't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
't Bruggeske driemaandelijks tijdschrift van de Culturele Kring " Hoghescote v.z.w “ te Kapellen. Zetel: Parkweg 2 - 2950 Kapellen - tel: 03.664.57.22. 32e jaargang - nummer 4 1 december 2000. _________________________________________________________________________________
In dit nummer... - Bladwijzer - Lidgeld voor het jaar 2001 - Initiatie-voordracht " Speuren naar je voorouders" - Een pluim op de hoed - Jaarlijks banket 2001 - Estaminets in de Kapelsestraat 1900 - 2000 - Het Kapelse echtpaar Hansez - Fester maakt eerste luchtvaartverbinding Antwerpen - Leopoldstad - Bezoek aan twee Antwerpse musea op 25/2/2001 - Een ietwat ongewoon beroep in Kapellen! 'Bijzondere wachters' - Genealogische sprokkels rond een familie Hermans te Kapellen - Mededeling - Driedaagse in mei 2001 met Hoghescote
117 118 118 119 - 121 121 122 - 125 126 - 140 140 141 - 146 147 - 151 151 152
Iedere auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van de door hem ondertekende bijdrage. _________________________________________________________________________________ Verantwoordelijke uitgever: Balbaert Roger - Parkweg 2 - 2950 Kapellen. 03.664.57.22. Kaftontwerp: T. Hanssens. Redactie: Eikvarenlaan 19 - 2950 Kapellen – Tel: 03.605.50.86. 2000 - Copyright "Culturele Kring Hoghescote v.z.w" Kapellen. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, gereproduceerd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
De Culturele Kring "Hoghescote v.z.w" werd opgericht op 23 december 1968. Zetel : Parkweg 2 - 2950 Kapellen.
__________________________________________________________________________ ’t Bruggeske verschijnt 4 maal per jaar. Deze nummers kan men bekomen voor 400,-Bef en u is dan abonnee van ‘Hoghescote v.z.w’. Voornoemd bedrag kan worden overgeschreven op rekening nummer 413-7205071-65 op naam van ‘Culturele Kring Hoghescote v.z.w.’ – Parkweg 2 – 2950 Kapellen. Losse nummers van ’t Bruggeske, voor zover nog voorradig 120,-Bef. _________________________________________________________________________________
117
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Lidgeld voor het jaar 2001. BESTE LEDEN, Het magische jaar twee duizend loopt alweer teneinde en een nieuw beloftevol jaar met tal van evenementen kondigt zich weer aan. Het afgelopen jaar was voor Hoghescote een bruisend jaar met activiteiten waarin iedereen zijn gading kon vinden. Er waren: tentoonstellingen, daguitstappen, een weekend in de Eifel, het buffet, een bezoek aan de Kapelse begraafplaats en meer. Zoals jullie ook gemerkt hebben is ons verenigingsblad, 't Bruggeske, in een nieuw kleedje gestoken en vooral de kwaliteit van de foto's is aanmerkelijk verbeterd. Bovendien zijn wij nog steeds bezig met de uitbouw van Indoka - Inlichtingen - en documentatiecentrum Kapellen. Dit alles veroorzaakt ook kosten en daar het lidgeld sinds 1993 ongewijzigd is gebleven heeft het bestuur op zijn vergadering van 26 september besloten om het lidgeld met 50 BEF per jaar te verhogen, zodat het gewone lidmaatschap 400 BEF en het erelidmaatschap 750 BEF bedraagt. Wij hopen op jullie begrip voor deze beslissing en voegen hierbij alvast een blanco overschrijvingsformulier waarmee het bedrag kan overgemaakt worden. Met onze hartelijke dank en de beste wensen voor het nieuwe jaar. Voor het bestuur. Secretaris/penningmeester. - R. Van den Bleeken.
Initiatie voordracht...
"Speuren naar je voorouders" door Jan Vanderhaeghe. Op deze avond kun je kennis maken met een passionele hobby. Je krijgt antwoord op een aantal vragen zoals: - hoe begin ik aan een stamboom? - welk zijn de eerste stappen? - wat komt er allemaal bij kijken? - hoe ver kan ik geraken? - kan ik een familiegeschiedenis schrijven? - waar vind ik de nodige gegevens? Een en ander wordt je duidelijk op deze avond, met uitgebreid documentatiemateriaal (overhead projectie). Op 25 januari 2001 om 20 uur in "De Oude Pastorij" Dorpsstraat 45 - Kapellen Toegang voor leden van Hoghescote:gratis.
118
Niet leden: 100,- BEF.
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Een pluim op de hoed... verdienen al onze Hoghescote-bestuursleden! Met z’n allen hebben wij een reusachtige foto tentoonstelling gerealiseerd. En ze mocht er zijn! Dat was zo af te lezen van het gelaat van de Duizend zeshonderd drieënveertig bezoekers die wij op onze tentoonstelling mochten begroeten.
Heldere en duidelijke foto’s, goed geordend, die de tijdsgeest weergaven die door de bezoekers werd herkend, met klare onderschriften, goed zichtbaar dankzij de verlichting van tientallen lampen. (Foutje: een aantal foto’s werden te hoog geplaatst zodat deze moeilijk te bekijken waren voor sommige bezoekers. Wij zullen uit dit “mankement” onze lessen trekken!) Wij danken deze talrijke enthousiaste aanwezigheid aan een aantal factoren: een aantal van de foto’s werden ons bezorgd door onze leden zelf. Hierdoor bekwamen wij een tentoonstelling “uit het leven gegrepen”. Daarenboven hebben wij een beroep kunnen doen op het fotomateriaal van enkele families die door de jaren heen in Kapellen een rol hebben gespeeld. Zo hebben de families Ketelaars en Blankers ons veel tentoonstellingsmateriaal uitgeleend. Ook de jeugdbewegingen werden door ons in de kijker geplaatst dankzij de hulp van de vroegere leiders zowel van K.A.J als SCOUTS. Wij kregen zelfs foto’s van Ludo Joosen die ons daarvoor uit het “verre WILDERT” kwam bevoorraden. 119
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Daarenboven heeft Hoghescote-voorzitter Roger Balbaert door de jaren heen een enorme keuze aan fotomateriaal verzameld. Ook uit die hoek werden de nodige foto’s aangevoerd. En dan waren er onze Hoghescote bestuursleden die gedurende gans de periode op post waren om U te begeleiden, informatie te geven, de gewenste uitleg te verstrekken. Hoedje af voor deze Dames en Heren. Ge moet het toch maar doen en het kon soms flink vermoeiend zijn.
Ook de ruimte die wij van de directie van PROMENADE ter beschikking kregen was ideaal. Reeds meerdere malen hebben wij met Promenade samengewerkt om een bepaalde activiteit in een vrije ruimte te kunnen realiseren. Steeds was er niet alleen de bereidheid maar ook werd - daar waar nodig – vanwege het Promenade management daadwerkelijke hulp verleend om de tentoonstellingsplaats zo optimaal mogelijk in orde te krijgen. Dank daarvoor. Het verleden kan soms hard zijn. Een dame vertelde mij op de tentoonstelling dat zij twee markante figuren op de tentoon-gestelde foto’s herkende, figuren die haar steeds bijgebleven zijn. Toen zij zich met haar man in 1942 in Kapellen vestigde ontmoette zij, tijdens een verkenningswandeling, een vrouw die honderduit over Kapellen vertelde. Deze vrouw bleek in de Statiestraat een café te bezitten. Het was de – in Kapellen zeer bekende - FIEN HERMANS. Haar tweede ontmoeting was met een jongere vrouw die haar in tranen vertelde dat zopas haar kindje overleden was tengevolge van een ontstoken appendicitis. Bij gebrek aan medicijnen stierf haar 6 – jarig dochtertje aan deze blindendarmontsteking. Tijdens dit gesprek besefte ik dat het hier mijn moeder betrof die mijn ouder zusje – Hélène – op die manier verloren had…. 120
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Om te sluiten: onze actie is voor 100 % geslaagd. Een dergelijke tentoonstelling zal niet alle jaren plaats grijpen. Er wordt teveel energie gevraagd om zoiets “op poten te zetten” en ook de belangstelling zou afzwakken. Wat wij wel moeten doen is verder gaan met “THEMA” tentoonstellingen. Wij beschikken over voldoende materiaal om bv. klasfoto’s uit de jaren “stillekes” te tonen, of een tentoonstelling over de jeugd-bewegingen te organiseren, of over de voetbalclubs… Wij (= de mannen/vrouwen van Hoghescote) zullen doorgaan. Enthousiasme genoeg. Een ledental dat steeds stijgt is het beste bewijs van onze inzet en kunde. En onderwerpen: met al ons materiaal kunnen wij nog 100 jaar voortgaan! Wie gaat er mee? Jef HERMAN Een dankbare project verantwoordelijke. November 2000
Op verzoek van de directies van “ZONNEWENDE” en “CEDERHOF” werd het volledige tentoonstellingsmateriaal overgebracht naar de bovenvermelde lokalen. Ook hier was de interesse fenomenaal en wij kregen zowel van de bewoners en hun bezoekers als van de directie alle lof toegezwaaid. Als dàt geen schot midden in de roos was!!! De foto's bij het relaas 'Een pluim op de hoed' zijn van Jan Vanderhaeghe en Rik Berkhof.
__________________________________________________________________________________________
!
JAARLIJKS BANKET -
Plaats: salons Dennenburg, Graaf H. Cornetlaan, 6 - Kapellen. Datum: zaterdag 17 maart 2001 met aanvang 18.30 uur stipt MENU: Aperitief Gerookte boereham met garnituur Tomatensoep Sorbet Cordon bleu met erwtjes en kroketten Chocoladeschuim Koffie Wij zorgen voor sfeer, gemoedelijkheid, lekkere spijzen, een gezellige kwis met mooie prijzen. Gelieve uw deelname te bevestigen door storting van 800 Bef per persoon op rekening nummer 413 - 7205071 - 65 van de Culturele Kring Hoghescote v.z.w. Kapellen met vermelding " Banket 2001" en zulks vóór 1 maart 2001.
121
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Estaminets in de Kapelsestraat, voor de periode 1900-2000. In aansluiting op het artikel over de herbergen en café's in Putte (zie 't Bruggeske nr 3 van september 2000), volgt hierna een bondige beschrijving van de "staminées" in de Kapelsestraat en dit voor de periode van 1900 tot 2000. Voorbij café "De Veehandel" van Peer Verboven, op de hoek van de Waterstraat, had Frans Van Dooren tegenover de Middelbeek (momenteel Home Philippe Speth), zijn estaminet ''t Hondje'. In deze drankzaak was in het begin van de eeuw het lokaal gevestigd van de Noordsche Veloclub en de Noordsche F.C.. Frans Van Dooren was de stamvader van vele latere cafébazen en -bazinnen uit de Kapelsestraat. Tot in de vijftiger jaren is deze zaak nog uitgebaat geworden door Witte Stroobants en echtgenote Marie De Beuckelaer. In de richting van Kapellen-Centrum hebben we vervolgens het heden nog bestaande estaminet 'In 't Huis ten Halve'. De noordelijke buurtgemeenschap van de Kapelsestraat wordt naar de naam van deze herberg "Thuistenhalven" genoemd. Servaas Luyckx, de schoonbroer van Frans Van Dooren (Frans was met de zuster van Servaas getrouwd) heeft daar staminée gehouden tot rond de eeuwwisseling (1900) en werd dan opgevolgd door Louis Heymans, beter gekend als Louis van Geerten, en later door diens broer Rik Van Geerten. Hier was "den bureau" van de duivenbond gevestigd. In die tijd moesten de duivenmelkers de prijskampringen van de aangekomen duiven in een ijzeren potje steken waarmee dan naar "den bureau" werd gelopen waar de bestatiging plaats had. Wanneer de prijskamp was afgelopen, werd de "constateur" naar het lokaal van de duivenbond in Putte gebracht. Nadat rond de dertiger jaren Louis Nagels en Zulma daar nog enkele jaren staminée en winkel hebben gehouden, hebben Nellis Calluy en Marie Lommers daar gedurende jaren achter de tapkast gestaan. De laatste tijd zijn de uitbaters meer mensen, vreemd aan onze Kapelse gemeenschap. Naast 'Het Huis ten Halve', in het vroegere huis van "De Pront", had Peer Van Dooren (zoon van Frans) zijn herberg met een franstalige benaming 'Café de la Poste'. Die benaming was een gevolg van het feit dat er tegen de gevel een bus hing om brieven te posten. Later is Peer Calluy daar nog uitbater geweest.
Café 'In 't Huis Ten Halven'.
(Foto F. Hoelen - Verzamelig J.L.)
122
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Om de hoek van de huidige Pelgrimstraat was de herberg 'In de Pelgrim' van Trien van Laezen gelegen. Het is naar aanleiding van de benaming van deze herberg dat de kleine woonkern in die veldweg "De Pelgrim" werd genoemd, om later, in 1946, officieel de Pelgrimstraat te worden. Bij Trien was toendertijd "de scheerschool" gevestigd. Vroeger schoren de mannen zich maar éénmaal per week. Iedere zaterdagavond was er bij Trien een specialist-scheerder bij wie de mannen uit de buurt zich konden laten scheren. En terwijl de mannen hun beurt moesten afwachten, zaten ze in 't café gezellig te kaarten en te babbelen. Na Trien is Louis Van den Bleeken (vader van Jan Van den Bleeken) de laatste staminéebaas van deze herberg geweest. Enkele meters verder verbouwde Louis Nagels in het midden der dertiger jaren zijn burgerswoning om tot café 'De Welkom'. Gedurende meer dan 20 jaar (1946-1967) is dit café het lokaal geweest van Noorse V.V. Toen Rik van Zundert de zaak overnam, wijzigde hij de benaming in café 'De Noorse'.
Café Welkom (Fotograaf niet gekend -Verzameling J.L.)
Nadat Fien van Dooren, gehuwd met Mus Somers, nog enkele jaren thuis bij vader Frans had ingewoond, bouwde zij zelf een café enkele meters voorbij de Mertensstraat en gaf het eveneens de naam 'Het Hondje'. Als kleine jongen oefende dit café op ons een magische aantrekkingskracht uit omwille van de vele palmen die tegen de muur waren opgehangen. De zoon, "Word Somers" was in de late twintiger jaren een van de beste juniors uit de streek. Toen Eduard Janssens (Ede van Bel Maas) voor de oorlog de zaak overnam, veranderde hij de naam in café 'De Vrede'. Louis Van Linden en Lucienne Vereecke maakten er later 'Het Heideroosje' van om uiteindelijk zijn bestaan als café te beëindigen onder de naam 'De Telstar'. Tegenover het vroegere voetbalterrein van Noorse V.V. opende Jaak Wouters (Jaap de Jip) kort voor de tweede wereldoorlog zijn café 'De Sportvriend'. Zijn echtgenote, Wiske Somers, was een dochter van Fien en kleindochter van Frans Van Dooren. Sedert meerdere jaren is deze zaak stopgezet. Naast de boerderij van Michel De Schutter was er als laatste van de noorderkant de herberg 'In Transvaal' bij Jef Jaspers (in de volksmond Jef Kruipin). In die tijd, min of meer centraal gelegen in de woonkernen van de Kapelsestraat, was hier "den bureau" voor de duivenliefhebbers die meespeelden op de verre drachten van "Den Buitenbond". Bij deze prijskampen moest niet alleen de ring maar ook de duif mee naar "den bureau" worden gebracht. 123
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Een neutrale waarnemer uit een ander dorp noteerde de tijd van aankomst en de ringnummer terwijl de duif in een kevie werd gezet die in "den bureau" was opgesteld. Dit alles om betwistingen te vermijden en tegencontroles te vergemakkelijken. Destijds was Kapellen veel minder bewoond en de vele onbebouwde gronden hadden een plaatsnaam zoals "De Staar", "De Prop", "De Cijnshoek", "Den Hellemond", enz. Zo noemde men de plaats waar de kerk en de pastorij in de Kapelsestraat gebouwd zijn "Den Hond". De staminée juist hier voorbij droeg dan ook de naam 'In den Hond' en de waardin kende men niet anders dan "Bet uit den Hond". Kort na de eeuwwisseling stopte Bet met haar drankzaak. Later zou het huis omgebouwd worden tot een villa met de welluidende naam "Villa Roza". Op de hoek van de Bessemstraat was er de herberg 'De Ster' van Peer Somers (vader van Mus Somers). Na Peer hebben hier Rik Van Leuven en echtgenote Net Janssens (in de volksmond Net Maas) gedurende jaren (tot 1940) de klanten bediend. Voor de duivenliefhebbers van de zuidkant van de Kapelsestraat was daar een loopbureel van de duivenbond voorzien. Daar was tevens de vereniging van het schijvenspel gevestigd (zie 't Brugggeske nr 3 - september 1999 - jg 31). Dit spel werd niet in het café maar buiten op de werf naast het café beoefend. 'De Ster' was bovendien ook nog het lokaal van de Sint Jozefskring, een onderlinge ziekenkas van de christen democraten. Wanneer de zondagvoormiddag aan de voorgevel een groene vlag buiten hing betekende dit dat de afgevaardigde van de Sint Jozefskring daar zitting hield.
Café Zoeten inval.
(Foto Hoelen - Verzameling J.L.)
Op de hoek van de Blokjesweg was kantonier Machielsen de uitbater van de herberg 'In de Afspanning'. De vrachtrijders (de bodens van Essen en Kalmthout op Antwerpen) hielden er halte om hun paarden te laten eten en drinken. Vandaar de ringen in de muur om de paarden aan vast te legggen. Sarre Van Dooren (zoon van Frans) heeft later de zaak overgenomen. Toen Piet Huygens na de eerste wereldoorlog de opvolger werd van Sarre, veranderde hij de benaming in café 'De Zoeten Inval'. Hadden er vroeger buiten voor het café voeder- en drinkbakken gestaan voor de paarden, dan liet Pier er, met de opkomst van de moto's en de auto's, een benzinepomp aanbrengen.
124
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Na de tweede wereldoorlog werd Odiel Vereecke er lokaalhouder, later opgevolgd door zijn dochter Lucienne die haar zaak de naam gaf van café 'Blokjesweg'. Waar heden de kleuterschool is, stond honderd jaar geleden tegen de straat de herberg van Ammelieke Somers. In haar eerste huwelijk was Ammelieke getrouwd met Jan Van den Bleeken en in haar tweede met Pol De Beuckelaer. Naast de kleuterschool werd er voor de parochiegemeenschap in het domein Starrenhof, een parochiehuis gebouwd. Door het verdwijnen van de parochie van de Kapelsestraat heeft het parochiehuis zijn functie verloren en bestaat het nu verder als café onder de benaming 'Starrenhof '. Estaminet 'In den Nieuwen Buiten' (Fotograaf niet gekend - Verz J. L.)
Voor 1900 was de grond vanaf de Blokjesweg tot aan de Geuzenhoek eigendom van de familie Geelhand en men noemde dat stuk "De Cijnshoek". Toen de heer Geelhand hiervan een gedeelte te koop stelde kocht Fons Van Dooren (zoon van Frans) hiervan een pand om er een café op te bouwen. En met Kapellen-kermis van het jaar 1900 opende hij op de hoek van de huidige Dennenburgdreef zijn splinternieuw estaminet 'In den Nieuwen Buiten'. Na zijn dood werd de uitbating door zijn dochter "Lewis" verder gezet. Heden is daar het restaurant "De Griffier" gevestigd. Dit waren de estaminets uit de Kapelsestraat waar het volk samen kwam om bier en jenever te drinken, te babbelen, te biljarten en te kaarten, of om ton, vogelpik en met de schijven te gooien. Alleen het estaminet 'Het Huis ten Halve' heeft als café de tijden overleefd. Jos Lathouwers. ___________________________________________________________
125
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Het Kapelse echtpaar Hansez-Fester maakt de eerste luchtvaartverbinding tussen Antwerpen en Leopoldstad. Wij leven momenteel in een supersonische tijd en kunnen ons niet voorstellen voor welke enorme moeilijheden de pioniers van de luchtvaart zich bevonden tijdens de beginperiode van de ontwikkeling van het vliegtuig. Zij gingen geen enkele uitdaging uit de weg, zij namen soms al dan niet berekende risico's om hun grenzen te verleggen. Wij gaan op reis naar Amerika, China en Zuid Afrika en wij staan er niet meer bij stil dat de eerste luchtvaartverbinding, in 1934, tussen Antwerpen en Leopoldstad (1) in het toenmalige Belgisch Congo vier dagen en half duurde. Gezien deze unieke prestatie geleverd werd door het Kapelse echtpaar Hansez-Fester willen wij U deze gebeurtenissen niet onthouden. Het door iedereen gekende Wolvenbosch, tussen 1919 en 1921 ontworpen en gebouwd door de Antwerpse architect Smekens, was de woonplaats van de familie Robert FesterGood. Het echtpaar had 2 dochters, namelijk Alice Julia Good en Marie Louise Good. Voor dit artikel zullen wij ons vooral bezig houden met mevrouw Marie Louise Good die geboren werd te Antwerpen op 1 februari 1911. Zij trad op 7 september 1931 in het huwelijk met de heer Hansez Roger Guy. Op 9 augustus 1939 zal zij onze gemeente verlaten en verhuizen naar Steenokkerzeel op het kasteel Mussenbosch. Foto 1. Dhr en mevr Hansez - Fester.
Het kasteel Wolvenbosch was op dat ogenblik reeds in het bezit gekomen van de neef van de familie Fester-Good, de heer baron Paul Georges Kronacher, die bij KB van 18 maart 1940 de toelating verkregen had om zijn naam Kronacher te vervangen door Kronacker. (2) De echtgenoten Guy Hansez-Fester waren zeer gekend in de Belgische luchtvaartkringen en ook in het buitenland. Alhoewel de heer Hansez, beheerder van de Antwerp Aviation Club, slechts 2 jaar zijn brevet als sportvlieger bezat, terwijl zijn vrouw een ervaren luchtvaartster werd was hij, met de Gentse vlieger Hanet een der weinigen, die met zijn persoonlijk toestel herhaaldelijk in het buitenland en ook in andere werelddelen vertoefde. In 1933 nam hij deel aan de rally naar Algerije en Marokko en onderscheidde hij zich bij acrobatische vluchten te Casablanca. In Afrika legde hij reeds zowat 5.000 km af, waaronder vluchten over woestijngebieden. Te Warschau was hij de eerste bij de landingswedstrijd en te Ca誰ro, bij een vlucht over de Egyptische oasis, was hij tweede in een snelheidswedstrijd. In totaal telde hij, voor zijn vertrek naar Belgisch Kongo, zowat 650 vlieguren of ongeveer 100.000 km. De vliegers Hansez ondernamen de vlucht met hun oud toestel, een Fox Moth, ingeschreven als OO-ENC, dat reeds 400 uren in de lucht vertoefde en pas in Engeland opgeknapt werd. Het was voorzien van een Gipsy-motor van 130 paarden en kon een snelheid ontwikkelen van 200 km per uur. De gewone uursnelheid bedroeg 170 km. Alhoewel het toestel een actieradius bezat van 1.500 km, werd op de tocht naar Afrika toch nooit meer dan 900 km afgelegd zonder tussenlanding. Het vliegtuig was met de beste boordtoestellen uitgerust. 126
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
De vliegers bezaten geen radiotoestel, maar hun kompas was zeker te betrouwen zodat er bij dag en bij nacht kon gevlogen worden. (3)
Foto 2. De rood-zilveren vogel waarmede het echtpaar Hansez hun vlucht naar Congo en terug maakte.
Dank zij een tip van mevrouw Kronacker zijn wij via de familie Ibens uit Kapellen in het bezit gekomen van een kopie van het dagboek van de historische vlucht Antwerpen-Leopoldstad (1) door het jonge Kapelse echtpaar.(4) Voor de leden van Hoghescote zullen wij een korte samenvatting geven van dit boek zodat wij samen met de piloot en zijn echtgenote opnieuw de vele moeilijkheden kunnen zien opduiken en de practische oplossingen die zij er voor gevonden hebben. Het boek zelf werd in het franse taal geschreven door mevrouw Marie Louise Fester. Op de eerste bladzijde schrijft zij heel nedering dat haar echtgenoot en zijzelf de luchtvaart slechts als een liefhebberij beoefenden en dat zij, als jong gezin, onmogelijk alleen konden instaan voor het bekostigen van de enorme sommen die de expeditie zou meebrengen. Denken zij alleen maar aan de benzine, de olie, de verzekeringen en de wisselstukken. 1934...ons land ging nog gebukt onder de gevolgen van de enorme economische crisis van de jaren 1930. Bij Vadertje-Staat konden zij dan ook niet aankloppen omdat, uit reden van besparing, alle kredieten voor de luchtverbindingen BelgiĂŤ-Belgisch Congo geblokkeerd werden. Op 23 maart 1934 vermeldt een overgelukkige mevrouw Good dat de vlucht uiteindelijk dan toch 's anderendaags zal kunnen starten dank zij de hulp van 2 leden van de Antwerp Aviaton Club en een vriend die absoluut anoniem wilden blijven. Het kleine vliegtuigje wordt zoveel mogelijk volgepropt met benzine zodat de actieradius van het toestel uitgebreid werd tot 1.700 km. Het echtpaar was op alles voorbereid en wij zien dat in de cockpit gedacht was aan een reserveschroef voor het vliegtuig en verschillende wisselstukken voor de motor. Er werd zelfs rekening gehouden met zandstormen in de Saharawoestijn en daarom werden zakken, koorden en spaden meegenomen om ook dan het hoofd te kunnen bieden aan de natuurelementen. Men dacht er aan om bij een opstekende zandstorm de zakken snel te vullen met zand en deze te bevestigen aan de vleugels zodat het vliegtuig (hopelijk) geĂŻmmobiliseerd zou kunnen worden. Niet alleen aan de materiĂŤle kant van de zaak werd de nodige aandacht geschonken. Voor de piloot en de co-piloot werd uiteraard voldoende water en mondvoorraad voor verschillende dagen opgeslagen. Om zich tijdens de tussenlandingen zo nodig te kunnen verdedigen tegen eventuele overvallers werd tussen de bagage ook een Mausergeweer, een bijl en een revolver met vele lichtkogels voorzien. Natuurlijk werden ook de nodige insecticiden en muskietnetten niet vergeten. Aldus beschermd tegen de natuurelementen, de mensen, de dieren en de insecten werd de avonturentocht aangevat op 24 maart 1934 op het vliegveld van Deurne. Omstreeks 4 uur 's morgens werd het rode vliegtuig uit de loods gereden. Buiten was het betrekkelijk koud en een dikke mistlaag had zich over de velden verspreid. 127
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Haastig werden nog 3 postzakken ingeladen, 2 voor Leopoldstad (1) en 1 voor Boma. Op de startbaan werd het vliegtuigje voorgereden door verschillende auto's die met hun grote koplichten de te volgen weg verlichtten. Vele vrienden hadden er aan gehouden om het Kapelse echtpaar een goede vlucht te wensen. Omstreeks 4u30 verliet het vliegtuig de vaste grond en werd koers gezet naar het zuiden.
Foto 3. Ook postzakken worden meegenomen.
Na een half uur vliegen verbeterde het weer en begon de mist op te trekken zodat de piloot kon laten noteren dat hij Reims zeer duidelijk kon zien liggen en herkennen. Door de minder goede weersomstandigheden was het vliegtuig ongeveer 15 km afgeweken van de voorziene vlucht zodat nu een eerste correctie kon uitgevoerd worden. In Toulouse werd een eerste tussenlanding, zoals gepland, uitgevoerd. Deze tussenlanding was nodig om bij te tanken zodat met een gerust gemoed de tocht over de Pyreneeën kon aangevat worden. Gezien er in Spanje weinig herkenningspunten vermeld stonden op de meegenomen kaarten had de piloot gedacht om doodeenvoudig de kustlijn te volgen. Gezien het buitengewoon schitterende weer werd dit plan verlaten en werd rechtstreeks via Barcelona naar Tarragone om dan te landen in Alicante voor een eerste overnachting. Uiteraard werd op 25 maart reeds vroeg in de ochtend het prachtige Alicante verlaten om de oversteek van de Middellandse Zee aan te vatten. Een beetje beangstigend... meer dan 200 km vliegen over een groot wateroppervlak zonder enig herkenningspunt. Pas rond 6u30 kon de controletoren van Alicante een radioverbinding met Oran tot stand brengen en werd gemeld dat de geplande route veilig was. In Oran zelf werd geen tussenlanding gemaakt. Omdat het personeel zo vriendelijk was geweest om 's morgens hen een goede reis te wensen werd zeer laag gevlogen boven de hangar van het vliegveld van Oran zodat mevrouw Hansez-Fester een dankbrief naar beneden werpen met o.m. het bericht: "Prière signaler notre passage à Oran. Continuons directement sur Colomb-Béchar". Boven het Atlasgebergte hing weer een vervelende mist die het zicht ernstig belemmerde. Gezien de ruime voorraad benzine besloot de heer Hansez om toch verder te vliegen. In het slechtste geval kon nog altijd beslist worden om terug te keren naar Oran. 128
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Kaart van de vlucht Antwerpen - Leopoldstad (1) - Antwerpen.
Het geluk was echter voor de koene pioniers. Boven de Sahara verdween de mist en kon de majestueuze woestijnvlakte bewonderd worden. Spoedig werd de volgende tussenhalte van Colomb-BĂŠchar bereikt, enkele witte huisjes in een oneindige zandvlakte. Op dit kleine vliegveldje maakten onze Belgische bemanning kennis met de (toenmalige) zeer bekende kapitein-piloot Paulaxy. Na het verorberen van een snelle hap werd opnieuw opgestegen, richting Reggan. Na een korte tijd werd het plaatsje Kersaz overvlogen waar bij de terugkeer andere Kapelse families Laurencin en Stampe de Kapelse luchtvaartpioniers zouden verwelkomen. Gelukkig werd de eentonige zandvlakte vlug onderbroken en wuifden de palmbomen van de oase Reggan ter verwelkoming. Enkele Arabieren hielpen bij het vastleggen van het vliegtuigje zodat een eventuele zandstorm geen rem zou zetten op de verdere vlucht. De dag van 26 maart beloofde de moeilijkste dag te worden van de ganse onderneming. Mevrouw Hansez-Fester vermeldt in haar dagboek dat de hitte in het toestel deed denken aan een gloeiende oven. Tijdens de ochtenduren kon men nog de zandweg volgen tot Gao. 129
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Voor alle veiligheid hadden onze Kapellenaren een verzekering afgesloten met de Transsahara Compagnie voor technische hulp en depannage ingeval van een noodlanding in de woestijn. In de polis stond eenvoudig vermeld dat de opsporingen zouden starten indien 48 na het vertrek uit Reggan het vliegtuig nog niet zou toegekomen zijn in Gao, op voorwaarde dat tijdens de vlucht altijd de zandweg zou gevolgd worden door de woestijn. Het volgen van de weg werd gemakkelijk gemaakt door het plaatsen, om de 10 km, van grote witte stenen. Kort na het opstijgen nam de wind in kracht toe zodat de snelheid van het vliegtuig zienderogen begon af te nemen. Aan de wegmarkering nr. 52 begon het te regenen en verminderde de zichtbaarheid. Na het overschrijden van de grens tussen AlgeriĂŤ en Mali werd vastgesteld dat het aantal wegmarkeringen verminderde en dat de bestaande aanduidingen kleiner waren en minder duidelijk geplaatst. Ondertussen was ook de temperatuur terug zeer hoog opgelopen. Niettegenstaande een zeer grote oplettendheid werd er toch enkele malen min of meer verloren gevlogen en diende men rechtsomkeer te maken om de zandweg door de woestijn terug te vinden. De oase van Tabankort werd plotseling opgemerkt zodat vlug uitgerekend werd dat de afstand tot Gao nog slechts 200 km bedroeg. Hevige donderslagen en een gutsende regen verwelkomden de Kapelse gasten. Na een korte rustpauze werd opnieuw het luchtruim verkozen voor de laatste 450 km. Deze afstand werd betrekkelijk gemakkelijk overbrugd omdat men voortdurend de Niger als leidraad kon volgen. Het vliegen werd bemoeilijkt door hevige rukwinden en gutsende regenbuien. Gelukkig was het vliegtuig stevig gebouwd zodat zonder brokstukken Niamey bereikt werd. In het hotel stond de heer Hansez voor een verrassing. Hij vond in de badkamer een pad. Bij navraag bleek dit diertje daar geplaatst te zijn geweest voor het vangen van de kakkerlakken en de schorpioenen. Een overheerlijk avondmaal nadien maakte echter alles weer goed en deed de moeilijkheden van de voorbije dag vervagen. De bedden voor het nachtverblijf waren achteraan in de tuin van het hotel geplaatst en werden degelijk afgeschermd met grote muskietennetten. De volgende dag liep de wekker af om 4 uur in de morgen. Zonder weemoed werd afscheid genomen van Niamey. Kort na het opstijgen kon opnieuw de route van de Niger gevolgd worden. Na een korte tussenlanding in Ilorin, een onmogelijk klein dorpje in NigeriĂŤ, werd koers gezet naar Douala in Kameroen. Na het vullen van de benzinetanks werd opnieuw gestart voor een vlucht van 950 km. Volgens de locale meteorologen zou ernstig rekening moeten gehouden worden met zware tornado's. Onmiddellijk na het opstijgen werden uitgestrekte wouden overvlogen. Volgens de routeplanning diende men naast de Kameroenberg te vliegen...en toch kon men deze zeer hoge berg niet vinden. Na enige tijd rondgevlogen te hebben werd de Fernando-Po-berg (3.000 meter hoogte) opgemerkt en werd nadien betrekkelijk gemakkelijk Douala bereikt zonder verdere problemen, waar zij ontvangen werden door de gouverneur van de regio. Douala was een klein maar prachtig stadje, dicht bij de zee gelegen zodat van een heerlijk klimaat kon genoten worden. Maar toch...'s anderendaags, 28 maart, lag het stadje 's morgens in een dikke mist ondergedompeld. Na het opstijgen begon het bovendien nog te regenen en toch werd Libreville zeer spoedig bereikt waar zij zeer charmant opgewacht werden door de Franse gouverneur. De Belgische consul, alhoewel hij op de hoogte was van hun komst, liet op zich wachten en was bovendien helemaal niet vriendelijk voor zijn landgenoten. Spoedig werd opnieuw opgestegen, ditmaal rechtstreeks naar Boma waar de meegebracht postzak diende gedeponeerd te worden. En dit woord was dan ook letterlijk op te nemen. 130
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Gezien de uiterst slechte weersomstandigheden werd de postzak in Boma gewoon door het raam geworpen. Uit beleefdheid had mevrouw Hansez-Fester wel een etiket aan de zak opgehangen met de melding " Continuons sur Léo, prière prévenir et faire allumer feux". Normaal moest de slotfase van de onderneming gemakkelijk verlopen. Na Boma volgde onmiddellijk Matadi en vanaf dan moest men eenvoudig de spoorlijn volgen tot in Leopoldstad. De toekomst zou uitwijzen dat de laatste loodjes altijd het zwaarst wegen. Even voorbij Matadi stak een hevige tornado op, een hevige tropische storm. De heer Hansez minderde de hoogte en voortaan werd nog amper boven de bomen gevlogen. Voortdurend werd het woud verlicht door hevige bliksemschichten en ook de regen nam in alle hevigheid toe. Volledig uitgeput werd omstreeks 17u30 Leopoldstad bereikt. De door de heer Hansez afgeschoten lichtkogel werd beantwoord met het verlichten van een driehoek...eindelijk het vliegplein van Leopoldstad. Het personeel van Sabena-Afrika en een zeer talrijk publiek zorgden voor een hartelijke ontvangst. Met de wagen werden de Kapelse avonturiers overgebracht naar de woning van de advocaat en mevrouw Jeanty die hen uitgenodigd hadden voor een kort verblijf in hun prachtige residentie. 's Avonds bij de champagne bekende de heer Orta, chef van SabenaAfrika dat hij nooit geloofd had dat de onderneming zou lukken...en toch kon het jonge echtpaar overgelukkig via de telefoon hun aankomst melden aan hun ouders in Kapellen. Aan de gebouwen van de Antwerp Aviation Club in Deurne wapperden de feestvlagggen. In Leopoldstad zelf mochten de heer en mevrouw Hansez een gelukwenstelegram ontvangen van de heer Forthomme, minister van Verkeerswezen met de tekst: "Ter gelegenheid van de behouden aankomst in Congo, van heer en mevrouw Hansez. Alle gelukwensen voor bewonderenswaardig geslaagde tocht met volkomen regelmaat".
Foto 4. Ontvangst bij Gouverneur Tilkens in Leopoldstad. (1)
Ook de heer Tschoffen, minister van Koloniën zond een telegram met de woorden: "Mijn hartelijke gelukwensen voor het prachtig succes dat het Belgisch vliegwezen tot eer strekt". 30 maart 1934 was een volledige (welverdiende) rustdag voor de piloot en de copiloot. Na de middag werd evenwel toch terug opgestegen, zij het maar voor een vluchtje van amper 2 minuten. 131
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Men besloot eenvoudig de Congostroom over te steken om een bezoekje te brengen aan de militaire overheid van Brazzaville. Als dank voor de prachtige ontvangst geeft de heer Hansez een demonstratie in luchtacrobatie. De terugkeer naar Leopoldstad liep echter niet van een leien dakje. Daar het gras op het vliegplein van Brazzaville waarschijnlijk in nog geen weken afgereden werd was het onmogelijk om met 4 personen tegelijkertijd op te stijgen. De heer Hansez was daarom genoodzaakt om 3 maal over en weer te vliegen tussen Brazzaville en Leopoldstad om al zijn medepassagiers behouden terug naar Belgisch Congo over te brengen. 31 maart 1934 was voorbehouden voor de officiĂŤle contacten met de locale en de Belgische overheden. 's Morgens werd een ontbijt aangeboden door generaal Tilkens en 's avonds werden de heer en mevrouw Hansez-Fester geĂŻnterviewd door de INR en Belradio. De heer Hansez sprak voor de micro van de Koloniale Persdienst de volgende woorden uit: "Het is niet zonder moeite dat wij de regelmatigheid van ons uurrooster hebben kunnen volhouden. Wij hebben geen enkele dag gehad die volmaakt te noemen is in kwestie der weergesteltenis en dit vanaf ons vertrek uit Antwerpen. Nochtans was de maandag onze zwaarste dag toen we de Tanezrouft overvlogen. Een sterke rechte wind gaf ons vertraging en dwong ons de voorziene route lichtelijk te wijzigen. Van de andere kant bracht deze wervelwind ware zandwolken teweeg waardoor we de piste die we te volgen hadden en die het enige richtsnoer waren in deze opeenvolging van duinen en rotsen, op sommige ogenblikken geheel uit het oog verloren. Het was met een ware verlichting dat we na die lastige overtocht Bidon 5 bereikt hebben. Ondanks deze grote moeilijkheden zijn we op onze voorziene tijdsruimte kunnen behouden, buiten dan een kleine wijziging op dinsdag, toen we de kust van Lagos bereikten, dus een weinig ten westen van de vooraf bepaalde plaats. In de laatste etappe hebben we ook kennis gemaakt met een hevige wervelwind. Voor een nieuweling in tropische vluchten was het nogal indrukwekkend. We hebben het er gelukkig goed afgebracht door onze voorzichtigheid en tevens door ons geduld want onze vlucht werd hierdoor vertraagd en wij bereikten dan ook Leopoldstad eerst laat in de avond. Onze innigste dank gaat vooreerst aan deze die ons in alle opzichten geholpen hebben en onze Franse vrienden dienen eerst genoemd te worden, zowel militaire als burgerlijke overheden die alles in het werk gesteld hebben om ons kort verblijf op Frans Afrikaanse bodem zo aangenaam mogelijk te maken. Wij hopen dat de koerier die wij te Boma overboord geworpen hebben niet te veel zal geleden hebben in haar val op het vliegveld van deze plaats. Wij zijn uiterst gelukkig om het gul onthaal dat ons hier te beurt viel en wij hopen dinsdagmorgen terug te vertrekken. De postzak die wij zullen medenemen is nogal omvangrijk en wij zullen de middelen moeten onderzoeken om deze gedurende de vlucht te rangschikken. Onze terugtocht zal geschieden langs het Tsjaadmeer om ons in de gelegenheid te stellen een nieuwe weg te bestuderen". (5) De Belgische luisteraars konden voornoemd interview beluisteren op 31 maart 1934 tussen 19u45 en 20 uur via Brussel, Franse uitzending. Tijdens de volgende dagen werd intensief gebruik gemaakt van de gastvrijheid en de relaties van de heer Jeanty om in een ontspannen sfeer Leopoldstad en de prachtige omgeving te leren kennen. Achtereenvolgens werd een bezoek gebracht aan een waterval en aan een klein dorpje van inlanders. Een boottocht op de Congostroom en een jacht op krokodillen mocht uiteraard niet ontbreken op het programma. Mooie liedjes duren echter niet lang en op 3 april 1934 werd de (lange) terugtocht naar BelgiĂŤ aangevat. Met aan boord ongeveer 15 kg post werd, onder een massale belangstelling, afscheid genomen en vertrok het piepkleine vliegtuigje richting Coquilhatstad. De route was volledig uitgestippeld door Sabena en als volledig veilig opgegeven omdat op verschillende plaatsen kleine vlakten waren voorzien in het oerwoud zodat ten allen tijde een noodlanding zou kunnen gemaakt worden.
132
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
In Coquilhatstad werd nog een postzak meegenomen voor het vaderland en onmiddellijk werd verder gevlogen tot Bangui, de hoofdstad van de Centraal Afrikaanse Republiek en tevens het einddoel van de dag, waar zij plechtig werden ontvangen door de locale plaatscommandant. Op 4 april was slechts een korte trip van hooguit 600 km voorzien. Van Bangui werd in één trek doorgevlogen tot Fort-Archambault (Sarth) juist over de grens tussen de Centraal Afrikaanse Republiek en Tsjaad. Dit stadje telde in 1934 reeds meer dan 10.000 inwoners. Op uitnodiging van de heer Canonne, een fransman, wonende in Tsjaad, werd deelgenomen aan een jachtpartij maar vooral werden er veel foto's gemaakt van de prachtige natuur. Vroeg in de ochtend werd Sarth verlaten met Kano in Nigeria als bestemming. Tijdens het begin van de vlucht werd eenvoudig de Chari rivier gevolgd tot in Fort Lamy waar een tussenlanding werd gemaakt om bij te tanken. Boven het Tsjaad meer was het zicht practisch nul ingevolge een hevige zandstorm. De heer Hansez besliste om hoger te stijgen tot meer dan 1.500 meter om minder hinder te hebben van het overal indringende zand. In Kano werd het echtpaar verwelkomd door luitenant Neuray van een Belgische expeditie voor de auto's Brondeel. 6 april 1934 werd volledig gebruikt om een bezoek te brengen aan Kano, de grootste West-afrikaanse steden waar ongeveer 250.000 inlanders samen wonen met gemiddeld 500.000 nomaden. In de voormiddag werd een bezoek gebracht aan de inlandse wijken. Vooral de inlandse markt maakte een grote indruk op mevrouw HansezFester, evenals de grote moskee en het paleis van de emir. Uiteraard werd er ook een bezoek gebracht aan het personeel van Brondeel, de gastheren, die natuurlijk gebruikt maken van de unieke gelegen-heid om snel enkele brieven voor België mee te geven met de onverwachte luchtpost. Op 7 april 1934 werd zeer vroeg in de ochtend opgestegen in Kano, vooral met het oog om de gloeiende middagzon zo veel mogelijk te vermijden.
< Foto 5. Landing in de brousse te Sanga.
Na een korte tussenlanding in Maidari waren er enkele problemen omdat de kaarten niet overeenstemden met de locale omstandigheden. Na een klein half uurtje rondtoeren werden opnieuw de op de kaart vermelde herkenningspunten teruggevonden. Gelukkig kon nu gedurende enkele uren de Niger gevolgd worden want opnieuw waren de vluchtkaarten zeer onvolledig, maar weldra betekende Goa een blij weerzien. In tegenstelling met de heenreis waren ditmaal de weergoden volledig aan de zijde van onze Kapelse pioniers. Een ongekende luxe op hun ontdekkingstocht was zeker de halve dag vrijaf om het stadje te verkennen. 133
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Het overvliegen van de Saharawoestijn stond opnieuw op het programma. Daarom werd de leuze "De ochtendstond heeft goud in de mond" stipt opgevolgd en voor het opkomen van de zon waren onze Kapellenaren reeds vertrokken. Slechts even werd de nodige tijd genomen om bij te tanken in Bidon 5 en dan ... hop naar Reggan dat bereikt werd na een vlucht van 8 uur. Bij hun aankomst ontvingen zij een telegram van hun vrienden Laurencin en Stampe met de vermelding "Zijn in Beni-Abbes. Wanneer komen jullie" waarop onmiddellijk triomfantelijk werd gemeld dat zij 's anderendaags te 21 uur op de verwelkoming zouden zijn, wat hen inderdaad ook nog lukten. Vermelden wij nog dat de vrienden Laurencin en Stampe speciaal uit BelgiÍ waren overgekomen met hun vliegtuig om vanaf Beni-Abbes het echtpaar Hansez-Fester te begeleiden tot hun terugkeer in Deurne. De Antwerp Aviation Club werd reeds telegrafisch verwittigd dat de beide vliegtuigen mochten verwacht worden omstreeks 15 uur. Vanaf Beni-Abbes kon verder gevlogen worden met zich uitsluitend toe te vertrouwen op het kompas. Ook de wind zat mee zodat de snelheid kon opgevoerd worden tot 200 km per uur. In Oran werd amper 1 uur genomen om bij te tanken en even uit te blazen, waarna Afrika verlaten werd. Het oversteken van de Middellandse Zee betekende geen hindernis meer en weldra werd de laatste tussenstop, Toulouse, bereikt. Op 11 april, de laatste dag van de historische vlucht, kon ook weer geprofiteerd worden van de sterke rugwind zodat opnieuw een uursnelheid van 200 km kon aangehouden worden. Nog snel even enkele postzakken afleveren in Le Bourget en dan vlug vertrekken, richting Antwerpen. Weldra werd Compiègne bereikt, dan Senlis, de FransBelgische grens, Brussel. Even voor Antwerpen kwam nog een derde vliegtuig, bestuurd door vader Stampe, de piloten tegemoet gevlogen. Zonder enige problemen werden de vliegtuigen neergezet op het vliegplein waar een enorme massa volk klaar stond voor de verwelko-ming. Van de aankomst van het echtpaar werd een rechtstreekse uitzending verzorgd door het NIR en dit zowel via het nederlandstalig als het franstalig kanaal. Om onze lezers opnieuw in de sfeer van destijds te brengen geven wij hierna het relaas weer zoals de verslaggever van Gazet van Antwerpen dit meemaakte in het jaar 1934. (6) Foto 6. Burgemeester C. Huysmans begroet Dhr en Mevr Hansez bij hun terugkeer te Antwerpen.
De Congotocht der echtenoten Hansez. De Rode Vogel keert weer van de Evenaar. De geestdriftige ontvangst te Antwerpen. Een enige dag in de Belgische luchtvaartgeschiedenis. Strak staat de reeds warme lentezon te blinken in een wit doorwolken hemel. Die blauwe lucht met de donzige wolken houdt een belofte in en de ogen van honderden peilen de eindeloze diepte er van. 134
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Een heerlijke dag, een feestdag. Telegrammen zijn naar Antwerpen gevlogen door de ijle aether, langs telefoondraden hebben korte mededelingen gezoemd, de radio heeft het door onze stille kamers geroepen, de dagbladen hebben het met dikke letters tussen hun kolommen gedrukt en iedereen weet het - de echtgenoten Hansez keren weer vandaag uit Congo. Er is een blijde stemming gekomen over alle die maar een beetje belang stellen in de luchtvaart - en dat zijn er velen - en dat kleine beetje angst dat ondanks het grote vertrouwen, dat men in het koene echtpaar stelde, toch in een verborgen hoekje van ieders hart school, die de vlucht volgde, smolt als sneeuw voor de lentezon. De berichten volgden zich op, tenslotte de mededeling "Uit Parijs vertrokken". En dan zijn allen die maar een beetje tijd hadden uit hun huizen gekomen en zij hebben de weg ingeslagen naar de vlieghaven. De overrompeling van de trams. Een Antwerpenaar heeft een overwinning behaald en elke Antwerpenaar voelt een beetje van de roem op zich neerstralen. Het is een grote dag voor de Belgische luchtvaart, een grote dag voor de Antwerp Aviation Club en een grote eer voor heel Antwerpen. Ieder die kon wilde naar de vlieghaven gaan om de glorierijke weerkomst te zien. En de ongelukkige tram 16 kon de mensen niet meer slikken. Als trossen bijen hingen ze aan de zwoegende tram en aan alle halten stonden teleurgestelde mensen de ene tram na de andere af te wachten zonder de minste kans te krijgen een plaatsje te bemachtigen, tot er andere trams ingelegd werden. Auto's snorren langs de straten naar de vlieghaven en fietsen spoeden zich er heen. Wanneer wij dichter de vlieghaven naderen zien wij reeds een dikke menigte wandelaars.
Foto 7. Even een moeilijk kwartiertje voor de micro's.
De volksmassa is geweldig. Langs de afspanning van het vliegveld zien we tot heel ver de mensen staan en voor het gebouw staan dikke rijen auto's en er is een verward geroezemoes van stemmen. Op het vliegveld ziet het zwart van officiĂŤle personen, genodigden en vrienden van de vliegeniers. Op de platte daken van het gebouw zijn schoolkinderen opeengedrongen en vrolijk wapperen kleine vlagjes in de lucht. 135
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Er heerst een opgewekte stemming. De leden van de Antwerp Aviation Club lopen met een trotse glimlach op hun gelaat rond en de genodigden staan in groepjes bijeen te praten. Van tijd tot tijd staart iemand naar de klok waarop de wijzers al te langzaam naar het bepaalde uur kruipen en onophoudelijk zien de mensen in de lucht of er tenminste nog niet een heel klein stipje van het verwachte vliegtuig te zien zal zijn. Wijd ligt het groene veld gereed om de rode vogel te ontvangen. Het was een donkere mistige nacht toen de tocht begonnen werd; donker en mistig als de toekomst die voor de koene vlieger gereed lag. Blij en lachend is nu de zon, één zijn de mensen die de mist die over de tocht hing, dag na dag hebben zien optrekken, tot er deze blijde zonnedag van weerzien uit geboren werd. Hier is een nieuw contact geboren met de oerwouden aan de evenaar. Vijf dagen liggen hier tussen onze koele streken en de verzengende tropenzon. Ginder aan de haven liggen weken geschoven tussen moederland en kolonie; hier is het maar een sprong, een zweefvlucht van 5 dagen. Hier springt de rode vogel op en de aarde schuift er onder weg, vijf korte dagen. Een Antwerpenaar heeft de sprong gewaagd en wij hebben hem achterna gestaard, hem en zijn moedige vrouw, en nu staan wij hier uit te kijken tot wij hem in de verte zullen zien opdagen. Drie ure...Zo zijn de minuten voorbij gekropen. Het is nog een paar minuten voor drie en dan opeens klinkt een licht gebrom in de strakke lucht, halzen rekken zich, verrekijkers worden op de hemel gericht en een stip daagt op in de verte. Ronkend nadert de stip en 2 vliegtuigen maken zich los, ze scheren over het veld en dan, terwijl de ogen nog gericht zijn op de voorbijsnorrende machienen, is een rode vogel ronkend boven het veld gekomen. Vlagjes wuiven, zakdoeken wapperen boven omhooggerichte hoofden, handen worden opgestoken en een gejuich stijgt op. Drie uur juist. Trillend is de rode vogel op het groene veld neergezonken en daar staat hij nu, na de reuzensprong. Nietig lijkt het vliegtuig, waarvan de aluminium delen fonkelen in het strakke licht. En de mensen spoeden er zich heen. Allen willen het eerst bij het vliegtuig zijn. Daar zijn de familieleden van de heer en mevrouw Hansez, met een onuitsprekelijk geluk op hun gelaat getekend, daar zijn de leden van de Antwerp Aviation Club, die terecht iets van deze kranige prestatie op hun club voelen afstralen, daar zijn de vertegenwoordigers van Sabena, officieren van de luchtmacht, de vertegenwoordigers van de minister van verkeer, die zelf weerhouden was, de heren Henry, cabinetsoverste, Tondeur, Huysmans burgemeester van Antwerpen, Verrept, Eekeleers en Baelde, schepenen. Er heerst een kort ogenblik van een onbeschrijflijke verwarring. Allen krioelen dooreen, maar kunnen het vliegtuig, waarvan de schroef nog draait, maar naderen langs achter. Gendarmen trachten tevergeefs een beetje orde te scheppen, trouwens, zijzelf zijn door de geestdrift een beetje aangestoken en trachten ook een goed plaatsje te bemachtigen. Persfotografen belegeren het vliegtuig, een operateur van een filmmaatschappij wil de mensen overreden, een beetje plaats te maken, maar de enige bekommernis is het echtpaar van dicht bij te zien, en, als het kan, eens even de hand te drukken. Journalisten met een wuivend notaboekje en een potlood in de hand, dringen zich tussen de mensen om ergens dichtbij het plaatsje te veroveren dat het beroep voorschrijft; en officiële mensen hebben alle mogelijke werk de gelegenheidsboeketten van fraaie bloemen te beschermen tegen de duwende armen. Nog altijd juichen de mensen, als de slanke gestalte van de heer Hansez uit het vliegtuig opduikt. 136
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Lachend ziet zijn gebruind gelaat over de vele geestdriftige vrienden, naar de spontane menigte, die de stad heeft verlaten om hem te zien weerkeren, en die hem een hartelijk welkom toeroept. Handen steken op naar hem, en hij heeft waarlijk zijn handen vol om ze allemaal te drukken. Zijn broeder omhelst hem, familieleden hebben hem eindelijk weten te benaderen en zien met trotse ogen naar hem op. Zij zijn terug, het waagstuk is volbracht. De vliegenier stapt uit, nieuwe bekenden komen naar hem toe, en voor zijn echtgenote nog maar de kans heeft gehad om uit te stijgen, worden reeds prachtige orchideeën neergelegd op de vleugels van het toestel. Haar vader snelt op zijn dochter toe en omarmt haar innig. En dan stapt ook mevrouw Hansez uit en beide staan daar glimlachend naar de mensen te zien, alsof er niets gebeurd is. Langs alle kanten worden nu bloemen aangedragen, en tenslotte slaagt men er in een ruimte vrij te maken rond de vliegers. Een kort welkomwoord werd door de burgemeester van Antwerpen uitgesproken. In de salons van de Antwerp Aviation Club, op de 2 de verdieping van het gebouw der luchthaven, had dan de officiële ontvangst plaats der kranige vliegers. Midden de kring der talrijke vrienden, piloten, familieleden en overheidspersonen, was het eerst de beurt aan de heer Max Orban om hun de welkomsgroet toe te sturen. De heer Max Orban, voorzitter der Antwerp Aviation Club, richt zich tot Guy Hansez en zijn kranige dame en zegt hoe zij in dienst van het land deze grote prestatie hebben verwezenlijkt, waartoe alleen Hansez in staat is geweest. "Met mannen als gij is het mogelijk zulke plannen te volbrengen. Gij ging; velen hebben met U gespot, doch gij hebt overwonnen. Gij hebt de weg aangeduid; wij zullen volgen en wij zullen U steunen. Wij wensen U geluk om uw groot succes". De heer Henry, cabinetsoverste, vertegenwoordigend de heer Forthomme, minister van vervoer, zegde, na Guy Hansez zijn felicitaties te hebben aangeboden: "Wij kenden uw grote bekwaamheid als piloot. Wij waren zeker van uw overwinning. Namens het ministerie van vervoer wens ik U van harte geluk". De heer Tondeur, namens de minister van Koloniën, wenst Hansez geluk en ook zijn lieve dame, die voor een heel groot deel het succes van haar man te delen heeft. Hij drukt zijn grote bewondering uit om de schitterende verwezenlijking, door hen beiden bekomen. Dan is het de beurt aan de heer Cam. Huysmans, burgemeester van Antwerpen. Na zijn gelukwensen te hebben overgemaakt, meent heer Huysmans dat hij iets meer mag zeggen, als niet behorend tot de regering, iets meer dan wat de vertegenwoordigers gezegd hebben. De piloten hebben iets bereikt dat tot hiertoe nog niet officieël werd bereikt. Gij hebt, zo zegt hij, de verbinding vastgelegd tussen Antwerpen en de Kolonie. Die grootse daad werd verwezenlijkt door de jonge man die voor ons staat en door de kranige vrouw die we kunnen betitelen als "technisch adviseur". Uw voorbeeld moet gevolgd worden. De regering moet U helpen. Een prachtig voorbeeld werd hier gesteld dat, in de komende tijden, door velen zal nagevolgd worden. Waar de regering niet gelukt is en de Antwerp Aviation Club wel, hoop ik dat de regering dit erkennen zal. Hij reikt dan de heer Hansez dezes jeugdfoto over, die hij in Brussel eens van een vriend ontving. Het is wel niet veel, maar 't is de intentie die telt. Er wordt dan door de aanwezigen een glas gedronken op de gezondheid van het kranige echtpaar en de Antwerp Aviation Club. Ook aan de heer postoverste van Brussel, die de vliegers in hun onderneming heeft bijgestaan, wordt hulde gebracht. Het officieël gedeelte der ontvangst is dan afgelopen, doch lang nog blijven de vrienden het echtpaar omringen en het is voor de Antwerp Aviation Club een harer schoonste en schitterendste dagen geworden". 137
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
De reeks vieringen was uiteraard nog niet ten einde. Zo werd door het bestuur van de Antwerp Aviation Club een lunch aangeboden in het Century Hotel, en dit in een echt gezellige atmosfeer en daarenboven in een vriendelijk en mooi kader, met aan de tafels alleen vrienden en intiemen van het gehuldigde echtpaar. Aan de eretafel werden zij omringd door de burgemeester en mevrouw Huysmans, de heer Castiaux, afgevaardigde van het ministerie, de heer en mevrouw Robert Fester, voorzitter van de Antwerp Aviation Club, de heer Hansez, vader van de jonge vliegenier, de heer Max Orban, uittredend voorzitter der Antwerp Aviation Club, de heer J. Van der Voort, ondervoorzitter van de club, P. Schellemans, secretaris, Carlos Meerbergen, schatbewaarder en Rex Newman, feestbestuurder; verder de heer en mevrouw Prosper Prits, heer en mevrouw R. Lambeau, Eurique Mistler, W. Janssens, allen leden van de beheerraad van de club. Verder bemerkten wij nog de heren L. Stampe, De Weerdt, Emile Wirtz, Ruys, heer en mevrouw Jacobs, heer en mevrouw Laurencin, heer en mevrouw Mossly, de heer Scheldeman, studieoverste van de luchthaven, de heer Bertin, bestuurder van Sabena, de heer Van Nuyen, voorzitter van de aeroclub; Commander C. Evan Thomas, Hertog d'Ursel en Feron van de vliegclub van Brussel, enz., enz.
Foto 8. Dhr Guy Hansez plaatst zijn handtekening in het Gulden boek van de stad Antwerpen. Op de rug gezien: C. Huysmans, links Mevr. G. Hansez.
Het was de heer Robert Fester die de eerste heildronk instelde op de heer en mevrouw Hansez. Zijn dank ging tot al de aanwezige overheidspersonen en hij hoopte dat men van hogerhand steeds evenveel en zelfs meer belangstelling zou koesteren voor het vliegwezen. De sympathieke feestbestuurder die Rex Newman heette, wist dan de grote gebeurtenis van deze dag voor ogen te brengen en noemde de geslaagde Congovlucht de bekroning van een reeks voorafgaande vluchten door Guy Hansez en zijn dame verwezenlijkt. Hij herinnerde er terloops aan hoe het dag aan dag een jaar geleden was dat hij samen met hen in Noord Afrika had gevlogen. Het succes van deze tocht, zo besloot de spreker, berust vooral op uw voorafgaande studie en de voorbereidingen van uw tocht. En het is dit vooral dat we in U bewonderen. Spreker overhandigde dan aan de gevierden een prachtige zilveren schaal waarin de vermelding van hun prestatie gegraveerd stond. 138
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Namen nog het woord, de heer P. Prist, die hun de schaal van het hoogste record der Antwerp Aviation Club plechtig overhandigde. Namens zijn club schonk de heer Van Migem hem de gouden medaille. De heer Castiaux, namens het ministerie, kon niets brengen dan woorden van gelukwensen, want wij beschikken, zo zegde de spreker, ongelukkig niet over de nodige steunfondsen. Hij voegde er echter zijn persoonlijke gelukwensen op een hartelijke wijze aan toe en koesterde de hoop dat het vliegend echtpaar het niet bij deze prestatie zou laten. Mevrouw Guy Hansez, op geestige en roerende wijze, zegde dan hoezeer de gebrachte hulde haar en haar man getroffen had. Aan allen zegde zij haar dank. En zo, vermelden de annalen, de lunch verliep voorts in een hartelijke stemming. (7) Uiteraard mocht ook Kapellen niet achterblijven bij de vieringen van dit koene echtpaar uit wereldberoemde echtpaar uit hun gemeente. Tussen Zilverenhoek en de barreel werd rond 14u30 een optocht gevormd waaraan niet minder dan 46 volksmaatschappijen deel namen en bestaande uit alle schakeringen zonder onderscheid van enige politieke kleur. De vier muziekkorpsen waren ook op post. Om 14u30 stipt werd het echtpaar Hansez-Fester onder een praalboog door het inrichtend comitĂŠ ontvangen en zette de machtige stoet zich in beweging, onder het spelen van blijde stapmarsen, terwijl 2 vliegtuigen, bestuurd door de heren Stampe en Laurencin, de optocht overvlogen.
Foto 9. De ontvangst van Dhr en Mevr Hansez door de bevolking te Kapellen.
Doorheen een grote schaar toeschouwers trok men naar het gemeentehuis waar de ontvangst plaats had. Bij hun intrede werden de gehuldigden hartelijk toegejuicht. Onder de genodigden op het gemeentehuis werden opgemerkt: vader Hansez, Henri Fester, grootvader, de heer en mevrouw Robert Fester, ouders van mevrouw Hansez. Het gemeentebestuur was vertegenwoordigd door de heer Speth, burgemeester, Dammen en De Backer, schepenen, Jacobs, Marien, Stokmans, Andre, De Rooy, Meeus en Heylaerts, raadsleden. De heer Lucas, voorzitter van het inrichtend comitĂŠ, richtte zich alsdan tot de gehuldigden en maakte aan de echtelingen Hansez de lof over namens al de Kapelse maatschappijen. Namens die verenigingen overhandigde hij het vliegerspaar een koperen miniatuur vliegtuig waar op de vleugels gegraveerd stond "Aangeboden aan de echtelingen Hansez-Fester der Cappelsche maatschappijen ter gelegenheid hunner prachtige vlucht Antwerpen-Congo". Bij dit geschenk werd een sierlijk adres gevoegd, vermeldende de namen der 46 deelnemende maatschappijen der gemeente. Daarna kwam burgemeester Speth aan het woord, die op zijn beurt de prachtige prestatie roemde en hij bood namens het gemeentebestuur aan mevrouw Hansez een prachtige korf bloemen aan en tevens de gelukwensen van het gemeentebestuur. 139
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Mevrouw Hansez dankte daarna in enkele woorden in het Nederlands de Kapelse bevolking voor deze mooie huldiging en zij verontschuldigde haar echtgenoot die nog niet voldoende de Nederlandse taal beheerste. De heer Hansez dankte daarna, in het Frans, zichtbaar ontroerd. Op een leuke wijze verhaalde hij dan bondig hoe de reis verlopen was. Ten slotte zegde de sympathieke vlieger dat hij zeer graag in het Nederlands zou geantwoord hebben doch als Waal was het hem onmogelijk de Kapelse bevolking in haar eigen taal te kunnen bedanken, vooral voor zulke gulhartige ontvangst van Vlamingen, omdat ze hem als Waal tot één van de hunnen rekenden. De stoet trok dan verder naar het Wolvenbosch, eigendom van de heer Fester, waar de bevolking op het daar aangelegde vliegplein, de kleine Fox Moth kon bezichtigen, waarmede de heer en mevrouw Hansez-Fester de lange rit Antwerpen-Congo verwezenlijkt hebben. Door een zestal vliegers werden enkele vluchten met allerlei acrobatische toeren gedaan onder belangstelling van duizenden toeschouwers. De Sint Sebastiaansgilde kwam dan de feestviering sluiten met oude dansen uit te voeren op het vliegplein. Deze spontane massa betoging ter ere van de heer en mevrouw Hansez-Fester besloot met een intieme ontvangst ten huize van de heer Robert Fester.(8) Noten en verwijzingen: (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)
Nu Kinshasa. Paul Arren: Kastelen in Kapellen, blz. 32 en 33. Gazet van Antwerpen 24 maart 1934. Marie Louise Hansez-Fester: La première liaison Anvers-Léopoldville en quatre jours et demi. Les Editions du Parc - 40, av Quinten - Matsys, Anvers. 1936. Gazet van Antwerpen 31 maart 1934. Gazet van Antwerpen 12 april 1934. Gazet van Antwerpen 23 april 1934. Polder en Kempen 29 april 1934. De foto's nrs 1, 2 en 9 komen uit Zondagsvriend 5e jg nr 17 van 29 april 1934. De foto's nrs 3, 4, 5, 6, 7 en 8 bij dit relaas zijn van de familie Hansez-Fester. Roger Balbaert.
Op 25 februari 2001 bezoeken wij twee Antwerpse musea. Wat doet een mens zoal op een zondagnamiddag in de winter? Daar zijn musea goed voor... dus: Op ZONDAG 25 FEBRUARI 2001 samenkomst aan de kerk van Kapellen om 13.15 uur. Vertrek met eigen wagen (car pooling) naar Antwerpen, alwaar u verwacht wordt om 14 uur aan het museum voor Volkskunde, Gildekamerstraat 2 - 6 (achter het stadhuis). Dit bezoek ligt in de lijn van een Culturele Kring. Vervolgens om 15.30 uur bezoek aan de Poorterswoning, Pelgrimstraat 15 (boven de kelder Pelgrom). Dit museum is hoegenaamd niet bekend, dus een bezoek overwaard. Een gids wacht ons op en doet ons rondgeleide. Prijs: 150 Bef. voor twee tickets en een gratis consumptie in de kelder van de Pelgrom, waarna nog vele op eigen kosten kunnen volgen... Terug naar de plaats van vertrek op eigen kosten en risico (gezien het voorgaande). Dit wordt een echt ontdekkings tripje! Uw reisleider: Jack Vanummissen.
140
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Een ietwat ongewoon beroep in Kapellen!
“Bijzondere wachters” door Jan Vanderhaeghe
Inleiding door Marc Vanhauter Archiefverantwoordelijke. ( Provinciearchief Antwerpen) Volgens de veldwet van 7 oktober 1886, artikel 61 en 63, hadden niet alleen de gemeenten het recht om veldwachters in dienst te nemen om hun eigendommen te bewaken, doch ook particulieren of openbare instellingen, zoals een armenhuis, een bureau van weldadigheid, een kerkfabriek ..... hadden dit recht. Het artikel 61 kende aan de bijzondere wachters niet alleen het recht toe het fruit en de veldvruchten van de landeigenaar te bewaken, maar ook het fruit en de veldvruchten van hun pachters. Een oudere wet kende aan de bijzondere wachters enkel het recht toe een proces-verbaal op te stellen voor schending van de eigendommen van de personen die hen in dienst genomen hadden. De artikels 61 en 63 van de wet stond de eigenaars toe dat de door hen aangestelde wachters hun landerijen en bossen moesten bewaken. De bijzondere wachters bewaakten ook de jachtterreinen en visplaatsen van hun opdrachtgevers. De benoeming van de bijzondere wachters hoorde toe aan de openbare instellingen of de belanghebbende eigenaar. De bijzondere wachter diende wel 25 jaar oud te zijn of vanwege de gouverneur een dispensatie van de wettelijke leeftijd verkregen te hebben (art.61) In het Provinciearchief van Antwerpen bevindt zich het fonds “Bijzondere wachters”, dat ongeveer de periode 1870-1950 omvat. De heer Jan Vanderhaeghe heeft van dit fonds een databank opgemaakt, waarin alfabetisch de naam van de bijzondere wachter met datum en plaats van geboorte staat vermeld, alsook de dossiernummers van het fonds waarin deze bijzondere wachter voorkomt. Van de bijzondere wachters, geboren in Kapellen, geeft hij een uitvoerige beschrijving van de gegevens die zich in hun dossier bevinden. Dit bij wijze van voorbeeld wat er zoal in te vinden is. Een nuttig raadplegingsinstrument voor hen die op zoek naar hun voorouders, alzo gemakkelijke toegang krijgen tot het fonds ‘Bijzondere wachters’
141
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
HET DOSSIER Het dossier dat diende samengesteld te worden om een aanstelling vanwege het Provinciebestuur te verkrijgen diende volgende stukken te bevatten: " " " " " " "
" " "
Bewijs van aanstelling als werknemer bij ....... Geboorteakte Nationaliteitsbewijs Bewijs goed gedrag en zeden Bewijs dat de aanvrager geen herbergier of houtkoopman was Eigenhandig geschreven brief Daaraan werden nog toegevoegd de nodige adviezen van de veldwachterbrigade en de Rechtbank van 1ste aanleg. Een vragenlijst. Daarin werden ondermeer vragen gesteld omtrent het gerechterlijk verleden van de aanvrager, of hij bekend staat als wildstroper (sic!), of hij behoorlijk kan lezen en schrijven, of hij middelen van bestaan heeft? Ook de werkgever diende enige inlichtingen te verstrekken; de grootte van de te bewaken goederen en waar deze gelegen zijn en of hij nog andere wachters in dienst had? Uiteindelijk werd het persoonlijk advies van de Burgemeester bijgevoegd.
Uit al deze gegevens kunnen we een stukje van het (beroeps)leven van onze voorouders reconstrueren of beter kennis maken met een niet alledaags beroep in onze gemeente. NADER INZICHT IN DE DOSSIERS (deze van Kapellen) Bastiaensen Pieter, kwam op de wereld te Kapellen op 16 oktober 1877 als zoon van Willibrordus Nicolaus Gommarus Maria en van Philomena Vander Stee. Het was op 1 februari 1930 dat Mr Eduard Geelhand en C째 een brief schrijft naar de gemeente voor de aanstelling van een bijzondere wachter van zijn goederen Boterberg en achtergronden, Middelbeek en Eikenhof allen gelegen in Kapellen en met een totale oppervlakte van 200 hectaren. Op 17 april verzamelt de kandidaat Bastiaensen Pieter de benodigde papieren en worden ze ter goedkeuring doorgestuurd naar het Provinciebestuur. Een stuk afkomstig van de dienst der veldbrigades geeft een gunstig advies en meldt dat de kandidaat sinds jaren in dienst bij Geelhand is als werkman met toezicht over andere werklieden. De aanstellingsakte dateert van 6 juni 1930 en de wettelijke eed wordt afgelegd voor de Vrederechter van het kanton Ekeren. < Dhr en Mevr Eduard Geelhand (Fotograaf niet gekend. Verzameling Hoghescote v.z.w.)
Adriaenssens Pieter, zag het levenslicht op 24 februari 1880 te Kapellen. Zijn vader, Joannes Cornelius Adriaenssens werd geboren te Berendrecht op 5 november 1835 en zijn moeder Anna Catharina De Nijs werd in Kapellen geboren. Hij is de kleinzoon van Petrus Joannes Adriaenssens, geboren in Berendrecht op 2 maart 1798.
142
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Pieter deed zijn aanvraag voor de functie van bijzondere wachter op 8 november 1920. Daaruit blijkt dat hij het beroep van landbouwer uitoefent en sinds 1889 in Stabroek woont. Bij zijn kandidaatstelling verklaart hij tevens dat hij oudstrijder en gereformeerde van het leger is, uit oorzaak van kwetsuren opgelopen tijdens de gevechten. Hij gaat einde 1920 in dienst bij De Vries John, wonende Brasschaat, om zijn goederen te Stabroek, Lillo en Berendrecht te bewaken. Op 21 maart 1933 gaat hij in dienst van Max Helsen, handelaar en wonende te Antwerpen, Peter Benoitstraat 11. De te bewaken goederen situeren zich te Stabroek, Putte, Lillo, Berendrecht, Hoevenen en Brasschaat. Blankers Lodewijck, werd op 18 april 1900 geboren als zoon van Joannes Franciscus Leopoldus en Van Kolen Joanna. Op 13 septemeber 1932 stuurt hij alle benodigde stukken op samen met een eigenhandig geschreven en gelegaliseerd getuigschrift. Op dat ogenblik woont hij in de Streepstraat 2. Uit de vragenlijst blijkt dat het de bedoeling is om bij Mr Speth Jan in dienst te gaan om mede zijn 70 hectaren eigendom in Kapellen te helpen bewaken. Lodewijck was zeker geen onbekende voor Speth Jan, want hij had reeds meer dan 4 jaar dienst als tuinman en verzorger van de paarden. Bovendien was ook zijn vader, Joannes Franciscus, in dienst bij Speth Jan en op het eigendom woonachtig. Het hoeft dan ook verder geen betoog dat hij op 20 oktober 1932 aangesteld werd, in vervanging van Frans Huybrechts. Hij overleed te Kapellen op 2 februari 1945 tengevolge het neerkomen op zijn woning van een V1 bom (Zie â&#x20AC;&#x2DC;t Bruggeske, jaargang 31 nr 2, blz. 48) Blankers Jan Frans, werd op 1 februari 1898 geboren en was de oudere broer van Blankers Lodewijck, hierboven besproken. Hij doet zijn aanvraag als bijzondere wachter op 20 augustus 1945. Hij woont in de Streepstraat 2 en is ook reeds jaren in dienst bij Mr Speth Jan als stalknecht. Zijn aanvraag wordt gesteund door een advies van de dienst veldbrigades. Zij melden dat hij reeds jaren bij Speth werkt, dat zijn aanstelling gebeurt in vervanging van zijn broer en dat zijn woning totaal werd vernield. Inderdaad, zoals hierboven reeds geschreven werd zijn broer gedood bij een V1 inslag op 4 februari 1945. Coenen Arthur, werd geboren te Kapellen 5 april 1879. Hij is de zoon van Karel Lodewijk Antoon Coenen (geboren te Vrasene op 29 september 1845) en van Dympha Cornelissen. Hij is weduwnaar van Van Bergen Joanna Maria en woont te Merkplas sinds 29 december 1942 Op 2 februari 1919 was hij reeds aangesteld als veldwachter in dienst van het bedelaersgesticht te Merksplas en wel over de goederen gelegen te Merksplas, Beerse en Rijkevorsel; In het dossier zitten een aantal brieven als volgt: 4 juli 1950: De Pauw Frans, elecrotechnieker te Westmalle, Antwerpse Steenweg nr.4 wenst aan te stellen: Arhur Coenen, geboren te Kapellen 1879 en wonende te Merksplas. De te bewaken goederen zijn gelegen te Merksplas. Bij dit schrijven een aantal administratieve stukken: 1 juli 1950: Verklaring van de burgermeester van Merksplas dat Arthur Coenen wonende in de Pannenhuisstraat nr 5 geen houtkoopman noch herbergier is. 1.7.1950. Getuigschrift gemeente Merkplas van goed zedelijk gedrag en burgertrouw. 1 juli 1750: Getuigschrift Belgische nationalteit 4 juli 1950: Uitreksel geboorteakte 29 juli 1950: Motivatie van het ongunstig advies door het commissariaat van het Arrondisement Turnhout. (Aanvraag is te herleiden om een toelating te verkrijgen tot het dragen van een jachtgeweer) 19 augustus 1950: Brief van de Gouverneur aan de Arrondisementscommissaris Turnhout, dat hij niet aanvaard wordt als wachter. Reden te hoge ouderdom (71 jaar) en de kleine te bewaken goederen.
143
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
De Beukelaer Paul, kwam ter wereld te Kapellen op 2 juli1872. Hij was de zoon van Jan Baptist en Maruis Isabella. De benodigde documenten zijn allemaal in orde: Geen herbergier of houtkoopman, bewijs van goed gedrag en zeden, tijdens de bezetting niet voor de vijand gewerkt of er handel mee gedreven, nationaliteitsverklaring en uitreksel geboorteakte. Een eigenhandig geschreven document maakt zijn dossier volledig. En toch is er blijkbaar een probleem. Onze kandidaat is reeds 52 jaar en er bestaat een wet van 20 januari 1924 die zegt dat de kandidaat niet ouder dan 40 jaar mag zijn. Het provinciebestuur licht het gemeentebestuur van Kapellen in over deze wetsoverschrijding. Het gemeentebestuur van Kapellen antwoordt dat de kandidaat reeds bij Mr Tinchant (de toekomstige werkgever) werkt en op zijn hoeve woont. Hij is werkzaam in de bossen en velden van Mr Tinchant.
< Dhr Tinchant. (Fotograaf niet gekend. - Verzameling Hoghescote v.z.w.) Het gemeentebestuur vraagt de benoeming te bekrachtigen en kwijtschelding van ouderdom te verlenen... Een datum van aanstelling werd niet gevonden. De werkgever José Tinchant Gonzalis was fabrikant in fijne sigaren en woonde in de Breydelstraat 17-19 te Antwerpen. Hij bezat 50 hectaren bos en land te Kapellen. Hij had De Beuckelaer Paul nodig om zijn eigendom te beschermen tegen “nombreux actes de braconnage et de détérioration aux plantations “ De Bruyn Frans, werd geboren te Kapellen op 10 augustus 1871 als zoon van Petrus De Bruyn (geboren te Ekeren) en van Anna Isabella Claessens (geboren te Wilmarsdonk). Zijn beroep was landbouwwerkman. Bij zijn aanvraag in maart 1919 en uit de daarbij horende stukken bleek dat hij toen in Oosterweel woonde en dat sinds 9 juni 1915 in de Botermelkweg 2. Hij kon een getuigschrift van goed gedrag en zeden voorleggen “op vrij papier”. Dit wil zeggen dat hij onvermogend was. De burgemeester van Oosterweel verklaart tevens dat hij geen herbiergier noch houtkoopman is. Een verslag over zijn houding tijdens de bezetting zegt dat hij geen betrekkingen had met de vijand en niet voor hen heeft gewerkt. Tijdens die periode heeft hij dienst gedaan als nachtwaker voor de gemeente en zoals het rapport vermeldt “ontzag zo min de duitsers als andere burgers die hij na het uur (sluitingsuur.Red.) op zijn weg ontmoette”. Op 7 juni 1919 werd hij aangesteld als bijzondere veldwachter/jachtwachter in dienst van Mijnheer Van Wayenberch Georges. De te bewaken goederen waren gelegen in Oosterweel, Wilmarsdonk en Ekeren. Op 19 juni 1919 legt hij de wettelijke eed af voor de vrederechter van Ekeren. In juni 1922 verandert hij van werkgever en gaat in dienst bij Mr Keteleer Jacques uit Antwerpen. Zijn goederen liggen in Ekeren, Merksem en Antwerpen. Fissers Jan, zag het levenslicht te Kapellen op 27 mmart 1868. Hij was de zoon van Adrianus (geboren te Wuustwezel op 15 januari 1839.) en Joanna Cleiren. Hij huwde met Joanna Maria Van Ginneken. De aanvraag ging uit van P. della Faillie de Waerloos op 30 september 1907, wonende te Wilrijk. De te bewaken goederen waren onder andere het bekende goed “den Brand” te Wilrijk. Jan werd officieel aangesteld op 11 november 1907. 144
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Zijn dossier geeft nog enkele bijzonderheden: De benodigde stukken voor zijn dossier zijn vrij van zegel, uit hoofde van zijn behoeftigheid. Hij woont in Wilrijk sinds 4 september 1907. Bij het dossier moest ook een eigenhandig geschrift gevoegd worden. Daarvoor stelt hij een fictief proces-verbaal op voor een overtreding in het goed “den Brand” te Wilrijk Hofmans Gustaaf, werd geboren in Kapellen op 23 januari 1906 als zoon van Hofmans Louis en Oostvogels Anna. Hij volgde het lager onderwijs tot zijn 14 de jaar op de gemeenteschool te Kapellen. Daarna werd hij tewerkgesteld als leerling-hovenier. Hij voldeed zijn militaire dienstplicht in 1926 en huwde later met Maas Paulina Philomena. Vanaf 1940 werkt hij als hovenier bij Dhr Besmans in de Koningin Astridlaan 62. Buiten zijn uren fungeert hij reeds als jacht- en boswachter bij Mr van Mallinckrodt-Gunther, waar ook zijn vader in die functie werkt. Gustaaf bezit een stuk grond in Hoogboom. Uit zijn aanvraag en de daarop volgende adviezen blijkt verder dat er toch twijfels bestaan ontrent zijn kennis betreffende de wetgeving op de jacht en op de wettige zelfverdediging. Zijn eerste aanstelling gebeurt op 14 juli 1943 in vervanging van Cornelis Roelants. De te bewaken goederen hebben een oppervlakte van 33 ha, zijn gelegen te Kapellen (domein Hortensiahof) en Ekeren. Zij zijn eigendom van de familie van Mallinckrodt, een familie afkomstig uit Traunstein in Beieren (Duitsland). Op 15 juli 1953 staat hij ten dienste van ene Declercq, mandataris van het sequester, over de goederen van de erven van wijlen Hortensia van Mallinckrodt (Vandaar ook de naam Hortensiahof) Letens Jan, werd geboren te Brasschaat op 12 maart 1876. In de hoofding van zijn dossier staat echter dat hij geboren werd in Kapellen. Hij is de zoon van Henricus Letens (geboren te Kapellen 15 augustus 1847) en Maria Catharina Eliaers. Hij is de kleinzoon van Guilhelmus Letens geboren te Kapellen 17 november 1820. Voor zijn aanstelling was hij reeds hovenier op het Mastenhof. Hij gaat in dienst op 12 augustus 1915 bij Leopold Kronacker, koopman te Antwerpen, Kunstlei 68. De goederen die moeten bewaakt worden liggen in Kapellen. Jan Letens had nog een broer Guilhelmus, geboren te Ekeren op 27 februari 1877, die ook het beroep van bijzondere veldwachter uitoefende. Hij woonde in de Geestenstraat 23 te Ekeren en was in dienst bij Paul Raeymaeckers. Mariën Arthur, werd geboren te Kapellen op 30 december 1887. Zijn dossier konden wij niet terugvinden. Raeymaekers Alfons, geboren te Kapellen op 7 augustus 1876. Hij was de zoon van Cornelius (geboren te Essen op 9 september 1841) en van Dilliën Rosalia. Hij is de kleinzoon van Adrianus Raeymaekers die in Kalmthout geboren werd in het jaar 1802. Alfons werkte eerst als grondwerker bij Gustave Berré sinds 1912. Gustave Berré had goederen in Kapellen, Brasschaat en Ekeren. Daarna ging hij in dienst bij Robert Fester, waar hij reeds fungeerde als boswachter. De officiele aanvraag wordt ingediend op 9 mei 1919 en de aanstellingsakte wordt op 14 juni 1919 afgeleverd. Hij schrijft eigenhandig zijn sollicitatiebrief naar de Gouverneur op 14 april 1919. De burgemeester geeft zijn advies mee over de kandidaat: “heeft zich tijdens de bezetting lofwaardig gedragen en heeft met de vijand geen betrekkingen gehad”. De te bewaken goederen van Robert Fester liggen onder Kapellen en hebben een oppervlakte van 150 ha. Raeymaekers Jozef, werd geboren te Kapellen op 25 maart 1908 als zoon van Alfons (zie hoger) en Boek Maria Theresia. Zijn werkgever Robert Fester doet de aanvraag op 26 november 1942. Hij motiveert zijn aanvraag dat Jozef hulp moet bieden aan zijn vader die ondertussen 66 jaar geworden is. Bovendien is hij reeds in dienst van Fester als grondwerker en is hij woonachtig op zijn eigendommen (Heidestraat 71). Hij zal er 800 BEF per maand verdienen + vuur, licht en woonst. 145
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Het advies van de rechtbank van eerste aanleg is ook positief: “hij is de zoon van een beëdigde bos- en jachtwachter, is niet aan de drank en heeft een kalm en vastberaden karakter". Hij wordt aangesteld op 17 december 1942. Tijdens de uitoefening van zijn beroep is het volle oorlogstijd. Kort na het beëindigen van de vijandelijkheden is er een rondschrijven van de Gouverneur die alle aanstellingen als bijzondere wachter nietig verklaart. Al deze aanstellingen moeten herbekeken worden (een vorm van repressie??) om te zien of de wachters de “wenschelijke vereisten van burgerdeugd wel zouden voldoen”. Hij krijgt zijn bewijs dat hij in zijn functie mag blijven op 20 november 1945. Suykerbuyck Constant, werd geboren te Kapellen op 14 oktober 1875 als zoon van Frans (geboren op 28 augustus 1847 te Kapellen) en van Rosalie Guns Anna Cornelia. Hij is de kleinzoon van Jan Cornelius Suykerbuyck die op 8 januari 1818 te Stabroek geboren werd. Hij verhuist naar Stabroek maar komt terug in Kapellen wonen op 14 maart 1908. Zijn eerste aanstelling dateert van 1 april 1908. Hij gaat eerst in dienst bij Leon Van Delft. Daarna gaat hij kortstondig in dienst bij Ridder van Praet en Graaf de Bousies op 28 mei 1924, om goederen te bewaken te Merksem en Schoten. Op 13 oktober van hetzelfde jaar gaat hij de goederen bewaken van Karel Speth, goederen die gelegen zijn te Kapellen, Kalmthout en Zandvliet. Zijn dossier geeft geen verdere bijzonderheden weer. Suykerbuyck Pieter, werd geboren te Kapellen op 7 september 1880. Hij is de broer van Constant Suykerbuyck, hierboven beschreven. Hij wordt aangesteld op 27 februari 1907 als bijzondere wachter bij Paul Biart. Vogels Frans, werd geboren te Kapellen op 10 augustus 1860. Hij was de zoon van Jan Baptist Vogels, die geboren werd te Ekeren op 2 maart 1828, en van Maria Catharina Flebus. Hij was de kleinzoon van Guilhelmus Vogels, geboren te Scherpenheuvel op 24 december 1800. Zijn dossier bevat niets dat het vermelden waard is.
Uiterst links wachter F. Vogels
>
(Fotograaf niet gekend. Verz Hoghescote v.z.w.)
Hij was achtereenvolgens in dienst bij August Gijskens van Antwerpen; aanstelling op 9 mei 1900. Daarna in dienst van P. della Faillie de Waerloos te Kontich op 2 september 1903. Uiteindelijk vinden wij hem terug, als bijzondere veldwachter, bij de maatschappij “Domeinen van Cappellenbosch” welke beheerd werden door Paul Biart, grondeigenaar. Aangesteld op 15 mei 1909. ____________________________________________________________________
146
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Genealogische sprokkels rond een familie Hermans te Kapellen. Onder de verschillende families met de naam Hermans zijn er twee vermeld voor de Antwerpse regio. De zogezegde Antwerpse familie Hermans verscheen in de Scheldestad in de 2de helft van de 15de eeuw. Deze zou echter afkomstig geweest zijn uit Keulen en aldaar "Hartman" genoemd worden wat te Antwerpen veranderde in Hermans. (1) De andere familie Hermans zou haar oorsprong hebben in de Antwerpse polder. Er is echter geen enkele aanwijzing die op enige verwantschap met de vorige zou duiden wat trouwens blijkt uit hun wapen dat geheel verschillend is. Het vertrouwde armorial van J.B. Rietstap vermeldt een achttal wapenvoerende families Hermans die duidelijk van verschillende oorsprong zijn. Het wapen van de Antwerpse familie is daar niet bij vernoemd. Dit met de polderse oorsprong is daar wel in opgenomen. De eerste Hermans in de polder zou vermeld zijn te Stabroek in 1618 en Engel genoemd (voor Engelbertus), maar van deze is geen geboorte- of overlijdensjaar gekend, alleen dat hij een hoeve en landerijen bezat van 4 mokens. Een zoon van Engel was Johannes en gezien de ontbrekende gegevens van de vader is er ook niet veel geweten over de zoon. Johannes stierf op 22 juni, vermoedelijk van het jaar 1669. Hij was gehuwd te Ettenhove (de vroegere benaming voor Hoevenen) op 18 maart 1632 met Margareta van Herp of Herps ( een familie van Herp afkomstig uit Holland voerde op een rood schild een gouden zon met aangezicht). ( 2) Hierbij moet weer het feit naar voren gebracht worden dat tijdens het feodaal regiem veel op het gehoor en uitspraak ingeschreven werd en alzo een zelfde naam soms op verschillende plaatsen met een letter meer of minder in de registers verscheen. Het hiervoor genoemde armorial vermeldt een wapen van Erp zonder de H en zijnde van goud, drie palen van azuur, een schildhoofd rood beladen met een gouden zespuntster tussen twee wassenaars van zilver. Dit wapen vinden we terug in een lijst van families die verwant zijn met het Leuvense schepengeslacht Uutenliminghe. Treffend feit is, dat in dezelfde lijst ook het wapen verschijnt dat gevoerd werd door de Stabroekse familie Hermans zodat een verwantschap met deze van Erps mogelijk is. (3) Hermans uit de polder voerde een wapen dat vrij beladen mag genoemd worden, namelijk gevierendeeld 1) van zilver twee boomstronken balksgewijs de ene boven de andere geplaatst. 2) van goud drie palen van azuur, een schildhoofd van keel (= rood) beladen met 147
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
twee harten van zilver (= familie Bodden, eveneens vermeld in genoemde lijst van Leuven), 3) van goud een rood schuinkruis, een canton sabel (= zwart) een schildhoofd van zilver beladen met drie rode hellende beukhamers, 4) van keel een dolfijn van zilver gekroond en met vinnen van goud (= Caverson). Op het geheel een hartschild gedeeld van zilver en azuur, op zilver een wildeman in natuur, de knots rustend op de schouder, op azuur drie vijfpuntsterren van zilver. (4) Van heraldiek terug naar genealogie. Nadat Johannes Hermans met Margareta Van Herps of misschien Erps gehuwd was moet het paar zich te Kapellen gevestigd hebben want vier van hun zes kinderen werden aldaar geboren. Een eerste kind Johanna op 1 mei 1633, van een huwelijk is er geen melding, waarschijnlijk huwde ze met iemand uit Zandvliet want ze stierf aldaar op 16 september 1676. Het tweede kind, een zoon Jan, werd geboren te Kapellen op 11 december 1634. Na deze volgde zes jaar later weer een dochter, Elisabeth, geboren op 2 april 1640. Op 8 oktober 1642 zag nogmaals een zoon het levenslicht en werd naar de stamvader Engelbertus genoemd.
De twee laatsten waren weer dochters, Anna en Maria, maar deze werden geboren te Ekeren, de eerste op 12 september 1644 en Maria op 1 juni 1647. Anna stierf op 19 maart 1716 te Beren-drecht. Van deze zes kinderen is alleen van Engelbertus een huwelijk vermeld. Op 8 januari 1668 huwde hij te Santvliet met Anna Cornelia Mertens. Engelber-tus zou hoofdman geweest zijn van de Kolveniersgilde St.-Kristoffel te Kapellen. (5) We beschikken over een uitgebrei-de genealogie van de verschillende takken Mertens met verscheiden-heid van wapen, maar Anna Cornelia is daar niet in terug te vinden. Het huwelijk Hermans-Mertens bracht het tot 11 kinderen, slechts ĂŠĂŠn kind Catharina werd te Kapellen geboren op 17 januari 1674, de anderen te Ekeren, waarvan de laatste in 1701. 148
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Niet lang daarna moet de echtgenote overleden zijn, want in 1704 op 4 april trad Engelbert te Ekeren in het huwelijk met Joanna Huybrechts. Mogelijk was Joanna een lid uit dezelfde familie Huybrechts die verwantschap aanging met de andere hogergenoemde Antwerpse familie Hermans. (6) Deze Huybrechts voerde op goud getralied van zwart; een schildhoofd gedeeld a) drie merletten en b) een molenijzer zonder kleur vermelding. Van de zonen volgen we Johannes Angelus te Ekeren die aldaar op 22 juni 1669 huwde met een Adriana van Kaem. Daar het de bedoeling was ons te beperken tot leden met betrekking Kapellen, gaan we de verdere afstamming niet op de voet volgen alhoewel voor de polderstreek niet zonder belang want de familie is steeds in een of andere poldergemeente vertegenwoordigd. Ze verschijnt te: Berendrecht, Santvliet, Ekeren, Stabroek dan weer een tijd in Lillo en Oorderen. Met Jan Jacob Hermans, kleinzoon van Engel Angelus, de enige zoon uit het huwelijk Hermans-Kaem verschijnt de familie terug te Kapellen. Jan Jacob was geboren te Stabroek op 8 augustus 1785 als zoon van Petrus Jan en van Marie Anna de Winter, diens tweede vrouw. Terloops toch even vermelden, een huwelijk of beter een zogezegd kruishuwelijk van kinderen uit het eerste huwelijk van Petrus Jan met Johanna Marie De Rooy. Een tweede zoon daaruit was Jan Peter, geboren op 28 mei 1770 te Lillo. Hij werd burgemeester van Stabroek en huwde met Cornelia Jacqueline Mertens. Een zuster van Jan Peter, Anna Catharina, huwde te Stabroek met Jan Jozef Mertens, broeder van Cornelia. Deze zuster en broer Mertens waren leden uit de tak die als wapen voerde: van zilver met drie rode schuinbalken een canton van goud beladen met een rode roos met groene puntbladjes. (7) Verder met Jan Jacob die huwde te Ekeren op 10 juli 1810 met Joanna Cornelia Verhoeven, geboren te Ekeren op 13 mei 1786, dochter van Antoon en van Anna Marie Dieltjens. Zoals het vroeger al gebeurde vestigde het paar zich te Kapellen waar hun zes kinderen geboren werden: 1) Cornelia op 30 april 1811. 2) Petrus Antoon 14 september 1812, 3) Johannes Franciscus op 26 april 1814. 4) Isabel Angelina op 6 januari 1816, 5) Maria Isabella 18 augustus1817 en als 6e nog een zoon, Jozef Constant op 12 december 1818. Jozef Constant huwde op 5 juli 1843 met Marie Anna Cuypers uit Stabroek, aldaar geboren op 12 december 1818. Met dit gezin verdwijnt de familie Hermans voorlopig uit Kapellen. 149
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Daar onze bron een rechtstreekse afstamming volgt, steeds van vader op zoon, weten we niet wat er met de andere leden uit de soms nogal kroostrijke gezinnen gebeurde. Het paar Hermans-Cuypers vestigde zich te Stabroek en werden er de ouders van 10 kinderen waaronder een tweeling meisjes. Eens de zorg voor het nageslacht achter de rug zou het gezin naar Antwerpen getrokken zijn. Jozef Constant stierf aldaar op 25 november 1884, zijn echtgenote op 11 september 1906 op 87 jarige ouderdom. Op heraldisch vlak is er misschien nog iets te zeggen. Voor een wapen Verhoeven voor de moeder van Jozef Constant zouden we weer voorbehoud moeten bekennen ware het niet dat er een doorslaggevend feit is vermeld dat twijfel overbodig laat. In een genealogie van de familie Ghysbrechts door een zeer betrouwbaar auteur is van een aangehuwde familie Verhoeven het wapen vermeld, de kleur is spijtig genoeg niet gekend omdat het wapen van een zegel genoteerd werd en het komt niet voor in de verschillende wapens Verhoeven door Rietstap vermeld. Op 6 maart 1776 verkocht Jan Verhoeven en diens vrouw Catharina Ghysbrechts aan Bernard Smout, secretaris van Stabroek en drossaard van Lillo een hoeve met woning,schuren, stallen, hoven, boomgaarden en plantages gelegen te Stabroek. Jan Verhoeven kwam uit een Mechelse schepen-familie en zijn zegel vertoonde een hazewindhond rechtop staande en houdende een paalgewijs geplaatste lans, vergezeld ter dextre zijde (= links voor de aanschouwer) drie niet nader te bepalen figuren. Uit grafstenen op het kerkhof te Stabroek blijkt dat de familie Verhoeven daar werkelijk heeft verbleven en afstammelingen heeft nagelaten. (8 ) Hieruit menen we te kunnen besluiten dat Johanna Cornelia Verhoeven, echtgenote Hermans, meer dan waarschijnlijk familie was van de verkoper van de Stabroekse hoeve. Blijft nog een mogelijk wapen Cuypers voor de echtgenote van Jozef Constant. Van de verschillende in het Rietstap armoriaal vernoemde wapens, waaronder het best gekende, dit van de heren van Rymenam die in 1762 de titel van graaf verkregen, durven we er geen enkel van vooropstellen. Misschien wel te vernoemen het wapen Cuypers voor een familie die verwantschap aanging met de familie Mertens, die zoals we weten, ook verwant was met de polderse Hermans. Deze familie Cuypers voerde op azuur twee harten van goud met rode vlam geschikt in 't hoofd en in de voet twee gouden zespuntsterren, een schildhoofd van goud beladen met drie groene lelies. (9) Nakomelingen van het echtpaar Hermans-Cuypers zijn vermeld te Antwerpen, Borgerhout, Deurne, Brasschaat, e.a. 150
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Op 21 juli 1934 en op 15 augustus 1935 werden te Merksem nog twee zonen Hermans geboren als kinderen van Theodoor en van Louisa van Lommel. Theodoor was een achterkleinzoon van Jozef Constant Hermans-Cuypers. De eerste van deze Merksemse zonen was Frans Vital, hij huwde op 29 december 1956 in het Duitse Dilsberg met Christina Anicker en bleef daar gevestigd. Het was deze Frans Vital die na vele ernstige opzoekingen de afstammingslijst van zijn familie wist samen te stellen en zo bereidwillig was mij deze ten gebruike te bezorgen. Noten en verwijzingen: (1) Bn. J. R. de Terwangne: Généalogie de la familIe Hermans d'Anvers in L'Intermédiaire des généalogistes septembre - octobre 1982 p. 334. (2) J. B. Rietstap: Armorial Général. (3) Katalogus: Van de Kruisvaarders tot nu. Tentoonstelling in provinciaal museum van Humbeek Piron. December 1976 - juli 1977. (4) Zelfde als 2. (5) Medegedeeld door de heer Fr. Hermans uit Dilsberg (Duitsland). (6) Zelfde als 1, maar pg 339. (7) Bn. J. R. de Terwange in L' Intermédiaire des Généalogistes - maart 1977, pg. 84. (8) Dr. Oct. Le Maire: Geslachtslijst van de familie Ghysbrechts. (9) Bn. J. R. de Terwangne: Six familes Mertens notables d'Anvers in L'Intermédiaire des Généalogistes. Maart 1977, pg 93. Tekst en tekeningen, Jos Goolenaerts.
__________________________________________________________________________
Verzameling van dokumentatie voor het archief van de Culturele Kring Hoghescote!!! Alle dokumentatie over Kapellen is welkom! Wij denken aan foto's, doodsprentjes, doodsbrieven, postkaarten, krantenknipsels, oude menukaarten, geboortekaartjes, oude trouwboekjes, oude notarisakten, huwelijksaankondigingen, affiches, oude rekeningen van Kapelse firma's enz, enz... Geef ons een seintje en we komen even langs. Bij voorbaat hartelijk dank! Dank zij uw medewerking en steun kunnen wij ons archief over Kapellen verder uitbreiden.
151
't Bruggeske jg 32 - december 2000 - nummer 4.
Driedaagse in mei 2001 met Hoghescote! Wij plannen een verblijf samen met u en met de vele getrouwen van afgelopen jaren, ditmaal half mei 2001 in Sankt Vith. Wij vonden voor u een ronduit schitterend hotel, gelegen aan de rand van de stad, in een mooi bos, met zicht op een rustig en aanlokkelijk meer. Aangenaam terras naast het meer. Het hotel noemt "AM
STEINEWEIHER", Rodter Strasse 32, St. Vith, tel: 080/22.72.70.
De ligging is magnifiek, maar ook het terras en de 15 kamers zijn om van te dromen. En wij overdrijven echt niet!!! Alle kamers hebben bad of douche, toilet, TV en telefoon.
Prijs: 1750 Bef. per persoon per nacht in half pension. Wanneer? Van maandag 14 mei tot donderdag 17 mei (3 overnachtingen) Wij hebben voorlopig een optie genomen op 10 kamers (20 personen) Wie er bij wenst te zijn - en wie wil dat niet ? - stort zo snel mogelijk 1000 Bef. voorschot per persoon op rekening nummer 413-7205071-65 van Culturele Kring Hoghescote v.z.w. Parkweg 2 - 2950 Kapellen, met vermelding "St. Vith". Op 1 maart 2001 wordt de inschrijving definitief gesloten, maar dan zou het al eens te laat kunnen zijn!
DIT IS EEN ABSOLUTE AANRADER van uw reisleider Jack Vanummissen (Tel: 03/605.31.38)
152