Bruggeske 2016-2 juni

Page 1



Colofon

In dit nummer:

Verantwoordelijke uitgever: André De Vleeschouwer, Tel: 036057989

In memoriam Paul Van Bockel Bestuur van Hoghescote

Redactie en opmaak: Roger Van den Bleeken, Tel: 036646322 beiden p/a Essenhoutstraat 59 te 2950 Kapellen Heemkringhoghescote @gmail.com Kaftontwerp: Tine Hanssens

Nieuwe activiteiten: Fietszoektocht 2016 Bezoek beeldentuin van het Middelheimmuseum op zaterdag 16 juli 2016 Dagreis naar ‘s Hertogenbosch op zaterdag 27 augustus 2016 Bestuur Hoghescote

Copyright Heemkring Hoghescote Kapellen. Elke auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van het door hem ingezonden artikel.

Oproep voor vrijwillige medewerkers André De Vleeschouwer

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd, openbaar gemaakt of gereproduceerd worden door middel van fotokopie, druk of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Edouard Bunge, “Merchant Prince of Antwerp”, en het domein “De Oude Gracht” te Hoogboom Raymond Roelands en Roger Van den Bleeken

Ledenblad ’t Bruggeske wordt 4 x per jaar aan elk lid van Heemkring Hoghescote toegezonden. Het lidmaatschap bedraagt 12 € per jaar als gewoon lid, of vanaf 25 € als erelid. Dit bedrag kan worden overgemaakt op rekening: BE18 4137 2050 7165 (BIC-code KREDBEBB) op naam van Heemkring Hoghescote vzw – Essenhoutstraat 59, 2950 Kapellen, met de vermelding "Lidgeld". Losse nummers van ’t Bruggeske, voor zover nog in voorraad, zijn te verkrijgen op het redactieadres tegen 3 € per exemplaar.

Foto’s van Vroeger en Nu Roger Van den Bleeken

Trams 65 en 72 in Kapellen André Dewel

2

4 5 6

9 10

15 25

Welkom op onze open-archiefdagen! Erfgoedcentrum Hoeve Van Paesschen Essenhoutstraat, 59 – 2950 Kapellen Elke eerste dinsdag van de maand van 14.00 tot 17.00 uur, elke tweede donderdag van de maand van 19.00 tot 22.00 uur, elke derde donderdag van de maand van 09.00 tot 12.00 uur.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

1


In memoriam Paul Van Bockel Bestuur Hoghescote Tekst: Roger Balbaert

Op maandag 15 februari namen wij in de bomvolle kerk van O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen van Zilverenhoek afscheid van Paul Van Bockel. Bijna 22 jaar lang was Paul een actief bestuurslid van onze vereniging omdat hij een uitermate grote belangstelling had voor heemkunde en plastische kunsten en dat waren nu juist de 2 grootste onderafdelingen van Hoghescote. Omdat Zilverenhoek vroeger deel uitmaakte van Ekeren was Paul begonnen als bestuurslid bij de toenmalige heemkring van Ekeren. Toen Zilverenhoek en Hoogboom bij Kapellen gevoegd werden vond hij het niet meer dan logisch dat hij ook zou meewerken aan onze Heemkring Hoghescote. Onmiddellijk zette hij zijn beste krachten in om de jaarlijkse tentoonstellingen in de vroegere feestzaal Concordia te laten uitgroeien tot een zeer groot succes. Tussen de talrijk deelnemende kunstenaars voelde Paul zich als liefhebber van de plastische kunsten thuis als een vis in het water. Paul had echter ook heel wat cursussen gevolgd bij diverse instellingen in Antwerpen om zich verder te specialiseren in heemkunde en heel speciaal in genealogie, volkskunde en het gildewezen. Zulke kracht mocht niet verloren gaan en Paul werd gevraagd om mee te werken aan de redactie van ’t Bruggeske, iets wat hij met volle overtuiging aanvaardde. Zijn artikelenreeks “Klim in je stamboom” heeft ongetwijfeld menig lezer aangespoord om ook zelf te beginnen met het opstellen van een stamboom. Paul was zelf ook een kunstenaar met talrijke talenten. Samen met Johan Janssens en Michel Koolen bracht hij de afdeling plastische kunsten tot een zeer grote bloei.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

Bestuur Hoghescote Toen echter in 1994 de kermis overgebracht werd naar het marktplein verviel de jaarlijkse kunsttentoonstelling en werd de afdeling plastische kunsten opgedoekt. Hoghescote kreeg een nieuw lokaal boven de bibliotheek in Putte om hun steeds meer groeiende archieven in onder te brengen. Dit was echter geen probleem want Paul werd de verantwoordelijke voor de uitbouw van ons documentatiecentrum. Omdat een heemkring zich niet mag opsluiten in een eng lokaal werd Paul in 1998 aangesteld om samen met enkele andere bestuursleden te zorgen voor een degelijke organisatie van gespecialiseerde activiteiten passend binnen het algemeen patroon van heemkunde en volkskunde.

2


Onze weekends, eendagsuitstappen en museumbezoeken werden echte pareltjes. Paul was als een koning te rijk toen het gemeentebestuur ons in 2004 de kelders van het Oud-Gemeentehuis ter beschikking stelde. Samen met zijn echtgenote Marina brachten zij voortaan vele uren door in onze archievenkamers om de duizenden rouwbrieven en bidprentjes degelijk te klasseren. Vele, zeer vele bezoekers hebben kunnen genieten van dit zeer zorgvuldig uitgevoerde werk om heel snel het juiste bidprentje te kunnen terugvinden. Wij wisten dat het voor Paul de laatste maanden iets moeilijker werd om de trappen naar de eerste verdieping van ons lokaal te beklimmen op weg naar “zijn” zolder waar de steeds groeiende verzameling van bidprentjes op hem wachtte. Gelukkig was zijn lieve echtgenote Marina steeds paraat om hulp te bieden zodat hun werk kon verder gezet worden. En nu…Paul we zullen je missen. Veel te vroeg heb je ons verlaten. Uw echtgenote Marina, de kinderen en kleinkinderen hadden nog zo veel vragen voor hun lieve echtgenoot, vader en grootvader. Ook voor Hoghescote was jij van een onschatbare waarde en met ontzag bekijken wij steeds weer uw prachtig uitgebouwde documentatie van bidprentjes en rouwbrieven. Paul…wij zullen nog vaak over je spreken tijdens onze bestuursvergaderingen. Uw werk van 22 jaar Hoghescote moet verdergezet worden. Aan ons de zware taak om hiervoor te zorgen. Paul…wij danken je voor jouw onverdroten inzet en deskundig uitgevoerd werk. ’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

In het tijdschrift De Nieuwe Week van 17.08.2000 verscheen een artikel over de kunstenaar Paul Van Bockel waarin hij verklaart: “als schilderen en tekenen uitgroeit tot een hobby.” en “Ik probeer momenteel alles uit.”

3


Fietszoektocht 2016 Bestuur Hoghescote

Heemkring Hoghescote vzw organiseert tijdens de zomer 2016 een fietszoektocht door Kapellen, Putte en omgeving… Een boeiende reis door natuurpracht, cultureel en historisch erfgoed met een afstand van ongeveer 30 km. De totale prijzenpot bedraagt ruim € 1.000 met als eerste prijs € 200 in aankoopcheques van “Beleef Kapellen”. Het parcours kan naar eigen keus afgelegd worden en dit vanaf zondag 29 mei 2016 t.e.m. zondag 18 september 2016. De antwoordformulieren dienen binnengebracht in het Erfgoedcentrum Hoeve Van Paesschen – Essenhoutstraat 59 te 2950 Kapellen ten laatste op 25 september 2016 om 18.00 u. De prijsuitreiking, in samenwerking met het gemeentebestuur van Kapellen, heeft plaats in oktober 2016 in het Kapelse gemeentehuis “Beukenhof”, Chr. Pallemansstraat 71. De winnaars worden vooraf persoonlijk op de hoogte gebracht. De uitslag zal gepubliceerd worden in ’t Bruggeske van december en op onze website: www.heemkringhoghescote.be. Deelname kost 5 euro. Een brochure met het wedstrijdreglement, de beschrijving van het parcours, de vragenlijst en het antwoordformulier zijn vanaf 29 mei verkrijgbaar bij: Eetcafé “Point Final” Cafetaria Sporthal Kapellen. Openingsuren: zat. & zon. vanaf 09.00 u. – andere dagen vanaf 12.00 u. - gesloten op maandag.

Administratief Centrum Antwerpsesteenweg 130 aan de balie. Openingsuren: maandag van 09.00 u. tot 19.00 u.– dinsdag & vrijdag van 09.00 u. tot 12.30 u. De Chalet “Vriendschap” In het park Beaulieu (gemeentepark) te Kapellen. Openingsuren: dinsdag t/m vrijdag open vanaf 11.00 u. – zaterdag en zondag open vanaf 10.00 u. – gesloten op maandag. Dagbladhandel Mette Antwerpsesteenweg 24 – Kapellen. Openingsuren: alle dagen vanaf 06.30 u. – gesloten op zondag. Lokaal van Heemkring Hoghescote. Erfgoedcentrum, Essenhoutstraat 59 te 2950 Kapellen. Openingsuren: elke eerste dinsdag van de maand van 14.00 u. tot 17.00 u. elke tweede donderdag van de maand van 19 u. tot 22 u. elke derde donderdag van de maand van 09.00 uur tot 12.00 u. Café Het Witte Paard Grensstraat 2 – Putte-Kapellen Fietscafé en oplaadpunt voor elektrische fietsen. Openingsuren: maandag gesloten. Niet te missen! ! Alleen, met de familie of met een groep vrienden, is dit een enige gelegenheid om Kapellen beter te leren kennen en bovendien ook nog een mooie prijs te winnen. Spring op je fiets en doe mee!

Wij raden de deelnemers aan de brochure op voorhand aan te kopen en in te kijken waardoor het oplossen van de vragen gemakkelijker zal verlopen. Succes!

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

4


Bezoek beeldentuin van het Middelheimmuseum op zaterdag 16 juli 2016

Bestuur Hoghescote

Uw gids: Tom Van Cleef, een geboren Kapellenaar.

Het opzet van deze rondleiding is een algemene kennismaking met het museum. Tijdens een wandeling doorheen het prachtige park behandelen we het ontstaan van dit unieke openluchtmuseum en maken we kennis met een selectie van de moderne en hedendaagse kunstwerken van Rodin en Rik Wouters tot Panamarenko en Ai Wei Wei, die er opgesteld staan. Zo zien we een van de werken van Panamarenko, geboren en getogen Antwerpenaar (°Antwerpen 1940): een merkwaardige vogel. Hij zit op een boomstam, trekt eerst de aandacht niet, vervolgens wel. Als een toeschouwer nadert en dicht genoeg komt, beweegt het kunstwerk. De vogel springt en klapwiekt met zijn vleugels. Panamarenko zelf ontkracht het mysterie niet, hij maakt het alleen nog groter.

“Ik had ergens een mooie boomstam gekregen van de stad, omdat ze zo’n mooi houten vogeltje wilden. En daar staat hij nu op te springen. Een zot kieken. Speelgoed is het, en ik maak in feite alleen maar speelgoed, want dat is de echte kunst: de poëzie van een stuk speelgoed. Wat anderen de echte kunst noemen, lijkt te veel op kunst, dat is het probleem. De kunst is namelijk het enige vehikel waarvan men zou moeten proberen te allen tijde uit de invloedssfeer te blijven, niet te doen wat de macht of de machthebbers zeggen: dat is het wezenlijke aan kunst. Daarom hou ik alleen maar van kunstenaars die dat gedaan hebben of nog doen, zoals Joseph Beuys, Bruce Nauman en Marcel Broodthaers.”

Ter afronding is er gelegenheid om nog wat na te praten in het museumcafé. We duimen voor een prachtige zomerdag.

We spreken af om 14 u. stipt voor een rondleiding van ongeveer 2 uur. Plaats van afspraak: Kasteel van het Middelheimmuseum – voor de trappen, aan het terras van het museumcafé. Deelnameprijs: leden: € 5 en niet-leden € 7. Maximum deelnemers: 25. Mocht u geen vervoer hebben, gelieve dit op te geven bij uw inschrijving. Wij trachten vrije plaatsen in auto’s ter beschikking te stellen. Zij die met eigen vervoer rijden en bereid zijn om iemand mee te nemen, graag ook opgeven bij inschrijving, waarvoor reeds hartelijke dank. Inschrijven voor 16 juni op tel. 03-664 82 77 of via e-mail: heemkringhoghescote@gmail.com Bijdrage te storten op rek. nr. BE18 4137 2050 7165 op naam van Heemkring Hoghescote vzw – Essenhoutstraat 59, 2950 Kapellen, met de vermelding: Middelheim + aantal deelnemers.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

5


Een dagje Noord-Brabant Baarle - Hilvarenbeek -’s Hertogenbosch, op zaterdag 27 augustus 2016

Bestuur Hoghescote

Vandaag gaan we even de grens over naar de gemoedelijke en gastvrije provincie Noord-Brabant. Een heerlijk vakantieland, dat zich uitstrekt vanaf Zeeland langs de Belgische grens en het Rivierenland in het noorden, tot Limburg. Een bonte schakering van landschappen, steden en dorpen en veel natuurschoon langs de landelijke wegen. Via de exclaves Baarle-Hertog/Baarle-Nassau, waar Theo ons over De Stille Kempen van de nodige commentaar zal voorzien, rijden we naar Hilvarenbeek.

(grenspaal Baarle)

In Hilvarenbeek, bij het “Soet en Vermaeck”, worden we door Cris en Tonny van Laarhoven hartelijk ontvangen in het wereldberoemde poffertjessalon van “Victor Consael”. Hier zullen we verwend worden met koffie en een lekkere Brusselse wafel met slagroom! (Deze zaak wordt bij de Nederlandse musea ondergebracht onder de categorie cultuurhistorie)

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

Bestuur Hoghescote

“Soet & Vermaeck” “Wij laten de mensen kennismaken met de wereld van de kermis vanaf zijn ontstaan tot de periode 1950. Het is ons gelukt om in de benedenverdieping van ons museum een zeer gezellig museum in te richten, niet in miniatuur maar met échte attracties. Even terug in de tijd van weleer toen de kermis 3 dagen het feest van het jaar was. Op een bijzondere wijze worden onze gasten betrokken bij het kermisgebeuren waarbij als rode draad werd gekozen voor het rad van fortuin. Op humoristische wijze beleeft u opnieuw de fascinerende kermiswereld zoals rond 1920.” Tijdens deze voorstelling kan men onbeperkt genieten van koffie, thee, frisdranken, popcorn, pinda’s en andere knabbeltjes, voor iedereen is er een biertje of een glaasje wijn voorzien.

6


Aansluitend wordt een rijkelijke broodjesmaaltijd geserveerd tussen de dansorgels van weleer…

Het grootste theaterorgel van de wereld bevindt zich in dit museum, en natuurlijk zorgen Cris en Tonny voor een woordje uitleg.

Nadien rijden we verder richting ’s Hertogenbosch, kortweg Den Bosch genoemd. Den Bosch is de hoofdstad van de provincie Noord-Brabant. Het is de stad van de beroemde schilder Jeroen Bosch (Hieronymus Bosch °1450 -†1516); zijn standbeeld bevindt zich op de Grote Markt.

Of een bezoek te brengen aan de Sint-Janskathedraal. “De Sint-Janskathedraal, in de binnenstad van ’s Hertogenbosch, wordt veelal beschouwd als het hoogtepunt van de Brabantse gotiek. Het bijzonder harmonieuze

In ’s Hertogenbosch heeft men de vrije keuze om eventueel het “Jheronimus Bosch Art Center“ te bezoeken (€ 7, -).

Foto: de erwtenman-St.Janskathedraal (Jeroen Bosch)

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

7


interieur is het resultaat van de eenheid van de stijl die de gehele bouwperiode van eind veertiende tot begin zestiende eeuw bleef gehandhaafd. De buitenkant levert met zijn gulle ornamenten, zoals de dubbele luchtbogen met de 96 luchtboogfiguren en de reliëfs boven de ramen, een treffend beeld op van de versieringsdrift van de late gotiek. De Sint-Jan is “een bouwwerk dat volstrekt uniek is in de Nederlandse kerkelijke architectuur”. (bron:Wikipedia) Men kan natuurlijk ook gewoon de stad verkennen of genieten van een terrasje…met een Bossche bol…

Om 16.00u komen we opnieuw samen en varen we met een enthousiaste schippersgids over de “Binnendieze”. De schippersgids vertelt over het ontstaan van de “Binnendieze” en de restauratie van de muren, overkluizingen en togen. Na het passeren van de “Kruisbroedershekel” vaart u buiten de vestingstad en bent u op de Singelgracht. Vervolgens vaart u door De Groote Hekel en wordt de tocht vervolgd binnen de vestingmuren. Deze tocht laat u alle facetten van de boeiende Binnendieze zien. Varend door de smalle waterlopen komt u langs en onder de mooiste plekjes in het historische stadscentrum van ’s Hertogenbosch. Na deze boeiende tocht (± 45 min.) rijden we terug richting Breda waar ons nog een lekker 3-gangen menu te wachten staat.

Vertrek: 08.00 u. stipt marktplein Kapellen Voorziene aankomst in

Kapellen

omstreeks 21.00 u.

Deelnameprijs: Leden: € 60, - boottocht inbegrepen / € 53, - boottocht niet inbegrepen.

Niet-leden: € 62, - boottocht inbegrepen / € 55, - boottocht niet inbegrepen. Inschrijven vanaf 1 juni en voor 27/07/2016 via e-mail: heemkringhoghescote@gmail.com of tel. 03-605.79.89 (in juni) en tel. 03-664.82.77 (in juli) Na inschrijving, betaling op rekening BE18 4137 2050 7165 van Heemkring

Hoghescote met vermelding van het aantal personen/met of zonder boottocht en vermelding: dagreis.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

8


Oproep voor vrijwillige medewerkers André De Vleeschouwer

Zoals vele verenigingen werkt Heemkring Hoghescote met vrijwillige medewerkers, mensen die met veel enthousiasme en passie timmeren aan een gemeenschappelijk doel, en daarbij ook zelf veel voldoening ondervinden. Hoofddoel van onze heemkring is natuurlijk BEWAREN, maar ook hier is het waar: “Vele handen maken het werk licht”. Vandaar deze oproep voor nieuwe medewerkers, om ons team te versterken. Heb jijzelf nog andere voorstellen, kom dan gewoon eens langs. En natuurlijk, onze “vacatures” zijn open voor m/v, van 18 tot 98 jaar. Heb je interesse? Laat gewoon iets weten aan André De Vleeschouwer, tel: 03-6057989 of e-mail: andre.devleeschouwer@gmail.com

Aanmaken van ons Bruggeske. Dit tijdschrift is zo mooi, omdat er veel zorg aan wordt besteed, zowel naar de vorm als naar de inhoud. Wij zoeken een ruimer team samen te stellen om mee te helpen bij de lay-out en vormgeving, om interviews af te nemen van interessante personen, om ook artikels te verbeteren, kortom om de inhoud van het blad nog aantrekkelijker te maken. Vereisten: creativiteit, zin voor layout, taalvaardigheid. Verdelen van Bruggeske. Viermaal per jaar moeten alle Bruggeskes bij onze leden in Kapellen in de bus vallen (en ver daarbuiten). Dit doen wij met meerdere vrijwilligers. Wij zoeken toch nog enkele bijkomende personen voor Hoogboom, Zilverenhoek, Kapellen-Centrum en voor Putte. Vereisten: graag in de buitenlucht, enkele keren per jaar.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

Klasseerwerk. Wij ontvangen regelmatig documentatie, en doorzoeken ook tijdschriften en kranten. Die moeten dan veilig worden opgeborgen, maar vooral degelijk geklasseerd, en opgenomen in onze bestanden. Vereisten: zin voor orde.

Activiteiten. Onze heemkring organiseert naast de open archiefdagen tal van bezoeken en activiteiten. Dit vergt wat opzoekwerk, organisatie om die tot stand te brengen en te begeleiden, maar de vreugde is des te groter als de deelnemers tevreden zijn. Vereisten: originaliteit, zin voor organisatie.

Studiewerk. Onze hoofdtaak is dus bewaren, maar niet zomaar. Wij beschikken over massa’s documentatie over Kapellen en omgeving, over personen, gebouwen, monumenten of gewone dagelijkse dingen. Die documentatie ligt te wachten op verder onderzoek, op mensen die alleen of in een werkgroep de onderste steen bovenhalen. Vereisten: nieuwsgierigheid, zin voor analyse en synthese, nauwgezetheid, en vooral interesse.

9


Foto’s van Vroeger en Nu Roger Van den Bleeken

Achter beide foto’s op de kaft zit heel wat Putse geschiedenis verborgen. De foto van Hoelen dateert van juni 1903 terwijl deze van de vernietigde pastorij gemaakt werd door G. Van Bouwel in 1940.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

Belgisch en Nederlands Putte hebben vele jaren slechts één kerk gehad waar de roomskatholieke gelovigen uit de beide gemeenten terecht konden om hun geloof te belijden. Eerst op het Nederlandse grondgebied en nadien, juist over de grens op Spaanse bodem, toen in 1655 een kapel werd opgericht op “den Heirbrand onder Ettenhoven”. Zie situeringsplannetjes hierbij.

10


Door de bewoners van het Ravenhof werd deze kerk tweemaal grondig vernieuwd en verbouwd: in 1769 door jonkheer Josephus Moretus en in 1836 door baron Philip De Pret.

Na hevige discussies tussen de Belgische en Nederlandse autoriteiten werd in 1868 ook op het grondgebied van Nederlands Putte een eigen kerk gebouwd.

Putse kermis van Marten Melsen; in de verte de twee kerktorens.

Van het eerste kerkgebouw zijn er geen foto’s bekend. Enkel op een schilderij van Marten Melsen1 zijn de kerktorens van de beide kerken terug te vinden. Het was echter in de nacht van 8 op 9 mei 1894 dat het noodlot toesloeg. Een brand vernielde de kerk en bracht eveneens zware schade toe aan de ernaast gelegen pastorij. De brand was ontstaan nadat een houtmijt, die naast de kerk was opgeslagen, in brand was gestoken en het vuur oversloeg op de

kerk. De schuldige werd snel gevat. Het betrof de 22-jarige zoon van een “der achtbaarste families van Hollandsch Putte”. Nadat de schade, in alle stilte, door de beschuldigde werd vergoed is het strafrechtelijk dossier in een lade verdwenen en werd de kerk op dezelfde plaats heropgebouwd.

Marten Melsen (°Brussel 1870 – †Stabroek 1947) werd geboren in Brussel waar hij zeven jaar studeerde aan de academie. Eenmaal afgestudeerd, verhuisde hij naar

Stabroek, het geboortedorp van zijn moeder. Zijn grootvader was burgemeester van het Nederlandse Ossendrecht.

1

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

Drie jaar later, in 1897, werd beslist tot de bouw van de huidige Sint-Dionysiuskerk die in november 1900 werd ingewijd door kardinaal Goossens, aartsbisschop van Mechelen.

11


Vernietiging van de pastorij Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog besloot het Belgische leger om het kruispunt aan de grens met Nederland op te blazen met de bedoeling om het snel oprukkende Duitse leger de doorgang te bemoeilijken. In de nacht van donderdag 16 mei op vrijdag 17 mei 1940 werden door de Belgische genietroepen, ter hoogte van de toenmalige pastorij en het tolkantoor tot bijna op de

grens met Nederland, zes putten gegraven die werden opgevuld met springstoffen. Deze werden tijdens de Pinksterdagen tot ontploffing gebracht wat een geweldige krater veroorzaakte en tevens al de huizen aan de Belgische en Nederlandse grens verwoestte.

1940 - Zicht aan de grens. De verwoestingen waren enorm. (Foto G. Van Bouwel - privéarchief Koolen-Lint)

Zoals te zien is op de foto op de kaft werd de pastorij totaal vernield. Verder werd ook zware en zelfs onherstelbare schade toegebracht aan: het tolkantoor, de eigendom Van Aerde–Teysen, de fietswinkel Daems, de herbergen Hendrickx en de Klok, het Rozenhof, het postkantoor en de woning van de fam. Eyckmans en aan tal van woningen verder in het dorp. Ook over de grens tot aan het Nederlandse douanekantoor was alles vernield. Door deze explosie werden de grenspaal en de wegwijzer mee weggeblazen.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

Ze werden nadien teruggeplaatst, maar grenspaal 257, die voorheen aan de rechterkant van de weg stond, werd nu op de andere hoek opgesteld, vlak bij café Grenszicht. Zoals op de foto op de kaft te merken is, bleef van de pastorij enkel nog de boog van de inkompoort naar de achtergelegen kerk bewaard. Deze werd in 1950 op kosten van graaf Moretus overgebracht naar een door hem geschonken perceel grond: het huidige pleintje aan de Moretuslei op het grondgebied Putte-Stabroek.

12


De inkompoort overgeplaatst naar het pleintje aan de Moretuslei te Putte. (Foto Frans Meeus – febr. 2016)

Bijgaande foto’s van de huidige plaats waar de explosie in 1940 plaatsvond, tonen aan dat met de tijd alle wonden helen. (Foto’s Jos Abrath – april 2016)

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

13


Reacties op de foto’s in ’t Bruggeske 2016/1 De respons op de foto’s van café ’t Jagerke gepubliceerd in ’t Bruggeske van maart 2016 was minder dan deze bij de vorige uitgave. Iemand meldde ons dat Lode Baekelmans (°26.01.1879 - †11.05.1965) voor en tijdens WO I schuins tegenover ’t Jagerke heeft gewoond. Het huis, met als adres Hoogboomsteenweg nr. 61 staat er nog steeds en is in zijn oorspronkelijke staat bewaard gebleven.

Baekelmans was letterkundige, publicist en romanschrijver en spande zich vooral in voor de culturele ontvoogding van het Vlaamse volk als stichter of medestichter van tal van Vlaamse verenigingen. Hij werd directeur van de Antwerpse bibliotheken, conservator van het Museum der Vlaamse Letterkunde, werkend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde en doceerde Nederlandse letterkunde aan een aantal Antwerpse scholen.

Bijgaande foto toont werknemers van de Hoogboomse brouwerij waarvan sprake in het artikel over ’t Jagerke (’t Bruggeske 2016/1).

Bronnen: Nick Ottevaere – Molengalm 2000/1. Roger Balbaert – ’t Bruggeske jaargang 39 – 2007/3. Roger Van den Bleeken – Terugblik in het postverleden, algemeen en in Kapellen, 2005. Met dank aan mijn vriend Frans Meeus uit Putte.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

14


Edouard Bunge, “Merchant Prince of Antwerp”, en het domein “De Oude Gracht” te Hoogboom Raymond Roelands en Roger Van den Bleeken

Inleiding De gemeente Kapellen heeft heel wat kasteeldomeinen op haar grondgebied en een daarvan is “De Oude Gracht” te Hoogboom. Tot 1 januari 1983, voor de aanhechting van Hoogboom met Kapellen, maakte het landgoed deel uit van de gemeenten Kapellen, Brasschaat en Ekeren. Het Ekerse gedeelte werd op 1 januari 1983 bij Kapellen gevoegd. Terwijl onze collega’s van heemkring Hobonia reeds heel wat gepubliceerd hebben over het domein en zijn bewoners, heeft Hoghescote zich bewust afzijdig gehouden van publicaties over Hoogboom. Intussen is deze wijk echter een wezenlijk deel van Kapellen geworden en naar aanleiding van onze samenwerking met Raymond Roelands tijdens het bezoek van een achterkleinzoon van Edouard Bunge aan “De Oude Gracht”2, hebben wij zijn medewerking gevraagd en verkregen om samen een artikel te schrijven over deze geschiedkundig belangrijke locatie en haar bewoners. Roger Van den Bleeken

Kasteel en domein Reeds in de 18de eeuw stond er een eenvoudige woning op het gebied van “De Oude Gracht” die de naam kreeg: “Kasteel van Hoogboom”. Op 25 februari 1780 verkocht Maria-Theresia van Bleeuwen haar eigendommen te Hoogboom: de Clarissehoeve met toebehoren, een huis van plaisantie, verschillende percelen land, weiden en bossen met een totale oppervlakte van 15 ha aan Paul-François Moretus. Kort daarop, op 5 april 1780, huwde hij met Cathérine-Thérèse-Jeanne van Colen. Het echtpaar kreeg vier kinderen.

2

Op 28 april 1825 verwierf dochter ThérèseCaroline-Josèphe Moretus uit de nalatenschap van haar ouders alle bezittingen onder Ekeren en werd zo eigenares van het domein. Zij bleef ongehuwd en overleed op 45jarige leeftijd te Antwerpen. Het domein werd te koop gesteld en aangekocht door Charles van den Berghe (°14.11.1785-†17.01.1832). Hij was officier geweest bij het leger van Napoleon en had de rampzalige nederlaag in Rusland overleefd. Op 6 april 1815 huwde hij met Henriette-Marie-Isabelle Moretus en uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren. Na zijn overlijden werd bij testament Edouard-Adrien-Joseph van den Berghe (°17.03.1821-†14.02.1881), de jongste zoon, eigenaar van het kasteeldomein. Hij huwde op 8.12.1858 met Octavie-Adèle Morel. Het echtpaar bleef kinderloos en stelde in 1870 hun eigendom in Hoogboom te koop. Baron Edouard-Joseph Osy (°Deurne 24.03.1832-†Hoogboom 05.12.1900) deed een bod van 659.580 frank waardoor hij de nieuwe eigenaar van “De Oude Gracht” werd waar hij, samen met zijn gezin, op 1 september 1871 zijn intrek nam. Baron Osy bekleedde verschillende politieke mandaten. Na zijn mandaat als senator werd hij aangesteld als gouverneur van de provincie Antwerpen (van 26.01.1889 tot 05.12.1900). Hij huwde in 1853 met JeannePétronella della Faille. Deze overleed reeds op 23 december 1857 en het huwelijk was kinderloos. Hij hertrouwde op 17 mei 1859 met Mathilde-Marie-Thérèse Villers en uit dit huwelijk werden zeven kinderen geboren.

Zie ’t Bruggeske 2015/4 – pag. 9

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

15


Bij K.B. van 19.09.1887 kreeg baron Osy van koning Leopold II de toelating zijn naam aan te vullen met “de Zegwaart” verwijzend naar de gemeente Zegwaart 3 in Nederland die in 1935 samengevoegd werd met Zoetermeer. Deze bewoner van “De Oude Gracht” zou een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van Hoogboom. Vanaf zijn aankomst zette hij zich in voor het oprichten van een zelfstandige parochie. Hoewel in eerste instantie de kerkfabriek van Ekeren, de moederkerk van Hoogboom, weigerachtig stond tegenover het voorstel, keurde deze op 18 mei 1871 het voorstel toch goed. Niets te vroeg trouwens want de baron had reeds de nodige voorbereidingen getroffen voor de bouw van een parochiekerk. De plannen ervoor lagen klaar en de aanbesteding van de bouwwerken was reeds op 16 mei gestart, enkel de schenking van de grond door de baron diende administratief nog geregeld. Op 15 juni 1871 werd bij akte de opdracht tot het bouwen toegekend aan Hubert Gervais uit Turnhout voor de prijs van 59.900 frank, betaald door de baron.

De eerstesteenlegging van de bouw van de kerk vond reeds plaats op 28 september 1871, gelijktijdig met de inhuldiging van de eerste pastoor van de parochie, E.H. Schevelenbos. De baron zou in 1878 ook nog een schooltje en een klooster laten bouwen. Rond 1880 liet hij het bestaande kasteel afbreken en bouwde iets verder een totaal nieuw indrukwekkend kasteel in neorenaissancestijl.

Twee foto’s van het nieuwe kasteel gebouwd door baron Osy de Zegwaart.

Wapenschild van de familie Osy de Zegwaart dat zich bovenaan het balkonnetje bevindt dat de baron in 1871 liet aanbrengen op het koor van de kerk. 4

Jaarboek HOBONIA 1998 – “naar de roots van baron Osy de Zegwaart” 4 Culturele Kring Hobonia. Restauratie van een monument Sint-Jozef Hoogboom. Pag. 140 t.e.m. 154 – Heraldiek in de kerk van de hand van Jos Goolenaerts. 3

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

Uit respect en dankbaarheid voor wat deze mecenas had betekend voor Hoogboom werd bij zijn overlijden op 5.12.1900 zijn obiit5, beschilderd met het wapenschild van de familie, als eerste rouwbord opgehangen

5

Beschilderd houten rouwbord, opgehangen in een kerk ter nagedachtenis van een overledene, veelal een lid van een adellijk geslacht.

16


in de Sint-Jozefkerk. Het kreeg een ereplaats, rechts vooraan in het hoogkoor tegen de muur van de sacristie. Bij het overlijden van zijn echtgenote Mathilde Villers op 2.11.1919 werd ook haar rouwbord naast dat van de baron geplaatst. Beide obiits vertonen dezelfde wapenschilden waarbij enkel de overlijdensdata verschillend zijn.

Wie was Edouard Bunge? (°Antwerpen-16.10.1851 †Hoogboom-18.11.1927)

Zoals de naam doet vermoeden was de familie Bunge van Duitse oorsprong.

Diederich-David Bunge, de overgrootvader van Edouard. Van hem is bekend dat hij in 1792 predikant was in Remscheid.

Op zijn naam staat een wapenschild geregistreerd met het nr. HDATNL003379 (Nederlandse Heraldische databank)6 dat gezien mag worden als het wapenschild van de familie.

Boven links het rouwbord van Edouard Osy de Zegwaart en rechts dat van zijn echtgenote, barones Mathilde Marie Thérèse Villers. Beide obiits bevinden zich naast elkaar vooraan in de kerk van Hoogboom.

Na zijn dood in 1900 bleef zijn weduwe op het kasteel wonen maar het werd steeds moeilijker om het domein te beheren. Op 31 maart 1913 besloten de erfgenamen een gedeelte van het domein, 266 ha groot, te verkopen aan de NV Laetitia Campestris en op latere datum van datzelfde jaar nogmaals 27 ha. Uiteindelijk zouden de aandelen van deze maatschappij in 1913 overgenomen worden door Edouard Bunge waardoor hij de nieuwe eigenaar van het domein “De Oude Gracht” werd. Het prachtig door Bunge heraangelegde kasteeldomein bleef tot 1982 in handen van dochter Erica. 6

Beschrijving: Wapen: in rood met een visfuik, de opening naar links, beneden vergezeld van een omgewende vis, alles zilver. Helmteken: een zilveren vlucht. Dekkleden: zilver en rood.

www.geni.com

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

17


Reeds in de 18de eeuw emigreerde de familie naar Nederland. Zo vinden we in 1750 een handelshuis in Amsterdam onder de naam Bunge dat handeldreef met de Nederlandse overzeese gebieden. Het was echter Johann Peter Gottlieb Bunge (°Remscheid 01.11.1781 †Haarlem 09.10.1866), de grootvader van Edouard Bunge, die er in 1817 een maatschappij onder de benaming Bunge & Compagnie oprichtte. In een niet ondertekend familiedocument7, dat naar alle waarschijnlijkheid opgesteld werd door Milton McIntyre Brown, echtgenoot van Erica Bunge, een van de dochters van Edouard Bunge, vertelt de zuster van Johann Bunge dat de schepen van de Bungemaatschappij vanuit "the Orient” en “the New World” allerlei goederen aanvoerden. En hoe telkens er een schip zijn lading had gelost, de mannen dagenlang bijna thuis niet te zien waren terwijl zij druk bezig waren om de goederen zo snel mogelijk verkocht te krijgen. De zaken liepen goed en vooruitstrevend als hij was, zocht Johann Bunge naar uitbreiding van zijn handel. In 1850 zond hij zijn zoon Carl Gustav Bunge (°Amsterdam 02.03.1811 - †Antwerpen 14.01.1884) naar Antwerpen met de opdracht er een filiaal van Bunge & Cie Amsterdam op te starten. Carl, inmiddels Charles genoemd, was reeds in 1841 gehuwd met Laura Maria Fallenstein von Muehlen (°Koblenz 05.08.1820 - †Antwerpen 21.08.1899) en zij kregen zes kinderen: vier dochters en twee zonen: Ernest (° Antwerpen 1846 - † 1933) en Edouard. Ernest, de oudste, vertrok in 1884 naar het Argentijnse Buenos Aires om daar de handelsbelangen van de firma waar te nemen. Hij legde er de eerste contacten met de Argentijnse landbouwsector waardoor Bunge met de tijd wereldwijd een van de belangrijkste graanhandelaars werd. Edouard, de tweede zoon, groeide op in Antwerpen waar hij zijn eerste schooljaren doorbracht. Daarna zette hij zijn studies verder aan een school gelegen aan de boorden

van het meer van Genève in Zwitserland. In 1872 werd hij, zoals toen gebruikelijk was in adellijke en welgestelde kringen, voor een jaar naar overzeese gebieden gestuurd. Hier legde hij de basis van zijn later wereldwijd vertakte handelmaatschappij. Hij had echter niet alleen oog voor zakelijke betrekkingen en zo ontmoette hij in Amerika onder andere ook het hoofd van de mormonenkerk, Brigham Young, en bezocht er de Niagarawatervallen. Deze ervaringen zullen hem zeker geholpen hebben wanneer hij in 1874 in dienst kwam bij het familiebedrijf en uitgezonden werd naar de Verenigde Staten, Latijns-Amerika, Afrika en het Verre Oosten met de opdracht de handelsbelangen van het bedrijf uit te breiden. Hij streefde ernaar om zoveel mogelijk handelshuizen, transportbedrijven, industriële ondernemingen en financiële kantoren op te richten die de belangen van Bunge konden dienen.

Edouard Bunge. (°Antwerpen, 16.10.1851 – †Hoogboom, 18.11.1927)

Terug in België ging hij in op een oproep van koning Leopold II die investeerders zocht voor de exploitatie van “Kongo-Vrijstaat”. Het was een riskante onderneming maar Edouard Bunge zag ook de enorme mogelijkheden die het onontgonnen gebied te bieden

7

privé-archief van Jeff Miller, een van de achterkleinzonen van Edouard Bunge.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

18


had en werd een van de financiers van de koning. Hierdoor kreeg hij de mogelijkheid handelsbetrekkingen aan te knopen met deze staat. Antwerpen werd daardoor de evenknie van Londen wat betreft de handel in rubber, koffie, cacao en werd zelfs de voornaamste markt voor de handel in ivoor. Koning Leopold II wilde Edouard Bunge danken voor zijn loyaliteit door hem de titel van baron aan te bieden. Edouard weigerde echter omdat hij vond dat hij enkel een titel kon dragen die hij met werken had verdiend. Hij verkoos de titel “Merchant Prince of Antwerp”, een titel die hem was toegekend voor zijn inspanningen op het gebied van de internationale handel.8

De Eerste Wereldoorlog maakte een bruusk einde aan de internationale handel en na de wapenstilstand zou het negen jaar duren alvorens de handel met de overzeese gebieden weer hersteld was.

Edouard Bunge privé In 1886 trouwde hij met Sophie Marie Karcher, dochter van een Duitse wolhandelaar. Tijdens de winter woonde het gezin te Antwerpen, Maria-Theresialei 21, en in de zomer te Schoten op het kasteel "Calixberghe". Uit hun huwelijk werden zes dochters geboren: Sophie-Laura (°1887 - †1959) die huwde met Felix Rhodius, een Nederlander. Laure-Marie (°1888 -†1890), jong overleden. Dorothée of Dora (°1889 -†1918) die huwde met Victor Bracht, een Belg. Erica (°1891-†1986) die huwde met Milton McIntyre Brown, een Amerikaan. Eva-Marie (°1894 -†1987) die huwde met Andrew James Widderson, een Brit. Hilda (°1895 -†1980) die huwde met William Hallam Tuck, een Amerikaan.

Onder zijn leiding en samen met zijn vriend J. Born groeide Bunge & Cie uit tot een wereldwijd handels- en financieel consortium met zetel in een monumentaal kantoorgebouw gevestigd op de hoek van Arenbergstraat, Sint-Maartenstraat en Graanmarkt te Antwerpen.

Toen Edouard Bunge op 31 maart 1913 het domein “De Oude Gracht” kocht, was hij reeds weduwnaar daar zijn vrouw Sophie Marie Karcher op 5 november 1907, nauwelijks 44 jaar oud, overleden was. Op 1 juni 1914 verhuisde het gezin, uitgezonderd de twee oudste dochters die al getrouwd waren en Laure-Marie reeds overleden, naar Hoogboom waar hij door de bevolking grandioos ontvangen werd als kasteelheer van Hoogboom.

Ingang van het gebouw gelegen aan de Arenbergstraat waar de zetel van Bunge & Cie was gevestigd. In de vijftiger jaren van de vorige eeuw werkten hier 350 bedienden. In de kelders bevond zich een afdeling communicatie waar vijftig telextoestellen stonden opgesteld die met privékabels verbonden waren met New York en Buenos Aires. Deze afdeling was zo belangrijk dat bij een eventuele oorlog het Belgische Leger hier zijn intrek zou nemen.

Familiearchief J.Miller – Verslag over Ed. Bunge “Merchant Prince of Antwerp”. 8

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

In het weekblad Polder en Kempen van 7 juni 1914 stond te lezen: ”Bij de Wde Mannekens lazen wij 't volgende welgelukt jaarschrift: 't Blij geschal klinke overal: heil den kasteelheer van Hoogboom.” 9 Hoewel er voortdurend spanningen heersten tussen de Europese grootmachten kon niemand vermoeden dat de Groote Oorlog zo dichtbij was.

9

Polder en Kempen – Stadsarchief Antwerpen.

19


Toen uiteindelijk op 4 augustus 1914 de Duitse troepen ons land binnenvielen zou ook het leven van het gezin Bunge en dan vooral dit van de jonge vrouwen een drastische wending nemen. Edouard Bunge was zich ten volle bewust van zijn verantwoordelijkheid en hoewel hij, samen met zijn gezin, gemakkelijk België had kunnen verlaten, zou hij de ganse oorlog aanwezig blijven op zijn kasteel om de bevolking te helpen en dit onder soms moeilijke omstandigheden. Zo zou hij na de bezetting van Antwerpen, toen de Duitsers aan de stad een zware oorlogsbelasting oplegden, vier miljoen uit eigen vermogen bijleggen. Ook het Centrum voor Hulpverlening aan de Bevolking werd ondergebracht op het kasteel terwijl hijzelf actief lid werd van het Nationaal Comité voor Hulp en Voeding als bestuurslid van het nationaal bestuur te Brussel en als voorzitter van het Antwerps provinciaal bestuur. Het kasteel zou tijdens de oorlogsjaren tevens een trefpunt worden voor de Amerikaanse afgevaardigden van de CRB10 die er steeds terechtkonden voor ontspanning en rust. Een van deze “delegates” was een zekere Milton McIntyre Brown, die na de oorlog in 1919 de echtgenoot van dochter Erica Bunge werd. Waar een oorlog al niet goed voor is!

De dochters van Ed. Bunge die op het domein “De Oude Gracht” te Hoogboom de Eerste Wereldoorlog doorbrachten. Vanaf links: Hilda, Eva en Erica.

10

Commission for Relief in Belgium geleid vanuit Londen door Herbert Hoover, zie voetnoot 7. ’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

Erica Bunge zou zich trouwens tijdens de Eerste Wereldoorlog bijzonder onderscheiden door haar inzet om het leed van de bevolking te helpen lenigen. Haar vader Edouard richtte in 1916 een melkerij op waarvoor honderd melkkoeien ingevoerd werden vanuit het neutrale Nederland. De leiding van dit bedrijf werd waargenomen door Erica en haar vriendin Hélène Born. Samen slaagden zij erin om gedurende vier jaar de Antwerpse kinderen van melk te voorzien. Het volledige verhaal van deze onderneming is terug te vinden in het boek “Cappellen in den Grooten Oorlog” 11 uitgegeven door Heemkring Hoghescote. Uit vrees voor een inval van de geallieerden vanuit het noorden werd door de Duitsers vanaf 1917 langs de grens met Nederland een verdedigingslijn aangelegd met loopgraven en bunkers waarvan er 48 op het domein van “De Oude Gracht” werden aangelegd. Negen bunkers werden na de oorlog afgebroken terwijl de andere met aarde werden overdekt en nog steeds te zien zijn in het openbaar domein “De Uitlegger” aan de Heidestraat-Zuid te Kapellen. Na WO I liet Ed. Bunge op het domein een 2,5 ha groot grasveld aanleggen voor het houden van polowedstrijden en dat nog steeds bekendstaat als “de poloplein”. Uit het officieel rapport over de Olympische Spelen van 1920, gehouden te Antwerpen, vernemen we dat België het voorrecht kreeg ook niet door het Internationaal Olympisch Comité erkende sportdisciplines te organiseren. Zo werden negen sporten toegestaan waaronder boogschieten, hockey, golf en ook het paardenpolo. De polowedstrijden zelf werden in Oostende gespeeld; deelnemers voor België waren: Alfred Grisar, Maurice Lysen, Clément Van Der Straten en Gaston Peers de Nieuwburgh. In het rapport staat tevens vermeld dat op 8 september 1920 in Hoogboom een nacompetitie plaatsvond. Om 13 uur werd door “The Antwerp Polo Club” aan de deelnemers een lunch aangeboden en om 16 uur werd

“Cappellen in den Grooten Oorlog”. Boek te raadplegen tijdens de open-archiefdagen van Hoghescote, ook nog te koop. 11

20


een tornooi gespeeld waarvoor mevrouw Ernest Grisar vier bekers ter beschikking had gesteld.

Edouard Bunge besteedde echter ook aandacht aan de noden van de gewone mensen. Zo bouwde hij in 1920 een nieuwe school en werd de oude, nog opgetrokken door baron Osy de Zegwaart, omgebouwd tot twee woningen bestemd voor de arbeiders die op het kasteel werkten. Thans zijn ook deze woningen terug verbouwd en was, tot 1 december 2015, in een ervan een Bed & Breakfast ondergebracht onder de naam “’t Koeckenhuys”.

Dit gebouw dateert van 1878 en werd gebouwd door Baron Osy de Zegwaart.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

In de jaren 1921-1922 liet hij rond het kasteel vijvers en ringgrachten aanleggen. Hierdoor kwam het kasteel op een 48 ha groot eiland te liggen. Het eiland kreeg de naam “binnengoed” en was bereikbaar via acht bruggen waarvan er zeven in hout en deze van de hoofdingang in steen werden opgetrokken.

De imposante stenen hoofdbrug rust op twee rondbogen. De borstwering is op de hoeken versierd met putti zittende op vissen. De centrale zuil bevat een vaas waarop eveneens drie dansende putti zijn aangebracht en verder nog vier bolvormige versieringen. Op de vaas staan de hoofden van jonge vrouwen afgebeeld die, volgens onbevestigde verklaringen, de dochters Bunge zouden voorstellen. Op de middenpijler is ook een vis uitgebeeld, verwijzend naar het wapenschild van de familie Bunge.

Door verschillende aankopen van aangrenzende percelen slaagde Edouard Bunge erin de openbare weg, “de Oude Grachtsebaan”, die langs het domein liep, volledig in het domein op te nemen waardoor tevens de totale oppervlakte ervan tot 446 ha vergrootte. Dat zijn verbondenheid met Hoogboom groot was, bleek uit zijn beslissing om er een familiegrafkelder te laten bouwen. De familie Bunge was echter protestant waardoor de katholieke kerk niet kon toestaan dat deze werd opgericht op de “gewijde” grond van het kerkhof gelegen achter de Sint-Jozefkerk. Daar het domein Bunge paalde aan de begraafplaats, stelde Bunge voor een perceel “ongewijde” grond af te staan aan de Sint-Jozefkerk om hierop de kelder te bouwen met een privétoegangspoort vanuit het domein. En zo gebeurde en was iedereen tevreden.

21


Momenteel zijn er begraven: Bunge Edouard - °16.10.1851 – †18.11.1927 Hoogboom Karcher Sophie - °03.07.1863 – †5.11.1907 Schoten Bunge Laure-Marie - °03.06.1888 – †15.01.1890 Antwerpen Brown Milton Sn - °27.11.1890 – †18.04.1979 Maryland Bunge Erica - °9.11.1891 – †05.02.1986 Maryland Brown Milton Jr - °13.08.1924 – † 11.09.1991 Karcher Edouard Karl - °13.03.1828 †01.02.1894 Brown Erica Sophie Lucy - °13.03.1921 †02.01.2008 Zix Sophie Dorothee - °26.01.1839 †22.07.1929 Zix Henriette - °18.07.1837 - †19.12.1900 Bunge Watson Edward - °24.06.192? †16.09.1974 Denver Leonard Diane - °02.08.1954 - †12.09.1980

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog brak opnieuw een trieste periode aan voor het domein en het kasteel. Ook nu deed het kasteel dienst als verblijf van Duitse officieren en werden er op het terrein troepen gelegerd. Vervolgens werd kasteel en domein na het vertrek van de Duitsers door de geallieerden in gebruik genomen. Het gebouw had hierdoor heel wat schade opgelopen en was er erg slecht aan toe. Uiteindelijk beslisten de erfgenamen, het echtpaar Milton McIntyre Brown – Erica Bunge, in 1952 om het majestueuze kasteel af te breken. De opdracht voorzag in een afbraak tot op een diepte van 50 cm waardoor de kelders en funderingen nog steeds verdoken aanwezig zijn.

Erfenis van Edouard Bunge Na de dood van Edouard Bunge in 1927 komt de onderneming in handen van Willy Friling. Onder de naam Bunge Limited is het bedrijf intussen een wereldwijd vertakt imperium geworden met notering op de beurs van New York. Het handelt nog steeds in producten uit de landbouwsector en stelt mondiaal 35.000 mensen tewerk. In de erfenis van Edouard Bunge zaten naast het Bunge imperium tevens de privé-eigendommen met onder andere het domein “De Oude Gracht” en de kastelen te Hoogboom ’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

en te Schoten. Om uit onverdeeldheid te treden werd het enig mooie natuurgebied verdeeld onder zijn vijf dochters. Het kasteel werd toegekend aan Erica, gehuwd met Milton McIntyre Brown. “Eikelenberg” werd verworven door Eva. De “Meerse” en een stuk van de “Koude Heide” kwamen in het bezit van Hilda. Het gedeelte “Struyven” werd eigendom van Sophie en het kasteel "Calixberghe" te Schoten werd toegewezen aan de erfgenamen van Dorothée. Hierdoor was het domein in stukken verdeeld en lag de weg open voor een verdere verkaveling. Om het verkavelen van het domein te voorkomen werd in de jaren 1980 een hevige strijd gestreden door alle verenigingen en inwoners van Hoogboom. Uiteindelijk werd het domein geklasseerd en in 1982 verkocht aan een twaalftal eigenaars die onder strikte regels op het domein mogen wonen. Een van de verworvenheden bepaalt dat het domein jaarlijks tweemaal voor het publiek dient opengesteld te worden. Dit op de laatste zondag van mei en op de tweede zondag van oktober. Intussen is het traditie geworden dat op deze dagen gegidste wandelingen worden gehouden die na al de jaren nog steeds op grote belangstelling mogen rekenen. Vooral het bezoek in het najaar als de bladeren van de bomen verkleurd zijn, heeft een aparte charme. De centraal gelegen vijver met het recent gerestaureerde boothuis, de omliggende weilanden, de originele hoevegebouwen, het boswachtershuisje en andere dienstgebouwen uit het begin van de 20ste eeuw herinneren aan de gloriejaren van de Bunge-dynastie. Een aanrader, data voor een bezoek niet vergeten te noteren in uw agenda!

Edouard Bunge, de mecenas Hij richtte een Stichting Bunge op waarmee hij goede doelen kon steunen. In december 1924 bij de 50ste verjaardag van zijn intrede in de firma steunde hij daarmee de oprichting van een afdeling koloniale handel aan de Koloniale Hogeschool aan de Middelheimlaan.

22


Toen hij zelf ernstig ziek werd, richtte hij het Instituut Bunge voor chirurgisch en medisch onderzoek op. Dr. Ludo van Bogaert, een pionier op het terrein van de neurologie, speelde hierbij een hoofdrol, samen met de nabestaanden van Edouard Bunge, Victor Bracht en de families Werner en Engels.

Geld verdienen vond hij ondergeschikt aan de vreugde die hij beleefde in zijn werk, het vergroten van zijn horizon, het nemen van verantwoordelijkheden, waakzaamheid en de eeuwige strijd vereist om valkuilen te vermijden. In het bezit van fortuin zag hij een primaire plicht om het welzijn van de gemeenschap te verbeteren en liefdadigheid te beoefenen.”

Eretekens toegekend aan Edouard Bunge: Grootofficier in de Orde van Leopold II Commandeur in de Leopoldsorde Commandeur in de Orde van de Afrikaanse Ster Commandeur in de Kroonorde (Italië) Officier in de Kroonorde Medaille van het Nationaal Comité voor Hulp en Voeding in goud.

Instituut Bunge voorheen gevestigd in Berchem.

Het instituut bestaat nog steeds, nu onder de naam Instituut Born-Bunge en is thans geïntegreerd in de Universiteit Antwerpen. De voornaamste onderzoeksprojecten zijn nu gericht op de studie van de ziekte van Alzheimer en aanverwante aandoeningen, ziekte van Parkinson, de ziekte van Creutzfeldt-Jakob, epilepsie, perifere neuropathieën en spieraandoeningen.

Commandeur in de Kroonorde (Italië)

Edouard Bunge werd algemeen geacht om zijn capaciteiten als leider, zijn gedrevenheid bij het verwezenlijken van zijn doelstellingen en zijn medeleven met de mensen waarmee hij samenwerkte. Tijdens toespraken van M.L. Franck ter gelegenheid van het toekennen van de rang van grootofficier in de Orde van Leopold II, en van directeur M. Laude van de Koloniale Hogeschool bij het afsluiten van een studiejaar, beklemtoonden beiden de eigenschappen van Edouard Bunge als mens en als zakenman als volgt:

“Edouard Bunge had als principe dat de heersende klasse zijn superioriteit zelf diende te verdienen door deugdelijk gedrag, een hogere graad van intelligentie, inzet en edele levensprincipes.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

Commandeur in de Orde van de Afrikaanse Ster (Medailles uit de privéverzameling van Marc Brans)

23


Dat het toekennen van eretekens niet onopgemerkt voorbijging, mag blijken uit de menukaart van een banket gehouden op 24 november 1898 ter ere van de illustere genomineerden.

(Privéverzameling Marc Brans)

Bronnen: Archieven Heemkring Hobonia en Heemkring Hoghescote. Arren, Paul – Van Kasteel naar Kasteel – deel 8 pag. 127 t.e.m. pag. 132. Culturele Kring Hobonia. Restauratie van een monument Sint-Jozef Hoogboom, pag. 140 t.e.m. 154 – hoofdstuk Heraldiek in de kerk van de hand van Jos Goolenaerts. Familiearchief J.Miller – Brieven van Erica Sophie Lucy Brown-Miller en Ed. Bunge Merchant. Koninklijk Belgisch Koloniaal Instituut, Belgische koloniale biografieën. Meurer H.H. - Descendentie Johann, Peter, Gottlieb Bunge – Louise Juliane Boelling. Officieel rapport over de Olympische Spelen van 1920. Van de Wouwer, Jan – “Illegitimus, mijn overgrootvader?” – Archief Hoghescote. www.albertschweitzer.be/Bunge.htm www.inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/geheel/101846. Met dank aan Marc Brans en Walter Dreessen voor hun bijdrage. ’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

24


Trams 65 en 72 in Kapellen André Dewel

Inleiding In het artikel gepubliceerd in ’t Bruggeske van 1 december 2015 staat dat vóór de opname van de foto in 1939, de bovenleiding van de tram reeds was weggenomen.

Het rechtstreekse tramverkeer tussen Antwerpen en Putte via Sint-Mariaburg was immers sinds 1936 stopgezet.

Deze foto werd gepubliceerd in ’t Bruggeske 2015/4. De stroomdraden zijn niet erg duidelijk te zien, maar zijn nog wel aanwezig. Vele lezers zullen nu op zoek gaan naar het vergrootglas dat ergens in een schuif ligt weggemoffeld. Goed kijken en u ziet ze – de stroomdraden.

Maar. . . volgens de door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen (NMVB) ten behoeve van haar reizigers uitgegeven dienstregeling met aanvang op 14 juli 1940 blijkt dat het lijngedeelte op de Antwerpsesteenweg nog dagelijks werd gebruikt.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

Het was nog dienstig om de uit de stelplaats Oude Bareel te Merksem vertrekkende trams voor lijn 72 via Sint-Mariaburg naar Putte grens te laten rijden. 's Avonds gebeurde dat in omgekeerde richting. Gelijkaardige situatie op zondag voor lijn 70 (Antwerpen. . . Hoevenen, Kapellen dorp).

25


Deze regeling van de in- en uitrukkende trams is hoogstwaarschijnlijk opgeheven toen tijdens de periode van WO II, de trams .

van lijn 72 aan de stelplaats Blauwhoef te Lillo - thuishaven van de trams 75 en 77 werden toegewezen.

De ritten over de Antwerpsesteenweg zijn hierop in het geel gemerkt.

Bovendien wordt verwezen naar de zwart-wit zichtkaart (uitgave na WO II) van de Antwerpsesteenweg waarop de gemeentelijke meisjesschool is afgebeeld. Daarop zijn tramspoor en bovenleiding zichtbaar. Bemerk het verkeersbord op de trampaal voor toelating tot het parkeren op het tramspoor!

Alhoewel het spoorvak op de Antwerpsesteenweg tussen "den ijzerenweg" en het gemeentehuis dus niet meer door trams werd bereden, is de tramlijnuitrusting blijven fungeren als stroomvoorziening uit het ’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

onderstation "Kapellen" (hoek Hoevensebaan/Sevenhanslei) naar tram 65 voor het gedeelte Kapellen ijzerenweg - Sint Michielscollege. De bovenleiding stond onder een bedrijfsspanning (gelijkstroom) van 650

26


volt (positief) en de rails (negatief) werden gebruikt als terugvoerleiding voor de elektrische stroom. Hierbij wordt aangestipt dat n.a.v. de werkzaamheden voor de elektrificatie op de NMBS-spoorlijn 12 (Antwerpen - Roosendaal) in dienst gesteld op 2 juni 1957, de tramdraden en het spoor van de tramkruising in de NMBS-zone werden weggenomen. Oorspronkelijk waren twee hoge groene bovenleidingsmasten naast het NMBS-domein geplaatst (ter ophanging van de tramstroomdraden). Maar uit veiligheidsoverwegingen en kosten bij een mogelijk schadegeval, werd voor het hangen van de tramstroomdraden, geen toelating gegeven. Ter vervanging werden onder de NMBS-sporen, kabels voor de stroomvoorziening van de buurttram aangebracht. De aanwezigheid van het tramspoor op de Antwerpsesteenweg heeft destijds aanleiding gegeven tot discussies tussen het gemeentebestuur en de Buurtspoorwegen m.b.t. het hergebruik van de spoorstaven bij de vernieuwing van de Hoevensebaan tussen Biartlei en Parijseweg. In de periode 1955 - 1956 werd in het achterste gedeelte van de Hoevensebaan, een buurtweg van groot verkeer (in de volksmond provinciebaan), de smalle kasseirijweg, de brede zandstrook ( voor fietsers en voetgangers) omgevormd tot een nieuwe straat met rijweg in mozaïekkasseien ( in waaiervorm), voetpaden, fietspad en een overwelfde Kapellebeek, waarbij de afzonderlijke trambedding werd opgeheven. Daardoor dienden de Vignole-rails te worden vervangen door groef-rails, geschikt voor kasseiwerk. De Buurtspoorwegen opteerden voor nieuwe rails terwijl volgens het gemeentebestuur de oude spoorstaven van de Antwerpsesteenweg dienden hergebruikt. Het hergebruik was een complex geval: rails opbreken met herbestrating, vervangende ondergrondse kabels, bovenleiding al dan niet behouden. De kostprijs zal een belangrijke factor geweest zijn. Door het aanslepende conflict, wat zijn invloed had op de vooruitgang van de werkzaamheden aan de straat, was aannemer Leopold Van As van Sint-Mariaburg zelfs genoodzaakt de aanneming stil te leggen. Uiteindelijk zijn op de ’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

Hoevensebaan nieuwe spoorstaven geplaatst en bleef het oud spoor op de Antwerpsesteenweg liggen. Tijdens de in eigen beheer (NMVB) uitgevoerde werken aan de tramlijnuitrusting, is het tramverkeer in stand gehouden. Een ploeg "baanwerkers" was nodig om de spoorstaven te kunnen uitbreken, optillen met grijptangen en laden op platte goederenwagens, afladen en plaatsen van de nieuwe tramspoorstaven. Op het ogenblik van de vernieuwing van het achterste gedeelte van de Hoevensebaan, in de periode 1955 - 1956, was de bovenleiding van de tram op de Antwerpsesteenweg nog intact. De toestand van spoor en bovenleiding op de Antwerpsesteenweg bleef behouden tot de eerste herinrichting van de rijksweg (in de volksmond staatsbaan en inmiddels gewestweg N11) waarbij de kasseien van de rijweg werden vervangen door asfaltbeton, afgeboord door betonnen randstroken (bedoeld voor fietsers) en de aanleg van parkeerstroken aan beide zijden van de straat. Teneinde de stroomvoorziening voor tram 65 te kunnen blijven verzekeren werden ter vervanging van de tramlijnuitrusting, twee ondergrondse kabels aangelegd als plus en min. Tijdens de werkzaamheden aan de spoorwegondertunneling - officieel geopend op 26 augustus 2006 - was het echter een zoekwerk naar de stroomloze buurtspoorwegkabels. Bij de opgave dat de tramdraden reeds vóór 1939 werden weggehaald, hebben de samenstellers van het artikel zich vermoedelijk laten misleiden. Op de door hen gepubliceerde foto heeft de bovenleidingsmast geen arm (meer) voor ophanging van de rijdraden. In korte bochten zoals hier op de Antwerpsesteenweg werd door de trammaatschappij gebruik gemaakt van "spandraden" om een bos aan trampalen te vermijden. Het was echter wel noodzakelijk om aan de overzijde van de straat een bijkomende paal te plaatsen wegens het gebrek aan huisgevels. De spandraden ter ophanging van de rijdraden van de tram zijn duidelijker merkbaar op de bijgevoegde zichtkaart.

27


Een bovenleiding met spandraden was er ook aan het (oud)gemeentehuis. Aldaar zijn langs de zijde van de Hoevensebaan (gerestaureerde) muurrozetten nog steeds aanwezig.

Op de gevel van de huizen nr. 4 en 6 in de Dorpsstraat, zijn er momenteel eveneens nog originele muurrozetten.

Muurrozet aan zijgevel van het (oud)gemeentehuis, zijkant Hoevensebaan.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

28


Muurrozet aan de gevel van het huis Dorpsstraat nr. 6 (voorheen apotheek)

(Foto's Rik Dewel)

Kruising NMVB tramspoor / NMBS treinsporen Een bijzonderheid op de buurtspoorwegtramlijn Antwerpen - Merxsem - Sint-Mariaburg - Cappellen - Putte was de kruising met

de NMBS-spoorlijn 12 Antwerpen - Esschen - Roosendaal.

Kruising tramspoor met treinspoor lijn 12.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

29


Zichtbaar op deze foto is dat de spoorstaven van de buurttram onderbroken zijn ter hoogte van de doorlopende treinsporen. Hierdoor werden de buurttrams omhooggetild. Zij reden dan op de wielkransen (lippen) i.p.v. op de “wielbanden", wat niet erg comfortabel was voor de tramreizigers. Dit bracht geluidsoverlast met zich mee. Voor de doorgaande buurttram was aan beide kanten van de treinspooroverweg een afzonderlijk bareeltje, een afzonderlijk signalisatielicht (paal met rond bord) en een

beweegbare ontsporingsnaald geplaatst, dit is een tweede maar schuine spoorstaaf met punt naast het tramspoor. Dit alles werd in werking gesteld tegen de doortocht van de trein(en). De ontsporingsnaalden vergden, zoals de wisseltongen en kasten, onderhoud. Na de opbraak van de tramkruising op het NMBS-domein bleven de ontsporingsnaalden in open stand liggen. Dat de naald werd bereden - al dan niet bij maneuvers op het eindpunt van tram 65 - bleek ook aan het aansluitend kasseiwerk.

De ontsporingsnaalden en het signalisatielicht.

Bij de buurtspoorwegtrams was er herhaaldelijk en soms langdurig oponthoud door de gesloten NMBS-spooroverweg, waardoor de voorziene dienstregeling (ernstig) in het gedrang kwam. Door deze hinderlijke toestand ging de NMVB op zoek naar een alternatief en besloot om een tramspoor aan te leggen tussen het centrum van Hoevenen en dit van

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

Kapellen als verbinding tussen haar tramlijn Antwerpen - Lilloo en Antwerpen - Sint-Mariaburg - Putte. Vergunning welke in 1932 werd bekomen. Hierna uit het NMVB ontwerpplan, een dwarsprofiel van de Hoevensebaan ter hoogte van de Binnenweg, toen nog een smalle aardeweg.

30


Met de gracht wordt Kapellebeek bedoeld.

Op de in de Molenstraat (Hoevenen) en Hoevensebaan aangelegde enkelsporige tramlijn - wat een verandering van het straatbeeld tot gevolg had - werd aan de Biartlei en tegenover de Korte Vredestraat een wisselplaats gerealiseerd. De spoorvakken werden, zoals elders, beveiligd met seinen voorzien van rood en groen licht. Voor de trampalen van het traject werden I-profielen aangewend, een contrast met de sierlijke palen langsheen de lijn Antwerpen - Sint-Mariaburg - Putte. De koperen rijdraden waren zo'n 6 meter boven het straatoppervlak opgehangen. Ook hier werden sectieschakelaars geplaatst om, zo nodig, een vak stroomloos te kunnen zetten. Door de verwezenlijkte infrastructuur kwam op 1 maart 1934 een nieuwe tramlijn tot stand, nl. Antwerpen - Eeckeren - Hoevenen - Cappellen. Het op de tramrijtuigen geplaatste houten kopbord met rode achtergrond was voorzien van een doorstreepte letter C als lijnaanduiding. Ondanks het feit dat deze nieuwe lijn ontstaan is als gevolg van het oponthoud aan de NMBS-spooroverweg, blijft het eindpunt beperkt tot Kapellen-dorp en wordt dus niet verlengd tot Putte, terwijl de reeds bestaande tramlijn Antwerpen - Sint-Mariaburg - Putte gewoon behouden blijft! De tramkopborden op deze lijn hadden een blauwe achtergrond met kenletter C met een ’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

rood voorzetbordje Cappellen - Putte, ingevoerd bij de verlenging van Kapellen-ijzerenweg naar Putte-grens. De omvorming van de kenletters op de kopborden door lijncijfers werd ingevoerd omstreeks het midden van de jaren 30 van de vorige eeuw. Dubbele dienstregeling door tram en autobus. Op 1 december 1928 is het trambaanvak Cappellen - Putte grens geopend als verlenging van de lijn Antwerpen (Clapdorp) - Capellen (ijzerenweg). Er werd gereden met rijtuigen type Seneffe, onderaan donkerblauw geschilderd (nadien volledig geel) en voorzien van een trolleystang als stroomafnemer. Tijdens het nog prille bestaan van de buurttram komt een openbare autobusdienst Antwerpen (Centraal Station) - Merxem - St.Mariaburg - Cappellen - Putte opdagen, uitgebaat door de privésector onder de naam Autobus "Lux". Twee verschillende vervoermiddelen en bedrijven welke met een eigen tariefsysteem reizigers vervoeren als openbare dienstverlening. Een gelijkaardige toestand was er ook op de lijnen van en naar o.m. Zandvliet, Wuustwezel, Schoten.

31


Autobus en tram aan Putte grens broederlijk (?) naast elkaar.

Het nieuwste vervoermiddel is door comfort, kortere reistijd en met terminus aan het Centraal Station erg populair, niettegenstaande de duurdere plaatsbewijzen. Bij een overstap te Kapellen op de NMVBtram naar Hoevenen - Ekeren, kon niet hetzelfde plaatsbewijs worden gebruikt. Tijdens de dubbele dienstverlening door tram en autobus werd de concurrentiestrijd opgevoerd. Bij de buurtspoorwegen werden in de strijd om het aantal reizigers, nieuwe tramrijtuigen ingezet. In Putte vertrok om de 30 minuten een tram naar Antwerpen, vanaf Kapellen-ijzerenweg was dat om de 10 minuten. Om reizigers van elkaar af te snoepen vertrok de ene vervoerder enkele minuten vroeger dan de andere uitbater.

Aan de NMBS spooroverweg was het voor de vervoersmaatschappijen een kwestie van geluk (doorrijden = tijdwinst en reizigers opnemen) of pech door het wachten aan de gesloten slagboom. Uiteindelijk was het spoorvak Kapellen Putte voor de NMVB niet meer rendabel en ze gaf er de brui aan. Op 31 augustus 1936 stopt ze met haar tramdiensten tussen Kapellen en Putte. Gevolg: - op het gedeelte Kapellen - Putte wordt Autobus Lux de enige uitbater voor openbaar vervoer; - tram 65 rijdt voortaan tussen Antwerpen en Kapellen ijzerenweg via Sint-Mariaburg. - Kapellen ijzerenweg wordt vanaf 1 september 1936 definitief het eindpunt van lijn 65. Wordt vervolgd.

.

’t Bruggeske 48ste jaargang – juni 2016 – nummer 2

32


BOUWBEDRIJF J. VALCKENBORGH Starrenhoflaan, 5 - 2950 Kapellen Tel. 03/660.14.20 www.valckenborgh.be Algemene aannemingen – eigen schrijnwerkerij – keuken- en interieurinrichting. Immo Lioen cvba - Lioen nv Thijs Lion Verzekeringen & Vastgoed Stationsstraat 2 2950 Kapellen tel : 03/660.05.55 fax : 03/660.05.50 gsm : 0477/36.69.05

Voetzentrum bvba

Erkend orthopedist Chr. Pallemansstraat 4 - 2950 Kapellen tel : 03/664 84 25 fax : 03/605 21 93 info@voetcentrum.be www.voetcentrum.be Voetanalyse – Steunzolen – Voetverzorging – Manicure – Massage – Steun- en aderspatkousen


DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT ’T BRUGGESKE HEEMKRING HOGHESCOTE VZW. ESSENHOUTSTRAAT 59 - 2950 KAPELLEN AFGIFTEKANTOOR: KAPELLEN 1 P 806083

BELGIË

- BELGIQUE P.B. 2950 KAPELLEN 1

BC 30832


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.