NIEUWE SPONSOR ( S ) WELKOM
TEL 03/664.62.59
Verzorging van al uw feesten. Huwelijken, Communiefeesten, Recepties, Koffietafels, Diners, Avofidjjfeesten, Banketten, Zakendivers, Personeelsfeesten, e.d. In feestzaal "De Jachthoorn", hij U thuis of in een zaal naar keuze.
f
Jubilee,
Warm en koud buffet, Breugheltafel en Barbecue. All-in formule - onbeperkt in aantal personen.
PrivĂŠ parking + tuin met speelhoek voor kinderen. Voor verdere inlichtingen en advies staan hij steeds voor U klaar. Feestzaal de Jachthoorn - Traiteur LUC Van Walle. Antwerpsesteenweg 153 - 2950 Kapellen. JlJ^j^ 65 * FAX. 03-605 53 25 Emaih'lnfoilaGlithgorn.be * WW.iachthgorn.be
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
‘t Bruggeske driemaandelijks tijdschrift van de Heemkring " Hoghescote vzw " te Kapellen. Zetel: Antwerpsesteenweg 2 - Bus 2 - 2950 Kapellen. 42e jaargang – nummer 1
1 maart 2010
_____________________________________________________________ In dit nummer... -
Bladwijzer. - 1 Bezoek aan politiemuseum te Wommelgem. - 2 Madonnawandeling in Antwerpen. - 2 Aanwinsten voor het Hoghescote-archief. - 3 Archiefdagen van Heemkring Hoghescote. - 3 De keure van Kapellen dezelfde als die van Ekeren. - 4 Een mondjevol Spaans. - 12 Het zwemdok van Kapellen. - 13 Wist je dat. - 18 Uit de collectie van Hoghescote, Vaandels en vlaggen. - 21 Er waren eens douanen en smokkelaars in Putte.(slot) - 26 Mededeling. - 36 - Een Antwerps gezegde… - 36 Iedere auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van de door hem ondertekende bijdrage. __________________________________________________________________________________
Verantwoordelijke uitgever: Balbaert Roger – Dorpsstraat 59, bus 7 - 2950 Kapellen. Tel: 03.664.57.22. Inlichtingen en/of klachten in verband met het niet ontvangen van ’t Bruggeske zie adres en telefoonnummer hiervoor. Kaftontwerp: T. Hanssens. Redactie: Eikvarenlaan 19 - 2950 Kapellen – Tel: 03.605.50.86. Internetadres: www.heemkring-hoghescote.be Lay-out publiciteit: Copy Service Center Dorpsstraat 39 - 2950 Kapellen – Tel: 03.605.42.67. 2010 - Copyright "Heemkring Hoghescote vzw" Kapellen. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, gereproduceerd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur en de uitgever. De Heemkring "Hoghescote vzw" werd opgericht op 23 december 1968.
_____________________________________________________________________ ’t Bruggeske verschijnt 4 maal per jaar. Deze nummers kan men bekomen aan 10 Euro en u is dan abonnee van ‘Hoghescote vzw’. Dit bedrag kan worden overgemaakt op rekening nr. 413-7205071-65 ten name van ‘Heemkring Hoghescote vzw’ – Antwerpsesteenweg 2 – Bus 2, 2950 Kapellen, met de vermelding "Bruggeske". Losse nummers van ’t Bruggeske, voor zover nog voorradig: 3 Euro per nummer.
1
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Bezoek aan het Provinciaal politiemuseum Wommelgem. Zaterdag 10 april 2010 van 14.00 - 16.00uur. Het museum is een geïllustreerde geschiedenis van de Gemeente en Landelijke politie vanaf 18…. tot op heden. Het museum bezit een unieke collectie over de politiekorpsen uit de provincie Antwerpen. Misschien lijken of zijn niet alle voorwerpen even waardevol, maar door hun authenticiteit en rijke verleden zijn ze dat met de jaren wel geworden. Het museum werd opgericht in de jaren ’80. Het provinciaal museum heeft zich vooral toegelegd op de politiewerking binnen de provincie Antwerpen. We komen bij elkaar, aan het museum Fort II, Fort II straat, Binnenfort 1ste verdiep, Wommelgem. Er is een cafetaria aanwezig. De prijs: 3 euro voor onze leden, 5 euro voor niet leden, inbegrepen zijn de gids en de verzekering. Inschrijven voor 30 maart enkel bij volgende twee personen. Chris Alen tel. 03-664 05 01 of bij Francois Groenewege tel. 03-665 00 87. Na inschrijving betaling op rek. 413-7205071-65 van Heemkring Hoghescote vzw Antwerpsesteenweg 2 bus 2 te 2950 Kapellen, met duidelijke vermelding van het aantal personen en politiemuseum.
Madonnawandeling in het centrum van Antwerpen Zaterdag 8 mei 2010 van 14.00 - 16.00uur. Gespecialiseerde gidsen leiden je langs die straten en pleinen waar de meeste, de mooiste en de interessantste beelden kunnen bewonderd worden. Ze geven uitgebreid toelichting over de historische achtergrond, de kunsthistorische waarde, de iconografische voorstelling en de restauratieproblematiek. Bovendien komt ook de folklore aan bod en vertellen ze vele verhalen en anekdotes i.v.m. de beelden. We komen bij elkaar, op de Grote Markt onder de galerij recht tegenover de toeristische dienst van Antwerpen. De wandeling start stipt om 14.00 uur, wees op tijd! De prijs: 5 euro voor onze leden, 7 euro voor niet leden, inbegrepen zijn de gids en de verzekering. Inschrijven voor 24 april enkel bij volgende twee personen. Chris Alen tel. 03-664 05 01 of bij Francois Groenewege tel. 03-665 00 87. Na inschrijving betaling op rek. 413-7205071-65 van Heemkring Hoghescote vzw Antwerpsesteenweg 2 bus 2 te 2950 Kapellen, met duidelijke vermelding van het aantal personen en wandeling Antwerpen.
______________________________________________________ 2
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Aanwinsten voor het Hoghescote-archief dank aan de schenkers: ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
!
Van mevrouw Cuypers kregen we een pak communieprentjes en devotieprentjes. Zuster Mit schonk een pak foto’s van de kleuterschool van Mater Salvatoris. Van de heer De Clerck: de genealogie van de familie De Clerck, waaronder de eerste burgemeester van Kapellen. Dhr. Frans De Leeuw bezorgde ons een groot aantal bidprentjes en doodsbrieven. Van de heer Jos Goolenaerts: 28 boeken van Rietstap. Wij ontvingen van de erfgenamen van wijlen Marcel Vorsselmans een boek met tientallen postkaarten, afdrukken en foto's van Kapellen. Van de heer Michels, een ingekaderd plan van de slag van Ekeren. Van KWB Zilverenhoek – Kapellen ledenbladen ‘Heet van de Naald 2009’. Van mevrouw Van der Jonckheyd: enkele trouwboekjes en rouwbrieven. Mevrouw Van den Kerckhove gaf ons het boek “Antwerpen in de tijd van de Reformatie”, van Guido Marnef. Mevrouw Relecom-De Jong schonk ons een attest van vrijstelling op naam van Stokmans Corneille, jaar 1876, na vervanging bij de loting voor de militaire dienst, een foto van de oorlog 14-18 met burgemeester Geelhand voor de draad in het niemandsland in Putte en de grootmoeder en moeder van mevrouw De Jong samen met enkele Duitse soldaten aan de andere kant van de draad. Van mevrouw Irene Quick: beker 75 jaar Kapelse Duivenbond, een plaket Beirens Alfons, kampioen eerste getekende jonge duiven, een plaket Beirens Alfons, algemeen kampioen jonge duiven, een krantenartikel 1958 met het verslag van de 3de kampioenendag.
Aankopen gedaan ter verrijking van het archief: !
Liggingsplan van “Villa Mina” aan de Vloeiende.
___________________________________________________ Archiefdagen Heemkring Hoghescote Antwerpsesteenweg 2 - Kapellen Lokaal ‘ De Kroon’. De eerste dinsdag van de maand van 14.00 tot 17.00 uur. en de tweede donderdag van de maand van 19.00 tot 22.00 uur.
3
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
De “Keure” van Kapellen dezelfde als die van Ekeren? Wat is een keure? Een “keure” is een soort wetboek. Het is het samengaan van zowel strafwetboek als politiereglement. Het voorziet in grote overtredingen zoals verminking of doodslag alsook in kleine overtredingen: met potten gooien, de ruiten van de kerkvensters ingooien en dergelijke kleinigheden. Verder vinden wij in een ”keure” artikels die bakkers, herbergiers, vleeshouwers, vettewariers (winkeliers in vette waren) en vorsters (boswachters) aanbelangen. Met andere woorden, hebben wij nu te maken met politiereglementen en de daarmee gepaard gaande boetes op overtredingen, dan hadden onze voorouders te maken met de “keure” die echter heel wat eenvoudiger was dan het huidige politiereglement. “Keure” is trouwens een synoniem van boete. De keure van Kapellen dezelfde als die van Ekeren? Alhoewel Kapellen deel uitmaakte van de heerlijkheid Ekeren en wij daaruit zouden kunnen concluderen dat de keure van Ekeren ook geldig was in Kapellen schijnt dat niet zo te zijn! Kapellen zou een eigen keure gehad hebben volgens Dr. Alfons Gielens, archivaris van het Rijksarchief te Antwerpen. Maar hij schrijft ook en ik citeer: “Deze keuren betreft dus de gemeente Ekeren en de dorpen Hoevenen en Brasschaat, met uitzondering van Kapellen dat zijn eigen keure bezat, nochtans gelijkende op die van Ekeren.” Hij staaft deze bewering door de tekst die terug te vinden is in de keurbrief van Ekeren: “De oude keuren in de Hoogeschoyte ter Capellen onder Ostende syn luiden ende inhoudende gelijck de keuren van Eeckeren van woorde en articulen, alleneleens(?) nyet dan in sommige articulen die te Cappellen niet en syn…”. Hier eindigt de aanhaling van Alfons Gielens. Maar de zin is niet gedaan. Hij gaat verder als volgt: “… maer is eenen syn ende uit een gemaect gelijck de keuren van eeckeren bovengeschreven staen soo en derven (durven?) wij die hier nyet verhaelen oft stellen”. Uit deze, nu volledige zin, blijkt: 1. dat er wel degelijk een keure van Kapellen bestaan heeft. 2. dat deze in eerste instantie weinig verschilde met de keure van Ekeren. 3. dat deze keure van Kapellen (later) één gemaakt werd met die van Ekeren 4. dat men de moeite niet doet om deze keure nog eens te herhalen ( wij die heir nyet verhaelen of stellen.). Bovendien waren bij de voorlezing van de keure ook de schepenen van Ekeren, Hoevenen, Hoogboom en Kapellen en tevens een grote menigte aanwezig. In ‘Op de drempel van de Polder ’ 1963, blz. 67 schrijven Fr. Bresseleers(+) en H. Kanora (+), tijdens hun leven eminente heemkundigen: “De heerlijkheid Ekeren besloeg een totale oppervlakte van 8.317 ha. Zij omvatte tot de Franse Revolutie het grondgebied van de huidige gemeenten Ekeren, Hoevenen, Kapellen en Brasschaat en was omstreeks 1500 dan ook veruit de uitge4
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
breidste en de belangrijkste heerlijkheid van de streek” . Bovendien was er voor de ganse heerlijkheid slechts één schout. De keure van Ekeren (Kapellen) werd reeds driemaal gepubliceerd: 1.- In “Oudheid en Kunst” in het jaar 1939 door archivaris Alfons Gielens. De originele tekst werd letterlijk overgenomen en daardoor moeilijk te begrijpen voor iemand die met dit soort teksten niet vertrouwd is. 2.- In “Op de drempel van de Polder” in 1963 door Fr. Bresseleers en H. Kanora. De originele tekst werd overgezet in moderne spelling. 3.- In het eerste jaarboek (1983) van de heemkring Ekeren door S. De Meyer. In twee kolommen vindt men links de originele tekst en rechts de transcriptie in de moderne taal.
Fragment uit de keure, meer bepaald waar geschreven staat dat de keure van Ekeren en Kapellen gelijk zijn.
Om de Kapellenaren te laten kennis maken met het dagelijks volksleven van hun dorpsgenoten uit de 16 de eeuw, de reglementen en de sancties bij niet naleving ervan vonden wij het nuttig deze keure ook in ons tijdschrift te publiceren. Gekozen werd voor een vrije vertaling. Sommige goed verstaanbare zinsneden worden origineel weergegeven, zodat de lezer een idee krijgt hoe onze voorouders spraken en schreven circa 450 jaar geleden.
5
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
De boetes Bij het lezen van de keure zullen wij bij de verschillende artikelen ook lezen welke boetes er opgelegd werden bij overtredingen. Zij worden uitgedrukt in stuivers en Carolus gulden, de toen gangbare munten in onze contreien. In 1 Carolus gulden gingen 20 stuivers. Maar welke huidige waarde moet men geven aan die oude geldwaarden? Welk bedrag van nu komt overeen met 1 Carolus gulden? Het is praktisch ondoenbaar en zeer ingewikkeld om deze geldwaarden om te zetten. Beter is vergelijkingspunten te zoeken met de prijs van andere zaken uit die tijd. En dat is ook niet zo eenvoudig, gezien de weinige documenten uit die tijd. Een voorzichtige indicatie: een strodekker verdiende 4 tot 5 stuivers per dag; een metser 5 tot 6 stuivers en een loodgieter 7 tot 8 stuivers. Een andere bron vertelt: In 1542 werd begonnen met de bouw van de Spaanse omwalling van Antwerpen. Met schoppen, manden en kruiwagens werd het materiaal aangevoerd. Uit de rekeningen blijkt dat er ook veel vrouwen aan meewerkten. Zij verdienden 2 stuivers per dag, de helft van hun ongeschoolde mannelijke collega’s, die dus 4 stuivers per dag verdienden. Als deze lonen met de werkelijkheid overeenkomen, dan werden er wel heel zware boetes opgelegd bij overtredingen, zoals zal blijken. De keure 1. Wie vloekt of “sweert bij Godt ende sijn lieden” (Lieden staat hier voor het lijden van Christus) of de naam van God bij twisten in de mond neemt is schuldig aan de Heer 10 stuivers en waskaarsen branden of een andere boete door de schepenen opgelegd. 2. Als iemand achterklap pleegt ten opzichte van een man of vrouw of zijn faam in het gedrang brengt, en daarin hervalt zal in de processie in zijn lijnwaad moeten gaan als boetedoening of op bedevaart gaan, naar goeddunken van de schepenen. 3. Als de Schout iemand betrapt hetzij man of vrouw, jong of oud die “ ten heyligen sacrament geweest hadde op sondagen oft op hooge heylige dagen, ten wijle men de hoochmisse oft sermoen dede” op het kerkhof of de kerkmuur of op de plaats “staen clappen oft spelen” krijgt een boete van 4 stuivers. 4. Als iemand tijdens twisten bier of wijn naar de andere gooit, zal aan de Heer betalen 10 stuivers. 5. Item als iemand “den andere sloege metter hant oft vuyst, in felheden (twisten) oft met eenen poot (pot) naar hen werpe, sonder nochtans te bloeden sal aen de heere verbeuren (boete betalen) 20 stuyvers”. 6. “Item oft iemand den anderen sloege oft werpe metten pootte dat hy bloede, sal hy den heere verbueren 30 stuyvers” 7. “Item ooft iemandt een messe oft ander geweer in felheden op den anderen uutte scheede toghe (een mes uit de schede trekken), die sal aen den heere verbueren 20 stuyvers”.
6
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
8. Er wordt een verschil gemaakt tussen het toebrengen van een al dan niet diepe wonde bij een steekpartij, zoals blijkt: “ Item oft yemant messe of dagge toge ende een anderen daermede staecke, oft hieuwde (houwde) dat hy bloede, sonder lidt diepe te sinne ,(geen diepe wonde) sal den heeren verbueren, nu 2 guldens, 30 stuyvers”. Artikel 9 daarentegen zegt: 9. “soo wie iemanden quest (kwetst) lidt diepe (diepe wonde), sal de heere oock verbueren 6 karolus guldens”. 10. Iemand die in de plaats van een mes een “pycke” (soort bijl) gebruikt mag zich aan dezelfde boete als in artikel 8 verwachten, 2 guldens 30 stuivers. 11. Als er geslagen wordt met een picke of met stokken en het slachtoffer “Bloet sonder dootwonde” wordt gestraft met een boete van 3 Carolus gulden. 12. Als iemand een andere slaat met een picke of met stokken en het slachtoffer “vermincte” (verminkte) wordt gestraft met een boete van 10 Carolus gulden. 13. Als de dader de boeten niet kan betalen of als het slachtoffer ten gevolge van zijn kwetsuren is overleden worden zijn eigendommen verbeurdverklaard en de Heer mag daarmede doen wat hij wil. 14. Als iemand de boog aantrekt om op een ander persoon te schieten tijdens twisten krijgt hij een boete van 10 Carolus gulden. 15. Als iemand de gespannen boog aanlegt, mikt en schiet op een ander persoon, zelfs zonder hem te raken krijgt een boete van 20 Carolus gulden. 16. Item “schiet hy ende raeckt sonder te dooden, soo sal hy den heere verbueren 40 karolus gulden”. 17. Niemand mag schieten noch met een boog “oft met bussen (geweer)” op het kerkhof, ook niet naar de “vogelen op de kercke sittende” en ook niet op plaatsen waar huizen staan. Boete 3 Carolus gulden. 18. Als de “herrebarregiers (herbergiers)” mensen in hun zaak ontvangen en deze wijn of bier verkopen op zondagen en heilige dagen tijdens “sermoon (preek)” of tijdens de hoogmis krijgen een boete van 1 Carolus gulden. Een uitzondering wordt gemaakt voor de “reysende man (reiziger)”. 19. Als inwoners van de heerlijkheid Ekeren (Kapellen) “torven oft heye (turf en heide)” die zij gehaald hebben op de “ gemene heide of vroente” ( onbebouwd, braakliggend) verkopen aan niet-inwoners van de heerlijkheid, zullen zij telkens zich dat voordoet, aan de Heer 3 Carolus gulden boete moeten betalen. 20. Artikel specifiek voor Ekeren. 21. Als niet-inwoners “des dorpe van Cappellen” de gemene vroente gebruiken met schapen en andere beesten worden deze in beslag genomen en een boete van 2 Carolus gulden. 7
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
22. In feite hetzelfde van inhoud als artikel 19. 23. Dat “nyemandt onderwinden en sal (zich verstouten, aandurven), oock eenige boomen aff te houwen opt s’ heerenstraete (dit is niet de naam van een straat, maar wel een straat die de Heer toebehoort)” zal zich moeten verantwoorden voor de schepenen tenzij hij cijns betaalt. 24. Niemand mag waterlopen of beken afdammen, een boete van 2 Carolus gulden is hiervoor voorzien. 25. Als iemand een ander “oploop doet (aanvalt)”, hem stoot, kwetst of wonden toebrengt, dan zal de persoon die begonnen is terug “vreden en peys” moeten maken bij de Heer binnen de 24 uren of een boete betalen van 3 Carolus gulden. 26. Dit is een moeilijk artikel om te begrijpen. Het komt erop neer dat de vrede gesloten volgens artikel 25, driemaal om de 40 dagen moet hernieuwd worden. 27. Niemand mag zijn dode beesten laten liggen. Hij moet die begraven “dry voeten onder d’eerde”. Een boete van 12 stuivers is voorzien. 28. Wanneer iemand geen vrede wil sluiten en dit weigert als de Heer dat vraagt, krijgt ook een boete van 1 Carolus gulden. 29. Niemand mag beesten of paarden “ die tuych syn (schurftig zijn)” op de straat of op de gemene weiden laten grazen op straf van een boete van 10 stuivers. 30. Niemand mag méér beesten op de gemene weiden brengen dan er weide voor voorzien is en wie dat toch doet moet een boete van 1 Carolus gulden betalen. Bedoeld wordt dat men zijn recht van begrazing voor een aantal dieren niet mag overschrijden. 31. Als iemand zijn koren doet malen buiten de heerlijkheid Ekeren en dit zonder dat er gebrek is aan wind of een andere noodzaak, ziet zijn koren verbeurdverklaard plus een boete van 2 Carolus gulden. (Dit is een nogal logisch artikel: de Heer van Ekeren, dus ook de Heer van Kapellen was eigenaar van de molens. Telkens men daar gebruik van maakte diende een gebruikersrecht of maalrecht betaald te worden). 32. De molenaars moeten malen “ten XXIIIIen vate “ Dit is één vat meel op 24 als loon. 33. Niemand mag een ander zijn “damthuynen oft hordden (staketsel of tenen vlechtwerk), damhouden oft plancken doorvueren (wegvoeren) oft verdragen” op straffe van 1 Carolus gulden. 34. “Item nyemant en sal in de Waterganck, Sprank ofte andere loopende weecken netten oft corven te mogen setten om te visschen”. De boete daarvoor is het verbeurdverklaren van de netten en 1 Carolus gulden. (De Waterganck en de Spranck zijn twee beken die in het gehucht de Kaert ontspringen, waarvan de Spranck in de Waterganck (nu Kaartse Beek vloeit). 8
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
35. Ook is het verboden in die beken met paarden of andere beesten te rijden om deze beken niet te vervuilen met aarde. Boete 1 Carolus gulden. 36. Niemand mag in andermans grachten gaan vissen op straf van 1 Carolus gulden. (Waarschijnlijk hier bedoeld dat men iemands eigendom niet mag betreden om daar in de wei aan de gracht te gaan vissen). 37. Als “een persoon by nachte comen aen de goede lieden (goede mensen) huysen, om transenereren (om afpersing te doen)” mag men deze persoon gevangen nemen en overleveren aan de officier en aan het gerecht. 38. Als personen misdrijven hebben begaan en niet bij machte zijn de boete te betalen, moeten zij opgesloten worden in de gevangenis op water en brood of op bedevaart gaan. (Hoe controleerde men dat laatste?) 39. De bakkers moeten brood bakken met een gewicht dat geldig is in de stad Antwerpen. Om de 8 dagen zullen keurmeesters dat controleren. Vinden zij bakkers die daarin in gebreke blijven, dan wordt al het aanwezige brood verbeurdverklaard en dit ten behoeve van de Heer, daar bovenop een boete van 1 Carolus gulden. Aan de keurmeesters moeten zij 8 stuivers betalen. (De keurmeesters hadden er dus alle belang bij hun werk grondig te doen) 40. Wie bier tapt of verkoopt, mag dit doen zolang de gasten betalen en tot een maximum van 12 gelten (inhoudsmaat). Wie meer bier tapt of verkoopt krijgt een boete van 2 groten brabants (munteenheid). 41. Niemand mag hazen schieten of met garen vangen op straffe van 3 Carolus gulden. De aanbrenger daarentegen krijgt een beloning van 1 Carolus gulden. 42. Niemand mag oude afsluitingen of bezemrijs van anderen halen op straffe van 1 Carolus gulden. Hervalt hij in deze diefstal dan moet hij voor de vierschaar verschijnen om beboet te worden 43. Dat niemand in de heerlijkheid Ekeren (dus ook Kapellen) honden mag houden om te jagen en ook niemand van buiten de heerlijkheid met uitzondering van “scilbortige (adellijke) mannen” op straf van 2 Carolus gulden. 44. Als de Heer “een stille waerheyt (geheim onderzoek) gebiet” om de waarheid over een gebeurtenis te weten te komen en komt de persoon die opgeroepen wordt niet opdagen zonder geldige reden krijgt hij 4 stuivers boete. 45. Komt de opgeroepen persoon niet opdagen nadat hij een tweede oproep gekregen heeft wordt de boete verhoogd tot 10 stuivers. 46. Negeert hij voor de derde maal de oproep zonder geldige reden dan wordt hij beschouwd als schuldig in de onderzochte zaak. 47. Als iemand van de ingezetenen tegen een ingezetene een zaak aanspant en daarvoor beroep doet op een vierschaar (soort rechtbank) buiten hun dorp, die is een boete verschuldigd van 3 Carolus gulden en de uitgesproken vonnissen van die vierschaar zullen ongeldig zijn.
9
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
48. Iemand die schade toebrengt aan de akkers, koren of gras zal deze schade moeten betalen na taxatie door bevoegde mannen. De dieren die de schade hebben toegebracht moeten geborgen worden in een schuilplaats. De partijen moeten binnen de 24 uur naar de taxeerders gaan en akkoord gaan met hun beslissing. 49. Men mag zijn beesten onderbrengen bij een “schutter” (iemand die schuilplaatsen heeft) aan één groot brabants (soort geld) per dag en de schapen laten weiden aan 3 stuivers. 50. Iedereen moet onderhouden in de wijk waar hij woont de “heerbaenen, binnenwegen, kerckwegen, bruggen met leenen (leuningen) op de beken, watergangen ende waterscheidingen, dycken als dammen” opdat de priester met het Heilig sacrament en andere personen droog naar de kerk zouden kunnen gaan. Als iemand daarin in gebreke blijft en na verwittigd te zijn zal de herstelling door de Heer gebeuren “op dubbele cost” voor de overtreder. 51. Is in feite hetzelfde artikel als hierboven, maar méér gedetailleerd. De schout en de schepenen zullen een rondgang maken en via een “kerckgebodt” de nodige herstellingen aanwijzen. Als men daar geen gevolg aan geeft binnen de 14 dagen zullen de schout en de schepenen aan “dubbelen cost” de herstelling laten uitvoeren. Zo men zijn schulden niet betaalt zal men dat verhalen door land in beslag te nemen. 52. De Heer en zijn erfgenamen hebben het recht deze keuren “uut redelijcke oorsake te mogen veranderen, vermeerderen ende verminderen ende interpreteren, soo verre daar enige donckerheyt (onduidelijkheid) in bevonden worde”. Deze oorkonde hebben wij gezegeld op 27 juli 1534. De keuren gaan verder met een reeks nieuwe artikelen en de nummering werd gewoon verder gezet. 53. De vorsters (boswachters) zullen alle 14 dagen samen de heide opgaan en arresteren al diegenen die van buiten de heerlijkheid Ekeren zijn en hun schapen, koeien, paarden en ossen daar laten grazen, ook diegenen die turf steken of hooi maaien. De dader wordt aangehouden en zal een boete van 10 stuivers moeten betalen vooraleer hij vrijkomt. Later zal hij aan de Heer nog 2 Carolus gulden moeten betalen. 54. Als men zijn koeien, paarden, ossen en schapen op iemand anders zijn erf stouwt en dit zonder zijn toestemming, moet men een boete betalen van 2 Carolus gulden aan de Heer en aan de kerk. 55. Als de inbreuken in al de artikelen hiervoor opgesomd vastgesteld worden door de vorster, de dader gearresteerd wordt en bij de officier gebracht, krijgt de vorster per vastgesteld feit een salaris van 4 stuivers. Bovenop de voorziene boeten, wordt het gereedschap of materiaal om de overtreding te begaan, verbeurdverklaard. 56. Indien vastgesteld wordt dat de vorsters hun wijken niet bezoeken, tweemaal per 14 dagen, zal telkenmale 10 stuivers worden afgetrokken van hun loon en bij herhaling of weigering ontslag.
10
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
57. De keurmeesters moeten rondgaan en de gewichten nakijken bij “vettewaries (handelaar in vette waren)”, vleeshouders en andere beroepen waarbij gewichten gebruikt worden. Zij moeten dat doen zodat in de heerlijkheid Ekeren (Kapellen) overal hetzelfde rechtvaardig gewicht geldt. Als men inbreuken vaststelt wordt een boete opgelegd van 20 stuivers voor de Heer en voor de keurmeesters 8 stuivers en de in beslag genomen gewichten. 58. Hetzelfde geldt voor de inhoudsmaten voor de “natte waeren” zoals bier, wijn, azijn en smout. 59. Als iemand zich verzet tegen deze controle wordt een extra boete van 20 stuivers opgelegd. 60. De keurmeesters moeten om de 14 dagen hun ronde doen om de maten en gewichten te controleren op straffe van 8 stuivers, telkenmale men een inbreuk vaststelt. 61. Als iemand zijn handel stopzet omdat hij niet akkoord is met deze keure, dan mag hij in het jaar daarna geen nieuwe handel beginnen op straf van 20 stuivers. 62. Het sprokkelen van hout is alleen toegelaten aan die personen die leven van aalmoezen of van de H.Geesttafel (voorloper van het OCMW). Maar zij mogen niet, zoals ook alle andere inwoners, buiten hun eigen erf afsluitingen, oude wilgen of ander groen hout, takkebossen, mutsaards of planken halen. Gebeurt dit toch dan zal de vorster de persoon in kwestie “opvangen ende setten te water ende broode XIIII dagen lanck” om daarna nog door de schepenen gestraft te worden “allen anderen ten exemple (voorbeeld) ”. Als de dief door iemand anders wordt aangeduid zal men overgaan tot een huiszoeking. 63. Dit is een interessant artikel. Niemand binnen de heerlijkheid mag een huis verhuren aan iemand die vreemd is (dus niet van de heerlijkheid afkomstig) als de verhuurder niet zeker is dat de huurder voldoende kapitaalkrachtig is. Bleek de huurder toch niet kapitaalkrachtig en zo hij moest ondersteund worden door de H. Geesttafel dan kon deze instelling de uitbetaalde gelden terugvorderen van de verhuurder. Op die manier zorgde men ervoor dat de H.Geesttafel enkel ten dienste was van de eigen ingezetenen en niet te veel belast werd. 64. Dit artikel is moeilijk te interpreteren. De officier mag niet te vlug een moordenaar aanhouden, tenzij hij zeker is dat hij schuldig is. Dit om te voorkomen dat er overlast of droefheid aan de ingezetenen wordt gegeven. Ik meen dat wij dat moeten verstaan als niet te vlug over te gaan tot voorlopige hechtenis om zijn familie, vrienden en buren te beschermen tegen mogelijke kwaadsprekerij of insinuaties van de andere bewoners van de heerlijkheid. 65. Als iemand “eenen werckman huert, met wagen oft peerden oft metten lijve ” en deze werkman daagt niet op, mag men iemand anders vragen. De werkman die niet kwam opdagen zal de schade moeten betalen, namelijk het loon van de vervangende werkman. 11
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
66. Als iemand de officieren, schepenen en gezworenen van het dorp bedreigt met woorden of daden, krijgt een boete van 6 Carolus gulden. 67. Als men een andere persoon, andere dan de hierboven genoemde, dreigt te slaan of op een andere manier poogt te misdoen, krijgt een boete van 2 Carolus gulden. 68. Alle voorziene “penen (boeten)” van 30 stuivers worden verhoogd tot 2 Carolus gulden. (Dat geldt dus voor de artikelen 6, 8 en 10.) 69. Al de artikelen moeten door de drossaard, schout, schepenen en ingezetenen van de heerlijkheid toegepast worden. De Heer mag de artikelen interpreteren, veranderen, vermeerderen of verminderen als dit later voor meer duidelijkheid zal zorgen. Deze keure werd gezegeld op 18 mei 1548 en ondertekend door: Elisabeth van Cuelenbourch, Aeleyt de Cuelenbourch en Philips van Lalaing. De keure werd in Ekeren openbaar voorgelezen vanuit het venster van het huis St.-Joris op 19 oktober 1548. Er was een grote menigte aanwezig. Jan Vanderhaeghe.
Een mondjevol Spaans Dat een Antwerpenaar ook wel sinjoor wordt genoemd en dat dit van het Spaanse “señor” afgeleid is, dat weten de meesten onder ons wel. Het was trouwens een spotnaam voor de gegoede Antwerpse burgerij die de Spaanse bezetters na-aapten in kledij en gewoonten. Tegenwoordig is het een eretitel. Maar een sinjoor dient geboren te zijn uit Antwerpse ouders. Is dit niet het geval, dan is het een pagadder, van het Spaanse pagare, wat betalen betekent. Iemand van buiten de stadspoorten diende te betalen om binnen te mogen (vergelijk met “pagaddertoren”). De oorspronkelijke sinjoor was dus eigenlijk aan het stoefen: komt van estofa, stof voor klederen. Of in overdrachtelijke zin: iemand die waardevolle stof draagt om te pochen. Misschien was hij wel van lotje getikt: lotje, van loco: zot of gek. Tussen het kanaille – gemeen volk, van “canalla” wat hondengebroed betekent – zat wel eens een schobbejak (“escobilla”, kleine bezem), of een schoelie (chulo), of een falsaris (falsario) en een hoop kaffers (cafre, vlegel). Nog woorden uit het Spaans: palul (dronkaard), van palo, stok. Een kleine stok is een palillo, daar is dan weer palulleke van afgeleid. Lam(m)eren (zeuren, sjauwelen, babbelen) komt van llamar, wat roepen betekent. Ramasseren (opruimen): ramas Schapperen (ontsnappen): escapar Travakken (zwoegen): afgeleid van trabajar, wat arbeiden betekent Goesting: van gusto BASTA! (uitroep) GvA 1997.
______________________________________________________________________ 12
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Het zwemdok van Kapellen Elke aandachtige lezer zal menen te moeten zeggen: ‘men bedoelt waarschijnlijk zwembad’. Dit is evenwel niet het geval. Het zwembad van Kapellen aan de Christiaan Pallemansstraat werd ingehuldigd in 1979, het zwemdok waar het hier over gaat dateert van voor de tweede wereldoorlog. Een brief gedateerd op 15 juni 1933 van luitenant-kolonel Coppens, commandant van de spoorwegtroepen te Borgerhout (waarvan de derde compagnie te Hoogboom gelegerd was) antwoordde op een schrijven van het gemeentebestuur van Kapellen. Hierin werd toestemming gevraagd om te mogen baden in het vestingwater rondom het fort van Kapellen. Een zwemdok werd geïnstalleerd in de saillant II-IV, op voorwaarde dat de inwoners zich beperken een bad te nemen in het gereserveerde gedeelte. Er werd de aandacht gevestigd op het feit dat de toestemming geen toelating is om een zwemkom te bouwen, maar enkel en alleen ter kennis gaf dat het zwemmen in de zone van de saillant II-IV geen ongemakken mocht voortbrengen voor de spoorwegtroepen.
Fotograaf Hoelen - Verzameling Heemkring Hoghescote. (1)
Vreemd is dat de briefwisseling met het gemeentebestuur van Kapellen gevoerd werd, gezien het fort toen wel degelijk op het grondgebied van de gemeente Ekeren lag. Blijkbaar mocht niet iedereen gebruik maken van het zwemdok. Getuigt hiervan een schrijven van de heer De Hont van de Socialistische Kindergroep “Onze Wensch”:
13
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
7 juli 1935. Aan het Colège van Burgemeester en Schenenen der gemeente Kapellen. Waarde Heeren, Het is mij bekent dat het Zwemdok te Kapellen alleen toegankelijk is voor het mannelijk geslacht. Jammer genoeg, niet alleen zijn het jongens die gaarne in ’t water spartelen om hun behoorlijk te wasschen, maar ook meisjes hebben dit zelfs groot noodig. Ik ben zoo vrij Ued. een aanvraag te doen, of het niet mogelijk is om bijv. met een groep jongens en meisjes van 7 tot 12 jaar toegang te verkrijgen, onder toezicht natuurlijk, en als het kon zijn ’s Zondags van 12 tot 1 uur. Ik hoop dat ik niet te veel gevraagd heb en biedt Ued. inmiddels de verzekering mijner oprechte groeten. Namens het bestuur der Kindergroep (get.) J. De Hont
Een brief waarvan de datum onleesbaar geworden is, maar die uit dezelfde periode moet stammen, was een antwoord van de bevoegde schepen van Kapellen aan de heer A. Lenaerts uit Brasschaat:
- het zwemdok is toegankelijk voor alle mannelijke personen, - de kinderen die geen 15 jaar oud zijn mogen gratis binnen mits zij vergezeld zijn van een verantwoordelijke persoon, ! wie ouder is dan 15 jaar dient een halve frank te betalen. Het zwemdok is geopend alle dagen van 9 tot 12 uur en zaterdagnamiddag van 3 tot 7 uur. Vanaf december 1939 mocht er niet meer gebaad worden in het vestingwater. Het was dan volop mobilisatie en er werden geen burgers meer toegelaten op de militaire domeinen. Na de oorlog meenden de inwoners opnieuw gebruik te mogen maken van het zwemdok, maar dit gebeurde zonder toestemming. Een brief van 6 juli 1945 van de commandant van de provincie Antwerpen, kolonel Scharff, maakte het gemeentebestuur hier op attent:
14
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
“Ik heb de eer U te overeenkomst getroffen Gebouwen betreffend afgebakende Zwemkom verbroken.
herinneren dat sinds einde December 1939 de tussen Uwe Gemeente en den Dienst der Militaire het benuttigen door mannelijke burgers der in de vesting van het Fortje van Kapellen werd
Bij mijn inspectietocht ter plaatse heb ik bestatigd dat, niettegenstaande het verbod, te baden in de vestingen der militaire werken, allerlei burgers, zoo mannen als vrouwen en kinderen, het militair domein hadden betreden. Bij gebrek aan cabinen, gebeurt de ontkleding in het publiek, hetgeen gezien de aanwezigheid van kinderen, in geen geval kan toegelaten worden. Zulke toestand kan niet langer worden geduld. Mag ik U vragen de inwoners uwer Gemeente te willen verwittigen dat het niet toegelaten is te baden of te zwemmen in de vestingen der militaire werken, ook dus niet in de vesting van het Fortje Kapellen. Bij overtreding zal door de Rijkswacht of beëdigd persoon Proces-Verbaal worden gemaakt”.
Foto Hoelen. Verzameling Heemkring Hoghescote.
Omdat de inwoners van Kapellen toch allemaal wensten gebruik te maken van het zwemdokje in het fort van Kapellen werden er opnieuw onderhandelingen gevoerd tussen de legeroverheid en het gemeentebestuur. 15
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
En met succes, want op 24 juli 1947 kon de gemeenteraad van Kapellen het volgende politiereglement goedkeuren: Aanwezig: P. Stokmans, voorzitter, burgemeester, L. Van Loon, schepen, Andre, De Schutter, Donckers, Joosen, Speth, Wigand, De Rooy, Meeus en Bastyns, raadsleden, Gustave Van Bouwel, secretaris. “ Gezien artikel 78 van de gemeentewet en artikel 3 van titel XI van de wet van 16-24 augustus 1790, met het oog op het openbaar verkeer, op de rust, de veiligheid en de volksgezondheid in de gemeente. Besluit: Artikel 1: Vanaf 26 juli 1947 zal het zwemdok in de wateren van het Fortje van Kapellen, waarvan het gebruik door de Militaire Overheid bereidwillig werd toegestaan, toegankelijk zijn voor de bevolking van Kapellen. Artikel 2: De baders moeten een fatsoenlijk badpak dragen. Artikel 3: Het is niet toegelaten zich in het openbaar te kleden of te ontkleden. Het gebruik van gesloten badkabienen, slechts voor één enkel persoon gelijktijdig toegankelijk is verplichtend. Artikel 4: Niemand mag in badkostuum ter plaatse vertoeven voor of na het bad. Artikel 5: Kinderen, niet vergezeld van hun ouders of van een ander tegenover hen verantwoordelijke persoon, hebben geen toegang tot de badplaatsen. Artikel 6: Kindergroepen, onder toezicht van een verantwoordelijke begeleider, zullen enkel toegelaten worden op vertoon van een toelating, verleend door het gemeentebestuur. Voor dergelijke groepen mogen slechts gelijktijdig hoogstens 15 kinderen in het water zijn. Artikel 7: De baders hebben zich te gedragen naar de onderrichtingen van de badpolitie, en de terreinen en wateren rein te houden. Het zwemdok zal ter beschikking zijn van het publiek als volgt: " voor de kinderen: elke donderdag namiddag van 13u30 tot 18 uur, " voor de mannelijke bevolking: alle werkdagen van 18 tot 21 uur en op zonen feestdagen van 9 tot 12 uur, " voor de vrouwelijke bevolking: op zon- en feestdagen van 12 tot 16 uur. " familiebaden: op zon- en feestdagen van 16 tot 21 uur. Artikel 8: Het gemeentebestuur wijst alle verantwoordelijkheid af bij gebeurlijke ongevallen, vervreemdingen of wat ook. Artikel 9: Kostbare voorwerpen kunnen aan de toezichter, door het gemeentebestuur aangeduid, in bewaring gegeven worden. Artikel 10: Het is ten strengste verboden zich te begeven buiten de afgetekende omheining van het zwemdok. Artikel 11: De toegangsprijs is vastgesteld op 2,50 BEF per persoon, uitgezonderd voor de kinderen beneden de 15 jaar die kosteloos toegang hebben. 16
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Artikel 12: De overtredingen der bepalingen van dit reglement voor welke er door de wetten of verordeningen van algemeen of provinciaal bestuur geen bijzondere straffen zijn voorzien, zullen bekeurd worden met een boeten van 1 tot 25 BEF en een gevangenisstraf van 1 tot 6 dagen, gezamenlijk of afzonderlijk uit te spreken. Artikel 13: Afschriften van bovenstaande verordening zal aan de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, alsmede aan de Griffie der Rechtbank van eersten aanleg, aan die van het vredegerecht van het kanton en aan de plaatselijke bevelhebber der rijkswacht worden gezonden. Artikel 14: Deze verordening wordt onmiddellijk van kracht en zal afgekondigd worden en aangeplakt worden op de plaatsen als naar gewoonte. Deze beslissing van de gemeenteraad van Kapellen geraakte natuurlijk ook bekend buiten de grenzen van de gemeente. Een brief van het gemeentebestuur van Ekeren uit 1948, gericht aan hun collega’s van Kapellen vroeg een beetje meer uitleg. Zij hadden vernomen via de dagbladen dat de gemeenteraad van Kapellen beslist had om een badplaats te openen. Daar het fort gelegen was op het grondgebied van de gemeente Ekeren, verzocht men hen in te lichten in hoeverre de gesprekken gevorderd waren en of Ekeren ook mocht betrokken worden in de hele zaak. Voor wat het zwemdok aangaat is er na 1948 niets meer te vinden in de archieven. Navraag bij inwoners doet vermoeden dat het bad in onbruik geraakte in de jaren 50. Het was Koude Oorlog en alle militaire kwartieren werden afgesloten voor eenieder die geen geldige reden kon voorleggen. Waar was de zwemkom nu precies gelegen? Indien men voor de ingang van het fort staat, voor zich de (nu vervallen) brug, dan lag de afgebakende zone links daarvan aan de kant van de Fortsteenweg. Op de ruimte tussen het vestingwater en de weg stond een langwerpig gebouw in hout met golfplaten dak, met een dubbele deur tussen twee ramen aan één zijde en acht kleine vierkante ramen aan de lange zijde. Het dok zelf was afgebakend met steigers. Marc Brans. Noot: (1) – Door de fotograaf Hoelen werd foutief ‘Hoogboom Cappellen’ aangegeven, dit moest eigenlijk ‘Hoogboom Eeckeren’ zijn. De wijken Hoogboom en Zilverenhoek werden op 1 januari 1983 bij de Kapellen gevoegd.
****** ***** *** ** 17
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Wist je dat… 29 februari een schrikkeldag, een uitvinding was van de oude Egyptenaren en door Julius Caesar werd overgenomen en in 1582 door paus Gregorius XIII werd aangepast? De schrikkeldag werd met veel moeite opgelegd aan Europa en uiteindelijk aan de rest van de wereld. De Juliaanse kalender begon ermee de in de voorgaande jaren ontstane accumulatie van fouten recht te trekken. Het eerste jaar van zijn nieuwe kalender duurde 445 dagen (zo werd 46 v.C. bekend als het jaar der verwarring). Tevens introduceerde hij het idee van schrikkeljaren (de oorspronkelijke Juliaanse kalender telde om de drie jaar een schrikkeljaar). De Juliaanse kalender werd verfijnd door keizer Augustus die in 8 v.C. de frequentie van de schrikkeljaren op eenmaal in de vier jaar bracht. Paus Gregorius XIII voerde, (omdat in de veertiende eeuw de extra 11 minuten per jaar opgelopen waren tot een totale fout van 10 dagen), daarom de Gregoriaanse kalender in en verordonneerde dat 4 oktober 1582 gevolgd moest worden door 15 oktober. Ook besliste hij dat de eeuwjaren geen schrikkeljaren zouden zijn, tenzij ze deelbaar waren door 400 zoals bijv. 2000. In Zuid-Afrika een van de spectaculairste meteorietkraters van onze planeet ligt? Zowat 45 km ten noorden van Pretoria bevindt zich de 220.000 jaar oude Tswaingkrater met een diameter van meer dan 1000 meter. Dankzij Nederlandse ontwikkelingssamenwerking werd een wandelpad van zeven km aangelegd dat de belangrijkste uitzichtpunten rond en in de krater verbindt. Zuid-Afrika staat voor wandelpret. (Foto uit De Zondag.)
De eerste thermometer werd uitgevonden door Galileo Galilei in 1607? Galilei(Galileo). Italiaans natuur- en sterrenkundige en filosoof (Pisa 1564 – Arcetri bij Florence 1642).Grondlegger van de proefondervindelijke methode. Ontdekte dat schommelingen isochroon waren, stelde de wetten van de vrije val op, bewees dat projectielen zich in de ruimte volgens parabolen bewegen en gaf het beginsel van de traagheid en de samenstelling van de snelheden aan. Maakte een kijker met een divergerend oculair, waarmee hij onder andere de libraties van de maan waarnam. De door hem onderwezen stellingen van Copernicus wekten weerstand op en Galilei kreeg opdracht zich van het onderwijzen ervan te onthouden. Maar terug in Florence, publiceerde hij een bescheiden verdediging van het nieuwe stelsel. Door de inquisitie werd hij gedwongen zijn leer af te zweren.
18
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
De eerste mens met een donorhart nog 18 dagen leefde? Barnard (Christiaan Neethling),Zuidafrikaans chirurg (Beaufort 1922 – Cyprus 2001). In 1967 voerde hij in het Groote Schuurziekenhuis te Kaapstad de eerste harttransplantatie op een mens uit.
Utopia een gebied op Mars is, maar nog een andere betekenis heeft en oorspronkelijk de naam van een denkbeeldige, volmaakte, gelukkige staat (een heilstaat) is, naar een werk van Thomas More, die dit woord samenstelde uit het Grieks, met als betekenis: niet bestaand, nergens? Thomas Morus (heilige), Engels humanist (Londen 1748 – ibid. 1535).Kanselier van het Koninkrijk (1529). Werd onthoofd omdat hij niet de geestelijke macht van de koning wilde erkennen. Schreef Utopia.
Een zinkend schip er meer dan een uur over doet om de oceaanbodem te bereiken? Dit is echter geen algemene regel daar het ook afhangt van de grootte van het schip, de soort lading, de oorzaak van de ramp enz. Een kleiner schip kan ook in vijftien minuten zinken. De diepste gedeelten van de oceaan zijn de troggen; deze zijn gemiddeld 100 km breed en 7000-8000 m. diep, en soms duizenden kilometers lang. Enkele van de diepste troggen: in de Filippijnentrog: Cape Johnson Diep: 10.497 m. Idem: Emden Diep: 10.400 m. In de Tongatrog: Vitjaz Diep II: 10.882 m. < Reeds in de Eerste Wereldoorlog werden zinken gebracht.
schepen
tot
Op de planeet Venus de rotatietijd 243 aarde-dagen is (aarde 24 uur) en de jaarlengte 225 dagen bedraagt (aarde 365 dagen)? De lengte van een zonnedag op Venus 116 aardedagen is? Als de zon zo groot was als een strandbal, de aarde een erwt zou zijn ?
19
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Koala’s 22 uur per dag slapen om hun eten verteerd te krijgen? Zij eten zeer eenzijdig; vrijwel uitsluitend eucalyptusbladeren, tot anderhalve kilo per dag. Koala (Phascolarctus cinereus). Wollig, dichtbehaard, zilvergrijs nachtbuideldier uit Oost-Australië.
Het spuitwater met toegevoegd koolzuurgas in 1790 werd uitgevonden door Jacob Schweppe? De Engelse scheikundige Joseph Priestley (°1733-1804) heeft meerdere gassen afgezonderd, zoals de zuurstof en het koolzuurgas; dat laatste maakt wellicht dat hij ook gezien wordt als de uitvinder van het spuitwater(wat overigens zeer aannemelijk is). Het lijkt dus of we 2 uitvinders van spuitwater hebben (dat kan uiteraard; er zijn meerdere uitvindingen door verschillende uitvinders aan te wijzen). Doch, in 1783 nam Jacob Schweppe er een patent op en commercialiseerde het, met het gekend succes “Schweppes” als merknaam. Priestley (Joseph), Engels chemicus en theoloog (Fieldhead 1733 – Northumberland, Pennsylvania, 1804). Bestudeerde de stofwisseling van de planten en ontdekte de ademhaling. Slaagde er als eerste in zuurstof af te zonderen.
Het licht er 8 minuten en 17 seconden over doet om van de zon tot bij ons te komen? In 1953 James Watson (°1928), Francis Crick (°1916) en Maurice Wilkins (°1916) de structuur van DNA ontrafelden? Dit Brits-Amerikaans team ontving in 1962 de Nobelprijs voor geneeskunde/ fysiologie. DNA zelf was reeds in 1869 ontdekt door Friedrich Miescher (°Bazel 1844 - Davos 1895) een Zwitsers biochemicus en voedingsdeskundige. Hij heeft in Bazel, in 1889, het eerste Internationaal Congres voor Fysiologie bijeengeroepen. Hij slaagde er in DNA af te zonderen uit celkernen. De bevolking van Kapellen in 1480 slechts 329 inwoners telde? In 1800 562, in 1840 1600, in 1890 3585, in 1938 8929, in 1947 9680 inwoners. In 1999 telden wij 25.000 ingezetenen mede dankzij de aanhechting van de wijken Zilverenhoek en Hoogboom waardoor er in één klap duizenden mensen van Ekeren bij Kapellen kwamen. Vandaag tellen we meer dan 26.000 ingezetenen waaronder ook veel buitenlanders. W Dreessen. Bronnen: uit eigen verzamelde documentatie; het archief van dhr. Vertongen( ex schipper). m.m.v. Lv.T.
_______________________________________________________
20
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Uit de collectie van Hoghescote Vlaggen en vaandels 5. Sint Cecilia De heemkring bewaart een vlag van de ‘fanfare’ Sint Cecilia en een vlag van de ‘harmonie’ Sint Cecilia. Hoewel het stichtingsjaar van de fanfare Sint Cecilia 1863 is (deze datum prijkt op beide vlaggen), moet het begin eigenlijk iets eerder gezocht worden. In 1826 werd er immers een “muzieksociëteit” opgericht – een katholieke fanfare. Het bestuur en de spelers was als volgt samengesteld: - Michel Dhanis Vanden Broeck, voorzitter - Eduard De Vylder, ondervoorzitter - P.F. Michielsen, secretaris - P.F.L. Vansulper, 1ste klarinet solo - Theodoor Hermans, 2de klarinet reprima - J.F. Van Nuffel, 2de klarinet - J. Vos, 2de klarinet - Antoon Vandenwyngaerd, 2de klarinet - Joseph Borstlap, 3de klarinet - J. Hermans, 1ste hoorn - J. Kuylen, 2de hoorn - P.J. Marien, trombone - Joseph De Beuckelaer, trompet - Jacques van Nuffel, kleine fluit - Antoon le Blus, grosse caisse en cimbalen - Corneel Wildiers, leerling trombone - Joseph De Bruyn, leerling klarinet - P. Hermans, leerling sleuteltrompet - Eugène Kuylen, leerling klarinet - J.F. Jansens, muziekchef De eerste vergadering vond plaats op 28 september 1826 in de herberg “Drij Koningen”. Op 16 november van datzelfde jaar worden Vleminckx en J. Legrelle aanvaard als ereleden en Bruyninckx als “opregt lid” en standaarddrager. Tijdens diezelfde samenkomst beslist het bestuur dat de stemmingen zouden gebeuren door middel van witte en zwarte bonen. Een mooie gelegenheid om buiten te komen is Kapellen-kermis. Op zondag 27 juli 1828 moeten alle leden met hun instrument reeds om 8 uur ’s morgens aanwezig zijn en dit op boete van 10 centen, “ten eynde gezamenlijk het vaendel uyt te halen en vervolgens in goede order naer de kerk te marcheren en de processie bij te wonen en de voorgestelde aires te spelen. Na het eindigen van den dienst zal het vaendel ter bestemde plaets terug gebragt worden.” Op 23 november 1828 overhandigt men de eerste eretekens, bestaande uit een zilveren lier hangende aan een groen zijden moiré lint. In 1829 vergadert men in “De Zwarte Arend”. Vanaf 1843 gaat het wat bergaf met de fanfare: dat jaar nog 50 deelnemers aan het jaarlijks feest (in 1840 nog 60), in 1844 kon dit nog slechts 40 leden bekoren, het jaar daarna en in 1846 amper 35. 21
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Vanaf 1845 maakt men ook maar slechts één verslag; dit aangaande het feest (wat te eten, hoeveel te drinken en wat te betalen). In 1851 zijn er nog 28 leden, in 1852 vergeet men zelfs het feest van Sint Cecilia, in 1860 zijn er nog 20 aanwezigen. Doch, twee jaar daarna zijn er terug 46 leden. In dat jaar 1862 (9 januari) wordt er een nieuw reglement opgesteld, waarin nu de titel “Sinte Cecilia” vermeld staat. Dit is dus het begin van de fanfare Sint Cecilia.
Een foto van de harmonie uit de ‘oude doos’.
Maar, terwijl de (enige) fanfare een uitgesproken katholieke muziekmaatschappij was, kon dit, gezien de politieke situatie, niet lang meer zo blijven. Leopold Vouwé slaagde er als overtuigde liberaal samen met Prudent Kenis, Fr. Maes, J.P. Hoegaerts, H. Hermans, Chevalier, de Clercq, de Posson, de Bock en anderen, in om in 1862 met 34 leden af te scheuren van de fanfare Sint Cecilia en een nieuwe fanfare op te richten (met liberale strekking); deze werd “De XXXIV”. In 1863 wordt Vouwé verkozen tot gemeenteraadslid, het jaar daarop tot schepen en in 1867 tot burgemeester van Kapellen – wat hij blijft tot in 1879. Er barst een – niet alleen muzikale – strijd los tussen de twee fanfares. Hoghescote bewaart een houten standaard met de afbeeldingen van de zes overblijvende leden die bleven volharden en zich bleven inzetten voor Sint Cecilia. Als de gemeenteraadsverkiezingen van 1868 opnieuw massaal gewonnen worden door de liberalen, beslist het bestuur van Sint Cecilia dat hun maatschappij zich voortaan zou onthouden van elke politieke inmenging en zich uitsluitend met de muziekkunst zou bezighouden, tevens zou er niet meer deelgenomen worden aan festiviteiten of feesten in de gemeente waar een eventuele deelname als een politieke beïnvloeding zou kunnen beschouwd worden. Na de schooloorlog van 1879 worden de liberalen opnieuw naar de oppositie verwezen en nemen de katholieken opnieuw het bestuur in handen. In 1880 heeft de fanfare terug 88 leden.
22
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
De fanfare maakt als groepering deel uit van de plaatselijke afdeling van de ‘Grondwettelijke Conservatieve Vereeniging van Antwerpen’ die ter plaatse een afdeling opgericht heeft in 1893. Andere verenigingen die er deel van uit maken zijn: - de Cappelsche Schutters - handboogmaatschappij l’Union - de Jonge Wacht - al de ‘tegenwoordige en gewezen’ katholieke raadsleden van het centrum en van Putte - al de niet gekozen kandidaten die op de lijst gestaan hebben - alle leden van de vroegere oude gemeentebond - de briefwisselaars (gewone en buitengewone) van de katholieke vereniging te Antwerpen Geoefend wordt er in de herberg van weduwe Van den Bergh (hoek Dorpsstraat en Oude Kerkstraat). Hiervoor betaalt zij een jaarlijkse pacht van 67 frank in 1907 en zelfs 75 frank het jaar daarna. In 1912 zijn er 142 feestvierders op het teerfeest, in 1913 zijn dat er 130. Datzelfde jaar viert men – onterecht – de vijftigste verjaardag van de muziekmaatschappij. Er is een stoet, ontvangst en een festival met negen kiosken verspreid over het dorp met verschillende fanfares en harmonieën uit de wijde omgeving. Tijdens de Eerste Wereldoorlog is er weinig tot geen beweging voor wat betreft Sint Cecilia. In 1919 is er opnieuw een teerfeest. Cornelius Blanckers wordt benoemd tot vlaggendrager.
Het jaar 1922 is voor de tweede keer een rampjaar voor de fanfare. Er ontstaat een scheuring in de Katholieke Partij naar aanleiding van een benoeming van een niet lokaal kandidaat in de gemeenteschool. Deze scheuring is ook voelbaar in de 23
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
fanfare. Een groep, onder leiding van Louis Maes, richt een nieuwe fanfare op met koperen instrumenten. Zij worden dan ook al gauw ‘Maessisten’ of ‘de koperen’ genoemd. De overblijvers scharen zich achter burgemeester Guiette. Hun instrumenten zijn van nikkel dus het duurt niet lang of zij worden de ‘Guiettisten’, ‘de nikkelen’ of ‘de blekken’ genoemd… Deze laatste blijven hun lokaal bij de weduwe Van den Bergh trouw, terwijl de Maessisten intrek nemen in het Vlaams Huis (later café De Zwaan) op de Antwerpsesteenweg. Ze richten een vzw op met de naam “Harmonie Sinte Cecilia van Cappellen” met statuten gepubliceerd in het Staatsblad (10 mei 1923). De oprichters zijn: Louis Maes, aannemer - Frans Van den Eeden, bloemist - Jan Van der Steen, nijveraar - Jan Jacobs, nijveraar - Petrus Cleiren, hovenier - Hendrik Maes, herbergier - August Jadoul, hovenier - Jan Besson, smid - Petrus Nagels, hovenier en Jacobus Van Hoydonck, metser. Men beroept zich op de reeds sinds 1863 in Kapellen bestaande vereniging Sint Cecilia om de rechtspersoonlijkheid te bekomen. De ‘nikkelen’ wordt op 14 juni 1923 ‘Koninklijk’. Bij de feestelijkheden rond 100 jaar Belgische onafhankelijkheid in 1930 zijn er voor de fanfare Sint Cecilia 46 deelnemers en voor de harmonie Sint Cecilia 35 deelnemers. De vlag van de katholieke harmonie Sint Cecilia is goed en wel twee bij twee meter groot. Ze is veelkleurig, met in het midden een vrouwenfiguur die een orgel bespeelt, bovenaan het pauselijk wapenschild, links het wapen van Vlaanderen en rechts dat van Brabant, onderaan het jaartal 1863-1926 getopt met een geel-blauw schild met de letters AVV-VVK; boven in de hoeken voorstellingen van personen uit muziekstukken, onderaan voorstelling van muziekinstrumenten en toebehoren. Interessant is het open muziekboek onderaan, met de eerste maten van de Vlaamse Leeuw.
Bovenste deel van de vlag… 24
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
…en het onderste deel.
Het doek van de harmonie is ruitvormig, in bruine velours met heel dik goudborduur; de tekst luidt “Leve - de harmonie - van Cappellen !!! – 1863”. Dit doek diende in ruitvorm gehangen te worden aan een dikke vlaggenstok met bovenaan een voorstelling van de heilige Cecilia die een lier vasthoudt.
Op een foto (zie blz. 22) van de harmonie op de trappen van het oud-gemeentehuis is duidelijk het beeldje te zien. Marc Brans. 25
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Er waren eens douanen en smokkelaars in Putte Overgang naar Europa op 1 januari 1993 brengt waarschijnlijk geen sociale beroering, wel ontroering met zich mee. Antwerpen “We zijn redelijk optimistisch, we zijn zo goed als klaar tegen nieuwjaar, wanneer de grensposten nagenoeg verdwijnen, en voor het verkeer van goederen binnen de twaalf landen van Europa, geen enkel douanedocument meer nodig is." Dat zegt directeur André Van Damme van de gewestelijke directie van de Douane in Antwerpen. Op 1 januari gaat, in de regio Antwerpen, de post Wuustwezel helemaal dicht. Enkele weken later — als het nieuwe douanekantoor in Zandvliet er is — volgen ook Essen en Putte. De vestiging op de E10 in Meer blijft bestaan, maar krimpt met een derde in. Van de negentig personeelsleden blijven er nog zestig. In het totaal verliezen zo'n vijftig mensen bij de grensposten hun job. Ze kregen een gunstige pensioenregeling aangeboden of konden kiezen voor werk in andere diensten, onder meer in de Antwerpse haven, waar een personeelstekort heerst. In de regio Antwerpen blijven uiteindelijk alleen Zandvliet en Meer, maar dan als binnenlandse kantoren en niet meer als grenspost. In de haven verandert er weinig, want die blijft fungeren als buitenpost van de Europese Gemeenschap, net als Za-ventem, Gent, Zeebrugge en Oost-ende. Daar zullen door de douane-diensten, net zoals in Zandvliet, Meer, Mechelen en op de Antwerpse luchthaven, nog alleen goederen behandeld worden die afkomstig zijn uit of gaan naar de zogeheten derde landen. Dat zijn landen die buiten de Twaalf van de EG liggen. < Wat blijft na 1 januari, zijn de grenspalen. Zoals dit exemplaar in Putte, waar ooit spiegeleieren op gebakken werden.
Cursus “De EG vormt na 1 januari voor ons één geheel, één groot land zonder binnengrenzen", zegt André Van Damme. “Douanediensten zijn er dan in feite alleen nog maar nodig voor goederen die van buiten de EG komen of die uit de gemeenschap worden uitgevoerd." In de kantoren die openblijven en in de diensten van de Antwerpse haven kan je dan bijvoorbeeld goederen aangeven die bestemd zijn om uitgevoerd te worden via Rotterdam. Dat uitklaren moet in ieder geval gebeuren in het land van herkomst. Goederen uit derde landen, neem papier uit Zweden, kunnen 26
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
ingeklaard worden in bijvoorbeeld Zandvliet, in Meer of (als ze per schip toekomen) in de Antwerpse haven. Vandamme denkt dat in Zandvliet, als in januari de Havenweg-Zoomweg opengaat, voorlopig werk is voor een zevental ambtenaren. “We moeten het nog een beetje bekijken hoe alles verloopt en of het Logistiek Park er komt. Als dat initiatief doorgang vindt, komt er ongetwijfeld heel wat werk bij. Men spreekt inderdaad van een zestigtal distributiebedrijven, die zich er zullen vestigen. Dan krijg je zoiets als het bedrijvencentrum aan de grens in Meer. In ieder geval moeten de douanebeambten een onderkomen vinden in voorlopige behuizingen, die op zeer korte tijd kunnen opgericht worden." “De informatie over wat er na 1 januari gebeurt en hoe er moet gewerkt worden, is tamelijk traag doorgesijpeld vanuit de EG-diensten", vertelt Vandamme. “Op dit ogenblik is ze echter voorhanden en wordt ze doorgespeeld naar het personeel, van boven naar onder. Naar handel en industrie ook, onder meer via voordrachten en — in samenwerking met Agha — via een acht dagen durende cursus, waarop liefst 1.200 mensen zich lieten inschrijven." “We hebben ook voorzieningen getroffen om vanaf de eerste werkdag na nieuwjaar gereed te staan voor onze klanten en voor onze werknemers. Als die problemen hebben, kunnen ze bij ons terecht of via een soort van groen nummer (03-234.08.40), waar ze twee speciaal opgeleide verificateurs alle vragen kunnen stellen. Zo proberen we ervoor te zorgen dat er weinig of geen hinder ontstaat in de haven." Intussen werd ook voor het personeel dat aan de grens werkt een schikking getroffen. Wie boven de 55 is, kreeg de gelegenheid te kiezen voor een soort van prepensioen. “Hij is vanaf 1 januari in disponibiliteit gesteld, met redelijk aantrekkelijke financiële voorwaarden. Wie zestig is of wordt, krijgt zijn normaal pensioen. Bijna al wie ervoor in aanmerking kwam, koos voor die mogelijk-heden", zegt Vandamme. In de grensposten van de regio Antwerpen vallen een vijftigtal mensen zonder werk. De directeur schat dat een twintigtal voor een of andere vorm van vervroegd pensioen koos. De anderen gaan naar het nieuwe kantoor in Zandvliet, naar de diensten in de Antwerpse haven, het hoofdkwartier aan het Kattendijkdok of naar andere diensten van Financiën, als Belastingen of BTW. In het Antwerpse is tewerkstelling bij de douane klaarblijkelijk geen probleem. Volgens het jongste jaarverslag van de gewestelijke directie is er nog altijd een personeelstekort. Dat tekort kwam al in 1983 naar voren. Op het vastgestelde getal van 2.340 waren er toen 187 mensen te weinig. Sindsdien zakte het bestand van 2.163 naar 1.597. Bij een kader van 2.156 personeelsleden waren er begin 1992 nog zomaar eventjes 559 mensen te weinig. Directeur Van Damme stipt in het rapport van vorig jaar aan dat een aantal statutaire ambtenaren afvloeide. “Die afvloeiingen werden maar zeer gedeeltelijk gecompenseerd door de indiensttreding van enkele vastbenoemden en van een aantal tijdelijke. Het wordt almaar moeilijker om de werkzaamheden snel en naar behoren uit te voeren. Het selecteren van de prioritaire taken en het afstoten van niet-belangrijke werkzaamheden zijn een dagelijkse bekommernis geworden" , schreef de directeur in het jaarverslag. 27
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
“We weten nog niet wat het werkvolume zal zijn na 1 januari", zegt hij nu. “We zijn ook zeer intens bezig met een grotere automatisering van het werk in de haven. Dat gebeurt in perfecte samenwerking met de bedrijven. Op die manier kunnen we een aantal krachten uitsparen. In ieder geval is er door de maatregelen die we moesten treffen, geen sociale onrust ontstaan in de regio. De overgang naar grenzeloos Europa zal hier zonder beroering, maar voor sommigen wél met enige ontroering gebeuren. Ontroering en weemoed wellicht voor wie zijn vertrouwde werk verliest of voor wie op pensioen gaat. Ikzelf behoor bij de laatstgenoemden. Op 27 februari geef ik mijn afscheidsreceptie." Putte viert, Essen uitgeblust Laatste grenscontroles krijgen feestelijk tintje. De laatste officiële werkdag van de douaneposten aan de NederlandsBelgische grens ging in Putte en Essen niet helemaal onopgemerkt voorbij. De Puttenaars vierden feest, de douaniers van de grenspost in Essen deden het rustiger aan. Hen wacht nog wel een officiële ontvangst in het gemeentehuis. Alle douaniers van de grenspost Putte-Kapellen waren op Silvesterdag om drie uur paraat om het grenskantoortje officieel te sluiten.
Douaniers zeggen “Adieu Putte” De grens tussen Nederland en België is de meest bekende ten Noorden van Antwerpen. In de jaren vijftig en zestig werkten hier 25 douaniers in buitendienst en een zestal bedienden. Nu zijn er dat in totaal nog veertien.Gisteren namen de overblijvende douaniers afscheid van hun post in Putte.Dat deden ze met de glimlach. Zes gaan met pensioen, waarvan één in pre-pensioen. Zeven douaniersof bedienden krijgen half februari een job in de nieuwe pos Zandvliet, enkelen worden tewerkgesteld in Antwepen en Beveren. (Foto Marc Wouters).
28
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Die job liet ontvanger Georges Steyaert over aan afscheidnemend douanier Maurice Vincent (55). Deze Puttenaar gaat - samen met zes andere collega's op rust. Even over drie werd de auto van Hugo Moorthamers uit Kruibeke tegengehouden. De familie Moorthamers had net zoon Torn opgepikt in Roosendaal, die daar bij een vriend een week van zijn kerstvakantie doorbracht. Douanier Vincent voerde, net zoals dat in de goede ouwe tijd veelvuldig gebeurde, een routinecontrole uit op het voertuig en de inzittenden. Als blijvend aandenken aan de ‘laatste controle van een Belgisch voertuig aan de grens in Putte’, kreeg Hugo Moorthamers een fles champagne aangeboden, samen met een officiële oorkonde. (Zie foto hieronder).
Na dit korte plechtige moment mocht Maurice Vincent het douanekantoortje aan de grens voor het laatst op slot doen. Bij Mimi gaven de afzwaaiende douanebeambten op 17 december hun afscheidsdrink. In de plaatselijke drankgelegenheden en rond de grensstreep werd nadien nog een stevige pint gepakt om de zichtbare en onzichtbare emoties rond de sluitingsceremonie weg te spoelen. Het zijn zij die op (vervroegd) pensioen gingen of die naar een job bij andere diensten trekken. Het werd een wat weemoedig afscheid van het beroep en van de grens die weldra voorgoed tot het verleden behoort. Oliebollen In Essen ging het er op de laatste echte werkdag van '92 minder uitbundig aan toe. Het weinige vrachtverkeer op de laatste dag van het oude jaar maakte dat de grenspost zowat uitgestorven leek. De Nederlandse douaniers trakteerden de aanwezige truckers aan het douanecentrum op oliebollen, terwijl de Belgen hun feestvreugde opspaarden. 29
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Op 9 januari zetten zij wél de bloemetjes buiten ter gelegenheid van de officiële ontvangst in het gemeentehuis. De vier aanwezige Belgische douaniers met dienst kregen om halftien 's avonds de allerlaatste klant van het jaar over de vloer. Frans Schrauwen van het gelijknamige transport- en douaneagentschap liet het invoerdocument Benelux 50 legaliseren. Meteen een relikwie, dat tijdens de plechtigheid in het gemeentehuis van Essen officieel wordt overhandigd aan burgemeester Herman Suykerbuyk. Op 17 december 1992 geven twaalf douaniers te Putte een afscheidsdronk aan vrienden, collega’s en klanten
In Putte, waar de grens al sinds de Oostenrijkse tijd dwars door het dorp loopt, heeft op 17 december 1992 het Grote Afscheid plaats. De twaalf douanebeambten geven op die dag voor vrienden, klanten, collega’s en andere genodigden een receptie in het kantoor, waar zovele jaren lang de geschiedenis van de grenspost werd geschreven. Nadien verspreidt het gezelschap zich over de twee vlakbij gelegen herbergen om de afscheidsviering voort te zetten. Op 31 december hangen zes van de beambten hun uniform aan de kapstok. Daags nadien, 1 januari, vallen in het Europa van de Twaalf de grenzen weg, dus ook die van Putte. De resterende ambtenaren blijven nog tot in januari de Havenweg-Zoomweg opengaat en een prefab-kantoor gereed is in de Zandvlietse polder. Hier komt een binnenlands douanekantoor voor goederenverkeer van en naar de „Derde Landen". Daar gaan drie van de Putse douaniers naartoe. Drie anderen verhuizen naar elders. De Putse ontvanger, Georges Steyaert, wordt hoofdcontroleur in 30
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Antwerpen. Een douanier gaat naar de sectie Noord, eveneens in Antwerpen. Een tweede naar de belastingdienst in Beveren. “ Ik ga met pensioen, twee jaar vroeger dan normaal", zegt verificateur Gerard Tanghe, een geboren Puttenaar die al van in '60 op de grenspost werkt. “Toen waren hier nog slagbomen die telkens omhoog gingen als er een auto gecontroleerd was. Het waren de laatste jaren van de grote smokkel, van boter en beesten. Nadien ging het meer om papieren smokkel, het ontduiken van BTW, het carrouselverkeer, waarbij steeds weer dezelfde goederen over de grens worden gebracht, onder steeds andere benamingen."
Een van de twee ploegen die de grenspost in Putte openhouden: de helft van het dozijn ambtenaren gaat op pensioen, de andere helft trekt naar elders. (Foto Luc Peeters)
Zandvliet Met het wegvallen van de echte smokkel in de jaren zestig, verdwenen ook de velddiensten, de vliegende brigades en andere speciale ploegen van de douane. Op het Putse kantoor, dat wat benepen ligt tussen een café en een particulier huis, bleven nog een dozijn mensen werken — negen mannen en drie vrouwen — die nog uitsluitend administratief werk deden. “Van controle was er toen nog alleen sprake als het om bijvoorbeeld drugs ging of om sigaretten, maar de slagbomen bleven omhoog. Ten slotte verdwenen ze, mét het wachthuisje, dat aan de overkant van de straat diende voor de douaniers die het controlewerk deden." Nog een laatste heropleving van een vorm van smokkel kregen de Putse diensten toen, bij het verdwijnen van het vroegere Oostblok, Polen, Hongaren, Roemenen en anderen opdoken om hier tweedehandswagens te kopen. “Ze hingen er vaak nummerplaten op van onbepaalde herkomst, hadden meestal geen papieren bij en verzekerd waren ze haast nooit. Met allerlei trucjes en uitvluchten probeerden ze de auto's uit te klaren, maar als ze niet in regel waren met de documenten, stuurden we ze gewoon terug." 31
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
“ Ik en vijf collega’s hebben van de gelegenheid die ons thans geboden wordt gebruik gemaakt om vroegtijdig te stoppen", zegt Tanghe. Drie van zijn collega’s vroegen om naar Zandvliet te mogen, naar het nieuwe kantoor dat op de grens langs de Havenweg-Zoomweg komt. Normaal gaat de snelweg open op 10 januari, maar er zou enige vertraging in de afwerking kunnen zijn door de weersomstandigheden. “Hoe dan ook, de definitieve verhuizing heeft plaats in januari", zegt Tanghe, “en dan is het hier in Putte voorgoed gedaan". Prefab “Er komen daar in Zandvliet om te beginnen een zevental mensen werken, die van Putte en enkele van Essen. Het is trouwens de huidige ontvanger van Essen-Donk, Guido Mertens, die hoofd wordt van Zandvliet." Op dit ogenblik is in de omgeving van de grens aldaar nog geen spoor van enig kantoor. Terwijl dat van de Nederlandse douane op Ossendrechts grondgebied dan toch op 15 december officieel opengaat. “Geen erg", zegt de Antwerpse directie van de douane, “een voorlopige behuizing in prefab wordt in enkele dagen tijds opgetrokken. Een definitief kantoor kan er maar komen als het wegencomplex in Zandvliet voltooid is. En dat kan nog wel enkele jaren duren". Het blijkt dat geen van de beambten die naar Zandvliet gaan, moet verhuizen. De meesten wonen in de buurt van Putte en voor hen is de nieuwe werkgelegenheid even dicht-bij en even makkelijk bereikbaar langs de nieuwe Havenweg. Wel vrezen de meesten dat ze in een soort van woestijn terecht komen, zonder cafés, zonder de gezelligheid van een dorp als Putte, waar een goed deel van de bevolking van de grensactiviteiten leeft. Zoals de expediteurs, de winkeliers, de caféhouders en andere neringdoenden. Van de expediteurs verhuist er maar één naar de nieuwe grenspost, met name het kantoor „Cosmopolite" van Ludo Rommens, die een vestiging heeft aan beide kanten van de meet. Een tweede sluit de deuren voor-goed en een derde, dat verder van de grens in Stabroek ligt, blijft waar het is omdat de activi-teiten eerder al grotendeels op de Antwerpse haven gericht waren. < Zowel op Nederlands (bovenste foto) als op Belgisch grondgebied (onderste foto) zal de nieuwe situatie die ingaat op 1 januari zich op een andere manier laten voelen.
32
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Smokkelaars Bij winkeliers en vooral bij caféhouders heerst onzekerheid. Mimi van het ‘Hollands Hof’ vertolkt misschien nog het best de gevoelens: “Ik ben hier zevenentwintig jaar gevestigd. Altijd hard gewerkt. We zijn hier open van zes uur 's morgens, als de grens opengaat en de eerste vrachtwagens — vooral de mosselboeren — doorkomen. Die mannen springen binnen voor een kopje koffie. We sluiten als het naar elven loopt. Lange dagen. Dat zal wel voorgoed voorbij zijn. Ik heb nog pas een nieuwe kachel gekocht, maar om nog voort geld in de zaak te steken, vind ik het te vroeg. We kijken een beetje de kat uit de boom en zien wel hoe het loopt". Op 17 december, het afscheidsfeest van de douanemensen en een beetje ook van alle Puttenaars die bij het grensgebeuren betrokken zijn, zal bij haar de zaak volstromen, net zoals het café „Pleysier" aan de overkant. “Ik ga een vracht broodjes smeren, tegen het ogenblik dat iedereen zowat genoeg gedronken heeft en de magen beginnen te grollen", zegt ze. Na nieuwjaar gaat het stiller en rustiger worden in Putte. De immense drukte van de aanschuivende wegmastodonten, het bonte gewemel van vrachtrijders uit vele landen, de stromen winkeltoeristen en de schuwe bezoekers van „sexshops" verdwijnen, of krimpen in. Wat blijft, zijn de verhalen van de grote tijd. Van smokkelaars als Natus Laureyssen, Frans van Oirschot (alias de Slijper) en Ward Garnot. Van de vrouw die bij de gloeiende kachel moest gaan zitten in het douanekantoor, totdat de gesmokkelde boter uit haar korset begon te lekken. Van de grenspaal die werkte als een gasvuur, en waarop eieren konden gebakken worden, omdat er een gasleiding binnenin de gietijzeren zuil lekte. Die van Putte zullen het allemaal blijven vertellen. Zolang ze leven. Putte, bijlange niet dood Mimi van het «Hollands Hof» vertelt over een kwarteeuw leven op de landsgrens: Putte – Kapellen – januari 1994 De Havenweg, en het wegvallen van de EG-grenzen, zijn er de oorzaak van dat het doorgaand internationale vrachtverkeer niet meer door het grensdorp Putte komt. De douanediensten hebben enkele maanden terug de grenspost voorgoed verlaten. Het prefabkantoor werd afgebroken, het douanekantoor wacht op een nieuwe bestemming. Wie beter dan Mimi, de cafébazin van het «Hollands Hof», kan goed het wel en wee aan de landsgrens verwoorden? Zij staat reeds 25 jaar achter de tapkast van haar herberg, die omzeggens op de grens is gelegen. Het «Hollands Hof» is trouwens een familiezaak, de tante van Mimi nam kort na de tweede wereldoorlog de zaak over. Samen met haar klanten heeft Mimi de geschiedenis van Putte dagelijks meegemaakt. “Tot het afschaffen van de douaneformaliteiten openden wij om 6u. in de ochtend. Heel wat vrachtwagenchauffeurs, vooral Nederlanders, die
33
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
hun papieren in orde moesten laten maken, kwamen langs voor een kopje koffie. Het was een gezellige tijd. Zeker vroeger, toen de chauffeurs nog tijd hadden om even te verpozen. Langzaam maar zeker evolueerde het vrachtvervoer, het ging er alsmaar gejaagder aan toe. Ook de douanediensten evolueerden. Op het laatst waren de wachttijden tot het strikte minimum beperkt.” Met een zekere weemoed in haar ogen denkt Mimi aan de gezellige tijd van toen. “Ik kan mij nog best herinneren dat vrachtwagenchauffeurs samen met de douaniers hier binnenstapten om rustig iets te komen drinken. Alle expeditiekantoren op één na zijn met het opstappen van de douane van het grensdorp Putte verdwenen.” En ook het «Hollands Hof» evolueerde mee met de nieuwe situatie. Enkele nieuwe handelszaken hebben de plaats van de expediteurs ingenomen. Mimi opent nu pas tussen 8 en 9u.: “U mag van mij aannemen, door het in gebruik nemen van de Havenweg en het verdwijnen van de douane heeft het zakencijfer van de meeste handelszaken een fikse knauw gekregen.” Snorren maar Een bezoeker van het «Hollands Hof» verduidelijkt dat voor de opening van de Havenweg alle verkeer vanuit het Antwerpse naar Walcheren, Zeeland of Bergen-op-Zoom op de doortocht Putte aangewezen was. Vaak werd dan even in het sfeervolle dorpje halt gehouden om naar de uitstalramen te kijken of om iets te eten of te drinken. ‘Wie thans over de Havenweg snort denkt gewoonweg niet meer aan Putte’. “Leden van onze vissersclub die in Deurne wonen maken uit tijdwinst eveneens gebruik van de autosnelweg om zich naar de plek van afspraak in Zeeland te begeven. Vroeger kwam men eerst naar Putte om van daaruit te vertrekken.” Van sekstoerisme is Mimi weinig bekend. Weliswaar leven, vooral op het Nederlandse deel van het grensdorp, enkele middenstanders, onder wie een paar Belgen, van de seksindustrie. Toch moet het aantal bezoekers die voor alles wat met seks te maken heeft naar Putte komen afgezakt niet overdreven worden. Trouwens een aantal «bars» en «ontmoetingsplaatsen met leuke meiden» hebben intussen hun deuren gesloten. Zondag open Toch blijven de middenstanders niet bij de pakken zitten. Zo wordt er bv. op zondag geopend. “Een grensplaats zorgt altijd voor een aparte sfeer”, zegt Mimi. “Organiseert men iets in Putte dan is er altijd genoeg volk. De jaarmarkt en de sluitingsprijs zijn trouwens meer dan overtuigende voorbeelden. En de jongste tijd staat het Moretusbos, waar men prachtige wandelingen kan maken, bij velen in de kijker. Soms komt een Nederlandse vrachtwagenchauffeur op zondag met zijn gezin naar het «Hollands Hof» en naar Putte afgezakt om wat nostalgie te komen opsnuiven”.
34
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
Ook zonder douane en met de Havenweg is Putte best een levendig grensdorp. De nieuwe initiatieven die er op handelsvlak worden uitgebouwd liegen er niet om. Wel zou werk moeten gemaakt worden van een grondige herstelbeurt van de parking aan de grens.
De kuilen zijn ontelbaar en bij regenweder is het een huzarenstuk om met droge voeten het plein te verlaten. Het pleintje dat op het grondgebied van Stabroek is gelegen, kan ongetwijfeld tot een unieke grensparking worden omgevormd. En alhoewel de meeste handelszaken met een gewijzigd bezoekerspatroon hebben af te rekenen kijkt men aan de grens hoopvol de toekomst tegemoet. Jos Nuyes. Bronvermelding: Interview Jos Peeters. 750 Jaar Putte in woord en beeld. Smokkel - Marlies van Tichelen. Wij aan de grens - Geschiedenis van Essen – De Heemkundige Kring te Essen. Artikels Gazet van Antwerpen, Het Laatste Nieuws en de Streekkrant.
_____________________________________________________
35
’t Bruggeske 42ste jaargang – maart 2010 – nummer 1.
GEZOCHT – GEZOCHT – GEZOCHT - GEZOCHT documentatie voor het archief van de Heemkring Hoghescote. Alle documentatie over Kapellen is welkom! Wij denken aan foto's, doodsprentjes, doodsbrieven, postkaarten, krantenknipsels, affiches, oude menukaarten, geboortekaartjes, oude trouwboekjes, oude notarisakten, huwelijksaankondigingen, oude rekeningen van Kapelse firma's enz, enz... Geef ons een seintje en we komen even langs. Bij voorbaat hartelijk dank! Kontaktadres: Dorpsstraat – 2950 Kapellen – Tel: 03 664.57.22
Een Antwerps gezegde…
36
FTKGOCCPFGNKLMU""VKLFUEJTKHV""ÓV"DTWIIGUMG HEEMKRING HOGHESCOTE VZW. ANTWERPSESTEENWEG 2 BUS 2 2950 KAPELLEN AFGIFTEKANTOOR: KAPELLEN 1 P 806083
BELGIË BELGIQUE P.B. 2950 KAPELLEN 1
!"#$%%&'()*!'%%!'+,'(% -"#*'&%% %%%%%%%%%%*./0.12.% %%%%%%%%%%%%%%%%#34560708292.%% %%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%#90.62.% %%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%%-32:9;<=025%
!!
>"(#&&,(??,%@A B -?#'CC'+%DAEF%% ,'CG%F@HIFEHJDHIK%% 2BL403G%8<=M529N08282.629O5;M.26H/2% %
BC 30832