inhoud 6 Ontgroend op de Groene Weg
Alleen onderweg tijdens je eerste fietsreis? Dan kan je zelfvertrouwen je wel eens in de steek laten. Gelukkig pakt Alexandra de draad gauw weer op, zodat ze toch de trots van een voltooide fietsreis ervaart.
11 Racende reiziger
Soms is reizen alleen niet genoeg. Gunther maakt van reizen per fiets een wedstrijd – of maakt hij van een race een fietsreis? Vorig jaar nam hij deel aan de Tour Divide, een non-stop wedstrijd op ‘s werelds langste onverharde route: de Great Divide Mountain Bike Route.
14 Het paradijs van Virgilo
Sicilië mag dor en bergachtig lijken, maar het is een paradijs. Een paradijs dat je moet verdienen, stevig trappend door een desolaat, goudgeel landschap.
2 tijdschrift voor fietsreizigers
Je hoeft geen broeikaseffect bij elkaar te vliegen om op verrassende plekken te komen, leert het thema in dit nummer ons. Geniet van de gastronomische geneugten van de lokale flora of kijk gewoon eens hoe het er bij de buren uitziet. Soms is het gras zelfs groener aan déze kant van de grens.
30 Met de hakken over de sloot
Bij het oversteken van een Andespas kan het tegenzitten, merkte Kristof. Als dan ook de winter al ongemerkt zijn intrede heeft gedaan, moet je adequaat reageren om niet het onderspit te delven.
36 Land van duizend heuvels
Rwanda, het land van de Hutu’s en Tutsi’s, is niet de meest voor de hand liggende bestemming. Maar sinds de genocide van 1994 is in Rwanda veel ten goede veranderd – zoals het uitstippelen van de Congo Nile Trail. Voor deze route dien je wel je klimbenen mee te nemen.
en verder 2 Inhoud 4 Van de redactie en colofon 5 Op kleine schaal 9 Column Inge Jongerman 17 Anders Kieken 29 Het Moment 33 Op Proef 34 Interview Mart Hovens 39 Tip en Met Mes en Spork 40 Uitgelezen 43 Agenda 44 Verenigingsnieuws De Wereldfietser en verslag Wintertocht 46 Verenigingsnieuws De Vakantiefietser en verslagen verenigingstochten 48 Fietsers onderweg 51 De terugkomst en De volgende keer
tijdschrift voor fietsreizigers
3
BEELD PAGINA 2 GUNTHER DESMEDT > ZIE PAGINA 11-13 PAGINA 3 HANS VAN DER VEEKE > ZIE PAGINA 23-25
BEELD COVER DENNIS KOOMEN
18 Thema: verrassend dichtbij
TEKST FROUKE VAN OMMEREN BEELD ERIK VAN DEN BOOM
van de redactie De zon staat al laag. Een vervallen schuurtje werpt een lange schaduw over het weiland. Kleine steentjes knisperen onder mijn banden. Het mooie weer en een paar vrije dagen in het vooruitzicht deden me spontaan besluiten om op pad te gaan. Met behulp van mijn paklijst had ik binnen een uurtje mijn spullen bij elkaar. Vijftig zalige kilometers zoef ik over smalle weggetjes langs slootkanten met geknotte wilgen. Als de avond valt, zet ik mijn tentje op onder de kersenbomen in de Lopikerwaard.
Bij kasteel Nederhemert zijn voor tentkampeerders kleine strandplekjes gemaakt en aan het zicht onttrokken door groen duiken we vanuit onze tentjes zo de zijtak van de Maas in! De vele natuurkampeerterreinen, de tentenveldjes van de NTKC en de ‘vrije’ paalkampeerplaatsen van Staatsbosbeheer bieden fietsers kleinschalige, middenin de natuur gelegen overnachtingsplekken. Dat vind je volgens Claudia in Duitsland niet. Bij het eiland Tiengemeten in het Haringvliet zet de veerman ons over. Het is avond geworden en de zon zet alles in een oranjerode gloed. Ademloos fietsen we achter onze langgerekte schaduwen aan. Het eiland lijkt wel een grote badkuip. In het midden een grote vogelplas. Grote hazen springen op het fietspad voor ons uit. In dit natuurreservaat is alleen voet- en fietsvolk toegestaan.
Frouke van Ommeren
gev
er
bewerking
uit
eld
be
eving
rmg vo
ei
ho
nd
ofd
redactie
redactie
’s Nachts kan ik de slaap niet vatten. Even verderop stommelen koeien rond in hun stal. In de verte klinkt het constante, monotone geraas van het verkeer op de A12. Aangezwengeld door de wind brengt de heldere nacht flarden muziek uit de disco in het naburige dorp ten gehore. Tja, Nederland is klein en ik bevind me middenin het Groene De laatste ochtend van mijn vierdaagse toer Hart, ingeklemd tussen de grote steden Den verlaat ik het eiland in alle vroegte. Met de Haag, Utrecht en Rotterdam. wind in mijn rug fiets ik in één ruk de zeventig kilometer, via Hoek van Holland, langs de Maar dan ontmoet ik de Duitse Claudia. Op kust terug naar huis. Nooit gedacht dat het haar zwaarbeladen mountainbike maakt ze mooist denkbare rondje gewoon bij mijn een rondje door Nederland. We fietsen eigen voordeur begint! Dat ervaar ik overisamen op langs de Lek, via de Neder- gens niet alleen. Wil je weten welke verrasBetuwe tussen de hoogstamfruitbomen met sende routes Nederland en België nog meer appels en peren door, naar het Land van in petto hebben? Lees dan de verhalen op Maas en Waal, en door de Bommelerwaard. pagina 18 tot en met 27.
Bert Platzer
Wiesje Korf
Erik van den Boom
Theo Jorna
Inge Jongerman
Harry Wagenaar
Jan Postema
André Ramault
Robert van Weperen
Bianca Foets
Stefan Gradisen
Inge Claessens
n Dit is het gezamenlijke verenigingsblad van De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in Vlaanderen n Leden krijgen dit blad vier keer per jaar toegestuurd n
Een lidmaatschap kost 17 euro per jaar voor Vlaamse en 22 euro voor Nederlandse leden n In Nederland loopt het lidmaatschap per kalenderjaar. Word je in de loop
van het jaar lid, dan worden de eerder dat jaar verschenen nummers van het tijdschrift nagezonden. Vul het aanmeldingsformulier op www.wereldfietser.nl in of stuur een mailtje naar: leden@wereldfietser.nl (ook voor adreswijzigingen) n In België word je lid na storting van 17 euro op rekeningnummer 230-0175902-61 van De Vakantiefietser, Broekstraat 66, 2480 Dessel. Je lidmaatschap loopt per jaar vanaf het moment van aanmelding. Adreswijzigingen meld je via: secretariaat@vakantiefietser.be n STUUR JE MOOISTE REISVERHALEN met foto’s, tips en routekaartje naar de redactie via een mailtje aan De Wereldfietser, redactie@tijdschriftwereldfietser.nl, of naar de redactie van De Vakantiefietser, redactie@vakantiefietser.be n Kijk op www.tijdschriftwereldfietser.nl voor handige schrijfinstructies n ADVERTENTIES Theo Jorna en Harry Wagenaar, +31 (0)20 368 15 46, tijdschrift@wereldfietser.nl n DRUKWERK Joh. Enschedé Amsterdam.
4 tijdschrift voor fietsreizigers
TEKST BERT PLATZER
Rohloff-ready racestuur Lastig, een Rohloffnaaf combineren met een racestuur, want hoe monteer je de Rohloffshifter die voor rechte sturen is ontworpen? Vaak komt het erop neer dat de shifter dan maar op het eind van het stuur wordt gemonteerd – niet de meest comfortabele plek. Natuurlijk is er het deelbare stuur van M-gineering, maar dat kost nogal wat. Van Nicholas komt nu met een goedkoper alternatief. Het principe is hetzelfde: een stuur dat uit twee delen bestaat, waardoor de shifter middenop het stuur kan worden gemonteerd. Het stuur wordt verkocht samen met een verstelbare of vaste stuurpen. Vanaf 125,00 euro. http://vannicholas.com
op kleine schaal Fietsen door Zwitserland Luc Oteman en Stichting Recreatief Fietsen komen met de nieuwe fietsreisgids Fietsen door Zwitserland. De dertien trajecten in het boek zijn gebaseerd op de Rheinroute, Rhôneroute en Juraroute, en tonen het land in al zijn facetten. De trajecten vormen samen een bijna duizend kilometer lange rondrit. Daarnaast is een aanrijroute van en naar Genève en het Klein Alpenbrevet opgenomen, goed voor 130 extra kilometers. In het boek is een uitgebreide lijst overnachtingsadressen opgenomen. De gids, met kaarten met een schaal van 1:150.000 in een ringband, is te bestellen op de site van Recreatief Fietsen. 19,50 euro. www.recreatief-fietsen.nl
BEELD ROBERT SIRRE
Duurzame waterfilter Care Plus introduceert een nieuwe waterfilter met het verbazingwekkend geringe gewicht van 65 gram. De filter is ontwikkeld door het Amerikaanse Sawyer Products en verwijdert schadelijke bacteriën, troebele deeltjes en micro-organismen. Ondanks het geringe formaat (137 x 35 mm) en gewicht stelt Care Plus dat de filter een levensduur van 375.000 liter water heeft en 1,7 liter water per minuut filtert. Hij is te monteren op bijvoorbeeld een fles of CamelBak, maar met het bijgeleverde rietje kan ook rechtstreeks worden gedronken uit meren, rivieren of beekjes. De filter kan gemakkelijk worden gereinigd, waardoor het nog langer zou moeten meegaan. Vanaf de zomer verkrijgbaar, voor 39,95 euro. www.careplus.eu
Nieuwe basiskaart LF-routes Er is een nieuwe editie van de Basiskaart netwerk LF-routes verschenen. In de nieuwe versie zijn de laatste wijzigingen in LF-routes en fietsknooppunten verwerkt en is het complete netwerk van Landelijke Fietsroutes weergegeven, in totaal rond de 4500 kilometer. Op 22 dubbelzijdig bedrukte kaarten staat heel Nederland, in een schaal van 1:100.000. Behalve de LF-routes staan ook de aansluitende fietsknooppuntnetwerken op de kaart. 24,95 euro. www.nederlandfietsland.nl
Oproep thema
Paklijst Welke app is handig, hoeveel schoon goed neem je mee, gebruik je een minitool of drie losse inbussleutels? Vertel ons welke bijzondere spullen er op jouw paklijst staan. Wat bewees keer op keer zijn nut en welk onding nam te veel ruimte in, maar heb je toch al die tijd meegezeuld? Stuur voor 14 september een mailtje met toelichting over jouw bijzondere (on) handige bagage naar redactie@tijdschriftwereldfietser.nl of redactie@vakantiefietser.be. Categorieën: kleding, gereedschap, kookgerei, reserveonderdelen, elektronica, lectuur en kaarten, lichamelijke verzorging en medicijnen.
tijdschrift voor fietsreizigers
5
TEKST ALEXANDRA DENAYER BEELD ALEXANDRA DENAYER EN JOKE MACHIELSEN KAARTJE PAUL KLOEG
Vuurdoop Groen achter de oren over de Groene Weg ‘s Ochtends neem ik met tranen in de ogen afscheid van Joke. Het maakt me toch wat angstig zo in mijn eentje verder te moeten. Ga ik dat wel kunnen? Wie gaat me aanmoedigen? Ga ik niet eenzaam zijn? Met een bang hartje begin ik aan mijn dag.
6 tijdschrift voor fietsreizigers
Het wordt een lange rit van bakken en braden op de oneindige heuvels. Onder deze moordende zon is het landschap in Noord-Frankrijk echter magnifiek. De uitgestrekte gerst- en tarwevelden kleuren geel tot rossig in het stralende zonlicht. De geuren zijn overweldigend, waarbij afwisselend zoete en kruidige vlagen mijn neus binnendringen. In Vic-sur-Seille zet ik mijn tentje op. Die nacht doe ik geen oog dicht. Ik ben bang en voel me niet veilig alleen in mijn tent. Terwijl ik wakker lig, blik ik echter tevreden terug op mijn dag. Het was fijn mijn eigen tempo te kunnen bepalen en te stoppen wanneer ik daar zin in had. Het fietsen in mijn eentje geeft naast eenzaamheid toch ook een bepaalde vrijheid.
een stralende zon begeleidde ons en we trapten stevig door. We hadden er zin in. Net voorbij Roermond, in Sint Odiliënberg, hielden we halt voor onze eerste nacht. De sfeer van die eerste dag was ver te zoeken toen bij het ontwaken het weer volledig bleek omgeslagen. Het regende pijpenstelen. De anders waarschijnlijk mooie grindweg langs de Ruhr was verzadigd en de vele plassen zorgden ervoor dat we onder het slijk besmeurd raakten. Op het lichamelijke vlak begonnen de zadels ondertussen hun tol te eisen. De moed zonk ons gaandeweg in de schoenen. In de namiddag brak echter de zon door. Bij het passeren van een veld vol verse aardbeitjes konden we de verleiding niet weerstaan om er een paar te stelen. Heerlijk!
Pijpenstelen Mijn goede vriendin Joke vergezelde me op het eerste deel van mijn eerste grote fietsreis. Weken op voorhand droomde ik stilletjes weg bij het bestuderen van de routeboekjes van de Groene Weg naar de Middellandse Zee. Langs de rivieren en heuvels van de Eifel loopt de route door Duitsland en vervolgens langs de grens tussen Duitsland en Luxemburg, om zo Noord-Frankrijk binnen te dringen. De wind zat de dag van vertrek mee,
Afscheid De route klom verder naar haar hoogtepunt. Door de bossen kronkelde de grindweg omhoog, langs hellingen vol vingerhoedskruid, tot aan de oevers van het stuwmeer van Heimbach. Langs dit adembenemend mooie meer staken honderden kleine kikkertjes het pad over en vele van hen sneuvelden onvermijdelijk onder de banden van de twee Koga’s. Eenmaal over het hoogtepunt werden we tussen Net-
tersheim en Kyllburg beloond met een hele reeks afdalingen. De Kyllberg (twee kilometer à dertien procent) was de enige echte klim in dit deel van het traject en leerde ons een stevig lesje: neem minder bagage mee! Bij aankomst op de camping bleek deze tot onze grote wanhoop gesloten. Pas vlak voor de Franse grens, vlakbij Remich, kwamen we de eerste échte camping tegen sinds ons vertrek. Wat een opluchting! De campingschaarste in de Eifel bracht een soort stress met zich mee die met de vele campings langs de Moezel volledig in de vergetelheid raakte. Wijnranken bekleedden de heuvels langs de rivier en even werd het beeld zelfs wat eentonig. De hittegolf had ons ondertussen stevig in zijn greep. Er restte ons niets anders dan verfrissing te zoeken door onze voeten te soppen in de Moezel. We namen een volgende mijlpaal toen we Frankrijk binnenreden. Hiermee was tevens het moment aangebroken om afscheid te nemen van Joke. Zij mocht met een pijnlijk achterwerk, een bruine teint en heel wat kilometers in de benen terug naar huis vertrekken. De plicht riep.
Peptalk Nu ik in mijn eentje fiets, is elke dag anders. Fysiek gaat het op en neer. Maar er zijn ook momenten dat het hoofd het laat afweten. Zo vergaat het mij op dag negen. De afgelopen twee dagen hebben het uiterste van mij gevraagd. Ik maak lange dagafstanden om tijdig op de afgesproken ontmoetingsplaats te geraken om mijn vriendin en collega Eline te ontmoeten, die me in Frankrijk zal vergezellen. Het is middag, bloedheet en ik geraak geen meter vooruit. Op dat moment zit ik ook door mijn voorraad drinkwater heen. Het wordt me allemaal teveel. Zonder enige aanleiding barst ik in tranen uit. Ik ben op. Fysiek, maar vooral emotioneel. Dikke tranen lopen langs mijn wangen. Een auto met een jong Nederlands koppel stopt om hulp te bieden. Toevallig gaan ze naar dezelfde camping als ik, Ecolonie in Hennezel,
Zonder enige aanleiding barst ik in tranen uit vier kilometer verderop. Ze stellen voor mijn bagage mee te nemen. Geen moment van twijfel, ik gooi mijn hele bazaar in hun kofferbak en ik sleep mezelf op mijn fiets naar de camping. Het is dringend tijd om mijn achterban thuis op te bellen voor een hoognodige peptalk. Diezelfde dag nog, een dag vroeger dan verwacht, bereikt Eline de camping. Ze heeft op dat moment minstens 140 kilometer (Dijon-Hennezel) in de benen, vijf liter water achterover geslagen en een halve brioche, twee bananen, een appel, een pain de campagne met confituur en twee druivensuikers achter de kiezen zitten. De geplande rustdag komt voor ons beiden als geroepen.
Straffe geit Camping Ecolonie is het googlen waard. Het is een ecologische leefgemeenschap waar het sektarisch gehalte redelijk hoog ligt. Iedereen loopt er rond in losse pofbroeken en de meeste gasten doen aan yoga op de meest onmenselijke uren van de dag. Maar bovenal is iedereen er ook ongelofelijk vriendelijk en behulpzaam en is de camping erg mooi gelegen te midden van biologische groenten- en kruidentuinen en een prachtige zwemvijver. Maar camping Ecolonie zou haar naam niet waard zijn zonder enkele ecologische spelregels: geen gsm-ontvangst (wegens schadelijke straling) of wifi (zelfde reden) en verplicht gebruik van biologisch afbreekbare zeep in de douches. ‘s Avonds is er mogelijkheid om biologisch te eten, waarbij al het voedsel ter plekke wordt klaargemaakt. Zo is ook het dessert, een kwark van geitenmelk, huisgemaakt. Mijn opmerking “amai, straffe geit” zullen de Nederlanders aan de tafel nog lang met yoga uit hun geheugen moeten weg mediteren. Eline’s rechtzetting bij de vragende Nederlandse blikken – “ze bedoelt dat de geitensmaak nogal sterk aanwezig is in de yoghurt” – heeft zonder twijfel een ecologische oorlog voorkomen. Ochtendstond Voor dag en dauw zijn we uit de veren. Niet om deel te nemen aan de zonnegroet, maar vanwege het aanhoudende en licht irriterende vogelgezang. Als ware trippers van het eerste uur vertrekken we dan maar om de laatste hellingen van de Vogezen te bedwingen. n tijdschrift voor fietsreizigers
7
De krekels zingen luidkeels mee op het ritme van ons gepeddel
What goes up, must go down is het motto en zo glijden we de Franche-Comté in. De koeien zoeken op het middaguur de schaduw op, maar wij peddelen rustig verder met als doel Port-sur-Saône. Is het de geit van gisteren of is met twee leuker dan alleen? Geen idee, maar in ieder geval weerhouden de pijnlijke knie (Alexandra), de pijnlijke achillespees (Eline) en de pijnlijke billen (beide billen en beide fietsers) ons er niet van om 57 kilometer in vier uur af te leggen! Ondertussen zijn we al een heel eind gevorderd en brengt een prachtig stukje route door vele pittoreske dorpjes ons in Poligny, aan de voet van het Juraplateau. Het is vandaag buitengewoon heet. Het asfalt smelt onder de hoge temperaturen en vormt kleine luchtbelletjes die als bubblegumbellen uit elkaar spatten wanneer onze fietsbanden er overheen rijden. Het zwarte goedje blijft onvermijdelijk aan de banden plakken en verzamelt gaandeweg kiezelsteentjes. Een perfect recept voor lekke banden – die gelukkig uitblijven. Hoe verder naar het warme zuiden, hoe meer het gezegde ‘de ochtendstond heeft goud in de mond’ opgeld doet. Om zeven uur ’s morgens vangen we met een halflege maag de vier kilometer lange klim naar het Juraplateau aan. Alle bakkers willen schijnbaar bekomen van le quatorze juillet en blijven onverbiddelijk toe. Hongerig komen we bovenop het Juraplateau aan, een prachtig landschap waarin weilanden, bossen en dorpen elkaar afwisselen. De ochtendmist zorgt voor een mysterieuze sfeer.
Rauwe billen Terwijl de zon hoger stijgt, zakt de moed ons 8 tijdschrift voor fietsreizigers
in de Teva’s. Geen enkele dorpsbakker of épicerie (kruidenier) vindt het nodig zijn winkel vandaag te openen. Uiteindelijk bestaat ons middagmaal uit Pringleschips en voorverpakte briochebroodjes met pseudochocolade. Negenhonderd kilocaloriëen later bestijgen we opnieuw ons aluminium ros om de laatste hellingen van de Jura af te dalen. Met een brandende zon in de rug en de kilometerteller op tachtig, besluiten we toch verder te fietsen en de bergen volledig achter ons te laten. Met 120 kilometer op de teller, verbrande benen en rauwe billen incluis, rijden we het mondaine Pont-d’Ain binnen. Na een halve rustdag is het moment aangebroken om de twee cols van het traject te overwinnen. Onder de aanmoedigingen van vele wielrenners en automobilisten beklimmen we de Col du Pas de Lauzun. We laten behoorlijk wat liters zweet achter op deze helling. Beneden aangekomen in Taulignan, na de afdaling van de tweede, naamloze klim naar Aleyrac, worden we op een luid applaus onthaald door automobilisten die ons eerder die dag tegenkwamen. De Mont Ventoux is ondertussen in zicht gekomen en de Provence kondigt zich aan. Om elke bocht komt de frisse geur van een prachtig paars lavendelveld ons tegemoet. De krekels zingen luidkeels mee op het ritme van ons gepeddel. Met het achterlaten van de bergen krijgen we alsmaar meer
energie. Al kan de drankpauze die we tijdig inlassen om de lokale horeca te sponsoren daar ook voor iets tussenzitten. We besluiten een volledige dag uit te trekken om Avignon te bezichtigen. Wegens het jaarlijkse theaterfestival is het er een drukte van jewelste, maar dit doet niets af aan de majestueuze schoonheid van de stad.
Ontlading De volgende dag neemt Eline de trein huiswaarts. Na dit afscheid heb ik meer zelfvertrouwen en ik zet opnieuw koers richting de Camargue. De welkome vlakheid van dit deel van de route brengt spijtig genoeg ook een gebrek aan schaduw met zich mee. Op de uitgestrekte vlaktes van de Rhônedelta is geen boom te bespeuren. Gedurende twee dagen vertrek ik voor dag en dauw om het heetste van de dag voor te blijven. Met het spotten van enkele wilde paarden en de eerste flamingo’s duiken in de verte de witte huizen van Saintes-Maries-de-la-Mer op. Ik fiets het dorp binnen en nog steeds laat het zeezicht op zich wachten. Wanneer ik uiteindelijk met mijn fiets de boulevard oprij, doemt de enorme blauwe massa voor me op. Een gevoel van ontlading maakt zich van me meester. Hier ben ik dan! Trots op mezelf dat ik het gehaald heb, mis ik op dit speciale moment toch iemand om dit mee te delen. Euforisch neem ik mijn gsm om het thuisfront op te bellen: “Ik heb het gehaald!” b
COLUMN
TEKST INGE JONGERMAN BEELD WIESJE KORF
Inge fietst graag in het buitenland. In haar column deelt ze haar gedachten over typische fietsersdilemma’s.
Met of zonder... De felle zon brandt op mijn hoofd. Druppels zweet storten zich als een waterval langs mijn gezicht naar beneden. Traag fiets ik verder. Er is geen boom of struik te bekennen om me van wat kostbare schaduw te voorzien. Helaas is er maar één route om het Indonesische eiland Soembawa te doorkruisen – een alternatief is er dus niet. Sloom en moe van de hitte verzink ik in gedachten en denk ik aan ijskoude cola’s en een frisse duik in zee. Totdat een stem me wakker schudt en roept: “Put that helmet on otherwise you’re dead!” Een man met een boos gezicht scheurt me voorbij op zijn brommertje. Hij balt nog zijn vuisten als hij achterom kijkt. Met zijn blonde haren en lengte van zeker twee meter is hij duidelijk geen oorspronkelijke eilandbewoner. Ik moet toegeven dat mijn fietshelm al vanaf dag twee achterop mijn fietstassen bungelt. Hoe vaak ik dat ding niet heb vervloekt tijdens mijn tochten... De hoeveelheid bagageruimte die hij inneemt is enorm en uiteindelijk gebruik ik hem vaak niet. Toch neem ik mijn helm altijd weer mee, omdat ik me telkens voorneem zo veilig mogelijk te fietsen. Maar door deze kerel hoef ik me dat niet te laten vertellen, denk ik verontwaardigd. Langzaam fiets ik door. Een paar kilometer verderop zie ik de man in de verte langs de kant van de weg staan. Het is duidelijk dat hij me opwacht. Hij blokkeert
met zijn brommer het gedeelte van de weg waar ik langs moet. Zijn grote gestalte en boze lichaamstaal zijn angstaanjagend. Gelukkig is het druk op straat, zodat ik mijn tocht durf voort te zetten. Met een koele blik en trillende benen fiets ik in een bocht om hem heen, waarna ik weer hoor: “Put that helmet on girl, right now!”. Zijn stem klinkt nog dwingender dan voorheen. Ik trap snel door en stop bij een barretje wanneer de man uit zicht is. Met bevende handen drink ik een lauwe cola. Een blik werpend op het chaotische verkeer hoor ik de boze mannenstem weer in mijn achterhoofd. Toch maar die helm op dan, de boodschap is aangekomen. Terwijl ik een week later op de boot naar Lombok sta te wachten, voel ik een hand op mijn schouder. Als ik me omdraai, schrik ik wanneer ik de man van het helmincident herken. “No worries”, zegt hij vriendelijk, terwijl hij goedkeurend naar mijn hoofddeksel kijkt. Hij vertelt me dat hij een Australische arts is en al twintig jaar op Soembawa woont, een eiland waar het volgens hem met de verkeersregels niet zo nauw wordt genomen. Helmloze fietsers maken hem furieus, want hij heeft inmiddels te veel ongelukken gezien. Een week later valt er een kokosnoot uit een boom, vlak voor mijn wiel. Draag ik een helm? Ja, that girl from abroad heeft goed geluisterd naar haar Australische beschermengel. b tijdschrift voor fietsreizigers
9
10 tijdschrift voor fietsreizigers
TEKST BERT PLATZER BEELD GUNTHER DESMEDT EN TIM VAN DEN DAELE
Racen over de Great Divide
Fietskamperen als wedstrijd Is het toeval dat de woorden ‘race’ en ‘reis’ zo op elkaar lijken? In het geval van Gunther Desmedt zou je denken van niet. Afgelopen jaar reed hij de Tour Divide, een non-stop wedstrijd die jaarlijks op de Great Divide Mountain Bike Route wordt georganiseerd. Een typisch geval van een geradicaliseerde fietser, zo zou je Gunther Desmedt kunnen noemen. Sinds hij begon met mountainbiken, zo’n achttien jaar geleden, werd ‘langer, verder en hoger’ al gauw het motto voor zijn tochten. “Eerst reed ik tourtochten rond de kerktoren, maar dat werd al snel van kerktoren naar kerktoren”, vertelt Gunther. “Tochten zoals de Houffalize Mountainbike Marathon, van 125 kilometer, heb ik bij wijze van spreken allemaal tien keer gereden. Ik heb ook viermaal de TransAlp voor mountainbikes gereden, een achtdaagse etappewedstrijd van Duitsland naar Italië. En Iron Bike een paar keer, dat is een meerdaagse in de Alpen waarbij etappes van tien of twaalf uur geen uitzondering zijn. In 2007 heb ik een etappewedstrijd in Saoedi-Arabië gereden.” Vorig jaar volgde de Tour Divide. Deze non-stop race start jaarlijks op de tweede vrijdag van juni en volgt de 4418 kilometer lange Great Divide Mountain Bike Route, van het Canadese Banff naar Antelope Wells, aan de Mexicaanse grens. Deelnemers worden geacht de race volledig op eigen kracht af te leggen en mogen alleen gebruikmaken van voorzieningen die voor iedereen toegankelijk zijn, zoals winkels, restaurants en motels. Een volgauto vol eten en fietsonderdelen is taboe. Etappes zijn er niet, vanaf de start loopt de klok non-stop. Omdat deelnemers niet weten waar ze aan het eind van de dag zullen zijn, nemen ze een lichtgewicht kampeeruitrusting mee. Fietskamperen als wedstrijd. “In de herfst van 2012 vroegen mijn broer en mijn maat Tim of ik meeging”, vertelt Gunther. “Ik vond de Divide nogal lang, maar ik dacht: als ik nu niet mee ga, ga ik dat nooit alleen doen. Dus ben ik maar meegegaan. Daar heb ik totaal geen spijt van gehad. Helaas moest mijn broer na vier dagen met knieproblemen afstappen.”
‘Bij de finish waren we na twee uur alweer weg, want daar is niets te beleven’
Was de Tour Divide je eerste kennismaking met fietskamperen? “Nee, mijn eerste kennismaking met bike packing was in 2008 in Marokko, in de Atlas. Dat was ook de eerste non-stopwedstrijd van Tim en mij. Dat was een goede ervaring, omdat we daar geladen als kamelen aan de start stonden, twee Belgen tussen dertig Italianen en een paar Zwitsers. De andere deelnemers hadden minstens de helft minder mee, dus daar hebben we veel van geleerd. “Toen hadden we de smaak te pakken hè. Dan bouw je een netwerk uit van Italianen en Zwitsers waarmee je vriendjes wordt op Facebook en krijg je uitnodigingen om overal dergelijke dingen te fietsen. In 2011 zou er in Marokko weer een wedstrijd zijn, maar toen barstte de Arabische Lente los en annuleerde de organisatie de wedstrijd. Omdat Marokko veilig was, heb ik zelf een route uitgestippeld en heb ik met een paar vrienden een gps-track van achthonderd kilometer over onverharde wegen door de bergen gereden. In 2012 hebben we nog zoiets gedaan.” Menig fietsreiziger zal zich bij de Tour Divide afvragen: is dat wel leuk? “Het is niet zo dat je ‘s morgens opstaat en je constant een gemiddelde van 25, 26 moet halen en altijd maar rijden, rijden, rijden. Nee, je stopt, neemt foto’s. Je komt een beperkt aantal punten tegen waar je eten kunt kopen. Het is niet zo dat je dan rap, rap naar binnen loopt en terug weg bent. Zo heb ik geen dag gereden. Je stopt bij een tankstation, gaat op het gemak naar binnen, naar het toilet, zittend op het trottoir koffie of thee drinken. Beetje chillen, misschien n tijdschrift voor fietsreizigers
11
nog een ijsje halen. Je bent dus niet alleen maar aan het racen. Dat kun je niet volhouden en dan maak je ook niet zoveel foto’s en filmpjes als ik heb gedaan. Het gaat niet om de bestemming, maar om de reis. Bij de finish waren we na twee uur alweer weg, want in Antelope Wells is niets te beleven.” Tijdens de lezing die Gunther later op de middag voor circa veertig mensen bij Singlespeed Central in Amersfoort verzorgt, zal hij een hoop filmpjes laten zien. Video’s vol geouwehoer met zijn maat Tim, in het voor Nederlanders bijkans onverstaanbare West-Vlaams, waar de lol van afspat. Ook toont hij volop foto’s van de mooie natuur onderweg. Gunthers presentatie gaat niet zozeer over een race, maar over een fantastische reis. Bij een serie foto’s van wolkenluchten vertelt hij enthousiast: “Dit was allemaal op één dag. Die wolkenluchten trekken constant open en dicht. Dat vind je hier thuis bijna niet.” Het filmpje dat hij van de finish maakte, is bijna ontnuchterend. ‘s Ochtends vroeg, bij de uitgestorven grensovergang in Antelope
‘Ik wilde aan de Mexicaanse grens komen met het gevoel dat ik het beste eruit had gehaald’ Wells, bereikt hij met Tim en Evan, een Amerikaanse deelnemer, de Mexicaanse grens. Fietsend door de finishplaats filmt Gunther zichzelf. “Het is gelukt”, zegt hij uitdrukkingsloos. Staand bij de slagboom op de grens wisselen de drie onderkoelde handshakes uit. Dan breken ook big smiles door. “De laatste morgen, eigenlijk de voorlaatste morgen, zijn we laat opgestaan, want ik begon moe te worden, echt moe. Die nacht had het zwaar gestormd en we hadden slecht geslapen. We zaten op vierhonderd kilometer van het einde. We zijn toen opgestapt en doorgefietst tot de finish, in 25 uur. Dat was eigenlijk het zwaarste traject, want we kwamen zonder eten en drinken te zitten en wisten niet of het nog ver was naar de volgende winkel. We zaten op een detour van driehonderd kilometer, omdat er bosbranden waren. De reguliere route staat op de kaarten van de Adventure Cycling
Association met cafés, tankstations, motels, enzovoort, maar van die omleiding wisten we niets.” Uiteindelijk finishten Gunther en Tim een week na de winnaar, in 20 dagen, 23 uur en 42 minuten, wat neerkomt op gemiddeld 210 kilometer per dag. Gunther werd negentiende van de circa tachtig gefinishte renners. Ongeveer vijftig fietsers reden de tocht niet uit. Tot vlak voor de start discussieerden Tim, Gunther en zijn broer veelvuldig over het aantal dagen waarin ze de race wilden voltooien. “Eerst was het 25 dagen. Toen dacht ik: het is wél een wedstrijd. Doe je het op je gemak, dan start je gewoon een week vroeger of later. Maar wij startten echt in de Tour Divide, dus ik wilde aan de Mexicaanse grens komen met het gevoel dat ik het beste eruit had gehaald. Ik zag er een wedstrijdelement in, Tim zag het puur als vakantie en mijn broer zat er ergens tussenin. Uiteindelijk kwamen we uit op een compromis van 22 dagen. Dat is gelukt, het werden er twintig.” Hoe bereid je je voor op zo’n monsterrace? “Voor mij bestaat de voorbereiding uit drie zaken: lichaam, geest en fiets. Dat klinkt een beetje high in the sky, maar zo is het. We hebben veel van dit soort races gedaan en dit was nog een keer een stap verder en hoger. Dus ik wist dat ik veel moest trainen en goed moest opbouwen, in blokken van drie weken met dan een week rust. Om de paar weken reed ik een afstand van 200, 300 kilometer en later nog meer. Op 1 mei 2013 ben ik thuis vertrokken en in vier dagen naar Mont Saint-Michel in Frankrijk gefietst, 1200 kilometer. Daar ben ik goed van teruggekeerd. Het weekeind erna, ben ik met Tim vanuit de Ardennen naar Zwitserland gefietst, zo’n vijfhonderd kilometer. Toen mocht het voor ons echt wel beginnen, want de conditie was er. “Wat betreft mijn fiets: ik ben overgestapt naar een twenty niner, met Rohloff en een
12 tijdschrift voor fietsreizigers
vaste voorvork. Bijna iedereen rijdt de Tour Divide met een vaste vork. Een verende vork is weer iets dat kapot kan gaan. Ik heb toen een Santos gekocht, met Magura-velgremmen. Van die remmen heb ik nadien wel een beetje spijt, want het is moeilijk om twenty niner-velgen voor velgremmen te vinden waarmee je tubeless kunt rijden. “In de kop, dat zou het moeilijkste worden. Onderweg putte ik vooral kracht uit het feit dat de voorbereiding naar Mont Saint-Michel zo goed was verlopen. Bijna iedere dag had ik driehonderd kilometer gedaan, over de weg. Daar put je vertrouwen uit. Je kunt ook vertrouwen putten uit een bepaalde quote of stuk tekst.” De winnaar van afgelopen jaar had op zijn bovenbuis geschreven ‘nothing that’s worth anything is ever easy’, Had jij ook een dergelijk motto? Ja, maar dat zat in mijn hoofd: ‘we must embrace pain and burn it as fuel for our journey’. Dat is van Kenji Miyazawa, een Japanse dichter. Dat gaf power.”
Dacht je daar onderweg aan? “Er zijn wel een paar van dat soort momenten geweest. Het licht ging bij mij uit in de Great Divide Basin. Dat is een put waar je tweehonderd kilometer lang door moet. Er is niets van begroeiing, ongelofelijk veel wind, het is 35 tot 40 graden, het gaat constant op en af, met constant wasbordwegen. Toen zette ik me op een gegeven moment neer, maar er is geen schaduw. Ik dronk wat ik nog had en dacht: allez jongens, wat ben ik hier nu eigenlijk aan het doen? Maar er komt niet een auto om je op te pikken, zoals in de koers. Als je blijft zitten krijg je een zonneslag en terugfietsen heeft geen zin, want dat is net zo zwaar en daar is ook niets. Dan haalt zo’n mantra je er wel uit. Misschien dat ik het nog op mijn arm laat zetten als tattoo, ter herinnering.” Dacht je nooit: ik stop? “Echt stoppen? Nee. Ik heb natuurlijk ook veel ervaring met andere wedstrijden. Als je het wilt doen slagen, moet je ervaring hebben in een paar meerdaagses. Minstens zes of zeven dagen, waarbij je een aantal tegenslagen hebt gehad, waarbij niet alles georganiseerd was en je er alleen voor stond. Eén of twee dagen door tegenslag of pijn bijten, is niet moeilijk. Twee dagen zonder slaap fietsen, gaat ook. Maar na twintig dagen, dat is iets anders. En natuurlijk moet je openstaan voor een ongelofelijke belevenis. Je zit wel in een geciviliseerd land, maar het gebied waar je door rijdt, is heel beperkt qua bevolking. Je kunt niemand bellen of sms’en dat je hulp nodig hebt, want er is geen ontvangst. Dus je staat er echt alleen voor. “Maar je komt ook ongelofelijk toffe mensen en dingen tegen. Het is niet enkel die race. Ik heb veel elks gezien, van die grote elanden, en mountain lions. Iedere deelnemer heeft een tracker zodat op de website TrackLeaders.com te zien is wie waar rijdt. Een paar keer liep ik een winkel in en werd ik begroet met ‘hi Gunther’. Ik heb vooral het gevoel dat ik een mooie reis heb gemaakt.” b
tijdschrift voor fietsreizigers
13
TEKST EN BEELD MARTINE VAN DEN ABEELE KAARTJE PAUL KLOEG
La dolce vita
Op zoek naar het Siciliaanse paradijs Sicilië is een paradijs dat niet voor het oprapen ligt. Het is een paradijs dat je moet verdienen, stevig trappend door een desolaat, goudgeel landschap. Omringd door geschiedenis, zich koesterend in authenticiteit en bij avond badend in gastvrijheid. ‘Ik zocht en vond Virgilo, die me begeleidde bij de ontdekking van een paradijs dat nog niemand kende.’ In het vliegtuig lees ik dit citaat uit een boek van de mij onbekende Italo Cucci. Hij schreef het op reis door Sicilië. Als ik tijdens de landing in Palermo het dorre, bergachtige landschap aanschouw, twijfel ik of mijn man en ik tijdens onze fietstocht ook het paradijs zullen ontdekken.
Fotogenieke decors In Scopello, een arendsnest boven Castellemmare del Golfo kost een paar uurtjes zonnebaden op het enige, betonnen strandje drie euro. De ontvangst is onvriendelijk: “no biciclettas, no fotografia“. No nothing, denken we er achteraan. Op het dorpspleintje is het beter toeven. De espresso op het terras, waar in de koelte van de avond de inwoners hun passegiata (avondwandeling) maken, bevestigt dat Sicilië deel van Italië is. Onze eerste rit voert naar Buseto door een landschap dat doet denken aan Toscane. Een goudgeel, heuvelend landschap met kaarsrechte cipressen wordt afgewisseld met witgebrande aarde, ruwe rotsen en eenzaam slingerende landwegen. Middenin dit ruige en weidse landschap treffen we de prachtige Dorische tempel van Artemis in Segesta, naast een amfitheater uit de derde eeuw voor Christus. ’s Anderendaags bereiken we de kust in Nubia, een rit zonder forse hellingen, wat welkom is bij 35 graden Celsius. We genieten van een desolaat landschap, een lappendeken van geoogste graanvelden, wijngaarden en olijfbomen, met daartussen een schaapherder en wat oude huizen. In een van de verlaten dorpjes die we passeren, vinden we gelukkig een tabaccheria geopend, zodat we onze dorst kunnen lessen. De kust rond Nubia is een zoutwinningsgebied. De oude zout14 tijdschrift voor fietsreizigers
pannen vormen samen met de zoutmolens fotogenieke decors. We fietskuieren wat rond en dat leidt ons in deze niet toeristische omgeving naar onverwacht pittoreske plekken. Zoals Salina Calcara, waar de traditionele hoopjes zout nog liggen, zij het als souvenir van wat hier ooit een welvarende industrie was. Door de feeërieke, oranjerode gloed van de ondergaande zon op het strakke water van de zoutpannen belandt deze plek in onze top vijf van meest romantische locaties.
Geen vis Motya, een piepklein eilandje, was 2700 jaar geleden een handelsstad van de Feniciërs. De stad ligt voor de kust van Marsala, onze bestemming van vandaag. Het is er smoorheet en er is weinig te zien, maar het is een welkome stop op de rit
Parel op de kroon is het schilderachtige Palazzo Adriano, waar we alle ingrediënten van het Siciliaanse dagelijkse leven aanschouwen langs de ondiepe en zeer zoute lagune. Een boer die naarstig zijn meloenen oogst, overhandigt ons met trots een prachtig exemplaar, met de boodschap dat we hem vooral freddo (koud) moeten eten. Marsa Allah, ‘haven van God’, was gedurende de middeleeuwen dankzij de haven een florerende stad. Het centrum staat vol barokke gebouwen en we eten er zalige krokante sardines en zwaardvis. Na het ontbijt bestijgen we ons stalen ros voor de 75 kilometer lange rit naar Selinunte, met de azuurblauwe zee als belangrijkste decor voor vandaag. Het inspireert ons tot het zingen van Lievins zomerhit ‘Haar ogen zijn blauwer dan de Middellandse zee, met haren als de zon en lippen zoet als wijn’. Ook in Selinunte vinden we sporen van de bloeiende Griekse periode. Op de acropolis, uitkijkend over zee, liggen restanten van de Tempel van Heracles en de indrukwekkende Tempel van Hera, die in 1958 is heropgebouwd en boven het stadje uittorent. Het kleine haventje ligt vol vissersbootjes, maar voor het diner krijgen we te horen dat er vandaag geen vis is. “Forse domani”, (misschien morgen) deelt de serveerster mee.
Druipnat De 65 kilometer naar Chiusa belooft een pittige tocht te worden, maar op het einde van de dag noemen we het een helse rit. Het landschap is nochtans zeer mooi en doet opnieuw aan Toscane denken. Naarmate we meer klimmen, wordt het landschap opener. En net dat klimmen in het bergachtige landschap is er te veel aan. Het is broeierig heet en er dreigt onweer.
Bij de eerste regendruppels schuilen we onder de luifel van Luigi en zijn mama. “Folle, incredibele, irrealizzabile!“, roepen ze theatraal als we weer vertrekken. Hun woorden spoken door ons hoofd als we zwoegen op een loodzware, tien kilometer lange beklimming – gek, ongelofelijk, niet te doen! Twee herdershonden zien in ons een lekkere brok, waardoor we een extra duw op de trappers moeten geven. De boom waaronder we even tegen de stortbui schuilen, biedt weinig soelaas. Druipnat arriveren we in de agriturismo waar we in tegenstelling tot de vorige dagen geen frisse, maar een warme douche nemen. Een glas corleonewijn bij de ondergaande zon op de hooggelegen middeleeuwse stadjes Guiliana en Chiusa Sclafani, en lijf en leden zijn gauw weer opgewarmd.
Maffianest De rit naar Corleone is de koninginnerit. Niet vanwege het beruchte, grauwe maffiastadje, maar de rit door het wondermooie landschap: een opeenvolging van stijgingen en dalingen door een weids landschap, zeer desolaat, met gele, reeds geoogste akkers, dorpjes op de heuvels, een eenzame boer die de droge grond bewerkt en een handvol boerderijen. Parel op de kroon is het schilderachtige Palazzo Adriano, waar we alle ingrediënten van het Siciliaanse dagelijkse leven aanschouwen. Er is een begrafenis aan de gang en het is druk op de Piazza Umberto. Locals zitten op het enige belommerde terrasje met een espresso of een gelati con brioche, een bol ijs tussen een zacht broodje, een traditionele versnapering.
Oudere heren zitten op een rijtje links en rechts van het plein en geven commentaar op de passanten, vooral de vrouwen. Het plein is als een filmdecor met centraal de fontein, met helder drinkbaar water. We vinden een winkeltje met kaas en fruit, maar het brood is helaas uitverkocht. Het is één uur en tijd om de deuren te sluiten. De luiken en deuren worden gesloten om de verschroeiende hitte buiten te sluiten. Het stadje gaat slapen, wij trappen verder richting maffianest Corleone. De laatste dag staat er een stevige tegenwind, waardoor we zelfs tijdens het afdalen moeten trappen. Sierlijke cipressen, verwilderde honden en schapen zijn de enige levende zielen op de rit naar Monreale, onze eindbestemming. Het laatste stuk rijden we over een oude spoorwegbedding met akelig donkere tunneltjes. Monreale, toeristische trekpleister, ligt op een heuvel boven Palermo en is beroemd om de Cattedrale di Monreale, genoemd als equivalent van de Sixtijnse Kapel. ‘Voor Palermo moet je tijd nemen, liefde en geduld hebben. Voor Palermo moet je moeite doen’, lees ik in de Lonely Planet. De moeite is achter de rug. Tijd voor het bezoek nemen we de volgende dagen, onze fiets gunnen we een welverdiende rust. De koelte en schaduw van de meer dan honderd kerken in de stad is welkom. We zijn het met Italo Cucci eens: in het onontdekte Sicilië vonden we het paradijs. We vonden het in het palet van mediterrane kleuren en geuren, in de verstilde dorpjes, in de sporen van het rijke verleden en in de eenvoud van het heden. b tijdschrift voor fietsreizigers
15
De specialist in maatwerk!
Deskundig advies, van een fabrieksmerk naar wens tot volledig maatwerk. CYCLING-TOURING-EQUIPMENT
< WWW.VLERICKFIETSEN.BE > >
Handgemaakte en op maat gebouwde trekkingfietsen en tandems, afgemonteerd naar wens van de klant
> >
Sinds Fietsen op maat: 8 3 9 1 écht comfortabel toeren
Vouwfietsen Brompton specialist VLERICK DARWIN: ‘OP PAD WERELDFIETS’ Nieuwstraat 16, B-9840 De Pinte tel. 0032(0)9.282.47.09 e-mail: info@vlerickfietsen.be
www.sneltweewielers.nl SYNMAT 9 LW Een comfortabele mat met een synthetische vulling: warm en compact in te pakken. Een typisch voorbeeld van een innovatief Exped product. Naast slaapmatjes maakt Exped tenten, slaapzakken en rugzakken voor de veeleisende gebruiker. Van grammenjager tot fietser, van bergbeklimmer tot avonturier, Exped levert het juiste materiaal.
Nieuwe platte ventielen: Aparte ventielen voor het opblazen en snel leeg laten lopen van de mat. Platte ventielen zijn duurzamer dan de traditionele ventielen.
Hoogwaardig materiaal: De bovenzijde van de mat is voorzien van een comfortabel aanvoelende stof. Deze stof is luchtdicht en anti-slip.
Toepassing van schotten: Door de interne I-schotten wordt de kou niet doorgegeven en is de mat zeer stabiel.
Perfecte isolatie: De mat is gevuld met hoogwaardig 200 g/m2 Texpedloft microvezel. Door de vulling te lamineren aan onder- en bovenzijde wordt een duurzame en hoge isolatie behaald.
116 0 g
SYNMAT 9 DLX
Inclusief foudraal en reparatiesetje,18 gram
197 cm
Uitvoeringen: Naast synthetische vulling ook verkrijgbaar met dons voor nog hogere isolatiewaarde. Beide uitvoeringen zijn leverbaar in diverse diktes en afmetingen.
Geïntegreerde pomp: De slim ontworpen pomp maakt het mogelijk de mat snel en vochtvrij met lucht te vullen.
9 cm
65 cm
THE MAXIMUM OUTDOOR EXPERIENCE WITH MINIMAL MEANS.
Op www.exped.com vind je al onze producten en demonstratie filmpjes. Meer informatie over verkooppunten: e info@jongejanstrading.nl of t +31(0)172-586280
16 tijdschrift voor fietsreizigers
TEKST EN BEELD PETER DE RUITER WWW.KLIKHEBJE.NL
anders kieken
Fotograaf, schrijver en fietsreiziger Peter de Ruiter geeft tips voor het maken van reisfoto’s. Zijn laatste boek heet KLIK Ik heb je!
Morgenrood Het heerlijkste moment om in tropische landen te fietsen, is kort na zonsopgang. Dat geldt ook voor fotograferen: er hangt nog dauw in de lucht en de zon staat laag. Dat geeft een lekker vage achtergrond, zoals op deze foto bij Andoung Tuek in Cambodja. Met de zon schuin tegenover me ontstaan mooie contouren langs Nicoles haar en is de achtergrond verdeeld in laagjes. Dit beeld komt alleen goed tot uiting met een telelens. Sterk inzoomen dus! Een foto als deze zal in de automatische stand meestal goed lukken. Tips voor de control freaks met een geavanceerdere camera: stel in de P-stand, waarmee je zelf de instellingen van de camera bepaalt, de lichtgevoeligheid flink hoog in. Er is immers nog weinig licht. Als je sterkt inzoomt heb je bovendien een korte sluitertijd nodig, omdat het dan moeilijk is om het beeld stil te houden. Gebruik de daglichtstand (het zonnetjesymbool) zodat de camera het licht registreert zoals je het zelf ziet. Op de automaat maakt de camera namelijk elk soort licht wit. Omdat het object naar je toe beweegt, verandert de focus steeds. Je camera houdt dat het best bij op de C-stand: dan stelt hij continu scherp. Op de S-stand doet hij dat maar één keer (S staat voor single). Overigens geeft het einde van de dag vergelijkbaar licht, maar dan is er geen dauw. Voorkom dat de zon direct in de lens schijnt. Maak eventueel met je hand wat schaduw en laat die over de lens vallen. Let er wel op dat je hand buiten beeld blijft! tijdschrift voor fietsreizigers
17
SAMENSTELLING BERT PLATZER EN FROUKE VAN OMMEREN BEELD DENNIS KOOMEN
thema
Verrassend dichtbij
TEKST ANDRÉ RAMAULT
In harmonie met de natuur Avontuurlijke wereldfietsers kunnen best genieten van een fietsbeleving dichtbij. In Nepal, Kasjmir of de Andes fascineert het adembenemende bergdecor, boeit de eenvoud van de authentieke levenswijze en is een dagtocht soms een kwestie van overleven. Fietsen in eigen land of bij de buren beleef je op een totaal andere manier. In 2013 fietste ik vanuit de Voerstreek heen en terug naar het Waalse Land van Herve, een tocht door een lappendeken van boomgaarden, weidse landbouwplateaus en geïsoleerde boerderijen. Na zwaar kuitenwerk vanuit de Voerense jeugdherberg, hijg ik uit bij een Belgisch-
18 tijdschrift voor fietsreizigers
Nederlandse grenspaal uit 1843. Verderop volg ik Ravel 5, een fietsweg op de vroegere spoorwegberm van Ligne 38, richting Herve en Luik. De streek van Aubel promoot zich met zijn ambachtelijk bereide appelcider en de ambachtelijke stroopfabriek van Aubel als ‘het land van de lekkere smaken’. Ik bezoek Clermont-sur-Berwinne, het mooiste dorpje van Wallonië. Na het Fort van Battice, een van de vier verdedigingsgordels in de Tweede Wereldoorlog rond Luik, ga ik picknicken in het Maison du Tourisme van Herve. Over landelijke wegen gaat het vervolgens naar het mijnmuseum Blegny-Mine, vroeger een mijn, nu Unesco Werelderfgoed. Na het omwegje naar de cisterciënzerabdij Val-Dieu
uit 1216 eindigt mijn fietstocht in Voeren, terug op Vlaamse bodem. Van mijn belevenissen onderweg had ik al heel wat opgestoken in de vroegere lessen aardrijkskunde en geschiedenis. Zoals op een schoolreis heb ik mijn kennis van het Franstalige landsdeel opgefrist. De Franse taal is geen echte taalbarrière, je legt gemakkelijk contact en je verneemt wat mensen bindt aan hun omgeving. Als fietsland boeit Wallonië me veel meer dan Vlaanderen met zijn lintbebouwing. Het Waalse land heeft meer open ruimte en landschappen in harmonie met de natuur. b Wallonië heeft twee soorten bewegwijzerde LF-routes: de Rando Vélo Route en de Ravel Routes. Het is nog wachten op het geplande fietsknooppuntennetwerk.
TEKST JAN POSTEMA
Je hoeft geen broeikaseffect bij elkaar te vliegen om op verrassende plekken te komen, leren de bijdragen in dit thema ons. Verrassing ligt om de hoek, zolang je er maar voor openstaat en je oren en ogen de kost geeft. Geniet van de gastronomische geneugten die de lokale flora te bieden hebben of kijk gewoon eens hoe het er bij de buren uitziet. Soms is het gras zelfs groener aan déze kant van de grens en hoef je de stad maar uit te fietsen om een avontuur te beleven. Of zoals een van de auteurs in dit thema schrijft: ‘avontuur is overal!’
Geschiedenis en poëzie Een rondje van nauwelijks 24 kilometer, tientallen keren gereden op namiddagen. Wisselende landschappen: open polderland, coulissenland en bossen met duinen na Hoogland en Amersfoort. De kilometerteller is niet nodig. In gedachten heb ik elke kilometer langs de weg gemarkeerd. Bij ‘Bosbrandgevaar’ veertien kilometer. Er is een marge. Je wielen rijden niet altijd exact dezelfde route en flink opgepompte banden rekken de kilometers op de teller. De geschiedenis ligt in het land. De uitlopers van de Utrechtse Heuvelrug uit de ijstijd. Een kapelletje op ‘het hooghe land’ uit de veertiende eeuw. Een nieuw ziekenhuis van dit jaar. Er is ook een kleine geschiedenis zoals op oude ansichten: een herrezen villa, een gereconstrueerd kruispunt, door storm gevelde bomen, een nieuwe stal. De jaargetijden begeleiden de geschiedenis impressionistisch. Na de herfstpracht in de bomen sneeuwpoeder op het fietspad. Komt die bonte specht volgend jaar weer terug? Mei brengt de gele brem langs de spoorlijn, juni de geur van acacia’s, juli die van kamperfoelie en augustus de paarse gloed van de hei. De polsslag van de dag jaagt aan mij voorbij. Naar Rotterdam, Den Haag, Groningen, Leeuwarden. Is er iemand die me vanuit de trein eventjes volgt? Kent zij het land waar de kleiaardappel groeit? Wie altijd eenzelfde stukje fietst, ervaart de paradox van het land: een wisselende constante. Daar zit iets troostends in. Je rijdt immers door een land dat ‘im Widerschein der fremden Welten weiterwächst und niemals sich verliert’ (Rilke). b
TEKST EN BEELD ERIK VAN DEN BOOM
België ontknoopt Fietsreizen in Nederland doe ik maar zelden. Ik kampeer graag in het wild en dat durfde ik in eigen land niet. Totdat Theo Jorna eens tegen me zei dat er buiten het seizoen niet wordt gecontroleerd. Prompt fietste ik rond het IJsselmeer en vond de prachtigste kampeerplekjes, zoals een vissersstrandje vlakbij Hoorn en een paar vierkante meter op een strandje in Friesland, naast een muur die tegen de storm beschutte. Later fietste ik van Amsterdam, waar ik woon, naar Zuid-Limburg, mijn geboortegrond. De Brabantse bossen zijn een weelde om in te slapen. In België fietste ik langs de Zuid-Willemsvaart. Op de terugweg wilde ik een andere route volgen, want een tikje saai is het wel, zeventig kilometer kanaal. Het schoot me te binnen dat België ook een knooppuntennetwerk heeft. In Maasmechelen kocht ik een regionale knooppuntenroutekaart, want overzichtsborden waren er niet. België lag voor me open en ik was onder de indruk van alle pracht
en rust. De routes die ik reed, waren zorgvuldig uitgezocht volgens mijn normen van autoluw en autovrij, en van een hoog landelijk gehalte. Zo bezocht ik na vele jaren van onbekendheid de gelijknamige buurprovincie van Nederlands-Limburg. Ik vond een prachtig wildkampeerplekje bij een ven, kwam enkele erg gemoedelijke mensen uit de omgeving tegen die wel in waren voor een eindeloos gesprek en genoot van de bossen waar enkel een fietspad doorvoerde. De grootste verrassing was een bewoonde woonwagen in een wei. Een jong gezinnetje had afstand gedaan van het moderne leven en liet zien dat je met weinig middelen heel gelukkig kan zijn. Ik ook. Een handvol knooppuntjes en ik ben in m’n nopjes. b tijdschrift voor fietsreizigers
19
thema
TEKST MARIO DE VELLIS BEELD HANS VAN DER VEEKE
Tergend langzaam kwamen we vooruit. Kronkelend en slingerend fietsten we op modderige, smalle weggetjes door een dichtbegroeide omgeving, af en toe slippend en rechttrekkend over losliggende keien of mals gras dat glibberde van de dauw. Ineens flitsten zonnestralen dwars door de bomen en de mist. Door de felheid ervan begonnen de dampen omhoog te vliegen alsof er brand ontstond. Ploeterend over een piepklein beekje leek het of dit door de zonnestralen aan het koken werd gebracht. Het water borrelde en damp dwarrelde omhoog langs de dichte plantengroei, die was overdekt met parelende dauwdruppels.
Ochtendglorie Eindelijk verruimde het pad en konden we slenterend genieten van dauwdruppels die pletsend op gladde paddenstoelen dansten. Duizenden spinnenwebben langs de struiken hingen vol vocht en de zon schitterde langs alle kanten dwars door het net, zodat het een kunstwerk leek van vocht, lichtstralen en damp. Een kunstenaar zou er uren, dagen voor nodig hebben om één enkel web na te maken en hier waren er ontelbaar veel. Allerlei beestjes schoten en vlogen door de dichte begroeiing om te genieten van de ochtendglorie. Hongerig van de koude, vochtige nacht begonnen ze aan hun ontbijt. Wij begonnen reeds aan een tweede pauze bij het zien van een heksenkring, een ruime opening in het bos waar mos, bloemen, varens, bomen en paddestoelen een soort cirkel maakten waarin de zon uitbundig dampte en ons een warme gloed gaf. We knabbelden aan onze bananen 20 tijdschrift voor fietsreizigers
Dampende wegeltjes – goed voor het aanvullen van de energie die we waren verloren bij het ploeteren over de moeilijk berijdbare wegeltjes.
Genieten In welk exotisch land of oerwoud zouden we zijn? Heel simpel, in De Kempen, op enkele kilometers van huis, alwaar we zonder reiskosten fietsten van de ene natuurkampeerplaats met alleen water en wc naar de volgende. Gewapend met slechts een tentje, enkele natuurboeken over dieren- en plantensoorten, basiseten voor enkele dagen, warme en vochtwerende kledij – en genieten maar. Onderweg vonden we vele plantjes en bloemen, cichorei, wilde knoflook, bessen en zo meer voor onze salade, waarover we onze olijfolie sprenkelden. Met een stevig bruin brood smakten we dit ‘s middags naar binnen. Thuis zijn we al jaren gewoon aan het bestuderen van allerlei eetbare natuur. Door een fysiek gebrek aan lichaamsdelen die stilaan achteruitgaan, kunnen en willen we niet ver reizen. Van de nood maken we een deugd en lezen eerst over de plaatselijke flora en fauna om vervolgens op pad te gaan met weinig of geen middelen. Zo ontdekken we verrassende micro-organismen bij zowel dieren als planten. Door lichamelijke beperkingen fietsen we heel
langzaam, zodat we gewone wegen en straten als gevaarlijk beschouwen. Daardoor kiezen we voor binnenwegen, veldwegen, bospaden, droge beddingen, moeraspaden, los boszand, heide en struiken waar veel dieren door wandelen, zodat ze voor ons een fietsbaar kronkelend pad maken. Daardoor zien we ontzettend veel meer dan iemand die op gewone wegen fietst en enkel straten, huizen, auto’s, vervoer en dergelijke moet verwerken. Wij rijden zo langzaam dat we voor alle plantjes of beestjes kunnen stoppen en de natuur zijn gang kunnen zien gaan.
Smulpartij Zo ontdekten we in de namiddag ineens een vracht eetbare paddestoelen. Zalig plukkend konden we de beste eruit kiezen. Vervolgens keken we uit naar wilde knoflook. Eitjes hadden we bij ons en we begonnen een heerlijke omelet te maken. Samen met couscous, kruiden uit ons voorraadpotje van Dr. Vogel, wat zout en een puntje pikante harissa werd het een smulpartij. Nog nagenietend van een drankje, al kijkend naar de flirtende maan tussen de bomen met nevel en mist, begonnen we van het vocht te rillen en kropen we al vroeg in onze warme dons. Zo hebben we nog zeer veel herinneringen van plekken waar we genoten van plaatselijke paradijsjes, ongelofelijk avontuurlijke stukken land dicht bij huis. b
TEKST EN BEELD MARTINE VAN DEN ABEELE
Mijn Vlaanderland, mijn vlakke land Poëzie en sporen van ‘den grooten oorlog’. Royale porties ijs en vruchten uit het land van melk en honing. Een mediterrane blauwe lucht en dramatische wolkenformaties. Slingerende polderwegjes en stevige hellingen. De skyline van historische steden en het intieme van het verstilde land. Een rondje Vlaanderen is exotisch en zit vol verrassingen. De Kaailopers, door Valeer Peirsman in brons gegoten, getuigen van voorbije en bloeiende handelsactiviteiten in Temse. Het zijn de enige toeschouwers aan de start van onze fietstocht door Vlaanderen. Een droeve morgen is een blijde dag, zegt het spreekwoord en dit is vandaag niet anders. De blauwe lucht komt tevoorschijn tussen het dramatische wolkendek en begeleidt ons langs de jaagpaden van de Schelde, de Rupel en de Nete. Het riet wuift in de wind, reigers vliegen op en ganzen roepen ons kwakend na. Blauwe aders Heen en weer II is de toepasselijke naam van de veerboot over de Rupel. Onze medepassagier, een kranige tachtiger looft de “sjieke fietspaden langs dees kanten”. De jaagpaden voeren ons naar Lier, altijd een aangename halte. Het fotogenieke Begijnhof en de Zimmertoren herinneren mij aan schoolreisjes uit mijn jeugd naar het exotische ‘Lierke Plezierke’. De Nete wringt zich verder in bochten door het groene landschap. We zwieren mee, volgen het Albertkanaal en bereiken de Kempen.
Zandgrond, kleine wegjes, bossen, kleine boerderijtjes en verlaten gebieden zijn het decor. In De Hoeve te Pulle genieten we van een royale portie hoeve-ijs. We overwegen even of we morgen onze route niet zullen verleggen om terug langs hier te rijden. Maar we peddelen tevreden tot Wechelderzande, onze slaapplaats. Eindeloos fietsen we langs de kanalen, blauwe aders door het landschap. We treden hiermee in de voetsporen van de trekkers, die met hard labeur de trekschuiten voorttrokken. Even houden we halt in Turnhout – of is het Saint-Tropez? – waar luxe jachten aan de kade liggen, waar riante lofts verrijzen in oude gebouwen en waar een mediterrane, blauwe lucht ons vergezelt richting Mol. Goudsbloem, valeriaan, spelt, ginseng – wie heeft nog een dokter nodig, vragen we ons af als we de geneeskundige krachten op de bordjes in de kruidentuin van Postel lezen. Laatste loodjes Na het ontbijt volgen we de LF5 verder langs de kanalen richting Limburg en de Nederlandse grens. Beide oevers omzoomd met platanen, een langzaam varende boot en het spel van zon en schaduw – de vergelijking met het Bourgondische Kanaal is vlug gemaakt. Verder gaat het, langs bossen, heide, dorpjes, graanvelden, onderwijl flirtend met de Nederlandse grens. We ontmoeten een Duits tandemkoppel dat net de volledige Vlaanderen Fietsroute heeft afgerond. Ze zijn enthousiast, maar waarschuwen ons: “Jullie hebben de bergen nog tegoed.” Bergen, in Vlaanderen, echt? Voor een slaapplaats wippen we even de grens over naar het witte dorpje Thorn in Nederland. Het recept van de volgende dag is bekend, n tijdschrift voor fietsreizigers
21
thema
smalle wegjes, af en toe een dorp en jaagpaden langs de Maas, de Wilhelminavaart en het Albertkanaal. Maaseik heeft een verrassend mooi marktplein, met gezellige terrassen, een bebloemd stadhuis en het standbeeld van de gebroeders Van Eyck. Dit rondje Vlaanderen is een opfrissing van onze geschiedenislessen, maar vooral een kennismaking met streekproducten van de verschillende regio’s. Koffie met Limburgse vlaai mag dus niet ontbreken. De LF5 wordt LF7 en vervolgens LF6. De routesignalisatie in Haspengouw laat te wensen over. De geplande 78 kilometer worden er 100 en naarmate we verder fietsen begrijpen we het Duitse koppel: we hadden de bergen inderdaad nog tegoed. De stevige kuitenbijters die we op het einde van de dag moeten overwinnen zijn meer dan de spreekwoordelijke laatste loodjes. We groeten de Gallische koning Ambiorix in Tongeren en na een laatste spurt bereiken we eindelijk Borgloon. Uitgerust rijden we ’s anderendaags door het land van melk en honing, het verrassend mooie Haspengouw. Rijpende appelen en peren, plukklare dikke vlezige kersen, rode bessen, perziken, rijpe graangewassen, wuivende maïshalmen. We bereiken Sint-Truiden en Tienen, de suikerzoete steden waar het eerste deel van onze tocht eindigt. Panorama Enkele weken later staan we opnieuw in de startblokken voor het vervolg van de Vlaanderen Fietsroute. Ditmaal in omgekeerde richting, met opnieuw Temse als startpunt en Tienen als eindpunt. In Sint-Amands brengt de veerman ons naar de linkeroever van de Schelde. De rivier is
Eindeloos fietsen we langs de kanalen, blauwe aders door het landschap weerom onze leidraad tot de Gentse rand, daar neemt de Leie het over tot in de binnenstad. De kerktorens aan de overkant verraden dorpjes als Baasrode, Zele, Berlare, Schellebelle. Typische Vlaamse dorpskernen glijden voorbij, of is het de Schelde die breed de dorpen voorbij glijdt? De graskanten bloeien weelderig en de omgeving wakkert de goesting aan om uit een gedicht van Guido Gezelle te declameren: O! ’t ruisen van het ranke riet! Hoe dikwijls, dikwijls zat ik niet, nabij den stillen waterboord, alleen en van geen mens gestoord en lonkte ’t rimplend water na en sloeg uw zwakke stafjes ga en luisterde op het lieve lied dat gij mij zongt, o ruisend riet! We naderen Gent en neuriën het bekende lied: ‘Boven Gent rijst eenzaam en grijs, ‘t Oud Belfort, zinbeeld van ’t verleden’. Hoewel ik er nooit woonde is aankomen in Gent voor mij steeds een beetje thuiskomen. De klankkleur van de Gentse taal is verwant met die van mijn jeugd. Op deze zomerse avond genieten we van het unieke panorama op de SintMichielshelling en van de gezellige terrasjes. Het was een dag om in te kaderen. Roots De prachtige beiaardklanken van de Sint-Baafskathedraal dragen bij aan het zondagse gevoel. Langs de Dulle Griet (kanon), het Gravensteen (middeleeuwse burcht) en Tierenteyn Mostaard (mosterdfabriek), clichés van de Stroppenstad, fietsen we Gent uit richting Meetjesland. Hier liggen mijn roots: omzoomde perceeltjes, zwart-witte koeien, knotwilgen, canadabomen – een soort populieren – en kronkelende wegen. We rijden door het land van Hansbeke en Nevele, land van zanger Johan Verminnen, zachtjes golvend en de voorbode van de Vlaamse bergen. Omdat het de Vlaamse Feestdag is, is er in Brugge te veel volk. We laten de stad links liggen en trappen richting Oostkerke. Het kamermeisje van het hotelletje wuift ons uit met de kreet “rij je met de fiets, ’t is plezierig en ’t kost je niets”. Langs slingerende landwegen rijden we richting Lissewege met de haven van Zeebrugge aan de horizon. Via de Uitkerkse polders, het overwinteringsgebied van veel vriesganzen, duiken we in de vakantiesfeer van onze Belgische kust. We kiezen voor een variant op de route die ons via het hinterland langs loodrechte kanalen naar Veurne brengt. Vanaf Lo volgen we de LF6 die ons van noord naar zuid voert. Vooraleer het zware werk met de Rodeberg en de Kemmelberg aan te vatten, halen we geestrijke versterking in de abdij van Westvleteren. Na het degusteren van het gerenommeerde trappistenbier Sixtus in café De Vrede lijkt het alsof de paadjes nog krachtiger slingeren door het landschap. Duizend soldaten De skyline van Ieper met de fiere torens van het Belfort, de Lakenhalle en de Menenpoort doemt op. Langs Belgische, Britse, Franse en Duitse oorlogskerkhoven en kerkwegen rijden we naar Menen aan de Franse grens
22 tijdschrift voor fietsreizigers
en langs de brede Leie tot in Wervik. Fietsen door een landschap is slow traffic. We hebben alle tijd om de sfeer en impressies van de door Willem Vermandere bezongen streek van ‘Den grooten oorlog’ (het lied ‘Duizend Soldaten’) in ons geheugen op te slaan: Als ge van ze leven in de westhoek passeert Deur regen en noorderwinden Keert omme den tied als g’alhier passeert Den oorlog ga j’hier were vinden Vlakke land Het is een schril contrast met de opgefokte sfeer van het zomercarnaval dat in Kortrijk plaatsvindt als wij er passeren. “Tot noaste weke” (tot volgende week), groet de marktkramer waar we onze voorraad fruit voor onderweg aanvullen. Het is weinig waarschijnlijk, maar goed bedoeld. Het Kanaal KortrijkBossuyt is de verbinding tussen Leie en Schelde – of L’Escaut, want we wippen even de Franse grens over. We passeren de elektriciteitscentrale van Ruien, weerom een herinnering aan mijn jeugd. Mijn vader vertelde vaak in lyrische
woorden hoe hij de centrale “mee had helpen opbouwen”. We overwinnen de Kluisberg of Mont-del’Enclus, een stevige kuitenbijter van elf procent. Met mooie vergezichten en een stiltegebied met enkel fietsgeluiden, bereiken we Geraardsbergen, de heimat van de heerlijke mattentaarten. Kleine ronde taartjes, gevuld met ‘matten’ een restproduct van gestremde melk, een procedé dat reeds uit de dertiende eeuw stamt. Gesterkt door deze delicatesse vervolgen we de route door de Vlaamse Ardennen, die langzaam overgaat in het Pajottenland – hetzelfde en toch anders. Het landschap is opener, de heuvels worden langgerekter. Dit stukje Vlaanderen is ons minder bekend en we zijn verrast door het groene Sint-PietersLeeuw, het statige Kasteel van Gaasbeek en de basiliek van Halle. De koepel van Koekelberg, het Atomium en de skyline van Brussel verschijnen aan de einder. Een bordje ‘In het voordeel van uw kind spreken we hier Nederlands, U toch ook’ herinnert eraan dat niet alles peis en vree is in Vlaanderland.
Het schemert al als we na een rit door het Zoniënwoud het serredorp (kassendorp) Hoeilaart bereiken, waar stripheld Nero de scepter zwaait en ons zoete druiven en een zacht bed wachten. Het traject langs Overijse, Huldenberg en Neerijse, grotendeels langs drukkere wegen kan ons minder bekoren. Gelukkig eindigen we in schoonheid. In het pittoresk gelegen bierdorp Hoegaarden trakteren we onszelf op een ijsgekoelde witte. Vanavond in Tienen zullen we 1100 Vlaamse fietskilometers op onze teller hebben. In de trein van Tienen naar Temse neuriën we met Brel: Wanneer de zuidenwind er schatert door het graan Wanneer de zuidenwind er jubelt langs de baan Dan juicht mijn land, mijn vlakke land b
De Vlaanderen Fietsroute bestaat uit de LF-routes 1, 5, 6, en 7, en wordt beschreven op www.groteroutepaden.be
tijdschrift voor fietsreizigers
23
thema
TEKST EN BEELD LUCIE MENSINGA
Avontuur is overal Nog geen tien kilometer van huis fiets ik over een mij onbekend schelpenpad. Mijn achterband slipt af en toe door een stuk mul zand. De spieren in mijn lijf spannen samen. Behoedzaam fiets ik verder. De zon straalt aan een blauwe hemel en de geur van gemaaid gras prikkelt in mijn neus. Sinds ik Leeuwarden ben uit gefietst, ben ik nog geen mens tegengekomen. Een opgetogen gevoel van vrijheid en overwinning overvalt me en de spieren in mijn lijf ontspannen. Ik vervolg mijn weg over het veilige, vlakke asfalt tussen de weilanden van de Noord-Friese polder. Logica Twintig kilometer staat er op de teller als ik mijn fiets tegen een verzakt en overwoekerd bankje tegenover de Vrouwbuurtstermolen zet. Ik vis een stuk osawacake uit mijn fietstas en mijmer een beetje voor me uit. Twintig kilometer van huis, op eigen kracht. Het voelt als de andere kant van de wereld voor iemand die zonder krukken nog geen vijf meter kan lopen. Zes weken geleden lag ik met een dubbele enkelfractuur in een roze bloemetjeshemd op een operatietafel in Marokko. Mijn geplande avontuur van drie maanden eindigde na drie weken met een geheel verzekerde vlucht terug naar Nederland. Ik fiets noordwaarts, richting de zeedijk. Op een bankje zit een stel van middelbare leeftijd een boterham te eten. Onhandig stap ik af om met één hand het dijkhekje, tegen de zwaartekracht in, open te duwen. Tegelijkertijd probeer ik met mijn andere hand mijn fiets door de smalle opening te wurmen, zonder een ondoordachte beweging met mijn voet te maken. Ik voel me een stramme bejaarde, vermomd als jonge meid met een snelle fiets. Ik fiets door een landschap van witte schapen en zwarte keutels. In de verte klinkt het zachte geronk van een tractor die het gras maait. Ik zet wat harder aan en slalom om een paar schapen heen. De koers van mijn fiets wordt minder stabiel. Ik stop met trappen. Als ik door het frame naar mijn achterband kijk wordt mijn vermoeden bevestigd. Terwijl ik mijn fiets in de berm leg, overweeg ik mijn mogelijkheden. De keuze
24 tijdschrift voor fietsreizigers
om geen bandenplakset mee te nemen, leek thuis nog een heel logische. Een band plakken met een gebroken enkel leek me niet voor de hand liggend. Zwarte vegen Maar om me heen kijkend over de verlaten zeedijk, ontgaat me ineens alle logica van die keuze. Terwijl ik verloren over de dijk sta te kijken, zie ik dat de tractor hobbelend door het gras mijn kant op komt. “Pech?”, roept de bestuurder als hij me bijna heeft bereikt. Nog voor ik antwoord kan geven is hij uit de tractor
gesprongen. Twee tellen later heb ik een lift. Dicht tegen de bestuurder aan geklemd voel ik me koningin van de zeedijk. Mijn fiets op de grote maaiarmen achter de tractor. Zo hobbelen we een flink eind over de dijk. Bij een betonnen drinkbak voor schapen laat ik me uit de hoge cabine glijden, terwijl het stel dat zojuist nog een boterham op het bankje had zitten eten, komt aangefietst. Ik steek mijn hand op. Of ze toevallig een bandenplakset bij zich hebben? Ik kan mijn geluk niet op als ik even later met een geplakte band en onder de zwarte vegen naast mijn fiets sta. De laatste drie kilometers over de zeedijk voelen alsof ik windkracht zes in de rug heb. In het restaurant aan het einde van de dijk schrob ik de zwarte vegen van mijn lijf. Met een grote grijns drink ik mijn koffie. Voor avontuur hoef ik helemaal niet naar Marokko, avontuur is overal! b
TEKST EN BEELD HANS VAN DER VEEKE
Rondje rivieren Door het land van Maas en Waal Nederland is een land van water. Waar zie je dat beter dan langs de rivieren? De combinatie van jaagpaden, rivierdijkjes en fantastische uitzichten maakt de grote rivieren een belevenis. En dan heb je nog de pontjes. Elk overtocht voelt als een bonus omdat je even óp het water zit in plaats van ernaast. Het KNMI dreigt met een mooi nazomers weekend. Dat vindt mevrouw Van der Veeke dé gelegenheid om de fietsen te pakken en er samen op uit te trekken. De komende dagen worden gevuld met twee landen, drie rivieren, negen pontjes en 240 kilometer. We vertrekken in Wageningen en omdat september op zijn eind loopt, is het ‘s ochtends al behoorlijk fris. Al vrij snel zijn we bij het eerste pontje, dat ons overvaart naar Zetten, op het land tussen de Rijn en de Waal. Van de pontjes word je niet arm: deze kost maar zestig cent en ook de andere pontjes zijn niet duur. Spijt De weg loopt door een vlak landschap met mooie herfstkleuren. We beginnen met lange lanen, geflankeerd door bomen aan weerszijden. In Homoet is het tijd voor een eerste kop koffie. Daarna fietsen we door naar Huissen – spreek uit Huussen – waar we moeten kiezen: door het stadje heen om het historische stratenpatroon en de huisjes uit de Hanzetijd te bekijken, of via de Rijnbandijk naar de Sterreschans. We kiezen voor het eerste, maar
krijgen daar spijt van. De stad is opgebroken en we moeten omfietsen door oninteressante straten. Hadden we nu toch maar de dijk genomen... De pont bij Doornenburg zet ons over naar Pannerden en brengt ons dieper het rivierengebied in. Omdat de volgende pont in Millingen alleen voetgangers en fietsers overzet, is hier geen auto te zien. Deze pont gaat maar één keer per uur en het wachten aan de waterkant is geen straf. Er is altijd wat te zien. We zitten vlakbij Lobith en dit roept herinneringen op aan oude aardrijkskundelessen. Daar leerden we immers dat de Rijn bij Lobith het land binnenkomt. Maar wij gaan het land even uit. Bratwurst en mandjes Aan de overkant kiezen we nu wel voor de alternatieve route via de dijk. We passeren de onzichtbare grens en rijden nu in Duitsland. Het is frappant, maar dat merken we meteen. De kerken en huizen zijn anders, er hangt een Bratwurst-lucht en de mensen hebben stalen mandjes op hun fiets. De omgeving is erg mooi. De dijken n tijdschrift voor fietsreizigers
25
thema
De laagstaande zon en de mist tussen de bomen leveren een sprookjesachtig schouwspel op bungee jump of parachutesprong en bovendien te beleven op een gewone herfstige zaterdagmorgen in Nederland. We steken de Mookerheide over. Hier werd ooit het leger van Lodewijk van Nassau en Hendrik van Nassau verslagen door de Spanjaarden. Nu grazen er alleen nog een paar Schotse Hooglanders. Cuijck kunnen we al zien liggen als we op het veer vanuit Middelaar zitten. Het beeld wordt gedomineerd door een grote kerk en een foeilelijke stalen beschoeiing. We nemen de dijk langs de Maas en komen bij Katwijk uit. Hier staan we even stil bij de Lourdesgrot. Wie Lourdes te ver is, kan hier een wonderbaarlijke genezing halen. Er is een complete grot ingericht met een altaar, banken en als klapstuk een originele steen uit Lourdes. Bijzonder, want thuis in Groningen kunnen we lang zoeken naar iets dergelijks.
laten het landschap glooien en de weiden geven het een lieflijk karakter. De route loopt later door de winkelstraat van Kleve waar het behoorlijk druk is. Dat zijn we niet meer gewend na al die stille fietspaden. Snel verder dus, maar bij de Kleefse tuinen staan we toch even stil. Het is een prachtig aangelegd park en door de herfstkleuren lijkt alles van goud te zijn. De fonteinen glinsteren in de herfstzon en maken er een plaatje van. Via het Reichswald fietsen we naar Groesbeek. Het is hier heuvelachtig en grote stukken zijn onverhard. Er hangt een bijzondere sfeer. De hoge leeftijd van de bossen en het semiduister geven het gevoel dat de tijd is gestold. Ik kan me voorstellen dat het er hier honderd jaar geleden niet anders uitzag. Het is heerlijk stil en alleen het gekwetter van een vogel brengt ons af en toe in het heden. In Groesbeek slapen we bij een ‘Vriend op de Fiets’, meneer Jansen. Hij is 79 jaar en zijn vrouw is een weekendje op stap in Amsterdam. “Maar samen komen we er wel uit”, heeft hij me aan de telefoon verzekerd. Wonderbaarlijke genezing Het is zeven graden en mistig als we de volgende dag op de fiets stappen. De ijle ochtendmist voorspelt echter een mooie dag. In Groesbeek doen we bij de super nog even boodschappen voor de lunch onderweg. Daarna gaat het door de bossen verder. De laagstaande zon en de mist tussen de bomen leveren een sprookjesachtig schouwspel op. De stralen zijn haast tastbaar. Een Vlaamse gaai springt scheldend aan de kant en de eikels knappen onder onze banden. Deze ervaring is voor ons mooier dan een
26 tijdschrift voor fietsreizigers
Maas en Waal De route loopt verder door het recreatiegebied van de Kraaijenbergse Plassen. De zon heeft de mist verdreven en het begint aardig zomers te worden. Langs het water vinden we een mooi bankje in de luwte, waar we een kopje koffie brouwen en heerlijk genieten van de zon en het uitzicht. In Grave fietsen we door het centrum. Het is een authentiek vestingstadje met een ruime markt, de grote Sint-Elisabethkerk en straten met kinderkopjes. Als we hier overheen stuiteren, begrijp ik waarom ze in de middeleeuwen geen fietsen hadden. De route leidt ons daarna kilometer lang over dijken. Ravenstein laten we, letterlijk en figuurlijk, links liggen. We fietsen langs mooie allitererende plaatsnamen zoals Demen en Dieden. In Megen kijken we weer in het centrum rond omdat het zo mooi zou zijn. Maar door het vele geparkeerde blik is het moeilijk om hier goed zicht op te krijgen. Met het tweede pontje van vandaag steken we de Maas over, van Megen naar Appeltern. Het wordt geëxploiteerd door de Maasveren en blijkbaar geldt voor al hun veren de uniforme prijs van slechts vijftig cent. Eenmaal aan de overkant blijft het fietspad steeds uitzicht op de Maas houden. Onderweg zien we vele jachthavens en luxe woonboten. We zitten nu letterlijk in het Land van Maas en Waal en dat kan niet zonder het gelijknamige lied van Boudewijn de Groot te zingen. De mensen kijken ons na als we schallend over de dijk gaan. Bijna zonder het te merken komen we bij de pont die ons overzet naar Lith. Het laatste pontje van de dag zet ons over naar Alem. Het lijkt inmiddels hoogzomer en vanaf de pont is het nog maar een klein stukje naar Hurwenen, waar we een B&B hebben besproken. Elke dag zit vol verrassingen en de verrassing van vandaag is dat de B&B vol buitenlandse gastarbeiders zit. Er hangt een kruidige knoflooklucht omdat ze karbonades en worstjes aan het bakken zijn, een activiteit die
Rondje Rivieren Officieel bestaat het Rondje Rivieren niet meer. Dat wil zeggen: de route wordt niet meer aangegeven en het routeboekje is niet meer te koop bij de ANWB. De track kun je downloaden via http://bit.ly/ O8OPnm (klik in het menu ‘Share’ op ‘Download .GPX’). Heb je geen gps-apparaat, maar wil je wel het Rondje Rivieren graag fietsen, neem dan via het forum van De Wereldfietser contact met me op (forumnaam: HansvanderVeeke) om mijn boekje te lenen.
ze tot middernacht zullen volhouden. Maar ze zijn ook gastvrij, want we mogen meteen meeeten. Ons slaapkamertje ligt naast de keuken, waar we doorheen moeten als we naar de wc of de douche willen. Ach, er zijn ergere dingen en we slapen er niet minder om. Dijken, dijken en nog eens dijken De volgende dag is nog frisser en mistiger dan de vorige ochtend, maar het is heerlijk om weer op pad te zijn. Op een zondagochtend als deze kom je alleen af en toe een kudde racefietsers en een verdwaalde skater tegen. We fietsen weer in het Land van Maas en Waal, op een smalle strook tussen de rivieren. Vroeger liepen hier verbindingskanalen tussen beide rivieren die van strategisch belang waren. Daarom moesten ze natuurlijk goed worden bewaakt en werd bijvoorbeeld Fort SintAndries, waar we langsfietsen, gebouwd. Nu zijn de meeste verbindingen afgesloten en kunnen we gewoon over de dijk fietsen. Hier komen vaak meerdere dijken bij elkaar en op één plaats zelfs drie: de Waaldijk, de Maasdijk en de
Heerewaardense Afsluitdijk. Dit punt wordt gemarkeerd met een mooi kunstwerk dat het belang van dijken benadrukt. Heen en weer Volgens onze beschrijving begint de dienstregeling van het pontje van Wamel naar Tiel pas om één uur. We gaan toch even kijken en hebben geluk: vanaf begin dit jaar vaart het vanaf tien uur. We zijn de enige passagiers op de eerste overtocht van de dag. In de geest van Drs. P zingen we even zijn klassieker ‘Veerpont (Heen en weer)’. Het is een behoorlijk stukje varen en daar betalen we dan ook 1,50 euro per persoon voor. Ik zou er niet voor willen zwemmen. Tiel slaapt nog als we er doorheen komen. We willen absoluut Flipje even zien en gaan naar hem op zoek. Dit fruitmannetje herinnert nog aan de tijd dat bijna alle jam in Nederland uit Tiel kwam. Nu is de productie verplaatst naar Breda, maar Flipje is hier blijven wonen bij zijn eigen museum. Hij staat er nog even vrolijk bij als in mijn herinnering.
Daarna fietsen we van de rivieren af. De dijken verdwijnen en maken plaats voor weilanden en vooral veel boomgaarden. Zo rond elf uur komt de zon weer goed door de mist heen en vinden we het perfecte koffieplekje. We nemen een lange pauze. Bij Lienden komen we op de oude Rijndijk. Deze blijven we tot Kesteren volgen. Af en toe komen we een waai of een wiel tegen, plassen die zijn ontstaan na een dijkdoorbraak. Het kolkende water baggert een gat uit dat na het dichten van de dijk in stand blijft. Inmiddels is de rest van de mensheid ook wakker geworden en van het mooie weer aan het genieten. Op de dijk is het af en toe behoorlijk druk met fietsers en wandelaars. In Kesteren kiezen we ervoor van de route af te wijken. De originele route gaat over de brug naar de Grebbeberg op de andere oever. Wij kiezen ervoor de dijk nog een tijdje te volgen en het negende en laatste pontje te pakken, van Opheusden naar natuurgebied de Blauwe Kamer. Vanaf hier fietsen we door de Wolfswaard naar Wageningen en maken het rondje vol. b
tijdschrift voor fietsreizigers
27
Fietsvakantiewinkel
• Alle fietsgidsen en -kaarten • Fietsvakantieuitrusting • Kampeeruitrusting
Bezoek onze nieuwe webshop!
webshop.fietsvakantiewinkel.nl
28 tijdschrift voor fietsreizigers
het moment
TEKST EN BEELD HENK KAMPHUIS
Londen De weg is er, de wil is er, de organisatie is er… Londen is er. Vroeg in de ochtend hoor ik op de camping ritsen van tentjes opengaan en het geluid van schoenen die in de pedalen klikken – het gaat gebeuren! Op naar de start van London-Edinburgh-London. De 1419 kilometer van LEL moet ik binnen 117 uur afleggen. De eerste nacht was een fluitje van een cent, de tweede nacht kwam ik goed door met slechts drie uurtjes slaap. Ik zit in een klein groepje fietsers, bestaande uit een Fransman, twee Spanjaarden en twee Duitsers. De nacht is fris en er valt af en toe wat regen die door de wind recht in mijn gezicht wordt geblazen. De Fransman begrijpt niet wat rouleren is en doet geen kopwerk. Hij haakt af. De twee Spanjaarden doen nog een keer kopwerk en laten vervolgens een gat vallen. Ja, die wind, die speelt ons parten. Samen met een man uit Hamburg en een man uit Berlijn vervolg ik mijn weg. Goed kunnen fietsen is nog geen garantie om een goed randonneur te worden, laat staan te zijn. Ik begin af te koelen, ik bibber, ik heb het koud en heb een leeg gevoel. Snel werk ik een reep naar binnen. De motor moet aan de gang blijven, ik moet warm blijven. De twee Duitsers laat ik gaan. Ik moet even van de fiets om het monotone ritme te doorbreken. Ik werk weer een reep naar binnen en neem een slok uit mijn bidon. Even ga ik zitten op een steen naast de weg. Daarna ga ik verder, verder de nacht in. Nu ben ik alleen, ik alleen in de nacht. De regen voel ik van mijn nekharen tot in mijn schoenen. Mijn sokken zijn doorweekt en mijn tenen zijn koud. In de verte zie ik twee rode lampjes. Dat moeten de twee Duitsers zijn. Telkens weer zing ik een irritant liedje – telkens
weer. De bomen naast de weg zijn als flatgebouwen die een diepe buiging voor me maken en lijken bijna om te vallen. Ik schud met mijn hoofd om wakker te blijven, probeer de beelden van me af te schudden. Een struik lijkt op een eng monster, alsof het de weg op wil springen. Steeds indringender komen die beelden op me af. Alles doet pijn, mijn voeten, mijn handen, zitvlak, nek en schouders… alles doet pijn maar de benen malen maar door. Toch geniet ik van de mooie ruige natuur om me heen. Ik geniet van een uil die een stukje met me meevliegt in de nacht. Ik geniet van de wolken boven de Schotse Hooglanden. Ja, het is een voorrecht dit te mogen en te kunnen doen. Langzaam wordt het licht. De zon komt op. De nacht ligt achter me. In de ochtend prikt de zon me in de ogen. Weer een nacht voorbij, denk ik bij mezelf. De nacht zal zijn tol eisen. Zodra het warmer wordt, slaat de vermoeidheid weer toe. Ik hoor alles ver weg. De derailleur klinkt ver weg, de wind in mijn oren lijkt ver weg, een voorbijkomende auto – alles lijkt ver weg. Ik stap af, zet mijn fiets tegen een boom en ga naast de dikke eik in de berm liggen. Meteen ben ik vertrokken, vertrokken in een diepe slaap. Als ik wakker word, blijkt er slechts een half uur te zijn verstreken, maar toch voel ik me een stuk beter. Ik stap op mijn fiets en zet koers naar Londen. b Het Moment is een bijzondere ontmoeting, een bizarre reiservaring, een duizelingwekkende cultuurschok... Het Moment kan werkelijk van alles zijn. Stuur jouw Moment naar: redactie@tijdschriftwereldfietser.nl of redactie@vakantiefietser.be. Maximaal 500 woorden, graag met foto. tijdschrift voor fietsreizigers
29
TEKST EN BEELD KRISTOF DE GROOF KAARTJE PAUL KLOEG
Bibberen en strompelen Hoe je een Andespas beter niet oversteekt
Ook ervaren fietsreizigers kunnen niets aan het toeval overlaten en moeten scherp blijven. Dat ondervond Kristof toen hij de hoogste onverharde pas tussen Chili en Argentinië bedwong. ‘Dit kan wel eens een fatale grap worden.’ Vicuña is mijn laatste bevoorradingskans, maar omdat het budget begint te nijpen, koop ik alleen wat fruit, confituur, aardappelen en een grote zak brood. Zeventig kilometer verder rol ik achter een struik mijn matrasje uit voor de nacht. De zak met eten blijft op de fiets om nachtelijk mierenbezoek te vermijden. De volgende morgen is het paaszondag en hoewel ik geen paaseieren verwacht, is er toch een verrassing: het fruit en brood zijn verdwenen! Als ik de omgeving uitkam, vind ik het fruit terug, of beter gezegd: wat ervan over is. Uit elk stuk fruit is een flinke hap genomen. Alleen mijn aardappelen zijn onaangeroerd. Van het brood geen spoor. Ik vermoed dat een paar Chileense honden op mijn kosten een goed paasontbijt hadden.
Kippenhok Ik ben op weg naar de Paso de Agua Negra in de Andes, de hoogste onverharde bergpas tussen Chili en Argentinië. Vanaf de Chileense kust zal de 30 tijdschrift voor fietsreizigers
klim me naar 4780 meter hoogte brengen. Van de route gaat 170 kilometer over onverharde wegen. Bij de douanepost, twintig kilometer verderop, bedel ik vijf sneden toastbrood bij elkaar. Vanaf hier gaat de beklimming onverhard verder, maar de weg blijft redelijk berijdbaar. De douanepost ligt honderd kilometer voor de daadwerkelijke grens, die wordt gemarkeerd door de pas. De route volgt de rivier stroomopwaarts en dat betekent een hele dag gestaag klimwerk. De weg slingert door een droog, stenig landschap met enkel vegetatie langs de rivierbedding. Onderweg biedt een kamperende familie me wat te eten aan en zo scoor ik nog twee empanadas (gevulde en gebakken deegwaar) en wat fruitsap. De empanadas bevatten wel vlees, maar een hongerige vegetariër kan toch niet al te kieskeurig zijn? ’s Avonds eindig ik bij een meertje. De wind steekt op en over de vallei valt een schaduw, waardoor de temperatuur naar beneden duikt. Plots is het ijskoud! Ik zie een woonbarak en klop aan in de hoop een plaatsje uit de wind te vinden. Ik ben dolblij het lege kippenhok te mogen inpalmen. Koken kan op een houtvuur en ik
warm mijn botten op met soep en thee. ‘s Morgens komt de eigenaar de geiten ophalen en hij geeft me nog een trosje druiven om mijn rantsoen aan te vullen. De dag begint met geweldige vergezichten. Witte wolken werpen hun schaduwen over de kale bergen. Met redelijk weinig inspanning arriveer ik op vierduizend meter hoogte.
Blote hemel De weg slingert zich hoog boven de rivier tegen de rotsen aan en als de avond valt, is het uitkijken naar een kloof om te kamperen. Uit elke kloof komt echter een strakke wind die de koude van de hoger gelegen gletsjers naar beneden jaagt. Bij deze wind een tent opzetten is onbegonnen werk. Er zit niets anders op dan onder de blote hemel te slapen. Als ik mijn matje opblaas sleurt een straffe windstoot hem uit mijn handen en scheurt het op de puntige rotsen. De Therm-a-Rest is totaal onbruikbaar. Op de koude ondergrond en met de ijzige wind die dwars door mijn slaapzak snijdt, voel ik de kou tot op het bot. Ik lig te rillen en besef dat ik iets anders moet verzinnen om deze nacht door te komen. Maar op deze plek, zonder begroeiing, valt geen vuurtje te stoken. Dat de winter hier al is begonnen en verschillende passen op deze hoogte al zijn gesloten, is me totaal ontgaan. Voorbij de douanepost heb ik geen telefoonmasten meer gezien, een blik op mijn gsm bevestigt: geen ontvangst! De laatste auto is een uur geleden gepasseerd. De ironie dat het vandaag 1 april is ontgaat me niet: dit kan wel eens een fatale grap worden. Ik trek al mijn kleren aan en wikkel daaromheen mijn slaapzak. Vervolgens werk ik zoveel mogelijk calorieën naar binnen: rauwe aardappels met veel mayonaise, koud water uit een drinkbus waarin de brokken ijs al verschijnen en de knoflookteentjes die ik onderin een tas vind – ik verwacht vannacht niet de liefde van mijn leven tegen te komen. Om mijn bloedcirculatie op peil te houden, begin ik te wandelen. Dit is niet de meest veilige optie, want ik zie letterlijk geen hand voor ogen en moet continu opletten om niet van de weg af de afgrond in te lopen. Kastelen Omstreeks twee uur verschijnt de maan en kan ik me beter oriënteren. Ik schat dat ik zo’n zes à zeven keer de hele vallei op en neer ben gewandeld. Stoppen en zitten is geen optie. In geen tijd kruipt de kou in mijn lijf en begin ik te rillen. Na elke rustpauze maak ik
enkele sprongen om de bloedcirculatie te bevorderen. Ik raak vermoeid en het wandelen wordt meer strompelen en struikelen. Omstreeks vier uur overvalt me het gevoel dat ik een kansloze strijd aan het leveren ben. De rustpauzes worden frequenter en langer, en het wordt steeds moeilijker om niet in te dommelen. Ik besluit alle resterende calorieën naar binnen te werken. Het water in de drinkbussen is bevroren dus eet ik mijn laatste pakje noedels droog.
Ik krijg het gevoel dat ik een kansloze strijd aan het leveren ben Daarna duw ik mijn fiets de weg op, richting pas. Een kloppende hoofdpijn kondigt hoogteziekte aan en ik begin te hallucineren. Rotsformaties transformeren in het zwakke maanlicht in kastelen, overhangende bomen en zelfs pinguïns. Het betert als ik me op de achtergehouden druifjes focus. Elk kwartier gaat er één naar binnen. Ik geniet steeds zo lang mogelijk van elke druif. En plots, naar mijn gevoel voor het eerst, is het geluk aan mijn kant. De volgende vier uur gaat de weg door smalle ravijnen en kloven waar de wind geen vrij spel meer heeft. Twee uur later geniet ik als nooit tevoren van het ochtendgloren. De zon worstelt zich heel langzaam over de bergkam en opeens voel ik de prille zonnestralen op me schijnen.
Kostbaar bezit Mijn lichaam komt terug tot leven, maar tegelijk begint de pijn te knagen. Mijn pols is ontwricht, mijn voetzolen zitten vol blaren, het stoten tegen de stenen heeft me twee teennagels gekost en mijn lippen zijn tot bloedens toe gekloofd. De laatste vijf kilometer tot de top kosten me nog drie uur. Herhaaldelijk moet ik stoppen om op adem te komen. Het bereiken van de top is een belevenis die heel wat emotie losweekt. Nog nooit voelde ik me zo uitgeput en toch zo vol leven. Ik besef meer dan ooit dat het leven een kostbaar bezit is. Het zal me hopelijk inspireren om er in de toekomst voorzichtiger mee om te springen. Met mijn bevroren vingers kan ik de camera niet bovenhalen, maar ook zonder foto’s zal deze belevenis me nog lang heugen. Een dag later, liggend op mijn lekke matje na een diepe slaap, probeer ik alles op een rijtje te zetten. Ik realiseer me dat wat me dreef om over deze pas te geraken niet zozeer doorzettingsvermogen of overlevingsdrang was, maar het idee dat ik zo’n fantastische familie en groep vrienden zou moeten achterlaten. Er is nog zoveel dat wij samen moeten doen! b tijdschrift voor fietsreizigers
31
N O Z I R O H DE
L E O D IS ZIJN
MARATHON MONDIAL De ultieme reis band. Gemaakt voor wegen, pistes en paden op alle continenten. De wereld is rond. Beleef het. Nieuw allround profiel. Hoog kilometrage zoals bij de legendarische XR. Lekbescherming: Double Defense.
TEKST EN BEELD ROBERT VAN WEPEREN
Antidoordraaibalhoofdset Je zit je fiets van een afstandje te bewonderen, terwijl hij staat uit te hijgen van een paar stevige kilometers. Fier rechtop, met volle bepakking. Op eigen poten, dus niet stiekem leunend tegen een muurtje of boom. Niets mooier dan dat toch? Totdat hij in slow motion, maar onvermijdelijk, onderuit gaat en met een doffe knal ter aarde stort. Het is hartverscheurend om te zien. Nu ben ik erg onhandig, maar iets dergelijks gebeurt me toch zeker drie keer per duizend kilometer. Vooral als ik moe ben, gaat het mis en helaas vaak niet zonder schade. In Birma tikte mijn vallende fiets zelfs een rek zonnebrillen aan. Twee brillen waren naar de bliksem, waarvoor ik de verkoper vervolgens schadeloos kon stellen. Als oplossing komt Santos met een roestvrijstalen antidoordraaibalhoofdstel. Het is een universele stuurstop die ook past op je confectiefiets waarbij je niet uit alle kleuren van de regenboog hebt kunnen kiezen, zoals mijn eigen Specialized. Het principe is eenvoudig: op de balhoofdcup zit links en rechts een uitstulping. Ook een speciale spacer die direct boven de cup om de vorkbuis is gemonteerd, heeft zo’n uitstulping. Omdat de bewegingsvrijheid van de uitstulping van de spacer (‘het stuur’) wordt beperkt door die van de balhoofdcup (‘het frame’), kan het stuur niet meer zover omslaan dat het stuur de bovenbuis beschadigt of de fiets omvalt. Dat klinkt even geniaal als eenvoudig. Snel monteren dus? Nou, de montage is even een gedoe: je stuur moet los en je balhoofd aangepast of zelfs vervangen. De ingreep blijft echter te overzien. Vervolgens is je fietsstandaard aan de beurt: het uitzetijzer moet precies die lengte krijgen waardoor je fiets stabiel blijft staan wanneer het stuur maximaal naar links of naar rechts is gedraaid. Een verstelbare standaard is onontbeerlijk en het is raadzaam om te checken of de zwaartekracht ook met volle bepakking wordt getrotseerd. Met name de stuurtas is doorslaggevend bij deze evenwichtsoefening. Trek er gerust een uur voor uit. De ombouwset voor bestaande standaard Santos RVS balhoofden kost 50 euro en een compleet antidoordraaibalhoofdstel kost 129 euro. Beide bedragen zijn exclusief de ombouw door de dealer. Een flinke investering dus en tegelijkertijd is het een illusie dat je fiets nooit meer omvalt. Of anders gezegd: het effect van deze investering is niet meetbaar omdat niet te zeggen is hoeveel vaker de fiets
OP PROEF
wél zou zijn omgevallen zonder deze stuurstopper. Het wordt bijna fietsfilosofisch. Sympathiek van Santos is dat slechts met kleine letters op de bovenste cup is aangegeven wie de fabrikant is. Dus als je niets met dit custom made merk hebt, hoef je niet bang te zijn dat je van je fiets vervreemdt. In de praktijk blijkt de stop prima te functioneren: het plezier van de investering betaalt zich direct uit. Totdat de grond onder je voeten wat minder horizontaal is dan in de doorsnee polder. Dan is het toch even zoeken naar de juiste plek om je fiets stabiel te parkeren. Maar als hij eenmaal staat, dan duwt niets je geluk nog omver. b
Kosten: 50 euro (ombouwset voor Santos RVS balhoofden) of 129 euro (compleet antidoordraaibalhoofdstel) Maten: intern (44 millimeter diameter) en extern (a-head of draad, beide met een diameter van 34 millimeter)
tijdschrift voor fietsreizigers
33
TEKST ROBERT VAN WEPEREN BEELD ERIK VAN DEN BOOM
‘Afrikanen zijn vaak straatarm, maar áltijd vrolijk’ Mart Hovens is gegrepen door de magie van West-Afrika Fietsen is gevaarlijk, dat weet iedereen. En wie verder dan Duitsland of Frankrijk reist, vráágt om problemen. Mart Hovens (62) bewijst – graag en met succes – het tegendeel. In zijn rol als reisorganisator catert hij bij voorkeur fietstochten door landen die, zoals hij dat eufemistisch uitdrukt, ‘niet het meest stabiel zijn’. Tochten die ook nog eens pretenderen duurzaam te zijn, zo suggereert de naam van zijn business: Fairweggistan. Vertel eens, welke ‘minder stabiele’ landen staan er op jouw hotlist? “Liberia, Sierra Leone, Guinee-Bissau, Rwanda, Ethiopië en Madagaskar. O ja, en Oeganda, dat ik zelf trouwens als behoorlijk stabiel ervaar.” Waarom wil je in hemelsnaam met gevaar voor eigen leven in de bloedhitte door deze stoffige landen fietsen? “Sowieso beleef je als fietser een land veel intensiever dan wanneer je er met een touringcar doorheen raast. Op het platteland is het genieten van de rust, de uitzichten, de lieflijke dorpjes, de mensen die je sterkte wensen! Verder is toerisme hier veel minder ontwikkeld dan in bijvoorbeeld Kenia of Tanzania, waardoor je pas echt moet improviseren en je moet aanpassen aan de bescheiden voorzieningen. Als je als westerling door Rwanda reist, dan zijn Rwandezen voor jou een bezienswaardigheid, maar jij dus ook voor hen.” Over en weer aapjes kijken dus? Hoezeer is het daar smullen voor de ‘thrill seaking’ fietser? “In de grote steden is men niet gewend aan fietsers, er zijn geen fietspaden en er wordt hard gereden door automobilisten, niet zelden met drank op. En in Ethiopië gooien ze met steentjes. Bovendien is het vermoeiend en kun je ook nog eens ziek worden van het eten of malaria oplopen.” Laat me raden Mart, al jouw reizen zijn in no time volgeboekt. “Ik opereer absoluut kleinschalig; de groepsgrootte varieert van
34 tijdschrift voor fietsreizigers
vier tot acht deelnemers. Deze manier van reizen is een niche, maar het is toch veiliger dan wanneer je zelfstandig, als wereldfietser, deze landen doorkruist. Want ik ken Afrika goed, heb er vijftien jaar gewoond, spreek de talen en werk met lokale gidsen, wat mij en de groep weerbaarder maakt. Verder doe ik dit uit passie, niet voor de verdiensten. Het geld dat na zo’n reis overblijft, gaat naar de bezochte projecten.” Ah, ik ruik een rijke vriendin… “Mis, Afrika heeft mij veel gegeven en nu kan ik eindelijk een beetje terugdoen.” Vertel dan eens wat het ‘faire’ is aan jouw reizen, want tegenwoordig zijn zelfs Shell en ING duurzaam, dus vergeef me mijn wantrouwen. “We vliegen naar Afrika en tijdens de reis rijdt er een busje mee met onze bagage en voor eventuele uitvallers, dus dat is weinig duurzaam. Daar staat tegenover dat we zoveel mogelijk ons geld
Afrika is het meest oorspronkelijke continent, het minst verwesterd uitgeven op kleine markten, in winkeltjes en guesthouses, zodat het bij de lokale bevolking terechtkomt. Bovendien bezoeken we projecten van Oxfam Novib of particuliere stichtingen die bijvoorbeeld een school hebben opgericht of een kledingatelier sponsoren. Tot slot laten we in een project boompjes planten ter C02-compensatie.” CO2-compensatie is toch een wijd en zijd verbreid sprookje? CO2 kan hooguit in al die vage boomplantprojecten worden opgeslagen, maar komt weer vrij zodra de bomen afsterven. Deze milieu-aflaten bieden slechts uitstel. “Mijn opvatting is dat CO2 eerst lang opgeslagen wordt en dan pas vrijkomt, bij sommige bomen pas na honderden jaren, als de boom dus niet voor die tijd gekapt of verbrand wordt. Daarnaast, als je de energie van het verbranden van hout gebruikt, spaar je de CO2-uitstoot van fossiele brandstof uit. Dan is een geplante boom dus CO2neutraal. Bovendien is boomaanplant een goede maatregel tegen erosie.” Terug naar Afrika, hoe ben je daar ooit terechtgekomen? “Ooit stond ik in Nijmegen voor de klas als leraar biologie. De ontwikkelingsorganisatie Stichting Nederlandse Vrijwilligers zocht een ontwikkelingswerker met leservaring en dat zag ik helemaal zitten. Zo kwam ik in dit fantastische werelddeel terecht. In Afrika stond ik ook voor de klas, maar de meeste tijd bracht ik door achter het bureau.”
arme mensen in de rijke landen ten gunste van de rijke mensen in de arme landen.” “Er gaat wel eens wat mis, maar ik geloof in solidariteit. En niet in de huidige tendens dat ‘we er zelf iets aan moeten hebben’ en dat daarom de rol van het bedrijfsleven groter moet worden. Trouwens, in Rwanda blijft niets aan de strijkstok hangen en wordt corruptie actief bestreden. Als je daar een agent geld probeert te geven, dan ga je op de bon. Echter, wat de beste vorm van ontwikkelingswerk is, daar kun je lang over praten. Zeker is dat we onze handen er niet vanaf mogen trekken. Globalisering betekent ook mondiale verantwoordelijkheid nemen.” Ben jij altijd een faire fietser geweest? “Nee, ik was vooral hardloper. Pas zes jaar geleden, toen ik last van mijn heup kreeg, heb ik het fietsen echt ontdekt. Eerst op en neer naar m’n vader, 65 kilometer verderop. En toen op een Idworx in Frankrijk en Portugal, inderdaad met een tentje mee.” Waarom ben je niet lekker in Europa blijven fietsen? Wat is er zo aardig aan de moeilijkste landen van Afrika? “De magie van dit werelddeel en dan met
name West-Afrika. Dit continent is nog het meest oorspronkelijk, het minst verwesterd. Verder houd ik van de Afrikaanse muziek en de mentaliteit. Wij zijn schatrijk en lopen maar te sikkeneuren (humeurig zijn, red.). Zij zijn vaak straatarm, maar bijna áltijd vrolijk. En niet alleen als ik toevallig voorbijfiets. Hun aard heeft mij ook optimistischer gemaakt. En ik heb geleerd dat alles mogelijk is, zolang je het maar niet op z’n Nederlands plant, want dan kun je het vergeten. De enige min is de keuken: voor het eten hoef je er niet naartoe te gaan.” Welk land is fietsfavoriet? “Rwanda. Leuk land, de mensen fietsen er zelf graag, het is goed georganiseerd en zolang je geen hydraulische remmen monteert, kun je overal je fiets laten repareren. Graag noem ik ook Burkina Faso, dat is hét fietsland van Afrika.” O ja, tot slot nog even over de gevaren, mocht het noodlot je daar al fietsend treffen, hoe zou je willen sterven? “Door een leeuw die me vanuit het hoge gras bespringt. Die breekt in no time je nek en dat was het dan.” Voor wie zijn dan je Idworx en je tentje? “Voor mijn goede vriend en fietsgek Jan. Hoewel, die heeft al twaalf fietsen. Eigenlijk veel liever voor iemand dáár die ermee naar school of de markt kan fietsen.” b
Heeft al die hulp wat opgeleverd? “Zeker, hoewel kritiek op zijn plaats is. Vaak heb ik me bijvoorbeeld afgevraagd waarom leerkrachten werden ingevlogen en niet uit de eigen bevolking werden gerekruteerd. Er zijn tenslotte voldoende eigen mensen die uitstekend zijn opgeleid. Denk ook aan al die projecten waarbij waterpompen werden aangelegd. Alsof ze dat niet zelf zouden kunnen.” Afschaffen dus die hulp? Of om de ontwikkelingseconoom Peter Bauer te citeren: “Ontwikkelingshulp is belasting voor de tijdschrift voor fietsreizigers
35
TEKST KEES PEPER BEELD JIP PEPER KAARTJE PAUL KLOEG
Land van duizend heuvels In het land van de Hutu’s en Tutsi’s
Fietsen in Rwanda? Is het daar veilig dan? De genocide van 1994 mag een enorme impact hebben gehad, maar sinds die tijd is in Rwanda veel ten goede veranderd. ‘Vooral kinderen zijn helemaal door het dolle heen als ze ons zien.’ Midden in de nacht landen we in Kigali. Op weg van het vliegveld naar ons hotel kijk ik mijn ogen uit. Anders dan in andere steden in Afrika is het heel rustig – Kigali by night is niet zo swingend als bijvoorbeeld Dakar. Wat vooral opvalt: er ligt geen snippertje papier of plastic op straat. Voor Afrikaanse begrippen een bijzonderheid.
Schoon De eerste dag brengen we een bezoek aan het Genocide Memorial, een indrukwekkend museum waar we worden geconfronteerd met de afschuwelijkheden van 1994. We zien foto’s – en schedels – van omgekomen mannen, vrouwen en kinderen. Door de tekstborden met uitleg ervaren we ook hoe gecompliceerd de werkelijkheid was. Met een groep van vijf mannen en een vrouw beginnen we met reisorganisatie Fairweggistan aan een tweeënhalve week lang avontuur. Onze tocht bestaat voor een groot deel uit de Congo Nile Trail, een fietstocht langs de oostkant van het Kivumeer. De route ligt op flinke hoogte – we fietsen steeds tussen 1460 en 2700 meter. Met de fietsen op het dak van de auto rijden 36 tijdschrift voor fietsreizigers
we naar Gisenyi, in het noordwesten van Rwanda. Tijdens het opladen van de fietsen vraag ik een Rwandese jongen waarom het zo schoon is op straat. Hij vertelt me dat er elke laatste zaterdag van de maand umuganda (gemeenschapsdienst) is. Iedereen boven de achttien moet dan tussen acht en elf uur klusjes voor het algemeen belang doen. Zoals het vegen van de straten, die dan autovrij zijn, bomen planten, wegen repareren of weduwen helpen. Het resultaat is verbluffend, ik heb nog nooit zo’n schoon land gezien. En het verbindt.
Gebiologeerd De volgende dagen fietsen we langs het Kivumeer. De route is fysiek uitdagend. De onverharde wegen zijn steil en stenig. Niet voor niets wordt Rwanda ‘het land van de duizend heuvels’ genoemd en dat zullen we weten. Na elke heuvel komt er weer een volgende helling. De Congo Nile Trail voert
ons door het heuvelachtige, groene landschap en door kleine dorpjes, ver weg van de drukte. De uitzichten over het Kivumeer zijn adembenemend. We zien uitgestrekte theeplantages, rijstvelden, koffiebomen en veel veldjes met kleine gewassen. Het is opvallend hoe dichtbevolkt Rwanda is en dat bijna elk stukje land is bewerkt. De kleine weggetjes waarover we rijden zijn vrijwel autovrij en dat is wel zo prettig. De steun onderweg is heel bijzonder. Vooral kinderen zijn helemaal door het dolle heen als ze ons zien. Ze roepen steevast “mzungu” (blanke) of “good morning”, ook al is het namiddag. De eerste dag rijd ik drie keer lek, waarschijnlijk door de vele stenen in de weg. Het plakken van de band levert zeker vijftig toeschouwers op, die gebiologeerd kijken hoe wij dat doen. Ik voel hun nieuwsgierigheid, maar het is ook wat ongemakkelijk om zo op je vingers te worden gekeken.
Het plakken van de band levert zeker vijftig toeschouwers op, die gebiologeerd kijken hoe wij dat doen
Chinezen De overnachtingen zijn bijzonder en afwisselend. Zo slapen we in een wasstation, waar koffie wordt gewassen en geselecteerd, in een weeshuis en in een cultureel centrum. Meestal comfortabel, soms sober. Ons ritme is om zeven uur ontbijten, met steevast een omelet en vers fruit, en om acht uur op de fiets. De temperatuur van 25 graden is weliswaar goed te hebben, maar de zon schijnt soms onbarmhartig fel en net onder de evenaar voel je dat goed. De route is soms moeilijk te vinden, de bewegwijzering is minimaal. Gelukkig hebben we Jean bij ons, de chauffeur van de 4x4 die onze bagage vervoert. Hij spreekt Kinyarwanda, de officiële taal van Rwanda, en moet de plaatselijke bevolking vaak de weg vragen. Op onze tocht van Mugonero naar Kibogora komen we wegwerkers tegen die een nieuwe, zestig kilometer lange asfaltweg naar Nyanza aanleggen, die de weg door Nationaal park Nyungwe Forest moet ontlasten. Op grote borden lezen we dat het project door de Chinezen wordt ondersteund. Tientallen mensen zijn in de weer met groot materieel, twee keer zien we een Chinese opzichter. Het landschap wordt ingrijpend overhoop gehaald, letterlijk en figuurlijk. Door alle stof en de vele vrachtwagens is het geen pretje om erlangs te fietsen. Tegen het einde van de dag komen we onverwacht langs een hoop drukte. Er is een veemarkt waar voornamelijk ossen en koeien worden verhandeld. Honderden mensen zijn er op de been – een waar spektakel. Reisgenoot Hans heeft een studie gemaakt van veemarkten in de middeleeuwen. Hij ziet veel overeenkomsten.
TEKST FRANK BRON
Congo Nile Trail
Sinds 2011 promoot de regering van Rwanda de Congo Nile Trail, een 225 kilometer lange wandelroute over bestaande wegen en paden langs de waterscheiding van de stroomgebieden van de Congo en de Nijl. Deze route is ook te fietsen en bij uitstek geschikt voor getrainde mountainbikers die graag buiten de gebaande toeristische paden fietsen. De Congo Nile Trail loopt ruwweg langs de grillige kust van het ongeveer honderd kilometer lange Kivumeer.
temidden van een theeplantage. ’s Avonds mijmeren we nog wat bij een kampvuur. De nachtwaker is een Batwa (pygmeeënvolk) en onderhoudt ons met liedjes vol opmerkelijke keelklanken. In Murambi bezoeken we het genocidemonument. Het is een locatie waar talloze Tutsi’s en Hutu’s zijn vermoord. 27.000 lijken zijn hier opgegraven en opnieuw begraven. Veel lichamen liggen op eenvoudige tafels uitgespreid. Ze zijn in kalk geconserveerd en in klaslokalen tentoongesteld. De verminkingen zijn duidelijk zichtbaar. Het is luguber en we worden er stil van. Na het Nationaal park Nyungwe Forest rijden we naar het noordoosten, richting Kigali. We overnachten in Nyanza, de oude hoofdstad en bezoeken daar het paleis van de laatste Rwandese koningen en het
Museum of Arts. Het markeert ook het einde van onze heerlijke fietstocht. Omdat de drukke weg naar Kigali niet echt prettig is om te fietsen, leggen we het laatste stuk weer in de auto af. In Kigali bezoeken we het Kandt-museum. Richard Kandt (1867-1918), een Duitse arts en ontdekkingsreiziger, heeft Kigali gesticht en in zijn huis is het huidige museum ondergebracht. Het bezoek is de moeite waard. Voor we vertrekken, drinken we nog wat in Hôtel des Mille Collines, het hotel waar tijdens de genocide meer dan duizend Tutsi-vluchtelingen verbleven en de film Hotel Rwanda deels is opgenomen. Het maakt de gruwelijke gebeurtenissen van twintig jaar geleden wederom tastbaar maar gelukkig heeft de ontwikkeling van Rwanda sinds die tijd bepaald niet stilgestaan. b
Stil In het Nyungwe-regenwoud wacht ons een zware bergetappe. We klimmen 22 kilometer, naar ruim 2700 meter hoogte. Bij een korte drinkpauze komt er een aap bij ons zitten. Hij eet gretig wat bananen mee. De rit verloopt voorspoedig en bij een volgende tussenstop kunnen we aansluiten voor een canopy walk, een wandeling boven de boomkruinen van het regenwoud. Na deze wandeling hebben we nog 35 zware fietskilometers te gaan – berg op, berg af. Ons overnachtingsadres is vandaag een cultureel centrum in wording, op een heuveltop
b tijdschrift voor fietsreizigers
37
n a a d l e r e w e d je wielen...
Ontwikkeld door Boeing Aviation Laboratories. Aerospace technologie voor je fietsketting!
Watervaste smering + corrosiebescherming in één product geschikt voor o.a.
- fietsketting - kabels - pedalen - schroefkoppen - frame (ook binnenzijde) - lagers Dorpsstraat 67, 7948 BM Nijeveen (Drenthe) 0522 49 02 66 | www.nazca-ligfietsen.nl 38 tijdschrift voor fietsreizigers
O.a. te koop bij De
Vakantiefietser en Rob’s Bikecenter
Meer informatie en verkooppunten via www.boeshield.nl
TEKST EN BEELD MIREILLE MARIVOET
Kledingzakjes Je kleding tijdens een fietsreis handig en liefst ook netjes opbergen, zolang je alleen bent of met zijn tweetjes, is simpel. Maar dan komt de gezinsuitbreiding en ineens moet je ook kleding voor twee (of meer) kinderen kwijt. Op de vervelendste plekken of momenten moet je snel een schone broek of T-shirt tevoorschijn kunnen toveren. Waar zat dat ook al weer? Onze ‘klerenkast’ heeft ondertussen al acht jaar zijn dienst bewezen. Het concept is simpel: een vaste tas is de klerenkast, daarin bevinden zich een aantal kledingzakjes. Elk gezinslid heeft zijn eigen kleur zakjes, gemaakt van lichte stof, model (kleine) kussensloop. De afmetingen en het model zijn proefondervindelijk geschikt bevonden voor een gezin van twee volwassenen en twee opgroeiende kinderen van 2 tot 10 jaar. De zakjes worden gevuld met de plat opgevouwen kleding en strak opgerold. De flap houdt het rolletje bij elkaar en het geheel wordt vastgezet met een stroptouwtje met schuivertje (zie foto). De kleur van het touwtje geeft aan welke soort kleding in het zakje zit. Wij gebruiken vier
tip kleurcodes: ondergoed, broeken, shirts, andere. Makkelijk om iets terug te vinden en door het strak oprollen blijft je kleding compact en ook nog eens kreukvrij. Zet de tas met de kledingzakjes op een vaste plek in de tent of neem hem
TEKST EN BEELD BIANCA FOETS
Gewokt De kokkin blijft ons wazig aanstaren nadat ik in bedenkelijk Laotiaans een portie groentenwok heb besteld, dus probeer ik het opnieuw. Ik leg de uitgekozen groenten op een snijplank en maak er een hakbeweging bij. Daarna belandt een witte kool in de wok en serveer ik het denkbeeldige gerecht op een bord dat ik van een hoge stapel heb gepakt. Maar de kokkin heeft geen zin om mijn fantasietje waar te maken en dus druipen we af. In een volgend stalletje herhaalt het scenario zich. Deze keer hopen we op gebakken rijst met ei. Het voltallige personeel heeft zich in de keuken verzameld, maar wanneer we na een half uur nog steeds niet aan het eten zijn, voelen we nattigheid. Even checken: in de keuken is nu alle bedrijvigheid verdwenen en van gebakken rijst geen spoor... Na wat rondfietsen vinden we een restaurantje in Lonely Planetstijl. Jonge backpackers met dreadlocks slurpen er van hun bier-
mee naar de kamer. Schone kleren zijn dan steeds makkelijk bereikbaar én terug te vinden. Op http://2x2.armimema.be vind je een filmpje met een demonstratie van het gebruik van de zakjes.
tje en er is een Engelstalige kaart. Bestellen gaat verrassend eenvoudig, alleen de extreem lange wachttijd verraadt dat we in Laos zijn. Onze smoothies en knapperige wokgerechten worden een voor een en met tussenpozen van tien minuten geserveerd. Multitasken is hier niet bepaald de gewoonte. Maar we krijgen tenminste wat, het is lekker en zonder twijfel vers bereid. Tegen beter weten in keren we die avond terug met fietsers die we onderweg hebben ontmoet. We zijn met z’n zessen en het duurt ruim twee uur voor iedereen heeft gegeten! Wanneer de laatste van het gezelschap wordt bediend, heeft de eerste alweer honger. Van bijpraten is echter iedereen verzadigd, want daar hebben we mooi de tijd voor gehad!
Waar: Udomxai, Laos Wat: smoothies en wokgerechten Wanneer: maart 2013 Hoeveel kilometer wil ik hier voor om fietsen? 39 0 25 50 75 100 km
Met mes & spork tijdschrift voor fietsreizigers
39
Vanaf mijn vakantiefiets
Rondkijken in Midden- en Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië Cor Bergenhenegouwen Uitgave in eigen beheer http://mijnvakantiefiets.mh-advies.nl 90 pagina’s | € 14,95 De vele foto’s zijn dé appetizer voor wie dit boekje voor het eerst ter hand neemt. Lezend merkt de belangstellende dat ze de tekst goed aanvullen. Twee ervan hebben een tekstje eronder. Er is een foto van ‘surfgod’ Alex met Esther (?) die Bergenhenegouwen had gewaarschuwd ‘niet verliefd te worden’. Een mededeling voor familie en kennissen, maar niet voor buitenstaanders. Er zijn wel meer privé-achtige passages waarbij je je afvraagt waarover ze gaan. De omslag vertoont vóór en achter een heren- en damesfiets. Ze zijn de metoniem voor Cor en zijn vrouw (‘liefje’) terwijl de titel spreekt over mijn vakantiefiets. Hier wringt
uitgelezen de schoen, zoals bij vele beschrijvingen van reizen die met zijn tweeën worden gemaakt, treffend door Cor verwoord in het zinnetje ‘Ik besluit voor mezelf dat we gaan stoppen met dit avontuur.’ Redactioneel maken de reisverslagen een wat rommelige indruk. Na dertig bladzijden is er een groen blad dat een tocht uit 2004 in herinnering brengt. Er is de neiging om eenzelfde onderwerp op verschillende plaatsen te beschrijven, wat leidt tot overlappingen. Op enkele pagina’s zijn er restantjes opgesomd die beter in het verhaal zelf geïntegreerd hadden kunnen worden, bijvoorbeeld over rotsblokken die op de weg vallen. Het lijkt er dus op dat aan een bestaand verslag een en ander is toegevoegd en niet de moeite is
Het relaas over het net uit het ei gekropen schildpadje ontroert en heeft iets poëtisch
genomen om de tekststukken te hergroeperen en doublures te schrappen. De drie reisverslagen verhouden zich in aantallen pagina’s van 56 tot 12 tot 14. Het zwaartepunt ligt in het Midden-Amerikaanse verhaal uit 2009 en 2010. De kernvraag is of lezers van dit blad die ook die verre oorden willen befietsen wat aan het verhaal hebben. Zeker. Het duurt even voordat de fietsactiviteiten an sich ter sprake komen, maar dat die lange Transamericana niet een onverdeeld fietsplezier biedt, blijkt duidelijk: delen met een slecht wegdek, vrachtverkeer en stank. Even nuttig is het stukje over fietsen op de hoogten van de Andes: buiten adem, hartkloppingen en zweet. De fietser wordt ook belaagd door honden. Helaas heeft bij dit onderwerp de behoefte aan luchtige leukigheid het gewonnen van de informativiteit. Aan het einde van de eerste tocht stelt het paar een top drie samen. Hun bezoek aan twee indianengemeenschappen scoort hoog. Dat blijkt ook uit de beschrijvingen. Ze zijn stilistisch volwassen, beeldend en informatief. Ze voeren de lezer als het ware mee aan de hand. Je hoeft geen Partij voor de Dieren-stemmer te zijn om te beseffen dat het relaas over het net uit het ei gekropen schildpadje dat zich met zijn ‘fladderpootjes’ naar de vloedlijn werkt met goede observatie en gevoel is geschreven. Het ontroert en heeft net als de omslagfoto iets poëtisch. Tot slot. Het boekje is opgedragen aan Cors ‘Lief’. Aan het slot van reis één noemt hij het ‘samenzijn’ met haar ‘het mooiste’ van de reis. Dat zal niet obligaat bedoeld zijn. Je zou ook kunnen zeggen dat Cor verzuimde stap twee te zetten. Aan de gesprekjes van hem en zijn vrouw in het boek blijven losse draadjes hangen en daaraan valt veel meer vast te knopen. Daarmee zou zijn vrouw ook in woorden meer gestalte krijgen en zouden de reisverhalen misschien net zo evenwichtig worden als de symmetrische opstelling van de fietsen op de omslag. JAN POSTEMA
40 tijdschrift voor fietsreizigers
Free Country
A Penniless Adventure the Length of Britain George Mahood Uitgave in eigen beheer http://bit.ly/1p7NiM4 316 pagina’s | £ 10,99 Op het verlanglijstje van mijn vrouw en mij staat nog steeds de route van Land’s End naar John O’Groats, vaak kortweg aangeduid als LEJOG. Dit is een van de klassieke Engelse routes, die loopt van het uiterste zuidwesten naar het uiterste noordoostelijke punt van het vasteland van Groot-Brittannië. De route wordt jaarlijks door vele mensen gedaan en op de meest mogelijke en onmogelijke manieren: met de gewone fiets, de bakfiets, kinderfiets, tandem, lopend, kruipend, naakt en op nog honderd andere manieren. George en Ben hebben een nieuwe manier bedacht. Ze willen de route afleggen zonder één penny uit te geven. En dat nemen ze redelijk letterlijk. Ze arriveren op Land’s End met alleen hun onderbroek en die hebben ze gelukkig aan. Dus geen kleding, geen eten, geen tassen, geen gereedschap, geen route en ook geen fiets. Het idee erachter is dat ze willen aantonen dat de Britten een vriendelijk volk zijn en dat in principe iedereen wel hulp wil geven. Mensen die dat inderdaad doen, geven ze een kaartje met de tekst ‘I am OFFICIALLY a nice person’. In het boek staan legio foto´s van mensen met dit kaartje. Er zijn dus veel aardige mensen in Groot-Brittannië en dat vind ik fijn om te lezen, aangezien wij de route nog willen fietsen. Tja, daar sta je dan in je onderbroek. Vooral het eerste deel van het boek is erg leuk om te lezen, omdat beide heren dan nog aan al hun spullen moeten komen. Bij het hotel op Land’s End mogen ze graaien in een bak met kleding die is blijven liggen. Van een toerist krijgen ze een paar schoenen. George en Ben trekken er allebei één aan. Dan gaan ze op weg. Eerst lopend, maar ze scoren al snel een kinderfiets en een step bij de volgende nice person. De weinige spullen die ze hebben, gaan in een tasje dat ze van een volgende persoon krijgen.
Gaandeweg verzamelen George en Ben meer spullen. En na een paar ruilacties hebben ze zelfs redelijke fietsen. Een routeboekje lenen ze bij de bibliotheek. En van een vuilniszak blijk je ook regenkleding te kunnen maken. Zonder veel moeite vinden ze elke avond weer een maaltijd en slaapplaats. De variatie daarin is groot. Ze slapen in een hooiberg, een woonboot, hotel, B&B en vaak ook bij mensen thuis. Elke avond krijgen ze wel een of meerdere pints aangeboden. Natuurlijk bieden George en Ben elke keer aan te werken in ruil voor de gastvrijheid – wat soms vies tegenvalt. In totaal doen George en Ben negentien dagen over de route van ruim 1500 kilometer lengte. Dat is best vlot, aangezien ze vaak pas laat op pad gaan omdat ze ‘s ochtends nog hun ontbijt willen verdienen.
Tja, daar sta je dan in je onderbroek
Soms blijven de heren ook tot ver in de middag hangen voor ze vertrekken. Blijkbaar is de tocht minder zwaar dan ik dacht. George schrijft het allemaal erg leuk op, met kostelijke anekdotes en leuke woordgrapjes. Ik heb vaak hardop moeten lachen. Naar het einde van het boek heb ik het kunstje van gratis eten en het regelen van een overnachting echter wel gezien en wordt het wat saai. Later in het boek wordt het verhaal dan ook wat opgeleukt met toeristische informatie. Ondanks dit minpuntje is het een van de leukere boeken die ik over dit traject heb gelezen. De route van George en Ben is zeker niet de weg die ik als fietser zou kiezen, maar ik heb er wel van geleerd dat mocht je in de problemen komen, er in Groot-Brittannië altijd wel hulp is te vinden. De tocht blijft op ons lijstje staan, maar ondanks de goede resultaten van George en Ben ga ik me toch wat beter voorbereiden. HANS VAN DER VEEKE tijdschrift voor fietsreizigers
41
Ride It All, All The Time oPinion travel spec
Kategorie Beste Komplettradmarke
Idworx
Kategorie Beste Komplettradmarke
Idworx
W W W. I D W O R X - B I K E S . C O M
|
TEL.
+49 (0)228 184700
VERENIGINGSNIEUWS Agenda april 12 Fietsherstelcursus van De Vakantiefietser bij Mario ‘De Fietsdokter’ in Schilde (Kijk voor andere data op www.vakantiefietser.be) 18-21 Paastocht over de heidevelden en zandverstuivingen van Drenthe met De Wereldfietser 25-27 Off road tocht van De Wereldfietser door de Achterhoek mei 1-4 Kampeertocht Franse en Belgische Ardennen met De Vakantiefietser over pittige heuvels 10-11 Fietsreparatiecursus van De Wereldfietser bij Marten Gerritsen in Kiel-Windeweer (Kijk voor andere data op www.wereldfietser.nl) 29-31 Hemelvaarttocht met De Wereldfietser én De Vakantiefietser van Antwerpen naar Maastricht. 30-14 juni Buitenlandtocht van De Wereldfietser in Kazachstan juni 6-14 Groepstocht ‘fietsen langs grenzen’ van De Vakantiefietser langs de grenzen van Nederland, Duitsland en Luxemburg 13-15 Off road tocht van De Wereldfietser 27-29 Kampeerweekend Kessel met De Vakantiefietser augustus 8-17 Buitenlandtocht Zuidoost-Engeland met De Vakantiefietser (vol)
Dirk Huyghe
Andy Lambrechts
Theo Van Der Burght
ac
tivi
urs tsbe
fie
nn pe
Frans Heylen
Martine Clauwaert
Grégory Lewyllie
n
Hans Metz
Paul Porcelijn
int
ite ite
ac
Robertjan Kuijten
erne
t
aris cret
pe
se
tter
orzi
vo
Bestuur Wereldfietser
nningmeeste
r
Helmut Riemenschneider
ingmeester
ervoorzit
s
vo
Marc Knapen
ond
ec
orz
reta
ris
itter
Bestuur Vakantiefietser
teiten
Kijk voor meer informatie op www.wereldfietser.nl, www.vakantiefietser.be of bij het verenigingsnieuws op de volgende pagina’s
fietsb urs e
ter
Vakantie- en wereldfietsers willen hun grenzen verleggen. Ze willen nieuwe gebieden verkennen, genieten van rust en ruimte, en in contact komen met de plaatselijke bevolking. En of je nu een lange of korte tocht maakt, ver of dichtbij, reizen op de fiets is een prettige manier om dit te doen. De verenigingen De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in België ondersteunen hun leden bij hun fietsreizen. Het doel is fietsers met elkaar in contact te brengen en informatie uit te wisselen. Naast het gezamenlijk uitgegeven tijdschrift met voor elke vereniging een cover met de eigen naam en verder dezelfde inhoud, organiseren de verenigingen k ampeerweekends, trektochten, informatiebijeenkomsten over speciale onderwerpen en fietsreparatiecursussen voor hun leden. Op de websites van beide verenigingen vind je databanken met veel informatie en forums waar levendige discussies plaatsvinden. www.wereldfietser.nl www.vakantiefietser.be
tiv
Jim van den Berg
Bas Evers
tijdschrift voor fietsreizigers
43
VERENIGINGSNIEUWS WERELDFIETSER.NL TEKST PAUL PORCELIJN
nieuwtjes Fietsshirts Op beurzen presenteren onze vrijwilligers zich ook dit jaar in een staalblauw fietsshirt van De Wereldfietser: honderd procent polyester, ademend, sneldrogend, met een ritsje aan de voorkant en drie zakjes achter. Wel wat duurder dan katoen, maar comfortabel en duurzaam. Ze kosten eigenlijk 25 euro maar leden van De Wereldfietser betalen slechts 20 euro. Deze korting geldt overigens alleen bij verzending binnen Nederland. Zin in zo’n shirt? Maak 25 euro (of als je lid bent 20 euro) over op rekening NL97 INGB 0005 257 323 van De Wereldfietser en vermeld daarbij je lidnummer (zie ledenpas) en de gewenste maat: S, M, L, XL of XXL. De maatvoering is wat krap. Je kunt het beste één maat groter bestellen dan je normaal gesproken zou doen. Heb je bijvoorbeeld maat M, bestel dan een L. Na ontvangst van je betaling krijg je het shirt
44 tijdschrift voor fietsreizigers
zonder verdere kosten thuis gestuurd, maar dat kan even duren – we werken met vrijwilligers.
Cyclo-Camping International Op www.wereldfietser.nl vind je vele initiatieven voor grote en kleine fietsrondjes. Voor één daarvan vragen we graag extra aandacht: een ‘grensoverschrijdend’ rondje IJsselmeer samen met de Franse vereniging Cyclo-Camping International. Bij het schrijven van deze aankondiging waren datum en route nog onzeker. Bij het verschijnen van dit nummer is daar waarschijnlijk meer duidelijkheid over: kijk op www.wereldfietser.nl. Ledenvergadering Onze voorjaarsvergadering vindt deze keer in Drenthe plaats en wel op zaterdagavond 19 april op camping Thyencamp in Hooghalen (Laaghalerveen 23, per fiets een half uur vanaf station Assen). De vergadering begint om half acht en vindt plaats tijdens onze Paastrektocht. Maar je hoeft natuurlijk niet aan die tocht mee te doen om de vergadering te bezoeken. Alle leden van De Wereld-
fietser zijn welkom! Belangrijke agendapunten zijn het financieel jaarverslag en de bestuursverkiezing. Onze vereniging krijgt versterking van enkele nieuwe, enthousiaste bestuursleden. We hopen ze formeel te kunnen voordragen, met daarbij ook een wisseling van bestuursfuncties (penningmeester en secretaris). Voor contact met het bestuur blijft het adres ongewijzigd: bestuur@wereldfietser.nl. Kijk op de site voor de complete agenda en vergaderstukken.
Meedoen Wereldfietsers zijn meestal geen vergadertijgers, al weten ze op dit soort bijeenkomsten hun wensen, klachten en suggesties doorgaans prima te verwoorden. Maar je kunt in onze vereniging ook op andere wijze je talenten inzetten. Bijvoorbeeld als fietsinformant op beurzen, in een presentatie van je foto’s van je fietsavonturen of met een bijdrage voor ons tijdschrift. Help je liever mee met het organiseren van weekenden, cursussen, trektochten en andere activiteiten? Ook dan ben je welkom! Stuur gewoon een mailtje aan bestuur@wereldfietser.nl. b
TEKST KOERT SCHOUTEN BEELD MIRJAM WOUTERS CYCLINGDUTCHGIRL.COM
Pannenkoeken, glühwein en stamppot Was vorig jaar bijna elke tocht van De Wereldfietser tot in het voorjaar een echte wintertocht, tot nu toe is er nog helemaal niets van de winter gebleken. Temperaturen tegen de tien graden, bloeiende hazelaars en bereklauw, sneeuwklokjes en winterakonieten die zich in het gras vertonen. Ook nu is het weer zo’n ontijdige lentedag. De route die Anita voor vanmiddag voor ons heeft uitgestippeld, voert ons door de weidse vlakte van de Baronie van Breda en Kruisland. Wanneer we tegen het vallen van de avond minicamping ‘t Schouwke bij Wouwse Plantage naderen, vallen de eerste spetters van wat zal uitgroeien tot een forse regenbui die tot ver in de nacht zal aanhouden. Maar dat mag de pret niet drukken.
Pannenkoeken Het is een gezellige drukte in de kombuis, de keuken annex ontmoetingsruimte, en onder het genot van een glaasje glühwein worden vol overgave piepers gejast en pannen vol boerenkool gestampt. De houtkachel snort en de condens loopt in straaltjes van de muren. Anita straalt, want ja, je mag tevreden zijn met zoveel blije klanten! Tot in de kleine uurtjes worden herinneringen opgehaald en sterke reisverhalen uitgewisseld. Ik word wakker met een plas water in mijn tent. Dat ik nou net het diepste punt van het veldje moest uitzoeken! Als door een wonder is, behoudens mijn luchtbed, alles droog gebleven. Vandaag doen we het eiland Tholen aan. Een stevige zuidooster bries duwt ons de brug van het Schelde-Rijnkanaal over. Wanneer we zin krijgen in een elfuurtje, tovert Anita een nichtje uit de hoge hoed die ons fêteert op koffie met gebak. Rijdend
over de Oesterdam krijgen we de wind recht van voren. Het uitzicht op de dampende koeltoren van de kerncentrale van Doel is weinig inspirerend en even dringt de vraag zich op: wat doe ik hier? Maar dan verheft zich aan de einder de Brabantse Wal, die ons weer boven de zeespiegel brengt. De lommerrijke Meerse Duinen lijken in niets op
het vlakke Tholense polderland. In Putte slaan we ons bivak op en doen we ons tegoed aan de pannenkoeken van campingrestaurant Hazeduinen. In mijn warme slaapzak en met een volle maag dommel ik al gauw in. Ik registreer nog net het geluid van een zware scheepshoorn. De haven van Antwerpen is hier maar een paar kilometer vandaan.
Gedesoriënteerd Gedempte stemmen en het geluid van rammelende tentstokken en blazende gasbrandertjes zeggen dat het tijd is om op te breken. Al snel nadat we Putte hebben verlaten, zigzaggen we tussen de villa’s van Kalmthout, met hun gemiddeld twaalf slaapkamers, vijf badkamers en één fourwheeldrive voor de deur voor de anderhalve bewoner(s) van deze kitscherige paleizen en kastelen. De Belgische knooppuntenplanners moeten door de overdaad aan protserigheid gedesoriënteerd zijn geweest, want op ieder kruispunt wordt van richting veranderd. Evengoed leidt onze route onherroepelijk naar het einde van weer een zeer geslaagde wintertrektocht. Een deel van de deelnemers pakt al de trein bij Bergen op Zoom; de anderen kiezen Roosendaal als eindpunt. Anita, bedankt voor de goede zorgen, de heerlijke boerenkool en glühwein, en de zorgvuldig uitgekozen route en campings. Volgende winter zijn we weer van de partij! b tijdschrift voor fietsreizigers
45
VERENIGINGSNIEUWS VAKANTIEFIETSER.BE TEKST ANDRÉ RAMAULT
Verenigingsactiviteiten in 2014 Kampeerweekends Nederlands Limburg en Brabant (4-6 april): kamperen o.l.v. Kees Laureijs Franse en Belgische Ardennen (1-4 mei): kampeertocht o.l.v. Dirk Huyghe Hemelvaartstocht Antwerpen-Maastricht (29 mei-1 juni): samen met De Wereldfietser, o.l.v. Bert Sitters Omgeving Kessel (27-29 juni): kamperen in de tuin, o.l.v. Door Jacobs Omgeving Sint-Joris Weert (5-7 september): kamperen met barbecue, o.l.v. Martine Clauwaert Omgeving Ieper (ongeveer half september): onthaal van suntripper Grégory Lewyllie, o.l.v. Peter Vandenbroucke Herfstweekeind Dudzele (10-12 oktober): Jeugdherberg ‘Herdersbrug’ Dudzele, o.l.v. André Ramault Programma: Vrijdagnamiddag 10 oktober: samenkomst in de jeugdherberg.
nieuwtjes Fietsherstelcursussen Fietsdokter Mario organiseert in 2014 de zaterdagse reparatiecursussen van De Vakantiefietser op: 12 en 26 april, 10 en 24 mei, 7 en 21 juni, en 5 juli. De cursussen beginnen om 9.30 uur en duren tot 17.00 uur, met een maximum van zeven deelnemers per cursus. Waar: De Fietsdokter, Kerkelei 75, 2970 Schilde. Deelname: 30 euro, voor abonnees 20 euro. Voor cursisten die abonnee worden: 37 euro (20 euro + 17 euro abonnement). Schrijf het passende bedrag over op bankrekening: BE62 2300 1759 0261 van De Vakantiefietser, Dessel, onder vermelding van de cursusdatum. Aanmelden: via de website (www.vakantiefietser.be/activiteiten), mail (fietsherstelcursussen@vakantiefietser.be) of bel naar 014 37 77 34. 46 tijdschrift voor fietsreizigers
Zaterdag 11 oktober: rondrit door het polderland, avondmaal en diapresentatie. Zondag 12 oktober: bezoek aan de haven van Zeebrugge. Deelnemen? Schrijf 68 euro over op rekening BE24 9792 5571 4738 van André Ramault, Brugge. Dit bedrag houdt in: tweemaal K+O (lakens inbegrepen) + avondmaal + lunchpakket.
Groepstochten Fietsen langs grenzen (6-14 juni): door Nederland, Duitsland en Luxemburg, o.l.v. André Ramault en Guido Vermeir Programma: zie het vorig nummer of www. vakantiefietser.be/activiteiten Verblijf in jeugdherbergen (halfpension) met een groepslidkaart. Nog enkele plaatsen ter beschikking. Interesse? Neem contact op, via e-mail: andre.ramault@gmail.com. Je bent ingeschreven na overschrijving van 300 euro op rekening BE24 9792 5571 4738 van André Ramault, Brugge. Zuidoost-Engeland (8-17 augustus): kampeertocht o.l.v. Martine Clauwaert en Dirk Huyghe. Deze tocht is ondertussen volgeboekt.
Programma: Vrijdag 8 augustus: Dover-Canterbury (52 km) Zaterdag 9 augustus: naar Royal Tunbridge Wells (84 km) Zondag 10 augustus: naar East Grinstead, Crawley en Billinghurst (70 km) Maandag 11 augustus: naar Petersfield en Winchester (80 km) Dinsdag 12 augustus: naar Salisbury en Lyndhurst (80 km) Woensdag 13 augustus: rustdag met uitstap naar Isle of Wight Donderdag 14 augustus: langs de kust naar Arundel (85 km) Vrijdag 15 augustus: naar Polegate (97 km) Zaterdag 16 augustus: via Cuckoo Trail naar Heathfield-New Romney (82 km) Zondag 17 augustus 2014: naar Dover (38 km) Kijk voor meer info over de activiteiten op: www.vakantiefietser.be/activiteiten
3e prijs: Tine Vanhee
TEKST ANDRE RAMAULT
Fiets en Wandelbeurs Vlaanderen Op de derde editie van de Fiets en Wandelbeurs op 18 en 19 januari jongstleden was De Vakantiefietser weer prominent aanwezig. Gespreid over een oppervlakte van maar liefst duizend vierkante meter konden de bezoekers terecht bij 45 ervaren vakantiefietsers met praktische vragen over reizen en reisbestemmingen, een van de boeiende lezingen bijwonen of een van de vele workshops volgen. Bijvoorbeeld over fietsen met gps, fietsproblemen onderweg, reizen met kinderen, enzovoort. Met 13.400 bezoekers was de beurs andermaal een groot succes. Dit bewijst de groeiende interesse in fietsen en wandelen in het algemeen en in actieve vakanties in het bijzonder. “Gezellig druk en een zeer geïnteresseerd publiek”, was de algemene teneur bij de 250 exposanten, waaronder toeristische diensten, reisorganisaties, outdoorspecialisten en fietsfabrikanten.
Gedurende twee dagen informeerden zij de bezoekers over hun nieuwste aanbod. Ook de lezingen en de workshops werden druk bezocht en op het grote fietsparcours werden massaal elektrische fietsen getest. Opgemerkte gasten waren onder meer minister van Toerisme Geert Bourgeois, die langskwam voor de presentatie van de wandelgids Langs de Sporen van de Groote Oorlog en ex-wielerkampioen Hennie Kuiper en zijn gewezen ploegmaat José De Cauwer die optraden als fietsambassadeurs van de Nederlandse regio Twente. Een tevreden Theo Jorna, organisator van de beurs, kondigde alvast aan: “Volgend jaar, op 28 februari en 1 maart 2015, vindt de vierde editie van de beurs plaats in de nieuwe locatie Antwerp Expo.” b
Uitslag fotowedstrijd Fietsen Wandelbeurs Vlaanderen 1. Tine Vanhee (Prijs: fiets-gps Bryton Rider 60) 2. Johan Schelstraete (Prijs: trekkerstent Vaude Taurus) 3. Tine Vanhee 4. Trien Pauwels 5. Trien Pauwels 6. Jan De Laet 7. Anke Allemeersch Je kunt de winnende foto’s bekijken op www.vakantiefietser.be
2e prijs: Johan Schelstraete
1e prijs: Tine Vanhee
b tijdschrift voor fietsreizigers
47
FIETSERS ONDERWEG TEKST INGE CLAESSENS EN HARRY WAGENAAR
verkent Nieuw-Zeeland. Het landschap doet hem soms aan de Ardennen denken, maar dan in een lichtelijk andere setting. Nieuw-Zeeland blijkt een hemels fietsland. Hij schrijft regelmatig en voegt telkens toffe foto’s toe. www.travelblog.org/Bloggers/Peeke
1 Dirk Van Hulle en Bianca Foets fietsen door Nieuw-Zeeland en hun foto’s doen iedereen watertanden. Ze kamperen gratis op een idyllische plek en de schoonheid van het land doet hun soms aan IJsland denken, maar dan met een stralende zon. Doubtful Sound is een prachtige plaats in het Fjordland National Park waar ze een kolonie zeehonden tegenkomen. Zelfs in de regen beleven ze avonturen. Ze treffen collega-redacteur Inge Jongerman en haar familie. www.dirkenbianca.wordpress.com/reisverhalen 2 Joris en Stella proberen te wennen aan het links rijden in Thailand – voorwaar geen sinecure. Maar wat een relaxed fietsland! Zo krijgen ze zelfs een slaapplaats via de lokale politie aangeboden. Spartaans, maar wel een avontuur. Na een maand Thailand zijn ze klaar voor het zuiden van Thailand, het zuiden van Vietnam en Cambodja. Hun foto’s spreken boekdelen: east meets west. http://joris-en-stellafietsen.webs.com 3 ‘Hallo, ik ben Peter en ik verover de wereld per fiets…’ Een ambitieus plan! Peter Olens
4 Grégory Lewyllie zet zijn Solar Bike Tour verder met als doel de afstand van de wereld te overbruggen op zonne-energie. De aandacht vestigen op een gezonde planeet is zijn hoogste doel. In Vietnam ontdekt hij het oorlogstoerisme. Hij vindt het moeilijk te geloven dat er in dit glooiende en prachtige landschap zoveel bloed heeft gevloeid. Er klinken geen klaroenblazers maar de streek laat een diepe indruk na, wat tot uitdrukking komt in zijn boeiende teksten. www.solarbiketour.com
12 11 13
15
5 Raf Polus kan terug frieten van de frituur eten. Zijn blogafscheid wekt emoties van vertrek en aankomst op en je voelt door de blog de passie voor zijn belevenissen en trip. Over euforie en pure wanhoop, adrenaline en lethargie. http://cyclingtomongolia.wordpress.com
16
9 6 Belgisch-Limburgers Marc en Carina zijn onderweg naar Lombok. Ze komen terecht in een wereld waar paard en kar nog als transportmiddel worden gebruikt. Momenteel ruilen ze hun fiets in voor een scooter. Indonesië is als een warm bad! http://www.tangatanga.com/cycle2gether/ 7 Grace Johnson en Paul Jeurissen maken een mooie reis met als motto ‘Bicycling around the world in search of inspiring images’. Foto’s om stil van te worden, dus neem zelf zeker een kijkje. Foto’s met als titel ‘Supreme sense of freedom!’ Dit is fotografie van een zeer hoog niveau. Geef uw ogen de kost op: http://pauljeurissen.zenfolio.com/blog
48 tijdschrift voor fietsreizigers
8 Ludo Linden fietst sinds 2011 zijn jeugddroom achterna. Als hij voet op Balinese bodem zet, krijgt hij kippenvel en tranen van geluk tegelijkertijd. Hij voelt, ziet, ruikt en ervaart alles anders van op de fiets. Hij ontmoet ook collega-fietsers Marc en Carina. De gouden tip van Ludo: ‘Laat je niet beperken door je angsten.’ Momenteel is hij terug in België voor familiale redenen maar het volgend avontuur staat al in de startblokken: Australië! http://bit.ly/1ce8Jm6
10
9 Toon Vanwezer en Veerle Speltincx doorkruisen Zuid-Afrika. Niet toevallig, want tijdens zijn filosofiestudie ging Toon op uitwisseling naar Stellenbosch. Toon en Veerle zijn samen onderweg met Pino, hun tandem. Via
Namibië fietsen ze naar Zanzibar. De bedoeling is tot in België te fietsen, maar ze doen door tot hun geld of tijd op is. Ook benieuwd welke van de twee het zal zijn? Volg ze dan op: www.tangatanga.com/ittakestwo
10 ‘Fietsjunks’ Ellen en Elmar van Drunen fietsen door het verlaten Vuurland.
huis moet omdat zijn vakantie er op zit. Veertig dagen later zit Cinderella Servranckx dan toch in het vliegtuig richting Denemarken. Ze wil hem zien en wel zo snel mogelijk. Als je romanticus bent, is geen berg te hoog en geen enkele luchtvaartmaatschappij vervelend genoeg. Op naar Kopenhagen! http://cyclingcindy.wordpress.com
Wanneer ze weer eens flink tegen de wind in aan het trappen zijn en met een gangetje van hooguit zes kilometer per uur over het wasbord stuiteren, stopt er plots een auto. Ze krijgen een uitnodiging om op de estancia (ranch) van de bestuurster te overnachten. Daar krijgen ze een eigen huisje met een weids uitzicht over de uitgestrekte heuvels. Vlakbij grazen koeien in het gras en de paarden komen nieuwsgierig een kijkje nemen bij de fietsen. Na een heerlijk warme douche en een kennismaking aan de keukentafel met verse muntthee en croissants,
5
12 Zeven jaar maar liefst is Mirjam Wouters ondertussen al onderweg. Onlangs
7
2 4 6
8
fietst het stel de volgende ochtend weer verder. Nog zo’n anderhalf jaar te gaan voordat ze beide Amerika´s hebben doorkruist. www.fietsjunks.nl
11 Je zal maar een hekel aan vliegen hebben, het haten om de regelmaat van het fietsen te onderbreken en midden in Iran verliefd worden op een Deense fietser, die helaas terug naar
ale pagina op haar website ook een Facebookpagina bij: The Women On Wheels Wall. Daar vind je nog veel meer durvende dames. www.skalatitude.com/p/wow-women-onwheels.html www.facebook.com/WomenOnWheelsWall
15 Egbert Altena en Ellen Janse fietsen door Afrika en zijn inmiddels begonnen aan het tweede deel van hun reis. Senegal blijkt stoffig en heet. Na 250 kilometer, vijf dagen, twaalf lekke banden, een verwoeste buitenband, een gebroken voordrager en een trapas aan gort, komen ze weer uit de brousse (jungle). Een heleboel paardenkarren en slechts twee auto’s, één vrachtwagen en een brommertje zijn hun in al die tijd gepasseerd. Geen winkeltjes, geen elektriciteit, geen telefoonbereik, geen verharde wegen, geen kraantje, niets. Gelukkig ruiken ze zichzelf niet, maar het kan niet anders dan dat er een luchtje aan zit. http://ellenenegbert.waarbenjij.nu
was ze voor enkele maanden in Nederland. Behalve haar familie bezoeken, deed ze verspreid door het land diverse wereldfietsers aan. Ook bezocht ze de nieuwjaarsbijeenkomst van De Wereldfietser die op 6 januari in Utrecht plaatsvond. En Mirjam gaat gewoon nog even door, zeven jaren is nog lang niet genoeg. Ze is nu onderweg in IJsland waarna Canada haar volgende bestemming zal zijn. http://cyclingdutchgirl.com
13 Met als doel om in de komende twintig jaar de hele wereld over te fietsen, is Hera van Willick onlangs 3 van start gegaan richting China. ‘Om deze planeet waarop ik leef te ontdek1 ken en te ondergaan. Dichter bij de ware aard, kleuren en geuren van een land en haar bevolking kun je niet komen, dan wanneer je er op eigen kracht en met een natuurlijk tempo doorheen reist’, schrijft ze. Hera wisselt het reizen af met werk en studie. http://heravanwillick.wordpress.com
14 Als vrouw alleen op fietsreis loop je wellicht een wat groter risico dan een man. Toch zijn vrouwen solo op fietsreis al lang geen zeldzaamheid meer, zoals bovenstaande drie dames laten zien. Voor wie die nog twijfelt: Loretta Henderson houdt naast een speci-
16 Wat hebben de NS, Shell en Che Guevara gemeen? Dat vraagt Gerrit Pleijter zich af in Bolivia. Het antwoord: alle drie hebben een heel herkenbaar beeldmerk. Maar hoe komt het eigenlijk dat Che die cultstatus heeft bereikt? Gerrit vindt het eerlijk gezegd nogal vreemd. ‘Ik begrijp het niet zo goed omdat hij goed beschouwd niet zo heel succesvol is geweest. Met uitzondering van zijn revolutionaire succes in Cuba heeft hij niet buitengewoon veel bereikt. Een revolutie in Bolivia heeft hij nooit bewerkstelligd. In het plaatsje Vallegrande zijn drie Che-gerelateerde plekken te bezoeken: de plaats waar Che lange tijd begraven heeft gelegen, het ziekenhuis waar hij na zijn dood naartoe is gebracht en een museum ter nagedachtenis aan zijn overlijden. Dat wil Gerrit wel even zien. http://delustigereiziger.reismee.nl tijdschrift voor fietsreizigers
49
Kamperen met gratis nachtwaker Kom kamperen midden in de natuur! Er zijn 139 Natuurkampeerterreinen in Nederland, waar u in alle rust en ruimte geniet van de natuur om u heen. Fietsers zijn bijzonder welkom! Met de Natuurkampeerkaart in Het Groene Boekje kunt u op alle terreinen terecht. Het Groene Boekje 2014 is voor 14,95 verkrijgbaar in de ANWB-winkels, op alle Natuurkampeerterreinen en via www.natuurkampeerterreinen.nl. Download ook de gratis Kamperen app voor iPhone en Android in de app store!
Het Groene Boekje 2014 Kamperen midden in de natuur
NAT-SPXX Adv Wereldfietser 2014 188X115_v1.indd 1
10-12-13 16:51
Herenweg 2 | 2361 ER Warmond | Tel: +31 (0)71 30 10 370
Kom ook naar de Leidato op 29 & 30 maart 2014. Kijk op www.warmerdamdefietsspecialist.nl voor meer informatie.
Bezoek onze voorjaarsbeurs, het laatste weekend van maart, kijk voor meer informatie op:
foto: Ellen van Drunen
Warmerdam “de vakantiefietsspecialist” Wij leveren u persoonlijke aandacht en service bij het samenstellen van uw vakantiefiets! Wij leveren o.a. de onderstaande merken:
50 tijdschrift voor fietsreizigers
de terugkomst
Rustig en zonder zorgen De geur van de frisse berglucht in de Rocky Mountains, het frisse groen in Laos en het zoemende geluid die onze tweeënhalf inch brede banden produceerden bij een snelheid van 25 kilometer per uur – ook al zijn we ondertussen alweer zes maanden thuis, de herinneringen zitten nog kakelvers in ons geheugen. Onze ogen heel even sluiten, is genoeg om een reeks geweldige momenten te herbeleven: een barbecue aan de Grand Canyon, de stilte in Death Valley, een zonsopgang bij de tempels van Angkor, verlaten Portugese stranden, het weerzien met de familie in Amsterdam, paddle boarden op Lake Powell. Kortom, een waaier van momenten die dan voorbij mogen zijn, maar ze staan voor eeuwig in ons geheugen gegrift. “Zijn jullie het al terug gewoon?” is ongetwijfeld de meest irritante vraag sinds onze
terugkomst. Natúúrlijk zijn we het al gewoon, vanaf de eerste dag zelfs al. Het leven hier gaat immens snel, het neemt je weer mee voor je het goed en wel beseft. Geloof me, er is gewoon geen ontsnappen aan. Maar toch heeft veertien maanden op de fiets volgens je eigen tempo ons leren inzien dat het leven te mooi is om je te laten vangen door de stress en de druk in onze westerse maatschappij. Dat proberen we ook nu door te trekken in ons dagelijks leven: ‘fiets rustig en zonder zorgen, wat vandaag niet is, is voor morgen’, was de slogan die we bewust heel het jaar hebben meegedragen. Zijn we ondertussen gebrainwasht of zijn we onszelf tegengekomen? Nee. De fiets is weliswaar weggevallen, maar de rest van het motto is overeind gebleven: ‘blijf rustig en zonder zorgen, wat vandaag niet is, is voor morgen’. En dat
de volgende keer • Thema: eenzaamheid • Over de stoffige Kazachse steppe
BEELD WIESJE KORF
Bert Claes (linksboven) en Illissa Ben Ali (linksonder): “blijf rustig en zonder zorgen, wat vandaag niet is, is voor morgen”
• Al zeven jaar onderweg: Mirjam Wouters • Gerust van huis met de tracking chip? Het volgende nummer verschijnt op 27 juni 2014
tijdschrift voor fietsreizigers
51
ONDERWERPEN ONDER VOORBEHOUD
TEKST EN BEELD BERT CLAES
werkt! We zijn bewust(er) gaan kiezen voor die dingen waarbij we onszelf gelukkig voelen. Geen verplichtingen waar je eigenlijk geen zin in hebt en je bepaalt nog steeds zelf hoe je gelukkig wordt en of je gelukkig wil zijn. Twintig maanden is het ondertussen geleden dat we dit avontuur zijn begonnen. Zonder ervaring, maar wel met een flinke dosis energie. Nu hebben we een hele lading ervaringen en nog maar een beetje energie. We hebben genoten van elke seconde en minuut, elk uur, elke dag en maand. Wakker worden met de zon op je gezicht, niet weten waar de dag je zal brengen, leuke ervaringen opdoen, ‘s avonds onder de sterren in slaap vallen wetende dat dit zich morgen allemaal zal herhalen... Veel mensen vragen wat nu het mooiste was dat we op onze trip hebben meegemaakt. De lijst is te lang om op te noemen en het is des te moeilijker om daaruit één moment te kiezen. We hebben oudejaarsavond gevierd bij de tempels van Angkor, we zijn gaan zeilen op een Amerikaanse feestdag en we hebben de mooiste natuur uit de wereld voor onze neus gekregen. Maar al deze momenten hebben we te danken aan de fantastische mensen die we op deze trip zijn tegengekomen. Zij waren de mooiste ontdekking van de hele reis. Nooit zullen we vergeten hoe open de mensen in Noord-Amerika zijn. Nooit zullen we vergeten hoe passioneel en eerlijk de Spanjaarden zijn. Nooit zullen we vergeten hoe groot de glimlach van de Zuidoost-Aziaat is. Door hen zijn we in ons hart enorm rijk geworden en we zijn deze mensen dan ook eeuwig dankbaar. Van ėėn ding zijn we honderd procent zeker: deze reis was de beste beslissing ooit! b
LOVE NATURE
Photo: Ulf K端hner Location: Chamonix
love performance
Chapel 3P
De grote vrijheid: met slechts 4,2 kg gewicht is de Chapel 3P een betaalbare 3-seizoenen tent, ideaal voor fietsvakanties. Een goede verhouding van comfort, duurzaamheid en gewicht. vaude.com