Traiteur Luc Van Walle
<&#=)#18'1%>"'%"3%*?%-&&;.&'@%
Huwelijken, Communiefeesten, Recepties, Koffietafels, Diners, Avondfeesten, Banketten, Zakendiners, Personeelsfeesten, e.d. In feestzaal “De Jachthoorn” , bij u thuis of in een zaal naar keuze.
Specialiteit
Jubilea,
!"#$%&'%()*+%,*--&./% 0#&*12&3."-&3%&'%0"#,&4*&5% 63378'%-)#$*3&%9%)',&:&#(.%8'% ""'."3%:&#;)'&'5%
Privé parking + tuin met speelhoek voor kinderen. Voor verdere inlichtingen en advies staan wij steeds voor u klaar. Feestzaal de Jachthoorn – Traiteur Luc Van Walle. Antwerpsesteenweg 153 - 2950 Kapellen. Tel. 03-665 20 38 * GSM. 0496 60 50 65 * FAX. 03-605 53 25 E-mail: info@jachthoorn.be * www.jachthoorn.be
‘t Bruggeske 46ste jaargang - nummer 1 - maart 2014 Driemaandelijks tijdschrift van Heemkring Hoghescote vzw Essenhoutstraat 59 - 2950 Kapellen
In dit nummer: Lidgeld 2014.
2
Bestuur Hoghescote
Ons boek “Cappellen in den Grooten Oorlog.”
3
Roger Van den Bleeken – voorstelling van het boek over Kapellen 1914-1918.
Van Moskou naar Kapellen, een excursie met vele haltes.
5
Jan Ingelbrecht – het verhaal van de verloren Belgische legerarchieven.
Schenkingen aan Hoghescote – met dank van het bestuur
6
Bestuur Hoghescote.
Welkom op onze jaarlijkse brunch op 5 april 2014.
7
Bestuur Hoghescote – jaarlijks eetfestijn met de leden.
Bezoek aan het artilleriemuseum.
8
Bestuur Hoghescote – museumbezoek op 23 mei te Brasschaat
Jaarverslag 2013.
9
André De Vleeschouwer - Verslag van het werkjaar 2013
Toneel in Kapellen – tweede deel.
12
Etienne Vermeulen – een terugblik op de vele toneelgroepen van Kapellen
Beeldschoon Kapellen – aflevering 3.
17
Etienne Vermeulen - toeristische fietsroute doorheen het beeldschone Kapellen.
De ontginning van de Franse Heide.
26
Wim D’hooge – een studie over het ontstaan van Kapellenbos. Verantwoordelijke uitgever: André De Vleeschouwer, Tel: 036057989 Redactie en layout: Roger Van den Bleeken, Tel: 036646322 beiden p.a. Essenhoutstraat 59 te 2950 Kapellen heemkringhoghescote@gmail.com Kaftontwerp: T. Hanssens ! Copyright Heemkring Hoghescote Kapellen Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd, gereproduceerd of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
Ledenblad ’t Bruggeske wordt 4 x per jaar aan elk lid van Heemkring Hoghescote toegezonden. Elke auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van het door hem ingezonden artikel. Het lidmaatschap bedraagt 12 ! per jaar als gewoon lid, of vanaf 25 ! als erelid. Dit bedrag kan worden overgemaakt op BE18 4137 2050 7165 (BIC-code KREDBEBB) op naam van Heemkring Hoghescote vzw - Essenhoutstraat 59, 2950 Kapellen, met de vermelding "Lidgeld". Losse nummers van ’t Bruggeske, voor zover nog in voorraad, zijn te verkrijgen op het redactieadres tegen 3 ! per exemplaar. 1
Lidgeld 2014 De meeste leden hebben hun lidgeld voor 2014 alweer betaald en vinden hun nieuwe lidkaart hier bijgevoegd. Voor degenen die het stortingsformulier samen met de nieuwjaarskaartjes hebben opgeruimd, voegen wij hierbij een nieuwe uitnodiging tot betaling zodat deze vergetelheid snel kan rechtgezet worden. Ook dit jaar organiseren wij weer allerlei activiteiten waarvan er al enkele aangekondigd zijn in dit nummer. Om de drie maanden blijft u een Bruggeske vol met wetenswaardigheden over onze gemeente ontvangen en verder blijven wij onze lees- en studiezaal meermaals per maand openstellen voor het consulteren van de steeds aangroeiende informatiebronnen over onze gemeente. Bevindt je lidkaart zich niet op deze plaats? Dan ben je wellicht vergeten te betalen! Doe dit dan zo vlug mogelijk! Stort 12 Euro (lid) of 25 Euro (erelid) op het rekeningnummer BE18 4137 2050 7165 op naam van Heemkring Hoghescote vzw, Essenhoutstraat 59 te 2950 Kapellen met de vermelding: lidgeld 2014. Jacobuscheques (2013) nog snel inruilen voor vervaldag of contant betalen (vergeet niet je naam en adres te vermelden). Het bestuur van Heemkring Hoghescote vzw.
Archiefdagen Heemkring Hoghescote HOEVE VAN PAESSCHEN ESSENHOUTSTRAAT 59 – KAPELLEN Elk eerste dinsdag van de maand van 14.00 tot 17.30 uur, elke tweede donderdag van de maand van 19.00 tot 22.00 uur, elke derde donderdag van de maand van 09.00 uur tot 12.00 uur.
Voor dringende en langdurige opzoekingen kan contact genomen worden met de voorzitter om een andere dag af te spreken IEDEREEN GRATIS WELKOM.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
2
Ons boek: “Cappellen in den Grooten Oorlog” R. Van den Bleeken. Inderdaad, beste lezer, ons boek met de veelzeggende naam komt eraan. En neen, het wordt niet een zoveelste boek over WO I, maar een unieke herinnering aan het leven in ons eigen dorp tijdens dit eerste wereldwijde oorlogsgebeuren. Begin 2012 werd bij Hoghescote door enkele enthousiaste mensen een studiegroep opgericht met als objectief de kleine geschiedenis van ons dorp tijdens de vier bezettingsjaren van de Groote Oorlog 14-18 in kaart te brengen. In de loop van de volgende jaren werden alle beschikbare informatiebronnen geraadpleegd. Diverse bezoeken aan het documentatiecentrum van het Leger Museum en het Algemeen Rijksarchief in Brussel, het Provinciaal Archief Antwerpen en het Rijksarchief Antwerpen, thans ondergebracht in Beveren, het historisch centrum Markiezenhof te Bergen op Zoom, de gemeenteraadsverslagen en de briefwisseling uit deze periode en niet te vergeten de interviews met enkele kinderen, intussen zelf in de tachtig, waarvan de ouders op de eerste rij stonden. Tijdens onze bezoeken werden soms unieke documenten ontdekt die bijna honderd jaar als stille getuigen verborgen lagen. Zo konden we het spionagedossier Georges Spelier met zijn tientallen helpers in het Algemeen Rijksarchief te Brussel inkijken en kopiëren. In het Leger Museum werden de sinds lange tijd vermiste documenten van het Moskou-archief geconsulteerd (zie artikel verder in dit blad). Intussen is al deze informatie verwerkt en neergeschreven in afzonderlijke hoofdstukken die samen een boek vormen van circa 300 bladzijden. De titels van de hoofdstukken spreken voor zich: • Voorgeschiedenis, een korte historiek van het hoe en waarom. • Op de vlucht. Aan de hand van getuigenissen de beschrijving van deze exodus naar Nederland en verder. • Kapellen in het midden van de noordelijke verdedigingsgordel. Een beschrijving van de Belgische forten en stellingen als onderdeel van de verdedigingslijn die Antwerpen onoverwinnelijk diende te maken. • Militaire spoorlijn. Een studie van een vergeten spoorlijn waarvan nog slechts enkele resten bestaan. • Cappellen, een gemeente in bezet gebied. De mobilisatie, het besturen onder moeilijke omstandigheden, leven in bezet gebied, de voedselproblematiek. Met afzonderlijke aandacht voor Putte als afgesloten gebied en Kapellenbos. • België op de rand van de hongerdood. Het Nationaal Comité voor Hulp en Voeding, de Commission for Relief in Belgium, de hulpverlening aan de Kapelse bevolking en de melkerij Bunge in Hoogboom. • De elektrische draadversperring te Putte. Het ganse verhaal van deze levensgevaarlijke hindernis die van Putte een enclave maakte en het leven kostte aan velen.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
3
•
• •
Spionage te Kapellen. Het non-fictie verhaal van spion Georges Spelier die kort voor de wapenstilstand van ontbering overleed in de gevangenis te Vilvoorde. De Duitse bunkerlinies uit 1917 en de vreselijke plannen die de Duitsers voor onze streek in petto hadden. Namenlijsten van: oud-strijders, opeisingen, gesneuvelde militairen en burgerslachtoffers.
U hebt het al begrepen, beste lezer, dit boek is een naslagwerk dat thuishoort in elke Kapelse boekenkast. Het zal beschikbaar zijn tegen begin oktober 2014 maar kan nu reeds bij voorintekening besteld worden. Een lijst van de voorintekeningen met de namen en woonplaats, zoals vermeld op het bankafschrift, (geen straatnaam) zal opgenomen worden op het einde van het boek. Mocht u dat niet verlangen, laat het ons dan weten. De prijs van het boek, uitvoering 170x240 mm, bedraagt bij voorintekening: genaaid gekartonneerd met rechte rug en harde kaft: 24 euro. Niet vergeten: het gunsttarief van de voorintekening loopt tot: 30 juni 2014. Daarna zal de prijs 28 euro bedragen. Leveringen binnen de gemeente zijn gratis. Verzendingskosten buiten de gemeente, in België: 5 euro per boek, voor het buitenland volgens kostprijs. Alle exemplaren kunnen ook afgehaald worden in ons lokaal: Hoeve Van Paesschen – Essenhoutstraat 59 te Kapellen en dit tijdens de gebruikelijke open-archiefdagen. Bestellen kan via overschrijving op naam van Heemkring Hoghescote vzw - Essenhoutstraat 59, 2950 Kapellen. Rekeningnr. BE18 4137 2050 7165 - BICcode KREDBEBB. Indien u het boek wenst af te halen, gelieve te vermelden: “afhaling”. Niet aarzelen, nu doen! Meer informatie http://www.heemkring-hoghescote.be/Hoghescote/Nieuws/Nieuws.html Met dank van het bestuur van Hoghescote en de studiegroep “Kapellen tijdens WO I”.
Duitsers bewaken het spoor in het station van Kapellen, 14.1.18. (foto: Archief Hoghescote)
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
4
Van Moskou naar Kapellen, een excursie met vele haltes Jan Ingelbrecht Als u zich laat verleiden tot het aanschaffen van het herinneringsboek dat Heemkring Hoghescote persklaar maakt voor verschijning in oktober 2014, zal u in een aantal hoofdstukken kennismaken met een merkwaardige vermelding: het Moskouarchief of archief van Moskou. Het is niet onmiddellijk de plaats die men in verband brengt met documentatie over het Belgische wedervaren tijdens de Eerste Wereldoorlog. De reden situeert zich in de beginfase van de Tweede Wereldoorlog. De Duitse Blitzkrieg raasde over België en in allerijl werd gepoogd zoveel mogelijk in veiligheid te brengen naar Frankrijk, met inbegrip van de militaire archieven tot 1940. Alle documenten werden op een trein geladen, maar onderweg naar het zuiden liep het mis. Wegens bombardementen, moest het konvooi halt houden en uiteindelijk werd het achtergelaten. Sindsdien heerste de overtuiging dat het ganse archief in de vlammen was opgegaan. Latere opsporingen leverden geen enkel resultaat op. In werkelijkheid ging weinig verloren, maar vielen de achtergelaten wagons grotendeels ongeschonden in handen van het oprukkende Duitse leger. Zoals tijdens de vroegere bezetting in 1914 al was gebeurd, werd het ganse buitgemaakte archief naar Berlijn overgebracht. Bij de verovering van de Duitse hoofdstad viel het archief, nog altijd bijna volledig en intact, in handen van het Russische leger, dat het op transport zette naar Moskou, zonder verder iemand informatie te verschaffen. In België bleef men, bijna noodgedwongen, bij de overtuiging dat niets was overgebleven na de nederlaag van 1940. Pas in 1990 kregen onderzoekers toegang tot alle documenten die het Rode Leger had opgeborgen en vond men, mooi bewaard in 6.000 dozen, 1.800 meter documenten met duizenden Belgische dossiers terug.
KLM-MRA, nog 5.999 dozen te gaan, foto J.Ingelbrecht.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
5
De rest was een moeizame onderhandeling, maar uiteindelijk werd een volledige overdracht overeengekomen, tegen betaling weliswaar. De Russen argumenteerden hiervoor, niet helemaal naast de waarheid, dat zij zorg hadden gedragen voor hun oorlogsbuit en bewaren kost nu eenmaal geld. In 2002 kwamen de archieven uiteindelijk aan bij het Belgische legermuseum in het Jubelpark, waar ze nu kunnen worden onderzocht. Een deel maakte per ongeluk nog een omweg over Vincennes, verward tussen Franse documenten, maar ook dat kwam terecht. Het betreft een onvoorstelbare schat aan informatie, zeker niet alleen over de Eerste Wereldoorlog, waar onderzoekers nog jaren mee aan de gang kunnen. Het strekt tot eer van de overheid dat ook het grote publiek toegang kan krijgen tot de stukken, hoewel steeds geduld en zoekwerk nodig is om te vinden wat men beoogt. Maar de beloning is reëel zoals de lezer van ons boek zal kunnen vaststellen.
Wij ontvingen met dank de volgende schenkingen van: de heer Jos Van Bouwel – tijdschriften Ifang. de heer Jos Peeters – diverse kranten en bidprentjes, de heer Francis Fastre - Zondagsvrienden 1934-1947-1953 + Kroniek van de Mensheid, mevr. A. De Bruyn – oude kranten en bidprentjes. de heer Renaat Verreyken – bundeltje postkaarten. De heer Jan Vanderhaeghe – boek – De Tijdsrekening.
WERP WAARDEVOLLE DOCUMENTEN NIET WEG! Documentatie voor het archief van de Heemkring Hoghescote. Alle documentatie over Kapellen is welkom! Wij denken aan foto's, bidprentjes, doodsbrieven, postkaarten, krantenknipsels, affiches, oude menukaarten, geboortekaartjes, oude trouwboekjes, oude notarisakten, huwelijksaankondigingen, oude rekeningen van Kapelse firma's, enz, enz... Geef ons een seintje en we komen langs. Bij voorbaat hartelijk dank! Bestuur Heemkring Hoghescote
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
6
Welkom op onze jaarlijkse brunch op 5 april 2014 Binnenkort hebben we weer onze jaarlijkse brunch. Dit is een echte klassieker geworden, en uiteraard zitten we dan ook weer gezellig met onze leden bij elkaar. Diegenen die er altijd al bij waren weten het: het is een echt festijn, met voor elk wat wils. Het buffet zal ook nu weer een uitgebreid gamma aan heerlijk eten bevatten. Wie daaraan twijfelt, bekijkt even bijgaande foto’s, of vraagt het gewoon aan iemand die er al bij was. Zij kunnen getuigen dat de afwezigen ongelijk hebben. U kunt ook met vrienden afspreken en een tafel reserveren, echt gezellig om hen met Heemkring Hoghescote te laten kennismaken. Voor de prijs hoeft u het niet te laten: 35 ! per persoon voor onze leden, en 37 ! per persoon voor niet-leden, wijnen niet inbegrepen. Plaats van het gebeuren: Feestzaal DE JACHTHOORN, Antwerpsesteenweg 153 in Kapellen, op zaterdag 5 april 2014 om 10.30 u (tot ongeveer 15 u).
Wees er snel bij! Inschrijven – TEN LAATSTE OP 29 MAART 2014 – en enkel bij: - Chris Alen tel. 03-664.05.01 - chris.alen@skynet.be - François Groenewege tel. 03-665.00.87 - fgroenewege@gmail.com Graag vermelden bij wie u aan tafel wenst te zitten. Speciale wensen (dieet of vegetarisch) kan u ook melden. Na inschrijving, betaling op rekening BE18 4137 2050 7165 van Heemkring Hoghescote vzw, Essenhoutstraat 59 - 2950 Kapellen metduidelijke vermelding “Brunch 2014” en het aantal personen. Het bestuur van Heemkring Hoghescote hoopt u allen daar te ontmoeten.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
7
Bezoek aan het Artilleriemuseum Een bezoekje meer dan waard, zo dachten wij met het bestuur. Op vrijdag 23 mei 2014 om 14.00 uur is het zover: we brengen een bezoek aan het artilleriemuseum in Brasschaat Maria-ter-Heide (Polygoon). Daar bezoeken we eerst de loods I-21 met luchtdoelartilleriematerieel en Belgische legeruniformen. In deze loods staan praktisch alle ooit in gebruik genomen systemen luchtdoelartillerie van het Belgische leger na de Tweede Wereldoorlog tentoongesteld, met hun belangrijkste kenmerken en historische foto’s. Naast het luchtdoelartilleriematerieel vind je in een afzonderlijke ruimte een uitgebreide privécollectie uniformen van het Belgische leger na WO II. Na een pauze, met mogelijkheid om iets te drinken op eigen kosten, bezoeken we loods I-26 met veldartilleriematerieel. In deze loods staat een uitgebreide verzameling kanonnen, houwitsers en mortieren, ooit in gebruik bij het Belgische leger. Trekkers en praktisch alle vuurmonden die het Belgische leger in dienst had na WO II zijn hier te zien, voorzien van de belangrijkste kenmerken en historieken van de betrokken artillerie-eenheden. LET OP. Bij de inschrijving hebben nodig om binnen te mogen in voornaam, nummer van uw geboortedatum en -plaats, type
we van ELKE PERSOON wel veel gegevens de kazerne te Brasschaat: uw naam, identiteitskaart, adres, nationaliteit, en nummerplaat van uw voertuig.
Wees er snel bij, want er geldt een maximum van 30 personen. De kostprijs bedraagt: 4 ! voor onze leden en 5 ! voor niet-leden. We verwachten jullie iets voor 14.00 u aan de inkom van de kazerne, op het einde van de Kapellei in Brasschaat, Maria-ter-Heide (Polygoon). De toegang tot het museum wordt aldaar via het wachtlokaal geregeld. (Opgelet een routeplanner of GPS geeft soms andere mogelijkheden aan die niet bestaan!) Inschrijven kan enkel bij: - Chris Alen tel. 03-664.05.01 - chris.alen@skynet.be - François Groenewege tel. 03-665.00.87 - fgroenewege@gmail.com Na inschrijving, betaling op rekening BE18 4137 2050 7165 van Heemkring Ho-ghescote vzw, Essenhoutstraat 59 - 2950 Kapellen met duidelijke vermelding “Gunfire” en het aantal personen.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
8
Jaarverslag 2013 Beste vrienden van Hoghescote, Voor mij is dit het eerste jaarverslag over een volledig werkjaar. Laat ons samen even onze vele en diverse activiteiten overlopen. Maar toch eerst een woordje van dank aan de vele trouwe leden, die in 2013 hun vertrouwen aan onze heemkring hebben geschonken, en dit ondertussen ook voor 2014 hebben herhaald. Dank ook aan onze sponsorbedrijven. En natuurlijk dank aan de vrijwilligers, die zich jaar in jaar uit belangeloos inspannen voor onze werkzaamheden.
Heemkring Hoghescote heeft alvast de spits afgebeten om een wandeling te organiseren langsheen de Bunkerlinie uit de Eerste Wereldoorlog in het Mastenbos, en dit met een uitstekende gids. Verder was onze jaarlijkse Brunch ook nu weer een groot succes. De dagreis ging in 2013 naar Ieper, met een bezoek aan het “In Flanders Fields” museum, de omgeving van Passendale en als afsluiter de Menenpoort. Er was een cursus over de aandachtspunten bij het opzetten van een eigen stamboom, er was de nieuwe toeristische fietsroute rond “Beeldschoon Kapellen”, met twee fietstochten langsheen de vele beelden in onze gemeente. Voor herhaling vatbaar, menen we. In het najaar brachten we een bezoek aan het Antwerpse Sint-Andrieskwartier. Een geleid bezoek aan het Red Star Line museum hebben we tot viermaal toe moeten herhalen, telkens VOLZET. Samen met Gouw Antwerpen was er een grensoverschrijdend initiatief met Noord-Brabant in Nederland om een boek over “De Grooten Oorlog” uit te geven, met meer dan 80 anekdotes uit het dagelijkse leven. Onze leesbibliotheek kreeg er heel wat boeken bij, en telt nu al ruim 1.600 boeken. De boekenlijst is consulteerbaar via de website. Volledige jaargangen van diverse tijdschriften werden ingebonden. Onze archieven groeien. Steeds meer mensen doen een beroep op ons “Documentatie- en Studiecentrum”, met meer dan 880 geregistreerde bezoekers aan onze leeszaal. Daarnaast krijgen we via e-mail aanvragen voor opzoekingen vanuit de hele wereld. Het verkeer op onze website steeg met 40 %.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
9
Oh, we zouden het bijna vergeten, maar ook dit jaar waren er 36 Open Archiefdagen, en 4 Bruggeskes, stipt op tijd, 148 bladzijden vol met interessante en gevarieerde artikels. Wij hadden ook de eer om leerlingen van Mater Salvatoris te mogen helpen bij hun opzoekingswerk rond burgerslachtoffers van WO I. Dit werk is zodanig opgemerkt, dat het VTMNieuws er meer dan 3 minuten aan besteedde op prime time. Zo worden ook jongeren betrokken bij heemkundig werk, geschiedenis van eigen bodem.
Bij dat alles willen we het werk achter de schermen niet vergeten, dat door onze studiegroep rond Wereldoorlog I wordt uitgevoerd. Als een hecht team doen zij speurwerk rond vele aspecten van een periode, die toch wel erg veel sporen achterliet in onze gemeente. En zo komen we naadloos in het nieuwe jaar 2014 terecht. Natuurlijk zijn er ook dit jaar weer de klassiekers, met wandelingen, fietstochten, bezoeken, een boottocht, onze jaarlijkse brunch en de dagreis eind augustus. Voor meer details vragen wij aan iedereen om heel regelmatig ons ledenblad 't Bruggeske te lezen, en het meest recente nieuws verneemt u 24 uur per dag via onze webstek, http://www.heemkring-hoghescote.be. 2014 wordt voor onze heemkring de start van een vierjaarse campagne 2014-2018 rond de herdenking van WO I. Niet zonder reden hebben we als startdatum 3 oktober gekozen, de periode dat de omgeving van Antwerpen en dus ook Kapellen met de oorlog in aanraking kwam. In de tentoonstelling tot eind november maakt u kennis met zowat alle aspecten van de impact van die oorlog op het Kapellen van toen. Voor details is het nog te vroeg, maar de moeite van een bezoek zal het zeker meer dan waard zijn. Op de plechtige opening zullen wij ook een fraai boek lanceren met als titel "Cappellen in den Grooten Oorlog”. Dit kunt u in voorverkoop met korting aanschaffen. Meer hierover, elders in dit blad.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
10
Tijdens die periode zullen er ook regelmatig avondlezingen doorgaan met gerenommeerde sprekers. Voor scholen stellen we informatie en didactisch materiaal ter beschikking, en uiteraard kunnen zij ook in ons archief terecht voor hun opzoekingswerk. In de 4 jaren die volgen mag u nog heel veel verwachten van ons: 2014 staat dus in het teken van het boek en de tentoonstelling In 2015 gaan we scholen hiermee meer in contact brengen In 2016 en 2017 gaat de aandacht naar de dodendraad En 2018 wordt dan het jaar van de Wapenstilstand Gedurende die periode gaan we heel geregeld natuurwandelingen organiseren naar de prachtige relicten in onze Kapelse bossen. We zullen bovendien eminente sprekers uitnodigen. We doen dit alles niet alleen. Nu al zijn we in overleg met de gemeente Kapellen, met het Agentschap Natuur en Bos, met het Erfgoedcentrum van de Provincie Antwerpen, met andere Kapelse verenigingen, kortom met alle betrokken partijen, en in overleg met heemkringen uit de directe omgeving. Toeristisch gaat Kapellen een drukke periode tegemoet. En hebt u nog suggesties, eventueel samen met andere verenigingen, laat het ons dan weten. Samen werken we aan een bruisend Kapellen. Naast al die activiteiten, werken we ook nog aan onze eigen organisatie. Er zijn heel wat plannen rond betere IT-dienstverlening. We spannen ons echt in om onze status van erkend "Documentatie- en studiecentrum" ook na 2014 te kunnen verlengen. Een verjonging en vervrouwelijking van het bestuur staat eveneens hoog op ons verlanglijstje. Dit alles willen we doen, voor en samen met u allen. Om al onze plannen te realiseren, ook voor de tentoonstelling, hebben we nood aan veel helpende handen, vrijwilligers van alle slag. Voelt U de kriebels al, neem dan contact op, heemkringhoghescote@gmail.com. Help ons om u te helpen. André De Vleeschouwer, Uw voorzitter.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
11
Toneel in Kapellen Etienne Vermeulen Vervolg op het artikel verschenen in ’t Bruggeske 2013/3 Jack Staal en Walter Huybrechts waren erg op elkaar ingespeeld en als vervolg op de Kapelse revue van 1988 creëerden ze in 1991 De Rok en de Rol-show. De première had plaats in zaal Concordia, doch in "De Reisduif" slaagden ze er in de zaal 55 keer te laten vollopen en later gaven ze nog meer dan 100 gastvoorstellingen in zowat heel Vlaanderen. Bovendien stonden ze aan de kust in het programma "Baraca" (Luc Appermont), speelden vanuit de Bourla live in het BRT radioprogramma "Antwerpen apart", namen een single op en haalden de finale van het internationaal humorconcours te Houthalen. In meer dan 100 voorstellingen wisten ze circa 18.000 toeschouwers te bereiken. Hoger Op (Kapellen) Hoger Op was van socialistische strekking en speelde aanvankelijk vooral bonte avonden (revues). De groep trad op in zaal De Reisduif. In 1958 nam Cor Verelst bij Hoger Op het voorzitterschap waar. Hij trachtte jaarlijks een tweetal toneelstukken te brengen. Stukken die gespeeld werden: Wie is Harry Jones? (1971 Volkshuis van Merksem) Wie krijgt een baby? Gieren op 't veilige nest De kat op het spek Slissen en César Liefde en aspirine Een huis vol herrie De sneltrein stopt hier niet Hotel op stelten Hemelbed Aardbeien met slagroom Assepoester
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
Appartement met plat dak Word je al geholpen? Liefde en aspirine Drie kleine zwijntjes (1982) De bekoring (1984) Veel getier om een Totoformulier (zaal Concordia) Prosper zit in de scheir De verlegen versierders (1987 zaal Concordia.) Eens in de duizend jaar (1988 zaal Concordia)
12
In 1988 werd de groep ontbonden daar de meeste spelers niet verder meer tot een uitgesproken politieke strekking wensten te behoren. Theatergroep Kapels Amusement TKA (Kapellen) Na de opheffing van Hoger Op wordt deze theatergroep in 1988 opgericht (met het merendeel van de acteurs van Hoger Op). Alle opvoeringen gebeurden in zaal Concordia. Volgende stukken werden opgevoerd: In 1986 "Veel getier om een lottoformulier" "Prosper zit in de scheir" "Dobbel shift" In 1989 "Geen sex in Sussex" In 1990 "Privé voor twee" en "Klachten" In 1991 "De kuren van Verschueren" Na een dispuut tussen de bestuursleden werd de samenwerking gestopt met het gevolg dat de groep werd opgeheven. Het geld werd weggeschonken aan goede doelen (Kom op tegen kanker, Cliniclowns en De Vluchtheuvel). Streektheater (Kapellen) Een deel van de (bestuurs)leden van de vroegere TKA richtte in 1991 het Streektheater op. Onder de deskundige leiding van Robert Joosen nam de groep een hoge vlucht en legde een grote activiteit aan de dag. Stukken die geprogrammeerd werden: - In 1991-1992 werd in zaal Concordia "Gefoefel kost geld" gebracht. - "Een vreemde luis in huis" werd in 1992 in zaal Concordia opgevoerd en werd in 1994 en 1998 in 't Bruggeske hernomen. In totaal werden 7.000 bezoekers genoteerd. Het was het eerste zelfgeschreven stuk van Jack Staal en bovendien was hijzelf ook de regisseur. - In 1994 in 't Bruggeske "De bende van twijfel". - In 1996 volgde in 't Bruggeske "Bloed, zweet en tranen" en werden er 9.000 bezoekers geteld. - In 1997 werden: " Florke" en "Den Beenhouwer" op de zolder van CCKapellen opgevoerd. - In 1997-1998 werd in 't Bruggeske "Heckel en Jeckel" opgevoerd. - "Verloren zielen" in 1999 in zaal Zilverheem. - In 1999-2000 "Tussen twaalf en half één" in ’t Bruggeske. Het Streektheater organiseerde eveneens opvoeringen door o.a. Els De Schepper, Theater Paljas, Luc Wyns (Sterke verhalen en Schaamteloze vertellingen, De Maniak), Jacques Vermeire en Mitta Van Der Maat (No Nonsense).
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
13
Hier eindigde het voor het Streektheater, enerzijds door het overlijden van een spelend lid en anderzijds door de afscheuring van Stalen Nagels naar een onafhankelijk gezelschap. In 2004 werd deze toneelgroep opgeheven. Theater Stalen Nagels (Kapellen) Deze toneelgroep ging van start in 1998. Jack Staal en Danny Nagels streefden naar zelfstandigheid en wilden zich toeleggen op kleinschalige producties in kleinere zalen.
Hun eerste optreden bestond uit drie eenakters onder de titel "Verloren zielen", in 1998 in zaal Zilverheem. De volgende stukken werden opgevoerd in zaal 't Kerkske. - in 2000-2001 volgde "Mafkegels" in zaal Prins Albert (Mariaburg) met 55 voorstellingen. - in 2002 werd "Verloren Zielen" hernomen. - in 2003-2004 werd "Heckel en Jeckel" hernomen. - in 2006-2007 werd het stuk "Mafkegels" met nog eens 45 voorstellingen hernomen. - in 2008-2009 werd het stuk "Ziekelijk" voor het voetlicht gebracht. In totaal werden 45 opvoeringen gegeven en waren wel 8.000 toeschouwers te noteren. - in 2009 volgde "Cabardouche" - in 2012 werd "Een vreemde luis in huis" hernomen. - in 2013 - 2014 werd: "The American Dream" opgevoerd.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
14
Jack Staal: talentvol acteur, regisseur en auteur Met theater als rode draad is deze energieke en getalenteerde Kapellenaar met allerlei toneelverenigingen uit de regio verweven. Jack Staal is in 1955 in Kapellen geboren. Hij volgde lager onderwijs in de plaatselijke gemeenteschool en behaalde het diploma automechanica in het RITO te Kapellen. Hij toonde een grote voorliefde voor zijn Kapellen en zijn woonomgeving; het is dan ook geen wonder dat hij als selfmade theaterman er sinds hijzelf begon te spelen en te schrijven in geslaagd is om al meer dan 125.000 toeschouwers naar plaatselijke zalen te lokken.
Als negenjarige knaap stapte hij in 1964 voor de eerste maal op de scène tijdens een kindermatinee bij toneelkring Hoger Op in zaal De Reisduif. Nadien was hij zo gefascineerd door het theater dat hij zijn verdere leven hoofdzakelijk daaraan ging wijden en een politieke kleur had daarbij voor hem geen belang, als hij maar kon spelen. In 1979 sloot hij zich aan bij "De Groentjes" en later bij Toneelgroep Fusie, waar hij Walter Huybrechts leerde kennen. Tussendoor speelde hij gastrollen bij toneelkring "De Vriendenschaar” in Stabroek en bij toneelkring "De Vrije Kunst" in zaal Verli. In 1984 speelde hij terug mee in een toneelstuk bij "Hoger Op". In 1985 schrijft hij voor de eerste keer zelf sketches voor een revue bij "Hoger Op". Jacks talent werd opgemerkt door een Antwerps gezelschap en vier jaar lang speelde en regisseerde hij bij de Theatergroep Antwerps Amusement (T.A.A.) die gevestigd was in het Zeemanshuis. Daar speelde hij mee in "Schippersstraat" (100 voorstellingen), “Mariette Gazet” en “Greenwich”, samen met Alex Van Haecke. Ook bij Experimentele Werkgroep voor Toneel (E.W.T. Deurne) en bij het Echt Antwaarps Theater (D'erin en d'eruit) trad hij op.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
15
In 1988 keerde Jack terug naar Kapellen waar hij een "Kapelse Revue" schreef, regisseerde en speelde voor Fusie. Nadien bracht hij “De Rok en de Rol” in zaal "De Reisduif”. Van 1992 tot 1999 werd hij aangetrokken door het Streektheater. Vanaf dan - hij was 33 jaar - schreef hij zijn toneelstukken zelf. In 1998 richtte hij samen met Danny Nagels het theater Stalen Nagels op. Naast teksten voor revues (Kapelse revue, de Rok en de Rol-show), quickies (korte sketches) voor artiesten (Gaston Berghmans, Ivo Pauwels, Jaques Vermeire en Luc Caals) schreef hij ook met succes verschillende tragikomische toneelstukken waaronder: -
Een vreemde luis in huis Bloed, zweet en tranen Gelukkige Verjaardag Een lachschotel Mijn broer draait mij een loer Nachtvlinders De ondervraging
-
Verloren Zielen Ziekelijk Cabardouche Nondedju Robbie Hartelijk gecondoleerd The American Dream
Jack kwam door toedoen van zijn vrouw in de antiekwereld "De Linckaert" in Mariaburg terecht. Daar kon hij uren nadenken en experimenteren over teksten, decoropstelling, belichting en meer. Waar hij oorspronkelijk erg met toneel begaan was, groeide dit later uit tot een ware passie. Zijn inspiratie haalt hij uit het gewone dagelijkse leven zodat het publiek de situaties kan herkennen en zichzelf in het stuk of de sketches ermee kan identificeren. Vandaag heeft Jack zich uitsluitend toegelegd op het schrijven van nieuwe toneelstukken. Zijn stukken werden allemaal uitgegeven en worden op dit ogenblik door tientallen toneelgroepen in zowat heel Vlaanderen en Nederland gespeeld. Wordt vervolgd.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
16
Beeldschoon Kapellen Etienne Vermeulen
Aflevering 3 Vooraan in de Streepstraat bevindt zich het Koninklijk Atheneum. In het midden van de graspartij - op de speelplaats - heb je een fontein met "De drie Gratiën" van Ernest Wynants. De bronzen beeldengroep stelt drie elegante naakte vrouwen voor. De slanke vrouwen zien er met hun brede heupen op zijn minst fascinerend uit. Maar vooral hun bijzondere kapsels sprongen vroeger in het oog van de kunstliefhebbers. Zij waren de reden Wynants’ doorbraak.
van
Ernest
Hij was een van de vele Mechelse meubelsculpteurs die het ambachtelijke houtsteken verruilde voor het echte beeldhouwwerk. ë
Naakte meisjesfiguren waren het favoriete thema van de kunstenaar. Zijn naakten zijn delicaat en sensueel, en getuigen van een stille, ingetogen schoonheid. Veel zorg besteedde hij aan het kapsel en graag accentueerde hij de figuur door een sierlijk juweel. Hij maakte verschillende uitvoeringen van deze beeldengroep. Het werk dateert uit zijn vroege periode (rond 1917). De beeldengroep staat in een fontein-vijver die nu helaas niet meer functioneert. Het geheel is dringend aan restauratie toe. Door bomen enigszins aan het oog onttrokken merk je langs de straatkant twee beelden van de hand van Ernest Wynants: Fortuna en Diana.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
17
"Fortuna" en "Diana" zijn bronzen sculpturen. Ze zijn beide onderdelen van een grotere samenstelling "De Offerande aan de Toekomst". Levensgrote vrouwenfiguren heffen bloemenkorven naar het licht van de dag, torsen vruchtenvrachten met volle armen en dragen vruchtentrossen als tastbare zekerheden uit het Beloofde Land. Zij zijn het zinnebeeld van een overvloed. Wynants verwijst vaak naar beelden uit het oude Griekenland; daarmee wijst hij naar zijn verwantschap met al wat eeuwig en jong is in de kunst. Deze beelden dateren uit zijn "volwassen" periode.
Uiterst rechts naast het schoolgebouw kun je via een paadje, verscholen door boompjes, een ander beeld Nadenken (Ernest Wynants) ontdekken. "Nadenken" is uit steen gehouwen en dateert uit zijn latere periode. Dit is wellicht een voorstudie voor de beelden in het park van Boom. Merk op dat E.Wynants hierbij teruggrijpt naar figuren uit de oudheid.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
18
Het beeld bevindt zich nu op een ongelukkige plaats: oorspronkelijk stond het vrij in de tuin rond het kasteel Pharazijnshof (later Irishof), dat aan de familie Speth toebehoorde. Later werd het conciërgegebouw van de school er gedeeltelijk voor geplaatst. Frederic Speth was de mecenas die Wynants rijkelijk steunde en in ruil 28 werken van hem ontving. Ernest Wynants (Mechelen, 1878 - 1964)
Beeldhouwer, schilder. Hij werkte eerst als houtsculpteur in een meubelbedrijf en werd later leerling aan de Academies te Mechelen en te Brussel. Zijn oeuvre is een ode aan de vrouw. Hij bezong haar slankheid, sensualiteit, weelde, vruchtbaarheid. Hij droomde van een monumentale beeldhouw-kunst, die zich minder om het detail dan om de synthetische vormgeving bekommert. Hij sneed of modelleerde aan de ene kant jonge meisjesgestalten en vrouwenbeelden, naakt of nauwelijks onder een ragfijn gewaad verborgen. Zij zijn frontaal of in een verstarde houding opgesteld. Hij hield ervan sommige van die beelden met een vleugje exotisme te kruiden. Aan de andere kant maakte hij beelden, die op zuivere monumentaliteit zijn afgestemd. Zij zijn meer dan levensgroot, hoekig van lijn en vorm, in geplooide gewaden gepakt, die tot een zelfstandige, geritmeerde massa werden gemodelleerd. Hij schilderde in 1916 en 1917 een aantal kleine doeken die baden in een zeer persoonlijke atmosfeer. Hij was bevriend met o.m. R. Wouters en werkte in realistische vormgeving. Zijn kleurenpalet vertoont invloeden van het Brabantse fauvisme. Hij werkte achteraf voornamelijk als beeldhouwer en bij voorkeur in hout en ging de vormgeving steeds meer stileren. Sommige van zijn werken herinneren aan de Egyptische, de Indische of de Chinese beeldhouwkunst. Hij was vanaf 1931 leraar aan het Hoger Instituut te Antwerpen.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
19
Nog steeds op de speelplaats van het Koninklijk Atheneum aan de Streepstraat staat vlak tegenover de fontein het beeld Dame met fluwelen mantel van Oscar Jespers. Een zeer vroeg (1916-1917) bronzen werk van Oscar Jespers. Het is een symmetrisch impressionistisch beeld waar de gevoeligheid voor de werkelijkheid nog primeert op de kunstgevoeligheid: een toevalshouding van het model wordt thema van de sculptuur en het beeld toont ook sterk een toegeven aan het briljante van de vakkennis van de gipsbehandeling. Het beeld is vaktechnisch helemaal in orde doch mist uitstraling (het verband tussen het formele en het transcendentale in het kunstwerk). Later zal hij hoogstaandere werken voortbrengen. Hij evolueert ook (vanaf 1920) tot een van de laatste Belgische expressionisten. Dame met fluwelen mantel - Oscar Jespers ( Foto E.V.)
Het kasteeldomein Het Pharazijnshof (nu Irishof) dateert wellicht uit 1893. Het ontwerp in cottagestijl is van de hand van architect M. De Braey. De tuin werd aangelegd door de befaamde Duitse landschapsarchitect Louis Fuchs. Het domein was vroeger eigendom van de families Osterrieth en Speth. Op het terrein bevinden zich twee kasteelvilla's: het Pharazijnshof (Irishof) en het Heidehof. In het park tussen beide kastelen zijn nog overblijfselen te vinden van de oorspronkelijke orangerie, twee toegangspoorten en een authentieke ijskelder. De families Osterrieth en Speth lieten zich graag inspireren door de architectuur van gebouwen en tuinen tijdens hun vele buitenlandse reizen. Onlangs werden de restanten van de oude theetuin aan de Streepstraat opnieuw blootgelegd. Jarenlang had de klimop vrij spel gekregen en zich over de theetuin ontfermd.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
20
Oscar Jespers (°1887 - †1970)
Geboren in Borgerhout en overleden in Sint-Lambrechts-Woluwe. Beeldhouwer, tekenaar, graficus. Zoon van Emile, broer van Floris Jespers. Hij kreeg zijn eerste beeldhouwonderricht van zijn vader. Hij kreeg zijn opleiding aan de Academie en aan het Hoger Instituut te Antwerpen o.l.v. onder meer Th. Vinçotte. Hij maakte zich snel los van zijn voorbeelden Rodin en R. Wouters en creëerde werk met krachtige vormen en vereenvoudigde vlakken. Hij bewerkte de steen onmiddellijk, wat uiteraard een invloed had op de vormgeving. Hij speelde een belangrijke rol in de opkomst van het Vlaams expressionisme. Hij was na de Eerste Wereldoorlog lid van «Sélection», dat het expressionisme verdedigde. Hij vestigde zich in 1927 te Brussel. Zijn geometrische en massieve vormen werden vanaf 1937 ronder en zachter van lijn. Zijn streven bleef doorheen geheel zijn oeuvre gericht op eenvoud en soberheid. Hij was bevriend met C. Permeke, P. Joostens en P. Van Ostaijen. Hij illustreerde «Sienjaal» van P. Van Ostaijen (1918). Hij ontwierp o.m. een grafmonument voor P. Van Ostaijen (Schoonselhof), reliëfversieringen voor het Centraal Station en het Bestuur van de Postchecks te Brussel, een sculpturengroep bij de Albertina te Brussel. Hij was van 1927 tot 1952 leraar aan Ter Kameren te Brussel. De ouderen onder ons zullen zich deze muntstukken van de hand van Oscar Jespers nog wel herinneren.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
21
Aan het Vincent Mercierplein staat de Sint-Dionysiuskerk. Ze heeft een lange en turbulente geschiedenis gekend, die ook wat vertelt over het dagelijks leven van de Puttenaren. Reeds in 1585 was er een kerk die dienst deed voor het hele dorp. In 1868 werd op Nederlands grondgebied een nieuwe kerk opgericht met dezelfde naam en kreeg elke parochie zijn eigen pastoor. Het Belgische kerkgebouw, dat vlak bij de grens stond, brandde in de nacht van 8 op 9 mei 1894 volledig af en werd nadien heropgebouwd op de huidige plaats. Enkel de boog van de inkompoort bestaat nog. Die staat als monument op het pleintje van de Moretuslei op het grondgebied van Putte-Stabroek. Sint-Dionysiuskerk (Foto E.V.)
Tijdens WO II werd de toren opgeblazen door het Belgische leger, omdat het een ideale uitkijkpost was voor de Duitsers. De kerk werd nogmaals herbouwd, nu volgens plannen van architect E. Verschueren. Ze werd in 1948 in gebruik genomen. Op het plein voor de kerk staat een monument van de gesneuvelden van de Mechelse beeldhouwer Ernest Wynants. Het beeld, uitgevoerd in blauwe arduin, is een ode aan de gesneuvelden: het stelt een vrouwenfiguur voor, met daaronder de namen van de gevallen verzetsstrijders uitgehouwen. De vrouw vertegenwoordigt de erkentelijk-heid van het Vaderland tegenover het nobele offer van de soldaten en de droefheid over het verlies van haar kinderen. Zij is hier het zinnebeeld van de kracht om ondanks de tegenslagen van de oorlogen en het verlies van mensenlevens een nieuw leven aan te vatten: zij schrijdt vooruit, tegen de wind van de oorlog in, de toekomst tegemoet. Het is een vrij monumentaal werk, vooral geaccentueerd door het plooienwerk in het kleed. Het kunstwerk is een gift van de familie Speth. Monument van de gesneuvelden. Ernest Wyn
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
22
Aan de gemeentelijke bibliotheek/dienstencentrum van Putte vind je het volgende object: de Handjestafel van Eline Ouwendijk.
De “ontmoetingsplek” voor jong en oud bestaat uit een cirkelvormig plein, met daarop een speciaal gemaakte tafel. Op de tafel “ligt” een “tafelloper”, en onder de tafel een “tapijt”; alsof je bij grootmoeder op visite bent. Om de tafel staan een bank en poefjes in verschillende kleuren, als om te benadrukken dat iedere bezoeker, ieder individu uniek is. In de “tafelloper”, die net als de tafel en de zitmeubels is gemaakt van sierbeton, zijn in diverse kleuren de vormen van “jonge” en “oude” handen gegoten. Hiervoor zijn de handen “omgetekend” van kinderen van het vierde leerjaar van de basisschool in Putte.
De kunstenares is ook op bezoek geweest bij de bewoners van de servicewoningen, gelegen achter het nieuwe bibliotheekgebouw, om een “omtrektekening” te maken van hun hand. Zo worden in de tafel symbolisch jong en oud verenigd. Het materiaal van tafel en zitelementen is terrazzobeton, ook wel 'granito' genoemd, of geslepen beton, gepigmenteerd en gemengd met verschillende natuursteensoorten. Het materiaal van het tapijt bestaat uit straatklinkers. Eline Ouwendijk (°1968) Eline Ouwendijk is geboren te Rozenburg, Nederland. Ze studeerde af aan de Academie voor Beeldende Kunsten Rotterdam in 1993 in twee richtingen: design en beeldhouwen. Zij volgde een bijscholing kunst en onderwijs Artobe, Lille (B) 2009 en SLO (specifieke lerarenopleiding) SCVO, Antwerpen 2008-2010. Sinds 1993 woont en werkt zij in België (Mortsel). Zij realiseerde verschillende kunstopdrachten voor de openbare ruimte, onder andere “De Vergeten Plek, het monument voor het laagste polderwaterpeil van Nederland”, te Waddinxveen (-7.10 m NAP).
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
23
Uitgangspunten voor haar werk vindt zij in natuurlijke aanleidingen, zoals landschappen als grote maat, of het droogproces van klei als afspiegeling daarvan op kleine schaal. Het intrigeert haar, dat het mogelijk is een uitgestrekt landschap weer te geven in een kleine structuur, die in seconden is te overzien. Het interesseert haar, wat er dan met de toeschouwer gebeurt: de wisselwerking tussen de menselijke maat en de maat/schaal van het landschap. Zij werkt als leerkracht (niet-confessionele zedenleer en beeldende vorming) op verschillende basisscholen en in het deeltijds kunstonderwijs.
Aan de Heidestraat Noord, vlak aan de afslag Wolvenbosdreef zie je de Lievenskapel, waarvan de beelden van de kruisweg werden gereconstrueerd door Pieter Van der Krieken.
De Lievenskapel (Foto E.V.)
Bas-reliëf in een statie (Foto E.V.)
De huidige kapel is ontstaan in de tweede helft van de 19de eeuw uit een eenvoudig boomkapelletje ter ere van O.L.Vrouw van La Salette. In 1879-1880 werd het stenen gebouw opgericht; in 1883 werd de kapel een eerste maal vergroot en in 1887 een tweede maal en werden er de 7 kapelletjes bijgeplaatst ter ere van O.L.Vrouw van de Zeven Weeën. In 1984 werd een grondige renovatie van de staties uitgevoerd: Pieter Van der Krieken en Pieter Vanneste herstelden de bas-reliëfs naar het voorbeeld van de kruisweg te St.-NiklaasBuggenhout. Pieter Van der Krieken en Pieter Vanneste aan het werk bij het vervaardigen van de siliconenmoules. (Bron: De Lievenskapel en de Mariadevotie - P. Veulemans)
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
24
In de helft van de Oude Heidestraat merk je het beeld PLUNK van Luc Cromheecke.
De figuur is een hersenspinsel van de Kapellenaar Luc Cromheecke en de scenarist Laurent Letzer; het beeld werd vervaardigd door Joris Peeters. De figuur is 20 jaar geleden geboren naar aanleiding van de opening van het Belgisch stripmuseum in Brussel. In 2007 kreeg Plunk een eigen albumserie. De stripfiguur Plunk is 45 cm hoog en prijkt op een pilaar van 1,50 m hoogte. Het beeld is uitgevoerd in brons en heeft een groenachtige kleur. Het beeld is een onderdeel van de striproute die de deelnemers leidt langs Kapellen, Brasschaat, Brecht, Kalmthout, Schoten en Wuustwezel. Wordt vervolgd.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
25
DE ONTGINNING VAN DE FRANSE HEIDE Wim D'hooge
1. Inleiding Voor vele lezers zal de plaatsnaam "Franse Heide" waarschijnlijk niet veel zeggen. Als we nu schrijven dat de Franse Heide tegenwoordig Kapellenbos heet, weet wellicht iedereen dat het de Kapelse villawijk betreft tussen Kapellen en Kalmthout. De heerlijkheid Ekeren omvatte, tot aan de aanhechting van onze Zuidelijke Nederlanden bij Frankrijk in 1795, het grondgebied van de latere gemeenten Ekeren, Brasschaat, Kapellen, Hoevenen en een deel van Antwerpen (Natuurreservaat Oude Landen, Rozemaai, Schoonbroek, Domein MuisbroekBospolder-Ekers Moeras, Edisonwijk, gedeelte Luchtbal en zelfs een klein hoekje van de Antwerpse haven). Brasschaat werd zelfstandig in 1830 en Hoevenen in 1866. De stad Antwerpen annexeerde grote stukken Ekerse poldergrond voor de havenuitbreiding in 1916 en 19291. Kapellen werd losgemaakt van Ekeren in 1795 en kortstondig bij de municipaliteit Stabroek gevoegd. In 1800 werd het een zelfstandige gemeente. Tijdens het ancien régime waren Ettenhoven (Hoevenen) en Kapellen zelfstandige parochies en ook deelheerlijkheden van de heerlijkheid Ekeren, met eigen schepenen die de bevoegdheid hadden recht te spreken, belastingen te heffen, goederen in beslag te nemen, verkopen van onroerende goederen te registreren, wezenrekeningen goed of af te keuren, een schoolmeester aan te stellen, enz. De secretaris van Ekeren was echter zowel secretaris van Ekeren zelf, als van Kapellen, Ettenhoven en de vierschaar van Hoogboom2. Brasschaat maakte gewoon deel uit van Ekeren en had geen eigen schepenen. Toen Kapellen zich losmaakte van Ekeren en enkele jaren later een zelfstandige gemeente werd, bleef het grondgebied beperkt tot het grondgebied van de voormalige deelheerlijkheid van Ekeren: een blok ten westen van de Kapelsestraat (tussen die straat in het oosten, de Hoevensebaan in het zuiden, de Parijseweg in het westen en de Waterstraat in het noorden), en een blok ten oosten van de Kapelsestraat (tussen die straat in het westen, de Oude Galgenstraat in het noorden, de vroente of heide in het oosten en de Philippe Spethstraat in het zuiden). De huizenrij in de dorpskern, tussen de voormalige par-
1
Zie over de gebiedsafstand van 1916: Alfons Van Den Wyngaert: Grenswijziging tussen Antwerpen en Ekeren in 1916. - In: Jaarboek 14 (1996) van Heemkring Ekeren, p. 164-202, en over die van 1929: Alfons Van Den Wyngaert: De Noordergronden. - In: Jaarboek 10 (1992) van Heemkring Ekeren, p. 131-208. 2 Hoogboom was binnen Ekeren geen afzonderlijke heerlijkheid zoals Kapellen en Ettenhoven. Uit de overgebleven archieven (Rijksarchief Antwerpen, Oud Gemeentearchief Ekeren nrs. 598-607) blijkt dat het wel eigen schepenen had, die echter enkel bevoegd waren om verkopen, verhuringen en hypotheken te registreren en recht te spreken, niet om deel te nemen aan het bestuur van het dorp. Zie over de vierschaar van Hoogboom: Hendrik Kanora: De vroegere vierschaar van Hoogboom. - In: Hobonia, jrg. 3 (1974), p. 11-15. ’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
26
tyclub Riethoeve en de Christiaan Pallemansstraat, hoorde ook bij Kapellen3. In 1828 kreeg Kapellen nog de gehuchten Ertbrant (Putte-Kapellen) en de Willaarden, tussen Christiaan Pallemansstraat en Koningin Elisabethlei, die beide overkwamen van Hoevenen. Al de rest van de huidige uitgestrekte gemeente Kapellen was en bleef Ekers: het gehucht Essenhout tussen Essenhoutse beek en Hoevensebaan; het gehucht Kapelsestraat, tussen Kapellen en Putte; het gehucht Den Hoorn, tussen de huidige Antwerpsesteenweg, de Gasstraat, Rubensheide en de Essenhoutse beek, en heel de Franse Heide, met wat we nu kennen als de wijk Kapellenbos, het Kapelse deel van het Klein Schietveld met de overgebleven heidevelden tot en met de industriezone Bosduin4 aan de Essensteenweg nabij de grens met Kalmthout en Wuustwezel.
Afb. 1. De grenzen van de gemeente Ekeren vóór 1846. Atlas der buurtwegen, 1844.
Pas in 1846 werden de Ekerse wijken Den Hoorn, Essenhout, Kapelse-straat én de Franse Heide overgedragen van de gemeente Ekeren naar de gemeente Kapellen. Bij wet van 2 maart 1846 werden 1749 ha 44 a 70 ca Ekers grondgebied overgeheveld naar Kapellen, zodat Ekeren nog 3252 ha 96 a 30 ca overhield5. Over deze grenscorrectie werd tot hiertoe niets gepubliceerd, niet in de literatuur over Ekeren, noch over die van Kapellen. Tot vijftig jaar nadat de 3
V.E. Wauters: De plaatsnamen Witven, Ettenhoven en Hogenschoot in verband met de vroegste geschiedenis van de heerlijkheid Ekeren. - In: Jaarboek 6 (1988) van Heemkring Ekeren, p. 43-89, met duidelijke kaart op p. 89. 4 Genoemd naar een vroegere herberg op Kalmthouts grondgebied (Topografische kaart MGI, 1901, kaartblad 7/8). 5 Vermeld op een kaart in het Documentatiecentrum Antwerpse Noorderpolders (DAN), fonds Hendrik Kanora. ’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
27
grote Ekerse heerlijkheid bij de aanhechting van onze gewesten bij Frankrijk langzaam begon te verbrokkelen, bleef de bevolking van die afgelegen wijken bestaan uit inwoners van de gemeente Ekeren én parochianen van de SintLambertusparochie, alhoewel we kunnen aannemen dat hun sociale en ook religieuze leven nauwer betrokken was bij Kapellen of Kalmthout dan bij Ekeren. Voor alle officiële zaken waren zij echter inwoners van Ekeren. Toen bijvoorbeeld het gemeentebestuur van Ekeren in 1827 een lijst opstelde van de schapen in de gemeente Ekeren6 zien we bij de eigenaars personen uit Ekeren zelf (bv. Antoon Kannekens van het Veltwijckhof en Carolus van den BergheMoretus van de Oude Gracht), uit het Witven dat nog bij Ekeren hoorde (bv. Jacobus De Beukelaer) en uit Brasschaat dat ook nog een deel was van Ekeren (bv. Joannes Van Havre-Stier van het Mikhof), maar ook een zekere Nicolaus Josephus Delheid, die een grote hoeve in de Franse Heide bewoonde, en die we verderop in deze bijdrage nog zullen ontmoeten. We menen dan ook dat we met deze bijdrage over de ontginning van de Franse Heide een bijdrage kunnen leveren tot de geschiedenis van onze aloude heerlijkheid Ekeren.
2. Voorgeschiedenis Eeuwenlang lag in het noorden van de heerlijkheid Ekeren de Groote Eeckersche Heyde, een enorme verlaten streek tussen de ontginningen van Ertbrant (Putte) in het westen en de Mik in het oosten. Oorspronkelijk moet de Ekerse Heide nog veel groter geweest zijn, getuige een toponiem als Klein Heiken tussen de Polder van Muisbroek en Hoogboom. Beetje bij beetje werd land gewonnen op de heide en zo vallen op de hierna afgebeelde kaart van Ferraris de ongelijke parcellering op in de Ertbrant, en de oudere ontginningen van de Oude Gracht en de Koude Heide met het Wolvenbos. We bemerken ook al de eerste ontginningen en gebouwen op de Franse Heide. Onze voorouders gebruikten hun hele omgeving om te overleven. Ook de heide werd daarvoor gebruikt. Plaggen werden gestoken als brandstof of als dakbedekking. Heidestengels werden verwerkt in lemen wanden van huizen en in bezems. Manden met honingbijen werden op de heide uitgezet.
3. De ontginning van de "Groote Eeckersche Heyde" In het voorjaar van 1767 gaf Frederic Eugène François de Beelen Bertholff, heer van Overhem en in Velpen, griffier van de Raad van Financiën, opdracht aan zijn medewerker Pierre Bouni om bij de secretaris van de hertog van Hoogstraten, heer van de heerlijkheden Ekeren en Brecht, te informeren naar de prijs waartegen die een deel van de heide in beide heerlijkheden van de hand wou doen. Pierre Bouni moest ook informeren naar allerlei feitelijke gegevens over de heide: ligging, verbindingswegen, parochies, tienden, lasten, aard van de grond, aanwezigheid van leem, enzovoort7.
6 7
DAN, H41/468. Rijksarchief Antwerpen (RAA), OGA Ekeren 675, fo 1.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
28
Op 16 januari 1768 gaf prins Nicolaas Leopold van Salm-Salm, heer van Ekeren, 1600 bunders heide in zijn heerlijkheid Ekeren in erfpacht aan de Beelen, zoals die opgemeten werden door landmeter Deckers uit Brecht8. In latere akten vinden we echter altijd als oppervlakte 1616 bunders vermeld; 1616 bunders, Antwerpse maat, komen overeen met ongeveer 2127 hectaren9. Ter vergelijking: het huidige district Ekeren meet slechts 807 hectaren. De 1616 bunders betreffen een enorm gebied vanaf het begin van de heide nabij Putte tot bijna aan de Miksebaan10.
Afb. 2. De Franse Heide op de Ferrariskaart (1778).
Het kwam de drossaard en schepenen van Ekeren natuurlijk ter ore dat hun heer een grote partij van de gemeenschappelijke heide had uitgegeven aan een particulier, waardoor de dorpelingen gestoord werden in hun eeuwenoud recht van patureren, hacken en slaggen op die vroente. Over een dergelijke zaak was er reeds een proces aan de gang in de Soevereine Raad van Brabant tussen de hertog van Hoogstraten en het dorpsbestuur van Brecht. De Ekerse schepenen vroegen een verklaring dat hun stilzwijgendheid in afwachting van het vonnis in die zaak, geen nadeel aan hun voormeld recht zou toebrengen.
8
RAA, OGA Ekeren 675, fo 103. J. Boen: Maten en gewigten, vergelykings-tafelen van al de oude maten en gewigten met de nieuwe, en omgekeerd, van de nieuwe maten en gewigten met de oude … - Antwerpen: Lamot-Jacobs, 1857. (DAN A 2365) 10 In Brasschaat, van heidegrond tot parkgemeente, Gemeentebestuur Brasschaat, 1980, p. 219, lazen we dat de 1616 bunders gelegen waren tussen de Ploegsebaan en de Miksebaan. Dat oostelijk gedeelte van de 1616 bunders bedraagt echter slechts ongeveer 610 bunders. 9
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
29
Op 29 februari 1768 gaf de raadsintendant van de hertog, Pierre Brousij, het dorpsbestuur van Ekeren de gevraagde bevestiging11. In de zomer van 1768 begon de Beelen met de ontginning van de heide12. Dreven werden aangelegd, hoogteverschillen genivelleerd, grachten gegraven, bomen geplant, hoeves en een mooie woonst voor de Beelen gebouwd, het Beelenhof, later in de volksmond verbasterd tot Bellenhof. Hij moet al snel doorgehad hebben dat hij te veel hooi op zijn vork had genomen en een dergelijk groot project nooit alleen zou kunnen uitvoeren. In het voorjaar van 1769 had de Beelen een associatie van enkele personen gevonden die de ontginning van een deel van zijn 1616 bunders heide wilden overnemen. Op 20 april van dat jaar gaf hij aan Jacques François Foullé, geboren te Parijs en wonend in de hotellerie l' Imperatrice te Brussel op de Houtmarkt in de parochie van Sint-Michiel en Sint-Goedele, en aan diens volmachtgevers Jean Dominique De Net en François Joseph Bouchette, advocaten te Bergues Saint-Winox (Sint-Winoksbergen in Frans-Vlaanderen), een deel van zijn heide in achtercijns, mits een hele resem voorwaarden13. Het betrof 500 bunders heide, deel uitmakend van de door de Beelen van de hertog in cijns genomen 1616 bunders, aan beide kanten van de weg naar Kalmthout, de huidige Kalmthoutsesteenweg. De cijns van één gulden per bunder per jaar die de Beelen aan de hertog moest betalen, moest vanaf de overdracht door de drie Fransen gedragen worden. Daarboven kwam nog een rente van 3 gulden per bunder te betalen aan de Beelen vanaf de dag van de akte, 20 april 1769. Het eerste jaar moest die rente betaald worden voor 100 bunders, het tweede jaar voor 200 bunders, het derde jaar voor 300 bunders, het vierde jaar voor 400 bunders, het vijfde jaar voor 500 bunders en het zesde jaar ook voor 500 bunders. De 200 bunders ten oosten van de baan naar Kalmthout, verdeeld in negen kavels, op de kaart aangeduid als Aa, Bb, Cc, Dd, Ee, Ff, Gg, Hh en Ii, zouden na zes jaar, normaal gezien na hun ontginning, terugkeren naar de Beelen. De 300 bunders ten westen van die baan, verdeeld in 14 kavels, op de kaart aangeduid met de letters A tot N mochten door Foullé, De Net en Bouchette beheerd worden zoals zij het wensten, maar ze moesten er wel voor zorgen dat die gronden na zes jaar voldoende waarde zouden hebben om een hypotheek voor een eventuele lening te vormen. Als die veertien kavels te weinig zouden zijn om aan 300 bunders te geraken, mocht het nodige genomen worden uit het perceel aangeduid met de letter O, gelegen ten oosten van de baan naar Kalmthout. Na zes jaar zouden die 300 bunders aan de cijnsnemers toebehoren, mits natuurlijk de cijnsen aan de hertog en aan de Beelen te betalen.
11
RAA, OGA Ekeren 675, fo 116. RAA, OGA Ekeren 675, fo 203. 13 RAA, OGA Ekeren 239, 21/2/1772 12
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
30
Afb. 3. De veertien kavels A tot O van de 300 bunders, en de negen kavels Aa tot Ii van de 200 bunders
Afb. 4. Detailplan voor de inrichting van elke kavel.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
31
Verder moest er door De Net en Bouchette 10.000 gulden worden gestort in handen van notaris Corvers te Antwerpen, om gebruikt te worden voor de ontginning van de 200 bunders ten oosten van de baan. Bovendien moesten ze ook 10.000 gulden uitgeven voor de ontginning van de 300 bunders ten westen van de baan. Alle opbrengsten van de ontginning moesten in dezelfde kas gestort worden en moesten dienen voor de verdere kosten van het project. Als er op de 300 bunders een hoeve gebouwd zou worden, moest er ook op het andere stuk, later ten bate van de Beelen, een hoeve gebouwd worden. En zo telkens tot er op het stuk van 200 bunders negen boerderijen zouden staan, op elke kavel één. Er moest nog hetzelfde jaar met de ontginning en de boomkwekerijen begonnen worden. Er werden ook voorschriften gegeven hoe elke kavel moest ingedeeld worden, met bijhorende kaart, waarop de kavel Dd als voorbeeld werd genomen. Op elke kavel moest een hoeve komen, bestaande uit woonhuis met keuken, kamer, zolder en kelder, en een melkerij achter het huis. Verder een paardenstal, wagenhuis, kippenren, een stal voor de koeien en een schuur waarin een graanrosmolen geplaatst moest worden. De gebouwen dienden van goede kwaliteit te zijn en vrij van grote reparaties voor vijfentwintig jaar vanaf de dag dat ze naar de Beelen terugkeren. Elke kavel moest omringd worden door een gracht van negen Franse voet breed, ongeveer drie meter, en een diepte van drie voet, ongeveer één meter. De breedte op de bodem mocht ook drie voet zijn. Aan beide zijden van elke gracht moesten bomen geplaatst worden, met drie voeten tussenafstand. Ook tussen elk perceel in elke kavel moesten grachten gegraven worden. de Beelen hield zich het recht voor om voorgoed afstand te doen van de 200 bunders ten oosten van de baan en in de plaats daarvan te kiezen voor een rente van 15 gulden per jaar. Tot slot moest de akte binnen de twee weken door De Net en Bouchette geratificeerd worden. Dat was al na één week in orde met een akte voor notaris Collet te Sint-Winoksbergen op 26 april 1769 en een wettiging door de schepenen van die stad de dag erna14. Enkele weken later, op 10 mei 1769, kwamen de Beelen en Jacques François Foullé weer samen bij notaris Pierre Marteleux te Brussel. de Beelen gaf aan Foullé, nu alleen in eigen naam, nog eens 558 bunders heide te Ekeren in achtercijns15. Foullé moest dan natuurlijk wel de gulden cijns per bunder per jaar betalen aan de hertog van Hoogstraten, met daarbij ook nog 16 stuivers per bunder per jaar aan de Beelen. Binnen de vijf jaar moest er 279 bunders ontgonnen zijn, de andere helft binnen tien jaar.
14 15
RAA, OGA Ekeren 239, erna RAA, OGA Ekeren 239, fo 89.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
32
Afb. 5. Handtekeningen van F.E. de Beelen, J.F. Foullé, J.D. De Net en F.J. Bouchette. Verder ook die van notaris Collet uit Sint-Winoksbergen en van twee schepenen van die stad.
Afb. 6. Plan van de verdeling van 200 bunders heide tussen de Beelen en Foullé: kavels Aa, Bb, Cc en Dd aan de Beelen, kavels Ff, Gg, Hh en Ii aan Foullé. Kavel Ee werd opgedeeld.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
33
de Beelen en Foullé bereikten diezelfde dag nog een andere overeenkomst omwille van de zorgen en alle moeite die Foullé voor de Beelen had gedaan16. Van de 200 bunders ten oosten van de baan naar Kalmthout, die na zes jaar naar de Beelen hadden moeten terugkeren, zouden er 100 bunders toekomen aan Foullé, op dezelfde wijze als de andere 100 bunders aan de Beelen zouden toekomen, volgens de vorige akten. De negen kavels van die 200 bunders werden daartoe als volgt verdeeld: Ff, Gg, Hh en Ii aan de Beelen, Aa, Bb, Cc en Dd aan Foullé. De negende kavel Ee werd in twee gedeeld van oost naar west, waarbij het deel dat paalde aan Hh naar de Beelen zou gaan, en het stuk naast kavel Bb naar Foullé. Een driehoekje tegen de grens met Kalmthout, op het plan aangeduid als 1-2-3, kwam nog toe aan de Beelen. Op het plan zetten de twee comparanten hun handtekening op de hen toegewezen percelen. Foullé zou ook de helft krijgen van de cijnsen door De Net en Bouchette te betalen. De deling zou vervallen als de Beelen zich zou houden aan de rente van 15 gulden per bunder voor deze 200 bunders in plaats van de 200 bunders terug over te nemen. Op 1 oktober 1770 stelde notaris Marteleux te Brussel opnieuw een akte op voor Foullé en de Beelen17. de Beelen verklaarde toen reeds te kiezen voor de rente van 15 gulden per bunder voor de 100 bunders van de 200 bunders ten oosten van de baan naar Kalmthout, die naar hem zouden moeten terugkeren. Foullé stemde er ook in toe voor de 100 bunders die hem betroffen. Had Frederic Eugène de Beelen Bertholff de hiervoor besproken stukken heide enkel nog maar in achtercijns gegeven, in oktober 1771 deed hij met twee aktes definitief afstand van de 1058 bunders van de 1616 bunders heide in de heerlijkheid Ekeren, die hij had ingecijnsd van de hertog van Hoogstraten. Bij de eerste akte is nog maar eens een plan gevoegd, opgemaakt door de landmeters Stijnen uit Antwerpen en De Decker uit Brecht. De 1058 bunders bestonden uit één groot stuk van de grens van Putte tot aan de baan van Antwerpen naar Achterbroek (thans Essensteenweg of N117), deze weg op de kaart gemerkt A, groot 905 bunders en 283 roeden. De resterende 152 bunders 117 roeden waren gelegen aan de andere kant van de baan naar Achterbroek. Met een eerste akte, verleden voor notaris Marteleux te Brussel op 1 oktober 1771, verkocht de Beelen aan de Franse advocaten Jean Dominique De Net en François Joseph Bouchette 300 bunders uit 500 bunders uit de 1058 bunders, tussen de grenslijn Putte-Kalmthout in het westen, de heide van Kalmthout en Wuustwezel in het noorden, de rest van de vermelde 500 bunders in het oosten, en de reeds langer bestaande erven en incijnsingen van Ekeren, Kapellen en Ertbrant in het westen18. Hij verkocht hen ook nog 100 bunders van de 200 bunders die volgens de oorspronkelijke akten na zes jaar naar hem moesten terugkeren.
16
RAA, OGA Ekeren 239, fo 94. RAA, OGA Ekeren 239, fo 100. 18 RAA, OGA Ekeren 239, fo 6. 17
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
34
Met een tweede akte, voor de schepenen van Ekeren, Kapellen, Ettenhoven en van de vierschaar van Hoogboom op 22 oktober 1771, verkocht de Beelen aan Jacques François Foullé de resterende 558 bunders uit de 1058 bunders, begrensd in het westen door de heide van De Net en Bouchette, in het westen door de heide van Kalmthout en Wuustwezel, ten oosten door de heide van de Beelen, en ten zuiden door de erven en incijnsingen van Ekeren19. Hij verkocht hem ook nog de andere 100 bunders van de 200 bunders die volgens de oorspronkelijke akten na zes jaar naar hem moesten terugkeren, zoals de Beelen en Foullé dat op 10 mei 1770 hadden afgesproken. Misschien is dit alles de lezer niet volledig duidelijk. Dat gevoel hadden we zelf ook toen we sommige akten lazen. Het gaat in akten over bijvoorbeeld 100 bunders van de 200 bunders uit de 500 bunders uit de 1058 bunders uit 1616 bunders. Kort samengevat komt het hier op neer. de Beelen verkreeg van de heer van Ekeren de volledige heide in het noorden van de heerlijkheid, 1616 bunders. 1058 bunders daarvan, het westelijk en noordelijk gedeelte, droeg hij over aan de Fransen Foullé, De Net en Bouchette. De overige 542 bunders ontgon de Beelen zelf of gaf hij ook nog uit aan andere personen die de ontginning op zich namen, bijvoorbeeld op 27 september 1771 vijfentwintig bunders aan generaal-majoor François de Finé20 of op 25 februari 1776 veertig bunders aan Hypolite de Burlet, advocaat in de Grote Raad te Mechelen, en later, in 1798-1799, "président de l'administration communale du canton d'Eeckeren”21. De faam die de Beelen thans nog heeft als dé grote ontginner van de heide lijkt dus enigszins overdreven. Voor wat Brasschaat betreft, kan die faam wellicht kloppen, speciaal dan in verband met het ontstaan van de wijk Maria-ter-Heide, maar niet voor de ontginning van de ganse Groote Eeckersche Heyde. Twee derde daarvan ging door drie Fransen ontgonnen worden, en kreeg daarom de benaming Franse Heide, een plaatsnaam die we voor het eerst in 1776 aantroffen22. Het gebied van Foullé, Bouchette en De Net betrof het hele stuk vanaf Putte in het westen, met de huidige wijk Kapellenbos, Klein Schietveld en de uithoek van Kapellen aan beide kanten van de Essensteenweg, alle thans gelegen in de gemeente Kapellen, met ook een gedeelte dat in 1830 in de nieuwe gemeente Brasschaat viel: een deel van het Brasschaats gedeelte van het Klein Schietveld en nog gronden aan beide kanten van de Essensteenweg onder Brasschaat.
19
RAA, OGA Ekeren 239, fo 14. RAA, OGA Ekeren 239, fo 25. 21 Burgerlijke Stand Ekeren, huwelijksakten van 20 Vendémiaire jaar 7 (11/10/1798) tot 10 Floréal jaar VII (29/4/1799). 22 RAA, OGA Ekeren 242, fo 179. De plaatsnaam Fransche Heijde die in de 17e eeuw voorkomt ( bijvoorbeeld in 1608, RAA, OGA Ekeren 177, fo 94) betreft een stuk heide gelegen in de huidige gemeente Brasschaat tussen de Donk en de Kaart, in de nabijheid van de oude Katerheidemolen. (Zie: Ward Van Osta: Toponymie van Brasschaat. - Gent: Kon. Ac. Ned Taal- en Letterk., 1995. - p. 469-470.) 20
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
35
Wordt vervolgd.
’t Bruggeske 46ste jaargang – maart 2014 – nummer 1
36
Afb. 7. De door Foullé en C° ingecijnsde 1058 bunders van de Groote Eeckersche Heyde, die later bekend zouden staan als de Franse Heide. De latere gemeentegrenzen zijn door de onderbroken lijnen aangeduid. De plaatsnaam Wolvenbosch zou in de afgeronde uitstulping onderaan moeten staan. Topografische kaart MGI, 1901.
BOUWBEDRIJF J. VALCKENBORGH Starrenhoflaan, 5 - 2950 Kapellen Tel. 03/660.14.20 www.valckenborgh.be Algemene aannemingen – eigen schrijnwerkerij – keuken- en interieurinrichting. Immo Lioen cvba - Lioen nv Thijs Lion Verzekeringen & Vastgoed Stationsstraat 2 2950 Kapellen tel : 03/660.05.55 fax : 03/660.05.50 gsm : 0477/36.69.05
Voetcentrum bvba
Erkend orthopedist Chr. Pallemansstraat 4 - 2950 Kapellen tel : 03/664 84 25 fax : 03/605 21 93 info@voetcentrum.be WWW.voetcentrum.be Voetanalyse – Steunzolen – Voetverzorging – Manicure – Massage – Steun- en aderspatkousen
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT ’T BRUGGESKE HEEMKRING HOGHESCOTE VZW. ESSENHOUTSTRAAT 59 2950 KAPELLEN AFGIFTEKANTOOR: KAPELLEN 1 P 806083
BELGIË BELGIQUE P.B. 2950 KAPELLEN 1
BC 30832
COPY SERVICE CENTER KOPIES Inbinden Plastificeren Printen Kleurkopieën DORPSSTRAAT 50 - KAPELLEN 2950 TEL: 03.605.42.67 e-mail: copyservicecenter@skynet.be