HOOGBOOM – KAPELLEN Grenscorrectie 1983 Raymond Roelands
Inleiding Met deze bijdrage willen we nogmaals onze gehechtheid aan onze huidige moedergemeente Kapellen benadrukken. Van 1980 tot 1982 hebben we meegewerkt aan deze unieke realisatie zodat we vanaf 1 januari 1983 toch maar niet op Antwerpse bodem zouden wonen. “Uniek” is misschien niet het juiste woord, want tijdens WO II had de Duitse bezetter Hoogboom reeds ingedeeld bij Kapellen. De voordelen van deze grenscorrectie zijn legio, in het bijzonder de lagere belastingen, we staan nu dichter bij het bestuur en op gebied van winkelen zijn we thuisgekomen. In deze bijdrage geven we allereerst een overzicht van de verschillende grenscorrecties uit het verleden en mogen we een “historische schets” opnemen, die Hoogboom in 1947 reeds als Kapelse wijk had beschreven. Met dank aan Alphons Van Elsacker In ons boek “Geschiedenis van Hoogboom” hebben we een hoofdstuk gewijd aan de grenzen van Hoogboom en we willen van deze gelegenheid gebruik maken om een aantal situaties terug in herinnering te brengen. En omdat we “het warm water” niet opnieuw willen uitvinden maken we dankbaar gebruik van de lezing die Bruno Verbergt op 23 mei 2013 in Ekeren gaf. Als oud-inwoner van Hoogboom heeft hij een aantal van de aanhechtingsperikelen van ver meegemaakt. Als bron kon hij beschikken over de archieven in het Documentatiecentrum Antwerpse Noorderpolders. HOBONIA bezit eveneens een belangrijk deel van deze documentatie daar ikzelf actief lid was van de werkgroep “Aanhechting Aan Kapellen - A.A.K.”. Ook Roger Balbaert publiceerde in ’t Bruggeske 44 ste jaargang – december 2012 – nummer 4, een jubileumoverzicht van de acties die er in het verleden waren, om Hoogboom bij Kapellen te krijgen.
Historische grenzen van Ekeren en Hoogboom 1 Wanneer we teruggaan tot het ontstaan van de oude heerlijkheid Ekeren, stellen we vast dat zeker vanaf de 12de eeuw, en mogelijk nog vroeger, de grondheerlijkheid Ekeren (die later de gemeente Ekeren is geworden) het grondgebied omvatte van de huidige gemeenten Ekeren, Kapellen en Brasschaat. Ekeren was op het einde van de vijftiende eeuw verdeeld onder drie heren. In 1714 kwam de volledige heerlijkheid Ekeren onder het bewind van één familie, de heren van Salm-Salm. Het grondgebied van de oude heerlijkheid Ekeren omvatte het huidige district Ekeren, de gemeenten Hoevenen, Brasschaat en Kapellen en een stukje gebied dat momenteel bij de kernstad Antwerpen hoort. In die periode was Ekeren één van de grootste heerlijkheden van het hertogdom Brabant. Op het plan van de gemeente Ekeren vinden we het gehucht Hoogboom als een tamelijk lange wig tussen de gemeenten Kapellen en Brasschaat. Deze wig, die begint aan de Kapelsesteenweg en die loopt tot in de nabijheid van de Eikelenberg en de Oude Grachtseheide, wordt in het zuidoosten begrensd door de Kaartsebeek.
1
Eeuwfeestbrochure Parochie Sint-Jozef Hoogboom – F. Bresseleers
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
1
Hoogboom - Kapellen
Na de Franse Revolutie op het einde van de 18de eeuw werd door de Franse bezetter de oude feodale indeling in graafschappen en hertogdommen afgeschaft. Ook de heerlijkheden hadden afgedaan en werden gemeenten. In 1795 kwam de heerlijkheid Ettenhoven volkomen los van Ekeren en werd de zelfstandige gemeente Hoevenen. Hoevenen strekte zich uit over de polder van Ettenhoven, Ertbrand en enkele kleine enclaves (o.a. het gehuchtje "De Hoorn" te Kapellen). De wijken Krekelenberg, Witven, Rijstraat en 's-Hertogendijk kwamen toen niet onder de gemeente Hoevenen, maar bleven zoals voorheen onder Ekeren. Later, in 1801, kwam ook Kapellen los van Ekeren en werd een zelfstandige gemeente. Kapellen nam een hele brok grondgebied af van Ekeren. Naar aanleiding van het in orde brengen van het kadaster werd omstreeks 1817 (onder het Hollands bestuur) erop aangedrongen dat de Hoevense enclaves uit Kapellen zouden verdwijnen. Er werd van hogerhand gesuggereerd om sommige gemeenten of delen van gemeenten te herschikken. In verband met de voorgestelde wijzigingen van de gemeentegrenzen werden van alle kanten wensen geformuleerd. Ertbrand vroeg zijn aanhechting bij Putte. De wijken Krekelenberg, Witven, Rijstraat en 's-Hertogendijk stuurden een verzoekschrift, waarin zij vroegen te mogen overgaan van de gemeente Ekeren naar de gemeente Hoevenen. Maar vooral het gehucht Brasschaat begon krachtdadig te ijveren om los te komen van Ekeren en een zelfstandige gemeente te worden. De gemeente Ekeren verzette zich tegen dit alles, aanvoerend dat zij aldus niet enkel Brasschaat maar ook de hierboven genoemde wijken te Hoevenen zou verliezen. Het heeft tot 1827 geduurd alvorens er een definitieve beslissing viel. Deze beslissing kwam uiteindelijk hierop neer: l. Bij Koninklijk Besluit van 5 september 1827 werd de gemeente Hoevenen afgeschaft en deels bij Ekeren gevoegd. 2. In 1830 werd Brasschaat een zelfstandige gemeente. Zoals we hoger aangegeven hebben, was Kapellen reeds een zelfstandige gemeente sedert 1801. Hoogboom, dat vanouds bij Ekeren hoorde en dat bij het oprichten van de gemeente Kapellen bij Ekeren was gebleven, bleef dit ook toen Brasschaat zelfstandig werd. Men oordeelde dat Ekeren reeds meer dan genoeg grondgebied had afgestaan. Later, in 1866, zou Hoevenen toch weer een zelfstandige gemeente worden met de wijken Krekelenberg, Witven, Rijstraat en 's-Hertogendijk, die dan aan Ekeren ontnomen werden.
De Hoogboomse drang om bij Kapellen te horen 2 Problemen zijn soms aanleiding om naar verandering te verlangen. Zo was de verbreding van de toenmalige “Steenweg van de Statie Capellen naar Hoogboom” - Yzerenweglaan, nu Koningin Astridlaan – door het gemeentebestuur van Ekeren, in 1914 aangekondigd, aanleiding tot de oprichting van een weerstandsfonds op 22 maart 1914. Mijnheer D. Devos werd aangeduid als eerste voorzitter. Gedurende een 10-tal jaren werd door de eigenaars gestreden tegen de geplande verbreding. Op 30 augustus 1924 werd een schrijven gericht aan het gemeentebestuur van Ekeren met alle tegen argumenten. Als achtste punt werd hun ultieme onmacht uitgedrukt 3: "Wij zijn ten slotte van oordeel dat wij - verafgelegen gehuchtbewoners - sinds jaren geslachtofferd worden ten voordele van de kom-bewoners der gemeente, en wij wellicht zelf beter onze zaken zouden kunnen regelen door zelfstandigheid aan te vragen of ons bij Kapellen aan te sluiten waar we vlak naast liggen en waar ons station, ons post- en telegraafkantoor en onze winkels gelegen zijn".
2 3
Dossier A.A.K. – archief HOBONIA Dossier verbreding Yzerenweglaan – archief HOBONIA
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
2
Hoogboom - Kapellen
Dit schrijven werd door het schepencollege van Ekeren op 5 september 1924 beantwoord met de minachtende opmerking dat zij “vanwege meerontwikkelden, zulke kleinzielige handelingen niet verwacht hadden”. Tijdens de 2de wereldoorlog werd Groot-Antwerpen opgericht. Hoewel de zuiver administratieve voorbereiding voor de eenmaking van Groot-Antwerpen al klaar was op het einde van 1940, zou het besluit pas verschijnen in het Belgisch Staatsblad van 15 september 1941. De laatste uitvoeringsbesluiten verschenen in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1941 en vanaf 1 januari 1942 ging hiermede het grootste deel van de gemeente Ekeren naar Groot-Antwerpen. Het gehucht Hoogboom werd bij Kapellen gevoegd. De grens van Groot-Antwerpen liep langs de Zwarte Beek, de Essenhoutsebeek, de spoorweg Antwerpen - Essen, de Hoogboomsebeek (waterloop nummer 7) en de staatsbaan Antwerpen Bergen-op-Zoom in de richting van Sint-Mariaburg. Na de bevrijding op het einde van de oorlog verviel Groot-Antwerpen en de gemeente Ekeren kreeg haar zelfstandigheid en haar vroeger grondgebied weer, zodat op 1 januari 1945 Hoogboom terug bij Ekeren kwam. Vanaf het jaar 1948 werd er in de wijken Hoogboom en Zilverenhoek opnieuw actie gevoerd om bij Kapellen ingelijfd te worden. In dat jaar stuurde het Ministerie van Binnenlandse Zaken een brief, via het provinciebestuur, naar alle burgemeesters, waarin gevraagd werd welke volgens hun opvatting "de juiste grens" van hun gemeente zou zijn. Natuurlijk gaf Kapellen op dat de Ekerse gehuchten Hoogboom en Zilverenhoek beter bij haar pasten. Het gemeentebestuur van Ekeren was uiteraard helemaal niet akkoord met voornoemd voorstel en vond dat hun gemeentelijk patrimonium niet mocht opgesplitst worden. Dit betoog werd gestaafd met zeer gegronde redenen, zoals o.m.: 1. Hoogboom en Zilverenhoek behoren sinds eeuwen bij Ekeren. 2. Toen in 1801 Kapellen een zelfstandige gemeente werd, liet men Hoogboom en Zilverenhoek onverlet. 3. De bewoners van de uithoeken van de gemeente worden even goed behandeld als zij, die rond het gemeentehuis wonen. Hiervan zijn er veelvuldige voorbeelden. 4. Bij de oprichting van de nieuwe zelfstandige gemeenten Hoevenen, Kapellen en Brasschaat hebben we reeds veel grondgebied afgestaan. 5. Ingevolge de wet van 26 mei 1914 werd een gedeelte van de gemeente Ekeren, zijnde ongeveer 20 hectaren, gevoegd bij de stad Antwerpen. 6. Ingevolge de wet van 22 maart 1929 werd nogmaals een gedeelte van meer dan 600 hectaren van de gemeente Ekeren bij Antwerpen gevoegd. Personen, zelfs woonachtig in de bebouwde agglomeratie van Ekeren (zoals bijvoorbeeld op Schoonbroek) wonen nu, door de aanhechting bij Antwerpen, op Antwerps grondgebied. Zij moeten zich voor alle bestuurlijke aangelegenheden naar Antwerpen begeven, terwijl zij slechts enkele minuten van het centrum en het gemeentehuis van Ekeren woonachtig zijn. Na de wet van 1929, waarbij dergelijke regelingen werden getroffen, kan er zeker geen reden meer zijn om Hoogboom en Zilverenhoek van Ekeren te scheiden. In "Het Handelsblad" van 2 maart 1949 werd een synthese gegeven van het probleem van een eventuele afscheiding van Hoogboom en Zilverenhoek. 4 Verslaggever J. BR (Jan Bresseleers) schreef het volgende: 4
’t Bruggeske 44ste jaargang – december 2012 – nummer 4
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
3
Hoogboom - Kapellen
"Heel in het begin noemden wij 4 namen, de heer Aertssens, burgemeester van Ekeren, de heer Craeybeckx, burgemeester van Antwerpen, de heer Stokmans, burgemeester van Kapellen en tenslotte de heer Godding, senator. Wij weten dat de heer Godding, die van Kapellen is, zich persoonlijk voor de wagen gespannen heeft, al dan niet op aanvraag van sommige Hoogboomenaars. Dat de heer Stokmans aan de zaak geïnteresseerd is zal niets of niemand verwonderen. Kapellen kan in dit probleem ook slechts veel winnen. Dat anderzijds de burgemeester van Ekeren voet bij stek houdt en met hem de ganse gemeenschap is evenmin verwonderbaar. Tenslotte is daar nog de burgemeester van Antwerpen. Kwatongen beweren inderdaad dat het een streven zou zijn van de heer Craeybeckx om eerst de gemeente Ekeren gevoelig te verkleinen door Hoogboom en Zilverenhoek langs de partij om aan Kapellen te schenken en dan Ekeren in te palmen bij "Groot -Antwerpen". Wij zullen voornoemd plan verder het "plan Craeybeckx" noemen. Ook bij de inhuldiging van de Zilverenhoeklaan, op 2 september 1951, drukte notaris Deckers zijn bekommernis uit voor het welzijn van de nieuwe wijk Zilverenhoek. In zijn toespraak deed hij de volgende oproep: "Gaat Ekeren Hoogboom niet beter bezetten? Is er in Hoogboom geen plaats voor gemeentebedienden, politie, pompiers, rustoorden en parken zoals in de andere gemeenten? En wat te zeggen over de vervoermiddelen? Naar Antwerpen is alles goed, naar Kapellen uitstekend, naar Ekeren wat??? De dag nadien, op 3 september 1951, haastte notaris Deckers zich om in een brief aan burgemeester Aertssens van Ekeren te schrijven dat hij eigenlijk alleen bedoeld had "dat de gemeente Ekeren meer aantrekkingskracht zou tonen voor Hoogboom". Met de wet van 23 juli 1971 5, "betreffende de samenvoeging van gemeenten en de wijziging van hun grenzen", ontstond eens te meer de mogelijkheid om opnieuw de afscheiding van de gehuchten Hoogboom, Zilverenhoek en een gedeelte van Leugenberg, van de gemeente Ekeren, te overwegen. In deze wet werd voorzien dat eventueel een fusieoperatie zou gebeuren op 1 januari 1983. Op 29 september 1973 maakte "De Nieuwe Gazet" de oprichting bekend van een actiecomité met de naam: "Het Voorlopig Actiecomité voor fusie van Hoevenen met Kapellen". In hetzelfde jaar kwam "het plan Craeybeckx" opnieuw ter sprake, zij het ditmaal onder een lichtjes gewijzigde vorm: De wijk Hoogboom zou bij Brasschaat gevoegd worden, De wijk Zilverenhoek zou bij Kapellen gevoegd worden. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken vroeg aan het gemeentebestuur van Ekeren wat zij dachten van voornoemd voorstel. Ekeren was helemaal niet gelukkig met dit voorstel. Om die reden organiseerden zij een dubieuze volksraadpleging. Al de inwoners van Ekeren mochten zich voor of tegen voornoemd voorstel uitspreken. Op 18.806 kiesgerechtigden werden 4.560 (24%) stemmen uitgebracht. Hiervan antwoordden 3.095 JA, 1.401 NEEN en er waren 62 ongeldige stembrieven. Heel fier kon burgemeester Palinckx aan het Ministerie antwoorden dat, rekening houdend met het feit dat de afwezigen als ja-stemmers werden beschouwd, 93% ja en slechts 7% neen had gestemd. Hij drukte tijdens de gemeenteraad van november 1973 wel zijn bezorgdheid uit over het feit dat in de wijk Zilverenhoek, op 675 uitgebrachte stemmen, slechts 37% ja stemde en 63% neen. Door de Palinckx-redenering kon hij ook voor die wijk melden dat toch 79% ja had gestemd (afwezigen meegeteld) en slechts 21% neen. 5
Dossier A.A.K. – archief HOBONIA
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
4
Hoogboom - Kapellen
Burgemeester Palinckx besloot zijn uiteenzetting met de conclusie dat volgens hem Ekeren als prototype mocht beschouwd worden van een leefbare gemeente. Tijdens dezelfde maand november 1973 volgde nog een reactie van de inwoners van de Fortsteenweg en de Heidestraat. Zij wensten helemaal geen aansluiting noch bij Brasschaat, noch bij Ekeren, doch wel bij Kapellen. De Christen Democraten van Kapellen oordeelden op 10 april 1975 dan weer dat er beter zou gedacht worden aan de vorming van een groot Kapellen, namelijk de samenvoeging van Kapellen met Hoevenen, Stabroek en uiteraard Hoogboom en Zilverenhoek. Zij beseften dat Ekeren bij Antwerpen zou gevoegd worden en zij zouden dan toch Hoevenen en Stabroek redden van een annexatie bij de metropool. In de gemeenteraad van Kapellen stemde, in april 1975, een meerderheid van SP en VU voor het behoud van de toen bestaande grenzen van de gemeente. De meerderheid wenste te behouden wat zij hadden en door geen aanspraak te maken op Hoogboom en Zilverenhoek hoopten zij zo PutteKapellen te behouden. In Hoogboom en Zilverenhoek ontstond er heel wat deining toen op 25 september 1975 in het Staatsblad een verslag aan de koning werd gepubliceerd. In dit voorstel werd gemeld dat Ekeren in zijn totaliteit (Hoogboom en Zilverenhoek inbegrepen) best bij Antwerpen zou gevoegd worden. Het bleef daarna enkele maanden stil totdat bij ministeriële omzendbrief van 15 april 1976 een provinciale commissie werd opgericht tot wijziging van de gemeentegrenzen. De gemeenteraad van Kapellen vergaderde op 20 september 1976 en "omdat mensen belangrijk zijn" werden volgende voorstellen doorgestuurd naar de voornoemde commissie: Het overhevelen van de gebiedsdelen van het Fortje van Kapellen, Hoogboom, Zilverenhoek en Leugenberg van Ekeren naar Kapellen, Het overhevelen van Putte-Stabroek van Stabroek naar Kapellen. Tijdens de gemeenteraad van 3 oktober 1977 werd nogmaals het voorstel goedgekeurd om de wijken Fortje, Hoogboom, Zilverenhoek, Leugenberg en Putte-Stabroek bij Kapellen te voegen. De gemeenteraad van Ekeren, op haar beurt, besliste op 20 oktober 1977 eenparig om de Kapelse voorstellen te verwerpen. De raad stelde voor om het grondgebied van Ekeren integraal te behouden.
AAK - Aktiegroep Aanhechting aan Kapellen Op initiatief van Frans Janssens werd op 9 september 1980 een werkgroep opgericht met als doel te ontsnappen aan de geplande gemeentefusie Ekeren – Antwerpen. Er werd overeengekomen om op a-politieke manier actie te voeren om het gestelde doel - een grenscorrectie met Kapellen - te bereiken. We noteerden volgende medewerkers: Luc Aendenboom, Etienne Donkers, Ludo Geerts, Jos Huygelen, Frans Janssens, Henri Pissiersens, Raymond Roelands en Steven Verlinden. Later werd de groep nog versterkt door Francis Swings en Jozef Van Hellemond.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
5
Hoogboom - Kapellen
Op 5 en 14 november 1980 hadden de eerste infovergaderingen plaats om de bevolking van deze wijken de kans te geven positieve en negatieve argumenten ten overstaan van een aanhechting bij Kapellen te formuleren. De belangrijkste argumenten voor een aanhechting bij Kapellen waren: - de nabijheid van gemeentelijke diensten zoals brandweer en politie. - grotere inspraak in een kleine gemeente (t.o.v. Antwerpen vertegenwoordigen wij maar 1 % van de totale bevolking, voor Kapellen is dit 25 %). - de leefbaarheid van Kapellen wordt sterk verhoogd, waardoor een betere dienstverlening kan uitgebouwd worden. - het centrum van Kapellen zou door deze grenscorrectie centraal liggen in de nieuwe gemeente. - Kapellen heeft een veel gunstiger fiscaal regime. - minder dure verplaatsingskosten om de gemeentelijke diensten te bereiken. - de commerciële gerichtheid op Kapellen met o.a. markt, winkelcentra, handelsbeurs, enz. - het verenigingsleven is gericht op Kapellen. - we zijn nu reeds de vergeethoek van Ekeren. Wat moet het dan met Antwerpen worden ? - tijdens de periode 1942 - 1945 waren we reeds een deel van Kapellen. - de gemeenteraad van Kapellen stemde op 20 september 1976 reeds unaniem pro aanhechting. - onze wijken vormen geografisch één geheel met Kapellen. In december 1980 werd een grootse volksraadpleging georganiseerd in de betrokken wijken. Deurwaarder J. Royer uit Antwerpen maakte op 2 maart 1981 het officiële proces-verbaal op van de uitslagen van de volksraadpleging.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
6
Hoogboom - Kapellen
De resultaten ervan werden natuurlijk ook aan alle inwoners van de betrokken wijken medegedeeld.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
7
Hoogboom - Kapellen
Op bijgevoegd plan werd het gebied aangegeven dat na de grenscorrectie zou overgeheveld worden naar Kapellen.
Na deze duidelijke wensen van de bevolking werden alle politieke partijen aangesproken om het dossier van de gevraagde grenscorrectie te bespreken en te verdedigen binnen hun politieke rangen.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
8
Hoogboom - Kapellen
Met volgende politiekers werd ons dossier uitvoerig besproken en iedereen beloofde de nodige steun voor ons initiatief. 6 Jacky Buchmann, bekend van de brillenfabriek in Kapellen, werd na de fusie in 1983 burgemeester van Kapellen. Hij was in 1981 minister van huisvesting in de allereerste Vlaamse regering van Gaston Geens. In 1987 werd hij minister van middenstand in de regering Martens VII. Herman Suykerbuyk (°1934) was voor CVP van 1968 tot 1999 volksvertegenwoordiger, senator en ondervoorzitter van het Vlaams parlement. Hij was burgemeester van Essen van 1965 tot 1995. André De Beul (1938-2011) was een Vlaams politicus voor de Volksunie. Hij was volksvertegenwoordiger en senator tussen 1971 en 1991. Van 1964 tot 1982, dus ook tijdens de A.A.K.-periode, was hij gemeenteraadslid in Wilrijk. In 1990 ontving hij als eerste politicus de Arkprijs van het Vrije Woord voor zijn politieke moed, in zijn strijd tegen de strafrechterlijke vervolging van abortus. Bij de oprichting van NV-A zegde De Beul zijn steun toe aan deze partij. Amedé ‘Eddy’ De Baere (1923-2004) woonde als enige van de vier in Hoogboom. Hij was voor BSP/SP gemeenteraadslid in Ekeren van 1953 tot 1982 en burgemeester van Ekeren tussen 1966 en 1971, senator tussen 1977 en 1987 en werd verkozen als gemeenteraadslid van Kapellen in 1982. De vier aangesproken politiekers zegden hun sympathie en steun toe aan het initiatief van A.A.K. maar binnen de partijbesturen waren er natuurlijk meerdere bezwaren te overwinnen. Zo had Kapellen een SP burgemeester, Ekeren een CVP strekking en was Antwerpen ook een SP bastion. Voor Antwerpen was het dan ook belangrijk dat het beoogde aantal inwoners na de fusie boven de 500.000 zou blijven. Onder de 500.000 zou de stad een drietal zetels verliezen wat partijpolitiek voor de SP zeer moeilijk lag. Er kwam, ondanks persberichten en stickers, weinig schot in de zaak. Daarom dat er in juli 1981 een nieuwe oproep van het A.A.K. aan bevolking en pers kwam met de aankondiging van nieuwe acties: vernieuwde affiche-actie, meer zichtbaarheid en er werden plannen gesmeed voor een betoging of autokaravaan. Op 7 oktober werd toelating gevraagd aan het stadsbestuur van Antwerpen en aan de gemeentebesturen van Kapellen en Ekeren om over hun grondgebied te trekken met de autokaravaan van 28 november 1981. De toelatingen werden vlot bekomen maar op de vraag om een petitie van A.A.K. in ontvangst te nemen stuurde burgemeester, mevrouw Schroyens, haar kat. De heer Jos Mees, gemeenteraadslid, interpelleerde de burgemeester tijdens de zitting van 21 december 1981. Hij vroeg wat er gedaan werd met de petitie en welk gevolg het stadsbestuur aan de petitie zou geven. Zijn tussenkomst lokte echter een negatieve reactie uit bij de CVP en werd als niet opportuun beschouwd. Een wetsvoorstel werd in februari 1982 besproken door De Baere (SP), Buchmann (PVV), De Beul (VU) en Suykerbuyk (CVP) en de Inspecteur-Generaal van Binnenlandse Zaken met als resultaat dat het werd ingediend in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. tijdens de zitting van 30 maart 1982 en ondertekend door Suykerbuyk, Grootjans, De Beul en Mangelschots. 6
Bruno Verbergt “Ik ben van Ekeren. Ekeren-Hoogboom” - lezing 23 mei 2013
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
9
Hoogboom - Kapellen
Het voorstel werd op 29 april 1982 in overweging genomen en doorgestuurd naar de kamercommissie van binnenlandse zaken voor verder onderzoek. Op 25 mei 1982 werd hieraan nog een amendement toegevoegd dat een kleine wijziging inhield van de voorgestelde grenzen. Omwille van rechtszekerheid werd vanaf de Veldstraat de as van het Klein Heiken tot aan de Puihoek, verder de as van de Puihoek tot aan de as van de Vloeiende en van hieruit de loodlijn op de as van de Puihoek tot aan de Kaartsebeek als nieuwe begrenzing voorgesteld. Mits enkele aanpassingen werd het wetsvoorstel op 3 juni 1982 met 15 stemmen en 1 onthouding goedgekeurd in de commissie voor binnenlandse zaken. Op 12 juni stelt de Kamer voor: Ekeren-Hoogboom en Ekeren-Zilverenhoek worden Kapellen vanaf 1 januari 1983. Er waren 146 ja-stemmen en 8 onthoudingen: mevrouw Boniface-Delobe en de heren Clerfayt, Cools (B. Cools), Defosset, Desutter, Lestienne, Nols en mevrouw Spaak. Het moest dan nog naar de Senaat. Op 17 juni gaf de Senaatscommissie eenparig haar akkoord met de correctie. Op 23 juni 1982 gaf ook de Senaat zijn fiat en was de grenscorrectie officieel wettelijk bekrachtigd. Op 24 juni 1982 kwamen de leden van A.A.K. samen bij Raymond Roelands om hun actiegroep "Aanhechting bij Kapellen" te ontbinden. A.A.K. zou voortaan voorlopig verder werken onder de leuze "AAK of Alle Aandacht Kapellen". Na de verkiezingen van 10 oktober 1982 mochten de politiekers van Kapellen de belangen van de 8.000 nieuwe inwoners van Kapellen behartigen. Hiermee waren de problemen van de nieuwe gemeente nog niet van de baan. Dank zij een klacht van de Kapelse SP bij de Raad van State kon de installatie van de nieuw gekozen gemeenteraad pas op maandag 28 maart 1983 plaats hebben. Burgemeester Jacky Buchmann kon beginnen aan zijn taak. Na ruim 30 jaar mogen we met tevredenheid terugblikken op het resultaat van die kleine groep mensen die bleven geloven in de goede afloop van alle acties. Natuurlijk ontvingen we gedurende al die jaren nog vele positieve reacties en leerden we dat niet alleen A.A.K. maar ook de politiekers hun best deden. Politieke ervaring en vele gesprekken in de wandelgangen van Kamer en Senaat waren essentieel om iedereen te overtuigen de grenscorrectie te steunen en goed te keuren.
Historische schets van Kapellen Tot 1951 was Zilverenhoek een deel van de wijk Hoogboom en daarom was er in 1947 nog geen sprake van een afzonderlijke wijk “Zilverenhoek”. Dat Hoogboom toen beschreven werd als Kapelse wijk bewijst dat we in de volksmond tot deze gemeente behoorden. Dankbaar bezorgen we u hierna de tekst en de illustraties van die tijd, die we ontvingen van de auteur Alphons Van Elsacker. Omwille van praktische redenen hebben we de lay-out wel aangepast.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
10
Hoogboom - Kapellen
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
11
Hoogboom - Kapellen
VOORWOORD van de auteur Dit zeer beknopte werkje tracht zo goed mogelijk een overzicht van de voornaamste feiten uit onze dorpsgeschiedenis weer te geven; het is een historische schets en niets meer. Maar om het ontstaan en de evolutie van Kapellen door de eeuwen heen in de lagere school te bewerken als concentratiepunt, was het ook noodzakelijk bij de hoofdtrekken te blijven. Immers, anders zou de behandeling te veel tijd in beslag nemen en de interesse zou geleidelijk verdwijnen. Er blijft nog zoveel over Kapellen te vertellen, maar dat kan te gepaste tijde als illustratie wel eens aan de leerlingen gezegd worden. Om bij de lezing van deze bladen de behandeling niet uit het oog te verliezen, is het aan te raden de verwerking van tijd tot tijd eens naast zich te nemen als leidraad. Aldus zal het duidelijk worden waarom bepaalde toestanden, eigenaardigheden of getuigenresten moeten opgemerkt worden door de leerlingen. De stof werd gedeeltelijk zelf opgesteld, gedeeltelijk ontleend aan het werkje "Geschiedenis van Kapellen" door E. Voet, onderwijzer te Kapellen. Het boek werd geschreven op verzoek van de heer inspecteur L. Michielsen, naar aanleiding van de grondige wijzigingen in het leerplan 1936 in de richting van de heemkennis en verscheen in 1938. Kaarten en illustraties zullen voor afwisseling zorgen en nuttig zijn ter verduidelijking van sommige begrippen.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
12
Hoogboom - Kapellen
INHOUD Voorwoord ......................................................................................... blz. 12 Ontstaan ................................................................................................ 14 Benaming ................................................................................................ 15 Onder den toren ...................................................................................... 15 Bloeitijd van de gemeente ....................................................................... 17 De Franse Revolutie ............................................................................... 18 Vreemde troepen in Kapellen .................................................................. 18 Rijksweg Antwerpen - Bergen-op-Zoom .................................................. 20 Spoorweg Parijs – Amsterdam ................................................................ 22 Andere verkeerswegen ............................................................................ 23 Gehucht Ertbrandt .................................................................................. 27 Gehucht Hoogboom ................................................................................ 31 Kunstschatten ......................................................................................... 36 De Dorpsschool ...................................................................................... 38 Toponymie .............................................................................................. 40 Aardrijkskundig beeld van de gemeente ................................................... 40 Stofverwerking voor de IV graad ............................................................. 43 Nawoord ................................................................................................. 46 Kaarten en illustraties in de tekst
Kapellen Grondplan en bevolkingsdichtheid
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
13
Hoogboom - Kapellen
Ontstaan Tot nog toe zijn er in onze gemeente geen overblijfselen gevonden, waaruit zou blijken dat Romeinen ons grondgebied bewoonden. Zelfs bezitten we geen enkel bewijs waaruit met zekerheid kan afgeleid worden dat de Franken de eerste bewoners van onze gemeente waren. De driehoekige dorpsplaats en de gemeenschappelijke waterput, kenmerkend voor Frankische nederzettingen, ontbreken. Ook geen enkele plaatsbenaming waarin "biest of brink" voorkomt, treffen we in Kapellen aan. Trouwens in het 8317 ha grote gebied van Ekeren, waartoe Kapellen, Hoevenen, Ertbrandt en Brasschaat behoorden, lagen geschikter bouwlanden om Frankische hoeven op te richten. Daarboven vinden we hoger vernoemde kenmerken in het huidige Ekeren wel terug. Indien we ook rekening houden met de schaarse bevolking en de wijze waarop landbouw en veeteelt beoefend werden, is het duidelijk dat de Franken Ekeren verkozen hebben boven Kapellen om zich daar als de eerste bewoners te vestigen. Tot in 1277 moeten wij wachten voor er de eerste maal officieel spraak is van "Hoogenschoot" (de eerste benaming van Kapellen, zie verder daarover meer). Deze benaming wordt gebruikt in een akte die handelt over den verkoop van tiendenrechten en wel "zoo oude als nieuwe tienden". Oude tienden waren deze, die gronden bezwaarden, opgebroken vóór 1179 waaruit we dus kunnen besluiten dat Kapellen toen reeds bewoond was. Te meer daar er gesproken wordt van "verkopen", kunnen we aannemen dat de opbrengst van die tienden niet onbelangrijk was. Waaraan is dan het vroege ontstaan van Kapellen te danken? Wel de eerste benaming, Hoogenschoot, zal ons nuttige ophelderingen verschaffen. Vóór honderden jaren was de streek, die wij nu bewonen, woest en niet geschikt tot verbouwing van voedingsgewassen. Maar de oude benaming Hoogenschoot betekent "hoge schutting" en duidt er op dat Kapellen nooit te lijden had van de overstromende Scheldewateren, die hier dan ook geen vruchtbaar slib nagelaten hebben zoals bij onze buren in Ekeren en Hoevenen. Waar we thans flinke akkers aantreffen, groeiden eertijds welige eiken- berken-, wilgen- en beukenbossen. De bewijzen daarvoor zijn niet ver te zoeken: nog tal van prachtexemplaren treffen we aan langsheen de Kapelse straat en ook in Hoogboom, waar nog steeds de tweede dikste beuk van België staat. Alhoewel deze pas in de 19de eeuw uitgeplant werden, getuigen zij toch van de groeikracht van hun voorzaten. We vernemen ook dat in 1650 op het kerkhof van Ertbrandt voor 700 gulden bomen geveld en verkocht werden, een kapitaal voor dien tijd. De dennen, die nu de meest kenschetsende boomsoort van de streek uitmaken, zijn pas in de 16 de eeuw aangeplant. Al de bossen, die onze streken bedekten en die er konden groeien dank zij de hoge ligging, hebben een weldoenden invloed uitgeoefend op het rijp maken van den grond voor bebouwing. De opeenvolgende jaarlijkse bladerval heeft een rijke laag humus of teelaarde neergezet, terwijl door inwerking van wortelen en bacteriën, de grond los en luchtig gemaakt werd en aldus geschikt voor het verbouwen van voedingsgewassen. Zo werd het gebied meer aantrekkelijk om er zich te vestigen en was tevens de eerste stoot gegeven tot het ontstaan van Kapellen. De oorspronkelijke toestand is best bewaard gebleven naar het N-O en het O. toe. Het was de streek van de moerassen en heidevlakten, zoals dat daar nu nog het geval is. De hoger gelegen gronden vormden een natuurlijken dijk tegen overstromingen van de Schelde. Hier werd de grens afgetekend tussen Polder en Kempen. Dat de benaming Hoogenschoot geenszins bedrieglijk is kunnen we hier wel door een paar bewijzen staven: 1. De beekjes ontwateren ons grondgebied van Oost naar West en brengen hun water langs het Schijn in de Schelde. 2. De reeds zeer oude weg Antwerpen - Bergen-op-Zoom doorloopt de gemeente van Zuid naar Noord en loopt, naar de gewoonte van dien tijd, ongeveer gelijk met de grens van het vroeger overstroomd gebied. 3. De bewoners van Hoevenen spraken, bij vergelijking van hoogteligging van hun bodem, van het "hoogland" Kapellen.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
14
Hoogboom - Kapellen
De eerste bewoners vestigden zich bewust ten Oosten van den weg Antwerpen – Bergen-op-Zoom op het hogere deel. Ten Westen van den verkeersweg, op de lagere gronden, vonden ze mals weideland voor hun vee en de bebouwde velden lagen wat meer op de verhevene delen, achter de bewoonde strook, ten Oosten van den weg. De nog hogere gebieden naar 't Oosten op, leverden heidekruid en buntgras waar kudden schapen gemeenschappelijk graasden. Om zich nagenoeg een trouw beeld te vormen van het dorpsuitzicht omstreeks 1300, moet men de kastelen langsheen de Kapelse Straat wegdenken en vervangen door hoeven, uit hout en klei opgetrokken, en met bijna tot aan den grond reikende rietdaken. Deze boerderijen lagen ook wel verspreid langs de buurtwegen, waar nu nog overblijfselen bloot komen van verdwenen hoeven. De vele moerassen zijn in de loop der jaren waarschijnlijk gedempt maar bewijzen waar ze gelegen hebben zijn er nog wel voor het aandachtig oog van den toeschouwer: de plaatselijke mistbanken bij zomeravond wijzen er op.
Benamingen De oudste benaming van onze gemeente is Hoogenschoot en bleef behouden tot na de Franse Omwenteling. In 1801 werd het konkordaat gesloten tussen Napoleon en den Paus. Deze gebeurtenis luidde een nieuw leven in, zowel in kerkelijk als in bestuurlijk opzicht: Kapellen werd verheven tot afzonderlijke gemeente en kreeg een eigen bestuur. Was vroeger de "Kapel van St.-Jacob in Hoogenschoot" het centrum geweest der nederzetting, thans zou zij haar naam geven aan de zelfstandige gemeente. In den volksmond werd de benaming Hoogenschoot dikwijls vervangen door "St.-Jacobskapel" of de "Kapel" gewoonweg. Bovendien spraken de landdekens in hun verslagen, die ze maakten over hun jaarlijkse kerkbezoeken, altijd van de "Kapel van St.-Jacob in Hoogenschoot". Zo is het niet te verwonderen dat de plaatsnaam Hoogenschoot in officiële stukken reeds in de 17de eeuw vervangen werd door "Capelle", "Cappelen" enz. Bij de in gebruik zijnde benaming der nederzetting werd dan ook niet veel toegevoegd of weggelaten en de officiële naam werd "Cappellen". Het oudste gemeentezegel van Kapellen draagt als randschrift: "Mairie de Cappellen, Département des deux Nèthes, Arrondissement d'Anvers". Het dagtekent van tijdens de Franse overheersing. De schrijfwijze Cappellen werd ontleend aan het latijn "Capella" dat kapel betekent. Rekening houdend én met de oorsprong van onze gemeente rond de kapel, én met de ter plaatse gesproken taal, schijnt de schrijfwijze "Kapellen" de enige geschied- en taalkundig juiste te zijn.
Onder den toren Kapellen maakte deel uit van het Prinsdom Luik. Nu weten we uit oorkonden dat in 't begin van de 8ste; eeuw de H.-Lambertus vooral het N.W. van zijn bisdom bekeerde. Kapellen, gehucht van Ekeren, behoorde daartoe en hoogstwaarschijnlijk is St.-Lambertus de stichter van de parochiekerk en later patroonheilige geworden van Ekeren. Indien er toen in het huidige Kapellen een bevolking was geweest, zou de H.Lambertus er zeker ook een bezoek gebracht hebben. Wanneer onze eerste kerk-kapel gesticht werd, is niet bekend, maar zeker is het: 1. dat onze kerk, toen nog een eenvoudige kapel, reeds bij den aanvang van 1256 bestond, 2. dat de kapel haar eigen tienden bezat, 3. dat zij haar rector had, Arnulfus of Arnold van Zellaer genaamd. Deze was persoon van Ekeren, d.w.z. dat hij zich kon laten vervangen in de
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
15
Hoogboom - Kapellen
uitoefening van zijn ambt. Dat alles blijkt uit de oorkonde van 31 Januari 1256, waardoor paus Alexander IV aan de bisschoppen van Luik opdracht geeft om een onderzoek in te stellen betreffende protest, uitgaande van rector Arnold van Zellaer tegen Gilles van Attencourt. Kerk van het centrum (binnenzicht)
Kapellen: Bemerk de prachtige houten muur-beschotten, het koperen altaar en de gewelf-schildering. Het geheel geeft een ouden, wat verwaarloosden indruk Kerk van het centrum
Gilles van Attencourt (d.i. van Ettenhove) had vals verklaard dat hij heer van Ekeren ging worden. Hij had zich in 1248 door Hendrik van Gelre, bisschop van Luik, op verzoek van paus Innocentius IV, tot grote schade van de kapel en van den rector, met de "nieuwe tienden" doen belenen, die geheven werden op de voortbrengst der gronden, die na 1179 ontgonnen waren. Maar paus Alexander IV wilde niet dat aan de rechten van de kapel en van de rector getornd werd. Hij eiste dat, indien de zaak wezenlijk zo ineen zat als rector van Zellaer beweerde, de bisschop den ridder van Attencourt door alle rechtsmiddelen, zelfs op straf van den kerkelijken ban, moest dwingen de tienden aan de kapel terug te geven. Met zekerheid kunnen we hieruit besluiten dat de kapel in 1248 reeds bestond. De stichter er van was niet Gilles van Attencourt, maar wel de heer van Breda, heer van dat deel van Ekeren dat nu Kapellen is. Ridder van Attencourt had den paus en de bisschoppen van Luik bedrogen en 't was ook valselijk dat hij verklaarde heer van Ekeren te worden. Hij sprak al evenmin de waarheid toen hij, om zich te
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
16
Hoogboom - Kapellen
rechtvaardigen, zegde dat hij een deel van ons grondgebied vruchtbaar gemaakt had, waarvan hij de tienden vroeg en waar niemand tot dan toe tienden van getrokken had. Indien dat inderdaad zo was, is het klaar dat Kapellen niet bebouwd lag. Had zijn bewering met de werkelijkheid overeen gestemd, dan had er noch van bebouwde of bewoonde streek, noch van kerk spraak kunnen zijn. Immers een kapel veronderstelt toch bewoonde streek en een bewoonde streel, een bebouwde. Tenslotte viel het proces tussen Gilles van Attencourt enerzijds en den heer van Breda, Arnold van Zellaer en de Abdij van St.-Bernard anderzijds, tegen hem uit. De rechtmatige eigenaars behielden hun rechten. Wij bezaten dus een kapel vóór dat Kapellen een zelfstandige parochie werd en de bestuurder ervan was van Zellaer. Indien zij een parochiekerk was geweest, zou er een pastoor geweest zijn en een beschermheilige. Uit een akte van 15 juni 1277 vernemen wij echter dat de gronden der door den heer van Breda verkochte tienden, gelegen waren in de parochie van St.-Jacob, nabij Ekeren. De pastoor in 1277 was een zekere Joannes, zijn familienaam is echter onbekend. De parochie is toegewijd aan St.-Jacob de Meerdere, waarvan de relikwieën te Compostella in Spanje vereerd worden. Zijn feest wordt gevierd op 25 Juli , datum die de jaarlijkse kermis bepaalt. Oorspronkelijk was dat een louter godsdienstige plechtigheid. Betekent kermis misschien niet "kerkmis" het feest dat aan de kerkwijding herinnerde. Het feest ontaardde in een werelds vermaak maar de processie die dien dag nog steeds uitgaat herinnert nog aan den oorsprong van de kermis.
Bloeitijd van de gemeente De twee derden der tienden, zowel grote als kleine, oude als nieuwe, behoorden in het begin toe aan de heren van Breda. Het laatste derde behoorde toe aan Arnold van Zellaer, pastoor van Ekeren. Als de zelfstandige parochie werd opgericht in Kapellen, kwam dat laatste derde natuurlijk aan den pastoor van Kapellen. We moeten echter eens duidelijk zeggen wat we met oude en nieuwe, enz. tienden bedoelen. Oude tienden werden geheven op gronden, opgebroken vóór 1179; voor de gronden daarna opgebroken waren het nieuwe tienden. Door grote tienden verstond men het 10de deel der opbrengst van graangewassen, vee, hooi, enz, wat in 't groot verbouwd werd. De kleine tienden werden geheven op honing, pluimvee, enz. Op 25 Augustus 1251 kocht Arnold van Zellaer een deel der tienden af van den heer van Breda en schonk ze in 1257 als aalmoes aan de abdij van St.-Bernard a/d. Schelde te Hemiksem. Het overgedragen tienderecht behoorde slechts gedeeltelijk tot het grondgebied van Kapellen. Op 15 juni 1277 kocht de abdij zelf alle rechten van Arnold van Leuven (heer van Breda) die hij bezat over het gehucht van Hoogenschoot en een deel van het aanpalende Herenbrandt (Ertbrandt). Het patroonschap der kerk, recht dat den stichter van de parochie of den bouwer van de kerk toekwam, bleef ook niet langer in handen van de heren van Breda maar op 15 Augustus 1277 gaf Arnold van Leuven dit recht aan de abdij. Als voorwaarde werd er gesteld dat de heren van Breda deelachtig zouden worden aan de gebeden en goede werken die in het klooster werden gedaan, zolang het zou bestaan. In 1326 kreeg de abdij de kleine tienden, die Kapellen bezwaarden. In 1412 verenigde paus Martinus V de parochie van St.-Jacob met de abdij van St.-Bernard en paus Pius II bekrachtigde dit in 1458. Aldus is de abdij in 't bezit van het laatste derde der tienden en meester over de inkomsten van onze parochie. Maar dit had voor gevolg dat de abdij ook plichten kreeg ten overstaan van Kapellen, plichten die ze zeer goed zou vervullen. De parochie bloeide op. Al wat we aan historische gebouwen nog hebben dagtekent van dien tijd. Het koor, de kruis- en middenbeuk, de predikstoel, de muurbeschotten, de pastorij, werden opgetrokken en onderhouden, vergroot, versierd of aangekocht met de opbrengst van de tienden. Een van onze klokken (250 kg zwaar) draagt als opschrift "campana decimalis A° 1174" d.w.z. tiendeklok. Deze klok moest zo zwaar zijn dat ze in alle delen van de parochie, waar tienden geheven werden, kon gehoord worden. Reeds van in 1680 bestond er bij ons een nieuwe tiendeklok omdat de vorige niet meer aan de vereisten voldeed.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
17
Hoogboom - Kapellen
De toenmalige vorstin Maria-Theresia had het ontginnen der heidevelden bevolen. Het vervangen der tiendeklok was noodzakelijk geworden in uitvoering van het decreet. Want ook hier werd aan ontginning gedaan, we vinden er de bewijzen van terug in de zogenaamde "wallekens" (dijken, die een vierhoekig stuk heiland omringen; nog de benaming "op den wal" voor een gedeelte land in de Lindenstraat). Bovendien hebben we een oorkonde die ons zegt dat den heer van Beelen in 1768, 1600 bunder heidegrond koopt van den Prins van Salm-Salm. Deze woeste gronden waren gelegen in de "heide over Cappelle". In hoeverre de ontgonnen gronden thans nog als akkerland in gebruik zijn, is niet uit te maken. Wij bezitten geen kaart, waarop de bodembedekkingen aangeduid zijn. Maar thans tiert het heidekruid terug welig tussen de wallekens; de grond is arm bij ons want nu nog worden akkergronden bebost. In 1688 kwam het eerste uurwerk op den toren. Het kerkgebouw werd herhaaldelijk vergroot met tussenkomst van de gemeente. In 1613 bouwde de gemeente een nieuwe pastorij. In 1738 beliepen de herstellingskosten voor den toren 400 gulden, waarvan de gemeente de helft betaalde. Uit het voorgaande blijkt duidelijk dat er een goede verstandhouding heerste tussen burgerlijk- en geestelijk gezag, dat de abdij de inkomsten van de tienderechten niet tot eigen voordeel gebruikte en dat de inkomsten van de parochie gering waren. De gemeente maakte echter een bloeiperiode door en in 1598 zien we dat de kerk nogmaals moet vergroot worden. Tijdens het beleg van Antwerpen door de Spanjaarden echter slonk de bevolking tot 1/11 van de vorige en in 1609 bedroeg het aantal inwoners 200. In 1623 was het terug aangegroeid tot 350 maar een pestepidemie maaide 1/5 der bevolking weg. Na den Vrede van Munster in 1648 leefde Kapellen terug op.
Franse revolutie Tijd van angst, tijd van bloed! In 1961 bedroeg het bevolkingscijfer +/- 500 en in 1766 waren volgens officiĂŤle bronnen hier 367 inwoners boven 11 jaar. De abdij van St.-Bernard bleef in 't bezit van haar rechten tot aan de Franse Revolutie. Deze ontnam haar het tienderecht, het patronaat en personaat, rechten die zij hier ongeveer 500 jaar bezat. Op 7 Januari 1797 werd haar klooster te Hemiksem gesloten en moesten de kloosterlingen zich verspreiden. De sluiting van onze kerk greep plaats in September 1797. In den loop van 1798 werden de bezittingen van de abdij en onze kerk verkocht. Zij kwamen meestal in handen van vreemdelingen want onze dorpelingen wilden niets horen van "zwart goed", "gestolen goed gebenedijt niet" zegden ze. De pastorij evenwel ontsnapte aan de vervreemding. Twee klokken werden uit den toren gehaald en het kruis afgezaagd. De sieraden der kerk bleven echter nagenoeg onaangeroerd. Als het konkordaat in werking trad, werd in 1803 onze kerk terug in gebruik genomen. Het klooster van St.-Bernard herrees uit zijn puinen te Bornem, waar nu nog de meeste oude oorkonden over Kapellen te vinden zijn.
Vreemde troepen in Kapellen In 1528 werd onze gemeente onveilig gemaakt door de zwarte ruiters van Maarten van Rossem, bijgenaamd "Zwarten Maarten." Deze woeste krijgers stonden in dienst van den Hertog van Gelre, die zich verzette tegen de eenmaking van de gewesten door Karel V, en doorkruisten heel de Kempen. Zelfs kwam het tot een botsing met de legerbenden van den heer van Breda te Brasschaat en er werd ook slag geleverd: heel die gemeente werd opgestookt en ook bij ons bleef geen huis recht. Bovendien bracht het vreemde krijgsvolk de pest in onze streken. Bij het beleg van Antwerpen door de Spanjaarden (1583 -
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
18
Hoogboom - Kapellen
1585) werd onze kerk in brand gestoken en geplunderd. Ook de bewoners hadden het erg te verduren en werden geplunderd of uitgemoord. Hoe erg de toestand moet geweest zijn, bewijst wel het feit dat we van 1585 tot 1608 zonder pastoor bleven. In 1623, bij 't beleg van Bergen-op-Zoom, beleefden onze voorouders weer bange dagen. Dagelijks ondernamen soldaten strooptochten en ons dorp had vooral veel te lijden van de Croaten, die in dienst stonden van de Hollanders. Dat ze hier wreed huisgehouden hebben kunnen we afleiden uit de lokale zegswijze "ge zijt 'n Croaat" tegen een ondeugenden, lastigen kerel. Tijdens den Spaansen erfenisoorlog kreeg Kapellen nogmaals bezoek van vreemde krijgers bij den veldslag te Ekeren, waar Fransen en Spanjaarden vochten tegen Hollanders en Engelsen. Kapellen werd in staat van verdediging gesteld en de "linnekens" (aarden wallen) werden opgeworpen. Die veldslag had plaats op 30 Juni 1703. Obdam, aanvoerder der Hollanders, viel aan met 15.000 man. De legers van Fransen en Spanjaarden trokken terug tot Mariaburg, ten W. van den Antwerpsen steenweg. Het staat vast dat op 30 Juni 1703 de troepen van Obdam gelegerd waren tussen de torens van Ekeren, Wilmarsdonk, Oorderen en Hoevenen. Het gros van de strijdkrachten lag in den polder van Muysbroek samengetrokken. Waarschijnlijk zijn deze krijgers de Kapelse straat en de Hoevensebaan doorgetrokken. Op dien beruchte Zaterdag deed generaal Boufflers van de Fransen, een snellen uitval over de Donk en Kapellen en viel langs Hoevenen de verbonden legers in den rug aan. Ditmaal maakten ze gebruik van den Antwerpsen steenweg en de Hoevensebaan. De Hollanders werden verrast en moesten wijken en zich terugtrekken op Lilloo. Op enkele uren werden 3.500 krijgers gedood of gewond.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
19
Hoogboom - Kapellen
DORPSUITZICHT Rijksweg Antwerpen - Bergen-op-Zoom Maria-Theresia deed vele vaarten en steenwegen ontwerpen om den handel te doen herleven. Vóór dien tijd waren er slechts 61 km. steenweg in gans Vlaanderen. De heirbaan Antwerpen - Bergen-op-Zoom doorkruiste Kapellen van Zuid naar Noord. Op oude kaarten staat ze onder benaming "Bergsche Baan" (de benaming "Oude Bergsche Baan" duidt nu nog op de vroegere ligging van dezen weg). De diligence onderhield langs dezen weg drukke handelsbetrekkingen tussen de twee steden. De Bergsche Baan was niet geplaveid. Ze kwam van Antwerpen over Merksem, kruiste aan den Kleinen Barreel de Laarse beek, week iets in Westelijke richting af van de huidige bedding, om met een wijden bocht op de Kaarderheide (thans St.Mariaburg) op den thans nog gebruikten weg uit te komen. Ter hoogte van het Hoogboomskruis volgde zij de thans nog gebruikte wegenis, die de Vloeiende straat verbindt met de Heikestraat om van daar langs de Oude Bergsche Baan, de Rubensheide straat en de Gasstraat aan den Hoorn (het dorpsplein) op de Kapelse straat uit te geven. Ter hoogte van bakker Laureyssens volde ze de "Oude Aertbrandsche Baan" en de thans nog bestaande Lepelstraat. Ter hoogte van het Kapelleken liep ze samen met den huidigen verkeersweg. In 1759 werd het plan ontworpen dezen grootverkeersweg recht te maken en te verbreden. Op de vergadering, belegd door den drossaard of burgemeester van Ekeren in "Den Hertog van Beieren" werd door de schepenen van Ekeren, Kapellen, Hoevenen en de voornaamste ingezetenen van deze dorpen beslist deze steenweg aan te leggen tussen de Zwaantjesbrug (Kleinen Barreel) en den molen van "Kaarderheide" (St.-Mariaburg). Bij raming zouden de kosten 15.000 gulden bedragen. Hiervoor ging men een lening aan bij de bevolking. Uit een oude oorkonde is gebleken dat de familie Van Delft voor een groot gedeelte die lening onderschreef. (Het kasteel van de familie Van Delft staat op het Laar, ter hoogte van het St Michielscollege, en wordt nu voor 't ogenblik omgebouwd in een kliniek voor Dr. Dierckx). De bewoners, die nog achterstallige belasting moesten betalen mochten aan de steenweg komen werken om hun schuld af te korten. De intrest van het geleende geld zou men verkrijgen door barreelrechten te heffen. Hiertoe bekwam men van de regering het nodige "octrooi" (machtiging om belasting te heffen). Onmiddellijk werden de werken begonnen en in 1763 kon de steenweg in gebruik genomen worden. De tol, die geheven werd, bedroeg 6 oorden voor een koets of wagen met twee paarden; een stuiver voor een kar of rijtuig met één paard, ½ stuiver voor een los paard, een oord voor een koe of os en ½ voor een kalf, zwijn of schaap.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
20
Hoogboom - Kapellen
In 1764 werd het baanvak Kaarderheidenmolen - Kapellen geplaveid en in 1838 pas werd het gedeelte Kapellen - Nederlandse grens aangelegd en ook de weg naar Essen, lopend doorheen de Galgestraat en de gemeente Kalmthout. Bij het afschaffen der barreelrechten in 1860 kwam het tot een geschil tussen Ekeren, Kapellen en Hoevenen. De moedergemeente Ekeren eiste, dat de zelfstandig geworden gemeenten Kapellen en Hoevenen hun deel zouden betalen in den afkoop der schuld, die het baanvak Kleinen Barreel Kapellen bezwaarden. Na lange discussies kwam men overeen de schuld te berekenen per hoofd en naar dien maatstaf zouden de afgescheiden gemeenten het hunne bijdragen.
Beeld H. Hart op Putsche steenweg
Starrenhof op Putsche steenweg
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
21
Hoogboom - Kapellen
Spoorweg Parijs - Amsterdam Op 5 Mei 1835 werd de eerste spoorweg op het vasteland, Brussel - Mechelen, ingehuldigd door Z M. Leopold I. De lijn Mechelen - Antwerpen werd reeds het jaar nadien in gebruik gesteld. Dat waren reeds de eerste etappen van de internationale lijn Parijs - Amsterdam. Met een snelheid van ongeveer 30 km per uur haalde men alle records neer. Het stuk dat eerst zou bijgemaakt worden om de bestaande lijn te verlengen was Antwerpen – Rotterdam, met de bedoeling de belangrijke havensteden te verbinden. De "Grand Central" een naamloze vennootschap kwam tot stand en in 1853 werd het plan ontworpen. Het uitgraven der bedding en het leggen der spoorstaven begonnen nog datzelfde jaar en reeds in de zomer van 1854 werd het vak Antwerpen - Rozendaal over Kapellen, in gebruik genomen. De inhuldiging gebeurde op 26 Juni. Een erekonvooi met minister van Hoorebeke en andere vooraanstaande personaliteiten, vertrok uit Antwerpen naar Nederland om het nieuwe spoor in te wijden. De fanfare van Merksem en een Hollandse harmonie zorgden er voor dat de goede stemming bleef heersen bij de personaliteiten. Ons eerste station was een zeer klein en in hout opgetrokken gebouw, 't was ook maar voorlopig, want reeds in 1854 richtte men het huidige gebouw op. Tot enige jaren vóór den wereldoorlog 1914 - 1918 bezat ons grondgebied maar één halte. Met de uitbreiding echter van het aantal woongelegenheden te Kapellenbosch, kwam er daar ook een treinhalte tot stand. In het begin stopten maar enkele treinen te Kapellen, nu bijna al de locaaltreinen. De spoorweg Antwerpen - Rotterdam is een van de belangrijkste internationale lijnen geworden. Dagelijks kwamen in 1939 ongeveer 114 treinen door de gemeente en 400 ton koopwaren werden dagelijks te Kapellen gelost. Wekelijks vertrokken van Kapellen uit in het seizoen 5 wagons vliegduiven naar Frankrijk voor de prijskampen en ook de paarden voor het polospel werden er bijna alle gelost en geladen. Ook kwamen wekelijks verschillende wagons ontploffingsstoffen aan, bestemd voor het buitenland. Deze goederen werden dan door het leger naar Lilloo gevoerd en er ingescheept. Bij het uitbreken van den wereldoorlog 1914 - 1918 legde de legeroverheid een ringspoorweg aan. Deze verbond de forten om Antwerpen. Gepantserde treinen, met mitrailleusen en snelvuurkanonnen bewapend, zouden hier patrouilleren en op de meeste bedreigde punten hulp bieden. Kapellen was het aanknopingspunt met de lijn Antwerpen - Rotterdam. Kort na den wapenstilstand werd deze lijn echter terug opgebroken en alleen het gedeelte Kapellen - Polygoon over Hoogboom, bleef behouden en wordt nog gebruikt voor het vervoer van soldaten, levensmiddelen, wapens, enz naar de kazerne's van Polygoon en Hoogboom. Door het aanleggen van den spoorweg Antwerpen - Rotterdam breidde ook het woningcentrum van het dorp zich uit naar het Zuid - Oosten (naar den spoorweg toe) want de lijn loopt zowat 500 m naast de oorspronkelijke dorpskom. Nieuwe straten kwamen tot stand parallel met of naast den spoorweg en er ontstond een dichte bevolking. Het station schaarde rond zich herbergen, hotels, winkels met rokersartikelen, fruithandels, enz., in een paar woorden: de verbinding van station en dorpscentrum, de Statiestraat, wordt gevormd door een dubbele rij handelshuizen. De kolenhandel Gijsen, de aannemers A. Kolen en A. Verschuren en de ons van ouds bekende zaak Jan Ketelaers voor begrafenisondernemingen, huwelijken, taxivervoer, vonden ook de ligging langsheen den spoorweg gunstig en vestigden er zich. Zo verschoof stilaan het centrum van het dorp naar 't Zuid - Oosten, alhoewel slechts over een afstand van 3 à 400 meter, t.t.z. van de oude kerk naar het huidige dorpsplein met het gemeentehuis en op den achtergrond de Statiestraat.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
22
Hoogboom - Kapellen
Andere verkeerswegen Als we een plattegrond van Kapellen bekijken, zien we de straten zich stervormig verspreiden vanuit de kern, het dorpsplein. Dit plein vóór het gemeentehuis is eigenlijk gevormd door een verbreding van den weg Antwerpen - Bergen-op-Zoom, die van Antwerpen komend respectievelijk de benaming draagt van Antwerpsche steenweg, Kapelsche straat en Dorpstraat. Grote verkeersweg, goed geplaveid, weerszijden afgeboord met geplaveide voetpaden, vormt deze straat het voornaamste gedeelte van het dorp, met de vele winkels en handelshuizen.
De Statiestraat, waarover we 't hoger reeds hadden verkeert in erbarmlijken toestand: de ene straatkei steekt 2 à 3 cm boven den andere en het voortdurend opbreken der straat voor herstellingswerken aan gas en waterleiding, verslechten den toestand nog. De Hoevenschebaan, zoals de naam het zegt, de verbinding met het naburig dorp Hoevenen, is al even slecht wat de straatbedekking betreft. Langs deze straat ligt de lijn 72 van den buurtspoorweg, die de Nederlandse grens (Putte) verbindt met Antwerpen over Kapellen, Hoevenen, Ekeren en Luchtbal. De Hoevenschebaan loopt Zuid - West en vertakt zich reeds een 100 meter voorbij het gemeentehuis in twee. De vertakking links heet Essenhout, in de volksmond "de nieuwe wijk". Een uitsluitende arbeidsbevolking woont hier, vooral diamantbewerkers, metselaars en dokwerkers en allen zijn duivenliefhebbers. 's Zondags hangt de lucht er vol van en op de straat staan de mannen ongeduldig in de lucht te turen naar ’t Zuiden "of die van hun nog niet zijn aangekomen". De laatste jaren vóór den oorlog zijn hier veel arbeiderswoningen gebouwd en het krijgt er dan ook inderdaad het uitzicht van een nieuwe wijk.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
23
Hoogboom - Kapellen
Hoevense Baan Essenhout
Statiestraat
.
Dorpstraat
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
24
Hoogboom - Kapellen
Ook de Heidestraat loopt weg van het dorpsplein. Hier ligt langs beide kanten van de geplaveide straat, een aarden strook waar de marktlui hun kramen opstellen. Hier gaat de wekelijkse markt door iederen Donderdag, waar de bevolking van Putte, Hoevenen, Hoogboom, Zilverenhoek, zelfs Heide, Kalmthout en tot Esschen toe, haar inkopen komt doen. Die markt neemt dan ook flinke afmetingen aan en beslaat de beide straatzijden over een lengte van +/-500 meter. De andere dagen der week is het er echter stil want de huizenrij houdt reeds op na een 200 meter, verder hier en daar nog een villa, een kasteel en de Heidestraat loopt de heide in, naar het kerkhof temidden een verlaten vlakte heide, dennenboompjes en bremstruiken. Daar zijn tevens de gemeentelijke stortplaatsen van de reinigheidsdiensten.
Beeld der Gesneuvelden aan ingang Heidestraat
De overige straten, die verbindingen daar stellen tussen de stervormig wegschietende straten, zijn van minder belang. Algemeen kenmerk is dat de nieuwe straten zeer degelijk geplaveid zijn, zoals Lindestraat, Koerspleindreef, Beenhouwersdreef, Nieuwstraat, maar die van ouderen datum zijn slecht en zouden hoogstnodig hersteld moeten worden.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
25
Hoogboom - Kapellen
Koning Albertlei
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
26
Hoogboom - Kapellen
GEHUCHTEN Ertbrandt Het gehucht Ertbrandt is het noordelijke deel van onze gemeente, dat de grens met Nederland vormt. 't Wordt in den volksmond heden meer genoemd als Putte of, om onderscheid te maken, als Belgisch - Putte. Het ontstaan van de nederzetting hier dateert ook van omstreeks het midden van de 13de eeuw, en toen Kapellen en Hoevenen zelfstandige parochiën werden, werd het verdeeld tussen beiden. Het grootste gedeelte viel echter onder Kapellen. De gelovigen gingen meestal te Putte (het hedendaagse Nederlandse dorp) naar de kerk, want van de parochiekerk waren ze ongeveer een uur tot 1.1/2 uur verwijderd. Nochtans voor doopplechtigheden, huwelijken, begrafenissen, moesten ze naar Kapellen omdat de gebeurtenissen in het kerkregister van de parochie moesten ingeschreven worden. Dan zal het wel geen verwondering wekken dat Ertbrandt een zelfstandige parochie zou worden in die omstandigheden. Reeds vóór de Nederlandse beroerten der 16de eeuw bestond er een kleine kapel, toegewijd aan de H.Elisabeth. Deze was gelegen aan de uiterste grens van het gehucht, thans Nederlands grondgebied (de huidige landgrens bestond toen immers niet). Deze kapel was de oorsprong van de parochie Ertbrandt. De opstand van de Nederlanden tegen Spanje verwoestte echter dit gebedshuisje. Maar weldra werd een nieuwe kapel gesticht op een andere plaats. Van 1600 tot 1612 bediende de pastoor van Kapellen ook de parochie Putte. Maar in 1612 bekwam Putte zelf de aanstelling van een priester aldaar. Deze krijgt dan de inkomsten, die vroeger genoten werden door den pastoor van Kapellen. Het protest van 20 December 1612, uitgaande van den bisschop van Antwerpen, bleef zonder gevolg. Eerst in 1630 kreeg Putte een vasten pastoor.
Luchtphoto van Ertbrandt
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
27
Hoogboom - Kapellen
In 1769 werd de kapel vergroot en de huidige pastorij gebouwd. Maar in 1797 werd de kerk gesloten door de Franse Revolutie en herschapen in een paardenstal en legermagazijn. De pastorij werd gebruikt als rijkswachtkazerne. In 1798 werd het bezit der kerk verkocht. Pastoor Wyten vluchtte de grens over en in Putte kreeg hij van de goede bevolking een schuur waarin zou mis gelezen worden. In 1803 met het concordaat, hernam pastoor Wyten terug zijn bediening in Ertbrandt. De nieuwe indeling in bisdommen bracht moeilijkheden, immers, wat ging er nu gebeuren met de kerk van Putte? De kerk, pastorij en pastoor bevonden zich in België en in het bisdom Mechelen; de parochianen daarentegen woonden op Nederlands grondgebied, binnen de grenzen van het apostolisch vicariaat van Breda. Een pennetwist tussen Prins Méain, aartsbisschop van Mechelen en J. Van Hooydonck, bisschop van Dardanië en apostolisch vicaris van Breda, was onvermijdelijk en leidde dan tot een overeenkomst.
Kerk van Ertbrandt
Kerk van Ertbrandt (binnenzicht)
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
28
Hoogboom - Kapellen
Voormalige Rijkswachtkazerne (gesloopt in 1914)
De windmolen van Ertbrandt (gesloopte in 1914)
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
29
Hoogboom - Kapellen
Maar na de Belgische omwenteling in 1836 ontstonden er weer moeilijkheden. Zonder kennisgeving aan den aartsbisschop, had de deken van Bergen-op-Zoom de vergrote kerk ingezegend in opdracht van den vicaris van Breda. Op 22 Juni verklaarde kardinaal Sterckx van Mechelen dat de kerk van Putte de zijne was en hij besloten had ze tot parochiekerk te verheffen. Weliswaar volgde er protest maar in 1842 erkende de regering de parochie als dusdanig. Alles verliep verder rustig tot in 1859 pastoor Bakkers stierf. De bisschop van Breda benoemde in Ertbrandt Adriaan Kreynen tot pastoor en op 30 December werd door den aartsbisschop van Mechelen de toenmalige onderpastoor Joosen tot pastoor benoemd. Samen hadden zij één kerk, één pastorij en beide kerkvoogden wilden dat hun pastoor op de pastorij woonde. Die strijd duurde 9 jaar. Dan kwam men tot het volgende akkoord: kerk en pastorij zouden aan België behoren tegen het betalen van een vergoeding van 28.000 fr. De Kapel te Ertbrandt
In 1894 brandde de kerk af en een nieuwe werd meer te midden der aangroeiende parochie gebouwd. In 1900 werd ze ingewijd en onder bescherming gesteld van den H.-Dyonisius; zijn patroonfeest valt op 9 October. Dezen dag of de Zondag die er op volgt, is het kermis. De parochianen van Nederlands - Putte, die ook een kerk hadden gebouwd op Nederlands gebied, stelden die eveneens onder bescherming van den H.-Dyonisius. Zo wordt het duidelijk waarom de kermissen van Belgisch en Nederlands - Putte samenvallen en dien dag zijn er geen landsgrenzen, die de kermisvierders beletten ongehinderd in Nederlands - Putte een Bols of Schiedam te gaan drinken. De mattenvlechters van Ertbrandt. (Uitgestorven bedrijf)
Is Ertbrandt niet zo oud als Kapellen zelf, toch geeft het een veel ouderen aanblik, zelfs de bouw is geheel verschillend met het dorp Kapellen; Ertbrandt is in feite uitsluitend gelegen langs den groten verkeersweg naar Bergen-opZoom. Verder in het veld lopen smalle, aarden veldwegen naar alleenstaande boerderijen. De werkmanswoningen langs de straat zijn meestal kleine, oude huizen zonder verdiepingen. Links van de straat is het gebied vruchtbaarder dan rechts (zie hoger "oorsprong"). Daar gaat een prachtige macadamweg naar Stabroek en hier langs staan de boerderijen van de rijke polderboeren met hun vijf, zes tot tien paarden, hun 20, 30 of 40 koeien en hun geweldige landerijen. Langs deze macadam ligt ook het fort van Ertbrandt, dat in den vorigen oorlog in de lucht vloog.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
30
Hoogboom - Kapellen
Hoogboom Het ontstaan van Hoogboom is niet met zekerheid te verklaren, maar toch zal het wel zijn zoals zoveel andere nederzettingen, om een kasteel, namelijk om dat van den heer Bunge. Wanneer het oorspronkelijk kasteel gebouwd werd, is niet met zekerheid bekend maar uit oude bronnen blijkt dat Hoogboom reeds in de 14de eeuw een vierschare (rechtbank) bezat. Dan hebben we ineens een overgang naar 1870 om een datum te hebben. Voor deze periode hoorde het kasteel toe aan Van den Berghe, die het dit jaar verkocht aan baron Osy de Zegwaert, van Merksem. Deze kocht in Hoogboom alle gronden die vrij kwamen. Hij was lang gouverneur geweest van de provincie Antwerpen en heette vroeger Osy de Wichem, naar zijn bezittingen te Wichem in Nederland, o.a. een zeer merkwaardig kasteel van een vroegere prins van Oranje, met 1 hoofdtoren, 12 kleine torens, 52 kamers en 365 ramen. Toen baron Osy de Zegwaert het kasteel te Hoogboom kocht, liet hij het slopen en opnieuw bouwen niet ver van de oude plaats. Het kasteel bestaat nu nog en draagt den naam "Oude Gracht". De domeinen er omheen zijn nog 500 ha. groot. Osy was de weldoener van Hoogboom, zorgde dat er hier katholiek onderwijs gegeven werd; liet een kerk bouwen, verschafte werk aan een groot gedeelte der bevolking door het laten graven van vijvers en grachten op zijn domeinen, zodat Hoogboom stilaan een eenheid ging worden en zijn uitbreiding ging nemen rond de enkele oude huisjes, die er stonden. Alhoewel Hoogboom heden geworden is tot een prachtige villastreek als buitenverblijf van rijke lui, vertoont het centrum tussen de kerk en de kazerne der genietroepen, een arm uitzicht. Ten hoogste 3 winkels, één kolenhandel, één uitgebreide glashandel der gebroeders Nuyens, één aannemer van bouwwerken A. Van Tichelen, de bloemkwekerij Alpina en enkele herbergen vormen de hele neringdoening. De overgrote meerderheid der arbeiders werkt in Antwerpen, Kapellen of Brasschaat. We kunnen echter niet van Hoogboom spreken zonder het polospel te vernoemen. De aanwezigheid van een menigte kasteelheren leidde tot het ontstaan van deze merkwaardige sport. In 1920 werd de eerste vereniging gesticht door enkele rijke lui, die zou leiden tot de vóóroorlogse prachtige Royal Antwerp Poloclub. Het terrein werd aangelegd op de gronden van Bunge aan de kerk en is zowat 1 km lang bij 700 m. breed. Het eigenlijke speelveld daarin is 600 x 400 m. Paardenstallen, tribunes en een hotel voor buitenlandse spelers vormen den achtergrond. In den zomer hadden hier de grote internationale wedstrijden plaats, waarin de Royal Antwerp een prachtig figuur maakte tegen Frankrijk, Luxemburg en Engeland, wat te danken was aan het veelvuldig samenspel met de Argentijnse ploegen, die te Hoogboom hun zomerseizoen kwamen doorbrengen en die de grootmeesters zijn van het polospel. Trouwens de volbloed renpaarden, die de hoogte van 1,52 m. aan de hals niet mogen overschrijden voor het polospel, komen alle van Argentinië en 't minste van die paarden vertegenwoordigde vóór den oorlog een kapitaal van 90.000 fr. Als men dan bedenkt dat een polospeler steeds 5, 6 of 7 zulke paarden bij zich heeft voor een partij van 1 uur, hijzelf met een prachtige auto op het terrein aankomt en zijn jockey's begint te bevelen om zijn paard te zadelen, dan beseft men al vlug genoeg dat het polospel een sport is, uitsluitend voor rijke lui. Het spel was echter hier zo ingeburgerd dat het kind van 7 à 8 jaar dat ge op straat ontmoette, U al de spelregels vlug kon uiteenzetten, wist wat "couperen" was, hoelang elke "shokker" mocht duren, welke de beste ploegen in de buurlanden waren en U verzekerde dat, indien Brussel, Frankrijk of Luxemburg kwamen spelen, ge reeds bij voorbaat victorie mocht kraaien voor de Royal Antwerp. Het zou er misschien stil bijgevoegd hebben dat het toch wel wat schrik had van de "cowboys" met hun lange laarzen, pistolen en grote sombrero's maar dat het die toch het liefst zag spelen. (Argentijnen waren steeds in volledige cowboydracht op ronde in het dorp en boezemden werkelijk de kinderen schrik in).
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
31
Hoogboom - Kapellen
Hoogboom – De kerk, in Gothischen stijl, staat verscholen tussen de bomen. Dat verraadt wel iets van het ontstaan: ’t is een gift van baron Osy de Zegwaert en staat op zijn eigendom.
Hoogboom – Den hollen weg, ter hoogte van de kerk. Bemerk het woeste uitzicht der streek, buntgras, heide, berken en dennen kenmerken goe de Kempen.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
32
Hoogboom - Kapellen
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
33
Hoogboom - Kapellen
Hoogboom – kruispunt van Poeldreef en Hollen weg. Ongeplaveide wegen, op den achtergrond dennenbossen: Kempisch uitzicht.
Hoogboom – Veel prachtige verblijven van rijkelui staan langs den Hoogboomsen steenweg. Hier de villa “Dennendal”, van de vrederechter van Ekeren.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
34
Hoogboom - Kapellen
Hoogboom – De Poloplein van “Royal Antwerp Poloclub”. Op den achtergrond het hotel (rechts) en paardenstallen (links). Tijdens de bezetting gebruikt als vliegveld: bemerk op den voorgrond rechts het begin der betonnen startbaan.
Hoogboom – “Den hollen weg”. Bemerk hoe magere akkers op de barre natuur ontgonnen werden. Dennen en bremstruiken zomen het bouwland af.
Hoogboom – Typische “langgevel boerderij” voor de Kempen. Dateert van 1656
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
35
Hoogboom - Kapellen
Kunstschatten Kapellen bezit weinig dat bewaard gebleven is uit het verleden, maar toch zijn enkele zaken waard vernoemd te worden. Bij de ingang van het "Blauw hof" hebben we de aloude "Steenkamer" die we als monument van burgerlijke bouwkunst mogen bestempelen. Thans is het eigendom van den heer Herkens. De gezusters Senoutzen schonken dit speelhuis in 1713 aan de kerk van St.-Jacob te Kapellen. Pastorij van het centrum
Ook de pastorij is als monument gerangschikt en dagtekent van 1775. Oorspronkelijk hadden de ramen op de verdieping houten luiken en ruitjes in lood gevat. De ijzeren afsluiting werd in 1882 aangebracht. De plattegrond van de pastorij geeft duidelijk te kennen dat zij als klooster bedoeld was. Een brede gang, getrokken op de breedte as, geeft toegang tot vele kamertjes, cellen, elk met één of twee ramen die uitzien op de straat of den tuinmuur. Een prachtige gebeeldhouwde eiken trap en een wondermooi O.-L.-Vrouwenbeeldje treffen eerst het oog van den bezoeker. In de voormalige spreekkamer van den abt prijkt op den schoorsteenmantel een oude schilderij, voorstellende St.-Bernardus naast een ploegenden boer. Gemeentehuis
Oude meesterwoningen zijn niet bewaard gebleven, slechts het landhuis van Weled. Heer Geelhand is al wat ons uit dit oogpunt nog overblijft van het verleden. De heer Cornelis sloopte het oude brouwershuis en met de neerhaling van de oude huidevetterij, door notaris Barreel, verdween nog een ander merkwaardig gebouw.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
36
Hoogboom - Kapellen
De kerk is geen monument te noemen maar de bemeubeling wordt door velen benijd. De gebeeldhouwde beschotten, de biechtstoelen, de communiebank, de predikstoel en de troon van O.-L.Vrouw zijn van de hand van de Antwerpse snijders Kerrickx, vader en zoon, en werden in het begin der 18de eeuw aangekocht. Het altaar, toegewijd aan St.-Sebastiaan, patroon der Koninklijke St.Sebastiaansgilde, is versierd met een prachtig beeld van deze martelaar. Op het altaar van het H.Hart prijkt een wit marmeren beeld van O.-L.-Vrouw in zittende houding, dat een werk schijnt te zijn van Artus Zuellinus. Terloops moeten we ook de zilveren remonstrans van de jaren 1725, een prachtige kelk, een mooi houten beeld van St.-Bernardus en het koperen altaar van 1884 vernoemen. Van jongeren datum, maar daarom niet minder waardevol is het gedenkteken, opgericht ter ere van de gesneuvelden en burgerlijke slachtoffers van 1914 - 1918.’t Is een werk van beeldhouwer Blickx uit Mechelen. Een oud moedertje, gehuld in de typische klederdracht onzer streken vroeger, met kapmantel en trekmuts, treurt over hen die vielen voor de vrijheid van hun vaderland. 't Is een der 10 beste monumenten uit deze reeks van heel 't land.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
37
Hoogboom - Kapellen
De dorpsschool Van zohaast Kapellen een kerk had, werd er onderwijs gegeven, maar dat bleef in de jaren 1275 slechts bij godsdienst en kerkgang. Vandaar dat koster en schoolmeester één bediening uitmaakten. De eigenlijke schoolmeester kwam pas later. In 1613 werd er, volgens een oorkonde, een nieuwe school gebouwd en een kostershuis opgetimmerd, beide op het kerkhof. Het aantal leerlingen bedroeg 30 en in 1623 werd een zekere Andreas Wilborts door de gemeente als onderwijzer aangesteld. Een zijner opvolgers werd dan reeds door de gemeente betaald; hij ontving 40 gulden buiten het schoolgeld der kinderen. In 1834 werd het aantal leerlingen te groot en een tweede onderwijzer werd benoemd: meester Bastiaens trok per leerling 0,46 fr per maand voor de "Vlaamse school" en 1 fr per maand voor de "Franse school". De armen waren echter vrijgesteld van schoolgeld. Het schoolgebouw moet erg gehavend geweest zijn want in 1835 werd een volksreferendum gehouden over het al dan niet oprichten van een nieuwe school met kostschool. De mening zal echter negatief geweest zijn, want de oude school werd hersteld. Meester Bastiaens had grote moeilijkheden met de gemeente en diende zijn ontslag reeds in na een half jaar arbeid. Toen schreef de gemeente een wedstrijd uit om een onderwijzer aan te werven. Er waren 17 kandidaten en Henricus Vercammen werd als bekwaamste aangeworven. Hij was oud-leerling van de normaalschool te Lier en was de eerste gediplomeerde onderwijzer te Kapellen. Geleidelijk steeg het aantal leerkrachten die voortaan allen in het bezit moesten zijn van een staatsdiploma. In 1880 werd op de Hoevensebaan de huidige jongensschool gebouwd, een monument voor dien tijd, dat zijn weerga niet vond uren in de omtrek. In 1854 werd de eerste afzonderlijke meisjesschool opgericht in de Gasstraat en reeds kort daarna kwam de gemeentelijke meisjesschool op de Antwerpsen steenweg tot stand. In 1933 werd de gemeentelijke jongensschool en in 1939 de meisjesschool herbouwd en ingericht volgens de meest moderne eisen van gezondheidsleer en onderwijskunde. Gemeenteschool voor Jongens (centrum)
Gemeenteschool voor Jongens (centrum)
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
38
Hoogboom - Kapellen
Onze gemeente heeft grotendeels haar vlugge uitbreiding te danken aan de opkomst van Antwerpen en zo vonden vele arbeiders hun bestaan in de bouwnijverheid. Gedurende de jaren 1892 -1894 werden in de jongensschool onder leiding van de heer L. Lucas Zondagsleergangen in het tekenen gegeven, zodat de leergierige arbeiders niet meer naar Oorderen of Antwerpen hoefden te gaan om zich te bekwamen in hun vak. In 't begin van 1916 werden ten bate van de werklozen tekenleergangen ingericht, bestuurd door de heer Maes. Uit deze tijdelijk bedoelde leergangen groeide de vrije vaktekenschool "St.-Lucas". Het aantal leerlingen groeide van jaar tot jaar en thans zijn zeven leerkrachten hieraan verbonden. In 't begin van October 1946 werd op het Irishof in de Kapelse straat een atheneum geopend,dat op 't ogenblik ook reeds 80 leerlingen heeft. Zo verkreeg onze dorpsjeugd van de 6-jarigen tot de gevorderde arbeiders toe, een flink opvoedingsstelsel. Daarbij zorgen vele maatschappijen voor ontspanning en paren tevens het nuttige aan het aangename. Vernoemen we hier dan terloops even de drie aangenomen boekerijen, de vier muziekkorpsen, elk met hun toneelkring, de "Vlaamse Toeristenbond" het Rode Kruis met zijn leergangen, de turnkring, de worstelclub onder leiding van oud Europees kampioen in GrieksRomeinse stijl, Jaak Van Den Bleeken, de voetbalploeg, die in eerste afdeling speelt, met haar toneelkring, enz. Voorgevel van de Gemeenteschool voor Meisjes (centrum)
Kapellen – Meisjesschool op den Antwerpsen stw. Prachtige, ruime en zeer goed verlichte klaslokalen
Achtergevel van de Gemeenteschool voor Meisjes (centrum)
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
39
Hoogboom - Kapellen
Toponymie Onze gemeente is ook arm aan kenschetsende benamingen, een bewijs dat haar gebied relatief laat bewoond werd in vergelijking met de randgemeenten. Benamingen als Franse Heide, Koude Heide, Rusland duiden alle op onvruchtbare barre streken. Esschenhout en Willaert zijn beboste plaatsen. De oudst bebouwde gronden liggen links van de weg naar Bergen-op-Zoom. Dat leren ons de straatnamen daar als Bieweg, Kerkenakker, Klaverstraat. Tevens geven die namen een beeld van wat er verbouwd of geteeld werd. De Gijnshoek duidt aan dat de gronden reeds vroeg in erfpacht ter verbouwing werden gegeven. De Heidestraat loopt de heide in, de Oude Baan duidt op de verlegging van den verkeersweg Antwerpen - Bergen-op-Zoom. De Bergstraat zegt ons iets omtrent het reliĂŤf aldaar. De Leempad zegt ons dat daar vroeger leem opgegraven werd en de Pestweg herinnert ons aan de pestperiode die het dorp teisterde. De Broekstraat leert dat er veel moerassen en lage gedeelten waren. De Galgenstraat wijst op het bestaan van een hogere rechtbank binnen onze gemeente, wat trouwens ook historisch gekend is. De Waterstraat, thans nog drassig, leidde naar het water, d.i. het overstroomde gebied. Meer is er niet te vinden in onze Kapelse plaatsnamen. Jongeheer Van Loock, die te Leuven studeerde, heeft een werkje over toponymie geschreven als thesis, doch het werd niet uitgegeven. De schrijver werd naar Duitsland gevoerd en keerde niet terug, terwijl het manuscript zoek schijnt geraakt te zijn. Een dubbel betreurenswaardig feit, helaas.
Aardrijkskundig beeld Kapellen vormt een overgang tussen polder en Kempen en behoort voor het grootste gedeelte tot het laatste (tot de reeds verbeterde Kempen om de Antwerpse agglomeratie). We hebben in 't begin gezegd dat de weg Antwerpen - Bergen-op-Zoom de grens uitmaakte tussen het eertijds overstroomde gebied en het hoger gelegen deel. Welnu, bijna evenwijdig daarmee lopen ten Oosten van dezen weg de hoogtelijnen van 10 en 20 meter en daartussen ligt bijna heel de gemeente bevat. Het beeld, hierdoor ontstaan, is bijzonder treffend: links van den weg naar Putte zien we de velden met flinke uitgestrektheid als voorboden van de nabije polders. Zelfs zijn er in de Parijse- en Franse weg zeer vruchtbare bastaardgronden en naar de rood-bruine kleur kreeg de streek de benaming van "'t Rood". Rechts van den weg beginnen achter een strook bouwland de bossen, meestal dennen, kenmerkend voor de Kempen. Gaan we naar de Oostelijke gedeelten van Kapellen, dan treffen we daar al heidevlakten en venen aan, voorboden van de Kalmthoutse heide en duinenstreek. Dit schema kunnen we nu even verder uitwerken en we kunnen een vergelijking maken tussen de Westelijke en Oostelijke gebieden ten overstaan van de Kapelse straat. A. Westelijk deel Het is bij uitstek het landbouwgebied. Alhoewel nog geen volle polder, worden er toch reeds de gewassen van de polderstreek geteeld: tarwe, haver, zeer goede aardappelen en reeds wat suikerbiet. "'t Rood" is bekend om zijn fijne aardappelen. Te lande zijn de meeste bewoners boeren en tegen den steenweg wonen neringdoenden en arbeiders. Alhoewel dit Westelijk gebied zeer klein is, woont hier het grootste gedeelte van de hele bevolking, zodat al weldra duidelijk wordt dat ook hier de huizen dicht bij elkaar staan.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
40
Hoogboom - Kapellen
B. Oostelijk deel Wat de dorpskom betreft, staan ook hier de huizen in lange slierten langs de straat gerijd, maar verder naar het Oosten verandert het uitzicht. De huizen liggen schaars verspreid tussen dennenbos of in de heide. De wegen worden slechter, zijn niet meer geplaveid of zelfs helemaal niet meer met kiezel bestrooid. 't Wordt hier volle Kempen. Een zeer klein boerderijtje staat aan den rand van een bos en hier en daar liggen kleine plekjes akker, die met veel geduld op de woeste natuur gewonnen werden en die door overvloedige bemesting wat schrale gewassen opleveren: rogge, aardappelen, haver, erwten, bonen. De haver groeit er slechts 50 cm hoog, maar rogge bereikt 1,5 m. en meer, 't is dan ook bij uitstek het gewas voor zandige gronden, die enkele uren na een onweder terug opgedroogd zijn. Hier zien we ook nog den schaapherder met een kudde van 30 Ă 40 schapen door de heide trekken, waar de dieren de harde buntstengels afgrazen. Nering is er weinig, enkel langs den Kalmthoutsen Steenweg een weinig. De bevolking werkt veel te Antwerpen of op de herendomeinen in bos of tuin. De streek is van natuur uit arm, maar mooi en daarom wordt ze ook gezocht voor buitenverblijven door rijke lui. Zo zag Kapellenbosch enkele prachtige lanen met villa's en weelderige tuinen ontstaan rond het uitgestrekte golfterrein. Dat laatste bracht tevens een paar hotels mede langs den Kalmthoutsen steenweg.
Kapellen - Hoogteligging
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
41
Hoogboom - Kapellen
XXX Hoe Kapellen zich nu onderscheidt van de naburige gemeenten, valt moeilijk uit te maken, daar het wat heeft van de poldergemeente in een gehucht en anderzijds ook het aspect vertoont van de Kempische gemeente Kalmthout. Ook sociaal vormt het geen strikte eenheid, want de bewoners van de uiterste hoeken voelen samen met de dichtbijgelegen vreemde gemeente. Ertbrandt voelt meer mee met Stabroek en zelfs heel veel met Nederlands Putte, zodat de taal er de Nederlandse-grens invloed ondergaat. Kapellenbosch gaat "winkelen" te Heide en zelfs te Kalmthoutdorp. Langs de andere zijde beschouwt Hoogboom zich als van natuur uit bij Kapellen en wel zo dat we het hier ook maar bij Kapellen behandeld hebben. Trouwens maakte het tijdens den oorlog deel uit van Kapellen, toen Ekeren bij groot-Antwerpen was. Bij de bevrijding kwam Hoogboom terug bij Ekeren, doch nu is er weer sprake van een definitieve inlijving bij Kapellen. Wij, inwoners van Hoogboom, spreken van "het dorp" en bedoelen Kapellen in de plaats van Ekeren; we zijn ook ruim 1 1/2 uur te voet van Ekeren dorp verwijderd en er is geen enkele verbindingsweg met het moederdorp, dien we "straat" mogen noemen.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
42
Hoogboom - Kapellen
Stofverwerking voor de IV graad De hierboven beschreven stof zal behandeld worden naar aanleiding van twee wandelingen (zie verder). Ons dorp is zeer arm aan getuigenresten uit het verleden, de geschiedenis is uitsluitend samengesteld op basis van documenten, die in ons archief ofwel in dit van de abdij van St.-Bernard te Bornem berusten. Toch heb ik getracht om zoveel mogelijk uit te gaan van aanschouwelijkheid, al zijn de waar te nemen zaken en feiten dan soms ook maar miniem. De stof, zoals die hierboven beschreven werd, is in een meer wetenschappelijken vorm gegoten. De behandeling in de klasse zelf zal daarom niet tekstueel zijn maar in vertelvorm geschieden en bij de voornaamste feiten blijven. Zo zal b.v. de veldslag van Ekeren in 1703 in verhaal ingekleed worden en met een schets (zie in 't werk) verlucht worden om de situatie begrijpelijk te maken.
Plan van Kapellen, opgemaakt door landmeter P. Smets – januari 1943 1ste Wandeling (zie kaart) Weg: Hoevensebaan - Parijse weg - Franse weg - Kapelse straat - Oude Putse baan - Ertbrandt (kerk) - Kapelse straat - Kalmthoutse steenweg - Spoorweg - Heidestraat - Dorpskerk. Wat waarnemen? - Loop der beken in den Parijsen weg: ze kruisen de weg van Oost naar West.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
43
Hoogboom - Kapellen
-
-
-
-
We zijn daar in “'t Rood" de grond is er bruin, kleiachtig (overgang naar Polders) vochtig en vruchtbaar: de goede aardappels van deze streek zijn in 't dorp zeer gezocht en gewaardeerd. De vochtigheid wijst op de lage ligging en de weiden en de winden duiden op de nabijheid van de Schelde. Het vlakke land met de weinige bomen en de verspreide hoeven duiden reeds op een Polderuitzicht. In de Oude Putse baan krijgen we hetzelfde landbouwlandschap. Hier zowel als in "'t Rood" wordt tarwe gezaaid, ook veel rogge nog, en goede aardappels geoogst. We merken dus op dat algemeen de streek ten Westen van den groten steenweg vruchtbaar is (Hoe dat komt zal later verklaard worden in de klasse). We volgen hier de oude bedding van den groten verkeersweg Antwerpen - Bergen-op-Zoom. Te Ertbrandt bezoeken we de kerk, daar is een hele geschiedenis aan vast. Dan trekken we naar 't Oosten. We komen nog voorbij de Westelijk gelegen straten: "Klaverstraat". "Bieweg" en "Waterstraat"; namen van belang voor het uitzicht van de streek! Ten Oosten, langs den Kalmthoutsen steenweg, verandert plots het uitzicht, 't is een treffend beeld dat we ons hier aanstonds tussen dennenbossen bevinden. Machtige eeuwenoude eiken en beuken pronken hier en daar met hun reusachtige bladerkoepels. Verder nog komen we aan de heide- en buntvlakten. De landbouw wordt schaars. Ja 't land wordt zelfs zo onvruchtbaar dat bebouwde gedeelten gebruikt worden tot denaanplanting omdat de oogsten zo weinig winstgevend zijn. De streek is echter mooi, vandaar vele villa's als buitenverblijf voor rijke lui. We lopen een eind langs den spoorweg, veel treinen snellen ons voorbij; er is druk verkeer, 't is ook een spoorweg van belang: Antwerpen (aansluiting van Amsterdam) - Parijs. Nu nog even de geliefde dorpskerk bezocht: ze biedt een oud uitzicht. Die kerk heeft een groten rol gespeeld in het ontstaan van ons dorp.
Wat behandelen in de klasse? De volgende hoofdstukken: - Ontstaan - Benaming - Onder den toren - Over tienden - Ertbrandt Als taak krijgen de leerlingen de opdracht te verzamelen al wat ze aan illustratie vinden: postkaartenphoto's- uitknipsels, enz. Ze leggen een farde (gemakkelijker om te klasseren dan een schrijfboek) aan waarin ze de nota's, die ze tijdens de wandeling gemaakt hebben, aangevuld door de lessen, onder opstelvorm verwerken onder leiding van lesgever. De beste opstellen worden in de klasse gehangen en illustratie zal aan het lokaal een stemming geven in den zin van het belangstellingspunt. 2de Wandeling (zie kaart) Na behandeling van het vorige volgt weer een wandeling. Weg: Statiestraat - Ijzerweglaan - Mutsaersdreef - langs het fort en het Poloplein - Hoogboom (kerk) – Dreef aan de kerk - Hollen Weg - Jagersdreef - Ijzerweglaan - Statiestraat. Wat waarnemen? - In de Mutsaersdreef zien we de spoorwegvertakking naar de kazernes van Hoogboom en Polygone (overblijfsel van den ringspoorweg van 1914 - 1918). - We zien het poloplein en wandelen er langs naar Hoogboom. (De leerlingen kunnen misschien nu eens schatten hoe groot dat terrein is. Welke vergissingen zullen ze maken, maar dan zullen ze weten wat een oppervlakte van 25 ha. wil zeggen, dat dat heel wat betekent). - Bezoek aan de kerk: in het koor zijn glasramen, die de patroons van de stichters der kerk voorstellen.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
44
Hoogboom - Kapellen
-
-
De ligging van de kerk geeft ook goed de oorzaak van haar stichting weer: ze ligt temidden de bomen, op het eigendom van het kasteel gebouwd. Bezoek aan het kasteel "Oude Gracht": oorsprong van Hoogboom. Dan gaan we naar de Hollen weg. Bemerk hier den schralen grond; kleine akkers zijn met moeite onttrokken aan den onvruchtbaren bodem. De gewassen zijn die van den zandgrond. Kleine boerderijen van typische Kempische bouworde: langgevelhoeven, liggen langs den weg of in de heide. De kleine akkers liggen omgeven van heide, buntvlakte of dennenbos. Jagersdreef: aristocratisch oord: kastelen en prachtige villa's. Ook de Hoogboomse beek loopt Oost-West.
Wat behandelen in de klasse? Worden behandeld: - Hoogboom - Spoorweg Amsterdam Parijs - Aardrijkskundig beeld van de gemeente De beide laatste hoofdstukken staan ook in verband met de vorige wandeling. De leerlingen zoeken documentatie op en de behandeling geschiedt als hoger gezegd. Nu worden ook groepen aan 't werk gezet: - EĂŠn groep moet in de zandige gedeelten de oudste boerderijen opzoeken en informeren naar de data van oprichting. Aan enkele bewoners zullen ze navraag doen naar gewassen die de boer verbouwt. - Een tweede groep wordt op dezelfde manier aan 't werk gesteld voor de meer vruchtbare gedeelten (Westelijke gebieden). - Een derde groep moet de verschillende overheersende boomsoorten opsporen en de plaatsen noteren waar ze meest groeien. Aan de hand van de verzamelde gegevens wordt het aardrijkskundig beeld geschetst. Ten slotte moeten nog behandeld worden: - Verkeersweg Antwerpen - Bergen-op-Zoom - Andere verkeerswegen - Franse Revolutie - Vreemde troepen in de gemeente - De dorpsschool - Kunstschatten - Toponymie -
Een groep krijgt opdracht te noteren welke de voornaamste straten van het dorp zijn, wat betreft verkeer en handel, en hoe ze geplaveid zijn Een andere groep moet kenschetsende straatnamen opzoeken, namen die ze niet goed begrijpen waarom die aan bepaalde straten gegeven werden.
Bij het werk van groep A heb ik het aanknopingspunt om te behandelen:"Verkeersweg Antwerpen Bergen-op-Zoom". "Andere verkeerswegen" en omdat de straten in de geschiedenis getuigen geweest zijn van oprukkend krijgsvolk worden ook de hoofdstukken: "Vreemde troepen in de gemeente" en "Franse Revolutie" behandeld. Het werk van groep B leidt tot "Toponymie". Ten slotte wordt op initiatief van lesgever ook behandeld: "Kunstschatten" en "Onze dorpsschool". De leerlingen zorgen weer voor documentatie en ten slotte wordt hun farde geklasseerd volgens de grote lijnen van deze stofindeling. Een tentoonstelling van het werk in de klasse besluit dit tamelijk uitgebreide belangstellingspunt.
HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
45
Hoogboom - Kapellen
Nawoord Mochten de leerlingen alzo leren wat hun dorp betekent of moet betekenen in hun leven. Mochten ze zien dat het verleden het heden bepaald heeft en dat in het heden de toekomst besloten ligt. Mochten ze begrijpen en aanvoelen dat het ook hun plicht is voor de welvaart van de gemeente te zorgen, ze lief te hebben en ze in alles te verdedigen, er zelfs hun leven voor te geven in dienst van het vaderland. Wordt dat bereikt, dan zal ook het sociale aspect van de opvoeding tot volle recht komen. Aan ons dan het initiatief en het ideaal om dat de verwezenlijken. Kapellen, 18 Maart 1947
Plan van Hoogboom - 2014 HOBONIA – Grenscorrectie - A.A.K.
46
Hoogboom - Kapellen