Traiteur Luc Van Walle
<&#=)#18'1%>"'%"3%*?%-&&;.&'@%
Huwelijken, Communiefeesten, Recepties, Koffietafels, Diners, Avondfeesten, Banketten, Zakendiners, Personeelsfeesten, e.d. In feestzaal “De Jachthoorn” , bij u thuis of in een zaal naar keuze.
Specialiteit
Jubilea,
!"#$%&'%()*+%,*--&./% 0#&*12&3."-&3%&'%0"#,&4*&5% 63378'%-)#$*3&%9%)',&:&#(.%8'% ""'."3%:&#;)'&'5%
Privé parking + tuin met speelhoek voor kinderen. Voor verdere inlichtingen en advies staan wij steeds voor u klaar. Feestzaal de Jachthoorn – Traiteur Luc Van Walle. Antwerpsesteenweg 153 - 2950 Kapellen. Tel. 03-665 20 38 * GSM. 0496 60 50 65 * FAX. 03-605 53 25 E-mail: info@jachthoorn.be * www.jachthoorn.be
Colofon Verantwoordelijke uitgever: André De Vleeschouwer, Tel: 036057989 Redactie en opmaak: Roger Van den Bleeken, Tel: 036646322 beiden p/a Essenhoutstraat 59 te 2950 Kapellen Heemkringhoghescote @gmail.com Kaftontwerp: Tine Hanssens Copyright Heemkring Hoghescote Kapellen. Elke auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van het door hem ingezonden artikel. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd, openbaar gemaakt of gereproduceerd worden door middel van fotokopie, druk of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ledenblad ’t Bruggeske wordt 4 x per jaar aan elk lid van Heemkring Hoghescote toegezonden. Het lidmaatschap bedraagt 12 € per jaar als gewoon lid, of vanaf 25 € als erelid. Dit bedrag kan worden overgemaakt op rekening: BE18 4137 2050 7165 (BIC-code KREDBEBB) op naam van Heemkring Hoghescote vzw – Essenhoutstraat 59, 2950 Kapellen, met de vermelding "Lidgeld". Losse nummers van ’t Bruggeske, voor zover nog in voorraad, zijn te verkrijgen op het redactieadres tegen 3 € per exemplaar.
In dit nummer: Lidgeld 2016 Bestuur van Hoghescote
2
Jaarverslag 2015 André De Vleeschouwer
3
Bezoek aan het Centraal Station van Antwerpen Wandeling Berchem Station - brouwerij De Koninck Welkom op onze jaarlijkse brunch - 9 april 2016 Bestuur van Hoghescote
6 7 8
Foto van Vroeger en Nu Roger Van den Bleeken
9
Latijnse brief van pastoor Bausart d.d. 26.09.1878 Christian Laes
12
Russische krijgsgevangenen tijdens WO II Roger Van den Bleeken
20
Maurice Speth – Duffelaer in Achterbroek 22 Hilde Francken Rudi Staute en zijn Kapelse gedichten Roger Van den Bleeken
27
Kerkrekeningen Sint-Jacobus Kapellen Jan Vanderhaeghe
29
Allerlei
32
Bestuur van Hoghescote
Welkom op onze open-archiefdagen! Erfgoedcentrum Hoeve Van Paesschen Essenhoutstraat, 59 – 2950 Kapellen Elke eerste dinsdag van de maand van 14.00 tot 17.00 uur, elke tweede donderdag van de maand van 19.00 tot 22.00 uur, elke derde donderdag van de maand van 09.00 tot 12.00 uur.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
1
Lidgeld 2016 Bestuur Hoghescote
Onze penningmeester meldt ons dat het grootste deel van onze leden hun lidgeld voor 2016 reeds betaald hebben. Zij steunen hierdoor niet alleen onze werking, maar genieten tevens gedurende een jaar van de voordelen die daaraan verbonden zijn: tegen kostprijs deelnemen aan onze activiteiten, zie verder in dit blad, gratis consultatie van ons archief tijdens de opendeurdagen, en een abonnement op ’t Bruggeske, dat thans volledig in kleur verschijnt, met tal van interessante verhalen over ons dorp en de nabije regio.
Mocht uw lidkaart ontbreken dan bent u wellicht vergeten de betalingsopdracht door te geven aan uw bank. Geen nood, dit kan snel verholpen worden met bijgevoegd overschrijvingsformulier op naam van Hoghescote.
Ter herinnering: Gewone leden betalen 12 euro en u bent erelid vanaf 25 euro.
Met dank van het bestuur van Hoghescote. Uw nieuwe lidkaart bevindt zich hierbij.
Indien uw lidgeld 2016 betaald werd, vindt u hierbij uw lidkaart. Indien wij uw lidgeld nog niet ontvangen hebben, hierbij een nieuw overschrijvingsformulier.
WERP UW OUDE DOCUMENTEN NIET WEG! Erfgoed is van iedereen en elk document heeft zijn waarde. Wij denken aan foto's, bidprentjes, doodsbrieven, postkaarten, krantenknipsels, affiches, oude menukaarten, geboortekaartjes, oude trouwboekjes, oude notarisakten , huwelijksaankondigingen, oude rekeningen van Kapelse firma's, enz., enz... Alle documentatie over Kapellen is welkom! Geef ons een seintje en we komen langs, ook afgeven in ons lokaal is mogelijk. Zie daarvoor op pagina 1 de openingsuren van onze open-archiefdagen. Bij voorbaat hartelijk dank!
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
2
Jaarverslag 2015 André De Vleeschouwer
Beste vrienden van Hoghescote, Traditioneel openen wij het nieuwe jaar met een jaarverslag, of beter nog, sluiten wij het voorbije jaar ermee af. In vergelijking met 2014 was 2015 niet het meest spectaculaire jaar. En toch was het een succesvol jaar voor onze heemkring, met heel wat verandering en vernieuwing. Heemkring Hoghescote bruist van leven, en er staat heel wat op stapel. Graag wil ik hierover even met u stilstaan. 2015 laat zich vertalen in een aantal cijfers en feiten. Het aantal leden bedraagt ongeveer 450 gezinnen. In totaal hebben we een 40-tal regelmatige vrijwillige medewerkers. In onze leeszaal mochten wij 772 bezoekers ontvangen. In 2015 werd onze website dagelijks gemiddeld 35 maal bezocht met 630 hits per dag.
Vijf studenten werken met ons samen aan hun thesis, en zij maken gebruik van onze archieven bij hun studie. Onderwerpen zijn onder andere het Kasteel Wolvenbos en de wondermooie gevels van de huizen met hun interieurs in de omgeving van het station van Kapellen. Wij mochten in 2015 weer heel wat oude archiefstukken ontvangen, tal van bidprentjes, foto’s, en andere, die we aan onze archieven mogen toevoegen. Onze bibliotheek telt 1.725 boeken en meer dan 700 ingebonden jaargangen van meer dan 100 tijdschriften.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
Zoals elk jaar hadden wij elke maand drie open-archiefdagen, waarin de bezoekers onze archieven komen consulteren, op zoek naar dat stukje informatie dat nog ontbrak, of precies de doorbraak bij hun onderzoek. Wij kregen steeds meer vragen via e-mail voor beperkte opzoektaken in onze archieven, ook uit het verre buitenland. We zijn actief op Facebook via diverse groepen. We organiseerden heel wat andere activiteiten. Sommige moesten worden herhaald omwille van het groot succes. Onze jaarlijkse reis naar Overmaas (Voerstreek, Valkenburg,...) was op enkele dagen tijd helemaal uitverkocht. Met 49 goedgeluimde deelnemers zat de bus helemaal vol.
Bezocht tijdens onze jaarlijkse uitstap: een forellenkwekerij met zuiver water uit de natuur.
3
Ons tijdschrift 't Bruggeske verscheen ondanks de grote drukte ook nu weer vier keer met in totaal 140 bladzijden boordevol informatie. We waren fier om samen met Heemkring Hobonia Jeffrey B. Miller en zijn vrouw Susan Burdick te mogen ontvangen, uit Denver, Colorado, USA, Amerikaanse telg uit de familie Bunge. Jeff is auteur van een machtig boek “Behind the Lines” over de oorlogsjaren 1914-18 in de Oude Gracht in Hoogboom, gebaseerd op uitgebreide familiearchieven. Hij liet ons recent weten dat een vervolgboek op stapel staat. We kijken er naar uit.
Het echtpaar J. Miller – S. Burdick op bezoek.
Ook nu weer blijken wintermaanden de voorkeur te genieten voor een bezoekje aan onze website. Wat vooral opvalt is dat de duur van een bezoek flink is toegenomen. Dit verklaart waarom de totale opgehaalde hoeveelheid gegevens nu al bijna 7 GBytes benadert, een record.
papier. Dit was alleen maar mogelijk dankzij ons groot aantal steunende leden, u dus. Om onze erkentelijkheid uit te spreken hebben we dus beslist om onze leden dit voordeel aan te bieden. Hartelijk dank dat we dit konden doen. Voor ons is het een uitdaging om dit nog vele jaren te mogen blijven doen. Kijken we even vooruit op de lijst van komende activiteiten, dan zien we een hele variëteit: Natuurlijk hebben we ook dit jaar op 9 april weer ons jaarlijks diner, zoals uitvoerig toegelicht in een aparte aankondiging. Onze jaarlijkse daguitstap volgt op 27 augustus. Wij vervolgen onze succesreeks Kapellen Nostalgie. Tot nog toe waren alle sessies binnen de kortste tijd volgeboekt. Wij gaan deze formule nu een aantal keren herhalen samen met Kapelse verenigingen. In de komende weken wordt dit verder uitgewerkt. Op 21 mei bezoeken wij het Centraal Station in Antwerpen. Op 5 juni maken we een mooie stadswandeling tussen Berchem Station en de stadsbrouwerij De Koninck. Op 18 september is een wandeling door de Seefhoek in Antwerpen gepland. Op 8 oktober staat een wandeling in Kalmthout op het programma, met als thema de Doodendraad. Zo pikken we de draad weer op van ons jaarthema 2014 over Wereldoorlog I. Als klap op de vuurpijl staat er nog een verrassing op stapel, maar daarover later meer. In een jaarprogramma past het om even stil te staan bij de vele inspanningen die worden geleverd door onze vrijwillige medewerkers. Totaal belangeloos en gratis zetten zij zich in voor het vele werk achter de schermen. Het resultaat ziet u, maar het puike werk erachter meestal niet. Vandaar een welgemeende dank aan en een applaus voor die medewerkers.
Het meest verrassende kwam echter in december: een totaal vernieuwd tijdschrift ‘t Bruggeske, in kleur, op glanzend papier, in twee kolommen, volgens het offset drukprocédé. We wisten allang dat ons tijdschrift mooier zou zijn in kleur en op glanzend ’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
Met onze medewerkers willen wij lokale activiteiten opzetten, die aanleunen bij ons rijk erfgoed in Kapellen. Waar zinvol willen we dit doen samen met andere verenigingen.
4
Wij willen een brede waaier van informatie aanbieden, met focus op Kapellen en omstreken: geschiedenis, over onze kastelen, onze monumenten, over bekende of minder bekende personen en families, onze gemeente, straten en straatzichten, over de politiek, over sport, en ja ook over de oorlogen. Met onze archieven hopen we ook het jonge publiek aan te spreken, leerlingen en studenten die een projectwerk wensen te maken. Samenwerking met de scholen hopen we zeker nog verder uit te breiden. Wij zouden graag onze deuren willen openstellen voor jongere medewerkers, die ons team willen vervoegen. Wij verwelkomen mensen met zin voor opzoekwerk, met
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
kennis van lokale geschiedenis, maar vooral met interesse. Ons archief bevat heel wat materiaal, dat ligt te wachten op verder onderzoek, om ontsloten te worden via artikels, of wie weet een tentoonstelling. Voelt u zich geroepen, geef gerust een seintje. Om af te sluiten past hier een woord van dank voor allen die voor en achter de schermen hun bijdrage leveren om dit allemaal mogelijk te maken, dank ook aan alle vrijwilligers, dank aan onze sponsors. Help ons om u te helpen. André De Vleeschouwer, uw voorzitter.
5
Bezoek aan het Centraal Station van Antwerpen, op zaterdag 21 mei 2016 Bestuur Hoghescote Het Centraal Station van Antwerpen is het eindstation van de oudste spoorlijn van België (Brussel-Mechelen-Antwerpen). Het is ontworpen door architect L. Delacenserie en gebouwd tussen 1895 en 1905. Het pand is opgetrokken in eclectische stijl met veel art deco elementen. De centrale hal beschikt over een schitterende lichtkoepel naar het voorbeeld van het Pantheon in Rome. De perrons worden bedekt door een grote ijzeren en glazen koepel welke recentelijk werd gerestaureerd. In 2009 werd het station door "Newsweek" uitgeroepen tot vierde mooiste station van de wereld en het oogt groter en mooier dan ooit! De Antwerpenaren zijn daarom dan ook terecht apetrots op hun “Middenstatie”.
Op zaterdag, 21 mei a.s. om 14 u. gaan we met Hoghescote het complex bezoeken. De gids neemt ons mee voor een uitgebreide tocht door het schitterend gerestaureerde gebouw en belicht waarom dit monumentale gebouw de bijnaam “spoorwegkathedraal” verdient. Er is ook aandacht voor de technische hoogstandjes van de 21ste eeuw zoals de ondertunneling en de enorme ondergrondse parkeerruimtes en perrons voor de hogesnelheidstreinen. Natuurlijk bekijken we ook de nieuwe faciliteiten zoals het shopping center met tal van diamantzaken en het spectaculaire atrium van de glazen stationstoegang aan het Kievitplein.
De majestueuze trap naar de perrons. (foto Crowne Plaza Antwerp)
Op 21 mei samenkomst op het gelijkvloers via de ingang Pelikaanstraat. Start van de rondleiding stipt om 14 uur. Deelnameprijs: leden: € 5 en niet-leden € 7. Maximum deelnemers: 20
Inschrijven voor 21 april op tel. 03-664 82 77 of via e-mail: heemkringhoghescote@gmail.com Bijdrage te storten op rek.nr. BE18 4137 2050 7165 op naam van Heemkring Hoghescote vzw – Essenhoutstraat 59, 2950 Kapellen, met de vermelding: Bezoek station + aantal deelnemers.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
Na inschrijving, betaling op rekening BE18 4137 2050 7165 van Heemkring Hoghescote met vermelding van het aantal personen en “Berchem”.
6
Parels tussen Berchem Station en de stadsbrouwerij De Koninck, op zondag 5 juni 2016 Bestuur Hoghescote
In de omgeving van Berchem station krijgen verschillende projecten stilaan concretere vorm waardoor de Berchemse stationsomgeving een aangename en toeristisch aantrekkelijke plek in de stad wordt. Onder begeleiding van een stadsgids starten we onze wandeling met een proevertje van Art Nouveau en diverse neostijlen van de wijk Zurenborg.
Het “Militair Gasthuis” is intussen omgevormd tot een site met historische monumenten en top-nieuwbouwarchitectuur in een park met 300 nieuw aangeplante bomen. De alleenstaande voormalige kapel ervan is door Sergio Herman omgevormd tot een culinaire tempel: “The Jane”.
Daarna wandelen we onder de spoorwegbrug door waar de zoete verleiding van de echte "Mokatines" op ons wacht. Via de ijsfabriek belanden we in het hippe "Groen kwartier" en vernemen we het verhaal van het krijgsgasthuis. Foto inventaris onroerend erfgoed
Via de parels van de Helenalei, en het prachtig gebouw van Good Engels bereiken we de stadsbrouwerij De Koninck, die we vandaag echter niet bezoeken. Als afsluiter bieden we elke deelnemer een drankje aan in café De Pelgrim, gelegen in de Boomgaardstraat tegenover de brouwerij.
Samenkomst om 12.45 uur in de hal van het NMBS-station Antwerpen-Berchem aan de Panos (zijde Burg. E. Ryckaertsplein). Start rondleiding stipt om 13.00 uur. Duur: 2 uur. Maximum: 20 personen. Deelnameprijs: leden: € 7 en niet-leden € 9. Inschrijven voor 5/5/2016 op tel. 03-664 82 77 of via e-mail: heemkringhoghescote@gmail.com Na inschrijving, betaling op rekening BE18 4137 2050 7165 van Heemkring Hoghescote met vermelding van het aantal personen en “Berchem”. ’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
7
Welkom op onze jaarlijkse brunch - 9 april 2016 Bestuur Hoghescote
Zoals reeds aangekondigd in 't Bruggeske van december komt onze jaarlijkse brunch er weer aan. Dit is een echte klassieker aan het worden! Een mooie gelegenheid om gezellig met onze leden bij te praten. Zij die er altijd bij waren weten het: het is een echt festijn, iedereen komt aan zijn trekken. Ook nu zal een uitgebreid gamma van lekkers aanwezig zijn, zowel koude (vlees, vis en kaas) en warme (soep, vlees en vis) buffetten gevolgd door een rijkelijk dessertenbuffet zullen voorgeschoteld worden. Niet overtuigd? Vraag het gewoon even aan iemand die er al eens bij was. Zij kunnen getuigen dat afwezigen meestal ongelijk hebben. U kunt ook met vrienden afspreken en een tafel reserveren, een unieke mogelijkheid om hen met Heemkring Hoghescote te laten kennismaken.
De prijs voor dit onbezorgde samenzijn: 37,5 € per persoon voor onze leden, 39,5 € voor niet-leden (Inbegrepen: aperitief, water op tafel en koffie of thee - wijnen zijn niet inbegrepen). Plaats van het gebeuren is DE JACHTHOORN, Antwerpsesteenweg 153 in Kapellen, op zaterdag 9 april 2016 om 11.00 u. (tot ongeveer 15.00 u.). Wees er snel bij! Inschrijven TEN LAATSTE tot 26 maart 2016: op tel.: 03/664 82 77 of heemkringhoghescote@gmail.com Gelieve te vermelden met wie u graag aan tafel wenst te zitten. Bent u vegetariër of volgt u een speciaal dieet? Gelieve dit dan op voorhand te vermelden a.u.b. Na inschrijving betaling op rekening BE18 4137 2050 7165 van Heemkring Hoghescote vzw, Essenhoutstraat 59, 2950 Kapellen met duidelijke vermelding van het aantal personen en “Brunch”. Het bestuur van Heemkring Hoghescote hoopt U allen te ontmoeten.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
8
Foto van Vroeger en Nu Roger Van den Bleeken
Reacties op de foto’s in ’t Bruggeske 2015/4 De redactie werd aangenaam verrast door de vele positieve reacties die zij mocht ontvangen op de foto’s gepubliceerd op de kaft van ‘t Bruggeske en de bijhorende commentaar in de rubriek “Foto van Vroeger en Nu”. Het bewijst dat ons ledenblad niet alleen met aandacht maar ook kritisch wordt gelezen en dat vinden wij fijn. Aarzel dus niet om ons te contacteren want uw inbreng is de basis tot een betere kennis van onze gemeente. Belangrijke nieuwe informatie zullen wij graag opnemen in ‘t Bruggeske.
Naast de mondelinge reacties ontvingen wij ook een brief van Louis Verpraet (°1926) waarvan de inhoud niet alleen interessante informatie bevatte over de gepubliceerde foto’s van het stukje Antwerpsesteenweg maar ook over het leven van het landelijke dorp Kapellen uit het begin van de 20ste eeuw. Deze krasse 89-jarige ex-Kapellenaar die nu in Heide-Kalmthout woont, bracht immers zijn jeugdjaren hier door waaraan hij nog steeds levendige herinneringen koestert.
Zo kregen wij tijdens de tentoonstelling over de uurwerken Rosskopf in de Hoeve Van Paesschen het bezoek van André Dewel, lid van Hoghescote. Ook hij had de commentaar bij de foto’s van de Antwerpsesteenweg gelezen en wilde daarover een opmerking maken. Wat volgde was zulk boeiend verhaal met tal van nieuwe informatie over tramlijn 65 en aansluitend 72 dat er een afspraak werd gemaakt om in alle rust de Kapelse geschiedenis van deze tramlijnen te kunnen opschrijven. Intussen is André druk bezig met zijn herinneringen als ex-werknemer van de buurtspoorwegen na te trekken, te ordenen en in een artikel samen te vatten.
Hoewel zijn ouders toen in Heide woonden, doorliep hij toch de lagere school te Kapellen. Door gebrek aan leerlingen zaten in Heide namelijk alle studiejaren vanaf het derde tot het achtste studiejaar tezamen in één klaslokaal waardoor het onderwijs er niet optimaal kon gebeuren. Zich hiervan bewust, stuurde zijn vader hem in 1934 naar zijn grootouders, Van Hoydonck-Putcuyps, in de Gasstraat te Kapellen waardoor hij het recht kreeg school te lopen in de gemeentelijke jongensschool op de Hoevensebaan. Hier kreeg hij alle mogelijkheden zich te ontwikkelen, voor de meeste studiejaren was er zelfs een A- en een B-klas.
Wat we wel reeds nu met zekerheid kunnen meedelen, en dat in tegenstelling met wat we neerschreven in de commentaar bij de foto’s, is dat de hoogspanningskabels van tramlijn 65 minstens zijn behouden gebleven tot aan de heraanleg van de Antwerpsesteenweg met asfalt en afgeboord met twee betonnen fietsstroken. Het volledige artikel, dat we later zullen publiceren, zal hierover meer duidelijkheid brengen.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
Hij vertelt nog dat alvorens naar school te gaan hij samen met zijn jeugdvriend Jan Ketelaars (2de generatie van de huidige begrafenisonderneming), langsliep bij zijn oom en tante, die de garage Hendrickx gelegen op de Antwerpsesteenweg uitbaatten, in de hoop er een snoepje te bekomen. Even was er nog onzekerheid over het tijdstip waarop de woning van dr. Libbrecht beschadigd werd. Gebeurde dit bij aanvang van de oorlog in 1940 of op het einde ervan in oktober 1944 door de Duitsers?
9
Bij nazicht van de gemeentelijke briefwisseling werden voor het jaar 1940 tal van schadeclaims gevonden maar geen voor de dokterswoning. Voor het hotel/restaurant “De Zwaan”, toen ook eigendom van de dokter en eveneens gelegen op de Antwerpsesteenweg, werd wel een verzoek tot schadeloosstelling gevonden. Waarom dan niet voor de woning van de dokter die vijftig meter verder stond en eveneens zwaar beschadigd was? Gelukkig konden we nog terecht bij de kleindochter van dr. Libbrecht. Deze verklaarde dat de woning van haar grootouders wel degelijk in 1944 werd beschadigd door de terugtrekkende Duitsers die hierdoor de opmars van de geallieerden nog enigszins trachtten te vertragen. Met dank aan alle betrokkenen: André Dewel, Louis Verpraet, evenals aan Roger Balbaert, voor hun medewerking bij het opmaken van deze rubriek. Foto van de woning van dr. Libbrecht door het terugtrekkende Duitse leger beschadigd in oktober 1944.
Nieuwe foto’s op de kaft. De oudste foto (Hoelen 9460) dateert van 1926 en toont het café "Moeder Mennekes" of café “De Jager” en met als recentste benaming “Eetcafé ’t Jagerke” dat gelegen is op de hoek van de Hoogboomsteenweg en de Koningin Astridlaan. In een ver verleden was deze herberg nauw verbonden met de brouwerij die al in de 17de eeuw in de onmiddellijke nabijheid gevestigd was. Zo vinden we reeds in 1639 Simon De Laet terug als brouwer te Hoogboom. Dat de herberg een wezenlijk deel vormde van de brouwerij blijkt uit een vermelding van 22 februari 1639 in de gemeenterekening van Ekeren: "naer (na) de monsteringhe van de gemeynte aldaer gedaen", werd in de herberg van brouwer Simon De Laet in Hoogboom ’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
door de deelnemers voor een bedrag van 6 gulden en 8 stuivers, voor rekening van het dorpsbestuur, verteerd. Hoewel het bezit van de brouwerij in de familie bleef, kreeg deze telkens een andere naam wanneer het eigendomsrecht ervan overging naar een dochter en de brouwerij de naam van de schoonzoon kreeg. Zo vinden we in het bevolkingsregister van Ekeren op 31 augustus 1853 het overlijden terug van weduwe Maria Catharina Havermans, "tapster" van café “De Jager” en waarna het café wordt overgenomen door Petrus Joannes Mannekens, geboren te Ekeren op 28 maart 1807.
10
Petrus huwde met Isabella Wouters en het paar kreeg één dochter, Julia ( 19.06.1863.) Toen Petrus Joannes Mannekens op 26 maart 1881 overleed, zette Isabella Wouters de uitbating van het café alleen verder en werd zij bekend als "Moeder Mennekes". Dochter Julia Mannekens huwde te Ekeren op 29 juni 1884 met Cornelius Constantinus Matthysen (zie foto kaft). Het gezin vestigde zich op de brouwerij in de buurt van "Café De Jager" en telde meerdere kinderen. De jongste telg uit de familie, Franciscus (11.11.1900), baatte vanaf 1925 tot 1955 de herberg uit en werd als afstammeling van de laatste brouwer door iedereen "Suske van den Brouwer" genoemd.
Na het overlijden van het echtpaar kwam het pand in handen van dochter Sophie Matthysen die in 2003 overleed. Daarna stond het pand jaren te verkommeren tot zoon Frank Denisse de herberg een nieuwe start gaf onder de naam “Eetcafé ’t Jagerke”. Door ziekte van zijn partner is hij echter recent genoodzaakt geweest de uitbating te staken en staat het historisch pand terug leeg.
Bronnen: Heemkring Hobonia. De Geschiedenis van Hoogboom 1996 pag. 139 t.e.m. 142. Met dank aan Raymond Roelands.
Huidige toestand van het pand. (foto Willy Hurts).
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
11
Een Latijnse brief van pastoor August Bausart d.d. 26.09.1878 Christian Laes
Situering In 1868 was het Sint-Jozefgodshuis in Kapellen het eerste bijhuis van de congregatie van de Zusters van het Heilig Hart van Maria van Berlaar. Het waren de pioniersjaren van een nieuwe orde, gesticht in 1845 in een rustige plattelandsgemeente aan de zuidelijke rand van de Antwerpse Kempen. In de negentiende eeuw waren de zogenaamde "gods-gasthuizen" allerminst gespecialiseerde of gesofisticeerde instellingen. De zusters stelden zich ten dienste van hulpbehoevenden in de brede zin van het woord: zieken of gebrekkigen, ouderlingen en wezen. In Kapellen was het godshuis een privé-initiatief van de familie Geelhand-Van den Bosch. Het Sint-Jozefgesticht was aanvankelijk vooral bedoeld voor bejaardenzorg. De zusters werkten ook op de boerderij, in het huishouden en in de thuisverpleging. Pas in 1892 werd een bewaarschool en een lagere school geopend. In 1894 ging een weeshuis van start. Zeker in de eerste jaren waren de materiële omstandigheden in dergelijke bijhuizen primitief. De zusters redden zich met wat hen ter beschikking werd gesteld, en moesten zich vaak behelpen om aan de hoge eisen van zowel gebedsleven als sociaal engagement tegemoet te komen.1
1. Y. Segers, C. Dujardin, G. Kwanten, P. Quaghebeur, J. De Maeyer, 150 jaar (1845-1995) Zusters van het Heilige Hart van Maria van Berlaar. In eenvoud en dienstbaarheid (Leuven, 1995) p. 28 (stichting Kapellen); p. 42-43 (het Sint-Jozefgesticht in Kapellen, met verwijzing naar de bewaarde archiefstukken); p. 88-94 (over de eerste verzorgingsinstituten van de zusters). 2. R. Balbaert, "Sint-Jozefgesticht - Sint-Jozefziekenhuis", 't Bruggeske 31, 4 (1999) p. 140-149, spec. p. 140-142 biedt een rijkdom aan details over de stichting en de pioniersjaren. We kennen de namen van de eerste drie zusters: Zuster Engelberta Nieuwenhuysen, Zuster ’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
Over concrete details van het Kapelse SintJozefgesticht is weinig geweten. Het werd geopend op 19 maart 1868, feestdag van Sint Jozef en daarom ook zo genoemd. Aanvankelijk werden slechts twee zusters gezonden, maar algauw werd een derde toegevoegd. Het gebouw bevond zich op de site van het latere Sint-Jozefziekenhuis. Het was een primitieve woning zonder verdiepingen, met twee afzonderlijke ruimtes voor mannen en vrouwen. Bij de opening van het Sint-Jozefgesticht waren er vijftien oudjes opgenomen. De zusters zelf woonden in de boerderij die achter het woonhuis was gelegen. Deze inrichting bleef behouden tot 1911.2 In het archief van de heemkundige kring Hoghescote is een Latijnse brief uit 1878 van pastoor August Bausart bewaard.3 Zijn schrijven aan het aartsbisdom te Mechelen biedt een unieke inkijk in de concrete werking en de dagelijkse beslommeringen van deze Kapelse stichting van de Zusters van Berlaar in de Sint-Jacobus parochie. In 1878 waren de zusters reeds tien jaar in Kapellen aanwezig. Liturgie hadden ze gedurende die hele periode met toestemming van de aartsbisschop gevierd in hun eigen gebedsruimte, die in feite niet meer was dan een gang van het godshuis. Het onwaardige karakter van de ruimte ergerde pastoor Bausart.
Bernarda van Olmen en Zuster Augustine. Vermits Engelberta op 8 juli 1868 tot algemeen overste werd verkozen, was zij slechts enkele maanden in Kapellen. Het is onduidelijk of ze meteen werd vervangen in het Sint-Jozefgesticht. Zie Segers, Dujardin, Kwanten, Quaghebeur, De Maeyer, 150 jaar, p. 28. R. Balbaert, "Sint-Jozefgesticht - Sint-Jozefziekenhuis (deel 2)", 't Bruggeske 32, 1 (2000) p. 21-31, spec. p. 21 biedt een reglement van het Sint-Jozefgesticht (zij het zonder exacte datering). 3. Gecatalogeerd als B.053.5 Sint-Jacobusparochie. Diverse.
12
Bij de visitatie van de parochie in 1878 sprak hij de deken erover aan, die het volledig met hem eens was. Men kan zich onderhandelingen met de Zusters van Berlaar (en met welwillende geldschieters?) voorstellen. In elk geval werden de verbouwingen nog in hetzelfde jaar voltrokken. Pastoor Bausart schreef dan de aartsbisschop aan om toestemming te verkrijgen Eucharistie te vieren in de nieuwe kapel van de zusters. Men doet er goed aan de tijdgeest van dit schrijven te begrijpen. Om wildgroei en mistoestanden te vermijden had aartsbisschop Engelbert Sterckx (1832-1867) reeds besloten de meeste lokale congregaties onder zijn bevoegdheid te plaatsen.4 Het schrijven van pastoor Bausart om hernieuwde toestemming past volledig in dit kader van nauwkeurig toezicht van de kerkelijke autoriteiten op het parochiale leven en de vele congregaties die zich in deze tijd ont-
wikkelden. De Kapelse zielenherder formuleerde zijn verzoek in een keurig kerkelijk Latijn, dat vanzelfsprekend niet geheel klassiek kan worden genoemd.
Toelichting bij de editie en transcriptie In de hieronder getranscribeerde Latijnse tekst worden spelling, hoofdlettergebruik, interpunctie en afkortingen weergegeven zoals in het origineel, dat de lezer kan bekijken op de illustraties. De regelverdeling werd aangepast. Ik voorzag de brief van regelnummers (vet weergegeven), waarvan gebruik wordt gemaakt in het commentaar. Daar kan de lezer ook toelichting vinden bij de verschillende namen en gebeurtenissen. In de vertaling werd gestreefd naar een eigentijds Nederlands, dat toch het enigszins plechtige en officiële karakter van de brief benadert.
Binnenzicht van de kapel.
4. Segers, Dujardin, Kwanten, Quaghebeur, De Maeyer, 150 jaar, p. 18. Vanzelfsprekend bleek dergelijke controle bijzonder handig in de periode van de Eerste Schoolstrijd (1879-1884). ’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
13
Editie 1
Cappellen, 26 7bris 1878.
[andere hand] Conceditur juxta preces. Mechliniae, 26 7bris 1878. P. L. Goossens, vic. gen. 5
Eminentissime domine,
Anno 1868, die 14 Julii, ab Eminentiā vestrā licentia concessa fuit praedecessori meo SS. Missae Sacrificium celebrandi in oratorio Sororum S. Cordis Mariae in Cappellen commorantium. Oratorium istud, si tale nomen mereatur, non est nisi vestibulum quoddam, plane indecorum et indecens, et tam exiguum ut sacrae caerimoniae sint quasi factu 10 impossibilia. De indecentiā hāc assensit mecum nuper R. adm. Dominus Decanus, occasione visitationis ecclesiae. At novā constructione factā, Sorores S. Cordis Mariae cubiculum quoddam spatiosum et ab omni parte conveniens, adaptarunt oratorio sive sacello novo. In hoc sacello jam traduntur et catecheses quaedam et exercitia associationis Sanctae Familiae pro mulieribus pauperibus 15 parochiae, diebus dominicis. Occasione suprā citatā, R. adm. Dominum Decanum rogavi ut hoc sacellum visitaret et post ab ejus ore favorabile omnino suffragium de illius convenientiā ad Sanctissimum Missae Sacrificium offerendum, acceptum, rogo humiliter ab Eminentiā Vestrā reverendissimā licentiam Sacrum faciendi in novo oratorio Sororum S. Cordis Mariae in Cappellen commorantium. 20 Reverentiae Vestrae reverendissimae humillimus et devotus famulus Aug. Bausart parochus in Cappellen Eminentissimo D. D. Cardinali Dechamps, Archiepiscopo Mechliensi, Belgii Primati.
Vertaling Kapellen, 26 september 1878. [andere hand] Verzoek toegestaan. Mechelen, 26 september 1878 P. L. Goossens, vicaris generaal Zeer Eerbiedwaardige Heer, Op 14 juli 1868 was door Uwe Eminentie aan mijn voorganger de toestemming verleend om het Allerheiligst Misoffer te vieren in de gebedsruimte van de Zusters van het Heilig Hart van Maria te Kapellen. Deze gebedsruimte, als ze deze naam al verdient, is niets meer dan een gang, zonder enige versiering en onwaardig – bovendien zo klein dat de heilige plechtigheden bijna onmogelijk zijn. Over het ongepaste karakter van deze ruimte was onlangs Zeer Eerwaarde Heer Deken het met mij eens bij de visitatie van de kerk.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
14
Na verbouwingen hebben de Zusters van het Heilig Hart van Maria een ruime kamer die volkomen passend is toegevoegd aan die gebedsruimte, of beter gezegd nieuwe kapel. In deze kapel worden al catecheselessen gegeven en geestelijke oefeningen van de broederschap van de Heilige Familie voor de arme vrouwen van de parochie op zondagen. Ter gelegenheid van de bovenvermelde visitatie vroeg ik de Zeer Eerwaarde Heer Deken om de kapel te bezoeken. Nu ik uit zijn mond een volkomen gunstig oordeel heb verkregen over het passende karakter van de kapel om het Allerheiligst Misoffer te vieren, vraag ik in alle nederigheid aan Uwe Zeer Eerbiedwaardige Eminentie de toestemming om mis te mogen vieren in deze kapel van de Zusters van het Heilig Hart van Maria in Kapellen. Aan Uwe Zeer Eerbiedwaardige Eminentie, uw zeer nederige en toegewijde dienaar Aug. Bausart pastoor te Kapellen, Aan de Zeer Eerbiedwaardige kardinaal Dechamps, Aartsbisschop van Mechelen, Primaat van België.
Commentaar r. 2-3: Vanzelfsprekend werd de goedkeuring niet dezelfde dag verleend als de dag waarop Bausart de brief vanuit Kapellen verzond. Men kan zich voorstellen dat bij de toekenning de datum van de aanvraag werd herhaald. De brief met de vermelding van de toestemming werd dan opnieuw naar Bausart verstuurd, die het schrijven bewaarde. r. 4: Pierre-Lambert Goossens (18271906) was vicaris-generaal van de aartsbisschop van Mechelen van 1878 tot 1883. Nadien werd hij bisschop van Namen (18831884) en aartsbisschop van Mechelen (1884-1906). In de Eerste Schoolstrijd (1879-1884) was hij een vurig verdediger van het katholieke onderwijs. In 1889 werd hij kardinaal, en in deze functie nam hij deel aan het conclaaf van 1903 dat paus Pius X verkoos. In 1905 mocht Goossens de basiliek van Koekelberg inhuldigen. Zie P. Ladeuze, "Pierre-Lambert Goossens" in The Catholic Encyclopedia. vol. 6 (New York, 1909) en de website Catholic Hierarchy [http://www.catholic-hierarchy.org/bishop/bgoos.html]. Er is ook een Wikipediaartikel aan deze belangrijke kerkvorst gewijd.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
r. 6: ab Eminentia vestra: Het is duidelijk dat Pastoor Bausart zijn schrijven richt aan aartsbisschop Dechamps, die wordt aangeschreven via zijn vicaris generaal Goossens. In 1868 was Dechamps reeds aartsbisschop van Mechelen, terwijl Goossens op dat ogenblik nog niet in functie was bij het aartsbisdom. r. 6: praedecessori meo: Pastoor Johannes Engelbertus Sibick (1802-1877) was parochiepriester in de Sint-Jacobusparochie Kapellen van 1860 tot bij zijn overlijden op 27 juni 1877. Zie Balbaert, "Sint-Jozefgesticht", p. 140 en P. J. Goetschalckx, Kerkelijke geschiedenis van Eekeren. Bevattend de geschiedenis der parochiën van Eekeren, Hoevenen, Kapellen, Brasschaat, Ertbrant, Brasschaat ter Heide, Hoogboom, Donk, Ste Mariaburg en Rustoord (Ekeren, 1898) p. 370-371. r. 6: concessa fuit: correcter Latijn zou zijn concessa est - Bausart denkt hier waarschijnlijk vanuit de Franse passé simple "fut". r. 9-10: factu impossibilia: Ook hier is het Latijn weinig idiomatisch: de schrijver dacht ongetwijfeld vanuit het Franse "en effet" of het Nederlandse "feitelijk".
15
r. 10: R. adm. Dominus Decanus: het gaat hier om deken Joannes Baptista Govers, tevens pastoor te Ekeren (1874-1896). Zie Goetschalckx, Kerkelijke geschiedenis, p. 236-237. r. 13: sacello novo: Waarschijnlijk is deze constructie de zogenaamde "oude kapel" die bleef bestaan tot 1981. In dat jaar werden de gebouwen van het oude rusthuis afgebroken en kreeg het ziekenhuis een nieuwe en stemmige kapel op de eerste verdieping. Voor een foto van de oude kapel, zie R. Balbaert, "Sint-Jozefgesticht - Sint-Jozefziekenhuis (deel 3 en slot)", 't Bruggeske 32, 2 (2000) p. 63-74, spec. p. 68-69 en deze bijdrage p. 13 en 19. r. 14: exercitia associationis Sanctae Familiae: Broederschappen die de Heilige Familie vereerden waren erg populair in de negentiende eeuw. Voor Kapellen is een heel uitgebreide activiteit van broederschappen in de laatste decennia van de negentiende eeuw bekend. Het ging heel vaak om Mariadevotie. Zie P. Veulemans, De Lievenskapel en de Mariadevotie te Kapellen (Kapellen, 1987) p. 5-9. r. 22: Augustinus Bausart (1836-1905) Staat bekend als "de meest dynamische figuur die Kapellen ooit als priester heeft gehad" die te paard zijn parochie doorkruiste. Deze ambitieuze zielenherder en begenadigd redenaar nam zelden een blad voor de mond. In zijn sermoenen en geschriften spaarde hij rijk noch arm. Hij was verantwoordelijk voor vele bouwwerken in de SintJacobuskerk: klokken, beschilderde glasramen, kruisweg, ijzeren afsluiting rond de pastorij, koperen altaar op het hoogkoor, houten beelden, biechtstoel, nieuwe vloeren (voor details verwijs ik naar W. BeinaerdsSpur, "Grasduinen in de geschiedenis van onze aloude Dorpskerk – De Sint Jacobusparochie (4)", 't Bruggeske 7, 1 (1975) p. 211). Tijdens Bausarts periode (1877-1905) werd de Lievenskapel gebouwd en meteen
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
geschonken aan de parochie (1882). In 1900 liet hij onder het kruisbeeld bij deze kapel een marmeren plaat met Latijnse inscriptie zetten. Zie Veulemans, Lievenskapel, p. 1718. Voor levendige beschrijvingen van deze markante Kapelse zielenherder, zie Veulemans, Lievenskapel, p. 40-43 en C. van den Hoek [= S. Bogaerts], "De Statiestraat en haar cafés rond en even na de eeuwwisseling", 't Bruggeske 2, 1 (1970) p. 10-13 (over Bausarts schimpscheuten tegen het café "Den Engel" en de kroeg die met een knipoog "Beaux Arts" werd genoemd). Een grondig overzicht over Bausart bij Goetschalckx, Kerkelijke geschiedenis, p. 371378. r. 23: Victor Augustin Isidore Dechamps (1810-1883) was redemptorist. Een carrière binnen de eigen orde bracht hem in 1849 naar Napels in de benarde tijden van de ballingschap van paus Pius IX (1846-1878) bij wie hij na diens terugkeer in 1850 ook in Rome verschillende keren op audiëntie ging. Hij werd bisschop van Namen (1865-1867) en aartsbisschop van Mechelen (18671883). In 1875 werd hij kardinaal. Hij was een vurig verdediger van de katholieke scholen tijdens de Eerste Schoolstrijd (18791884). Bekend was tevens zijn krachtige ondersteuning van het dogma van de pauselijke onfeilbaarheid, afgekondigd tijdens het Eerste Vaticaanse concilie (1869-1870). Zie over deze eloquente en onverdroten verdediger van de katholieke kerk in moeilijke tijden, die ondermeer een literair oeuvre van zeventien volumes naliet: H. Saintrain, Vie du Cardinal Dechamps, C. SS. R. Archevêque de Malines et Primat de Belgique (Doornik, 1884); J. Magnier, "Victor Augustin Isidore Dechamps" in The Catholic Encyclopedia. vol. 4 (New York, 1908) en de website Catholic Hierarchy [http://www.catholic-hierarchy.org/bishop/bdech.html]. Er is ook een Wikipedia-artikel aan deze belangrijke kerkvorst gewijd.
16
Illustratie.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
17
Besluit Het verhaal over de inrichting van een nieuwe kapel in het Kapelse Sint-Jozefgesticht en de desbetreffende Latijnse brief van de parochiepriester lijkt op het eerste zicht niet meer dan een fait divers - een aangename oefening in paleografie voor de auteur van dit artikel, en hopelijk een leuke ’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
opfrissing van Latijn of lokale geschiedenis voor de lezer. Bij nader inzicht kan het Latijnse epistel van Bausart een bescheiden aanzet geven tot een boeiende socio-culturele en religieuze geschiedenis. We hebben te maken met een
18
communiteit van hooguit een handvol zusters die op een boogscheut van de kerk, ja zelfs bijna onder de kerktoren woonden. Het charisma van de Zusters van Berlaar maakte dat hun dagindeling heel specifiek was. Uit de dagorde van 1855 leren we dat de zusters in de zomermaanden opstonden tussen vier en halfvijf, om tussen vijf en halfzes meteen de priem, de terts, de sext en de noon uit hun brevier te bidden (het laatste getijde is reeds een namiddaggebed). Door dit anticiperen van de getijden was het mogelijk arbeid en gebed te combineren: zowel in de voormiddag als in de namiddag waren ononderbroken blokken voor arbeid voorzien.5 De zusters hadden dus nood aan hun eigen gebedsruimte, die erg eenvoudig kon en moest zijn - niet meer dan een plek in de gang van het gesticht. Ze hadden zulke
ruimte sinds 1868 met bisschoppelijke toestemming. In 1878 was Augustinus Bausart aan zijn eerste jaar als pastoor begonnen. Het moest anders en beter. Na decanale interventie, ongetwijfeld door Bausart zelf opgestart, werden verbouwingen aangevat. De nieuwe en waardige kapel was slechts het eerste project in een lange reeks bouwwerken die de ambitieuze zielenherder uit de grond zou stampen. Zijn gehechtheid aan de hoogste kerkelijke hiërarchie bevestigde hij door het aartsbisdom prompt van de verbouwingen op de hoogte te brengen. Dat deed hij in een keurige Latijnse brief, waarmee hij dadelijk aantoonde zijn pastorale métier tot in de puntjes te beheersen.
Buitenzicht van de kapel die in 1981, samen met de andere gebouwen, werd afgebroken.
Over de auteur: Prof. Dr. Christian Laes doceert geschiedenis van de oudheid aan de Universiteit Antwerpen, en is tevens Adjunct Professor of Ancient History aan de Universiteit van Tampere (Finland). Hij is cultuurhistoricus van de Romeinse en de late oudheid. Zijn belangstelling voor Latijn reikt verder dan de oudheid. Als Kapellenaar is dit zijn eerste bijdrage over lokale geschiedenis.
5. Segers, Dujardin, Kwanten, Quaghebeur, De Maeyer, 150 jaar, p. 32. ’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
19
Russische krijgsgevangenen tijdens WO II Roger Van den Bleeken Regelmatig krijgt Hoghescote, zowel van binnen als van buiten de gemeente, verzoeken om informatie over personen, gebouwen of gebeurtenissen die verband houden met Kapellen. Op de meeste van deze vragen kunnen we een antwoord geven maar voor sommige blijven ook wij het antwoord schuldig. Zo kregen we onlangs van een inwoner uit Mariaburg een vraag naar inlichtingen over een Duits kamp in Kapellen waar tijdens de Tweede Wereldoorlog Russische krijgsgevangenen zouden verbleven hebben en dat gelegen was “ergens aan de Blokskensweg” (officieel Kalmthoutsesteenweg). Hij wist erbij te vertellen dat hij tijdens WO II van zijn vader meermaals de opdracht kreeg om vanuit Mariaburg naar Kapellen te fietsen waar hij de krant de Pravda diende af te leveren bij Russische gevangenen die er in een kamp verbleven. In onze eigen archieven was hierover niets terug te vinden. Ook Roger Balbaert kon zich enkel het verhaal herinneren van Mandel Hermatz, alias “de Rus”, die eigenlijk een Litouwer was, en die na WO I op de vlucht voor de communisten, in de polder ergens achteraan de Mertensstraat was neergestreken. Het verhaal van deze zonderling werd trouwens opgetekend door Jos Lathouwers en gepubliceerd in ’t Bruggeske 1996/36. Deze “Rus” leidde zijn eigen eenzaam bestaan en stierf uiteindelijk een schielijke dood in 1956. Een kleurrijke dorpsfiguur die echter in geen geval de bestemmeling van de Pravda kon geweest zijn.
6. ’t Bruggeske 1996/3 te consulteren op onze website: http://www.heemkring-hoghescote.be/
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
Ook onze experten “militaire aangelegenheden”, Jan Ingelbrecht en Marc Brans, konden in hun uitgebreide archieven geen spoor van een eventueel gevangenenkamp terugvinden. Geboren en opgegroeid in de Kapelsestraat, dicht bij de Blokskensweg, bleef deze vraag mij bezighouden. De jeugdherinneringen van de aanvrager: regelmatige fietstochtjes naar Kapellen en het bezorgen van de Pravda, waren zulke concrete gegevens dat er een verklaring moet zijn. Zoals toen gebruikelijk in elke gemeente en vooral in de buitenwijken kende ook in de omgeving van het Starrenhof iedereen zijn buren met naam en toenaam. Elke gebeurtenis, hoe klein ook, werd via het lokale nieuwsagentschap, het kruidenierswinkeltje van Louw De Broeck en Fons de Grijze, gelegen op de Blokskensweg, steeds keurig in de wijk verspreid. Een bestaan van een gevangenenkamp zou dus zeker niet onopgemerkt gebleven zijn. Wat ik me wel herinner is het Duitse opslagkamp dat zich tijdens WO II op de Blokskensweg bevond en dat gelegen was op circa 1,5 km vanaf de Kapelsestraat aan de rechterkant van de weg, tussen de huidige Jozef Mulslaan en de Baron Paul Kronackerdreef. Hier werden allerlei zaken bewaard voor de Duitse Wehrmacht, zoals: uniformen, ondergoed, linnen, maar ook drinkbekers, geweren, veldschoppen en bajonetten. Het kamp bestond uit een aantal houten barakken kriskras door elkaar opgesteld onder de eikenbomen die, althans tijdens de zomer, een ideaal camouflagenet vormden. Het gebied was niet omheind, wat doet vermoeden dat er waarschijnlijk geen munitie werd opgeslagen. Dit “Lager” werd door de buurt algemeen als “den Erla” omschreven. De Duitse Hoghescote/Heemkring.html onder Bruggeske-Bruggeskearchief, of tijdens de open-archiefdagen in ons lokaal Hoeve Van Paesschen.
20
soldaten die er werkten waren niet van de jongste (50+) en waren ingekwartierd bij burgers in de Kapelsestraat. Ook bij mijn ouders was de voorkamer ingenomen door twee stapelbedden waarin vier soldaten hun vrije avonden en zondagen doorbrachten met kaartspelen en pijproken. Op de weekdagen vertrokken zij om 8 uur ’s morgens naar het kamp, aten op het werk en keerden omstreeks 18 uur terug naar hun “logement”. Het waren zelf vaders van gezinnen met kinderen en volgens mijn moeder werden mijn zus en ikzelf door hen soms verwend met “snoepjes”, wat dat in oorlogstijd ook moge geweest zijn. Over de eventuele aanwezigheid van gevangenen op de opslagplaats heb ik mijn ouders echter nooit iets horen zeggen. Het zou trouwens ook heel gemakkelijk geweest zijn om te ontsnappen, een omheining rond het kamp was er niet en de bewaking was heel miniem. Om mijn onderzoek af te ronden bleef mij nog één belangrijke bron over: Jos Lathouwers (°1925) en zijn zus Louisa (°1928). Zij zijn beiden enkele jaartjes ouder en eveneens opgegroeid in de omgeving van het Starrenhof. Omdat ik hen wel eens meer een bezoek breng, verraste mijn komst hen niet. Op mijn vraag of zij ooit iets vernomen hadden over de aanwezigheid van Russische gevangenen in de omgeving van de Kapelsestraat bleven echter ook zij het antwoord schuldig. Over “den Erla” kon Jos mij enkel bevestigen wat ook ik mij kan herinneren uit gesprekken met mijn ouders. Nieuw was wel dat hij vertelde meermaals het kamp bezocht te hebben waar hij vrij had mogen rondlopen zonder dat de Duitsers hem iets vroegen of wegstuurden. De soldaten die er dienst deden, waren bovendien vrij vriendelijke mensen die ’s zondags samen met de buurtbewoners iets gingen drinken in het café op de hoek van de Blokskensweg bij “Piet Huygen”. Dat er ook gevangenen zouden vertoefd hebben in het kamp betwijfelde hij ten stelligste en een andere plaats waar die zouden kunnen verbleven hebben, kende hij evenmin. Er werkten trouwens ook enkele Vlaamse vrouwen in de kantine van het
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
kamp en ook die heeft hij nooit horen spreken over Russen of andere nationaliteiten die daar zouden verbleven hebben. Hoewel ik de concrete herinneringen van de aanvrager niet in twijfel wens te trekken, heb ik geen enkel aanknopingspunt kunnen vinden om het bestaan van een gevangenenkamp te bevestigen en blijft het raadsel onopgelost. Mocht een lezer hierover iets meer weten, zijn wij uiteraard erg geïnteresseerd in zijn verhaal. U kan zich steeds in verbinding stellen met de redactie via tel. 03 664 63 22 of e-mail: heemkringhoghescote@gmail.com
Aanvullende informatie Hoe deze opslagplaats in de Kapelse bossen aan de naam “Erla” kwam, is eveneens een vraagteken. De Duitse fabriek Erla Maschinenwerk G.m.b.H. uit Leipzig was o.a. producent van het vermaarde Duitse jachtvliegtuig Messerschmitt. Tijdens WO II werden er in België verschillende Erla onderafdelingen opgericht. Ofwel als “Umschulingswerkstatt” waar jonge Belgische arbeiders opgeleid werden tot metaalbewerkers om ze vervolgens naar Duitsland door te sturen. Ofwel als "Frontreparaturbetrieb” of herstellingsplaats waar vliegtuigen konden hersteld en onderhouden worden zonder de vlucht naar Duitsland te moeten maken. Een van deze laatste was gevestigd te Mortsel in de voormalige Minervafabriek onder de naam Erla VII. Zoals bekend werd hier op 5 april 1943 door de Amerikaanse luchtmacht een mislukte aanval uitgevoerd waarbij 936 burgers het leven lieten. De opslagplaats op de Kalmthoutsesteenweg had echter geen van deze kenmerken en het is dan ook gissen waarom dit opslagkamp “den Erla” werd genoemd. Alle informatie hierover is eveneens heel erg welkom.
21
Maurice Speth (°16.07.1887 - † 10.10.1938) Duffelaer in Achterbroek Hilde Francken
Inleiding Frédéric Speth (°18.12.1851- † 03.12.1920) kocht in 1891 van de zusters Pharazijn het herenhuis genaamd “Het Pharazijnhof” gelegen in de Kapelsestraat te Kapellen. Twee jaar later liet hij het gebouw afbreken om er vervolgens een totaal nieuw kasteel te bouwen, het Irishof.
Zijn eerste vrouw N. Wery overleed reeds in 1878 waarna hij in 1883 hertrouwde met Emilie Mathilde Good (°13.07.1857 †14.08.1905). Uit zijn eerste huwelijk had hij twee kinderen en uit het tweede vijf, vier zonen en een dochter. Een van deze zonen, Maurice, verhuisde naar Achterbroek. Zijn levensverhaal kregen wij toegestuurd vanuit Kalmthout, waarvoor onze dank. De redactie.
Duffelaer te Achterbroek Op de grens tussen Achterbroek en Wuustwezel bevindt zich het domeinbos Wolfsheuvel. In Achterbroek wordt dit bos door velen onmiddellijk geassocieerd met “Mijnheer Speth”. In de volksmond wordt het domein nog zeer vaak “het goed van Speth” genoemd. Een hoeve aan de Kalmthoutsesteenweg draagt de naam “hoeve van Speth”, en onlangs werd er nog een trage weg omgedoopt tot het “Maurice Spethpad”. Allemaal verwijzingen naar Maurice Speth die het domein Wolfsheuvel in 1926 aankocht.
Maar wie was hij eigenlijk? Maurice Speth was de zoon van Frédéric Speth en zijn tweede vrouw Emilie Mathilde Good. Frédéric Speth was in 1871 vanuit Duitsland naar Antwerpen gekomen. Hij was bijzonder geïnteresseerd in de ontwikkeling van olie en petroleum en stichtte in 1888 de firma “Frédéric Speth & Co”. In 1891 ontstond de American Petroleum Company (APC) uit een fusie van een aantal handelshuizen: Frédéric Speth & Co, Graff & Macquinay (beide te Antwerpen), Horstmann & Co (Rotterdam) en Herman Stursberg & Co (New York).
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
Na de dood van zijn vader in 1920 werd Maurice tot voorzitter van de American Petroleum Company (later Esso) verkozen. Onder zijn leiding zette het bedrijf zijn groei voort. De Antwerpse afdeling van de A.P.C. was de eerste die benzinepompen langs de grote wegen installeerde. De eerste vaste pomp werd in 1922 geplaatst. Het was een eenvoudige handpomp en de weggebruikers vulden vaak zelf hun benzinetank. De benzine werd verkocht onder de merknaam: Motocarline.
22
Maurice Speth en zijn echtgenote Alice Van Rycke kochten het domein Wolfsheuvel op 7 januari 1926 voor 2.000.000 franken van Edmond Aemilius Steyaert, houthandelaar uit Saint Ghislain. De verkoopakte werd opgesteld door notaris De Brauwer te Sint Pieters Leeuw. Het echtpaar kwam vervolgens wonen in het “Duffelaerhof”. Dit kasteel werd gebouwd door Josephus Mertens in 1912.
Steenbakkerij De eerste vaste benzinepomp werd in 1922 geplaatst.
Maurice huwde in 1923 met Alice Van Rycke (°27.01.1883 +10.10.1938) en ze woonden in Antwerpen, Frankrijklei 105. Ze hadden elkaar tijdens de Eerste Wereldoorlog leren kennen. Maurice was tijdens de oorlog gaan werken als vertaler in Folkestone om Antwerpen te ontvluchten. Tijdens die periode schreef hij een brief aan zijn (half)zus Alice waarin hij zei dat hij naar het front wilde gaan. Zijn zus heeft hem op andere gedachten kunnen brengen. Later is hij in Frankrijk terechtgekomen, waar hij Alice Van Rycke leerde kennen. Ze baatte er een kantine uit. Maurice wilde al eerder met haar trouwen, maar zijn vader Frédéric gaf daar geen toestemming voor. Hij vond dat zijn zoon niet met een meisje van “een ander niveau” kon trouwen. Vandaar dat het huwelijk pas voltrokken werd na het overlijden van zijn vader Frédéric.
Omdat er in de ondergrond de gepaste klei te vinden was, werd deze klei reeds op het einde van de 19e eeuw opgegraven. Vermoedelijk waren de oude steenovens bij de verkoop in 1926 buiten gebruik, maar Maurice Speth nam meteen het initiatief om een moderne steenbakkerij te bouwen. De steenbakkerij “het Geleg” heeft gedraaid van 1926 tot 1935, dus nog geen volle 10 jaar. Adriaan Brant was er meestergast.
Arbeidershuisjes In 1927 liet Speth twee bijna identieke arbeidershuizen bouwen langs de Kalmthoutsesteenweg.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
23
Het eerste huis stond aan de steenbakkerij en werd gebouwd met de bedoeling om er de meestergast van de steenbakkerij in te laten wonen. Na het faillissement van de steenbakkerij werd het huis bewoond door de familie Ribbens. De kinderen van de familie Ribbens werden door Mevrouw Speth maar al te graag in de watten gelegd. Eén van de kinderen zou later het leven laten toen hij verdronk in de kleiputten van de steenbakkerij. Het huis werd nadien nog bewoond door verschillende families maar is ondertussen afgebroken. Het tweede huis aan de Kalmthoutsesteenweg werd bewoond door “Keske den hovenier”. Aan dit huis was een grote moestuin verbonden én verwarmde serres. Hij moest het hele jaar door zorgen voor verse groenten voor meneer en mevrouw Speth. De mensen van Achterbroek konden bij hem ook terecht voor plantjes e.d. Sinds begin jaren ’70 wonen Jef Deckers en Maria Van Hooijdonk in het huis.
Het echtpaar Speth-Van Rycke in Achterbroek Maurice Speth verbouwde en vergrootte in 1929 het “Duffelaerhof”.
Hij en zijn vrouw Alice waren erg graag gezien in Achterbroek. Het was vooral Mevrouw Speth die zich inzette voor de armen en de zieken. Zo breide ze een heel jaar truien, mutsen en sjaals voor de arme mensen van het dorp, en ging ze bij hen op bezoek. Als ze wist dat er een kindje ging komen, dan zorgde zij ervoor dat ze alles in huis hadden voor de komst van de baby.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
Het echtpaar bekommerde zich eveneens om de zieke mensen. Zo was er in het dorp een ziek jongetje dat gezwellen had en regelmatig bestraald moest worden in Leuven. Ze stuurden dan hun chauffeur om de jongen met de auto naar Leuven te brengen. Norbert Scherjon, zoon van de conciërge en één van de diensters, beleefde een mooie kindertijd op het kasteel. Hij mocht met het echtpaar Speth mee op uitstap naar o.a. de watervallen van Coo. Het waren mooie herinneringen die Norbert altijd is blijven koesteren.
Mr. en Mevr. Speth stonden ervoor bekend een groot hart te hebben voor kinderen. Zo zorgden ze tijdens het kerstfeest, dat plaatsvond in de meisjesschool, voor een kerstboom en kerstcadeautjes. Voor alle kinderen van het dorp was er een mooi cadeau: een pop, een beer, een valieske, een timmerkoffer,… De kinderen uit de buurt werden nog meer verwend: de kinderen van de familie Ribbens die in het eerste arbeidershuisje op het domein woonden, mochten met Sinterklaas of Kerstmis naar het kasteel komen. De kinderen van de dagloners uit de Kapelstraat waren dan ook welkom. Ze moesten langs achter komen en ze kregen chocolademelk en koffiekoeken. De chauffeur moest hen nadien met de auto terug naar huis brengen want ze hadden zoveel speelgoed gekregen dat ze het niet meer konden dragen. Eén jaar was de groep kinderen nog groter. Er was een brand geweest in het bos en de buren hadden met man en macht het vuur bestreden. Als waardering voor die hulp, nodigde de familie Speth toen de kinderen van alle helpers uit.
24
Het domein in Lorcé en overlijden Rond 1925 kocht Maurice Speth een domein van ongeveer 300 ha in Lorcé (nabij Stavelot) waar hij vaak naartoe ging om te jagen.
Op 10 oktober 1938 stierf het echtpaar Speth-Van Rycke in een tragisch verkeersongeval in Kampenhout. Ze kwamen terug van hun verblijf in Lorcé toen het noodlot toesloeg. De verslagenheid in het dorp was erg groot.
Het echtpaar was kinderloos en zijn broer Jean-Frédéric Speth erfde het domein Wolfsheuvel. Hij verkocht het op 4 mei 1939 aan de Assurantie van de Belgische Boerenbond. In 1962 gaf de Boerenbond de opdracht om het “Duffelaerhof” af te breken. Dit tot groot ongenoegen van vele Achterbroekenaren.
De begrafenis van Mevrouw Speth vond plaats in de parochiekerk van Achterbroek op 13 oktober 1938. Mijnheer Speth zelf was protestant. Het echtpaar ligt begraven in het familiegraf op de begraafplaats van Kapellen.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
25
Bronnen: “Kalmthout te kijk”, Historisch en nostalgisch kijkboek, vorige edities van tijdschrift ’t Bruggeske, www.aukevisser.nl 75 jaar geschiedenis, boek “Notre famille et quelques souvenirs”, gesprekken met Max Osterrieth, Janny Scherjon en verschillende Achterbroekenaren. Foto’s en rouwbrief: J. Bernaerts, A. Beylemans, Heemkring Wesalia II, J. Scherjon, H. Francken, E. Simons, www.aukevisser.nl
Ook zou ik erg graag te weten komen waar Alice Van Rycke op de foto’s staat. Op deze gemaakt in Coo en Lorcé staat ze ongetwijfeld, maar wie het juist is, dat kon niemand me tot hiertoe zeggen. Hopelijk is er toch ergens iemand die haar gekend heeft en haar nog herkent. Zie ook bijgaande foto’s.
Oproep: Op verzoek van de inzendster van dit artikel volgende vragen: De naam “Keske den hovenier” is wel bekend in Achterbroek, maar kent iemand zijn échte naam? Wie woonde er oorspronkelijk in het arbeidershuisje aan de Kalmthoutsesteenweg? Iemand herinnerde zich de naam “Sacquet” en één van zijn (klein)zonen zou naar Kapellen zijn gaan wonen. Misschien kan ik via deze weg in contact komen met afstammelingen van deze man?
Informatie hierover kan u doorsturen naar de redactie van ’t Bruggeske: telefonisch: 03 664 63 22 of per e-mail: heemkringhoghescote@gmail.com
Wapenschild van de familie Speth.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
26
Rudi Staute en zijn Kapelse gedichten Roger Van den Bleeken Via het sociaal netwerk “Ge zijt van Kapellen als ge …” (op Facebook) en ons bestuurslid Linda Boudewijns kwam Hoghescote in contact met Rudi Staute, een geboren en getogen Kapellenaar (30.03.1959), die thans in Hoevenen woont. Toen hij ons zijn dichtbundel “Kapelse gedichten” bezorgde, waren we aangenaam verrast door de warmte en de liefde die deze gedichten uitstraalden voor zijn dorp Kapellen. Tijdens een gesprek leerden we Rudi beter kennen, we laten hem dan ook aan het woord. “Ik ben de kleinzoon van Louis van Mie Minnes, een volksfiguur van de Antwerpsesteenweg, en van Mina van Sus den Baas, een gekend figuur uit de Vierhoevenstraat in Putte. Tijdens mijn jeugd woonden wij een paar huizen voorbij de firma Buchmann en mijn ouders waren goed bevriend met Arthur, Jacky en ikzelf met Frank en An.
Ik liep school bij de broeders van Kapellen en later een jaar middelbaar in Sint-Lambertus te Ekeren, daarna het 2de observatiejaar en het 1ste oriëntatiejaar (autotechniek) in het Rito te Kapellen. Op mijn veertien ging ik werken zoals zoveel lotgenoten van toen. Ik kom uit een werkmansbroek waar het de gewoonte was om de kinderen vrijdag, zaterdag en zondag mee op café te nemen. Dat is geen pretje, heus niet, maar omdat ik altijd al een wijsneus was, legde ik mijn oor overal te luisteren. Dat leverde me tal van volkse caféverhalen op. De broederschool en mijn katholieke opvoeding zorgden voor de normen en waarden die, volgens mij, los van het religieuze zeer belangrijk zijn. Op mijn achttiende, en na veel zelfstudie, lukte ik in het toegangsexamen bij de Rijkswacht en begon aan mijn opleiding/scholing aan de Koninklijke Rijkswachtschool te Wilrijk. Ik ben altijd een trotse rijkswachter geweest maar ben me ook constant blijven bijscholen. Verkoop/marketing (reeds in 1975), TKO Antwerpen in 1991, CVO 1ste jaar assistent in de psychologie. In 2004, op 45-jarige leeftijd, begon ik aan de Universiteit Antwerpen de studie Filosofie waarin ik in 2008 mijn academische bachelor behaalde en vervolgens in 2009 als filosoof mijn master in de Visuele Cultuur. Kapellen heeft altijd een heel speciale plek in mijn hart ingenomen. Ik werd er geboren, liep er school, had er vrienden en familie, leerde er mijn vrouw kennen, ging er naar de cinema en wandelde er in het park. Ik deed er aan judo met Ludje Van Looy (Belgisch Kampioen) in het Houten Kot en later in de jongensschool en worstelde in worstelclub Olympus, de club die Jaak Van Den Bleeken (onze kampioen par excellence) stichtte. Onze trainer was toen de Kube (een gekend figuur) die ook Fonske Eysackers (toen verschillende keren Belgisch kampioen) onder zijn hoede had. In de Pancras heerste toen de Charel van de Pancras (een legende, een mythe).
Rudi op bezoek in de Hoeve Van Paesschen.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
Ik struinde over de markt, de handelsbeurs, stond vol bewondering bij ons mooi gemeentehuis, vol respect bij Louwke waar ik de bruidjes overgelukkig de trap zag afkomen, of ik zag de liefjes aan het
27
station hun 'soldaat' uitwuiven (hem overladend met kusjes), zag Jos en Irène van Den Hoorn, Irma en Simonne van ’t Vogelenkot. Jefke de melkboer, Flor van den taxi, Monneke de garde en af en toe Miss België ... Sinds een paar jaar schrijf ik stukjes op de Facebookpagina “Ge zijt van Kapellen als ge ...” die of die hebt gekend, dit of dat nog weet. Die pagina telt momenteel bijna 5000 leden en houdt de naam van Kapellen hoog, meer nog ze houdt de herinnering aan hoe het was in Kapellen levend en tegelijk kijkt ze vanuit het heden naar de toekomst van ons dorp”.
Tot daar Rudi Staute. Wij hopen dat zijn creatief enthousiasme nog vele Kapels getinte gedichten mag voortbrengen. Hierbij alvast enkele pareltjes uit zijn gedichtenbundel: “Kapelse gedichten”. Intussen is Rudi ingegaan op de vraag van voorzitter André De Vleeschouwer om geleidelijk aan samen met Roger Balbaert de voordrachten over Kapellen te verzorgen.
Met hart en ziel
Kapellen
'Ge zijt van Kapellen als ge... ' dat heel speciale gevoel hebt, als je het in je hart meedraagt, het samen met anderen schraagt.
Hoor de vogels, ruik de bloemen, voel je thuis, zie hoe mooi.
Je voelt gewoon waarom, het is meer dan een sfeer, 'Is het een hele eer meneer?' Met respect, dat denk ik wel.
Je leeft, zweeft ontspant tevreden, in het verleden, van je dorp.
Napoleon was ooit hier, en de gevreesde houten kar reed 'in den tijd' geregeld naar het Galgenveld.
Je snuift de geur op van toen, terwijl je nu, bent wie je werd, drentelend in Kapellen.
Waar de gestraften eindigden aan de galg, de kraaien cirkelen nog, als herinnering aan toen, boven die akelige plek.
Dat veranderde net als jij zelf. Is het anders, hoe anders? De tijd knibbelt en knabbelt aan alles en iedereen.
Er stonden hier kastelen. De dames en heren kozen voor Kapellen, juist omdat het een oase van rust was.
De toekomst wacht, het verleden lacht, het leven meandert, alles verandert.
Hart en ziel, daar gaat het om, zo weet je het, ervaar en voel je het, je snuift Kapellen op als Kapellenaar. Toen, nu, hier of daar, eender waar.
Behalve Kapellen in je hart!
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
28
Kerkrekeningen Sint-Jacobus Kapellen Jan Vanderhaeghe
In de loop van 2011, 2012, 2013 en 2015 publiceerden wij in ons tijdschrift gedeelten van een studie over de kerkrekeningen van de Sint-Jacobuskerk te Kapellen, zie de Bruggeskes 2011/2 – 2011/4 – 2012/1 2013/3 en 2015/4. We hervatten nu deze studie in het jaar 1758 op het tijdstip dat het interieur van de kerk zoals wij die thans kennen gemaakt en aangekocht werd.
1758 -1759 – In 1758 valt er niets te melden. In 1759 wordt een gift ontvangen van 200 gulden. Daarvoor worden twee gezongen jaargetijden voorzien. Deze gift is afkomstig van de juffrouwen Dympna Van De Leur, geestelijke dochter, en van Anna Catharina Van De Leur. De interesten op dit bedrag moeten naar de Tafel van de H.Geest. De kerk is toch ook nog duidelijk op zoek naar nieuwe inkomsten. Zo zullen de leden van de Sint-Sebastiaensgilde en die van de Colveniersgilde voor het onderhoud van hun altaren jaarlijks een bedrag van 4 gulden dienen te betalen, zoals bij contract wordt opgemaakt. (zie pag. 30) Er wordt héél wat aangekocht: - “vier kooperen geslaegen kandelaers” voor het hoogaltaar, 72 gulden. - Een rode kazuifel met “dobbel wit dameste cruys heeft met al sijne toebehoorten gekost ten minsten sestigh gulden”. - Een vergulde troon in het tabernakel. - Een kruis met voet voor het O. L. Vrouwaltaar. - Een kruis zonder voet voor het Sint-Sebastiaensaltaar, de laatste drie aankopen bedragen 43 gulden.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
- De beste antipendia (altaarkleden) worden gerepareerd voor 17 gulden. - Een missaal met verguld koperen sloten, 25 gulden. Dit alles wordt genoteerd “pro memorie”, maar er staat niet bij wie dit allemaal betaald heeft. Bij de uitgaven staat de kerk een lening toe aan de heerlijkheid van Kapellen van 600 gulden. En er worden 5.000 schaliën aangekocht die door Joannes De Bie, schaliedekker, gebruikt zullen worden voor het dekken van de oostzijde van het Sint-Sebastiaenskoor en een stuk van de sacristie. Schaliën, arbeidsloon en nagels kosten samen 132 gulden. Ook 14 el dubbele damasten stof, galonnen en lint, 12 el zijden kant worden gekocht voor 78 gulden, dienende voor het bekleden van de twee altaren. Achter het hoogkoor worden twee kasten gemaakt voor 21 gulden. Aan Francis Somers voor het herstellen van de preekstoel en het gestoelte, 16 gulden. Daar komen ook nog wat beeldhouwers aan te pas, want zij brengen een post “verteir” binnen voor 4 gulden. Behoorlijk veel als men weet dat de koster voor een héél jaar de kerk te schuren en het koperwerk te poetsen 7 gulden verdient. Het jaar sluit af met een negatief saldo van 140 gulden, dat door de pastoor voor één jaar voorgeschoten wordt. 1760-1761 – Nog eens 700 schaliën voor het herstellen van het dak door Joannes De Bie, 12 gulden arbeidsloon inbegrepen. Aan dezelve nog eens 18 gulden voor het herstel van de galmgaten van de toren.
29
De akte is ondertekend als volgt: Peeter Van Dennigum, “hooftman” die verklaart niet te kunnen schrijven en tekent met zijn handmerk, een kruisje. Peeter Schoveld, “ouderman” die zelf tekent. Ouderman is hier te verstaan als een senior lid van de gilde. Meester Matthijs Verbeeck, “coninck” die zelf tekent. Jan Verbanen, “deken” verklaart niet te kunnen schrijven en tekent met een kruisje. ’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
Joannes Van Dennigum, “deken” verklaart niet te kunnen schrijven en tekent met een kruisje. Jan Francis Rosenboom, “deken” in het jaar …, Jan Franciscus Besselers, “als brouwer tot Capellen” tekent zelf. Jan Maes, “ouderlic” verklaart niet te kunnen schrijven en tekent met een kruisje, maar hier is dat een behoorlijke vlek geworden. Het document was een bijlage aan de kerkrekening.
30
1762 – Bij deze kerkrekening hoort een testament. In 1761 heeft Christianus Bogaerts volgens “uitersten wille van sijne suster” gefondeerd een rente van 3 gulden per jaar op zijn akker gelegen in de “Willaerden onder Ettenhoven” groot 210 roeden. Daarvoor dient jaarlijks omtrent de 24ste oktober, de sterfdag van Anna Bogaerts, zijn zuster, het volgende te gebeuren: - vier missen ter requiem. - een zondagsgebed voor haar en twee van haar naaste afgestorven vrienden. - een altijd brandende flambeeuw. - deze flambeeuw moet het venerabel (de monstrans) in de processie vergezellen. 1763 – Een collecte in Kapellen, Ekeren en Ettenhoven dient tot medefinanciering van een orgel. De opbrengst bedraagt 76 gulden. Door verschillende personen, niet met naam genoemd, wordt een schilderij hetwelk de hemelvaart van O. L. Vrouw voorstelt, geschonken. Waarde: het schilderen, het doek, het raam en het inzetten, 55 gulden. Er wordt dus een orgel in de kerk geplaatst: daarvoor heeft men een oksaal nodig. Er worden bijgevolg 5.500 stenen, 17 zakken kalk, 230 “gelairesteen” aangekocht. Van de abdij van Tongerlo worden 6 bomen gekocht. Vele vaklui werken aan de opbouw van het oksaal: - Francis Van Staey, Willem Schepens en Lenaerd Segers, timmerwerk aan het oksaal. - Juffrouw Joanna Maria Cockelet levert de nagels. - Wynandus Van Hoydonck neemt het ijzerwerk voor zijn rekening. - Paulus Ommeganck zal de sieraden vergulden en de orgelkast opschuren. - Franciscus Somers bouwt het oksaal. Ook verzorgt hij het schrijn- en beeldhouwwerk.
’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
Aan materialen en werkuren kosten deze voorbereidende werken 728 gulden, inbegrepen de 13 gulden voor de dorstige vaklui. Het orgel zelf wordt gemaakt door Louis Delhay, orgelmaker in Antwerpen. De prijs van het orgel, met kast en blaasbalgen en door Louis in de kerk opgesteld, bedraagt 775 gulden. Er wordt 300 gulden onmiddellijk betaald, het saldo over 4 jaar, elk jaar een kwart. Aan Louis Delhay wordt bovendien nog een bedrag van 18 gulden betaald voor een reis naar Aalst om daar te gaan kijken naar een orgel dat te koop staat. De reis duurt 4 dagen. Er zijn nog bijkomende kosten: verf, olie, 2 stenen, ijzerdraad, slot met sleutel en een stoel voor de organist. 1764 – 1765 – 1766 - Enkel een gift van 102 gulden voor het orgel is te vermelden. Ook aan de uitgavekant valt niets speciaals te melden. In 1765 vertoont de kerkrekening een tekort van 157 gulden, tekort dat in 1766 wordt aangezuiverd. 1767 – een post die regelmatig terugkomt is het herstellen van het glas in de ramen, dit jaar bijvoorbeeld 51 gulden. De koster gaat op pensioen en krijgt daarvoor een pensioen van 10 gulden per jaar uit de kerkinkomsten. Hij moet daarvoor bij buitengewone diensten wel het orgel bespelen. Wordt vervolgd.
31
Allerlei Bestuur Hoghescote
Het archief van Hoghescote ontving de volgende schenkingen van: mevrouw Gilberte Rommens: plan verkaveling Merelhof. de heer Van Gheem: glasraam Kapellen. Kon. Heemkundige Kring van de Antwerpse Polder: pakket rouwprentjes. mevrouw Ingrid Van Wesenbeeck: foto Hoeve Van Paesschen. fam. Verbiest-Meeusen: akten en facturen huis in de Veldstraat. de heer Hugo De Hoon: boeken 75 jaar Kapellen 1996. de heer René De Ren: dossier fam. De Ren + wapenschilden. de heer Jos Peeters: pakket bidprentjes. Met dank van bestuur en leden van Hoghescote.
Vernieuwd ledenblad. Van onze leden kregen wij heel wat positieve reacties op de nieuwe kaft en de algemene presentatie van ons ledenblad. Ook de pers kon onze nieuwe aanpak waarderen en berichtte erover in het weekblad De Polder en enkele kranten samen met een foto van de fier lachende bestuursleden. Vanaf links: Etienne Vermeulen (secretaris), Roger Van den Bleeken (redactie), André De Vleeschouwer (voorzitter) en Jan Ingelbrecht (bestuurslid).
Volgende data te noteren in uw agenda: Donderdag 17 maart 2016 – 20 uur – Hoeve Van Paesschen. Voordracht “Persoonsgebonden straatnamen in Kapellen” – volgeboekt. Zaterdag 9 april 2016 – Brunch in De Jachthoorn – zie pag. 8. Zaterdag 21 mei 2016 – Bezoek Centraal Station Antwerpen – zie pag. 6. Zondag 5 juni 2016 – Wandeling Berchem – zie pag. 7. Zaterdag 27 augustus 2016 - Jaarlijkse daguitstap. Programma in voorbereiding, meer in ’t Bruggeske van 1 juni. ’t Bruggeske 48ste jaargang – maart 2016 – nummer 1
32
BOUWBEDRIJF J. VALCKENBORGH Starrenhoflaan, 5 - 2950 Kapellen Tel. 03/660.14.20 www.valckenborgh.be Algemene aannemingen – eigen schrijnwerkerij – keuken- en interieurinrichting. Immo Lioen cvba - Lioen nv Thijs Lion Verzekeringen & Vastgoed Stationsstraat 2 2950 Kapellen tel : 03/660.05.55 fax : 03/660.05.50 gsm : 0477/36.69.05
Voetzentrum bvba
Erkend orthopedist Chr. Pallemansstraat 4 - 2950 Kapellen tel : 03/664 84 25 fax : 03/605 21 93 info@voetcentrum.be www.voetcentrum.be Voetanalyse – Steunzolen – Voetverzorging – Manicure – Massage – Steun- en aderspatkousen
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT ’T BRUGGESKE HEEMKRING HOGHESCOTE VZW. ESSENHOUTSTRAAT 59 2950 KAPELLEN AFGIFTEKANTOOR: KAPELLEN 1 P 806083
COPY
SERVICE
BELGIË BELGIQUE P.B. 2950 KAPELLEN 1
BC 30832
CENTER
KOPIES Inbinden Plastificeren Printen Kleurkopieën DORPSSTRAAT 50 - KAPELLEN 2950 TEL: 03.605.42.67 e-mail: copyservicecenter@skynet.be