Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 1
Vragen van Guido antwoord en wederwoord
Jesaja 11: �6 Een wolf zal bij een lam verblijven, een luipaard bij een geitenbok neerliggen, een kalf, een jonge leeuw en gemest vee zullen bij elkaar zijn, een kleine jongen zal ze drijven. 7 Koe en berin zullen samen weiden, hun jongen zullen bij elkaar neerliggen. Een leeuw zal stro eten als het rund. 8 Een zuigeling zal zich vermaken bij het hol van een adder, en in het nest van een gifslang zal een peuter zijn hand steken. 9 Men zal nergens kwaad doen of verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE, zoals het water de bodem van de zee bedekt.�
Guido Biebaut 15/04/2018 Alle rechten voorbehouden
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 2 Dag X, (een lezer) We gaan wellicht ergens landen, maar het zal niet zo makkelijk zijn. Ik ga nu voor, ik denk de vijfde maal vragen, waar komen de mensen vandaan om het 1.000 jarig rijk te bevolken. Want aan het slot van Openbaring 19 zijn de ongelovigen dood in vers 21. De gelovigen zijn opgenomen aan het begin van het hoofdstuk. Dat mogen we gerust leren want dan is de bruiloft van het lam en daarom moeten alle gelovigen bij Jezus zijn. Dus, niemand leeft nog op de aarde! MIJN VRAAG: Waar komen ze vandaan??? Zeer waarschijnlijk heb je mijn tekst niet gelezen van de opname van de gemeente. Je gaat dat betwisten, dat woord zou er niet staan. Wat staat er wel in 1 Thes.4: ik citeer mezelf blz.19,20. “Vooreerst dan de betekenis van het begrip “de Heer tegemoet.” Dat Grieks woord “tegemoet” is “apantesis” (sommige manuscripten zeggen “hupantaoo”). Dat woord is een technische term uit het klassieke Grieks. Het woord geeft weer wat iemand of een groep een ander tegemoet gaat die op weg is. Behalve hier in deze tekst is het slechts gebruikt in enkele teksten namelijk Mat.25:1,6 / Hand.28:15. De werkwoordsvorm vinden we ook in Mat.28:9 / Marc.5:2 / 14:13 enz... De beste manier om dit te begrijpen is de volgende die doet denken aan wat de 10 maagden doen: de gemeente gaat in de lucht de Heer tegemoet om Hem er te ontmoeten en ze komen samen op aarde. In het beeld van de 10 maagden gaan ze terug naar de plaats vanwaar ze gekomen zijn. Volgens de Apocalyps van Johannes komt het Nieuwe Jeruzalem = de gemeente op de aarde. Als tweede punt is er het woord “weggerukt” wat een zeer mooi beeld geeft van de handeling van de Heer bij deze gelegenheid. Het woord is “harpazoo” en is ook nog gebruikt in Hand.8:39 / 2 Cor.12:2,4. In teksten als Joh.6:15 / 10:12 / Hand.23:10 / Judas 23 heeft het woord betrekking op het met grote kracht ontrukken. En die betekenis kan ook hier aangenomen worden want de Heer ontneemt de gemeente als het ware van Satan en de wereld. Dat wegrukken der gemeente en ontmoeting met de Heer in de wolken betekent voor de gemeente dat zij altijd (Grieks “pantote”) met de Heer zullen zijn. Daarom kan Paulus ook besluiten: In verband met de opstanding van 1 Thes.4 zijn ook deze andere uitdrukkingen nog gebruikt: De doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan (1 Thessalonicenzen 4:16). De opstanding van de rechtvaardigen (Lucas 14:14). De opstanding uit de doden (Lucas 20:35). De opstanding van de kinderen van God (Lucas 20:36). De opstanding tot leven (Johannes 5:29). De opstanding uit de doden (Handelingen 4:2, onderwijs voor die in Jezus geloven). De betere opstanding (Hebreeën 11:35).” En ook nog bladzijde 21 een klein citaat:
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 3
“In ‘The Zondervan Pictorial Encyclopaedia of the Bible’ deel 5, edit. M.C. Kenney, Zondervan, 1975, blz.73 lezen we: “Wanneer zullen de doden opgewekt worden? Volgens de algehele beginselen van het NT en vooral deze van Paulus (1 Cor.15:51,52 en 1 Thess.4:16) zal de opstanding van de overleden gelovigen plaats hebben bij de Tweede komst van de Heer wanneer ook dezen die in Christus zijn en levend overblijven bij die komst veranderd worden. Alle gelovigen uit alle eeuwen vormen samen één groep van verheerlijkte heiligen en hebben het voorrecht hun Verlosser te ontmoeten in de lucht (...) ze zullen deelnemen aan de gerechtelijke uitspraken over ongelovigen en afgevallen engelen (Matt.25:41 f.f.; 1 Cor.6:23)” (wij onderlijnen).”
Dus als Jezus uit de hemel neerdaalt en de “gelovige” doden uit de graven laat komen en met de levende Messias belijden laat opstijgen zodat ze elkaar ontmoeten dan zeg is dat is een opname. Noem je dat liever wat anders, mij om het even. De Griekse woorden vertellen me dat genoeg. Maar ik geloof wel NIET wat een dispensationalist erover zegt. Tussen haakjes neem geen aanstoot als ik je een dispensationalist noem: dat doe ik met iedereen die nog een toekomende 1.000 jarige gering leert. Nog eens herhaald: er zijn geen mensen die het 1.000 jarig rijk na de wederkomst kunnen bevolken. Dat is cruciaal. Je kreeg van mij de lijst van Walvoord over “zes groepen van de eerste opstanding” heb je daar niets op te zeggen? Een andere algehele opmerking! Jezus en zijn discipelen die het Nieuwe Testament schreven, hadden deze visie over de wereld: er is de wereld van nu en de komende wereld in de toekomst. In hun taalgebruik was dat het volgende: “Olam ha - zeh” en “Olam ha – ba.” Voor een jood is er géén plaats voor een tussenperiode van enkele jaren. Het klopt dat men aan de Messias een tijd toekent van jaren die variëren naargelang de bronnen die men erop nagaat. Maar dat valt in deze “eeuw” en niet in de volgende. Jezus gebruikt het hier: Matthéüs 12:32: “32 En wie een woord spreekt tegen de Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar wie tegen de Heilige Geest spreekt, het zal hem niet vergeven worden, niet in deze eeuw, en ook niet in de komende.” En hier Paulus in Epheze 1 over de Christus die is opgestaan: “20 die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden opwekte en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten, 21 ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de komende.” Over daar een tussentijd in plaatsten doet niemand dan Openbaring als dat er letterlijk staat. Dat is het probleem echter, want dan is er wat verkeerde aan de uitleg. Hier dat Griekse gedeelte van Johannes 5:28, dat duidelijk aangeeft dat allen op hetzelfde “uur uit de graven komen. Dat woord is ook wel regelmatig als “tijd” vertaald maar de grondbetekenis is dat het om zaken gaat die onmiddellijk na elkaar gescheiden.
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 4
Hier onder: de kleurenschakeringen zijn belangrijk Zwart = mijn vraag/opmerking Rood = je antwoord Blauw = mijn wederwoord Welke zaken o.a. NIET genoemd worden in Opb.20:1-6 (lijst van Guido) 1°) De Wederkomst van Jezus En zij werden weer levend, gaat over de zielen die om het Woord Gods vervolgd werden, en dan volgt er op ‘en zij gingen als koningen heersen met Christus, duizend jaar lang’. Dat kan toch alleen maar als Christus gekomen is? We lezen in 1 Pet.2:9 HSV: “Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.” Wij de Messias belijdende moeten een uitverkoren geslacht zijn (een term ooit uitsluitend voor joden) zijn en als koningen zijn en priesters “de deugden zou verkondigen” nu en tijdens ons leven hier op aarde. Dat bevel staat in de “tegenwoordige tijd” dat moet men niet verschuiven en zo verduisteren naar een 1.000 jarig rijk! Dat wil ik vooraf aan alles zeggen en verder dat het regeren nu al begonnen is. Lees de tekst van Petrus eens opnieuw, dat geeft wat aan wat betreft de tijd. Vanaf Pinksteren tot zijn tweede komst, daar gaat het bij Petrus om. Dat is punt één! De tweede opmerking: een gelovige is van het leven aan zijn oude mens gestorven en GEESTELIJK opgestaan in geloof, door het bloed van de Heer. Het is aangekondigd in bijvoorbeeld Johannes 11:26: “26 en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat?” Dit is duidelijk: een gelovige is in dit leven al opgehouden met zijn oude leven te leven en is opgestaan in het nieuwe leven toen Jezus uit de dood opstond. HIJ/ZIJ IS GEESTELIJK OPGESTAAN! De Messias heeft dat LEVEN voor ons verdiend! Jezus de Christus geeft niet alleen leven, Hij is het Leven (Joh.14:6 / 1 Joh.1:2). Romeinen 6:6: “6 Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen.” Dit is betrouwbaar: "12 Wie de Zoon heeft, heeft het leven." (1 Joh.5:12a) Alle Messias belijdende zijn al priesters in dit leven en geven zichzelf als een levend offer aan God Romeinen 12:1. Het koningschap hebben ze als in dit leven, ze hebben de wereldmachten van de duisternis overwonnen door de Heilige Geest hen door God geschonken. Overwinnaars dankzij het woord van God waarin ze leven en in het bloed van het Lam. Deze
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 5
heersen echt. Laten we deze opmerking over Openbaring 5:10 maken "Ze regeren op aarde." Dat is de beste lezing; de tegenwoordige tijd. Het is niet, denk ik, dat het wordt uitgelegd als een levendige realisatie van de toekomst; het is een eenvoudige verklaring, die net zo waar is als dat de volgelingen van Christus "een koninkrijk en priesters" zijn. Zij regeren met en in Christus, maar zij regeren ook op aarde. ZEG NIET DAT HET NIET STEEKHOUDEND IS: hier Figuratieve opstandingen worden 3 maal genoemd in het OT: Jesaja 26:19-21 HSV: “19 Uw doden zullen leven – ook mijn dood lichaam – zij zullen opstaan. Ontwaak en juich, u die woont in het stof, want Uw dauw zal zijn als dauw op jong, fris groen en de aarde zal de gestorvenen baren. 20 Ga, Mijn volk, treed uw kamers binnen, sluit uw deuren achter u. Verberg u voor een klein ogenblik, totdat de gramschap over is. 21 Want zie, de HEERE gaat uit Zijn plaats om de ongerechtigheid van de bewoners van de aarde aan hen te vergelden. De aarde zal het bloed dat erop vergoten is, aan het licht brengen. Zij zal haar gedoden niet lan-ger bedekt houden.” Hosea 13:14,15 HSV: “14 Ik zal hen verlossen uit de macht van het graf. Ik zal hen vrijkopen uit de dood. Dood, waar zijn uw pestziekten? Graf, waar is uw verderf? Berouw verbergt zich voor Mijn ogen! 15 Ook al draagt hijzelf tussen broeders vrucht, de oostenwind zal komen, de adem van de HEERE, die opsteekt uit de woestijn. Zijn bron zal uitdrogen Die zal de schat plunderen van al zijn kostbare voorwerpen.” Ezech.37:1-14 HSV (gedeeltelijk): “1 De hand van de HEERE was op mij, en de HEERE bracht mij in de geest naar buiten en zette mij neer, midden in een vallei. Die lag vol beenderen. 2 Hij deed mij er aan alle kanten omheen gaan. En zie, er lagen er zeer veel op de grond van de vallei, en zie, ze waren zeer dor. 3 Hij zei tegen mij: Mensenkind, zullen deze beenderen tot leven komen? En ik zei: Heere HEERE, Ú weet het! 4 Toen zei Hij tegen mij: Profeteer tegen deze beenderen en zeg tegen hen: Dorre beenderen, hoor het woord van de HEERE. … 11 Toen zei Hij tegen mij: Mensenkind, deze beenderen zijn heel het huis van Israël. Zie, ze zeggen: Onze beenderen zijn verdord en onze hoop is vergaan, wij zijn afgesneden!” (En deze is volgens jou nu aan de gang!) Je wil dat op tronen zitten persé in een 1.000 jarig rijk laten plaatsvinden! Over de vertaling van bijvoorbeeld de NBG voor vers Openbaring 5:10 moet één en ander opgemerkt worden. Ze vertalen het laatste deel als: “ze zullen als koningen heersen” als toekomende tijd. Maar dat klopt niet met de Griekse tekst die spreekt over een “heersen” in tegenwoordige tijd. Dat mag wellicht verwonderen. Gaat men naar de vertalingen kijken dan gaat het om regeren “op” of “over” de aarde in toekomstige zin. Slechts de Amerikaanse vertaling van de Bible de Jerusalem spreekt over een regeren in deze tijd. Nu zal een kijk op de Griekse tekst zondermeer die stelling ondersteunen. De Griekse werkwoordvorm is “basileuousin” = tegenwoordige tijdsvorm. Dezelfde werkwoordsvorm die zegt dat de gemeente Gods: “gemaakt zijn tot een koninkrijk en tot priesters.” Dat is ook in de tegenwoordige tijdsvorm geschreven, dus de tijd vóór Zijn komst. Zodat we moeten leren dat de drie werkwoorden spreken over wat in
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 6
dezelfde tijd aan de gelovigen vervuld wordt; 1°) thans een koninkrijk, 2°) thans een priester, 3°) thans regeren. De opmerking van Vine (deel 3, blz.268) is een voorbeeld van de manier waarop men de tekst zoals die er staat ontwijkt. Hij schrijft: “Opb.5:10 / 20:4 waar de aorist gebruikt is geeft niet slechts het karakter weer als een punt in de tijd, maar een waarnemend karakter, t.t.z. het ziet de gehele handeling als ware ze reeds vervuld zonder rekening te houden met de progressieve stappen die daartoe geleid hebben, in dit geval het toekomstige aspect.” Je zegt Wederkomst, dan zeg ik dit! Want dan zal dit geschieden wat in Openbaring 19 is beschreven: “11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid. 12 En Zijn ogen waren als een vuurvlam en op Zijn hoofd waren vele diademen. Hij had een naam, die opgeschreven was, en die niemand kent dan Hijzelf.13 En Hij was bekleed met een in bloed gedoopt bovenkleed, en Zijn naam luidt: Het Woord van God.14 En de legers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed in fijn linnen, wit en smetteloos.15 En uit Zijn mond kwam een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heidenvolken zou slaan. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf. En Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmige toorn van de almachtige God.”- Stichting HSV 2°) De opstanding uit de graven En zij werden weer levend, is dat Opstanding of niet? Bovendien staat er, zalig zijn zij die deel hebben aan de eerste opstanding, over hen heeft de tweede dood geen macht meer. We gaan naar de apostel van de heidenen eens kijken en wat hij ons erover te zeggen heft, over de opstanding. Bij Paulus is de Wederkomst van Jezus het
ogenblik waarop de heiligen verkwikt
worden en de goddelozen gestraft. Kijken we eens naar de HSV van 2 Tessalonicenzen 1:6-10 met de verwijzingen. Op de dag van de Wederkomst van Christus, wanneer de heiligen verlichting (“rust en verkwikking” in de Willibrordvertaling van 1975) ontvangen, worden ook de goddelozen gestraft met vuur. 6
Het is immers rechtvaardig van God verdrukking te vergelden aan hen die u verdrukken, Zach. 2:8 Want zo zegt de HEERE van de legermachten: Nadat Hij heerlijkheid heeft beloofd, heeft Hij Mij gezonden tot die heidenvolken die u beroven, want wie u aanraakt, raakt Zijn oogappel aan.
7 en aan u die verdrukt wordt, samen met ons verlichting te geven bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht, 1 Thess. 4:16 Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. 8
wanneer Hij met vlammend vuur wraak oefent over hen die God niet kennen, en over hen die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn.
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 7
2 Petr. 3:7 Maar de hemelen die er nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde Woord als een schat weggelegd en worden voor het vuur bewaard tot de dag van het oordeel en van het verderf van de goddeloze mensen. 9
Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht, Jes. 2:19 Dan zullen zij de grotten van de rotsen binnengaan en de holen in de grond, uit angst voor de HEERE en vanwege de glorie van Zijn majesteit, als Hij opstaat om de aarde te verschrikken.
10 wanneer Hij zal gekomen zijn om op die dag verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven (want bij u vond ons getuigenis geloof). Hand. 1:11
die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan. 1 Thess. 1:10 en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden heeft opgewekt, namelijk Jezus, Die ons verlost van de komende toorn. Openb. 1:7 Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen. En om die reden is de opstanding van dezen die op de tronen zitten geen lichamelijke opstanding van de gelovigen maar deze van de leden van de gemeente van Christus, en dat is op het moment ze als kinderen Gods aangenomen worden. Daar zijn zelfs de heiligen van voor Jezus niet bij. Die worden wel ten hemel genomen volgens 1 Thes.4, dat is echter een latere periode. In een andere betekenis zijn ze van Christus omdat ze vooruitkeken naar de Messias. En dat is het begin van het laatste oordeel. 3°) Een Messiaans rijk op aarde Je mag het een Messiaans Rijk noemen, ik noem het een duizendjarig Rijk, het definitieve Messiaanse Rijk zal plaats vinden zoals beschreven in Openb. 21 en 22. De naam doet er niet toe: ik herhaal dat staat niet in Openbaring 20. Er is van geen enkel koninkrijk sprake (als ik de visie van jou aanneem). Dat lees je er zelf in, maar met welke argumenten? Is het omdat je niet kan geloven dat Jezus nu regeert over vriend en vijand dat Hij nog eens moet regeren in een periode van 1.000 jaar? Kijk eens naar de teksten die ik je gaf over Jezus die aan de rechterhand van de Vader zit. IN ALLE teksten die over Zijn regering spreken gaat het om een eeuwige regering, zonder enige uitzondering. Zelfs DE PSALM 110 is 21 maal geciteerd in het Nieuwe Testament, in de zin dat het vervuld is. Eventueel de verwijzing doen naar 1 Cor.15:23,24 maakt niet zoveel uit: dan is alles in onderworpen: alle vijanden dood of niet meer in functie, de dood bijvoorbeeld. Ook dan heeft Jezus nog de titel “koning.” Op rust dan! Kijk eens naar deze site en dat heeft allen betrekking op vers 1 http://www.hebrew-streams.org/works/texts/ps110list.html
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 8
Ps.110:1 = Citaat: Mattheüs 22:44 / Marcus 12:36 / Lucas 20:42,43 / Handelingen 2:34,35 / Hebree-en 1:13. Verwijzing: Matthéüs 26:64 / Marcus 14:62 / 16:19 / Lucas 22:69 / 1 Corinthiërs 15:25 / Epheze 1:20 / Colossenzen 3: 1 / Hebreeën 1: 3 / 8: 1 / 10:12,13 / 12:2 / 1 Petrus 3:22 Ps.110: 4 = Citaat: Hebreeën 5:6 / 6:20 / 7:17,21 Jezus is nu
koning in deze tijd, sinds zijn aanstelling en met zekerheid vanaf Pinksteren.
Koning over alles en iedereen: nu al de eerste zegeningen voor de gelovigen, straffen bij de Wederkomst voor ongelovigen. 4°) Jeruzalem is de hoofdstad van de wereld. 1.Zelf heb ik nooit geschreven dat Jeruzalem zoals zij nu is de hoofdstad der wereld is of zal zijn, dat zal het nieuwe Jeruzalem zijn .Uitleg volgt. 2.Allereerst moet je om jouw vraag te beantwoorden voor jezelf helder hebben wat Openbaringen 21 wil zeggen met begrippen als nieuwe hemel en aarde. Het nieuwe hoeft zeker niet per definitie los te staan van wat reeds het goede is in de Schepping. De termen nieuw en oud kunnen nogal verwarrend begrepen worden in de termen nieuwe hemel en aarde. Sommigen doen voorkomen alsof het hemels Jeruzalem niets te maken heeft met het aardse Jeruzalem, en dat de nieuwe aarde volledig als een baksteen uit de hemel komt vallen. Het nieuwe is altijd het getransfigureerde, kortom de oude aarde die verdwijnen zal in haar verdorvenheid zal doordrenkt worden door het Nieuwe dat Christus in Zijn verrijzenis aan het licht heeft gebracht. Net zoals Christus Opstandingslichaam niet meer gebonden aan tijd en ruimte omschreven werd in de Schriften met woorden als: het nieuwe is gekomen. 3.Waarom zie ik dat zo? Allereerst omdat los van de verwarring in de termen oude en nieuwe aarde, oude en nieuwe hemel wel degelijk in Openbaringen als het om het hemels Jeruzalem gaat sprake is van een nederdaling van dit nieuwe Jeruzalem. Waar daalt het dan neder? Op de door God getransfigureerde aarde. 4.Terug komend of Jeruzalem de hoofdstad van de wereld zal zijn mag men niet de temporele opvatting loslaten. Als er sprake is van een duizend jarig rijk dan is het nog niet het definitieve messiaanse Rijk, ook als Christus wier voeten zullen staan OP DE OLIJFBERG wel degelijk vanuit Davids troon zal regeren. Zach 14:4. 5.Maar Jeruzalem zal verheven worden en op zijn plaats bewoond blijven, van de poort van benjamin af tot de plaats van de vroegere poort toe, tot aan de Hoekpoort, en van de Hananeeltoren af tot de perskuipen van de koning. Zij zullen erin wonen, een banvloek zal er niet meer zijn: Jeruzalem zal onbezorgd wonen. Het zal jou duidelijk zijn dat het hier om de hoofdstad Jeruzalem gaat.Zach 14:10-,11 Als ik je volg dan moet dat gebeuren aan het begin van de 1.000 jaar. Want er zijn nog heidenvolken. Dat kan niet voor mij en dat kan maar zijn als de aarde gezuiverd is = slot van Openbaring 19 en dat geloof je niet? Nog steeds niet overtuigd dat er ook een hemels Jeruzalem is? Sinds Pinksteren van Handelingen 2! Ik vraag me af waarom je dat niet weet, of niet wil weten? Galaten 4:26 geeft een antwoord: “Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen.” Later gaat dit gebeuren volgens Openbaring 21:10: “En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 9
neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan.” Het komt van boven naar beneden? Hoelang was het daar? En als dat er is dan heeft dat Jeruzalem beneden toch nog weinig in de pap te brokken! Wij moeten dit nu al leren wat Hebreeën 12:22 zegt: “22 Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen.” 5°) De letterlijke troon van David De troon van David bevind zich in Jeruzalem en nergens anders. Letterlijker kan het niet. De profeten zijn eensluidend in hun talloze voorzeggingen dat de Messias zal zitten op de troon van David en vanuit Jeruzalem zal regeren. Christus heerst niet “tot in eeuwigheid” of “nooit ophoudend” maar “tot in de aeonen”. Een groot verschil! Paulus schrijft dat Christus moet heersen totdat Hij de dood als laatste vijand zal hebben teniet gedaan. Daarna zal Hij, eens voor altijd, het Koninkrijk overgeven aan God de Vader en God zal worden “alles in allen” (1Kor.15:26-28). Volgens mij kun je toch alleen maar iets overgeven als je die macht om te regeren zelf in handen hebt. En verkregen hebt van de vader. Immers de vader heeft al het oordeel aan de Zoon overgegeven. Jezus zal heersen over het huis van Jakob “tot in de aeonen”. Eerst in “de duizend jaren” wanneer de satan niet langer in staat zal zijn de volken te verleiden en later op de nieuwe aarde, als “de koningen der aarde” hun heerlijkheid zullen inbrengen in het Jeruzalem dat vanuit de hemel neerdaalt (Openb.21:24). Dan heet de troon trouwens niet meer “de troon van David” maar “de troon van God en van het Lam” (Openb.22:1). Wat mij stoort in jouw weergaven is dat jij heel het temporele element loslaat, alles vergeestelijkt en niet kunt inzien dat er een opeenvolging kan zijn van gebeurtenissen, waarbij termen als hemel en aarde, aards Jeruzalem en hemels Jeruzalem niets met elkaar te maken hebben, ja zelfs niet dat er een opeenvolging kan zijn van gebeurtenissen. Triestige uitleg voor mij als Jezus eerst in de 1.000 jaar moet/kan regeren. LET GOED OP DAT STAAT NIET ZO IN OPENBARING 20, DAT IS JE INLEGKUNBDE. Over de “De letterlijke troon van David” zoals je zegt is ook van een inlegkundige spitsvondigheid deze opmerking: het staat er ook niet in deze verzen. Stel je eens voor: van YaHWeH is gezegd dat hij koning is. Psalmen 84:4 mijn Koning en mijn God. Psalmen 89:19 onze koning van de Heilige van Israël. Psalmen 89:28 tot de allerhoogste van de koningen van de aarde. Psalmen 93:1 De HEERE is Koning Psalmen 95:3 ja, een groot Koning boven alle goden. Psalmen 98:6 juich voor het aangezicht van de Koning, de HEERE. Psalmen 99:4 Loof de macht van de Koning, Die het recht liefheeft. Hij was steeds in de hemel en alleen een shekinah gaf zijn tegenwoordigheid aan, bij het volk. Wie is onze shekinah nu anders dan Jezus en Hij is nu met ons. Dus laat je niet verblinden door
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 10
zogenaamde onvervulde profetie uit het Oude Testament die volgens jou niet vervuld is: Hij is al onder ons Allen dus naar Jezus: niet naar het Jeruzalem dat vandaag in het midden oosten ligt! Dat moet niet opnieuw in een 1.000 jarige regering. Denk ook goed na over wat Jezus doet aan de rechterhand van de Vader. In wat zou dat verschillen met een periode van 1.000 jaar? Jesaja 60:1 “Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op.” Dat is in Jezus vervuld (Jezus = God) volgens Johannes 1:4,5: “4 In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. 5 En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen.” Je zegt me eens dat 60 procent in Israël nu ongelovig is maar 40 procent is dat niet. Waarom willen ze dat licht = Jezus dan niet. Waarom zaken uit de Talmoed, het denkproduct van de Farizeeën na de val van de tempel aanhangen, maar Jezus als een vervalsing zien? Ja die 1 procent van Messias belijdende joden die er zijn, maken ze het verschil. Ja, in zekere zin wel: maar dat heeft niets met het Millennium te maken. Sinds Jezus er is hebben we het Licht, voor zowel joden als niet joden in de wereld. En het is nu de tijd van redding. Géén tweede kans leren voor om het even wie: ook joden niet. Dan is men niet beter dan de Wachttoren of de Mormonen. En over vervulling van de profetie nog steeds is er een vraag van mij hangende, ik denk al 4 maal erop gewezen: is Paulus buiten zijn boekje gaan kleuren als hij twee teksten van het Oude Testament die spreken over Israël en ze gaat toepassen op bekeerde heidenen in Romeinen 9 is dat een schande? Of is het juist het woord van God dat zich heeft aangepast? Mag God zijn profetie toepassen als Hij het wil? Zet je daar grenzen aan. Trouwens je gelooft toch ook dat bepaalde profetische uitspraken van de tijd voor Christus wel symbolische en metaforische uitlatingen bevatten. In het kort: Jezus zit al jaren op zijn troon en zijn gemeente met Hem! Een extra time voor de joden in een 1.000 jarig rijk is in het boek Openbaring inlassen is iets lezen dat er niet staat! Openbaring 21 en 22 is iets voor de periode daarna: nadat Jezus en zijn gemeente geestelijk gesproken 1.000 jaar, deze wereld en haar bewoners met hun prediking oordeelden of veroordeelden. Met dit als leidraad Johannes 7:24: “24 Oordeel niet naar wat voor ogen is, maar vel een rechtvaardig oordeel.” 6°) Het Joodse volk is opnieuw verkozen tot het belangrijkste volk De term het belangrijkste heb ik nergens gebruikt, God zal zelf zich een nieuw lichaam scheppen waarmee Hij trouwens al eeuwen sinds Pinksteren bezig is, waartoe joden en heidenen zullen samen zijn. Nochtans kun je niet ontkennen dat Paulus zegt ’eerst de jood, dan de Griek.’ Daarnaast speelt Israël een centrale rol in de vervulling van wat de Profeten beloofden, dat toonde ik je aan met tientallen voorbeelden waarop jij niet nader in gaat, je doet alsof ze er niet staan en komt vanuit jouw visie met een andere tekst aandraven die dit dan zogenaamd moet ontkrachten. Je gaat je Bijbelse boekje te buiten et steeds te zeggen “eerst de jood, dan de Griek.” Dat is geen wet waar je alles kunt achteraan spannen. Een onbekeerde jood is voor God een verloren jood. Ze hebben natuurlijk de kans gehad als eerste het evangelie VAN HET KONINKRIJK te horen en het gros wou zoiets niet. Liever wat de clerus predikte. Paulus gebruikt die uitdrukking 1 maal in Romeinen 1: 16: “16 Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek.” En dat legt hij dan ook uit dat gaat over de geschiedenis die zich ontwikkelde na de moord op Jezus.
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 11
Het moet ook gezien worden met deze teksten: Romeinen 3:22: “namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid.” Romeinen 10:12: “Er is immers geen enkel onderscheid tussen Jood en Griek. Want Een en dezelfde is Heere van allen en Hij is rijk voor allen die Hem aanroepen.” Dat maakt dat er in Gods ogen geen privilegies voor de joden apart meer zijn. Jezus is Heer over ellen die Hem hebben aangenomen, ze hebben allen dezelfde “privilegies” boven de ongelo-vigen! Wat wel aan de orde is en dat is het nu al en niet voor een komend rijk dat zijn de kwaliteiten van onze Redder. Hier zijn zeven kenmerken van de Messias opgesomd heeft en THANS ook toepast in zijn functie als HEER van de wereld: ze zijn gelijkend op Openbaring 5: 1°) Macht 1 Cor.1:24 / Col.1:16,17 / Heb.1:3. 2°) Rijkdom 2 Cor.8:9 / Eph.3:8 / Phil.4:19. 3°) Wijsheid 1 Cor.1:24 / Jac.1:5. 4°) Sterkte Luc.11:22 / Mat.12:29. 5°) Eer Phil.2:11 / Heb.2:7-9. 6°) Heerlijkheid Joh.1:14 / 2:11 / 11:4,40. 7°) Zegen Opb.5:13. Allen die tussen Pinksteren en de Wederkomst van de HEER leven, gelovigen en ongelovigen worden met die zaken geconfronteerd. Ze zitten gevat in de prediking die ons is opgedragen. 7°) Over de bouw van een nieuwe tempel Omdat onder andere Ezechiël, Daniël, Jezus en Paulus letterlijk over een eindtijd-tempel spraken en zelfs profeteerden over een verontreiniging van die tempel door de Antichrist, Vrijwel alle bijbelonderzoekers menen, dat er dus een nieuwe tempel in de eindtijd moet zijn. Lees Ezech. 40-47; Dan. 9:27; 11:31,36-38; 1 2:11; Matt. 24:15; Mark. 13:14; Luk. 21:20; 2 Thess. 2:4. Je start met deze uitleg: “Vrijwel alle bijbelonderzoekers menen”, maar ik kan je er honderden opnoemen die dat niet doen. Ik zal het zeer eenvoudig stellen: ik heb je al een keer of drie naar Kores verwezen. Jesaja 44: “28 DIE OVER KORES ZEGT: HIJ IS MIJN HERDER, en HIJ ZAL AL MIJN WELBEHAGEN VOLBRENGEN, door tegen Jeruzalem te zeggen: Word gebouwd, en tegen de tempel: Word gegrondvest.” Jesaja 45:13: “Ik ben het, die hem verwekt heb in gerechtigheid, en al zijn wegen zal Ik effen maken; hij is het, die mijn stad herbouwen zal en mijn ballingen vrijlaten, zonder koopprijs en zonder geschenk, zegt de HERE der heerscharen” (NBG). En zo staat het in de Willibrord van 1995: “Ik heb hem laten opstaan voor de overwinning en al zijn wegen maak Ik vlak; hij is het die mijn stad zal herbouwen en mijn verbannenen zal laten gaan, zonder betaling en niet voor loon’, zegt de
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 12
HEER van de machten.” DE ENIGE MENSELIJKE BOUWER VAN DE STAD IS KORES, allen die dat werk uitvoeren doen het onder zijn bevel. Een bevel op last van God die de eigenlijke bouwer is. Maar niet Ezra is de bouwer en niet Nehemia is de bouwer, dat zijn de werklieden in dienst van God en Kores. En nog een nakomertje Jesaja 41:25: “25 IK DOE IEMAND OPSTAAN UIT HET NOORDEN en Hij zal komen: vanwaar de zon opkomt zal Hij Mijn Naam aanroepen; Hij zal komen, de machthebbers als leem vertreden en zoals een pottenbakker klei treedt.” Nu even goed opletten: geloof je dat met Kores de profetie van de 70 jaarweken begonnen is. Als dat niet zo is waarom zeg je dat in tegenstrijd met de duidelijke taal van Jesaja? Gans je uitleg (bijna) is gebaseerd op dat je zal beginnen met die 70 jaarweken vanaf Nehemia in 445 of 444 voor Christus. En dat is een dramatische fout. Waar al die mensen die je denkt als “Vrijwel alle bijbelonderzoekers menen”, geestelijke leiders zijn, die deze grondfout hebben! En de uitleg van je 70ste week zal ook daarop gebaseerd zijn en je uitleg van Openbaring. Wel ik heb daar een boek over van 243 bladzijden. Alle argumenten van de dispensationalisten zijn daar onderuit gehaald. Goesting om zoveel te lezen vraag het maar! Deze teksten die je aanhaalt: Matt. 24:15; Mark. 13:14; Luk. 21:20; zijn voor mij geen toekomst maar geven het verleden weer van de val van de tempel van Herodes. Zelfs enkele dispensationalisten geloven dat, ik ben niet de enige. En ik ga er nu niets over schrijven (ook de eerste maanden niet) maar kan je honderden bladzijden daarover van het net halen, meestal Engels. Zeg me maar, en ik zoek het op. En over 2 Thess. 2:4 dit uit de Statenvertaling met kanttekeningen, een super uitleg waar de Schriften centraal staan. Bedenk dat de antichrist al lang bij ons is, Johannes schreef er al over en hoe we het moeten mijden met hem in zee te gaan.
4 Die zich 16tegenstelt en 17verheft boven al wat God genaamd of als God geëerd wordt, alzo dat hij 18in den tempel Gods 19als een God zal zitten, c20zichzelven vertonende dat hij God is. 16 Namelijk tegen Christus en Zijn leer, waarom hij ook de antichrist, dat is, tegenchristwordt genaamd; hetwelk verstaan wordt, niet van hetgeen hij met woorden zal voorgeven, maar dat zijn leer en daden zodanig zullen zijn, dat hij daardoor de ware leer van Christus en Zijn kerk zal zoeken te verdrukken, hoewel hij een anderen schijn zal willen hebben. Daarom worden hem twee hoornen toegeschreven, als het lam, maar hij spreekt nochtans als de draak, en doet de werken van het eerste beest, Openb. 13:11, enz. 17 Dat is, neemt meerdere autoriteit aan dan iets dat God genaamd wordt in den hemel en op de aarde. Zie Ps. 82:6; 115:3. 1 Kor. 8:5. Of: verheft tegen al. Anderen lezen: boven al wie God genoemd wordt. 18 Of: tegen den tempel Gods. Waardoor de tempel van Jeruzalem niet kan verstaan worden, gelijk enigen voorgeven, overmits dezelve nu over de vijftienhonderd jaren verwoest is geweest, en ook verwoest moet blijven, naar de getuigenis van den engel, Dan. 9:27, en van Christus, Matth. 23:37, 38; 24:1, 2. Die
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 13
ook, zo hij van den antichrist weder gebouwd werd, om daarin geëerd te worden, de tempel Gods niet zou kunnen genaamd worden, maar de tempel van den antichrist, of van den duivel. Maar hierdoor wordt verstaan de gemeente Gods, waar de antichrist zichzelven in of tegen zal zetten, en welke hij met zijn heerschappij zal drukken, gelijk dit woord tempel Gods ook elders in de Schrift zo wordt genomen, 1 Kor. 3:16. 2 Kor. 6:16. 1 Tim. 3:15. 1 Petr. 2:5, enz.; en gelijk het woord zitten ook van den antichrist gebruikt wordt, Openb. 17:15; 18:7. 19 Namelijk op aarde, zichzelven Goddelijke macht toeschrijvende. c Dan. 11:36. 20 Dat is, zodanige majesteit, macht en heerschappij aannemende en oefenende, alsof hij God ware.
Ik herhaal nog eens wat ik schreef in mijn Israëls landbelofte heeft voorwaarden: VANDAAG in Israël, is er niemand van God gezonden, niemand is profeet of leider voor het volk. Een zaak zonder God en Zijn hulp? Je gaat me toch niet zeggen dat er wel zo een leider is: wie? waar woont bij? wanneer aangesteld door de Almachtige? Elke Wederkomst naar het land ging met zo een manier van handelen. 8) Een koninkrijk van vlees en bloed, eten en drinken Deze vraag begrijp ik niet zo goed, maar dat iedereen onder zijn/haar eigen olijfboom zal zitten staat voor mij vast. Bovendien at Jezus niet meer na de Paasmorgen, waarom dan de vraag om iets te eten, een visje? Je gaat me toch niet vertellen dat hier het dagelijks voedsel geen rol meer zal spelen, in welke vorm dan ook? Walter Kunneth sprak over een pneumatische lichamelijkheid, met nadruk op beiden. Daar ik mij niet precies een voorstelling kan maken hierover moeten we dit afwachten, maar schijnbaar blijkt Jezus wel trek te hebben in een visje. Als de Schriften zeggen dat vlees en bloed het Koninkrijk niet kunnen beërven, dan gaat het om de onverloste staat van vlees en bloed, niet over een opstandingslichaam die mijn onvervreembare identiteit van de oude aarde zal verdisconteren. Hoe? Dat weet ik niet Guido, alleen Christus weet het, want Hij is de eersteling uit de doden. Dus leer je niet wat de gewone dispenstationalist leert! Die hebben wel mensen die eten en drinken en zeer uitgebreide zaken erover citeren uit Jesaja. Wil dat zeggen dat het in je uitleg gaat om mensen met een verheerlijkt lichaam zoals beschreven in 1 Cor 15. Ik weet niet of ik dat ooit ergens gelezen heb. Neen Jezus moest niet eten om in leven te blijven na de opstanding, het was om te tonen dat hij geen geest was. Lukas 24:39: “Zie Mijn handen en Mijn voeten, want Ik ben het Zelf. Raak Mij aan en zie, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb.” Zodat deze opmerking van jou (Kunneth) me echt NIET aanspreekt: “maar schijnbaar blijkt Jezus wel trek te hebben in een visje.” Hier enkele sites https://www.lds.org/manual/gospel-principles/chapter-45-the-millennium?lang=nld
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 14
Dit hieronder staat op http://www.bijbelarchief.nl/default.asp?id=846 2. met betrekking tot Jeruzalem en IsraĂŤl EzechiĂŤl 36:33-35: 'Zo spreekt de Here HERE: Wanneer Ik u reinig van al uw ongerechtigheden, zal Ik de steden weer bevolken en zullen de puinhopen herbouwd worden: het verwoeste land zal weer worden bewerkt, in plaats van een woestenij te zijn voor het oog van iedere voorbijganger. En men zal zeggen: Dit land dat verwoest was, is geworden als de hof van Eden; de steden die, verwoest en vernield, in puin lagen, zijn weer versterkt en bewoond'. Joel 3:18: 'Te dien dage zal het geschieden, dat de bergen van jonge wijn zullen druipen en de heuvelen van melk zullen vloeien en alle beken van Juda van water zullen stromen; een bron zal ontspringen uit het huis des Heren en zal het dal van Sittim drenken. Joel 2:24-26: 'De dorsvloeren zullen vol koren zijn en de perskuipen van most en olie overstromen. Ik zal u vergoeden de jaren, toen de sprinkhaan (alles) opvrat, de verslinder en de kaalvreter en de knager, mijn groot leger dat Ik op u afzond. Gij zult volop en tot verzadiging eten, en gij zult loven de naam van de Here, uw God, die wonderbaar met u gehandeld heeft; mijn volk zal nimmermeer te schande worden'. Zacharia 8:4-5: 'Zo zegt de Here der heerscharen: Er zullen weer oude mannen en vrouwen op de pleinen van Jeruzalem zitten, ieder met een stok in de hand vanwege zijn hoge leeftijd. Ook zullen de pleinen der stad vol zijn van jongens en meisjes, die daar spelen. Zo zegt de Here der heerscharen: Al zal dit in de ogen van het overblijfsel van dit volk in die dagen te wonderlijk zijn, zou het dan ook in mijn ogen te wonderlijk zijn? luidt het woord van de Here der heerscharen. Zo zegt de Here der heerscharen: Zie, Ik verlos mijn volk uit het land van de opgang en uit dat van de ondergang der zon: Ik breng hen terug en zij zullen binnen Jeruzalem wonen. Zij zullen Mij tot een volk en Ik zal hun tot een God zijn, in trouw en in gerechtigheid'. Zach. 14:20-21; 'Te dien dage zal op de bellen van de paarden staan: Den Here heilig; en de potten in het huis des Heren zullen zijn als de sprengbekkens voor het altaar; ja, alle potten in Jeruzalem en in Juda zullen de Here der heerscharen heilig zijn, zodat alle offeraars kunnen komen en die gebruiken om daarin te koken. En er zal te dien dage geen Kanaaniet meer zijn in het huis van de Here der heerscharen'. Als ik dat lees begrijp ik wel wat Augustinus dacht, trossen druiven die men met twee man moest dragen: is dat wel wat God op het oog heeft? 9) Allen die gered zijn vertoeven letterlijk op aarde, of/en anderen besturen in geestelijke zin vanuit de hemel Ook hier speelt het temporele moment weer een rol. Tijdens het duizendjarig Rijk staat er dat zij met Christus letterlijk zullen regeren. Iets anders kan ik er niet van maken. En wel als Koningen.
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 15
Openb 20:4f. En wat het nieuwe Jeruzalem aangaat, het definitieve en door het Hemelse Jeruzalem getransifigureerde aardse zullen we maar zeggen, staat er het volgende: en de naties (de gezaligden) en de koningen van de aarde (die zijn er dus ook) brengen hun heerlijkheid en eer daarin. Openb 21:24. Het staat er letterlijk Guido, alle andere probeersels zijn inlegkunde. Ik heb van die probeersels allemaal geproefd en verschrikkelijk veel uren ingestoken. Gelukkig heb ik het virus van alles na te gaan tot op het bot. Neen, voor mij is alles wat men daarover zegt met betrekking tot een toekomend 1.000 jarig rijk totaal onmogelijk. Het enige dat nog aanspreekt als men dat toch wil aanhouden is de leer van de Adventisten dan. In het kort dit: de aarde is leeg, satan gebonden, de heiligen zijn opgenomen in de hemel en controleren de boeken van God (rechters op tronen), opstanding van de ongelovigen, satan losgelaten om hen te verleiden en et einde als Christus de vernietiging brengt. Neen ook dat niet! Je weet het of niet ik heb steeds gezegd dat in de Nieuwe Wereld elk volk op zijn eigen plaats zal wonen. Hier Paulus aan de Grieken, en ze zullen dat graag gehoord hebben, ook chauvinisten: Handelingen 17:26: “26 En Hij maakte uit één bloed heel het menselijke geslacht om op heel de aardbodem te wonen; en Hij heeft de hun van tevoren toegemeten tijden bepaald, en de grenzen van hun woongebied.” Wat wil je me zeggen met Openbaring 21:24: dat wie niet jood is niet in het HEMELSE Jeruzalem woont? Als je denkt dat het van toepassing is op een regering van 1.000 jaar lezen we eens vers: “22 Ik zag geen tempel in haar, want de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam.” Dus op die tijd heeft het geen betrekking. En vers “26 En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen” zegt me dat het hier in dit gedeelte om veel symboliek gaat. De Messias belijdende heidenen die opgenomen, zijn volgens 1 Thes.4 zijn al een deel van het hemelse Jeruzalem, ze zijn dat zelfs al tijdens ze nog bewoners zijn op de aarde. Galaten 4:26: “26 Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen.” Hebreeën 12:22: “22 Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen.” Ik wil alleen maar zeggen staar je niet tot verblinding op één tekst in dat gedeelte: hier staat poëzie, dat is geen wereldkaart hoe het zal zijn op de nieuwe aarde! Heb je al eens uitgerekend hoe groot at wel is. Ook dat is poëzie en is er om aan te geven hoe groots het volk van God wel is. 10) Herstel vijandschap mensen en dieren Je schrijft er geen tijdsaanduiding bij, maar neem aan dat je hier bedoelde als Christus er zal zijn. Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden; de koe en de berin zullen samen weiden, haar jongen zullen zich tezamen nederleggen, en de leeuw zal stro eten als het rund; dan zal een zuigeling bij het hol van een adder spelen en naar het nest van een giftige slang zal een gespeend kind zijn hand uitstrekken." (Jesaja 11:6-8 - NBG 1951) Zie punt acht 11) Wie in opstand komt zal sterven Bedoel je hier mee dat allen die zich aan Christus onttrekken geen toekomst hebben? Zeker is dat zo, anders zou er geen opstanding van de goddelozen zijn. Zullen er volgens jou, ik weet nog niet of je dat zegt, mensen doorgaan naar het millennium na de
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 16
bruiloft van het Lam. Mensen die niet goed genoeg waren, halve ongelovigen of halve gelovigen, die niet bekeerd zijn en velen zullen sterven in het millennium! Zeggen de dispensationalisten dat niet en halen er enkele testen bij. Bedoel je dat alle mensen van voor de tijd van Jezus en daarna die niet goed genoeg waren in het millennium zullen leven? Ik hoop van niet dat is een tweede kans geven aan mensen. Zou YaHWeH dat doen. Bewijs??? Ruikt een beetje naar Alverzoening! 12) Huwelijken en geboorten van kinderen Over deze vragen heb ik nooit echt nagedacht, Jesaja 65 spreekt wel over kinderen, en het nageslacht der gezegenden (vs23). Moeten wij dit meer hymnisch of lofzingend verstaan, gezien het feit dat de procreatie en de actus naturalis tussen man en vrouw dan niet meer zal plaats vinden? Wel spreekt Christus over de mensen dat zij als de Engelen Gods zullen zijn. Misschien moeten wij de bedoeling van deze teksten nog maar even laten liggen tot God zelf inzicht geeft. Als ze uit de doden zijn opgestaan dan is wat Jezus zei over de geslachtdrift (mag ook lust zijn van mij) van géén enkel tel. Ze zullen er niet aan denken. Dat heb je al toegegeven in de extra onderaan. 13) Christus die regeert van op de aarde Over dit vrederijk en het zitten op de troon van Zijn vader David heb ik reeds uitvoerig geschreven. Bovendien schrijft Paulus nadrukkelijk dat Christus het KONINKRIJK AAN DE VADER TERUG geeft, na eerst alle vrijanden zoals ik je die beschreven heb waaronder ook de dood overwonnen moet worden. Dat hier dus sprake is van een teruggave is helder. Dat dit een aards rijk met geestelijke diepgang en rechtshandhaving is, zodat de volkeren opnieuw Gods wegen zullen leren zal duidelijk zijn, want daar legt de Schrift duidelijk een getuigenis van af. „Alzo zegt de HEERE der heirscharen: het zal in die dagen geschieden, dat tien mannen, uit allerlei tongen der heidenen, grijpen zullen, ja de slip grijpen zullen van een Joodse man, zeggende: wij zullen met ulieden gaan, want wij hebben gehoord dat God met ulieden is." Zach. 8 : 23. Het is toch evident Guido dat hier een specifieke plaats van het Jodendom aan ten grondslag ligt. De positie van de stad Jeruzalem Bijzondere aandacht verdient in de profetie van Zacharia de positie van de stad Jeruzalem, als plaats waar de volken zich verzamelen bij de God van Israël. In het nieuwe testament is Jeruzalem de stad waar Jezus zijn koningschap openbaart. Het is de verkoren stad van God, plaats van het lijden en de dood, van de opstanding en de hemelvaart, plaats waar de Geest wordt uitgestort en de verkondiging tot het uiterste van de aarde een aanvang neemt. Er is zo een doorgaande lijn vanuit het oudtestamentische Jeruzalem. Het mag ons niet ontgaan welk een grote rol Jeruzalem en de tempel spelen in de geschriften van Lukas. Jeruzalem is de stad waar de verwachting van Israël wordt vervuld, waarheen de verstrooiden terugkeren en de volken mogen delen in Gods heil in Jezus Christus. Ook de weg van Paulus, apostel onder de heidenen, is nadrukkelijk met Jeruzalem verbonden. Over de “Joodse man” in de profetie: mijn uitleg is zeer simpel, het wijst naar Christus en zijn afgevaardigde = alle discipelen in een latere fase. En dat heeft geen zin om er dan een vleselijke
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 17
jood van te maken. De gemeente is een groep van gelovigen in Jezus die ook de benaming van “Israël Gods” draagt. Dus ook een Messias belijdende heiden is ook tot die functie verheven: van koninklijk priesterschap zegt Petrus. Als je van mij vraagt dat in de 1.000 jarige regering te plaatsen voor welke reden heeft Jezus opdracht gegeven tot “alle volkeren te preken” met dezelfde boodschap voor iedereen. Er is géén apart evangelie van Jezus ons doorgegeven voor de joden en een ander voor de heidenen. Je zegt: “In het nieuwe testament is Jeruzalem de stad waar Jezus zijn koningschap openbaart.” En daar geloof ik niets van, wel dat we naar het Hemelse Jeruzalem moeten kijken. Ik weet welke teksten je in je hoofd daarvoor hebt maar die zijn bij nader inzicht niet wat ze zeggen volgens jou. Je zal van mij dit horen bij zo een tekst: dat gaat in vervulling sinds Pinksteren, en Jezus heeft dat gedaan. En het is Hem die we moeten zoeken en aanklampen. Je gaat van mij toch niet vragen dat ik het zoek in het huidige Jeruzalem. Maar dat nog eens uitrekken naar een extra time van 1.000 jaar is mij een brug te veel: het is voor mij een afgrond ertussen beide. We moeten goed opletten wat 1 Cor.15 zegt. In mijn ander verhaal, ondertussen 58 bladzijden, krijg je dan als het klaar is, van mij in geuren en kleuren. In de verzen 23-24 een extra opstanding van ongelovigen inlassen is fout volgens deze tekst: “23 Ieder echter in zijn eigen orde: Christus als Eersteling, daarna wie van Christus zijn, bij Zijn komst. 24 Daarna komt het einde, wanneer Hij het koningschap aan God en de Vader heeft overgegeven, wanneer Hij alle heerschappij en alle macht en kracht heeft tenietgedaan.” Het begrip “daarna” als een opstanding zien is inlegkunde. We citeren Charles Hodge, AN EXPOSITION OF 1 Corinthians, (een detail, voetnoten weggelaten) “23. Maar ieder mens in zijn eigen orde: Christus de eersteling; daarna zijn het zij die van Christus zijn bij zijn komst. In zijn eigen volgorde. Het woord “ta> gma” is eigenlijk een concrete term, wat betekent een band, als van soldaten. Als dit hier wordt benadrukt, dan beschouwt Paulus de troep van degenen die opkomen als verdeeld in verschillende cohorten of afdelingen; eerst Christus, dan zijn volk, dan de rest van de mensheid. Maar het woord wordt gebruikt door latere schrijvers, zoals Clemens in zijn brief aan de Korinthiërs 1:37 en 41, in de betekenis van “ta> xiv”, volgorde van opvolging. En dit past het best bij de context, want Christus is geen deel van die band. Alles wat Paulus leert, is dat, hoewel de opstanding van Christus die van zijn volk beveiligt, de twee gebeurtenissen niet gelijktijdig zijn. Eerst Christus, dan zij die van Christus zijn. Er is geen aanwijzing van een verdere verdeling of scheiding in de tijd in het proces van de opstanding. De opstanding van het volk van Christus moet plaatsvinden bij zijn komst, 1 Thessalonicenzen 3:13; 4: 14-19. … Toegegeven als daar gesproken wordt over een tweevoudige opstanding, zou het niet juist zijn om uit die passage een idee over te brengen dat vreemd is aan alle voorstellingen van Paulus over het onderwerp. Als dat feit aan Johannes werd geopenbaard, bewijst het niet dat het aan Paulus was geopenbaard. Alles wat de strengste doctrine van inspiratie vereist, is dat de passages elkaar niet tegenspreken. De passage in Openbaring is echter helemaal te onzeker om de regel van de interpretatie te worden voor de strakkere verklaringen van de epistolaire delen van het Nieuwe Testament. Integendeel, wat in het vorige twijfelachtig is, moet worden verklaard door
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 18
wat duidelijk in de laatste wordt geleerd. Ten tweede wordt duidelijk in de evangeliën en brieven geleerd dat de opstanding van de rechtvaardigen en de goddelozen gelijktijdig moet zijn. Tenminste, dat is de modus waarin het onderwerp altijd wordt gepresenteerd. Het element van tijd (dat wil zeggen de chronologische opeenvolging van de gebeurtenissen) kan inderdaad in deze representaties worden weggelaten, zoals zo vaak het geval is in de profetieën van het Oude Testament.” Ik geef je een citaat van iemand die je wel zal kennen en het komt toch niet uit zo een rare hoek: van ds. R. van de Kamp in: Vrede over Israël jaargang 50, nr. 1 “Tegelijk wijst dr. A. Noordegraaf in zijn boek Creatura Verbi (pag. 30) op de nadrukkelijke onderbreking in de lijn van de voortgaande betekenis van het oudtestamentische Jeruzalem voor de gelovigen van het Nieuwe Testament. Hij citeert daarbij de woorden van de profeet Joël, zoals Petrus die in zijn Pinkstertoespraak toepast (Hand. 2:14). Daarin worden bewust die woorden van Joël 2:28b weggelaten, waarin wordt gesproken over het behoud op de berg Sion. Het Joëlcitaat eindigt bij Petrus met: dat ‘al wie de Naam des Heren zal aanroepen, behouden zal worden.’ Er wordt daardoor nadrukkelijk een universele spits aangebracht, waarmee wordt aangeduid dat niet meer de tempel op Sion uitgangspunt van heil is, maar ‘Jezus Christus, de Koning die tot Jeruzalem komt in de Naam des Heren’ (Noordegraaf, a.w. pag. 33). Jezus is de ware tempel in wie God onder zijn volk is komen wonen om zijn volk zijn heil te schenken (Joh. 2:21) en om daarin de volken te betrekken door de tussenmuur die scheiding maakte weg te breken (Ef. 2:14). In Hem worden al Gods beloften aan Israël en de volken vervuld. En naar de vervulling van die belofte zijn wij samen met Israël onderweg.” Maar..., maar..., maar.... nu regeert de gemeente al met Zijn Verlosser. Romeinen 14:9 HSV blijft de grond van het heersen van de gemeente: “9 Want met dit doel is Christus ook gestorven en opgestaan en weer levend geworden, dat Hij zowel over doden als levenden zou heersen.” Wat is de inhoud van dat oordelen, heersen en regeren? Dat is de hamvraag! Nu of later? Enkele teksten hierover uit velen: Rom.5:17 HSV: “17 Want als door de overtreding van de ene de dood geregeerd heeft door de ene, veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave van de gerechtigheid ontvangen, in het leven regeren door de Ene, namelijk Jezus Christus.” 2 Tim.2:11,12: “11 Dit is een betrouwbaar woord. Want als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven. 12 Als wij volharden, zullen wij ook met Hem regeren. Als wij Hem verloochenen, zal Hij ons ook verloochenen.” 1 Pet.2:9 HSV: “Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.” Opb.1:6 HSV: “en Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor God en Zijn Vader, Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.” Opb.5:10 HSV: “10 En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde.” Zie ons commentaar bij deze tekst want hij spreekt letterlijk
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 19
over het tegenwoordige heersen. (Kan men gratis downloaden van de sites Issuu en Scribd.)
Wat is de inhoud van dat oordelen en regeren? Twee antwoorden. 1°) Oordelen en regeren Dat doet de gemeente nu reeds volgens o.a. 1 Pet.2:7-9. Let erop dat ze als groep van “koningen en priesters” in deze tijd de “grote daden” moet verkondigen van God en dus nu moet handelen in deze als “priesters en koningen.” Een tweede voorbeeld dat frappant is vinden we in het verhaal van Hand.15. Het gaat om de bespreking in Jeruzalem van wat de heidenen dienen te onderhouden van de wet van Mozes. Aan het eind van de besprekingen staat er een beslissing die is genomen door de Heilige Geest èn “ons.” Dit “ons” wijst naar de apostelen en de ouderlingen van Jeruzalem. “Ons” en de Heilige Geest, beslissen, verordenen t.t.z. regeren. “Ons” heeft een medezeggenschap in deze zaak en ze maken dat ook duidelijk wanneer de zendelingen teruggezonden worden van waar ze gekomen zijn. Daarbij krijgen ze een brief mee die zegt dat het “ons” en de Heilige Geest goeddunkt dít en dát op te leggen als regel. Zie Hand.15:19,28,30-33. Een derde voorbeeld. Jezus, doet aan Petrus de belofte dat hij (en later alle verantwoordelijken in de gemeente) de sleutels van het koninkrijk ontvangen Mat.16:19. Dat komt overeen met wat in Mat.18:18 staat. De leerlingen kunnen slechts op aarde binden en ontbinden wat vooraf zo beschikt is in de hemel. Ze zijn in die zin afgebeeld op tronen in de hemel. Dat veronderstelt autoriteit om te oordelen t.t.z. regeren als onderdaan in de naam van Gods Koninkrijk. 2°) Oordelen en regeren zal de gemeente doen in de toekomst volgens o.a. Opb.2:26,27 / 3:21 / 1 Cor.6:2. Beide zaken optellen en laten staan voor wat ze ons willen zeggen moet toch niet zo moeilijk zijn! Zodat we gewoon maar moeten leren dat; de gemeente (de gelovigen, de kerk) in deze tijd regeert met haar Heer. En ze gaat er nog mee door na de Wederkomst. We moeten de zaken niet stellen als een of/of maar als een en/en. 14) Een voorafgaande Wederkomst zeven jaar voordien De terugkeer of aankomst (beter dan wederkomst) komt als de 7 jaren ten einde zijn vanuit mijn Schriftverstaan. Dit schreef ik al eerder. Ja, dat klopt je schreef me dat al eens. Wel dan moet je goed kijken naar wat ik vroeg in verband met Kores. Start daar de 70 jaarweken? Je hoeft geen bokkesprongen te maken met de tekst. Was God fout? Of Kores? Of Erza? Of Nehemia? Laat het me weten ik heb 243 bladzijden daarover. Het eerste hoofdstuk daarvan is het belangrijkste en het is waarom ik je ooit een lange lijst gaf van de bouw van de muren na 538 voor Christus. De bouw van die muren geeft duidelijk aan dat we bij
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 20
Kores moeten beginnen. Zodat de 70 jaarweken alleen maar iets te betekenen hebben als we dat getal 490 als een volheid en een symbolisch getal zien. Wat leer je over de gelovigen die worden opgenomen in 1 Thes.4? Je mag kiezen volgens mij, maar in beide gevallen ga je de Schriften moeten verdraaien. Er is de ene uitleg dat het 7 jaar voor de wederkomst is, of 3 en een half jaar: beide zijn in strijd met wat ik nu ga schrijven! ZEG dat niet en ook niet dat bij God “één dag” soms duizend jaar is. Dat helpt de voorstanders van die leer niet? Want we hebben de woorden van Jezus in Johannes 6:39 die het weerleggen, de Opstanding van de gelovigen is op “de laatste dag.” We lezen bij Johannes: “39 En dit is de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft, dat Ik van alles wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren laat gaan, maar het doe opstaan op de laatste dag .” Dus de inlegkunde moet ontweken worden: de opstandingsdag van de rechtvaardigen zal en is = “de laatste dag.” De eerste opstanding die in Openbaring 20 beschreven staat, is DUS niet de of een lichamelijke opstanding. Dat ou in strijd zijn met deze tekst in Johannes. Wie het toch wil als een vleselijke opstanding zien moet dan vanuit zijn eigen leerstellin zeggen dat er nog 365.250 dagen = duizend jaar na die laatste dag zijn! Dus dit mag men niet leren, dat slaat nergens op! Hebben we soms problemen met de uitspraken van Jezus? Hier is de unieke woordkeuze van Jezus “ἐν τῇ ἐσχάτῃ ἡμέρα” = ”de laatste dag” die alleen bij Johannes te vinden is. We geven hier onder deze in de HSV. Nog één andere tekst is lichtelijk anders vertaald: Johannes 7:37, maar dat heeft betrekking op een laatste dag van een feest en spreekt niet over de opstanding. Johannes 6:39
En dit is de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft, dat Ik van alles wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren laat gaan, maar het doe opstaan op de laatste dag.
Johannes 6:40
En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
Johannes 6:44
Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
Johannes 6:54
Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
Johannes 11:24
Martha zei tegen Hem: Ik weet dat hij zal opstaan bij de opstanding op de laatste dag.
Johannes 12:48
Wie Mij verwerpt en Mijn woorden niet aanneemt, heeft iets wat hem veroordeelt, namelijk het woord dat Ik gesproken heb; dat zal hem veroordelen
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 21
op de laatste dag. 15) Een voorafgaande tempelbouw waar de Antichrist aanbeden wordt Dat moet wel zo zijn Guido, want Paulus schrijft in de Thessalonicensenbrief dat de valse messias, de Antichrist , zichzelf in de tempel Gods(of wat men als tempel Gods bedoelde vanuit orthodox Joodse ogen) zal zetten en van zichzelf zegt dat hij God is. Dat het hier niet om Antiochus Epiphanes gaat, noch over de Romeinse Keizer ten tijde van Jeruzalems verwoesting lijkt mij helder, omdat Paulus voorafgaande aan de bouw van deze tempel eerst de geloofsafval toelicht, eerst moet de Antichrist komen. De christenen in Thessaloniki meenden dat de komst van Christus spoedig zou plaats vinden, maar dit weerspreekt de Apostel, want eerst moet de mens des verderfs zich openbaren. Daarbij laat ik in het midden wat men over deze tempel mag zeggen of denken, want exact weten wij dat niet. Ook Michael Brown weet het niet, ik ook niet trouwens. Joden denken allereerst aan het herstel van zond en brandoffers. Daar kan natuurlijk geen sprake van zijn, al trommelt men honderdmaal Leviten bij elkaar en geeft ze priesterlijke kleding. Deze vorm van eredienst zal getuige de HebreeĂŤnbrief nooit meer door God gedoogd worden, want ons Paaslam IS geslacht. Je moet ook niet denken dat ik de Joden over hun bol strijk, 80 procent is seculier, zij zijn er nog lang niet. Zelfs denk ik dat zij om der wille van een valse vrede (lees humanistische vrede zonder kruis, Opstanding en H. Geest) een verbond zullen sluiten met de wereldgemeenschap die een Anti-christelijke strekking heeft. Dat heft echter niet op dat God op Zijn wijze de redding van Israel nadat men bedrogen is door deze valse messias tot bekering zal brengen. Dat echter de here God met het herstel van Jeruzalem en israel bezig is hoeft het door mij genomemde niet te weerspreken. Zie mijn bijlage van 24 bladzijden 16) De nabijheid van al die zaken Zegt Paulus niet ergens in 1 van zijn brieven, dat de verlossing ons nu nader is daN TOEN WIJ VOOR HET EERST TOT HET GELOOF KWAMEN? De opening van zegels heb ik je over bericht, een toename van inzicht hoeft op zichzelf niet fout te zijn. Waarom zijn dat rare dingen, ik vind ze juist vanuit het Evangelie volstrekt begrijpelijk.? Moet ik je eens duidelijk maken dat al hetgeen jij nu ziet als tekenen ziet gebeuren - dat het zeer nabij is - dat de grote filosofen en bijbeldeskundigen zoals deze valse profeet er een bleek te zijn, met dezelfde argumenten als jou bij de hoorders kwamen. Met alle valse en verkeerd uitgelegde profetie van tientallen, wellicht honderden zijn boeken gevuld. Ik heb een boek over de Wachttoren van iets meer dan 100 bladzijden A4, alles met citaten van verkeerde uitleg. Een vierde van alle boeken van Hal Lindsay is fout, dat zijn honder-den bladzijden leugens in Gods naam uitgesproken. Een profeet in het OT werd ervoor gestenigd en in onze dagen is de boodschap: kom hem niet te na.
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 22
Kijk eens naar deze sites: https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_dates_predicted_for_apocalyptic_events http://www.bible.ca/pre-date-setters.htm http://www.apologetique.org/nl/artikelen/religie/Christ_theologie/dogmatiek/eschatologie/TWM _heeft_lindsey_gelijk.htm http://www.deceptioninthechurch.com/fprophets.html Ik zeg het nog eens: de argumenten die nu gebruikt worden zijn ongeveer dezelfde als deze valse profeten, honderd jaar geleden, vijftig jaar geleden en zelfs maar 30 jaar geleden. En de bommen die deze nacht (14/04/2018) door de Verenigde Staten, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk op delen van Syrië werden gedropt, ook die zullen de lijst nog vervoegen van de “oorlogen” die er zijn voor de Wederkomst. Dat zijn tekenen van/voor het simplistische verbond! Mijn visie is zondermeer deze: het Koninkrijk van Christus is niet van deze wereld. Nadruk leggen op een 1.000 jarig rijk als HET koninkrijk van Christus is een valse verklaring, gezien de Bijbelteksten over dat rijk. Dit is wat Jezus zei tot Pilatus! Johannes 18:36: “36 Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als Mijn Koninkrijk van deze wereld was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden overgeleverd zou worden, maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.” Wij als gelovigen zijn tot een “Koninkrijk” gemaakt (Openbaring 1:6). En we zijn ook opgenomen in het Koninkrijk Gods en speciale bewoordingen. Colossenzen 1:13 zegt: “13 Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde.” Zelfs de gelovigen uit het Oude Testament zijn voelden zich op aarde nog als vreemdelingen die naar een hemels vaderland op zoek waren. Heb.11:9-16: “9 Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land van de belofte als in een vreemd land en heeft hij in tenten gewoond, met Izak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van dezelfde belofte. 10 Want hij verwachtte de stad die fundamenten heeft, waarvan God de Bouwer
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 23
en Ontwerper is. 11 Door het geloof heeft ook Sara zelf kracht ontvangen om zwanger te worden en een kind te baren, ondanks haar hoge ouderdom, omdat zij Hem getrouw heeft geacht Die het beloofd had. 12 Daarom zijn er zelfs uit één man en dat uit iemand wiens kracht al gestorven was, zovelen geboren als de sterren van de hemel in menigte en als het zand op het strand van de zee, dat niet te tellen is. 13 Deze allen zijn in het geloof gestorven. Zij hebben de vervulling van de beloften niet verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien en geloofd en begroet, en zij hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren. 14 Want wie zulke dingen zeggen, laten duidelijk blijken dat zij een vaderland zoeken. 15 En als zij aan het vaderland gedacht hadden vanwaaruit zij weggegaan waren, zouden zij gelegenheid gehad hebben om terug te keren. 16 Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt.” Om dat duidelijk te maken nemen we niet slechts de gekleurde teksten maar om het verband te zien in zijn geheel. Ook toen zag men naar de hemel voor de laatste en uiteindelijke oplossing. Ook Paulus legt er de nadruk op "20 Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, 21 Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen." (Philippenzen 3:20,21). En omdat het Koninkrijk niet van deze wereld is, lezen wij ook in 1 Korintiërs 15:50 " 50 Maar dit zeg ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk van God niet kunnen beërven, en de vergankelijkheid beërft de onvergankelijkheid niet.” Gods rijk is qua conceptie en oorsprong een hemels rijk, niet een rijk op aarde. Dat we in Openbaring dan horen dat God met zijn heilige kinderen, de Messias belijdende, naar deze aarde komt dat is een latere openbaring in het laatste Bijbelboek. Wij nu als burgers van dat Hemelse Rijk zullen het vaderland zelf ingaan. 2 Petrus 1:11 zegt namelijk: “11 Want zo zal u in rijke mate de toegang worden verleend tot het eeuwig Koninkrijk van onze Heere en Zaligmaker, Jezus Christus.” Het blijkt ook uit Hebreeën 12:18-29: “28 Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, aan de genade vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevallige wijze, met ontzag en eerbied. 29 Want onze God is een verterend vuur.” Dat wil zeggen dat we dat serieus moeten nemen, we hebben maar één koninkrijk, we kunnen het niet nog eens opnieuw doen in een ander rijk. Drie zaken vallen dus op uit deze teksten: 1) Het Koninkrijk van Christus bestond al vanaf Pinksteren. 2) Het is een eeuwig koninkrijk. 3) Het is niet van deze wereld. Wie een studie van Openbaring 20:1-10 maakt moet deze waarheden voor ogen houden, of de
Vragen van Guido - antwoord en wederwoord 24
uitleg van het verhaal loopt mank vanaf het begin of iets later de mist in. Daar heb ik je onder punt 12 al op proberen te antwoorden. Want de Heer zegt over hoe het na de opstanding zal zijn toch dit: “Immers, in de opstanding huwen zij niet en worden zij niet ten huwelijk genomen, maar zij zijn als engelen in de hemel.” Mat.22:30. Dat schreef ik je al “Jezus sprak tot hen: Dwaalt gij niet daarom, dat gij de Schriften niet kent noch de kracht Gods? Want wanneer zij uit de doden opstaan, huwen zij niet, en worden zij niet ten huwelijk genomen, maar zij zijn als engelen in de hemelen.” Marc.12:24,25. Ook daar ben ik het mee eens “maar die waardig gekeurd zijn deel te verkrijgen aan die eeuw en aan de opstanding uit de doden, huwen niet en worden niet ten huwelijk genomen.” Luc.20:35.
Ja dat is je beloofd, afhankelijk van mijn gezondheid en tijd krijg je dit nog in de toekomst: 1. De hut van David 2. Romeinen 11 3. Hoe naar profetie kijken: letterlijk en geestelijk 4. Zacharia 12-14 5. En als je wat wil over de trompetten enz. van Openbaring dat is dat later. Dus zoekwerk voor enkele maanden, ik kan ook gewoon ergens wat uitknippen en je dat sturen! Maar dat doe ik niet, wat is de zin ervan! Groetjes Guido
^^^^^^^^^