Unitaristen misbruiken openbaring 1 17,18

Page 1

Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18

1

Unitaristen misbruiken Openbaring 1:17,18

Foto ANP

Guido Biebaut, 24 mei 2014

Alle rechten voorbehouden

Het gaat hier om deze tekst: Openbaring 1:17,18. De vraag erbij is zeer eenvoudig: over wie spreekt die tekst, Vader of Zoon? In welke betekenis is Jezus: “de Eerste en de Laatste”? Gaat het om dezelfde titel voor beiden of is daar verschil in aan te geven? Openbaring 1:17,18 Statenvertaling (Jongbloed-editie): “17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste; 18 En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods.” De Statenvertaling geeft bij vers 17 een verwijzing naar de kanttekeningen van Openbaring 1:8. 23) Alfa Deze wijze van spreken is genomen uit het Griekse A. B., in welke taal Johannes hier schrijft, waar de A., door hen genoemd Alfa, de eerste, en de grote O, door hen genoemd Omega, de laatste letter is, gelijk in den tekst ook wordt verklaard. 24) het begin Namelijk van alle dingen, hetwelk van God gezegd wordt, niet alleen omdat Hij van eeuwigheid vóór alle schepselen geweest is, en, al is het dat de schepselen veranderen of vergaan, Hij evenwel altijd dezelfde blijft. Hebr. 1:11,12; maar ook omdat


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 2 Hij de oorsprong en het einde is van allen, daar alle dingen van Hem en tot Zijn eer zijn; Spreuk. 16:4; Rom. 11:36. Zie ook Jes. 41:4, en Jes. 44:6. 25) de Heere, Namelijk Christus, die zich hier aan Johannes openbaart, en van wien in Openb. 1:7 is gesproken; wien als den enigen God met den Vader, deze eigenschappen ook hierna Openb. 1:11,17, en Openb. 22:13, uitdrukkelijk worden toegeschreven. [U merkt toch dat de kanttekenaars de term “ALMACHTIGE” op Jezus van toepassing brengen.] Unitaristen spreken: wat ze zeggen in dit verband, en waarom dat verkeerd is We citeren ingekort vertaald van de site http://www.biblicalunitarian.com/verses/revelation-1-17 “1 De uitdrukking, “de Eerste en de Laatste,” is een titel die vijf keer wordt gebruikt in de Bijbel, twee keer in Jesaja met betrekking tot God (44:6, 48:12) en drie keer in Openbaring met betrekking tot de Zoon (1:17, 2:8, 22:13). Trinitariërs maken soms de veronderstelling dat aangezien dezelfde titel geldt voor zowel de Vader als de Zoon, ze beide God moeten zijn. Er is echter geen Bijbelse rechtvaardiging waarop die veronderstelling te baseren is. Wanneer het geheel van de Schrift wordt bestudeerd, ziet men dat dezelfde titels worden gebruikt voor God, Christus en mensen. Voorbeelden hiervan zijn “Heer” (zie Rom.10:9) en “Redder” (zie Lucas 1:47) en “Koning der koningen” (zie 1 Tim.6:14-16). Als andere titels van toepassing zijn op God, Christus en mensen zonder dat ze allemaal “één God”, dan is er geen reden om aan te nemen dat deze bijzondere titel zou betekenen dat ze “één God” zijn, tenzij de Schrift ons specifiek zo vertelde, wat niet het geval is. 2 . (...) Hoewel God degene was die de generaties in het Oude Testament voortbracht, heeft hij die autoriteit nu toegekend aan Zijn Zoon. Zo is het gemakkelijk te zien waarom de Here Jezus “de Eerste en de Laatste” wordt genoemd in het boek Openbaring. Het zal Jezus Christus zijn, die de generaties van mensen uit het graf te voorschijn zal roepen om in te gaan op het eeuwige leven. God gaf Jezus de macht de doden op te wekken (Joh.5:25-27).” Hier staan enkele goede zaken maar ze zijn het niet allemaal en ook is de conclusie verkeerd. We gaan straks de uitleg van de Wachttoren bekijken en die heeft nog een andere visie. Wat hebben we tegen de uitleg van de biblicalunitarian.com? 1)° Waar we absoluut mee akkoord gaan is dit: “en drie keer in Openbaring met betrekking tot de Zoon (1:17, 2:8, 22:13).” De term “de Eerste en de Laatste,” is dus wel degelijk op Jezus van toepassing, de WT doet dat niet. Dat zal ook ongeveer alles zijn waar we het mee eens zijn! Als deze mensen zeggen: “Wanneer het geheel van de Schrift wordt bestudeerd, ziet men dat dezelfde titels worden gebruikt voor God, Christus en mensen.” En dan drie voorbeelden. Maar daarbij vergeet men - bewust of niet - dat er zaken zijn die niet zomaar met mensen te maken hebben als er goddelijk eigenschappen bij genomen worden. Is er een voorbeeld aan te halen zoals in Johannes 20, met betrekking tot mensen, als wat Thomas zegt tot Jezus: “28 En Thomas antwoordde en zei tegen Hem: Mijn Heere en mijn God!” Thomas spreekt Jezus aan met die twee uitbarstingen van geloof. Jezus, heeft daar niets op aan te merken. Hij geeft Thomas geen berisping voor een schending van Gods majesteit. Maar de Messias voegt er aan toe; “29 Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven.” Onderliggende, tussenin de zin, krijg je


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 3 eruit te verstaan, als andere mensen Jezus echt zullen zien zoals Hij is dan zullen ook zij die woorden kunnen en mogen uitspreken: “DE HEER van mij en De GOD van mij.” Want zo staat het letterlijk in het Grieks van de apostel Johannes, beide maal met het bepalend lidwoord. Er is ook een enorm verschil met betrekking tot mensen als Jezus zonden vergeeft. Natuurlijk kan men zonden vergeven van de ene mens tot de ander. Het Onze Vader zet dat zelfs als een voorwaarde voor onze vergeving! Maar wat broeder X misdaan/gedaan heeft tegenover God kan zuster Y niet vergeven. Jezus, kan het: “9 Wat is gemakkelijker, tegen de verlamde te zeggen: De zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op, neem uw ligmat op en ga lopen? 10 Maar opdat u zult weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde zonden te vergeven (zei Hij tegen de verlamde):11 Ik zeg u: Sta op, neem uw ligmat op en ga naar uw huis.12 En hij stond meteen op, en nadat hij de ligmat opgenomen had, ging hij voor het oog van allen naar buiten, zodat zij allen buiten zichzelf waren en God verheerlijkten en zeiden: Wij hebben nog nooit zoiets gezien!” Tot de verlamde in Bethesda die Jezus geneest zegt Hij: “14 Daarna vond Jezus hem in de tempel en zei tegen hem: Zie, u bent gezond geworden, zondig niet meer opdat u niet iets ergers overkomt.” En zoek maar in de Schrift of je nog iemand kan vinden die op deze wijze zonden vergeeft: het zal blijken dat behalve de Vader, de Zoon en de Heilige Geest er niemand anders te vinden is! Vergelijken mag dus! Maar wel de andere kant van de medaille bekijken om te zien of de conclusie wel degelijk de enige mogelijke is. 2°) We maken een tweede opmerking bij de biblicalunitarian.com men schrijft er namelijk: “Hoewel God degene was die de generaties in het Oude Testament voortbracht, heeft hij die autoriteit nu toegekend aan Zijn Zoon.” Vooraf Openbaring 1:17,18 in de Nieuwe Wereldvertaling van de Wachttoren: “17 En toen ik hem zag, viel ik als dood aan zijn voeten neer. En hij legde zijn rechterhand op mij en zei: „Vrees niet. Ik ben de Eerste en de Laatste, 18 en de levende; en ik werd een dode, maar zie! ik leef tot in alle eeuwigheid, en ik heb de sleutels van de dood en van Ha̱des.” Hier de drie tekstverwijzingen die men er bij geeft:  Johannes 5:21 NWV: “Want evenals de Vader de doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie hij wil.”  Johannes 6:40 NVW: “Want dit is de wil van mijn Vader, dat een ieder die de Zoon aanschouwt en geloof in hem oefent, eeuwig leven moge hebben, en ik zal hem op de laatste dag [uit de dood] opwekken.”  Openbaring 2:8 NVW: “En schrijf aan de engel van de gemeente in Smy̱rna: Deze dingen zegt ’de Eerste en de Laatste’, die een dode werd en [weer] tot leven gekomen is.” Uit deze drie teksten is duidelijk dat YaHWeH aan de mens Jezus = Zijn Zoon geboren uit de maagd Maria, machten geeft. Maar dat spreekt niet over de LOGOS die samen met God ook God is. En als God heeft/had de LOGOS alle macht en is niet minder dan de Vader. Dat is aangegeven in Joh.17:5: “En nu, verheerlijk Gij Mij, Vader, bij Uzelf met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was.” Aan de LOGOS hoefde niets extra gegeven te worden die Hij al vroeger niet had. De verklaring van de Amerikaanse unitaristen zegt wat anders dan wat de Schrift leert. Dus vergeten we dat als een geloofwaardig argument.


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 4 3°) We moeten er ook van uitgaan dat Jezus niet zo maar te vergelijken is met andere profeten, Jezus steekt daar met kop en schouder boven. In 2 Kon.6:17 staat het verhaal van Elisa die God vraagt de ogen van zijn knecht te openen om iets dat geestelijk is te zien. Verder bid Elisa dat God een volk met blindheid slaat omdat ze vijanden zijn en beide dingen geschieden. “En Elisa bad en zei: HEERE, open toch zijn ogen, zodat hij ziet. En de HEERE opende de ogen van de knecht, zodat hij zag; en zie, de berg was vol paarden en strijdwagens van vuur rondom Elisa. 18 Toen de Syriërs naar hem afdaalden, bad Elisa tot de HEERE en zei: Sla dit volk toch met blindheid. En Hij sloeg hen met blindheid, overeenkomstig het woord van Elisa. 19 Toen zei Elisa tegen hen: Dit is de weg niet en dit is de stad niet. Volg mij, dan zal ik u naar de man brengen die u zoekt. En hij bracht hen naar Samaria. 20 En het gebeurde, toen zij in Samaria aangekomen waren, dat Elisa zei: HEERE, open de ogen van deze mannen, zodat zij zien. En de HEERE opende hun ogen, zodat zij zagen; en zie, zij waren midden in Samaria.” Het evangelie van Johannes heeft een prachtig verhaal over een genezing door Jezus van een blindgeboren Jood. Johannes 9 beschrijft wat er gebeurde: “6 Nadat Hij dit gezegd had, spuwde Hij op de grond, maakte slijk met het speeksel en streek het slijk op de ogen van de blinde, 7 en Hij zei tegen hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam (wat vertaald wordt met: Uitgezonden). Hij dan ging weg en waste zich en kwam ziende terug. (…) 15 Opnieuw vroegen nu ook de Farizeeën hem hoe hij ziende geworden was. En hij zei tegen hen: Hij legde slijk op mijn ogen, ik waste mij, en ik zie. 16 Sommigen dan van de Farizeeën zeiden: Deze Mens is niet van God, want Hij neemt de sabbat niet in acht. Anderen zeiden: Hoe kan een zondig mens zulke tekenen doen? En er was verdeeldheid onder hen. 17 Zij zeiden opnieuw tegen de blinde: U dan, wat zegt u van Hem, omdat Hij uw ogen geopend heeft? En hij zei: Hij is een Profeet. 18 De Joden dan geloofden niet van hem dat hij blind geweest was en ziende was geworden, totdat zij de ouders geroepen hadden van hem die ziende geworden was. 19 En zij vroegen hun: Is dit uw zoon, van wie u zegt dat hij blindgeboren is? Hoe kan hij dan nu zien? 20 Zijn ouders antwoordden hun en zeiden: Wij weten dat dit onze zoon is en dat hij blindgeboren is, (…) 32 Door de eeuwen heen is het niet gehoord dat iemand de ogen van een blindgeborene geopend heeft. 33 Als Deze niet van God was, zou Hij niets kunnen doen.” Dat is nogal een verschil met de vorige profeten. De Joden weten uit hun heilige geschriften dat wat Jezus doet nooit is voorgekomen. Hier is iemand bezig, een profeet van een andere soort dan deze die er ooit waren. In hun geschiedenis heeft er in alle voorgaande eeuwen niemand de ogen van een blindgeborene KUNNEN openen! Jezus doet dat meerdere malen. De blinde bedelaar van Jericho in Lucas zal ook genezen worden: “40 Jezus nu bleef staan en 18 beval dat men hem naar Hem toe zou brengen en toen hij dichtbij gekomen was, vroeg Hij hem: 41 Wat wilt u dat Ik voor u doen zal? En hij zei: Heere, dat ik ziende mag worden. 42 En Jezus zei tegen hem: Word ziende. Uw geloof heeft u behouden. 43 En onmiddellijk werd hij ziende, en hij volgde Hem, terwijl hij God verheerlijkte. En al het volk gaf God de eer, toen het dat zag.” Dat is nog complexer wanneer die Jezus op een zeker moment zijn apostelen uitzend met drie kerndoelen waaronder de MACHT te genezen. Dat gebeurde ook niet zo in het OT. Volgens Heb.6:5 hebben ze: “het goede Woord van God geproefd hebben en de krachten van de komende wereld.” Marcus 3:14,15 NBG leest als volgt: “Hij stelde er twaalf aan


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18  opdat zij met Hem zouden zijn en  opdat Hij hen zou uitzenden om te prediken, en

5

 om macht te hebben boze geesten uit te drijven.” De ongeveer 35 wonderen die van de Here Jezus beschreven zijn vormen ook iets speciaal in een bepaald opzicht. Er is geen enkel wonder van Jezus dat ooit gericht was tegen een persoon. Dat was omdat Hij in die tijd: “Als een lam Zijn mond niet open deed” (1 Pet.2:23). Maar in Opb.19:15 komt Hij terug met een zwaard Zijn mond voor het oordeel. Dat komt dan overeen met “De engel des Heeren” die 185.000 Syriërs doodt waardoor Juda en Jeruzalem worden gered. En die “Engel” is (in vele gevallen) de Logos in Zijn voormenselijk bestaan. Wonderen waren voor dan, maar later toch ook het oordeel, beide aspecten van de éne Jezus. Kijk eens naar de lijst van wonderen van Jezus op http://nl.wikipedia.org/wiki/Wonderen_van_Jezus 4°) Nog een ander punt is dit. Bij een zekere gelegenheid is Jezus verplicht een nogal stoute uitspraak te maken. Lucas 7 beschrijft wat Jezus enkele discipelen van Johannes de Doper zegt: “27 Deze is het over wie geschreven staat: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die voor U uit Uw weg gereed zal maken. 28 Want Ik zeg u: Onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is niemand een groter profeet dan Johannes de Doper, maar de minste in het Koninkrijk van God is groter dan hij.” Denk nu eens goed na! Is Jezus dan niet een ander soort mens dan Johannes de Doper? We vragen ons dat af omdat in het Koninkrijk Jezus toch zelf de grootste zou moeten zijn. Dat is Hij niet in de unitarische theologie en daarom klopt er iets niet met hun uitleg. Wie is die Jezus dan echt volgens de theologie van het NT? Vier teksten daarbij:  Joh.1:1-3: “1 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Dit was in het begin bij God. 3 Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is.”  Joh.1:14: “En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.”  Joh.1:18:“Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.”  Joh.6:46: “Niet dat iemand de Vader gezien heeft, behalve Hij Die van God is; Híj heeft de Vader gezien.” We nemen er een andere gedachte bij van www.biblicalunitarian.com/verses/proverbs-8-23 “Een concept nemen en het laten spreken alsof het een persoon is, dat is de definitie van personificatie als stijlfiguur. Personificatie maakt het vaak gemakkelijker dat we een concept of idee in een zekere verhouding gaan zien, want als mensen zijn we bekend met de relatie tot andere mensen. Personificatie was gebruikelijk onder de Joden, en de wijsheid van God wordt verpersoonlijkt in Spreuken. Christus wordt beschouwd als de wijsheid van God in Corinthe vanwege wat God door hem volbrengt.” Unitaristen zeggen dat de LOGOS niet moet gezien


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 6 worden als een persoon maar als een functie van GOD. Dat is echter allemaal grotendeels in tegenspraak met wat we in de 4 teksten hierboven hebben aangehaald. In Jesaja 40:12-14 is het nog duidelijker dat er behalve GOD geen schepper is, maar we mogen toch de Nieuw Testamentische uitleg niet onder de mat vegen. Jezus is daar schepper in de volle zin van het woord. Volgens Jesaja had GOD natuurlijk geen maatje die Hem zou geholpen hebben bij de schepping. Jesaja zegt namelijk: “12 Wie heeft de wateren met de holte van zijn hand opgemeten, of van de hemel met een span de maat genomen, of het stof van de aarde met een maatbeker gevat, of de bergen gewogen in een waag, of de heuvels op een weegschaal? 13 Wie heeft de Geest van de HEERE gepeild en wie heeft Hem als Zijn raadsman onderwezen? 14 Met wie heeft Hij beraadslaagd dat hij Hem inzicht zou geven, Hem het pad van het recht zou leren, Hem kennis bij zou brengen of Hem de weg van veel verstand zou doen kennen?” We herhalen dan ook het vers13: “Wie heeft de Geest van de HEERE gepeild en wie heeft Hem als Zijn raadsman onderwezen?” Voor ons geeft dit duidelijk aan dat de uitleg van de Unitaristen van USA of de Wachttoren, ook met USA signatuur, over Spreuken 8 niet steekhoudend is. YaHWeH had GEEN raadsman bij de schepping zegt Jesaja 40:11-14. MAAR JEZUS IS DE SCHEPPER VAN ALLES VOLGENS HET NT. DAT IS OFWEL 1°) NIEUWE OPENBARING 2°) OF TEGENSTRIJDIGHEID. IK KIES VOOR HET EERSTE = GODS NIEUWE OPENBARING. Dat zegt ons dus enorm veel: namelijk dat de LOGOS mens is geworden, en dat die ook een voorafgaand bestaan had, voordat Hij mens is geworden. Dus klopt ook de tweede opmerking van de unitaristen niet. Ze schreven: “Hoewel God degene was die de generaties in het Oude Testament voortbracht, heeft hij die autoriteit nu toegekend aan Zijn Zoon.” Aangezien de LOGOS al de schepper was volgens Joh.1:1-3 (en nog veel andere teksten) hoeft Hij niet bepaald wat te krijgen van de Vader dat Hij al niet had. Wat wel juist zou zijn is: als we zeggen dat de MENS Jezus wat krijgt van de Vader. Maar aangezien de unitaristen dat onderscheid niet kennen of willen aannemen is hun visie verkeerd. Bijvoorbeeld Phil.2:8:11 is daar een goed voorbeeld van, maar lees dan vooral ook vanaf dat vers 5b,6: “die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, 6 Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn.” Toen de LOGOS mens werd, was DE LOGOS niet dood maar levend en het enige wat we daarbij moeten onthouden is dat Hij het gebruik van zijn goddelijke functies had afgelegd voor die jaren dat Hij als de Messias-mens Jezus op aarde was. Jezus zou die zaken kunnen door de Vader heen, als mens was Hij afhankelijk van Zijn vader. Bekijk de begeleidende tabel eens.

Wat de LOGOS voor ons is geworden (volgens NBG) 1. VLEES


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 Joh.1:14

“het Woord is vlees geworden”

Rom.1:3

“gesproten... uit... David naar het vlees”

Gal.4:4

“geboren uit een vrouw”

Phil.2:7

“aan de mensen gelijk geworden”

7

2. ZONDE 2 Cor.5:21

“voor ons tot zonde gemaakt”

Jes.53:6

“de Here heeft... op Hem doen neerkomen”

Jes.53:10

“Hem te verbrijzelen... ten schuldoffer gesteld”

1 Pet.2:24

“onze zonden in zijn lichaam op het hout...”

3. EEN VLOEK Gal.3:13

“voor ons een vloek geworden “

Gen.3:17,18

“de aardbodem... vervloekt... doornen”

Marc.15:17

“een kroon... van doornen gevlochten”

4. WIJSHEID Luc.21:15

“Want Ik zal u mond en wijsheid geven...”

Hand.6:10

“niet bij machte de wijsheid... te weerstaan”

5. RECHTVAARDIGHEID 2 Cor.5:21

“opdat wij zouden worden gerechtigheid...”

1 Cor.1:30

“Christus is geworden... , rechtvaardigheid”

6. HEILIGMAKING 1 Cor.1:30

“Christus is geworden... heiliging”

Heb.10:10

“zijn wij eens voor altijd geheiligd”

7. VERLOSSING 1 Cor.1:30

“Christus is geworden... verlossing”

1 Pet.1:18,19

“zijt vrijgekocht van uw ijdele wandel”

8. MACHTIGER DAN ENGELEN Heb.1:4

“zóveel machtiger geworden dan de engelen”

Heb.7:26

“boven de hemelen verheven”


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 1 Pet.2:7

8

“geworden tot een hoeksteen”

9. HOGEPRIESTER Heb.6:20

“hogepriester geworden in eeuwigheid”

Heb.5:5,6

“priester in eeuwigheid”

Heb.7:16

“geworden... een onvernietigbaar leven”

10. BORG Heb.7:22

“ook van een beter verbond borg geworden”

Waarom halen de unitaristen bij de exegese van Openbaring 1:17 er een vreemd geluid bij: dat klinkt naar een tweegodendom of meer zelfs! [Je weet maar nooit!] Zijn ze vergeten waarover het gaat in de context van Hebreeën 1? Daar klinkt tot vervelens toe dat Jezus MEER is dan de engelen! We kijken naar de verzen 5-14.  Engelen worden nooit individueel zoon van God genoemd maar Jezus wel: “5a Want tegen wie van de engelen heeft God ooit gezegd: U bent Mijn Zoon, heden heb Ik U verwekt?”  Engelen hebben geen persoonlijke relatie met God maar Jezus heeft dat: “5b En verder: Ik zal voor Hem tot een Vader zijn, en Hij zal voor Mij tot een Zoon zijn?” Zie ook Luc.3:22, waar Jezus een andere soort Zoon van God is dan de engelen.  Engelen moeten Jezus als hun Heer aanbidden [waarom zouden, mensen het dan niet moeten doen]: “6 En wanneer Hij vervolgens de Eerstgeborene in de wereld brengt, zegt Hij: En laten alle engelen van God Hem aanbidden.”  Engelen zijn gemaakt tot geesten en vuurvlam, Jezus is meer dan dat: “7 En van de engelen zegt Hij weliswaar: Die Zijn engelen maakt tot geesten en Zijn dienaren tot een vuurvlam”  Engelen regeren niet, Jezus wel: “8 maar tegen de Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, bestaat in alle eeuwigheid. De scepter van Uw koninkrijk is een scepter van het recht. U hebt gerechtigheid lief en haat ongerechtigheid. Daarom heeft Uw God U gezalfd, o God, met vreugdeolie, boven Uw metgezellen.”  Engelen zijn schepselen, DE LOGOS/Jezus is schepper van het ganse heelal: “10 En: In het begin hebt U, Heere, de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn de werken van Uw handen.”  Engelen zijn schepselen, Jezus is schepper van de nieuwe hemelen en nieuwe aarde: “11Die zullen vergaan, maar U blijft altijd. En ze zullen alle verslijten als een gewaad, 12 en als een mantel zult U ze oprollen en ze zullen verwisseld worden; maar U bent Dezelfde en Uw jaren zullen niet ophouden.”


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 9  Engelen zitten niet op stoelen in de hemel maar Jezus zit aan de rechterhand van God: “13 En tegen wie van de engelen heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten?”  Engelen staan niet stil en zitten niet, maar zijn steeds bezig: “14 Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen die de zaligheid zullen beërven?” Gezien deze positie van de opgestane Heer is Hij ook niet allen in alles “beter” dan de engelen maar ook mensen. De schrijver aan de Hebreeën noemt er enkele op, Christus bracht/geeft ons; 6:9

betere behoudenis

7:7

betere zegening

7:19 betere hoop 7:22 beter verbond 8:6

betere beloften

9:23 betere slachtoffers 10:34 beter en blijvend bezit 11:16 beter vaderland 11:35 betere opstanding 11:40 betere voorziening 12:24 beter offer Christus is méér dan de tempel, méér dan de sabbat, oneindig méér dan mensen en dan engelen (Mat.14:33 / Luc.24:52 / Mat.12:6,8 / 24:36). De Wachttoren spreekt: wat ze zeggen in dit verband, en waarom dat verkeerd is! We gaan nu naar de grootste groep unitaristen: Jehovah’s Getuigen. En ook daar zijn de argumenten tegen de leer dat Openbaring 1:17 over Jezus spreekt, volgens ons inzicht, zeer zwak. Dit is een commentaar van de Wachttoren bij dit vers 17: “1:8, 17 — Op wie slaan de titels „de Alfa en de Omega” en „de Eerste en de Laatste”? De titel „de Alfa en de Omega” slaat op Jehovah en beklemtoont dat er vóór hem geen almachtige God was en dat er na hem geen zal zijn. Hij is „het begin en het einde” (Openb. 21:6; 22:13). Hoewel Jehovah in Openbaring 22:13 „de eerste en de laatste” wordt genoemd, in de zin dat er geen almachtige God voor of na hem is, blijkt uit de context in het eerste hoofdstuk van Openbaring dat de titel „de Eerste en de Laatste” daar op Jezus Christus slaat. Hij was de eerste mens die tot onsterfelijk geestelijk leven werd opgewekt en de laatste die zo door Jehovah persoonlijk werd opgewekt (Kol. 1:18).” — De Wachttoren 2009, 15/1, blz.30,31.


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 10 Ook dit zeggen ze: “Wanneer de Heer Jezus Christus zichzelf dus „de Eerste en de Laatste” noemt, beweert hij daarmee dan Jehovah God, de Almachtige, te zijn? Volstrekt niet, maar hij noemt zich „de Eerste en de Laatste” in een ander opzicht, in een ander verband. Hoe dan wel? 17 Dit was in verband met dood en leven. De verheerlijkte Jezus Christus in de hemel was toen, zoals hij zegt, „de levende”. Maar hoe was het dan vóór die tijd? „Ik werd een dode”, zegt hij. Dit was toen hij mens werd en drieëndertig en een half jaar hier op aarde leefde. Zijn vijanden hebben hem toen ter dood gebracht door hem buiten Jeruzalem aan een paal te hangen. Op de derde dag wekte ’de Koning der eeuwigheid, onvergankelijk, onzichtbaar, de enige God’, Jezus Christus echter uit de doden op (1 Timótheüs 1:17). Sindsdien kon de uit de doden opgewekte Heer Jezus Christus zeggen: „Zie! ik leef tot in alle eeuwigheid” (Openbaring 1:17, 18). Bij zijn opstanding werd hij met onsterfelijkheid in het hemelse geestenrijk bekleed en hij kan derhalve niet meer sterven (1 Petrus 3:18, Voorhoeve; 1 Korinthiërs 15:45-54; Romeinen 6:9). Toen Jezus Christus op aarde stierf, ging hij naar Hades, ofte wel het gemeenschappelijke graf der mensheid. Op de derde dag gebruikte Jehovah God de ’sleutel van Hades’ en liet hij zijn getrouwe Zoon eruit en herstelde hem tot leven, tot eeuwig, onsterfelijk leven. — Handelingen 2:22-36; 13:33-37; 26:23.” — ’Dan is Gods mysterie voleindigd’, blz.114, par.16,17. Het hoofdargument van de WT is dus dit: er “blijkt uit de context in het eerste hoofdstuk van Openbaring dat de titel „de Eerste en de Laatste” daar op Jezus Christus slaat. Hij was de eerste mens die tot onsterfelijk geestelijk leven werd opgewekt en de laatste die zo door Jehovah persoonlijk werd opgewekt (Kol. 1:18).”” We kunnen onze goedkeuring niet geven aan zo een uitleg er ontbreekt dan namelijk wel het een en het ander dat in andere gedeelten van de Bijbel staat. Jezus de Christus heeft hier in de context namelijk de titel van “de Levende.” En de uitleg van de Wachttoren faalt er in de goede exegese bij te geven. Daar staat namelijk toch wat anders. We geven twee redenen: 1°) Hij = Jezus, heeft leven in zichzelf  Joh.5:26: “Want zoals de Vader het leven heeft in Zichzelf, zo heeft Hij ook de Zoon gegeven het leven te hebben in Zichzelf.” [Vergeet niet dat hier gezegd word de Zoon = de mens Jezus en dat slaat niet op de LOGOS.]  Joh.14:6: “Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.”  Joh.11:25: “Jezus zei tegen haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven,”  Joh.10:17,18: “17 Daarom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik Mijn leven geef om het opnieuw te nemen. 18 Niemand neemt het Mij af, maar Ik geef het uit Mijzelf; Ik heb macht het te geven, en heb macht het opnieuw te nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen.” Jezus, heeft dus steeds het bezit gehad en het gebruik van de eigenschap om leven te hebben in zichzelf. Dus het is niet alleen aan Hem gegeven na Zijn opstanding; maar het is steeds Zijn eigenschap geweest als God. En Jezus was ook de LOGOS. Of vergeet de untarist dat bewust! 2°) Hij = Jezus, is de bron van het leven van alle andere dingen: de levende of niet levende


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 11  Joh.1:3,4: “3 Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. 4 In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen.”  Joh 11:26: “en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat?” Die zaken moeten we dan vergelijken met wat over YaHWeH gezegd is in het O.T. = Deut.5:26 / 32:39,40 / Ps.42:2 / Ps.84:2 / Jer.10:10 / Dan.2:6. Lees die a.u.b. toch zelf, ga niet uit van je geheugen en zeg: ja dat ken ik. En daaruit volgt dat dóór de opgestane Jezus alles zal herleven:  Heb.2:14: “Omdat nu die kinderen van vlees en bloed zijn, heeft Hij eveneens daaraan deel gehad om door de dood hem die de macht over de dood had – dat is de duivel – teniet te doen,”  Rom.14:9: “Want met dit doel is Christus ook gestorven en opgestaan en weer levend geworden, dat Hij zowel over doden als levenden zou heersen.”  Opb.20:13-15: “13 En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken. 14 En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. 15 En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.” Met ander woorden DE LOGOS/Jezus is HET BEGIN van de schepping = de schepper van alles. En Hij is ook DE LAATSTE van de schepping = Hij die de HERSCHEPPING = NIEUWE SCHEPPING ZAL BEWERKEN. Het 18de vers van Openbaring 1, heeft enkele wonderbaarlijke aspecten te zeggen. Christus is hier de “eerste en laatste” genoemd in verband met de opstanding. (Vergelijk ook nog in Opb.21:6 / 22:13). Hij is de eerste of het begin (Col.1:15,16) en het einde (Eph.1:10) en wat er tussenin is (Eph.1:22,23). Schepper der hemelen en aarde die we met de ogen waarnemen, maar ook het onzichtbare. En ook schepper van Zijn gemeente, die nu nog niet geopenbaard is in haar volheid. Maar het zal er zijn zoals het moet, omdat Hij ook de laatste is, of de vervuller. Het commentaar van Jehovah’s Getuigen bij deze tekst is belachelijk in De Openbaring — Haar grootse climax is nabij!, blz.27. Daar staat: “Hij maakt gebruik van een titel die hem op passende wijze door God is verleend.” Maar kan YaHWeH titels die Hem als een exclusieve God benadrukken zo maar geven aan een geest, want in de WT theologie is de opgestane Jezus = “een geest” = “een engel.” Christus zou niet de goddelijke titel hebben als YaHWeH want hier staan lidwoorden en in het O.T. niet. Maar ze weten ons in een appendix van hun Bijbels te vertellen dat in het Hebreeuws de lidwoorden in verband met God naar de goddelijke exclusiviteit wijzen. Zie hun Bijbels met aantekeningen bij het begrip “ha-adon” enz. “Dood en Hades” (letterlijk “dood en de ongeziene plaats”) zijn hier als twee vijanden afgebeeld waarover Christus alleen de macht heeft (Mat.16:19 / 18:19 / Joh.20:23 / Opb.3:7). Er moet op gewezen worden dat “de ongeziene plaats” (= het dodenrijk) hier wel degelijk de graftoestand van de mensheid is, de toestand waaruit opstanding mogelijk is volgens Joh.5:28,29. Want “de dood en de ongeziene plaats” zullen in Gehenna geworpen worden. Vergelijk Opb.20:14,15 en


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 12 Opb.21:8. Hij is opgevaren volgens Paulus in Epheze 4:10: “om alles vol te maken” (NBG), “om alles tot volheid te brengen” (Canisius), “om het heelal te vervullen” (Brouwer), “opdat Hij alle dingen vervullen zou” (SV). Als dat iets anders is dan wat God = YaHWeH doet waar ligt dan het verschil? Er is er geen en de enige juiste gevolgtrekking moet toch zijn dat de LOGOS/Jezus = God = YaHWeH. J. Ramsey Michaels, schreef een mooi commentaar op The Gospel of JOHN, Eerdmans, 2010, en op blz.51 zegt hij dat we hier goed de contrasten moeten bekijken van Joh.1:2-4

Kort vertaald: alles is door de LOGOS geschapen en geen enkel ding dat geschapen is heeft een ander ontstaan dan in HEM. Hij schiep zichzelf niet! Alles wat geschapen is staat in contrast tot wat Niet gecreëeerd is: en de LOGOS is die schepper! Wat is het meest storende element in de uitleg van de WT? Het is dat men een titel die exclusief over God spreekt in het OT als hij is gebruikt voor Jezus in het NT een ander inkleuring gaat geven! Dat doet men natuurlijk omdat men van Jezus niet wil aannemen dat Hij is wat de Vader is = God in de absolute zin van het woord. We willen dat onderstrepen in de vorm van een tabel en aantonen dat zoiets een uitvlucht is. Als je enkele van de teksten nagaat in je eigen Bijbel zal dat duidelijk worden. Vader en zoon verschillen niet zo veel van elkaar. Wie heeft alle macht en autoriteit? God Ezra 8:22 Lucas 9:43 2 Petrus 1:3 Openbaring 4:11 Openbaring 5:13

YaHWeH 1 Kronieken 29:11 1 Kronieken 29:12 2 Kronieken 20:6 Psalm 103:22 Psalm 145:13 Nahum 1:3

Christus Psalm 8:6 Daniël 7:14 Matthéüs 24:30 Joh.17:2 Hand.10:38 Hebreeën 1:3 1 Petrus 4:11 Openbaring 5:12,13

Wanneer we redeneren - zoals de WT het doet - dat er twee grote machten zijn dan zitten we met enorme problemen want de Bijbels zegt dat niet. Een andere grotere macht dan deze die Jezus heeft is er niet! Geen in de hemel, niet op aarde en niet onder de aarde. Dus waarom nog


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 13 zeggen en suggereren dat YaHWeH nog meer macht heeft. Wat men wel mag zeggen is dat de opgestane Jezus zijn middelaarschap zal uitoefenen totdat de volle verzoening is bereikt en de doden uit de graven zijn gekomen om geoordeeld te worden. Johannes 1:16 zegt ons van de LOGOS die mens is geworden: “16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade.”  Epheziërs 1:21: “VER BOVEN ALLE OVERHEID EN MACHT en kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de komende.”  Colossenzen 2:10: “En u bent volmaakt geworden in Hem, Die het HOOFD IS VAN IEDERE OVERHEID EN MACHT.”  Joh.8:54a WIL: “Jezus hernam: ‘Als Ik mijzelf verheerlijk heeft dat niets te betekenen. Mijn heerlijkheid komt van de Vader.” Unitaristen spreken zich uit over Hebreeën 1:8-13! Waarom dat verkeerd is! Maar om alles nog duidelijker te maken gaan we ook een tabel maken met vergelijkingen van het OT en het NT. Vergelijkingen die dit leren: als er wat gezegd is van YaHWeH – en dat is exclusief om Hem een toepassing - dan zien we regelmatig dat schrijvers van het NT zo een tekst gewoon op de persoon van de opgestane en verheerlijkte Jezus plakken. De discipelen zeggen: dat wat over YaHWeH was gezegd dat heeft ook betrekking op Jezus. De tabel volgt later maar we willen vooraf een klassiek voorbeeld in het lang bespreken: de tekst uit Hebreeën 1:8-13. Heb.1:8 HSV: “maar tegen de Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, bestaat in alle eeuwigheid. De scepter van Uw koninkrijk is een scepter van het recht. 9 U hebt gerechtigheid lief en haat ongerechtigheid. Daarom heeft Uw God U gezalfd, o God, met vreugdeolie, boven Uw metgezellen. 10 En: In het begin hebt U, Heere, de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn de werken van Uw handen. 11 Die zullen vergaan, maar U blijft altijd. En ze zullen alle verslijten als een gewaad, 12 en als een mantel zult U ze oprollen en ze zullen verwisseld worden; maar U bent Dezelfde en Uw jaren zullen niet ophouden. 13 En tegen wie van de engelen heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten?” De Willibrordvertaling van 1995 zegt het zo en we laten de rijm staan volgens het origineel: “8 maar over de zoon: Uw troon, o God, staat voor altijd en eeuwig, en: De scepter van het recht is de scepter van uw koningschap. 9 Gerechtigheid hebt U liefgehad en onrecht gehaat;


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 daarom, o God, heeft uw God U gezalfd

14

met de olie van de vreugde, als geen van uw gelijken. 10 En: In het begin, Heer, hebt U de aarde gegrondvest, en de hemel is het werk van uw handen. 11 Zij zullen vergaan, U echter blijft. Alle zullen ze verslijten als kleren, 12 U zult ze opvouwen als een mantel, als een kledingstuk zullen zij verwisseld worden. U echter bent dezelfde en uw jaren nemen geen einde. 13 Tot welke engel heeft Hij ooit gezegd: Ga zitten aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden als een voetbank voor uw voeten heb gelegd?” We citeren en vertalen, ingekort, van http://www.biblicalunitarian.com/verses/hebrews-1-10 “1 Dit vers wordt geciteerd uit het Oude Testament (Ps.102:25), waar het toegepast is op den HEERE, en de schrijver van Hebreeën licht dit uit de Psalmen met de toepassing ervan op Jezus Christus. (…) Uit de context blijkt duidelijk dat Hebreeën 1:10 spreekt van deze toekomstige hemelen en aarde. Als we gewoon blijven lezen in Hebreeën, en ons herinneren dat de oorspronkelijke teksten geen hoofdstuk of pauzes hebben gehad, dan vertelt de Schrift ons: “Het is niet aan de engelen dat Hij de wereld heeft onderworpen om te komen, waarover wij spreken” (Hebr.2:5). Dit vers is heel duidelijk. Het onderwerp van dit gedeelte van de Schrift is niet de huidige hemelen en de aarde, maar de toekomstige hemelen en de aarde. (…) 2. Hoewel we de beschrijving hierboven aanvaarden, leest een aantal theologen bij dit vers een verwijzing naar de Vader, dat een duidelijke mogelijkheid is. Vers 10 begint namelijk met het woord “en” in de Griekse tekst, dus vers 9 en 10 zijn daardoor samengevoegd. Sinds vers 9 eindigt met: “Uw God heeft je boven je metgezellen gezet [Christus] door uw zalving met de olie van vreugde,” zien deze theologen de verwijzing naar “de Heer” in het begin van vers 10 als een verwijzing naar de laatstgenoemde God, dat wil zeggen, de Vader.” Voel je niet dat hier nogal vlug een eindoordeel gemaakt is dat recht ingaat tegen Jesaja 45:21b22 waar YaHWeH zegt: “Ben Ik het niet, de HEERE? Buiten Mij is er geen andere God, een rechtvaardig God, een Heiland; er is niemand behalve Ik. Wend u tot Mij, word behouden, alle einden der aarde, want Ik ben God en niemand anders.”


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 15 In datzelfde hoofdstuk vinden we dat nog 3 maal benadrukt er is maar 1 GOD.  Jesaja 45:5 WIL: “Ik ben de HEER en niemand anders, buiten Mij is er geen god.”  Jesaja 45:14 WIL: “in uw richting zullen zij zich buigen, naar u gericht belijden: “Bij u alleen is God, een ander is er niet, geen andere god.” ’  Jesaja 45:18 WIL: “‘Want’, zo spreekt de HEER die de hemelen heeft geschapen, Hij, de ware God, die de aarde heeft gevormd en gemaakt, en haar grondslagen heeft gelegd; die haar niet als een leegte heeft geschapen maar gevormd heeft tot een bewoonbare plaats: ‘Ik ben de HEER, en niemand anders.” Dit is een passage uit Psalm 102:25-27. Dit citaat wordt overgenomen van de Septuaginta met slechts een kleine variatie. Hier spreekt de HEERE = YaHWeH dat staat er regelmatig in deze Psalm, de naam God gegeven in verzen 1,13,15,16,19,20,22,23. Er is niets in de Psalm die zou laten vermoeden dat dit toegepast zou worden op de Messias. Maar toch staat het er in Heb.1:10 en Paulus gebruikt deze taal van het versgedeelte bewust. Namelijk om dit in overeenstemming te brengen met de leer die hij Hebreeën 1:1,2 al had doorgegeven aan de lezers. Daar staat volgens de Willibrord: “1 Nadat God vroeger vele malen en op velerlei wijze tot de vaderen gesproken had door de profeten, 2 heeft Hij nu, op het einde van de dagen, tot ons gesproken door de Zoon, die Hij tot erfgenaam gemaakt heeft van al wat bestaat, door wie Hij ook het heelal heeft geschapen.” Staat daar niet iets dat tot nadenken stemt? Ja, toch gezien vanuit (bijvoorbeeld) deze teksten)  Jesaja 48:13: “Ook heeft Mijn hand de aarde gegrondvest, en Mijn rechterhand heeft de hemel uitgespannen. Roep Ik ze, dan staan ze er tezamen.”  Jesaja 44:24: “Zo zegt de HEERE, uw Verlosser, Uw Formeerder van de moederschoot af: Ik ben de HEERE, Die alles doet: Die de hemel uitspant, Ik alleen, Die de aarde uitspreidt door Mijzelf.”  Job 9:8: “Hij alleen spant de hemel uit, en Hij treedt op de hoogten van de zee.”  Psalm 104:2: “Hij hult Zich in het licht als in een mantel, Hij spant de hemel uit als een tentkleed.”  Groen = Hij, dat is YaHWeH alleen spant de hemel uit  Geel = de hand van YaHWeH heeft de aarde gegrondvest Dus is dit de slotsom: 1°) Omdat YaHWeH alleen de hemel uitspant in het OT 2°) Gezien de laatste Openbaring van God = het NT duidelijk zegt dat DE LOGOS/Jezus de schepper is 3°) DAAROM moet DE LOGOS/Jezus = YaHWeH zijn.


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 16 De Schrift is in deze uitleggingen niet tegenstrijdig! Alleen unitaristen maken er dat van en zoeken naar een andere verklaring: een titel moet dan maar meerdere betekenissen hebben. Dat is de Schriftgegevens naar zijn hand zetten en niet willen aanvaarden dat wat duidelijk is: er is maar 1 God die de Vader, De zoon en de Heilige Geest kan genoemd worden. Vervolgens na de Amerikaanse unitaristen: wat zegt De Wachttoren hier over? Ze leren bijvoorbeeld dit: “Waarom wordt in Hebreeën 1:10-12 het gedeelte uit Psalm 102:26-28 [2527] aangehaald en op de Zoon toegepast, terwijl de psalm duidelijk tot God gericht is? Omdat de Zoon degene is door bemiddeling van wie God de daar door de psalmist beschreven scheppingswerken tot stand heeft gebracht. (Zie Kolossenzen 1:15, 16; Spreuken 8:22, 27-30.) Gelieve op te merken dat in Hebreeën 1:5b een aanhaling uit 2 Samuël 7:14 wordt gedaan en op de Zoon van God wordt toegepast. Hoewel die tekst in eerste instantie van toepassing was op Salomo, betekent de latere toepassing ervan op Jezus Christus niet dat Salomo en Jezus dezelfde zijn. Jezus is „meer dan Salomo” en verricht een werk dat door Salomo werd afgeschaduwd. — Luk. 11:31.” — Redeneren aan de hand van de Schrift, druk 2009, blz.109. En zeggen ook nog: “In Hebreeën 1:10, 11 worden de woorden van Psalm 102:25, 26 op Jezus Christus van toepassing gebracht. Ook van hem zou gezegd kunnen worden dat hij ’de fundamenten van de aarde heeft gelegd’ en de hemelen als ’het werk van zijn handen’ heeft voortgebracht, omdat Gods eniggeboren Zoon Gods persoonlijke Gevolmachtigde was die werd gebruikt om het stoffelijke universum te scheppen (Joh. 1:1, 2; Kol. 1:15, 16).” — De Wachttoren, 1972, blz.31.

De Wachttoren misbruikt Spr.8:22-30 om de leer van de Schrift te ondermijnen We beginnen bij het laatste citaat van de WT: “Ook van hem zou gezegd kunnen worden dat hij ’de fundamenten van de aarde heeft gelegd’” Is dat, “zou gezegd kunnen worden” geen onderschatting van wat er in werkelijkheid staat? Natuurlijk, maar wat zit er achter bij de WT? Dat is dat men Spreuken 8:22-30 op de LOGOS van toepassing brengt, wat het niet is bij de goede exegese die deze teksten. Wat leert dat gedeelte echt? We beginnen met drie vertalingen te bekijken.

Spreuken, hoofdstuk: 8 Vers

Statenvertaling

Luthervertaling

Leidschevertaling

22 De HEERE bezat Mij [in] De Heer bezat mij in het [het] beginsel Zijns wegs, begin zijner wegen; eer Hij voor Zijn werken, van toen iets maakte, was ik er. aan.

De Heer schiep mij als de eersteling zijner wegen, voor zijn werken in den voortijd;

23 Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest; van den aanvang, van de oudheden der aarde aan.

in het grijs verleden ben ik gemaakt, in den aanvang, voordat de aarde er was;

Ik ben voortgebracht van eeuwigheid, van den aanvang, eer de wereld was.


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18

17

24 Ik was geboren, als de afgronden nog niet waren, als nog geen fonteinen waren, zwaar van water;

Toen de diepten nog niet waren, was ik geboren, toen aan de fonteinen nog geen water ontsprong;

toen er nog geen oceanen waren ben ik geboren, toen er nog geen bronnen waren, rijk aan water;

25 Aleer de bergen ingevest waren, voor de heuvelen was Ik geboren.

eer de bergen gegrondvest voordat de bergen waren waren, Voor alle heuvelen neergelaten, voor de was ik geboren: heuvelen ben ik geboren;

26 Hij had de aarde nog niet gemaakt, noch de velden, noch de aanvang van de stofjes der wereld.

Hij had de aarde nog niet eer hij land en velden gemaakt en wat daarop is, gemaakt had, al het stof noch de bergen des der wereld bij elkander. aardbodems.

27 Toen Hij de hemelen Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen bereidde, was ik aldaar; Hij een cirkel over het toen Hij de diepte met zijn vlakke des afgronds perk omvatte, beschreef;

Toen hij den hemel grondvestte was ik daarbij, toen hij een kring trok op het vlak van den oceaan,

28 Toen Hij de opperwolken van boven vestigde; toen Hij de fonteinen des afgronds vastmaakte;

toen Hij de wolken daarboven vestigde, toen Hij de fonteinen der diepte grondvestte,

toen hij de wolken daarboven bevestigde, en de bronnen van den oceaan met kracht losbraken,

29 Toen Hij der zee haar perk zette, opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden; toen Hij de grondvesten der aarde stelde;

toen Hij aan de zee haar toen hij der zee haar perk stelde, dat de wateren perken stelde, en de zijn bevel niet zouden wateren zijn bevel niet overtreden, toen Hij de mochten overtreden, toen grondslagen der aarde hij de grondvesten der vestte: aarde vaststelde--

30 Toen was Ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks [Zijn] vermakingen, te aller tijd voor Zijn aangezicht spelende;

toen was ik werkmeesteres te dien tijde stond ik als bij Hem, en verlustigde kunstenares hem ter zijde, Hem dagelijks en mij verlustigend dag aan vermaakte mij voor zijn dag, voortdurend voor zijn aangezicht altoos, aangezicht dartelend,

31 Spelende in de wereld Zijns aardrijks, en Mijn vermakingen zijn met de mensenkinderen.

en speelde op zijnen aardbodem, en mijn lust was aan de mensenkinderen.

dartelend op zijn wereldrond, mij verlustigend bij de mensenkinderen.

Volgens ‘DE WACHTTOREN’ van 15 sept. 1977, blz.575 is: “de beschrijving van de wijsheid hier in Spreuken precies wat klopt met hetgeen er elders in de bijbel over de Zoon van God wordt gezegd.” Laat ik daar onmiddellijk op zeggen dat is sprookjestaal en/of een wensdroom. De NWV heeft Spreuken 8 vers 22 als volgt vertaald: “Jehovah zelf heeft mij voortgebracht als het begin van zijn weg, als het vroegste van zijn werken van lang geleden.”  De N.B. G. zegt: “De HEERE heeft mij tot aanzijn geroepen... .”  De Leidschevertaling heeft: “Jahwe schiep mij als de eersteling zijner wegen.”


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 18  Van der Palm schrijft: “De HEER bezat mij, als de eersteling zijns wegs.”  Volgens Osterwald moet vertaald worden: “De Eeuwige bezat mij... .” Gelijkaardig aan deze twee laatste vertalingen spreken ook Luther, de King James en The American Revised version van 1901. De vertaling van de Wachttoren is twijfelachtig en onbetrouwbaar. Na een beetje zoekwerk in een Bijbelconcordantie komen we tot de bevinding dat “kahnah” [dat is het begrip in Spr.8:22] vierentachtig maal gebruikt wordt en uit deze reeks worden alleen Gen.14:19,22 / Ex.15:16 / Deut.32:6 / Ps.74:2 / 139:13 en Spr.8:22 soms vertaald als “scheppen” of “voortbrengen”. Bijvoorbeeld in de NWV en de Septuaginta/LXX. Maar ook in deze gevallen hebben deze teksten een duidelijke betekenis wanneer we het “scheppen” lezen als “bezitten.” De Wachttoren zoekt steun voor haar vertaling bij de Griekse LXX. Ook daar spreekt men van: “De Heer schiep mij, het begin van Zijn wegen vóór Zijn werken.” Echter drie andere Griekse vertalingen uit de eerste en tweede eeuw na Chr. spreken van “bezitten” (Aquila, Symmachus en Theodotion) alsook de Latijnse Vulgata wordt door hen natuurlijk genegeerd. Bovendien ook dit nog; het echte werkwoord voor “scheppen” in de Bijbel is niet “qanah” maar “bara” zoals in Gen1:1 / Jes.45:18 / Amos 4:8. Jehovah’s Getuigen zien de wijsheid hier als een personificatie van: “de gepersonifieerde Wijsheid, ofte wel de eniggeboren Zoon van God.” (‘DE WACHTTOREN’ 15 juli 1959, blz.447. Wijsheid, die zogezegd zou geschapen zijn in de vertaling van de Wachttoren, is op zichzelf geen persoon, wel een eigenschap van zowel God als Christus (Opb.5:12 / 7:12 / 1 Cor.1:24,30 / Col.2:2,3). In het boek Spreuken is “de wijsheid” nog op andere wijzen gepersonifieerd: Spr.1:20-33: een lerares die haar geest uitstort, Spr.3:15-18: als materiële en geestelijke rijkdom, Spr.4:4-9: een behoedster die haar aanhangers zegent. We hebben daar een vraag bij aan de WT-leden: is dat ook op Jezus van toepassing? H. Ridderbos geeft in zijn commentaar van de brief aan de Colossenzen (Kok, Kampen, 1960) terecht te kennen dat Paulus nergens de identificatie maakt Christus = Wijsheid uit Spr.8. Ook niet in Col.2:3. De wijsheid in Spreuken is slechts personificatie, is géén persoon en heeft geen Messiaanse eigenschappen. Christus is in Col.2:3 echter Middelaar én doel van alle dingen. Het vooropgestelde verband dat tussen de twee zou bestaan is volgens Ridderbos een; “zéér fantasierijke verklaring” en “product van spitsvondige exegese” blz.134,137. In het Katholieke commentaar ‘La Sainte Bible’ van L. Pirot en A. Clamer, Letouzay et Ané, 1943, deel 6, blz.79 lezen we dat de gelijkenissen tussen de Wijsheid van Spreuken en de Wijsheid van andere wijsheidsliteratuur “overdreven” is. Het concept van de goddelijke wijsheid wijst naar de volheid van God en niet naar een of andere bemiddelaar zegt men er nog. Er zijn theologen, met goede bedoelingen, die een identificatie maken Wijsheid = Woord = Jezus. Maar dan een besluit maken dat de Wijsheid “geschapen” is doen slechts de antitrinitariërs. Dus eigenlijk gewoon vanuit een vooroordeel. Want dan moeten we ook leren dat


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 19 God een tijd zonder Wijsheid was. Alsof zoiets kan! In zijn ‘Paulus en Jezus’ zegt H. Ridderbos dat men al te gretig en gemakkelijk een verband tussen Spr.8 en Col.1 wil leggen (Kok, 1952, blz.124). Edwards zegt o.a.: “de personificatie is hier (Spr.8 zuiver ideaal en poëtisch” (I.S.B.E. blz.2021), volgens Easton is het een: “rethorische personificatie (...) een artificiële stijl” (idem blz.3091). J.H. Bernard zegt: “Dit is poëzie géén metaphysisch proza” (I.C.C. John, eerste serie, blz.CXXXIX). En volgens de Rabbijnse exegese spreekt dit gedeelte niet over de wijsheid op zichzelf maar de wijsheid van de Torah (Gen. Rabba 1,2). Zie hiervoor, samen met de Joods Alexandrijnse interpretatie; M. Hengel, Judaism and Hellenism SCM. Press, 1974, blz.153-175. Dezelfde schrijver geeft in zijn, Der Sohn Gottes, Die entstehung der christology und die jüdisch-hellenistiche Religionsgeschichte, bij J.C. Mohr uit 1975 nog de verwijzing van “wijsheid” als “de dochter van God” volgens Philo en bepaalde rabbijnen. Ook het woord dat uit YaHWeH’s mond komt wordt verpersoonlijkt in o.a. Jer.55:11 / Ps.107:20 / 147:15. En dan nog wat over vers 30 dat volgens de uitleg van Jehovah Getuigen moet vertaald worden als “meesterwerker”, zodat men van Christus dan géén schepper maakt maar een instrument in de handen van de Vader. Citeren we een standaardwerk van A.R. Hulst, Old Testament Translation Problems, Brill, 1960: “Het woord ‘amon kan zowel vertaald worden als ‘lieveling’ als ‘voedsterkind’. En dat stemt overeen met de context. Het stamwoord wil zeggen ‘oppassen’, of ‘opvoeden’ (vergelijk ‘omen in Num 11:12 enz.). Koehler L. & Baumgartner W., geven in Lexicon in Veteris Testamenti Libros, nog twee betekenissen aan voor het woord ‘omen, ‘meesterknecht’ of ‘geliefkoosde’, maar beiden zijn hier onmogelijk. Gezien de schepping slechts het werk is van God, heeft Hij zeker geen meesterknecht voor zoiets nodig.” In de voetnota op blz.815 van hun studiebijbel geven de mensen van de WT toe dat: “een voedsterling” ook een goede vertaling is van “amon.” Zou dit de goede vertaling kunnen zijn? Dan heeft God de wereld geschapen door middel van een “voedsterling.” Is dat niet een beetje raar! De schepping in handen leggen van een kind dat nog in opvoeding/leerling is! Want als men het ene letterlijk neemt dan toch ook het andere! We bekijken nog enkele details van dat woord: “meesterwerker”, in de NWV bij Spreuken 8:30. We gaan naar http://www.blueletterbible.org/lang/lexicon/Lexicon.cfm?Strongs=H525 Lexicon: Strong's H525 amown

Concordance Results Using KJV Strong's Number H525 matches the Hebrew

‫ן‬ ‫'( אומו‬amown ),

which occurs 1 times in 1 verses in the Hebrew concordance of the KJV

Concordance Results Using ESV Strong's Number H525 matches the Hebrew

‫ן‬ ‫'( אומו‬amown ),

which occurs 3 times in 2 verses in the Hebrew concordance of the NASB

Pro 8:30

then I was beside him, like a master


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18

20

workman, and I was daily hisfn delight, rejoicing before him always, Jer 52:15

And Nebuzaradan the captain of the guard carried away captive some of the poorest of the people and the rest of the people who were left in the city and the deserters who had deserted to the king of Babylon, together with the rest of the artisans.

Interlinear Hebrew Old Testament Strong's Concordance H525

One occurence of H525 ‫אמון‬ Proverbs 8:30 (IHOT) 30H1961 ‫ואהיה‬Then

I wasH681 ‫אצלו‬byH525 ‫אמון‬him, one brought upH1961 ‫ואהיה‬and I

wasH8191 ‫שׁעשׁעים‬delight,H3117 ‫יום‬dailyH3117 ‫יום‬dailyH7832 ‫משׂחקת‬rejoicingH6440 ‫לפניו‬be foreH3605 ‫בכל‬alwaysH6256 ‫עת׃‬always Dus afhankelijk van de vertaling heeft men dat word “amown” 1 maal in de Bijbel, of volgens een andere lezing driemaal. Maar deze twee andere zijn beter te begrijpen vanuit dit woord: Strong's Number H527 matches the Hebrew ‫ן‬ ‫'( אומו‬amown ), = bijna hetzelfde geschreven maar niet met dezelfde betekenis. Dit hier is het woord voor “menigte” of “volk.” Het is duidelijk dat de Wachttoren bij de behandeling van Spreuken 8:30 aan zijn lezers enkele betekenissen en belangrijke zaken van de bewijsgrond verzwijgt en zo een verkeerd beeld schept. Daarom blijven we herhalen: YaHWeH is NOOIT zonder Wijsheid geweest! Als je daar toch, zonder argumenten, een persoon wil in lezen en geen symboliek dan is de LOGOS ook eeuwig! Hij was dan steeds in YaHWeH, en bestaande van eeuwigheid tot eeuwigheid. We willen niet betwisten dat dingen die van Christus gezegd zijn door sommige commentatoren ook toegeschreven worden aan de wijsheid van Spr.8. Vergelijk vb. Spr.8:22 met Joh.1:1, Spr.8:30 met Joh.1:3, Spr.8:35 met Joh.1:4. Maar op dezelfde wijze kunnen deze dingen toegeschreven worden aan God, de Vader, of de Geest Gods (Spr.3:19 / Ps.104:24). Verscheidene Kerkvaders (vóór Nicea) hadden in Spr.8:22 trouwens de wijsheid geïdentificeerd als de Geest Gods. Of er de kracht Gods of de Geest als persoon mee bedoeld wordt is moeilijk na te gaan. Zie o.a. Irenaeus Ad. Haer. II, xxx, 9 / IV, VIII, 4 / IV, xx, 1,3. En ook Theophilus van Antiochië, Ad Autolycum, I, 7; P.G., VI, 1036.


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 21 Ja, we weten het wel dat er in bepaalde theologische kringen naar apocriefe boeken verwezen wordt als het om de Wijsheid van God gaat. Meestal zijn het deze die je erover leest. Hier 5 teksten uit de Willibrordvertaling (herziene editie 1995) over de Wijsheid. Sirach 1:4: “Vóór alle andere dingen is de wijsheid geschapen, en het denkend verstand stamt uit de eeuwigheid.” Sirach 24:3: “Uit de mond van de Allerhoogste ben ik voortgekomen en als een nevel heb ik de aarde bedekt.” Wijsheid 7:22: “want de wijsheid, de maakster van alles, heeft mij onderwezen.” Wijsheid 8:1: “Machtig reikt zij van het ene einde tot het andere en op voortreffelijke wijze bestuurt zij alles.” Wijsheid 8:4: “zij is ingewijd in Gods kennis en zij is de deelgenote aan zijn werken.” Wat we hier hebben is een speculatieve interpretatie van Gods wijsheid vanuit de Griekse filosofie. Dat maakt op ons niet erg veel indruk: deze boeken zijn niet van de allure van de ware geïnspireerde Bijbelboeken. [Zie het citaat van Dr. B. Gemser op blz.23.] Korte herhaling: De WT zegt dat Spreuken 8:22 spreekt over God die de wijsheid maakt of verwekt. Ze maken verder deze redenering: 1°) God schiep wijsheid. 2°) Jezus wijsheid genoemd. 3°) Jezus is dus gemaakt/geschapen. De WT zegt dat de werkelijkheid van de leer van de drie-eenheid daardoor onderuit is gehaald. Want de LOGOS zou een schepsel zijn! Nochtans een oprecht gebruik maken van de hermeneutische exegese van de Jehovah’s Getuigen zou hen iets anders moeten leren: namelijk de eeuwigheid van de wijsheid van God. Want de andere uitleg moet dan zijn dat YaHWeH voordat Hij de LOGOS (later Jezus) schiep geen wijsheid had! En dat zal niet kloppen met het beeld dat de Bijbel ons over God weergeeft. Als God geen wijsheid heeft, kan Hij ook niet scheppen! Moeten we daar niet eens over nadenken? De enige plaats waar Jezus expliciet Gods wijsheid wordt genoemd is in 1 Corinthiërs 1:24: “Maar voor hen die geroepen zijn, zowel Joden als Grieken, prediken wij Christus, de kracht van God en de wijsheid van God.” Paulus noemt Jezus daar echter niet alleen “de wijsheid van God”, maar noemt hem ook de “kracht van God.” En we weten dat er regelmatig in commentaren een link is gelegd tussen beide teksten maar dat doet Paulus zelf niet. Dat doen wij en als we het doen worden vlug de verkeerde uitkomsten onderschreven. Willen we doen zoals de Wachttoren doet? Want als we zeggen dat Jezus een schepsel is moeten we ook vanuit 1 Corinthiërs 1:24 nog iets anders zeggen: namelijk dat de kracht van God een schepsel is. Willen we dat? Reduceren we God niet zo tot een slappeling! Schiep Hij soms “zonder wijsheid” en” zonder macht.” Zelfs de ganzen kunnen we dat niet aanpraten. Moeten we ook daar niet eens over nadenken?


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18

22

^^^^ W.H. Gispen schrijft bij Spreuken 8:30 het volgende (door ons ingekleurd): “30 Met opzet heb ik letterlijk vertaald, om duidelijk te laten uitkomen, dat in het Hebreeuws twee keer in dit vs gezegd wordt: „en ik was”. Vertaalt men de eerste keer: „Toen was ik”, dan verbindt men te nauw met het voorafgaande en is het net, alsof wij hier een nazin hebben. Nadat de wijsheid het werk der schepping beschreven heeft, werkt zij nader haar tegenwoordigheid bij dat werk, die zij reeds in vs 27 vermeldde, uit. Over het Hebreeuwse ámón, dat hier door „troetelkind” vertaald werd, is veel te doen. De vertaling „troetelkind” is mogelijk, ook zonder dat men anders vocaliseert ('ámun in pl. v. ámón), daar wij hier te doen hebben met een zelfstandig naamwoord van het type-gától, ontwikkeld uit gátul, vgl. Gesenius-Kautzsch, Hebráische Grammatik28 (Leipzig 1909) § 84h. Het woord komt, behalve als naam van de koning van Juda Amon (vgl. II Kon. 21 : 18 vlg., II Kron. 23 : 20 vlg. e. a.) en als naam van een Egyptische god (vgl. Jerem; 46 : 25), alleen Jerem. 52 : 15 en hier voor. In Jerem. 52 : 15 zal het wel een verschrijving zijn voor hámón, menigte, vgl. II Kon. 25 : 11; dus die plaats werpt niet veel licht op de zaak. De betekenis „voedsterling”, „troetelkind” past hier in het verband uitstekend en wordt aan de hand gedaan doordat het werkwoord 'mn in Qal de betekenis heeft: van „opvoeden”, „oppassen”, vgl. de deelwoorden van dit werkwoord in Num. 11 : 12, II Kon. 10 : 1, 5, Jes. 49 : 23 (mannelijk actief); Ruth 4 : 16, II Sam. 4 : 4 (vrouwel. actief); Ester 2 : 7 (mannelijk actief, gevolgd door een accusativus); Klaagl. 4 : 5 (mannelijk passief). Velen vertalen 'ámón in ons vers door „werkmeester”, „kunstenaar”, of: „werkmeesteres”, „kunstenares” (wat, al staat in het Hebr. een mannel. vorm, heel goed mogelijk is); dan zou het dezelfde betekenis hebben als het in Hoogl. 7 : 1 voorkomende 'ómmán, Het voornaamste bezwaar tegen deze vertaling is, dat in het verband geen sprake is van een optreden van de wijsheid als werkmeesteres of kunstenares bij de schepping. De HERE doet alles Zelf. Daarom is de vertaling „troetelkind” nog altijd de meest bevredigende. Zo ook: Nederl. Bijbelgenootschap (nieuwe vertaling), Statenvert. (,,voedsterling"), Aquila, Schultens, Obbink, Gemser e. a. De andere vertaling wordt gegeven door LXX, Vuig., Leidse Vert., Zuid-Afrikaanse vert., Hitzig, Franz Delitzsch, Wildeboer e. a. Bij Hem: voor „bij” wordt hetzelfde woord gebruikt als in 7 : 8, 12. En ik was dagelijks een en al verrukking: in pl. v. „dagelijks” kunnen wij ook vertalen: „dag bij dag”, „elke dag”. Een en al verrukking: in het Hebreeuws staat: „verrukking”, „vermaak”; van een werkwoord, dat betekent: „zich vermaken”. De wijsheid stelt hier zichzelf voor als een klein kind, dat zich in de nabijheid van zijn vader vermaakt, terwijl deze aan het werk is. Vandaar, dat er nog volgt: spelende voor zijn aangezicht: dit „spelen” ziet op het vermaken van zichzelf; het wordt nader uitgewerkt in vs 31. Te allen tijde: vgl. 5 : 19.” ^^^^ In de serie Tekst en uitleg Spreuken, Dr. B. Gemser, Uitgeverij J. B. Wolters, 1929 lezen we bij Spreuken 8:30 het volgende (door ons ingekleurd): “30 Toen reeds, in der schepping morgenstond, was de Wijsheid daar, als een spelend kind, als 't lieve pleegkind van den Schepper, bron van vermaak voor Hem, zooals het onder Zijn oog, in Zijn hoede speelde. De dichter laat hier aan zijn verbeelding wel zeer onbeteugeld den vrijen loop; of hier verre nawerking is van een Oud-Oostersche mythologische voorstelling van een goddelijke trias: vader, moeder en kind, is zeer onzeker. Merkwaardig is, dat met de


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 23 opeenvolgende reeks van scheppingsdaden de groei van het kind, Wijsheid genaamd, schijnt parallel te gaan; we kunnen haar ontwikkeling volgen van ongeboren vrucht (vs. 23) door de geboorte heen (vs. 24 v.) tot de aanwezigheid, het aanzijn (vs. 27) en de stadia van voedsterling (vs. 30a, b) en spelend kind (vs. 30c, 31). We meenen de opvatting "troetelkind, voedsterling, pleegkind" onvoorwaardelijk te moeten volgen, en niet die van "werkmeester, ambachtsman, kunstenaar", niet alleen omdat het Hebr. woord hiervoor anders luidt (nl. ’ ommàn, Hoogl. 7 : 2, en niet zooals hier ’ àmon, maar vooral omdat in deze geheele pericoop aan de Wijsheid alleen de rol van aanwezige en niet die van medewerkster bij het scheppingswerk wordt toegekend, welke laatste voorstelling bovendien geheel in strijd zou zijn met het Israëiietische Godsbegrip. — Over voedster en verplegers wordt dikwijls gesproken in het 0. T., zoo II Sam. 4 : 4, Ruth. 4 : 16. Num. 11 : 12, II Kon. 10 : 1, Jes. 49 : 23, Est. 2 : 7. De gedachte van de voorwereldlijke schepping van de Wijsheid en haar aanwezigheid bij de schepping der wereld komt ook, waarschijnlijk in afhankelijkheid van deze pericoop, voor bij Sirach, 1 : 4, 24 : 9 en in de Wijsh. v. Salomo 9 : 9b; overigens vertoont dit laatstgenoemde boek reeds een veel meer filosofisch beïnvloede voorstelling van de wijsheid (vgl. 9 : 4, 8 : 3 v., 7 : 22 vv). Merkwaardig is dat reeds de Spreuken van Achigar van de aanwezigheid van de wijsheid bij de Godheid in den hemel schijnen te spreken (vs. 95: zelfs aan de goden is zij kostbaar, haar behoort voor altijd het koninkrijk, in den hemel is zij opgelegd, want de Heer der heiligheid heeft haat verhoogd).” Het besluit dat we uit al deze opmerkingen moeten maken is dat de WT geen grond heeft om op te staan als ze zeggen dat Spreuken 8:22 over de schepping gaat van de Logos. Als de Logos een schepsel is, dan klopt dit niet met dit: Dit zegt Jesaja 44:24 over YaHWeH: “Zo zegt de HERE, uw Verlosser, en uw Formeerder van de moederschoot aan: Ik ben de HERE, DIE ALLES GEMAAKT HEB; die de hemel heb uitgespannen, Ik alleen; die de aarde uitgebreid heb door eigen kracht.” NBG-vertaling 1951

Dit zegt Johannes over Jezus in Johannes 1:3: “ALLES IS DOOR HEM ONTSTAAN, en buiten Hem om is er niets ontstaan. Wat ontstaan was.” Willibrordvertaling 1995

De Wachttoren ziet De LOGOS als de letterlijke eerstgeboren en dat is niet Bijbels We willen als tweede punt naar Colossenzen 1:15-21 gaan, waar de Wachttoren zoveel nadruk op legt. Voor de volledige uitleg hierbij zie onze studie van bijna 500 bladzijden gratis op: http://www.scribd.com/doc/132235026/Jehovah%E2%80%99s-Getuigen-over-DE-DRIEEENHEID-2013 http://issuu.com/guidofran/docs/jehovah_s_getuigen-over-de-drie-eenheid-2013 [En ook daar hebben we het over Openbaring 3:14 dat niet verwijst naar Jezus als schepsel maar als Schepper, daar gaan we hier dus niet op in, zie daar het boek over.] Colossenzen, hoofdstuk: 1 Vers

Statenvertaling

Luthervertaling

Leidschevertaling


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18

15 Dewelke het Beeld is des onzienlijken Gods, de Eerstgeborene aller kreaturen.

24

welke is het evenbeeld des in hem, die het beeld is onzienlijken Gods, de van den onzienlijken God, eerstgeborene van alle de eerstgeborene der schepselen. ganse schepping;

16 Want door Hem zijn alle Want door hem is alles want in hem is geschapen dingen geschapen, die in de geschapen wat in den alwat in de hemelen en op hemelen en die op de aarde hemel en op de aarde is, de aarde is, de zichtbare zijn, die zienlijk en die het zienlijke en onzienlijke, en de onzichtbare dingen, onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij tronen, hetzij tronen, heerschappijen, hetzij heerschappijen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden en machten; overheden, hetzij machten; overheden, hetzij machten: alles is door hem en tot alle dingen zijn door Hem en het is alles door hem en tot hem geschapen. tot Hem geschapen; hem geschapen 17 En Hij is voor alle dingen, en en hij is Voor allen, en alle Hij is voor alles, en alles alle dingen bestaan te dingen bestaan in hem; bestaat in hem; zamen door Hem; 18 En Hij is het Hoofd des lichaams, [namelijk] der Gemeente, Hij, Die het Begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.

en hij is het hoofd des lichaams, namelijk de gemeente; hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, opdat hij in alle dingen de eerste zou zijn.

en hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden; opdat hij in allen dele de eerste plaats zou innemen.

19 Want het is [des Vaders] welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou;

Want het is Gods Want het behaagde der welbehagen geweest, dat gehele Volheid in hem te in hem alle volheid wonen wonen zou,

20 En dat Hij, door Hem vrede en dat alles door hem gemaakt hebbende door het verzoend zou worden tot bloed Zijns kruises, door hem zelven, vrede Hem, [zeg ik], alle dingen gemaakt hebbende door verzoenen zou tot het bloed zijns kruises, Zichzelven, hetzij de dingen, door hem [zeg ik], hetzij op die op de aarde, hetzij de de aarde of in den hemel. dingen die in de hemelen zijn.

en door hem alles met zich te verzoenen, nadat hij vrede gesticht had door het bloed van zijn kruis; ja, door hem verzoent Hij met Zich alles wat op de aarde en wat in de hemelen is.

21 En Hij heeft u, die eertijds vervreemd waart, en vijanden door het verstand in de boze werken, nu ook verzoend,

ook u, die weleer vervreemd en in uw gezindheid vijanden Gods waart--uw boze gedragingen bewezen het--heeft hij thans verzoend

En u, die eertijds vervreemd en naar de gezindheid vijanden waart, in boze werken, heeft hij nu verzoend

Hier de Griekse tekst van https://sites.google.com/site/nestle1904/colossians


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18

25

15 ὅς ἐστιν εἰκὼν τοῦ Θεοῦ τοῦ ἀοράτου, πρωτότοκος πάσης κτίσεως De WT maakt veel wind bij deze tekst, over het begrip: “de Eerstgeborene van heel de schepping” (HSV) of “de eerstgeborene van heel de schepping” (NWV). Men vergeet daarbij een zeer belangrijk punt, dat de Schrift regelmatig woorden gebruikt in een betekenis die niet letterlijk zijn maar een symboliek weergeeft. En dat is hier het geval. De “eerstgeborene” moet inderdaad “deel van de groep” zijn maar dan slechts als het woord “eerstgeborene” gebruikt wordt in een letterlijke zin, dat hoort gewoon bij de definite van die uitdrukking zelf. Maar anderzijds gaat deze regel niet noodzakelijk van toepassing zijn op alles wat de naam “eerstgeboren” draagt in de Bijbel. Daar gaan we enkele voorbeelden bij geven en bijgevolg is er reden genoeg OM EEN ANDERE BETEKENIS te geven aan de uitdrukking “de eerstgeborene van.” De verschillende niet-letterlijke gebruiksmogelijkheden daarvan in de Schrift zowel in het OT als het NT vragen naar een andere duidelijker uitleg dan de definitie van de WT. Een eerstgeborene in de Bijbel is NIET ALTIJD “deel uit van de groep.” In Colossenzen 1:15 is Jezus niet als een letterlijke eerstgeborene in beeld maar een eerstgeborene in figuurlijke zin. In het licht van daarvan, zou het onjuist zijn om de letterlijke betekenis op te dringen in Colossenzen 1:15. In plaats daarvan moeten we de verschillende manieren waarop deze uitdrukking niet letterlijk wordt gebruikt in de Schrift nagaan. Doen we dat niet dan is dat niet eerlijk of men heeft zichzelf in slaap gewiegd. Deze conclusie wordt bevestigd door het analyseren van het Griekse woord voor eerstgeborene (pro¯totokos) in een Grieks Lexicon. Na onderzoek zal de lezer ontdekken dat er geen definitie is die toelaat om dit woord steeds te gebruiken in letterlijke zin. Alleen al daarom kunnen wij het idee dat de eerstgeborene is noodzakelijk onderdeel van een groep laten varen. Meerdere malen in de Bijbel, gebruikt God de term “eerstgeborene” in figuurlijke zin, maar iedere keer dat Hij dit doet vertelt Hij altijd wat er dan wordt bedoeld met die stijlfiguur. We gaan alle teksten eens bekijken van het NT die dat begrip “eerstgeborene” gebruiken. Dit zijn ze = acht in totaal. In het Grieks gaat het om dat Griekse woord:

Luc.2:7 WIL: “en ze baarde een zoon, haar eerstgeborene; ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voerbak, omdat er geen plaats voor hen was in het gastenverblijf.” [“eerstgeboren” in HSV] Rom.8:29 HSV: “Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders.” Col.1:15 HSV: “Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping.” Col.1:18 HSV: “En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.”


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 26 Heb1:6 HSV: “En wanneer Hij vervolgens de Eerstgeborene in de wereld brengt, zegt Hij: En laten alle engelen van God Hem aanbidden.” [Dat er staat “vervolgens” of “opnieuw” zoals in andere vertalingen verwijst naar de status van de opgestane Christus. Vanaf dat moment moet Jezus aanbeden worden.] Heb.11:28 HSV: “Door het geloof heeft hij het Pascha ingesteld en het besprenkelen met het bloed, opdat de verderver van de eerstgeborenen hen niet zou treffen.” Heb.12:23 HSV: “ tot een feestelijke vergadering en de gemeente van de eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten van de rechtvaardigen, die tot volmaaktheid zijn gekomen,” Opb.1:5 HSV: “en van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden en de Vorst van de koningen der aarde, Hem Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed,” We lezen in een WT publicatie Redeneren aan de hand van de Schrift, blz.102-103: “(2) Vóór Kolossenzen 1:15 komt de uitdrukking „de eerstgeborene van” meer dan 30 maal in “de bijbel voor, en elke keer dat ze van toepassing is op levende schepselen, heeft ze dezelfde betekenis — de eerstgeborene maakt deel uit van de groep. ’De eerstgeborene van Israël’ is een van de zonen van Israël; ’de eerstgeborene van Farao’ behoort tot Farao’s gezin; ’de eerstgeborenen van het vee’ waren zelf dieren. Hoe komt het dan dat sommigen er in Kolossenzen 1:15 een andere betekenis aan geven? Doen zij dit omdat hier een bijbels precedent voor bestaat, of stoelt het op een overtuiging die zij reeds bezitten en waarvoor zij een bewijs zoeken?” We gaan dit argument ontleden en tot de bevinding komen dat het door een papierversnipperaar kan om het niet meer als waarheid te kunnen gebruiken. De WT begint met te zeggen: “Vóór Kolossenzen 1:15 komt de uitdrukking „de eerstgeborene van” meer dan 30 maal in “de bijbel voor, en elke keer dat ze van toepassing is op levende schepselen, heeft ze dezelfde betekenis — de eerstgeborene maakt deel uit van de groep.” Wat ze niet zeggen is dat er NA Col.1:15 enkele malen over het begrip “eerstgeboren” gesproken is maar dat het daar niet det eerste van een serie is. En ook VOORDIEN zijn er meerdere teksten in het OT waar eerstgeboren niet van toepasing is op een groep. Er zijn natuurlijk letterlijke eerstgeboren in Israël = alle mannen die als eerste geboren worden in een familie. Maar het ganse Israël, in zijn geheel, is door God - en dat zijn zowel vrouwen als mannen als kinderen als ZOON BESCHOUWD. We mogen niet de fout maken hier iets te lezen dat er echt niet staat en dat is dit: hier staat NIET, dat Jezus “de eerstgeborene van alle schepselen” is. Want er staat iets anders: “de eerstgeborene van de hele schepping.” In het eerste geval zie je wat de Wachttoren doet: ze maken daar een volgorde van: eerst word Jezus geschapen en daarna zal hij alle andere schepselen maken. Ze hebben zelfs hun Bijbel aangepast aan die opvatting en daar komen we nog op terug. De ware betekenis van de woorden“de eerstgeborene van de hele schepping”, moeten we vanuit het woord “eerstgeborene” zoals het in de Bijbel gebruikt is verstaan. En niet op gelijk welke wijze daar een inhoud en betekenis aan geven. Als er nu echt bewijs is dat Jezus de eerste is van de schepselen dan moeten we dat natuurlijk bezien vanuit die eerste betekenis bekijken: dat Jezus “de eerstgeborene van alle schepselen” is. Maar we zeggen het nog maar eens: dit staat niet in de Bijbel.


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 27 Als het blijkt dat, het woord “eerstgeborene” in veel passages waar die formulering staat, er een andere betekenis is dan “eerste van een reeks”, dan moet ons dat tot nadenken stemmen. Als namelijk met betrekking tot Jezus “eerstgeborene” NIET de letterlijke betekenis heeft “als eerste die geboren is”, dan moeten wij concluderen, dat Christus, de eerstgeborene, hier een andere inhoud kan hebben. Hij is dan NIET de eerste die geboren is = of het eerste schepsel: maar “eerstgeborene” in een symbolische betekenis. Hoe wordt die uitspraak “eerstgeborene” in zowel het OT als het NT gebruikt? In de Bijbelse context, kan “eerstgeborene” in menselijke zin (want het heeft ook betrekking op dieren) deze zes betekenissen krijgen: 1°) letterlijk: de eerste die geboren word in een gezin: Gen.19:31 / Gen.25:13 / Ex.13:2 / Luc.2:7 = Jezus is letterlijk de eerstgeboren van Maria en dat is de eerste van de 8 teksten daarover in het NT. En Jezus is ook letterlijk de eerstgeboren van de Vader, het kind van een vrouw en God. Lucas 1:32,35: “Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, (…) En de engel antwoordde en zei tegen haar: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Daarom ook zal het Heilige Dat uit u geboren zal worden, Gods Zoon genoemd worden.” Jezus, is uniek, zo een geboorte zal er nooit nadien nog plaatsvinden of is er voordien geweest. Hier maakt de WT de grove fout om dat ZOONSCHAP te verklaren als met betrekking tot de LOGOS. Maar dat staat NIET in het evangelie en ook niet in het OT. Jezus, is de zoon van God! De LOGOS is dat niet! Er zijn geen Bijbelteksten die dat bewijzen en Spreuken 8 aanhalen heeft geen zin. Zie onze argumentatie daarover vanaf blz.16 en verder. 2°) letterlijk: aanduiding voor de “eerstgeboren” als de “erfgenaam” die het dubbele deel kreeg, dus hij die het eerstgeboorterecht kreeg. Het recht van de eerstgeborene staat hier beschreven: Deut.21:15-17 / 1 Kron.5:1. MAAR: de titel “Eerstgeborene” is overdraagbaar. Dat was het geval bij de zonen van Jozef dat is beschreven in Gen.41:5,-52: “51 Jozef gaf de eerstgeborene de naam Manasse. Want, zei hij, God heeft mij al mijn moeite en heel mijn familie doen vergeten. 52 De tweede gaf hij de naam Efraïm. Want, zei hij, God heeft mij vruchtbaar doen worden in het land van mijn verdrukking.” Jer.31:9: “… want Ik ben Israël tot een Vader, en Efraïm – Mijn eerstgeborene is hij.” Hier speelt dus niet de volgorde van de zonen van iemand niet mee, hier gaat het om de latere verwantschap. Maar ook als het NIET om rangorde gaat dan blijft steeds in zo een geval, de positie bestaan in de familie. En alle daaraan verbonden rechten en plichten zijn dan overgegaan. Ook de Wachttoren geeft dat toe in Inzicht, Deel 1, bij het begrip Jozef, blz.1345: “Jakob zegent Jozefs zonen. Ongeveer twaalf jaar na de hongersnood bracht Jozef zijn twee zonen, Manasse en Efraïm, naar Jakob. Bij deze gelegenheid gaf Jakob te kennen dat Jozef het eerstgeboorterecht zou krijgen en dat hij Efraïm en Manasse als zijn eigen zonen beschouwde.” We moeten dat even onthouden want de Wachttoren gaat op een bepaald moment een overdreven nadruk leggen op Jezus als de “eerstgeborene.” 3°) metafoor: In Psalm 89:21,27,28 staat zo een apart geval: “Ik heb David, Mijn dienaar, gevonden; met Mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd.(…) 27 Híj zal tot Mij roepen: U bent mijn Vader, mijn God en de rots van mijn heil. 28 Ja, Ík zal hem tot een eerstgeboren zoon maken, tot de allerhoogste van de koningen van de aarde.” David was de achtste zoon van zijn


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 28 vader Isaï en was dus geen eerstgeborene. En hij was ook geen engelenzoon van God. Maar toch zegt God dat hier! Hij maakt hem tot een eerstgeborene en dat wil eigenlijk zeggen: Mijn eerstgeborene, en als zodanig wordt hij de allerhoogste van de koningen van de aarde. Maar in feite zal dit verwijzen naar de latere David, naar de Messias. (Opb.1:5) Waarschijnlijk moeten we daar ook de favoriete term van Jezus voor Zichzelf gaan zoeken. Hij was en is nog steeds de “Zoon des mensen” bijvoorbeeld in: Matthéüs 8:20 / 9:6 / 10:23 / 12:8,32,40 / 13:37,41 / 16:27,28 / Johannes 1:51 / 5:27 / 6:27,62 / 8:28 / 9:35 / 12:23 / 13:31 Hier http://www.jw.org/nl/publicaties/boeken/gelukkig-leven/wat-zegt-de-heilige-schrift-overde-messias/ geeft de Wachttoren aan te geloven dat Psalm 89:27 = een Messiaanse profetie is. [* zie na punt zes blz.28 nog enkele aantekeningen hier over] 4°) metafoor: Figuurlijk bekeken heet Israël de “eerstgeboren zoon van God” onder de volkeren en het is duidelijk dat is niet omdat ze de eerste mensen zijn. In figuurlijke zin echter als het om alle volkeren der oudheid gaat: Israël is door God uitverkoren als Zijn openbaringsvolk. Exodus 4:22 is daar duidelijk in: “Dan moet u tegen de farao zeggen: Zo zegt de HEERE: Mijn zoon, Mijn eerstgeborene, is Israël.” Israël kreeg dus van YaHWeH de “Eervolle onderscheiding” van superioriteit tegenover alle andere volkeren. Israël, is als YaHWeH’s eerstgeborene, ontworpen om een “koninkrijk van priesters en een heilig volk” te zijn (Exodus 19:6). Dezelfde dingen zullen later van de gemeente van christenen gezegd worden door Petrus. Nog andere dingen die tot Israël behoorden klinken nog door tot in het NT met de gemeente als onderwerp. Zoals in Rom.3:1,2: “Wat heeft de Jood dan voor op anderen? Of wat is het voordeel van het besneden zijn?2 Veel, in alle opzichten. Want in de eerste plaats zijn hun de woorden van God toevertrouwd.” Of ook nog Eph.2:12: “dat u in die tijd zonder Christus was, vervreemd van het burgerschap van Israël en vreemdelingen wat betreft de verbonden van de belofte. U had geen hoop en was zonder God in de wereld.” Maar onder andere in het NT en de tekst hierboven is er wat gewijzigd aan wat God met Israël had: die nauwe band van God met mensen krijgt een andere dimensie. Vanaf dat Jezus sterft aan het kruis zijn ook de heidenen een toegang gegeven tot het burgerschap met God. Onder de volkeren was Israël de meest geliefde zoon = de “eerstgeborene” = die recht heeft op het beërven van Gods bezittingen en genade. Israël als de eerstgeborene van God is in Micha 6:7 genoemd “de vrucht van mijn moederschoot ” dat ook niet letterlijk is. Het is dus 1 kudde en 1 gemeente, collectief de zoon van God. [Dat uitverkoren volk = Israël = die eerstgeboren zoon, dat heeft ook alles te maken met de beloften die God doet aan Abraham zoals hier Genesis 13:15: “Want al het land dat u ziet, zal Ik voor eeuwig aan u en uw nageslacht geven.” Dat is echter een ander onderwerp, wellicht voor een ander keer.] YaHWeH roept zijn "eerstgeborene" = het is Israël maar ook Jezus

Profetie door God

Vervulling in de Messias


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 Hosea 10:10 “Toen Israël een kind was, had Ik hem lief,en uit Egypte heb Ik Mijn zoon geroepen.”

29

Matthéüs 2:15 “En hij bleef daar tot de dood van Herodes, opdat vervuld werd wat door de Heere gesproken is door de profeet: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen.”

5°) metafoor: oorzaak van de opstanding: Col.1:18 “Christus als de “eerstgeborene” uit de doden”, ook Opb.1:5 zie enkele commentatoren vanaf blz.30. 6°) metafoor: In figuurlijke zin spreekt de Schrift ook eenmaal van de gemeente der eerstgeborenen, die in de hemel opgeschreven zijn (Heb.12:23 en vergelijk dat eens met Luc.10:20). De gemeente van Christus is de verzameling van allen die in Christus geloven. Je zou zeggen op het eerste zicht alleen deze die na Pinksteren komen. Maar we moeten er toch ook nog de geloofshelden in Heb.11 aan toevoegen. In dit voorbeeld waar het begrip “eerstgeborene” op een groep mensen van toepassing heeft het niets te maken met een “geboorte” maar is het gebruikt als een titel van waardigheid en prestige. Dus dit is figuurlijk te verstaan. Lichamelijk is er slechts één eerstgeborene = Jezus: maar gezien alle heiligen Gods een zelfde overtreffende gave ontvangen van hun Vader, zijn ze allen afzonderlijk eerstgeborenen. Deze zin moet dus NIET worden opgevat alsof Jezus de eerste schepping is. Al in de dagen van de apostelen zal die opvatting hebben gespeeld in de gedachten van de gnostische leraren. Zij leerden dat Jezus de hoogste was van de engelen en hij stond als belangrijkste naast de grote god. En de leer van Philo, de Alexandrijnse jood, ging al in die richting. Bij de gnostici wou men de gedachte van de goddelijkheid van Jezus uitgelegd krijgen in een streng monotheïstis Joodse OT gedachte. Jezus, is toch anders voorgeteld: Hij was de unieke zoon van YaHWeH maar ook zelf absoluut deelhebbend aan de godheid. — zie Johannes 1:18 / 3:16,18 / 1 Johannes 4:9. Die Jezus was altijd Godheid — zie Colossenzen 1:17 / Johannes 1:1 / 5:18 / 10:30 / 14:9 / 20:28. God werd een mens in de tijd, in Bethlehem geboren uit een Joodse maagd: zodat de gevallen mensheid kon begrijpen wie de Godheid was en Hem kon verstaan. — zie Johannes 1:14,18. [* zie na punt zes] Wie zijn Bijbel goed kent weet dat in de persoon van Jezus er drie ambten verenigd waren/zijn: 1°) profeet = waar Mozes en de profeten het over hadden 2°) priester = de zichzelf ten offer brengende hogepriester 3°) koning = Hij is een zittende koning aan de rechterhand van God Daaraan is gekoppeld het eerstgeboorterecht, Hij is dan ook de opperste autoriteit in universum. Dat had Hij al voordat Hij mens werd volgens Johannes 17:5: “5 En nu verheerlijk Mij, U Vader, bij Uzelf, met de heerlijkheid die Ik bij U bezat voordat de wereld er was.” Maar de Vader gaf Hem bovendien alle macht die is in de hemel en op


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 30 aarde als opgestane en verheerlijkte MENS. Dat zou niet kunnen indien Hij ook niet tegelijkertijd God zelfs was. Over de almacht van de LOGOS/Jezus zie: Mat.21:3: “En als iemand iets tegen u zegt, moet u zeggen dat de Heere ze nodig heeft, en hij zal ze meteen sturen.” Mat.28:18: “ En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.” Rom.8:17: “En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.” Ps.2:8: “Eis van Mij en Ik zal U de heidenvolken als Uw eigendom geven, de einden der aarde als Uw bezit.” Ps.110:1,2: “De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een voetbank voor Uw voeten. 2 De HEERE strekt Uw machtige scepter uit vanuit Sion en zegt: Heers te midden van Uw vijanden.” We lezen bij deze tekst in W. R. Nicoll, The Expositor's Bible, Armstrong and Son, 1903, blz.76,77. “De eerstgeborene van heel de schepping.” Op het eerste zicht, lijkt deze naam hem te plaatsen in de grote familie van wezens als de oudste, en hem te behandelen als een van hen, alleen maar omdat Hij wordt verklaard in een zekere zin daarvan de eerste te zijn. Die betekenis is aan deze woorden gegeven; maar het blijkt duidelijk dat dit niet het voornemen is gezien de taal van het volgende vers, dat wordt er aan toegevoegd om te tonen hoe de titel uitgelegd moet worden. Dit stelt duidelijk dat Christus “voor de hele schepping” is, en dat Hij uitvoeder [“agent” in het origineel] van de hele schepping is. Aandringen dat de woorden moeten worden uitgelegd, zodat hij deel van de “schepping” zou zijn, is tussen de tanden van de apostel terecht komen die deze uitleg geen verantwoording geeft. Zodat de ware betekenis is dat Hij de eerstgeborene is, in vergelijking met, of verwijzing naar, de hele schepping. Een dergelijk begrip en meningsuiting is volkomen grammaticaal toelaatbaar, en is noodzakelijk, want dit vers is dan in gewelddadige tegenspraak met de volgende zin. (... ) Het hele universum is, als het ware gelijk aan een klasse, en Hij alleen staat daarboven. Geen enkele taal zou nadrukkelijker en allesomvattender kunnen zijn. Vier keer in één zin is de uitdrukking “alle dingen” = het hele universum herhaald, en herleid Hem dus tot Schepper en Heer.” ^^^^ H.C.G. Moule zegt bij déze tekst in zijn, The Cambridge Bible for schools and colleges, The Epistles to the Colossians and to Philemon, Cambridge, 1894. “de eerstgeborene van elk schepsel '] Beter misschien, “eerstgeborene van heel de schepping” (Lightfoot en RV), of, met een zeer lichte parafrase, “eerstgeborene over heel de schepping”; geeft de relatie van de prioriteit aan van het bestaan en het oppergezag of het erfelijke recht. Dus, om een zeer gebrekkige analogie te gebruiken, de erfgenaam van een erfelijke troon kan


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 31 worden omschreven als “eerstgeborene tot of over, het ganse rijk.” Het woord “schepsel” (van het late Latijn creatura) hier waarschijnlijk, zoals zeker in Rom.8, betekent de “schepping” als geheel; een betekenis waarin het Griekse woord overheld in het gebruik, in plaats van die van een “wezen” (dat Ellicott en Alford later adopteerden). Zie Lighlfoot's nota. “Eerstgeborene”- vergelijk met Ps. Ixx.xix. 27; en de Palestijnse joodse toepassing, en van daar afgeleid dat de titel “Eerstgeborene” naar de Messias verwijst. Een soortgelijk woord werd gebruikt van de mysterieuze “Logos” onder de Alexandrijnse Joden, zoals is aabgetoond in de geschriften van Philo een tijdgenoot van Sint Paulus. Dit bezien vanuit dat gebruik ervan, en in deze verbanden, duidt het woord dus deze dingen aan (a) Prioriteit (voorrang) van het bestaan, zodat de Zoon vóór het geschapen universum verschijnt, en dus als behorend tot de eeuwige orde van het zijn; (b) heerschappij over “de hele schepping,” door dit recht van schepper. (... ) 16. “Want” ] omdat. Nu volgt het bewijs, gegeven in de creatieve actieve werking van de Zoon, van Zijn prioriteit en heerschappij over door hem geschapen wezens] Letterlijk maar veel beter, “in Hem.” De daad van de schepping is hier verondersteld in Hem te berusten, en van Hem afhankelijk te zijn voor zijn voltooiing en realisatie” (Ellicott). Met andere woorden, het machtige feit dat alle dingen geschapen verbonden zijn met Hem, zoals een geheime band. De oprichting van de dingen in Hem was, als het effect van de oorzaak.” ^^^^ The Pulpit Commentary, Electronic Database geeft er deze uitleg bij: “Vers 27 - Ook zal ik hem mijn eerstgeborene maken. Er is maar een ware “eerstgeborene” “de Eniggeborene van de Vader.” Alle andere zogenaamde “eerstelingen” - zoals Israël (Exodus 4:22), of Ephraim (Jeremia 31:9), David - zijn reflecties of vertegenwoordigers, op een of andere manier, van de ware en enige echte “Eerstgeborene.” Hoger dan de koningen der aarde; letterlijk, de meest hoge boven de koningen der aarde; dwz Hij staat tegenover de andere “koningen van de aarde” als “de Allerhoogste” vanwege zijn beheer en macht over de engelen.” ^^^^ J.A.C. van LEEUWEN zegt in zijn commentaar op de brief aan de Kollossensen bij hoofdstuk 1 vers18: “Hij toch is het begin, eerstgeborene uit de dood; nergens elders noemt Paulus de Christus „begin”; om zijn bedoeling te verstaan, moeten wij in gedachten houden, dat hij hier handelt over de betrekking van Christus tot het geheel der herschepping: Hij is het begin, de eerste in een ganse reeks; al wat er is aan vernieuwing en wedergeboorte is door Hem gewerkt; met Hem is het voor zijn kerk begonnen; en wel, gelijk nader wordt gezegd, omdat Hij is eerstgeborene uit de dood; ook hier, evenals in vs. 15, ligt in dit „eerstgeborene” meer de gedachte aan rangdan aan volgorde; ook vóór Christus' opstanding zijn er doden tot het leven teruggekeerd; doch eerstgeborene uit de dood is Hij alleen: door zijn opstanding is Hij het Hoofd, en door de kracht zijner opstanding het leven der kerk.


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 32 Opdat in alles Hij de eerste plaats zou bekleden; duidelijk wordt voor Hem hier de eer opgeëist, die Hem alleen en Hem ten volle toekomt: Hij neemt de eerste plaats in; Hem is gegeven „een naam boven alle naam”, Fil. 2: 9. In ieder opzicht is Hij de eerste; de nadruk, die dit „in alles” heeft, wijst erop, dat ook hier een tegenstelling ligt tegen de dwalingen, die Paulus gaat afwijzen.” Wat Prof. J.A.C. van LEEUWEN zegt in het vorige is duidelijk weergegeven bijvoorbeeld als Jezus aan de gemeente Sardis schrijft: “Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.” Openbaring 3:5 En aan Filadelfia is zijn macht aldus beschreven: “En schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die de sleutel van David heeft, Die opent en niemand sluit, en Hij sluit en niemand opent” Openbaring 3:7 ^^^^ Aloys Grillmeier (in zijn Christ In Christian Tradition, Vol.1, blz. 25) komt vastbesloten tot de conclusie dat “prototokos” niet moet gelezen worden als voor een tijds-definitie. Het zegt dat in Bijbelse taal een feitelijke “pre” overeen komt met de tijdelijke “pre” van de eerstgeborene (Ps.89:28 / Ex.4:22 / Hebreeën 12:23). Het geeft simpelweg een “waardigheid” weer. Christus de eerstgeborene moet worden gezien in zijn heerschappij over de engelen als krachten en hier is een “tijdelijk” bestaan vóór de engelen “niet het punt in kwestie.” Een opstapje hoe dat BEGRIP in het OT is gebruikt! Aan de eerstgeboren zonen in Israël werden er 3 privileges gegeven. 1°) De eerstgeborene had het voorrecht om de heerschappij te hebben over de familie. Hij is de voornaamste van een vaderhuis of familiegroep. 2°) De eerstgeborene in de Levitische stam had het recht tot het priesterschap van de familie. 3°) De eerstgeborene had het voorrecht van het erfgenaamschap. Dat ging gewoon over naar zijn eerste zoon als hij voortijdig stierf. MAAR: de titel “Eerstgeborene” is overdraagbaar. Dat was het geval bij de zonen van Jozef dat is beschreven in Gen.41:51-52: “51 Jozef gaf de eerstgeborene de naam Manasse. Want, zei hij, God heeft mij al mijn moeite en heel mijn familie doen vergeten. 52 De tweede gaf hij de naam Efraïm. Want, zei hij, God heeft mij vruchtbaar doen worden in het land van mijn verdrukking.” Jer. 31:9: “… want Ik ben Israël tot een Vader, en Efraïm – Mijn eerstgeborene is hij.” Hier speelt dus niet de volgorde van de zonen van iemand niet mee, hier gaat het om de latere verwantschap. Maar ook als het NIET om rangorde gaat dan blijft steeds in zo een geval, de positie bestaan in de familie. En alle daaraan verbonden rechten en plichten zijn dan overgegaan. Ook de Wachttoren geeft dat toe in Inzicht, Deel 1, bij het begrip Jozef, blz.1345: “Jakob zegent Jozefs zonen. Ongeveer twaalf jaar na de hongersnood bracht Jozef zijn twee zonen, Manasse en Efraïm, naar Jakob. Bij deze gelegenheid gaf Jakob te kennen dat Jozef het eerstgeboorterecht zou krijgen en dat hij Efraïm en Manasse als zijn eigen zonen beschouwde.”


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 33 We moeten dat even onthouden want de Wachttoren gaat op een bepaald moment een overdreven nadruk leggen op Jezus als de “eerstgeborene.” Bovendien: er ZIJN UITZONDERINGEN. Het kan ook wijzen naar degene die de belangrijkste persoon was, en de oudste zoon was dat normaliter. Als er geen mannelijke kinderen waren, dan is het de oudste dochter die de positie innam. David (= Jezus is de grotere David) heeft in Ps.89:28 de titel “eerstgeborene” maar dat verwijst niet naar zijn geboorte gezien hij de jongste is van zijn broeders (1 Kron.2:13-15). Het geeft aan dat hij volgens Gods regeling hoger staat dan zijn broeders. David zal bovendien de eerste koning opvolgen op een speciale manier. Zo is ook Jezus niet lichamelijk de eerste in lijn om de eerstgeborene - in de zin van koning - te worden maar ook Hij heeft dat recht op Gods bevel (Ps.110:1-4 / Luc.1:32). Hij is de eerste zondeloze koning van Israël! En dat Jezus die functie werkelijk heeft dat zien we dat in het uitstorten ven de Heilige Geest op de Pinksterdag. In Jer.31:9 is van Efraïm gezegd dat hij de “eerstgeborene” is. En ook hier klopt dat niet met de werkelijkheid want zijn broer Manasse is ouder dan hij [zie punt twee hier boven]. De laatste heeft echter zijn rechten verloren wegens slecht gedrag. De opvolger van Mozes, Jozua is de zoon van Nun, uitgekozen uit de stam van Efraïm (Numeri 13:8). En koning Salomo is niet de “eerstgeborene” van David, maar krijgt toch de opvolging van de troon op goddelijk bevel (1 Kron.28:5). Dan zijn de 4 van de acht teksten in het NT waar Christus de; “eerstgeboren der doden” (of “uit de doden”) genoemd wordt. Dat zijn Rom.8:29 / Col.1:18 / Heb.1:6 / Opb.1:5. Jezus is de Christus en heeft, in figuurlijke betekenis de titel van: “de eerstgeborene onder vele broeders” (Rom.8:29). Dat moet dus op de EERSTE = de chef van de gemeente slaan = het lichaam van Christus. Daar is Hij het hoofd van:  Epheze 5:23: “want de man is hoofd van de vrouw, zoals ook Christus Hoofd van de gemeente is; en Hij is de Behouder van het lichaam.”  Col.1:18: “En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.” Een titel die Jezus maar krijgt na zijn dood en opstanding. Jehovah’s Getuigen redeneren dat de gedachte, “eerstgeborene uit de doden” wijst naar de opstanding van Christus. We lezen in ‘Inzicht in de Schrift’, deel 1, blz.580 dat: “eerstgeborene uit de doden (...) niet louter in de zin dat hij de voornaamste is van degenen die God (...) opgewekt heeft, maar dat hij in feite de eerste was (...) die uit de doden tot eeuwig leven werd opgewekt.” Dat wijst naar ZIJN Opstanding, het geeft het begin aan van de Nieuwe Schepping. Maar deze teksten spreken voor ons nog duidelijker in een speciale en exclusieve betekenis van de Heer als diegene door wie wij als gelovigen zullen opgewekt worden uit de doden. Want Christus is ook de “baas” = “hoofd van” de gemeente, die nieuwe schepping. Het is hier een titel zoals in Rom.8:29 / Heb.1:6 duidelijk is weergegeven. Dit volgt uit het feit dat vóór de komst van Christus mensen uit de dood zijn opgewekt. 1) Hij is niet de eerste die is opgestaan in tijd. 2) Hij is wél de eerste in waardigheid. Want alle opstanding is door Hem (Rom.14:9).


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 34 3) Dit is er wel bij ingesloten, maar de nadruk is niet de prioriteit maar superioriteit van de Heer: Zijn macht over de dood. Maar dit is figuurlijk te verstaan. Lichamelijk is er slechts één eerstgeborene maar gezien alle heiligen Gods een zelfde overtreffende gave ontvangen van hun Vader, zijn ze allen afzonderlijk eerstgeborenen. Blijft alleen nog over Heb.11:28 = de letterlijke eerstgeborenen van Egypte die gered worden omdat er bloed aan de deurposten gestreken was. We gaan nu dieper in op Col.1:15 de achtste van die teksten. Daarom de vraag of - met het oog op al het voorgaande - men zulk een nadrukkelijke waarde moet hechten aan “proototokos” in Col.1:15. Dat vraagt H. Cremer blz.555,556 zich af in zijn woordenboek. Om aan te tonen dat het begrip in de Griekse taal regelmatig een figuurlijke en symbolische betekenis heeft van eerste in de zin van eerste in rang of status verwijzen we naar Polycarpus. Polycarpus, een leerling van Johannes, stierf in het jaar 155 na Chr. Hij schreef een epistel aan de Phillipenzen dat we vinden in de Ante-nicene Fathers, editie door Roberts & Donaldson deel 1, blz.34. In hoofdstuk zeven staat: “Allen die niet belijden dat Jezus Christus gekomen is in het vlees is een antichrist en wie niet getuigd over het kruis is uit de duivel, zo ook wie de orakelen van de Heer verdraaid naar zijn eigen lusten, en zegt dat er geen opstanding is of oordeel, hij is de eerstgeborene van de Satan.” In ‘Inzicht in de Schrift’ deel 1 staat: “De apostel Johannes beschrijft de Heer Jezus Christus herhaaldelijk als de eniggeboren Zoon van God (Jo 1:14; 3:16, 18; 1 Jo 4:9). Hij doelde daarbij niet op zijn menselijke geboorte of op hem als slechts de mens Jezus. Als de Lo’gos, of het Woord, was “deze … in het begin bij God”, ja, “voordat de wereld was” (Jo 1:1,2; 17:5, 24). Reeds destijds, in zijn voormenselijke bestaan, werd hij de “eniggeboren Zoon” genoemd, die door zijn Vader “naar de wereld” werd gezonden. – 1 Jo 4:9” (wij onderlijnen, blz.633,634). Deze teksten zeggen dan ook niet dat Christus; “de meest prominente onder Gods met verstand begiftigde schepselen” is volgens ‘DE WACHTTOREN’ van 1 juli 1978, blz.16 maar dat Hij is wat de Vader is = absolute Schepper. Arndt en Gingrich merken in hun woordenboek op bij dit begrip (blz.734) dat eerstgeborene dus niet altijd te maken heeft met geboren worden of ontstaan. Adam Clarke zegt: “Zo noemt God Israël zijn eerstgeboren, Ex.4:22. En zelfs Ephraïm is Gods eerstgeborene genoemd, Jer.31:9. In dezelfde betekenis is het soms op Jezus Christus toegepast, om zijn alles overtreffende waardigheid te beschrijven, met het eeuwige zoonschap of zijn goddelijke natuur wat een ongegrond vooroordeel en oppervlakkig denken zou veronderstellen”  Commentary bij dit vers. En als uitleg bij Col.1:15 geeft hij o.a.: “Door meerdere wetenschapsmensen is het toegegeven dat zelfs Jehovah, de Vader door oudere Joodse schrijvers als de eerstgeborene is beschreven. Zoals de Joden Jehovah de titel geven van “becaro shelolam” t.t.z. de eerstgeborene van de ganse wereld of van alle schepping, zodoende zijn schepping en voortbrengen van alle dingen weergevend. Zo is ook Christus hier genoemd”  Commentary bij dit vers. Zie ook J. B. Lightfoot in zijn commentaar op Colossenzen bij deze tekst. Een eerstgeborene heeft beschikkingrecht over zijn ganse bezit. God is de enige Heer in het universum en heeft een soevereine beslissing over alles en iedereen.


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 35 Een letterlijke “eerstgeborene” is de Christus dus niet, wel in symbolische zin. Een kleine nuance: men zou kunenenzeggen dat Jezus de eerstegbirene is maar dan gaat het om Zijn geboorte in de maagd Maria, niet om de LOGOS als eerstgeborene. Wat de Wachttoren er zo maar wil van maken. Want in waardigheid, soevereiniteit en macht is Hij meer dan schepselen en Heer over de schepselen. Dat alles wordt duidelijk in de volgende verzen. Zo ook is de uitdrukking “uit God geboren” nooit gebruikt in verband met Jezus Christus. Kerkvaders zullen later deze uitdrukking gebruiken maar wel in een andere betekenis. Het zoonschap van de Heer is geheel enig en onvergelijkelijk. In Col.1:18 / Opb.1:5 is Christus beschreven als de “eerstgeborene uit de doden”, maar dat mag niet letterlijk gelezen worden, want bijvoorbeeld Lazarus is vóór Hem uit de doden opgestaan. In waardigheid echter is Christus de “eerstgeborene”: Hij is deze die alle rechten heeft, Hij door wie allen uit de dood zullen opgewekt worden (vb. Joh.5:24-29). En daarom is de uitleg van H. Cremer in zijn woordenboek (blz.556) de enige mogelijke bij Col.1:15: “Hij (Christus) is geen deel van de schepping, maar Zijn relatie tot de ganse schepping krijgt zijn bevestiging hierin, dat Hij de “eerstgeborene van de schepping is”, gezien vanuit vers 16, waaruit blijkt dat er zonder hem géén schepping zou zijn. Er staat niet dat Hij “geschapen” is (ktisteis) of “gemaakt” (tetheisa).” Indien Paulus had willen schrijven dat Christus de eerste van een reeks scheppingen van God was had hij bijvoorbeeld het woord “prootoktistos” of het woord “prootogonos” kunnen gebruiken. Die woorden staan nooit in de Schrift, hoewel ze gebruikt worden door Philo van Alexandrië in zijn Logos-Leer. Dat de Heer géén “eerste” schepsel is volgt verder uit de samenhang van dit Bijbelgedeelte. Want de voorstelling van Christus als schepsel is in strijd met de uitspraken van verzen 16,17. “Proototokos” heeft hier niets te maken met volgorde van schepping, eerst Christus later andere schepselen, maar met rangorde. De term is hier niet gebruikt in een betekenis dat Christus onderdeel is van de schepping. Wel echter in comparatieve (of = “vergelijkende”) zin: Hij is eerstgeborene over de schepselen, Hij staat als hoofd boven de schepping. [U hoeft er me niet op te wijzen dat enkele kerkvaders “Proototokos” en “prootoktistos” door elkaar gebruiken. We weten dat, maar al je me dat als Jehovah Getuige opmerkt ga dan toch eens naar het twaalfde hoofdstuk van mijn boek waar die citaten staan. Let er op dat die kerkvaders niet leren det de LOGOS een schepping is van God.] Letten we zeker op dit: op de term “alle” - dat hier zeven keer gebruikt is - volgens Col.1:15,16 [tweemaal], 17 [tweemaal] 18 en 20). Hier is Jezus uitgesloten van de schepselen. De bediening van Jezus als schepper is inclusief, dat alles, is van Hem en Hij is er de maker van. Alle dingen is hier “τα παντα” = het alles in de meest collectieve betekenis, en DE LOGOS is daar niet bij. 1. Door Hem zijn alle dingen geschapen 2. Alle dingen zijn door Hem 3. Hij is vóór alle dingen 4. In Hem bestaan alle dingen tezamen 5. Hijzelf zal komen naar de eerste plaats in alles hebben 6. Alle volheid in Hem te wonen


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 7. Door Hem alle dingen met Zichzelf te verzoenen

36

“16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen. 17 En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem.18 En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.19 Want het heeft de Vader behaagd dat in Hem heel de volheid wonen zou, 20 en dat Hij door Hem alle dingen met Zichzelf verzoenen zou, door vrede te maken door het bloed van Zijn kruis, jadoor Hem, zowel de dingen die op de aarde zijn als de dingen die in de hemelen zijn.” Het gaat hier niet om de verzoening die aan God is gebracht maar: met Zichzelf verzoenen zou en dat kan toch alleen van God gezegd worden! Willen jullie, Jehovah Getuigen, eens dit lijstje bekijken in jullie Bijbel en ik zeg het nu al: waarschijnlijk zullen jullie met me eens zijn dat vele teksten over een metaforische betekenis van “Eerstgeborene” gaan! Ik zie die titel als een eervolle achting of superioriteit in de volgende teksten: Exodus 4:22 / Psalm 89:27 / Jeremia 31:9 / Hebreeën 12:22,23 / Romeinen 8:29 / Colossenzen 1:18 en Openbaring 1:5. En daar zet ik ook nog Colossenzen 1:15 bij omdat het gewoonweg niet gaat om hem de eerste van een reeks van scheppingen te beschrijven. Is het jullie niet duidelijk genoeg als er van de LOGOS/Jezus dit staat in Johannes 1:3: “Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is.” Begrijpen jullie niet wat er staat? Geen enkel ding dat gemaakt is! Dus er bestaat geen enkel schepsel in het universum dat niet door de LOGOS/Jezus gemaakt is! Waarom komen jullie ons dan het verhaal aanpraten dat Jezus een schepesel is: het eerste maar niettemin een schepsel. Dat is dan toch in flagrante tegenspraak met Johannes 1:3! In de Korte verklaring van deze brief aan de Colossenzen schrijft Dr. J.A.C. van Leeuwen deze opmerkelijke woorden: “En gans de brief is vol van de gedachte, dat het, om de betekenis van de Christus, dwaasheid is, iets buiten Hem te willen zoeken. Om dit in het licht te stellen, wijst de apostel op Hem als de Middelaar in het werk der schepping, 1: 16, zo goed als in dat der herschepping en verlossing, 1: 18. Geen macht in hemel of op aarde is dus buiten Hem, van geen macht, welke ook, behoeft bevrijding gezocht dan door bet geloof in Hem. Zo bestrijdt de apostel een vals dualisme, en wijst op de kosmische betekenis van de Christus.”

De Messias is de "eerstgeborene" van YaHWeH God, vanaf het moment dat de LOGOS mens is geworden, vanuit de menselijke aspecten gezien, is Hij de beloofde Messias. Profetie

Vervulling

Psalm 89:27,28 “Híj zal tot Mij roepen: U bent mijn Vader, mijn

Marcus 16:6 “Wees niet ontdaan. U zoekt Jezus de Nazarener,


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 God en de rots van mijn heil. 28 Ja, Ík zal hem tot een eerstgeboren zoon maken, tot de allerhoogste van de koningen van de aarde.”

37

de Gekruisigde. Hij is opgewekt!” Colossenzen 1:18 “de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.” Openbaring 1:5 “Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden en de Vorst van de koningen der aarde”

De Wachttorenvervalsingen om de drie-eenheid van de Schrift te ondermijnen Maar het zou te mooi geweest zijn indien we in de NWV van Col.1:15-20 niet één of andere spitsvondigheid hadden om het belang van de tekst Col.1:15-20 af te zwakken. In de verzen 16 tot 20 hebben ze vijf maal het woord “andere” bij de tekst gevoegd in hun Bijbel. In de uitgave van 1950 in de tekst zelf, maar bij latere uitgaven tussen haakjes geplaatst. Hebben ze gedaan nadat ze bakken afkeuring daarop kregen. Omdat zij een overweldigende kritiek hierop kregen staat het nu tussen haakjes geplaatst. Zij vertalen vers 16 in de uitgave van 1995 als volgt: “want door bemiddeling van hem werden alle [andere] dingen in de hemelen en op aarde geschapen.” Deze toevoeging, zeggen ze, is gewettigd in een artikel van het tijdschrift ‘Ontwaakt!’ van 8 jan.1965, blz.27-29. Zo geeft men twee voorbeelden waar sommige vertalingen ook “andere” toegevoegd hebben in de tekst (Luc.13:3 en Luc.21:29) als verduidelijking van de context. Dit is waar, maar wat ben je met enekel vertalingen die niet van eenzelfde kaliber zijn! Maar maakt Col.1:15-20 geen verschil tussen schepselen en de Schepper? We nemen een scan uit The Kingdom Interlinear Translation of the Greek Scriptures, - 1985 Edition - publicatie van het Wachttorengnootschap.


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18

38

Bij de uitleg waarom ze hier vijfmaal [andere] hebben aan toegevoegd in hun vertaling geeft een voetnoot aan: „Alle [andere]”, zoals in Lu 11:41, 42.” Wij kijken dus eerst naar die tekst. De NWV van de Wachttoren vertaald Luc.11:41,42 als volgt: “41 Geeft niettemin de dingen die binnenin zijn als gaven van barmhartigheid, en ziet! alle [andere] dingen aangaande U zijn rein. 42 Maar wee U, Farizeeën, want GIJ geeft tienden van de munt en de wijnruit en van elk [ander] tuingewas, maar ziet de gerechtigheid en de liefde van God over het hoofd! Deze dingen moest GIJ doen, zonder die andere evenwel na te laten.” Dat is het bekende verhaal van appelen met peren vergelijken en doen alsof het om dezelfde vrucht gaat. Want in Colossenzen is Jezus NIE vergeleken bij een schepsel, Hij staat daar torenhoog bovenuit. Wel, beste Jehovah Getuige, vertel eens waarom Luc.11:41,42 dat er [ander] moet aan toegevoegd worden? Heeft de zin wat anders te zeggen als dat tweemaal [ander] er bij staat? Zou die tekst onbegrijpelijk zijn als het er niet staat? Waarom doen andere


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 39 vertalingen dat niet? Ga maar eens na: dat er tweemaal [ander] bijkomend staat geeft niets positiever als uitleg aan de tekst. Zonder de toevoeging is dat even bevattelijk als met. Dus hoeft dat niet en kan je die tekst ook niet gebruiken als een belangrijke ondersteuning waarom het er in Colossenzen zou moeten komen. Het is een rookgordijn om wat te verdoezelen. Kijken we eens naar dat andere voorbeeld van de WT = Lucas 13:3, aangegeven in het citaat van Ontwaakt!, 8 jan.1965, blz.27-29, om toch maar “andere” toe te voegen aan de tekst zoals enkele vertalers gedaan hebben: “Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen.” = HSV “Geen sprake van. Maar als u zich niet bekeert, zult u allemaal, net als zij, omkomen.” = Wil “Neen, zeg Ik u, maar als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen.” = NBG 1951 “ Volstrekt niet, zeg ik U; maar indien GIJ geen berouw hebt, zult GIJ allen evenzo omkomen.” = NWV. Als dat zo belangrijk is, waarom heeft de Wachttoren dan niet “alle anderen” op deze plaats vertaald? Waarschijnlijk zal men zeggen dat het dan dubbel is want er staat toch al beschreven met “allen.” Men zocht naar een vertaling die past in het kraam van de WTtheologie maar men gaat niet zover het ook te gebruiken. Als het was vanwege een toevoeging aan de Schrift dan hebben ze het zeker bij het goede eind! En dan kan men ook nog wat anders zeggen: het gaat hier steeds om mensen in Lucas 13:3. Zo een spitsvondigheid toepassen, op Colossenzen 1 kan niet. Want Jezus is niet alleen maar mens: Hij is ook de vleesgeworden LOGOS (Joh.1:14) en Hij is dan zeker niet tot in alle puntjes vergelijkbaar met “andere” mensen. Dus dit voorbeeld van Lucas 13:3 past niet bij het invoeren van woorden in de tekst van Colossenzen 1! De WT heeft regelmatig van die “doordachte” redeneringen die als puntje bij paaltje komt nergens op slaan! Als argument is er een reukje aan! In hun Nederlandse vertaling klinkt dat zo: “15 Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van heel de schepping; 16 want door bemiddeling van hem werden alle [andere] dingen in de hemelen en op de aarde geschapen, de zichtbare en de onzichtbare, of het nu tronen of heerschappijen of regeringen of autoriteiten zijn. Alle [andere] dingen zijn door tussenkomst van hem en voor hem geschapen. 17 Ook is hij vóór alle [andere] dingen en door bemiddeling van hem zijn alle [andere] dingen gemaakt om te bestaan, 18 en hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, opdat hij in alle dingen de eerste zou worden; 19 want het heeft [God] goedgedacht de gehele volheid in hem te doen wonen 20 en door tussenkomst van hem alle [andere] dingen weer met zich te verzoenen door vrede te maken door middel van het bloed [dat hij] aan de martelpaal [heeft vergoten], ongeacht of het de dingen op de aarde zijn of die in de hemelen.” We citeren een andere verdediging van de Wachttoren waarom ze Kolossenzen 1:16 en wat erop volgt hebben aangepast met het begrip “andere” er aan toe te voegen. Het komt uit De Wachttoren van 2001, 1/9, blz.31, het eerste gedeelte van hun argumenten: “Vragen van lezers Kolossenzen 1:16 zegt over Gods Zoon dat ’alle andere dingen door tussenkomst van hem en voor hem zijn geschapen’. In welke betekenis werden alle dingen „voor” Gods Zoon, Jezus, geschapen?


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 40 Jehovah gebruikte zijn eniggeboren Zoon als de meesterwerker om alle andere dingen te scheppen, dat wil zeggen, alle dingen behalve Jezus zelf (Spreuken 8:27-30; Johannes 1:3). Het is terecht dat de Zoon vreugde ontleent aan die werken en in die zin zijn ze „voor” hem. We weten dat menselijke ouders verwachten veel vreugde te beleven aan wat ze voortbrengen — hun zoons en dochters — en dat is ook vaak het geval. De bijbelse spreuk heeft het daarom over „een zoon aan wie [zijn vader] een welgevallen heeft” (Spreuken 3:12; 29:17). Evenzo putte Jehovah God vreugde uit Israël als zijn volk getrouw was (Psalm 44:3; 119:108; 147:11). Hij put ook vreugde uit de getrouwheid van zijn loyalen in onze tijd. — Spreuken 12:22; Hebreeën 10:38.” In het vorige citaat zegt de WT bijvoorbeeld dit: “Jehovah gebruikte zijn eniggeboren Zoon als de meesterwerker om alle andere dingen te scheppen.” We zetten daar rechtstreeks Jesaja 40:12,13 tegenover, we citereden het al bij een antwoord aan de unitaristen. “12 Wie heeft de wateren met de holte van zijn hand opgemeten, of van de hemel met een span de maat genomen, of het stof van de aarde met een maatbeker gevat, of de bergen gewogen in een waag, of de heuvels op een weegschaal? 13 Wie heeft de Geest van de HEERE gepeild en wie heeft Hem als Zijn raadsman onderwezen.” Dit vers13 “Wie heeft de Geest van de HEERE gepeild en wie heeft Hem als Zijn raadsman onderwezen?” geeft duidelijk aan dat de uitleg van de Wachttoren over Spreuken 8 in verband met Jezus niet steekhoudend is. YaHWeH had GEEN raadsman bij de schepping. In Jesaja 40:13 staat = Strong's H376 'iysh, het normale woord voor man, hulp en ook dienaar. Nu zal de WT reageren dat het niet hetzelfde woord is als in Spreuken 8:30 dat in hun vertaling als volgt klinkt: “30 toen werd ik als een meesterwerker naast hem, en ik werd degene op wie hij dag aan dag bijzonder gesteld was, terwijl ik te allen tijde vrolijk was voor zijn aangezicht.” En Jesaja 40:13 zegt in de NWV: “13 Wie heeft de afmetingen van de geest van Jehovah opgenomen, en wie kan hem als zijn raadsman iets doen weten?” Dr. Jos. KEULERS, De Brieven van Paulus, tweede deel, J. J. Romen & zonen, 1940 zegt in verband met Colossenzen 1:16: “Dat Christus de eerstgeborene der geheele schepping is, wordt gemotiveerd: Want in Hem werd alles geschapen. De uitdrukking “in Hem” is niet synoniem met “door Hem”, zooals uit het einde van dit vers blijkt. Zij beteekent dat het feit der schepping aan zijn Persoon onverbreekbaar verbonden is. Zonder Hem zou er niets geschapen zijn, terwijl met Hem het feit der schepping verzekerd is (vgl Joa. 1,3). Dat volstrekt niets van deze scheppingsdaad onafhankelijk is, wordt op tweevoudige wijze bevestigd. In Hem werd alles geschapen in den hemel en op aarde; ook de hoogste wezens, de engelen, zijn dus niet uitgezonderd. In dit geschapene is begrepen het zichtbare zoowel als het onzichtbare; dus ook de geesten danken aan Christus hun ontstaan. Wanneer derhalve de dwaaleraars Christus tot den gelijke der engelen verlagen, dan miskennen zij zijn waardigheid van Schepper.” Laat ons even kijken naar de superlatieven die Paulus hier gebruikt om het werk van Christus te beschrijven. Zo zegt vers 16 dat “in Hem” geschapen is en niet “door bemiddeling van hem” zoals de WT verkeerdelijk “en autõi” vertaald. (Hun eigen Kingdom Translation geeft dit te kennen). De Psalmist beschrijft YaHWeH als diegene die de fundamenten heeft gelegd van alle schepping in Ps.102:24-27. Maar deze tekst wordt door de schrijver van het boek aan de Hebreeën aangehaald met Christus als onderwerp (Heb.1:10-12). Het commentaar van de WT in


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 41 dit verband klopt dus niet als een bus. Ze zeggen volgens ‘Inzicht in de Schrift’ deel 1: “De woorden in Psalm 102:25, 26 zijn van toepassing op Jehovah God, maar de apostel Paulus citeert ze met betrekking tot Jezus Christus. Hij kon dit doen omdat Gods eniggeboren Zoon Gods persoonlijke Vertegenwoordiger was, die een aandeel had aan het scheppen van het stoffelijke universum. Paulus stelt de onveranderlijkheid van de Zoon tegenover de bestendigheid van de stoffelijke schepping; God zou deze schepping, als hij dit wilde, kunnen “samenrollen net als een mantel” en terzijde kunnen leggen. – Heb 1:1, 2, 8, 10-12; vgl. 1 Pe 2:3, vtn” (blz.1023, wij onderlijnen). Daarop zegt vers 17 (uitgave 1995) volgens de NWV: “Ook is hij vóór [alle] andere dingen en door bemiddeling van hem werden [alle] andere dingen tot bestaan geroepen.” Dit is een afschuwelijke verminking van de oorspronkelijke tekst waar staat: “en hij is vóór alle dingen en het alles houdt in hem bij elkaar.” De Heer staat hier werkelijk boven de schepping. Het ganse universum (“het alles” in het Grieks) valt of staat met Hem of door Hem. In vers 16 staat dat “in Hem” alles is geschapen, waardoor Hij als absoluut Schepper is aangegeven (vgl. Joh.1:4 met Hand.17:28). In vers 17 staat er eerst dat Hij vóór alle dingen “is”. Hij “bestaat” en alles in het universum (zichtbare of onzichtbare) van Hem afhankelijk is voor voortbestaan. (Vergelijk Neh.9:6 / Opb.5:8-14.) We vervalsen de Schrift wanneer we vers 17 lezen, zoals de WT doet: “Hij is vóór alle [andere] dingen.” Dit gaat niet op. Er staat hier niet dat de Heer “geworden is” = Grieks “egeneto” maar degelijk dat Hij “is” = estin = bestaat. Ook het voorzetsel “vóór” (= pro) sluit dit uit. Dit voorzetsel “vóór” gebruikt met een persoonsnaam wijst altijd op prioriteit in bestaan en niet op de rang zoals ook in Joh.5:7 / Rom.16:7 / Gal.1:17 (volgens Arndt-Gingrich, blz.798 / Thayer, blz.605). Dezelfde afschuwelijke verminking als hier in Col 1:16,17 geeft de WT ook bij Hand.10:36. Volgens hen is Christus niet: “Heer over allen” zoals de Griekse tekst zegt, maar “Heer over alle [ANDEREN].” En dat doen ze allemaal zonder enige schaamte! “Kan een mens in tijd van nood soms rare dingen zeggen” laat cabaretier Fons Janssen één zijner personages belijden. De WT heeft ons geen nieuwe vertaling van de Schrift gegeven maar door de nood gedreven een groots opgezette Frankenstein in de wereld losgelaten. J. B. Lightfoot, Saint Paul’s Epistles to the Colossians and to Philemon merkt op dat er in vers 15 staat de eerstgeborene van “πάσης κτίσεως”en niet de eerstgeborene “of every created thing.” Het laatste leest en interpreteerd de Wachttoren daarin. We mogen daar echter niét van de opvatting uitgaan dat Hij hier als de eerste van de schepping is beschreven. Lightfoot geeft voor dat slot van vers 15 een commentaar van bijna drie bladzijden, hoe de zaak vanuit het Grieks moet verstaan worden en wat kerkvaders en Arius, de unitarist, als interpretatie daarover dachten. Hier staat gratis op: https://archive.org/details/saintpaulsepistl1880ligh Zijn analyse van ‘The Corinthian heresy’ in het voorwoord heeft nog niemand hem nagedaan. Het blijkft een meesterwerk.


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 42 Let er toch ook op, hoe vaak het voornaamwoord “Hem” wordt gebruikt, en het is duidelijk dat Jezus niet in de schepping kan ingesloten zijn vanuit deze woorden. Bovendien met zeven maal de voorzetsels: “in”, “door” en “tot”: 1. “In Hem” = “ἐν αὐτῷ” = Col.1:16,17,19 2. “Door Hem” = “δι' αὐτοῦ” = Col.1:16,20 3. “Tot / in Hem” = “εἰς αὐτὸν” = Col.1:16,20 (merk op dat hetzelfde staat in in Eph.1:3-14) De Textus Receptus leest als volgt: 15 ὅς ἐστιν εἰκὼν τοῦ θεοῦ τοῦ ἀοράτου πρωτότοκος πάσης κτίσεως 16 ὅτι ἐν αὐτῷ ἐκτίσθη τὰ πάντα τὰ ἐν τοῖς οὐρανοῖς καὶ τὰ ἐπὶ τῆς γῆς τὰ ὁρατὰ καὶ τὰ ἀόρατα εἴτε θρόνοι εἴτε κυριότητες εἴτε ἀρχαὶ εἴτε ἐξουσίαι· τὰ πάντα δι' αὐτοῦ καὶ εἰς αὐτὸν ἔκτισται· 17 καὶ αὐτός ἐστιν πρὸ πάντων καὶ τὰ πάντα ἐν αὐτῷ συνέστηκεν 18 καὶ αὐτός ἐστιν ἡ κεφαλὴ τοῦ σώματος τῆς ἐκκλησίας· ὅς ἐστιν ἀρχή πρωτότοκος ἐκ τῶν νεκρῶν ἵνα γένηται ἐν πᾶσιν αὐτὸς πρωτεύων19 ὅτι ἐν αὐτῷ εὐδόκησεν πᾶν τὸ πλήρωμα κατοικῆσαι 20 καὶ δι' αὐτοῦ ἀποκαταλλάξαι τὰ πάντα εἰς αὐτόν εἰρηνοποιήσας διὰ τοῦ αἵματος τοῦ σταυροῦ αὐτοῦ δι' αὐτοῦ εἴτε τὰ ἐπὶ τῆς γῆς εἴτε τὰ ἐν τοῖς οὐρανοῖς 21 Καὶ ὑμᾶς ποτε ὄντας ἀπηλλοτριωμένους καὶ ἐχθροὺς τῇ διανοίᾳ ἐν τοῖς ἔργοις τοῖς πονηροῖς νυνί δέ ἀποκατήλλαξεν Deze zin moet NIET worden opgevat alsof Jezus de eerste schepping is. Gans dat gedeelte staat er als kritiek op een bepaalde leer van die dagen. Al in de tijd van de apostelen zal die opvatting hebben gespeeld in de handen van de gnostische leraars. Zij leerden dat Jezus de hoogste was van de engelen en hij stond als belangrijkste naast de grote god. En de leer van Philo, de Alexandrijnse jood, ging al in die richting. Bij de gnostici wou men de gedachte van de goddelijkheid van Jezus uitgelegd krijgen in een streng monotheïstische Joodse OT gedachte. Jezus, is toch anders voorgeteld in het NT: Hij was de unieke zoon van YaHWeH maar ook zelf absoluut deelhebbend aan de godheid. — vergelijk Johannes 1:18 / 3:16,18 / 1 Johannes 4:9. Die Jezus was altijd Godheid — vgl. Colossenzen 1:17 / Johannes 1:1 / 5:18 / 10:30 / 14:9 / 20:28. God werd een mens in de tijd, in Bethlehem geboren uit een Joodse maagd: zodat de gevallen mensheid kon begrijpen wie de Godheid was en Hem kon verstaan. — vgl. Johannes 1:14,18. “15 Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping. 16 Want door HEM zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, eerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door HEM en voor HEM geschapen.17 En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door HEM. 18 En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. 19 Want het heeft de Vader behaagd dat in HEM heel de volheid wonen zou, 20 en dat Hij door HEM alle dingen met Zichzelf verzoenen zou, door vrede te maken door het bloed van Zijn kruis, jadoor HEM, zowel de dingen die op de aarde zijn als de dingen die in de hemelen zijn.” We hebben enkele Engelse vertalingen van het slot van Col.1:17 opgezocht om te zien op welke wijze men dat vertaald. Vooraf drie Nederlandse: Willibrord: “Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem.” NBG: “en Hij is vóór alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem”


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 43 HSV: “En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem.” New International Version: He is before all things, and in him all things hold together. New Living Translation: He existed before anything else, and he holds all creation together. English Standard Version: And he is before all things, and in him all things hold together. New American Standard Bible: He is before all things, and in Him all things hold together. King James Bible: And he is before all things, and by him all things consist. Holman Christian Standard Bible: He is before all things, and by Him all things hold together. International Standard Version: He himself existed before anything else did, and he holds all things together. NET Bible: He himself is before all things and all things are held together in him. Aramaic Bible in Plain English: And he is The One who is before all, and all things exist by him. GOD'S WORD® Translation: He existed before everything and holds everything together. Jubilee Bible 2000: And he is before all things, and by him all things consist. King James 2000 Bible: And he is before all things, and by him all things are held together. American King James Version: And he is before all things, and by him all things consist. American Standard Version: and he is before all things, and in him all things consist. Douay-Rheims Bible: And he is before all, and by him all things consist. Darby Bible Translation: And *he* is before all, and all things subsist together by him.

“IN HEM” [Grieks = εν αυτω in bijvoorbeeld vers 16] is dus ook soms vertaald als “door hem” maar dat is fout. Hij is het instrument van de schepping. Het feit van de schepping staat voorop en de verwijzing is naar de sfeer en het centrum. Als er staat: “in Hem”, is daar de sfeer van Zijn persoonlijkheid voorgoed weergegeven. “In Hem” woont zowel de creatieve wil als de creatieve energie, en in die sfeer heeft de scheppingsdaad plaatsgevonden. Zo een werk was afhankelijk van Hem. Een veel voorkomende uitdrukking van Paulus is nu juist “in Christus” en dat geeft de verhouding van de Kerk aan tot Hem, de schepper. Dus de gemeente is “een lichaam in Christus” en volgens Rom.12:5 “mede arbeiders [= gezamelijke – werknemers] in Jezus Christus” Rom.16:3. Vergelijk ook nog: Rom.16:7,9,11 / 1 Cor.1:30 / 1 Cor.4:15, enz. Daarom ook nog enkele vertalingen van het begin van vers 16, en het valt onmiddellijk op dat de meesten vertalen als “door Hem.” Toch is “in Hem” de goede vertaling maar is de redenering wellicht dat het “niet zo goed bekt” in het Engels, of ook het Nederlands. Jammer, je verliest iets van wat Paulus ons te zeggen heeft: het plan van de schepping van de hemelen en de aarde, zichtbaaar en onzichtbaar is in HEM ontstaan! New International Version: For in him all things were created: English Standard Version: For by him all things were created,


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18

44

New American Standard Bible: For by Him all things were created, King James Bible: For by him were all things created Holman Christian Standard Bible: For everything was created by Him, International Standard Version: For by him all things in heaven and on earth were created, NET Bible: for all things in heaven and on earth were created by him Aramaic Bible in Plain English: By him was everything created GOD'S WORD® Translation: He created all things in heaven and on earth, Jubilee Bible 2000: for by him were all things created, King James 2000 Bible: For by him were all things created, American King James Version: For by him were all things created, American Standard Version: for in him were all things created Douay-Rheims Bible: For in him were all things created in heaven and on earth, Darby Bible Translation: because by him were created all things, English Revised Version: for in him were all things created, Webster's Bible Translation: For by him were all things created, Weymouth New Testament: For in Him was created the universe of things World English Bible: For by him all things were created, Young's Literal Translation: because in him were the all things created

Maar... zegt de moderne Jehovah Getuige, er staat op het einde van vers 16 toch dat alle dingen “door” Hem geschapen zijn. Zeker staat er dit maar er staat méér dan dat, namelijk: “Het alles door hem en voor hem werd geschapen” (letterlijk vertaald). Wat Paulus hier weergeeft is op andere plaatsen ook benadrukt. Zo spreekt Opb.22:13 over Christus als de “alpha en omega”, “het begin en het einde”, anders gezegd oorsprong en doel van de schepping. Zij die van géén drieeenheid willen weten zeggen dan dat slechts God de echte “alpha en omega” is en dat Christus dit slechts is in een andere betekenis, namelijk Hij is de eerste en laatste als “begin der schepping” van God. Maar dat is de tekst niet lezen zoals het er staat en er inleggen wat men graag zou willen dat er zou staan. Een Jehovah Getuige zal zeer waarschijnlijk opmerken dat Opb.22:13 en ook Opb.21:6 verwijzen naar de Vader. Stel dat dit zo is, dan zitten ze nog dieper in de problemen want daar staat namelijk dat de Vader de “arche” = het begin is van de schepping. Zijn er dan twee die het “begin” van de schepping zijn: de Vader en de Zoon? Dat zou dan verwarring troef zijn! Zo slordig zijn de schrijvers van het Nieuw Testament toch weer niet in hun getuigenis! We moeten nóg wat zeggen over de formule “door bemiddeling van” om het Griekse “dia” te vertalen die de Wachttoren zovele malen gebruikt als het in verband met Christus en zijn werk als schepper of verlosser. We citeren uit één van hun publicaties: “Op overeenkomstige wijze


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 45 zegt Kolossenzen 1:15, 16 van Jezus: „Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van heel de schepping; want door bemiddeling van hem werden alle andere dingen in de hemelen en op de aarde geschapen . . . Alle andere dingen zijn door tussenkomst van hem en voor hem geschapen.” In de hemel heeft de almachtige God zijn Zoon dus rechtstreeks geschapen en vervolgens heeft hij „door bemiddeling van hem”, of „door tussenkomst van hem”, andere dingen geschapen, bij benadering zoals een vakman een getrainde werknemer onder zich heeft werken. Die dingen die „door bemiddeling van hem” werden geschapen, omvatten niet Jezus zelf, want God had hem al geschapen. Daarom wordt hij de „eerstgeborene” genoemd, en „eniggeboren”. Wanneer een kind de eerstgeborene is, de eniggeborene, betekent dat nooit dat hij dezelfde is als de vader. Het betekent altijd dat er twee verschillende persoonlijkheden bij betrokken zijn, vader en kind.” — De Wachttoren 1988, 1/6, blz.12,13. Dat een uitdrukking zoals “door” [het Griekse “dia”] geen minderheid weergeeft van Christus als Schepper en hem op gelijke voet zou stellen met schepselen is duidelijk in o.a. 2 Cor.8:9. Daar zegt Paulus dat Christus: “hoewel hij rijk was om uwentwil arm is geworden, opdat gij door zijn armoede rijk zoudt worden.” Dat de scheppingen door Hem en voor Hem zijn, is tevens duidelijk in Eph.1:10,23 / 4:10 / Phil.2:9-11 / 1 Cor.15:28. Hetzelfde “door” Hem is ook van de Vader gezegd in Rom.11:36 / Heb.2:10 en zie ook 1 Cor.8:6. Moeten we dan soms besluiten dat hun God Jehovah zelf een schepping is! Dat zal wel niet zo zijn, maar waarom dan een argument gebuiken dat niet meer is dan een luchtspiegeling! De Wachttoren gaat met alle mogelijke, onrechtmatige truckjes, trachten aan te tonen dat Jezus alles doet in de naam van de Vader. In de schepping zeggen ze, is de taal die wordt gebruikt in relatie tot Christus deze van IEMAND DIE EEN ROL SPEELT EN EEN ONDERGESCHIKTE PLAATS HEEFT. In het creëren van de kosmos, ZEGGEN ZE, komt het plan van de almachtige God en dat Jezus alleen het werk doet, als knecht van de Vader. Kijk maar eens naar de voorzetsels in de Griekse tekst zeggen ze dan. Maar als we dat analyseren blijkt dat de argumenten van de WT niet voldoen bij een vergelijkend onderzoek. Want als we diezelfde voorzetsels vinden (het voorzetsel dia = door; is daar een zeer belangrijke) elders wordt gebruikt, met name in verwijzing naar God, laat zien dat de Bijbelse taal zonder enige twijfel bevestigt dat Jezus de eeuwige almachtige God is! Wat van Jezus gezegd wordt, in die voorzetsels, is ook van toepassing op YaHWeH. Dit zijn drie teksten die dat bevestigen. Romeinen 11:36 HSV: “Want uit Hem en door (di') Hem en tot (EIS) Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.” Hebreeën 2:10 HSV: “Want het paste Hem, om (eis) Wie alle dingen zijn en door (di') Wie alle dingen zijn, dat Hij, om veel kinderen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman van hun zaligheid door lijden zou heiligen.” 1 Corinthiërs 8:6 HSV: “toch is er voor ons maar één God: de Vader, uit Wie alle dingen zijn, en wij voor Hem, en één Heere: Jezus Christus, door (di') Wie alle dingen zijn en wij door (di') Hem.”


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 46 Dat zijn dezelfde voorzetsels die in Colossenzen 1:16-18 HSV staan: “16 Want door (en) Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door (di’) Hem en voor (eis) Hem geschapen. 17 En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door (en)* Hem. 18 En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.”

* De Willibrord heeft voor “16 Want in Hem is alles geschapen,” “17 Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem.” Wellicht heb je nu ook al door waarom de Wachttorenvertaling daar enkele malen [andere] in de tekst moet tussenvoegen! Maar dat het een uitvlucht is dat is duidelijk in het licht van deze teksten. Die laten geen twee uitleggingen toe: Jezus is schepper, en geen hulp van de Vader. Dat is in strijd met:  Joh.1:1-3 WIL: “1 In het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God. 2 Het was in het begin bij God. 3 Alles is door Hem ontstaan, en buiten Hem om is er niets ontstaan. Wat ontstaan was,”  Col.1:17 WIL: “Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem.” In de Korte verklaring van deze brief aan de Colossenzen schrijft Dr. J.A.C.van Leeuwen dit: “En gans de brief is vol van de gedachte, dat het, om de betekenis van de Christus, dwaasheid is, iets buiten Hem te willen zoeken. Om dit in het licht te stellen, wijst de apostel op Hem als de Middelaar in het werk der schepping, 1: 16, zo goed als in dat der herschepping en verlossing, 1: 18. Geen macht in hemel of op aarde is dus buiten Hem, van geen macht, welke ook, behoeft bevrijding gezocht dan door bet geloof in Hem. Zo bestrijdt de apostel een vals dualisme, en wijst op de kosmische betekenis van de Christus.” Zie ook Appendix 1: nog enkele aantekeningen over het begrip “dia” Nog een korte opmerking: YaHWeH is ooit door 1 rabbijn benoemd als de “eerstgeboren van de schepping.” R. Bechai beschreef God als de “primogenitus mundi”, dat wil zeggen, “hos estin proototokos tou kosmou” zoals vertaald in het Grieks. Wat ook de term is van Paulus voor Jezus. En het is zeker dat R. Bechai niet wou zeggen dat God een begin had of een afkomst, maar dat Hij verheven was boven de hele wereld. Vandaar dat Prof. Lightfoot in zijn prachtig commentaar op Colossians zegt: “Gods eerstgeborene, is de natuurlijke heerser, het erkende hoofd, van Gods huisgezin.” J. B. Lightfoot, Saint Paul’s Epistles to the Colossians and to Philemon, Zondervan Publishing House, 1978, blz.148. Dat deed ons denken aan de tekst Zacharia 12:10 waar God beweend word als een “eerstgeborene.” En dat slaat zonderemeer op Jezus. Daarom ook deze tabel.

Men zal over YaHWeH klagen alsof Hij een "eerstgeborene" is


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18

47

Profetie over God

Vervulling in de Messias

Zacharia 12:10 “Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene.”

Johannes 19:37 “En verder zegt een ander Schriftwoord: Zij zullen zien op Hem Die zij doorstoken hebben.”

Openbaring 1:7 “Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen.”

In een gedeelte van de Talmoed, Sukkah 52a, zegt men bij Zacharia 12:10: “Zij zullen op mij zien - de Messias - die zij doorstoken hebben.”

Dan nu de beloofde vergelijkingen van zaken die in het OT op YaHWeH van toepassing zijn maar door discipelen van Jezus op de Messias zijn toegepast. Ze zijn niet foutief bezig of willen ons in verwarring brengen: het is gewoon de laatste Openbaring van God. Hij is 1 maar bestaat uit Vader, Zoon en Heilige Geest de manieren waarop God zich aan ons mensen heeft geopenbaard.

Teksten uit het OT die in het NT toegepast worden op Jezus Dit zijn uitspraken die in de meest absolute zin verstaan moeten worden. Er is geen andere oplossing dan deze: Jezus is God. OT SPREEKT OVER YaHWeH ALS VOLGT In Psalm 23:1 David verklaarde dat YaHWeH is de Grote Herder van de schapen: “De HEERE (YaHWeH) is mijn Herder, mij ontbreekt niets.”

HETZELFDE ZEGT HET NT OVER JEZUS

In Jesaja 6:5 zei de profeet: “Mijn ogen hebben namelijk de Koning, de HEERE van de legermachten, gezien.” Jesaja zag YaHWeH!

De apostel Johannes verwees naar deze dezelfde gebeurtenis en maakte het heel duidelijk dat de persoon die Jesaja zag eigenlijk Jezus Christus was: “Dit zei Jesaja toen hij Zijn heerlijkheid zag en over Hem sprak.” (dit HIJ verwijst in de

In het Nieuwe Testament, is Jezus die grote herder van de schapen: “Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen. (…) Ik ben de goede Herder en Ik ken de Mijnen en word door de Mijnen gekend.” - Johannes 10:11,14 en zie ook Hebreeën 13:


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 48 context naar Jezus Christus) - John 12:41. Jesaja zag “de HERE der heerscharen” in Jesaja zag “de HERE der heerscharen” in de de tempel. tempel en een apostel geeft Jezus die titel. Ofwel heeft de apostel een slag van de molen gehad of je moet dat waar maken en de Messias als de Almachtige aanbidden! Geen tussenweg! In Exodus 3:14 leren we dat YAHWEH de grote “IK BEN” is: “En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden.”

Volgens het evangelie van Johannes: Wie is de grote “IK BEN” = Jezus. (zie Johannes 6:35 / 8:12 / 8:24 / 8:58 / 10:9 / 10:11 / 11:25 / 14:6 / 18:5-6)?

Johannes 6:35: “En Jezus zei tegen hen: IK BEN HET BROOD DES LEVENS; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben.” Johannes 8:12: “Jezus dan sprak opnieuw tot hen en zei: IK BEN HET LICHT DER WERELD; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.” Johannes 8:24: “Ik heb u dan gezegd dat u in uw zonden zult sterven, WANT ALS U NIET GELOOFT DAT IK HET BEN, ZULT U IN UW ZONDEN STERVEN.” In Jesaja 43:10-11 en 45:21 YaHWeH Let er toch op wat er staat in het OT: ER IS GEEN verklaart zichzelf als de enige Redder. ANDERE VERLOSSER NAAST HEM! Jesaja 43:10-11 zegt: “U bent Mijn getuigen, spreekt de HEERE, en Mijn Maar wie is de enige Redder volgens het Nieuwe dienaar die Ik verkozen heb, opdat u het Testament = Jezus! “En de zaligheid is in geen weet en Mij gelooft, en begrijpt dat Ik ander, want er is onder de hemel GEEN ANDERE Dezelfde ben: vóór Mij is er geen God NAAM onder de mensen gegeven waardoor wij geformeerd en na Mij zal er geen zijn. Ik, zalig moeten worden.” - Handelingen 4:12 Ik ben de HEERE, buiten Mij is er geen Heiland.” In Jesaja 45:21b-22 zegt YaHWeH: “Ben In Johannes 3:14-16 wordt ons verteld om te Ik het niet, de HEERE? Buiten Mij is er kijken naar de gekruisigde om gered te worden! geen andere God, een rechtvaardig God, En dat is Jezus. “En zoals Mozes de slang in de een Heiland; er is niemand behalve Ik. woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des Wend u tot Mij, word behouden, alle mensen verhoogd worden, OPDAT ieder die in einden der aarde, want Ik ben God en Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig niemand anders.” leven heeft. Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” Ook Johannes 12:32 geeft dat aan: Jezus trekt de gelovigen naar zich toe = HIJ IS ONZE REDDER. “En Ik, als Ik van de aarde verhoogd


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 49 ben, zal allen naar Mij toe trekken.” In Jesaja 45:21-23 zegt YaHWeH, “21 In Philippenzen 2:9-11 is deze passage uit Jesaja Maak bekend en breng naar voren, ja, toegepast op Christus, de Ene voor Wie allen ooit beraadslaag samen: “Wie heeft dit van zullen de knie buigen! “9 Daarom heeft God Hem oudsher doen horen? Wie heeft dat van ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam toen af bekendgemaakt? Ben Ik het niet, geschonken boven alle naam, 10 opdat in de de HEERE? Buiten Mij is er geen andere Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen God, een rechtvaardig God, een Heiland; die in de hemel, en die op de aarde, en die onder er is niemand behalve Ik. 22 Wend u tot de aarde zijn, 11 EN ELKE TONG ZOU Mij, word behouden, alle einden der BELIJDEN DAT JEZUS CHRISTUS DE HEERE aarde, want Ik ben God en niemand IS, TOT HEERLIJKHEID VAN GOD DE anders. 23 Ik heb gezworen bij Mijzelf – VADER.” uit Mijn mond is in gerechtigheid een woord uitgegaan en het zal niet terugkeren – DAT VOOR MIJ ELKE KNIE ZICH ZAL BUIGEN, ELKE TONG BIJ MIJ ZAL ZWEREN.” In het Oude Testament wordt over de God van Israël = YaHWeH herhaaldelijk gesproken als de ROTS van Israël (Deuteronomium 32:3,4,18 / Psalm 18:2 / Psalm 62:1-2, enz.).

In Jesaja 40:3 lezen we dat Johannes de Doper er was om de weg te bereiden voor de komst van YaHWeH. Als volgt beschreven: “Een stem van iemand die roept in de woestijn: Bereid de weg van de HEERE, maak recht in de wildernis een gebaande weg voor onze God.”

Jesaja 8:13;14 zegt YaHWeH zal zijn:

profetisch,

Het Nieuwe Testament geeft dit duidelijk aan als dat Christus die ROTS is: “en allen dezelfde geestelijke drank gedronken hebben. Zij dronken namelijk uit een geestelijke rots, die hen volgde; en die rots was Christus.” - 1 Corinthiërs 10:4 Let er op dat beide malen (Oud en Nieuw Testament) twee zaken verbinden met elkaar: rots en water, dat is duurzaamheid en leven. In Markus 1:1-3 is dezelfde passage toegepast op Christus: “1 Het begin van het Evangelie van Jezus Christus, de Zoon van God. 2 Het is zoals er geschreven staat in de profeten: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die voor U uit Uw weg gereed zal maken, 3 en: De stem van een die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht.” JOHANNES DE DOPER BEREIDDE DUS DE WEG VOOR CHRISTUS = YAHWEH.

dat In 1 Petrus 2:4-8 zijn deze verzen uit Jesaja toegepast op Jezus Christus. En we beginnen iets vroeger te citeren want dat SPREEKT WEL “13 De HEERE van de legermachten, DEGELIJK OVER JEZUS DIE EEN STEEN Hem moet u heilig achten; Hij is uw vrees DES AANSTOOTS IS: “4 EN KOM NAAR HEM en Hij is uw verschrikking. 14 Hij zal tot TOE ALS NAAR EEN LEVENDE STEEN, die wel een heiligdom voor u zijn, tot een steen door de mensen verworpen is, maar bij God des aanstoots, en tot een rots waarover uitverkoren en kostbaar, 5 dan wordt u ook zelf, men struikelt voor de beide huizen van als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk Israël, tot een strik en een val voor de huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 50 inwoners van Jeruzalem.” offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus. 6 Daarom staat er in de Schrift: Zie, Ik leg in Sion een hoeksteen die uitverkoren Maar volgens Jesaja 10:22,23 is dat geen en kostbaar is; en: Wie in Hem gelooft, zal niet automatisme dat alle Joden gered worden: beschaamd worden. 7 Voor u dan, die gelooft, is “22 Want, Israël, al is uw volk als het Hij kostbaar; maar voor de ongehoorzamen geldt: zand van de zee, toch zal maar een rest De steen die de bouwers verworpen hebben, DIE daarvan terugkeren; tot verdelging is vast IS DE HOEKSTEEN GEWORDEN, EN EEN besloten; het stroomt over van STEEN DES AANSTOOTS EN EEN gerechtigheid. 23 Ja, een vernietigend STRUIKELBLOK; 8 voor hen namelijk die zich einde – en dat is vast besloten – gaat de aan het Woord stoten, door ongehoorzaam te zijn, Heere, de HEERE van de legermachten, waartoe zij ook bestemd zijn.” in het midden van heel het land ten uitvoer brengen.” Joël 2:32: “Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HEERE roepen zal.” En parallel aan die tekst Jer.10:25: “Stort Uw grimmigheid uit over DE HEIDENVOLKEN die U niet kennen, over DE GESLACHTEN DIE UW NAAM NIET AANROEPEN. Zij hebben immers Jakob verslonden, ja, hem verslonden, aan hem een einde gemaakt, en zijn woonplaats verwoest.”

Handelingen 2:21,36: “21 En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden. (…) Laat dan heel het huis van Israël zeker weten dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die u gekruisigd hebt.” Romeinen 10:9,12,13: “9 Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. (…) 12 Er is immers geen enkel onderscheid tussen Jood en Griek. Want Een en dezelfde is Heere van allen en Hij is rijk voor allen die Hem aanroepen. 13 Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden.” Let er op hoe “ieder” door Paulus uitgelegd is als met betrekking tot zowel Joden als heidenen.

YaHWeH van het Oude Testament verklaart zichzelf als de eerste en de laatste: “Zo zegt de HEERE, de Koning van Israël, zijn Verlosser, de HEERE (YaHWeH) van de legermachten: Ik ben de Eerste en Ik ben de Laatste, en buiten Mij is er geen God.” - Jesaja 44:6 en zie Jesaja 41:4 / 48:11-12

Maar van wie wordt verklaard “de eerste en de laatste” te zijn in het Nieuwe Testament: dat is ook hier Jezus (zie Openbaring 1:8,11,17 / 22:13)? “Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige.” / “die zei: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste” / “Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste,” / “Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste.”

YaHWeH is “de Heer der Heerlijkheid” 1 Corinthiërs 2:8: “Immers, als zij die gekend Psalm 24:8-10: “8 Wie is deze Koning der hadden, zouden zij de Heere der heerlijkheid niet


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 ere? De HEERE, sterk en geweldig, de gekruisigd hebben.” HEERE, geweldig in de strijd. 9 Hef uw hoofden op, o poorten, ja, verhef ze, eeuwige deuren, opdat de Koning der ere binnengaat. 10 Wie is Hij, deze Koning der ere? De HEERE van de legermachten, Hij is de Koning der ere.” [*]

51

[*] In de Cambridge Bible for Schools and Colleges, meer dan honderd jaar oud, staat een mooie uitleg bij Psalm 24:10 “10 De Here der heerscharen] De climax wordt bereikt. Hij beweert nu binnen te gaan, niet alleen als een zegevierende strijder, maar als de Soeverein van het Universum. De grote titel Jehova Tsebâôth of Here der heerscharen, die kenmerkend is voor de Koninklijke en profetische periode, komt hier voor de eerste keer in het Psalter terecht. Oorspronkelijk is Jehovah misschien aangewezen als “de God van de legers van Israël” (1 Samuël 17:45), Hij die met Zijn volk vooruit ging ten strijde (Psalm 44:9, Psalm 40:10), en waarvan de aanwezigheid de bron voorde overwinning was(Psalm 46:7, Psalm 46:11). Maar als de uitdrukking “heer des hemels” werd gebruikt voor de hemellichamen (Genesis 2:1), en hemelse wezens (1 Koningen 22:19), werd de betekenis van de titel vergroot om Jehovah aan te wijzen als de heerser van de hemelse machten, de opperste Soeverein van het universum. Vandaar dat een van de weergaven ervan in de LXX is κύριος παντοκράτωρ, “Here, de Almachtige”, of liever, “Al-soevereine.” Een slotbeschouwing bij Colossenzen 1:15-20: Er zijn drie zaken tot slot, waar we op willen wijzen. 1°) Het is dus glashelder, dat “eerstgeborene” niet zonder meer letterlijk geïnterpreteerd moet worden in alle teksten, ook niet in deze van het NT. Wat het verklaarbaar maakt is wat de context zegt, en die moet in overeenstemming zijn met andere zaken die van de persoon gekend zijn. Als we dat niet daarbij aanhouden als een balans voor het begrijpen van wie/wat is deze man, dan kunnen we nooit de passende uitleg vinden van de tekst die ter sprake is. Dus weten wat de zin en betekenis van “eerstgeborene” in Col 1:15 wil inhouden moet vanuit de context al aan te tonen zijn. Dus wat zegt vers 16 is al een aanwijzing wat vers 15 wil zeggen. [Het vorige vers 14 is niet aan de orde omdat daar een andere zaak besproken was, het gaat daar over verlossing.] Sterker nog, uit de context blijkt dat een letterlijke uitleg over Jezus als “het eerste schepsel” eenvoudigweg onmogelijk is omdat vers 16 begint met te zeggen “WANT” en dat geeft aan dat het vorige vers nu verduidelijkt gaat worden. Paulus geeft ons dus te kennen dat begrip “eerstgeborene” niet te verstaan is al de eerste van de schepping. Dat kan niet zo worden opgevat omdat “WANT” in de volgende verzen dat niet toelaat: ALLES is IN Hem en DOOR Hem geschapen, niets uitgezonderd. Dat uitlegging volgens de WT staat gelijk aan verkrachting en minachting van de Schrift.


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 52 2°) Dus we gaan naar vers 16 waar dit staat: “16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen.” Dit zegt toch, dat door Hem alle dingen zijn geschapen. Als de LOGOS/Jezus een schepsel is dan is dit vers en de twee volgende daar in tegenspraak mee. Omdat de NWV van de vooronderstelling uitgaat, dat Christus zelf ook geschapen is, vertalen zij “... werden alle [andere] dingen ... geschapen.” Dit is echter een aanpassing van de Bijbeltekst aan de eigen theologie! Eerst zeggen ze: Jezus is het eerste schepsel, vervolgens klopt Col.1:15 niet meer met Col.1:16 en daarom voegen ze in Col.1:16 het woordje “andere” toe, zodat hun theorie weer klopt. Nee, alles is door Christus geschapen, dus is Hij zelf niet geschapen! De Wachttoren heeft de Schrift vervalst om een on-Bijbelse leer aan de man te brengen. Daar staan straffen op: wie het doet zal het koninkrijks Gods niet beërven! 3°) Dit is het goed uitgebalanceerd commentaar bij Col.1:15 in de reeks Korte Verklaring geschreven door Prof. J.A.C. van Leeuwen (uitgeverij Kok) : “Het volgende: Eerstgeborene over alle schepsel, stelt niet de Zoon als eerste in de rij van al het geschapene, wat reeds door vs. 16b wordt weersproken; in „eerstgeborene” is het vooral de gedachte aan rangorde, die op de voorgrond staat, terwijl die van volgorde somtijds geheel verdwijnt, vgl. o.a. Ps. 89: 28, waar „eerstgeborene” parallel is met „hoogste over alle koningen der aarde”. Ten opzichte van al wat schepsel heet heeft de Zoon de rang en de waardigheid van een eerstgeborene. Het is er de apostel niet om te doen, het wezen van de Zoon te bepalen, doch - zeker ook hier met de gedachte aan de verkeerde leringen, die hij gaat bestrijden - om zo sterk mogelijk te doen uitkomen, wat Christus voor de zijnen is.” Een slotbeschouwing bij de vraag op de eerste bladzijde. Het gaat hier om deze tekst: Openbaring 1:17,18. De vraag erbij is zeer eenvoudig: over wie spreekt die tekst, Vader of Zoon? Gaat het om de Vader = Neen! U kreeg alle redenen om dat niet aan te nemen als uitleg. Laat de unitaristen dan andere bewijzen op tafel dan wat ze gedaan hebben. Maar het zal ze niet lukken, in die citroen is geen druppel meer uit te krijgen! Het gaat om Jezus! Mag ik het kort houden met een mooi citaat! [wij kleuren in en onderlijnen enkele dingen] De reeks Korte Verklaring staat het volgende commentaar bij Opb.1:17: “17 Johannes, 's Heeren heerlijke verschijning aanschouwende, werd er geheel door overweldigd. Hij voelde zich in zijn visionairen toestand machteloos aan 's Heeren voeten nedervallen, als een lijk, roerloos, levenloos. Dat was het gevolg van 's Heeren heiligheid en hemelse majesteit, waarvoor zelfs de engelen zich het aangezicht bedekken, Jes. 6: 2, en die geen mens zien kan en leven, Ex. 33: 20, en voor welke allerminst een zondaar, gelijk ook Johannes nog was, bestaan kan; vgl. Jes. 6: 5; Dan. 10: 8. Maar de Heere was niet verschenen, om Johannes te verderven, vgl. Richt. 13: 23, doch om hem visionaire openbaringen te geven voor Zijn ganse gemeente van alle volgende eeuwen. Daarom legde Hij Zijn rechterhand op hem, ten teken van gemeenschap en gunst, en waardoor Hij leven en kracht in hem deed instromen. Tegelijk zeide Hij: vrees niet, laat uw vrees varen. Hij bemoedigde hem. En dat tevens door te zeggen, Wie Hij was, en wat Hij ondergaan had, maar wat Hij daarna had mogen bekomen, en hoe Hem nu alle macht gegeven was, zelfs over dood en dodenrijk, en dat hij, Johannes, Hem nu mocht dienen. Had


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 53 Johannes terstond de gelijkenis ontwaard van deze verschijning met den Zoon des mensen, vs. 13, de Heere deed hem weten, dat hij goed gezien had: Hij was het Zelf, Die gestorven was, en weer opgestaan, ook Johannes' Zaligmaker en Heere, en aan Wien nu alles onderworpen is. Johannes behoefde daarom niet te vrezen. Integendeel kwam de Heere hem, hoewel om Zijn Evangelie vervolgd en verbannen, vs. 9, nu verblijden en met Zijn verschijning verwaardigen, ja hem in Zijn dienst stellen ten behoeve Zijner gemeente. Ook deze verbanning was niet zonder Zijn bestier geschied. En eens zou Hij Zijn volle heerschappij uitbrengen, en ook al wat zich tegen Hem en de Zijnen stelde, ten onder brengen, en aan Zich onderwerpen. Ik ben de Eerste en de Laatste. Dat drukt zakelijk dezelfde gedachte uit als „de Alpha en de Omega”, in vs. 8. Hij is van eeuwigheid. Vóór Hem was niemand en niets, na Hem zal geen ander zijn. Hij heeft geen begin, noch een einde. En omdat Hij de Eerste is, de Eeuwige, daarom dankt ook alles, wat buiten Hem bestaat, aan Hem zijn ontstaan. Hij heeft het alles geschapen, de ganse wereld, met alles wat er toe behoort, het grootste, en het kleinste. Hij heeft daarvan niet alleen het ontstaan bewerkt, maar ook het ganse bestaan bepaald, het wezen, den aard, den loop, de ganse wereld met al haar schepselen, naar essentie, hoedanigheden, werkingen. Hij is ook aller doel. In Hem heeft alles zijn bestemming. Niets heeft zijn einddoel in zichzelf. Hij is de Uiterste, de Laatste, Hem moet alles dienen, het geheel, en al de delen, klein en groot, gewillig en tot eigen zaligheid, of onwillig en tot eigen ondergang.”

Zie ook Appendix 2: enkele andere commentaren op Openbaring 1:17:18

Dit is een sleutel om de persoon Jezus te verstaan.

Johannes 14: “6 Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het

Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. 7 Als u Mij gekend had, zou u ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu af kent u Hem en hebt u Hem gezien. 8 Filippus zei tegen Hem: Heere, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg. 9 Jezus zei tegen hem: Ben Ik zo'n lange tijd bij u, en kent u Mij niet, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; en hoe kunt u dan zeggen: Laat ons de Vader zien?”


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18

54

Appendix 1: enkele aantekeningen over het voorzetsel “dia” dat de Wachttoren bewust verkeerd vertaald De Wachttoren gebruikt enkele zaken over “dia” als hoofdargument om aan te geven dat Jezus maar de helper is van YaHWeH. Dit is hun vertaling van Johannes 1:3,4: “3 Alle dingen zijn door bemiddeling van hem ontstaan, en zonder hem is zelfs niet één ding ontstaan. Wat is ontstaan 4 door bemiddeling van hem, was leven, en het leven was het licht der mensen.” Waar ze zeggen “door bemiddeling van” in vers 3 heeft het Grieks daar het begrip “dia.” Je zou denken dat is ook het geval met vers 4 waar ze ook “door bemiddeling van” vertalen, het gaat echter niet om hetzelfde woord. Maar ze doen het om het wat in te kleuren naar hun theologische verklaringen daarom hebben ze ook in vers 4 dezelfde woorden. In vers 4 zegt het Grieks “en” = “in” en zo fopt men de lezer. Dit is wat de Textus Receptus bij die verzen heeft: 3 πάντα δι' αὐτοῦ ἐγένετο καὶ χωρὶς αὐτοῦ ἐγένετο οὐδὲ ἕν ὃ γέγονεν 4 ἐ ν αὐτῷ ζωὴ ἦν καὶ ἡ ζωὴ ἦν τὸ φῶς τῶν ἀνθρώπων· “Dia” staat in vers 3 hier in de genitief volgens Concordance to the Greek Testament, van W. F. Moulton and A. S. Geden, T. & T Clark, 1897 Alle voorbeelden van Johannes staan hier trouwens:


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18

55

“Dia” is ook in vers 10 gebruikt voor de schepping van de “kosmos” door Jezus: “10 Hij was in de wereld en de wereld is door Hem ontstaan en de wereld heeft Hem niet gekend.” ^^^^^ Max Zerwick en Mary Grosvenor, A Grammatical Analysis of the Greek New Testament, Editrice Pontificio Istituto Biblico, Rome, 1993.

Dus volgens Zerwick en Grosvenor is “dia” in Romeinen 11:36 ook gebruikt om de primaire oorsprong aan te duiden: “Want uit Hem en DOOR Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.” En hier gaat het over de Vader. Dus als we zeggen dat God de bemiddelaar (“dia”) is van de schepping dan wil het niet zeggen dat Hij een tussenpersoon is die zelf geschapen is. Zo ook als “dia” voor de LOGOS is gebruikt, Hij is geen tussenpersoon in de schepping en zelf schepsel. ^^^^^


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 56 Citeer uit het commentaar, The Gospel According to John, van William Milligan en William Fiddian Moulton, Charles Scribner's Sons, 1883

Dus ook in Heb.2:10 is “dia” gebruikt voor de Vader: “10 Want het paste Hem, om Wie alle dingen zijn en DOOR Wie alle dingen zijn” Dia” geeft volgens deze theologen de verbanden aan in de drie-enige God. ^^^^^ Bij William Barclay lezen we dit, The gospel of John, vol.1, The Westminster Press, Second edition, 1956. “De gnostici gingen nog verder. God, zeiden ze, is zuivere geest en zuivere geest kan nooit materie aanraken, en nog minder materie die onvolmaakt is. Daarom was het niet mogelijk voor God zelf het werk van de schepping uit te voeren. Dus kwamen uit hem een reeks emanaties te voorschijn. Elke emanatie was verder en verder weg van God vandaan en als de emanaties verder en verder weg van hem waren, wisten ze steeds minder en minder over hem. Ongeveer halverwege de serie was er een emanatie die helemaal niets van God af wist. Na deze fase in de emanaties was er niet alleen onwetend maar eigenlijk vijandig tegenover God. Tenslotte in de serie was er een emanatie die zo ver van God was, dat het totaal onwetend van hem was en volstrekt vijandig tegenover hem was - en die emanatie was de macht die de wereld schiep, omdat ze zo ver van God was, dat het dan mogelijk was deze gebrekkige en kwade materie aan te raken. De scheppergod is volkomen gescheiden van en volkomen in vijandschap met de echte God. (…) In de tijd van Johannes was dit soort geloof wijdverbreid. Men geloofde dat de wereld slecht was en dat een kwade God die geschapen had. Het is vanwege deze leer dat Johannes hier twee fundamentele christelijke waarheden stelt om deze doctrine te bestrijden. Het is een feit dat de verbinding van Jezus met de schepping herhaaldelijk in het Nieuwe Testament wordt onderstreept, alleen maar om de achtergrond van deze denkwijze, dat God en de wereld waarin we leven gescheiden zou zijn. (hier citaten van Col.1:16 / 1 Cor.8:6 / Heb.1:2) Johannes en de andere nieuwtestamentische schrijvers benadrukken aldus deze twee grote waarheden.” ^^^^^ Appendix 2: enkele commentaren op Openbaring 1:17:18 (ingekort)


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 57 S. Greijdanus, Openbaring, geeft het volgende als comentaar voor Openbaring 1:17,18:

^^^^^ Ds. C. Vonk geeft het volgende commentaar op Openbaring 1:17 in zijn De Openbaring van Johannes, Buijten & Schipperheijn, 1991: “Hij legde zijn hand op Johannes. Zoiets doet altijd al goed vooral als er dan nog bij gezegd wordt: “Wees niet bevreesd” Ook heeft Johannes nog eens uitdrukkelijk mogen horen dat hij met iemand te doen had die hehalve mens ook God was, want Hij mocht zakelijk dezelfde woorden, waarvan hij in vs. 8 zelf gezegd had dat “de Here God” ze sprak, nu uit de mond van deze indrukwekkende verschijning horen, nl. Ik ben de eerste en de laatste. Maar daaraan werd thans toegevoegd: en de levende en ik ben door geweest en zie, ik ben, levend tot in alle eeuwigheid en ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk. Een uitspraak die alleen Jezus Christus kon en kon doen. Niet iemand die uitsluitend God is, wel Gods Zoon want die is mens geworden en die heeft heel goed ondervonden wat het was bijna dood, ja helemaal dood te zijn. Maar Hij kon nu aan Johannes zijn geliefde discipel van vroeger, de hartelijke verzekering geven, dat dit alles voorgoed voorbij was, omdat het zich nooit meer zou herhalen. De dood zou niets meer over Hem te zeggen krijgen, Hij wel over de dood. Op zijn bevel zouden alle doden eens herleven. Maar als Hij het niet toestond, zou iemand als Johannes thans niet van schrik behoeven te sterven. Daarom: wees met bevreesd.” ^^^^^


Unitaristen misbruiken Openbaring 1-17,18 58 We citeren J. Willemze, De openbaring van Johannes, tweede druk, 1931 bij Openbaring 1:17,18:


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.