Traiteur Luc Van Walle
<&#=)#18'1%>"'%"3%*?%-&&;.&'@%
Huwelijken, Communiefeesten, Recepties, Koffietafels, Diners, Avondfeesten, Banketten, Zakendiners, Personeelsfeesten, e.d. I n f ee s t z aal “ De J achthoor n” , bij u thuis of i n e e n zaa l na ar k euze .
Specialiteit
Jubilea,
!"#$%&'%()*+%,*--&./% 0#&*12&3."-&3%&'%0"#,&4*&5% 63378'%-)#$*3&%9%)',&:&#(.%8'% ""'."3%:&#;)'&'5%
Privé parking + tuin met speelhoek voor kinderen. Voor verdere inlichtingen en advies staan wij steeds voor u klaar. Feestzaal de Jachthoorn – Traiteur Luc Van Walle. Antwerpsesteenweg 153 - 2950 Kapellen. Tel. 03-665 20 38 * GSM. 0496 60 50 65 * FAX. 03-605 53 25 E-mail: info@jachthoorn.be * www.jachthoorn.be
‘t Bruggeske Driemaandelijks tijdschrift van Heemkring Hoghescote vzw. Zetel: Essenhoutstraat 59 - 2950 Kapellen. 45ste jaargang – nummer 4
december 2013
In dit nummer: - Lidgeld 2014 - Nieuws van het westelijk front - Oproep vrijwilligers - Schenkingen - Beeldschoon Kapellen – aflevering 2 - Rechtzetting op artikel in ‘t Bruggeske 2013/3 - Vakantie in de jaren dertig van de vorige eeuw - Toneel in Kapellen – eerste deel
2 3 5 5 6 12 13 16
Elke auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van zijn ingezonden artikel .
Verantwoordelijke uitgever: André De Vleeschouwer Berkenlaan 11 - 2950 Kapellen. Tel: 03.605.79.89. Redactie en Lay-out: Roger Van den Bleeken p/a Essenhoutstraat 59 – 2950 Kapellen. Tel: 03.664.63.22. Webstek www.heemkring-hoghescote.be Kaftontwerp: T. Hanssens. Copyright "Heemkring Hoghescote vzw" Kapellen. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd, gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op een andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur en de uitgever. Ledenblad ’t Bruggeske verschijnt viermaal per jaar en wordt aan elk lid van Heemkring Hoghescote toegezonden. Het lidmaatschap bedraagt per jaar: 12 euro als gewoon lid en 25 euro als erelid. Dit bedrag kan worden overgemaakt op rekening: BE18 4137 2050 7165 BIC-code KREDBEBB op naam van: Heemkring Hoghescote vzw - Essenhoutstraat 59, 2950 Kapellen, met de vermelding "Lidgeld". Losse nummers van ’t Bruggeske, voor zover nog in voorraad, zijn te verkrijgen op het redactieadres tegen 3 euro per exemplaar.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
1
Beste vrienden van Hoghescote De nieuwe wandkalender voor 2014 ligt alweer klaar terwijl er nog slechts één maandvelletje deze van 2013 siert, dus tijd om uw lidmaatschap bij Hoghescote te hernieuwen. Het bedrag van het lidgeld is onveranderd gebleven: 12 Euro als gewoon lid en vanaf 25 Euro als erelid. Door jullie bijdrage kunnen we weer 4 aantrekkelijke ledenbladen samenstellen met opmerkelijke informatie over het verleden van onze gemeente en kunnen we activiteiten organiseren die voor de leden aan kostprijs openstaan. Bovendien kunnen we onze lees- en studiezaal meermaals per maand openstellen voor allerhande (al dan niet begeleid) onderzoek en uiteraard heten we jullie daar ook welkom. Betaling van het lidgeld kan als volgt gebeuren: 1. Door overschrijving van het lidgeld op onze zichtrekening bij de KBC - BE18 4137 2050 7165 op naam van Heemkring Hoghescote vzw, Essenhoutstraat 59 te 2950 Kapellen met de vermelding: lidgeld 2014, waarvoor in bijlage een overschrijvingsformulier. 2. Door gebruik van jacobuscheques 2013 (let op de vervaldatum!). Je kan deze in een omslag steken en deponeren in onze brievenbus van het documentatiecentrum: Essenhoutstraat 59 te Kapellen of bezorgen bij een van de bestuursleden. 3. Ook contant betalen is natuurlijk altijd mogelijk bij een van de bestuursleden van Hoghescote. Met dank van het bestuur van Heemkring Hoghescote vzw dat hierbij tevens de eerste wil zijn om jullie de beste wensen over te maken voor een voorspoedig, gezond en gelukkig nieuw jaar 2014.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
2
Nieuws van het westelijk front. Waar de oorlogvoering tijdens de Groote Oorlog soms weken op non-actief stond, zijn de leden van de studiegroep “Kapellen tijdens WO I” constant bezig met het verder bewerken en verfijnen van hun teksten. Nieuwe bronnen en vondsten geven intussen steeds meer informatie vrij en hoewel we beseffen dat onze zoektocht in het verleden nooit volledig af zal zijn, zal het boek toch een blijvende herinnering bieden aan vier ellendige jaren uit het Kapelse dorpsverleden. Ook onze tentoonstelling krijgt vorm met opening op 3 oktober 2014 en een looptijd van twee maanden in de grote zaal van het Oud Gemeentehuis. Tijdens deze periode zal een eminent historicus gevraagd worden om een lezing te geven over deze periode die uiteindelijk de landkaart van Europa grondig zou wijzigen.
Oproep aan onze leden. Wij zoeken nog enkele medewerkers, zowel vrouwen als mannen, die hun tijd nuttig en zinvol willen gebruiken door ons een handje toe te steken bij de voorbereiding van de tentoonstelling, en later, tijdens de maanden oktober en november 2014, bij het toezicht erop. Kandidaten zullen de nodige informatie ontvangen om eventuele vragen van bezoekers te beantwoorden. Er zal bovendien ook steeds een van de leden van de studiegroep aanwezig zijn. Er is nog zoveel interessant werk te doen, zet even uw drempelvrees opzij en neem contact op met: Roger Van den Bleeken – tel. 03 664 63 22 of e-mail: rvdbleeken@skynet.be
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
3
De bovenstaande foto werd genomen in 1916 en toont een groep Belgische militairen welke, en dit volgens het bordje, geïnterneerd waren in Nederland. Het bord vermeldt: “Vereenigde Vrienden van Cappellen – Harderwijk – 22 Juli 1916.” Bij de ondertekening van de overgave van de stad Antwerpen werd door de Duitse overheid geëist dat de nog niet veroverde forten, waaronder deze van Kapellen, zich zonder weerstand zouden overgeven. Intussen had het Belgische leger zich via de in allerijl aangelegde pontonbrug over de Schelde richting kust begeven. De troepen in de forten bleven echter in het ongewisse over de werkelijke toestand. Toen zij op de hoogte werden gebracht van de overgave van Antwerpen en de eraan verbonden eisen, sloegen ook zij, na het vernietigen van hun forten, op de vlucht richting Schelde. De bedoeling was om zich alsnog bij het terugtrekkende Belgische leger te voegen. De Duitsers hadden echter intussen reeds de Schelde in hun bezit en de enige manier om aan een Duitse gevangenschap te ontsnappen was de vlucht naar Nederland. Bij het overschrijden van de Nederlandse grens werden zij ontwapend en geïnterneerd. Er zouden in totaal circa 30.000 Belgische soldaten de oorlog geïnterneerd in Nederland doorbrengen. Onze vraag over bijgevoegde foto is nu: wie waren deze Kapelse vrienden? Waren het Kapellenaren of zijn het soldaten uit de Kapelse forten? Is er nog iemand die eventueel een van zijn familieleden herkent? Wij horen het graag. Studiegroep “Kapellen tijdens WO I” Roger Van den Bleeken tel: 03.664.63.22 of e-mail: rvdbleeken@skynet.be
Interneringskamp Harderwijk. “Lutte met den beer” als afleiding. Tekst op de kaart in het Esperanto: Ik ben u heel dankbaar en ik groet u en uw lieve familie zeer hartelijk. Weldra zal ik nu gemaakte foto’s opsturen. Mijn lotgenoten amuseren zich… originele verstrooiing.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
4
Voelt U zich aangesproken? Zoals Roger Van den Bleeken al meldde gaan wij volgend jaar rond Kapellen tijdens Wereldoorlog I een leuke tentoonstelling houden, waarop we natuurlijk heel veel volk verwachten. Alle creatieve en helpende handen zijn meer dan welkom om dit samen met ons uit te werken. We willen er echt iets moois van maken, met uw hulp als het kan. Maar ook daarbuiten is er steeds werk aan de winkel om al onze archieven in prima conditie te houden en netjes te sorteren, klasseren en catalogeren. Daar komt heel wat bij kijken. We krijgen regelmatig nieuw materiaal binnen, er is heel wat opzoekwerk te verrichten en af en toe zelfs vertaalwerk. Zonder de hulp van vele vrijwilligers, mannen en vrouwen, komen we er echt niet. Hebt u interesse in de sociale contacten tijdens onze archiefdagen, en om tegelijk een zinvolle taak te vervullen, of kent u iemand die ons kan helpen, laat het ons dan weten, tel. 03-6057989 of via e-mail: heemkringhoghescote@gmail.com Wij danken U allen bij voorbaat. André De Vleeschouwer.
Wij ontvingen met dank de volgende schenkingen van: -
De familie Coenen – Heiakker 22 – Kapellen – Bouwgids 1923-1927, De heer René De Leeuw – Havenplan Antwerpen en Albertkanaal, De heer Felix Dietvorst – foto’s oude klederdracht, De heer Ollevier – Kerkstraat – Kapellen – 10 boeken Oosterhout, De heer Willy Plompen – Kon. Elisabethlei – Kapellen – 40 j. Bayer Antwerpen, Fotoclub Dika – DVD “Kapellen in Conflict”, Mevrouw Rita Van den Bergh – bundel bidprentjes en missaal – feesttelegrammen van Yvonne De Bruyn, De heer Jos Peeters – RVT Zonnewende Kerkstraat voorheen bewoner van Putte – verschillende tijdschriften Kerk en Leven en Vriendenkring der douane. Fam. Beyers-Van Laer – verschillende doodsprentjes.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
5
Beeldschoon Kapellen Etienne Vermeulen
Aflevering 2 Aan het Kerkplein ligt de Sint-Jacobuskerk. Oorspronkelijk stond hier een kapel (eerste vermelding in 1248) gewijd aan de heilige Jacobus de Meerdere. De kapel was immers gelegen op de weg, komend van Bergen op Zoom naar Antwerpen en zo verder naar Santiago de Compostela. Sint-Jacobuskerk (Foto: E.V.)
De oude gotische kerk heeft in de loop van haar lange geschiedenis veel te lijden gehad en is herhaaldelijk verbouwd: het koor werd verbouwd in de 14de eeuw en de kruisbeuk in de 16de eeuw. In 1849 werden de twee zijbeuken aangebouwd; in 1890 volgde een nieuwe uitbreiding door het achteruit bouwen van een nieuwe kerktoren. De kerk bezit een rijk patrimonium. In de huidige kerk met neogotische toren en interieur bleven enkele mooie barokke kunstwerken bewaard. Bekende houtsnijders uit de bloeiperiode van Antwerpen, onder meer vader en zoon Kerrickx, leverden prachtige kunstwerken in barokstijl zoals de preekstoel en de troon van Onze-Lieve-Vrouw. Andere kunstenaars maakten de twee barokke biechtstoelen (Malderus en Kuypers), een hoofdaltaar in verguld koperwerk, een barokaltaar van Sint-Sebastiaan en het koorgestoelte (Schobben en Kuypers) waarvan de prachtige uitgesneden beelden op een realistische manier gevoelens van berouw, verdriet, liefde en deugden weergeven.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
6
In 2010 werd deze kerk opgenomen in het Jacobuskerkenpad: kijk naar de schelp aan de kerkdeur. Met de rug naar de kerk gekeerd zie je aan de linkerkant het beeld "JACOBUS, DE PELGRIM" van Vally Moors.
De kunstenares bij de aanvang van de werken. (Foto GVA 18-08-2012)
Aan de leerlingen van de kunstacademie Sint-Lucas van Kapellen, richting Multidisciplinair Atelier (M.A.) onder leiding van coördinatrice Carla Ferilli, werd de vraag gesteld om een ontwerp voor een beeld van Jacobus de Meerdere te kiezen. Uit de tien binnengebrachte ontwerpen werden er twee weerhouden. Echter bleek al snel dat de creatie, voorgesteld door mevrouw Vally Moors uit Zoersel, de algemene voorkeur wegdroeg. Vally hield eerder wel een expositie van schilderwerken, maar dit was haar eerste werk in dit genre. Vally Moors wilde er dit nog over kwijt: ”Dit beeld is de uitdrukking van mijn denken over de pelgrimstocht naar Compostela: de mens op zoek naar zichzelf in de chaos van het leven.” Jacobus, de Pelgrim - Vally Moors (Foto: E.V.) ’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
7
Het twee meter hoge beeld, vervaardigd uit geborsteld roestvrij staal, is geplaatst op een betonnen sokkel samen goed voor ca. een ton. Het kunstwerk, dat een moderne weergave is van Jacobus van Compostela, steunend op zijn wandelstaf, straalt vooral beweging uit: een man op tocht naar het verre Galicië. De buitenste band versterkt nog die beweging. Het beeld vormt een overgang van de Jacobuskerk naar de rozentuin. Het werd ingehuldigd op 16 september 2012. In de rozentuin, zo'n 100 m verwijderd van de kerk, kon je voorheen het beeld "Easy Rider" van Paul Van Hoeydonck aantreffen. De metalen sculptuur stond sinds juni 1999 te schitteren tussen de rozentuin en de speeltuin in het gemeentepark Beaulieu. Het kunstwerk werd evenwel door onbekenden van zijn sokkel gestolen. Het beeld weegt om en bij de 150 kg en heeft een lengte van zo’n 150 cm en een breedte van ca. 28 cm. De gemeenschapswaarde is niet min, want het beeld was in Kapellen zowat het eerste in een lange rij en werd in 1999 door het toenmalige gemeentebestuur onthuld “om inwoners te laten nadenken over hedendaagse kunst”. Het Kapelse gemeentebestuur besliste een beloning van € 750 uit te loven aan die persoon die de gouden tip kan aanreiken die leidt tot de opheldering van deze diefstal. Ondertussen heeft de gemeente aan de kunstenaar gevraagd om een nieuw werk samen te stellen dat op dezelfde plaats kan geplaatst worden.
Easy rider - Paul Van Hoeydonck (Foto E.V.) ’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
8
Het beeld, op een arduinen sokkel gemonteerd, was een voorbeeld van assemblagekunst. Het stelde een motorfiets met berijder voor. Een chopper was oorspronkelijk een motorfiets waarvan alle niet vitale onderdelen afgesloopt waren (to chop = hakken). Een wildere, meer verfraaide en uitbundiger stijl van chopperbouw werd geïntroduceerd in het begin van de zestiger jaren, het begin van het hippietijdperk. Paul Van Hoeydonck (°1925) De vaak controversieel genoemde kunstenaar is een gerenommeerd beeldhouwer, schilder, collagekunstenaar, tekenaar en graficus. Hij studeerde in Antwerpen zowel kunstgeschiedenis als archeologie. Hij behoorde in de jaren '50 tot de eersten in België die louter monochroom werkten. Hij exposeerde samen met de ZERO-groep en zijn oeuvre kreeg wereldwijd weerklank op internationaal vermaarde tentoonstellingen. Zijn allereerste tentoonstelling dateert van 1952. Toen exposeerde hij in "zijn" Antwerpen. Paul Van Hoeydonck houdt van confrontaties in zijn werk: het abstracte met het figuratieve, het ascetische wit tegenover een barokke, soms anekdotische iconografie. Hij toonde tijdens zijn lange loopbaan vooral belangstelling voor de aanwezigheid van de mens in de ruimte en de ontwikkeling van de technologie. Hij gaf de planeten en de sterrenconstellaties een plaats in zijn schilderijen. In 1971 lieten de astronauten van de Apollo 15 als aandenken aan de pioniers van de ruimtevaartgeschiedenis zijn minuscule aluminium beeldje "Fallen Astronaut" achter op de maan. Vooraanstaande Europese, Amerikaanse en Aziatische musea en verzamelaars bezitten werk van Paul Van Hoeydonck. Paul Van Hoeydonck woont in Wijnegem.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
(Bron: heartforart)
9
Even verder - in de rozentuin - werd het beeld "HOOP, TROOST, KWETSBAARHEID" van de hand van Peter Kempenaers (PEKE) geplaatst. Hoop, troost, kwetsbaarheid - Peter Kempenaers (Foto E.V.)
Het bronzen beeld op een hardstenen sokkel stelt een naakte vrouw voor die een vlinder uit haar hand de vrijheid geeft. Als men deze sculptuur bekijkt, dan voelt men als het ware de handen van de beeldhouwer kneden in de klei. Door de oneffenheden in het beeldoppervlak schenkt hij zijn figuren een ongedwongen, speels en levendig karakter. Het beeld staat hier wonderwel op zijn plaats: tussen de rozen en vooral in alle stilte. In Kapellen werd eind 2009 Sankova boven de doopvont gehouden. Deze vereniging groeide uit een groep Kapelse (ex-) kankerpatiënten en is een platform voor stiltebeleving, niet gebonden aan een specifieke geloofsovertuiging. Op haar vraag realiseerde het gemeentebestuur een stilteplek in het gemeentepark. In januari 2013 werd het beeld door vandalen beschadigd; Peter Kempenaers heeft het beeld na herstelling in juni 2013 teruggeplaatst.
Peter Kempenaers (°Borgerhout 1942) Als knaap stond hij vol bewondering voor Anton Pieck. In 1974 volgde hij cursus aan de tekenacademie St.-Michiel te Brasschaat. Daar verdiepte hij zich in de grafische technieken en de toegepaste grafiek. Later volgde hij de cyclus beeldhouwen en schilderkunst doch hij bleef zich vooral een beeldhouwer voelen. Inspiratie komt uit literatuur, filosofie, mythologie, poëzie, mens en natuur. Vanuit een thema, een idee, een foto, een ontwerptekening of rechtstreeks van een model maakt hij een studiemaquette die fungeert als aanzet voor het definitieve beeld, al dan niet uitgevoerd in brons.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
10
Eigen werk, opdrachten, wedstrijden en selecties volgden elkaar op. Hij streefde ernaar elk - relatief traditioneel - werk een eigenheid, bezinning en sacraliteit mee te geven.
Peke aan het werk in zijn atelier
Peke geeft een tussenbespreking aan Roel Vanheffen.
Peter Kempenaers woont in Mariaburg.
(Bron: Peke)
Aan de open ruimte (weiland) tegenover het clublokaal van de Kapelse korfbalclub merk je enkele grote beuken die bij de onafhankelijkheid van België aangeplant werden. Eén ervan werd omgevormd tot een Totempaal door Pol Trekker (°1962) en Luc Vreys (°1965, uit Eksel). De afgestorven beuk werd door de boomkunstenaar van zijn takken ontdaan; nadien werd een figuur (een Noorse mythologische god) met een thermische boomzaag ingekerfd. Helemaal bovenaan in de top merk je een uil. Deze vorm van kunst (chainsawcarving) vind je ook terug in de winterperiode bij de ijssculpturenfestivals. Met een boomzaag worden de figuren letterlijk uitgezaagd. Totempaal - Pol Trekker (Foto E.V.)
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
11
Pol Trekker is rentmeester op het domein Wolvenbos in Kapellen. Als voormalig boswachter legt hij zich daar toe op zijn grote hobby: chainsawcarving, of houtbewerking met de kettingzaag.
Pol Trekker met zijn beeld aan het Elzenbos Stabroek
Luc Vreys bij zijn beeld in het Arboretum in van Kalmthout
Rechtzetting In het vorige Bruggeske 2013/3 op pagina 7 stond als bijschrift onder de foto van het schip de Belgenland dat deze afgemeerd lag in het Mexicodok. Volgens een van onze leden en oud-zeeofficier, de heer A. Segers, is dit echter niet juist. De ligplaats van het schip was niet aan het Mexicodok maar wel in het stadsdroogdok 7 aan kaai nr. 62. Men ziet trouwens op de foto dat de stutbalken reeds klaarliggen. Na het droogpompen van het dok zal uiteindelijk het schip op zijn middenkiel op de centerkielblokken van het dok rusten en rechtop gehouden worden door deze zijschoren. De bouw van dit dok werd aangevat in 1910 maar mede door de oorlogsomstandigheden pas in 1919 voltooid. Omdat het in de aslijn van het Amerikadok lag, konden grotere schepen rechtstreeks en dit zonder draaien in de zwaaikom het droogdok invaren. Dit was onder andere het geval voor de schepen van de Red Star Line met een lengte van 176 tot 189 m. Droogdok 7 werd uiteindelijk bij het verbreden van het Albertkanaal ten behoeve van de duwvaart afgebroken waarbij nog een van de kaaimuren behouden werd. Met dank aan de heer A. Segers voor zijn professionele opmerkzaamheid. De redactie R. Van den Bleeken
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
12
Vakantie in de jaren dertig van de vorige eeuw Petrus Verbelen – juni 2011
Vakantie in de jaren dertig van de vorige eeuw was met vader voor een halve dag op stap gaan. Zo ging hij in de zomer wel eens met zijn drie oudste kinderen garnalen en krabben vangen in de Schelde te Lillo. Dat kon toen nog. We vertrokken op een mooie zondag direct na de middag. We namen enkele boterhammetjes belegd met eierkoek, zwemkledij, handdoeken, visnetten en ook wat om te drinken mee. Eerst moesten we te voet vanuit de Essenhoutstraat, waar wij woonden, langs de Plasstraat, die Ekeren en Hoevenen van elkaar scheidde, naar de halte van de stoomtram gaan. Deze was gelegen in Hoevenen rechtover café de Koolpot aan de Antwerpsesteenweg. Hier bleven de kinderen wachten terwijl vader naar de Leugenberg ging om in het café van de dorpssmid de vlag te laten uitsteken. Dit was voor de machinist van de stoomtram het teken dat hij de volgende halte moest stoppen. Zo kon hij het voertuig laten uitbollen en energie besparen. De eerste keer dat ik de locomotief zag aankomen, dacht ik dat hij over de sporen gleed en ik ging daarom snel op de grond liggen om te zien hoe dat juist marcheerde. En toen zag ik dat er onder de tram wielen stonden die echter door het koetswerk verstopt werden. Als de tram gestopt was konden we plaatsnemen in de gammele wagentjes op de houten banken. Een vriend van vader zat al op de tram, met drie kinderen, ouder dan wij. Zo reden we verder langs Hoevenen, Stabroek, naar de Blauwhoeve tot in Lillo. Het strand van Lillo was toen veel groter dan nu. Vlug een plaatsje gezocht, andere kleren aandoen en nu proberen wat te vangen. Garnalen vonden we in de vele waterplassen met ons “schepnetteke”. De vriend van vader had een groot zelfgebreid net bij. Krabben en zelfs mosselen vonden we op het strand onder bosjes en stenen. Onze oogst was niet veel maar we kregen nog wat van onze vrienden. Voor we naar huis konden, moesten we met zo zuiver mogelijk water gewassen worden. Na wat eten en drinken, gingen we huiswaarts met de stoomtram. Mijn vader ging wat bij de machinist babbelen en vragen om te stoppen wanneer we aan de Koolpot waren. Thuis maakte moeder onze vangst klaar en wat smaakte dat lekker.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
13
De stoomtram personen- en goederenvervoer.
Een andere vakantiebestemming was bosbessen plukken. Toen we al in de Essenhoutstraat op nummer 3 woonden is ons vader met ons meegegaan om braambessen te plukken. We zegden er “zwarte bezen” tegen. Wij hadden tegen vader gezegd dat we er veel wisten staan. “’t Is goed”, zei hij, ”zondag gaan we er plukken”. Hij maakte enkele haken zodat we gemakkelijk onze “zwarte bezen” dichterbij konden trekken en ook minder last hadden van de scherpe stekels van de struik. Na een paar uurtjes moesten we reeds stoppen, want al onze potten waren gevuld met die lekkere zelfgeplukte bessen. Zo gingen we weer tevreden naar huis. Onderweg zagen we grote rododendrons staan met vele schone bloemen. Vader plukte er enkele voor moeder, ons Maria mocht die mooie tuil dragen en daarna afgeven aan ons moe. Wat was ons moe er blij mee en haar oogjes blonken van plezier. Tijdens de grote vakantie mochten we gaan spelen op de zavelplek, bijna aan het kerkhof van Kapellen. Met een afgedankte kinderwagen trokken we daar naartoe. Daar lagen enkele zakken en “schupjes” in. Ook de twee kleinsten namen we mee. Ons eerste werk was dennennaalden en mastentoppen rapen. De kinderwagen eerst gevuld en dan de twee zakken. Alles goed vastgebonden op de kinderwagen. Dit was mooi gerief om de kachel dagelijks aan te steken. En zo moest ik minder stoofhout kappen. Daarna konden we spelen, putten graven en forten bouwen. De oudsten namen soms een handwerkje mee, zoals: kattenstaarten breien en ander naaldwerk. Wanneer we moe waren trokken we weer naar huis. ’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
14
De twee kleinsten bovenop de kinderwagen. Soms liepen ze liever, maar dan moesten we ze wel goed in ’t oog houden. Thuis aangekomen, alles uitladen en de dennennaalden en mastentoppen naar de zolder dragen. Daar konden ze goed drogen. ’s Avonds gingen we vroeg slapen en ze moesten ons niet wiegen, want in de kortste tijd was alles in diepe rust. Op de foto vrouwen die terugkeren uit het bos met zakken volgeladen met dennennaalden en/of mastentoppen.
Van moeder kregen we onze zondagse cent. Na den oorlog was dat 5 frank, geloof ik. Maar we waren begonnen met 25 centiemen. Daar konden we 5 karamellen van kopen of een klein ijsje. Vader is maar na de oorlog beginnen delen met 1 frank. En spijtig genoeg, ik vond dat te weinig en ik zei hem dat. En dan vroeg hij mij of ik het moest hebben. “Nee”, was mijn antwoord en het kwaad was geschied. Ik kreeg niets meer en mijn vader hield vol en ik kreeg er meer en meer spijt van dat ik mijn vader zo gekwetst had. Want het gedicht dat wij nog op school geleerd hebben: “Mijn vader is een rechtvaardig man” hield mij bezig en toch heb ik het hem nooit gezegd. Zodanig dat ik het nu zo vele jaren later nog altijd weet. Het spijt mij, vader.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
15
Toneel in Kapellen Etienne Vermeulen
1. Toneel door de eeuwen heen Mensen zijn steeds geboeid geweest door plechtige optochten, stoeten, parades, corso's en processies. Voor de oude Egyptenaren was er niets beter dan het doorbreken van de routine van het leven met een grandioos feest. Religieuze of politieke festivals waren toegestaan voor zowel rijken als armen om hun zorgen voor enkele dagen te vergeten. Het merendeel van de festivals die we kennen uit het oude Egypte was godsdienstig, in plaats van civiel. Er waren waarschijnlijk wel veel burgerlijke vieringen, maar onze bronnen zijn meestal religieus. Beweging, zang en dans Dansen hoort bij de mens. Er wordt gedanst zolang er mensen bestaan. Rotstekeningen van ongeveer 10.000 jaar oud leveren daarvan het bewijs. Onze verre voorouders dansten waarschijnlijk niet alleen om mooie bewegingen te maken, maar vooral om hun goden gunsten af te smeken. Gunsten als een succesvolle jacht, of vruchtbaarheid, zowel van de aarde als van de mensen zelf. Dans was in die tijd onderdeel van rituelen. Het is niet ondenkbaar dat deze rituelen een vreugdevol samenzijn waren, waarbij de onderlinge band tussen de mensen in de groep sterker werd.
Vrouwen maken al dansend muziek. Daarbij spelen ze op een harp, een tamboerijn en een luit. Merk op dat er één de brug maakt, wat meer dan waarschijnlijk een religieus geladen dansfiguur is. In deze houding wordt ook vaak Noet afgebeeld, de godin van de kosmos, die zich als een brug over de aarde buigt.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
16
De verschillende steden langs de Nijl ontwikkelden zich en werden machtiger. De heren in die steden wilden indruk maken met mooie kunst. Daarom namen ze professionele zangers, dansers, musici en acrobaten in dienst. In de loop der tijd werd dans steeds meer ‘vertoning’ in plaats van ‘verering’. Zo werden mooie bewegingen en de schoonheid van het lichaam van de dansenden steeds belangrijker. Wat ze met hun dansen uitbeeldden, raakte op de achtergrond. Door zijn lichaam en stem in te zetten in het uitbeelden van de wereld om hem heen en de wereld van de goden maakte de mens al een vroege vorm van theater. Tegelijkertijd ontstonden muziek en dans als kunstvormen, die vaak samengaan. Ontstaan en evolutie van het toneel Het spelen van toneel is bij de Grieken begonnen. De oude Grieken vereerden verschillende goden en een van die goden was Dionysos, de god van de wijn. Tijdens lentefeesten ter ere van deze god werden toneelstukken gespeeld. Later werden er stukken nagespeeld die over Griekse mythen en legenden gingen. Oud-Grieks masker van Dionysos.
De spelers hadden verschillende rollen en droegen maskers om te laten zien wie ze waren. Nog steeds worden twee maskers, een lachend masker en een huilend masker, gebruikt als symbool voor toneel. De Grieken speelden toneel in theaters. Dat waren tribunes in een halve cirkel die schuin omhoog liepen. Dat de tribunes schuin omhoog waren gebouwd had twee grote voordelen: iedereen kon het toneelspel goed zien en iedereen kon het goed verstaan want deze bouw versterkte de akoestiek. De Romeinse toneelschrijvers volgden Griekse voorbeelden, maar het Romeinse Rijk heeft weinig grote toneelschrijvers voortgebracht en eigenlijk heeft zich daar alleen het volkstoneel kunnen handhaven. Bovendien verloor het toneel later snel aan interesse en dat vooral door de opkomst van de arena's waar het op sensatie beluste volk van de bloederige gladiatorengevechten kon "genieten" en gruwelen. In de vroege Middeleeuwen ontstonden weer nieuwe vormen van theater. Eerst in de kerk, later voor de deur van de kerk, en nog later ver van de kerk vandaan. Zo had men mysteriespelen, abele spelen en wagenspelen. ’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
17
Het Romeins theater in Merida (Spanje).
In het midden van de 15de eeuw is de uitvinding van de boekdrukkunst te zien als de grens tussen twee literaire tijdvakken. Ofschoon de bevolking van heel West-Europa nog hoofdzakelijk uit analfabeten bestond, was het voor de stedelijke burgerij in toenemende mate nodig te kunnen lezen en schrijven. In de loop van de 15de eeuw ontstonden her en der allerlei gilden en genootschappen, die "De Rederijkers" werden genoemd. In het begin van de vijftiende eeuw werd "Den Boeck" (Brussel) opgericht. Deze is waarschijnlijk de oudste rederijkerskamer. In de zestiende eeuw lieten de leden van deze kamer een mooi boek maken met daarin alle reglementen. Het embleem, een opengeslagen boek, en de spreuk van de kamer zijn daarin afgebeeld, zie afbeelding hiernaast. Zo richtten ze wedstrijden in: de meest beroemde van de reeks is het landjuweel van 1561 te Antwerpen. De Rederijkers moeten vooral gezien worden als een overgang tussen de middeleeuwen en de renaissance.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
18
In de 16de eeuw bloeide de tragedie als theatervorm weer helemaal op met Shakespeare als voornaamste vertegenwoordiger. Zijn werken worden vandaag nog - zij het met aanpassingen - veelvuldig uitgevoerd. In de Nederlanden hadden we vooral Joost van den Vondel, Pieter Corneliszoon Hooft en Gerbrand Adriaenszoon Bredero. Als bijzondere vorm had men de commedia dell’arte, waarbij sterk geïmproviseerd werd.
De schouwburg van Jacob van Campen aan de Amsterdamse Keizersgracht
In de 17de en 18de eeuw evolueerde het theater in de Nederlanden van amateuropvoeringen op gelegenheidspodia tot volledig uitgeruste professionele schouwburgen. Deze evolutie manifesteerde zich ook in het repertoire. In de 19de eeuw werd de toneelspeelkunst verder geprofessionaliseerd. In Antwerpen werd in 1853 een Nederlandstalig gezelschap voor het eerst structureel gesubsidieerd. Het theater en drama weerspiegelden de burgerlijke cultuur en Vlaanderen beleefde een inhaaloperatie tegenover Nederland: er werden statige stadstheaters gebouwd en de overheid stimuleerde de Vlaamse toneelschrijfkunst. Tegenwoordig wordt theater vooral op speciaal daarvoor gemaakte locaties gebracht. Ook bij deze kunst wordt onderscheid gemaakt tussen realistisch en abstract theater. Veel mensen spelen nu toneel. Professioneel toneel en theater wordt druk bezocht. Maar er zijn ook velen die toneelspelen als hobby. Ze zijn lid van ’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
19
een toneelvereniging en voeren met elkaar een stuk op. Vroeger kon je aan stukken komen via drukkerijen en uitgeverijen. Die hadden stapels boekjes van de toneelstukken en musicals liggen. Tegenwoordig gaat veel via het internet. Zo kun je op veel sites het toneelstuk online lezen en direct betalen en krijg je het script direct toegezonden.
2. Toneelgroepen in Kapellen Om aantrekkelijk toneel te brengen moet aan minstens twee voorwaarden voldaan worden (afgezien van het gegeven dat men over voldoende kapitaal kan beschikken): enerzijds moet een goed gemotiveerde ploeg (zowel spelers als mensen die de technische ondersteuning leveren) zich aan het toneelstuk wagen en anderzijds moet er een fysieke ruimte voor handen zijn waar het stuk kan ingeoefend en achteraf gebracht worden en waar hulpmiddelen (kleding, decorstukken en rekwisieten) kunnen opgeborgen worden. Op het einde van de 19de eeuw en begin 20ste eeuw waren er drie politieke stromingen ontstaan die in hun achterban een gans sociaal weefsel (met daarbij ook toneelgroepen) hadden uitgebouwd. Zo waren er in Kapellen in die periode drie bekende toneelverenigingen. Elke "kleur" had een toneelkring gevestigd in haar eigen toneelzaal: "Victoria" (nadien zaal Century) van Frans De Bruyn herbergde "Vreugd in deugd" (een afdeling van de St.-Jozefskring = onderwijzersvereniging in de Poldergemeenten, in de eerste helft van de 20ste eeuw, Katholieken), in zaal "Brabo" speelde "De Vrije Kunst" (Liberalen) en in zaal "De Welkom" trad "Ontvoogding" (Socialisten) op. In 1888 (op 12 februari) werd de toneelgroep De Broederband opgericht die evenwel niet politiekgebonden was. Op 7 oktober 1888 bracht de groep "Het valsch Testament" (in zaal "De drie Koningen" bij Jan Bullens) en op 15 december 1889 het stuk "Drie koppen voor één beul" in het lokaal Au grand Central (bij het station). In 1897 (GVA. 24-04; op maandag 2de paasdag) werd door de zang- en toneelmaatschappij Nut en Vermaak in het feestlokaal "Belle Vue" een luisterrijk avondfeest ingericht: "Willem van der Marcke" en "Een Mis gedacht" werden er opgevoerd. Opmerkelijk is wel de vaststelling dat er in de 20ste eeuw heel wat toneelgroepen bestonden en dit was niet alleen in Kapellen zo. In de meeste gemeenten in het Vlaamse landsgedeelte waren er veel feestzalen met de nodige toneel- en operettegroepen daaraan verbonden. De radio immers was in zijn prille beginfase en van televisie was er bovendien helemaal nog geen sprake. ’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
20
De Vrije Kunst De groep werd gesticht in 1932. Aanvankelijk was de toneelgroep gevestigd in "De Vlaamsche Kelder” te Kapellen. Enkele stukken die daar gespeeld werden, waren: "Meester en Knecht" en "De Suikeroom". Later werd er gespeeld in zaal "Verli". Zo werden daar o.a. opgevoerd: "De Computerbruid", "Het Model" en "Het lijk is zoek". De activiteiten werden gedurende verschillende jaren stopgezet, later weer aangevat maar zijn nu definitief gestopt.
Een blad uit een werkschrift van toneelgroep "De Vrije Kunst" ’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
21
De toneelgroep Vreugd in Deugd werd opgericht in september 1897 en verkreeg in 1927 de titel van "Koninklijke Maatschappij". Enkele stukken die door de groep werden opgevoerd: in 1907: "Het huis in het woud", "Onschuld zegepraalt" en "Jochem Pezel, wat ben je voor een ezel" in 1911: "De verloren zoon", "Schilders in huis" en “Naar de Congo" in 1912: "Gerardus de Zwarte of de terugkomst eens broeders" en "Een Jood op het politiebureel". Deze voorstellingen hadden telkens plaats in zaal Victoria van dhr. De Bruyn. In 1925 kocht de Katholieke Bond café "Den Blok" op en bouwde ze de feestzaal Concordia uit, waar later ook verscheidene toneelstukken werden opgevoerd. Zo werd er op 23 februari 1930 door Vreugd in Deugd in zaal Concordia de operette "Walsdroom" gebracht (Gazet van Antwerpen 21/2 1930) en op 27 april 1930 de operette "Beginnende papa's" (Gazet van Antwerpen 25 april 1930) Diezelfde Koninklijke Toneelkring "Vreugd in Deugd" bracht op 26 nov. en op 25 dec. 1933 de kluchtoperette "Kino-Koningin" in zaal Cinéma Rex (de grote zaal van Onze Kring) (Gazet van Antwerpen, 23/24 december 1933) en in 1960 "Slissen en Cesar" (De Polder 22/3 1960).
Een aankoopbon van "Taal en Kunst" (zie verder bij Lode Bauwens) voor de aankoop van 2 teksten voor toneelstukken. (1934)
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
22
In 1924 werd een nieuw toneelgezelschap (niet politiek gebonden) opgericht: Ick Dien, dat stukken opvoerde in de feestzaal van het Vlaamsch Huis (aan de Antwerpsesteenweg, waar nu het KBC-kantoor gelegen is) Notaris Schiltz uit Antwerpen werd voorzitter. In 1925 werd het openingsstuk "Nora" opgevoerd. Nadien volgden nog: in 1925: "Bietje" en "De Gevolgen van een Leugen" in 1926 was de groep zeer productief; ze speelden: "De Vrek" en verder in hetzelfde jaar: "Pietje de Landloper", "De gefopte Oom", "Nocturne", "De Meid", "De Lijdensweg" en "Leentje uit het Hemelrijk".
De mededeling aan de burgers waarin de oprichting van een nieuw gezelschap "Ick Dien" wordt aangekondigd. (1924)
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
23
Een belangrijke rol werd gespeeld door zaal 'Onze Kring', die in 1913 werd gebouwd door Pastoor Vandenhoudt (1866 - 1954). Alhoewel het volledige complex nog niet af was, organiseerde hij zijn eerste feest op 15 november 1913. Het werd een kinderfeest waarover een enthousiaste pastoor in zijn dagboek schreef: " Er waren 550 kinderen en hun ouders." De daaropvolgende activiteit was op 7.12.1913 en op 25 januari 1914 werd het gebouw feestelijk ingehuldigd. De Sint-Jozefskring (in 1901 wettelijk erkend) voerde 2 toneelstukken op: "De Hand Gods" en "Het Verloren Schaap". Onder impuls van pastoor Vandenhoudt werd in februari 1914 een nieuwe toneelkring opgericht. Enige tijd na WO I vestigde de Familie Bauwens, die in 1921 vanuit Engeland naar Antwerpen teruggekeerd was, zich in Hoogboom in de toenmalige IJzerenweglaan. Zo werd de familie lid van de “Vlaamsche Toeristen Bond” gevestigd in het "Vlaamsch Huis", later “Café De Zwaan” aan de Antwerpsesteenweg.
Lode Bauwens (1883 - 1950)
Daar was tevens een toneelzaal en Lode Bauwens (1883 - 1950) stichtte na een tijdje de toneelgroep Taal en kunst. Onder zijn dynamische leiding nam deze toneelvereniging een hoge vlucht. Bekende toneelwerken werden opgevoerd zoals o.m. "De gebroeders Kalkoen", "De Tante van Charlie", "Bietje", "De kwade Hand" (GVA. 14-121929) en "Waar de ster bleef stille staan" (GVA. 21-04-1930)
Het “Vlaamsch Huis” herbergde, buiten de toneelkring, tevens de Harmonie St.-Cecilia. Als gevolg hiervan kwam er tussen beide een samenwerking tot stand. Later zou die katholieke fanfare uiteenvallen in de "nikkelen" fanfare van burgemeester Guiette en de "koperen" fanfare van de heer Maes. Om Pastoor Vandenhoudt financieel te steunen bij het onderhoud van de zaal Onze Kring werd Lode Bauwens eveneens leider-regisseur van een aantal Bijbelopvoeringen o.m. "Gekruisigd", "Maria Magdalena", "De ’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
24
Druivelaars bloeien", dit alles begeleid door het vierstemmig zangkoor onder leiding van koster A. Voet, met Mevrouw Bauwens aan de piano. De pauze werd regelmatig opgeluisterd door een klein symfonie- orkest.
Aankondiging van het toneelstuk "Het kostbaar leven" in 1951.
Door de oorlogsomstandigheden was er in het toneelleven van 'Onze Kring' een grote leemte ontstaan. Weliswaar werden er toneelopvoeringen gegeven door allerlei groeperingen, doch dit gebeurde dan meestal met het doel de financiële toestand wat te verbeteren. Als gevolg daarvan was er dan ook een voelbaar gebrek aan een vast gevestigde toneelgroep waarin alle liefhebbers zouden kunnen samenwerken om de toneelspeelkunst naar behoren aan te leren en te beoefenen.
Om deze leemte aan te vullen stichtte Dhr. Bauwens op 15 mei 1949 een toneelgroep onder de benaming: Toon- en Toneelgroep Onze Kring. De toneelgroep omvatte de twee afdelingen: Dames en Heren die afzonderlijk optraden doch samen onder één bestuur hoorden. In de parochiezaal mocht destijds niet “gemengd opgetreden worden.” In 1952 (2 jaar na het overlijden van Lode Bauwens) veranderde de toneelgroep haar naam in Lode Bauwenskring.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
25
Overzicht van de gespeelde stukken Jaar 1949
1950
1951
1952
Toneelstuk Toneelgroep De Geheimzinnige Boeddha De nieuwe Toon- en Toneelgroep "Onze Kring" Bietje heren TTOK De Weldaad heren TTOK Eert uw Vader en uw Moeder K.A.J. + heren TTOK Kerstspel Kristene Vrouwengilde Maria Magdalena dames TTOK Van den Braven Moordenaar K.W.B + heren TTOK Zang, voordracht en muziek heren TTOK Wij zijn gezworen kameraden heren TTOK Mijnheer Klaproos heren TTOK Onze-Lieve-Vrouwke in 't bos dames TTOK samen met Patria T.K. en P.K. heren TTOK En toen kwam het Licht heren TTOK Bonte avond heren TTOK Het kostbaar leven heren TTOK Kapitein Marie dames TTOK De schuld van Sebastiaan Sandhorst heren TTOK De Sombere Molen juffrouwen TTOK De Schurkenstreken van Scapin heren TTOK Het Betoverde Kind heren TTOK Revue dames en heren TTOK In een Bijzondere Vergadering van 5 juni besloot de "Toon- en Toneelgroep Onze Kring" haar naam te wijzigen in "Lode Bauwenskring" (LBK)
1953
De Erfgenaam van Hakkevoord Strijd aan het Witte Front 't Pastoorke en de Arme Man
heren LBK dames LBK heren LBK
De Laatste Tocht Wroeging Mijnheer Klaproos (t.v.v. de geteisterden van de overstroming in de Polder) Doedeltje wil beroemd worden Vrouweneiland
heren LBK dames LBK
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
heren LBK dames LBK dames LBK 26
1954
1955
1956
1957 1958
1959
Fra Angelico gemengd LBK Bietje gemengd LBK Als de mensen wisten of Schandaal om Lucia dames LBK Adel en Zwijnen heren LBK De Moderne Musketiers heren LBK De zwerftocht naar het geluk dames LBK Maria's Menestreel gemengd LBK Maria's Menestreel gemengd LBK Hoe 't Kwezeltje gekwezeld werd dames LBK De centen van Tante Bet dames LBK Bij Heernonkel gemengd LBK De Stiefdochter dames LBK En waar de ster bleef stille staan gemengd LBK Bij Heernonkel gemengd LBK Een gelukkig ongeluk heren LBK 2019 Au Maroni heren LBK + Patria De Held van Waterloo gemengd LBK De Witte Non gemengd + fanfare St. Cecilia De gebroeders Kalkoen gemengd LBK De Kruisweg langs de stad gemengd LBK Over twaalf dagen te Middernacht gemengd LBK Robbedoes gemengd LBK Kinderen van ons Volk gemengd LBK De Koning drinkt gemengd LBK De terugkeer van Suske Perdaems gemengd LBK Ik hou van je, idioot gemengd LBK Fra Angelico gemengd LBK De terugkeer van Suske Perdaems gemengd LBK De vier jaargetijden gemengd LBK
Na het afscheid van de familie Haast uit Onze Kring en onenigheid over de nieuwe conciërge speelde de groep vanaf dan in andere zalen. Jaar Plaats Toneelstuk Toneelgroep 1960 zaal ZilverenhoekDe gebroeders Kalkoen gemengd LBK zaal Concordia De schat uit Congo gemengd LBK zaal ZilverenhoekDe schat uit Congo gemengd LBK zaal Concordia Mrs. Patterson's chauffeur gemengd LBK zaal Excelsior En waar de ster bleef stille staan Hoogboom gemengd LBK zaal Onze Kring Slisse en Cesar Deugd in Vreugd 1961 zaal Concordia De ster gemengd LBK zaal Concordia Er zit muziek in gemengd LBK zaal Excelsior Er zit muziek in gemengd LBK Hoogboom in tent aan Starrenhof Over twaalf dagen te Middernacht gemengd LBK ’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
27
1962 zaal Onze Kring
Vadertje Langbeen gemengd LBK De Held van Waterloo gemengd LBK Het circus van de Goede God gemengd LBK 1963 in parochiehuis Starrenhof Humorissima-avond gemengd LBK tent aan Starrenhof Zwart schaap en witte lammetjes gemengd LBK zaal Onze Kring Fanfareila of Hier gebeurt nooit iets. gemengd LBK 1964 zaal Onze Kring Het witte schaap van de familie gem. LBK parochiezaal Starrenhof Humorissima gemengd LBK zaal Onze Kring Een huis vol verrassingen gemengd LBK (t.v.v. van het bouwfonds Broederschool) 1965 parochiehuis Starrenhof De Ski-Kampioen gemengd LBK zaal Onze Kring Bruine Suiker gemengd LBK
Toneelkring Putte-Ertbrand vzw Omstreeks 1800 deed het mattenvlechten zijn intrede in Putte. Er was immers weinig of geen werk in de streek en veel mensen hadden armoede waardoor de mannen verplicht werden elders op zoek te gaan naar werk. Een zekere John's van Alten kwam met zijn vrouw Ant. Koemakers vanuit Loon op Zand bij Kaatsheuvel naar Putte om hier de mensen te leren "matten vlechten". Het was een ambachtelijk werkje dat thuis kon uitgevoerd worden en waarvoor enkel een soort goedkoop riet (biezen) als grondstof werd gebruikt. Man en vrouw, jong en oud, iedereen kon erbij helpen. Een zoon van John's, geboren te Putte op 25 februari 1819, zou later de bijnaam Jan Mat krijgen. De grens tussen Nederland en België werd in 1844 opnieuw zeer nauwkeurig vastgelegd. In Putte kwam deze dwars door het dorp te liggen, ongeveer haaks op de grote weg van Antwerpen naar Bergen op Zoom. De twee gemeenschappen bleven evenwel sterk met elkaar verbonden, zodat er in beide dorpsgemeenschappen slechts één fanfare (vandaar de naam "Verbroedering", gesticht in 1890) bestond. In de schoot van de fanfare ging men in 1893 over tot de oprichting van een toneelkring die de voor de hand liggende naam Jan Mat kreeg. Het lied van Jan Mat opgesteld door Gust Huybrechts, onderwijzer te Stabroek, werd bij vele gelegenheden gezongen door jong en oud. Vooral wanneer de toneelkring “Jan Mat” een toneelstuk voor het voetlicht bracht. (HUYBRECHTS, Petrus Augustinus, geboren op 16-12-1854 te Oorderen, overleden op 16-10-1913 te Stabroek op 58-jarige leeftijd, echtgenoot van Verhoeven Jozefina. Hoofdonderwijzer van de gemeenteschool van Stabroek. Voorzitter van de Onderwijzersvereniging Sint-Jozefskring en van de Katholieke Vlaamse Studiekring. Bestuurslid van het Davidsfonds en lid van verschillende genootschappen.)
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
28
In 1920 ontstond er een scheiding tussen de fanfare Verbroedering en de toneelkring Jan Mat. Gerard Van Bouwel, toen postmeester, gelukte er evenwel in dat de fanfare en de toneelkring toch bleven samenwerken. Het was de fanfare die zorgde voor de muzikale opvoeringen tijdens de pauzes. De groep speelde her en der (in een café, in een zaaltje), tot in 1929 het „Gildenhuis" (gesponsord door graaf Moretus) was gebouwd. Daar speelden zij dan verder onder de naam Werkmanskring. Deze samenwerking bleef duren tot het uitbreken van de tweede wereldoorlog in 1940. In 1945 trad Jan Mat een laatste keer op in het domein van graaf Moretus (Ravenhof) en dat in een openluchtspel. In datzelfde jaar immers veranderde de naam en werd het KWBToneelgroep. Deze kring haalde zijn spelers vooral uit de KAJtoneelgroep. Vanaf 1962 mochten de vrouwen mee de planken op; voordien werden de vrouwenrollen door mannen geacteerd (alhoewel in 1936 „En waar de ster bleef stille staan" reeds gemengd mocht gespeeld worden; op het programmablaadje stond dan ook uitdrukkelijk vermeld: “rollen vertolkt door heeren en juffrouwen”). In 1985 ontstond er een meningsverschil tussen de KWB-toneelgroep en enkele spelers. Deze laatsten richtten onder leiding van Leon Cruysweegs een nieuwe toneelgroep op onder de vroegere naam Jan Mat. In 2009 ontstond er een onenigheid tussen het Putse KWB-bestuur en de toneelafdeling. Als gevolg ervan stopte de toneelgroep met de toneelvoorstellingen. Na een jaar stilstand hielden de leden van de toneelgroep een nieuwe vereniging boven de doopvont: Toneelkring Putte-Ertbrand vzw. Vanaf 2011 traden ze weer met succes voor het voetlicht. De lijst van de voorstellingen wordt weergegeven bij de tekst horende bij Willy Pringuet, verder in deze reeks over toneel in Kapellen.
Jan Mat Toneelkring vzw Na welgeteld 40 jaar werd de oude naam in ere hersteld en werd de toneelkring Jan Mat in 1985 heropgericht. Er dienden heel wat problemen opgelost te worden: er werden sponsors gevonden, het gemeentebestuur van Kapellen was zo vriendelijk om een lokaal ter beschikking te stellen in de nieuwe bibliotheek te Putte om de lezingen en repetities te houden. De belichting werd geleend van NKT en ’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
29
op alle mogelijke manieren werd promotie (pers, radio, affiches, strooibiljetten..) gevoerd. Op vrijdag 19 april 1985 is Jan Mat herboren.
"Zwijg kleine" (2010) verouderde foto van hoofdrolspelers
de
Een raamaffiche voor de opvoering "De banketbakker van lichte zeden" in 2009.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
30
Overzicht van de opvoeringen Jan Mat Toneelkring vzw Jaar
Toneelstuk
aantal toeschouwers 1985 De dwaasheid heeft haar eigen recht 480 1986 Wij gaan naar Benidorm (Putte-Kapellen) 1372 1987 Doe het zelf neushoorn 634 1987 En waar de ster bleef stille staan (Putte-Kapellen) 686 1988 Het gezin van Paemel 657 1989 Vijgen na Pasen 532 1990 Tien kleine negertjes 491 1991 De kuren van Verschueren 537 1992 Vladimir 506 1993 De mirakelmakers 585 1994 Nonkel Gaston is dood... en dan is er koffie 2425 (Putte Stabroek, Zandvliet, Broechem, Kapellen, Hoevenen) 1995 Drinken de Goden Duvel (Putte - Zandvliet - Kapellen) 1142 1996 De Caraïbische Zee (Putte) 366 1997 Zusje trouwt en dan is er champagne! (Putte-Kapellen) 859 1998 Het Dorpsplein (Putte) 599 1999 Hoerenleed (Kapellen: Antw.stwg. en Bruggeske) 1009 1999 De Voze Balletten (Kapellen Antw.stwg en Gildenhuis 1084 Putte-Kapellen) 2000 Doe het zelf, Neushoorn! Kapellen en Gildenhuis Putte 853 2001 Een vreemd Koppel 2002 Met de Zegen van de Heer Hoerenleed 2003 Nonkel Gaston is dood... en dan is er koffie Een Moordgriet 2004 Zusje trouwt... en dan is er champagne! Klopgeest 2005 Polleke is geboren ... en dan zijn er suikerbonen! Ge moogt hem hebben 2006 't Is in de valies! Schafttijd 2007 Hoeren en boeren Groe(n)ten uit Afrika 2008 Schafttijd! Wij gaan naar Benidorm! 2009 De banketbakker van lichte zeden Barak Faunus 2010 Barak Faunus Zwijg kleine 2011 Zwijg kleine Wij samen Hotel Kommer en Kwel
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
31
2012 2013
Hotel Kommer en Kwel Vanavond wel, schat De Jubilee
In de schoot van de toneelgroep was ook een jongerenafdeling actief (gestart in 1991) die jaarlijks een eigen project uitwerkte.
Overzicht van de toneelstukken van JMJ (JAN MAT JEUGD) Jaar 1991
1992 1993 1994 1995 1997 1998 1999 2002 2003 2004 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Toneelstuk Met de auto van Trenton naar Cambden. Het verhaal van een man die hond werd. In vooren tegenspoed. Aardbeien met slagroom Het aquarium Niet alle zegen komt van boven Oog om oog Welke dokter opereerde die nacht? Aardbeien met slagroom Ogen van de Duisternis De Golf Jan Rap en zijn maats Lusistrate Cool at School Marco Gekraakt Het Woud van Arden Toi, toi, toi ! Kelder Lizies les Vriendschap is een illusie De grote dag De gevulde snoeshaan Smalltown Zwanenzang
Plaats v/d opvoering Zoldertheater te Kapellen Oude Pastorij Duitse school in de Waterstraat (Stabr.). Duitse school Ravenhof te Stabroek Ravenhof te Stabroek zaal "De Komedie" te Kapellen zaal "De Komedie" zaal "De Komedie"
Elk jaar, en dit vanaf 1998, wordt er door de Jan Mat Toneelkring een "JAN MATJE" uitgereikt aan een verdienstelijk lid. Het betreft hier een uniek beeldje dat werd ontworpen door kunstenaar Albert De Vree uit Zandvliet.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
32
Zo ontvingen de reeds een beeld:
volgende
medewerkers
1998: Willy Soetewey (technische ploeg) 1999: Kris Mertens (techn. ploeg) 2000: Marcel Gysen (acteur) 2001: Gilbert Gysen (acteur) 2002: Roger Jansegers (techn. ploeg) 2003: Cecile Van De Vijver (techn. ploeg) 2004: Elly Cruysweegs (actrice) 2005: Liliane Van Dorst (actrice) 2006: Mariette Rottiers (actrice) 2007: Magda De Paepe (techn. ploeg) 2008: Andréa Christiaens (techn. ploeg en grime) 2009: Filip De Baets (acteur) 2010: Bart van der Heijden (acteur) 2011: Els Ooms (techn.ploeg - kassa) Sinds 1996 worden de toneelstukken van de Jan Mat Toneelkring (zowel volwassenen als jeugd) gebracht in zaal "De Komedie" die gelegen is aan de Antwerpsesteenweg 64 te 2950 Kapellen in de ruimte van de voormalige carrosserie Herman-Robert.
De Vliegenvangers (Putte) In 1978 (GVA 8-4-1978) voerde deze toneelgroep diplomaten" op in het gildehuis van Stabroek.
"Dieven
en
Theater Ka-To vzw Ka-To staat voor Kapels Toneel. Theater Ka-To vzw is ontstaan op initiatief van Viki Deschacht en Gert De Meulenaere. Als contactpersoon bij Opendoek merkten ze dat steeds minder jongeren toegang vonden tot het amateurtheater. Mede dankzij het cultuurcentrum van Kapellen kregen ze de kans om in 2009 in de regio een cursus toneel in te richten. Dat werd een succes en deze enthousiaste groep wilde graag verder gaan op de ingeslagen weg. In maart 2009 zag Theater Ka-To vzw het levenslicht. De toneelgroep brengt één productie per jaar en de voorstellingen vinden plaats in het Kerkske aan de Kapelsestraat. Ze kiezen bewust voor het ‘andere’ genre toneel. Wegens het overaanbod aan klassieke deurenkomedies in de regio (lees: traditionele blijspelen, zonder afbreuk te willen doen aan dit genre) waren zij van mening dat er plaats was voor het meer alternatieve toneelwerk.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
33
Ondertussen brachten ze reeds 4 stukken op de planken: " Smalltown" (2009), "Popcorn" (2010), "De Fromavachecremes" (2011) en "Stilte a.u.b."(2012) telkens in zaal 't Kerkske.
Deel van de affiche voor het stuk "Stilte a.u.b."
Nieuw Kapels Toneel (NKT) (Kapellen) In 1972 startte de oudervereniging van de lagere school van Mater Salvatoris o.l.v. Marcelle Buelens met een toneelgroep; hun doel was om eenmaal per jaar een toneelstuk op de planken te brengen. In beperkte kring had zij reeds enkele stukken voorgedragen zoals "Als zwervers ontwaken" en "De prinses zonder hart". In 1975 bracht de groep als volwaardige toneelkring in zaal Onze Kring het stuk " Arsenicum en oude kant". Later volgden nog: - in 1976: Gorlo, de Vrijbuiter. Onder de Kerktoren Cabaret (vanaf nu regisseerde Paul Avermaete) - in 1977: De Gouden Dadelpit Ik ben er en blijf er. Spring-bij Circus Boeing-Boeing - in 1978: De Muizenval Babbeleblub (van en voor kinderen) Hé, mag ik mijn echtgenotterug? Geld te geef. - in 1979: Om twaalf uur eindigt het leven Kleine Hendrik (kindertoneel) De Indringster
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
34
In ditzelfde jaar vierde de groep haar eerste lustrum met het stuk: De Nacht van de 16de januari. - in 1980: Een mal meisje (Gekke Meid) Slechte tijden voor zwarte kunst. (Jeugdvoorstelling) Misdaad aan het Meer De fluwelen Handschoen - in 1981: Hassie Ben Bassie (Een sprookje voor jong en oud) Slippers Als Ma van huis is ... - in 1982: De gekke Klok van Triekeltrak Suite 719 Ik zie wat jij niet ziet - in 1983: De dag dat de Paus ontvoerd werd Wat doen we met Jenny? - in 1984: Och pa, arme pa, je hangt in de kast van ma en het huilen staat mij na ... Ik lach erom (viering 10de speeljaar) - In 1985: Meneer Bal snapt er geen bal van (kindertoneel) Ter gelegenheid van hun 10-jarig bestaan werd in zaal Concordia een tentoonstelling ingericht en werd in Onze Kring een eenakter opgevoerd in samenwerking met andere toneelgroepen. Door "speelmoeheid" kwamen er geen verdere opvoeringen meer.
Het Jongeren Theater Productief (JTP) (Kapellen) In 1989 werd deze theatergroep boven de doopvont gehouden. De groep legde zich vooral toe op experimenteel zoldertheater. Hun doel was jongeren motiveren en begeleiden tot creatief samenspel en ze emotioneren en theatergevoelig maken. Hun eerste toneelstuk (1989) was: "Dit is een Grieks landschap" en werd gespeeld in zaal Concordia. In de loop van 1990 richtte de groep een toneelcursus in met aandacht voor mimiek, dictie en bewegingsleer. In 1990 volgde in zaal Concordia het stuk "Midzomernachtsdroom". Nadien volgden nog: - in 1992: "Frankenstein" op de zolder van CCKapellen - in 1992: "De Grens" (3 eenakters) op de zolder CCKapellen - in 1993: "Greep" (4 eenakters) op de zolder CCKapellen - in 1993: "Equus" in de Ekerse theaterzaal - in 1993: "Knecht van twee meesters" in zaal Concordia - in 1994: "Lizzystrata" in de Ekerse Theaterzaal Omwille van materiële en ook financiële problemen (onvoldoende subsidies) werden de activiteiten in 1995 stilgelegd.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
35
Fusie (Zilverenhoek) In 1979 startte Walter Huybrechts in de wijk Zilverenhoek, toen nog grondgebied Ekeren, de toneelgroep De Groentjes op. Deze groep was gegroeid uit een plaatselijke voetbalploeg "Groen-wit". De groep startte met: "Moeders uitgangsdag" In 1981 speelden De Groentjes: "Een aap op visite" en "Wie wint de pot". In 1982 brachten ze: "Pas op voor de wolven in het bos" en "Het Huis op de Rots". Toen een gedeelte van Ekeren met Kapellen fusioneerde, veranderde Walter Huybrechts in 1983 snel de naam van "De Groentjes" in "Fusie". Walter Huybrechts (Stabroekenaar van geboorte) woonde op Zilverenhoek doch in het dagelijkse leven was hij als zelfstandige actief in zijn drukkerij "Sito Pressto" (in de Vredestraat). Bij Fusie leerde hij Jack Staal kennen. Walter Huybrechts begon zijn carrière als acteur in de jaren zeventig bij De Vriendenschaar in Stabroek. Later speelde hij bij Blidscap in Zandvliet en keerde hij terug naar De Vriendenschaar in Stabroek. De meeste stukken werden gespeeld in zaal Zilverheem. - in 1983: "Veel getier om een totoformulier" "Aan de Spaanse kust" "Mijn tante is een autobus" - in 1986 en - 1987 (Zilverheem): "Pluziek en Mezier" (sketches) - in 1986 en - 1988: Kapelse revue (humoristische sketches in navolging van Zandvlietse revue) in zaal Zilverheem - in 1988: "Baby van 1000 weken" in zaal Zilverheem - in 1989: "D'erin, d'eruit" in zaal Zilverheem - in 1989: "Wie kakelen wil ... moet eieren leggen!" in zaal Zilverheem - in 1989 en - 1997: "De Vlooientemmer" in zaal Zilverheem - in 1990: "Camping Chez Swa" in zaal Zilverheem Wordt vervolgd.
’t Bruggeske 45ste jaargang – december 2013 – nummer 4
36
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT ’T BRUGGESKE HEEMKRING HOGHESCOTE VZW. ESSENHOUTSTRAAT 59 2950 KAPELLEN AFGIFTEKANTOOR: KAPELLEN 1 P 806083
COPY SERVICE CENTER KOPIES Inbinden Plastificeren Printen Kleurkopieën DORPSSTRAAT 50 - KAPELLEN 2950 TEL: 03.605.42.67 e-mail: copyservicecenter@skynet.be
BELGIË BELGIQUE P.B. 2950 KAPELLEN 1
BC 30832