de wereldfietser
losse verkoop 7 3,40
no.3, zomer 2007
tijdschrift voor fietsreizigers
n
Thema – En toen ging ik fietsen... n Portugal n Pakistan – Karakoram Highway n Interview – Robert Declerck n
agenda
meer informatie op: www.wereldfietser.nl en www.vakantiefietser.be of kijk op pagina 43-45 van het verenigingsnieuws
augustus/september
oktober
31 -2 Nazomerweekend Wereldfietser, Kampeerterrein
6-7 Fietsreparatiecursus (stoomcursus) in Kiel Windeweer
Haskamperdennen, Houtvester van ‘t Hoffweg 25, Kootwijk. Met kampvuur, appeltaart, lekker fietsen, flessen wijn, een fantastische gezamenlijke maaltijd, mooie dia’s en leuke mensen. Kortom alle ingrediënten voor een geslaagd weekend zijn weer aanwezig. Op zondagochtend wordt zoals gebruikelijk de algemene ledenvergadering gehouden.
bij Marten Gerritsen. Informatie en aanmelden bij Roald Bonants, fietsreparatiecursus@wereldfietser.nl
8-9 Fietsreparatiecursus (basiscursus) in Kiel Windeweer bij Marten Gerritsen. Informatie en aanmelden bij Roald Bonants, fietsreparatiecursus@wereldfietser.nl
14-16
Najaarstrektocht De Wereldfietser. Vertrek vanuit Amsterdam. Informatie en aanmelden bij Yvette Heijnen, dolfijn200@zonnet.nl
5-7 Herfstweekend van De Vakantiefietser in de jeugdherberg Mons (Bergen) –zie ook pagina 44– info: ils.rombouts@pandora.be of 0478-450.395 (na 17 uur)
13 en 27 Fietsherstelcursus van De Vakantiefietser in Antwerpen (zie ook pagina 44)
november 4 Wereldfietsmarkt in het Nivongebouw te Rotterdam. Meer informatie bij Freek Verbakel: Freek@wereldfietser.nl
15-16 Fietsreparatiecursus (basiscursus) in Kiel
17 Fietsherstelcursus van De Vakantiefietser in Antwerpen
Windeweer bij Marten Gerritsen. Informatie en aanmelden bij Roald Bonants, fietsreparatiecursus@wereldfietser.nl
december
8 Fietsherstelcursus van De Vakantiefietser in Antwerpen 2 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
inhoud
FOTO’S COVER EVELYNE FIERS - KALASHA - PAKISTAN (WINNAAR FOTOWEDSTRIJD RETIE) FOTO’S AGENDA EN INHOUD YVETTE HEIJNEN
19-29 THEMA: EN TOEN GING IK FIETSEN.. 6 Pakistan
14 Fobie
EEN HUWELIJKSREIS OP DE KARAKORAM HIGWAY IS APART, MAAR UITERMATE TOEPASSELIJK VOOR HET FIETSEND VLAAMS PAAR EVELYNE FIERS EN TIM ADRIAENS.
WANDA GALIS WORDT OP DE FIETS BELAAGD DOOR EEN GROTE GELE ZOEMENDE BAL DIE DE LOL IN HET FIETSEN AF EN TOE DOET VERDWIJNEN ALS SNEEUW VOOR DE ZON.
9 Portugal
30 Interview: Robert Declerck
BREGJE BOSCHKER FIETST NAAR HAAR VRIEND VINCENT DIE IN LISSABON STAGE GAAT LOPEN. DE ROUTE DIE HAAR VADER DEELSVOOR HAAR UITSTIPPELDE IS SOMS ZWAAR MAAR ERG MOOI.
ROBERT DECLERK IS FREELANCE JOURNALIST, GING FIETSEN EN SCHREEF TOEN EEN AANTAL FIETSREISGIDSEN. BRUNO LOOCKX SPRAK MET HEM.
12 Pimp je vakantiefiets
46 Wereldreis in een weekend
STEL JE WILT JE FIETS OPWAARDEREN. NU ZIJN ER EINDELOOS VEEL ONDERDELEN TE KOOP, AL DAN NIET VIA INTERNET. HOE PAK JE DAT AAN? MARTEN GERRITSEN LICHT EEN TIPJE VAN DE SLUIER OP.
IN DE KOMENDE VIER NUMMERS ZULT U STEEDS TWEE ARTIKELEN AANTREFFEN WAARIN LEZERS EN REDACTIELEDEN UIT DE DOEKEN DOEN HOE ZIJ IN MAXIMAAL DRIE DAGEN EEN WERELDREIS MAKEN.
EN VERDER 2 AGENDA 4 COLOFON EN REDACTIONEEL 5 OP KLEINE SCHAAL 9 COLUMN BRUNO LOOCKX 14 INGEZONDEN BRIEF 29 GECRANKT EN GESHIFT 33 TIPS EN KOOKPUNT 34 VAN FIETS TOT FIETS 37 HET MOMENT 38 UITGELEZEN 40 FIETSERS ONDERWEG 42 VERENIGINGSNIEUWS NEDERLAND 43 ACTIVITEITENOVERZICHT 44 VERENIGINGSNIEUWS VLAANDEREN 47 VERSLAG OFF ROAD TREKTOCHT 49 VERSLAG HEMELVAARTTREKTOCHT 51 ‘FRANS HEIJLEN, MAG IK JE IETS VRAGEN?’ TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
3
Marc Knapen
b ma
st e r
e t a r is
we
se cr
n ni n
pe
Frans Heylen
REDACTIE
Bruno Loockx
Steven Vincken
André Ramault
Perry Senders
cr e t
a ri s
i v i t e i te n
se
act
st er bm a
Freek Verbakel
Rena Wolf
Sander Onderstal
Guido van Oss
Eric Schuijt
Joke Smeets
Maarten Smit
ei
nd
ho
REDACTIE
Marco de Wit
re d acti e
o f d r e d ac t i e
Marjan Brouwer
we
vo
pe
or zit
t er
BESTUUR WERELDFIETSER
n ni ng ees te m
r
Helmut Riemenschneider
g me e s t
d e r vo o r z i t t e
vo
on
or zi
tter
BESTUUR VAKANTIEFIETSER
er
r
{
Jos Morren
Marianne Vincken
Marc Peeters
UITGEVER
VORMGEVER
Theo Jorna
Maaike Pfann
van de redactie
Beoordeel dit blad! Een blad als dit moet het hebben van de lezers. Want daar wordt het immers voor gemaakt. Het is daarom belangrijk om te weten hoe jij over dit blad oordeelt. Natuurlijk ontvangt de redactie regelmatig reacties. Negatief, maar gelukkig ook veel positief van aard. We menen daarom dat we op de goede weg zijn. Toch vonden wij het nodig om een lezersenquête te ontwikkelen. Zodat we een serie doelgerichte vragen over het blad kunnen voorleggen aan de brede groep lezers.
ken wij om eens kritisch te kijken naar het huidige blad en het redactiebeleid. Het kan zijn dat we het blad aanpassen, maar noodzakelijk is dit niet. Voor alle duidelijkheid: het blad is en blijft een platform voor fietsreizigers. Daarin treedt geen verandering op. Natuurlijk berichten we over de uitslag in dit blad.
Hoe kun je nog meer helpen?
De enquête staat op het internet. Je kunt daarvoor terecht op de website www.fietsvragen.eu. Een enkel Europees adres voor zowel de Vakantiefietser als de Wereldfietser. Het gaat tenslotte om hetzelfde blad. Invullen is hooguit tien minuten werk. Heb je geen internet? Ga dan even bij een familielid, vriend of kennis op bezoek, die dat wel heeft.
Zo’n enquête ontwikkelen en uitvoeren kost tijd en inzet, net als voor het blad zelf natuurlijk. Maar we zijn naast de makers van dit blad, ook gewoon leden van de Vakantiefietser en Wereldfietser. We hebben graag versterking van jullie als het gaat om het insturen van reisverhalen, rubrieksteksten en leuke foto’s. Er wordt veel gereisd en jullie kunnen dus ook veel verhalen. Ook zijn we altijd heel blij met een nieuw, enthousiast redactielid. Zat je vroeger in de redactie van het schoolblad (of zit je er soms nu in), meld je dan aan. Voor je het weet, maak je dit blad echt zelf!
Wat gebeurt er met de uitslag?
Maar graag eerst even de enquête invullen. Op www.fietsvragen.eu
Met de uitslag vormt de redactie een beeld van wensen en behoeften bij de lezers op het gebied van inhoud, vormgeving en fotografie. Dit gebrui-
Alvast veel dank!
Doe ook mee
JOS MORREN, HOOFDREDACTEUR
n Dit tijdschrift is het gezamenlijke verenigingsblad van De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in Vlaanderen n Leden krijgen dit blad vier keer per jaar toegestuurd n Losse nummers kosten
5 3,40 n REACTIES, TIPS, VERSLAGEN met foto’s en evt. routekaartje naar: Redactie Wereldfietser, Postbus 94005, 1090 GA Amsterdam, redactie@wereldfietser.nl en Redactie Vakantiefietser, Kroonstraat 28/6, 8000 Brugge, redactie@vakantiefietser.be tijdschrift@wereldfietser.nl
n
n
SCHRIJFINSTRUCTIES zijn te vinden op www.wereldfietser.nl n ADVERTENTIES Theo Jorna, tel: 020 690 21 25, fax: 020 695 80 85
LITHOGRAFIE Eddy Beems, Amsterdam n DRUKKERIJ Ton Mittelmeijer, Amsterdam n AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Evelyne Fiers en Tim Adriaens, Bregje Boschker,
Marten Gerritsen, Wanda Galis, Paul Kroes, Mario Devillis, Maarten Smit, Sonja Edelaar, Marjan Brouwer, Frans Heylen KOPIJ 3 september 2007, voor schakeltjes en advertenties 18 september 2007
4 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
n
HET VOLGENDE NUMMER verschijnt op 19 oktober 2007 n SLUITINGSDATUM
}
FOTO MAAIKE PFANN
OP KLEINE SCHAAL OPROEP THEMA
Fietsfotografie Alle indrukken die je onderweg opdoet, zijn onvergetelijk. De prachtige landschappen onderweg op de fiets, de bijzondere ontmoetingen, het mooie licht, de kleurrijke kinderen en de speciale spiegeling in het water. Het zijn momenten om vast te leggen, als geheugensteuntje voor je herinneringen. Logisch dus dat vrijwel iedereen op reis een fototoestel met zich meedraagt. Waarom fotografeer jij? Wat het liefst, wat persé niet? Hoe maak je de beste (fiets)foto’s? Heb je tips? Wat is volgens jou de meest fotogenieke plek op aarde? Wanneer kon je wat je zag en voelde precies zo vastleggen met je camera en wanneer helemaal niet? Wat is het voordeel van fietsen voor het maken van foto’s? Wat betekent fotografie voor jou? Hoe leg je contact met mensen wanneer je hen wilt portretteren? Wat was de gelukstreffer van je leven? Waarom? Stuur vooral veel foto’s met de bijbehorende verhalen (ongeveer 500-1200 woorden) op naar 'redactie@wereldfietser.nl' of naar: 'redactie@vakantiefietser.be'. De deadline is 15 oktober 2007.
Aluminium Tubus dragers Peter Ronge is de geestelijk vader van Tubus-dragers. Zijn nieuwe merk is Racktime; aluminium dragers met een holle buis. Als je vijf biertjes drinkt, dan lijken ze er zelfs een beetje op. Ze zijn alleen minder zwaar te belasten dan stalen dragers en niet te lassen in den vreemde. Maar ze zijn wel goedkoper. Op de dragers kun je allerlei accessoires klikken zoals een veerklem, een kinderzitje of een mandje. Of Racktime net als Tubus óók wereldwijd binnen 48 uur reserveonderdelen toestuurt, dat vragen wij ons af. Racktime achterdrager edd-it, met twee niveaus, maximale belasting 30 kg, gewicht 733 gram, prijs € 49,95. Racktime achterdrager Stand-it, maximale belasting 30 kg, gewicht 625 gram, prijs € 46,95.
Ortlieb bestaat 25 jaar De marktleider op het gebied van waterdichte fietstassen bereikt dit jaar een mijlpaal. Daarom heeft Ortlieb de bekende Front- en Back-Rollers in een special print uitgevoerd, bijvoorbeeld deze in army-kleuren. Handig als je als wereldfietser in Irak wilt gaan fietsen. Vanaf € 94,94 per set.
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
TEKST ERIC SCHUIJT
Ieder jaar brengt De Vakantiefietser uit Amsterdam het boekje De wereldfietser uit. Dit is een handreiking voor fietsers die een lange reis willen maken. Er staat veel up-todate informatie in over onder andere visa, gezondheid, verzekeringen, websites en elektronica. Maar ook een paklijst en website ontbreken niet. De wereldfietser kost € 12,50 en is te koop bij De Fietsvakantiewinkel en De Vakantiefietser.
Een slechte reisvoorbereiding leidt soms tot grote problemen. Althans volgens het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Omdat wij in een zorgmaatschappij leven, hebben ze voor wereldfietsers en andere reizigers een folder en een website: www.wijsopreis.nl
OP KLEINE SCHAAL
Wereldfietser?
Wijs op reis
5
d
TEKST EN FOTO'S EVELYNE FIERS EN TIM ADRIAENS
Fietsreis langs de hoogste weg ter wereld…
Honeymoon op de KKH Voor hun huwelijksreis zochten Evelyne en Tim het ver, maar vooral hoog! In het islamitische Pakistan fiets je als westerse vrouw niet in Marianne Vos-outfit. Terug thuis kregen ze op fietsreisbeurs Retie 2007 nog een verlaat trouwcadeau. Een van hun foto's, de onderste, werd bekroond met de hoofdprijs –een fototoestel Pentax Optio W20– en prijkt nu op de cover van dit nummer. Stoffig, heet en zwaar parcours op weg naar de Kalasha-nederzetting nabij Birir.
Foto’s cover: ‘Kalasha-kinderen, een kleurrijk, vrolijk natuurvolkje’ en ‘Stoffig, heet en zwaar parcours op weg naar het Kalasha volk.’ Geen goudgele stranden, palmbomen of delicieuze cocktails met limoenschijfjes, maar adembenemende vergezichten, onwaarschijnlijke landschappen, pieken als kathedralen, spectaculaire trekkings, besneeuwde toppen, landslides, desolate steenwoestijnen, hectische bazaars en een zeer gastvrije cultuur met de nodige tegenstellingen. Dit waren de voornaamste ingrediënten van onze huwelijksreis in september-oktober 2006 in Pakistan en West-China. Langs de Karakoram Highway (KKH) gingen we voor zover de tijd het toeliet zoveel mogelijk op onze stevige trekkingfietsen made-in-Belgium, met voldoende basisconditie, naar we hoopten, vier gevulde fietstassen en een inderhaast aangeschaft flexibel zonnepaneeltje als cameralader. Na de vlucht Brussel-Islamabad nemen we de bus naar Gilgit en vandaar fietsen
Imposante en wiebelige touwbrug op de route
6 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
we naar het Chinese Kashgar, het eindpunt van de KKH. Het asfalt in de noordelijke Pakistaanse provincie tussen Gilgit en de Khunjerab-pass is van beduidend mindere kwaliteit dan het Chinese biljartlaken tot Kashgar. Toch is ons fietsplezier er niet minder om. Wie nog wil genieten van de nagenoeg verkeersvrije autostrada op de voormalige zijderoute in de Hunza-regio (het noordelijkste deel van Pakistan grenzend aan China) moet zich haasten. Overal langs de KKH zijn ploegen Chinese ingenieurs en landmeters bezig de weg op te meten. Ook al hebben de Chinezen hun reputatie mee, toch kunnen we ons moeilijk voorstellen dat dit kronkelend weggetje geprangd tussen de brokkelige bergwand en de kolkende rivier straks een snelweg wordt. Als wij moeten kiezen tussen de fraai gedecoreerde Pakistaanse lorries en de Chinese tientonner, dan weten wij het wel.
d
De thee-invitaties zijn echter zo veelvuldig dat we dikwijls beleefd weigeren Gastvrijheid met grote G Ons reisdagboek, een in Rawalpindi aangekocht onooglijk schriftje, getuigt van de Pakistaanse volksaard. Op de eerste pagina’s pennen we nog ijverig details over groezelige guesthouses, slopende busritten, broeierige bazaars,... Enkele pagina’s verder vind je alleen nog namen, adressen, telefoonnummers en ingekleefde visitekaartjes. Voor ons keurig in het Engels vertaald met ernaast de Urdu schrijfwijze (de officiële taal van Pakistan) voor het geval we foto’s moeten opsturen. Vaak met fotobijschriften zoals ‘meisje met blauwe shawal kamiesh dat ons de weg naar de two bridges trekking toonde’, of ‘jongens die ons een lift gaven van Borit lake naar Passu’. Vriendelijk en open zijn deze mensen, gastvrijheid staat met dikke letters in hun Koran. Een ontmoeting met Pakistani verloopt steevast volgens een zelfde ritueel. Op de onvermijdelijke vraag “Chai, sir?", soms komend vanachter de struiken, gaan we geregeld in. De thee-invitaties zijn echter zo veelvuldig dat we dikwijls beleefd weigeren uit schrik in het donker langs de KKH te stranden. Na de kennismaking met de gastfamilie worden ons milk tea en soms verse frieten aangeboden. In meer stedelijk gebied wordt vaak inderhaast een gsm-nummer gevormd en moeten we een gesprekje voeren met een enthousiast nichtje. "What did you think of Pakistan before you came here”. We vrezen dat we op deze veelgestelde vraag niet altijd het verwachte gezellige antwoord geven.
Paradijselijk en levensgevaarlijk Vrij vlug stellen we vast dat ook Pakistan met de nodige problemen opgescheep zit. We proeven zwaarmoedigheid wanneer de vader van Asif, de goedlachse Pakistaanse student die ons op sleeptouw nam in Peshawar, met ons kennismaakt in het gastenverblijf. “Asif's vader heeft het verlies van een zoon, soldaat in Kasjmir (betwist grensgebied tussen Pakistan en India) nooit verwerkt,” vertrouwt zijn vriend Nelson ons toe. “De lijken van soldaten worden niet van de berg naar beneden gehaald, te gevaarlijk. In dit district wonen veel families die hun zonen niet konden begraven.”
We groeten beleefd, onder de indruk. In een desolate wijk van de stad ontdekken we een prothesefabriek. De mijnenslachtoffers komen vooral uit Afghanistan en Waziristan, vernemen we bij het onthaal. Waziristan is een opstandige regio –vooral bewoond door opiumkwekende Pathanen– waar Pakistaanse wetten bij de enige hoofdweg eindigen, waar bloedvetes generaties lang meegaan en waar geschillen om land eindigen op mijnenvelden. In de idyllische valleien Hunza en Nagar merken wij daar niets van. Op dit kruispunt van Pamir, Hindukush en Himalaya wonen geen taliban, soennieten of sjiieten, maar Ismaïli. Dit zijn landbouwers en veehouders en hier hoeft de sluier niet zo nodig, de religie lijkt er dynamischer, moderner. Het zijn volgelingen van de Aga Khan en de vele opschriften op de bergwand herinneren aan de doortocht van hun spirituele leider. Geen schallende minaretten hier, maar gemeenschapshuizen voor ontmoeting en gebed.
Nationale parken of trainingskampen? De vele websites die we raadpleegden bejubelen de natuurpracht van de Pakistaanse nationale parken en onze verwachtingen zijn hooggespannen. Als natuurliefhebbers blijven we op onze honger zitten. We willen het Khunjerab National Park bezoeken. In dit park flirten de laatste Marco Polo-schapen met de eeuwige sneeuw, zijn de rivieren vergeven van de otters en staat het sneeuwluipaard op elke poster. Helaas is dit park zo goed als ontoegankelijk, er is geen toeristische infrastructuur. Na een incident tussen Chinese soldaten en roekeloze fietsers die zich off-track waagden, is fietsen er niet meer toegelaten. In Sost gaan onze fietsen op de bus en we vervolgen onze weg over de Khunjerab-pas (4730 m) naar het Chinese Tashkurgan. Even verder ligt de Chinese grens en bij de checkpoints krioelt het van soldaten. De vier dollar die elke toerist moet ophoesten gaat ongetwijfeld naar soldatensoldij. Ik sla een praatje met een opzichter. “Wij hebben in België sinds kort ook een nationaal park.” Hij: “Ach, mooi, en aan welke grens is het gelegen?” Veiligheid is hier duidelijk een prioriteit en nationale parken zijn ideaal om pottenkijkers te weren. Dit blijkt later ook
Tim geniet van het uitzicht op indrukwekkende bergreuzen
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
7
c
De thee-invitaties zijn echter zo veelvuldig dat we dikwijls beleefd weigeren aan het office van het park bij Chitral. Voor een ook naar onze normen fors bedrag tonen de parkwachters ons enkele zogenaamd zeldzame beesten. Het zijn echter veel voorkomende vogels die ze aanwijzen op vergeelde muurfoto’s.
Vrouwen in het straatbeeld Als westerse vrouw in een door en door islamitisch land willen fietsen vergt enige creatieve aanpassing. In Hunza kan dat misschien nog in korte broek. In Gilgit en in de grotere Islamitische centra zoals Peshawar zie je nauwelijks vrouwen, tenzij in de bazaar. Daar laveren kleurrijke boerka’s snel tussen de kraampjes door. De traditionele Pakistaanse shalwar kamiesh, een soort wijde pyjama compleet met sluier, is voor westerse vrouwen een uitkomst. Maar op de fiets draaien die lange broekspijpen vroeg of laat gegarandeerd tussen je ketting. Ook de ramadan (ramzan) is een verschijnsel waarmee je rekening dient te houden. Na zeven uur ’s avonds gaan alle eetstalletjes onherroepelijk dicht. De islam is overal, op bergwanden, op de markt en op de schappen van grootwarenhuizen met alcohol-free perfumes, mannenparfum voor moskeebezoek. Toeristen kunnen de moskee bezoeken, maar een koranboek aanraken is uit den boze. Vrouwenvertrekken zijn voor mannen verboden terrein. Dat ondervind ik als ik nietsvermoedend mijn vrouw volg in het huis van de gastheer. Een dankwoordje aan de huisvrouw voor de lekkere maaltijd zit er dus niet in…
Moeilijke fietsmomenten We kennen ook momenten dat het fietsen ons heel zwaar valt. Na de groene steppes van het Tagharma-bekken met de vele kamelen, geiten en yaks, volgt een urenlange eentonige klim door een onherbergzame steenwoestijn naar het Sub-
Parcours: Islamabad-Gilgit-Kashgar-Gilgit-Chitral-Birir-Peshawar Gefietst: Gilgit-Kashgar en rond Chitral (875 km) Trekkings: Rhakaposhi (Minapin), Two bridges trek (Passu), Fairy Meadows (Raikot bridge) Vlucht met fietstoeslag: Brussel-Islamabad via Istanbul met Turkish en PIA Meer foto’s op: http://www.oypo.nl/purperlibel Info: Tim.Adriaens@inbo.be
Rij betonnen yurks nabij het Karakol meer
8 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
ajsh-plateau. Op een hoogte van 4.000 meter worden we verrast door een sneuwstorm, de boordcomputer wijst –2°C aan. We zijn nog 10 km verwijderd van het Karakól-meer aan de voet van de imposante Pamir-reus Muztagh Ata (7.546 m), overigens volgens de reisgids de mooiste plek van West-China. We dienen haast te maken, de avond valt. Vermoeid, klappertandend en met twee paar sokken om de handen begonnen we de afdaling. Twee Kirgizische jongeren op een brommer dagen op en bieden hulp aan. Eerst begrijpen we hun bedoeling niet, maar even later tuft de brommer verder met Evelyne achterop. Ik probeer het spoor te volgen van de andere jongen op haar fiets. Later beleefden we een onvergetelijke avond bij de gastvrije Kirgizische familie in het piepkleine dorpje Subajsh. De zoute yak-melk en dito kraakbeen zijn wel een gesel voor onze smaakpapillen, maar die nacht slapen we heerlijk onder een dikke laag tapijten. 's Morgen hebben we tenminste droge kleren.
Oogstfeest bij de Kalasha Na de terugkeer in Gilgít nemen we deel aan de schitterende trekking naar Fairy Meadows aan de voet van de Nanga Parbat (8125 m), de 'Killer Mountain’. Daarna gaat het met de bus richting Chitral, een spectaculaire rit door een groen landschap met adembenemende toppen van het Hindukush-gebergte. Tegen valavond brult de bus zich over de Shandu-pas, en voor de resterende kilometers tot Chitral laden we de fietsen over op een jeep. Wij begrijpen nu waarom jaarlijks slechts een duizendtal toeristen tot hier komen. Na het Kalasha Festival in Chitral fietsen we naar Birir, een loodzware tocht op een steile, smalle weg. Birir Valley is een van de drie afgelegen valleien op de grens met Afghanistan waar in totaal nog ongeveer 5.000 Kalasha wonen. Zij onderscheiden zich ook van de islamitische Pakistani door hun animistische religie, een soort natuurgodsdienst. Dat ze afstammelingen zouden zijn van Alexander de Grote is vermoedelijk een toeristenval. De vrouwen zijn wat schuw maar omdat we hier een tijdje blijven en veel rondwandelen is het ijs snel gebroken. Het oogstfestival met zijn geheimzinnige dansen en rituelen is onvergetelijk. b
d
C BRUNO LUMN LOOCKX Zomerweer – terrasjesweer 'Mei niet te koud en niet te nat, vult de schuur en ook het vat' Bij het verschijnen van dit nummer is de meteorologische zomer al een maand aan de gang. In mijn schooltijd vond ik de al zomer een geweldige periode, maar toen had dit meer te maken met het zalige vakantiegevoel. Tenminste wanneer regen, wind of storm de pret niet verstoorden. Door de opwarming van de aarde lijken de zomers alsmaar warmer en langer te worden. Met een recordaantal van 284 uren zon –30 uur meer dan het vorige aprilrecord uit 1893– en de hele maand in Ukkel geen druppel regen, leek het alsof dit jaar de zomer in april begonnen was. Boeren snakten naar regen, maar het Paastoerisme werd een topper. Mijn verlangen naar de zomer betekent niet dat de andere seizoenen me niet liggen. Het zomergevoel associeer ik nu meer met een caféterras, een afspanning, een koffiehuis,... En ik stel vast dat de horeca tijd noch moeite spaart om recreanten naar een gezellig terras te lokken. Ook op werkdagen probeer ik zoveel mogelijk van de zomer te genieten. Haast elke avond na het eten maak ik met Mia een fietsritje, kort of lang naargelang de job het toelaat. Terwijl de zon langzaam ondergaat genieten wij van een heerlijke avond, zeg maar gerust een Mediterrane avond. Het laatste zonlicht op de bewegende schapenwolkjes zorgt voor een bijzondere sfeer en soms lijkt het alsof de einder nog even in brand staat. Meer mensen hebben het kijkkastje op slot gedaan: wandelaars, recreatieve fietsers, wielertoeristen,... Elkeen heeft zo zijn reden om buiten te komen, maar de meeste willen de dag rekken en genieten: ze zoeken een afspanning met een gezellig terras, zijn op weg naar de 'crèmeboer' (B) of de 'ijsventer' (NL), wippen binnen bij vrienden en sommigen willen een sportieve prestatie neerzetten. Niet ver van mijn deur in de Kempen ligt de bekende ‘likdreef’ van Averbode. Ik merk daar trouwens steeds meer auto’s met gele nummerplaten. Langsheen een beukendreef vlakbij de abdij hebben zich een tiental ijswagens geposteerd. Netjes in de rij bestellen avondtoeristen hun ijsje. Honderden fietsers passeren hier, voor ijsfanaten is dit de place-to-be. Onlangs zat ik met enkele Nederlandse fietsreisjournalisten op een terras en werd het ‘terrasverschil’ annex 'terrasgebruik' tussen Belgen en Hollanders uit de doeken gedaan. Een Belg 'doet een terraske' of stopt aan zijn ‘kapelleke’. Een mooi gezegde om het zondags cafébezoek te laten overkomen als het thuis afgesproken kerkbezoek. Een Hollander stopt meer voor appeltaart of koek met koffie heb ik begrepen en … hm … vastgesteld. Gerrit Pluim, beheerder van de website 'Fietsen.123.nl' noemt ze ‘fietsrektoeristen’, een toepasselijke en mooie naam vind ik. Van reisgidsauteur en duizendpoot Bert Sitters krijgen deze Nederlanders de naam ‘appeltaarttoeristen’. En Teus Korperaal van Fietssport Magazine vertelde dat wij Belgen 'trappistenfietsers' zijn. Een juiste omschrijving voor heel wat Vlaamse fietsers! Nergens ter wereld vind je trouwens zoveel ambachtelijke bieren van hoge gisting met het prestigieuze label 'trappist' als bij ons. Kenners halen hun neus op voor het meer commerciële 'abdijbier'. Naast mensen laven en opkikkeren, is het positieve aan een terras dat er vlug contacten worden gelegd. Eenmaal uit hun hokjes stellen mensen zich socialer, meer communicatief op. Waarover ze het hebben doet er niet toe: het weer, de droogte, de prachtige avond, koetjes of kalfjes. Zo'n reünie herinnert aan tijden zonder tv, of aan verre landen waar het leven zich nog op straat afspeelt. Uit reisverslagen weten we dat veel contacten tot stand komen in drank- of eetgelegenheden. Ver weg of dicht bij huis, daar maak je kennis met 'andere' mensen of met culturen. En dat is wat ons, fietsreizigers, zo aanspreekt. Ik hef met veel genoegen het glas op de gezondheid van fietsrektoeristen, appeltaarttoeristen, trappistenfietsers en van alle vakantiefietsers en wereldfietsers. Santé of proost.
tijdschrift voor fietsreizigers
9
g
TEKST EN FOTO’S BREGJE BOSCHKER
Van de Pyreneeën naar Portugal
Het idee: één en één is twee Alle mooie reizen beginnen altijd met een idee, zo weet ook Bregje Boschker. Ze heeft wat tijd over voor haar afstuderen, vriendje Vincent vertrekt voor stage naar Portugal. En zo wordt één en één twee. Bregje stapt op de fiets om Vincent in Lissabon weer te zien en heeft gedurende de reis voldoende momenten om in alle rust en ruimte eens goed te filosoferen over haar komende zoektocht op de arbeidsmarkt en daarvoor haar koers te bepalen. Het is een hele run om alle spullen op tijd op mijn fiets te krijgen. Naarmate het moment van vertrek dichterbij komt, zie ik steeds meer spullen die ab-so-luut meemoeten. De hele ochtend heb ik als een dwaas door de stad gerend voor de laatste impulsaankopen. Toch maar Teva’s aangeschaft en zo’n tijdritstuur voor wat variatie voor de handen. En zal ik nou tien of vijftien fotorolletjes meenemen? In alle commotie maak ik een lunchpakket, dat zelfs een ervaren
bouwvakker slechts met moeite in één dag kan opeten. Bij het perron opduwen van mijn fiets produceer ik de eerste zweetdruppels, zo zwaar ben ik beladen. Ik ben prima op tijd, als blijkt dat de slaaptrein, die mij naar Zuid-Frankrijk brengt, een half uur vertraging heeft. In de koele coupe kom ik uiteindelijk tot rust. De reis is begonnen. Nieuwsgierig haal ik de kaart tevoorschijn om mijn route uit te stippelen. In mijn coupe zitten Toine en Karen, een jong stel dat al vaker fietsvakanties heeft gemaakt. Dit jaar gaan ze toeren in Spanje. Buiten schiet de omgeving zich aan ons voorbij. Met hoge snelheid denderen we op onze bestemming af. Na een nacht geruststellend heen en weer geboemeld te hebben, staan we geheel volgens reisschema met fiets en bepakking in Zuid-Frankrijk. De zon schijnt er zo lustig op los. Met enig ongeduld bestijg ik mijn fiets. Lissabon roept!
Al direct zien we het landschap veranderen van stedelijk tot landschappelijk. De weggetjes worden rustiger, de glooiingen steeds hoger en de vogels lijken harder te gaan fluiten. De kilometers verdwijnen traag maar gestaag, terwijl ik probeer te wennen aan het gewicht van mijn fiets, de hoogteverschillen en de warmte. Het gezelschap zorgt ervoor dat ik de moed erin hou. Ook Toine en Karen, meer ervaren fietsers, heb-
Oerwoudachtig
Ikzelf in de spiegel
10 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
Deze eerste dag fiets ik samen met Toine en Karen. Zij sluiten zich graag aan bij het eerste deel van mijn route, de intocht op het Iberische schiereiland, getipt door mijn vader. Mijn ouders, echte fietsliefhebbers, zijn eerder naar ‘Santiago de Compostella’ gefietst. “Die route maakt gebruik van een mooie pas tussen de bergen door. Die kun je heel goed hebben, ook zonder veel fietservaring,” verzekerde mijn vader. Vooral dat laatste klonk mij veelbelovend in de oren. Dus zijn we nu op weg naar St. JeanPied–de- Port, aan de voet van de Pyreneeën.
De eerste pas, de puerto de Ibañeta
g
Het fietsen gaat me steeds beter af. Wat een genot, wat een vrijheid. Vervloekend Echter nadat ik nogmaals de rivier kruis om op de rechteroever verder te fietsen, voelt de weg ineens een stuk steiler. De route ontdoet zich van zijn lieflijk slingerend karakter en ontpopt zich tot mijn schrik tot een volwaardige bergweg met heuse haarspeldbochten! Terwijl mijn benen signalen van vermoeidheid afgeven –ik zit dan ook al vijf uur op de fiets-– volgen de haarspeldbochten elkaar op. De ene nog steiler dan de ander. In een regelmatig patroon en rap tempo klimt de weg zo de berg op. De tijd verstrijkt sneller dan de kilometers. Dit is helemaal geen pas die zich tussen de bergen doorsnijdt, dit is gewoon een ordinaire bergbeklimming!
Typisch tijdloos Portugees dorpje
ben moeite met het op gang komen. Dat belooft wat voor morgen, aan de horizon wachten de Pyreneeën geduldig, de toppen steken puntig omhoog. Moe maar voldaan strijken we neer op de eerste en laatste camping op Frans grondgebied. Eerst maar eens een nacht goed slapen. Na drie glazen rode wijn voel ik aan mijn hangende oogleden dat geen enkel probleem wordt! De volgende ochtend ontbijt ik smaakvol uit mijn lunchpakket uit Nederland, waar maar geen einde aan lijkt te komen. Mijn reisgenoten moeten nog het stadje in voor een ontbijt, dus nemen we afscheid en ga ik alleen op pad. De ochtendnevel hangt zwaar in het dal en zorgt voor een koel, bijna duister, klimaat. De natte bomen zien er intens groen uit, bijna oerwoudachtig. De weg waarop ik fiets lijkt een kat en muis spelletje te spelen met het riviertje, dat ernaast stroomt. De ene keer slingert de weg over de linkeroever, dan kruisen ze elkaar, om vervolgens over de rechteroever even wat afstand van elkaar te nemen. De weg snijdt zich zo letterlijk tussen twee groene bergwanden door, precies zoals mijn vader had beloofd. Ik geniet van het heerlijk fietsen in alle rust. Twee uur lang kom ik geen auto of mens tegen.
De zon begint door de flarden ochtendwolken heen te prikken. Het zal niet lang duren of de hitte maakt het fietsen nog zwaarder. Mijn vader intern vervloekend ploeter ik verder Ik concentreer mij op mijn ritme, hardop tellend duw ik de pedalen naar beneden. Links, rechts, links. Eenentwintig, tweeëntwintig, drieëntwintig. Mijn blik klemt zich vast aan de wegmarkering om te voorkomen dat ik ga slingeren. Elke meter teveel is zonde van de energie. Op een recht stuk haalt een wielrenner mij in. Terwijl hij een blik opzij werpt, roept hij de woorden: “Ai jaai jaai, c’est trop lourd, hein!”. Normaal gesproken zou ik me beledigd voelen als een man mij zo recht voor zijn raap zegt dat ik te zwaar ben. Maar in dit geval ben ik het hartgrondig met zijn analyse eens. Op het moment dat de zon definitief doorbreekt heb ik zicht op de laatste vijfhonderd meter tot aan de top. Een kaarsrechte, steile landingsbaan. Als extra toegift waait er een straffe tegenwind. Ik sta bijna stil. Met de top in zicht, bijt ik mij vast in de pedalen en kom fietsend boven. Daar geniet ik van een prachtig uitzicht. Dankbaar stuur ik mijn vader een sms-je, ik sta hier toch maar mooi dankzij zijn routesuggestie. Vanaf dat moment weet ik zeker dat ik Lissabon ga halen en dat het een machtig mooie tocht wordt.
Verwilderd De rest van mijn tocht naar Lissabon verloop uitstekend. Mijn route bepaal ik aan de hand van de meest rechtstreekse diagonaallijn naar Lissabon. In het eerste deel, Pamplona-
De Pyreneeën liggen dreigend aan de horizon
Logro–o-Burgos, volg ik nog de Santiago-route, zodat ik me vergezeld weet van andere fietsgenoten. Daarna buig ik af naar het Zuiden, via Valladolid. Daar kom ik veel minder fietsers tegen, laat staan met bepakking. Ik fiets door een kaal landschap met kaarsrechte wegen. De leegte kun je hier bijna proeven. De weg strekt zich recht voor me uit. Het is veertig graden. De lucht trilt boven het wegdek. Links aan de horizon prijken, grauw en ruw, hoge bergen. Later als ik groot en sterk ben, denk ik bij mezelf, dan kom ik terug en ga daar fietsen. Het fietsen gaat me steeds beter af. Wat een genot, wat een vrijheid. De kilometers vliegen voorbij. Bij de laatste etappe, loodst Vincent mij met zijn mobiele telefoon foutloos door de drukte van de voorsteden van Lissabon. Als ik hem in het straatbeeld zie staan, voel ik me verwilderd. Blonde, verwaaide haren. Bruine armen bedekt onder een korrelige laag zout. Hij denkt dat die korrels zand zijn. Ik steek een arm naar hem uit. “Proeven?” vraag ik uitdagend. Hij neemt een grote lik van mijn pols tot aan mijn elleboog. Zijn gezicht vertrekt zich spontaan, waarop hij uitroept: “Bah, dat is zout!” Lachend geef ik hem mijn laatste water uit mijn bidon. Life is bitter, life is sweet! b
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
11
g
TEKST MARTEN GERRITSEN FOTO’S MAAIKE PFANN
Geef je trouwe beestje een update
Pimp je vakantiefiets Je hebt een wat oudere fiets die nog heel goed is, maar best wel eens een update kan gebruiken. Nieuwe wielen, nieuwe derailleurs, of een ander crankstel. Dat verdient het trouwe beestje wel en er is genoeg te koop zo her en der. Waar moet je echter zoal op letten? geld cassettes met zeven, acht of negen kransjes kunt kopen. En goedkope cassettes kunnen uit elkaar, dus als je maar zes kransjes nodig hebt, valt daar ook een mouw aan te passen. Ook aan freewheels valt nog wel te komen, hoewel de kwaliteit en de keuze wel minder is geworden. Je zal dus even moeten zoeken.
Wat tien of zelfs twintig jaar geleden een goeie fiets was, zal –mits goed onderhouden– nog steeds een prima vakantiefiets kunnen zijn. Toegegeven, de moderne trend van extra brede banden, vering of 26-inchwielen moet je dan aan je voorbij laten gaan. Dat kost je een nieuwe fiets. Maar als je oude frame goed is, vermijd je met een update ook de voor de vakantiefiets minder geschikte uitwassen zoals carbon, breed bouwende crankstellen of rare spaakpatronen. Ga je onderdelen vervangen, dan kom je voor de keuze: probeer ik de fiets te laten zoals hij was of ga ik de boel moderniseren? Die keus is niet altijd vrijwillig, want veel oud spul is niet meer leverbaar. Frames zijn verder behoorlijk gestandaardiseerd. Dat wil zeggen dat je er nog steeds onderdelen bij kunt kopen om er aan te hangen. Maar koop je een ander frame, dan wil dat niet zeggen dat je al je onderdelen kunt overzetten. Want er zijn natuurlijk wel veel verschillende standaardmogelijkheden! Geloof niet direct de fietsenmaker, want die verwarren leverbaar vaak met wat ze zelf hebben ingekocht! Zo moeten moderne racefietsen het tegenwoordig met tien kransjes naast elkaar doen, maar dat wil niet zeggen dat je niet voor veel minder
12 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
Kortom er kan veel, maar je kunt ook onverwachte moeilijkheden tegen komen. Doe dus vooraf je huiswerk om je project niet halverwege te laten stranden.
1
Achternaaf
Huidige naven zijn vaak 135 (mountainbike) of 130 mm breed (racefiets). Oudere fietsen doen het
Ga je onderdelen in de aandrijving vervangen, dan kan dat nogal wat consequenties hebben. Want het moet allemaal samen kunnen werken. Stel je vervangt het crankstel door een modern compact crankstel met kleinere bladen. In de meeste gevallen moet je dan ook de trapas vervangen en daarbij goed letten op de juiste lengte en de juiste vorm. De kleinere bladen hebben consequenties voor de vorm van de kooi van de voorderailleur, dus voor de laatste moet dan ook een andere komen. Als het nieuwe crankstel een groter verschil tussen de grootste/kleinste tandwielen heeft, kan het vervolgens voorkomen dat de oude achterderailleur de ketting niet meer op spanning houdt.
3
1
1 Dus moet je op zoek naar een derailleur met een langere kooi. Installeer je bovendien een triple crankstel in plaats van voorheen een dubbel voorblad, dan loop je bij indexschakeling ook nog het risico een nieuwe shifter te moeten monteren omdat de oude maar twee standen heeft.
d
Heb je geen indexversnellingen, maar wil je die wel, dan zul je alles moeten vervangen. Minimaal naaf, achtertandwielen, crankstel, shifters, ketting en derailleurs!
met minder. Soms kun je het frame laten uitbuigen en sommige naven kun je ook iets smaller maken door een ringetje weg te halen. Maar dan moet wel het wiel weer bijgespaakt worden. Acht-, negen- en tienversnellingencassettes (Shimano-norm) passen op de zelfde naaf (voor zes- en zevenversnellingen is die smaller). Bij upgraden heb je ook minimaal een ander shifter en ketting nodig. Het crankstel en de derailleurs zijn vaak nog wel bruikbaar. Heb je geen indexversnellingen, maar wil je die wel, dan zul je alles moeten vervangen. Minimaal naaf, achtertandwielen, crankstel, shifters, ketting en derailleurs! Shimano-achterderailleurs zijn behoorlijk gestandaardiseerd en vrij willekeurig door elkaar te gebruiken. Ook kun je ze prima met niet- geïndexeerde systemen gebruiken. Sram
2 2
heeft een eigenzinnige, eigen lijn die niet compatibel is Een Rohloff-naaf past alleen als je een 135 mm brede naaf in het frame onder kunt brengen. Meestal zul je een losse kettingspanner moeten monteren. Bij een racestuur zijn er wat speciale oplossingen nodig omdat de shifter niet past.
Crankstel
Bij een nieuw crankstel hoort meestal ook een nieuwe as. Bij een tandwiel met een andere diameter kan een andere voorderailleur horen. Bij de overgang op een triple moet de shifter ook compatibel zijn. De schroefdraad in het frame voor de bracket-as is meestal BSC, maar er zijn uitzonderingen. Bij moderne crankstellen met externe lagers moet je het bracket eerst laten vlakken. Om een fiets om te bouwen naar een drievoudig voorblad, heb je in ieder geval een aangepast crankstel en een langere trapas nodig. En meestal ook een achterderailleur met langere kooi, een anders vormgegeven voorderailleur en een shifter die drie posities aan kan. Pedalen passen eigenlijk altijd, maar schoenen en de plaatjes voor clickpedalen kunnen nog wel eens een verrassing opleveren.
3
Frame
Cantilever- en V-brakes passen op dezelfde framenokken, maar ‘canti's’ hebben extra kabelstoppers nodig (zijn vaak los te verkrijgen). Let bij sidepull/centerpullremmen op de inbouwhoogte. V-brakes en cantilevers hebben een verschillende remgreep nodig, omdat een V-brakegreep veel meer remkabel trekt. Schijfremmen zijn alleen te monteren op een frame dat al de daarvoor benodigde nokken heeft, en ook de naven moeten dan een schijfremflens hebben. Een oud frame kun je opnieuw laten lakken. Controleer wel van te voren of het frame niet gescheurd of doorgeroest is. En hou er rekening mee dat na het lakken alle schroefdraad etc. moet worden schoon gesneden. Wil je het frame vervangen, check dan de inbouwbreedte van de wielen, de diameter van de zadelpen en de klemdiameter van de voorderailleur, de remmen, de voorvork, en de schroefdraad in het n bracket.
2 3
tijdschrift voor fietsreizigers
13
T
14 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
T
Belangrijk bij een voorvork zijn lengte, sprong, diameter en de lengte van de binnenbalhoofdbuis, wel of geen schroefdraad en de remnokken.
3
Voorvork
Belangrijk bij een voorvork zijn lengte, sprong, diameter en de lengte van de binnenbalhoofdbuis, wel of geen schroefdraad en de remnokken. Verende voorvorken zijn veel langer dan niet geveerde. Een niet op vering voorbereid frame van een te lange vork voorzien is geen goed idee. Ook moet je op de juiste lengte letten als je een verende voorvork wil vervangen door een starre.
4
5
4
3
Stuur en balhoofd
Op een fiets met vlak stuur en nokken voor Vbrakes kun je hydraulische remmen monteren. De leiding voor de achterrem wil alleen niet door de kabelstoppers van de achterrem, maar daar zijn wel aparte montagesetjes voor. Als je een fiets wil ombouwen met Ahead-balhoofdlagers (modern, maar verder vrij zinloos) heb je behalve een ander balhoofdstel ook een nieuwe voorvork en een nieuwe stuurvoorbouw nodig. Een conventioneel balhoofdstel met losse, ingeperste cups is goed te vervangen, mits je let op de juiste afmetingen.
Mountainbikesturen zijn of 25,4 mm of 31,8 mm in doorsnede. Racesturen zijn er ook nog met een klemdiameter in 25,8 of 26,4 mm. Als het niet past, heb je ook een andere stuurpen nodig. De diameter van de pen die in de voorvork stekt is 22,2, 25,4 of 28,6 mm. Sommige oude Franse fietsen gebruiken echter 22,0! Heb je Ahead; de klemdiameter van de strop die om de vork past is meestal 28,6 mm, soms 25,4. Is de vork te dun, dan kun je een vulbus toepassen. De stropdiameter moet weer passen bij je stuur.
5
Voorwiel
De bevestiging van de voornaaf in de vork is voor alle gewone vakantiefietsen gelijk. Om bij de naaf te passen, moet de velg hetzelfde aantal spaakgaten hebben. Let ook op de breedte; oude fietsen kunnen remmen hebben die niet overweg kunnen met een brede velg. Bij sommige frames is het handig om een andere wielmaat te monteren in verband met een betere verkrijgbaarheid van velgen en banden. Van 27 inch naar 28 inch is meestal goed mogelijk zon-
6
4
3
5
der problemen met de remmen, bij andere maten kan het een stuk ingewikkelder worden. Op MTB's met schijfremmen kun je snelle 28inchwielen met smalle banden monteren. Of bredere banden passen, ligt aan de ruimte in het frame en tussen de remhoeven. Zet geen vouwbanden op oude velgen die de daarvoor noodzakelijke groef aan de binnenkant missen. Een naafdynamo is een voornaaf met een iets grotere flens dan een standaardnaaf. Je hebt dus kortere spaken nodig. Er zijn ook naafdynamo's voor tandems, fietsen met schijfremmen of rollerbrakes.
6
Zadel
Behoudens wat exotische systemen en zeer goedkope bagger hebben bijna alle zadels een bevestigingssysteem met twee ronde 8mm-stangen die op iedere zadelpen passen. Uitzondering: sommige geveerde leren zadels met een dubbele zadelbrug. Daar heb je een adapterblokje bij nodig. Zadelpennen zijn er in heel veel verschillende diameters, afhankelijk van het frame. De lengte kan variĂŤren van 150 tot 420 mm. Een te dunne pen kun je vaak pas maken met een vulbus, wat heel gebruikelijk is bij verende zadelpennen. Let er voordat je een verende zadelpen koopt op dat je voldoende ruimte boven je frame hebt voor het mechaniek. b
6
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
15
T
TEKST WANDA GALIS ILLUSTRATIE MAAIKE PFANN
Vliegende zoemballen op de fiets
Ongewenste meereizenden ‘Chko Stiavnicke vrchy’ ligt 4 km bergopwaarts na hellingen van 12% en 10% via een wit getekende weg op de kaart die langs de rotswand loopt en rustig en smal genoeg is om leuk te kunnen zijn. Harry fietst sneller en gaat vast vooruit. Ik volg langzaam maar zeker, totdat er een grote gele zoemende bal rondom me komt vliegen. Ik sla ‘het’ weg, net als die op zout beluste vliegen, maar dat laat ‘het’ niet toe, die komt nog dichterbij zelfs. Ik zet een spurt in en hoop dat ‘het’ achter me zal blijven. Niets is minder waar, ‘het’ zet de achtervolging genadeloos in. In paniek weet ik de fiets aan de rotskant van de weg te laten vallen, waarna ik het relatief veilig op een lopen kan zetten. Maar zoembal verkiest mij boven de fiets, iets wat ik van de ‘gewone wesp’ niet gewend ben, die zijn meestal meer gesteld op het metaal van een fiets of op het metaal van lekkende kraanopeningen. Ik ben aan het dansen, springen, vliegen en rennen als er bergopwaarts een auto langs komt rijden. Mijn gedrag heeft kennelijk een vreemde indruk gemaakt, want het duurt niet lang of Harry komt terug om te vragen wat er aan de hand is. “Niets bijzonders.” “O, een automobilist kwam langsrijden en zei: ‘Eine Frau mit Fahrad hat problemen’.” “… Mijn fobie kwam even de kop opsteken.” “Is dat alles?” “Ja, dat is alles.” “Ben ik daarvoor helemaal terug komen rijden?” “Daar kan ik ook niks aan doen, maar we gaan weer.”
Kwelgeesten Met teveel adrenaline in mijn lijf fiets ik zo snel als bergopwaarts mogelijk is. Ik kijk links achterom, rechts achterom en op mijn fietscomputer hoeveel de weg al opschiet, maar we hebben pas één kilometer gehad. Rechts
16 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
om me heen slaand, links om me heen slaand, alles wat zoemt is het opschrikken waard. Mijn stuur te stevig vasthoudend om maar sneller te kunnen gaan. Harry: “He, rustig aan.” Maar dat is niet belangrijk, niets is belangrijk, alleen wegkomen van hier. Meter voor meter, bocht voor bocht gaat voorbij, tot er weer zo’n gele bal om me heen komt zoemen. Ik slinger de weg bijna af, weet me op een paar centimeter voor de rand –er is geen vangrail– slippend tot stilstand te brengen als Harry blaft: “Kijk toch uit verdomme” en dat is genoeg om mijn toch al tot het uiterste gespannen lijf en geest in huilen te doen uitbarsten. Jankend val ik over mijn stuurtasje heen en er lijkt geen einde aan te komen. Harry probeert me rustig te krijgen: “Hier, neem een slokje water. Ga even zitten.” Maar ik wil helemaal niet zitten, ik wil dit bos uit! Het is niet fijn als een ander je zo kwetsbaar en bang ziet zijn en ik probeer zo onopvallend mogelijk door te fietsen, maar als die gele bal zich vertoont, gooien mijn handen de fiets neer en rennen mijn voeten weg, gele bal achter me aan. Luid jankend ren ik verder, maak een schijnbeweging en ren weer terug. Harry roept dat ik naar hem moet toekomen, dan jaagt hij ‘het’ weg. Maar ‘het’ laat zich niet wegjagen, al lijkt ‘het’ voorlopig wel even genoegen te nemen met Harry. Ik sta van een afstand toe te kijken, grote angstogen, alert op alles: “Nu heb je er twee,” zeg ik overbodig tegen
Harry, die laat weten dat hij ze toch ook wel groot vindt. De erkenning doet goed en lijkt mijn gezicht zelfs even in een voorzichtige glimlach te plooien. Voetje voor voetje schuifel ik naar mijn fiets toe, bang om de onbekende diersoort alsnog aan te trekken. Angst schijn je te ruiken. Honden kunnen dat, insecten waarschijnlijk ook. Als ik mijn fiets stilletjes overeind zet cirkelen de twee gele zoemballen nog steeds om Harry zijn benen.
Debiel Dan sprint ik er vandoor, maar op een helling van12% gaat niet zo snel en we hebben nog een kleine drie kilometer te gaan. Het zweet gutst van mijn lijf, wat nog meer vliegen aantrekt, mijn stuur zwemt in mijn handen, ik kijk angstig achterom en hoor geruststellend vanuit de verte: “Er is niets.” Ik sla de vliegen van me vandaan, die net zo snel terugkeren, ik laat mijn lijf bibberen zodat ze in ieder geval niet op me gaan zitten. “Je moet niet zo hard fietsen, dat is niet goed voor je,” laat Harry nog weten. Zo komen we toch weer een kilometer verder, voordat gele bal opnieuw toeslaat. Ik spring van mijn fiets, zie een boom waar ik mijn fiets kan stallen en ga er weer huilend vandoor. Waarom staat Harry verdorie niet op de top te wachten, nou voel ik me in het nauw gedreven en probeer daarom te verklaren: “Sta ik ver-
2
Dan sprint ik er vandoor, maar op een helling van12% gaat niet zo snel … dorie als een halve debiel heen en weer te springen! En ik weet ook wel dat zij veel harder kunnen vliegen dan ik kan fietsen.” Maar een fobie valt niet te verklaren, niet voor iemand die er zelf niet warm of koud van wordt. Op dat moment lijkt het me zinvoller om te gaan lopen, we komen steeds hoger en de kans dat ik de afgrond in rijd lijkt me reëel aanwezig. Lopend kan ik gewoon mijn fiets laten vallen en mezelf proberen te redden. We weten niet wat die gele ballen zijn, ook niet of ze kwaad willen doen, maar de aantrekkingskracht die wij op ze uit schijnen te oefenen bevalt me allerminst. Ze lijken een beetje op hele grote wespen, maar dan zonder zwarte strepen en vreemd genoeg zijn we ze alleen hier in dit bosgebergte tegen gekomen …
Als de weg iets minder steil omhoog loopt stap ik op de fiets, lopen is weliswaar veiliger, maar schiet niet erg op en ik wil hier nog steeds zo gauw mogelijk vandaan. We zijn misschien een kilometer gevorderd als Harry –voor me– hoort dat ik weer gek doe. In een poging niet al te dramatisch te doen piep ik: “Ik zou nu kunnen zeggen dat het me alvast gelukt is de fiets op zijn standaard te zetten.” Harry: “Dat is ook heel goed van je.” Ik: “Heel de lol van deze beklimming gaat er verdorie af, ook voor jou.” Als we dan eindelijk de top bereiken gaat de weg met een helling van 24% naar beneden. Het is te bochtig om leuk te zijn, maar we gaan snel genoeg om even geen gezoem om me heen te hebben en dat geeft
wat rust. Bijen en hommels heb ik weg leren wuiven, maar als er iets achter me aan blijft komen raak ik toch wel lichtelijk overstuur. Op een camping in de vallei zetten we de tent op en ik neem toevlucht in de binnentent, Harry mag buiten koken vandaag. Even geen gezoem meer zo vlak om me heen, het tentdoek zorgt voor afzwakking van het vibrerende geluid wat de vleugeltjes maken waardoor mijn gelederen langzaam maar zeker weer een beetje tot zichzelf komen… Gezellig samen eten voor de tent zit er vandaag niet meer in, maar Harry heeft zich er stilzwijgend bij neergelegd. Soms is het niet anders, morgen is er weer een dag. Met nieuwe witte weggetjes over nieuwe hoge bergen, het kan zo leuk zijn ! b
Ingezonden brief of mail
Van: Hugo de Lobel [mailto:delobelhugo@versateladsl.be] Verzonden: donderdag 17 mei 2007 Aan: redactie@vakantiefietser.be Onderwerp: reportage 'Tunnels en Chetniks' in nr. 1-2007 Beste, Sinds een paar weken heb ik mij lid gemaakt van jullie vereniging. Ik heb jullie tijdschrift goed ontvangen en dacht lid te worden van een sportieve vereniging met een open blik op de wereld, maar mijn verbazing was dermate groot bij het lezen van een bepaald artikel in jullie tijdschrift (Nr. 1 Voorjaar 2007). Het gaat over het artikel 'Tunnels en Chetniks' van de Heer Filip Van Dijk. Bij het lezen van een dermate tendentieus artikel ben ik van de ene verbazing in de andere gevallen. Ik ben zelf tussen 1994 en 2003 verschillende jaren tewerkgesteld geweest in Bosnië, Servië, Kosovo en Macedonië, telkens in het kader van IFOR (voorloper van SFOR) SFOR en de UN. De opmerkingen in het artikel van de Heer Van Dijk, in de trant van 'natuurlijk is SFOR nergens te bespeuren, … EU police, zij zitten natuurlijk in de kroeg in Sarajevo, … geen wonder dat Karadzic en Mladic nog vrij rondlopen, … tenslotte heeft de NAVO hier ontwikkelingshulp gedaan’ en het verdere taalgebruik in de zin van de 'Vette' enzovoorts hebben mij mateloos van de ene verbazing in de andere laten vallen. Als dit het prototype van een lid van jullie vereniging is, en de mentaliteit van jullie leden is, stel ik deze dan toch sterk in vraag. Ik meen bij deze te mogen stellen en hierbij spreek ik toch waarschijnlijk uit een klein beetje meer ervaring in de Balkan dan de Heer Van Dijk dat de overgrote meerderheid van de militairen en burgers die in moeilijke omstandigheden een resolutie van de VN, hetzij onder de UN of onder de NAVO hoed proberen tot een goed einde te brengen beter verdienen dan de cynische en degenererende opmerkingen van de Heer Van Dijk. Graag had ik van jullie een standpunt ter zake ontvangen. Met vriendelijke groeten, Hugo de Lobel
Naschrift redactie: Dit blad is een platform voor fietsreizigers en heeft geen politieke of maatschappelijke doeleinden. In zijn artikel maakt Filip van Dijk geheel voor eigen rekening een aantal sarcastische opmerkingen over de internationale, militaire inspanningen in de Balkan. Met het plaatsen van bovenstaande reactie daarop geven wij de briefschrijver, die een bijdrage leverde in de wederopbouw, ruimte om zijn standpunt en betrokkenheid weer te geven. Dat biedt weer andere, dankbare invalshoeken om naar de Balkan en de recente historie daarvan te kijken. Dat militairen voor de internationale rechtsorde goed werk hebben geleverd, met soms persoonlijke offers, staat voor de redactie niet ter discussie. b
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
17
En toen ging ik fietsen..
thema
SAMENGESTELD DOOR ERIC SCHUIJT EN JOKE SMEETS FOTO ERIC SCHUIJT
Waarom ben je gaan fietsen? En hoe zit dat met andere wereldfietsers? Waarom kwelde je jezelf door op een verkeerde fiets je eerste tocht te gaan maken? Waarom niet op wandelvakantie of gewoon met pappa en mamma mee? En waarom ging je door? Veel vragen waarop een aantal fietsers in dit thema hun antwoord zullen geven. Een feest van herkenning.
Pa Schuijt als 18 jarig op de fiets, als voorbeeld voor Eric Schuijt.
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
19
thema TEKST JOKE SMEETS FOTO’S VAN DE REDACTIELEDEN ZELF
En toen zijn wij, van de redactie, gaan fietsen
Waarom, wanneer? Ooit zijn wij, de redactieleden, begonnen met (wereld)fietsen. Ik vroeg eens rond in de redactie naar het waarom en dat leverde een aantal leuke verhalen op. Hieronder een kleine bloemlezing.
Maaike Pfann
Jos Morren is net als Marianne, min of meer noodgedwongen al jong met fietsen begonnen. Vanuit het dorp waar hij woont is de fiets het enige vervoermiddel om op school te komen. Op de brommergerechtigde leeftijd wordt fietsen voor hem echter een keuze. “Een brommer of een auto maakt me teveel afhankelijk van onderhoud, techniek, helm, benzine en verzekering” zegt Jos, voor wie fietsen inmiddels ‘a way life’ is.“
Maaike Pfann wordt verliefd op een fietsenmaker. Van hem krijgt ze op dertigjarige leeftijd haar eerste fiets met versnellingen. Die komt goed van pas als de verliefdheid over is en zij besluit om haar verdriet te verfietsen naar en op de Shetland-eilanden. Een nieuwe liefde –die voor het ‘wereld’fietsen– is geboren. Voor Marianne Vincken brengt niet de liefde maar haat en gemis haar aan de fiets. Zij haat de bus en thuis hebben ze geen auto. Dus wat doe je dan als je ergens wilt komen en je woont in Nederland? Dan neem je de fiets. Om te beginnen de fiets naar school en later als je het huis uit bent neem je de fiets naar je ouderlijk huis dat, zo laat Marianne weten alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, wel 125 kilometer verderop is. Het zal niemand verbazen dat onze eindredacteur geen vakantie zonder fiets doorbrengt.
Jos Morren
Fietsen als ‘way of life’ geldt ook voor Marc Peeters. Toen hij tijdens zijn eerste vakantie met de auto in Inverness (Schotland) een paar studievrienden op de fiets tegenkwam, wist hij één ding zeker: dit was zijn eerste en laatste vakantie met de auto en vanaf nu ging hij nooit meer zonder fiets op vakantie. En daar houdt hij zich nog steeds aan.
sen toen ik naar de MAVO ging,” vertelt hij. Het was zijn vader die, vermoedelijk onbedoeld, Eric tot het wereldfietsen aanzette. Op zijn achttiende liet vader Schuijt trots weten ‘toen ik achttien was zat ik al op de fiets naar Duitsland’. Een paar maanden later fietste Eric binnen vijf weken naar Casablanca. “Ik wilde beter worden dan mijn vader, maar dat gaat je als kind toch nooit lukken.” En zo hoort het ook, vindt Eric. Ons oudste en Vlaamse redactielid, André Ramault is ’pas’ dertig jaar geleden met fietsen begonnen. Anders dan de Nederlanders worden Belgen niet met een fiets geboren. Rond zijn 40e betekende een kapotte knie het einde van zijn voetbalcarrière. Fietsen zorgde voor een andere sportieve uitdaging die zijn knie minder belastte. In de jaren ’80 stapte André op de fiets naar Le Lavandou aan de Middellandse Zee. Zijn dagelijkse zoektocht naar een betaalbare slaapplaats, brak hem enigszins op. Zijn ware doorbraak als Wereldfietser beleefde André na deze tocht door de aanschaf van een tent en een Thermarest-matje. b
Zo bezien klinkt Guido van Oss iets gematigder. “Ik ben helemaal geen held,” vertelt hij. ”Ik ben nooit verder gekomen dan Italië en dat vond ik ver zat. Ik heb weinig conditie en ben geen sportfreak.” Guido laat zich liever samen met zijn ligfiets –dat is beter voor zijn rug– ergens met de trein afzetten en gaat daar fietsen.
Marianne Vincken, tweede van rechts
20 tijdschrift voor fietsreizigers
Dat Eric Schuijt een wereldfietser zou worden, daar zag het in zijn jonge jaren niet naar uit. Marianne Vincken “Vroeger mocht ik niet fietsen. Ik mocht pas fiet-
Eric Schuijt, links
TEKST ERIC SCHUIJT FOTO’S UIT EIGEN ARCHIEF VAN DE GEINTERVIEWDEN
Waarom ben jíj gaan fietsen?
De ene reden is de andere niet De Paastrekttocht van De Wereldfietser is een ideale gelegenheid om een aantal fietsers aan de tand te voelen. Ze zijn dan als een vis in het water en gefocust op het reizen met de fiets. En iedereen heeft zo zijn eigen verhaal, zo blijkt. Barbara, Bert en Dennis lieten per mail weten wat hun drijfveer was. Hieronder een samenvatting. Shant Khajo Leeftijd eerste tocht: 27 Leeftijd: 31 Ik kom uit Irak. Toen ik tien was, hoorde ik over een jongen die van Zakho –waar ik woonde– op de fiets naar de grens van Turkije was gefietst. Het is maar tien kilometer, maar ik dacht, wauw, hoe kan hij dat doen! Op mijn veertiende kwam in naar Nederland en ging in Almelo wonen. Ik had niet zoveel geld en heb toen bij de Wehkamp een racefiets besteld. Die kon ik in termijnen afbetalen. Ik ben toen van Almelo naar Hengelo gefietst, 11 kilometer. Dus verder dan die jongen toen! Ik weet dat moment nog heel goed, ik was achttien. Ik ben later naar Enschede gegaan en later helemaal naar Nordhorn in Duitsland!
Shant Khajo
Ik ben lid geworden van een wielrennervereniging. Ik heb nu een andere fiets, maar de Wehkampfiets heb ik nog steeds. Ik fiets iedere dag naar mijn werk en dat is heen en terug vijftig kilometer. Daar doe ik 52 minuten over. En dan nog de wielrennerclub. Soms fiets ik wel vijfhonderd kilometer in één week. Ik was in een discotheek met wat meisjes. Ik zei toen: “Ik ga naar Antwerpen fietsen.” “Dat kan niet,” zeiden zij. “Nou, ik ga het jullie laten zien!” De volgende dag ben ik met een kater vertrokken. Het was warm en ik had een rugzak op. Die dag kwam ik tot Tilburg. Vijf kilometer voor de grens begon het te regenen en alles werd nat. Ik ben ook nog naar Parijs gefietst. Maar niet meer met een rugzak, want dat was heel zwaar. Dus toen heb ik een bagagedrager gekocht. En vorig jaar ben ik naar Wenen gefietst. Ik wil in 2008 naar Irak fietsen. Ik mag Irak gewoon in, want ik kom uit het noorden en daar is geen oorlog. Ik weet honderd procent zeker dat als ik Irak haal, dat ik daar op televisie kom. Want Irakezen fietsen nooit. De weg naar Irak is een moeilijke weg. Het is zeker 4.000 kilometer. Ik wil laten zien dat als je erg je best doet, dat je dan je doel haalt. Politiek is net als fietsen. Je moet doorgaan als je iets wilt bereiken. Dat wil ik laten zien met mijn fietstocht.’
Hans Bruckman
Hans Bruckman Leeftijd eerste tocht: 20 Leeftijd: 55 Ik studeerde natuurkunde en was lid van een studentenvereniging. Binnen die club was een fietsvakantie heel gebruikelijk. Op de fiets op vakantie gaan was goedkoop, je had verder niets nodig. En Interrail bestond in 1971 nog niet. Ik vond het spannend om aan mijn ouders te vertellen dat ik met een vriendin op vakantie wilde gaan. Mijn zus is namelijk twee jaar ouder en die wilde met haar vriend op vakantie. Nou, mijn ouders vonden dat maar verschrikkelijk. Ongetrouwd met haar vriend op vakantie! Dat was een gigantisch probleem. Toen ik met mijn vriendin op fietsvakantie wilde gaan, vreesde ik dan ook dat het een verschrikke-
lijke toestand zou worden. Ik zei tegen mijn ouders; “Ik zou misschien met Winifred op vakantie willen.” “Oh wat leuk, waar gaan jullie naartoe?” Ze waren helemaal bijgedraaid. De fiets was gewoon het vervoermiddel, maar het was het relationele aspect met mijn vriendin dat de reis spannend maakte. We kenden elkaar net een aantal maanden en ik moest op proef bij haar ouders langs. Winifred en ik gingen met de boot naar Engeland. Ik had een mooie drieversnellingenfiets en zij had geen versnellingen. Zie je het voor je: gigantische krantentassen, drie paar dekens en een paar kaplaarzen en dat alles heel hoog opgestapeld. De drager van de fiets van mijn vriendin is twee keer afgebro- n tijdschrift voor fietsreizigers
21
thema haar ogen, want we gingen dingen doen die niet mochten. Oh ja, ik heb veel gefietst, maar ik ben nog nooit naar Denemarken gefietst.
Irene Schunselaar (zus Marco) Leeftijd eerste tocht: 8 Leeftijd: 23
Marco Meijerink
ken. Ik heb toen geprobeerd die met touwtjes te repareren en later heeft een smid het geprobeerd. De wegen waren heel steil. Ik fietste gewoon naar boven en zij kwam heel rustig achter mij aan. Ik ging in de tussentijd bramen plukken en tegen de tijd dat zij boven was, had ik een handjevol bramen voor haar. Het mooie van fietsen is dat je je eigen baas bent, je hebt de vrijheid. Wij fietsten gewoon met een tentje en als het donker werd, belden wij gewoon bij een boer aan. Een gevoel van vrijheid waarbij je kunt doen waar je zin hebt. En als je een dag niet wilt fietsen, blijf je gewoon op een camping staan. Mijn fiets heb ik in 1971 tweedehands gekocht. Hij staat nu bij mijn vader in het bejaardentehuis in Maastricht. Die fiets is dus 35 jaar oud en ik fiets er nu ook nog op en hij rijdt prima.
Marco Meijerink Leeftijd eerste tocht: 14 Leeftijd: 37 Ik was veertien en dan denk je alleen maar aan ‘op vakantie gaan zonder je ouders’. Wij gingen altijd met de auto op vakantie naar Scandinavië. Toen las ik een artikel van een Duitser die naar Denemarken was gefietst. Het idee dat je dezelfde tocht van Barendrecht naar Denemarken kon afleggen op de fiets, leek mij echt hemels. Als je zo
22 tijdschrift voor fietsreizigers
jong bent, is dat enorm ver weg. Daardoor geïnspireerd gingen mijn schoolvriend en ik de eerste vakantie naar Achterveld, iets van tachtig kilometer. We gingen weg met twee krantentassen van onze krantenwijk. Het enige dat telde was dat alles in de fietstassen moest. Ik weet nog het moment dat ik wegging. Het eerste stuk kende ik goed, dat was tot mijn school. Maar ik ging voorbij dat punt, voorbij die grens. Dat bleek verslavend te zijn. Toen pas realiseerde ik mij hoe hartstikke leuk dit is. Die tachtig kilometer werden er 160! Ik kon niet goed plannen en kon geen kaart lezen, zodat we verkeerd reden. We hebben gewoon lopen kloten. Ik ben echt alle kanten opgefietst. Ik ben dood en doodziek aangekomen en ben de volgende ochtend door mijn moeder opgehaald. Waarom op de fiets? Omdat het goedkoop was. Lopen was misschien wel goedkoper, maar ging niet snel genoeg. En bovendien had ik wel een krantentas, maar geen rugzak. Ik ben de oudste, maar ik ben geen voorbeeld geweest voor mijn twee zussen. Mijn jongere zus, heb ik één keer meegenomen op fietsvakantie. Ze was toen acht jaar en ze vond het echt waanzinnig. We zijn met de trein naar Breda gegaan en van Breda zijn we naar Caen gefietst. Ze had een tinteling in
Ik had veel verhalen gehoord over de fietstochten van mijn broer Marco Meijerink. Aangezien ik toen nog wat sportiever was dan nu, leek het me stoer om met mijn grote broer mee te gaan. Ik vond het geweldig om te zien hoe de fietstassen ingepakt werden. Toen hij voor mij speciaal groene en paarse fietstassen geregeld had, moest ik ze toch echt een keer uitproberen. Wat ik me het best kan herinneren is de treinreis naar Breda, toch geweldig die fietsen in de trein. Ik had daarvoor alleen met de caravan gekampeerd, dus het koken op een gasbrandertje was een hele belevenis. En natuurlijk het overnachten, samen met Marco en Lisette in een tent! Het was een stoer gevoel omdat ik jong was en ik toch in mijn eigen belevenis een behoorlijk lange tocht heb afgelegd. Achteraf realiseer ik me dat het een van de weinige momenten is geweest waarop ik alleen met Marco ben weggeweest. Ik denk dat het de band heeft versterkt. Nu ik zelf in Dubai woon, vind ik het belangrijker om tijdens mijn vakantie Nederland te bezoeken. Ik ben nooit meer met de fiets weggegaan.
Irene Schunselaar
Harry Wagenaar Leeftijd eerste tocht: 18 Leeftijd: 42 Wij gingen voor het eerst naar Frankrijk. Bovenaan een dichtbegroeide heuvel, begon het licht, de ruimte. “Daar wil ik naartoe!”, riep ik uit en liep over het smalle paadje omhoog. Toen het duistere bos ophield stond ik verblind door de zon voor een hek met erachter een
Harry Wagenaar
veld vol wuivend graan. De horizon die zojuist nog zo dichtbij was, lag nu veel verder weg, en wat was het hier anders! Teruggekomen in het dal, liet mijn ontdekking mij niet meer los. De volgende dag ging ik opnieuw op weg, nu op een huurfiets en slaagde erin hiermee een heuvel te bedwingen. Mijn eerste tocht met tassen was met een groep van Apeldoorn naar huis. Zo’n 120 kilometer. Dat deed ik gewoon op de oude fiets van mijn vader met terugtraprem. Wat mij is bijgebleven, is dat de fiets erg zwaar trapte en dat ik nogal moe was toe ik thuis kwam. De wereld is na die tocht voor mij open gegaan en ik kwam tot de ontdekking dat er mogelijkheden zijn om verder te gaan. Als je nog jong bent en je ouders zijn niet zo ondernemend, dan is je wereldbeeld beperkt. Dan kom je zelf niet op het idee om naar Zwitserland te fietsen. Een vriend vroeg mij mee te
gaan. Die tocht naar Zwitserland in 1988 was de eerste echte opstap, ondanks eerdere tochten; het heeft mij aangezet om verder te gaan. De fiets is het middel om ver te komen op eigen kracht. Het reizen is het doel. Het gaat snel genoeg om de veranderingen te kunnen waarnemen, langzaam genoeg om ze te kunnen ondergaan. Het duurde vervolgens tot 2002, nadat ik lid ben geworden van de vereniging, dat ik ‘het echte reizen’ ontdekte, een groot verschil. Ik ben toen vijf maanden weggeweest. Het ontbreken van (tijds)beperkingen en invloeden van medereizigers gaven mij de ruimte om op een andere en intensievere manier naar de omgeving te kijken. De afwisseling ondergaan, de onverwachte momenten en ontmoetingen, en het ontdekken van een land in al zijn facetten, zijn de ervaringen die het reizen op de fiets voor mij compleet maken.
Joris van de Leur Leeftijd eerste tocht: 13 Leeftijd: 37 Mijn eerste tocht was met mijn ouders, twee broers en zus. We fietsten van Castricum naar Texel. Ik vond het wel een grote onderneming zo met het hele gezin. Mijn eerste zelfstandige fietstocht was elf jaar geleden. Ik was in Australië geweest en had daar een auto gekocht waarin ik een jaar heb rondgetoerd. Ik wilde dat ook in Canada doen. In Toronto kreeg ik te horen dat ik als Nederlander geen
Joris van de Leur
auto kon kopen omdat ik die niet kon verzekeren. Ik had een half jaar de tijd en wilde niet met de bus of trein. Dan was ik van hun reistijden afhankelijk en moest maar afwachten of er nog plaats zou zijn. Ik wilde het stukje vrijheid dat ik met de auto had behouden. Ik ben toen op zoek gegaan naar een fiets. Bij de fietsenzaak verklaarden ze mij voor gek. Ik wilde van Toronto naar Vancouver fietsen, ongeveer 6.500 kilometer. Ik had zes maanden, dus dat is ongeveer 35 kilometer per dag. Ik heb toen een mountainbike gekocht, een Ironhorse, omdat mij dat het beste leek. Ik ben met twee Engelsen gaan fietsen die veel ervaring hadden. De eerste drie dagen heb ik niet genoten, want ik had al mijn energie en aandacht nodig om hen bij te kunnen houden. Toen heb ik tegen ze gezegd: ik stop er mee om met jullie mee te fietsen. Ik ben later alleen verder gegaan. Dat beviel mij best goed. Ik kon helemaal zelf bepalen hoe, wat, waar en wanneer. Ik kon mijn eigen ritme volgen. Ik merkte wel dat als ik in mijn eentje op een camping kwam, dat ik veel aanspraak had. Het beviel mij zo goed, dat ik in Vancouver mijn fietstassen heb ingeruild voor een fietskar. Toen ben ik naar Nieuw Zeeland gevlogen en heb daar nog een half jaar rondgefietst. Het leuke was dat ik twee maanden voordat ik naar Canada ging, een buurjongen sprak die naar Zwitserland wilde fietsen. Ik had daar een half jaar gewoond en gewerkt. Ik
Quirien Veldman
zei toen “Je bent gek, dat is 670 kilometer!” Een paar maanden later was ik zelf aan het fietsen. Het was een tocht van aanvankelijk 6.500 kilometer maar uiteindelijk werden het er 13.000!
Quirien Veldman Leeftijd eerste tocht: 32 Leeftijd: 34 Vroeger vond ik fietsen vreselijk. Fietsen was puur functioneel. Dat deed je om van A naar B te komen op een gewone fiets. Het was vermoeiend en je regende nat. Op een gegeven moment kreeg ik een vriendje die fietste op een mountainbike. Hij gebruikte die als racefiets met dunne banden en als mountainbike met dikke banden. Als hij met bagage wilde fietsen monteerde hij de dunne banden en hing een BOB-kar erachter. Met hem ben ik toen eens meegegaan de polder in. Ik op mijn stadsfiets en hij op zijn mountainbike. Pas toen we van fiets ruilden, kreeg ik plezier in het fietsen. Zijn fiets liep soepeler en met een andere zithouding kon ik beter kracht overbrengen. Toen voelde ik dat ik mijn lijf lekker gebruikte en de wind suisde langs mijn oren. Ik had de smaak te pakken. Er stond toen een tweedehands Cannondale voor zeshonderd euro bij de fietsenwinkel op de hoek en die heb ik toen gekocht. Ik deed hetzelfde als hij: brede banden voor het mountainbiken en dunne banden plus BOB voor het trekken.
Onze eerste tocht met bagage was van Delft via de Hoek van Holland en Schoonhoven naar Tiel. De relatie ging snel voorbij, maar het fietsen is gebleven. Om meer mensen te leren kennen die fietstochten maakten, kwam ik bij de Wereldfietser terecht. Toen ik lid werd van de Wereldfietser, verontschuldigde ik me nog. Ik ben geen wereldfietser, ik wilde alleen wat mensen leren kennen. Maar ik werd warm onthaald en het was leuk en gezellig. Ik ben toen met een huttentocht meegegaan. Ik had toen nog geen bagagedrager, dus Jim van den Berg heeft mijn slaapzak meegenomen. Sindsdien heb ik mijn fiets met veel kunst- en vliegwerk geschikt gemaakt voor vakantiefietsen. Eigenlijk is het een beetje misbruik van een MTB, toch? Maar het is echt mijn fiets. Ik ben er wel trots op en vind het leuk als ze zeggen: “Goh wat heb jij een leuke fiets.” Mijn eerste buitenlandse fietsvakantie komt er nu aan! Ik wilde aanvankelijk lekker met een van de boekjes van Reitsma of Benjaminse als leidraad naar Venetië fietsen. Gewoon lekker vier weken in mijn eentje naar het zuiden toe. Maar ik ben door een paar andere wereldfietsers overgehaald om de Karakorum Highway te fietsen. Het is wel bizar om als eerste fietsvakantie in het buitenland in Pakistan te gaan fietsen. Maar ik heb er zin in. En nog steeds met mijn Cannondale n mountainbike! tijdschrift voor fietsreizigers
23
thema
Yvette Heijnen
Yvette Heijnen Leeftijd eerste tocht: 25 Leeftijd: 28 Waarom ik ben gaan fietsen? Na de tsunami voelde ik de behoefte om geld in te zamelen voor al die arme mensen. Maar er bleek daarvoor al zoveel geld te zijn opgehaald dat ik liever voor een kleinschalig project geld wilde inzamelen. Ik las dat mijn oude hardloopclub een sponsorloop had georganiseerd. Toen ben ik op Internet gaan zoeken naar manieren om geld in te gaan zamelen. Ik vond een stichting die op zoek was naar fietsers die voor hun doel duizend kilometer wilde fietsen. Later kwam ik via de hardloopclub in contact met de stichting Ayubowan waarvoor ik mijn sponsortocht heb gereden. Het leek mij heel gaaf en super interessant om op de fiets tussen andere culturen te reizen. Fietsen was al heel gewoon voor mij en ik spinde op de sportschool. Waarom ik geen vette baan zocht en de helft van mijn salaris afstond aan een goed doel? Dat vind ik te makkelijk. Ik wilde iets avontuurlijks doen, iets dat super gaaf was waarbij ik alle continenten kon doorkruisen. Het leek mij super interessant om
24 tijdschrift voor fietsreizigers
mij door middel van gebaren en boekjes te kunnen redden. Mijn moeder vond het maar niets. Ik ben naar Istanbul gevlogen en daarna door Syrië, India en Sri Lanka gegaan. Die eerste kilometers in Turkije waren spannend. Vooral het in contact komen met de Turkse mensen was erg mooi. Zo gastvrij en lief waren ze voor mij! De meest gestelde vraag was steevast: ‘Ben je niet bang?’ Nou, niet dus. Later wel. Ik heb 8.200 euro opgehaald door 2.500 kilometer te fietsen. Het hadden er 6.000 moeten zijn, maar in India werd ik op het strand lastig gevallen door een jongen. Sinds dat moment voelde ik mij onveilig. Het weeshuis in Bombay waar ik geld voor had opgehaald was een teleurstelling. Kinderen werden er verwaarloosd en ik heb veel slechte dingen gezien. Ik heb nog wel het weeshuis in Sri Lanka bezocht waar het geld wel goed was besteed. De kinderen waren erg gelukkig met de nieuwe slaapzaal en bedden. Hierna ben ik naar huis gegaan. Zo’n sponsoractie geeft wel een druk en ik weet niet of ik het nog eens zou doen. Ik zou nog wel in mijn eentje willen
fietsen, maar dan alleen in Europa. Of ik een bepaald gevoel had voordat ik aan mijn eerste fietsvakantie begon? Geen idee. Ik was zo druk bezig met het aflopen van wereldfietserweekeinden en het inzamelen van geld, dat ik daar geen tijd voor had.
Barbara Mansvelt Leeftijd eerste tocht: 30 Leeftijd: 32 Al jaren hadden we het erover. We wilden, als Jurgen klaar was met zijn studie, een jaar weg. Het
Barbara Mansveld
moment suprème naderde, maar nog steeds hadden we niet besloten wat we wilden gaan doen. Jurgen wilde graag een lange tijd rondtrekken. Ik wilde graag voor een lange tijd naar Nepal om daar vrijwilligerswerk te doen. We brainstormden heel wat af. Tot Jurgen zei: “Waarom gaan we niet van Nederland naar Nepal fietsen?” Ik had daar maar één antwoord op: “Jij bent gek! Wie gaat er nou naar Nepal fietsen? Dat is veel te ver weg en dan moet je door Pakistan of Rusland, om over Iran nog maar te zwijgen.” Jurgen was zo wijs om te zeggen: “Denk er maar eens over na.” Ondertussen wisten veel mensen in onze omgeving dat we er een jaar tussenuit wilden en er werd druk gespeculeerd wat we zouden gaan doen. Ik had een baan in het onderwijs, woonde op een zolderetage en had dus een meer burgerlijke omgeving. Toen ik op school vertelde van Jurgens plan stond iedereen verbaasd. Ga je dat echt doen? Tja, daar was ik zelf dus ook nog niet zo zeker van … Toen brak het weekend van de Uiten Actief-beurs aan. We kwamen bij de stand van de Wereldfietser. Of er iemand misschien ervaring had met het fietsen van Nederland naar Nepal? Toen bleek dat Jurgens plan helemaal niet zo vreemd was! Er waren veel mensen die het zelf-
Bert Kolk
de gedaan hadden en er is zelfs een Lonely Planet-reisgids die een groot deel van deze reis beschrijft. Wij hoorden veel enthousiaste verhalen en geruststellende woorden over de landen waar ik zo over twijfelde. Na dit weekend was mijn blik op de reis veranderd. Toch bleef ik het wel erg spannend vinden. We gingen verder voorbereiden en kwamen erachter dat het qua klimaat beter zou zijn als we de tocht omgekeerd zouden maken; dus van Nepal naar Nederland. We gingen op zoek naar een geschikte fiets, en ik moet zeggen dat deze aankoop een hele stap voor mij was. Ik had echt het idee: “Als ik deze fiets koop kan ik niet meer terug.” We vlogen naar Nepal en hadden een fantastische tijd in het kindertehuis. Tijdens ons verblijf in Nepal had ik ook echt het idee, mocht het nou toch niets worden met die reis dan gaan we gewoon terug naar de kinderen in Nepal. Acht maanden later kwamen we in Nederland aan. Het was een reis die ik voor geen goud had willen missen en die ik zo weer over zou doen. En dit keer zou het Jurgen geen moeite kosten om mij te overtuigen.
Bert Kolk Leeftijd eerste tocht: 60 Leeftijd: 61 Begin 2006 ben ik gestopt met werken Ik dacht een nieuwe toekomst te beginnen met mijn Giant van 20 jaar geleden. Het uitzonderlijk sportieve model kon in mijn beleving nog wel 20 jaar mee. Na een paar dagtochten verloren de trappers het contact met het aandrijfmechanisme. Giant bedankt, het was een lange, mooie maar –in het
gezelschap waarin ik nu verkeer geen al te intensieve tijd. Als vervanger lag een Giant voor de hand. Mijn Wielerdealer-vriend Herman verkoopt geen Giants. Ik noemde hem nog een paar merken die hij ook niet verkoopt en zo kwam hij op een Gazelle Kathmandu. Al bij de aanblik van die fiets kreeg ik een wereldfietsergevoel. Nu ik weet heb van onze Vlaamse tegenhangers denk ik dat de term ‘wereldvakantiefietser’ meer op mij van toepassing is. De fietsbeurs in februari was een noodzakelijke basisvorming. Ik was het meest onder de indruk van de anderhalve literflessen en het woestijnzand dat kennelijk als ultieme coating dienst doet. Ik realiseer me dat mijn fiets min of meer een keus uit één was. Dat maakte de aanschaf overigens een stuk eenvoudiger. Herman is nog steeds mijn kameraad. Met echte fietskleding, echte fietstassen voor en achter en drie bidons, begon ik solo aan de HaseEms-route en met vriend Paul aan de Loire à vélo. Ik stuurde aanvankelijk als een dronkenman. Wat zwaardere dingen herschikt en, jawel, op en top Bob. Bewegwijzering en mijn oriëntatievermogen lieten het op de eerste dag afweten. Zo kwam ik 30 km boven par binnen. Een fantastische gevoel als je op één dag meer wereld kunt befietsen dan je voor mogelijk houdt! De basis is gelegd. Ik zoek nog een fietsmaat met tijd. Mijn vrouw werkt, al hebben we inmiddels afgesproken samen de Donau af te fietsen. Fietsplannen! Ik wilde dit voorjaar met de trein naar Frankrijk maar begrijp inmiddels waarom je langeafstandfietser wordt als je dat probeert. Nu richt ik mij op Duitsland. De trein is daar fietsgunstiger. Taalkundig ben ik al in de stemming. Kamperen is nog een twijfelpunt. Vrijheid, bij mooi weer geen beter bed dan een kampeerbed en bij aanhoudend mooi weer beduidend
goedkoper. Ik heb al een paar impulsaankopen gedaan. Als je iemand ziet met een gaspitje, gasblikje en een alufolie dan ben ik dat. Tot onderweg!
Dennis Koomen Leeftijd eerste tocht: 20 Leeftijd: 36 Wat bezielt iemand om te gaan fietsen. Door regen en door wind, over heuvels en door dalen, in voor- en tegenspoed. Iedereen heeft waarschijnlijk zijn eigen redenen, maar die van mij waren de heroïsche verhalen van Cis, mijn moeder. Die heeft vroeger ook gefietst, om precies te zijn in 1959 en een paar jaar daarna. Samen met een vriendin trapte ze door Duitsland en de Benelux. Vol trots vertelde ze vroe-
held, die moeder van mij! In 1991 was het zover, ik maakte zelf mijn eerste fietsvakantie naar Oostenrijk. Ondanks wat tegenslagen, lekke tent, weigerende brander, hitte in Duitsland en heel veel regen in Oostenrijk, had ik de smaak van het fietsen te pakken. De kick om ergens op eigen kracht te komen is bijzonder groot, zeker als je ook bergen over moet die, als je nog onderaan staat, onbedwingbaar lijken. Als je later in de atlas terugkijkt naar de route die je hebt gefietst kan je wel een beetje trots zijn. Dat heb ik toch maar mooi geflikt ondanks dat vele mensen mij voor gek verklaarden en dachten dat ik het nooit ging halen. Vele landen later, nog meer onvergetelijke ervaringen rijker hebben we
De moeder van Dennis Koomen
ger aan tafel dat ze nog canvas fietstassen had die tot op de grond hingen, zo vol zaten ze. Wat me het meest is bijgebleven zijn de verhalen over de bergen die ze moesten trotseren. Ze hadden nog geen versnellingen, dus omhoog moesten ze meestal lopen. Naar beneden lieten ze zich gaan als een vallende steen. Als ze erg op dreef raakten, haalden ze zelfs auto's in. Wat een
ondertussen flink wat spullen versleten maar mijn allereerste tassen gaan nog steeds mee. Waterdicht zijn ze nooit geweest maar wel ijzersterk. Als ik ze aan de fiets hang voor een nieuw avontuur denk ik vaak aan mijn nog fitte moeder die bijna vijftig jaar geleden hetzelfde deed en later de inspiratiebron voor mijn vakanties werd. b tijdschrift voor fietsreizigers
25
thema TEKST PAUL KROES FOTO'S VAN DE WEBSITE WIEISWIEINOVERIJSSEL.NL
Inspiratie
Fietshelden uit Twente Ik luister naar de oude man. Zijn leeftijd schat ik tussen de tachtig en negentig jaar. Hoewel de last van de jaren hem is aan te zien, kijkt hij helder, ja zelfs guitig uit de ogen. Koninklijk hof
Gerard en Toon bij vertrek naar Palestina
Maar zijn woorden boeien me niet. Althans, niet direct. Hij vertelt als een ouderwetse schoolmeester. De taal van een jongensboek. Veel superlatieven en net iets te fraaie bijzinnen. Even dringt zich de vraag op, of ik er wel wijs aan heb gedaan om mijn vrije avond hieraan op te offeren. Maar op een gegeven moment raak ik toch in de ban van de verteller. Wat hij vertelt, is werkelijk zo spannend als een jongensboek. En zijn aanstekelijke enthousiasme doet zijn archaïsche taalgebruik vergeten. De oude man vertelt over de jaren kort voor de Tweede Wereldoorlog en over zijn hartstocht om grote fietstochten door Twente te maken. Hoe hij als werkloos onderwijzer het plan opvatte om het avontuur op te zoeken door een fietstocht te maken naar Palestina en verder naar Egypte. Kort voor de vastgestelde vertrekdatum vindt hij een fietsmaat, de excentrieke fotograaf Toon Damhuis. Dan vertrekken ze. Door het vooroorlogse Europa fietsen ze naar het Midden-Oosten. Onderweg beleven ze spannende avonturen tijdens het kamperen in het ijskoude Balkan-gebergte, gedurende overnachtingen in de logementen van niet te vertrouwen herbergiers, en bij spannende ontmoetingen met de zigeunerbevolking van Oost Europa.
26 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
Onderweg schrijven ze krantenartikelen voor de Twentse Courant en voorzien zo in hun levensonderhoud. Uiteindelijk komen ze in Palestina aan, waar de verteller zijn toekomstige echtgenote Sefania ontmoet. Hij weet dan nog niet dat zij werkt aan het Egyptische koninklijk hof. Damhuis en de verteller arriveren later in Egypte en verblijven er als koninklijke gasten. Na hun terugkeer loopt een groot deel van de Twentse bevolking uit, om hen te verwelkomen. Door de krantenartikelen is zij immers voortdurend op de hoogte van alle avonturen van de twee fietsers. Toon Damhuis en hijzelf zijn bij thuiskomst regionale helden geworden, zoveel is duidelijk geworden wanneer de oude man zijn verhaal beëindigt. Deze personeelsavond vond plaats in Hengelo in de eerste helft van de jaren negentig. Voor een betrekking als bibliothecaris was ik niet lang tevoren verhuisd van Nijmegen naar Twente. Ik kende de streek nauwelijks, zodat ik niet in de gaten had dat een bekende Twentenaar het woord voerde. Het
Gerard en Sefania in Egypte
was Gerard Monnink, die voor een klein gezelschap van de personeelsvereniging een lezing hield over
zijn fietsavonturen van decennia geleden. Tijdens de pauze lukte het mij om Gerard Monnink nog wat meer details over zijn fietsavonturen te ontlokken. Jaren later zag ik Gerard Monnink nog een keer terug op tv, als gast bij Jack Spijkerman. Dit televisie-interview vond plaats naar aanleiding van het verschijnen van het boek waarin zijn reisavonturen nog een keer werden samengevat. Bij deze gelegenheid wist hij het studiopubliek danig te amuseren met zijn kwinkslagen.
Bij het monument op de plaats van hun eerste ontmoeting in 2000
Ik spaarde voor een goede vakantiefiets, waterdichte fietstassen en een lichtgewicht tentje. En tijdens de eerstvolgende zomer fietste ik in vier weken naar Florence in Italië. Het was de eerste van de vele lange fietstochten die daarna zouden volgen.
Gerard en Toon bij terugkomst in 1937
Uitsloverij Deze avond veranderde voorgoed mijn beeld van fietsvakanties. Ik hield wel degelijk van verre, exotische vakanties, maar de fiets leek mij daarbij nou niet direct het ideale vervoersmiddel. Met alle bagage fietste je toch zeker rond als een pakezeltje! Wat was dat voor uitsloverij? Maar het verhaal van Gerard Monnink opende mij de ogen voor de avontuurlijke kant van het fietsen. Het gevecht met jezelf, de onverwachte overnachtingsplekken, de leuke ontmoetingen onderweg, de volstrekte vrijheid om je eigen route te bepalen, en de voldoening als je weer een zwaar traject had weten te voltooien.
Pagina uit het paspoort van Gerard
De boeken van Gerard Monink: • Met fiets en tent naar de Oriënt, 1952 (herdruk: 1981) • Reisavontuur rond Sefania, 1953 • Gastvriend van vrije volken, 1954 • Wereldreiziger in de jaren dertig: met de fiets naar de Oriënt, 2000 (samenvatting van de hierboven genoemde boeken; uitgebreid met extra informatie) Levensbeschrijving van Gerard Monnink in Wie is wie in Overijssel: www.wieiswieinoverijssel.nl/details2 .asp?Id=143 b
TEKST EN FOTO MARIO DEVILLIS
Geen wereldreis zonder gedegen voorbereiding
Avontuur via een ‘zoekertje’ Oef, de laatste klant is de deur uit, nu snel met het fietsje naar huis. Lui in mijn zetel de klaargemaakte boterhammen kauwend, lees ik de nieuwste snufjes op fietsgebied in het tijdschrift 'Fiets'. Ik heb rap genoeg van de artikelen over de technische hoogstandjes en kom uit bij de rubriek 'zoekertjes'. Kijk, weer eentje die een geweldige meid aan de haak probeert te slaan om deze zomer een dol fietsavontuur te beleven. Bij het volgende berichtje begin ik echter te slikken en naar adem te happen. Ik lees het zinnetje nog eens en daarna opnieuw. "Wie gaat mee rond de wereld fietsen?" Onderaan ontdek ik een Antwerps telefoonnummer. Ik ben tweeëntwintig en droom ervan de wereld te veroveren. Dit is mijn kans. Ik ga meteen bellen en me aanmelden. Ik wil niet achter het net vissen. Ik kan nauwelijks wachten tot de draaischijf naar nulstand terugveert om het volgende cijfer te draaien. Wanneer eindelijk wordt opgenomen hoor ik aan de andere kant van de lijn een slaperige stem: "Joa, mè den Erik". Twee uur later ben ik al bezig mijn fietsgerief en fietskledij in te pakken. In de fietsenzaak waar ik werk is behalve zondag ook maandag een vrije dag. Ik heb geluk want uitgerekend volgende maandag nodigt Erik de geïnteresseerden uit voor een vergadering in Antwerpen. Met de fiets in een treinwagon –toen hadden treinen nog fietsruimte zat– trek ik vanuit Heusden (mijn thuis’stad’) naar de grote stad. Voor mij is niet duidelijk of we nog vandaag of pas morgen aan onze wereldreis beginnen. Voor de zekerheid neem ik mijn bagage alvast mee.
Proefrit Dit blijkt iets te voorbarig. De aanwezigen bij de vergadering (zo’n twintig man) willen eerst een degelijk plan en een paar oefentochten maken om het materiaal te testen en elkaar beter te leren kennen. Geen overbodige luxe bleek op de eerste oefenrit naar Den Helder in het noorden van Holland. Daarna bleven maar een dozijn kandidaten over en na nog een selectietocht was ik uiteindelijk de enige die zich in de late nazomer bij 'den Erik' meldde voor de ultieme proefrit. Via secundaire wegen en een slingerende route naar de Golf van Biskaje. Het is nu meer dan dertig jaar geleden, maar ik bewaar er nog steeds de beste herinneringen aan!
Mario Devillis
Thuisgekomen maakte ik de balans op. Ik kwam helaas tot de conclusie dat de een na de andere van mijn fietsvrienden had afgehaakt. Een paar van hen waren verhuisd, iemand had een lief gevonden die niet op een fiets te krijgen was, eentje was in zeven haasten getrouwd (dat was toen nog meer in de mode) en kreeg een kind of misschien is de volgorde andersom, en de mees geschikte kandidaat kreeg een vaste job en dat is uiteraard funest voor een lange avontuurlijke wereldreis. Zo is dat in zijn werk gegaan en uit-
eindelijk is niemand van ons met zijn fiets rond de wereld geraakt. Jammer? NEE! Bij de vele contacten met fietsreizigers die in mijn fietsatelier hun fietstechniek opkrikken of mij raad vragen voor hun geplande wereldreis, of gewoon bij een babbel in 't fietscafé, komen de herinneringen aan mijn Franse proeftocht iedere keer weer naar boven. Ik blijf nog steeds dromen van mijn fietstocht rond de wereld en jaar na jaar wordt die tocht een stuk avontuurlijker! b tijdschrift voor fietsreizigers
27
u
28 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
d
TEKST EN FOTO JOS MORREN
Tunesië is een vriendelijk, islamitisch land. Voor het grootste deel woestijn, maar met in het noordelijke deel ook wat steden in ruig, zwaar geërodeerd en verlaten terrein. Het is er lekker fietsen, want de wegen zijn rustig en er lopen ook langgerekte, doorgaande dirt roads door het land, waarop je echt weg bent van alles en iedereen. Wel oppassen voor honden overigens, want je wordt bij elk gehucht standaard begroet door een kleine roedel zeer opgewonden keffers van enig formaat. Je raakt er snel handig in om ze van je af te houden door ze agressief toe te schreeuwen of een beweging te maken alsof je een steen gooit. Erg handig ook om even de frustratie over de eeuwige tegenwind er uit te gooien, want in de winter kan het gemeen
Fietsen in Tunesië hard waaien. Zo hard, dat zelfs een bergverzet nog problemen oplevert. ’s Avonds trachten de tent op te zetten in de luwte van een steile wadiwand is een hele opgave, al moet je ook dan nog de tent bij het opzetten steeds goed met tenminste één hand vasthouden. Het doorlopend klapperen van de tent hoor je daarna echt niet meer door de grote vermoeidheid. ’s Morgens raak je steevast weer bevangen door het ruige, verlaten landschap waarin je verder moet, natuurlijk opnieuw tegen de wind in. Er is ook zon, zoals dat hoort in Tunesië. Dat maakt het klimaat mild en het fietsen comfortabel. Maar op een gegeven moment stak er een wel heel ijzige noordenwind op en kwamen loodgrijze wolken aandrijven. Voor ik het wist begon het te sneeuwen. Geen rustig dwarrelende sneeuwvlokjes, maar een jagende sneeuwstorm die binnen de kortste keren alles bedekte: de bergen, de weg en natuurlijk mij. Het waaide zo hard dat met de wind in de flank ik met fiets en al zijwaarts over de
behoorlijk gladde weg gleed. Natte handen en voeten begonnen langzaam te bevriezen, zodat de controle over de fiets steeds minder werd en ik me afvroeg hoelang het zo door kon gaan. Gelukkig doemde een kleine, stenen schuur op langs de kant van de weg, waarin ik wat kon schuilen totdat de storm zou zijn overgewaaid. Dat duurde een paar uur, maar daarna kon ik, inmiddels ijskoud, toch weer enigszins normaal verder rijden, al bleef het oppassen geblazen op de spekgladde weg. Het eerstvolgende stadje was gelukkig niet ver meer en daar kon in een redelijk comfortabel hotel eindelijk uitgeblazen worden. Het werd een heel avontuur met veel opgewonden Tunesiërs in het stadje, want dit hadden ze al lange tijd niet meer meegemaakt. Geen busverbindingen meer, want het stadje was zowaar ingesneeuwd. Ik moest van weeromstuit toch even lachen om deze bespottelijke situatie: ingesneeuwd in Tunesië! Dat is toch wel behoorlijk gecrankt en geshift.
gecrankt en geshift
Indien de assistentie van Lydia niet voorhanden is, stert er nog notenolie in mijn ehbo-kistje...
tijdschrift voor fietsreizigers
29
d
TEKST EN FOTO’S BRUNO LOOCKX
Fietser en freelance journalist
Robert Declerck Tijdens de persvoorstelling in 2003 van zijn gids ‘Fietsroutenetwerk in het regionaal landschap Kempen en Maasland’ maakte ik kennis met Robert. Hij heeft meer fietsreisgidsen op zijn naam staan, publiceerde als freelance journalist in kranten en tijdschriften én is lid van ‘De Vakantiefietser’. Met het vragenlijstje in mijn hoofd was ik welkom bij Robert in Gent. Robert, wat was de aanleiding voor je start als fietsjournalist? Ik schreef al eerder over reizen, wetenschap, technologie, maar de eerste aanleiding om over fietsen te schrijven was een oproep van ROTA, het toenmalige vakblad van de fietssector. Het was de tijd dat allerhande nieuwe, exotische materialen opdoken in de fietssector, composieten zoals koolstofvezel, Kevlar, magnesium, titaan. Als scheikundige kon ik daar behoorlijk over meepraten.
Kwam je onmiddellijk bij Lannoo terecht of schrijf je nog voor andere media? Lannoo was de eerste en is nog steeds de enige uitgever van fietsgidsen voor wie ik schrijf. Ik werkte ook voor andere media zoals: SNOECK, EOS, Intermediair, de Nieuwe Fietser & Biker, New Cyclist, de Vogelvrije Fietser, Het Volk en Industrie Magazine.
Je fietsgidsen situeren zich in Vlaanderen. Ga je ook wel eens verder? In Vlaanderen is er gelukkig nog veel moois te ontdekken, in de vrije natuur maar ook in steden en dorpen. Mooie natuurplekjes liggen vaak verborgen maar zijn toegankelijk op de fiets. Ik probeer de weg te wijzen, maar vraag ook aandacht voor wat ons nog rest aan natuurschoon. Dat moeten we koesteren en bewaren voor de generaties na ons. Een aspect dat me erg aanspreek is 'Het goede Vlaamse leven'. Een fietstocht is niet af zonder één of meerdere haltes in een gezellig fietscafé of op een terras met een lekkernij van het huis. Aan fietstempo zie je meer en kun je mensen aanspreken. In het begin van de jaren negentig trok ik met een twintigtal fietsers waaronder vakantiefietser André Ramault een zestal weken
30 tijdschrift voor fietsreizigers
door de Verenigde Staten. Onze tocht voerde van Arizona naar Kansas, via New Mexico, Texas en Oklahoma. Het was mijn eerste lange fietstocht en André als ervaren fietsreiziger stond altijd gereed om een of ander praktisch probleem op te lossen. De meeste deelnemers waren natuurliefhebbers pur sang en de sfeer was geweldig. Later bracht de fiets me in het Spaanse binnenland waar ik vaak terug in de tijd werd gekatapulteerd. Het fietsen in Baden-Württemberg ging vanzelfsprekend gepaard met bezoeken aan wijnkelders. Ik fietste door Centraal-Finland, in Wales, in de Po-vallei en verkende Ierland. Fietsverhalen over deze en andere reizen verschenen in kranten en tijdschriften, niet in boekvorm.
Limburg wordt het fietsparadijs genoemd. Moeten de andere provincies meer huiswerk doen? Limburg ken ik goed, ik woonde er tot mijn 25ste. Het is zeker de koploper op het vlak van fietsvoorzieningen. De andere Vlaamse provincies doen met goed gevolg veel inspanningen. Talrijke Limburgse horecazaken richten zich vooral op fietser en wandelaar met aandacht voor lokale spijs en drank. Er is ook dat ondefinieerbare Limburg-gevoel waardoor iedereen er zich thuis voelt.
Zijn er ‘speciale’ plaatsen, momenten of bijzondere mensen die je onderweg bijgebleven zijn? Het is moeilijk om er één bijzonder moment uit te halen, maar als het toch moet … Tijdens de fietsreis in de VS was onze weg naast de Rio Grande plots versperd over honderden meters. Door een grondverzakking lagen grote delen van de helling op het wegdek. Er restte ons niets anders dan met de fiets over stenen en rotsen te
klauteren om weer op de berijdbare weg te geraken. Samen met de fiets schoof ik op zeker moment een flink eind naar beneden in het ravijn. Het bezorgde me de schrik van mijn leven. Een telefoontje naar het thuisfront, de steun van mijn medefietsers en een paar dagen rust in Taos (New-Mexico) brachten me er weer bovenop. Een heerlijker gebeurtenis op dezelfde reis was het onthaal in een klein dorpje in een uithoek van Texas. Op de tientallen meters brede weg werden de Belgian bikers welkom geheten via kleine affiches. De paar honderd inwoners hadden naar aanleiding van ons bezoek een barbecue georganiseerd met naar achteraf bleek homemade icecream en zelf gebakken taart. Als toetje kregen we ’s anderendaags nog een corpuleus ontbijt aangeboden.
Is er na zoveel tochten een voorkeur voor een bepaalde regio of voor bepaalde trajecten?
d
Samen met de fiets schoof ik op zeker moment een flink eind naar beneden in het ravijn. Er zijn zoveel plaatsen waar ik graag eens of weer zou willen gaan fietsen. Als ik één regio in Vlaanderen MOET kiezen: geef mij dan maar Haspengouw. Je zintuigen moeten altijd op scherp staan wanneer je er fietst, de tere kleuren van de fruitbloesems in de lente, het felle groen van weiden en boomgaarden in de zomer, het weelderige kleurenpalet van rijp fruit in de herfst of het blote landschap dat in de winter zijn rondingen laat bewonderen. Je proeft er peren, sappiger dan je kunt dromen,
pruimentaarten zoals alleen grootmoeders die bakken, moerbeibessen die onvindbaar zijn in delicatessenwinkels, aardbeien met de smaak van aardbeien, vruchtensap dat uit de tap van een boom lijkt te stromen. Je hoort er beekjes die klateren zoals Vivaldi het had willen componeren voor zijn ‘Vier Seizoenen’. Natuurlijk kan je ook op andere plaatsen in Vlaanderen heerlijk fietsen, zoals in De Moeren, de Vlaamse Ardennen, de Antwerpse Kempen, het Hageland,...
Als ik in het buitenland mag kiezen, dan Mongolië (staat er een gulle sponsor of een geïnteresseerde uitgever op?) In Mongolië was ik nog niet met de fiets, wel met de trein. Het is een land met prachtige, uitgestrekte landschappen, vaak licht heuvelachtig, met in het fietsseizoen bijzonder mooie groene kleuren. Je ontmoet er ruiters op vinnige paarden, je verblijft er bij families die yaks of kamelen hoeden. Slapen doe je in je tentje of in een van de gers (vilten tenten) die in het landschap opduiken. Een glaasje wodka helpt het zware voedsel verteren. Wales is een goede tweede.
Welke fietsgidsen zijn ondertussen van je verschenen? Mijn eerste gids was het 'Groot Fietsboek Vlaanderen'. (In 2006 verscheen een volledig herwerkte uitgave). Bijzonder veel 'plezier' beleefde ik aan de voorbereiding van 'Fietsen langs Vlaamse Brouwerijen'. De route loopt langs meer dan dertig brouwerijen, die ik allemaal bezocht. Je schrijft niet over wat je niet kent, dus heb ik al die bieren 'moeten' proeven... Daarnaast schreef ik fietsgidsen over Limburg (uiteraard), Kempen & Maasland en de Vlaamse Ardennen. Veel schrijfplezier beleefde ik aan 'Fietsen door de mooiste landschappen van België' (samen met Ward Van Loock). Zoals de titel aangeeft staan de landschappen centraal in die uitgave, ik kon er me dan ook helemaal in verdiepen.
Ik meen je te kennen als een levensgenieter, een Bourgondiër. Geef je ons een fietsroutetip? De Watermolenroute in de Zwalmstreek is een van de meest culinaire fietsroutes in Vlaanderen. Maar als ik één streek moet aanduiden kom ik weer in Haspengouw terecht. Het is lastig nog een Vlaamse regio te vinden met zo’n gevarieerd en uitgebreid aanbod aan streekspecialiteiten en gerechten.
Ter afsluiting Robert, mogen we binnenkort van jou iets nieuws verwachten?
Robert Declerck (rechts) samen met collega Ward Van Loock
Een fietsboek zit er dit jaar niet in. Ik draag wel een steentje bij tot een uitgave van Knack over fietsen en wandelen in de provincie Antwerpen, dat eind juni verschijnt. Voor de nieuwe groene Michelingids 'België en het GrootHertogdom' (verschijnt in 2008) lever ik een aantal bescheiden bijdragen. Daarnaast werk ik aan iets rond 'legendes', maar meer mag ik daar voorlopig niet over vertellen. b tijdschrift voor fietsreizigers
31
FOTO DEBBY GOSSELINK
c
AVONTUURLIJKE ONTDEKKINGEN PER FIETS
Ons nieuwe telefoonnummer is 024-388 9065, faxnummer 024-360 8454
• unieke eigen (GPS)fietsroutes • • persoonlijk en vernieuwend • • gedreven door enthousiasme •
www.globalcyclist.com
32 tijdschrift voor fietsreizigers
d
Geld wegritsen
TEKST EN FOTO MAARTEN SMIT
tips
De meest bekende oplossing is de zogenaamde money belt, een broekriem met aan de binnenkant een klein opbergvakje. Maar ja, niet iedereen draagt tijdens het fietsen een riem. Waarom dan niet zelf zo’n vakje in je fietskleding maken. Goed, zet de naaimachine maar vast klaar … De basis van het vakje is een losse ritssluiting, te krijgen bij de fourniturenwinkel. Kies een kledingstuk, dat je zelf het meest draagt. Zoals een korte fietsbroek, favoriete shirt, je fietspet, enz. Zoek ergens bij een zoom of naad een plek voor de rits. Zorg er wel voor dat je op de fiets geen last hebt van het schuren van de rits.
Iedereen krijgt er op reis mee te maken: waar laat ik mijn waardevolle documenten, pasjes en geld? De meesten van ons doen die spullen in een mapje om de nek, tasje om ons middel of toch maar in de stuurtas. Maar ook dat kan in een onoplettend moment of onder bedreiging opeens weg zijn. Dan kan het handig zijn om ergens in je kleding nog wat weggestopt te hebben, bijvoorbeeld wat papiergeld, kopieen van je papieren of zelfs een minuscuul geheugenkaartje met al je persoonlijke gegevens er op.
kookpunt Bij verandering van ritme, van eten, of door het gemis van het eigen toilet kan het op reis wel eens gebeuren dat de stoelgang wat stagneert. Dat fietst niet comfortabel. De remedie is even doeltreffend als lekker. Tutti frutti, een Italiaans woord dat 'alle vruchten' betekent. Het is een mengsel van gedroogde zuidvruchten dat je even opkookt. Zo gedroogd zijn die vruchten kleine pakketjes vol energie en vitaminen. Handig dus voor als de man met de hamer langskomt. En even gekookt helpen ze in no time richting kleinste kamertje (of achter de bosjes). Je kunt tutti frutti als kant en klaar mengsel kopen. Je kunt ook zelf je favoriete mengsel samenstellen. Het is trouwens ook heel lekker door muesli of de yoghurt
Leg de gesloten rits plat op de stof en stik je deze zo dicht mogelijk langs de randen vast. Hierdoor ontstaat er onder de rits een klein opbergvakje waarbij de grootte afhankelijk is van de lengte en breedte van de gebruikte rits. Breedtes liggen zo tussen de 2 en 2.5 cm, lengtes van 10 tot 80 cm. Voilà, het geheime vakje. O ja, voor het wassen niet vergeten het vakje …! Veel plezier met klussen.
TEKST SONJA EDELAAR, NATUURVOEDINGSCONSULENTE FOTO MAAIKE PFANN
Tutti frutti
Wat heb je nodig?
Wat moet je doen?
Voor twee personen: • 2 gedroogde abrikozen • 2 gedroogde pruimen • handje rozijnen en/of krenten • snufje zout • stukje biologische citroenschil • snufje kaneel en/of vanillepoeder
Snij de gedroogde vruchten in kleinere stukjes. Kook ze in een klein laagje water in een kwartiertje lekker zacht. Snufje zout toevoegen, dan wordt het nog zoeter. Met een stukje biologische citroenschil en een snufje kaneel en/of vanillepoeder maak je er helemaal een feest van.
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
33
d
Een wereldreis van drie dagen
WeekendjeWeg Veel lezers van dit blad zitten graag op de fiets, maar hebben ook nog hun werk, thuisfront, vrienden en andere beslommeringen. Dan is het erg lekker om er regelmatig op uit te trekken voor een wereldreis van, pakweg, drie dagen in Nederland, België en/of directe omgeving. Deze pagina’s staan een jaar lang open voor jullie mooiste routes. De redactie verwelkomt jullie bijdragen in deze nieuwe serie! Nederland is een mooi land om te verkennen tijdens een lang weekend. Drie nuttig bestede dagen op de fiets voelen na afloop al snel als een week aan. Ik kan er echt even helemaal uit zijn.
sel en verder door naar het prachtige Twente of naar Coevorden met daarachter de intieme grensstreek van Noordoost-Nederland. Uitgelezen bestemmingen voor een wereldreis van drie dagen.
TEKST EN FOTO JOS MORREN
Woonachtig in het centraal gelegen Zeist, kan ik echt alle kanten op. Maar het noordoosten is het meest favoriet. Dat komt misschien door de overwegend zuidwestelijke wind in Nederland, maar zeker ook door de uitgestrekte Veluwe waarin heerlijk vrij gereden kan worden zonder last van auto’s. Er zijn grofweg twee vaste punten om er weer uit te fietsen en verder weg te komen. De eerste is Hattem in het noordelijkste puntje van de Veluwe, waarvandaan je kunt doorfietsen naar het noorden van het land. Of ik buig in Elspeet af naar het oosten en fiets boven Apeldoorn langs naar de IJs-
Hattem is echter het meest bezocht, omdat ik dan de langste route door de Veluwe rij en op een enkele dag makkelijk in Zwolle de trein weer terug kan nemen. Vanuit Zeist gaat het dan eerst steevast naar Amersfoort en de provinciale weg naar Putten. Niet echt bijzonder, maar wel nuttig om even simpel warm te rijden en snel de Veluwe te kunnen bereiken. In Putten even naar het monument ‘De Weduwe van Putten’ kijken en dan vanuit het centrum recht naar het oosten de bossen in. Heel snel kom ik dan in mooi, open loofbos en bereik ik het gehucht Drie met een wat grotere natuurcamping. Dat is
De withouten poort van de natuurcamping bij Landgoed de Dellen
34 tijdschrift voor fietsreizigers
echter te snel al en ik fiets door via Speuld en Staverden naar Elspeet voor een kop koffie. Dan door de hei met een opgewerkte grafheuvel naar Vierhouten en vervolgens richting Epe, om direct daarna toch maar het noorden aan te houden richting Nunspeet en Hattem. Eenmaal bij de N795 van Epe naar Nunspeet, kom ik in de buurt van een geliefde kampeerplek. Ik houd dan de oostelijke grens van het langgerekte militair oefenterrein daar aan en arriveer bij landgoed De Dellen. De route voert me intussen langs een rustige asfaltweg waarop je op een gegeven moment rechtsaf kunt naar Heerde. In de noordelijke hoek van die twee wegen ligt een natuurcamping van het Geldersch Landschap. Niet meer dan een enkel grasveld ter grootte van een voetbalveld omsloten door dicht bos. Een prikkeldraadhek en houten
poort houden de wilde zwijnen weg en heel vaak ben ik de enige gast. Er zijn geen voorzieningen, behalve een grondwaterpomp op het naastgelegen veld van een caravanclub. Klinkt misschien heftig, maar van die meestal oudere natuurliefhebbers heb ik nooit enige last gehad. Een ideale plek. De volgende dag is Hattem snel bereikt en heb je er zo’n tachtig kilometer vanaf Zeist opzitten. Daarna kan naar Leeuwarden of liever nog via Drenthe naar Groningen gereden worden. Maar het is toch altijd weer spijtig om de rustige beslotenheid van de Veluwe te moeten verlaten. Dat geldt overigens niet in de zomerse vakantiemaanden, wanneer het zelfs tot filerijden komt op de vele fietspaden. Maar daarbuiten en zeker in het voor- en najaar is de Veluwe een heerlijke streek om weer eens lekker even bij te komen. b
d
De tap schenkt Diebels Alt en Bitburger Pilsener. “Bitte ein Bit”, roepen we in koor.
Kamperen langs de Via Romana
Sinds ik in Nijmegen woon, is een bezoek per fiets aan het Duitse achterland voor mij een favoriete bezigheid. Het wegennet aldaar voldoet aan twee belangrijke criteria, te weten: autoluwheid en gevarieerdheid. TEKST EN FOTO MARC PEETERS
De Euregionale verkeersbureaus hebben deze optie ook ontdekt en hebben een aantal jaren geleden de Via Romana-fietsroute gelanceerd. De basis voor de Via Romana vormt de Romeinse limesweg, aangelegd in de eerste eeuw van onze jaartelling om Romeinse legerplaatsen met elkaar te verbinden. Markante punten langs deze limesweg waren de twee belangrijkste Romeinse nederzettingen aan de Neder-Rijn, namelijk Ulpia Noviomagus Batavorum, het tegenwoordige Nijmegen, en Colonia Ulpia Traiana bij Xanten, ook nu nog de eindpunten van de Via Romana. In het totaal bedraagt de lengte van de Via Romana van Xanten via Nijmegen weer naar Xanten 257 kilometer, verdeeld over 159 voor de zuidroute en krap 100 kilometer voor de noordroute. Beide routes kunnen zowel oost- als westwaart gefietst worden. In totaal zijn er dus vier verkeersstromen denkbaar.
Ofwel uit nood geboren, omdat een enkele keer het bordje ontbrak voor de juiste richting, ofwel uit nieuwsgierigheid, omdat ik meer van dit Duitse Hinterland wilde ontdekken, heb ik inmiddels mijn eigen varianten van de Via Romana ontwikkeld. Altijd echter is Xanten de pleisterplaats waar ik bivakkeer alvorens de terugreis te aanvaarden. In het bijzonder koester ik een speciale genegenheid voor de Campingplatz in het Ortschaft Ursel, vlak buiten Xanten. De tijd staat hier stil. De weide zal altijd het zelfde uiterlijk blijven houden: één grote lap gras, al was die de laatste keer door het aanhoudende regengebrek erg uitgedroogd. Aan de andere kant van de straat ligt Gaststätte Bremer, een Stube waar aan de bar zonder administratie een kampeerplek betaald kan worden. Per persoon 2 euro, per tent 2 euro. Kom daar nog maar eens om. Deze verborgen camping is voor mij een best kept secret, waarvan ik maar hoop dat dat zo blijft, ook na publicatie van dit verhaal. Dit jaar fiets ik in gezelschap binnendoor naar Xanten via het Reichswald, het Land van Kleve en vervolgens door de altijd lieflijke Sonsbecker Schweiz (met enige pretentie aldus aangeduid, maar
het zij hun vergeven). Daar kan een eerste blik van de markante tweelingtorenspits van de St.Viktorsdom in Xanten worden opgevangen. Hou er onderweg rekening mee dat de horeca in het algemeen pas om 11 uur zijn deuren opent, mocht je snakken naar een Kännchen Kafee mit Apfelkuchen. Maandag is sowieso bijna overal Ruhetag.
De tap schenkt Diebels Alt en Bitburger Pilsener. “Bitte ein Bit”, roepen we in koor.
We fietsen om Xanten heen en via antieke sites als het amfitheater in Birten, het archeologisch park aan de rand van het stadje zelf en de Haventempel komen we aan bij de Xanter Südsee. In vroeger jaren kon je daar nog vrij een plons in het schone water nemen. Helaas is deze attractie nu geprivatiseerd en moet er dus entree betaald worden.
De volgende dag gaan we terug door het Nederrijnse gebied richting Kalkar over extreem kalme weggetjes (Anlieger frei), waar je hooguit door een tractor kunt worden opgeschrikt. Kalkar is een schattig dorpje dat besmet is door het beruchte verleden van een snelle-kweekreactor in oprichting. De besmetting is slechts figuurlijk, want de installatie is door een slimme Nederlandse zakenman omgebouwd tot een pretpark: Kernwasserwunderland. Het volk kan nu skaten in de voormalige koeltoren. In het omringende landschap zijn de windmolens aan een opvallende opmars bezig. Verandering van tijden?
Geïnstalleerd op de camping zoeken we ’s avonds traditiegetrouw weer de Gaststätte op. De Wirtin kent me inmiddels. Waarschijnlijk mogen we om die reden plaatsnemen aan de Stammtisch. Aan de muur hangen opgezette roofvogels, tegeltjes met levenswijsheden en een vlag van Traditionsverein Schalke ’04. In een vitrine staan de blinkende wisselbekers van de plaatselijke Schützenverein.
Langs Schloss Moyland, alwaar in het museum een uitgebreide collectie van de excentrieke Kleefse kunstenaar Joseph Beuys te bewonderen valt, zoeken we de noordroute van de Via Romana op om vervolgens via de oever van de Alte Rhein, die overgaat in de Rijn, bij de Waal uit te komen. De skyline van Nijmegen doemt dan snel op en we weten dat we weer thuis zijn. Het weekendje-uit zit er op. b tijdschrift voor fietsreizigers
35
c
36 tijdschrift voor fietsreizigers
h
TEKST EN FOTO MARC PEETERS
Het einde van de wereld Ik was op weg naar Santiago de Compostella. Mijn einddoel lag verder: het meeste westelijk puntje van het Europese vasteland, Cabo Finisterre, zo gedoopt door de oude Romeinen: het einde van de wereld. Ik volgde daartoe een eigen route. Vandaag zou ik op het klassieke pelgrimspad uitkomen, de weg van Leon naar Lugo. Om de dagelijkse sleur van het fietsen te doorbreken had ik de routine om halverwege de middag een café op te zoeken waar ook tv werd gekeken. Een siësta gecombineerd met beelden van de Vuelta. Zo ook die dag, een warme septemberdag op de Cantabrische meseta. Ergens boven Ponferrada fietste ik een dorp in. Aan de rechterkant doemde een café op. Ik stalde mijn fiets en liep naar binnen. Het was opvallend druk. Een twintigtal mensen keek geconcentreerd naar het tv-scherm. Ik zag geen coureurs, wendde mijn gezicht af en vroeg aan de barman: “¿No hay Vuelta?” “No hombre, no,” zei deze kortaf en draaide zich om. Ontstemd keek ik rond. Snel werd alsnog mijn aandacht getrokken door het tv-beeld. Ik zag twee hoge torens in een strakblauwe lucht. Ze waren omhuld door grote pluimen rook. Ze stonden in brand. Allerlei vragen kwamen bij me op. “¿Qué pasó?” “Un atendado.” “¿De quien?” “Problabemente de Arabes.” En op dat moment stortte één van de torens in. Mijn god, wat gebeurt hier? Samen met de Spanjaarden om me heen bleef ik gebiologeerd staan kijken. Toen stortte de tweede toren in. Confuus verliet ik de zaak. Ik stapte weer op mijn fiets en vervolgde mijn weg, op weg naar... het einde van de wereld.
het moment De weg golfde naar de plaats waar ik zou overnachten: Villafranca del Bierzo. Ik meldde me bij een hospedaje. Het was meteen duidelijk dat het hier een pleisterplaats voor de Santiago-pelgrims betrof. De uitbater maakte mij duidelijk dat alleen de officiële pelgrims hier konden overnachten. Ik vertelde dat ik met mijn eigen onafhankelijke fietstocht bezig was. De uitbater was onverbiddelijk. Er hing een grimmige atmosfeer. De andere gasten beweerden dat ik zonder compostelaat nergens onderdak zou krijgen. Bestond de wereld hier dan alleen uit pelgrims? Ik voelde een pijnlijke afstand. Zij tegen mij. De niet-gebonden fietsreiziger als paria. Teleurgesteld droop ik af. De enige plek waar ik nog onderdak kon krijgen was een chic hotel. Na het inchecken, toog ik de binnenstad in. Het was een zwoele zomeravond, in de bars werd Champions League op tv getoond, alsof er niets aan de hand was. Ik ging vroeg naar bed. Op mijn hotelkamer bleef ik nog lang tot diep in de nacht zappen op de aanwezige tv. De volgende dag lagen er kranten bij het ontbijt. De headlines en foto’s spraken boekdelen. Trouwens, de etappe de dag voordien was gewonnen door de Duitser Erik Zabel, in een massasprint. Zal dus niet in de annalen komen. Het Moment is een toevallige, bijzondere ontmoeting, een bizarre reiservaring, een duizelingwekkende cultuurschok: Het Moment kan werkelijk van alles zijn. De redactie nodigt je uit jouw Moment te sturen naar: redactie@wereldfietser.nl of postbus 94005, 1090 GA Amsterdam. Maximaal 500 woorden, graag met bijpassende foto.
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
37
uitgelezen ‘De gouden capuchon’, Frank van Rijn, Uitgeverij Elmar 2007, paperback, 270 bladzijden, €16,50, ISBN 10-90389-729-5. Frank van Rijn is een man die gedijt bij een temperatuur van 35° of hoger. Regen en kou zal hij wanneer dat kan proberen te vermijden. Regen is er tijdens dit avontuur niet, kou des te meer. Lang heeft de kou hem weerhouden deze droomreis te maken. Gehuld in zes lagen kleding en gewapend met een dikke bult dekens op zijn achterdrager wint zijn ontdekkingslust het van de afschuw voor kou. Zijn tiende boek beschrijft een fietsreis door Kirgizstan, West-China en Tibet; een deel van zijn reis van Doldersum in Drenthe naar Mangalore in India. Agressieve honden, een tent die 's nachts in een iglo verandert, honderden kilometers wasbordwegen en keienpaden, zuurstofgebrek, een steeds weer uit elkaar vallende trapper, een dieet van noodle-soup met vitaminenpillen, veel tegenwind en een hart dat soms een slagje overslaat, kunnen hem niet van zijn pad afbrengen. Afgezien van dit beetje ongerief geniet Frank van zijn reis, van de fantastische Himalaya-landschappen, de gastvrije mensen en de meestal blauwe hemel boven hem, met daarin zijn bondgenoot de zon. Zijn manier van vertellen is uitvoerig beschrijvend en hij neemt je daardoor als het ware mee op reis achterop zijn fiets, zwaarbeladen met instant noodles, water en extra dekens. Middels zijn onmiskenbare humor, milde zelfspot en relativerend vermogen lijken drama's en
38 tijdschrift voor fietsreizigers
ongemakken veel minder erg dan ze zijn. ‘Over de eerste twee kilometer van dit paradijs voor klimmers doe ik, beurtelings duwend tegen en trekkend aan mijn vervoermiddel, ruim een uur. Ik vraag me af of je een fiets in een dergelijke situatie nog een vervoermiddel kunt noemen. Hij vervoert niet mij, maar ik hem, dus ben ik het vervoermiddel van mijn fiets.’ Noem het ‘gedachtengymnastiek’. Of het nu een ingewikkelde rekensom is of het zoeken van een verklaring waarom een Chinees een foto van hem neemt, hij neemt je mee in zijn gedachten. Zoals Frank zichzelf afleidt van de zware beklimming of de eindeloze wasbordweg, zo leidt het de lezer af van hetzelfde ongemak. Over een niet-werkende douche schrijft hij met gemak een boeiend stuk van twee pagina's. Je bent daarna allang vergeten dat je überhaupt wilde douchen. Menig wereldfietser is na het lezen van zijn verhalen op de fiets gestapt en naar de andere kant van de wereld gefietst. Begrijpelijk. Hij verstaat als geen ander de kunst om elke rottige tegenvaller te brengen als een aardig avontuur. Als een meeslepend epos. Wanneer alle hindernissen onderweg met deze 'franke blik' worden bekeken is het leven als fietsende ontdekkingsreiziger elke dag een feestje. Een boek om mee te nemen als je zelf door Tibet wilt fietsen, maar nog meer een boek dat de moeizame en uitputtende, maar geweldige tocht over het Tibetaanse plateau in je eigen huiskamer brengt en je de, aan zo'n reis inherente, ontberingen bespaart. MAAIKE PFANN.
‘Een jaar lang zomer’, Laurens Hitman, uitgeverij Free Musketeers boekproducties 2006, paperback, 198 bladzijden, € 16,95, ISBN: 90-8539-485-6. Samen met zijn vriendin Monique Poyck fietst Laurens Hitman van september 1999 tot september 2000 van Californië naar Mexico, weer terug naar Californië en dan door naar Canada. De keuze om juist hier te gaan fietsen is niet toevallig. In eerste instantie willen Laurens en Monique naar Afrika. Dit land valt uiteindelijk toch af vanwege de slechte wegen en de risico’s. Europa, de volgende optie, vinden ze net weer iets te bekend en voorspelbaar. Noord-Amerika kent slechts voordelen. De wegen zijn goed, de campings ook en de mensen te verstaan. Ook over de route is nagedacht. Deze is zo gekozen dat de twee
wereldfietsers een jaar lang in de zomer fietsen. Althans, dat was het idee. Achteraf viel dat hier en daar een beetje tegen, maar al bij al hebben Laurens en Monique zich nergens door kou en regen laten ontmoedigen. ‘Een jaar lang zomer’ is een gedegen verslag. Hitman schrijft in keurige, chronologische volgorde welke dorpen, steden en natuurgebieden hij op zijn reis tegenkomt, welke mensen hij ontmoet en met welke gewone maar vooral bijzondere flora en fauna hij oog in oog komt te staan. Het verhaal blijft echter vooral oppervlakkig. Een meeslepend reisverhaal wordt het nergens. Dat komt vermoedelijk omdat de niet professionele reisschrijvers alles willen beschrijven wat ze tegenkomen en bang zijn dat ze worden afgerekend als de chronologie niet helemaal
naar waarheid is. Buiten dat worden bijzondere gebeurtenissen (een beer om je tent) en minder bijzondere gebeurtenissen (het kopen van souvenirs voor de thuisblijvers of het zoveelste ‘heerlijkste kopje koffie aller tijden’) met dezelfde emotionele afstand en hetzelfde aantal woorden beschreven. Dat neemt niet weg dat ‘Een jaar lang zomer’ een gedegen verslag is dat voor degenen die van plan zijn in Noord-Amerika, Mexico of Canada te gaan fietsen, nuttige informatie kan bevatten. Wat deze fietsers wel zullen missen is een kaartje met de route van Laurens en Monique. Een gemiste kans om ‘Een jaar lang zomer’ nog gedegener te maken. JOKE SMEETS
‘Oekraïne en Noord-Ierland, twee politieke fietstochten’, Hans Metz, uitgave in eigen beheer 2007, paperback, 88 bladzijden, € 10, ISBN 90806414-5-6. Te bestellen door overmaking van 10 euro naar giro 4847344 van Hans Metz. Voor Belgische lezers informatie via hansmetz45@hotmail.com. Met zekere regelmaat geeft Hans Metz een boekje uit over zijn eigen reizen. Al eerder besproken zijn ‘Fietstocht door Rusland’ en ‘Fietstocht naar Kemerovo’. Dit nieuwe boek ziet er beter verzorgd uit en voor het eerst zijn de foto’s in kleur afgedrukt, al blijft de kwaliteit wat mager. In alle gevallen dekt de titel van het boek volledig de lading. Ook nu gaat het om een fietstocht en inderdaad in de beide in de titel genoemde landen. De keuze van
Hans Metz voor een fietstocht door Oekraïne was ingegeven door de verkiezingen van november 2004. De Rusland gezinde Janoekowitsj streed toen tegen Joesjenko. De laatste was vergiftigd door zijn tegenstanders en had dat maar net overleefd. Hij werd gesteund door grote aantallen demonstranten die in het centrum van een winters Kiev massaal hun tenten opsloegen en zo nieuwe verkiezingen afdwingen: de Oranje-revolutie. Hans Metz gaat op zoek naar de plaatsen waar de strijd zich afspeelde. Behalve de gebeurtenissen onderweg heeft Metz veel aandacht voor de mensen en de geschiedenis van het land. Hij komt daarbij regelmatig tot leuke en interessante beschrijvingen. De Oranjerevolutie komt er wat bekaaid van af. Dat is verder niet storend, maar de tekst in de inleiding had meer verwachtingen opgeroepen. Het kleinste deel van het boek is bestemd voor Ierland: 24 bladzijden. Ook hier was de motivatie voor een bezoek voortgekomen uit de politiek. In de zomer van 2005 zwoer de IRA het geweld af. Metz was in 1967 voor het laatst in Noord-Ierland geweest; toen nog volledig verscheurd door het geweld tussen Protestanten en Katholieken. Hoe zou het er nu zijn? Gaat het deel over de Oekraïne nog voornamelijk over de fietstocht en komt de politiek er slechts zijdelings bij, in het deel over Noord-Ierland komt de fietstocht amper aan de orde. Pas in de laatste paar bladzijden vertrekt Metz uit Belfast en fietst een kort rondje van enkele dagen door een deel van Noord-Ierland. Metz bekijkt uitge-
breid de stad en probeert de sfeer te proeven. Hij praat met diverse mensen; een taalprobleem is hier, anders dan in Oekraïne, niet aan de orde. Hans Metz maakt geen avontuurlijke reizen vol ontberingen. Het gaat er redelijk relaxed aan toe en de trein wordt zeker niet geschuwd. Maar door alle aandacht voor het land en de mensen is het toch een leuk boekje om te lezen en voor de prijs hoef je het niet te laten. THEO JORNA
‘Fietspech, fietsreparaties voor onderweg’, Eric Schuyt & Frank van Riesen, De Vakantiefietser Amsterdam 2007, ringband met harde cover, 65 bladzijden, € 14,95, ISBN 978-90-803401-4-5. Verkrijgbaar bij de Vakantiefietser-winkel in Amsterdam of per email fietspech@vakantiefietser.nl (let op de ‘.nl’, geen ‘.be’!) Jarenlang was het boek ‘Fietstechniek’ van Rob van der Plas het naslagwerk waar menig doe-het-zelver naar greep als zijn fiets het liet afweten. Maar door de snelle ontwikkelingen van techniek en materialen en het ontbreken van een geactualiseerde uitgave werd het steeds minder geschikt. Tot Marten Gerritsen kwam met zijn boek ‘Vakantiefiets’. Eindelijk was er weer een goed boek waar iedereen terecht kon voor goede raad en helder inzicht. In een eerder nummer van dit tijdschrift hebben we er over geschreven. Voor onderweg is het boek van Gerritsen wat minder. Te omvangrijk en te uitvoerig. Maar daarvoor hebben
we nu ‘Fietspech’ van Schuijt en Van Riesen. Over dit boekje is nagedacht. Door de harde cover steek je het makkelijk in je fietstas zonder dat het boek vouwt en kreukt. Door de ringband blijft het boek keurig open liggen op de gewenste bladzijde. Dat was altijd de ellende met het boek van Van der Plas. Daar moest je een steen op leggen of het steeds met vieze sleutelhanden terugleggen op de goede bladzijde. Maar hoe zit het met het laatste criterium? Kun je er wat mee, zijn tekst en tekeningen begrijpelijk? Er wordt gewerkt met veel tekeningen en heel weinig tekst. Dat is goed, want een duidelijke tekening zegt meer dan veel tekst. Het wordt wat lastiger als het getekende onderdeel er anders uitziet als datgene dat er op je eigen fiets zit. Zo is de bij voor- en achterwiel verwijderen getekende rembeugel weliswaar een veelgebruikte, maar er zijn zeker ook nog andere systemen. Over het geheel genomen zijn het duidelijke tekeningen, die samen met de tekst een begrijpelijk verhaal vormen. Toch zullen onervaren of niet handige fietssleutelaars soms best wel moeite hebben om alles te begrijpen en de reparatie goed uit te voeren. Ook is de aangeboden informatie soms wat onduidelijk of (naar de mening van ondergetekende) niet helemaal correct of onvolledig. Bijvoorbeeld bij de onderdelen ‘spaak vervangen’ en ‘buitenband verwijderen’. Dat mag de pret echter niet drukken. Dit boekje voorziet duidelijk in een leemte. En voor menig fietser zal het een uitkomst zijn. THEO JORNA
tijdschrift voor fietsreizigers
39
d d
Annemarie en Benja beginnen eind juni 2007 een nieuw fietsavontuur. Vanuit Leuven fietsen ze via Oost Europa en Turkije naar Georgië en Armenië. "We laten ons leiden door het klimaat en onze gevoelens."
Heidi Renwa en Steven Geirnaert
g e w r e d n o s r e s t fie SAMENGESTELD DOOR ANDRÉ RAMAULT EN MARIANNE VINCKEN
Peter Mak en Karin van Toor zijn eind mei in Mussoorie in India, in de bergen (2000 m.). Binnenkort gaan ze naar naar de Spiti Vallei en de Sutlej Vallei. Het is er mooi maar zwaar door het vele klimmen en de slechte wegen. www.cycletheworld.nl. Els Schaap en Dick Verschuur schrijven eind mei op hun website het volgende: “Negen jaar, honderdelfduizend kilometer, drieënvijftig landen, tachtig lekke banden, tienduizenden foto's, honderden verhalen en heel veel nieuwe vrienden. Dat was het. En het is mooi geweest vinden we. Heel mooi. Want, aan alles komt een eind.” Als u dit leest zijn ze terug in Nederland. Op 16 juni is het plan om in Heerhugowaard, de geboorteplaats van hun fietsen, verwelkomd door vrienden en bekenden het einde van hun fietsttocht te vieren. Zie voor de laatste belevenissen: www.dickenels.nl
Marlous van der Veen en Steven Groothuismik zijn vanuit Cambodja via maleisië en Signapore in Darwin, Australië beland. Ze zijn eind mei als 742 dagen onderweg en legden in die tijd 26212 kilometers af. Zie ook www.wereldtrappers.nl
Eelco Weijmans is sinds augustus 2005 onderweg naar Bali om een oude jeugddroom te verwezenlijken. Op 3 mei 2007 vertrekt hij vliegend uit Bali met een lange omweg via Frankrijk en Engeland, waar hij op 3 juni nog fietst. Thuis terug naar hoe het was of toch ook niet? In ieder geval dokter worden. Hij fietste in krap twee jaar meer dan 26.000 kilometer. Voor een verslag zie www.backtobali.net 40 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
Dominic Gill is met een heel bijzondere reis bezig. Hij vertrok in Prudhoe Bay in Alaska en fietst in, naar hij hoopt, vijftien maanden naar Ushuaia in Argentinië. Nu doen dat wel meer mensen, maar hij doet het op een tandem. Alleen. Hij is alleen op de tandem vertrokken en weet af en toe een medefietser te interesseren om een stukje mee te rijden. Hij is inmiddels in El Salvador beland, waar hij met Jules een wat ongelukkig vallend maaltje nuttigt in een uitspanning langs de weg. Na 48 uur herstellen in een hotel fietsen ze Honduras binnen en op aanraden van de lokale bevolking de bergen in, waar niet alleen de lucht schoner en prettiger is, ook de criminaliteit zou er minder zijn dan in de warme vochtige kustgebieden. Lees meer over deze bijzondere expeditie op www.blueant.tv/takeaseat/home.php Marc en Toon stapten afgelopen mei in Istanbul op hun fietsen en rijden eerst naar Tibet en daarna verder over de Zijderoute naar China. In de stad zelf valt het fietsen niet mee, maar ook erbuiten eisen hitte, steile wegen en de hoeveelheid bagage hun tol. Vanuit Pamukkale nemen ze de bus naar Göreme in Capadocië. Vandaar via het Meer van Van naar de Iraanse grens. Marc, blond en naar eigen zeggen sexy in zijn fietsbroek, laat via de website weten aan alle Turkse en Arabische mannen dat hij niet gay is en vraagt of ze alsjeblieft niet langer om zijn telefoonnummer willen vragen en willen ophouden met hem aan te raken. Zie ook hun website http://itchy-wheels.exploder.org. Uitgebreide reisverslagen en foto's van de volgende fietsreizigers vind je via: www.vakantiefietser.be/onderweg.asp
vertrekken begin juni 2007 vanuit Hongarije voor een maandenlange fietstocht door Roemenië, Bulgarije, Macedonië en Albanië.
Rob en Aranka
begonnen in februari 2006 hun fietsproject: 'Haarlem-Shangai; de verlengde zijderoute'.
maart 2007 gingen Christine Schots en Marc Mertens op pad
Half
voor een fietstocht van 11 maanden van Mexico naar Ushuaia. Ze zijn niet aan hun proefstuk, in 2001-2002 fietsten ze van Brussel naar ZuidOost-Azië. Na Mexico volgen Belize, Honduras, en El Salvador.
Zes Brusselse brandweerlieden waaronder een vrouw fietsen eind mei 2007 van Brussel naar de Noordkaap (3.500 km). Hun tocht is tevens een sponsortocht voor Pinocchio, een vereniging zonder winstoogmerk, die kinderen met brandwonden ondersteunt. Bij het vertrek stond ruim 12.000 euro op de sponsorrekening.
Caroline en Rutger fietsen vanaf mart 2007 in tien maanden van Ecuador naar Ushuaia. Hun laatste verslag (mei 2007) met adembenemende foto's komt uit Lima in Peru.
Lea en Kobe zijn vanaf september 2006 onderweg en 'Fietsen voor en door Afrika'. Na het Europees parcours en Turkije verbleven ze in mei 2007 in het Egyptische Luxor. Ze verkennen er tempels, graven, de Nijl, Karnac en Aswan. De alom aanwezige toeristenpolitie ervaren ze als hinderlijk. Het inschepen voor de boot –de enige manier om met het peperdure visum Soedan binnen te komen– verloopt bijzonder chaotisch. Als er al een weg is in de Soedanese woestijn, dan blijken die wegen in Soedan de meest erbarmelijke van Afrika. Daarom gaat het in een pick-up richting Khartoum. Soedanezen zijn erg gastvrij en in vergelijking met Egypte is het hier de rust zelve.
d
Ruben Vandewalle
fietst sinds mei 2006 van Los Angeles naar Ushuaia. In april 2007 trekt hij door Columbia. Regering en bevolking doen er alles aan om het negatieve imago te keren; de strijd tegen de guerrilla kent succes. Half april verwelkomt hij de Nederlandse Renée en met haar verkent hij Quito en een stuk van Ecuador. Begin mei trekt hij Peru binnen en neemt er rust na een virale infectie. Daarna gaat het weer door woestijngebied en dat betekent stof, dorst en een huilende tegenwind. Gelukkig stopt een zeldzame vrachtwagen meteen.
Grégory Lewyllie fietst sinds september 2006 door Zuid- en Midden-Amerika. Eind februari 2007 komt hij toe in Ushuaia. Daarna gaat het weer noordwaarts en eind maart bereikt hij de Chileense hoofdstad Santiago. Met zijn overgekomen vriendin verkent hij Santiago en een stukje Chili in het spoor van de dichter Neruda. "Brazilië heeft de Amazone, Peru heeft Macchu Pichu en Chili heeft Pablo Neruda." De bewondering voor dichter Neruda, Nobelprijswinnaar, volksheld, diplomaat en vriend van Allende is groot. Na het vertrek van
zijn vriendin haalt hij in mei de fiets weer van stal en fietst over de Andes naar het Argentijnse Mendoza. "Ik verlaat Ushuaia en ik vraag me af waarom Ushuaia door de eeuwen heen zoveel reizigers heeft gefascineerd. 'Het eind van de wereld'-gevoel is majestueuzer dan Ushuaia zelf. Ushuaia zelf is een teleurstellend niets... Nu ja, niets in een betoverend mooi landschap is toch iets. 'El fin del mundo' is een privilege dat alleen Ushuaia toebehoort of toch net niet. Het echte einde bevindt zich hier op een half uurtje varen vandaan. Isla Navarino met het stadje Puerto Williams is in wezen het echte einde, maar is helaas Chileens grondgebied. Dus moffelen de Argentijnen deze waarheid keurig weg tussen hun gekleurde etalages en valse neonreclame. Ze dingen naar de geldbeugel van de avonturiers die vrezen dat ze de oversteek naar het sprookjesachtig zuidpoolgebied niet zullen overleven zonder een nog warmere trui of een nieuwer, dikker Michelin-vest." "Het allergrootste natuurwonder vond ik evenwel net iets verder dan het ‘eind van de wereld’, meer bepaald in Antarctica. In Ushuaia slaagde ik er in een last-minute ticket op de kop te tikken naar het zevende en meest ontoe-
gankelijke continent. In het kielzog van de Zuidpoolpioniers scheepte ik in op de ‘Ushuaia DBC’, samen met 82 andere passagiers en 34 bemanningsleden. We werden feestelijk onthaald en terwijl we koers zetten naar het Antarctisch Schiereiland toostte ik op Scott, Shackleton en Amundsen en de Belg Adrien de Gerlache die het pad hebben geëffend voor een onwaarschijnlijke elfdaagse reis naar het koudste, droogste en winderigste continent op deze aardbol. Antarctica is zowat het enige continent dat de mens nog niet naar de verdoemenis heeft geholpen en dat wil men zo houden. Zo bepaalt het Protocol van de Antarctische Milieubescherming (1959) dat niet meer dan honderd mensen tegelijk voet aan wal mogen zetten." "Op Antarctica vierde ik tevens een half jaar zwervend bestaan. Een half jaar vol onwaarschijnlijke indrukken, vol onverwachte wendingen... Nog twee jaar lang wil ik ´s morgens opstaan met de zekerheid dat in mijn kop opnieuw de belofte ligt van een nieuwe dag zonder plan, zonder concrete verwachtingen. Maar met de zekerheid en het constante gevoel dat de blik waarmee ik naar de wereld kijk en zal kijken, voor altijd aan het veranderen is..." b
Doe mee en vul de lezersenquête in!
Moet dit blad anders? Een blad wordt gemaakt voor de lezers en dus hebben die het voor het zeggen. Dat geldt ook voor jou! Is het papier soms te dun, te glimmend, de letter te klein, of zijn de verhalen niet spannend of afwisselend genoeg? Heeft het blad te weinig kleur? Moet er in jouw ogen dringend iets veranderen, of ben je juist heel tevreden? Laat het ons weten! We zijn heel benieuwd naar jullie mening ... De gezamenlijke redactie van de Vakantiefietser en de Wereldfietser heeft voor jou op het internet een lezersenquête beschikbaar gesteld. Surf daarvoor naar het gezamenlijke, Europese adres:
www.fietsvragen.eu Invullen is simpel en kost hooguit tien minuten van je tijd. Doe jezelf en ons een plezier en vul de vragenlijst nu in. De enquête sluit in september. De uitslag lees je uiteraard terug in dit blad. Naast de vragen over het blad zijn we ook benieuwd naar wat je vindt van de vereniging. tijdschrift voor fietsreizigers
41
k
Verenigingsnieuws FOTO’S ERIC SCHUIJT EN CARLA VAN TATENHOVE (PAASWEEKEND)
Veel fietsers willen hun grenzen verleggen. Ze willen nieuwe gebieden verkennen, genieten van rust en ruimte en in contact komen met de plaatselijke bevolking. En of je nu een lange of korte tijd gaat, ver of dichtbij, reizen op de fiets is een prettige manier om dit te doen. De verenigingen de Wereldfietser in Nederland en de Vakantiefietser in BelgiĂŤ ondersteunen hun leden bij hun fietsreizen. Het doel is fietsers met elkaar in contact te brengen en informatie uit te wisselen. Naast het gezamenlijk uitgegeven tijdschrift met voor elke vereniging een eigen naam en logo en verder dezelfde inhoud, organiseren de verenigingen kampeerweekends, trektochten, informatiebijeenkomsten over speciale onderwerpen en fietsreparatiecursussen voor hun leden. Op de websites van beide verenigingen vind je databanken met veel informatie en forums waar levendige discussies plaatsvinden.
42 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
d
TEKST MARJAN BROUWER EN FREEK VERBAKEL
verenigingsnieuws
de
– kijk voor meer informatie op www.wereldfietser.nl –
wereldfietser
Vereniging De Wereldfietser in Nederland
Wat vind je van de vereniging de Wereldfietser? En van dit tijdschrift? Doe mee en vul de enquête in!
Postbus 94005, 1090 GA Amsterdam, telefoon 06 488 27 351, internetsite www.wereldfietser.nl, e-mail post@wereldfietser.nl, girorekening 6991722 te Amsterdam. De contributie is 15 euro per jaar. Het lidmaatschap loopt van 1 januari tot 31 december. Word je in de loop van het jaar lid, dan worden de eerder in dat jaar verschenen nummers van het tijdschrift nagezonden. Lid worden kan door het invullen van het aanmeldingsformulier op de website of schriftelijk, met een kaartje of briefje naar bovenstaand adres.
Wij zijn als bestuur erg benieuwd naar wat jullie als leden vinden van onze vereniging. Waarom ben je lid? Wat verwacht je? Wat vind je goed, wat minder goed? Wat kan beter en wat zou anders kunnen? En de gezamenlijke redactie van de Vakantiefietser en de Wereldfietser is benieuwd naar wat je van het tijdschrift vindt. Surf naar het gezamenlijke, Europese adres:
Fietstochten
www.fietsvragen.eu
Steeds meer leden nemen initiatieven om gezamenlijk een weekeinde te fietsen. Naast alle weekeinden die de activiteitencommissie ondersteunt en die vermeld staan in de activiteitenagenda worden er regelmatig op het Forum fietsinitiatieven genomen. Het verzamelpunt wordt aangegeven en van daaruit wordt een dagje, een weekeinde of meer dagen gefietst. Omdat een plannetje soms pas op het laatste moment ontstaat is het handig om regelmatig op het Forum te kijken.
Ledenvergadering 13 mei. Tijdens het voorjaarsweekeinde in Giethoorn waar het boven verwachting droog was, is de ledenvergadering gehouden. De ledenvergadering koos Quirien Veldman als nieuw bestuurslid. Quirien: “Twee jaar geleden ben ik lid geworden van de WF, en voelde me meteen thuis door de hartelijke en pretentieloze sfeer. Al snel bleek dat het bestuur op het punt stond om een nieuwe toekomstvisie te ontwikkelen. Omdat ik voor mijn werk ook regelmatig met dit soort zaken bezig ben, wil ik hier graag mijn steentje aan bijdragen. Inmiddels zijn we volop aan de gang en heb ik de functie van bestuurslid 'communicatie' aanvaard. In deze rol ga ik de interne communicatie naar de leden wat
extra aandacht geven, en extern wil ik mij bezig houden met de positie die we innemen in fietsland en de uitstraling die we daarbij willen hebben. Ik hoop veel van jullie te leren kennen op de activiteiten.” De kascommissie bestaande uit Joris van Leur en Harry Wagenaar had al het benodigde werk gedaan. Met dank aan de kascommissie en de penningmeester Perry Sanders, werd de jaarrekening goedgekeurd. Vorig jaar ontstond in de vergadering een discussie over reclame op het Forum. De spelregels zijn voor dit onderwerp niet duidelijk. In ieder geval zal gestart worden met een extra rubriek op het Forum waarin commerciële activiteiten aangekondigd kunnen worden. Op de volgende ledenvergadering komt het bestuur met een voorstel om meer duidelijkheid te scheppen. Dit voorstel zal voor de ledenvergadering via de website bekend gemaakt worden. Er worden per jaar twee ledenvergaderingen gehouden. We kijken op dit moment naar de inhoud van die twee ledenvergaderingen. Nu wordt een grote hoeveelheid onderwerpen aangestipt. De aanwezigen waren van mening dat een meer thematische keuze met de mogelijkheid uitvoeriger bij een onderwerp stil te staan meer betrokkenheid zou opleveren.
Invullen is simpel en kost hooguit tien minuten van je tijd. Doe jezelf en ons een plezier en vul de vragenlijst in. We zijn heel benieuwd naar jullie mening! De enquête sluit in september. De uitslag lees je terug in dit blad en op de site.
Nazomerweekend 31 augustus - 2 september 2007 (let op, dit weekend is een week verplaatst!) De traditie op de Harskamperdennen: het nazomerweekend. Kampvuur, appeltaart, lekker fietsen, flessen wijn, mooie dia’s, alle ingrediënten voor een geslaagd weekend zijn dan weer aanwezig. Op zondag wordt zoals gebruikelijk de algemene ledenvergadering gehouden. Wil jij je stem laten horen en de koers van de vereniging mede bepalen? Kom dan naar het nazomerweekend! Waar: Kampeerterrein Harskamperdennen, Houtvenster van ’t Hoffweg 25, Kootwijk
Najaarstrektocht 14-16 september 2007 De najaarstrektocht gaat in de laatste stralen van de nazomerzon over kleine weggetjes door de kop van Noord Holland. We verzamelen in Amsterdam, steken met het pontje het IJ over en fietsen dan verder noordwaarts. Yvette Heijnen weet alles van deze tocht. Dolfijn200@zonnet.nl of bel
naar 06 49351456 Waar: Verzamelen zaterdagochtend bij het Centraal Station van Amsterdam; vrijdagavond zal op een camping in de buurt van Amsterdam overnacht worden.
Huttentrektocht 27-28 oktober 2007 De blaadjes kleuren rood en bruin en vallen van de boom, ’s nachts begint het koud te worden. Tijd dus om de tent te verruilen voor een comfortabele trekkershut waar je lekker warm in kunt overnachten. Tijdens deze tocht leidt Jim je weer door de mooiste bosgebieden van Nederland. Wil je meer weten over deze tocht, mail of bel dan met Jim: Jimvandenberg@jimvandenberg.nl of 010-2763658
Wereldfietsermarkt 18 november 2007 Voorheen de Europese fietsreizenmarkt, nu omgedoopt tot Wereldfietsermarkt. Dit betekent dat niet alleen Europa aan bod komt, maar de rest van de wereld ook! Uiteraard blijft er op deze informatiemarkt veel aandacht voor fietsen binnen Europa. Wil je als informant op deze beurs staan, of een dialezing geven, neem dan contact op met Rena Wolf, Rena@wereldfietser.nl of 06 49636551. Wil je meer informatie over deze dag, neem dan contact op met Freek Verbakel, Freek@wereldfietser.nl of 020 8897322. Waar: Nivonhuis, Dirk Smitsstraat 76, Rotterdam Entree leden € 2,-; niet-leden € 3,Deelname aan een of meerdere activiteiten is voor eigen risico. De vereniging kan op geen enkele wijze aansprakelijk gesteld worden voor diefstal of schade in geval van ongeval, letsel, etc. aan jezelf of derden. Wij raden je aan zelf zorg te dragen voor een reis- ongevallen en/of aansprakelijkheidsverzekering. b TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
43
k
TEKST BRUNO LOOCKX EN ANDRÉ RAMAULT FOTO’S: GEERT BORSTLAP
verenigingsnieuws
Vereniging De Vakantiefietser in België Broekstraat 66, 2480 Dessel. Informatie tel./fax 014-37.77.34. Internetsite: www.vakantiefietser.be, e-mail: secretariaat@vakantiefietser.be. Het lidmaatschap loopt van 1 januari tot 31 december en bedraagt e 15,-. Te storten op rek. nr. 230-0175902-61 van De Vakantiefietser vzw, Dessel, met vermelding “lidgeld”. Meld adres- of e-mailwijzigingen aan: secretariaat@vakantiefietser.be Fietsherstelcursussen De fietsherstelcursus is en blijft een succesnummer. Wil je straks zelf de handen uit de mouwen steken bij pech onderweg? Leer in beperkte groep en op een zaterdag naar keuze hoe je de meest voorkomende fietspannes kan aanpakken. Mario –de fietsdokter– Devillis maakt je graag wegwijs. Je kan inschrijven op een van volgende zaterdagen: 13 en 27 oktober, 17 november en 8 december 2007 (9.30-17.00 uur) Cursusgeld: leden betalen € 20,-, niet leden betalen bijkomend € 15,- lidmaatschap. Locatie: De Fietsdokter, Verschansingsstraat 48, 2000 Antwerpen. Makkelijk bereikbaar met openbaar vervoer! Inschrijven: telefonisch via het secretariaat of on-line op de website, waarna overschrijving van het cursusgeld op rekeningnummer 230-0175902-61 van De Vakantiefietser. Cursusdatum vermelden. Meer info en wegbeschrijving: www.vakantiefietser.be/fietsherstelcursus.asp
Achtste groepsfietstocht 9-16 juni 2007 De groepstocht in regio Neckarland en Odenwald van de deelstaat Baden-Württemberg was met 21 deelnemers vlug volgeboekt. Daarom werd overwogen een tweede versie te organiseren in septem-
44 TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
ber. Het vooropgestelde minimum aantal van 10 deelnemers werd net niet gehaald en daarom gaat deze tweede versie in september niet door. Met dit niet-commercieel aanbod richt De Vakantiefietser zich ook tot leden met beperkte fietsreiservaring en/of tot mensen die een fietspartner zoeken. Geen organisatiekosten. Overnachting in jeugdherbergen. Eigen bagagevervoer in fietstassen. Na de proefrit in mei werd het programma aangepast en ziet er ongeveer zo uit: Dag 1 Heidelberg Samenkomst in de jeugdherberg Dag 2 Van Heidelberg naar Mosbach-Neckarelz, 65 km Dag 3 Van Mosbach-Neckarelz naar Kirchberg a/d Jagst, 115 of 75 km Dag 4 Van Kirchberg a/d Jagst naar Tauberbischofscheim, 80 km Dag 5 Van Tauberbischofscheim naar Wertheim, 55 km Dag 6 Van Wertheim naar Walldürn, 63 km Dag 7 Van Walldürn naar Mosbach-Neckarelz, 60 km Dag 8 Van Mosbach-Neckarelz naar Heidelberg, 65/70 km Voor meer gegevens kan je terecht bij: redactie@vakantiefietser.be Tel.: 050-319825
Fietsers onderweg In de rubriek 'Fietsers Onderweg' in dit tijdschrift vind je enkele
gegevens over fietsreizigers die voor een tijdje wereldwijd onderweg zijn. Meer volledige gegevens over hen zoals: voorbereiding, volledige reisverslagen en foto's kun je vinden op hun websites. Klik hun websites aan via: www.vakantiefietser.be/onderweg.asp Ook de gegevens van reizigers die weer thuis zijn, blijven waardevol.
Hemelvaarttrektocht 17-20 mei 2007 Voor deze door De Vakantiefietser en De Wereldfietser voor het eerst gezamenlijk ingerichte trektocht kwamen ruim 40 deelnemers samen op Camping 'De Molen' (Antwerpen-Linkeroever). Een van de deelnemers was voorzitter Helmut Riemenschneider en hij doet kort verslag. Donderdag 17 mei gingen we in twee groepen van start, een groep die tempo maakte en een groep die meer recreatief fietste. De eerste dag deden de ‘snellen’ 30 kilometer meer door een overhaaste wegkeuze. We overnachten op campings in Baarle-Hertog, Leende en Zonhoven en we fietsten door de prachtige heidelandschappen die onze grensstreek rijk is. Ik ben blij en positief verrast door dit initiatief in samenwerking met De Wereldfietser. Het is zeker vatbaar voor herhaling. De organisatie in handen van Dan Celis en Leon Poels was prima, de sfeer uitstekend en de campings goed gekozen. Zie ook het uitgebreide verslag van Marjan Brouwer en Jos Morren op blz. 49 en op de website van De Wereldfietser.
Annemie; prijswinnaar bezoekershoofdprijs
Prijswinnaars op Fietsreisbeurs Retie (17/18 maart 2007) Met 4.480 bezoekers was de elfde editie van de fietsreisbeurs de meest bezochte totnogtoe. De beurs zorgde ook voor een prijzenregen onder de bezoekers. ‘Prijzenfestival’ lijkt een geschikte ondertitel voor de fietsreisbeurs. Annemie De Jongh uit Zoersel won de bezoekershoofdprijs, een comfortabele vakantiefiets Batavus Cayuca. Glunderend nam ze haar fiets in ontvangst van Batavus-dealer Vangenechten, in het bijzijn van bestuurslid Bruno Loockx van De Vakantiefietser (zie foto hierboven). Evelyne Fiers won met de foto ‘Pakistan Chitral-Birir Valley’ de hoofdprijs van de fotowedstrijd, een fototoestel Pentax Optio W20. (Zie de reportage over hun fietsreis langs de Karakoram Highway op blz 6 in dit nummer.) Verder werden tijdens de beurs een aantal Lannoo ‘Dicht-bij-huisgidsen’ bij loting toegewezen. Een overzicht van alle prijswinnaars vind je op de website: www.vakantiefietser.be/fotowedstrijd2007.asp
d
Fotowedstrijd Retie Een fietsreisbeurs zonder de fotowedstrijd is stilaan ondenkbaar. Dit jaar dongen 117 foto’s mee naar een ongeëvenaarde ‘prijzenpot’. We maken nu al afspraak voor volgend jaar: jullie maken schitterende beelden en wij zorgen weer voor een schat aan prijzen.
2. Peter Jansen, Noord-Pakistan, weekend 2 pers vp in Natuurvriendenhuis "De Berk" in Essen
2
1
3
3. DianeTruyens, Uganda, set Back-Rollers Classic wit
Dit jaar vindt het herfstweekend plaats in het weekend van 5-6-7 oktober 2007. Stefan en Ils Avonds ontvangen de deelnemers even over de taalgrens in Mons (Bergen), de hoofdstad van Hainaut (Henegouwen). Comfortabel verblijf in de nieuwe Jeugdherberg ‘du Beffroi’, Rampe du Château 2, aan de voet van het Belfort. Vrijdagavond 5 oktober: onthaal vanaf 19 uur. Zich vroeger aanmelden kan. Er is geen maaltijd voorzien. Informeel samenzijn en verkenning van Mons. Snacks verkrijgbaar. Zaterdag 6 oktober: na het ontbijt en het klaarmaken van het lunchpakket wordt gekozen voor een lange/korte fietstocht (b.v. Ravel1, Canal du Centre), eventueel een wandeltocht. Na het avondmaal een geplande activiteit in de jeugdherberg. Zondag 6 oktober: uitzwaai na het ontbijt. Verken Mons en de Borinage (lift Strépy-Thieu, Grand-Hornu,...) Meer info en het inschrijvingsbedrag voor leden/niet-leden (twee overnachtingen + lakens + ontbijt, lunchpakket en avondmaal), bij Ils of Stefan. E-mail: ils.rombouts@pandora.be of: 0478450.395 (na 17 uur) b
1. Evelyne Fiers , Pakistan Chitral-Birir Valley , fototoestel Pentax Optio W20
Herfstweekend 5-6-7 oktober 2007
Maar liefst 857 bezoekers vulden het stembiljet in en bepaalden zo de uitslag (de 15 winnende foto's). De eerste prijs ging met lengten voorsprong, zoals dat in wielertermen heet, naar Evelyne Fiers.Een aantal van de winnende foto’s kan je hier nogmaals bewonderen, en in kleur op onze website: www.vakantiefietser.be/fotowedstrijd2007.asp Theo Nuyts zond een historische zwart-wit foto in die hij in 1952 (jawel, 55 jaar geleden) op de Stelvio (Italië) trok en daarna ook zelf ontwikkelde en afdrukte. Toch jammer dat hij buiten de prijzen viel.
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
45
c
TEKST BRUNO LOOCKX EN ANDRÉ RAMAULT
verenigingsnieuws, vervolg
Fotowedstrijd Retie
6
4 5
5. Harrie Coppens, Grossglockner Hochalpenstrasse,fietsarrangement voor 1 persoon
6. Paul Coolen, Spanje, Vaude fietsrugzak
8
4. Monique Wakkerman, Timmelsjoch Oostenrijk, set AGU fietstassen
9. Harie Coppens, Grossglockner Hochalpenstrasse
9
10
7. Debby Gosselink, Wadi-Rum Zuid-Jordanië, Boekje Midden-Frankrijkroute en Normandiëroute
46 tijdschrift voor fietsreizigers
8. Peter Jansen, Zuid-West Pakistan
7
10. Benja Triest, Midden-Chili, waardebon van €50,- Studio 73
k
TEKST MARJAN BROUWER EN JOS MORREN FOTO’S LEON POELS
Fietsen bij en met de buren
Internationale Hemelvaart Wereldfietsers en Vakantiefietsers hebben veel gemeen, met in elk geval de gezamenlijke hemelvaartocht in mei. Vier dagen trokken leden van de Nederlandse en Vlaamse verenigingen samen op en het werd erg gezellig.
Met bijna dertig mensen startten we in Antwerpen voor een tocht naar Maastricht door de grensstreek. Zo konden de twee nationaliteiten niet alleen elkaar, maar ook de twee landen (weer) wat beter leren kennen. Met een gezamenlijk blad (onder twee titels weliswaar) en een gezamenlijke redactie, lag zo’n internationale activiteit voor de hand. De organisatoren waren Vakantiefietser Dan Celis en Wereldfietser Leon Poels. De groep werd gevormd door fietsers van het eerste uur bij de twee verenigingen, maar ook mensen die er echt voor de eerste keer met de tent een aantal dagen op uit trokken. Na een ‘mooie’ site seeing in de havens van Antwerpen fietsten we de eerste dag naar Barle-Hertog-Nassau. We vormden twee groepen; een snelle groep onder leiding van Jim en een minder snelle groep onder leiding van Leon. Na de overnachting op het sportveld van een camping, vertrokken we de volgende dag naar Leende en fietsten door een prachtig gebied over jaagpaden, achteraf weggetjes en soms ook een zandweggetje. De route ging veelal via
knooppunten met als nadeel dat je soms niet goed weet waar je bent. Maar het grote voordeel is dat je nauwelijks snelverkeer tegenkomt. Naarmate de tocht vorderde werden de onderlinge contacten intensiever. Je leert elkaar zo een stuk beter kennen. In Leende was de snelle groep al in een weiland op de camping gaan
Marjan Brouwer en Helmut Riemenschneider
staan, maar dat was niet op de plek die Leon van de minder snelle groep had bedacht. Daarom stonden de twee groepen los van elkaar op de mooie natuurcamping Klein Frankrijk. Maar de stromen regen van die nacht kregen we allemaal op ons tentdak. De volgende dag ging het naar Zonhoven, onze laatste overnachtingsplek. Onderweg kwamen we elkaar tegen bij kasteel Den Dool waar heerlijk bier gebrouwen wordt. De camping in Zonhoven zal velen nog lang bij hebben gestaan vanwege de kneiten die ons in dusdanige aantallen belaagden dat er niets anders opzat dan de avond in de kantine door te brengen. Ook daar smaakte het bier heerlijk. Intussen waren al mensen huiswaarts gekeerd en fietsten we het laatste stuk alleen met Nederlanders. Van Arthur en Marleen namen we als laatste Vlamingen afscheid in Hasselt en Helmut –de voorzitter van De Vakantiefietser– was al eerder zijn eigen weg gegaan. Maar wel met de afspraak dat we volgend jaar weer een gezamenlijke tocht zullen fietsen. b TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
47
k d
TEKST MARIEKE VAN MAAREN FOTO'S MARC DIRKX EN MAAIKE PFANN
Plofzand, zweet en bier op Wereldfietser off the road weekend
150 kilometer zand in Nederland “Zeg eens, fietsen ze een beetje door?” “Het gaat niet erg snel. Stelt niets voor, joh. Wil je mijn fietshandschoenen meenemen?” Al bellend zoek ik een zonnebril terwijl ik kokend hete magnetronmacaroni naar binnen werk. Ik ben druk, het is vrijdagavond, mijn werkweek is net een half uur ten einde en ik ga mee op het off the road-weekend van de Wereldfietser. Het grootste deel van de groep waaronder mijn vriend Emiel, die ik nerveus consulteer over de snelheid van mijn medefietsers, is vandaag in Utrecht al begonnen. Downhill door het rokersbos Volgens Emiel ligt het fietstempo veel hoger dan vrijdag en we rijden lekker door. Even plassen en we zijn de groep kwijt, met een lange sprint krijgen we de ruggen van de laatsten weer in beeld. Flink hijgend sluiten we weer aan. “Zijn we ten minste opgewarmd,” zegt Emiel. De Amersfoortse Berg wordt beklommen en dan gaat het downhill. Yoehoe! Geweldig om met hoge snelheid over boomwortels te stuiteren. Verrek, dat is het bos achter mijn oude middelbare school. Nooit gedacht dat ons ‘rokersbos’ een mountainbikeroute zou zijn.
Onder dekking
Vlnr: Peter, Paul, Johan, Ajan, Marc en Emiel
Aangekomen op de camping is het kennismaken, handjes schudden en alle namen net zo snel weer vergeten. We ‘kraken’ een leegstaande circustent op de camping en gaan biertjes drinken. Op een bankje dicht bij elkaar want het is heel koud. Kou is het onderwerp, wat anders op deze veel te late ‘winteravond’? Stoere verhalen, vanhoren-zeggen-verhalen en nieuwsverhalen breken het ijs in de groep onbekenden. We zien onze adem. De avond is koud, de nacht is ijskoud en bezorgt me gevoelloze
48 tijdschrift voor fietsreizigers
tenen en doet me heel veel draaien in mijn slaapzak. Tergend langzaam wordt het ochtend. Het is ongeveer min zes en het water in de bidons bevriest. James en Martijn zijn namen die ik onthoud, want zij slapen buiten in bivakzakjes. ’s Ochtends zijn deze stoere mannen bedekt een witte laag ijs.
Peter’s kinderstoeltje Bij het ontbijt, waar uitgebreide ontbijters gebroederlijk naast de snelle jongens in de zon zitten, maak ik kennis met Marc. De off the
road-tocht is zijn idee. Hij is onze gids en heeft met een speciaal oog naar de kaart van Nederland gekeken. Anno 2007 is het hem gelukt om een lijn tussen Utrecht en Apeldoorn te vinden waarop bijna helemaal onverhard kan worden gefietst. Vanaf 10 uur zaterdagochtend loodst hij ons over kleine paadjes via een zandverstuiving naar Amersfoort. Tijdens de koffiepauze onthult Peter wat dat platte pakket is dat hij twee dagen lang achterop zijn fiets meezeult: een kinderstoeltje. “Ik heb last van mijn rug.”
Als commando’s in vijandelijk gebied fietsen we onder permanente dekking van bos over kleine paadjes rond Amersfoort en trekken richting Terschuur op de Veluwe. Er komen gesprekken op gang. Maaike, naast mij de enige vrouw in de groep, vertelt over een fietstocht op Mauritius. Ze heeft plannen om met haar vriend en mededeelnemer Johan in de Himalaya te fietsen. Achter mij wordt gesproken over het dikke platte frame van Peters fiets, een proefmodel van Gazelle. “Hij heeft er een paar gekocht ook voor zijn zoons.” En over de fiets van Martijn. Zijn Storck-fiets benadert de perfectie maar nog niet voor Martijn: “Ik laat in Amerika een frame bouwen.”
k
Bever die niks weten’. En dat er in Amsterdam eigenlijk maar één goede fietsenzaak is. Maar dat er in Zwolle ook een hele goede is. Over fietsboeken die vaak zo saai zijn. James heeft een flacon whisky. Gezellig. Net alsof we elkaar al heel lang kennen. We hebben meer gemeen dan ik dacht.
Aangeschoten en wild Martijn in actie met Storck en zijn vriend Bob
Plofzand en uitputting Bij Voorthuizen begint wat Marc ‘plofzand’ noemt. Het is de droogste periode in eeuwen en de karrensporen in de Veluwse Bossen zijn buitengewoon mul. Op het eerste karrenspoor verwordt ons strakke peloton in mum van tijd tot een groep dronkenmannen. In dit zand ga je waar je stuur je brengt. Alle kanten op. Dat geldt vooral voor Patrick, hij fietste eens naar Nepal op deze fiets maar de ranke 28inchwielen gaan moeilijk door het zand. “Het is niet eerlijk,” roept hij verontwaardigd, de enige held op smalle banden. Marc’s collega, Paul, heeft het moeilijk. Moe en hongerig besluit hij de groep te verlaten en bij Putten met de trein naar huis. “Marc, hij schrijft toch niet je beoordeling?”
dorie wel of er een peloton fietsers over elkaar heen schuift, zoveel kabaal. Tip: fietstassen bij het off the road-rijden met spanbanden aan de bagagedrager maken.
Alsof we elkaar al lang kennen Tent opzetten, koken of uit eten in Garderen. Na aankomst op de camping gaat ieder zijn gang. Peter bakt, zittende op zijn rode kinderstoeltje een biefstuk, hij zit er stijlvol bij. Wij eten de kampeerklassieker: pasta met rode saus. Weer een avond bier drinken, vanavond zitten we in een tentbol. Ja echt, een grote bol, een soort jaren zeventig ruimteschip. Experimenteel kamperen? De verhalen worden persoonlijker en we roddelen stevig. Over het forum, de commerciële activiteiten van sommige leden, over ‘die lui bij
Grappig hoe de natuur ons laagje beschaving wegslijt; ik neem niet meer de moeite een toilet op te zoeken en plas achter de tenten, voor mij geen plastuit. Drink bier als een Germaan. James belegt mueslibollen met Snickers. Maandag zullen we allen weer op onze kantoren zitten en zijn we heel netjes maar dit weekend zijn we in de natuur, werken ons in het zweet maar genieten. “The wilderness is gathering all its children back again”, murmelt Leonard Cohen in mijn hoofd als ik een beetje aangeschoten mijn slaapzak in kruip. Stuk minder koud dan gisteravond trouwens.
De ‘bivibag’ van James
Bunnyhoppen over wortels
De koek is op
Ook voor de tweede dag heeft Marc een meesterlijke route bedacht. Hij brengt ons over doodstille wegen naar de, op zondag geopende, warme bakker in Hoenderloo. Wat is het mooi en hoe weet Marc dit alle-
We ruiken de stal en er wordt behoorlijk doorgescheurd. Geweldig om tegen het controleverlies aan, over ruig terrein te knallen. Een hazelworm schiet voor mijn wiel langs. Ik vind het zo mooi, ik kan wel zingen van genot. Emiel zorgt voor de eerste en enige (!) valpartij. Gelukkig niets ernstigs. We zien er allemaal stoer uit, onder het stof en zweet, maar hij heeft nu ook nog bloed op zijn benen en is de meest stoere. Te snel zijn we in Apeldoorn. Het is over. Honderdvijftig kilometer door zandverstuivingen en over heuveltjes door eindeloos lijkende bossen liggen achter ons. We nemen de trein naar het westen en de wildernis vervaagt snel. Op station Duivendrecht voel ik me vies en snak naar een douche. De beschaving neemt het weer over. Het was een geweldig weekend in de Nederlandse natuur. b
Shell en klapperende tassen In de door het plofzand veroorzaakte chaos fiets ik ineens naast Arjan. Arjan fietste in Laos en Cambodja maar is vooral bekend onder wereldfietsers omdat hij, na drie jaar als ontwikkelingseconoom te hebben gewerkt, genoeg had van ontwikkelingswerk en voor ‘groot Nederlands olieconcern’ aan de slag ging. Hij meende dit op het forum te moeten melden. Zo leer ik al manoeuvrerend langs bomen en struiken nog wat over ontwikkelingshulp en de kortingpas van Shell. Vanochtend reed Arjan nog achter mij en steeds schrok ik op van de enorme herrie die zijn klapperende tassen veroorzaakten Het leek ver-
maal uit zijn hoofd? Hij zweet er wel flink bij. Af en toe drukt hij op zijn helm en spuit er een straaltje zweet uit. Het is ook niet mals, normaal rollen op deze wegen alleen tanks. Richting Apeldoorn nemen heel wat heuveltjes. Niet iedereen komt zonder afstappen boven. Het komt op techniek aan: zo snel mogelijk omhoog rijden, je voorwiel omhoog trekken om over een boomwortel heen te komen en meteen daarna ook het achterwiel de lucht in trekken. Daarna weer terug in het zadel. Ik heb gisteren van James geleerd hoe ik mijn achterwiel de lucht in krijg (de Bunnyhop), maar mooi dat ik dat gemene hellinkje niet haal.
Peter in de bocht met zijn proefmodel Gazelle
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
49
c
50 tijdschrift voor fietsreizigers
H
SAMENSTELLING MAAIKE PFANN
Frans, ...mag ik je iets vragen? Frans Heylen is penningmeester van de Vakantiefietser. Als bezige bij is zijn functie veel omvangrijker en daardoor een niet te missen steunpilaar voor de Vakantiefietser. Voor, tijdens en na de Fietsreisbeurs in Retie is Frans bijvoorbeeld behoeder van de informanten en helpers. Wanneer maakte u uw eerste fietstocht en waarheen? Mijn eerste fietstocht was een bedevaart naar Lourdes als 15-jarige snaak. Waarom bent u gaan fietsen? Op mijn tiende mocht ik naar de middelbare school in Turnhout. Er was geen geld voor een busabonnement en dus fietste ik alle dagen 36 km, 18 heen en 18 terug. Wat vindt u zo leuk aan fietsen? Op de fiets viel steeds alle stress van mij af. Ik mocht thuis komen met barstende hoofdpijn, fietskledij aan, de straat uit, de hoek om en was alles vergeten. Wat gaat altijd mee op fietsreis? Een overlevingspakketje met wat voeding (paar blokjes smeerkaas, paar sportrepen, enkele crackers). Wat is uw oudste fietsonderdeel? Mijn fiets in zijn geheel, een Batavus Randonneur aangekocht in 1983. Wat is het nieuwste snufje van uw uitrusting? Geen. Ik ben om gezondheidsredenen sinds 1998 helaas huis-, tuin- en keukenfietser. Wat is uw favoriete fietsgereedschap? Een pakketje met materiaal en onderdelen voor ‘Pechverhelping onderweg’. Wat draagt u altijd op de fiets? Gezien de huidige verkeerssituatie broodnodig, de fietshelm. Wat vergeet u regelmatig mee te nemen op fietsreis? Ik gebruik altijd hetzelfde lijstje, dus meestal niets. Wat was uw mooiste tocht ooit? Een solofietstocht vanuit Hongarije, door Tsjecho-Slowakije, Polen, Oost- en West-Duitsland terug naar België in de periode van de val van de muur. Wat was uw meest mislukte fietstocht? Een fietstocht van Parijs naar Gibraltar, die door de meereizende fietsers uitgroeide tot een frustratietocht van het begin tot het einde. Waar zou u (nog) wel eens heen willen? Gezien mijn gezondheidstoestand natuurlijk een utopie, maar een fietstocht door Kirgizië, het mooiste land dat ik ooit bezocht, zou mij zeker kunnen bekoren. Wat is uw favoriete fietsland? Gezien mijn voorliefde voor de bergen en de cols, alle alpenlanden (Frankrijk, Italië, Zwitserland en Oostenrijk). Hoe ziet uw ideale overnachtingsplek eruit? Mijn tentje aan een klaterend riviertje met op de achtergrond een besneeuwd berglandschap. Wat eet u alleen op fietsvakantie (en niet thuis)? Muesli en pasta. Wat was het spannendste moment dat u meemaakte op fietsreis? Een afdaling in het pikdonker van de niet-geasfalteerde Gavia-pas in Italië. Waar denkt u aan als u op de fiets zit? Aan de bloemetjes en de bijtjes en de prachtige natuur om me heen en voor de rest is mijn hoofd zo leeg mogelijk. Hoe bent u bij de vakantiefietser terechtgekomen? Ik ben overgehaald door een enthousiaste Helmut Riemenschneider op Adventure Affair. Wat vindt u het leukst van de vakantiefietser? Dat ik toch nog altijd het hele jaar, door contacten met vele vakantiefietsers, onderweg ben ergens in de wereld. Met wie zou u nog wel eens een fietstocht willen maken en waarheen? Zoals hierboven gezegd zou ik graag naar Kirgizië gaan en dan liefst met Roger, mijn vroegere vaste fietsmakker en vriend, met wie ik alles bij elkaar in meer dan 20 jaar meer dan 300.000 km heb samen gefietst. Wat is uw grootste fietsblunder? Vele kleine blundertjes kan ik me wel herinneren, maar echt een grote is gelukkig aan mij voorbij gegaan. Vertel eens iets verrassends over uzelf? Indien de gezondheid niet verder achteruit gaat, doe ik het volgend jaar in de Ardennen aan grootwild-spotting (herten,everzwijnen en reeën) per mountainbike.
TIJDSCHRIFT VOOR FIETSREIZIGERS
51