Hobonia Groeiboek Volkskunde - Astronomische klok Bellens

Page 1

Liturgisch-Astronomische klok Albert BELLENS Raymond Roelands Inleiding Op 29 september 2015 bracht ik een bezoek aan Wereld Missie Hulp (WHM) in Boechout waar we in een vergaderzaaltje een algemene presentatie kregen over de werking van de organisatie. Aan de achterzijde bemerkte ik een astronomisch uurwerk dat, bij navraag, bleek gemaakt te zijn door Boechoutenaar Albert Bellens. Walter Smolders - zoon van Willem Smolders, de maker van de Kapelse Smoldersklok - noch Eddy Fraiture hadden ooit gehoord van dit kunstwerk. Eddy Fraiture is een expert op het vlak van de geschiedenis van de Belgische uurwerknijverheid en publiceerde al verschillende boeken en bijdragen in binnen- en buitenlandse tijdschriften, met de nadruk op de geschiedkundige en sociologische achtergrond van de Vlaamse en Belgische uurwerknijverheid. Hij mag aanzien worden als de enige “uurwerkhistoricus” in het Nederlandse taalgebied. In 1999 richtte hij, samen met Paul Van Rompay en Rudy Degeest, het “UUR-werkgezelschap” op, een niet-commerciële vereniging van liefhebbers en verzamelaars van tijdmeetinstrumenten en uurwerken. In 2013 was Fraiture ook curator van de tentoonstelling “Stop de Tijd” in Het Stadsmus in Hasselt.

Op 4 december 2015 werden enkele bijkomende foto’s gemaakt van de voorzijde en het binnenwerk en stelde ik vast dat dit uurwerk technisch opgebouwd werd met telefoniemateriaal. De reactie van Eddy na het zien van mijn foto’s van het Astronomisch uurwerk: “Ja, daar sta ik met verstomming geslagen. Nooit gezien en nooit van gehoord. Dat zou ik graag eens zien van nabij. En dan natuurlijk ook wat meer vernemen van de maker, omstandigheden, enz. Wat een ontdekking!”

Bronnen -

Tijdschrift Heemkundige Kring “Het Speelhof” Jaargang 2009 - Maria Bellens “Albert Bellens en zijn litugisch-astronomische klok”

-

-

Open Monumenten brochure Boechout van 13 september 2009 Nick Vanhaute Eddy Fraiture Wikipedia Mis- en Vespersboek - J. Koenders - 1951

De Ontwerper Rond 1830 vestigde landbouwersknecht Henricus Bellens, geboortig en afkomstig van ZoerleParwijs, samen met zijn vrouw Anna Maria, geboortig van Hove, zich in Boechout. Eén van hun zonen, Petrus Josephus (°Boechout, 25.09.1839), stichtte alhier ook een gezin. Zijn drie zonen HOBONIA - Volkskunde

1

Astronomische klok Albert BELLENS


maakten zeker hun weg. Petrus Franciscus werd werktuigkundige en verhuisde naar Laken. Petrus Emilius stond in het onderwijs in Wilrijk. Joannes leerde de stiel van horlogemaker. Tussen 1891 en 1901 verbleef hij in Antwerpen en huwde in 1899 in Boechout met Maria Isabella De Bruyn. Dit gezin telde negen kinderen, waarvan er drie vroegtijdig stierven. De zonen August, Albert, Martinus en Emilius leerden, zoals hun vader, allen het beroep van horlogemaker. Albert Bellens werd geboren in Boechout op 26 maart 1909. Hij doorliep de gemeentelijke jongensschool, was een vlijtige leerling, zeer handig en kon rekenen als geen ander. Daardoor werd hij de rechterhand van de meester en mocht hij leerlingen van de lagere graad helpen. Hij draaide kapnonnen1, waar de schooljongens verzot op waren. Thuis hielp hij zijn vader in het werkhuis en eigende zich alzo de kennis van horlogemaker toe. Na zijn veertiende werkte hij, zoals zijn twee andere broers, mee in het atelier van vader. Na het lager onderwijs schreef hij zich in als leerling in de avondcursussen van de Nijverheidsschool in Antwerpen. De lessen werden gegeven van 19 tot 21 uur. Om aanvaard te worden, diende eerst een ingangsexamen afgelegd. De opgaven stonden genoteerd op drie opeenvolgende borden. Het eerste bord met de opgaven scheen hem een kleintje te zijn, vervolgens werkte hij vlot de opgaven op het tweede en derde bord af. De resultaten waren schitterend. Albert ging onmiddellijk over naar het tweede jaar in de afdeling werktuigkunde. Hij startte het tweede jaar op 1 oktober 1923 en sloot het af op 30 april 1924. Vanuit Boechout vertrok hij dagelijks met de stoomtrein naar Antwerpen. Als hij naar de avondschool ging, nam hij de afgewerkte horloges van de klanten - horlogewinkels in Antwerpen - mee en leverde ze af vóór de lessen begonnen. Hij bracht van hen geregeld weer nieuw werk mee voor thuis. Het gebeurde af en toe dat tijdens de lesuren onvoorzien een wekker afliep, tot groot jolijt van de leerlingen en tot ergernis van de leraar. Intussen experimenteerde hij met lege pekelharingbokalen om er accu’s mee te maken. Op zijn zeventiende beëindigde hij het vierde jaar aan de Vrije Nijverheids- en Beroepschool in de Londenstraat. Op een dag kwam hij voorbij de firma Bell Telephone en merkte dat er werkvolk werd gevraagd. Als ik hier kon beginnen, dacht Albert, zou dat een fijne zaak zijn. Hij stapte binnen, liet zich inschrijven en kon onmiddellijk aan de slag. We schrijven 1927. In de kelders van Bell Telephone bestond zijn job in het leggen van elektriciteitsleidingen en het maken van de nodige verbindingen. Albert verdiende daar een aardige duit meer dan thuis. Op die manier droeg hij bij in de levensbehoeften van het gezin, een normaal gegeven in die tijd.

1-

De draaitol was destijds een zeer geliefd speeltuig, bijzonder bij de al iets grotere knapen. Draaitollen, die wij hier “nonnen” of “kapnonnen” noemden

HOBONIA - Volkskunde

2

Astronomische klok Albert BELLENS


Wellicht merkte zijn chef dat deze jongeman meer kon dan enkel stroomleidingen leggen. Hij sprak Albert aan en vroeg of hij niet geïnteresseerd was om een cursus telefonie te volgen op het bedrijf. Dat was de eerste sport van de ladder die hij beklom bij Bell. De jaren door werkte hij zich verder op tot een gewaardeerd stroomlaborant. Hij werkte in het labo samen met technisch en burgerlijk ingenieurs. Op zondagvoormiddag bekwaamde hij zich als leerling-technisch tekenaar aan de vakschool in Lier. Er waren nog andere jonge kerels uit Boechout, de gebroeders De Greef, Maurice Augustinus, en anderen. De weg naar Lier werd te voet en op een sportieve manier afgelegd, telkens een tweetal bomen lopen waarna een tweetal marcheren. In 1928-1929 deed hij, waarschijnlijk op aanraden van zijn vader, mee aan een examen van de vereniging van uurwerkmakers en juweliers van Antwerpen. De opdracht bestond erin een bepaald stuk te maken. Op 12 mei 1929 ontving Albert Bellens daarvoor het diploma met de eerste prijs, ondertekend door de jury, waarvan de bekende Lierenaar Louis Zimmer deel uitmaakte. Tussen 31 juli 1929 en 28 mei 1930 vervulde hij zijn militaire dienst. Ook toen was hij tijdens zijn weinige vrije momenten al bezig met een eerste staande klok. Klokken en uurwerken bleven Albert fascineren. Na zijn dienstplicht in 1930 werkte hij aan een eigengemaakte staande klok, een echappement Dennissen, met secondewijzer, en die dag en datum aanduidde in letterschrift. Albert zocht en vond een oplossing om een uurwerk draadloos en automatisch te regelen. Hiervoor ving hij het tijdsein op dat gestuurd werd vanuit de Eiffeltoren in Parijs. Het bijzondere daaraan was dat de klok zichzelf automatisch gelijkstelde op dat tijdsignaal. Na jaren proefdraaien bleef de regulator nauwkeurig werken.2 De klok wond zichzelf op en werd aangedreven met de veer van een zakuurwerk. Middernacht, om 0 uur, versprong automatisch dag en datum, afleesbaar in tekst in plaats van met de wijzers. Na de Tweede Wereldoorlog werd het radiosein om 13 uur uitgezonden via radio Brussel. In het maandblad voor uurwerkmakers werd eveneens verwezen naar Jan Bellens, zijn vader, als een bekwaam vakman en waarvan de vier zonen eveneens bekwame uurwerkmakers waren. Albert trouwde op 20 april 1937 in de Sint-Bavokerk in Boechout met Nelly Augustinus. Vanaf 1935 was Albert bezig met iets nieuws, iets anders. Hij wilde een uurwerk maken waarop het verloop van het hele kerkelijke jaar te zien was. Geen eenvoudige klus. Denk alleen nog maar aan Pasen, dat telkens op een andere datum valt. Hij stond dus voor een enorme uitdaging. Lezen, noteren, cijferen en op schema’s brengen, wat en hoe hij het allemaal in de klok zou verwerken. Aan zijn oudste broer August Bellens had hij veel steun. Samen bespraken ze dikwijls de mogelijkheden, maar voor de praktische uitvoering stond Albert natuurlijk zelf in. Na de oorlog, terwijl zijn idee reeds ver gevorderd was, ging het eigenlijke werk van start. Alle onderdelen voor het enorme uurwerk werden door hem gemaakt. Elk tandwiel werd uitgetekend en gefreesd. Alle assen en bussen werden op een grote draaibank vervaardigd. De indeling van het metalen geraamte is ook van zijn hand. Het houten meubel werd in 1954 door zijn schoonbroer Albert Augustinus gebouwd. Zo groeide stilaan de wonderklok.

2

- Maandelijks Bulletin der Vereniging van Uurwerkmakers en Juweliers, jaargang 13, nr. 9, sept. 1935.

HOBONIA - Volkskunde

3

Astronomische klok Albert BELLENS


Voor en na herstelde Albert sporadisch nog horloges van dorpsgenoten en anderen uit het Antwerpse en omgeving. Veel jaren onderhield hij wekelijks alle klokken van de Nationale Bank in Antwerpen. Die taak bestond uit het opwinden van het mechanisme en herstellingen uitvoeren indien dat nodig was. Hij verzorgde het torenuurwerk van de Boechoutse Sint-Bavokerk, een werk dat hij in 1940 van zijn vader had overgenomen. Hij installeerde in de toren een systeem waardoor de klokken driemaal daags automatisch konden luiden. Dezelfde toepassing plaatste hij in de kerken van Sint-Willibrordus in Nijlen en Sint-Benedictus in Mortsel. En niet te vergeten zijn activiteiten voor de automatische aanduidingsborden in het spoorwegstation in Brussel. Hiervoor werkte Albert samen met zijn collega’s tot de definitieve verwezenlijking.

Beschrijving van het levenswerk van Albert Bellens Het werk bevindt zich in een houten meubel van 4,34 m breed, 3,10 hoog en 0,75 m diep. Binnenin bestaat ze uit 6 grote afzonderlijke delen, die samen één geheel vormen. Oorspronkelijk stond het uurwerk, de klok thuis, in de Appelkantstraat in Boechout. Ze nam de hele breedte van de voorkamer in en reikte tot aan het plafond. Vooraan ziet men een donkereiken kast, symmetrisch opgebouwd in allerlei vakken waarvan één in het oog springt door het gebruik van een lichtere houtsoort, maar vooral omdat ze iets vooruit springt en de vorm heeft van een groot Latijns kruis (†).

Een eenvoudig uurwerk is een tijdsmeter van de dag, onderverdeeld in uren, minuten en seconden. Het speciale uurwerk van Albert Bellens is de tijdsmeter van de dag, maar ook van de week, de maand en het jaar. Het vertelt iets over de zon, de maan en de sterren. Zo uitzonderlijk is dat niet. Immers, er zijn heel wat astronomische klokken in binnen- en buitenland, tamelijk recente en eeuwenoude. HOBONIA - Volkskunde

4

Astronomische klok Albert BELLENS


Maar de klok Albert Bellens heeft nog meer in zich, namelijk het verloop van het kerkelijk jaar met zijn vele liturgische feesten. Daarom is het ook een liturgische en een bijzondere klok. Alle wijzerplaten en opschriften, de vele met tekst voorziene koperen rollen, de slinger, de gewichten, de miniatuursterrenhemel, vervaardigde Albert allemaal zelf. Hij schetste de afbeeldingen voor de 15 mysteries, tekende het landschap van Boechout met kerk, molen en oud-gemeentehuis. De samenstelling van de carrousels, de koperen lijsten eromheen, alles was van zijn hand. Zeker niet te vergeten de honderden radertjes, assen, en andere onderdeeltjes die hij berekende en op de draaibank in vorm bracht. Honderden plans telt het elektrisch gedeelte. Hij zag altijd wel iets dat verbeterd kon worden. Goed drie maanden vóór zijn dood, hij werd bijna 95 jaar, was hij er nog steeds mee bezig. Papieren met schema’s en berekeningen lagen open op zijn werktafel. Zijn hobby is uitgegroeid tot zijn levenswerk. Gelukkig heeft Albert Bellens zijn wonderklok gesigneerd. Op de wijzerplaat van de moederklok (wijzerplaat 1) staan zijn initialen ineengestrengeld, AB. In de schijf van de slinger is een prachtige gravure gedreven van de Heilige Drievuldigheid. A - B op de wijzerplaat van de moederklok

Albert Bellens raakte wel in problemen door de vele veranderingen ingevolge het Tweede Vaticaans Concilie van 1962-1965. Vele dingen uit de liturgie werden afgeschaft, nauwelijks meer vernoemd of vervangen door andere benamingen. We moeten dit uurwerk dan ook zien in de tijdsgeest van de bouwer.

Op 29 februari 2004, overleed Albert Bellens, die tijdens zijn vrije tijd, zuiver als hobby, een liturgisch-astronomisch uurwerk construeerde. Na diens overlijden werd het liturgisch-astronomisch uurwerk in 2004 overgebracht naar WereldMissiehulp in Boechout. Dat was uiteraard geen eenvoudige karwei. De klok werd in zijn zes grote delen uiteengehaald, asverbindingen en elektrische draden werden losgekoppeld; dan pas, en met veel moeite, kon de klok getransporteerd worden.

HOBONIA - Volkskunde

5

Astronomische klok Albert BELLENS


Het meubel van de wonderklok werd opnieuw gemonteerd maar ondanks het werk van enkele ingenieurs-vrijwilligers zou de klok niet meer functioneren. Na ontdekking van deze klok op 29 september 2015 kwam op 1 februari 2016 het bericht dat WMH wenste te vernieuwen en uit te breiden en een ander onderkomen voor de klok diende gezocht. Er werden een aantal mogelijkheden geopperd, waarbij verhuis naar de kerk van Boechout iedeaal zou zijn. Maar de interesse was er niet. Op 30 september 2016 bereikte mij het bericht dat een nieuwe standplaats voor de klok werd gevonden in de kerk Sint-Remigius in Haacht In HLN van 23 januari 2017 werd een artikel opgenomen betreffende de overdracht van het Bellensuurwerk. Het restauratiewerk is reeds in volle uitvoering. In de klok zijn drie grote delen te onderscheiden: I

Een eerste deel over de dagelijkse tijdsindeling en de uurindelingen, die betrekking hebben op de hele wereld.

II

De grote kerkelijke feestdagen worden extra belicht door een beeld of een prent.

III Een derde deel met uitgebreide informatie over de burgerlijke en liturgische kalender. IV Het kerkelijk jaar.

I. De tijdsindeling Om de verschillende delen eenduidig te kunnen benoemen werd ze genummerd. (zie foto blz. 4)

1. De Hoodfklok Centraal van de klok, in het kruis, bevindt zich de moeder- of hoofdklok. (wijzerplaat 1)

Moederklok - 1

De wijzerplaat van dit uurwerk geeft de aangenomen middelbare tijd voor België. Deze verschilt van de zonnetijd, onze tijd ten opzichte van de zon. Onze tijd kan gelijk, voor of achter zijn tegenover de zonnetijd. De wijzerplaat duidt het gemiddelde ervan aan. Dit is het officiële uur dat in 1892 door België werd aangenomen. Op een kleine wijzerplaat, links van de moederklok, wordt de middelbare tijd van Greenwich, Engeland, aangegeven. (wijzerplaat 2) HOBONIA - Volkskunde

6

Greenwich middelbare tijd en Zonnetijd -2

Astronomische klok Albert BELLENS


Denison-gangwerk 3 De nauwkeurigheid van de klok wordt bepaald door toepassing van een Denison-gangwerk. De “armen” A en B zijn draaibaar opgehangen in resp. de punten C en C. De staaf D is de slingersteel waaraan aan het eind het slingergewicht is bevestigd. In rusttoestand is er een kleine speling tussen de slingersteel en de armen A en B. Stel, men brengt de slinger in beweging door hem naar links te duwen. Op het moment dat dit gebeurt zorgt een mechaniek 12) er voor dat arm A over een kleine hoek naar rechts wordt geheven en in die stand wordt gefixeerd (dit moment staat afgebeeld in Afb. 4. In deze stand bevat arm A een (zeer) kleine hoeveelheid potentiële energie. Als daarna de slinger wordt losgelaten zal deze, onder invloed van de zwaartekracht, naar rechts gaan bewegen. De slingersteel botst dan tegen arm A en slingert nog over een kleine afstand door. Als de slinger daarop weer naar links gaat bewegen zal arm A over de kleine afstand die hij hiervoor naar rechts is geheven zijn potentiële energie omzetten in kinetische energie en dus de slinger een duwtje naar links geven. Tijdens het slingeren zal dit proces afwisselend door zowel arm A als arm B worden uitgevoerd. Het resultaat is dat de slinger blijft slingeren door impulsen die uitsluitend afhankelijk zijn van de invloed van de zwaartekracht en dus onveranderlijk en constant.

3. De Zonnedag De zonnedag is de tijd die verloopt tussen twee opeenvolgende doorgangen van de zon over dezelfde meridiaan, dit is de middag of middernacht. Hij duurt 3 minuten en 56 seconden langer dan een sterrendag. Dit komt doordat de aarde tijdens een omwenteling verder gereisd is in haar baan om de zon. Doordat de baan van de aarde niet precies cirkelvormig is maar elliptisch varieert de lengte van de zonnedag ook nog eens. Sterrenkundigen en zeelieden berekenen de dag vanaf de middag, omdat het voorstellen van de ware middag of de hoogste stand van de zon gemakkelijk te controleren is. Dat geeft ook voordelen bij het berekenen van de plaatsbepaling (bv. op zee). Dit is precies het tegenovergestelde van wat men op het vasteland doet: daar begint de burgerlijke dag met middernacht en is een etmaal verdeeld in twee perioden van 12 uur. Op de wijzerplaat rechts van de moederklok overlopen de wijzers de 24-delige kring van de wijzerplaat in 24 uur of een zonnedag. (3) 3

- De restauratie van een torenuurwerken te Schinveld en Soest - L.A.A. Romeyn

HOBONIA - Volkskunde

7

Plaatselijke gemiddelde tijd en Zonnetijd 3

Astronomische klok Albert BELLENS


Rekening houdend met de ligging van het centrum van Boechout op 4° 29’ OL geeft de wijzerplaat van de zonnedag de zonnetijd voor Boechout d.w.z. GWZT + 17’. Voor het aflezen van het uur dient de grote wijzer geprojecteerd te worden op een normale wijzerplaat van 12 uren.

4. De Sterrendag Een sterrendag is de tijd die de Aarde nodig heeft om 360 graden om haar as te draaien ten opzichte van het lentepunt. Dit is korter dan een zonnedag, te weten: 23 uren, 56 minuten en 4,0905 seconden en ook 8 milliseconden korter dan de siderische rotatieperiode van de aarde. "Siderisch" betekent "ten opzichte van de sterren". Het verschil tussen een sterrendag en een zonnedag bedraagt dus iets minder dan 4 minuten. Vermenigvuldigd met 365,24 dagen (een jaar) komt dit uit op één dag. Inderdaad, aangezien de aarde in tegenwijzerzin rond haar as draait, maar ook in tegenwijzerzin rond de zon, moet de aarde elke dag 1/365,24sten van een omwenteling extra afleggen om de zon opnieuw onder dezelfde hoek te zien. Door de combinatie van die twee bewegingen 'verliest' de aarde elk jaar een dag.

Sterrentijd -4

Helemaal bovenaan, in de kop van het kruis, geeft de wijzerplaat de sterrentijd aan. (4)

5. Uurindeling op de aarde Waar is het dag en waar nacht over heel de wereld? Dat valt waar te nemen onderaan de klok, links en rechts van de slinger. Twee platte wereldkaarten worden voorgesteld met eronder en erboven kleine wijzerplaten. Op de wereldkaarten bevinden zich 24 verticale lijnen, de meridianen of middaglijnen. De wereldkaart wordt alzo in 24 stroken van 15° opgedeeld. Elke strook is een tijdruimte van 1 uur, uurgordel genoemd. Over de ene wereldkaart bewegen twee pijlen van oost naar west. Eén pijl duidt aan waar het op de wereld op dat ogenblik middag is. (5a) De tweede pijl volgt de eerste met een achterstand van 12 uur en geeft aan waar het op datzelfde tijdstip middernacht is. Landen en steden zijn niet getekend. HOBONIA - Volkskunde

8

Astronomische klok Albert BELLENS


Over de andere wereldkaart, rechts van de slinger, bewegen eveneens twee draden. Zij geven aan waar op de wereld het begint te schemeren, met andere woorden, wanneer het morgen of avond wordt. (5b) Deze draden lopen niet parallel met elkaar. Hoe dichter de draden bij elkaar staan, hoe minder lang het licht is, zoals bij ons in de winter; hoe verder uit elkaar, hoe langer het licht is, zoals bij ons in de zomer. Aan de polen staan ze gedurende verschillende maanden bijna tegen elkaar. Tijdens de zogenaamde poolnachten wordt het niet licht, is er geen morgen- of avondschemering. Ge kunt zien dat als het bij ons in ’t noordelijk halfrond winter is, het op het zuidelijk halfrond zomer is, en omgekeerd.

6. Sterrenhemel Hogerop draait een miniatuur van de sterrenhemel, met daarin de sterren die zichtbaar kunnen zijn in het noordelijk halfrond. In het zuidelijk halfrond ziet men andere sterrenbeelden. De sterren aan de hemel verschillen qua helderheid. Om die helderheid te bepalen spreekt men over sterren van magnitude 1 tot 6. Deze laatste zijn het zwakst. Maar er zijn er ook van magnitude 0 en minder dan nul. Dat zijn de helderste. Hoe kleiner de magnitude, hoe helderder de ster. In de miniatuursterrenhemel zijn millimeterkleine gaatjes geboord Sterrenhemel - 6 voor de sterren. In funktie van de helderheid zijn de gaatjes groter of kleiner. Achter de sterrenhemel brandt een lamp zodat men de sterren als kleine verlichte stipjes kan waarnemen. De sterren van de dierenriem zijn niet vergeten, maar ze zijn niet allemaal tegelijk zichtbaar. De sterrenbeelden zijn met een wit lijntje aangeduid om ze duidelijker voor te stellen.

7. De Jaargetijden Links (foto 7a) en rechts (foto 7b) van de sterrenhemel prijkt een landschap. Het stelt het dorp van Boechout voor met de Sint-Bavokerk, de Steenen Molen en het oudgemeentehuis in de Dr. Theo Tutsstraat. Dit alles uitgetekend zoals Albert het vanuit zijn woning kon waarnemen. Gezien vanuit zijn woonkamer lag de parochiekerk in het zuiden, ten oosten het oud-gemeentehuis en zuid-zuid-west de stenen windmolen. Daarom ook is het hier op dezelfde manier voorgesteld. Het landschap verandert vier maal per jaar, telkens bij het begin van lente, zomer, herfst en winter. HOBONIA - Volkskunde

9

Astronomische klok Albert BELLENS


Het landschap wordt op vier verschillende etamindoeken in halve kruisjessteek voorgesteld, deze worden mechanisch naar voor gebracht Landschap links (7a) Boven Boechout hangt een wolkenloze lucht. De lucht is geen vlak geheel. Neen, als men goed kijkt, merkt men een blauwe schijf met daarin een zonnetje. Die schijf met de zon daarin draait van links naar rechts en ze beweegt ook nog eens op en neer. Schijnbeweging van de zon - 7a

Lente - 7a en 7b - duur: 92 dagen en 11 uur

Zomer - 7a en 7b - duur: 93 dagen en 8 uur

Herfst - 7a en 7b - duur: 89 dagen en 10 uur

Winter - 7a en 7b duur: 90 dagen HOBONIA - Volkskunde

10

Astronomische klok Albert BELLENS


’s Morgens ziet men de zon opgaan in het oosten. (links) Ook hier gaat ze op boven de horizon van het landschap, klimt hoger en hoger, en staat ’s middags plaatselijke tijd, loodrecht boven de kerktoren. De zon draait verder via de molen naar het westen om achter het landschap aan de horizon onder te gaan. De schijnbeweging van de zon gebeurt van links naar rechts, zoals Albert het dagelijks kon waarnemen. ’s Nachts draait de zon onzichtbaar achter het landschap van Boechout door, om ’s morgens weer in het oosten zichtbaar te worden. De blauwe schijf met de zon erin beweegt ook op en neer omdat de zon niet altijd even hoog aan de hemel te zien is. In de zomer komt ze ’s morgens veel hoger op dan in de winter. Dat gaat hier evenzo heel geleidelijk, juist zoals het in de natuur waar te nemen is. Landschap rechts (7b Aan de rechterkant komt hetzelfde landschap nog eens terug, maar nu met de maan. Ook die komt op en gaat onder ten opzichte van de aarde. Zij is niet altijd even hoog aan de hemel te zien. Maar beide bewegingen gaan niet samen met de bewegingen van de zon. Als dat wel zou zijn, zou 's nachts de maan nooit te zien zijn, zoals de zon ‘s nachts ook niet waar te nemen is. De maan gaat niet alleen op en onder, maar neemt bovendien een steeds wisselende schijngestalte aan: ze evolueert van nieuwe maan, eerste kwartier, halve maan, naar volle maan, waarna ze van laatste kwartier terug nieuwe maan wordt. Die evolutie noemt men de maancyclus en duurt ongeveer 29 ½ dagen. Dan herbegint de cyclus.

Schijnbeweging van de maan - 7b

8. Schijngestalten van de maan De koperen schijf toont ons de schijngestalten van de maan. Eerst bemerken we niets: dit is nieuwe maan (NM). Vervolgens de sikkelvorm: wassende maan. Daarna eerste kwartier (EK) die aangroeit tot een volledige schijf, volle maan (VM). Nadien neemt ze af tot het laatste kwartier (LK), om tenslotte volledig te verdwijnen. In het kijkraampje kan men de juiste dag der kwartiermanen aflezen. Hulpmiddel voor kwartiermaanstand NM EK VM LK

het

Nieuwe maan Eerste kwartier Volle maan Laatste kwartier

herkennen

der

Wassende maan Afnemende maan

Maanstand - 8

Dit is zo eveneens allemaal op de klok te volgen. HOBONIA - Volkskunde

11

Astronomische klok Albert BELLENS


9. Dag verkort of verlengt in uren en minuten tijdens x dagen In functie van de seizoenen zullen de dagen langer of korter worden; dit wordt op wijzerplaat 9 weergegeven. Links de tijd van de dag en rechts het aantal dagen dat de verkorting of verlenging nog zal duren.

Dag verkort - 9

10. Hoeveelste week van de maand het is - hoeveel weken er nog overblijven

Week van de maand - 10

11. Maanopgang, -ondergang in uur en minuten Deze wijzerplaat geeft het uur aan wanneer de maan opkomt en wanneer ze terug onder gaat.

Maansopgang en maansondergang - 11

12. De Romeinse Indictie De indictie cyclus of cyclus der Romeinse belastinggetallen staat niet in verband met de bewegingen van hemellichamen. Deze cyclus omvat een periode van 15 jaar en is een uitvinding en hulpmiddel van de antieke belastingwetgeving. Het Romeinse belastinggetal geeft aan het hoeveelste jaar we zijn in de periode van 15 jaar. Men onderscheidt: a. de Griekse of Byzantijnse indictie, die op 1 september begint; b. de BedoviĂŤr indictie, ook keizerlijke of Constantijnse indictie genoemd, die op 24 september begint; c. de Romeinse indictie, ook de Pauselijke genoemd, die op 25 december of 1 januari begint; (wijzerplaat 12 geeft de Romeinse indictie)

HOBONIA - Volkskunde

12

Romeinse Martelaarsletter en Romeinse Indictie - 12

Astronomische klok Albert BELLENS


De indictie van een bepaald jaar wordt bekomen door bij dat jaartal 3 bij te tellen en dit getal vervolgens te delen door 15. De rest van deze deling is de indictie. Vb. 2000 + 3 = 2003 : 15 = 133, overschot 8. Indictie van 2000 is dus 8. 2001 + 3 = 2004 : 15 = 133, overschot 9. Indictie van 2001 is dus 9. De martelaarsletter en indictie, die eveneens worden aangeduid, hebben te maken met het epacta. Vermits Albert Bellens in zijn klok de kalender van het burgerlijke en het kerkelijke jaar wou brengen, waren voor hem het guldengetal en epacta, de zonnecirkel en zondagsletter, en waarschijnlijk ook Romeinse martelaarsletter en indictie, van essentieel belang om voor elk jaar de juiste paasdatum te kunnen bepalen. Daarom worden ze vermeld op zijn klok. We zagen al hoe en waar zon en maan zich elke dag aan de hemel bevinden.

13. Maancirkel met Epacta Na 19 jaar vallen de verschillende schijngestalten van de maan weer op dezelfde tijdstippen van het jaar. Het gulden getal wordt aan een jaar toegerekend volgens de tijdrekening gebaseerd op de cyclus van Meton. Het jaar waarin nieuwe maan op 1 januari valt krijgt het getal 1, het volgende jaar 2 et cetera. Het gulden getal is van belang voor het bepalen van de kerkelijke paasdatum. Guldengetal en Epacta - 13 Het wordt op de linker wijzerplaat weergegeven. Op de rechter wijzerplaat wordt aangegeven hoeveel dagen de maan oud is op 1 januari van het huidige jaar. Dit getal noemt men het Epacta. De wijzer is na 19 jaar rond. Het paasfeest en alle andere kerkelijke feestdagen worden bepaald door de Epacta. Ingevolge het concilie van Nicea (325 jaar na Chr.) en de regeling van Paus Gregorius VIII (1582) moet het paasfeest gevierd worden de zondag volgend op de eerste volle maan, die op de 21ste maart of na deze datum valt. Daaruit volgt dat Pasen nooit voor de 22ste maart en nooit na de 25ste april kan vallen. (De Griekse astronoom Meton heeft dit natuurverschijnsel in 432 voor Chr. bewezen en daarom wordt de maancirkel ook de cyclus van Meton genoemd.) Een voorbeeld: 1930 had guldengetal 12, als epacta 1. Dit wil zeggen dat de maan in 1930 in het 12de jaar van de maancirkel was en dat ze op 1 januari ĂŠĂŠn dag oud was. Ander voorbeeld: 1934 had guldengetal 16, als epacta 15. Dat houdt in dat de maan in 1934 in het 16de jaar van de maancirkel stond en op 1 januari 15 dagen oud. De exacte berekening van de paasdatum gaat als volgt: Bereken het gulden getal van het jaar, dit is de rest die we overhouden als we het nummer van het jaar door 19 delen (het aantal jaren in een maanjaar-cyclus). Bij deze rest wordt 1 opgeteld. Het gulden getal van 1900 is dus 1, het gulden getal van 1983 is 8 en het gulden getal van 2017 is 4. De berekening voor 2017 gaat als volgt: - gulden getal = 2017-(19 x 106)+1 = 4 - aantal zonneschrikkeldagen = 15 (altijd gelijk tot 2099) - aantal maanschrikkeldagen = 1 (altijd gelijk tot 2099) HOBONIA - Volkskunde

13

Astronomische klok Albert BELLENS


- schrikkeldagen = zonneschrikkeldagen - maanschrikkeldgen = 15 - 1 = 14 - gulden getal x 11 = 4 x 11 = 44 - 44 - 14 = 30 - 30 + 2 = 32 - epacta voor 2017 = 32 - (30x1) = 2 Nu moeten we nog de volle manen van een jaar berekenen. De maanmaanden hebben in principe afwisselend 30 en 29 dagen, waarbij de maanmaand waarin 1 januari valt 30 dagen heeft, en de daaropvolgende maanmaand 29 dagen. Verder komt een volle maan 13 dagen na nieuwe maan. Uitgaande van dit gegeven vinden we een volle maan op (31-epacta+13) maart in een niet schrikkeljaar, en 1 dag eerder in een schrikkeljaar. Valt deze datum na 31 maart, dan gaan we uiteraard over op de maand april. Voor 2017: (31-epacta+13) = (31-2+13) maart = dinsdag 42 maart = dinsdag 11 april. 2017 is geen schrikkeljaar, dus volle maan op dinsdag 11 april. Pasen valt nu op de daaropvolgende zondag. In 2017 is dat zondag 16 april. 14. Hoeveel dagen het burgerlijk jaar telt hoeveel dagen het kerkelijk jaar telt

Burgerlijk en kerkelijk jaar - 14

15. Duur van dag en nacht in uur en minuten

Duur van de dag en duur van de nacht - 15

16. Hoeveelste dag van het jaargetijde en resterende dagen

Dag van de zomer - 16

HOBONIA - Volkskunde

14

Astronomische klok Albert BELLENS


17. Zonsopgang, -ondergang in uur en minuten

Zonsopgang en zonsondergang - 17

18. De Dierenriem De weg die de zon elk jaar schijnbaar aflegt rond de aarde noemen we de dierenriem of Zodiac. Hij bestaat uit 12 sterrenbeelden zichtbaar op 20° boven de ecliptica, die meestal de naam van een dier dragen. In de pseudo-wetenschappelijke astrologie en waarzeggerij wordt zij gebruikt voor het opstellen van horoscopen. De dierenriem is verdeeld in 12 vakken, elk 30° lang beginnende bij het lentepunt (d.w.z. het punt dat de zon op 21 maart passeert). Door het verschuiven van de ecliptica ten Zon in ’t Sterrebeeld - 1 opzichte van vaste sterren (1 volledige rondgang in 26.000 jaar) komen de tekens niet meer overeen met de sterrenbeelden (1 sterrenbeeld of 30° verder). De wijzer duidt het beeld van de dierenriem aan en is na één jaar rond. De dierenriem wordt in vier groepen verdeeld: de tekens komen niet meer overeen met de sterrenbeelden. De wetenschappelijke benaming wordt in hoofdletters weergegeven. De wijzerplaat geeft aan welk sterrenbeeld het is: 1 Lentetekens

1 ARIES - Ram 21/3 tot 20/4 2 TAURUS - Stier 20/4 tot 21/5 3 GEMINI - Tweelingen 21/5 tot 22/6 begin van de zomer

2 Zomertekens 4 CANCER - Kreeft 5 LEO - Leeuw 6 VIRGO - Maagd begin van de herfst

22/6 tot 23/7 23/7 tot 23/8 23/8 tot 23/9

3 Herfsttekens 7 LIBRA - Weegschaal 23/9 tot 23/10 8 SCORPIO - Schorpioen 23/10 tot 22/11 9 SAGITTARIUS - Boogschutter 22/11 tot 22/12 begin van de winter 4 Wintertekens 10 CAPRICORNUS - Steenbok 22/12 tot 20/1 11 AQUARIUS - Waterman 20/1 tot 18/2 12 PISCES - Vissen 18/2 tot 21/3 begin van de lente

HOBONIA - Volkskunde

15

Astronomische klok Albert BELLENS


19. De zonnecirkel en zondagsletter De zonnecirkel is een tijdsruimte van 28 jaar. De dagen van de week komen dan in dezelfde orde op dezelfde datum terug. Op de rechter wijzerplaat wordt de Zondagsletter aangegeven, m.a.w. de letter die zegt op welke datum in januari de eerste zondag valt. (Hoe aflezen? Bv.: zondag 1A maandag 2B dinsdag 3C enz. Geeft de wijzer bv. in 2000 de letter B aan, dan valt de eerste zondag in januari 2000 op de 2de januari; in 2001 zal de wijzer de letter G aangeven, de eerste zondag valt dan op 7 januari; in 2002 zal de wijzer de letter F aangeven, de eerste zondag valt dan op 6 Januari.) Aan de andere kant van de klok staan de Zonnecirkel en Zondagsletter. (5) De zondagsletter van een jaar is de letter van de eerste zondag van dat jaar als de dagen van de week cyclisch aangeduid worden met de letters A, B, C, D, E, F en G, beginnend met A voor 1 januari.

Zonnecirkel en Zondagletter - 19

De zondagsletter geeft aan welke kalender voor dat jaar gebruikt moet worden. Om ook met schrikkeljaren rekening te houden, worden de lettercombinaties AG, BA, CB, DC, ED, FE en GF toegekend aan schrikkeljaren. De eerste letter is de zondagsletter van de eerste zondag en de tweede de zondagsletter voor zondagen na de schrikkeldag. Zo heeft het jaar 2007 de zondagsletter G, omdat 1 januari een maandag was en dus de letter A kreeg en bijgevolg de eerstvolgende zondag een G. Het jaar 2004 was een schrikkeljaar dat begon met een donderdag, zodat de eerste zondag een D kreeg. De zondagsletter voor 2004 is dus de combinatie DC. Het gaat in wezen slechts om de vraag of het een gewoon jaar of een schrikkeljaar betreft en op wat voor dag 1 januari valt. Daarmee zijn 14 kalenders mogelijk, die alle in de praktijk voorkomen. De zondagsletter geeft voor een bepaald kalenderjaar in beknopte vorm aan welke van deze 14 kalenders van toepassing is. Dit kan men berekenen of opzoeken in een tabel. Deze wijze van definiĂŤren gaat terug op het gebruik van eeuwigdurende kalenders. Logischerwijs is er ook een direct verband tussen de aanvang van de weken volgens de iso-weeknummering en de zondagsletters. Daarnaast wordt de zondagsletter ook gebruikt bij de bepaling van de paasdatum, omdat paaszondag - de naam zegt het al - op een zondag valt. 20. Hoeveelste dag en zondag van het burgerlijk jaar het is - hoeveel dagen en zondagen er nog overblijven

Dag en uur van het burgerlijk jaar - 20

HOBONIA - Volkskunde

16

Astronomische klok Albert BELLENS


21. Dag van het kerkelijk jaar Hoeveelste dag en zondag van het kerkelijk jaar het is (R) - hoeveel dagen en zondagen er nog overblijven

Dag van het kerkelijk jaar - 21

22. Hoog en laag water in Oostende in uur en minuten - met zichtbare aanduiding voor eb en vloed

Waterstand te Oostende - 22

23. hoog en laag water in Antwerpen in uur en minuten - met zichtbare aanduiding voor eb en vloed

Waterstand te Antwerpen - 23 HOBONIA - Volkskunde

17

Astronomische klok Albert BELLENS


II De grote kerkelijke feestdagen worden extra belicht door een beeld of een prent Aan weerszijden van de moederklok staat telkens een carrousel, opgedeeld in vakken. In elk vak staat een beeld of hangt een prent. In de kersttijd draait het vak met de kerstkribbe (links) naar voor. Met Driekoningen en in het octaaf van Driekoningen verschijnt een kerststal, samen met de koningen. In andere vakken staan beelden van Onze-Lieve-Vrouw, het Heilig Hart en Sint-Jozef als het ware te wachten, tot ze op hun feestdag tevoorschijn komen. Bovendien zijn er twee zulke carrousels - 24-25 en 26-27 omdat het kan gebeuren dat op dezelfde dag twee gebeurtenissen aandacht krijgen. Zo prijkt in de meimaand, toegewijd aan Maria, aan de linker kant de hele maand het beeld van Maria, maar ‘s vrijdags aan de andere kant het beeld van het Heilig Hart. Valt Kerstmis op een zaterdag dan staat aan de linker kant het kerststalletje en aan de andere kant het beeld van Onze-LieveVrouw, omdat de zaterdag aan haar is toegewijd. De kruisweg - 24 - schuift elk uur op het uur door; de rozenkrans - 26 - (15 mysteries) schuift op de half uren door.

HOBONIA - Volkskunde

18

Astronomische klok Albert BELLENS


De beelden stellen voor: Onderaan links: (25) Binnen carrousel: Kerstkribbe, kerststal, kerststal, Onze-Lieve-Vrouw, Heilig Hart en H.-Jozef met Kind Jezus.

Buiten carrousel: Wierookvat, O.-L.-V.- met de 15 mysteries, O.-L.-V.-Hemelvaart, De drie Wijzen, Hemels tafereel.

Onderaan rechts: (27) Binnen carrousel: H.-Jozef met Kind Jezus, Heilig Hart, Onze-LieveVrouw, Heilige Familie, tafereel met kelk en “open plaats�

HOBONIA - Volkskunde

19

Astronomische klok Albert BELLENS


Buiten carrousel: Wierookvat, Engel Gabriel met Vlucht naar Egypte, Pasen en Laatste Avondmaal

Boven de grote carrousels zijn nog twee kleinere carrousels gemonteerd; links met de 14 staties van de Kruisweg (24) en rechts met de 15 mysteries van het geloof (27).

Kruisweg De Kruisweg is een onderdeel van de totale traditie van het christelijke paasfeest. Het is een nabootsing van de lijdensweg van Christus vanaf het gerechtsgebouw (het paleis van de Romeinse procurator Poëtisch Pilatus) tot op de heuvel Golgotha, plaats van zijn terechtstelling. In de rooms-katholieke traditie is het sinds de 15e eeuw ook een godsdienstoefening, die onder andere op Goede Vrijdag plaatsvindt. Tijdens de Kruisweg gaan de gelovigen biddend en herdenkend langs veertien zogenaamde kruiswegstaties. Een kruiswegstatie is een schilderij of reliëf dat een scène uit de lijdensweg van Jezus en zijn stervensproces uitbeeldt. Vooral de franciscanen, waaronder de franciscaan Leonard van Porto Maurizio, zijn verdienstelijk geweest in het oprichten van kruiswegen. Omdat het aantal staties hier en daar verschilde, bepaalde Paus Clemens XII (paus van 1730-1740) het aantal op veertien. In 1741 werd de kruisweg verplicht in alle rooms-katholieke kerken.

HOBONIA - Volkskunde

20

Astronomische klok Albert BELLENS


Jezus wordt ter dood veroordeeld.

I

II

III

IV

V

VI

VII

VIII

I

II

III

IV

V

VI

Jezus neemt het kruis op Zijn schouders.

Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis.

Jezus ontmoet Zijn Heilige Moeder.

Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis te dragen.

Veronica droogt het aangezicht van Jezus af.

Jezus valt voor de tweede maal. VII

VIII

Jezus troost vrouwen.

HOBONIA - Volkskunde

de

wenende

21

Astronomische klok Albert BELLENS


Jezus valt voor de derde maal.

IX

X

XI

XII

XIII

XIV

IX

X

XI

Jezus wordt van Zijn klederen beroofd.

Jezus wordt genageld.

aan

het

kruis

Jezus sterft aan het kruis. XII

XIII

Jezus wordt afgenomen.

van

het

kruis

Jezus wordt in het graf gelegd. XIV

HOBONIA - Volkskunde

22

Astronomische klok Albert BELLENS


Het rozenkransgebed - de 15 Mysteries Het rozenkransgebed biedt de ongeletterden van de 17de eeuw een houvast om de belangrijkste passages uit het leven van Jezus en Maria te overwegen. Conform de 150 psalmen in het koorgebed van de kloosterlingen krijgen ze een richtsnoer om even veel Weesgegroeten te bidden, tien per mysterievol moment. De vijftien Mysteries van de rozenkrans op een rij vormen als het ware Maria’s fotoalbum, maar dan één dat niet alleen de blijde en de glorierijke momenten, maar - eerlijkheidshalve - evenzeer de droevige ogenblikken toont. De vijftien Mysteries staan in vaste volgorde: eerst de vijf Blijde, vervolgens de vijf Droeve en ten slotte de vijf Glorierijke. Van de vierde reeks, Mysteries van het Licht, in 2002 toegevoegd door paus Johannes-Paulus Il, was er nog geen sprake. De Blijde Mysteries handelen over Maria als aanstaande en jonge moeder: de boodschap aan Maria, het bezoek van Maria aan Elisabeth, de geboorte van Jezus, de opdracht van Jezus in de Tempel, het terugvinden van Jezus in Jeruzalem. Waar men in een gewoon fotoalbum niet graag wil herinnerd worden aan zijn verdriet zijn hier de Droeve Mysteries wél present, om eerlijk te laten zien hoe het leven is. Maria kon enkel bij Jezus’ kruisdraging en kruisdood aanwezig zijn, niet bij de eerste drie Mysteries. Is Maria eerst getuige van Jezus’ glorierijke Mysteries zoals de Verrijzenis en de Hemelvaart, alsook bij de neerdaling van de Heilige Geest over de apostelen, dan speelt Maria de hoofdrol bij de laatste twee: haar tenhemelopneming én kroning in de hemel. De 15 Mysteries zijn in halve kruisjessteek genaaid op etaminedoek4. Het is een werkje dat de vrouw van Albert tot een schitterend resultaat bracht. Blijde geheimen     

4

De engel Gabriël brengt de blijde boodschap aan Maria (Annunciatie) Maria bezoekt haar nicht Elisabeth (Maria-Visitatie) Jezus wordt geboren in de stal van Bethlehem (Kerstmis) Jezus wordt in de tempel opgedragen (Maria-Lichtmis) Jezus wordt in de tempel teruggevonden (Heilige Familie (soms deze lezing))

- zeefdoek uit dunne wol of kamgaren

HOBONIA - Volkskunde

23

Astronomische klok Albert BELLENS


Droevige geheimen (Goede Vrijdag)     

Jezus bidt in doodsangst tot zijn hemelse Vader Jezus wordt gegeseld Jezus wordt met doornen gekroond Jezus draagt het kruis naar de berg van Calvarië Jezus sterft aan het kruis

Glorievolle geheimen     

Jezus verrijst uit de doden (Pasen) Jezus stijgt op ten hemel (Hemelvaart) De Heilige Geest daalt neer over de apostelen (Pinksteren) Maria wordt in de hemel opgenomen (Maria-Tenhemelopneming) Maria wordt in de hemel gekroond (Maria Koningin)

Door paus Joannes Paulus II werden er op 16 oktober 2002 nog vijf mysteries toegevoegd: Geheimen van het Licht     

De doop van Jezus in de Jordaan (Doopsel van Jezus). De openbaring van Jezus op de bruiloft van Kana. Jezus’ aankondiging van het Rijk Gods. De gedaanteverandering van Jezus op de berg Tabor (Gedaanteverandering van de Heer). Jezus stelt de Eucharistie in (Witte Donderdag/Sacramentsdag).

HOBONIA - Volkskunde

24

Astronomische klok Albert BELLENS


III De burgerlijke en de kerkelijke kalender De aanduidingen in tekstvorm bevinden zich in de dwarsbalk van het kruis. (28)

a. Allerlei uitdrukkingen, zoals: - zondagen van vasten en advent; - zondagen na Sinksen - het aantal verschilt al naargelang een vroege of late Pasen; - Septuagesima, Sexagesima en Quinquagesima 5 de drie zondagen die de vasten voorafgaan; - vigiliedagen 6, voorafgegaan door hun hoogdag; En alsof het nog niet genoeg is - voorgestelde teksten van de octaven7, bijvoorbeeld in het octaaf van Driekoningen; - de quatertemperdagen8; - uitdrukkingen over vlees derven, vastendag en vasten; - de Kruisdagen, zijn de drie dagen vóór Ons-Heer-Hemelvaart. b. naam van dag (1) ??? c. naam van dag (2) ??? d. datum: dag; e. datum: maand; f. datum: jaar; g. naam van de heilige van die dag; h. ??? j. dag of “aantal” dagen; k. benaming van dag; vb. zondag; l. naam feestdag; vb. na Driekoningen; m.benaming; vb. hoogdag van, vigiliedag van; n. kerkelijke feesten als Kerstmis, Driekoningen, Passiezondag, Palmzondag, Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Paaszaterdag, Pasen, Ons-HeerHemelvaart, Sinksen, Onze-Lieve-VrouwHemelvaart, Kristus-Koning, Allerheiligen en Allerzielen. Komen verder nog aan bod: Advent, Aswoensdag, feest van de Heilige Drievuldigheid, feestdag van Sint-Jozef, Onbevlekte Ontvangenis, feestdag van de rozenkrans. Dank zij deze kalender is het kerkelijk jaar te volgen van dag tot dag.

- septua-, sexta- en quinquagesima, respectievelijk 70, 60 en 50 dagen vóór Pasen - vigiliedag is de dag voorafgaand aan de feestdag van Pinksteren, H.H.-Petrus en Paulus, Onze-Lieve-VrouwHemelvaart, Allerheiligen en Kerstmis 7 - naviering van een groot religieus feest, tot de achtste dag erna 8 - quatertemperdagen zijn boete- en vastendagen bij begin van elk der vier seizoenen - in onbruik na het Tweede Vaticaans Concilie 5 6

HOBONIA - Volkskunde

25

Astronomische klok Albert BELLENS


Het kerkelijk jaar Het Kerkelijk Jaar van de rooms-katholieke kerk loopt niet gelijk met het kalenderjaar; het wordt ingedeeld in twee kringen rond de grote feestdagen van Kerstmis en Pasen. Het begint met de kerstkring die aanvangt met de 1ste zondag van de Advent. De advent begint op de zondag die het dichtst bij het feest van de Heilige Andreas valt (30 november). Deze zondag valt tussen 27 november en 3 december. Gaat over Kerstmis tot aan de vierde zondag na Driekoningen9. Dan start de paaskring die, naargelang van de gebruikte liturgische kalender, aanvangt met septuagesima10 (70 dagen voor Pasen) of Aswoensdag. Deze kring eindigt 50 dagen na Pasen met Pinksteren. De zondag daarop volgt Trinitatis11 (Drievuldigheidsfeest) met daarna de 27 zondagen na Trinitatis. Deze periode wordt ook nog onderverdeeld in de zomerkring (Trinitatis en 12 zondagen erna) en de herfstkring (van de 13e tot de 27e en laatste zondag na Trinitatis). Daarmee is de kring van het kerkelijk jaar gesloten.

De kersttijd De kerstkring is de eerste periode van het kerkelijk jaar. Deze gaat van de eerste zondag van de Advent tot aan het feest van doopsel van Jezus. Een periode van vier weken, die ons herinneren aan de vier eeuwen, waarin het mensdom de komst van de Verlosser verwachtte. Vanaf 17 december tot 24 december wordt de jaarlijkse kerstnoveen12 gehouden. Er worden in die dagen geen heiligen herdacht en het dragen van gewaden in de paarse kleur is verplicht voorgeschreven. Het hoogtepunt van de kersttijd is Kerstmis, 25 december, de dag waarop de geboorte van Jezus herdacht wordt. Tijdens de kersttijd zijn er ook nog enkele belangrijke vieringen: Heilige Familie (zondag onder de octaafdag13 van Kerstmis, 30 december als Kerstmis op een zondag valt) Hoogfeest van Maria Moeder van God (1 januari, octaafdag van Kerstmis) Openbaring van de Heer of in de volksmond Driekoningen genoemd (6 januari, maar wordt in de liturgie gevierd op de zondag na 1 januari als 6 januari op een weekdag valt) Doopsel van Jezus (1e zondag na 6 januari). Als de Openbaring des Heren valt op 7 of 8 januari wordt het Doopsel van Jezus gevierd op de maandag 8 of 9 januari. 9

- Driekoningen, Epifanie of Openbaring van de Heer (Solemnitas Epiphaniae Domini in het Latijn) is een christelijke feestdag die elk jaar op 6 januari wordt gevierd en waarop men de Bijbelse gebeurtenis (Matt. 2:1-18) herdenkt van de wijzen uit het oosten die een opgaande ster zagen en daarop de koning der Joden gingen zoeken 10 - Septuagesima (Latijn: zeventigste) is de eerste zondag van de Paaskring, 70 dagen vóór Pasen. Deze zondag wordt gevolgd door de twee andere zondagen van de voorvasten: sexagesima, quinquagesima. Ze zijn een voorbereiding tot de veertigdaagse vastentijd (quadragesima). Vandaar dat de liturgische kleur paars is en de vreugdezangen (Te Deum, Gloria en Alleluja) achterwege gelaten worden, behalve op heiligenfeesten die in deze periode voorkomen. Bij de aanpassing van de liturgische kalender na het Tweede Vaticaans Concilie werden de drie zondagen van de voorvasten (septuagesima, sexagesima en quinquagesima) niet meer opgenomen en vervangen door gewone zondagen door het jaar. Er zijn echter ook katholieken die de Tridentijnse liturgie vieren en de daarbij horende liturgische kalender volgen. 11 - De zondag Trinitatis (ook wel Hoogfeest van de Heilige Drie-eenheid (latijn: trinitas) of Drievuldigheidszondag genoemd) is de kerkelijke naam voor de zondag na Pinksteren. De zondagen tussen Trinitatis en Advent (vier weken voor Kerst) hebben als naam de rangorde na Trinitatis (Eerste zondag na Trinitatis, Tweede zondag na Trinitatis enz.). Deze benamingen worden in oude doopregisters weleens gebruikt in plaats van de gewone datum. Het aantal zondagen na Trinitatis is afhankelijk van de Paasdatum 12 - De noveen ter voorbereiding van het kerstfeest kwam voor het eerst voor in de zevende eeuw, in Frankrijk en Spanje. De negen dagen symboliseerden de negen maanden zwangerschap van de Maagd Maria. 13 - Een octaafdag is de achtste dag na een bepaalde gebeurtenis

HOBONIA - Volkskunde

26

Astronomische klok Albert BELLENS


Hiermee eindigt de kersttijd. Nu begint de “tijd door het jaar14”. tot aan de dinsdag vóór Aswoensdag. In die periode kan het feest van de “Opdracht van de Heer in de tempel” (Maria Lichtmis - 2 februari) op een zondag vallen. Dan heeft dit feest voorrang op de gewone zondagsliturgie. Het feest sluit de vele kerstfeesten af maar is al een verwijzing naar Pasen.

De paaskring In de liturgische kalender die gebruikt wordt bij de “gewone vorm van de Romeinse ritus”, begint de paaskring met Aswoensdag en eindigt met het hoogfeest van Pinksteren. In de kalender die gebruikt wordt bij de “buitengewone vorm15” vangt deze kring aan met septuagesima16 (70 dagen vóór Pasen) en eindigt vóór de eerste zondag van de advent. Albert Bellens bouwde zijn Liturgische Astronomische klok voor het tweede Vaticaans Concilie van 1962-1965 en diende bijgevolg vele aanpassingen door te voeren. Veertigdagentijd Met Aswoensdag start de veertigdagentijd, de vastentijd die eindigt met het Alleluja in de paasnacht. De vroegere benaming van de 5de zondag was Passiezondag. De 6de zondag in de veertigdagentijd heet nu Palmzondag-Passie van de Heer, en luidt tevens de Goede Week in. Aswoensdag De eerste zondag: (Invocabit me = “Roept hij Mij aan”) De tweede zondag: (Reminiscere = “Gedenk uw barmhartigheden”) De derde zondag: (Oculi = voor “ogen”) De vierde zondag: “halfvasten” De vijfde zondag of Passiezondag: (“Verschaf mij recht”) Palmzondag Witte Donderdag: Witte Donderdag omvat de voetwassing van twaalf gelovigen door de priester Goede Vrijdag: Stille zaterdag of paaszaterdag In deze dagen tot en met het Hoogfeest van Pasen worden alle gebeurtenissen herdacht die de kern van het christelijk geloof uitmaken, met name het lijden, sterven en verrijzen van Jezus Christus. De Goede Week en Pasen worden daarom in het algemeen als het belangrijkste liturgische hoogfeest beschouwd; al wordt Kerstmis, tenminste in het Westen, door het volk uitbundiger gevierd. De Goede Week heeft als zwaartepunt het “ Triduum Sacrum”, dat bestaat uit de drie dagen Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag. Het paastriduüm of Triduum Sacrum is de periode die begint met de avondmis van Witte Donderdag en loopt tot en met de vespers van paaszondag. In deze periode wordt het lijden, de dood en de verrijzenis van Christus herdacht. Ook Goede Vrijdag en Stille Zaterdag maken deel uit van het paastriduüm.

- Tijd na het tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), - Tijd voor het tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), 16 - Septuagesima (Latijn: zeventigste) is de eerste zondag van de paaskring, 70 dagen vóór Pasen. Deze zondag wordt gevolgd door de twee andere zondagen van de voorvasten: sexagesima, quinquagesima. Ze zijn een voorbereiding tot de veertigdaagse vastentijd (quadragesima). 14 15

HOBONIA - Volkskunde

27

Astronomische klok Albert BELLENS


Voor het het tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), duurde deze passietijd nog een week langer, omdat men al een week eerder begon met het lezen van het lijdensverhaal, namelijk op passiezondag, de zondag vóór Palmzondag.

Paastijd De paastijd is de tijd die loopt vanaf de vooravond van Pasen (paasavond en -nacht) tot en met Pinksteren (50 dagen na Pasen). De eerste 8 dagen van Pasen vormen het Paasoctaaf, waarbij elke dag hierin wordt gevierd als een Hoogfeest van de Heer, en er dus het Gloria en Credo wordt gezongen. De zondag waarmee het octaaf eindigt, wordt Beloken Pasen17 genoemd en is de Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid. Paaszondag Beloken Pasen De derde paaszondag De vierde paaszondag De vijfde paaszondag De zesde paaszondag Hemelvaart van de Heer De zevende paaszondag Pinksteren Tussen Hemelvaart en Pinksteren wordt de jaarlijkse Pinksternoveen18 gehouden. Voor het tweede concilie werd de paastijd enigszins anders omschreven: De paaskring wordt ingeleid door een Voorbereiding, waarin we drie delen kunnen onderscheiden: een verwijderde, nadere en onmiddellijke voorbereiding. De verwijderde voorbereiding loopt van Zondag Septuagesima tot Aswoensdag. Het is als een langzame overgang van de Kerstvreugde naar de gestrengheid van de Vasten; het Alleluja wordt als een vreugdekleed afgelegd en de Kerk herneemt de uiterlijke tekenen van ingekeerdheid, die de Advent kenmerkten. Het openbare leven van Christus, in deze weken herdacht, wordt aan onze overweging voorgesteld gedurende de nadere voorbereiding, die de vier eerste weken van de Vasten omvat en op Aswoensdag aanvangt. Doch vooral is deze tijd aan de boetedoening gewijd, zowel om Christus' veertigdaagse boete na te volgen, als om zich op het paasfeest voor te bereiden. Liturgisch geeft deze tijd aan elke dag een eigen gedachtenis 19, terwijl het aantal heiligenfeesten verminderd is en zelfs hogere feesten geen octaafviering toelaten. Daarenboven staat de H. Kerk aan de priesters toe, de gedachtenis van de dag te lezen in plaats van dat van de heilige, welke die dag gevierd wordt. De gedachtenissen worden verdeeld in verplichte en vrije gedachtenissen. De verplichte moeten in de mis gevierd worden, vaak houdt dat in dat het openingsgebed met die heilige verband houdt. 17 18

19

- Beloken is het voltooid deelwoord van beluiken, het tegengestelde van ontluiken. Het betekent dus “afgesloten". - Pinksternoveen ter voorbereiding van het Pinksterfeest in navolging van de apostelen die tussen Hemelvaart en Pinksteren negen dagen in gebed bijeen waren. - Een gedachtenis is een dag waarop een heilige of een groep van heiligen in de Katholieke Kerk herdacht worden.

HOBONIA - Volkskunde

28

Astronomische klok Albert BELLENS


De verplichte gedachtenissen worden teruggebracht tot vrije gedachtenissen in de veertigdagentijd De onmiddellijke voorbereiding op het paasfeest omvat de twee laatste weken van de Vasten, meer in het bijzonder gewijd aan de herdenking van Christus' lijden en daarom Passietijd genaamd. De kruisen en heiligenbeelden zijn met een paarse doek bedekt, terwijl de liturgische teksten meer naar hun oorspronkelijke vorm terugkeren, in zover latere toevoegsels achterwege blijven. De tweede week van de Passietijd wordt om haar belangrijkheid de “Heilige of Goede Week” genoemd. Vooral de drie laatste dagen zijn in hun dramatisch karakter en hun uitbeelding van 's Heren lijden en sterven een waar Heilig Triduum, terwijl de ontkleding der altaren en het zwijgen der klokken de rouw tekent der H. Kerk om de dood van haar Stichter. De Viering in het Tijdperk van Verheffing vangt aan met de herdenking van Christus' verrijzenis, het paasfeest, dat in de liturgie het “feest der feesten” heet en acht dagen lang met ongekende jubel wordt gevierd, terwijl een onafgebroken Alleluja het zegelied vormt voor de verrezen Heiland. De volgende weken houden onze aandacht gevestigd op Christus' arbeid tot stichting en regeling van zijn Kerk, doen ons tegenwoordig zijn bij zijn Hemelvaart en bij de Nederdaling van de H. Geest over de apostelen. Het boetvaardige Asperges me wordt vervangen door het Vidi afnam met zijn verwijzing naar het doopsel - Maria wordt gehuldigd door het Regina cadi - de apostelen en martelaren ontvingen voor de paastijd een eigen gedachtenis, terwijl tot 's Heren Hemelvaart de brandende paaskaars ons het blijde paasmysterie verkondigt. In de naviering beschouwt de liturgie de werking van de H.-Geest in de zielen der gelovigen, een werking die voortduurt tot het einde der tijden, waaraan het laatste Zondagsevangelie van het kerkelijk jaar ons herinnert door de schildering van het algemene oordeel. Het Eigen der Heiligen (gedachteniskalender) is gewijd aan de verering der heiligen, en viert hun sterfdag, die in de liturgie hun geboortedag genoemd wordt, in zover de heiligen door hun sterven voor het hemels leven geboren werden. Ten opzichte van enkele heiligen herdenkt de liturgie bijzondere feiten uit hun leven, zoals de geboorte van St.-Jan de Doper, de bekering van de H.-Paulus, de indrukking der wondetekenen in het lichaam van de H.-Franciscus van Assisië, enz. In het bijzonder is dit het geval met de H.-Moeder Gods, die als Koningin van alle heiligen steeds in het Eigen der Heiligen een ereplaats inneemt en wier gehele leven door een krans van liturgische feesten omgeven is.

De rangorde der feesten Het overzicht van het Kerkelijk Jaar wekt aanstonds de gedachte, dat niet alle feesten van even groot belang zijn, en dus niet met gelijke plechtigheid kunnen gevierd worden. Daarom heeft de H. Kerk een rangorde opgesteld, die wij in een kort overzicht samenvatten. In deze rangorde vinden wij drie klassen : Dubbel - Half-dubbel en Enkel. De dubbele feesten - zo genoemd wijl op die feesten in het Breviergebed de Antiphone dubbel gezegd wordt, nl. vóór en na de Psalm - worden gevormd uit vier groepen : Dubbel 1. klas - Dubbel 2. klas - Hoogdubbel Gewoon Dubbel. Het karakter van sommige dubbele feesten 1ste of 2de klas kan van die aard zijn, dat de viering er HOBONIA - Volkskunde

29

Astronomische klok Albert BELLENS


van 8 dagen voortduurt. Men zegt dan, dat het feest een Octaaf heeft. Deze Octaven kunnen gesplitst worden in : Bevoorrechte of Geprivilegieerde, Gewone en Enkele octaven ; die der eerste soort kunnen zijn van de 1ste, 2de of 3de orde, in zover zij geen of slechts bepaalde feesten ter viering toelaten. In tegenstelling van de beide eerstgenoemde groepen, die zo goed als dagelijks aan het gevierde feest herinneren, doen de Enkele Octaven dit alleen op de 8ste. dag. Bepaalde feesten, ook al hebben zij geen octaaf, vragen niettemin een bijzondere voorbereiding op de voorafgaande dag, die Vigilie20 genoemd wordt, en waarvan de ingetogen stemming doorgaans tot uiting komt door de paarse kleur van het misgewaad. Ook de vigilies kennen onderscheiden klassen : geprivilegieerde vigilies van de 1ste of 2de klas, die al of niet feesten van de hoogste rang toelaten, en gewone vigilies. Wanneer wij het Kerkelijk Jaar splitsen in zondagen en gewone weekdagen, dan kunnen beide groepen ook in verschillende klassen onderverdeeld worden. De zondagen worden in 3 klassen ondergebracht: Die van de 1ste klas zijn 10 in aantal en wijken voor geen enkel feest. De 6 dondagen der 2de klas zien hun gedachtenis alleen vervangen door dat van feesten van de hoogste rang. Alle overige zondagen behoren tot de 3de klas en laten de feestviering toe van de feesten der twee hoogste klassen en van de overige feesten des Heren, bijv. het feest van een of andere kerkwijding; alle andere feesten, die met deze zondagen van de 3de klas samenvallen, worden slechts herdacht. Wat de gewone weekdagen betreft, deze worden feria genoemd, zodra die dag geen heiligenfeest gevierd wordt. Sommige ferias hebben een eigen gedachtenis, zoals in de grote vasten; op de overige ferias herhaalt men de mis van de voorafgaande zondag. Van deze ferias zijn er 4 geprivilegieerd (Aswoensdag en de eerste 3 dagen der Goede Week); zij laten geen enkele feestviering toe. De ferias van advent, vasten, quatertemper en maandag voor Hemelvaartsdag zijn grote ferias; zij worden bij een samenvallend feest herdacht en hun Evangelie wordt op het einde der Mis gelezen. OPMERKING. Wanneer op de ferias van de vasten, quatertemper (behalve die van Pinksteren), gewone vigilies en op maandag v66r Hemelvaartsdag een heiligenfeest gevierd wordt, dat niet dubbel 1 ste of 2 de klas is, kan de priester naar believen de mis lezen van de feria of van de vigilie (paars) met gedachtenis van het feest, ofwel van het feest (kleur van het feest) met gedachtenis en laatste evangelie van de feria of van de vigilie. Na het tweede concilie werd de rangorde enigszins gewijzigd:

Rang van de dagen in het liturgisch jaar Eerste rang 1. 2.

20

Dagen van het paastriduĂźm, het lijden, sterven en verrijzen van de Heer. Het paastriduĂźm begint op de avond van Witte Donderdag en gaat door tot en met de avond van Paaszondag. Hoogfeesten De Geboorte van de Heer, Epifanie van de Heer, Hemelvaart van de Heer en Pinksteren Zondagen van de advent, veertigdagentijd en de paastijd en de tweede zondag van Kerstmis - Een vigilie is van oorsprong een nachtwake, in het bijzonder voorafgaand aan een kerkelijk hoogfeest

HOBONIA - Volkskunde

30

Astronomische klok Albert BELLENS


3. 4.

Aswoensdag Weekdagen van de goede week van maandag tot en met donderdag tot de avond. Dagen in het octaaf van Pasen. Hoogfeesten van de Heer, de Heilige Maagd Maria en alle heiligen die in de generale kalender staan. Allerzielen. Alle hoogfeesten uit een land waarmee een heilige wordt herdacht van een bisdom, parochie of instantie of de wijding van een kerk.

Tweede rang 5. 6. 7. 8.

Feesten van de Heer in de generale kalender. Andere zondagen in de kersttijd (1) en alle zondagen in de veertigdagentijd. Feesten van de Heilige Maagd Maria en andere heiligen in de generale kalender. Feesten uit een land waarmee een heilige wordt herdacht van een bisdom, parochie of instantie of de wijding van een kerk. 9. Weekdagen van de advent van 17 december tot en met 24 december en de weekdagen in het octaaf van Kerstmis (1). Weekdagen in de veertigdagentijd. 10 De gewone zondagen in de tijd door het jaar. Derde rang 10. Verplichte gedachtenissen in de generale kalender. 11. Verplichte gedachtenissen uit een land waarmee een heilige wordt herdacht van een bisdom, parochie of instantie of de wijding van een kerk. 12. Vrije gedachtenissen. In de veertigdagentijd worden de verplichte gedachtenissen vrije gedachtenissen. 13. Weekdagen in de advent tot en met 16 december. Weekdagen in de kersttijd vanaf 2 januari tot en met de zaterdag na 6 januari. Weekdagen in de paastijd: vanaf de maandag na het paasoctaaf tot en met de zaterdag voor Pinksteren. Weekdagen in de tijd door het jaar. (1) De reden dat de dagen in het kerstoctaaf lager staan dan de dagen van het paasoctaaf, is dat er op bepaalde dagen na Kerstmis feesten worden gevierd die anders lager in rang zouden staan en dus niet gevierd konden worden. En omdat de 8 dagen voor Kerstmis dezelfde rang moeten hebben, staan deze ook lager. De zondagen in de kersttijd staan zo laag, omdat bijvoorbeeld de zondag in het kerstoctaaf een feest van de Heilige Familie is en bijvoorbeeld 1 januari op een zondag kan vallen. Deze dagen zouden dan niet gevierd kunnen worden.

HOBONIA - Volkskunde

31

Astronomische klok Albert BELLENS


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.