TWEE REINIGINGEN VAN DE TEMPEL 1
Twee reinigingen in de tempel
Christus en de reiniging van de tempel, volgens Jacob Jordaens c. 1650 Guido Biebaut, 12 / 12 / 2017 Alle rechten voorbehouden (enkele aanpassingen) Dominee, Bij mijn opmerking van gisteren geef ik hier verdere uitleg. (weggelaten: enkele persoonlijke zaken) Mijn uitleg bij de preek van gisteren heeft niets te maken met de andere zaken die ik van jou gehoord heb, want daar is weinig of niets op aan te merken. Je maakt nu echter een fout die velen maken, maar als de moderne theologie je lief is dan is de rest van mijn opmerking niet van tel voor u. Je doet wat anderen doen. Ik Citeer www.johanblaauw.nl/Overwegingen/ovtempel.htm
TWEE REINIGINGEN VAN DE TEMPEL 2 “De eerste drie evangeliën vertellen dit verhaal tegen het eind van Jezus' leven. Het vormt mede de aanleiding tot zijn arrestatie (Mat. 21:12-13; Mark. 11:15-17; Luk. 19:45-48). In het vierde evangelie vinden we deze geschiedenis vrijwel aan het begin (Joh. 2:13-17). Bij Jezus' eerste bezoek aan Jeruzalem is het meteen raak. Kennelijk is de historische volgorde minder belangrijk dan de boodschap.” Ook deze uitleg is naast de kwestie magliano-tromp.weblog.leidenuniv.nl/2010/10/29/detempelreiniging die spreekt van een: “in de secundaire variant van dit verhaal in Johannes 2:1322.” Zo omzeilt men de werkelijke twee reinigingen. Dat is echter niet Bijbels. Dit is het wel. Er zijn twee tempelreinigingen en we hebben het evangelie van Johannes daarvoor. Ik citeer de Herziene Statenvertaling en niet de NBV, zoals je doet, die voor mij slechts een parafrase is en geen echte vertaling. Johannes 2: “De tempelreiniging 13 En het Pascha van de Joden was nabij en Jezus ging naar Jeruzalem. 14 en Hij trof in de tempel mensen aan die runderen, schapen en duiven verkochten, en de geldwisselaars die daar zaten. 15 En nadat Hij een gesel van touwen gemaakt had, dreef Hij ze allen de tempel uit, ook de schapen en de runderen. En het geld van de wisselaars wierp Hij op de grond en de tafels keerde Hij om. 16 En Hij zei tegen hen die de duiven verkochten: Neem deze dingen vanhier weg, maak niet het huis van Mijn Vader tot een huis van koophandel. 17 En Zijn discipelen herinnerden zich dat er geschreven is: De ijver voor Uw huis heeft mij verslonden. 18 Toen antwoordden de Joden en zeiden tegen Hem: Welk teken laat U ons zien dat U het recht hebt deze dingen te doen? 19 Jezus antwoordde en zei tegen hen: Breek deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem laten herrijzen. 20 De Joden zeiden dan: Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd, en Ú zult hem in drie dagen laten herrijzen? 21 Maar Hij sprak over de tempel van Zijn lichaam. 22 Toen Hij dan uit de doden was opgewekt, herinnerden Zijn discipelen zich dat Hij dit tegen hen gezegd had en geloofden zij de Schrift en het woord dat Jezus gesproken had. 23 En toen Hij in Jeruzalem was op het Pascha, tijdens het feest, geloofden velen in Zijn Naam, toen zij Zijn tekenen zagen die Hij deed. 24 Maar Jezus Zelf vertrouwde Zichzelf aan hen niet toe, omdat Hij hen allen kende, 25 en omdat Hij het niet nodig had dat iemand van de mens getuigde, want Hij wist Zelf wat in de mens was.” De context is De bruiloft in Kana, dus het prille begin van de prediking van Jezus.
TWEE REINIGINGEN VAN DE TEMPEL 3 Hoofdstuk drie “Het gesprek met Nicodemus” moeten we waarschijnlijk al een tijdje later dateren. Er is geen reden om dat als een duplicering te zien van de latere reiniging, na de intocht in Jeruzalem. Ik denk dat Johannes die zaak aanhaalt in de zin dat bijvoorbeeld later de Schriftgeleerden en Farizeeën naar tekenen gaan vragen aan Jezus. Zodat hun vooropgestelde visie op de Messias kan bevestigd worden. Het teken van Jona onder andere in Mattheüs 12: “38 Toen antwoordden sommigen van de Schriftgeleerden en Farizeeën: Meester, wij zouden van U een teken willen zien.” Ook in Mattheüs 16 waar Een wonderteken geweigerd is: “ 1 En de Farizeeën en de Sadduceeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken, en zij vroegen Hem of Hij hun een teken uit de hemel wilde laten zien.” We moeten nu eventjes oprecht zijn, het EERSTE TEKEN VAN JEZUS IS DE TEMPELREINIGING: Joh 2,18: “Toen antwoordden de Joden en zeiden tegen Hem: Welk teken laat U ons zien dat U het recht hebt deze dingen te doen?” Dan lezen we over en TWEEDE TEKEN, zodat die reiniging slechts naar de reiniging van de tempel kan verwijzen! Waarom???? Wel Johannes 2 vers 18,19 toch zegt: “18 Toen antwoordden de Joden en zeiden tegen Hem: Welk teken laat U ons zien dat U het recht hebt deze dingen te doen? 19 Jezus antwoordde en zei tegen hen: Breek deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem laten herrijzen.” Joh 4,54: “Dit deed Jezus als nieuw teken, het tweede, toen Hij uit Judea in Galilea gekomen was.” Let hier op het enkelvoud. Een bezwaar zou kunnen zijn dat er al van “tekenen” (let op meervoud) sprake is in Johannes 2:11: “Dit heeft Jezus gedaan als begin van de tekenen, te Kana in Galilea, en Hij heeft Zijn heerlijkheid geopenbaard; en Zijn discipelen geloofden in Hem.” Dat Jezus die “tekenen” doet zal later tot de aanklachten behoren om Hem uit de weg te ruimen. We zien in Johannes 11:47: “De overpriesters dan en de Farizeeën riepen de Raad bijeen en zeiden: Wat doen we? Want deze Mens doet vele tekenen.” ********** Joh 2,18: “Toen antwoordden de Joden en zeiden tegen Hem: Welk teken laat U ons zien dat U het recht hebt deze dingen te doen?” = de tempelreiniging. Dat is een ongehoord iets, in strijd met alles en nog wat maar heilig kan genoemd worden!!!! Joh 4,54: “Dit deed Jezus als nieuw teken, het tweede, toen Hij uit Judea in Galilea gekomen was.” = 1 specifiek wonder van genezing in Kana.
TWEE REINIGINGEN VAN DE TEMPEL 4 Joh 6,14: “Toen de mensen dan het teken dat Jezus gedaan had, gezien hadden, zeiden zij: Híj is werkelijk de Profeet, Die in de wereld komen zou.” = 1 specifiek wonder De eerste wonderlijke spijziging. Joh 6,30: “Zij zeiden dan tegen Hem: Welk teken doet U dan, opdat wij het zien en U geloven? Wat voor werk verricht U?” = 1 specifiek wonder, dagelijks manna krijgen, of iets anders niet verder bepaald. Tevreden zal het gros in Israël niet zijn met deze Jezus. Een grote gelijkenis met 1 Cor1:22: “Immers, de Joden vragen om een teken en de Grieken zoeken wijsheid.” Joh 10,41: “En velen kwamen naar Hem toe en zeiden: Johannes deed wel geen teken, maar alles wat Johannes over Deze Man zei, was waar.” = Jezus is een groter profeet dan Johannes. Joh 12,18: “Daarom ging de menigte Hem ook tegemoet, omdat zij gehoord had dat Hij dat teken gedaan had.” = de opwekking uit de dood van Lazarus.
De tweede tekst over reiniging is deze van de Synoptici, en leest als volgt: De versie van Mattheüs 21 is deze: “De tempelreiniging 12 En Jezus ging de tempel van God binnen en dreef allen die in de tempel verkochten en kochten naar buiten, en keerde de tafels van de wisselaars om en de stoelen van hen die de duiven verkochten. 13 En Hij zei tegen hen: Er is geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden; maar u hebt er een rovershol van gemaakt. 14 En er kwamen blinden en kreupelen bij Hem in de tempel en Hij genas hen. 15 Toen de overpriesters en schriftgeleerden de wonderen zagen die Hij deed, en de kinderen die in de tempel riepen: Hosanna, de Zoon van David! namen zij Hem dat zeer kwalijk, 16 en zeiden tegen Hem: Hoort U wel wat deze kinderen zeggen? Jezus zei tegen hen: Ja. Hebt u nooit gelezen: Uit de mond van jonge kinderen en van zuigelingen hebt U voor Uzelf lof tot stand gebracht? 17 En Hij verliet hen en ging vandaar de stad uit naar Bethanië en overnachtte daar.” Wat is de context: Voorafgaande: De intocht in Jeruzalem, Jezus is OK. Daarna: De verdorde vijgenboom, Jezus veroordeeld Israël, ze zijn zonder vruchten van bekering. Maar in het verhaal van deze tempelreiniging, is wel dit op te merken: Vers 14 = genezingen
TWEE REINIGINGEN VAN DE TEMPEL 5 Ver15 = kinderen blijven nog Hosanna roepen in de tempelgalerij De Messias is gekomen om de zieken te genezen en kinderen hebben geen vooropgestelde ideeën wat de Messias moet doen. Maar de overpriesters en schriftgeleerden zijn niet content. HIER IS GEEN SPRAKE VAN HET AFBREKEN VAN DE TEMPEL OF VAN JEZUS ALS TEMPEL OF EEN OPSTANDING UIT DE DOOD ZOALS IN JOHANNES 2 IS WEERGEGEVEN. HET GAAT OVER WAT ANDERS DAN IN JOHANNES 2. Maar zowel Mattheüs als Marcus kennen dat verhaal uit Johannes 2, want ze citeren wat de valse beschuldigers van Jezus zeggen in dat verband: bij de veroordeling en de kruisiging. Mattheüs 26:61: “Maar ten slotte kwamen er twee valse getuigen, die zeiden: Deze heeft gezegd: Ik kan de tempel van God afbreken en hem in drie dagen opbouwen.” Mattheüs 27:40: “en zeiden: U Die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf. Als U de Zoon van God bent, kom dan van het kruis af!” Zie ook in Markus 14:58 / Markus 15:29. DE enige conclusie, die alles voor waarheid neemt, wat zowel Johannes als de synoptici ons zeggen, is dat er twee reinigingen zijn. Een in het begin van de prediking van Jezus, en een tweede de avond van de intocht in Jeruzalem. We mogen in de prediking hierover dus beiden niet samen mengen, maar duidelijk uit elkaar houden. Met groeten, Guido
******* Twee andere verhalen in de tempel. De profeet Simeon in de tempel wanneer de vader en moeder van Jezus Hem opdragen aan de God van Israël. Lucas 2 in de Herziene Statenvertaling “22 En toen de dagen van haar reiniging volgens de wet van Mozes vervuld waren, brachten zij Hem naar Jeruzalem om Hem de Heere voor te stellen 23 – zoals geschreven staat in de wet van de Heere: al wat mannelijk is dat de moederschoot opent, zal heilig voor de Heere genoemd worden – 24 en om een offer te brengen volgens wat gezegd is in de wet van de Heere, een paar tortelduiven of twee jonge duiven. 25 En zie, er was een man in Jeruzalem, van wie de naam Simeon was, en die man was rechtvaardig en godvrezend. Hij verwachtte de vertroosting van Israël en de Heilige Geest was op hem. 26 En hem was een Goddelijke openbaring gegeven door de Heilige Geest dat hij de dood niet zien zou voordat hij de Gezalfde van de Heere zou zien.
TWEE REINIGINGEN VAN DE TEMPEL 6 27 En hij kwam door de Geest in de tempel. En toen de ouders het Kind Jezus binnenbrachten om met Hem te doen volgens de gewoonte van de wet, 28 nam hij Het in zijn armen, loofde God en zei: 29 Nu laat U, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, volgens Uw woord, 30 want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, 31 die U bereid hebt voor de ogen van alle volken, 32 een licht om de heidenen te verlichten en om Uw volk Israël te verheerlijken.”
Philippe de Champaigne, Opdracht van Jezus in de tempel, (uit 1648) Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België
TWEE REINIGINGEN VAN DE TEMPEL 7
William Hole (1846–1917), Verhoor van Jezus door het Sanhedrin, (Photo: Public Domain) Dat Sanhedrin lag aan de Noordelijke muur van de tempel.