De arbeidsmarkt: van trapveldje naar primera división. Een beschouwing door Nus Waleson (nr. 4 op lijst 10 D66 Boxtel)
1. De personeelsfunctionaris als voetbalmakelaar. Voetbalclubs die spelers op een goede manier naar een andere club begeleiden zijn op de spelersmarkt populair. Deze clubs profiteren ook nadat spelers bij hen zijn vertrokken van de talenten die ooit bij hen gespeeld hebben: als scout, als (jeugd) trainer, als adviseur, als technisch directeur of als ambassadeur. Vroeg of laat keert een talent terug naar de plek waarvan hij het gevoel heeft dat daar zijn talent is erkend. Clubs met de reputatie dat ze talenten ontwikkelen zijn aantrekkelijk voor talentvolle spelers. De kans goede spelers op de markt te vinden wordt daardoor aanmerkelijk groter. Uit demografische gegevens blijkt dat de arbeidsmarkt -ondanks de lichte rimpeling die door de huidige economische crisis wordt veroorzaakt- onverminderd krap zal blijven. Deze blijvende krapte gecombineerd met een sterk wijzigende “culturele setting” ten opzichte van (de plaats en het belang van) arbeid zal er toe leiden dat de arbeidsmarkt gaat lijken op een spelersmarkt. De personeelsfunctie zal zich ontwikkelen tot een met die van de voetbalmakelaar vergelijkbaar functie: begeleider en ontwikkelaar van talent. Arbeidsmarktcommunicatie zal zich niet op de stoel richten -de taken die samen een functie vormen - maar op kernwaarden en mogelijkheden talenten te ontwikkelen in en buiten de organisatie waarvoor men werkt. De arbeidsmarkt zal zich ontwikkelen van een “vraag naar competentie”-markt naar een “aanbod van talenten” markt. De volgende observaties illustreren deze ontwikkeling: • Het aantal geheel of gedeeltelijke zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel) is in korte tijd ruim boven het miljoen uitgekomen. • De aard van werkzaamheden voor – vooral hoger opgeleiden- verandert. Steeds meer werk wordt in – per definitie eindige- projecten uitgevoerd. Het is maar zeer de vraag of projectleider met talent voor project A, veel interesse heeft in project B bij de zelfde werkgever. Niet uitgesloten is dat hij of zij liever op zoek gaat naar een ander project A bij een andere werkgever / opdrachtgever. • Veel belangrijker nog: een “talentmarkt” past bij de culturele setting die zich bij jongeren ontwikkelt en zich dus steeds nadrukkelijker op de arbeidsmarkt zal manifesteren.
1