Bruggeske
-
Driemaandelijkse uitgave van de Culturele Kring van Kapellen "Hogbesecte"vzsv.
't Uruggeske driemaandelijks tijdschrift van de Culturele Kring " Hoghescote v .z.w " t e Kapellen. 2etek Parkweg 2 - 2950 Kapellen - tel: (03) 664.5722.
31e jaargang - nummer 3
1
september 1 9 9 9 .
In dit nummer... 77 - Bladwijz er 78 - Ander maal een tweede daguitstap 79 - 81 - Kapellen als onafhank elijk e gemeente 82 - 84 - Heraldiek langs de openbare weg te Kapellen 84 - Mededeling 85 - Het sehijvenspel 86 - Er werd ons medegedeeld... 87 104 - Putte het tweelingdorp met drie 105 - 107 - Verborgen heraldiek te Kapellen (v erv olg) - 112 108 - Mededelingen
Iedere auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van de door hem ondertekende bijdrage .
Verantwoordelijke uitgever Kaftontwerp: - B a l b a T. e Hanssens. r t Redactie: Eikvarenlaan 19 - 2950 Kapellen — Tel: 605.50.86. R o g e r 1999a- Copyright v.zw" Kapellen. P r k "Hoghescote w e g Niets uit deze uitgave mag worden ven/eelvoudigd, gereproduceerd en/of openbaar gemaakt 2 door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. 2 9 5 0 De Culturele Kring "Hoghescote v.zw" werd opgericht op 23 december 1968. K p 2 e- 2950 Kapellen Zetel :aParkweg l l e n . T e 4 maal per jaar. Deze nummers kan men bekomen voor 350,-BEF en u is dan 't Bruggeske veschijnt : abonneel van 'Hoghescote v.z.w.' Dit bedrag kan worden overgemaakt op rekening nr. 413-7205071-65 6 van Culterele 6 4 Kring Hoghescote — Parkweg 2 —2950 Kapellen. ten name . Losse nummers 5 7 van't .Bruggeske, voor zover nog voorradig 100,- BEE 2 2 .
77
't Bruggeske jg 31- september 1999 - nr 3.
Andermaal een tweede daguitstapill Wanneer? o p zaterdag 16 oktober 1999 Vertrek: o p het Kerkplein te 8 uur Bestemming: TONGEREN Programma: 9 . 3 0 u u r : ontv angs t m e t koffie, T onger s e m o p p e n e n Ambior ix chocolade. 10.00 uur : stadswandeling door d e oude stadskern v a n T o n g e r e n m e t b e z o e k aan d e Onze-Lieve-Vrouwebasiliek, d e romaanse kloostergang, h e t begijnhof, d e middeleeuwse omwalling en de moerenpoort 12.00 uur : middagmaal ( 3 gangen) in een restaurant van de oude binnenstad het juiste menu wordt later medegedeeld. 14.00 uur : bez oek aan d e tentoonstelling "Keizers aan de Nijl".
VIER BELANGRIJKE MUSEA U I T DRIE EUROPESE LANDEN BUNDELEN D E KRACHTEN E N WERKEN I N UITSTEKENDE COLLEGIALITEIT SAMEN M E T EGYPTOLOGEN EN PAPYROLOGEN MET WERELDFAAM, H E T EINDRESULTAAT: DE TENTOONSTELLING...
Keizers aan de Aliji Deze uniek e gelegenheid wor dt u s lec hts tijdelijk geboden. Daar na z a l u er v oor na a r Valenciennes, Lyon of Amsterdam moeten! Het zal u snel duidelijk worden dat Egypte niet uitsluitend fara창's heeft gekend. Driehonderd jaar lang maakten Romeinse keizers er de dienst uit. Denk aan Julius Caesar, Marcus Antonius, Augustus en... Cleopatra. 15.30 koffie en Haspengouwse fruittaart 16.00 vrij bezoek aan de winkelstraten 18.00 een al dan niet kleine snack (niet inbegrepen) 19.30 vertrek 21.00 terugkomst te Kapellen Bovendien: twee eminente stadsgidsen begeleiden ons de ganse dag op onz e ontdekkingstocht.
ALS DAT GEEN FIJNE DAG WORDT! Prijs: 1150,-BEF. Per persoon Inschrijven kan via de rekening n r 413-7205071-65 van Hoghescote v.z.w met de vermelding: Tongeren. Let wel: de eersten zullen de eersten zijn, de laatste zullen de laatsten zijn...
78
't Brugges k e jg 31- s eptember 1999 — nr 3
Kapellen als onafhankelijke gemeente. Tijdens d e Middeleeuwen maak te d e heerlijkheid Hoghescote, later Cappellen genoemd, samen met Hoevenen, Brasschaat deel uit van de grote heerlijkheid Ekeren. Indien w ij willen onderzoeken o p welk e datum juis t Kapellen een zelfstandige gemeente geworden is komen wij vele, vaak tegenstrijdige of onvolledige gegevens tegen. In de "Dictionaire historique et géographique des communes beiges", 3e uitgave 1948 v an Eugène De Seyn lezen wij op blz 656 eenvoudig dat Kapellen in 1795 afgescheiden werd van Ekeren. Voornoemde informatie is juist doch geeft een misleidend beeld van de geschiedenis van onze gemeente. Tijdens de Franse Revolutie werden bij besluit van 22 augustus 1795 (5 fructidor an Ill) de heerlijkheden afgeschaft. Kapellen kwam los van Ekeren doch werd opgenomen in de "municipalité du canton de Stabroek", een soort fusie van gemeenten. Deze bestuurseenheid groepeerde de gemeenten Stabroek, Zandvliet, Berendrecht, Lillo, Hoevenen en Cappellen. De municipale raad, die om de 5 dagen samenkwam, nl. op de 3e en de 8ste decadedag, was samengesteld als volgt: Voorzitter: Jacques Casus. Agent municipal voor Stabroek: Jan Petrus Offs. Plaatsvervanger: Christiaensen. Agent municipal voor Zandvliet: Ben Mertens. Plaatsvervanger: Deneef. Agent municipal voor Berendrecht: Adriaan Stuyts. Plaatsvervanger: Quadent Agent municipal voor Lillo: Jan Jacobs. Plaatsvervanger Wyns. Agent municipal voor Hoevenen: Petrus Adolfs. Plaatsvervanger Wyns Agent municipal voor Capellen: Jos Hoeykens. Plaatsvervanger Wyns. Voornoemde raad, die niet verkozen werd door de bevolking, doch aangesteld was door de Franse overheid, werd nog aangevuld met een bijzondere commissaris. Dez e man, v oor de municipaliteit van Stabroek de heer Pierre Van Assche, was eigenlijk de vertegenwoordiger van de Franse bezetter en tegelijkertijd een spion voor Frankrijk. In e e n r appor t v a n 1 5 fr uc tidor a n V I o f 1 s eptember 1798, opges teld d o o r d e arrondissementscommissaris lezen wij dat voornoemde municipale agenten loyale patriotten waren, o f met andere woorden gezegd goede lakeien waren voor de Franse overheersers. Niettemin v o n d de overheid dat zij hun taak niet kordaat genoeg waarnamen en dat z ij te weinig administratieve kennis hadden en... dat de meesten onder hen geen Frans spraken. Heel wat auteurs vermelden dat Kapellen onafhankelijk zou geworden zijn in het jaar 1801. Niemand geeft echter een juiste datum op. 1. In de 'Gids doorheen Kapellen' schrijft oud-burgemeester Louis De Rooy blz. 2: "In 1801 werd Kapellen verheven tot een afzondedijke gemeente en kreeg een eigen bestuur" en verder blz. 6: "Met Napoleon begon de nieuwe tijd. Een concordaat met de kerk kwam tot stand. Een gans vernieuwd bestuur maakte Kapellen tot een zelfstandige gemeente." 2. In 'Portret van Ekeren' schrijven F. Bresseleers en H. Kanora blz. 63: "Hoevenen ontstond als zelfstandige gemeente in 1795 en Kapellen in 1801". 3. In 'Gazet van Antwerpen' d.d. 18 oktober 1991 werd gepubliceerd: "In 1801 werd Kapellen zelfstandig en in 1830 ging Brasschaat zijn eigen weg".
79
Bmggeske jg 31- september 1999— nr 3
4. In 'Gemeenten van België', in 1980 uitgegeven door het Gemeentekrediet schrijft H. Hasquin blz. 457: "Het Frans bewind stelde een einde aan de heerlijkheid Ekeren en maakte Kapellen tot een zelfstandige gemeente (1795) onder de definitieve naam Kapellen ter vervanging van het vroegere Hogenschoot.". 5. In 'Land van Plaisantie', uitgegeven door De Vlijt in 1979 schrijft A. Keersmaekers blz. 146: "De kapel is de bakermat geweest van de dorpsgemeenschap; vandaar dat in 1801, toen dit gebied een zelfstandige gemeente werd, d e naam Cappellen officieel werd. D at gebeurde nadat een concordaat was gesloten tussen Napoleon en de H. Stoel." Waarschijnlijk hebben d e mees te v a n v oor noemde auteur s z ic h gebas eer d o p h e t standaardwerk van P . J . Goetschalclo( 'Kerkelijke geschiedenis van Eekeren, bevattend de geschiedenis d e r paroc hiën v a n Eek er en, Hoev enen, Kapellen, Brasschaat, Ertbrant, Brasschaat ter Heide, Hoogboom, Donk , Ste-Mariaburg e n Rustoord', w aar voornoemde schrijver op blz. 362 vermeld: "De Fransche Revolutie, zooals men weet, duurde tot op het einde van 1799. Alsdan werd het schrikbewind, welke dezelve beheerschte, overrompeld door Napoleon Bonaparte en begon er mits een konkordaat, door deze in 1801 met den H. Stoel gesloten, een geheel nieuw leven zoo voor de kerk als voor de gemeente in België. Een eerste verandering, welke toen Cappellen onderging, was zijne verheffing tot afzonderlijke gemeente met een eigen bestuur. Zoals wij immers reeds meermalen aanstipten, maak te tot dan toe Cappellen, alhoewel het eene bijzondere heerlijkheid was, als gemeente, deel van Eeckeren". Wij moeten hier benadrukken dat P. J . Goetschalckx de bedoeling had o m d e kerkelijke geschiedenis t e schrijven e n z ic h minder bekommerde o m d e wereldlijke historie. Bewijs hiervan is by. de flagrante vergissing dat Kapellen tot 1801 deel uitmaakte van de gemeente Ekeren. W i j war en r eeds i n 1 7 9 5 ov ergegaan n a a r d e munic ipaliteit v a n Stabroek . Daarenboven moeten wij beseffen dat het concordaat met de paus een grote weerslag had op de grenzen van de parochies maar helemaal niet op die van de gemeenten. Volgens ons moeten wij ons baseren op de wet van 28 pluviose an VIII (17 februari 1800) waardoor de administratieve indeling van ons land grondig hervormd werd. De municipaliteiten werden opgeheven en de gemeenten werden heringericht. Deze wet schreef inderdaad voor: "In de steden, vlekken en andere plaetsen waer toe er als nu eenen municipaelen agent ende eenen adjoint is, en welkers bevolking niet en zal komen boven de 2.500 inwoonders, z al er oenen mey er en eenen adjoint zijn. D e meyers en adjointen zullen doen de administratieve bedieningen dewelke nu ter tijd bij den municipaelen agent en den adjoint verrigt worden". De wet werd gepubliceerd op 8 ventose an VIII (27 februari 1800) maar nergens is een datum vermeld waarop de nieuwe organisatie in uitvoering diende gebracht te worden. Bij het nalezen van de notulen van de laatste vergadering van de municipaliteit van Stabroek d.d. 7 fructidor an VIII of 25 augustus 1800 was de maire van Cappellen nog aanwezig. Hieruit kan afgeleid worden dat onze gemeente pas na 25 augustus 1800 zelfstandig geworden is. Bij de installatievergadering van de nieuwe gemeenteraad van Stabroek op 15 vendemiare an IX o f 7 oktober 1800 was de maire v an Cappellen uiteraard niet meer aanwezig. Hieruit besluiten wij dat op dat ogenblik onze gemeente een eigen gemeenteraad bezat en dus als zelfstandige gemeente k an beschouwd warden. Spijtig genoeg z ijn d e notulen v an d e gemeenteraad van Kapellen voor de eerste jaren van de onafhankelijkheid verloren gegaan. Belangrijk ter zake is een tabel die op 19 april 1816 door de arrondissementscommissaris werd opgesteld en waarin wij de toenmalige samenstelling van de gemeenteraad terugvinden.
80
Voornoemde tabel gaf de volgende informatie: Geboorteplaats
Naam en voornaam
Leef- Huidige tijd f u n ct ie
Installatiedatum
Cappellen
Van Staey Francois
39
maire
30.10.1809
Cappellen
Van den Bosch 46 Jean Baptiste
adjoint
Roosendael
Loos Jean
Ekeren
't Bruggeske jg 31 s e p t e m b e r Vorige 1 9 9 functie 9 — n r 3 .
Familiale toestand
adjoint
gehuwd 0 kinderen
29.11.1809
conseiller
gehuwd 4 kinderen
64
conseiller 20 fructidor an VIII
cabaretier
gehuwd 5 kinderen
Verbannen Pierre
54
conseiller 20 fructidor
cultivateur an VIII
gehuwd 5 kinderen
Cappellen
Vandenbosch Guielmus
54
conseiller 20 fructidor
cultivateur an VIII
gehuwd 3 kinderen
Rethy
Snoeckx Ferdinand
64
conseiller 20 fructidor
chirurgien an VIII
gehuwd 2 kinderen
In voornoemde lijst lezen wij dat de heren Loos, Verbannen, Vandenbosch en Snoeckx als gemeenteraadslid aangesteld werden op 20 fructidor an VIII of 7 september 1800. Deze datum ligt tussen de voornoemde data 25 augustus 1800 en 7 oktober 1800 en is dus praktisch zeker de installatiedatum van de eerste gemeenteraad van Kapellen of met andere woorden:
op donderdag 7 september 2000 bestaat Kapellen 200 jaar als onafhankelijke gemeente. Volgens het bestuur van Hoghescote is dit feit zeker een reden om grootse feesten te voorzien in onze gemeente. Vergeten wij niet dat op 2 juli 1905 een prachtige optocht ingericht werd voor 75 jaar onafhankelijk BelgiĂŤ en ook op zondag 3 augustus 1930 was Kapellen in feest om 100 jaar onafhankelijkheid te vieren. De afgevaardigden v a n Hoghes c ote i n d e Gemeentelijk e Cultuurraad hebben alv as t voorgesteld om een subsidie te voorzien in de gemeentebegroting voor het jaar 2000 teneinde het schepencollege toe te laten grootse feesten te organiseren. Kapellen is ten slotte maar eenmaal 200 jaar onafhankelijk. Roger Balbaert.
81
YBruggeske fg 31- september 1999— nr 3.
Heraldiek langs de openbare weg te Kapellen. In e e n v or ige bijdrage wer d a l eens gesproken ov er d e vroegere gewoonte o m h e t familiewapen te plaatsen boven de inkompoort of tegen de muur van de adellijke herenwoning. Een voorbeeld hebben we reeds kunnen vastellen bij het kasteel Beukenhof, dat misschien beter gekend is als Vredenburg en dat dienst doet als gemeentehuis. Alhoewel niet zo opvallend, maar toch voor de wandelaar zichtbaar, bestaan er te Kapellen nog dergelijke gevallen, en dan nog wel uit een meer eigentijdse periode. Dat dit gebruik van toc h eeuwen terug, zich tot op onz e dagen heeft weten te handhaven bewijst, dat in tegenstelling met wat sommigen dachten, de heraldische gedachte nog lang niet is uitgestorven. Wie van aan het station v an Kapellen z ijn wandelpassen richting Koningin Astridlaan z et, k omt a l dadelijk aan d e Prinsendreef b i j e e n s ierlijk gebouw i n r ode bak s teen, afgewisseld m e t banden w itte zandsteen, e e n v r oeger kasteel e n n u h e t gekende huiz e Plantijn, rustoord v oor bejaarden. Ditmaal niet boven de ingang, maar geheel rechts daarvan, tegen de gevel, overschaduwd door de bomen, bevindt zich een in steen gebeiteld wapen. Op het schild is een keper zichtbaar, vergezeld van wat men samengebonden bussels zou kunnen noemen. De heraldische keper is te vergelijken met een omgekeerde V en is geen figuur, maar wat men noemt herautstuk. D e bussels zijn wel figuren. Het schild is getopt met een helm met wrong waarop een der bussels uit het wapen tussen twee struisvogelpluimen. Onder het schild een wimpel met de leuze "Fasces Fasces" (Mutsaard-Mutsaard). Het kasteeltje werd pas gebouwd in de beginjaren van 1900. Wie de bouwer was weten we niet, maar in de periode tussen de twee wereldoorlogen werd het verbouwd. Het was toen in het bez it v an Barend Mutsaert, een bankier uit Nederland. H et was dez e die tijdens d e verbouwingswerken zijn wapen tegen de gevel liet aanbrengen. Het wapen is te rangschikken onder de soort sprekende wapens, d.w.z. wapens die op een of andere manier door de figuren betrekking hebben op de naam. De schijnbare bussels zijn mutsaarden. Het schild is van goud, de keper rood en de mutsaarden groen, als helmteken een der mutsaarden en zoals reeds gezegd de rechter struisveer rood en de andere goud. Het wapen is terug te vinden in het armoriaal van J. B. Rietstap, maar zonder de keper en de mutsaarden gelijken meer op los gebonden schoven, terwijl deze van het in steen gebeitelde wapen goed gebonden rechte bundels zijn met banden onder en boven en nogmaals over de lengte schuinsgekruist zoals die van de oude Romeinen die het zinnebeeld waren v an de keizerlijke macht. 82
't Brugges k e jg 31- s eptember 1999 — nr 3.
Terloops gezegd dat een Nicolaas Mutsaert , overleden in 1608, de 35ste abt van de abdij van Tongerlo was met hetzelfde wapen en dezelfde leuze. Wanneer we nu onze wandeling in deze riante villawijk voortzetten en vanaf huize Plantijn de Ruiseveltslei inslaan zullen we na enkele minuten een boom bemerken met een witte plaat waarop de vermelding "Hortensiahoeve". Een dreef voert naar een groep typische gebouwen, de overgebleven hoeve en bijgebouwen v an het vroegere Hortensiahof. Alles werd in z ijn oorspronkelijke staat hersteld en nu in gebruik genomen als feestzaal. De eigenaar was zo vriendelijk ons even op het domein te laten rondkijken. Tegen een toren met puntdak is een uurwerk aangebracht en juist daaronder een steen met een wapen dat ons niet zo dadelijk bekend voorkornt.ln het midden van het schild een ronde schijf van waaruit drie figuren vertrekken die de vorm hebben van een schroef van een vliegtuig. De eigenaar was van mening dat dit het wapen zij zijn van de familie Agie de Selsaeten een van de laatste eigenaars van het vroegere domein. Het wapen van deze familie is te goed gekend en is van een geheel andere samenstelling. Het wapen op de toren is getopt met een aanziende helm met als helmteken twee armen komende uit de helmwrong die een ring in de hoogte houden. Een weinig voorgeschiedenis van dit hof kan wat klaarte brengen. Het Hortensiahof zou gebouwd zijn bij het einde van de vorige eeuw door een Willem Arnold Mallinckrodt.
In het armoriaal van J. B. Rietstap is een familie Mallinckrodt vermeld met als wapen van zilver drie populierbiaderen zwart komende uit een rode ring in het schildhart en geplaatst 2-1 d e twee ieder gericht naar de bovenste schildhoek en de derde naar de schildvoet. Deze familie zou afkomstig zijn uit Westfalen Duitsland. Het dient gezegd dat de bladeren bij Rietstap niet langwerpig zijn maar eerder breed en kort. De twee opgerichte armen van het helmteken zijn zwart en de handen in vleeskleur, de ring die ze houden is van goud bezet met een robijn. 83
't Bruggeske ig 31- september 1999— nr 3
In het wapenboek van Johan Siebmacher van 1605 is het wapen Mallinckrodt afgebeeld met juist dezelfde voorstelling als deze op het Horetensiagebouw. Nog een derde weergave van het wapen verschijnt in het boek "Heraldry" van Carl Alex von Volborth. Het schild is daar van goud, de schijf rood, maar de bladeren zwart, niet getand en vanaf het midden naar de schildranden toe breed uitlopend. Deze 13de eeuwse afbeelding geeft geen beschrijving en de ring heeft geen robijn. Jos Goolenaerts.
Uitnodiging vernissage
Tentoonst !ling Open A t e l Schilderijen i Vrijdag augustus om 19:30 ein rhet20R.V.T. Welvaart " be tentoonstelling loopt van 20 augustus tot 30 september Hoogboomsteenweg 124 2950 Kapellen
84
't Bruggeske Jig 31- september 1999— nr 3.
Het schifvenspel. Wie kent er nog het aloude schijvenspel ? Het was een volkssport die meestal buiten aan een café beoefend werd en in het begin van deze eeuw tamelijk populair was in onze streek. Op de hoek van de Kapelsestraat en de Bessemstraat beyond zich destijds het estaminet "De Ster", gedurende vele jaren uitgebaat door Rik Van Leuven en zijn echtgenote Net Maas. In dit lokaal was de vereniging van het schijvenspel uit de Kapelsestraat gevestigd. Buiten, naast het café, was er een houten bak getimmerd die gevuld was met wit zand. In die tijd kwam er regelmatig een leurder langs met wit zand dat gebruikt werd voor het bestrooien van de planken vloer in de "staminées" en voor de rode plavuizen in de gewone huizen. Over de houten bak was met stalen draden e e n hor iz ontale v er deling gemaakt van 11 vakken, waarbij over het middels te v ak n o g e e n s t w ee kleine v ertic ale dr aden w ar en g e spannen. Van op een afstand van 8 meter werd met gietijzeren schijven naar de bak gegooid. P e r beur t moc ht m e n 8 schijven werpen. Naargelang het vak waarin de schijf terecht k w am behaalde m e n e e n aantal punten. I n het middelste v ak werden aan de 2 zijkanten 5 punten en in het midden (de roos) 10 punten toegekend. D e s trok en bov en h e t middenvak leverden respectievelijk 17-3-9 en 0 punten op en deze aan de onderkant 2-6-4-8 en O. De b a k was m e t w it z and gev uld omdat d e s c hijv en daar in blev en steken z odat alle betwistingen ov er het vak waarin de schijf was terecht gekomen uitgesloten waren. Net Maas en Rik Van Leuven, tokaalhouders.
Wie in het totaal de meeste punten behaalde was de winnaar. Vooral in de zomer werden er regelmatig prijskampen ingericht waaraan men kon deelnemen mits een inleg (inschrijvingsgeld) te betalen. Men kon dan prijzen winnen die meestal in natura waren. Jaarlijks werd er door het bestuur van d e vereniging onder de leiding v an voorzitter Jan Van den Bleeken (bessem) en secretaris Peer Van Hooydocnk, een teerfeest ingericht dat onveranderlijk plaats vond op verloren maandag. In de vroege namiddag bezochten de leden enk ele herbergen in de buurt, waarna in het clublokaal een warme maaltijd werd opgediend. Op de tonen van een accordeon en met een gezellige danspartij werd de feestdag besloten. Dit ouderwetse gezelschapsspel is bijna geheel verdwenen uit onze streek. Het is mij bekend dat het voor enkele jaren nog beoefend werd te Schoten en te Brecht in café "De Spek". Lathouwers.
85
Bruggeske jg 31- september 1999— nr 3.
ERWERD ONSMEDEGEDEELD. Op 5 juni werd de heer David van Herck ten grave gedragen. Wij kennen David a ls de man die spontaan de deuren van zijn werkplaats voor ons opende om een massa mensen, tijdens de Open Monumentendag van 14 september 1997, de gelegenheid te geven zijn nog zeer verzorgde en intact gebleven atelier te bezichtigen. Bij leven was David erelid van tioghescote Wij bieden aan zijn echtgenote Anna, de kinderen en kleinkinderen onze oprechte deelneming aan.
Op 12 juni 1999 overleed te Ekeren mevrouw Ida Van Riel echtgenote van ons geacht erelid Eugeen Vercammen. Zij werd geboren te Ekeren op 29 december 1928. Dat zij moge rusten in vrede.
Op 31 ju li 1999 overleed t e Kapellen in d e gezegende ouderdom v an 9 7 jaar mevrouw Wilhelmina Spur weduwe van de heer Leopold Beinaerdts. Wilhemina was bij leven erelid van 'Hoghescote v.z.w'. Dat zij moge rusten in vrede.
Rechtzetting: Betreft 't Bruggeske ni 2 van juni 1999. Op bladzijde 65, l i Grune". e r e gD ite moet l s " tDita moet a t " D e Geunne" r zijn. : O nz e verontschuldigingen v oor dit spijtige voorval. " D e
Verz am el i n g van d o ku m en t at ie voor h et arch ief v a n d e Cu lt u rele krin g floghescotellt Aile d o ku m en t at ie o ver Kap ellen is w elko m ! 1:1 Wij denken aan foto's, doodsprerttjes, doodsbrieven, postkactrten, kran t en kn ip sels, oude m en u kaart en , g eb o o rt ekaart jes, oude t ro u w b o ekjes, oude notariscdcten, huw elijksaankondigingen, oude reken in g en van Kap else fi rm a' s enz , enz... g e e f ons een sein t je en w e komen even langs. V i j g en st eun kunnen w ij ons arch ief over Kap ellen D a n k z ij u w m ed ew erkin v e rd e r uit breiden. v o o r b a a t 86 h a r
't Bruggeske jg 31- september 1999— et 3.
putte, h e t tweelingdorp met drie! Vandaag bestaat Putte uit één, bijna vier kilometerlange lintbouw langs de verbindingsbaan Antwerpen — Bergen o p Z oom. Buiten enk ele grensbepalende dwarsstraten e n v erbindingswegen als daar zijn: Waterstraat, Driehoek, Klinkaart, Leempad en grensstraat, vind je verscheidene tuin- en villawijken, en ook de kastelen Ravenhof en Hof van Biart, die het geheel een welvarend en vriendelijk aanzien geven. Op het eerste zicht is Putte één enkele gesloten volksgemeenschap. In werkelijkheid is het een gescheurd en verdeeld dorp. Het bestaat namelijk uit drie afzonderlijke delen: Putte-Kapellen, Putte-Stabroek en Putte-Noord-Brabant. Iedereen weet natuurlijk dat Baarle-Hertog nog veel meer verdeeld is. Dit dorp bestaat maar liefst uit vierendertig enclaves, ingeplant in Baarle-Nassau op Nederlands grondgebied. In 1828 hebben de provincieraden van Antwerpen en Noord-Brabant, na heel veel palaberen, een compromis willen sluiten om Baarle-Hertog in zijn geheel af te staan aan Nederland in ruil voor Putte-Nederland v oor België. D it vrome voornemen is echter verloren gegaan in d e vijandelijkheden van 1830-1839 en bij het afpalen van de grenzen in 1843 is er zelfs niet meer over gesproken.
Het in de volksmond zogenoemde 'Geitenstraatje' rond 1900. (Foto F. Hoelen— Verzameling Hoghescote v.z.w.)
De oude verbindingsweg Antwerpen — Bergen op Zoom, voor hij in 1760 rechtgetrokken werd, liep te Putte van Noord naar Zuid door de Ertbrand-, de Lepel- en de Oude Ertbrandstraat naar het Galgenveld en dan verder naar Kapellen, waar nog altijd de Oude Bergsebaan bestaat. Aan de westzijde van de baan is Putte-Stabroek gelegen. Aan de oostzijde Putte-Kapellen of het oude gehucht Ertbrand. 87
YBruggeske jg 31- september 1999— nr 3.
In 1648, bij de eerste scheiding der Nederlanden, kwam er een scheidingslijn bij: van oost naar west ditmaal, langs de Grensstraat en de A.C. Swinnesstraat. Aan de noordzijde ligt HollandsPutte of Putte-Noord Brabant en aan de zuidzijde Belgisch-Putte, verdeeld onder Kapellen en Stabroek. Eén nederzetting dus, verdeeld onder twee verschillende staten en drie verschillende gemeenten. Niettegenstaande deze grondige verdeling, kan men zonder overdrijven stellen dat er te Putte een grote eenheid bestaat. Zondag n a 9 oktober (H. Dionysius) wordt te Putte kermis gevierd. Putte-kermis met z ijn jaarmarkt en zijn gerenommeerde wielerkoers (Grote Sluitingsprijs), met zijn janhagel en zijn wittekens, met zijn Zeeuwse druiven en zijn gerookte paling, met het staartje van de kermis dat in de volksmond nog altijd " koekloting " heet, alhoewel er al heel lang geen sprake meer is van koek. Alles samen een gebeurtenis, die plaats grijpt over het hele territorium van Putte en sinds mensenheugenis een grensoverschrijdende aangelegenheid. Ook in de tijd van de strengste grensformaliteiten werd dan de grens gewoon opengesteld, zowel voor de autochtonen als voor de duizenden bezoekers, zowel in Nederland als in België, zowel te Sta broek als te Kapellen. Hoe dat mogelijk is ? Wel, d e parochies v an Hollands Putte en Belgisch Putte z ijn tweelingparochies. D e patroonheilige v an beide parochies is St. Dionysius d e Martelaar, o o k genoemd Dionysius van Parijs. Hij leefde in de derde eeuw na Christus en was de eerste bisschop v a n Par ijs . N a d e gr ote christenvervolging i n G alli6 verspreidde h i j e r a ls rondtrekkende prediker het Christendom. Hij stierf als martelaar in het jaar 272. Zijn feestdag wordt op 9 oktober gevierd. Maar er is nog meer eenheid te Putte. Administratief z ijn Hollands e n Belgis c h Putte v olledig v an elk aar gescheiden d o o r d e staatsgrens, afgepaald in 1843. Administratief zijn ook de Putte-Kapellen en Putte-Stabroek ieder van z ijn eigen gemeente afhankelijk. Toch is er voor Belgisch-Putte maar één kerk, gelegen op het grondgebied van Kapellen, maar ook bestemd voor de inwoners van PutteStabroek. En toch is er maar één kerkhof, gelegen op het grondgebied Stabroek en bestemd voor de overledenen van beide gehuchten. O mdat Belgisch Putte maar één parochie is, zul je opwerpen! Juist! Maar!
Om de puntjes op de i te zetten: Putte-Stabroek is het gehucht Putte, afhankelijk van Stabroek. Putte-Kapellen is het gehucht Putte, sinds 1828 afhankelijk van Kapellen, voorheen afhankelijk van Hoevenen en Ettenhoven. De oude naam is Ertbrand. Beide gehuchten samen heten in de volksmond 'Belgisch Putte'. Putte is sinds 1810 o f 1811 e e n Nederlandse gemeente, gelegen in d e provincie NoordBrabant, daarom ook wel genoemd Putte-Noord-Brabant. In de volksmond heet z e gewoon 'Hollands Putte'. Hollands Putte en Belgisch Putte zijn de samenstellende delen van het dorp PUTTE!
Er is ook maar één postkantoor, één (nu opgeheven) gemeentelijke jongensschool en één vrije mersjesschool (nu gemengd onderwijs). De ligging van voornoemde instellingen doet er niet toe! Ze waren bestemd voor alle inwoners van Putte! Niettegenstaande deze klaarblijkelijke eenheid is er de scheiding levensgroot! E n dat sinds eeuwen! Ze is een markant feit, overgebleven uit acht eeuwen streekgeschiedenis. 88
't Bruggeske jg 31- september 1999— et 3.
putte, h e t tweelingdorp met drie! Vandaag bestaat Putte uit één, bijna vier kilometerlange lintbouw langs de verbindingsbaan Antwerpen — Bergen o p Z oom. Buiten enk ele grensbepalende dwarsstraten e n v erbindingswegen als daar zijn: Waterstraat, Driehoek, Klinkaart, Leempad en grensstraat, vind je verscheidene tuin- en villawijken, en ook de kastelen Ravenhof en Hof van Biart, die het geheel een welvarend en vriendelijk aanzien geven. Op het eerste zicht is Putte één enkele gesloten volksgemeenschap. In werkelijkheid is het een gescheurd en verdeeld dorp. Het bestaat namelijk uit drie afzonderlijke delen: Putte-Kapellen, Putte-Stabroek en Putte-Noord-Brabant. Iedereen weet natuurlijk dat Baarle-Hertog nog veel meer verdeeld is. Dit dorp bestaat maar liefst uit vierendertig enclaves, ingeplant in Baarle-Nassau op Nederlands grondgebied. In 1828 hebben de provincieraden van Antwerpen en Noord-Brabant, na heel veel palaberen, een compromis willen sluiten om Baarle-Hertog in zijn geheel af te staan aan Nederland in ruil voor Putte-Nederland v oor België. D it vrome voornemen is echter verloren gegaan in d e vijandelijkheden van 1830-1839 en bij het afpalen van de grenzen in 1843 is er zelfs niet meer over gesproken.
Het in de volksmond zogenoemde 'Geitenstraatje' rond 1900. (Foto F. Hoelen— Verzameling Hoghescote v.z.w.)
De oude verbindingsweg Antwerpen — Bergen op Zoom, voor hij in 1760 rechtgetrokken werd, liep te Putte van Noord naar Zuid door de Ertbrand-, de Lepel- en de Oude Ertbrandstraat naar het Galgenveld en dan verder naar Kapellen, waar nog altijd de Oude Bergsebaan bestaat. Aan de westzijde van de baan is Putte-Stabroek gelegen. Aan de oostzijde Putte-Kapellen of het oude gehucht Ertbrand. 87
• , • r
i : 4
i O r L ;
'- ''. , t ' : - • " " " *, . '-'• -''-'•= . A ' f X•• . • . ••: • . i t , :„ - - ,t • ) _ \ , , 3 , ' 1 , ) r i , ' ' „ • _ ' . _ ' _ , / , . . . . . . ' _ . , , . , • ' . 7 , 1 . 4 . 4
. •••-,
: _ f - - ,,,-,&______-___.:- i f -' - -: rH '. . •A1 -. . ' : — , • • • Z
•- e • . . . - ,—, •, •) • 4. , » , ' ,
,
1 • • • • • • , 7 ,, , • ' — ; . , . , , , t ' . . , s . , , ' . . . •
\, , , .„,...,----,...-1-r.-- ', , , • '. , . . 1 t ,._t-._,.'-• i- r- -0 1 4 ' - • • - -' ,., ,,,,c, , A- -, -, , , , ,1• -- ;,-'1, ' i-Z, -,I .,- d :. • , - -:- . ..,----,r-4 , \ , -, , . . . \ . 1 , , 11 --- ,• \ - - - ' - \ \ !-" , 1 • - ., - - - ; i \ - ,, . . , r . - , . , v . " • i• . - ., . . - •• ., .. ,. , - , -. ' , - i; • . I t• : , , ,,- ,' , r' , e. \ C ,
J , , ' ' , < • '
'
. .
• •I (L I ; t
, ,,; ,
,
"
•, ! S _L. , •
I n a ,./.)
Fs
, •—\
; \
•
t, , •
s
e
§
.
. • )1 , 4 •'- ' 4 , ' : , '
I
, ,
' n -
•
•
-
r — -—
f
-- — "
7
/
•
•
•/
•
•
•
- -
'
,
-
- •
-
" 7
-
• , • r
i : 4
i O r L ;
'- ''. , t ' : - • " " " *, . '-'• -''-'•= . A ' f X•• . • . ••: • . i t , :„ - - ,t • ) _ \ , , 3 , ' 1 , ) r i , ' ' „ • _ ' . _ ' _ , / , . . . . . . ' _ . , , . , • ' . 7 , 1 . 4 . 4
. •••-,
: _ f - - ,,,-,&______-___.:- i f -' - -: rH '. . •A1 -. . ' : — , • • • Z
•- e • . . . - ,—, •, •) • 4. , » , ' ,
,
1 • • • • • • , 7 ,, , • ' — ; . , . , , , t ' . . , s . , , ' . . . •
\, , , .„,...,----,...-1-r.-- ', , , • '. , . . 1 t ,._t-._,.'-• i- r- -0 1 4 ' - • • - -' ,., ,,,,c, , A- -, -, , , , ,1• -- ;,-'1, ' i-Z, -,I .,- d :. • , - -:- . ..,----,r-4 , \ , -, , . . . \ . 1 , , 11 --- ,• \ - - - ' - \ \ !-" , 1 • - ., - - - ; i \ - ,, . . , r . - , . , v . " • i• . - ., . . - •• ., .. ,. , - , -. ' , - i; • . I t• : , , ,,- ,' , r' , e. \ C ,
J , , ' ' , < • '
'
. .
• •I (L I ; t
, ,,; ,
,
't Bruggeske jg 31- september 1999â&#x20AC;&#x201D; nr 3.
Deze streekgeschiedenis, die de geboorte en de groei van het dorp illustreert wil ik hierbij, in vogelvlucht vertellen. Alhoewel d e streek reeds tamelijk bewoond z al gewees t z ijn, wor dt e r pas in d e Late Middeleeuwen (12e en 13e eeuw) voor het eerst melding gemaakt in geschreven documenten van herkenbare plaatsnamen van onze omgeving. 1124 Ortheren = Oorderen; 1135 Santflit = Zandvliet; 1155 Hacema = Ekeren; 1210 Otserwele = Austruweel; 1246 Marxeem = Merksem; 1248 Attenhoven = Hoevenen; 1258 Stackebruuc = Stabroek; 1277 Parochia Sti. Jacobi juxta Ecerna =Kapellen. Behalve de hogergelegen landtongen, waar de toenmalige bewoners hun toevlucht zochten, was het overgrote deel van het grondgebied onderhevig aan voortdurende overstromingen van de Schelde. Meestendeels waren de gronden in bezit van abdijen en Kloosters. - D e Sint-Bernardusabdij v an Hemik s em bez at eigendommen o p h e t grondgebied v a n Kapellen, Ertbrand en Hollands Putte. - De Sint-Michielsabdij van Antwerpen bezat gronden te Ekeren, Stabroek en Brasschaat. - Het Kapittel van de 0.L.Vrouwekerk te Antwerpen bezat eigendom en mocht zelfs tienden ofwel belastingen heffen te Stabroek. Het is dan ook in de oudste oorkonden van deze kerkelijke instellingen, dat men deze oude benamingen teruggevonden heeft. De indeling van de parochies was zo, dat het grondgebied ervan overeenstemde met dat van een "Heerlijkheid ". In 1251 w o r d t d e Sint- Lambertusparochie (Ekeren) v ermeld, Hoev enen, Kapellen e n Brasschaat maakten er deel van uit. Een ander document vermeldt dat Hoevenen reeds in 1248 een zelfstandige parochie was, los van Ekeren. In 1261 werd Stabroek een zelfstandige parochie: Sint-Catharina. In 1277 werd de Sint-Jacobusparochie te Kapellen zelfstandig, alhoewel z e reeds in 1256 bestond. Nog een bijzonderheid: zoals reeds vroeger vermeld, liep de oude baan van Bergen op Zoom te Putte door de Lepelstraat, de Oude Ertbrandstraat, naar het Galgenveld en vormde niet alleen de grens tussen twee " Heerlijkheden", maar tegelijkertijd ook de grens tussen twee bisdommen. - Stabroek met de polderdorpen Lillo, Berendrecht en Zandvliet behoorden tot het bisdom Kamerijk. - Kapellen, Hoevenen, Ekeren en Brasschaat behoorden tot het bisdom Luik. Aldus was ongeveer acht eeuwen geleden het grondgebied van Putte reeds verdeeld in twee delen en die verdeling is gebleven tot op heden. - Putte-Stabroek heeft al die tijd aan Stabroek toebehoord. - Putte-Kapellen ofwel Ertbrand hing in het allereerste begin af van meerdere heerlijkheden of parochies, maar v66r 1828 voornamelijk van Hoevenen en na 1828 van Kapellen. - De staatsgrens of de derde verdeling is er voor het eerst gekomen in 1648 en voordien was het grondgebied van Putte-Holland verdeeld onder Stabroek en Ertbrand. In de Middeleeuwen was het hele grondgebied van de Nederlanden verdeeld in een aantal onafhankelijke vorstendommen, met aan het hoofd een graaf of een hertog. Zo waren er het Graafschap Vlaanderen, h e t Graafschap Namen, h e t Hertogdom Brabant, h e t Hertogdom Luxemburg enz... De streek die wij bewonen, behoorde tot het Hertogdom Brabant. Dit hertogdom bestond uit de huidige Nederlands provincie Noord-Brabant en de Belgische provincies Antwerpen, Vlaams Brabant en Waals-Brabant. De Vorst was de Hertog van Brabant en die bezat de soevereiniteit over het hele gebied. Zulk een gebied noemde men een " landsheerlijkheid" of beter "vorstendom". 89
't Bmggeske jg 31- september 1999â&#x20AC;&#x201D; nr 3.
P utte - D o r p z i c h t
Dorpszicht rond 1900. (Foto F.Hoelen â&#x20AC;&#x201D;Verzameling Hoghescote v.z.w.)
In ruil voor sommen geld gaf de vorst soms grote stukken grond in leen aan rijke families, die er dan de "heerlijke rechten" mochten uitoefenen in zijn plaats. Bij overlijden werden deze rechten soms vererfd, ofwel doorverkocht aan andere rijke families. De "heerlijkheid" was het grondgebied, waarover deze rechten golden. Deze "heerlijke rechten bestonden voornamelijk uit: - het recht van wetgeving. - het recht van bestuur. - het recht van inning van tienden. - het recht van rechtspraak. - het recht van overdracht van eigendommen. Voor de uitoefening van het recht van rechtspraak, mocht de eigenaar van de Heerlijkheid een Schout, een baljuw of een drossaard aanstellen. Voor d e uitoefening v an het recht v an bestuur, moc ht hij z elf "schepen" aanstellen, d ie eveneens recht moesten spreken. Er bestond een "lagere" en een "middele" rechtspraak voor kleinere delicten en een "hogere rechtspraak" voor grotere delicten. De "hogere rechtspraak" werd soms uitgevoerd door de vorst zelf. Meestal diende echter de heer v an d e Heerlijkheid z elf in t e s taan v oor d e uitspraak e n d e uitvoering v an e e n doodvonnis. In vele gevallen werden de "heerlijke rechten" uitgeoefend door een abdij of klooster. "Heerlijkheden" bleven bestaan tot aan de Franse revolutie.
Wereldlijk bestuur tijdens de late Middeleeuwen. Tijdens de 12e eeuw ressorteerde de heerlijkheid Ekeren met Kapellen, Stabroek, Hoevenen, Brasschaat, Lillo, Zandvliet en Berendrecht onder de Heren van Breda en Schoten. In 1 2 3 2 ec hter w a s d e heerlijk heid Ek er en z e l f o o k verbrokkeld ger aak t. Bepaalde moeilijkheden in het bestuur gaven in 1232 aanleiding tot een verdeling in 3 delen: 90
't Bmggeske jg 31- september 1999— nr 3.
1 - D e heerlijkheid Ekeren, omvattende Ekeren-dorp, een deel v an het gehucht Donk en Brasschaat. Dit deel werd later in 1256 door de hertog Van Brabant in leen gegeven aan Godfried van Pervijse. 2 - De heerlijkheid Eftenhoven werd door de hertog van Brabant geschonken aan Gilles van Attenhoven. N a diens dood werden door de weduwe en d e z oon a l de heerlijke rechten verkocht aan de heer v an Breda zijnde Arnoud Van Leuven. 3 - De heerlijkheid Kapellen met Hoogboom en Ertbrand werd door de hertog van Brabant in leen gegeven aan de familie Berthout. Deze familie, op haar beurt gaf de heerlijkheid in leen aan het huis van Breda. Op 22 juni 1287 kwam er een einde aan de eenheid van het Land van Breda. Het westelijk deel ervan (het latere Markizaat) kwam onder Gerard van Wesemael. het bestond onder meer uit: Be r g e n o p Z o o m , Hals teren, Woens dr ec ht, Os s endrec ht, Huiber gen, Ruc phen, Steenbergen, Putte, Stabroek, Lillo, Zandvilet en Berendrecht. Het oostelijke deel (de latere Baronie) kwam onder Raso van Gavere de Liedekerke. dit deel omvatte: Br eda, Etten, Rijsbergen, Zundert, Ek er en, Kapellen, Hoev enen, Brasschaat, Ertbrand enz... In 1300, door zijn huwelijk met Hadewijn van Strijen, kwam ook Roosendaal aan Raso van Gavere de Liedekerke. Merk op, hoe het grondgebied van Putte in de Late Middeleeuwen reeds verdeeld was, niet alleen kerkelijk maar ook wereldlijk. De scheidingslijn was toen al de verbindingsweg Antwerpen - Bergen op Zoom.
Wereldlijk bestuur na de late Middeleeuwen. Tijdens de 15e eeuw waren de Bourgondische vorsten begonnen met al de Vlaamse, Waalse, Noordfranse en Nederlandse graafschappen en hertogdommen door huwelijken, erfenissen, kopen en dwingen samen te brengen tot „n groot geheel. Wat uiteindelijk zou leiden tot het ontstaan van de Bourgondische Kreis en nog later tot het ontstaan van " De 17 provincies onder de Habsburgers. De Bourgondiërs legden aldus de grondslag voor het latere België en Nederland. Maar ook deze vorsten gaven heerlijkheden in leen aan rijke families, in ruil voor geldsommen. Bedoeling was aan geld te geraken om hun oorlogen ofwel hun buitensporig rijke levenswijze te kunnen bekostigen. Zo lezen we in de geschiedenis van Stabroek: De laatste Bourgondische hertogin, Maria van Bourgondië, was gehuwd met Maximiliaan v an Oostenrijk, d e erfprins v an d e Oostenrijkse Habsburgers. Maria stierf in 1482. Haar zoon, Filips de Schone, huwde later Joanna van Castilië, de erfprinses van de Spaanse bezittingen. Zij werden o.m. de ouders van Karel V. Welnu dez elfde Filips d e Sc hone verkocht i n 1505 d e hogere, d e middele e n lager e heerlijkheden van Stabroek, Zandvilet, Lillo en Berendrecht aan Gysele de Schermere voor welgeteld 1600 Vlaamse ponden, af te korten naar rato 100 ponden per jaar. Aldus werd Gysele de Schermere de eerste Heer van Stabroek. Hij mocht de Schout en de Schepen aans tellen. Vonnis s en v e lle n e n l a t e n uitv oer en. K e u r e n u it g e v e n e n eigendomsoverdrachten uitvoeren. Gysele de Schermere overleed in 1509 en zijn erfgenamen droegen de heerlijkheden over aan Ridder Jan v an Glymes, eveneens voor 1600 Vlaamse ponden. 91
't Bruggeske jg 31- september 1999— nr 3
B elgis c h P u t t e N. 57. F. Hoc I on phot . , Cappelloo.
Zicht aan de grens rond 1900. Bemerk links het portaal van de afgebrande kerk. (Foto F. Hoelen. —Verzameling Hoghescote v.z.w.)
Deze Jan van Glymes was een wel zeer merkwaardig persoon. - Hij bezat reeds Bergen op Zoom, Schoten, Merksem, Kalmthout, Essen en nog meer. - Hij werd Markies, gaf opdracht tot de bouw van het Markiezenhof te Bergen op Zoom en legde aldus de grondslag voor het Markiezaat - Hij had als bijnaam Jan mette Lippen. - Men beweert van hem dat hij meer dan 50 buitenechtelijke kinderen had in zijn markizaat. - Toen Karel V in 1520 t e Ak en tot keizer gekroond werd, was J an v an Glymes daarbij aanwezig. - Hij overleed in 1532 en is begraven te Bergen op Zoom in de St. Geertrulkerk. Zijn zoon Antoon, geboren te Wouw, werd ridder van het Gulden Vlies. Zijn kleinzoon Jan van Glymes, was een vriend van de graven Egmond en Hoorn, werd door de Spanjaarden verdacht van anti-Spaans gedrag en protestantse sympathieën. Na zijn dood werden in 1567 al zijn bezittingen ( met uitzondering v an d e heerlijkheid Stabroek dat in 1562 verkocht was aan Ridder Paulus van Dale) in beslag genomen. Nog later kwam de heerlijkheid Stabroek in handen van de familie De Haeze, waarvan het blazoen tot op vandaag gebruikt wordt in het zegel van Stabroek. Van 1762 tot aan de Franse Revolutie was Nicolaas Geelvinck de Heer van Stabroek. Bij d e inv al v an d e Fransen in 1795 werden alle heerlijkheden e n titels afgeschaft. H et grondgebied van de heerlijkheden kreeg een nieuwe naam: gemeente. Alle gemeenten met minder dan 5000 inwoners werden samengevoegd tot een " municipalité, du canton". Zo werd Stabroek samengevoegd met Zandvliet, Berendrecht, Hoevenen, Kapellen en Lillo. En werd bevorderd tot hoofdplaats! Dit bracht mee dat Putte - Stabroek e n Putte Kapellen één werden. Voor niet lang echter. I n 1801 werden d e municipale kantons afgeschaft en werden d e gemeenten zelfstandig. En aldus kwam er opnieuw een scheiding voor beide gehuchten.
92
YBruggeske jg 31- september 1999— nr 3.
De etymologie van het toponiem Ertbrand. Etymologisch gezien is de naam "Ertbrand" geen gemakkelijke klus. Het achtervoegsel "brand" of "brant" of "brandt" verwijst hoogstwaarschijnlijk naar vuur. Het voorvoegsel "ert" is mogelijk afkomstig van "aert" ofwel "aarde". Zek er is dat allemaal niet. Onder de vorm "aert" of "aart" of "aard" komt het voor in de plaatsnamen Aartselaar, Aartrijke en in de persoonsnamen Aerts, Aertsen, Aertgeerts, Aertbeli%on en Van Aerden. Onder de vorm "err komt het voor in de plaatsnaam Ertvelde en in de persoonsnamen (van) Ertbrugge en (van) )Ertborn. Ertvelde is een dorp in Oost-Vlaanderen, reeds vermeld in 1167 als de oorsprong v an de familie Artevelde. Volgens Prof. Albert Carnoy z ou de etymologische betekenis ervan zijn: bebouwde aarde ofwel hoeve (terre cultivée). Ertvelde zou dus zijn: la plaine près du champ cultivé. Ertbrugge is d e naam v an een kasteel t e Wijnegern. Ev eneens volgens Carnoy z ou d e betekenis zijn: brug van aarde. Ook wel dijk of rede, waar kleinere schepen konden aanleggen. Ertborn: daar bom een verbasterde vorm is van bron (vgl. bornput) zou de etymologische betekenis hiervan kunnen zijn: bron in de aarde. Voortgaande op al deze gegevens, zouden we voor Ertbrand kunnen stellen: aarde die brandt. Wat een verwijzing zou kunnen zijn naar de eeuwenlange turfafgravingen die plaats grepen op de veengronden langs de oostzijde van het dorp. De volgende schrijfvormen bestonden eveneens: Heirbrandt, Heyrbrand, Herebrand(t), enz. wat de mogelijkheid openlaat voor een nieuwe uitleg. "Heir" betekent leger. Aangezien de streek in de geschiedenis veel geleden heeft onder de krijgsavonturen van de Heren en diverse malen door brand en plundering getroffen werd, zou de naam ook wel eens hiernaar kunnen verwijzen. Alhoewel deze verklaring, eerlijk gezegd, weinig houvast biedt en omzeggens geen vaste aanknopingspunten heeft. Als we er nu van uitgaan dat het gedeelte "brand" GEEN verband zou hebben met vuur, komen we mogelijk nog tot een andere verklaring. De naam "BRAND" of "BRANT" wordt beschouwd als een verkorte vorm van een Germaanse "Brand"-naam, z oals daar zijn: EIBRAND(US), ENGELBRAND(US), HILDEBRAND(US) e n eveneens HERIBRAND(US). HERBRAND(US) kan geëvolueerd zijn in de loop der eeuwen tot HEREBRAND, HEIRBRAND en langs allerlei varianten uiteindelijk tot ERTBRAND. Ertbrand zou dus het land geweest zijn van Heribrandus. Deze mogelijkheid is reëel, omdat, volgens Bresseleers en Kanora, de franken in de tweede helft van de vierde eeuw in onze streken voor het eerst verschenen. Bij hun doortocht naar het zuiden zochten zij hun weg, enerzijds links van het "waterland" van de Schelde en anderzijds rechts van de moerassige Kempen. Het westelijk deel van de heerlijkheid Ekeren (of het gebied Ertbrand) lag dus alleszins op hun pad. Misschien heeft een zekere Heribrandus zich in de streek blijvend gevestigd en later zijn naam eraan gegeven. Ten slotte is er nog een derde mogelijkheid, gebracht door dezelfde professor Albert Carnoy in zijn boek: "Origine des noms des communes de Belgique". 93
't Bruggeske jg 31- september 1999— nr 3.
Hij bespreekt de naam Oorderen als volgt: Oord + ere (ere o f here was hetzelfde), "ere" signifie: terre en coin, bouts de terre... een stuk land dus in een hoek (van de heerlijkheid) gelegen. En voor... "(g)eer: terre en ,p,e, en pointe. Een stuk land, afgezonderd in een hoek (van de Heerlijkheid Ekeren) gelegen en lang en smal van vorm. Deze beschrijving klopt dus wel voor Ertbrand, als je de kaart van de Heerlijkheid Ekeren bekijkt. Let wel, dit zijn slechts gissingen. lk ben alleszins geen taalkundige en een sluitende verklaring die zekerheid geeft, heb ik nog niet gevonden. Bij het nazien van enkele steekkaarten uit het Fonds Vic Wauters kunnen de hierna vermelde schrijfwijzen van Ertbrand ook van belang zijn. R.A.A. Ek. 332. d.d. 4.6.1670: "in den Eertbrant" ressort Heerlijkheid Ettenhoven. R.A.A. Ek. 200. Jaar 1657: "den Ertbrandt" R.A.A. Ek. 279. d.d. 10.9.1727: "een herberg in den Herbrand" P. Stijnen 1748: "Straete naer den Aertbrant". R.A.A. Ek. 262. d.d. 21.3.1718: "stede in Eerdbrandt". R.A.A. Ek den Eertbrandt".. 418. d.d. 29.7.1716: "huis in R.A.A. Ek. 278. d.d. 9.5.1716: "de Heirdtbrantse Straete". R.A.A. Ek. 503. d.d. 18.3.1716: "hoeve in Eerdtbrandr. In 1277 vermeldt Arnold van Zellaert, abt van de Sint - Bernardusabdij te Hemiksem, voor het eerst de naam" Herebrandt " in een geschreven oorkonde. Het was een akte, waarin de Heren van Breda (Arnoud v an Leuven en Elisabeth v an Breda) hun recht v an tienden t e eisen, afstonden aan voornoemde abdij. Latere akten vermelden, dat op het einde van de 13e eeuw "Heyrbrandt" een heerlijkheid op zichzelf was, en behoorde aan Godevaert van Brabant, hertog van Aerschot. (1297) Nog andere oorkonden uit dezelfde abdij vermelden dat "Aertbrand" verdeeld was in twee en bestond uit verschillende enclaves: - een gedeelte dat toebehoorde aan " Hogheschoot " ( 1 2 7 7 ) - een ander deel dat toebehoorde aan Ettenhoven. (1297) Deze toes tand bleef nagenoeg ongewijzigd t o t in d e 1 6 e eeuw d e godsdienstoorlogen uitbraken. De 80-jarige oorlog moet één van de meest rampzalige tijden voor onze streken zijn geweest door het Beleg van Antwerpen. De Spanjaarden, aangevoerd door Alex ander Farnese, heroverden onz e s treek o p d e protestantse Republiek. Antwerpen, protestant gebleven, onder de bezielende leiding van hun burgemeester, Marnix van Sint- Aldegonde, kon niet heroverd worden. Dit kwam door het feit dat het Fort van Lillo, in handen van de Hollanders, de vaart op de Schelde kon controleren, en toestaan dat de stad langs deze werd bevoorraad. Toen liet de Hertog v an Parma een brug ov er de Schelde bouwen, bestaande uit allerlei aaneen verankerde schuiten. De "Geuzen" trachtten tot tweemaal toe deze blokkade van de Spanjaarden te doorbreken. Eerst door brandende vaartuigen erop af te sturen. Nadien door slag te leveren aan 's Hertogendijkl Alles tevergeefs. In 1585 moest Antwerpen zich onderwerpen aan Farnese. In d e periode die de overgave voorafging, plunderden e n beroofden n ie t alleen Spaans e huurlingen, m a a r ev eneens "Staatse" z eg maar Hollandse soldeniers onophoudelijk onz e streken. Daardoor was d e bevolking verplicht veiliger oorden op te zoeken.
94
Bruggeske jg 31- september 1999— nr 3.
Zo was tussen 1583 en 1593 het hele" Land van Bergen", wat betekende dat de bevolking van Woensdrecht, Huijbergen, Hoogerheide, Ossendrecht, Putte, e n Zandv liet uit hun huiz en werden verdreven. Ze dienden een onderkomen te zoeken in Lillo, Doel, Antwerpen of Bergen op Zoom. Veel inwoners zochten bovendien hun heil in Zeeland voornamelijk het land v an Goes en Tholen.
Het weten waard! Van Lillo dient nog gezegd dat het, historisch gezien, een grote bekendheid heeft verworven. Meer dan 60 jaar heeft het niet meer bestaan, toen de bevolking, door overstromingen geteis terd, haar toevlucht moest zoeken in Stabroek. We schrijven dan einde 13' eeuw. Lillo is waarschijnlijk de enige plaats van ons land, waar de Spanjaarden nooit een voet gezet hebben. Het is steeds in handen gebleven van de 'Republiek'. Lillo wer d dan ook vermeld in het Verdrag v an Munster o f Westfalen in 1648, é é n d e r belangrijkste verdragen uit onze geschiedenis. (Sluiting v an d e Schelde, bepaling v an d e noordergrens, waar Putte nog eens verdeeld werd). (Uit weekblad De Polder van 9.12.1994 — H. Le Page)
Tribulaties bij het ontstaan van de tweelingparochie. Toen de bewoners van Putte in 1594 terugkeerden, was hun dorp totaal verwoest. A l de huisjes waren platgebrand. Men begon met de wederopbouw, maar ditmaal iets meer naar het zuiden. Langzaam ontwikkelde het nieuwe dorpje zich tot een woninggroep met „ n straat, waarlangs een 30- tal huisjes stonden. Vlakbij het punt waar later de staatsgrens zou komen, stonden welgeteld 8 kleine huisjes bij elkaar. In het verwoeste dorp had er een kleine kapel toegewijd aan de H. Elisabeth gestaan. Deze was ook door het oorlogsgeweld vernietigd. Er werd een nieuwe k apel gebouwd door de Paters Wilhelmieten uit Huljbergen. Hendrik Happaert, de hofkapelaan van Farnese werd de bedienende priester. In 1600 echter werd Happaert tot prior benoemd van het klooster te Huijbergen. Dit had als gevolg dat gedurende 12 jaar de diensten werden waargenomen door de pastoor van Hogheschoot. In 1612 werd zelfs een protestantse predikant aangesteld. Dit tot groot ongenoegen van de lokale bevolking, die in hoofdzaak het katholieke geloof trouw gebleven waren. Een schriftelijk protest van de bisschop bij de hogere instanties bleef eerst zonder succes. Het zou duren tot 1629 vooraleer opnieuw een katholiek priester werd aangesteld. Dez e priester heette Dionysius, maar de arme man vond te Putte geen middelen van bestaan en moest het dorp aan zijn lot overlaten. Meer dan 100 jaar lang werd dan opnieuw de zielenzorg te Putte opgedragen aan de paters Wilhelmieten. Het was pater Siardus Bogaerts die als pastoor aangesteld werd op 5 mei 1648. Hij had echter geen pastorij, en daar de nieuw opgerichte kapel ook afbrandde, moest hij de dienst waarnemen in een herberg. 95
YBruggeske jg 31- september 1999— nr 3.
1 7 , 1 • I t t e — i n k o r n v a n ' t d o r p .
NT - . ; ; ; ', 7 47
4 6 5 i , F. B oole P h o t . . C a p p e e n ,
Zicht aan 't Kapelleke rond 1900. Rechts de huidige Partisanenstraat. (Foto F. Hoelen. - Verzameling Hoghescote vi m .)
Beeld u eens in: door het Verdrag v an Munster van 1648 werd de staatsgrens tussen de Verenigde Provincies (Nederland) en de Spaanse Nederlanden ( België) vastgelegd en deze staatgrens liep te Putte door de Grensstraat en de Leempad. Het uitoefenen van de katholieke godsdienst op Nederlands grondgebied werd verboden en met de Plakkaat van 16 juni 1648, werd aan Siardus Bogaerts de toegang tot het grondgebied van de "Staten" ontzegd. Hij mocht dus niet meer in zijn lherbergkerk wel de plaats, waar hij zijn taak als priester moest 1 kophouden o m e n te. Ertbrand, H i opj enkelempassen o cvan h t uitvoeren. z i c h Te Ertbrand werd dan een andere herberg als kerk ingericht. Ditmaal o p het grondgebied van Stabroek. Het was de herberg "De Croone". In 1655 vroeg en kreeg Siardus de toestemming om d e s tenen v an d e s inds lang verlaten v es ting i t Sluysken (Berendrecht) t e mogen gebruiken. Tegen de herbergmuur werd dan een kapel aangebouwd. Door het uitslaan van de tussenmuur werd ge gelagkamer het schip en de kapel het priesterkoor van deze noodkerk. Op 1 november 1655 werd deze kerk ingezegend en er kwam zelfs een klein kerkhof. Dit kerkhof was voor de kerk een bron v an inkomsten. Het kostte immers 6 gulden v oor een begrafenis in de kerk en 6 stuivers voor een begrafenis op het kerkhof. Verder diende er nog betaald te worden voor gebruik van het baarkleed en voor het branden van kaarsen. Daar Ertbrand ec hter afhing v a n d e paroc hie Hoev enen moc ht dez e hierv an g e e n nadeel ondervinden. Siardus Bogaerts en Paul Robyns, pastoor te Hoevenen, kwamen overeen dat er op het kerkhof en in d e kerk geen parochianen v an Ertbrand mochten begraven worden. Verder diende Bogaerts jaarlijks een s om v an 6 gulden t e betalen aan Roby n& Voor eventuele lijkdiensten van Ertbrantse parochianen kon men terecht te Hoevenen. En de parochianen van Putte-Holland dan? Voor hen diende bij een lijkdienst eerst betaald te worden aan de protestanten en dan nog eens aan de kerk van Ertbrand. Dubbel dus! 96
Bruggeske jg 31- september 1999â&#x20AC;&#x201D; nr 3.
Dat konden de meeste gewone mensen niet betalen en dus liet men de meeste afgestorvenen gewoon begraven op het "Geuzenkerkhor. Zo werd het nieuwe kerkhof maar weinig gebruikt, daar het alleen diende voor de parochianen van Putte-Stabroek. Al spoedig werd de 'herbergkerk' van Siardus Bogaerts te klein voor de talrijke gelovigen en er moesten nieuwe middelen gezocht worden. En die kwamen er! De graaf van Hoogstraten schonk de grond. Ditmaal op het grondgebied v an de parochie Hoevenen, aan de andere kant van de straat. De Markiezin van Bergen op Z oom verschafte 700 gulden zijnde de opbrengst van een aantal gerooide bomen op het kerkhof. Aldus kwam er in 1659 een nieuw kerkgebouw dat moet gestaan hebben op de plaats, waar nu een groot appartementsgebouw staat. Deze kerk bleef in gebruik tot 1769. Het waren d e paters Wilhelmieten die o p z ondag d e erediensten verzorgden. Dopen e n bedieningen gebeurden door de onderpastoors van Stabroek. In 1695 is e r ook sprake v an een pastorij. Daar woonde d e knecht v an h e t klooster te Huijbergen. Hij vervulde de taak van koster en was bov endien tijdens de winterperiode ook schoolmeester. In 1769 werd dez e kerk verbouwd en vergroot op kosten v an Jonker Joannes Josephus Moretus. Er kwam ook een nieuwe pastorij naast de kerk. Van een kerkhof is er dan geen sprake meer. Vanaf 1731 werd de dienst voor de parochie Putte terug regelmatig ingericht en eindigde het bestuur van de kerk te Putte door de Paters Wilhelmieten. Gerardus Verhoeven werd op 9 maart v an voornoemd jaar aangesteld als pastoor en verbleef te Putte tot 1738 het jaar waarin hij ontslag nam. Toen volgde Franciscus Van Stryp. Deze werd aangesteld op 13 september 1738. Hij gaf zijn ontslag in 1754. Reden? Waarschijnlijk onvoldoende bestaansmiddelen, wat er op wijst dat er maar weinig welstand heerste onder de dorpelingen te Putte. De laatste pastoor v oor d e Franse revolutie was Petrus Franciscus Wy ten. Geboren t e Antwerpen op 30 mei 1751, werd hij te Putte aangesteld in 1781. Hij weigerde de eed van trouw te leggen aan de Franse overheersers. Dit had tot gevolg, dat de kerk gesloten werd en gebruikt als paardenstal en foeragemagazijn. Al de meubelen en het altaar werden openbaar verkocht.
Demografische evolutie voor Stabroek en Kapellen. Jaartal
Stabroek
Kapellen
1784 1801 1846 1910 1961 1976 1977
1452 inwoners 1656 2499 4253 5329 6174 12581 fusie Hoevenen
681 inwoners 678 2504 5282 11387 14119 14172
97
't Bruggeske jg 31- september 1999— nr 3.
Het mees t verdeelde dor p v a n België e n Nederland i s ongetwijfeld BAARLE. I n h e t grondgebied v an Baar le liggen 2 2 enclaves v an Baarle-Hertog binnen d e Nederlandse gemeente Baarle-Nassau. Binnen 2 van die enclaves liggen er dan weer 7 van Baarle-Nassau. Eén gebied van Baarle-Nassau is gelegen aan de andere zijde van de rijksgrens. In België dus. In totaal is er dus sprake van een 30-tal enclaves. Rechtskracht over de soevereiniteit van deze enclaves hebben enkel de Belgische en Nederlandse regering, of namens beide regeringen, een Gemengde Koninklijke Grenscommissie. Hoe zijn die enclaves ontstaan? Daarvoor moeten we teruggaan tot 1198. Toen maakte het grondgebied Baarle deel uit van het Hertogdom Brabant. In 1198 gaf Hendrik I, hertog van Brabant, gronden in leen aan de Heer van Breda (het latere Nassau). O v e r een ander deel bleef hij z elf toezicht houden (Baarle onder de Hertog). In 1648, bij de splitsing van het oude hertogdom Brabant, ging het gedeelte B. onder de Hertog aan het land van Turnhout. Het gedeelte Nassau kwam aan de Verenigde Provinciën. Deze splitsing bleef bestaan tot op heden. Een voorstel van de Provincieraden van Antwerpen en Noord-Brabant, in 1828, waarbij een ruil werd voorgesteld tussen Putte-Holland (naar België) en Baarle-Hertog (naar Nederland) werd nooit opgevolgd. Op 8.8.1843 werd t e Maastricht tussen d e Belgische en d e Nederlandse regeringen een overeenkomst gesloten, tot een handhaving van het status-quo. Een definitieve regeling zou "later" gebeuren. Ze is er gekomen op 31.10.1995. Dus 152 jaar later! Hoe is het bestand nu? Baarle Nassau telt 6000 zielen. Baar le Hertog telt e r 2072. D e Nederlandse regering z ou Baarle-Nassau willen fusioneren me t Chaam, Alphen e n Riel, waardoor een nieuwe gemeente zou ontstaan met 13000 zielen, die in aanmerking zou kunnen komen voor een opwaardering ( Meer bedienden, hogere lonen enz). Baarle-Hertog z ou daardoor geheel in d e verdrukking geraken e n zou, o m gelijk e tred t e kunnen houden met hun buren en broeders, de kosten van een opwaardering moeten verhalen op d e inwoners! Ee n onmogelijke zaak! O m dez e redenen heeft d e heer Cornelissen, burgemeester v an Baarle-Hertog, e r bij Luc Van D en Brande, minister-president v an d e Vlaamse regering, o p aangedrongen, Baarle-Hertog h e t statuut t e gev en v an "Europese Gemeente". Ee n z aak z onder precedent, waarvoor z elfs nog e e n procedure v oor moet uitgezocht warden. 31.10.1995: Definitieve grens! O p 31.10.1995 is België 26,32 are groter geworden. Na veel opmetingen door de kadasters van beide landen is de knoop eindelijk doorgehakt. Het gebied van Baarle, beter gekend als "Withagen" en 80 "roeden" groot komt voor goed onder Belgische soevereiniteit. Daardoor k omt het, d a t Marie-Jeanne Couwenberg (85), wonende aan d e Chaamseweg 11, plots, zonder te verhuizen, v an België in Nederland k omt te wonen. D e staatsgrens loopt namelijk dwars door haar huis. De bouwvergunning werd in 1961 afgeleverd. Omdat de voordeur aan de linkerzijde van het huis voorzien was, verzekerden de Nederlandse autoriteiten haar, dat de woning volledig in Begië lag. Nu is dat plots allemaal veranderd en is Marie-Jeanne Nederlands staatsburger geworden. Waardoor voor haar een heleboel zaken dienen aangepast: administratie, pensioen, belastingen, ziekenkas enz. Z e mag zelfs geen Belgische telefoon meer hebben... Is de wereld van Franz Kafka dan toch dichterbij dan we wel beseffen? Artikelen van Marc Simoens, Baarle en l v1995. o M e u l e m a n s i n ' H e t N i e u w s b l a d ' v a n
98
't Bruggeske jg 31- september 1999— nr 3.
Het grootste deel van de inboedel (behalve het altaar) werd gekocht door Johannes Guilelmus Arensma, waard van de herberg " De Croone", schout van Stabroek en keizerlijk grensontvanger. Nu diende de pastoor zijn toevlucht te zoeken over de staatsgrens en ditmaal kreeg hij van zijn dankbare Nederlandse parochianen een grote schuur om er de H. Mis in op te dragen. Dit duurde tot 1801. Door het concordaat dat Napoleon sloot met de paus, werd in 1801 de kerk ontruimd en opnieuw in gebruik genomen. In 1815 kwam ook de pastorij vrij. Met de nieuwe indeling van de bisdommen begonnen voor Putte de moeilijkheden pas voor goed. Het toeval had gewild, dat na 1648 (Verdrag van Munster) de kerk gelegen was op Spaans (Belgisch) grondgebied. Ze was echter vooral bestemd voor de parochianen van Putte-Holland, die het katholieke geloof trouw gebleven waren. Kwam daarbij dat ze ontstaan was uit d e SintElisabethkapel, en dat de Wilhelmieten uit Huijbergen niet alleen deze kapel ges tic ht hadden, maar ook meer dan een eeuw ingestaan hadden voor de kerk en de Hollandse gelovigen. Bij de nieuwe indeling van de bisdommen van 1801 kwamen Stabroek en Kapellen onder het bisdom Mechelen. Putte-Holland werd ingedeeld bij het bisdom Breda-s'Hertogenbosch. D e aartsbisschop moes t instaan voor de aanstelling van een priester. Welk e aartsbisschop? Die van Mechelen of die van Breda? Daar moest en zou religieuze heibel van komen! De aartsbisschop van Breda beweerde dat men hem een kerk ontstolen had! D e aartsbisschop van Mechelen vond het niet meer dan normaal dat de parochie volledig onder zijn bevoegdheid viel. Tussen 1815 en 1830 vond men nog een compromis. Men zou een Hollandse pastoor aanstellen en een Belgische onderpastoor. Bij het overlijden van de pastoor, z ou men een Belgische pastoor en een Hollandse onderpastoor aanstellen. Pastoor werd J. Bakker en onderpastoor J. Joossen. Ondertussen bevestigde de aartsbisschop van Mechelen in 1842 Putte-Ertbrand als een zelfstandige parochie. En de Belgische regering keurde deze regeling goed. Op 1 januari 1843 ging deze maatregel in werking. Pastoor Bakker stierf in 1859. Onmiddellijk werd door Mechelen, Johan Joossen aangesteld tot pastoor! De aartsbisschop van Breda echter, stelde Adriaan Krynen aan tot parochiepriester. Twee pastoors in één parochie! Zelfs in één pastorij!! Onmogelijke zaak!! Zoiets kon nu eenmaal niet!! Door de onenigheid der bisschoppelijke overheid, was een toestand ontstaan, die de tegenstelling aanwakkerde tussen parochianen die jarenlang in de beste verstandhouding naast en met elkaar hadden geleefd! Spotliedjes uit die tijd als: "Belz e rat mefun stertje on a g..." ofwel: "Hollese rat mej..." zijn nog jaren lang blijven nazinderen. Ik herinner ze nog uit mijn kindertijd. Uiteindelijk werd door de Belgische staat in 1868 een beslissing genomen om de Hollandse parochie te vergoeden met de som van 28.000 Belgische frank. (15.000 van de staat — 5000 van de provincie — 4000 van het bisdom en de rest van het kerkbestuur zelf). Daardoor werden kerk en pastorie definitief eigendom v an h e t kerkbestuur v an Sint-Dionysius-Ertbrand. D e gemeenten Stabroek en Kapellen zouden gezamenlijk instaan voor 1/3 van de herstellings- en onderhoudskosten. Rond die tijd besloot Barones Diert van Kerkwerve, toenmalige eigenares en bewoonster van het Ravenhof ook aan Hollands-Putte een kerk en pastorie te schenken. D i e kwam er kort daarna. D e patroonheilige werd eveneens Sint-Dionysius e n o p dez e manier onstond d e tweelingparochie! Krynen werd pastoor van de ene en Johan Joossen van de andere parochie. De strijd tussen de twee gemeenschappen had bijna een halve eeuw geduurd. 99
Bruggeske jg 31- september 1999â&#x20AC;&#x201D; nr 3
Evenwel was het niet helemaal opgelost! Na 1868 waren beide parochies autonoom. PutteErtbrand beschikte niet over een kerkhof! Heel die tijd waren de begravingen gebeurd op het "Geuzenkerkhof" op Hollands grondgebied. Plots weigerde de Nederlandse parochie alle lijken, afkomstig van BelgiĂŤ. In allerijl werd gezocht naar een noodoplossing. De waardin van de herberg "De Croonen, weduwe Besseleers, bracht redding. Ze stond een van haar talrijke eigendommen in het dorp af in gebruiksrecht aan de gemeente Stabroek. Het was een grondstuk, gelegen aan het begin van de Lepelstraat tegenover het "kapelleke". Deze grond werd later aangekocht en fungeert sindsdien als begraafplaats v oor de gemeenschap v an Belgisch Putte. Het noodlot bleef de kerk achtervolgen. In de nacht van 8 op 9 mei 1894 brandde het gebouw af tot op de grond! Aileen de 4 muren bleven overeind! Voorwaar een rare zaak, want volgens de autochtonen was de dader heel goed gekend door iedereen van het dorp! Het kerkbestuur besloot dan de kerk niet meer op dezelfde pleats te herbouwen. Wel meer centraal in het dorp, omdat ze toch niet meer hoefde te dienen voor de Nederlandse gelovigen. Zo gezegd, zo gedaan! De werken begonnen in 1897 en in 1899 was de bouw voltooid. O p 5 november 1900 wer d d e kerk gewijd door P. L . Kardinaal Goossens, Aartsbisschop v an Mechelen. Helaas werd deze nieuwe kerk in 1940, op last van de militairen door een dynamietontploffing vernield, tegelijk met oude pastorij en wat er nog restte van de herberg "De Croone". De kerk van Nederlands-Putte werd eveneens door een ontploffing vernield. Na de oorlog werden beide kerken opnieuw opgetrokken. In Hollands-Putte is de toren wel gescheiden van het schip. Het enig overblijfsel van de eerste echte kerk, opgericht in 1659, veranderd en vergroot door Jonker Joannes- Josephus Moretus in 1769, was het hoofdportaal. Het werd in 1953 op kosten van graaf Charles-Jules Moretus, toenmalig burgemeester van Stabroek aan het begin van de Kasteeldreef geplaatst. Nu is het een geklasseerd monument.
De werkverschaffing te Putte. Zoals overal op het platteland, leefde de bevolking van Putte in vroeger tijden hoofdzakelijk van landbouw activiteiten. Ze werkten voor grootgrondbezitters of voor boeren als dagloner. Bij hun huisje hadden z e gewoonlijk een grondstukje in pacht, waarop z e wat groenten, graan en levensnoodzakelijke dingen trachten te winnen. In het beste geval bezaten ze een geit en een paar kippen. Al bij al een leven dat geen zekerheden en vooral weinig welstand bood. Kwam daarbij, dat er een schrijnend gebrek aan comfort en hygiene heerste, waardoor de kindersterfte enorm hoog opliep. Natuurlijk w a r e n e r uitz onder ingen! D e b o e r e n , grondbezitters, handelaar s e n her ber gier s s t elden h e t opmerkelijk beter. Z ij golden d a n ook als d e "bezittende klasse" in de ogen van de armen.
MORET US-P LA NTIN
Er waren d e superrijken! Ee n voorbeeld daarvan: J onk er Johannes-Josephus Mor etus v a n h e t Rav enhof. J onk er Moretus was een nazaat van J an Moretus, medewerker en schoonzoon van Christoffel Plantin, de meester drukker van Antwepen. D ez e J an Moretus w as gehuwd m e t Martina, tweede dochter van Plantin. Een nazaat ook van Balthasar Moretus, tijdgenoot en persoonlijke vriend v an Pieter Paul Rubens. Deze Balthasar was in de adelstand verheven door Koning Karel II, de laatste Spaanse Habsburger. 100
't Bruggeske jg 31- september 1999— nr 3.
Op 11 apr il 1679 kwam het goed "Steenland" (het latere Ravenhof) in z ijn bezit. Door zijn veelvuldig verblijf in Spanje, gebruikte hij het slechts als buitenverblijf. Zijn kleinzoon JohannesJosephus verkreeg het goed door deling en erving op 11 oktober 1758. Jonker Moretus was niet gehuwd en bezat een ontzaglijk fortuin. We zagen reeds, dat hij op zijn kosten e e n nieuwe k er k e n pas torij lie t bouwen i n 1 7 6 9 o p d e plaats w a a r n u e e n appartementen complex staat. Maar hij deed meer! Naar een gebruik van die tijd, liet hij de omgeving van het kasteel aanleggen naar het voorbeeld van de Franse koningen Lodewijk 14 en 15 te Versailles. Het park werd opgebouwd in de vorm van een ster, de wandelpaden afgeboord met kleurige rododendrons, en alle samenkomend in één punt, het geheel op een kleine kunstmatige hoogte gelegen. Dit park heet nog steeds in de volksmond; "de hoge ster". Maar dat was nog niet alles! Hij kocht gronden bij e n door het goed liet hij nieuwe wandelpaden e n dijk en aanleggen. I n 1768 werd de "gloriette" gebouwd: een soort theeof rusthuisje, eveneens gelegen o p een kunstmatig aangelegde hoogte. Ward Joppen vertelt in zijn boek " Kroniek van Stabroek" dat het dak van de gloriette juis t even hoog komt als het dak van het kasteel.
DE PR ET
ne .• • • • s s • s • A• s s ,s .s ,s •
G edenkt uw laat st e einde omdat gij de uur kent op dewelke de Heer zal koman. W eest B0f e41 want de dood vert oef t niet . BIO VOOR OE Z IEL VAN ZALIGER Mevrouw
Baronnes •DIERT d e KER KW ER VE geboren
Baronnes. de PR ET de T ER VEKEN baar. kasteel le St abroesk, 8 , - -denseuerleden'bp8 8 J anuar i 1879•, . -• i n7 0d e jarnen en .4 maanden. o BEDIEND u d e VAN r d DE o H7-1. SACRAMENTEN m
/ 3egt -
• A i s m ijne z iel v oor U z al verschiinen en G ij: n1H • h . h a i r alsdann. niet vary Uw ans c hijn, maaf • a r m : ahart ige Jesus, ont f erm U d a n l e a.t I k smeek u door: O n •m - iLj r s e r - c e • door . b g z de l i f dmdes i H . G eest en m i j t e r h u l t koniedruw o • ijn Jesus, x tb a r m h a r t i g h e i d l ( r o o vr M e n i l r ' J tlige eau s ' : ' geef haar do': e9, 10r ) ija B annhar Jesus, , , a -C h r i a : m I 4 : .; ( 7 j a r e n e n 7 - q u a d r i tg .) l r u f.sdt '! ind z i j ov er al het I 1 a r t 4 •.p ,l••i Jesus.; h Ir. lem 0 a •al r s e ) r e i n I t oey , M elinqi4k w tteetpel — • e f rA: r k e n z u l t o o
Er k wam ook nog d e "Steentjesdreer. Z e g a f vroeger uit op de Stabroekse steenweg. En d e "Witte poort" die de toegang tot het kasteel voor onbevoegden afs luit. D a t v roeger e e n geliefd speeloord was voor de kinderen van de Leempad. Al bij al verschafte Jonker Moretus jarenlang werk aan tientallen Puftenaren en was als het ware de eerste welzijnswerker "avant la lettre" t e Putte. Jonker Moretus overleed op het Ravenhof op 27 februari 1806 en werd begraven in het familiegraf aan de kerk van Stabroek. Na het overlijden van Jonker Moretus kwam het Ravenhof in het bezit van Philippe Antoine Joseph de Pr et die gehuwd w as met Justina Carolina Marie v an Ertborn. Hun enige dochter Johanna Paulina Josephina de Pret die gehuwd was met Theodorus Josephus Franciscus Ghislain Bar on Dien t verwierf het domein n a het overlijden v an haar ouders. Door toedoen van Baron Diert k wam er nog d e "Huzarenberg", een artificieel aangelegde heuvel bestaande uit zes grote treden van een trap, begroeid me t dennen e n beuk en e n uitlopend op een wandeldijk die op dit punt de staatsgrens z ou vormen. H e t brede wandelpad leidt naar de top, vanwaar men bij helder weder de torens v an Antwerpen k an z ien. D e aanleg gebeurde m e t karren, kruiwagens e n manden. Baron D ied overleed t e Stabroek o p 2 januari 1879.
101
't Bruggeske jg 31- september 1999â&#x20AC;&#x201D; nr 3.
Een andere werkverschaffer te Putte was Jan van Alten. Omstreeks 1814 kwam hij zich met zijn gezin in Nederlands-Putte vestigen. Na 1823 schijnt deze familie Putte(NL) te hebben verlaten. Vermoedens deden uitschijnen dat ze naar Putte Stabroeck of Putte Cappellen waren verhuisd. Een grondig nazicht van de registers van de Burgerlijke Stand en de bevolkings-registers van de gemeenten Stabroek en Kapellen brachten geen uitsluitsel dat zij daar hebben verbleven. Jan van Alten was een Nederlander, afkomstig uit Kaatsheuvel. Hij was de man die de mensen uit Putte leerde "matten vlechten". Het was een ambachtelijk werkje dat thuis kon uitgevoerd worden en waarvoor enkel een soort goedkoop riet (biezen) als grondstof werd gebruikt. Man en vrouw, jong en oud, iedereen kon erbij helpen. s' Zomers werden de biezen gevlochten op straat. Aan de klink van de deur of aan een haak in de muur werden de strengen vastgemaakt en vooral vrouwen en kinderen repten zich om een zo lang mogelijke streng te vlechten. De strengen werden samengevoegd tot panden en de panden verwerkt tot echte matten.
Op ' t O algev elc iâ&#x20AC;˘
Biezenviechtsters aan her werk. (Foto F. Hoelen Ver zam eling Hog hescote v.z.w.)
Op sommige oude prentbriefkaarten z ie je e r nog afbeeldingen v an. H et was een typisch verschijnsel v oor Putte en een bron v an inkomsten v oor de minder gegoeden. D e matten werden vervoerd per kruiwagen en afgeleverd in het pand juist tegenover de huidige drukkerij Van den Bogaert. Jan van Alten is de geschiedenis ingegaan als Jan Mat. Hij werd zelfs bedacht met een yolksliedje, bestaande uit meerdere strofen. Zijn naam is nog steeds verbonden met een plaatselijke toneelkring. Na zijn verdwijning omstreeks 1860, werd zelfs te Putte een mattenfabriekje opgericht door Louis Bastijns-Dingemans. Het zou bestaan hebben tot een tijdje na 1900. Een derde voorbeeld van werkverschaffing te Putte was het "Paternosterfabriekske" van de heer Wijnings. Deze man woonde op Hollands grondgebied, maar had zijn "fabriekske" op de hoek van het kerkplein, waar nu het filiaal van de Generale bank gevestigd is. 102
Bruggeske jg 31- september 1999— nr 3.
Na het verdwijnen van het matten vlechten, verschafte deze man aan de dames en juffrouwen van Putte, kralen, ketting, draad en een speciaal tangetje, waarmee hij ze leerde paternosters maken. Opnieuw een thuisbezigheid, die bij de arme mensen wat geld in de schuif kon brengen. Een voorbeeld van huisvlijt! De paternosters vonden hun weg naar de missies in alle delen van de wereld. Paternosters gefabriceerd door Putse moeders en dochters! Wanneer ze hun "gros" afhadden, dienden zij ze af te geven op het fabriekske. Daar werden de paternosters gekeurd, verpakt en daarna verzonden. D e vrouwen kregen dan een nieuwe voorraad kralen en draad mee naar huis. leder kon dan werken aan zijn eigen tempo. Ze werden immers betaald per gros. Veel later is er nog gekomen de "bakelietfabriek" van Van Niftrik. Milieubewust werd z e toen reeds gebouwd in de bossen langs de Grensstraat en verder. De breifabriek "Bradford" op Hollands grondgebied was eveneens een werkverschaffer voor de Puttenaars. Tegenwoordig zijn het de grote bedrijven als "Van Wellen" d ie veel werk bieden aan tientallen arbeiders en bedienden. Landbouw activiteiten bestaan nog wel, maar op zeer kleine schaal! De oude troebelen en twisten z ijn gelukkig lang vergeten. Handel en welstand hebben d e mensen dichter bij elkaar gebracht. Nu is Putte een commercieel centrum dat vooral leeft van consumententoerisrne. Laten w e d e geschiedenis v an Putte nog éénmaal k ort samenvatten! Aanvankelijk enk ele stulpjes langs de grote verbindingsweg tussen twee steden. Tussen 1582 en 1594 gewoon verlaten gebied, ten prooi aan allerlei plunderingen. Rond 1600 heropgebouwd, iets verder naar het zuiden. Resultaat: een 30-tal huisjes en een kapel, waarvan een 8-tal rond het latere grenspunt. In 1749, 141 inwoners voor Hollands Putte, met 33 gezinshoofden, waarvan er maar 6 uit het dorp zelf stamden. De meeste "allochtonen" kwamen uit Ertbrand of Putte-Stabroek. De families Gysen e n Cleiren, ec hte autochtonen, wilden baas spelen in h e t dorp Hollands Putte. Z ij bezorgden Jan De Mol, die op 1 januari 1749 vorster geworden was, zoveel last, dat de arme man h e t slechts 1 0 maanden v olhield e n z ijn toevlucht ging zoeken t e Wouw, w aar hij domeinopzichter werd. De oude verbindingsweg werd in 1759 recht getrokken op Belgisch grondgebied en in 1850 op 3 meter gekasseid. Nadien groeide d e bevolking langs weerszijden v an d e staatsgrens v eel sneller. Het waren vooral handelaars en herbergiers, die zich vestigden rond het grenspunt. We mogen met zekerheid stellen, dat het dorp ronduit welvarend is geworden, vooral door het consumententoerisme. Horeca-, voeding-, confectie- en andere bedrijven blijven 7 dagen op 7 open. De grootste banken van België en Nederland hebben filialen in het dorp en de commercie draait op volle toeren. De douanenkantoren, langs beide zijden van de grens staan er wat vervallen en verweesd bij. De slagbomen zijn sinds lang verdwenen. Niemand stelt nog vragen! Oude huizen hebben plaats gemaakt voor nieuwbouw. Er is nog wel het grafmonument van Jacob Jordaens. E r is nog w e l h e t oude kerkportaal v an d e eers te ec hte kerk. H e t Geuzenkerkhor echter is verdwenen en op de plaats, waar de oude kerk stond, vind je e e n zanderige parking. Iedereen passeert er zonder op te kijken! 103
't Bruggeske fg 31- september 1999— tir 3.
Aileen is er een jongetje dat schrijlings op de grens geboren werd, dat als zesjarige bengel met zijn fi heldere e t s j dagen om de torens van de stad te kunnen zien. eEen jongetje dat ademloos luisterde naar de schokkende verhalen over smokkelbarons, die een sigaar durfden ontsteken met een bankbiljet. Dat bijna alle schuilplaatsen kende van douaniers d en grensbewakers in het struikgewas, waar z e hun scatologische bijnaam verdienden. D at o naar het verhaal van zijn grootvader die in de eerste wereldoorlog, om mensen over oluisterde r dezelfde grens t e brengen, door de Duitsers werd gev at en als politiek gevangene naar d Duitsland werd gevoerd. e rDatzelfde o jongetje, wiens ouders en grootouders begraven liggen op het oude kerkhof aan 't dkapelleke. Het kerkhof dat eens eigendom was van de weduwe Besseleers, de waarin uit de o verdwenen herberg "De Croone". Dat jongetje is nu een man geworden. Een man die ervan dhoudt om te snuffelen in het verleden. Om de oude toestanden en waarheden opnieuw op te eroepen en ze hun verhaal te laten vertellen. n dEenr man die nu voldoende jaren telt, om in een nostalgisch ogenblik, al die beelden uit het verleden aan zich te zien voorbijtrekken. En die dan tussen zijn lippen mompelt, nauwelijks o nhoorbaar voor zijn huisgenoten: "Het gebeurde allemaal in Putte, mijn dorp, het tweelingdoip met dile". d r e Juni 1995 - A.M. Jennes. v e nBronnen: v Algemene Winkler Prins Encyclopedie in 10 delen: Uitg: Elsevier Amsterdam — Brussel 1957. a F en Kanora H: Portret van Ekeren. Uitg: Gemeentebestuur Ekeren 1973. Heruitg: Taverniers H Ekeren nBresseleers 1978 hCarnoy Albert: Origine des Noms Communs de Belgique. Edit: Université de Louvain. eDagblad "Het Nieuwsblad". Diverse artikelen. tDe Wils M: De mattenbralers van Putte. 't Bruggeske jg 29 — nr 4. Uitg Hoghescote v.z.w. 1997. De Sein Eugeen: Geschied- en aardrijkskundig woordenboek der Belgische Gemeenten. Uitg: Brepols Turnhout. R Dirven H: Het Markizaat van Bergen op Zoom. Uitg: Stichting Basis 4800 C.C. Breda. aElias van Stabroeck: "Polder en Kempen — bijdragen tot de geschiedenis van Stabroek" Druk, J.E.. Buschmann vAntwerpen 1938. Familie Dondelinger-Roland, Kapellen. Gegevens uit hun bidprentjesverzameling. eGoetschalclo( P.J.: Kerkelijke Geschiedenis van Ekeren nHasquin Hervé en Van Uytven Raymond: Geschiedkundig en administratief geografisch woordenboek. Uitg: Gemeentekrediet 1980. h Joppen W: Kroniek van Stabroek 1250 — 1980. Uitg: Davidsfonds Stabroek-Hoevenen-Putte. oReeks "Ach lieve Tijd — 700 jaar West-Brabant". Ultg: Waanders in samenwerking met het Museum" Het fMarkiezenhor en d e archieven van West-Brabant. tVan de Putte 0: Gids voor Vlaanderen. Uitg: Lannoo Tielt. Van Kaam A..C.J.: Putte in oude ansichten, deel 2. Llitg: Europese Bibliotheek Zaltbommel. oWeekblad "De Polder": Diverse artikelen. eWinkler Prins Encyclopedie van Vlaanderen in 5 delen. Uitg: Elsevier Sequoia. r d e , d a t d e H u z 104 a r e
't Bruggeske jg 31- september 1999— nr 3.
Verborgen heraldiek te Kapellen ( vDeefavnille r v oVan l g Sonsbeeck. ) In 't Bruggeske van juni 1999 schreef Jos Goolenaerts dat hij over de familie Van Sonsbeeck voorlopig nog geen bijzonderheden kende. Via de heer Verpraet Louis, Reigerslei, 8 te 2950 Kapellen, ontvingen we de hierna vermelde informatie welke oorspronkelijk verscheen in het tijdschrift "Omheining" nr 4, jaargang 1- december 1981 te Heino(14114.
De familie Van Sonsbeeck en de gemeente Hein°. Sinds in het begin van de 18e eeuw huize De Gunne in onze gemeente eigendom werd van de familie Van Sonsbeeck, is de naam v an dez e familie altijd verbonden geweest met Hein°. Oorspronkelijk kwamen de Van Sonsbeecken uit Zwolle, waar zij gewoond hebben in het huis De Gouden Kroon op de Grote Markt, het zogenaamde Sonsbeeckenhuus. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van die leden van de familie, die in Heino gewoond hebben of nog wonen en die een speciale band hebben met onze gemeente. Het is niet de bedoeling geweest hier een volledige genealogie van het geslacht Van Sonsbeeck te geven, daarvoor raadplege men bijvoorbeeld de uitgaven van Nederland's Patriciaat. 1. D r Gerardus Antonius v an Sonsbeeck, geboren te Zwolle op 29 maart 1698, med. doctor, geneesheer te Zwolle, overleden aldaar 14 augustus 1769. Hij huwde te Zalk op 4 november 1727 met Cornelia Aletta van Grootvelt, geboren op 16 april 1686, overleden op 15 januari 1763, weduwe van J an Potcamp, eerder weduwe van Gerrit van Rees. Door het huwelijk van G.A. van Sonsbeeck met de weduwe Potcamp is De Gunne aan de familie van Sonsbeeck gekomen. De familie Potcamp had het landhuis De Gunne laten bouwen op het erve v an dez elfde naam, d a t a l i n d e 1 6 e eeuw genoemd wordt. H e t huis bes tond aanvankelijk alleen uit de middenbouw, de zijvieugels werden in de eerste helft van de vorige eeuw bijgebouwd. De Gunne was toen nog een buitenverblijf, een spijker, zoals veel Zwolse families hadden om er de zomer door te brengen. 2. Alexander van Sonsbeeck, geboren te Zwolle op 11 december 1729, overleden te Heino (huize De Gunne) op 30 mei 1799, zoon van nr 1, was gehuwde met Cornelia Anna van der Veen. Dit echtpaar heeft drie kinderen gehad, twee zoons en één dochter. 3a. Gerardus Antonius Stanislaus van Sonsbeeck, geboren te Zwolle op 13 november 1770, overleden aldaar op 7 december 1809, oudste zoon van nr 2. Hij was assessor van de provincie Overijssel wat overeenkomt met lid van de gedeputeerde staten. Hij was gehuwd met Wilhelmina Agnes Cremers. Zij overleed te huize De Gunne op 19 augustus 1855. Het echtpaar v an Sonsbeeck-Cremers had dr ie kinderen, twee z oons e n één dochter. H u n dochter, Cornelia Joanna van Sonsbeeck, geboren op De Gunne op 5 augustus 1801, huwde in 1819 te Heino met J.B. Helmich, die van 1843 tot zijn dood in 1862, lid was v an d e gedeputeerde staten van Overijssel. 4a. Alex ander van Sonsbeeck, geboren te Zwolle op 24 augustus 1795, overleden aldaar op 21 mei 1861, houtkoper, oudste zoon van nr 3a, was gehuwd (1) met C.M.A. Akerma, en (2) met A.M.E. Cremers. Uit het eerste huwelijk werden vijf kinderen geboren, uit het tweede drie. 5 Hendrikus Allardus Johannes van Sonsbeeck, geboren te Zwolle in 1841, overleden te Heino (huize De Gunne) in 1913, zoon van nr 4a (tweede huwelijk). Hij werd in 1877 gekozen tot gemeenteraadslid van Heino en in 1885 benoemd tot wethouder, tevens ambtenaar van de burgerlijke stand. 105
Bruggeske jg 31- september 1999— nr 3.
Hij werd burgemeester van Heino in 1886 en volgde als zodanig G.J.G. Baron Vidal de St.Germain op, die dat jaar eervol ontslagen werd na een ambtsperiode van 49 jaar. H.A.J. van Sonsbeeck was de eerste van zijn familie, die De Gunne permanent bewoond heeft. Uit zijn huwelijk met T.F.M.C. Mahie werden te Heino negen kinderen geboren. 6a. Joannes Maria van Sonsbeeck, geboren te Heino (huize De Gunne) in 1874, overleden te Zwolle in 1943, oudste zoon van nr 5a. Hij woonde evenals zijn vader op De Gunne en was gehuwd met Engelbertha Anna Maria Helmich, geboren in 1894 en overleden in mei 1981. Het echtpaar had drie kinderen en d e jongste zoon, J.T.M. v an Sonsbeeck is de huidige bewoner van De Gunne. Deze is gehuwd met een dochter van burgemeester Van der Heijden van Doornenburg (zie 6c). 6b. Antonius J.M. van Sonsbeeck, geboren te Heino (huize De Gunne) in 1875, overleden te Zwolle in 1943, tweede zoon van nr 5a. Hij was boomkweker en heeft gewoond op huize Sonnevanck aan de Stationsweg te Hein°. 6c. Alex ander van Sonsbeeck, geboren te Heino (huize De Gunne) op 25 maart 1882, overleden t e Roermond in 1951, z oon v an n r 5a. H ij v olgde in 1913 z ijn v ader op als burgemeester van Heino en bleef dit ambt vervullen tot 1945, toen hij opgevolgd werd door Jhr A.J.E.E.C. van der Heijden van Doornenburg. Alexander van Sonsbeeck heeft gewoond in huis De Heemel aan de Stationsweg, gebouwd op een stuk grond dat in het begin van de vorige eeuw eigendom was an A. Klomp, de laatste schout van Hein°. Hij was gehuwd met Jkvr. E.T.C.M. van Rijckevorsel van Kessel en had vier dochters. De oudste dochter, M. van Sonsbeeck is jarenlang wijkverpleegster geweest in Hein°. Z ij huwde in 1940 met F.M.M. Baron van Lamsweerde, die in 1945 door de Duitsers werd gefusilleerd.
1. Dr. Gerardus Ant onius v. Sonsbeeck 1698-1769 x C.A. v. G root velt 2 A lex ander v. Sonsbeeck 1729-1799 x C.A. v.d. Veen
3a. Gerardus AS. v. Sonsbeeck 1770-1809 x W.A. Cremers
3b. Bernardus J. v. Sonsbeeck 1772-1858 x M. Heerkens
4e. Alexander v. Sonsbeeck 1795-1861 A.M.E. Cremers
1 4b. Herniae v. Sonsbeeck 1796-1865 P.E. Bosch v. Drakest ein
5a. Hendrikus A.J. v. Sonsbeeck 1841-1913 x T.F.M.C. Mahie
5b. Bernardus J.B. v. Sonsbeeck 1824-1875 x M.W.H.F. Bosch v. Drakestein
6a. J.M. v. Sonsbeeck 6 b . Ant. J.M. v. Sonsbeeck 1874-1943 1 8 7 5 - 1 9 4 3 E.A.M. Helmich
Sc. Paul W.H. v. Sonsbeeck 1825 1884 x S.J. Feyens
Sc. Alexander v. Sonsbeeck 6d. W illem G.A.v . Sonsbeeck 1882-1951 1877-1951 E.T.C.M. v. Rijckevorsel e M.P.S. v.d. Kun
J.T.M. v. Sonsbeeck
3b. Bernardus Josephus van Sonsbeeck, geboren te Zwolle in 1772, overleden aldaar in 1858, heer van Den Alerdinck, markerichter van de marke Lenthe, tweede zoon van nr 2. Hij kocht op 6 september 1797 de havezate Den Alerdinck, die toen nog tot Dalfsen behoorde van de erfgenamen van Derk Frederik van Voorst tot Bergentheim. 106
Bniggeske jg 31- september 1999— nr
Het huis Den Alerdinck, dat reeds in 1318 wordt vermeld, had s inds 1618 riddermatige rechten, hetgeen inhield dat de eigenaar behoorde tot de Ridderschap van Overijssel. B.J. van Sonsbeeck liet in het begin van de vorige eeuw rond Den Alerdinck een park met vijvers aanleggen door de tuinarchitecten de gebroeders Zocher. Na de grote overstroming vanuit zee in 1825 waardoor zijn landgoed ruim één meter onder water kwam te staan, liet hij een dijk rond zijn bezittingen leggen om deze voor overstromingen te vrijwaren. Uit zijn huwelijk met Margaretha Heerkens werd één zoon geboren. 4b. Herman v an Sonsbeeck, geboren te Zwolle op 24 juli 1796, overleden te Heino (Den Alerdinck) op 29 november 1865, zoon van nr 3b. Behalve van Den Alerdinck was hij ook eigenaar van De Kolkhof aan de Zuthemerweg. Hij trad op de voorgrond in de vaderlandse politiek als minister in het kabinet Thorbecke. Door de liberale grondwetsherziening van 1848 kreeg de R.K.-kerk weer de vrijheid om bisschoppen in ons land te benoemen. Voor het zover was, waren vele besprekingen nodig, ook met de Nederlandse regering. Daarom werd in het ministerie Thorbecke, dat optrad vanaf 1 november 1849, een minister voor de Zaken van de R.K.-Eredienst opgenomen. Hiervoor werd benoemd de jurist Herman van Sonsbeeck, die deze portefeuille combineerde met die van Buitenlandse Zaken. Voordat echter in 1853 de bisschoppelijke hiërarchie in ons land werd hersteld, was van Sonsbeeck reeds uit het kabinet getreden. H . v an Sonsbeeck is drie k eer gehuwd geweest. U it z ijn eerste huwelijk, me t Paulina Elisabeth Bosch van Drakenstein, werden zeven kinderen geboren. 5b. Bernardus Josephus Baltasar van Sonsbeeck, geboren te Zwolle op 6 januari 1824, overleden aldaar op 24 september 1875, oudste zoon van nr 4b. Hij erfde De Kolkhof van zijn vader. In 1862 werd hij gekozen tot lid v an d e gedeputeerde staten v an Overijssel als opvolger v an J .B. Helmic h ( z ie n r 2a). U it z ijn huwelijk met Maria W.H.F. Bos c h v an Drakenstein werden vijf kinderen geboren, van wie er vier jong zijn overleden. Hij liet De Kolkhof na aan zijn dochter Pauline E.F.M. van Sonsbeeck (1851-1922), die gehuwd was met Joan Marie Baron van Voorst tot Voorst, lid van de gedeputeerde Staten van Overijssel. 5c. P a u l Willem Hendr ik v a n Sons beec k , geboren t e Zwolle o p 2 5 augustus 1825, overleden in 1884, tweede zoon van nr 4b. Hij was gemeenteraadslid van Amsterdam en gehuwd met Suzette Joanna Feyens. Het echtpaar had elf kinderen. 6d. Willem George Alphonse van Sonsbeeck, geboren te Amsterdam op 11 september 1877, overleden in 1951, zoon van nr 5c. Hij werd in 1919 benoemd tot burgemeester van Breda en in 1936 tot commissaris van de Koningin in Limburg, uit welke functie hij begin 1941 door de Duitsers werd ontslagen. Hij was een van de vijf vooraanstaande Nederlanders die op 2 augustus 1944 door de Nederlandse regering te Londen werden aangewezen om als haar vertegenwoordigers op te treden in d e allereerste fas e na de bevrijding. D it om te voorkomen dat er in ons land na de capitulatie van de Duitsers een gezagsvacuüm z ou ontstaan. D it zogenaamde College v an Vertrouwensmannen droeg o p 8 april 1945 z ijn bevoegdheid over aan het Militaire Gezag. W.G.A. van Sonsbeeck was gehuwd met Maria P.S. van der Kun en had drie dochters. Vanaf 1947 woonde hij te Heino in huis De Heemel. Een van de dochters, Mevr. S. Luten-van Sonsbeeck woont thans nog in deze gemeente. Geraadpleegde literatuur: • Nederland' s Patriciaat (red. D.G. van Epen e.a.), • J . Bieleman, Heino een geschiedenis van mens en pleats. Zwolle 1980. • A . E . Rientjens, Uit de Geschiedenis van de Marke en Schoutambt van Hein°. Zwolle 1931-32. • L . J . Rogier en N. de Rooy In vrijheid herboren. 's Gravenhage 1953. • D . M . van der Schrier, De resten van de zeedijk van Bernard J. van Sonsbeeck rond Den Alerdinck: een Monument (artikel in De Mars, Overijssels maandblad, november 1981). • Prov inc iale Overijsselsche en Zwolsche Courant. H. van Bommel.
107
't Brugges k e jg 31- s eptember 1999 n r 3.
TENTOONSTELLING SCHILDERIJEN EN TEKENINGEN DE SCHILDERSGROEP VAN HET OPENATELIER EN HET RUST- EN VERZORGINGSTEHUIS WELVAART VIM/. Na de groep van het C.C. "De Oude Pastorij - Het Vrije Atelier" en de individuele tentoonstelling van Nini Vaerten, opent het RVT "De Welvaart" in Hoogboom opnieuw gastvrij de deuren en exposeert de werken van de leden van de schilderskring "Het Open Atelier", dat zijn thuishaven heeft in het prachtige kasteel "Ravenhof" te Stabroek.
Het gaat hier om een selectie van werken met als doel een beeld te geven van de artistieke ontwikkeling van de leden. Kunstschilder Harry Buyck koos de schilderijen die warden voorgesteld. Onder de tentoongestelde werken zijn sommige geschilderd door leden die reeds lang de schilderkunst als hobby beoefenen. Er zijn echter ook anderen, die recent het penseel ter hand namen en pas een of twee jaar terug zijn gestart. Deelnemende kunstenaars: D. Good, P. Van Bockel, B. Verlent, E. Van Doorselaer, M. Van Loon, A. Goossen, G. Van Turnhout, T. Franken, E. Korte, A. Sevenans, H. Michielsens, M. Silvrants, W. Van Rompaey, L. Hagenaers, V. Koeck, A. Francken, H. Buyck, M. Adriaenssen, C. Ferilli, L. Bruyninckx, M. Vleugels. De tentoonstelling blijft te bezichtigen van 20 augustus tot en met 30 september. De werken zijn dagelijks te bezichtigen in de inkomhal en de gangen van het rusthuis. Bezoekers voor de tentoonstelling dienen de hierna vermelde uren te respecteren:
- v a n 13 tot 17 u
- v a n 18.30 tot 19.30 u. 108
't Bruggeske jg 31- september 1999â&#x20AC;&#x201D; nr 3.
open atelier vanaf 7 september maandag, met model: 9.30 tot 13 u dinsdag: 9 tot 16 u heel jaar uitgezonderd juli-augustus lidgeld 1500F /jaar aanwezigen 100F /dag Kasteel Ravenhof Oud-Broek Putte-Stabroek
vrij atelier vanaf 1 oktober donderdag van 9 tot 13 u dinsdag van 19.30 tot 22 u. lidgeld 2000F /jaar CC De Oude Pastorij Dorpsstraat 45 2950 Kapellen
Rust- en verzorgingstehuis Welvaart Hoogboomsteenweg 124 2950 Kapellen Tel. 03/664.21.23
Voor inlichtingen kan men zich wenden tot Harry Buyck. Adres: De Beukelaerlaan 15 te Ekeren. Telefoon: 03/542.14.54
109
't Bruggeske jg 31- september 1999— nr 3.
Als mentor gaat Harry Buyck ervan uit dat samen dient gezocht te worden welke schilder-technische uitdrukkingswijze het meest geschikt is voor deze of gene. Hij is er ten stelligste van overtuigd dat op deze wijze iedereen kan leren schilderen. Harry Buyck tracht ook de leden zoveel mogelijk bij te brengen dat een onderwerp niet klakkeloos hoeft te warden nageschilderd, maar dat je het kunt loslaten en een persoonlijk accent aanbrengen: een vertekend perspectief, een ongewone kleurcombinatie. Schilderen moet een ontdekking zijn.
Techniek is in de schilderkunst zeker belangrijk, maar vooral talent heeft men nodig, waardoor men van een postkaart een kunstwerk kan maken Tijdens de donkere oorlogsjaren in Amsterdam, toen hij werd overvallen door heimwee naar het Zuiden, schilderde Max Beckmann een aantal Rivièra-landschappen. Hij maakte daarbij gebruik van de ansichtkaarten die hij tijdens zijn verblijf aan de Côte d'Azur had gekocht.
- ,
•• / 1 ', 7 ) L P
_• T y • V.r.: • -
' -
k •• S ,- ; •;-• e -. 1„
•' t . •
110
't Bruggeske jg 31- september 1999â&#x20AC;&#x201D; nr 3.
CULTUUR IN RVT " DE WELVAART" Hoogboomsteenweg 124 , 2950 Kapellen
TENTOONSTELLING" GROEP 5 " OLIEVERF - PASTEL - AQUAREL - ACRYL - POTLOOD van 9 october 1999 tot en met 14 november 1999 Dagelijks van 13h00 tot MO O & van 18h30 tot 19h30
Mieke Adriaenssens
Paula Machielsen 1 1 1
Bruggeske jg 31- september 1999â&#x20AC;&#x201D; nr 3
Els Van Doorstaer
Nini Vaerten
Sonja Varticean
112
COPY SERVICE CENTER Dorpsstraat 39 - 2950 Kapellen Tel: (03) 605.42.67 * Al uw copijen aan een snelheid van meer dan 5000 copijen per uur â&#x20AC;˘ Copijkaarten verkrijgbaar vanaf 1000 copijen * Sorteren, bundelen en meten automatisch â&#x20AC;˘ Kwaliteit is onze grootste troef * Verkoop en bijmaken van stempels * Verkoop van faxen, rekenmachines, draadloze telefoons * Verkoop van bureelbenodigdheden - Linten voor schrijfmachines - Rookwaren - Frisdranken - Snoep
Open : alle dagen van 8 tot 12.30 & 13.30 tot 18 u. Zaterdag van 9 u. tot 18 u.
intercommunale voor energie Antwerpsesteenweg 260 - 2 6 6 0 Antwerpen - Hoboken Tel. (03)820 05 11 F ax (03)829 10 67
elekt ricit eit & aard g as
ca/t c a e z O ) 6eAdJtel6 (14 , (4 uw k antoor te Kapellen e Chris tiaan Pallemans s traat 66 a a c
- ALGEMENE AANNE MI NGE N - RUI VBOUWWERKEN SCHRIJNIVERKERIJ - ME UBE LMAKE RI J KE UKE NI NRI CHTI NGE N -
ST ARRENHO PLAAN 5 - 2950 KAPEL L EN - Tel: (03) 660.14.20
Onze gezinnen.. , ze dan bouwen. Ze bouwen aan hun huis, d o e n aan de n toekomst i e t van hun kinderen, aan s later. Soms zien ze het groot, dan weer l i e v klein.eWijrvan KBC Bank & Verzekering staan altijd klaar om hen te begeleiden. In al hun ondernemingen. Want onze gezinnen, daar hebben we het nu eenmaal voor. http://www.kbcbe
KBC BANK 8, VERZEKERING VERENIGT DE KREDIETBANK, ABB-VERZEKERINGEN EN CERA BANK.
KBC Sank 8, Verzekering