ik denk over Gog en Magog. “In de ganse geschiedenis zijn Gog en Magog het zinnebeeld geweest van de vijand. Afhankelijk van wie de toeschrijving deed hebben Gog en Magog over heel de wereld gewoond.” Wat geloof ik over die twee (of is het maar één) macht(en). Voor mij is de uitdrukking “de grote verdrukking” (waarover men zoveel spreekt in dispensatiekringen) niets anders dan de optelsom van de verdrukking die er steeds geweest is op de gelovigen, zowel in het Oude als het Nieuwe Testament. Als je dat wil daar heb ik enkele (rond
OPSTANDING ANTWOORD
6
12) bladzijden over. De eerste die werd vervolgd voor zijn geloof is Abel. Hoe zie ik dat in Openbaring. Wanneer we zullen merken dat het christendom op een grote schaal zal vervolgd worden dan is het de tijd om uit te zien naar de finale verlossing. En daarom willen we ook wat opmerken over het begrip “de grote verdrukking.” Mensen die de leer van de bedelingen geloven hebben daar namelijk een verkeerde zienswijze op. De Griekse woordkeuze van de evangeliën is niet dezelfde als deze van het boek Openbaring. Dat verschil moet nauwkeurig aangehouden worden, of anders is wat we leren in de verkeerde richting uitgelopen. In Opb.7:14 staat het Griekse “he thlipsis he megale” terwijl de profetie van Christus spreekt van een “thlipsis megale.” Letterlijk vertaald, en dit is in twijfelgevallen en moeilijke teksten het beste, staat er in Openbaring “de verdrukking, de grote” en in Mat. en Marc. een “verdrukking, groot.” Het belangrijke verschil is dus dat de evangeliën over een verdrukking spreken (want in het Grieks staat er géén lidwoord). Het boek Openbaring spreekt echter van “de verdrukking, de grote” tweemaal benadrukt door de beide lidwoorden. Andere teksten die over “de verdrukking, de grote” spreken met betrekking tot de gemeente zijn (Hand.14:22 / 2 Cor.1:4 / 2 Thes.1:6 / Rom.2:8,9 / 5:3). Eén aspect daarbij is dat bij de grote vervolging die we vernoemd hebben de wraak van YaHWeH zich blijft opstapelen (Rom.2:5). De gedachte van vele moderne theologen dat God bereid is alles te vergeven, een soort al-verzoening, is niet te bewijzen op Bijbelse grondslag. Ter bestemder tijd zal de woede van God in werking treden (Rom.2:7). Slechts de volgelingen van Christus zullen voor de wraak bewaard worden (1 Thes.1:10 / Rom.5:6 / 1 Cor.11:32 / 2 Thes.1:510). Het resultaat van Gods wraak over de goddelozen in die komende dag zal vreselijk zijn (Heb.10:31). Want Hij heeft het recht hen te straffen in Gehenna de Bijbelse toestand van volledig afgezonderd zijn van pijniging (Mat.10:28 / Jac.4:12). De “wraak Gods” en “vernietiging” worden in één adem genoemd in teksten als Rom.9:22 / Opb.14:10,11. De motieven van die wraak zijn: Gods afkeer van zonde (Rom. 12:19 / 13:4) van ongerechtigheid (Rom.3:5,6) van valse leer (Eph.5:6) geestelijke afgoderij (Col.3:5) weerbarstigheid tegenover God (Rom.2:5). In principe komt de gramschap Gods dan over al wie zondigen tegen de grote geboden, liefde tot God en liefde tot de naaste. Het gaat hier dus duidelijk om een symbolische voorstelling van de strijd van Satan tegen God en zijn gezalfden! Het is géén herhaling van Ezechiël hoofdstukken 37 en 38 want daar gaat het om een vijand uit het Noorden. Hier gaat het om vijanden die komen uit de vier hoeken van de aarde. En ze komen op van alle zijden omdat er overal ter wereld gelovigen zijn en ze die allen tegelijk moeten aanvallen (Opb.20:8). Je zegt dan ook nog: ”Je mag dus niet vergeten dat Johannes niet onder alle omstandigheden de gebeurtenissen chronologisch wil beschrijven, ook al doet hij dat soms wel zoals in Openb 20.” Ja en dan! Maar je gaat niet in op mijn argument. Waar komen die inwoners vandaan in dat letterlijke toekomstige 1.000 jarig rijk. Je moet dat vanuit het boek Openbaring dan weten te zeggen hier of daar dit hoofdstuk, dat vers: niet zo maar een slag in slaan! Openbaring 19 waar zet je dat dan? Bij mij is dat duidelijk, het hoofdstuk 19 is het slot van de Wederkomst. En 20
OPSTANDING ANTWOORD
7
spreekt over de periode van Pinksteren tot aan de Wederkomst. Hoeveel opstandingen heb je als Walvoord je niet naar de goesting is? Met mijn theologische inzicht moet ik dat niet na een periode zetten van 1.000 jaar. Die jaren is de Satan gebonden aan wat God hem heeft opgelegd. De zware problemen komen nog aan. Ik geef je nog eens mijn lijst meer van een belangrijke uitdrukking in dat boek. Beginnen we met een algemene opmerking aan het begin van Openbaring. Er bestaat een formule in de Bijbel en dat is “DIE OP DE AARDE WONEN.” Ze is totaal in strijd met wat de dispensatieleer ons wil zeggen. Het staat in 11 vindplaatsen in 9 verzen van de Bijbel. De tekst van Daniël is niet van dezelfde aard als deze uit Openbaring. Wat leren we in dat boek: dat er gelovigen zijn en de anderen “DIE OP DE AARDE WONEN.” Van een derde groep is er geen sprake: zodat we van geen opname van de GEMEENTE kunnen spreken voordat er een daadwerkelijke komst is van Jezus. Er is geen derde groep om rechtstreeks naar het Millennium te gaan na Openbaring 19! Die derde partij, die er niet is in de Apocalyps, compliceert alleen de uitleg en geeft een vertekening van de werkelijke strijd die in dat boek is beschreven: Jezus en Zijn gemeente en Satan en de mensen DIE OP DE AARDE WONEN. Je moet alleen lezen en weten dat hoewel ook de gemeente op de aarde woont ze er GEEN DEEL VAN IS, MAAR NU AL GODS RIJK IS OP AARDE. Dit is de lezing van het begrip in de HSV-vertaling: staat er 11 maal in 9 teksten (tweemaal in Opb.11:10 en Opb.11:14) Daniël 4:1: “Koning Nebukadnezar aan alle volken, natiën en talen die op de hele aarde wonen: Moge uw vrede toenemen.” Openbaring 3:10: “Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, die over heel de wereld komen zal, om hen die op de aarde wonen te verzoeken.” Openbaring 6:10: “En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen?” Openbaring 8:13: “En ik zag en hoorde één engel, die hoog aan de hemel vloog en met een luide stem riep: Wee, wee, wee hun die op de aarde wonen, vanwege de overige bazuinstoten van de drie engelen die nog op de bazuin zullen blazen.” Openbaring 11:10: “En zij die op de aarde wonen, zullen zich over hen verblijden, en zullen feest gaan vieren en elkaar geschenken sturen, omdat deze twee profeten hen die op de aarde wonen, zo gekweld hadden.” Openbaring 13:8: “En allen die op de aarde wonen, zullen het aanbidden, althans van wie de namen niet zijn geschreven in het boek des levens van het Lam Dat geslacht is, van de grondlegging van de wereld af.” Openbaring 13:14: “En het misleidt hen die op de aarde wonen door middel van de tekenen die het gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tegen hen die op de aarde
OPSTANDING ANTWOORD
8
wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest dat de wond van het zwaard had en weerlevend werd.” Openbaring 14:6: “En ik zag een andere engel, die hoog aan de hemel vloog. En hij had het eeuwige Evangelie, om dat te verkondigen aan hen die op de aarde wonen, en aan elke natie, stam, taal en volk.” Openbaring 17:8: “Het beest dat u gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit de afgrond en naar het verderf gaan. En zij die op de aarde wonen, van wie niet vanaf de grondlegging van de wereld de naam geschreven staat in het boek des levens, zullen zich verwonderen als zij het beest zien, dat was en niet is, hoewel het er toch is.” ^^^^ Je zegt: “Jij geeft hier 6 voorbeelden van Opstandingsgebeurtenissen die ik niet ontken, maar over deze 6 Opstandingen hebben wij het niet, overigens de verwijzing naar de twee getuigen, de Opstanding tijdens Christus sterven (earthquake), dit alles zijn kleine voor die mensen geweldige gebeurtenissen, maar daar hadden wij het niet over.” Ik geef nog eens mijn tabel over de opstandingen versie van de bedelingen.
OPSTANDING ANTWOORD
9
VOETNOOT 5: John F. Walvoord, Every Prophecy of the Bible (Colorado Springs, CO: Chariot Victor Publishing, 1990, 1999), 464, 275
Je moet alles goed lezen wat ik schrijf: wel opletten als ik iemand citeer zoals hier. Dat is van een grote voorvechter van de bedelingen Walvoord. Ik geloof bijna niets van wat de man schreef. Kijk nog eens naar mijn tekst bovenaan de tabel want daar gaat deze uitspraak vooraf: “Hoe vlot en zonder schaamte de leer van de bedelingen naar de eerste opstanding kijkt ziet u hier: ze zijn met zes groepen om deel te hebben aan de eerste opstanding. Zoals met de Wederkomst spitst in periodes, zo ook de opstanding!” Ik geloof dat er maar één opstanding op één moment in de toekomst is en dat allen zullen, opstaan uit de dood en er onmiddellijk een oordeel is: goed rechts en ongelovigen en slechteriken links. Zo eenvoudig is het in de Schrift. Jij zegt: “6 voorbeelden van Opstandingsgebeurtenissen die ik niet ontken.” Jammer, jammer: In bijlage krijg je wat van mij over de twee getuigen.
Dat wil voor mij nu wat zeggen: je bent een echte dispensationalist, van welke richting weet ik niet want er zijn voorzeker 5 grote groepen. Nog even wat ik je al een citeerde: Epheze 2:1a,6: “1 Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, … “6 en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus.” En ja dat “gelovig worden” is een opnieuw geboren worden, een geestelijk opstaan van de oude mens in een nieuw bekleed lichaam: gestuurd door God. Herlees eens wat ik zeg en kijk goed naar de drie teksten die het wedergeboren worden zien als een opstaan uit de dood. Het is het identificeren van wij, de Messias belijdende met wat Hij gedaan heeft. Daar kom ik voor niets, dan ja zeggen, tussen dat wat God aan mij doet. Denk ook eens aan de drie teksten van het Oude Testament die ik je gaf over een geestelijke opstanding. Zelf sta je waarschijnlijk toch achter Ezechiël 37 als een vervulling in deze dagen! Ik niet bijvoorbeeld dat is met Kores gebeurt. En terwijl dat ik mijn hoofd komt: vergeet niet dat de 490 jaren beginnen bij Kores: dus 537 oF 536 VOOR CHRISTUS. Géén verschuiving vande 70ste week naar ongeveer 2.000 jaar alter. ^^^^ Je zegt: “Hier ben ik het mee eens, alleen iets minder stellig dan Verhoeven doet. Wij praten nog met elkaar over een eerste opstanding en een tweede dood. In mijn vorige mail schreef ik dat in Openbaringen 20 de aanduiding tweede Opstanding niet gebruikt werd. Dat deed ik bewust, ik zei alleen, je zou het er wel uit kunnen halen. Reden is, dat die overige doden die nog niet levend werden tot na de duizend jaar expliciet in hun nog niet opgestaan, nog niet levend worden, worden genoemd. Dat doet johannes natuurlijk niet voor niets in Zijn Apocalyps.” Hier doe je hetzelfde, ik citeer Verhoeven en je denkt dat ik dat geloof: ik citeer hem alleen maar om aan te tonen hoe de dispensatieleer de opstanding in stukjes snijd en indeelt. (Ik zou me eigelijk moeten voornemen om géén citaten meer in te voegen van concurrenten van mij: de dispesationalisten, gezien het risico verkeerd begrepen te worden!) Wat niet kan en wat zeg ik wel: hier twee teksten. Kijk ook nog eens goed naar mijn tabel, daar staan er nog meer, dat komt van mij, uit het eigen brein en hoef er niets aan te wijzigen tenzij je zegt dat het fout is. Dus…
OPSTANDING ANTWOORD
10
Johannes 5:28: “28 Verwonder u daar niet over, want DE TIJD komt waarin allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen.”
DE TIJD = HET UUR = OP ÉÉN MOMENT IN DE TIJD = NIET MEERDERE MALEN HERHAALD. JE ZEGT ZELF AAN HET BEGIN DAT HET NIETS MET SPREIDING TE MAKEN HEEFT MAAR JIJ DOET HET IK NIET. VOOR MIJ IS ER GEEN SCHEIDING IN TIJD, HET IS OP HETZELFDE OGENBLIK. DIT ZIJN JE WOORDEN: “deze tekst zegt weinig over de spreiding van de Opstanding,” Als je nu eens zou aannnemen van wat Jezus erover zegt en Openbaring even laat liggen: wie denk je te moeten geloven. Mat.16:27: “Want de Zoon des mensen ZAL KOMEN IN DE HEERLIJKHEID van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.” Er zij geen teksten die spreken over lichamelijke opstandingen die niet met de Wederkomst zullen gebeuren. De geestelijke opstanding van de gelovigen is bij hun ontvangen van de Heilige Geest en kind Gods worden. In de tijd van de 12 apostelen op Pinksteren en ga zo maar door totdat Hij weerkomt voor alle Messias belijdende. Hun opname en geest van de bruiloft = Openbaring 19 gekoppeld aan 1 Tes.4. Dit spreekt niet over de lichamelijke opstanding van de doden. Maar over de geestelijke Openbaring 20:6: opstanding van de gelovigen die “ZALIG EN HEILIG IS HIJ “in Christus zijn” en met Hem uit DIE DEELHEEFT AAN DE het graf opgestaan. EERSTE OPSTANDING. Epheze 2:1a,6: “1 Ook u heef Over hen heeft de Hij met Hem levend gemaakt, … tweede dood geen “6 en heef ons met Hem macht, maar zij zullen opgewekt en met Hem in de priesters van God en van hemelse gewesten gezet in Christus zijn, en zij Christus Jezus.” zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.”
Openbaring 20:11,12 spreekt over de lichamelijke opstanding van allen: “11 En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was. 12 En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken.” Let goed op er zijn twee soorten boeken: hier is het laatste oordeel beschreven nadat de mensheid lichamelijk is opgewekt.
OPSTANDING ANTWOORD
11
Je zegt: “Tenslotte: jouw duiding van een geestelijke opstanding zonder een lichamelijke kom ik nergens tegen, wel een geestelijk gewekt zijn of met Christus geestelijk zijn Opgestaan, maar dat heeft weinig met een pneumatische lichamelijkheid te maken. Een geest heeft nu eenmaal gene lichaam, evenals de opgestane Christus, zijn vlees was doorgeestelijkt, d.w.z. door de dood hen ontdaan van de beperkingen van tijd en ruimte, amar wel met een lichaam.” Wat denk je van termen als theocratie en christocratie en zo veel meer. Ook niet Bijbels omdat ze er niet op die manier staan? Kort herhaald: als Jezus spreekt over wedergeboorte, sterven aan het oude lichaam is dat een foutieve uitleg dan, als ik zeg dat zo iemand door de Geest gestuurd is in zijn leven. Zeg jij dat soms ook niet? Kijk eens hoe dat beschreven staat: ik herhaal mezelf. Het is een geboorte Johannes 3:3 is een sleuteltekst: “3 Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.” De Bijbel heeft het over: opnieuw geboren worden (Johannes 3:3,7 / 1 Petrus 1:23), uit de Geest geboren worden (Johannes 3:5,6,8), uit God geboren zijn (Johannes 1:13 / 1 Johannes 2:29 / 3:9 / 4:7 / 5:1,4,18 ) en gebaard worden door het woord der waarheid (Jakobus 1:18). Kleine kinderen hebben onderwijs nodig: ook daar zorgt God voor. Joh. 6:45: “Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen door God onderwezen zijn. Ieder dan die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, komt tot Mij.”
Het is een scheppingsdaad van God 2 Corinthe 5:17: “17 Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.” DUS NIET MAAR EVENTJES MET DE MOP EN STOFZUIGER WAT OPGEPOETST! Galaten 6:15: “15 Want in Christus Jezus heeft niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar wel dat we een nieuwe schepping zijn.” Epheze 2:10,15: “10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. ... 15 heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgedaan, namelijk de wet van de geboden, die uit bepalingen bestond, opdat Hij die twee in Zichzelf tot één nieuwe mens zou scheppen en zo vrede zou maken.” In dit laatste is het niet slechts om de mens nieuwe te maken maar zelfs om de mensheid nieuw te maken. Jood en heiden zijn sinds de kruisdood: één in Christus.
OPSTANDING ANTWOORD
12
Het is een opstanding uit de dood: tot leven brengen God heeft ons tot leven gewekt. Voordat we tot leven gewekt werden, waren we dood door onze zonden. Epheze 2:1,4-6: “1 Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, …. 4 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, 5 ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – 6 en heef ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus.” En opgenomen zijn in de hemelse familie volgens Mat.12:50: “50 Want wie de wil van Mijn Vader doet, Die in de hemelen is, die is Mijn broeder en zuster en moeder.” Johannes 5:24: “24 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven.” Epheze 4:20 24: “20 Maar u hebt Christus zo niet leren kennen, 21 als u Hem tenminste gehoord hebt en door Hem bent onderwezen, zoals de waarheid in Jezus is, 22 namelijk dat u, wat betreft de vroegere levenswandel, de oude mens aflegt, die te gronde gaat door de misleidende begeerten, 23 en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken, 24 en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.”
Het is een besnijdenis van het hart Bij de besnijdenis wordt de voorhuid weggenomen, God heeft ons oude zondige hart weggenomen, eruit gesneden: dat was toen wij tot geloof kwamen. Colossenzen 2:11-13: “11 In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt, door het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, door de besnijdenis van Christus. 12 U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt, door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt. 13 En Hij heeft u, toen u dood was in de overtredingen en het onbesneden zijn van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt door u al uw overtredingen te vergeven” Paulus maakt komaf met de letterlijke besnijdenis, het is niet het belangrijkste meer. Romeinen 2:28,29: “28 Want niet híj is Jood die het in het openbaar is, en niet dát is besnijdenis die in het openbaar in het vlees plaatsvindt, 29 maar híj is Jood die het in het verborgene is, en dát is besnijdenis, die van het hart is, naar de geest, niet naar de letter. Zijn lof is niet uit mensen maar uit God.”
OPSTANDING ANTWOORD
13
Philippenzen 1:1 zegt dat die mensen die zo herboren zijn ook “heiligen” zijn. “1 Paulus en Timotheüs, dienstknechten van Jezus Christus, aan al de heiligen in Christus Jezus die in Filippi zijn, met de opzieners en diakenen.” Dit beeld was al bekend in het Oude Testament. Zie bijvoorbeeld Ezech.11:19: “19 Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit hun vlees wegdoen en hun een hart van vlees geven.” Wat God aan de joden beloofde geeft Hij ook aan bekeerde heidenen. Uitbreiding van de beloften aan Abraham op Gods eigen wijze. Halleluya! Alls Petrus zijn eerste preek geeft aan een heiden die door God is uitverkoren dat zegt de apostel dan: “43 Van Hem getuigen al de profeten dat ieder die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangen zal door Zijn Naam.” (Hand.10:43)
Het is het ontvangen van een nieuw hart. En ook Ezechiël 36:26,27: “26 Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. 27 Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt.” Gal. 5:6: “6 In Christus Jezus heeft namelijk niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar het geloof, dat door de liefde werkzaam is.” Col.3:11: “11 Daarbij is niet Griek en Jood van belang, besnedene en onbesnedene, barbaar en Scyth, slaaf en vrije, maar Christus is alles en in allen.” Jeremia 31:33,34: “33 Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. 34 Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken.” Jeremia 32:38-41: “38 Zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ík zal hun tot een God zijn. 39 Ik zal hun één hart en één weg geven om Mij te vrezen, alle dagen, hun ten goede, en hun kinderen na hen. 40 Ik zal een eeuwig verbond met hen sluiten, dat Ik Mij van achter hen niet zal afwenden, opdat Ik hun goeddoe. En Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, zodat zij niet van Mij afwijken.” ^^^^^^ Hoe dan zou ik dat geen geestelijke opstanding van mijn lichaam noemem dat ik nu heb. Herhaal het nog eens gedeeltelijk. Doe eens de moeite het te herlezen. Het is een opstanding uit de dood: tot leven brengen God heeft ons tot leven gewekt. Voordat we tot leven gewekt werden, waren we dood door onze zonden.
OPSTANDING ANTWOORD
14
Epheze 2:1,4-6: “1 Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, …. 4 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, 5 ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – 6 en heef ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus.” En opgenomen zijn in de hemelse familie volgens Mat.12:50: “50 Want wie de wil van Mijn Vader doet, Die in de hemelen is, die is Mijn broeder en zuster en moeder.” Johannes 5:24: “24 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven.” Epheze 4:20 24: “20 Maar u hebt Christus zo niet leren kennen, 21 als u Hem tenminste gehoord hebt en door Hem bent onderwezen, zoals de waarheid in Jezus is, 22 namelijk dat u, wat betreft de vroegere levenswandel, de oude mens aflegt, die te gronde gaat door de misleidende begeerten, 23 en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken, 24 en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.” Als je echt zoveel bezwaar hebt tegen mijn terminologie over de eerste opstanding en gezien wij als gelovigen uit ons oude leven ZIJN OPGESTAAN – als een dode die levend is geworden – hoe noem je het dan? Hier mag je me helpen mar ik ben zelfs niet de uitvinder van die term. Dit hoort er ook nog bij: wie geloofd heeft van Jezus al eeuwig leven ontvangen en daarom komen ze niet in de tweede dood: de tweede dood= gehenna. 24 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven. Joh. 3:18 Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God. Joh. 6:40 En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Joh. 6:47 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven. Joh. 8:51 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand Mijn woord in acht genomen heeft, zal hij beslist de dood niet zien tot in eeuwigheid. Luk. 23:43 En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn. De tweede dood = gehenna. Alleen in deze teksten, staat wat over de tweede dood.
OPSTANDING ANTWOORD
15
Openbaring 2:11: “11 Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal zeker geen schade toegebracht worden door de tweede dood.” Openbaring 20:6: “6 Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.” Openbaring 20:14: “En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood.” Openbaring 21:8: “8Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.” Dat begrip “tweede dood” heeft een andere naam ook met dezelfde inhoud van straf: Gehenna. Het is een plaats door God voorbereid voor afvallige engelen en goddeloze mensen. Die plaats krijgt zijn “onderdanen” slechts na de opstanding uit de doden, bij het laatste oordeel. Wellicht is gehenna als plaats door God nu reeds toegemeten en afgebakend. Mat.25:41 spreekt namelijk over een vuur dat “bereid is.” En gezien er slechts 12 teksten hierover zijn in het NT is het goed er inhoudelijk iets over te zeggen (door ons ingekleurd). 1°) Mat.5:22: “22 Maar Ik zeg u: Al wie ten onrechte boos is op zijn broeder, zal schuldig bevonden worden door de rechtbank. En al wie tegen zijn broeder zegt: Raka! zal schuldig bevonden worden door de Raad; maar al wie zegt: Dwaas! die zal schuldig bevonden worden tot het helse vuur.” Wie zo loslippig is over zijn broeders is het Koninkrijk Gods niet waardig. God zal hen veroordelen (Deut.1:17). 2°) en 3°) Mat.5:29,30: “29 Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt. 30 En als uw rechterhand u doet struikelen, hak hem af en werp hem van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt.” Wie zijn seksuele lusten in dit leven aan banden legt zal de gehenna ontwijken. “Gij zult niet echtbreken” is in Gods ogen een even zware overtreding als “Gij zult niet doden” (zie Ex.20:1-17). 4°) Mat.10:28: “28 En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel.” God beslist over het uiteindelijke lot van alle mensen. Vrees dus de mens niet maar God. Nu, voordat de vuren in gehenna branden. 5°) Mat.18:9: “9 Als uw oog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u. Het is beter voor u met één oog tot het leven in te gaan, dan met twee ogen in het helse vuur geworpen te worden” We moeten onze zonden beteugelen voordat er geen andere weg open is dan gehenna. 6°) Mat.23:15: “Wee u, schrifgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u reist zee en land af om één proseliet te maken, en als hij het geworden is, maakt u hem een kind van de hel, dubbel zo erg als u.” De Joodse Schriftgeleerden maken bekeerlingen maar deze worden daardoor kinderen van gehenna. Ze zijn huichelaars die anderen tot hetzelfde aanzetten.
OPSTANDING ANTWOORD
16
7°) Mat.23:33: “Slangen, adderengebroed, hoe zou u aan de veroordeling tot de hel ontkomen?” Het vonnis over Joodse Schriftgeleerden. Ze verwerpen Gods profeten (vb. Mat. 3:7) en zo ook God zelf. Dus de zwaarste der straffen voor hen. 8°) tot 10°) Marc.9:43,45,47: “43 En als uw hand u doet struikelen, hak hem dan af; het is beter voor u verminkt het leven in te gaan dan met twee handen heen te gaan in de hel, in het onuitblusbare vuur, (...) 45 En als uw voet u doet struikelen, hak hem dan af; het is beter voor u kreupel het leven in te gaan dan met twee voeten geworpen te worden in de hel, in het onuitblusbare vuur, (...) 47 En als uw oog u doet struikelen, werp het dan uit; het is beter voor u met één oog het Koninkrijk van God in te gaan dan met twee ogen in het helse vuur geworpen te worden.“ Men kiest beter drastisch voor het Koninkrijk Gods in dit leven, dan met zijn lusten (zijn worm) in gehenna geworpen te worden, daar heerst een vuur dat niet uitgeblust wordt (vergelijk Jes.66:24). 11°) Luc.12:5: “5 Maar Ik zal u laten zien voor Wie u bevreesd moet zijn: Wees bevreesd voor Hem Die, nadat Hij gedood heef, ook macht heef in de hel te werpen. Ja, Ik zeg u, wees bevreesd voor Hem!” We moeten God vrezen. Hij heeft de macht over gehenna, niet de satan of de demonen: dat is bijgeloof. 12°) Jac.3:6: “Ook de tong is een vuur, een wereld van ongerechtigheid. Zo staat het met de tong onder onze lichaamsdelen. Ze besmet het hele lichaam, en zet onze levensloop vanaf het begin in vlam, en ze wordt zelf door de hel in vlam gezet.” Zelfde verklaring als Mat.5:22. Deze teksten tonen de ernst aan van zonde. Na de 1.000 jarige regering (hoe we dit uitleggen doet er momenteel niet toe) na de opstanding en na het oordeel zijn er mensen die “binnen” en mensen die “buiten” Gods aanschijn leven (Opb.22:14,15). Buiten de nieuwe hemel en de nieuwe aarde daar is de gehenna. Het is de plaats van “buitenste duisternis” (Mat.8:12 / 25:30). Niemand gaat naar gehenna voordat de opstanding van allen die in de graven zijn achter de rug is. Elk graf wordt individueel geopend (bij manier van spreken) en iedereen apart geoordeeld (Joh.5:28,29). En bij Zijn wederkomst zal de Heer “straf” uitoefenen over allen die het evangelie ongehoorzaam zijn of niet kennen (2 Thes.1:7,8). Het zal een “maar slechts een verschrikkelijke verwachting van oordeel en verzengend vuur, dat de tegenstanders zal verslinden.” zijn (Heb.10:27). En bij dat alles moeten we beamen dat “hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen!” (Rom.11:33). Er zijn ook bepaalde gradaties in de gehennastraf maar hoe we dat moeten vertalen in woorden of beelden weet niemand. Zie o.a. Mat.11:20-24 / Rom.2:12-16 / Heb.10:29. De beschrijvingen van Dante zijn in dit verband zeer fantasierijk en slechts varianten op Griekse legenden. Belangrijk is dit: ongelovigen zijn reeds geoordeeld, zelfs voordat het laatste oordeel is ingetreden (Joh.3:19-21 / 5:24,25). Zo ook zijn de gelovigen als geschreven in het boek van het leven: Openbaring 20:12: “12 En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken.”
OPSTANDING ANTWOORD
17
Openbaring 21:27: “27 Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.”
Over de twee getuigen: wie zijn ze en wanneer werkzaam
Dit is de afbeelding bij THE TWO WITNESSES (Part 18) By Don Walton De twee getuigen op http://blogandmayblog.com/?m=201105 Twee mannen werkzaam in Jeruzalem: de leer van de bedelingen hierover. Wij geloven dat niet!
Opb.11:3: “En Ik zal mijn twee getuigen lastgeven om, met een zak bekleed, te profeteren, twaalfhonderd zestig dagen lang.” Men mag niet zoals sommigen doen vers 1 en 2 loskoppelen van wat er volgt in dit hoofdstuk. Want we hebben in deze zaken te maken met dezelfde gemeente, alleen beschreven in een ander beeld. De gemeente staat hier afgebeeld als in een zak gekleed omdat het een teken is van rouw volgens Joël 1:13 / Jona 3:5,6 / Mat.11:21. Rouw omdat zo weinigen geloof uiten in de unieke boodschap van redding die aan de mensen gegeven is. Ze prediken dag aan dag en verwachten, menselijk gesproken, wellicht méér resultaat.
OPSTANDING ANTWOORD
18
Een eerste vraag hierover is: wie zijn de twee getuigen? Sommigen hebben uit verzen 5,6 afgeleid dat hier over Elia en Mozes sprake is. Een zekere uitleg zegt dat deze twee profeten niet gestorven zijn en vóór de komst van Christus op aarde terugkomen om te profeteren. Als die leer juist is dan is Christus een leugenaar wanneer hij tot Nicodemus zegt: “geen mens is opgevaren naar de hemel” Joh.3:13. En verder zegt Paulus toch ook dat al de profeten uit de oudheid gestorven zijn zonder de belofte ontvangen te hebben (Heb.11:39). Dit zijn enkele redenen waarom die uitleg verkeerd is. Zie ook Deut.34:5,6. Een andere zegt dat die getuigen het Oude en Nieuwe Testament zouden voorstellen. Dat zeggen o.a. de Adventisten van de zevende dag. Maar dat is verkeerd want de handelingen die aan de profeten toegeschreven worden in de volgende verzen spreken duidelijk van personen. Zo is het woord “prophetuo” (profeten) altijd gebruikt voor personen, terwijl het meer dan honderd maal gebruikt is. Het is moeilijk om zich de Bijbel voor te stellen als gekleed in zakken. Wanneer we het “symbolische” ver genoeg doorvoeren is dit echter wel mogelijk. De enige degelijke uitleg is dat de twee profeten symbolisch gezien de gemeente van de eindtijd voorstellen. Symbolisch als profeet omdat hun werk en functie daarop gericht is. De nadruk van het getal “twee” heeft dan te betekenen dat die getuigen een volledig (volkomen) getuigenis afleggen ten opzichte van de wereld. Want de goddelijke regel is dat twee of drie getuigen iets volledig bevestigen (Deut.17:6,15,19 / Joh.5:31). En de Heer zond zijn discipelen uit twee per twee (Luc.10:1). Hoe moeten we de 1260 dagen rekenen? Vanuit Opb.12:6 moet blijkbaar het begin gerekend worden. En Opb.11:11 en 15 die respectievelijk de opstanding van de doden en het oordeel beschrijven zullen het einde ervan aangeven. Dat wil zeggen dat de 1260 dagen symbolisch te tijd voorstellen tussen de tijd van Pinksteren (de geboorte van de gemeente Gods) en de Wederkomst van de Heer om te oordelen over de levenden en de doden. Enkele commentatoren zoeken een verband tussen de 3 ½ jaar droogte in de tijd van Elia. Hij is een beeld is van het ware profeet zijn (Luc.4:25 / Jac.5:17). ZIJN DE TWEE GETUIGEN LETTERLIJK TWEE PERSONEN OF WAT ANDERS? Wanneer we de vele uitleggers van het boek Openbaring erop nazien zal het duidelijk zijn dat letterlijke beelden en symbolische niet zo eenvoudig te onderscheiden zijn. Want het criterium voor wat een letterlijke zin heeft en wat niet, is gewoon niet eenvoudig. Maar het wil niet zeggen: laten we alles maar letterlijk uitleggen, dan schep je meestal andere ernstiger problemen. Want een lam met zeven ogen en hoorns is zo bizar dat het dus een symbool is. De twee getuigen letterlijk uitleggen is niet zo bizar. Maar het kan figuurlijk en dat is uiteindelijk Bijbelser. De betekenis is dat een getuigenis maar waarde heeft als er minstens twee getuigen zijn voor een zaak. G. K. Beale geeft een aantal gegronde redenen waarom de twee getuigen als een symbool worden gebruikt van het nieuwe verbond. Dit zijn die argumenten: uit G. K. Beale, ‘The Book of Revelation’, Eerdmans, 1999, blz.574,575.
OPSTANDING ANTWOORD
19
1. In Openbaring 11:4 is over de getuigen gezegd dat ze als “twee kandelaren” zijn en in Openbaring 1:20 worden kandelaren gebruikt als een symbool voor de zeven kerken. Die zeven zijn dan representatief voor het gehele godsvolk. Dat er twee kandelaren zijn in Openbaring 11, in tegenstelling tot de zeven dan, wijst er op dat er minimaal twee personen nodig zijn voor een juridisch getuigenis (Deuteronomium 19:15). Het kan ook als een verwijzing gezien worden van de Joodse en heidense personen waaruit de gemeente van Christus bestaat (Eph.2:14-16). 2. Van het beest wordt gezegd dat het door oorlog te voeren de twee getuigen wil overwinnen (vers 7) en dit is ook wat er gezegd is in Daniël 7 van de kleine hoorn die de gemeenschap van de heiligen vervolgd (Dan.7:21). 3. Van de 2 getuigen staat er dat ze profeteren voor 1260 dagen, dat is dezelfde lengte van tijd van de gemeenschap van het nieuwe verbond. Het nieuwe verbond is onze “moeder” zegt Paulus in Gal.4:24-26 en haar kinderen zitten in de wildernis (Openbaring 12:6,17). 4. Over de twee getuigen wordt gezegd dat ZE “getuigenis” geven (Openbaring 11:7) maar op andere plaatsen in Openbaring is het de gemeenschap van de gelovigen die dat “getuigenis” van Jezus geef (Openbaring 6:9 / 12:11,17 / 19:10 / 20:4). 5. Tot slot, de twee getuigen zijn een profetische symbolische tweeling: dat is, de bevoegdheden van Mozes en Elia zijn hen toegeschreven op een gelijke wijze en als getuigen zijn ze niet verdeeld. Het is de ene boodschap van Christus. We nemen bewust dit gedeelte als voorbeeld omdat in de dispensatieleer de twee getuigen echt twee mannen moeten zijn. We gaan er dus nog wat dieper op in. Het is relatief gemakkelijk om een bepaald beeld in het boek Openbaring te erkennen als een symbool. Wanneer het gaat om iets dat buiten het gewone valt, mag je zeker denken met een symbool te maken hebben. Het beest met zeven koppen en tien horens, of de hoer die op het beest rijdt, of het Lam met zeven horens en zeven ogen zijn daar voorbeelden van . Als een symbool echter niet buitengewoon is, zoals met de twee getuigen, moet het symbolische karakter niet zomaar uitgesloten worden. (Zie hierboven.) Want op zoek gaan naar twee letterlijke fysieke mensen, die ook twee getuigen zijn, zou een grote vergissing kunnen zijn evenals naar een letterlijke, een echte, hoer op zoek gaan. We vertalen daarom nog wat over deze twee getuigen dat zondermeer in onze lijn ligt. Ross A. Taylor heeft op http://www.apocalipsis.org/ waarschijnlijk het beste gratis commentaar op het Internet van het boek Openbaring. We nemen uit dat commentaar de belangrijkste argumenten waarom de twee getuigen niet echt twee personen zijn. Dat is hun eigen samenvatting, lees dus zelf het ganse gedeelte. “De twee getuigen vertegenwoordigen de getuigende kerk in plaats van twee personen: 1. De kerk kreeg de kracht (power= bevoegdheid) om te getuigen op Pinksteren, zie vers 3: “En Ik zal mijn twee getuigen lastgeven om, met een zak bekleed, te profeteren, twaalfhonderd zestig dagen lang.” Vergelijk dat met Handelingen 1:8 en 2:18. 2. Twee is het getal om iets te bevestigen, om een getuigenis vast te stellen (Deut.17:6 / Johannes 8:17 / 2 Cor.13:1), bijvoorbeeld onze Heer zond zijn discipelen uit per tweeën, Marcus 6:7.
OPSTANDING ANTWOORD
20
3. Ze worden beschreven als “Dit zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaren, die voor het aangezicht van de Here der aarde staan” 11:4. We hebben al gezien dat de kerk wordt gesymboliseerd door kandelaren in 1:20. De olijfbomen symboliseren de kracht van de Heilige Geest, dat de getuigen hadden ontvangen (Handelingen 1:5, 1:8, 2:17). 4. Zij profeteren dezelfde periode (1260 dagen) als de gelovigen, de tempel van God en de heilige stad die wordt vertrapt door de heidenen (42 maanden). Deze drie benamingen zijn een indicatie van de kerk. 5. Ze stijgen op uit de dood en ze worden opgenomen zoals de kerk (11:11,12). 6. 11:7 geeft aan dat: “En wanneer zij hun getuigenis zullen voleindigd hebben, zal het beest, dat uit de afgrond opkomt, hun de oorlog aandoen en het zal hen overwinnen en hen doden.” D.w.z. het verhaal van de twee getuigen is aan deze teksten parallel: de waarschuwing in 13:7 over het beest “En hem werd gegeven om tegen de heiligen oorlog te voeren en hen te overwinnen; en hem werd macht gegeven over elke stam en natie en taal en volk”, zie ook de waarschuwing in 13:10 “Hier blijkt de volharding en het geloof der heiligen.” Als die twee gebeurtenissen inderdaad evenwijdig verlopen zijn de twee getuigen zondermeer de heiligen.” Nu het contrast! Dit is de letterlijke uitleg van een dispensationalist daarover: “Het is zeer aannemelijk, dat wanneer Jezus’ Koning-zijn werkelijk nabij is, deze twee grote getuigen van God uit het O.T., Mozes en Elia opnieuw zullen optreden met een machtig getuigenis van God en Zijn gerechtigheid. Dat ze terugkeren van de hemel naar de aarde en weer een sterfelijk lichaam hebben, behoeft geen bezwaar te zijn.” Uit ‘Ontdekking van de Toekomst naar aanleiding van de profetieën van de Here Jezus Christus In Het Boek Openbaring’ door Dr. Theo J.W. Kunst. Deze man maakt rare theologische sprongen. Laten we eens onszelf citeren en een antwoord geven uit onze: ‘BIJBELSE AANTEKENINGEN over LEVEN DOOD en OPSTANDING’ uit 1999. “De vraag is: naar welke van de drie soorten hemelen is Elia opgevaren? In het ‘Bijbels Woordenboek’, Romen & Zonen, editie. A. van den Born, 1966-1969, kol.358 staat de volgende opmerking: “In 2 Kr.21:12-15 wordt nog een brief genoemd, door de reeds overleden Elia naar koning Joram van Juda gezonden” (wij onderlijnen). Dit is een typisch beeld van hoe deze Bijbeltekst wordt geïnterpreteerd. Men zegt er het hoogst minimale over en gaat ervan uit dat Elia al overleden is. Maar dat zegt de tekst zelf niet. Lezen we eerst die tekst: “Toen kwam er een schrijven tot hem van de profeet Elia, dat luidde: Zo zegt de HERE, de God van uw vader David; omdat gij niet gewandeld hebt in de wegen van uw vader Josafat en van Asa, de koning van Juda, maar gewandeld hebt in de wegen van de koningen van Israël, en Juda en de bewoners van Jerusalem tot afgoderij hebt gebracht naar het voorbeeld van het huis Achabs, ja, omdat gij ook uw broeders, het gezin van uw vader, hebt gedood, terwijl zij beter waren dan gij - zie, de HERE zal uw volk, uw zonen, uw vrouwen, en al uw have zeer zwaar treffen; en gij zelf
OPSTANDING ANTWOORD
21
zult aan een ernstige ziekte lijden, een ingewandsziekte, totdat na verloop van tijd uw ingewanden ten gevolge van de ziekte naar buiten komen” (wij onderlijnen). Straffe taal zoals we het gewoon zijn van Elia. Hij is niet dood. Dus niet opgenomen in de hemel waar God woont om er met Hem te zijn in (verheerlijkt) vlees en bloed. Maar hij is bij het afscheid met Elisa en de andere profeten opgenomen in de lucht, de eerste hemel uit ons lijstje. God heeft de oude Elia gewoon uit het circuit genomen van de toenmalige profeten. Zijn opvolger Elisa heeft de leiding overgenomen. Iets dat enig licht werpt op wat er geschied is met Elia vinden we in het verhaal van de wijze waarop Philippus, de vader van de vier evangelistendochters, van de kamerling afscheid neemt in Hand.8. We citeren de laatste verzen: “En toen zij uit het water gekomen waren, nam de Geest des Heren Philippus weg en de kamerling zag hem niet meer, want hij ging zijn weg met blijdschap. Maar Philippus bleek te Asdod te zijn; en hij trok rond om het evangelie te prediken aan alle steden totdat hij te Cesaréa kwam.” Philippus was daarna niet dood maar gewoon ergens anders.” Dit moeten we blijven in gedachten houden over de drie hemelen: “De opvatting van het volk Israël was dat er drie soorten hemelen waren (2 Cor.12:2). Dat zijn: 1° de hemel van de vogels, de regen en de hagel: Gen.1:8,20 / Joz.10:11 / 1 Kon.18:45 / Jes.55:10. 2° de hemel van de sterren, waarvan God al de namen kent (Gen.1:17 / 22:17 / Ps.147:4 / Jes.40:26). 3° de hemel van God Mat.6:9 / 2 Cor.12:2.” De conclusie is dan: dat Elia weggenomen is door God, uit het zicht van mensen, maar hij is niet naar “de hemel der hemelen” opgevaren zoals men in de dispensatiekringen leert. Maar zegt onze dispensationalist bij die tekst: Elia moet toch nog terugkeren! We citeren nog eens van Dr. Theo J.W. Kunst. Dit is zijn vraag: “Wie is de getuige, die op Elia lijkt? Wat Elia betreft, rijst de vraag of deze al is teruggekomen. Elia moet terugkomen voor de dag des Heren, schrijft Maleachi (Mal. 4:1, 5, 6). Maar Johannes de Doper wordt door de Here Jezus aangewezen als Elia (Matth. 11:13, 14). De dag des Heren is echter toen niet aangebroken! Dus kan Johannes de Doper niet “de” Elia van de eindtijd zijn! De aanwijzing van Johannes door de Here Jezus betekent dan ook niet, dat Johannes Elia was, maar dat hij door God beschouwd zou zijn als vervuller van de Maleachi-profetie indien de joden zijn bediening hadden aanvaard en zich hadden bekeerd (vgl. ook Luc. 1:15-17). Kennelijk moeten we de definitieve vervulling van de Eliaprofetie in de eindtijd verwachten (vgl. Mal. 4:5). Daar wordt hij de profeet Elia genoemd! En in dezelfde context (zie Mal. 4:4) wordt ook Mozes genoemd.” (Wij onderlijnen.) Dit is ons antwoord daarop. Theo Kunst en andere dispensationalisten zeggen dat Elia volgens de profetie terugkeert voordat de Messias een tweede maal verschijnt. Dit is volgens hem voorzegt in Mal.4:5. Maar men mag dit niet letterlijk lezen. In het NT wordt duidelijk dat Johannes de Doper de vervuller is, in geestelijke zin, van de komst van Elia. Vergelijk van enkele teksten maakt dat duidelijk: zie Luc.1:17 / Joh.1:21,25 / Mat.11:14 / 17:10-13 en het apocriefe Sirach 48:10-12. Ook Opb.11:6 mag niet als een letterlijke komst van Elia uitgelegd worden. Zodat de woorden van de Heer in Joh.3:13 nog steeds getrouw en waarachtig zijn. Daar lezen we: “En
OPSTANDING ANTWOORD
22
niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen.” Dus is ook Elia niet levend opgevaren! Elia wacht zoals alle andere gelovigen uit de oudheid op zijn opstanding uit de doden! Als Jezus zegt dat: “niemand is opgevaren naar de hemel” dan is dat ook van toepassing op Mozes, die ook nog met de verwachting van een opstandinglichaam in het dodenrijk ligt. Ja, maar, zegt Theo Kunst: “En ook waren deze twee gelovigen van het O.T. bij Christus op de berg der verheerlijking (Luc. 9:32-33).” Er bestaat jammer voor hem, een parallelle tekst in het evangelie van Mattheus. Die geeft in de woorden van Jezus, deze raad aan de discipelen die dat fenomeen gezien hadden: “9 Terwijl ze van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: ‘Vertel niemand van dit visioen voordat de Mensenzoon uit de doden is opgewekt.’ 10 De leerlingen stelden Hem de vraag: ‘Waarom zeggen de schriftgeleerden eigenlijk dat Elia eerst moet komen?’ 11 Hij antwoordde: ‘ Elia komt en zal alles herstellen. 12 Maar Ik zeg jullie: Elia is al gekomen, en ze hebben hem niet herkend; ze hebben met hem gedaan wat ze wilden. Zo zal ook de Mensenzoon door hun toedoen moeten lijden.’ 13 Toen begrepen de leerlingen dat Hij hun sprak over Johannes de Doper.” – Mattheus 17 Willibrord (Wij onderlijnen.) Wat de apostelen gezien hebben is volgens Jezus een VISIOEN zodat ze de twee oude profeten maar gezien hebben in hun geest en niet letterlijk. We hebben nog een opmerking over Mozes. We weten met zekerheid dat hij stierf in Moab zodat de uitleg van Kunst en allen die deze gedachte koesteren, verkeerd met de Schrift bezig zijn. Deuteronomium 34:5-7 Willibrord: “5 Daar in Moab STIERF Mozes, de dienaar van de HEER, zoals deze dat gezegd had. 6 Hij werd begraven in het dal bij Bet-Peor in Moab; tot vandaag toe weet niemand waar zijn graf ligt. 7 Mozes was honderdtwintig jaar toen hij STIERF; zijn ogen waren niet verzwakt en zijn krachten niet afgenomen.” Zeg eens “Amen”, mensen van de dispensatieleer, wanneer Jezus aan het woord is! Niemand is opgevaren naar de hemel, voordat Jezus naar de aarde kwam! Franklin ter Horst, ook een dispensationalist, heeft hier een andere uitleg, de twee getuigen zijn volgens hem Elia en Henoch. Hij schreef er een artikel over op http://www.franklinterhorst.nl: ‘De twee ‘getuigen’ en zegt met veel overtuiging in zijn inleiding: “Sommige Bijbeluitleggers zijn van mening dat het optreden van de twee getuigen slechts symbolisch gezien moet worden. Maar dat is een misvatting, want het ondermijnt niet alleen de waarheid van Gods Woord, maar het maakt tevens het hele boek Openbaring tot een twijfelachtig document.” (laatste bewerking 3 februari 2008.) De stelligheid van zijn uitspraak doet er niets van af: Elia stierf, nadat God hem van de scène met Elisa had weggenomen, op een later tijdstip. De reden is dat hij nog een brief schrijft aan koning Joram van Juda na zijn “wegname.” Van Henoch kunnen we nog wat extra zeggen. Is er iemand naar de hemel opgenomen vóór de tijd van Jezus? Moet iedereen sterven? Is Henoch gestorven? Henoch is vier keer genoemd in de Bijbel: Genesis 5:18-24 / Lucas 3:37 / Hebreeën 11:5 / Judas 4. De relevante feiten zijn deze: van zijn voorouders is hij de 7 de van Adam. Dat hij “wandelde met God,” dat “God hem opnam” op de leeftijd van 365 en dat “God hem verwijderd heeft.” Maar voordat men zich bezeerd aan grove schendingen van exegese, is het nodig op twee verzen te wijzen uit het boek Hebreeën.
OPSTANDING ANTWOORD
23
Hebreeën 11:13: “In (dat) geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde.” Allen die ervoor zijn genoemd, ook Henoch, zijn volgens Paulus GESTORVEN. Hebreeën 11:39,40: “Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, 40 daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen.” Al dezen die genoemd zijn in deze lange lijst hebben wat hen als getuigenis beloofd was: NIET ONTVANGEN, dus ook Henoch niet. Hij is nu niet in de hemel bij God in het lichaam dat hij op aarde had. Dit lezen we in Genesis 5:21-23: “21 Toen Henoch vijfenzestig jaar geleefd had, verwekte hij Metuselach. 22 En Henoch wandelde met God, nadat hij Metuselach verwekt had, driehonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren. 23 Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijfenzestig jaar. 24 En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God had hem opgenomen.” Er bestaan Joodse legenden dat Henoch niet stierf maar dat is niet de manier op dit te benaderen. Ellen G. White, stichtster van de Zevende dag Adventisten heeft naar andere planeten “gereisd” in haar visioenen en is ook Henoch tegengekomen. - (EGW: ‘The Early Years’ Vol.1, blz.114,157). Dat brengt ons niet dichter bij de waarheid. Is het mogelijk nog levend te zijn en toch ook niet dood, want er staat in de teksten van Henoch NIET dat HIJ STIERF? Als u dat erin gelezen leeft dan moet u het opnieuw lezen! Dit doet me denken aan een vers: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven.” (Johannes 5:24). Een discipel van Jezus is al overgegaan van het aardse naar het leven met God. Dit verwijst naar dat grote feit van de positie van de christen zoals Paulus het zegt: “Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde” (Col.1:13). Nu al, is het een voorrecht van de christen om te leven in de kracht van het eeuwig leven, hij is wat de aarde betreft “een zekere dood gestorven.” We doen er goed aan daarop te wijzen, naar dit concrete geval van Henoch. We mogen daar wat uit concluderen: dat dit op hem/hen, dus de gelovigen uit het OT, niet van toepassing was. Uit ervaring met de grondslag van het NT weten we dat, die inschakeling van het aardse leven naar een koninkrijksleven toen nog niet gepredikt was. Herlees dus nog eens Hebreeën 11:39,40. Een gebeuren als Epheze 3:17 was niet weggelegd voor die gelovigen: “opdat Christus door het geloof in uw harten woning make. Geworteld en gegrond in de liefde.” Die Christus kenden ze nog niet en hun hoop was een lang en gelukkig leven met enkele kinderen om de generatie verder te zetten. Het verhaal van Henoch is anders dan dat van u of mij. Het heeft geen zin daartegenin te gaan want 1 Corinthiërs 15:50-53 is duidelijk: “50 Dit spreek ik evenwel uit, broeders: VLEES EN BLOED kunnen het Koninkrijk Gods NIET beërven en het vergankelijke beërft de onvergankelijkheid niet. 51 Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. 53 Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen.” We zullen alleen naar de hemel kunnen gaan als ons lichaam dat we
OPSTANDING ANTWOORD
24
hebben, gewijzigd zal worden. Als het in een geestelijk verheerlijkt lichaam zal zijn veranderd. Dat had Henoch niet, hij kan dus niet in de hemel zijn voordat wat Paulus schrijft, in vervulling gaat. We zullen moeten wachten en Henoch ook, tot Jezus terugkeert naar de aarde om met onze zielen (= geest) te worden herenigd in een verheerlijkt herrezen lichaam (1 Thessalonicenzen 4:14-18). Net als de rechtvaardige doden in ziel en lichaam herenigd worden voor de definitieve uitspraak, zullen de zondaars dit krijgen, maar dan een lichaam dat de 2 de dood ontvangt: hun definitieve straf in de hel (Openbaring 2:11 / 20:6,14,15 / 21:8). Twee teksten die daar een uitzondering op zijn: 1° Leert Job 4:17 niet dat het lichaam sterfelijk is: “Zou een sterveling rechtvaardig zijn tegenover God, of een man rein tegenover zijn Maker?” Onze lichamen gaan in verval en keren terug naar het stof van de aarde. Onze lichamen zijn sterfelijk, Henoch zal géén uitzondering zijn. 2° 1 Timotheüs 6:15,16: “15 welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, 16 die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan. Hem zij eer en eeuwige kracht! Amen.” Dat is de situatie in de dagen van Paulus, mensen en ook Henoch hebben Hem nog nooit gezien in die toestand. Niemand kan God letterlijk zien met menselijke ogen. Vanuit een ander standpunt ook nog dit. Ezechiël 18:4 zegt: “Zie, alle zielen zijn van Mij, zowel de ziel van de vader als die van de zoon zijn van Mij; de ziel die zondigt, die zal sterven.” Dit verwijst eigenlijk naar de gehele persoon. Het woord “ziel” kan gewoonlijk het materiële deel van de mens betekenen of synoniem zijn van: de mens. Merk op dat de heiligen van het Oude Verbond geen duidelijke visie hebben op de onsterfelijkheid van de ziel = mens. Dat zal moeten wachten tot de komst van Christus. Paulus verwoordt dat als volgt: “doch die NU GEOPENBAARD is DOOR DE VERSCHIJNING VAN ONZE HEILAND, Christus Jezus, die de dood van zijn kracht heeft beroofd en onvergankelijk leven aan het licht gebracht heeft door het evangelie.” (2 Timotheüs 1:10). Kijken we nu eens naar: “want God had hem opgenomen” (Genesis 5:24 en Hebreeën 11:5). Het woord “opgenomen” vertaald uit het Grieks in het boek Hebreeën, is μετατιθημι dat is in Strong’s Concordance het nummer 3346. Het betekent: “overbrengen, wijzigen, perverteren (*) Van “meta”en“tithemi”, overdragen, dat wil zeggen (letterlijk) transporteren, (impliciet) uitwisselen, (reflexief) van plaats veranderen, of (figuurlijk) perverteren = overdragen, wijzigen, verwijderen, vertalen, omturnen.” (* figuurlijk = aantasten, onze opmerking) We vinden het begrip 6 maal in het NT waarvan tweemaal in Heb.11:5 en dit zijn ze. Handelingen 7:16: “en zij werden overgebracht (Grieks = metatithēmi) naar Sichem en bijgezet in het graf, dat Abraham voor een som gelds van de zonen van Hemor te Sichem gekocht had.” Galaten 1:6: “Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk van degene, die u door de genade van Christus geroepen heeft, laat afbrengen (Grieks = metatithēmi) tot een ander evangelie.”
OPSTANDING ANTWOORD
25
Hebreeën 7:12: “Want uit een verandering (Grieks = metatithēmi) van priesterschap volgt noodzakelijk ook een verandering van wet.” Hebreeën 11:5: “Door het geloof is Henoch weggenomen (Grieks = metatithēmi) zodat hij de dood niet zag, en hij werd niet meer gevonden, want God had hem weggenomen (Grieks = metatithēmi). Want vóórdat hij werd weggenomen, is van hem getuigd, dat hij Gode welgevallig was geweest.” Judas 1:4: “Want er zijn zekere mensen binnengeslopen – reeds lang tevoren tot dit oordeel opgeschreven – goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen (Grieks = metatithēmi) en onze enige Heerser en Here, Jezus Christus, verloochenen.” Men zou dan ook kunnen vertalen: “Henoch veranderde (van plaats)” zoals dat later met Philippus ook zou zijn in Handelingen 8:39,40. De eerste dood zullen alle mensen ooit ondergaan (Hebreeën 9:27). De dood kan menselijkerwijs niet worden omzeild. Sterven is onontkoombaar. Ook Henoch is gestorven, zoals we al hebben bewezen. Heeft Jezus ooit gesproken van iemand die aan de dood kon ontsnappen? Ja, zeker! In Johannes 8:51 zei Hij: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, indien iemand mijn woord bewaard heeft, hij zal de dood in eeuwigheid niet aanschouwen.” En weer in Johannes 11:26 in andere woorden: “en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; gelooft gij dat?” Dat was echter een boodschap die Henoch niet kende en zelfs een koning David niet kende. Dus op basis van wat allen uit het OT wisten, over uiteindelijke bevrijding van dood, op die basis konden ze niet bouwen. Wij wel, daarom moeten we de zaken van het OT niet zomaar overhevelen naar het NT als er geen reden toe is of als we er geen tegenstrijdigheid aan toevoegen. Dus dit is waar en waarachtig wat we lezen in Johannes 3:13: “En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen.” Ook Handelingen 2:34 geeft daar de onderbouw aan: “Want David is niet opgevaren naar de hemelen, maar hij zegt zelf: De Here heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan mijn rechterhand.” In Romeinen 6:6 vertelt Paulus ons: “dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn.” In plaats van Adam gaf God de mensheid een bestaan in Christus. Henoch kende dat nog niet en ook Elia niet, dus hebben ze de ervaring van de dood werkelijk ondergaan. Dus als Henoch aan de dood zou zijn ontsnapt, dan moest het op basis van BEPAALDE VOORWAARDEN. Die waren er nog niet in zijn tijd. Hij kon niet ontsnappen aan zijn eigen toekomst: dood en sterven. Paulus zegt niet dat elke gelovige zal zijn als Henoch en de dood niet zal zien. De apostel van de heidenen zegt dat allen sterven. Wat zei hij ook al weer in Hebreeën 11:13? “In (dat) geloof zijn deze allen gestorven, [Henoch ingerekend, onze opmerking] zonder de beloften verkregen te hebben.” De eindconclusie is deze: Openbaring 11 spreekt niet over Henoch, noch Mozes of Elia maar over de gemeente van Christus die sinds Pinksteren blijft verkondigen dat er slechts redding is in het bloed van Jezus. Geloof in Christus is de basis voor het “eeuwige leven” en dat was er nog niet in het OT! Joh.3:16: opdat een ieder die gelooft eeuwig leven heeft Rom.3:25: wij zijn gerechtvaardigd door geloof in zijn bloed Rom.5:1: wij hebben vrede met God op grond van geloof
OPSTANDING ANTWOORD
26
Eph.2:8: wij zijn uit genade behouden, door het geloof We moeten er ook nog een kleine aantekening bijzetten. Want de dispensatieleer gaat ervan uit dat het belangrijkste in het boek Openbaring is: dat het gaat over het herstel van Israël en gedeeltelijke bekering van dat volk. Maar dat is niet zo duidelijk en ook niet volgens de kerkgeschiedenis van de vroege kerkvaders. Ignatius (ca. 30/50-110 na Chr.) was volgens een overlevering de derde bisschop van Antiochië in Syrië en was al een kerkvorst die kritische aantekeningen maakte bij de relatie Kerk/Israël. We citeren van Jos M. Strengholt op zijn site: kerkvaderignatius.blogspot.com/ “Een tweede ketterij die Ignatius bestrijdt, is het Judaisme. Aan de gemeente in Magnesia en die in Philadelphia stuurt hij zijn waarschuwingen. Interessant is dat Ignatius zegt dat degenen die eertijds Joods waren niet langer de Sabbath vieren, maar de dag des Heren, omdat de Heer op die dag opstond. (Magnesia 9:1) Dat is voor zover ik weet het eerste bewijs van deze verandering van feestdag. In zijn brief aan Magnesia lezen we ook: Wordt niet misleid door vreemde leerstellingen en verouderde mythen, want die zijn waardeloos. Want als we doorgaan te leven in overeenstemming met het Jodendom, geven we toe dat we geen genade hebben ontvangen. (Magnesia 8:1) Het is totaal absurd om Jezus Christus te belijden en het Jodendom te praktiseren, want het Christendom ging niet in het Jodendom geloven, maar het Jodendom in het Christendom. (Magnesia 10:3) Aan de gemeente in Philadelphia schreef Ignatius: Maar als iemand het Jodendom aan jullie uitlegt, luister niet naar hem. [Als hij] niet spreekt over Jezus Christus, beschouw ik ze als grafstenen en de graven van de doden. (Philadelphia 6:1) Ik hoorde sommigen mensen zeggen: ‘Als ik het niet in de Archieven vindt, dan geloof ik het niet in het evangelie.’ En toen ik tegen ze zei: ‘Het is geschreven’, antwoorden ze me: ‘Dat is precies de vraag’. Maar wat mij betreft, de ‘archieven’ zijn Jezus Christus, de onveranderlijke archieven zijn zijn kruis en dood en zijn opstanding en het geloof dat door Hem komt. (Philadelphia 8:2)” Zie ook onze studie: ‘Vinden we Israël als Natie terug in de Openbaring (Apocalyps)’ uit 2008, meer dan 400 bladzijden A4. We gaan daar in op de leerstellingen van de dispensatieleer. En aanvullend van Andrew Atherstone, ‘Divine Retribution: A Forgotten Doctrine?’, Themelios 34.1 (2009): blz.50-62. J. Lambrecht, ‘Final Judgments and Ultimate Blessings: The Climactic Visions of Revelation 20.11-21,8’, Biblica 81 (2000), blz.362-385.