JAARBOEK 1999 Culturele Heemkring
HOBONIA v.z.w.
Jaargang 28
- _ �-
�R;
rf�
S� ' ,7"‹.
:/�,� � . j � • ! ( ,�,.I6.1 � ig�lim
4
G
I
•
_,.,.' '. ��`�.'`.?� .
HOOGBOOM - Wachtlokaal kazerne Bauwin (1999)
Wachtlokaal Kazerne Bauwin - "huize Bauwin"
INHOUD Inhoud b l Samenstelling bestuur b l HOBONIA 1999 R a y m o Statuten van de v.z.w. HOBONIA R a y m De familie GUYOT J o s Aankoop kasteel "Oud Eikelenberg" R a y m Huwelijksjubileum R a y m o Volksklederdracht in onze Antwerpse Polder A n g Verslag van onze activiteiten H a r r De grenzen van Hoogboom R a y m o
z n o n o n n e l y n
. z d
. Roelands d Roelands Goolenaerts b d Roelands d Roelands a Verhaert b De Sitter b d Roelands
b b l b b l l b
l z . l z . z . l z . l z . z . z . l z .
1 2 3 5 9 21 35 43 63 83
Tekeningen - André Mariën Iederemedewerker is verantwoordelijk voor zijn bijdrage. Overname van teksten uit dit boekmag slechts gebeuren mits toestemming van deheemkring ende auteur. Verantwoordelijke uitgever: Raymond Roelands Vinusakker 24 2950 Kapellen
1 Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 1
HOOGBOOM
Culturele Heemkring HOBONIA v.z.w.
BESTUUR VOORZITTER (contactadres)
: 2
9
SECRETARIS
5
:
PENNINGMEESTER
LIDGELD
:
:
Raymond ROELANDS, Vinusakker 24, Hoogboom - Kapellen tel. 03/664.18.88 Harry DE SITTER, Bosduinstraat 11/1, 2990 Gooreind - Wuustwezel tel. 03/633.38.08
:
ARCHIVARIS
0
Emiel BRIJSSINCK, Holleweg 12, 2950 Hoogboom - Kapellen tel. 03/665.08.45 Paul ARREN, Diestsebaan 3, 2230 Herselt tel. 014/54.25.41
400 BEF per jaar voor gezinsbijdrage; te storten op rekening KBC nr. 733-1621528-09
2
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 2
Beste Hobonianen, 1 9 9 9 zal in de geschiedenis van onze heemkring gekenmerkt blijven door de wijziging van ons juridisch statuut van feitelijke vereniging naar "Vereniging Zonder Winstoogmerk". In ons eerste artikel geven we U een kort overzicht van de voornaamste verschillen tussen een feitelijke vereniging en een v.z.w. Vanaf het verschijnen van onze nieuwe statuten in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad zullen deze van toepassing zijn op onze werking. Jos Goolenaerts beschrijft deeigendommen van de familie Guyot in Ekeren. Op het kerkhof van Hoogboom vinden we trouwens de grafkelder van Emiel Guyot, burgemeester van Ekeren. In onze archieven vonden we een verkoopakte van 10 juni 1919 van het kasteel "Oud Eikelenberg" dat op dat ogenblik toebehoorde aan de familie Eyben -Torfs. Ook van deze familie vinden we enkele grafmonumenten terug op het kerkhof van Hoogboom. We laten U kennis maken met de gegevens betreffende deze verkoop. Naar aanleiding van de viering van enkele jubilarissen in de Vinusakker zocht Raymond Roelands naar meer gegevens betreffende huwelijksjubilea. De teksten van enkele gelegenheidsliedjes willen wij U niet onthouden. Volksklederdracht in onze Antwerpse Polder was de titel van een proefschrift van Angela Verhaart. In onze archieven vonden we een kopie van dit werk en het verscheen eveneens in Polderheem, 3de kwartaal van 1995. Harry De Sitter maakte een overzicht van de activiteiten van het voorbije werkjaar. Aan de hand van steekkaarten geeft hij van elke manifestatie een korte evaluatie. Lieven Gorissen duikt in zijn persoonlijke archieven en schrijft het verhaal van Jef Verberck. Deze Hoogboomenaar werd geboren in het ouderlijk huis, estaminet "In de Belle Vue", en sneuvelde als vrijwilliger op 5 september 1914 in Tisselt. Voor alle voorbije activiteiten ontving u trouw de uitnodigingen en nodige informatie voor uw deelname. Hierna volgt alvast een overzicht van de reeds geplande activiteiten voor het programma 1999 - 2000. Dit programma is voor het bestuur een leidraad, die zoveel mogelijk zal gevolgd worden. Door omstandigheden kan het echter steeds gebeuren dat activiteiten vervallen of dat data wijzigen. In elk geval bezorgen wij u vooraf steeds een uitnodiging met de nodige gegevens van plaats, datum en aanvangstijd. Indien nodig vragen wij u in te schrijven bij het bestuur. ACTIVITEITEN 1999 Zaterdag 4 december
In samenwerking met alle Hoogboomse verenigingen en gesponsord door vele Kapelse middenstanders, organiseren we de zevenentwintigste "Sinterklaasviering" voor onze kinderen. 3
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 3
Vrijdag 17 december
Dia-avond - "Hoge Alpenroute" door dhr. Van Ginneken. In samenwerking met VTBNAB maken we een reisje doorheen de Alpen vanaf het meer van Genève tot aan deAzurenkust. Een route die ons langs de hoogste cols voert met namen zoals Col du Galibier, l'Iseran, Izoard, enz. ACTIVITEITEN 2000
Zaterdag 8 januari
H
e
t
is reeds een traditie geworden dat we, ter gelegenheid van de "Kerstboomverbranding in Kapellen", op het marktplein een standje bouwen waar we Glühwein bereiden en verkopen. Voor een zacht prijsje van 60 fr. kan een heerlijk kopje Glühwein gedronken worden.
Zaterdag 12 februari F e e s t e l i j k e jaarlijkse algemene ledenvergadering. De afgelopen 28 jaar hebben we de saaie algemene vergadering gezellig weten te maken met de traditionele appelbollen en worstenbroden of, zoals in 1999, met frikadellen met kriekjes. Ook nu beloven we een gezellige sfeer en een aangename ontspanning. Zondag 2 april W a n d e l i n g doorheen het "Verdronken land van Saeftinge". Om 10 uur starten we een ontdekkingstocht door dit unieke stukje natuur. Zondag 30 april
O
p
deze zondagmorgen brengen we een geleid bezoek aan de kerk en het begijnhof van Hoogstraten.
Zondag 4 juni L e n t e w a n d e l i n g in de Oude Gracht. Onder begeleiding van enkele bekwame natuurgidsen vertrekken we om 14.00 uur om een aangename lentewandeling te maken in dit prachtige domein. Zondag 17 september
Na een lange rustperiode hebben we opnieuw een afspraak gemaakt met onze trouwe stadsgids Mia Verdonck Vanaf 10 uur leren we opnieuw een stukje van Antwerpen kennen.
Zaterdag 7 oktober
Teerfeestuitstap. Na de mooie uitstap naar Maaseik en Thorn doen wij opnieuw ons best om weer een interessante en aangename bestemming te vinden voor ons jaarlijks feest. Rond 19.00 uur zal iedereen aan tafel genodigd worden voor het teerfeestavondmaal.
Zondag 15 oktober
Herfstwandeling in de "Oude Gracht". Traditiegetrouw maken we een aangename herfstwandeling in dit prachtige domein.
Vrijdag 24 november D i a - a v o n d - Den Haasdam November 2000 J a a r b o e k HOBONIA 2000 Zaterdag 2 december
I
n
samenwerking met alle Hoogboomse verenigingen en gesponsord door vele Kapelse middenstanders, organiseren we de achtentwintigste "Sinterklaasviering" voor onze kinderen.
4
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 4
�� � ��+�82�R> t,-
bfo I
j " -T.
e
e
]
m �i � �■t:0��w � � -� �
Raymond Roelands Om onze heemkring een rechtspersoonlijkheid te geven en de verantwoordelijkheid van de leden te vermijden werd op 5 november 1999 overgegaan tot het bekrachtigen van de nieuwe statuten voor HOBONIA. Alvorens deze af te drukken geven we eerst een schematisch overzicht van de belangrijkste verschillen tussen een feitelijke vereniging en een v.z.w..
FEITELIJKE VERENIGING
V.Z.W.
Aard Groep personen (minimum 2) die overeenkomen op een min of meer duurzame wijze één of meerdere activiteiten gezamenlijk te ondernemen.
Aard Groeperingen van minstens 3 personen die overeenkomen gedurende bepaalde tijd een gemeenschappelijk doel na te streven zonder nijverheidsof handelsactiviteiten tot hoofddoel te hebben, noch een stoffelijk voordeel aan de leden te verschaffen.
Rechtspersoonlijkheid De vereniging als dusdanig leidt geen zelfstandig bestaan; enkel de leden hebben rechten en plichten. De oprichting en de werking worden niet door de wet geregeld.
Rechtspersoonlijkheid De vereniging heeft rechtspersoonlijkheid en leidt zodoende een zelfstandig bestaan; zij heeft eigen rechten, plichten en de oprichting en de werking ervan worden in detail door de wet geregeld.
Organisatie Vrij.
Organisatie Algemene Vergadering (hoogste gezagsorgaan) en Raad van Beheer (Bestuur en vertegenwoordiging van de vereniging).
Bezittingen Geen eigen vermogen: eventuele bezittingen zijn privé-eigendom of mede-eigendom van de leden.
Bezittingen Wel een eigen vermogen, afgezonderd van het privé-vermogen van de leden.
Aansprakelijkheid De leden zijn "volledig" persoonlijk aansprakelijk (vb. bij niet nakomen van een verbintenis).
Aansprakelijkheid De aansprakelijkheid is beperkt tot het eigen vermogen van de v.z.w.. De leden zijn niet verbonden in hun privé-bezittingen.
Acties De leden kunnen slechts in eigen naam optreden, dagvaarden en gedagvaard worden.
Acties De v.z.w. kan in eigen naam en voor eigen rekening optreden, dagvaarden en gedagvaard worden.
Verplichtingen Geen.
Verplichtingen Publicatie van o.a. statuten en samenstelling van de Raad van Bestuur in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad. Neerleggen van een ledenlijst op de Griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg. 5
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 5
NIEUWE STATUTEN: Culturele Heemkring HOBONIA v.z.w. Tussen ondergetekenden hierna genoemde personen: (naam, voornaam voluit, beroep, woonplaats en nationaliteit) 1. Roelands Raymond, technisch ingenieur, Belg Virusakker 24, 2950 Kapellen 2. De Sitter Harry, directeur, Belg Bosduinstraat 11/1, 2990 Gooreind - Wuustwezel 3. Arren Paul, techn. tekenaar, Belg Diestsebaan 3, 2230 Herselt 4. Van der Jonckheyd Lisette, huisvrouw, Belg Vinusakker 24, 2950 Kapellen 5. Beenaerts Ann, huisvrouw, Belg Bosduinstraat 11/1, 2990 Gooreind - Wuustwezel 6. De Vos Helga, huisvrouw, Belg Diestsebaan 3, 2230 Herselt 7. Gebruers Fons, directeur, Belg Diestsebaan 3, 2230 Herselt wordt overeengekomen een vereniging zonder winstoogmerk op te richten overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 en onder de hierna volgende voorwaarden: Naam, zetel, duur en doel: Artikel 1. D e vereniging wordt opgericht overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 en draagt als naam: "Culturele Heemkring HOBONIA", Vereniging Zonder Winstoogmerk. Artikel 2. D e zetel is gevestigd Vinusakker 24, 2950 Kapellen. Artikel 3. D e vereniging wordt opgericht voor onbepaalde duur. Artikel 4. D e v.z.w. heeft tot doel: a. De geschiedenis van de Kapelse wijk Hoogboom na te gaan. b. Het plaatselijke culturele leven te stimuleren. c. Publiceren van artikelen omtrent nationaal cultureel erfgoed. De leden: Artikel 5. D e vereniging is samengesteld uit minimum 6 leden die stemgerechtigd zijn. Artikel 6. D e toetreding tot de vereniging behelst de aanvaarding van de statuten en van het huishoudelijk reglement. Door betaling van het jaarlijkse lidgeld wordt men lid van de vereniging. Partner en ongehuwde leden van eenzelfde gezin worden automatisch bijlid met stemrecht. Het lidgeld wordt jaarlijks vastgesteld en goedgekeurd op de algemene vergadering. Momenteel bedraagt het lidgeld minimum 400 fr. (of 10 Euro) per jaar. In het lidgeld is het abonnementsgeld op het jaarboek "HOBONIA" inbegrepen. Artikel 7. D e hoedanigheid als lid wordt verloren: a. door persoonlijk ontslag uit de vereniging. b. bij niet betaling van het jaarlijkse lidgeld. c. bij overlijden.
6
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 6
De raad van bestuur: Artikel 8.
De vereniging wordt bestuurd door een raad van bestuur, bestaande uit een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en een archivaris. Bij gebrek aan kandidaten mogen twee functies gecumuleerd worden. De bestuurders oefenen hun mandaat onbezoldigd uit.
Artikel 9. D e algemene ledenvergadering kiest jaarlijks bij middel van stemming de raad van bestuur. a. De raad van bestuur is bevoegd om het dagelijks beleid van de vereniging te voeren. b. De raad van bestuur stelt de reglementen van inwendige orde vast. Artikel 10.
De raad van bestuur wordt aangesteld voor een termijn van 1 jaar, is automatisch uittredend en herkiesbaar. Nieuwe kandidaturen moeten minstens 8 kalenderdagen v贸贸r de algemene vergadering bij de voorzitter ingediend worden. a. De hoedanigheid van lid van raad van bestuur wordt verloren onder dezelfde voorwaarden als deze vermeld onder artikel 7. b. In geval van vacature zal, in afwachting van de eerstvolgende algemene vergadering, tot voorlopige vervanging worden overgegaan door de raad van bestuur.
Artikel 11.
De leden van de vereniging of van de raad van bestuur mogen niet individueel optreden of handelen in naam van de vereniging. Zij mogen zich slechts verbinden na goedkeuring van de voltallige raad van bestuur.
De algemene vergadering: Artikel 12.
De algemene vergadering is het hoogste gezagsorgaan van de vereniging. Zij is bevoegd inzake: a. De goedkeuring van begrotingen en de rekeningen. b. Het benoemen en afzetten van beheerders. c. Het wijzigen van de statuten. d. De vrijwillige ontbinding van de vereniging. e. A l de beslissingen die buiten de perken vallen van de wettelijke of statutaire bevoegdheden van de raad van bestuur.
Artikel 13.
De algemene vergadering wordt eenmaal per jaar - in januari of februari - bijeengeroepen voor goedkeuring van de werkingsverslagen, de rekening van het voorbije werkingsjaar, de begroting, de werkingsvooruitzichten van het komende jaar en de aanstelling van de beheerders. a. I n naam van de raad van bestuur worden de uitnodigingen voor de algemene vergadering ondertekend door de voorzitter of secretaris en minstens 2 weken v贸贸r de vergadering verstuurd aan de leden. b. De agenda, opgesteld door de raad van bestuur, wordt bij de uitnodiging gevoegd.
Artikel 14.
De algemene vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter, bij diens afwezigheid door de secretaris, en als deze ook afwezig is door het oudste aanwezige lid van de raad van bestuur.
Artikel 15.
De algemene vergadering kan wettig vergaderen ongeacht het aantal aanwezige leden. Alle beslissingen worden bij gewone meerderheid genomen. De besluiten van de algemene vergadering worden in het eerstvolgende jaarboek "HOBONIA" opgenomen.
7
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 7
Algemene bepalingen: Artikel 16. I n geval van ontbinding van de vereniging zal het vermogen aan OCMW Antwerpen, fonds "Pieter en Michiel" geschonken worden. De heemkundige archieven worden aangeboden aan een documentatiecentrum. Artikel 17. I e d e r schrijver van een artikel in het jaarboek "HOBONIA" blijft persoonlijk verantwoordelijk voor het artikel. Artikel 18. E l k jaar op de laatste zaterdag voor 6 december, of op 6 december wordt een sinterklaasviering georganiseerd waarvoor een werkgroep wordt opgericht waarin afgevaardigden van andere verenigingen en vrijwilligers worden gecoopteerd. De werkgroep wordt voorgezeten door de voorzitter van de Culturele Heemkring HOBONIA. Deze werkgroep voert een afzonderlijke boekhouding. Artikel 19. D e bijzondere ervaring en kennis van kasteeloloog Paul Arren, Diestsebaan 3 te 2230 Herselt, op het gebied van de Belgische kastelen, wordt samengebracht in de kastelenalbums "Van Kasteel naar Kasteel". De vereniging treedt hierbij enkel op als uitgever, zonder inhoudelijke en financiĂŤle verantwoordelijkheid, die voor rekening is van de auteur. Artikel 20. D e statuten en/of wijzigingen van statuten zullen opgenomen worden in het jaarboek "HOBONIA". Aldus opgemaakt en aangenomen met eenparigheid van stemmen op de bijzondere stichtingsvergadering gehouden te Kapellen Hoogboom op 5 november 1999. (volgen de handtekeningen van de oprichters)
8
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 8
Jos Goolenaerts
De familie Guyot en haar polderbezittingen De familie die we nu ter sprake willen brengen is zeker ook geen onbekende. De naam Guyot doet onvermijdelijk denken aan het domein "De Bist" te Ekeren, waar het gelijknamige en thans nog bestaande kasteel door een lid van deze familie gebouwd werd. Dat gebeurde in een nog niet zo ver verleden, pas in de 19de eeuw, maar buiten dit goed was de familie Guyot reeds veel vroeger en gedurende verschillende generaties grondbezitter te Ekeren en elders in de polder. Wie deze waren en waar de eigendommen gelegen waren is best te vernemen door het volgen, zo goed het mogelijk is, van de genealogie der familie, waardoor tevens met de aanverwanten kan kennis gemaakt worden. Eerst een woord over de afkomst, want het gezegde "wat is in een naam" is hier zeker van toepassing. Eenzelfde naam kan soms op meerdere families toepasselijk zijn zonder daarom met elkaar verwant te zijn. Een naam kan voortkomen van een toponiem, van een bijnaam of spotnaam, of van iemands beroep of zelfs van een doopnaam door afstamming. Voorbeelden van dit laatste zijn o.a. de families Peeters, Janssen, Wouters. Tenslotte kan er nog een geval zijn van diminutief of verkleinwoord. Dit zou zo zijn voor Guyot of Guiot, wat stond voor kleine Guy of kleine Guillaume. De naam zou veelvuldig voorkomen zowel in Frankrijk als in België, in sommige plaatsen van Wallonië, zowel in Luik als in Henegouwen. In het oude graafschap Henegouwen was een Gillis Guyot of Guiot in 1664 in dienst van de prins van Arenberg. Het was in Luik dat de oorsprong te zoeken was van de familie Guyot van Antwerpen. De eerste voorvader daar bekend was een Everard, verblijvende te Hermalle-sous-Argentau in 1550. Hij was de vader van Toussaint Guyot, de oude genoemd, die zich te Antwerpen vestigde. Aangetrokken door de economische voorspoed van de Antwerpse haven in de 16de eeuw, kwamen. verschillende vreemdelingen met de naam Guyot naar de Scheldestad om er tijdelijk zaken te doen, terwijl sommigen er zich ook vestigden en er burgerrecht bekwamen. Veel is er te vernemen over de Guyot's, hun handelsbedrijvigheid te Antwerpen en elders, hun bezittingen, hun verwantschappen met de meest vooraanstaande families enzomeer, maar we willen ons hier bepalen tot hen die betrekking hebben tot de Antwerpse polder. Een eerste vermelding in die zin zijn de gebroeders Jan-Baptist en Jacob Guyot die samen reeds op jeugdige leeftijd in 1643 in zakenvennootschap waren met hun oom Jacomo. Voor hun afkomst moeten we terug tot Toussaint Guyot, die op 5 oktober 1565 poorter van Antwerpen werd; deze was gehuwd met Lucie de Letter (alias Roelant) en had daarbij o.a. een zoon Jan. Deze Jan huwde op 20 juni 1610 in de O.-L.-Vrouwekerk te Antwerpen met Suzanna Gaillet, afkomstig uit Doornik. Uit dit huwelijk waren er acht kinderen, waaronder de boven genoemde Jan-Baptist en Jacob die handelsvennoten waren. Over hun bedrijvigheid uitweiden zou te ver gaan, de ene deed zaken te Londen, de andere te Middelburg. In juli 1651 maakten ze een einde aan hun vennootschap en in één der ontbindingsakten is er sprake van gronden te Oosterweel, nl. dat Jan-Baptist aan Jacob de helft van de 5 1/2 "gemeten" grond afstaat, waarvan hij de andere helft erfde van hun moeder Gaillet, en aan dewelke hun zusters Suzanna en 9
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 9
Antoinette reeds hadden verzaakt. (Een gemet was een oppervlaktemaat gebruikt in de polder - ook in Ekeren, Kapellen, Brasschaat - en was gelijk aan 40 are). De dag voor de scheiding van zaken, 7 juli, had Jacob "coopman tot Midelburg" aan Jacob van Oysel, koopman in dezelfde stad nog "maten" ingedijkte grond te Oosterweel verkocht.
In die periode waren de leden van de familie Guyot reeds in goeden doen. Jacamo Guyot, een zoon uit het tweede huwelijk van Toussaint de oude met Catharina de Bruyn en oom van Jan-Baptist en Jacob, bezat in de stad verschillende eigendommen en begon daarbij nog goederen te kopen op den buiten: speelhoven om tijdens de zomer te verpozen en hoeven om te verhuren aan pachters. Jacomo was geboren op 5 maart 1589 en huwde op 11 september 1631 in de Sint-Jacobskerk met Maria Vincx, uit de familie die een wapen voerde van azuur met drie gouden vinken en als leuze "Eendracht maeckt macht" (2). Uit de nalatenschap van zijn schoonouders bekwam Jacomo voor hem en zijn schoonzuster Catharina Vincx, echtgenote van Cornelis van Bemmel, een hoeve gelegen in de Donk onder Ekeren en 110 1/2 gemeten groot. Na de dood van haar echtgenoot liet Catharina haar deel over aan haar zuster Maria. Jacomo Guyot was kapelmeester van de kathedraal en lid van de kerkfabriek van Sint-Jacobs, zijn parochie. In 1645 werd Jacomo tot stadsaalmoezenier benoemd. De titularis voor deze functie moest gehuwd zijn, gefortuneerd, van onberispelijk gedrag en van een belangrijke sociale rang.
10
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 10
Jacomo stierf op 2 februari 1653 en zijn echtgenote nam het beheer van zijn zaken in handen, geholpen door haar twee zonen, Jacob en Alexander. Door de vele bezittingen, lopende zaken, pachterscontracten enz. werd dit voor de nieuwe beheerders een zeer drukke tijd. De pacht van de hoeve op de Donk in `t Laar vroeg minder zorgen omdat de grond daar armer was; het goed was naar gebruik verdeeld in weide, heide en land, en verhuurd voor een periode van zes jaar tegen 276 gulden per jaar. De weduwe Guyot-Vincx stierf op 3 november 1664 en had 13 kinderen ter wereld gebracht, allen gedoopt in hun parochie van Sint-Jacobs. Zes van de 13 kinderen gingen huwelijken aan, een werd priester, een dochter werd non; de vijf anderen stierven jong. Bij verdeling van de goederen Guyot-Vincx in 1666 erfden de vijf kinderen Daniël, Frans, Jan-Antoon, Ferdinand en Isabella samen de hoeven en gronden te Berchem, op de Donk (Voshol) en daar omtrent te Ekeren geschat op 8300 Gl, en verder nog eigendommen te Heist-op-den-Berg en elders. We bekijken deze vijf kinderen even afzonderlijk. Daniël, gedoopt in Sint-Jacob op 16 augustus 1644, werd een onafhankelijk en ambitieus personage. Hij huwde op 4 juni 1675 in dezelfde kerk met Marie-Anna Greyns, die op 8 september 1656 te Antwerpen geboren was. Tijdens deze periode, de 17de eeuw, verkregen tal van rijk geworden kooplieden patentbrieven waardoor ze in de adelstand verheven werden. In de familiale omgeving van Guyot werden o.a. de familie Bollart geadeld in 1659, Greyns in 1675, Goos in 1676, Courtois in 1679 en La Bistrate in 1682. Ook Daniël Guyot die nu de middelen bezat, bekwam een adelbrief op 30 juni 1688 die in januari 1689 geregistreerd werd met een wapen als volgt: van goud een leeuw van keel met tong, nagels en kroon van zilver, een scheldhoofd van zilver beladen met twee zwarte griffoenpoten met rode nagels en geplaatst in schuinkruis (sommige bronnen zeggen adelaarspoten). De helmwrong en de helmkleden zijn van goud en rood ter dexterzijde en van zilver en zwart ter senester, helmteken een rode uitkomende leeuw (3). Nu hij geadeld was wilde Daniel zich ook een heerlijkheid aanschaffen en kocht op 30 december 1698 de heerlijkheid Borms in de parochie van Sint-Niklaas-Waas. Daniel maakte deze heerlijkheid Borms over aan zijn zoon Jan-Baptist, die als ongehuwde deze overdroeg aan zijn oudere zuster. Van een speelhof in de polders was er voorlopig nog geen sprake; de bezittingen bleven daar beperkt tot gronden die voor Guyot van minder belang waren. Over de vele drukke bezigheden van Daniel Guyot en over zijn vele bezittingen her en der is heel wat te vernemen, maar uitweiden daarover is hier niet toepasselijk. Met betrekking tot de polder kan slechts gezegd worden dat hij zijn 1/5 deel in de hoeve op de Donk afstond aan zijn broers Alexander en Jacob. Ook nog van andere goederen deed hij afstand. Zijn echtgenote, Marie-Anna Greyns, behoorde tot de familie die een wapen voerde van azuur, drie toortsen van zilver met vlam van goud, helmteken een duif van zilver. Door haar grootouders was Maria Greyns een rijke erfgename; zij was een dochter van Jan-Baptist Greyns, burgemeester van Antwerpen, en van Anna Giessens, die een dochter was van Jan Giessens en van Marie Courtois. Burgemeester Greyns werd geadeld in 1675 en stierf in 1693; zijn nalatenschap was te verdelen onder de zes kinderen uit zijn drie huwelijken. Onder de vele verschillende goederen was er ook een hoeve te Ekeren. Terloops even aanstippen: de eigenaardige verwantschapsgraad ontstaan door deze huwelijken. We zegden zojuist dat Jan-Baptist Greyns driemaal huwde. Zijn derde vrouw was nu toevallig Catharina 11
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 11
Guyot, zuster van Daniël, die daardoor zijn schoonbroer werd, zodat Catharina de stiefmoeder werd van haar schoonzuster Maria Greyns, of anders nog de schoonmoeder, feitelijk stief-schoonmoeder, van haar eigen broer. Toen Catharina Guyot met J.B. Greyns huwde was zij reeds weduwe van Pedro Marines, een koopman van Spaanse afkomst. Voor de tweede maal weduwe geworden, bleef Catharina in de Venusstraat te Antwerpen wonen samen met het gezin Bollart-Marines, nl. haar dochter uit haar eerste huwelijk die met Ferdinand Bollart (Bollaert) gehuwd was, en haar dochter Catharina-Johanna Greyns. Door haar hoge leeftijd (95 jaar) en bijna blind, liet Catharina de zorg voor haar zaken over aan een familielid. Uit haar rekeningen was er ook de vermelding van het verhuren van twee "gemeten" te Ekeren voor 40 gulden. Zij stierf in mei 1737. We volgen nu een broer en mede-eigenaar van Daniel Guyot. Frans, geboren op 9 oktober 1645, werd kapelmeester in de O.-L.-Vrouwekerk en vernoemd als "coopman". Hij huwde met Isabella Soenen, die een wapen voerde: van azuur een keper van goud vergezeld in 't hoofd van twee sterren van zilver en in de voet een degen van 't zelfde, de greep van goud. Na Frans kwam Jan-Antoon, geboren in 1647 en overleden in 1722 in het huis aan de Prinsstraat. In 1679 was hij schout van Zandhoven. Op 10 mei 1680 huwde hij in de Sint-Jacobskerk met IsabellaMarie Comperis, geboren op 1 april 1659 en overleden op 5 januari 1752. Zij was een dochter van Jan Comperis en van Marie Bollart. Het wapen Comperis: van zilver vijf merletten van sabel, helmteken een der merletten tussen een vlucht van zilver. Dit wapen werd overgenomen door Hendrik Vincx, zoon van een Comperis, en geadeld in 1735, die de merletten veranderde in zwarte vinken. De volgende broer van Daniël was Ferdinand, geboren op 11 juni 1649 en in 1679 gehuwd met Suzanna van den Hove, dochter van Libert van den Hove, burgemeester van Antwerpen, en van Maria van den Broeck. Van de vijftien kinderen uit het huwelijk Daniël Guyot-Greyns bleef er slechts een ongehuwde en 90 jaar oude dochter als enige overlevende over; de meesten waren reeds jong gestorven. Haar zeer belangrijk fortuin maakte ze over aan de afstammelingen van één van haar zusters, de enige die gehuwd was. De rest van haar goederen kwam in handen van vreemden. Hoe het met de hoeven en gronden te Ekeren vergaan is weten we niet. Om verder nog iets met betrekking tot de polder te vernemen moeten we de afstamming volgen van het echtpaar Jan-Alexander Guyot van Laer. Jan-Alexander was één van de 13 kinderen uit het huwelijk Jan-Antoon Guyot-Comperis. Na eerst gehuwd geweest te zijn met Helena van Brouchoven, die stierf in 1743, huwde hij in juli van datzelfde jaar met Catharina-Petronella Pachagie van Laer, waarbij hij vier kinderen had, drie dochters en een zoon Jan-Baptist, die alleen de lijn zou voortzetten. Een zuster van Jan-Baptist werd geestelijke dochter. Een andere zuster, Catharina-Marie, huwde JanKarel de La Bistrate. Een derde, Johanna-Marie, huwde met Jozef Stier, zoon van de bekende bankier. Jan-Baptist Guyot was geboren op 25 november 1748 en gedoopt in Sint-Jacobs. Op 1 december 1775 12
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 12
huwde hij in dezelfde kerk met Isabella-Theodora van den Berghe, geboren op 23 mei 1746 te 's Hertogenbosch. Evenals zijn vader huwde Jan-Baptist tweemaal. Op 20 juni 1770 werd Françoise-Jacoba Peeters d'Aartselaer zijn tweede echtgenote. Deze was een dochter van Jan-Egide Peeters, titelhouder van een hele reeks heerlijkheden, waaronder het prachtige goed Vordenstein te Schoten. De familie Peeters, die zeer snel fortuin gemaakt had, werd geadeld in 1682 en voerde een wapen van zilver, drie balken van keel, een schildhoofd van azuur beladen met drie gouden eekhoorntjes knabbelend aan een pijnappel van zilver, helmteken een der eekhoons.
uuau1111ii1miiiumi11umu11muu
' ll11C111111IIaIIlIll11 11Il0
Jan-Egide Peeters stierf in 1786 en bij de deling van zijn groot fortuin tussen zijn vier dochters bekwam Françoise-Jacoba, echtgenote Guyot, het hof "De Koeystaart" te Deurre en drie hoeven ter waarde van 30.000 Gl. Verder nog hoeven en landen in de polder te Hoboken, Lillo, Oorderen en in de Muysbroeck-polder te Ekeren. In de stad erfde zij nog verschillende eigendommen waaronder een huis dat nog aan een broer van P.P. Rubens had toebehoord. Met de erfenis van zijn echtgenote kocht Jan-Baptist Guyot in 1786 het goed Mishaegen te Brasschaat, toen onder Ekeren. Dit laatste eigendom gaan we hier echter buiten bespreking laten, de historiek daarvan is genoeg bekend en meermaals herhaald. Jan-Baptist zou echter niet lang van zijn nieuw verworven eigendom genieten. Hij stierf op 10 maart. 1789, slechts 40 jaar en 6 maanden oud. Hij liet zeven minderjarige kinderen achter en een weduwe zwanger van een achtste. Hij werd begraven op het algemeen kerkhof van Stuivenberg - de nieuwe wetgeving verbood nog langer in de kerken te begraven. Zijn echtgenote, de weduwe Guyot-Peeters, stierf op 21 december 1805. Voor alle duidelijkheid zetten we de nagelaten kinderen eerst even op een rijtje: 1. Sophie-Josepha, gedoopt op 11 juli 1779; huwde op 22 oktober 1800 met Paul-Jozef Geelhand. 2. Françoise-Marie, geboren op 10 augustus 1780; zij wilde huwen met Daniël Thuret, maar er kwam tegenstand vanwege de familie omdat Thuret calvinist was als afstammeling van Franse Hugenoten, maar eens bekeerd tot katholiek ging het huwelijk tenslotte toch door. 3. Ferdinand-Jozef, gedoopt op 15 augustus 1781; bleef ongehuwd. 4. Honoré-Jan, gedoopt op 14 oktober 1782; gehuwd in Sint-Jacobs op 8 mei 1821 met Julie-Isabella van Havre, die geboren was op 15 september 1795. 5. Frans-Lodewijk, geboren op 18 december 1783; huwde op 19 mei 1808 met Carolina-Maria-Th. van Moorsel, geboren te Oostende op 10 juni 1789. 6. Edward-Jozef, geboren op 3 oktober 1785; huwde op 5 september 1820 op het kasteel Ten Brant te Witrijk met Marie-Catharina-Isabella-J. della Faille de Waerloos (4). 7. Jeanne-Dorothée, gedoopt op 6 februari 1788 en op 15 mei 1810 gehuwd met Charles-Nepomucenus de Baillet. 8. Carolina-Catharina, gedoopt op 28 juni 1789 en op 12 april 1812 gehuwd met Edward van Asten. Alhoewel er over ieder van deze kinderen heel wat te vertellen zou zijn, gaan we zonder te veel in bijzonderheden te treden, trachten na te gaan wat ieder uit de ouderlijke nalatenschap bekwam, nl. datgene wat betrekking heeft met de polderstreek, alhoewel het andere meestal veel belangrijker was. 1. Sophie-Josepha, echtgenote Geelhand, trok het vierde lot bevattende hoeven, bossen en gronden te Kallo, Lillo en Schoten. Zij stierf te Witrijk op 2 september 1829, 50 jaar oud, terwijl haar echtgenoot 13
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 13
haar tot zijn 95ste jaar overleefde. Hun grafsteen met alliantiewapen is nog te zien aan de St.-Bavokerk te Wilrijk. De familie Geelhand, goed bekend als de laatste feodale heren van Merksem, werd geadeld in 1728 en voerde een wapen met gevierendeeld schild waarvan 1. van azuur een linkerhand van goud, de palm aanziend; 2 van zilver een zwarte beer rechtop staande tegen een groene boom op een grond van 't zelfde; 3 van goud drie groene klavers; 4. op groen een valk van zilver met rode kap over de kop.
2. Françoise-Marie bekwam het achtste en laatste lot, dat bestond uit o.a. een deel van de polder van Hoevenen en vooral het schone domein Vordenstein te Schoten, waar zij de oude O.-L.-Vrouwekapel van de Horst liet restaureren. In deze kapel is nog het wapen te zien van de familie Thuret waaruit de echtgenoot van Françoise stamde. Dit wapen: een schild geschuind van azuur en goud,. op azuur een leeuw van zilver met tong en nagels rood en in de opgeheven klauw een kromzwaard van zilver; op goud een gekroond paaslam van keel vergezeld van een spoor-radertje van 't zelfde; over de schuinlijn heen een schuinbalk van sabel. In de grafschriften van de Sint-Jacobskerk komt het wapen Thuret voor waarbij de schuinbalk van zilver is. Françoise-Marie stierf te Antwerpen op 7 mei 1834 en werd begraven te Schoten in de kapel van de Horst, alhoewel die kelder bestemd was voor de familie de Pret. 3. Ferdinand-Jozef bekwam een polder te Oorderen, een hoeve te Schoten en een deel van het "Nieuwe Mishaegen".Bij de openbare verkoop van de nalatenschap van zijn tante Stier-Guyot bekwam hij nog gronden in de polder van Oosterweel. Hij stierf ongehuwd in zijn huis op de Korenmarkt te Antwerpen. Zijn nalatenschap verdeelde hij bij testament aan zijn broers, zusters, neven en nichten. Zijn zuster, echtgenote Thuret, was daarbij uitgesloten omdat zij reeds zeer gefortuneerd was en slechts een dochter had. 4. I n het deel dat Honoré-Jan beviel zaten geen bezittingen in de polders. Hij bekwam het hof "De Koeystaert" te Deurne, drie hoeven en nog andere goederen elders. Zijn schoonvader, baron van Havre, had kort voor zijn dood aan zijn drie kinderen een gift onder levenden gedaan. De cijfers van al de waardebepalingen laten we achterwege en zien wat zijn dochter Julie, echtgenote Honoré Guyot 14
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 14
bekwam. Deze kreeg een groot deel onroerende goederen toegewezen gelegen te Brasschaat; nl. een grote hovinge van plaisantie met aanhorige gebouwen, een Engelse- en een wintertuin, kortom alles wat bij een voornaam speelhof behoort en gelegen achter de kerk. Bij dit alles bekwam zij nog een klein speelhof. Deze samen zouden later de basis vormen voor het kasteeldomein van Brasschaat. Julie bekwam ook nog een hoeve naast de gronden van haar schoonbroer, Eduard Guyot, een schoon nieuw huis gelegen langs de Miksebaan en de oude hoeve "Het vagevuur", dit laatste belast met nog enkele tienden aan de armen van Antwerpen en van Ekeren. In oktober 1837 gingen Julie en haar broer Florent over tot de verdeling van goederen, hen nagelaten bij het overlijden van hun ongehuwde broer Augustin. Hiervan stelden zij in openbare verkoop een huis van plaisantie van ongeveer 3 ha. en gelegen te Ekeren. Dit domein, de "Oude Eyck", werd gekocht door Edward-Jozef Cogels voor 37.500 fr. HonorĂŠ-Jan stierf te Brasschaat op 13 februari 1864 en zijn echtgenote op 11 april daaropvolgend. Zij werden begraven in de familiekelder van Havre aan de kerk van Brasschaat waar het wapen nog te zien is. Van Havre voerde op azuur een keper van goud vergezeld van drie vijfbladjes van 't zelfde, een schildhoofd van hermelijn beladen met drie rode palen. 5. Frans-Louis Guyot ontving uit de erfenis Peeters twee huizen op de Meir te Antwerpen. Door zijn echtgenote werd hij algemeen bekend onder de naam van Guyot-van Moorsel. Hij bekwam erkenning van adel terzeifdertijd als zijn benoeming tot lid in de ridderorde door K.B. van september 1817.
câ–ś,;Havre Het echtpaar Guyot-van Moorsel kwam in 1824 in bezit van het kasteel Yperman te Wilrijk. Tevoren had dit toebehoord aan Marie-Carolina Blommaert, weduwe Theodoor-Gaspar van Moorsel, die de ouders waren van Carolina, echtgenote van Frans-Louis Guyot (5). De familie van Moorsel voerde een wapen van zilver, een morenhoofd van sabel met hoofdband van zilver, helmteken zeven rozen van goud geplaatst in waaiervorm.
Frans-Louis Guyot stierf volgens zijn grafsteen te Wilrijk op 17 december 1858 en zijn echtgenote te Antwerpen op 20 december 1841. Het echtpaar had acht kinderen, waarvan we slechts een zoon zullen vernoemen; trouwens ook de enige die een huwelijk aanging en die tenslotte een voornaam personage zou worden te Ekeren, maar daarover hebben we het verder. We vervolgen eerst de lijst van de erfgenamen Guyot-Peeters. 6. D e volgende was Edward-Jozef Guyot, die het 7de lot trok waarin het kasteel Mishaegen begrepen was en daarbij ook een hoeve te Kontich. Door haar huwelijk met Edward Guyot had Marie-Catharina della Faille de Waerloos 32.500 gulden bijgebracht, bestaande uit inkomsten van twee hoeven te Berendrecht en Zandvliet en een te Axel. Bij het begin van hun huwelijk, in 1822-1823, kocht het echtpaar bij wijze 15
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 15
van belegging gronden in de polders gelegen langs de Schelde. Edward-Jozef Guyot stierf op 21 mei 1846, pas 61 jaar oud. Zijn weduwe overleefde hem nog 33 jaar en hield zich bezig met het eigendom Mishaegen, dat ze samen met haar oudste zoon Victor-Eduard nog vergrootte. Bij het overlijden van haar moeder erfde de weduwe Guyot alles wat deze bezat te Brasschaat, zowat ruim 49 ha, daarbij nog polders in Noord-Brabant, te Berendrecht en Lillo, en nog een vierde deel van gronden te Oosterweel, Herenthout en Wommelgem. De familie della Faille de Waerloos voerde een wapen dat zwaar beladen kan genoemd worden, nl. gevierendeeld: 1 en 4 van sabel een keper van goud beladen met drie lelies van azuur en vergezeld van, in 't hoofd twee naar elkaar ziende leeuwenkoppen van goud met rode tong, en in de voet een aanziende leeuwenkop van goud met in de muil een zwarte ring (= della Faille); 2 en 3 op hun beurt gevierendeeld, waarvan 1 en 4. van goud een gaande everzwijn van sabel, 2 en 3 van sabel drie kepers van zilver (= van de Werve). 7. Jeanne-Dorothée, die met Karel-Nep. Baillet gehuwd was, kreeg als haar deel hoeven en gronden te Hoboken, Ekeren, Schoten en op het Kiel. Zij stierf op 14 januari 1833 en haar echtgenoot op 22 december 1942. De familie de Baillet, bekend als eigenaars op de Donk, voerde een wapen van azuur, een in de wind bol staand zeil van goud aan een stok van 't zelfde, het schild getopt met een gravenkroon en gehouden door twee omgewende adelaars in natuurkleur.
aer.,�a1tiPF-Lat OUT 8. Tenslotte de postume dochter CarolinaCatharina, die het 5de lot had bekomen dat bestond uit gronden in de polders van Ettenhove en Oorderen, en huizen in de Brilstraát en Venusstraat te Antwerpen. Eduard van Asten, de echtgenoot van Carolina, kwam uit een familie die afkomstig was uit 's Hertogenbosch en die in 1755 geadeld werd met een wapen doorsneden in drie van sabel, azuur en zilver; op sabel twee ovale liggende gespen van goud en op zilver een zwart molenijzer. Terloops weze gezegd dat een schikking met het zilver als middelste deel beter zou uitkomen dan twee kleuren tegen elkaar. Carolina Guyot stierf op 26 december 1852 en haar echtgenoot op 16 juni 1865. We keren terug naar het echtpaar Frans-Louis Guyot-van Moorsel, waarvan we de zoon Emile-Eduard moeten vermelden. Deze was geboren op 27 augustus 1814 en werd agent van de Nationale Bank van Mechelen. 16
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 16
Naar traditie in de familie huwde hij op gevorderde leeftijd, nl. op 9 januari 1861, met Eulalie-Catharina M.J. Villers, geboren op 5 april 1835. I, '�q`�� �dII1 �(
� - � III�
�
-� i ' t 1 . J I 1 � �l1 i l
- . m l l l j i i 1 1
i �
�,�,4,
c
r
-
t„`p`
�U ��,▶ ;� � 't� �
.`V1
v� �i� `. � � �L-'I��_��In; ..�l /•.� J � � f
.,
;:.a� .,.‘ �.• :
3;��., � . .;;:: / , i
• iP• . í.Qí,x'.
�
,�, i . �/� , - • ..-. p1i�ón,� _ - i i i , l
-_,?'=�,..�f���l�, _ � :%.•
= .
�
I�l.,
:: � • r • i ,, a � � 1 1 � � •, • o � � ! � � � u � � : : :
�
1 .
,
�
▶
�
� �
�
11111{U�UIuNllll�1▶uN1�U111i l l l l D l l l i i i i i i i i
{
Emile-Edward Guyot bezat te Ekeren een buitenverblijf, de Oude Eyck, gelegen langs de huidige VeItwycklaan. Dit goed had bij het begin van de 19de eeuw toebehoord aan Ferdinand Moretus en was aangekocht van de erfgenamen Moretus door Augustin van Havre in 1834 en verder verkocht door Florent van Havre en Julie Guyot aan Eduard Cogels, die we reeds eerder vermeld hebben. In 1872 kocht Emile Guyot in de buurt van de Oude Eyck gronden, waar hij het jaar daarop een kasteel liet bouwen en er zich met zijn echtgenote vestigde. Over het hof zelf, dat bekend bleef als het hof "De Bist", is vroeger al meer gezegd en we denken daarbij aan wijlen Frans Bresseleers. Het gebouw met vierkant grondvlak is thans nog in zijn oorspronkelijke staat te zien en kreeg een bestemming als cultureel centrum. Emile Guyot werd in 1884 burgemeester van Ekeren en bleef deze functie uitoefenen tot in 1894. Zijn huwelijk bleef kinderloos; hij stierf op de eetste dag van het jaar 1900. Zijn echtgenote overleefde hem tot 17
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 17
16 augustus 1914; beiden werden begraven op het kerkhof van Hoogboom, toen nog grondgebied Ekeren.
Op de gedenksteen vinden we volgende tekst: Rustplaats Van Mijnheer Emiel Edward Guyot oud Burgemeester der gemeente Eeckeren geboren te Antwerpen den 14 augustus 1814 overleden te Eeckeren den 1 januari 1900 Mevrouw Eulalie Catharina Maria Villers Douairiere Van den weledelen heer Emiel Gyot geboren te Antwerpen den 5 april 1835 overleden te Eeckeren den 16 augustus 1914 De weduwe Guyot-Villers stond bekend om haar liefdadigheid en als weldoenster voor de nieuwe parochie van het Heilig Hart te Ekeren-Donk. Het rouwbord van Emile-Eduard Guyot in de St.-Lambertuskerk te Ekeren vertoont het familiewapen zoals eerder al beschreven werd, maar voor hem was het schild met een rode boord of zoom en de helm niet gekroond. Voor de familie Villers, verwant met Guyot, is een wapen vermeld van zilver, een kruis van keel met daarover in 't hart een schildje van azuur beladen met drie vazen van zilver. We keren terug naar het echtpaar Guyot-della Faille de Waerloos, dat reeds ter sprake kwam als 6de in de verdeling van de erfenis Guyot-Peeters. In 1878 moest er overgegaan worden tot de verdeling van de erflating van genoemd echtpaar onder hun drie kinderen: Victor-Eduard, Delia en Alfred.
Vitter 18
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 18
Victor-Eduard werd te Antwerpen geboren op 7 januari 1824 en bekwam terzelfdertijd als zijn jongere broer Alfred erkenning van adel met het familiewapen zonder boord en de helm gekroond. Hij erfde het kasteel Mishaegen, gronden te Kapellen en in de polders. Op 1 mei 1855 huwde hij met gravin Philomène-M.-Th.-Julie Le Grelle, geboren te Antwerpen op 18 oktober 1835. Zij was de dochter van graaf Gerard-J. Le Grelle, lid van het Nationaal Congres en van 1831 tot 1848 burgemeester van Antwerpen, en van Anna-Françoise van Lancker. Delia Guyot, zuster van voorgaande, werd geboren te Antwerpen op 24 mei 1822 en huwde aldaar op 10 mei 1843 met Alfons-Louis van Delft, geboren te Antwerpen op 31 maart 1817. Buiten huizen in de stad, erfde zij polders te Berendrecht en in de omliggende dorpen. Tijdens de zomermaanden woonde het echtpaar op het kasteel van 't Laer te Ekeren, dat zij lieten herbouwen en dat sedert 1776 reeds aan de familie van Delft behoorde (6). Delia Guyot stierf te Antwerpen op 23 december 1898; haar echtgenoot was reeds vier jaar vroeger overleden. Alfred Guyot, broer van Delia en van Victor, werd geboren te Antwerpen op 7 februari 1831. Hij was van 1870 tot 1872 gemeenteraadslid te Antwerpen en van 1872 tot 1892 lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Op 2 augustus 1859 huwde hij te Merksem met Marie-Jeanne-Phil. van Praet. In zijn deel uit de erfenis waren er gronden te Mortsel, Lint en Kontich, en ook in de polder. Deze laatste zijn thans verdwenen door de uitbreiding van de Antwerpse haven. Met kinderen had dit echtpaar werkelijk geen geluk; zij verloren drie zonen die nauwelijks de minderjarigheid waren ontgroeid. Op heraldisch vlak kunnen nog de wapens vermeld worden van de drie laatstgenoemde aangehuwde families, nl. Le Grelle, van Delft en van Praet.
11 i ii
Wapen Le Grelle: van azuur, een balk van goud vergezeld in ' t hoofd van drie letters A van 't zelfde en geplaatst I - 2, in de voet een roskam eveneens van goud Het schild getopt met een gravenkroon (9 parels) en gehouden door twee gouden leeuwen staande op een wimpel van goud met de leuze 'Kostrum Praesidium Deus" in blauwe letters.
v4"Delfr
Het wapen van de familie van Delft is van zilver, een balk van keel vergezeld in 't hoofd van twee maliën van 't zelfde, als helmteken uit de gekroonde helm de buste van een man gekleed zoals het wapen, rond het hoofd een blauwe wrong met twee horens van zilver. Het was in 1762 dat door vergunning van keizerin Maria-Theresia de wrong van de helm mocht vervangen worden door een kroon.
19
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 19
Blijft nog het wapen van Praet: van zilver drie klaverbladeren van sinopel (groen), het schild getopt met een ridderkroon (vijf parels); een gekroonde helm met als helmteken een der klaverbladeren uit het wapen,- als schildhouders twee wildemannen in natuurkleur, de lenden en hoofdtooi met groen lover en houdende de knots op de grond. Hiermede denken we zowat de voornaamste leden uit de familie Guyot als grondbezitters in de Antwerpse polder vernoemd te hebben. Bij Koninklijk Besluit van 31 januari 1928 werd toestemming verleend de naam "Mishaegen" achter de familienaam Guyot te voegen.
NOTEN EN BRONNEN 1. Over de familie van de Werve in de polders: zie Polderheem 1991, nr.1. 2. D e hier besproken familie Vincx is niet te verwarren met andere gelijknamigen, soms vermeld als Vinkcx of Vinque, maar met verschillend wapen. 3. Bron: de Rychman de Betz: Armorial général de la noblesse Belge. 4. Pr. R. van Passen: Geschiedenis van Wilrijk, uitg. Gemeentebestuur 1982. 5. idem. 6. Fr. Bresseleers: De Nobele Donk, 1965. Verder nog: J.B. Rietstap: Armorial Général. Poplimont: La Belgique heraldique. Verzameling graf- en gedenkschriften van de provincie Antwerpen, T.I. O.L.V. en St.-Jacobs. Voor de généalogie Guyot werd geraadpleegd: Eerw. Zuster Gladys Guyot, in L'Intermediaire des Généalogistes, nr. 203 van september 1979 en volgende.
20
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 20
'.� s e ,
w% e > . s � � � . 5 : g r g�
� c�'
� ��v "
'�� S
Raymond ROELANDS
Inleiding Tijdens opzoekingen in onze archieven vonden we een afschrift van de verkoopakte van 10 juni 1919 van kasteel "Oud Eikelenberg" op de Hoogboomsteenweg te Brasschaat. Het domein, dat toen eigendom was van de familie Eyben - Torfs, werd aangekocht door de maatschappij "Laetitia Campestris". Met deze aankoop werd het domein Oude Gracht, dat sinds 1913 in het bezit was van Eduard Bunge, vergroot met 19 hectaren 64 aren 24 centiaren. Op het kerkhof van Hoogboom bevindt zich de grafkelder van de familie Eyben - Torfs evenals het grafinonument van de familie Mathot - Eyben. In de nabijheid werden eveneens de echtelingen Desiré Struyf (1873 - 1942) - Leontine Eyben (1873 - 1961) begraven.
Grafkelder van de familie Eyben - Torfs
�O��l,?/li , � /�c�/J,bt°/▶'L„ �i2.oinMJ
IJ 4 ' 4 &
�
�
�
�
.
�
� 4 . �C9.�Z. ‘,1rC�.c9tzceLF.i▶'l/
�
�a..c9v1i.t,t-e,1.. /IC49-e,ere„et,n. , . � .
� � �
. � � 44e�:��-�����
ee, , e r f d e e e z r *ee. � e , e l e e ( p e w E _ e c e i eee, J i z e l e t . c e .
e
�%�s.L�-, .Z.Z � ��-�.é�íG����a � � . e-A.-
,e,,/_.e.„ _
;
21
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 21
e..YV,dev-eneNeteLi1/ Mt�JI/Iti ." �`7 V `�"" , r , r -
e e . '
L G � 1 r�t
( � N c 4 104--e•
J1rtrpLtfikFiYVJ/,,,-B „e��,
,/,d4-4--
e-eih.„GCi`eíe.e., Cx.x,./.€2 t -t144 o›' iuJ! e/c.c-ece d- , l e , / -4J-e-t."-es--ite.Q_GL,G, ,I., 4 , z - 6 e i - h£7,..4c,.4iwc..�aare/LY? ia7;e,e'� led-. .�.az.,�cc � ez.i e � á �j e . è e e . �� � z , O / c y �� C�eiri��Z�.cy.e.IG2-/,re‘-ti ; .
/ f y�t ' ‘ C , t � � �c� � ✓ � 2 „ v �!y.W�r� e �u� p y e-e ,� , , , ,,,-,e.e.eyikeeec «ez_,44‘,-.. , e 4 < , . . , _ _a.<__ z, � � �i.,.�,r�Qc.. 4,(„0„,.4 r�-e � s r i � o ° ` � � � eee .
���� i.C%2��r�tG� ti Gh_.,,..4/aaz ,2.4,.. U‘: L ' p e Q ' r ✓ -
.e�L�,� dn �
�
€ 4 4 4 1 ? C) 2L.-eJ7 �
Y
�
2
'
L
r
1
.
& ' t 7 4 - � &..1-e-,eerJ�0.f▶ti 7 6 �
� � i " � ' /�""_
� c . �r
�
c
�
i : 4 ? y t � /
,GL,,
e
e
e
+
.
i C �
,
z
l
-
�
/
J �c
/
i
! /
� � �
-
/�
�
G�'��i�� �
ce«
�����1�ZGL' � Ç �
/ '
Gq
C % J , e i 1 1 P " f e < Z e t e s 4 Gst.7
ez.11.e.t..' / 4 - Y
� i 7
t
�
/s4/
�y
�
/
�
/
y. %ll zs L . � � � � e � r � + . � �
� i l � • s - r, e d › , , e - 4 2 , < 4 ,'
�
at.6.44‘... ,4/9. 7 , • - , y .éz�,,g. x ! a r � ' ��, 5 � , , G � .33 . .e- o - . - ��a.e.J.r ed,. c�r�x«� Z,uti
/
�
�ca � G c . � ,�
zi
e . e/ � c ��
�
1..-e-
G,z,„ee,
� c � c �.��
�
,,L, ,9e_o., eei_É,./É• - 0,,r_eeze,e,74.,,n ,4„ e_e..a-/���� �,G��,�.�,•e;ze‘,e,,l�t.e_,�, � e - � 7-e---ee-eb.-a.ex�g � , � � . �. - � t i _ T '
� � <
` `��.C.��i^'
7 , „ 4 " ) . , e ,
a
.
� e
� ,
e
�b�u.er
� � P � z , , � a �
4
.
4
:
e
_
,
/ u €,/„„,eez-U-
< , , / , . „ i 4 e . e �
m , e _
22
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 22
r z e L e s . - C . .�-C-a _fzes4v( c d t Y�r _' c y � . � c . c r . . : � � � . � e - Z ✓ "��e-zz_eie4;
e
"
'
i
c � . � , d l a , ,
ydekraaerieeedes,%>
,
�
,
.
,
-
d
-
.ede- _
og4' a6,
���
l a l e e - £ - o e 2 e 4 e
.
4
4
�
�
�
��
�
�
n
_
�
�
oéz-lieei..2/,-LeC-p eek-tU �
e
A f e e t i . 7 7 _ e _ r. n . `
4.6/e"ee-
a
d.,Zeezee .p-e,7
cz:Qeg.5,
Z%tYc.tet , e , e ' �
.•
a������z��� � �
�
.
� e� ��� � ��:��. ��o��Se_e " ,64s file444.e.-7 e.6.É_cL '
.z«; iqqzew>
ev v 7‘det.L ,C��� ��
.
�,.�:r�e�et7 � a � + r �
C
.dez;4 e l }..r .eepeeze/ee,"? e i : e e e t e e , t , e d - 4 a- . . ,� r�:�v�:���� G.,--ezieet4,--, l e e e ,
‘
2
� �
2 eez.7ex.e,rie,ez.-
e e e . e . - e c e " r 4ccz
_
�".�-� .
"1!(4«eete�� /� � pr.� � i *.c� /� � pe/rn�.veF���o�r.c . �°� � � 4 1 � � t . ' � � � 1 r L C � � 23
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 23
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 24
We geven u hierna de volledige inhoud van de verkoopakte van Kasteel "Oud Eikelenberg": Kohier der lasten, bedingen en voorwaarden op dewelke Meesters Emile Lemineur, bewaarder der minuut, en Emmanuel Koelman, beiden notarissen ter verblijfplaats Antwerpen, aldaar ten verkoopzaal der notarissen, Minderbroedersstraat 22, openbaar zullen te koop aanbieden en verkoopen; Ten overstaan van den Heer Vrederechter van het tweede kanton Antwerpen, bijgestaan door den heer griffier zijns office en met inachtneming der wet van twaalfjuni achttien honderd zestien. Krachtens vonnis uitgesproken op request door de rechtbank van eerste aanleg zitting houdende te Antwerpen op negen en twintig Meert negentien honderd negentien, waarvan de grosse aan deze zal gehecht blijven. Ten verzoeke van: 1°. Libert Joseph Alfred Jan Eyben, geboren te Antwerpen op vier en twintig Juli achttien honderd zeven en zestig, maatschappijbestuurder wonende te Antwerpen, Lange Leemstraat 170. Handelende in eigen naam en in zijne hoedanigheid van toezienden voogd over nagemelde minderjarigen met naam Smeesters. 2°. Madame Palmyre Valentine Maria Francisca Eyben, geboren te Antwerpen op acht en twintig July achttienhonderd acht en zestig, zonder beroep, en haar echtgenoot die haar ten einde dezer bijstaat en machtigt Mr. Eugène Constant Lambert Van Aubel geboren te Antwerpen op tien April achttien honderd vijf en zestig, geneesheer woonende te Antwerpen, Van Breestraat 33. Gehuwd onder het beheer der algemeene gemeenschap van goederen ingevolge hun huwelijkskontrakt verleden voor den notaris Verbeeck te Antwerpen den achtsten Januari achttien honderd twee en negentig geene bepalingen van aanleg of wederaanleg van penningen bevattende. 3°. Madame Ester Elisa Maria Eyben, geboren te Antwerpen op elf July achttien honderd zeventig, zonder beroep, echtgenoote ten einde dezer bijgestaan en gemachtigd van Mr. Paul Pieraerts, dokter in de rechten, volmachtdrager van naamlooze maatschappij, wonende samen te Antwerpen, fsabellalei 16. Gehuwd onder het beheer der gemeenschap van aanwinsten ingevolge huwelijkskontrakt verleden voor den notaris Verbeeck, te Antwerpen, den elfden November achttien honderd vijf en negentig, geene bepaling van aanleg of wederaanleg van penningen bevattende. 4°. Madame Leontina Maria Josephina Eyben, geboren te Antwerpen op elf Januari achttien honderd dry en zevenGrafmonument van de familie Mathot - Eyben 25
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 25
tig, zonder beroep, echtgenoote ten einde dezer bijgestaan en gemachtigd van Mr. Désiré Struyf zonder beroep, wonende samen te Antwerpen, Isabellalei 66. Gehuwd onder het beheer der scheiding van goederen ingevolge huwelijkskontrakt verleden voor notaris Verbeeck te Antwerpen den twaalfden Januari negentien honderd en vijf geen bepaling van aanleg of wederaanleg van penningen bevattende. 5°. Madame Paulina Maria Theresia Eyben geboren te Antwerpen op acht en twintig Augustus achttien honderd zevenen zeventig zonder beroep, echtgenoote ten einde dezer bijgestaan en gemachtigd van Mr. Henri Mathot, wisselagent wonende samen te Antwerpen, Mechelsesteenweg 67. Gehuwd onder het beheer der scheiding van goederen ingevolge huwelijkskontrakt verleden voor den notaris Verbeeck te Antwerpen den achttienden Mei negentien honderd en drij geregistreerd geene bepalingen van aanleg of wederaanleg van penningen bevattende. 6°. Mijnheer Henri Constant Leon Smeesters, geboren te Elsene op negen Mei achttien honderd acht en zeventig, advokaat wonende te Antwerpen, Gemeenteplaats 1. Handelende in eigen naam en zijne hoedanigheid van vader wettigen voogd over zijne twee nog minderjarige kinderen, gesproten uit zijn huwelijk met wijlen Louise Maria Emma Eyben te weten: a) Maria Henriette Leonie Alfred Smeesters geboren te Antwerpen op negen en twintig April negentien honderd en drij. b) Marguerite Joanna Albertine Marie Smeesters, geboren te Antwerpen op vijftien Meert negentien honderd en vijf 7°. Mme Zoë Maria Alida Eyben geboren te Antwerpen op een Meert achttien honderd tachtig, zonder beroep, echtgenoote ten einde dezer bijgestaan en gemachtigd van Mr. Edgard Mathot, wisselagent, wonendesamen te St. Josse Ten Noode, Square Lambiorix 5. Gehuwd onder het beheer der scheiding van goederen ingevolge huwelijkskontrakt verleden voor den notaris Verbeeck te Antwerpen den zeventiende Oktober negentien honderd en drij, geregistreerd, geene bepalingen van aanleg of wederaanleg van penningen bevattende. 8°. Mejuffrouw Maria Ludovica Janssens geboren te Bonheyden op zes en twintig November achttien honderd een en tachtig, zonder beroep, wonende te Brasschaet, Cappellensteenweg. Het kasteel Oud Eikelenberg met park, hovenierswoning, remisie, stal, serre, moestuin, en aanhorigheden, verschillende loten mastbosch en bouwgrond, samen groot negentien hectaren vier en zestig aren vier en twintig centiaren, gestaan en gelegen te Brasschaet tegen den steenweg van Cappellen naar Brasschaet en in de Mishaegenstraat, ten kadaster bekend wijk An°S 187 -188 -189 -190 -191 -192 -186"-182 183 - 1801'-184° - 1841' -185°-185" - 1868 en 186", ter streek "Hazenblok" verdeeld in een en twintig koopen als volgt: Koopéén. Het kasteel Oud-Eikelenberg te Brasschaet tegen den Steenweg van Cappellen naar Brasschaet ende Mishaegenstraat, hebbende ruime kelderingen, gelijkvloers, inkom, groote hall, twee kamers, twee salons, ruime eetkamer, office, keuken en verdere aanhorigheden; op het verdiep groote hall, zeven slaapkamers en badkamer; op het tweede verdiep groote hall, zeven slaapkamers en kamer voor waterbak, hooger zolder met eene mansarde, voorzien van chauffage central, gaz en electriciteit; remisie en paardenstal, hooizolder, mansarden en pompen; hovenierswoning met stal en schuur, serre met verwarmingsstelsel en waterbakken, schoon beplant park en bosch samen groot zeven hectaren acht en dertig aren zeven en veertig centiaren, palende Noord-West aan den geklasseerden waterloop nummer 19, genaamd Oude-Eikelenbergsche beek, Noord-Oost koopen twee, vijf tot en met negen, Zuid-Oost den steenweg van Cappellen naar Brasschaet en de Mishaegenstraat. Zuid-West de naamlooze maatschappij "Laetitia Campestus". Koop twee. Een perceel bouwgrond thans mastbosch en schaarhout, gelegen te Brasschaet tegen de Mishaegenstraat, palende Noord-West koop vijf Noord-Oost koop drij, Zuid-Oost de Mishaegenstraat en Zuid-West koop één, groot één en twintig aren acht centiaren. Koop drij. Een perceel bouwgrond thans mastbosch en schaarhout, gelegen te Brasschaet, tegen de Mishaegen, palende Noord-West koop vijf, Noord-Oost koop vier, Zuid-Oost de Mishaegenstraat en ZuidWest koop twee groot achttien aren een en veertig centiaren. Koop vier. Een perceel bouwgrond thans mastbosch en schaarhout gelegen te Brasschaet tegen de Mishaegenstraat, palende Noord-West koop vijf Noord-Oost koop zeventien, Zuid-Oost de Mishaegenstraat en Zuid-West koop drij, groot vier en twintig aren één en dertig centiaren. 26
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 26
Koop vijf Een perceel schaarhout te Brasschaet, ter plaatse als vorig, palende Noord-West koop zes, Noord-Oost koop zestien, Zuid-Oost koopen twee, drij en vier, Zuid-West koop één, groot zeven en dertig aren zes en negentig centiaren. Koopzes.Een perceel moestuin en lusthofgelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig, palende Noord-West koop zeven, Noord-Oost koopen veertien en vijftien, Zuid-Oost koop vijf en Zuid-West koop één, groot negen en tachtig aren drij en vijftig centiaren. Koopzeven. Een perceel mastbosch gelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig, palende Noord-West koop acht, Noord-Oost koop dertien, Zuid-Oost koop zes en Zuid-West koop één, groot vijf en vijftig aren vijf en negentig centiaren. Koop acht Een perceel mastbosch gelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig, palende Noord-West koop negen, Noord-Oost koop twaalf Zuid-Oost koop zeven en Zuid-West koop één, groot zeven en vijftig aren drij en zeventig centiaren. Koopnegen. Een perceel mastbosch gelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig, palende Noord-West de Oude Eikelenbergsche beek, Noord-Oost koopen tien en elf Zuid-Oost koop acht en Zuid-West koop één, groot zeven en zeventig aren zeventien centiaren. Koop tien. Een perceel mastbosch gelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig, palende Noord-West de Oude Eikelenbergsche beek, Noord-Oost "Laetitia Campestus", Zuid-Oost koop elf en Zuid-West koop negen, groot één hectaar een en vijftig aren zeven en zeventig centiaren. Koop elf. Een perceel mastbosch gelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig, palende Noord-West koop tien, Noord-Oost "Laetitia Campestus', Zuid-Oost koop twaalf Zuid-West koop negen, groot één hectaar negen en twintig aren drij en vijftig centiaren. Koop twaalf. Een perceel mastbosch gelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig, palende Noord-West koop elf„ Noord-Oost "Laetitia Campestus", Zuid-Oost koop dertien en Zuid-West koop acht, groot één hectaar twintig aren acht en negentig centiaren. Koop dertien. Een perceel mastbosch gelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig, palende Noord-West koop twaalf Noord-Oost "Laetitia Campestus", Zuid-Oost koop veertien en Zuid-West koop zeven, groot één hectaar twaalf aren zes en zeventig centiaren. Koop veertien. Een perceel mastbosch gelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig, palende Noord-West koop dertien, Noord-Oost "Laetitia Campestus" Zuid-Oost koop vijftien en Zuid-West koop zes, groot drij en tachtig aren negen en zestig centiaren. Koop vijftien. Een perceel mastbosch gelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig, palende Noord-West koop veertien, Noord-Oost "Laetitia Campestus" Zuid-Oost koop zestien en Zuid-West koop zes, groot twee en tachtig aren zeven en zestig centiaren. Koop zestien. Een perceel mastbosch gelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig, palende Noord-West koop vijftien, Noord-Oost "Laetitia Campestus" Zuid-Oost koopen zeventien tot en met één en twintig en Zuid-West koop vijf groot zes en twintig aren zeven en dertig centiaren. Koopzeventien. Een perceel bouwgrond gelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig palende Noord-West koop zesteen, Noord-Oost koop achttien, Zuid-oost de Mishaegenstraat en Zuid-West koop vier, zijnde thans mastbosch groot drij en twintig aren een en vijftig centiaren. Koop achttien. Een perceel bouwgrond zijnde thans mastbosch, gelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig, palende Noord-West koop zestien, Noord-Oost koop negentien, Zuid-Oost de Mishaegenstraat en Zuid-West koop zeventien, groot achttien aren twee en veertig centiaren. Koop negentien. Een perceel bouwgrond zijnde thans mastbosch gelegen te Brasschaat, ter plaatse als vorig, palende Noord-West koop zestien, Noord-Oost koop twintig, Zuid-Oost de Mishaegenstraat en ZuidWest koop achttien, groot achttien aren acht en twintig centiaren. Koop twintig. Een perceel bouwgrond zijnde thans mastbosch gelegen te Brasschaet, ter plaatse als vorig, palende Noord-West koop zestien, Noord-Oost koop één en twintig, Zuid-Oost de Mishaegenstraat en ZuidWest koop negentien, groot achttien aren twee centiaren. Koop één en twintig. Een perceel bouwgrond zijnde thans mastbosch gelegen te Brasschaet ter plaatse als vorig palende Noord-West koop zesteen, Noord-Oost "Laetitia Campestus" Zuid-Oost de Mishaegenstraat en Zuidwest koop twintig groot achttien aren drij en zestig centiaren. Zoo en gelijk voorschreven eigendommen gestaan en gelegen zijn zonder enige uitzondering noch voor behouding en zoals zij afgebeeld staan op een plan daarvan opgemaakt door den gezworen landmeter 27
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 27
Lucas te Cappellen, den veertienden Mei laatst, hetwelk na waarmerking in originali aan deze zal gevoegd blijven om samen met deze ter registratie te worden aangeboden. Aanhaling van eigendom Voorschreven eigendom hangt af oorspronkelijk van de algemeene gemeenschap van goederen bestaan hebbende tusschen Mr. Philodore Alfred Jan Eyben, maatschappijbestuurder te Antwerpen, Quinten Mats ijslei 16, en Mme Joanna Maria Torfs zonder beroep met hem wonende ingevolge hun huwelijkskontrakt verleden voor notaris Meert te Antwerpen, den elfde Mei achttien honderd zes en zestig geregistreerd, als aangekocht, hetgene gedeelte tegen de Heeren Henri Eugene Albert Edmond Willaert, en George Constant Gustave Eduard Willaert, handelaars te Antwerpen, bij akte verleden voor notaris Verbeeck te Antwerpen den twee en twintigste Februari negentienhonderd en twaalf geregistreerd en overgeschreven ten hypotheekkantore te Antwerpen den negen en twintigste februari daarna deel 3882 n° 15 en het andere gedeelte tegen Baronnes Osy de Zegwaert, geboren Marie Anne Philomène Guyot, grondeigenares te Cappellen, douariere van de heer Baron John Marie Joseph Eugène Osy de Zegwaert bij akte verleden voor notaris Gheysens te Antwerpen den zes en twintigste Juli negentienhonderd en twaalf geregistreerd en overgeschreven ten hypotheekkantore te Antwerpen den twintigsten Augustus daarna deel 3953 n° 4. Madame Eyben geboren Torfs is overleden te Crouck-End in Engeland op dertien Meert negentien honderd vijftien, zonder testamentaire beschikkingen te hebben gemaakt, maar nalatende als begifigde met één vierde in vollen eigendom en een vierde in pacht haren voormelden echtgenoot krachtens de gift in haar vermeld huwelijkskontrakt vervat en overigens voor eenige wettige erfgenamen hare acht kinderen gesproten uit haar voormeld huwelijk, te melden: de verzoekers onder primo, secundo, tertio, quatro, quinto et septimo en wijlen Dame Louise Marie Emma Eyben echtgenote van Mr. Smeesters, onder sexto en wijlen Alfred Libert Marie Eugène Eyben. De echtgenoten Smeesters-Eyben waren gehuwd onder het beheer der scheiding van goederen ingevolge hun huwelijkskontrakt verleden voor notaris Verbeeck te Antwerpen den twaalfden April negentien honderd en twee geregistreerd. Madam Smeesters is overleden te Crouck-End in Engeland op zes en twintig Meert negentien honderd vijftien, voor eenige wettige erfgenamen nalatende hare twee voormelde kinderen, na haren man begiftigd te hebben met één vierde in vollen eigendom en één vierd in pacht van alle hare nagelaten goederen krachtens haar eigenhandig testament van veertien September negentienhonderd dertien, nedergelegd tusschen de minuten van notaris Koelman te Antwerpen hij bevelschrift van den Voorzitter der Rechtbank te Antwerpen den drij en twintigste Mei negentien honderd negentien. Mijnheer Eyben is overleden te Hamstead in Engeland op twee en twintig Juli negentien honderd zeventien zonder testamentaire beschikkingen te hebben gemaakt en nalatende voor eenige wettige erfgenamen zijne zeven kinderen de verzoekers onder primo, secundo, tertio, quatro, quinto en septimo, en wijlen Alfred Libert Marie Eugene Eyben en zijne twee kleinkinderen met naam Smeesters. Mr. Alfred Libert Marie Eugène Eyben is overleden te Brighton in Engeland op twee Juli negentien honderd achttien, nalatende als legatarisse van zijns moeders aandeel Juffrouw Janssens, verzoekster onder octavo, krachtens zijn eigenhandig testament van negen Juli negentien honderd vijftien, nedergelegd tusschen de minuten van notaris Gheysens te Antwerpen, den negen en twintigsten April negentienhonderd negentien, krachtens bevelschrift van den Heer Voorzitter der Rechtbank van eersten aanleg zitting houdende te Antwerpen van zelfden datum en dragende de volgende vermelding: "Enregistré à Anvers (Sud) le premier Mai 1919 vol 75 fol 23 case 8 en rôle sans renvoi. Recu sept francs. Le receveur (signé) Clootens"; en nalatende overigens voor eenige wettige erfgenamen zijne zes voornoemde broeders en zusters, en zijne twee volle nichtjes met naam Smeesters. Staat en gelegenheid van voorschreven goederen. De eigendommen worden verkocht in den staat en gelegenheid waarin dezelve zich op het oogenblik der eindelijke toewijzing zullen bevinden van wanneer af zij tot 's koopers last- en gevaar zullen staan zonder er iets van uit te zonderen noch voor te behouden, verders zullen de koopers geen klacht noch vordering kunnen doen gelden voor onnauwkeurigheden in de beschrijving, gebrek van maat of oppervlakte zelfs indien de mindermaat één twintigste overtreft, of omwelke andere reden het ook mocht wezen. Ten opzichte der aanpalende eigendommen aan derden toebehorende worden de eigendommen verkocht met alle hunne voor- en nadeelige zicht- en onzichtbare, heerschende en lijdende dienstbaarheden, gerechtigheden, verplichtingen en gemeenschappen waarmedezij zouden kunnen bevoor- of benadeeld zijn, vrij aan de koopers de eene te doen gelden en zich tegen de andere te verzetten, doch alles ten hunnen kost, 28
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 28
last en gevaar en zonder tusschenkomst noch verantwoordelijkheid der verkoopers, de te koop gestelde eigendommen vóór de verkooping te zien geweest zijnde en de plans en veelvoorwaarden ter inzage en lezing van eenieder gelegen hebbende ter studie van den notaris bewaarder der minuut. De goederen worden verkocht zoals dezelve op voorberoepen plan afgebeeld en gescheiden staan en alle twisten of moeilijkheden tusschen bezitters van aanpalende koopen zouden ontstaan zullen onwederroepelijk door den heer Louis Lucas, gezworen landmeter te Cappellen geslist worden zonder eenige hoegenaamde tusschenkomst noch verantwoordelijkheid des verkoopers. De koopen scheiden van malkander zoals op het plan is aangeduid. De dreef scheidende koopen vier tot en met negen eenerzijds van koopen tien tot en met zeventien anderzijds, behoort voor de helft aan ieder der aanpalende koopen. Zij dient als gemeene uitweg voor die aanpalende koopen en moet op gemeene kosten onderhouden worden op eene breedte van twaalf meters. De bomen welke tusschen de koopen niet op wettigen afstand zouden staan mogen behouden blijven. In genot- en gebruiktreding De koopers zullen van voorschreven eigendommen in genot en gebruik kunnen komen tegen betaling der koopprijzen. De vruchten door den hovenier gezaaid, zijn hem voorbehouden. Om van de hovenierswoning in gebruik te komen moet men drij maanden op voorhand opzeggen. Openbare lasten De koopers zullen alle hoegenaamde lasten op de te koop gestelde goederen dragen en betalen te rekenen van één Juli aanstaande. Assurantiën Indien de te koop gestelde gebouwen tegen brandgevaar verzekerd zouden zijn, zullen de koopers de in de loop zijnde polissen moeten voortzetten en de verzekeringspremiën moeten betalen van af den dag der eindelijke toewijzing. Hypothekaire staat De te koop gestelde goederen worden verkocht voor vrij, zuiver en onbelast van alle schulden, inschrijvingen, voorrechten en rechten, van hypotheek hoegenaamd. Algemeene voorwaarden artikel één. De verkooping geschiedt bij opbod in franks waarvan het bedrag door de verkoophoudende notarissen bepaald zal worden en met het houden van twee zittingen, de eerste bepaald op Vrijdag dertig mei negentien honderd negentien tot voorlopige toewijzing, en de tweede op dertien Juni daaropvolgende tot de eindelijke toewijzing, telkens om elf uur klokslag ter verkoopszaal der notarissen, Minderbroedersstraat 22 te Antwerpen. Indien uit hoofde van overlijden eene verandering overkwam in de hoedanigheid der verzoekers, zal de tweede zitting kunnen verschoven worden tot eenen datum te bepalen binnen de dertig dagen na de eerste zitting. In dit geval blijven de gedane boden in stand tot voormelde tweeden zitdag, zonder eenige verplichting tot verkoop tegenover de voorlopige koopers of bieders. artikel twee. De hoogste bieders der eerste zitting zullen voorlopige koopers verklaard worden, en de voorloopige kooper van koop één zal eene premie genieten van een half ten honderd gerekend op het gansche bedrag van de voorloopigen toewijzingsprijs, hem door de eindelijke koopers te betalen boven koopprijs en aankleven. Op de tweede zitting zullen de hoogste bieders van koop één zoo in hun afwezen als in hun bijwezen eindelijke koopers verklaard worden zoo hunne boden de verzoekers voldoende voorkomen. De uitbetaling der premie zal onderworpen zijn aan de voorwaarde dat daags na de voorloopige toewijzing het bedrag der onkosten vermeld onder artikel zeven gestort wordt in handen van de verkoophoudende notaris Lemineur, ten ware de voorlopige kooper hiervan ontslagen wierd door de verkoopers hetzij door de verkoophoudende notarissen. artikel drij. Voor wat koopen twee tot en met één en twintig betreft zullen de verkoopingen na voorlopige toewijzing bij middel van verdieren plaats grijpen, elk verdier zal vijf frank uitdoen, vier voor de verzoekers en éénen voor de stellers. De voorloopige koopers zullen bij voorkeur aan alle anderen het recht hebben op hun toegewezen koopen zoveel verdieren te stellen als zij zullen goedvinden; daarna zal het stellen van verdieren aan eenieder vrijstaan tot op het oogenblik der eindelijke toewijzing en zulks tusschen de zitdagen ter studie van notaris Lemineur. De eindelijke koopers zullen door hen gestelde verdieren in henzelve vinden, en zij zullen 29
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 29
gehouden zijn degene aan derden toekomende te betalen in handen van de verkoophoudenden notaris, Lemineur, die daarvan, na aftrek van tien ten honderd voor uitbetaling, de uitkeering zal doen aan wien het toehoort. artikel vier. De verzoekers voorbehouden zich het recht: a) één of meerdere koopen in te houden in welk geval de premie niet zal uitbetaald worden en de voorloopige koopers geen recht tot verdieren zullen hebben voor het ingehouden goed b) één of meerdere koopen bijeen te voegen en deze aldus gezamentlijk toe te wijzen. artikel vijf. De benoeming van command zal door de adjudicalarissen gedaan worden op de eindelijke toewijzing of wel des anderendaags voormiddag bij akt ter hunnen kost, vóór en ter studie van den verkoophoudenden notaris Lemineur te verlijden. artikel zes. De verzoekers zullen in het voorkomend geval alle bieders mogen weigeren en bieders en koopers door hen daartoe aangezocht zullen goede gekende borgen moeten stellen, welke werkelijk met hen zullen verbonden zijn. artikel zeven. Boven en ongeminderd hunnen koopprijs zullen de koopers daags na de eindelijke toewijzing moeten betalen ten kantore van de verkoophoudenden notaris Lemineur, bewaarder der minuut. 1°. Elf ten honderd boven koopprijs en aankleven mits welke zij van alle kanten, behalve die der kwittantie zullen vrijstaan en de verkoopers er mede gelast zullen blijven. Nochtans in geval eene wettelijke beschikking dragende vrijstelling of vermindering der fiskale rechten ten voordeele van de koopers zou moeten toegepast worden, namelijk in geval van verkoop van eenen medeverkooper zal het zooveelste voor de kosten verminderd worden gelijkvormig deze beslissing. Het verschil tusschen de som alzoo door de koopers te betalen en de kosten welke door de Heer Voorzitter der Rechtbank getaxeerd moeten worden binnen de drie maanden der toewijzing is ten profijte of ten nadeele der verkoopers. 2°. De premie den voorloopigen kooper van lot één verschuldigd, om dezen te worden uitbetaald eene maand na de eindelijke toewijzing na aftrek van vijf ten honderd voor uitbetaling. 3°. Het bedrag der gestelde verdieren aan derde personen toekomende. 4°. Voor meetloon en plan: voor koop één: twee honderd vijftig franks; voor koopen twee, drij, vier, zeventien tot en met één en twintig, voor iederen koop vijftien frank; voor loten vijf, zeven, acht, negen, veertien, vijftien en zestien, voor ieder lot twintig franks; voor lot zes, tien tot en met dertien voor ieder vijf en twintig franks. 5°. Eén ten honderd voor de kwittantie in het voorkomend geval, alsmede de onkosten der akten van borgstelling, verdierenstelling, en commandbenoeming zoo nodig. artikel acht. De koopprijzen en aankleven, de vier/vijden der gestelde verdieren inbegrepen, zullen moeten betaald worden ten kantore van den notaris Lemineur ééne maand na de eindelijke toewijzing, tegen bewijs van onbezwaar of handlichting der inschrijvingen welke zouden bestaan. artikel negen. De overschrijving der verkooping zal geschieden op een algemeen afschrift aan den kooper voor de hoogste som af te geven en de andere koopers zullen zich moeten vergenoegen met een uittreksel hunnen koop afzonderlijk rakende. artikel tien. Alle bepalingen zullen moeten geschieden in goed gangbaar geld en zonder wederhouding alle betalingen welke niet zullen geschieden op den gestelden datum zullen eenen interest van vijf ten honderd opbrengen te rekenen van zelfden dag. artikel elf De verkoophoudende notarissen zullen, na raadpleging van de Heer Vrederechter, alle geschillen slissen, en eenieder zal zich naar hunne uitspraak moeten gedragen. artikel twaalf Bij gebrek door koopers, borgen en commands de voorwaarden dezer na te leven, zullen de verkoopers het recht hebben hen daartoe bij dadelijke uitwinning te dwingen of naeen vruchteloos gedaan commandement doen over te gaan tot de openbare herverkooping bij rouwkoop van voorschreven eigendommen in ééne zitting ter plaatse en op de voorwaarde als deze veiling geschiedt anders zal deze plaats hebben ten laste en gevaar der nalatige koopers en borgen die zullen instaan voor de mindergelding zonder van de meerdergelding te kunnen genieten, het alles niettegenstaande het recht dat de verzoekers zich voorbehouden de verkooping zuiver en eenvoudig te doen vernietigen of door alle wettelijke middelen ten uitvoer te brengen. Artikel dertien. Om deze ten uitvoer te brengen zullen koopers, verkoopers, borgen en commands hun gekozen woonst hebben ter studie van den notaris bewaarder der minuut. 30
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 30
Artikel veertien. De Heer Vrederechter verklaart tot het onderzoek van tegenwoordige verkooping eene vacatie gebruikt te hebben. Artikel vijftien. Wij ondergeteekende notarissen bevestigen dat de namen, voornamen, geboorteplaatsen en geboortedatums der verzoekers wezenlijk zijn gelijk hiervoren vermeld zooals blijkt uit de door de wet vereischte stukken. Voorlopige toewijzing Het jaar negentien honderd negentien den dertigsten Mei om elfuren 's morgends klokslag ter verkoopzaal der notarissen, Minderbroedersstraat 22 te Antwerpen. Ten verzoek als in voorgaande lastvoorwaarden gezegd. Ingevolge de gedane bekendmaking, voorlezing gegeven hebbende der voorwaarden dezer verkooping. Zijn wij Meesters Emile Lemineur, bewaarder der minuut en Emmanuel Koelman, beiden notarissen te Antwerpen verblijvende. Overgegaan tot de voorl000pige toewijzing van de eigendommen hiervoren breedvoerig omschreven. Dezelven opgeroepen hebbende zijn zij voorloopig toegewezen als volgt: Koop een mits de som van vijftigduizend franken aan Mr. Desiré Struyf zonder beroep te Antwerpen, Isabellalei 66. Koop twee mits de som van zeventien honderd vijftig franks aan Mr. Joseph Cluytens, schoenmaker te Antwerpen Van Schoonbekestraat 194, die daarop stelde vijftig verdieren. Koop drij mits de som van vijftien honderd franks aan denzelfde die daarop stelde vijftig verdieren. Koop vier mits de som van achttien honderd vijftig franks aan denzelfde die daarop stelde vijftig verdieren. Koop vijf mits de som van twee duizend twee honderd vijftig franks aan denzelfde die daarop stelde vijf en zeventig verdieren. Koop zes mits de som van zeven duizend zes honderd franks aan denzelfde die daarop stelde honderd verdieren. Koop zeven mits de som van twee duizend honderd franks aan Mr. Joseph Helssen, zonder beroep te Cappellen die daarop stelde honderd verdieren. Koop acht mits de som van twee duizend drij honderd franks aan Mr. Struyf voornoemd, die daarop stelde honderd verdieren. Koop negen mits de som van drij duizend honderd franks aan denzelfde die daarop stelde honderd verdieren. Koop tien mits de som van vier duizend honderd franks aan denzelfde die daarop stelde honderd verdieren. Koop elf mits de som van vier duizend franks aan denzelfde die daarop stelde honderd verdieren. Koop twaalfmits de som van drij duizend franks aan Mr. Louis Lucas, gezworen landmeter te Cappellen, die daarop stelde honderd verdieren. Koop dertien mits de som van drij duizend drij honderd franks aan Mr. Bernard Van Haeck, zonder beroep te Antwerpen, Van Dyckstraat, die daarop stelde vijf en zeventig verdieren. Koop veertien mits de som van twee duizend vijf honderd franks aan Mr. Lucas voornoemd die daarop stelde honderd verdieren. Koop vijftien mits de som van twee duizend vijf honderd franks aan denzelfde die daarop stelde honderd verdieren. Koop zetten mits de som van twee duizend vier honderd franks aan Mr. Franciscus Scheirs, werkman te Brasschaat die daarop stelde honderd verdieren. Koop zeventien mits de som van vijftien honderd franks aan Mr. Lucas voornoemd die daarop stelde vijf en zeventig verdieren. Koop achttien mits de som van twaalf honderd franks aan denzelfde die daarop stelde vijf en zeventig verdieren. Koop negentien mits de som van twaalfhonderd (ranks aan Mr. Van Haeck, voornoemd, die daarop stelde vijf en zeventig verdieren. Koop twintig mits de som van twaalf honderd franks aan Mr. Helssen voornoemd die daarop stelde vijf en zeventig verdieren. Koop één en twintig mits de som van twaalf honderd franks aan Mr. Lucas die daarop stelde vijf en zeventig verdieren. De voorloopige koopers hier tegenwoordig aanvaardend. Al het voorgaande is geschied in bijwezen en 31
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 31
met toestemming van Mr. Louis Roevens, kandidaat notaris te Brasschaet, die zich voor de verzoekers sterk maakt. Waarvan Akt Gedaan en verleden te Antwerpen en na gedane lezing hebben partijen getekend met ons notarissen. Volgen de handteekens. geregistreerd te Antwerpen (Noord) den tweeden Juni 1919 Deel 897 blad 18 vak 6. Vijf bladen drij verzendingen. Ontvangen v o o r registratie 2 . 4 0 voor griffe 7 . Negen frank veertig centiemen (9.40) Eindelijke toewijzing het jaar negentien honderd negentien den dertienden Juni om elf uur klokslag in de verkoopzaal der notarissen Minderbroedersstraat 22 te Antwerpen. Ten verzoek als in voorgaande lastvoorwaarden gezegd. Ingevolge de gedane bekendmaking voorlezing gegeven hebbende der voorwaarden dezer verkooping en van het verslagschrift van voorloopige toewijzing. Ten overstaan van den Heer Eduard Jans, bijgevoegd vrederechter van het tweede kanton Antwerpen, bijgestaan door Mr. Eugène Tielemans, griffier zijns officie, wonende beiden te Antwerpen. Zijn wij Meester Emile Lemineur, bewaarder der minuut en Emmanuel Koelman, beiden notarissen te Antwerpen verblijvende overgegaan tot de eindelijke toewijzing van de eigendommen hiervoren breedvoerig omschreven dezelve opgeroepen hebbende zijn zij eindelijk toegewezen als volgt: Bij algehele samenvoeging der één en twintig loten mits de som van tweehonderd duizend franks aan mijnheer Louis Lucas, gezworen landmeter te Cappellen, verdieren aan derden inbegrepen, die onmiddellijk verklaarden gekocht en geboden te hebben voor en namens de Naamlooze Maatschappij "Laetitia Campestris" gevestigd te Brasschaet, gesticht bij akt ontvangen door den notaris Cols te Antwerpen den één en dertigsten Meert negentien honderd dertien, verschenen in het Staatsblad van zestien April volgenden ° 2642. En aanstonds heeft de koopster de hoofdsom en onkosten betaald aan de verkoopers ten aanzien van ons notarissen waarover kwitantie zonder voorbehoud. Al het voorgaande is geschied in bijwezen en met toestemming van onze verzoekers vertegenwoordigd door Mr. Louis Roevens, kandidaat-notaris te Brasschaet, krachtens volmachten in minuut voor ons notarissen verleden den dertigsten Mei laatst, geregistreerd voor de zeven eerste komparanten, en de achtste komparante hier vertegenwoordigd door Mr. Leon Raymaeckers bediende wonende te Antwerpen, krachtens akt van volmacht in minuut verleden voor notaris Gheysens te Antwerpen den vierde Juni laatst geregistreerd, waarvan een afschrift aan deze zal gevoegd blijven. Waarvan Akt Gedaan en verleden te Antwerpen. En na gedane voorlezing hebben partijen getekend met den Heer Vrederechter, den heer Griffier zijns officie en ons notarissen. Volgen de handteekens Geregistreerd te Antwerpen (Noord) den negentien Juni 1919 Deel 897 blad 62 vak 3, één blad ééne verzending Ontvangen 5 . 5 0 11268.40 1.29 2 6 6 1 , - 1 3 8 2 9 . 4 0 Dertien duizend acht honderd negen en twintig frank, veertig centiemen De ontvanger, getekend A. Thiers.
32
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 32
2 Hypotheek-Bewaring te Antwerpen 2de K A N T O O R De ondergeteekende, H Y P O T H E E K - B E WA A R D E R t e Antwerpen, 2de Kantoor, verklaart d a t e r i n zijne registers geene hoegenaamde inschrijvingen bestaan tegen de p e r s o o n o n d e r de naam v o o r n a a m b e r o e p en domicilie als volgt en niet anders. TE WETEN ;
ele/b)Ple ( 6 . 2 4 1 7
N.-B. Om den wczentlijken grondpandelijken toestand der goederen te kennen,moet de aanvraag bevatten niet alleen de namen der tegenwoordige eigenaars, m a a r ook der voorgaande sedert 30 jaren, lastens'dewelke inschrijvingen kunnen bestaan, 't zij tegen hen genomen of lastens hen geldig vernieuwd
r V
.
� � 4/ . ... e C p a e , r ����x/1 -c�i ���� -(-----.!/ILC�Z,.._..-. . ,
.
�
�
J
�
-��C�/�L.(.,G: e
�
_4 � % �.. � � . . C����,� 1�t��, �� ���,...
,
�
. ���El J2.L�/-/rlit d � •2 e a t , f ��! A-ve+v(ti
;
_.__...,.,.(20,'41,e, . t e _ _ _ C . ...�.� �� -�... / J , I - Q . . P í d � � � - e N i u ;
& . j
. . . . ! ( , , ,....Y,
C��E«., Onmd i d.ropzoek fl-. Salaris n i 8 , 0 0 Zegel n 0,30 � Samen f r : �L��
� ' 0
�l � � -� - . .� � r � � . /. s � f e� � .� , .� ír`�/�L`CG e l -42C. 7 � r . / K ,c, �, l l ✓ . � , � 2 . � G : . C � � . r é - ; =�`G. (�f/�-t�e/ P � I . . > % r � r . . ' �/ C ' e � G `/yi.... s.. i l •
/.'�:1� ».rG�LC�,�Y�Q•---�c{!� , � ,��L� Q-1��Gr.��
/1 t 1 / . 1 / � Mie� r�� � � .; .��..,�c.c:el..„, t�c�x��8.e v/i l . ...�L�r�L_,
33
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 33
let. _�e. �z.-eiciLectiy c � .-eept; C%ilan (W��, . .�x2c.,lJ)�x�r fL�
��'�� �� • -�� t
� t f
" : i e -é--
//iLL•
d J,. Q � c��.�ir�aa��. r a-c�um.��, ,.,r�c�Y�_cx ,
o - t -4,14-x-
" � " " / / � i / � . / ��
- w e t � � 2 � r Z . � . ��G�2uG�/piu- •
c/71,-exc�,%)czebee Dud .. "iiee4,4".IeW, � r> , .�1 �?`o 2teG(i.F;uSu4-L^i?it.l2G ;' ' ��.�,Ut(.ei � : '� � , �GYL�P eet. `<.1�ui l t i � � i u í � �d�,:frl > ' G e���w / V ( _-Cr1,(%{%euei, =�'i�`i"OUlO�t:� �'d-2f2/�c L L t ,, .
�
:
��c����/�,�6�C�u�f�.�ixc�i����G^ar.�f �c�7f ✓t�� _- -/- � � z g � . � '/ u e L / l i J - u . g i 7 ' L G 7 1l € �
i e / - >ece - iJ7-- I9a - i7/- ?92l 8 0 "' l e a ,
e
4t f i4e,'{e,E?t4eoy(
á,
cie617- 1?6�
_COlGGEeo etSege. c9(Prue-/�i�-P�
‘;./ ie /,/eru.t`,Gpix. - e
�
/
����t.x��t�E✓h< . : LC?,u w 2 i é i t 7 1 7 / � � / � y x . P. s e � . o
_(,� . . -
_
-
� �
�
i
(O
34
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 34
Raymond Roelands INLEIDING Het is een oude traditie om bij een huwelijksverjaardag geschenken aan te bieden. In de eerste plaats denken we dan aan de 25ste en 50ste verjaardag, die respectievelijk een zilveren bruiloft en een gouden bruiloft zijn. Er worden dan, in principe, zilveren of gouden voorwerpen geschonken. Ook de andere huwelijksverjaardagen waren een gelegenheid om geschenken aan te bieden, maar we hebben het vermoeden dat daaraan de handelaars wel een duwtje zullen gegeven hebben terwille van de "commercie". De hiernavolgende lijst geeft een aantal huwelijksverjaardagen met het soort geschenk dat men daarbij behoort te geven. 1j a a r 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 6 1/4 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 12 1/2 jaar 13 jaar
katoen leder, papier tarwe, leder was, fruit & bloemen hout ijzer, suiker blik koper brons vlechtwerk, faĂŻence tin, blik, faĂŻence staal, koraal, koper zijde koper kant
14 jaar 15 jaar 20 jaar 25 jaar 30 jaar 35 jaar 40 jaar 45 jaar 50 jaar 55 jaar 60 jaar 65 jaar 70 jaar 75 jaar 80 jaar
ivoor kristal porselein zilver parels robijn, koraal smaragd, robijn vermeil, saffier goud smaragd, orchidee diamant briljant platina albast eik
Vooral een gouden jubileum was in de familiekring en in de buurtschap een gelegenheid om te feesten. Aan de woning der jubilarissen kwam een erepoort met groen, en bloemen aan de gevel, en nog wat kleurige linten en lampions, en aan de omliggende huizen brachten de buren platen aan met wensen in de vorm van karamelleversen. Een plechtige eremis in de dorpskerk, in aanwezigheid van de voltallige familie en de buren, was meestal het begin der festiviteiten. Een traditioneel gelegenheidsgeschenk van de buren of van de dorpsoverheid, was een paar zetels met hoge rug, symbool voor de rust na een leven van hard werken. De plaatselijke fanfare vierde mee, en bracht een serenade aan de woning der gevierden. Een diamanten, briljanten of platina jubileum was natuurlijk een zeldzaamheid, want weinigen hadden het geluk om tot op zulke hoge ouderdom nog in het huwelijk verenigd te zijn. En om de tachtig jaar te vieren moest ge niet alleen lang blijven leven, maar zeer jong getrouwd zijn. De hedendaagse gouden huwelijksjubilea worden iets minder uitbundig gevierd door de buren maar worden meer in familiale sfeer georganiseerd. In Hoogboom tracht men de traditie van deze vieringen door de buren terug in ere te herstellen. Hierbij hebben de inwoners van de Vinusakker reeds in 1981 een voortrekkersrol gespeeld. 35
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 35
1981 - Jos en Mit Op zaterdag 5 september 1981 kwamen alle inwoners van de Vinusakker (toen nog Vredelaan) bij elkaar om Jos en Mit Van Wijnsberghe in de bloemen te zetten ter gelegenheid van hun gouden huwelijksjubileum. Joannes-Joseph Van Wijnsberghe (Jos) werd geboren op 17 oktober 1908; hij huwde in 1931 met Maria- Joanna Van de Vel (Mit), geboren op 23 maart 1909. Ter gelegenheid van deze eerste viering werd volgend liedje gezongen: Omwile van de klankrijkdom zingen we het liedje in de "volkstaal, het dialect" ! Opde tonen van het gekende volksliedje "Drie schuin tamboers !" 1. I n de Vredelaan daar wonen fijne mensen, in de Vredelaan daar wonen fijne mensen, van je hopsa falderala, daar wonen fijne me-ensen. 2. ' t Was op ne keer, in de maand september 3. E e n heel groot feest, voor onze Jos en Mit (Mi-it) 4. Vijftig jaar lang zijn ze na (nu) te gare 5. Z o ne (zo een) jubilĂŠ, dat is iets om te vieren 6. W i e kent hem niet, de Jos met zijn veloke 7. Z i j n e zwarte hond, die moogt ge niet vergeten 8. Menige keer is hem (is hij) met ons gaan wand'len 9. I n Bunge's goed, waardat hem (hij) zo lang waarkte (werkte) 10. E n dan ons Mit, de braafste van de straat 11. Iedere maand dan rijdt ze met het buske 12. Want met "den bond" kunde heel wat beleven 13. Zo'n goeie buren, dat kom-de (komt ge) niet meer tegen 14. Z o zie de dan, waarom dat wij dat vieren 15. P r o -fi-dat voor onze Jos en Mi-it ! Onze jubilarissen genoten van deze feestelijke dag, in een straat waar alle bewoners hun voortuin mooi versierden. 1982 - Jules en Maria Een jaar later, op 7 augustus 1982, is iedereen o p n i e u w van de partij. Julianus V e r braeken e n Maria-Dimphna Wouters, geboren op 16 december 1 9 1 4 nodigden a l l e inwoners van de Vinusakker u i t om hun gouden huwelijksjubileum mee te vieren. 36
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 36
Ook bij deze gelegenheid werd er uit volle borst gezongen: 1. ' t Was weer ne keer in de maand augustus 't Was weer ne keer in de maand augustus van je hopsa falderala, in de maand augustus 2. E e n heel groot feest in de Vredelaan (2 x) van je hopsa falderala in de Vredelaan 3. M a r i a en Juul zijn vijftig jaar getrouwd 4. Vanachter in de straat daar wonen ze al la-ang 5. I n kaarten zijn ze knap, dat doen ze toch zo gere 6. W a n t met den bond wordt er wat afgeka-art 7. J a , elke week trekken ze naar Den Haasdam 8. E n onze Juul die zie zo gere duive(n) 9. W a n t elke(n) dag dan zit hem op zijn ko-ot 10. Maria, 't is waar ge zou(dt) ze nog vergeten 11. O p reis met den bond dat is heur la-ang(k) leven 12. P r o -fi-dat Ma-ria en Ju-ul. 1992 - Louis en Angela Op zaterdag 5 december 1992 was het weer zover! Lodewijk-Jacoba Meirsman, geboren op 1 maart 1920, op 6 december 1942 gehuwd met de Oostenrijkse Angela Klausner vierden hun gouden huwelijksjubileum op de dag dat ook Sinterklaas in Hoogboom op bezoek kwam. De voortuintjes in de Vinusakker werden ditmaal niet alleen voor Sinterklaas versierd, maar ook voor het jubilerend paar. In elke tuin werd een foto van het paar opgehangen tussen vlaggen, wimpels, enzomeer.
37
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 37
De Vinuszangers hadden voor deze gelegenheid weer een toepasselijk lied geschreven: Refrein Zebleven in Oostenrijk twee jaar wonen ze waren er gelukkig in de hoge bergen.
1960 wasdan de doorbraak Ekeren - Kapellen Vredelaan en Vinusakker.
Elke strofe 2X
Daar bracht de ooievaar ne flinke kerel 't was een flink baasje Angela die straalde.
Datwas de schoonste tijd al van hun leven hier in Hoogboom hier in ons midden.
Nekerel van Sint Andries eenkind uit de bergen trouwden op ne zondag zes december.
In '45 kwamen ze naar België en de Louis werd scheepshersteller.
Dat ze nog lang mogen leven gelukkig zijn is onze wens.
Louis enAngela 50 jaar 50 jaar getrouwd 50 jaar getrouwd Louis enAngela 50 jaar 50 jaar getrouwd enwe vieren goud
1997 - François en Gaby Op 6 september 1997 waren de inwoners van de Vinusakker te gast bij Frans-Jan Van Tichelt (François), geboren op 20 november 1923, en Gabriella-Josee Hertoghs (Gaby), geboren op 28 augustus 1921. Zij huwden op 6 september 1947 en wensten dit samen met ons te vieren;
Het jubileumlied vertelt ons in 't kort hun levensverhaal: (Wijze: aan de Noordzeekusten ...) 1 B i j Hertoghs in Essen leefde Gaby als kind en ze werd er door heel de familie bemind. 38
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 38
François woont in Hoogboom een le-even lang hij-ij is hier voor ni-iks of niemand ooit bang. Refrein: J a , de Vinusakker, die viert hier weer mee met François e-en Gaby, 't is hun jubilee! 2. H i j moest ooit naar Duitsland als jo-onge man te-erwijl zij hier werkte, zo goed als het kon. Na-adien kwam het vieren en dansen alom zij-ij waren erbij-ij, zo vaak als het kon. Refrein: Ja, de Vinusakker, .,. 3. V a n a-al dat vieren kwam een trou-ouwpartij en natuurlijk wat later een baby erbij. De-e vreugde was groot en Jozef kreeg een broer met Robe-ert erbij was 't een he-ele toer. Refrein: Ja, de Vinusakker, 4. Françoi-ois ging werken in de Zoo van de stad veel perkjes en plantjes heeft hij toen gehad. Hij verzorgde zo graag elke bloem en plantsoen en bleef dus daar werken tot aan zijn pensioen. Refrein: Ja, de Vinusakker, 5. ' t Geluk werd nog groter toen den The-eo kwam maar 't was weer geen meisje, dat kwam er niet van. Al spoedig werd 'thui-uis dan te klein voor 't gezin ze lieten hier bouwen en dat was niet min! Refrein: Ja, de Vinusakker, ... 6. V a n ziekte werden zij-ij ook nie-iet gespaard maar steeds hebben zij goede moe-oed bewaard. Gaby zorgde voor KA-AVE i-in de wijk en als scha-atbewaarster voelde zij zich wel rijk. Refrein: Ja, de Vinusakker, ,.. 7. D e jaren die vlogen er éé-één voor één de-e zonen die huwden en trokken dus heen. Ze zijn nu zo fier op elk kind groot of klein, ze houden van allen, wat is dat toch fijn! Refrein: Ja, de Vinusakker, ... 8. A l de-ertien jaar is François met pensioen maar méér nog dan vroeger weet hij-ij wat te doen. Hij houdt van zijn vrouwke, zijn huis en zijn hof en maakt tijd voor anderen, dat vinden wij tof! Refrein: Ja, de Vinusakker, 9. François werd bestuurslid bij de KA-ABG e-en Gaby schonk koffie, hij nam haar dus mee. Na tien jaar is dat wel voldoende geweest, en ze gaat nu zelf zitten bij e-elk feest. Refrein: Ja, de Vinusakker,
39
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 39
10. N u werkt Gaby thui-uis de hele week rond e-en klopt het tapij-ijt op tij-ijd en stond. deboodschappen doen ze tesaam op de fiets want alee-een op sta-ap, dat vinden ze niets Refrein: Ja, de Vinusakker, ... 11. Z e zijn zo tevree en gelukkig tesaam ze-e hebben het goed zo, dat zie je eraan. Wij-ij wensen van harte nog jaren geluk da-an ka-an de vreugde in 't straat niet meer stuk! Refrein: Ja, de Vinusakker, ... 1997 - Louis en Maria Enkele weken later was het de beurt aan Guillelmus-Ludovicus De Lauw, geboren op 14 juni 1922, en in 1947 gehuwd met Maria-Josephina Nuyens, geboren op 20 mei 1926. Ook bij deze gelegenheid waren alle bewoners van de Vinusakker er bij om deze heugelijke gebeurtenis te vieren. 1999 - Bart en Maria Op vrijdag 23 juli 1999 vierden Bart en Maria hun gouden huwelijksjubileum. Albert-Emiel Moenssens (Bart), geboren op 22 maart 1924 en Maria-Louisa Maes, geboren op 9 januari 1927, huwden op 23 juli 1949 te Ekeren. Bart was schrijnwerker van beroep en dit werd bij deze gelegenheid dan ook door de buren uitgebeeld. Een dikke boomstam, een boomzaag en enkele beroepszagers waren van de partij om ter plaatse een stukje te "zagen". De "gelegenheidsliedjesschrijver" was met verlof en bijgevolg werd het muzikale repertorium beperkt tot enkele timmermansliederen o.l.v. Willy Meirsman.
40
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 40
1999 - Louis en Jeanne De buren en goede vrienden van Bart en Maria, Louis en Jeanne, volgden op 3 september 1999 hun voorbeeld en trommelden opnieuw alle Vinusakkerbewoners samen om hun gouden jubileum te vieren.
Frans-Lodewijk Joos (Louis), geboren op 10 oktober 1924, en Joanna Van Lissum (Jeanne), geboren op 7 september 1930, huwden in Zandvliet op 3 september 1949. Louis was vishandelaar van beroep en bijgevolg werd deze viering gekenmerkt door de aanwezigheid van echte en symbolische vis. Een aangepast liedje was er niet, maar een gezellige babbel bracht de oude en nieuwe inwoners van onze Vinusakker opnieuw bij elkaar.
41
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 41
Zondag 26 september 1999 Als apotheose van al deze vieringen werd er een uitstap georganiseerd naar de Kalmthoutse Heide waarop alle jubilarissen van de afgelopen jaren werden uitgenodigd. Willy Meirsman stelde hiervoor zijn paardentram ter beschikking. Alle jeugdige familieleden en buren van de jubilarissen volgenden de tram per fiets.
Na een heerlijke tocht doorheen het groene Kapellenbos en enkele deugddoende tussenstops werd de parking aan de Verbindingsstraat doorheen de Kalmthoutse Heide uitgekozen om de meegebrachte picknick aan te spreken. Dat het plezierig was kan u bemerken op bijgevoegde foto.
BRONNEN - Polderheem 3de kwartaal 1993 - M. Bollen - Archief Hobonia - Foto's Herman Beylemans 42
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 42
w
�- � ; �.
�t
i �,
art e �
t � n
��, x � .�.�.�e_à � �
„
_��F � i 1 i *
Angela Verhaert Dit is het proefschrift dat mej. Angela Verhaert in 1947 maakte voor het bekomen van haar diploma aan de Hogere Normaalschool voor Landelijke Huishoudkunde te Heverlee. Bron: Polderheem, 30ste jaargang nr. 3, 1995
HOOFDSTUK I - ALGEMEENHEDEN 1. INLEIDING - DOEL Wat wordt er op onze dagen veel gesproken en geschreven over kleding! Er verschijnen allerlei boeken en tijdschriften over dit probleem, zowel over het fijn-vrouwelijke in onze kleding als over de uitwassen die wortelen in een mode door Parijs gelanceerd. In dit proefschrift raak ook ik dit vraagstuk der kleding aan, doch ik wil het onderzoeken in zijn contact met het verleden, want "in 't verleden ligt het heden". Daar deze studie echter zo omvangrijk is, heb ik me geografisch beperkt tot een verhandeling over de volksklederdracht in onze Antwerpse Polders. Het is een onderwerp, geboren, gewassen en gerijpt op eigen grond, in eigen midden, want ik ben een kind van de Polders. Geslachten her labeuren daar mijn ouders, groot- en overgrootouders... Sterk en stevig, als een nooit te overwinnen burcht, troont "De Groene Swaen" sedert 1654 in deze streek, en het familieboek, begonnen in 1670, legt getuigenis af van de stoere werkzaamheid van al degenen, die met hun zweet de bodem hebben bevrucht, die nu nog door de bloedeigen nakomelingen van datzelfde volk wordt verbouwd. Ik ben trots te behoren tot het geslacht van dat sterke ras...ik ga er groot op een zuiver Poldermeisje te zijn, wat dan meteen ook betekent hoeveel ik houd van mijn streek!... Al wat daar gebeurt kan me interesseren, al was het dan "maar" de witte muts op grootmoeders hoofd. Maar het is omdat deze muts zo speciaal goed op haar plaats was in de oude hoeve mijner voorouders, dat ik het onderwerp van mijn proefschrift in deze zin heb gekozen. Reeds als klein kind keek ik verwonderd en bewonderend uit naar de eigenaardige kledij van grootmoe, die ze ook nu nog draagt! Inderdaad zo, met haar lange zwarte rokken en de witte trekmuts op het hoofd, ontmoet ik ze telkens op verjaar- en feestdagen, met Pasen, Pinksteren, Kerstmis, Nieuwjaar, al dagen op dewelke weer eens heel de familie, kinderen en kleinkinderen, samen naar huis komen bij grootvader en grootmoeder. Dat "naar grootmoe gaan" is een oude traditie bij ons, die zeer streng in ere wordt gehouden! Op zulke bijeenkomsten kwam ik dus de eerste maal in aanraking met de "schonen ouden tijd". Want mooi is grootmoe met die witte omlijsting rond het hoofd: ze brengt iets schilderachtigs in onze vlakke Polders. Zij heeft me veel verteld over grote kapmantels, gekleurde sjaals en strooien hoeden. Nu tracht haar groot geworden meisje dit alles in een korte verhandeling te bundelen, als dankbare hulde aan haar die trouw het erf van onze voorouders heeft overgedragen, aan haar die trouw het kleed van de Antwerpse Polders blijft dragen, als symbool van haar nog grotere trouw aan de eigen schone boerenaard. "Grootmoe, deze korte studie dankt U voor dit alles!" Het doel dat ik me bij mijn werk vooropstelde was dubbel: ik wilde n.l. in de eerste plaats te weten komen wat in opzicht van oude klederdrachten behouden bleef, en in de tweede plaats waagde ik een poging tot verklaring wat betreft b.v. het ontstaan van die klederdracht, de evolutie en het verband dat wellicht bestaat tussen klederdracht, streek en volksaard.
43
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 43
\\I
Areir
0
!'Iso'kern 44
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 44
Vooraleer echter een inventaris te kunnen opmaken, zocht ik eerst naar bibliografische of andere inlichtingen betrekking hebbend op dit onderwerp. Deze zal ik in deze algemeenheden bondig omschrijven na voorafgaandelijk mijn onderzoeksterrein afgebakend te hebben. 2. GEBIED DAT IK BEWERKT HEB Mijn onderzoekingen naar de oude klederdrachten hebben zich beperkt tot een gebied der Antwerpse Polders, en de volgende dorpen omvattend: Zandvliet, Berendrecht, Stabroek, Hoevenen, Ekeren, Oorderen, Wilmarsdonk en Lillo. Enkele dezer dorpen liggen echter niet in het Poldergebied, alhoewel ze toch de oude klederdrachten vertonen, daar de meeste landerijen der boeren van deze dorpen in de Polder zelf liggen. Om volledig te zijn, zou ik ook de Polderranddorpen, de overgangsstreek tussen Polder en Kempen, moeten onderzoeken, alsmede de randdorpen van de Kempische streek. Tijd en gelegenheid ontbraken daartoe. Eveneens zou het de moeite geloond hebben het onderzoek voort te zetten in de aangrenzende Nederlandse polderstreek, wat wellicht tot bijzondere vaststellingen zou kunnen leiden. Verder zou het voor een vergelijkende studie eveneens zijn nut hebben de Oostvlaamse polderstreek aan een onderzoek te onderwerpen. Dit zouden dan onderwerpen kunnen worden voor nieuwe proefschriften, want ik heb me noodgedwongen moeten beperken en zal dus alleen maar het terrein voorbereiden voor een mogelijk veel verder door te drijven studie. Waar ik het hier heb over kledij bedoel ik zowel die van de mannen als die van de vrouwen. Om te kunnen nagaan wat er nog bestaat over hetgeen men eertijds noemde "de volksklederdracht" in het zojuist omschreven gebied, moest ik op inlichtingen uitgaan. 3. WAAR BEN IK GAAN PUTTEN 7 A. Vrouwen. Om de klederdracht van de Polderse vrouwen te bestuderen, moet men ze nagaan op zon- en heiligendagen, wanneer ze zich naar de kerk of op familiebezoek begeven, daar de Polderse vrouw, zoals trouwens toch bijna alle boerinnen, maar zelden uitgaan. Ik kon mij nochtans niet tevreden stellen met ze zomaar van veraf te bekijken, omdat ik in het derde gedeelte ook een beschrijving geef van de kledingstukken. Daarom zocht ik binnen te geraken bij reeds bejaarde mensen, die de volksklederdracht hebben behouden of ze tenminste toch gedragen hebben. Kostbare inlichtingen werden mij verstrekt door: a. Grootmoeder Jeanette van den Bosch, 82 jaar: Als haar oude benen het toelaten ziet ge ze alle dagen naar de H.Mis gaan. Ge ontmoet ze ook vaak op wandel of op reis om haar kinderen en kleinkinderen te bezoeken. Ze is nog kras en gezond. Haar bleek gerimpeld aangezicht is omlijst met de witte trekmuts. En niet alleen haar uiterlijk komt ons zo specifiek voor, maar ook haar taal. Op de lippen liggen steeds haar eigen, pittige spreekwoorden, vertelsels en rijmpjes, b.v. "Men moet rekening geven over ieder ijdel woord dat men zegt", en, voegt ze er dan aan toe:"Ik zeg er zoveel". b. Anna-Catharina Biljauw, 83 jaar. c. Marie Jonkers, 78 jaar d. Joke van Look, 93 jaar. e. Theresia van Loon, 76 jaar. f. Antoinette van Everbroek, 82 jaar. g. Mathilde Verhuist, 83 jaar. h. Louisa van Tilborgh, 81 jaar. i. Comelia Cornelissen, 86 jaar. j. Martina Dekkers, 85 jaar. 45
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 45
k. Theresia van Gooi, 85 jaar. 1. Louisa de Leeuw, 77 jaar. m. Maria Vets, 79 jaar. n. Marie Stijns, 77 jaar. o. Amelia van Look, 79 jaar. p. Catharina de Bie, 102 jaar. q. Catharina de Nijs, 83 jaar B. Mannen. Hier stond ik voor een moeilijkheid, want de eigenaardige klederdracht is werkelijk een uitzondering geworden; nergens ontmoette ik ze nog, en het lijkt wel vreemd dat de vrouwen het langst getrouw bleven aan de oude kledij, daar de vrouwen toch over 't algemeen, als ijdeler, veranderlijker dan de mannen bestempeld worden. Heel natuurlijk dringt zich dan ook bij ons de vraag op hoe de vrouwelijke ijdelheid overeen te brengen is met het vast houden aan de oude klederdracht ? Op goed vallen uit bezocht ik enkele grijsaards, en zo ontdekte ik er enkele die de volksklederdracht wel vroeger gekend hadden, doch ze nu sinds veertig, vijftig jaar niet meer gebruiken. a. Louis Janssens, Grootvader, 81 jaar. b. Jacobus Kerschot, 83 jaar., c. Jozef Van Look, 86 jaar. d. Louis Denis, 82 jaar. e. Jan Van Loon, 79 jaar. f. Louis Jonkers, 80 jaar. g. Petrus Mennes, 84 jaar. h. Jozef Soetewey, 85 jaar. Vooraf heb ik dan nog enkele boeken die handelen over de volksklederdracht ingezien. C. Bibliografie. a. "De Nederlandsche nationale klederdrachten", Amsterdam 1917, door Th. Molkenboer. b. "De klederdrachten", door F. Van Thienen, in "Volk van Nederland", onder leiding van J. De Vries, Amsterdam; 1937. Blz. 129 - 163 c. "Klederdrachten in Zeeuws-Vlaanderen", door M. Van de Waal, in "Oostvlaamse Zanten" X111 (1938). Blz. 69 - 78 d. "De Boerenkledij in Oost-Vlaanderen: Erpe en Zelzate", door M. Van de Waal, in "Oostvlaamse Zanten" XIV (1939). Blz. 111 - 123 e. "Volksklederdrachten", door Mevr. P. Sterckens-Cieters. f. "Eigen aard", door Dr. Karel Peeters. D. Naast geografische gegevens heb ik ook dankbaar nuttige inlichtingen mogen ontvangen van enkele specialisten in het vak: a. Dr. Karel Peeters, Dokter in pedagogische wetenschappen. b. H.L.Janssens, voorzitter van de Sebastiaansgilde te Kapellen. c. H.E. Van Hemeldonck, inspecteur L.O. 4. BEVINDINGEN EN BESLUITEN. Uit al mijn pogingen om zoveel mogelijk documentatie bijeen te krijgen moet ik nochtans besluiten: A. Dat ik hier sta voor een gebied dat nog maar weinig werd doorvorst. Heel deze studie zal dus moeten berusten op eigen bevindingen, opgedaan door mijn bezoeken bij de zo juist aangeduide 46
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 46
personen. Ook het opsporen en ontleden van oude foto's brachten me veel baat. Het komt me echter vreemd voor dat de typische polderklederdrachten nog niet werden bestudeerd. In Nederland is men op dat gebied heel wat verder gevorderd. B. Dat het verdwijnen der volksklederdrachten ons niet te zeer moet verwonderen. Inderdaad, het zou van onzentwege al te dwaas zijn dit te betreuren en de natuurlijke gang van zaken te willen tegen gaan; de evolutie is het gevolg van de vervlakking van onze moderne tijd. Deze drachten zijn zeer kostelijk en verder bestaat er ook een streven naar gelijkvormigheid in de kledij van alle standen en klassen van de maatschappij. C. Dat een studie van volksklederdrachten ook haar nut oplevert in het algemeen kader van de folklore. Het kostuum trouwens geniet sinds lang belangstelling van geschied- en oudheidkundigen, en tal van verdienstelijke wetenschappelijke werken werden in vele talen en in vele landen uitgegeven. Verscheidene van deze werken zijn bedoeld als kunstgeschiedenis, andere als documentatie voor het toneel, dat lange tijd de nu enigszins verouderde principes huldigde van het spelen in nauwkeurige historische kostuums. D. Dat, daar nu alles grotendeels verdwijnt, mijn studie een steentje kan bijdragen tot het beter begrijpen van het wezen onzer voorouders.
HOOFDSTUK II - HUIDIGE TOESTAND IN DE VOLKSKLEDERDRACHT Hier laat ik nu eerst heel objectief een inventaris volgen over hetgeen er vroeger werd en nu nog gedragen wordt - alles volgens de ontvangen inlichtingen van de verschillende bezochte personen. Hieruit zal ik dan kunnen besluiten welke personen een of ander kledingstuk droegen en bij welke gelegenheid dit gebeurde. Het gaat er nu alleen over de klederdracht der vrouwen, daar er van die der mannen in het gewone leven niets behouden bleef. 1. INVENTARIS. A. Grootmoeder, J. Van den Bosch, geboren te Ekeren op 20 augustus 1865. Nu: Zoals ik boven reeds zegde, blijft grootmoe trouw de witte trekmuts dragen - doch dat is dan ook alles wat ze behield van haar weleer zo typische klederdracht. Vroeger: En nu volgen wij grootmoe als kind, als opgroeiend meisje, als jonge vrouw, en we bekijken haar klederdracht. Tot aan haar communie bleef ze binnenshuis in het haar - om naar de kerk of op bezoek te gaan, droeg ze de bruine of blauwe cornette. Vanaf de communie veranderde de klederdracht in trekmuts en lang zwart kleed tot goed half de benen. Toen droeg ze thuis de coiffe, doch na enkele jaren werd deze blijvend vervangen door de trekmuts, uitgenomen soms 's morgens om het werk te doen behield ze nog de coiffe. In 1892 huwde grootmoe_ Trekmuts, spaanhoed en zijden purperen sjaal met mooie bloemen, maakten deel uit van het toilet op die grote dag. Verder droeg ze naar het algemeen gebruik: de kapmantel in de winter, de gestoken sjaal enkele zondagen rond pasen, de visite in de zomer. Na deze min of meer breedvoerige uitweiding over grootmoeders klederdracht, zal ik de gevonden inventaris bij andere bejaarde mensen wat beknopter samenvatten. B. Anna Catharina Biljauw, geboren te Berendrecht op 20 augustus 1864. Woont te Oorderen. Nu: 's Zondags en om naar de kerk te gaan de trekmuts. Verder in het haar. 's Winters nog de kapmantel en 's zomers de visite. Vroeger: Communie: trekmuts met een witte visite. Verder thuis meest in het haar; wanneer ze opgekleed was de trekmuts. Gehuwd in 1891 met trekmuts en gestoken sjaal. Deze laatste droeg ze nadien enkel nog bij grote feesten. Verder droeg ze de kapmantel en had ze een tweede gestoken sjaal en visite. 47
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 47
De spaanhoed heeft ze zelf nooit gedragen, haar moeder en oudste zuster wel. Haar kapmantel is gemaakt in Berendrecht. Rond 1900 heeft ze een paar jaar de pelerine gedragen, maar deze geraakte vlug uit de mode en moest plaats maken voor de visite. C. Marie Jonkers, geboren te Lillo op 9 november 1869, woont te Oorderen. Nu: De trekmuts om naar de kerk te gaan, thuis in het haar. In de winter draagt ze de kapmantel tot met Pasen, dan een paar zondagen de gestoken sjaal, en verder de zomervisite. Vroeger: Communie gedaan met cornette. Van haar 11 tot haar 16 jaar droeg ze, om naar de kerk te gaan, een zwarte cornette versierd met bloemen die nu en dan eens vernieuwd werden. Thuis was ze in het haar of droeg de coiffe. Vanaf haar 16 jaar droeg ze de trekmuts, thuis nog de coiffe om het werk te doen. Te Ekeren is ze gevormd en droeg toen een pelerine. Op dertig jaar is ze een visite gaan dragen. Heeft nog nooit een gewone mantel of hoed gedragen; een hoedje is veel te zwaar, zegt ze. Verder droeg ze 's winters de kapmantel en 's zomers de visite. D. Joke van Look, geboren te Oorderen 6 mei 1854. Woont te Oorderen. Nu: 's Zondags en om naar de kerk te gaan de trekmuts, thuis in het haar; het is haar te moeilijk iets op het hoofd te hebben. 's Winters: de kapmantel; 's zomers: visite. Vroeger: Communie: trekmuts. Thuis droeg ze een coiffe en 's zondags de trekmuts. Bij grote feesten: in de zomer de zijden purperen sjaal, pas later in de zomer, de visite; in de winter de kapmantel. Deze vrouw liet haar mutsen altijd in Nederland wassen, alhoewel het daar merkelijk duurder was dan bij ons. Haar laatste nieuwe muts is gemaakt te Hoevenen in 1909. E. Theresia van Loon, geboren op 1 juli 1871, woont te Oorderen. Nu: 's zondags de trekmuts en in de week de witte coiffe. Verder winter en zomer de visite; bij hevige koude nochtans ook wel de kapmantel. Vroeger: Communie: witte visite met trekmuts. Droeg de kapmantel vanaf haar 14 jaar in de winter, en in de zomer de gestoken sjaal. Van zohaast ze getrouwd was, bij grote feesten: de zijden sjaal. Getrouwd met trekmuts, zijden sjaal en spaanhoed. Zij wist bijzonder op te merken dat bij het naar de kermis gaan de moirĂŠlinten van de spaanhoed vervangen werden door kanten, omdat ze deze zelf konden wassen. Toen ze vijfentwintig jaar was, verdwenen de spaanhoeden en enkele jaren nadien kwam de visite op. Deze vrouw bewaarde al haar mutsen in een witte doek die heel hevig geblauwseld was, dit opdat de mutsen heel mooi wit zouden blijven. Verder vertelde ze dat ze wel over honderd mutsen beschikte, want ze ging de mensen lijken en meestal kreeg ze dan een muts, zo de overledene een vrouw was. Ze liet ook al haar mutsen wassen in Hooybergen (Nederland). F. Antoinette van Everbroek, geboren te Zandvliet, 20 september 1865. Woont te Oorderen. Nu: De trekmuts om naar de kerk te gaan, thuis in het haar. In de winter de kapmantel; in de zomer de visite. Vroeger: Communie: met klein hoedje op, dat ze gedragen heeft tot haar 20 jaar; van toen af de trekmuts. Getrouwd met gestoken sjaal en trekmuts. Deze sjaal kwam nog uit de kast met de grote feesten, vooral met Pasen. Verder op de gewone zondagen: kapmantel en visite. G. Mathilde Verhuist, geboren Lillo 31 januari 1864. Woont te Oorderen. Nu: Draagt nog altijd de trekmuts. Verder 's winters de kapmantel en 's zomers de visite. Vroeger: Communie: witte visite en trekmuts. Thuis droeg ze de coiffe tot ze gehuwd was, dan verder altijd de trekmuts. Gehuwd in 1889 met trekmuts, purperen zijden sjaal en spaanhoed. Nadien heeft ze deze laatste niet meer gedragen, het was uit de mode. Kapmantel, gestoken sjaal en visite bleven behouden. 48
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 48
H. Louisa van Tilborgh, geboren te Berendrecht, 30 mei 1866, woont te Wihnarsdonk. Nu: Trekmuts om naar de kerk te gaan; thuis in het haar. Winter en zomer draagt ze nog de visite. Vroeger: Communie gedaan met trekmuts en witte zijden visite. Van toen af draagt ze 's zondags de trekmuts en in de week de coiffe of in het haar. Gehuwd met trekmuts, spaanhoed en gestoken sjaal. Verder droeg ze in gewone omstandigheden: kapmantel en visite. I. Cornelia Cornelissen, geboren op 20 augustus 1861. Woont te Berendrecht. Nu: Thuis in het haar, om naar de kerk te gaan de trekmuts. Altijd een gewone mantel, tot goed half de benen. Vroeger: Communie: witte visite en witte cornette. Het waren echter werkende mensen en ze hebben deze visite moeten lenen bij een boerin. Getrouwd met gestoken sjaal, trekmuts en spaanhoed. Droeg verder met grote feesten de gestoken sjaal. 's Winters kapmantel; 's zomers visite. De kapmantel droeg ze vanaf haar 18 jaar en tot in 1911, jaar waarin haar huis afbrandde en ook haar kapmantel; en dan heeft ze maar een gewone mantel gekocht. J. Martina Dekkers, geboren te Berendrecht op 5 april 1862, woont te Berendrecht. Nu: Trekmuts 's zondags en om naar de kerk te gaan; in de week de coiffe. In de winter een gestoken sjaal of neusdoek en in de zomer de visite. Vroeger: Communie: witte cornette met witte visite. Getrouwd met gestoken sjaal en trekmuts. Heeft nooit een "melkhoed" gedragen. De spaanhoeden worden ook nog melkhoeden genoemd, omdat toen ze uit de mode geraakten, ze gedragen werden om te melken. Verder droeg ze 's winters de kapmantel en 's zomers de visite. Tot haar vijfendertig jaar, dit is wanneer ze getrouwd is, heeft ze 's zondags de cornette gedragen, nadien de trekmuts. In de week altijd een coiffe. K. Theresia van Gool, geboren te Berendrecht op 5 april 1862, woont te Berendrecht. Nu: Trekmuts om naar de kerk te gaan; thuis altijd de coiffe. Vroeger: Communie: daar het maar gewoon werkende mensen waren, had ze geen trekmuts en moest ze haar communie doen met een witte cornette en een witte visite, bij een boerin geleend. Nadien heeft ze een trekmuts gekregen van de juffrouw van de school, die ze dan gedragen heeft om naar de kerk te gaan. Thuis droeg ze altijd een coiffe. Getrouwd met gestoken sjaal, trekmuts en melkhoed. Verder 's winters kapmantel, 's zomers visite en gestoken sjaal bij grote feesten. L. Louisa De Leeuw, geboren te Stabroek in november 1870. Woont te Stabroek. Nu: Om naar de kerk te gaan de trekmuts, thuis in het haar. Verder een gewone lange mantel. Vroeger: Communie gedaan met witte cornette en witte visite. Getrouwd met trekmuts, spaanhoed en gestoken sjaal, ook veel gevleesde neusdoek genoemd, vooral te Berendrecht. Verder droeg ze kapmantel en visite en bij grote feesten gestoken sjaal. M. Marie Vets, geboren te Stabroek op 29 april 1868. Woont te Stabroek. Nu: 's Zondags de trekmuts en in de week de donkerblauwe coiffe. Verder winter en zomer de visite. Vroeger: Communie met witte cornette en witte pelerine. Getrouwd met trekmuts en gestoken sjaal. Tot haar 30 jaar was ze thuis in het haar; van toen af draagt ze thuis altijd de coiffe omdat ze blootshoofds hoofdpijn had. Verder droeg ze tot voor enkele jaren in de winter een kapmantel, in de zomer een visite en bij grote feesten de gestoken sjaal.
49
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 49
N. Marie Stijns, geboren in 1870. Woont te Stabroek. Nu: 's Zondags draagt ze een trekmuts en in de week de coiffe. In de winter een kapmantel, en in de zomer een visite. Vroeger: Communie: witte trekmuts en witte visite. Getrouwd met trekmuts, spaanhoed en gestoken sjaal. Verder kapmantel, visite en gestoken sjaal. O. Amelia Van Look, geboren te Oorderen in 1863. Woont te Ekeren. Nu: Thuis in het haar; 's Zondags de trekmuts. Ze ziet de ganse dag de kerk, zegt ze, maar kan er nooit meer naartoe gaan. Bij gelegenheid van feesten draagt ze een visite. Vroeger: Communie met witte visite. Verder droeg ze een kapmantel in de winter, een visite in de zomer, en een gestoken sjaal op de feestdagen. Haar mutsen bewaart ze, gewikkeld in een blauw, tamelijk sterk papier, opdat ze niet geel zouden worden. P. Catharina De Bie, geboren te Ekeren in 1845; woont te Mariaburg. Nu: Thuis in het haar, ze verdraagt niet gedurig iets op het hoofd. Trekmuts om naar de kerk te gaan. 's Winters de kapmantel en 's zomers de visite. Vroeger: Communie: trekmuts en witte visite. Getrouwd in 1880 met zijden purperen sjaal, daarbij trekmuts en spaanhoed. 's Morgens vroeg deed ze een coiffe aan om het werk te doen. Verder altijd de trekmuts. In de winter droeg ze een kapmantel, in de zomer de gestoken sjaal, bij grote feesten haar zijden trouwsjaal. Rond 1900 zijn de visiten in de mode gekomen en droeg ze die 's zomers. Q. Catharina De Nijs, geboren te Lillo in augustus 1864. Nu: Draagt altijd de muts. In zomer en winter de visite. Vroeger: Communie gedaan met witte trekmuts en witte visite. Getrouwd met purperen zijden sjaal, trekmuts en spaanhoed. Verder droeg ze haar kapmantel in de winter, haar visite in de zomer van zohaast deze mode werd. Voordien haar gestoken sjaal en bij bijzondere feesten haar trouwsjaal. Na heel dit overzicht, vat ik al mijn bevindingen samen in het antwoord op de volgende vraag: 2. W I E DRAAGT NOG DE OUDE KLEDIJ ? A. Zoals uit het voorgaande blijkt, bleven alleen oude mensen getrouw aan de volksklederdracht. Hun moeders en grootmoeders hadden steeds deze klederen gedragen en ook zijzelf hadden ze meestal vanaf elfvijftien jaar overgenomen. Waarom zouden zij ze dan nu niet meer dragen ? Anderen zeggen dat het voor hen de moeite niet meer is om nog een hoed te kopen. Trouwens ze zien er liever ouderwets dan belachelijk uit; hun trekmuts staat trouwens goed, dat weten zij en dat zeggen ze, en met die hoofddeksels zoals de modewinkels ze aanbieden, zouden zij bespottelijk worden. Bovendien, beweerden een paar, zijn hun haren niet meer naar een hoed gekamd en hebben ze er ook maar weinig meer en dan nog wel grijze ! B. Het zijn meestal boeremensen, omdat deze uiteraard conservatief zijn en meer nog omdat ze altijd een degelijke en doelmatige kledij eisten. C. Grotendeels zijn het begoede mensen, omdat de kledij reeds duur is, en ze bovendien, zoals we eerder zegden, een grote behoefte aan degelijkheid voelden. Deze uit zich vooral in het gebruik van stof van allerbeste hoedanigheid, welke dan ook de duurzaamheid van de volksklederdracht in de hand werkte, en zo begrijpen we dat sommige vormen langer bleven bestaan. In dit dragen der verschillende kledingstukken bestond nochtans een groot verschil:
50
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 50
1. Volgens de maatschappelijke stand Deze kwam vooral tot uiting: a. I n de kwaliteit van de kledij. Zo gebruikten b.v. de gewone mensen voor de mutsen stof, terwijl de meer begoeden ze vervaardigden uit hele gaas (zie verder). Een ander verschil vinden wij in de linten van mutsen en hoeden, alsook in de kwaliteit der sjaals en der hoeden. De maatschappelijke stand openbaarde zich ook verder nog in: b. Het soort kledingstuk 1. In het hoofddeksel: a. Tot aan het huwelijk: 1. mensen uit de begoede klasse: 's Zondags trekmuts. In de week: cornette, soms de coiffe (vooral 's morgens); 2. gewone mensen: 's Zondags: om naar de kerk te gaan: trekmuts; thuis: cornette. In de week: coiffe. b. Na het huwelijk: 1. begoede mensen: altijd de trekmuts. 2. gewone mensen: 's Zondags: trekmuts, In de week: coiffe. 2. In de kapmantels: Er schijnt ook een tijd verschil geweest te zijn in de kapmantels. De jonge meisjes kregen er een toen ze zestien/zeventien jaar waren. Men droeg er zorg voor, een goede stof te kiezen, zodat men er maar een moest kopen in een mensenleven. Slechts enkele boerinnen konden zich de weelde veroorloven om zich een tweede kapmantel aan te schaffen. De gewone mensen droegen een katoenen mantel. Zij waren meestal van paarse kleur. Deze heb ik nergens meer kunnen terugvinden, zelfs niet op foto's. De meer begoede mensen droegen een lakense mantel. Volgens mevrouw Sterckens-Cieters zou men tot de helft van de 13de eeuw meest katoenen mantels gedragen hebben. Pas later, met meerdere welstand, is dan het aantal mantels vergroot. 3. Bij rijke huwelijken werd ook niet de traditioneel gestoken sjaal gedragen, doch wel een purpere of soms bruine sjaal. 2. Volgens het ambacht Voor de mannenkledij zou er ook een onderscheid te maken zijn. Dit verschil valt alleen maar op te merken voor de kiel. Deze was n.l. merkelijk langer bij de verkooplieden en bij de beenhouwers dan bij de boeren. De beenhouwers bleven, naar hetgeen ik kon terugvinden, ook het langst trouw aan het dragen van de kiel. Zou de oorzaak hiervan misschien te zoeken zijn in het feit dat deze over 't algemeen welstellend waren en ook veel de baan op moesten ? Nu ik onderzocht heb welke personen de volksklederdracht behielden, of ze tenminste toch hebben gedragen, en in welke mate dit gebeurde, tracht ik nu ook verder te achterhalen bij welke gelegenheden een of ander bepaald kledingstuk werd aangetrokken.
51
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 51
3. GELEGENHEDEN BIJ DEWELKE DE VOLKSKLEDERDRACHT WORDT GEDRAGEN. A. Mutsen Altijd: slechts 3 op 17 dragen de trekmuts altijd, zowel binnenshuis als om naar de kerk te gaan. Bij gelegenheid: 1. buitenshuis: 7 op 17 dragen ze alleen om naar de kerk te gaan af om op bezoek te gaan. 2. binnenshuis: 9 op 17 zijn thuis in het haar; 5 op 17 dragen thuis een coiffe. B. Kapmantels 8 op 17 dragen nog een kapmantel in de winter om naar de kerk te gaan. Ze hebben niet eens een gewone mantel. C. Visite 14 op 17 dragen nog een visite; 13 ervan de zomervisite, 6 de wintervisite. D. Gestoken sjaal. 2 op 17 dragen nog een gestoken sjaal, doch enkel maar een paar zondagen rond Pasen. Verder wordt deze niet neer gedragen tenzij bij gelegenheid door de Sebastiaansgilde van Kapellen. E. Spaanhoed Niet meer gedragen, slechts enkelen bezitten er een. Nog wel gebruikt voor het opvoeren van gildedansen te Kapellen. F. Kiel en faas Enkel de leden van de Sebastiaansgilde dragen faas en kiel bij 't opvoeren van hun dansen. In het dagelijks leven is deze kledij verdwenen. Uit dit overzicht blijkt dus dat veel verdwenen is van de volksklederdracht, en niettegenstaande dit, blijft ze nochtans vergroeid met de gehele bevolking. Zo zal het b.v. bij het spelen van toneel in onze dorpen zelden gebeuren dat de lange rokken en de trekmuts niet voor de dag gehaald worden. In onze Polderdorpen nochtans bestaan er geen gilden die de kledij in ere houden, maar in Kapellen, een grensdorp, heeft men de Sint-Sebastiaansgilde, die rond 1600 gesticht werd. Op jaar- en teerdagen werd er in hun privaat gildelokaal steeds duchtig gedanst en gefeest; evenzo hij koningschieting en andere gelegenheden. Oude gewoonten en gebruiken trouw, hield deze gilde ook haar oude dansen in ere. Ouders en voorouders hadden zo gedanst en van geslacht tot geslacht overgeleverd, bleef hun dansenreeks ongerept en onveranderd bewaard. Op dit ogenblik telt deze gilde nog tachtig leden. Indien men er deel wil van uitmaken, moet men gehuwd zijn en man en vrouw moeten beiden toetreden. Bij hun aanwezigheid op feesten, gouden bruiloften, congressen en dgl. dragen zij alleen de trekmuts, de gestoken sjaal, en voor zover ze er een hebben kunnen bemachtigen een spaanhoed. Wanneer we deze gildebroeders dan in stoet zien voorbijtrekken, komen ze ons nochtans niet voor als aangeklede figuranten, wel integendeel. Ze dragen trouwens hun eigen klederen of familiestukken, die ze thuis in kasten opgeborgen houden en met veel piĂŤteit bewaren. Na deze inventaris, laat ik nu de beschrijving volgen van elk speciaal stuk van de volksklederdracht. Deze beschrijving heb ik opgemaakt door een onderzoek van de stukken in natura, voor zover ik ze nog kon terugvinden; voor hetgeen ontbrak heb ik oude foto's trachten te ontleden. 52
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 52
HOOFDSTUK III - KORTE BESCHRIJVING VAN DE KLEDINGSTUKKEN 1. MANNENKLEDIJ A. De kiel: Deze was van blauw linnen gemaakt. De hals werd afgezet met een recht boordje, sluitend met twee bindertjes. Van voor was hij open tot op een hoogte van 30 cm. Verder rondom gesloten, loshangend om het lichaam, en reikend tot aan de knieen. De kiel, vooral de zondagse, moest goed stijf staan en blinken. Daar hij geen ander sieraad had, was dit van groot belang. Om hem te doen blinken werd hij gewassen in een aftreksel van tarwezemelen. De jonge vrouwen legden zich met ijver toe op het wassen, stijven en strijken van kielen, want zij die dit het beste doen kon, werd beschouwd als de beste boerin. Er dient opgemerkt dat de kiel na 1860 enkel nog in de week gedragen werd om naar het veld te gaan. 's Zondags werd hij dan vervangen door een nauwsluitend vest met kraag en Boer met kiel - Boer met jas mouwen en een dubbele rij knopen. Hierover werd nog een gewone jas gedragen, zoals het vest op onze dagen, maar wat langer. B. De faas: De faas is een hoge, zwarte, zijden pet met klep. Er zijn fasen van verschillende hoogten, zonder dat dit nochtans wijst op een verschil van betekenis. Deze fasen werden doordrenkt met bier opdat ze mooi stijf zouden staan. Daarna liet men ze drogen op glazen vazen, die men nu nog bij oude mensen ziet staan op de schouw, waar ze moeten dienen om beelden te overdekken. Het is wel mogelijk dat de naam van het hoofddeksel in verband zou staan met die van de glazen stolp. Volgens de heer Dr. Karel Peeters zou dit nochtans niet gegrond zijn Faas
C. De broek: Er werd een gewone, eenvoudige zwarte stoffen of katoenen broek gedragen.
D. Schoeisel en kousen: In de week en op 't veld gebruikte men meestal klompen. 's Zondags zwarte schoenen, meestal bottines. Verder droegen de mannen dikke wollen kousen die de vrouw in de winter zelf gebreid had. Deze waren in zwarte wol, wanneer de grondstof aangekocht geweest was in de dorpswinkel of in de naburige stad. Ofwel waren zij in de natuurlijke kleur van de schapenwol, wanneer de vrouw de wol van haar schaap met het spinnewiel zelf gesponnen had gedurende de lange winteravonden. Tijdens de laatste oorlogsjaren werd hier en daar nog wel zelfgewassen wol gesponnen, maar thans wordt dit praktisch nergens meer gedaan. 2. VROUWENKLEDIJ. A. De trekmuts De trekmuts is een vleugelmuts, die 't hoofd omlijst. Daar de fijne kant van de muts echter het hoofd niet voldoende bedekt, draagt men er een klein zwart kalotje onder, "ondermuts" genaamd. 53
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 53
Dit is gewoon rond, maar was vroeger ook wel puntig, omdat toen de muts stijver omhoog moest staan. Ook hier komt de goede smaak van de vrouwen uit. Ze weten n.l. hun haar zo op te maken, dat haartooi en muts een geheel uitmaken. Ze kammen de haren in een scheiding in 't midden en het glad gekamde haar vormt als het ware een bles langs beide kanten. De kap is voorzien van een stropje, d.w.z. twee biadertjes, van achter gekruist, langs voor over de muts gaande naar achter om daar gebonden te worden met een strik. De grootste kunst was dit gepast om het hoofd toe te trekken, opdat de muts goed recht zou staan; vandaar de naam: trekmuts. Trekmuts 1. Delen De trekmuts bestaat uit twee delen: a. de kruin en b. de reep. Beide zijn verbonden door een smal lintje effen of in kant, het brugske genoemd. a. De kruin: Ze is vervaardigd uit fijne kant. Bij het snijden heeft ze de vorm van een vierkant met een zijde van 35 à 40 cm. Bij het maken wordt ze langs voor gefronst of geplooid en bij het dragen naar achter geschoven in de hals. De kruin wordt rondom vastgemaakt aan het brugske. Ze kan versierd zijn met mooi geweven motieven, meestal bloemen. b. De reep: Om deze te vervaardigen heeft elke mutsenmaakster haar patroon. Hij wordt in de helft gesneden om twee gelijke delen te bekomen. 2. Versieringen Evenals de kruin was ook de reep versierd met rijkelijk geweven motieven, meestal bloemen. De kap werd verder ook nog versierd met ontelbare kleine kopspelden, de ene naast de andere gestoken en schitterend als een rij pareltjes. Ze werden er met de hand ingeprikt en de mutsenmaaksters en mutsenwassters besteedden er heel wat tijd, zorgen en geduld aan. Soms tooiden de vrouwen hun hoofd door er een gekleurd zijden moirélint omheen te binden. Dit heeft een breedte van 5-6 cm. en het sluit van achter met haak en oog, zodanig dat de kruin daar lichtjes overheen valt. De kleur van de linten wordt gekozen volgens de smaak van de draagster. De kleur heeft ook geen bepaalde betekenis, behalve in twee omstandigheden. Ze is wit bij de eerste Heilige. communie, zwart voor de rouw. Men treft nochtans allerlei kleuren aan, waartussen we echter een sterk uitgesproken voorkeur voor het geel kunnen vaststellen. Zo ziet men dan ook linten in zeer verscheidene gele tinten: lichtgeel voor feestelijke gelegenheden, goudgeel voor zondagen, vaalbruin voor in de week. Deze voorkeur voor het geel getuigt van een ontegensprekelijk goede smaak; het is werkelijk een kleur die een vrolijke noot brengt in 't zwarte geheel van de andere kledingstukken, zonder er een al te schreeuwend contrast mee te vormen. Naast deze mutsen werden ook deze met plooitjes gedragen. Hier is de reep gewoonlijk iets breder en voorzien van kleine plooitjes, het ene naast het andere, met slechts een grootte van 1 à 2 nun. Ze worden er een voor een ingedrukt door middel van een ijzer dat gloeiend gemaakt wordt in houtas. Om deze mutsen fijn en netjes af te werken vroegen ze wel de meeste zorg. We moeten ook nog doen opmerken: a. dat de vleugels met de jaren steeds kleiner en kleiner geworden zijn; b. dat er zoals we hoger zegden, een verschil bestaat in de kwaliteit van de kant, gebruikt voor reep en kruin. Voor dit doel bezigde men: 1. stof: heel gewone, grove kant; 54
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 54
2. half-gaas: men kan deze herkennen doordat in de geweven motieven enkel kleine openingen vertoond worden; 3. hele gaas: vertoont in de geweven motieven een klein kruisje; 4. heel en halve gaas: reep in hele gaas en de kruin in halve gaas. Men had ook steeds echte kant en nagemaakte kant. 3. Rouwmutsen Eerder spraken we reeds over de feestelijkheden voor wat het lint betreft, maar onze aandacht wordt nog meer getrokken naar de rouw. Dan mag noch de kruin, noch de reep geweven motieven vertonen; beide moeten uit effen kant vervaardigd zijn. Het lint is dan 's zondags om naar de kerk te gaan, zwart. Thuis wordt het vervangen door een smaller, of door een passementwerk. Gewoonlijk wordt er bij lijkdiensten, zelfs door niet familieleden, de rouwkledij gedragen. 4. Mutsenmaaksters en mutsenwassters Meestal kunnen de boerenvrouwen hun eigen mutsen noch maken noch wassen. Zij moeten dus de hulp inroepen van de mutsenmaaksters. Deze laatsten hebben de verdienste hun vaardigheid ter beschikking te stellen van de vrouwen, die oude tradities hoog houden. Ongelukkiglijk verminderde stilaan het aantal mutsenmaaksters, bij gebrek aan klanten en ook omdat er geen jonge meisjes meer gevonden worden die het mutsenmaken willen aanleren. Op dit ogenblik zijn er in onze streek nergens nog mutsenmaaksters te vinden, zodanig dat men zich dus geen nieuwe muts meer kan aanschaffen. Een mutsenwasster heb ik nochtans te Hoevenen nog kunnen ontdekken, n.l. Louisa Smits, geboren te Hoevenen op 11 april 1869. Tot in 1937 heeft ze zelf altijd een muts gedragen. Maar toen was het juist Missie bij hen en omdat ze gans alleen was, heeft ze haar trekmuts door een hoedje vervangen. Ze wast nog wel de gewone mutsen en de mutsen met speldjes, maar niet meer de geplooide. Tot voor tien jaar gingen onze grootmoeders met deze naar Hooybergen in Holland, doch deze vrouw is nu ook gestorven en de mutsen met plooitjes kunnen dus niet meer gewassen worden, daar er geen mogelijkheid bestaat ze nog te laten wassen. De mutsenwasster, mevrouw Smits, is in haar jeugd twee jaar in de leer geweest bij een mutsenwasster te Kapellen, n.l. bij de gezusters Beeckmans. Deze zijn nu reeds lang gestorven. "Maar", voegde mevrouw Smits eraan toe "het meeste moet ge zelf leren en ondervinden met schade of met schande, want het fijnste werk deden ze zelf en hun beroepsgeheim leerden ze niet verder". En zoals wij spreken van een naaister die goed of slechts naait. hoorde ik die oude mensen gedurig spreken van een mutsenwasster die haar mutsen goed of minder goed "opdoet". Hier laat ik nu enkele bijzonderheden volgen over het beroep van mevrouw Smits volgens de aanduidingen die ze zelf gaf over het: Wassen van mutsen: a. Mutsen aannemen en opschrijven. b. Mutsen tekenen met roden katoenen draad. c. Met drie bij elkaar binden door de lintjes, en averechts in warm water zetten om vorig stijfsel te verwijderen. d. Uit het water halen, uitpersen, openleggen, groene zeep aanbrengen op muts en lintjes en afkoken. e. Wassen door slaan en persen, nooit wrijven. 55
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 55
f. Laten bleken, altijd natuurlijke, nooit kunstmatige bleekmiddelen gebruiken. g. Wassen met witte zeep. h. Spoelen en blauwcelen. i. O p zolder laten drogen. j. Verstellen. k. Muts op een doek plaatsen en er met de hand gekookte stijfsel op uitwrijven. 1. O p zolder laten drogen. m. In vochtige doek wikkelen en nadien rekken. zo nodig nogmaals verstellen. n. Strijken met een matig warm ijzer. o. Herstijven en laten drogen zoals boven. Men gebruikt ongeveer 400 à 500 gr. stijfsel voor een muts. p. Vleugels de juiste vorm geven en strijken onder vochtige doek. 5. Prijs en aankoop Wat is nu de waarde van deze mutsen waaraan zoveel zorg werd besteed ? Het zal ons natuurlijk niet verwonderen dat ze duur zijn, daar het maken en wassen op zichzelf reeds zo hoog oploopt, aangezien dit werk zo lastig is. Een gans nieuwe muts, hele gaas en echte kant, kostte rond 1890-1900, vijftig tot zestig frank, wat toen heel veel scheen te zijn. Na de oorlog 1914-1918 bedroeg de prijs honderd vijftig tot tweehonderd frank. Rond 1890-1900 kostte een muts in stof vijftien frank; één in halve gaas vijfentwintig frank en die in heel en halve gaas ongeveer vijfendertig frank. Voor de oorlog 1914-1918 kostte het wassen 7 1/2 tot 15 centiem voor een effen en 25 centiem tot een halve frank voor een muts met plooitjes; voor deze laatste moest het strijken afzonderlijk betaald worden. Na 1914-1918 betaalde men twee frank voor het opmaken van een effen en zes frank voor een geplooide. Tegenwoordig kost het wassen van een effen muts twintig tot dertig frank. Doch mevrouw Smits zegde me dat het veel te weinig was, doch dat ze niet meer kon wagen om de goede reden dat ze niet gewoon was aan al die hoge prijzen. De linten en de kant werden vroeger door de mutsenmaaksters zelf aangeschaft bij een heer van Lier, die tweemaal 's jaars zijn ronde deed in de Polders en in een deel van Holland. Sinds veertig jaar ongeveer is hij niet meer geweest. 6. Duur van het dragen Hoe lang nu kunnen deze mutsen gedragen worden ? De vrouwen die de mutsen dagelijks dragen, moeten ze bij het verrichten van enig werk, wel om de tien dagen laten wassen. Werken ze echter niet mee, dan kunnen zij ze zeker veertien dagen ophouden. Het ergste wat haar kon overkomen was dat de muts door regen of mist ging slap hangen. Iedere vrouw moet minstens zes tot tien mutsen bezitten en gewoonlijk heeft ze daarbuiten nog een paar feestmutsen en rouwmutsen. B. Cornette Een ander hoofddeksel dat we nu zullen beschrijven is de cornette. Het is eigenlijk een pijpjesmuts; ze omlijst het hoofd niet, ze heeft eerder een neiging om het hoofd te verbreden. Haar enige versierselen zijn de verschillende toeren gepijpte kant aan de voorzijde en de strik van gekleurde Cornette (voor) C o r n e t t e (achter)
56
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 56
linten aan de achterzijde, waar ze op de rug tot aan de lenden afhangen. Twee andere linten in dezelfde kleur, dienen om de muts met een breden strik onder de kin vast te binden. C. Coiffe Verder werd ook nog de coiffe gedragen. Langs voor heeft deze verschillende randen, telkens 0,5 cm korter en boven elkaar gelegen. Ze vertonen driehoekige uitsteekseltjes van drie mm. hoogte. Hierop volgen een drie cm. pijpjes in de lengte, en dan nog enige rijen gestikte koppeltjes in de breedte. Van achter zijn twee linten van een breedte van 8 Ă 10 cm. vastgefrontst op de coiffe. Ze hangen veertig cm. af op de rug. Op de beide kanten zijn nog twee linten bevestigd die kruisgewijs over het hoofd gelegd worden, los ofwel vastgespeld met een kopspeld. De coiffe werd gans uit stof van dezelfde kleur vervaardigd: donkerblauw met witte bolletjes of bruin om het werk te doen; wit voor oude mensen. Deze laatste droegen de coiffe om iets op het hoofd te hebben, hetzij uit gewoonte, hetzij omdat ze 't niet kunnen verdragen van blootshoofd te gaan. D. Spaanhoed Geruime tijd geleden, tot ongeveer 1885-1900, droeg men boven de vleugelmuts de zogenaamde "spaanhoeden", soms ook eenvoudig "boerinnenhoeden" of "melkhoeden" genoemd. Het waren grote, lichte strohoeden, gevoerd en gesierd met geruite of gebloemde en gestreepte satijnen linten met een breedte van ongeveer 10 cm. Deze linten werden op de hoed aangebracht, gewoon of hangend op de rug, van voor, of op de schouders, volgens de smaak van de draagster. Bij rouw werden deze linten door zwarte vervangen. De rand van de hoed vormde rond het gezicht een bevallige lijst. Terwijl andere hoofddeksels gewoonlijk aansluiten bij een oude traditie, is dit met deze Spaanhoed hoeden niet het geval, daar men niet met zekerheid hun oorsprong kan aanwijzen. Ze werden slechts gedurende betrekkelijk korte tijd gedragen. Evenals de kap waren ze zeer kostbaar - hun juiste prijs heb ik niet kunnen achterhalen. Sommige oude vrouwen zegden dat ze rond 1890 reeds over de honderd frank kostten. Droegen ze deze hoeden om wat beter bedekt te zijn of om de lichte kanten muts te beschermen? We blijven het antwoord op deze vraag schuldig. Mevrouw Paula Sterckens-Cieters zegt dat hun vorm enigszins doet denken aan hoeden die in het begin en in het midden van de l3de eeuw in West-Europa, voornamelijk in Frankrijk, gedragen werden. Werd met het dragen van spaanhoeden misschien een navolging van de Parijse mode bedoeld? Dit is best mogelijk, want ook in andere landen stelde men dergelijke feiten vast. Soms hinderden deze "spaanhoeden" de boerinnen, daarom werden ze bij het binnenkomen in de kerk afgenomen en omgekeerd op de stoel geplaatst met de linten erin. Ook wanneer men op bezoek of naar een feest ging, zette men bij aankomst de hoed af en hield men alleen de trekmuts op. Is er in ieder huis nog minstens een kap te vinden, de hoeden zijn veel zeldzamer. Bij gildefeesten ziet men doorgaans nog enkele vrouwen die een spaanhoed konden bemachtigen.
57
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 57
E. Kapmantels Een zeer belangrijk onderdeel van de kledij is de kapmantel, die ook wel in andere streken van Vlaanderen gedragen werd. Deze kapmantels mogen zeker beschouwd worden als de voortzetting der klederdracht in gebruik door de zedige Middeleeuwse vrouwen, die in een tijd van weelde, degelijk maar eenvoudig gekleed gingen. Sommigen nochtans zien in onze mantel een vorm, die overgenomen werd van de kledij der kloosterlingen. Het tegendeel is wel waar. De kloosterorden namen bij hun stichting de klederdracht van de toenmalige burgerij in haar soberste vorm over, dit alles volgens mevrouw P. Sterckens-Cieters. Vroeger werd de kapmantel in K a p m a n t e l s - achterzijde onze Polders algemeen gedragen; de jonge meisjes kregen er een toen ze ongeveer zestien jaar waren. Deze wijde kapmantels, met hun sierlijk plooienspel, werden langs voor gesloten met een zilveren, schelpvormige gesp met gedraaide figuren, soms zelfs met een gouden. De kap hangt plat tegen de rug, is met satijn gevoerd en wordt zelden op het hoofd gedragen, tenzij bij regenachtig weer om de muts te beschermen. Soms is ze wel geheel in satijn, en met een tres van achter, met passementwerk of pareltjes versierd. De kapmantel is het praktische kledingstuk bij uitnemendheid; hij belet alle koketterie daar hij het doen uitkomen van de lichaamsvormen volstrekt onmogelijk maakt. Nochtans besteden de vrouwtjes een bijzondere zorg aan het gladstrijken van hun kap. F. Sjaals of shawl's Sjaals of shawl's is de naam van vierkantige of langwerpige omslagdoeken, die het eerst in de 15de eeuw door wevers uit Turkestan en Kasjmir uit het fijnste en zachtste geitenhaar vervaardigd werden en eerst sedert de 19de eeuw in Europa werden nagemaakt. Het aantal weefstoelen in Kasjmir dat vroeger 40.000 bedroeg, is thans tot 1000 gedaald. Voor de echte Kasjmirsjaal spint men draden ter lengte van de ontworpen sjaal en verft ze met een natuurlijke kleurstof. Daarmede bewerkt men de figuren, terwijl de grond wit blijft. De namaaksels en bijgevolg dus al diegene die men in Europa aantreft, vertonen meestal een rechtse en een averechtse zijde, tenzij men ze dubbel weeft. Vandaar de naam "gestoken sjaal", omdat men aan de averechtse kant draden steken ziet. Deze juist tonen aan dat deze sjaal geen Oosterse is, daar deze zo geweven werd dat het patroon zich aan beide zijden op dezelfde wijze vertoonde. De Oosterse werklieden weven steeds 58
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 58
twee shawl's van hetzelfde patroon en wel: middenstukken, hoekstukken en randen afzonderlijk, zodat deze later met de hand aan elkaar gezet worden. Op dezelfde wijze worden in Kasjmir ook vloerkleden en eenvoudige stoffen vervaardigd. De Indische sjaal behoort uitsluitend tot de oosterse stijl door zijn eigen aard, door de nabootsing van Indische bloemen die als in een herbarium plat liggen, zonder enige bekommernis om perspectief of gradatie in de tinten. De schikking van de naast elkaar geplaatste kleuren, met een fijnzinnig gezocht contrast en de grillige schikking der elementen, dit alles heeft het succes van de Kasjmirsj aal verzekerd. Sedert de 19de eeuw begon men in Europa de sjaals na te maken, naar hetzelfde patroon als in Indië. In twee grote centra van Frankrijk werden ze vervaardigd nl. in Parijs en Lyon. vandaar werden ze naar onze gewesten overgebracht, waar ze gretig gekocht werden. Voor de fijnste Europese sjaals bezigt men echte Kasjmirwol. Er werden echter ook sjaals van zijde, gewone wol, en zelfs van katoen, met bloemen en figuren van gekleurde wol, vervaardigd. Zo draagt men in de winter de wollen sjaal en in de zomer meest de bedrukte sjaal. Deze gegevens komen grotendeels uit de Encyclopedie Technologique. Dictionnaire des arts et manufactures et de 1' agriculture", par M .Ch. Laboulaye, 7° Edition-Tome quatrième, p 290 - 291 - 292 (Art Industriel). De echte Indische sjaals werden bij ons nooit gedragen. Door de vervaardiging ervan in Europa kwamen ze in het bereik van iedereen en vóór honderd jaar betaalde men ze vijftig tot honderd frank. Ze waren zo gauw ingeburgerd dat men ze weldra ging beschouwen alsof ze bij de kleding altijd gehoord hadden. Men heeft in onze streken altijd omslagdoeken gedragen, in minder kleurige en minder kostbare stof; nu nog draagt men veel zwarte wollen omslagdoeken. Deze waren noodzakelijk in de winter, om wat sluitends te hebben onder de wijden kapmantel; in de zomer als een zekere bedekking van het kleed. Deze eenvoudige doeken werden door de kleurige vervangen zodra ze in de handel kwamen. Ondanks de jacht, die de handelaars in antiquiteiten er de laatste jaren op maken, ondanks de mode om deze sjaal als tafelkleed of drapering te laten dienen in de moderne huizen, zijn ze in vele boerengezinnen nog in aanzienlijk aantal aanwezig. G. Pelerine Toch heeft de mode van de gestoken sjaals als zomerkledij moeten wijken voor iets, dat eens de "dernier cri de Paris" is geweest, nl. de pelerine. Dit is een rond zwartzijden manteltje zonder mouwen, dat los op de schouders hing. Slechts enkele jaren werd het gedragen, en moest toen Pelerine plaats laten aan de visite. Veel mensen hebben de pelerine in 't geheel niet gedragen, maar gingen onmiddellijk over van de gestoken sjaal naar de visite. De pelerine heb ik nergens kunnen bemachtigen, ik heb ze niet eens te zien gekregen. H. Visite Na de pelerine kwam het zo genoemde "visite". Dit werd zeer veel gedragen, bijna door iedereen. Het hing eveneens los op de schouders, en was versierd met kant: een of twee rijen op de schouders. Van voor en van achter ging het uit op een punt. Meestal was het gans in het zwart, tenzij bij de eerste H. Communie. 59
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 59
I. Sieraden (in zilver en goud). De sjaals moesten natuurlijk vastgespeld worden. Hiervoor gebruikten de vrouwen hun borstspelden. Bij grote gelegenheden werden er zelfs twee gebruikt. Bij deze juwelen horen ook natuurlijk de oorbellen, de halskettingen met diamanten hart of soms ook diamanten kruis. De borstspelden en oorbellen maakten meestal een geheel uit, ze waren in goud en vertoonden drie of vier hangertjes volgens de grootte. Boven op de sjaal droeg de vrouw rond de lenden een zwarte ceintuur met zilveren gesp, die eveneens een geheel. uitmaakte met de zilveren schelpvormige haken met gedraaide figuren van de kapmantel. J. Bovenlijf en wijde rok Samen met dit alles droeg de vrouw een nauwsluitend bovenlijf, met lange passende mouwen en versierd met soutaches, daarbij een wijde rok zonder echter tot overdreven inrijgingen door corsetten over te gaan of door hoepels of kussentjes de rok een grote omvang te doen nemen. De rokken stonden nochtans wijd uit, doch dit was te danken aan hun snit, aan de zwaarte van de gebruikte stof, alsook aan de zware onderrokken. Bij voorkeur werden donkere kleuren gedragen, liefst zwart laken, 's zomers echter ook wel bedrukte katoentjes, vooral voor het bovenlijf. K. Schoeisel en kousen Meestal werden zwarte wollen kousen gedragen, die tot onder of boven de knie reikten. Als schoeisel, zware platte schoenen, nadien ook wel hoge bottines.
BESLUITEN Na deze inventaris van het weinige dat we nog aan nationale klederdracht in onze Antwerpse Polders bezitten, ontbreekt er nog heelwat, en we zouden nog pessimistischer worden wanneer we kledingstuk na kledingstuk gingen onderzoeken, voor wat ontstaan, afkomst en oorzaak betreffen. Veel hiervan zal men moeilijk kunnen vinden door gebrek aan tijdig optekenen hiervan. En toch - uit een ander oogpunt beschouwd - hoeveel ieren deze weinige, schamele resten van wat eenmaal een gemeenschappelijk ideaal was, omtrent het volkskarakter. Hoe duidelijk belichten ze zekere zijden van de volkspsychologie, die we zonder haar misschien nooit zo klaar zouden opgemerkt hebben. En ondanks haar betrekkelijke geringe verscheidenheid in stoffen, vormen, kleuren en sieraden, is de klederdracht in haar volledigste vorm toch voldoende om zich aan alle stemmingen en weersgesteltenissen aan te passen: zomer - winter, warmte - koude, veld - hoeve, arbeid, feest en rouw. Doen ze bovendien niet de zedigheid van onze landelijke bevolking uitschijnen? De godsdienstige opvattingen van ons Vlaamse volk hebben op zijn kledij steeds grote invloed uitgeoefend. Met volk bedoelen we hier natuurlijk de plattelandse bevolking "van den ouden stempel" die uitmuntte door soberheid in handel en wandel. Hierdoor is hun klederdracht ook van de uiterste zedigheid, gekenmerkt door het bedekkende van het kostuum. Alhoewel we dus staan voor het onloochenbaar feit dat onze volksklederdrachten over weinige jaren zullen verdwenen zijn, mogen wij niet uit het oog verliezen dat de landelijke bevolking vooreerst nog niet de oeroude karaktereigenschappen van deze volksgroep zal verliezen, als zedigheid, behoefte aan degelijkheid, zuinigheid. Vandaar dat er op het gebied van folklore nog ontzaglijk veel moet gedaan worden, alvorens deze laatste 60
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 60
bronnen ook zullen verdwenen zijn. Hoe meer en hoe dieper men ze bestudeert, hoe meer vragen er oprijzen, die wel de moeite lonen onderzocht te worden.. Waarom ging ons volk juist zo gekleed? Van welke jaren dateert die kleding? Waarom heeft de kledij van de mannen vroeger haar oud karakter verloren dan deze der vrouwen? In deze studie onderzocht ik enkel de Polder en naastgelegen dorpen. Zoals ik bij het begin dezer studie schreef, zou het zeker de moeite lonen dit werkgebied te verruimen en ook de Kempen en de Oost-Vlaamse polders te onderzoeken tot zelfs in Holland (Noord-Brabant) en dorp voor dorp nagaan waar juist de grens komt van onze polderkledij, om deze door middel van kaarten te vergelijken met de grens van de natuurlijke streken en tevens met de rijksgrens. Verder zou ik nog nauwkeuriger opzoekingen moeten doen, want ik heb hier enkel datgene opgetekend wat ik met zekerheid had vastgesteld, omdat anders dit werkje nutteloos zou zijn en herbegonnen zou moeten worden. Over het dragen van handschoenen, het soort, en bij welke gelegenheid ze werden gedragen; zo ook voor de juwelen zou het interessant zijn te achterhalen welke juist horen bij deze of gene gelegenheid. Dat zijn echter toekomstvragen, die nochtans bij mij zijn opgerezen in de loop van dit proefschrift over de volksklederdracht in de Antwerpse Polders. Zo heb ik meteen ook aangevoeld dat folklore nog wat anders is dan een mooie liefhebberij; het is echt studiewerk dat ons in voeling brengt met het schone verleden van een groot volk !
Vrouwen met trekmuts - Oude Gracht
Man met kiel en faas - Oude Gracht
61
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 61
Boven: Twee afbeeldingen van melkverkoopsters rond 1900 - rechts onder: Antwerpse garnalenverkoopster met vleugelmuts en spaanhoed (uit: Le Foyer National IllustrĂŠ (Verzameling Textielmuseum Vrieselhof Oelegern) - links onder: Man met faas en vrouw met katoenen kapmantel en blikken boodschappenmand (ca. 1843) - Schetsen door J. Van Gingelen, in de Kon. Bibliotheek Brussel (Verzameling Textielmuseum Vrieselhof Oelegem). 62
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 62
ACTIVITEITEN van het voorbije werkjaar
Alex Elaut houdt iedereen in de ban tijdens de '`Antoon Van Dyckwandeling".
verslagsteekkaarten opgemaakt door Harry De Sitter 63
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 63
Activiteit:
DAGUITSTAP
Bestemming / omschrijving: Datum / uur: Aantal deelnemers: Inhoud / Programma:
Hoegaarden - Leuven Zaterdag 3 oktober 1998 50 Geleid bezoek aan brouwerij "De Kluis" Aansluitend degustatie van bieren "Hoegaarden" Lunch Vrij bezoek aan "Vlaamse toontuinen" te Hoegaarden Geleid bezoek aan stadskern Leuven + 1 uur vrij flaneren ... gezien de weersomstandigheden: "pintje pakken" Diner - Teerfeest in feestzaal "Camargue" te Korbeek-Dijle
Weersomstandigheden: Gids:
Koud - Guur - een weinig regen Voortreffelijk ... tot (soms ietwat overdreven) ludiek in brouwerij Zeer goed in Leuven
Algemene beoordeling:
Ondanks het eerder gure weer toch vrij geslaagd Bijzonder lekker koud buffet in een sfeervol interieur
Kritische noot:
Het bezoek aan de "Vlaamse toontuinen" verloor veel aan charme door het gure weer
Aandachtige luisteraars tijdens de rondleiding in brouwerij "De Kluis" te Hoegaarden 64
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 64
Efkens kijken of gij ons niet te I veel wijsmaakt, hé Harry!
Een heerlijk kotürbuffet in feestzaal Cmarqu� ,
65
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 65
... en zij zagen dat het goed was!
66
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 66
ďż˝ Activiteit:
HERFSTWANDELING
Bestemming / omschrijving: Datum / uur: Aantal deelnemers: Inhoud / Programma:
Domein "Oude Gracht" Zondag 25 oktober 1998 105 Geleid bezoek door Brasschaatse natuurgidsen Toelichting rond : natuur in de herfst historiek van het domein Genieten van de pracht van het domein Guur - een weinig regen 5 gidsen van de Brasschaatse natuurgidsen Bijzonder goed gedocumenteerd en voorbereid Een gids richtte zich i.h.b. tot de aanwezige kinderen
Weersomstandigheden: Gids:
Algemene beoordeling:
Traditiegetrouw vrij geslaagd ... En een "absolute must" voor wie het domein nog nooit of uiterst zelden bezocht
Kritische noot:
Honden blijven niet toegelaten ondanks de enkele smokkelaars!
Ook de kinderen hebben het best naar hun zin tijdens de wandeling!
67
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 67
Activiteit:
DIA-AVOND
Bestemming / omschrijving: "Dika" - Diaklub Kapellen presenteert! In het nieuwe lokaal van Hobonia "Huize Bauwin" Donderdag 12 november 1998 Datum / uur: 5 Aantal deelnemers: De Kapelse diaklub "Dika" met een presentatie van een Inhoud / Programma: achttal schitterende diamontages Zeer verscheiden onderwerpen: natuur, reizen, kunst en cultuur Weersomstandigheden: Gids: Algemene beoordeling:
Regen ... maar van weinig belang voor de programmatie Toelichting door diamontagemakers zelf Ondanks de zeer beperkte opkomst toch vrij geslaagd Te kleine opkomst mogelijk te wijten aan - nieuwe nog onbekende lokatie - veel te vroege aankondiging ... 5 weken vooraf met laatste briefmg omtrent daguitstap en herfstwandeling
Kritische noot:
Betere aankondiging/herhaling ĂŠĂŠn week vooraf!
ijdens de mndleiding in het VlaujnS f ' rletlzenl:
68
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 68
f Activiteit:
KLEINE DAGUITSTAP
Bestemming / omschrijving: Datum / uur: Aantal deelnemers: Inhoud / Programma:
Brussel Zaterdag 14 november 1998 50 Geleid bezoek aan Brussel - gezien het regenweer werd de geleide wandeling doorheen de oude stadskern vervangen door een `Brussels-sightseeing" - architectoraal Aansluitend vrije lunch in de omgeving van de grote Markt Geleid bezoek door het Kapelse Vlaams parlementslid Dirk Van Mechelen (... ondertussen "Vlaams minister") doorheen het nieuwe Vlaams Parlementsgebouw Aansluitend "drink" in het Vlaams Parlement Koud - guur - hevige regenbuien Bijzonder zwak voor `Brussel architectoraal" ... reisleider van dienst Harry DS trachtte de meubelen te redden! Uitermate deskundig, boeiend en enthousiast door Dirk van Mechelen in het Vlaams Parlement
Weersomstandigheden: Gids:
Algemene beoordeling:
Ondanks het bar slechte weer toch vrij geslaagd Wat hebben wij een "Mia Verdonck" gemist in Brussel tijdens de voormiddag; gelukkig was er de zeer verrijkende ervaring in de namiddag.
Kritische noot:
De Brusselse stadsgidsen kosten dubbel zoveel (2500 Bef) als deze te Antwerpen. Onze ervaring was er echter ĂŠĂŠn die niet eens de helft van de prijs waard was!
69
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 69
Dirk Van Mechelen, een voortreffelijke gids in het Vlaams Parlement
70
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 70
i Activiteit:
ALGEMENE LEDENVERGADERING
Bestemming / omschrijving: Datum / uur: Aantal deelnemers: Inhoud / Programma:
Huize Bauwin - ons nieuwe lokaal Zaterdag 13 februari 1999 45 De vertrouwde worstenbroden en appelbollen werden vervangen door "Vlaamse frikadellenkoek met krieken" Algemene ledenvergadering Kwis-spelprogramma voor iedereen ... fotokwis: "Wie kent zijn eigen Vlaamse land?" Gezellig nakaarten tot 01.00 uur van geen belang
Weersomstandigheden: Gids:
Goed voorbereide vergadering door voltallige bestuur met - terugblik op 1998 en vooruitblik voor 1999 door RR - kasverslag en spelprogramma door HDS - toelichting bij "Van Kasteel naar Kasteel" deel vIII door PA
Algemene beoordeling:
Ondanks een eerste maal in "Huize Bauwin" vrij geslaagd. Bevredigende en klassieke opkomst voor een ledenvergadering
Een geslaagde ledenvergadering ... voor het eerst in "Huize Bauwin" 71
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 71
f Activiteit:
VOORDRACHT- en DIA-AVOND
Bestemming / omschrijving: Den Haasdam Datum / uur: V r i j d a g 19 maart 1999 Aantal deelnemers: 7 5 Inhoud / Programma:
"Leven en Werk van Antoon Van Dyck" Een diavoordracht in een realisatie van de Toeristische Dienst van Antwerpen, samengesteld in het kader van het "AntoonVan Dyckjaar"
Weersomstandigheden:
Geen invloed op de activiteit
Gids:
Bijzonder goed voorbereid en met kennis van zaken
Algemene beoordeling:
Een echte opsteker voor wie nadien de "Antoon Van Dycktentoonstelling" gaat bezoeken
Kritische noot:
De afwezigen hadden weerom ongelijk!
ďż˝ Activiteit:
POSTZEGELTENTOONSTELLING
Bestemming / omschrijving: Winkelcentrum "Promenade" te Kapellen-centrum Vrijdag en zaterdag 23 en 24 april 1999 Datum / uur: ... niet in te schatten groot aantal bezoekers! Aantal deelnemers: Inhoud / Programma:
Tentoonstelling rond het thema "ANTOON VAN DYCK" M.m.v. de Kapelse filatelist Raymond Nieberding in een organisatie van Hobonia i.s.m. de Kapelse Culturele Raad Een unieke en tevens de grootste verzameling ter wereld omtrent dit thema. Dit kadert bovendien geheel in de grote viering te Antwerpen omtrent de herdenking van het overlijden 400 jaar geleden van Antoon Van Dyck
Weersomstandigheden:
echt winters maar dat is voor een winkelcentrum voordelig
Gids Algemene beoordeling:
Schitterend door Raymond Nieberding ... verhelderend door de altijd aanwezige Raymond Roelands Zeer geslaagd, een zeer gewaardeerd initiatief
Kritische noot:
Geen
72
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 72
Activiteit:
STADSWANDELING
Bestemming / omschrijving: Datum / uur: Aantal deelnemers: Inhoud / Programma:
Antwerpen Zondag 6 juni 1999 van 10.00 uur tot 12.30 uur 35 Geleide wandeling doorheen de oude stadskern speciaal rond het thema "Antoon Van Dyck" Met o.m. bezoek aan de Carolus Borromeuskerk en het Rockoxhuis
Weersomstandigheden:
Veel regen bij de start ... droog nadien
Gids:
Een schitterende Alex Elaut ... bijzonder sterk historisch gestoffeerd, enthousiast en boeiend vertellend
Algemene beoordeling:
Zeer geslaagd
Kritische noot:
Zoals zo dikwijls tijdens onze geleide wandelingen ... de afwezigen hadden ongelijk en hebben heel wat gemist!
73
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 73
Grote belangstelling tijdens de "Antoon Van Dyckwandeling"
74 Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 74
ďż˝
Activiteit:
DAGUITSTAP
Bestemming / omschrijving: Het Maasland en De Peel in Nederland Zaterdag 2 oktober 1999 Datum / uur: 59 ... 65 intekenaars (6 afbellers) Aantal deelnemers: Inhoud / Programma:
Rit naar en koffie met gebak in Arcen aan de Maas Geleid bezoek aan watermolen en jeneverstokerij "De IJsvogel" te Arcen, gelegen naast de beroemde kasteeltuinen. Gedeeltelijk traject van de toeristische "Maaslandroute" Lunch in het schitterende streekmuseum "De Locht" te Horst-Melderslo op de grens van Peel en Maasland Aansluitend vrij bezoek aan het museum. Rit door De Peel en Het Maasland naar Maaseik Vrij stadsbezoek a.d.h. van een leuke fotokwis Rit naar het 8km-verderliggende Thorn met geleid bezoek aan het historische museumstadje ... door het gure regenweer beperkt tot uitgebreid bezoek aan de oude stiftkerk Diner - Teerfeest in zaal van restaurant "Crasborn" te Thorn Na afloop toch nog een korte sfeervolle avondwandeling door het prachtige Thorn
Weersomstandigheden:
Uitzonderlijk mooi tot ca 17.00 uur, daarna veel regen
Gids:
In jeneverstokerij: gids 1, jonge man gids 2, dame
- knap en zeer ludiek - goed maar droogjes
Zeer goede inleiding door enthousiaste en niet te stuiten dame (conservator) in het streekmuseum "De Locht" Vakbekwame en doorwinterde stadsgidsen in Thorn Algemene beoordeling:
Traditiegetrouw "goed gevuld programma", maar correcte timing ... vele nieuwe positieve ervaringen voor alle deelnemers
Kritische noot:
Ietwat te "trage" chauffeur ... maar uiteindelijk beter dat dan te snel en risicovol Te veel "late afbellers" ... de echte noodgevallen vallen niet onder deze bemerking!
75
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 75
Na een boeiende rondleiding gaat de jenever er natuurlijk goed in ... en er was keuze in overvloed in "De IJsvogel"!
Een zeer verzorgde lunch in het streekmuseum "De Locht "
� :�,� eut...:�
- • _r_4!14.kLier'
76
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 76
Sinterklaasviering 1999
B e s -Fe vvievrcljes, Weldra is het weer zover! Dankzij de toffe medewerking van alle 5-foogboomse verenigingen mogen jullie mij binnenkort weer verwachten. Op 4 december kom ik. voor de 27ste maal naar 5-loogboom. Ik hoorde van het inrichtend comité dat er weer een mooie stoet wordt samengesteld: met drumband, vendeliers, boot, huifkar, en paardentram of radiowagen. Let goedop het plannetje op de keerzode, want de stoetzal om 1230 uur vertrekken in de Lobelialaan (aan ALBE). Stap jij ook mee? le weet dat ikerg van alle kinderen hou ... en hoe meerzielen, [we meer vreugde! ?daar denker wel aan: stappen en niet fietsen hoor, want dat is veel tegevaar-iken ikwilgeen ongelukjes! Zoals vorige jaren heb ik voor alle kinderen die mij eenmooie tekening bezorgen wel eenextra snoepje! Bij deze stoet zou ik liet fijn vinden dat alle straten ook mooi versierd zouden zijn! Vragen jullie eens aan mama, papa, grote broer ofgrate zus of dat zij willen Helpen om de straat te versieren, dan wordt de stoet nog veel feesterker. En je weet wel dat ik na afloop voor iedereen nog een zakje met allerlei kleine verrassingen heb. A k jullie in Den 5-faasdam enkele mooie liiedesvoor mij en al mijn zwartepieten willen zingen, dan wordt het ook daar weer een unieksinterklnasfeest..Alle kinderen tot 10 jaar krijgen degelegenheirf om mij een handete komengeven. Vraag maar aan mama en papa ommee te doen en verte-hen ook maar datje tot het einde van het feest in zaal moet blijven, want de zakjes worden uitgedeeld by' het verlaten van de zaal nadat jullie mij uitgewuid hebben. Ingeval van regen, sneeuw of ijsgang bestaat de kans dat de stoet ingekort of afgelast wordt. In dit geval zal onze radiowagen alle kinderen langs het parcours verwittigen dat de viering in Den 5-laasdam zal doorgaan om 16.00 uur. (deuren open om 15.30 uur) De parking van Den 5-laasdam blijft gesûiten voor de mama's en de papa's. Ikkijknu reeds uit naar Begrote sinterklaasstoet in 5foogbooml yullie ook! Tot zaterdag 4 december 1999 om 12.30 uur in de Lobelialaan. Sivtferktaas eh Zwartepiet De sinterklaasviering is enkel mogelijk dank zij de medewerking en de financiële bijdrage van alle Hoogboomse verenigingen, onze sponsors en de vele vrijwillige giften. Elke gift, hoe klein ook, helpt ons om ook in de toekomst Sinterklaas te vieren. Ons rekeningnummer: 733-1621530-11 DE PLATANEN, HAASDAMCOMITÉ, HAEZELDONCK, HOBONIA, KAV, KBG, KWB, RORATE, DAMESTURNKRING DEN HAASDAM, ZIEKENZORG/BEZIGHEIDSCLUB en COSY.
Met dank aan onze sponsors
Electra Voeding I Garage kapsalon Brood en Gebak �.SWn POELETGWIJDEb.vb.a.Wi"Piston" _ DEBEUKELAERPLEES l # ried WILSARNOLD Walter "'nom''""' °,s ��+�Tuinfiiamhedrijf
�
FeestzaalCroda Beenhouwerij Kapellen DENHAASDAM
Oliice
Voeding HOOGBOOM
se SIS
77
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 77
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 78
Sinterklaas op bezoek bij de inwoners van rusthuis Welvaart
Groepsfoto bij het vertrek in de Kazerneweg
79
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 79
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 80
Drumband "The Golden Band" uit Merksem - foto Marc Wouters
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 81
OC
Huifkar van Zander Van ()sta uit Brasschaat -Jbto Marc Wouters
Kinderen in de stoet - foto Marc Wouters
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 82
De grenzen van Hoogboom Raymond Roelands Inleiding Regelmatig wordt ons de vraag gesteld: "Welke zijn de grenzen van Hoogboom ?". Op deze vraag hebben we geen officieel antwoord kunnen krijgen. We zullen daarom trachten een goede omschrijving te vinden van de Hoogboomse grenzen aan de hand van een aantal historische feiten. Eerst geven we enkele definities die de begrippen dorp, gemeente, gehucht, wijk en parochie moeten verduidelijken. Dorp: G r o e p woningen op het platteland, kleiner dan een stad, in het bezit van een kerk; de gezamenlijke bewoners daarvan. Men neemt aan dat de dorpen ontstaan zijn uit kleine agrarische nederzettingen. Deze nederzettingen waren geen losse geografische groeperingen maar eenheden met supraindividuele opgaven en belangen, zoals verdeling van gemeenschappelijke grond of bescherming. Uit deze primitieve nederzettingen ontstonden op zeer gunstige plaatsen de eerste steden. In de vroegere middeleeuwen vervielen vele steden weer tot dorpen of verdwenen volledig. Nieuwe dorpen ontstonden nu rondom kloosters, waar monniken de grond in cultuur brachten, of bij burchten ter wille van de veiligheid. Gemeente: De gezamenlijke burgerij; het volk. De Belgische grondwet van 1831 heeft drie bestuursniveaus ingesteld: de staat, de provincie en de gemeente. Sedert de grondwetswijziging van 1970 is de bestuursstructuur ingewikkelder geworden: op gemeentelijk niveau bestaan thans ook agglomeraties en federaties van gemeenten. We spreken ook van deelgemeenten. Gehucht: Buurtschap, klein dorp (bestuurlijk tot een ander dorp behorend). Het gehucht, een essentiële eenheid van de rurale bewoning, bestaat uit een groepering van een klein aantal huizen en bijgebouwen. Hoewel er zeer kleine dorpen bestaan, heeft een gehucht toch over het algemeen sterk verschillende kenmerken. Het schijnt vanaf het ontstaan, gebonden te zijn aan de vestiging van een familie of van een kleine groep families, terwijl het dorp het gevolg is van de vestiging van een groep mensen, waar de organisatie min of meer gemeenschappelijk is. De gehuchten worden gekenmerkt door meer economische en sociale organisaties van individualistische aard. Wijk: D e e l van een stad of groot dorp; de bewoners ervan. Parochie: Gebied, aan de rechtsmacht van een pastoor onderworpen; de gezamenlijke gelovigen van dit gebied. Oorspronkelijk was er in elke stad maar één kerk met een bisschop als leider, geholpen door priesters en diakens. Omstreeks de 4de eeuw, toen die ene kerk niet toereikend was voor het aantal gelovigen, werden bijkerken opgericht in de buurtschappen der steden en in de buitenwijken, later ook op het platteland, waarvan de bedienaren volledig afhankelijk bleven van de bisschop. In de 6de eeuw kregen de bijkerken een zekere onafhankelijkheid en financiële zelfstandigheid. Een parochie had een eigen kerk, eigen kerkhof en eigen inkomsten; zij vormde een beneficie. Een zgn. patroon wees de pastoor aan, de bisschop gaf deze zijn geestelijke macht. Tot de 19de eeuw was de parochie de basis van het maatschappelijk leven, van een ook burgerlijk erkend district dat zijn eigen feesten had (o.a. kermis), zijn eigen volksgebruiken, bijeenkomsten, enz. In de 19de eeuw verloor de parochie deze betekenis en werd zij een louter geestelijke christengemeenschap, met de pastoor als leider. Het oprichten van parochies was aan de bisschop voorbehouden. In de 20ste eeuw streefde men naar de 83
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 83
vorming van kleinere parochies, maar in onze tijd leidt een gebrek aan priesters en aan financiën weer tot het samenvoegen van indertijd ontstane parochies. Wel werd voor de gespecialiseerde zielzorg het bezwaar gezien van louter territoriaal bepaalde parochies en zo kent men thans studentenparochies, immigrantenparochies, enz., waarvan de pastoors persoonlijke jurisdictie over bepaalde gelovigen bezitten, ongeacht waar zij hun woning hebben. Uit voorgaande verklaringen kunnen we besluiten dat een gemeente de kleinste plaats is waarvoor duidelijke wettelijke grenzen werden afgebakend. Binnen één gemeente kunnen we wel gehuchten of wijken aantreffen, maar hiervoor zijn de grenzen meestal niet vastgelegd. In het geval van fusiegemeenten zijn de grenzen van alle deelgemeenten wel vast te stellen, vermits deze deelgemeenten vóór de fusie wel wettelijke gemeentegrenzen hadden. Ofwel werden deze grenzen gehandhaafd, ofwel werden bij de fusie grenscorrecties uitgewerkt en wettelijk goedgekeurd. Vermits in de 19de eeuw de grenzen van de parochie eveneens burgerlijk erkend werden als de grenzen van een bepaalde gemeenschap, gehucht of wijk, kunnen we stellen dat ook voor Hoogboom deze parochiegrenzen de grenzen zijn van ons gehucht. We mogen hierbij niet uit het oog verliezen dat parochies ook grensoverschrijdend kunnen zijn en dus op het grondgebied van meerdere gemeenten kunnen liggen. Dit wil zeggen dat een gehucht of wijk niet noodzakelijk binnen één gemeente te situeren is. Het mooiste voorbeeld hiervan is "Putte". Deze wijk is gedeeltelijk gelegen op het grondgebied van de gemeenten Kapellen, Stabroek en het Nederlandse Hogerheide. 1787 Reeds in 1787 vinden we aanwijzingen dat er verschillende wijken te vinden waren in Hoogboom. Zo schrijft de deken van Ekeren aan de bisschop een brief aangaande de inkomsten van de kerkelijke gemeenschap. In deze brief lezen we dat de bevolking van Hoogboom en onmiddellijke omgeving als volgt opgedeeld was: Kapelse straete 3 0 Koude Heyde 4 0 Fransche Heyde 5 0 Hoogboom 2 5 0 Oude Gracht 7 0 Eickelenberg 6 0 Hooge Caerte 1 2 0 Leege Caerte 2 0 0
inwoonders 1 1/4 ure gaans van de kerk van Eetkeren inwoonders 21 /2 ure inwoonders 2 ure inwoonders 1 ure inwoonders 1 1/2 ure inwoonders 1 1/4 ure inwoonders 1 ure inwoonders 1 ure
Alhoewel van elke wijk het aantal inwoners opgegeven werd bestaan er geen beschrijvingen van de grenzen of de straten van elke wijk. 1871 Bij de oprichting van de parochie Sint-Jozef vinden we voor de eerste maal een officiële beschrijving van de parochiegrenzen. In de zitting van de kerkraad van Ekeren van 18 mei 1871 werd beslist een deel van de Ekerse parochie af te staan aan de nieuwe parochie van Hoogboom. Zij geven een beschrijving van de nieuwe Ekerse parochiegrenzen aan de zijde van de nieuwe parochie van Hoogboom.
84
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 84
We geven hierna het verslag van die kerkraad: t
Q
doe 7��rí�oLlù: -
G����e�d , . � 1 `Ge�feh�,í
/1en„,,ty
. �« M i . }� / ' L � [ q , . n . . v, r i r /
•�f.l.��in" e n ,
'� Q
�
P
/ C A � � . / P / / � G � á i W l n , / i ( / G u n • � � � 0 > ^ - P. • r , � G / G ' r v G l R J � / ,
G � C
�
1 � /
= ��"�e .�•cC�j
v
/
y
/ G 6 i l � . r á
�
/ +
�!![Y/!%!-L6, l l c • G i ó c c r - . o t � , ✓ � a y y n z i o r i
r
��P(•(/Z.H.Yl/,i�,--/�,eA.���GIv�PI/lU1G1.lr' "Pa, et,,,,,,, de age', p`/�GY//dA20W .�fdy �t�orau(.nv� �i�rr,���Gr.�,.de d a d ( 9,��c�i�ieayc'c � � i ù �
o G / � oie�.c�i,ai�
� � �% o- ?eclrfcry c1� �r//� e Ç � � G - l 4 0 0 r r r ; / . a L r c ✓ �cGcorec�v�,zBlr���ir�%. � � / / � . � N �
A .
®
_.C���J.lr�g U � L
/ / � �
®
/
//��í/ / r r � � �� � � " � -Y7rNt / e l / 4•0(.!1/qL'NNY . GIN1pFGl,i :
/ � /
„
� , �
<
�
%
�
C< —.
/
l L r u . r r • G 2 c r �vrL,rr� Q G G r 1 l � 1 v ( l r L G i G . v L O H � / ! y ( L 6 s - v G e G P 2 � Y � C . L , d � • 4 G � �
[�77yS27Gdc,/�Ct'i � c / S t r r �
.
.
_
` , � t , t i
. l�e/r+�-�ce.as+ ! c
:
�.iir�.a� . - -
D P
/ I
%
•
/
p
d e O e [ ! C . ' C 3 . ! � errrirl.c �rrKGor•�L.t/'�jL.1 .��Y�LX
! + n
��1 J � c i . o r r . J 1 u ! í > • ! o - ' G i ( r . C l 2 / L g i Y � C h u Ga+.•Ao,�[� ( ' i P ï L G z � , a e í / „ I c e
/
.,/".7.-441"
�
�tlfG,/�if/�7i�
J r�� I P C , / � v C M s t a e � 2 r u u 1 4
;
/f , _ -PiG1VGJ q � , 4 [ ' � � l G 4 e U L c • i / d G � g y 2 � i i , L . C i t i ' O G n / l / p L t � h l � � r , t , y � O A I s � L L n - r - � P�Y['. � 7
/í� �/
/
p
�
/
_._(1��e�.tarrzd.�2ga.o(sc�/en'zee!,(iitc.2avcrTGe.lt�:cL�r7�12>�r„i�x.,/.sv 4..1'.▶ttia��%�i.� ,, � � . / � J J y � ; � � ../�o�r.-,.s*ad,n • 4 � r t . G J L • a w b l 4 / - Z L ' 2 I 7 / w i r í . G r u y O / t m ' / ' L G t v c . f i d . G t r l � 4 r L • � l L l O r y �Ln,yr'a�Yr�;'• (�[il Uo'/�e�,%L e
� /
//
�
. - � : , , , , 11 0 A % G , L 1 � G n 2 j . Y d L 1 4 � L L E , � i t C /
ii.OirG�6»,eG,Y�1 L0171.f,LLI".w•�w G t c t r ,
�
�
e
�
G
( / � i e , . 7 l a r x � v
�
y
r t ca�arP4 � i
�
.
,
"
! / %
�
q e � Y �
�/� � j /��/
%-
� !
/ � ! ////�
� � m i d � � L / ' G 7 ! / J t ' . � � / / G G s r / !!�!/�Vt�vK/P�/r�/�/1C1� L í 1 / L :
i//9L'2•/I 9Cf/i2ut� ‘ ///J �
y
y
[
.
.
a
.
4
.
/
f
i
d
,
�
É t ) , , , , / t , " ' 1 , 1 / € 4 , 1 e - / e / 7 111 ‘ 1 7 7 11 , 1
r i : . z c � aL�us:- acr�
e
��e2e>:u✓/
�
�
GGVHr/141,GrG
,( � / J / / / p f f � �J/ C.lHe1 i •AueaLrvGQfGs•/G`ry%U i l̀�cdl/�h��loov�-�ieis� jl -✓ 6Dy�us2e2�saex-Lo�1ti2��vs*�• . 7 'Jaen. i v e 1 L LGn
, �
� ; � v v D�1 � „ r . , , J • . � � g i � c r . e � � l e � s l s c y ® + � p c - / e � � r � v h / l a e r �
n ;
q/LeGfiG,zne� i G i 2 t t , 4 c r n a � i . ® i Yi 1 c - c � i G L r • C c � � n � / > . t e r n P e • 4 e . 1 ' , e z í r i
� / J
l
" w e o�e�o-�J' ¢2Clfhi.-i.q eGvws�lMt GK,/rG� ce . / r s a , - y v d w L c f i v, i W e d '
�
/
1 e r / e - d e e e s e e 1 + �
/ _ , c . ✓ � ! r / � � d o e r - G i 1 . [ � . B � i í L C C j � t g . � ! / l e ' ! / c � t v J 9 d r y iice'1� / r � i l i , Z i r
/1'�� / J
D
,
/
• �r,•Dr(iG,r� I D G n r z n c � e � i �
e e . : �
�
/
�
�u7��l�Ply'
®
s
, / r % e r i o � r y ��/Qa/��/-���y�J • � ( s � v, r / / v 1 G 2 t c � l i � % t c
—
�G6hG1'vGNi(OY.tX•lvirl�L�i`�J1 ' GnrFA9!/GG7PYie7lL�/�YCLH!'GH/('%LGY%✓LL'?./7rLf� >et.,L�//1Y'i12'�1i, � � • - - í f c h 4 G �
/
+
/
l
d
�
j
/
/
�
/
1
, , G ï l , - c L L r � � j x � G J � / � d y / - d e ? c i 1 � , < h / m 1 a G L 3 ✓ N / l r , , , 9 r y - . y J u / � ! / L U s ! / G v r r y e r ; �( 9 !!r
/ � C
.-
`
85
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 85
. -r,ealegie�20��. �r�Ajj-�� <ceiJc cdu��f/% G✓e �r.sf1ln�/��.�.'u/ ! �
�
d �/n�
l
•
e l m
r /
p
- f e o G . 7 v v v v i - d,+ ,0í.wti Z I A � 4 G � „ 7 , 1 r , 7 - Z w j f _ ' o � a . e ale 4 4 / /
2 a -e7
h
e b r y �
®
%
p
�
[
G
z /
,
l
e
a
c
r
A
e
:
d e r y Gier-ele‘
v n v r J L c � g e f i �
e
W a v y "
q�rrov,u�d � v v r r i l n v � p i o � O � C o �
i
, i e
e À i z e i 4 e 4 - ��L7C e , z v, i � l j � t l . F z , i
/� / p J � Y / P e e � � i � c n < / o . n / , c 6 4
4 - e t e Y GVZ.
A .l<r�.vc�i<r:-��-. a 2 / 4 . 1 . Jqq-��--�� Q ' 6/�/�: 7
J / / r � �L6iCZe.ti//�6LY+/4GrDG[Grv- e e r l e , 4
,!�� '� � {'J_
�J '
o
r [ G ✓C�`JP-/I�UI4a(+1 - ± au 7 o l � i l l � L � ' i / / ! � ` O T I % � i N / / J , 7 � � .�J /
G t a d o , v ' P 2 [eeue/
�LLj�L// L!/ ��y l
G! íGGI1 p l ( / Y L !fl!� /r p i e " , [7LG1,G1eh7-'+'GYi1 "
4 © , , f y . �i
:�liyrr 9ilGr7� G L g e i Y, ,Grid
/ J / � / D r d ! / _ . ( - / ZYa-ct-ani n � 1 0 / - ( p r � a � isq . . .�Gt ` / C / r Pr de;
,ere-» !.1.e
17)
/ p / � ���/ " � / t a r p �~ r e e f - lDLeli-l� N,""�/��¢� i t f i r � f � � C L'('��7sLll��/YV' !j/%!7�
�
J y , ç ?�ZLN 1��r7 4L�fs7�bW.�J 'í'rA�Y+�
l
t-✓��hGt'A`JCJ1 � i 7 Q f t l � � G � v � � ! / 7 � 6�77�//C� ! / F L I J e r e G Y 7 � d a l i e p - > - � % ' 7 / U / W / / - � E G L t K q G H � C f i G �� CJl G r i� � Ÿ i /� L �<� (JPÁI�Car2 f c 'ze ( e - i ! 2 / - Y I� - lYtt,7 � G,'.�!_' / /
�
— / ✓ I C
,.
l e �r,r�t¢ , o v � j r � , d L : G � / í % a ' y ó l f � v i G l t l y � / / . � . � t e e � � a C �icG"e�o,tdr�-CtA�, �i. / / a a . o e % < t i /
e
�
e
Q
/
vr1i7 � o a g (vvrmv+ O H c á � � / Q � e - / í i � v e - 6 1 a . , d u g i e i r � t l e f e A . —
� i �
�
�
� � � , � ( Y o i — p r z e t , o ‘ e.reee-c74/e � / - h i ,
me/-(2.: ��lYZdC/I
-
"
cí��yda4°4/el, P / l ` / �
�
� � L d
GleG4:G,4
�
!
d
G N 19Gc4G071v ! i L ' D ' ! ` Z G H l n 7 ` / 1 . 7. 1 ,•7 f UGe í � . o r l �• o 9 , < / ,�< � . , " / " e i/d e e , , < g e / Z .
�
eleeies^ e » ,
�
e r V � � - - r e f , -
Peee
r u y a w e , 0e,7
"
é
t
e
s
„
e
l
y
l ¢ Gseirytvrv�h7.crsr�v , f D Y � f � .
` � •
/2GS
= > i �
�
j r,� a ' ` � C [ ' / I C J I �. � � � J y 4 4 n ,'^G eCA7GYyYf
`��e�J.
/
(
. • .. ��Gy/c,vJ
e � . l ; � , H o
�L%ld` �P-Ly,/f.-vo�`y?� • f i e /
P.s /7Pis�
�
/eil i�Lli,r,,7GrY/,
86
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 86
Extract uit den Resolutie-boek van den Kerkenraad van Eeckeren. Gelijkvormig afschrift: Zitting van den Raad, op den 18den Mei 1871. Tegenwoordig de Eerwaarde Heer Pastoor en deken, de Heer Moretus, president en de leden: De Pret, Mertens, Tillieux en Hennen. De eerwaarde Heer Deken geeft lezing van eenen brief aan d'Heer Baron Osy toegezonden, kennis gevende dat bij de hooge Overheid de vraag van dezen Heer tot oprechten eener Kapel te Hoogboom, volgens wensch van den Heer Deken beslist is. Alsnog van eenen briefvan zelven Heer baron Osy aan de Eerwaarde Heer Deken van den volgende inhoud: Gueldre, Chateau de Wijchen ce 12 mai 71 "Monsieur le Doyen: En réponse à la communication que Monsieur Jacobs vient de me faire de la part du conseil de fabrique d'Eeckeren et relativement aux réserves que collège croit devoir faire avant d'accepter ma donation, etc." Den raad vergaderd om over deze zaak te beramen, neemt in aandacht het voorwerp van plan tot verdeling der parochie in twee deelen door den Heer Burgemeester, in zitting van twee april jl., met betrekkelijken brief van den Arrondissementscommisaris, aan het Kerkbestuur gecommuniqueert. Den Raad alsdan van gevoelen zijnde, niet geroepen te zijn over de omschrijving der nieuwe Parochie haar advies te geven; maar eileen over het principium van oprichting eener nieuwe kerk in het gehucht Hoogboom; heeft bij proces-verbaal der zitting van 2 April jl. (waarvan kennis is gegeven) besloten dat den Raad in voordeel van een gedeelte parochianen verre van de parochiale kerk wonende; met genoegen de oprechting eener kerk in het gehucht Hoogboom zou zien; wel te verstaan, op voorwaarde dat door deze oprechting de interesten der kerk van Eeckeren niet zullen worden benadeeld. Zonder verder gevolg aan deze zaak te geven, heden in aanmerking nemende, den brief van den Heer Baron Osy, hier boven omschreven, waaruit spruit dat dezen heer, in overeenkomst met de reserva in bovengemeld Proces-verbaal uitgedrukt, de verzekering geeft, dat de Intresten der Kerk van Eeckeren geenszins zullen benadeeld worden. Na de reden vóór en tegen overwogen te hebben gaat den Raad over tot de stemming der twee volgende voorslagen: I° Zal de kerk van Hoogboom door het fabriek der kerk van Eeckeren, aangenomen worden als Kapel of annexe, Eigendom of afhangende van de Parochiale Kerk. 2° ofwel: Is de raad van gevoelen dat de Intresten der kerk van Eeckeren vereischen er eene grondelijke scheiding zou bepaald worden met afzonderlijke parochie in Hoogboom. De laatste voorstel wordt met vijf stemmen tegen eene stem aangenomen. Overgaande tot bepaling der scheiding van de Parochiën: Er wordt beslist deze scheiding te bepalen op de helft van den kasseiweg van Antwerpen naar Cappellen, tot aan de beek lopende Oostwaarts van den kasseiweg en afscheidende de Gemeente Eeckeren van Brasschaet. Deze beek op zulke wijze volgende: dat het gewezen zijde fabriek zal toebehooren aan de Parochie van Hoogboom en de Galge-hoeve aan die van Eeckeren. Op verzoek van den Eerwaarde Heer Deken wordt in dit proces-verbaal vermeld: Dat Z. Eerw gestemd heeft tot oprechting eener kapel afhangende van de Parochiale Kerk, en bediend door eenen bijzonderen onderpastoor dezer kerk. Verders wordt er besloten deze beslissing aan den Heer Baron Osy mede te deelen om Zed te dienen waar nodig. (Geteekend) J.B. Caymax Deken en Pastoor in Eeckeren, Ed Moretus, B°° De Pret de Calesberg, P.J. Mertens, O.J. Tillieux en G. Hennen. Voor gelijkvormig Afschrift De Secretaris (Geteekend) G. Hennen. 87
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 87
De parochiegrenzen van de nieuw ingerichte parochie werden op 11 november 1871 door landmeter G. Verhoeven als volgt vastgelegd en vormen vanaf dande officiële Hoogboomse grenzen.
. _. k://' • ` 1 �71,'/� v
r• �
Y •
,,.��
40,1,.e4,}p� , ' ; 4c+A * \
N
88
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 88
e� 7 ` _,...
�i>?
; t » 7 t 2 t r I o '���Cc� /
//�
/
�
'
l
.
P
"
. �Fi� �LLU'� s 7.0,•D /Y�`'�rNls�2 ; � �p.st cŸ.! r r .•te-. � 4 / B � t e l v í � _ tY?�?[!�n[(;.-•.1�92-'�� ' f �r � 9 r. ' T L � = � e e l -
_ /_/J
,l/
t � L � � e z z
J
;-;"4 Lee
/
/
i
ca/F-r+av�a.tr•a*E's2:Lti�7a/f'•.iriiri'.'»lePl9.! . � � e - i I ó
-,
.
,
-
-
-e-.i,ur't 1
'''''''''"2.... G"•' 5 t v a r - r e a l j � a r n e . � e i / � � e z - ' e x z e� P. . a x e r i . e e % e 4 . . . . , r ✓ r • . • t z e ï i � , + < ' e » < E � 2 . - _ - � . . � % ! : � r � 1 . f / ' ��� % aled"a:'�7c`�.r � _ ( / . - < � + . . wee-32 -�=s•dzd.<�T . lFJ !-•s .p e C 2 '!? � /
r
rr
C
7
e)
. � � C /1 ,-� - f . ? * •\ F Fi'�� / f Îi 2 . ( - � ;C
�-��`.f.te�• ae.rvatrrz�r•yz-� c � (/� "7�) ` R � A .
,
/
/
� G e e e � J . t � : /7
�
,/ ` Y �
ï z é r ia�t7av' P E � . . r s r % ✓ � / /� , � ? � G 9 ? e � l LY.e! •C`'���eCf ,et:-.� L � � . / 4 7 e . 5 4 1 5 ' ~ ' ' , � � 7 1 C � v g c�tL•psyZ e / l � a . , r _ e; � ^ ` X 1 : 7 ' r � f � S f ; cc'� l a F � ' � � a�i%y-A'Ar6síicre� ï��7OD_
[ 7 1 r � F / z < q . d t , � ; � y � e e �r__: u � • p • p y a , c n , 4 • e v t , " > z r ; f : f C i . a 2 � G r � ' � a i i ,
: , � �
_ �
/ /
�
�
�
o•G' / 4 �! � / G e l -e. e t c ��, f�lf•-_a�vZ�ÿe+�+� o r �o�y � f é t ✓ ✓ � t . l� � , d G 7 , i r � . � � d (F% � r , >í� .� � — . ✓r 4— �� � � � / � � . a � í l £ - � i;x.-, (��r�%c�z-���✓/r��e� � ` � � � i . :� � � , � � , � C + . e J Y J G o-��_._. Pt•t6s��
` t
e v s . P. L � c , ,
sei
Sint Jozefskerk van Hoogboom - tekening André Marien
89
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 89
1937 Tijdens de raadszitting van 11 maart 1937 wordt door de kerkfabriek van Hoogboom de beslissing genomen dat: "Ingevolge het schrijven van 4 maart 1937 van de gemeentebestuur van Ekeren, op last van den Heer Gouverneur en op verzoek van Zijne Eminentie de aartsbisschop van Mechelen ", het gehucht gelegen rond de Steenweg naar Bergen-op-Zoom en deels genaamd "Zilverenhoek", zou opgericht worden als kapelanie onder de aanroeping van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, als hulpparochie van Hoogboom. "Aangezien de parochiekerk van Hoogboom op het einde der parochie gebouwd is, en dat de bevolking meer toeneemt op den grooten steenweg naar Bergen op Zoom, brengen de leden van de kerkfabriek een gunstig advies uit". De kapelanie werd opgericht bij Koninklijk Besluit van 23 augustus 1937. Eerwaarde Heer Victor Ceulemans werd tot kapelaan benoemd. De oprichting van de kapelanie Zilverenhoek veranderde niets aan de grenzen van Hoogboom. Met het toenemen van de bevolking van Zilverenhoek begint stilaan de wens naar een onafhankelijke parochie te groeien en in 1951 is het zover. 1951 Bij Koninklijk Besluit van 23 oktober 1951 werd de parochie, Onbevlekte Ontvangenis van Maria, zelfstandig. De officiële grenzen van Hoogboom worden hierdoor gewijzigd in die zin dat nu de parochie begrensd wordt door de Jagersdreef en de Koningin Astridlaan. De bewoners langs beide zijden van deze straten blijven behoren tot de parochie Sint-Jozef Hoogboom. 1960 Op 22 maart 1960 verschijnt er een Koninklijk Besluit betreffende de oprichting van een hulpparochie, onder de aanroeping van het Goddelijk Kind Jezus, van de wijk Bethanie, te Brasschaat en de wijziging van de gebiedsomschrijving van parochiën te Brasschaat en Ekeren. Afschrift. MINISTERIE V A N J U S T I T I E . - B e s t u u r d e r E r e d i e n s t e n , Schenkingen e n L e g a t e n , S t i c h t i n g e n . l e S e c t i e , n r 32.745. BOUDEWIJN, K o n i n g d e r B e l g e n . A a n A l l e n , t e g e n w o o r d i g e n toekomenden, H E I L . Gezien d e v e r z o e k s c h r i f t e n v a n 2 0 a u g u s t u s 1 9 5 8 waarbij d e K a r d i n a a l -Aartsbisschop v a n Mechelen v r a a g t : 1°) d e o p r i c h t i n g t o t h u l p p a r o c h i e , o n d e r d e a a n r o e p i n g van h e t G o d d e l i j k K i n d Jezus, v a n d e w i j k Bethanië, t e Brasschaat; 2°) d e w i j z i g i n g d e r g e b i e d s o m s c h r i j v i n g e n v a n v i e r hulpparochiën t e Brasschaat, e n v a n d r i e hulpparochiën, te Ekeren; G e z i e n d e a d v i e z e n , d . d. 2 1 e n 2 2 s e p t e m b e r , 5
en 8
90
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 90
october 1958, 4 j a n u a r i , 2 8 a p r i l , 2 5 m e i e n 1 7 j u l i 1959, v a n d e f a b r i e k r a d e n d e r k e r k e n v a n O n z e L i e v e V r o u w Onbevlekt Ontvangen, v a n de H e i l i g e J o z e f , v a n de H e i l i g e Antonius, v a n de H e i l i g e Familie, t e Brasschaat; v a n h e t H e i l i g H a r t , v a n Onze L i e v e Vrouw v a n Gedurige B i j s t a n d , van d e H e i l i g e J o z e f , t e Ekeren, v a n d e gemeenteraden aldaar en van de bestendige deputatie van de provinciale raad van Antwerpen; Gezien h e t p l a n d e r gebiedsomschrijving d e r h u l p p a rochie waarvan de o p r i c h t i n g aangevraagd wordt; Gezien d e p l a n n e n d e r w i j z i g i n g e n ontworpen a a n d e gebiedsomschrijvingen v a n d e z e v e n o v e r i g e h i e r b o v e n genoemde h u l p p a r o c h i ë n ; Gelet o p de a r t i k e l e n 60, 6 1 e n 62 v a n de wet van 18 Germinal j a a r X, h e t d e c r e e t v a n 30 december 1809, a r t i kel 11 7 v a n d e Grondwet, h e t K o n i n k l i j k B e s l u i t v a n 1 2 maart 1849, d e w e t v a n 3 0 december 1950 g e w i j z i g d d o o r deze v a n 3 1 d e c e m b e r 1 9 5 5 ; Op v o o r d r a c h t v a n O n z e M i n i s t e r v a n J u s t i t i e , HEBBEN W I J BESLOTEN E N B E S L U I T E N W I J : Artikel 1. A r t i k e l 9. - De hulpparochie van de Heilige Jozef t e Ekeren, i s b e g r e n s d , v a n a f h e t k r u i s p u n t v a n d e Spoorweglaan met d e g r e n s s c h e i d i n g t u s s e n d e gemeenten Ekeren e n Kapellen, d o o r : d i e g r e n s s c h e i d i n g , A -B; d e g r e n s s c h e i ding t u s s e n d e gemeenten K a p e l l e n e n Brasschaat, t o t a a n de d r e e f M i s h a g e n , B - C ; d i e d r e e f d e b e i d e z i j d e n u i t g e sloten, C -D; d e Mishagenstraat, d e b e i d e z i j d e n i n b e g r e pen, D - E ; d e Hoogboomsesteenweg t o t a a n d e K a a r t s e b e e k , de b e i d e z i j d e n i n b e g r e p e n , E - F ; d i e s t r a a t , d e b e i d e z i j d e n i n b e g r e p e n , G -H; d e spoorweglaan, d e b e i d e z i j d e n inbegrepen, H -A; z o a l s h e t met een rode l i j n op h e t h i e r bijgevoegde p l a n van bedoelde hulpparochie i s aangeduid. A r t i k e l 1 0 . - Onze Minister van J u s t i t i e met d e u i t v o e r i n g v a n d i t b e s l u i t .
i s
belast
Gegeven t e B r u s s e l , 2 2 m a a r t 1 9 6 0 g e t . B a u d o u i n Va n K o n i n g s w e g e : D e M i n i s t e r v a n J u s t i t i e , g e t . M e r chiers. Vo o r e e n s l u i d e n d e u i t g i f t e : D e D i r e c t e u r v a n a d m i n i s t r a t i e g e t . L . Pomba. , 1� �t: . ` l o o i e e n s l u i d e n d a 1 Sc.'r Voor � Prov_� r _ c � G . _ _ t'î _L' e De�"Cv<.-:d.]'C�. a
t�C'�v^l'_r,
L. L t - t l l a e r
91
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 91
Dit Koninklijk Besluit wijzigt de Hoogboomse parochiegrenzen een klein beetje op het grondgebied van de Oude Gracht. De hiernavolgende straten maken nu deel uit van de parochie Sint-Jozef Hoogboom: Alfabetische straatnamenlijst Grondgebied Kapellen: 1. Bernard De Vadderlaan 2. Bosdreef 3. Campanulalaan 4. Claessensdreef 5. Fortsteenweg 6. Fresialaan 7. Fuchsialaan 8. Gardenialaan 9. Heidestraat (Hoogboomse zijde) 10. Heidestraat Zuid (Hoogboomse zijde) 11. Helmstraat 12. Holleweg 13. Hoogboomsteenweg 14. Jagersdreef 15. Kazerneweg 16. Koningin Astridlaan 17. Kraaienheuvel 18. Leeuw Van Vlaanderenlaan 19. Lobelialaan 20. O u d e Grachtlaan 21. Papenboslaan 22. Petunialaan 23. Poeodreef 24. Polodreef 25. Prinsendreef 26. Rododendronlaan 27. Schuttersdreef 28. Vinusakker 29. Voetbeeklaan 30. Zinnialaan 31. Zwartebeeklaan Grondgebied Brasschaat: 1. Hoogboomsteenweg 2. Hoogstraat 3. Mishagenstraat 4. O u d e Gracht 5. Sionkloosterlaan
92
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 92
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 93
E M U
WITgiffld
4
3
2
/ N
\
/ .
/
,
� '
�efi q
i
're
�
�
'
?•eg,Y .
N ,.
��-,��
J�
1
�
e
�°
l2
� �/ W
,
%
\
t
O
6�
7
r {` ��
`
. ,6 g
f r
� �
-•
��
��
à
,��a�
-„ ��
.! ,
a
_ — , ,
F U R l ['AV
1
� e
��
‘
�
0
a
'`
Y. 013
O
1
ÿi•
Yl��
A � `
3
�
T1�
1
v
� , , �
�
—
, V µ �
0
ay'�R
4
'
` �r��
�
`
t
,
0
�
,
rY
y
� 9 ,
, � - _�,�lQ� � �
YY"aT�'3�
A •PY.
_ ( � v � �
© RyumudRdaad+
GJ�_
I
� �y"�, �� 1 4 , Y : u �
� �� �oI �[Wi.'r/�� �,
�G
�
...À
�gpp1A57EEV
,r O O l �� y�éFr6
• W B 9 m
� ®
i l
.
�
- ` 4 > ����°'� `
S
née �
� �
�
�q�p3
+
.,upW 11'
.,,m, _
hi 8 :
�I+O
1,
u
�)EF
��y� Ww'
��
"- ,
,� . P i o i tsw���ao�i9:l� . . V � � Ya Y � �
y
� �U`.�A6�
'
‘ ,
�
1
F 4 �9N
I
mruniuiurne aruiovari
.�.4i�.oibimuimuiu�.weiu
• ,PrA.[aM:aeraal
H
BRASSCHAAT
M1�YWI1�YJGIFaolY�a�l��. . .
�
P°N
Hooc�oo� ,���
���
%fP&LLSd"I/■ . r
.
�
lo D��
p ` �T` �
� �
�
OALBE
i
a*��'
'ere
J
. 7, a J
E
I��. .�n;f��� E,�4ípYA
D
,,�"+ � � �4 .,&� � � . ; ,�� >� '� �k ,`p`'� . y.:-�Y
i
E �
.ee...
���.
, r
I
C
$� ,▶�
� . .
. , _ i „ i r n
'�
�
Y '
ZILVERE OE :
Parochiegrens
Gemeentegrens
1. Den Haasdam 2. Rusthuis "Prinsenbos" 3. Pastorij 4. Rusthuis "Eikendal" 5. Kleuterschool 6. Rusthuis "Welvaart" 7. Bibliotheek - Sporthal 8. Basisschool "De Platanen" 9. Asielcentrum 10. Albe 11. Rusthuis "Plantijn" 12. Rusthuis "Sterrenberg" 13. Sterrenhuis 14. Nieuw Medister
Legende:
A
Zoals we hiervoor reeds vermeldden werden de parochiegrenzen officieel aangenomen als zijnde de grenzen van een gehucht. Dit neemt niet weg dat binnen die gehuchten bepaalde gemeenschappen een wijk gaan vormen. Deze wijken zijn dan geen officieel afgebakende gebieden binnen een gehucht, maar gedragen zich toch als een samenhangende groep. In onze omgeving kunnen we hiervan enkele mooie voorbeelden aanhalen waarvan de Hoogboomse wijk Haezeldonck wel de meest actieve wijk is uit onze regio. Denk maar aan de openluchttentoonstelling ARTia die er plaats had van 21 augustus 1999 tot 31 oktober 1999. 1957 Door de verkaveling van het kasteeldomein De Sterre ontstaat hier een nieuwe wijk die de naam "De Sterre" meekreeg. Deze wijk maakt deel uit van de parochie Zilverenhoek. In 1957 werden de eerste straten getrokken, namelijk: Vinkenlaan (na de grenscorrectie op 1 januari 1983 werd de naam veranderd in Kwartellaan), Leeuwerildaan, Lijsterlaan, Merellaan, Spechtlaan (1983 Roodborstjeslaan), Nachtegaallaan (1983 - Valkenlaan), Wielewaallaan, Zwaluwlaan. Bij de eerste uitbreiding van de wijk "De Sterre" in 1960 kwam de Kastanjedreef tot stand (in 1966 verlengd tot aan de Geelgorslaan). Bij de volgende uitbreiding van de wijk in 1962 kwamen de Koekoeklaan (1983 - Kauwenlaan) erbij. In 1963 werd de Hindedreef aan de wijk toegevoegd. In 1964 werd de wijk nogmaals uitgebreid met de Schapendreef. De Geelgorslaan en de Heggemuslaan werden in 1966 toegevoegd. Bij de grenscorrectie van 1 januari 1983 werd een van de oudere straatjes op het kasteeldomein gewijzigd van Zijdefabriek naar Zijdefabriekstraat en tenslotte werd in 1988 de Schuttersdreef als verbindingsstraatje tussen de Jagersdreef en de Wielewaallaan aan de wijk "De Sterre" toegevoegd. 1970 In 1970 kwam de wijk "Haezeldonck" tot stand. Het domein van het kasteel Haezeldonck werd verkaveld en de straten Campanulalaan, Fresialaan, Fuchsialaan, Gardenialaan, Lobelialaan, Petunialaan en Zinnialaan werden aangelegd. 1974 Tenslotte vermelden we nog het kleine Hoogboomse wijkje Helmstraat, Papenboslaan en Zwartebeeklaan. Bronnen Grote Nederlandse Larousse Encyclopedie Wolters handwoordenboek De geschiedenis van Hoogboom - HOBONIA 1976 Kerkarchief Sint-Jozef Hoogboom - bundel 23B Kerkarchief Sint-Jozef Hoogboom - briefwisseling 1999
94
Hobonia - 28ste jaargang - Jaarboek 1999 - p. 94