Traiteur Luc Van Walle
<&#=)#18'1%>"'%"3%*?%-&&;.&'@%
Huwelijken, Communiefeesten, Recepties, Koffietafels, Diners, Avondfeesten, Banketten, Zakendiners, Personeelsfeesten, e.d. In feestzaal “De Jachthoorn” , bij u thuis of in een zaal naar keuze.
Specialiteit
Jubilea,
!"#$%&'%()*+%,*--&./% 0#&*12&3."-&3%&'%0"#,&4*&5% 63378'%-)#$*3&%9%)',&:&#(.%8'% ""'."3%:&#;)'&'5%
Privé parking + tuin met speelhoek voor kinderen. Voor verdere inlichtingen en advies staan wij steeds voor u klaar. Feestzaal de Jachthoorn – Traiteur Luc Van Walle. Antwerpsesteenweg 153 - 2950 Kapellen. Tel. 03-665 20 38 * GSM. 0496 60 50 65 * FAX. 03-605 53 25 E-mail: info@jachthoorn.be * www.jachthoorn.be
‘t Bruggeske 47ste jaargang - nummer 3 – september 2015 Driemaandelijks tijdschrift van Heemkring Hoghescote vzw Essenhoutstraat 59 - 2950 Kapellen Ondernemersnr. 0409 968 421
In dit nummer: Bezoek aan het stadhuis van Antwerpen op zondag 18 oktober 2015 Bestuur Hoghescote
Met dank aan onze sponsors, ereleden en leden
2 3
Bestuur Hoghescote
Schenkingen aan het archief van Hoghescote
4
Bestuur Hoghescote
De luidklokken van de Sint-Jacobuskerk van Kapellen Etienne Vermeulen
Kapelse jongens in de legers van Napoleon
5 14
Jan Vanderhaeghe
Bijkomende informatie en rechtzetting bij het artikel “Napoleon en De Slag van Waterloo” - ’t Bruggeske 2015/2 Redactie ‘t Bruggeske
Watervrees
32 33
Etienne Vermeulen
Rondvraag betreffende een foto uit de oude doos
36
Bestuur Hoghescote
Verantwoordelijke uitgever: André De Vleeschouwer, Tel: 036057989 Redactie en opmaak: Roger Van den Bleeken, Tel: 036646322 beiden p.a. Essenhoutstraat 59 te 2950 Kapellen heemkringhoghescote@gmail.com Kaftontwerp: T. Hanssens
Copyright Heemkring Hoghescote Kapellen Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd, gereproduceerd of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Ledenblad ’t Bruggeske wordt 4 x per jaar aan elk lid van Heemkring Hoghescote toegezonden. Elke auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van het door hem ingezonden artikel. Het lidmaatschap bedraagt 12 € per jaar als gewoon lid, of vanaf 25 € als erelid. Dit bedrag kan worden overgemaakt op BE18 4137 2050 7165 (BIC-code KREDBEBB) op naam van Heemkring Hoghescote vzw - Essenhoutstraat 59, 2950 Kapellen, met de vermelding "Lidgeld". Losse nummers van ’t Bruggeske, voor zover nog in voorraad, zijn te verkrijgen op het redactieadres tegen 3 € per exemplaar.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
1
Bezoek aan het stadhuis van Antwerpen op zondag 18 oktober 2015 Op 27 februari 2015 vierde het bekendste huis van ’t stad, het stadhuis, zijn 450ste verjaardag. Dit wordt gans het jaar gevierd met een totaal nieuwe rondleiding. Samen met een gids vertrek je op de Grote Markt om dan het prachtige renaissancepaleis van kelder tot zolder te verkennen. Niet alleen politieke, culturele, economische en sportieve gebeurtenissen passeren de revue maar ook de bouwkundige snufjes en huidige mankementen worden getoond. De jarige is immers toe aan een grondige restauratie om de komende 450 jaar te blijven schitteren. De gids vertelt het je graag, samen met de toekomstplannen... Aarzel niet om deze rondleiding te volgen. Onze Antwerpse gidsen nemen je mee in hun stadhuis dat slechts één jaar lang op deze manier getoond zal worden. Doen dus!
De wandelzaal van ‘t stadhuis, omgetoverd tot ‘Café ’t Schoon Verdiep’
Samenkomst om 12.45 u: Toerisme & Congres, Grote Markt 13, 2000 Antwerpen. Start rondleiding om 13.00 u stipt. Maximum: 20 personen Deelnameprijs: leden: € 5 en niet-leden: € 7. Inschrijven voor 18 september 2015, telefonisch op 03 664 82 77 of via e-mail: heemkringhoghescote@gmail.com. Na inschrijving, betaling op rekening BE18 4137 2050 7165 – Heemkring Hoghescote vzw, Essenhoutstraat 59 – 2950 Kapellen met duidelijke vermelding van het aantal personen en “Stadhuis Antwerpen”.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
2
Met dank aan onze sponsors, ereleden en leden Hierbij danken wij onze sponsors, ereleden en leden voor hun steun. Het is dankzij uw bijdrage dat wij samen in staat zijn ons erfgoed te bewaren voor de toekomst. Sponsors 2015
Copy Service Center
Dorpsstraat 50
2950 Kapellen
De Jachthoorn
Antwerpsesteenweg 153
2950 Kapellen
Voetzentrum De Swaef T.
Chr. Pallemansstr. 4
2950 Kapellen
KBC
Antwerpsesteenweg 20
2950 Kapellen
Lioen n.v.
Stationsstraat 2
2950 Kapellen
Valckenborgh Bouwbedrijf
Starrenhoflaan 5
2950 Kapellen
Le Vieil Aiglun – Annick & Charles Speth.
F-04510 Aiglun
Frankrijk
Ereleden 2015 Adriaenssens–Kil - 2950 Kapellen Adriaenssens Stef - 2950 Kapellen Arets Han - 2950 Kapellen Bastiaensens-De Roover R. - 2940 Hoevenen Berghmans-Van den Bergh P.- 2950 Kapellen Biart Guy - 5000 Namur Blaas-Bullens Chris - 2920 Kalmthout Blankers-Leers Ludovicus - 2950 Kapellen Brackx Irène - 2950 Kapellen Brans Jan – 2950 Kapellen Bruyninckx Eddy - 2950 Kapellen Buchmann J. - 2950 Kapellen Budding Egberdina - 2950 Kapellen Buntinx-Poels Pieter - 2950 Kapellen Castelein Robert - 2950 Kapellen Claessens-Van Dorst Joseph - 2950 Kapellen Cleiren Walter - 8800 Roeselare Colpaert Jean–Paul – 2950 Kapellen Craens-De Jonghe Joannes - 2950 Kapellen De Bakker-Bastiaenssen Jos - 2950 Kapellen De Keyser Constant - 2940 Hoevenen De Mesel D. Hortensiahoeve - 2950 Kapellen De Saegher Sylvia - 2950 Kapellen De Schutter-Anthonissen Jan - 2950 Kapellen De Schutter-De Borger M. - 2640 Mortsel De Vleeschouwer André - 2950 Kapellen De Vuyst Laurent - 3090 Overijse Dilliën-Smets John - 2950 Kapellen
Dingemans-Vingerhoed Jan - 2950 Kapellen Flebus Constant - 2950 Kapellen Geelhand de Merxem Chr. - 2950 Kapellen Geyskens - Sebille Jos en C. - 2950 Kapellen Gijsen Gerard - 2950 Kapellen Guiette Michel - 3071 Erps Kwerps Begrafenissen Haast - 2950 Kapellen Hazelof Martha - 2950 Kapellen Heerbaart-Verhoeven - 2950 Kapellen Helsen Koen - 2950 Kapellen Hendrickx Irène - 2930 Brasschaat Hendrickx Maria - 2180 Ekeren Henquin Michel - 2940 Hoevenen Heystraeten-Kerstens Petrus - 2950 Kapellen Huibrechts André - 2950 Kapellen Huibrechts-Verswyvelen Marion en Christel 2950 Kapellen Jansens-Back Elsa - 2550 Kontich Janssens Luc - 2950 Kapellen Janssens-Smits Michel - 2950 Kapellen Jaspers-Hofkens Ludovicus - 2950 Kapellen Joossens Maria - 2950 Kapellen Kerremans-De Saegher Jan - 2950 Kapellen Ketelaars-Van Aert Jan - 2950 Kapellen Lathouwers Louisa - 2950 Kapellen Lathouwers Jos (Petrus) - 2950 Kapellen Lenaerts Jacques - 2950 Kapellen Mater Salvatoris sec. ond.- 2950 Kapellen
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
3
Meynen-Hoyberghs A. en C. – 3270 Scherpenheuvel Meynen Jan-Lamot C. - 2950 Kapellen Meyvis Leo - 2950 Kapellen Moons-Peeters Anna - 2180 Ekeren Osterrieth Max - 2950 Kapellen Pelckmans Rudy - 2950 Kapellen Platteau Dirk - 2950 Kapellen Putcuyps Pierre - 2950 Kapellen Raemaekers Gilberte - 2950 Kapellen Robert Fernand - 2950 Kapellen Roeken André-Francken M. - 2950 Kapellen Roggeman Barbra - 2950 Kapellen Roggeman Robert - 2950 Kapellen Schelfout Robert - 2950 Kapellen Segier Frank - 2940 Hoevenen Somers Maria - 2950 Kapellen Speth Annick & Charles -04510 Aiglun (France) Spur Elza - 2020 Antwerpen Stevens Louisette - 2950 Kapellen Stokmans-Busschots Jan - 2950 Kapellen Strijbos-De Smedt - 2950 Kapellen Thyssen Patrick - 2950 Kapellen Tignol Ferre - 2930 Brasschaat Van Cauwenberghe-Vanderlinden Françoise 2950 Kapellen Van de Perck-Huybrechts G. - 2170 Merksem Van de Wygaert-De Vree Jan - 2950 Kapellen
Van den Kerckhove Nicole - 2950 Kapellen Van Dingenen-Meynendonckx J. – 2950 Kapellen Van Doeselaer Frieda, 2950 Kapellen Van Doninck Maria - 2950 Kapellen Van Eylen Geertje - 2950 Kapellen Van Gansen Jacobus - 2950 Kapellen Van Haaren-Patzelt Frederic - 2950 Kapellen Van Helvert-Joosens Willy - 2950 Kapellen Van Hoof-Williame Flor - 2950 Kapellen Van Meel Joanna - 2950 Kapellen Van Meel Roger - 2950 Kapellen Van Oncen Ria - 2950 Kapellen Van Put Bob en Edgard - 2950 Kapellen Van Rompaey-De Ridder Ch. - 2950 Kapellen Van Strydonck-Osterrieth Guy -2950 Kapellen Van Tilborg Marc - 2950 Kapellen Van Turnhout-Van Honsté W. - 2950 Kapellen Verbist-Andries Gustave - 2950 Kapellen Verbruggen Gert - 2950 Kapellen Vercauteren-Schelfout Marie-Paule 2950 Kapellen Verpraet Petrus - 2920 Kalmthout Vingeroets Gert - 2950 Kapellen Willems - Horemans Carlo - 2950 Kapellen Willems - Rottiers F. - 2950 Kapellen Wuyts Filip - 2950 Kapellen Yzermans Frans - 2940 Hoevenen
Het archief van Hoghescote ontving de volgende schenkingen van: mevrouw Rosa Van Elsacker – rouwbrieven, bidprentjes, notariële akten en medailles de heer Jos Peeters – documentatie over Putte de heer Lodewijk De Ridder – een beschreven postkaart van het Hortensiahof de heer Rien De Meulder – boek van het zangkoor Cantamus van de periode 1969-1989 mevrouw Hermans – boeken, militaire documenten en bidprentjes de heer Roger Puts – bidprentjes, prenten, medailles De heer Frans Meeus – boeken: Brabant van Generaliteitsland tot Gewest, Fort Sint Martijn op Hoogerwerf en Het bezit van de heer van Bergen op Zoom. Met dank van bestuur en leden van Hoghescote.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
4
De luidklokken van de Sint-Jacobuskerk van Kapellen (vervolg van het artikel verschenen in ’t Bruggeske juni 2015 nr.2)
Etienne Vermeulen
De Jacobuskerk van Kapellen doorheen de geschiedenis Oorspronkelijk werd het grondgebied van onze gemeente Hoghescote geheten: het terrein bood immers een natuurlijke schutting tegen het zo vaak opkomende Scheldewater. Het oudste officieel stuk dat gekend is en waarop die naam voorkomt, dateert uit 1277. De aarden weg die van Bergen op Zoom kwam en naar Antwerpen leidde, vormde als het ware de scheiding tussen de hoger en lager gelegen gedeelten van onze gemeente. Daar de ondergrond evenwel niet zo rijk was (heidegrond) om aan landbouw te doen, was de omgeving ook niet zo erg bewoond.
Afbeelding van een pelgrim op weg naar Santiago de Compostela. Onbekende Vlaamse meester, 16de eeuw. Luik, univ. Bibliotheek
In de 11de en 12de eeuw gingen steeds meer en meer boetelingen op bedevaart naar Compostela in Galicië. Zo stapten de pelgrims vanuit het noorden via Bergen op Zoom, Kapellen, Antwerpen, Mechelen om zo hun tocht verder te zetten richting Frankrijk en Spanje (Via Brabantica). In het centrum van de gemeente werd, op een lichte verhevenheid, een kapel, gewijd aan de heilige Jacob, opgericht. Toen de heer van Breda en Ekeren hier een kapel bouwde (meer volk, meer tienden, meer opbrengst) - wij weten zeker dat die kapel reeds in 1248 bestond - werd ze prompt de kapel van de Hogeschoot genoemd. Er is een pauselijke akte, daterend van 31 januari 1256, waarin werd vermeld dat
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
5
op die datum hier een kapel bestond die bestuurd werd door een zekere Arnulfus van Zellaer. Of er toen reeds een luidklok aanwezig was, kan niet achterhaald worden. 1417 Tijdens het pontificaat van paus Martinus V (1417-1431) werd de kapel verenigd met de abdij van Sint-Bernaarts en tevens gepromoveerd tot kloosterkerk en van dan af was de abt van Sint-Bernaarts hier van rechtswege pastoor. Kapellen schijnt in de eerste helft van de 16de eeuw fel te zijn vooruitgegaan. Door de aangroei van de bevolking drong de vergroting of de verbouwing van de kerk zich op. Het verslag van de kerkvisitatie van 1598 meldde dat de kosten daarvoor zeer zwaar waren geweest. Uit het verslag van een andere visitatie, namelijk die van 1619, blijkt dat de vergroting of verbouwing rond 1550 moet hebben plaatsgehad. (een kerkvisitatie = het bezoek van de deken aan de kerk om verslag uit te brengen over: de pastorij, de parochianen, de koster, de school en zo meer).
De kerk van Jacobus de Meerdere omstreeks 1900
In 1610 stond hier Balduinus Oudegherst als zielenherder. De toestand van de kerk was nog even ellendig, zo niet ellendiger dan 25 jaar tevoren. Bij zijn aankomst beschreef deze nieuwe pastoor haar aldus: "... De toren is zo gehavend, dat hij dreigt te vallen. Er is geen enkele klok. Het schip van de kerk ligt nog steeds in puin; enkel het hoogkoor en de zijkoren staan nog overeind. Van de drie altaren zijn er twee onbruikbaar. Het dak ligt derwijze open, dat de vogels er meer dan vrije toegang hebben. De vloer is geheel aan stukken ...".
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
6
In 1611 kwam de eerste klok in de toren. Dat zegt ons de kerkvisitatie van dat jaar. In de kerkrekening van 1626 lezen we bij de uitgaven: herstelling van een nieuw klokzeel: kosten 2 gulden. In de kerkrekening van 1627 noteren we de uitgave voor werken: men heeft verschillende keren op de toren moeten klimmen om aan de klok te werken. In 1629 komt Gillis Van Landegem in beeld. Hij heeft een herberg, want er wordt bij hem verteerd. In deze rekening wordt hij ook “vorster” ge- noemd. (Een vorster is het best te vergelijken met een boswachter, in die tijd wel een heel belangrijk beroep). Deze Gillis schiet de uilen van het dak van de kerk en vervangt de klokzelen. In de kerkrekening van 1632 wordt bij de uitgaven genoteerd dat er ook nog “smout en seep” wordt gekocht om de klok te smeren. Het herstellen van de klok en het invetten van de draaiende en wrijvende onderdelen is een jaarlijks weerkerende post. In 1642 wordt de klok uit de toren gehaald en op het kerkhof gehangen. Op 5 juni 1680 kreeg onze parochie weer een bezoek van de deken. Ziehier een deel van zijn verslag: "...Er zijn in de Parochie van Sint- Jacob te Cappellen drij altaren.'t Hoogaltaar is toegewijd aan den patroon der parochie; 't tweede, uit marmer vervaardigd, draagt den naam van Onze Lieve Vrouw, doch is niet gewijd; 't zelfde geldt voor 't altaar links, dat bestaat ter eere van den heilige Sebastiaen." "Het tabernakel bevindt zich in het hoogaltaar." "De sakristij is nog niet veerdig." "Er is geene bijzondere plaats voor de vont; deze bevindt zich nabij het hoogaltaar, langs de zijde van het Evangelie." "Er is slechts één biechtstoel, die wel traliën bezit, doch niettemin zeer armoedig is. De predikstoel kan er door." "De bouw der kerk is lief en wel in verhouding." "Het schip werd onlangs vanuit den grond heropgebouwd." "Het koor werd vroeger heropgebouwd ten laste van de fabriek." "Het kerkhof is aan de eene zijde met wallen en aan de andere met hagen afgesloten." "De toren is met schaliën bedekt. Er is slechts één klok, namelijk de tiendeklok." Gedurende de jaren dat Philippus Valckenisse pastoor was, heeft hij ook niet stilgezeten. In 1688 werd een uurwerk op de toren geplaatst doch hiervan is geen kostennota gevonden. In 1774 kwam in de toren ook een nieuwe klok, die nagenoeg 500 pond woog. Ze kreeg de naam "Campana decimalis" (tiendeklok) en werd geschonken door de abdij van Sint-Bernaarts, die hier toen alleen de tienden (belastingen) mocht heffen; vandaar waarschijnlijk haar naam.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
7
Campana decimalis of tiendeklok
In 1775 (28 oktober) kreeg de koster een voorschot van 8 stuivers en tweekwart stuivers (2 oorden) voor de aankoop van een riem voor de klok. In 1778 werd de plaats, waar de klok hing, versterkt. Het laatste grote werk aan de kerk, dat onder de leiding van pastoor Knopff werd uitgevoerd, was het plaatsen van een tweede klok. Ze werd gegoten in 1780 (ze woog 837 pond) en werd op 20 september gezegend. Dat jaar wordt aan Benedictus Verbeeck 1 gulden uitgekeerd als voorschot voor een riem voor de klok. Bij decreet moesten de kerkelijke goederen van 1798 af (Franse overheersing) verkocht worden. Daartoe werden twee klokken uit de toren weggenomen en het kruis afgezaagd. Dat jaar wordt 1 gulden en 11 stuivers betaald voor de herstelling aan kerkkoper en de aanschaf van een riem voor de klok. In 1801 wordt onze gemeente zelfstandig en krijgt de naam Cappellen. Slechts in de 20ste eeuw krijgt ze de huidige naam Kapellen. In 1878 werd een nieuwe klok besteld, die "Angelica" werd geheten en gewijd werd door de deken van Ekeren. De heer Edward Geelhand trad op als peter voor zijn vader en de meter was mevrouw Robert Geelhand. De nieuwelinge kreeg als opschrift: ANGELICA VOCOR 1 DEC 1878 ME SUSC PRAENOB DS EMILIUS GEELHAND ET PRAENOB DNA ANGELICA GEELHAND (Angelica word ik genoemd, 1 december 1878, de weledele heer Emilius Geelhand en de weledele dame Angelica Geelhand zijn mijn getuigen) De klok woog 872,5 kg en werd betaald, zoals iedereen al wel geraden heeft, door giften van de families Geelhand en Moretus. ’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
8
Het volgend jaar (1879) kwam er een tweede klok, met de naam ''Albertus''. Evenals de eerste werd ze te Leuven gegoten en woog 512 kg. Ze had de heer Albertus Van de Wouwer als peter en diens echtgenote mevrouw Anastasia Van de Wouwer tot meter. Onder het wapen van de familie Van de Wouwer staat: IN FESTO S. JOSEPHI 1879 ME SUSC ALBERTUS ET ANASTASIA VAN DE WOUWER ALBERTUS VOCOR (Ter gelegenheid van het feest van de heilige Jozef, Albertus en Anastasia Van de Wouwer zijn mijn getuigen, Albertus word ik genoemd) Ze werd dan ook door de familie Van de Wouwer aan de kerk geschonken. In dat jaar werd 1 gulden en 8 stuivers betaald als voorschot op de aankoop van een riem voor de klok en voor de herstelling van het kerkkoper. In 1890-1891 gebeurde een verbouwing (lees: vergroting). De nieuwe toren vroeg nu om een nieuwe zwaardere klok. "Angelica" werd hergoten en van 872,5 kg op 1213 kg gebracht. Ze droeg van dan af de namen van haar nieuwe peter en meter: JACOBUS PEETERS EN MARIA PAUWELS. Op 6 maart 1914 had een spijtig voorval plaats. De koorden van het gewicht van de torenklok begaven het en door de val werd grote schade toegebracht aan een deel van de zolder van de toren, aan de orgelkast en aan het orgel zelf. Wanneer de herstellingswerken werden uitgevoerd hebben we niet kunnen vinden. Op 10 mei 1940 brak de Tweede Wereldoorlog uit. De eerste dagen bezorgden ons een luchtbombardement en een beschieting. Buiten brokken aan verschillende huizen in de kom van het dorp werd ook de kerk deerlijk gehavend en sommige waardevolle glasramen in de zijkoren gingen daarbij verloren. De pastorij kreeg insgelijks haar deel. In de voorgevel werd een groot gat geslagen op de verdieping en heel de inboedel werd duchtig door elkaar geschud. WO II legde evenwel de hele productie van klokken weer stil. Tijdens de beide wereldoorlogen werden de klokken uit de toren van de Jacobuskerk gehaald door de bezetter. De Duitse bezetter vaardigde op 1 november 1941 een decreet uit betreffende de inbeslagname van bronzen klokken. Deze opeising ging door in het hele bezette gebied en leverde de “Reichsstelle für Eisen und Metalle” te Berlijn enorme hoeveelheden koper en tin op, noodzakelijk voor de oorlogvoering.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
9
Buitgemaakte of afgedankte klokken gingen in de smeltoven en werden met toevoeging van eenzelfde hoeveelheid koper (om de hoeveelheid tin te halveren) omgesmolten tot brons voor kanonnen. Onder de geschutgieters waren er ook die tevens klokkengieter waren. Kerkklokken zijn vaak het voorwerp van roof geweest. Van de in WO II weggevoerde klokken kwam slechts een deel terug. Na WO II (in 1948) werd door architect Verschueren in opdracht van de kerkfabriek een raming gemaakt voor de aankoop en plaatsing van twee nieuwe klokken (Maria en Jacobus) en dat voor de som van 143.250 frank. Deze werden in 1950 aangekocht en geplaatst.
Maria De grootste klok in de toren draagt deze naam en hangt aan de buitenkant, vlak naast de buitenmuur. Deze klok komt uit de werkhuizen van Michiels te Doornik en is in 1950 in de toren gehangen. Meter van de klok was mevrouw Stimkens en peter van de klok was de heer G. Van Eessel.
inscriptie van de klok: Maria is mijn naam verhef uw hart tot de Heer bij het horen van mijn stem
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
10
Jacobus De middelste in grootte, de enige die eigenlijk vrij hangt boven de houten balustrade, waar men onderdoor kan lopen en die tussen de beide andere klokken hangt. Deze klok komt uit de werkhuizen van Michiels in Doornik, en werd in 1950 in de toren gehangen. Meter van de klok was Mevrouw Geelhand en peter van de klok was de Heer A.E. de Baeck.
inscriptie van de klok: Jacobus is mijn naam Ik loof de Heer, beween de doden, roep de gelovigen.
Margareta Is de kleinste van de drie en hangt in de kerktoren als eerste vanaf de wenteltrap. Deze klok komt uit de werkhuizen van Petit & Fritsen, te Aarle-Rixtel (Ned.); ze werd in 1951 geschonken door de Heer en Mevrouw Van Eessel.
inscriptie van de klok: Margareta est nomen meum. (Margareta is mijn naam)
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
11
Over de vierde klok, "campana decimalis" (tiendeklok) geheten, die in de toren ongebruikt onder de Margaretaklok staat, is niets geweten. Is zij beschadigd of gebarsten?
De Margaretaklok wordt zoals de andere klokken in de toren aangedreven met een motor waarvan de kracht via een tandketting over een groot wiel wordt overgebracht. Voorheen werden de klokken manueel (met een touw) geluid, wat heel wat spierkracht vereiste.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
12
De klokken in de toren van de Jacobuskerk werken volgens het principe van "de vallende klepel" De klok hangt daarbij aan een gekrukte as (zie afbeelding hieronder). Het draaipunt van de klepel hangt gelijk aan of hoger dan het draaipunt van de krukas (zie pijl op het schema hieronder). Tijdens het luiden valt de klepel op de onderrand van de klok. In tegenstelling tot het principe van de "vliegende klepel", waarbij de klok aan een rechte as hangt en het draaipunt van de klepel onder het draaipunt van de luidas ligt, is de klank van een klok met vallende klepel minder mooi en bestaat er meer kans op barsten.
Daar de gemeente Kapellen eigenaar is van de kerktoren, is die ook verantwoordelijk voor het onderhoud ervan. Vele jaren geleden werd deze dan ook door de gemeente reeds gerestaureerd en volledig opgevoegd en dit lang voor de rest van het kerkgebouw een opknapbeurt kreeg.
Opmerking.
Luidklokken zijn van grote cultuurhistorische betekenis, vanwege de versieringen (de insignes en medaillons) en de klokopschriften, die gegevens leveren betreffende de gieters, het gietjaar, de schenkers, de opdrachtgevers, de patroonheiligen, patrocinia (patroonsfeesten van een kerk), enz. Waar in vroegere tijden het geluid van de klokken als een belangrijke signaalgever gezien en geapprecieerd werd, merken we nu in deze moderne tijd, waar onverdraagzaamheid meer en meer de kop opsteekt, dat het gelui vaak ervaren wordt als storend en niet langer meer gewenst, wat uiteraard te betreuren valt. Geraadpleegde bronnen: ‘t Bruggeske: 1971/3;; 1973/1;; 1973/3;; 1974/1;; 1975/1;;2012/1; 2013/3 ‘t Bruggeske: 2011/2;; 2011/4;; 2013/3;; 2014/2 art. Kerkrekeningen http://nl.wikipedia.org http://tchorski.morkitu.org/13/marcel-michiels.htm http://www.beiaard.be/cursus 1.htm http://www.petit-fritsen.nl http://www.youtube.com/watch?v=d4Ix-YxzlDE Kerk en leven - Essenhout Kapellen Putte jaargang 2014 nrs. 16, 20, 33, 34, 35. (Ghislain Smout) Sint Jacobuskerk Kapellen - B.115.a.23 Goetschalckx
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
13
Kapelse jongens in de legers van Napoleon
(vervolg van het artikel verschenen in ’t Bruggeske juni 2015 nr.2)
Jan Vanderhaeghe Zoals aangehaald in het eerste deel van dit artikel werd onze gemeente bij decreet van 1 oktober 1795 door Napoleon ingelijfd bij Frankrijk. Hierdoor werden alle mannelijke inwoners tussen 20 en 25 jaar tevens dienstplichtige in de legers van Napoleon. Vele dorpsgenoten zouden dan ook opgeroepen worden en deelnemen aan de oorlogen die Frankrijk bestendig voerde tegen de rest van Europa. Een lijst van deze Kapellenaren vertelt het wedervaren van deze dorpsgenoten.
Lichting An 14 (1805)
(Jongens geboren tussen 23.9.1784 en 22.9.1785) De Clerck Jean, zoon van Jean Baptiste en Marie Dymphe Brouwers, geboren in Kapellen op 28 mei 1785, kleermaker. Lijdt al sinds zijn 12de jaar aan een hernia. Eysackers Jacques, zoon van Jean Baptiste en Jeanne Catharina Eyckmans, geboren in Kapellen op 19 december 1785, maar woont in Berendrecht. Knecht. Heeft reeds een opgeroepen broer in 1803. Loos Arnoud, zoon van Jean en Catharina Van de Wyngaert, geboren in Kapellen op 29 oktober 1784. Lot nr. 24. De vader verklaart op 2 oktober 1805 op de bijeenkomst te Ekeren dat zijn zoon in Holland (Steenbergen) verblijft om de stiel van bakker te leren. Er wordt in Steenbergen door de gendarmerie navraag gedaan waaruit blijkt, door de verklaring van dokter Antoine Jean Allebes op 4 oktober 1805, dat Arnoud ziek is en zich niet kan verplaatsen, “herstellend van de zwartwaterkoorts1 met van tijd tot tijd hevige stuiptrekkingen aan het linkerbeen”. In eerste instantie wordt hij op 18 november 1805 toch nog veroordeeld als dienstweigeraar tot een geldboete van 1.500 frank, evenals zijn ouders als burgerlijk verantwoordelijken. Zijn veroordeling berust echter op een vergissing aangezien hij genoot van een uitstel van zes maanden dat hem op 2 november verleend werd, waarop de vraag volgt tot schrapping van de rol van lotelingen-dienstweigeraars. Op 9 mei 1806 krijgt hij dan de definitieve vrijstelling van dienst. Mertens Corneil, zoon van Jean (†) en Elisabeth Snyers, geboren in Kapellen op 9 juni 1785. Arbeider. Is al jaren zwaar ziek. Maar hij vraagt een afkeuring om een andere reden: hij is namelijk de oudste van 4 weeskin-
1
Zwartwaterkoorts = een ernstige soort van malaria, gepaard gaande met de lozing van zéér donkerrode tot zwarte urine. ’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
14
deren. Een onderzoek gebeurt en het zijn “trois pères de famille” van Ka- pellen met name Gerard Gillens, Jean Luyckx en Maerten Verswijfel die als getuigen optreden en deze gezinstoestand bevestigen. De vader is overleden op 29 maart 1800 en de moeder op 22 juni 1806. De drie weeskinderen zijn: Pierre Jean geb. 19 december 1789; Jan Baptist geb. 25 maart 1794 (hij gaat in 1814 als vrijwilliger in actieve dienst); Bernard geb. 20 augustus 1797, allen geboren in Kapellen. Pierre Jean zal later opgeroepen worden voor de lichting van 1809.
Onderzoek naar de gezinstoestand van conscrit Corneil Mertens
Verbert Jacques Antoine, zoon van Jean Baptist en Anne Cornelie Roelen (†). Hij is geboren in Kapellen op 25 augustus 1784 maar woont in Hoevenen. Knecht, dienstweigeraar. Bertels Cornelis, zoon van Gerard en Marie Verresen, mogelijke geboortedatum 23 april 1791, in Kapellen of Ekeren. Vermoedelijk van de lichting 1805. De gegevens over deze persoon zijn enkel afkomstig van zijn overlijdensbericht. Hij was fuselier in het 148ste linieregiment, 4de bataljon, 6de compagnie. Hij werd opgenomen in het hospitaal van Wesel op 10 juni 1813 en is daar ten gevolge van syfilis overleden op 16 juni. Verelst Jacob, zoon van Guilhelmus (van Boom) en Isabella Reynier, geboren in Kapellen op 27 april 1784, maar woont in Stabroek. Hij trekt het
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
15
lot 9 en wordt op 21 juni 1805 aangeduid voor actieve dienst. Op 9 juli 1805 vertrekt hij vanuit Antwerpen naar Étaples 2 om er ingelijfd te worden bij het 50ste régiment infanterie de ligne. ****
Lichting 1806 Cogen Jan Theodore, zoon van Jacques (afkomstig uit Sint-Niklaas) en Marie Josepha Wytmayer, geboren in Kapellen op 18 november 1786. Hij had het lot nummer 7 maar was afwezig bij de loting te Ekeren. Hij was reeds sinds zijn jeugdjaren afwezig uit de gemeente Kapellen. Op de lotelingenlijst staat hij gerangschikt om als eerste te vertrekken. Gijsen Adrien, zoon van Pierre en Jeanne Catharina Lenaerts, geboren in Kapellen op 29 juli 1786. Hij was 1,65 m groot en blond van haar. Op 15 februari 1810 schrijft de burgemeester van Hoevenen een brief aan de prefect van het departement Deux-Nèthes het volgende: “Adrien Gijsen heeft het ouderlijk huis reeds vijf jaar verlaten en woont in Putte-Holland waar hij het beroep van fraudeur 3 (sic!) uitoefent. De gendarmerie van Kapellen is verscheidene malen bij hem op bezoek geweest, begeleid door zijn moeder, die al het mogelijke gedaan heeft om hem te overhalen zich bij zijn eenheid te vervoegen, maar hij maakt er zich steeds van af met valse beloften”. Uiteindelijk worden op 15 september 1810 hij en zijn ouders beboet met 900 franken voor zijn weerspannigheid. Veel geld en er zit dus niets anders op dan zich aan te geven en op 28 september 1810 wordt hij ten slotte ingelijfd als fuselier. Niet lang echter, want 9 dagen later deserteerde hij reeds en wordt nog eens twee dagen later bij verstek veroordeeld. Zijn straf zou geweest zijn: vijf jaar openbare werken (dwangarbeid) en 1.500 frank boete. Hij wordt echter op 14 februari 1811 door de bijzondere krijgsraad vrijgesproken, een reden vind ik niet terug. Op 15 november 1811 wordt hij uit militaire dienst ontslagen door toelating van de minister van oorlog omdat hij vervangen werd door Corneil Joseph Matheesen (ingelijfd onder stamnummer 532). Een weerspannig dienstplichtige moest uiteraard worden opgespoord en alsnog ingelijfd maar werd ook veroordeeld tot een boete van 1.500 Fr. Voor de betaling van de boete en de kosten van het vonnis werden ook de ouders burgerlijk aansprakelijk gesteld. Ook had de overheid het recht om als dwangmaatregel bij de ouders van de weerspannige dienstplichtige militairen in te kwartieren. De ouders konden dan opdraaien voor kost en inwoon van deze militairen en hun paarden. Na de doodstraf die werd uitgesproken voor nog zwaardere misdrijven kon men wegens desertie worden veroordeeld tot de "peine du boulet", die haar naam ontleent aan de ijzeren kanonbal van 4 kg die met een keten van 2,5 meter aan een been van de veroordeelde vastgeklonken werd. Deze gevangenen werden ingezet voor het uitvoeren van openbare werken.
2 3
Kustgemeente in het Franse departement Pas-de-Calais Fraudeur is hier wellicht bedoeld als smokkelaar, van het Franse “frauder”.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
16
Matheessens Jean Baptiste, zoon van Jacobus en Catharina Roosenboom, geboren in Kapellen op 31 januari 1786, Lot nummer 35. 0p 20 september 1806 is hij vanuit Antwerpen vertrokken om op 29 oktober aan te komen in Brest en ingelijfd te worden bij het 70ste régiment infanterie de ligne. Heeft een broer die opgeroepen werd in de lichting 1807. Van Genegen Cornelius, zoon van Cornelius en Anna Ibens, geboren in Kapellen op 27 januari 1786. Hij is kleermakersgast en is 1,66 m groot. Hij trekt het lot 184 van zijn klas maar wordt niet opgeroepen. Hij gaat dan toch in dienst als plaatsvervanger van Louis Joseph Antoine Montereymar, opgeroepen dienstplichtige van de klas 1807 van de stad Antwerpen. Op 20 januari 1807 wordt een, in de Franse taal, onderhands contract opgesteld en 5 dagen later vertrekt hij naar het 40ste régiment infanterie de ligne. In dat contract staan de wederzijdse plichten gestipuleerd. Ter eenre zijde zien wij Charles Pierre Joseph Montereymar, handelaar, wonende in Antwerpen en vader van Louis. Hij zal bij vertrek aan de plaatsvervanger 200 florijnen of 362,80 frank betalen (mits kwitantie) en na 2 jaar dienst nog eens 1.200 florijnen of 2.176,87 frank, mits afgifte van een certificaat van het korps waar hij in dient. Ter andere zijde zal Cornelius Van Genegen zich ertoe verplichten vrijwillig dienst te nemen in de plaats van Louis Montereymar en zich houden aan de militaire wetten en de militaire discipline. Dit is geen goed contract, ik heb er andere gezien, opgesteld door een notaris, waarin veel nauwkeuriger staat aangegeven wat er dient betaald te worden aan de familie ingeval de plaatsvervanger sneuvelt. In dit contract wordt daarover niets geschreven. Vergelijk bijvoorbeeld met het contract van Bogaerts Pierre Jean, conscrit van het jaar 1810. Cornelius heeft geen geluk gehad. Amper 8 maanden na het ondertekenen van het contract met Louis Montereymar wordt hij opgenomen in het hospitaal van Maagdenburg waar hij 5 dagen later op 25 september 1807 overlijdt ten gevolge van dysenterie.
Overlijdensbericht van Cornelius Van Genegen
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
17
Van Lackwijck Jacques, zoon van Jean en Elisabeth Simons, geboren in Kapellen op 30 maart 1786. Pas opgeroepen in 1808, gaf hij aan zijn oproepingsbevel geen gevolg. Op 21 november 1808 is hij afwezig op het appel van de rekruteringskapitein te Antwerpen waar hij zich moest aanbieden om naar zijn korps te vertrekken. De burgemeester van Kapellen doet opzoekingen en verklaart op 17 februari 1810 in een schrijven aan de prefect van Antwerpen dat de ouders in 1807 uit de gemeente zijn vertrokken naar Ossendrecht en dat zij daar nog steeds wonen. De weerspannige conscrit is daar niet aanwezig en zijn ouders verklaren niet te weten waar hij is. Men is duidelijk van plan de bezittingen van de ouders aan te slaan want de waarde van de woning, tuin en meubelen wordt geschat op 669 frank. Weinig keuze dus en mits het betalen van een boete van 500 franken kunnen zij hun woning behouden en wordt de zoon op 1 februari 1811 ingelijfd als fuselier om op 27 maart 1812 naar één van de regimenten van de Garde Municipale de Paris te vertrekken. Hij heeft een broer Jean Baptiste in ongeveer dezelfde periode bij het leger, zie verder. Vanderstocken Guillaume, zoon Joseph en Margaretha Gisselings. Geboren in Kapellen op 1 maart 1786. Wordt vermeld op de lijst van de weerspannige dienstplichtigen van de gemeente Kapellen op 12 augustus 1807, waar ook zijn broer Jean Jacques (lichting An 10) op prijkt. De burgemeester is van oordeel dat hij samen met zijn broer ergens in Steenbergen boven Bergen-op-Zoom zit. Wordt uiteindelijk toch gevat en op 30 maart 1811 in het hospitaal in Antwerpen binnengebracht en aldaar overleden op 21 april 1811. ****
Lichting 1807 Verbeeck Jean François, zoon van Petrus (van Schoten) en Isabella Matteeusen, geboren in Kapellen op 21 april 1787. Als weerspannig dienstplichtige met onbekende verblijfplaats vermeld op lijst van de gemeente Ekeren op 8 augustus 1807. Hij was op 19 februari wel vertrokken vanuit Antwerpen naar het 9de régiment des hussards maar niet toegekomen bij dit regiment. Zou in Holland ondergedoken zijn. Verbeeck Carolus Josephus Benedictus, zoon van Joseph en Anna De Moor, geboren in Kapellen op 30 oktober 1787. De grote middelen worden ingezet om aan de opeising te ontkomen. Op 16 december 1806 schrijft dokter Hanset uit Antwerpen dat Charles Joseph een hernia inguinalis (liesbreuk) heeft en altijd een band draagt en niet geschikt is voor de militaire dienst. Op 18 december 1806 volgt een tweede onderzoek door dokter Snoeckx Frederic en deze komt tot dezelfde diagnose. Ten slotte komen ook de dokters Stappaerts en A. Sibens tot dezelfde conclusie. Op 13 januari 1807 wordt er een brief geschreven, ondertekend door 8 inwoners van Kapellen, waarin verklaard wordt dat de liesbreuk reeds van
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
18
jongs af aan aanwezig was of zelfs aangeboren. Uiteindelijk zal Carolus Josephus heel dit dossier opsturen naar de rekruteringsdienst met de vraag om herziening van zijn oproepingsbevel. Leemans Jean Baptiste, zoon van Joannes en Joanna Catharina De Moor, geboren in Kapellen op 4 november 1787. Afgekeurd, te kleine gestalte. Bertels Jean Francois, zoon van Gerardus en Anna Catharina Verresen, geboren in Kapellen 25 juli 1787. De ouders overleden. Op 4 december 1807 goedgekeurd en op 13 februari 1808 vertrokken naar het 40ste régiment de ligne. Luyckx Cornellie, zoon van Pierre Jean en Madeleine Selderslagh, geboren in Kapellen op 25 juli 1787. Hij dient in het 40 ste regiment, maar is daar gekend als een weerspannig man. Matheessens Carolus Jean, zoon van Jacobus en Catharina Roosenboom, geboren in Kapellen op 24 maart 1787. Heeft een oudere broer, opgeroepen met de lichting van 1806. Vraagt daarom zijn vrijstelling, ook omdat hij moet zorgen voor zijn oude vader van 71 jaar en een zwakzinnige broer van 34 jaar. Van Hoydonck Pierre, zoon van Michiel François en Johanna Huybrechts, geboren in Kapellen op 1 april 1787. Hij is in dienst gegaan op 17 november 1808 als grenadier bij de 3de divisie, 25ste regiment, 2de compagnie van de infanterie van het Duitse leger. Hij vocht in Minsk, Smolensk, Moskou en Hamburg. ****
Lichting 1808 Van Lackwijck Jean Baptiste, zoon van Jean en Elisabeth Simons, geboren in Kapellen op 20 mei 1788. Opgeroepen in 1807 gaf hij daar geen gevolg aan. Op 11 augustus was hij nog steeds voortvluchtig en zou hij in Holland ondergedoken zitten. Uiteindelijk vinden wij hem terug bij de compagnie de réserve onder stamnummer 468, wordt ingelijfd als fuselier op 10 februari 1811 en is op 15 juni 1812 vertrokken naar het actief leger als vervanger van Jaques Diedenhoven (klas 1809) die zijn plaats bij de reservecompagnie innam onder stamnummer 553. Heeft ook een broer Jacques bij het leger, zie hoger. Nagels Jean François, zoon van Jean François (†) en Anne Cornellie Wouters, geboren in Kapellen op 12 juli 1788.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
19
Van Overstraeten Michel, zoon van Cornellie en Adrienne Gortney, geboren in Kapellen op 22 november 1788. Op 15 juli 1807 wordt hij ingelijfd in het 50ste régiment de ligne als fuselier in de 3de compagnie 5de bataljon. Op 15 mei 1808 deserteert hij en op 18 juli wordt hij door de krijgsraad veroordeeld tot 7 jaren openbare werken (dwangarbeid) en een boete van 1500 frank.
Opsporingsbericht naar aanleiding desertie Van Overstraeten
Vonnis van de krijgsraad betreffende deserteur Van Overstraeten Michel
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
20
André François, zoon van Petrus (afkomstig van Leuven) en Theresia Cretien, geboren in Kapellen op 19 februari 1788. De directeur van de douanen te Antwerpen meldt dat François bij hem gedetacheerd was en op 8 mei 1807 als douanier naar Pruisen is gezonden. ****
Lichting 1809 Loos Guillaume Antoine, zoon van Jean en Anne Catharina Van den Wijngaerd. Hij is geboren in Kapellen op 29 september 1789 en is 1,70 m groot. Hij trok het lot nr. 52 en is op 2 april 1808 vertrokken vanuit Antwerpen naar het 63ste régiment infanterie de ligne als fuselier. Werd na 18 maanden gereformeerd en was voor 6 april 1815 terug thuis. Mertens Pierre Jean, zoon van Jean en Elisabeth Sneyders (†) en geboren in Kapellen op 19 december 1789. Bij zijn oproeping zou hij echter in Ekeren wonen. Hij was 1,75 m groot, groot voor die tijd. Hij trok het lot nummer 31 en werd reeds opgeroepen in 1808. Hij leverde echter een plaatsvervanger, ene Laurent Govers, die op 2 april in zijn plaats vertrokken is naar het 63ste régiment infanterie de ligne. Hij had een broer Corneil die normaal ook in dienst zou moeten treden (lichting 1805) maar die zwaar ziek is. In 1814 gaat een jongere broer als vrijwilliger in actieve dienst. Pluym Pierre François, zoon van Jacques (†) en Reynen Marie Catharine, geboren in Kapellen op 13 maart 1789. Hij was van beroep werkman en 1,72 m groot. Hij trok het lot nummer 66 en vertrok op 2 april 1809 vanuit Antwerpen naar het 63ste régiment infanterie de ligne. Hij vocht samen met zijn makkers van dezelfde lichting en ook van Kapellen (Zie bij Loos en Mertens) in Spanje en zij waren te vinden in de achterhoede bij de evacuatie van Sevilla en verdedigden de Trianabrug tegen de Spanjaarden en de Engelsen. In 1813 zit hij met zijn regiment in Leipzig. Van Nuffelen Pierre Jean, onwettige zoon van Jeanne Catharina Van Uffelen. Hij is geboren in Kapellen op 26 maart 1789, is dakwerker en is 1,70 m groot. Op 25 april 1808 ingelijfd bij het “4de légion de réserve de l’Inté- rieur”. Verbeeck Pierre Joseph, zoon van Benoit en Anna Van Trier, geboren in Kapellen op 30 december 1789. Zijn beroep is onderwijzer en hij is slechts 1,55 m groot. Vrijstelling wegens misvormd linkerschouderblad door breuk. Huybreghs Benedictus, zoon van Joannes en Joanna Van Trier, geboren in Kapellen op 19 november 1789. Hij is metser van beroep en 1,59 m groot. Om die reden en om reden van zijn zwakke gezondheid wordt hij afgekeurd.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
21
Luyckx Joannes, zoon van Cornelius en Elisabeth Wagters, geboren in Kapellen op 25 december 1789. Kleermaker. Ingelijfd op 15 april 1808 in het “4de légion de réserve de l’Intérieur”. De Clerck Adrianus Henricus, zoon van Joannes Baptiste en Dymphe Brouwers, geboren in Kapellen op 10 augustus 1789. Kleermaker. Afgekeurd wegens zijn zwak gestel en kleine gestalte. Mattijsen Egide, zoon van Mathieu en Catharine Magnus, geboren in Kapellen op 12 november 1789. In dienst bij het 25ste linieregiment infanterie. Hij vocht in Minsk, Smolensk, Moskou en Hamburg. Baelemans Pierre Jean, zoon van Pierre Jean (†) en Jeanne Catharina Daneels. Hij woont in Ekeren en is niettegenstaande zijn kleine gestalte (1,50 m) ingelijfd in het 6de linieregiment op 26 april 1808, en vocht in Italië. Nagels Egide, zoon van Jean Baptiste en Anne Catharina Beeckman, hij is niet geboren in Kapellen maar wel in Rumst op 20 juli 1789 en is meegekomen met zijn ouders die vanuit Rumst of Boom naar Kapellen zijn komen wonen. Daar hij ingedeeld is in de klas 1811 moet hij in 1791 geboren zijn. Hij werd nooit opgeroepen.
Einde van een tijdperk Aan de tirannieke heerschappij van de kleine korporaal kwam een einde na zijn laatste slag, de Slag bij Waterloo, welke hij verloor tegen de AngloHollando-Pruisische geallieerden. Bonaparte werd gevangengenomen door de Britten, naar Groot-Brittannië gevoerd en nadien op transport gezet naar zijn nieuwe verblijfplaats, het eiland Sint Helena, in het midden van de Atlantische Oceaan, waar hij zou blijven voor de rest van zijn leven. Ontroerend moet het wel geweest zijn toen hij afscheid nam van zijn getrouwen, waaronder enkele “grognards” (Franse spotnaam die “oude snorrenbaard” betekent) van het eerste uur, die in Portugal en Spanje gevochten hadden, aan de poorten van Moskou hadden gestaan, de hel van Austerlitz hadden meegemaakt. Enkelen vergezelden hem op zijn laatste zeereis om eveneens met hun keizer in ballingschap te gaan. Hij werd er streng bewaakt door de Brit Hudson Lowe. Hij dicteerde er zijn memoires en overleed er op 5 mei 1821. Later, in 1840, werd hij door koning Lodewijk Filips opgegraven en bijgezet in de Dôme des Invalides in Parijs.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
22
De médaille de Sainte Hélène 27 jaar later, in 1848, stichtte Charles Louis Napoleon Bonaparte, beter bekend als Napoleon III (zoon van Lodewijk Napoleon, koning van Holland, broer van de keizer) de “Médaille de Sainte Hélène”, medaille van Sint Helena, genoemd naar het ballingsoord. Dit ereteken diende om “alle Franse en buitenlandse militairen van het landleger en de marine die onder onze (d.i. de Franse) vlaggen tussen 1792 en 1815 gediend hebben” te eren, hoe lang of kort ook hun staat van dienst. 32.000 oudgedienden hebben de oproep beantwoord en hun aanvraag ingediend. Onder hen, 8.000 Belgen. We mogen immers niet vergeten dat er 175.000 landgenoten gediend hebben in de legers van de Republiek en het Keizerrijk. 144 onder hen kregen na de dood van Napoleon al een legaat van 400 Franse frank. Napoleon had immers bij testament beslist zijn privébezittingen te verdelen onder zijn officieren en soldaten. De commissie die belast was met de uitvoering besliste om uit die 175.000 de 500 meest verdienstelijke uit te kiezen. Daartussen bevonden zich aldus 144 Belgen. Maar de anderen moesten nog enkele jaren wachten eer ze de erkenning konden genieten waar ze recht op hadden. Na 27 jaar was immers de legende groot geworden, en alle propagandamiddelen waren goed om de gedachtenis van de Grote Kleine Keizer hoog te houden. Er rees wel wat protest doorheen Europa; moesten alle herinneringen aan de Franse bezetting weer bovengehaald worden? Maar ondanks alles bleef de medaille van Sint Helena haar prestige houden. Op een dag vroeg men aan een oudgediende of hij niet liever het Légion d’Honneur (Frankrijks hoogste orde) had gekregen. Hij ant- woordde: “Het Légion d’Honneur, dat kan iedereen krijgen, de medaille van Sint Helena, daar kunnen alleen grognards aanspraak op maken”. Ook vrouwen hadden er recht op, aangezien vele vrouwen met de troep meegingen, de zgn. marketentsters. In België moesten de oudgedienden via hun burgemeester de aanvraag indienen. Deze moest vergezeld zijn van de volledige staat van dienst. Vele burgemeesters laten door hun Burgerlijke Stand al zelf lijsten opstellen die ze dan overmaakten aan de bevoegde Franse diensten via de ambassade. Het Secretariaat liet in verschillende kranten berichten verschijnen waarin men de bevolking liet weten dat ze iedereen bijstond bij het opstellen van de aanvraag en tegelijk de aanvraag verifieerde. Dit alles tegen een zo laag mogelijke prijs. We kunnen ervan uitgaan dat ongeveer 15.000 Belgen deze toelating gekregen hebben. De lijst van de gedecoreerden (14.162 namen volgens generaal Couvreur) zijn verschenen in het Staatsblad van 23 januari, 18 maart en 27 april 1858 en van 16 januari 1859 (aanhangsels A, B en C).
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
23
De medailles werden naar de gemeentelijke diensten gestuurd die ze verdeelden op een iet of wat plechtige gelegenheid.
o
o o o
o o o o
Er zijn in 1848 nog acht inwoners van Kapellen die recht hebben op de medaille van Sint Helena: Jean (Joannes) Palsen, geb. 7 augustus 1793, † 5 maart 1870, weduw- naar van Joanna Snoeckx en gehuwd met Joanna Maria Stoop (lichting 1813) Corneille (Cornelius) Bruyninckx, geb. 28 september 1790, † 8 december 1865 (lichting 1810) Petrus Joannes Aerts, geb. 19 september 1781 te Hoevenen, † 6 februari 1867, weduwnaar van Anna Catharina Daelemans. (lichting 1802) Antonius Henricus Loos, geb. Mechelen 23 november 1792, † 15 januari 1871, zoon van Joannes en Anna Catharina Van den Wijngaert. (lichting 1812) Jacobus Huyskens, geb. 17 januari 1793 te Ekeren, † 18 januari 1862, gehuwd met Anna Catharina Huybregs Chrétien (Christiaan) Huybrechts, geb. 17 december 1793 (lichting 1813) Jean (Joannes) Hens, geb. 1792 Jean Baptiste (Joannes Baptista) Hens, geb. 11 juni 1790 (lichting 1810).
Medaille van Sint Helena, voor- en achterkant
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
24
De medaille is uitgevoerd in brons. Op de voorzijde staat het hoofd van Napoleon I in profiel omgeven door de tekst “NAPOLEON I EMPEREUR”. Op de achterzijde de tekst: “CAMPAGNES DE 1792 A 1815” / “A SES COMPAGNONS DE GLOIRE SA DERNIERE PENSEE STE HELENE 5 MAI 1821”. Het geheel is getopt met een keizerskroon. Het lint is donkergroen met 7 rode banen (hetzelfde lint zou in 1915 gebruikt worden voor het dan pas ingestelde Franse oorlogskruis). ****
Lichting 1810 Bruijninckx Corneil, geboren in Kapellen op 28 september 1790. Had bij de lottrekking nr. 76 en is op 28 februari 1809 vertrokken uit Antwerpen naar het 40ste régiment infanterie de ligne. Hij diende daar als fuselier gedurende 5 jaar en 6 maanden. Was voor 8 april 1815 terug thuis. Hens Jean Baptiste, geboren in Kapellen op 11 juni 1790. Hij was strodekker van beroep. Vertrok op 28 februari 1809 uit Antwerpen en diende tot 1812 als fuselier in het 40ste régiment infanterie de ligne. Werd gereformeerd met een pensioen. Dit jaarlijks pensioen bedroeg 150 franken, het pensioenbrevet draagt de datum van 28 februari 1812, inschrijvingscertificaat bij het ministerie nr 64437. In 1815 verbleef hij nog steeds in Kapellen en was gehuwd. Hij deed zijn aanvraag tot het bekomen van de “Médaille de Sainte-Hélène”, nr. 129 op de lijst van het arrondissement Antwerpen d.d. 19.11.1857, en ontving deze in 1859. Luyckx Jean Cornellie, zoon van Pierre Jean en Madeleine Selderslagh (†), geboren in Kapellen op 6 juni 1790. Hij is de broer van Cornellie, lichting 1807, die in het 40ste regiment dient, maar daar gekend is als een weerspannig man. Ibens Joannes Baptiste, zoon van Petrus (†) en Maria Vangenegen, ge- boren in Kapellen op 11 juni 1790. Vraagt vrijstelling omdat de moeder weduwe is sinds 1 februari 1809. Deze wordt echter geweigerd en wij vinden hem terug bij het 40ste regiment sinds 20 maart 1809. Maar in 1810 is hij, weliswaar zwaar gekwetst bij Leipzig, terug thuis. Luyckx Pierre Jean, zoon van Jean en Marie Lambregs, geboren in Kapellen op 6 juni 1790. Nog niet ingelijfd meldt hij zich als vrijwilliger op 3 maart 1813 voor de ruiterij. Nagels Pierre Joseph, zoon van Henry en Jeanne Marie Jaspers, geboren in Kapellen op 16 maart 1790. Alhoewel hij tot de lichting 1810 behoort is er reeds op 12 december 1808 een verklaring van drie familievaders van Kapellen namelijk: Van Den Bosch Jean Baptiste, Verbaenen Pierre Jean en Van De Wijngaert Cornellie dat Pierre Joseph Nagels zijn ouders overleden
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
25
zijn en hij de zorg heeft over nog 3 weeskinderen en hij ook geen oudere broer of zus heeft. De verklaring is ondertekend door de burgemeester en vraagt vrijstelling. Later wordt zijn jongere broer Egide wel opgeroepen voor de dienst met de lichting van 1811. Hij wordt echter afgekeurd wegens zwakzinnigheid en overlijdt op 1 september 1812. Huybreghs Jacobus, zoon van Adrianus en Anne Cornellie De Win, geboren in Kapellen op 17 januari 1790. Afgekeurd. Kennis Jean Francois, zoon van Guilhelmus en Joanna Verresen, geboren op 21 september 1790. Hij heeft een tweelingzus Joanna Maria. Afgekeurd. Bogaerts Pierre Jean, kuiper, wonende Kapellen. Hij is echter niet in Kapellen geboren, opzoekingen brachten geen oplossing. Hij zal de plaats innemen van Sr. Melchior Joseph François Van Sweden, geboren in Ekeren op 5 september 1786, als zoon van Petrus Joseph en Marie Carolina Paulina Van Lemens. Voor Joseph Blocx, openbaar notaris te Antwerpen wordt op 27 februari 1809 de akte opgesteld, in het Frans. Daarin verbindt Pierre Jean Bogaerts zich, vrijwillig en zonder enige dwang, tot het presteren van diensten in het leger van Zijne Majesteit de Keizer. Hij vervangt Melchior, conscrit van het jaar 1810, en zal zich onderwerpen aan alle militaire plichten, trouw aan het vaandel en alles doen voor de eer en glorie van de Keizer en het welzijn van het Keizerrijk. Daar moet natuurlijk wel wat tegenover staan. Melchior Van Sweden verbindt zich ertoe aan Pierre Jean na afloop van twee jaren actieve dienst, en tegen afgifte van een bewijs ter zake, een som van 2.800 florijnen of 5.079,36 franken te betalen. Hij moet dat bedrag ook betalen ingeval Pierre Jean vroeger gereformeerd wordt, ingeval van overlijden of definitief ontslag. Bovendien schenkt Melchior twee stukken grond aan Pierre Jean Bogaerts: o 1. In de polder van Ettenhoven, gemeente Hoevenen, ongeveer 2 hectaren 11 aren groot, gemarkeerd op de kaart nr 47 “s’heeren moeyen”, palende ten oosten aan P.J.Verbeeck, west de Moeyendijck, zuid het hospitaal van Antwerpen en ten noorden een ander stuk grond van de schenker. o 2. Ongeveer 2 hectaren 47 aren, gemarkeerd op de kaart “derrière terres”, de aangelanden zijn niet vermeld. De gronden zijn vrij van renten en hypotheek. Ingeval Pierre Jean komt te overlijden vooraleer de som is uitbetaald, dient 2000 florijnen of 3.809 franken aan zijn moeder en 700 florijnen of 1.269,84 franken aan zijn broer Pierre Joseph overhandigd te worden. Wat er uiteindelijk met Bogaerts Pierre Jean gebeurd is, is niet meer te achterhalen. ****
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
26
Lichting 1811 Huybreghs Jan Baptist, zoon van Adrianus en Anne Cornellie De Win, geboren in Kapellen op 11 december 1792. Uitgesteld. Wyns Jean François, zoon van Jacques en Marie Catharine Lathouders, geboren in Kapellen op 28 november 1791. Hij heeft het lotnummer 57 en wordt niet opgeroepen dankzij zijn nummer. Daarna toch opgeroepen en heeft twee jaar gediend als kanonnier, waarschijnlijk bij het 8ste of 9de regiment artillerie te voet. Was voor 6 april 1815 terug thuis in Kapellen. Van Cleef Jean Baptiste, zoon van Joannes Franciscus en Isabella Selderslaghs, geboren in Kapellen op 11 maart 1791. Bij zijn oproeping roept hij een aantal medische problemen in om aan de opeising te ontsnappen, zoals het ontbreken van het eerste vingerkootje van de linker wijsvinger en een afgescheurde achillespees. Het gevolg daarvan is dat hij zijn hand niet kan gebruiken en niet lang kan marcheren. Het helpt allemaal niet en hij wordt ingelijfd in het 14de linieregiment. Hij deserteert, maar op 24 april 1813 meldt hij zich vrijwillig bij de burgemeester van Kapellen en wordt onder begeleiding van een kapitein terug naar zijn korps gebracht. Bernaerts Pierre Jean, zoon van Antonius en Anne Cornellie Verswyvelen, geboren in Kapellen op 24 februari 1791. Afgekeurd voor een liesbreuk links. Van Camp Joannes, zoon van Franciscus en Admanda Van Lier, geboren in Kapellen op 24 april 1791. “Zeerhoofdig” 4 maar toch geschikt voor de dienst. Nagels Gerardus, zoon van Henry (†) en van Anne Cornellie Jaspers. Zie de lichting 1810 bij zijn broer Pierre Joseph. Palsen Benedictus, zoon van Adrianus en Anna Cornelia Huybreghts, geboren in Kapellen op 29 november 1791. Goed voor de dienst en diende in de “11de équipage de Hautbort(?) de la marine impériale”. Van Hoydonck Jean Francois, zoon van Michiel François en Joanna Huybrecht, geboren in Kapellen op 26 juli 1791. Vraagt vrijstelling omdat zijn broer reeds in actieve dienst is. Een onderzoek wordt ingesteld op 15 april 1813 door de burgemeester van Kapellen en drie “pères de famille”, met name: Vennix Corneille, schoenmaker, Palsen Adrien en Mathijssen Mathieu. Zij verklaren dat Jean Francois de broer is van Pierre Jean, conscrit van 1807 en die momenteel dienst doet in het 25 ste régiment de ligne. Uit het onderzoek blijkt ook dat hij nog een broer heeft die opgeroepen is voor de klas 1814. Verder verklaren zij dat de vader 53 jaar is, van beroep smid
4
Zeerhoofdig. Hiermee wordt bedoeld met uitslag op het hoofd (schurft).
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
27
maar gehandicapt aan de benen en handen en dat hij bijgevolg niet zelfstandig kan werken. De moeder is 51 jaar oud. Hij heeft een gehuwde zus van 29 jaar, nog een zus van 15 jaar en twee broers van 17 en 13 jaar. De burgemeester schrijft onder dit onderzoek dat Jean Francois “très nécessaire à sa famille “ is. Vrijstelling. Mattijsen Jean François, zoon van Mathieu en Catharine Magnus, geboren in Kapellen op 8 juni 1791. Drie familievaders van Kapellen en de burgemeester verklaren dat hij de broer is van Egide, lichting 1809, in dienst bij het 25ste linieregiment infanterie en die bovendien geen deserteur is noch dienstweigeraar en geen straffen opliep. Van Roy Jean Baptist, zoon van Corneil en Jeanne Leemans, geboren in Kapellen op 12 september 1791. Vermoedelijk is hij van de lichting 1813. Het enige gegeven dat van deze persoon gekend is, is een overlijdensbericht uit Wesel op datum van 24 maart 1813 waarin staat dat hij van Kapellen is en 20 jaar oud. Geen geboortedatum maar wel de naam van zijn ouders. Het overlijdensbericht meldt verder dat hij fuselier was in het 148ste linieregiment infanterie, 4de bataljon, 3de compagnie. Hij werd het hospitaal binnengebracht in februari 1813 en overleed aan gangreen op 24 maart 1813. ****
Lichting 1812 Ibens Joannes, zoon van Petrus (†) en Maria Vangenegen, geboren in Kapellen op 25 augustus 1792. Hij is de broer van Jean Baptiste die in actieve dienst is sinds 1809. Een onderzoek wijst uit dat deze laatste nooit deserteerde. Hij heeft de zorg over zijn jongere broers, 15 en 10 jaar oud en een zus van 15 jaar. De burgemeester verklaart op 15 april 1813 dat zijn aanwezigheid absoluut gewenst is omdat de vader overleden is. Ondertussen is zijn broer, zwaar gekwetst, terug thuisgekomen. Loos Antoine Henry, zoon van Jean en Anne Catharina Van den Wijngaert, geboren in Mechelen op 23 november 1792, maar woont in Kapellen. Op 16 maart 1811 biedt hij zich vrijwillig aan om in actieve dienst te gaan bij het 1ste regiment jagers te paard te Maubeuge. Werd gereformeerd na 16 maanden dienst en was voor 6 april 1815 terug thuis. Deed zijn aanvraag tot het bekomen van de “Médaille de Sainte-Hélène”, nr.135 op de lijst van het arrondissement Antwerpen d.d. 19.11.1857, en ontving deze in 1859. Hij overleed in Kapellen op 15 januari 1871. Vandenbosch Jean Baptist, zoon van Guillaume en Anna Catharine Bogaerts, geboren in Kapellen op 19 december 1792. Hij zoekt een plaatsvervanger en vindt deze in de persoon van Pierre Jean Letens, zoon van Franciscus en Joanna Van Geel, geboren in Kalmthout op 11 juni 1783, wonende in Ekeren. Hij zal zonder dwang en vrijwillig dienst doen bij de Keizerlijke
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
28
zeemacht. Hij krijgt daarvoor 2.000 florijnen of 3.628,11 frank. Deze som blijft echter in handen van vader Guillaume Vandenbosch gedurende twee jaar en één maand na de inlijving van Pierre Jean, maar brengt 5% interest per jaar op. De akte werd afgesloten voor notaris Gleizes op 20 september 1811. ****
Lichting 1813 Huybrechts Chretien, zoon van Christianus en Joanna Catharina De Bruyn, geboren in Kapellen op 17 december 1793. Zijn beroep was dagloner. Diende van 1812 tot in 1813 en was alleszins voor 6 april 1815 terug thuis. Hij deed dienst bij het marinekorps als leerling-zeeman. Deed zijn aanvraag tot het bekomen van de “Médaille de Sainte-Hélène”, nr.133 op de lijst van het arrondissement Antwerpen d.d. 19.11.1857, en ontving deze in 1859. Verbert Jean Jacques, zoon van Joannes Baptist en Maria Catharina Janssens, geboren in Kapellen op 4 maart 1793. Heeft 7 maanden gediend als fuselier en was alleszins voor 4 april 1815 terug thuis te Ekeren. Pluym Antoine, zoon van Jacques (†) en Marie Catharine Reynen, geboren in Kapellen op 19 januari 1793. Vraagt vrijstelling omdat zijn broer, Pierre Francois, van de lichting 1809, in actieve dienst is bij het 63ste régiment de ligne en zit in de buurt van Leipzig. Vrijgesteld. Wijns Benoit, zoon van Pierre Jean (†) en Marie Roosenbooms, geboren in Kapellen op 26 februari 1793. Vraagt vrijstelling omdat hij enige zoon is van een weduwe. Deze vraag wordt bevestigd door drie “pères de famille” van Kapellen, met name: Mathieu Mathijsen, landbouwer, Cornellie Vennix, schoenmaker, en François Van Hoydonck, hoefsmid. Vrijgesteld. Verbeeck Cornelis, zoon van Petrus en Isabelle Mattheeusen, geboren in Kapellen op 10 januari 1793. Vraagt vrijstelling ten gevolge van een verminkte linkerhand met diepe littekens. Palsen Jean, zoon van Adrianus en Anna Cornelia Huybregts, geboren in Kapellen op 7 augustus 1793. Bakker van beroep belandde hij bij de marine als leerling-zeeman. Diende van 1812 tot in 1814 en deed in 1857 zijn aanvraag tot het bekomen van de “Médaille de Sainte-Hélène”, nr.131 op de lijst van het arrondissement Antwerpen d.d. 19.11.1857, en ontving deze in 1859. Hij overleed in Kapellen op 5 maart 1870 als weduwnaar van Joanna Snoeck en man van Joanna Marie Stoop. Maes Pierre Jean, zoon van Petrus Joannes en Anna Cornelia Wouters, geboren in Kapellen op 15 oktober 1793. Ging ook bij de marine als leerlingzeeman. Hij heeft twee jaar gediend en was voor 4 april 1815 terug thuis.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
29
Mirgaux Jean François Joseph, zeker geen Kapelse naam. Hij is de zoon van Joannes François (afkomstig van Perwez) en Maria Catharina Govers, geboren in Kapellen op 9 maart 1793. Hij is leurder van beroep en werd ingelijfd in het 22ste régiment infanterie de ligne als soldaat. Heeft zes maanden gediend en werd dan door de Pruisen gevangen genomen en na 1,5 jaar terug naar huis gestuurd. Hij woonde toen in Wuustwezel. Wij vinden hem uiteindelijk terug in 1857 te Antwerpen waar hij op 64-jarige leeftijd in december 1857 de Médaille de Sainte-Hélène ontving. ****
Lichting 1814 Schandorst Cornelius, zoon van Joannes Franciscus en Maria Catharina Van Tilborg, geboren in Kapellen op 20 januari 1794, maar woont in Berendrecht. Afgekeurd voor een liesbreuk. Van Hoydonck Egidius, zoon van Franciscus en Joanna Huybergs, geboren in Kapellen op 8 februari 1794. Is de derde zoon uit één gezin die opgeroepen werd, maar afgekeurd voor oogontstekingen. Verbeeck Philippus, zoon van Benedictus en Anna Van Trier, geboren in Kapellen op 26 maart 1794. Afgekeurd voor een liesbreuk. Van Leuven Guilhelmus, zoon van Franciscus en Catharina Kenis, geboren in Kapellen op 15 juni 1794. “Zeer hoofd” en klein van gestalte. Kloeck Pierre Jean, zoon van Jacques (†) en Isabelle Jaspers, geboren in Kapellen op 24 november 1794. Een onderzoek wijst uit dat hij, zelf wees zijnde, ook te zorgen heeft voor zijn twee jongere broers namelijk: Mathieu, geboren op 23 mei 1797, en Jean, geboren op 1 april 1800. Loxé Pierre, vermoedelijk van de lichting 1814. Zijn overlijdensbericht vanuit het hospitaal van Hamburg meldt dat hij afkomstig is van Kapellen en 20 jaar oud is. Hij diende in het 30ste linieregiment, 3de bataljon, 4de compagnie. Hij werd in het hospitaal opgenomen op 10 december 1813 en overleed aan koorts op 18 januari 1814. Mertens Jean Baptist, zoon van Jean (†) en Elisabeth Snyers (†), geboren in Kapellen op 25 maart 1794. Niet opgeroepen gaat hij toch op vrijwillige basis in dienst. Op 13 februari 1813 wordt zijn vraag door de burgemeester van Kapellen op papier gezet. Bij dit document hoort ook het verslag van dokter Guillaume de Visser die Jean Baptist gezond en goed voor de dienst verklaart. Op 12 maart 1813 vinden wij hem terug in Maastricht bij het 54ste linieregiment, 5de bataljon, 3de compagnie, als fuselier. Nam deel aan de verdediging van Maastricht en keerde daarna terug naar Calais. Was op 6 april 1815, na veertien maanden dienst, terug thuis.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
30
Bronnen:
Documentatie- en studiecentrum voor familiegeschiedenis te Merksem – Familiekunde Vlaanderen: Fonds Delelys-Daems, bewerkt door Luc Claus. Digitale databank betreffende 42.000 lotelingen. Inventaris van het archief van het departement van de Twee Neten van de provincie Antwerpen. Stukken betreffende de conscriptie 1795-1814. Bibliotheek: B.30.1618 t/m 1621. Rijksarchief Beveren: het archief van het departement van de Twee Neten van de provincie Antwerpen. Met dank aan Patrick Cleiren die voor mij 700 foto’s maakte van het nodige basismateriaal.
Archiefdagen Heemkring Hoghescote vzw Erfgoedcentrum Hoeve Van Paesschen Essenhoutstraat, 59 – 2950 Kapellen Elke eerste dinsdag van de maand van 14.00 tot 17.00 uur, elke tweede donderdag van de maand van 19.00 tot 22.00 uur, elke derde donderdag van de maand van 09.00 tot 12.00 uur. Voor dringende en langdurige opzoekingen kan contact opgenomen worden met de voorzitter voor een afspraak op een andere dag. Iedereen gratis welkom.
WERP WAARDEVOLLE DOCUMENTEN NIET WEG! Documentatie voor het archief van de Heemkring Hoghescote. Alle documentatie over Kapellen is welkom! Wij denken aan foto's, bidprentjes, doodsbrieven, postkaarten, krantenknipsels, affiches, oude menukaarten, geboortekaartjes, oude trouwboekjes, oude notarisakten, huwelijksaankondigingen, oude rekeningen van Kapelse firma's, enz., enz... Geef ons een seintje en we komen langs. Bij voorbaat hartelijk dank! Bestuur Heemkring Hoghescote ’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
31
Bijkomende informatie en rechtzetting
Artikel “Napoleon en De Slag van Waterloo” verschenen in ’t Bruggeske juni 2015 nummer 2. Hoewel er door de auteur talrijke bronnen werden geraadpleegd, blijkt dat voor feiten die 200 jaar geleden plaatsvonden de kans groot is dat verschillende interpretaties van de feiten mogelijk blijven. Aandachtige lezers hebben ons er dan ook op attent gemaakt dat er in dit artikel enkele onjuistheden zijn geslopen. Pagina 23 – Wie waren de hoofdrolspelers? – 3° Als hoofdrolspeler staat hier vermeld Prins Willem van Oranje (°1772†1843). Het was echter niet koning Willem I die meevocht in de Slag van Waterloo maar wel zijn zoon Willem Frederik George Lodewijk (°06.12.1792 - †17.03.1849), die later, op 28.11.1840, zijn vader zou opvolgen als ko- ning Willem II. Hij nam deel aan de Slag bij Waterloo als generaal aan de zijde van het Engelse leger en werd daarbij gewond aan de schouder. Voor zijn heldhaftig optreden kreeg hij de naam: “Held van Waterloo en QuatreBras”. Tevens werd opgegeven dat Prins Willem zichzelf op 16 maart 1815 uitriep tot koning Willem I van De Verenigde Nederlanden. Het was echter niet Prins Willem die zichzelf uitriep tot koning maar wel een aantal Haagse notabelen die hem bij zijn terugkomst uit Engeland op 30 november 1813 aanstelden als “Soeverein Vorst der Nederlanden”. Internationaal werd hij pas in 1815 op het Congres van Wenen door de Europese mogendheden officieel erkend als Willem I, koning der Nederlanden. Nog een interessant bericht bij dit artikel. In het weekblad Knack 2015/24 van 10 juni 2015 wordt gemeld dat Arthur Valerian Wellington, achtste hertog van Wellington, en eigenaar van de gronden en het recht op de dotaties toegekend als beloning na de overwinning op Napoleon in 1815, op 31 december 2014 in de gezegende leeftijd van 99 jaar, overleden is. Het wapen van Arthur Wellesley, eerste hertog van Wellington.
Volgens het ongeschreven gewoonterecht van de Britse adel gaan zijn titels over op de eerstgeboren zoon, de nu 67-jarige Arthur Charles Wellesley Wellington. Hierdoor verwerft deze laatste de titel van prins van Waterloo en de daaraan verbonden rechten op de gronden en de erfpacht. Wij danken onze attente lezers voor deze opmerkingen. De redactie.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
32
Watervrees Etienne Vermeulen Bij mijn opzoekingen in het Rijksregister viel mijn oog op een document van 14 mei 1829 met als titel "Waarschuwing - Watervrees". Dit leek mij uiterst intrigerend en ik ben dan beginnen te lezen. In dit document waarschuwt het bestuur van de gemeente Kapellen ervoor dat honden die aangetast zijn door hondsdolheid - ook watervrees geheten - dienen afgemaakt te worden en hun hokken moeten verbrand worden. Ook moeten alle honden binnen een bepaalde periode vastgehouden worden en dit allemaal op straffe van een zware boete. De veldwachter en de Koninklijke Marechaussee moesten toezicht houden. Hondsdolheid is een virusziekte. Een besmetting met het rabiësvirus vindt in bijna alle gevallen plaats door middel van een beet van een besmet dier. Het virus wordt verspreid via het speeksel. De term watervrees (aquafobie) wordt ook gebruikt als aanduiding van een fase van hondsdolheid. Het betreft hier voornamelijk een reactie op de pijn die het slikken kan veroorzaken. Het zien van water en pogingen te drinken kan krampen uitlokken van de slikspieren en de ademhalingsspieren die zo onaangenaam zijn dat de patiënt angst krijgt voor water (een oude Engelse naam voor rabiës is hydrophobia of watervrees). In de periode van het verschijnen van de bewuste gemeentelijke verordening was Louis Pasteur (1822 - 1895) nog maar 7 jaar oud en was er nog helemaal geen sprake van zijn vaccin tegen de hondsdolheid. Wie door een "razende" hond gebeten was, overleefde dit voorval bijna niet. Daarom waren de mensen en de gemeentelijke instanties zo bevreesd voor die vreselijke ziekte. De meest extreme en behoorlijk pijnlijke methodes werden voordien verzonnen om de besmettelijke ziekte te voorkomen en te genezen. Zo werden bij de vondst van een dolle hond hondenslagers ingezet om het dier af te maken. Net zoals nu was de hond een geliefd huisdier. De mensen probeerden hun hond dan ook te beschermen tegen de ziekte door hem bijvoorbeeld in te enten met addergif. Dat hielp allemaal niets. Gelukkig bestonden er ook talloze middeltjes als je eenmaal gebeten was. Patiënten moesten baden in ijskoud water of juist zweten in stoom. De open wond werd ingewreven met olijfolie (eventueel vermengd met eieren), kwikzilver of zand. 'De verstandige huys-houder' raadde in 1666 aan om in bier gekookte zwaluwnesten op de beet te leggen. Een andere populaire methode bij dieren was het schroeien van de hondenbeet met een gloeiend hete staaf. Soms werden ledematen geamputeerd.
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
33
"De verstandige Huys-houder", uitgegeven in 1666
Hubertus was een verwoed jager en wordt dan ook met een hoed op het hoofd en in aanwezigheid van een hert met een schitterend kruis in het gewei voorgesteld. Hubertus van Luik is schutspatroon van boswachters, houtbewerkers, schutters, jagers en hondenliefhebbers. Hij werd aangeroepen tegen hondsdolheid, bezetenheid en watervrees. Ook werd er soms beroep gedaan op een geestelijke om de zieke te "overlezen". De volksdevotie heeft al vanaf de Middeleeuwen haar "middelen" tot voorkoming van hondsdolheid gekend. En dat voorkomen was gemakkelijker dan het genezen van de eenmaal uitgebroken ziekte. De oplossing inzake hondsdolheid berust bij St. Hubertus. Ook nu wellicht nog wordt in sommige katholieke kerken hubertusbrood gewijd op 3 november. Wie van dit brood eet, heet gevrijwaard tegen een beet van een dolle hond. Dieren aan welke het brood wordt gevoerd, zullen geen hondsdolheid krijgen. Dat zijn kleine, vierkante broodjes van wittebrood, in ritsen zodanig aan elkaar gebakken, dat zij zich gemakkelijk laten scheiden. Met hele manden ’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
34
vol verschenen de bakkers daarmee op St. Hubertusdag in de kerk om ze te laten wijden want gewijd moesten ze wel zijn. Daarna werden ze bij de broodbezorging aan de huizen gedistribueerd. Gelukkig is de geneeskunde nu zo ver gevorderd dat er geen algemene maatregelen meer nodig zijn. Immers, sinds 29-10-2008 is België door de Wereldgezondheidsorganisatie rabiësvrij beschouwd. Toch moeten we nog altijd voorzichtig zijn bij reizen in het buitenland.
Hierbij de bewuste tekst van 14 mei 1829 uit het Rijksregister.
Dat hondsdolheid in de 19de eeuw erg gevreesd werd blijkt maar al te zeer uit volgend artikel uit de Gazet van Antwerpen van 18 juni 1898: "PUTTE - CAPPELLEN. Razende hond. (Bijz. BRIEFW.) Gisteren heeft de genaamde Heymans, hovenier en herbergier, met gevaar van gebeten te worden eenen razenden hond doodgeslagen op den Calmpthoutschensteenweg, onder de gemeente Cappellen. Wij kunnen hem niet dan lof toezwaaien voor zijne moedige daad."
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
35
Rondvraag betreffende foto uit de oude doos (’t Bruggeske 2015/2)
10 01
15
11 12
1 1
13 14
1
1
1
5 1
2
1 1
3
1
4
1
6
1 1
7
1
8
1
9
1
Wij danken de lezers die reageerden op onze vraag naar inlichtingen over de personen op bovenstaande foto, vooral mevr. Liliane Huybrechts en mevr. Van Hoof en echtgenoot voor de bijkomende informatie. De plaats waar deze foto genomen werd is het kasteel van baron Kronacker in het Wolvenbos en dit ter gelegenheid van een herdenkingsplechtigheid van de oud-strijders. (11 november?). Het jaar is niet exact te bepalen. Werden herkend: 1° mevr.Louisa Verheyden (Hoevenen) 2° mevr. Adrienne Van Daele 3° de heer René Mampaey 4° de heer Jacky Buchmann 5° barones Kronacker – Mary Good (°1917-†2011) 6° baron Paul Kronacker (°1897-†1994) 7° mevr. Isabelle Kronacker 8° de heer Plompen 9° mevr. Marie Jeanne de Craecker 10° de heer Jos Huygen 11° mevr. Plompen 12° de heer St. Theophiel Van Tricht 13° de heer Alexander Van den Bleeken 14° de heer Verdonck 15° mevr. Maes
’t Bruggeske 47ste jaargang – september 2015 – nummer 3
36
BOUWBEDRIJF J. VALCKENBORGH Starrenhoflaan, 5 - 2950 Kapellen Tel. 03/660.14.20 www.valckenborgh.be Algemene aannemingen – eigen schrijnwerkerij – keuken- en interieurinrichting. Immo Lioen cvba - Lioen nv Thijs Lion Verzekeringen & Vastgoed Stationsstraat 2 2950 Kapellen tel : 03/660.05.55 fax : 03/660.05.50 gsm : 0477/36.69.05
Voetzentrum bvba
Erkend orthopedist Chr. Pallemansstraat 4 - 2950 Kapellen tel : 03/664 84 25 fax : 03/605 21 93 info@voetcentrum.be www.voetcentrum.be Voetanalyse – Steunzolen – Voetverzorging – Manicure – Massage – Steun- en aderspatkousen
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT ’T BRUGGESKE HEEMKRING HOGHESCOTE VZW. ESSENHOUTSTRAAT 59 2950 KAPELLEN AFGIFTEKANTOOR: KAPELLEN 1 P 806083
COPY
SERVICE
BELGIË BELGIQUE P.B. 2950 KAPELLEN 1
BC 30832
CENTER
KOPIES Inbinden Plastificeren Printen Kleurkopieën DORPSSTRAAT 50 - KAPELLEN 2950 TEL: 03.605.42.67 e-mail: copyservicecenter@skynet.be