JAARBOEK 2000 Culturele Heemkring
HOBONIA v.z.w.
Jaargang 2 9
I
Geboortehuis van Jan Jozef Verberck—Hoogboomsteenweg 280
INHOUD Inhoud
blz. 1
Samenstelling bestuur
blz. 2
HOBONIA 2000
Raymond Roelands
blz. 3
Jef Verberck stierf voor het vaderland in 1914
Lieven Gorissen
blz. 5
Verslag van onze activiteiten
Harry De Sitter
blz. 65
Restauratie van een monument: "Sint-Jozef HOOGBOOM" Raymond Roelands
blz. 73
Tekeningen - André Mariën
Iedere medewerker is verantwoordelijk voor zijn bijdrage. Overname van teksten uit dit boek mag slechts gebeuren mits toestemming van de heemkring en de auteur. Verantwoordelijke uitgever: Raymond Roelands Vinusakker24 2950 Kapellen 1
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 1
HOOGBOOM Culturele Heemkring HOBONIA v.z.w.
BESTUUR VOORZITTER (contactadres)
: 2
9
SECRETARIS
5
:
PENNINGMEESTER
LIDGELD
:
:
Raymond ROELANDS, Vinusakker 24, Hoogboom - Kapellen tel. 03/664.18.88 Harry DE SITTER, Bosduinstraat 11/1, 2990 Gooreind - Wuustwezel tel. 03/633.38.08
:
ARCHIVARIS
0
Emiel BRIJSSINCK, Holleweg 12, 2950 Hoogboom - Kapellen tel. 03/665.08.45 Paul ARREN, Diestsebaan 3, 2230 Herselt tel. 014/54.25.41
500 BEF per jaar voor gezinsbijdrage; te storten op rekening KBC nr. 409-4076841-72
2
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 2
Beste Hobonianen, Naar aanleiding van de restauratie van onze parochiekerk Sint-Jozef hadden we gehoopt dit jaarboek te wijden aan de geschiedenis van de renovatiewerken, die in 1985 van start gingen. Maar, omdat de beide zijaltaren ernstig weggezakt zijn ten gevolge van de wateroverlast van september 1998 - het bestek van de laatste fase van de restauratiewerken dateert van 1996 - en omdat de eerste kostenraming voor deze bijwerken abnormaal hoog was, kan deze laatste fase van de restauratie nog niet afgerond worden. We hebben daarom de uitgave van "De geschiedenis van de restauratie van de Sint-Jozefskerk van Hoogboom" verschoven naar het jaarboek van 2001. De uitvoerige bijdrage van Lieven Gorissen: "Jef Verberck stierf voor het vaderland in 1914"; leek ons een waardig vervanging. Lieven Gorissen duikt in zijn persoonlijke archieven en schrijft het verhaal van Jef Verberck. Deze Hoogboomenaar werd geboren in het ouderlijk huis, estaminet "In de Belle Vue", Hoogboomsteenweg 280. Hij nam dienst als vrijwilliger in 1911 en begon zijn korte militaire loopbaan in Menen. Verder verhaalt Lieven de belevenissen van Jef in het leger vóór de Duitse inval in 1914, de gevechten van zijn eenheid en ten slotte staat hij stil bij de laatste dagen van Jef . Jef sneuvelde op 5 september 1914 in Tisselt. Harry De Sitter maakte een overzicht van de activiteiten van het voorbije werkjaar. Aan de hand van steekkaarten geeft hij van elke manifestatie een korte evaluatie. Voor alle voorbije activiteiten ontving u trouw de uitnodigingen en nodige informatie voor uw deelname. Hierna volgt alvast een overzicht van de reeds geplande activiteiten voor het programma 2000 - 2001. Dit programma is voor het bestuur een leidraad, die zoveel mogelijk zal gevolgd worden. Door omstandigheden kan het echter steeds gebeuren dat activiteiten vervallen of dat data wijzigen. In elk geval bezorgen wij u vooraf steeds een uitnodiging met de nodige gegevens van plaats, datum en aanvangstijd. Indien nodig vragen wij u in te schrijven bij het bestuur. ACTIVITEITEN 2000 Vrijdag 24 november
Dia-avond: "De Oude Gracht". Op vraag van de vele wandelaars in Oude Gracht, de gidsen en de eigenaars worden de oude diareeksen over dit prachtige domein opnieuw voorgesteld.
Zaterdag 2 december
In samenwerking met alle Hoogboomse verenigingen en gesponsord door vele Kapelse middenstanders, organiseren w e de achtentwintigste "Sinterklaasviering" voor onze kinderen.
3
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 3
ACTIVITEITEN 2001 Zaterdag 13 januari
Het is reeds een traditie geworden dat we, ter gelegenheid van de "Kerstboomverbranding in Kapellen", op het marktplein een standje bouwen waar we GlĂźhwein bereiden en verkopen. Voor een zacht prijsje van 60 fr. kan een heerlijk kopje GlĂźhwein gedronken worden.
Zaterdag 10 februari
Algemene ledenvergadering in Den Haasdam. De afgelopen 29 jaar hebben we de saaie algemene vergadering gezellig weten te maken met appelbollen en worstenbroden, met frikadellen en kriekjes, of met een koude schotel. Ook nu beloven we een gezellige sfeer en een aangename ontspanning.
Zaterdag 17 maart
Toneelbezoek. Het is weer lang geleden dat we gezamenlijk een bezoek brachten aan een plezierig toneelstuk. We houden U op de hoogte.
Zondag 2de helft april
Wandeling doorheen het "Verdronken land van Saeftinge". We zullen een afspraak te maken om dit unieke natuurgebied te bezoeken op een zondag in de tweede helft van april, begin mei.
Zondag 27 mei
Lentewandeling in de Oude Gracht. Onder begeleiding van enkele bekwame natuurgidsen vertrekken we om 14.00 uur voor een aangename lentewandeling in dit prachtige domein.
Zondag 16september
Onze wandeling in de omgeving van de Seefhoek, in september 2000, was zeer leerrijk en daarom hebben we reeds een nieuwe afspraak gemaakt met onze gids Mia Verdonck. Vanaf 10 uur leren we opnieuw een stukje van Antwerpen kennen.
Zaterdag 6 oktober
Teerfeestuitstap. Na de mooie uitstap naar Zottegem en Doornik doen wij opnieuw ons best om weer een interessante en aangename bestemming te vinden voor ons jaarlijks feest. Rond 19.00 uur zal iedereen aan tafel genodigd worden voor het teerfeestavondmaal.
Zondag 7 oktober
Herfstwandeling in de "Oude Gracht". Traditiegetrouw maken we een aangename herfstwandeling in dit prachtige domein.
Vrijdag 19 oktober
Persvoorstelling van het negende deel van "Van Kasteel naar Kasteel" van Paul Arren en ons bijzonder jaarboek 2001; nl. "Geschiedenis van een monument: Sint-Jozef Hoogboom". Tevens openen we een gelegenheidskunsttentoonstelling van een HOBONIA lid.
Zaterdag 20 en zondag21 oktober worden voorbehouden om de bestelde kastelenalbums af te halen en onze tentoonstelling te bezoeken. Vrijdag 23 november
Dia-avond in 't Bruggeske in het centrum van Kapellen.
Zaterdag 1 december
In samenwerking met alle Hoogboomse verenigingen en gesponsord door vele Kapelse middenstanders, organiseren we de negenentwintigste "Sinterklaasviering" voor onze kinderen.
4
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 4
Jef Verberck stierf voor het vaderland in 1914 L. Gorissen Nooit heeft de Hoogboomse familie Verberck zich kunnen verzoenen met de gedachte dat, de enige Hoogboomse straat die naar een 'oorlogsslachtoffer" genoemd werd, niet de naam "Jef Verberck" draagt, maar "Bernard De Vadderlaan" (1). Niet dat men iets had tegen deze "ingeweken" verzetsman, die in een Duits concentratiekamp omkwam - maar dat hun broer Jef Verberck, die toch tijdens de eerste oorlogsmaanden van 1914 voor het Vaderland sneuvelde, geboren en getogen van Hoogboom was, en er daarenboven ook begraven werd, geen straatnaam kreeg - dat begreep men niet (2)!
Hoogboom (par Cappellen) A a n de k e r k
De toenmalige Fortdreef kreeg op 12.2.1946 de naam "Bernard De Vadderlaan". Bernard Albert Leopold De Vadder werd geboren te Woubrechtegem (0.V1.) op 19.8.1916. Hij werd onderofficier bij de Spoorwegtroepen en tijdelijk klerk bij de Ekerse politie. Opgepakt als commandant N.K.B. sectieoverste groep Ekeren op 12.2.1944, overleed hij op 17.2.1945 in het Duitse concentratiekamp te Elbrich. BRESSELEERS F. & KANORA H., Ekeren in de Tweede Wereldoorlog 1940-1945, Oorlogsdagboek, Ekeren, 1947, p.14.5. BRESSELEERS F. & KANORA H., Portret van Ekeren, Ekeren, 1973, p. 188. 2
Julia Francisca Stephania Verberck (Ekeren-Hoogboom 2.2.1906 - Brasschaat 17.10.1998) bekloeg er zich nog over tijdens ons onderhoud op 21.8.1995. De "De Vadderlaan" moest volgens haar de "Verbercklaan" heten! Rik Raemaekers (* Ekeren 2.5.1909), zoon van Jefs zuster Maria Paulina Verberck (Ekeren 1.11.1885 - Kapellen 6.4.1962), vertelde mij op 1.10.1995 dat zijn tante Maria Louise Verberck (Ekeren 7.6.1884 - Antwerpen 21.11.1978), echtgenote Bihot, vond dal de "De Vadderlaan" in feite "Jozef Verbercklaan" moest heten naar Jef als eerste gesneuvelde van 1914. 5
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 5
GEBOORTE Jan Jozef Verberck werd te Ekeren-Hoogboom geboren op 21.11.1891 te 16.30 uur in het ouderlijk huis (3) op de Hoogboomsteenweg 38, juist voor het driehoekige dorpspleintje voor de kerk. Het was beter bekend dan estaminet "In de Belle Vue" (4) van bakker Louis Verberck. Het huis staat er nog vrij origineel ondanks een lichte verbouwing, maar kreeg een witte gevelbeschildering, en huisnummer 280. Vader Ludovicus Verberck was te Ekeren-Hoogboom geboren op 20.9.1856 en huwde er in 1881 met Anna Maria Elisabeth Aernouts die op 13.7.1858 te Ekeren geboren was. Begin 1889 vestigde hij zich in voornoemde woning als bakker en herbergier. Jan Jozef was hun zesde en laatste kind aangezien moeder reeds op 12.10.1892 te Hoogboom overleed (5). Daags na de geboorte werd de kleine Jan Jozef Verberck gedoopt (6) in de kerk te Hoogboom door pastoor Peeters. Oom Jan Verberck (7) was peter en tante Catharina Aernouts meter. Niemand zal toen wellicht gedacht hebben dat zijn meter, twee jaar later reeds zijn stiefmoeder zou worden! 22 novembris Joannes Joseph Verberck 22 novembris 1891 baptizatus est pridie natus horâ 41/2 Vesp. Joannes Joseph Verberck Julius Ludovici nati in Eeckeren 20 Sept.1856 etAnnae Mariae Elisabethae Aernouts natae in Eeckeren 13 Julii 1858, junctorum in Hoogboom. Susceperunt: Joannes Verberck et Catharina Aernouts AJPeeters past.
rÎ.1eoLt�e.e: iiii �70lreu.�(Of�://� / � �r�u es� 4 �c:e Ia � íi-� e %rl� � c - .� � ./jh � od..fr ei_ � �. ,�íl��er� / u � -i Y
d
-7 �
�
�
�
� � a 7 . - -
•� _e°
�*,,é‘'y-e
��e*�� ' aie g‘zie_)�a.t�r� CdieL.ZiihanJeSFPJu.eu.h aAete.û , c�/çAz4, .‘„) /� /�dOd‘4Lt-i . I �e* (/Jií/ •� (�Q.Gl.!e� �iYCC�%�• -% / v Gi ^'�,Q�� 1�. _
v
a & h i e � � A
De geboorteaangifte gebeurde te Ekeren op 23.11.1891 te 15 uur. Louis Verberck had bierleverancier Leopold Joosen en voerman Frans Lambrechts als getuigen mee. Reeds bij de datering van de geboorteakte liep het blijkbaar reeds mis.
3
6
EKEREN, Burgerlijke Stand, 1891, * nr. 146. KAPELLEN, FamiliearchiefL Gorissen, postkaart F. Hoelen, phot, Cappellen. nr.8119 hoogboom. " in de Belle Vue. Estaminet". L. Verberck. Ludovicus Verberck (Ekeren 20.9.1856 - Ekeren-Hoogboom 26.9.1935) & Anna Maria Elisabeth Aernouts (Ekeren 13.7.1858 - Ekeren-Hoogboom 12.10.1892), KAPELLEN, Familiearchief L. Gorissen, bidprentjes en nota's uit Burgerlijke Stand en Bevolking. HOOGBOOM, Kerkarchief parochieregister, dopen 1871-1935, 22.11.1891. Petrus Joannes Verberck (Ekeren-Koude Heide 16.9.1869 —Ekeren St.-Mariaburg 18.7.1959), gehuwd met Maria Ludovica W jters, KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, eigen dossier. 6
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 6
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 7
Jan Jozef Verberck werd Jef genoemd. Hij deed op 29.3.1903 als derde van acht jongens, zijn eerste communie te Hoogboom. Boezemvriend Alfons Keustermans was toen de zevende. Terwijl Alfons reeds op 3.9.1903 gevormd werd door "zijne eminentie Cardinaal Goosens, aartsbisschop", als 5de van 17 jongens, moest Jef blijkbaar wachten. Samen met zijn jongere broer Petrus Franciscus, die er geboren was op 12.5.1894 (15), werd hij, als laatste van 16 jongens, "gevormd in de kerk van Cappellen door zijne Hoogwaardigheid Monseigneur Van der Stappen hulpbisschop den 18 Juli 1906" (16) Jef hielp vader van jongsaf in de bakkerij als bakkersgast en leerde aldus de stiel. Hij zou hem dan ook, normaal gesproken, later opvolgen in de bakkerij (17). Hij was de oogappel van zijn vader, wat we gemakkelijk begrijpen aangezien hij na vijfmeisjes, de oudste jongen was en het laatste kind van zijn eerste vrouw. Daarna kwam tenslotte zijn jongere broer en nog eens vier meisjes. Jef wou echter vooral patissier worden, maar moest dan naar de stad voor zijn opleiding. Zijn stiefmoeder, tegelijk ook tante, zag dat echter zo niet zitten en zou opmerkingen gemaakt hebben als: "dat denkt ge toch niet" en "als ge denkt dat 'k uwe was gaan doen". Volgens haar zou er geen werk genoeg zijn te Hoogboom voor een patissier! Jef daarentegen beweerde dat er wel veel werk zou komen "met al die villa's die men er bouwde". Vader stemde dan maar in met zijn vrouw maar heeft er wel "veel erg gehad". Zo moesten de kinderen uit het eerste bed blijkbaar allemaal op hun 16de gaan werken, terwijl die uit het tweede mochten studeren. Ook deze bewering lijkt te wijzen op enige onderhuidse spanning die er mogelijk soms was tussen beide groepen ( 1 8 ) ?
MILITIEHERVORMING TOT AANLOOP NAAR WO I Zoals bekend werd de zo gehate militieloting afgeschaft door de wet die koning Leopold II op 14.12.1909 op zijn sterfbed ondertekende. De parlementaire discussie ervan begon reeds op 24.11.1908, en werd als compromisvoorstel "Eén man per gezin" sedert juni 1909 gepropageerd. Het wetsvoorstel van 7 juli omvatte: afschaffing loting, één soldaat per gezin, inkrimping van de legerdienst tot 20 maanden, behoud van het contingent op 42.800 man, en vrijstelling voor geestelijken. Aangezien de meerderheid niet akkoord kon gaan, kwam er een amendement waarbij de diensttijd voor de infanterie en de niet bereden artillerie, op 15 maanden gebracht werd, terwijl de rest op twee jaar bleef Op 1.12.1909 keurde de Kamer de wet goed met 103 stemmen tegen 50 bij 5 onthoudingen. Slechts 28 van de 87 katholieken stemden voor, zodat de oppositie de wet erdoor gehaald had. De Senaat stemde met 71 tegen 22 stemmen bij 9 onthoudingen (19) Een perscampagne van Le Soir onder de titel "Sommes-nous prêts?" - naar aanleiding van de nieuwe spanningen tussen Duitsland en Frankrijk als gevolg van de tweede Marokkocrisis rond Agadir tijdens de zomer van 1911 - zorgde voor een tijdelijke onrust. Na de verkiezingen van 2.6.1912, kon de versterkte regering de Broqueville - de eerste minister beheerde zelf de post van het ministerie van Oorlog - op 5.12.1912 een nieuw wetsontwerp tot het invoeren van de algemene persoonlijke dienstplicht, in de Kamer indienen: de effectieven van het Belgisch leger zouden opgetrokken worden van 180.000 tot 340.000 man en het jaarlijks contingent van 19.000 tot 33.000 man. Daardoor zou de dienstplicht van 15 naar 12 maanden kunnen dalen. Het oorlogsbudget moest opgetrokken worden van 63 naar 90 miljoen. Achter gesloten deuren legde de Broqueville onder strikte geheimhouding, een verklaring af over de Duitse bedoeling zijn troepen door ons land te zenden bij een aanval op Frankrijk. De wet kreeg dan ook op 28.5.1913 een meerderheid in de Kamer van 103 tegen 62 en 4 onthoudingen. De Senaat stemde op Ekeren-Hoogboom 21.6.1926), tijdens onze gesprek op 27.12.1999. 15. Petrus Franciscus Verberck, (Ekeren 12.5.1894 - 19.8.1947). KAPELLEN, Familiearchief L. Gorissen, foto, briefwisseling, nota's, bidprentjes en rouwbrief. 16.(ROELANDS R.), Kuieren in oude papieren, "communicanten te Hoogboom" 1892 tot 1903, in Hobonia, XXIII-3 (1994), p. 80-88, als Joseph Verberck & Alphonsus Keustermans p.87, & IDEM, 1904-1910, in Hobonia, XXIII-4 (1994), p.143-147, als nr. I1 Frans Verberck en 16 Jozef Verberck p.144. ". Paulina Leonia Verberck (* Ekeren 19.1.1903) tijdens ons onderhoud op 28.8.1995 te Wuustwezel. 18.Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925) tijdens ons onderhoud op 21.12.1999 te Edegem. 19. L UYKX Th., Politieke geschiedenis van Belgie van 1789 tot heden,Amsterdam/Brussel, 1969, p. 245246. 8
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 8
19.6.1913 met 68 voor tegen 27 en 9 onthoudingen, waarop de wet op 30.8.1913 van kracht werd (2). De publieke opinie deelde echter, tegen beter weten in, deze bezorgdheid niet. De "Journal de Bruxelles" schreef op 8.8.1913 nog "Laat ons de groteske boeman van de Duitse bedreiging, die regelmatig de Belgische vrolijkheid komt overschaduwen, opsluiten in de bergplaats voor oude, afgedankte accessoires" (21). Reeds in januari 1904 had keizer Willem II tijdens het officiële bezoek van koning Leopold II aan Berlijn, gesproken van een fataal Duits-Frans conflict waarbij hij de koning beloofde hem FransVlaanderen terug te schenken indien België aan Duitse zijde zou staan (22). Keizer Willem II vertrouwde koning Albert tijdens hun ontmoeting te Potsdam op 6.11.1913 nog toe: "De oorlog is onvermijdelijk en nabij". Zelfs na de aanslag te Serajevo op 28.6.1914 schreef Le Patriote nog op 5 juli: "Wij delen hoegenaamd niet het diplomatieke alarm dat als motief diende voor de recente militaire wet". Zo bekwamen antimilitaristen nog een buitengewoon verlofvoor de lichting van 1913 dat op 15.7.1914 inging. Ondertussen had Oostenrijk-Hongarije op 13 juli een ultimatum aan Servië gesteld en verklaarde Oostenrijk op 29 juli de oorlog aan Servië. Het Belgische leger werd op versterkte voet van vrede gebracht, er werden drie klassen binnengeroepen, en de bevolking begon te hamsteren en bankbiljetten om te ruilen tegen zilveren vijffrankstukken (23). Het Duitse ultimatum dat op 26 juli reeds was opgesteld, werd op de avond van 2.8.1914 te Brussel afgegeven. Die dag had koning Albert reeds het bevel over het Belgische leger overgenomen. Op 31 juli was reeds overgegaan op de algemene mobilisatie en de klassen van 1901 tot 1909 werden binnen geroepen. Het afwijzend Belgische antwoord werd op 3 augustus aan Berlijn overgemaakt en te 9 u. overschreden de volgende dag de Duitse troepen onze Belgische grenzen (24). Het onbezorgde optimisme was plots omgeslagen in een euforie waarbij een golf van vervoering door het land sloeg. Zo schreef Le Peuple op 4.8.1914: "Vooruit dan, zonen van de arbeiders en van de burgers. De mannen die de kans niet krijgen om hun armen en hun borsten ter beschikking te stellen van het algemeen welzijn benijden u. Maar als het moet zullen ook zij uw voorbeeld navolgen, want het is beter te sterven voor de idee van de vooruitgang en de menselijke solidariteit, dan te blijven leven in een regime waarin het recht is verkracht door de brutale macht en de barbaarse wereld" (25).
DIENSTNAME IN 1911 Volgens zijn zuster Leonie Verberck was Jef er in geloot, maar werd hij afgekeurd omdat hij te klein was. Jaarlijks moest hij dan ook opnieuw gekeurd worden, en ondertussen zou hij ook ouder en ouder worden, en het gevaar bleef steeds bestaan dat hij tenslotte toch nog goedgekeurd zou worden. Mogelijk kreeg hij daarom de raad om dan maar ineens als vrijwilliger in het leger te gaan. Hij ging in geen geval als remplaçant, wat tenslotte samen met de loting eind 1909 reeds afgeschaft was! Zo ging Jef blijkbaar rechtstreeks naar het Jagers te voet, maar liep eerst nog een tijd school in het leger te Menen. Daarna ging hij naar Doornik (26). Volgens Stephanie Verberck was hij niet groot en wilde hij "absoluut" soldaat worden. Zijn vader probeerde hem volgens haar tevergeefs tegen te houden (27). Feit is dat Jef soldaat moest worden, maar afgekeurd werd omdat hij te klein was. Hij had blijkbaar "kennis" met een meisje dat niet van Hoogboom was, volgens zijn zuster Elise. Deze wilde echter haar dochter Suzanne niet vertellen wie het was: "Golle pluist alles uit"! Begrijpelijk dat hij vooruit wilde, maar 20
IDEM., p.249-250, 252-253. 21 VA N ISACKER K., Mijn land in de kering 1830-1980, I Een oudewetse wereld 1830-1914, Antwerpen/Amsterdam, sd. (4de dr.1983), p.247-248. 22' LUYKX Th., o.c. p.261. 23
VAN ISACKER K., a c., p.248-249. & LYR R., Onze Helden gestorven voor het Vaderland, Brussel, 1922, I, p.27. 24. LUYKX Th., o.c. p.262. & LYR R., o.c., I, p.28. 25. VAN ISACKER K, o.c., p.248-249. 26. Paulina Leonia Verberck (* Ekeren 19.1.1903) tijdens ons onderhoud op 28.8.1995 te Wuustwezel. 27 Julia Francisca Stephania Verberck (Ekeren-Hoogboom 2.2.1906 - Brasschaat 17.10.1998) tijdens ons onderhoud op 21.8.1995. 9
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 9
mocht dus geen patissier worden. Zijn zuster Julia had verkering met een militair met rang, mogelijk een officier? Deze stelde Jef voor snel een aanvraag te doen om bij de Belgische spoorwegen te gaan werken. Men kon echter niet aan de staat zonder soldaat geweest te zijn. Daarom eveneens de raad: "ga als vrijwilliger, dan kunt ge overal binnen" (28)! Uit een brief die Jef aan zijn zuster Elise schreef vanuit Menen op 24.11.1911 weten wij precies hoe het ging (29). Reeds in 1910 was hij vrijgesteld, vermoedelijk ook begin oktober en wegens zijn te kleine gestalte. Op 4.10.1911 was het weer hetzelfde. De "vrijer" van zijn zuster Julia was dan duidelijk "De Fourrier Moerbeek". Deze bracht hem op de gedachte de knoop maar ineens door te hakken en als vrijwilliger binnen te gaan, liever dan te blijven wachten en misschien "binnen 2 jaar" toch te moeten gaan - en ondertussen "ik kon niets anders gaan aanvangen"! Vader zegde "ik zal 't u niet aanraden of'kzal niet afkeuren doe uwe goesting". Drie dagen later ging hij te Ekeren zijn papieren halen en ging ermee naar de kampcommandant te Brasschaat. Hij mat 1,56 m., werd gekeurd en goed bevonden. En "s'anderendaags al moest ik weg". Hij hoopte mogelijk zes maanden naar school te kunnen gaan en "het is maar om goed mijn fransch te leeren ". Wanneer wij deze gegevens op een rijtje zetten en vervolledigen met wat we nog zullen zien, kunnen wij volgend tijdschema voor oktober 1911 aanhouden: uitstel woensdag 4.10.1911; beslissing en vaders raad vrijdag 13de; doktersonderzoek met vader te Kapellen maandag 16de; papieren halen te Ekeren en toelating vader donderdag 19de; militiegetuigschrift zaterdag 21 ste; keuring te Brasschaat en dienstname tekenen donderdag 26 ste; aankomst te Doornik vrijdag 27ste na de middag; eerste brief en postkaart uit Doornik zaterdag 28.10.1911. Dank zij de militaire archieven die wij te Brussel vonden, kunnen wij dit enkel maar bevestigen en stap voor stap zijn wedervaren in het leger volgen. Als zesde kind was hij toch de eerste jongen aangezien hij enkel maar oudere zusters had. Door de legerhervorming van ĂŠĂŠn soldaat per gezin moest hij, zoals wij zagen, naar het leger. Met het oog op een dienstname in het leger liet Jef Verberck zich op 16.10.1911 te Kapellen medisch onderzoeken door dokter Alfred Libbrecht en verklaarde zijn vader dat Jef niet aan een aantal geestesziekten enz. leed (30) Bewijsschrift betrekkelijk de ongeschondenheid van het zenuwstelsel. Ik ondergeteekende Verberck Louis bevestig nooit bij mijnen zoon Jan Joseph eenig verschijnsel van krankzinnigheid, geestesverzwakking, zinsbegoocheling, vallende ziekte of onwillekeurige waterloozing, waargenomen te hebben. Te Eeckeren, den 16 octo 1911. (get.) x L. Verberck Ik ondergeteekende Libbrecht Alfred behandelend geneesheer, bevestig de hierboven afgelegde verklaring. Ik verzeker daarenboven, dat voornoemde candidaat vrijwilliger met geene der bij de koninklijke besluiten van 28 Januari 1893 en van 3 Augustus 1898, bepaalde ziekten o f lichaamsgebreken behept is. Te Cappellen, den 17 October 1911. (get.) A. Libbrecht Gezien voor de wettiging der hierbovengeplaatste handteekeningen door den heer A. Libbrecht geneesheer te Cappellen Te Cappellen, den 17 October 1911. vr De Burgemeester, de schepen (get) E. Guyot & stempel gemeentebestuur van Kapellen. Gemeentestempel van Ekeren en tekststempel: Gezien voor echtverklaring van het bovenstaande handteeken van M. Verberck Louis Eeckeren den 19 octo 1911 De burgemeester
28
Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925), tijdens ons onderhoud op 21.12.1999 te Edegem. Maria Elisabeth Verberck (Ekeren 14.8.1890 - Westerlo 289.1990) & Maria Juliana Verberck (Ekeren 28.5.1889 -15.3.1978) 29.Tekstuitgave en beschrijving volgt later. Origineel bij Monique Van Santvliet (* Chapelle lez Herlemont 27.9.1923) te Westerlo. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, fotokopie. 30 . EVERE, OCM., dossier J.J. Verberck, Bewijsschrift betrekkelijk de ongeschondenheid van het zenuwstelsel, Kapellen, 17.10.1911. 10
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 10
Op 19.10.1911 kreeg Jef een "Getuigschrift voor een man, die verklaard heeft bij het leger te willen dienen als vrijwilliger van beroep, met premie" (31). In feite betreft het een soort bewijs van goed gedrag en zeden, terwijl ook zijn vader zijn toestemming moest geven. Het gemeentebestuur moest tevens zijn "signalement" opmaken. Nationale militie Lichting van 1911 Gemeente Eeckeren 7e militiekanton Het College van Burgemeester en Schepenen der gemeente Eeckeren provincie Antwerpen, bevestigt dat Verberck Joannes Josephus minderjarig wiens persoonsbeschrijving hiernevens gegeven wordt, geboren te Eeckeren, provincie Antwerpen, den 21 november 1891, het beroep uitoefende van bakkersgast, zoon van Verberck Ludovicus nog levende en van Aernouts Anna Maria Elisa overleden de gemeente heeft bewoond sedert 1 Januari van verleden jaar tot heden, dat hij niet gedurende dien tijd in den vreemde verblijf hield. Dat hij een goed zedelijk gedrag heeft; dat hij ongehuwd (of) weduwnaar zonder kinderen is; dat hij noch in BelgiĂŤ, noch in den vreemde veroordeeld is geweest tot een gevangenzetting van ten minste twee jaar, of tot een mindere straf, wegens diefstal, aftroggelarij, misbruik van vertrouwen of aanslag tegen de zeden; verklaart daarenboven dat de voornoemde geen deel van het leger heeft uitgemaakt. Dit getuigschrift werd afgeleverd ten gevolge van eene beslissing, genomen eenparig door de ... aanwezige leden (of) met ... stemmen tegen. De belanghebbende heeft met ons onderteekend (of) heeft verklaard niet te kunnen teekenen. Te Eeckeren, den 19 octo 1911. Joseph Verberck Jvanlen (?)
A. Scheyvaerts Gemeentestempel
Persoonsbeschrijving: Lengte van een meter 550 millimet. / Aangezicht ovaal. / Voorhoofd klein. l Oogen blauw. / Neus plat. I Mond gewoon. / Kin " (idem) / Haar bruin. I Bijzondere kenteekens - . Het College van Burgemeester en schepenen der gemeente Eeckeren bevestigt dat Verberck Ludovicus zich voor ons aangeboden en verklaard heeft er in toe te stemmen dat zijn zoon Joannes Josephus dienst neme bij het leger als vrijwilliger van beroep. ten blijke waarvan de voornoemde deze verklaring heeft onderteekend. Te Eeckeren den 19-10-1911 x L Verberck / De Burgemeester A. Scheyvaerts / Bij bevel De Gemeentesecretaris J. van leen (?). Diezelfde dag kreeg Jef Verberck eveneens een kosteloos afgeleverd uittreksel van zijn geboorteakte dat burgemeester A. Scheyvaerts op 19.10.1911 "voor gelijkvormig uittreksel" ondertekende (32). Bij zijn aanvraagdossier hoorde ook nog zijn militiesituatie. Hiervoor kreeg hij op 21.10.1911 een getuigschrift van de provinciegriffier (33) Lichting van 1911 Provincie Antwerpen 7. Militiekanton / Nationale Militie / Vrijwilliger van beroep (met stempel schuin op het formulier aangebracht) / De gouverneur der provincie Antwerpen bevestigt dat Verberck Jan Jozef geboren te Eeckeren den 21 November 1891, zoon van Lodewijk en van Aernouts, Anna Maria Elisabeth ingeschreven in de gemeente Eeckeren voor de lichting van 1911, dient beschouwd als hebbende tot heden voldaan aan de verplichtingen, hem door de militiewet opgelegd. / Toestand van den voornoemde met het oog op de militie: in 1911 en in 1912 voor een jaar vrijgesteld wegens te korte gestalte (3 laatste woorden onderlijnd). / Afgeleverd te Antwerpen den 21 oct.1911 / Voor De Gouverneur, De Griffier der provincie, afg. (get.) onleesbaar & stempel van d e provinciegouverneur. Het document kreeg het volgnummer 9759. Voorgaande documenten moest Jef Verberck wellicht meebrengen naar zijn keuring te Brasschaat op 26.10.1911, toen hij zich aanbood bij de Brasschaatse plaatscommandant om als beroepsvrijwilliger dienst 3/
IDEM, Formulier volgens voorbeeld nr. 32 bij KB 25.10.1873, wijzigingen 20.10.1902, 11.9.1905 & 14.4.1910, Art. 100 der wet op de militie. 32 IDEM, Uittreksel uit een der registers van den Burgerlijken Stand, Jaar 1891 nr. 146. Hierbij vergiste de ambtenaar zich met moeders' naam: Anna Maria (Theresia) zeg "Elisabeth Aernouts". 33 IDEM, Formulier volgens voorbeeld nr.59 bij KB 25.10.1873, wijziging 20.10.1902, Art. 103, 104 en 105 der wet op de militie. 11
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 11
te nemen bij het 3de Jagers te voet. Zijn "Feuille signalitique" werd toen ingevuld. Bij het eerste medisch onderzoek werd hij goedgekeurd, maar bij het tweede afgekeurd "pour faiblesse de complexion", wat niet verhinderde dat hij tenslotte bij deliberatie uiteindelijk toch goedgekeurd werd. Met zijn 1,55 m. was hij in elk geval niet groot (34) Feuille signaletique du sieur Verberck, Joanne-Joseph né à Eeckeren, province d'Anvers le 21 novembre 1891, résidant à Eeckeren province de Anvers. qui s'est présenté le 26 octobre 1911 au commandant de la place de Brasschaet pour s'enrôler comme volontaire de carrière dans le (indiquer le corps dans lequel il a sollicité son admission) 3e.régiment de Chasseurs à pied A la première visite médicale il a été reconnu: 1) avoir la taille de 1 m. 550 mill.; 2) être apte au service. A la deuxième visite médicale, il a été reconnu: 1) avoir la taille de 1 m. 550 mill.; 2) être inapte au service pour faiblesse de complexion (3e T nr 63) Le conseil de révision de la province d'Anvers. Auquel le candidat a été déféré, a constaté que l'intéressé: 1) avait la taille de 1 m. 550 mill.: 2) était apte au service. Eens goedgekeurd voor de dienst, tekende hij te Brasschaat op 26.10.1911 een dienstverbintenis als beroepsvrijwilliger voor een militietermijn die aanving op 1.10.1912, en werden hem de militaire wetten voorgelezen die hij op een formulier in tweevoud, ondertekende (35) Armee Belge - Belgisch Leger / 3e Regiment Jagers te voet / Dienstverbintenis als vrijwilliger van beroep / Ik ondergeteekende Verberck, Joannes. Josephus, wiens persoonsbeschrijving hiernevens vermeld is, zoon van Ludovicus, en van Aernouts, Anna. Maria Thérèse dite Elisabeth (36), geboren te Eeckeren, provincie Antwerpen, den 21 november 1891, uitoefenende het beroep van bakkersgast, verblijvende te Eeckeren, provincie Antwerpen, verbind mij om, vanaf heden af, te dienen als vrijwilliger van beroep, voor eenen militietermijn aanvang nemende den 1e October van het jaar negentien honderd en twaalf Ik verklaar nooit deel van het leger gemaakt te hebben, ongehuwd En voorlezing ontvangen te hebben van de krijgswetten alsmede van de tegenwoordige akte. Aldus gedaan den zesen twintigsten October negentien honderd en elf. (get.) J. Verberck Persoonsbeschrijving. / Aangezicht: Ovaal I Voorhoofd: klein / Oogen: blauw / Neus: plat / Mond: gewoon / Kin: " (idem) / Haar: bruin / Wenkbrauwen: " (idem) / Bijzondere kenteekens: - / Gestalte één meter 550 millira.: Le présent engagement a été reçu le vingt six octobre, dix neuf cent et onze par moi Lieutenant Colonel commandant la place. (get.) onleesbaar Vu et approuvé le présent engagement. A Tournai, le 10 novembre 1911. Le Colonel, commandant le 3e.régiment de chasseurs à pied, (get.) E. Van Overstraeten Later bijgeschreven 2/4 Ecole en 53504 (— matricule nr.) Code pénal militaire - Krijgswetboek Nr van het stamboek In de tegenwoordigheid van Lieutenant François van het 4e. Artillerie en van ... (des gevallende) werden de militaire wetten gelezen door den Wachtmeester De Baets van de versterkte vestig van Antwerpen 33. IDEM, Feuille signaletique dd.26.10.1911. 35IDEM, Formulier "Krijgswetboek" cfrt. instruction du 30.9.1902, dd. Brasschaat 26.10.1911. & "Dienstverbintenis als vrijwilliger van beroep" ddBrasschaat 26.10.1911 (beide tweetalig, nederlands in het klein onder de franse tekst). 36.Deze verschrijving zal in bijna alle volgende militaire documenten gewoon overgenomen, al dan niet in franse vertaling, niet begrijpende dat het om een rechtzetting ging van een verschrijving! 12
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 12
Aan den rekruut Verberck, Joannes, Josephus in het leger ingelijfd in de hoedanigheid van Vrijwilliger van beroep en voor het 3e.regiment der jagers te voet aangewezen. De rekruut verklaart die wetten wel te verstaan en te weten hij zich van nu af er moet aan onderwerpen (La recrue déclare bien comprendre ces lois et savoir qu'à partir de ce moment, elle y est soumise). Deze verklaring is ter bevestiging der waarheid, in twee afschriften onderteekend geworden door de bovengenoemde officier en onder-officier en door den rekruut. Te Brasschaat, den 26 Oktober 1911. De onderofficier D e rekruut D e officier De Baets J . Verberck L i e u F r a n c o i s Waaronder nogmaals een zelfde tweetalige ingevulde tekst voorkomt die eveneens ondertekend werd.
3de JAGERS TE VOET Jef Verberck werd dus als beroepsvrijwilliger soldaat bij het 3de Jagers te Voet. Het ontstond op 30.3.1831 uit de bekende 1 ste. Brigade Vrijkorps, dat men ook "van Mellinet" noemde, naar zijn bevelhebber tijdens de septemberdagen (37). Het kreeg op 20.8.1872 zijn vaandel van koning Leopold II op het kasteel van Laken (38). Vanaf 1877 werd het regiment te Doornik gekazerneerd en maakte het een integrerend deel uit van de stad (39). Op het legerorganigram van 1904 vormde het 3Ch (Jagers te Voet) met standplaats Doornik, samen met d e Brusselse Grenadiers e n Karabiniers, de 8ste brigade. Samen met de 7de brigade (1 & 2Ch) vormden zij de 4e militaire omschrijving o f divisie. O p 26.9.1911 nam kolonel E.E.Van Overstraeten het bevel over het 3Ch. Door de reorganisatie van 16.12.1913 werden de 4 divisies op 6 gebracht en kregen zij ieder 3 gemengde brigades i n plaats van 2 brigades. Iedere gemengde b r i g a d e o m v a t t e e e n infanterieregiment van 3 actieve bataljons met 4 compagnies. Bij de mobilisatie zou ieder regiment door ontdubbeling van de compagnies een brigade vormen m e t 2 regimenten e n e e n vestingregiment. Zo vormde het 3Ch de 17de brigade, onder bevel van generaal-majoor A. Stein d'Altenstein, die zelf samen met de 1 ste (1 ste Linie te Ath) en 16de brigade (2Ch. te Bergen) de 5de divisie vormde.
�y
Op 1.8.1914 volgde d a n d e voorziene _ ontdubbeling. Terwijl het 2Ch. ontdubbelde in _Jager t e v c c t 5Ch. en 1Li. in 21 Li., vormde het 3Ch. onder het bevel van kolonel L.H. Ruquoy, samen met het 6Ch. onder bevel van luitenantkolonel V.F.J. Coquels, de 17de brigade met hoofdkwartier te Bergen (40). De militieklassen 1913, 1911, 37. LECLEIR L., De infanterie, filiaties en tradities, Brussel, sd. (1973), p.43-44. 38. LECLEIR L.A., Emblemen en Eervolle Vermeldingen van de Eenheden, Brussel, sd. (1972), p. 110, 319. 39. NN., Beknopte geschiedenis van het 3de Regiment Jagers te Voet, sl. nd., p.3. (kopie van overdruk). J0. LECLEIR L.A., De infanterie, o. c., p.67, 73, organigram p.231-238. 13
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 13
1909 en 1907 bleven het 3Ch. terwijl de klassen 1912, 1910, 1908 en 1906 het 6Ch. vormden. In vredestijd telde een compagnie 6 0 t o t 7 0 manschappen, wat op oorlogsvoet opliep naar 180 tot 220 man. Het gebrek aan kaders maakte dat onderofficieren vaak de plaats van officieren moesten innemen. In tegenstelling tot heel wat andere eenheden hadden de manschappen bij de jagers toch bijna allemaal een volledige uitrusting. De opleiding was echter onvoldoende. Zo kenden weinig gebruikers volledig de werking van hun mitrailleur. Ieder soldaat ontving gemiddeld slechts 120 kogels. Het Belgische leger was tenslotte het enige in Europa dat geen mobile keukens had. Toch verliep de mobilisatie in een optimistische en vrolijke sfeer (41). Het mauser g e w e e r 1 8 8 9 v o r m d e h e t standaardwapen van de infanterist. Wegens zijn buitengewone kwaliteiten en hoge schietcadans, verwaarloosde men de automatische wapens. Zo bezat ieder actiefregiment slechts zes Maxim 1911 mitrailleurs. Betrouwbaar, maar veel te zwaar, werden zij op hondenkarretjes vervoerd. Het uniform van de jagers veranderde bijna niet meer na 1896. De tuniek was van groen laken "à distinctif jonquille". De broek in "Belgisch grijs" had een groene bies op de naad. De politiemuts bestond u i t een geelwitte hoofdband, m e t daarboven een uit vier stukken groen laken bestaande tulband met geelwitte bies op de naden. Op tocht werd een donker grijze laken kapotjas gedragen terwijl de sjako de muts verving (42).
TE MENEN Donderdag 26.10.1911 nam Jef Verberck dienst voor een militietermijn (dus 20 maanden) die een jaar later inging. In het stamboek van het regiment werd hij ingeschreven onder nummer 53504 (43) 53504 / VERBERCK, Jean - Joseph / Père Louis / Mère Aernouts Anne-Marie Thérèse dite Elisabeth /Né à Eeckeren. /Province Anvers. /Le 21 Novembre 1891. /Dernière résidence Eeckeren. / Province Anvers. / Taille d'un mètre 555 millimètres. / Profession antérieure: garçon boulanger / Visage ovale / Front petit / Yeux bleus / Nez plat / Bouche ordinaire / Menton id / Cheveux bruns / Sourcils id /Signes particuliers: /Le 26. Octobre 1911, engagé comme volontaire de carrière pour un terme de milice prenant cours le 1 Octobre 1912. / Le 3. Septembre 1913, incorporé sur pièces, par mesure conservatoire et suspensive, comme milicien de 1913, province d'Anvers, 7 canton, commune de Eeckeren. (Avis reçu du commandant de province, le 11 Septembre 1913). Vooraan werd in marge bijgeschreven: "Ecole 2/4 / 1-II / 2-1V". Dit slaat op de verschillende compagnieën waarbij hij ingedeeld werd. Verder werd er later in de lege zesde kolom bijgeschreven "fait 8.2.79 (326)" met een paraaf. Dit zal betrekking hebben op het later op te maken dossier, zoals we verder zullen zien. 41.VANGANSBEKE L., Les chasseurs à pied belges dans la première guerre mondiale, sl. (Brussel), Ecole Royale Militaire, Travail de fin d'études presenté pour le passage dans le cadre de carriere, Année académique 1984-1985, p.25-27. 42.VANGANSBEKE L., o. c., p.22-23. 43.BRUSSEL, Koninklijk Legermuseum, 27 LIN 10, 3de Régiment de Chasseurs à pied, Matricule pour sous-officiers et soldats, nr.53504. 14
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 14
Hij ging dus dadelijk binnen te Doornik, garnizoenstad van zijn regiment. Vandaar stuurde hij op zaterdag 28.10.1911 reeds een postkaart met afbeelding van de Doornikse kazernekeuken, naar zijn schoonbroer Jos Raemakers (44), die winkelier was op de Hoogboomsteenweg. Hij ondertekende in potlood, wellicht met enige trots als "J Verberck Chasseur à pied. 3." (45). Dezelfde dag schreef hij ook in potlood, een brief aan zijn zuster Liza die op het kasteel van Boussu en Fagne diende bij graaf de Villermont (46). Haar zuster Julia had haar geschreven dat ze een verrassing mocht verwachten (47). Hij had blijkbaar gehoopt op de "soldatenschool" van Marienbourg (48) te geraken, niet ver van haar kasteel, wat dus duidelijk een misrekening was (49). 28.10.1911 viel op een zaterdag zodat hij vrijdag de 27ste na de middag aankwam.
Doornik 28 October 1911. Zuster Liza, 44
Josephus Raemaekers (Brasschaat 12.11.1880 - Ekeren 4.3.1962) huwde te Ekeren op 30.5.1906 Maria Paulina Verberck (Ekeren 1.11.1885 - Kapellen 6.4.1962). H i j woonde over de Claessensdreef even voorbij de Bernard De Vadderlaan. 45. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkaart: Tournai Caserne des Chasseurs à pied La Cuisine Phono photo, Tournai. Poststempel: TOURNAI 2 DOORNIJK/ 12 - ? /29 (?)1X11911. Adresse: Mijnheer Jos Raeymakers / Winkelier / Hoogboom Cappellen / Pr Antwerpen. Hij tekende: J Verberck Chasseur à pied 3. 46. Maria Elisabeth Verberck (Ekeren 14.8.1890 - Westerlo 28.9.1990), diende sinds haar 16 jaar. Omwald kasteel (eindXVlde) met typische slottoren, te Boussu-en-Fagne. VAN OVERSTRAETENJ., VAB Gids voor Wallonie en het Groothertogdom, sl.nd (1958), p.69. Provincie Namen, arrondissement Philippeville. 47. Maria Juliana Verberck (Ekeren 28.5.1889 -15.3.1978). Zoals wij zagen was het juist haar "vriend" militair die Jef voorgesteld had vrijwilliger te worden! Zo was zij dus best op de hoogte. 48. Marienbourg, ten zuiden van Philippeville, voormalig versterkt stadje met nog herkenbare militaire plattegrond en centraal de "Place d Armes ". VAN OVERSTRATEN J., o. c. p.268. 49 Formaat 22,5 x 18 cm., één vel middendoor gevouwen tot 4 blzn. waarvan blz 1 & 2 beschreven met potlood Fijne verticale lijntjes (18 per cm) en 21 horizontale blanco schrifflfijnen. Origineel bij Monique Van Santvliet (* Chapelle lez Her!emont 27.9.1923) te Westerlo. Een briefomslag uit het zelfde papier, waarvan ik enkel deze brief ken, werd ook aan Elisa gezonden vanuit Menen op 27.11.1911. Hij diende dan voor de brief van 24.11.1911, al hoorde hij oorspronkelijk bij dit onbeschreven briefpapier. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, fotokopie van beide. 15
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 15
Ik bevind nu zich te Doornik in de Kazerne van het 3de regiment des chasseurs à pièd Ons Julie heeft u geschreven gehad dat ge eens een surprise zoudt gehad hebben in 't kort, wel dat was omdat ik dacht, van op de soldatenschool te komen in Marienbourg, en dat ik dan eens onverwachts u een bezoek zou gebracht hebben, maar de school der chasseurs is in Meenen. West-Vlaanderen. Ik ben reeds binnen van Vrijdag namiddag. Het is t'hopen dat ik gauw zal gewoon zijn Want het vaarde mij nog al vandaag. Ik heb vrijdag bijna niets meer geeten. Ik had geenen honger, het wilde mij niet meer smaken maar Zaterdag, ging het al vele beter de grijze en de patatte smaakten reeds goed Ge moogt nog niet schrijven voor aleer ik eene Kaart van Meenen gestuurd heb, want nu changer ik nog van hier na daar. De complimenten Van uwen Broeder J. Verberck Chasseur à pied 3de regiment. Kort daarop vloog hij naar de regimentsschool te Menen. Reeds op zondag 19.11.1911, schreef hij vanuit Menen een kaartje naar zijn schoonbroer Jos (50). Diezelfde dag schreef hij ook naar zijn zuster Louise (51) Hij had het druk gehad. Zij waren naar Mechelen geweest en keerden zwaar gepakt, pas maandag 13.11.1911 terug naar Menen. Hun dagindeling was: 6 u. opstaan, aankleden, wassen, koffie met grijsbrood en "smeer"; 8-12 u. klas; 12-13.30 u. soep, aardappelen met vlees en koffie (soms "pateke"), "pattatten jassen"; 13.30-16 u. "exercise"; 17-18 u. klas; 18-19 u. aardappelen met fricadel; 19-20 u. klas; dan onderhoud kleren en uitrusting. Zondag 26.11.1911 zou het feest zijn met groot uniform met pluimendos en ... beter eten. Hij hoopt met nieuwjaar op verlof te komen (52). Hij had ook naar huis geschreven om een koffertje. Helaas is de brief niet bewaard. Meenen 19 November 1911. Zuster Louise. Ik heb geen eens de gelegenheid gehad om te schrijven, vandaag omdat het zondag is heb ik de kans waargenomen. Ik zal u eens uitleggen hoe het er zoo al gaat, ik ben er toch content, wij wa(a doorstreept)ren maandag namiddag uit Mechelen vertrokken en kwamen aan de kazerne te Meenen tegen 6 ure. juist tegen het eten, wij waren vermoeidt van de reis wij waren nog al zwaar geladen met onzen ransel en dan nog eenen zak met ons ander vodden. Om een uur of 9, gingen wij slapen wij waren met 2 ik en een waal. 's Morgens om 6 ure was 't al tergeret te-te te, allé debout riepen ze, dan ik mij gauw aan 't kleeden, en aan 't wasschen, dan was weer al tergeret-te-te-te en dan moesten wij gaan koffie drinken, eenen grijze met smeer bij. Als wij gedaan hadden moesten wij naar de klas, van 8 - 12 uren, dan als die uit was moesten wij gaan soep eten, patatten met vleesch en koffie, en soms een pateke daarbij. Na dat wij geeten hadden moesten wij gaan pattatten jassen en dan exercise van 1 1/2 tot 4 uren, van 5 - 6 klas, dan pattatte met eene fricadel, en dan 7 - 8 ure weer klas. Als de klas uit is, aan 't kuischen, ons geweer, onze schoenen onze leerzen, onze knoppen enz. want alle dagen is het spectie. Zoodus het eten is er goed, en men moet er ook pront zijn. 19 Zondag en acht dagen is het feestdag dan moeten wij in grand tenu uitgaan met eenen groenen pluimendos op onze chaco. De Luitenant heeft gezegd, dat wij dan 's morgens een wit broodje zullen krijgen met boter, en goede koffie `s middag goede speo, patatten met eene carbonade een patéke, 1 glas bier, en eene sigaar, om 4 ure is er chocolat te drinken, zoo 't zal kermis zijn hé Louiske, zoowel als in Hoogboom. Ik heb naar huis geschreven dat ze een koffertje moesten afsturen, dan kan ik zoo het voornaamste al S0.KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkaart: (Nels) Menin Hôtel des Postes. Edition: VanhéeVandaele, Menin. Poststempel: MEENEN MENIN/ 14-15 / 19 /XI / 1911. Adresse: Monsieur Jos Raymaekers / Winkelier Hoogboom / Cappellen / Pr Antwerpen. Hij tekende: Jos Verberck 51. Marie Louise Verberck (Ekeren 7.6.1884 - Antwerpen 21.11.1978). 52. Formaat 22,5 x 17 cm., één vel dubbel gevouwen tot 4 blzn., mooi verzorgd handschrift. Origineel bij Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925) te Edegem. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, fotokopie. 16
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 16
insteken, niet waar. Zoo dan waarschijnlijk tot nieuwjaar als ik in congé kom, ik zal u nog wel schrijven. Vele complimenten van uwen Broeder Jos Verberck. Mijn adres is, Jos Verberck chasseur à pied, Ecole de soldats Meenen Pr West Vlaanderen. Op vrijdag 24.11.1911 zou Jef weer een brief naar zijn zuster Elisa te Boussu en Fagne geschreven hebben. Hij had duidelijk een brief van haar ontvangen vol vragen over zijn dienstname. Zijn antwoord werpt een licht op zijn dienstneming. Hieruit blijkt dat hij reeds in 1910 afgekeurd was, wat uit geen ander document bleek. Verder hoopte hij mogelijk voor een halfjaar naar school te kunnen om er Frans te leren. Ook haar vertelde hij over het eten. Verwarrend is wel dat hij schreef dat die dag de bewuste feestdag was. Zopas schreef hij nog zijn zuster Louise dat het zondag 26.11.1911 feest zou zijn? Of vergiste hij zich van datum aangezien de brief blijkbaar pas de 27ste werd verzonden. Ook later zou hij zich zelfs van maand vergissen (2.8.1913 moest 2.9.1913 zijn) zoals wij zullen zien. Doorgaans komt de poststempeldatum overeen met die van de brief. Een zondag lijkt ons ook eerder een feestdag, vooral omdat hij gewoonlijk op zondag brieven schreefl Daarom durven wij stellen dat de brief op zondag 26.11.1911 geschreven werd (53). Menin 24 (moet 26 zijn) November 1911. Beminde Zuster Ik zal het nieuws eens vertellen daar gij toch curieus zijt. Gij weet verleden jaar werd ik vrijgesteld nu den 4de October was het weeral t'zelfde. Ik dacht wat moet ik toch gaan doen. Het spijte mij toch, ik kon niets anders gaan aanvangen, ik reskeerde toch 't van 't een of 't ander jaar soldaat te moeten worden. De Fourrier Moerbeeck zeide dat ik toch als volontaire kaon binnen gaan, ik dacht daar ga ik eens naar vernemen, Ja dit was goed ik zeide tegen onzen vader, dat ik als volontaire binoren ging Ja zei hij, dat moet gij nu weten ik zal 't u niet aanraden, of 'k zal niet afkeuren doe uwe goesting. Ik ging eenen dag of dr ij naderhand naar Eekeren om mijne stukken, en dan ging ik met de stukken naar commandant place in 't kamp van Brasschaet, daar werd ik gemeten en gekeurd ik was 1,56 en goed voor den dienst. 's Anderendaags al moest ik weg. T'is niet dat ik het 't huis moei was, dat niet maar als zij mij nu binnen 2 jaar eens soldaat gemaakt hadden dan had het nog slechter geweest, en daarom dacht ik 'kzal maar als volontaire binnen gaan, en ook nu Kon ik op school komen misschien wel maar voor een maand ofzes, maar afin. Het is maar om goed mijn fransch te leeren. Op de school is het er redelijk goed Om zes ure s'morgens is 't tergeret te-te-te allé debout roepen ze en vinnig 't bed uit zulle en ons gaan wasschen Om 7 uren tergeret-te-te te wij gaan dan onze grijze eten met koffie, en ook wij krijgen een beetje smeer, dan als dit gedaan is gaan wij ons gereed maken dan gaan wij naar de klas. van 8 - 12 - van 4 - 6 7 - 8 uren. S'middags krijgen wij pattatten met vleesch en soep ensoms een patéke daarbij, en s'avonds weer patatten met eene fricadelle gewoonlijk Zoodus het eten is er goed, maar men moet er pront zijn ook, want alle dagen is er spectie. Nu vandaag is eenen feestdag, nu krijgen wij chocolat en een wit broodje en eene 1/2 grijze en een 53. Formaat 22,5 x 17 cm., één vel middendoor gevouwen tot 4 blzn. & onderste helft van een schoolschr f met lijntjes, bovenaan schuin afgescheurd 10,8/11,3 x 16,8 cm., één zijde beschreven, datum moet 26.11.1911 zijn, & briefomslag uit het zelfde papier als de brief die hij vanuit Doornik op 28.10.1911 naar Liza Verberck schreef 12x 9,5 cm., postzegel: Koning LeopoldII type grove baard 10 ct. karmijn, zonder strookje "niet bestellen op zondag". poststempel: MEENENMENIN/5/27/ XI / 1911. Madelle. Elise Verberck / Au Chateau / De Boussu en Fagne / Par Marienbourg / Pr Namur. Aankomststempel op verso: MARIENBOURG / ? / 27 (?) /X(1) / 1911. Origineel bij Monique Van Santvliet (* Chapelle lez Herlemont 27.9.1923) te Westerlo. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, fotokopie. Postzegel in gebruik van 1.6.1905 tot 14.10.1915. Reeks uitgegeven op 1.5.1905 bij de 75ste verjaardag van de onafhankelijkheid van Belgie. NN., Officiele catalogus van postzegels "Belgie" Congo Zaire Rwanda Burundi Thema Europa, sl. (Brussel), 1992, nr.74. 17
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 17
klote boter s'morgens, s'middags soep patatten met carbonade, compote fricadelle een patéke een glas bier en een sigaar. en dan om 4 uren nog ne koffie dus 't zal er spannen. Voor de rest ik zoek mijn best te doen, en mij goed te gedragen, en goed mijn plichten te doen, gelijk het zijn moest. ik ben het er nu al gewoon, ik denk soms nog wel eens op huis, maar als ze 't huis maar gezond blijven dat is alles. Met nieuwjaar zal ik waarschijnlijk in congé komen, of met kerstmis misschien dan zult gij misschien toch wel in Antwerpen zijn. Dan zouden wij elkander eens kunnen wederzien want als gij het toch naargaat de eene zit hier den andere ginder, den tje is voorbij van dat wij allen nog bij elkander waren. Allé dan waarschijnlijk tot binnen een week of S. Houdt u maar gezond De beste groeten van Uwen Broeder Jos Verberck (schuin bijgeschreven) Het doet mij allemaal deugd, dat ik van den eenen of den anderen nieuws mag ontvangen Hij liet zich te Menen fotograferen met sjako met pluimen en zijn kapotjas aan. Is het vermetel te veronderstellen dat dit wellicht eerder bij zijn aankomst, dan bij zijn vertrek geweest zal zijn? De feestelijke uitgangsdag op vrijdag 24 of zondag 26.11.1911, met pluimendos op de sjako zou een goede gelegenheid kunnen geweest zijn! De foto op formaat "carte d e visite" werd genomen i n h e t "Atelier d e Photographie Le Wallecan-Vouters, 32, rue de Lille, Menin" (54)
Op 6.12.1911 liet Jef zich vanuit Ekeren overschrijven naar Menen, Place d'Armes (55). Hij bleef er wellicht tot de volgende zomer. Zijn oudere zuster Louise (56) zat erg in met haar jongste broer. Zij schreven elkaar dan ook veel. Zo schreef Jef op zondag 28.1.1912 haar een briefvanuit Menen (57). Om haar te plezieren, deed hij dat in zijn "beste Frans", omdat zij dat zo graag had. Zij werkte toen immers in een Franstalige pelswinkel "Stellfeld" in de Leopoldstraat 1 te Antwerpen. Hij beschreef hoe e r gestolen werd en vertelde vier avonturen die hij beleefde. Half januari was hij "garde chambre" geweest en rond die tijd was er ook inspectie geweest door de commandant. Zijn verhoopt verlof rond kerst en/of nieuwjaar was blijkbaar uitgekomen aangezien het zijn eerste brief was sinds het verlof.
Menin 28 Janvier 1912. Cher Soeur Louise. Certainement. Vous désirez à quelque nouvelle. hebien j'écrirai une fois. II est temps. Vous n'avez rien reçu de moi après le congé vous ne saurez gras, comment-il vient. Ma santé c'est le même. Et pour le reste toutes va très bien. Je vais vous raconter, qu'y est arrivé. 54KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, foto "carte de visite" 6,6x20,7 cm. Atelier de Photographie / Le Wallecan-Vouters / 32, rue de Lille / Menin / Portraits peint d'après nature / Photographe. Professeur de l'académie de dessin et lauréat de l'academie des beaux-arts d'Anvers. ss EKEREN, Bevolking 1911-20 d1.8, p.188. De inschrijving gebeurde op 8.12.1911. 56 Marie Louise Verberck (Ekeren 7.6.1884 - Antwerpen 21.11.1978), gehuwd met Charles Bihot. 57. Formaat 22,8 x 16,9 cm., doormidden gevouwen tot 4 blzn. Origineel bij Jan Van Santvliet (* Tongerlo 1928), rijkswachtofficier op rust, te Wilrijk. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, fotokopie. 18
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 18
Ce n'est presque rien que de vols. I l y a quatre avertures, la première averture, était avec un essuiemain. Un soldat de notre chambre trouvait un essuie-main à la cour. En ne lui rendait pas au soldat qui était lui perdu. i l disait ça au Lieutenant, maintenant c'est bon. C 'est passé quinze jours, c'estait inspection par le commandant, il venait chez le soldat qui avait l'essuie main, hé bien dit-il vous êtes soldat Maes, vous avez pris l'essuie Main pourquoi né l'avez vous pas rendu. Vous aurez quatre jours arrêts. C'est parce que vous êtes encore un jeune soldat, mais le même soir on vole chez le même soldat une montre. Le lendemain matin, il la manquait. Il le disait vers au sergent de semaine. Direct tous les coffres, étaient fouillé, mais rien à trouver, Ce soldat est néanmoins le beau-frère du Lieutenant. Une autre averture arrivait chez un autre, o n vole son fourragère. Chez un autre hier 60 centimes. II avait placé son argent. Dans son cassette, néanmoins son porte-monnaie s'y trouvait aussi. Mais on ne l'avait pas vu, i l manquait son argent. Ce matin il voulait acheter un morceau chocolat, et il ne trouvait plus son 60 centimes. ils (était doorstreept) étaient disparu. Hier on a fait un soldat à l'hôpital, son pied était blessé au talon il ne plus marcher. Mais, maintenant encore quelque chose, c'est passé quinze jours, j'étais garde chambre. J'allais faire un l i t d'un soldat, eh, verdomme, i l avait pissé dans son lit. C'(est doorstreept) était mon devoir, de ça dire au chef de chambrée, hebien, parce-qu'il avait pissé dans son lit, il devait passer un visite du (docteu doorstreept) médecin. C'est toutes que je peux raconter alors au Revoir, tenez-vous mais vigoureux et sain. J'espère que quand vous savez quelque nouvelle. Que vous le saurez bien à mois. Agriez mes salutations. Votre frère Joseph Verberck Op zondag 4.2.1912 zond hij een postkaart met zicht op de kazerne te Menen naar schoonbroer Jos Raemaekers (58). Op de rugzijde schreef hij helemaal vanonder, heel klein:"De linkerkant is die van de chasseurs".
iq. — M e n i n . — L a Caserne.
Die maand werd er ook een groepsfoto gemaakt van hun compagnie. Er staan 54 soldaten op in hun uniform, met één of twee rijen knopen voor aan hun vest. Slechts een viertal heeft een soldatenmuts, al de andere staan blootshoofds. Twee hebben hun vest open staan zodat hun wit hemd goed zichtbaar is. Twee dragen een stok bij zich. Een vijftal zit in de twee openstaande vensters. Een kijkt door het raam en heeft 58
KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkaart: 14.- Menin. - La Caserne, Edit.Em.Hoedt, à Menin. Poststempel: MEENEN MENIN/ 14-15 / 4 / 11 / 1912. Adresse: Mijnheer Jos Raeymaekers / Winkelier / Hoogboom Cappellen / Pr.Antwerpen. H i j tekende: Jos. Verberck. Kleine nota: de linkerkant is die van de chasseurs. 19
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 19
een witte voorschoot boven een lichtere vest, mogelijk iemand uit de keuken. J e f staat e r breed glimlachend o p met een vest met één rij knopen, a a n d e rechterkant op de derde rij. Als postkaart is zij naar zijn zuster Louise verzonden op dinsdag 27.2.1912 (59). Uit dit eerste semester dateren zeker nog twee postkaarten waarvan de postzegels verdwenen en dus ook de postdatumstempel! Beide werden geschreven aan zijn zuster Elise. Opmerkelijk is beslist bij één ervan (met bierwagen in de Yperenstraat), dat hij haar Alice noemt en niet Elise of Liza zoals gewoonlijk. Ook de plaatsnaam "Bossu En Fange" is wel uitzonderlijk helemaal verkeerd geschreven! Hij tekende wel "Jos Verberck" zoals bij alle vorige kaartjes (60). Het volgende tekende hij als "J Verberck" zoals de volgende die hij schreef. Het adres van Elise "Au Château Bossu en Fagne" is al beter maar de ontbrekende U in "Boussu" is wel opvallend! Dit laatste geeft een gekleurd zicht op de kazerne te Menen en is een variante op de kaart die hij op 4.2.1912 verzond. Deze komt evenals de twee kaartjes die hij op 6.6.1912 schreef, uit de reeks "La Belgique Historique". Zij geeft ons enige informatie over de kazerne: Menin - La Caserne-Extérieure. La caserne de Menin est l'ancien hôpital militaire datant de l'époque ou la vieille ville était fortifiée. Les bâtiments datent du début du X1Xe siècle (61). Op donderdag 6.6.1912 schreef hij wel twee kaartjes naar schoonbroer Jos met zichten van "Menin - La Lys le Chemin de halage" en "Menin - L'Eglise St.-François" (62). Vanuit Menen stuurde hij beslist ook een kaartje naar zijn jongste zuster Stephanie, waar hij altijd met "leurde". Zij was
39
Origineel bij Jan Van Santvliet (* Tongerlo 1928), rijkswachtofficier op rust, te Wilrijk KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, fotokopie. Formaat 13,8 x 8,5 cm., foto zelf 11, 7 x 7,4 cm. Poststempel: MEENEN MENIN / 9-10 / 27 / 11 / 1912. Madelle. Marie Louise Verberck / I Rue Leopold n. I. / Antwerpen. Hij tekende Jos Verberck ó0 Origineel bij Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9. 1925) te Edegem. KAPELLEN, familiearchiefL. Gorissen, fotokopie in kleur. Nels. Edition: Vanhée-Vandaele. Menin. Menin Entrée de la rue d'Ypres. Postzegel verdwenen buiten een uiterst klein grijs stukje naast de boord dat zou kunnen verwijzen naar de gebruikelijke 1 c. type wapenschil 1893. Poststempel: ME(ENEN) MENIN / ? . Adresse: Madelle. Alice Verberck / Bossu En Fange./ Par Marienbourg. / Pr Namen / Bij Graaf De Villermont. Hij tekende Jos Verberck 61. Origineel bij Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925) te Edegem. KAPELLEN, familiearchiefL. Gorissen, fotokopie in kleur. E.Desaix, éditeur, Bruxelles. Reeks "La Belgique Historique Marque déposée": Menin - La Caserne-Extérieure (met franstalige historische uitleg). Verdwenen postzegel. Poststempel: ... MEN(IN) / ? . Madelle. Elise Verberck / Au Château Bossu en Fagne. / Par Marienbourg. / Pr. Namur. Hij tekende J Verberck. 62. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, 2 postkaarten: E.Desaix, éditeur, Bruxelles. Reeks "La Belgique Historique Marque déposée": Menin - La Lys le Chemin de halage & Menin - L'Eglise StFrançois (telkens met franstalige historische uitleg). Poststempel: MEENEN MENIN/ 14-15 / 6/ VI /1912. Adresse: Mijnheer Jos. Raymaekers / Winkelier, (Oude Baan) / Hoogboom Cappellen / Pr.Antwerpen. Hij tekende: J. Verberck. 20
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 20
toen pas zes jaar. Zij meende dat Jef zich ook liet inschrijven te Doornik waar hij daarna verbleef (63) Een niet te dateren postkaart zou mogelijk uit deze periode kunnen stammen en werd vermoedelijk vanuit Laken verzonden. De gekleurde afbeelding is het monument van koning Leopold I in het park over het kasteel van Laken. Was er een defilé (21.7.1912) of een paleiswacht ? Het is ons niet bekend. Zeker is dat wij Jef, zoals wij verder zullen zien, meermaals te Laken aantreffen, soms op weg naar Leopoldsburg, of voor een bepaalde periode: 6.5.1913, 5-11.6.1913, 2-6.8.1913. Zij werd in elk geval naar zijn schoonbroer Jos Raemaekers gezonden en voor het laatst zal hij hem als "winkelier" bestempelen in het adres (64)!
KORPORAAL TE DOORNIK De school moet best meegevallen zijn aangezien hij op 24.6.1912 korporaal werd (65). Daarna vervoegde hij zijn eenheid te Doornik en werd ingedeeld in de 4de compagnie van het 2de bataljon (66), zoals wij in marge van zijn matricule lazen.
Opération d'un bleu Op maandag 19.8.1912 was hij in elk geval in Leopoldsburg, vermoedelijk voor oefeningen. Vandaar stuurde hij een kaartje naar schoonbroer Jos, met de afbeelding van "Opération d'un bleu", dus een rekrutendoop (67). Mogelijk verwees hij hiermee naar zijn ontvangst in zijn eenheid ? In soldatenuniform kwam Jef Verberck in verlof naar huis. Zo zag Rik Raemaekers hem wellicht kort na 11.10.1912, toen zijn broertje Jos geboren werd, in uniform tijdens de doop, aangezien Jef peter werd (68). 63. Julia Francisca Stephania Verberck (Ekeren-Hoogboom 2.2.1906 - Brasschaat 17.10.1998) tijdens ons onderhoud op 21.8.1995. 64. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkaart: 19 Bruxelles - MonumentLéopoldl. Poststempel met verdwenen postzegel zodat enkel de cirkel en 5 punten links overblijven. Het is blijkbaar de laatste kaart met "winkelier" in het adres! Adresse: Mijnheer Jos Raymaekers. / Winkelier / (Oude baan) Hoogboom / Cappellen. Hij tekende: J. Verberck. ss BRUSSEL, Koninklijk Legermuseum, 27LIN10, 3e.Régiment de Chasseurs à pied, Matricule pour sous-officiers et soldats, nr.53504. kolom 7: caporal, le 24 Juin 1912. 66. Bevestiging in zijn brieven uit Laken van 6.4.1913 & 11.6.1913, zoals wij verder zullen zien. 67
KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkaart: Etdition F.Mondelaers Bourg-Léopold. Poststempel: LEOPOLDSBURG C BOURG LEOPOLD C / 12-13 / 19 / VIII / 1912. Adresse: Mijnheer Jos Raeymaekers / (Oude Baan) Hoogboom / Cappellen Pr.Antwerpen. Hij tekende: J. Verberck.
68Cornelius Henricus Raemaekers ( * Ekeren 2.5.1909) tijdens ons onderhoud te Kapellen op 21
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 21
13 October (1912) Josephus, Gregorius, natus 11 hujus hora 8 1/2 vesp. filius Josephi, ex Brasschaet 12 nov. 1880 et Mariae Paulinae Verberck ex Eetkeren, 1 nov.1885, junctarum i n Hoogboom, 30 maii 1906, susceperunt Josephus Verberck et Maria Raemakers (get.) Roelans past. Raemaekers matrimonio junctus est Theresiae Verresen Cappellen 21 Nov.1936 (latere aanvulling)
� j e e ,
��i�•�v 4� f
�
Pas op zondag 6.4.1913 vernemen wij weer "iets". Vanuit Laken schreef hij een kort briefje naar zijn zuster Louise of Elise. Slechts het bovenste afgescheurde stuk met zijn adres bleef bewaard. Voldoende echter om te vernemen dat het lang geleden was dat hij nog geschreven had. In de linker bovenhoek stond in droogdruk een bloemmotief als versiering (69). Hij zat bij het 4/2 wat niet helemaal overeenkomt met de info uit het matricule - of was dat tijdelijk voor de kampperiode ? Was hij een tijdje te Laken en/of op weg naar Leopoldsburg ? Laeken den 6 - 4. - 1913. Beminde Zuster. T'is reeds lang geledens c h r e v e n heb / (verso) Adres. J. - - - Caporal. Sem Chasseurs à pied 4/2 Laeken. (Camp de Beverloo) Bourg Leopold).
Uit zijn brief van 11.6.1913 weten wij dat hij ongeveer gedurende gans de maand mei in het kamp van Beverlo (Leopoldsburg) verbleef. Gedurende heel die periode schreef hij niet - en ontving hij niets. Het was redelijk warm zodat zij tijdens de "manoeuvres" nogal gezweet hebben. Vooral de "2de. laatsten dag", dus zondag 1.6.1913, was uiterst zwaar. De koning was komen kijken. Zij waren reeds vanaf 2 u. "op gang" en "la gueire" duurde tot 15.30 u. Hun tocht was toen even ver als van "Putte naar Antwerpen moet gaan, en dan terug komen, en dan aan Cappellen den slag geven". Met rugzak en kapot was het erg warm en uiterst vermoeiend geweest. Op dinsdag 3.6.1913 vertrokken zij te 4 u. uit Beverlo en marcheerden tot Averbode waar ze tussen 11 en 12 u. aankwamen en bleven logeren. Voor "een curieusetijd" ging hij nog met twee kameraden "een uur en half' naar Scherpenheuvel. Vandaar stuurde hij volgens zijn schrijven een kaartje, vermoedelijk dus aan zijn zuster Liza. Later zou zij het haar kinderen doorvertellen, al vervormde de inhoud lichtjes met de jaren. Zo wist haar zoon Jan van Santvliet nog dat zij tijdens een mars van Doornik 1.10.1995. Josephus Gregorius Raemaekers werd te Ekeren geboren op 11.10.1912. HOOGBOOM, Parochiearchief Parochieregisters, dopen 1871-1935, 13.10.1912. 69 Formaat 11 x 5,2/7,8 cm., enkel blad waarvan alleen het afgescheurde bovenste deel bewaard bleef droogstempel met bloemmotief mogelijk verkeerde datum (mei i.p.v. april?). Origineel bij Monique Van Santvliet (* Chapelle lez Herlemont 27.9.1923) te Westerlo. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, fotokopie. 22
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 22
naar Leopoldsburg, halt hielden te Averbode en dat hij toch nog te voet verder trok naar Scherpenheuvel. Daarna was hij zo verzwakt dat hij rauwe eieren at om er weer bovenop te komen (70). Haar dochter Suzanne Van Santvliet wist nog dat Jef vlak voor het front te Averbode op bivak was en zich niet goed voelde omdat hij geen eten had gehad. Enkele rauwe eieren die hij gekregen had, at hij zo op wat hem opknapte. Te voet ging hij vandaar naar Scherpenheuvel "voor de goede afloop" (71). Zijn eigen verhaal was duidelijk niet even vroom! Zeker zond hij die 3de een zicht van de oude vesten vanuit Scherpenheuvel naar zijn schoonbroer Jos Raemaekers. De post stempelde inderdaad pas rond 18 u. af (72). Voor het eerst zegelde hij zijn zichtkaart niet met de klassieke grijze postzegel van 1 ct. type wapenschild van 1893, maar met het sinds 14.4.1912 in gebruik genomen oranje type cijfer (73). Die nacht sliepen ze met 25 man in een "schuurke, zoo gelijk ons oud brakske 't huis". Het was er warm en van inwoners hadden ze kusssens gekregen. Na een korte rumoerige nacht was het opstaan geblazen te 2 u. om te 4 u. weer verder te marcheren naar Herent, langs de steenweg van Leuven naar Mechelen, op 4 km. boven Leuven. Vandaar stuurde hij woensdag de 4de een postkaart met zicht op het gemeentehuis (afstempeling te 19-20 u.), naar schoonbroer Jos Raemaekers (74). Bij een grote boer was het goed slapen met 45 in een grote schuur. Maar het was er zo "plezant" dat ze met zes man op zwier gingen en Jef `s nachts "zuiver tut" weer aan het logement kwam "als verkens". Opstaan te 5 u. en een half uur later verder marcheren naar Laken was moordend: "en ziek ik was". Na een uur at hij twee eieren rauw op tijdens de "repos" en bekwam hij zodat de honger begon te knagen. Die donderdag 5.6.1913 kwamen zij dus weer aan te Laken. Vandaar zou hij woensdag 11.6.1913 de uitvoerige brief verzenden aan zijn zuster Liza. Hij hoopte verder een vijftal dagen op verlof te komen voor de kermis te Hoogboom, vier weken later. Zijn laatste verlof dateerde vermoedelijk van Sinksen. Graag had hij haar ook eens vanuit Brussel bezocht (75). Laeken den 11 - 6 - 1913. Beminde zuster Liza. Met deze, kom ik u eenige regelen te schrijven, ik ga u in 't kort eenig nieuws uitleggen. Ik geloof wel dat ge mijne kaarten ontvangen hebt die ik u gestuurd heb(t doorstreept). Heel waarschijnlijk zult ge wel weten dat ik voor eene maand in 't kamp geweest heb, zoolang ik daar geweest heb, heb ikjuist niets geschreven, noch brief noch kaart, niemandallen of ik langs mijnen kant heb niets ontvangen, ook. Binst wij de manoeuvres gedaan hebben, heeft het nog redelijk warm geweest, want het heeft ons nog al vandeeg zweet gekost, bijzonder den 2den laatsten dag als de koning geweest had, toen was het la gueire, wij waren reeds om 2 uren smorgens op gang en wij hadden gedaan om 3 uren en Half.
70. Jan Van Santvliet (* Tongerlo 1928), rijkswachtofficier op rust, tijdens ons onderhoud op 23.12.1999 te Wilr jk. 71.Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925), tijdens ons onderhoud op 21.12.1999. 72. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkaart: Scherpenheuvel - oude vesten (tweetalig). Poststempel: SCHERPENHEUVEL MONT... / 18-19 / 3 / VI / 191.. Mr.Jos.Raeymaekers / Oude baan. Hoogboom / Cappellen. H i j tekende: J. Verberck. De moeilijk leesbare datumstempen kan gezien onze informatie, moeilijk op 1914 slaan! 73. NN., Officiele catalogus van postzegels "Belgie" Congo Zaire Rwanda Burundi Thema Europa, sl. (Brussel), 1992, nr.81 & 108. Steeds zal hij het strookje "niet bestellen op zondag" er afscheuren. 74. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkaart: Herent. La Maison communale. Poststempel HERENT/ 19-20 / 4 / VI / 1913. Woonst: Mr.Jos Raeymaekers / Dude baan/ Hoogboom / Cappellen. Hij tekende: J. Verberck. 75. Formaat 22 x 18 cm., ĂŠĂŠn vel middendoor gevouwen tot 4 blzn., droogstempel met bloemmotief in linkerbovenhoek van p.1 (zoals b i j brieffragment: Laken 6.4.1913), & onderste helft van l jn jesschoolschrifi, 16,8 x 9,2 cm., recto verso beschreven. Origineel bij Monique Van Santvliet (* Chapelle lez Herlemont 27.9.1923) te Westerlo. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, fotokopie. 23
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 23
Wij hadden zeer verre geweest dien dag, zoo vere zal ik zegge, als dat ge van Putte naar Antwerpen moet gaan, en dan terug komen, en dan aan Cappellen den slag geven, zoo ge kunt wel peinzen dat ge moei komt, en altijd met den zak op uw knoken, en de Kapot aan, endan zoo warm zijn. Achter de manoeuvres zijn we uit het Kamp vertrokken, te voet naar Brussel 3 dagen lang hebben wij gemarcheerd. wij vertrokken om 4 uren s'morgens uit beverloo en arriveerde in Averbode rond een uur 11- of 12. dan zijn wij daar gelogeerd tot s'anderendaags, 'S wensch ik dan in Averbode was, vroeg ik daar hoever men van Scherpenheuvel was en dan zegde ze bijna een uur en half ik dacht daar zou ik wel eens naartoe willen gaan voor een curieusetijd en ik heb dit gedaan met nog 2 cameraden, en alzoo heb ik eene Kaart gezonden van Scherpenheuvel Nochtans dien nacht hebben wij afgezien, wij lagen daar met een 25 in een schuurke, zoo gelijk ons oud brakske 't huis een is, wij lagen daar den eenen op den anderen getast, en 't was dan nog zoo warm de menschen waar wij gelogeerd waren, waren heel goed voor ons want zij hadden kussens gegeven om met onzen kop op te rusten, maar dat was op een manier toch nog 't zelfde wij konden nog niet slapen, den eenen zingt, den anders kruijfelt degene vloekt omdat hij naar zijne goesting niet kan liggen, dan komt den eenen langs hier gekropen den anderen lang daar, en zoo duurde dat den ganschen nacht, maar schoonste van al het was om 2 uren weeral dag en moesten weeral voorts om 4 uren, weeral opweg naar ons ander logement, naar Herent, tegen Leuven, daar waren wij bij eenen grooten boer gelogeerd met 45 man, in eene groote schuur daar was het goed maar daar vond ik het weer te plezant. ik kon daar weer niet t'huis blijven wij gingen daar uit met 6 man, daar hebben wij ons goed geamuseerd, zoodanig dat ik zuiver tut was, ik kwam s'nacht terug aan ons logement, wij waren daar juist als verken. ik kon men niet meer houden, t'was op zijn uiterste. en toen des (s doorstreept)morgens was het cadée, wij moesten daar opstaan om 5 uren en een half uur naderen hand op marche, ik kon toen niet eten, ik had toen voor niets goesting, en ziek ik was, ik geloof dat mijnen zak toen wel 100 kilos woog. ik kon niets anders peinzen alsdat ik onderwege blijven gelijk ik toch gesteld was, maar als wij zoo een uur gemarcheerd hadden kregen wij repos, ik kocht terwijl 2 eieren, en sloeg die rouw naar binnen, en toen bekwam ik geheel en gansch op mijnen stel, den honger begon mij stillekens aan te kwellen, en ik geraakte aan het eten en zoo, was ik zuiver op mijn zelven gekomen, gelijk het zijn moet, en op mijn gemak kwam(en doorstreept) ik in Laeken aan. ik zou u nog wel meer kunnen vertellen maar dan zou ik wel eenen heelen cahier moeten vol schrijven, want ge komt zoo nog al wat tegen op zulke marchen, nochtans, ik doe dat gaarne, alzoo komt men overal en ondervindt men van alles. Nu autre chose. Zondag 4 weken is het kermis in Hoogboom, ik zou wel voor 5 dagen willen gaan want voor de kermis ga ik niet meer naar huis gaan t'is geleden van sinxen, bist ik in 't Kamp geweest heb in geval ik in Brussel moeten zijn met Sinxen dan had ik eens naar u gekomen. ik zou daar ik eens willen komen voor de curieusetijd het zou soms wel kunnen gebeuren dat ik van de zomer eens kom, maar als ik kom, zou het voor 2 dagen moeten zijn anders is het de moeite niet., niet waar? Zoo dat is nu heel in 't kort een beetje geschreven, over het Kamp en de 3 dagen marche. Voor de rest, de gezondheid ontbreekt mij, en ik Hoop van u hetzelfde. De beste groeten van uwen broeder Joseph. 3me chasseurs à pied. 4/2. Laeken Ook op zaterdag 2.8.1913 zou Jef te Laken geweest zijn. Die dag schreef hij aan zijn zuster Louise dat ze "toekomende zaterdag" (dus de 9de) weer "gedaan" hebben te Brussel en naar het stille en dode Doornik weerkeren. Verder sprak hij van de 6de (een woensdag) als vertrekdatum. Vermoedelijk vergiste hij zich duidelijk van maand en moest hij zijn brief op "september" dateren. Bewijs temeer is dat hij "verleden zondag geenen congé" van tien dagen kon krijgen om de aardappelen te komen uitdoen en naar Brasschaat kermis te gaan. De drie dagen die hij kreeg waren onvoldoende zodat hij ze niet wilde. De zondag voor 2.8 was dus 27.7.1913. Logischer slaat dit beslist op zondag 31.8 voor dinsdag 2.9.1913, zodat 10 dagen verlof tot woensdag 10.9.1913 liepen. Daarin viel dan ook zondag de 7de. Wanneer we weten dat de kennis van Brasschaat-Centrum steeds op de eerste zondag van september valt en drie dagen loopt (76), dan is de datumvergissing wel voldoende bewezen! Dan is ook de briefomslag met poststempel Laken 2.9.1913, gericht aan zijn zuster Louise, benut. Anders was het een omslag zonder bewaarde brief - wat kan - maar wel toevallig juist één maand later dan de bewaarde brief!? 76.Ook die van de Kaart 29 juni (of de zondag erna), komt niet in aanmerking. Enkel die van Ploeg valt op de eerste zondag van augustus en die van Maria-ter-Heide op de tweede zondag van september. Maar die zal Jef wel niet bedoelen. BELLENS F. (red)., Brasschaat, een park en een kasteel, de gemeente ten tijde van burgemeester Reusens, Brasschaat, 1991, p.329. 24
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 24
Zo keerden zij dus pas op zaterdag 6.9.1913 weer naar Doornik. Zij zouden vrij lang in Brussel gebleven zijn - zou het sinds hun terugkeer uit Leopoldsburg zijn? Waren zij na 6.4.1913 ( o f moest het ook mei geweest zijn?!) daar ook gebleven en rond 1 mei vandaar rechtstreeks naar Leopoldsburg gegaan? Eens in Doornik zou het ook gedaan zijn "met in permissie te komen", want dat is te ver en te duur. Het begon hem wat tegen te steken en begon a f te tellen, zijn laatste 13 maanden dienst gingen in, dus tot oktober 1914! Zondag de 14de was het foor. Vanuit Doornik beloofde hij nog wat kaartjes te schrijven volgens de brief die hij dus op dinsdag 2.9.1913 naar zijn zuster Louise schreef (77). Laeken den 2 Augustus (moet september zijn) 1913. Beminde Zuster. Ik kom u eenig nieuws te schrijven Nu toekomende Zaterdag is het met ons gedaan in Brussel wij worden naar Doornik gestamd, wat denkt gij daarvan, dat hangt zoo nog geen beetje mijn klooten uit, ik geloof niet dat ik mij bij het service (mij doorstreept) nog zoo goed gaan amuseren als in Brussel, waar dat ze ons weer naar toe stooten, naar dat God, verdommes Doornik, zulke stille, doode stad en daarbij nog ver van huis. Nu is het gedaan met in permissie te komen. t'is nu te ver en te kostelijk, wat moet ik nu doen. maar zwakkement, mijn firmament aanvagen? denk ik: peisde gij het ook niet: hoor ne keer Louise / nog 13 broodjes van den 1 ste., verstaat gij dat t'is te (g doorstreept) zeggen nog 13 maanden, en dan Adieu le service, want nu spelen ze er te vreed mee, ze gaan nog heelemaal rond komen. alzoo. Ik zal nog maar een beetje moed scheppen, amuseren zal ik mij toch, want voor de grap ben ik, dat weet ge wel, en wij gaan de foor nog hebben, want die begint pas de 14de zoo, wij zullen er maar van pakken. hetgeen wij krijgen kunnen. Daar is nu al zoolang praat van geweest dat wij naar Doornik zouden gaan. en eindelijk is 'ter toch van gekomen. zelfs nog eerder, alsdat wij wel dachten, want eerst wierd er maar gezeid, den 15 september, en nu t'is de 6de al. T'is daarom geweest dat ik verleden zondag geenen congé meer kon krijgen, i k had er zoo maar tien gevraagd, om de patatten helpen uit te doen. en Brasschaet Kermis mede te pakken, en ze gaven maar juist 3 dagen ten hoogste en die wilde ik ook niet, omdat dit de moeite niet was. Ik zou niets willen alsdat ik zondag in congé kon komen maar begin maar Zaterdag vertrekken wij eerst, en eer onzen boel ginder in orde is, is de weel al weeral meest uit, Zoo is er altijd iets, dat u belet, als ge in congé wilt gaan, t'is wacht, o f piquet. de week en etc. etc. Zoo wat kunnen wij beter doen. als maar gaan waar dat ze ons heen steken, daar is toch anders niets aan te doen. Een dingen het spijt mij te zeer dat ik nu zondag niet naar huis Kan, want ik zou malgré eens naar huis moeten gaan. ik heb het van doen. Dat is zoo al, al het nieuws dat ik zoo al kan vertellen, want voor de rest, is het bij de service toch alle dagen hetzelfde. Zoodus tot later nieuws, ik zal dan nog wel eens eenige kaartjes schrijven. als ik in Tournai ben. De beste groeten van Uwen Broeder. Joseph / mijn adres van. te beginnen Zondag aanstaande, J. V. Capl. au 3e chasseurs à pied. II/1 Tournai Opvallend i s h e t dat Jef blijkbaar dadelijk na zijn terugkeer u i t Beverlo te Laken, o f toch zeker na 11.6.1913 en voor 2.9.1913, voor een vermoedelijk korte periode overging naar de 2de compagnie van het
77
Formaat 27,3 x 20,8 cm., één vel middendoor gevouwen tot 4 blzn. Verkeerde datum: augustus moet september zijn. & briefomslag 15,5 x 12 cm. (vrij ruw geopend), postzegel: Koning Albert 1 grote beeltenis, 10 c., rood, met strookje "niet bestellen op zondag (tweetalig) ". Poststempel: LAEKEN/ 19-20 / 2 / IX / 1913. Aankomststempel: ANTWERPEN 1 ANVERS 1 / 22-23 / 2 1X / 1913. ronde stempel 20. Melle. Louise Verberck / No.1 Rue Leopold. n.1 / Anvers. Origineel bij Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925) te Edegem. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, fotokopie. De postzegel was in gebruik van december 1912 tot 14.10.1915. NN., Officiele catalogus van postzegels "Belgie" Congo Zaire Rwanda Burundi Thema Europa, sl. (Brussel), 1992, nr. 118. 25
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 25
1ste bataljon (78). Op zijn terugkeer te Doornik op zaterdag 6.9.1913, volgden enkele drukke dagen van uitpakken, zoals Jef schreef, waarna het kazerneleven wellicht zijn dagelijkse gang hervatte. Toch schreef hij reeds op dinsdag 9.9.1913 een kaartje naar schoonbroer Jos Raemaekers (79). Tien dagen later zou hij hem een postkaart zenden met de afbeelding in kleur van een Jager te Voet in groot uniform (80). Ondertussen is hij opgenomen in de militielichting 1913 en maakt de gemeente Ekeren een tweetalig inlichtingenblad op (81). Nationale Militie / Lichting van 1913 / Inlichtingsblad Gemeente Eeckeren / 7e canton de milice / Provincie Antwerpen Militair kanton Eeckeren / Korps voor hetwelk de milicien aangewezen werd 3 Chasseurs a pied / 1/II (bijgeschreven) betreffende een, op 3.Sept.1913, aan de militaire overheid afgeleverde milicien. (stempel schuin over het formulier) "volontaire de carrière" Nummer van de alfabetische lijst reeds aangeduid in het bevel van vertrek. 16 / Naam en voornamen van de milicien. Verberck Jan Jozef / Beroep. Bakkersgast / Burgerlijke stand. ongehuwd I Plaats van geboorte. Eeckeren - Antwerpen. België / Datum van geboorte. 21 November 1891 I Gemeente van inschrijving. Eeckeren. Inlichtingen betreffende de ouders. Voornamen van de vader. Ludovicus I Naam en voornamen van de moeder. Aernouts Anna Maria Elisabeth - overleden / Plaats van geboorte & Nationaliteit van de vader: Eeckeren, Belg / Plaats van geboorte & Nationaliteit van de moeder: Brasschaet, Belg. get. De Gemeentesecretaris D e Burgemeester Gemeentestempel Ekeren Later werd bovenaan zijn matriculenunnner bijgeschreven: 53504 (82) en toekomstig bataljon en compagnie 2/IV. Deze gegevens komen overeen met de vermeldingen betreffende I913 die op zijn matricule voorkwamen. Mogelijk of vermoedelijk viel de overgang naar zijn oude compagnie (2/IV) samen met de legerhervorming van 1.1.1914 zoals wij hoger zagen. Verder is het stil geworden en ontbreken ons wat gedateerde documenten en informatie. Is het in deze periode dat hij een portretfoto in uniform, maar blootshoofds liet maken ? Het portret is in een ovaal en op een postkaart afgedrukt. Zij zou later "de" foto worden die voor alle "souvenirs" gebruikt zou worden. Wij sluiten niet uit dat hij ze tijdens een verlof te Antwerpen bij Photographie Jacqmain in de Carnotstraat 113 liet maken, en niet te Doornik. Nergens vonden wij een aanwijzing naar Doornik. Of werd er later enkel maar een reproductie bij Jacqmain gemaakt ? Zo werd zij in
78. In zijn brief uit Laken dd.11.6.1913 schrijft hij nog 4/2 en op die uit Doornik dd.2.9.1913 staat reeds II/1, evenals op zijn informatieblad van de militie 1913 dd3.9.1913. Daar is later wel 2/IV bijgeschreven, zoals ook op zijn matricule! 79.KAPELLEN, familiearchiefL. Gorissen, postkaart: Tournai Remorqueur passant en dessous du Pont de Fer. Poststempel: TOURNAI 1 E DOORNIJK I E / 9-10 / 9 / IX / 1913. Mr.Jos. Raeymaekers / Hoogboom / Cappellen / pr.Anvers. Hij tekende: Joseph. 80KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkaart: Armée Belge Régiment des Chasseurs à Pied Grande tenue. Photo Frémault. F. Roosen et J. Van der Linden, éditeurs, Alost. Poststempel: TOURNAI I G DOORNIJK 1G/ 19-20/ 19/1X/ 1913. Mr.Jos.Raeymaekers/Hoogboom /Cappellen / Pr.Antwerpen. Hij tekende: Joseph. 81EVERE, OCM., dossier 1.1. Verberck, voorbeeld nr.48/4 bij KB 25.10.1873 & 20.10.1902, gewijzigd 14.4.1910. 82. Eerst verkeerdelijk 53404 waarbij de verkeerde 4 geschrapt werd en 5 er boven geschreven werd 26
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 26
een ovaal op zijn bidprentje afgedrukt (83). Ging hij ook dat jaar op kamp naar Leopoldsburg zoals in augustus 1912 en mei 1913 ? We mogen veronderstellen van wel, al hebben wij er geen enkele notitie over. Wij hebben in elk geval een groepsfoto waar Jef met een groep soldaten van het 3de Jagers te voet opstaat en te Beverlo gemaakt werd. Een bordje verwijst naar een schietprijskamp en een onduidelijke vermelding die men eerst als datum zou aanzien, maar er mogelijk geen is. Slaat die 14 op het jaar 1914? Indien niet, dan kan dat jaar het jaarlijks kamp ook door het uitbreken van de oorlog weggevallen zijn. De foto is dan wellicht in mei 1913 te dateren! Negen soldaten met muts en kenteken 3, drie met een sjako en één blootshoofds, staan uitermate ontspannen en verschillende met een sigaret, zelfs een tweetal met een pijp, als overwinnaars te poseren rond een bord dat de reden van hun trots aangeeft: camp de Beverloo / Les vainqueurs / du tir / B6 (of 36 ?) - Q - 14. Deze laatste vermelding kan ook gewoon slaan op de schietprijskamp zelf - of heeft het iets te maken met hun kamplocatie of groep zoals blok Q? ! Een wazig bewogen witte vlek rechts vooraan, zou eventueel een wit hondje kunnen zijn? Jef staat er, als vierde van rechts, zelfbewust op met sigaret in de linkerhand, de arm wat voor het lichaam zodat de twee korporaalstrepen duidelijk zichtbaar zijn. Opmerkelijk is dat de foto gemaakt werd door de Antwerpse fotograaf Joseph uit het klapdorp 87. Mogelijk ging hij op verplaatsing, wat ook met voornoemde collega Jacqmain het geval zou kunnen zijn (84).
Terwij I Jef Verberck op woensdag 6.5.1914 nog te Doornik vertoefde en een kaartje naar schoonbroer Jos Raemaekers zond (85), treffen wij hem op vrijdag 29.5.1914 aan te Antoing ten Z.O. van Doornik (kasteel van de prinsen de Ligne), aangezien hij ook van daar een kaartje met Scheldezicht naar schoonbroer Jos Raemaekers zond (86). Mogelijk waren er manoeuvres? In elk geval is hij op zaterdag 11.7.1914 te Doornik
83. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkaart met foto in ovaal, formaat ovaal: 6,9 x 9,9 Photographie Jacqmain. I Successeur René Lonthie / 113, Rue Carnot. 113 /Anvers, Téléphone 5957 / Opnamen met electrisch licht / 's avonds tot 8 uren Zon- en / werkdag (tweetalige tekst). 84. Postkaart met foto, Photographie Joseph / 87, Klapdorp 87, - Antwerpen. Origineel bij Jan Van Santvliet (* Tongerlo 1928), rijkswachtofficier op rust, te Wilrijk & bij Mia Van Santvliet (* Westerlo 11.10.1930) uit Deurne. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, reproductie & wat verkleinde lichtgekleurde kopie. 8'. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkaart: (AS) Tournai La Statue de la Princesse d'Epinoy. Poststempel: TOURNAI 1F DOORNIJK 1F / 7-8 / 6 / V / 1914. Monsieur Jos.Raeymaekers / Hoogboom / Cappellen. Hij tekende als Joseph. 86. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkaart: (Nels) Antoing Escaut. Alfred Delis. Place du Préau, Antoing. Poststempel: ANTOING / 18-19 / 29 / V / 14. Mr.Jos.Raeymaekers. / Hoogboom / Cappellen / P. Antwerpen. Hij tekende: Jos. 27
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 27
en verzond een identieke postkaart als op 9.9.1913 naar schoonbroer Jos Raemaekers (87). Of onze Jef kon genieten van het buitengewoon verlof dat de antimilitaristen bekomen hadden voor de lichting 1913 weten wij niet. Het ging op 15.7.1914 i n terwijl Oostenrijk-Hongarije op 13.7.1914 een ultimatum stelden aan ServiĂŤ. In elk geval moet Jef rond die tijd nog op verlof geweest zijn aangezien hij "bij z i j n vertrek naar het front" zijn blikken spaarpotje met enkele geldstukken aan zijn zuster Julia gaf. Zij bewaarde het altijd en gaf het door aan haar dochter Simonne Haest en schoonzoon Jos Van der Steen (88). Het is een klein rond doosje, niet te hoog, dat ongeveer 1 1/2 maal de diameter van het bekende "paardenoog" of zilveren 5 Frank stuk meet. Aan de bovenzijde is er een gleuf waar zulk stuk juist in past. De bewaarde inhoud omvat: een zilveren 5 Fr. 1871 franse legende type Leopold II; een zilveren 1 Fr. 1914 franse legende type Albert I; zilveren 0,50 Fr. 1901 Nederlandse legende type Leeuw van Gileppe; een koperen stuk met recto "Republic of China" en "Chi (?) Ten Cash", verso twee vlaggen (89). Tijdens dat laatste bezoek dat hij thuis doorbracht, werkte hij nog hard om de hooioppers op te zetten: "Voila vader, dan moet ge dat al niet meer doen", zegde hij trots en tevreden. Vader Louis weende, en samen gingen zij de akkers af naar het paard zien. Te voet vertrok hij daarna in de richting van Brasschaat. Aan de kerk wuifde hij nog, en ging dan verder zonder nog om te zien. Ondertussen weende vader. Ook zijn zuster Elisa weende altijd als ze, ook later nog aan hem dacht (90). Jef was blijkbaar een zeer gevoelig mens die ook erg van zijn vaders' paard hield. Zo ging hij het nog voeren voor zijn vertrek, zoals wij zagen. Men zat thuis geweldig met hem in volgens zijn nichtje Louise Raemaekers (91) Ondertussen werd ons leger op 29 juli op versterkte voet van vrede gebracht en op 31 juli werd overgegaan tot de algemene mobilisatie. Op 4.8.1914 overschreden dan, zoals bekend, de Duitse troepen te 9 u. onze landsgrenzen. Afzwaaien in oktober 1914, na drie jaar legerdienst, zou er, gezien de gebeurtenissen, duidelijk niet meer inzitten voor Jef Verberck (92).
DUITSE INVAL 1914 Het 3de Jagers te Voet (3Ch.) lag als onderdeel van de 5de Divisie, langs de Franse grenzen. Door de ligging van hun garnizoenstad Doornik, hadden zij geen grote verplaatsingen te doen. Vanaf zondag 2.8.1914 namen zij stellingen in langs de wegen die van Lille en Valenciennes naar Doornik liepen. Toen het Duitse ultimatum te Brussel binnengelopen was, trokken alle eenheden terug binnen hun garnizoenen. Op dinsdag 4.8.1914 te 0 u. vertrok de 17de brigade waartoe 3Ch. hoorde, per trein naar de omgeving van Geldenaken (Jodoigne). Dit vertrek was wellicht vergelijkbaar met dat der 2Ch. die met hun fanfare op kop 87.KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkaart: (AS) TOURNAI Rentorqueurpassant en dessous du Pont de Fer. Poststempel: TOURNAI I C I C / 18-19 / 11 / VII / 1914. Mr. Joseph. Raeymaekers / Hoogboom / Cappellen. Hij tekende: J. V. 88. Jos Van der Steen (* Wilmarsdonk 1913) uit Kapellen tijdens ons onderhoud op 21.8.1995. Maria Juliana Verberck (Ekeren 28.5.1889 - 15.3.1978) huwde te Ekeren op 29.4.1914 Karel Haest, waarvan Simonne Haest (Brasschaat 5.8.1917 - Kapellen 12.8.1992) die te Ekeren op 8.10.1938 Jos Van der Steen huwde. Op 4.12.1999 vertelde Jos Van der Steen me dat hij het recent aan een der dochters doorgegeven had 89KAPELLEN, origineel tot voor kort bij Jos Van der Steen, foto dd.21.8.1995, in familiearchief L. Gorissen. 90.Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925), tijdens ons onderhoud op 21.12.1999. 91. Marie Louise Raemaekers (* Hoogboom 8.12.1915), tijdens ons onderhoud op 27.12.1999 te Hoevenen. 92. Paulina Leonia Verberck (* Ekeren 19.1.1903) tijdens ons onderhoud op 28.8.1995. Julia Francisca Stephania Verberck (Ekeren-Hoogboom 2.2.1906 - Brasschaat 17.10.1998), dacht tijdens ons onderhoud op 21.8.1995, dat Jef in november 1914 moest afgaan na 3 jaar dienst als vrijwilliger. 28
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 28
door de stad marcheerden, omstuwd door een laaiend enthousiaste menigte, op weg naar de statie waar zij met de trein, als naar een feest vertrokken (93)! Maandag "defileerden zij onder luide toejuichingen van een talrijke menigte" schrijft de auteur van de regimentsgeschiedenis. Zij bereikten Grand-Leez (ONO Gembloers) en legerden te Mehaigne dat meer naar het oosten lag op de weg tegen Eghezée (94). Die dinsdag 4.8.1914, schreef Jef vanuit Eghezée, boven Namen, halverwege Geldenaken, nog een kaartje naar zijn schoonbroer Jos Raemaekers met de gewone post, aangezien hij nog de bekende oranje postzegel kleefde (95). Tijdens de nacht van dinsdag op woensdag, 4 op 5 augustus, trok het regiment 3de Jagers op drie compagnies na, maar versterkt met een artilleriebatterij e n machinegeweren, naar het NO, naar Merdorp, wat boven Wasseignes. Daar organiseerden z i j een defensieve positie. De volgende nacht (5 op 6) namen zij een nieuwe stelling in, in het iets verder gelegen Thisnes, juist ten westen van Hannut. Die donderdag (6de) vestigden zij zich nog iets verder naar het oosten te Villers le Peuplier, juist ten ZO van Hannut, langs de grote baan Huy - Hannut - Tienen. Vrijdag 7 augustus hadden zij nog wat oostelijkere stellingen ingenomen. Zij liep ongeveer N - Z onder Berloz vanaf GrandAxhe a a n d e G e e r ( W v a n Borgworm/Waremme) langs de weg tot Oraal, dat tegen de grote baan Borgworm Braives ligt.
r/�.
�
f
fie,I,41,:r.,...•- )_• r , 4.1 :,.�t�ç _!
�Kwl-L,J-cit
u
f
v
.. Í;í� .�U`a�: •�,w�•7irPld-t�-1ti.a.!.�C:A-V 1��v1+� „4.4
.k«.�.�i � � % 6�r. ,.•.��t�� y 1( 3��e�.ft�á �.J
'
.
-
K
r
% !
sr 1� 1e � � �j - �;` rh ^� "v!.c,.. a/ ta •
4
�
J JL t«x_R - - i '
.
✓
� , . , . w. L . r r 1 � re e f �
n c
�Sl`" � '
-
; t • ; . ï �,,
-
../ xvv • i � � . urs ,...t>:.,�ctt� i ` r !� ' , , . . - e • ,
;..zu !
t
, s� rfvt'� . n��%a.�f�
/
-��c��rt,>a�ua dwyx��:�`'
.
A
r ; . s'F'= � '. .
�iJ%i " 4 , 1 , 1 % .
, v,.>-ru
• ( . í .,, . . . . . .
r
/ a
/YAM^i:6 .. .e.;.+ r ! . s r . T j ` : . f -.1.,., , . ,2".f,;(
iJL.*a
.° a . ..:!_F:, �
r , 1
;
.;
4
•
•
1
jtf.40,41.0,��
;ut I` �:1. � . : .• �.4ri�^rt b . . . . . . . n Toen werden zij afgelost en vervoegden op icx + r c i � i / ! ) zaterdag 8.8.1914 d e 5 d e Divisie t e �r� * e t � Geldenaken/Jodoigne (96). Zo ontsnapten zij + � � . ,� , ! a � ( �-:c.•. r E X * , 4 aan de gevechten bij Luik waar de 15de �•-,., , : _ �� l a �,.� brigade m e t h e t 1 ste e n 2 d e Jagers t"rí_x-gA'e./ 1 - n + ` 15tC vcC-YYzsc-u..{ y , B . r . � - . ; uitzonderlijk zware verliezen leden (97). Met � c p . 4 � ' de militaire post verzond Jef op zondag ¢ . �. 9.8.1914 te 18 u. vanuit Geldenaken, het c-) � � 0-bu t�:er<�• laatste ons bekende kaartje aan schoonbroer Jos Raemaekers (98). Een allerlaatste bericht of teken van leven, kwam met een geel postkaartje uit de omgeving van Tienen - "Ik weet niet juist waar ik ben tegen Tienen altijd dat weet ik" dat Jef op vrijdag 14.8.1914 in potlood schreef en aan zijn zuster Louise verzond. Het kreeg een postafstempeling te Tienen te 14-15 u. Hij schrijft dat hij nog altijd niet dood is! Ze hadden echter al veel
93
VANGANSBEKE L, o.c., p.27-29. NN., Beknopte historiek van het 3de Regiment Jagers te Voet, sl.nd, p.3. (kopie van overdruk). 95 KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkaart: Eghezée. - La Râperie. Poststempel: EGHEZEE/ 18-19 / 4 / VIII / 14. Mr. Jos. Raeymaekers / Hoogboom / Cappellen / Pr. Antwerpen. Hij tekende: Joseph. 96. NN, Beknopte historiek van het 3de regiment Jagers te Voet, sl. ndl, p.3-4. (kopie van overdruk). 97. VAN GANSBEKE L., o.c., p.32-34. 98 KAPELLEN, familiearchiefL. Gorissen, postkaart: (Nels) Jodoigne Bas de la Grande Place. Edition: R. Borlée, Jodoigne. Poststempel: JODOIGNE GELDENAKEN/ 18-19 /9 / VIII / 1914. De postzegel is vervangen door de handgeschreven mededeling: Service Militaire. Mr. Jos. Raeymaekers. / Hoogboom / Cappellen / Pr. Antwerpen. Hij tekende als Joseph. 94
29
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 29
afgezien, weinig gegeten en gedronken, buiten geslapen en al 14 dagen van hier naar daar gelopen. "Zoiets kan en mag niet lang duren"! Zij hadden nog niet gevochten maar toch al enkele Duitsers gevangen genomen ("). Als afzendersadres gaf hij "4de compagnie van het 1S1e bataljon" zodat hij blijkbaar weer muteerde of is het een verschrijving van 1/4 naar2/4 ? Ik weet niet goed waar ik ben tegen Tienen altijd dat weet ik Vrijdag 14 - augustus 1914 Beminde Zuster Louise Ik wil u ook eenig nieuws schrijven hoe ik het zoo al stel in den oorlog. wees niet bekommerd, ik ben nog niet dood, nog altijd in volle gezondheid, malgré dat ik toch al zoo veel afgezien heb, want 't wordt al enkel al slechter, maar half van tijd eten, stikken van dorst, buiten slapen enz enz. ik hoop dat die affaire toch maar gauw zal afgeloopen zijn. want zoo iets kan of mag niet lang duren: En ge zoudt zeggen met uw cens, hebt toch iets maar neen ge zoudt moeten creveeren met 't geld in den portemonnaie: T'is nu al 14 dagen dat wij van hier naar Daar loopen overal al geweest en nog niet in 't gevecht geweest eenige duitschers prisoniers gemaakt dat is al, afin Louise t'is te hopen dat dit welhaast ga gedaan, en dat wij het geluk mogen hebben van allen malkander eens weder te zien. t'is daar dat ik naar tracht Zoo Louise maakt er geen verdriet in ik ben altijd nog in volle gezondheid zoolang mij dat niet ontbreekt doen ze mij niet, als hetgeen hier allemaal omgaat dat is onmogelijk van u al te schrijven. De beste groeten Tot wederom - ziens Uw Broeder Joseph. Hieruit blijkt dus dat zijn eenheid niet altijd te Gedenken bleef. Er was dus ergens een contact geweest met de vijand zodat ze enkele krijgsgevangenen gemaakt hadden. Die vrijdag 14.8.1914 waren zij dus in de omgeving van Tienen, toch niet zo ver van Gedenken waar hun divisie lag. Vergeten wij niet dat beide plaatsen op de Gekte liggen en dat het juist de Gietelingen is die het Belgisch leger verdedigde. Dit kan uitkomen aangezien zij een eerste contact met de vijand maakten bij het tegenhouden van doorstotende Duitsers te Bogaarden, boven Gedenken en dicht bij Tienen (ZW). Samen met de 16de divisie (2Ch. & 5Ch.), moesten zij op woensdag 19 augustus terugtrekken naar hun sector te Breendonk (100). Die dag had de slag van Aarschot plaats gehad waarna het Belgische veldleger zich helemaal terugtrok naar de Antwerpse fortengordel. Reeds vanaf 15 augustus waren de Belgische troepen in aftocht; dag en nacht, te paard, te voet, met alle mogelijke karren, soms per auto. "Op het einde der maand augustus was Willebroek vol soldaten welke door de bevolking zeer gulhartig onthaald zijn geweest", dixit pastoor Emsens van Willebroek (101). Vermelden wij terloops dat het vestingsleger na de val van het laatste Luikse fort op 17.8.1914, zich in Namen terugtrok tot ook deze vesting op 23 augustus viel. Het gros van deze troepen zou dan via Marienbourg - dus in de omgeving waar Liza Verberck diende - en Rouen, Le Havre en Oostende naar Antwerpen trekken waar het op 9.9.1914 aankwam (102). v9. Gele postkaart: Carte postale - Postkaart. Naam en adres van / den afzender / (Niet verplichtend) (tweetalig): J. Verberck caporal au 3e chasseurs à pied / 1/4 5e Division. * Dit opschrift mag doorgehaald worden (tweetalig). Voorgedrukte postzegel: wapen staande leeuw, 5 c. groen, met strookje "ne pas livrer le dimanche /niet bestellen op zondag". Poststempel: THIENEN77RLEMONT / 14-15 / 14 / VIII / 1914. Aankomsstempel: ANTWERPEN 1 ANVERS 1 / 22-23 / 14 . VIII / 1914. Verwerkingsstempel: 20 in cirkel. In potlood bijgeschreven nummer: No. 663410 L. Melle. Louise Verberck / I Leopoldstraat n 1 / Antwerpen. Origineel bij Jan Van Santvliet (* Tongerlo 1928), rijkswachtofficier op rust, te Wilrijk. KAPELLEN, familiearchiefL. Gorissen, fotokopie. Postzegel in gebruik van 15.4.1912 tot 14.10.1915. NN., Officiele catalogus van postzegels "Belgie" Congo Zaire Rwanda Burundi Thema Europa, sL(Brussel), 1992, nr. 110. 1°°. VANGANSBEKE L., o. c., p.35. 101. DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog in de regio Londerzeel, Londerzeel, 1999, p.1617. & DE BONDT L. & HALLEMANS F., Reconstructie van een paar episodes van de Grote Oorlog in Londerzeel aan de hand van ooggetuigenverslagen, in Geschied- en heemkundige kring van Londerzeel, 1998 nr. 3, p.7. Zij namen over uit VRANCKAERT F., De Slag van Londerzeel, in Geschied- en heemkundige kring van Londerzeel, 1996, nr.3. 1°2. DEBONDTL. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog... o. c., p.11. &DEBONDTL. & HALLEMANS 30
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 30
De 5de Legerafdeling bewaakte van 19.8 tot 25.9.1914 de 4de sector van de vesting Antwerpen. Dit was het gebied tussen de Zenne en de Schelde dat verdedigd werd door de forten van Breendonk, Liezele en Bornem. Deze 5de Divisie bestond uit de 1 ste Gemengde Brigade (1 & 2 Linie), 16de Gemengde Brigade (2 & 5 Jagers te voet), 17de Gemengde Brigade (3 & 6 Jagers te voet) en steuntroepen (2de Jagers te paard, 5de regiment artillerie, 5de bataljon genie en 5de bataljon vervoerkorps). Iedere brigade had ook een compagnie cyclisten en een compagnie machinegeweren. Elk bataljon telde vier compagnies van elk twee pelotons van ca.80 man. Bij verkenningen mocht de infanterie zich slechts 7 kilometer van de fortengordel verwijderen. Om voldoende zicht en schootsruimte te hebben, werd de omgeving ontruimd. Zo ook te Tisselt volgens zijn pastoor De Ruyter: "De krijgsoverheid vernielde 2 huizen en al de bomen en beplantingen tussen het fort en de vaart ... Door den genie waren 6 (huizen) afgestookt" (103) Reeds op donderdag 20.8.1914 verschenen de eerste Duitse Ulanen, die in groepjes van 10 tot 20 ruiters op verkenning trokken, te Wolvertem. Vandaar trokken de 16 Ulanen rond 17 u. door Imde naar Londerzeel waar een van hen gekwetst werd door Belgische soldaten. Dagelijks waren er schermutselingen tussen Belgische en Duitse patrouilles. Wij mogen aannemen dat het eerder verkennende cyclisten betrof dan onze Jagers (104) Op 23.8.1914 bezette het Duitse leger alle plaatsen op en bezuiden de frontlijn: MerchtemWolvertem-Humbeek-Eppegem-Hofstade-Haacht-Wijchmaal en Kessel-Lo (105)
DE SLAG VAN IMDE (24.8.1914) De avond van zondag 23 augustus vernam het Belgisch legerhoofdkwartier, dat het Duitse ILide en IXde Reservekorps zich over een redelijk breed front tussen Merchtem en Aarschot verschanste, terwijl een brigade van het IVde Reservekorps te Brussel legerde. Daarop besliste koning Albert het Duitse centrum tussen het kanaal van Willebroek en het kanaal van Mechelen naar Leuven, aan te vallen. Van links naar rechts waren dat de 6de, 1 ste en 5de Divisie. Zo trok een deel van de 5de Divisie langs de westzijde van het kanaal van Willebroek. Op maandag 24.8.1914 vertrokken de 3Ch. en 6Ch. vanuit Londerzeel, de Duitsers tegemoet (106) Het 3Ch. voerde een verkenningsopdracht uit naar het zuiden met de missie zich naar Wolvertem te begeven en er de lichte vijandelijke detachementen die er gesignaleerd waren terug te werpen. Langs de baan bereikten zij Slozen toen zij vernamen dat de verkennerspatrouilles wat verder te Imde in strijd gewikkeld waren met de Duitse bezetters van het kasteel. Tijdens het hardnekkig gevecht dat daarop volgde, waren het vooral de 4de compagnie van het 2de bataljon en het 3de van 3Ch. die zware verliezen leden. Bij het verlaten van het dorp waren de Duitsers uit het kasteel gekomen maar onmiddellijk tot staan gebracht en teruggedreven (107). Vergeten wij vooral niet dat Jef Verberck deel uitgemaakt had van die 4 Kie. 2 Bat. 3Ch.! Zo had hij daar aan die strijd deelgenomen. De Jagers verloren er zelfs vijf officieren (108). "Maar reeds op 24 Augustus ... begint eene voorwacht, bestaande uit het dappere 3de Jagers te voet, den aanval tegen de Duitsche voorposten ten westen van de vaart van Willebroek, en verjaagt de Duitsche troepen die het dorpje Impde, tusschen de groote rustige dorpen Londerzeel en Wolvertem bezetten" (109). De 17de Brigade Geschut steunde het 3Ch. (110). Het kasteel Impdehof werd er door brand verwoest (111)
F., Reconstructie ... o. c., p.6. 103.DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o. c., p.13, 17. 1°4. DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o. c., p.18-27. 105 DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o.c., p.28. 106VANGANSBEKE L., o.c., p.35-36 107.NN., Beknopte historiek van het 3de regiment Jagers te Voet, sLnd., p.4. (kopie van overdruk). 108VANGANSBEKE L., o.c., p.36. 109LYR R., o. c., I, p.64, pentekening Jager te voet. 110.LYR R., o.c., II, p.87. 111. VAN OVERSTRAETEN J., (volledig herwerkt door GERITS J.), Gids voor Vlaanderen, sl. (Antwerpen), 1985, p. 703. 31
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 31
NIEUWE KIJK OP DE SLAG VAN INIDE (24.8.1914) De boven besproken eerste dag van de eerste uitval uit Antwerpen kende dus reeds een belangrijk treffen te Irnde. Hierbij was de compagnie van onze Jef Verberck blijkbaar zwaar betrokken bij de gevechten. Voldoende reden dus om iets verder te grasduinen in deze "slag van Imde" die we weergaven voor zover iets bekend was volgens verschillende bronnen. Verder onderzoek toonde echter aan dat de vier onderzoeksdossiers m.b.t. het 3de Jagers te Voet en deze slag, bij het Centrum voor Historische Documentatie van de Krijgsmachten te Evere, tot midden 1999, wegens censuur ontoegankelijk waren voor onderzoek en dat er ook nu nog ĂŠĂŠn van gesloten blijft. Sinds hun recentelijke openstelling vormden zij uiteraard een dankbaar onderwerp voor diepgaande studie door locale vorsers als Louis de Bondt uit Londerzeel. Hij wist de Belgische informatie te confronteren met de Duitse legerarchieven zodat wij thans over een uitermate gedetailleerde beschrijving kunnen beschikken. De Belgische terughoudendheid over deze slag wordt dan ook duidelijk (12) Herbekijken wij dan ook de gebeurtenissen van die bewuste maandag 24.8.1914! Wij beperken ons echter zo veel als mogelijk tot wat onze Jef betreft, al moeten wij dit uiteraard voldoende in zijn context plaatsten. Naast zijn 4Kie.2Bat.(4/II) zullen wij ook zijn oude 2Kie.lBat.(2/1) volgen en zijn vermoedelijk nieuwe 4kie.2Bat (4/1). Op de vooravond wist de Belgische Generale Staf dat er 1600 Duitsers waren tussen Londerzeel en Grimbergen en nog 3000 te Merchtem terwijl er een Infanterieregiment te Strombeek-Bever was. Verbrande Brug, Meise, Grimbergen en Vilvoorden waren bezet. Die 24ste stonden te 8 u. drie colonnes gereed:
1n. Louis De Bondt (* 1945) uit Londerzeel volgens ons contact op 3.1.2000. Samen met Francis Hallemans publiceerde hij "80 jaar na de Grote Oorlog 1914-1918" als bijzonder tijdschriftnummer van de Geschied- en heemkundige kring van Londerzeel erg.1998, nr.3) en eind 1999 het monumentale 470 bladzijden tellende standaardwerk over de Grote Oorlog in de regio Londerzeel. 32
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 32
- De 16de Brigade (2Ch.) vormde een oostelijke op de weg Willebroek-Lippelo die via Breendonk, de Molenhoek en den Berg naar de Grootboshoeve in Westrode moest. Zij omvatte naast 2Ch. ook een afdeling Artillerie en een compagnie Cyclisten en machinegeweren. - De 17de Brigade (3Ch.) vormde de centrale colonne op de weg Ruisbroek-Pullaar Rijweg. De voorhoede stond ter hoogte van de wegsplitsing ten westen van de Rijweg. Over De Wolf en Londerzeel moest zij naar Slozen. Zij stond onder leiding van kolonel Ruquoy en omvatte eveneens naast de Generale Staf en het 3de Jagers te Voet, ook een compagnie Cyclisten, Artillerie (majoor Tack) en machinegeweren. - D e westelijke stond op de weg Puurs-Londerzeel en bestond uit twee compagnies Cyclisten en het 2de Jagers te Paard. Over Lippelo en Malderen moesten zij naar de Heide in Steenhuffel. De ambulance sectie uit Bornem hield zich klaar bij de kerk van Puurs.
De centrale hoofdcolonne bestond eveneens uit een westelijke en een oostelijke colonne: Deze kleine eerste zette zich eerst in beweging en bestond uit enkele ruiters van het 2de Ch.te paard als voorhoede en de 2de compagnie van het 2de Bataljon van het 3Ch. (2/1L3Ch.). Via het kruispunt De Wolf, Kraaihof, Sneppelaar, en Ursene ging het naar Over de Beek om te 11.15 u. halt te houden aan de Trappenhoeve op de oostgrens van Steenhuffel. De grotere oostelijke centrale colonne (die wij speciaal zullen volgen) omvatte de rest van het 3de Jagers te Voet (3Ch.), aangevuld met enkele cyclisten. Vooraan marcheerde de 1 ste, 3de en 4de Kie. 2Bat. 3Ch. Dan volgde de 4de, 3de, 2de en lste Kie. 3Bat. 3Ch. en tenslotte de lste, 2de, 3de en 4de Kie. 1Bat. 3Ch. Over de provinciale baan ging het van het kruispunt De Wolf, over Londerzeel St.-Jozef en Londerzeel-Centrum, naar Slozen en Impde. Te 11.30 u. was er een rustpauze. De 1/II was toen reeds te Slozen, de twee volgende compagnies (waarbij dus ook de 4/II van Jef Verberck!) waren ten Z. van Londerzeel aan kilometerpaal 15.600, en de andere ten N. van de spoorwegovergang.
Een Betgische voorpost
Sergeant Keurvels, met 60 cyc listen op verkenning naar Impde, geraakte kort na 12 u. in een vuurgevecht met de Duitsers aan de zuidkant van het dorp in de omgeving van het kasteel van Goethals waar zij hun fietsen moesten achterlaten. Te 12.30 u. kon hij generaal Stein d'Altenstein in het station van Londerzeel, dank zij een estafette verwittigen dat er 2 tot 3 compagnies Duitsers en ca. 200 Ulanen de bosjes ten zuiden van Imde bezet hielden. Te 12.35 u. bereikte 1/11 van commandant Lozet, als eerste Imde bij het kasteel van burgemeester t'Kint (Imdenhof), trok verder door naar het Molenblok en werd te 13.10 u. aan de rand van het kasteelpark van Goethals beschoten. Toen sloegen de meeste bewoners van Imde op de vlucht naar Slozen. Rond 13.10 u. bereikte 3/11 van commandant Gilson, versterkt met een sectie machinegeweren, de noordgrens van Imde. Zij meenden dat de schoten die ze hoorden uit de huizen kwamen zodat hij er een patrouille naartoe zond, 33
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 33
die echter tot 19 u. van het strijdtoneel verdween! Te 13.30 u. verliet 1/11 het Molenblok, aangezien 3/II Imde bereikt had, en werd hevig beschoten vanuit NW-kant van het park en dadelijk daarna vanuit het NO van het kasteel van Goethals. De Duitsers schoten ook langs de Meuzegemstraat in de richting van Impde-dorp. Te 13.35 u. arriveerde ook 4/l1 (van Jef) van kapitein-commandant Lahaise die zijn peloton Dardenne op de baan hield en een observatiepost liet installeren in het huis tegenover de aarden weg naar Rossem. Het peloton Ghesquière (van Jef) zond hij naar het ZO van de dorpskern. Om niet omsingeld te worden door Duitsers die door het kasteelpark naar het NW trokken, trok 1/II zich terug te 13.45 u., maar moest ca.15 doden en mogelijk evenveel gekwetsten achterlaten in de Drijpikkelstraat. Onder een kogelregen, maar beschut door de droge Molenbeekdekking, bereikten zij de weiden ten O. van het dorp. Zij zouden doorheen de overwoekerde bedding van de Molenbeek verder wegtrekken en te 14 u. zich hergroeperen te Slozen en verder afwachten. Het peloton Ghesquière (4/II van Jef) bevond zich precies boven M I toen deze beschutting zochten onder de provinciale baan, in de droge bedding. Belangrijk is hier het ooggetuigenverslag van sergeant Paul Dutrieux uit Casteau: "Toen ik, even voorbij het huis (tussen de plaats waar nu het kleine monument staat en de provinciale baan), opnieuw de gracht wou ingaan, begon de schietpartij. De Duitsers waren nog maar een vijftigtal meters van ons verwijderd. De andere soldaten uit ons groepje maakten onmiddellijk rechtsomkeer, richting Imde. De luitenant (Ghesquière) wou echter ter plekke blijven. Na enig heen en weer gepraat kon ik hem er van overtuigen dat we zonder twijfel en, vermits de Duitse posities reeds door ons regiment gekend waren, ook onnodig zouden gedood worden. Wij besloten dus eveneens terug te keren. Bij een kleine brug aangekomen, kwam �.. ik uit de gracht. De Duitsers kwamen nu dwars door de wei op ons af Ik liet me op de hoek van de brug onmiddellijk op de knieën vallen en begon te schieten. De luitenant bevond zich intussen achter het muurtje van d e brug. I k h a d hoogstens a c h t o f t i e n schoten afgevuurd, toen een kogel rakelings langs mijn buik vloog, de kolf van mijn geweer brak en mijn rechterbovenarm verbrijzelde. Ik moet het waarschijnlijk uitgeschreeuwd hebben, w a n t d e luitenant keek van achter het muurtje om te zien wat er gaande was. Ik herinner me nog dat hij zei: 'ik heb al vele kogels rond m i j n o r e n h o r e n fluiten'. Nauwelijks h a d h i j deze woorden uitgesproken of hij kreeg een kogel door het hoofd, d i e h e m zeer ernstig verwondde. Twee soldaten sleepten de luitenant m e e , t w e e a n d e r e ondersteunden mij om me te helpen wegkomen ...". De soldaten van het peloton Ghesquière waartoe mogelijk ook Jef behoorde, waren i n paniek geschoten door de beschieting en het verlies van h u n pelotonscommandant. Zij renden wild de straten van Imde in. Een 60-tal wist de noordrand van het dorp te bereiken waar de 3Kie.2Bat. was achtergebleven. Daar werden zij door de commandant van hun 34
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 34
2de bataljon en zijn adjudant Crutzen "opgevangen" en gehergroepeerd. Sergeant Dutrieux was bij het kruispunt Imde-Londerzeel een jonge arts tegengekomen die zich over hem ontfermde. De luitenant nog steeds ondersteund door twee soldaten, trok wel verder richting LonderzeeI. "Midden op de weg werd hij uiteindelijk toch door de Duitsers doodgeschoten". Volgens de onderzoeksrapporten verzorgde echter dokter Van Bever beide eerst in een boerenschuur. Toen de kogels ook in de schuur doordrongen, nam dokter Van Bever de reeds half verlamde Ghesquière op de schouder en droeg hem naar de hulppost langs de provinciale baan. Dutrieux en dokter Bollen, de latere burgemeester van Hasselt, die bij het peloton hoorde, bleven in linde achter. Volgens de sergeant verstopten zij zich in een schuurtje van een der laatste boerderijen van Imde (113) Ondertussen had generaal Stein d'Altenstein zijn commandopost verplaatst naar Slozen en bij het zien van de gevechten, bevel gegeven aan de oostelijke colonne om de Duitsers vanuit NO aan te vallen. Helaas bereikte de boodschap hen slechts te 15.40 u. bij de Grootboshoeve. Hij gaf ook majoor Tack bevel zich met zijn drie batterijen op de weg van Slozen naar Rossem op te stellen (Z. van de Groten Dries) en vandaar de westrand van het kasteeldomein Goethals onder vuur te nemen. 3/I 3Ch. zond hij mee ter ondersteuning. Ook 1/I en 2/1(oude Kie van Jef) zond hij naar Rossem om daar met 2/11 op Kaaskantmolen de Duitsers van rechts te omsingelen. Ondertussen waren de Duitsers die tot 13.50 u. de soldaten van Lozet (MI) en Ghesquière (4/II) tot in het dorp hadden nagezeten, verder doorgedrongen. Beschut bestookten zij fel de aankomende compagnies 4/III, 3/III en 2/III die de noordgrens van linde bereikten. 3 & 4/III trokken even na 14 u. al schietend het dorp binnen langs de westkant naar de Meuzegemstraat. Daar kwamen zij in contact met de restanten van het peloton Dardenne van 4/H en de compagniecommandant Lahaise, tussen voornoemde straat en de Imdekouter. Samen met 3 compagnies van het 1 ste bat. en 2/II moesten zij er een breed front vormen tegen de Duitsers die hun uitval naar het NO hadden gestaakt en zich even na 14 u. concentreerden op het westen en zich reeds in het bos aan de Meuzegembeek bevonden. Helaas waren die compagnies er niet: 3/I was bij de artillerie ten NO van Rossem, 1/I 600 m. ten ZO van Rossem, 2/I (oude Kie van Jef) op de Rossemhoek en 2/II geraakte niet verder dan Kaaskantmolen ondanks dringende bevelen! Wegens een bult in het terrein was van geen van die plaatsen de Imdekouter te zien. Rond 14.05 u. braken de Duitsers langs de westkant uit Imde en werden vanuit de Imdekouter beschoten door 3/III. Te 14.15 moest het peloton Dardenne van 4/H twee Duitse patrouilles verdrijven die de commandopost van zijn compagniecommandant Lahaise, aan de ingang van de kasteeldreef aan de Meuzegemstraat, wilden bestormen. Beide manoeuvres hadden als gevolg dat Dardenne zich met zijn front naar de baan Imde-Meuzegem keerde, loodrecht op 4/IlI. Ondertussen begon ook 3/111 achter 4/III te schieten. Erger werd het nog toen ook 1/I vanaf 600 m. ZO van de kerk van Rossem te 14,15 u. vermeende Duitsers begonnen te beschieten die uit de westkant van linde braken. In feite beschoten zij 4/I11 waarbij commandant Gerard en majoor Sweerts getroffen werden! Tussen 14.20 en 14.30 u. werden zij in de Imdekouter eveneens door 4/I (nieuwe van Jet) beschoten en door het opnieuw gevormde peloton van Ghesquière 4/II (van Jef?) die zich beide ten noorden van Imde en ten westen van de provinciale baan bevonden. Om uit de impasse te geraken liet majoor Sweerts de klaroenen "3de jagers, stopt het vuren!" blazen. Toen maakte het I ste bataljon bij Rossem een sprong van 100 meter naar voor... en begon de Belgische artillerie Imde te beschieten. Het was 14.30 u. Later schreef de generale legerstaf: "Het in actie komen van de artillerie betekende een grote morele troost voor de infanterie. De vijandelijke beschieting stopte bijna ogenblikkelijk". Inderdaad - maar luitenant Kuborn van 3/111 3Ch. zag het helemaal anders: Ik riep tot de soldaten "moed, onze artillerie is aan 't geven! " Maar wat een ontgoocheling toen we beseften dat ze haar schoten op ons had gericht! Toen hebben we de mooiste verbetenheid van onze schutters van de 4/III ineen zien schrompelen. ... Plots hoorden we iemand bijna wenend roepen: "En zeggen dat we ons door de Belgen laten afmaken! " ... De majoor wilde een einde maken aan deze situatie en riep "opstaan "! Hij hoopte aldus dat de artillerie ons zou herkennen (14.50 u.). Allemaal richtten we ons gelijktijdig op en de soldaten volgden ons voorbeeld. Onmiddellijk I". DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o. c., p.28-36, kaart p.29, dorpsplan p.34. 35
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 35
werden we van voor en van opzij door snelvuur onder vuur genomen. En onze artillerie bleef ons haar lawines sturen. Majoor Sweerts kreeg verschillende verwondingen en was stervende, maar bleef koelbloedig. Compagniecommandant Lahaise van 4/11 (van Jef) werd hier dodelijk gewond en overleed terwijl ook heel wat van zijn soldaten van het peloton Dardenne, die met hun gezicht naar de kasteeldreef gericht stonden, werden in de rug geraakt en sneuvelden. Het gebaar om recht te staan werd verkeerd begrepen door 3/III die iets meer naar het noorden lag dan de 4de, trokken deze terug en zetten het op een lopen. Kolonel Ruquoy en luitenant Crutzen, adjudanten van de generaal, zagen dit gebeuren en verlieten hun commandopost aan kilometerpaal 14 langs de provinciale weg, en konden, de revolver in de hand, een 70-tal vluchtenden tegen houden en hergroeperen. De rest liep door met de compagniecommandant incluis, en sleepten 3/I van Kleinen Dries mee tot ze te 15 u. Kaaskantmolen bereikten. Te 15.30 u besloten de Duitsers eindelijk de Belgische batterijen van 1/5A op de Groten Dries, die op onzichtbare doelen schoten, ook te beschieten. Te Imde waren tenslotte bijna geen Belgen meer overgebleven. Te 16 u. trokken de batterijen 88 en 89 zich onder hevige beschieting terug via Kaaskantmolen naar Londerzeel en batterij 90 volgde een vijftal minuten later. Onderweg vielen nog gekwetste mannen en trekpaarden en verloren zij in de verwarring drie kanonnen ten zuiden van Kaaskantmolen. Rond die tijd trokken de compagnies tussen Slozen kilometerpaal 14.000 zich langzaam terug naar Londerzeel (4/1 - nieuwe van Jef— 1/11, 3/II, 1/III en 2/111). Het lste bataljon had zich reeds te 15.30 u. uit de buurt van Rossem teruggetrokken via de Groten Dries naar Slozen. Rond 17 u. bereikten zij Londerzeel. De sectie machinegeweren van luitenant C.Giroul dekte de aftocht op de weg van Slozen naar Rossem. Hij sneuvelde er met vier van zijn mannen. (114) Ondertussen bleven 4/I11 van de zwaar gewonde en stervende commandant Gerard en het peloton Dardenne van 4/11 met de gesneuvelde compagniecommandant Lahaise op het slagveld van de Imdekouter achter, evenals de staf van het 3de bataljon met majoor Sweerts en zijn adjudant Kuborn. Onderluitenant Dardenne beschreef hoe te 16 u. de beschieting verminderde en een honderdtal Duitsers uit het kasteelpark aanvielen en hen zelfs gewoon voorbij liepen omdat ze meer oog hadden voor de mannen die achter hen lagen. Van zijn peloton bleven slechts 7 valide mannen over waarvan er zelfs 2 licht gekwetst waren. Kuborn beschreef dat ogenblik te 16 u. als volgt: "Het schieten van de soldaten voor ons was gestopt want er waren geen cartouches meer over ...". Ook hem liepen de Duitsers voorbij. Al wat er aan Belgen overbleef werd gevangen genomen en afgevoerd. Een Duits majoor gaf zijn manschappen opdracht de Belgische krijgsgevangen goed te behandelen: "Ze hebben hun plicht gedaan". Hij vertelde luitenant Kuborn dat "hun majoor von Paulin heette, dat die het 2de bataljon van het 24ste Reserve Infanterie Regiment aanvoerde, en dat alleen de 5de, 6de en 7de compagnies van dit regiment aan de strijd hadden deelgenomen...". Een ander Duits officier zou sergeant Dardenne bevestigen "dat de Belgen door hun eigen infanterie en artillerie in de pan gehakt waren". Dardenne werd door von Paulin persoonlijk gefeliciteerd voor de heldhaftige weerstand van zijn eigen peloton en de moed van de 4de compagnie van het 2de bataljon (van Jef). De ambulance die de centrale colonne had moeten volgen, bereikte echter wegens een zoveelste misverstand pas laat in de avond Londerzeel. Het afvoeren van doden en gewonden werd een geschiedenis op zich. Het 3de Regiment Jagers te Voet verloor te Imde niet minder dan 5 officieren en 80 soldaten die sneuvelden en 3 officieren en een honderdtal gekwetste soldaten, naast 34 die gevangen genomen werden door de Duitsers. Een andere bron sprak van 350 man buiten strijd. Volgens Mathilde Larivière kwam het groot aantal gekwetsten in slechts één uur veldslag, omdat "de soldaten in rijen opstapten, telkens er één getroffen werd moest een andere willens nillens de plaats innemen". Pas in de tweede helft van 1916 werd voor allen een "Déclaration de Décès" opgemaakt door de Colonne d'Ambulance van Oost-Vleteren, wat ook het geval zal zijn voor onze Jef Verberck! Tussen 1920 en 1923 werden te Londerzeel wel overlijdensakten opgemaakt voor hen die er in het dienstdoende hospitaal, overleden. Van de 63 te Imde herbegraven lichamen door juffrouw Orianne, konden er toen slechts 9 geïdentificeerd worden (115)! Wat 114
DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog o.c., p.36-43, situatiekaartje p.39 & schets over gezichtshinder uit onderzoeksrapport uit 1922 p.41, foto Hubert-Joseph Lahaise (Hollain 3.8.1870 - Imde 24.8.1914) p.41. "5. DEBONDTL. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog.. .o. c., p.44-50. Naamlijsten gesneuvelden van 36
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 36
een verkenning had moeten zijn werd een ware veldslag waarbij een deel van het 3Ch. afgemaakt werd. Cyriel Laenens uit Steenhuffel getuigde: "Men heeft deze jongens horen roepen en huilen tot in onze gemeente" (116). Het strijdgewoel van Imde was ook te Londerzeel te horen, en toen het 3Ch. later met zijn talrijke doden en gekwetsten in de gemeente weerkeerde, sloegen ongeveer 3.000 inwoners in paniek op de vlucht (117). Veel was er te doen over het vermeende "verraad van Imde" dat nog de dag van de slag zelfde kop op stak en tot een legende werd. Reeds op 28.8.1914 voerde men een onderzoek uit waarbij vooral de commandanten van 2/11, 1/M, 2/III en 3/I1I onder vuur kwamen te liggen. Ook de artillerie die blind de eigen stellingen bestookte, en de commandanten van de oostelijke en westelijke colonnes die faalden. Samen gevat: De slag van Imde was een opstapeling van grote en kleine misverstanden, gebrekkige en onbestaande communicatie, een pijnlijk bewijs dat het leger geen oorlogservaring had (118)!
VERVOLG EERSTE UITVAL UIT ANTWERPEN (24-26.8.1914) Het 3de Jagers hergroepeerde zich die 24ste na de slag van Imde ten zuiden van Londerzeel rond 17 u. en zocht kantonnement. Een aantal soldaten vonden onderdak in de zaal van Vermaesen op de markt te Londerzeel. Zij had een danszaal van ca. 150 M2. Gemiddeld logeerden er 50 soldaten onder de pannen, zonder eten, tot 14.9.1914. Diezelfde avond vervoegde commandant BorlĂŠe met een peloton van 2/11 het regiment, vanuit de Blauwenhoek, nog te 22 u. Op 25 augustus bereikte een deel van de naar de Wolf gevluchte eenheden, die te Tisselt overnacht hadden, te 6.30 u. het 3Ch., 500 m. boven Londerzeel. 45 vermisten van 3/II vervoegden pas op 27 en 28 augustus hun compagnie, die toen reeds naar Sauvegarde getrokken was. Volgens een handgeschreven geschiedenis van het 3de Regiment Jagers te Voet, gunde men deze strijders niet veel rust: "25 augustus. Om 4 uur begaf het regiment zich naar het noorden van Londerzeel waar het opnieuw van munitie voorzien werd; daarna ging het naar Kapelle-op-den-Bos om de ransels op te halen. In de loop van de vorige dag had de muziek het bevel gekregen om deze ransels in het station van Ruisbroek op te laden. Het uitdelen van deze voorwerpen in het station van Kapelle-op-den-Bos duurde 2 uur en de meeste mannen hebben hun eigen ransel niet eens teruggevonden. Het regiment ging dan achtereenvolgens verzamelposities innemen op de Koningsteen (2 kilometer ten zuiden van het station van Kapellen-op-den-Bos), ten noordwesten van Laar, en tenslotte zuid-zuidoost van Spilt waar de nacht in bivak werd doorgebracht". Het was een onweerachtige dag (119). Merken wij op dat het kasteel Koningsteen reeds langs de oostkant van het kanaal ligt, ZZO van Kapellen-op-den-Bos, evenals Laar en het nog zuidelijker gelegen Spilt dat NNO van Katte-Meuterbos ligt! Zoals wij zullen zien bleven zij die dag als reserve tijdens die eerste uitval uit Antwerpen. Pas woensdag 26.8.1914 kwam het 3Ch. in actie om het 5Ch. te Eppegem te gaan ontzetten! Zij lagen reeds in de omgeving en moesten zelfs het kanaal niet meer over. Op dinsdag de 25ste, moest de 5de Divisie naar Eppegem oprukken zodat zij op lijn zou komen met de 1 ste die te Weerde en Elewijt vocht. De 16de brigade voerde de aanval uit en verdreef de Duitsers naar Vilvoorde, terwijl de l7de met het 3Ch. voorlopig in reserve bleef op de westelijke oever van het kanaal van Willebroek (120)
3Ch. p.48-50. De 19 jarige Mathilde was verzorgster in de meisjesschool, vertelde wat haar vader August vanuit een zoldervenster van het klooster gezien had, p.47-48. Foto mobiele ambulance p.61. 116. DE BONDT L. & HALLEMANS F., Reconstructie ... o. c., p.10. 17. DE RONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o.c., p.58. 118. DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o.c., p.52-53. 119. DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o.c., p.42-45, 54, 57. & DE BONDT L. & HALLEMANS F., Reconstructie ... o. c., p.22 kaart I ste uitval van Antwerpen. 120.VANGANSBEKE L., o.c., p.36-37. 37
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 37
Woensdag de 26ste, stierf korporaal Léon Trésignies van de 2de compagnie III/2Ch. tijdens zijn algemeen bekende heldendaad bij de Verbrande Brug aan het kanaal van Willebroek. Het werd zowat het bekendste feit uit de geschiedenis van de Jagers te Voet (121)! Diezelfde dag kreeg het 5Ch. het wat verder hard te verduren te Eppegem zodat de compagnie van luitenant Deudon zelfs 80% van zijn manschappen verloor! Wanneer de strijd wat uitdoofde, hielden de 3Ch. en 6Ch. zich klaar om tussen te komen. Op dat ogenblik, te 13.45 u. kreeg generaal G.Ruwet, bevelhebber van de 5de.Divisie, het bevel om terug te trekken. Dank zij de tussenkomst van de 17de brigade kon het 5Ch. zich terugplooien op Eppegem. 3Ch. en 6Ch. "fortement accrochés", hielden de Duitse versterkingen op afstand zodat gans de 5de divisie zich kon terugtrekken binnen de Antwerpse fortengordel (122). Het 1Ch. en 3Ch. hadden zich ten ZO en ZW van het kasteel van Eppegem, in het park van Wolflinde, en aan de zoom ten westen en zuiden van het KatteMeuterbosch, verschanst. Zij konden er hun stellingen houden ondanks het aanhoudend vuur van geweren en mitrailleurs, tot het bevel kwam te 23 u. om zich terug te trekken naar Sauvegarde tussen Ruisbroek en Willebroek (123). Het 3Ch. noemde die strijd te Eppegem, een "geweldige botsing" (124)! In augustus 1914 werden er 176 van de 305 huizen afgebrand evenals de kastelen van Eetveld en van Wolfslinde. De torenspits van de kerk die veel te lijden had, ging eveneens verloren. Liefst acht inwoners werden gedood. De loopgraven liepen door het veld ten NW van het dorp op het gehucht Den Dries, dat helemaal platgelegd werd (125) Terwijl 3Ch. en 6Ch. zonder al te veel verliezen uit de strijd kwamen, verloren enkel 1/2Ch. en 5Ch. respectievelijk reeds 70 en 500 man aan doden, gekwetsten en vermisten. Deze eerste uitval uit Antwerpen kostte het leven aan 4.000 Belgische soldaten (126)
TUSSEN TWEE UITVALLEN UIT ANTWERPEN Na de strijd te Eppegem had het 3Ch. zich teruggetrokken te Sauvegarde zoals wij zagen. Het is ook daar dat de laatste vermisten van "Imde" het 3Ch. vervoegden op 27 en 28 augustus. Pastoor Emsens uit Willebroek verzuchtte echter: "25-27 augustus - Hoe droevig is het vluchtelingen van Mechelen, Zemst, Londerzeel, Hostade, Eppeghem, enz. te zien voorbijrijden met karren waarop vrouwen en kleine kinderen boven het gemeubelte zitten. Ze kwamen hier bij honderden aan tegen den avond en hebben overnacht in de kerk, want duizenden soldaten zijn gelogeerd bij de burgers". Op zondag 30 augustus schreef zuster Françoise te Londerzeel in haar dagboek: "Om 5 uur (namiddag) kwamen onze dappere Jagers te voet er zich van overtuigen dat er zich nergens geen mitrailleur meer bevond". Zij klommen zelfs op de kerktoren met een geleende verrekijker van de juffers Paulin (127). De Jagers "op rust" moesten versterkingswerken uitvoeren. Ondertussen consolideerden de Duitsers hun lijn Haecht, Elewijt, Eppegem, Verbrande Brug en Wolvertem. Pas op vrijdag 3.9.1914 kwam er weer beweging toen te 5 u. een groep Duitse officieren, de kaarten in de hand, voor de positie van het lste bataljon van het 3Ch. te Kapelle-op-den-Bos, verscheen. Dadelijk werden zij vanuit de hinderlaag beschoten. Een aanval in regel werd door de Jagers afgeslagen die de Duitsers met zware verliezen terugdreven. Koning Albert feliciteerde hen en het wapenfeit werd op de dagorder van de Divisie vermeld. Zaterdag de 4de wist het 2Ch. op het einde van de middag een Duitse aanval op het fort van Breendonk af te slaan (128). Van de 300 huizen uit de dorpskern van Kapelle-op-den-Bos, gingen er liefst 235 in de 121.GROLLET R, AOUT 1914 - AOUT 1998 Verbrande Brug (Pont Brulé), in Militaria Belgica Info, nr.11- sept 1998, ongep. (4 blzn. met kaartje). 122.VANGANSBEKE L., o.c., p.36-39, kaartje p.38/39. 123.NN., Beknopte historiek van het 3de regiment Jagers te Voet, sl.nd, p.4-S. (kopie van overdruk). 124.NN., Guldenboek der Vuurkaart, Brussel, 1937, p.391. 125.DE SEYNEug., Geschied- enAardrijkskundig woordenboek der Belgischegemeenten,Turnhout, sd, I, p. 378. & LYR R., o.c., II, afb. uitgebrande kerk p.99. 126.VANGANSBEKE L., o. c., p.39. 127.DE BONDTL. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o.c., p.43, 58, 66. 128.VANGANSBEKE L., o.c., p.39. & NN., Guldenboek der Vuurkaart, o.c., p.391. Het treffen van 3.9.1914 door 1Bat. 3Ch. ook bij NN., Geschiedenis van het 3deJagers te Voet, sl.nd., p.115. (losse nota overgeschreven door Jan Van Santvl iet (* Tongerlo 1928), rijkswachtofficier oprust, te Wilr jk). 38
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 38
vlammen op, samen met de kerk. Vier inwoners stierven en gans het dorp was vrijwel leeg toen de Duitsers er binnendrongen op 4 september (129). Die dag leverde het 3de Jagers te Voet inderdaad slag tegen de Duitsers te Kapelle-op-den-Bosch, die er zware verliezen leden en als weerwraak het dorp platbrandden. In een tegenaanval dreven zij echter de Belgen terug en drongen door tot op Tisselts grondgebied (130). De 86ste batterij kreeg voor de ondersteuning van de Belgische infanterie, de eervolle inscriptie op het schild van haar kanonnen: Capelleau-Bois - Thisselt (131) Op 4.9.1914 rukten Duitse troepen op naar Dendermonde en geraakten korte tijd over de Schelde, maar werden teruggedreven (132). Dat laat wel enige actie veronderstellen langs de flanken waarbij we zeker naast Kapelle-op-den-Bos, ook Tisselt, Breendonk en Willebroek, mogen rekenen. In elk geval beschadigden talrijke granaten de kruis- en middenbeuk langs de noordzijde van de kerk en dicht bij de brug werden verschillende huizen vernield te Tisselt (133). Dat wijst inderdaad op beschietingen te Tisselt, waarbij getroffen worden door shrapnels zeker niet uitgesloten is!
DUITSE SLAG VAN LONDERZEEL (4-5.9.1914) (of van Kapelle-op-den-Bos) Volgens de nieuwste zeer recente ontwikkeling in het onderzoek naar de oorlogsgebeurtenissen langs de westzijde van het kanaal van Willebroek, dat net in een stroomversnelling kwam, konden wij op de valreep nog heel wat nieuwe informatie opdiepen. De situatie op de avond van 31.8.1914 was als volgt: de 6de Duitse divisie van het 3de Reservekorps van generaal von Beseler, was in de omgeving van Beigem, Humbeek en Grimbergen, gelegerd; een compagnie van het 3de bataljon van het 35ste Reserve Infanterie Regiment bezette linde definitief en deed van daaruit verkenningen naar Londerzeel en Ramsdonk. Het 9de Reservekorps schoof ondertussen op naar het westen in de richting van Asse en Dendermonde. De Belgen zaten in en achter de forten van Bornem, Liezele en Breendonk, maar stuurden dagelijks manschappen naar de voorposten die ten noorden van de spoorlijn Mechelen-Dendermonde ingericht werden. A l wat dus onder de lijn Nieuwenrode-Imde-MerchtemDroeshout lag, was in Duitse handen en alles ten noorden van voornoemde spoorlijn, onder Belgische controle. Onder een loden zon deed de 5de divisie op dinsdag 1.9.1914 een grote verkenning naar Buggenhout in twee colonnes, "om er de rechterflank te bedreigen van de vijandelijke troepen die in de regio Opwijk-Asse naar Dendermonde oprukten". - De westelijke omvatte de 1 ste Brigade (1 & 2 Linie) en de 17de (3Ch. & 6 Ch., excl.2de Bataljon op de voorposten) en de artillerie. Zij vertrok te 8 u. aan de kerk van Puurs en moest langs Oppuurs, Larendries en Opdorp naar Buggenhout. - De oostelijke omvatte de 16de Brigade (2Ch. & 5Ch.) en moest over Liezele en Malderen naar het zuiden marcheren en ondertussen de westelijke colonne dekken. - Het 2de Jagers te paard moest zich naar het O & ZO van Buggenhoutbos begeven en trachten zich meester te maken van de hoogten gelegen tussen dit bos en de Galgestraat. Volgens het reeds geciteerde handschrift van het 3Ch. geraakte dit als achterhoede niet tot in Buggenhout: "Om 13 uur hield het 3de Regiment Jagers halt aan het kasteel van Opdorp waar het zich in de schuilplaats installeerde. Om 15u30 werd het bevel gegeven om langs dezelfde weg als vanmorgen naar Ruisbroek terug te keren. Een compagnie vormde flank in het westen, over Jongenbriel, Sint-Amands en Boskant". Te 10 u. forceerde een verkennersgroep van het 2de Jagers te Paard, aan het station van
129 DE SEYN Eug., o.c. 1, p.667. 13°TROCHJ.H., Geschiedenis van Tisselt, sl.nd. (Tisselt, jaren '30), p.30. 131.NN., Historique du 3e Regiment de Chasseurs à Pied, end., Annexe 3bis. Opérations, p.3. (kopie van overdruk). 132.NN., Guldenboek der Vuurkaart, Brussel, 1937, p.XXIX-XXX. & LYR R., o. c., I, p.65-66 133. E SEYN Eug., o.c. II, p.1363. 39
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 39
Buggenhout een doorgang en te 13.50 u. drong de groep het Bos van Buggenhout binnen en werd heuvel 31 bereikt (ZO van Peisegem = de Kouter). De Duitsers weken voor de dreiging en de 5de Divisie keerde binnen de fortengordel terug (134) Duitse troepen van het versterkte 9de Reserve Jager Bataljon vielen op 2 september Opwijk aan. Volgens hun historiek: "De bijzondere opdracht luidde: het saboteren van het aldaar gelegen spoorwegkruispunt Antwerpen Aalst en Brussel-Dendermonde." en "Na een grondig uitgevoerde sabotage van de spoorweginfrastructuur door de Pioniers keerde het dÊtachement terug ..." Ondertussen was de Marine-Divisie van admiraal von Schroder als versterking boven Brussel verschenen. De Duitsers deden verschillende kerktorens springen en op 3 september schreef de reeds vemoemde zuster Françoise van het Londerzeelse Ursulinenklooster in haar dagboek: "Om 6u30 passeren hier vele Duitsers; onderweg doen ze de rails van de spoorweg springen" (135) W.Plathe, geschiedschrijver van het 26ste Reserve Infanterie Regiment beschreef hoe generaal Beseler de situatie verkeerd inschatte: "Vanwege de Duitse zwakte was het vanzelfsprekend niet mogelijk om de communicatielijnen tussen Brussel en Antwerpen te verhinderen. ... Met twee Divisies, die zowat dagelijks met uitvallen van het Belgisch veldleger rekening moesten houden, kon slechts een verhoudingsgewijs klein terrein versperd worden. ... Toen de berichten over vijandelijke troepenbewegingen in het westen alsmaar toenamen ... ontving de bevelhebber... het bevel om 'door offensief oprukken de Belgisch-Engelse plannen (het doorbreken van de isolatie van Antwerpen en het aanvallen van de achterste verbindingslanen) te verijdelen'. De Generaal-Bevelhebber besloot om met het 9de Reservekorps en met de 6de Reservedivisie van het 3de Reservekorps naar voren door te stoten ... Hij hoopte een aanzienlijk deel van de vijandelijke troepensterkte nog ten zuiden van de Schelde te pakken te krijgen en een mogelijke concentratie van de vijand te verstoren". De geschiedschrijver van het 35ste Reserve Infanterie Regiment schreef: "De resultaten van de laatste dagen hadden aangetoond dat er zich sterke vijandelijke voorposten tussen Kapelle-op-den-Bos en Londerzeel ophielden. Het Korps Beseler (= 3de Reservekrops) besloot om deze door de 6de Reservedivisie binnen de vesting terug te laten drijven en hiermee tegelijk een aanval te ondersteunen die het 9de Reservekorps op Dendermonde zou uitvoeren" (136). Vrijdag 4.9.1914 verliet tegen 1.30 u. de 6de Duitse Reservedivisie haar kantonnement te Grimbergen en rukte in een breed front op naar het noorden: de 11 de Reservebrigade langs het oosten van het kanaal van Willebroek, en het 12de langs het westen. Het 3de Bataljon van het 35ste Reserve Infanterie Regiment (III/RIR 35) boog te 3.15 u. met een pioniercompagnie, 10 Ulanen en 20 cyclisten, aan Beigem af en trok over Nieuwenrode-Westrode, naar Kapelle-op-den-Bos. Het was volgens hoofdarts dr.Arnoldi van het II/RIR 35, een maanloze pikdonkere nacht met een dichte mist. De verkenners gingen voorop. De opdracht was de rechterflank te verdedigen, de tegenstanders terug te drijven en de kanaalbruggen van Kapelle-opden-Bos en Tisselt te laten springen. Aangezien een Belgische aanval op Dendermonde verwacht werd, waren zij zich van geen kwaad bewust. Hun 1 ste en 2de Bataljon was te 2 u. vertrokken als voorwacht van de 12de Reservebrigade, over Wolvertem, Meuzegem, Imde, Rossem naar Steenhuffel en Malderen. Daar hoorden zij volgens de historieschrijver van RIR 26: "Uit de richting van Westrode weerklonk er plotseling een sterk krijgslawaai..." (137). Kapelle-op-den-Bos was een strategisch belangrijke plaats langs het kanaal van Willebroek en de spoorlijn Mechelen-Dendermonde. Zoals in Londerzeel werd de spoorwegberm er reeds een aantal dagen bewaakt door kleine detachementen die 's morgens hun observatiepost innamen, en 's avonds naar de forten weerkeerden. Vanaf 2.9.1914 moesten ook de sluizen van Kapelle-op-den-Bos en verder stroomafwaarts bewaakt worden, en zo ook het waterpeil van het kanaal. Het Belgisch leger had besloten de vlakte tussen de forten 134. DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o.c., p.71-73. I35. DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o.c., p.74-80, foto van Belgische voorpost (3Ch. ?) p. 77. 136 DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o. c., p.81-82. 137. D E BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o.c., p.83-85, plan met Duitse troepenbeweging p.84. 40
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 40
van Breendonk en Walem (Blaasveld en Heindonk) onder water te zetten! Daarom was die 2de te 12.30 u. het 1 ste Bataljon van het 3de Regiment Jagers te Voet, samen met een compagnie machinegeweren en een batterij van de 17de Brigade , naar Kapelle-op-den-Bos gezonden. Daar nam het 3Ch. volgende posities in: 1/1 de wegbrug O van het station; 2/1 sluis nr.1 aan het kanaal; 3/1 W. van het dorp; 4/1 wegbrug W. van het station. De machinegeweren zaten op de spoorwegberm, vlak bij het station en de artillerie bij de 3de compagnie, W. van het dorp. Onthouden wij hier vooral de positie van de oude compagnie van Jef Verberck, 2/1 en de nieuwe 4/1 met commandant Piroton. De belangrijkheid van deze bewaking blijkt wel uit haar permanent karakter, zodat zij 's avonds niet naar hun kantonnement weerkeerden. Foet. Bor tem Fort Liez e Fort Breendoe ff <'en iiii26Ri �T
`l Îóselt
Sint . E o z e f
derra=.ourie
Lebheke
ic
fŸx t.s3 :��1."
Buogenlaout
tí,ii,'fff?aTilRi Ranrsdonk udertrel I < . a l 5 e i l c : op den Bos
Ma Neren
��� �. ��1:
�3J
ide
Steerelwffe
.her de 8 r c k
`
Westrode Rossenl
iiensS'errrode
Opwi,jk Merchtern
Htunbeek`r
Irntvde
Belem 1III/35RIRI
Wolvertem
1----...
Grimbergen
`TA .RKi
E�emmeí
I
j 1 en IL3 5RIR IL I I en II1/26RIR:.' L I I en III'2�#RIR
Duitse troepenbeweging op 4 september 1914 Sergeant Henri Bonnet van 4/1 3Ch. verklaarde dat de compagnie stellingen had ingenomen op de spoorwegbrug met arduinen borstwering. Kapitein Piroton zond twee patrouilles uit die vernamen "dat een Duitse colonne van zowat 20.000 man de gemeenten Londerzeel, Wolvertem, Imde, Grimbergen en de omliggende streek bezette". De bataljonscommandant trok bij het aantreden van de dag dan ook de vooruitgeschoven posten terug. Ook de Duitse cyclisten brachten hun bataljon, dat te 5.20 u. de wegsplitsing ten oosten van Westrode bereikt had, de boodschap "dat de spoorwegberm ten zuiden van Kapelle-op-den-Bos vrij van vijanden was. Maar reeds kort daarna bezette de tegenstander de hoge, een uitstekende verdedigingstelling vormende, spoorwegzate" (cfrt.111/RIR 35). Belangrijk is hier de opmerking in de handschriftelijke historiek van 3Ch.: "Rond 5 uur in de morgen, in een dichte mist die elk zicht verder dan 30 meter onmogelijk maakte, werd de 2de compagnie (bij de sluis aan het kanaal) een vijandelijke patrouille gewaar. Bijna op hetzelfde moment verschenen voor de 4de compagnie een Duitse bataljonschef en enkele officieren met kaarten in de hand. ... ".Een salvo uit 10 inderhaast gealarmeerde geweren maaide deze groep officieren neer. Hun eenheden bevonden zich maar 41
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 41
op een paar passen van hen vandaan. Volledig in marsorde op het gevechtsterrein ingezet, langs voor en langs opzij beschoten, slaagden deze troepen er amper in zich te herpakken. Onderhouden salvo's maaiden letterlijk in de besluiteloze en verraste eenheden, die niet meer wisten waarheen zich te richten. Toch waren de voorhoedecompagnies, die te dichtbij gekomen waren om zich nog te kunnen ontzetten, er in gehikt om zich in de huizen die hier en daar in deze blakke vlakte gebouwd waren te hergroeperen. De mist was langzaam opgetrokken. De fusillade was nog altijd zeer intens en groepen schutters begonnen onze stelling te naderen. Maar gefascineerd door hun eerste succes, rivaliseerden onze mannen inzake kalmte en bravoure. Achter hun borstweringen die ze gedurende 24 uur hadden kunnen construeren, amuseerden ze zich met rustig te mikken, zoals op de schietstand." Sergeant Bonnet gaf een iets afwijkend verhaal: ""Het was 5u30. In de ochtendschemering bleek alles kalm en rustig, de vijand was onzichtbaar. 5u45; een dichte mist omringde ons; iedereen was op zijn Post en was waakzaam... Zes uur. De wind had de mist verdreven, wat ons zeer verheugde. Het uitzicht was goed, tot plots de kreet "Daar zijn de Duitsers" weerklonk. Daar waren ze inderdaad. Een patrouille van 17 man, onder het bevel van een bereden officier, naderde op de kronkelende weg... Verbod om te schieten... Wachten op het commando... De patrouille naderde... en nadert nog... Plots, op het gegeven bevel, gingen wij schieten. De hele patrouille werd door ons vuur neergemaaid. EĂŠn der onzen, soldaat Greuze, afkomstig uit het Centre, werd door een kogel aan het hoofd getroffen terwijl hij zijn geweer laadde. " Volgens de historicus van III/RIR 35 kregen zij door de dichte mist geen kijk op het gebeuren al hadden Ulanen wel kunnen vaststellen dat "schoffen aan het kanaal van Willebroek eveneens door de vijandelijke Infanterie bezet waren" en verder dat pas tegen 8 u. bekend werd dat "de spoorwegberm over een breedte van ongeveer 1.200 meter in sterke mate door de tegenstander ingenomen was. Om 8u50 begonnen ook vijandelijke machinegeweren vanuit het station aan de strijd deel te nemen". "Rond 8 uur begon devijand, ondanks zijn onophoudelijke verliezen, te drukken en dreigde hij onze stellingen aan te vallen. Er werd een kanon aangevoerd dat we leenden van de batterij; ten koste van zware en gevaarlijke inspanningen werd het op de door de 4de compagnie verdedigde brug geplaatst. Het vuurde gericht op de Duitsers waarvan het aantal lijken elk moment vermeerderde. Binnen enkele minuten was de aftocht van de vijand volledig, zijn mislukking was totaal." Onthouden wij vooral de vermelding van Jefs' oude compagnie 2/I en nieuwe 4/1 (138). Volgens Hendrik Van de Ven telde 4/1 154 man. Het was duidelijk dit treffen dat de Duitse 6de Reservedivisie te Steenhuffel hoorde. In de veronderstelling dat het om een uitval uit de vesting ging, zwenkte gans de colonne in ontplooide formatie naar het oosten. Te 8.45 u. viel de l lde Brigade de Belgische voorpost te Londerzeel aan terwijl de 12de vanuit het westen de vijand naar het kanaal van Willebroek moest verjagen (cfrt.RIR 26). Volgens III/RIR 35 vielen drie compagnies onder artilleriedekking te 10 u. Kapelle-op-den-Bos aan. Sergeant Bonnet verhaalde: "Alles liet een aanval voorzien. De vijandelijke troepen verschenen plots buiten het dorp, ontplooiden zich en slopen langsheen de hagen en de huizen vooruit. Een compagnie waagde een aanval op onze stellingen. Vergeefse moeite, zij werd volledig weggemaaid door het vuur van onze machinegeweren, die in het station waren opgesteld; de officier die deze eenheid leidde stortte gewond neer. Een tweede compagnie voerde hetzelfde manoeuvre uit, terwijl mijn sectie zich kruipend tussen de sporen voortbewoog. Het vuren werd met nog meer hevigheid voortgezet. Ondanks de verliezen die zij leden, slaagden vijandelijke manschappen erin huizen te bezetten in onze onmiddellijke nabijheid Intussen was de steunende 11de artillerie een kanon van 7,5 bij ons komen opstellen; Dadelijk werd van vlakbij het vuur geopend en werden de huizen die door de vijand bezet waren met de grond gelijk gemaakt, want de Duitsers moesten daar ten allen koste weg. De toestand werd steeds lastiger en was weldra onhoudbaar, want de kogels kaatsten meer en meer terug op de pijlers van de brug. De artilleristen waren niet meer in aantal en 16 jagers moesten het kanon buiten de gevaarlijke zone slepen. Er werd ingespannen en in volle vaart ging het kanon de batterij vervoegen die zonder ophouden vanuit het dorp bleef vuren; 'jR. DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o. c., p.85-88. 42
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 42
Pastoor Van Doren van Kapelle-op-den-Bos verklaarde: "Om 10 ure ging een ballon op om hulp te vragen. Om 11 ure waren onze mannen zonder voorraad. De forten van Liezele en Willebroek waren wel verwittigd van ' t begin van den slag en hebben wel meegewerkt" en de Belgen "zijn moeten vluchten naar Willebroek". Hulp kwam er echter niet uit de forten van Breendonk en Kalfort. Volgens Hendrik Van de Ven zou de bevelvoerende generaal omgekocht geweest zijn en brak later de koning diens degen. De 11 de Duitse Brigade verdreef de Belgen uit Londerzeel en rukte eveneens langs Ramsdonk op naar Kapelle-opden-Bos. Sergeant Bonnet: "Omstreeks 11 uur vernamen wij dat het detachement dat de rechterzijde van de brug bezette door de vijand dreigde omsingeld te worden en zich moest terugtrekken. Dientengevolge moesten ook wij achteruit wijken en wij vertrokken in volle vaart in de richting van het dorp naar het kanaal van Willebroek, dat wij volgden tot de brug van Tisselt." Handgeschreven geschiedenis van het 3de Regiment Jagers te voet: "Rond 11 u u r posteerde de bataljonschef (Majoor Grade), verwittigd dat aanzienlijke troepen rechtstreeks zijn rechterflank bedreigden, een compagnie in die richting; wanneer die echter dreigde omsingeld te worden kreeg het bataljon het bevel om zich terug te trekken, hetgeen in goede orde en opeenvolgende posities bezettend gebeurde. Talrijke splinterobussen vielen op Kapelle-op-den-Bos en staken talrijke huizen in brand. Te 11.55 u. kreeg het 3de Bataljon 3Ch. bevel vanuit Ruisbroek het 1 ste te gaan versterken, maar geraakte niet verder dan de wegsplitsing 200 m. voorbij het station van Sauvegarde omdat shrapnels er ontploften. Bonnet vervolgt: Mijn compagnie werd naar het station van Tisselt gestuurd, tot wij ineens het bevel kregen buiten onze gewone bagage nog ieder twee obussen van 7,5 mede te nemen, voor de batterij van commandant WangermĂŠe, die langsheen boven bedoelde baan was opgesteld. Deze officier, staande op het dak van een groot gebouw, sloeg alle bewegingen van de vijand gade, om het vuur van zijn batterij trefzeker te kunnen richten. Maar nauwelijks hadden wij op het spoorwegperron post gevat o f een kanonkogel scheerde laag over onze hoofden voorbij en sloeg in voor de batterij. Luitenant Bodart en wijzelf waren zeer verwonderd over de richting van waaruit werd geschoten; dadelijk volgde een tweede granaat; ditmaal nog dichterbij; hij ontplofte in het midden van het station, gelukkig zonder iemand te kwetsen. Dit ziende liet commandant WangermĂŠe zich van het dak gl jden, beval het geschut van de stelling weg te halen. Hij vertrouwde zijn paard toe aan zijn ordonnans, sprong schrijlings op het laatste kanon en reed in volle galop naar Willebroek Onze compagnie trok zich langs de spoorweg naar dezelfde gemeente terug. Onze compagnie trok zich langs de spoorweg naar Willebroek terug. Intussen: werd er vanuit de forten flink geschoten. Te dichtbij helaas. Manschappen vielen in onze rangen, door onze eigen obussen getroffen, terwijl het Duitse kogels regende op de eenheden langs het kanaal, die zich wilden terugtrekken onder de beschutting van het fort. De commandant wuifde vergeefs met een witte doek om de aandacht van de waarnemers te trekken; het mocht niet baten, en het vuren ging onverbiddelijk voort". De handschriftelijke historiek 3Ch.:"T jdens het terugtrekken verloor het bataljon enkele mannen door een paar projectielen die door het fort van Breendonk afgevuurd werden; per telefoon verwittigd, werd de schietafstand onmiddellijk verlengd. Om 17 uur vervoegde het 1ste Bataljon het regiment en bivakkeerde het met het regiment op de verzamelplaats in Sauvegarde. Vanwege zijn prachtige gedrag tijdens het gevecht van Kapelle-op-den-Bos, ontving het 1 ste Bataljon de felicitaties van zijne Majesteit de Koning". De 11de Duitse Reserve Brigade achtervolgde hen (en dus niet die van Kapelle-op-den-Bos) en kwam uit het westen, via Ramsdonk naar Tisselt opgerukt, om daarna weer naar Londerzeel weer te keren. Belangrijk is de nota van pastoor De Ruyter uit Tisselt: "Op vrijdag 4 september, na het gevecht te Kapelleop-den-Bos, zijn de Belgen in Tisselt door de Duitsen aangevallen en binnen de forten gedreven. Op een tiental uitzonderingen na verlieten al de mensen in aller haast de parochie. Rond 2 uren vielen de vijandelijke soldaten het dorp binnen en hebben het bezet gehouden tot 's zondags. Er is bij dezen inval geen grote schade aangericht en het getal gesneuvelden is zeer gering geweest ..." en "De Duitsers deden de beide bruggen der vaart springen, waardoor een vijftiental huizen op beide dijken erg beschadigd werden. Op zondag 6 en maandag 7 september zijn de inwoners reeds in overgroot getal terug gekomen en van dan a f ging alles weer tamelijk goed". Uitermate belangrijk is dit laatste relaas in onze verdere zoektocht naar het overlijden van Jef Verberck (139) 139. DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o. c., p.88-91. 43
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 43
Ondertussen rukte de rest van de 6de Reservedivisie vanuit Steenhuffel verder op naar NO in de hoop de terugtrekkende Belgen te beletten om de beschutting van de forten te bereiken. Het werd een misrekening. In tegenstelling tot de gangbare Belgische versie van de feiten die al deze acties toeschreef aan de Duitsers van de "slag van Kapelle-op-den-Bos", geven de Duitse verslagen een juister beeld. Volgens RIR 26 rukte de 12de Brigade vanuit Londerzeel-St.-Jozef op naar het dorp Breendonk om er de terugtrekkende Belgen de pas af te snijden. Door tijdsgebrek ontbraken voorafgaande verkenningen. Bij het oversteken van de baan van De Wolf-Breendonk vielen zij onder hevig artillerievuur dat hen ophield en naar links deed keren waardoor zij op ingegraven Belgen stootten waarop een vuurgevecht ontstond. Door het dichtbegroeid gebied vorderend naar de vurende batterijen toe - stonden zij plots voor het hoogoprijzende vestingwerk van het fort van Breendonk. "Ook al ontploften vele projectielen niet, dan hadden de vijandelijke batterijen toch voortreffelijk geschoten. Salvo na salvo bereikte doel". Duitse veldkanonnen vermochten niets. Daar bovenop kwamen nog de aangelegde elektrische draadversperringen. De Duitse hoofdarts dr.Amoldi vermelde: "het was een echt warme, zonnige dag" en "Onze mannen renden met een wate Teutoonse furie naar voren...". Van de Belgische legeraalmoezenier P.Hénusse, verbonden aan het 5de Regiment artillerie, vernemen wij dat die dag de Belgische 5de Divisie een offensieve verkenning plande naar Lippelo maar tijdig het plan aanpaste zodat de 16de Brigade rond 12.30 uur kon nestelen in de ingerichte defensieve stellingen en de Duitse aanval op het dubbel interval Breendonk-Letterheide-Liezele kon afslaan. Hij beschreef de ongeziene afslachting van de Duitse aanvallers in een aspergeveld en zag er "afgrijselijke dingen in de lucht vliegen ... armen, benen en gehelmde hoofden". De Duitsers trokken tenslotte te 17 u. ook a f naar Londerzeel. Volgens de verslaggever van RIR 26 dankte het regiment zijn redelijk ongeschonden terugkeer "aan de laksheid van de Belgen, die ons niet achterna zaten" en "We hebben zelfs nog 1 officier en 30 manschappen gevangen genomen. Vooral het 2de Regiment Jagers te Voet verdiende hier pluimen. De Duitse verliezen waren enorm. De Larousse Mensuel van oktober 1914 maakte melding van hevige gevechten bij Tisselt (sic) op 5 september 1914 (sic): "De Duitsers verliezen 3.000 man". Woedend staken de Duitsers Kapelle-op-den-Bos in brand, alvorens te 18.45 u. weer naar Imde terug te trekken. Volgens pastoor Van Doren van Kapelle-op-den-Bos, herbegon zaterdag 5 september de plundering en brandstichting tot 23 u., om verder over de plunderingen en andere wandaden niet te spreken. Vermoedelijk vergist de pastoor zich hier wel degelijk aangezien de verslaggever van RIR 35 duidelijk schrijft dat het regiment op 5.9.1914 de streek van Imde en Beigem verliet en over Wolvertem naar Brussegem marcheerde waar het tot de 7de bleef. Wat de Belgische verliezen die 4de betreft, weten wij dat er bij het 3Ch. 6 gesneuvelden vermeld zijn te Breendonk, l te Willebroek en onderluitenant Delville op De Wolf. Volgens sergeant Donnet verloor hij slechts één man bij 4/1, onze Jef? Verder zijner nog drie namen bekend en vier onbekend van gevallen soldaten te Kapelle-op-den-Bos (140) Opvallend vonden wij nergens een vermelding van het 2de Bataljon waar Jef Verberck in zat! Het is niet uitgesloten dat het ergens een grote wacht bezette, of afgelost was. Het 1ste Bataljon bezette die van Kapelle-op-den-Bos. Er was er ook een te Tisselt en te Liezel-Wolf. Toen de Duitsers Tisselt verlaten hadden, is het niet onmogelijk dat op zaterdag 5.9.1914 zij die van Tisselt kwamen innemen. Tegen de middag zouden ook uit Kapelle-op-den-Bos de laatste Duitsers vertrokken zijn. Beschietingen zijn echter niet bekend. Het is niet onmogelijk dat het fort van Breendonk nog schoot, maar van Duitse zijde was er geen artillerie meer in de omgeving - voor zover bekend! Als Breendonk schoot dan liet het enkel een smalle corridor om de in- en uitgaande troepenbewegingen toe te laten, die achter de fortengordel hun kantonnement hadden (141).
TWEEDE UITVAL UIT ANTWERPEN (9-12.9.1914) Om de druk op de Frans-Britse troepen bij de slag om de Marne, te verlichten, besloot koning Albert een tweede uitval te doen uit Antwerpen. Nadat het Duitse IXde korps reeds naar Frankrijk was vertrokken, had ook het IIIde reservekorps die weg ingeslagen. Zij werden vervangen door een divisie mariniers en de 26ste
140 D E BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o. c., p.91-106, 108, 116-121, lijst gesneuvelde 3Ch. p.119. 141. DE BONDT Louis (* 1945) te Londerzeel, ons contact op 3.1.2000. 44
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 44
en 27ste Landwehr brigades (142). De 5de, lste en 3de Divisies zouden de Duitse lijnen aanvallen op 11 en 12.9.1914. Op 9 en 10 september moesten de posities ingenomen worden. Reeds op maandag 7 september verdreef het 3de jagers te Voet echter reeds bij een voorbereidende actie, de Duitsers uit Zemst, Den Dries en Weerde. Bij de voorziene uitval nam de 5de Divisie de rechterflank, ten westen van de Zenne, voor zijn rekening. Terwijl het 2Ch. op vrijdag 11 september vanuit Ondonck Eppegem innamen, steunde het 5Ch. hen vanaf Verbrande Brug. De volgende dag lag Eppegem onder zware artillerie aanvallen zodat geen versterkingen konden aanrukken. Tijdens de nacht moesten zij terugtrekken naar Willebroek. Links van het 5Ch. vocht de 17de Gemengde Brigade (143) Het 3Bat. 3Ch. en 3Bat. 6Ch. kon onder leiding van kolonel L.Ruquoy, de ZO en ZW-randen van het kasteel van Linterpoort (gehucht Den Dries onder Zemst) bezetten, maar ontbraken dekking en moesten zich onder een shrapnelregen terugtrekken. Het 2Bat. en 3Bat. van 3Ch. hernam samen met het 1Bat. 6Ch. de aanval op zaterdag de 12de. te 17.20 u. Ondanks hevige weerstand lukten zij er in na een verwoede bajonetaanval de Duitsers uit hun stellingen te verjagen. Ondertussen moesten het 1Bat. en 2Bat. van 3Ch., samen met het 6Ch., onder bevel van majoor V.Coquels, Weerde heroverden. Het 1Bat. 3Ch. lag zwaar onder mitrailleurvuur en kon de weg aan mijlpaal 18, naar Brussel, niet oversteken. Patrouilles van het 2Bat. 3Ch. konden de rand van het dorp maar tot op 200 m. naderen. Bij het invallen van de duisternis besloot tenslotte het 1Bat. 3Ch., geholpen door het 2Bat., aan te vallen. De bestorming met de bajonet joeg de Duitsers over de Zenne en de stelling werd onmiddellijk georganiseerd. Het 6Ch. vocht te Zemst en Den Dries tot de vroege ochtend van de 13de. Toen trok het Belgische leger zich weer volledig terug binnen de Antwerpse fortengordel (144). De 6de divisie van het Tilde Duitse reservekorps, dat op weg was naar Frankrijk, was inderhaast teruggeroepen op 12 september en had de 2de Belgische divisie op de uiterste linker vleugel, teruggedreven. Blijkbaar vocht volgens de geschiedschrijver van het 3Ch., het 2Bat. en te Zemst bij het kasteel van Linterpoort, en te Weerde. Het was het bataljon van Jef Verberck! Volgens de dagorder d.d.29.11.1914 van de 17de Brigade 5de Divisie, en voorstel tot de vermelding van "Den Dries" en "Weerde" op hun regimentsvaandel, is er sprake van de aanval door het 2Bat. van 3Ch., versterkt door een sectie mitrailleurs, onder leiding van kapitein Borlee van de noordrand van het dorp Weerde. Het 1 Bat. viel de oostrand aan en het 3Bat. 6Ch. bleef in reserve achter de spoorweg Mechelen-Brussel. Het verslag bespreekt in détail de voorafgaande verkenning door een afdeling cyclisten en het verloop van de methodische aanval onder "une plui diluvienne" (145) Na enige gelukkige uitslagen mislukte het Belgische krijgsplan, maar was de strijd toch nog maar voortgezet "op verzoek van de Geallieerden, aan wie wij een zeer gewaardeerde dienst bewezen door onze verwoede aanvallen die de verbindingslijnen van den vijand bedreigden" (146). De latere wetenschappelijke geschiedschrijving bekeek deze "heldhaftige episode" als volgt: " ... twee uitvallen. De eerste, die op 25 en 26 Augustus werd uitgevoerd tussen Aarschot en Beigem, kenmerkte zich door enkele lokale successen. Over het geheel echter werden de troepen, die aan hun ongeoefendheid leden, door zware verliezen getroffen. De tweede vond plaats in dezelfde streek tijdens de veldslag bij de Marne van 9-13 September, en bracht nog grotere verliezen: 8000 t.o. 4000 man. Ondanks de hoge prijs werden beide als successen beschouwd, omdat de resultaten die ervan werden verwacht, bereikt werden, 'daar de vijand voorlopig enkele eenheden in de richting van het Belgische front had moeten overbrengen' en 'verplaatsing van enkele andere eenheden per trein had moeten vertragen'. Daarom besloten de Duitsers dan ook de stelling Antwerpen uit de weg te ruimen ..." (147) 142.LYR R., oc., I, p.66. 143.VANGANSBEKE L., o. c., p.39-40. 144NN., Beknopte historiek van het 3de regiment Jagers te Voet, sl.nd., p.4-5. (kopie van overdruk). VANGANSBEKE L., o. c., p.41-42, kaartje p.41/42. 145.NN., Historique du 3e Regiment de Chasseurs à Pied, sl.nd., Annexe ibis. Opérations, 3b1zn. (kopie van overdruk). 146•LYR R., oc., I, p.66. 147.BARTIER J, Belgie tijdens de Eerste Wereldoorlog, in: NN., (red), Algemene Geschiedenis der 45
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 45
OVERLIJDEN Frans Verberck (148) wist waar zijn broer Jef aan het front lag. Zo ging hij hem opzoeken met een pak "proper goed". Toen hij echter terug thuis kwam, gooide hij het pak in een hoek en zei niet meer te willen gaan! Enkel aan zijn halfzuster Julia vertelde hij dat Jef gesneuveld was. Zo hielden zij het een tijdje stil. Pas later vernamen zij het overlijden (149). Toen zijn zuster Pauline het nieuws vernam, zegde ze dat ze met heel de oorlog niet meer inzat omdat "onze Jef dood is" (15°). Een bewaard gebleven briefomslag, zonder brief, te Kapellen verzonden op 21.9.1914 en vermoedelijk geschreven door zijn zuster Leontine Verberck aan haar zuster Elise te Boussu en Fagne, zou wel eens de mededeling van het overlijden kunnen bevat hebben (151)? Jef had nog een kaartje ontvangen van zijn zuster Pauline, dat hij in zijn portefeuille bijhield. Als korporaal ging hij bij zijn mannen zitten die op wacht waren te Tisselt. Toen ging er plots een shrapnel dwars door zijn lijf en doorboorde kaart en portefeuille (152). Volgens zijn zuster Stephanie, sneuvelde Jef aan de vaart van Willebroek - Ruislede. Hij kreeg er een shrapnel in de nek. Men sprak van de 14de, maar schatte dat het eerder de 11de september was (153). Zijn zuster Elise vertelde haar dochter Suzanne dan weer dat Jef sneuvelde bij de brug van Tisselt. Daar werd hij gevonden en te Tisselt ook begraven. Zo droomde zijn andere zuster Julia dan weer dat ze Jef dood zag liggen. Toen ze hem later moest gaan herkennen riep ze uit: "zo zag ik hem helemaal" (154)! Jan Van Santvliet meende dan weer gehoord te hebben van moeder dat hij bij een artilleriebeschieting door een shrapnel getroffen werd terwijl hij op wacht stond. Hij dacht dat de brug in 1914 wellicht opgeblazen werd en dat er pas rond 1960 een nieuwe kwam (155) Volgens een onbekend getuigenis uit Tisselt, zouden de mensen die er dode soldaten zagen liggen, gaan zien wat ze op zich hadden en vonden dan identificatiegegevens (metalen matriculeplaatje). Van de gemeente kwam men dan de soldatenlijken halen om ze naar Tisselt zelf te brengen en er te begraven. Er zou ook geen brug meer geweest zijn maar een overzet. Nu is er weer een brug (156). De brugkwestie kreeg haar beslag door de bevestiging door Karel De Nederlanden, XII, Zeist, Antwerpen, Brussel, Gent, Leuven, 1958, p.18. 148.KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, bidprentjes, rouwbrief foto, briefwisseling, nota's : Petrus Franciscus Verberck (Ekeren-Hoogboom 12.5.1894 - Ekeren 19.8.1947). 149Julia Francisca Stephania Verberck (Ekeren-Hoogboom 2.2.1906 - Brasschaat 17.10.1998) tijdens ons onderhoud op 21.8.1995. Iso Marie Louise Raemaekers (* Hoogboom 8.12.1915), tijdens ons onderhoud op 27.12.1999. Over haar moeder Maria Paulina Verberck (Hoogboom 1.11.1885 - Kapellen 6.4.1962). Zij wist eveneens dat Frans Verberck proper goed naar zijn broer Jef bracht toen die aan het front was, zoals boven reeds vermeld, en dat een shrapnel door zijn portefeuille ging, zoals verder volgt! 151.Formaat: 14,5 x 10,8 cm., briefomslag, ruw opengescheurd Postzegel: type wapen staande leeuw, zonder strookje "niet bestellen op zondag'; S c., groen, Poststempel: CAPPELLEN/ 19-20/21 /IX/ 1914. Melle. Elise Verberck / Chateau De Boussu en fange / (en faggne doorstreept) / par Mariembourg / (prov.Namur). Origineel bij Monique Van Santvliet (* Chapelle lez Herlemont 27.9.1923) te Westerlo. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, fotokopie. NN., Officiele catalogus van postzegels "Belgie" Congo Zaire Rwanda Burundi Thema Europa, sl. (Brussel), 1992, nr. 110. 152.Vermoedelijk zal Rik aan Tisselt denken aangezien Jef er begraven werd Cornelius Henricus Raemaekers (* Ekeren 2.5.1909) tijdens ons onderhoud te Kapellen op 1.10.1995. Volgens Paulina Leonia Verberck (* Ekeren 19.1.1903) sneuvelde hij in het begin van de oorlog, geraakt door een shrapnel. cfrt. ons onderhoud op 28.8.1995 te Wuustwezel. 153Julia Francisca Stephania Verberck (Ekeren-Hoogboom 2.2.1906 - Brasschaat 17.10.1998) tijdens ons onderhoud op 21.8.1995. Iso Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925), tijdens ons onderhoud op 21.12.1999: Maria Elisabeth Verberck (Ekeren 14.8.1890 - Westerlo 28.9.1990), weduwe Jan Van Santvliet; Maria Juliana Verberck (Ekeren 28.5.1889 -15.3.1978). 155 Jan Van Santvliet (* Tongerlo 1928), rijkswachtofficier op rust, zoon van Elise Verberck, tijdens ons onderhoud op 23.12.1999 te Wilrijk. 156"Iemand" uit Tisselt vertelde dit telefonisch als antwoord op een oproep van Suzanne Van Santvliet in Gazet van Antwerpen van 18/19.12.1999. Cfrt. ons onderhoud op 21.12.1999. 46
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 46
Decker u i t Willebroek: d e b r u g w e r d opgeblazen (157).
5.- Division d'Arrnne
Pas o p 1.11.1916 z a l d e "Colonne d'ambulance" te Oostvleteren, een "Certificat Certificat d e Décès de Décès" opstellen. Jef zou te Eppegem op 5.9.1914 gestorven zijn tengevolge opgelopen oorlogsverwondingen, en werd begraven te Tisselt in graf 188 (158) 5me Division d'Armée Certificat de Décès Colonne d'Ambulance Du registre d e s décès d u d i t établissement a été extrait ce qui suit: Le sieur Verberck (sic). Jean J. caporal. V. C.1912 a u 3eCh. à p i e d nr.53504 de la matricule, fils de Louis et de Aernouts Therèse dite Elisabeth. habitant à Eeckeren né le 21 Novembre 1891 à Eeckeren province d'Anvers domicilié de droit avant son entrée au service dans la commune de Eeckeren province d'Anvers, est tué le cinq du mois de Septembre 1914, à ... heures d Eppeghem par suite de blessures de guerre. L Inhumé au cimetière de Thisselt Tombe nr.188 Je soussigné certifie que le présent extrait est conforme au registre des décès dudit établissement. Fait à Oost-Vleteren, le premier du mois de Novembre 1916. L'Officier chargé de la gestion, (get.) Populaire Nous, médecin chef de service de la Colonne d'Ambulance certifions que la signature ci-dessus est celle de Mr. Populaire Gérard gestionnaire chargé du service administratif de cet établissement et que foi doit y être ajoutée. Fait à Oost-Vleteren, le premier du mois de Novembre 1916 Le Médecin Chef de Service, (get.) V. Block Ua n•ffislm d�ynr,/.(`�dhFA dudit N n l d i w m r n t n Fy� r . l r n i l n q u i
�Leprieur(
)
�
Y
(
nu ( ó k Î P a � , r i . / " " ' - - - - .
Q
7
rh de (�Ry�ni.erL+.c�o�tte+tr,r�nrwu.nt i t h l
S
�
)
Q � . e . ` . / � �
de l a matrirnle. 01a de (5)
�� . � . t x - = -
i
�
n : to L / Ÿ � • • o . P _ .
-
- j ï L e L g p / L t n . . . p p > s n o b e r d _ i 2 . E t k v V t _ . . . _ d o m i r i f i ! d e d r o i t avant eon cntréc au B e r r i , . m
r
A
4
.
1
�
�
. 3 lu•umB d i l l )
Y
a n a . Mut: — b . — . y ont déad.lf l e ..C/ �GSGg. c
.
L
�
. u i / v ' 'rra/W. gne!/Bkp�)W� .-Jrd.•r!i! er7 . . n l �
ril5d0i1
mai.
p a r anile d 4 ( K / . I J O ! • [ á � e � � C f l � . .
r
� . . G c A / B 6 r e g ó f n den d l n A d u d i t [1NtltamaM.
; e � Y � é t i
du tncia d a r e e e d . d i e r 9 / { e .
L'Oniolee chargé d a l e ' p o n t e t,
n o w . :m=trein . r f ' de v r e k . G p a n ! n > / � . . . . d h n t . Î n •
ri,lra+:.s r. f dwlr .l«
u y.
e
.o ; , ,
Aatk fitae.r.rn! el vue loi dddf r tn/%Y[/��njoulh.
..
I al é v
d u v t Î ra'n,rtn.didr
.
F è e i l n � / ! / W � w � r - • ae�
l
+
/
-Bd� .•.rtyéma . p a ! ai/nnldre
A:fu 'ternie, mGntnLtrnfi I d e eel
�
.
�
:J
n
"
� �.
n , i r d 4 O. iC I B r � w e - t ' J / é V Brédeoln C i w t de ó e . r l c e ,
ollv-c,.mkrr r�ra.,r . - , r - e t . • d . » , o n u . i . r . p : i f n r e u . r t k a L l t < n , r n l . n : .4 (a14 r t n o : r : . a d r : ' p : m . ,.nL+4nm. fal GrWr. (:llol'ratinn oor:y,^irv•:_ . .
Het overlijden werd dan ook overgenomen in het stamboekregister van het regiment (159). Le 5 Septembre 1914: tué au combat d'Eppeghem. Inhumé au cimetière de Thisselt tombe nr.188 CCA5DA Van het 3de Jagers t e Voet sneuvelden o p 24.8.1914 t e Imde majoor J.P. Sweerts, d e kapiteincommandanten A. Gerard en H.J. Lahaise, luitenant K. Giroul en onderluitenant H.L. Dubuisson. Op 4.9.1914 sneuvelde onderluitenant J. Delville te Breendonk, terwijl hulponderluitenant L. Petrez in het 157Karel De Decker (* Tisselt 20.6.1932), jarenlang voorzitter van de Werkgroep HeemkundeGeschiedenis-Leefmilieu van de gemeentelijke culturele raad van Willebroek en gemeentelijk infoambtenaar van Willebroek, cfrt. ons contact op 27.12.1999. NN., Repertorium, Lokale en regionale verenigingen en tijdschriften voor geschiedenis, archeologie en folklore, in Het Tijdschrift van het Gemeentekrediet, XLVI, nr.181, 1992/3, p.101. 158EVERE, OCM., dossier J.J. Verberck, Certificat de Décès Modèle Nr.11. 159BRUSSEL, Koninklijk Legermuseum, 27LIN10, 3e.Régiment de Chasseurs à pied Matricule pour sous-officiers et soldats, nr.53504, 10de en laatste kolom. 47
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 47
gevecht te Eppegem viel (160).Talrijk zijn de soldaten en onderofficieren van het 3Ch. die op 4-5.9.1914 vielen. Op het ereperk te Willebroek, waar zij samengebracht werden die niet naar hun dorp overgebracht waren, telde ik er 22 (12 & 10). Daarbij kwam dan nog een gesneuvelde op 24.8.1914 (Imde) terwijl de vijf andere op latere datum sneuvelden: 14, 15, 20, 27 en 29 september 1914 (161). Verwijzen wij ook naar de reeds vernoemde gesneuvelden op 4.9.1914 bij de terugtocht uit Kapelle-op-den-Bos. Opvallend is hier beslist de datum van 5.9.1914 die helemaal niet overeen komt met gevechten te Eppegem, laat staan van zijn eenheid. Vast staat dat hij te Tisselt begraven werd en men zou dus kunnen veronderstellen dat hij wellicht in de omgeving sneuvelde. Het geheel hangt duidelijk met haken en ogen aan elkaar. Een mogelijkheid is dat Jef viel bij de gevechten bij het Linterpoortenkasteel op 11 september. Dit lag wel onder Zemst, maar toch meer in de richting van Eppegem. Eigenaardig is dan dat hij dan niet te Eppegem zelf begraven werd aangezien daar op het Belgisch soldatenkerkhof langs de Brusselsesteenweg, niet minder dan 200 gesneuvelden liggen die in de streek vielen tussen 26.8 en 12.9.1914 (162). De zware gevechten van het 3Ch. te Eppegem op 26.8.1914 vielen dan weer wat te vroeg voor hem! Wanneer wij 5 september als datum aanhouden, dan is het duidelijk dat Jef niet in een grote slag viel, maar mogelijk zoals vermeld, getroffen werd bij zijn mannen die op wacht waren. Dat kan altijd en overal gebeuren! Er waren inderdaad schermutselingen in de periode die voorafging aan de tweede uitval uit Antwerpen. Denken wij echter vooral aan die moorddadige dag van 4.9.1914 te Kapelle-op-den-Bos waar zijn vroegere 2de compagnie van het lste bataljon 3de Jagers te Voet, aan deel nam. Zij lag bij sluis 1 op het kanaal, zoals wij zagen. Zijn nieuwe 4/I vocht dan weer hard aan de brug ten westen van het station. Het 1ste Bataljon verloor er naast één soldaat van 4/I (zonder naamvermelding) nog drie man die bekend zijn met naam, maar ook vier naamloze gesneuvelden (Jef werd eerst naamloos begraven)! Verder zijn er 6 met naam vermeld als gesneuveld te Breendonk, terwijl wij weten dat het onder Belgisch vuur was tijdens de aftocht uit Kapelle-op-den-Bos, over Tisselt, naar de fortengordel van Breendonk! In hoeverre is hier "Breendonk" telkens de juiste locatie ? Onderweg namen zij posities in, ook te Tisselt o.a. in het station. Zou het kunnen dat Jef toch met zijn oude of nieuwe compagnie hierbij hoorde - en te Tisselt begraven werd ? Een Leon Coussement, grenadier, gesneuveld te Breendonk zou misschien de Coussement uit Lendelede kunnen zijn die te Tisselt begraven werd ? Men begroef uiteraard snel en zo dicht mogelijk bij de plaats waar men het lijk vond. Sergeant-majoor Boute, 3Ch. sneuvelde eveneens te Breendonk en rust nu op het ereperk te Willebroek. En wat te denken van korporaal Gustaaf Colpaert (* Zulte 22.3.1888) die als 3Ch. te Breendonk sneuvelde, eveneens die 4de, maar op het ereperk te Breendonk + 5.9.1914 meekreeg! ? Zou dat een verwijzing kunnen zijn dat een deel gesneuvelden van de 4de, om diverse redenen een overlijdensdatum op de 5de kregen ? Vandaar het toch in verhouding groot aantal graven van 3Ch. op het Willebroeks ereperk met sterfdatum 5.9.1914 - dag waarop in feite niet veel meer te beleven viel! Of slaat die overlijdensdatum op de dag dat de lijken opgehaald en snel begraven werden ? Het is uiteraard nooit uitgesloten dat onze Jef die 5de toch te Tisselt de grote wacht aan de brug bezette, dat zijn 4/II compagnie dat ook die 4de deed, en mee moest aftrekken - zonder dat de geschiedenis er melding van maakte omdat zij zich toespitste op de eenheden van de slag te Kapelle-op-den-Bos! Meer kans op sneuvelen maakte hij zeker met 4/I of 2/I op 4.9.1914. Vermeldenswaard is zeker dat, zoals volgt, hij samen met o.a. G. Godenne van 4/I begraven werd!
BEGRAVEN TE TISSELT In de tweede lijst gesneuvelden die het Belgische Rode Kruis opmaakte, treffen wij bij de onbekenden ook matricule nummer 53504 aan als "3e chass.à pied (caporal) cimetière de Thisselt, cerc. nr. 188". Mogen wij daaruit besluiten dat een soldatenlichaam snel begraven werd en enkel het nummer van zijn 16oLYR R., o.c., II, p.96-98 (met foto). 161.KAPELLEN, familiearchief L.Gorissen, eigen notities ter plaatse op 31.12.1999. 162.VAN OVERSTRAETEN J., o.c., p.1073-1074. 48
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 48
matriculeplaatje vermeld werd!? Opmerkelijk is het dat op deze lijst onbekenden het merendeel soldaten van het 3Ch. zijn. Zij werden bijna allen ofwel te linde begraven of te Eppegem. Een enkele van het 11 de Linie werd ook te Tisselt begraven, twee van het 12de Linie te Breendonk en een van het 3Ch. te Willebroek (163). Wanneer later in 1916 de "Colonne d'Ambulance" de overlijdensakten opmaakte zoals wij zagen, zou het wel eens kunnen dat de overlijdensplaats Eppegem voor de hand lag, al werd het lichaam te Tisselt begraven ? Dat jaar publiceerde het Belgische Rode Kruis ook de derde lijst gesneuvelden: "53504. Verberck, Jean Joseph, caporal au 3e de chass.à pied 2/4, né à Eeckeren le 21 nov.1891, tué le 5 sept.1914, inhumé à Thisselt" (164). Opmerkelijk liet men de overlijdensplaats voorzichtig weg! Het is niet uitgesloten dat de "Colonne d'Ambulance" voortging op de gegevens van dit Belgische Rode Kruis. Oostvleteren, NW.van Ieper, lag op 1.11.1916 wel ver van Tisselt, en moest wel beroep doen op een neutraal Rode Kruis. Indien het over werkelijk eigen informatie vanuit het regiment zou kunnen beschikken, dan kan men zich afvragen waarom het opmaken van het certificaat zo lang moest duren ? Of was men soldaat 53504 kwijt, en werd hij als gesneuvelde opgegeven. Gezien de grote hoeveelheid gesneuvelden in die periode, en zoals wij zagen wel 200 graven te Eppegem, kan men misschien, bij gebrek aan andere informatie, gewoon Eppegem opgenomen hebben als overlijdensplaats. Zijn eenheid streed er tenslotte hevig met grote verliezen. Later kwam dan het bericht van het Rode Kruis dat soldaat 53504 te Tisselt begraven lag. Het verplaatsen van een gevallen soldaat van Eppegem naar Tisselt, om samen met enkele andere begraven te worden, lijkt in oorlogstijd wel heel onwaarschijnlijk! Vermoedelijk werd hij snel ter plaatse met zijn andere gevallen kameraden onder de grond gestopt en zijn metalen matriculeplaatje op zijn houten kruis genageld. Feit blijft dat, bij mijn weten, de familie nooit over Eppegem gesproken heeft. En zij moeten het wellicht toch uit de eerste hand vernomen hebben toen broer Frans Jef ging opzoeken en met het bericht terugkwam dat hij gesneuveld was! Anders zouden zij ook geen détails kunnen kennen over hoe en wat er juist gebeurde. Bevestiging hiervan vonden wij dank zij mejuffer Joanna Caroline Charlotte Orianne (165), die begin december 1914 niet minder dan 85 her en der begraven lichamen van Belgische gesneuvelde soldaten, te Tisselt opgroef. Met enkele medewerkers uit Londerzeel, waste zij deze, identificeerde ze waar mogelijk, inventariseerde zij eventuele voorwerpen, en herbegroef ze elk in een houten kist. Een ooggetuige beschreef dergelijke opgraving: " een grote, ongeveer zestig centimeter diepe, vierkante kuil. Zes lijken, gelegd op twee rijen van drie, kwamen aan de oppervlakte, zes lijken die daar 5 maanden geleden snel begraven waren. Bedekt met slijk, het gezicht zwart van kruit of van ontbinding - de stank was afschuwelijk- leken ze totaal onherkenbaar. Mejuffer Orianne boog zich er over heen om deze lijken langdurig te onderzoeken.... (trokken) met behulp van singels en haken het lijk uit de grond en legden het op het gras. Dan onderzocht de vrouw de zakken van de doden en haalde ze er papieren uit... Het lijk werd in een kist gelegd, een eenvoudige kist van in het geel geschilderd wit hout met een zwart kruis er op en een nummer dat correspondeerde met dat in het register van mejuffer Orianne. En de kist, gewikkeld in de Belgische vlag, werd door de twee mannen naar het kerkhof van het dorp gedragen" (166). Naast postkaarten publiceerde zij 163 NN, Tweede lijst der Belgische soldaten gesneuveld voor het Vaderland, uitgegeven door het Belgisch Bureel van inlichtingen over de zieke, gekwetste of overleden soldaten, bestuurd door het Comité Médical van het Roode Kruis van Belgie 1914=1915 (tweetalig), sl., 1915, inconnus onbekend p.20. 164.NN., Derde lijst der Belgische soldaten gesneuveld voor het Vaderland uitgegeven door het Belgisch Bureel van inlichtingen over de zieke, gekwetste of overleden soldaten, bestuurd door het Comité Médical van het Roode Kruis van Belgie 1914=1915=1916 (tweetalig), sl., 1916, p.306. 165 Geboren te Brussel op 28.4.1869, woonde te Londerzeel in het buitengoed "Villa Cara", Statiestraat 7 (later Kasteelstraat 7). Zij richtte een liefdadigheidswerk op dat haar naam droeg en dat zich inzette voor het identificeren en herbegraven van gesneuvelde militairen in de verre omgeving van Londerzeel. Op 18 maanden tijd zou zij ca. 3000 Belgische soldaten herbegraven en ruim de helft identificeren. Ook zorgde zij voor de oprichting van een dozijn herdenkingsmonumenten op de slagvelden. DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o.c. p.370 (met portret) -381. VRANCKAERT F., De Slag van Londerzeel, in Geschied- en heemkundige kring van Londerzeel, 1996, nr.3, p.130. 166 DE BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o.c., p.370-374, postkaart opgraving te Eppegem p.372, foto opgravingen p.373 & 381. 49
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 49
ook in 1915 een lijst van herbegravingen die aan 0,40 F. verkocht werd om de kosten te dekken. Op de "Relevé des Soldats Belges tués le 29 Septembre 1914, à Londerzeel, identifiés et transportés au cimitière de Londerzeel-St.Joseph", uit 1915 (167), komen ook vroeger gesneuvelden uit de verre omgeving voor die op andere begraafplaatsen begraven werden door haar. Onder de hoofding "Soldats tués et enterrés au cimetiere a Thisselt" komen 85 namen voor waaronder: nr.188. / 53504 / 3e Chasseurs à pied / caporal / (helaas zijn er geen gevonden voorwerpen!). Het is duidelijk dat deze lijst door het Rode Kruis overgenomen werd, zoals wij zagen. Van het 3Ch. zijn er verder: nr.148 Foumy Philippe ex Tintigay; 184 (matr.) 54005; 185 (matr.) 50578; 186 42480 Caussement ex Lendelede; 187 Godenne Georges 1/4 ex Wasmes, pipe pariers; 189 52874 Atticus Felix, Mouscron, etui pipe clef camfpapiers; 190 54588 - papiers porte-monnaie; 191 inconu mutilé; 192 Montigny; 193 - montre. Na de strijd gebeurde het inderdaad meermaals dat lijken pas na enkele dagen begraven werden, vaak in te ondiepe kuilen. Zo getuigde Jozef Verhoeven na de slag te Neeravert, boven Londerzeel, op 29.9.1914, "De lijken zijn blijven liggen van dinsdags tot vrijdags namiddag. Er lagen er wel zestig". Verder dat ook "Duitse soldaten het slachtveld afliepen en de lijken onderzochten. ... (Hij) met een kruiwagen, de lijken bij de graven te voeren die de Duitsche soldaten graafden". Volgens getuigenissen kwamen Duitse ambulanciers hun eigen gewonden nog dezelfde dag, en bij overmacht ook de volgende dag ophalen. Belgische ambulanciers daarentegen lieten zich niet zien! Zo zouden er toen een vijftiental Belgische gewonden aan hun verwondingen bezweken zijn, vooral omdat zij achterbleven op het slagveld en dat de Duitsers hen maar op donderdag 1.10.1914 wegbrachten Volgens Frans De Donder: "Hermans, die de soldaten heeft helpen begraven, zegde mij dat de lijken met een laag aarde van 40 tot 50 centimeters bedekt waren". In verschillende gevallen kon duidelijk aangetoond worden dat de lijken soms zeer grondig en vakkundig geplunderd en zelfs volledig ontkleed werden. Dat identificatie dan ook heel moeilijk kon worden laat zich raden. Zo werden bij de ontgravingen te Breendonk 4 van de 26 lichamen volledig ontkleed aangetroffen. Op 16.11.1914 werd te Londerzeel het lijk van luitenant L.G.Van Calck (12 Linie) opgegraven zonder getten. (168)! Mogen wij veronderstellen dat ook het lijk van Jef Verberck "onderzocht" werd alvorens het met enkele lotgenoten voorlopig begraven werd - en was h i j wel op slag dood ? Z o werd er niets meer "identificeerbaar" op hem gevonden bij de herbegraving in december 1914 door Orianne. Gelukkig had hij blijkbaar zijn metalen matriculenummer nog omhangen! Wat echter te denken van de bewering dat een shrapnel door zijn portefeuille en kaartje van zijn zuster Pauline, ging, zoals wij zagen - of hadden zijn wapenmakkers al wat afgegeven aan zijn broer Frans toen die hem opzocht ? Nog tijdens de oorlog werd te Tisselt een monument opgericht én voor de Belgische én voor de Duitse soldaten die er sneuvelden. Het Duitse gedenkteken bevindt zich nog op het plaatselijk kerkhof en was oorspronkelijk een arduinen blok met bovenop een ridder- of Johanieterkruis. Na 1945 werd het met een marmeren plaat aangepast en doet het thans op het ereperk dienst als gedenkteken voor de Tisseltse oudstrijders en politieke gevangen. Het gedenkteken der Belgische soldaten van het 11de en 12de Linieregiment, en het 3de Jagers te Voet, stond bij de brug over het kanaal en werd na de Eerste Wereldoorlog aangevuld met de namen van de Tisseltse oorlogsslachtoffers (169). Het staat thans naast de kerk bij het begin van de Hoogstraat.
167.(ORIANNE J.), Liste des Soldats Belges morts au Champ d'Honneur identifiés & inhumés par les soins de mademoiselle Orianne à Londerzeel. Vente au profit de l'oeuvre. Anvers imp. Dieltjensfrère, place de l'ancien Canal, 62. 1915. Prix 0.40. Opgenomen in VRANCKAERT F., De Slag van Londerzeel, o. c., p.133 (titelpagina), 138-141 (Tisselt). 168.Jozef Verhoeven was een 38 jarige landbouwer die in de omgeving woonde en Frans De Donder was een 20 jarige knecht. Beiden waren uit Neeravent. VRANCKAERT F., De Slag van Londerzeel, in Geschied- en heemkundige kring van Londerzeel, 1996, nr. 3, p.126. Talrijke getuigenissen in DE BONDTL. & HALLEMANSF., Reconstructie... o. c., p.47, 50-51 (foto grafdelven). DEBONDTL. & HALLEMANS F., De Grote Oorlog ... o. c., p.374-375. 169.NN., Een nieuw gedenkteken voor oorlogsslachtoffers te Tisselt? in Gazet van Mechelen, 1970. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, foto's 31.12.1999. 50
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 50
(kruis) TOT AANDENKEN / DER VOOR / HET VADERLAND / GESNEUVELDE SOLDATEN / A LA MEMOIRE / DES SOLDATS / MORTS POUR LA PATRIE // (Belgische klimmende leeuw boven gekruiste vaandels) HULDE AAN DE HELDEN / VAN HET 11e EN 12e LINIE REGT EN 3e REGT / JAGERS TE VOET GESNEUVELD TE THISSELT / DEN 6 EN 29 SEPT 1914 / HOMMAGE AUX HEROS / DU 1 le ET 12e REGT DE LIGNE ET 3e REGT / CHASSEURS A PIED TOMBES A THISSELT / LE 6 ET 29 SEPT 1914 // In elk geval werd het lijk dus in 1915 (sic) opgegraven te Tisselt. "Heel" (?) de familie moest het gaan herkennen, terwijl iemand bij de kleine Stephanie in Hoogboom bleef. Jef lag daar met meer in één graf begraven. Hij kreeg te Tisselt een afzonderlijk graf met een stenen kruis en grafsteen. In Hoogboom werd toen een zieledienst "gedaan" (10). Zeker weten wij, zoals wij zagen, dat zijn zuster Julia hem ging herkennen. Volgens haar zuster Elise was er nog iemand bij. Vermoedelijk was er te Tisselt nog geen grafplaat, of toch zeker niet de huidige, maar enkel het stenen grafkruis (171). Zou het kunnen dat dit "gaan herkennen" op de latere ontgraving en overbrenging naar Hoogboom zou kunnen slaan ? Uit een brief die Leontine Verberck aan haar zuster Liza schreef op donderdag 5.8.1915 vernemen wij dat er op woensdag 11.8.1915 te 9 u. een zieledienst zal worden gehouden voor hun gesneuvelde broer Jef. Blijkbaar had zij daarvoor al over de herbegraving geschreven zodat dit niet meer aan bod kwam: "en hooren dat u nieusgierig zijt maar wij kunnen alles niet uitleggen anders zoude wij wel een ganschen dag moeten schrijven", kon er gedeeltelijk op slaan, en verder ook op de oorlogssituatie die ze toch beschreef. Vermoedelijk werd de brief te Ekeren gepost en gebruikte zij een Duitse postzegel met opdruk "Belgien" voor gebruik in het gebied van het Generaal Gouvernement, waaronder ook de provincie Namen viel. Hij passeerde te Antwerpen de "Prufungsstelle" (172). Hoogboom 5 augustus 1915 Beminde Zuster Wij hebben uwen brief ontvangen en hooren wel dat u nieusgierig zit maar wij kunnen alles niet uitleggen anders zoude wij wel een ganschen dag moeten schrijven ge moet maar eens komen dan zult gij het wel zien wat er almaal gedaan is ge kunt zien van Putte tot in Maria ter Heide bosch en huizen alles is weg; maar dat alles heeft weinig gekort geweest, maar toch hebben zij bij ons niet gevochten of wij hebben niet gaan vluchten toen de soldaten weg waren was het zoo ofwij waren niet t'huis alles was dood en hoorde niets dan boem boem dat was vreeslijk gij hebt ook gevraagd wanneer den dienst is van onzer broeder zalige dien zal den 11 Aug. zijn; zoo als ge wilt kunt ge al komen als ook Dominique kan nu naar huis gaan want de verstereking heeft een alfjaar gesloten geweest en nu is zij reeds open. Gisteren 4 Augustus hebben wij om 7 uren alles moeten sluiten en om 8 uren alles van de straat het was zoo of alle menschen waren dood wat er weer moest vericht worden dat weten wij niet wij hebben niets gehoort ofgezien maar 't schient omdat het de verjaardag van den oorlol (sic) was 17°. Julia Francisca Stephania Verberck (Ekeren-Hoogboom 2.2.1906 - Brasschaat 17.10.1998) tijdens ons onderhoud op 21.8.1995. 171.Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925), tijdens ons onderhoud op 21.12.1999. Later werd te Hoogboom de huidige grafplaat geplaatst, omdat het graf verzakt was, zoals wij verder zullen zien. 172 . Formaat 13,8 x 21,4 cm., één enkel blad, & briefomslag 12,2 x 9,3 cm., postzegel Deutsches Reich (type 1905-11) met zwarte opdruk "Belgien 10 Centimes'; rood. Poststempel: EECKEREN/4-5/.. ? (zwakke afstempeling over zware opdruk). Blauwe stempel: Prufungsstelle /Antwerpen I. ?.oen. Melle Eliza Verberck / schdteau de Boussu en fagne / par Marien-bourg / Namur. Origineel bij Monique Van Santvliet (* Chapelle lez Herlemont 27.9.1923) te Westerlo. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, fotokopie. De postzegel was in gebruik vanaf 1.10.1914 en werd vervangen op 1.5.1916. Hij was enkel geldig in de provincies Antwerpen, Brabant, Henegouwen, Luik Limburg en Namen behalve de arrondissementenAarles, Bergen en Doornik, maar wel in de Franse gemeenten Fumay, Givet en Maubeuge. De burgerpost werd progressiefgereorganiseerd vanaf 1.10.1914. NN., Officiele catalogus van postzegels "Belgie" Congo Zaire Rwanda Burundi Thema Europa, sl. (Brussel), 1992, nr.BZ3. 51
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 51
Veele complimente van ons alle alsook aan Pelagie en Dominique Uwe zuster Leontine Verberck De 11 Augustus om 9 uren
Vermoedelijk deelde men toen ook de bidprentjes uit waarop de portretbuste van Jef Verberck op afgebeeld staat. Hij werd "kaporaal" genoemd en hij viel op "het veld van eer, te Thisselt, den 11 n September 1914". Op het bidprentje lezen we "'k ben gelukkig mijn leven voor 't vaderland te mogen opofferen!" en verder over de "lange maanden van smart-volle onzekerheid". Ook "Beminde broeder die nog strijdt aan den roemvolle Yser", wijst op een latere datum, maar toch nog tijdens de oorlog. Ook verwijst de tekst naar de lange onzekerheid waarin de familie vertoefde vooraleer men "echt nieuws en zekerheid" had over het lot van hun zoon en broeder (173)! Met dezelfde drukplaat waarmee de foto op de bidprentjes gedrukt werd, werden ook enkele drukproeven gemaakt die bewaard bleven, of was het de bedoeling de afdrukken als foto te bewaren (174)?
Hij h a d den moed voer h e t r e c h t en h e t vaderland t e sterven. ( 2 Mach S, 21) t
Godsdienstig en edel van inborst, was hij de f i e r h e i d z i j n s vaders, d e vreugde zijner moeder, een voorbeeld voor broeder en zusters. Z i j n h a r t zocht geen voldoening buiten 't ouderlijk huis, en hij verheugde de ziel zijner godvreezende Doders. M a n van p l i c h t en zelfopoffering ontrukte h i j z i c h grootmoedig aan d e liefde d e r zijnen. om manhaftig zijn plicht v a n v a d e r l a n d e r t e volbrengen. H i j zwichtte niet o u r de gevaren en v i e / i n een eervollen s t r i j d Z i j n l a a t s t e verzuchtingen waren voor België, en stervend herhaalde hij : « ' k b e n gelukkig m i j n leven v o o r ' t vaderland t e mogen opofferen ? » Dierbare ouders, broederen zusters, pijnlijk w a r e n u w angsten gedurende die lange maanden van stnartvolie onzekerheid, h a r t verscheurend was uw lijden b i j ' t vernemen van m i j n d o o d ; v o o r m i j e c h t e r, w a s h e t troostend t e weten d a t ik tot uw verdediging m i j n bloed m o c h t vergieten. Beminde broeder die nog strijdt aan den roemvollen Yser, wees dapper en onversaagd: strijd manmoedig v o o r d e heilige zaak van. ons dierbaar vaderland, 1k bid den Heer dat H i j u behouden aan onze ouders en zusters terugschenl<e.
STORT EEN GEBED TOT ZIELERUST VAN
MIJNHEER JOANNES JOZEF VERBERCK, KAPORAAI BIJ HET 3` REGIMENT JAGERS TE VOET, 5 " LEGERDIVISIE. gebaren te ilooasoora, (Feekeren) den e1.' Sovember ISer, en gevallen ol, het veld van e e r,
Zoet n a r t van Jesus, wees mijn liefde p o o l d. Zoet Hart van Maria, wees mijn zaligheid (Sn , d. all.)
te THISSaLT, den r e September .çry.
Dit "Beminde broeder" van het bidprentje moeten wij ook letterlijk opvatten aangezien de reeds vernoemde en enig overlevende broer Frans Verberck, met de klas 1914 opgeroepen was en met het 5de Linie aan de IJzer streed. Hij werd er door "de gas gepakt" en zou als oorlogsinvalide weerkeren. Op zondag 4.10.1914 zond hij vanuit Ieper een kaartje naar zijn schoonbroer Jos Raemaekers, en de volgende dag reeds uit Diksmuide (175). Zo was Frans op kerstavond in het opleidingskamp te Honfleur, te zuiden van Le Havre 173. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, bidprentje. "74. Formaat 9,6 x 11,9 cm., ovaal 3 x 4,6 cm., wit papier & bleek blauw-groene rugzijde, druktechniek zoals het bidprentje (zelfde drukplaat). I n bezit van Jan Van Santvliet ( * Tongerlo 1928), rijkswachtofficier op rust, te Wilr jk & identiek, maar lichtjes afw jkendformaat 9,8 x 12,7 cm., ovaal 3,6 x 4,9 cm. bij Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925), te Edegem. "'. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, postkart: 538 Ypres.- Grand'Place, "SM" = militaire post, enkel poststempel: YPER YPRES/ 16-17 / 4 /X / 1914. & ANTWERPEN 1 ANVERS 1 / 18-19 / 5.X / 1914. Jos Raemaekers / voerman / Hoogboom / Cappellen / pr Antwerpen. H i j ondertekende: 52
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 52
aan de monding van de Seine. Daarvoor was hij te Fécamp, eveneens aan de kust, maar 40 km. boven Le Havre. Hij schreef vanuit Honfleur op donderdag 24.12.1914 naar zijn zuster Louise die ondertussen vanuit Antwerpen naar Roosendaal was gevlucht. Z i j had hem pas haar adres laten weten per brief en hij wilde zijn portret opzenden (16). Honfleur 24.12.1914. Beste Zuster Ik heb den brief met u adres ontvangen (maar ?) der welke gij naar Fécamp gestuurd hebt niet, daarom schrijf nu maar eerst een kaartje, en indien gij dat krijgt antwoord mij dan seffens. ik zal dan een brief laten volgen met mijn portret Ik wensch u met deze gelegenheid een zalige kerstdag en een gelukkig nieuwjaar. Uw Broeder — F. Verberck 5e regiment de Ligne, 1 e comp. 2 peleton; 2e centre d'instruction. Op woensdag 7.7.1915 schreef broer Frans naar zijn zuster Liza een brief in potlood, waarin hij vertelde dat hij haar in Frankrijk gezocht had aangezien hij dacht dat ook zij gevlucht was. Hij doet veel aan sport zodat we mogen veronderstellen dat hij niet aan het front zat, maar de locatie is onbekend. Hij heeft wel "van tijd tot tijd zwarte gedachten wanneer ik aan u allen denk en bijzonder aan mijn broer Jef dan komen mij de tranen in de oogen" (177). Beste zuster Liza, Daar ik vernomen heb dat ge gaarne een briefje van mij zoudt ontvangen, ga ik u eenige regeltjes schrijven want veel nieuws heb ik niet. Ik ben nog altijd in de beste gezondheid en hoop van u hetzelfde. Ik heb in Frankrijk naar u gezocht daar ik dacht dat ge allen frankrijk gevlucht waert maar ik heb sedert vernomen dat ge gebleven zijt. Ik verveel mij hier niet lieve zuster want wij houden ons hier fel met sport bezig. footbal loopen koortrekken enz. alleenpk heb ik van tijd tot tijd zwarte gedachten wanneer ik aan u allen denk en bijzonder aan mijn broer Jef dan komen mij de tranen in de oogen en kan mij geen / enkel sport verzetten om iets te doen. Ik heb hier een kaart ontvangen van een zekere Compere die in Oldebroeck Hollad (sic) krijgsgevangen is en die nieuws vroeg over mij en mijn broer en dat gij nog goed gezond waart alsook Dominique en pelagie Ik heb hem terug geschreven maar sedert dien niets meer van gehoord. Dat is al wat ik u kan schrijven als dat er in mijn compagnie, niemand is die ik ken, maar dat is niets ik trek mijn plan toch Nu beste zuster vele complimenten aan Dominique en Pelagie, en tot een spoedig weerzien / Uw Broeders Frans / 7-7-15 Om tijdens de oorlog vanuit Hoogboom het graf te Tisselt te gaan bezoeken, moest de familie steeds een FVerberck 5e reg de lign classe 1914. & Dixmude Le pont du Nord. SM. Poststempel: DI.M.IDE 1914 / 10-1 I / 5 /X. Mr.Jos Raeymaeckers / voerman / Hoogboom / Cappellen / pr Antwerpen. H i j tekende F Verberck 5e rég de ligne classe 1914. 176. Postkaart: 831 HONFLEUR Vieilles Maisons du XVme. Siècle. Aqua-Photo L. V.& Cie. Carte Postale. In rechterhoek bijgeschreven: S.M. (= militaire post). Poststempel in dubbel: HONFLEUR CALVADOS/ 17-25 /24. 12 / 14. Adresse: à Michielsen chez Voermann / pr Mlle. Louise Verberck/ Roosendaal / Hollant / Noord Brabant. Origineel bij Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925). KAPELLEN, familiearchiefL. Gorissen, licht gekleurde fotokopie. 177. Formaat: 21,7 x 16, 3, één vel boekhoudruitjespapier middendoorgevouwen tot 4 blzn. De tekst loopt over blz. 1 & 3 waarop handteken en datum volgen op p.2 & 4. Origineel bij Monique Van Santvliet (* Chapelle lez Herlemont 27.9.1923) te Westerlo. KAPELLEN, familiearchiefL. Gorissen, fotokopie. De genoemde Dominique en Pelagie waren huisgenoten van Liza op het kasteel te Boussu. Dat kunnen wij opmaken uit de brief van Leontine Verberck aan haar zuster Liza dd.5.8.1915, zoals wij zagen. 53
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 53
speciale pas gaan halen op de commandatur (18). Het was ook een hele reis. Vanuit Hoogboom was het een half uur wandelen naar het Hoogboomskruis, waar men de rode tram nam naar de Paardenmarkt te Antwerpen. Vandaar ging het met de gele tram naar het Kiel. Vandaar ging het dan verder te voet naar Tisselt, drie uur ver. Na het bezoek aan het graf ging men weer te voet tot in Boom vanwaar de stoomtram genomen kon worden naar het Antwerpse Kiel. Met de gele en rode tram geraakte men dan terug tot aan de Hoogboomsteenweg vanwaar het nog een laatste wandeling naar huis was. In het heengaan werd vanuit het Kiel nooit de stoomtram genomen die maar tot in Boom reed. Wel om terug te keren. Louis Verberck ging zo in 1915 met zijn twee dochtertjes Leonie en de negenjarige Stephanie naar Tisselt op bezoek naar het graf. Stephanie ging tweemaal mee. Zo stonden zij eens met drie aan de gele tram die reeds vol zat. Men mocht toen niet blijven rechtstaan. Aangezien er een zitplaats te weinig was, moesten zij terug afstappen. Louis kloeg toen dat ze nog naar "den buiten", naar Kapellen moesten. Dank zij het feit dat er iemand opstond en afstapte en aldus zijn plaats afstond, konden zij toch meerijden. Na de oorlog ging Stephanie jaarlijks naar het graf, met de fiets of met de tram (19).
NA DE OORLOG Nog tijdens de oorlog ontving hij postuum het Kruis van Ridder in de Orde van Leopold II met palm bij Koninklijk Besluit nr.4590 van 20.4.1917. De inschrijving in het stamboek gebeurde blijkbaar gelijktijdig met de vermelding van zijn overlijden: "Campagne du le.Août au 5 Septembre 1914 en Belgique chevalier de l'ordre de Léopold II avec palme et Croix de guerre (A.R.du 20 Avril 1917 nr.4590)". Na de oorlog volgde de vermelding "Décoré de l a Médaille de l a Victoire, l e 20.8.19 Décoré de la médaille Commémorative de la Guerre (1914-1918), le 6.10.19". Tenslotte kwam er nog de gebruikelijke stempel voor de frontstrepen "Le 9 Mai 1922, a obtenu zéro chevrons de front (loi du 25 Août 1919) Décision du Commandant la Ile D.I.". Het is logisch dat hij geen frontstrepen kreeg aangezien hij door vroegtijdig te sneuvelen, onvoldoende lang aan het front verbleef (180) Volgens zijn zuster Stephanie werd Jef Verberck in een krant te Doornik opgenomen op een lijst van Doomikse gesneuvelden. Hij was tenslotte naar Doornik afgeschreven. Het krantenknipsel ging ondertussen wel verloren (181). Reeds in 1919 werd een monument opgericht op Blauwenhoek te Londerzeel-St.-Jozef met de tweetalige tekst: AAN DE O D F F I C I E R E N EN SOLDATEN VA N HET 12e L I N I E R E G I M E N T le 3e 6e R E G I M E N T JAGERS TE V O E T EN CARABINIERS TE L O N D E R Z E E L GESNEUVELD Werk van Mejuffer J.Orianne / (182). Op 24.8.1920 huldigde men een monument in op de Imdekouter en op 12.9.1934 een voor het 2de en 3de Jagers te Voet te Eppegem (183).
178.Paulina Leonia Verberck (* Ekeren 19.1.1903) tijdens ons onderhoud op 28.8.1995. 179.Julia Francisca Stephania Verberck (Ekeren-Hoogboom 2.2.1906 - Brasschaat 17.10.1998) tijdens ons onderhoud op 21.8.1995. 180.BRUSSEL, Koninklijk Legermuseum, 27LIN10, 3e.Régiment de Chasseurs à pied, Matricule pour sous-officiers et soldats, nr.53504, 8ste & 9de kolom. 181.Julia Francisca Stephania Verberck (Ekeren-Hoogboom 2.2.1906 - Brasschaat 17.10.1998) tijdens ons onderhoud op 21.8.1995. 182 DE BONDT L. & HALLEMANS F., Reconstructie ... o.c., p.1, ajb.tekstplaat. 181. DE RONDT L. & HALLEMANS F., De Grote oorlog ... o.c. p.373-374, 379-380, foto Eppegem p.373. 54
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 54
Een steekkaart, mogelijk opgemaakt in 1920, geeft wellicht enig uitsluitsel over het overlijden van Jef. Er is sprake van een "Liste Charon Thisselt" en "rep.6363". Dit zou kunnen slaan op gegevens op het front zelf, door officieren opgemaakt of een overschrijving van Orianne. Zij zouden onze veronderstelling betreffende het sneuvelen op 5.9.1914 te Tisselt, kunnen bevestigen. Vanwaar Brussel als woonplaatsvennelding komt, is ons onduidelijk (184) Liste nr. N r. M a t r i c u l e 53504 Nom: Verberck / Prénoms: Jean Joseph / Grade et position: cap.v.C.1912. I 3e.Régiment chasseurs à pied / Garçon boulanger, cele'b. / Centre d'instruction de PR 65 / Né à Eeckeren le 21-11-1891. / Adresse: Bruxelles Drève Ste Anne 90 / fils de Louis et de Aernouts Anne-Marie-(Thérèse dite doorstreept) Elisabeth / tué à: Thisselt le 5-9-1914. I Inhumé à "Cimetière de Thisselt, tombe nr. 188. / rep 6363 / Liste Charon (Thisselt) / Renseignements divers: Suivant 061-85595 du 19.9.20. Op 10.11.1920 vulde vader Louis Verberck het inlichtingenformulier in voor het befaamde "Strijdersfonds" (185). Het document kreeg eerst het volgnummer 244108 en daarna 28137. STRIJDERSFONDS Vragenlijst betrekkelijk het vaststellen der rechten van den strijder op het voordeel der wet van .. Augustus 1920, die een blijk van dankbaarheid toekent aan de militairen van den oorlog 1914-1918. Deze vragenlijst dient ingevuld te worden door ieder rechthebbende die in den loop van het tijdperk begrepen tusschen le Augustus 1914 en 11 November 1918, gemobiliseerd werd en moet vervolgens gestuurd worden hetzij rechtstreeks, hetzij door tusschenkomst van eenen Oud-Strijdersbond, aan den Secretaris van het "Strijdersfonds", Wetstraat, 2, Brussel. Voor de gestorven of vermiste militairen dient de vragenlijst ingevuld te worden door de weduwe of door den erfgenaam in rechte, opgaande of dalende lijn. Naam en voornamen: Verberck. Jan.Joseph. / Graad en Stand: Korporaal v. c.1912. / Plaats en datum van geboorte: Eeckeren den 21 november 1891 / Nationaliteit: belg l Juist adres: Hoogboom Eeckeren. l Burgerlijke stand: ongehuwd. / Naam en voornamen . Ouderdom en beroep. ... van den erfgenaam in rechte: Louis Verberck-Aernouts. Hoogboom 176. Eeckeren / Diensstaten tusschen le Augustus 1914 en 11 November 1918: gesneuveld den 5 september 1914 te Eppeghem tengevolge van verwondingen. l Regiment: 3e.Regiment Jagers te voet matricule 53504. / Begeert gij het aandeel van den strijder te ontvangen: ja. / Opgeloopen veroordeelingen: - / Aantal frontstrepen die U werden toegekend: - / Indien de militair invalied is .... : - / Bedrag der ontvangen uitkeeringen: neen. / Bond of groepeering van OudStrijders waarvan gij lid zijt: VOS Eeckeren. Te Eeckeren den 10 November 1920 / Echt en waarachtig verklaard / Handteeken van den rechthebbende: / L Verberck Gezien voor wettiging van 't handteeken van Louis Verberck die tot het gemobiliseerd leger heeft behoord. Vr.Den Burgemeester, (get.) onleesbaar. Stempel gemeente Ekeren en VOS. Vanuit het Ministerie van Landsverdediging te Brussel, kwam er blijkbaar begin december 1920 een vraag om informatie bij het Ekerse gemeentebestuur. De Burgemeester gaf met een getypte brief antwoord aan de Minister, voor de dienst der Militaire Grafsteden (186). 8 december 1920 ( m e t de hand geschreven) Mijnheer de M i n i s t e r ; Dienst der M i l i t a i r e Grafsteden. I n g e v o l g e Uw s c h r y v e n v a n 4 d e z e . 3 e B u r e e l . n r 0 6 1 - 8 8 3 6 0 , h e b i k de e e r U e d . t e d o e n k e n n e n , d a t V e r b e r c k J o a n n e s J o s e p h u s g e b o r e n te Eeckeren den 2 1 November 1891,gesneuveld i s t e Ippeghem op 5 September 1914, Hy w a s o n g e h u w d .
184. EVERE, OCM., dossier J.J. Verberck, steekkaart. 185 EVERE, OCM., dossier J.J. Verberck, Formulier Strijdersfonds. 186. EKEREN, Dokumentatiecentrum Antwerpse Noorderpolders, ref nr. H35-247 & inschrenr. 92/3749. 55
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 55
Aanvaard, Mynheer d e M i n i s t e r , de b e t u i g i n g m y n e r w a r e hoogachting. De B u r g e m e e s t e r, ( get .) Creten Mynheer d e M i n i s t e r v a n L a n d s v e r d e d i g i n g t e B r u s s e l Merken wij terloops op dat het handteken duidelijk niet dat van burgemeester Jozef Andreas De Weerdt is. Op basis van deze brief nam Roger Keukelinck Jef Verberck op in zijn lijst Ekerse geneuvelden uit WO I, maar gaf 3.9.1914 op als overlijdensdatum door een verschrijving (187). VERBERCK, Joannes Josephus, Ekeren, 24/11/1891-Eppegem, 03/09/1914, bakkersgast, Hoogboomsesteenweg 176. In 1922 werd hij opgenomen in de publicatie "Onze Helden voor het Vaderland Gesneuveld: Verberck, Jan-Jozef korp. 3e Jagers te voet (188): In tegenstelling tot wat gebruikelijk is, werd er blijkbaar geen overlijdensakte ingeschreven in de lopende registers van de Burgerlijke stand van de plaats waar hij overleed, en dus ook niet overgeschreven, al dan niet als annex, in die van zijn woonplaats. Het certificaat van de "Colonne d'Ambulance" maakte ook een vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg, ter vervanging van de overlijdensakte overbodig. Vandaar dat wij dan ook geen enkel spoor van een akte konden vinden, ondanks onze navraag in alle mogelijke gemeenten die van ver of dichtbij ervoor in aanmerking zouden kunnen komen (189). De inschrijving in een register van de "Colonne Mobile" volstond blijkbaar!
BEGRAVEN TE HOOGBOOM Na de Eerste Wereldoorlog moesten de soldatengraven weg uit Tisselt en werden ze rond 1920 (of in de jaren'20 ?) overgebracht naar Mechelen. De familie Verberck vroeg of dat van Jef naar Hoogboom overgebracht mocht worden (190). Volgens onze onbekende getuige uit Tisselt, werden de soldatenlijken inderdaad later allemaal opgegraven om zoveel als mogelijk naar hun eigen dorp overgebracht te worden (191). Volgens Louis Verbruggen, jarenlang grafimker, sneuvelden er veel Belgische en Duitse soldaten te Tisselt. Als jonge snaak was hij aanwezig bij de ontgraving van 88 Belgische en 26 Duitse gesneuvelde soldaten. In 1921 of 1922 werd het huidige monument voor deze Belgische gesneuvelden opgericht, "in de schaduw van de kerktoren", en op enkele meters van de oorspronkelijke standplaats. De oorspronkelijk voorziene offerblok waarvan de inhoud voorzien was om gedachtenismissen te lezen, is langs de kerkmuur terug te vinden. Op de oorspronkelijke plaats stond in 1970 een aanplakbord. Gans de inplanting werd dat jaar in vraag gesteld zodat men zelfs overwoog een gans nieuw monument op te richten met een waardig beeldhouwwerk. Het monument bestaat uit een ca. 2,5 m. hoge arduinen zuil met afgebotte spits (192).
187.KEUKELINCK R., Ekeren in de schaduw van de grote oorlog, sl.nd. (Ekeren, 1998), p.113. & mondeling nog op 4.12.1999. 188.LYR R., o.c., III, p.38, derde lijst. /89Navraag werd gedaan te Ekeren, Willebroek (ex Tisselt), Zemst (ex Eppegem), Menen, Doornik en zelfs Brussel. 190.Julia Francisca Stephania Verberck (Ekeren-Hoogboom 2.2.1906 - Brasschaat 17.10.1998) tijdens ons onderhoud op 21.8.1995. 191"Iemand" uit Tisselt vertelde dit telefonisch als antwoord op een oproep van Suzanne Van Santvliet in Gazet van Antwerpen van 18/19.12.1999. Cfrt. ons onderhoud op 21.12.1999. 192.NN., Een nieuw gedenkteken voor oorlogsslachtoffers te Tisselt? in Gazet van Mechelen, 1970. Volgens Karel De Decker (* Tisselt 20.6.1932) uit Willebroek, werd "Lowieke de Grafmaker" te Tisselt geboren in 1904, cfrt. ons contact op 27.12.1999. 56
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 56
Zo werd het graf volgens zijn zuster Stephanie in 1923 overgebracht naar Hoogboom (193) Eventueel probleem met de datering is nog mogelijk aangezien er blijkbaar geen melding gemaakt zou zijn van de begravingen of erediensten in het Hoogboomse kerkarchief (194). De Koninklijke Harmonie Roomskatholieke Verbroedering Hoogboom werd pas op 18.8.1932 opgericht in het cafĂŠ van Verberck aan de kerk. Zijn schoonbroers Karel Haest en Servais Tirions (195) werden respectievelijk voorzitter en secretaris. Neef Rik Raemaekers, zoon van zijn schoonbroer Jos, werd spelend lid. Juist hij weet te vertellen dat de pas opgerichte harmonie de rouwstoet naar de kerk vergezelde (196)! Of was er reeds een ter ziele gegane voorganger ? Niemand heeft echter blijkbaar weet van een vroegere fanfare - maar Alois Keustermans, sinds 1941 koster en orgelist te Hoogboom, en zoon van de overbuur en boezemvriend van Jef, is heel zeker; moest het 1932 zijn - dan zou hij het zeker nog weten! Van 1923 kan hij zelf niets meer weten (197). Toch wel een zeer duidelijke hint! Ook Jan Van Santvliet meende, wellicht via zijn moeder Elise Verberck, dat Jef wellicht in 1922 overgebracht was naar Hoogboom en dat het met een zekere plechtigheid gebeurde. In elk geval op een georganiseerde manier met o.a. de schoolkinderen (198). Volgens Stephanie Verberck moesten enkele familieleden het lijk gaan herkennen te Tisselt bij de opgraving. In een nieuwe kist werd het naar Hoogboom gebracht en na een dienst met mis, voor de derde maal begraven op de huidige plaats. Ook het stenen grafkruis en de zerk werd vanuit Tisselt overgebracht (199) Dit overbrengen gebeurde volgens Rik Raemaekers in de winter zodat het goed koud was. De avond tevoren was het naar de jongensschool gebracht. De pas opgerichte harmonie liep mee in de optocht naar de kerk. Onderweg begon het water uit de kist te lekken omdat de inhoud was beginnen te ontdooien. Het resultaat was een schuimend spoor dat vanuit de klas langs de gang naar de kerk liep. Toen men daar aankwam was de mis al begonnen. Uit de kist kwam een reukje (Zoo) De oplossing van de datering van de overbrenging komt wellicht van zijn nichtje Louise Raemaekers. De barre ijzige sneeuwkoude bleef helder in haar geheugen geprent. Zij had nog niet zo lang haar eerste communie gedaan (7 jaar) en was dus beslist nog ver van haar plechtige (12 jaar). Zelf was ze nog klein toen ze als kind mee naar de kist ging zien in de "meestersschool", de jongensschool te hoogboom. Haar 5 jaar jongere zuster Elise was er volgens haar niet bij. Als achtjarige, geboren op 8.12.1915, kan dit best uitkomen op de winter begin 1923! Zeker niet vroeger - en ook niet veel later. De nieuwe kist stond op "iets" zodat ze wat hoger stond, en was bedekt met een Belgische vlag zodat de kist zelf niet te zien was. Zij had er echt "compassie" mee en vroeg zich af wat er na al die jaren nog in kon liggen. In elk geval liep er schuim uit dat zelfs door de vlag kwam. Het was een droevig zicht dat haar bij bleef en blijkbaar erg beroerde. Zij is zeer affirmatief om te beweren dat alles in de grootste stilte ging. Niemand buiten de toch wel grote familie, vergezelde de kist naar de kerk. Niemand zou er blijkbaar iets van geweten hebben, 193.Paulina Leonia Verberck (* Ekeren 19.1.1903) tijdens ons onderhoud op 28.8.1995. 194. cfrt. Raymond Roelands, secretaris van de Kerkfabriek te Hoogboom. & mondeling nog op 11.12.1999. 195.Karel Haest (Retie 13.9.1887 - Ekeren 17.5.1975), gehuwd met Julia Verberck. Servais Alphonse Tirions (Corthys 26.6.1903 - Ekeren-Hoogboom 1.6.1947), gehuwd met Pauline Leonia Verberck. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, bidprentjes, rouwbrief etc. 196ROELANDS R., De Muziekmaatschappij Rooms-Katholieke Verbroedering Hoogboom 1932-1982, sl.nd. (Hoogboom, 1982), p.3-4. Ondanks een blijkbaar degelijk gedocumenteerd overzicht van de werking tijdens o. a. het eerste jaar, is er geen enkele verwijzing naar deze optocht! 197â&#x20AC;˘Alois Keustermans (* Ekeren-Hoogboom 21.6.1926), tijdens ons gesprek op 23.12.1999. Op 26.12.1999 bevestigde hij mij dat hij de inschrijvingen van de overlijdens in het Hoogbooms parochieregister tot in 1934, nog had nagekeken - en niets gevonden! Wel de inschrijving van Jefs vader Louis in 1933. Hij wist nog goed op de uitvaart van Jefs stiefmoeder Catharina Aernouts, die hij goed gekend had, gespeeld te hebben (1949). 198Jan Van Santvliet (* Tongerlo 1928), rijkswachtofficier op rust, tijdens ons onderhoud op 23.12.1999 te Wilrijk 199Julia Francisca Stephania Verberck (Ekeren-Hoogboom 2.2.1906 - Brasschaat 17.10.1998) tijdens ons onderhoud op 21.8.1995. zooCornelius Henricus Raemaekers (* Ekeren 2.5.1909) tijdens ons onderhoud te Kapellen op 1.10.1995. 57
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 57
buiten misschien enkele buren. De kist zou door enkele mannen gedragen worden, zoals toen gebruikelijk te Hoogboom. Vanaf de school ging het te voet door de sneeuw naar de kerk. Het winterde heel hard zodat het heel koud was. "Echt winter en zo droevig!" is de weerkerende klacht na al die jaren! Buiten de familie was er niemand, zeker geen muziek noch school! Na de kerkdienst werd hij naar het kerkhof gebracht. Zijn zuster Louise Bihot-Verberck zou dat alles geregeld hebben (201). De herbegraving op het kerkhof van Hoogboom gebeurde langs het middenpad achter de kerk, vanaf het kruis gezien, het derde graf links. De grafzerk, werk van Paridant, wordt nog steeds onderhouden e n d e letters werden met zilververf beter leesbaar gemaakt. D e oorspronkelijke 11 van de overlijdensdatum, werd overschilderd met een 5. De foto van Jozef Verberck, zoals zij ook op zijn prentje staat, is ondertussen wel erg verbleekt (202). Als aandenken aan Joannes Jozef Verberck Caporaal bij het 3 regiment jagers te voet 5 legerdivisie geb te Hoogboom Eeckeren de 21 november 1891 en gevallen op het veld van eer te Thisselt den 11 (5) september 1914 RIP Paridant.
Het waren vermoedelijk vooral de gezusters Elise Van Santvliet-Verberck en Louise BihotVerberck, die het graf van hun geliefde broer onderhielden. Vroeger was het een beetje anders. Er was geen vloerplaat. Die kwam er pas toen het graf wat verzakte. Zij betaalden de aanpassingswerken en lieten ook het portretmedaillon vernieuwen (203).Jan Van Santvliet meende ook dat de groene plaveien als grafplaat, er pas gekomen waren met de restauratie van het graf op kosten van zijn moeder en tante (204) Wat lag er aan de basis van deze uiteindelijke overbrenging. Rond die jaren 1922/23 was er immers een wet gekomen waarbij gesneuvelde militairen konden overgebracht worden naar het eigen dorp. Deze maatregel zou de staat goedkoper uitvallen dan de talloze treinkaarten waarop de familieleden recht hadden om de graven van hun gevallen bloedverwant te gaan bezoeken - ver van huis! De niet opgevraagde graven uit de 201.Marie Louise Raemaekers (* Hoogboom 8.12.1915), tijdens ons onderhoud op 27.12.1999. Haar zuster Elisabeth Catharina Raemaekers (* Hoogboom 12.8.1920) & tante Marie Louise Verberck (Ekeren 7.6.1884 - Antwerpen 21.11.1978), echtgenote Bihot. Haar vader Josephus Raemaekers (Brasschaat 12.11.1880 - Hoogboom 4.3.1962) zou meermaals bij lijkdiensten gemakkelijk de lijkkist meegedragen hebben. 2°2.KAPELLEN, Kerkhof Centrum, register begraafplaats Hoogboom, graf g1 007: Verberck Joannes 1914. & KAPELLEN, familiearchief L.Gorissen, foto 4.8.1995. 203Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925), tijdens ons onderhoud op 21.12.1999. 204Jan Van Santvliet (* Tongerlo 1928), rijkswachtofficier oprust, tijdens onsonderhoud op 23.12.1999 te Wilrijk. 58
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 58
verschillende kerkhoven rond Londerzeel, werden overgebracht naar het militair erepark o p de begraafplaats van Willebroek, naast het fort van Breendonk (205). Daar liggen 22 soldaten van het 3de Jagers te Voet, waarvan één korporaal en twee sergeanten-majoor, die op 4 (12) of 5 (10) september 1914 sneuvelden. Zes sneuvelden op andere data (2°6). Tenslotte was het blijkbaar zijn schoonbroer professor Charles Bihot (207), die een en ander in handen nam en zorgde dat vader Louis Verberck op een officiële plechtigheid, de eretekens van het dankbare Vaderland, postuum zou kunnen ontvangen in naam van zijn gesneuvelde zoon (208). Remis à port. 7 e Bureau N o t e C a b i n e t n r . 2 3 1 4 0 r e l a t i v e à Ve r b e r c k J J avec p r i è r e d e f o u r n i r l a réponse l e 4 - J a n 1925 Le 2 4 D e c 1 9 2 4 P r . l e C h e f d e D i v i s i o n , 7e b u r e a u N r . 3 6 C a b / 3 8 5 1
M o n s i e u r l e professeur, Vo u s a v e z b i e n v o u l u v o u s i n t é r e s s e r à M o n s i e u r V e r b e r c k , L o u i s , demeurant à Hoogboom ( E e c k e r e n ) q u i demande à ê t r e m i s e n possession des d i s t i n c t i o n s honorifiques revenant à son r e g r e t t é fils J ' a i l ' h o n n e u r de p o r t e r à votre connaissance que f e u l e caporal VERBERCK, J e a n J o s e p h , d u 3 e r é g i m e n t d e C h a s s e u r s à p i e d , t o m b é glorieusement a u champ d'honneur, a é t é d é c o r é d e l a C r o i x d e Chevalier de l ' O r d r e de Léopold I I e t de l a Croix de Guerre avec palme à t i t r e posthume. Les b i j o u x e t b r e v e t d e c e s d i s t i n c t i o n s s e r o n t r e m i s à v o t r e beau-père p a r l e commandant d e l a 2 e C i r c o n s c r i p t i o n a u c o u r s d'une cérémonie o f f i c i e l l e . D ' a u t r e p a r t l e Commandant d u 3 e r é g i m e n t d e c h a s s e u r s à p i e d est i n v i t é à f a i r e p a r v e n i r à Monsieur Verberck l e s b i j o u x e t b r e v e t s d e s m é d a i l l e s d e l a V i c t o i r e e t Commémorative d é c e r n é e s a u défunt. Veuillez a g r é e r, Monsieur l e professeur, l ' a s s u r a n c e d e ma considération distinguée.
(datumstempel) 1 0 J a n 1 9 2 5 (stempel met handteken) Pierre Porthomme A Monsieur Charles Bihot rue Callens 18 Anvers
Een grote stempel "A CLASSER Le Chef de Section" en een paraaf, sloot het geheel af. Helaas konden wij geen spoor vinden van enige officiele plechtige overhandiging, wat echter niet ongebruikelijk was zoals blijkt uit volgend krantenartikel: "... en bij de uitreiking door de afgevaardigde van de Minister van Landsverdediging van decoraties aan de weduwen van op het veld van eer gevallen Londerzeelse militairen" (209). 205. Frans Vranckaert, jarenlang voorzitter Geschied- en heemkundige kring van Londerzeel, ambtenaar OCMW te Londerzeel, NN., Repertorium, Lokale en regionale verenigingen en tijdschriften voor geschiedenis, archeologie en folklore, in Het Tijdschrift van het Gemeentekrediet, XLVI, nr. 181, 1992/3, p.66. & ons onderhoud te Londerzeel op 31.12.1999. 206 P E L L E N , familiearchief L. Gorissen, eigen notities ter plaatse dd.31.12.1999. 107. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, briefwisseling, foto, bidprentje, rouwbrief Charles Gilles Adrien Bihot (Nerve 9.1.1876 - Berchem 5.7.1937), Doctor in de aardrijkskunde en o. a. professor aan het Hoger Handelsgesticht te Antwerpen en het Collège Albert 1, gehuwd met Marie Louise Verberck. zos EVERE, OCM, dossier J.J. Verberck, brief 7e bureau nr.36 Cab/3851, dd. 10.1.1925. Getypte brief met de pen telkens "professeur" bijgeschreven. zog D E BONDT L. & HALLEMANS F., De Grote oorlog ... o. c. p.379. Uit hetfrans vertaald ongedateerd krantenartikel. 59
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 59
Dat Jef een diepe indruk naliet bewijst wel het feit dat zijn jongere broer Frans Verberck zijn neefje Jos Raemaekers, zoon van zijn zuster Pauline steeds aansprak met "hĂŠ Jef hoe is 't" (210). Zijn zuster Louise Verberck liet een vergroting maken van het bekende portret i n ovaal, van haar betreurde broer Jef. Het werd met kleur helemaal opgehoogd; de ogen fel bijgewerkt, het uniform groen e n f e l gele knopen e n tres. I n d e rechterbovenhoek kwamen twee gekruiste lansen met Belgisch vaantje, waaronder "1914 - 1914". Bij nader toezien en vergelijken treft het dat er meer golving in zijn haar zit, vooral rechts, dan het bekende voorbeeld. Ook geeft het geheel de indruk iets rechter vooruit te blikken zodat het in feite om een ander portret gaat (211). Ook liet zij er een geschilderd portret van maken volgens hetzelfde bekende voorbeeld. In de rechter bovenhoek is er volgende tekst: J.J.Verberck + voor 't Vaderland Thisselt 11-9-1914 C D B. Deze initialen duiden wellicht op de maker (212).
LATERE BELANGSTELLING Veel later werd blijkbaar nog navraag gedaan naar de toegekende eretekens aangezien op 2.3.1979 een overzicht opgemaakt werd (213). Het is dan ook duidelijk dat de veel later bijgevoegde notitie in kolom 6 van het matricule, verwijst naar het opmaken van dit dossiertje: "fait 8.2.79 (326)" en een onleesbaar paraaf -
2
Mar 79 (stempel)
210Marie Louise Raemaekers (* Hoogboom 8.12.1915), tijdens ons onderhoud op 27.12.1999. Volgens haar moeder Maria Paulina Verberck (Hoogboom 1.11.1885 - Kapellen 6.4.1962); Petrus Franciscus Verberck (Ekeren-Hoogboom 12.5.1894 - Ekeren 19.8.1947) & Jos Raemaekers (Ekeren 11.10.1912 - Brasschaat 27.2.1997). 211Formaat: ovaal 29 x 39,5 cm., Origineel bij Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925) te Edegem. KAPELLEN, familiearchiefL. Gorissen, foto 21.12.1999. Volgens Cornelius Henricus Raemaekers (* Ekeren 2.5.1909) tijdens ons onderhoud te Kapellen op 1.10.1995, ging de grote foto, gebruikt voor het bidprentje, naar Marie Louise Verberck (Ekeren 7.6.1884 - Antwerpen 21.11.1978), waarna ze naar haar jongere zuster Maria Elisabeth Verberck (Ekeren 14.8.1890 - Westerlo 28.9.1990), weduwe Jan Van Santvliet, ging, en tenslotte naar hun dochter Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925), te Edegem, waar wij op 21.12.1999 de ingekleurde foto zagen. Blijkbaar zou ook Rik's moeder Maria Paulina Verberck (Hoogboom 1.11.1885 - Kapellen 6.4.1962) zulke kleinere foto gehad hebben die later naar haar dochter Louise Raemaekers Marie Louise Raemaekers (* Hoogboom 8.12.1915) ging. Wellicht ging het over de postkaart met portretbuste in ovaal die overgenomen werd voor het bidprentje. 212.Formaat: 36 x 30 cm. Origineel bij Maria Louisa Raemaekers (* Hoogboom 8.12.1915) te Hoevenen. KAPELLEN, familiearchief L. Gorissen, foto 27.12.1999. 213.EVERE, OCM., dossier J.J. Verberck, attest. 60
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 60
de H e e r VERBERCK, J o a n n e s - J o s e p h u s ; dat de hiernavermelde eretekens hem werden toegekend: - h e t K r u i s v a n Ridder i n de Orde v a n Leopold I I m e t palm b i j h e t K o n i n k l i j k b e s l u i t nummer 4 5 9 0 v a n 2 0 a p r i l 1 9 1 7 -Oorlogskruis met palm -Overwinningsmedaille 1914-1918 -Herinneringsmedaille van de Oorlog 1914-1918. Brussel, Vo o r d e D i r e c t e u r v a n d e C e n t r a l e D i e n s t van h e t Stamboek D e G r o o t J . L u i t e n a n t v a n administratie. D U P L I K A AT Bij diezelfde gelegenheid werd ook een uittreksel gemaakt uit het stamboek met de staat van dienst (214) Ministerie van Landsverdediging / Diensten van het Hoofdbestuur / Centrale Dienst van het Stamboek / Kwartier Koningin Elisabeth / Everestraat / 1140 Brussel. Onderrichting op het Stamboek / Model 4. / Stamboeknummer: 127/53504 STAMBOEKUITTREKSEL Naam, voornamen: Verberck, Joannes-Josephus Graad en stand: Beroepsvrijwilliger 1911 Voornamen van de vader: Ludovicus Naam en voornamen van de moeder: Aernouts, Anna-Maria-Therese-Elisaberth Geboren de 21 november 1891 te Ekeren Provincie: Antwerpen Opsomming van de diensten & datums Heeft een vrijwillige dienstneming aangegaan voor 3 jaar en in werkelijke dienst bij het 3de Regiment Jagers te voet de 26 oktober 1911 Korporaal benoemd de 24 juni 1912 Tegenover de vijand gesneuveld de 05 september 1914. Verso Nummer der briefwisseling: OCM/326/2485 517 Eensluidend verklaard met de Stamkaart. - 2 MAR 79 (stempel) Voor de Directeur, De Groot J. Luitenant van Administratie Tijdens ons gesprek met Jan Van Santvliet bleek dat hij op 3.1.1979 de Centrale Dienst van het Stamboek had aangeschreven om informatie over zijn gesneuvelde oom Jef Verberck (215).
RIJKSWACHT 2e Mobiele Groep Commando Boomse steenweg 180 2610 Wilrijk Tf: 03/27.78.50 3 januari 1979 214. EVERE, OCM., dossier J.J. Verberck, stamboekuittreksel. 215. Jan Van Santvliet (* Tongerlo 1928), rijkswachtofficier op rust, tijdens ons onderhoud op 23.12.1999 te Wilrijk. Copie van zijn brief en origineel stamboekuittreksel en attest van eretekens, met verzendnota. 61
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 61
Aan de Centrale Dienst van het Stamboek/Kwartier Koningin Elisabeth Everestraat / 1140 Evere Kolonel, Ik zou over mijn oom Joannes, Jozef VERBERCK, geboren te Hoogboom (Ekeren) op 21 Nov 1891, deel uitmakende van het 3de Jagers te Voet en gesneuveld te TISSELT op 11 Sep 1914 graag het een en ander te weten komen zoals: - Welk is zijn militaire levensloop en in welke omstandigheden is hij gesneuveld ? - welke citaties en decoraties werden hem gebeurlijk postuum toegekend ? Ik richt me tot U op aanwijzing van de Sociale Dienst van het Leger te Antwerpen. Met de meeste hoogachting, (get.) V. Santvliet VAN SANTVLIET Kapitein-Commandant Commandant a.i. Stempels: OCM- 8 JAN 79 & FICHIER 11 JAN 79 OUT ... Nr ... Bijgeschreven: 2.485.517 / PFDH / N26 / 32 & naast de vraag m.b.t. decoraties: ADJ SUCAET x Zoals wij hoger zagen werd in het matricule zelf onderzoek gedaan door de diensten van het OCM, vandaar de bijgevoegde notitie in kolom 6. Adjudant Sucaet moest het attest voor de eretekens klaarmaken. Op 2.3.1979 werd het antwoord dan verzonden met de verzendnota met onleesbare stempel van de verzendende dienst, gelijk aan de hoofding van het uittreksel met de dienststaat zoals boven opgenomen. -2 MAR 79 Nr 326/2485 517 Bijlage(n): 3 OVERGEZONDEN aan Rijkswacht 2de Mobiele Groep ter attentie van Commandant VANSANTVLIET / COMMANDO voor Boomse Steenweg 180 / 2610 WILRIJK Ref Uw schrijven van 3 januari 1979 betreffende VERBERCK, Joannes, geboren te EKEREN op 21 november 1891. In bijlage een stamboekuittreksel en een opgave van de eervolle onderscheidingen. (Handtekening) DE GROOT J. Luitenant van Administratie Het uittreksel uit het stamboek is het originele van de doorslag die we hiervoor reeds weergaven. Naast de ondertekening staat wel de blauwe stempel: Diensten v/h Hoofdbest. v/h Minist. van Landsverdediging Centrale Diensten van het Stamboek staatswapen (in het centrum). De lijst met eretekens is uiteraard eveneens identiek aan de doorslag die we reeds weergaven. Het geheel is wel op een echt document voor eretekens met staatswapen onder de hoofding "KONINKRIJK BELGIĂ&#x2039;", waaronder "De Minister van Landsverdediging/heeft de eer te laten weten aan" en verder de invulling "de Heer / VERBERCK, Joannes Josephus; " enz. zoals wij reeds zagen. Bovenaan werd "ATTEST' bijgetypt. Een droogstempel: Ministerie van Landsverdediging met centraal het staatswapen, werd ter waarmerking aangebracht. Na het overlijden van Louise Bihot-Verberck op 21.11.1978, die kinderloos was, verdeelde Suzanne Van Santvliet als testamentuitvoerder, al wat niet geveild werd in dertien loten. Bij de notaris verdeelde ze ook de nagelaten papieren. Zo kreeg ieder zijn eigen nieuwjaarsbrieven terug. Verder waren er postkaarten, foto's enz. Ook een bundeltje brieven van hun nonkel Jef Verberck die in 1914 sneuvelde verdeelde zij
62
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 62
(216) Pas in een vrij laat stadium van deze studie vernamen wij dit. Een poging om thans die briefwisseling weer samen te stellen lukte ons gedeeltelijk, zoals hoger bleek. Helaas blijken de brieven geschonken aan wijlen Simonne Haest (Kapellen), wijlen Stephanie Verberck (Hoogboom), wijlen Jos Raemaekers (Kapellen), de 90 jarige Rik Raemaekers (Kapellen), de 84 jarige Louise Raemaekers (Hoevenen), Mia Van Santvliet (Deurne) en Nathalie Van Santvliet (Drongen), verloren of onvindbaar. Meer geluk had ik bij Suzanne Van Santvliet (Edegem), Jan Van Santvliet (Wilrijk) en Monique Van Santvliet (Westerlo). Mia Van Santvliet bewaarde wel een foto (217). Van Rik Raemaekers bekwam ik jaren geleden reeds de postkaarten die Jef aan zijn oom Jos Raemaekers schreef (218). Volgens Suzanne Van Santvliet kreeg haar moeder Elise Verberck aanvankelijk het geschilderde portret van Jef, maar verkoos de grote ingekleurde foto omdat "geschilderd is het toch niet helemaal" even gelijkend als de foto. Louise Raemaekers zou het in Westerlo halen omdat zij het zo graag had en veel bewondering voor Jef had. Zij kreeg ook het koperen drukplaatje van het portretmedaillon dat gebruikt werd voor het bidprentje (219). Zij beweerde echter het via Stephanie Verberck uit Hoogboom verkregen te hebben. Helaas zijn het koperen drukplaatje en de brief ondertussen onvindbaar (220). Jaarlijks gaan Suzanne en Jan Van Santvliet het graf van hun oom Jef Verberck opschuren gedurende de laatste week voor 1 november. Ook overschilderden zij de letters met zilververf om ze, uitgesleten als ze waren, weer leesbaar te maken. Zij dachten er een vijftal jaren geleden ook nog aan om het weer fel verbleekte portretmedaillon nogmaals te vernieuwen. Het zou een 1200 F. kunnen kosten. Toch kwam het er nog niet van (221). Door het verweren van de grafsteen waren de letters helemaal verweerd en moeilijk leesbaar geworden. Er brokkelden ook kleine stukjes uit. Zo dacht Jan de overlijdensdatum eerder als 8 dan als 11 gelezen te hebben? Hij veronderstelde dat er nog wel metalen onderdelen van het soldatenuniform in het graf zouden overblijven. Zo maakten zij 7/8 jaar geleden, op het kerkhof, kennis met de fleurist van naast de pastorij - Suzanne wist dat hij nog orgelist was - als zoon van de vroegere koster en boezemvriend van hun "oom Jef , maar vergaten zijn naam (222). Het betrof uiteraard Alois Keustermans die wij reeds aanhaalden. In Gazet van Antwerpen van zaterdag 18 en zondag 19.12.1999, plaatste Suzanne Van Santvliet een zoekertje in de rubriek "Op zoek": MIJN OOM is gesneuveld aan de brug van Tisselt in 1914. Wie kan mij inlichtingen geven over de gebeurtenissen aldaar ? Suzanne Van Santvliet, Graaf De Fienneslaan 18, 03/449.02.03 (223). Onnodig te vermelden dat we zelf eveneens sinds ruim 35 jaar gegevens en documentatie verzamelen voor ons vrij belangrijk familiearchief. Dat daar ook Jef Verberck niet in kon ontbreken is vrij duidelijk. Onderhavige studie is dan ook de weerslag van deze jarenlange speurtocht.
216.Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925), tijdens ons onderhoud op 21 & 23.12.1999. 217.Simonne Haest (Brasschaat 5.8.1917 - Kapellen 12.8.1992); Stephanie Verberck (Hoogboom 2.2.1906 - Brasschaat 17.10.1998); Jos Raemaekers (Ekeren 11.10.1912 - Brasschaat 27.2.1997); Maria Louise Raemaekers (* 8.12.1915); Mia Van Santvliet (* Westerlo 11.10.1930); Nathalie Van Santvliet (* Westerlo 1932); Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925); Jan Van Santvliet (* Tongerlo 1928); Monique Van Santvliet (* Chapelle lez Herlemont 27.9.1923). 218.Cornelius Henricus Raemaekers (* Ekeren 2.5.1909) tijdens ons onderhoud te Kapellen op 1.10.1995 & navraag op 27.12.1999. 219.Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925), tijdens ons onderhoud op 21.12.1999. 228. Maria Louisa Raemaekers (* Hoogboom 8.12.1915) tijdens ons onderhoud op 27 & 28.12.1999. 221.Suzanne Van Santvliet (* Tongerlo 7.9.1925), tijdens ons onderhoud op 21.12.1999. 222.Jan Van Santvliet (* Tongerlo 1928), rijkswachtofficier op rust, tijdens ons onderhoud op 23.12.1999 te Wilrijk. 223.Gazet van Antwerpen 18-19.12.1999. Een onbekende uit Tisselt gaf enige info die we verwerkten; Een De Smet uit Steendorp zou wat opzoeken; Iemand verwees naar het ons bekende "Gulden Boek van de Vuurkaart". 63
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 63
BESLUIT Wat ogenschijnlijk een zeer eenvoudig gegeven lijkt te zijn zoals een overlijden van een soldaat "op het veld van eer" - de gegevens staan immers op een bidprentje, in een boek en/of op een monument - blijkt bij nader toezien en onderzoek, toch heel wat minder eenvoudig (224). De gegevens raken vaak kant noch wal zoals wij zagen. Wanneer wij oude filmbeelden zien van de vaak verwoede gevechten, kunnen wij ons best inbeelden dat de "boekhouding" van de "pionnen" die in het spel "moesten" meespelen, meer dan verward verliep. Soldaten verdwenen en werden al dan niet terug gevonden. Men maakte wellicht een veronderstelling van "hoe, wat en wanneer", als men in die "massa" al veel tijd had om met ieder "geval" lang bezig te zijn. Belangrijkste was vermoedelijk "een overlijdensakte" te kunnen opmaken zodat later de "administratieve molen" zijn gang zou kunnen gaan. Na de oorlog kwam inderdaad een gans "machine" in werking, al dan niet gevoed door "oudstrijdersbonden", die "vergoedingen" uit de wacht probeerden te slepen. Veelal beperkte zich dat in "blinkend eremetaal" dat zoals ons geval, postuum, maar wellicht plechtig, overhandigd werd aan de achtergebleven vader, als "troostprijs" voor het leven van zijn zoon, vanwege het "dankbare Vaderland" maar kon misschien toch niet een jong leven helemaal vervangen!
Hoogboom S r jozeph Kerk
Geboortehuis van Jef Verberck (links) â&#x20AC;&#x201D; omstreeks 1951
224.Hetzelfde probleem stelde zich eveneens bij de bestudering van twee andere in 1914 gesneuvelde soldaten. GORISSEN L., Twee achterneven Van Wesenbeeck sneuvelden 85 jaar geleden, in Calmpthoutania, LI-4, (1999), in druk. 64
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 64
ACTIVITEITEN 1999 - 2000 en aandachtig publiek tijdens de persvoorsteilin'sN a n "Van Kasteel naar Kasteel — deel VIII" van Paul Arren • e opëning van de tentoonstellen •, :. Henriette Severins
65
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 65
Activiteit: P e r s v o o r s t e l l i n g " Va n Kasteel naar Kasteel - deel V I I I " van Paul Arren
Datum:
5
november 1999
Aantal aanwezigen: 75 Programma: Verwelkoming door Harry De Sitter Toespraak door Raymond Roelands Toelichting door Mia Verdonck Dankwoordje door Paul Arren Overhandiging eerste exemplaar aan Paul Arren en een exemplaar aan Jacky Buchmann, burgemeester Slotbedenkingen door burgemeester Jacky Buchmann Muzikale omlijsting door leerlingen van de gemeentelijke academie voor muziek en woord te Kapellen Aansluitende activiteit: o p e n i n g van de "Tentoonstelling van werken van Henriette Severins" Toelichting bij het werk van Henriette Severins door Herman De Ridder Muzikale omlijsting door leerlingen van de gemeentelijke academie voor muziek en woord te Kapellen Receptie aangeboden door de heer Mike Janssen, eigenaar van het kasteel "De Dool" met het aldaar gebrouwen abdijbier "Ter Dolen" Aantal bezoekers van de tentoonstelling 5, 6 en 7 november: +/- 500 Algemene beoordeling: De boeken van Paul Arren zijn genoegzaam gekend en dusdanig hoog gewaardeerd. De persvoorstelling verliep heel vlot met een aandachtig publiek. Het slotwoordje van onze burgemeester was erg gevat: als Paul Arren achtereenvolgens Jos Goolenaers (heraldischeilustraties). AndrĂŠ MariĂŤn (tekenaar) Fons Gebrueurs (drukker), zijn echtgenote Helga (corrector) en de vele vrienden kasteeleigenaars dankt voor het vele werk ... dan schiet er voor de auteur eigenlijk niet veel meer over?!?... of toch? Het abdijbier "Ter Dolen"... hel- en amberkleurig viel bij alle aanwezigen erg in de smaak! De tentoonstelling van de werken was erg stijlvol opgebouwd in een prima kader. De werken werden erg gesmaakt ... dat heeft Henriette Severins en het ganse bestuur voldoende kunnen ervaren. Kortom: ... 't was weer af! ... 't was weer geslaagd en gezellig en wij kijken reeds uit naar "Van Kasteel naar Kasteel - deel IX"
66
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 66
Kapellen, 20 oktober 1999
Wij nodigen U vriendelijk uit op de persvoorstelling van het nieuwe boek van
Paul Arren:
"Van Kasteel naar Kasteel
77
Deel VIII en op de opening van de kunsttentoonstelling van
Henriette Severins op vrijdag 5 november 1999 om 19.00 uur in "Huize Bauwin" Kazerneweg 12/2 2950 Kapellen-Hoogboom Gastsprekers:
Mia Verdonck en Herman De Ridder Muzikale omlijsting m.m.v.
de plaatselijke gemeentelijke muziekacademie Aansluitend is er een receptie. De tentoonstelling is verder toegankelijk: zaterdag 6 november 1999 van 11.00 tot 19.00 uur zondag 7 november 1999 van 11.00 tot 18.00 uur Wij hopen U onder de aanwezigen te mogen verwelkomen Het bestuur van Hobonia P.Arren, archivaris
H s
e
c
. r
e
De Sitter, l
a
r
:
s
R. Roelands, voorzitter
.11;
"Van Kasteel naar Kasteel Deel VIII Een organisatie von
"HOBONIA" Culturele Heemkring Hoogboom p'a: R. Roelands, Vinusakker 24 - 2950 Kapellen
67 Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 67
Paul Arren tekent zijn hoeken.
Henriette Severins geniet van het gesprek en ... van het heerlijke abdijhier "Ter Dolen"
Henriette in gesprek niet Lieven Gorissen
68
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 68
.t,t,(tiztil{f('eY{f t' air -Brie Si+f'YiC
69
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 69
Activiteit: Diavoorstelling "De Hoge Alpenroute" i.s.m. VTB / VAB - afdeling Kapellen Lokatie: D e n Haasdam Datum/uur: vrijdag 17 december 1999 om 20.00 uur Aantal deelnemers: 7 0 Inhoud: E e n boeiende tocht doorheen de Alpen - vooral genieten van fauna, flora en een imponerend mooie natuur! Weersomstandigheden: geen invloed op de activiteit Algemene beoordeling: De heer R . Van Ginneken zorgde voor een boeiende reeks dia's, schitterend gemonteerd. Iedereen waande zich even in vakantie! Kritische noot: De afwezigen hadden ongelijk!
Activiteit: Algemene Ledenvergadering Eertijds " Worstenboodavond" nu " Wijn-en Kaasavond" Lokatie: Clublokaal "Huize Hobonia" ... met noodoplossing ... Refter van "De Platanen" Datum/uur: zaterdag 12 februari om 20.00 uur Aantal deelnemers: 61 Inhoud/programma: Wegens een "teveel" aan inschrijvingen was het eigen lokaal merkelijk te klein! Gelukkig kon in extremis naar een nabijgelegen lokatie uitgeweken worden! De vertrouwde statutaire ledenvergadering: maar ... om de gezelligheid te bevorderen werden alle aanwezigen een kaasschotel aangeboden met rode of witte wijn. Tijdens de vergadering werd Emiel Brijssinck als nieuw bestuurslid / penningmeester verwelkomd. Harry blijft zodoende enkel secretaris en maakte officieel de kas over aan zijn goede vriend Emiel. Paul gaf enige toelichting bij zijn nieuwe kastelenboek! Raymond overliep de planning voor het komende werkjaar. Harry organiseerde aansluitend weerom een leuke kwis voor alle deelnemers: D e aanwezigen werden getest op hun kennis van oude Vlaamse volksliederen en actuele Vlaamse en Nederlandse kleinkunst. Het was weer leuk ... en er werd vooral goed meegezongen! Bij sfeervol kaarslicht en een heerlijke Vlaamse pint werd nog lang nagekeuveld! M i m i Cant was de onvolprezen muziekkampioen! Weersomstandigheden: geen invloed op de activiteit Algemene beoordeling: Zelfs een ledenvergadering kan enorm gezellig zijn! Kritische noot: Volgend jaar geen risico meer, het eigen lokaal is te klein!
70 Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 70
Activiteit: G e l e i d stadsbezoek i.h.b. "Kerk en begijnhof' Lokatie: H o o g s t r a t e n Datum/uur: zondag 30 april 2000 om 20.00 uur Aantal deelnemers:
4 1
Inhoud: b e z o e k aan de kerk van Hoogstraten, wandeling doorheen de mooie hoofdstraat en rondleiding in het prachtig gerestaureerde begijnhof met bezoek aan het museum van Alfred Ost. Weersomstandigheden: bijzonder mooi Algemene beoordeling: D e gids zorgde voor een boeiende wandeling en deskundige toelichting in deze regionale hoofdplaats. Hoogstraten beschikt over heel wat troeven: een imposante kerk, een gezellige stadskern met mooie en groene hoofdstraat, een rijk historisch verleden, een prachtig begijnhof en een erg boeiend Alfred Ost museum. De afsluitende pint was de kroon op het werk! Kritische noot: Ook ditmaal hadden de afwezigen ongelijk!
71
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 71
Een aandachtig publiek luistert naar Mary Laureyssens, een Bijzonder deskundig stadsgids.
72
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 72
Culturele Heemkring
HOBONIA
Restauratie van een monument:
73
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 73
Een monument wordt gerestaureerd! BEKNOPTE GESCHIEDENIS VAN SINT-JOZEF HOOGBOOM Baron Osy - die in Wychen (Nederland) een kasteel bezat - kocht in 1870 het kasteel De Oude Gracht. Hij begon in 1871 persoonlijk bij de verschillende overheden begrip te vragen voor de noden van de plaatselijke bevolking. De kerkfabriek van de parochiekerk van Ekeren, waarvan Hoogboom afhing, was in eerste instantie weigerachtig ten opzichte van de vraag van Baron Osy. In hun vergadering van 2 april 1871 namen zij een terughoudende standpunt in, waarop Baron Osy in een brief, die hij op 11 mei 1871 aan de Deken van Ekeren schreef, aandrong op een gunstige beslissing vanwege de kerkraad. Hij vroeg eveneens aan het Ministerie van Justitie om het nodige te doen opdat de oprichting van de parochie toch zou kunnen doorgaan daar de aanbesteding van de bouwwerken reeds plaats vond op 16 mei 1871. Een beslissing was dringend nodig om de schenking van de gronden te kunnen regelen. Op 18 mei werd de gevraagde toelating bekomen. Vanaf dan gaat alles i n versneld tempo. Het provinciebestuur berichtte Baron Osy op 19 juni 1871, dat aan de hand van de aanbestedingen, gedaan volgens de plannen opgesteld door Mr. E. Gife (toenmalig provinciaal architect) en geraamd door deze op 58.702,92 F, de bouw van de kerk en pastorij toegewezen werd aan de heer H. Gervais, aannemer te Turnhout, voor de som van 59.900 F. Op 22 september 1871 werd de Eerwaarde Heer Lodewijk Adriaan Schevelenbos door het bisdom tot eerste pastoor van onze nieuwe parochie benoemd en op 28 september wordt hij met grote luister door de parochianen ingehaald. 28 september 1871 is ook de grote dag van de eerste steenlegging van de nieuwe kerk te Hoogboom. De plechtigheid geschiedde onder zeer ruime belangstelling van de burgelijke en geestelijke overheden op de gronden die eigendom waren van Baron Osy. Op 3 oktober 1871 wordt de kerkraad opgericht van de nieuwe parochie, die onder de bescherming van St.Jozef werd geplaatst. Nog diezelfde dag werd bij akte, verleden voor Meester Vansulper, notaris te Antwerpen, de schenking vastgelegd van de gronden waarop de kerk werd gebouwd. Zo vorderde gestadig de bouw van de kerk en werd het tijd om aandacht te besteden aan het interieur van de kerk. In het verslag van de zitting van de raad der kerkfabriek van Hoogboom van 15 oktober 1871 lezen we dat: "overwegende de noodzakelijkheid van zich aan te schaffen de eerste noodwendigheden van inrichting der kerk. Overwegende den voordeligen aanbod van den Heer Eduard Baron Osy, door dewelken deze heer presenteert aan de fabriek in leening te geven eene somme van sestien honderd franks, vrij van interesten, a f te leggen op zestien jaren tijd" Eens te meer steunt Baron Osy op barmhartige wijze de nieuwe kerk waar hij zich zo voor ingezet heeft en welke hem zo nauw aan het hart ligt. I n april 1872 verzoekt Baron Osy, de kerkfabriek dat op zijn kosten "in de kerk zou opgericht worden eene Tribuen boven de Sacristy langs den linkerkant , om deezen door hem en zijne hoogst edele Familie ten tijde van de goddelijke diensten betrokken te worden." Dit verzoek wordt ingewilligd en het is dit balkonnetje dat de aandachtige bezoeker van de kerk reeds zal opgemerkt hebben bij zijn bezoek. Wanneer men het goed bekijkt zal men het wapenschild van de Baron erop bemerken. Op 23 mei 1985 besliste de kerkraad architectenbureau R. Steenmeijer & W. Vlaanderen aan te stellen om het NeoGotische gebouw te restaureren. Vermits tal van moeilijkheden en onverwachte problemen de restauratie hinderden en daardoor aanleiding waren tot belangrijke financiĂŤle consequenties vonden we het belangrijk o m de restauratiegeschiedenis van het kerkgebouw te schrijven.
74
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 74
De auteur R a y m o n d R o e l a n d s (°Hoogboom 16 april 1942) Als geboren en getogen Hoogbomenaar groeide zijn grote passie voor het eigen heem. Hij was dan ook in 1971 medeoprichter van HOBONIA. Sindsdien is hij ononderbroken bestuurslid, voorzitter sedert 1976. Hij is actief lid van vele plaatselijke verenigingen en secretaris van de Kerkfabriek sinds 1982. I n 1995 werd hij gemeenteraadslid. Hij werkt tevens actief mee aan de organisatie van de "Dorpsdag" en de "Open Monumentendag" i n onze gemeente. Sinds 1998 is hij eveneens secretaris van Jumping Kapellen, die elk jaar een hoogstaande springwedstrijd inricht. Ook het toerisme in Kapellen, waarbij het astonomisch uurwerk van Kapellenaar Willem Smolders centraal staat, wordt door hem als secretaris ondersteund. Van zijn hand zijn reeds verscheidene heemkundige werken: "Hobonia, Hoogland van Ekeren", "Honderd Jaar Meisjesschool", "Kapelletjes in K a p e l l e n " , M i l i t a i r e Domeinen", medeauteur van de " D e Geschiedenis van Hoogboom". Zijn p a s s i e v o o r d e plaatselijk geschiedenis was aanleiding om het relaas van de restauratiewerken van de parochiale Sint-Jozefskerk te boek te stellen.
Jaarboek 2001 De leden van HOBONIA ontvangen het boek "Restauratie van een monument: Sint-Jozef HOOGBOOM" als jaarboek 2001. Hun namen zullen eveneens in het boek vermeld worden. Graag ontvangen we van de leden een berichtje onder welke naam zij wensen opgenomen te worden in dit boek. Uiteraard kunnen HOBONIA leden extra exemplaren van dit speciale jaarboek bestellen tegen de voorintekenprijs van 650 BEF. (of na 31 mei 2001 aan de prijs van 850 BEF)
75
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 75
TECHNISCHE GEGEVENS - g r o o t formaat: 21 cm x 29,7 cm - c a . 160 blz - gedrukt op macopapier, 115 gram/m2 - omslag: - houtvrij macopapier, 250 gram/m2, mat geplasticeerd -2 kleurendruk - afwerking: gebrocheerd met garen - geillustreerd met pentekeningen van André Mariën - verlucht met tientallen foto's uit de archieven van architect Steenmeijer, Marc Wouters en Hobonia - beperkte oplage gedrukt op de persen van de St.-Norbertusdrukkerij te Tongerlo
KOSTPRIJS
Bij voorintekening: Tot 31 mei 2001 kunt U intekenen aan 650 BEF + 150 BEF verzendingskosten. Wie het boek zelf afhaalt, betaalt geen verzendingskosten. Het boek zal beschikbaar zijn vanaf oktober 2001. Elke intekenaar wordt persoonlijk op de hoogte gebracht. De namen van de voorintekenaars worden in het boek vermeld.
Na 31 mei 2001: 850 BEF. (+ eventueel 150 BEF verzendingskosten)
HOE BESTELLEN Door storting of overschrijving van het overeenstemmend bedrag op rekeningnummer 7 3 3 - 1 6 2 1 6 2 1 - 0 5 van: HOBONIA — "Restauratie Sint-Jozef', Holleweg 12, 2950 Kapellen Of bij de uitgever:
Culturele Heemkring HOBONIA v.z.w. p/a Raymond Roelands, voorzitter
03/664.18.88
Vinusakker 24
2950 Kapellen
Emiel Brijssinck, penningmeester
03/665.08.45
Holleweg 12,
2950 Kapellen
Vermeld duidelijk de correcte "intekennaam" op uw overschrijvingsformulier!
76
Hobonia - 29ste jaargang - Jaarboek 2000 - p. 76