de wereldfietser
losse verkoop 7 3,40
no.1, voorjaar 2007
tijdschrift voor fietsreizigers
n
Thema: Het Iberisch Schiereiland n Turkije n BosniĂŤ-Herzogowina n Corsica n Martien Verbaarschot n
agenda
meer informatie www.wereldfietser.nl en www.vakantiefietser.be of kijk op pagina 43-45 van het verenigingsnieuws
januari
mei
26 Vakantiesalon Antwerpen, met De Vakantiefietser
12-13 Voorjaarsweekend van De Wereldfietser, Giethoorn,
februari 3-4 Fiets en Wandel Beurs, RAI, Amsterdam, info: www.fietsenwandelbeurs.nl
17 Fietsherstelcursus van De Vakantiefietser in Antwerpen 23-25 Adventure Affair in Gent, met De Vakantiefietser
maart 10 Fietsherstelcursus van De Vakantiefietser in Antwerpen 17-18 11de Fietsreisbeurs van De Vakantiefietser in Retie
info: Jimvandenberg@jimvandenberg.nl of 010-2763658.
17-20 Gezamenlijk fietsweekend van De Vakantiefietser en De Wereldfietser, info: Leon.Poels@planet.nl
19 Fietsherstelcursus van De Vakantiefietser in Antwerpen 19-20 Fietsreparatiecursus De Wereldfietser, Kiel Windeweer, info: reparatiecursus@wereldfietser.nl
juni 8-17 Buitenlandtocht De Wereldfietser naar Engeland, info Jimvandenberg@jimvandenberg.nl
(bij Turnhout) Meer info: op p44 van het verenigingsnieuws.
9-10 Fietsreparatiecursus De Wereldfietser, Kiel
april
Windeweer, info: reparatiecursus@wereldfietser.nl
9-16 Groepsfietstocht van De Vakantiefietser naar
8-9 Paastrektocht De Wereldfietser, info: Rena@werelfietser.nl Duitsland. Meer info: op p44 van het verenigingsnieuws. 14,28 Fietsherstelcursus van De Vakantiefietser (Antw.) 16 Fietsherstelcursus van De Vakantiefietser in Antwerpen 2 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
inhoud
FOTO’S COVER JOHN TELLEMAN, AGENDA WARD VAN LOOCK , INHOUD DIRK VAN HULLE
19-29 THEMA: HET IBERISCH SCHIEREILAND 6 Turkije
29 Boer en wereldfietser
FIETSEN IN TURKIJE IS NIET ALTIJD EVEN MAKKELIJK VOOR VROUWEN, BLIJKT UIT HET VERHAAL VAN HENNIE HASSINK, WAARMEE ZE DE DERDE PRIJS WON IN DE VERHALENSCHRIJFWEDSTRIJD.
MARTIEN VERBAARSCHOT VERTELT HOE LOUTEREND FIETSEN IN VERRE STREKEN KAN ZIJN. JE BEKIJKT JE DAGELIJKSE BESTAAN OP EEN HEEL ANDERE MANIER.
9 Corsica
46 Tongeren
BIANCA FOETS EN DIRK VAN HULLE FIETSEN OP CORSICA DOOR BERGEN EN GORGES. HET BINNENLAND BEVALT BETER DAN DE KUST.
DE VLAAMSE VAKANTIEFIETSERS TROKKEN VOOR HUN HERFSTWEEKEND NAAR TONGEREN.
14 Bosnië-Herzogowina
47 Europese fietsroutemarkt
FIETSEN DOOR VOORMALIG OORLOGSGEBIED IS NIET EENVOUDIG. TUNNELS EN CHETNIKS MAKEN HET FLIP VAN DIJK LASTIG.
DE EUROPESE FIETSROUTEMARKT WAS WEER EEN LEVENDIGE BIJEENKOMST, GETUIGE DIT VERSLAG VAN JOHAN STUIJT.
16 Eten WAT IS ER BELANGRIJKER DAN DAT VOOR EEN WERELD- OF VAKANTIEFIETSER? NIETS TOCH ZEKER! HET IS HET HOOGTEPUNT VAN DE DAG.
EN VERDER 2 AGENDA 4 COLOFON EN REDACTIONEEL 5 OP KLEINE SCHAAL 13 COLUMN BRUNO LOOCKX 28 GECRANKT EN GESHIFT 33 TIPS EN KOOKPUNT 34 VAN FIETS TOT FIETS 37 HET MOMENT 38 UITGELEZEN 40 FIETSERS ONDERWEG 44 VERENIGINGSNIEUWS BELGIË 45 VERENIGINGSNIEUWS NEDERLAND 49 ACTIVITEITENOVERZICHT 51 ‘JOHN TELLEMAN, MAG IK JE IETS VRAGEN?’ TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
3
st e r b ma
pe
we
se cr
n ni n
e t a r is
g me e s t
d e r vo o r z i t t e
Marc Knapen
Frans Heylen
REDACTIE
Bruno Loockx
Steven Vincken
André Ramault
cr e t
a ri s
i v i t e i te n
se
act
st er bm a
we
pe
Marco de Wit
Freek Verbakel
Rena Wolf
Guido van Oss
Eric Schuijt
Joke Smeets
ei
ho
REDACTIE
Perry Senders
re d acti e
o f d r e d ac t i e
Marjan Brouwer
nd
vo
or zit
t er
BESTUUR WERELDFIETSER
n ni ng ees te m
r
Helmut Riemenschneider
on
vo
or zi
tter
BESTUUR VAKANTIEFIETSER
er
r
{
Jos Morren
Marianne Vincken
Maarten Smit
Marc Peeters
UITGEVER
VORMGEVER
Maaike Pfann
Theo Jorna
van de redactie Nederlands avontuur Onlangs was ik te gast bij het bestuur van de Wereldfietser om iets te vertellen over het wel en wee van dit blad. Het is tenslotte het blad van deze gelijknamige vereniging, zoals de Vakantiefietser het blad is van die gelijknamige vereniging. We hadden het over een lezersenquête. De wenselijkheid daarvan en de techniek bij de uitvoering. Maar ook kwam de vraag naar voren wat er gebeurt met de uitslagen. Want stel dat een meerderheid van de lezers enkel nog verhalen uit Nederland wil lezen? Gaan we dan ook daadwerkelijk alleen nog die verhalen plaatsen? Ik meen dat het zo’n vaart niet zal lopen, omdat ik weet dat de lezers, de leden van de beide verenigingen, graag in het buitenland fietsen. In Europa en (ver) daarbuiten. Dat verandert echt niet zomaar ineens. Onder deze vraag lag echter een aarzeling over het leidend principe bij de onderwerpenkeuze. Stel dat veel lezers graag lezen over vakanties dicht bij huis, dan rijst de vraag of dat niet in conflict is met de idealen van de oprichters. Die wilden van de vereniging nu juist een platform maken voor mensen die voor een lange tijd echt ver weg gaan. Bij de Vakantiefietser ligt dat iets anders begrijp ik. In Vlaanderen gaat het in aanvang al om de reizen wat dichter bij huis. Niettemin blijft hier de vraag overeind: wie bepaalt de inhoud van het blad?
Wat mij betreft doen de lezers dat. De redactie heeft uiteraard een hele flinke vinger in de pap en we zijn voor een belangrijk deel ook gewoon afhankelijk van het aanbod. Maar toch zou ik graag willen weten wat u van dit blad vindt. We zijn momenteel bezig met de ontwikkeling van een enquête, om u die vraag te kunnen stellen. U hoort daar meer van. Ondertussen toch nog even doorgaan op de geringe kans dat u enkel nog verhalen uit Nederland zou willen lezen. (Dan hebben de fietsers uit Vlaanderen toch nog een buitenlandse reis). Ik zou dat voor een enkele editie heel verfrissend vinden. Zo heb ik eens een tocht gemaakt naar Leeuwarden, via de zeedijk van de Noordoostpolder. U fietst daar aan de waterzijde van de dijk, wat op zich al heel leuk is. Beter nog is echter het doorlopende, wat verlaagde plateau aan de landzijde van de dijk. Daar kun je uitstekend een tent neerzetten en verder echt van niemand last hebben. ’s Avonds lekker met een bak thee bovenop de dijk, kijkend over het water en achter je niets dan eindeloze akkers. Land en water, met tweemaal een verre horizon. En ergens van over het water het trage plofplof van een scheepsdiesel. Eigenlijk wil ik u daar helemaal niet zien, maar ik bied het ter overweging aan. Met ’s morgens een lekkere bak koffie in Lemmer. JOS MORREN, HOOFDREDACTEUR
n Dit tijdschrift is het gezamenlijke verenigingsblad van De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in Vlaanderen n Leden krijgen dit blad vier keer per jaar toegestuurd n Losse nummers kosten
5 3,40
n REACTIES, TIPS, VERSLAGEN met foto’s en evt. routekaartje naar: Redactie Wereldfietser, Postbus 94005, 1090 GA Amsterdam, redactie@wereldfietser.nl en Redactie Vakantiefietser, Kroonstraat 28/6, 8000
Brugge, redactie@vakantiefietser.be
n
SCHRIJFINSTRUCTIES zijn te vinden op www.wereldfietser.nl n ADVERTENTIES Theo Jorna, tel: 020 690 21 25, fax: 020 695 80 85
n LITHOGRAFIE Eddy Beems, Amsterdam n DRUKKERIJ Ton Mittelmeijer, Amsterdam n
Roel Kalter, Jan Willem de Pater, Paul Duijvensz, Cees Hauwert, Luc Oteman, Johan Stuijt, John Telleman schakeltjes en advertenties 11 maart 2007
4 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
tijdschrift@wereldfietser.nl
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Hennie Hassink, Flip van Dijk, Bianca Foets, Dirk Van Hulle, Harrie Wagenaar, Wanda Talis, n HET VOLGENDE NUMMER verschijnt op 20 april 2007 n SLUITINGSDATUM kopij 26 februari 2007, voor
}
OP KLEINE SCHAAL OPROEP THEMA
..en toen ben ik gaan fietsen Weet jij wanneer je bent gaan fietsen? En dan bedoelen we echt fietsen. Wereldfietsen dus. Was daar een aanleiding voor? Of vond je jezelf op een goeie dag ineens terug in Afrika, op de fiets. Voor de meesten van ons was er toch een aanleiding. Een verbroken liefde bijvoorbeeld waarbij je dacht ‘wat maakt mij het uit, ik ga fietsen en kom noooooooit meer terug’? Of misschien juist een beginnende liefde die je (jullie) ineens de moed gaf datgene te doen waar je al jarenlang van had gedroomd. De wereld bestormen en dat op de fiets. Of was het gewoon heel banaal geldgebrek. Of…… het maakt niet uit, alles kan voor iemand een reden zijn geweest om voor een week, een maand, een jaar of nog langer op de fiets te stappen. Schrijf het op (500 tot 1200 woorden) en stuur het naar redactie@wereldfietser.nl of redactie@vakantiefietser.be, want ons volgende thema gaat hierover. Het zou nog leuker zijn als je bij je verhaal één of meer mooie foto’s hebt. De deadline voor verhalen en foto’s is 1 mei 2007.
Fiets en Wandelbeurs RAI De Fiets- en Wandelbeurs wordt weer in de RAI gehouden. Dit keer is er ook een gezondheidsplein waar je met vragen over pijnlijke billen terecht kunt. En heb je genoeg van asfalt? Dan kun je naar het Paviljoen met Mountainbikevakanties. En als je niet weet wat je wilt, kun je altijd bij Fietsers informeren Fietsers terecht. Of naar een van de leuke lezingen van andere fietsers. www.fietsenwandelbeurs.nl
Masos Dit voorjaar was ik op bezoek in Catalunya, Spanje. Deze provincie, gelegen rond en boven Barcelona, staat bekend om zijn Masos. Een Masía (La Masía is Catalaans voor 'boerderij') is een landelijk gelegen oeroud huis, van 15e tot 18e eeuws, dat vaak recentelijk en met veel gevoel voor detail, sfeer, natuur en historie is opgeknapt. Om in kosten van renovatie en levensonderhoud te kunnen voorzien worden de antieke huizen, vaak opvallend goedkoop, verhuurd. Zo waan je je voor een dag prins of prinses, in op heuvel gelegen middeleeuws bouwwerk. Voor fietsers reuze interessant, want met een beetje uitzoek-werk kun je van masía naar masía fietsen, de meesten zijn bewust eco-verantwoord bezig en hebben beesten (leuk voor kinderen!) en moestuinen. Zodat van zeer locale keuken en bijvoorbeeld zelfgemaakte wijn, kaas, brood of worst genoten kan worden. Kijk voor meer informatie op: www.canolledelaguardia.com www.ruraliberica.com www.elmolidecanaulet.com www.masiasarga.com www.masfuselles.com www.masiarural.com www.masalba.com www.casacabots.com www.masros.com www.masiacanjubany.com www.mastubert.com www.masiaforndelvidre.net www.casesrural.com www.masiesdelpenedes.com www.portesdelmontseny.com www.masamigo.com
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
5
TEKST ERIC SCHUIJT
Koga Miyata levert al jaren vakantiefietsen van hoge kwaliteit. De Worldtraveller, Globetraveller en Randonneur zijn klassiekers met alles erop en eraan. Sinds kort kun je bij Koga je fiets naar eigen wens opbouwen en van jouw handtekening voorzien; de Koga Signature. Kies uit een drietal frames voor 26 of 28 inch wielen, Shimano XTgroep, Rohloff-naaf of hydraulische remmen, bijna alles is mogelijk. Op de site www.koga-signature.com zie je fiets veranderen met ieder onderdeel dat je kiest. Leuk!
FOTO MARTIN E. VAN DOORNIK
Koga Signature
OP KLEINE SCHAAL
Bike Tracks, specialist in bijzondere fietsreizen, en Snow Leopard Adventures, specialist in trekkings, expedities en rondreizen, gaan per 1 januari 2007 samenwerken. Met deze samenwerking willen beide organisaties reizigers de mogelijkheid bieden om zowel op de fiets als te voet de schoonheid van hun avontuurlijke bestemmingen te ervaren. Beide programma’s vullen elkaar goed aan. De combinatie biedt nu een diversiteit aan reizen op alle continenten. Wie gefascineerd is door hoge bergtoppen, azuurblauwe meren en groene oerbossen kan nu zowel op de fiets als wandelend door de bergen de unieke culturen en schitterende landschappen van Azië, Midden- en ZuidAmerika verkennen. Wie het liever dichterbij huis zoekt, kan prachtige tochten door afgelegen gebieden in Europa maken. Ook reizen in Afrika, Noord-Amerika en Nieuw Zeeland zijn onderdeel van het assortiment. Het nieuwe programma voor 2007-2008 is aan te vragen via de website www.snowleopard.nl. Beide reisorganisaties zijn aanwezig op de Vakantiebeurs in Utrecht (10-14 januari 2007) en de Fiets&Wandelbeurs (3-4 februari 2007) in Amsterdam.
FOTO MAAIKE PFANN
Bike Tracks en Snow Leopard samen
d
TEKST EN FOTO’S HENNIE HASSINK
Van Istanbul naar Capadocië
Turks avontuur Dit hotel heeft geen ontbijt dus we zoeken eerst wat te eten. Het is pas acht uur, we stoppen bij het eerste de beste soepcafé. De tolk staat buiten al klaar en hij zegt dat ze alleen soep hebben, maar dat zien we zo vroeg nog niet zitten. Ik vraag of hij geen Nescafé heeft. Dan wordt er druk overlegd en worden we naar binnen gevraagd. Ze gaan ontbijt voor ons regelen. Er rent iemand naar buiten en na tien minuten hebben we een superontbijt. Thee natuurlijk, olijven, tomaten, komkommer, kaas, honing, yoghurt en nog meer yoghurt. We proppen alles naar binnen, we moeten toch goed eten, maar meer nog omdat we ons verplicht voelen het op te eten na al die moeite. We gaan van start en het gaat super, de prairies van de laatste dagen zijn ingewisseld voor mooi berglandschap. We klimmen gestaag en we hebben het gevoel dat onze benen aan het klimmen beginnen te wennen. Na zo’n 30 km klimmen krijgen we een superafdaling tot aan Bolvadin. We pauzeren even onder een grote boom in de dikke schaduw en gaan verder. Het gaat geweldig. Na het plaatsje Cay gaat het weer omhoog. Als ik overschakel op het kleine verzet vliegt mijn ketting eraf. Ik stop en leg de ketting er weer op en terwijl ik daar mee bezig ben stopt er een jongen van een jaar of 18 die begint te grijnzen. Het voelt meteen raar. Han ziet mijn pech niet en fietst verder. Als de ketting er weer op ligt klim ik weer verder en opeens grijpt die jongen mij recht in mijn kruis en ik schrik mij rot. Ik begin uiteraard meteen te schelden en te schreeuwen en hij rijdt een stukje verder. Dan keert hij zijn brommer en komt terug om achter mij vervolgens weer te keren en hij grijpt opnieuw in mijn kruis en dan ram ik hem recht op zijn oog. Han fietst nog steeds niets vermoedend verder en ik durf niet te stoppen en klim weer verder en die idioot doet nog een derde poging. Ik hoor achter mij een tractor en stap af. Ik word door drie boeren ingehaald en als ik weer begin te schreeuwen gaat de bromfietsjongen er snel vandoor. De boeren ontfermen zich over mij. Als één van de boeren een arm om mijn schouder legt begin ik te huilen. De boeren willen dat ik in hun kar ga zitten met fiets en al maar ik blijf op mijn hoede en gebaar dat ik toch zelf wil fietsen en ik wijs naar boven naar Han die inmiddels de top al bijna heeft bereikt. De boeren blijven achter mij rijden en ik pees met alle kracht die ik van boosheid heb naar boven waar Han vrolijk lachend op mij staat te wachten en dan jank ik nog harder en zeg dat hij die spiegel toch niet voor niets op zijn fiets heeft. Han snapt er niets van en na mijn verhaal vraagt hij
6 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
d
Dan keert hij zijn brommer en … grijpt opnieuw in mijn kruis. Ik ram hem recht op zijn oog. doodleuk: “Waarom heb je hem niet met de fietspomp op zijn kop geslagen?” Daar moet je maar aan denken en bovendien was ik aan het klimmen en dan kun je je handen beter aan het stuur houden met volle bepakking.
Smerig Woedend fiets ik verder de volgende berg op, ik heb zoveel energie van kwaadheid dat ik niet meer stop tot ik 15 km verder in Sultandagi ben. Iedereen die nog zwaait of toetert kan de pot op, ik zwaai niet meer terug, zo heb ik de pest erin. We vinden een hotel waar we ontzettend vriendelijk worden ontvangen. Onze fietsen worden meteen binnen gezet en we krijgen koude cola en lekkere hete Nescafé. Langzaam krijg ik het vertrouwen terug in die klote of eigenlijk kut Turken want zo heb ik ze de afgelopen 15 km allemaal genoemd. Die liefdevolle ontvangst doet wonderen en nu zitten we met een biertje op het balkon van het hotel en kijken uit over het dorpje in de bergen. Han vindt het positieve aan de hele toestand dat ik er blijkbaar nog zo jong uitzie dat een 18 jarige nog achter me aanzit. Ja, ieder nadeel heb zijn voordeel! Maar voor we lekker in ons bedje liggen is de dag nog lang niet voorbij. We moeten nog eten. Het is zondag en dan is er volgens de hoteleigenaar niets te koop en nergens wat te eten. We lopen eerst maar wat rond en worden door een jonge Turk naar een eettentje gebracht dat wel open is. Het is er zo smerig dat we bijna aan alles blijven kleven maar we zullen toch moeten eten. Het troost ons dat het een soort afhaal-Turk is. Dus veel omzet en we hopen maar dat we onze Norit of Diarem niet nodig hebben morgen want aan de schijterij met die fietsbroek is niet grappig. De jongen die ons komt vragen wat we willen eten, schrikt zich rot als we vragen of hij Engels of Duits spreekt. Hij spreekt alleen een Turks dialect. Hij begint zenuwtrekjes met de ogen te maken en rent naar achteren en als hij van de schrik bijgekomen is, komt hij terug en bestellen we eerst maar cola. Na het maken van eetgebaren krijgen we een soort Turkse pizza met gehakt en paprika. Daarbij krijgen we een schaaltje met tomaten en halve rauwe uien die we maar uit elkaar peuteren en ook opeten. Een beetje vitamine kunnen we wel gebruiken.
Vluchten We rekenen af en vertrekken om lekker op ons balkon te gaan zitten lezen, maar dat gaat even niet door want de jongen die ons naar het eetcafé heeft gebracht loert al weer op ons en wil ons heel trots een caravanserai laten zien die we moeten fotograferen. Een caravanserai is een oude rustplaats voor de kamelentochten van vroeger. We gaan weer op pad en ondertussen passeert ons een vrachtauto die het hele dorp in rook achterlaat. Het is echt verschrikkelijk, iedereen hoest en proest. En natuurlijk moeten we nog thee drinken, hoe kunnen we dat vergeten. Na de thee hebben we afgesproken met niemand meer te praten en snel het hotel in te vluchten. Dat lukt. En dan zitten we eindelijk op ons balkonnetje en kan het grote kijken beginnen. We zitten in een drukke dorpstraat waar de raarste dingen gebeuren. De moskee loeit in dit vrome dorp harder en langer dan waar ook. Onder ons zit een kroeg waar stevig wordt gedronken door de gelovige Islamieten. Aan de overkant van ons hotel zit een hoerenkast. Af en toe komt er een dame helemaal in het roze naar buiten die wat in de deur gaat hangen. Kleine groepjes opgewonden hitsige Turken snellen dan naar de overkant. Steeds in kleine groepen, alleen durven ze niet die helden. Alleen durven ze wel fietsende oudere meisjes tussen de benen te grijpen. Er komen twee kinderen aan met een fiets en het jongetje gaat de hoerenkast binnen. Hij komt met schoenen naar buiten die hij op de stoep gaat zitten poetsen, … en nog een paar en nog een paar. Als hij genoeg geld heeft verdiend gaat hij snel in de winkel wat snoep halen dat hij samen met zijn zusje deelt. b TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
7
c
CYCLING-TOURING-EQUIPMENT
< WWW.VLERICKFIETSEN.BE > >
Handgemaakte en op maat gebouwde trekkingfietsen en tandems, afgemonteerd naar wens van de klant
> >
Vouwfietsen Brompton specialist VLERICK DARWIN: ‘OP PAD WERELDFIETS’ Nieuwstraat 16, B-9840 De Pinte tel. 0032(0)9.282.47.09 e-mail: info@vlerickfietsen.be
global cyclist
8 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
d
TEKST EN FOTO’S BIANCA FOETS EN DIRK VAN HULLE
L’Ile de Beauté ook Cycle de Beauté?
Fietsen op Corsica als God in Frankrijk Dat Corsica een ideale wandelbestemming is, staat als een paal boven water. De bekende GR 20 doorkruist het groene eiland en toeristen met stevige bergschoenen en zware rugzakken passen perfect bij het plaatje. Maar kan er ook leuk gefietst worden op ‘l’Île de Beauté’? Wij ontdekten het tijdens onze vakantie in juni 2006. In Nice kiezen we voor de supersnelle ferry die ons in minder dan drie uur naar Calvi brengt. Van ver al zien we de besneeuwde toppen van het ruige Corsicaanse binnenland en even later de ommuurde robuuste citadel van het pittoreske havenplaatsje waar we onze tocht zullen beginnen. Dezelfde dag nog fietsen we een eerste traject langs de fraaie westkust. Het verkeer dat er aanvankelijk nog is, mindert zienderogen naarmate we Calvi verlaten. In plaats daarvan krijgen we prachtige zichten op de ruwe kustlijn en idyllische taferelen van zeilbootjes die ronddobberen in azuurblauwe baaien.
Genuese drinkfonteinen In de buurt van Porto herkennen we de oude Genuese drinkfonteinen die we thuis al in de gids ‘Fietsen op Corsica’ van Luc Oteman gezien hadden. We stoppen om een gelijkaardige foto te nemen en laten onze fietsen poseren. Terwijl we op adem komen in de schaduw van een rij fris geurende eucalyptussen heeft een jongetje ons gezien. Op zijn motorstep komt hij onze richting uit. “Het water is niet drinkbaar”, zegt hij. “Als je ervan drinkt, dan word je ziek.” We knikken instemmend en wijzen naar onze nog goed gevulde drinkbussen. Maar hij is er niet gerust in en herhaalt zijn waarschuwing, deze keer met een uitdrukking van afschuw op zijn anders zo guitige jongensgezicht. Daarop tuft hij er vandoor en laat ons achter in een walm van uitlaatgassen.
Kamperen bij Annick Vanuit Porto gaat onze route landinwaarts, langs de indrukwekkende Gorges de Spelunca en over de Col de Sevi (1101 m) en de Col de Saint-Antoine (491 m) naar het bergdorpje Vico. n tijdschrift voor fietsreizigers
9
g
Dirk onder een eucalyptus bij de Genuese drinkfontein
De eenzame weg slingert langs groene bergflanken en daalt dan af naar de rivier, waar bij de Ponte di Truggia een camping zou zijn. Slechts één website maakt er melding van, maar de camping is er wel degelijk. Druk bezocht is hij niet en zelfs de uitbater kijkt verbaasd op wanneer we arriveren. De man –half Belg, half Fransman– laat ons druk gesticulerend het terrein en de voorzieningen zien. Veel soeps is het niet: het sanitair is verwaarloosd, het douchewater stinkt en het onkruid tiert welig. Maar een mooi plekje voor de tent vinden we wel, en als we geïnstalleerd zijn heet de uitbater ons welkom voor een praatje en een glas fris water. “Ik heet Annick”, roept hij ons nog na. De stoute opmerking van Dirk, “Annick?! Alors, vous êtes une femme!” hoort hij niet, of hij doet tenminste alsof.
Het rustige binnenland lonkt We zakken verder af naar het zuiden. Via Aullène en Sartène fietsen we langs olijfgaarden en bossen met kurkeiken naar Porto-Vecchio, een badplaats in het zuidoosten waar zonnekloppers en waterratten goed aan hun trekken komen. We laten de overvolle terrassen en stranden voor wat ze zijn, want het rustige
10 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
binnenland lonkt alweer. We passeren opnieuw het slaperige dorpje Aullène en steken door naar Corte in het hartje van Corsica. De weg die ons erheen voert is niet altijd in even goede staat. Dikwijls is het uitkijken voor putten in de weg of boomwortels die door het asfalt heen groeien. Het stijgingspercentage blijft over het algemeen beperkt en dat is een meevaller op een eiland met een hele reeks cols, of bocca’s zoals de Corsicanen ze noemen. Ook bergop is het dus best relaxed fietsen. Mestkevers die strontballetjes kriskras over de weg voortrollen hebben het duidelijk moeilijker dan wij. Soms rollen ze met z’n tweeën dezelfde knikker voort, maar ook dan is het een hele klus. De half verwilderde varkens die ons midden op de weg verrassen tijdens een kronkelende afdaling, of zich brutaal opdringen tijdens een picknick, bezorgen de kevers grote voorraden mest. Wanneer na een bocht een kudde berggeiten vlak voor onze wielen de weg oversteekt, dan vinden we het veiliger hen voorrang te geven.
Uitkijken naar de lammergier In de buurt van Corte wordt het eiland doorsneden door enkele prachtige gorges. Wij kiezen er
de Gorges de l’Asco uit voor een tochtje heen en terug die ons van op een hoogte van 272 meter naar 1450 meter hoog zal brengen. De eerste elf kilometer fietsen we door een smalle kloof, die breder wordt wanneer we Asco, het enige dorp langs deze route naderen. Daarna stijgt de weg tot de top nog 15 kilometer onregelmatig en dat maakt het klimmen lastiger. De weg loopt tussen imposante bergflanken langs het snelstromende bergriviertje en daarna door een oud dennenbos. Stiekem hopen we een glimp van de majestueuze lammergier op te vangen, want die voelt zich in dit woeste landschap als een vis in het water. Zoals nog op zoveel andere plaatsen in Corsica is een rode wouw wel van de partij. Behendig gebruikt hij zijn lange gevorkte staart als roer bij het manoeuvreren. Ook voor hem staat er vandaag een bochtig parcours op het programma.
Rustdag op Cap Corse Doorheen de Castagniccia, een streek die bezaaid is met tamme kastanjebomen, loopt onze route richting Bastia. Vanuit deze drukke havenstad willen we Cap Corse verkennen, de naar boven wijzende vinger in het noorden van Corsica.
g
Wanneer we passeren verstoppen schichtige hagedissen zich in rotsspleten en vliegen vlinders met warme vrolijke kleuren op van het struikgewas Nadat we de licht glooiende weg langs de rotsachtige oostkust van het schiereiland hebben afgelegd, blijven we langs de westkust in Centuri-Port hangen. Niettegenstaande de vele dagjesmensen die tegen het middaguur in de talrijke restaurants rond de kleine binnenhaven binnensijpelen, heeft dit plaatsje zijn charme van romantisch oud vissersdorp weten te behouden. We slenteren door de smalle steegjes en wandelen over stoffige paden langsheen de baai. Wanneer we passeren verstoppen schichtige hagedissen zich in rotsspleten en vliegen vrolijk gekleurde vlinders op van de bloeiende struikjes die tot tegen het strand reiken. De volgende ochtend wacht ons een fikse klim terug naar de hoofdweg. Verder fietsend langs de westkust zien we opnieuw verschillende
oude wachttorens die tijdens de 15de en 16de eeuw werden gebouwd om het eiland tegen zeerovers te beschermen.
en zetten de afdaling naar l’Ile Rousse in, het eindpunt van onze tocht.
Terug naar het vasteland De laatste bocca’s Via de lieflijke Nebbio -een streek met wijngaarden en glooiende heuvels- en de woestenij van de met rotsblokken bezaaide Désert des Agriates, fietsen we de Ballagne in. Deze tocht op verkeersarme wegen en met prachtige uitzichten over de Bocca Capanna (844 m), de Bocca a Croce (928 m) en de Bocca di Barraglia (1100 m) is een waardige afsluiter van onze Corsica-toer. Wanneer we de top van deze laatste col bereiken gaat er een rilling door ons heen; zo steil is de afgrond naar de vruchtbare vallei tussen de bergen en de zee! We halen onze helmen een laatste keer van onder de snelbinders
Drie weken na aankomst nemen we de boot terug naar het vasteland. We laten Corsica achter onder een zinderende zon. Nog voor het eiland uit het zicht verdwijnt, krijgen we al heimwee naar de afwisselende en rustgevende natuur, de kleine bergdorpjes waar honderden zwaluwen langs oude klokkentorens scheren en vooral naar de rustige wegen van het binnenland waarop het zo heerlijk fietsen is. We besluiten eensgezind dat Corsica de uitdrukking “leven als God in Frankrijk” alle eer aandoet, al klinken deze woorden wellicht als een vloek in de oren van separatistisch ingestelde Corsicanen. b
Fietsend langs een oude wachttoren op Cap Corse
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
11
9
C BRUNO LUMN LOOCKX
Winter
Het is reeds valavond en de temperatuur is al flink onder nul gedaald wanneer ik mijn fiets in het hotel stal. Het onthaal bevindt zich in de verbruikszaal annex brasserie van mijn overnachtingplaats. Bij het binnenkomen zijn alle ogen direct op mij gericht. Het wel lijkt wel of een teletubbie is binnengewandeld, zo verbaasd kijken de gasten mij aan. Maar niets is minder waar; net als zij ben ik een man van de streek maar dan een op een ander voertuig. Enkele wandelaars blijken minder verrast, een opluchting. De waard heeft duidelijk medelijden met mij en zet gelijk een hartverwarmende borrel voor. ”Die kun je wel gebruiken,” meent hij. “Alleen als hij ijs, ijskoud is,” lach ik terug. Vooraleer aan tafel te gaan, geeft de patron me een teken dat ik mijn spullen naar de kamer kan brengen en me op kan frissen. Ik kan niet ontkennen dat het lauwe water van de douche me deugd doet; lauw inderdaad want na een dag fietsen in de vrieskou heb ik het al snel warm genoeg. Terug in de gelagzaal wijst de waard mij een plaatsje aan voor de open haard. “Dat zal je deugd doen,” mompelt de man. Ik protesteer, maar er is geen ontkomen aan, mijn plaats is voor het knetterende vuur beslist hij. De verbazing om het vreemde wezen is omgeslagen in belangstelling, en al gauw dienen kandidaatgesprekspartners zich aan. Vragen borrelen op: “Is het nu niet te koud om te fietsen? Kun je je daar wel tegen kleden? Is er iets te zien onderweg? Kun je overal terecht voor overnachting?” en ga zo maar verder. Ik antwoord dat ik slechts drie lagen kledij aanheb en gelijk vallen alle monden open. “Ja, ik kan overal terecht om te slapen, ik ben hier toch, niet?” Ik ben benieuwd om hun motivatie te kennen en keer de vragen om: “Waarom gaan jullie wandelen? Waarvan genieten jullie tijdens zo’n winterwandeling? Wat hebben jullie vandaag gezien?” Ik laat ze enkele digitale foto’s zien die ik vandaag maakte. Haast in koor prevelen ze: “Wauw. Prachtig. Mooi zeg, ik wist niet dat het kon, fietsen in de winter, en dat landschap, zo rustig, zo sereen.” De foto waar ik een fietsband in de sneeuw repareer doet mijn fanclub uit de bol gaan. Voldaan en fantaserend over wilde plannen voor toekomstige winterse fietstochten, krijg ik een poosje later eindelijk rust. Bij de open haard en met een lekker glaasje wijn geniet ik na van de voorbije rit. Ik kan niet langer een glimlach onderdrukken terwijl ik begin te fantaseren over mijn rit van morgen. Ik zie mezelf in een weids Kempisch landschap bedekt in een witte vacht van rijm. De stilte zal weer hoorbaar zijn en rijmplekken zullen kraken onder de fietsbanden. Alle fietspaden voor mij alleen! Terwijl het zweet op mijn pet lichtjes kristalliseert zal ik mijmeren: “Waarom in hemelsnaam zou ik nu thuis blijven?” Fietsen tijdens de winter blijkt veel fietsers af te schrikken. Dat verbaast me, want (sneeuw)wandelen, skiën, schaatsen, sleeën en dergelijke behoren allemaal tot de ‘normale’ winterpret. Iedereen toeft graag in een winters landschap en iedereen vindt daarvoor de passende kledij. Waarom toch is fietsen zo’n uitzondering?
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
13
T
TEKST EN FOTO’S FLIP VAN DIJK
Belevenissen in Bosnië-Herzegovina en Montenegro
Tunnels en Chetniks Het is maar negentig kilometer naar Sarajevo. Bussen, vrachtwagens, auto's, alles scheurt rond alsof er niemand dood kan. En dat gelardeerd met een flink portie SFOR (VN-vredestroepen), die zo nodig moet patrouilleren. En druk, druk, druk. Het ergste is nog dat ik onderweg een aantal onverlichte tunnels tegenkom met een bocht halverwege. Ik ben echt bang. Nu is het wel mogelijk om een bergweg te nemen, maar dit wordt mij sterk afgeraden, vanwege de grote hoeveelheid mijnen. De volgende keer ga ik wél mijnen hoppen. Dat is beter dan deze tunnels. Tijdens de avondspits kom ik in Sarajevo en eigenlijk rijd ik het liefst meteen gewoon door. Wat een troosteloosheid. Uitgebrande torenflats naast een nieuw modern gebouw. Verder voortrazend verkeer waarnaast eigenlijk voor een fiets geen plaats meer is. Aan de andere kant van het centrum neem ik toch maar een pension. Ik heb nu een kamer met aan de buitenkant, heel pittoresk, een mozaïek van kogel- en granaatinslagen. Toch steek ik een heleboel op in Bosnië. Aan de hand van de sporen van een granaatinslag op de weg kan ik vertellen uit welke richting het projectiel is gekomen. Je weet nooit hoe zo een handig weetje ooit nog van pas kan komen. Lopend over de klinkerstraten van Sarajevo zie ik heel duidelijk de tv-beelden van het jarenlange beleg voor mij. Het moet een angstaanjagende plek zijn geweest met de bergen rondom de stad vol Servische sluipschutters.
Tunnel Ik vertrek uit Sarajevo in oostelijke richting. Het zal wel rustig zijn, denk ik, het is tenslotte zondag. Maar niets daarvan. Bovendien tref ik natuurlijk weer onverlichte tunnels aan. Ik zie er daarom maar vanaf om naar Srebrenica te gaan en verlaat na tien kilometer de hoofdweg om een kleinere weg naar Gorazde te nemen. De eerste plaats op de weg is Pale. Tijdens de burgeroorlog was hier het hoofdkwartier van de Serviërs. Ik kijk om mij heen, maar geen Karadzic of Mladic te ontdekken. Jammer. $5 miljoen per stuk zijn ze waard. De weg wordt steeds stiller en de weinige mensen die ik tegenkom, groeten niet terug, maar staren mij zeer nors aan. Die Serviërs kunnen een partijtje kwaad kijken! Heel erg gerust voel ik mij niet, maar er gebeurt natuurlijk niets. Tot overmaat van ramp weer een onverlichte tunnel. Deze is echter bijzonder. Zo smal dat er slechts van één kant tegelijk verkeer door kan, geregeld door stoplichten. Licht op groen en ik sprint achter de laatste auto aan, die echter zeer snel achter een bocht verdwijnt. Daarachter is het aardedonker. Nu heb ik een goede hoofdlamp, maar vreemd genoeg helpt die nauwelijks. Constant heb ik het gevoel dat ik omval want de wanden geven ook weinig oriëntatie. Langzaam verder en maar proberen om mijn evenwicht te bewaren. Weinig kans dat ik het einde haal voordat de andere kant op groen gaat. Weldra hoor ik een aanzwellend gegrom en
14 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
zie pas even later koplampen. Blijkbaar is er aan het einde van de tunnel nog een bocht. Zo te horen komt er een vrachtwagen. Ik zet de fiets tegen de wand en ga er tien meter achter staan. Gelukkig ziet de chauffeur mijn fiets op tijd en langzaam kan hij net passeren. Ben ik blij dat ik reflecterende fietstassen heb! Na de laatste auto weer fietsen, maar daar komen ze alweer van achteren. Weer sta ik plat tegen de wand. Vervolgens sprint ik achter de laatste auto aan en nu ik haal het eind van de tunnel wel. Ik kan je wel vertellen dat een 12% helling me niet meer doet zweten.
Geen SFOR meer Het verderop gelegen Gorazde is het territorium van de moslims. De plaats is met een corridor, door het gebied van de Bosnische Serviërs, verbonden met de rest van de Moslim-Kroatische federatie. De corridor volgt niet helemaal de weg zodat je de ene keer in Servisch gebied bent en dan weer in gebied van de moslims. Natuurlijk is SFOR nergens te bekennen, die rijden alleen maar rondjes in Sarajevo. Ook geen ‘EU-police’ meer te zien. Ja, die heb je ook, politie van de EU, maar zij zitten natuurlijk in de kroeg in Sarajevo. Geen wonder dat Karadzic en Mladic
Medaillons met de beeltenissen van Kardadzic en Mladic
T
Geen wonder dat Karadzic en Mladic nog vrij rondlopen
Onverlichte tunnel met een bocht halverwege
nog vrij rondlopen. De Servische dorpen hebben niet veel oorlogsschade, maar je ziet wel veel graven en monumenten. In een niet zo heel groot Servisch dorp zie ik een monument met wel honderd namen van mensen die tijdens de burgeroorlog gedood zijn. In de buurt van Gorazde zijn ook weer veel afgebrande huizen. Aan de begraafplaatsen kan ik zien dat het meestal Servische dorpjes waren. Nu woont er niemand meer. In Gorazde is geen onderkomen te vinden dus ga ik maar weer wild kamperen. Ik kan verzekeren dat ik met niet al te veel enthousiasme de haringen in de grond hamer.
Crna Gora De volgende ochtend de grens over, naar Servië. Ik ben heel benieuwd hoe de ontvangst is. Tenslotte heeft de NAVO hier nog in 1999 flink aan ontwikkelingshulp gedaan. De grens geeft geen enkel probleem en tot mijn verbazing word ik door de bevolking overal met gezwaai en vrolijk geroep begroet. Ik snap er niets van. In het stadje Plievlja wordt het mij duidelijk. Er wonen hier moslims. Als ik nog eens goed op de kaart kijk dan blijkt dat ik niet in Servië zit maar in Montenegro, net onder de grens met Servië. Ik had natuurlijk weer niet opgelet waar ik precies heen fiets. Verwarrend is wel dat Montenegro hier niet Montenegro heet maar Crna Gora. Deze streek heet de Sandzac en heeft al eeuwenlang een bevolking die voornamelijk uit moslims bestaat. Die waren natuurlijk maar wat blij met de ontwikkelingshulp van de NAVO. Bovendien is Montenegro niet gebombardeerd.
De Vette, de Chetnik en de Rus Onderweg naar het zuidwesten, weer richting Adriatische zee, en na ongeveer vijftien kilometer fietsen zie ik een klein restaurant. Een dikke
kerel is samen met een dunne man buiten een lam aan het grillen. Ik word zeer vriendelijk begroet en krijg een stoel aangeboden. Ze spreken geen van beide een woord over hun grens, maar de dunne man wordt door de dikke als 'Chetnik' aangeduid. Chetniks zijn ultranationalistische Serviërs, die voornamelijk verantwoordelijk waren voor de moordpartijen op Moslims en Kroaten in Bosnië. Als de Vette begrijpt dat ik uit Holland kom reageert hij enthousiast. In het zand schrijft hij 7.000, zegt 'Srebrenica, Moslims' en haalt zijn vinger langs zijn hals. “Holland gu”', voegt hij er aan toe. De Chetnik grinnikt alleen maar. Zo krijg je als klein land ver weg toch nog veel waardering. Even later stopt er een vrijwel nieuwe landrover bij het restaurant en word ik voorgesteld aan de bestuurder. 'Ruskie', zegt de Vette nadrukkelijk. De Rus sist wat naar de Vette maar die antwoordt iets geruststellends. Blijkbaar ziet hij geen gevaar in mij. “Karadzic, Mladic,” zeg ik vragend en schrijf in het zand ‘2x $5.000.000'. Ze moeten lachen en de dikke haalt uit zijn zak een medaillon. Als hij hem openvouwt zie ik tot mijn niet geringe verbazing de portretten van Mladic en Karadzic. Ik haal mijn fototoestel te voorschijn en maak duidelijk dat ik een foto wil maken. Zowaar, de Dikke vindt het nog goed ook. De Chetnik draait zich om en begint aan het lam te peuteren, de Rus schuift opzij. Maar de Vette heb ik op de foto samen met het opengevouwen medaillon. Moslims allemaal Mujahedin en terroristen, maakt de Vette me duidelijk. Het wordt nu echt tijd om te gaan. Als ik wil afrekenen blijkt dat de Vette mijn koffie al heeft betaald. Terwijl ik wegfiets roept de Rus nog: “Heil Hitler”. Ik ben blij dat ik weg ben, maar ik weet zeker dat ik de braakneigingen die ik heb, als ik aan het stelletje denk, niet snel zal kwijtraken. Na een paar dagen mooi fietsen kom ik weer aan de Adriatische kust bij de stad Kotor. b TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
15
2
TEKST EN FOTO’S HARRY WAGENAAR
Ook nog een half dozijn toetjes…
Feestmaal onder fietsvrienden De ideale manier van reizen is voor ons op de fiets.’s Avonds zitten we het liefst voor de tent en koken een potje op een brander. De herrie stoort ons niet en ach, aangebrande macaroni hoort er een beetje bij. Een zacht suddervlammetje is lang niet altijd mogelijk en de zwarte, bittere brokken deren ons niet. Kauwen en slikken, en de maaltijd glijdt naar binnen. De voldoening van een gevulde maag onderweg is groot en de smaak van de buitenlucht toch altijd sterker. gereisd, net als wij allen, en heeft een hele lading aan exotische recepten uit verre oorden meegebracht. Invloeden uit verre landen lijken hier onmiskenbaar sterker dan waar ook. En nu de benzinebrander voor even is opgeborgen, ontbreekt ook de aangebrande macaroni en mag het anders. Weer snuif ik de boslucht op, maar die mengt zich nu met een
Inge met de boodschappen
Bert die als galante heer alle boodschappen naar boven heeft gedragen
Diep snuif ik de frisse boslucht in. Fietsen over de Veluwe is ook wereldfietsen. Een reis van een dag tussen gelijkgestemden tijdens het jaarlijkse nazomerweekend van de Wereldfietser. De fietsroute, uitgezet door Ariën van Asch, leidde over allerlei leuke paadjes en heeft hongerig gemaakt. Aan het eind van de middag is het thuiskomen op camping de Harskamperdennen, de plaats waar ongeveer twaalf jaar geleden de vereniging werd opgericht.
Oogverblindend lekkers Thuiskomen was vroeger de gehaktbal op
16 tijdschrift voor fietsreizigers
woensdag, vis op vrijdag en op zondag de eeuwige aardappels met jus die zo onherkenbaar naast de bloemkool met het papje lagen. Te gaar gekookte, zachte, melige brokken met draadjesvlees ernaast vol taaie zenen waar de poes onder de tafel veel beter raad mee wist dan ik. En nu, hier in het bos, kom ik anders thuis; de tijden zijn veranderd. Thuis, zoals ik er vroeger van droomde. Met mijn wereldfiets-broers en wereldfiets-zussen aan een lange tafel als een grote familie. En wat tref ik hier aan? Nee, geen aardappels met jus en gummivlees. Kokkin Inge heeft
etensgeur. Een geur die sterker is en mij naar binnen lokt. En daar…, daar schieten mijn hersens op tilt. Dat het vandaag anders mag, vooruit. Maar Inge is echt helemaal los gegaan. Totaal door het lint, fanatiek, alsof alle opgedane reisinspiratie in een keer naar buiten is geëxplodeerd. De tafel is zo oogver-
Er komt geen eind aan de lading ingrediënten
2
Met mijn wereldfiets-broers en wereldfiets-zussen aan een lange tafel als een grote familie blindend vol lekkers, dat een middeleeuws kasteelheer er hevig jaloers op zou zijn geworden. Schalen salades, olijven, feta, Mexicaanse bonen, sausen, zelf gebakken
Himalaya is het vervolg. Beelden van landschappen en vooral mensen komen langs. ‘Mensen maken het land.’ Reizen kan volgens hem niet zonder. Zonder Lisette op reis is ook ondenkbaar. Zijn openbare liefdesuitingen aan haar ontbreken, zoals gebruikelijk, tijdens zijn lezingen niet.
is. Spreekt het tot een te grote verbeelding? Ja misschien wel, maar de verhalen zijn eerlijk en al zal niet iedereen morgen iets vergelijkbaars ondernemen, het maakt wel duide-
Waarschuwingen Wiesje doet het een stuk bedeesder, maar daarom zeker niet minder. Haar onderwerp is een deel van haar reis door Afrika: een
Het buffet
Ben en Inge in de keuken
broden, (en geen gewone broden, nee broden met een verrassende inhoud), patés, ook al niet van de supermarkt, spaghetti met groenten en saus, fruit, salsa, dadels gevuld met kaas, couscous, tapenade, aardappels met pesto (nee, niet uit een potje), courgette met honing (ach, wat jammer nou, niet eens van eigen bijen) en balsamico-azijn, verse meloen met ham, Sushi (de Japanners, we vergeten ze niet), pfff en dat alles drie keer in het kwadraat plus de helft van wat ik vergeten ben. De Wereldfietser is rijk en vandaag in alle decadentie even niet onderweg. Veel fietsers willen hun grenzen verleggen. Ze willen nieuw lekkers verkennen, genieten van de drukte, een kleine plek aan tafel innemen en in contact komen met de andere leden. En of je nu een lange of korte tijd aan tafel verblijft, ver weg of dichtbij woont, fietsen is een goede manier om de calorieën er weer af te krijgen.
Ben en Inge in de keuken, Bert bij de pannen
omweg vanuit Ghana naar Kameroen. Ik herinner mij de tijd dat ik in Burkina Faso verbleef, in afwachting van mijn thuisreis per vliegtuig. Ik ontmoette er een Brit die gezelschap zocht om door Nigeria te fietsen. Geen haar op mijn hoofd die er aan dacht om dat te gaan doen. Wiesje deed het wel, samen met haar vriend Robert. Haar beelden vertellen een verhaal en maken datgene duidelijk wat in het nieuws op de televisie vrijwel nooit verteld wordt. Ze zei: “Zoals wel vaker bij ‘gevaarlijke gebieden’ werden waarschuwingen minder frequent en genuanceerder des te dichter we bij Nigeria kwamen. Na een tijdje hoorden
lijk wat reizen is. Er werden grenzen verlegd met de verrassende ontdekking dat het gevaar in feite vaak niet veel anders is dan met een fietstocht door Amsterdam. We hebben kennis genomen en een beetje meebeleefd van wat onze dialezers hebben gedaan. En straks gaan we zelf weer op weg. In alle eenvoud, op de fiets met een tentje en zo nog wat spullen en we trekken de wijde maar ook de minder wijde wereld in.
Noot van Inge Het was leuk koken voor een zeer dankbare groep. Alle credits kwamen mijn kant op en dat is niet helemaal terecht. Wat ik op het weekend ben vergeten is voor de assistentie te bedanken. Iedereen deed erg zijn best om behulpzaam te zijn, maar zonder de drie
Borden vol worden er verslonden en ja, er blijft natuurlijk over, want er zijn ook nog een half dozijn toetjes. Vol en verzadigd plof ik op een stoel. Tijd voor de dialezingen. Kunnen die er nog wel bij? Marco steekt van wal. Hoe fanatiek en geïnspireerd kun je zijn? Inge heeft deze avond goed gezelschap. Reizen in een wereld van beelden, flitsend over het scherm ondersteund met muziek, om met een extra dimensie te onderstrepen wat reizen inhoudt. ‘Degenen die niet van popmuziek houden hebben pech,’ zegt hij uitdagend. Het is zijn ding vanavond, modern eigentijds, snel, en inderdaad gepassioneerd. Het reizigersgevoel spat uit de luidsprekers de zaal in en het raakt de snaar die het moet raken. De Indiase
Aan tafel!
Het buffet
we alleen dat ‘het zuiden’ gevaarlijk zou zijn, toen we in Nigeria waren zei men: “alleen Lagos is gevaarlijk” en toen we mensen uit Lagos spraken reageerden die verbaasd op onze vraag over veiligheid. Ze zeiden dat er maar een wijk in Lagos is die echt gevaarlijk
doorzetters had er helemaal niets op tafel gestaan. Ben die onvermoeibaar kilo’s groenten weg sneed, Bert die als galante heer alle boodschappen naar boven heeft gedragen en over alle potten en pannen heft gewaakt en niet te vergeten Wanda die van alle markten thuis was en gewoon door ging ook al zat de slagroom tot aan haar kruin. Bedankt mensen, met jullie hulp zullen we ons volgend jaar weer overtreffen! b TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
17
SAMENGESTELD DOOR MARC PEETERS EN MARIANNE VINCKEN
thema
Het Iberisch schiereiland Nergens in Europa schijnt de zon zo fel en zijn de schaduwen zo diep als in Spanje en Portugal. Voor veel fietsers is het Iberisch schiereiland een onbekend deel van Europa. Het verschanst zich achter de Pyreneeën, besmet met vooroordelen over strandtoerisme, dorheid, lompheid en monotonie. De liefhebber weet wel beter. Een aantal schrijvers hier te lande
¿
heeft reeds eerder een lofzang uitgesproken over dit voor velen onbekende gebied. Met dit themanummer wil de redactie de twijfelaars over de streep trekken: ‘Zou een fietstocht door Spanje en/of Portugal niet iets zijn voor volgend jaar?’ Ja, zeggen de volgende schrijvers eenstemmig. De vijf navolgende verhalen, gekozen uit het grote aanbod dat we kregen, beelden de aantrekkingskracht van het land uit, ieder in hun eigen stijl, hun eigen ambiance, hun eigen routing. Maar allemaal Iberisch. ¡Salud!
“Want het is liefde, geen verliefdheid, die ik voor Spanje voel. Ze heeft weinig te maken met imposante monumenten of grootse natuur. Ook niet met schoonheid; andere landen in Europa zijn veel mooier. Ik heb er nooit spannende avonturen beleefd, of ik ben ze vergeten. Het gevoel is niet te beredeneren, het heeft te maken met de kunst van het hangen-in-de-dag, met leven één-op-één, met handelen zonder bijbedoelingen, met een jaloersmakende vanzelfsprekendheid (die de geboren Spanjaard misschien niet als zodanig zal ervaren), en kijk wat er gebeurt: het wordt meteen een opsomming waar geen einde aan wil komen.” (H.M. ten Brink, Alledaagse herinneringen)
“En toch, die ontberingen zoek ik. In de grootste hitte kan ik kippenvel krijgen bij het zien van de verlatenheid van dit land, die vergeelde glooiingen, achter elke top weer een nieuwe, zonder eind, zonder een ander geluid dan het gegil van de krekels. Alsof de pijn die het me kost de prijs is die ik moet betalen om dit mijn land te maken”. (August Willemsen, Een liefde in het Zuiden) “Verder is een van de voordelen van Spanje dat niemand opkijkt wanneer je om tien uur ’s ochtends achter je eerste pilsje zit, en om halftwaalf achter je eerste whisky met ijs”. (Herman Koch, Nog één Spaatje voor Hristo)
“De Portugezen omhelzen elkaar bij iedere begroeting. Niet alleen bij die begroeting omhelzen ze elkaar, maar ook nog een keer of tien tijdens het samenzijn, en ten slotte, uitgebreid bij het afscheid. Wanneer ze elkaar een uur later tegenkomen begint het omhelzen van voren af aan. (Gerrit Komrij, Een zakenlunch in Sintra en andere Portugese verhalen)
“Spanje is bruut, anarchistisch, egocentrisch, wreed, Spanje is bereid zich voor onzin de das om te doen, het is chaotisch, het droomt, het is irrationeel. Het veroverde de wereld en wist er niets mee te doen, het haakt in zijn Middeleeuwse, Arabische, joodse en christelijke verleden en ligt daar met zijn eigenzinnige steden gebed in die oneindige lege landschappen als een continent dat aan Europa vastzit en geen Europa is. Wie alleen maar de verplichte ronden gedaan heeft kent Spanje niet. Wie niet geprobeerd heeft te verdwalen in de labyrintische complexiteit van zijn geschiedenis weet niet waar hij doorheen reist. Het is een liefde voor het leven, aan de verbazing komt nooit een eind.” (Cees Nooteboom, De omweg naar Santiago)
“De uitspraak ‘Gods wegen zijn duister en zelden aangenaam’ lijkt ontworpen voor de Spaanse busdiensten en spoorwegen. Vaak ga ik naar Spanje, de masochist in mij wordt er volkomen bevredigd. Alles is daar afhankelijk van het toeval, duistere beweegredenen, gevolgen zonder verklaarbare oorzaken, en het goede of slechte humeur van betrokkenen. Een inspannend duivelsspel.” (Bob den Uyl, Donker Spanje) TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
19
thema
TEKST EN FOTO’S ROEL KALTER
Alleen op vakantie per superaanbieding
Mijmerend in zinderend Spanje Een regenachtige zondagmiddag in april, een gedemonteerde vakantiefiets in mijn huiskamer, een gelezen exemplaar van de Wereldfietser op mijn keukentafel, aangewakkerde gevoelens in mijn hoofd en buik. De ideale omstandigheden om Internet aan te zetten, er een superaanbieding naar Murcia (onder Allicante aan de Spaanse kust) te vinden en zomaar op ‘Boeking bevestigen en betalen’ te klikken.
Roel op camping Mazorron
Zes weken later land ik er. Ik had mijn fiets nog net van nieuwe banden en voorrem kunnen voorzien. De familie wiens huis ik verbouwde verontschuldigend gedag gezegd en me door een kennis voor dag en dauw bij Zaventem laten droppen. Ingecheckt, mijn telefoon verloren bij de douane, me tijdens mijn vlucht afgevraagd of het alleen op vakantie zijn me wel zou bevallen. Eenmaal geland twijfel ik niet meer over de haalbaarheid van de uitge-
20 tijdschrift voor fietsreizigers
stippelde tocht. Eerst langs de kust, dan het binnenland in, de Sierra Nevada en Las Alpujares door om te eindigen bij mijn broertje in Granada. De toeristen op het vliegveld, ’voor het merendeel Engelsen met (gehuurde) vakantiehuizen aan de costas, geven me bij voorbaat het gevoel een held te zijn als ik wegrijd op mijn fiets die ik voor het vliegveld in elkaar gezet heb. Toeterend begroet een colonne motormannen me. Ik ben trots
op mijn spontane vakantieavontuur. Wat een heerlijk zonnetje. Gewoon naar ’t zuiden de kust volgen… Vol overtuiging begin ik te peddelen. Hmm, vier wegen naar Cartagena op mijn kaart. Poeh, best warm. Hee, een barretje. Yes, een bocadillo de queso en een grote cola met ijs. ”Muchias gracias señor.” Ik ben pas een halfuurtje onderweg maar ik heb het verdiend. Een
slapeloze nacht, enkele drukke weken achter de rug hebbend, wil ik nu genieten. Ik kies een route op de kaart, kijk nog eens glimlachend om naar de bier drinkende mannetjes aan de bar en stap weer op, de opkomende hitte negerend. Met een goed uurtje kan ik in Cartagena zijn om er siësta te houden. Dat moet mijn gevoelige wintervel toch wel kunnen hebben? ’t Is wel rustig op de weg, maar af en toe is er de kans mensen ‘buenas dias’ te wensen. Ik begin ’t jammer te vinden niet samen met iemand te zijn om de overweldigende indruk van het bebouwde maar verdroogde en verwaarloosde Spaanse landschap mee te delen. Ik voel me als in het decor van een Spaanse film. Nog eens op mijn kaart kijken. Als ik stilsta voel ik het warme zuchten van de wind. Behoorlijk bezweet ben ik, mijn beeld is onscherp door de trillingen aan de horizon. Het duurt even voordat ik concludeer dat ik inderdaad een voor mij opdoemend ‘bultje’ over moet voordat ik de stad zal zien. Is dat wel slim om te doen? Nog niet geacclimatiseerd, niet super fit. Zal het me niet teveel slopen in mijn eerste fietsuurtjes? Ik heb er nogal wat voor de boeg!
Welkom in Trevelez
perend mijn fietskarretje voorttrekkend. Waar is mijn Sancho? Langzaam volg ik de rechte asfaltweg. Oh, een eiland voor een stukje schaduw! Een koninkrijk voor een verfrissing! Om mijn doorzettingsvermogen kracht bij te zetten beroep ik mij op ‘mijn allerzoetste’ die elders geduldig op me zit te wachten. Ik zal niet opgeven.
Spaans gebrabbel Stukje schaduw In mezelf begint een strijd. Ik verwijt mezelf niet uitgeruster vertrokken te zijn en mijn getreuzel aan het begin van deze ochtend. Ook herinner ik me hoe onbedachtzaam ik geboekt heb. Stukje bij beetje brokkelt mijn overtuiging af en lach ik om mezelf vanwege de antiheldenrol die ik in deze scène vervul. Ik voel me door de Britse toeristen, de motorrijders en de Spaanse oude mannetjes als een Don Quichote behandeld. In de waan een prestatie neer te zetten rijd ik dolend over verlaten wegen op absoluut het verkeerde uur van de dag. Mijn katoenen overhemd om mijn schouders wap-
Hijgend en puffend, met een droge mond en een lege bidon dagen de eerste huizen van Cartagena voor me op me. Speurend naar bordjes ‘Centro Ciudad’ schiet ik een smal schaduwrijk zijstraatje in. Gesloten winkels volgen de dichtgetimmerde huizen op. Het wordt drukker op straat, het weggetje blijft smal, loopt onophoudelijk rechtdoor om vervolgens abrupt te eindigen op een pleintje met een groots wit pand, rustige terrasjes, de jachthaven op de achtergrond. Verward zet ik mijn stalen ros tegen de omheining van een terras, werp een vluchtige blik door de openstaande deuren en ga aan een tafeltje zitten.
Een jong stelletje aan een ander tafeltje, een toeschietelijke ober, verrast door mijn zelf aangeleerde Spaans gebrabbel. Nog geen maaltijden te krijgen, wel hapjes en broodjes, vruchtensap en overduidelijk ook biertjes. Een oud baasje van nog geen anderhalve meter schuifelt vanuit de bar het terras op, stiekem gevolgd door een iets minder oud en klein mannetje. Zo gauw de eerste zit geeft de tweede hem een tik tegen zijn te grote hoed zodat deze over zijn ogen verdwijnt. Tierend springt de oude baas op om zijn belager na te zitten, die zo vlug als hij kan weer in de bar verdwijnt. Het geheel herhaalt zich nog een keer of drie onder schaterlach van de ober die bijval krijgt van een papegaai in een grote kooi midden op het terras. “¡Cabron, cabron!” (schoft, schoft!) roept de papegaai krijsend.
Zinderend landschap Een oversized Spaans duo neemt ook plaats en lacht samen met de ober om de geplaagde grijsaard. Ze bieden hem een biertje aan en stoken de papegaai op om door te gaan met zijn gekrijs. Ze ogen als
de beste vaste klanten van het restaurantje, bestellen drankjes en broodjes en betrekken me af en toe in hun plezier zonder dat ze zich verwonderen over mijn bezwete overhemd, mijn fietsbroek of mijn fietskarretje. De versnaperingen sterken me en even overweeg ik ook een cerveza te bestellen. De sfeer van een Spaanse stad, de schaduw van de parasols, het vermaak op het terras. Een big smile verschijnt op mijn gezicht. Het zinderende landschap zal me doen mijmeren in mijzelf, de gastvrije dorpsterrasjes zullen me doen genieten, de op straat levende Spanjaarden zullen me vermaken. Nooit zal ik me hier eenzaam hoeven te voelen. Zelfingenomen stap ik weer op de fiets en vervolg mijn tocht. Nog veel te vroeg, nog veel te warm, al te veel verbrand, maar ik lach erom en geniet van iedere meter die ik de erop volgende week moet afzien. Pas als je een tik van de uit een fata morgana opdoemende windmolen hebt opgelopen en enkele woordjes Spaans begrijpt, voel je je thuis in dit land vol verrassingen. b tijdschrift voor fietsreizigers
21
thema TEKST EN FOTO’S: CEES HAUWERT
Van Hilarius via Sant Hilari naar de Spaanse zuidkust
Een fietstocht als rite de passage Hilarius is geen oord waar je kunt wonen. Het is een boekhandel, sinds 1877 gevestigd in Almelo. Tot 2005 mocht ik hier samen met mijn levensgezellin een generaties overbruggende traditie van culturele en literaire degelijkheid in stand houden. Na een arbeidzame periode ligt er nu een nieuw leven als een zee zonder bakens voor ons open. De fietsen worden bepakt en wij gaan vanuit Almelo op weg naar de Spaanse zuidkust. Weken later bereiken wij bij zonsondergang Gerona. Tot onze grote verbazing staat er oude man langs de weg, zonder gebit, met rode pet op naast een gedateerde omafiets. Hij komt uit Berlijn en is op weg naar Mallorca, waar hij een appartement heeft gekocht. Hij heft zijn hand, niet als groet maar als stopteken. Hij vertelt dat de camping even verderop gesloten is. Plots stopt er een auto. De chauffeuse vertelt dat wij via een verscholen sluipweggetje op het kampeerterrein mogen, slechts voor één nacht en de tent moet vanaf de weg onzichtbaar zijn! Het kampeerseizoen is tenslotte nog niet begonnen. Campings in het binnenland van Spanje zijn schaars en sommige zijn pas in juli open. Regelmatig kamperen wij in het wild, zoals bij een oude Romeinse brug, achter huizen, langs bosranden en verlaten wegen. Thuis wilden we zwervend door Spanje over de uitgestippelde route, hier blijkt dat wij echt zwervend moeten reizen. Niets is zeker. Kortom, waar de planning faalt, begint het avontuur.
liggen? Het is slechts een afstand van 30 kilometer. De weg begint te stijgen, 3%, 5%, tot 8% … en blijft stijgen. Na elke bocht weer een bocht, er komt geen einde aan. De zon zakt achter de bergen en de moed in onze schoenen. Eindelijk bereiken wij Sant Hilari op 1500 meter hoogte. Op een pleintje staat
22 tijdschrift voor fietsreizigers
cessieoorlog (begin 18e eeuw), waartegen Catalonië indertijd in opstand kwam. Verder onderweg lijkt het alsof de Spanjaarden ’s avonds pas goed tot leven komen. Iedereen doet mee aan de pantoffelparade: de kunst van het flaneren over een brede laan met hoge bomen.
Klimwerk
De pantoffelparade De volgende dag gaan we richting Sant Hilari, de Catalaanse vertaling van Hilarius. Zou de heilige paus Hilarius in dit kleine stadje begraven
een kolossaal monument, opgetrokken uit grote stukken steen in de vorm van een hoog venster. In het venster hangt een glazen schrijn met daarin een bronzen hoofd. Helaas, het is niet van de gevreesde paus, stel ik teleurgesteld vast. Het is van generaal Josep Moragues, roemrijke held in de Spaanse Suc-
Plaza Major Cuenca
Wij constateren langzamerhand dat de tocht, zoals in het routeboekje beschreven (proefeditie ‘Onbegrensd Fietsen naar Andalusië’ van Paul Benjaminse en Fred van Eck), heel veel klimwerk inhoudt. Dat zal veel lichamelijke belasting en energie gaan vergen. De hoogteprofielen hebben mij al enige keren sadistisch toegegrijnsd. Volgens de samenstellers van de route zijn de hellingen relatief makkelijk te doen, en waar het steil is duurt het leed nooit lang. Toch heb ik deze tocht als zwaar ervaren. Het klimwerk komt elke dag terug, totdat de verre kust is bereikt. Het is niet anders: bij een oplopende leeftijd neemt de lichaamskracht af. Gelukkig zorgen wilskracht en vastbeslotenheid ervoor, dat we de reis kunnen voortzetten. De volgende morgen beklimmen wij wederom een col. Ineens horen wij de sirene van een politieauto die ons achterop komt. Ik schrik, wij dragen geen verplichte fietshelmen. Vier agenten steken bemoedigend hun duimen omhoog en rijden ons voorbij.
Gastvrij land In Manresa besluiten wij de trein naar San Guilhem te nemen. Een vervallen stadje op de top van een berg, dat geroosterd wordt door de zon en verlaten lijkt. We reizen door naar Cuenca, het stadje met zijn hangende huizen. Het kampeerterrein ligt een eind verder op een berg. In een café vraag ik waar de toegangspoort is. De camping gaat wegens wanbeleid dit jaar niet meer open. Ik tover een smile op mijn gezicht en vraag de omstanders aan de bar om een auto met chauffeur die ons naar een andere camping, die vijfentwintig kilometer verder ligt, te brengen. Spanje, een gastvrij land! ’s Avonds half tien komen wij in een auto op de kampeerplaats aan en vraag ik mijn redder in nood wat ik hem verschuldigd ben. “Niets, vandaag help ik u, morgen helpt u weer een ander.”
stille land van de ridder met het droevige gelaat.
Eindeloos ver weg In Granada ontmoeten we een stel enthousiaste fietsers, dertigers. Zij menen dat je toch minstens éénmaal in je leven de Pico Veleta in de Sierra
De volgende pleisterplaats is Ronda. Vroeger was dit een oud rovershol, onneembaar omdat een grote diepe kloof van honderd meter het ontoegankelijk maakte. Het vele goud en zilver, afkomstig uit LatijnsAmerika in de 15de eeuw en bestemd voor Madrid, werd hier geroofd. Als wij de stadspoort achter ons laten voert de schitterende A369 ons door de Sierra del Ronda. De rotsformaties zijn rood gekleurd en de witte dorpjes steken daarbij fel af in de zon. Het Spaanse landschap biedt altijd een totaalbeeld, zover als men kan zien. De ruimte, zijn schoonheid, de woestheid en de intensiteit overheersen. De horizon lijkt eindeloos ver weg, dorpen zijn schaars en het klimaat laat zich voelen in uitersten.
Meedogenloos Alcazar de San Juan
Eenzame wegen De dagen die volgen voeren ons langs eenzame wegen en vergeten dorpen, waar je je als fietser volledig vervreemd voelt omdat hier zelden fietsers komen. In Alarcon, een oud Moors en christelijk vestingstadje, met muren en torens, dat hoog op een rots langs een meander van de rivier de Júcar ligt maken we een angstig uur mee als ’s nachts een hevig onweer recht boven ons in alle Spaanse hevigheid losbarst. Wij komen in een gebied dat door brand geteisterd is. Het toont niet alleen de zwart geblakerde resten van het bos maar ook al het vuil dat de Spanjaarden in de loop van de tijd hebben gedumpt. Verder gaat het langs het kanaal dat Trasvase Tajo Segura heet. Het lichtblauwe snelstromende water is als een koele aanraking langs verhitte gezichten. Het is hier volkomen stil. Zwaar hangt de geur van pijnbomen in de lucht. De hitte neemt toe en in het hallucinerende gebied van La Mancha kun je door de zindering van de lucht niet zien of er een kudde schapen of paarden lopen. Dagen fietsen wij door het lege en
Nevada beklommen moet hebben. Met tweemaal dertig jaren, onze leeftijd, zijn de regels minder streng. De bus brengt ons naar de Sierra Nevada, 2500 meter hoog. Het resterende aantal hoogtemeters (995 om precies te zijn) fietsen wij omhoog, nederig tussen zoveel grootsheid.
Dorp in Andalucië
La Mancha
In Algatocin ligt camping ‘Salitre’. De eigenaar bezit ook een driesterrenhotel én het daarboven gelegen Observatorio Astronómico (sterrenwacht). “Als mijn gasten ’s nachts niet de slaap kunnen vatten, laat ik ze genieten van de altijd onbewolkte sterrenhemel”, vertelt hij. De volgende avond, klokslag twaalf, zien wij door de sterrenkijker de planeet Jupiter met drie van zijn zesendertig manen. Wij hangen de tassen weer aan de fiets en na het dorpje Gaucin zet de langdurige daling in. De invloed van de Middellandse Zee wordt zichtbaar. Grote kuddes koeien en stieren grazen in de afgemaaide graanakkers. De laatste citrusboomgaarden vliegen voorbij en daar doemt de enorme rots van Gibraltar uit zee op. Met een straffe wind in de rug rijden wij vlak langs de vangrail over de grote autosnelweg, de N340, naar Estepona. In deze bloemrijke stad heffen wij samen met een oud-collega en haar Spaanse vriend een glas wijn en komen tot de slotsom: Spanje is een meedogenloos land waar een fietser als een self-supporting unit zijn weg door een eindeloos landschap moet vinden. Spanje raakt je in je hart. b tijdschrift voor fietsreizigers
23
thema TEKST EN FOTO’S PAUL DUIJVENSZ
In de voetsporen van El Cid Op de fiets van Burgos naar Valencia Vanuit de hoogte kijkt El Cid op ons neer. We hebben net zijn route afgerond, een afwisselende fietstocht van Burgos naar Valencia. El Cid zou trots op ons zijn geweest, want we fietsten de route in hartje zomer door heuvel- en bergachtig landschap. “Quieren usted beber un cafe?” Dat onder andere vraagt de burgemeester (el alcalde) ons. Hij vraag ons het hemd van het lijf: “Waar komen jullie vandaan?, Wat doen jullie hier op de fiets? In Hollanda kun je toch ook fietsen?” Hij wil ook graag een kopie van onze El Cid-route. Er is namelijk een strijd gaande tussen verschillende stadjes over de juiste versie van de route. Later blijkt, dat rondtrekkende Spanjaarden op de fiets een zeldzaamheid zijn. In het eerste gedeelte van de route is het kleine dorpje Rello een hoogtepunt. Dit ommuurde dorpje brengt je terug naar de Middeleeuwen. Het dorpje wordt gekenmerkt door rust, ruimte en eenvoud. In de straatjes rijden geen auto’s. Hier komen we een Spaanse vakantiefietser tegen, voorzien van helm en mountainbike. Hij blijkt later de enige.
24 tijdschrift voor fietsreizigers
Ponche Vlakbij Rello ontmoeten we nog twee andere fietsers, Nederlanders deze keer. Onder het genot van een ponche, een soort likeur, wisselen we verhalen uit. Ponche sin hielo (ponche zonder ijs) is daarna onze lijfdrank. Onderweg zien we in bijna elk dorp, dat er stierengevechten gehouden worden. We lopen door een dorpje, waar we opeens een stier met een fakkel op zijn hoorn zien. Gelukkig worden tijdens de gevechten de straten met hekken afgesloten. Het is nog steeds traditie dat jonge Spaanse mannen voor de stier uitlopen. Het middengedeelte van de route is bergachtig. Elke klim naar 1500 meter, een hoogte die we twee of drie keer bereiken, duurt hier een half uur. Het is inmiddels ruim boven de 30 ºC en het zweet gutst van onze lijven. Bovenkomen geef
We fietsen door kloven, waar we beneden een stroompje en boven de rotsen zien. Het is echt een ruig landschap, waar weinig bomen groeien. Een prachtige plaats is Albarracin, dat we ook weer door een fraaie kloof benaderen. Heel het stadje heeft de status van nationaal monument. Het Plaza Mayor is van de Spanjaarden. Families vermaken er zich, begroeten elkaar en de kinderen spelen er. Opa’s, oma's en kinderen, alles scharrelt door elkaar heen. Jammer genoeg mogen hier wel auto's rijden. Het laatste deel van de reis kent een veel meer Mediterrane invloed. We zien veel sinaasappelbomen. In de buurt van Valencia komen we in een schattig dorpje,
Ain. We slapen in een prachtig gerestaureerde molen. De bar aan het dorpsplein is het centrum van de activiteiten. Hier wordt domino gespeeld en tv gekeken. Wij creëren ons eigen terras door een tafel buiten te zetten, als de zon na een bui weer begint te schijnen. We horen dat in dit dorp geen stierengevechten gehouden worden. Daarvoor in de plaats kiest men bewust voor goede kinderopvang en speelplaatsen. Aan het einde van een vakantie hoort strand. Valencia ligt aan zee, dus dit wordt een lekker middagje relaxen. We komen twee Italianen tegen en een van hen gaat liederen voor ons zingen. ‘Bella chau, bella chau’ ken ik nog uit de strijdcultuur van de jaren zestig van de vroige eeuw. Het is het strijdlied van de communisten, viva el comunismo y el libertad. We zeggen ‘Buenas dias’ tegen El Cid en gaan terug naar Nederland. b
Paul in Spaanse trein
Spaans landschap
altijd een kick: mooi uitzicht en de voldoening er op eigen kracht gekomen te zijn.
Plaza mayor
TEKST JAN WILLEM DE PATER FOTO’S MARIANNE VINCKEN
Hoger, hoger In m’n eentje van Alicante naar Sevilla In 1984 had ik twee weken uitgetrokken om in mijn eentje het traject van Alicante naar Sevilla af te leggen. Goed voor mijn Spaans. Natuurlijk zorgde ik ervoor dat de tocht me door Granada voerde, want zegt iedereen niet dat het daar erg mooi is? En staat daar niet een eeuwenoud Moors paleis dat de moeite van het bezoeken waard is? Dat het er mooi is bleek te kloppen. Niet in de laatste plaats vanwege de markante bergketen, de Sierra Nevada. Al een dag voordat ik in Granada kwam, werden de besneeuwde toppen aan de horizon zichtbaar, als een verre geest die boven de aarde zweefde. Ook toen ik Granada weer verliet, bleef de geest mij nog een dag gezelschap houden terwijl hij steeds kleiner werd. Alleen toen moest ik mij telkens omdraaien te zien of hij er nog was. De Sierra Nevada had geen eeuwige sneeuw, maar wel bijna eeuwige sneeuw. Alleen hartje zomer was de sneeuw even weg. Volgens de kaart liep er ook een weg over de Veleta, één van de toppen. Later heb ik begrepen dat het om de hoogste geasfalteerde weg in Europa gaat. Dat komt natuurlijk omdat de berg zo ver in het zuiden ligt. ‘In dit gebied kun je 's ochtends skiën en 's middags snorkelen in de Middellandse Zee!,’ juichen toeristenfolders.
Fietsgenoten Ik besloot één dag te besteden aan het zo hoog mogelijk proberen te komen via die weg. Het leek mij wijs om de bagage beneden in Granada te laten. Zonder een
flauw idee of ik tot de helft zou komen, tot een derde of helemaal tot bovenaan, toog ik op pad. Granada ligt op een zeshonderdtal meters en bij de top stond 3394 op de kaart. Er was dus een verschil te overbruggen van 2700 meter. Al gauw bleek het een dag te worden met fietsgenoten. De twee Duitsers hadden ongeveer mijn tempo, dus dan krijg je al gauw een band. Hun namen weet ik niet meer; laten we ze Karl en Wilhelm noemen. De weg was erg mooi, en de uitzichten werden steeds adembenemender. Er was bijna geen verkeer op de weg. Hoger en hoger ging het. Gelukkig was er hier en daar sprake van horeca. Na een uur puur klimwerk ben je daar wel aan toe. De Duitsers bleken op gezette tijden een toverdrank nodig te hebben, die bestond uit een half glas cola vermengd met een half glas bier. Wilhelm had mijn diepe respect afgedwongen, gezien het feit dat hij deze bestijging maakte op een oude fiets met drieversnellingsnaaf. Toen we in skioord Solynieve arriveerden, dat er in mei geheel verlaten bijlag, was het al behoorlijk koud geworden. Er stonden nu
ook aanmoedigende bordjes langs de kant van de weg, die de hoogte boven zeeniveau aangaven. 2100 meter... 2200 meter... 2300... hijg, puf steun. Ik herinner me dat het echt werken was. Het uitzicht was niet meer zo adembenemend, vanwege de nevel. Wel voelden we de kick van het op eigen kracht steeds dichter bij het hemelgewelf geraken. In sfeer daarmee werd de koepel van een sterrenwacht zichtbaar. De sneeuw was steeds dichterbij. Hoger en hoger ging het.
Sneeuw Tot precies aan het bord dat de hoogte van 2900 meter aangaf. Hier lag echt ons Waterloo. We hadden de sneeuwlaag bereikt. Het asfalt verdween, verborgen onder een meter dik wit tapijt. Ik doe de bekentenis dat ik niet gefrustreerd was, aangezien mijn krachten ook op hun eind liepen. In ongeveer een uur waren we terug in Granada. Wilhelm bereikte op de terugweg werkelijk angstaanjagende snelheden die ik ernstig af moet raden. Tien jaar later ben ik weer langs de berg gekomen, onderweg van Toledo naar Malaga. Ik verheugde mij op het weerzien met de geest,
Granada
die een speciaal plekje in mijn herinneringen had. Het was september, en ik kreeg een schok toen de top ten slotte zichtbaar werd. De top was grauw. Nog steeds wel indrukwekkend, maar er lag geen sneeuw. Misschien heeft het te maken met de opwarming van de aarde, hoewel Internet tegenwoordig, anno 2006 wel weer dikke sneeuwtapijten laat zien in de omgeving. Ik herinner me dat mijn oog een paar jaar na mijn laatste tocht op een nieuwsberichtje in de krant viel. De bevolking van de gemeente waar het skioord onder valt, maakte zich ernstig zorgen over het totale uitblijven van sneeuwval, en had een speciale processie gehouden om moeder Maria tot het laten neerdwarrelen van vlokken te bewegen. b tijdschrift voor fietsreizigers
25
thema TEKST EN FOTO’S LUC OTEMAN
Boven struikachtige zonneroosje zweeft een enkele grijze wouw
Van Faro tot Porto Na een adembenemende tocht vanaf het vliegveld door de golvende heuvels van het noordoosten van de Algarve belanden we op het eind van de middag in Martim Longo. In het plaatselijk café drinken we koffie met maddalenas (kleine cakejes), en luisteren naar het levensverhaal van de Duitse fietser die we een paar uur geleden ook al in Barranco Velho op het terras van café Tia Bia (vrij vertaald: tante Betje) zagen zitten. Hij vertelt jaren vlakbij Évoramonte in de Alentejo 'gratis' op een vervallen boerderij gewoond te hebben, totdat hij het veld moest ruimen voor een nieuwe eigenaar. Ieder voorjaar vliegt hij terug naar Portugal om per fiets het land te doorkruisen op zoek naar een nieuwe idyllische woonplek. Vijftien kilometer verder kruisen we de rivier de Vascão en vinden een romantische wildkampeerplek waar we 's morgens gewekt worden door een concert van wielewalen, nachtegalen en kikkers. Hoppen, bijeneters en koekoeken vliegen af en aan om uit de rivier te komen drinken. We zien in de verte hoog boven de kloof onze Duitser langsfietsen; ook hij heeft de nacht ergens langs de weg doorgebracht en is alweer vroeg op pad. We klimmen de rivierkloof uit over bar slecht wegdek en belanden weer in een steppeachtig landschap. Het eerste dorp, Moinhos de Vento, blijkt een spookdorp met, de naam zegt het al, een verzameling ruïneuze molens en een wasplaats waar gelukkig nog wel de drinkpomp functioneert. Verderop krijgt de weg wat meer schaduw van eucalyptusbomen waartussen ruziënde blauwe eksters wegfladderen. Na een dik uur fietsen naderen we Mértola, dat imposant is gelegen hoog boven de samenvloeiing van de Ribeira de Oeiras en de Guadiana. We zien een bekende fiets tegen het gebouwtje van de VVV staan en zetten de onze ernaast. Door de oude stad lopen we omhoog langs de voormalige
26 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
moskee naar de middeleeuwse burcht. Vanaf de kasteelmuren is er een onvergetelijk uitzicht over het mozaïek van oranje pannendaken in de Moorse wijk op de diep ingesneden rivierkloven. Samen met onze Duitse vriend genieten we van de ooievaars die op de warme luchtstromen gracieus uit de kloof omhoog komen zeilen.
Brave bulls Op de onverharde binnenweg naar Cabeço de Vide neurie ik de hit uit de jaren zeventig van Art Garfunkel, Bright Eyes, en waan ik me in de film Waterschapsheuvel. Honderden konijnen huppelen overal over de weg en schieten voor mijn aanrollende banden links en rechts de struiken in. De thermale baden van Cabeço de Vide zijn even verder een toonbeeld van vergane glorie, al staat het restaurant in de steigers. Bij de spoorlijn gaan we op zoek naar een afsnijdmogelijkheid, want we hebben geen zin om te moeten rijden via de hoofdweg naar Portalegre. Na een paar kilometer rijden we ons vast bij een boerderij. Ik ga vragen of we verder kunnen. “Ja, dat kan,” vertelt de bewoner. “Eerst het spoor over en dan rechtsaf door het hek, maar je
moet wel goed oppassen.” “Hoezo?” vraag ik. “Brave bulls” antwoordt hij kernachtig in het Engels. Over een soort steppe met kurkeiken en kruidachtige ondergroei fietsen we angstig verder voortdurend de bomenrij afspeurend naar stierensilhouetten. We zien tot onze opluchting geen levend wezen en bereiken veilig de hoofdweg bij Estacão de Portalegre. (Naschrift: vorig jaar kreeg ik een email van iemand die deze route had nagefietst. De boer verzocht dringend niet meer over zijn land te fietsen, want hij was het beu steeds weer de voor de fietsers op de loop gegane stieren terug achter de hekken te krijgen.)
Over de bergen Torre-de-Moncorvo, een klein stadje van 5000 inwoners in het noordoosten van Portugal is een oase van rust. Prachtige pleinen en statige huizen in zachte pasteltinten bepalen het straatbeeld. Er wordt druk gerenoveerd en aan een van de pleinen zijn zelfs speciale fietsparkeerplaatsen aangelegd voor de niet bestaande fietsers van het stadje. We nemen onze intrek in Pensão Pasarinho, een oud, krakkemikkig hotel met reusachtige,
spotgoedkope kamers in Lodewijkde-15e-stijl. De volgende ochtend vullen we het karige ontbijt (koffie met aangebrande toast) aan met verrukkelijke amandeltaartjes van Flor Mêndoa, de amandelspecialiteitenzaak in de hoofdstraat die landelijke faam geniet en fietsen dan Tras-osMontes in. Dat betekent letterlijk vertaald 'over de bergen'. Het is een desolate streek waar de route ons doorheen voert en diverse dorpen die we onderweg passeren hebben zichtbaar hun beste tijd gehad zoals het oude mijnwerkersdorp Carvalhal, dat we na een lange geleidelijke klim bereiken. We fietsen verder over een vrij kale, glooiende hoogvlakte met overal uitbundig bloeiende gele bremstruiken. Het zeer langgerekte plattelandsdorp Carviçais is wederom een toonbeeld van vergane glorie. Zelfs het ooit statige gebouw van de Nationale Garde is in verval. Niet ver hiervandaan ligt Estevais, het geboortedorp van de in Nederland woonachtige Portugese schrijver Rentes de Carvalho. Hij schreef onder meer de fameuze reisgids ‘Portugal, een Gids voor vrienden’ en ontwikkelde initiatieven om de verarmde regio nieuw leven in te
Stijle straatjes in Évoramonte
blazen door het stimuleren van een verantwoorde vorm van toerisme. Voorbij de afslag naar Freixa da Espada wordt het landschap steniger en boven de brem en struikachtige zonneroosjes zweeft een enkele grijze wouw. Mogadouro kondigt zich met zijn 13e eeuwse kasteelruïne en kerk op een heuvel van grote afstand aan. Het is een stadje met een lange historie en was ooit in handen van de Orde van de Tempeliers. In de 16e eeuwse Igreja Matriz is fraai houtsnijwerk te bewonderen. Veel meer valt er niet te zien, maar in Restaurante Estoril eten we de lekkerste olijven die we in Portugal op het bord hebben gehad. De chef geeft graag tekst en uitleg en vertelt dat ze door zijn moeder op traditionele wijze zijn bereid door ze na de oogst een tijd lang in de as te leggen om de bitterheid eruit te trekken. Daarna worden ze langdurig gewassen en vervolgens met zout en geheime kruiden uit de bergen op smaak gebracht.
Typische Portugese witte huizen in Mèrtola
Miranda do Douro Na Mogadouro wordt het landschap wat braver en groener. Gele lupine bloeit in de berm, blauw slangekruid op de akkers en de graanvelden worden minder golvend. In Fonte de Aldeia grazen de koeien langs de weg, niet gehinderd door enige vorm van afrastering. Ezels en muilezels nemen in frequentie toe en enorme zwerfkeien lijken lukraak op het land te zijn neergeworpen. Rode wouwen en een enkele aasgier zeilen rond en kleurrijke hoppen fladderen tussen de bomen. Duas Igrejas –twee kerken en vijf honden– zijn we voorbij voor we het beseffen en tien kilometer verder komen we aan in Miranda do Douro. Slechts 1609 inwoners telt deze grensplaats officieel, maar op mooie weekenddagen lopen er heel wat meer Portugezen en vooral Spanjaarden rond. Door de geïsoleerde ligging in het verleden ontwikkelden de inwoners een eigen dialect: het Mirandês dat verwant
is aan het Leonês dat ze in de Spaanse buurprovincie Leon spreken. Uit de middeleeuwen resteren de stadsmuren met een paar indrukwekkende stadspoorten. De oude stad ligt wat hoger en los van het moderne gedeelte dat tot bloei kwam na de bouw van de stuwdam annex waterkrachtcentrale in de Douro en vooral na de openstelling van de grens met Spanje. In het nieuwe gedeelte vindt alle economische activiteit plaats en bevinden zich een paar restaurants met panoramaterrassen die uitzicht bieden over de kloof van de Douro. In de oude bovenstad is de Rua da Costanilha de meest karakteristieke van de smalle straatjes waar vierhonderd jaar oude huizen en portalen te bewonderen zijn. De middeleeuwse stadspoort aan de kant van de camping is een plaatje De ietwat plompe 16e eeuwse granieten kathedraal staat aan de rand en heeft een schaduwrijk parkje en een groot plein met uitzicht over de kloof. Het afgedamde deel van de
Douro heeft de status van natuurpark gekregen en is het domein van onder meer de vale gier, de aasgier, de steenarend, en de zeldzame havikarend. We zoeken de camping aan de rand van de stad op die in april nog gesloten blijkt. Het gras staat manshoog, maar het hek is niet op slot en een van de deuren van de toiletgebouwen is open. Alleen koud water natuurlijk, maar er zijn ergere dingen. De fietsgids Fietsen in Portugal, in 2000 verschenen bij Uitgeverij Pirola, is uitverkocht. Het is de bedoeling dat er in 2008 een volledig nieuwe editie verschijnt waarvoor nafietsers worden gevraagd. Wie heeft er plannen voor Portugal in 2007 en vindt het leuk om een of meer routes na te fietsen en van commentaar te voorzien? Je vindt meer info over de gids en de routes op www.opdefiets.net onder Portugal. Aanmelden via e-mail luc@opdefiets.net b tijdschrift voor fietsreizigers
27
u
TEKST EN FOTO JOS MORREN
Portugal. Het is heel aangenaam om daar in de wintermaanden het milde klimaat van de Alentejo en de Algarve te ondergaan. Dat geldt het weer, maar ook de mensen, want die maken zich er niet druk. Om het haastige gedoe in Nederland af te leggen, is echter tijd nodig. Tijd en het besef dat ik daar het slachtoffer van ben. Niks geen gedachten laten uitwaaieren over de uitgestrekte vlakten waarin zelfs in januari nog bloemen bloeien. Niks geen mijmeringen over de oeroude heuvels met bossen vol gestripte kurkeiken. Nee, ik denk altijd eerst weer aan de kaart, het eerstvolgende stadje en de kilometers die ik nog moet maken om daar te komen. Maar zo werkt dat niet in Portugal. Het gaat om ontspan-
gecrankt en geshift
28 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
9999,9 kilometer nen en genieten van de kleine witte dorpjes en de feloranje sinaasappels aan de bomen langs de weg. Wel, ik zag dat de odometer op mijn fietscomputer heel snel de limiet van 9999,9 kilometer zou halen. Daar wilde ik een foto van hebben! Wat mij betreft met de digitale camera van Paul, want dan had ik de foto thuis gelijk op de pc om te versturen. Maar helaas, Paul reed voor me uit en ik kon hem binnen de 9999.9 kilometer niet meer inhalen. Ik schreeuwde hem ongeduldig toe om te stoppen en terug te keren. Maar Paul reed rustig door, want hij was inmiddels onthaast en kende mij al langer dan die dag. Ik werd bozer en bozer, maar stond vastgenageld op die plek. Ik liet van lieverlee Paul maar voor wat hij was, nam mijn analoge camera met dia’s, reed de fiets aan de hand voorzichtig naar de 9999,9 kilometer en legde dit magische getal vast op film. Dan maar een diascanner organiseren, als ik weer thuis was.
Na een bevrijdende klik (ik kon eindelijk weer doorrijden) keek ik met de camera in de hand voor het eerst eens goed om me heen. Het was een mooi, licht glooiend gebied met gras en kurkeiken. In het veld naast me zag ik opeens een man leunend op een staf. Een boer of een herder; één van de twee. Hij bekeek me rustig en stond heimelijk te lachen, maar dat had ik toen niet eens in de gaten. Ik was de toerist die een local in het wild spotte en daar moest natuurlijk ook een foto van komen. Ik vroeg hem in gebarentaal om toestemming en het was in orde. Even klikken en snel weer doorrijden, want Paul was inmiddels uit zicht. Maar thuis zag ik het pas goed: de man stond me uit te lachen. Nogal relativerend, want ik was after all behoorlijk gecrankt en geshift. Om eerlijk te zijn.
d
Ecuador, 2005, Jirga Pirca ruines. 3700 m.
TEKST GUIDO VAN OS, FOTOâ&#x20AC;&#x2122;S MARTIEN VERBAARSCHOT
Verre reizen in warme landen
De wereld als speeltuin Wie Martien Verbaarschot (48) opzoekt, in het niemandsland tussen Asten en Helmond, in het buitengebied van Ommel (Noord-Brabant), zou niet snel denken dat hier een verstokte globetrotter woont. Martien werd al op vijftienjarige leeftijd actief in de melkveehouderij van zijn ouders en nam in 1982 het bedrijf over. Tot zijn dertigste werkte Martien fanatiek aan zijn bedrijf, daarna maakte hij meer tijd vrij voor zijn grote hobby: het sportieve fietsen. Tegenover autoâ&#x20AC;&#x2122;s had hij inmiddels een grote afkeer ontwikkeld. Sinds 1995 maakte Martien een aantal grote fietsreizen in verre oorden.
tijdschrift voor fietsreizigers
29
n
d
Op weg naar Drakensbergen
Al ruim tien jaar zweert Martien Verbaarschot voor zijn reizen bij fietsvakanties. Binnen WestEuropa houdt hij vaak een week vakantie als dat zo uitkomt. Bij langere vakanties gaat zijn voorkeur uit naar verre bestemmingen in Amerika, Afrika en zelfs Australië. Martien is een rustige verteller die zijn reisverhalen opdist in onvervalst Brabants: "Naar verre bestemmingen houd ik meestal vakanties van een week of zes aan. Ik zoek het liefst bergachtig gebied op. Daar kan ik mijn energie kwijt. Verder heb ik een voorkeur voor gebieden met redelijke tot hoge temperaturen." Toch verkeek Martien zich bij een van zijn eerste verre fietsreizen op de hitte. "Toen ik in 1995 met mijn fiets door Australië rondtrok voerde mijn reis tot boven de steenbokskeerkring. In het woestijngebied was de hitte overweldigend. Door de forse tegenwind werd mijn fietskracht ook te sterk op de proef gesteld. Mijn lijf werd door hitte bevangen, het koelde niet meer af en ik kreeg een griepgevoel. Dat was een waarschuwing voor me: ik haalde het niet als ik zou blijven doorfietsen. Noodgedwongen heb ik toen een auto moeten huren. Dat zou me geen tweede keer meer gebeuren!" Surfers Paradise, Brisbane regio
De Australiërs zelf maakten ondertussen een goede indruk op Martien: "Ik had er goed d'n aard. De Australiërs zijn een 'rauw en hendig' volkje. Als je daar in een kroeg komt, lijkt het of ze er een wedstrijd van hebben gemaakt om in de vuilste en meest kapotte kleren uit te gaan. En ze drinken goed door. Ook landschappelijk spreekt Australië sterk tot mijn verbeelding, de variatie is groot: uitgestrekte woestijnen, een soort van Australische Alpen, stranden en regenwouden."
30 tijdschrift voor fietsreizigers
Apartheid Australië was Martiens eerst echt verre fietsbestemming, maar diverse andere bestemmingen waren niet veel minder ver. Zo trok Martien in 1999 met zijn fiets door Zuid-Afrika. "Dat land is volgens mij nog lang niet verlost van de gevolgen van het jarenlange apartheidsregiem. Er doen zich nog steeds grote verschillen tussen blank en zwart voor. Rijke blanken in riante huizen vormen een scherp contrast met arme zwar-
ten die ‘zuipend onder een boom’ rondhangen zonder enig toekomstperspectief. Blanke landeigenaren hebben honden afgericht: die zijn alleen 'waaks' ten opzichte van zwarte indringers. Hoe dat kan begrijp ik niet, maar die honden zijn daadwerkelijk racistisch. Het duurt nog wel een paar generaties voor die apartheid uit de geesten van de mensen is. Regelmatig publiceren de Zuid-Afrikaanse media over blanke grootgrondbezitters, die na hun zwarte knech-
d
Met zijn tweeën reizend maak je nog niet de helft mee van dat wat je alleen meemaakt. land ter wereld, maar in Ecuador is het beduidend veiliger. De Ecuadorianen hebben aanzienlijk meer welvaart en zijn meer op zichzelf dan de Cubanen. De bevolking bestaat uit Indianen die gewend zijn om zichzelf te bedruipen met akkerbouw, veeteelt en jacht. Leven betekent in Zuid-Amerika eerst en vooral overleven. Het meest opvallende dat ik tijdens mijn fietstocht in Ecuador tegenkwam was een mislukt ontwikkelingsproject om de bevolking van water te voorzien. Van die watervoorziening was precies een toilet annex washok bij een schooltje over, fris water kwam alleen nog vanuit een losse polyethyleenslang.
Mijn Cubaanse fietsvrienden. vlnr. Martien, Orlando, Giovanni, Robert
ten jarenlang te hebben uitgebuit, door deze knechten worden vermoord. Dit zijn natuurlijk extreme gevallen, maar ze hebben wel een grote invloed op het geestelijke klimaat in ZuidAfrika. Op veel plekken stralen gebouwen met tralies een grimmige sfeer uit, maar even verderop word je met een beetje geluk weer enorm gastvrij ontvangen. Naar mijn indruk kan een blanke toerist in Zuid-Afrika nog steeds veel gemakkelijker overal terecht dan een zwarte toerist." Over het fietsen in Zuid-Afrika was Martien niet zo tevreden. "Auto's scheuren met grote snelheid langs je af, met alle risico’s van dien. Daar heb ik echt schrik van. Overigens heb ik hier op mijn fiets wel mijn hoogste snelheid ooit gehaald. Toen ik van de beroemde Drakensbergen afraasde sloeg de teller even uit tot 95,2 kilometer per uur!"
Cubaanse gastvrijheid Wat minder snel maar wel veel aangenamer kun je volgens Martien fietsen in Cuba. "Om te beginnen heb je nauwelijks last van auto's, want de meeste Cubanen kunnen de benzine niet betalen. Bijna al het vervoer vindt per fiets of te paard plaats. Af en toe komt er een vrachtwagen voorbij met soms wel honderd passagiers in de laadbak. Dan houd ik overigens wel even mijn adem in, want de luchtvervuiling is enorm." Ook de gelijkwaardigheid die Martien tussen de Cubanen onderling ervoer vormt een
groot contrast met het onderscheid in rassen en klassen in Zuid-Afrika. "Blank of zwart, man of vrouw, Cubanen behandelen iedereen gelijk. 'Iedereen' heeft niets. Al die armoede schept ook een geweldige band." Het communisme is in de ogen van Martien eigenlijk een ideaal systeem, "alleen zijn de mensen er niet geschikt voor." Dat blijkt wat Martien betreft vooral uit het feit dat het communisme helaas nergens ter wereld heeft kunnen functioneren "zonder de afschuwelijke controle vanuit de diverse geheime diensten." Hoe dan ook leidt de armoede in Cuba in Martiens beleving tot een grote gastvrijheid. "Fietstoeristen zien ze al op kilometers afstand aankomen. Als je een dorpje binnen fietst, vormt zich vaak spontaan een heel groepje om je heen. De rum, volksdrank nummer één, is alom aanwezig. Veel drank kan ik niet aan, maar het zou onbeleefd zijn als je niet af en toe een beetje meedrinkt. Verder is het een vriendelijk en mooi volk, vooral ook de Cubaanse vrouwen! Wanneer je als alleenreizende man een hotelkamer boekt, krijg je steevast de vraag of je er ook een vrouw bij wil hebben om de nacht met je door te brengen. Dat probeer ik dan echter maar zoveel mogelijk af te houden."
Ecuador In Latijns Amerika maakte Martien per fiets ook nog een reis door Ecuador. "Dit land grenst weliswaar aan Colombia, het meest gewelddadige
"Mijn sportieve ambities kon ik in Ecuador uitleven in het Andesgebergte met verschillende passen op meer dan 4000 meter hoogte. Zo ben ik vanuit Latacunga de 5879m-hoge vulkaan Cotopaxi opgefietst. Onderweg waren er een paar hagelbuien, zodat ik onderkoeld aankwam in de op 4810m-gelegen refugio Josef Ribas. In hetzelfde gebied maakte ik nog een driedaagse tocht naar Quiotola, een op 4000m-gelegen kratermeer. Aan het einde van mijn reis naar de hoofdstad Quito (twee miljoen inwoners) braken er even paradijselijke omstandigheden voor mij aan. Het hele centrum bleek autovrij te zijn vanwege de tweewekelijkse autoloze zondag. Dit zorgde voor een uitgelaten sfeer, nog versterkt door optredens van diverse bandjes en artiesten."
Kneuterigheid Het is voor Martien altijd even wennen om na anderhalve maand fietsen in verre oorden in Nederland weer zijn leven als melkveehouder op te pakken. "De eerste weken dat ik terug ben, ervaar ik mijn leven hier altijd even als tobben. Dan valt vooral de kneuterigheid van Nederland mij op. Die blijkt bijvoorbeeld uit de overdreven aandacht die onze media hebben voor vaak totaal onbelangrijke ontwikkelingen. De belangrijkste kracht van al het reizen is voor mij dat je het leven hier meer gaat relativeren. Je kijkt veel nuchterder aan tegen alles wat zich hier in Nederland afspeelt, gaat het betrekkelijke van alles inzien. Het alleen rondreizen biedt in mijn ogen alleen maar voordelen. Als je met zijn tweeën reist, maak je nog niet de helft mee van dat wat je alleen meemaakt. De integratie met de mensen in het land dat je bezoekt, wordt niets als je met zijn tweeën bent. Je wordt veel minder aangesproken. Door al mijn fietsreizen is de wereld mijn speeltuin geworden." b tijdschrift voor fietsreizigers
31
c
gerritsen en meijer
Ons nieuwe telefoonnummer is 024-388 9065, faxnummer 024-360 8454
32 tijdschrift voor fietsreizigers
TEKST EN FOTO MAARTEN SMIT
tips
Netjes in netjes Aan de hi-tech kant zijn er vacuüm opbergzakken om je kleding in te stoppen. En voor volumineuze zaken is er natuurlijk het compressiefoedraal. Maar het meest eenvoudig en effectief is toch wel je kledingstukken strak op te rollen en met een bandje bij elkaar te bundelen. Zo neemt het weinig ruimte in beslag maar belangrijker nog, heeft het het minste vermogen weer te kunnen uitzetten. Je kunt de rolletjes ook in zakjes van muskietengaas stoppen; weegt niets en je ziet precies wat waar zit. Eén netje voor bovenkleding, één netje voor onderkleding en één netje voor losse dingen zoals sokken, petje, kol, handschoenen, enz. Als je ergens bij wil, kun je het zo pakken. Netjes, hè! Voor harde voorwerpen geldt: stop grote en kleine spullen bij elkaar in een zakje. Peper en zout, aansteker, gereedschap en zakmesje passen mooi tussen de poten van je brandertje. En verder, combineer harde en zachte voorwerpen. In de ruimte tussen ronde voedselbussen past mooi een droogdoek, zakje rijst of muesli of reserve binnenband. En de ronde hoeken van je tassen kun je zo ook opvullen.
Wij laaglanders zijn een geordend en gestructureerd volk. Hoe komt dat? Door ons vreselijke ruimtegebrek! En wat doen wij wereldfietsers, als we op reis gaan? Wij nemen ter ontspanning dat zelfde probleem lekker mee. Alles past maar net in de tassen en dan alleen als het mooi opgerold, gevouwen of ingeklapt is. Eens kijken of daar nog handige tips over te geven zijn.
kookpunt Als je eens wat anders wilt dan brood of muesli voor je ontbijt dan is warme rijstepap een goede keuze. Je kunt twee dingen doen. Of je kookt de overgebleven rijst van gisterenavond nog een minuut of vijf door, tot het echt lekker zacht is. Of je kookt de avond van te voren de rijst een paar minuten en je laat die de hele nacht op een warm plekje staan. Deze zogenoemde hooikistmethode is dus ook nog eens brandstofbesparend. Hoe kom je aan een warm plekje in je tent? Wikkel de pan met rijst in zo veel mogelijk kleren. Het blijft dan de hele nacht wat broeien en de volgende ochtend is je rijst lekker zacht. Gebruik bij het koken wat meer water, dan je gewend bent.
Ach, waarom schrijf ik dit allemaal. Ik verwacht eigenlijk dat iedereen al zo gestructureerdheid bezig is. Deze eigenschap zit zo langzamerhand in onze genen.
TEKST SONJA EDELAAR, NATUURVOEDINGSCONSULENTE FOTO MAAIKE PFANN
Rijstepap Wat heb je nodig?
Wat moet je doen?
Voor twee personen: • 100 gram gekookte rijst • Handje rozijntjes • Beetje suiker • Kaneel
Was de rozijntjes en voeg die bij de rijst. Maak de rijst goed warm. Doe er meer water in dan je gewend bent, dan kan de rijst wat pappig worden. Als de rijst zacht genoeg is naar je smaak, suiker en kaneel toevoegen.
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
33
d
TEKST PELLE KOORNSTRA EN JOLANDA DENEKAMP FOTO MARC PEETERS EN JAN HIETHAAR
VanFietstotFiets Elke wereldfietser heeft een fiets. Zoals alle wereldfietsers van elkaar verschillen, zo zijn ook hun fietsen anders. De één wil het nieuwste van het nieuwste en het lichtste van het lichtste, terwijl de ander gelukkig wordt van een twintig jaar oud, degelijk stalen frame. De fiets zegt iets over het baasje. Jan Willem de Pater uit Juigalpa, Nicaragua: “Ik weet nog waar ik hem eind jaren zeventig gekocht heb: in de schaduw van de Dom, aan de Oude Gracht in Utrecht. Helaas weet ik niet meer hoe de winkel heette. De winkel was gespecialiseerd in racefietsen. Net in die tijd was er ook een tussenvorm ontstaan tussen ‘race’ en ‘gewoon: de tourfiets. Bandjes niet dik en niet dun, maar ertussenin. Gebogen stuur. Derailleur. Met noviteit, vraag me niet naar aantallen tandjes, maar het tweede blad vóór was extra klein, om de Alpen over te komen! Maar toch met bagagedrager, en spaken die dikker waren dan racespaken zodat je nog eens een bahcosleutel extra in je fietstassen kon douwen, lampen en spatborden. Ideaal voor ons doel: het bereiken van Griekenland en/of Turkije per fiets.” “Mijn vriend Wim en ik hadden wat spaargeld, en het leek ons nuttig dit uit te geven aan onze twee Motobécanes met bijbehorende fietstocht ter lengte van enige maanden. De Motobécanes van wel ruim zevenhonderd gulden vormden een belangrijk deel van de begroting. Voor de rest viel het allemaal best mee, een tent had ik nog. Hij was niet wat je noemt vederlicht, maar wel gezellig groot. We pasten er inclusief fietsen in. Op elke gram hoef je dan ook niet meer te kijken, krantentassen waren drie keer zo goedkoop als de echte verant-
“Nog geruime tijd ben ik de Blauwe Engel (naar de dieseltrein van de Nederlandse Spoorwegen uit de jaren vijftig) blijven gebruiken als stadsfiets, forenzenfiets en vakantiefiets. Hij is met mij mee geweest naar Spanje, Frankrijk, Zweden, Roemenië, Duitsland, België en Nederland, meestal op tochten met ‘Zij Van Het Leidse Nicaragua-comité’.”
Jan Willem de Pater uit Juigalpa, Nicaragua woorde fietstassen, en bovendien hadden onderzoeken uitgewezen dat volledig waterdichte tassen niet bestaan. En zo reden we weg, mei 1981, vanuit Gilze waar Wim woonde, richting mediterrane kust. Tussen haakjes, mijn Motobécane was blauw.”
vervangen en de slag uit het wiel te werken met de spakenspanner, al kregen we het ragfijne krachtenspel in het wiel niet zo mooi hersteld dat er de volgende dag niet weer een spaak brak. Maar daardoor werd het juist een routineklus.”
“Veel ervaring met fietsen had ik niet. De eerste kilometers gaf het een onprettig gevoel als af en toe de achtervelg tegen het fietspad aankwam, terwijl ik de band toch enorm hard had opgepompt. Het was de eerste keer dat ik het totaal aan bagage bij me had. Toen ik dit met Wim deelde, wist hij de oplossing: de band twee keer zo hard oppompen!”
“Ik zal niet uitwijden over alle details, hoe bijvoorbeeld in het Tsjecho-Slowakije van het IJzeren Gordijn onze fietsen gestolen werden en we terug moesten met de trein. Einde tocht. Hoe we door de politie bij de grens uit diezelfde trein werden gehaald en wat bleek … onze fietsen waren gevonden en we gingen weer door. Hoe een groep jongens een eindje verderop ‘paspoorten controleerden’ en onze exemplaren even wilden bekijken. Gelukkig trapten we er niet in.”
Slechts één andere keer dan de keer die ik genoemd heb is hij van mij gestolen. Dat was net voordat ik definitief afscheid van hem moest nemen, wegens vertrek naar Nicaragua, in 1999. Ik hield een afscheidsbijeenkomst met vrienden en familie in het paviljoen in het Leidse Hout. Ik wist niet dat het ook een dramatisch afscheid van de Blauwe Engel zou worden. Die dag werd ik onder valse voorwendsels weggelokt uit mijn huis. Op het feestje werd er onverwacht een opvoering aangekondigd waarin belangrijke aandachtspunten van mijn leven onder de loep genomen zouden worden... dat leek wel... hoe kwamen ze... het WAS mijn eigen Blauwe Engel die de hoofdrol speelde! En het klopt, de Blauwe Engel is een kleine twintig jaar mijn partner in het leven geweest. Moge hij rusten in vrede, of beter nog ijs en weder dienen onder de nieuwe eigenaar, die hem wellicht in het jaar 2000 in de Leidse Kringloopwinkel aangetroffen heeft. b
Jan Willem de Pater 34 tijdschrift voor fietsreizigers
“Gaandeweg leerden we bij en op het laatst werd het zelfs een routineklus om een gebroken spaak te
d
Een champagnekleurige fiets. Als het aan mij ligt, gaat-ie nooit meer weg Een naam heeft haar sportfiets niet, ertegen praten gaat haar wat te ver, maar verknocht is ze wel aan haar 28jaar-oude champagnekleurige Motobécane. Yvonne Hiethaar: “Als het aan mij ligt, gaat-ie nooit meer weg.”
af huis te vertrekken. We schaften tevens een lichtgewicht tent aan, ‘echte’ fietstassen en een donzen slaapzak.” “Ik heb de fiets wel aangepast met het oog op de lange reizen en er versterkte spaken ingezet en een racestuur op geplaatst. De fietsenmaker waar ik de fiets destijds kocht, was een fietsfanaat en stelde zijn werkplaats en gereedschap ter beschikking aan studenten die aan hun tweewieler wilden sleutelen. Ik was zo enthousiast over mijn fiets dat ik vrienden destijds heb aangeraden ook een Motobécane te kopen bij deze fietsenmaker. Ze hebben er inderdaad een fiets gekocht en ik kreeg als dank een reisje naar Parijs!”
En daarnaast in mijn vrije tijd puur voor de lange afstanden. M’n partner wilde ’m laatst wegdoen, maar dat wil ik niet. Zelfs als ik er niet meer op zou kunnen rijden, dan zou ik ’m zo in mijn atelier zetten.” Grinnikt: “Het is echt míjn fiets! Hij rijdt heerlijk licht, schakelt subtiel, je hoort wat je doet en voelt dat je schakelt. Je moet zelf wel opletten, want als je niet goed schakelt, loopt de ketting eraf. Ja, er zit nog zo’n versnellingshandeltje aan het frame. Die eenvoud! Ook al isie bijna dertig jaar oud, hij rijdt gewoon nog hartstikke lekker.”
hele warme periode afgelopen zomer. Dat deed me weer denken aan de tocht die ik maakte in Haute Langedoc waar het zo warm was dat het asfalt smolt. Ik moest mijn fiets voorttrekken, trappen ging niet meer. Of die keer in Ierland toen ik een flinke val maakte in het donker en in de rozenstruiken terecht kwam. Die fietst mankeerde niets: geen spaak gebroken, geen slinger in het wiel! Ook denk ik soms terug aan de vele zwaaiende fietsers: toen ik deze Motobécane aanschafte, gingen er nog niet zoveel mensen op fietsvakantie. Als je elkaar dan zwaar beladen tegenkwam, zwaaide je naar elkaar. Ook op campings kwam je al snel met elkaar in contact. Dat is nu wel enigszins veranderd vind ik.”
Yvonne Hiethaar Enthousiast haalt Yvonne herinneringen op aan de fiets die nu in de schuur staat, maar lange tijd zelfs deel uitmaakte van haar interieur. Ze kocht de tweewieler in 1978 bij een fietsenmaker in Enschede. “We gingen altijd op vakantie met onze oude fietsen zonder versnellingen. De fietsen werden opgestuurd met de trein, de plunjebalen namen we zelf een week later mee met de trein. Maar toen het in ’77 mis ging in het Loire-gebied en onze fietsen pas na twee weken boven water kwamen, besloten we nieuwe fietsen te kopen en voortaan van-
“Nu gebruik ik hem nog naar mijn werk: 55 minuten heen en terug.
“Een naam heeft-ie niet, maar ik heb wel een band met die fiets. Heel Europa ben ik doorgefietst met mijn Motobécane. We hebben samen veel meegemaakt. Af en toe komen die herinneringen weer boven, zoals tijdens die
“Laatst heb ik hem laten opknappen bij de fietsenmaker. De fiets ziet er nog goed uit, roest niet, maar je moet ‘m wel bijhouden. De fietsenmaker stond er bij wijze van spreken kwijlend naar te kijken. Hij vond het echt een mooi ding. De Motobécane is dan ook nog helemaal authentiek. De spatborden bijvoorbeeld, zijn nog dezelfde als 28 jaar geleden. De fietsenmaker heeft ze alleen weer wat vastgezet, heeft de remmen bijgesteld en de versnellingen nagekeken. Ik kon weer vooruit!” “Waar ik wel bang voor ben, is dat hij gejat wordt. Ik neem altijd een hangslot mee en zet mijn fiets altijd vast aan een hek of paal. Als ik niet weet of dat kan, neem ik ‘m niet mee.”
Yvonne Hiethaar en haar 28-jarige champagnekleurige Motobécane
“Reacties krijg ik eigenlijk weinig onderweg, behalve van de echte kenners. Waarschijnlijk komt dat omdat die fiets er nog zo goed uitziet. Wat wel opvalt, is het racestuur in combinatie met het damesframe. Dat vinden mensen kennelijk een vreemde combinatie. b tijdschrift voor fietsreizigers
35
c
Wij staan ook op de
Fiets en Wandelbeurs stand 11.E.029
36 tijdschrift voor fietsreizigers
h
TEKST EN FOTO ANDRÉ RAMAULT
Camera kwijt: verlies of opluchting? Midden juli 2006 ging ik in Brugge van start voor mijn ‘Tour de Bretagne’. Na drie dagen fietsen, op Camping ‘Les Oiseraies’ in Cocquerel (Somme), stelde ik vast dat mijn camera verdwenen was. Onderweg had ik een ‘baguette’ gekocht en om mijn geldbeugel op te diepen had ik het toestel even op de toonbank gelegd. Was het in de bakkerij van Thérouanne (Pas-de-Calais) blijven liggen? Op de broodverpakking geen adresgegevens, wel reclame ‘Eet meer brood’. Van het verlies lag ik niet lang wakker! Tussen mij en mijn digitale camera heeft het nooit geklikt. Van de 72 pagina’s gebruiksinstructies werd ik niet wijzer, ik kreeg koppijn van zoveel programmeerjargon. Toen mijn Praktica-camera het na 30 jaar liet afweten, raadde de fotohandel mij sterk af die nog te laten herstellen. “Verloren kosten man, ga mee met de tijd, de toekomst is digitaal”. Toen ook mijn zoon mij het wonderding aanpraatte ging ik overstag. Na de digitalisering slaagde ik er slechts af en toe in een toonbare foto te maken, meestal was het resultaat bedroevend. Op een fietsweek met de collega’s in 2005 bekeken we samen de gebruiksinstructies. De foto’s die ik toen maakte zijn het beste wat ik digitaal ooit presteerde. Op de volgende reis was het echter terug naar af. In feite keek ik al een tijdje uit naar een gebruiksvriendelijk toestel, zonder poespas, volautomatisch!
het moment Het verlies van mijn camera kwam me goed uit, dit was dé kans om te vernieuwen! In Saint-Riquier (Somme) kwam ik voorbij ‘La Poste’. Meteen herinnerde ik me dat de bakkerij en het postgebouw van Thérouanne aan elkaar paalden. Om me achteraf zelfverwijten te besparen wilde ik zekerheid: lag het toestel nu wel of niet in die bakkerij? Ik stapte af. De postvrouw aanhoorde mijn verhaal en achterhaalde het telefoonnummer van de bakkerij in Thérouanne. Toen ze vaststelde dat ik geen GSM of telefoonkaart bezat, griste ze hoofdschuddend het telefoonnummer uit mijn handen en belde zelf de bakkerij op. Bingo! De bakkersvrouw herinnerde zich nog die ‘cycliste Belge’ en zou het apparaat bijhouden. Vooraleer ik kans kreeg tussen te komen, zegde de postvrouw toe dat ik het toestel zou afhalen op de terugweg. Op de camping van Cocquerel begon haar afhaalverplichting me meer en meer te irriteren en ze bleef me de hele reis achtervolgen. Tot het laatste moment kon ik de knoop niet doorhakken: zou ik het toestel cadeau doen aan de bakkersvrouw, of zou ik die digitale etter toch maar gaan ophalen? Wat zou u gedaan hebben? Het Moment is een toevallige, bijzondere ontmoeting, een bizarre reiservaring, een duizelingwekkende cultuurschok: Het Moment kan werkelijk van alles zijn. De redactie nodigt je uit jouw Moment te sturen naar: redactie@wereldfietser.nl of postbus 94005, 1090 GA Amsterdam. Maximaal 500 woorden, graag met bijpassende foto.
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
37
uitgelezen
Bruno Loockx verkende het grensgebied van België met Nederland, Frankrijk, Luxemburg en Duitsland. Zo dicht mogelijk langs de grenspalen fietsend maakte hij een lus van bijna 2.000 km. Die lus werd opgedeld in 12 trajecten, bijvoorbeeld de Westhoek, Henegouwen,... Elk traject bevat twee tot vijf dagtochten die gemiddeld 50 km lang zijn. De gids opent bij elk van de 38 dagtochten met een informatief stukje. Na de gedetailleerde wegbeschrijving volgt een routekaartje met daarop genummerd de bezienswaardigheden en afsluitend een gedetailleerd roadbook. Daarin: de afgelegde afstanden, richtingaanwijzingen (‘rechts’, ‘links’, ‘rechtdoor’) en de nummers van eventuele fietsnetwerken. Fietsers hebben dus de keuze tussen: routebeschrijving, routekartje of roadbook. De auteur koos niet voor de gemakkelijkste weg en fietste het traject van a tot z. Om beroepsredenen gebeurde dit in de weekends en op vrije dagen, zowel in de wintersneeuw als in regenweer. Hij houdt voor en foto’s illustreren dat: ‘mits de gepaste uitrusting kan in elk seizoen gefietst worden’. De locatiekeuze en de lichtinval van de tientallen zelfgemaakte foto’s getuigen van professionalisme.
“Fietsen langs de grenzen van België; het land rond in 38 dagtochten”, Bruno Loockx, uitgeverij Lannoo (2005), uitgave in de reeks ‘Dicht-bij-huisgidsen’. Paperback, 216 bladzijden, € 17,95. ISBN 90-209-6006-7
38 tijdschrift voor fietsreizigers
“Grenzen zijn van alle tijden, grenscontroles niet. Wie een paar generaties terug boter of alcohol over de grens wilde smokkelen kreeg het aan de stok met douaniers. Dat leverde pittige smokkelverhalen op van arme stakkers die ‘om zoveel mondjes te vullen’ lijf en leden riskeerden.”
Zelden zag ik een fietsgids met zoveel en zulke gevarieerde informatie. Een traject van bijna 2.000 km is ook niet niks en dat resulteerde in een lijvige gids van 216 pagina’s. Door het kleinere lettertype is het lezen van de gids in het stuurtasje niet vanzelfsprekend. Deze gids is een aanrader voor jong en oud, van dagrecreant tot
wereldfietser, die inspiratie zoekt voor fietstochten dicht-bij-huis. Door de vele wetenswaardigheden, de pittige grensanekdotes en de merkwaardige ontmoetingen is het ook een prettig leesboek. ANDRÉ RAMAULT
“Een jaar lang zomer”, Laurens Hitman, FreeMusketeers boekproducties 2006, paperback 198 bladzijden, € 16,95, ISBN 90-8539-485-6. Dit boek is het verslag van de fietsreis die de schrijver met zijn toenmalige vriendin Monique Poyck maakte. Jaren na de reis ervaart Hitman de reis nog steed als een hoogtepunt en diepe ervaring in zijn leven. En komt tot het besluit er een boek over te schrijven. Om met de minpunten te beginnen, het is jammer dat basisinformatie niet of moeilijk is te achterhalen. Wanneer hij de reis maakte, is niet helemaal duidelijk. De reis heeft een aantal jaren voor het schrijven van het boek plaatsgevonden. Hij vindt een sponsor op de Op Padbeurs die toen nog in Den Haag plaatsvond. Dat was in 2001 voor het laatst het geval. Een groot gemis is een overzichtskaart. Zelfs als je de gebieden waar de reis door-
schakeltjes Ben je op zoek naar reisgezelschap, zoek je dat ene speciale onderdeel voor jouw heel bijzondere fiets, zoek je bepaalde informatie, of een landkaart die niet in Nederland en België is te krijgen. Voor elke nietcommerciële mededeling of oproep kun je in deze rubriek terecht. Voor leden van de Vakantiefietser en de Wereldfietser is het gratis, niet-leden moeten we helaas teleurstellen. Stuur de tekst en eventueel een foto (maximaal 50 woorden) per post, fax (NL-0206958085) of e-mail (schakeltjes@wereldfietser.nl) en wij zorgen voor plaatsing. Je kunt ook het formulier invullen op de website www.wereldfietser.nl. Vlaamse leden worden verzocht hun tekst te mailen naar redactie@vakantiefietser.be of te sturen naar de Vakantiefietser.
heen voert, goed kent, is het nog lastig om duidelijk zicht te krijgen op de route. Als ik lees over ‘een fietstocht door Canada, Verenigde Staten en Mexico, denk ik aan een route van Canada naar Mexico, of van Mexico naar Canada. Maar de reis voert van de Verenigde Staten naar Mexico, weer terug naar de Verenigde Staten en dan verder naar Canada en wederom terug naar de Verenigde Staten. Precies een jaar zijn ze op reis geweest. De belevenissen en bezienswaardigheden worden uitgebreid beschreven. Ze nemen de tijd voor alles. En andere vervoermiddelen worden niet geschuwd om de grote afstanden te kunnen overbruggen. Prettig leesbaar boek dat goed past in de reeks reisboeken van andere fietsreizigers. Zoals meestal blijkt duidelijk dat het voor de auteur een ingrijpende ervaring is geweest. Voor de lezer zal het boek zich niet wezenlijk onderscheiden van andere fietsreisboeken. THEO JORNA
TIJDSCHRIFTEN Nederland wordt vaak genoemd als het fietsland bij uitstek, maar daar valt wel wat op af te dingen. Dat dacht ik toen ik een oude VeloVision doorkeek, die in deze rubriek in het vorige nummer niet aan de orde is geweest. In VeloVision van maart 2006 is een ‘Buyer’s guide: Family cycling’ gepubliceerd. Naast de bekende fietskarren, aanhangfietsen en bakfietsen staan er ook modellen bij, die ik in Nederland nog niet ben tegengekomen. Eentje daarvan overigens wel in Retie op de bekende fietsbeurs van de Vakantiefietser. Zo blijkt er een heel leuke Brompton-vouwfiets te zijn; geen gewone, maar een familietandem met de kinderzitplaats achter. In het juninummer is ook aandacht voor kinderfietsen. In dit nummer ook een leuk artikel over ‘Cairo’s cycling breadman’. In het septembernummer een verslag over de ervaringen met een handrijwiel op de steile hellingen van het Lake District. Deze fiets wordt aangedreven door met de hand het stuur heen en weer te bewegen. In Op Weg nummer 5 een uitgebreid overzicht over fietsverlichting; altijd makkelijk in deze donkere dagen. Ook een informatief artikel over het fietsnetwerk in
het Zuid-Oostenrijkse Karinthië. Daar is in 1988 gestart met de aanleg van een 1244 km lang fietsnetwerk, waarvan nu 400 km klaar is. In de Op Pads van de afgelopen periode zijn de nodige fietsverhalen verschenen. In nummer 6 (juli-aug) een artikel over een fietstocht door het stille Spaanse binnenland oostelijk van Zaragoza. En Frank van Rijn vertelt over zijn reis door Tibet. In nummer 8 een inspirerend artikel over een herfstfietstocht in de omgeving van het Zuid-Franse Avignon. Fietssport magazine nummer 5 is een mountainbikespecial. Het verslag van de spectaculaire Transalp MTB route van Ramsau in Oostenrijk naar Kransjka Gora in Slovenië, en vooral de foto’s, zijn indrukwekkend. Dat is weer eens heel wat anders dan fietsen met bepakte fietsen over redelijk begaanbare wegen. THEO JORNA
Ik zoek een fietsmaatje –geen kilometervreter maar een rustige vakantiefietser met oog voor cultuur– om samen een grote fietsreis te ondernemen in 2007. Bij voorkeur iemand van mijn leeftijd, ongeveer 60 jaar. Bestemming en periode af te spreken. Neem contact op met Pierre Vermeulen uit Dendermonde. Tel/fax: 05222.27.63 e-mailadres zoon: denbleeken@telenet.be
Global Cyclist
houdt op Zondag 11 februari 2007 van 10.00 tot 16.00 uur een open dag. Er worden doorlopend fotopresentaties gehouden over Cuba, Costa Rica, Cambodja, Griekenland (Kreta en Peleponnessos), Thailand, Maleisië en Zuid-Afrika, die in een relaxte entourage kunnen worden bekeken met hapje en drankje. Heeft u vragen over het reisaanbod, het gebruik van GPS tijdens het fietsen of wilt u kennis maken, dan bent u van harte welkom op Grietstraat 3bis te Utrecht. Uiteraard is de toegang gratis! Kijk ook op: www.global-cyclist.com
tijdschrift voor fietsreizigers
39
d d
Alle reisverslagen van de onderstaande fietsreizigers kun je lezen op hun respectievelijke websites; aanklikken via: www.vakantiefietser.be/onderweg.asp
De familie Dewit-Van Mele (pa,
g e w r e d n o s r e s t fie
ma, Tijl, Rik en Soetkin) keerde in oktober terug na drie maanden fietsen in Oostenrijk, Hongarije en Roemenië. Geert en Veerle zijn niet aan hun proefstuk. In 2000 –de jongste telg was toen 1,5 jaar– toerden ze zes maanden met fietskarren door Europa (zie tijdschrift nr.3, 2001; of: www.vakantiefietser.be/reisverslagen/op-grote-reis-met-kinderen.pdf)
SAMENGESTELD DOOR ANDRÉ RAMAULT EN MARIANNE VINCKEN
Peter Mak en Karin van Toor zijn in de Himalaya. Ze hebben de Karakoram Highway, naar Gilgit en later Sost gefietst. Kolkende rivieren in diepe dalen, waar af en toe een truck of bus met pasagiers in verdwijnt, mooie witbesneeuwde reuzen van bergen, aardige mensen, helder weer met mooie uitzichten, het klinkt als een paradijs op aarde. ‘s Morgens om zeven uur wordt er al gedanst op het asfalt als een groep vakantievierende Pakistani met hen op de foto wil. Inmiddels zijn ze in Kathmandu, en genieten zoals zovele fietsers voor hen, van pizza, pasta, bier en ijs. Mede om de vele verloren kilo’s weer aan te vullen. Zie verder: www.cycletheworld.nl.
Lea en Kobe uit Antwerpen ma. Door de hoogteziekte van Marlous in Tibet hebben ze hun plannen aangepast. Eerst waren ze van plan om na Chengdu richting het westen te fietsen, de bergen in met passen van boven de 4500m. Aangezien dit momenteel nog niet verstandig is rijden ze Chengdu uit naar het zuiden waar de wegen en bergen mindere hoogtes bereiken. De eerste dagen op de fiets doen ze het kalm aan. Marlous is nog snel moe en na een kilometer of 50 is het genoeg elke dag. De ademhaling gaat weer stukken beter en het voelt goed om de grote stad Chengdu achter ons te laten. Nog een paar weken China en dan ligt er weer een nieuw land op hen te wachten. Zie ook www.wereldtrappers.nl
Els Schaap en Dick Verschuur Gerrit Joling en Jeanette hadden Australië toch niet definitief de rug toe- Medema zijn van Peru via gekeerd, want ze zijn er weer terug. Ergens op de Great Northern Highway staat in grote cijfers 100.000 km op de weg, de afstand die ze in acht jaar en vier maanden fietsten. Het is moeilijk fietsen in West-Autralië. Iedere dag, om drie uur op, fietsen tot een uur of tien, elf, totdat de wind dat onmogelijk maakt, en dan wachten tot de zon laag genoeg staat om de tent op te zetten. Vooral dat wachten ontmoedigt hen en na een ellenlange discussie in een flapperende tent ’s morgens vroeg, besluiten ze toch maar te gaan liften. Het is genoeg zo. Dan staan ze een poos later, even besluiteloos op de splitsing met de Brand Highway. Fietsen naar Perth? Of weer een lift. Lees hoe het verder ging op www.dickenels.nl
Marlous van der Veen en Steven Groothuismik zijn nog steeds midden in China! Het stadje Lijang bevalt pri-
40 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
Ecuador in Bolivia, waar ze tussen de 3700 m en 4200 m over de altiplano fietsten, beland. In de stofdorpjes onderweg komen de kinderen al snel naar hun tent kijken. Bescheiden, lief en nieuwsgierig zijn ze. Vanuit Bolivia gaan ze naar Argentinië en zijn van hooglanders weer laaglanders geworden. Argentinië, het land van wijn steaks en Maxima. In Salta, op maar 1100 m hoogte, duiken ze meteen de eerste supermarkt in, en kunnen hun geluk niet op: wijn, gatenkaas, ham, stokbrood, olijven, yoghurt. Het eten in restaurants is ook wat gevarieerder dan in Bolivia. Het is net vakantie, al die luxe. Zie ook www.fietsdrang.nl
begonnen in september hun project ‘Fietsen voor en door Afrika’. Na twee jaar willen ze terugkeren. Langs de ‘Groene Weg’ fietsen ze door Luxemburg en Frankrijk naar Toulon. Vandaar gaat het met de ferry naar Rome en in Bari met de ferry naar Griekenland.
Ruben Vandewalle vloog begin oktober naar Los Angeles. Vandaar wil hij in tien maanden naar Rio de Janeiro fietsen. Een niet gepland ommetje van zijn eigenzinnige fiets naar New York, grijpt Ruben aan om met vrienden een week LA te verkennen. Via Joshua Tree NP bereikt hij de legendarische ‘Route66’. De veiliger nieuwe Interstate I-40 trekt het verkeer aan, waardoor de tijd langs ‘Route66’ stilstaat. Dat versterkt de mythevorming.
d
stadje Ali (4.200 m) is het verzamelpunt van alle Tibet-fietsers. Na betaling van de boete als illegale individuen (tweemaal 30€) worden ze gelegaliseerd en krijgen de permit. Op weg naar Lhasa nemen ze nog deel aan de driedagse pelgrimstocht rond de heilige berg. Lhasa blijft een betoverend centrum van Tibetaanse cultuur, hoewel China hier een tweede Peking wil. Na een tocht van 13 maanden is de terugkeer gepland voor 16 december.
Op zijn tocht van Canada naar Ushuaia fietst David Huyghe na Mexico naar Guatemala. De Guatemalaanse grenswachten sturen hem terug om het Mexicaanse exit-stempel te halen. Ondanks de toenemende armoede ziet hij vooral gastvrije mensen. De omstandigheden maken dat fietsen in Midden-Amerika geen pretje is: hoge vochtigheid, tropische hitte en verkeerswegen die een aanslag zijn op mens en materiaal. Het resultaat is: gebarsten velgen en spaakbreuken. Hij vindt weinig veilige kampeerplekken en overnacht meestal bij de plaatselijke brandweer. Van Panama vliegt hij naar Peru en fietst naar Bolivia. “Nog 8.000 km naar Ushuaia”.
Vlaming die zijn Braziliaanse droom vruchteloos najaagt. “Afstanden in Brazilië zijn groot, ook deze naar het volgende dorp”. In november trekt hij Uruguay binnen. Hij overnacht creatief en onvoorspelbaar, soms als clochard onder een rivierbrug. “Uruguay behoort tot de top-3 van ideale fietslanden”. Grégory fleurt zijn boeiende reisverslagen op met knappe filosofisch getinte gedichten!
Ook Sander en Jessica begonnen vanuit Kashgar hun Tibet-avontuur. Pas na pas, hoogterecord na hoogterecord, lichte hoofdpijn, zware benen, heldere blauwe luchten, koude nachten, verpakte mummies in slaapzakken, bevroren bidons, desolate ruigheid,... “Op 5.000 m hoogte kost normaal bewegen moeite, het maakt ons onbeduidend en kwetsbaar”. Ook zij vervoegen zich bij de fietsgroep in Ali. Terug in de bewoonde wereld kijken ze uit naar een douche, eten, slapen, voorraden aanleggen. Is Tibet nog Tibet en voor hoelang?
Stella en Joris vertrokken op 27 augustus 2005 richting China, en kwamen op 5 november 2006 weer thuis. Grégory Lawyllie begon in september zijn fietstocht van twee jaar in Zuid- en Midden-Amerika. In de drukke hoofdstad maar ook in heel Paraguay is fietsen een rariteit. “Paraguay is absoluut geen fietsland.” Schrijnend is de tegenstelling armoede-rijkdom in dit kleinste Zuid-Amerikaanse land. Na een bezoek aan de beroemde watervallen in het grensgebied, fietst hij zuidwaarts. Verzengende hitte en stortbuien wisselen vlug. Hij bezoekt de ruïnes van een Jezuïetenmissie (Unesco-erfgoed) en ver weg van het asfalt een oude missionaris uit Gent. Hier spreekt men oude dialecten, geen Spaans. Via Noord-Argentinië gaat het naar de Braziliaanse kust. Toeterende truckers en ook agenten willen hem op de gevaarlijke en smalle keienpechstrook doen fietsen. Na twee politiewaarschuwingen belandt hij een nachtje in de cel. In het regenwoud bezoekt hij een alternatieve
Vanuit Kashgar (West-China) beginnen Polle en Els in september hun Tibet-hoofdstuk. Na 100 km eindigt het asfalt en vaak is de weg meer zand dan baan. Het gaat over bergpassen met een hoogte tot 5.000 m. De nu onbemande checkpoints wijzen er op dat dit Himalaya-staatje nu al China is. Door de invoer van Han-Chinezen keerde de demografische structuur, Tibetanen werden verdreven naar lemen hutten en het is verboden het Tibetaan op school te doceren. In het betwiste grensgebied China-India maken zand- en sneeuwstormen het hen moeilijk. Met man en macht werken Chinese militairen aan de wegen. Het
Maar Tibet blijft een bijzondere ervaring. Via Lhasa bereiken ze Kathmandu (Nepal); na de Tibetaanse ruigheid ‘een hoorn van overvloed’.
Na uitgebreide revalidatie van de gecompliceerde elleboogbreuk, bergt Kris Geerts de fiets op. Met vriendin Analia neemt hij als rugzaktoerist het openbaar vervoer naar Noord-Argentinië. Vandaar gaat het via Paraguay naar Bolivië. Wat zullen zijn toekomstplannen zijn na meer dan twee jaar ZuidAmerika? b tijdschrift voor fietsreizigers
41
k
Verenigingsnieuws
Veel fietsers willen hun grenzen verleggen. Ze willen nieuwe gebieden verkennen, genieten van rust en ruimte en in contact komen met de plaatselijke bevolking. En of je nu een lange of korte tijd gaat, ver of dichtbij, reizen op de fiets is een prettige manier om dit te doen. De verenigingen de Wereldfietser in Nederland en de Vakantiefietser in BelgiĂŤ ondersteunen hun leden bij hun fietsreizen. Het doel is fietsers met elkaar in contact te brengen en informatie uit te wisselen. Naast het gezamenlijk uitgegeven tijdschrift met voor elke vereniging een eigen naam en logo en verder dezelfde inhoud, organiseren de verenigingen kampeerweekends, trektochten, informatiebijeenkomsten over speciale onderwerpen en fietsreparatiecursussen voor hun leden. Op de websites van beide verenigingen vind je databanken met veel informatie en forums waar levendige discussies plaatsvinden.
42 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
Lessen van de buitenlandtrektocht 2006 TEKST EN FOTO’S SANDER ONDERSTAL
Waarom Slovenië (g)een aanrader is Kampeerweekenden, fietsbeurzen of fietsreparatiecursussen, … tot voor kort vonden alle activiteiten van De Wereldfietser in Nederland plaats. In 2005 vond het bestuur dit niet passen bij de naam van de vereniging. Een Wereldfietser die altijd thuisblijft? Daarom hebben we sindsdien de buitenlandtrektocht. Frankrijk beet het spits af. Een voorzichtig begin, want Frankrijk is voor velen een grijsgefietst land. Dit jaar was Slovenië aan de beurt, een voor velen nog onbeschreven blad. Een aanrader? Om jou, fietsende lezer, vrij te laten volmondig ‘ja’ dan wel ‘nee’ te antwoorden op deze vraag, zal ik plussen en minnen naast elkaar zetten. Je kunt dan zelf beslissen of je volgende zomer je fiets op de slaaptrein naar Ljubljana zet.
Plussen Laat ik positief beginnen: de bewonderenswaardige eigenschappen van Slovenië. Allereerst de mensen. Die heb ik van dichtbij mogen meemaken. Gregor Klemencic, één van mijn reisgenoten, is immers Sloveen. Jim van den Berg, die de reis organiseerde, vroeg Gregor om een leuke route uit te stippelen. Een gouden zet van Jim! Zo heeft Gregor zijn nichtje zover kunnen krijgen dat we konden kamperen in haar achtertuin, regelde hij een avondje wijnproeven bij een wijnboer en mochten we logeren in zijn eigen huis met uitzicht op de groene Sloveense heuvels. Kortom: zijn gastvrijheid kende geen grenzen en die indruk kregen we ook van de vele Slovenen die we onderweg ontmoetten. Dan de bergen. Slovenië grenst aan Oostenrijk en Italië en is daarmee gezegend met een flinke portie uitlopers van de Alpen. Gregor liet ons zien hoe heerlijk je er kunt fietsen. Hij wist altijd een route te vinden ver van de bewoonde wereld. We slingerden over gravelwegen, langs beekjes, kloven en
Alpenweides om na een mooie afdaling te landen op een prettig terrasje. Dat brengt me op het volgende hoogtepunt: het eten en het drinken. De keuken bood ons een mengelmoes van Oostenrijkse en Italiaanse kost. Voor ons, hongerige fietsers, stonden de restaurants klaar met Wiener Schnitzel, lasagne en pizza, maar dan voor OostEuropese prijzen. Bovendien had elk dorp een goedgevulde supermarkt, zodat we ook een prima eigen potje konden koken. Ik werd ook verrast door de Sloveense frisdrank ‘cockta’, die qua kleur veel wegheeft van cola, maar die kruidiger is en lekkerder smaakt. Tot slot is Slovenië, ondanks dit alles, niet zo populair bij toeristen als Oostenrijk of Italië. Dat betekent dat je niet overhoop wordt gereden door grote campers, dat je op de camping niet de hele nacht uit je slaap wordt gehouden en dat je op de top van een berg niet verrast wordt door de kermis die is opgezet om iedereen te vermaken die met de skilift naar boven is gekomen. Je kunt gewoon nog ongehinderd genieten.
Minnen Na het lezen van al dit heerlijks kun je je waarschijnlijk nauwelijks meer bedwingen om naar de reiswinkel te snellen om een plaatsje
te reserveren in de slaaptrein. Voordat je dat doet: lees eerst rustig verder. Ik vrees dat ik ook een paar lelijke dingen over Slovenië te vertellen heb. Allereerst de mensen. Ze zijn weliswaar erg gastvrij, maar ze hebben ook last van een ontembaar optimisme. Ik hoor het Gregor nog zeggen, nadat we uren hadden gezwoegd in de bergen onder de hete zon: “Over een paar minuten zie je links een paar picknickbankjes. Daar kunnen we lekker even uitrusten.” Dat lieten we ons geen twee keer zeggen. Als dolle honden snelden we de berg op om eindelijk eens lekker te kunnen neerploffen. Wat bleek? Het bankje was een uur en 300 hoogtemeters verderop! Ook had Gregor een wat andere interpretatie van de term ‘redelijk vlak’ dan wij. We hebben ons flink stukgebeten op dit ‘Gregoriaans vals plat’. Dat brengt me op het volgende dieptepunt: de bergen. Naast het Gregoriaans vals plat kregen we flink steile hellingen voor onze kiezen. Laat dat nou net de specialiteit van de enige vrouw in het gezelschap zijn, mijn vriendin Inge. Als we een bordje ‘helling 18%’ passeerden, konden we er zeker van zijn dat ze alle mannen in ons gezelschap (inclusief mezelf) ver achter zich zou laten, tot hun grote frustratie.
Dan een nuancering bij het eten en het drinken. Zoals gezegd, leidde Gregor ons door afgelegen gebieden, waar we alleen nog terecht konden bij Sloveense boeren voor een hapje en een drankje. Soms stond er niet meer op het menu dan zelfgemaakte worst, rijkelijk voorzien van vet. Prima fietsersvoer, maar toch echt geen haute cuisine. Tot slot is Slovenië, misschien niet zo verrassend na dit alles, lang niet zo populair bij toeristen als Oostenrijk of Italië. Dat betekent dat je soms in de wijde omtrek geen camping of hostel zult tegenkomen. Nu hadden wij het geluk dat Gregor het een en ander voor ons regelde, maar als je er alleen voor staat, lijkt het me lastig om op dagafstanden verblijf te vinden. En daar komt bij dat wild kamperen gevaarlijk is omdat er beren in het gebied rondlopen.
Eindoordeel Kortom, spelend met de woorden van een filosoof die ook aardig kon voetballen: elk Sloveens voordeel heeft zijn Sloveens nadeel. Met deze informatie laat ik het helemaal aan jou, fietsende lezer, om te beslissen of je gaat fietsen in Slovenië. Ikvond het in ieder geval erg de moeite waard. De buitenlandtrektocht 2007 is van 8 tot 17 juni (Engeland). Meer informatie op pagina 45 of bij Jimvandenberg@jimvandenberg.nl of per telefoon 010-2763658 b TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
43
k
TEKST BRUNO LOOCKX EN ANDRÉ RAMAULT FOTO’S WARD VAN LOOCK EN BRUNO LOOCKX
verenigingsnieuws
Vereniging De Vakantiefietser in België Broekstraat 66, 2480 Dessel. Informatie tel./fax 014-37.77.34. Internetsite: www.vakantiefietser.be, e-mail: secretariaat@vakantiefietser.be. Het lidmaatschap loopt van 1 januari tot 31 december en bedraagt e 15,-. Te storten op rek. nr. 230-0175902-61 van De Vakantiefietser vzw, Dessel, met vermelding “lidgeld”. Meld adres- of e-mailwijzigingen aan: secretariaat@vakantiefietser.be
(beginnende) vakantiefietsers. Plan een zaterdag naar keuze (data hieronder) en leer in beperkte groep de meest voorkomende fietspannes aanpakken samen met Fietsdokter Mario Devilles. Cursusdata: 20 januari, 17 februari, 10 maart, 14 en 28 april, 19 mei en 16 juni 2007 (9.30-17.00 uur). Locatie: De Fietsdokter, Verschansingsstraat 48, 2000 Antwerpen. Bereikbaar met openbaar vervoer! Inschrijven: telefonisch (secretariaat) of on-line (website), waarna
11de Fietsreisbeurs in RETIE op 17/18 maart 2007 De leden van ‘De Vakantiefietser’ krijgen een fikse korting op onze fietsreisbeurs. Zie ook de beursfolder in dit tijdschrift of op de website: www.vakantiefietser.be/fietsreisbeurs/beursfolder.asp. Voor een aantal taken op de beurs zoeken we nog medewerkers: • HELPERS: met een controletaak tijdens de beurs • INFORMANTEN: ervaren fietsreizigers die met enthousiasme bezoekers kunnen informeren over hun recente fietsreizen, zowel naar verre bestemmingen als naar buurlanden. • DEMONSTRATIE: heb je een origineel idee op fietsgebied of qua fietstechniek, wil je een geplande of een gerealiseerde fietstocht voorstellen aan een geïnteresseerd publiek, enzovoorts. Stuur ons uw voorstel. ‘De Vakantiefietser’ kan u een beursstand aanbieden. Wij bieden iedereen die twee dagen actief meewerkt gratis overnachting en maaltijden aan in Vakantiecentrum ‘De Linde’ in Retie. Praktische schikkingen volgen later. Inlichtingen en contact: Frans Heylen, Bosstraat 9, 2520 Emblem - tel. 03-480 96 81, frans.heylen@scarlet.be, of het secretariaat van ‘De Vakantiefietser’.
44 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
Ondersteun je verhaal met sprekende foto’s. Schrijftips op: www.vakantiefietser.be/schrijfinstructies.asp
Primeur! Voor het eerst organiseren ‘De Vakantiefietser’ en ‘De Wereldfietser’ een gezamenlijke fietstocht. Die gaat door in de grensstreek België – Nederland tijdens het Hemelvaartweekend van donderdag 17 tot zondag 20 mei 2007. Overnachting op campings. Meer info in komend tijdschriftnummer en op de website.
8ste Groepsfietstocht
Onderweg tijdens de herfstweek in Tongeren
• FOTOWEDSTRIJD: Op de fietsreisbeurs 2006 kozen de bezoekers de winnaars uit de 94 tentoongestelde foto’s. Wil jij in 2007 ook één van de tien prachtige prijzen winnen? Stuur ons dan je mooiste fietsreiskiekjes; nadien sturen wij die je terug. Inzendadres: Marc Knapen, Brandhoutstraat 3, B-3800 Sint-Truiden tel.: 011-681341 e-mail: marcknapen@pandora.be
Fietsherstelcursussen. De enquête was duidelijk: fietsherstelcursussen zijn een ‘must’ voor
overschrijving op rekeningnummer 230-0175902-61 van De Vakantiefietser. Cursusdatum vermelden. Cursusgeld: leden 20,-euro; nietleden betalen bijkomend 15,-euro lidmaatschap. Meer info op: www.vakantiefietser.be/fietsherstelcursus.asp
De achtste groepstocht voor leden gaat door van 9 tot 16 juni 2007 in het romantische Duitse rivierengebied van Neckar, Tauber, Main, Kocher en het Odenwald. Het deelnemersaantal is beperkt tot 20. Met dit niet-commercieel aanbod richt De Vakantiefietser zich ook tot leden die zich aan een eerste meerdaagse fietstocht willen wagen. Meer gegevens op de website, of via: redactie@vakantiefietser.be of tel.: 050-319825. Op www.vakantiefietser.be/groepsfietstocht2006.asp vind je een uitgebreid verslag van de groepstocht 2006 in Saarland/Moselland en een fotoreportage.
Blikvanger De homepagina van www.vakantiefietser.be bevat een heuse blikvanger: een grappig/nuttig/relevant en vooral een fietsgerelateerd nieuwtje. Heb jij zo’n fietsnieuwtje dat hier niet zou misstaan, stuur het naar de webmaster: webmaster@vakantiefietser.be.
Wintertijd, verhalentijd De winter is dé tijd om foto’s en/of dia’s boven te halen en de voorbije fietsreis opnieuw te beleven. Heb je een mooi of spannend verhaal of maakte je een bijzondere gezinstocht, wij horen het graag!
Adreswijzigingen Om onze leden makkelijk te kunnen bereiken vragen wij wijzigingen van adres of e-mail te willen melden naar: secretariaat@vakantiefietser.be b
TEKST MARJAN BROUWER EN FREEK VERBAKEL
verenigingsnieuws
de
wereldfietser
Vereniging De Wereldfietser in Nederland Postbus 94005, 1090 GA Amsterdam, telefoon 06 488 27 351, internetsite www.wereldfietser.nl, e-mail post@wereldfietser.nl, girorekening 6991722 te Amsterdam. De contributie is 15 euro per jaar. Het lidmaatschap loopt van 1 januari tot 31 december. Word je in de loop van het jaar lid, dan worden de eerder in dat jaar verschenen nummers van het tijdschrift nagezonden. Lid worden kan door het invullen van het aanmeldingsformulier op de website of schriftelijk, met een kaartje of briefje naar bovenstaand adres.
Paastrektocht Onder de bezielende leiding van Rena Wolf fietsen we vanuit Amersfoort naar de grootste en mooiste paasvuren. Dit mag je gewoon niet missen! Voor meer informatie: Rena Wolf, Rena@wereldfietser.nl. Wanneer: 8 en 9 april Waar: Vertrek van Amersfoort CS. Kosten: Je betaalt alleen de kosten die je maakt tijdens het weekend (camping, eten, drinken, etc.)
Het was volop genieten dit najaar. Tijdens het najaarsweekeinde werd gefietst in Noord Brabant en Zuid Holland en werd net als de Huttentrektocht door velen gebruikt om mensen te leren kennen, om samen te fietsen en om informatie uit te wisselen. In november was er de Europese Fietsroute Markt. Hoewel minder druk bezocht dan vorig jaar was er voor de mensen die geweest zijn genoeg te doen. Er waren veel mensen die voor het eerst verder weg wilden fietsen en die zich kwamen oriënteren. Wat neem je mee? Hoe pak je je fiets in? Het blijven onderwerpen waar veel belangstelling voor is. Maar ook de informatiestands boden veel mooie fietsroutes in Europa.
Ledenenquête
Voorjaarsweekend
De redactie van De Wereldfietser gaat een lezersonderzoek houden en als bestuur willen wij graag weten wat de leden verwachten van de toekomstige koers van de vereniging. We weten dat veel mensen lid zijn van de vereniging omdat zij graag het tijdschrift De Wereldfietser lezen. Maar als vereniging doen we veel meer. We organiseren allerlei activiteiten die we via de website en activiteitenkalender bekend maken. De vraag is of dat wat we doen, ook is wat de leden willen. We gaan dat onderzoeken. We doen dat door middel van een telefonische enquête. Redactieleden en bestuursleden gaan de leden bellen en we hopen op jullie medewerking.
Dit jaar bezoeken we het ‘Venetië van het Noorden’: Giethoorn! Dat wordt dus waterfietsen dit weekend! Op zaterdag fietsen we een rondje, ’s avonds zijn er prachtige dialezingen en wordt het ongetwijfeld weer ouderwets gezellig (met of zonder kampvuur). Zondagochtend beginnen we met de algemene ledenvergadering, waarna iedereen weer huiswaarts keert. Jim van den Berg heeft meer informatie over dit weekend: Jimvandenberg@jimvandenberg.nl of 010-2763658. Wanneer: 12 en 13 mei Waar: Giethoorn; de camping wordt nog nader bekend gemaakt Kosten: Geen extra kosten
Contributie
Nieuwjaarsbijeenkomst
Hemelvaarttrektocht
Ieder jaar in november worden de acceptgiro’s verstuurd. Dit jaar waren het er ruim 2400, een heel karwei, waarvoor veel dank aan Pien en Perry. Het kost veel tijd. Pien, die de ledenadministratie verzorgt en Perry, penningmeester van de vereniging, hebben er meer dan 30 uur aan besteed. De klus, het printen, vouwen, kopiëren, scheuren, in enveloppen stoppen wordt door de jaren heen omvangrijker doordat we als vereniging groeien. Het zou enorm helpen als mensen via een machtiging betalen. Hoewel we het liefst zoveel mogelijkzelf met vrijwilligers doen gaan we onderzoeken wat het kost om deze klus uit te besteden.
Op zondag 7 januari vindt in Utrecht de nieuwjaarsbijeenkomst plaats.
Op veler verzoek rijden we dit jaar met onze Belgische zustervereniging De Vakantiefietser in het grensgebied van België en Nederland. Vermoedelijk is de start in Maastricht, waarna we gezamenlijk westwaarts fietsen. Onderweg overnachten we op campings. Leon Poels kan je alles vertellen over dit leuke weekend: Leon.Poels@planet.nl Wanneer: 17-20 mei Waar: in Nederland en België Kosten: Geen extra kosten
Fiets- en Wandelbeurs Al weer voor de derde keer wordt de Fiets- en Wandelbeurs georganiseerd in de RAI in Amsterdam. Dé beurs om alles aan de weet te komen over fietsen, fietsreparaties, fietsvakanties, wereldreizen etc. Ook de Wereldfietser is op deze beurs met informanten die alles weten van fietsen, waar ook ter wereld. Wil je meer informatie kijk dan op www.fietsenwandelbeurs.nl Wanneer: 3 en 4 februari Waar: RAI in Amsterdam Entree: € 10,- voor volwassenen. Kinderen tot 12 jaar gratis!
Fietsreparatiecursus Dit jaar gaan we twee verschillende sleutelcursussen geven: een basisversie met in vergelijking met de tot
nu toe gegeven cursus een iets lager tempo en een uitgebreide vervolgcursus met wat meer exotische zaken. In de basiscursus blijft uiteraard het derailleur en remmen afstellen, kabels vervangen, wielen, ketting en tandwielen wisselen en de zitpositie instellen, de vervolgcursus begint met een snelle herhaling en geeft extra aandacht aan wielen vlechten, vering, hydraulische remmen, Rohloff, schijfremmen, framereparaties etc. Wil je meer weten, mail dan naar reparatiecursus@wereldfietser.nl Wanneer: basiscursus: 19/20 mei, 9/10 juni; vervolgcursus 26/27 mei, 16/17 juni (na de zomer komen er ook nog een aantal cursussen) Waar: Kiel Windeweer (Groningen) Kosten: € 65 euro pp (incl overnachting in je eigen tent, koffie, thee en chinees eten op zaterdag)
Buitenlandtocht Wie gaat er mee naar Engeland varen? Vertrek op vrijdagavond 8 juni met de nachtboot Rotterdam-Hull. Retour op zaterdagavond 16 juni met de nachtboot Newcastle-IJmuiden. Kosten ferry: heen en terug incl. 2 x slaaphut excl. maaltijden: € 110 per persoon. Het wordt weer een tocht met het bekende concept: fietsen van camping naar camping over mooie stille achteraf weggetjes en fietsroutes, deze keer met James Hallworth, die hier is geboren en getogen en de regio op zijn duimpje kent. Monteer alvast de achteruitkijkspiegel aan de rechterkant van je fiets! Maximum aantal deelnemers 20. Bij grote belangstelling wordt overwogen om in twee groepen te fietsen. Hoogtepunten: • North Yorkmoors National Park • Yorkshire Dales National Park • Northcumbria Aanmelden bij jimvandenberg@ jimvandenberg.nl, tel.010-2763658 Wanneer: 8 tot 17 juni Waar: Engeland Kosten: Geen extra kosten b TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
45
k d
TEKST JOHAN STUIJT FOTO’S LEON POELS, WANDA GALIS, HARRY WAGENAAR
Het organiseren van een Wereldfietser-activiteit
Gekkenwerk! “Heb jij de stoffer en blik nog gezien?” Mijn oog dwaalt over de bananendozen in het halfduister van de lage schuur. Na de verhuizing zijn al onze spullen in meer dan honderd dozen beland, dus ook de stoffer en het blik. Mijn oog valt op een doos hoog achterop de stapel naast de buitenboordmotor. Ik baan mij een weg langs de tafel, de rieten stoel en de kampeerspullen. Het kriebelende spinnenweb op mijn gezicht negerend haal ik de doos naar beneden en zet hem op de grond. Ik werk de deksel eraf en zie ... een vouwfiets in de woestijn. Gekkenwerk! Honderden
boterhammen smeren
Bovenin de doos ligt een stoffig exemplaar van ‘De Wereldfietser’. Ik blader het door en plotseling slaat een vlaag van paniek mij om het hart. Dat is waar ook. Tijdens de laatste vergadering van de activiteitencommissie heb ik toegezegd dat ik dit jaar de Europese Fietsroute Markt zal organiseren. Verdomme! Volgens mij ben ik met een aantal voorbereidingen al veel te laat.
46 tijdschrift voor fietsreizigers
voor alle hongerige vrijw
illigers
Waar is in godsnaam die cd gebleven die ik van Evert kreeg met daarop exact waar je allemaal aan moet denken als je de EFM wilt organiseren? Ik neem mijzelf voor om echt elke doos open te maken als dat nodig is om die cd te vinden. Daarna nog mijn computer aansluiten en dan moet ik meteen aan de slag. Een paar weken later hoor ik de telefoon overgaan aan de andere
kant van de lijn. Er wordt opgenomen. “Redactie Volkskrant, wat kan ik voor u doen?” “Ja, goedemorgen, ik heb een persbericht voor u dat gaat over een beurs die door de vereniging ‘De Wereldfietser’ wordt georganiseerd op 5 november en ik ...”. Het inmiddels vloeiend uit mijn mond rollende verhaal over de op
handen zijnde EFM wordt door het redactielid aan de andere kant van de lijn aangehoord. “Heeft u daar misschien iets van op papier staan ofzo?” Ik bied aan om het persbericht dat ik de avond ervoor in elkaar heb gezet per email te sturen en hang weer op. Tien telefoonnummers later zet ik een kruisje erbij op mijn ‘to do’-lijst. Weer een stapje verder in de voorbereiding.
k
Perry staat bij de entree en laat trots zijn nieuwe t-shirt zien
Het is een drukte van belang!
Jim laat zien hoe je je fietstassen inpakt
Ondertussen stroomt de mailbox vol met antwoorden en vragen. De lijst met informanten groeit en groeit, er vormt zich een serie diapresentaties en er ontstaat zelfs het idee om extra workshops te organiseren over het schrijven van verhalen en fotografie op reis. De laatste twee weken wordt elk uurtje benut om mail te beantwoorden, het krantje in elkaar te zetten en spullen klaar te maken voor de copyshop. “Dit is de laatste keer dat ik dit doe, het is gekkenwerk!” Harm loopt met dozen vol broodjes de trap op naar het kleine keukentje op de eerste verdieping van het NIVON gebouw. Ik hoop dat hij het niet meent, want keer op keer verzorgt hij perfect de catering op dit soort dagen. Om twaalf uur is er een klein probleem. Ik heb de beamer –te leen van De Vakantiefietser, waarvoor zeer veel dank– aangesloten gehad op mijn laptop en getest. Jan heeft echter zijn eigen laptop meegenomen en die wil maar niet vriendjes worden met de beamer. De eerste toeschouwers zijn al gaan zitten en kijken met een droge gelaatsuitdrukking naar mij terwijl ik de beamer uit en weer aan zet. “Johan, Kees wil graag jouw laptop gebruiken bij zijn workshop, kun je hem even brengen?”, klinkt het uit de gang. Terwijl Jan aan zijn praatje over Finland begint zonder beamer-plaatjes ren ik met mijn laptop onder de arm de trap op naar de eerste verdieping. Het kleine zaaltje zit vol wachtende mensen en snel sluit ik hem aan. Hij doet helemaal niets. Maar beneden in de zaal deed ie het nog! Een beetje in paniek druk ik nog tien keer op de aan/uit knop, zonder resultaat. Er blijkt geen stroom te zijn op het stopcontact. Ik hol weer de trap af de dia-zaal in, waar mijn rugzak staat. Jan is nog steeds zonder plaatjes aan het vertellen en ik stel hem gerust dat ik dadelijk terugkom. Op de eerste verdieping rol ik mijn verlengsnoer uit maar nog steeds helpt het niet. De hele verdieping zit zonder stroom. Weer de trap af en aan de bar vraag
ik waar de stoppenkast is. “Er is volgens mij wel iets aan de hand ja, want ons computersysteem ligt ook voor een deel plat. Even de sleutel zoeken.” Sleutel gevonden, hop, hop de trap weer op, kastje open, en inderdaad: de aardlekschakelaar ligt eruit. Klik en overal springt het licht aan. Kees begint zijn, overigens zeer interessante, workshop en ik ren weer naar beneden de diazaal in. Na vijf minuten pielen werkt daar ook de beamer en kan Jan zijn foto’s van Finland laten zien. Hoezo gekkenwerk? Nu eerst even een kopje thee aan de bar. Het is avond en ik geniet van een heerlijk biertje uit India, een ‘Cobra’. Ik luister hoe vele gesprekken de lange gedekte tafel over vliegen en zich vermengen met zweverige Indiase muziek. Het is gezellig druk in het restaurant, slechts twee straten verwijderd van het NIVON. Buiten is het donker en het NIVON ziet er van binnen uit alsof wij er nooit zijn geweest vandaag. Alles is klaar, genieten maar. Honderd bezoekers zijn met een blij gezicht weer naar buiten gegaan. Niet zoveel als vorig jaar maar toen was de publiciteit door Evert vooraf ongeëvenaard goed geregeld en dat resulteerde in driehonderd bezoekers. Hetty vertelt dat het druk was geweest bij haar winkel en dat zij het allemaal leuk heeft gevonden. De laatste dia van Jan van Os vliegt nog even voor mijn ogen langs. Die man stond echt met plezier zijn verhalen over Hongarije te vertellen. Jim en John heb ik bijna niet gezien, zoveel mensen stonden de hele dag om hen heen vragen te stellen. Kan ik mij de zes aspecten van het fotograferen nog herinneren? Couleur locale, inhoud, evenwicht, ik ben ze helaas vergeten. Niet goed opgelet. Volgens mij vond Kees het heel leuk om te doen. OK, klaar met mijmeren. Geniet van het heerlijke eten, ga naar huis en dan lekker slapen. Alle medewerkers, informanten, dialezers en NIVON-mensen bedankt! b TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
47
c
Kroatië is gastland op het 29ste Internationaal Vakantiesalon Antwerpen EEN GASTVRIJ ONTHAAL VOOR IEDERE VAKANTIEGANGER!
Het is zeker niet de eerste keer dat Kroatië te gast is op het Internationaal Vakantiesalon in Antwerpen. Trouwe bezoekers van de beurs weten dat ze op de stand van Kroatië terechtkunnen voor interessante informatie over een al even interessant land. Dat zal dit jaar niet anders zijn, alleen zal het land deze keer zijn gastvrijheid promoten van op de centrale eregaststand in Hal 4 van Antwerp Expo. Kroatië is een relatief klein land, maar een ware schatkamer op het vlak van cultureel erfgoed, natuurpracht en gastronomie. Bovendien is het land ook voor de sportieve en avontuurlijke reiziger puur genieten! De gastvrije Kroaten verwelkomen bezoekers met open armen; van Zagreb tot Osijek, van Opatija tot Split en Dubrovnik. Of u nu komt om te genieten van de natuur of van de lekkere lokale gerechten, voor de sportieve avonturen of culturele ontdekkingen; Kroatië heeft het allemaal!
48 tijdschrift voor fietsreizigers
k
TEKST DIRK LENAERTS FOTO’S WARD VAN LOOCK
Herfstweekend 2006 van ‘de Vakantiefietser’
Traditioneel Het traditionele herfstweekend van ‘De Vakantiefietser’ ging door in het laatste weekend van september. Stefan en Ils onthaalden ons dit keer in de jeugdherberg van Tongeren. Zesentwintig vakantiefietsers trokken naar de oudste stad van België voor een gezellig samenzijn onder fietsvrienden.
Gezellig samenzijn onder fietsvrienden tijdens de herfstweek van De Vakantiefietser
Vrijdagavond kaartten we na de kennismaking nog lang na over gemaakte fietstochten. Daar wordt je hongerig en dorstig van en de hele groep trok naar een terras op de Tongerse Grote Markt. Van op zijn hoge sokkel gaf Ambiorix, volgens Caesar de dapperste van alle Galliërs, ons een goedkeurend knipoogje. Zaterdagmorgen na het ontbijt maakten de deelnemers zich klaar voor de fietstocht. Streekkenner Marc Knapen –de ondervoorzitter uit St-Truiden, niet zijn ook deelnemende naamgenoot uit Diest– zorgde voor een knooppuntenkaartje met twee aantrekkelijke fietslussen: een ‘korte’ van ruim vijftig kilometer en een ‘lange’ van ongeveer honderd kilometer. De korte-lussers namen de tijd voor enkele terrasjes, terwijl ik samen met de andere groep een stuk van het glooiende Haspengouw aan een deugdelijk tempo verkende. Tegen de middag gingen we picknicken op een campingterras en daarna trokken we naar de Landcommanderij Alden Biesen in Bilzen waar we de andere groep aantroffen. Alden Biezen, een plek met een bewogen militaire geschiedenis, is nu een drukbezocht toeristisch centrum. Op het zonnige terras van het apostelhuis in het poortgebouw deden wij ons te goed aan een pittig streekbiertje. Het leek wel zomer en op de terugweg naar Tongeren trokken we naar een boerderijterras voor een stevige portie hoeve-ijs. Na het avondmaal in de jeugdherberg bracht Stefan een onversneden diareportage van zijn recente fietsreis in IJsland. Zondagmorgen na het lange ontbijt was iedereen vrij naar huis te vertrekken of nog een tijdje rond te hangen op de befaamde Tongerse antiekmarkt. Stefan en Ils, hartelijk dank voor de organisatie van dit geslaagde weekend. b TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
49
c
50 tijdschrift voor fietsreizigers
H
SAMENSTELLING MAAIKE PFANN
John, ...mag ik je iets vragen? John Telleman is al jaren organisator van en meubilair op verenigingsactiviteiten. Aan zijn taak in het bestuur komt een eind, aan de inbreng bij activiteiten niet... Wanneer maakte je je eerste fietstocht en waarheen? Mijn eerste fietstocht was naar de bossen tussen Lage Vuursche en Baarn als verkenner bij de Scouting. Waarom ben je gaan fietsen? Omdat we met de Scouting op PI-LU-KA gingen. PInkster LUier KAmp, en dat was altijd fietsen. Wat vind je zo leuk aan fietsen? Een manier om op plaatsen en in situaties te komen waar je anders nooit komt. Wat gaat altijd mee op fietsreis? Brander en pannen. Gezond eten is belangrijk als je lichaam je motor is. Wat is je oudste fietsonderdeel? Mijn bar-ends, een soort multigrip, ik heb ze al veertien jaar. Wat is het nieuwste snufje van je uitrusting? De tent, een Vaude Ultra Hogan, tweepersoons, maar dan moet je erg veel van elkaar houden en met je tassen kunnen toveren. Wat is je favoriete fietsgereedschap? Mijn pomp, hij heeft een slangetje en een drukmeter zodat de pomp op de grond rust in plaats van op je ventiel te drukken. De drukmeter zorgt indirect voor veel comfort en efficiëntie bij het rijden op asfalt en gravel. Wat draag je altijd op de fiets? De laatste mode of van dat jaar ervoor van de LIDL en Aldi, werkt prima. Wat vergeet je regelmatig mee te nemen op fietsreis? Door te werken met checklijsten vergeet ik bijna nooit iets. De laatste reis ben ik vergeten een kaart van de provincie Utrecht uit mijn kaartvak in de fietstas te halen. Die kaart was ik al jaren kwijt en heb ik dus teruggevonden in Oezbekistan. Wat was je mooiste tocht ooit? Marokko, oversteek met de fiets op een muilezel over de Hoge Atlas, super ruig, mooie wegen, mooie architectuur, bijzonder aardige mensen en lekker eten. Wat was je meest mislukte fietstocht? De laatste in Oezbekistan en Tajikistan, het belangrijkste wat ik wilde zien was Buzkashi, een polospel met als bal een onthoofd schaap of kalf. Stoere mannen te paard met versleten legeruniformen vechten op leven en dood op de stoffige hoogvlakten van Centraal Azië. Het seizoen begint in november, wij gingen eind oktober naar huis... Waar zou je (nog) wel eens heen willen? Naar Centraal Azië in het Buzkashi-seizoen. Wat is je favoriete fietsland? Top drie: Nederland, Marokko, Alpen. Maar de landen kunnen per gemoedstoestand verschillen. Hoe ziet jouw ideale overnachtingsplek eruit? Hier in ben ik heel makkelijk. Een mooie wildkampeerstek of een klein door een familie gerund hotel. Wat eet je alleen op fietsvakantie (en niet thuis)? Vegetarisch in Verweggistan, vanwege mogelijke buikproblemen en ook drink ik dan erg veel cola. Wat was het spannendste moment dat je meemaakte op fietsreis? Mijn eerste kilometers buiten Europa in Israël. Net buiten Tel Aviv fiets je zo de Westbank in. ‘Goh, een militaire oefening’ bleek een gewapend conflict tussen het Israëlische leger in Palestijnse dorpelingen te zijn. Wij fietsten er op een paar honderd meter langs. Waar denk je aan als je op de fiets zit? Op de fiets verbaas ik me hoe ontspannend het leven kan zijn. Eventuele zorgen verdwijnen, en je problemen worden gereduceerd tot ‘waar kan ik eten kopen?’ en ‘waar kan ik slapen?’ Als ik een spectaculaire pas beklim dan fantaseer ik een webcam op mijn hoofd en stel me voor hoe bijvoorbeeld mijn ouders kunnen meekijken. Hoe ben je bij de Wereldfietser terechtgekomen? Tijdens de fiets-RAI in 1996 bleven we plakken bij de Wereldfietser-stand en maakte Eric Schuyt ons lid. Wat vind je het leukst van de vakantiefietser? Dat individualisten elkaar vinden en inspireren. Met wie zou je nog wel eens een fietstocht willen maken en waarheen? Met Gudy. Naar Marokko, of de Kaukasus. Wat is je grootste fietsblunder? Acht jaar terug ben ik vergeten lepels in te pakken, gelukkig verkoopt de HEMA ze los. Vertel eens iets verrassends over jezelf? Zojuist heb ik een nieuwe auto gekocht... TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
51