Militaire spoorwegen doorheen Hoogboom 1 Raymond Roelands ……………..
De historiek van de kazerne Bauwin werd uitvoerig beschreven in ons boek “De geschiedenis van HOOGBOOM - van landelijk Ekers dorp tot parel aan de Kapelse kroon” - 1996 en in de brochure “Militaire domeinen in Kapellen” - 1993. Maar in verband met de militaire spoorwegen hebben we toch nog één en ander gevonden.
Oprichting van de spoorwegtroepen Voor WO I, 1874 - 1914 Bij Koninklijk Besluit van 29 januari 1874 werd het geniewapen gereorganiseerd. Op dat ogenblik vormden de genietroepen een regiment dat samengesteld was uit drie bataljons, elk met vier compagnies “Sapeurs-mineurs” en een depot. Aan dit regiment werden vijf speciale compagnies administratief aangehecht: een compagnie spoorwegtroepen, een compagnie veldtelegrafisten, een compagnie vuurwerkmakers, een compagnie pontonniers en tenslotte nog een compagnie werklieden. De “Compagnie du Chemin de Fer du Génie” afgekort CFG, telde in totaal 78 manschappen. De bevelhebber was kapitein eerste klas Ed. Beaulieu.
Spoorwegtroepen, omstreeks 1921
De Eerste Wereldoorlog Eind 1913 werd een nieuwe reorganisatie doorgevoerd waarbij eveneens een compagnie spoorwegtroepen voorzien werd. Deze eenheid was, sinds 1874, de eerste van een reeks van vijf speciale compagnies. De onderofficieren en de manschappen van deze eenheid droegen met trots het nummer 1 als onderscheidingsteken op hun blauwe uniform. Dit blauwe uniform werd in 1915 vervangen door een kaki uitrusting. De compagnie, die gevestigd was in de kazerne 4-5 te Borgerhout , beschikte over een polygoon met smidse, werkplaats, schrijnwerkerij, loods met wagons en spoormateriaal, dat diende tot de opleiding van de vernietigingsdetachementen. Haar opdracht bestond niet in de uitbating van het spoorwegnet, maar wel in het herstellen van bressen en het vernietigen van spoorwegen. De compagnie werd bevolen door kapiteincommandant Eugène Lefebvre.
1 - Brochure “Militaire domeinen in Kapellen” - OMD 1993
HOBONIA – Militair verleden
1
Militaire spoorwegen doorheen Hoogboom
Vanaf 25 augustus 1913 bouwde de compagnie gepantserde treinen voor raids en verkenning. Luitenant Gustave Bauwin, die voorheen reeds deel uitmaakte van deze eenheid, voegde zich terug bij de compagnie in de versterkte vesting Namen. Toen de verdediging van Antwerpen zijn laatste dagen kende, werd de compagnie tewerkgesteld voor bijkomende verdedigingswerken. Op het ogenblik van de val van Antwerpen, slaagde de compagnie erin, onder de energieke leiding van luitenant G. Bauwin, Oostende te bereiken. In 1914 nam de oorlogsdreiging toe. De Hoofdweerstandstelling was echter verre van afgewerkt. De voorpantsers der fortenkoepels waren nog niet ingebetonneerd. De verluchting, elektriciteit en bewapening waren niet voltooid. Men ging dan over tot improvisatie. Tussen de forten van de Hoofdweerstandstelling, maar ook tussen die van de veiligheidsomwalling (Brialmontforten 1 tot 8 rond Antwerpen) werden o.a. kleine schuilplaatsen gebouwd met materiaal dat ter plaatse beschikbaar was: kasseistenen met als bedekking drie lagen spoorstaven, mogelijk afkomstig van de aanvoerlijnen voor bouwmaterialen. Het waren zware bunkers met een nuttige ruimte van 3 x 3 meter, maar met wanden van ruim 3 meter dik. Het blijft een vraag of het hier gaat om schuilplaatsen dan wel om munitieopslagplaatsen voor de verdediging. Gedurende deze periode, dus zeer kort voor de Eerste Wereldoorlog, werd tevens op enkele maanden tijd de “strategische” spoorweg aangelegd om de forten te voorzien van manschappen en munitie. Toen de forten van de Antwerpse Hoofdweerstandstelling werden gebouwd (1908 tot 1914) werden tramsporen (stoomtram) aangelegd voor het aanvoeren van bouwmateriaal. Zo werd voor Fort Ertbrand een spoor aangelegd naar Lillo. De meeste van deze sporen sloten aan op het gewone tramspoornet. Deze spoorweg was een smalspoor en liep noordwaarts van Lier via Schilde naar Schoten met een draaibrug over het kanaal naar Turnhout. Vandaar ging het via het Park van Brasschaat, Rustoord, Hoogboom tot Kapellen. Vanaf Kapellen liep het spoor verder tot Fort Stabroek. De kruising met de spoorweg Antwerpen-Roosendaal zal wel problematisch geweest zijn. Zuidwaarts volgde het spoor een lijn vanaf Lier naar Duffel, Waarloos, Schelle tot Hoboken. De compagnie speelde in oktober 1914 een belangrijke rol bij de Slag aan de IJzer. Op 3 februari 1915 werd het bataljon spoorwegtroepen gevormd. Het bataljon bestond uit twee compagnies onder het bevel van kapitein Verscheeren die gelijktijdig het commando had over de eerste compagnie.
HOBONIA – Militair verleden
Plan 1913
2
Militaire spoorwegen doorheen Hoogboom
De tweede compagnie werd bevolen door luitenant Bauwin. De commandant van het 800 man sterke spoorwegbataljon belastte zijn eerste compagnie met alle werken in verband met normaal spoor, de tweede compagnie werd de buurtspoorweg toegewezen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog hebben de Duitsers de spoorweg uitgebreid tot Zandvliet en tot Brasschaat-Polygoon. Opmerkelijk is dat de aftakking naar Brasschaat werd aangelegd ter hoogte van de huidige kazerne te Hoogboom in de richting van de Mishagendreef.
De rode route geeft de plaats aan waar de spoorweg vóór WO I werd aangelegd. Van deze spoorwegen vinden we nog vele postkaarten uit de periode na WO I. Over dit spoor liepen tijdens de Eerste Wereldoorlog treinen met spoorweggeschut, personeelswagens, munitiewagens en gepantserde wagens met schietsleuven. Op bepaalde afstanden waren steunpunten voorzien voor bevoorrading met kolen en water, noodzakelijk voor elke stoomlocomotief. De bevolking maakte echter gretig gebruik van de hopen steenkool naast de spoorweg.
HOBONIA – Militair verleden
3
Militaire spoorwegen doorheen Hoogboom
Na W.O. I werd de spoorweg gedeclasseerd. De sectie Lier tot Schilde werd een industrieel spoor. De littekens door Kempen en Polder zijn nog duidelijk te herkennen. Opmerkelijk is ook dat er zich langs de oude spoorbeddingen een bijzondere flora ontwikkeld heeft. Tijdens het interbellum werd een nieuw spoor aangelegd met normale treinspoorbreedte, tussen Kapellenstation en Brasschaat-Polygoon, met een aftakking naar de kazerne Hoogboom, waar spoorwegtroepen gevestigd waren. Er werd zelfs een, nog bestaand, militair stationnetje gebouwd, vlak naast de spoorweg naar Roosendaal. In 1924 bouwde het derde bataljon van deze eenheid een barakkenkamp te Hoogboom (Ekeren), net achter de huizen aan de Hoogboomsteenweg. Het domein reikte toen nog niet verder dan gebouw M op de schets. (blz. 196 ) De reden om op deze plaats te bouwen was tweeĂŤrlei: er was al het spoorwegfortje van Kapellen en er was de spoorlijn 12 AntwerpenRoosendaal zelf. Er werd tevens, vanuit het kamp, een verbinding gemaakt met de burgerspoorweg.
Plan Hoogboom 1980
In 1930 waren de eerste stenen gebouwen afgewerkt: de logements-blokken C en J en het middengedeelte van blok B, de keuken en het gebouw M. In dit laatste gebouw was het wachtlokaal gevestigd.
HOBONIA – Militair verleden
4
Militaire spoorwegen doorheen Hoogboom
De inhuldiging had plaats op 2 augustus 1930 en tijdens dezelfde plechtigheden werd het monument van de spoorwegtroepen ingehuldigd en ontving de verbroedering van de SWT een vaandel. Het oude barakkenkamp werd afgebroken.
Zo namen de Duitsers hun intrek in de kazerne in 1940. Zij lieten er enkele voorlopige barakken en een “Flakturm” bouwen. De kazerne van Hoogboom werd later een “Kriegsschule” (opleidingscentrum). Aan het fort van Kapellen was een gebied van het vestingwater afgebakend als openlucht zwemkom.
HOBONIA – Militair verleden
5
Militaire spoorwegen doorheen Hoogboom
Het was lt-kolonel Coppens, commandant van de Spoorwegtroepen te Borgerhout (waarvan de 3de Cie toen te Hoogboom gelegerd was) die met brief van 15/6/1933 toestemming gaf aan het gemeentebestuur van Kapellen om te mogen baden in het vestingwater, zolang het geen ongemakken voortbracht voor de troepen. Ook burgers mochten hier komen zwemmen. Er was toen wel enige verwarring in verband met wie er verantwoordelijk was voor dit “zwemdok”, Kapellen of Ekeren, gemeente waar de kazerne en het fort gelegen was; hoewel dat laatste altijd “Fort van Kapellen” genoemd werd. “Probleem” voor Kapellen was het feit dat burgers, vrouwen en kinderen “gemengd” zwommen met militairen; of zoals een bestuurslid van socialistische kindergroep “Onze Wensch” schreef aan het college van Kapellen (7/7/1935): “het is mij bekend dat het zwemdok te Kapellen alleen toegankelijk is voor het mannelijk geslacht. Jammer genoeg, niet alleen zijn het jongens die gaarne in 't water spartelen om hun behoorlijk te wasschen, maar ook meisjes hebben dit zelfs groot nodig”. Een paar jaar later moest er ineens een halve frank betaald worden door eenieder ouder dan 15 jaar. In 1947 werd een politiereglement goedgekeurd voor het zwemdok. Baden gebeurde vanaf dan per geslacht en leeftijd. Vanaf 1948 was het verboden om er nog te zwemmen. Maar niet getreurd, het Anti-tankkanaal was er toen ook nog en tijdens de zomermaanden trok iedereen daarheen om te zwemmen en te baden. Aan de brug in de Heidestraat-Noord zag het toen regelmatig zwart van het volk dat verfrissing zocht in het “verboden” water. Begin jaren 1950 breidde het “Regiment Spoorwegtroepen” zich uit en legde zich meer toe op wegenbouw en andere genietaken. Op 1 augustus 1951 werd het 27st Geniebataljon boven de doopvont gehouden. Na de overstromingen van februari 1953 zullen zij zich inzetten bij het versterken van de dijken en ontzanding van de polders, in het geheel hebben ze toen 25 km grachten gegraven, 1.250.000 kubieke meter aarde verplaatst en meerdere honderden hectaren terug bebouwbaar gemaakt. In september 1962 werd de 27st Genie een reserveeenheid. De aftakking van het spoor naar kazerne Hoogboom werd in 1975 afgebroken. De spoorwegbedding werd verkocht aan de boordeigenaars.
Het vaandel van de spoorwegtroepen. Het vaandel dat aan het spoorwegbataljon toegekend werd bij KB van 30 oktober 1918 werd op 8 april 1919 overhandigd aan majoor Verscheuren, commandant van het bataljon. Omwille van de verdiensten van het bataljon tijdens de oorlog, draagt het de vermelding: “VELDTOCHT van 1914 - 1918” en “IJZER”. Op 19 september 1938 verhuist het vaandel naar het legermuseum. De reden daarvan was dat majoor SBH Dehuy, voorheen bevelhebber van het bataljon pontonniers, nu regimentscommandant werd van het regiment, en het vaandel der pontonniers als regimentsvaandel verkoos. HOBONIA – Militair verleden
6
Militaire spoorwegen doorheen Hoogboom
Tijdens Wereldoorlog II wordt dit vaandel verborgen in de abdij St.-Andries te Loppem. Vanaf september 1949 tot de ontbinding in 1962 wordt het regimentsvaandel van het 27ste Geniebataljon, terug dit van de spoorwegtroepen. Op 23 februari 2000 werd de vlag toevertrouwd aan de Movement Control Group, nadat deze haar oorspronkelijke vlag overgedragen had aan de Dienst voor Technologische Toepassingen (DTT). De Spoorwegtroepen en de Genie 2 De eerste eenheid ze zelf gebouwd regiment SWT, in kazerne 5/6 in Hoogboom.
in de kazerne (die hebben) was het 1924 verhuisd van Borgerhout naar
Het eerste kenteken van de SWT verschijnt in 1915, door circulaire 212-32. Het moest gedragen worden op het hoofddeksel van het personeel van (toen nog) de spoorwegcompagnie. In de loop van de oorlog wordt het Opbouw - tentenkamp omstreeks 1920 - verzameling HOBONIA bataljon in 1923 een regiment. Het kenteken blijft in voege, maar mag alleen gedragen worden op de schouderstukken en dit blijft zo tot 1940. In 1945 wordt het nog een keer hernomen door het regiment SWT. De eerste modellen na de oorlog zijn geborduurd. Het kenteken verdwijnt definitief in 1951, wanneer het Regiment SWT wordt omgevormd tot 27ste Bataljon Genie.
Verzameling George Spittael (ď‚…) - Eeklo
2 - www.het-kamp-van-brasschaat.be/MilSit_Hoogboom - Jos Janssens
HOBONIA – Militair verleden
7
Militaire spoorwegen doorheen Hoogboom
Kentekens van de verschillende eenheden die in Hoogboom “gelegen” hebben 3
3 - Verzameling in “Fund George E. Spittael, MSM” in Eeklo
HOBONIA – Militair verleden
8
Militaire spoorwegen doorheen Hoogboom