DE WET VAN MOZES: NIET MEER VOOR ONS CHRISTENEN

Page 1

DE WET VAN MOZES: NIET MEER VOOR ONS CHRISTENEN

Guido Biebaut 24 / 10 / 2011 Alle rechten voorbehouden (illustraties toegevoegd) Als inleiding: We hebben uren gepraat en geschreven met iemand die uit de Kerk van Armstrong kwam, maar later toch de zijde had gekozen van een trinitarische groep in BelgiĂŤ. Dat was na een aantal fikse ruzies en die groep is uiteindelijk in wel 45 splintergroepen verdeeld geraakt. De man met wie we dit onderhoud hadden, verbaal en email, stuurde ons op een bepaald moment een kopie van een tijdschriftartikel waarin zijn standpunt werd verdedigd: christenen moeten zich nog houden aan de wet en de feesten van IsraĂŤl. Dat had hij nooit laten varen. Nadat we hem deze brief schreven is het stil geworden aan zijn kant. Hij zou, want we zagen elkaar later nog eens, mij eens een degelijk antwoord formuleren. Het kwam er niet, hij werd een jaar later ziek en is ondertussen overleden. Maar onze argumentatie lijkt ons ijzersterk en ook anderen hebben ze niet doorprikt. Er is geen verdediging voor de stelling dat christenen onder de wet van Mozes staan, verplichtend of uit vrije wil. Het NT is duidelijk hierin: de wet van Mozes, die ook de wet van God is, was tijdelijk. Dit hebben we willen aangeven in onze brief en als die wet vervuld is en vanuit dat standpunt afgeschaft, hoeft niemand die wet nog na te volgen. Trouwens dat is ook onmogelijk: zonder tempel, zonder hogepriester van de stam van Aaron is dat wat men er wil van maken ongeldig. Wat niet wil zeggen dat christenen zonder wet zijn!

Hier de email [layout ietsje bijgewerkt]:


DE WET VAN MOZES: NIET MEER VOOR ONS CHRISTENEN

2

Aanhef en adres weggelaten. DE WET VAN MOZES: NIET MEER VOOR ONS

15 / 10 / 2007

Voor ons, zowel Messiasbelijdende Joden als Messiasbelijdende heidenen, is de wet van Mozes niet meer van toepassing of in enige mate geldig. Er zijn duidelijke Schriftgedeelten die dit aantonen, dat een christen niet onder de wet van Mozes staat. Wanneer we zeggen dat Christus de wet niet heeft afgeschaft dan moet dat te bewijzen zijn uit de geschriften van Zijn discipelen. Ofwel hebben Zijn discipelen verkeerd begrepen en uitgelegd wat Hij leerde, maar dat geloof ik niet, en u de lezer, ook niet. Dat hoop ik toch. (Wij onderstrepen en zetten hoofdletters in de Bijbelteksten.) We beginnen dan met Handelingen 15 als belangrijk punt in onze argumentatie. Vergeet er niet bij dat Jezus aan zijn leerlingen de belofte doet van een andere Trooster die hen zal leiden in de WAARHEID en die Geest was aanwezig op dat eerste concilie. Het probleem dat aan de orde was is dit: moeten heidenen die zich bekeren tot Jezus de wet van Mozes houden. Het duidelijke antwoord van de apostelen die daar vergaderd zijn is dit gedeelte uit Handelingen 15: “23 En men schreef door hun bemiddeling: De apostelen en oudsten groeten als broeders de broeders uit de heidenen in Antiochië, Syrië en Cilicië. 24 Aangezien wij gehoord hebben, dat enigen uit ons midden u met hun woorden hebben verontrust, uw zielen in verwarring brengende, hoewel wij hun niets geboden hadden, 25 hebben wij eenstemmig besloten mannen te kiezen om die tot u te zenden met onze geliefden, Barnabas en Paulus, 26 mensen, die hun leven hebben overgehad voor de naam van onze Here Jezus Christus. 27 Wij hebben dan Judas en Silas gezonden, die zelf ook mondeling hetzelfde te uwer kennis zullen brengen. 28 Want het heeft de heilige Geest en ons goed gedacht, u verder geen last op te leggen dan dit noodzakelijke: 29 onthouding van hetgeen de afgoden geofferd is, van bloed, van het verstikte en van hoererij; indien gij u hier voor wacht, zult gij wèl doen. Vaart wel!” Het antwoord van de Heilige Geest en de apostelen is dat wie tot Jezus komt en niet geboortig is als Jood de wet van Mozes niet moet onderhouden. Er zijn slechts vier zaken die men niet doet in dat geval en ze worden met name genoemd. De Geest en de apostelen zijn hier richtingaangevend: ik moet die wet die God aan Mozes gaf niet onderhouden. Dat roept een tweede vraag op, en die was niet aan de orde toen: moeten de Joden die Jezus aannemen de wet houden, en zo ja in delen of in zijn totaliteit? Het antwoord hierop is ook duidelijk NEEN. Duidelijk neen en neem als voorbeeld wat de apostel Paulus schrijft over zichzelf na zijn bekering. Paulus was een echte Jood, zelf een rabbijn en opgegroeid onder de wet van Mozes. Paulus zegt in 1 Corinthiërs 9:20: “en ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen; hun, die onder de wet staan, als onder de wet - hoewel persoonlijk niet onder de wet - om hen, die onder de wet staan, te winnen.” Is die Paulus een huichelaar? De apostel zegt letterlijk: “hoewel persoonlijk niet onder de wet.” Hij is opgegroeid onder de wet van Mozes maar staat niet meer ONDER DE WET. Hij is als Christen niet meer verplicht die wet te houden. Dit wordt ook duidelijk in Galaten 3:21-25: “Is de wet dan in strijd met de beloften Gods? Volstrekt niet! Want indien er een wet gegeven was, die levend kon maken, dan zou inderdaad uit een wet de gerechtigheid voortgekomen zijn. Neen, de Schrift heeft alles besloten onder de zonde, opdat ten gevolge van het geloof in Jezus Christus de belofte het deel zou worden van hen, die geloven. Doch voordat dit geloof kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden met het oog op het geloof, dat geopenbaard zou worden. De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof


DE WET VAN MOZES: NIET MEER VOOR ONS CHRISTENEN

3

gerechtvaardigd zouden worden. Nu echter het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder de tuchtmeester.” Wie Jezus kent staat niet meer onder de tuchtmeester. Voordien had Paulus al dit gezegd in Romeinen 6:14,15: “Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade. Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet!” In het gedeelte daaropvolgend spreekt Paulus tot Jezus bekeerde Joden aan in de gemeente van Rome. Romeinen 7:1-6: “Of weet gij niet, broeders, - ik spreek immers tot wie de wet kennen - dat de wet heerschappij voert over de mens, zolang hij leeft? Want de gehuwde vrouw is door de wet aan haar man gebonden, zolang deze leeft; wanneer echter de man sterft, is zij ontslagen van de wet, die haar aan die man bond. Zo zal zij dan, indien zij bij het leven van haar man een ander tot man neemt, echtbreekster heten; wanneer echter de man sterft, is zij vrij van de wet, zodat zij geen echtbreekster is, indien zij zich aan een andere man geeft. Bijgevolg, mijn broeders, zijt ook gij dood voor de wet door het lichaam van Christus om het eigendom te worden van een ander, van Hem, die uit de doden opgewekt is, opdat wij Gode vrucht zouden dragen. Want toen wij in het vlees waren, werkten de zondige hartstochten, die door de wet geprikkeld worden, in onze leden, om voor de dood vrucht te dragen; maar thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar, die ons gevangen hield, zodat wij dienen in de nieuwe staat des Geestes en niet in de oude staat der letter.” Een bekeerde Jood moet de wet NIET MEER HOUDEN/ HIJ IS ER VAN ONTSLAGEN. Aan de gemeente aan de Galaten gaat Paulus ook nog wat duidelijk maken. Er waren valse leraren gekomen in de gemeente en ze hadden er bij de tot Jezus bekeerde heidenen op aangedrongen zich te laten besnijden. Voor de apostel is het vasthouden aan de wet van Mozes een ernstige dwaling. Galaten 1:6-9: “Ik sta er verbaasd over dat u God, die u tot de genade van Christus geroepen heeft, zo snel de rug toekeert en overgaat naar een ander evangelie! Er bestaat geen ander. Er zijn alleen maar lieden die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien. Maar ook al zouden wijzelf of een engel uit de hemel u een evangelie verkondigen dat afwijkt van wat wij u vroeger verkondigd hebben, hij zij vervloekt! We hebben het al eerder gezegd en ik herhaal het hier: als iemand u een evangelie verkondigt dat afwijkt van wat u ontvangen hebt, hij zij vervloekt!”  EISEN dat men de wet van Mozes onderhoudt is een ander evangelie prediken.  De Schrift spreekt ook nog over een nieuw verbond. In hetzelfde verband is geldig wat in Romeinen 14 staat over eten en drinken. Dat geeft aan dat we als christenen, zowel uit de Joden als uit de heidenen, niet meer gebonden zijn aan spijswetten. “Aanvaardt de zwakke in het geloof, maar niet om overwegingen te beoordelen. 2 De een gelooft, dat hij alles eten mag, maar de zwakke eet plantaardig voedsel. 3 Wie wèl eet, minachte hem niet, die niet eet, en wie niet eet, oordele hem niet, die wèl eet, want God heeft hem aanvaard. 4 Wie zijt gij, dat gij eens anders knecht oordeelt? Of hij staat of valt, gaat zijn eigen heer aan. Maar hij zal staande blijven, want de Here is bij machte hem vast te doen staan. 5 Deze [immers] stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd. 6 Wie aan een bepaalde dag hecht, doet het om de Here, en wie eet, doet het om de Here, want hij dankt God; en wie niet eet, laat het na om de Here en ook hij dankt God. 7 Want niemand onzer leeft voor zichzelf, en niemand sterft voor zichzelf; 8 want als wij leven, het is voor de Here, en als wij sterven, het is voor de Here.


DE WET VAN MOZES: NIET MEER VOOR ONS CHRISTENEN

4

Hetzij wij dan leven, hetzij wij sterven, wij zijn des Heren.” Dat wil zeggen dat een Jood die niet koosjer eet niet mag beoordeeld worden, hij staat niet meer onder die wet en de straffen van die wet. Er is dus één en ander gewijzigd in verband met eten en drinken. Dat gedeelte van de wet van Mozes is niet meer geldend, voor niemand meer. Door Mozes zelf was al aangegeven, dat er een profeet zou komen naar wie moest geluisterd worden. Die profeet heft de spijswetten afgeschaft. Daar komen we straks aan toe. Er staat toch in Deut.18:18-20 SV77: “Een Profeet zal Ik hun verwekken uit het midden van hun broeders, als u; en Ik zal Mijn woorden in Zijn mond geven, en Hij zal tot hen spreken alles, wat Ik Hem gebieden zal. 19 En het zal geschieden, de man, die niet zal horen naar Mijn woorden, die Hij in Mijn Naam zal spreken, van die zal Ik het zoeken. 20 Maar de profeet, die hoogmoedig zal handelen, sprekende een woord in Mijn Naam, dat Ik hem niet geboden heb te spreken, of die spreken zal in de naam van andere goden, die profeet zal sterven.” De Samaritaanse vrouw kende die tekst volgens Johannes 4:25 SV77: “De vrouw zeide tot Hem: Ik weet, dat de Messías komt (Die genaamd wordt Christus); wanneer Die zal gekomen zijn, zo zal Hij ons alle dingen verkondigen.” Uit Jeremia 14:14 is het duidelijk dat we een keuze moeten maken of Jezus profeet is of niet. “Maar de HERE zeide tot mij: Leugenachtig profeteren de profeten in mijn naam, Ik heb hen niet gezonden, hun geen opdracht gegeven, en niet tot hen gesproken; een leugengezicht, ijdele waarzeggerij en bedriegerij van hun eigen hart profeteren zij u.” Koosjer eten alleen geldend geweest voor Israël We moeten géén moord en brand schreeuwen als iemand zegt dat de wet van Mozes is afgeschaft. Dat wil niet zeggen dat men zonder wet is. Abraham en al die andere hebben honderden jaren zonder de wet van Mozes geleefd en toch waren ze uitverkorenen en “vrienden van God.” Dat staat er in het NT: we leven ondertussen onder de wet van Jezus en die is niet dezelfde als deze van Mozes. In Deut.14:21 staat iets over de Joden DIE UIT EGYPTE GEHAALD ZIJN DOOR GOD: “Gij zult geen aas eten; aan de vreemdeling, die binnen uw poorten vertoeft, moogt gij het te eten geven, of gij moogt het aan een buitenlander verkopen, want gij zijt een volk, dat de HERE, uw God, heilig is. Gij zult een bokje niet koken in de melk van zijn moeder.” Dat is een voorbeeld uit veel teksten. Maar het is duidelijk voor Israël en allen die uit de ballingschap van Egypte bevrijdt zijn, samen met de inwonende vreemdelingen. Dus NIET VOOR MIJ EN OOK NIET U LEZER UIT DE HEIDENEN. Deut.4:1 is hier duidelijk: “Nu dan, o Israël, hoor de inzettingen en de verordeningen, die ik u leer na te komen, opdat gij leeft en opdat gij het land binnengaat en in bezit neemt, dat de HERE, de God uwer vaderen, u geven zal.” Ja, OOK DE 10 GEBODEN ZIJN ALLEEN VOOR ISRAËL volgens Deut.5:3: “Niet met onze vaderen heeft de HERE dit verbond gesloten, maar met ons, zoals wij hier heden allen in leven zijn.” En ook Deut.5:9: “Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HERE, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen en aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten.” Hoe staat het met de spijswetten? De woorden van Markus 7:19. “zo verklaarde Hij alle spijzen rein.” staan in sommige vertalingen niet. Maar ze werden niet door de vertalers toegevoegd zoals ik bij iemand lees: “om dit vers iets te laten zeggen, dat noch door de context, noch door de Griekse tekst gesteund wordt.” Zie het artikel “HEEFT JEZUS - DE WETAFGESCHAFT? door Dr. D. Winnail op http://www.wereldvanmorgen.org/artikel_hjdwa.htm#7


DE WET VAN MOZES: NIET MEER VOOR ONS CHRISTENEN

5

Deze schrijver heeft geen besef van wat hij zegt. Wat zijn titel van Dr. wil zeggen weet ik niet, kan eventueel dokter in dierengeneeskunde zijn. Want hij liegt er maar op los wanneer hij zegt: “De woorden “zo verklaarde Hij alle spijzen rein,” die in sommige vertalingen van Markus 7:19 staan, werden door de vertalers toegevoegd om dit vers iets te laten zeggen, dat noch door de context, noch door de Griekse tekst gesteund wordt.” Dat staat in bijna alle manuscripten van de Bijbel. En als men zegt dat er zijn waar het niet staat dan heeft men ook nog gelijk. Maar als ik zo zou redeneren, op die wijze, dan moeten we de Bijbel niet meer aannemen, want er staat hier en daar in een manuscript wel eens een tekst die men ergens anders niet kan vinden. Dat komt omdat men het met de hand afschreef. Ik heb zelfs een Bijbel waar er een tekst is vergeten en die was gedrukt, en alle exemplaren van die druk waren dus fout. Er staat in die tekst van Marcus duidelijk: “omdat het niet in zijn hart komt, maar in de buik, en er te zijner plaatse uitgaat? En zo verklaarde Hij alle spijzen rein.” Sommigen zetten dat laatste vers tussen haakjes maar daar heb ik géén problemen mee. Het is tenslotte de uitleg van de schrijver Marcus over wat Jezus zegt en niet de woorden van Jezus. Maar dat neemt niet weg dat het er staat. Of moeten we leren dat Marcus verkeerd was om dat er aan toe te voegen. Jezus zal dat toen niet gezegd hebben, maar omdat het zo belangrijk is voor Marcus dat zijn lezers begrijpen wat Jezus bedoeld heeft; schrijft hij er bij, als een geïnspireerd profeet: “En zo verklaarde Hij alle spijzen rein.” Elke andere uitleg doet ofwel onrecht aan Jezus, of aan zijn discipel Marcus. Daarom schrijft Paulus later over praktijken die zullen gepredikt worden door afvalligen. We lezen 1 Tim 4:1-5: “Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen, 2 door de huichelarij van leugensprekers, die in hun eigen geweten gebrandmerkt zijn, 3 het huwelijk verbieden en het genot van spijzen, welke God toch geschapen heeft om met dankzegging te worden gebruikt door de gelovigen, die tot erkentenis der waarheid gekomen zijn. 4 Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets daarvan is verwerpelijk, als het met dankzegging aanvaard wordt: 5 want het wordt geheiligd door het woord Gods en door gebed.” Paulus zegt hierover ook in Romeinen 14:14: “Ik weet en ben overtuigd in de Here Jezus, dat niets uit zichzelf onrein is; alleen voor hem, die iets onrein acht, is het onrein.” En in 1 Corinthiërs 8:8 is zijn conclusie: “Nu zal wat wij eten, ons niet nader bij God brengen; eten wij niet, wij zijn er niet meer om.” Petrus wordt in een “visioen” gebracht door God en kreeg van God een opdracht van God de wet van Mozes te overtreden volgens Handelingen 10:14,15: “Maar Petrus zeide: Geenszins, Here, want ik heb nog nooit iets gegeten, dat onheilig of onrein was. 15 En nogmaals ten tweeden male, kwam een stem tot hem: Wat God rein verklaard heeft, moogt gij niet voor onheilig houden.” De conclusie is deze: 1° De Mozaïsche spijzenvoorschriften zijn niet meer geldend, dat heeft de Christus duidelijk laten verstaan in Marcus 7:19. 2° Wie het zal opleggen aan anderen is on-Schriftuurlijk bezig. 3° Het was zelfs voor bekeerde Joden niet meer nodig die wetten te houden om in Gods gunst te staan. 4° Ik sta als heiden niet onder de spijswet van Mozes en ook een bekeerde Jood niet. Joden stonden vóór hun bekering onder de wet van Mozes, echter niet als ze christen worden.


DE WET VAN MOZES: NIET MEER VOOR ONS CHRISTENEN

6

Die hoeven hem niet meer te houden, ze staan niet onder het moeten van de wet. Doen ze het dan, is dat vrijwillig en niet om beter te zijn dan wie het niet doen. Nog een ander voorbeeld van wetswijziging. Men zegt dat de leer van Jezus over de echtscheiding voor ons geldt. Maar in de tekst zelf is het méér dan duidelijk dat Jezus niet de wet van Mozes verkondigde. Mozes leerde over echtscheiding iets heel anders dan wat Jezus leerde. Zoek het eens op en laat je verbazen. Jezus bracht in dat verband Zijn eigen leer. En die zal deel van het nieuwe Verbond uitmaken. Ja, Jezus wijzigde de wet van Mozes. Een illustratie van Paulus om te zeggen: de wet is opgehouden voor de Joden In de brief aan de Galaten heeft Paulus een en ander uitgelegd over het verband tussen het OT en NT. Het Joodse volk hoeft niet meer onder de regels van het oude verbond verder te leven. Ook zij staan (althans de gelovigen) onder het nieuwe verbond. Paulus heeft zijn verhaal onderbouwd met beelden uit het OT, met de typologie van Abraham en Sara en hun twee kinderen. Het ene kind van de slavin en het andere kind van de belofte. De 430 jaar voordat de wet kwam tot Israël heeft God in de geschiedenis van Abraham al iets laten zien dat men later maar zou kunnen verstaan. We nemen die tekst voordat we conclusies er uit trekken. Galaten 4:21-5:1 zegt (Naardense Vertaling): “21 Ge moet het me eens zeggen, gij die onder een wet wilt staan: hoort ge de Wet niet? 22 Er staat immers geschreven dat Abraham twéé zonen had, één uit het dienstmeisje en één uit de vrije vrouw. 23 Die uit het dienstmeisje is ‘naar het vlees’ voortgebracht, en die uit de vrije vrouw door de belofte. 24 Deze dingen moeten zinnebeeldig worden verstaan; want de twee vrouwen zijn twee verbonden; het eerste is afkomstig van de berg Sinaï en brengt knechtschap voort: dat is Hagar. 25 ‘Hagar’ is de berg Sinaï in Arabië, en die beantwoordt aan het Jeruzalem van nu; want dat leidt met haar kinderen een dienstknechtelijk bestaan. 26 Maar het Jeruzalem bóven is een vrije vrouw, en die is onze moeder; 27 er staat immers geschreven: ‘verheug je, onvruchtbare die niet baart, barst uit en schater, jij die geen weeën kent, want talrijker zijn de kinderen van de verlatene dan van haar die de man heeft!’ 28 Welnu, gíj, broeders–en–zusters, zijt zoals Isaak kinderen van belofte! 29 Maar zoals toen degene die ‘naar het vlees’ is voortgebracht hem die ‘naar de Geest’ kwam vervolgde, zo gaat het ook nu. 30 Maar wat zegt de Schrift? ‘Drijf het dienstmeisje en haar zoon uit; want de zoon van het dienstmeisje zal niet mee–erven met de zoon van de vrije vrouw!’ 31 Samenvattend, broeders–en–zusters: wij zijn geen kinderen van een dienstmeisje maar van een vrije vrouw!” Paulus leest het verhaal van de twee vrouwen van Abraham als de twee verbonden met christelijke ogen. Het Oude verbond is dat van Ismaël. Izaak dat voor Gods volk onder het nieuwe verbond. Voor die vrijheid van de oude wet heeft Christus ons vrijgemaakt. Die hoeft niet meer wanneer je tot Christus bekeerd bent. Laten we ons niet opnieuw onder een juk van knechtschap laten komen! Dit staat er in het verhaal van Paulus: 1) Het oude verbond zou tijdelijk zijn en niet voor eeuwig 2) Hen die onder het oude verbond leven zullen niet erven met degenen onder het nieuwe verbond 3) Aangezien het nieuwe verbond er is, moeten degene die onder de wet leven uitgedreven worden indien ze bij de wet blijven. Wat heeft Christus gedaan voor mij, voor bekeerde joden en bekeerde heidenen


DE WET VAN MOZES: NIET MEER VOOR ONS CHRISTENEN

7

Romeinen 3:22: “en wel gerechtigheid Gods door het geloof in [Jezus] Christus, voor allen, die geloven; want er is geen onderscheid.” Romeinen 3:26: “om zijn rechtvaardigheid te tonen, in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is, ook als Hij hem rechtvaardigt, die uit het geloof in Jezus is.” Galaten 2:16: “wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken der wet, maar door het geloof in Christus Jezus, zijn ook zelf tot het geloof in Christus Jezus gekomen, om gerechtvaardigd te worden uit het geloof in Christus en niet uit werken der wet. Want uit werken der wet zal geen vlees gerechtvaardigd worden.” Galaten 2:20: “Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven.” Galaten 3:22: “Neen, de Schrift heeft alles besloten onder de zonde, opdat ten gevolge van het geloof in Jezus Christus de belofte het deel zou worden van hen, die geloven..” Epheze 3:12: “in wie wij de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen hebben door het geloof in Hem.” Philippenzen 3:9: “en in Hem moge blijken niet een eigen gerechtigheid, uit de wet, te bezitten, maar de gerechtigheid door het geloof in Christus, welke uit God is op de grond van het geloof.” Hebreeën 12:2: “Laat ons oog daarbij (alleen) gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods.” Openbaring 2:13: “Ik weet, waar gij woont, dáár waar de troon des satans is; en gij houdt vast aan mijn naam en hebt het geloof in Mij niet verloochend, ook niet in de dagen van Antipas, mijn getuige, mijn getrouwe, die gedood werd bij u, waar de satan woont.” Openbaring 14:2,3: “En ik hoorde een stem uit de hemel als de stem van vele wateren en als de stem van zware donder. En de stem, die ik hoorde, was als van citerspelers, spelende op hun citers.”

Dit is een Torahrol (vijf boeken van Mozes) die aan herstel toe is, maar heeft voor een christen geen waarde dan dat het door God aan Israel is gegeven om na te volgen. Een tot Jezus bekeerde Jood en heiden is onder geen enkele verplichting dit nog na te volgen. De Jood die


DE WET VAN MOZES: NIET MEER VOOR ONS CHRISTENEN

8

Jezus niet kent, heeft ernstige problemen met de opvolging van deze wetten. Er s geen tempel meer en geen priesterschap meer.

En hoe zit het met de offerwetten van dieren? Men gaat er in sommige kringen van uit dat er in de wet van Mozes geen onderscheid is in ceremoniële voorschriften, burgerlijke wetten, strafwetten en morele voorschriften. Dat is voor velen: één wet. Voor mij is dat onderscheid er wel. In de ceremoniële voorschriften gaat het over feestdagen, over de personen en de handelingen die moeten gesteld worden en de plaatsen waar het zal geschieden. In de burgerlijke wetten wordt het erfrecht en zo meer behandeld. Het strafrecht bespreekt de misdaden die bestraft moeten worden, de werking van de rechtspraak, de strafmaat en zo verder. In de morele wetten is voorgeschreven hoe de Israëlieten met elkaar omgaan, bijvoorbeeld niet liegen en stelen. Van dat alles hebben we als christen nog wel te maken met de morele wet. De morele voorschriften worden door de apostelen bevestigd en toegepast (soms aangepast) op de christenen met uitzondering van het gebod van de sabbat. De morele voorschriften zijn opgenomen in de wet van Christus en ze krijgen soms een verscherpte betekenis. Ze zijn losgemaakt van het verbond van Mozes en door Jezus en zijn eerste discipelen opgenomen in de wet(ten) van het Nieuwe Verbond. We hebben hierboven gezien dat de Mozaïsche spijzenvoorschriften niet meer gelden voor zowel bekeerde Joden als bekeerde heidenen. Nu Christus gekomen is zijn alle spijzen “rein.” Want er staat: “En zo verklaarde Hij alle spijzen rein" (Markus 7:19). Jezus heeft in duidelijke bewoordingen uitgelegd dat niets wat een mens eet hem (geestelijk) onrein kan maken (Markus 7:15-23). “Nu zal wat wij eten, ons niet nader bij God brengen; eten wij niet, wij zijn er niet meer om” (1 Korintiërs 8:8). We zijn niet onder de wet want in Romeinen 6:14 staat: “Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.” Christus heeft ons verlost van de vloek der wet want Galaten 3:13 zegt: “Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt.” Er is natuurlijk verzoening nodig in het NT, alleen niet meer door een veelheid van offers. Er is één totaaloffer gebracht, dat alles wat het OT erover zegt vervangt. Hoe krijgt men vrijheid van die straffen die op zonde staan? Door Jezus Christus onze Heer! “En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld” (1 Joh. 2:1,2). De weg tot God is door niets anders bewerkt dan door het bloed van Jezus Christus. “Want ook Christus is éénmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen: Hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar de geest” (1 Petrus 3:18). Een slaaf van de zonde, is in de macht der duisternis. Christenen hebben echter DE BEVRIJDING ontvangen. “Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden” (Col.2:13,14). Ik ben dus THANS al opgenomen in Gods rijk. En de offerwetten? Hoe staat het met de voorschriften betreffende de eredienst; de wetten van het ceremoniële, de voorschriften voor de offers en de priesterdienst van het OT? Een antwoord = het is vervuld in Jezus! Jezus Zelf leefde onder het Oude Verbond, dat moet niemand betwisten. “Maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God zijn Zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, om hen, die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij


DE WET VAN MOZES: NIET MEER VOOR ONS CHRISTENEN

9

het recht van zonen zouden verkrijgen” (Galaten 4:4,5). Dat wil zeggen dat vele dingen in de vier Evangeliën nog op het Oude Verbond betrekking hebben. Maar in Zijn prediking heeft Jezus ook de sluier opgelicht van vele dingen die deel van het Nieuwe Verbond uitmaken. We kunnen al het verschil merken in een uitspraak van Hebreeën. “Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft” (Hebreeën 1:1,2). Volgens de brief aan de Hebreeën is Jeremia 31:31-33 aangehaald als bewijs dat het Oude Verbond niet meer als wet geldt. Met ons beide voeten aan te nemen, want er staat. “Nu echter heeft Hij een zoveel verhevener dienst verkregen, als Hij de middelaar is van een beter verbond, waarvan de rechtskracht op betere beloften berust. Want indien dat eerste onberispelijk ware geweest, zou er geen plaats gezocht zijn voor een tweede. Want Hij berispt hen, als Hij zegt: ‘Zie, er komen dagen, spreekt de Here, dat Ik voor het huis Israëls en het huis Juda een nieuwe verbond tot stand zal brengen, niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen maakte ten dage, dat Ik hen bij de hand nam om hen uit het land Egypte te leiden, want zij hebben zich niet gehouden aan mijn verbond en Ik heb Mij niet meer om hen bekommerd, spreekt de Here. Want dit is het verbond, waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israëls na die dagen, spreekt de Here: Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen, en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn. En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger, en een ieder zijn broeder leren, zeggende: Ken de Here, want allen zullen zij Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen. Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden, en hun zonden zal Ik niet meer gedenken.’ Als Hij spreekt van een nieuwe (verbond), heeft Hij daarmede het eerste voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning” (Hebreeën 8:6-13). Jezus, kwam niet om de wet en de profeten te ontbinden, maar om de profetie van de wet (en ook de profeten) te vervullen. De tien geboden zijn vervallen, want in de leer van Christus worden ze ver overtroffen. In de Bergrede waarin vraagt Jezus nog veel meer van ons dan de tien geboden: “Indien uw gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die der schriftgeleerden en Farizeeën, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan” (Mat.5:20). De apostel Paulus schreef dat de tien geboden door iets veel beters vervangen zijn: “Indien nu de bediening des doods, met letters op stenen gegrift, gepaard ging met zulk een heerlijkheid, dat de kinderen Israëls de blik niet op het aangezicht van Mozes konden vestigen om de heerlijkheid van zijn aangezicht, die toch verdwijnen moest, hoe zal niet nog meer de bediening des Geestes in heerlijkheid zijn? Want indien de bediening, die veroordeling brengt, heerlijkheid was, veel meer is de bediening, die rechtvaardigheid brengt, overvloedig in heerlijkheid. Immers, zelfs hetgeen verheerlijkt was, is in zoverre niet verheerlijkt, als déze heerlijkheid het te boven gaat. Want als het verdwijnende met heerlijkheid gepaard ging, veel meer is dan het blijvende in heerlijkheid” (2 Korintiërs 3:7-11). De tien geboden, op stenen gegrift, waren een bediening die géén leven bracht en dat moest verdwijnen. Christus bracht het betere. “Want Christus is het einde der wet, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft” (Romeinen 10:4). We moeten zonder tegenstribbelen dit aannemen: “Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking


DE WET VAN MOZES: NIET MEER VOOR ONS CHRISTENEN

10

gesteld heeft” (Epheziërs 2:14,15). En dit: “Indien gij u echter door de Geest laat leiden, dan zijt gij niet onder de wet” (Galaten 5:18). Zet Jezus op de eerste plaats en dan is er meer duidelijkheid in je theologie. Beste groeten, Guido

Aan deze muur staan dagelijks duizenden Joden en in de vakantiedagen niet Joden, die de stad bezoeken om iets te smaken van de Joodse cultuur. Neen, dit is en was NOOIT een deel van de tempel, maar een muur van versteviging van het bovenste deel van de berg waarop het tempelcomplex gestaan heeft. Alle papiertjes tussen de scheuren van deze muur zijn de gebeden en verzoeken van de gelovigen die ze er tussen in steken. Waar dit gebruik ontstaan is lijkt meer op volksgeloof dan wat anders. Er is geen Bijbelse achtergrond bij deze zaak. Christenen die hetzelfde doen negeren hiermee de ware toedracht van het offer van Jezus. We hebben geen tempel meer nodig en ook geen brievenbus ergens te velde. We hebben Jezus onze enige voorspraak bij de Vader.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.