Colofon Verantwoordelijke uitgever: André De Vleeschouwer, Tel: 03-6057989 Redactie en opmaak: Roger Van den Bleeken, Tel: 03-6646322 beiden p/a Essenhoutstraat 59 te 2950 Kapellen heemkringhoghescote @gmail.com Kaftontwerp: Tine Hanssens Copyright Heemkring Hoghescote Kapellen. Elke auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van het door hem ingezonden artikel. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd, openbaar gemaakt of gereproduceerd worden door middel van fotokopie, druk of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ledenblad ’t Bruggeske wordt 4 x per jaar aan elk lid van Heemkring Hoghescote toegezonden. Het lidmaatschap bedraagt 12 € per jaar als gewoon lid, of vanaf 25 € als erelid. Dit bedrag kan worden overgemaakt op rekening: BE18 4137 2050 7165 (BIC-code KREDBEBB) op naam van Heemkring Hoghescote vzw – Essenhoutstraat 59 2950 Kapellen, met de vermelding "Lidgeld". Losse nummers van ’t Bruggeske, voor zover nog in voorraad, zijn te verkrijgen op het redactieadres tegen 3 € per exemplaar.
In dit nummer: Nieuwe activiteiten: - Wandeling “Veel volk voor de Seefhoek” Op zondag 18 september 2016 - Voordracht “Persoonsgebonden straatnamen” Op dinsdag 15 november 2016 - Herinnering: Fietszoektocht nog tot 18 september - Den Doodendraad, een wandeling doorheen de Kalmthoutse Heide. Op zaterdag 8 oktober 2016 Het bestuur van Hoghescote
2 3 3 4
Foto’s van Vroeger en Nu Roger Van den Bleeken
5
Twee nieuwe aanwinsten voor onze heemkring Flor Van Hoof
9
Trams 65 en 72 in Kapellen André Dewel
11
Kapelse kerkrekeningen (deel 7 en slot) Jan Vanderhaeghe
18
Met dank aan onze sponsors, ereleden en leden Schenkingen aan het archief van Hoghescote Het bestuur van Hoghescote
24 25
Kapellenaren vertellen
26
Roger Van den Bleeken
Persoonsgebonden straatnamen Etienne Vermeulen
28
Welkom op onze open-archiefdagen! Erfgoedcentrum Hoeve Van Paesschen Essenhoutstraat, 59 – 2950 Kapellen Elke eerste dinsdag van de maand van 14.00 tot 17.00 uur, elke tweede donderdag van de maand van 19.00 tot 22.00 uur, elke derde donderdag van de maand van 09.00 tot 12.00 uur. Behalve als dit op een feestdag valt.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
1
Wandeling “Veel volk voor de Seefhoek” Op zondag 18 september 2016 Het bestuur van Hoghescote Op wandel door de unieke wijken Stuivenberg en de Seefhoek, het volkse hart van Antwerpen. Hier trokken de dokwerkers heen na het rechttrekken van de Schelde en streken ook de eerste gastarbeiders neer, eerst uit de Kempen, later uit verdere streken. Je maakt kennis met de Seefhoek en ontdekt kleurrijke pleinen (bv. Vincent Van Goghplein) en oude volkrijke stegen. Met zijn bekende ronde paviljoenen speelde het Stuivenbergziekenhuis er een voortrekkersrol op gebied van architectuur en gezondheidszorg. De pas gerestaureerde gevels en de opvallende toren van de statige neogotische Sint-Willibrorduskerk verbazen dan weer door hun monumentaliteit.
Verder kom je er op het spoor van bekende namen als Willy Vandersteen, Julien Schoenaerts en zelfs Vincent Van Gogh. Een onvergetelijke kennismaking met een levendig volks Antwerpen! Deze volksbuurt is misschien niet het mooiste stukje Antwerpen maar wel één van de meest authentieke en interessantste stadsdelen. De wandelroute voert je langs: GASSTRAAT – STUIVENBERGPLEIN - HANDELSTRAAT – GEELHANDPLAATS bij de KERKSTRAAT en HET SCHOOLPLAK.
Foto: Dave Van Laere
Bestuur Hoghescote
Foto: Kathleen Michiels
Je gids heeft ook aandacht voor het multiculturele karakter van de Seefhoek en kruidt de boeiende geschiedenis van deze stegenbuurt met pittige verhalen.
Start- en eindpunt zijn gemakkelijk te bereiken via de premetrotramlijnen 3, 5 en 6. De wandeling start aan de uitgang van het premetrostation Elisabeth (op het pleintje naast de SintElisabethstraat) en eindigt aan de ingang van het premetrostation Handel (op het “Schoolplak” bij het kruispunt van de Handelstraat en de Lange Stuivenbergstraat).
Afspraak zondag 18 september om 14.00 u stipt aan de uitgang van het premetrostation Elisabeth (op het pleintje naast de Sint-Elisabethstraat). De wandeling “Veel volk voor de Seefhoek” duurt ongeveer 2 uur. Deelnameprijs: leden € 5 en niet-leden € 7. Maximum deelnemers: 20 Inschrijven voor 10 september op tel. 03/605 79 89 of via e-mail: heemkringhoghescote@gmail.com Gelieve te storten op rek.nr. BE18 4137 2050 7165 op naam van: Heemkring Hoghescote vzw – Essenhoutstraat 59, 2950 Kapellen, met vermelding: Seefhoek + aantal deelnemers.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
2
Voordracht “Persoonsgebonden straatnamen in Kapellen” deel 2 Hoeve Van Paesschen - 15 november 2016 – 20 uur Roger Balbaert Daar onze vorige voordrachten telkens een overweldigend succes kenden, hebben wij besloten deze reeks verder te zetten. Ook nu zal Roger Balbaert u weer aan de hand van talrijke nieuwe “oude” foto’s en anekdotes vertellen hoe en waarom bepaalde straten de naam van een persoon kregen.
Rekening houdend met de beschikbare ruimte, dient echter het aantal deelnemers beperkt en daarom vragen wij u zo vlug mogelijk in te schrijven. Niet te missen kennis over uw gemeente! De inkom is ook nu gratis.
Voordracht “Persoonsgebonden straatnamen” Op dinsdag 15 november 2016 - 20 uur Hoeve Van Paesschen. Inschrijven noodzakelijk via tel. 03-605.79.89 of Bestuur Hoghescote E-mailadres: heemkringhoghescote@gmail.com
Herinnering Fietszoektocht zomer 2016 Het bestuur van Hoghescote Wij herinneren onze leden eraan dat de fietszoektocht die deze zomer door Hoghescote werd ingericht nog steeds kan afgelegd worden en dit tot zondag 18 september 2016. De antwoordformulieren dienen binnengebracht in het Erfgoedcentrum Hoeve Van Paesschen – Essenhoutstraat 59 te 2950 Kapellen ten laatste op 25 september 2016 om 18.00 u. De totale prijzenpot van ruim € 1.000 met als eerste prijs € 200 in aankoopcheques van “Beleef Kapellen” is zeker een dagje zoeken waard.
Noteer alvast dat ook degenen die denken niet in de prijzen te vallen er goed aan doen hun antwoordformulier in te leveren. Ook voor hen zijn vijf waardevolle prijzen voorzien. Deelnameformulieren zijn nog steeds te verkrijgen, zie www.heemkring-hoghescote.be of tel. 03 664 63 22. Niet te missen! ! Alleen, met de familie of met een groep vrienden, is dit een enige gelegenheid om Kapellen beter te leren kennen en bovendien ook nog een mooie prijs te winnen.
Bestuur Hoghescote
Spring op je fiets en doe mee! ’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
3
Den Doodendraad, een wandeling doorheen de Kalmthoutse Heide Op zaterdag 8 oktober 2016 Het bestuur van Hoghescote Voor er sprake was van een wereldoorlog speelden Duitse “inwijkelingen” een dominante rol in Antwerpen, maar ook ten noorden van de stad. Restanten zijn er nog, maar van de oude bewoners is elk spoor verdwenen. Toch is dat het begin van ons verhaal. Toen Antwerpen in oktober 1914 in de handen viel van de Pruisen, zocht een troosteloze colonne vluchtelingen doorheen Kapellen, Putte en Kalmthout zijn weg naar het neutrale Nederland. Uit onze streek liet vooral streekgenoot Jozef Muls zijn herinneringen hierover na. Na de terugkeer van de meesten onder hen namen de Duitsers maatregelen om alle invloeden of informatie van buitenaf te blokkeren. Tussen Nederland en België werd een streng bewaakte hoogspanningsdraad gespannen die elk vrij verkeer voor jaren onmogelijk maakte. De heide werd doorgesneden waardoor Essen en Nieuwmoer een soort niemandsland werden. Ook Putte moest dit lot ondergaan.
Alleen smokkelaars en passeurs geraakten nog doorheen de draad met goederen of mensen. Velen lieten hierbij het leven. Van de gids kan je leren hoe je toch levend aan de andere kant geraakte. Nu resten nog een vluchtkapelletje, dat als ontmoetingsplaats diende, een traject dat hier en daar zichtbaar blijft in het landschap, een nagemaakt eindje draad en veel spannende en soms tragikomische getuigenissen over onwaarschijnlijke belevenissen. Leven en overleven waren de ordewoorden. De bezetter teisterde de bevolking met opeisingen, terreur en honger. De gids toont je in welke omstandigheden en met welke middelen de mensen uit de omgeving de moeilijke jaren hebben doorstaan.
Op veel punten kent onze tijd gelijkenissen met wat onze mensen toen is overkomen. Ook hierbij even stilstaan tijdens de uitstap loont de moeite. Afspraak op 8 oktober 2016 om 10 u. stipt aan de Vroente, bij het kanon (ingang Kalmthoutse Heide) voor een rondleiding van ongeveer 2,5 uur en 6 km. Het gaat wel grotendeels over zandpaden maar degelijk wandelschoeisel is aan te bevelen. Omdat de Vroente met het openbaar vervoer moeilijk te bereiken is, stellen wij ook nu voor om aan carpooling te doen. Zij die nog een plaatsje in de auto vrij hebben en zij die mee willen rijden, graag melden bij de inschrijving. Deelnameprijs: leden: € 5 en niet-leden € 7. Maximum deelnemers: 30. Inschrijven voor 25 september op tel. 03-605.79.89 of via e-mail: heemkringhoghescote@gmail.com Bijdrage te storten op rek. nr. BE18 4137 2050 7165 op naam van Heemkring Hoghescote vzw – Essenhoutstraat 59, 2950 Kapellen, met de vermelding: Wandeling Doodendraad + aantal personen.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
4
Foto’s van Vroeger en Nu Roger Van den Bleeken De foto’s op de kaft van het vorige Bruggeske waren gesitueerd in Putte, aan de noordkant van de gemeente, terwijl we nu aan de uiterste zuidkant zijn beland bij het Hoogboomkruis. Hoewel ik de indruk heb dat deze benaming door de jongere generatie steeds minder wordt gebruikt, is dit kruispunt van enerzijds de Antwerpsesteenweg (vroeger Kapelsesteenweg) met de Hoogboomsteenweg en de Vloeiende nog steeds een veel gebruikt verkeerspunt. Foto 7060 dateert van juni 1914 en toont het kasteel “Heidelust”, dat later omgedoopt werd tot “Zilverhof”, met het bijhorende poorthuis. Dit domein was gedurende vele generaties de thuishaven van het Antwerpse notarisgeslacht Deckers. Begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw werd het kasteel afgebroken en in 1975 werd op het domein een appartementsgebouw opgericht. Enkel het poorthuis bleef bewaard en kende door de jaren heen allerlei bestemmingen gaande van bar en restaurant tot architectenbureau.
Tot midden van de vorige eeuw deed het gebouw nog dienst als dierenasiel waarna het werd afgebroken om plaats te maken voor het genoemde restaurant. Aan de overkant, op de hoek van De Vloeiende met de Antwerpsesteenweg, stond een villa die eveneens diverse bestemmingen kreeg zoals: dancing, restaurant en zelfs gebruikt werd voor de verkoop van tweedehands auto’s. Intussen is ook deze woning afgebroken en werd er recent een appartementsgebouw opgericht.
Hoogboomsteenweg begin 1900, toen nog een zandweg.
Foto 10137 dateert van augustus 1939 en toont het buitenverblijf van de familie Willaert. Het was gelegen tegenover het poorthuis van het kasteel “Heidelust” op de gronden waar later restaurant “Bellefleur” van meester-kok Jan Buytaert was gevestigd. De heer des huizes, Constant Willaert (°12.09.1837 - †04.10.1911) 1 , was generaal-majoor bij de Burgerwacht van Antwerpen. En zoals het bij een generaal past, werd ook hij bedacht met verschillende eretekens. Toen hij in 1902 Het Kruis van Commandeur in de Leopoldsorde ontving, bracht maatschappij “De Hoogboomnaren” hulde aan haar erevoorzitter Constant Willaert op zijn “goed”.
1
Marc Brans publiceerde in ’t Bruggeske jrg.39 - 2007/1 een uitgebreid artikel over Constant Willaert onder de titel “Een generaal te Hoogboom”. ’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
Begin van de vorige eeuw kreeg de omgeving van “Het Hoogboom Kruis” nog een speciale vermelding in de vermaarde wandelgids: “Dans le province d’Anvers – 71 Promenades pédestres par Joseph Schobbens”, uitsluitend in het Frans en uitgegeven door “Touring Club de Belgique” 2. In deze gids staat erg lyrisch vermeld: “C’est un joli site dont on jouit au sortir du tram. La rangée de peupliers derrière lesquels l'immense plaine s’étend dans la direction de l'Escaut, se découpe vivement sur le ciel chatoyant. Les couchers du soleil y sont réputés.” waaruit blijkt dat het landschap tot aan de Schelde toen nog een uitgestrekte, ongerepte vlakte was waarover het ondergaan van de zon kon bewonderd worden.
2
Archief Hoghescote – Leesbibliotheek LB 084.
5
Bijgaande foto’s tonen ons hoe het uitzicht van de omgeving aan het kruispunt met de jaren veranderde, hoewel sommige gebouwen de tand des tijds toch weerstonden.
Foto (Somers) hierna toont een kortelings afgebroken villa die allerlei bestemmingen kreeg en moest plaats maken voor het oprichten van een appartementsgebouw.
Foto 476 uit 1939 toont een open beek, met wellicht zuiver water en twee kinderen in hun beste kledij. Sindsdien is er heel wat veranderd, te merken op onderstaande foto’s.
(recente foto’s - Willy Hurts).
Ontvangen reacties op het artikel “Foto’s van Vroeger en Nu” in ’t Bruggeske van maart 2016 Grenspaal 257 te Putte
Frans Meeus uit Putte stuurde ons een afschrift van het proces-verbaal waarin werd vastgelegd dat grenspaal 257, na de vernietigende explosie van mei 1940, niet meer op de oorspronkelijk plaats, rechts van baan,
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
kon geplaatst worden maar op de huidige plaats aan het café “Grenszicht”. Interessante informatie die wij onze lezers niet willen onthouden. Met dank aan mijn vriend Frans.
6
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
7
Grenspaal 257 aan de gevel van café “Grenszicht” te Putte.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
8
Twee nieuwe aanwinsten voor onze heemkring Flor Van Hoof Foto’s Gerda Abrath
zijn parochianen om, ieder volgens zijn mogelijkheden, hun deel bij te dragen. Hijzelf schilderde om geld te verzamelen voor zijn kerk en parochie. Pastoor Vandenhoudt was een autodidact.
Enkele kernmomenten uit zijn leven Dankzij mevrouw G. Daemen-Van Looy en notaris de heer Filip Wuyts werd het patrimonium van Hoghescote onlangs verrijkt met twee schilderijen van de hand van pastoor Alfons Vandenhoudt, een zelfportret en een kerkzicht.
Wie was eigenlijk deze hoeder van de Sint-Jacobus parochie in Kapellen? Gedurende de 36 jaar dat hij herder was van de Sint-Jacobus parochie heeft hij heel wat meegemaakt. Hij heeft gewaakt over zijn parochie en parochianen. “De Witte” zoals de mensen hem noemden, onderrichtte en bestuurde. Soms hard en zonder er doekjes om te doen kon hij berispen, maar hij kon ook zacht en meelevend omgaan met dezen die in nood waren en geestelijke hulp nodig hadden. Waar nodig ging hij naar gemeente en provincie om zijn parochie te verdedigen. Hij bedelde om fondsen bij dezen waarvan hij wist dat ze iets konden missen, vroeg aan ’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
Hij werd geboren op 28 juli 1866 in een familie van middenstanders. Het gezin was drie kinderen rijk. Vader was makelaar in koffie en had een koffiehandel op de Meir in Antwerpen. In 1881 werd hij als interne leerling ingeschreven in het Klein Seminarie in Hoogstraten. Schoolgeld bedroeg 360 BEF per jaar. In de jaren 1885-1886 volgde hij de studies filosofie om in 1887 de studies theologie aan te vatten in het Seminarie van het Aartsbisdom in Mechelen. Op 4 januari 1891 werd hij priester gewijd, waarna hij aangesteld werd als onderprefect van het Klein Seminarie in Hoogstraten. Achtereenvolgens werd hij in 1899 benoemd tot onderpastoor in de parochie O.L.Vrouw-ter-Sneeuw in Borgerhout, in 1905 volgde de benoeming tot kapelaan om een nieuwe kerk te bouwen in de parochie Sint-Anna, ook in Borgerhout.
9
Zijn benoeming tot pastoor van de SintJacobusparochie gebeurde op 25 mei 1912. Tijdens het eerste jaar van zijn pastoorschap richtte hij ‘Patria’ op, een jongensturnkring. Ook werden de eerste plannen gesmeed om een parochiale kring op te richten. Daarvoor werd in de Engelselei de benodigde grond aangekocht. In 1913 werd de Vrouwengilde opgericht. Uit de aankondiging lezen we: “Vergeet niet zondag 7 december uw beste muts of schoonste hoed op te zetten, want ’t zal er spannen in de Engelselei, in de zaal van Onze Kring. Om half drij, monster-vergadering om een vrouwenbond tot stand te brengen.” De officiële opening van Onze Kring ging door op 25 januari 1914. Om de werkloze jongeren betere kansen te geven op de arbeidsmarkt stichtte pastoor Vandenhoudt in 1916 een vakschool voor metsers en bouwwerkers. Deze school zou later uitgroeien tot de gekende Sint-Lucasschool. Na de Eerste Wereldoorlog moest pastoor Vandenhoudt voortdurend schipperen om ernstige aanvaringen te vermijden. Aan de ene kant waren er de talrijke kasteelheren, meestal Franstalig, en aan de andere kant de gewone bevolking van Kapellen welke niet als rijk kon bestempeld worden. In 1925 lancering van het parochieblad. Binnen de parochiale muziekvereniging “Symphonie” richtte pastoor Vandenhoudt in 1928 een muziekschool op. In 1930 werd gestart met filmvoorstellingen in De Kring. Gedurende de jaren ’30 zouden de filmvoorstellingen heel wat kopzorgen meebrengen voor de pastoor. Ook de muziekverenigingen zorgden in deze periode voor heel wat heibel waar
pastoor Vandenhoudt heel wat grijze haren aan overhield. Aan De Kring werden in 1930 verschillende klaslokalen bijgebouwd om de uitbreiding van de Sint-Lucasschool op te vangen. 1937 zou het jaar worden van de viering van pastoor Vandenhoudt voor zijn 25-jarig pastoorschap in onze gemeente. Ook in 1937 startte hij gesprekken met de Zusters van Berlaar om in Kapellen een beroeps- en middelbare school te beginnen. De jaren van de Tweede Wereldoorlog brachten heel wat schade aan de kerk, wat pastoor Vandenhoudt noopte met kunst- en vliegwerk de schade te herstellen. In 1940 vielen er drie Duitse obussen op de kerk, sacristij en pastorij. Tijdens de bevrijdingsdagen in 1944 kregen de kerk en kerktoren nog verschillende malen een treffer te incasseren. Weer werk aan de kerk voor pastoor Vandenhoudt. Met een grote huldeviering in 1948 ging pastoor Vandenhoudt met pensioen waarvan hij nog tot in 1954 kon genieten, het jaar van zijn afsterven. Deze gegevens zijn met dank overgenomen uit het boek “Leven en werk van Pastoor Alfons Vandenhoudt” geschreven door Roger Balbaert en gepubliceerd door de Heemkundige Kring Hoghescote. Het levenswerk van pastoor Vandenhoudt wordt in deze monografie uitvoerig uit de doeken gedaan. Het boek is voor iedereen met belangstelling in het reilen en zeilen van de parochie SintJacobus beslist een aanrader. "Leven en werk van Pastoor Vandenhoudt”, Roger Balbaert, 87 blz., A4-formaat. Prijs 5,00 € te bestellen via heemkringhoghescote@gmail.com.
De Sint-Jacobuskerk met kerkhof anno 1905. Zo moet de kerk eruitgezien hebben in 1912 bij de benoeming van pastoor Vandenhoudt.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
10
Trams 65 en 72 in Kapellen (vervolg en slot) André Dewel
Tramperikelen De afschaffing van de buurtspoorwegtram op het traject Kapellen - Putte, waardoor de reizigers uitsluitend waren aangewezen op het autobusvervoer, bleef niet zonder gevolg. Een beknopt verloop. In het kamp van de voormalige tramgebruikers werd een "Verweercomiteit" opgericht. Indiening van een succesvolle petitie. Waarom zou je geen handtekening plaatsen, het vergt immers geen verbintenis. Tramkwestie wordt op de zittingen van de Kapelse gemeenteraad behandeld onder leiding van burgemeester P. Stokmans met goedkeuring tot gevolg. De Buurtspoorwegen hebben het voornemen om de ongebruikte tramlijn, amper acht jaar oud, op te breken. Voor de overheden (incluis het Kapelse gemeentebestuur) een erg vervelende aangelegenheid wegens hun financiele inbreng om de aanleg van de tramlijnuitrusting met een lange levensduur mogelijk te maken. Door algemeen protest wordt de afbraak van het spoor geschorst. Voor de autobusuitbater nadert de vervaldatum van zijn vergunning, nl. op 16 december 1936, duidelijk gemaakt door aanplakbrieven. Het "syndicaat" komt aandraven met het argument van het banenverlies. Het tram/busdossier belandt uiteindelijk in Brussel. In de Kamer wordt een interpellatie gehouden door Baron Ferdinand de Kerchove d'Exaerde, tevens burgemeester van Wuustwezel welke in zijn gemeente ook geconfronteerd was met een NMVB tramexploitatie en de gelijklopende autobusdienst van uitbater Lux. In Brussel loopt het tram/busdossier verder. Zo worden vertegenwoordigers van tram- en busonderneming meermaals gehoord. Het Verweercomiteit wordt voor een gesprek uitgenodigd.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
Vervolgens wordt door de tramkwestie de gemeenteraad opnieuw samengeroepen, waarbij de voorgelegde motie (voorkeur terugkeer van de tram) eenparig wordt goedgekeurd.
Nieuwe situatie Uiteindelijk is in het tram/busdossier een oplossing bereikt, en werd beslist: 1° Het spoorvak Kapellen - Putte wordt na 18 maanden heropend voor de buurttram - niet meer voor tram 65 - en zal te Kapellen "dorp" aansluiten op tramlijn 70. Zo ontstaat op 1 februari 1938 de nieuwe lijn 72 Antwerpen - Luchtbal Ekeren - Hoevenen - Kapellen – Puttegrens. Zowel het koersbord als de lijnfilm heeft een rode achtergrond al dan niet met de vermelding "grens". Sporadisch worden nog ritten gereden op lijn 70 (Antwerpen - Kapellen) t.t.z. één rit per dag (behalve op zaterdag) met als eindhalte Kapellen Lindenstraat (thans Philippe Spethstraat) waarbij maneuvers werden uitgevoerd op de wissel t.h.v. de Bloemenlei. Nadat de rechtstreekse tramverbinding op lijn 65 (Antwerpen - Putte via SintMariaburg) was afgeschaft, hebben de buurtspoorwegen nog een pendeltram ingelegd (het blokske) op de Antwerpsesteenweg tussen de NMBS-spooroverweg en het gemeentehuis. Vermoedelijk is de pendeltram ingezet vanaf het ogenblik dat tram 72 naar Putte reed. Zo ontstond terug een tramverbinding via SintMariaburg, weliswaar met overstap te Kapellen. De tramdienst met lijnaanduiding 65 werd uitgebaat met de nieuwe motorwagen 10209. Deze pendel heeft geen lang bestaan gekend.
11
Pendeltram en lijnautobus Lux
2° Autobus Lux rijdt niet meer op het traject Kapellen - Putte maar blijft uitbater van de autobusdienst Kapellen - Sint-Mariaburg - Merksem - Antwerpen (centraal station). De reizigers hebben ook de keuze om gebruik te maken van tram 65 (Kapellen ijzerenweg - Antwerpen Victorieplaats, thans Franklin Rooseveltplaats). Er was nog een derde speler op het terrein van het openbaar reizigersvervoer, het misschien minder bekende autobusbedrijf “De Heide” uit Kalmthout (Achterbroek) als uitbater van de lijn naar Antwerpen via Cappellen, St.-Mariaburg en Merxem en ook gelijklopend traject met dit van de buurtspoorwegtram 65. De autobusuitbaters uit de privésector waren bij wet verplicht om jaarlijks een bedrag van vijf procent van hun ontvangsten aan de NMVB af te staan. Door WO II kwam een einde aan de uitbating van de autobusdiensten. De tram staat dan alleen in voor het reizigersvervoer.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
Te Putte is een halteplaat van autobus Lux nog heel lang zichtbaar geweest op de gevel van de (voormalige) handelszaak naast het hoekhuis aan de Partizanenstraat. De tram blijft tijdens WO II overeind, maar de normale dienstverlening was niet altijd gegarandeerd, ook niet op de tramlijn naar Putte. Het tramverkeer is nog even onderbroken geweest door de hoge waterstand op de reeds gevoelige trambedding op de Ekersesteenweg (aan de huidige wijk Rozemaai) veroorzaakt door de overstroming in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953. Wegens deze overstroming konden de trams van lijn 72 uit de stelplaats Merksem, Oude Bareel, niet naar Putte rijden en uit de stelplaats Blauwhoef te Lillo, was wegens de waterellende evenmin bijstand te verwachten. Om de tramreizigers toch openbaar vervoer te kunnen aanbieden, hebben de buurtspoorwegen autobussen ingezet, geronseld uit hun busstelplaatsen (o.a. Mechelen). Tramlijn 65 (Kapellen ijzerenweg - Antwerpen) kon normaal functioneren.
12
Vanaf 1958 heeft de NMVB "halfdoorgaande treinen" of sneltramritten ingelegd met aangepaste lijnfilm Antwerpen - Kapellen - Putte grens, waarbij het lijncijfer 72 in een driehoek met witte achtergrond was aangebracht. Deze treinen/sneltrams stopten tussen Antwerpen en Hoevenen slechts aan de belangrijkste halten. Zij kregen door hun kortere reistijd de bijnaam Spoetnik, gelinkt aan de eerste Russische onbemande satelliet. Door het feit dat steeds meer jongens uit Putte en Kapellen de lessen volgden op de populaire Broederschool te Ekeren (SintLambertus Instituut, thans Moretus Ekeren, campus Middenschool) werden voor hen op de tram plaatsen voorbehouden. Wat later resulteerde in een extra bijwagen voor de leerlingen. Het tramstel bestond dan uit een motorwagen en drie bijwagens, het langste tramstel op lijn 72. De leerlingen stonden onder toezicht van Broeder Vital.
Dezelfde regeling was er na schooltijd richting Putte Met Putte kermis en Koekloting werden "versterkte" tramdiensten gereden. Met tijdelijk eindpunt aan de Pannenhoefdreef (de kermiskramen, op de openbare weg, stonden toen maar tot aan de Pannenhoefdreef). De NMVB stond naast het reizigersvervoer ook in voor het vervoeren van postzakken, welke door de "facteurs" naar de tram werden gebracht en afgehaald in o.m. Kapellen dorp. In de tram werden de postzakken opgeborgen in de vergrendelde bruine postkast geplaatst naast de trambestuurder. Op 27 mei 1961 is de tramexploitatie ten einde op lijn 72 tussen Putte en Kapellen gemeentehuis. Op dezelfde avond wordt ook tram 75 tussen Lillo Haven en Blauwhoef naar de geschiedenis verwezen.
Het tramstel uit Antwerpen is aan het eindpunt Putte grens (Ertbrandstraat) toegekomen. De "wattman" staat tussen motor- en bijwagen voor de ontkoppeling. Foto genomen door HESSELINK H.G. op 30 april 1959 en uitgegeven door Tramania. Standaardmotorwagen 10324.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
13
De laatste rit uit Putte is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Veel reizigers "aan boord", extra stilstand aan de halten waar de cafés nog niet gesloten waren, belgeluiden, wuivende bevolking. Met enorme vertraging arriveerde de tram in het Kapelse centrum om dan in één ruk naar de stelplaats te rijden. De tramfotograaf is nog steeds teleurgesteld dat alle foto's zijn mislukt. De tram was nu definitief uit het Putse straatbeeld verdwenen. Nadien werd de straat in een nieuw kleedje gestoken met inname van de (afzonderlijke) trambedding. Het trampersoneel werd omgeschoold tot autobusbestuurder, die gelijktijdig ontvanger was. Het afleveren van biljetten gebeurde vanaf dan met een Almex-toestel i.p.v. biljetjes ontwaard met potlood. De NMVB voerde de eenmansbediening, chauffeur/ontvanger, in. De reizigers voor het openbaar vervoer zijn (opnieuw) aangewezen op de autobus, thans door de buurtspoorwegen zelf uitgebaat. De rood-gele autobussen reden te Putte in een lus via Vincent Mercierplein, AlbertLouisastraat, Grensstraat (Nederlandse kant) om dan de douanepost te passeren en vervolgens in de Puttestraat aan de uitwijkplaats aan café Tourist de eindhalte te bereiken. Stop- en sneldiensten met respectievelijk groene en rode lijnfilm werden ingelegd. Ook een terugkomend feit: de basisdiensten werden verzekerd door personeel en autobussen verbonden aan de stelplaats Blauwhoef te Lillo. Door de afschaffing van de tram was het mogelijk om een rechtstreekse en internationale autobuslijn uit te baten tussen Antwerpen en Bergen op Zoom. Een gemengde dienst met NMVB en BBA-bussen (Brabantse Buurtspoorwegen en Autodiensten - NL), eveneens met stop- en sneldiensten met lijncijfer 72/5 of 5/72.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
Deze bussen waren uitgerust met dubbel tariefsysteem en geldwisselaars, zodoende konden de autobusbestuurders ook biljetten afleveren voor het traject in het ander land en ontvingen "vreemde" munten. Op de grensoverschrijdende autobussen was achteraan een witte sticker gekleefd met aanduiding van B of NL. Bij niet-gemeenschappelijke feestdagen reed elke maatschappij haar eigen diensten en was er geen doorgaand busvervoer (vb. op 30 april - Koninginnedag en 1 mei - Feest van de Arbeid).
Spitstrams Kapellen - Antwerpen Na het verdwijnen van de trams tussen Putte en Kapellen, blijven op het overige lijngedeelte nog trams rijden, nl. tussen Kapellengemeentehuis en Antwerpen. Dit enkel op werkdagen (niet op zaterdag) en beperkt tot de morgen- en avondspits, t.t.z. telkens 3 ritten over de Hoevensebaan. Op de film werd het lijncijfer 72 behouden en was de aanduiding Putte (grens) niet altijd overschilderd. Het eindpunt werd ingesteld op de Hoevensebaan tegenover de Korte Vredestraat. Hier dienden bij aankomst van de tram op de wisselplaats maneuvers te worden uitgevoerd om het tramstel terug in de richting van Hoevenen te laten rijden, dit alles tijdens de spitsuren. Thans zou zoiets onmogelijk zijn. Na 5 jaar, namelijk op 2 april 1966, nu 50 jaar geleden, worden ook deze tramdiensten afgeschaft. Aan de laatste tram is weinig aandacht geschonken. Vanaf toen gebeurde de uitbating van lijn 72 volledig met autobussen. Op het traject Antwerpen - Kapellen (Vredenburch) werden autobussen met lijncijfer 71 ingezet. De tramlijnuitrusting op de Hoevensebaan kon niet onmiddellijk worden verwijderd vermits deze nog noodzakelijk was als stroomvoorziening vanuit het onderstation aan de Sevenhanslei naar tram 65.
14
Foto aan de Hoevensebaan, tramhalte Kapellen gemeentehuis. Rechts het tramstel richting Putte (laatste bijwagen: 19412). Links S-motorwagen 9649 (d.i. een vernieuwde standaardmotorwagen), richting Antwerpen. Bemerk ook nog de cinema Lux Palace. (Foto genomen door Eduard J. Bouwman op 10 juli 1955 - verzameling A. Dewel)
Tram 65 Na het verdwijnen van de tram op de Hoevensebaan heeft onze gemeente nog steeds een tramverbinding met Antwerpen, namelijk over de Antwerpsesteenweg, tussen de NMBS-spoorweg en de "oude" gemeentegrens met Ekeren. Het tramaanbod op lijn 65 was nog enkel gedurende de dag. De vroege en late ritten werden reeds met de rood-gele NMVB-autobussen uitgebaat, waarbij het traject verlengd werd tot Kapellen-gemeentehuis.
Tegenover de eindhalte van tram 65 bevond zich café "Terminus", inmiddels afgebroken voor realisatie van de spoorwegondertunneling. Een merkwaardigheid van dit café: het glas voor de "pilskes" was voorzien van de naam van het café en een afbeelding van de tram.
Niettegenstaande deze verlenging was de totale rittijd met 6 minuten ingekort. Te Kapellen waren bijvoorbeeld tijdens de week 's morgens 4 busritten en 's avonds 12, wat blijkt uit de algemene reisgids (Nederlands/Frans) van de NMVB.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
"
15
Eindpunt Kapellen ijzerenweg met op de achtergrond de spooroverweg en de dienstgebouwen van de NMBS. Foto genomen door Frits van Dam op 24 juni 1957.
Na 40 jaar tramexploitatie t.t.z. vanaf 31 juli 1927 en vóór de verlenging naar Putte, vertrok de laatste tram (S motorwagen 9666) op 27 mei 1967 aan "den ijzerenweg" en was voorzien van een bloementuil. Op weg naar de stelplaats Oude Bareel te Merksem werd nog gestopt voor de laatste foto’s. Dit rijtuig werd eveneens ingezet voor de laatste tramrit op lijn 63 (Antwerpen - Brasschaat, Prins Kavellei) en op lijn 61 doorstreept (Antwerpen - Schoten, Lindenlei). Zo kwam er op 25 mei 1968 een einde aan de buurtspoorweg-tramritten in onze provincie. Vanaf 28 mei 1967 wordt het openbaar vervoer op lijn 65 volledig verzekerd met autobussen. Wat tijdens de busexploitatie opvalt: Putte krijgt terug een "rechtstreekse" verbinding via de spooroverweg en SintMariaburg naar Antwerpen met lijncijfer 65. Voortaan zal ook de internationale buslijn Antwerpen - Bergen op Zoom dit traject
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
volgen (lijncijfer 65/5 of 5/65) en de oorspronkelijke reisweg via Hoevenen vervalt. Uiteindelijk wordt het grensoverschrijdend busvervoer opgeheven. Bus 72 blijft uitsluitend tijdens de spitsuren naar Putte rijden. Momenteel wordt de dienstverlening verzekerd met (gelede) autobussen van de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn waarin de afgesplitste Vlaamse NMVB is opgenomen. Na de laatste lijnherstructureringen staat lijn 720 terug volledig in voor de dienstverlening op het traject Antwerpen Hoevenen - Putte. Lijn 650 is omgevormd tot een voorstadslijn en rijdt van Vredenburch via Merksem naar Luchtbal. Met lijn 776 - waarvan in opdracht van De Lijn ook ritten worden gereden door Mattheesen Ch. n.v. uit Sint-Job-in-'t-Goor - heeft Putte terug een "sneldienst", via Stabroek en de A12, naar Antwerpen (tijdwinst ongeveer 15 minuten). De Lijn heeft ten opzichte van de NMVB een ander tariefsysteem en andere plaatsbewijzen.
16
Bronnen en geraadpleegde documenten: - De Buurtspoorwegen in de provincie Antwerpen 1885 - 1968, Jos Neyens. - De officiële reisgidsen uitgegeven door de NMVB. - Naamloze krantenknipsels over de periode van de tram/bushistorie. - Weetjes destijds verstrekt door Emiel Tys, Theo Beerts en Hendrik Dewel. - Foto's uit het archief van Hoghescote, tenzij anders vermeld. - Ervaringen en archiefdocumenten van André Dewel.
Noot Met dit artikel is getracht een greep uit het vroegere tram- en autobusgebeuren in onze gemeente weer te geven, waarbij dient opgemerkt dat niet alle aspecten aan bod zijn gekomen. ▄ februari 2016 André Dewel.
Reacties van onze lezers Van een onbekende schenker ontvingen we een kort artikeltje uit het weekblad “Zondagsvriend” van 24.12.1933 over een verkeersongeval aan de spoorovergang te Kapellen. Niet alleen de melding van het ongeval was hierbij belangrijk maar vooral de bijgaande foto van de overweg. Hierop is namelijk duidelijk de manier te zien hoe de tram het treinspoor overstak. Enkel de tramrails zijn onderbroken waardoor het overschrijden van de treinsporen telkens gepaard ging met een geweldige impact op het tramstel en de reizigers. De redactie.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
17
Kapelse kerkrekeningen (deel 7 en slot) Jan Vanderhaeghe In de loop van 2011 t.e.m. 2016 publiceerden wij in ons ledenblad en gespreid over zes artikelen een studie over de kerkrekeningen van de Sint-Jacobuskerk te Kapellen gedurende de 17de en 18de eeuw. Zie de Bruggeskes van 2011/2 – 2011/4 – 2012/1 2013/3 - 2015/4 en 2016/1. Wij zijn daarbij aangekomen op het einde van de 18de eeuw toen het interieur van de kerk zoals wij dit nu kennen zijn vorm kreeg.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
Op het einde van het vorige artikel hebben we kunnen lezen dat er in 1763 besloten werd een nieuw orgel aan te kopen bij Louis del haije, orgelmaker in Antwerpen, aan de prijs van 775 gulden. De aankoopovereenkomst hiervan bevindt zich in het kerkarchief, een interessant document om te tonen. Zoals u opmerkt werden de jaarlijkse afbetalingen netjes gedaan en werd het saldo betaald op 13 juli 1767 zijnde: 115 gulden.
18
1767 – een post die regelmatig terugkomt, is het herstellen van het glas in de ramen, dit jaar bijvoorbeeld 51 gulden. De koster gaat op pensioen en krijgt daarvoor een pensioen van 10 gulden per jaar uit de kerkinkomsten. Hij moet daarvoor bij buitengewone diensten wel het orgel bespelen.
1770 – niets het vermelden waard.
1768 – 1769 – In 1768 valt er niets te melden. In 1769 vallen de hoge inkomsten op: 979 gulden. Dit vindt zijn oorzaak in een jaargetijde ingesteld door Christiaen Bogaerts en dit “ten eeuwigen daege”. Christiaen Bogaerts zijn wij in dit verband ook reeds in 1762 tegengekomen. Het jaargetijde dat nu ingesteld wordt bedraagt 350 gulden onder volgende voorwaarden: - een jaargetijde voor Dympna De Moor - († 16.1.1768) en voor de fondateur na zijn dood. - jaarlijks 3 gelezen missen voor Dympna De Moor. - jaarlijks 4 gelezen missen voor Anna Bogaerts († 24.10.1760). - moeten altijd afgelezen worden in het zondagsgebed: Joannes Bogaerts, zijn huisvrouw Maria De Ridder, Anna en Dympna De Moor en Christiaen Bogaerts na zijn dood, in de plaats van Maria De Ridder. - er moet altijd een brandende flambeeuw onderhouden worden om het venerabel te vergezellen in de processies.
1773 – Er wordt een nieuwe sacristie gebouwd: de materialen van de oude sacristie brengen 19 gulden op. De nieuwe sacristie kost 881 gulden. De belangrijkste uitgaven zijn: 14.000 kareelstenen3 voor de nieuwe sacristie: 49 gld. - aan Petrus Maes van Zoersel voor grof hout: 70 gld. - aan weduwe Roelandts voor de planken van het dak: 107 gld. - aan Paulus Michielse voor 4.000 schaliën: 52 gld. - aan Petrus Lauwers voor 5 stenen vensters en kalk + 6 gulden mondkost: 157 gld. - aan Frans De Wisser voor geleverd lood: 43 gld. - aan Petrus De Ceuster voor het leggen van het schaliedak: 26 gld. - aan Jan Baptist Maes voor sloten en ander ijzerwerk: 25 gld. - aan Wynandus Van Hoydonck voor grof ijzerwerk: 22 gld. - aan Jacobus Inckt voor het metselwerk: 74 gld. - aan Francis Heylen als metserdiender: 38 gld. aan Lenaert Zegers voor het timmerwerk: 144 gld. - aan Stephanus Labot voor nagels: 17 gld. - aan Adrianus Aerts voor het vensterglas: 22 gld.
De gift van 350 gulden wordt prompt uitgeleend aan de heerlijkheid van Kapellen aan 3% per jaar, vervaldag 29 september. Er wordt ook nog een tweede wierookvat aan de kerk geschonken. Bij de uitgaven vinden wij een uitgebreide post voor het maken van nieuwe kerkdeuren. Een houten deur aan de noordzijde en een ijzeren deur aan de ingang van de kerkzolder. Sloten en grendels, vijzen en grendels en ander ijzerwerk, alles samen 68 gulden inbegrepen het arbeidsloon. Eveneens leent de kerk nog eens 500 gulden aan de Tafel van de H. Geest bestemd voor de armen van Kapellen. Er moet interest op betaald worden, maar er staat niet bij hoeveel. In 1771 vinden wij wel 15 gulden interest op het bedrag van 350 gulden, dus 3 %.
1771 – Bij de uitgaven vinden wij andermaal een lening van 300 gulden aan de Tafel van de H. Geest, “tot profytte van de armen van Cappellen”. In 1772 wordt daarvan 150 gulden terugbetaald.
1774 – De kerkrekening begint met een overzicht aan wie de kerk heeft geleend, welk bedrag en de jaarlijkse opbrengst aan renten. Aan wie geleend Heerlijkheid Kapellen Heerlijkheid Kapellen Heerlijkheid Kapellen Heerlijkheid Kapellen Abdij Sint-Bernaerts Abdij Sint-Bernaerts Abdij Sint-Bernaerts
Kapitaal Gulden 100 100 700 350 1500 1000 1120
Rente/jaar Gulden 4 3 21 10 45 30 33
3
Karelen of tichelstenen: dit zijn vierkante, gebakken stenen of vloerstenen. ’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
19
De parochiekerk van Kapellen fungeert blijkbaar als bank voor de heerlijkheid Kapellen en leent belangrijke bedragen uit aan de abdij waarvan ze afhangt. Verder zijn er in deze kerkrekening de gewone ontvangsten. Bij de uitgaven noteren wij een post voor het betalen van de orgelspeler Benedictus Verbeeck, 10 gulden. Blijkbaar is dat de koster want aan dezelfde wordt 7 gulden betaald voor het schuren van de kerk, het koper, eveneens het “bessemen” (uitbezemen) van de kerk. Er wordt 11 gulden betaald aan Jacobus Inckt voor het uitbreken en metselen van 2 ronde vensters boven het oksaal, en
22 gulden voor het glas in die vensters. Na deze werken moet de schildering van het plafond terug hersteld worden. Dat gebeurt door Herman Van Dueren en kost 8 gulden, hij is daar 9 dagen mee bezig geweest. De abdij van Hemiksem schenkt aan de kerk een klok, ongeveer 500 pond zwaar. Het opschrift op de klok luidt: “Campana decimalis A° 1774”. 1775 – Bij de uitgaven noteren wij de aankoop van een zwarte kazuifel met een wit kruis, 53 gulden.
Extract uit de Ferrariskaarten die opgemaakt werden tussen 1771 en 1778 door Joseph de Ferraris, generaal bij de Oostenrijkse artillerie en veldmaarschalk in de Oostenrijkse Nederlanden. De aandachtige kijker zal het huidige stratenpatroon van Kapellen reeds terugvinden op deze kaart. Elke straat, woning en waterloop werden minutieus opgetekend waardoor deze kaarten van uitzonderlijke waarde zijn.
1776 – 600 gulden wordt door de heerlijkheid Kapellen terugbetaald, aflossing van lopende leningen. Voor een antipendium in rood fluweel wordt 71 gulden betaald. In deze rekening staan belangrijke uitgaven aan een aantal personen waaruit wij kunnen afleiden dat het om een groot werk gaat. Nergens staat beschreven over welk werk het gaat: steen en kalk aan M. Lauwers: 156 gulden - M. Lariviere, baas-timmerman: 11 gulden - Lenaert Zegers, timmerman in Cappellen: 77 gulden - Wynandus Van Hoydonck, smid: 25 gulden - Albertus Mattijs voor het leveren van nagels: 71 gulden - Jacobus Inckt, metser voor 56 dagen werk aan de kerk: 56 gulden (dus 1 gld/dag) - Joannes Huybrechts, metser voor 70 dagen: 70 ’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
gulden - Jacobus Jansse, metserdiender voor 60 dagen: 36 gulden - Francis Heylen, metserdiender voor 67 dagen: 40 gulden Louis Pellen, metserdiender voor 44 dagen: 22 gulden en nog eens 22 dagen: 9 gulden Joannes Maes, 10 karren leem: 2 gulden Welke werken waren dit? Niet te achterhalen. 1777 – Bij de uitgaven vinden wij “vijf kar-
revrachten tot afhaelen van de schalien en de consolen voor de lambrisering van den cruijs-beuck der kerk”, voor de prijs van 69 gulden. Aan Peter Machielsens wordt 26 gulden betaald voor 2.000 schaliën, aan mijnheer Labot 7 gulden voor nagels en aan Peter De
20
Ceuster voor de reparatie van het kerkdak 31 gulden. Aan Francis Somers wordt 142 gulden betaald voor het werk aan de lambrisering van de kruisbeuk. Het hout daarvoor wordt geleverd door Joannes Maes en kost 243 gulden. Wat verder vinden wij nog eens 490 gulden die aan Sr.4 Bellemans betaald worden, ook voor de lambrisering, maar het is de provisor5 Van den Bossche die deze 490 gulden voor zijn rekening neemt, en wordt bijgevolg ingeschreven als “pro memorie”. 1778 – De toren wordt hersteld. De leningen verstrekt aan de abdij van Sint-Bernaerts worden hiervoor gebruikt op 600 gulden na. Het afgebroken houtwerk van de toren brengt 25 gulden op en de verkoop van 1.700 oude schaliën 11 gulden. Het zijn dus wel ingrijpende herstellingen, maar over de kosten voor de herstelling zelf is niets terug te vinden. Bij de uitgaven noteren wij onder andere 36 gulden betaald aan Josephus del haije voor het kuisen, repareren en afstellen van het orgel.
vinden wij volgende nota: “ Zijnde te weten dat
de Heer pastoor altijd rendant is geweest op de kerke rekeningen ende diens volgens altijd de bonussen onder sig heeft blijven beheren, welken Heere Pastoor alsnu is overleden, ende de voorenstaande bonussen schuldig is als vooren de sommen van 540 gulden”. Het geld werd in de pastorie gevonden, geteld en bedroeg 483 gulden, de rest is spoorloos. Het geld blijft voorlopig op de pastorij. 1782 – Ontvangen van Adriaen Van Leucven voor een eeuwig jaargetijde, 100 gulden. Aan P. Lacorte voor het “marbriseren” van het Sint-Sebastiaensaltaar en het vernieuwen van het O. L. Vrouwaltaar, 112 gulden.
1779 – Op 27 april hebben Cornelius De Schutter en zijn vrouw Anna Verbeeck aan de kerk gegeven de som van 100 gulden voor een eeuwig jaargetijde (gedachtenisdienst op de verjaardag van een overlijden) voor hen beiden, te beginnen vanaf het overlijden van één van de schenkers. Een nieuwe zilveren kelk kost 158 gulden en wordt betaald aan mijnheer Verhoeven die ook nog een andere kelk en pateen 6 verguldt. 1780 – De belangrijkste uitgave is het maken door juffrouw Maria Anna De Cater van
“een choorkap van partair (?) beset met goude frangie en galons en daer bij twee stoolen”. Dit kost 165 gulden. In de rand van de rekening staat nog vermeld: “1780 20 sept. Een klok wegende 837, dit stond hier op een aangespeten(aangehecht) briefje”. 1781 – Het positief saldo van deze rekening bedraagt 540 gulden. Onderaan de rekening
4
Sr. = sieur (Fr.) voor (de) heer. Geestelijke die belast was met de tijdelijke zaken van bijv. een klooster.
Ontvangstbewijs anno 1778 voor de som van 36 gulden getekend door Josephus del haije.
1783 – Jaargetijde gesticht door de weduwe Martinus Regels, 100 gulden. De bomen op het kerkhof worden verkocht voor 48 gulden. 1784 – Een nieuw wierookvat, 9 gulden.
6
Hostieschoteltje.
5
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
21
1785 – Aankoop van een “rooden fluwelen
kerckdoek, palla7, twee stoolen, 2 corporalen met toebehoren te weten gouden galonnen”, samen 18 gulden. Repareren en stellen (stemmen) van het orgel en een karrevracht met vervangstukken gaan halen in Antwerpen, 21 gulden. 1786 - Reparatie van kerkdak, 42 gulden. 1787 – Aan notaris Verbeeck wordt een lening toegestaan van 300 gulden aan 3 % en een van 300 gulden aan 4 %. Een niet onaardig bedrag van 465 gulden wordt betaald aan N. Bellemans voor het witten van de kerk, het schilderen van de beelden, het vernissen van het koor, biechtstoelen, preekstoel en hoogzaal. Bellemans bouwt in zijn bestek voor deze schilderwerken ook een kwaliteitsgarantie in. Zo schrijft hij: “Van al-
les tweemael te witten, en voorders alle de plaatsen, die ongelijk zijn, of met strepen gewit zijn, zoo dikwijls te herdoen als het noodig is, om de zelve gelijk te maeken”. En verder schrijft hij: “naer het witten, de autaeren, beelden en alles wat beklad is, zuyver te maeken helijk het hoort”. 1788 – Een lening van 300 gulden wordt toegestaan aan Anthony Bogaert aan een jaarlijkse interest van 4 %. 1789 – De leningen brengen elk jaar 60 gulden aan interesten op. 1790 – 1791 – 1792 – 1793 – Qua financiën is het rustig en buiten de gewone inkomsten en uitgaven is er niets te melden. Nochtans zijn er weer twee inbraken, een in 1790 en een in 1793. 1790 – “In de nacht tuschen den 28 en 29ste fe-
bruarij sijn de dieven in onse kercke gekomen langs de glasen naest de zuijtsijde, en hebben de offerblocken van O. L. Vrouw, en St.-Lucia in stucken gebroken, en daer uijtgehaelt, naer mijn rekeninge, ontrent 20 gulden.Sij hebben ook geforceert de kasken van den arm en kerkmeesters met een ploegijser dog daer niet in geraeckt, misschien verjaagt sijnder. Nota: sij sijn in de kerck geraekt met twee leeren: een van buijten en een van binnen”.
1793 – in de naght tusschen den 16 en 17 januarij sijn dieven in onse kercke gekomen langs de sacristije, de venster der selve opengebrocken hebbende en alle kasten opengestelt hebbende, daer het lijnwaet en ornamenten in liggen, hebben daer niets van genomen, maer de miswijn bestaende ten hoogste in een pinte uijtgedronken. Sij hebben gewelt gedaen om de deur van het sacristije open te krijgen, dog niet kunnen gedaen krijgen, waerschijnlijck verjaegt soo dat er geen ander schaede geweest is (god dank) als de glasen van die venster ende blaveturen te doen ermaeken.” 1794 – Wij hebben reeds gezien in de rekening van 1789 dat de leningen elk jaar 60 gulden opbrengen aan interesten. Dit jaar is dat maar 32 gulden. De oorzaak is dat de abdij van Hemiksem haar verschuldigde interesten niet betaalt. De reden daarvoor zal ongetwijfeld te zoeken zijn in het feit dat de abdij geconfronteerd wordt met de Franse bezetter, die aan kerken en abdijen zware belastingen oplegt. Waarschijnlijk ook de reden van de steile terugval van de andere inkomsten van de kerk. Ook de overdracht – elk jaar – van het positief saldo van het voorbije jaar gebeurt niet.
1795 – En het wordt nog erger. Ook in 1795 worden de interesten van de abdij niet betaald. Tevens betaalt de heerlijkheid Kapellen, die 3 leningen heeft lopen, geen interesten. De inkomsten uit leningen vallen in 2 jaar terug van 60 gulden naar 15 gulden in 1795. 1796 – Geen interesten ontvangen zoals boven reeds gemeld. 1797 – Het positief saldo van 1793, 874 gulden, wordt in deze rekening ingebracht. Eveneens de saldi van 1794, 1795 en 1796, samen 74 gulden. De verkoop van oude vloerstenen brengt 82 gulden op. Maar ook dit jaar worden er geen interesten ontvangen. De lening aan de abdij van Hemiksem is zelfs helemaal uit de rekening verdwenen. De grootste uitgave is er een van 624 gulden voor het leveren van nieuwe vloerstenen van verscheidene grootte door Norbertis Roelandts. Voor kalk wordt 12 gulden betaald.
7
Vierkant doekje of karton overtrokken met wit linnen, ter bedekking van de kelk. ’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
22
Er wordt ook nog 332 gulden betaald voor 32 zakken kalk, 30 pond lood, arbeidsloon aan metsers, dienders en gravers. Pastoor Arsenius Speeckaert weigerde tijdens de Franse Revolutie de eed van trouw af te leggen. De Fransen sluiten de kerk in september 1797.
De kerkelijke goederen werden in 1798 verkocht. De twee klokken werden uit de toren gehaald en het kruis werd van de torenspits afgezaagd. De eerstvolgende kerkrekening, ingeschreven in hetzelfde register, is deze van 1804.
Inkomsten en uitgaven door de jaren heen Jaar 1734 1735 1736 1737 1738 1739 1740 1741 1742 1743 1744 1745 1746 1747 1748 1749 1750 1751 1752 1753 1754 1755 1756 1757 1758 1759 1760 1761 1762 1763 1764 1765 (1) (2)
Inkomsten 221 176 185 205 270 194 292 (1) 234 165 231 198 238 258 345 286 221 284 332 313 (1) 268 297 318 271 479(2) 455 1057 386 375 630 967 508 373
Uitgaven 292 189 254 106 264 158 592 152 103 173 196 88 77 63 191 122 99 331 331 129 143 154 122 244 104 1197 329 133 89 965 492 530
Saldo -71 -12 -69 99 6 36 -300 82 62 58 2 150 181 282 95 99 185 1 -18 139 154 164 149 235 351 -140 57 242 541 2 16 -157
Jaar 1766 1767 1768 1769 1770 1771 1772 1773 1774 1775 1776 1777 1778 1779 1780 1781 1782 1783 1784 1785 1786 1787 1788 1789 1790 1791 1792 1793 1794 1795 1796 1797
Inkomsten 372 392 467 979 437 503 619 1287 635 710 1633 1027 466 658 576 701 926 669 503 560 572 655 340 509 640 745 897 1044 96 160 193 1177
Uitgaven 368 415 267 1131 292 403 163 1022 340 270 1063 926 247 380 308 161 654 441 145 191 171 587 104 121 162 123 114 170 91 100 117 1195
Saldo 4 -23 200 -152 145 60 456 265 285 440 570 101 219 278 268 540 272 228 358 369 401 68 236 388 478 622 783 874 5 60 74 -18
Tekort bijgepast door de pastoor. Vanaf dit jaar wordt telkens het saldo van vorig jaar in de nieuwe rekening ingebracht. ▄
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
23
Met dank aan onze sponsors, ereleden en leden Het bestuur van Hoghescote Ook dit jaar mogen wij weer rekenen op de steun en de sympathie van onze vele trouwe sponsors, ereleden en leden. Hun financiële steun laat ons niet alleen toe de dienstverlening te verbeteren en het Kapelse erfgoed in ideale omstandigheden te bewaren maar motiveert tevens de tientallen vrijwillige medewerkers van onze vereniging om zich te blijven inzetten. Hartelijke dank.
Onze sponsors 2016 Bouwbedrijf Valckenborgh Feestzaal De Jachthoorn KBC – Bank en Verzekering Le Vieil Aiglun – Annick & Charles Speth Lioen n.v. Optiek Thyssen Voetzentrum De Swaef T.
Starrenhoflaan 5 Antwerpsesteenweg 153 Antwerpsesteenweg 20 F-04510 Aiglun
2950 Kapellen 2950 Kapellen 2950 Kapellen Frankrijk
Stationsstraat 2 Hoevensebaan 46 Chr. Pallemansstraat 4
2950 Kapellen 2950 Kapellen 2950 Kapellen
ERELEDEN 2016 Fam. Adriaenssens-Kil - 2950 Kapellen Dhr. Adriaenssens Robert - 2950 Kapellen Dhr. Arets Han - 2950 Kapellen Fam. Bastiaensens-De Roover R. – 2940 Hoevenen Fam. Berghmans-Van den Bergh P. 2950 Kapellen Dhr. Biart Guy - 5000 Namur Fam. Blaas - Bullens Chris - 2920 Kalmthout Fam. Blankers-Leers L. - 2950 Kapellen Dhr. Bouckaert Raf - 2940 Stabroek Mevr. Brackx Irène - 2950 Kapellen Dhr. Brans Jan - 2950 Kapellen Dhr. Breugelmans Joris - 2950 Kapellen Dhr. Bruyninckx Eddy - 2950 Kapellen Dhr. Buchmann J. - 2950 Kapellen Fam. Buntinckx – Poels P. - 2950 Kapellen Dhr. Castelein Robert - 2950 Kapellen Fam. Claessens-Van Dorst Joseph – 2950 Kapellen Dhr. Cleiren Walter - 8800 Roeselare Fam. De Bakker-Bastiaenssen Jos – 2950 Kapellen Dhr. De Beenhouwer Willy - 2950 Kapellen Dhr. De Keyser Constant - 2940 Hoevenen Dhr. De Mesel D. Hortensiahoeve - 2950 Kapellen Fam. De Schutter-Anthonissen J. – 2950 Kapellen Fam. De Schutter-De Borger M. - 2640 Mortsel Dhr. De Vleeschouwer André - 2950 Kapellen Dhr. De Vuyst Laurent - 3090 Overijse Fam. Dilliën-Smets John - 2950 Kapellen Fam. Dingemans-Vingerhoed J.– 2950 Kapellen Dhr. Flebus Constant - 2950 Kapellen Dhr. Geelhand de Merxem Chr. - 2950 Kapellen Fam. Geudens-Smets Henri - 2950 Kapellen Fam. Geyskens-Sebille J. en C. - 2950 Kapellen ’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
Bestuur Hoghescote
Fam. Guiette Michel-Peeters Lucienne – 3071 Erps-Kwerps Begrafenissen Haast - 2950 Kapellen Mevr. Hazelof Martha - 2950 Kapellen Dhr. Helsen Koenraad - 2950 Kapellen Mevr. Hendrickx Irène - 2930 Brasschaat Mevr. Hendrickx Maria - 2180 Ekeren Dhr. Henquin Michel - 2940 Hoevenen Dhr. Heystraeten P. – 2950 Kapellen Dhr. Huibrechts André - 2950 Kapellen Fam. Huibrechts-Verswyvelen – 2950 Kapellen Mevr. Janssens-Back Elsa - 2550 Kontich Dhr. Janssens Luc - 2950 Kapellen Fam. Janssens – Smits M. - 2950 Kapellen Fam. Jaspers-Hofkens L.– 2950 Kapellen Mevr. Joossens Maria - 2950 Kapellen Fam. Kerremans-De Saegher Jan – 2950 Kapellen Begrafenissen Ketelaars-Van Aert J. 2950 Kapellen Mevr. Lathouwers Louisa - 2950 Kapellen Dhr. Lathouwers Jos - 2950 Kapellen Dhr. Lenaerts Jacques - 2950 Kapellen Fam. Matthysen-Cox J. en M.– 2950 Kapellen Fam. Meynen-Hoyberghs A. – 3270 Scherpenheuvel Dhr. Meyer Pierre - 2940 Hoevenen Fam. Meynen Jan-Lamot C. - 2950 Kapellen Dhr. Meyvis Leo - 2950 Kapellen Dhr. Moens Patrick - 2060 Antwerpen Fam. Moons - Peeters Anna - 2180 Ekeren Dhr. Osterrieth Max - 2950 Kapellen Dhr. Packmans Rudi - 2950 Kapellen Mevr. Philips Georgette - 2950 Kapellen Dhr. Platteau Dirk - 2950 Kapellen
24
Dhr. Putcuyps Pierre - 2950 Kapellen Mevr. Raemaekers Gilberte - 2950 Kapellen Dhr. Robert Fernand - 2950 Kapellen Fam. Roeken-Francken A. - 2950 Kapellen Fam. Stuer-Roggeman B.– 2950 Kapellen Dhr. Roggeman Robert - 2950 Kapellen Dhr. Schelfout Robert - 2950 Kapellen Dhr. Segier Frank - 2940 Hoevenen Mevr. Spur Elza - 2020 Antwerpen Mevr. Stevens Maria - 2950 Kapellen Fam. Stokmans – Busschots Jan - 2950 Kapellen Fam. Strijbos-De Smedt - 2950 Kapellen Dhr. Thyssen Louis - 2950 Kapellen Dhr. Tignol Ferre - 2930 Brasschaat Dhr. Valkenborg Franciscus - 2950 Kapellen Fam. Van Assche-Vollemaere W. – 2950 Kapellen Mevr. Van Cauwenberghe-Vanderlinden F. – 2950 Kapellen Fam. Van de Perck-Huybrechts Guy – 2170 Merksem Dhr. Van de Weyer Petrus - 2950 Kapellen Fam. Van de Wygaert-De Vree J. – 2950 Kapellen Dhr. Van den Brande Frans - 2950 Kapellen Fam. Van den Dorpe Marc-Wouters - 2950 Kapellen Mevr. Van den Kerckhove N.– 2950 Kapellen Fam. Van den Wyngaert - Hermans – 2950 Kapellen Mevr. Van Doninck Maria - 2950 Kapellen Mevr. Van Dooren Sabine - 2950 Kapellen Mevr. Van Eylen Geertje - 2950 Kapellen
Dhr. Van Gansen Jacobus - 2950 Kapellen Fam. Van Haaren Fr - Patzelt - 2950 Kapellen Fam. Van Helvert-Joosens W.– 2950 Kapellen Dhr. Van Heldert Paul - 2950 Kapellen Fam. Van Hoof-Williame Flor - 2950 Kapellen Fam. Van Mechelen-Loopmans D. – 2950 Kapellen Mevr. Van Meel Joanna - 2950 Kapellen Mevr. Van Oncen Ria - 2950 Kapellen Dhr. Van Put Edgard - 2950 Kapellen Fam. Van Strydonck – Osterrieth G. – 2950 Kapellen Dhr. Van Tilborg Marc - 2950 Kapellen Dhr. Vansteelant Filip - 2950 Kapellen Fam. Verbelen-D'Hollander P. en L. – 2950 Kapellen Fam. Verbiest-Van Hoof Chr.– 2950 Kapellen Fam. Verbist-Andries G. en N. – 2950 Kapellen Dhr. Verbruggen Gert - 2950 Kapellen Dokter Vercammen Gerda - 2950 Kapellen Fam. Vercauteren-Schelfout 2950 Kapellen Fam. Vernimme-Peeters J. – 2950 Kapellen Dhr. Verpraet Louis - 2920 Kalmthout Dhr. Vertongen Amadeus - 2950 Kapellen Dhr. Vingeroets Gert - 2950 Kapellen Fam. Willems-Horemans Carlo - 2950 Kapellen Fam. Willems-Rottiers F. en Y. - 2950 Kapellen Dhr. Wuyts Alex - 2950 Kapellen Dhr. Wuyts Filip - 2950 Kapellen Dhr. Yzermans Frans - 2940 Hoevenen
Het archief van Hoghescote ontving volgende schenkingen van: dhr. Louis Van Tricht - Boek “Restauratie van een monument, St.-Jozefkerk – Hoogboom” dhr. Leslie Young – Duitse geldbiljetten fam. Van Linden – Koerspleindreef 20 – map met bidprentjes mevr. Gilberte Raemaekers – verschillende kranten en boeken over WO II – bidprentjes – geboorteaankondigingen – klasfoto Mater Salvatoris mevr. Irma Van Linden - 2 ingebonden jaargangen Zondagsvriend mevr. Lambrechts Kerkstraat 7 - te Kapellen - bidprentjes – trouwboekjes - nieuwjaarsbrieven onbekende schenker - ontwerpplan jongensschool Kapellen dhr Willy Pringuet - toevoeging van diverse dossiers aan het archief Pringuet dhr. Frans Janssens – boeken “Antwerpen in 1830” deel 1 & 2 fam. Beyers – Van Laer - een pakket rouwbrieven dhr. Frans Meeus – boeken “Het Hertogdom Brabant in kaart en prent”, procesverbaal over het terugzetten grenspaal 257 te Putte. dhr. Marc Brans – een dossier over de Duitse bunkers anno 1927 dhr. Jan Kerremans - rantsoeneringszegels WO II dhr. Notaris Filip Wuyts – een schilderij van pastoor Vandenhoudt mevr. Chris Alen - 2 pakketjes bidprentjes fam. Gust & Linda Van Gorp-Boudewijns – een landkaart van Groot-Duitsland fam. van wijlen Jan Van Cleef via Elst Van Cleef - 2 brandweeruniformen van sergeant Jan Van Cleef van vóór 1987. Met dank aan de schenkers. Het bestuur van Hoghescote. ’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
25
Kapellenaren vertellen Roger Van den Bleeken Een heemkring, en ook Hoghescote, stelt zich tot doel het regionale erfgoed te bestuderen en te bewaren. Een exact afgetekende definitie van het woord “erfgoed” bestaat er echter niet omdat het een verzamelbegrip is van alles wat we van onze voorouders “erven” en wat de moeite loont om bewaard te worden. Naast gebouwen, monumenten, archeologische vondsten, kunstwerken, historische voorwerpen, manuscripten, gebruiksvoorwerpen en veel meer zijn er ook de minder tastbare dingen zoals: verhalen, tradities, feesten, liederen, dialecten en anekdotes die eveneens onder de noemer “erfgoed” kunnen ondergebracht worden. Door een uitbreiding van onze redactie, alleen is maar alleen, kunnen en gaan we daaraan meer aandacht besteden. Vooral de niet in documenten vastgelegde verhalen over gebeurtenissen, personen en bv. Gebouwen, die betrekking hebben op onze gemeente, zullen door onze medewerkers opgetekend worden om, al dan niet na publicatie, in ons archief opgeslagen te worden als blijvende getuigenis van een steeds sneller veranderende cultuur, de onze. Dat het niet steeds “wereldschokkende” verhalen hoeven te zijn, toont de volgende brief die we van een van onze oudste leden mochten ontvangen. Met dank aan Louis Verpraet.
Café Moeder Mennekes Bovengenoemd café betekent voor mij, als 90-jarige, een waardevol stukske erfgoed. Mijn grootvader, Louis Van Hoydonck, woonde sinds 1930 in zijn nieuwe woning, gelegen in de Gasstraat, vlak bij de spoorweg. Wijzelf woonden toen in de Guyotlei vlak bij het Station. (Er staat nu een appartementsgebouw). Mijn grootouders hadden elektriciteit in hun woning; wij niet: wij hadden gasverlichting.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
Kouskes voor die verlichting werden verkocht bij "Lampzwart" op de hoek van de Gasstraat en de Stationsstraat. Wij hadden ook een radio die zo groot was als een appelsienkist en die met batterijen, accu's genaamd, werd gevoed. Mijn ouders moesten die regelmatig laten opladen in de elektriciteitswinkel van Loopmans. Deze zaak was gevestigd in de Stationsstraat, rechtover de Vredestraat. Ik was het oudste kleinkind en mijn grootvader kwam mij regelmatig halen om mee boodschappen te doen. In 1931 deed hij met mij een wandeling naar de "Kattekesberg" in Mariaburg. In het terugkomen gingen wij bij "moeder Mennekes" iets drinken en wat rusten. Ik vond het er heel gezellig. Grootvader kende er heel wat mensen. Voorheen was hij zelfstandig bakker (vermeld in het boek over de oorlog 1914-1918 en de gemeente Kapellen). Zelf ben ik er na die ene keer nooit meer geweest. Grootvader was lid van de toenmalige hoveniersbond en kweekte veel soorten bloemen en groenten. Hij was ook lid van de plaatselijke "Buksgilde", gevestigd in het café op de hoek van de Koning Albertlei en de Fortsteenweg. Ook kon hij goed opschieten met Jan Ketelaars, begrafenisaannemer en stichter van het gelijknamige bedrijf. Jan en Roza werden door al de buren "Jan Kool en Roos Kool" genoemd. Jan had immers eerst een kleinhandel in steenkool. Maar al gauw begon hij het bedrijf, dat nu nog steeds bestaat. Omdat grootvader met pensioen was, had hij nog wel vrije tijd over en dan deed Jan wel eens beroep op hem. En Jan kondigde zijn verzoek steeds op dezelfde wijze aan:"Lewie, ik hem en laikske". Hij stak zijn Antwerps accent niet onder stoelen of banken. En grootvader stond steeds klaar. Hij had vroeger het brood rondgevoerd met paard en koets, zelfs tot in Mariaburg toe.
26
Hij was een goed koetsier. Als hij dus van dienst was, moest hij heel netjes gekleed zijn, daarom deed hij een stijve witte borst aan, een stijf wit boord, een zwarte das, een slipjas en zijn bolhoed. Zijn bolhoed noemde hij zijn "hondenkot" en zijn slipjas gaf hij de toepasselijke naam van "kontekletser". Grootvader vertelde ooit, dat zij eens terugkwamen van een begrafenis in Hoogboom. Jan trakteerde zijn helpers bij "moeder Mennekes". Het was een snikhete dag en bakker Ickx zat er al zijn dorst te laven. Hij had met zijn bakfiets brood rondgebracht in Hoogboom. Dat zal hem wel zweet gekost hebben, want asfaltwegen waren buiten Antwerpen onbekend. Het waren nog zandwegen met sporen van zeldzame auto's, fietsen en paarden. Sommige rijke families hadden toen nog een paard. Denk aan het Poloplein, dat nog duidelijk herkenbaar is. Bakker Ickx had een paar pintjes te veel op en kreeg de pedalen van de bakfiets niet meer rond. Daarop besloten Jan en zijn helpers de bakker in de mooi versierde corbillard (lijkwagen) te leggen. Toen ze voor de bakkerij op de hoek van de Olmendreef en de Stations-
straat stopten, ging Jan de vrouw verwittigen, dat ze haar echtgenoot bij hadden. De vrouw, het ergste denkend, barstte in tranen uit, maar toen de bakker naar binnen gedragen werd, zat er een dikke vlieg aan de lamp. Dit verhaal, dat echt gebeurd is, ging als een lopend vuurtje het dorp rond. Gaarne wil ik het belang van een café als "moeder Mennekes" in die tijd in het licht stellen. Slechts één op de drie gezinnen had een radio, minder dan één op tien een telefoon en auto's reden er zeer weinig. Heel wat mensen uit Hoogboom winkelden toen in Kapellen. Dit gebeurde te voet of met de fiets en bij terugkomst even “binnenspringen” bij Moeder Mennekes voor een pintje, een babbel of een kaartje leggen, hoorde toen bij de geplogenheden. Inderdaad, het was een “praatcafé avant la lettre”. Kalmthout, juni 2016. Louis Verpraet
Aan café “Moeder Mennekes”. Deze foto dateert van voor 1926, de brievenbus staat nog tegen de gracht en achteraan staan nog twee bomen. (Foto Waegemakers). ’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
27
Persoonsgebonden straatnamen (deel 1) Etienne Vermeulen
Straten en straatnaamborden Naar aanleiding van de presentaties over het wel en wee van onze mooie gemeente (door Roger Balbaert verzorgd en zo talrijk bijgewoond) en de vaststelling dat Kapellen een heel aantal straten heeft die verwijzen naar personen die op politiek, economisch, cultureel of historisch vlak heel wat voor de gemeente betekenden, heb ik gemeend om een reeks teksten over persoonsgebonden straatnamen te schrijven. Tevens wil ik graag meedelen dat hieromtrent in ons documentatie- en studiecentrum uitermate veel gegevens (boeken, tijdschriften en krantenknipsels) terug te vinden zijn en dat daarom een bezoek warm aan te bevelen is.
Straatnaamgeving algemeen De officiële naam van de straatnaam is hodoniem. Een hodoniem is een woord om wegen mee te kunnen aanduiden. Onder wegen worden straten, lanen, steegjes en dergelijke verstaan. Hodonymie (of straatnaamkunde; οδός = weg, straat) vormt een onderdeel van de toponymie (of plaatsnaamkunde; τόπος = plaats, plek) Het woord "weg" is afgeleid van bewegen. Wegen zijn dus veelgebruikte routes waarlangs men zich van de ene vestigingsplaats naar de andere "beweegt". Deze wegen ontstonden vanzelf, omdat iedereen door het landschap de kortste en vooral de gemakkelijkste route koos. Slechts de voornaamste handelswegen werden (deels) aangelegd en door het plaatselijk gezag enigszins onderhouden, maar de rest bleef grotendeels zandpad. Straatnamen vervullen voor verschillende mensen diverse functies. Ze worden bedacht en aan een straat toegekend en vervolgens ’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
maken ze deel uit van het dagelijks taalgebruik.
Een zandweg door een bos in de Kempen, vaak een historisch relict.
Bewoners van een straat gebruiken de straatnaam om bezoekers de weg naar hun huis te wijzen. Straatnamen kunnen voor anderen dienen als een soort richtingaanwijzers of geheugensteuntjes. Voor postbezorgers en medewerkers van hulpdiensten (zoals politie, brandweer en ambulance) zijn ze een houvast bij hun werkzaamheden en voor de taalkundige is een straatnaam een interessant onderdeel van het taalsysteem. Straatnamen brengen structuur aan in de openbare ruimte. Dat is hun voornaamste functie, maar niet hun enige. Vele straatnamen verwijzen namelijk op een of andere manier naar het verleden. Het is dan ook gans normaal dat de meeste gemeenten wel ergens een Kerkstraat, een Stationsstraat of een Dorpsstraat hebben, net als Kapellen. In 1836 verscheen de eerste gemeentewet in België, die besturen verplichtte om hun straten vaste namen te geven, via een commissie die daarvoor moest worden opgericht. Die lokale commissie van heemkundigen, mensen uit het lokale cultuurleven en ambtenaren adviseerde de gemeenteraad, die uiteindelijk ook de beslissingsbevoegdheid had.
28
Vanaf 1942 moest de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie telkens een advies over de gemeentelijke voorstellen uitbrengen, om de wildgroei wat in de hand te houden, en vooral ook meer eenvormigheid in de spelling te brengen. Ook de nieuwe woonkernen, bijvoorbeeld in de Limburgse steenkoolbekkens, kregen zo straatnamen. In 1977 zorgde de fusiegolf voor heel wat 'dubbels' in de nieuw gevormde gemeenten. Gent telde bijvoorbeeld wel 9 verschillende Kerkstraten, 6 Kapellestraten en 6 Kouterstraten. Elke gemeente had een overschot aan 'schoolstraten'. Om dat niet louter aan de (nieuwe) fusiebesturen over te laten, werd een Koninklijke Commissie voor Straatnaamgeving opgericht, met afdelingen in elke provincie. Die bracht de homoniemen per gemeente in kaart, en deed suggesties om die verwarrende situatie te ontknopen met nieuwe namen. De huidige straatnaamgeving is aan een aantal regels onderworpen, vervat in het decreet van 28 januari 1977 tot “bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen” en de daaropvolgende wijzigingen. Enkel de gemeenteraad kan namen vaststellen. Men put daarbij bij voorkeur uit gegevens van de plaatselijke geschiedenis, het kunst- en cultuurleven, de plaatsnaamkunde en de volkskunde. De raad mag geen naam van een nog levende persoon gebruiken. Een gemeentebestuur kan daarbij altijd een beroep doen op de Koninklijke Commissie van Advies voor Plaatsnaamgeving. Bij het vaststellen van een nieuwe straatnaam is het gebruikelijk dat er een advies wordt gevraagd aan de gemeentelijke cultuurraad, maar er is geen verplichting daartoe. Daarna stellen eerst het College van Burgemeester en Schepenen en de Gemeenteraad een voorlopige naam voor. Na een periode van 30 dagen (aanplakking) waarin er bezwaren kunnen geformuleerd worden, zal de Gemeenteraad definitief beslissen. Bij het wijzigen van een straatnaam volgt men dezelfde procedure, maar worden ook alle betrokkenen bij de beslissing tot wijziging aangeschreven. ’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
Sinds 2003 kunnen gemeenten hun straatnamen gemakkelijker wijzigen dankzij een aanpassing van het Vlaams decreet. De procedure duurt nog altijd al vlug drie maanden. Straatnamen kunnen verwijzen naar bekende personen uit de geschiedenis van de plaats, maar ook markante gebeurtenissen of thematische wijken (bv. straatnamen die genoemd zijn naar vogels, bloemen of bomen) komen evengoed vaak voor.
Vroege geschiedenis van straatnamen De Romeinen waren de eersten die echt werk maakten van hun wegenstelsel. Dat blijkt uit hun wegenkaart (Tabula Peutingeriana) waar alle hoofdwegen van het Romeinse Rijk waren opgetekend en genummerd en soms van een naam voorzien. De Via Appia en de Via Flaminia waren onder andere wegen die rechtstreeks naar het regeringscentrum - het Forum Romanum - in Rome leidden en die heden ten dage op veel plaatsen in Rome nog in ongeschonden toestand (veelal onder het asfalt) aanwezig zijn.
Fragment van de Tabula Peutingeriana bewaard in de Nationale Bibliotheek te Wenen. Onder de A van Francia bovenaan merk je onder de naam Noviomagi twee torentjes ingetekend wat wil zeggen dat Nijmegen een belangrijke Romeinse vestiging was. Daarnaast links zie je de naam Castra Herculis: dit verwijst naar de kampplaats vlak bij Arnhem (castrum = versterkte kampplaats).
De Romeinen gaven hun straten aan met de termen Cardo en Decimanus. Alle straten die van noord naar zuid liepen werden een cardo genoemd. Een decimanus was een van oost naar west lopende straat. Bij hoofdwegen werd daaraan de bepaling ‘maximus’ (= grootste) toegevoegd.
29
In het Rome van vandaag liggen de verhalen uit het verleden letterlijk op straat. Aan de hand van straatnamen, die je kan lezen op de bordjes en die dankzij paus Pius VII sinds 1814 van marmer zijn, wandel je de geschiedenis van de eeuwige stad letterlijk achterna.
Een marmeren straatnaambord uit 1814 van de Via del Corso in Rome. (Foto: Google Maps)
Bij de opgravingen in Pompeii stelde men vast dat men er geen straatnamen kende, maar de weg naar een bordeel (Lupanar; "Lupa" = prostituee) werd in die tijd voor de geïnteresseerden toch subtiel op de straatstenen aangeduid. (Foto EV - Pompeii 2009)
In de middeleeuwen was men minder geordend. Straten en pleinen werden vaak genoemd naar het werk dat daar het meeste werd uitgevoerd, of waren gewoon een beschrijving van een belangrijk gebouw dat er in de buurt stond, of van belangrijke mensen die er woonden. Vanaf de twaalfde eeuw hield men steeds vaker vast aan een vaste straatnaam. Omdat deze echter nooit officieel werden vastgelegd, kwam het voor dat er per straat meerdere namen in omloop waren. Wie nu regelmatig naar tv-programma's kijkt zoals "Spoorloos" op NPO 1 zal al wel gemerkt hebben dat in veel ontwikkelings’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
landen de plaatsaanduiding nog zeer onnauwkeurig gebeurt: het gehucht of dorp (bijv. in Indonesië kampong geheten) wordt aangewezen en dan moet men er de dorpsoverste maar raadplegen voor verdere info over de bewoners. Het is bij de opkomst van de steden (late middeleeuwen: 1200 - 1500 n.C.) dat een duidelijkere plaatsaanduiding zich opdrong. Als je in de middeleeuwen de weg wilde weten kreeg je een bloemrijke beschrijving: bij het bruggetje rechts, bij de klokkentoren links, bij de oude gevel rechtdoor. Maar op een gegeven moment werd dit toch te omslachtig. Vanaf dan begonnen de mensen met het geven van kortere omschrijvingen aan een straat of omgeving. Straatnamen uit die tijd zijn ook erg logisch en passen bij of beschrijven vaak de omgeving. In die tijd werden er op drie manieren namen aan straten gegeven: - Een straat werd vernoemd naar een eigenschap: bijvoorbeeld de lengte van de straat - de Langestraat - of de ouderdom van een straat - Nieuwstraat. - Een straat werd vernoemd naar de handel die er plaatsvond of naar de ambachten die er werden uitgevoerd - Vismarkt, Schoenmakersteeg. - Bij het geven van een straatnaam werd de relatie van de straat met iets of iemand aangegeven - Schoolstraat.
Een typisch voorbeeld vinden we ook in Kapellen: de naam Fortsteenweg verwijst duidelijk naar het militair kamp dat er was gevestigd. Foto: EV.
Uit oude bronnen blijkt dat er al vanaf de twaalfde eeuw namen aan straten werden gegeven, maar deze lagen niet officieel vast. Hierdoor kwam het vaak voor dat één en dezelfde straat wel drie of vier benamingen had.
30
Reeds in de 13de eeuw kende de stad Antwerpen straatnamen, al waren die toen omslachtig en weinig handig in het gebruik. Wat tegenwoordig de Stoofstraat is, heette in het begin van de 15de eeuw stege daer men te zandwaert gaat. Van de straatnamen uit het prille begin hebben er trouwens maar weinig de tand des tijds doorstaan. De Kammenstraat, voor het eerst gesignaleerd in 1238, en de Hoogstraat, uit 1281, behoren tot de oudste nog bestaande straten. Nog ouder is de Bullinckxstraat, die in 1223 nog platea bullingorum (steeg, straat van de Bullinckxen) heette. Tegenwoordig beter bekend als de Oude Beurs.
Oorsprong straatnamen en straatnaamborden Net als het geven van straatnamen is het ophangen van straatnaambordjes nog niet zo heel oud. In 1728 waren het de Fransen die als eersten bedachten dat het wel handig was om de straten herkenbaar te maken door middel van een bord. In 1785 werd er een poging tot ordening van de straatnamen gedaan toen men besliste naamplaten te laten aanbrengen op de hoeken van de straten. De officiële straatnaamgeving ontstond pas in 1797. Het waren de Fransen die daarvoor zorgden. In 1799 besloot de Franse bezetter de straatnamen te vertalen in het Frans, maar benamingen die herinnerden aan het ancien régime, de kloosters of de godsdienst in het algemeen, werden totaal gewijzigd. Het systeem van de nummering van de huizen dat nu nog in voege is dateert van 1812. Voor het gebruik van een familienaam in een straat moest men wachten tot 1819. Zo gaven de Nederlanders een stuk kaai bij het Willemdok in Antwerpen de naam van Marnix van Sint-Aldegonde mee. Deze kaai heet overigens nog steeds Sint-Aldegondiskaai.
’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
De eerste straatnaambordjes waren van hout en de letters werden er in gestandaardiseerde letters op geschilderd. Die houten borden verschenen in de stad Antwerpen ca. 1800. Vanaf 1825 maakte men de overstap naar platen van blauwe hardsteen met tweetalige teksten. In deze platen werden de straatnamen gekapt en ten slotte werden ze in de gevels ingemetseld.
Tweetalig blauw hardstenen straatnaambord te Antwerpen (Foto: Inventaris Onroerend Erfgoed). Het bord verwees naar de handarbeiders die er de wol, die uit Engeland werd aangevoerd, bewerkten (begin 13de eeuw).
Daarna kwamen er blauwe hardstenen borden, enkel Nederlandstalig. Ze werden aangebracht omstreeks 1829, tijdens de periode van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Vanaf 1841 begon men de onpraktische blauwe hardstenen tweetalige borden te vervangen door goedkopere zinken straatnaamborden (na de onafhankelijkheid van België tot ca. 1871). Deze eerste naamplaten die uit zink vervaardigd waren, werden nadien vervangen door platen uit gegoten ijzer met verheven letters.
Gietijzeren straatnaambord uit einde 19de, begin 20ste eeuw, toen de wijk Sint-Mariaburg opgericht werd. Foto: Inventaris Onroerend Erfgoed Vlaanderen.
31
Nadien werden ze vervangen door tweetalige blauw geëmailleerde platen. Van 1904 tot 1946 werden er (zeer dure, maar eveneens zeer duurzame) Nederlandstalige geëmailleerde lavasteenborden (1.5 cm dik) aangebracht. Het geëmailleerde lava was onverwoestbaar, kon tegen vorst en vochtigheid, en werd niet aangetast door zuren, ook niet in hoge concentraties of op hoge temperaturen. Lava is geen aardewerk in de gebruikelijke zin van het woord. Wel is het, heel letterlijk, werk van de aarde omdat het gestolde lava is, materiaal dat al eens gebakken was in vulkanische hitte. De lava werd vooral in Midden-Frankrijk, in het oude vulkanische Centraal Massief gewonnen en liet zich gemakkelijk in plakken en op maat zagen. Nadien werd een eerste laag witte email aangebracht, en werd dit een eerste maal in de oven gebakken. Dan werd een tweede laag rode of Berlijns blauwe email aangebracht.
Nog later, tot bij de intrede van de witte borden in de jaren 1990, volgden blauwe borden met een zelfde vormgeving, doch uit goedkopere metaalsoorten en met opgeschilderde of geplakte belettering.
Rechthoekig geëmailleerd wit bord. Foto EV.
Huidig blauw Kapels straatnaambord. Foto EV.
Geraadpleegde bronnen
Een intact straatnaambord van geëmailleerde lavasteen (Rue Saint - Louis op het Ile Saint - Louis te Parijs). Het bord dat dateert uit 1828 en werd op de muur bevestigd met bolle bevestigingsmoeren. Foto: Google Maps
De Franstalige opschriften werden op twee momenten in de geschiedenis met een blauwe verf overschilderd. Een eerste keer gebeurde dit in opdracht van de Duitse bezetter tijdens het voorjaar van 1918. Een tweede keer omwille van de taalwetgeving omstreeks 1935. Later, ca. 1946 werd plaatstaal gebruikt dat eveneens geëmailleerd werd. Tijdens de jaren 1950 werden deze massaal geplaatst. ’t Bruggeske 48ste jaargang – september 2016 – nummer 3
- Typologie van wegen met erfgoedwaarde Bijlage 2 Thesaurus wegtypes in Vlaanderen - Straatnaamgeving en huisnummering werkdocument opgemaakt door de Vereniging van Vlaamse steden en gemeenten, versie 08/04/2014 Inventaris Onroerend Erfgoed Antwerpen - Vlaanderen - Antwerpse Vereniging voor Bouwhistorie en Geschiedenis - Archief online artikels: "Van blik tot plaatstaal" Geschiedenis van de Antwerpse straatnamen (Robert Van de Weghe). http://www.avbg.be
Wordt vervolgd.
32
BOUWBEDRIJF J. VALCKENBORGH Starrenhoflaan, 5 - 2950 Kapellen Tel. 03/660.14.20 www.valckenborgh.be Algemene aannemingen – eigen schrijnwerkerij – keuken- en interieurinrichting. Immo Lioen cvba - Lioen nv Thijs Lion Verzekeringen & Vastgoed Stationsstraat 2 2950 Kapellen tel : 03/660.05.55 fax : 03/660.05.50 gsm : 0477/36.69.05
Voetzentrum bvba
Erkend orthopedist Chr. Pallemansstraat 4 - 2950 Kapellen tel : 03/664 84 25 fax : 03/605 21 93 info@voetcentrum.be www.voetcentrum.be Voetanalyse – Steunzolen – Voetverzorging – Manicure – Massage – Steun- en aderspatkousen
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT ’T BRUGGESKE HEEMKRING HOGHESCOTE VZW. ESSENHOUTSTRAAT 59 - 2950 KAPELLEN AFGIFTEKANTOOR: KAPELLEN 1 P 806083
BELGIË
- BELGIQUE P.B. 2950 KAPELLEN 1
BC 30832