’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
‘t Bruggeske driemaandelijks tijdschrift van de Heemkring " Hoghescote v.z.w. " te Kapellen. Zetel: Antwerpsesteenweg 2 - Bus 2 - 2950 Kapellen. 38e jaargang – nummer 2
1 juni 2006
_______________________________________________________ In dit nummer... -
Bladwijzer. - 37 Jaarverslag 2005. - 38 Tweede lijst ereleden. - 39 Ons banket een succes.(verslag) - 40 Onze uitstap Hoogstraten-Rijkevorsel. (verslag) - 41 Komende activiteiten. - 42 Cholera in Kapellen. - 44 Inhuldiging gemeentehuis in verguld brons. - 49 Een sprekend monument: het grafmonument van de familie Frédéric Speth. - 50 - Het groot Puts woordenboek. - 60 - Aanwinsten voor het Hoghescote-archief. - 62 - Familiekiekjes. - 63 - Mededeling. - 66 - Albert De Wagter een begaafd organist. - 67 Iedere auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van de door hem ondertekende bijdrage. ____________________________________________________________________________
Verantwoordelijke uitgever: Balbaert Roger – Dorpsstraat 59, bus 7 - 2950 Kapellen. Tel: 03.664.57.22. Kaftontwerp: T. Hanssens. Redactie: Eikvarenlaan 19 - 2950 Kapellen – Tel: 03.605.50.86. Redactieraad: Jef Herman, Marcel Dondelinger en Jan Vanderhaeghe. Lay-out publiciteit: Copy Service Center Dorpsstraat 39 - 2950 Kapellen – Tel: 03.605.42.67. 2006 - Copyright "Heemkring Hoghescote v.z.w" Kapellen.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, gereproduceerd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur en de uitgever. De Heemkring "Hoghescote v.z.w" werd opgericht op 23 december 1968. ____________________________________________________________________________ ’t Bruggeske verschijnt 4 maal per jaar. Deze nummers kan men bekomen voor 10 Euro en u is dan abonnee van ‘Hoghescote v.z.w’. Dit bedrag kan worden overgemaakt op rekening nr. 413-7205071-65 ten name van ‘Heemkring Hoghescote’ v.z.w. – Antwerpsesteenweg 2 – Bus 2, 2950 Kapellen, met de vermelding "Bruggeske". Losse nummers van ’t Bruggeske, voor zover nog voorradig: 3 Euro.
37
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
JAARVERSLAG 2005 Tijdens het werkjaar 2005 is heemkring Hoghescote weer uiterst actief geweest. In heel wat verenigingen is er sprake van een daling van het aantal leden. Wij vinden het uiterst tof dat bij ons het aantal leden gestegen is van 420 tot 428. Het bestuur heeft dan samen met heel wat "periodieke helpers" er steeds voor gezorgd dat "uw" ledenblad 't Bruggeske tijdig bij U in de bus stak. Zo ontving U van ons 144 bladzijden geschiedenis over onze gemeente. Dank zij ons ledenblad werd U ook tijdig uitgenodigd voor onze activiteiten. En van activiteiten gesproken. Wat dachten de aanwezigen van: 1. De diavoorstelling "Geschiedenis van Kapellen", op 15 maart 2005 voorgesteld in ons eigen lokaal De Kroon, 2. De nacht van de geschiedenis. Voor de eerste hebben wij samen met het Davidsfonds deze "nacht" verzorgd in 't Kerkske op 22 maart 2205, 3. Ons groot banket, op 16 april 2005, voor de eerste maal ingericht in de prachtige feestzaal van De Jachthoorn, 4. De door ons ingerichte wandeling (onder een pletsende regen) op 8 mei 2005 doorheen de domeinen Geelhand en dit onder de deskundige leiding van 2 ervaren gidsen, 5. De topper van 2005 was echter de tentoonstelling "150 jaar post in Kapellen". Onder de stuwende kracht van Roger Van den Bleeken kregen de vele bezoekers van het Oud Gemeentehuis de kans om eens achter het loket van een post te kijken. En om het thuis nog eens allemaal rustig door te lezen had Roger nog een heus boek geschreven (dat nog altijd kan besteld worden). 6. De ploetertocht doorheen de Antwerpse Ruien. Deze activiteit was gepland voor 30 juli 2005, doch door een zwaar onweer staken de Ruien vol water. Uitgesteld was niet verloren en wij kregen een nieuwe kans op 22 oktober 2005. 7. En wij bleven onder de grond steken. Op zaterdag 27 augustus 2005 daalden wij af in de koolmijn van Blegny of daarna rond te toeren in Voeren en Vaals. 8. Op 1 oktober 2005 trokken onze Hoghescotenaren naar de luchthaven van Deurne. Daar kregen zij een uiterst deskundige gids die hen te woord stond. Wij vonden er ook een herdenkingsplaat voor een Kapellenaar die de eerste vlucht van Deurne naar Congo maakte. 9. Omdat vele leden bezig zijn met het opmaken van hun stamboom dachten wij dat het voor hen wel nuttig kon zijn (of zeker leerrijk) om eens binnen te springen in de tentoonstelling van De Red Star Line. Robert Vervoort bracht ons de zwarte periode van de emigratie naar Amerika op een uiterst vlotte manier in herinnering. 10. Naast de voornoemde activiteiten kregen al onze leden natuurlijk nog de kans om de 1 st e dinsdag en de 2 d e donderdag van elke maand naar het lokaal te komen voor onze "open archievendagen". Hoghescote is een VZW en werkt met vrijwilligers. De regering heeft het nodig gevonden om de wetgeving terzake grondig te veranderen. Het bestuur is er in geslaagd om de statuten en de boekhouding aan te passen conform de nieuwe wetgeving. Zoals door de wetgever gevraagd werd werden er ook degelijke verzekeringspolissen afgesloten om onze leden en onze bestuursleden te behoeden voor alle risico's. Ons archief, ondergebracht in ons documentatiecentrum van het lokaal De Kroon, werd regelmatig stipt in orde gehouden. Dank zij de vele giften nam ook het aantal archiefdozen toe. De manier van archivering, toegepast door Hoghescote, werd dusdanig naar de juiste waarde geschat, dat onze schatbewaarder een 38
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
speciale premie mocht ontvangen van onze koepelorganisatie Heemkunde Vlaanderen. Deze stimulans deed ons natuurlijk goed. Wij zijn dan ook in 2005 begonnen met het digitaal fotograferen van het provinciaal archief dat betrekking heeft op onze gemeente. Wij zullen dit archief zowel digitaal als volledig uitgeprint ter beschikking stellen van onze leden. Hoghescote heeft ook een heuse webmaster. Marc Brans is de man die onze webstek ontworpen heeft en er ook nog in slaagt om deze regelmatig aan te passen en aantrekkelijk voor te stellen. Een vereniging kan maar goed werk leveren als iedereen weet wat zijn of haar taak is. Hoghescote had een degelijke en volledige taakomschrijving uitgewerkt. Heemkunde Vlaanderen heeft ons gevraagd om op 9 april 2005 een uiteenzetting te komen geven over dit onderwerp en dit voor de heemkringen van de provincie Antwerpen. Tot zo ver onze jaarwerking 2005 samengebundeld in een korte nota. Deze werking was slechts mogelijk door de dagelijkse inzet van onze bestuursleden en de belangstelling van onze vele leden. Hiervoor onze hartelijke dank en wij blijven rekenen op hun verdere steun.
Tweede lijst van ereleden afgesloten op 14 mei 2006. Familie Adriaenssens - Kil Prinsendreef 32 2950 Kapellen E.H. Boonants G. Pr. Boudewijnlaan 138 bus 8 2610 Wilrijk Familie Buntinx - Poels Kon. Astridlaan 182950 Kapellen Familie Castelein Robert Bloemenlei 8 2950 Kapellen Familie De Schutter Michel Past. Michielsenstraat 13 2640 Mortsel Mevrouw De Schutter Godelieve Dennenburgdreef 3 2950 Kapellen De heer Deckers Danny Claessensdreef 22 2950 Kapellen De heer Helsen KoenZilverlindendreef 2 Bus 1 2950 Kapellen Mevr. Huibrechts - Verswyvelen Kon. Albertlei 106 2950 Kapellen De heer Lenaerts Jacques Hoevensebaan 57 2950 Kapellen Familie Ruiz de Arcaute Miguel Franselei 13 2950 Kapellen Familie Sebrechts Kapelsestraat 128 2950 Kapellen Mevrouw Somers Maria Engelselei 13 2950 Kapellen De heer Van Bree Erik Rubensheide 30 2950 Kapellen De heer Van Hoof Petrus Hoevensebaan 261 bus 4 2950 Kapellen Familie Van Walle - Willemse Prins Albertlei 28 2950 Kapellen Familie Wouters - Scheipers Peedreef 15 2950 Kapellen
*** ** *
39
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Ons banket was wederom een groot succes. Eerst aperitief, dan een heerlijk voorgerechtje en de sfeer zat er al goed in. Zoals we gewoon zijn bij Hoghescote was er een kwisje voorzien om de stille momenten te overbruggen. Er kwamen vlug discussies op gang, men had van verschillende torens van Kapelse gebouwen foto’s genomen, het bovenste stukje afgeprint en aan ons nu om het juiste gebouw te herkennen. Tijdens het eten van het kervelsoepje en het varkenshaasje gingen we gewoon door met het oplossen van de vragen. Er werden nog een twaalftal vragen over onze gemeente gesteld gaande van “welke zijn de kleuren van RCFC” tot “geef de officiële naam van onze enige gemeentelijke Hoogboomse school”. Na het hoofdgerecht, een diplomaat en als afsluiter een kopje koffie. Deze maaltijd was verrukkelijk. Ondertussen hadden Chris en Swa de oplossingen van de kwis gaan afhalen, en verbeterd. Hiernaast, Adeline en Lieve van de winnende tafel, de enige tafel zonder fouten. De meeste waren in de fout gegaan en herkenden de toren van het Heidehof/internaat van het Atheneum niet of kenden de maker van het nieuwe kunstwerk “De poort van Kapellen” niet. We denken dat het weer goed was en zoals gewoonlijk de afwezigen hadden ongelijk. Tot volgend jaar! Chris en Swa. 40
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Onze uitstap naar Hoogstraten-Rijkevorsel Op de foto enkele van de moedige die de 300 treden van de wenteltrap in de toren van de Sint Katharinakerk overwonnen. In de kerk zagen we de mooie 16 d e eeuwse glasramen, de praalgraven, de koorbanken en de prachtige wandtapijten. De foto hieronder is genomen op de toren, 105 meter boven de grond, prachtig uitzicht, koud en winderig, maar zeker de moeite om te zien. Rechts in het midden van deze foto zien we de kerk van het Begijnhof. > Het begijnhof, gesticht in 1380 met zijn prachtig gerestaureerde huisjes, schilderachtige omgeving en een goede gids zorgden ervoor dat deze voormiddag, ondanks de koude en de wind de moeite waard was om te doen.
Na een rustpauze samen met de koffietafel die voor ons klaar stond begaven we ons naar Rijkevorsel. In Rijkevorsel bezochten we het Heemkundig museum, met meer dan 4000 stukken erfgoed van de bevolking van de Noorderkempen. Het oude schoolklasje, de barbier , het kabinet van de dokter,….voor velen van ons een herinnering aan vroeger. Bij onze grootouders was het ook zo, de leuvense stoof, de olielamp, de koffiemolen. Vele herkenbare attributen. < “De weeg” Met 57 inschrijvingen, maar telkens met drie gidsen, waren de groepen niet te groot, en was alles voor iedereen goed te zien. Dit was wederom een succesvolle uitstap. Tot volgende keer. Chris en Swa.
41
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Komende activiteiten… Geleide wandeling door de Cogels-Osylei en de wijk Zurenborg. Het oostelijk stadsgedeelte Zurenborg werd gebouwd als dorp aan de rand van de stad. Maar al gauw kreeg de wijk allures van een stad, door de bouw van statige woningen die volledig de belle epoque-sfeer uitademen. De Cogels-Osylei kan je als kern beschouwen van dat architecturaal werk. Onze wandeling van zaterdag 8 juli 2006 gaat door deze wijk, Cogels-Osylei en Zurenborg, met een gids van Toerisme Antwerpen. Deze wandeling zal 2 uur duren en vertrekken om 14.00u op het tramplein,onder het viaduct. Je kan er geraken per tram of per trein. Als u met de tram komt neemt u tram 11 tot de Draakplaats, met de trein rijdt u tot Berchem en gaat u het laatste stuk te voet. Dit kost voor onze leden 3 euro, voor niet leden 4 euro. In de prijs is inbegrepen de verzekering en de gids. Inschrijven vóór 2 juli en enkel bij volgende twee personen: Chris Alen tel. 03-664 05 01 of e-mail chris.alen@skynet.be of bij Francois Groenewege tel. 03-665 00 87 of e-mail francois@groenewege.com. Na inschrijving graag betaling op rek. 413-7205071-65 van Heemkring Hoghescote vzw Antwerpsesteenweg 2 bus 2 te 2950 Kapellen, met duidelijke vermelding van het aantal personen, en wandeling Cogels-Osylei.
1902 – Het Tramplein in het Berchemse gedeelte van Zurenborg, met links het bureel en het depot van de buurtspoorwegen.
42
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Onze jaarlijkse reis Omwille van de opening van de ondertunneling op de Antwerpsesteenweg wordt dit jaar onze uitstap gepland op 19 augustus 2006. We rijden met een luxe autobus van Verhoeven naar de vier valleien. De valleien van de Maas, de Samson, de Bocq en de Molignée. Deze horen bij een van de mooiste landschappen die de Ardennen te bieden hebben. De nodige stops zullen ingelast worden. In de voormiddag maken we een rondrit langs de vallei van de Maas en van de Bocq. In Crupet stoppen we aan de grot gewijd aan het leven van Sint-Antonius, de heilige der verloren voorwerpen. Verder naar Spontin waar we middagmalen. Op het menu: groentencrème-soep, varkensgebraad met seizoen groenten en aardappel-gratin. Als dessert ijs met fruit. Van Spontin rijden we naar de vallei van de Molignée. In Dinant gaan we een boeiende boottocht maken op de Maas. We besluiten onze toeristische uitstap met een bezoek aan de brouwerij van de Bocq. Tijdens de terugrit stoppen we voor het avondmaal aan een wegrestaurant. We vertrekken aan de kerk in Kapellen centrum om 7.30uur, aankomst ’s avonds rond 21.00uur De prijs: voor onze leden 40 euro, voor niet leden 45 euro. In de prijs is begrepen de verzekering, de gids, de autobus, de boottocht, het middagmaal en de inkom van de brouwerij. Dranken tijdens de stops, het middageten en het avondmaal zijn niet inbegrepen.
Inschrijven voor 6 augustus enkel bij volgende twee personen. Chris Alen telefoon 03-664 05 01 of e-mail chris.alen@skynet.be of bij Francois Groenewege tel. 03665 00 87 of e-mail francois@groenewege.com na inschrijving betaling op rek.4137205071-65 van Heemkring Hoghescote vzw Antwerpsesteenweg 2 bus 2 te 2950 Kapellen, met duidelijke vermelding van het aantal personen, en “reis vier valleien”.
___________________________________________________ 43
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Cholera in Kapellen 1.Een beetje medisch-technische uitleg Cholera (van het Grieks cholè, wat gal betekent) wordt verwekt door de Vibrio Cholerae, een kommavormige bacterie, door Koch ontdekt in 1883. De bacterie produceert een gif dat de darmfunctie ontregelt. Het resulterende grote vocht- en mineralenverlies kan tot de dood door shock leiden. Momenteel treedt de ziekte vooral op in derdewereldlanden met slechte sanitaire voorzieningen. Toen zulke slechte omstandigheden nog normaal waren in Europa heeft de cholera ook hier huisgehouden, vanaf haar introductie in het begin van de negentiende eeuw. De therapie is verbluffend eenvoudig: aanvulling van verloren vocht plus een aantal positieve en negatieve ionen is in de meeste gevallen voldoende. De preventie ligt grotendeels in een goed doordacht systeem van waterwinning en -aanvoer, en afvoer van rioolwater. Daarnaast zou een doeltreffend vaccin van belang zijn. Hier wordt aan gewerkt want de huidige vaccins zijn onbevredigend. Een inenting maakt de mens voor ongeveer 6 maanden onvatbaar. Sinds de antieke tijd is de cholera bekend in Indië en China. In de tijden die volgen rukt de bacterie verder op naar het westen, richting Europa waar tot dan deze ziekte onbekend is. Ze zal vijf keer lelijk huis houden op ons continent. De eerste bekende epidemie is die van 1817. De ziekte is ook bekend onder de naam cholera morbus, Indische tyfus, pest (niet te verwarren met de “echte” pest), Indische pest, blauwziekte, zwartziekte, epidemische cholera, Indische spasmen, …en zelfs “mort du chien” (vanwege de schaamte die iemand overkomt, wanneer hij, door de ziekte getroffen, in het openbaar geen controle meer heeft over het functioneren van de darmen). Robert Koch.
Vroeger kende men reeds enkele middelen om de ziekte tegen te gaan: - albumine water (het wit van vier eieren kloppen in een liter water) - likeur van braambeziën, opgelengd met brandewijn - koeldrank van taschkruid, van braambladeren, kamille, leverkruid of weegbladeren. Eigenlijk volstaat het drinken van zuiver water. 2. De cholera in onze streek, de maatregelen van de overheid De vijf grote epidemieën hebben alle dezelfde weg gevolgd: komende van India langs Turkije, Rusland, Polen, Pruisen, Oostenrijk, de Baltische Staten, GrootBrittannië, Frankrijk, Nederland, België… om zich bij ons voor het eerst boven te komen op 24 april 1832 in Vaulx, Henegouwen. Er is ook een “opstoot” van de ziekte in Antwerpen en de streek er rond. De zusters van het Sint Elisabethgasthuis van Antwerpen hebben de handen vol. Voor hun moedig optreden worden ze door de minister van Binnenlandse Zaken Charles Rogier beloond met de “Medaille van de Cholera” (ingesteld in 1833). In oktober 1848 is de cholera er voor de tweede keer, in 1854 voor een derde, in 1859 komt ze nog eens en in 1866 voor de vijfde keer. Ze maakt in totaal 85.000 doden. 44
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Nochtans had de Belgische regering zich reeds in 1831 gebogen over de gevolgen die de cholera in ons land zou hebben en ze decreteerde op 18 juli een wet (“loi sanitaire”) die zeer snel gevolgd werd door besluiten die de bevoegdheid van de medische commissies in de provincies en de grote steden vastlegden. Tijdens de zitting van de Kamer van Volksvertegenwoordigers van 6 december 1831 gaf Charles Rogier, als minister van Binnenlandse Zaken, uitleg over zijn rapport aangaande het budget van 1832. Hij rechtvaardigde de uitgaven en meer in het bijzonder die ten voordele van de bestrijding der cholera. Rogier verklaarde: “de voorzichtigheid heeft bevolen om een som van 250.000 florijnen te vragen, om in het geval dat deze ziekte in ons land teistert, de uitgaven te dekken”. Nog voor de cholera ons land bereikte, stuurde de regering de dokters Graux en Van Mons, beiden uit Brussel en dokter Parcq uit Charleroi naar Parijs om aldaar de gevolgen van de ziekte te bestuderen. Ze kwamen terug met de bevinding dat de cholera zeer snel was afgeremd, dankzij de inzet en toewijding van ontelbare mensen. Op 8 april 1833 werd er een commissie opgericht om lijsten op te stellen van de meest verdienstelijke personen tijdens de epidemie van 1832. Dokter P.J. Van Esschen zag zijn memorandum op de cholera-morbus bekroond door de Maatschappij van Medische en Natuurwetenschappen van Brussel en hij werd er voor vergoed door de overheid. 3. Cholera in Kapellen Niets wijst er op dat de bevolking van Kapellen erg te lijden heeft gehad door de cholera. Het leven “op den buiten” zal misschien dan toch gezonder zijn… Een eerste vermelding van Cholera in onze gemeente vinden we in 1831. Een brief van de 31 st e mei meldt aan de arrondissementscommissaris het volgende: Satisfaisant à la Circulaire de la Députation des Etats, concernant les nouvelles mésures à prendre contre le Cholera, j’ai l’honneur de vous informer que la subcommission sanitaire renouvelle de tems en tems les visites dans les maisons de la classe indigente, afin de s’assurer de la propreté et à les soigner des mésures nécessaire, la commission nous a déclaré, que tous les habitations se trouvent dans un bon état d’assainissement, et vu que cette commune est très petite la commission a resolu qu’en cas si la maladie y entrera, de faire soigner ces habitants et a les fournir le nécessaire. Le Bourgemestre Er wordt dus gemeld dat – volgens het rondschrijven van de Deputatie – de ondercommissie Gezondheid regelmatig de behoeftige bewoners gaat bezoeken teneinde de staat van hun woonst te controleren. Deze schijnt er op vooruit te gaan. En nog: “Gezien deze gemeente klein is, heeft de commissie beslist dat, indien de ziekte zich voordoet, de inwoners alle mogelijke verzorging krijgen”. Men zou hier uit kunnen afleiden dat grotere gemeentes of steden selectief te werk gingen in het verzorgen van de zieken. Op 14 december nog een brief, waaruit blijkt dat de Gezondheidscommissie alle werkhuizen op hun netheid en afwatering gecontroleerd heeft, alsook de huizen van de armste inwoners en het Armenhuis zelf. Conclusie: er bestaat geen epidemische ziekte in de gemeente, nochtans is ze er wel bekend… In 1833, twee rekeningen:
45
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Gedaene verschotten voor de cholera Morbus aen behoeftige de Gemeente Kapellen: De rekening van d’heer Le Blus, x Doctoor voor geleverde medecijnen & visieten x aen Cornelius De Ridder voor geleverd 450 Busselen Strooij x aen Petrus Van Deuren voor arbeydsloon x aen Adrianus Van Beeck, Strooydekker voor Dekloon en geleverde wisschen en geerden x aen Just. Van Dyck timmerman voor geleverde Planken en arbeydsloon x aen J.B t e Cornelissens voor het maeken van vier Doodskisten x aen Cornelis Denis voor geleverde winkelwaeren x aen Cornelius De Ridder voor eenige verschotten tot het reynigen der huysen x aen henri Vanderstraten, winkelier voor levering van Lynwaed etc. x aen P. De Beukelaer voor geleverd hout etc. x aen Isabella Van den Bosch voor 14 Ellen Baelecatoen x item alsnog aen P.F. Michielsens voor 7 Ellen lynwaed en een Deken
huysgezinnen in frs 47.19 frs 57.14 frs 5.72 frs 21.26 frs
9.20
frs 24.94 frs 13.91 frs 13.46 frs 12.79 frs 10.88 frs 11.29 -----------frs 227.34 frs 10.61 -----------frs 237.95
Beloopende te saemen tweehonderd zeven en dertig francs vijfen negentig centiemen Cappellen 18 December 1833
De Burgemeester,
En een niet gedateerde rekening uit 1833: Gedane verschotten voor de Cholera Morbus in de gemeente Cappellen aen Cornelis de Ridder over geleverd 490 busselen strooij fr 31.10 Petrus Van Deuren voor arbeyds loon fr 3.3 Ad s Vanbeek, dekker voor 7 dagen 3 schof dekloon 1250 wissen 6 busselen geerden fr 11.14 " J.A. Van Dyck timmerman voor werkloon levering van planken gemaekt 3 doodskisten fr 13.15 JB Cornelissen wagemaeker Corn. Denis Kleermaeker levering van lynwaed,catoen dekens fr 7.9 Cornelis De Ridder voor verschotten in de huyzen waer de colera geweest is in geld, kalk et voor verzuyvering fr 7.8 ! H Vanderstraten winkelwaeren trumeau lynwaed etc fr 7.1 P. De Beuckelaer over geleverd hout en strooij fr 6.P.F. Michielsens voor 7 ellen lynwaed en 9st En eene catoene sargie a f 2.12 fr 5.17 ------------98.19 " Isabella Vanden Bosch 14 ellen Balecatoen à 38 cents fr 6.4 ------------fr 105.3 " Dhr Le Blus, doctor voor medecijnen & visiten 26.00 ! ------------131.3 !
46
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Volgens deze rekeningen zijn er zeven doodskisten gemaakt. Dat jaar zijn er 15 personen begraven te Kapellen, waarvan er dus 7 door cholera zouden overleden zijn. In 1843 laat de burgemeester het volgende weten aan dokter Caytan: 29 janvier 1843 Mr le Docteur Caytan Cappellen La mortalité étant hors de proportion dans cette commune y attribuée à une Epidemie, je vous prié, Monsieur, le Docteur à vous entendre avec Mr le Docteur Le Blus pour faire un rapport à la commission Medicale. agreez, Monsieur le Docteur, l’assurance de ma parfaite consideration Le Bourgemestre Volgens deze brief is het sterftecijfer ongewoon hoog in de gemeente, te wijten aan een epidemie. Dokter Caytan wordt verzocht een rapport voor de Medische Commissie op te stellen. Noot: Eenzelfde brief wordt diezelfde dag verstuurd naar dokter Le Blus.
In 1843 zijn er 38 begrafenissen, inderdaad iets meer dan het jaar ervoor en erna: - 1841: 23 - 1842: 22 - 1843: 38 - 1844: 23 - 1845: 37 - 1846: 40 - 1847: 40 - 1848: 39 - 1849: 27 Op 25 oktober 1844 schrijft burgemeester Dhanis aan de arrondissementscommissaris: Nous avons l’honneur de vous signaler la mort de C. Deckers, de cette commune, décédé hier soir à 8 heures, à la suite de cholera, constaté par certificat de M r le Docteur Caytan. Par Ordonnance Le Secrétaire Le Bourgemestre Cuyck Dhanis Dit is de enige melding van cholera bij een overlijden.
In 1848 wordt – niet geheel toevallig misschien – een nieuwe dorpspomp geplaatst. En misschien wel net op tijd, want in 1849 woedt de cholera weer, vooral Leuven en omstreken wordt getroffen. Mogelijk kwam die pomp er op “doktersadvies”? De ziekte wordt immers door besmette drinkwater verspreid. Voor de epidemie van 1849 wordt door minister van Binnenlandse Zaken Charles Rogier een speciale medaille ingesteld om de personen die zich onderscheiden hebben door hun goede zorgen, te vergoeden.
47
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
20 avril 1848 Monsieur le Commissaire, Nous avons l’honneur de vous adresser en double un extrait de la déliberation du conseil communal du 11 dernier, par laquelle il accorde une somme de frs 30 sur les fonds libre de la commune, pour le placement d’une pompe avex prière de soumettre ces pièces à l’approbation de la députation permanente du conseil provincial. Par ordonnance le Bourgemestre De 29 st e van diezelfde maand wordt er opnieuw een brief aan de arrondissementscommissaris gestuurd, met deze keer een rekening voor de pomp met alle onkosten er bij, belopende 95 frank. 15 Mei 1848 Mijnheer Caytan, Doktor Cappellen Om te voldoen aen het rekwest van 1-5 april ll aen het bestuer der gemeente gezonden door Ued: geteekend gezamentlijk met de inwooners der Kerkstraet alhier, houdende verzoek om eene pomp te willen opregten, omtrent de muer der pastory, en daer zy alle met voldoening aenbieden deel te nemen in de onkosten, zoo heeft de raed in zitting van 11 april ll, een crediet toegestaen van frs 30, terwijl de te kort komende som, zoo door u alle, als door het kerkfabriek zullen moete bijgedragen worden, ten dien einde bekomt Ued: copije der deliberatie van 11 april ll. Door Bevel de Burgemeester Bijna een jaar later krijgt dokter Caytan 30 frank van de gemeente: Ik ondergetekende teeken ontvangen te hebben van den Heer Vercammen plaetselijken ontvanger alhier, de som van dertig franken, zijnde het aendeel der gemeente in de onkosten die het oprichten der pomp vereischt heeft. Cappellen 17 february 1849 (get.) Caytan En dan blijft het jaren stil, tot in 1867: Openbare Zitting van de Gemeenteraad op zaterdag 14 X b e r 1867 om 4 uren namiddag 1 e Punt: Overhandiging der Medalie van 2 d e klas ingesteld bij Koninglijk Besluit van 11 july 1867 aan de heer doktor Caytan. Op het 1 st e punt: De heer Burgemeester Voorzitter stelt aan de heer Doktor Caytan raadslid de burgerlijke Dekoratie bestaande in eene medalie van tweede klas ter hand welke hem is toegekend bij koninglijk besluit van 25 7 b e r laast voor zijne zelfsopoffering gedurende den cholera in 1866. Dit is de laatste vermelding van de cholera in de archieven van Kapellen. Marc Brans 48
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Bronnen: -
-
-
Rijksarchief Antwerpen Archief Hoghescote De Spycker, 30 s t e Jaargang 1973 nrs 3-4 Plant- en Dierkunde, Dr. M.A. IJsseling en Dr. A. Scheygrond, 1970 – 246 blz. Http://www.iph.fgov.be/epidemio/morbidat/nl/wet/SIMORB1.htm Geschiedenis der Gasthuiszusters van Antwerpen, E.H. Jozef Loos, 1912 – 192 blz. Distinctions Honorifiques de la Belgique 1830-1985, A.C. Borné, Brussel 1985.
De inhuldiging van het gemeentehuis in verguld brons In ’t Bruggeske nr 2 van 1997 schreef Roger Balbaert over de geschiedenis van het gemeentehuis van Kapellen, thans Oud-gemeentehuis en standplaats van uw Heemkring Hoghescote. Op zondag 9 juni 1907 werd het gemeentehuis plechtig ingehuldigd. Dit ging gepaard met een optocht. Van deze gelegenheid werd ook een herdenkingspenning geslagen, een weinig bekend gegeven. Onlangs konden wij de hand leggen op zulk een penning.
Deze medaille in verguld brons is 50 mm groot en heeft bovenaan een krol die met een koningskroon getopt is. Op de voorzijde staat het gemeentehuis afgebeeld, met bovenaan te tekst “GEMEENTE KAPELLEN”. De keerzijde is rondom versierd met een krans bestaande uit bloemen en vruchten. In het midden een cartouche, houdende rondom te tekst “INHULDIGING VAN HET GEMEENTEHUIS”, de datum “9 JUNI 1907” omcirkelend. Hoeveel exemplaren er van gemaakt zijn, of ze verkocht of uitgedeeld zijn geweest, is ons niet bekend. In ieder geval een mooie aanwinst voor het archief van onze heemkring! Marc Brans.
________________________________________________
49
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Een sprekend monument: het grafmonument van de familie Frédéric Speth op de nieuwe begraafplaats van Kapellen “Vaders Einde” werd in 1918 in steen uitgevoerd voor het graf van de familie Speth, een jaar na de in gebruik name van de nieuwe begraafplaats van Kapellen. Voor deze beeldengroep had beeldhouwer Theo Blickx (1875-1963) een zilveren medaille ontvangen op de Wereldtentoonstelling te Luik. Dat was in 1905, het sterfjaar van Emilie Mathilde Good, de tweede echtgenote van Frédéric Speth (1851-1920). Levensechte mensen (en geen personificaties of engelen) omringen een oude stervende man: de dochter ligt met haar hoofd op de knieën van haar vader, een vrouw buigt zich over hem, een priester knielt, de oudste zoon houdt eerbiedig de werkklak in de hand en kijkt hulpeloos toe. Er heerst een stille verbondenheid, door het handenspel en de gesloten opbouw.
De verbondenheid van de familie Speth zou uiteindelijk niet sculpturaal, maar architecturaal en ruimtelijk worden uitgedrukt. De familieleden reserveerden een aantal grote vergunningen naast elkaar op het (toenmalige) einde van gemeentelijke begraafplaats. Op een brede sarcofaag staat: “Famille Fr. Speth” (in het Frans, want deze ingeweken Duitse familie behoorde al vlug tot de Franssprekende hoge burgerij van Antwerpen) en, op dezelfde wijze ingekapt en met goudkleurige verf ingevuld, de namen met levensdata: ! Walther Speth: né le 4 mai 1877/ décédé le 28 novembre 1901, ! Maurice Speth: 16 juillet 1887-10 octobre 1938, ! Dame Maurice Speth: née Alice Van Rycke, 27 janvier 1883-10 octobre 1938, ! André Speth/ 1930-1990” (de laatste naam en jaartallen zijn niet ingekapt, maar opgelegd). 50
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
De kolom ernaast, eveneens van boven naar onder: ! Dame Frédéric Speth: née Emilie Mathilde Good, 18 juillet 1857-14 août 1905, ! Frédéric Speth: 18 décembre 1851- 3 décembre 1920, ! William Speth: 28 décembre 1883-28 octobre 1963, ! Dame William Speth: née Simone Holterhoff, 10 décembre 1888- 14 février 1974. Er zijn nog 4 plaatsen vrij.
Frédéric Speth leefde dus net lang genoeg om te zorgen voor een waardig familiegraf. Hij liet de stoffelijke overschotten van zijn echtgenote Emilie Good en zijn oudste zoon Walther over te laten brengen opdat ze voor eeuwig zouden rusten in de geborgenheid van de familie. Vanwege het ontbreken van een vergunningsdossier is het echter nog niet duidelijk wie dit grafteken liet oprichten en wanneer. Mogelijk besliste de familie om een monu-mentaal graf te plaat-sen na de dood van de stamvader Fréderic, en om het beeld van Blickx te schenken aan de gemeente Kapellen.
51
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
De unieke sarcofaag Speth-Good, breed uitgebouwd met ingewerkte zuilen, centraal een kruis en omkaderd door uiterst verzorgde hekwerk, is sprekend door de harmonische verhoudingen en de kalligrafie van het opschrift. Ook de zorgvuldige keuze van de materialen: graniet, arduin en brons, rijk van kleur en duurzaam, draagt bij tot de waardigheid van dit blijvend aandenken op een eeuwigdurende grafvergunning (sinds de wet van 1971 omgezet in 50 jaar). Inscripties vullen het verhaal aan. Links staat het signatuur: "M.de Braey arch.", rechts "Cl. Jonckheer fils". Het aanstellen van deze twee primussen weerspiegelt de status van de familie.
De sobere lijnen van dit weliswaar monumentale grafteken worden doorgetrokken in de steles van de familiegraven ernaast: rechts die van schoonzoon Max Osterrieth-Speth, zoon Jean Fréderic SpethBauss en, in het laatste graf van deze rij, kleinzoon Frédéric Henri Charles baron Speth met Cathérine Speth. Links de graven van kleindochter Emily AndersenSpeth en zoon Charles Speth-Blaess.
52
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Deze familienamen worden vermeld op de algemene steen, in de graftuin wordt ieders naam genoteerd op een individuele steen. De graven van deze van oorsprong protestante families vallen op door hun eenvoud. Na de oorlog bemiddelde Jean Speth tussen de gemeente Kapellen en Theo Blickx (schilder, beeldhouwer en leraar aan de Mechelse Academie) over de oprichting van een waardig Vredesmonument, dat in 1926 werd opgericht aan de Heidestraat (nu Christiaan Pallemansstraat). Op dit monument werd later de naam opgenomen van Philippe Speth, die op 44 april 1945 sneuvelde te Sprang Capelle in Nederland. De beeldengroep “Vaders einde” kwam tenslotte, zeer betekenisvol, centraal op de gemeentelijke begraafplaats van Kapellen.
Frédéric Speth (Niederstotzingen, nabij Stuttgart) 18 december 1851-3 december 1920. De Duitser Frédéric Speth emigreerde in 1869 naar Antwerpen, waar hij bediende werd in het import-exportbedrijf Bärenklau & Co. In 1888 stichtte hij een eigen bedrijf, gespecialiseerd in petroleumproducten: Fr. Speth & Co. Voor deze firma werd in Engeland een speciaal zeilschip gebouwd, een van de eerste tankschepen voor de import van ruwe olie in Europa gebouwd. Drie importfirma's : Horstmann & Co (Rotterdam), Graf & Maquinay en Fr. Speth & Co (Antwerpen) vormden met Stursberg en Standard Oil een nieuwe vennootschap, de American Petroleum Company, die zowel in Antwerpen als in Rotterdam kantoren hadden. De importfirma's brachten gezamenlijk de tankschepen, opslaginstallaties en kantoren in. Zij waren de voorgangers van ExxonMobil, dat dus de oudste nog op de markt opererende oliemaatschappij is in de Benelux. Daarnaast richtte Fréderic Speth nog andere handelsondernemingen op. Frédéric Speth had een grote voeling met de toenmalige kunst. Hij was actief in “Kunst van Heden” en als mecenas steunde hij kunstenaars, niet enkel door het aankopen van kunstwerken, maar ook door hen financieel te steunen. Zo ontving kunstschilder Jacob Smits (1856-1928) vanaf 1905 een bijdrage van 300fr per maand. 1 Speth kon genieten van zijn fraaie tuin, van literatuur (zijn echtgenote Emilie schatte Maeterlinck hoog in), en hij was geboeid door de werken van Freud. Zijn jong gestorven echtgenote N. Wery (+ 1882) schonk het leven aan twee kinderen: ! Alice-Marie: 1875-1957. Ze huwde met Max Osterrieth, (1872-1971). Het echtpaar kreeg 7 kinderen, ! Walther (1878-1901). Deze overleed vrij jong aan een ziekte die werd omschreven als TBC. Frédéric hertrouwde met Emilie Good (+ 1905), telg van een Belgische familie van Deense afkomst. Haar broer, Charles Good, was een van de vennoten van het huis Bärenklau & Co, en zou later associé worden van Fréderic Speth. Het echtpaar Speth-Good had 5 kinderen: Lode Opdebeek, Bloemekens van den Vlaamschen Rozelaar, Antwerpen, 1928. Er zijn 45 brieven bewaard van de correspondentie tussen Smits en Speth, gedateerd tussen 1910 en 1920.Thijs in “De Fantasie op Hol? Of toch niet?”. Een eigenhandig geschreven lijst van zijn indrukwekkende kunstverzameling wordt bewaard in het AMV C-letterenhuis in Antwerpen. 1
53
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
!
! ! ! !
William huwde Simone Holterhoff de Harven. Hij was journalist en auteur, zij kunsthistorica gespecialiseerd in de Vlaamse Primitieven. Samen kregen zij één dochter. Jean-Frédéric (1885-1961) trouwde met Maria Bauss (1888-1976), dochter van een Antwerps advocaat. Dit echtpaar had vier kinderen. Maurice huwde Alice van Rycke. Zij overleden samen bij een auto-ongeluk op 10 oktober 1938, Emilie (1891-1945) huwde de advocaat en staatsman Edward Pecher (18851926). Beide echtgenoten werden begraven in een indrukwekkende tempel op Schoonselhof, perk Y), Charles (1893-1986) huwde met Suzanne Blaess (1894-1988). De naam Philippe Speth (°10-10-1923), één van de vijf kinderen van Charles SpethBlaess, klinkt in Kapellen vertrouwd in de oren. A ls soldaat-vrijwilliger van de Brigade Piron nam hij deel aan de bevrijding van Nederland en sneuvelde hij bij het oversteken van de Bergse Maas op 22 mei 1945. Zijn wit marmeren kruis staat naast de naamstenen van zijn ouders. (zie foto hiernaast) Een straat in Kapellen draagt zijn naam en zijn ouders stelden in 1947 hun kasteel Middelbeek, vanaf dan Home Philippe Speth, ter beschikking van “Solidarité Libérale”, zwakke kinderen konden er aansterken. Het werd in 1963 omgevormd tot een home voor Bijzondere Jeugdzorg.
Clément Jonckheer (Antwerpen, 28-6-1871-Antwerpen, 9-12-1932) De faam van het steenhouwersbedrijf Clément Jonckheer fils reikte ver. Alle belangrijke ingezetenen van gemeenten tot ver buiten de stad, toonden hun positie door bij hem een grafmonument te bestellen.
54
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Clément Jonckheer bezocht jarenlang de Antwerpse Academie en leerde tegelijk het vak bij zijn vader Bernard (1830-1911), die een steenhouwerij had op de SintBernardsesteenweg te Kiel, waar toen de stedelijke begraafplaats lag. In 1894 stichtte Clement Jonckheer vlakbij een eigen onderneming. Hij zette ‘fils’ achter zijn naam om aan te duiden dat hij de zoon was van.
Binnenzicht van het atelier.
De zaak floreerde. Clément Jonckheer fils kreeg opdrachten in binnen - en buitenland. Als eerste had de firma een tractor die stenen tot op ver afgelegen begraafplaatsen kon brengen. Prentbriefkaarten tonen gerealiseerde werken of een zicht op het atelier waar tussen de steenhouwers met pet, een marmerwerker met hoed een schoorsteenmantel met Afrikaanse ornamentiek uitwerkt. In de smidse was ‘Rik de smid’ actief.
De toonzaal van de firma Jonckheer.
De tentoonstellingsruimtes op het terrein bevatten traditioneel zijn en bijna in serie werden vervaardigd.
gedenktekens
die
vrij
Clement Jonckheer bezat ook met de hand geïllustreerde modelboeken, foto’s van gerealiseerde graftekens, gipsen modellen en reeds afgewerkte beelden die veeleisende en gegoede klanten hielpen een keuze te maken.
55
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
De veelzijdigheid van het atelier was gekend. Clément Jonckheer stond open voor nieuwe zaken, zo lanceerde hij op de Kiel-begraafplaats de art nouveau pijler. (zie foto hiernaast)
Ook wat betreft de interactie tussen een zelfstandige architect, beeldhouwer en steenhouwer is de grafkunst een weerspiegeling van de kunst in de levende wereld. Wilde de klant een unieke creatie, dan deed Clement Jonckheer vaak een beroep op beeldhouwer Arthur Pierre (18661938). Hun samenwerking is eveneens terug te vinden in een stedelijke project als de Antwerpse “Boerentoren”. Hiervoor vervaardigde Arthur Pierre vier bronzen gevelbeelden, terwijl Clement Jonckheer er de gevelbekleding met natuursteen verzorgde. Vanaf 1929 werd het gebied rond de Kielbegraafplaats door de stad onteigend en ontruimd. Zoon en opvolger Walter Jonckheer bracht het atelier over naar de Sint-Bernardsesteenweg, dichter bij Schoonselhof, dat sinds 1921 de rol van stedelijke begraafplaats had overgenomen. Na de dood van Walter Jonckheer, die kinderloos stierf in 1969, werd de steenhouwerzaak geliquideerd. Niets bleef bewaard: geen beitel, geen steen, geen modelboek. Het eigen graf van Clément Jonckheer en dit van zijn echtgenote Elvira Göransson op lijn Zuid van Perk Z1 op Schoonselhof zijn van een uiterste eenvoud. Zij zijn aangeduid door een kleine naamsteen met bronzen letters in een bed van klimop. (zie foto hierboven)
56
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Michel De Braey (Antwerpen, 5 juli 1865- 6 juli 1944) Michel De Braey, leraar aan de Nijverheidsschool (Paardenmarkt) te Antwerpen en van 1904 tot 1907 voorzitter van de Koninklijke Maatschappij der Bouwmeesters van Antwerpen (KMBA), startte zijn carrière veelbelovend als winnaar van de Godecharleprijs (1887). 2 De Braey maakte daarop studiereizen door Italië, Duitsland, Frankrijk en Engeland. Na een stage bij de broers Baeckelmans startte hij een zelfstandige praktijk. Hij is gekend als ontwerper van herenhuizen, landhuizen en publieke gebouwen in diverse eclectische stijlen. Tot zijn beste werken behoren het herenhuis Speth op de Frankrijklei te Antwerpen, het kasteel Speth of Irishof te Kapellen (1893, nu Atheneum 3 ) in een flamboyante cottagestijl, het gemeentehuis van Wijnegem (1908) en het Visschers Huyzeken (1903) in de Leysstraat te Antwerpen beide in neorenaissance, de anglicaanse kerk te Antwerpen (Grétrystraat) in neo-Engelsevroeggotische stijl en de woning Cogels Osylei 48 (1900) in neo-Romeinserenaissance. Michel De Braey voerde de ontwikkeling uit van het terrein in Westmalle, van de in 1913 opgerichte N.V. “Sanatorium der provincie Antwerpen”, met als voorzitterstichter Albert Kreglinger. De werken startten net voor WOI en werden in 1919 hervat, toen was het domein al tot 140 ha aangegroeid. Op 6 mei 1920 werden de gebouwen van dit "Sanatorium Lizzie Marsily” ingehuldigd door Koningin Elisabeth. Eerder voerde De Braey al opdrachten uit voor leden van de (protestantse) Duitse kolonie. Hij ontwierp voor Albert Kreglinger in de Le Grellelei 5 (1899) te Berchem een indrukwekkend vrijstaand hoekhuis in eclectische stijl met neoromaanse inslag en een huis, Amerikalei 59, voor J.Nieberding (1891). Vooral Frédéric Speth was een belangrijk opdrachtgever.
Het Irishof.
Het Irishof, op oude kaarten genoemd naar de oudst gekende eigenares, de gezusters Pharazijn, werd in 1891 verkocht aan Frédéric Speth. Hij liet het oude kasteel afbreken en in 1893 bouwde hij er het ruime landhuis naar ontwerp van Deze prijs werd om de drie jaar uitgereikt, in drie categorieën beeldhouwkunst, schilderkunsten en architectuur. Bij de vorige editie, in 1884, had Victor Horta de prijs gekregen. 3 Zoon van Fréderic, Jean Frédéric Speth-Bauss (1888-1976), verkocht het kasteel Irishof in 1946 aan de Belgische Staat waarna het in gebruik werd genomen als Koninklijk Atheneum. Een groot deel van het kasteeldomein bleef nog in het bezit van de familie Speth. 2
57
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Michel De Braey, dat in 1912 aanzienlijk werd vergroot. De bakstenen gevels worden verlevendigd door banden van gekleurde baksteen, houtwerk, erkers, een breed overdekt terras met ingebouwde zitbank aan de westgevel en panelen met gekleurde faiencetegels. Het park werd aangelegd door tuinarchitect Fuchs, in samenwerking met architect Galopin.
Vooral in de stad Antwerpen zijn meerdere bouwopdrachten te vinden van Speth aan Michel De Braey, en later ook aan diens zoon Jan De Braey (1891-1961) 4 , eveneens architect. ! Frankrijklei 101 5 -1911 burelen binnen het eigendom, De Braey voor American Petroleum Compagny Jan de Braey werd begraven op klein erepark G-H op Schoonselhof onder een steen ontworpen door Hugo Van Kuyck. 5 De toenmalige huisnummers zijn overgenomen uit de bouwaanvragen van het SAA. De firma diende ook nog bouwaanvragen in voor o.a. het Amerikadok (1892) gebouw voor kantoor, aangevraagd door F.Speth voor l’American Petroleum Comp.” en D’Herbouvillekaai lot A perceel C metalen afdak, fundering en omheining, aangevraagd door De Brouwer voor Speth. 4
58
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
-1923 verdieping op kantoren, De Braey M. & Fils voor American Petroleum Cy Frankrijklei 105 -1908 tentoonstellingszaal binnen het eigendom, De Braey M. voor Speth, H. -1921 binnenveranderingen, De Braey M en zoon voor J. Speth ! Frankrijklei 127 -1898: gebouw voor kantoor, De Braey M. voor American Petroleum Compagny” ! Frankrijklei 137 -1897 huis door M. De Braey voor F.Speth -1899 sluitingmuur door M. De Braey -1916 huis voor F.Speth, SAA, bouwaanvraag 1879 (MA-BD 1897/1916) !
De naam van architect M. De Braey op het graf van F.Speth.
Michel De Braey kan beschouwd worden als de huisarchitect van de familie Speth. Hij stond dus zowel in voor het landelijke kasteel, het stedelijke herenhuis, het kantoor van de internationale firma en uiteindelijk voor het familiegraf. Ongewoon is dit niet, zo deed de familie Kreglinger voor het uittekenen van haar familiegraf beroep op Frans Van Dijk (1853-1939), de architect die in haar opdracht de patriciershuizen op de Grote Markt van Antwerpen zwaar restaureerde. 6 Anne-Mie Havermans Bibliografie: 1. Paul Arren, Kastelen in Kapellen, Brochure OMD Kapellen1992. 2. Antwerpen, 2003, p.239. 3. Roger Balbaert , Het monument der Gesneuvelden en de kunstenaar Theo Blickx, Kapellen, 2003. 4. De Vos-Van Kleef D., Le nouvel Anvers, cité-jardin , de Nederlandse Boekhandel, Antwerpen, 1907. 5. Anne-Mie Havermans, Schoonselhof Nu, een eigentijdse visie op de Antwerpse necropool, Antwerpen, 2005. 6. Jos Huybrechts, Frans Van Dijk, architect te Antwerpen 1853-1939 , Antwerpen,1994. 7. L’ Emulation, 1897, pl 23. 8. SAA, MA, bouwdossiers. Francis Strauven, in: Repertorium van de Architectuur in België van 1830 tot heden .
Hoge witte stele, opgericht op Kiel, overgebracht naar Schoonselhof, perk Z1, lijn 10, met eenzelfde type verzorgd bronzen hekwerk als rondom de sarcofaag Speth. 6
59
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Het groot Puts woordenboek. Samengesteld door prof.dr.H.TH.G.Y.Gout en K.A. Duck, na een jarenlang verblijf onder de autochtonen. 1. Zelfstandige naamwoorden. Het Puts dialect kent een grote verscheidenheid aan typische woorden. In de loop der eeuwen zijn ze zodanig vervormd dat enige verklaring hier en daar noodzakelijk is. Door de omvangrijkheid kunnen we echter slechts een beperkte keuze maken. Waarvoor onze excuses. Aai, Aaj : ei. “ heum zit maj een aai”. Aj: Hij. "ai ee niks gedoan". Ammelozzie, ammelossie: zeer dun zakkengoed. Blaaikes, blaaikens: slagvensters. Bloiere: de bladen van een schrift: "Ooze miester eej al mijn bloiere eruit gescheurd" ook “ de bloiere zen on ’t valle(n)” Cappesolli, Kappesoli: stijf kartonnen farde. Carnijnen: konijnen. Uitroep van een Putse voddenkoopman was: "Vodde(n), beene(n) en carnijnenvellen". Vooral door 't Ruske (Daems) De blaffetuur: het rolluik voor de ramen. Een rolluik wordt neergelaten door middel van een lint. Vader zegt dus: "Ik zal is alles late zakke". Dodden: gedroogde dennenappels. Een lozzie: een lozzie is een gesmokkeld uurwerk. Als het drie uur is, zegt ze "Put, Put, Put". Kloon, klonen: klomp, klompen, dit zijn houten schoeisels. Kebui, kebuiy: cow-boy. Lemmenat, lemmenatje: limonade: “kem just een lemmenatje gedronken”. Limmenat: limonade: "Na de mis kraige de kindere ne limmenat van de zuster". Maj: mee, mede "nemt da moar maj". Meurg zen: klaar zijn: "de petatte zen meurg". Let op: "meurg kome" bestaat niet als dusdanig in het Puts. Meuzze: zeveren: "Ge zed on't meuzze". Nen asjiebak: een asbak. Ne kesai: een kasseisteen. N.B. niet te verwarren met: ‘n kersei: een corset voor zwaarlijvige dames: "Oos moe draogd en kersei me balijne". Ne kezak: een boekentas: "mene kezak is oep den deurpel blaive stoan". Ne krop seloi: sla: "Old is ne krop seloi in den of". Z"n keminnie doen: het heilig vormsel ontvangen: "In mai doed ooze Sjos z'n keminnie". Ne zeurg: luie zetel bij de haard, gepriviligieerde pleisterplaats van vader toen er in België nog geen TV was. N.B. niet te verwarren met: ‘meurg’. Perdsoog, peirdsoog: paardenoog, eiergerecht. Teuske: het toilet, de WC: "Ooze Danny zit al een uur oep teuske". Waai, waaj: wij. 2. Werkwoorden. Ook hier is een grote vindingrijkheid waar te nemen in dit dialect. De autochtonen weten precies die gevoelsgesteltenis weer te geven die ze bedoelen en dit dank zij hun zelfgemaakte werkwoorden. Veel keuze is er niet: het zijn meestal de allergewoonste werkwoorden die worden gebruikt.
60
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Bogeren: fruit op zijn diefjes gaan plukken voor eigen gebruik. Eten: ik mans, gai manst, a manst,... Hebben: kem, get, a jee, memme, Worden: woêre: ik woêr, gai woêr,... Zien (in de verleden tijd): ik zoog, gai zoog, ai zoog, ze zoge, golle zoog, zun zoge. Zitten (in de verleden tijd): ik zoot en "ai zoot overal oan". Zijn: kzen...a jis..we zen. Voltooid verleden tijd:...gewist gat: "We zen nor oos moemoe gewist gat" get, zemme. In de verleden tijd: koi, gai joi, a joi, wadde, gat, zadde. Spitten: spoaie: ik spoai, gai spoait,... Vinden: Ik vijn, gai vijnt, ai vijnt: "Gai vijnt da toch oeik, hei Marcel? Scheeje: scheiden. "Oep 't scheeje van de markt" en soms werd het een scatologische uitdrukking afhangende "hoe" en door "wie" het werd gezegd. 3. Uitdrukkingen en gezegden. 3.1.
Losse woorden: Swijle: soms. "swijle voel ek mene rug niemier". Tut: tot. "Van ier tut doar". Versmisddags en sachtermiddags: dat is duidelijk. Zeullië Sjarrel: letterlijk "hun" Charel, alsof hij alleen maar het eigendom van hun familie zou zijn. Kweetsjeveel, kweetsjeveul: "Kem kweetsjeveul seloi in den of, moette nie wad emme?". Zizope (de deur) is open: "Kom mor binne, zizope" 't Is nor de nobbelwitjes: het is naar de vaantjes.
3.2.
Zinnen:
We geven slechts een sumiere opsomming van door-de-weekse zinnen. Het is werkelijk boeiend om hier wat meer aandacht aan te besteden. Misschien is dit het onderwerp van een verdere studie. "Ai rait met de vlouw": hij rijdt met de fiets. "Da is oep 't Olles": op Nederlands gebied. "De Louis rait oep de warf": Hij komt thuis. "A diew da der dêr": Hij (de postbode) stopte (die brief) in de brievenbus. "Van Bendrecht tut Kallemetout": plaatselijke benamingen. "Aj ee persies ne smoel oem leir oep plat te kloppe oef slikvangers oep oit te botsen". Hij heeft precies een gezicht om leder op plat te kloppen of slijkvangers op uit te blutsen". “ Den Bart zen botterhammen (botterhams) woare bekaanst oep”. De Bart zijn boterhammen waren bijna op. “ Lot ze naw mor betaaie(n) da goete(n) zakske is na tog nor de vontjes”. Laat ze nu maar doen, dat stoffen zakje is nu toch naar de vaantjes. 4. Plaatsbepalingen in Put. Den Achteruit: De Lepelsteeg te Putte Stabroek, nu Jan Matstraat. Den Zavelenbaarg = Den Trappeke(n)sbaarg: Huzarenberg in het Moretusbos. 61
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Het Geitenstraatje: is Albert Louizastraat. De Leempad, Leempat: is A.C. Swinnenstraat. De Vaart: Antitankkanaal. Den Hoed: onofficieel toponiem voor de streek ter hoogte van de Grensstraat en restaurant De Kar. 't Rusland: Grensstraat. Den Duvelshoek: plaats tussen de Klinkaardstraat en de Pannenhoefdreef. Alle suggesties in dit verband zijn van harte welkom bij de samenstellers van deze studie.
___________________________________________
Aanwinsten voor het Hoghescote-archief dank aan de schenkers: - de familie Verschueren: twee menu’s voor een huwelijk uit 1953 en een groepsfoto van de viering van de 60-jarigen in 1990 - van Herman De Meulenaere: twee pakjes oude schooletiketten en enkele etiketten van de Broederschool Sint Jozef, een exemplaar van “Gazet van het Nieuw Kwartier”, verder enkele boeken van zijn hand: Sloeber, Jan Zonder Vrees “De Gouden Gordel”, Van Zondagschool – Patronage tot Jeugdtehuis - Mevrouw Simonne Pauwels schonk een enkele sets oude gildekledij - Van de familie Embrechts-De Vree: een pak kranten van de periode augustus-september 1914, Ons Land, jaargang 1941 ingebonden, een pak adreskaartjes van inwoners van Kapellen, bidprentjes, rouwbrieven en oude militaire foto’s De directie van Sint Lucas schonk ons de oude archieven van voornoemde school, de POB van Kapellen deed hetzelfde met de oude archieven van de voormalige bibliotheken van Onze Kring en De Leeslust - Gift van de heer Gaston Van Dooren - een diareeks -114 stuks - over Kapellen anno 1983 - Van K.W.B Zilverenhoek-Kapellen, maandbladen “Heet van de Naald”. - Van de heer John Bastiaensen, oud-postbode Kapellen 1, en thans verblijvend in het RVT Zonnewende te Kapellen: 3 foto's over de Post anno 1948 en 2 foto's over de aankomst van de Koninklijke trein te Kapellen op 24 november 1938 - 2 oude Plechtige Communieprentjes van Pierre Kerstens en Emma Kerstens, geschonken door Frans Yzermans uit Hoevenen aankopen gedaan ter verrijking van het archief: - enkele “goed voor” bonnetjes van het Plaatselijk Hulpkomiteit van Kapellen uit de Eerste Wereldoorlog - 8 boekdelen - Geschiedenis van Antwerpen - basiswerk uit 1845 door Mertens en Torfs - boek “Antwerpse fortuinen in de 18 d e eeuw” _________________________________________________________
62
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Familiekiekjes Voor mij ligt een fotoalbum. Niet zo maar een fotoalbum. De eigenaar is in gouddruk vermeld op de rood lederen kaft: Baron Alfred Osy de Zegwaart. De inhoud is zeer verscheiden: slechts enkele foto’s van de familie, voor de rest kastelen, geposeerde groepsfoto’s, zichten en ook foto’s van personeel. Volgt hier een selectie uit dit mooie album. Om zoveel mogelijk afbeeldingen te kunnen laten zien, zijn er collages gemaakt. Eerst enkele familiefoto’s (1 t/m 4) – let op de kleding. nr 1
nr 4
nr 5
nr 6
-
nr 5 is een foto van de planten in de oranjerie. nr 6 stelt een chalet met rieten dak voor.
-
nr 7 is het voormalige café Harmonie aan de Hoogboomsteenweg, naast de ingang van de parochiezaal Den Haasdam. Toen had deze woning nog een rieten dak.
-
nr 8 is net zo interessant: het eerste klooster en de eerste school van Hoogboom.
-
nr 9: een houten brug.
-
nr 10: frontaanzicht op de kerk. Er is nagenoeg geen enkele boom die het “zicht” belemmert (voor zover het groen belemmerend kan zijn natuurlijk).
-
nrs 11 en 12 zijn zichten op het eiland in de grote vijver. 63
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
nr 7
nr 10
nr 8
nr 13
nr 17
-
nr 13 is een onbekend gebouwtje.
-
nrs 14 en 15 zijn gemaakt tijdens een jachtpartij: de jager met de drijvers en op de tweede foto is de (magere) buit te zien.
-
nr 16 is een ons onbekend zicht op een waterpartij en bos. Misschien ter hoogte van de huidige bocht van de Bosdreef teneinde het poloplein? In die tijd bestond er nog geen Bosdreef, enkel de buurtweg nr. 16.
Dan komen enkele kastelen: - nr 17: kasteel Oude Gracht – reeds uitvoerig beschreven. - nr 18: kasteel De Mick te Brasschaat. -
nr 19: niet echt een kasteel, aan de vele poorten te zien zou het om stallingen kunnen gaan.
nr 18
nr 19 64
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
-
nr 20: een interessante foto! Kasteel Beaulieu, huidige park van Kapellen. Hier te zien vóór enkele verbouwingen. Tegen de gevel staat alvast een ladder…
-
net zo interessant is foto nr 21: het kasteel van Brasschaat, eveneens vóór de bouw van de trap vooraan. Van de vijver is ook geen spoor, maar dat kan aan de hoek liggen waarin de foto gemaakt is.
nr 20
nr 22
-
nr 22: jagers en drijvers poseren aan café “Moeder Mennekens” aan de Hoogboomsteenweg.
-
nr 23: enkele vrouwen en kinderen poseren voor de deur van de Sint Jozefskerk van Hoogboom. De nis waarin tegenwoordig een beeldje van Sint Jozef staat, is nog leeg. Wel is het huisnummer van de kerk te zien!
nr 24
-
nrs 24 en 25 zijn twee kiekjes van boerderijen – evenwel geen idee om de welke het gaat.
-
Op foto 26 heeft de fotograaf “zichzelf” gefotografeerd.
-
nrs. 27 t/m 31 zijn allemaal foto’s van personeel. Interessant te zien welke kleding ze droegen. 65
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Stuk voor stuk prachtige foto’s in een album dat na meer dan 100 jaar nog in een prachtige staat verkeert. Het is minstens van het jaar 1900, omdat in dat jaar de baron overlijdt en aangezien hij er nog fris en monter voorkomt op de eerste foto’s, kan het niet anders zijn dan dat dit fotoalbum van een tijd voor de eeuwwisseling is. Ook ziet de Sint Jozefskerk er nog splinternieuw uit. Waarlijk een tijdsdocument. Marc Brans.
GEZOCHT – GEZOCHT – GEZOCHT - GEZOCHT documentatie voor het archief van de Heemkring Hoghescote. Alle documentatie over Kapellen is welkom! Wij denken aan foto's, doodsprentjes, doodsbrieven, postkaarten, krantenknipsels, affiches, oude menukaarten, geboortekaartjes, oude trouwboekjes, oude notarisakten, huwelijksaankondigingen, oude rekeningen van Kapelse firma's enz, enz... Geef ons een seintje en we komen even langs. Bij voorbaat hartelijk dank! Kontaktadres: Parkweg 2 – 2950 Kapellen – Tel: 03 664.57.22
66
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Albert De Wagter een begaafd organist (deel 2) Dankzij het zorgvuldig bewaren van de talrijke gegevens omtrent zijn taak – als organist in de St. Jacobuskerk – ontvingen wij van Albert een schat aan gegevens. Deze bevat o.m. alles omtrent de talrijke gebeurtenissen die zich in de kerk voordeden en van het “buiten-gebeuren” waarbij Albert en dus ook de koorleden nauw bij betrokken waren. Zeer zorgvuldig heeft Albert het koorleven in de St.Jacobuskerk – en daarbij zijn tussenkomst als organist- terug voor u lezer – tot leven gebracht… Wij wensen u veel lees- en kijkgenoegens. Jef HERMAN.
< Eerste foto van Albert de Wagter als organist van de Sint Jacobusparochie te Kapellen tijdens de Kerstnacht van 1972.
5- jarig bestaan van Cantamus, kerkkoor van de Sint Jacobusparochie te Kapellen op 30.11.1974. Van l.n.r zien we Leo Van Avermaete(dirigent), G.Beersman-Corten, Dora Janssens, Cis Van Eyndhoven, Liselotte Weber, FriedaDE Wagter Serroels, Yvonne Schouwaerts, Albert De Wagter(organist), Anna Meyvis, Godelieve Havermans, Marc Steenhout, Staf Stuyck, Jacqueline Havermans, Leni Beersmans-De Waal, Hana Schenzer, Armand Peeters(voorzitter), Jan NN, Jozef Schenzer, Frits Weber, Cornelis Robert en Fr Van Zeebroeck.
67
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Albert en Wilfrieda in de kerk van Meulebeke bij het huwelijk van Griet Serroels. September 1982.
1984. Albert en Wilfrieda tijdens een Jubileummis in de kerk van de Zilverenhoek – Kapellen.
68
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Het zangkoor “Cantamus” onder leiding van dhr Avermaete, in aktie op het hoogzaal in de Sint Jacobuskerk te Kapellen. Aan het orgel (achteraan) Albert De Wagter. 3 1
2
5 4
8 6 7
11
9
10
13 12
14
1 Avermaete Leo (dirigent). 2 Moreau Pol. 3 Steenhoudt Marc. 4 Muchez Ludo. 5 Janssens Herman. 6 Ramaekers Rik. 7 Block Robert. 8 Stuyck Staf. 9 Weber Frits. 10 Schenzer Jozef. 11 De Wagter Albert(organist). 12 Schenzer Hanna. 13 Cornelis Robert. 14 Havermans Jackeline.NB: de dames (sopranen en alten) staan niet op deze foto (buiten 2). We waren met 43 koorleden.
20 maart 1988. Pastoor Malliën, 20 jaar pastoor in de kerk van Kapellen.
69
â&#x20AC;&#x2122;t Bruggeske jg 38- juni 2006 â&#x20AC;&#x201C; nummer 2.
Foto ter gelegenheid van het 20-jarig jubileum van het kerkkoor Cantamus van de Sint Jacobusparochie te Kapellen.
Sint Ceciliafeest 1991. Albert De Wagter organist en Leo Avermate dirigent.
70
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Sint Ceciliafeest tijdens de feestmaaltijd (1991) V.l.n.r. Anna Meyvis, Wilfieda en Albert.
Zondag 22 oktober 2000. Albert ontvangt van de pastoor van de Sint Jacobusparochie het Pauselijk ereteken “ Pro Petri Sede”.
71
’t Bruggeske jg 38- juni 2006 – nummer 2.
Jacky Philips, echtgenoot van Ria Johnson, schoonzoon van Hermien De Wagter – Johnson (zuster van Albert), verving Albert nu en dan in de Sint Jacobusparochie te Kapellen. ___________________________________________________________________ 72
FTKGOCCPFGNKLMU""VKLFUEJTKHV""ÓV"DTWIIGUMG HEEMKRING HOGHESCOTE VZW. ANTWERPSESTEENWEG 2 BUS 2 2950 KAPELLEN AFGIFTEKANTOOR: KAPELLEN 1 P 806083
BELGIË BELGIQUE P.B. 2950 KAPELLEN 1
!"#$%%&'()*!'%%!'+,'(% -"#*'&%% %%%%%%%%%%*./0.12.% %%%%%%%%%%%%%%%%#34560708292.%% %%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%#90.62.% %%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%-32:9;<=025%
!!
>"(#&&,(??,%@A B -?#'CC'+%DAEF%% ,'CG%F@HIFEHJDHIK%% 2BL403G%8<=M529N08282.629O5;M.26H/2% %
BC 30832