HAN blad 13: Business as unusual

Page 1

HAN BLAD

Business as Unusual #13 / SEPTEMBER 2009 • Net werken t egen de crisis • H A N s t eek t 10 miljoen in duur zaamheid • Flexibilisering arbeid geen wondermiddel • Innover en met Web 2 .0


Straks/nu

DOORLEREN? Ook dat kan bij de HAN! Start naast uw baan een (post)hbo cursus of opleiding op het gebied van economie en management en leer door!

D e p r o d u c t i e p lan ning van h e t H A N b lad r e k t in d e zo m e r p e r i o d e al t ijd b e h o o r lijk ui t . M e t al s g evo lg d a t h e t n o g m aar b e gin juli i s al s ik di t s c h r ij f. O p h e t m o m e n t d a t u di t l e e s t i s h e t b e gin s e p t e m b e r. O p h e t m o m e n t d a t ik di t s c h r ij f i s h e t war m , al s u di t l e e s t z i t d e ‘r ’ al we e r in d e m aan d . U h e e f t we e r e e n h e e l we r k jaar vo o r d e b o e g, ik d r i e we ke n zo m e r vak an t i e. K o r t o m , m ijn g e m o e d s t o e s t an d i s – b e paald d o o r h e t t ijd s t ip – e e n h e l e an d e r e d an di e van u . To c h m o e t ik m e t u z i e n t e l evel e n , n u in s c h a t t e n wa t u s t r ak s – in f e i t e n u d u s – b ez igh o u d t . Z o i s h e t o o k e e n b e e t j e m e t h e t t h e m a van d ez e ui t gave. D e a f g e l o p e n maan d e n h e e f t d e c r i s i s vo o r al b e s t aan in d e ko l o m m e n in d e k r an t . U h e e f t z e l f u w baan n og e n o ok in k r ing van f am ili e e n b u r e n z ijn e r n o g g e e n o n t s lag e n g evall e n . E n , al i s d e o mze t m e t t i e n , t w in t ig, d e r t ig p r o c e n t g e d aald , u w b e d r ij f d r aai t n o g r e d e lijk d o o r ; m e t h e t v l e e s o p d e b o t t e n d a t u d e laa t s t e jar e n h e e f t ve r gaar d , h o u d t u h e t n o g we l e e n jaar ui t : ‘A l s h e t zo b lij f t , i s e r ni e t s aan d e h an d .’ M aar e r i s d u s we l i e t s gaan d e, s t e ll e n p o li t i c i, e c o n o m e n , bank i e r s e n d e c e o’s van d e m ul t in a t i o n al e gr o t e b e d r ij ve n m e t h u n ove r v i ew o p d e in t e r n a t i o n al e g e ld - e n g o e d e r e n s t r o m e n . Wan t s t r ak s / n u , n a d e zo m e r, z ijn d e o r d e r p o r t e f e uill e s e c h t l e e g. H e t o p s t ar t e n – laa t s t aan f in an c i e r e n - van ni e u we, gr o t e p r oj e c t e n d u r f t ni e m an d aan . E r i s e c h t i e t s aan d e h an d , h e t i s bu sin e s s as unu sual . D ez e ui t gave vo r m t gr o t e n d e e l s é é n gr o o t ve r s lag van h o e b e d r ij ve n , ove r h e d e n e n ke n ni s in s t e lling e n z i c h d e a f g e l o p e n m aan d e n h e b b e n vo o r b e r e id o p wa t e r na d e zo m e r wac h t . E r z ijn m e t g e m e e n t e s a f s p r ake n g e m aak t ove r t r ain e e s hips vo o r a f g e s t u d e e r d e n , e r z ijn m ilj o e n e n v r ijg e m aak t vo o r e e n p lan d a t d e H A N é n d e r e gi o d u u r z am e r m o e t m ake n , o m d e e c o n o m i s c h e é n d e m ili e u c r i s i s aan t e pak ke n , e r z ijn id e e ë n b e d ac h t ove r h o e e e n b e d r ij f z i c h m e t We b 2 .0 k an vo o r b e r e id e n o p di e ‘I C T- g e d r eve n e c o n o mi e’ di e s t r ak s vo r m z al k r ijg e n ; e r z ijn r e g e ling e n g e t r o f f e n waar d o o r b ove n t allig e o n d e r zo e ke r s b ij ke n ni s in s t e lling e n aan d e s lag k u n n e n . E n e r i s g ewaar s c h u wd d a t u , al s h e t we e r aan p ik t , u w b e d r ij f ni e t m o e t vo l s t o p p e n m e t f l ex we r ke r s , o m ni e t aan e e n g e b r e k aan d u r f e n b e t r o k ke n h e id al s n o g t e n o n d e r t e gaan . Ik h o o p d a t u e n ik t o c h van o nz e vak an t i e h e b b e n k u n n e n g e ni e t e n . We r k ze.

‘I k d e n k ve e l a a n d e toe ko m s t, wa nt h et i s d a a r d at i k d e re s t va n m i j n l eve n z a l d oo r b re n g e n’ Woody Allen, Amerikaans filmregisseur en acteur

Re d ac t i e H A N b lad

Inhoud Kijk voor meer informatie op de site.

WWW.HAN.NL/DOORLEREN

Pagin a 4 10 Milj o e n vo o r d u u rz aam h e id

Pagin a 8 N e t we r ke n tegen de crisis

Pagin a 10 Flexibilisering g e e n wo n d e r m id d e l

Pagin a 9 G o e d e in n ova t o r i s t i e nk am p e r Pagin a 12 K an s r ijk d e ar b e id s m ar k t o p

Pagin a 14 H e r m an n S c h e e r ove r crisissen

Pagin a 16 In n ove r e n v ia We b 2 .0

Pagina 18 G o e d e baan plu s m as t e r

Pagina 2 0 In t e llig e n t m o t o rm anag e m e n t

Pagina 2 6 M anag e n in B e ijing

Pagin a 13 , 2 2 , 2 3 , 2 4 , 2 5, 2 8 , 3 0 K o r t ni e u w s Pagin a 2 9 L apt op er bij, managen maar


Ron Bormans tijdens opening studiejaar:

HAN steekt 10 miljoen in duurzaamheid ‘D e H A N i s al 15 jaar e e n van d e vo o r l o p e r s van d u u r z am e o n t w ik ke ling in h e t h o g e r o n d e r w ij s . D e t ijd i s r ijp vo o r e e n vo lg e n d e gr o t e s t ap. D e huidig e e c o n o mi s c h e c r i s i s v r aag t o m an d e r l e id e r s c h ap e n o m o n o r t h o d oxe ve r ni e u w ing.’ A ld u s h e t plan Du u r z am e O n t w ik ke ling d a t d e H A N o p 2 s e p t e m b e r lan c e e r d e t ijd e n s d e o p e ning van h e t s t u di e jaar in aanwez ig h e id van mini s t e r C r am e r van V RO M . C o ll e g evo o r z i t t e r Ro n B o r m an s l e g t d e am b i t i e s ui t .

Ron Bormans, Voorzitter College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

‘Een dergelijke maatschappelijk verantwoorde ambitie past per fect bij het hbo’

4

5

Het is business as unusual. De economische en ook de milieucrisis vragen om ongebruikelijke stappen en de HAN is bereid ze te nemen, zo maakt Ron Bormans duidelijk. Belangrijk in zijn motivatie om het plan Duurzame Ontwikkeling te initiëren is de overtuiging dat het vraagstuk van CO2-uitstoot en verspilling van grondstoffen en energie er een is dat opgelost móet worden. En ook een dat opgelost kán worden. ‘Ik heb een tijd geleden het boek De Nieuwe Wereld van Auke van der Woud gelezen en daarin wordt heel helder geschetst hoe de mensheid tussen 1850 en 1900 de fundamenten heeft gelegd van de huidige op olieconsumptie gebaseerde samenleving. Fascinerend om te lezen hoe de moderne samenleving in krap 50 jaar haar technologisch fundament kreeg, maar waarin ook de basis is gelegd voor de huidige indringende problematiek. Als dat in vijftig jaar kon is het ook mogelijk in vijftig jaar de grondslag te leggen voor een maatschappij die wel duurzaam is. Ik ben er heel optimistisch over dat dat gaat lukken.’ Tegelijk constateert hij, rondlopend door de gebouwen van de HAN, hoeveel mensen binnen de hogeschool allang met duurzaamheid bezig zijn. ‘Opvallend veel en opvallend goed. Die verzorgen onderwijs in Autotechniek en zijn bezig met duurzame aandrijvingen op waterstof. Of ze zijn binnen Bouwkunde bezig met onderzoek naar CO2-neutraal bouwen, proberen het onderwijs aan jonge kinderen te doordrenken met de duurzaamheidgedachte of laten zich inspireren door het concept van ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Of ze lopen stage in de Zuid-Afrikaanse Theewaterskloof waar de HAN een aantal projecten doet waarin gewerkt wordt aan duurzame oplossingen voor de allerarmsten. Of ze werken voor ons Servicebedrijf en zijn betrokken bij energiezuinige bouwprojecten. Allemaal initiatieven waar ze mij en het college niet voor nodig hadden. Met dit plan geven we ze een extra impuls door dingen te bundelen, synergie te benutten en er nieuwe initiatieven aan toe te voegen’, motiveert Bormans zijn plan dat hij presenteerde, tijdens de opening van het studiejaar 2009-2010, niet toevallig in aanwezigheid van minister Cramer.

HANBLAD NR.13

Pas t b ij h e t h b o ‘Daarbij komt’, vervolgt hij, ‘een dergelijke maatschappelijk verantwoorde ambitie - duurzaamheid als een belangrijke dimensie van je al activiteiten - past ook perfect bij het hbo. Om tot duurzame oplossingen te komen zijn er al tal van nieuwe technologieën beschikbaar die nog wel toepasbaar moeten worden gemaakt. Dat is precies het terrein van het hbo. En het hoort ook helemaal bij het onderwijs. Om een voorbeeldfunctie te vervullen richting je studenten zodat die na afstuderen die boodschap meenemen de samenleving in.’ Ron Bormans wil dat de HAN niet alleen naar de eigen studenten toe een voorbeeldrol vervult, maar ook naar de regio en zelfs naar het Nederlandse hbo als geheel. ‘Economische voorspoed in een regio vraagt dat dat gebied bepaalde sterktes heeft. Als grote, belangrijke kennisinstelling in de regio - want dat zijn wij - geven wij duurzaamheid een centrale plaats in alles wat wij doen, in ons onderwijs, onderzoek en onze bedrijfsvoering. Dat maakt het voor overheden en bedrijven aantrekkelijk daarbij aan te sluiten, er zelf ook een groot thema van te maken en met ons en elkaar te gaan samenwerken. Dat kan er bijvoorbeeld toe leiden dat het meer fundamentele onderzoek aan de Radboud Universiteit Nijmegen naar hoogrendement zonnepanelen door ons sneller toepasbaar wordt gemaakt, samen met het bedrijfsleven en gesteund door lokale overheden. Misschien stel je dan over twintig jaar vast dat Sunvalley in Nijmegen ontstaan is. Maar dan moet die regio daar natuurlijk wel voor kiezen en dan ook graag op een hoog ambitie-niveau.’ K o r t e e n lang e t e r m ijn Bormans maakt in zijn plan een expliciete scheiding tussen investeringen die op korte termijn een aantoonbaar positief effect op het milieu hebben en kosten besparen en investeringen waarvan het effect later komt en diffuser zal zijn. Onder die eerste categorie vallen de gelden die gestoken worden in energie- en grondstof-besparende hardware voor de nieuw- en oudbouw van de hogeschool. Onder de tweede vallen de investeringen om het onderwijs en onderzoek meer gefocust te krijgen op duurzaamheid.

Uit de reserves en door binnen de reguliere begroting scherper te budgetteren heeft de HAN tien miljoen euro vrijgemaakt waarvan ongeveer de helft wordt geïnvesteerd in de nieuwbouw aan de Kapittelweg in Nijmegen. Bormans droom is het een CO2-neutraal schoolgebouw neer te zetten. ‘Dat is nogal een uitdaging. We gaan op zoek naar manieren om installaties zuiniger te laten draaien, zonne-energie en kleinschalige windenergie toe te passen, warmtekoude opslag te realiseren. Dat doen we natuurlijk samen met een architect en met toeleveranciers uit de regio, maar daar betrekken we nadrukkelijk ook onze eigen medewerkers en studenten bij. Die ontwikkelen kennis van duurzaam bouwen en kunnen die weer in het eigen onderwijs of in de loopbaan gebruiken’. Aldus de collegevoorzitter die een prijsvraag aankondigt voor architectenbureaus om met voorstellen voor zo’n gebouw te komen. K o s t e n b e s par e n Ongeveer een kwart van de tien miljoen euro gaat naar het duurzamer maken van de ‘oudbouw’ en ook hiervan verwacht hij spin-offs zoals interessante leerprojecten voor studenten Civiele Techniek en Bouwkunde, maar ook een economische impuls voor regionale partners zoals energiebedrijven, aannemers en architecten die momenteel wel wat werk kunnen gebruiken. Daarnaast wil hij een fors bedrag steken in duurzame oplossingen voor het mobiliteitsvraagstuk van de HAN. Meer dan zestig procent van het totale energiebeslag van de hogeschool zit namelijk in mobiliteit (woon-werk- en werk-werkverkeer). ‘De HAN heeft haar onderwijs intensiever gemaakt, omdat we gelo-

ven dat meer contact tussen docenten en studenten het onderwijs verbetert. Maar het zorgt wel voor meer verkeer, voor roosterproblemen ook. We kunnen de bedrijfstijd verlengen, het aanleggen van transferia stimuleren, maar willen zeker ook aansluiten bij lopende, regionale initiatieven op dit terrein. Het onderzoek dat we gaan doen zal dan ook breed en integraal zijn.’ Al deze initiatieven kosten niet alleen geld, ze gaan ook (energie)kosten besparen, geschat wordt 550.000 euro per jaar. Onderdeel van het project is het streven die winst te maximaliseren. Bormans: ‘Dan ben je slim bezig. Je dient een maatschappelijk doel, geeft focus aan je organisatie, verbindt je met je omgeving én verdient geld. Geld dat volledig naar het onderwijs gaat, om dat verder te verbeteren en te intensiveren. Duurzaamheid wordt een belangrijke nieuwe dimensie, maar onze primaire taak is en blijft het onderwijs.’

‘Misschien stel je dan over twintig jaar vast dat Sunvalley in Nijmegen ontstaan is’

S p i e g e l vo o r h o u d e n De tweede categorie van investeringen is vooral gericht op het verder verduurzamen van onderwijs en onderzoek. ‘We gaan op zoek naar manieren om duurzaamheid in álle curricula van de HAN een plek te geven, we willen een aantal nieuwe lectoraten realiseren en we willen opleidingen stimuleren een duurzame kwaliteitsbeoordeling te halen. Want, hoeveel duurzame initiatieven er ook nu al lopen, het kan altijd beter. Vooral de opleidingen die een beroepspraktijk kennen waarin duurzaamheid een dominante rol gaat krijgen, moeten zichzelf de spiegel voorhouden en de vraag stellen: wat staat ons te doen?’

Opening studiejaar 2009-2010 met minister Cramer Collegevoorzitter Ron Bormans presenteerde zijn plannen rond duurzaamheid tijdens de opening van het studiejaar op 2 september op de HANCampus in Arnhem. Een van zijn toehoorders was Jacqueline Cramer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) die hij voorstelde subsidie beschikbaar te stellen voor het CO2-neutrale schoolgebouw dat de HAN gaat bouwen. Minister Cramer ging in haar

betoog in op de relatie tussen duurzaamheid en het hoger onderwijs. Tevens werd tijdens de opening het nieuwe gebouw van de Faculteit Techniek gepresenteerd, tegelijk met de introductie van het vernieuwde en gemoderniseerde techniekaanbod dat duurzaamheid als een belangrijke pijler heeft. Voorts werden de HAN Studentenprijs en HAN Medewerkers-prijs uitgereikt.

b u siness as u n u s u al


Wa t b e t e ke n t d e f in an c i ë l e c r i s i s vo o r d e r e gi o A r n h e m – N ijm e g e n ? Wa t i s d e o o r z aak , wa t z ijn d e g evo lg e n e n waar ligg e n d e k an s e n ? E n we lke r o l k u n n e n d e H A N e n h e t b e d r ij f s l eve n s p e l e n b ij h e t b e n u t t e n van di e k an s e n ? V ij f r o n d e t a f e lg e n o t e n an al y s e r e n , o n d e r l e iding van Pi e t- H e in P e e t e r s , d e e c o n o m i e – van vo o r, t ijd e n s e n n a d e c r i s i s - e n ve r ke n n e n d e m og e lijk h e d e n vo o r e e n s t e r ke r e r e gi o. Voorzitter van de Kamer van Koophandel (KvK) Centraal Gelderland Ronald Migo valt met de deur in huis: ‘Hoewel onze conjunctuurenquête laat zien dat het regionale bedrijfsleven weer meer vertrouwen heeft in de toekomst, heeft het veel last van de crisis. Een derde van de bedrijven kampt met een dalende omzet. De verwachtingen zijn negatief, vooral in de groothandel, de horeca en de bouw. In de transportsector is het iets minder erg, maar bedrijven daar zijn ook niet bepaald euforisch. De investeringsbereidheid loopt terug. De publieke sector lijkt de dans te ontspringen, maar het bedrijfsleven krijgt flinke klappen’, constateert hij. Ook in een groot deel van de producerende industrie is de toestand dramatisch, vult Dick Alewijnse aan. Hij is voorzitter Industriële Kring en CEO Alewijnse Holding. ‘De boekdrukwereld bijvoorbeeld heeft voor de zomervakantie helemaal niets bijgedrukt’, zegt hij. ‘Nu maken veel producerende bedrijven nog gebruik van de regeling voor deeltijd-ww, maar als de vraag niet toeneemt zal het in de productiesector ook fout gaan.’

Rondetafel: netwerken tegen de crisis

De ICT-economie komt eraan

Ronald Migo, Voorzitter van de Kamer van Koophandel (KvK) Centraal Gelderland 6

7

HANBLAD NR.13

Dick Alewijnse, Voorzitter Industriële Kring en CEO Alewijnse Holding.

G r a t i s g e ld Kees Onstein, directeur van zonne-energiespecialist Solar Total, geeft aan dat zijn onderneming nog niet veel last van de crisis heeft: ‘Dat is deels een beetje geluk. De duurzame sector heeft minder last van de crisis dan andere branches. Bovendien brengen wij duurzaamheid op een iets andere manier dan gebruikelijk. Veel bedrijven werken met fondsen, maar dat kan niet eeuwig goed gaan. Je financiert je activiteiten dan eigenlijk met gratis geld. De crisis laat zien dat dat niet werkt. Geld moet weer gewoon verdiend worden. We willen op termijn ook van subsidies af. Veel bedrijven in de duurzame sector moeten het daar juist van hebben.’ Maar het is wel kort door de bocht om de schuld van faillissementen alleen bij de bedrijven zelf te leggen, zegt Migo: ‘Het is waar dat bedrijven die conservatief finan-

Jaap van Till, lector Telecommunicatie & Netwerken

cierden nu vlees op de botten hebben. Maar je moet ook kijken naar de spelregels van de afgelopen tijd. Er zijn veel bedrijven die de afgelopen jaren uitstekend presteerden, maar die met kleine marges werkten. Nu krijgen ze plotseling geen financiering meer voor nieuwe investeringen, omdat hun rendement niet hoog genoeg is. Als daar bijkomt dat klanten hun rekeningen ook niet meer betalen, dan kunnen dat soort relatief gezonde bedrijven omvallen. Het is dus niet zo dat alle slachtoffers van de crisis ondernemingen zijn die vroeg of laat moesten omvallen. En áls bedrijven omvallen, raakt dat natuurlijk ook de toeleveranciers.’ I C T d e ke r n Jaap van Till, lector Telecommunicatie & Netwerken aan de Faculteit Techniek van de HAN, meent dat we niet in één crisis zitten, maar in vier of vijf tegelijkertijd. ‘We zitten in een overgangsfase. In de nieuwe situatie speelt ICT een centrale rol als general purpose technology. Wil je straks na de crisis mee kunnen komen, dan zul je moeten begrijpen hoe de nieuwe situatie in elkaar zit.’ Wie het wil redden in die ICT-gedreven economie, moet snappen wat er gebeurt, aldus Van Till: ‘Crises volgen altijd hetzelfde patroon. Op de uitrol van een nieuwe ontwikkeling volgt een periode van euforie, waarin allerlei nieuwe producten worden gemaakt. En dan ineens gaat het mis. Dat komt doordat mensen wel enthousiast zijn over de nieuwe ontwikkelingen, maar ze hebben niet door wat de kern is. Daardoor missen veel bedrijven de volgende stap.’ De kern van de economie na de crisis zal ICT zijn, zegt Van Till: ‘Die technologie is onzichtbaar, maar zit werkelijk overal in. Dat vereist een heel andere mindset dan toen elektro, mechanisch en chemisch samen de drijvende technologie waren. Een bekend citaat is: ‘Als je vandaag de dag een Mercedes Benz ziet rijden, zie je een vlucht computers in formatie over de snelweg vliegen.’ Er zit een ongekende

Kees Onstein, directeur van zonne-energiespecialist Solar Total

‘We zitten niet in één crisis, maar in vier of vijf tegelijker tijd’

‘Wie geen kennis deelt, krijgt geen kennis’

Reinder Pieters, docent-promovendus Logistiek en Inkoop bij de Faculteit Economie en Management van de HAN b u siness as u n u s u al


hoeveelheid ICT in.’ Dat geeft ook aan waarom General Motors is gevallen, zegt Alewijnse: ‘Kijk maar eens onder de motorkap van hun auto’s. Daar zit vrijwel dezelfde technologie in als vijftig jaar geleden. Als je je technologie en je businessmodel niet kennisintensief vernieuwt, dan ga je vroeg of laat voor de bijl.’

‘Onder de motorkap van een General Motorsauto zit dezelfde technologie als vijftig jaar geleden’

K e n ni s d e l e n Reinder Pieters, docent-promovendus Logistiek en Inkoop bij de Faculteit Economie en Management van de HAN, wijst op het belang van logistiek voor de veranderende economie: ‘Mensen denken vaak dat transport een kleine, onbelangrijke sector is die niets met innovatie te maken heeft. Maar een Mercedes wordt niet meer in een fabriek in Beieren gemaakt, maar in tientallen fabrieken wereldwijd. Bedrijven worden kleiner en specialistischer. Een product wordt gemaakt door een netwerk van bedrijven dat voortdurend verandert. Logistiek wordt alleen maar belangrijker.’ Die netwerken zullen een centrale rol gaan spelen in de nieuwe economie, zegt Van Till: ‘We gaan steeds meer in netwerken denken. Dan doel ik niet alleen op fiber optic computernetwerken, maar op netwerken van bedrijven die samen producten ontwikkelen. De komende maanden zul je niet alleen maar crisis zien: er zullen ook een paar bedrijfjes zijn die gaan als een raket. Dat zijn de bedrijven die snappen hoe de ICT-gedreven economie werkt.’ Solar Total is ook een netwerkbedrijf, zegt Onstein: ‘We bieden klanten totaaloplossingen op het gebied van zonne-energie. We installeren bijvoorbeeld zonnepanelen op huizenblokken. We koppelen er slimme ICT aan vast om de efficiency te maximaliseren. De benodigde technologie zit niet bij één bedrijf, maar bij verschillende bedrijven die wij als het ware aan elkaar knopen.’ Om dergelijke netwerken te kunnen vormen, moeten bedrijven wel bereid zijn om kennis te delen. Onstein: ‘Ik hou ook geen kennis achter. Ik deel dat graag met anderen, omdat ze dan ook kennis met mij delen.’ Alewijnse signaleert ook dat steeds meer bedrijven steeds makkelijker kennis delen: ‘Dat komt niet voort uit een soort verantwoordelijkheidsbesef, het is bittere noodzaak. Wie geen kennis deelt, krijgt geen kennis. Bedrijven van nu hebben niet altijd door hoe belangrijk dat nu al is en hoeveel belangrijker het nog gaat worden.’ Te s t b e d Bij dat ‘aan elkaar knopen’ van ondernemers kunnen de HAN en het bedrijfsleven elkaar helpen, zegt Van Till: ‘De Rabobank stelde ooit een verplicht coöperatief model in voor de landbouw. Het zei: ‘Als je van ons een hypotheek wil hebben voor je nieuwe schuur, dan moet je één keer per week naar een soort klas waar ook andere tuinders in zitten. Die bedenken samen nieuwe processen en technologieën. Een van de aanwezigen probeert zo’n idee uit. Werkt het, dan neemt de rest het over. Zoiets zou je aan de

8

9

HANBLAD NR.13

hogescholen ook kunnen doen: een soort testbed voor studenten met innovatieve ideeën. Een van de grote voordelen van studenten is dat ze nog maar weinig vooroordelen hebben.’ De HAN zou de studenten ook de mogelijkheid kunnen geven om een idee om te zetten in een bedrijf, zegt Pieters: ‘Dat moet niet allemaal te formeel. Het moet een vrijblijvende club zijn van studenten met ideeën, die je een werkruimte kunt geven en waar je tegen kunt zeggen: ‘Probeer het maar eens.’ Dat zal soms fout gaan, maar soms leidt het tot een succesvol product.’ Daadk r ac h t Hogescholen moeten zich vooral niet al teveel bezig houden met de markt, waarschuwt Onstein: ‘Dat is de taak van ondernemers. Onderwijs- en kennisinstellingen moeten zich bezighouden met innovatie. Wat de HAN kan doen is bijvoorbeeld meetings organiseren voor studenten en ondernemers, waarbij studenten vertellen hoe zij denken dat de toekomst eruit ziet. Ik weet niet wat de problemen van mijn zoontje gaan worden, of hoe de auto van de toekomst eruit ziet. Maar er loopt iemand rond die het wel weet. Die persoon moet je vinden.’ De KvK ziet veel mogelijkheden in samenwerking op de punten waar de regio al sterk in is, zegt Migo: ‘We proberen met partners te kijken hoe we onze rol als intermediair zo goed mogelijk kunnen vervullen. Ten eerste moeten we sectoren die al sterk zijn sterker maken. We willen de kennis van kennisinstellingen – waaronder de HAN – gebruiken om ondernemers bij de les te houden. Samen met Syntens en de ontwikkelingsmaatschappij Oost NV bieden we ondernemers innovatie aan. We willen netwerken van ondernemers, onderwijzers en onderzoekers creëren. Dat betekent niet dat ze elkaar allemaal kennen, wel dat ze elkaar weten te vinden als dat nodig is.’ Alewijnse: ‘Je hebt ook voortrekkers nodig. Het is van het grootste belang dat je een aantal daadkrachtige mensen hebt die die voortrekkersrol spelen. Als je die hebt en je brengt een aantal ondernemers bij elkaar, dan kun je in korte tijd enorme successen boeken.’ Te g e n d e s t r o o m in De crisis biedt kansen voor wie begrijpt hoe de wereld er na de crisis uitziet. Al moet de ondernemer die daarmee aan de slag wil soms wel tegen de stroom in zwemmen, zegt Van Till: ‘Ondernemen krijgt in Nederland niet veel waardering. Mensen zien toch vooral het risico.’ Onstein beaamt dat: ‘Je ziet vaak dat papa en mama het liefst zien dat hun kind een vaste baan neemt en een hypotheek kan nemen. Ze vinden het maar vreemd als hij op een zolderkamertje zit en denkt dat hij daar slimme dingen aan het doen is. Op zich worden mensen individualistischer en trekken ze zich minder aan van wat hun omgeving vindt. Maar het zou geen kwaad kunnen als iemand die zich ondernemend opstelt af en toe een schouderklopje krijgt.’

Jacobs en Snijders: innoveren moet routine zijn

De goede innovator is een tienkamper In n ove r e n m o e t r o u t in e z ijn . Te n m in s t e, al s j e al s b e d r ij f d ez e c r i s i s w il ove r l eve n , al s j e s u c c e s vo l w il t z ijn . L e c t o r K u n s t , Cul t u u r e n E c o n o m i e aan d e H A N e n A r t E Z , Dany J ac o b s e n z e l f s t an dig o n d e r zo e ke r H e n d r ik S nijd e r s , h e b b e n h u n b o e k - ove r d e t i e n di s c ip lin e s di e j e m o e t b e h e e r s e n o m in n o va t i e f t e z ijn - d aar o m d ez e t i t e l m e e g e g eve n : In n ova t i e r o u t in e. ‘Sommigen zien er een contradictie in, maar één van die disciplines is dat je innovatie voortdurend op de agenda hebt. Het mag niet iets zijn waar je je af en toe mee bezig houdt. Anders loop je vast. Een bedrijf als ASML werkt voortdurend aan nieuwe generaties chipproductiemachines, aan innovaties die over drie en over tien jaar op de markt moeten komen. Doen ze dat niet dan verliezen ze op termijn marktaandeel.’ In opdracht van de Stichting Management Studies onderzochten Jacobs en Snijders sterk uiteenlopende organisaties, van Philips, DSM en ASML tot en met de HEMA, het Groninger Museum en de Efteling. In totaal 22 partijen die één ding gemeen hebben: ze slagen er over lange periode steeds weer in succesvol te zijn met hun innovaties. Zo ontdekten de twee die tien disciplines die voor elke organisatie, ongeacht de sector, allemaal van even groot belang zijn. U i t e r s t e n b ij e e n Een van die disciplines is dus ‘goed innovatiemanagement’ dat zorgt voor de organisatorische randvoorwaarden om voortdurend innovaties te laten ontstaan. Een andere discipline is het totstandbrengen van een creatieve ambiance. ‘Vaak gaat dat niet samen met een cultuur van harde cijfers, maar voor succesvol innoveren is dat wel nodig.’ Voorts gaat het, wat de schrijvers betreft, niet alleen om het genereren van die baanbrekende out of the box-ideeën, maar ook om het succesvol kunnen doorontwikkelen. ‘99 Procent van de innovatie bestaat per slot uit het systematisch verbeteren van bestaande producten en maar heel af en toe is er sprake van radicale innovatie.’ Nodig is ook interne én externe oriëntatie, vervolgt Jacobs. ‘Een bedrijf kan intern een uitstekende samen-

hang vertonen, met goede onderlinge relaties. Maar het kan niet zonder sterke externe gerichtheid, het vermogen om te netwerken. Ook dat is nodig.’ Om aan zulke uitersten te beantwoorden heb je mensen nodig die binnen de cultuur passen, maar ook zij die dat niet doen. ‘Om te innoveren moet je vaak de zaak openbreken, de discussie aangaan. Wees ook niet bang voor het aanstellen van mensen die slimmer zijn dan jezelf.’

De Tien Innovatiegeboden 1 Vertrek vanuit een strategisch concept, gebouwd op een sterk bedrijfsmodel 2 Wees maatschappijgericht 3 Wees klantgericht 4 Wees ambitieus en durf wat

G r o e iam b i t i e De HAN/ArtEZ-lector - en tevens hoogleraar Industriële Ontwikkeling en Innovatiebeleid aan de UvA - kwam nog meer van die uitersten tegen die bedrijven en organisaties moeten beheersen: de focus op wat de klant nu of op korte termijn wil, maar ook oog voor de trends op langere termijn, waarin behoeftes spelen waarvan de klant zich nu nog helemaal niet bewust is. Het belang van het oog hebben voor de lange termijn trof Dany Jacobs ook tijdens zijn onderzoek bij Mexx. ‘Dat werd overgenomen door een Amerikaans bedrijf waardoor de focus sterk op het aandeelhoudersbelang en de kwartaalcijfers kwam te liggen. Het bedrijf werd meer een verdediger van de eigen belangen dan een veroveraar van nieuwe. Het miste groeiambitie en ook dat is een discipline die je moet beheersen om te kunnen innoveren.’ De tien disciplines zijn – net als voor een tienkamper – allemaal even belangrijk. ‘Natuurlijk mag je in één wat zwakker zijn, maar dat moet je dan compenseren door in een andere sterker te zijn.’

5 Ontwikkel door 6 Leer van reële getallen 7 Zoek de beste mensen 8 Creëer ambiance, een open cultuur 9 Bouw sterke netwerken, binnen en buiten uw eigen organisatie 10 Scherp uw focus en commitment

‘Het mag niet iets zijn waar je je af en toe mee bezig houdt’

Dany Jacobs & Hendrik Snijders, ‘Innovatieroutine. Hoe managers herhaalde innovatie kunnen stimuleren’, Van Gorcum. www.vangorcum.nl

BuSINESS AS uNuSuAL


Lector HRM: meer vast personeel, groter innovatievermogen

Flexibilisering arbeid geen wondermiddel Ve e l f l ex we r ke r s o p d e payrol l i s z e ke r g e e n panac e e o m d e h uidig e c r i s i s t e d o o r s t aan . E e n o n d e r n e m e r d o e t e r b e t e r aan e e n c o n s i s t e n t , s t r a t e gi s c h p e r s o n e e l s b e l e id o p t e s t e ll e n e n d aaraan vas t t e h o u d e n . Ve e l b e d r ij ve n z ijn d aar t o e e c h t e r n o g ni e t in s t aa t , al gaa t h e t d e g o e d e k an t o p, m e e n t l e c t o r H R M Ro b e r t Ve r b u r g.

Robert Verburg lector HRM ‘Flexwerkers zijn minder geneigd initiatieven en risico’s te nemen’

10 11

Veel markten worden steeds volatieler. Door de globalisering beïnvloeden alle sectoren en markten elkaar. Gaan de financiële wereld en de automotive onderuit dan heeft dat ook z’n effect op de olie & gas, krijgen de semicon en de IT-sector tikken en worden ook de metaal- en de kunststof branches meegesleept. In hoog tempo. En in tijden van upturn gaat dat precies zo, maar dan andersom. Bedrijven wapenen zich daartegen door de flexibele schil van personeel steeds dikker te maken, rond een kern van mensen met een vaste aanstelling die steeds kleiner wordt. Maar hoe ga je om met mensen die nu boventallig zijn, maar straks zeker niet meer? Hoe moet het HRM-beleid van het moderne bedrijf eruit zien dat zich enerzijds geconfronteerd weet met een structureel tekort aan bepaalde mensen, maar anderzijds ook snel moet reageren op plots inzakkende markten, om te overleven?

HANBLAD NR.13

B ang e r vo o r f o u t e n De nieuwe lector HRM, Robert Verburg, haalt in antwoord op die vragen allereerst maar ‘ns een opmerkelijk onderzoek aan dat onlangs bij onze oosterburen is uitgevoerd. Conclusie daarvan: het innovatievermogen en de bedrijfseconomische prestaties van bedrijven met relatief veel mensen in vaste dienst zijn hoger dan die van bedrijven met een verhoudingsgewijs dikke flexibele schil. Verburg verklaart: ‘Mensen die weten dat ze zo op straat gezet kunnen worden zijn over het algemeen banger om fouten te maken. In een flexibele werkomgeving zijn mensen minder geneigd initiatieven en risico’s te nemen.’ Voorts kan meespelen, vult de lector aan, dat flexwerkers minder loyaal zijn en zich minder geroepen voelen hun goede ideeën aan de baas prijs te geven. ‘Het hebben van veel flexibele arbeidskrachten heeft nadelen, zeker voor kennisgedreven ondernemingen. Als je voor je onderscheidende kennis

sterk afhankelijk bent van gedetacheerden en uitzendkrachten is dat niet goed voor je concurrentievermogen’, aldus Verburg. Voor een productiebedrijf ligt dat weer anders. ‘Dan kan het van levensbelang zijn dat je in tijden als deze in staat bent fricties op te vangen zonder hoge ontslagkosten. Maar ook daar geldt: geef je mensen op de strategische functies een vaste aanstelling – want met hen onderscheid je je van de concurrentie.’ Overigens is het niet zo dat mensen in vaste dienst per definitie beter presteren: ‘Als er geen enkele relatie is tussen het salaris en de geleverde prestaties tast dat zeker de effectiviteit van mensen aan. Dus: geef ze feedback op hun prestaties. Zorg voor een uitdagende werkomgeving, een goed intern promotiebeleid en beloon bijvoorbeeld de verkoopafdeling afhankelijk van hun omzet.’ C o n s i s t e n t e n s t r a t e gi s c h Bovenaan Verburg’s lijstje van do’s voor ondernemers staat: zorg voor een consistent en strategisch personeelsbeleid. ‘De strategie die gekozen wordt moet - vanzelfsprekend - toegesneden zijn op het soort bedrijf. Het kan niet zo zijn dat een bedrijf zeer zware selectiecriteria hanteert voor sollicitanten, maar een bescheiden salaris betaalt. En een kennisintensief bedrijf moet ruim budget vrijmaken voor opleidingen. Een vliegtuigonderhoudspecialist, waar het letterlijk van levensbelang is dat medewerkers nauwgezet de instructie opvolgen, moet een ander personeelsbeleid voeren dan het grote ingenieursbureau dat het vooral van de creativiteit van z’n mensen moet hebben.’ Tr o u w b lij ve n Als er eenmaal een strategie is bepaald, is het van groot belang dat een bedrijf trouw blijft aan die strategie,

maar dat is lang niet altijd zo eenvoudig. ‘Zeker niet in een tijd als deze. Ingezet strategisch personeelsbeleid heeft al gauw zes, zeven jaar nodig om zich te bewijzen. Als dan de kwartaalcijfers zwaar tegenvallen moet de personeelsmanager sterk in zijn schoenen staan om weerstand te bieden aan de top als die toch maar ‘die dure kenniswerkers’ wil ontslaan. Vaak genoeg worden er toch plots radicale sprongen gemaakt.’ Het is daarom noodzakelijk, stelt Verburg, dat die personeelsmanager deel uit gaat maken van die bedrijfstop. ‘Lange tijd is er alleen ad hoc personeelsbeleid gevoerd, werd het vooral beleefd als kostenpost, hadden de personeelsfunctionarissen geen businessachtergrond en spraken ze de taal van de top niet. Deden ondernemers van kleine bedrijven personeelszaken ‘er even bij’, op een vaak veel te technocratische manier, met zichzelf als norm.’ Maar, stelt Robert Verburg, in die perceptie van personeelsbeleid zit beweging. ‘Want het valt steeds beter te onderbouwen dat HRM bijdraagt aan het vergroten van de bedrijfsresultaten.’ Dat belang draagt hij zelf uit aan de business school van de TU Delft waar hij topmanagers in spe bewust maakt van hun rol als ontwikkelaars en uitvoerders van het personeelsbeleid. En door als lector aan de HAN onderzoek te doen naar de effectiviteit van personeelsinstrumenten in de praktijk en de vergaarde kennis een plaats te geven in het onderwijs.

Het is noodzakelijk dat de personeelsmanager deel uit gaat maken van de bedrijfstop

O ve r l eve n Een crisis overleef je dus het gemakkelijkst met een consistent en doordacht doorgevoerd strategisch personeelsbeleid. Toch valt het bedrijven nu niet kwalijk te nemen als ze niet goed voorbereid blijken te zijn op deze crisis. ‘Want als onderzoeker heb ik natuurlijk makkelijk praten. Er zijn bedrijven die hun omzetdaling echt niet hebben kunnen zien aankomen. Dan ontkom je niet aan radicale, ad hoc ingrepen.’

Welk t ype HRM-beleid ? Welk type HRM-beleid gekozen moet worden hangt af van de

controle

context van een bedrijf. In de verticale dimensie van het diagram wordt beschreven de mate waarin een bedrijf zijn personeelsbeleid inzet om controle over (compliance) dan wel betrokkenheid (commitment) van zijn personeel te verwerven. De horizontale dimensie

Bureaucratisch HRM

Markt HRM

geeft de mate weer waarin de onderneming (bedrijf) dan wel het individu (werknemers) verantwoordelijk wordt gehouden voor de ontwikkeling van het personeel.

bedrijf

werknemers

Kleine productiebedrijven maken typisch gebuik van Markt HRM, grote van Bureaucratisch HRM. Kleine ingenieursbureaus vallen in

Professioneel HRM

Flexibel HRM

het segment Flexibel HRM en grote onderzoeksinstituten in Professioneel HRM. Hoe je in die vier contexten met flexibel personeel omgaat is sterk verschillend. Robert Verburg illustreert: ‘In een onderneming in de flexibility bundle ligt het niet voor de hand

commitment

je flexibele personeel ontwikkelingsmogelijkheden te geven, die achten zich daar zélf verantwoordelijk voor.’

BuSINESS AS uNuSuAL


Belangstelling voor EVC door crisis fors toegenomen

kansrijk de arbeidsmarkt op D e in t e r e s s e o m o pg e d an e we r ke r var ing vas t t e la t e n l e gg e n in e e n E VC - r ap p o r t ag e o f e r var ing sc e r t i f i c aa t i s d e laa t s t e m aan d e n f o r s t o e g e n o m e n , c o n s t a t e e r t M e a Ve r b u n t van d e H A N O n d e r n e m e r s d e sk .

Aanvalsplannen De Ondernemersdesk is begin dit jaar

Door de crisis, die gepaard gaat met ontslagen en werktijdverkorting, willen meer mensen zich om- of bijscholen, zo verklaart ze de toestroom. Voorts speelt dat de overheidsregelingen om EVC voor werknemers te vergoeden gunstiger worden.

opgericht om ondernemers uit de regio, met crisisgerelateerde vragen, toegang te geven tot de HAN. In vervolg daarop is de hogeschool betrokken geraakt bij diverse ‘aanvalsplannen’ van gemeentes en de Kamer van Koophandel. Zo wordt er momenteel nauw samengewerkt met de drie Mobiliteitscentra die het UWV in de regio is gestart. Doel van die centra is mensen die ontslagen dreigen te worden via opleidingen zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen.

Te s t e n Om een EVC-certificaat te bemachtigen moet een kandidaat zich laten testen op de competenties die hij in zijn eerdere opleidingen en in zijn werk heeft opgedaan, legt Marion Keiren, projectleider EVC Maatwerk, uit. ‘De kandidaat overlegt bewijsstukken ter beoordeling. Vervolgens wordt gerapporteerd over welke van de competenties van een hbo-opleiding de kandidaat beschikt. Op basis hiervan kan hij, als hij met een hbo-studie wil starten, vrijstellingen krijgen.’ Het doel van het project waar Keiren leiding aan geeft is dat alle HAN-opleidingen EVC-trajecten en maatwerkopleidingen gaan leveren aan geïnteresseerden. Nu biedt ongeveer de helft van de opleidingen dergelijke trajecten aan. Keiren benadrukt dat het niet zo is dat iemand na het bepalen van diens EVC-niveau genoodzaakt is ook een opleiding te gaan volgen. ‘Als iemand alleen een EVC-certificaat wil om zijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, kan dat natuurlijk ook.’

als de gezondheidszorg, het onderwijs en de sociale dienstverlening komen er meer vragen. ‘In die sectoren heeft dat minder met de crisis te maken, maar wel met de behoefte om de employability van de medewerkers te verhogen, om de juiste persoon op de juiste plaats te krijgen’, aldus Marion Keiren. www.han.nl/evc

F o r s e t o e nam e De belangstelling voor een EVC-certificaat is niet alleen binnen het bedrijfsleven gegroeid, ook vanuit sectoren

Onderzoekers detacheren bij de HAN? Medio juni trad de regeling Kenniswerkers in werking. Ondernemingen die kampen met acute omzetdaling kunnen een deel van hun onderzoekers inzetten voor onderzoek en ontwikkeling op ‘prioritaire thema’s in de Nederlandse kennisinfrastructuur’. De onderzoekers worden voor een periode van maximaal 1,5 jaar beschikbaar gesteld aan publieke kennisinstellingen, bijvoorbeeld een universiteit of een hogeschool als de HAN. De onderzoekers worden gedetacheerd bij deze kennisinstelling, ze blijven in dienst van de onderneming. Het is de bedoeling dat de onderzoekers na die periode weer volledig aan de slag

12 13

HANBLAD NR.13

aan in de private sector. De kenniswerkers worden ingezet op de terreinen die van maatschappelijk belang zijn en de Nederlandse kennispositie versterken. Voor deze regeling heeft het kabinet in totaal 180 miljoen euro beschikbaar gesteld. De eerste ronde voor het indienen van voorstellen liep af op 10 juli, later dit jaar volgen er nog een of meer rondes. SenterNovem voert de regelingen uit in opdracht van de ministeries van EZ en OCW. www.senternovem.nl/kenniswerkers

Prijswinnende leraren in spe beantwoorden structureel tekort technici In de huidige conjunctuur is het tekort aan technisch geschoold personeel tijdelijk minder nijpend. Op de lange termijn dreigt er echter nog altijd een structureel tekort aan dit type werknemer. Christian Lok en Edward Antonysen – derdejaars studenten van respectievelijk Pabo Groenewoud Nijmegen en Pabo Arnhem van de HAN hebben een bijdrage geleverd aan het terugdringen van dit tekort. De twee leraren in spe hebben de 1e prijs gewonnen in de Wetenschap en Techniekwedstrijd van VTB-Pro en Paboweb.nl. De prijs is ingesteld om het structureel groeiende tekort aan technisch geschoold personeel te helpen terugdringen. In dat kader is het belangrijk om kinderen al op jonge leeftijd te enthousiasmeren voor wetenschap en techniek en daarvoor zijn leerkrachten nodig die weten hoe ze bij kinderen de nieuwsgierige en onderzoekende houding kunnen stimuleren en verder ontwikkelen. De twee aankomende leerkrachten zijn er als beste in geslaagd een onderwijsactiviteit te ontwikkelen die kinderen enthousiast maakt voor wetenschap en techniek. Lok en Antonysen maakten een lespakket Sterrenkunde dat volgens de jury de nieuwsgierigheid van kinderen in groep 7 en 8 prikkelt en hun onderzoekende houding en probleemoplossende vermogen ontwikkelt. Het lespakket is van hoge kwaliteit en direct toepasbaar in de klas. Daarnaast hebben de studenten een bijbehorende website ont-

wikkeld waarmee - met behulp van de sterrenkijker van de Radboud Universiteit - de ruimte zou kunnen worden bekeken. De jury was onder de indruk van de keuze voor het ambitieuze en moeilijke thema Sterrenkunde. ‘Een aankomende leraar moet het maar aandurven om iets dergelijks op te pakken’, aldus het rapport. De 1e prijs bestaat uit een reis naar en een toegangsbewijs tot het Science Museum in London of het Parijse Musée des Arts et Métiers. Het lespakket en de bijbehorende webteksten staan op: www.han.nl/pabo

HAN-project Brug naar Duurzaamheid wint Civiel Award 2009 Vitae, het netwerk van de Nieuwe Professional, heeft vrijdag 10 juli voor de 14e keer de Bouw en Civiel Award uitgereikt. De Civiel Award is gewonnen door de HAN. De Bouw Award ging naar de Hogeschool van Amsterdam. De Award wordt sinds 1995 uitgereikt en is een landelijke prijs voor HTS-bouwkundigen en HTS-civieltechnici in het laatste jaar van hun studie. Op de finaledag presenteerden elf hogescholen uit heel Nederland hun beste afstudeerproject Bouwkunde en/of Civiele Techniek. De winnaars ontvingen naast de Award een reischeque. Een

HAN-studenten Rob Hendriks en Patrick Morren winnen de Civiel Award 2009.

vakjury bepaalde op grond van een presentatie, expositie en een vragenvuur de uiteindelijke winnaars. De HAN heeft met de Civiel Award gewonnen met het project Brug naar Duurzaamheid. Volgens de studenten Patrick Morren en Rob Hendriks zijn er in de Grond, Weg en Waterbouwsector (GWW) diverse projecten waar duurzaamheid als opportuun punt naar voren komt. Belangrijk omdat ook de GWW-sector haar steentje moet bijdragen aan het tegengaan van milieuvervuiling en het uitputten van grondstoffen. In de sector mist men nog een duidelijke toetsingsmethode om projecten op duurzaamheid te scoren. Voor het direct kunnen aflezen van de duurzaamheidscore hebben de studenten een figuur ontworpen: een ‘Kompas’ waarin alle toetsonderdelen zijn meegenomen. Met de uiteindelijke toetsingmethode kunnen GWW-projecten globaal beoordeeld worden. De jury loofde het HAN-project Brug naar Duurzaamheid, omdat het een heldere visie heeft en de opdracht met passie is geschreven. ‘Het Kompas is een dynamisch document dat een lans breekt voor duurzaamheid in de sector’, aldus de vakjury van experts uit de Nederlandse bouw- en civieltechnische wereld.

BuSINESS AS uNuSuAL


Hermann Scheer koppelt economische crisis aan klimaatcrisis

De zon stuurt geen rekening Scheer. ‘Een windmolen staat binnen een week, zonnepanelen binnen een dag. Vergelijk dat eens met de bouw van een nieuwe kerncentrale.’ En ook het argument dat het slecht zou zijn voor de economie, vindt Scheer onzin. ‘In Duitsland heeft mijn energiewet inmiddels 250.000 banen opgeleverd.’

‘ We m o e t e n ove r s t ap p e n o p al t e r n a t i eve e n e r gi e b r o n n e n e n we l n ú . Da t m inim ali s e e r t d e k lim aa t sve r an d e r ing, ove r w in t ve iligh e id s k we s t i e s , pak t h e t gr o e i e n d wa t e r t e ko r t aan , ve r b e t e r t d e we r e ldg ezo n d h e id , h e lp t o n t w ik ke ling s lan d e n é n s c h e p t ni e u we ban e n .’ H e r m an n S c h e e r, we r e ld au t o r i t e i t o p h e t g e b i e d van zo n n e - e n w in d e n e r gi e, ve n t il e e r d e m e di o m e i z ijn ui t g e s p r o ke n m e ning t ijd e n s d e t i e n d e H A N C r e a t i ve M as t e r c las s .

‘In Duitsland heef t mijn energiewet inmiddels 250.000 banen opgeleverd’

14 15

In een goed gevulde grote zaal van Musis Sacrum en onder het oog van tv-camera’s van RTL en TV-Gelderland, schetst Scheer - ook wel de ‘Duitse Al Gore’ genoemd aanvankelijk een somber beeld. De fossiele energiebronnen raken op en de enorme lobby van de energiebedrijven houden een overstap naar alternatieve energiebronnen tegen. Terwijl de voordelen toch overduidelijk

HANBLAD NR.13

zijn: de oude bronnen zijn bijna op, de nieuwe zijn voor eeuwig; de oude zijn gigantisch vervuilend, de nieuwe schoon. Vasthouden aan de oude bronnen maakt ons steeds meer afhankelijk van die paar landen die nog olie, gas en steenkool kunnen leveren. En de verhalen van de energieleveranciers dat overstap duur zou zijn, of dat het technisch nog niet kan: allemaal bullshit volgens

S pan ning e n Scheer heeft slecht én goed nieuws. ‘Het slechte nieuws is dat de olie opraakt, het goede nieuws is dat de olie opraakt.’ Hij benadrukt daarmee hoe zwaar conventionele energiesystemen onze economie domineren en hoe hard het nodig is om over te stappen op duurzame energie. Scheer: ‘Onze economie is voor zeventig procent af hankelijk van conventionele energie. In India en China is dat veel minder; hoewel daar veertig procent van de wereldbevolking woont, gebruiken zij slechts vijftien procent van onze energieconsumptie. Als zij dezelfde vraag naar energie hadden als wij, waren olie en gas allang opgebruikt.’ Die afhankelijkheid van fossiele brandstoffen zal volgens Scheer onherroepelijk leiden tot ernstige internationale spanningen. ‘Hoogste tijd dus om snel over te stappen.’ De huidige crisis is volgens Scheer alleen maar te overwinnen door voor één strategie te kiezen: concentreren op die overstap. ‘De zon geeft in acht minuten even veel energie af als alle energiebronnen op aarde gezamenlijk in één jaar.’ C r im inali t e i t Scheer benadrukt nogmaals de kwalijke rol die de energieleveranciers hierbij spelen. ‘De Shells, Exxon’s en BP’s van deze wereld denken dat ze de eigenaren zijn van energiekennis. Ze worden daarbij gedekt door de regeringen. En wie duiken er altijd op als deskundigen in tv-programma’s? Maar de energiebedrijven vormen juist een van de grootste oorzaken van de energiecrisis. Hen vragen naar de oplossing van de energiecrisis is net zo iets als de maffia vragen hoe we de criminaliteit moeten

overwinnen.’ Scheers conclusie is duidelijk: de veranderingen moeten nú plaatsvinden. ‘We moeten voorrang geven aan nieuwe energietechnieken.’ Hij vindt het ongelooflijk hoe vastgehouden wordt aan conventionele energiebronnen. ‘In wat voor cultuur leven we eigenlijk? Al ons huishoudelijk afval scheiden we keurig, ruimen we netjes op en we betalen voor de verwerking. Maar ons energieafval gooien we gewoon op straat.’ Voordat hij na z’n lezing - ‘De omslag naar een duurzame toekomst’ - de gelegenheid geeft vragen te stellen, stelt hij de zaal er zelf een: ‘Wie houdt zich al bezig met duurzame energie?’ Als slechts een handjevol handen omhoog gaat, roept hij verontwaardigd: ‘Zijn jullie soms dom of zo? De zon en de wind sturen geen rekening, hoor.’ B ew u s t wo r ding Een dag later geeft Scheer een Masterclass voor twintig zorgvuldig geselecteerde studenten. Daaronder Ralf de Bruin, HAN-student Industrieel Product Ontwerpen (IPO) die samen met medestudent Jorg Rijkschroeff al enkele ontwerpprijzen heeft binnengehaald. Zo kreeg hij een prijs van 10.000 euro voor het ontwerp van een duurzame terrasverwarming. De Bruin: ’Ik wilde graag naar de Masterclass omdat we met onze ontwerpen en ideeën ook met alternatieve energie en duurzaamheid bezig zijn. In onze nieuwe ideeën kijken we in hoeverre we gebruik kunnen maken van zonne-energie.’ Hij is enthousiast over de Masterclass (‘alleen jammer dat het niet echt toegespitst was op de regio’) en vindt de rol van Scheer vooral belangrijk in de bewustwording. ‘Scheer maakt heel overtuigend duidelijk dat het kan en dat het nú kan.’ De Bruin denkt dat grote bedrijven de overstap niet zo makkelijk zullen maken. ‘Die hebben nog te veel voordelen van de oude systemen. De kleine en vernieuwende bedrijven zullen de nieuwe technologische revolutie moeten inzetten.’

S cheer Hermann

Scheer

(1944)

studeerde

Economie, Sociologie, Politicologie en Rechten in Heidelberg en Berlijn en behaalde in 1972 zijn PhD in Economische en Sociale Wetenschappen. Vanaf 1980 is hij lid van de Duitse Bondsdag namens de SPD. Scheer is sinds 1988 tevens voorzitter

van

EUROSOLAR,

de

Europese

Vereniging voor duurzame energie en van de World Council for Renewable Energy. Hij publiceerde talloze essays en boeken over duurzame energiebronnen, waaronder The Solar Strategy en The Solar Economy.

H A N Creative Masterclasses In de serie HAN Creative Masterclasses presenteert de hogeschool Masterclasses en lezingen rondom creativiteit aan de hand van strategische thema’s als economische ontwikkeling, beleid, organisatie, leiderschap, management, ondernemen, cultuur en onderwijs. De Masterclasses hebben tot doel om managers en ondernemers te inspireren en nieuwe inzichten te verschaffen waarmee zij vorm en richting kunnen geven aan innovatie. De volgende Masterclass vindt plaats in november. www.han.nl/masterclass

b u siness as u n u s u al


‘Homo digitalis’ netwerkt anders

Innoveren via Web 2.0 Ni e u we in t e r n e t t o e pas s ing e n - in t e r ac t i eve r, min d e r t ijd - e n plaa t s g e b o n d e n - b eïnv l o e d e n onze manier van communiceren en onze b e d r ij f svo e r ing. B e d r ij ve n k u n n e n h u n p o s i t i e verstevigen met dit zogeheten Web 2.0. Bij vo o r b e e ld d o o r d e r e ac t i e s van k lan t e n t e g e b r u i ke n v o o r i n n o v a t i e v a n p r o d u c t e n o f di e n s t e n .

René Bakker Lector Networked Applications

‘Klanten hebben regelmatig prima suggesties’

‘Je ziet een ontwikkeling van nieuwe bedrijfs modellen en manieren van geld verdienen’

16 17

YouTube, sociale netwerken als Facebook, internationaal aan een project werken via internet, digitale reacties van consumenten op producten…ze vallen allemaal onder de verzamelnaam Web 2.0. René Bakker, HAN-lector Networked Applications, legt uit: ‘De technologie achter 2.0-toepassingen is niet nieuw, maar wel het gebruik van internet. De eerste jaren lag daar het accent op het verspreiden van informatie, die consumenten van het net haalden. Totdat vier jaar geleden consumenten zelf steeds meer informatie gingen toevoegen. Daarnaast kwamen de sociale netwerken, waarmee je met een heleboel mensen tegelijk contacten onderhoudt. Vooral de jongere generatie heeft dat massaal opgepakt.’ Een netwerk is een krachtig communicatiemiddel vanwege de interactie en de mogelijke bijdragen aan nieuwe ontwikkelingen. ‘Bovendien is het realtime, als je op bijvoorbeeld MSN zit, zie je meteen wie er online

HANBLAD NR.13

is en kun je direct communiceren. En het is tijd- en plaatsonaf hankelijk, je kunt inloggen wanneer en waar je wilt.’ Ve r t r o u we n ve r s t e r ke n René Bakker onderzoekt welke Web 2.0-toepassingen een plaats verdienen in het bedrijfsleven en in het onderwijs. Bedrijven en instellingen kunnen reacties van de consument inzetten om te peilen hoe klanten over hun producten denken en om de verkoop van goederen of diensten te ondersteunen. Zelfs negatieve reacties zijn bruikbaar. ‘Het komt eerlijker en geloofwaardiger over als je ook negatief commentaar op jouw site hebt, op voorwaarde dat je er op reageert. Dan kan het juist het vertrouwen van klanten in het bedrijf en de producten versterken’, denkt Bakker. Mensen wisselen steeds makkelijker van leverancier. ‘Klantenbinding is daarom belangrijk. Die kun je virtueel ondersteunen met jouw site en klantenreacties.’ Meningen van klanten kunnen bedrijven helpen hun producten te verbeteren of te innoveren. Om ideeën op te doen, moeten bedrijven misschien zelf reacties vragen via hun site. ‘Een beetje de ‘open source gedachte’, waarop ook wiki’s gebaseerd zijn. Een wiki is een informatiebron die anderen mogen aanvullen en verbeteren, zodat je kennis beschikbaar stelt en deelt. Klanten hebben regelmatig prima suggesties.’

N i e u we b e d r ij f s m o d e ll e n Hoe meer klanten reageren, hoe meer waarde ze toevoegen. Het wordt dan immers voor andere bezoekers interessanter om te lezen. ‘Google is ook een voorbeeld van de macht van het aantal’, vervolgt René Bakker. Deze zoekmachine is gratis, maar verkoopt advertenties. Hoe meer informatie Google biedt, des te meer bezoekers en advertentie-inkomsten. ‘Je ziet dus een ontwikkeling van nieuwe bedrijfsmodellen en manieren van geld verdienen.’ De opkomst van informatienetwerken maakt het ook mogelijk vanaf elke willekeurige plek samen te werken via internet. Vergaderen via de webcam bijvoorbeeld. Of contacten onderhouden in de zorg, door even te chatten met een oudere of andere zorgbehoevende. Dat scheelt (reis)tijd en geld. Bovendien schept het flexibiliteit. ‘Mensen met kleine kinderen kunnen hierdoor werk en zorg beter combineren. Nadeel is dat voor sommigen het werk nooit ophoudt’, glimlacht Bakker. S t apj e ve r d e r Voor kennismanagement zijn er eveneens 2.0-toepassingen. Via bedrijfswiki‘s kunnen individuele medewerkers hun kennis beschikbaar maken voor collega’s. Ook geeft samenwerking buiten het bedrijf, of zelfs internationaal, innovatie een nieuwe impuls, doordat mensen boven het eigen domein uitkijken. ‘Samenwerken gebeurt vaak via een speciaal platform op het internet.

Maar mensen wisselen ook binnen hun persoonlijke netwerk van gedachten, waardoor ze een stapje verder komen in hun denkproces.’ Bedrijven richten zich meer op hun kernbusiness en laten zaken als catering, schoonmaak en ICT vaker aan buitenstaanders over. Daarnaast stijgt het aantal ZZPers. Meer outsourcen en werken met freelancers betekent een andere stijl van managen en contacten onderhouden. Wederom biedt Web 2.0 mogelijkheden. ‘Netwerksites als LinkedIn zijn heel bruikbaar voor relatiemanagement en contacten met klanten.’

8.8 0 8. 2 6 9 Hyves is het belangrijkste (digitale) sociale netwerk in Nederland. Eind 2008 waren er ruim 7 miljoen landgenoten lid. Dat aantal was op 7 juni al gegroeid tot 8.808.269. Ook de professionele netwerksite LinkedIn groeit rap. In mei had die wereldwijd meer dan 40 miljoen gebruikers die hun persoonlijk netwerk delen met elkaar. Mensen kunnen hier anderen om advies vragen, iemand uit hun netwerk aan een baan helpen, kennis delen of contacten onderhou-

‘H o m o digi t ali s’ De huidige student is een ‘homo digitalis’, opgegroeid in het digitale tijdperk. Hij maakt volop gebruik van Web 2.0. René Bakker kijkt hoe Web 2.0 in het onderwijsprogramma kan worden verwerkt. De HAN zet al wiki-technologie in. Daarmee kan een docent studenten die samen een werkstuk schrijven tussentijds commentaar geven. Hij kan precies zien van welke student een bepaalde bijdrage is, zodat studenten niet meer kunnen ‘meeliften’ met het werk van anderen. ‘Verder werken we aan een nieuwe informaticaopleiding, met platforms waarin studenten digitaal kunnen samenwerken. Daarvoor maken we een wiki met studiemateriaal, die iedereen, ook buiten de HAN, mag gebruiken, op voorwaarde dat zij eraan bijdragen of het materiaal verbeteren.’

den. Enkele bekende 2.0-sites: • www.flickr.com: site om foto’s te delen; • www.youtube.com: site waar mensen video’s delen; • www.delicious.com: site voor het rubriceren en delen van bookmarks. Manieren

van

2.0-zakendoen

staan

beschreven in het boek: ‘Groundswell: Winning in a world transformed by technologies’, Charlene Li & Josh Bernoff Harvard Business Press.

BuSINESS AS uNuSuAL


Samenwerking HAN met lokale overheden

++ Hans Waegemaekers: ‘Het gaat hier om banen waar je leert om op beleidsniveau te functioneren. Het basisvak heb je geleerd op je bacheloropleiding; in deze master leer je om je invloed als beleidsadviseur of als manager op een slimme en innovatieve manier aan te wenden.’

Goede baan plus masteropleiding ‘G e m e e n t e s w ill e n e e n gr o t e r e in s t r o o m van j o ng e m e n s e n . Daar t o e gaa t d e H A N e e n t r ain e e p r oj e c t ui t vo e r e n vo o r a f g e s t u d e e r d e h b o’e r s . Vo o r h e n b e t e ke n t d a t e e n g o e d b e t aald e baan é n e e n - d o o r d e we r kg eve r b e ko s t ig d e, N VAO - g e ac c r e di t e e r d e - m as t e r o p l e iding.’ Z o va t H an s Wae g e m ae ke r s h e t gr o o t s c h alig e p r oj e c t van d e o p l e iding t o t M as t e r in M an ag e m e n t & In n ova t i o n ko r t s am e n .

Hans Waegemaekers Cöordinator Master in Management & Innovation, HAN ‘Een uitgelezen kans voor gemeentes om zich als goede werkgevers te manifesteren’

Waegemaekers is coördinator van die masteropleiding die de afgelopen jaren een goede reputatie heeft opgebouwd in de zorg en de publieke dienstverlening. ‘Deze samenwerking sluit ook prima aan bij de missie van de HAN om voor bedrijven en instellingen in de regio hét opleidingsinstituut en een belangrijke kennispartner te zijn. Het is de bedoeling dat het traject onderdeel wordt van een bredere samenwerking tussen onderwijsorganisaties in de regio en lokale overheden. Zo wordt de HAN ook betrokken bij de werving en selectie voor dit traineetraject.’ Im ag o p r o bl e e m Gelderland kent een samenwerkingsverband van 26 gemeentes; grote als Nijmegen en Arnhem, kleinere als Druten of Westervoort. Die gemeentes hebben vacatures en het zou mooi zijn als vooral ook jonge, ambitieuze

18 19

HANBLAD NR.13

professionals die kunnen vervullen. Vandaar deze samenwerking met de HAN. ‘We willen deze constructie omdat gemeentes te kampen hebben met vergrijzing. We zoeken jonge, nieuwe helden’, zegt Dick de Vos. Hij is hoofd P&O van de Gemeente Druten en lid van de projectgroep die deze constructie uitgewerkt heeft. Naast de vergrijzing – en dus een grote uitstroom – hebben gemeentes moeite om hoog gekwalificeerde medewerkers te vinden: er is een sterke concurrentie op de arbeidsmarkt en gemeentes hebben voor jongeren een onvoldoende positief imago. De studenten krijgen tijdens de Master Management & Innovation met alle facetten van het werken bij de overheid te maken. Minimaal twee keer gaan ze tijdelijk werken bij een ander organisatieonderdeel of een andere gemeente. Er is werk voor studenten met alle soorten diploma’s. Iemand die een sociaal agogische opleiding

Master in Management & Innovation Veranderingen in organisaties kunnen elkaar snel opvolgen. Van managers en beleidsadviseurs wordt verwacht dat ze deze complexe, innovatieve processen

heeft kan terecht bij de beleidsafdeling Welzijn, bij een sociale dienst, of als P&O-adviseur. Iemand met een bouwtechnische opleiding kan aan de slag bij Ruimtelijke Ordening en met een economische opleiding zijn er legio mogelijkheden op een financiële afdeling. De studenten die bij de gemeentes aan het werk gaan, moeten er ook solliciteren. De banen staan op www.werkeningelderland.nl. Iedereen, die hooguit twee jaar geleden of uiterlijk 1 september aanstaande is afgestudeerd en niet ouder is dan 25 jaar, kan solliciteren. In s t ap ni ve au De studenten met al die verschillende vooropleidingen volgen dus één opleiding, de Master in Management & Innovation. Die opleiding wordt speciaal voor deze doelgroep aangepast. Het eerste jaar wordt een ‘schakelprogramma’ gevolgd waarin toegewerkt wordt naar het voor deze masteropleiding vereiste instapniveau. Daarna volgt het masterprogramma, dat twee jaar duurt. Straks is er dus een groep van circa 22 studenten met zeer uiteenlopende basisopleidingen en op verschillende werkplekken. Is dat niet wat vreemd? Geenszins, vindt

Creatief Dat maakt dat er wel strenge eisen aan de toekomstige masters worden gesteld. Coördinator van het samenwerkingsverband en lid van de projectgroep Derk Koetsier, zelf werkzaam bij de Gemeente Nijmegen, vat het aldus samen: ‘Wij zoeken mensen die creatief zijn. De maatschappij is veranderd. Deze mensen moeten kunnen lobbyen en netwerken. Het gaat hier niet om een bureaufunctie, we zoeken mensen met communicatieve vaardigheden.’ Uiteindelijk worden er voor elke functie drie kandidaten voorgedragen, de betreffende gemeente maakt de uiteindelijke keuze. De studenten krijgen een aanstelling van 36 uur, waarvan vier uur studieverlof. Ze volgen een driejarige betaalde masteropleiding en krijgen een startsalaris van 2165 euro bruto per maand. En dat allemaal in een sector met veel toekomstmogelijkheden, daar zijn alle initiatiefnemers van overtuigd. G o e d e we r kg eve r In oktober gaat de master van start. Volgens Waegemaekers snijdt het mes aan twee kanten. ‘Het is voor de HAN een interessante en uitdagende klus, een uitgelezen mogelijkheid om tot nauwere samenwerking te komen met lokale overheden in de regio. Maar tevens is het voor de gemeentes dé kans om zich als goede werkgever voor jonge bachelors te manifesteren.’ Voldoende commitment van de deelnemende gemeentes is daarbij een belangrijke succesfactor. Waegemaekers: ‘ We proberen dat te realiseren door aan elke trainee een werkbegeleider uit de eigen gemeente te koppelen. Ik heb het volste vertrouwen in optimale medewerking van de gemeentes. Zij hebben er tenslotte zelf veel voordeel van.’ www.werkeningelderland.nl

kunnen sturen en ondersteunen. De Master in Management & Innovation leert om te anticiperen op nieuwe ontwikkelingen en succesvol vernieuwingstrajecten door te voeren. De studie wordt afgesloten met de erkende titel Master in Management & Innovation (MMI). www.han.nl/masterprogrammas

‘We zoeken jonge nieuwe helden’

BuSINESS AS uNuSuAL


Sensata Technologies en HAN werken samen aan revolutionaire druksensor

Eindelijk: echt intelligent motor management A l s laa t d e r e c e s s i e vo o r al in d e au t o m o t i ve h ev ig t o e, ve e l o n t w ik ke l we r k gaa t g ewo o n d o o r. We r k aan d e d u u r z am e au t o van d e t o e ko m s t . Do o r d e s am e nwe r k ing m e t S e n s a t a Te c h n o l o gi e s z i t d e H A N in h e t k r aai e n n e s t e n h e e f t z e ui t z i c h t o p h e t vo o r lan d van d e au t o b r an c h e. S e n s a t a o p haar b e u r t i s blij m e t d e f l ex ib e l e t e s t f ac ili t e i t e n b ij H A N -A u t o m o t i ve.

Tim Tiek

Wolbert van Dronkelaar

design engineer bij Sensata

projectmanager ARLA

Technologies ‘Sinds we de HAN als partner

‘We hebben graag commerciële

hebben, gaan we niet meer

partijen over de vloer’

vreemd’

Sensata maakt sensoren. Behalve in auto’s zitten ze in witgoed en beveiliging, maar ook in raketten, vliegtuigen of bulldozers. Voorbeelden: f lowsensoren en druksensoren voor de meting van cylinder- olie- of waterdruk. Tim Tiek, design engineer bij Sensata Technologies uit Almelo, stelt zelf bewust: ‘Alle autofabrikanten zijn onze klant. Onze sensoren zitten in zeventig procent van alle auto’s. Een doorsnee auto heeft er al gauw tien, BMW véél meer. Een gemiddeld Amerikaans gezin heeft dertig Sensata-producten in huis.’

20 21

HANBLAD NR.13

Biz ar Na jaren ervaring met professionele testlaboratoria heeft Tiek het Applied Research Laboratory – Automotive (ARLA) aan de HAN ontdekt. Hij werkt er samen met Wolbert van Dronkelaar, projectmanager. Sensata kan weliswaar zelf sensoren testen, maar niet ‘in vivo’ (lees: in de auto). Het maakt verschil of je een sensor test in laboratoriumomstandigheden of in de bizarre omstandigheden van zijn ‘werkmilieu’: temperatuurschommelingen, vibraties, vocht en naast kabels met dertigduizend volt. Tiek vindt dat, vergeleken met professionele testlabs, ARLA er bovenuit springt qua kosten en flexibiliteit. Ook Van Dronkelaar ziet waar Sensata werkelijk wat aan hééft: ‘Bij een professioneel testlab krijgen ze alleen de uitslag: ‘Verbeter dít nog, schaaf dáár nog wat aan.’ Maar in ARLA kunnen ze zelf aan de slag en lopen ze mee in het traject. En onderling klikt het bovendien.’ Tiek, met een grijns: ‘Sinds we de HAN als partner hebben, gaan we niet meer vreemd.’ Hadden Sensata en de HAN eerst drie projecten lopen, door de recessie moet de broekriem aangehaald en is het er nog maar één. Maar wel een veelbelovende: de druksensor in de verbrandingskamer. In samenwerking met het Duitse bedrijf Beru in Almelo ontworpen, in Maleisië geproduceerd en in Duitsland toegepast voor de Amerikaanse markt. De sensor - beter bekend als de Pressure Sensor Glowplug (PSG) - heeft inmiddels de Eurekaprijs in de wacht gesleept.

O p t im aal r e g e l e n De druksensor wordt gecombineerd met de gloeiplug die dieselmotoren zo snel mogelijk op temperatuur brengt; de koude fase is namelijk de meest vervuilende. Wat zijn de voordelen ervan? De auto wordt een stuk stiller, zuiniger en schoner, terwijl het vermogen toeneemt. De PSG is de basis voor (zelf )diagnose van de auto. Al is hij klein, hij bevat veel intelligentie voor signaalverwerking en temperatuurcompensatie. Nu nog bepaalt louter de krukashoek - en daaruit afgeleid, het toerental het moment van inspuiting. Maar dat is onnauwkeurig. Meting van de cilinderdruk, gekoppeld aan die krukashoek, dàt is je ware. Tiek: ‘Die combinatie zegt alles over de heat release: de hoeveelheid energie die je in één arbeidsslag omzet. Pas als je dat weet, kun je de motor optimaal regelen. Met de heat release van de vorige arbeidsslag optimaliseer je de volgende en compenseer je toleranties. De rekenkracht van de huidige motorelektronica maakt dat mogelijk.’ Zo verkort de PSG bovendien de time to market van een nieuwe auto. Van Dronkelaar: ‘Je hoeft nu niet een jaar lang te finetunen, het motormanagement zoekt dat zelf uit. De sensor zit overigens ook in de bekende DAKAR-auto van de HAN.’ Geen drie tientjes In de autobranche worden er gigantische bedragen verspijkerd aan ontwikkeling die moeten leiden tot uiterst goedkope, maar toch zeer betrouwbare onderdelen. De druksensor kost nog geen drie tientjes. Al bij het proto-

type moet de ontwikkelaar rekening houden met: produceerbaar in grote aantallen. En, uitval is onacceptabel: de sensor moet een autoleven lang meegaan en pakweg 500.000.000 drukcycli van tweehonderd bar aankunnen. Bij de HAN kan Tiek het motortesttraject van de sensor voor een groot deel afleggen. De laatste testen voor massaproductie zijn klantspecifiek en worden door de klant zelf gedaan. De voordelen van de samenwerking zijn evident voor Sensata. Maar ook voor de HAN. Van Dronkelaar: ‘We hebben graag commerciële partijen over de vloer. We bereiken zo kennisoverdracht; we krijgen inzicht in nieuwe ontwikkelingen; de producten kunnen we gebruiken voor onze eigen research en onderwijs; we krijgen hun medewerking bij gastcolleges en we vinden zo stageplaatsen.’

European On Board Diagnostics In Europa moeten - van EU-wege - alle nieuwe benzineauto’s sinds 2001 en alle nieuwe dieselauto’s sinds 2003 beschikken over een on-board diagnostic system (European On Board Diagnostics (EOBD)), om

de

motoremissies

te

monitoren.

Momenteel geldt de Euro-4 emissie-eis. Bij Euro-6 valt er niet meer aan toepassing van de verbrandingskamersensor te ontkomen. De VW Jetta 2.0 TDI, voor de Amerikaanse markt, is er al mee uitgerust en behaalde hiermee de titel Green Car of the Year 2009.

S ensat a Sensata was voorheen onderdeel van

Meer sensoren Hoe ziet de toekomst van de branche eruit in deze turbulente tijden? Van Dronkelaar voorziet volledig elektrische personenauto’s, met een groot aantal sensoren: ‘Nu al heb je ABS, ESP, cruisecontrol, afstandhouders, inparkeerders en motorbesturingssystemen. Heel het regelsysteem van de ‘elektriek’ komt daar nog eens bovenop.’

Texas Instruments, nu van Bain Capital. Het bedrijf is bij de consument niet bekend, terwijl welhaast iedereen de producten gebruikt. De merknaam zit verstopt onder de motorkap of binnenin de wasmachine. Sensata is goed voor een miljard producten per jaar. De onderneming heeft tienduizend werknemers en de hoofdvestiging in Attleboro (bij Boston, Massachusetts). www.sensata.com/holland

b u siness as u n u s u al


Veel belangstelling voor deeltijdopleiding LO-leraar

De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen start deze maand met de deeltijdopleiding Leraar Lichamelijke Opvoeding (LO). De HAN speelt hiermee in op de stijgende vraag naar afgestudeerden in de regio Arnhem en Nijmegen. Die stijging is het gevolg van enerzijds de toenemende maatschappelijke belangstelling voor sport en anderzijds het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd door een behoorlijk aan-

tal sportleraren, legt Hester de Vries, projectleider deeltijd LO, uit. De nieuwe studie leidt op tot een docent met ‘managementcompetenties’. ‘We zien de moderne docent Sport en Bewegen als een professional die nadrukkelijk verbindingen zoekt en legt tussen LO en sport. Dat betekent dat hij de samenwerking zoekt met gemeenten, buurten en de lokale sportverenigingen, maar ook kinderopvangorganisaties. Om dat goed te kunnen doen moet hij over de nodige management kwaliteiten beschikken.’ Dat samenwerken vindt vaak plaats binnen projecten en dus moet die moderne LO-leraar, wat De Vries betreft, ook kennis hebben van projectmanagement. ‘Voorts moet hij kaas gegeten hebben van gedragsbeïnvloeding. Dat is vooral nodig om de Nederlandse jeugd aan het sporten te krijgen en te houden.’ De opleiding is bedoeld voor mensen die minimaal een MBO-opleiding op niveau 4 hebben afgerond en reeds enkele jaren werkzaam zijn binnen de ‘context van sport en bewegen’. Het is de bedoeling dat ze tijdens de studie dat werk blijven doen. De belangstelling voor de deeltijdopleiding is groot. ‘Er zijn zelfs te veel aanmeldingen. Er wordt deze maand gestart met een groep van dertig deeltijders en er is inmiddels een wachtlijst aangelegd, mochten er mensen uitvallen.’ www.han.nl/start/bachelor-opleidingen/deeltijd

Grote behoefte aan Embedded Systems Engineers Dit studiejaar start de HAN met de deeltijdopleiding Embedded Systems Engineering, bedoeld voor technische mbo’ers met één of meer jaren werkervaring in de ICT, telecom, elektrotechniek, werktuigbouwkunde, mechatronica of automotive. Voor mensen die toe zijn aan een volgende stap in hun carrière. De deeltijdopleiding is de enige hbo-studie in Nederland op dat terrein, net als trouwens de voltijdse variant die al langer bestaat, geeft de deeltijdcoördinator Ruud Elsinghorst aan. Die voltijdse studie is gestart in 2002 onder de naam Technische Informatica/Computertechniek en in 2007 – na erkenning door het ministerie van OCW – verder gegaan onder de huidige naam. Al sinds jaar en dag trekt deze opleiding zo’n veertig studenten per jaar die na afstuderen allemaal gemakkelijk aan de bak komen, maakt Elsinghorst duidelijk. ‘Bijvoorbeeld bij een bedrijf als Océ. Of bij een kleiner bedrijf als Inspiro waar men onder andere werkt aan embedded Bluetoothtoepassingen. Onze afgestudeerden ontwerpen die hardware plus de software die daar op draait. Zo maken ze apparaten intelligenter en daaraan is binnen de machinebouw, maar ook bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, een grote behoefte’, verklaart hij de belangstelling. ‘Wij hoeven dan ook nooit enige moeite te doen afstudeeropdrachten bij bedrijven te vinden. Integendeel, wij krijgen meer verzoeken binnen dan we studenten kunnen plaatsen.’ De deeltijdcoördinator verwacht dat ook de deeltijd-afgestudeerden met de studie hun toegevoegde waarde voor hun werkgever fors zullen verhogen. ‘Al tijdens het afstuderen zullen ze voor hun werkgever met hun afstudeerproject een relevante opdracht uitvoeren. Ik denk dan ook

22 23

HANBLAD NR.12

Strijd tegen gevaarlijke reuzenberenklauw A an e e n o n t m o e t ing m e t e e n r e u z e n b e r e nk lau w k u n j e z e e r p ijnlijke b r an d wo n d e n ove r h o u d e n . In N e d e r lan d r uk t d e g evaar lijke exo o t in r ap t e m p o o p. O m d e ve r s p r e iding t o t s t aan t e b r e ng e n h e b b e n P lan t Bi o c o n t r o l In t e r n a t i o n al e n h e t H A N Bi o C e n t r e d e h an d e n in e e n g e s lag e n . BioBeer is een product dat effectief kan worden ingezet in de bestrijding van de reuzenberenklauw. Deze plant is van origine afkomstig uit de Kaukasus, maar gedijt - als exoot - ook zeer goed in ons klimaat. Sinds de jaren negentig is het aantal planten exponentieel gegroeid: in Nederland staan er nu zo’n 1,5 miljoen. Samen nemen die een oppervlakte in beslag van 17 vierkante kilometer en daar kan niets anders meer groeien. Maar, zwaarder weegt dat de reuzenberenklauw brandwonden kan veroorzaken. ‘Het vervelende is dat die zich niet direct openbaren, maar pas na zo’n zes uur en dan helpt afspoelen met koud water niet meer’, licht Barend de Voogd het gevaar toe. P r o c e s ve r s n e ll e n Hij is plantenziektekundige van Plant Biocontrol International. In 2002 heeft hij, toen nog werkzaam aan de Wageningen Universiteit, een schimmel gevonden die als een natuurlijke vijand de reuzenberenklauw kan bestrijden en die inmiddels de naam BioBeer heeft gekregen. ‘Als een exoot lang genoeg in een biotoop is gaan insecten en schimmels ‘m als gastheer ontdekken en is het gedaan met de snelle verspreiding. Door BioBeer grootschalig in te zetten versnellen we in feite dit natuurlijke proces.’ Zover is het echter nog niet. Daarvoor is een gestandaardiseerde kweekmethode nodig. Om die te kunnen ontwikkelen klopte De Voogd een paar jaar geleden aan bij het BioCentre van de HAN. Met gebruikmaking van de faciliteiten die het BioCentre beschikbaar heeft voor het MKB, de kennis van onder andere Nick van Bielzen van het centre en de inzet van diverse studenten heeft De Voogd die standaard kunnen realiseren. ‘Op dit moment werk ik met het BioCentre nog samen aan het verder versnellen van dat kweekproces, zodat ik in staat ben grote klanten goed te bedienen.’

Twe e d e r d e we g Een grote klant die - bij wijze van proef - BioBeer al heeft mogen toepassen is de plantsoenendienst van de gemeente Utrecht. ‘Op de vorig jaar behandelde plek is nu tweederde van de reuzenberenklauw weg’, aldus Barend de Voogd. Hij hoopt met zijn bedrijf Plant Biocontrol International - gespecialiseerd in biologische bestrijding - BioBeer ‘binnen afzienbare tijd’ te kunnen gaan vermarkten. Het HAN BioCentre is een contract research organisatie binnen de HAN. Het verricht toegepast onderzoek op het gebied van industriële microbiologie en verzorgt tevens diverse nascholingscursussen op het gebied van Life Sciences. www.classiccat.net/_plantbiocontrol/biobeer_nl.php www. hanbiocentre.nl

Technische Bedrijfskunde als eerste gecertificeerd

dat veel werkgevers de opleidingskosten geheel of gedeeltelijk zullen vergoeden.’ Voor studenten met een mbo-achtergrond niveau 4 duurt de opleiding Embedded Systems Engineering 3,5 tot 4 jaar. Op 2 september is de deeltijdopleiding van start gegaan; inschrijven is mogelijk tot 1 oktober. www.han.nl/start/bachelor-opleidingen/deeltijd

De landelijke Stichting Certificaat Ondernemerschap (CO) heeft begin juni de voltijd- en deeltijdopleiding Technische Bedrijfskunde van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen gecertificeerd. Het is voor het eerst dat een opleiding deze erkenning krijgt. Al sinds de hbo-opleiding Technische Bedrijfskunde (TBK) bestaat is ‘ondernemerschap’ in het onderwijsprogramma verweven. Het wordt in de hoofdfase aangeboden en bestaat uit de vakken: Ondernemingsplan, Student Company, Marketing, Ondernemersvaardigheden, Strategie en Financieel. Studenten die dit programma met succes hebben afgesloten en willen doorgaan voor het volledige certificaat Ondernemerschap,

krijgen door de erkenning van de stichting CO voortaan automatisch vrijstelling voor al deze onderdelen. Om het volledige certificaat te verwerven, moeten de studenten alleen nog het landelijk examen Financieel Management afleggen. De voorbereiding op dit laatste examen vindt ook binnen de HAN-opleiding plaats. Met het certificaat Ondernemerschap is een hbo-student optimaal voorbereid om na de opleiding aan de slag te gaan als zelfstandig ondernemer, maar natuurlijk ook in dienst van een bedrijf. www.certificaatondernemerschap.nl www.han.nl/techniek

k ort nie u ws


Project Theewaterskloof: 2e van de 67 Het project Theewaterskloof is op de tweede plaats geëindigd in de race om de MacJannet Prize. Theewaterskloof is een samenwerkingsverband gericht op de sociale en economische ontwikkeling van de gemeenschappen in de regio Theewaterskloof in Zuid-Afrika. De HAN werkt sinds een aantal jaar, samen met de University of Western Cape (UWC), aan de opbouw van een betere en sterkere samenleving in de dorpen van de gemeente Theewaterskloof. Sommige studenten van de HAN lopen via dit project stage in Zuid-Afrika of doen er vrijwilligerswerk. De MacJannnet Foundation heeft als doel universitaire initiatieven te promoten die blijk geven van wereldburgerschap en maatschappelijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Om dit kracht bij te zetten heeft de stichting, samen met Talloires Network, een internationale competitie uitgeschreven, de MacJannet Prize. De nieuwe projectcoördinator, Cape Peninsula University of Technology, heeft het Theewaterskloofproject ingeschreven voor deze prijs. In totaal werden er 67 projecten van 40 universiteiten uit 19 landen ingediend. De tweede plaats is dus een zeer eervolle en een mooie bekroning voor alle betrokkenen in dit project, waaronder de HAN-studenten die ter plaatse talrijke activiteiten en projecten hebben opgepakt. Met toewijding hebben zij hun kennis en vaardigheden ingezet om duurzame oplossingen voor de allerarmsten in de Theewaterskloof vorm te geven, aldus de jury. www.macjannetprize.org www.han.nl/theewaterskloof

Contractonderwijs Techniek: één aanspreekpunt voor klanten Bedrijven en instellingen die op zoek zijn naar bepaalde post-hbo-cursussen of naar instroomcursussen voor mbo’ers kunnen binnen de faculteit Techniek van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen terecht bij één accountmanager: Trea Bosgoed. Ook voor de masteropleidingen en advies en onderzoek kunnen zij bij deze functionaris terecht, vertelt Bram Steennis, de manager van de Afdeling voor Cursussen, P-HBO en Masteropleidingen van de technische faculteit. Voorheen was het zo dat de opleidingsmanagers niet alleen verantwoordelijk waren voor de inhoud van de opleidingen, maar ook de initiële contacten onderhielden met de klant. ‘Maar zoals we het nu hebben ingericht is het veel duidelijker voor de klant, en ook efficiënter. Een opleidingsmanager was alleen aanspreekbaar voor zijn eigen vakgebied, de nieuwe accountmanager is benaderbaar voor alle opleidingen en voor elke vorm van onderwijs; of dat EVC- (Erkenning Verworven Competenties, red.) of duale trajecten betreft of afstandonderwijs, dat maakt niet uit.’ Is een contact eenmaal ‘warm’ en komt het er op aan daadwerkelijk in opdracht opleidingen te gaan vormgeven, dan komt de opleidingsmanager natuurlijk wel in beeld, legt Steennis uit. trea.bosgoed@han.nl; tel. (026) 365 81 50.

Fast & Speed: klein bedrijf, snelle prestaties Dat HAN-studenten een Dakar-auto bouwen is algemeen bekend. Minder bekend is dat ze al jaren via stages en afstudeerprojecten input leveren aan het bedrijf Fast & Speed BV in Ulft. Fast & Speed bouwt ‘potente’ raceauto’s voor twee takken van sport: sprint op circuit en de rally raid: het lange afstandswerk zoals ParijsDakar waar Fast & Speed ieder jaar weet te scoren in de categorie van twee-wiel-aangedreven auto’s. Zij waren in 2005 The Best Priveteer (het beste niet-fabrieksteam). HAN-studenten ontwikkelen bij Fast & Speed componenten voor de Dakar. Zo hebben ze onder meer een veiligheidskooi doorontwikkeld en getest. Hetzelfde geldt voor de door de FIA (Fédération Internationale d’Automobile) verplichte ‘restrictor’. De FIA wil met regelgeving de vermogens van de diverse categorieën deelnemers enigszins gelijktrekken door al dan niet een turbo toe te staan en de veerweg te limiteren. De restrictor beperkt de hoeveelheid lucht die een motor kan aanzuigen. Directeur Johnny Hakvoort: ‘Mede dankzij HAN-studenten is dat aanzuigkanaal nu zodanig vormgegeven dat de lucht er bijna de snelheid van het geluid krijgt. Daardoor zitten we ondanks die restrictor tegen dat maximum.’ Een ander speerpunt van Fast & Speed zijn de elektrische auto’s. Hakvoort was zijn tijd vooruit toen hij al in 2004 experimenteerde met hybride aandrijvingen. Toen kreeg hij weinig steun; nu heeft iedere autofabrikant zich op die technologie gestort. ‘In de sprintwedstrijden werkt hybridisering minder goed door de gewichtstoename. Maar zeker in het lange afstandswerk is het terugwinnen van energie kansrijk.

Omdat de vraag echter plotseling is geëxplodeerd kunnen de experts het niet meer bijsloffen en ik kan dus even niet aan de benodigde spullen komen. Maar die ontwikkeling laat ik zeker niet liggen.’ Zodra hij het weer oppakt zal hij er wederom HAN-studenten bij betrekken. Van 5 tot 13 september rijdt Hakvoort de Silk Way Rally: start in de hoofdstad van Tatarstan, Kazan, dan via Kazachstan naar de hoofdstad van Turkmenistan, Ashgabat. In januari 2010 staat de Dakar weer op het programma, deze keer opnieuw in Zuid-Amerika. Hakvoort heeft nog ruimte voor een zakelijke medespeler die gebruik wil maken van de ruime publiciteitsmogelijkheden in dit sportieve circus. www.fastspeed.nl

Beroepsvereniging voor leerkrachten? ‘Wat is goed onderwijs?’ Dat is de vraag die steeds centraal staat in een gelijknamige serie boeken en miniconferenties, waarin elke af levering een eigen invalshoek heeft. Dit najaar komt het derde boek uit en in november vindt de derde conferentie plaats. Dit keer wordt de centrale vraag beantwoord vanuit ‘bestuurlijk en juridisch’ perspectief, licht redacteur, organisator en HAN-lector Ruud Klarus toe. Concreet wordt ingegaan op de vraag hoe onderwijsbeleid tot stand komt en in hoeverre leerkrachten bij dat beleid betrokken zijn. ‘Wanneer je streeft naar goed, transparant bestuur, naar governance, is het eigenlijk vreemd dat de professional, de leerkracht, geen expliciete rol heeft in de vorming van het onderwijsbeleid. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt nu formeel bij het ministerie van OCW en bij de schoolbesturen. Als professionals hebben leerkrachten natuurlijk wel zeggenschap over hun eigen werk, hebben een eigen ethiek en een beroepscode, maar die invloed blijft impliciet en niet georganiseerd. Terwijl, als er bijvoorbeeld een bepaald medisch probleem speelt, direct de Landelijke Huisartsen Vereniging wordt geraadpleegd. Ook de advocatuur is goed georganiseerd, maar leerkrachten kennen zo’n formele beroepsgroep nog niet’, constateert de lector Ontwikkelen

van Competenties op de Werkplek. Een van de hoofdstukken van het boek maakt een internationale vergelijking en daaruit blijkt dat het in Frankrijk nóg centraler georganiseerd is dan in Nederland, met dus nog meer bestuurlijk accent op het ministerie, maar dat het er in de Scandinavische landen juist allemaal veel decentraler aan toe gaat. ‘De formele bevoegdheden van scholen en leerkrachten zijn in Denemarken veel groter en daar bestaat ook een beroepsvereniging. Dat leidt er bijvoorbeeld toe dat de eisen waaraan de professional moet voldoen veel duidelijker zijn: elke leerkracht op het voortgezet onderwijs heeft daar een universitaire opleiding, elke begeleider op de kinderdagopvang is minstens hbo-geschoold. Met als gevolg dat de uitvalcijfers daar lager zijn dan in Nederland en het percentage hoger opgeleiden hoger, terwijl het onderwijs er zeker niet gemakkelijker is.’ Ruud Klarus heeft het boek geschreven samen met co-redacteur Frans de Vijlder, lector Governance en Innovatiedynamiek in het Onderwijs, en een reeks andere auteurs. De miniconferentie vindt plaats in het Gymnasion in Nijmegen. www.boomuitgeversdenhaag.nl

Accountmanager faculteit Techniek, Trea Bosgoed. 24 25

HANBLAD NR.13

k ort nie u ws


Managen in Beijing

genereren van steeds hogere verkopen en tegelijkertijd je kosten naar beneden brengen. Derving, het minimaliseren van voorraadverlies, is evenzeer cruciaal.’

‘Een baas die nooit blaft, wordt niet serieus genomen’ ‘I k g i n g n a a r C h i n a v o o r h e t av o n t u u r, e e n av o n t u u r v a n v i j f m a a n d e n s t a g e w e l t e v e r s t a a n . N a t u u r l i j k m o e s t i k a a n v a n ke l i j k e n o r m w e n n e n . D e t a a l , h e t e t e n , d e g e u r e n , d e k l e u r e n , d e m e n s e n e n h u n c u l t u u r.’ Aldus Stéphane Reinink over zijn motivatie om naar China te gaan. Hij is e r n u - o p z i j n 2 6 s t e - m a n a g e r v a n e e n Te s c o -v e s t i g i n g m e t 2 0 0 m e d e w e r ke r s , s p r e e k t v l o e i e n d C h i n e e s e n i s g e t r o u w d m e t L o n g Yu e d i e h i j t i j d e n s z i j n s t a g e l e e r d e ke n n e n .

26 27

HANBLAD NR.13

Na twee jaar managersfuncties bij de Makro te hebben bekleed, stapte Reinink over naar het Britse Tesco. Tesco staat nummer 51 op de Fortune 500 en voor een bedrijf van deze omvang is uniformiteit cruciaal. ‘Het ‘denkwerk’ wordt verricht op het hoofdkantoor en in de winkel gaat het puur om effectieve implementatie. De meeste tijd gaat dan ook op aan wat wij operational standard noemen: display, voorraadbeheersing en het onderhouden van een schone en klantvriendelijke winkelomgeving. Natuurlijk gaat het allemaal om het

Af b e k ke n Managen in China blijkt geheel anders dan in Europa. ‘Bij Chinezen moet je altijd heel duidelijk zeggen wat je wilt en hoe en wanneer het gebeuren moet. Chinezen zijn absoluut geen concept-denkers; het zijn overlevers, dat zit sociaal-historisch ingebakken. Ze zijn bang hun baan te verliezen als ze niet presteren en steken daarom niet graag hun nek uit, ontwijken verantwoordelijkheid. Onlangs riep ik een projectgroep bijeen met de vraag: Hoe kunnen we onze werkomgeving verbeteren? Ik gaf twee voorbeelden van welke richting ik in wilde en vroeg om een gedetailleerd plan. Een week later werden diezelfde voorbeelden gepresenteerd als zijnde het actieplan.’ Overlevingsdrang zie je ook terug in het realiseren van budgetten. Om de verkopen te halen, wordt voorraad soms doorverkocht aan distributeurs of terug aan de leverancier (soms zonder dat de voorraad fysiek in de winkel is geweest). ‘Dervingstatistieken worden gemanipuleerd om te verdoezelen hoeveel geld er daadwerkelijk verloren is gegaan. Ik hecht enorm aan transparantie en mijn doorzettingsvermogen begint geleidelijk vruchten af te werpen.’ ‘Ironisch genoeg is vertrouwen de beste manier om Chinees management-talent te ontwikkelen en loyaliteit te creëren. Ze zijn gewend om constant te horen dat ze alles verkeerd doen. Chinezen zijn echter heel pienter en ook maar mensen. Ik wijs ze op fouten, maar communiceer mijn standaard en complimenteer goed werk. Als ze voelen dat de baas ze vertrouwt, durven ze meer, bloeien ze echt op. Natuurlijk moet je wel realistisch blijven en de norm in zicht houden. Een baas die nooit blaft, wordt op den duur weinig serieus genomen. Je moet ook laten blijken dat je weet wat er speelt. Leveranciers trekken graag hun portemonnee open voor een groter displayoppervlak, gratis voorraad belandt niet noodzakelijk in de handen van de klant.’ O p l e iding Heeft Stéphane Reinink nog profijt van zijn studie aan de HAN? ‘IBMS (International Business and Management Studies, red.) benadrukt de financiële, linguistische en culturele aspecten van internationaal zakendoen. Retail is lokaal van aard: het gaat om klanten, medewerkers, leveranciers en assortiment. Het enige internationale

voor mij is dat ik als Nederlander werk voor een Engels bedrijf in China. Ik zie dan ook weinig van mijn studieachtergrond terug in mijn werk. Toch heb ik veel voordeel gehad van het projectgerichte onderwijs aan de HAN. Doelen stellen met aanverwante actieplannen en controleprocessen, deze disciplines komen mij zeer van pas in een werkomgeving waar je soms dreigt de rode draad kwijt te raken, omdat je continu overspoeld wordt door losse en tijdelijke kwesties.’ Onlangs gaf Reinink een presentatie aan HANstudenten die de minor Asian Studies volgen. ‘Of een dergelijk programma meerwaarde heeft, is erg persoonsgebonden. Je kunt iemand wel vertellen dat je een visitekaartje met twee handen aan moet pakken, maar wat echt belangrijk is, is hoe je daar mee omgaat. Ben jij bereid je Westerse instincten op een laag vuurtje te zetten, meer te leren dan te onderwijzen en minstens zestig uur per week te werken? Er is geen middenweg. Ik heb veel buitenlanders zien komen en er ook heel veel weer zien gaan. Zij die doorbijten verzamelen een vracht aan levenservaring en anekdotes, leren relativeren en genieten volop van de unieke momenten hier.’

Stéphane Reinink (1982) vertrok in 2004 als HAN-student voor zijn verplichte buitenlandstage bij International Business and Management Studies (IBMS) naar Beijing. Het beviel hem daar zo goed dat hij besloot op eigen kosten een half jaar langer te blijven om de taal te leren, waarna hij zijn afstudeeropdracht deed bij de Makro in diezelfde stad. Om af te studeren (en omdat het geld op was) vloog hij terug naar Nederland met een driejarig contract

Ty p i s c h C hin e e s Tot slot wil Stéphane Reinink nog wel een tweetal verhalen kwijt die typerend zijn voor China. ‘Hilarisch was die ochtend dat mijn storemanager me naar zijn kantoor riep om de verkopen te bespreken. Stomverbaasd was ik om hem in ondergoed aan te treffen, terwijl hij met naald en draad bezig was zijn pantalon dicht te naaien. Alsof er niks aan de hand was deelde hij me mee dat hij uit zijn broek gescheurd was. ‘Maar zeg eens, waarom waren de verkopen gisteren zo slecht?’ Nu ik bij Tesco op een hogere positie zit, maak ik ook de keerzijde mee. Toen ik de winkel overnam was er een werknemer die het niet eens was met zijn ontslag. Hij eiste een compensatie van vijf maandsalarissen, wat ik weigerde. Na zeven dagen op rij waarin hij me het werk onmogelijk maakte en me telefonisch lastig viel, besloot ik de politie te bellen. Omdat er geen sprake was van fysieke bedreiging was er niets dat de politie kon doen! Hierop heeft mijn baas me enkele dagen onder beveiliging gesteld. Het is nu al enige tijd geleden, maar ik blijf op mijn hoede; een collega filiaalmanager is tijdens de kerstperiode neergestoken door een ex-werknemer. In een land waar het merendeel van de bevolking het moet stellen met het minimumloon of minder, en sociale status erg belangrijk is, maken in de hoek gedreven personen soms rare sprongen.’

op zak als management trainee. Twee dagen na zijn afstudeerceremonie zat hij weer in het vliegtuig terug naar China. Toen in 2007 de Makro door een Koreaans bedrijf werd overgenomen, solliciteerde Reinink bij Tesco, waar hij inmiddels werkt als store general manager, oftewel filiaalmanager. Zijn winkel heeft 5000 vierkante meter winkeloppervlakte, ongeveer 20.000 verschillende producten en 200 vaste medewerkers.

CARRIÈRE


Electrabel founder HAN Smart Business Center

Het netwerk van HAN Smart Business Center is uitgebreid met één nieuwe founder, Electrabel. Electrabel is in Nederland de grootste elektriciteitsproducent en een belangrijke leverancier op de zakelijke markt. In Europa is het één van de grote bedrijven op de markt voor

elektriciteit en gas. Een positie die Electrabel de komende jaren graag wil versterken. Onder meer door groei van de activiteiten in Nederland. Alex Mulder (manager HRD): ´Onze medewerkers zijn onze belangrijkste vermogensbestanddelen. We zijn daarom steeds op zoek naar hooggekwalificeerde afgestudeerden. Als tegenprestatie bieden we boeiende stageplaatsen en uitdagende onderzoeksopdrachten op vooral technisch en bedrijfskundig gebied. Daarnaast willen we zoeken naar verdere samenwerking om kennisontwikkeling en kennisbehoud te bevorderen. Wij zien de HAN als een belangrijke partner. De HAN is volgens ons in staat een brug te slaan tussen opleiding en bedrijfsleven en brengt dit met het Smart Business Center dichter bij elkaar.’ Behalve een nieuwe founder zijn er ook nieuwe deelnemers: Bikedispenser, Bruil Bouwgroep Ede BV, Colt International, Dirkzwager, Johannus Orgelbouw, Laprolan, NTA, UTInnovation, Weijers Eikhout en Willems technisch adviesbureau. Omdat het aantal deelnemers aan het bedrijvennetwerk blijft stijgen, er meer projecten starten en omdat HAN Smart Business Center de kwaliteit en een persoonlijke benadering voorop stelt, is ook de bezetting uitgebreid. Marjo Rodenburg (adviseur) gaat het team van Jonathan van Deutekom (directeur) en Marion Wieleman (secretariaat) versterken. Zij wordt voornamelijk ingezet binnen het bedrijvennetwerk MKB vanuit de specialisatie HRM, Commercie, ICT en Lean-management. Zij onderhoudt het contact met een groot aantal deelnemers en founders. Daarnaast gaat zij aan de slag met projecten. www.han.nl/sbc

Nieuwe Masters Vo o r H R M -s t r a t e g e n : M as t e r in M anaging H u m an Re s o u r c e s Ervaren P&O-managers of HRM-adviseurs die zich willen gaan toeleggen op strategische vraagstukken kunnen hun strategische competenties verdiepen en verbreden binnen de Master in Managing Human Resources. Ze doen in deze opleiding inzichten op om vorm te kunnen geven aan het personeelsbeleid met het oog op de strategie van hun bedrijf of organisatie. Kroon op de studie is de erkende titel Master in Managing Human Resources (MMHR) achter de naam. De master (erkend door de NVAO) is gelieerd aan het lectoraat Human Resource Management van lector Robert Verburg, zie het interview met hem op pagina 10. De start is op 9 september. www.han.nl/opleidingen/master/managing-human-resources Vo o r e ngin e e r s : M as t e r o f A u t o m o t i ve S y s t e m s Per 1 februari 2010 start aan de HAN de Master of Automotive Systems, een Engelstalige master die zowel in voltijd als in deeltijd gegeven wordt. De opleiding focust op de techniek van het voertuiggedrag en de systemen die dat gedrag beïnvloeden – denk aan de cruise control en zelfsturende en -remmende systemen. Voorts schenkt het veel aandacht aan de diverse aandrijftechnieken als elektrisch, hybride en de brandstofcel. Daarnaast komen vraagstukken van het automotive-

28 29

HANBLAD NR.13

management aan bod. De master richt zich op een internationale doelgroep. De voltijdse vorm (1,5 jaar) is bedoeld voor afgestudeerden hbo-Elektrotechniek, Autotechniek en Werktuigbouwkunde. De deeltijdse (2,5 tot 3 jaar) staat in de eerste plaats open voor mensen met dezelfde opleiding en enige tijd werkervaring als engineer bij een automotive OEM of toeleverancier. De Master of Automotive Systems heeft onlangs voldaan aan de kwaliteitseisen van de NVAO en is door deze organisatie geaccrediteerd. www.han.nl/masterprogrammas M as t e r s in G h an a De Master of Construction Project Management is nu ook te volgen in Ghana. Daar zijn op twee locaties - Takoradi en Kumasi – 29 studenten met deze opleiding bezig. In deze master leren de studenten alle methoden, technieken en vaardigheden die nodig zijn om complexe projecten in de bouwnijverheid en de civiele techniek te realiseren, rekening houdend met de tijd, kosten, kwaliteit en duurzaamheid. In september start in het Afrikaanse land ook de Master Telecommunication Management. Deze opleiding brengt studenten technieken en methoden bij om innovaties op het gebied van informatie, telecommunicatie en ICT te vermarkten. Voorts leren ze projecten rond telecommunicatie te managen en implementeren.

kORT NIEuWS

Vonk-methode: projecten leiden wordt een spel

...Managen maar Regeren is vooruitzien. Projecten managen ook. Maar vooruitdenken en overzicht houden, dat is nu juist wat jongeren niet goed afgaat. Liza Simons, student Opleidingskunde heeft het ‘ l e k k e r ’ v o o r z e g e m a a k t . H a a r Vo n k- m e t h o d e m a a k t e r e e n s p e l v a n . Z e h e e f t - i n h e t k a d e r van haar afstuderen - een spel ont wikkeld voor het Nivon dat aandachtig wordt gevolgd door het bedrijfsleven. Wie zich ooit in z’n jeugd idealistisch heeft ingezet voor projecten als kindervakantiewerk of vakanties voor gehandicapten, zal zich wellicht de wanhoop nog herinneren waar je doorheen moest: waar je niet allemaal rekening mee moest houden! Vervoer, vergunningen, financiën, verzekeringen, contracten, tijdsplanning, logistiek… Regelwerk dat ook nog ‘ns gepaard ging met een veelheid van meningen onder medeorganisatoren. Kortom, chaos en buikpijn. Spel HAN-studente Opleidingskunde Liza Simons heeft, na voorwerk door andere studenten, een spel uitgewerkt waarin jongeren van vijftien tot twintig jaar alle fasen van projectmanagement doorlopen, in de juiste volgorde en op een prettige manier. Al doende leren ze om zelfstandig activiteiten te organiseren. Subsidie kwam van VWS; cofinanciering van Nivon - dat waarden als natuur, cultuur en maatschappij hoog in het vaandel heeft staan en jonge vrijwilligers wil aantrekken en opleiden. Volwassenen die een project moeten leiden lopen geordend een agenda door. De Vonk-methode leidt jongeren door diezelfde agendapunten, maar dan in spelvorm. Ze komen telkens in een nieuw ‘vak’ in het spel van waaruit ze verder denken. De gekozen vorm is niet die van een bordspel op tafel, maar van een groot tafelzeil waar de

deelnemers bovenop kunnen gaan zitten. Laptop erbij en managen maar. Het spel werkt met opdrachten, fiches en documenten. Alle opdrachten staan op internet en de uitwerking wordt daar meteen opgeslagen. Simons: ‘Studenten weten wel dat ze bijvoorbeeld bezig zijn in de fase ‘draaiboek’, maar hoeven niet alles zelf te bedenken en in te vullen. Na twee pilots hebben we naast de inhoudelijke kanten vooral aandacht gegeven aan het sociale aspect. Hoe geef je feedback, hoe werk je samen - ook bij verschillende ideeën, hoe bel je op naar een financier?’

‘Hoe werk je samen ook bij verschillende ideeën?’

Twe e var ian t e n Deze maand volgt een nieuwe pilot binnen een ROC zodat in januari helder is welke aanpassingen nog nodig zijn. Waarschijnlijk komen er twee varianten. Een klassikale lesmethode voor mb0’ers, met aandacht voor competenties. Daarnaast een variant voor groepen die een maatschappelijk project opzetten. De prijs hangt af van de vorm, de klant en de relevantie voor het Nivon. Pas over een half jaar komt daar tekening in. Momenteel is er met een complete methode van elf workshops, begeleiding en materiaal 5000 euro gemoeid. Inmiddels hebben enkele consultancybedrijven hun belangstelling ervoor getoond. Dat biedt perspectieven. www.nivonjong.nl www.han.nl/opleidingskunde

SCRIPTIE


10 e editie Frank StĂśtelerlezing Invitational Conference over borgen kennis in acute zorg Dit jaar organiseert de HAN op 14 oktober al weer voor de 10de keer de

Lectoraten

Symposium ‘Regionale

inmiddels nationaal bekende Frank StĂśtelerlezing op de Pabo Arnhem. Het jaar 2009 is niet alleen een jubileumjaar voor deze jaarlijks terugkerende lezingen, maar ook voor de Pabo omdat precies 25 jaar geleden de pedagogische academie en kleuterkweek werden samengevoegd. Dat betekende de start van een vierjarige lerarenopleiding voor het primair onderwijs die meteen ook onderdeel werd van het hoger onderwijs. Genoeg reden voor de HAN voor het organiseren van een minisymposium waarin Frank StĂśteler opent met de centrale lezing. Hij zal ingaan op 25 jaar leraren opleiden en tevens terugblikken op de eerdere Frank StĂśtelerlezingen. De keynote wordt gevolgd door een keuzeprogramma waarin een viertal deskundigen zal ingaan op items die in verleden, heden en toekomst relevant zijn (of worden) voor het primair onderwijs.

Petri Embregts heeft op 4 juni haar ambt aanvaard als HAN-lector voor het Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking.

duurzame ontwikkeling’

Faculteit Techniek Lectoraat Lean Lectoraat Energie en Duurzaamheid Faculteit Economie en Management Innovatie en Ondernemerschap

De afgelopen jaren zijn er wereldwijd en ook in Nederland diverse regionale netwerken opgezet waarbij onderwijsinstellingen, bedrijven, NGO’s (Non Gouvernementele Organisaties) en de overheid actief samenwerken rondom duurzame ontwikkeling. In Nederland is er bijvoorbeeld een officieel Regional Centre of Expertise en zijn er diverse andere initiatieven die dezelfde intentie hebben: op regionaal niveau duurzame ontwikkeling versnellen door onderwijs, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en overheden actief te laten samenwerken. Duurzaam Hoger Onderwijs (DHO) organiseert in november een symposium om mensen uit het hoger onderwijs te inspireren om in regionaal samenwerkingsverband dit maatschappelijke probleem aan te pakken, waarbij hoger onderwijs instellingen structureel een stakeholdersrol aannemen (dus een actieve rol spelen in probleemsignalering en zich opstellen als medeprobleemeigenaar), en waarbij de resultaten van deze regionale samenwerking doorwerken in onderwijs en onderzoek.

Het programma Onderwerpen van de lezingen zijn: • 25 Jaar Pabo-stagiaires • Digitalisering door Marijke Kral • Feminisering door Gerda Geerdink • Passend onderwijs

Om tot verbeteringen in de acute intensieve zorg te komen hebben praktijk en wetenschap elkaar nodig. Hoe kunnen de nieuwe kennis en vaardigheden die uit die samenwerking voortkomen worden vastgehouden? Deze vraag staat centraal tijdens de Invitational Conference op donderdag 15 oktober. In de projecten van het HAN Lectoraat Acute Intensieve Zorg wordt er nauw samengewerkt tussen praktijk en wetenschap. Nieuwe inzichten vonden de afgelopen tijd hun weg naar de praktijk van de acute intensieve zorg, zoals: • Noodzaak van psychosociale hulp, • Richtlijn Triage, • Richtlijn Pijnbehandeling bij TraumapatiÍnten, • Digitale communicatie, • Preventie van complicaties van de vitale functies.

Vanaf 17.00 uur 17.30 - 18.30 uur 18.30 - 19.15 uur 19.15 - 20.00 uur 20.00 - 20.15 uur 20.15 - 21.00 uur Vanaf 21.00 uur

Koffie en inloop Keynote door Frank StĂśteler Pauze 1e ronde parallel sessies Koffie 2e ronde parallel sessies Borrel

Deze projecten zijn echter eindig en na afloop dooft het vuur van menige verandering in de realiteit van de alledaagse praktijk. Hoe kunnen die nieuwe kennis en vaardigheden geborgd worden? Het symposium biedt de uitgelezen kans om hierover in gesprek te gaan met beroepsgenoten, onderzoekers en het onderwijs. Deze jaarlijkse conferentie is speciaal bedoeld voor verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, fysiotherapeuten, leidinggevenden, beleidsmedewerkers, onderzoekers, studenten, docenten en iedereen met interesse in de Nederlandse acute zorgverlening. Aan deelname zijn geen kosten verbonden. Meer informatie over het middagprogramma volgt via www.han.nl.

Datum: Plaats: Aanmelden: Meer informatie:

14 oktober 2009, 17.00 uur. Pabo Arnhem, Ruitenberglaan 27, Arnhem. mary.akkermans@han.nl. gerda.geerdink@han.nl.

Datum: Plaats: Aanmelden:

15 oktober 2009, 13.00 uur. Scandic Sanadome Nijmegen, Weg door Jonkerbos 90, 6532 SZ Nijmegen. veronica.varol@han.nl.

Themabijeenkomst over nanotechnologie voor het MKB Het voorvoegsel ’nano’ duikt steeds vaker op om aan te geven dat een product met zijn tijd meegaat. Maar hoe weet je als ondernemer of nanotechnologie iets voor je producten kan betekenen? Als dat zo is, hoe pas je die technologie dan toe? Op 30 september organiseert het HAN Smart Business Center, samen met NanoLab Nijmegen van de Radboud Universiteit, NTA, BASF, Nanohouse, TNO en B4You een bijeenkomst waar de vertaalslag gemaakt wordt van nanowetenschap en -technologie naar de praktijk. Nu al maakt het toepassen van nanotechnologie nieuwe producten en productiemethoden mogelijk. Ook kunnen bestaande producten en productieprocessen verregaand worden verbeterd: van micro-elektronica tot spuitgietwerk en van medische toepassing tot gevelreiniging. De toepassingsmogelijkheden lijken grenzeloos.

samenwerking aan

in voorbereiding in voorbereiding in voorbereiding

Wat is uw nieuws? Voor u ligt het HAN-blad. Het valt bij 20.000 adressen in de bus waaronder heel veel innovatieve bedrijven in het midden- en kleinbedrijf. Het blad wil zo fungeren als communicatiekanaal tussen de HAN, bedrijven en hun ruimere omgeving. Het is inmiddels uitgegroeid tot een platform waar resultaten van interactie tussen de hogeschool en haar omgeving voor het voetlicht worden gebracht. Het HAN-blad streeft naar artikelen over actuele, maatschappelijk relevante, concrete actie van concrete mensen met concreet resultaat. De samenwerking tussen de HAN en haar externe relaties staat daarbij voorop. Het kan voor u als vehikel dienen voor uw ideeÍn en voor de realisering van uw wensen. Wij nodigen u uit om voorbeelden van zo’n interactie, een idee of een ander interessant onderwerp via het HAN-blad in de schijnwerpers te zetten. Wij ontvangen uw suggestie graag. Dan is uw nieuws ook ons nieuws. Als voornaamste criterium voor opname in het blad geldt, voortvloeiend uit het bovenstaande, dat onderwerpen niet moeten verkeren in de fasen van overleg, planning, beleid of onderzoeksopzet, hoe mooi dat allemaal soms ook moge zijn. Het magazine presenteert expliciet niet wat de HAN zich voorneemt te gaan doen, maar wat onze mensen hebben gedaan. Resultaten. Het bestek van dit magazine biedt geen ruimte voor een compleet overzicht daarvan, u ziet hier slechts het topje van de ijsberg. Maar daaronder gaan allerlei kennisnetwerken schuil. Het streven van de HAN is om samen met u kennis toepasbaar te maken en zo waarde te scheppen voor onze omgeving. Daarom zou het zeer welkom zijn als u op die kennisnetwerken zou willen inhaken. Contactgegevens vindt u in dit blad. Overigens neemt het HAN-blad ook met plezier uw advertentie op. hanblad@han.nl

Programma In een interactief programma - ‘Toegepaste Innovaties met nanotechnologie voor het MKB’ - krijgt de ondernemer antwoorden op de vragen als: • Wat is nanotechnologie en -wetenschap? • Wat zijn nut en bedreigingen van nanotechnologie? • Wat kan ik met nanotechnologie? • Welke toepassingen zijn nu al op de markt? • Wie of wat heb ik nodig om nanotechnologie voor mijn bedrijf toepasbaar te maken? Tijdens de bijeenkomst kunnen de deelnemers ook een rondleiding krijgen door het NanoLab, onderdeel van het Instituut voor Moleculen en Materialen van de Radboud Universiteit Nijmegen. Datum: 30 september, 15.30 uur. Meer informatie en aanmelden: sbc@han.nl.

Het HAN-blad is een magazine van de Hogeschool van A rnhem en Nijmegen bedoeld voor vernieuwende bedrijven, not for profit organisaties en het regionale grootbedrijf. Het magazine verschijnt drie keer per jaar.

COLOFON

D e z e v r a g e n s t a a n t i j d e n s h e t 11e D H O s y m p o sium centraal. • Hoe structureel en efficiÍnt zijn de regionale samenwerkingsverbanden in het kader van duurzaamheid? • Wat levert het uiteindelijk op de lange termijn op voor de verschillende actoren en wat verwacht men van elkaar? • Hoe werken de resultaten van deze samenwerkingsverbanden door in het onderwijs? Datum: 26 november 2009 Plaats: HAN, Arnhem. Informatie: jan.oosting@interstudie-ndo.nl

Re ali s a t i e : HAN Marketing, Communicatie en Voorlichting Re d ac t i e : Martin van Zaalen, Frank HĂśppener en Marina Beckers, redactie-assistente (024) 353 04 52 hanblad@han.nl M e d ewe r ke r s : Claudia Fitsch, Han Geurts, Wouter Klein Ikkink

F o t ogr a f i e : Ralph Schmitz, Coos Dam, Megastock Vo r mg ev ing e n p r o d u c t i e : Communicerende Ontwerpers, Ubbergen Dr uk : Thieme MediaCenter, Nijmegen Ad ve r t e n t i e s , ab o n n e m e n t e n e n ad r e sw ijz iging e n : Marina Beckers, (024) 353 04 52 hanblad@han.nl

# ! 30 31

HANBLAD NR.13

! !

k ort nie u ws

""" $ " !

De grondstof voor het gebruikte papier is afkomstig uit verantwoord beheerde bossen, de folie is gemaakt van plantaardige suikers en kan in de GFT bak.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.