De Lievenskapel Emiel Brijssinck Inleiding In het verleden heeft de afbeelding van Maria samen met de afbeelding van haar Zoon een hele evolutie doorlopen. Zo zien wij in de 9de eeuw een zegepralende Christus, als een gekroonde majesteit en Maria als een koninklijke jonkvrouw,als een mooie edeldame voorgesteld worden. Het is de tijd van de Mater Gloriosa, Onze-Lieve-Vrouw in al haar glorie. In de middeleeuwen (11de/ 12de eeuw) deinst men er al niet meer voor terug om Christus voor te stellen met een bebloed en vaalbleek gelaat; terwijl Maria meer de zorgzame moeder wordt, de voorbeeldmoeder voor de hele wereld, afgebeeld met de rozenkrans rond het hoofd. Het is de tijd van de vele Marialegenden (o.a. de Beatrijslegende). Nog later - in de 15de eeuw - wordt Christus de man van smarten en Maria de Mater Dolorosa: O.-L.Vrouw onder het kruis, later O.-L.-Vrouw van de 7 Weeën. Deze voorstelling treffen we veel aan in het Antwerpse (o.a. Herentals, Herenthout, Mechelen). Ook de verering van allerhande heiligen tegen allerlei kwalen tiert er welig. Als je dan weet dat Kapellen ook zijn deel van pest, hongersnood en oorlogen heeft gekend, is het niet verwonderlijk dat O.-L.-Vrouw ook hier reeds vroeg werd vereerd. Dit blijkt uit verschillende kerkvisitatieverslagen, het bestaan van vele gilden en het ontstaan van vele broederschappen. In Kapellen kent men o.a. de gilde Sint-Sebastiaan, Sint-Kristoffel en Sint-Ambrosius. Een gildejaar begon steevast op 8 september (feest van Maria Geboorte). Een naam van een Kapelse pastoor, die we zeker opmerken, is E.H. Bausart. Later meer hierover.
De 7 Weeën of Smarten van O.-L.-Vrouw Het getal 7 is een magisch getal, een heilig getal; duikt overal op in volksliederen, sprookjes en legenden. Zo ook in de Beatrijslegende: een kloosterzuster - door toedoen van Maria tot inkeer gekomen begon terug als kosteres. De afbeelding van O.-L.-Vrouw als vrouw van smarten was in die tijd in. -
1ste statie Lijdensvoorspelling van Simeon. “Zie dit kind is bestemd tot val en opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt, opdat de gezindheid van vele harten openbaar moge worden en uw eigen ziel zal door een zwaard doorboord worden”. 2de statie De vlucht naar Egypte. 3de statie Het verloren kind Jezus. 4de statie Maria ontmoet haar lijdende zoon. 5de statie De kruisiging van Jezus. 6de statie Maria ontvangt het dode lichaam van Jezus op haar schoot. 7de statie Jezus wordt begraven.
O.-L.-Vrouw van La Salette In het jaar 1846 verschijnt O.-L.-Vrouw aan Maximin Giraud en Mélanie Calvat te La Salette in de Franse Alpen (Grenoble). Het is een tijd van industriële ontwikkeling en veel menselijke problemen, de vooravond van een revolutie. De godsdienstzin gaat achteruit. Het materialisme viert hoogtij!
HOBONIA – Geschiedenis
1
De Lievenskapel
Godslastering, kerkverzuim, hoogmoed, bandeloosheid vieren hoogtij. O.-L.-Vrouw vraagt bekering; ze draagt een gele schort, het hoofd omkranst met rozen (wit, rood en goud). Rond haar hals een gouden kruis met de Christus met uitgestrekte armen.
ONTSTAAN EN GROEI VAN ONZE LIEVENSKAPEL Alles moet begonnen zijn rond de jaren 1860 of 1870, toen boomkweker Frans Lievens - aan de overzijde van zijn woning ”villa Erica” Heidestraat Noord nr. 3 - enkele epicia’s had geplant op de strook grond tussen deze straat en de oude Heidestraat. De bomen wilden niet gedijen, behalve 1 exemplaar, dat buitengewoon groeide. Aan deze prachtige boom hing Frans Lievens een houten kapelletje met Mariabeeld. Voorbijgangers komen er verpozen, een kort gebed. Er kwam meer en meer toeloop van mensen. Men plaatste er zelfs een rustbank!
Joanna Bastiaensens (Jo De Ram) Trouwe bezoekster was de meid van dokter De Ram, die toen zijn praktijk aan de Antwerpse steenweg had. Er ontstond in die tijd een grote devotie voor O.-L.-Vrouw van La Salette, die nog niet zolang geleden was verschenen, nl. op 19 september 1846, 4 dagen na het feest van O.-L.-Vrouw van de 7 Smarten (erkend in 1851). Zeer begeesterd, wilde zij ijveren voor de bouw van een iets grotere, stenen kapel op deze bidplaats. Ook het beeldje voldeed niet meer, zij wilde het vervangen door een beeld van O.-L.-Vrouw van La Salette. Men probeerde geld in te zamelen, wat niet gemakkelijk was. Het beeld kwam er in 1877, het jaar dat E.H. Bausart pastoor werd in Kapellen. Jo ging bidden in de kathedraal en kreeg er een ingeving om een bepaalde dame aan te spreken om het beeld te schenken. Het lukte. Vol verwachting vroeg zij aan de Kapelse kasteeldame: “Mevrouw, bent U het die mij het beeld van O.-L.- Vrouw van La Salette zal schenken?”. De dame was ontroerd en aangedaan. Samen togen zij naar de Kammenstraat om het beeld te kopen. Het werd naar Kapellen gebracht en door E.H.Bausart gewijd.
Theresia De Breucker doet kapelletje bouwen… De overlevering leert ons dat eind 1879 door Theresia De Breucker een kapel is opgericht, waar vroeger het houten kapelletje aan de boom hing. Zijn de plannen van Joanna Bastiaensens dan niet doorgegaan? Men tast daar in het duister. Feit is dat Theresia De Breucker en Frans Lievens samen naar notaris Prudentius Kennis zijn geweest om er, ten voordele van de kerkfabriek, afstand te doen van het perceeltje grond én de kapel. De kapel was bij gedoging en eenvoudige toestemming van Lievens, door Theresia op zijn grond opgericht (akte notaris Kennis). Slechts de schenkers en twee getuigen waren er aanwezig. De kerkfabriek was niet aanwezig. Immers de voorwaarden, in de notariële akte vermeld, werden door gemeentebestuur en bestendige deputatie niet aanvaard. De opbrengsten van de offerblok waren te onzeker!. Pas in 1881, een jaar later, werd een nieuwe akte, ditmaal zonder voorwaarden, door alle partijen aanvaard (10 juli 1881). HOBONIA – Geschiedenis
2
De Lievenskapel
August Bausart en de eerste vergroting van de kapel Amper 2 jaar later deed zich de noodzaak voelen de kapel te vergroten (grote volkstoeloop). Er waren problemen voor E.H. Bausart: de betrekkingen tussen gemeentebestuur en parochie waren niet zo best. Er woedde een keiharde schoolstrijd. Geuzen en katholieken leefden met elkaar op voet van oorlog. Bausart bleef echter niet bij de pakken zitten. Wetende dat hij geen toelating zou krijgen, overtuigde hij mevr. Lievens om dhr. Marien, burgemeester en aannemer, te ontbieden om ter harer rekening de kapel te vergroten; wat ook geschiedde (archief kerk). Een jaar later volgde een restauratie, vermits het achterste deel wegzakte omdat het niet op vaste zavelgrond stond. De kostprijs hiervan bedroeg 158 fr.
Justien De Ridder: uitbreiding en ontstaan van de beeweg We schrijven oktober 1887; een zeer belangrijk jaar voor de korte geschiedenis van de Lievenskapel en wel vanuit een dubbel oogpunt. Er kwam een uitbreiding van de bidplaats door een gift van een perceel mastbos van 1032 vierkante meter. Ook de oppervlakte van de kapel werd vergroot tot 6 m x 3,8 m. De heer Eduard Geelhand gaf 660 fr. Ook was er nog een bijdrage van de kas van de kapel van 50 fr. De grond werd door de heer Lievens op aandringen van juffrouw Justien De Ridder aan de kerkfabriek geschonken om er een ”weg van de 7 Weeën“ op te richten. Deze maal werd de gift onmiddellijk aanvaard door de kerkfabriek. Justien stelde voor een omhaling te doen om de staties te kunnen oprichten. Bausart vond dit onvoldoende en begon ook met een inschrijving. De inschrijving bracht de ronde som op van 1125 fr., Justien De Ridders omhaling 181,5 fr. De kosten voor de bouw beliepen ongeveer 1000 fr., zodat er nog een ruim overschot overbleef voor het latere onderhoud van de kapel.
De broederschap van O.-L.-Vrouw van de 7 Weeën Deze werd in 1888 door pastoor Bausart ingesteld n.a.v. vergrotingswerken en de aanleg van een beeweg aan de kapel.Het lijdt niet de minste twijfel dat de bijdrage aan de Servieten daarmee verband houdt. De Servieten of de ”Ordo servorum Mariae” vormden een bedelorde, in 1233 in Florence opgericht door 7 adellijke jongelui. Hun zinnebeeld was Maria-aan-de-voet-van-het-kruis, later O.-L.-Vrouw van de 7 Weeën. “Servire Mariae regnare est!” was hun leuze. Meer dan 100 kloosters over Europa en Noord-Amerika werden opgericht. Bij de oprichting werden voor de prijs van 28 fr. 2 panelen aangebracht voor het altaar, voorstellende O.-L.-Vrouw van de zeven Weeën. Omstreeks 1900 telde deze broederschap 250 leden, die van de H. Rozenkrans een duizendtal leden.
De O.-L.-Vrouwebeelden van de kapel Het beeld van O.-L.-Vrouw van La Salette, door Jo De Ram geschonken, werd door pastoor Bausart vervangen door een ander, toen de kapel een 2de maal werd vergroot. Het blijkt dat naast de rekening voor de beeweg ook een rekening bestaat voor een O.-L.-Vrouwebeeld, nl. 40 fr. voor het HOBONIA – Geschiedenis
3
De Lievenskapel
vervaardigen en 14 fr. voor het schilderen. De beeltenis La Salette werd in een nis aan de achterzijde van de kapel aangebracht. Waarom? Naar het schijnt werd het eerste beeld door spelende kinderen stukgegooid. In 1914 is de kapel bijna volledig uitgebrand en dacht men dat het beeld verloren was gegaan. Het werd toen vervangen door een ander (O.-L.-Vrouw van altijddurende bijstand). Wanneer de St-Kristoffelgilde tijdens de kermisdagen meewerkte aan een heemkundige tentoonstelling met o.a. een stand over de Lievenskapel, ten bate van de restauratie ervan, werd het vroegere beeld op een veilige kerkzolder gevonden. Het meet 1,12 m en weegt ruim 30 kg. Na de tentoonstelling werd het ter herstelling naar het Technicum van de Londenstraat overgebracht.
De beewegstaties en het kruisbeeld Er is weinig over geweten, ze werden te Brussel aangekocht voor de prijs van 150 fr. De plaasteren beelden hadden weinig reliëf en dienden geschilderd te worden. Prijs 14,76 fr. Spijtig genoeg werden ze beetje bij beetje vernield of verdwenen er stukken van het tafereel, zodanig zelfs dat er aan restauratie niet meer moest gedacht worden. Gelukkig zijn ons nog de foto’s gebleven.
In 1889 heeft men tussen de kapelletjes van de beeweg nog 14 Amerikaanse eiken en 6 thuya’s aangeplant. Het houten kruisbeeld, dat voor de kapel was opgesteld, was in 1901 aan vervanging toe (dreigde uiteen te vallen). Het werd door de pastoor vervangen door een monumentaal kruisbeeld en tevens met toestemming van het bisdom ingezegend. Het werd opgericht ter ere van Christus Koning. In 1913 werd het dak van de kapel nog vervangen (zink werd door eterniet vervangen) en kreeg de kapel het uitzicht en de afmetingen van nu. Na de brand in 1914, veroorzaakt door een omgevallen kaars, werden nieuwe restauratie- en schilderwerken door aannemer Louis Maes en schilder Alfons Van Immerseel uitgevoerd. Kapel en beeweg bleven spijtig genoeg lijden onder vandalisme, vooral na de Tweede Wereldoorlog. HOBONIA – Geschiedenis
4
De Lievenskapel
Henri Simon: restauratie tijdens de derde Beeldenstorm Al bleek het in 1968 reeds boter aan de galg, toch kon Henri Simon het niet aanzien hoe het kapelletje, zijn oogappel, het moest ontgelden. Samen met Mon De Beuckelaer en Staf Anssoms van de heemkring stak hij de handen uit de mouwen. Brokstukken van de taferelen werden bijeengebracht, ineengepuzzeld, bijgewerkt en herschilderd. De staties werden van vensterglas voorzien, de banken en andere zitplaatsen (hout door baron Kronacker ter beschikking gesteld) vernieuwd. Heel het domeintje werd volledig opgekuist en onder de bescherming van het plubliek geplaatst. Het mocht opnieuw gezien zijn. Getuige hiervan: een krantenartikel in een plaatselijke krant. Het vandalisme bleef echter hoogtij vieren. Het werd zelfs nog erger dan voorheen. Ruiten werden verbrijzeld, taferelen vernield zodat ze zelfs reddeloos verloren gingen. Ook de natuur stak een handje toe bij de aftakeling: een omgewaaide boom vernielde een kapelletje, anderen waren door het stromende water scheef gezakt. Het geheel bood een desolate indruk. Zeker einde 1983, toen in het vooruitzicht van de verkaveling van de aangrenzende gronden, de heide - voor de beeweg gelegen - herschapen werd in een stortplaats van zand, stenen en afval. Met het verval van de beeweg, kreeg ook de kapel het hard te verduren. Muren werden met verf en teer besmeurd, vensters stukgegooid en de offerblok beschadigd. Het stenen kruis op de nok van de voorgevel was afgebroken. Zelfs de betonnen preekstoel werd tot 2x toe met een auto beschadigd. Ook het altaar zelf was niet veilig voor brandstichters. Hoe moest men daar tegenaan?
Het Lievenscomité (1984) Ook in de plaatselijke verenigingen werd die vraag gesteld (Rik Verbeeck, KWB/KAV). Er moest dringend iets ondernomen worden, wilde men nog iets redden. Na een informatievergadering kreeg men de toelating om tot herstelling over te gaan. Men zou het nu goed aanpakken! Er werd een stuurgroep opgericht om alles in goede banen te leiden: Rik Verbeeck, Jef Kleyn, beeldhouwer Pieter van der Krieken en Raymond Roelands namen het heft in handen. Later werden Fons Teck en Willy Coeckelbergh in de groep opgenomen omwille van hun verdienste. De stuurgroep besloot een comité op te richten, waarin Kapelse verenigingen konden vertegenwoordigd zijn. Zo sloten ook aan: Michel Olivier, voorzitter van de kerkfabriek Kapellen, Raymond Nieberding en Piet Veulemans. Men bleef niet bij de pakken zitten. Er werden contacten gelegd met het gemeentebestuur en statuten opgesteld… Ondertussen had KWB het hele domein al een grondige kuisbeurt gegeven.
HOBONIA – Geschiedenis
5
De Lievenskapel
Niet alleen aan het materiële werd gedacht. De bedevaart naar de heidekapel werd weer ingevoerd vanuit Kapellen en Hoogboom om de eerste 2 staties in te wijden (15 september 1985). Met het kopiëren van de staties was op 1 augustus in Buggenhout - door Pieter van der Krieken, samen met zijn oud-professor Pieter Vaneste - een aanvang gemaakt. Elke statie kreeg een modernere benaming (zie blz. 8). Het volk gaf mild voor de restauratie en andere kosten. Een familie, die onbekend wilde blijven (genezing van zoon Christian), droeg een grote steen bij. Het gemeentebestuur zorgde voor de onontbeerlijke verlichting, bewegwijzering en wegeniswerken. Zij liet ook een omheining aanbrengen.De familie van Christian gaf de kar van het Lievenscomité zulk een duw dat uitgerekend in het Mariajaar en de honderdste verjaardag van de beeweg, de voltooiing in het zicht kwam . Zo zorgde de familie van Christian ervoor dat de beeweg werd voltooid met een mooie Pieta. Zij voorzag de bevloering rond de kapel van kleine kasseien, waarin “Ave Maria” verwerkt werd. Zij plaatste ook nieuwe zit- en bidbanken. Ook de kapel, door KWB en brandweer grondig onder handen genomen, kreeg een nieuw kruis op de geveltop. Het altaar, met het 100 jaar oude gerestaureerde beeld van O.-L.-Vrouw van de 7 Weeën, werd om veiligheidsredenen met een zware kogelvrije beglazing en een smeedijzeren schutting van de rest van de kapel afgesloten. Achter deze schutting bevindt zich sedertdien een nieuw verplaatsbaar altaar, bestemd voor vieringen in open lucht. Op dit altaar leest men: ”Christus cum Maria et per Maria”. Daarop, evenals in de nis achteraan, prijkt het beeld van O.-L.-Vrouw van La Salette in steen uitgekapt en handgeschilderd, Ze zijn afkomstig van een Parijse kunstenaarsschool. Aan de Oostwand staat een verrezen Christusbeeld, in hout gesneden door een Italiaanse kunstenaar. De door vocht geteisterde wanden en zoldering van de kapel werden opnieuw opgeknapt en bepleisterd. Een nieuwe veilige ingangsdeur en verstevigde brandvensters werden geplaatst. Hierop zijn 3 Kapelse parochies afgebeeld: Sint Jacobus, Sint Jozef en Sint Dionysius Putte. Daarnaast komen ook drie belangrijke bedevaartsoorden voor: Banneux, Bauraing en Fatima. Naast het venster, voorbehouden aan O.-L.-Vrouw van La Salette, vinden we dit van de H. Raymondus van Pennaforte, in pietijdsvolle nagedachtenis aan Christians grootvader. Op de venstertjes naast de deur van de kapel komen de afbeeldingen voor van pater Lievens, als vertegenwoordiger van de familie die aan de oorsprong ligt van onze heidekapel en tevens die van de kapel van Buggenhout. De staties van Buggenhout werden gekopieerd voor de beeweg van onze heidekapel in Franse zandsteen! Bron: P. Veulemans
HOBONIA – Geschiedenis
6
De Lievenskapel
1. Leven in vreugde en leed
4. Het lijden mede-dragen
2. Het kwaad vluchten
5. Aan anderen denken
3. Kunnen losmaken
6. Groeien in geloof
7. Groeien in geloof
HOBONIA – Geschiedenis
7
De Lievenskapel
HOBONIA – Geschiedenis
8
De Lievenskapel