"Oude Gracht - De Uitlegger” Raymond Roelands Inleiding: Het gebied dat sinds 1983 bekend is als “De Uitlegger” kende een lange, gemengde geschiedenis. Oorspronkelijk was het een uiterst onvruchtbaar stuk heideland, maar het werd door de verschillende eigenaars geleidelijk omgetoverd tot een aantrekkelijk stukje natuurgebied.
Een stukje historiek De Kaart van "de Generale Meetinge van Eeckeren" uit 1715 vertoont in heel de noordelijke helft van het grondgebied van Brasschaat slechts twee "steden", de hoeve "Mishaegen" aan de uiterste westkant en de hoeve "De Mick" aan de uiterste oostkant. Daartussen lag de Brasschaatse Heide met vier à vijf slingerende zandwegen er doorheen. In de 18de eeuw stond er een "huys van plaisantie", omringd door een slotgracht en gekend als "kasteel van Hoogboom". In 1713 bekwam Anna-Cornelia van Soest, begijn te Antwerpen, als erfdeel de zgn. Clarissehoeve, gelegen aan de noordzijde van de Oude Grachtweg. In 1767 vermaakte zij haar bezittingen aan haar nicht Maria van Busdom Bij deling van goederen tussen haar moeder, Maria van Busdom, en haarzelf, verkreeg Maria-Theresia van Bleeuwen in 1768 de Clarissehoeve. Op 25 februari 1780 verkocht Maria-Theresia van Bleeuwen haar bezittingen (= ca. 15 ha) te Hoogboom - voor de prijs van 4.215 gulden - aan Paul-François Moretus (+ 1823). Het echtpaar Moretus-van Colen had vier kinderen: Jean-Paul-Joseph, Thérèse, Louis-Joseph en Augustin-Thomas-Joseph. Op 28 april 1825 verwierf Thérèse-Caroline-Josèphe Moretus bij acte van verdeling alle bezittingen onder Ekeren, waaronder het kasteel van Hoogboom. Zij overleed ongehuwd op 45-jarige leeftijd (+ 1829).
Plan: Oude Gracht in 1829
HOBONIA – Geschiedenis
1
De Uitlegger
In 1830 kocht Charles van den Berghe (+ 1832) gehuwd met Henriette-Marie-Isabelle Moretus, het kasteeldomein (zie plan 1829). Door diverse aankopen werd het domein uitgebreid tot 463 ha. De echtelieden van den Berghe-Moretus hadden vier kinderen: Emilie (1817-1880), Colette (18181885), Mathilde (1819-1885) en Edouard (1821-1881),die in 1858 huwde met Octavie-Adèle Morel. Hij werd de volgende eigenaar van het domein. In 1870 verkocht het echtpaar Edouard van den Berghe-Morel het kasteeldomein aan Edouard-Joseph, baron Osy (prijs 659.580 fr.).
Plan: Oude Gracht in 1870
Rond 1880 liet baron Osy het bestaande kasteel afbreken om, iets noordelijker een nieuw indrukwekkend kasteel in neorenaissancestijl op te richten.
Baron Osy
Baron Edouard Osy kreeg - bij K.B. van 19 september 1887 - van koning Leopold II van België de toelating zijn naam te laten volgen door "de Zegwaart" naar de vroegere gemeente Zegwaart in Zuid-Holland, tussen Delft en Gouda. Edouard Osy de Zegwaart (°Deurne 24 maart 1832) huwde in Wilrijk op 17 oktober 1853 met Jeanne-Pétronille della Faille. Na het kinderloos overlijden van zijn echtgenote hertrouwde baron Edouard Osy met Mathilde-Marie-Thérèse Villers. HOBONIA – Geschiedenis
2
De Uitlegger
Zij kregen zeven kinderen: Jean, Marie, Cornélie, Pauline, Joseph, Coralie en Louis Baron Edouard Osy de Zegwaart overleed op zijn kasteel op 5 december 1900. Op 31 maart 1913 verkochten de erfgenamen van Edouard, baron Osy de Zegwaart het grootste deel van het kasteeldomein - een oppervlakte van 266 ha - aan de n.v. Laetitia Campestris en in datzelfde jaar nogmaals 27 ha. Wat nog restte van het vroegere domein werd door de erfgenamen Osy behouden of aan derden verkocht. Alle aandelen van de n.v. Laetitia Campestris werden in 1914 overgenomen door Edouard Bunge. Vanaf 1921 werden diverse vijvers en waterlopen gegraven waardoor het kasteel werkelijk op een 48 ha groot eiland kwam te staan. Het "Binnengoed" zoals dit eiland genoemd werd, was bereikbaar via acht bruggen: zeven houten en één stenen brug aan de hoofdingang. Tussen 1923 en 1927 kon Edouard Bunge door diverse aankopen zijn domein vergroten tot 446 ha.Voor het onderhoud had Edouard Bunge ca 100 mensen in vaste dienst. Bij diens overlijden op 18 november 1927 werd het domein verdeeld onder zijn dochters: Plan: Oude Gracht in 1913
1. Sophie-Laura, gehuwd met de Nederlandse bankier Felix Rhodius, erfde ca 46 ha aan de Heidestraat-Zuid; 2. Erica, trad in 1919 in het huwelijk met Milton McIntire Brown. Zij erfde ca 123 ha met het kasteel; 3. Eva-Maria, getrouwd met Andrew-James Widderson, erfde ca. 72 ha aan de Mishagen-straat; 4 Hilda, in het huwelijk verenigd met William Hallam Tuck erfde ca. 80 ha; 5. Dorothée (genoemd Dora)-Emilie, trouwde met VictorThéodore Bracht (Antwerpen 18 juni 1883 - Schoten 28 mei 1962). Het kasteeldomein Calesberg onder Schoten kwam in handen van Charles-Victor Bracht en Dora Bunge; 6. ca 39 ha in “Siberië” bleven in onverdeeldheid; 7. ook het deel Poloplein bleef over, ca 24 ha. Eduard Bunge Milton McEntire Brown
Omstreeks 1960 verkocht Hilda Bunge ca 20 ha aan Karel Hens en in 1969 werden nog eens ca 80ha door toedoen van Erica Bunge verkocht aan Karel Hens.
HOBONIA – Geschiedenis
3
De Uitlegger
Verdeling van het domein na het overlijden van Edouard Bunge op 18 november 1927
Oorlogen De Oude Gracht kreeg veel te lijden van het oorlogsgeweld. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden door de Duitsers op het domein loopgraven gegraven en niet minder dan 48 bunkers opgericht. Ten noorden van deze loopgraven werden alle bomen geveld en hoog struikgewas gerooid, zodat de bezetters vrij uitzicht hadden op eventuele aanvallen vanuit het vrije Nederland. Duitse bunkers zijn te herkennen aan hun afgeronde hoeken. Binnenin is het plafond gemaakt van ijzeren balken. Belgische bunkers hebben rechte hoeken; de wanden zijn bedekt met zg. eitjes omwille van de reflectie; het plafond bestaat uit aluminium golfplaten. Tijdens de oorlogsjaren werden meerdere spoorlijnen aangelegd die nodig waren voor het vervoer van manschappen en allerlei materialen voor de bouw van de verdedigingsgordel. Een spoorwegbataljon, gevormd op 3 februari 1915, stond in voor de verkenning en eventuele herstelling van beschadigde sporen. Zo werd er ook een militaire spoorlijn aangelegd van Brasschaat naar het fort van Kapellen en naar de nationale spoorlijn om tanks en materieel te vervoeren naar overal in het land. Na de oorlog werden negen bunkers afgebroken, waarna de resterende bunkers bedolven werden onder een hoop aarde, door de ingewijden van Oude Gracht “de tranchés” genoemd. Op die kunstmatige heuvelrug werd later een wandelweg aangelegd. Tijdens het interbellum, in 1937-1939, werd door het Belgische leger de Versterkte Stelling Antwerpen (VSA) aangelegd met talrijke schuilbunkers en een anti-tank kanaal. Dit kanaal werd ten HOBONIA – Geschiedenis
4
De Uitlegger
noorden van de Duitse bunkertjes van 1916 aangelegd. In geval dat de vijand toch door de VSA zou doorbreken, konden zij een schuilplaats zoeken in de oude bunkers van de Holland-stelling. In 1982 werd het gedeelte tussen de Bredabaan en de Mishagenstraat door het Ministerie van Landsverdediging overgedragen aan het gemeentebestuur. Het fort van Brasschaat werd aangelegd in 1912 als onderdeel van de buitenste verdedigingsgordel van Antwerpen. Het is thans buiten dienst. een Duitse bunker van het Type IX
De naam van de Sionkloosterlaan houdt verband met het "Sion-klooster" dat enkele eeuwen terug in Ekeren stond en ook bezittingen had op Mishagen. Het kasteel Mishagen is het oudste bestaande kasteel in Brasschaat dat in zijn oorspronkelijke vorm is blijven bestaan en dat daarenboven reeds twee eeuwen door de familie Guyot bewoond werd. Men vindt deze namen ook terug in de straatnamen Mishagenstraat en Guyotdreef. Het kasteel ondergaat momenteel een uitgebreide verbouwing. De verdeling van Oude Gracht in 1982 en de onmogelijkheid van Gemeente en Staat om het domein in zijn geheel aan te kopen bezorgden ons slapeloze nachten. We waren bevreesd voor de toekomst van het domein indien er geen eensgezind beleid meer zou zijn. Maar van officiële zijde was er geen geld noch de bereidheid om het domein in zijn geheel aan te kopen. Het werd dan aan diverse eigenaars verkocht. De eerste jaren na de verkoop van het prachtige gebied aan een twaalftal nieuwe eigenaars werden gekenmerkt door een voorzichtig afschermen van alle vreemde belangstelling. De bedreiging door "KLINA" in 1990 en de gemeenschappelijke bekommernis tot behoud van dit gebied tot een ongeschonden geheel, brachten de wensen van de eigenaars en de natuurliefhebbers dichter bij elkaar. Als gevolg hiervan zou het domein tweemaal per jaar voor bezoekers opengesteld worden: op de laatste zondag van mei en op de derde zondag van oktober. Het domein, dat door het Ministerieel Besluit van 24 juli 1992 werd gerangschikt als landschap, bleef evenwel in zijn geheel bewaard en is thans eigendom van een groep gemeenschappelijke eigenaars. De rangschikking als landschap werd opgeheven en in 2000 werd een nieuw voorstel tot bescherming opgesteld. Een definitieve bescherming kwam er niet. Op 3 december 2010 werd het domein van De Oude Gracht voorlopig aangeduid als “ankerplaats” (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad). Ankerplaatsen zijn gebieden die omwille van hun natuur, historische, esthetische, sociaal-culturele of ruimtelijk structurele waarde het behouden waard zijn. Door dergelijke gebieden als ankerplaats aan te duiden willen we de aanwezige erfgoedwaarden behouden en de versnippering van het gebied tegengaan.
HOBONIA – Geschiedenis
5
De Uitlegger
Voor de heemkring HOBONIA is het domein steeds van bijzonder belang geweest bij haar werking. Zo hadden we ontelbare gesprekken met Eugène Claes, toenmalig rentmeester van de familie Bunge, met zijn zoon Jos, met de heer Milton Brown en met verschillende bewoners van het domein. We kregen talrijke documenten, zoals plannen, foto's, koopakten en ander materiaal dat kon gebruikt worden bij het schrijven van artikelen en het verzorgen van allerlei heemkundige tentoonstellingen. Eugène Claes
De Uitlegger Een belangrijk deel van Oude Gracht, 89 ha groot en gelegen in "Siberié", het noordelijk gelegen deel van het domein, werd in 1983 aangekocht door het ministerie van Vlaamse Gemeenschap van de N.V. De Ramen en de familie Hens; 71 ha op het grondgebied van de gemeente Kapellen en 18 ha op Brasschaats grondgebied. Het werd voor het publiek opengesteld en kreeg van het Agentschap voor Natuur en Bos de naam "De Uitlegger" mee. Hier kan men dagelijks terecht voor een fikse wandeling of een gezonde fietstocht. De benaming Uitlegger verwijst naar een landmeter, Louis Lucas, die er destijds eigendom had en in de omgeving woonde. Een landmeter is iemand die zijn meter uitlegt, een uitlegger dus. i De benaming “den Uytlegger” komt ook voor op de historische kaart van Van der Maelen (1850). Sommige van de gebouwen langs de Oude Grachtse baan kregen een naam, zoals “Roskam”, “den Uytlegger Cab” (afkorting van cabane = eenvoudige hut) en “Chateau Oude Gracht”. Het Toponiem “den Uytlegger” werd zo een nieuwe functie toebedeeld. Op het aankoopplan van 1870 is duidelijk aangegeven dat een toenmalige weg “De Waterstraat” de grens vormde tussen de gemeenten Ekeren en Kapellen. Na de fusie van 1983 werd het gedeelte Ekeren overgenomen door de gemeente Kapellen. Plan van omstreeks 1935
In het overzicht van de erfverdeling van 1927 wordt de waterstraat beschouwd als deel van de openbare weg, de Oude Grachtse Baan. Het was een openbare weg die de Heidestraat verbond met de Oude Grachtse baan. Deze weg liep dwars door het gebied dat nu De Uitlegger is.
HOBONIA – Geschiedenis
6
De Uitlegger
Fauna, Flora Boven het Poederlee-zand zette zich zand en lemig zand af. Door de rijke humus en voldoende vochtigheid vormen zich uit deze gronden goede bosbodems. Gegraven grachten zorgen voor voldoende afwatering. De oppervlakteverdeling van de begroeiing of landschapselementen is de volgende: 40% naaldhout, 8% loofhout, 22 % gemengd loof- en naaldhout, 16% verlaten weilanden. 12 % park en tuin en 2 % water. De verlaten weilanden aan de overzijde van het anti-tankkanaal. dat de eigendom in twee snijdt, werden bebost met een grote gamma van boom- en heestersoorten. Eveneens aan de overzijde van het kanaal ligt een ontoegankelijk stuk van ongeveer 10 ha, dat beschouwd mag worden als natuurreservaat, meer bepaald als heidereservaat. De gewone den is hier de dominerende boomsoort. En alhoewel de boom-, stam- en houtkwaliteit ervan eveneens zeer goed is, en ver boven het gemiddelde van de Kempen ligt, zal zijn aandeel toch geleidelijk verminderen door omzetting van oude en/of ijle bestanden. De verscheidenheid in boomsoorten is kleiner dan bijvoorbeeld in de Inslag, doch door het meer kunstmatig karakter zijn hier meer sierheesters aangeplant langs wegen en oevers. Eén van die soorten sierheesters is de rhododendron, met alle gevolgen van dien... Naast de "klassieke vogelsoorten als buizerd, bosduif, fazant, wilde eend, de spechtsoorten, allerlei kleine zangvogels... is de dierenwereld ook vertegenwoordigd door ree, konijn, haas en vos. De twee eerstgenoemde haarsoorten kunnen, mits een beetje geluk en heel veel stilte, waargenomen worden aan de bosranden.
Recreatie Het aangeduid wandelpad in De Uitlegger (rode kleur) is 3 km lang en kreeg de naam Vijverpad om een voor de hand liggende reden. Het is toegankelijk langs de Sionkloosterlaan te Brasschaat, waar een aansluiting is met het Bijenpad, en langs de Heidestraat-Zuid te Kapellen. Het is tevens een bosleerpad met een 20-tal vaste paneeltjes.
Beheer en onderhoud Inleiding De bezoekers van Oude Gracht en De Uitlegger staan steeds vol bewondering voor de schoonheid van dit unieke natuurgebied maar staan nooit stil bij de inspanningen die moeten geleverd worden om het gebied te onderhouden en ook voor de toekomst te behouden. Denk maar eens aan de stormen van enkele jaren terug. Hoeveel bomen sneuvelden toen niet door het onstuimige natuurgeweld. Voor de eigenaars van Oude Gracht zijn het onderhoud en het beheer van hun bosbestand een hele klus. Voor De Uitlegger is er de dienst "Agentschap voor Natuur en Bos” (vroeger de dienst Waters en Bossen) die instaat voor het onderhoud. Aandachtige bezoekers van De Uitlegger zullen al wel gemerkt hebben dat er in het verleden en ook nu verschillende bospercelen onder handen genomen worden. Er werden bomen geveld en nieuwe aanplantingen uitgevoerd. In verschillende andere percelen werden talrijke bomen "geschalmd" en zijn bosbeheerwerken gepland. In verband met het hoe en het waarom staken we in 1993 ons licht op bij de dienst “Agentschap voor Natuur en Bos” en bekwamen we van de heer Dirk Leyssens, groentechnicus, een uitgebreide uiteenzetting van de werking van deze diensten.
HOBONIA – Geschiedenis
7
De Uitlegger
Samen met de heer Wynant van “Monumenten en Landschappen” brachten we in 1993 een bezoek aan de verschillende percelen waar reeds werken werden uitgevoerd. We kregen er uitleg over de verschillende werkzaamheden en de plannen. Wanneer men toen, als bezoeker, de behandelde percelen zag dan was het duidelijk dat de resultaten niet onmiddellijk te zien zouden zijn. Kleine boompjes moesten er opgroeien tot een nieuw bos en een metershoge afsluiting moest het jonge groen beschermen tegen het wild dat nog veelvuldig aanwezig was. Van de oude masten bleven er weinig over, zodat de eerste indruk ontgoochelend was. Nu na een 20-tal jaren is er van die ingreep nog weinig te zien. De informatie van de heer Dirk Leyssens is nog steeds actueel.
Staatsbos - De Uitlegger Het staatsbos De Uitlegger vormt het noordelijke gedeelte van het geklasseerde landschap "De Oude Gracht". De oppervlakte bedraagt 90 ha. Het is gelegen op grondgebied van de gemeenten Kapellen en Brasschaat. Het werd in 1983 aangekocht door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van de N.V. De Ramen en de familie Hens. Deze kochten het op hun beurt van de erfgenamen Bunge. Het dagelijks beheer gebeurt door de dienst "Waters en Bossen" van de administratie voor natuurbehoud en ontwikkeling. De dienst Waters en Bossen heeft reeds een lange bestaansperiode achter zich (150 jaar). Hij is steeds belast geweest met het beheer en de bewaking van staats- en andere openbare bossen, alsook staatsnatuurreservaten, Ook de controle op de jacht. visserij, vogelbescherming horen tot het takenpakket van deze dienst. Sinds de invoering van het nieuwe bosdekreet (1990) voert de dienst ook de controle uit op het privébosbeheer. Enkele voorbeelden van bekende beheerde terreinen zijn de Kalmthoutse heide, De Inslag te Brasschaat, het Zoniënwoud te Brussel, e.a. Het domein De Uitlegger bestaat niet volledig uit bos. 31% bestaat uit weiden, tuinen, wegen en een spoorweg. Het bos bestaat voor 40 % uit naaldbomen, voor 8 % uit loofbomen en voor 21 % uit gemengd loof- en naaldbos. De bodem bestaat voornamelijk uit zand in verschillende gradaties. Hierop groeit van nature een streekeigen bos. Op de drogere gedeelten bestaat dit bos uit zomereik en berk met begeleidende struiksoorten zoals lijsterbes, vuilboom. Dit oorspronkelijke bos treffen we in De Uitlegger nog maar weinig aan. Het werd vervangen door naaldbomen (vnl. de gewone den). In het verleden waren grote gedeelten van de Kempen bedekt met eik- en berkenbos. Toen de mens de landbouw begon te bedrijven had hij grond nodig. Hiervoor diende hij bossen te kappen. Hij verbrandde het hout. De hout as leverde een weinig bemesting op voor de landbouwteelten. Na een paar jaar waren deze gronden echter uitgeput en diende opnieuw bos gekapt te worden om teeltgronden te verwerven. Hieraan kwam pas een einde door de bemesting met organische mest en de toepassing van kunstmest. Alzo veranderde het uitzicht van de Kempen. Op de verlaten landbouwgronden vestigde zich de struikheide. Deze werd door vee (vnl. schapen) begraasd. Toen in de achttiende eeuw de mijnbouw erg opkwam zocht men naar stuthout om gangen te steunen. Dit moest mooi recht, sterk en cilindervormig zijn. Deze eigenschappen vond men in de gewone den. Vanaf dan werd hij dan ook massaal aangeplant. Op de schrale droge gronden kan hij met zijn penwortel het water ophalen. Zo werden duizenden hectaren aangeplant en veranderde het landschap van de Kempen tot zoals het er nu nog grotendeels uitziet. De oudste dennen in De Oude Gracht werden omstreeks 1870-1880 aangeplant. Aanvankelijk werden, omwille van het economisch aspect, deze monoculturen op 50 tot 60-jarige leeftijd kaal gehakt en opnieuw beplant. Het mijnhout mocht immers niet te zwaar zijn. Dit gebruik heeft heden geen betekenis meer. Het hout van de grove den in De Uitlegger wordt na opmeting en inhoudsberekening HOBONIA – Geschiedenis
8
De Uitlegger
verkocht bij opbod op een openbare verkoop. De verkoop van het hout gebeurt op stam, dat wil zeggen dat de koper instaat voor vellen, ruimen en afvoeren van het hout. Het zware hout wordt verzaagd tot prima timmerhout, pallethout, enz. Lichtere bomen, alsook uiteinden, worden verwerkt tot vezel- en papierhout. Voor de vorige eigenaars van het domein stond het jachtbedrijf op de eerste plaats. Bosexploitatie werd als storend voor uitgezet wild beschouwd. Praktisch alleen dode bomen werden geveld. Het beheer De aanleg van een bos gebeurt op een andere wijze dan deze van een park. Waar bij parkaanleg zeer wijde plantverbanden worden gebruikt, maakt men in de bosbouw gebruik van zeer dichte plantverbanden (1,5 x 1,5m of 2 x 2m). Door het kort bij elkaar planten komen de jonge bomen al vlug in concurrentie met elkaar. Hierdoor gaan de bomen sneller naar het licht groeien en worden mooie rechte stammen verkregen. Na de aanleg van een perceel bos gebeurt de eerste uitdunning na ongeveer 20 jaar wanneer de kruinen van de bomen het bos gesloten hebben. Afgestorven bomen, kwijnende of aangetaste bomen, gedomineerde bomen worden weggenomen. Deze uitdunningen gebeuren in naaldhoutbestanden om de drie jaar. Als deze bossen zeer oud en/of ijl worden gebeuren deze interventies om de zes jaar. Al deze ingrepen, planting, uitdunning, verzorging zijn opgenomen in het beheersplan. Dit plan wordt opgemaakt voor een periode van twintig jaar. Na het verstrijken van deze termijn wordt het verlengd en/of bijgestuurd. Bodemkaarten, inventarisatie van fauna en flora, wetgevende beschermingsmaatregelen, historische informatie, recreatienoden en mogelijkheden voeden het beheerspan. Sinds de aankoop in 1983 wordt nu de vierde uitdunning uitgevoerd. In De Uitlegger staan zeer mooie bomen, doch door het uitblijven van regelmatige uitdunningen zijn deze zeer lang, maar zij hebben niet voldoende kroonontwikkeling. Dit resulteert in veelvuldige takbreuk. Oude bestanden worden bij deze uitdunning zeer sterk gedund. De resterende elitebomen blijven nog tientallen jaren op stam en worden ondergeplant met diverse jonge bomen (zomereik, beuk, lork, lijsterbes, spork, kastanje, linde). De beplantingen dienen ingerasterd te worden tegen erge wildschade door ree en konijn. Waar mogelijk wordt er gebruik gemaakt van natuurlijke verjonging. In vele parkdomeinen in de Kempen werden de uiterst fraaie Rododendronstruiken geplant. Deze van oorsprong Aziatische struiken werden om esthetische redenen geplant. De struik siert fraai met purperen bloemen in mei en juni. Zijn takken zijn bezet met grote, uiterst taaie en leerachtige bladeren die weinig of geen licht doorlaten en uiterst moeilijk verteren. Ook zijn groot uitstoelend vermogen draagt hiertoe bij. Alzo heeft de plant zich massaal verspreid over gans De Oude Gracht Hij belet hierdoor de natuurlijke soorten te kiemen en verarmt als dusdanig de soorten rijkdom in zowel fauna als flora. Het beheersplan voorziet dan ook in het terugdringen van deze struiken in de bosbestanden en het gedeeltelijk behoud van deze langsheen de wandelwegen om esthetische redenen. Alzo zal in de toekomst een meer dynamisch, natuurlijk en gevarieerd bos ontstaan dat gekenmerkt wordt door een grote soortenrijkdom en leeftijdsverschil.
HOBONIA – Geschiedenis
9
De Uitlegger
Wellicht kan dit de aanzet zijn tot overname van deze ecologisch verantwoorde beheersmaatregelen in het domein 'De Oude Gracht" waar zeer vele bomen wegkwijnen en afsterven bij gebrek aan een samenhangend en adequaat beheer. Leyssens Dirk Boswachter-beheerder Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), een agentschap van de Vlaamse overheid, werkt elke dag aan het behoud, de bescherming en de ontwikkeling van natuurgebieden, bossen en parken. De missie van het Agentschap voor Natuur en Bos is: “Meer, beter en samen”. Het Agentschap voor Natuur en Bos werkt samen met veel verschillende partners en creëert zo een groter draagvlak voor natuur. De deur staat open voor iedereen: van een grote multinational die bomen wil planten tot een lokale jeugdbeweging die in een stukje natuur wil kamperen. Het Agentschap voor Natuur en Bos is de grootste groenbezitter in Vlaanderen. Het beheert 42.300 hectare eigen bossen, natuurgebieden en domeinen. Aangezien het agentschap ook anderen helpt bij het beheren van hun domeinen, beheert het agentschap in totaal zo'n 75.000 hectare bos of natuurgebied. Het Agentschap voor Natuur en Bos staat dus duidelijk met zijn twee “botten” op het terrein. Die terreinkennis en ervaring vormen belangrijke pijlers om het beleid te helpen voorbereiden.
Referenties: i
Hobonia, jaargang 1993, nr. 2 blz. 103-106 Erfenisgegevens na het overlijden van Edouard Bunge in 1927 Kadastrale kaarten bij verkoop in 1829, 1870 en 1913 Diverse archiefgegevens HOBONIA De Geschiedenis van HOOGBOOM Dossier “voorstel tot bescherming Oude Gracht als landschap” - 7 augustus 2000 Voorstel voorlopige erkenning Oude Gracht als Ankerplaats RUP Fort en Spoorlijn GRS Kapellen http://www.fortificatieforum.nl Wandelbrochure “De Inslag” en “De Uitlegger” Brochure beheersvisie ANB Agentschap voor Natuur en Bos
Verkoopakte van 30 maart 1899 opgesteld door Notaris Emile Deckers – archief HOBONIA
HOBONIA – Geschiedenis
10
De Uitlegger