" HOBONIA" Hoogland van [KEREN.
Historische schets van HOOGBOOM
Samenstelling en foto's : R. Roelands
$
$
$
Uitgegeven d o o r H O B O N I A t e r gelegenheid van de bescherming van de k e r k en haar omgeving. Het bestuur:
Raymond Roelands - voorzitter Walter Segers secretaris Harry De Sitter - schatbewaarder Paul Arren bibliothecaris
In samenwerking met V. T. B . - Ekeren. TEN GELEIDE. Als voorzitter van de Culturele Heemkring HOBONIA is het mij een genoegen deze historische schets aan alle leden te mogen aanbieden. Voor alle inwoners van Hoogboom en voor alle geĂŻnteresseerden die meer willen weten over onze kleine wijk, gekneld tussen de gemeenten Kapellen en Brasschaat, bevat dit boekje een schat aan plaatselijke historische gegevens. Moge dit boekje tevens een aansporing zijn om meer heem-bewust te worden. Raymond ROELANDS. EEN WOORD VOORAF. De bescherming van het kerkpleintje in Hoogboom is een ideale gelegenheid om de geschiedenis van dit kleine gehucht van Ekeren even samen te vatten in een korte historische schets. Vijf jaar geleden werd het honderdjarig bestaan van de St.-Jozefsparochie gevierd. Deze viering was aanleiding tot de oprichting van de Culturele Heemkring HOBONiA, welke zich t o t taak heeft gesteld het kulturele leven in Hoogboom te bevorderen en de plaatselijke geschiedenis te beschrijven via het driemaandelijks tijdschrift "HOBONIA". Het is dan ook met vreugde dat wij bij onze vijfjarige viering de bescherming mochten aankondigen van de kerk van Hoogboom als monument en de omgeving van de kerk als landschap. Deze bescherming werd bekrachtigd bij koninklijk besluit van 23 juni 1976. Het ligt niet in onze bedoeling met deze historische schets een stuk nieuwe geschiedenis van Hoogboom te schrijven. H e t is enkel een bundeling van teksten die betrekking hebben op Hoogboom en welke reeds verschenen zijn in de voorbije nummers van "Hobonia" of in andere heemkundige werken. Als tekstschrijvers moeten we vooral de heren Frans Bresseleers en Hendrik Kanora danken voor het werk dat zij voor HOBONIA presteren; het is dan ook met het grootste genoegen dat wij dit boekje opdragen aan onze beide Ekerse geschiedschrijvers. Het bestuur van HOBONIA. 3
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 3
�
7 �eelztr
_".�.
:e���in;'���
.1;7_� - �
_.��
•
1-482teefee
•
_..:_ • Pee: _—e-e.__
_.�: �
%1`°:� `�f� �rF� �
�-�-����2-���•í-e.eetrg-, f
�
�
!
- r t . . 3
�
.
"
.
—
^
_
t�á - _
_ � .
•
•
. . y 4 a f�1�. _
.Y .,....- . . _ - . _ � � i - . _ r. . Y
�
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 4
WAAR LIGT HOOGBOOM ? (1) * Zie blz. 49 : Bibliografie Op het plan van de gemeente Ekeren k o m t het gehucht Hoogboom voor als een tamelijk lange wig tussen de gemeenten Kapellen en Brasschaat. Deze wig, die begint aan de Kapelsesteenweg en d i e l o o p t t o t i n de nabijheid van de Eikelenberg en de Oude Grachtseheide, w o r d t in het zuidoosten begrensd d o o r de Kaartsebeek. H o e k o m t het, dat het gehucht Hoogboom ingedeeld is bij de gemeente Ekeren ? Het antwoord op deze vraag kan men bondig samenvatten als volgt. Evenals Kapellen, Brasschaat en Ettenhoven o f Hoevenen, behoorde o o k Hoogboom vanouds bij Ekeren. To e n in de 19de eeuw de gehuchten Kapellen en Brasschaat los van Ekeren kwamen en zelfstandige gemeenten werden, is het gehucht Hoogboom bij Ekeren gebleven, daar Ekeren Hoogboom niet wenste af te staan. Wanneer we teruggaan t o t de oorsprong van de oude heerlijkheid Ekeren, stellen we vast dat zeker van de 12de eeuw af, en mogelijk nog van vroeger, de grondheerlijkheid Ekeren (die later de gemeente Ekeren is geworden) het grondgebied omvatte van de huidige gemeenten Ekeren, K a pellen en Brasschaat. Na de Franse omwenteling o p h e t einde van de 18de eeuw werd d o o r de Franse bezetter in 1795 de oude feodale indeling in graafschappen en hertogdommen afgeschaft. O o k de heerlijkheden hadden afgedaan en werden gemeenten. I n 1795 kwam de heerlijkheid Ettenhoven volkomen los van Ekeren en werd d e zelfstandige gemeente Hoevenen. D e gemeente Hoevenen strekte zich u i t over de polder van Ettenhoven, Ertbrand, en enkele kleine enclaves zoals o.a. het gehuchtje " D e Hoorn" te Kapellen. D e wijken Krekelberg, Witven, Rijstraat en 's-Hertogendijk kwamen toen niet onder de gemeente Hoevenen, maar bleven zoals voorheen onder Ekeren. Kort nadien, in 1801, kwam ook Kapellen los van Ekeren en werd een zelfstandige gemeente, Kapellen nam een hele brok grondgebied af van Ekeren. Naar aanleiding van het in orde brengen van het kadaster werd omstreeks 1817 (tijdens het Hollands bestuur) aangedrongen opdat de enclaves van Hoevenen zouden verdwijnen te Kapellen op "De Hoorn", alsook op 't Klein Heiken bij Essenhout en in de richting van Hoogboom. E r werd van hogerhand gesuggereerd, d a t sommige gemeenten o f delen van gemeenten b i j andere gemeenten zouden gevoegd worden. I n verband met de voorgestelde wijzigingen van de gemeentegrenzen begon men van alle kanten wensen te uiten: Ertbrand vroeg zijn aanhechting bij Putte; de wijken Krekelberg, Witven, Rijstraat en 's-Hertogendijk stuurden een verzoekschrift, waarin zij vroegen te mogen overgaan van de gemeente Ekeren naar de gemeente Hoevenen. M a a r vooral het gehucht Brasschaat begon krachtdadig te ijveren om los te komen van Ekeren en een zelfstandige gemeente te worden. D e gemeente Ekeren verdedigde zich en verzette zich tegen dit alles, aanvoerend dat zij aldus niet enkel Brasschaat maar ook de hierboven genoemde wijken te Hoevenen zou verliezen. H e t heeft na 1817 jaren geduurd, vooraleer er een definitieve beslissing viel. Deze beslissing kwam uiteindelijk hierop neer: l e bij Kon. Besluit van 5 september 1827 werd de gemeente Hoevenen afgeschaft en deels bij Ekeren gevoegd; 2e in 1830 werd Brasschaat een zelfstandige gemeente. Z o a l s we hoger aangegeven hebben, was Kapellen reeds een zelfstandige gemeente sedert 1801. Hoogboom, d a t vanouds bij Ekeren behoorde en dat bij de totstandkoming van de gemeente Kapellen bij Ekeren was gebleven, bleef zulks eveneens toen Brasschaat zelfstandig werd. M e n oordeelde d a t Ekeren reeds meer dan genoeg van zijn grondgebied had afgestaan. L a t e r, in 1866, zou Hoevenen t o c h weer een zelfstandige gemeente worden met de wijken Krekelberg, Witven, Rijstraat en 's-Hertogendijk, die dan aan Ekeren ontnomen werden. 5
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 5
Tijdens de tweede wereldoorlog (1940-1945) werd Groot-Antwerpen opgericht. Va n a f 1 januari 1942 ging hiermede het grootste deel van de gemeente Ekeren onder Groot-Antwerpen. H e t gehucht Hoogboom werd b i j Kapellen gevoegd. D e grens van Groot-Antwerpen liep langs de Zwartebeek, de Essenhoutsebeek, de spoorweg Antwerpen-Essen, de Hoogboomsebeek (waterloop n r. 7 ) , d e staatsbaan Antwerpen-Bergen o p Z o o m i n de richting van St.-Mariaburg en Donk. Na d e bevrijding op het einde van de tweede wereldoorlog verviel Groot-Antwerpen en de gemeente Ekeren kreeg haar zelfstandigheid en haar vroeger grondgebied weer, zodat op 1 januari 1945 Hoogboom terug bij de gemeente Ekeren kwam. In 1949 scheen een aktie te zijn losgekomen o m de gehuchten Hoogboom en Zilverenhoek te onttrekken aan de gemeente Ekeren en te voegen bij de gemeente Kapellen. H e t verloop van de strijd vernemen we in een tamelijk uitvoerige bijdrage, die hierover verscheen in " D e Antwerpse Gids" van 5 november 1949. D e gouverneur van de provincie Antwerpen had een onderzoek laten instellen. D e gemeenteraad van Ekeren stelde zich ditmaal volledig eensgezind i n zijn betoog tegen de afscheiding van Hoogboom en Zilverenhoek. D i t betoog werd gestaafd met zeer gegronde redenen, zoals o.m.: 1. H o o g b o o m en Zilveren hoek behoren sinds eeuwen bij Ekeren. 2. T o e n i n 1801 Kapellen een eigen gemeente mocht worden, liet men Hoogboom en Zilverenhoek onverlet. 3. W i j behandelden de mensen van de uithoeken van de gemeente evengoed als die rond het gemeentehuis wonen: bewijzen en voorbeelden werden hierbij aangehaald. 4. W i j hebben Hoevenen, Kapellen en Brasschaat reeds afgestaan. 5. I n g e v o l g e de Wet van 26 mei 1914 werd een gedeelte van de gemeente Ekeren, zijnde ongeveer 2 0 hektare,. gevoegd bij de stad Antwerpen, en ingevolge de Wet van 2 2 maart 1929 werd nogmaals een gedeelte van de gemeente Ekeren bij Antwerpen gevoegd, meer dan 600 hektare. Personen, woonachtig in de bebouwde agglomeratie van Ekeren zoals bijvoorbeeld op Schoonbroek, wonen nu o p Antwerps grondgebied door de aanhechting bij Antwerpen. Zij moeten zich voor alle bestuurlijke aangelegenheden naar Antwerpen begeven, terwijl zij slechts enkele minuten van h e t centrum en het gemeentehuis te Ekeren woonachtig zijn. Na de Wet van 1929, waarbij dergelijke regelingen werden getroffen, kan er zeker geen reden meer zijn om Hoogboom en Zilverenhoek van Ekeren te scheiden. Met deze argumentatie wachtte Ekeren h e t oordeel a f van de gouverneur. E e n speciale commissie werd aangesteld o m het geval te bestuderen. D e z e commissie was het in grote mate eens met het betoog van Ekeren. D e Provincieraad van Antwerpen op zijn beurt was het eens m e t het advies van de commissie. Derhalve zouden Hoogboom en Zilverenhoek voortaan steeds onder de gemeente Ekeren blijven, zoals dit trouwens van oudsher geweest was en zoals d i t op heden nog immer het geval is. HOE H E E F T HOOGBOOM ZIJN N A A M GEKREGEN ? (1) Hoogboom is ĂŠĂŠn van de oudste gehuchten van Ekeren. E e n eeuw nadat Ekeren in de documenten w o r d t vermeld, verschijnt de naam Hoogboom. E k e r e n wordt voor de eerste maal vermeld in 1155 en Hoogboom in 1267. Beide plaatsen zijn evenwel ouder-dan hun eerste vermelding in de documenten. 6
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 6
Hoogboom kreeg zijn naam van de voorname familie "van Hoogboom", die hier tijdens de 13de eeuw gevestigd was. Va n deze familie kennen we Jan van Hoogboom: hij woonde te Hoogboom in 1267; zijn vader heette Godevaert. W i e was deze Jan van Hoogboom ? H o e kreeg zijn familie de bijbenaming 'van Hoogboom' ? E n waar precies stond d e woonst van Jan van Hoogboom ? Wie was Jan van Hoogboom ? Hij w o r d t vermeld i n een oorkonde van 1267. D e z e oorkonde is opgesteld in het Latijn en behoort t o t het archief van de vroegere Sint-Bernardsabdij te Hemiksem, die na de Franse revolutie heropgericht werd t e Bornem. D e z e oorkonde behelst de goedkeuring van de tiendenverkoop d o o r de heer van Breda aan de Sint-Bernardsabdij van de CisterciĂŤnzers te Hemiksem. Jan van Hoogboom behoorde t o t een familie van aanzien. D i t b l i j k t u i t het feit, dat hij voorkomt als getuige in oorkonden. Z u l k s bleef toen enkel voorbehouden aan zeer voorname personen. I n de oorkonde van 1267 staat aangegeven dat de familie "van Hoogboom" woonde op een hoeve (mansus); bij de andere personen, die in de oorkonde vermeld worden, spreekt men slechts over een simpele woonst (domus). E e n hoeve in die tijd kwam zowat overeen met een later klein kasteel. Waarom heette de familie "van Hoogboom" ? De oorkonde van 1267 noemt Jan van Hoogboom in het Latijn " d e Hobonia". I n 1277 is de naam " d e Hobome". N a d i e n w o r d t de plaatsnaam i n de volkstaal " H o e b o e m e " en " H o o g boom". De bijbenaming "van Hoogboom" wijst op de hoge ligging van de bodem ofwel op een bodem die o p een hoogte stond aan de woonst van Jan van Hoogboom. D e landhoogte strekte zich uit van de dorpskom o f de Geest(en) t e Ekeren in oostelijke richting, over de streek die nu SintMariaburg heet, en verder naar Hoog-boom en naar Hogeschoot (de oude benaming van Kapellen). Vo o r a l e e r er dijken gebouwd werden, lag de Ekerse landtong langs drie zijden omringd met het waterland: ten noorden had men het natte Muisbroek, ten westen Leerwijk en ten zuiden de (latere) Ekerse of Cardepolder. Opmerkelijk is wel dat we omstreeks de 13de eeuw in onze omgeving meer plaatsen aangegeven vinden m e t de bijbenaming " h o o g " . T e Ettenhoven (het latere Hoevenen) was er het "Hooghuis", d a t aldaar bij d e Hoge-weg stond nabij h e t hoogland. Z o a l s we hoger reeds aangaven heette Kapellen toen Hoge-schoot, zulks naar de hoger gelegen beschutting voor mens en vee. En i n het noordoosten van de Ekerse landtong of de "Geest" was er Hoog-boom of de hoge b o dem, waarop de woonst stond van Jan "van Hoogboom". Waar precies woonde Jan van Hoogboom ? Doordat i n d e oorkonde van 1 2 6 7 d e afbakening w o r d t gegeven van d e verkochte tiendenstrook, kunnen we bij het volgen van de aangegeven grenslijn min of meer de plaats vinden waar Jan van Hoogboom woonde. H e t wil ons daarbij voorkomen, dat zijn woonst meer in de richting stond van de (huidige) Kapelsesteenweg o f de vroegere heerbaan van Antwerpen naar Bergen op Zoom, dan wel i n de richting van de tegenwoordige kerk te Hoogboom. D e aangegeven grenslijn van de tiendenstrook vertrekt te Brasschaat, loopt langs de Mortel en Meerseinde, over de Ramen en Hazeldonk (ten westen van de huidige kerk te Hoogboom), naar de hoeve (mansus) van Jan van Hoogboom; en vandaar volgt zij de richting of de weg naar de molen van Kaarderheide. Z i e h i e r uit de latijnse oorkonde van 41267 de vertaling van een uittreksel, waarin de afbakening van de tiendenstrook wordt aangegeven. " V a n de beek in Hazeldonk tot de hoeve 7
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 7
(ad mansionem) waarin thans Jan van Hoogboom, de zoon van Godevaart, woont... en van die Hoeve bewoond d o o r Jan, Godevaarts zoon, tot de molen van Karrevort, zoals de weg loopt tussen deze plaatsen, met al de onbebouwde en nog te ontginnen gronden gelegen langs die weg..." In de oorkonde heet de molen van Kaarderheide "molendium de Karrevort": Karrevort of Kardevorde was de voord(e) o f de doorwaadbare plaats van de Karde (Donksebeek). O v e r deze beek liep de oude heerbaan o f de huidige Kapelsesteenweg. W e moeten hierbij rekening houden: 1. m e t de kronkelingen naar links en rechts van de vroegere heerbaan (thans de rechtgetrokken Kapelsesteenweg tussen Donk en Kapellen); met de plaats van d e vroegere molen t e Kaarderheide, zoals die aangegeven staat op de kaart van landmeter Stijnen in 1748 en op het plan van de Ekerse veldslag in 1703. Al beschikken we niet over volkomen duidelijke gegevens, toch volstaat het aan gegevens om de hypothese te mogen stellen, dat de woonst van Jan van Hoogboom nader stond bij de huidige Kapelsesteenweg dan bij de tegenwoordige kerk van Hoogboom. De oorkonde van 1267 noemt in de naaste buurt nog andere personen dan Jan van Hoogboom. Zo treffen we ook erin aan de namen van Hendrik van Buten en van Hendrik van Ramen. D e plaatsnamen Buten en Ramen zijn thans uitgestorven. M a a r de benaming Hoogboom is steeds levend gebleven, en is overgegaan o p heel het gehucht van Ekeren, dat thans nog Hoogboom heet. OUDE PLAATSNAMEN TE HOOGBOOM (1)(2) Hoogboom bezit zeker niet minder oude plaatsnamen dan Ekeren-Centrum of dan de andere gehuchten van Ekeren. D e oudste Hoogboomse plaatsnamen dateren van de tweede helft der 13de eeuw. V a n de 16de e°uw af groeit het aantal plaatsnamen in sterke mate zowel te Hoogboom als elders te Ekeren.. u ' k s k o m t doordat we dan kunnen putten in de Ekerse schepenbrieven, waarvan de ouc:i._ ; : z a k e l i j k teruggaan t o t de 16de eeuw. Hierna volgen enkele van de tientallen oude plaatsnamen, die we konden optekenen voor Hoogboom. W e hebben ze min o f meer gerangschikt naar gelang hun eerste verschijnen in de dokumenten. D e rangorde, waarin de plaatsnamen voorkomen, zegt echter niets bepaald over hun ouderdom, want toponiemen kunnen veel ouder zijn dan het jaar waarin zij voor het eerst worden aangetroffen i n de geschreven bronnen. S o m m i g e plaatsnamen, die i n de om9eving van Hoogboom thans buiten de gemeente Ekeren liggen, behoorden tot de heerlijkheid Ekeren voor Kapellen en Brasschaat zelfstandige gemeenten zijn geworden. H A Z E L D O N K : 1 2 6 7 "Haseldunc", gelegen west- en zuidwestwaarts van d e huidige k e r k t e Hoogboom. H a z e l d o n k was oudtijds de donk o f de hoger gelegen plek begroeid met hazelaars. De naam k a n o o k n o g voortleven i n : Haasdonksebeek, Haasdam e n A c h t e r den Haasdam. Haasdonk is eigenlijk haviks-donk. W i j menen echter dat Haasdonksebeek, Haasdam en Achter den Haasdam hier kunnen afgeleid zijn van Hazeldonk.
De Haasdonksebeek (in de volksmond o o k Hoogboomsebeek genoemd) is officieel de beek die loopt langsheen de Hoogboomsesteenweg. MARSENDE: 1267, Marsende: Meers-ende; thans zijn er nog "De Meersen" en " d e Meerse Bossen" ten noorden van Hoogboom. 8
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 8
RAMEN: 1267; zeer waarschijnlijk gelegen op " D e Oude Gracht". D e Rame(n) is een plaatsnaam m e t onzekere betekenis en w o r d t o p verschillende wijzen verklaard: l e waternaam; 2e raaf; 3e raam o p hetwelk de volders hun lakens uitspanden; 4e raam o f omlijsting waarbinnen het gerecht zetelde. D e laatste betekenis l i j k t misschien best t e passen v o o r Hoogboom als plaats die van ouds een eigen vierschaar bezat om recht te spreken. MISHAGEN: 1420 "Muschagen"; in 1631 spreekt men over "de groote ende cleyn Mishagen". Het eerste l i d ( m i s -mus) l i j k t verwant m e t " m o s " en wijst op de moerassige bodem, die men daar aantrof: mos: mose: slijk: modder. H e t tweede lid (hagen) betekent een plaats waar laagstammig houtgewas groeide. HOLLEWEG: 1565 " d e n Holenwech". Plaatsnaam met onzekere betekenis. H o l e kan betekenen een duiker van een houten of stenen boogbrug over een sloot of andere waterafleiding, ook een gewelfde sluis. MUERCKEN: 1565 "het Muercken ofte Oude Gracht"; op heden zijn daar nog "De Moerkens", gelegen achter de vijver op de Oude Gracht. D e naam "Muercken" verwijst naar een moer-ke of een klein moeras. W i j lezen elders over "de weel en de gracht van ' t Muercken". RAEMHOEFKEN: 1597; stede of hoeve op "De Ramen". W I L L A E R T: 1 5 9 7 ; "Willaert" i s de oude toponymische benaming voor een plek gelegen ten oosten van de huidige Kon. Astridlaan en ten noorden van de Bunderbeek, nabij de tegenwoordige Prinsendreef. H e t toponiem " W i l l a e r t " w o r d t daar reeds vermeld i n 1597 (Rijksarchief Antwerpen, Ekeren, 176, fol. 32) als "een stuck lant gen. de Willaert, 4 1/2 gem., binnen de parochie van Cappelle". M e n bedenke hierbij, dat de plaats van de "Wilaard" thans slechts een boogscheut verwijderd ligt van de grens tussen Ekeren en Kapellen. D e parochie Hoogboom bestond nog niet in 1597 en de "Willaert" behoorde alsdan t o t de parochie Kapellen. In 1633 spreekt men in de oorkonden over een plaats "i n de Willaerts" en op een plan van 1844 wordt de plek vermeld als " W i l A a r d " i n de Sectie Hoogboom. O p het kadasterplan van heden komt de plaatsnaam voor onder de vorm "Willaard". CRAYENHEUVEL: 1600, bezuiden de Holleweg. VOGELPOEL: 1613; nabij de Kaartsebeek. OUDE G R A C H T: 1620. E e n gracht is geen natuurlijke waterloop; het woord wijst veelal o p een "gegraven" waterafleiding. ROSCAM: 1622; de naam van een hoeve langs de Oudegrachtstraat. "Roscam" stond op het uithangbord van herbergen waar paarden gekamd werden. EIKELENBERG: 1625 " d e n Eyckenenberch". O n z e voorouders hadden voor de minste verhevenheid van de bodem meer oog dan de hedendaagse mens, omdat zij de weg te voet moesten afleggen: zij noemden dan ook de geringste verhevenheid van de bodem "een berg". BYSTERVELT: 1625; het Bystervelt was gelegen "teynden Hoochboom" ten westen van het huidige fort van Brasschaat. Bystervelt: hongerveld: "daer is noch graen noch gruys". LEEMSPUTTEN: 1625, gelegen in " ' t Bystervelt"; het waren putten waar leem werd gestoken. GHEEL V E LT: 1 6 2 5 , gelegen i n d e nabijheid van h e t Bystervelt en van d e Leemsputten. 9
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 9
HOOGBOOMS K R U I S : 1631 " h e t Hoochboomsche Cruys". E e r t i j d s vormden de Hoogboomse kerkweg en de "Hoochboomsche strate" m e t de Oude Bergsebaan een " k r u i s " : thans heten deze wegen respektievellik: (de) Vloeiende, Hoogboomsesteenweg en Kapelsesteenweg. ROUWVELT: 1631; gelegen " o p ' t Murcken": het was heidegrond met ruwe, ruige begroeiing. DEN SOETEN I N VA L : 1682, "stede inde Hoochboomsche strate". H e t was een huis- en herbergbenaming, vaak uitgebeeld met een uithangbord waarop iemand stond die " i n " een vat met honig of " i n " een bijenkorf "valt". GESCHIEDENIS VA N DE KERK EN PAROCHIE SINT JOZEF (3) Voorgeschiedenis: Voordat Hoogboom zijn eigen kerk bezat, waren de inwoners verplicht zich naar Ekeren, Kapellen o f Brasschaat te begeven o m de kerkdiensten bij te wonen. D e kerk van Ekeren welke oorspronkelijk de parochiekerk van al d e Ekerse gehuchten was, bestond van oudsher, doch was zeer afgelegen v o o r onze voorouders. D e kapel o f kerk t e Kapellen welke reeds bestond in 1256, en t o t parochiekerk werd verheven in 1257, was dichterbij, maar voldeed niet aan de behoeften van de plaatselijke bevolking. I n 1520 werd de kapel te Brasschaat ingewijd. Z e werd verscheidene malen terug gesloten en heropend. D e kerkelijke diensten waren zeer beperkt, zo weten w e dat de mis op 's Zondags en des Heiligendags beĂŤindigd moest zijn o m zeven u u r 's morgens in de zomer en omstreeks half negen in de winter. D i t om de gelovigen toe te laten de hoogmis tijdig bij te wonen in de dekenale St.-Lambertuskerk te Ekeren. M e t Pasen, Pinksteren, Allerheiligen en Kerstmis was het verboden mis op te dragen in de kapel, om de belangrijkheid van de St. Lambertuskerk te bevestigen. O p deze kerkelijke hoogdagen was de bevolking dus wel verplicht zich naar Ekeren te begeven. D o p e n en begraven was niet toegelaten in de kapel, o o k hiervoor diende men naar Ekeren te gaan. I n 1689 stelde de deken voor om het dopen en begraven t o e t e staan in Brasschaat, doch het was slechts in 1803, toen de kapel verheven werd t o t parochiekerk dat zulks werd toegestaan. D i t alles was blijkbaar niet naar de zin van de inwoners van Hoogboom en omliggende gehuchten. R e e d s in de periode 1760-1770 werd er over een eigen kerk gesproken. I n het kerkarchief te Ekeren vinden w i j nog het schrijven dat onze voorouders in die tijd richtten aan de "Soevereine Raad" te Brussel. De tekst ervan l u i d t als volgt:
"De gemeyne ingesetenen van de gehughten Oude Gracht, Eykelenberg, de Caerten, Hoogboom, Capelsche straete, Koude Heyde, Fransche Heyde ende de Nieuwe ende Oude Mishaegen vertoonden dat sy meer als seshondert communicanten waren ende omtrent duysent inwoonders van de overgroote parochie Eeckeren; dat sy int noorden derselve waren afgelegen eene myle ende de wydste twee volle malen, soo dat sy alle, d'een door d'andre syn afgelegen van hunne parochiekercke eene myle een half; dat sy een vierde van de inwoonders van Eeckeren, betaelende alle lasten ende thienden, gelljck alle de andere ingesetenen der parochie doch onvoorsien waren van eene kercke ofte capelle; dat veelen hierdoorlijk verhinderd waeren des s'Zondags en des Heiligendags Mis te hooren, daer zij niet op tijd ende stonde konnen verwisselen; dat om de verre afgelegenheid der kercke van Eeckeren en de oude menschen ende de kinderen derselve zich in ' t geheellijk niet naer de kercke konnen begeven; daerdoor mede, bysonderlijks des winters, de nieuwgeborenen men zoo wijt naer den doop moest brengen, allergrootst gevaer liepen ende dat ook, om nog steeds deselven oorzake, er niet selden zieken aldaar, bij gemis aen eenen Pastor stierven sonder de allerheiligsten Sacramenten. Men kan nogtans, zeer gemakkelijck alle die onheilen wegnemen, ende de ingesetenen van alle die ongelukken ende gevaren verlossen ende bevrijden en hun al dat redelyck ende noodigh was besorgen, met eene kerck oft capelle te bouwen in ' t midden van hunne wooningen, synde het midden het gehucht de Oude Gracht, heb10
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 10
bende dit eene groote schoone baene, met eene wonighe aldaar voor eenen pastoor ofte eenen onderpastoor. D i e kerck o f t capelle alsdan sou afgelegen syn van haere moederkercke van Eeckeren een myle ende half int noorden, hebbende zuytwest Capelle van deselve afgelegen eene myle, west van de kercke van Putte, van deszelve afgelegen onderhalve myle, noord-oost Westwesel, twee mylen, oost de kercke van Bracht, twee mylen ende een half, ende suyt-oost de succursale kercke van Brasschaat, eene myle". Dit geeft een duidelijk beeld van de afstanden die onze voorouders moesten afleggen, en van de moeilijkheden die zij ondervonden wanneer zij de godsdienstoefeningen wilden bijwonen. N o g meer nauwkeurige informatie vinden wij in een brief die de deken van Ekeren richtte aan de Bisschop, o p 4 april 1787, aangaande de inkomsten van de kerkelijke gemeenschap. H i e r i n lezen we dat de bevolking van Hoogboom en onmiddellijke omgeving als volgt verdeeld was: Kapelse straete Koude Heyde Fransche Heyde Hoogboom Oude Gracht Eickelenberg Hooge Caerte Leege Caerte
30 inwoonders 40 inwoonders 50 inwoonders 250 inwoonders 70 inwoonders 60 inwoonders 120 inwoonders 200 inwoonders
1 1 / 4 ure gaans van de kerck van Eeckeren 2 1/2 ure 2 ure 1 ure 1 1/2 ure 1 1/4 ure 1 ure 1 ure
Alhoewel d e "ingesetenen" zouden blijven aandringen voor de oprichting van hun kerk, bleef alles zoals h e t was. H e t zou nog ruim honderd jaar duren vooraleer uiteindelijk gestart werd met de bouw van de kerk. Oprichting van de kerk: Het was in 1871 d a t Baron Osy de Zegwaert, toenmalig eigenaar van het kasteel van de Oude Gracht, en later beurtelings volksvertegenwoordiger en gouverneur der Provincie Antwerpen, zich zou inzetten voor het bekomen van de vereiste toelatingen. N a lange tijd persoonlijk bij de verschillende overheden aangedrongen t e hebben, en er om begrip voor de plaatselijke noden van de bevolking t e hebben verzocht, vroeg hij o p 2 april 1871 schriftelijk toelating aan de gemeenteraad te Ekeren voor de oprichting van een kerk nabij de intrede van zijn domein. Reeds o p 1 8 mei van hetzelfde jaar bekwam h i j d e gevraagde toelating. Va n a f dat moment gaat alles in snel tempo. H e t provinciaal bestuur bericht Baron Osy op 19 juni 1871 dat aan de hand van de aanbestedingen gedaan volgens de plannen opgesteld d o o r Mr. E. Gife (toenmalig provinciaal architect) en geraamd door deze op 58.805,99 fr., de bouw van de kerk en pastorij zal toegewezen w o r d e n aan d e heer H . Gervais, aannemer t e Tu r n h o u t v o o r d e s o m van 59.900 f r. U i t e i n d e l i j k breekt de grote dag aan, de eerste steenlegging van de nieuwe kerk te Hoogboom ( 2 8 september). D e z e plechtigheid geschied onder zeer ruime belangstelling van burgerlijke en geestelijke overheden, zoals blijkt uit het "Bewijs van de legging des gedenksteens der nieuwe kerk van Sint Joseph der parochie Hoogboom". Hierbij waren aanwezig, wij citeren: J.B. Caeymaecx Deken en Pastoor te Eeckeren L. Schevelenbos Curé à Hoogboom J.B. De Wagemaker vicaire à Meerle H.J. De Clerck Prof. au séminaire de Malines J. Sibick Pastor in Capellen A. Bulckens curré à Brasschaat 11
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 11
Eug. Van Gorp coadj. à Strombeek lez Laeken Van Cutsem, Juge de paix du Canton d'Eeckeren Mieleurs chef de la division des travaux publics au gouvernement provinciale Harrewijn, Bourgemestre du commune d'Eeckeren Bn. Ed. Osy de Wijchen conseilleur provinciale Bne. Osy de Wijchen née Villers La Dr. Villers née Lunden John Osy, Marie Osy, Pauline Osy, Gabrielle Osy. Deze eerste steenlegging geschiedde op de gronden die eigendom waren van Baron Osy. O p 3 oktober 1871 w o r d t de fabrieksraad van d e nieuwe St.-Jozefskerk van Hoogboom opgericht. Nog diezelfde dag wacht deze fabrieksraad een belangrijke gebeurtenis. E r wordt bij akte, verleden v o o r Mter Vansulper — notaris te Antwerpen —, de schenking vastgelegd van de gronden waarop de kerk is gebouwd. "Is gecompareerd de heer Eduardus Josephus Franciscus Paula Baron Osy, lid van den provincialen raad van Antwerpen, grondeigenaar, rentenier, woonende te Eeckeren op Hoogboom, dewelken verklaard heeft bij deezen gift onder de levenden te doen, aan het fabriek der Succursale Kerk van Hoogboom, onder Eeckeren, van twee parcelen, gronds gelegen op Hoogboom onder Eeckeren. H e t eene uitmakende den hoek van de Oude Grachtse baan en de baan van Hoogboom naar den Eikelenberg, groot... enz., en bestemd o m totvoorplaats te dienen aan de op te richtene Succursale Kerk van Hoogboom, en het andere parceel aan het eerste palende, groot... enz., en bestemd t o t het oprichten eener Succursale Kerk". Zo vordert gestadig de bouw van de kerk. I n het verslag van de zitting van de raad der kerkfabriek van Hoogboom o p 1 5 october 1871, lezen we dat: "Overwegende de noodzakelijkheid van zich aan te schaffen de eerste noodwendigheden van inrichting der kerk. Overwegende den voordeligen aanbod van den Heer Eduard Baron Osy, door dewelken deze heer presenteert aan het fabriek in leening te geven eene somme van zestien honderd franks, vrij van interesten, af te leggen op zestien jaren tijds". Eens te meer steunt Baron Osy op barmhartige wijze de nieuwe kerk, waar hij zich zo voor ingezet heeft, en welke hem zo nauw aan het hart ligt. I n april 1876 verzoekt Baron Eduard Osy, de kerkfabriek, dat op zijn kosten " i n de kerk zou opgericht worden eene Tribuen boven de Sacristy langs den linkerkant, o m deezen door hem en zijne hoogst edele Familie ten tijde van de goddelijke diensten betrokken te worden". Dit verzoek w o r d t ingewilligd, en h e t is d i t balkonnetje dat de aandachtige bezoeker van de kerk reeds zal opgemerkt hebben, bij zijn bezoek. Wanneer men het goed bekijkt zal men het wapenschild van de Baron erop bemerken. Uitzicht van de kerk: Wanneer de kerk voltooid is wordt zij beschreven door Eerw. heer P.J. Goetschalckx, de befaamde heemkundige, als volgt: " D e kerk van Hoogboom, toegewijd aan den H. Joseph, is een fraaie, lieve tempel, in spitsbogigen stijl van de dertiende eeuw en werd geteekend door den toenmaligen bouwmeester der provincie, vader Gife. Z i j bestaat uit een treffelijk hooge k o o r en een schip met drij beuken. I e t s raars tegenwoordig: zij bezit ook een soort van logia o f hoogzaal, boven de sakristij, aan de zijde van het Evangelie, dat uitzicht geeft op het hoge altaar. ( D e hiervoor beschreven " t r i b u e n " van Baron Osy). D e altaren zijn drij in getal: het hoogaltaar op het koor; het altaar van O.L.V. in den noorder-, en het altaar van den H. Joseph in den zuiderbeuk. A l l e drij die altaren zijn opgetimmerd u i t hout, w i t gemarbeld en opgevat in dezelfden 12
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 12
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 13
De twee overige klokken kregen de naam van Pius en Eduard, respektievelijk naar de naam van de toenmalige Paus, en de stichter van de kerk, Baron Osy. Interieur van de k e r k : Naargelang de wijzigingen in de Liturgie, onderging o o k het inwendige der k e r k tal van veranderingen. Z o werden de heiligenbeelden verwijderd en vinden we er nu nog slechts enkele, vooraan en achteraan in de kerk. E e n tiental jaren geleden verdwenen de klassieke biezen kerkstoelen en werden vervangen door de banken die we nu nog in onze kerk hebben. D e communiebank verdween en een nieuw altaar werd vooraan op het koor geplaatst. Glasramen: Ieder bezoeker van de kerk te Hoogboom wordt getroffen door de pracht en glans van de glasramen die er geplaatst zijn. D e z e glasramen vormen werkelijk de schat van de bezittingen van de St.-Jozefskerk. D e meeste der oorspronkelijke glasramen werden tijdens de oorlog 40-45 volledig vernield. A l h o e w e l h e t bijzonder "lastkohier voor werken van herstel van oorlogsschade aan de parochiale kerk Sint Jozef te Ekeren-Hoogboom" vermeldt dat "de o o r 14
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 14
spronkelijke ramen alle van ingewikkelde architektonische motieven en Latijnse teksten in G o thische letters voorzien waren, waarvan de oorsprong o f afbeelding niet meer te achterhalen was, omdat zij allen vernield waren door het oorlogsgeweld", zijn we er toch in geslaagd de oorspronkelijke uitbeeldingen t e achterhalen. D e oorspronkelijke afgebeelde heiligen waren: Fig. 1, nr. 1 - H. Anna Fig. 1, nr. 2 - H. Petus Fig. 1, nr. 3 - H. Augustinus Fig. 1, nr. 4 - H. Monica Fig. 1, nr. 5 - H. Philippus Fig. 1, nr. 6 - H. Elisabeth Fig. 1, nr. 7 - H. Norbertus Fig. 1, nr. 8 - H. Fransisca Fig. 1, nr. 9 - H. Joannes Baptista Fig. 1, nr. 10 - H. Catharina Fig. 1, nr. 11 - H. Fransiscus Fig. 1, nr. 12 - H. Petrus Fig. 1, nr. 13 - H. Gerardus Fig. 1, nr. 14 - H. Albertus Fig. 1, nr. 15 - H. Aloisius Fig. 1, nr. 16 - H. Stanislas Fig. 1, nr. 17 - H. Barbara Fig. 1, nr. 18 - H. Antonius Fig. 1, nr. 19 - H. Moeder der smarten Fig. 1, nr. 20 - H. Hart van Jezus Fig. 1, nr. 29 - H. Hubertus Fig. 1, nr. 30 - H. Dymphna Fig. 1, nr. 31 - H. Dominicius Fig. 1, nr. 32 - Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans Fig. 1, nr. 33 - H. Paulina Fig. 1, nr. 34 - De Boodschap des Engels Fig. 1, nr. 35 - H. Eduardus Fig. 1, nr. 36 - H. Mathildis Fig. 1, nr. 37 - Onze Lieve Vrouw Fig. 1, nr. 38 - H. Jozef Fig. 1, nr. 39 - H. Eugenius Fig. 1, nr. 40 - H. Martinus Fig. 1, nr. 41 - H. Alfridus Fig. 1, nr. 42 - H. Joannes Baptista
De nieuwe glasramen werden ontworpen door volgende kunstenaars: Hendrickx: ramen aangeduid op fig. 1, nrs. 33 tot en met 42 De Groot: ramen aangeduid o p fig. 1, nrs. 11 t o t en met 22 - nrs. 25 t o t en met 32 - nrs. 43 tot en met 54. Wouters: ramen aangeduid op fig. 1, nrs. 1 t o t en met 10 - nrs. 23 en 24. De afbeeldingen die er op aangebracht zijn, stellen het volgende voor: ramen n r s . 1 e n 2 : D e bedroefden troosten: stervend priester troost zusters die aan zijn sterfbed staan. 15
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 15
ramen n r s . 3 en 4 : H e t onrecht vergeven: Martelaren van Gorcum (Franciscaner - Norbertijner en wereldlijke geestelijken) aan de ontering en bespotting van een dweepziek gepeupel overgeleverd, vergeven al biddend hun beulen. ramen n r s . 5 en 6 : De lastigen verdragen: Zusterkens der Armen passen met geduld lastige en sukkelachtige oudjes op. ramen n r s . 7 en 8 : D e twijfelaars goede raad geven en de zondaars terechtwijzen: Pastoor van Ars in biechtstoel, bezocht en omgeven van biechtelingen. ramen n r s . 9 en 10: De onwetenden leren: Zusters der Christelijke scholen onderwijzen de meisjes. (Zusters van Vorselaar zoals in meisjesschool te Hoogboom). ramen n r s . 11 e n 1 2 : D e hongerigen spijzen en de dorstigen laven: Broeder Trappist van Westmalle geeft behoeftigen bij de kloosterpoort te eten en te drinken. ramen n r s . 13 en 1 4 : De naakten kleden: Sint-Martinus te paard gezeten, snijdt zijn soldatenmantel middendoor en geeft hem aan een bedelaar. ramen n r s . 15 en 1 6 : De daklozen herbergen: Don Bosco neemt de verwaarloosde jeugd op in zijn tehuis voor jongens. ramen n r s . 17 en 1 8 : De gevangenen verlossen: Twee paters bevrijden slaven uit handen van de handelaars. ramen n r s . 1 9 en 2 0 : De zieken verzorgen: Militaire gasthuiszusters verplegen zieke en gewonde soldaten. (Kledij zoals vroeger de zusters in Rustoord De Welvaart te Hoogboom). ramen n r s . 2 1 e n 2 2 : Pater Damiaan ( D e Veuster) begraaft zijn dode melaatsen geholpen door een zuster. ramen n r s . 2 3 en 2 4 : Bidden voor de levenden en de overledenen: De jeugdige H. Joannes Berchmans volgt te Diest aandachtig de H. Mis welke hij geknield en ingetogen dient. raam n r . 2 5 : Sint-Norbertus die de monstrans draagt en de ketter Tanchel verplettert (gerestaureerd uit het oorspronkelijke raam). raam n r . 2 6 : H . Franciscus van AssisiĂŤ die boete doet (gerestaureerd u i t oorspronkelijk raam). raam n r . 2 7 : O . L . V. van de Rozenkrans die t o t bidden aanmaant (gerestaureerd u i t oorspronkelijk raam). raam n r . 2 8 : H. Petrus die de sleutels der hemelpoort houdt (gerestaureerd uit oorspronkelijk raam). ramen n r s . 2 9 en 3 0 : De voorzichtigheid: vijf wijze maagden met brandende lampen wachten voor de deur der bruiloftszaal. ramen n r s . 3 1 e n 3 2 : D e matigheid: DaniĂŤl en zijn drie gezellen weigeren het kostbaar en overvloedig eten en drinken van Koning Nabucodonosors tafel. 16
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 16
37 3 8 36
34 �
3
52 5 0 I
E
Y
' '.." 3 9 .
Y 35
4 ,
0
Y
� K O O R
3
T.t
3
0
51 4 9 1
,
_
1
i
3 9
41
1
I
3
�
i2 4
7
I
�
2
54 5 3
4 4 8
AO
• 8 M I D D E N B E U K I I 7 1 4 -{
•
1
3
e
4
I � 3 2
•
1
7 1 1
•
I1
428
9 0
�
I
I
2
I 27
I-
8
2
"1"24 ^ 2 à - l f
2
1.
4 3
1 6 I
`
•
1
45
TORENGEWELF
F
(6 1 5 II 5 Z I J B E U K Z I J B E U K
4 •
44 4 6
2 25
i �
FIG. 1
21
6 l
43
4
4
PLAATSING DER GLASRAMEN
17
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 17
De sterkte: Tarcitius met H. HostiĂŤn o p weg naar zieken, weerstaat krachtdadig aan zijn t o t spel dwingende makkers. ramen n r s . 33 en 34: boven: De H. Familie onder a r i a als kind bij de hogepriester gebracht voor verblijf en dienst in de tempel. ramen n r s . 35 en 36: boven: De geboren Jezus door Maria en Jozef aanbeden. onder: De Boodschap des Engels aan Maria. ramen n r s . 37 en 38: boven: Aanbidding van Jezus door de Driekoningen. onder: De opdracht van Christus in de tempel en zuivering van Maria. ramen n r s . 39 en 40: boven: Maria en Jozef vinden het kind Jezus terug in de tempel temidden van de schriftgeleerden. onder: Vlucht van Maria en Jozef met Jezus naar Egypte. ramen n r s . 41 en 42: boven: H. Jozef sterft in gezelschap van Maria en Jezus. onder: H. Jozef aan de arbeid in zijn werkwinkel te Nazareth. ramen n r s . 43 t o t en met 54: al deze ramen zijn versierd met meetkundige figuren. De tien rozetten m e t hoofden van heiligen die bovenaan in de middenbeuk geplaatst werden, zijn originele glasramen u i t de tijd dat de kerk gebouwd is. D e oorsprong o f betekenis ervan zijn ons echter niet bekend en konden evenmin achterhaald worden. A l de ramen van het koor werden geschonken d o o r de stichters van de kerk. Verschillende ramen u i t de zijbeuken zijn eveneens giften van parochianen, hun namen staan vermeld op de glasramen. De herstellingen van de glasramen namen ongeveer 10 maanden in beslag en werden beĂŤindigd omstreeks februari 1951. D e totale herstellingskosten bedroegen 558.788 fr.
18
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 18
De pastorij te Hoogboom, opgericht in 1871.
19
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 19
DE PASTOORS VA N DE PAROCHIE SINT-JOZEF (1) 1. 1 8 7 1 - 1886 • SCHEVELENBOS Lodewijk Adriaan geb. H: s t r a t e n 5.3.1837; pr. gem _ 1 9 . 1 2 . 1 8 6 3 ; coadjutor Zondereigen 8.7.1864; pastoor Hoogboom 22.9.1871 t o t 10.7.1886; overt. Turnhout 7.2.1887. 2. 1 8 8 6 - 1905 PEETERS Alois Jozef geb. Antwerpen 12.7.1848; pr. gewijd 21.12.1872; onderp. Eppegem 18.3.1873; onderp. Antwerpen Sint-Joris 1.6.1878; pastoor Hoogboom 23.9.1886 overt. op zee bij Alexandrië op terugreis van het H. Land 28.5.1905. 3. 1 9 0 5 - 1908 DE SMEDT Ferdinand Jan geb. Antwerpen 16.5.1857; pr. gewijd 19.4.1883; onderp. Eiseringen 28.9.1883; onderp. Antwerpen-Kiel 11.4.1891; pastoor Hoogboom 18.7.1905; overt. Hoogboom 9.9.1908; grafzerk op ' t kerkhof te Hoogboom. 4. 1 9 0 8 - 1925 ROELANS Frans Jan geb. Brasschaat 10.4.1858; pr. gewijd 22.4.1887; leraar Boom 13.1.1887; onderp. Antwerpen Sint-Witlibrordus 18.2.1890; pastoor Hoogboom 2.10.1908 tot 22.4.1925; overt. Hoogstraten (Begijnhof) 18.9.1933. 5. 1 9 2 5 - 1948 VA N MECHELEN Jan Augustijn geb. Turnhout 13.9.1880; pr. gewijd 6.6.1903; onderp. Kapellen (Antw.) 26.4.1904; pastoor Hoogboom 2.5.1925 t o t 11.2.1948; rektor van de Zusters van het H. Hart van Maria te Kapellen; overt. 2.2.1950; grafzerk op ' t kerkhof te Hoogboom. 6. 1 9 4 8 - 1964 G REEVE Hendrik Pieter Antoon geb. Antwerpen 28.5.1895; pr. gewijd 11.4.1920; leraar Ternat 7.11.1920; pastoor Hoogboom 14.3.1948 t o t in juli 1964 (overleden in de kliniek te Brasschaat;) 20
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 20
grafzerk op 't kerkhof te Hoogboom. 7. 1 9 6 4 VLOEBERGHS Jan Albert geb. Hoboken 25.11.1914; pr. gewijd 18.4.1938; onderp. Hoboken H. Hart 30.4.1938; leraar normaalschool Tienen 1.9.1938 tot 9.9.1946; onderp. Hoevenen 30.9.1946; pastoor Hoogboom 9.8.1964.
Het kerkpleintje. L i n k s : d e ingang t o t h e t domein de Oude Gracht. R e c h t s : Hoogboomsteenweg richting Brasschaat.
21
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 21
23 JUNI 1976: K E R K EN OMGEVING WORDEN BESCHERMD. Motivering van de aanvraag tot bescherming. De site van het kerkpleintje en de onmiddellijke omgeving kunnen wij zeer gemakkelijk als een typisch landschap - n het einde van de negentiende eeuw indenken. Een deel van het betreffende landschap was uestijds een bezitting van Oud-Gouverneur Baron Eduard Osy de Zegwaert. Deze is gewis een stuwende kracht geweest bij het tot stand komen van de St.-Jozefsparochie te Hoogboom. Wij durven van d i t feit een van de motieven maken t o t bewaring van dit stukje echt Hoogboom. De charme bovendien, die van dit stukje uitgaat, is meermaals verwoord, niet alleen door heemkundigen o f natuurliefhebbers maar ook en nog meer door vele Hoogbomenaars en toevallige voorbijgangers. W i j weten ons daarom hartelijk en bezorgd gesteund door de bevolking hier en die v a n d e omliggende gemeenten. R e g e l m a t i g vertrekken v a n o p het kerkpleintje geleide groepswandelingen en meermaals werd spontaan de schoonheid van d i t plekje door de deelnemers uitgedrukt. Ve r d e r maakt het kerkpleintje het begin u i t van een nog ongeschonden brok natuurschoon, d i t in de richting Brasschaat. H e t vormt ermee een onverdeelbaar geheel. Wanneer de heemkundige kring HOBONIA zich inspant om dit stuk eigenheid te laten rangschikken werkt zij mee aan de milieubewustmaking van onze gemeenschap. Frans Bresseleers: "Het pleintje vóór de kerk van Hoogboom" Indien mijn achtenzeventig jaren oud geheugen m ij niet bedriegt, dan was het Lambrecht Lambrechts, de Limburgse tekst- en toondichter van heel wat volksliederen, die ook het lied creëerde over 'Tante Nonneke' en waarin men o.m. het volgende zingt: Wanneer ik aan Tante Nonneke denk, 'dan zie ik een vrouwke met een bril, 'dat wenkt en mij omhelzen wil...' Aan d i t lied over 'Tante Nonneke' moest i k terugdenken, toen de heer R. Roelands mij kwam vragen een bijdrage te willen schrijven over het pleintje vóór de kerk van Hoogboom, naar aanleiding van de bescherming van dit pleintje. Een lied over 'Tante Nonneke' en het pleintje vóór de kerk van Hoogboom: hoe rijmt men dat te saam ? D e verbinding van denkbeelden vloeit voort uit de tekst van het lied: 'Wanneer ik aan Tante Nonneke denk, dan zie ik...' Analogisch dacht ik bij het bedoelde pleintje: 'Wanneer ik aan ' t pleintje te Hoogboom denk, 'dan zie ik...' Ja, dan zie ik niet louter dat pleintje, maar dan denk i k aan alles wat het pleintje omringt. Z o denk ik dan o o k meteen aan de kerk, aan het kerkhof, aan de pastorie, aan het landgoed van Bunge, aan het portiershuis van dit landgoed, aan 'Den Haasdam', kortom aan de ganse omgeving van het pleintje. Zoveel herinneringen duiken hierbij dan dadelijk op in mijn geest en: 'Beelden uit mijn vroeger jaren, 'uit mijn jeugd zo vrij en blij 'trekken aan mijn peinzend oog voorbij' In de eerste plaats denk i k aan de kerk van Hoogboom. Ti j d e n s de jaren 1917-1918 was ik in deze kerk de 'organist': een groot woord voor een kleine zaak, want de kerk was niet eens een orgel r i j k . Z i j moest het stellen met een oud harmonium, waarmee ik als 'organist' de kerkgezangen begeleidde. H e t kosterschap kon i k daarbij niet uitoefenen; ik had meer dan werk genoeg met mijn taak als onderwijzer in de school te Hoogboom. Daarenboven woonde ik niet te Hoogboom, maar nog steeds bij m i j n ouders te Ekerèn-Donk. D e kosterstaak had de pastoor toevertrouwd aan Gust Van Ginderen; deze leerde ook het harmonium bespelen om zodra mo22
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 22
gelijk mij te kunnen opvolgen als 'organist'. E r was in de kerk een zangkoor, dat zeer regelmatig elke week ĂŠĂŠnmaal ' s avonds repeteerde o p h e t hoogzaal. D e heer Schoepen, leider van d i t koor, was de vader van een groot gezin; hij woonde in de Holleweg. Z o ik me niet vergis, was hij stenograaf te Brussel. H o e hij steeds voor zijn werk vanuit Hoogboom te Brussel geraakte, weet i k niet meer. Wellicht met een trein aan het spoorwegstation te Kapellen: de auto's waren toen immers nog heel schaars. D e koorleider hield dolveel van muziek. Z i j n weinige tijd offerde hij aan het dirigeren van het kerkkoor in zijn parochie. E e n sjieke type ! M o e s t ik die man nog ooit ontmoeten, ik deed er mijn hoed voor af ! Over het toenmalig interieur van de kerk te Hoogboom herinner ik mi j niets meer. B i j de hedendaagse stoffering van de kerk vallen vooral de piekfijn gebrande glasramen op. H e t is werk van echte kunstenaars zoals Jos Hendricks, Marc De Groot en Jan Wouters: mannen met naam en faam ! Wie aan de kerk van Hoogboom denkt, denkt meteen ook aan het kerkhof: het ligt er vlak achter. B i j een kerk past een kerkhof, maar in onze dagen verwijdert men het kerkhof van de parochiekerk en men begraaft de parochianen ver van hun parochiekerk, ergens waar het rustiger is. T e Hoogboom echter b l i j f t dergelijke rustige plek voor het kerkhof nog steeds vast bij de kerk. H e t is er stil op de begraafplaats, waar zoveel bekenden en oude vrienden te rusten liggen. Een kerkhof is een plaats, waar er voor de heemkundigen een grote dosis plaatselijke geschiedenis te vergaren is: de teksten o p de kruisen en de zerken roepen heel wat herinneringen op uit het verleden en de mensen, die er begraven liggen, worden weer levend i n onze geest... Te g e n de muur van ' t hoogkoor op het kerkhof liggen de zerken van drie pastoors te Hoogboom: Pastoors De Smedt, Van Mechelen en Greeve. E r ligt ook een grafzerk van de familie Osy de Zegwaert met het wapen ' A r t e Labore Patientia'. B a r o n E d w. Osy de Zegwaert mag men noemen de stichter van de kerk. B i j akte verleden voor notaris Vansulper te Antwerpen op 3 oktober 1871 schonk de grondeigenaar Eduardus Josephus Franciscus Paulo baron Osy twee percelen grond aan d e kerkfabriek van Hoogboom; het ene was bestemd voor de oprichting van een kerk te Hoogboom en h e t andere t o t voorplaats (Het Pleintje ! ) van de o p t e richten parochiekerk. Op h e t k e r k h o f van Hoogboom v i n d t men nog de begraafplaats van E m . E d . G u y o t (18141900), oud-burgemeester van de gemeente Ekeren. E r is ook de grafkelder van Mr. en Mw. Ed. Gust. Bunge, eigenaars van het kasteel 'De Oude Gracht', dat in 1947 werd afgebroken. E n nagenoeg alle gidsenboekjes voor toeristen verwijzen bij het kerkhof van Hoogboom naar het grafmonument van de familie Vanderlinden: kunstwerk van de grote beeldhouwer R i k Wouters. Bezijden de kerk, het kerkhof en 'Het Pleintje' staat de pastorie. H i e r woonden de zeven pastoors, d i e de parochie Hoogboom t o t heden bestuurden. D e huidige pastoor E.H.J.A. Vioeberghs heeft er nog steeds zijn verblijf. To e n i k in 1917-1918 te Hoogboom fungeerde ais o n derwijzer en 'organist', was E.H. Frans Roelans pastoor. E l k e zondag en elke hoogdag moest ik in de voormiddag de hoogmis en in de namiddag het lof spelen in de kerk. O m d a t ik tussen de hoogmis en het lof niet over huis kon naar de Donk, mocht ik bij Mr. Pastoor te Hoogboom blijven middagmalen. Geregeld had i k dan aan tafel als compagnon een pater kapucien, die te Hoogboom behulpzaam was in de kerk met het biecht horen en het preken. D e paters kapucienen hadden van vroeger reeds een voet in huis te Hoogboom; op het kerkhof trouwens hebben de kapucienen van de Ossenmarkt te Antwerpen een gezamenlijke begraafplaats: een sober graf zoals sobere paters zulks wensen. Het zondagse l o f duurde nauwelijks een half uurtje, van half drie tot drie uur. Te n gerieve van de jongere lezers aan w i e het woord ' l o f ' mogelijk onbekend is, w i l i k hier even een korte omschrijving geven van d i t uitstervend woord in de betekenis van kerkelijke plechtigheid. H e t 'lof' was eertijds een godsdienstige zondagnamiddagoefening, die besloten werd met de zegen van het H. Sakrament. Tijdens het 'lof' werden een drietal motetten gezongen en tussenin bad men ook nog een rozenhoedje met de litanie van O.-L.-Vrouw. Naar het 'lof', dat eigenlijk niet behoorde tot de zondagsplicht, kwamen alleen bejaarde religieuze juffrouwen, alsook de nonnekens van de zustersschool en enkele mensen, die m e t het l o f een stuk van h u n vrije zondagnamiddag doorbrachten. 23
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 23
Het pleintje vóór de kerk te Hoogboom wordt aan zijn noordzijde begrensd door het zogenaamde 'Goed van Bunge' en door het portiershuisje aan de ingang van het landgoed. Reeds toen ik in 1917-1918 werkzaam w a s te Hoogboom, noemde men d i t landgoed ' H e t Goed van Bunge' en o p heden noemt men het nog altijd alzo, naar de eigenaar van het vroeger kasteel 'De Oude Gracht'. D e leden van de familie Bunge waren destijds weldoeners van Hoogboom: ik herinner mij n o g h o e z i j t i j d e n s d e eerste wereldoorlog ieder jaar r o n d kersttijd de schoolkinderen bedachten met snuisterijen en geschenken. M e d e door toedoen van één of andere liefdadige instelling was er tijdens die oorlog soepbedeling voor de schoolkinderen in één van de huizen aan de Hoogboomsteenweg, even voorbij de kerk in de richting van de Eikelenberg. E l k e middag werd daar de soep uitgeschept voor de leerlingen van de scholen door behulpzame juffrouwen van de parochie. In het portiershuis aan d e ingang van het park 'De Oude Gracht' woonden toen de nonnekens, die les gaven in de zustersschool. H e t waren zusters van de congregatie van Vorselaar. D e brave zusters hadden in d i t portiershuis hun woonst heel dicht bij de kerk, waar zij iedere morgen de H. Mis gingen bijwonen. Aan de zuidoostkant van het pleintje heeft men thans 'Den Haasdam'. D e plaatsnaam 'De Haasdam' heeft b i j m i j steeds grote belangstelling opgewekt i n verband met de heemkunde. O f schoon elders een plaatsnaam als 'Haas-donk' haviks-donk schijnt te betekenen, ben ik toch de mening toegedaan, d a t het Hoogboomse toponiem ' D e Haasdam' in verbinding staat met het plaatselijke 'Hazeldonk' of 'Haseldunc' (1267). Haasdam zou dan niet verwijzen hier naar havik (een dier) maar wel naar hazelaar (een boom of een struik). Ten slotte is er dan nog het pleintje zelf: 'Het Pleintje' met de bomen en het groen gewas ! E e n reliek u i t het verleden en een kostbaar geschenk van de voorvaderen, want de mens van heden snakt naar groen en naar bomen ! Alvorens te eindigen wil i k nog even terugkomen op het lied over 'Tante Nonneke', waarmede ik deze bijdrage begonnen ben. A l w i e houdt van groen en bomen, van relieken en herinneringen, zal met een variante op het lied van 'Tante Nonneke' gaarne getuigen: 'Wanneer ik aan ' t Hoogboomse Pleintje denk, 'dan zie ik een plekje groen en fijn, 'echt waardig om 'beschermd' te zijn !'
24
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 24
PLAN VA N HET BESCHERMDE GEBIED GEMEENTE EKEREN, provincie en arrondissement Antwerpen WIJK M � p1 2 .369
.j43
0
36.9
. ? 9 � / / ' � . 7 , �.Q/• _ �-. . j i ` ( . ' 1 ' 7 / � f r 1 1 ir i,-' i j � _ ` ? F � ` t i -1-"!�- J ' , ��F( i � I� • ; �! r. c Ç \ /7 , ~ . � ��y� �{y��:.;,., J� -' � ,c� � � � ` ' 2 y 5 ' ' •1. fSrcl}I � , + " � 1 ----`•�_ � p . ,Ît,J}i
e7.-/� u 41 ?66
f.J:.�� 1:315s _f•,�LLzss I `� ✓ i
4 l77
� II —
' I è i . ' y. I � ; t T z i y � Î ; , 7 I 2 9 a i
� �'i,•9, ITJ1S Z 61
� y ' _ _ Z v S 7 9 i f_931 . 1 I �. -1 _ l
gebouwen: 1) Hoogboomsteenweg 282, wijk M nr 321 n : huisjes op "de koer" 2) Hoogboomsteenweg 284, wijk M nr 321 m 3) Hoogboomsteenweg 286, wijk M nr 321 I : poortgebouw aan de ingang 4) Hoogboomsteenweg 288, wijk M nr 321 k v a n Oude Gracht. 5) Hoogboomsteenweg, Parochiekerk St.-Jozef, wijk M n r 309 g 6) Hoogboomsteenweg 321, wijk M nr 390 b : pastorij 7) Hoogboomsteenweg 301, wijk M n r 278 a : café "Harmonie" percelen. 3 4 3 d 309 321 3 280 b 321 a 277 k (gedeeltelijk, tussen Hoogboomsteenweg 2 en denkbeeldige lijn lopende van achtergevels 309 b Hoogboomsteenweg 321 en 301) 2 25
30 3 30 3 30 3
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 25
LEGEUDE. : ef�/ • - s
V. VePS eel O e r r a v e n Wa f t e r s Kasteel L A E T / T / / f c A H r E s r U s " Hu, di5e g r e n s v a n h e t " g r o n d y e i r / v a n d e h e e r Vroegere g r e n s B i n n e n h o f / 4.2 h a )
PLAN VAN H E T D O M E I N D e O u d e G r a c h t 26
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 26
DE OUDE GRACHT (4) De familie Moretus. Op 25 februari 1780 verkocht Maria Theresia van Bleeuwen, echtgenote van Sieur Georges Laudaens, juwelier t e Antwerpen, een zeer groot domein gelegen op de Oude Gracht aan jonker Paulus Francis Josephus Moretus, ingezetene van Antwerpen, en afstammeling van Jan Moretus (Moerentorf). In 1768 had Maria Theresia van Bleeuwen het domein verkregen bij deling van goederen tussen haar moeder en haar zelf. Dit domein besloeg een totale oppervlakte van 11 bunderen en 242 1/2 roeden, genaamd "Claerisse ende Ruyters Guyshoeve", gelegen te Ekeren tegen de baan o p de Oude Gracht, voorkomend op de figuratieve kaart van landmeter Peter Stijnen d.d. 4 juni 1776, namelijk: - een huis van plaisantie, omringd door een hofgracht, - een hoeve nevens voornoemd huis van plaisantie, met stal, schuur en verdere toebehoorten, - 14 stukken land ronde voornoemde hoeve, voorkomend op de figuratieve kaart van P. Stijnen onder de nummers 2 t o t en met 15, rondom beplant met eiken en elzen schaarhout, met een oppervlakte van 5 bunderen 5 8 1 / 2 roeden, palende zuid de straat o f de baan o p de Oude Gracht, oost Adriaan Verdijck, noord de hiernavermelde drie stukken heide en west de eerwaarde heer N.F. Pauli, - 3 stukken heide, gelegen achter de voornoemde stukken, met een oppervlakte van 3 bunderen en 4 roeden op dezelfde figuratieve kaart aangeduid onder de nummers 22, 23 en 24. - de dreef in ' t midden van de voornoemde landen, beplant met eiken opgaande bomen, met een oppervlakte van 242 roeden, - en ten laatste een weide genaamd 'De Meester', groot 2 bunderen 29 roeden, op de kaart van P. Stijnen genummerd 21. Palend oost de koper, noord Va n Hesbeen, zuid de beek, west heer Mertens en noord de Prins van Salm-Salm. Verkoopprijs: 4215 gulden. Jan Moretus (Moerentorf) was gehuwd met Martine Plantin, dochter van Christoffel Plantin, de bekwame en roemrijke voortzetter van het bedrijf van de wereldbekende drukkerij, thans, sinds 1876, het Plantin-Moretusmuseu,n. D e stad Antwerpen dankt d i t zeer kostbare museum aan jonker Edward Moretus die woonde t e Ekeren-Centrum o p h e t Moretushof o o k weleens genaamd " D e konijnenpijd". De familie Van den Berghe (5) In 1803 werd de parochie "Brasschaat" opgericht bij decreet van de Préfect van het departement der Twee Nethen; in deze Napoleontische tijd was ons dorp inderdaad een deel van Frankrijk. I n d i t decreet werd gesteld dat de grens van de nieuwe parochie liep "doorheen het eigendom van de heer Van den Berghe en langs de lange laan van de heer Moretus naar het domein Donck" (hiermee werd een groot domein bedoeld, thans verkaveld i n grote en kleine percelen en gelegen tussen de Oude Gracht en de huidige Koningin Astridlaan). Met deze eigenaar werd François van den Berghe bedoeld, gehuwd met Marie-Thérèse de K n y f f en afkomstig van 's Hertogenbosch. Op 24 m e i 1821 erfde zijn zoon Charles, geboren te Antwerpen op 14 november 1785, het domein Oude Gracht, toen het kasteel van Hoogboom genoemd. H i j huwde in 1815 Henriëtte Ma27
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 27
ria Isabelle Moretus, geboren te Antwerpen o p 9 november 1793. H e t gezin Va n den BergheDretus werd begiftigd m e t een zoon, Eduardus, en dochters Emelie, Colette en Mathilde. Tussen 1815 en 1830, tijdens de Hollandse overheersing, werd de landelijke rust van Hoogboom goor niets verstoord. I n 1831 verstreek echter de wapenstilstand tussen de Belgen en de Hollanders en verwachtte men spoedig een herneming van de vijandelijkheden. G r o t e fortificaties wer- a a n de Schelde gebouwd. B i j deze werken waren meer dan 10.000 arbeiders betrokken. u n deze strategische bouwwerken te beschermen werden er troepen gelegerd in Hoogboom en hun officieren namen h u n i n t r e k i n h e t Kasteel van Hoogboom, nl. de Oude Gracht. I n een brief aan haar nichtje Caroline Moretus, gehuwd met Ferdinand de Pret, bekloeg Henriëtte zich over deze situatie en ook over het feit dat Caroline veiliger oorden had opgezocht nl. het kasteel van haar zuster de barones d'Hooghvorst: "Charles me charge de vous dire qu'il est bien fâché que vous ayiez quitté, afin qu'en cas d'évènements extraordinaires nous nous serions consolés mutuellement". Het jaar nadien, in 1832, stierf Charles, in de leeftijd van 46 jaar, en bleef Henriëtte achter met een zoon en drie dochters. H e n r i ë t t e Moretus overleed o p 12 juli 1869 en liet aan haar kinderen een domein na van 463 ha. H a a r stoffelijk overschot werd bijgezet in de grafkelder van de familie Moretus te Ekeren aan de noordkant van de Sint-Lambertuskerk. Baron Osy de Zegwaert (6) In 1870 verkochten de erfgenamen van Henriëtte Moretus het domein van Hoogboom aan Baron E d u a r d O s y d e Zegwaert, gouverneur van d e provincie Antwerpen, v o o r d e s o m van 659.580 F. D e z e liet rond 1880 het eigenlijke kasteel afbreken om in de plaats ervan een neorenaissancistisch kasteeltje te bouwen. Baron Osy werd geboren te Deurne op 24 maart 1832 als zoon van Baron Jean Renier Osy en Jeanne d e K n y f f . O p 1 8 oktober 1853 huwde h i j Jeanne-Petronelle della Faille, geboren te Brussel o p 22 december 1832 en kinderloos overleden te Antwerpen op 23 december 1857. O p 17 mei 1 8 5 9 huwde h i j Mathilde M . Thérese Villers, geboren te Antwerpen op 5 april 1835. Op 1 september 1871 neemt Baron Osy zijn intrek op het kasteel " D e Oude Gracht", evenals zijn echtgenote Mathilde Marie Villers en hun kinderen Joannes Maria Josephus, Maria Josepha Amalia, Paulina Eufolia Maria, Cornelia Julia, Josephus Alexander en Carolina Joanna Maria Sidonia. Baron Osy was volksvertegenwoordiger en gouverneur van de Provincie Antwerpen van 1889 tot 1900. De familie Osy is van Franse oorsprong, ze heeft zich in Holland gevestigd in de 17de eeuw en is naar België overgekomen i n d e 18de eeuw. O p 10 november 1778 werd Corneille-BaudouinGhislain Osy, grootvader van Eduard, t o t de adelstand verheven en t o t ridder geslagen door Maria-Thérésia. Op 25 februari 1817 kreeg hij de titel van BARON. Deze titel was overdrachtelijk op alle nakomelingen van Corneille-Baudouin-Ghislain, Jean-Joseph-Renier en Joseph-Louis-Alexander Osy. Vanaf 19 september 1887 mag "de Zegwaert" aan de naam Osy toegevoegd worden. Baron Eduard Osy de Zegwaert was voor Hoogboom een weldoener; het is dank zij hem dat de parochie St.-Jozef tot stand kwam en dat Hoogboom een eigen kerk kreeg. Nu nog is de naam Osy de Zegwaert een bekende klank in Hoogboom. Getuige hiervan zijn de "obiits" met het wapenschild van de Osy's welke nog steeds in de kerk hangen; het balkon links vooraan op het koor en de grafkelder op het kerkhof. 28
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 28
Kasteel van Baron Osy de Zegwaert, gebouwd rond 1880 in neo-renaissance stijl en afgebroken in 1947. De familie Bunge (6) Op 31 maart 1913 kocht de heer Bunge, industrieel, het domein van Baron Osy de Zegwaert. Op dat ogenblik bedroeg de oppervlakte 292 hectaren, waarvan 132 ha op het grondgebied van Brasschaat en 160 ha op het grondgebied van Ekeren. De heer Eduard Gustav Bunge werd geboren te Antwerpen o p 16 oktober 1851 als zoon van Carl Gustav Bunge en Laura Maria Fallenstein von Meuhlen. I n 1885 huwde Eduard te Antwerpen Sophie Marie Karcher, geboren te Le Havre op 3 juli 1863. Het kasteel, genaamd " L A E T I T I A CAMPESTUS", wordt door de heer Bunge betrokken o p 1 juni 1914. E . Bunge was voorzitter van de maatschappij N . V. Bunge (in de Arenbergstraat nr. 21) van 1884 t o t 1927. D e maatschappij was gesticht door zijn vader, Carl Bunge, op 1 januari 1850. De heer Bunge heeft van het park gemaakt wat het nu is. I n de jaren 1921-1922 werden vijvers en waterlopen bijgegraven, zodanig dat het kasteel o p een eiland van ongeveer 42 ha kwam te staan. H e t "binnengoed", zoals het eilandje algemeen wordt genoemd, was en is nog steeds bereikbaar over acht bruggen waarvan zeven houten plus de stenen brug aan de hoofdweg naar het kasteel. Tussen 1923 en 1927 heeft de heer Bunge de oppervlakte van zijn domein vergroot tot 446 ha. V o o r het onderhoud van de parken, het werk op de boerderij en de velden, het onderhouden en bijbouwen van dienstwoningen, had de heer Bunge ongeveer honderd mensen i n dienst. 29
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 29
Het domein heeft veel te lijden gehad van het oorlogsgeweld, de gevolgen hiervan zijn nog steeds _ichtbaar. I n 1914-1918 werden er loopgrachten gegraven en niet minder dan 48 bunkers gebouwd. A c h t e r de loopgrachten werden alle bomen en struikgewas geveld zodat de soldaten vrij uitzicht hadden o p de aanstormende vijanden. O p mooie dagen en bij helder weer kon men zelfs de kerktoren van Putte zien. H e t struikgewas en de bomen werden na de oorlog terug aan'eplant, maar van de 48 bunkers werden er slechts negen terug afgebroken. Het is dank z i j d e heer Bunge, d i e een verwoed " P o l o -speler" was, d a t het "Polo-plein" t o t stand kwam in het jaar 1921. H e t aanleggen van het plein gebeurde volledig met losse graszoden welke gestoken werden u i t de polderdijken en aangebracht door verschillende boeren u i t onze inmiddels verdwenen polderdorpen. Het polo-plein heeft in de tweede wereldoorlog een belangrijke rol gespeeld als vliegveld voor de Duitsers. V a n toen dateert de betonnen baan die half rond het plein loopt. O p verschillende plaatsen bemerken we nu nog uitschieters waar vliegtuigboxen hebben gestaan voor de Duitse mugs. Spijtig genoeg is het prachtige domein " D e Oude Gracht" niet in zijn oorspronkelijke staat bewaard gebleven; na de dood van Eduard Bunge op 18 november 1927 werd het grondgebied verdeeld tussen de vijf dochters, Sophie Laura, Dorothée Emilie, Erica, Eva Maria en Hilda. Het gedeelte met het kasteel werd toegewezen aan Erica (gehuwd met Milton McIntyre Brown).
Café "Harmonie" gezien vanuit de ingangspoort van het domein de Oude Gracht. E n in de winkel, naast het café worden "koloniale waren" verkocht.
30
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 30
Eikelenberg werd eigendom van Eva (gehuwd met Andrew James Widderson). D e Meerse plus een stuk Koude Heide kwamen in het bezit van Hilda (gehuwd met William Hallam Tuck). H e t gedeelte Struyen werd aan Sophie gegeven (zij was gehuwd met Felix Rhodius). D o r a (gehuwd met Victor Théodore Bracht) kreeg het kasteel Calinckxberge te Schoten. In 1930 is de heer Milton Brown het kasteel komen bewonen, voorheen woonde hij op Eikelenberg. Na de Tweede Wereldoorlog is het kasteel " D e Oude Gracht" i n een zulkdanige vervallen toestand geraakt — de kosten voor herstelling en onderhoud werden te hoog —dat men in 1947 b e sloten heeft het af te breken. In 1969 werd een oppervlakte van ongeveer 80 ha, dat toebehoorde aan de heer Milton Brown en gelegen was langsheen het anti-tankkanaal, verkocht aan de heer Karel Hens. D i t stuk van Oude G r a c h t w e r d d o o r ingewijden steeds "Siberië" geheten wegens de noordelijke ligging.
Eugene Claes, sinds 1923 rentmeester (7) Eugene Claes, de rentmeester van het domein "Oude Gracht", heeft zich, onbewust en vooral ongewild, een allure aangemeten d i e weinigen in onze w i j k ooit zullen verwerven. D e kracht van deze man — en waarschijnlijk ook de reden waarom hij in Hoogboom niet zonder meer kan weggedacht worden — b l i j k t hem te zitten in de trouw, de nauwgezetheid en de competentie waarmee hij zijn werk aanpakte en dit nog doet. Eugene werd geboren te St.-Job in ' t Goor op 19 april 1894. H i j is de oudste van een gezin van 6 kinderen. Z i j n vader was houtkoopman. D i t beroep bracht hem eigenlijk waar hij nu is. H e t was een drukke t i j d — in de jaren twintig — voor de houtkooplieden. Eugene moest dikwijls mee. H e t domein "Oude Gracht" leverde veel mijnhout. H i e r ook ontmoette hem de heer Bunge. O p 1 september 1923 werd hij aangeworven. D e heer Bunge had een goede keuze voor zijn "goed" gedaan. N a a s t de leveringen hout was er veel werk op de boerderijen. Eugene kende beide stielen en had bovendien een goed organisatietalent, zo nodig voor zo'n domein. "Met werken k o m t ge overal". A a n het woord is onze rentmeester, die zich nooit op het voorplan dringt. I n een oud liederenboekje van hem — rond de jaren 1917 maakte hij deel uit van een groep, die "bonte avonden" i n het dorp verzorgde —vonden wij volgende persoonlijke verzen: Veel vernuft maar weinig werken, zag men dikwijls dat verloor, Weinig geest maar toch vol ie ver, gaat met veel te prijzen door. Zijn werklust, zijn rustige sluwheid tijdens de oorlog in de omgang met de bezetter, zijn zekerheid bij zijn taak vormen de tweede natuur voor deze mens. W i j , jonge Hoogbomenaren, hebben vooral zijn "eerste natuur" mogen ervaren, nI. de vriendelijkheid en bereidwilligheid waarop hij ons, en i k mag wel zeggen de ganse Hoogboomse gemeenschap, dikwijls vergastte. E u g e n e heeft de Hobonianen reeds veel gegevens voor hun werking doorgespeeld. Aan ons geacht lid, Eugene, naast onze dank, een hartelijk "ad multos annos" en nog meer ! 31
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 31
Het kaashok in de Oude Gracht (8) Aan de Oude Gracht nummer 11, o f zoals het beter gekend is "het huisje van de boswachter", bevindt zich aan de linker zijgevel van het gebouw een van de zeldzame "kaashokken" uit onze gewesten. Dns kaashok ( o f kaaskot) bestaat u i t een eikenhouten geraamte, waarschijnlijk geplaatst bij de bouw van de woning, dat ondersteund w o r d t door twee gebogen boomstronken. H e t kaashok meet aan de voorkant een hoogte van 57 cm, het loopt schuin op onder het uitspringende rieten dak, om achteraan een hoogte te bereiken van 99 cm. H e t is 85 cm breed en 50 cm diep. O o r spronkelijk lag er een bodem i n het hok, die is nu verdwenen. H e t geheel is getralied met houten latten van 3 c m breedte, d i e m e t een tussenruimte van ongeveer 2 cm zijn aangebracht. Het hok werd gebruikt om kaas te drogen. D o o r de tralies had de wind vrij spel terwijl de mussen en .mezen de kooi niet konden binnendringen. H e t kaashok was bereikbaar via een opening van 25`' op 35 cm achteraan in de muur. D i t gat dat uitkwam in het trappenhuis, werd echter toegemetseld. Wanneer men weet dat er slechts enkele van deze kaashokken bekend zijn, namelijk: - aan de "Kranke Hoeve" (1717) te Bonheiden. - aan het lemen boerderijtje te Kerkom in het gehucht Malendries. - het kaashok aan de kleine Bullemhoeve aan de Groenstraat te O.L.Vrouwe-Waver werd enkele jaren geleden afgebroken. - het kaashok aan de boerderij van Den Houte nabij de Spelkapel te Merchtem werd eveneens afgebroken. dan kunnen we er in Hoogboom prat op gaan zulk een zeldzaamheid te bezitten.
32
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 32
DE VROEGERE VIERSCHAAR (9) De oude heerlijkheid van Ekeren bezat een bestuurlijke en tevens een uitgebreide rechterlijke jurisdictie op gans haar grondgebied, omvattende d i t van de huidige gemeenten Ekeren, Hoevenen, Kapellen en Brasschaat. Het Ekerse dorpsbestuur bestond t o t op het einde van de 18de eeuw (Franse Revolutie) uit een drossaard, een schout ( t o t i n 1652), twee dorpssecretarissen (sedert 1612 één) en viermaal 7 schepenen, te weten 7 voor Ekeren-dorp met inbegrip van de gehuchten Donk en Brasschaat, 7 voor Hoevenen, 7 v o o r Kapellen m e t inbegrip van Putte en daarenboven 7 voor Hoogboom. Deze voor Hoogboom hadden alléén rechtsmacht (geen bestuursbevoegdheid): zij zetelden uitsluitend als vierschaar om recht te spreken. Het is i n o k t o b e r 1548 d a t Hoogboom werd begiftigd met een vierschaar: een kollege van 7 schepenen o m in lokale twistpunten recht te spreken (niet o m deel te nemen aan het bestuur van het dorp). Vo o r d i e n was er te Hoogboom een laathof (samengesteld u i t 7 laten, soms schepenen genaamd), ook met bevoegdheid inzake cijnzen en overdrachten van onroerende goederen en — in verband hiermede — tot beslechting van eventuele geschillen. D i t h o f bestond al blijkens zekere oorkonde in 1297. In het Rijksarchief te Antwerpen berust een register dat de rollen en de vonnissen bevat van de vierschaar van Hoogboom, register dat op de voorlaatste dag van oktober 1548 werd aangelegd door Adriaan Vorsselmans, secretaris van h e t Ekerse dorpsbestuur. D i t register, lopende van 1548 t o t 1571, begint op de eerste folio met navolgende inschrijving: "Achtervolgende der ordonnan. O p t stuck van justicien op ghisteren de X X I X n dach October anno X V c X LV I I I t e r pntien des Edelen Heeren ons genaed. H e e r e n en Graven van Hoochstraeten Philips van Lalaing gepubliceert. I s dit rgtere vande rollen ende presentatien begonst bij Adriane Vorsselmans secretaris der Banck van Hoochboom onder Eeckeren". Omgezet in hedendaagse taal en spelling dient bovenstaande inleiding als volgt gelezen: "Overeenkomstig de voorschriften inzake rechtspleging welke gisteren op 29 oktober 1548 werden afgekondigd i n tegenwoordigheid van de edele heer, onze goedertieren dorpsheer en graaf van Hoogstraten, Philips van Lalaing, werd d i t register van de rollen en de presentatiën aangelegd door Adriaan Vorsselmans, secretaris van de Bank van Hoogboom onder Ekeren". Onmiddellijk na voorstaande inleiding werd op dezelfde dag nl. 30 oktober 1548 de eerste door de vierschaar van Hoogboom af te handelen rolle ingeschreven. O p deze eerste rollen kwamen 9 zaken van burgelijke aard voor. D e vierschaar die er dan kennis van nam was samengesteld uit stadhouder Raet (in plaats van de schout) en verder de schepenen Pauwels, Nuyts, Hols en Jaco ps. Zolang de vierschaar van Hoogboom heeft bestaan, heeft ze haar rol behoorlijk vervuld. M a a r inzake bestuur en publieke lasten bleef Hoogboom steeds onder de wethouders ( = schepenen) van Ekeren-dorp. V o o r zeer belangrijke rechtszaken, meer bepaald voor het berechten van grote misdadigers, liet de hoofdbank van Ekeren-dorp zich soms bijstaan door de schepenen uit de vierschaar van Hoogboom. Z u l k s gebeurde in 1614 toen door de Ekerse vierschaar een doodvonnis werd geveld. D e vierschaar van Hoogboom was alsdan vertegenwoordigd door drie schepenen, namelijk Hendrik De Bie, Peter Dierickx en B. Bertels. Ingevolge een van de hogervermelde ordonnanties van 1548 had jaarlijks een vernieuwing van de schepenen te Ekeren plaats, ofwel werden ze in hun ambt bevestigd ofwel werden er naargelang de omstandigheden nieuwe aangesteld. H i e r v o o r werden door de drossaard de meest bekwame personen tussen de ingezetenen van de heerlijkheid uitgekozen, welke dan tijdens een plechtige 33
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 33
zitting i n de 's Herenkamer door een gezant van de dorpsheer werden heraangesteld o f aangesteld. D i t geschiedde o.m. i n 1751, d i t blijkens een belangrijke schepenakte u i t die tijd. T e dien einde werd Joannes Nicolaes de Tiege, "geheyme Raedt ende Intenent van zyne Doorluchtigste Hoogheyt" afgevaardigd en naar Ekeren gezonden. B u i t e n de schepenen voor Ekeren-dorp (hoofdbank), Hoevenen en Kapellen, werd gezorgd voor de schepenen voor de bank of ierschaar v a n Hoogboom, waarvoor d e schepenen Peter D e Coninck, Peter Brughmans en driaan Verbaenen in hun vroeger schepenambt werden bevestigd, terwijl als nieuwe schepenen werden aangesteld Jan Lauwers, Cornelis Van Broeckhoven, Peter Bartels en Jan De Wolf, in totaal 7 schepenen zoals voorzien. Te dezer gelegenheid werden de schepenen op hun plichten gewezen en werd hun aanbevolen steeds te zorgen voor het welzijn van het dorp zijnde de plaatselijke gemeenschap en i n ' t biezonder voor de weduwen en de wezen en tenslotte de belangen van de hertog als heer van Ekeren niet te vergeten, dit alles met het oog op het goed bestuur van het dorp, het in acht nemen en het dienen van de justitie alsook het bewerkstelligen en behouden van de nodige eendracht tussen de dorpsbewoners. Daarop legden dan de schepenen de eed af in de handen van de drossaard.
HET " D O M E I N H A E Z E L D O N C K " (10) Dit domein, eens eigendom van de familie Good-Werner, werd in 1961 verkocht aan de Immobiliënvennootschap van België u i t Brussel. H e t eigendom was dag op dag eenenveertig jaar in het bezit geweest van de familie Good. De Immobiliënvennootschap zal, na daartoe de zegen te hebben gekregen van de Gemeenteraad (30 januari 1963) d i t domein verkavelen en er ten dele villawijk van maken. Ongeveer een derde van het eigendom zal gekocht worden door de v.z.w.d. "Oud-Studentenbond van de Aalmoezeniers van den A r b e i d " , ltaliëlei 1 8 3 , Antwerpen. H e t werd de residentie van wijlen Z.E.H. Maurits L ' H o m m e , i n leven direkteur van h e t Technicum, Londenstraat 4 3 , Antwerpen en sinds Kerstmis 1969 General-Overste van zijn Congregatie, de Aalmoezeniers van den Arbeid. Hij overleed op 8 augustus 1974. Z.E.H. L ' H o m m e zal, jammer genoeg, de oude plaatsnaam verzaken en van meet af het eigendom omdopen i n " D O M E I N G O O D " . H e t werd ingericht als een cultureel centrum om o.m. "de studenten van h e t Technicum de echte levensvoorwaarden t e I e r e n o n t d e k k e n " . De familie Good. De stamvader van deze bekende familie is William Louis Good. H i j werd in 1819 te Kopenhagen in Denemarken geboren en overleed te Antwerpen op 15 januari 1879. H i j was de zoon van Daniël en Mary Ann Duntzfelt. In 1852 trad h i j t e Londen i n het huwelijk met Hanna Nathansan, te Elseneur, eveneens in Denemarken, geboren. Z i j was vier jaar jonger dan William en bij haar huwelijk met William reeds weduwe van Levysohn. H a a r vader noemde Samuel; haar moeder is onbekend. Z i j overleed te Antwerpen op 18 november 1885. Daar Mary A n n , het eerste kind u i t d i t huwelijk op 30 oktober 1853 te Antwerpen werd geboren, mag worden aangenomen dat de ouders van Londen naar Antwerpen kwamen. William zal zich hier vlug thuisvoelen in de financiële middens. W e zien hem vaak optreden als beheerder of als commissaris van een bank o f verzekeringsmaatschappij. H i j zal zelfs naam maken in het onderwijs. I n d e r d a a d , van 1876 t o t 1878 fungeerde hij als direkteur aan de Hogere Handelsschool. 34
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 34
Uit d i t huwelijk werden nog twee dochters geboren: Sophia-Charlotte en Emilia-Mathilde, en eindelijk op 4 april 1860 kwam de lang verwachtte zoon het gezin vergroten. H i j werd CarolusAlf red us genoemd. Carolus Alfredus Good, eveneens beheerder van maatschappijen, zal te Antwerpen op 21 oktober 1 8 8 4 i n h e t huwelijk treden met Joanna Hortensia Engels, dochter van de bekende reder Theodoor en van Joanna Flemmich. Uit d i t huwelijk sproten zes kinderen waarvan Fréderic William de oudste is. V i e r zusjes: M a ria Elizabeth, A l i c e Julia, Margaretha Emilia en Suzanna Charlotte kwamen hem vervoegen. Henry Charles werd de benjamin van dit gezin. Fréderic William Good, de man die eens het domein Haezeldonck zal kopen, werd o p 1 4 november 1886 te Antwerpen geboren. H i j zal de sporen van zijn voorouders drukken; hij w o r d t eveneens maatschappijbeheerder. Fréderic huwt op 25 april 1911 te Antwerpen met Eliza Louise Werner, te Antwerpen geboren op 19 november 1889 als dochter van Franz Jozef Friedrich Werner en Anna Marsely. U i t dit huwelijk werden vijf kinderen geboren: William Fréderic, Anna Maria, Mary Elizabeth, Georges Raymond en Jeanne Monique. Fréderic William overlijdt te Ekeren o p 16 oktober 1960. Z i j n weduwe zal Ekeren verlaten in 1962. Z i j overlijdt op 30 juli 1969. De echtelingen Fréderic William Good-Werner werden op 11 april 1921 ingeschreven in het bevolkingsregister van Ekeren. A l s adres werd lJzerenweglaan 2 9 genoteerd en tweede verblijfplaats gaven zij Bosmanslei 1 7 te Antwerpen op. L a t e r, op 28 oktober 1932 verkiezen zij Spa als hun tweede verblijfplaats. Het eigendom. Op 20 december 1920 kochten de echtelingen Good-Werner een eigendom van Walther Jean A l fred Blaess, maatschappijbeheerder te Ekeren. H e t eigendom was gelegen aan de IJzerenweg laan nummer 29, nu Koningin Astridlaan genoemd. Deze eigendom, volgens kadaster 11 ha 81 a en 30 ca groot, werd o p 15 december 1920 doo Louis Lucas "géomètre juré demeurant à Cappellen", opgemeten en in tekening gebracht. H i e r uit bleek dat de oppervlakte 11 ha 76 a en 31 ca bedroeg. De heer Blaess was in het bezit van deze gronden gekomen door ze te kopen van de eigenaar Pierre Einmahl, koopman; Jean de Jaegere, beenhouwer; François De Backer, winkelier; Wwl Ch. L. Berré-Pauwels; La Barônne C.J.J.M. Osy de Zegwaert, echtgenote van Paul M. Ch. Baros van Reynegom de Buzet et d'Herenthout; Mevr. E.L.Ch. van Mallinkrodt-Günther en van Joze De Deken, cabaretier. Het eigendom was bereikbaar langs een 4 à 5 meter brede weg aan de IJzerenweglaan n r. 29 Voor het overige werd het domein omzeggens geheel ingesloten door de andere omliggende ei gendommen. Na het overlijden van Fréderic William Good werd het eigendom, zoals reeds gezegd, verkoch aan de Immobiliënvennootschap u i t Brussel. D e verkoopakte werd op 20 december 1961 verl€ den voor Notaris Antoine Cols te Antwerpen. 35
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 35
Het Kasteel. In de voorgevel van het gebouw staat het jaartal 1911. H e t werd heel waarschijnlijk opgericht door de maatschappij-beheerder Blaess. M e n leest t.a. in de verkoopakte van 20 december 1920 "La propriété denommée Haezeldonck comprenant château, parc avec étang, maison de jardi' i e r avec annexes et serres, jardin potager et fruitier, terres arables, bois taillis et sapinières sise .us la commune de Eeckeren e t cadastré au lieu d i t "Hoogboomsche Noordwaarts Akkers" (...)" en enige regels verder heet het dat het eigendom toebehoorde aan de verkoper omdat hij (...) les constructions les avoir f a i t ériger avec ses deniers". D i t slaat wel degelijk op de heer Blaess. En t o c h leest men in de verkoopakte van 27 december 1962: " D e gebouwen werden door de gemeenschap Good-Werner zelf opgericht". In 1930-31 l i e t e n d e echtelingen Good-Werner belangrijke veranderingen uitvoeren aan h e t kasteel. D e plannen hiervoor werden getekend door het architectenbureau Jan Jacobs uit Antwerpen. Te s a m e n met de veranderingen in het interieur, de siertuin met boomaanplantingen, werd de veranda aan de noordzijde van het kasteel bijgebouwd. Het domein "Good". Op 2 7 december 1962 werd voor notaris Wuyts te Kapellen de akte verleden waarin vermeld wordt d a t d e v.z.w.d. " O u d -Studentenbond d e r Aalmoezeniers van den A r b e i d " i n h e t k o r t OSBA, van de "Immobiliënvennootschap van België n . v. " de volgende goederen kocht: "een eigendom bestaande u i t een kasteel en alle aanhorigheden, lusttuin, bos, boomgaard en gronden gelegen te Ekeren, Koningin Astridlaan 2 9 , genaamd "Haezeldonck". H e t terrein had een oppervlakte van 3 ha, 74 a, 2 ca en 17 dm2. Met die aankoop was het Domein Good geboren en behoorde het Domein Haezeldonck, waarvan de naam opklimt t o t in de 13de eeuw, t o t het verleden. "DE STERRE" IN HOOGBOOM EN ZILVEREN HOEK (11) Met " D e Sterre" bedoelen we hier de toponymische benaming voor de omgeving van het vroeger h o f van Emiel Grisar-Delvaux. D i t kasteel heette destijds "Sterrehof". H e t werd in 1955 omgevormd t o t een neuro-psychiatristhe inrichting, die de naam "Medister" draagt. D e z e i n stelling is gelegen langs de Jagersdreef (Hoogboom) en zij heeft haar ingang langs de Koekoeklaan (Zilverenhoek). Waar nu ligt de oorsprong van de plaatsnaam "De Sterre", of waarom is men aan een bepaalde plaats de benaming "De Sterre" gaan geven ? Het toponiem " D e Sterre" o f " D e Ster" k o m t voor in meerdere dorpen en gemeenten. D e benaming werd vroeger gegeven aan een plek in een landgoed o f in een bos, waar verschillende dreven o f wegen samenliepen. D i e dreven o f wegen vormden zowat de stralen van "een ster". Evenals men thans nog spreekt van een stervormig bloembed, zo kon men dat vroeger doen voor een stervormig dreven- of wegenpatroon in een park, een landgoed of een bos. We hebben " D e Ster" gekend in (de) Donk, op Vriesdonk onder Brasschaat, in het goed of het bos van baron du Bois de Nevele, gewezen burgemeester van Brasschaat. Te Ekeren-Centrum was er " D e Ster" i n de omgeving van de huidige straten met de benaming Geestenspoor, Driehoekstraat en Bosstraat (de laatste straatnaam verwijst nog naar de vroegere 36
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 36
bossen aldaar). Ook te Wuustwezel was en is er nog een "Sterrenhof", namelijk het kasteel van baron de Kerckhove d'Exaerde langs de baan Wuustwezel-Nieuwmoer. D e w i j k of het gehucht in de nabijheid van het kasteel heet er thans "Sterrebos". Te Ekeren-Centrum verwijzen de huidige straatnamen "Lange Sterrestraat" en " K o r t e Sterrestraat" naar " D e S t e r " i n d e (verdwenen) bossen aldaar. E e n herberg heeft er nog steeds als uithangbord de benaming "De Bosschen". Het is ons niet bekend o f de benaming "Medister" voor de psychiatrische instelling opzettelijk gekozen werd in verband met het vroegere toponiem " D e Ster(re)" of met de benaming van het kasteel " S t e r r e h o f " ( h o f van Grisar). H e t l i j k t ons in elk geval een zeer passende benaming. Men kan in de samenstelling "Medister" twee delen onderscheiden: Medi en Ster. M e d i , als eerste lid van de samenstelling, zou dan de afkorting kunnen zijn van "Medische instelling", terwijl het tweede lid (ster) verwijst naar de plaatselijke benaming "De Ster(re)". De benaming "Medister" verwijst in haar samenstelling aldus naar de aard van de instelling en meteen naar de plaats van haar ligging. EEN B E L A N G R I J K E B R O U W E R S FA M I L I E T E HOOGBOOM I N D E 1 7 d e E E U W ( 1 2 ) Onze Ekerenaars werden weleer bejegend met de spotnaam "de bierproevers" en naar aanleiding van d i t feit denken wij onwillekeurig aan de vele brouwerijen die vroeger op onze Ekerse bodem bestonden en zorgden voor een lekker biertje dat onze voorouders zo graag lustten en dronken. Laten we even teruggaan naar de 17de eeuw om een belangrijke brouwersfamilie in Hoogboom te leren kennen. In 1639 kennen we Simon De Laet als brouwer in Hoogboom. H i j werd hier geboren in 1610, als zoon van Simon De Laet (soms ook genaamd Simon Simonsen) en van Elisabeth De Bie. D e familie De Laet-De Bie waren zeer welstellende mensen die een vooraanstaande plaats bekleedden i n h e t leven t e Hoogboom. Z i j bezaten er talrijke eigendommen alsook in de omgeving. Men k o m t hun namen herhaaldelijk i n de schepenbrieven tegen. S i m o n De Laet-De Bie was zelfs stadhouder van de plaatselijke vierschaar. I n 1627 was hij ook ontvanger van " d e Beestenboek" (een belasting) en toen schonk hij van dorpswege een "courtesie" (een soort geschenk) aan de Spaanse legeraanvoerder Graaf van Salasar op dat ogenblik verblijvend te Stabroek, opdat z i j n r u i t e r i j -soldaten n i e t meer zouden k o m e n roven o p h e t k w a r t i e r van Hoogboom. In 1638 trad Simon De Laet in de Sint-Lambertuskerk te Ekeren in het huwelijk met Petronella De Coninck (in de wandeling genaamd Peerijn) die in 1617 te Ekeren-Donk geboren werd. H e t gezin werd gezegend met zes kinderen. Op 22 februari 1639, "naer (na) de monsteringhe van d e gemeynte aldaer gedaen", werden in de herberg van brouwer Simon De Laet in Hoogboom door de deelnemers voor een bedrag van 6 gulden en 8 stuivers voor rekening van het dorpsbestuur verteerd. Brouwer Simon De Laet overleed o p 20 september 1648 en hij werd begraven in de Sint-Lambertuskerk te Ekeren. H i j was nog geen 38 jaar oud. Z i j n grafsteen vinden we nu nog in de genoemde kerk. P e e r i j n De Coninck, zijn weduwe, hertrouwt tamelijk spoedig, vermoedelijk in 1649, met Hendrik De Moor die in 1608 te Ekeren in de Schriek geboren werd. Deze zette het brouwersbedrijf voort. 37
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 37
Het bier van deze gekende Hoogboomse brouwerij werd niet alleen in Hoogboom gedronken maar ook in verschillende omliggende dorpen. H e t werd ook in tamelijk grote hoeveelheden geleverd voor de Ekerse Hagelkruisfeesten, meestal in de maand mei, na O.H. Hemelvaart. Brouwer Hendrik De Moor was schepen in de vierschaar van Hoogboom en hij was er een geziene persoonlijkheid, maar dat belette niet dat hij door het Ekerse dorpsbestuur werd ontzien als ij iets deed dat niet toegelaten was. Z o kreeg hij moeilijkheden omdat zijn knechten in 1659 te Ettenhoven (Hoevenen) o p een van zijn eigendommen, namelijk op het stuk genaamd " h e t Kapelland o p de Willaerts" o p een ongeoorloofde wijze hout hadden gekapt dat de "competente ouderdom" van 6 gehele jaren niet had bereikt. Peerijn De Coninck stierf in 1680. N a haar dood werd de brouwerij (vroeger ook "Panhuis" genaamd) aangekocht door haar schoonzoon Hendrik Lodewijckx, die gehuwd was met Dynmpha De Laet. H e t brouwersbedrijf werd derhalve voortgezet door Hendrik Lodewijckx. Hij stierf in 1691 en zijn weduwe (Dynmpha De Laet) overleefde hem tot in 1705. H u n dochter, Dympha Lodewijckx, trouwde in 1706 met Petrus Bresseleers, die wij dan als brouwer kennen. A l z o bleef t o t tamelijk ver in de 18de eeuw het brouwersbedrijf te Hoogboom een waarachtig familieberoep. WIE WAS "MOEDER MENNEKENS" ? (13) Op de hoek van Hoogboomsteenweg en Koningin Astridiaan staat de herberg met het uithangbord "Café De Jager - Moeder Mennekens". Uit heel wat opzoekingen in de bevolkingsregisters op het gemeentearchief te Ekeren en na i n gewonnen inlichtingen bij leden van de familie Matthysen-Mennekens, alsook bij oude bewoners van Hoogboom, bleek dat "Moeder Mennekens" de uitbaatster was van de herberg "Café De Jager" in het begin van de 20ste eeuw. Isabella Wouters, alias "Moeder Mennekens" werd geboren te Ekeren op 14 april 1828. Z i j was de weduwe van Petrus Mannekens, geboren te Ekeren op 28 maart 1807. Ofschoon we de naam nooit anders dan "Mennekens" hebben horen uitspreken, k o m t de naam in onze bevoikingsregisters steeds voor als "Mannekens". " M o e d e r Mannekens" was afkomstig van Brasschaat-Ter Heide. T o t 1830 behoorde Brasschaat t o t de gemeente Ekeren en zo k o m t het dat Ekeren als geboorteplaats van "Moeder Mennekens" staat aangegeven, want Brasschaat en Brasschaat-terHeide waren toen slechts gehuchten van Ekeren. " M o e d e r Mennekens" overleed o p 27 juni 1907. Z i j had één dochter, Julia genaamd. Deze huwde met Constant Corneel Matthysen. H e t gezin C.C. Matthysen-Mennekens, dat zich vestigde op de brouwerij in de naaste buurt van "Café D e Jager", telde meerdere kinderen. O v e r deze brouwerij hebben w e i n vorig hoofdstuk reeds gesproken. E é n van de kinderen, Alfons Jozef Matthysen, geboren te Ekeren op 27 november 1890, werd missionaris bij de Witte Paters. H i j vertrok naar de missie in Belgisch-Kongo. I n 1933 werd hij benoemd t o t apostolisch vicaris van Albertmeer en titelvoerend bisschop van Berenika. Z i j n wijding t o t bisschop had plaats te Antwerpen o p 25 februari 1934. B i j de instelling van de kerkelijke hiërarchie in Kongo werd Mgr. Matthysen bisschop van Bunia op 10 november 1959. H i j overleed te Bunia op 19 augustus 1963. U i t deze uiteenzettingen blijkt, dat " M o e d e r Mennekens" o f de v r o u w naar wie de "Café D e Jager" genoemd werd en nog steeds wordt, d e grootmoeder was van de bisschop Mgr. A l f o n s Matthysen, zoon van Hoogboom. De broer van Mgr. Alfons Matthysen, Fransiscus, heeft gedurende vele jaren de "Café De Jager" uitgebaat. H i j was door iedereen gekend als "Suske van den Brouwer"; inderdaad, zijn vader, 38
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 38
Constant Corneel Matthysen, bewoonde de brouwerij in de onmiddellijke nabijheid van "Café De Jager". H e t gebouw van de brouwerij bestaat nog steeds, de uitrusting is echter reeds lang verdwenen. "HET ZIJFABRIEK" (14) De oprichting van " h e t Zijfabriek" dateert van 1782. H e t was in de lente van dat jaar, dat de heer Adriaan Met de Penningen, Antwerps koopman en oud-aalmoezenier aldaar, bij het Dorpsbestuur te Ekeren de toelating vraagt tot oprichting van een fabriek om zijde te twijnen of naar Italiaanse wijze te bewerken. O m aan de fabriek de nodige drijfkracht te bezorgen zouden één of meer watermolens t o t stand worden gebracht o p de beek aldaar. H e t water van de beek, Kaartsebeek geheten, moest een drietal voeten boven het vroegere peil stijgen en verder naar de eis van het bedrijf, over het erf van de fabriek lopen. A l die werken konden worden uitgevoerd zonder overstroming te veroorzaken op de aanpalende landerijen. D e plaats heette in die tijd "Gorisdijk". D e zaak werd ter plaatse onderzocht door de schepenen Jacobus Matheesens en Jacobus Bresseleers en op 14 mei 1782 werd de gewenste toelating tot opbouwen van de zijfabriek verleend. Deze fabriek, waar de zijde t o t draad werd getwijnd, kende een bloeitijdvak en verschafte werk aan veel mensen. I n 1827, na de dood van de stichter en wanneer er onder de leiding der kinderen reeds een aanzienlijke achteruitgang was ingetreden, waren er nog 30 à 40 werklieden aan de arbeid. D e oorzaak van deze inzinking werd toegeschreven aan een gebrek aan voldoende kapitaal en aan de Franse concurrentie van die tijd. De laatste exploitant van de zijdefabriek, A n t o o n Va n de Wouwer, overleed te Hoogboom o p 17 december 1899. H e t stoffelijk overschot, eerst begraven op het gewoon kerkhof, werd i n 1900 ontgraven en overgebracht naar de familiegrafkelder welke inmiddels op het kerkhof van Hoogboom was gebouwd. Volgens de kleinzoon van A n t o o n Va n de Wouwer werd de zijdefabriek afgebroken in 1900. De kleinzoon, L . Va n de Wouwer, werd geboren te Ekeren Hoogboom op 3 december 1894, als zoon van wisselagent Alfons en Maria Smulders. H i j stélde ons in het bezit van twee belangrijke reprodukties: 1. een schilderij (gehandtekend: Schepens 1896) en voorstellend de zijdefabriek, een tamelijk hoog e n groot gebouw en daarnaast een kleine aanhorigheid met hierin de watermolen die de machines o f weefgetouwen in beweging bracht. O p de voorgrond zien we de Kaartsebeek met een sluiske om het water op te houden, ten einde voldoende drukking op te sparen als energiebron. 2. een tekening (1892), voorstellend een "chalet" of een in hout opgetrokken zomerhuis, nabij de zijdefabriek. O p de voorgrond z i t een dame op een bank; zij leest een boek. H e t chalet draagt de naam "Buiten -zon". D e z e tekening wordt toegeschreven aan een zekere André Lepas uit Jupille. De naam "Zijdefabriek" is blijven voortleven in een gelijkluidende straatnaam; nl. de verlengenis van de Jagersdreef op Brasschaats grondgebied heet "Fabriekstraat". HET RUSTHUIS O.L.VROUW VA N GENADE (15) Dit rusthuis, o o k gekend onder de benaming " W E LVA A R T " , is gelegen langs de Hoogboomsteenweg nr. 124. Het huis werd opgericht in 1939 als herstellingsoord. H e t beheer en de verzorging van de opgenomen herstellenden geschiedde door de Zusters van St.-Augustinus van Luik. I n 1969 werd de 39
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 39
directie van het herstellingsoord overgenomen door de Zusters Augustinessen van Boom. H e t oofdhuis van deze zusters is gevestigd te Reet. I n 1971 hebben zij de instelling ingericht tot een rusthuis voor valide dames. E r worden ook echtparen in opgenomen. H e t rusthuis beschikt over een 78 tal individuele gemeubelde kamers en over een moderne sanitaire installatie. Rondom het rusthuis "Welvaart" ligt een enig mooi park, waar de herstellenden en de bejaarde dames kunnen genieten van de frisse natuur. de mooie, ronde kapel van het rusthuis worden de erediensten opgedragen voor de bewoners. " T E R SOETER L O C H T " (16) Welke oude bewoner van Hoogboom heeft er ooit iets gehoord over een hoeve, die op de Koude Heide stond, en die de benaming droeg " Te r Soeter Locht" ? " Te r Soeter L o c h t " is ongetwijfeld een zeer landelijke huis- en hoevebenaming. L o c h t is een middeleeuws woord v o o r lucht. " T e r Soeter L o c h t " verwijst aldus naar een plaats, waar de lucht zoet of zacht was. De benaming " Te r Soeter L o c h t " voor een hoeve op de Koude Heide onder Ekeren vonden we aangegeven in het jaar 1669. Z i j komt voor in een "Landboek van de Sint-Bernardsabdij-aan-deSchelde". D i t landboek berust thans in de abdij van Bornem. Vo o r oningewijden kan het misschien verwondering wekken, dat de Sint-Bernardsabdij-aan-deSchelde bezittingen had te Hoogboom op de Koude Heide. W i e echter enigszins vertrouwd is met de geschiedenis van de streek benoorden Antwerpen, weet dat deze abdij meerdere landerijen bezat t e Kapellen en t e Hoogboom. O p de vraag " H o e was zulks gekomen", willen we het volgende beknopt antwoord geven: I n 1337 stichtte een kolonie monniken van Villers een Sint-Bernardsabdij van CisterciĂŤnzers o f Bernardijnen te Vremde. Zeer kort nadien moesten zij echter alreeds de streek verlaten wegens de onvruchtbaarheid van de bodem. I n 1246 vestigden zij hun Sint-Bernardsabdij te Hemiksem aan de Schelde. Tijdens de Franse revolutie op het einde van de 18de eeuw werd de abdij te Hemiksem opgeheven. Maar enkele jaren nadien hebben de CisterciĂŤnzers hun abdij heropgericht te Bornem. A a n de abdij te Hemiksem waren oudtijds zeer veel schenkingen gedaan o . m . van landerijen door liefdadige personen en instellingen. Z o schonk in 1257 Arnoud van Zellaer aan de abdij een deel van de tienden, die hij te Kapellen bezat. L a t e r kocht o f kreeg de abdij nog rechten en tienden, zodat zij in 1326 de twee derde van de tienderechten bezat op het grondgebied van Kapellen. Toen tijdens de Reformatie nieuwe bisdommen opgericht werden in 1559, waarbij ook het bisdom Antwerpen t o t stand kwam; werden sommige kloosters gedwongen t o t het overdragen van zekere bezittingen om de nieuwe bisdommen in leven te houden. O o k de Sint-Bernards-abdijaan-de-Schelde moest aldus enkele van haar bezittingen overdragen. L a t e r , in 1669, werden door de abdij "Landboeken" opgesteld. H i e r i n werden de eigendommen vermeld, die de abdij toen nog in haar bezit had. Vo l g e n s een landboek van 1669 in de abdij te Bornem bleef er te Ekeren alsdan nog over de hoeve " Te r Soeter Locht" bij "Cappellen aende Coude Heyde", met heel wat land te oordelen naar de beschrijving. We hebben ons afgevraagd: Waar precies op de Koude Heide stond de bedoelde hoeve met de mooie naam " Te r Soeten, L o c h t " ? I s er thans op de Koude Heide nog iets, dat ons verwijst naar de hoeve met deze, naam ? Met volkomen zekerheid hebben we t o t hiertoe de hoeve " Te r Soeter Locht" nog niet kunnen situeren. H e t wil ons evenwel voorkomen, dat zeer waarschijnlijk, ja zelfs bijna zeker, deze hoeve stond op de hoek van de tegenwoorige Bosdreef en de Heidestraat, thans het eigendom van 40
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 40
Mr. Geelhand-Le Grelle. D e woning van Mr. Geelhand draagt nu de benaming "Couheye". H e t was t o t voor k o r t een hoeve in vervallen toestand. D e eigenaar heeft deze hoeve laten omvormen t o t een landelijke woning. D e verandering gebeurde met buitengewoon veel eerbied en zorg o m het oude rustieke cachet zoveel mogelijk in eer te houden. D e hoeve van te voren ging terug t o t ver in het verleden. E r zou nog een vermolmde deur geweest zijn van 1763 en er waren meerdere faktoren en bouwelementen, die schenen te wijzen op de hoge ouderdom van de hoeve. D e traditie wil, dat de bedoelde hoeve: eigendom zou geweest zijn van een abdij ! D e oudste eigenaar, die we van de hoeve kennen, is baron Ch. Le Candèle van Gyseghem omstreeks 1830. Ti j d e n s de eerste wereldoorlog (1914-1918) was de hoeve bewoond door de huurder Willemen, nadien door Van den Bergh van ca. 1920 tot een eind in de 20ste eeuw. Va n de laatstgenoemde bewoner woont thans nog een dochter, Anna Van den Bergh, in de Heidestraat nabij het kerkhof van Kapellen. W e hebben haar gevraagd of zij ooit iets vernomen had over de hoevenaam " Te r Soeter L o c h t " . Z i j " m e e n t " , dat zij vroeger, toen zij nog jong was, de benaming " Te r Soeter L o c h t " o f " t o c h zo iets" heeft gezien o p een p o o r t rechtover hun hoeve. M e t zekerheid kon zij zulks evenwel niet bevestigen... HET ONTSTAAN VA N DE SCHOLEN (17) De Gemeenteschool. Vóór de oprichting van de eerste lagere school t e Hoogboom, bestond e r op het Heiken een "oordjesschool". F r a n s Mattheuse, gedeeltelijk verlamd, gaf e r onderwijs aan grote jongens. Hij bereidde hen voor tot de catechismus. De gemeenteschool begon in 1866 als gemengde school voor jongens en meisjes. I n 1866 kocht de gemeente Ekeren van de heer Baron de ' t Serclaes een stuk grond, 30 are groot, voor de som van 1200 F en nog in april van hetzelfde jaar werd de bouw van het schoollokaal en de onderwijzerswoning toegewezen aan H. De Graaf van St.-Job-in-'t-Goor voor 14.000 F. Op 18 januari 1866 werd Antonius Emmanuel Steyaert als eerste onderwijzer benoemd. In 1879 moest de gemeenteschool de noodlottige gevolgen ondervinden van de toen heersende schoolstrijd. E e n vrije school was in 1878 opgericht door de kloosterzusters van de congregatie van de H. Jozef Calassanz te Vorselaar. Va n a f 1882 werd hier gemengd onderwijs gegeven z o dat de gemeenteschool al spoedig haar leerlingenaantal zag dalen. Op 30 december 1884 besloot de gemeenteoverheid tot afschaffing van de gemeenteschool; het aantal leerlingen was te gering. Onderwijzer Steyaert werd in beschikbaarheid gesteld. Een verzoekschrift t o t heropening van de gemengde gemeenteschool, o p 11 april 1885 aan de minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Onderwijs gericht en ondertekend door een veertigtal inwoners, werd verworpen. Op het einde van 1886 vroeg de bestuurster der aangenomen gemengde school, gebruik te mogen maken van het gemeentelokaal, ten einde er onderricht te geven aan de jongens. D i t werd toegestaan op voorwaarde dat zij zou instaan voor het onderhoud van de gebouwen. Op 1 oktober 1889 w o r d t de geestelijke onderwijzeres, zuster Oliva, vervangen door Lodewijk Mouwen, geboren te Brasschaat op 5 maart 1870. H i j genoot een jaarwedde van 1000 frank, waarin begrepen de vergoeding voor het reinigen der lokalen en het leveren der kolen voor de verwarming in de winter. H e t aantal leerlingen bedroeg toen 27; met de bouw van het Fort te Kapellen, op het einde van de 19de eeuw klom het leerlingenaantal t o t 54. 41
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 41
Om h e t bestaan van de onderwijzer te verzekeren werd op 6 augustus 1898 de aangenomen jongensschool terug gemeenteschool. Sindsdien is het gemeenteonderwijs te Hoogboom verzekerd gebleven. De Zusterschool. In o k t o b e r 1878 qpenen de kloosterzusters van de congregatie van de H. Jozef Calassanz een vrije meisjesschool. D r i e zusters verzorgden van het begin af het onderwijs. H e t waren Moeder Godefrida en de Zusters Ludwina en Alexa. De woonst der Zusters was een net landhuisje, gelegen aan de ingang van de grote dreef, die naar het kasteel " D e Oude Gracht" leidt. Baron Osy de Zegwaert, volksvertegenwoordiger, bewoner van het kasteel en eigenaar van het kloostergebouw is de stichter van de meisjesschool. Het schoollokaal was een nieuw gebouw; het bestond uit slechts ĂŠĂŠn kamer, waarin een zestigtal meisjes de lessen volgden. In 1882 werd de meisjesschool veranderd in een gemengde school en, op verzoek van de Baron, werd in 1884 de vrije gemengde school een aangenomen school. Voor de jongens had Baron Osy een nieuw lokaal laten bouwen, een beetje afgescheiden van d i t van de meisjes. Zuster Oliva zorgde voor het onderricht van de jongens.
Dit is h e t kloostergebouw met aangebouwd klaslokaal waar i n 1878 de vrije meisjesschool van start ging. L a t e r, rond 1884, liet Baron Osy de gebouwen links op de achtergrond, als leslokaal voor de jongens bijbouwen.
42
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 42
In 1886 verlieten de jongens de lokalen nabij het klooster en van toen af kregen ze les van Zuster Oliva in het lokaal van de vroegere gemeenteschool. A l d u s kwam er bij de Zusters plaats vrij voor de oprichting van een bewaarklas. Deze begon in 1889. Bij d e dood van de eerste kloosteroverste, Moeder Godefrida, volgde Moeder Loyola haar op. Op 15 september 1910 kwam Zuster Theobalda naar Hoogboom en op 2 september 1911 Zuster Thaddea. In maart 1913 werd het kasteel " D e Oude Gracht" verkocht aan de heer Bunge, met daarbij het ganse eigendom. A l h o e w e l het klooster en de school van eigenaar veranderden, toch mochten de Zusters deze gebouwen blijven betrekken. Door bemiddeling van de heer Bunge werd i n 1920 een nieuwe school, met bijpassend klooster gebouwd o p enkele meters afstand van het vroegere klooster. E i n d september 1920 waren het mooie huis met een kapelletje en drie ruime luchtige klassen voltooid. Een deel van het bos werd door de heer Bunge afgestaan als speelplaats. Op aandringen van de inspectie en om het leren-koken in de klas te vermijden werd een vierde klas bijgebouwd d o o r de heer Bunge. Deze klas, die moest dienen tot vierdegraadsklas, werd in 1927 voltooid. I n d i t zelfde jaar overleed o p 18 november de heer Bunge, weldoener van de meisjesschool. Nu nog wordt in dezelfde lokalen les gegeven aan onze meisjes en onze kleuters. DE OUDE SINT-SEBASTIAANSGILDE (18) Op g r o n d v a n een o u d e gildevlag, dragend de beeltenis van Sint-Sebastiaan alsmede h e t i n schrift " H o o g b o o m " en het jaartal 1758, werd in 1958 een tweehonderdjarig bestaan van de gilde luisterrijk herdacht en gevierd. Z i j , de inrichters van de bedoelde viering, waren zéér bescheiden. Ve r m o e d e l i j k wisten ze niets van een oudere datum. Z e hielden zich in ieder geval strikt aan de gekende ouderdom van hun vlag. De oorspronkelijke "Sint-Sebastiaansgilde van Hoogboom" is heel wat ouder dan 2 0 0 jaar (in 1958). J a , aan de hand van de aantekeningen en de bevindingen die w i j in en uit onze Ekerse archiefstukken konden doen, staat het inderdaad vast, dat in 1520 reeds een "schutterie binnen Hoochboome" bestond. Het l i j d t niet de m i n s t e twijfel d a t w i j i n 1520 werkelijk te doen hebben met de Sint-Sebastiaansgilde van Hoogboom die wij in dokumenten u i t de 17de eeuw nominatief leren kennen. Zo weten wij o.m. de navolgende feiten: - In 1648 bekwam de Sint-Sebastiaansgilde van Hoogboom de vrijdom van bieraccijns vanwege het Ekerse Dorpsbestuur om jaarlijks op haar teerfeesten 5 tonnen bier door de gildebroeders te drinken. Vroeger had de Hoogboomse schuttersgilde een " v r i j d o m " voor 3 tonnen per jaar. D i t edele vocht diende "guldsgewijse op de vergaaderinge gedroncken". D e gilde kwam weliswaar met deze 3 o f 5 tonnen per jaar niet toe, want de gildebroeders dronken graag en het bier met " v r i j d o m " werd soms op één "verjaardag" opgedronken. E n de gilde moest zulke "teerdagen ende vergaderingen siaers wel vijf à ses reijsen onderhouden". Gezondheid ! - De Edele Handboog te Hoogboom ( = d e Sint-Sebastiaansgilde) bekwam in 1724 een (hernieuwd) o p perkament gedrukt reglement t o t onderhoud van tucht in de gilde, gegeven te Leuven o p 2 3 mei 1724, getekend door J. Damme, sekretaris van de Opper- en Onderregimenten 43
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 43
van de Edele Handboog van Brabant en Mechelen. - De Graaf van Hoogstraten werd in 1726, samen met de Gravin, plechtig ingehaald te Ekeren, als heer van het dorpe. A a n de Sint-Sebastiaansgilde van Hoogboom was de eer voorbehouden Zijne Exellentie op te wachten te Brasschaat bij de dorpsgrens en de hoge gast luisterrijk te begroeten. Eerst nadien kwamen de andere Ekerse gilden aan de beurt. - I n 1 7 4 0 teerde de Hoogboomse gilde op Sint-Sebastiaansdag ten huize van Peter Bresseleers 7p Hoogboom. Dit z i j n feiten die onbetwistbaar aantonen welke voorname r o l d e Sint-Sebastiaansgilde van Hoogboom i n h e t Ekerse dorpsleven speelde... e n hoevele honderden jaren ze reeds bestaat. We weten niet precies wanneer de Sint-Sebastiaansgilde van Hoogboom een lokaal vond op Zilverenhoek. Waarschijnlijk begin deze eeuw. I n 1905, wanneer te Ekeren de 75ste verjaring van de Onafhankelijkheid van België werd gevierd, stapte de Sint-Sebastiaansgilde "van Zilverenhoek" mee in de jubelstoet door de Ekerse straten. HET ONTSTAAN VA N DE STRAATNAMEN (19) Op het grondgebied van Hoogboom vinden we 28 straten. V o o r elke straat geven we de betekenis en de oorsprong van de benaming. Bernard De Vadderlaan Voor 12 februari 1946 werd deze straat Fortdreef genoemd. Vanaf dan kreeg ze de naam van een verzetsman in de tweede wereldoorlog (1940-45); Bernard De Vadder, geboren te Woubrechtegem o p 19 augustus 1916, overleden te Ellrich (Duitsland) op 17 februari 1945. H i j was sergeant bij de Spoorwegtroepen en tijdelijk klerk bij het politiekorps te Ekeren. H i j werd als verzetsman aangehouden op 12 februari 1944 door de Duitsers in zijn woning en overleed in het concentratiekamp te Ellrich. H e t overlijden werd vastgesteld bij vonnis te Antwerpen op 11 juli 1946. Typerend v o o r deze laan is o.a. dat daarin verschillende houten huizen staan. I n het domein "Oude Gracht" had men ' a 1914-18 de zgn. tranchées of overlopen aangelegd. I n de omgeving van deze tranchées en het f o r t van Kapellen waren alle huizen in h o u t opgetrokken en d i t bij militair bevel. A l d u s konden zij bij oorlog snel afgebroken worden. Bosdreef Oude plaatselijke benaming van die dreef. Vo o r h e e n vormde ze een deel van de Koude Heide. Campanulalaan Gelegen in een w i j k waar alle straten de naam hebben gekregen van een bloem. D e namen zijn in gebruik sedert 23 maart 1970. D e w i j k maakte deel u i t van het domein Haezeldonck waarover we reeds vroeger schreven. D e andere straten in deze wijk zijn: Cyclamenlaan, Fresialaan, Fuchialaan, Gardenia laan, Lobelialaan, Petunialaan, Zinnialaan.
44
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 44
Claessensdreef. Deze dreef werd geopend in 1924 en werd genoemd naar de hoeve van de heer Petrus Franciscus Claessens. D e z e landbouwer werd geboren te Brasschaat op 25 april 1849 en overleed te Ekeren op 19 april 1939.
KAPtLLEN
•
, ,,, ,, � • ; • . , = t i •,\,\ \ � •�S,o�
. 1t4\��o-�`�
.ay �›
\ FORT
�_
\\
.
%
Pe
�����/ \9 , Î / � ' i/ �4s....:\ ‘ n ' •�. ♦ , ��, �� è�,--rs ; � e,^�"r.•`.1' `� •i,.,, �°e ,, t, �; ql.,\•�, , � ee,�••,\•,,•.� � . •" \." � • ,\ , �. •`. • � \ �, \ � � •'d •..•� _
_
I • r 1 u . I v. R = = %
�
�� p\ •
�
,V)
`
\�\ \\
\\\,, '
i ' \e � .
�
/I � , �
�� Ir � C �
t/T
;1 l�,i . ' • , �
^a
/
• woe... `tl
.
•
/
e e e �
��\ , j b�
�.
..�`•
y
1.'.
\
,
R�
•
,
F.a••• •
+qq y
:
L
\
�,
^
.
\�� • / •� • �••t
\
� S
\
/
` � •
�•�
y \
� � � d ' < � � Y, •
*
M•\\• .N � �:/,�(�F� r Q.• '�.l.�r�.�. `
, ^l �//A vv /
V.:•��•
_
�"+ 4 Y"e,: � � ' ‘ ' : . \ S ' yi"
�^ yr•e.�
.
�/•
.
� � ` " , y � � • � \ / i � E D
� �• �• � \,�,�. — .,••, �
� • • k • e
•
\
• � .
/
.
BRASSCHAAT
45
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 45
Fortsesteenweg Deze straat werd genoemd naar het nabijgelegen f o r t van Kapellen, dat op het einde van de 19de eeuw gebouwd werd.. De naam is in gebruik sedert 1 april 1952. Voorheen vormde de straat een deel van de Koude Heide. eidestraat Voorheen: Koude Heide (in 1629 vermeld als "Couheye") maar sedert 1 juni 1954 Heidestraat genoemd. Holleweg Oude wegbenaming in 1565 vermeld als "Holenwech". D e naam kan afgeleid zijn van de laagliggende moerassige weg (hol), ofwel van een duiker of riool (hole) aan de waterafleiding aldaar. Deze weg werd een tijd lang gebruikt door de koets komende van Antwerpen en rijdende naar Roosendaal. D e koets reed d o o r h e t domein O u d e Gracht w a a r een "afspanning" stond. Hoogboomsteenweg Dit is de benaming v o o r de steenweg d i e loopt van " h e t Hoogboomsche Cruys" (1631) naar Hoogboom. Vr o e g e r werd deze straat ook wel "Hoogboomsestraat" genoemd o f ook "Steenweg der statie van Cappellen naar Brasschaat". Jagersdreef Deze straatbenaming werd oorspronkelijk gegeven door het volk omdat de straat gelegen is in de nabijheid van de herberg " I n den Jager". S e d e r t 1 mei 1954 werd de benaming "Jagersdreef" ook gegeven aan het gedeelte tussen Holleweg en de gemeentegrens; voorheen heette dit "Zijdefabriek". Over deze dreef spraken de mensen niet veel en dan nog in andere dan gewone woorden; daar woonden andere mensen, met andere levensgewoonten, met een andere taal, ja, daar woonden "de l u i " (gens de commerce, koffieplanters, de grote zelfstandigen, er woonde zelfs een apotheker). D e bewoners van deze dreef hadden weinig kontakt met de Hoogboomse gemeenschap. De weg was verhard met grint en de eigenaars samen stonden in voor het onderhoud. Koningin Astridlaan Voor 20 mei 1947 heette deze laan IJzerenweglaan, d.i. Spoorweglaan omdat deze straat naar het spoorwegstation leidt. Aanpassend b i j d e nabijgelegen straten m e t de benaming Koning Albertlei en Koningin Elisabethlei werd deze straat genoemd naar Koningin Astrid van België, geboren te Stockholm op 17 november 1905 en overleden te Küssnacht op 29 augustus 1935. Kraaienheuvel Deze straat werd o p 11 december 1963 genoemd naar de oude toponiem " D e Craeyenheuvel" (1600), waarvan de ligging gesitueerd w o r d t ten noorden van de Holleweg. H e t is één van de twee straten in de nieuwe verkaveling van een gedeelte van het domein "Eikenhoeve" gelegen tussen Jagersdreef en Poeldreef. Leeuw van Vlaanderenlaan 46
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 46
Deze benaming werd o p 1 0 december 1956 gegeven aan de dreef die t o t dan gekend was als "Lindedreef" (de straat is volledig beplant met oude lindebomen). H e t was op verzoek van een Bruggeling, die eigendommen bezat in die straat, dat we nu de benaming "Leeuw van Vlaanderenlaan" kennen. Niet ver van de Leeuw van Vlaanderenlaan en parallel ermee, liep het zogenaamde "Dielekenspadje". D i t wegeltje lag naast een beek, richting Holleweg en het bekwam zijn naam van de ouders van de eerste Hoogboomse brievenbesteller, Jaak Dielen. Oude Gracht Deze straat is gelegen o p het domein " D e Oude Gracht". Vr o e g e r is d i t een openbare weg geweest; d o o r samenvoeging van verschillende eigendommen is de weg geleidelijk aan privĂŠ d o mein geworden (zie hierover meer in het hoofdstuk over "De Oude Gracht"). Papenboslaan Deze benaming werd o p 19 september 1974 gegeven aan een nieuwe straat aan h e t " F o r t van Kapellen". D e straat werd genoemd naar het toponiem "Papenbos(ch)"; dit bos hoorde eertijds toe aan de paters ( = papen) van de Sint-Bernardsabdij-aan-de-Schelde. H e t Papenbos was gelegen langsheen de Heidestraat tussen de huidige Helmstraat (vroeger Pestweg geheten) en de Bosd reef. Poeld reef Het toponiem k o m t reeds voor op het kadasterplan van 1844; de straatbenaming verwijst naar een poel in de (vroeger) moerassige streek te Hoogboom. Polodreef Dit is een jonge straatbenaming die verband houdt met het Poloplein, aangelegd door de heer Bunge die een verwoed polo-speler was. H e t polo-spel is een balspel m e t houten hamers; het wordt gespeeld vanop paarden. Prinsendreef De straat, gelegen in een omgeving van straten met namen van vorsten en prinsen, kreeg deze naam sedert 2 5 augustus 1 9 5 8 . V r o e g e r behoorde deze straat t o t de Koningin Astridlaan. Rododendronlaan De straat w o r d t sedert 1 5 februari 1971 z o genoemd o p aanvraag van een bewoner van de straat; hij had eerst de benaming "Berkenlaan" voorgesteld o m de vele berken die er nog groeien. Ve r m i t s er reeds een Berkenlaan was inde gemeente Ekeren, stelde hij nadien de benaming "Rododendronlaan" voor, omdat er ook heel wat rododendronstruiken stonden in de nabijheid van de laan. De benaming werd gegeven aan een korte straat, gelegen tussen het inmiddels verdwenen militaire spoor en het rusthuis "Welvaart". Voetbeeklaan Tesamen met "Kraaienheuvel" werd o p 11 december 1963 de benaming "Voetbeeklaan" gegeven aan de tweede straat in de verkaveling van "Eikenhoeve". D e z e straat werd genoemd naar
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 47
de plaatselijke waterloop, de Voetbeek, die in 1621 voorkomt onder de benaming "Voetkensbeke" en "Voetbeeckxen". Vredelaan Sedert 1 september 1931 is "Vredelaan" de officiĂŤle benaming voor de straat die lange tijd ook 'Vinusakker" genoemd werd naar de landbouwer Livinus Hermans. H e t kwam meer voor dat een straat de naam kreeg van een landbouwer, die er woonde of veel van zijn akkers had liggen. De Vinusakker was slechts een karspoor. E e n houten brug verbond de Hoogboomsteenweg met de laan. E r waren meer van die bruggetjes: het waren plaatsen waar de mensen bijeen kwamen om te "buurten". Z i j noemden het "buurten over de dam". Zwarte-beeklaan Benaming, sedert 19 september 1974, gegeven aan een straat aan het " F o r t van Kapellen". D e straat werd genoemd naar de naam van de beek, die er de grens vormt tussen Ekeren en Kapellen.
48
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 48
BIBLIOGRAFIE 1. Eeuwfeestbrochure - St.Jozefsparochie: Frans Bresseleers. 2. H o b o n i a - Jaargang 2, nr. 4: Frans Bresseleers. 3. Eeuwfeestbrochure - St.-Jozefsparochie: P. Van Velthoven. 4. H o b o n i a -Jaargang 5, nr. 3: Hendrik Kanora. 5. H o b o n i a - Jaargang 5, nr. 2: Walter Segers. 6. H o b o n i a -Jaargang 2, nr. 1: R. Roelands. Hobonia -Jaargang 2, nr. 3: R. Roelands. 7. H o b o n i a - Jaargang 2, nr. 3: R. Gommeren. 8. H o b o n i a -Jaargang 2, nr. 3: P. Van Velthoven. 9. H o b o n i a - Jaargang 3, nr. 1: Hendrik Kanora. 10. Hobonia - Jaargang 5, nr. 1: Staf De Meyer. 11. H o b o n i a -Jaargang 3, nr. 2: Frans Bresseleers. 12. Hobonia - Jaargang 1, nr. 4: Hendrik Kanora. 13. Hobonia -Jaargang 2, nr. 3: Frans Bresseleers. 14. Hobonia -Jaargang 5, nr. 2: Hendrik Kanora. Ekeren "Ons Heem": Fr. Bresseleers en H. Kanora. 15. Portret van Ekeren: Fr. Bresseleers en H. Kanora. 16. Hobonia -Jaargang 1, nr. 3: Frans Bresseleers. 17. Geschiedenis van het Onderwijs te Ekeren: Frans Bresseleers en H. Kanora. 18. Hobonia -Jaargang 2, nr. 4: Hendrik Kanora. 19. Portret van Ekeren: Fr. Bresseleers en H. Kanora. Hobonia -Jaargang 3, nr. 2: R. Gommeren. Hobonia - Jaargang 3, nr. 3: R. Gommeren. Hobonia -Jaargang 3, nr. 4: Frans Bresseleers.
49
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 49
INHOUD Ten geleide ( b l z . Een woord vooraf 3 Waar ligt Hoogboom ? 5 -oe heeft Hoogboom zijn naam gekregen ? 6 Wie was Jan van Hoogboom ? 7 Waarom heette de familie " Va n Hoogboom" ? 7 Waar precies woonde Jan van Hoogboom ? 7 Oude plaatsnamen te Hoogboom 8 Geschiedenis van de kerk en parochie "Sint-Jozef" Voorgeschiedenis 1 0 Oprichting van de kerk 1 1 Uitzicht van de kerk 1 2 De huidige toestand van de kerk 1 3 De pastoors van de parochie "Sint-Jozef" 2 0 23 juni 1976: Kerk en omgeving worden beschermd Motivering van de aanvraag tot bescherming 2 2 Plan van het beschermde gebied 2 5 Frans Bresseleers: " H e t pleintje vóór de kerk van Hoogboom" 2 De Oude Gracht De familie Moretus 2 7 De familie Van den Berghe 2 7 Baron Osy de Zegwaert 2 8 De familie Bunge 2 9 Eugene Claes, sinds 1923 rentmeester 3 1 Het kaashok in de Oude Gracht 3 2 De vroegere vierschaar 3 3 Het "domein Haezeldonck" 3 4 De familie Good 3 4 Het eigendom 3 5 Het kasteel 3 6 Het domein " G o o d " 3 6 "De Sterre" in Hoogboom en Zilverenhoek 3 6 Een belangrijke brouwersfamilie te Hoogboom in de 17de eeuw 3 Wie was "Moeder Mennekens" ? 3 8 "Het zijfabriek" 3 9 Het rusthuis O.L.Vrouw van Genade 3 9 " Te r Soeter L o c h t " 4 0 Het ontstaan van de scholen De Gemeenteschool 4 1 De Zusterschool 4 2 De oude Sint-Sebastiaansgilde 4 3 Het ontstaan van de straatnamen 4 4 Bibliografie 4 9 Inhoud 5 0
3)
2
7
50
Hobonia - 1978 - Hoogland van Ekeren - p. 50
-I