Larikshof Paul Arren Het Larikshof - een kasteeltje in Engelse cottage-stijl - staat in Kapellen, op de hoek van de Heidestraat-Noord en de Larikslaan, nabij de grens met Kalmthout. De maatschappij “Domaines de Capellenbosch”, die op 15 november 1906 werd opgericht, verwierf een aantal braakliggende gronden aan de Golflei in Kapellen. In een openbare verkoop op19 juli 1907, door notaris Alphonse Cols uit Antwerpen, verkocht die maatschappij een grondstuk van 3ha 30a 90ca aan Hendrik Kuhn, een handelaar uit Antwerpen van Duitse origine, die er een landhuis liet optrekken dat “Larixhof” gedoopt werd. Wel merkwaardig is het feit dat vele vooraanstaande Duitse handelshuizen en financiers al vanaf 1796 in Antwerpen vertegenwoordigd waren, nl. toen de Schelde weer opengesteld werd voor zeeschepen. Antwerpen stond toen bekend als één van de liberale, kulturele en intellektuele centra van Europa waarbij de Duitse immigranten als grootste groep aanwezig was. De Schelde werd in 1585 afgesloten op bevel van de Staten-Generaal, als reaktie op de verovering van Antwerpen door Spaanse troepen onder leiding van Alexander Farnese. Bij de Vrede van Munster (1648) werd deze toestand gehandhaafd. Een poging, door keizer Jozef II in augustus 1784 ondernomen om de opening van de Schelde te forceren, mislukte door tussenkomst van de Fransen.
HOBONIA – Kastelen in onze omgeving
1
Larikshof
Ten gevolge van de officiële scheiding tussen België en Nederland (verdrag van 19 april 1839) kreeg Nederland het recht een bepaald bedrag als tolgeld te heffen. Deze “Scheldetol”, die 1,5 gulden per ingevoerde ton bedroeg, werd in 1863 voor een bedrag van 17.141.640 gulden afgekocht, een enorm bedrag voor die tijd. Uiteindelijk betaalde ons land maar 1/3 van die afkoopsom en werd het overgrote gedeelte bijgepast door financiële hulp van Engeland, maar vooral door de Duitse staten Pruisen, Bremen, Hamburg, Hannover, enz., die daarmee ongetwijfeld handelsfaciliteiten afkochten. De spoorwegverbinding met het Duitse hinterland (de IJzeren Rijn) werd ook grotendeels gefinancierd door de Duitse handelshuizen die voornamelijk in het Rijnland hun roots hadden. Daardoor was de Antwerpse haven, voor de massale doorvoer van stukgoederen, niet meer afhankelijk van de waterwegen en dus ook niet meer van Nederland. Na 1830 kwamen Duitse handelaars, die grote belangen hadden in de wol en in de huiden- en lederimport vanuit Zuid-Amerika, naar Antwerpen (o.a. de families Böcking, Bunge, Osterrieth, Bennert, enz.). In de Argentijnse pampa’s zouden massa’s vlees verloren gegaan zijn voor de produktie van o.a. leder, maar Duitse immigranten gingen vanuit Antwerpen deze “overschotten” valoriseren voor de produktie van vleesextrakten (Liebig). Vooral in Antwerpen en omgeving vestigde zich een groot aantal Duitse immigranten, waarvan het aantal in 1910 zou opgelopen zijn tot ca. 20.000 personen, zodat er zelfs sprake was van een “Duitse kolonie”. Een kolonie die ontstond door vooral ondernemende handelslui die Antwerpen en zijn haven niet alleen als één der belangrijkste toegangspoorten tot de Europese markt en als een draaischijf voor internationale handel beschouwden, maar ook – en vooral – als dé doorvoerhaven voor het uitgestrekte Duitse hinterland. Wat al deze mensen gepresteerd hebben grenst bijna aan het ongelooflijke. Rond 1795 kwamen Georg en Christian Kreglinger vanuit Karlsruhe naar Antwerpen en stichtten er een handelshuis dat aktief was in de in- en doorvoer van koffie, tabak, wol, leder, enz. Georg Kreglinger werd lid van de pas opgerichte Kamer van Koophandel in het begin van de 19de eeuw. Telgen van deze familie vinden we terug als monetair ekspert en beheerder van het Antwerps filiaal van de Nationale Bank van België (Albert Kreglinger), als voorzitter van de Banque Centrale Anversoise (Paul Kreglinger) en van de eerste maatschappij voor elektriciteitsdistributie, de voorloper van Ebes & Electrabel. Rond 1800 vestigden de broers Martin en Charles Grisar zich in Antwerpen als scheepsmakelaars, maar de familie beheerste vrij vlug de handel in huiden, wol, leder, en dit zó nadrukkelijk dat ze in de Antwerpse haven een monopolie uitbouwden als scheidsrechter in de verkoop van huiden. De dagelijkse schatting van de waarde van de ingevoerde huiden heette in het begin van de 19de eeuw “Taxe Grisar”. De familie Grisar wordt ook genoemd bij de oprichters van “The Antwerp International Bell Telephone Company” en was ook partner in een rederij die vrachtlijndiensten verzorgde tussen Antwerpen, Hull, Hamburg, Zuid-Amerika, Canada, enz. Namen van belangrijke Duitse immigranten kan men nog steeds terugvinden in Antwerpse straatnamen en gebouwen maar ook als eigenaars van o.a. veel kasteeldomeinen rond de metropool. Eén der bekendste gebouwen in Antwerpen is het voormalig hotel Osterrieth aan de Meir. Het werd gebouwd in de 18de eeuw naar ontwerp van architekt Jan-Peter Bauerscheidt de Jonge (1699-1768). In 1874 werd het prachtige rococogebouw verworven door Ernest Osterrieth, die het verbouwde tot één der artistieke draaischijven van Antwerpen. Er werden o.a. concerten en voordrachten gegeven, waarop regelmatig internationale prominenten uitgenodigd werden, zoals de ontdekkingsreizigers Sir Henry-Morton Stanley (1841-1904) en Roald-Engelbregt Amundsen (1872-1928), e.v.a. Op de Antwerpse Grote Markt staat het indrukwekkende Brabo-beeld dat bekostigd werd door een patriottisch Antwerpenaar : August Nottebohm. Bij zijn dood in 1883 liet hij een belangrijk legaat van 100.000 BEF. na om het Antwerpse stadsbeeld te verfraaien. De helft van dit bedrag ging naar de Vlaamse beeldhouwer Jef Lambeaux (1852-1908) en de andere helft werd gebruikt voor andere beelden, o.a. dat van Jacob Jordaens, dat door beeldhouwer Jules Pecher werd vervaardigd en de Antwerpse Oever siert.
HOBONIA – Kastelen in onze omgeving
2
Larikshof
Het Larikshof voor de restauratie door Elie Regnard HOBONIA – Kastelen in onze omgeving
3
Larikshof
Jef Lambeaux kreeg nog meerdere opdrachten van de Duitse kolonie, o.a. voor het prachtige SintJorisbeeld dat op het gildenhuis “Den Oude Voetboge” op de Grote Markt staat te pronken. Dit gildenhuis uit 1580 werd, samen met het gildenhuis “Den Engel” uit 1625, op het einde van de 19de eeuw prachtig gerestaureerd in opdracht van de familie Kreglinger. Jef Lambeaux werd ook gevraagd als beeldhouwer voor de zes bronzen skulpturen die het Hansahuis – op de hoek van de Suikerrui en de Van Dijckkaai – sieren. Dit “Hansa-huis” werd in 1903 gebouwd als kantoorkompleks voor de handelsaktiviteiten van de familie von Mallinckrodt. Op de Meir opende het grootwarenhuis “Tietz” zijn deuren in 1901. Vóór die tijd had de familie Tietz al een 40-tal grootwarenhuizen opgericht in Duitsland. Eén van hun meest gekende produkten was een goedkope strohoed, nu nog bekend als “nen Tits”. Na Wereldoorlog I werd warenhuis Tietz overgenomen door Innovation. De fantastische kunstkollektie en verzamelingen die ridder Fritz Mayer van den Bergh (overleden in 1901 na een fatale val van zijn paard) bijeenbracht, werden door zijn moeder, Henriëtte Mayer van den Bergh, in een – in haar opdracht – nieuw gebouwd museum in de Lange Gasthuisstraat ondergebracht en in 1951 aan de stad Antwerpen geschonken. In 1905 werd een hele campagne opgezet toen bekend raakte dat een belangrijke Antwerpse boekenverzameling zou geveild worden. De Antwerpse Stadsbiblioteek en het Museum Plantin Moretus beschikten niet over de nodige fondsen om mee te kunnen bieden en daarom deed men beroep op de (rijke) burgerij. Dankzij de milde giften van vooral Duitse handelaars (von Mallinckrodt, Havenith, Fester, Böcking, Huffmann, Osterrieth, von Bary, von der Becke, Grisar, Nottebohm, enz.) kon Antwerpen een groot aantal historische werken verwerven. In de “Nottebohm-zaal” van de Antwerpse Stadsbiblioteek – waar de belangrijkste boeken, handschriften, e.d., bewaard worden – kan men nog de koperen naamplaatjes zien van die gulle schenkers die de waardevolle boekenaankoop in 1905 mogelijk maakten.
HOBONIA – Kastelen in onze omgeving
4
Larikshof
Dit is maar een heel kleine greep uit een enorm aantal zaken die Antwerpen en omstreken te danken hebben aan Duitse groothandelaars en immigranten toentertijd. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kwam er abrupt een einde aan de bloeiende Duitse kolonie in Antwerpen. Toen het nieuws van de inval bekend raakte, moesten alle Duitse en Oostenrijkse onderdanen België verlaten. Na W.O. I keerden de meeste Duitse immigranten niet meer terug. Een aantal Duitse families, die intussen genaturaliseerd waren, konden naar hun eigendommen terugkeren. Maar nu terug naar het Larikshof. Na W.O. I werden de eigendommen van Hendrik Kuhn onder sekwester geplaatst en op 26 juni 1924 werd het Larikshof, met de erbij horende gronden, via openbare verkoop toegewezen aan Richard Fuhrmann, zoon van Johann-Daniel III Fuhrmann (Lennep, Duitsland, 21 oktober 1839 – Antwerpen 17 januari 1911). De familie Fuhrmann, die haar roots had in het Diepmannsbachtal, had zich met Johann-Daniel I in de wolhandel gespecialiseerd. Diens zoon en opvolger, Johann-Daniel II Fuhrmann (1810-1885), voorzitter van de Handelskamer van het kanton Lennep, enz., breidde de internationale wolhandel nog verder uit maar zette zich o.a. ook in voor de verdere uitbouw van het spoorwegennet in het Rijnland. Zijn zoon Johann-Daniel III Fuhrmann verlegde het zwaartepunt van de internationale handelsaktiviteiten van de familie Fuhrmann naar Antwerpen, maar bleef in nauw kontakt met zijn geboorteplaats. Door talrijke stichtingen (o.a. een stichting voor de verzorging van arme kinderen) en schenkingen aan de gemeente werd hij tot Ere-Burger van Lennep verkozen. In Antwerpen bezat hij sinds 1870 een kantoorkompleks op de hoek van de Lange Nieuwstraat en de Eikenstraat waar men – in het smeedwerk vóór de vensters – nog steeds de letter F van Fuhrmann kan waarnemen. Zoals reeds gezegd bekwam zijn zoon Richard Fuhrmann het eigendom Larikshof in Kapellen. Richard Furhmann (9 november 1870 – Antwerpen 9 augustus 1949), huwde met Agnès Marsily (11 maart 1876 – Montreux 1 april 1950), die haar echtgenoot drie kinderen schonk : – –
Lilla-Dorothée (18 mei 1909 – 17 december 1975), trouwde met William Marsily (8 maart 1910 – 5 juni 1971); Johann-Daniel IV, die opvolgde en later aan de beurt komt; en Inès-Elisabeth-Laure-Mathilde (7 februari 1918 – 23 november 1989), gehuwd met de Engelsman Herbert Schneider (27 april 1914 – 6 januari 1989).
Na het overlijden van hun moeder behielden de drie kinderen het Larikshof in onverdeeldheid totdat, bij deling op 6 december 1963 (notaris Aeby), Johann-Daniel alleeneigenaar werd van het Larikshof en omliggende gronden en zijn zus Lilla een grondstuk verkreeg tot tegen de Kalmthoutsesteenweg. Johann (genoemd Daniel)-Daniel IV Fuhrmann (29 augustus 1911 – Cannes september 1987), huwde met Yvonne-Paulette Chaillou (10 mei 1919 – 1997), maar dit huwelijk bleef kinderloos. Op 10 april 1978 verkocht Johann-Daniel IV Fuhrmann het Larikshof met de erbij horende gronden, groot 3 ha 64 a 05 ca (akte verleden voor notaris Van Capellen) aan de N.V. Larixhof, die het geheel verkavelde in 12 loten. Lot nr. 8, met het Larikshof, werd op 1 februari 1982 toegewezen (via notaris Van Oosterwijck) aan Edwine Van Olmen (° Antwerpen 27 juli 1952), echtgenote van Luc Kooyman (° Antwerpen 3 mei 1951). Het Larikshof was door jarenlange leegstand ondertussen erg in verval geraakt en door onkruid overwoekerd. Ook binnenin werd zware schade toegebracht door vandalen en werden heel wat zaken ontvreemd. Het echtpaar Kooyman-Van Olmen ondernam niets om het gebouw weer bewoonbaar te maken, eigenlijk was het hun bedoeling om het met de grond gelijk te maken. Uiteindelijk verkochten zij het Larikshof (akte verleden op 30 maart 1990 voor notaris De Boungne uit Kalmthout) aan Elie Regnard. HOBONIA – Kastelen in onze omgeving
5
Larikshof
Elie-Jozef Regnard (° Kapellen 7 augustus 1961), zoon van Amatus Regnard en van Paulette Van Bruijssel, huwde – in Kalmthout op 6 mei 1983 – met Linda-Louise-Charles Wauters (° Antwerpen 29 augustus 1959), dochter van Gaston Wauters en van Denise Bekaert. Het echtpaar RegnardWauters zorgde voor drie dochters : -
Suzanne (° Kapellen 12 oktober 1984); Evelinne (° Kapellen 16 augustus 1986); en Isabelle (° Brasschaat 29 maart 1989).
Elie Regnard had reeds op 1 oktober 1987 het “Hof ter Heide” of “Berdenhof” onder Kalmthout aangekocht en dit – vervallen en door brand zwaar beschadigd – gebouw terug in zijn originele staat hersteld. Datzelfde deed hij ook met het Larikshof, dat aan de buitenzijde zijn oorspronkelijk uitzicht herkreeg, maar binnenin grondig werd heringericht. Bij akte van 1 juli 1998, verleden voor notaris Celis, verkocht het echtpaar Regnard-Wauters het Larikshof aan de N.V. Patrius, waarna het, op 28 december 2000 (via notaris Liesse) verkocht werd aan Bruno Verhofstede, bestuurder van vennootschappen; enz., die in 1998 reeds het nabijgelegen en verkommerde Vaerenhof verwierf en volledig renoveerde. Bruno-Eugène-Alice-Ivan Verhofstede (° Sint-Niklaas 17 mei 1967) is een zoon van Christiaan Verhofstede (° 15 oktober 1934), beheerder van de Brouwerij Verhofstede in Nieuwkerken-Waas (die in rechte lijn aan de familie Verhofstede behoort sinds 1885), en Mariette Van Hoecke (Beveren-Waas 6 maart 1938 – Sint-Niklaas 18 december 1980). In 1885 werd deze brouwerij, die toen reeds enkele eeuwen oud was, overgekocht door Stephanie-Marie de Jaeger (Watervliet 10 januari 1851 – Nieuwkerken-Waas 12 mei 1929), die kort nadien huwde met Juliaan-Lodewijk Verhofstede (Nieuwkerken-Waas 18 januari 1860 – Beveren-Waas 20 juli 1935). Deze werd opgevolgd door hun zoon Eugeen Verhofstede (Nieuwkerken-Waas 14 maart 1890 – Bassevelde 26 december 1968), getrouwd met Octavie Dieleman (Moerbeke 31 maart 1897 – Nieuwkerken-Waas 14 ovember 1960), die tijdens de vooroorlogse jaren de brouwerij uitbouwde tot een zeer bloeiend bedrijf. HOBONIA – Kastelen in onze omgeving
6
Larikshof
Zijn zonen Stefan (Nieuwkerken-Waas 1 april 1930 – aldaar 15 juli 2002) en Christiaan (° Nieuwkerken-Waas 15 oktober 1934), de derde generatie van dit brouwersgeslacht, vormden de brouwerij in 1967 om tot een ambachtelijke likeurfabriek die tot op vandaag aktief is. Bruno Verhofstede huwde op 13 augustus 1994 met Bieke-Elisa-Jozef Van Schoors (° Essen 13 december 1969), gemeenteontvanger in Essen, dochter van Daniël Van Schoors (° Essen 5 april 1944) en van José Van Ginniken (° Essen 28 juni 1946). Het echtpaar Verhofstede-Van Schoors heeft drie kinderen : -
Frederik-Christiaan-José (° Sint-Antonius-Zoersel 24 september 1996); Thibaut-Daniël-Leonie (° Sint-Antonius-Zoersel 12 mei 1998); en Elise-Ann-Mathieu (° Sint-Antonius-Zoersel 7 maart 2000).
Het Larikshof, een gebouw met eclectische-stijlkenmerken, rust op een plint van blauwe hardsteen, gemengd met een tweede plint in gekloven natuursteen. Af en toe werden versieringen in witte steen toegevoegd. De muren zijn merendeels opgetrokken in donkerrode baksteen, die na de renovatie door Regnard lichtkleurige voegen kreeg. De oorspronkelijke houten gevelbekleding werd ten dele hersteld. Het dak, vrij complex van opbouw, is bekleed met donkergrijze natuurleien. Kasteel Larikshof is privé-bezit en niet toegankelijk voor bezoekers. Het stemmige gebouw is zichtbaar vanop de openbare weg. Foto’s met dank aan Bruno Verhofstede
HOBONIA – Kastelen in onze omgeving
7
Larikshof
HOBONIA – Kastelen in onze omgeving
8
Larikshof