Traiteur Luc Van Walle
<&#=)#18'1%>"'%"3%*?%-&&;.&'@%
Huwelijken, Communiefeesten, Recepties, Koffietafels, Diners, Avondfeesten, Banketten, Zakendiners, Personeelsfeesten, e.d. In feestzaal “De Jachthoorn” , bij u thuis of in een zaal naar keuze.
Specialiteit
Jubilea,
!"#$%&'%()*+%,*--&./% 0#&*12&3."-&3%&'%0"#,&4*&5% 63378'%-)#$*3&%9%)',&:&#(.%8'% ""'."3%:&#;)'&'5%
Privé parking + tuin met speelhoek voor kinderen. Voor verdere inlichtingen en advies staan wij steeds voor u klaar. Feestzaal de Jachthoorn – Traiteur Luc Van Walle. Antwerpsesteenweg 153 - 2950 Kapellen. Tel. 03-665 20 38 * GSM. 0496 60 50 65 * FAX. 03-605 53 25 E-mail: info@jachthoorn.be * www.jachthoorn.be
‘t Bruggeske 47ste jaargang - nummer 1 – maart 2015 Driemaandelijks tijdschrift van Heemkring Hoghescote vzw Essenhoutstraat 59 - 2950 Kapellen Ondernemersnr. 0409 968 421
In dit nummer: Lidgeld 2015
2
Bestuur Hoghescote
Welkom op onze jaarlijkse brunch op 18 april 2015 Bestuur Hoghescote
Bezoek aan tentoonstelling “3500 jaar textielkunst” op 15 mei 2015 Bestuur Hoghescote
Jaarverslag 2014
3 4 5
Voorzitter André De Vleeschouwer
Concert “In Flanders Fields”
8
Roger Van den Bleeken
Kapellen vroeger en nu
11
Voordracht door Roger Balbaert over het verleden van Kapellen
Studiegroep “Cappellen tijdens WO I”
12
Roger Van den Bleeken
Aanpassingen en rechtzettingen in het boek “Cappellen in den Grooten Oorlog - De auteurs 14 Putte en zijn kermis 15 Etienne Vermeulen en Jos Peeters - De geschiedenis van de kermis te Putte
Beeldschoon Kapellen – aflevering 7 en slot
Etienne Vermeulen - Toeristische fietsroute doorheen het beeldschone Kapellen
Het tandpijnmanneke van mijn grootvader
27 34
Hugo Lambrechts-Augustijns - Een bijzondere lucifershouder
Verantwoordelijke uitgever: André De Vleeschouwer, Tel: 036057989 Redactie en layout: Roger Van den Bleeken, Tel: 036646322 beiden p.a. Essenhoutstraat 59 te 2950 Kapellen heemkringhoghescote@gmail.com Kaftontwerp: T. Hanssens
Copyright Heemkring Hoghescote Kapellen Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd, gereproduceerd of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
Ledenblad ’t Bruggeske wordt 4 x per jaar aan elk lid van Heemkring Hoghescote toegezonden. Elke auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van het door hem ingezonden artikel. Het lidmaatschap bedraagt 12 € per jaar als gewoon lid, of vanaf 25 € als erelid. Dit bedrag kan worden overgemaakt op BE18 4137 2050 7165 (BIC-code KREDBEBB) op naam van Heemkring Hoghescote vzw - Essenhoutstraat 59, 2950 Kapellen, met de vermelding "Lidgeld". Losse nummers van ’t Bruggeske, voor zover nog in voorraad, zijn te verkrijgen op het redactieadres tegen 3 € per exemplaar.
1
Lidgeld 2015 Beste vrienden van Hoghescote, De meesten van onze leden hebben intussen het lidgeld voor het nieuwe jaar reeds betaald en vinden hierbij hun lidkaart voor 2015. Ook dit jaar zult u weer vier interessante Bruggeskes ontvangen met wetenswaardigheden over de geschiedenis en het verleden van Kapellen en omgeving. Uw lidmaatschap geeft u tevens de mogelijkheid deel te nemen aan onze activiteiten tegen kostprijs en het gratis consulteren van onze archieven. Enkele tientallen, nochtans trouwe, leden hebben hun lidgeld nog niet betaald. Vergeten? Maakt niet uit, wij voegen hierbij een nieuw overschrijvingsformulier waarmee dit snel kan verholpen worden. Uw lidkaart wordt dan bij het volgende Bruggeske gevoegd. Is uw lidkaart niet bijgevoegd dan hebt u wellicht vergeten te betalen. Geen nood, vul bijgevoegd overschrijvingsformulier in en u bent weer voor een jaar lid van Hoghescote. Betaling aan een van onze bestuursleden is uiteraard ook mogelijk, terwijl wij steeds bereikbaar zijn op een van onze open-archiefdagen, zie hieronder. Het lidgeld 2015 blijft ongewijzigd: 12 euro als gewoon lid en vanaf 25 euro bent u een erelid. Onze rek. BE18 4137 2050 7165 BIC-code KREDBEBB Op naam van Heemkring Hoghescote vzw Essenhoutstraat 59 - 2950 Kapellen.
Archiefdagen Heemkring Hoghescote vzw Erfgoedcentrum Hoeve Van Paesschen Essenhoutstraat, 59 – 2950 Kapellen Elke eerste dinsdag van de maand van 14.00 tot 17.00 uur, elke tweede donderdag van de maand van 19.00 tot 22.00 uur, elke derde donderdag van de maand van 09.00 tot 12.00 uur. Voor dringende en langdurige opzoekingen kan contact opgenomen worden met de voorzitter voor een afspraak op een andere dag. Iedereen gratis welkom.
Het bestuur van Heemkring Hoghescote vzw. ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
2
Welkom op onze jaarlijkse brunch op 18 april 2015 Naar aloude gewoonte hebben we heel binnenkort weer onze jaarlijkse brunch. Dit is een echte klassieker geworden, en uiteraard zitten we dan ook weer gezellig met onze leden bij elkaar. Diegenen die er altijd al bij waren weten het: het is een echt festijn, met voor elk wat wils. Toch hebben we er dit jaar voor geopteerd om wat te sleutelen aan de formule: het wordt een brunch in de wijze van Breughel. Ook nu weer zal het buffet een uitgebreid gamma aan heerlijk eten bevatten. Zoals gewoonlijk zullen de afwezigen ongelijk hebben. U kunt ook met vrienden afspreken en een tafel reserveren, echt gezellig om hen met Heemkring Hoghescote te laten kennismaken. Voor de prijs hoeft u het niet te laten: 38 € per persoon voor onze leden, en 40 € per persoon voor niet-leden, wijnen niet inbegrepen. Plaats van het gebeuren is Feestzaal DE JACHTHOORN, Antwerpsesteenweg 153 in Kapellen, op zaterdag 18 april 2015 om 11 u (tot ongeveer 15 u). Deuren open rond 10 u 45. Er is parking aan de overzijde van de steenweg. Wees er snel bij!
Inschrijven – TEN LAATSTE OP 1 APRIL – telefonisch op 03 664 82 77 of via e-mailadres: heemkringhoghescote@gmail.com Graag vermelden bij wie u aan tafel wenst te zitten. Speciale wensen (dieet of vegetarisch) kan u dan ook melden. Na inschrijving, betaling op rekening BE18 4137 2050 7165 van Heemkring Hoghescote vzw, Essenhoutstraat 59 - 2950 Kapellen met duidelijke vermelding van “Brunch” en het aantal personen. Het bestuur van Heemkring Hoghescote hoopt u allen daar te ontmoeten.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
3
Bezoek aan de tentoonstelling “3500 jaar textielkunst” op 15 mei 2015 Vorig jaar konden wij deze mooie tentoonstelling al bezoeken. Vanwege het succes bleven een aantal mensen echter in de kou staan. De gelukkigen die er wel bij waren, waren echter zo enthousiast, dat wij een tweede bezoek hebben ingepland. Op vrijdag 15 mei 2015 om 14 u is het dan zover en bezoeken we de tentoonstelling rond 3500 jaar textielkunst die loopt in het Textielmuseum aan de Van Aerdtstraat 33 in Antwerpen. Het museum is gemakkelijk te bereiken via het openbaar vervoer met buslijn 720 vanuit Kapellen, halte Noorderplaats of Sint Jansplein.
Deze tentoonstelling, ruim 600 objecten, verspreid over 5 zalen, evoceert de geschiedenis van Egypte aan de hand van een bijzondere collectie textiel en andere archeologische vondsten. In de faraonische zaal zijn o.a. dierenmummies, mummiekartonnages en fragmenten van dodenboeken te zien. De blikvanger van deze tentoonstelling is de zaal waarin de grootste collectie complete tunica’s in de wereld getoond wordt. Samenkomst om 13 u 45 voor het gebouw van Katoennatie aan de Van Aerdtstraat 33 te Antwerpen. De rondleiding begint om 14 u stipt! De prijs voor onze leden is € 11,00 en € 13,00 voor niet-leden. Wees er snel bij: er kunnen maximaal 30 personen deelnemen. Inschrijven voor 15 april, telefonisch op 03 664 82 77 of via e-mailadres: heemkringhoghescote@gmail.com Na inschrijving, betaling op rekening BE18 4137 2050 7165 van Heemkring Hoghescote vzw, Essenhoutstraat 59 - 2950 Kapellen met duidelijke vermelding van het aantal personen en “textielkunst”.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
4
Jaarverslag 2014 Beste vrienden van Hoghescote, In ijltempo is het jaar 2014 voorbijgegaan, een jaar met een enorme bedrijvigheid, maar waarin we steeds het gevoel hadden van waardering om al onze activiteiten. Om de haverklap gaf een lid, een koper van het boek, een bezoeker aan de tentoonstelling een blijk van zijn appreciatie. Dat heeft ons veel plezier gedaan. Hartelijk dank voor uw aller reacties. 2014 laat zich ook vertalen in een aantal cijfers:
- 1.500 mensen bezochten onze tentoonstelling, waarvan meer dan 600 leerlingen van onze Kapelse scholen, en 32 klassen. - De openingssessie en het afsluitend concert samen werden door 500 mensen bezocht.
- Op het ogenblik van het schrijven van dit jaarverslag zijn reeds meer dan 500 exemplaren van ons boek “Cappellen in den Grooten Oorlog” aan de man gebracht. Wij zijn ook fier op de voorverkoop van 300 boeken. - In onze leeszaal mochten wij 950 bezoekers ontvangen. - In 2014 werd onze website dagelijks gemiddeld 36 keer bezocht met 603 hits per dag, tegenover 20 keer en 453 hits in 2013. - Onze bibliotheek telt bijna 2.000 boeken. - Zoals elk jaar hadden wij elke maand 3 open archiefdagen, waarin de bezoekers onze archieven komen consulteren, op zoek naar dat stukje informatie dat nog ontbrak, of precies de doorbraak bij hun onderzoek.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
5
- Wij kregen steeds meer vragen via e-mail voor beperkte opzoektaken in onze archieven, ook uit het verre buitenland. - We organiseerden 12 andere activiteiten. - Ons tijdschrift 't Bruggeske verscheen ondanks de grote drukte ook nu weer 4 keer, met in totaal 144 bladzijden boordevol informatie. - Het aantal leden is ongeveer 450 gezinnen. - In totaal hadden we ongeveer 40 vrijwillige medewerkers.
Uit deze grafieken blijkt februari de drukste maand op onze website, maar ook een druk najaar. In december surften onze leden vanaf 7 uur 's morgens tot bijna middernacht, met een piek rond de middag. In 2014 werkten we samen met heel wat externe partijen. Dankzij de goede relatie met de Kapelse scholen bereikten we meer dan 600 leerlingen en hun ouders. Er was een vruchtbare samenwerking met DIKA rond de film op onze tentoonstelling, zeker voor herhaling vatbaar. En natuurlijk apprecieerden wij enorm de samenwerking met ANB (Agentschap Natuur en Bos), met de Kapelse Academie voor Muziek en Woord, met de gemeente en met de bibliotheek. Natuurlijk hebben deze activiteiten voor heel wat werkbelasting gezorgd, maar vele handen maakten het werk licht, met oprechte dank aan onze vrijwilligers. Met al deze indrukwekkende cijfers willen wij vooral u als lid bedanken, want u bent de reden waarom wij dit doen. Onze conclusie is dat we op de ingeslagen weg moeten voortgaan. Uiteraard hebben de omstandigheden ons in 2014 nogal sterk richting Wereldoorlog I gestuurd, een beetje eenzijdig dus, maar dat hopen we in de komende tijd meer dan goed te kunnen maken. Lokale activiteiten, die aanleunen bij ons rijk erfgoed staan op de agenda. Waar zinvol willen we dit doen samen met andere verenigingen. Zoals voorheen willen we een brede waaier van informatie blijven aanbieden en activiteiten organiseren, met focus op Kapellen en omstreken: geschiedenis, over onze kastelen, onze monumenten, over bekende of minder bekende personen en families, onze gemeente, straten en straatzichten, over de politiek, over sport, en ja, ook over de oorlogen zal er nog wel iets verschijnen.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
6
Met onze archieven hopen we eveneens het jonge publiek verder aan te spreken, leerlingen en studenten die een projectwerk maken. Samenwerking met de scholen willen we zeker nog uitbreiden. En natuurlijk zijn er dit jaar weer onze klassiekers: de jaarlijkse brunch in april (zie elders in dit blad), onze jaarlijkse reis einde augustus. Steeds meer gaat computertechnologie een belangrijke rol spelen in onze werking en de relatie met onze leden. Uiteraard willen wij deze trein niet missen. In diverse richtingen doen wij mee met experimenten, om ook in de toekomst aan de spits te staan. Vandaag is ons Bruggeske in kleur al elektronisch beschikbaar voor diegenen die dit wensen. ICT moet ons steeds verder ondersteunen om de schat aan informatie die we zelf hebben beter te kunnen ontsluiten. Om dit allemaal mogelijk te maken wensen wij onze kring van medewerkers uit te breiden en te verjongen. Daarom durven wij een oproep te doen dat nieuwe mensen zich aandienen om mee te werken, zowel voor onderzoek in een van onze studiegroepen als voor ondersteunende taken. U kan ons helpen met een artikel in ons tijdschrift over uw eigen onderzoek, of door er bijvoorbeeld een voordracht over te brengen. En misschien vindt u wel leden die uw passie rond een bepaald thema delen. Laat het ons weten, of kom eens langs. Om af te sluiten past hier een woord van dank voor allen die voor en achter de schermen hun bijdrage leveren om dit allemaal mogelijk te maken, dank aan alle vrijwilligers, dank aan onze sponsors. Help ons om u te helpen, André De Vleeschouwer, Uw voorzitter.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
7
Concert “In Flanders Fields” Roger Van den Bleeken Op 23 november 2014 sloot Hoghescote zijn programma ter herdenking van de 100ste verjaardag van de aanvang van WO I af met een grandioos dubbelconcert in de gemeentelijke feestzaal ‘t Bruggeske.
Voor het concert: wachten op de bezoekers. Voorzitter André De Vleeschouwer en verantwoordelijke voor het concert Walter Dreessen plegen overleg met medewerkers.
Vooraf verwelkomde de voorzitter van Heemkring Hoghescote André De Vleeschouwer de meer dan 200 aanwezigen en schetste in het kort het verloop van de evenementen die door de Kapelse heemkring in het kader van “Cappellen in den Grooten Oorlog” dit jaar reeds werden ingericht.
Voorzitter André De Vleeschouwer tijdens zijn speech.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
8
Zowel de voorstelling van het gelijknamige boek samen met de opening van de tentoonstelling, als de lezing van Erik Vlaminck werden massaal bijgewoond. Hij was vooral fier over het groot aantal bezoekers die de tentoonstelling bezochten: 1500 in totaal, en waarbij de gegidste rondleidingen een groot succes kenden. Ook de begeleide bezoeken aan de tentoonstelling van de 625 leerlingen van Mater Salvatoris en het Kon. Atheneum Kapellen zijn een prestatie waarop Hoghescote bijzonder trots mag zijn. De voorzitter had hierbij een speciaal woordje van dank aan het adres van Renaat Verreyken die ervoor zorgde dat deze uitdaging tot ieders tevredenheid tot een goed einde werd gebracht. Tot slot bedankte hij de vele vrijwillige medewerkers die bijdroegen aan het welslagen.
Een goed gevulde zaal.
Vervolgens stelde presentatrice Ann Elst de beide uitvoerende muziekverenigingen: Hoger Streven en Bel Canto, voor. Zowel het accordeonensemble Hoger Streven als het Belgisch-Nederlands solistenkoor Bel Canto hadden voor deze gelegenheid hun repertoire aangepast aan het thema: herdenking WO I. Met als leidraad het verloop van de oorlog slaagde Ann Elst erin de verschillende muziekcomposities, en na de pauze, de liederen gebracht door Bel Canto op een sublieme manier aan te kondigen en in te passen in het sfeerbeeld van de geschiedenis. Zo bleek meermaals dat ook tijdens de oorlogsjaren verdriet en vreugde dicht bij elkaar lagen.
â&#x20AC;&#x2122;t Bruggeske 47ste jaargang â&#x20AC;&#x201C; maart 2015 â&#x20AC;&#x201C; nummer 1
9
Hoger Streven onder de leiding van Jeannine Konings was aanwezig met liefst 27 muzikanten, niet alleen met accordeon maar ook met keyboard, gitaar en slagwerk. Zij openden het concert met een uitvoering van een mars van de hand van componist C. Teike: “Alte Kameraden”. Het spontane applaus dat hierop volgde zou gedurende het volgende uur blijven aanhouden voor de haast professionele vertolkingen van o.a. “The Glenn Miller Story” en tot slot het door Vera Lynn vereeuwigde lied “Land of Hope and Glory”, nu vertolkt door Josée Hereygers van Bel Canto.
Hoger Streven in concert.
Tijdens de pauze werd het podium omgebouwd tot een oorlogsdecor met inbegrip van de onvermijdelijke zandzakjes of “vaderlanderkens” die de tijdgeest van WO I opriepen. Gehuld in de kledij van de eerste jaren van de twintigste eeuw bracht Bel Canto een totaal ander muziekgenre. Het gevarieerde programma met liederen als “Swannee”, “Roses of Picardie” en “Danny Boy” palmde ook nu het intussen steeds spontaner reagerende publiek in. Als afsluiter werd door het volledige koor een medley gebracht van de meest populaire nummers zoals: “Daisy”, “Madelon” en de evergreen “It’s a long Way to Tipperary” die door het enthousiaste publiek rechtstaand en handen klappend werd meegezongen. Een staande ovatie was dan ook de terechte beloning voor deze prachtige vertolking en de aangename namiddag die beide gezelschappen ons brachten. ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
10
Het solistenkoor Bel Canto na de voorstelling. Foto’s bij dit artikel zijn genomen door Muriel De Vleeschouwer.
Kapellen vroeger en nu Pure nostalgie...en ook kennis van onze huidige gemeente. Op donderdag 7 mei om 20 uur worden de leden van Hoghescote uitgenodigd in het lokaal Erfgoedcentrum Hoeve Van Paesschen. Roger Balbaert zal u aan de hand van tientallen oude en nieuwe beelden terugvoeren naar het verleden of u uitleggen waardoor sommige toestanden zijn zoals wij die nu kennen terwijl wij niet weten hoe dat gekomen is. Gezien de beschikbare ruimte dient het aantal deelnemers beperkt en daarom vragen wij u om zo vlug mogelijk in te schrijven via: tel. 03.664.82.77 of e-mailadres: heemkringhoghescote@gmail.com Inkom gratis. ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
11
Studiegroep “Cappellen tijdens WO I” Roger Van den Bleeken Op dinsdag 16 december 2014 kwam de studiegroep voor haar 33ste vergadering bij elkaar in de Hoeve Van Paesschen. Samen met de 12 werkvergaderingen, de 15 dagen aan archief- en museumbezoeken ergens in het land, de op- en afbouw van en het toezicht op de tentoonstelling en de organisatie van de eindejaarsevenementen, werden alzo duizenden gratis “werkuren” gepresteerd om het project “Cappellen tijdens WO I” tot een goed einde te brengen. Met het concert als afsluiter viel dan ook het doek over de werking van deze groep vrijwilligers. De doelstellingen: het uitgeven van een boek en het organiseren van een tentoonstelling rond WO I te Kapellen zijn beide gerealiseerd en de vele felicitaties die ons nog steeds toegezonden worden, bewijzen dat het een geslaagd project is geweest. Het heeft ons ook geleerd dat deze manier van werken, namelijk met een kleine groep aan een welbepaalde doelstelling, zijn vruchten heeft afgeworpen en kan er ons enkel toe aanzetten om ook in de toekomst op deze wijze verder specifieke opdrachten uit te voeren. Tot slot zou ik, als coördinator op rust, alle leden van deze schitterende groep willen bedanken voor hun belangeloze inzet en hun niet aflatende gedrevenheid. Omdat vele medewerkers steeds in de luwte hebben gewerkt, maar daarom niet minder belangrijk waren voor de realisatie van het geheel, wil ik toch een poging wagen, en dit op gevaar af iemand te vergeten, om de namen van alle medewerkers als eerbetoon en dank hierbij te vermelden. Vooreerst zijn er de vijf auteurs die niet alleen de teksten van het boek hebben geschreven, maar door hun pionierswerk tevens de basis hebben gelegd van de tentoonstelling. In alfabetische orde: Brans Marc, Ingelbrecht Jan, Mertens Ludo, Seiffermann Patrick en Van den Bleeken Roger. Na bijna drie jaar van opzoek- en studiewerk zijn zij ondertussen experten geworden in het specifieke onderdeel dat zij onderzocht hebben. Gewapend met deze expertise waren zij dan ook de drijvende kracht bij het samenstellen van de tentoonstelling. Begin 2014 werd de groep versterkt met een aantal leden die bijzonder belangrijk zijn geweest bij het tot stand komen van de tentoonstelling en de organisatie van de activiteiten errond. Eveneens in alfabetische volgorde: Boudewijns Linda. Zij maakte zich bijzonder verdienstelijk met het bijhouden van de administratie van de verkoop van ons boek, de reserveringen voor onze ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
12
activiteiten en het opstellen en opvolgen van de aanwezigheidsroosters tijdens de tentoonstelling. De Leeuw René. René diende, en dit door familiale omstandigheden, zijn deelname aan de studiegroep vroegtijdig af te breken, maar heeft toch een belangrijke bijdrage geleverd aan het onderzoek naar de militaire spoorweg. Dreessen Walter. Walter zorgde voor goodwill bij het Poldermuseum van Lillo waarvan heel bijzondere museumstukken konden ontleend worden. Hij was tevens de organisator van het eindconcert dat door zijn toedoen een mooie afsluiter werd van ons eindejaarsprogramma. Heymans Guy. Als ontwerper en uitvoerder van de replica’s van de dodendraad en de plattegrond van Putte zorgde hij voor de twee blikvangers op de tentoonstelling. Bovendien kreeg zijn ontwerp van de kaft van het boek terecht algemene waardering en bewondering. Kerremans Jan. Jan kwam ons helpen toen de vijf auteurs hun respectievelijke hoofdstukken voor het boek samenbrachten. Gezien elke auteur autonoom aan zijn teksten had gewerkt, bleek al snel dat er overlappende informatie aanwezig was. Als onpartijdige “buitenstaander” was hij dan ook de geschikte man om de inhoud te analyseren en waar nodig paragrafen te verwijderen of te laten herschrijven. Van Eynde Ludo. Ludo nam het initiatief om een zoektocht te ondernemen naar het aantal nog bestaande houten huizen rondom het fort van Kapellen en hij slaagde erin om nog negentien van deze woningen te traceren. Zijn bijdrage aan de muntencollectie was tevens een verrijking van de tentoonstelling. Van Tricht Louis. Onze corrector die de teksten las en herlas tot het kleinste spraakkundig foutje verbeterd was. Verreyken Renaat. Als filatelist stelde hij zijn privécollectie postzegels uitgegeven over de gebeurtenissen van WO I tentoon. Ook de honderden foto’s die op de tentoonstelling te bezichtigen waren, werden door hem afgeprint. Hij stelde tevens, en dit in samenspraak met Ludo Mertens, de vitrinekasten en de panelen over Putte en het levensverhaal van Louis Mertens, oom van Ludo, samen. En of dit nog niet voldoende was, nam hij contact met de twee middelbare scholen van Kapellen en gidste met succes 625 leerlingen in 32 rondleidingen door de tentoonstelling. Proficiat, Renaat. En dan waren er de toezichthouders op onze twee maanden durende tentoonstelling, de verhuizers, de opbouwers en de helpers tijdens het concert en de andere activiteiten. Te veel om op te noemen, neen, want ook zij waren van kapitaal belang.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
13
Met dank aan: Frans Van Dooren en echtgenote Maria Huybrechts, Chris Alen, Roger Balbaert, Flor Van Hoof, Gust Van Gorp, Francis Fastre, Jan Vanderhaeghe en Jelle, Denise Van Gastel, Annie Pallemans, Etienne Vermeulen, Maria, echtgenote Ludo Van Eynde, Vera, echtgenote Guy Heymans, en William Van der Kraan die de tekening op de kaft van het boek digitaliseerde. Ook onze samenwerking met de Kapelse foto- en diaclub Dika was bijzonder aangenaam en verruimend. Voorzitter Jan Claessens en zijn team slaagden erin voor de tentoonstelling een kort filmpje samen te stellen waarin door middel van een gemoedelijke dialoog grootvader-kleinzoon het verhaal van de oorlog werd verteld. Dank voor uw bijdrage. Tot slot een laatste pluim voor voorzitter André De Vleeschouwer. André maakte in eerste instantie geen deel uit van de studiegroep maar heeft toch alle vergaderingen bijgewoond en de ontwikkelingen van het project steeds op de voet gevolgd. Hij bleek van ontzettend grote waarde toen hij de layout van het boek op zich nam en daarna de onderhandelingen met de drukkers aanging. Zijn speeches bij elke manifestatie waren verhelderend relevant en sierden het imago van Heemkring Hoghescote. Het was voor de eerste keer dat de Kapelse heemkring een project van deze omvang organiseerde en Hoghescote en al zijn medewerkers mogen dan ook bijzonder fier terugblikken op deze succesvolle manifestatie.
Aanpassingen en rechtzettingen
Boek “Cappellen in den Grooten Oorlog” Door attente lezers werden ons enkele terechte op- en aanmerkingen doorgegeven. Wij zijn hen daarvoor erg dankbaar en verzoeken de bezitters van het boek de volgende correcties aan te brengen. Pag. 73. Laatste alinea. Later werden nog geboren dient aangevuld met: Julia (°Kapellen 09.12.1920) en Alexander (°Kapellen 23.04.1923). Pag. 73. Voetnoot 46 dient geschrapt omdat deze regeling op dat ogenblik niet van toepassing was. Het huis met nr. 56 in de Dorpsstraat waarin de familie Louis Van den Bleeken woonde, bevond zich gezien vanaf het gemeentehuis, op de rechterkant en meer bepaald op de plaats waar nu de Liberale Mutualiteit is gevestigd. Pag. 152, 154, 156 en 318. De naam van de auteur werd opgegeven als Van Cleemput Sam, moet zijn: Van Clemen Sam. Pag. 268. Constant, Georges Spelier overlijdt te Vilvoorde op 12 oktober 1918, moet zijn op 13 oktober 1918. Pag. 306. Peeters Karel. Datum van overlijden moet zijn 27 december 1960 en niet 1940. De auteurs. ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
14
Putte en zijn kermis
(1ste vervolg op een artikel in ’t Bruggeske 2014/4) Etienne Vermeulen Op 21 augustus 1834 richtte een groep herbergiers van Putte op initiatief van H. Vanderstraeten en D. Claessens een schrijven aan de Gouverneur van de Provincie Antwerpen met de vraag om tijdens de feestdagen van 12, 13, 14 en 15 oktober van dat jaar de toelating te verkrijgen om in de herbergen bals en publieke spelen te mogen inrichten, net zoals het tegelijkertijd al toegelaten was in de herbergen van Kapellen zelf. Als argument haalden ze het voortdurende verblijf van militairen in de noordelijke grensstreek aan en ook de overlast door de overstroming van hun buurgemeenten.
Antwoord van de Gouverneur van de Provincie Antwerpen dd. 09.09.1834 op het verzoek van de herbergiers van Putte om t.g.v. de kermis dansen en spelen te mogen inrichten in de herbergen en de cabarethuizen van Putte.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
15
In zijn antwoord schreef de Gouverneur van de Provincie Antwerpen ad interim, de heer T. Teichmann, dat hij niet kon ingaan op de vraag door enkele inwoners van Putte geformuleerd. Enerzijds beriep hij zich op de principes van vrije concurrentie inzake handel en nijverheid die in de Grondwet waren vastgelegd en anderzijds wees hij er op dat een lokaal gebruik (de kermis in Kapellen was er eerst) niet zonder de toestemming van de inwoners kon gewijzigd worden. Tijdens de Bijzondere Gemeenteraad van 24 juli 1846 werd de vraag gesteld aan de Provincieraad van Antwerpen om enkele wijzigingen aan te brengen aan de jaarmarkt van Putte: de inrichting van een octrooimarkt en de duur van de markt. Hierbij moest een speciale procedure gevolgd worden om dan uiteindelijk als een wet bekrachtigd te worden en dit na publicatie in het Staatsblad. Verslag van een Bijzondere Gemeenteraad van 24/07/1846. (De volgende teksten werden uit het Frans vertaald) De heer Smolderen stelde namens een speciale commissie het volgende verslag voor over de vraag van de gemeenteraad van Kapellen met het verzoek om de jaarmarkt die heden in het gehucht van Putte gedurende 5 dagen gehouden wordt om te zetten in een driedaagse markt. "Heren, door zijn beslissing van 27 juni, vraagt de gemeenteraad van Cappellen de toestemming om de jaarmarkt in het gehucht Putte, horend bij deze gemeente, en die vijf dagen duurde te tellen vanaf de zondag die volgt op 9 oktober van ieder jaar om te zetten in een driedaagse markt, zodat de markt voortaan zou plaatsvinden op zondag, maandag en dinsdag volgend op dezelfde periode. Ter ondersteuning van zijn aanvraag baseert de raad zich in de eerste plaats op het voordeel van artikel 2 § 2 van de wet van 18 juni 1842, op grond waarvan de jaarmarkten, waarvan de duur niet meer dan drie dagen bedraagt, worden beschouwd als octrooimarkten. Ten tweede, dat door het omzetten van de genoemde jaarmarkt in een driedaagse markt, de inlandse kooplieden hun koopwaar zullen kunnen te koop aanbieden met hun gewoon patent; een omstandigheid die ook zal voor gevolg hebben dat zij die de markt hadden opgegeven nu opnieuw de markt bezoeken, om zo de gemeente weer de voordelen terug te geven die de wet van 18 juni 1842 had doen verliezen. Een laatste overweging afkomstig van de Raad, is dat de bestaande markt in Putte, afhankelijk van Cappellen, altijd al beschouwd wordt als een van de grootste en drukste jaarmarkten in de provincie. Mijnheer de arrondissementscommissaris steunt het verzoek voor een gunstig advies. Dientengevolge denken wij, Mijne heren, dat het verzoek van de gemeenteraad van Cappellen gunstig kan worden aanvaard; te dien einde hebben we de eer om u voor te stellen het arrest aan te nemen waarvan het project volgt." J.G. Smolderen, verslaggever.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
16
Het antwoord van de Provincieraad luidde als volgt: "De Provincieraad van Antwerpen. Gelet op de beslissing van de gemeenteraad Cappellen, de dato 27 juni jongstleden, gericht om de toestemming te verkrijgen om de jaarmarkt die gehouden wordt in het gehucht Putte, horend bij deze gemeente, om te zetten in een driedaagse markt, en die vijf dagen duurde na zondag 9 oktober van elk jaar, zodat de markt voortaan zou plaatsvinden op zondag, maandag en dinsdag die volgen op hetzelfde tijdstip. Gelet op het advies van de heer arrondissementscommissaris van Antwerpen. Gelet op artikel 82 van de wet van 30 april 1836." "Arrest. Artikel 1. De gemeenteraad van Cappellen is gemachtigd om de jaarmarkt die gehouden werd in het gehucht Putte, horend bij deze gemeente en die vijf dagen duurde te beginnen op de zondag na 9 oktober van elk jaar, om te zetten in een driedaagse jaarmarkt. Deze markt zal voortaan plaatsvinden op zondag, maandag en dinsdag na de genoemde periode. Artikel 2. Voornoemde gemeenteraad zal gehouden zijn de regelgeving of tarieven die nodig zijn voor het toelaten van die markt aan de Bestendige Deputatie van de Provinciale Raad voor te leggen, in overeenstemming met artikel 77 § 5 van de wet van 30 maart 1836, Artikel 3. Dit besluit is onderworpen aan de goedkeuring van de Koning, overeenkomstig artikel 86, § 5 van de provinciewet." "Beurzen en markten. Beurzen en markten Breendonck, Wyneghem en Cappellen. Ind.r N. 28,549, 28,550 en 28,551, 2e Div.on Door de beslissingen van 13, 16 en 24 juli, bekrachtigd door de koninklijke besluiten van 4, 14 en 17 augustus, heeft de Provincieraad van Antwerpen goedgekeurd: 1. De gemeenteraad van Breendonck mag in deze gemeente een wekelijkse markt inrichten op dinsdag van 6 tot 10 uur, voor de verkoop van brood en boter, eieren, enz… 2. De gemeenteraad van Wyneghem mag in deze plaats, een jaarmarkt houden op de 3de donderdag van de maand april voor de verkoop van paarden, runderen, varkens en landbouwwerktuigen. 3. De gemeenteraad van Cappellen mag in het gehucht Putte, horende bij deze gemeente, op zondag, maandag en dinsdag na 9 oktober van elk jaar een markt houden, ter vervanging van de bestaande jaarmarkt in genoemd gehucht waarvan de duur vijf dagen was. Antwerpen, 24 september 1846. De gouverneur van de provincie, T.Teichmann" Goedkeuring bekrachtigd door het K. B. 17/08/1846 (Staatsblad 23/8/1846).
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
17
Sinds 1894 mochten de herbergiers in danszalen draaiorgels toelaten. Het plaatsen van danstenten werd echter in 1901 verboden. In die tijd moesten de herbergiers om twaalf uur sluiten. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kregen de inwoners toestemming om koekverlotingen te houden gedurende de kermis. Dergelijke verlotingen vonden minstens nog tot 1922 plaats. Overigens ging de kermis in 1914 niet door vanwege de oorlogsomstandigheden. (Gemeentearchief van Putte)
Spiegeltent
"Kempisch Danspaleis" uit 1935 (Spiegelpaleis, Malle) Een verzoek van de bond van herbergiers, welke bond Putte, Kapellen en Stabroek bestreek, wilde in 1934 de invoering van een voorjaarskermis op de laatste zondag van april. Maar het Putse gemeentebestuur was daar op tegen. Het was een tijd van grote werkloosheid, waarin het steuntrekkers verboden was om cafés te bezoeken: het was niet de bedoeling dat uitkeringsgelden in drank werden omgezet. Tijdens zo'n kermis kon de verleiding wel eens te groot worden, waardoor de steuntrekkers kans liepen om hun uitkering te verspelen. (Gemeentearchief van Putte) De meeste attracties stonden in 1935 nog steeds op Belgisch grondgebied. De oude vermaardheid, die de kermis genoot, werd toen ook nog eens vermeld: vele duizenden bezoekers kwamen jaarlijks van elders op de kermis af. Deze vermaardheid is tot op heden blijven bestaan. Bijzondere aantrekkingskracht verkreeg de kermis ook vanwege het wielergebeuren. Op ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
18
kermisdinsdag werd de internationale sluitingskoers verreden, die al in de twintiger jaren bestond. (Gemeentearchief van Putte)
Carrousel op de markt ca. 1900
In 1960 vond de kermis, in overleg met de gemeente Kapellen, plaats op zondag 9 oktober, precies op de feestdag van Dionysius. Dit was een afwijking van de traditie dat de kermis gehouden diende te worden op de zondag na het feest. Grote opwinding ontstond in 1964. Bergen op Zoom wilde zijn kermis één week vervroegen in verband met de herdenking van de bevrijding. Maar dan viel de Bergse kermis samen met die van Putte. De gemeentebesturen van Nederlands Putte, Kapellen en Stabroek waren hier fel tegen gekant, evenals trouwens de kermisexploitanten. Bergen op Zoom bleef echter bij zijn besluit en hoewel Putte naar het provinciaal bestuur en de minister van Binnenlandse Zaken stapte om het Bergse besluit ongedaan te maken, bereikte men niet het beoogde resultaat. Desondanks is Putse kermis tot op heden een grote publiekstrekker gebleven, al zorgde het weer regelmatig voor variaties in bezoekersaantallen. (Gemeentearchief van Putte) Ondanks het strenge politietoezicht op de kermis kwamen er af en toe toch ongeregeldheden voor, zoals bijvoorbeeld in 1905. Hier volgt een krantenbericht (Gazet van Antwerpen) van 16 en 18 oktober 1905. In 1906 kwam hierop een vervolgartikel. ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
19
Jaarmarkt te Putte aan de grens (Marten Melsen)
Drama te Putte–Cappellen "Gisteren avond bij de kermis te Putte had een vreeselijk drama plaats. Bij de aanhouding van eenen Belgischen weglooper die zich op de kermis bevond, is een bende zoo het schijnt, Hollandsche jongens op de gendarmen gevallen, die den weglooper in hechtenis hadden genomen. De bevelhebber der gendarmen is vreeselijk toegetakeld geworden. Hij werd door 7 messteken in het hoofd getroffen, verder eenen messteek in den bil, en eene in de rechterzijde. Zijn toestand is alhoewel zeer erg, voor het ogenblik geruststellend." (Gazet van Antwerpen 16 october 1905) Schrikkelijk gevecht met de gendarmen. - De bevelhebber gekwetst. - Het parket ter plaats "De kermis van Putte - Cappellen is dit jaar door een schrikkelijk voorval gekenmerkt geworden. Het slecht weder van Zondag avond had de kermisvierders van Putte Cappellen, vroeg naar huis gejaagd, en rond middernacht waren reeds alle herbergen op Hollandsch Putte gesloten. Op Belgisch Putte, was het gansch den avond tamelijk rustig geweest, en 't kwaart over 1 uur, deed de wakkere bevelhebber der gendarmerie van
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
20
Putte - Cappellen, M. Michiel Mous, in gezelschap van den gendarm Maskeleyn, nog eene ronde op het feestvierend gehucht. Op een 3tal meters van de grens voor de herberg van M. Van Aerden, troffen zij een samenscholing van volk aan, waarbij eenige twistende personen. De bevelhebber en de gendarm poogden de ruziemakers tot kalmte over te halen, toen tusschen hen een gevaarlijke kerel ontdekt werd, zekere Jan D., bijgenaamd Jan Konijn, een weglooper uit het Belgisch leger. De gendarm Maskeleyn sprong op den deserteur toe, greep hem bij de kraag, doch toen viel de bende op den gendarm, en poogde hunnen makker uit diens handen te verlossen. De gendarm hield geruimen tijd stand, daar de bevelhebber Mous hem ter hulp kwam, en met de kolf van zijn geweer zich eenen weg baande tusschen die rekels. Toen echter werd de bevelhebber door een achttal kerels vastgegrepen, met woest geweld ten gronde geslingerd, en dan gingen de aanvallers op hun slachtoffer als echte wildemans op los. Zich verdedigen was niet meer mogelijk, de brutale kerels hadden hunne messen getrokken, kerfden en staken en lieten hem voor dood liggen. Terwijl dit alles gebeurde, was de deserteur uit de handen van den gendarm verlost, en hij en zijne kameraden waren over de grens gevlucht. Toen de gendarm op zijne beurt zijnen bevelhebber ter hulp kwam, gingen eveneens diens aanvallers op de vlucht, en snelden over de grens. De ongelukkige bevelhebber werd gansch bebloed en in bewusteloozen toestand in de woning van den facteur Nagels gedragen. Spoedig werd voor geneeskundige hulp gezorgd en weldra was dokter Moreels ter plaatse. Het beklagensweerdig slachtoffer van zijnen plicht was schrikkelijk gekwetst en zijn aangezicht was slechts eene bloedende wonde. Zijn hoofd was door zeven messteken getroffen, het neusbeen gebroken, verder had hij een messteek bekomen met zulk een geweld toegebracht, dwars door de lederen gordel, die hem den tuniek doorboorde, en de linkerzijde kwetste. Een ander geweldige messteek had de linkerbil gewond. Na eene eerste geneeskundige verzorging werd de bevelhebber naar de gendarmerie overgebracht. Dit schromelijk geval had bij de brigade eene algemeene ontroering teweeg gebracht.” De rechterlijke overheden werden verwittigd, en gisteren morgen kwam reeds ter plaats, de heer kapitein bevelhebber der gendarmerie van Antwerpen. In den namiddag zijn de heer Gesché, substituut van den Procureur des Konings, de heer plaatsvervanger van den onderzoeksrechter Maquinay, en diens griffier M. Van der Cruyssen, alsmede wetsdokter M. Van Bever, ter plaatse gekomen. Een eerste onderzoek geschiedde ter plaats en verscheidene personen werden onderhoord. Echter was op geen spoor der aanvallers te geraken, daar niemand in het donker van den nacht is kunnen herkend worden. Men vermoedt dat het allen Hollanders zijn. Ondanks de gevaarlijke wonden, werd de toestand van den bevelhebber geruststellend bevonden. Het is reeds 12 jaar dat de bevelhebber, M. Mous, aan het hoofd staat der gendarmerie van dezen belangrijken post. Het is een man steeds ieverig ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
21
en gewetensvol in het uitoefenen van zijnen plicht, die eenieders sympathie en vriendschap genoot, maar de schrik was der nietdeugers en stroopers. De deserteur Jan D., integendeel, is reeds 4 maal uit het leger geloopen, sinds hij in dienst is. Het is een kerel die overal gevreesd wordt en een eerste voorvechter aan de grenzen. Het onderzoek wordt ijverig voortgezet om hem te ontdekken, alsmede zijne kameraden. Het Hollandsch gerecht heeft eveneens de zaak in handen. Om te sluiten, hopen wij ten vurigste eene spoedige en algehele herstelling van den bekwamen en voorbeeldige bedienaar van de wet." (Gazet van Antwerpen 18 october 1905) Eene aanhouding "Onze lezers herinneren zich nog de moordpoging op de heer Maus, wachtmeester der gendarmerie, verleden jaar gepleegd op de grens der gemeente. Men weet dat het Jan D., bijgenaamd "Het Konijn" was die den messteek aan de wachtmeester toebracht. Hij gelukte er in te ontsnappen met de Hollandsche grens te overschrijden. Ondanks alle opzoekingen, bleef de kwaaddoener, die zich sedert dien tijd nog aan menigvuldige misdrijven had plichtig gemaakt, onvindbaar. De wachtmeester Vervoort der brigade Putte - Cappellen, die zijnen collega Maus vervangt, - laatstgenoemde is thans bevelhebber der brigade van Santhoven - had vernomen dat de beruchte kwaaddoener, die de schrik der bevolking is, zich in het huis zijns vaders op eenige meters der Hollandsche grens schuilhield. Des nachts toog de heele brigade op verkenning en omsingelde de woning. Nadat de vader van den schelm eenigen tijd in de deur van zijne woning gestaan had en geen onraad bespeurde, liet hij zijn zoon uit. Van deze gelegenheid nam de wachtmeester gebruik het huis met een 3tal manschappen te bestormen, den revolver in de hand, bijgestaan door twee gendarmen, die langs de achterzijde het huis invielen. Een gevecht ontstond tusschen de gendarmen die de beruchte Konijn in de handen hadden, de vader, moeder, drij broeders van den schelm en 2 Hollandsche smokkelaars. De macht bleef nochtans aan de gendarmen, die den kerel geboeid naar 't gemeentegevang overbrachten. De kwaaddoener werd opgezocht voor de volgende feiten: 1ste de moordpoging op wachtmeester Maus, verleden jaar met Puttekermis gepleegd. 2de de plundering van het onbewoond kasteel van den heer Mertens te Stabroeck bij middel van braak en beklimming. 3de desertie uit het leger. 4de voor diefstal in het leger. Hij werd naar het gevang van Antwerpen overgebracht, ter beschikking van den heer Procureur des Konings. De bevolking uit den omtrek is ontlast van den kerel die de schrik der bevolking was.Een woord van dank dus aan de brigade van Putte - Cappellen." (Gazet van Antwerpen 25 juli 1906)
â&#x20AC;&#x2122;t Bruggeske 47ste jaargang â&#x20AC;&#x201C; maart 2015 â&#x20AC;&#x201C; nummer 1
22
Noot. U zal ongetwijfeld opgemerkt hebben dat de naam van de bevelhebber van de Rijkswacht in de twee krantenartikelen verschillend geschreven werd; het betreft hier telkens Michel Maus, die bevelhebber was van 1901 tot 1909. (Archieven Rijkswacht) Putse Janhagel De kermis was vroeger voor jongeren een ideale plek om zich op het liefdespad te begeven en met een kermiskoek trachtte de verliefde jongeman het hart van zijn geliefde te veroveren. Een kermiskoek smaakte zoet en was bovendien pittig van smaak; de koeken werden gekruid met peper, gember, kaneel, foelie en kruidnagels. Naast het bekende koekhappen was het koekhakken een berucht tijdverdrijf op de oude kermissen en jaarmarkten. Daar dit laatste spel evenwel vaak tot ongelukken leidde, werd het omstreeks 1900 verboden.
In Putte werd de Putse Janhagel uitgevonden en als vervanging werd deze Putse specialiteit tijdens de afsluitende markt verloot onder de bezoekers. "Janhagel" betekent in het Nederlands 'gepeupel, tuig, slecht volk, crapuul, schorem". Het is een fijn, krokant langwerpig koekje, bestrooid met kandijsuiker en amandelen en keurig verpakt in kartonnen dozen. Sinds 1934 was bakker Jacobs (Puttestraat 45) in het bezit gekomen van het recept voor de echte Hollandse boterjanhagel. Voordien werd deze lekkernij ingevoerd vanuit Nederland door de firma Baardmans en Van der Auwera. Nu is deze janhagel nog te koop bij de opvolger van Jacobs, namelijk bakker De Schutter, en met de kermisdagen gaan er heel wat dozen over de toonbank.
â&#x20AC;&#x2122;t Bruggeske 47ste jaargang â&#x20AC;&#x201C; maart 2015 â&#x20AC;&#x201C; nummer 1
23
Kermis in Putte: "dobbele witjes" Opgetekend door Etienne Vermeulen, verteld door Jos Peeters De kermis is de laatste eeuw fel geëvolueerd. Waar in de beginfase van het volksvermaak sprake was van allerhande soorten marskramers, rondreizende muzikanten, goochelaars, kwakzalvers en allerlei vermakelijkheden, merken we nu een versnelde opmars van de techniek, begeleid door opzwepende beats en lichteffecten, waarbij het uithoudingsvermogen en vooral de maag erg op de proef worden gesteld. Kort gezegd gaat men nu vooral voor de "kick". Aanvankelijk deed men aan allerlei vermakelijkheden waar de toeschouwers soms meer pret aan beleefden dan de mededingers. Zo bestonden dan het eierenrijden, het staakklimmen, het zaklopen, het ringsteken, wit en zwart, het sprietlopen en andere volksspelen. Ook het spel "dobbele witjes" was erg in trek. Ons lid Jos Peeters, die nu samen met zijn echtgenote resideert in "Zonnewende", weet nog — ondanks zijn respectabele leeftijd van 93 jaar — treffende herinneringen aan de kermis te Putte en het nostalgische spel "dobbele witjes" op te halen.
Op schragen lagen enkele brede planken. Daarop stond een soort grote eenvoudige roulette. Tegen betaling mocht men deze laten draaien boven de verschillende gekleurde vakjes. De kleur waar de wijzer stopte bepaalde dan of je een heel, een half of een vierde blad kreeg met "dobbele witjes", ook wel "nobele witjes" geheten. Het leken hoopjes gekaramelliseerde gekleurde suikerbolletjes: geel, roze of wit. De frisheid ervan was evenwel soms ver te zoeken.
Dat de productie van de dobbele witjes in de woning van de grootouders, gelegen aan de Keizersstraat te Zandvliet — nu De Keyserhoeve geheten — indruk gemaakt heeft op Jos, kan je afleiden uit het feit dat hij nog zeer getrouw het proces terug voor de geest kan halen. ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
24
Ik laat hem dan ook graag zelf aan het woord: "De oudste zoon van zus Mathilde, die ook in Zandvliet woonde, had het bakken van dobbele wieten overgenomen. Hij stond dan in de keuken aan de grote cuisinière met de twee grote ovens. Als grondstoffen gebruikte hij gewone witte bloem, klontjes kristalsuiker, gist, een weinig zout; een fles 'groseille' gebruikte hij om de witjes roze te kleuren. Op een kleine toog stonden de attributen om het deeg te bereiden: in een lage Keulse oplegpot werd het deeg gekneed nadat vooraf de ingrediënten nauwkeurig werden afgewogen met een weegschaal. Deze was met een rechte stang aan een balk opgehangen en was voorzien van twee houten schalen als balans. Ernaast stonden een reeks ijzeren gewichten die jaarlijks geijkt dienden te worden. Wanneer het deeg gemengd en gekneed was, vulde de man de twee grote spuitzakken ermee en spoot hij de kleine nopjes op een wit vel papier: honderd op één blad. Daarna deponeerde hij de bladen met nopjes in de ovens; hierbij hield hij nauwgezet zijn horloge in het oog. Wanneer het baksel klaar was, opende de bakker van dienst de ovens en wierp de snoepjesbladen op de zoldervloer die kraaknet was. Die zolder leek wel een witte kamer met langs de achterzijde een klein dakraam voor de verluchting. Ik herinner me nog dat mijn vader indertijd met veel zorg de muren en vloer met gebluste kalk insmeerde en onder de Boomse pannen aan de zijkant een prop stro aanbracht om regen en wind te weren. Jaarlijks herhaalde hij grondig deze karwei. Op deze kleine zolder waren op manshoogte tussen de balken draden gespannen. De bladen met de kleine dobbelwietjes werden geplooid en nadien over de draden gehangen. Als de nopjes opgestijfd waren, werden de bladen op het gelijkvloers in een houten koffer opgeborgen, klaar om op de kermis verloot te worden. Nog steeds kan ik mij herinneren hoe licht deze zolder was!" De kermis van Putte heeft sinds mensenheugenis het volk sterk aangesproken en op alle mogelijke manieren werd het publiek op de hoogte gehouden. Ook de gemeente deed daar haar duit in het zakje. Zo verscheen in de Gazet van Antwerpen van 9 oktober 1904 het volgende artikel: "PUTTE. — Kermis. (Bijz. briefwisseling.) Daar er talrijke bezoekers onzer vermaarde kermis in de meening verkeeren dat deze plaats heeft op 9 October, achten wij het noodig hen te verwittigen, dat zij zal plaats hebben ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
25
op Zondag, 16 October. Het zal aan vermakelijkheden de vorige jaren ver overtreffen, daar de inwoners dit jaar nieuwe sierlijk verlichte zalen bijgebracht hebben. Aangezien de groote nieuwe baan ingehuldigd wordt, welke van Cappellen naar Putte schitterend met acétylène verlicht is, zal het tevens een schoon uitstapje zijn voor cyclisten, rijtuigen, enz. Een geregelde dienst van omnibussen zal zich met het vervoer der reizigers van Cappellen heen en weer gelasten. Zoodus allen naar Putte-kermis!"
Jos tekende zijn herinnering aan het spel "dobbele witjes" op een realistische wijze op papier.
Wordt vervolgd.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
26
Beeldschoon Kapellen Etienne Vermeulen Aflevering 7 en slot. (vervolg op de artikelen verschenen in de Bruggeskes van 2013/3-4 en 2014/1-2-3-4)
In de Graaf Henri Cornetlaan is het ontspanningscentrum FOD Financiën gelegen in het vroeger kasteel Dennenburg. Rechts van de inkomdeur, aan de rand van het terras, staat het beeld van een Griekse atleet.
Griekse atleet - maker is niet gekend (Foto E.V.)
Op een betonnen sokkel is een bronzen beeld van een naakte Griekse atleet geplaatst. Het beeld stelt een hardloper voor; hardlopen (dromos = stadionloop = ca. 192,27 m) was immers de oudste discipline van de eerste spelen in het antieke Griekenland. De kunstenaar die dit werk maakte is niet gekend. Het beeld werd in bruikleen gegeven door regie der gebouwen.
Midden op de grasvlakte naast het kasteel staat het beeld van een Naakte man van de hand van Rik Poot. Op een betonnen sokkel is een metalen sculptuur van een naakte man geplaatst. De man is zonder onderarmen afgebeeld. Zoals vrijwel alle werken die Rik Poot na 1963 heeft vervaardigd, is deze naakte man een toepassing van het procedé van de verloren was (cire perdue). De zo ontstane bronzen elementen last hij losjes aan elkaar. Door de vele leemtes tussen het brons krijgt dit harde en zware metaal een verrassend licht en broos uitzicht.
Naakte man - Rik Poot (Foto: E.V.) ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
27
De weergave van de man door middel van losse bronzen platen roept herinneringen op aan de futuristische kunstenaars uit het begin van de twintigste eeuw, die het bewegingsaspect van hun figuren probeerden te vatten door ze in vlakken te fragmenteren. Het beeld is in bruikleen gegeven door de regie der gebouwen. Rik Poot (°Vilvoorde 1924, †Jette 2006)
Rik Poot in zijn hoeve (atelier) in Londerzeel (Foto: Humo 03-10-2000)
Rik Poot was een beeldend kunstenaar die zich vooral toelegde op bronzen beeldhouwwerken en assemblages in metaal. Net als zanger Kris Debruyne was hij afkomstig uit de Far-West, een sociale woonwijk aan de rand van Vilvoorde. Op 15-jarige leeftijd startte hij met zijn vader een bronsgieterij op. Tijdens de oorlogsjaren studeerde Rik Poot aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Brussel. Van 1962 tot 1984 doceerde hij monumentale kunst als professor aan het Hoger Instituut van Ter Kameren. Poot is zichzelf altijd als een man van het volk blijven zien. Daarom hechtte hij er veel belang aan dat ook de gewone man zijn kunst kon begrijpen en appreciëren. Hij stelde dat vooral mensen die zelf handwerk verrichten, oog hebben voor virtuoze vakbeheersing. Hun waardering was voor hem belangrijker dan het oordeel van kunstcritici. Als locatie voor zijn kunstwerken verkoos hij dan ook openbare parken en pleinen boven musea, die het gewone volk volgens hem toch nooit bezocht. Deze anti-elitaire houding is een uiting van zijn sociaal engagement. Métier en materiaalbeheersing waren in zijn ogen onmisbare eigenschappen van een scheppend kunstenaar. Hij was dan ook zeer gekend voor zijn straffe uitspraken hieromtrent. (Bron: Kunstmakelaardij Metzemakers, Kunstbus)
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
28
Kasteel Dennenburg
Kasteel Dennenburg - Ontspanningscentrum FOD Financiën (Foto: C.C. Kapellen)
Het kasteeldomein "Dennenburg" (ook 't Hof van Cappellen of Moretushof geheten) werd in 1771 gebouwd als zomerverblijf door Paul-Jacques Moretus op de terreinen van de hoeve. In 1871 geërfd door Zoë Moretus die gehuwd was met Emile Geelhand. Het echtpaar liet het kasteel herbouwen in neo-Vlaamse renaissancestijl, en doopte het om tot Dennenburg. In openbare verkoop ging het over op Marthe Geelhand die in 1901 het huidige landhuis liet oprichten in eclectische stijl met Engelse cottage- en neo-Lodewijk-XVI-elementen, volgens D. de Vos-Van Kleef waarschijnlijk naar ontwerp van een Engels architect. Na de Eerste Wereldoorlog werd het oude Dennenburg afgebroken en in 1924 het huidige vergroot. Vanaf 1949 werd het domein, met een oppervlakte van ± 10 ha, gehuurd door de Administratie der douane en accijnzen van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën. Er werd een internaat ingericht waarin 40 tot 50 (mannelijke) ambtenaren konden worden ondergebracht. Op de tweede verdieping werden er slaapzalen, stortbaden en sanitair voorzien. Op 6 september 1951 werd het domein gekocht door de Belgische Staat. Sedert 1973 wordt het gebouw beheerd door de sociale dienst van het Ministerie van Financiën. Het landhuis is omringd door een groot park met Engelse aanleg. (Bron: Inventaris Onroerend Erfgoed)
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
29
Op het scoutsdomein aan de Wolvenbosdreef 8 werd op zondag 17 november 2013 een geboortebos aangeplant. Dit gebeurde in samenwerking met de gemeente Kapellen, de scouts 51ste Sint-Mauritius, Bosgroep Antwerpen Noord en Skip’d. De kinderen van 2010 tot 2012 werden samen met de familie en vrienden uitgenodigd om de 1800 bomen (wintereiken, winterlindes, haagbeuken, tamme kastanjes, hazelaars, sporkehout en 6 zomereiken) te komen aanplanten.
Onderaan de paal waarop het nest rust, werd een tekst in het staal “gelaserd”: De ooievaar op zijn nest (foto: E.V.)
Aan de ingang van het terrein werd goed zichtbaar vanaf de straatkant een duidelijk herkennings-/herinneringspunt opgericht: "De Ooievaar op zijn nest". Het vijf meter hoge kunstwerk is uitgevoerd in kleine stukjes Cortenstaal waardoor een speels geheel is gecreëerd en dat perfect past in de omgeving van het bos. Het kunstwerk weegt zo'n 250 kg. Kunstenaar Peter Quirijnen en Johan Huys van Ambrosia Design tekenden voor dit perfecte symbool.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
30
Peter Quirijnen In 2003 is Peter Quirijnen toegetreden tot Studio Vandersteen. Hij werkt vanaf het verhaal "De breinbrekers" mee aan het uitwerken van de achtergronden. Voordat Peter begon als assistent van Marc Verhaegen had hij al ervaring opgedaan op stripgebied. Bij Studio 100 maakte hij de strip Wizzy en Woppy. Eerder had hij ook gewerkt aan het uitwerken van de decors van diverse tekenfilms. Na het verzorgen van de decors voor vele albums vertrok Peter in september 2013 bij Studio 100. Peter Quirijnen (foto: Studio Vandersteen)
Johan Huys Hij volgde de richting productontwikkeling aan de Hogeschool Antwerpen, waar hij als master afstudeerde. Hij is zaakvoerder van Ambrosia DesignFurbance (een bedrijf dat ecologisch verantwoord onderneemt).
Johan Huys (foto: GVA)
Gedenkmonument Edouard Osy de Zegwaart Naast de parking van de Sint Jozefkerk, in Kapellen-Hoogboom, is in aanwezigheid van familiale afstammelingen van John Osy de Zegwaart op 8 juni 2014 een gedenkmonument onthuld. Oorspronkelijk stond dat monument op het afgesloten privédomein van de familie Osy de Zegwaart. Kort na de Eerste Wereldoorlog werd de gedenkzuil opgericht uit dankbaarheid voor de behouden terugkeer van zoon Edouard.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
31
Baron Edouard Osy de Zegwaart. (° Brasschaat, 26 januari 1885, † Elsene, 19 augustus 1943) gaf zich in 1914 op als oorlogsvrijwilliger. Hij werd ingelijfd bij het eerste Regiment Genie en in 1916 toegevoegd aan de officier belast met het bestuur van het militair hospitaal van Cauvalat le Vigan (Frankrijk). De baron werd vervolgens nog bij verschillende commando's aangehecht. Het beeld stond jarenlang te verkommeren en in de loop van de tijd verdween ook het Mariabeeld dat bovenaan in de nis stond. Vooral onder impuls van Raymond Roelands, voorzitter van heemkring Hobonia en voorzitter van de kerkraad van SintJozef, werd het gedenkteken (3.60 m hoog) verplaatst, kreeg het een opknapbeurt en werd er een nieuw Mariabeeld in geplaatst. Op de sokkel staat de boodschap van Edouards moeder : “Merci à la vierge im- maculée pour le retour de mes enfants 1914-1918″. (foto E.V.)
In de tuin van het Cultureel Centrum "De Oude Pastorij" werd op 21 juni 2014 het beeld "Goldie" van Paul Van Hoeydonck officieel onthuld. Twee jaar nadat het beeld Easy Rider van deze kunstenaar uit het gemeentepark ontvreemd werd, heeft de gemeente opnieuw een beeld van hem in haar bezit. Het betreft een abstract beeld uit 1993 in geaccumuleerd brons met figuratieve verwijzingen. Het stelt een imaginaire amfibische dierenfiguur voor. Het nieuwe beeld is te bewonderen in de mooie tuin van het cultureel centrum, ontworpen door de bekende tuinarchitect Wirtz. Deze tuin is publiek toegankelijk, maar wordt 's nachts afgesloten.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
32
Goldie (foto: E.V.)
Een zustersculptuur van Goldie bevindt zich in de beeldentuin van het Museum van Moderne Kunst in Duinkerke, waar ook het uitvergrote kunstwerk staat van Fallen Astronaut, het beeld dat een plaats kreeg op de maan. Voor verdere info over de kunstenaar verwijzen we graag naar ‘t Bruggeske nr. 4 van 2013, pagina 9. Met dank voor de informatie: André De Nys, Bettina Devos, Familie Smits, Paul Van Hoeydonck en Dirk Fret, Peter Kempenaers , Rob Bruyninckx, Roger Balbaert. Geraadpleegde bronnen: - "Artia" - Beeldende kunst... een dialoog - 1999 - Wijkkomitee Haezeldonck. - "De Lievenskapel en de Mariadevotie te Kapellen.” - P. Veulemans. - Digitale bibliotheek van de Nederlandse letteren "Verzameld werk, deel 4: proza" - Paul van Ostaijen. - "Haezelkrakers - 2004 - Wijkkomitee Haezeldonck. - "Het monument der gesneuvelden en de kunstenaar Theo Blickx" Balbaert R. - "(lime) Rickske een vogelschrikske" - 2009 - Wijkkomitee Haezeldonck - "Steen" t.g.v. open monumentendag 2003 - "'t Bruggeske" juni 2006 www.metzemaekers.com - www.nobel.be - the belgian artists dictionary illustrated - www.paulvanhoeydonck.com - www.peke.be www.mechelenblogt.be - www.standbeelden.be Wikipedia - Gazet van Antwerpen - Het Nieuwsblad ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
33
Het tandpijnmanneke van mijn grootvader Hugo Lambrechts-Augustijns Voorwoord. In ’t Bruggeske van december 2014/4 werd een artikel gepubliceerd over een vreemdsoortig voorwerp, dat door de auteur als “tandpijnmanneke” werd betiteld, en waarin hij vroeg om nadere informatie over dit siervoorwerp. Intussen werden hem uit verschillende bronnen verklaringen toegezonden die wij graag aan onze lezers doorsturen. Met dank aan Hugo Lambrechts. De redactie Roger Van den Bleeken. Mijn grootvader Pierre Lambrechts (°Antwerpen 1899) was tandarts en had een beeldje op zijn bureau staan dat ik omschrijf als een “tandpijnmanneke”. Hij zal dit beeldje eerder als decorum gebruikt hebben, maar het is merkwaardig dat het hoofd voorzien is van een aantal gaatjes. Een tijdje geleden stelde ik de vraag of iemand de functie van zulk beeldje kent. We hadden verschillende hypothesen onderzocht. Voor een pique-fleurs is het niet geschikt omdat de open mond van het manneke niet direct een ideaal waterreservoir is. Voor een theelichtje is de mond dan weer te klein. (foto’s HLA)
De kruidnagelhypothese was leuk, maar niet realistisch. Kruidnagel (Eugenia caryophyllus of Eugenia aromatica) bevat veel eugenol, een etherische olie die helpt tegen tandpijn en het tandvlees ontsmet. Kauwen op kruidnagel verdoezelt een slechte adem en het is een zeer actief antioxidant dat je lichaam zuivert van vrije radicalen. Mijn grootvader zal geen kruidnageltje aan een patiënt aangeboden hebben als middel tegen tandpijn. Er is een zekere gelijkenis met de gaper-iconografie. Een gaper is een beeld van het hoofd van een man, meestal van zuidelijke afkomst, die zijn mond openhoudt, alsof hij gaapt. Een gaper was het uithangbord van een apotheker en vanaf de zeventiende eeuw vaak aan de gevel bevestigd. De mond staat open om een medicijn in te nemen. Door de handel in specerijen tussen West-Europa met Azië en Afrika kwam de verkoop van gedroogde specerijen door drogisterijen op gang. Vooral in Amsterdam werden gapers vanaf de zeventiende eeuw als uithangbord door een drogist ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
34
gebruikt. In het Nederlandse Drogisterij Museum in Maarssen is een verzameling van 150 gapers te bewonderen. Ook het Nationaal Farmaceutisch Museum in Gouda heeft een gapercollectie. Gapers met kiespijn vertonen een sterke gelijkenis met ons tandpijnmanneke.
In de middeleeuwen vreesde men dat onze ziel langs de wijd opengesperde mond kon ontsnappen. Maar andersom, de duivel kon erdoor naar binnen glippen. Daaruit ontstond de gewoonte om onze hand voor onze mond te houden.
Pierre en (mijn vader) François Lambrechts, omstreeks 1935.
Het Breugelsyndroom is een medisch probleem waarbij een verkramping van de mond en de kaken (oromandibulaire dystonie) en verkramping van de oogleden (blefarospasmen) optreden. Dit syndroom wordt genoemd naar de gelijkenis met de man uit het schilderij “de Gaper” van Pieter Breughel de Oude. Het wordt ook het “syndroom van Meige” genoemd, naar de Franse neuroloog Henri Meige, die het syndroom voor het eerst beschreef in 1910. Dit syndroom verklaart uiteraard de aanwezigheid van de gaatjes in het beeld niet. De Gaper, Pieter Breughel de Oude (ca. 1558) ’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
35
Het tandpijnmanneke en de onderstaande beeldjes zijn lucifershouders. Zij hadden een vrij beperkte afzetmarkt. De markt van de relatiegeschenken is echter onuitputtelijk. In Groot-Brittannië was het de gewoonte om de klanten bij bepaalde gelegenheden een cadeautje aan te bieden. De firma Schäfer & Vater uit Thüringen (Duitsland) exporteerde via Sears Roebuck & Company veel porseleingoed naar Amerika. Sears publiceerde in 1888 zijn eerste postordercatalogus en de combinatie van goede kwaliteit voor een vaste prijs was een succes. Zo veroverde Schäfer & Vater de Amerikaanse markt en bevinden de belangrijkste verzamelaars zich in Amerika. Porseleinwerk van S&V werd aan de onderzijde gemerkt met de letter R in een ster onder een kroontje. Toch zijn niet al hun beeldjes op die wijze gerefereerd. Soms komt in zwarte letters ‘Made in Germany’ voor. Vanaf 1887 werd een landaanduiding wettelijk verplicht in Groot-Brittannië.
Bibliografie:
- Lambrechts-Augustijns, Hugo, Welke functie heeft het ‘tandpijnmanneke’?, in: Geschiedenis der Geneeskunde, jg. 14, nr. 6, december 2010, pp. 369-373. - Lambrechts-Augustijns, Hugo, Welke functie heeft het tandpijnmanneke?, in: vvt contactpunt, Maandblad van het Verbond der Vlaamse Tandartsen, maart 2011, pp. 24-26. - Thewissen, René, Ain’t it Awful? in: vvt contactpunt, september 2011, pp. 46-47.
’t Bruggeske 47ste jaargang – maart 2015 – nummer 1
36
BOUWBEDRIJF J. VALCKENBORGH Starrenhoflaan, 5 - 2950 Kapellen Tel. 03/660.14.20 www.valckenborgh.be Algemene aannemingen – eigen schrijnwerkerij – keuken- en interieurinrichting. Immo Lioen cvba - Lioen nv Thijs Lion Verzekeringen & Vastgoed Stationsstraat 2 2950 Kapellen tel : 03/660.05.55 fax : 03/660.05.50 gsm : 0477/36.69.05
Voetzentrum bvba
Erkend orthopedist Chr. Pallemansstraat 4 - 2950 Kapellen tel : 03/664 84 25 fax : 03/605 21 93 info@voetcentrum.be www.voetcentrum.be Voetanalyse – Steunzolen – Voetverzorging – Manicure – Massage – Steun- en aderspatkousen
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT ’T BRUGGESKE HEEMKRING HOGHESCOTE VZW. ESSENHOUTSTRAAT 59 2950 KAPELLEN AFGIFTEKANTOOR: KAPELLEN 1 P 806083
COPY
SERVICE
BELGIË BELGIQUE P.B. 2950 KAPELLEN 1
BC 30832
CENTER
KOPIES Inbinden Plastificeren Printen Kleurkopieën DORPSSTRAAT 50 - KAPELLEN 2950 TEL: 03.605.42.67 e-mail: copyservicecenter@skynet.be